Ga direct naar de content

Jrg. 17, editie 874

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: september 28 1932

28 SEPTEMBER 1032

AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN.

Economi*sch tatistische

Beri*chten

ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER

ORGAAN VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART

UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN

17E JAARGANG

WOENSDAG 28 SEPTEMBER 1932

No.
874

INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN.
Algemeen Secretaris: Prof. ii! r. Dr.
G.
Al. Verrijn Stuart.

ECONOMISCH.STATISTJSCHE BERICHTEN.
CON j1IISSIE VAN ADVIES:

Prof. Mr. D. van Blom; J. van Hasselt; Jhr. Air. L. H. van
Lennep; Air. K. P. van der Mandele; Prof. Dr. N. J.
Polak; Mr. Dr. L. F. ii. Regout; Dr. E. van Welderen
Baron Rangers; Prof. Mr. H. R. Ribbius; Jan Schilthuis;
Mr. Q. J. 7’erpstra; Prof. Mr. F. de Vries.
Gedelegeerd lid: Prof. Mr. Dr. G. M. Verrijn Stuart. Redacteur-Secretaris: Dr. H. M. H. A. van der Valk.
Secretariaat: Pieter de Hoochweg 122, Rotterdam.
Telefoon Nr. 35000. Postrekening 8408.

Advertenties f 0,50 per regel. Plaatsing bij abonnement
volgens tarief. Administratie van abonnementen en adver-
tenties: Nijgh d van Ditmar N.V., Uitgevers, Rotterdam,
Amsterdam, ‘s.Gravenhage. Postchèque- en giro-rekening No
145192.

Abonnementsprijs voor het weekblad franco P. P. in
Nederland f 20,—. Buitenlahd en Koloniën f 23,— per
jaar. Losse nummers50 cents. Leden en donateurs van heg
Instituut ontvangen het weekblad gratis.
De verdere publicaties van het Instituut uitgaande ont.
vangen de abonné’s, leden en donateurs kosteloos, voor voo
ver daaromtrent niet anders wordt beslist.
Aangeteekende stukken: Bijkantoor Ruigeplaatweg.

28 SEPTEMBER 1932

Bij de inschrijving op het schatkistpapier werd in
totaal ingeschreven voor
f
195.378.000. Toegewezen

werden
f
22.900.000 cirie-maands promessen â

f
904,48;
f
5.510.000 zes-maands promessen á
f
997,95

en
f
26.373.000 jaarbiljetten h
f
1.018,35.
De rente waartoe de Minister kon slagen bedroeg

dus ongeveer
3
fir,
pOt, voor het drie-maands; % pOt.

voor het zes-maancis en 1
3
11e pOt. •voor het jaarpapier.
Een sterker bewijs voor het totaal ontbreken van
eenige geldvraag op de geidmarkt kan wel niet ver-langd worden. iLet aanbod van andere wissels ont-
breekt dan ook vrijwel geheel. Af en toe worden en-
kele kleine postei aangeboden, die’ dan snel worden
geplaatst. Ook voor prolongatie en callgeld ontbreekt
alle belangstelling. De noteeringen,
1
/i h % pOt. voor

particulier disconto, 1 pOt. voor prolongatie en
1%

14 püt. voor cailgeld, veranderden ook deze week niet,

maar zijn geheel nominaal.
Blijkens den weekstaat van De 14derlandsche Bank
daalden de posten binnenlandsche wissels en belee-uinen met resp.
f
717.000 en
f
186.000. ‘s Rijks schat-
kist heeft een voorshot opgenomen van f4,5 mil-
lioen, terwijl zij vorige week een tegoed van
,f
6,5

millioen had aan te wijzen. De posten papier op het
buitenland en diverse rekeningen onder de acti:va der
Bank geven geen wijziging van heteekenis’ te zien.

Ook onder het ‘hoofd munt en muntmateriaal kiva-
men geen veranderingen van beteekenis voor.
Onder de passiva der Bank vertoont cle biljetten-
circulatie een inkrimping van
f
4,8 mi.11ioen. De

saldi. in rekening-courant namen met
f
8,4 millioen
toe, nl. het verschil tusschen
f
14,9 millioen vermeer-
dering van de saldi van anderen en f6,5 millioen
vermindering van het saldo van het Rijk. Het be-

schikbaar metaalsaldo bedraagt
.f
1,4 mill.ioen minder

dan de vorige week; het dekkingspercentage bleef op
nagenoeg 83 pct. staan.

* *
*

De wisselmarkt was ook deze week oninteressant.
Ponden bleven nog verder terugloopen en kwamen van
8.65/2 op 8.60
v
/s. Vooral giteren was het aanbod be-
duidend grooter dan de vraag. Dollars, die iets lager
openden – 2.4895 – konden zich tot 2.491236 ver-beteren. De Dollarnoteering in Londen kwam van
3.4736 op 3.4534. Marken liepen iets terug: 59.30-
59.24. Fransche Francs handhaafden zi.ch op een koers
van ca. 9.76. Voor Belga’s was vat vraag: 34.51-
34.54. Zwitsersche Francs bleven verder flauw: 48.04
—48.01. Lires nog steeds 12.78. Peseta’s konden
verder tot 20.40 verbeteren. Tsjecho Kronen: 7.37.
Zweedsche Kronen wat lager: 44.1736. Kopenhagen
44.70. Oslo 43.35. Finsche Marken noteerden ca.
3.7234. :De Indische banken hebben haar prijs voor
afgifte T. T. Batavia verdr verhoogd en op 99/8 ge-
bracht. Yen noteeren 5936. Oanadeesche Dollars wa-
ren in den loop van de week wat lager – 2.2334 –
doch konden tenslotte weder tot 2.2436 verbeteren.

Ponden op termijn veranderden niet. Dollars op één en drie maanden waren wat meer gezocht; zij
deden resp. 15 en 45 punten disagio.

Gouden baren werden op
f
1.650,50 gedaan; Eagles
noteerden 2.48% en Sovereigns 12.0636. Marken bank-
papier blijven gezocht: 59.10.

LONDEN, 26 SEPTEMBER 1932.

Er komt geen merkbare verandering in de buiten-
gewoon gemakkelijke positie van de geidmarkt, waar
geld op Zaterdag 11. voor enkele posten niet meer dan
34 püt. kon bedi.ngen. De algemeene noteering bleef
voor cle ui.tzettingen van de Olearing Bauks op 1 pOt.
en voor clie van andere financiëele huizen op 34 pOt.
Disconto’s waren weer iets flauwer dan de vorige
week, in afwachting van de inschrijvingen voor de
nieuwe schatkistpromessen, waarvan de vervaldatum
ditmaal valt in de laatste dagen van December, du
een gezochte vervaldatum. De toewijzing had dan ook
plaats tegen even boven % pOt., een prijs, waarvoor
cle markt ze dus slechts Ican nemen voor onmiddelij-
ken verkoop aan de Olearin.g Banks met een minima
marge.
Sterling was over het geheel iets zwakker in de
afgeloopen week; Guldens eindigden op 8.61 á 8.6134, waarop oolc heden werd gehandeld.

758

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

28 September 1932

BEGROOTING EN BELASTING-
PERSPECTIEF VOOR 1933.

De spanning, waarin meer dan in andere jaren
Troonrede, Begrooting en Millioenennota zijn ver-
heid, is gebroken. Zij was gevoed door ettelijke pers-
berichten over de plannen der Regeering met het
rapport-Welter en met diverse belastingen, geruchten,
die in zulke omstandigheden wel immer eenige waar-
heid plegen te bevatten, daar zij aan lekken iii de ge-
heimhouding het aanzijn danken. Thans is de lucht
weer wat gezuiverd, doordien wij in groote trekken
weten, wat ons in dit laatste jaar der parlementaire
periode van deze Regeering te wachten staat.

Wij ontveinzen ons niet de zwaarte en, tot zekere
hoogte, de ondankbaarheid harer taaic. Het was echter
niet noodig, dit als vrijwel eenigen. inhoud der Troon-
rede den volke kond te doen. De Overheid, die kla-
gend gewaagt ‘van de ,,sehier onoplosbare moeilijkhe-
den” voor ‘welke zij zich ziet geplaatst, maakt niet
den indruk van flinkheid en ondermijnt zelf het ver-
trouwen, dat zij voor de juiste oplossing niet kan mis-
sen. Wanneer men tusschen de regels dezer zeldzaam
geclachtenarme Troonrede, die blijkbaar alleen een
soort hegraferiisstemming moest wekken,
iets
leest,
dan is het wel dit: dat de Regeering haar taak, o ja:
naar beste krachten zal vervullen, maar dat die daar
niet minder ondankbaar om is. Van kracht en hoop
is de rede volkomen, maar dan ook
volkomen
gespeend.

Vooral mag uit den koninklijken mond geen bemoe-
digend woord weerkliken, vertrouwen zou misplaatst
zijn bij den mineur-toon, de menschen zouden nôg
maar luchthartiger worden: ,,De ernstige wil, die de
Regeering bezielt, met Gods hulp het schip van Staat
in veilige haven te sturen, kan slechts leiden tot het
doel, indien ons Volk in al zijn lagen zich de werke-
li:jkhei.d onverbloemd voor oogen stelt.” En dan na-
tuurlijk kijkt door de hil, die de Regeeri.ng gereed
houdt, want anders ware nôg weinig gewonnen.

De beeldspraak van die veilige haven is in dezen
tijd, nu zooveel schepen opgelegd zijn, al heel onge-
lukkig. Maar bovendien: voor een kloek volk moge
de veilige haven al een doel zijn, zoo blijft zij toch
slechts een tusschendoel. Zijn ware element is de
open, volle zee met al haar prikkelend gevaar, oefen-
plaats van kracht. Die beeldspraak, z66 misplaatst,
z66 doordrenkt van het renten iers-ideaal van veilig-
-en-wel ,,hinnen” te zijn, symboliseert de slapheid van
heel het stuk, dat een preek is, maar een slechte.
Want een
.qoede
preek, zeer zeker, stelt 66k de werke-
lijkheid onverbloemd voor oogen, maar zij doet nog
iets anders, wat de Troonrede verzuimde: zij sterkt
en steekt een hart onder den riem. Zoo is dan deze
Troonrecle, in
deren
tijd, een psychologische fout, die
haar weerga zokt.

• •
*

Wat nu de begrootig en dc in de Millioenennota
‘ervatte beschouwingen en plannen aangaat, moeten
eerst eenige der voornaamste feitelijke gegevens voor-
opgaan. Aanvankelijic bedroeg het geraamde tekort voor 1933 Titel A, gewone dienst:
f
147.6 millioen,
waarin ce. begrepen een daling van de geraamde
middelen van 1932 op 1933 cd
f
68,4 millioen. Het
genoemde tekort paraisseert niet op de begrooting.
Minister de Geer is er in geslaagd het terug te druk-
ken tot een bedrag van rond
f
22 millioen. Wel is er
een formeel tekort van rond
f
54,6 miljoen, doch dit
cijfer ,,is slechts een station op den weg der dekkihg
en, heeft niet meer dan toevallige beteekenis”. De
.salarisverlagiug ad
f
14,5 millioen en een tegoed-
schrijving aan den dienst van 1933 uit het reserve-
fonds ad f18
millioen’ konden namelijk nog niet in
de begrooting worden verwerkt. Het werkelijke te-
kort bedraagt dus
f
22 millioen 1 tor, waarvoor nog
geen dekking aanwezig is.

Van de middelen, om het aanvankelijke tekort al-

INHOUD:

Blz.
BEOROOTING
EN BELASTINOPERSPECTIIIF
door
Prof. Mr.
Dr. H. W. C. Bordewijlc ……………………..758
De opeenten op het tarief van invoerrechten door Prof.
Mr. Dr. G. M. Verrjjn Stvart………………….761
Javasuiker en de crisis II door
Â.
Volz …………..762
De kosten onzer sociale verzekeringen door
Prof. Dr.
A. 0. Hoiwerda
met Naschrift door
Dr. H. A.
van Dvyl 763

B UITENLANDSCHE SIEDES’ERKINO:
Die depressie in SuidAfrika door
Prof. Dr. C. G.
W. ,S’chumann ………………………….765

AANTEEKENINGEN:


Conversie van Staatsleeningen ………………
767
De particuliere goudoppotting in de wereld..
……
768
De financiering van den buitenlandschen handel van
D’iitschland gedurende de credietcrisis
1931/32 768
De ‘loop der inkomens in Nederland
1914-1929…. 769
Faillissementen in het Duitsche en Amerikaansche
bankwezen…………………………….
769
Sterk gedaalde export van radiotoestellen uitDuitsch.
land………………………………….
769
Indexcijfers van scheepsvrsehten ……………..
770

MAANDCIJFERS
Giro-kantoor der Gemeente Amsterdam ………..
770
Rijkspostspaarhank ……………………….
770
Overzicht, der opbrengsten van het Staatsbedrijf
der P.T.T ….. . …. . ……………………..
770

STATISTIEKEN EN OvEazIcJF1’FEN
…………….
77 1-776
Geidkoersen. – Wisselkoersen. – Bankstaren. – Goederenhandel.

dus te reduceeren, heb ik er reeds twee genoemd. De
heide andere zijn een besparing op de uitgaven –
afgezien dus van de salarisverlaging – tot een be-
drag van
f
57 millioen èn een versterking van de mid-
delen ten bedrag6 van
f
36 millioen.

Het Spoorwegtekort.

De besparing op de uitgaven betreft alle hoofdstuk-
Icen der begrooting, alleen Waterstaat wijst een hooger
eindcijfer aan wegens het spoorwegtekort, dat, na ver-
mindering van de afsehrijving met
f
5,5 millioen, nog
ruim
f
20 millioen bedraagt, een lekort, dat, naar de
Regeering met juistheid opmerkt, een der donkerste
punten der Rijkshegrooting uitmaakt. Door de divi-

dend-garantie van 4 pOt. komen automatisch deze te-
korten voor Rijksrekening. Men vraagt zich, bij een financiëele situatie gelijlc de huidige, toch wel eens af, of zulk een garantie, waartoe het Rijk zich hond,
wel door den beugel kan. Toen die verplichting werd
aanvaard, k’as het denlcbeeld van
zulke
deficitten wel
hij niemand aanwezig. Zulk een garantie – tot voor
eenige jaren 5 pOt. – had zin, zoolang het ging om
matige aanvulling van een winstcijfer, dat beneden
den normalen rentestand bleef. Wanneer een enkel
ongunstig jaar verlies bracht, ‘kon een versterkt bij-
passen tot ‘het gegarandeerde bedrag van het divi-
dend er ook nog wel bij door, maar nimmer is het de
bedoeling geweest,
um
met staatshulp een groeiend
exploitatietekort om te zetten in een kunstmatig ren-
dement. Het Rijk blijkt nu een ongelimiteerd obligo
0])
z:ich te hebben genomen. ‘Wanneer de Spoorwegen

het in cle toekomst niet zouden kunnen bolwerken,
omdat zij niet in staat zijn de bakens tijdig te verzet-
ten, dan is dat heel erg en het kapitaalverlies enorm
groot. Doch wie !becijfert het verlies hij kunstmatig
op de been en rendabel houden uit belastinggeld, zoo
de strekking daarvan is een toestand, die zichzelf
heeft overleefd, tot in het oneindige te bestendigen?
Ik spreek onderstellenderwijs en zou hier niet gaarne

den profeten-mantel omhangen. Dat het er voor de
spoorwegen gunstig uitziet, zal echter niemand be-
weren. En dat de verkeerstechniek voortdurend
groeit en verandert, is niet tegen te spreken. De wet
van den vooruitgang luidt, . dat wie niet mee kan,
uitvalt. Echter, ook thans nogis het belang bij een
goed funetioneerend, modern geoutilleerd spoorweg-
bedrijf zeër groot. En daarom dient nog afgewacht,
hoe het verder met de Spoorwegen zal gaan. Maar een
garantie â perpétuité is in elic geval onhoudbaar, zou
de offers tot in het oneindige kunnen doen stijgen.

28 September
1932

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

759

Het is de al dan niet levensvatbaarheid, die de be-
slissing moet brengen. Voor cle spoorwegen hoop ik,
dat die beslissing gunstig zal zijn. Gerust ben ik or
echter niet op.

Een lichtpunt is, dat. de Regeering twijfelt ,,of de
verwachting der vermelde Staatscommissie juist s,
dat een verhooging der wegenbelasting, als door di.e
commissie voorgesteld, het concurrentievermogen der
spoorwegen in die mate zou bevorderen, dat het hun
hierdoor
mogelijk zou worden, na invoering ‘van de
noodi ge bezuinigingen, hun exploitatierekeni ng •te
doen sluiten. En de Regeering wijst op de benzine-
belasting, die met haar hooge opbrengst, ,,geen noe-
menswaardigen steun aan de spoorwegen blijkt ge-
bracht te hebben.” Let wel: een lichtpunt om het
resultaat
van: geen verhooging van de wegenbelas-
ting, niet om de
motiveering.
Want wanneer de hen-
zinehelasting nu wèl eens steun had gegeven.

Het betoog is volkomen opportunistisch en bekom-
mert zich niet om een goede economie. Plaats deze
Regeering % eeuw terug, en zij zou waarlijk in over-
weging ‘hebben kunnen nemen, den spoorwegen in
opkomst fiscale moeilijkheden in den weg te leggen
om het concurrentievermogen van trekschuit en dili-
gence kunstmatig staande te houden! Ik overdrijf
niet, w’ant zoo goed als de spoorwegen toen den voor-
uitgang beteekenden, is het denkbaar, dat in de toe-
komst auto eii vliegtuig of luchtschip het betere zul-
len zijn. Het is niet om principiëele redenen, dat de
Regeering fiscaleri steun aan de spoorwegen ont-
houdt, maar alleen omdat blijkens de !beflziflebelas-
tung daarvan toch niets is te verwachten. Stel eens
de Staat had het klompenbedrijf in zijn hand gemo-
nopoliseerd en dat
bedrijf
ging slecht; nu zou er
plaats zijn te overwegen een flinke belasting op
schoenen, teneinde meer menschen te dwingen klom-
pen te koopen! Iedereen voelt hier den onzin. Maar staat de redeneering inzake spoorwegen en wegen-
belasting, welker verhooging
alleen
omdat het middel
niet tot het doel zou voeren, wordt afgewezen, zeer
ver van dergelijken onzin af? Men staat vaak versteld
over liet weinige begrip van economie, dat uit regee-ringsstukken spreekt. Hoe zijn richtlijnen, die econo-
misch leiding geven en omhoog voeren, ooit te ver-
wachten, wanneer zulk een in wezen reactionnaire
gedachtengang, die de eischen van den vooruitgang
ter wille van het bestaande miskent, de deur niet
stevig gegrendeld vindt? Vooral, wanneer het een
Regeering geldt, die in crisistijd haar economisch
program ontwikkelt? Och neen, ik vergis mij: fiscaal
program. Maar de Staat is de grootste aandeelhouder
en zit met die garantie. Gouverner c’est prévoir!

S’alarisverlagiv’g.

Over de salarisvermindering, die
f
14,5 millioen zal
uitsparen, zal ik maar weinig zeggen. Er zijn in ab-
normale tijden van oorlog of crisis altijd groepen, die daarvan minder of niet te lijden hebben of zelfs posi-
tief voordeel genieten. Het behoort m.i. tot liet wezen
van liet ambtenaar-zijn, dat een zekere vastheid de
POSI
tie kenmerkt. Vanwaar anders de Ambtenaren-
wet? intusschen mist de rechtspositie wel haar sluit-
stuk, zoo cle salarissen mir nichts dir nichts in een
neergaande conjunctuur worden meegesleept, terwijl
een opgaande conjunctuur geen invloed ten goede uit-
oefent, op zijn hoogst leidt tot herstel – in de toe-
komst! – van het vroegere ,,normale” peil. In de
vrije maatschappij wisselen goede en slechte perioden
elkander af en bestaat gelegenheid tut reserveering.

Tot de laatste is de ambtenaar als zoodanig in goede
tijden niet of gebrekkig in staat. Het komt hierop
neer: dat de vastheid der salarispositie in perioden
van opgang agio doet en in perioden van neergang
disagio. Wanneer een offer wordt gevraagd, zoo zal
iedere goedgezinde ambtenaar bereid zijn dat offer te
brengen. Alleen -zal hij nimmer kunnen begrijpen,
waarom zijn ambtenaarschap als zoodanig hem extra

moet doen bloeden. Zijn offer zal ‘hij gaarne brengen,
maar als
staatsburger.
Het is, vrees ik, de machts-
tjuaestie, die hier in den weg staat aan de verwezen-
lijking van het richtige recht.

De Regeering wil de middelen versterken, waar-
van
.f
36 millioen wordt verwacht. De voorgestelde
bezuinigingen behoeven tijd om door te werken. Dit
hangt samen met de vereischte voorbereidings- en
overgangsmaatregelen en het langzaam afloopen van
de wachtgelden: ,,Waar derhalve de begrooting voor
1933 nog allerminst de volle vrucht kan zien rijpen
van cle ondernomen besparingen, en waar niettemin
ook thans een sluitend budget moet worden bevor-derd, kan een tijdelijke overbrugging door verster-
king van de middelen niet worden gemist.” Ook hier
ontbreekt elke economische gedachtengang, de pas-
sage is zuiver fiscaal of budgetair. Toch is de crisis,
die aan het begin staat van alle maatregelen, een
economische
crisis. Dit maakt het ontbreken van
economische overwegingen in de motiveering van
nieuwe lasten, niet slechts hinderlijk, doch onduld-
baar. in dit luchtledig ligt de stilzwijgende erken-
ning, dat zoo ook aan de economie hier een plaatsje
werd ingeruimd, de fiscus zijn matten wel kon oprol-
len! Echter kan gewilde kortzichtigheid, ook waar zij
van een Regeering komt, toch wel niemand dwingen
tot eenzelfde knnstmatige beperking van het gezichts-
veld.

Belastingverhoo ging. Nieuwe belastingen.

Doch eerst de plannen zelve. Belastingverhooging
en nieuwe belasting zijn al even gemakkelijk als sala-
risverlaging, en gemak beduidt veel in het leven, ook
in het leven van een begrooting, die moet sluiten, of
waarvan althans het sluiten moet worden ,,bevorderd”.
Het eerste middel is: 30 opceen op de gemeente-
fondsbelasting. Daarmee wordt dan het meest kwets-
bare der plannen moedig het eerst naar voren gescho-
ven. De genoemde belasting is een directe belasting
naar het inkomen. Zij laat een huwelijksaftrek toe,
dit ter aanbeveling. Tot korting op de uitkeering aan
de gemeenten wil de Regeering, ter ontlasting van
het budget, niet overgaan. Maar: de hoogere inkomens
zijn er met die 30 opcenten niet af. Met
f
30.000 als
aanvangslimiet zal bij elke
f
1000 meer één opcent extra worden geheven, niet over het
meerdere,
doch
over het
geheel,
tot een maximum van 150′ opcenten.
Dit beduidt alleen voor deze belasting voor een inko-
men van 1
V2
ton een aanslag van
f
21.000 in plaats
van
f
8400, ongerekend de gemeentelijke opcenten. op
de hoofdsom. De Regeering noemt zelf dit maximum
der opcenten abnormaal hoog. Er is al een voorbeeld
‘an progressie-cumulatie in de opcentenregeling der
gemeentefondbelasting zelve. Hiervan is, aldus de
Minister, een spaarzaam gebruik gemaakt. In het al-
gemeen verdienen progressieve opcenten op een
hoofdsom, die zelf progressief is tot stand gekomen,
volgens dezen bewindsman, geen aanbeveling. Echter
behoeft in dezen buitengewonen tijd tegen de voor-
gestelde gedragslijn ,,geen overwegend bezwaar” te
worden gemaakt. En vat ‘het hooge maximum betreft:
,,dit vindt zijn rechtvaardiging, behalve in het karak-ter van noodoffer, dat deze heffing draagt, in de om-
standigheid, dat de progressie in de hoofdsom der
gemeentefondsbelasting vrij matig is”. Dit is natuur-lijk jammer, en moet na de opcentenprogressie – als-
of er geen andere inicomstenbelasting met wèl een
steile progressie bestond! – worden ,,gecorrigeerd”:
,,Willen de hoogste inkomens, die ons nog overgeble-
ven zijn, in deze acute noodheffing naar evenredig-
heid bijdragen, dan kan de voorgestelde correctie op
het tarief der gemeentefondsbelasting in dit speciale
geval bezwaarlijk worden gemist.” Natuurlijk, een
wezenlijke correctie kan nooit zonder bezwaar wor-
den gemist, in geen enkel geval. Het schijnt, dat de
steller zelf heeft gevoeld, drogredenen te geven. Ove-
rigens: welk begrip heeft hij eigenlijk van ,,naar even-

760

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

28 September 1932

redigheid bijdragen”, ook waar liet oen acute nood-
heffing geldt? Evenredigheid is er
uitwendig,
wan-
neer het aantal opcenten gelijk blijft voor alle inko-
mens; evenredigheid is er
i’rinerlijlc
en
reëel,
wanneer
de heffing z66 geschiedt, dat ieders genotsoffer in
dezelfde verhouding staat tot het volle genot, dat het
inkomen – v66rde belasting – zou hebben kunnen

geven. Het eerste doet de Regeering niet, het tweede
bewijst zij niet,
is
ook niet te bewijzen. Laten wij vbbr
alle dingen vaststellen, dat art. 283, 2e lid der Ge-
meentewet, in ons recht progressie bij opcenten op
een progressieve belasting introduceerend, het begin-
sel van heffen naar draagkracht tot een caricatuur
heeft gemaakt, d.i. geschonden. Deze caricatuur van
de draagkracht is in waarheid: Çnkomstennivellee-
ring. Aan deze doet de Regeering met haar plan mee.

Uit nood, zeker. Correctie op een te slappe progressie?
Neen, want dan dient eerst
bewezen,
dat uit een oog-
punt van gelijkheid van druk de progressie in de ge-

meentefondsbelasting foutief is gekozen. Dat bewijs is niet te leveren. Dus staat de fout niet vast. :Dus is
liet onjuist een cumulatie van een progressie, waar-
van niet bekend is, dat zij verkeerd zou zijn, als
een
correctie
aan te hevelen.

Verhooging van directe belastingen, in dezen tijd,
gaat tegen elk begrip van economie in.
1)
Alleen fis-
caliteit, di.e zich niet bekommert om de gevolgen –
versterking van de crisisoorzaken! – kan haar voor-
staan. Nood moge wetten breken: economische wet-ten toch wel niet! Economisch beduidt zulk een ver-
hooging roofbouw op dalende welvaart, verscherping
vai de inzinking, welke zich zonder eenigen twijfel zal wreken. Dynamische krachten van verdere ver-
nieling worden op gang gebracht. Ieder, die weet
3

welke rol het kapitaal als productiefactor speelt, aal
dit moeten beamen.et
gaat tenslotte om het behoud
van het resteerend kapitaal der natie, voorts
ow
het
geleidelijk herwinnen van wat aan kapitaal verloren
is gegaan, geenszins om het ontzien van kapitalisten,
die, wanneer zij over
f
180.000 inkomen
f
90.000 be-
lasting zouden betalen: van de rest, gelijk het heet,

iog ruim kunnen leven. Wie z66 praat, moet het
a b c der eeonomie nog leeren. De kapitaalvorming
moet het vooral •hebben van de groote inkomens en

winsten. Hoe meer de fiscus daarvan neemt en ten
verbruik besteedt, hoe minder van kapitaalvorming
en dus ook van kapitaalherstel terecht komt. Bestrij-
ding van de werkloosheid in haar oorzaken wordt
daarmee onmogelijk gemaakt. Ja, wanneer de over-
heid aan hetgeen uit de zeer hooge aanslagen binnen-
komt, zelf nu ook kapitaalbestemming gaf….Ieder
kan weten, dat dit niet zoo is.

Er zijn ten behoeve van het genieentefoncis reeds
50 opcenten op de vermogensbelasting. Deze opcenten
vormen de ,,Ergiinzungssteuer” van de gemeente-
fondsbeiasting. Waar op deze laatste 30-150 opcen-
ten worden gelegd, acht de Regeering het redelijk
30 extra-opcenten te heffen van alle aanslagen in de
vermogeushelasting, hetgeen neerkomt op een heffing
van 60 pOt, van de bestaande 50 opcenten. Tot ver-
dere geruststelling wordt er aan toegevoegd: ,,Voor
zoover de vermogens nog inkomsten opleveren, worden
ze uiteraard daarnaast door de straks genoemde po-
gressieve opcenten op de fondsbelasting getroffen.”

De vraag rijst, waar het belastinggeld, uit dezen hoof-
de verschuldigd, vandaan moet komen ,,voor zoover
de vermogens
geen
inkomsten opleveren.” Daarover
word t heengestapt, hoewel de opcentenverhooging
een carclinale fout van de vermogensbelasting ver-
scherpt, nl. dat deze geheven wordt van liet
vermogen
in plaats van van de vermogensinlcomsten. ) De er-

J)
VgI:
Pro en Contra
No. 4,
nieue serie, over: 13e-
Iastingverhooging. Pro: J. J. i3ekaar, Coiitra:
F1. W. C.
Bordewijk.
) Vg]. mijn ,,De theorie der belastingen en het Ne-
derlandsche belastingstelsel” (1930), blz.
402-407;
blz. 623,
conclusie 85.

mogensbelastiug
heet
wel de inkomstenbelasting aan
te vullen, maar zelf is zij onge’voelig voor de vraag,
of er inkemen (uit vermogen) bestaat: zij heeft alleen
het vermogen in het vizier. De opcenten en de ver-
hooging van de opeenten maken deze fout natuurlijk
nog erger.

Van de opcenten op de fondsbelasting verwacht de
Regeering
f
24 mi’llioen (voor 1933 ‘het % deel =

f
16 millioen), en van de meer-opuenten op de ver-
niogensbelasting
f
3 millioen of voor 1933
f
2 mii-
lioen. Samen voor 1933
f
18 millioen.
Een en ander is niet begrepen onder de
f
36
nul-
lioen versterking der middelen, daar het zich budge-
tair vertoont als verlaging van uitgaven, nl. vermin-
(lering van de
bijdrage
aan het gemeentefonds. De ge-
noemde
f
36 millioen worden op andere wijze gevon-
den; 30 opeenten op alle invoerrechten en op den bier-
accijns, samen
f
26 millioen en
f 10
‘miljoen uit de
opbrengst van de herrijzeude, vroeger onder cle kim
gebleven weeldeverteringsbelas.ting ). Het is van har-

te ‘te hopen, dat wat de drastische ,,fiscale” verhoo-
ging van de invoerrechten betreft, de Staten-Gene-
raal zich deze woorden uit de Troonrede, de eenige
die iets positiefs inhouden, zullen herinneren, te split-
sen in een klacht en een voornemen: ,,Nieuwe belem-meringeri in het handelsverkeer tusschen de volkeren
werden toegevoegd aan .de vele, welke reeds ten von-
gen jare de crisis verscherpten. . . . Herstel van het
internationaal rnilverkeer wenscht de Regeening te
bevorderen door verdragen, die een ruimer geest

adenen.” Consequentie is toch maar alles. Om tot
zulke verdragen met ruimer geest te geraken, moet
men beginnen met zelf een ruimen geest te ademen.
Meer zal ik over de ,,fiscale” verhooging van de in-
voerrechten maar niet zeggen. Alles is hier scheef
getrokken. Een goede (fiscale)
bedoeling
is niet vol-
doende em de welvaart van de galg der protectie te
redden.

* *
*

Nu is er één ding, dat mij wel heeft getroffen. Er
is sedert de wet van 19 Dec. 1931 een ‘reservefonds.
Na de storting daarin van het batig saldo gewone
dienst 1930, dat bijna
f
28 millioen bedroeg, bevat dit
fonds volgens mededeeling van den Minister

f
569.241.335. ik b6grjp een conservatieve politiek,
om zoo min mogelijk uit dit fonds voor tekorten te
putten, wèl. Want hoewel deze reserve aanzienlijk is — zij blijft slechts
ƒ
3Y2 mullioei’i •beneden het totale
bedrag, dat voor 1933 aan gewone uitgaven noodig
is! -‘ zoo is het toch een kleine kunst om haar in
weinig jaren te doen wegsmelten. Toch moet mij iets
van het hart,
juist als goed econoom.
De Regeening
put uit dit fonds
f
18 millioen en wringt zich dan
in allerlei bochten om een waarlijk fatale belasting-
poli tiek goed te praten, waarvan f36 millioen wordt verwacht. Nu staat de zaak toch eigenlijk z56: is het
•iiiet het’ kleinste kwaad, wanneer ook voor het be-
drag der versterkte middelen uit dit reservefouds
werd geput? Niet, om in een tijd van inzinking het er
nu eens van te nemen — daaraan zou toch veel blij-
ven ontbreken! —, wél echter om al het nadeel te
voorkémen, dat voortspruiten
zal
en voortspruiten
moet
uit een belastingpolitiek, die de oorzaken der
crisis versterkt, terwijl zij”haar gevolgen bestrijdt.
ik hb een diaken gekend, een eerzaam man. Hij was
distillateur en bedeelde nu o.a. menschen,- die door
den drank aan lager wal waren geraakt. Zoo doet
deze belastingpolitiek. H’aar opbrengst stopt de gaten,
die zij zelf in de algemeene welvaart slaat en dat is nog het gunstigste geval. Veeleer wacht ons ceteris
1)aribus hij belastingverhooging gelijk voorgesteld een
vicieuse cirkel, waarvan het eind is: verbloeding van
de volkshuishouding. Dan heeft niemand’ meer iets, ook niet cle fiscus. Lang v66r het zoover komt, ver-
3)
Vgl. mijn c’rtiek op weeldeverteringsbelastingen t.a.p.
blz. 375-378; blz. 621,
conclusie
76.

28 September 1932

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

781

toonen zich waarschuwende teekenen, die geen ware
kapitein op het schip van Staat, saevis tranqaillus in
undis, zal misduiden. Het zwijxnende bedrijfsleven
moet worden opgericht, de koopkrachtige vraag zich Imérstellen, het niet te bec••feren kapitaalverlies ge-
leidelijk ingehaald. De belastingen mogen de toch
reeds zoo verzwakte spaarcapaciteit van heel de natie
niet verder aantasten, anders gaat het mis. Wanneer nu die economische ellende kan worden voorkémen
door een greep, niet eens zoo heel diep, in dat reserve-
fonds, dan zou ik meenen, dat dit een zeer verstan-
dige politiek ware: de deux maux éviter le pire. Het
ergsté is,
wanneer de nood een Regeering brengt tot
irrationeele daden, die dekiemèn van grooter nood
in zich dragen. D i e nöod fontbreekt voorloopig nog bij een reservefonds van
f
569 millioen. En zoô zou ik mee-
nen, dat dit fonds in deze owstandigheden niet, gelijk
het milliard goud bij de Ned. Bank, vrijwel renteloos
mag
blijven
liggen, dat het veeleer van zulk een fonds
cle nobele roeping is ons volk en onze welvaart zoo
lang mogelijk buiten den greep te houden van een be-
lastingpolitiek, die op financiëele draineering van de
volkshuishouding uitloopt, die verarming zaait zon-
der iets anders te bereiken, dan dat één gat wordt
gestopt met er twee te maken. Het is de terugkeer,
alom en algemeen, tot juiste begrippen van economie
en economische wetmatigheid, welke het einde der
interna.tio’rsale
verdwazing zal markeeren. Maar die
terugkeer moet
nationa.a1
beginnen. Dat van dit besef
geen spoor te ontdekken valt, noch in de Troonrede,
noch in de Begrooting, noch in de Millioenennota, is

de
teleurstelling, welke 19 September heeft gebracht.
Geen blind, luchthartig optimisme, geen struisvogel-
politiek, het kind noemen bij zijn naam: voortreffe-
lijke dingen. Maar daarover de glans van hoop, om-dat de stuurman weet, dat zijn koers gaat in de rich-ting van het herstel. De financiëele plannen der Re-
geering zijn
niet
in overeenstemming met de eischen
van den toestand, erger:
zij gaan, daar dwa.rs tegen
in.
liet parlementarisme, zoozeer in cliscrediet ge-raakt, krijgt in ons land nog zijn kans. Moge het de
Regeering dwingen den juisten koers in te slaan,
met vermijding van de klippen der economische uit-
mergeling, naar de ,,veilige haven”.
H. W. C.
BORDE WIJK.

DE OPCENTEN OP HET TARIEF VAN INVOER-

RECHTEN.

Met haai voorstel om tot gedeeltelijke dekking van
het tekort op de begrooting 1933 voor den tijd van één jaar 30 opcenten te heffen op het tarief van in-
voerrechten heeft de Regeening, naar het ons wil
voorkomen, een zeer weinig gelukkigen greep gedaan.
Met alle erkenning. van de moeilijkheden, waarvoor
de Regeering thans is gesteld, meenen wij toch, dat
dit voorstel niet had mogen worden ingediend. Sinds jaar en dag wordt geklaagd over de voortdurend toe-
nemende belemmeringen van den internationalen han-
del. Onze Regeering zelf heeft in en buiten onze
grenzen meermalen en zeer nadrukkelijk haar afkeer
van de bestaande handelsbelemmeringen geuit. En nu
doet zij, nadat verleden jaar op haar initiatief de
basis van ons tarief met 25 püt. was verhoogd door
de opvoering van het waarderecht van 8 pOt, tot 10
pOt, en door dienovereenkomstige verhoogingen van
andere percentages en specifieke rechten, zoo waar
het voorstel om, zij het slechts voor een enkel jaar,
er nog eens een anderhalf maal zoo groote verhooging
boven op te doen.

Aan de fiscale bedoeling van het voorstel behoeft
ditmaal niet te worden getwijfeld. De Regeering wijst
er uitdrukkelijk op in de Memorie van Toelichting: het
tijdelijk karakter en het uniforme verhoogingspercen-
tage brengen de fiscaliteit duidelijk tot uitdrukking.
Maar niettemin kan men thans, evenals bij vroegere
verhoogingen, opmerken, dat de bedoeling voortref-

felijk kan zijn, maar de feitelijke werking een andere
en verderfelijke, die met het loffelijk streven om
alleen den fiscus te helpen en verder geen kwaad te
doen, allerminst strookt. Wordt dit voorstel wet, dan
zal in een jaar tijds ons tarief van invoerrechten, dat
door de Tariefwet vafl 1924 reeds aanmerkelijk was
verhoogd, met niet minder dan % öf 62V2 pOt. zijn
gestegen.
Nu beroept de Régeering zich ter verdediging van
dit wetsvoorstel evenals van de andere voorstellen tot
stijving der middelen op den nood der tijden. Onge-
veer 23 millioen- moet deze rechtenverhooging in het
laadje brengen, waarvan overigens 4,5 millioen komt op rekening van het hij deze gelegenheid eveneens tc
verhoogen invoerrecht
op
benzine.
Zulk een beroep op fiscalen nood is geen novum. Ook in andere landen doet het argument zijn dienst,
met het resultaat, dat onder het mom van tijdelijke
rechtenheffing de wereld steeds meer wordt verdeeld
in hokjes, door hooge tolmuren omgeven, en wel zeer
ver afwijkend van de ,,communiceerende vaten

, welke
de onderscheiden landen ten opzichte van elkander
zouden vormen onder een stelsel van onbelemmerden
internationalen goederenruil. Al dergelijke ,,tijdelijke”
belemmeringen van den’ handel zijn evenzoovele hin-
derpalen voor het economisch herstel, waarnaar de
wereld haakt en het is te betreuren, dat onze Regee-
ring, die van de verderfelijke werking der voortdu-
rende tariéfsverhooging zoo zeer overtuigd is, niet-
temin aan het algemeene wanbedrijf meedoet.
In één opziëht heeft de Regeering getracht vast
te honden aan betere beginselen. Volgens artikel 2
van het ‘ontwerp zal de heffing van de opcenten niet
van toepassing zijn op België en Luxemburg, zoodra
het te Ouchy tot stand gekomen verdrag inzake d.e
wederijdsche tariefsverlaging ‘in werking zal zij ii ge-
treden; hetzelfde geldt met betrkking tot andere lan-
den, die tOt dat verdrag- mochten toetreden. Deze he-
bepaling gaat verder, dan ‘het verdrag eischt, want
een fiscale maatregel,

als hoedanig het onderhavige voorstel is bedoeld, had zonder meer ook op België
en Luxem!burg toegepast kunnen worden. Treedt het
verdrag ‘dus eerlang in werking, clan zal België ons
niets te verwijten hebben, hetgeen dit land moge be-
denken bij de toepassing van de voor ons land zoo
bedenkelijke contingenteering van visch en steen-
kolen.
Teh aanzien van andere landen hechten wij echter
aan de door de Regeering betoonde bereidwilligheid
uiterst weinig beteekenis. Het is nauwlijks aan te
nemen, dat een Staat, alleen om aan onze 30 opcen-
ten te ontkomen, tot het verdrag van Ouchy zou toe-
treden. De Regeering maakt dan ook een ,,geste”, die
wel voor niemand verdoezelen zal, dat er hier weer
een stuk van den internationalen handel bedreigd
wordt door de zooveelste tariefsverhooging in onze
in economisch opzicht aan verwording onderhevige
wereld.

Tenslotte moge nog de aandacht worden gevestigd
op het ‘feit, dat de Regeering van deze gelegenheid
heeft gebruik gemaakt om de ‘rechten op onderdee-
len van automobielen te verhoogen en voor een groot
deel op gelijk niveau te brengen met dat voor com-
plete wagens, welk laatste recht thans, ‘gelijk men
weet, 15 pOt. beloopt.
Wij kunnen deze methode van wetgeving niet be-
wonderen. Er zitten in ons tarief verschillnde on-
regelmatigheden’ en te zijner tijd, wanneer het econo-
misch leven eenigermate tot rust en evenwicht za]
zijn gekomen,zal een herziening van het tarief in ver-
band met de gewijzigde omstandigheden zeker aan de
orde gesteld ‘moeten worden. Om thans echter in een
ontwerp van zuiver fiscale bedoeling het tarief op
één punt te gaan herzien, beteekent het samenvoegen
van zaken van zeer verschillende orde, hetg,een aan
de zuiverheid van het oordeel over het Regeerings-
ontwerp moeilijk ten goede kan komen.
* *

762

ECONOMISCH-STATiSTISCHE BERICHTEN

28 September 1932

Zijn er dus tegen het aaiihangige voorstel verschil-
lende bezwaren aan te voeren, zoo rijst de vraag, op
welke wijze de Regeering de ‘miulioenen had moeten
vinden, die zij van de opcenten verwacht en waar-
van het overigens nog lang niet zeker is, of zij in-
derdaad zullen binnenvloeien bij den achteruitgang
van onzen handel. De Heer Oolijn, die zich dezer
dagen terecht in ongunstigen zin o’er de vöorgeno-
men heffing van opcenten heeft uitgelaten, wees als
mogelijkheid op eene verdere verhooging van den
tabaksaccijns en op de heffing van eene couponbe-
lasting. Voor het eerste ware zeker wat te zeggen,
voor eene couponhelasting zouden wij in dezen tijd van
hevig verstoord credietverkeer minder gevoelen.
Een andere vraag is echter, of bij het door de Re-
geering gevolgde systeem van dekking van het tekort,

t.w. eene combinatie van bezuiniging en verhooging
van middelen, waarbij het tekort in 1933 nog lang
niet geheel wordt weggewerkt, terwijl de perspec-
tieven voor 1934 ongunstig zijn, de grens niet elders
had kunnen worden getrokken dan thans is geschied,
en of er niet geibieden aan te wijzen zijn, waar een meer radicale bezuiniging op haar plaats ware.
Wij meenen, dat dit laatste zeker het geval is en
denken b.v. aan de onderwijsbégrooting, die in het
licht van de huidige omstandigheden een zeer zonder-
lingen indruk maakt. Voor het hier te lande waar-
lijk niet overdadige Hooger Onderwijs wordt voor
1933 uitgetrokken rond
f
11.588.719 tegen
f
12.893.474
in 1932; dat beteekent eene vermindering van

f
1.304.755 of ruim 10 pOt. Het nijverheidsonder-
wijs wordt verminderd van
f
15.1.57.93 tot
f13.978.104, zijnde eenevermihdering van f1.179.819
of bijna 8 pOt. Het Lager Onderwijs daarentegen,
verreweg de grootste post van onze onderwijsbegroo-
ting en sinds jaren een moeilijk punt in onze budge-
taixe politiek, ondergaat een vermindering van

f
106.647.194 op
f
103.727.567, zijnde
f
2.919.627 of
niet meer dan bijna 3 pOt. In het licht van zulke
cijfers vraagt men zich af, of Nederland in dezen tij.d
van noodwendig’e bezuiniging niet toe zou zijn adn een
meer radicale hervorming van lager onderwijssysteem
en. of het voor het welzijn van ons volk niet betér
ware om de ‘benoodigde millioenen te vinden door
verdere, drastische versobering, dan door een steeds
verder gaande opdrijving van het tarief van invoer-rechten ten detrirnente van het economisch herstel.
G.M.V.S.

JAVASUIKER EN DE CRISIS.’)

II.

Het door producentenkringen op de Nederindsche-
en Nederladsch-Indische Regeeringen gedane be-
roep, om inzake de in dan boezem dei V.I.S.P. ge-
rezen geschillen tusschen beid& te komen, heeft in
eerste instantie geleid tot liet houden eener vergadé-
ring te Batavia op 21’Septeinber, onder leiding van
den Directeur van Handel, Landbouw en Nijverheid
:Dr. Bernard. Aanwezig waren fal van hooge Regee-
ringsambtenaren, de President der Javasche Bank,

leiders der groote Oultuurbanken en Suiken-cultuur-maatschappijen en de groote Suikerexporteurs.
Verschillende voorstellen tot veibetering van den

toestand kwamen ter tafel, doch .uit den aard der zaak
koh geen enkel plan dadelijk de onve±deelde instern-
nling aller producenten vinden. Het is niet de be-
doeling hier nader in te gaan op de verschillende
plannen. Een ding echter is duidelijk gebleken, nl.
dat de Regeering niet van zins is• bij een eventueel
u.iteenvllen van de V.I.S.P. aan het einde van het
jaar eene ljdeljke rol te spelen.
Onder deze omstandigheden mag men wel vragen,
of het niet hoog
tijd
is, dat producenten ernstig trach-

1)
Het eerste artikel over dit onderwerpverscheen in de
,,Economisch’-Statistische Berichten” van
10 Aug. jl.

ten hunne geschillen onderling te regelen, teneinde de
Regeeningsbemoeienis tot het strikt noodzakelijke te
beperken. Met goeden wil en wat geven en nemen, be-
hoeft dit niet zoo moeilijk te zijn.

Een der te regelen geschilpunten zal zijn, of de
nieuwe verkooporganisatie, zooals tot dusver in Ne-

derland dan wel in Indië gevestigd zal worden. Het
is begrijpelijk, dat de maatschappijen, waarvan de
directies in. Nederland zijn, het zwaartepunt liever aan deze zijd willen houden, terwijl de Java-direc-
ties, waaronder de tot dusver onafhankelijke fabrie-
ken, dit naar Java verlegd wenschen te zien. Prak-

tisch is dit van ondergeschikt belang, aangezièn toch
wel steeds nauw voeling gehouden kan worden tus-
schen Nederland en Java. A}sJava echter op de éene
of andere wijze meerdere vrijheid in het bepalen der
verkoopprijzen kon verkrijgen dan tot dusver het ge-

val was, dan zonde dit slechts toe te juichen zijn.
Ook zonde dit ten goede kunnen komen aan dein twee-
dehandschen handel op Java, ofschoon daarin geen
opleving verwacht kan worden alvorens door stijgen-
de markten de speculatie wederom wordt aangewak-
kerd.

Vanv eel grooter belang dan de plaats van vesti-ging der nieuwe V.I.S.P. is echter de vraag, hoe de
positie van den grooten oudeh voorraad zal zijn ten
opzichte van de toekomstige producties. Hierbij zul-
len verschillende belangen met elkaar in botsing
komen en dient deze kwestie dan ook in de eerste plaats van het standpunt van het algemeen belang
der suikerindustrie beschouwd te worden. Eene op-
lossing, waarbij het overtollige kwantum geblokkeerd
wordt, kan van zeer gunstigen invloed op de wereld-markten zijn. Voor eène dergelijke oplossing beta’an
verschillende manieren, resp. mégeljkheden en men
kin slechts hopen, dat de onderhandelingen, die thans
op Java gevoerd worden, tot een in deze richting
gunstig resultaat iullen leiden.

Indien daarbij tevens ëene belangrijke inkrimping
der eerstvolgende’ Java- en Ouba-oogsten plaats heeft,
kan de positie van het artikel in afzienharen tijd ge-
heel gewijzigd zijn. NatuuHijk zal Java zich daarbij
niet blind mogen staren op voorziening van de Oos-
tersche markten, maar moet ‘ook in Europa zijne toe-
komst zoeken.
Het laatste weekbericht van de Londensche firma
0. Ozarnikow Ltd. brengt eene interessante raming
van de behoefte in Europa aan Ouba- en Javasuiker
voor het jaar ‘Sept. 1.932 tot Aug. 1933. De 2.732.000
tons Rietsuiker, d.ie in dat jaar volgens eene statis-
tiek dezer firma in Europa henoodigd zullen zijn,
gebaseerd op de laatste raming van Dr. Mikusch voor
cle Bietoogsten; kunnen als volgt worden samenge-
steld:

van

cle

Britsohe

koIonin
.
…………….
650.000
ton’s
San

Dorningo

…………………..
350.000
Peru

…………………………
250.000
dIverse

kleinere

landen

…………..
S0.000
blijft door Ouba en Java te verstrekken

. .
1.400.000
2.730.000
toiis

De daaruit te distilleeren vooruitzichten voor Java-
suiker zijn allesbehalve wanhop.i g.
Is het intusschen reeds moeilijk voor het eerstvol-
gende jaar de wereidhehoefte aan Javasuiker te
taxeeren, zoo is het nagenoeg onmogelijk dit voor
verdere jaren te doen. Men onthoucle zich daarom lie-
ver van het noemen van cijfers voor latere jaren, die
betrekkelijk weinig waarde hebben. A.V.

28 September 1932

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

763

DE KOSTEN ONZER SOCIALE VERZEKERINGEN.

Prof. Dr. A. 0. Holwerda schrijft ons:

Het rapport-Welter is een magistraal werk, alle
tekortkomingen ten spijt. Hej stemt mij daarom altijd
wrevelig, als ik hoor of lees, hoe aan alle kanten ge-
poogd wordt het gezag van dit rapport te ondermij-
rien, heel vaak op gronden, die den toets eener ge-

zonde critiek niet kunnen weerstaan.
Het artikel van Dr. Van Duyl, den voorzitter van

onze Rijksverzekeririgsbank, in het No. van 14 Sept.
ji., is helaas wederom zulk een poging.. En omdat
het hier nu toevallig een materie betreft, waarvan ik
meen zelf ook iets te weten, zal ik thans mijnerzijds
een poging wagen om aan te toonen, dat alles wat er
in dit verband in het rapport-Welter staat volkomen

juist is.
Daarbij wil ik voorop stellen, dat ik overtuigd ben,
dat Dr. Van Duyl zeer zeker niet heeft geschreven
met de vooropgezette bedoeling het rapport-Welter in
discrediet te brengen. Ik meen Dr. Van Duyl vol-
doende te kennen om met absolute zekerheid te weten,
dat alléén zijn groote toewijding aan de zaken der
sociale verzekering hem naar de pen heeft doen grij-
pen. Hij kan – zeer terecht – niet velen

, dat er

niet-verdiende smetten op het gebouw onzer sociale
verzekeringen worden geworpen; wij zijn van hem ge-
wend, dat hij onverdiende verwijten aan het adres van de R.V.B. krachtig terugwijst. Hierin steun ik
hem en ieder ander gaarne; onze R.V.B. – ik erken
dit hier volmondig – doet haar zaken zéér behoorlijk
en zeer veel van de usantieele critiek op haar gestie hangt volkomen in de lucht.
Echter is nu het merkwaardige, dat ik, zelfs bij
aandachtige lezing, nergens een plaats in het rapport-
Welter kan ontdekken, waarbij een blaam op de
R.V.B of de administratie onzer sociale verzekeringen
wordt geworpen. Het is natuurlijk mogelijk, dat Dr.
Van Duyl als insider méér weet dan ik en dat de
commissie misschien wel booze bedoelingen heeft ge-
had. Van die booze bedoelingen is dan echter niet
veel aan het licht gekomen. Dr. Van Duyl heeft mi.
te veel tusschen de regels willen lezen.
Het simpele betoog, dat er op de administratiekos-
ten nog wel wat te bezuinigen zal zijn, is geen ver-
wijt. Er is geen administratie ter wereld, waar niet
iets te vereenvoudigen is.

Als de Commissie-Welter spreekt van de rond 11
millioen administratiekosten onzer sociale verzekerin-
gen als van een drukkenden last, dan lees ik dit, niet
als een verwijt aan de
uitvoerders
onzer sociale ver-
zekeringen, de R.V.B. of anderen, maar als een ver-

wijt aan de
uitvinders
onzer sociale verzekering, aan

de opstellers der desbetreffende vetten, aan den wet-
gever. Immers met name bij de Invaliditeitswet is,
zooals algemeen bekend, een stelsel mogelijk, dat
tot belangrijk minder uitvoeringskosten zou voeren.
Dat voor belangrijke bezuiniging wetswijziging noodig
is, daarop wijst ook de commissie-Welter in haar
citaat uit het rapport-Van-IJsselsteyn (blz. 402).

Over
wetswijziging
te praten heeft nu geen zin; wij
kunnen zoo maar niet een, twee, drie van stelsel ver-anderen. Hierover zwijg ik dus verder.

Dr. van Duyl wil aantoonen, dat onze sociale ver-
zekering op een koopje wordt beheerd en dat haar
kosten een fractie zijn van die welke het particuliere
bedrijf maakt. Mijnerzijds wil ik ook aantoonen, dat
de R.V.B. het heusch nog zoo kwaad niet doet, maar
dan op mi. iets zuiverder basis, waardoor ik echter
tot een veel minder overdreven, zij het ook m.i. juis-tere conclusie zal komen.
Ik zal daarbij eveneens de Invaliditeitswet als voor-
beeld nemen. Op blz. 398 van het rapport-Welter,
zegt Dr. van Duyl, vergelijkt de commissie het open-bare verzekeringsorgaan, de R.V.B., met het particu-
liere bedrijf. Ik zal dit, wat de I.W. betreft, in het
voetspoor van Dr van Duyl ook moeten doen. Maar ik

ontken niettemin, dat de commissie-Welter ,,verge-lijkt”. Zeer terecht heeft men zich tot het uitspinnen van een vergelijking van twee zulke absoluut onge-
ljksoortige zaken niet laten verleiden. De commissie-Welter zegt op blz. 398 van haar rapport alleen: ,,Wij
,,meenen…. dat de Rijksverzekeringsbank, evenals

,,elke levensverzekeringmaatschappij, zijn eigen admi-
,;nistratiekosten zal moeten betalen. . . . enz.” Als er
toevallig niet levensverzekeringmaatschappij had ge-

staan; maar bijvoorbeeld alleen
verzelceringsmaat-

schappij, was de argqmentatie der commisse-Welter
even effectief geweest. Er had niet eens verzekerings-maatschappij behoeven te staan, men had net zoo goed
kunnen zeggen: evenals ieder ander bedrijf, welk ook.
Maar goed, ik zal het bedrijf van de I.W. met het
particuliere levensverzekeringbedrijf vergelijken. Die
vergelijking is hoogst oppervlakkig. Want men stelt dan een
bedrijf
met een dwang-verzekering en met

‘een monopolistisch karakter tegenover een op vrije
acquisitie berustend bedrijf; men- vergelijkt een be-drijf met één uniforme verzekering en met uniforme
voorwaarden met een bedrijf, dat tallooze vormen
kent. Zoo kan men doorgaan. Het is een volkomen
onjuiste en ongerechtvaardigde vergelijking, waar-
voor men de commissie-Welter slechts dankbaar kan
zijn, dat zij het
niet
gedaan heeft. Doch over al die

bezwaren stap ik heen.
Wat de onkosten der I.W. betreft, gaan Dr. van
Duyl en ik uit van een bedrag van 4,8 millioen
(1928), het door de commissie-Welter genoemde cij

fer; die der particuliere levensverzekeringmaatschap-

pijen stellen wij eveneens eensgezind op een bedrag
van 28,6 millioen (1930).
Deze
cijfers
hebben, om vergelijkbaar te zijn, cor-rectie noodig. Dr. ‘van Duyl vermindert de 28,6 mil-
lioen der maatschappijen tot 23,3 millioen, omdat er
naar
zijn
meening 5,3 millioen aan uitbreidingskosten
zou zijn uitgegeven. Een concéssie, maar wat krap.
Immers er is door de maatschappijen in 1930 afge-
sloten (volgens de verslagen der Verzekeringskamer)
538 millioen, er is geroyeerd 240 millioen, een ex-
pansie dus van 298 millioen. Heel erg krap gerekend
(maar ik wil niets ten bate van het particuliere be-
drijf flatteeren) kost de productie den maatschap-
pijen 3 pOt., dat is dus geen aftrek van even 5 mii-
lioen maar van bijna 9 millioen.
Maar ook zoo komt men er niet. Want de kosten der
particuliere maatschappijen zijn van een geheel andere
samenstelling. Het is in het levensverzekeringsbedrijf
gewoonte om de kosten, verbonden aan het aanbren-
gen van nieuwe verzekeringen in eens bij het tot stand
komen te betalen. Dit drijft in de winst- en verlies-
rekeningen de momenteele kosten
schijnbaar
zeer op,
maar ontlast de toekomst in hooge mate. Men kan
dat ook z66 zeggen: als de levensverzekeringmaat-
schappijen morgen aan den dag hun acquisitie eens
staakten en zich uitsluitend beperkten tot de admi-
nistratie (de eenige taak van de R.V.B. inzake de I.W.)
‘dan zakten de kosten per jaar plotseling met min-
stens 3 pOt. (in werkelijkheid vermoedelijk veel meer)
vn de gesloten 538 millioen, dus met circa 16 mil-
lioen.
— Nu’ moet men van de zijde der R.V.B. niet zeggen:
wij heb’ben inzake -de I.W. ook acquisitiekosten, name-
lijk: zien ‘of ‘de ‘dwang, die de Wet oplegt, wei nage-leef d wordt. Want dan heb ik nog een andere
pijl
op
mijn ‘boog: inzake ‘de I.W. zijn er nog massa’s kosten
bij het publiek, dat zegeltjes moet koopen, plakken en,
wat vooral de grootere
bedrijven
‘betreft, in de admi-
nistratie moet verantwoorden. Met deze, zeker niet
onbelangrijke onzichtbare kosten moest men feitelijk de 4.8 millioen zichtbare kosten der I.W. vermeerde-
ren. Ik laat ‘dit echter na.
De kosten, eenerzijds van de I.W., anderzijds -van
het particuliere levensverzekeringsbednijf moeten na-
tuurlijk niet in hun absolute bedrag vergeleken wor-
den, maar ten opzichte van den bedrijfsomvang.
‘Hier nu doèt Dr. van Duyl een vondst: de bedrijfs-

764

ECONOMISCH.STATISTISCHE- BERICHTEN

28 September 1932
‘omvang, :zegt hij, nieet het partièuliere ‘bedrijf in ons
land gewoonlijk aan het verzekerd ‘bedrag. Als
onder-
iinge
maatstaf tusschen •de maatschappijen, welker verzekerd bedrag altijd zoowat op -dezelfde manier samengesteld is, kan dat desnoods, al is de maatstaf
gebrekkig. Men gooit allerlei zeer ongelijksoortige
grootheden, kort en lang loopende verzekeringen,
kapitaal- en renteverzekeringen,. -dooreen. Het is ech-
ter absoluut ontoelaatbaar om bij twee ondernemingen,
z66 verschillend in constructie als het Invaliditeits-
fonds ‘en het particuliere bedrijf,, dit als maatstaf tot
vergelijking te gebruiken.
Maar de vondst is voor -Dr. van Duyl van veel
waarde. 1-let particuliere bedrijf heeft een totaal ver-
zekerd bedrag van 3,348 milliard en de I.W. heeft
5,286 milliad. 1k vertrouw op het gezag van Dr. van Duyl en de R.V.B., dat ‘dit juist berekend is, nareke-
nen kan ik het zoo gauw niet. Echter lees ik, dat men
dit ‘bedrag construeerde ‘door de verzekerde ouden
clagsrente (een verzekering bij
leven)
en de verzekerde
weduwe-rente (een verzekering bij
overlijden)
elk
voor zich te tellen. Doet men dat inderdaad, dan moet
het bedrag van 3,348 milliard van het particuliere be-
drijf belangrijk vermeerderd worden. In hoofdzaak
sluit men daar toch gemengde verzekeringen, dat zijn
u.itkeeringen bij leven èn bij overlijden, doch telt ‘deze
maar Sénmaal. Zou men dezelfde ‘dub-beltellingen over
de geheele linie toepassen, als Dr. van Duyl voor de
I.W. doet, ‘dan is het een klein kunstje om voor het
particuliere bedrijf ook tot een 5 rn-illiard verzekerd
bedrag te komen.

De conclusie van Dr. van Duyl, dat het Invalidi-
tei.tsfonds, dat 1,58 maal -zoo groot is als het particu-
liere ‘bedrijf, maar 20,6 pOt. ‘van. ‘de kosten in dat

bedrijf maakt, hangt dan ook volkomen in de lucht.
Door zoo absoluut ‘ongeljksoortige zaken te vergelij-
ken, kan ik net elk resultaat krijgen, dat ik maar
wensch.

* S
*

ik zal nu trachten mijnerzijds een vergelijking te
geven, die weliswaar ook niet deugt, maar dan toch
een graadje beter is. –
Vergelijken moet men zooveel mogelijk gelijksoor-
tige zaken. Dat zijn in dit geval . -de administratie-
kosten: bij de I.W. 4.8 millioen en bij de particuliere
maatschappijen, ruim gerekend 28.6 millioen minus
16 millioen zuinig geschatte acquisitiekosten, dat is
13 millioen.
Het particuliere bedrijf •draagt de inningskosten
van -de premie; voor de kleine volksverzekeringen met
-haar geringe weekpremiën zijn die uiteraard zéér be-
langrijk. Ik schat deze directe inningsko-sten zeker op
een millioen of drie, maar ik zie er van af deze af te
trekken. De heele vergelijking is en blijft zoo ellendig
ruw en oppervlakkig, dat het op een paar slordige
-millioenen niet aankomt.


De kosten van 4,8 millioen tegen
.
13 millioen ver-
gelijk ik nu met de premie-ontvangst, alle bezwaren
van Dr. van Duyl ten spijt. De beteekenis van een ver-
zekerings-in-stituut wordt toch in eerste instantie aan-
gegeven door wat men eiƒ jaar op jaar toe bijdraagt.
Da-t er ook andere kosten–bronnen zijn, zooals beheer
van het gevormde vermogen e.d., ik zie dit alles over
het hoofd.

• De premie-ontvangst van de I.W. is netto 40,6 mii-
lioen, plus de 4,8 millioen kosten, -is 45,4 millioen
‘bruto. De premie-ontvangst van het particuliere be-
drijf was bruto 107 miljoen. Dit wordt dus: 4,8 mil-
lioen kos-ten op 45,4 millioen premie, dat is voor de
1.W. rond 10 pOt., 13 millioen kosten op 107 millioen
premie is 1214 pOt. – –

Conclusie: wat klopt dat aardig.
Echter wil ik mij a priori tegen enkele verwijten,
die Dr. van Duyl mij zou kunnen tegenwerpen, ver-
dedigen. Dr. van Duyl zegt: door de premie te nemen
als’ vergelijkingsmaatstaf telt men ‘de premievrije

aanspraken niet mede. Goed, dat geldt zoowel voor de
I.W. als voor het particuliere bedrijf. –
Dr. van Duyl -zegt ook: van de premiën vaû het
particuliere bedrijf moet men nog winst- en veilig-
heid-smarges aftrekken.Bestaan die laatste dan niet
bij de I.W.? Doch goed, bij de premie-ontvangst van
het particuliere
-bedrijf
verwaarloosde ik een slordige
IG millioen koopsommen.: –
Tenslotte, zegt Dr. van Duyl, moet men bij de
premie der I.W. de Staatsbijdrage in het fonds der
I.W. optellen en dan liefst maar het hooge bedrag
van 17,3 millioen (dat momenteel
niet
gestort wordt).
Het ontgaat mij waarom dit moet. Dit bedrag is in
wezen ‘de -bijdrage van den Staat in ht aanvang-tekort
van het I.W. fonds. Zou men hier echter den door
Dr. van Duyl aangegeven weg volgen, dan komen de
kosten van de I.W.-administratie op rond 714 pOt.,
wellicht een
cijfer
dat ‘de werkelijke kosten niet slech-
ter karakteriseert dan de z000ven genoemde 10 pOt.
Echter zou men, als men het cijfer van de I.W. aldus
drukte, ook het
cijfer
van het particuliere bedrijf op
een veel minder versom’berde ba-sis moeten opstellen,
daar anders de vergelijkbaarhei-d weer zoek raakt.
Men zij toch nadrukkelijk gewaarschuwd, dat deze
cijfers niet gegeven worden om een precies beeld van
de ware grootte van de administratiekosten van een
verzekeringsbedrjf te krijgen, elk voor zich
zijn
deze

cijfers
in
vrij
beteekenende mate onjuist. Dat geldt
voor beiden; de onderlinge
vergelijking
was het eenige
doel, waarop hier steeds zoo goed en zoo kwaad als
dat gaat, is gelet.

Als men zou willen komen tot een
cijfer,
dat de
reëele kosten van een arbeidersverzekering aangeeft, dan moet men ander materiaal opzoeken .Van eenige
groote, mij meer van
nabij
bekende particuliere
ondernemingsfondsen, die de kosten niet op allerlei
andere rekeningen wegboeken, weet ik, dat zij niet onbelangrijk beneden de 5 pOt. blijven. Bij de z.g.
collectieve pensioenverzekeringen, die door de Neder-
landsche levensverzekeringmaatschappij en gesloten
worden, is 5 pOt. wel de hoogste mij bekende toeslag voor administratiekosten. Maar deze
cijfers
kan men
te eenenmale niet vergelijken met die van het fonds
der I.W., omdat alle particuliere regelingen een een-
voudiger ,,grondwet” hebben dan onze
lijvige
I.W. is. Het Nederlandsche volk heeft nu eenmaal besloten, dat het zulk een wet wenschte; het moet dan nu niet
klagen dat dit duur is. In elk geval: de R.V.B. of
haar bestuur kan daaraan niets doen. Uit alles wat
hierboven gezegd is, volgt, dat de R.V.B. haar taak
zeer behoorlijk vervult.

Daarom moet men dan ook bij de R.V.B. geen spo-
ken zien in het rapport-Welter. Wat er in het rap-
port-Welter staat over de sociale verzekeringen en
haar administratiekosten, is woord voor woord ver-
standige taal.

N a s .c h r i f t. Van de door de Redactie mij wel-
willend ‘geboden gelegenheid, om een naschrift te doen
volgen op het artikel van Professor Holwerda, maak
ik gaarne gebruik.

Ik zal daai-bij, in tegenstelling met wat Prof. Hol-
werda -doet, geen waardeering van personen in -de ge-
dachtenwisseling betrekken en daarom tevens zwijgen
.

over- mijn indruk van zijn ontsteltenis over- mijn
stoutmoedigheid om in een ‘beoordeeling van een ge-
deelte van het rapport-Welter te treden.
Wanneer men mijn artikel zorgvuldig en aequo
animoleest, dan zal men daarin nergens een poging
kunnen vinden om het gezag van het rapport-Weltér
te ondermijnen. Evenmin is mijn artikel een verdedi-
ging van -het beleid der Rij ksverzekeringsbank; zulks
zou geen zin hebben, daar het rapport-Welter geen
kritiek uitoefent op de Rijksverzekeringsbank. – Maar wat dat rapport wèl doet en wat voor mij
-aanleiding was om naar de pen te grijpen, doch welke
bedoeling door Prof. Holwerda blijkbaar geheel is mis-
verstaan, is, dat daarin de kosten der sociale verzeke-

28 September 1932

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

765

ring in zoodanig somber licht worden gesteld, dat bij
den lezer de indruk moet ontstaan, dat die kosten, in
vergelijking met die van andere instellingen, ontoe-
laatbaar hoog zouden zijn.
Of op de kosten der sociale verzekering al dan niet bezuinigd zou kunnen vorcIen, was in het geheel niet
aan de orde. Uitdrukkelijk wordt in mijn artikel ver-
klaard, dat mijn betoog niets te maken heeft met een
verelijk.ing van de doelmatigheid of zuinigheid der
betrokken administraties.
Hierbij zou ik het kunnen laten, want daarmede
is reeds voldoende de opzet van •het artikel van Prof.
llolwerda weerlegd en dus ook zijn bewering, dat ik
iii mijn artikel zou hebben willen aantoonen, ,,dat onze sociale verzekering op een koopje wordt be-
heerd”:
Toch maak ik gaarne yan deze gelegenheid gebruik
om de kritiek van Prof. Holwerda op het door mij benutte cijfermateriaal op enkele punten te beant-
roorden
Ter zake van expansie heb ik van de werkelijke on-
kosten der verzekeringsmaatschappijen 5,3 millioen
afgetrokken. Prof. Holwerda wil dien aftrek op 9 mil-
lioen brengen. Hij gaat daarbij uit van de onderstel-
ling, dat hij beperking der productie niet alleen de
automatisch vervallende onkosten, maar ook de kos-
ten der organisatie zullen terugloopen. ik deel deze
verwachting niet en handhaaf mijn raming.
Bij een poging om de sociale waarde der verzeke-
ring in getallen uit te drukken heb ik pensioenen met
het lO-voud van het jaarljksch bedrag in rekening
gebracht. Dat is usance. Prof. Holwerda schijnt zulks
niet goed te keuren, maar hij geeft geen anderen
maatstaf in overweging. Voorts heb ik eigen pen-
sioenen en overlevensrenten afzonderlijk in rekening gebracht en ook daartegen maakt Prof. Holwerda be-
zwaar. Is Prof. Holwerda van meening, dat de ver-
zekeringsmaatschappijen in de haar voorgeschreven
staten L 13 en L 14 anders handelen? Of wil
hij
be-toogen, dat de gemengde verzekering in sociale waar-
de geljkstaat met een eigen- en een weduwenpen-
sioen tezamen? In dat geval kan ik hem niet volgen.
Vraagt hij niet iets te veel van zijn lezers door
hen uit te noodigen de oogen te sluiten voor zulke
onloochenbare feiten als: de werkelijkheid van 16 mii-
lioen weggetooverde administratiekosten, het ontbre-
ken van winst- en (noemenswaardige) veiligheids-
marges in den opzet der invaliditeitsverzekering en
de omstandigheid, dat de premiën dezer verzekering
aanzienlijk lager zijn dan die, welke het risico der
aanvankelijk toegetred en verzekeringen dekken?
Dr.
H. L. VAN DUYL.

BUITENLANDSCHE MEDEWERKING.

DIE DEPRESSIE IN SIJID-AFRIKA.

Prof. Dr. 0. G. W. Schumann te Stellenhosch
schrijft ons:

Die bestaande ekonomiese malaise in Suid-Afrika
beheers nog steeds die belangstelling van die ekonome,
die gedagtes van die publiek, en die politiek van die
Staat. Gedurende die laaste 8 of 9 maande het die de-
pressie, in ooreenstemming met die werelciekonomiese
toestand, eerder in intensiteit toegeneem. Van ;er-
skillende dele van die land kom op die oomblik egter
b’rigte van ‘n hoopvoiler stemming en van ‘n ver-
wagting dat toestande binnekort sal verbeter. Self s
die algemene bestuurder van Spoorweë het diezelfde
gedagte uitgespreek na aanleiding yan
’11
klein verbe-
tering in spoorwegontvangste. Hoewel hierdie berigte
nie van belang ontbloot is nie en as ?n goeie teken
kan beskou word, veral ook om die psychologiese uit-werking, sou dit tog waardevol wees om kortliks na te
gaan hoe die wereiddepressie-Suid-Afrika getref het
en of daar, op grond van ‘n analysé van offiiële ge-
gewens, enige teken van

11
oplewing te bespeur is.
– Die wijse waarop ‘n werelddepressie enige land tref

hing gtotendeels af van die karakter van eersgenoem-
de en van die. ,,Konjunkturempfindlichkeit” van die
verskillende dele wâaruit die ekonomiese organisttie
van die land opgebou is. So het die Suid-Afrikaanse
land!bou en diamantnywerheid die swaarste te ly deur
clie ongehoorde daling in grondstofpryse, en deur die
gevoeligheid van die diamantmark vir depressietoe-
stande veral in d.ie Verenigde State. Oor die geheel
geneem egter, is Suid-Afrika vandag in ‘n relatief
gunstiger posiesie as meeste ander lande. Die beste
enkele aanduiding hiervan vind ons in die feit dat
Suid-Afrikaanse Staatseffekte op die Londense Beurs
voordeliger genoteer staan as die van Australië of die
Snid-Amerikaanse state, en ongeveer gelyk aan die
van Kanadese Staatseffekte volgens die opgawes van
die ,,present yield”.
Die verklaring van hierdie betreklik gunstige po-
siesie 15, soos waarskynlik bekend, in die belangrikheid

van die goudnywerheid in die ekonomiese organisasie
van Suid-Afrika, gepaard met die feit dat die pr.vs
van goud natuurlikerwys konstant bly. Die gevolg is
dat gedurende !n depressie die goudnywerheid gesti-
muleer word deur dalende koste, terwijl gedurende
‘n periode van prysstyging die omgekeerd plaasvind;
dit het dus ‘n interessante en belangrike stabilise-
rende uitwerking op die ekonomiese ontwikkeling
van clie land. Hierdie unieke element in die konjunk-tuurbeweging in Suid-Afrika maak ‘n studie ciaarvaii
vir die ekonoom besonder interessant.
Die volgende syfers toon die stabiliserende uitwer-
king duidelik aan, terwyl dit enigsins ‘n beeld gee
van die akuutheid van d.i.e depressie in die Suid-Af-
rikaanse landbou en diamantriywerheid.

Uitvoer (her-uitvoer ingesluit.) van die Unie. £’OOO.

Artiekel ……
1928

1929

1930

1931

Jan._Junie
Munt en

1931 1932
muntmetaal

44,180 46,377 47,461 45,882 23,735 24,596
Diamante ……
8,888 12,074 5,481 3,574 1,492 1,022
Wol
………

16,851 14,521 8,644 5,698 3,797 3,530
Mielies ……..
3,520 2,312 2,429

523

14

165
Huide en velle.

4,657 3,113 2,150 1,152

639

392
Ander, goed
.
. . 18,364 19,360 17,268 15,108 6,939 4,680

Totaal ………
96,480 97,757 83,433 71,937 36,616 34,385
Persentasie van
goud tot totaal
45,8
0
/0
47,4
0
/0
56,9
o/
63,8
0/,
64,S
0/
71,2
0
!o

Dit blyk dus dat die daling in die totale uitvoer
van £ 26,000,000 tussen 1929 en 1931 in hoofsaak
kan toegeskrywe word aan ‘n daling in die uitvoer
van wol, diamante en huide en velle. Die waarde van
die goudnywerheid vir Suid-Afrika gedurende die huidige depressie vra geen verdere verduideliking
nie. Dt is tenslotte die hoofoorsaak waarom Suid-
Afrika die goudstandaard kon handhaaf. in verband hiermee, en met dië oog op die verwagtinge van
spoedige oplewing, is die syfers oor die stand van die
handelsbalans veelseggend:

£’OOO.

.

Jaar

invoer

Uitvoer

Aktiewe
Handelsbalans
1928 .

79,114

96,541 .

17,427 1929

83,455

97,852

14,397

1930 . .64,580

83,433

18,853
1931

52,975

71,937

18,962
Jan._Jul.
1931

31,452

43,164

11,712
1932

18,913

40,404

21,491

Waar die gunstige handelsbalans van Suid-Afrika
vanaf 1922 tot 1931 gewissel het van ongeveer
£ 14,400,000 tot £ 23,000,000, is hierdie uitgesproke
uitvoeroorskot in 1932 inderdaad merkwaardig, te-
meer daar onsigbare invoere eerder afgeneem het as toegeneem het vanaf 1930. Deur depresiasie van die
Engelse pofld het die rente betaalbaar aan Engeland.
OJ)
Staats- en Munisipale skuld afgeneem met onge-
veer . £ 1,500,000; vrag . en assuransie het afgeneem
deur beide die die daling in tariewe sowel as in hoe-
reelhede in- en uitgevoer; dividente op vreemde ho-legginge in Suid-Afrika het afgerieem deur die alge-
mene malaise in alle bedrywe uitgesonder die goud-

766 .

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

28 September 1932

nywerheid. Hoewel geen definitiewe syfers oor onsig-
bare in- en uitvoere vir 1931 en 1932 beskikbaar is
nie, lê die gevolgtrekking voor die hand dat teenoor
die geweldige daling in sigbare invoere moet staan
‘n uitvoer van kapitaal,
selfs al is geen nuwe lenings
in die buiteland geplaas iiie. Met die iriesis van 1881
het die invoere oor Kaapse en Natalse hawens ook
wel gedaal van £ 11,586,000 in 1882 tot £5,130,000 in
1886, as resultaat in hoofsaak van ‘n oorekspansie
van krediet en ‘n oorinvoer van goedere. Dit is dus in Suid-Afrika ‘n bekende en besonder uitgesproke
kriesisverskynsel. In hierdie geval is daar egter nog
besondere faktore wat meegewerk het om die invoet
te verminder. In die eerste plek die uitwerking van
die algemene ad valorem invoerreg van 71% % wat
teen die end van 1931 gehef is, naas die reeds be-
staande tariewe, op alle goedere ingevoer, met die be-
doeling om fondse te verskaf vir die betaling van uit-
voerpremies op wil, vlys, ens. Van meer belang is
die ,,vlug vir die Suid-Afrikaanse pond” wat gevolg
het op die opheffing van die goudstandaard in Enge-
land. Hierdie fondse is in Engeland belê op die spe-
kulatiewe verwagting dat die Engelse pond spoedig
weer tot par.i sou terugkeer of dat die Suid-Afri-
kaanse pond sou depresieer. Volgens die verslag van
die Gekose Komitee oor die Goudstandaard (Mei.
1932.) is die som wat op hierdie manier die land
verlaat het ongeveer £ 9,000,000. Die gevolg van hier-
die ,,kapitaaluitvoer” was ‘n besondere verskerping
van die reeds bestaande kredietskaarste in Suid-
Afrika met sy nadelige uitwerking op invoere en op
ekonomiese bedrywigheid in die algemeen. Op 13
Nov. 1931 het die Reserwebank die rente verhoog van
51% % tot 6%, terwijl die rente teenwoordig deur die
handelsbanke gevra 7% en meer bedra. Volgens die abnormaal gunstige handelsbalans skyn dit asof di’e
uitvoer van kapitaal blykbaar nog nie opgehou het
nie. Hierdie gevolgtrekking word ook gedeeltelik ge-
staaf deur die volgende syfers:

Depositos in Handelsbanke. £’OOO.

In

die Unie

Buiten die Unie

31Dec.’31 31 Mrt. ’32 31Dec.131 31 Mrt. ’32

Vaste Depositos 28,103

25,270

10,737

14,029

LopendeDepositos 24,701

23,353

14,999

16,532

Hierdie geldskaarste en die hoë rentevoet vorm
vaudag miskien die uitstaande kenmerk van die de-
pressie in Suid-Afrika en een van die vernaamste be-
lemmeringe teen ‘n spoedige oplewing.
In hoever nou openbaar die beskikbare statistieke
enige tekens van ‘n herlewing?
iDie enigste indeks van effektepryse in Suid-Afri-ka is die van ses goudmynaadele, soos opgestel deur
die Unie Sensus Kantoor. Dit gee egter geen juiste
aanduiding van ,,spekulasie” of van die algemene eko-
nomiese toestande in Suid-Afrika nie, aangesien die
goucinywerheid grotendeels sy eie konjunktuur het en omdat dit gedeeltelik ‘n weerspieeling is van die
stemming op die Londense effektebeurs. Die waarde
van bouplanne goedgekeur, wat ook enigsins as ‘n
prognose-indeks kan dien, wys nog ‘n gedurige da-r
ling van £ 920,000 in Sept. 1931 tot £ 250,000 in Mei,
1932. Gegewens oor Junie en Julie, nog nie beskik-
baar, sou egter waardevol wees.
Wat betref besigheidsbedrywigheid (,,Business” in
die betekenis van die Harvard Economic Service.)
besit ons heelwat belangrike indices. Die invoersy-
f ers, soos tevore gegee, wys tot dusver nog op geen
toename in koopkrag in Suid-Afrika nie. Beide groot-
handeispryse en kleinhandelspryse vertoon ‘n aan-
houdende dalende tendens. Met 1914 as basis het die
kleinhandelsprysindeks van voedsel, brandstof, lig en
huishuur in Junie 1932 gestaan op 111,3 ,,Bank De-bits”, wat ‘n taamlik noukeurige indeks is van besig-i
heidsomsette in die algemeen, vertoon ‘n besondere
skerp daling van ongeveer £ 105,000,000 in Okt. 1931
tot £ 89,000,000 in Mrt. 1932, £ 83,000,000 in April en
£ 75,000,000 in Mei. Hoewel die depositos van ,,alle
banke” vanaf Feb. ’32

ii neiging tot styging vertoon
na ‘n skerp daling vanaf £ 66,000,000 in Junie 1931
tot £ 53,000,000 in Feb. 1932, daal die ,,lenings en
voorskotte” nog steeds verder. In die verlede het die
absolute verloop en veral die verhouding van ,,deposi-
tos” tot ,,voorskotte” ‘n besonder betroubare indeks
geblyk van ekonomiese toestande, en uit bogenoemde gegewens is daar nog geen tekens van verbeterde toe-stande nie.

Die klein verbetering in spoorweginkomste deur

die Algemene Bestuurder genoem moet versigtig op-
geneem word. Gegewens van die verlede bewys dat
spoorweginkomste gewoonlik toeneem gedurende die
twede heifte van die jaar. Die spoorwegontvangste vir
die vyf weke eindigende op 16 Julie was £ 1,925,000
of £ 200,000 onder die beraming, en vir die periode
1 April tot 16 Julie £ 5,801
)
000, of f 574,000 onder
die beraming, in vergelyki.ng met £ 6,652,000 vir die-
seifde periode in 1931.
Die indeks van industriële hedrywigheid van die
Sensus Bureau vertoon nog

11
steeds dalende ten-
dens:

Getal werkers in die vernaamste industriële bedrijfsklasse.

Europeane Naturelle

Absolute
o/o
van

Absolute
0
10
van
Datum

getalle

Jul.’25

getalle

Jul.’25

Sept. 1929 28,562

117

32,613

114

Mei 1930 26,918

111

30,180

105

Mei 1931 26,092

107

28,941

101

Dec. 1931 25,337

104

27,015

94

Mrt. 1932 23,986

99

25,413

89

Apr. 1932 23,509

97

24,62

86

Mei 1932 23,283

96

24,054

84

Die syfers wys in die eerste plek dat die Suid-
Afrikaanse verwerkende nywerheid, wat in hoof-
saak produseer vir ‘n beskermde binnelandse mark,
nie soveel deur die depressie gely het nie as die van meeste ander landd; ten twede, dat daar by Mei nog
geen tekens van verbetering te bespeur is nie.
Met die oog op al hierdie gegewens, uit die aard
van die behandeling uiters onvolledig, blyk dit dat
dit besonder moeilik is om uit te maak of die laagte-
punt in Suid-Afrika alreeds bereik is. Gegewens tot
Mei wys op ‘n steeds dalende tendens. Die berigte oor
groter optimisme en ‘n verbetering van aanvraag het
merendeel gekom teen die end van Julie en begin
Augustus. Syfers oor Junie en Julie sou dus op
hierdie tydstip besonder gewens wees. Dit wys trou-
ens ook hoe moeilik dit sal wees om ‘n Konjunktuur-barometer in Suid-Afrika op te stel tensy dit gedeel-
telik berus op ‘n selfstandige versameling van gege-
wens. Die populêre opvatting blyk nou dat sodra die
koerpunt kom ,,normale toestande” meteens sal terug-
keer. Die leek vergeet te dikwels dat die oorgang van
voorspoed tot depressie soms in

ii paar weke kan af-
gespeel word, terwyl die oorgang van depressie na
voorspoed meesal ‘n langsame proses is. Die depressie
na die ,,Diamantkriesis” van 1881 het geduur tot
1886, en die depressie na die Boete-oorlog van 1903
tot 1909.
Die oplewing in Suid-Afrika sal in die eerste plek
afhang van toestande in Europa en Amerika. Die
teenwoordige klein verbetering in die pryse van wol
en ander grondstowwe is uiters belangrik vir Suid-
Afrika. Daar is egter ‘n ander belangrike aspek van
die ekonomiese toestand in Suid-Afrika wat dikwels
oor die hoof gesien word: In sover die teenwoordige
geldskaarste en die intensiteit van die depressie in
Suid-Afrika gedeeltelik ‘n gevolg is van die ,,vlug vir die Suid-Afrikaanse pond”, volgt dit dat sodra vertroue herstel word en dit algemeen aangeneem
word dat Engeland nie sal terugkeer tot die on goud-
pariteit en dat Suid-Afrika nie sal devalueer nie, sal
die kapitaal grotendeels terugvloei, en dit kan ‘n aan-
merklike oplewing veroorsaak. Kom die eerste stimu-
lasie van

11
uitgesproke en blywertde styging in
grondstofpryse, en gaan hiermee gepaard ‘n terug-
keer tot die normale omvang van staatsleninge oor-

05

100

95
90

85

80

0 KOEPSEN VAN NEIEPLANDSCHE_STAATSLEENINÛEN

ii__

4%I9I7j

.-.

28 September 1932

ECOIOMISCH-STATISTfSCHE’ BERICHTEN

767

see, dan mag ‘n nog duideliker ople’wing verwag word.
Met die oog hierop en op die waarskynlikheid dat
grondstofpryse relatief vinnigder sal styg wanneer ‘n
algemene prysstyging intree, is dit nie onwaarskynlik
dat sodra wereldtoestande begin verbeter die ople-
wing in Suid-Afrika gouer sal intree en ‘n meer uit-
gesproke vorm sal aanneem as die algemene wereld-
oplewing.

Stellenbosch, Middel Aug.

AANTEEKENINGEN.

Convérsie van Staatsleeningen.

Wegens den grooten omvang van de Millioenen-
nota was het niet mogelijk in het vorige nummer de
passage uit deze Nota over te nemen, welke handelt
over de conversiemogelijkheden van onze staâtslee-
ningen. Deze passage bevat intusschen enkele belang-
rijke opmerkingen over het leeningsvermogen van den
Staat, waarbij wij nog even nader wenschen stil te
staan.
De Minister van Financiën motiveert in deze
Nota uitvoerig de leeningspolitiek, die ‘de Staat in
het afgeloopen zittingsjaar, vooral ten opzichte van
het rentetype, heeft gevoerd. Er is naméljk in den
laatsten tijd nogal eens critiek uitgeoefend op den
rentevoet, waartegen de nieuwe leeningen, groot
f
250
millioen per 1 April en 1 Juli zijn opgenomen en
welke beide malen 5 pOt. bedroeg. Beide keeren werd
de operatie gesteund door een aanzienlijke deelname
van de Rijksfondsen. ,,De leening van 1 April had
een volledig succes, zoodat een oogenblik overwogen
is de leen.ing van 1 Juli tegen 434 pOt. uit te geven. Dat hiertoe t’enslotte niet besloten is, bleek achteraf
juist gezien, want het succes vain, de tweede leening
stond bij dat van de eerste ten achter”
1),
aldus
schrijft de Minister van Financiën in de Millioenen-
nota.
Hieruit
blijkt
dus, dat de laatste leening •slechts
met moeite is geplaatst en wij zijn er van overtuigd,
dat een 4% pOt. leening een volslagen ‘mislukking zou
zijn geworden. De critiek, die zich dan ook hiertegen
richt en heeft gericht, is volkomen ongegrond. In-
tegendeel, de Minister heeft in dit opzicht een zeer
juist beleid gevoerd. Bovendien- waren de omstandig-
heden op de kapitaalmarkt niet van dien aard, dat
ten tijde van de bekendmaking,
een hooger renteper’
centage was geoorloofd. Om dit aan te toonen, geven
wij hiernaast de rendementscijfers van twee staats-
leeningen op enkele data in Februari en Mei, toen de
Minister tot vaststelling van het rentetype moest be-
aluiten.
0)

Bij dit overzicht valt het direct op, dat het rende-

Rendement van
5 ol.
en
434
0
/0
Staatsleeningen.

5
0/

1919
434
0
/0
1917

Koers Rendement
Koers
Rendement

2
Febr.
1932
10134
4.
97ii1,
4.78
9

,,

,,
10071,
4.50
97
4.85
16
97t
1
,,
4.75 23

,,
101
4.40
98
4.75
3

Mei
101
1
0110
3.65
985I,
4.68
10
1024
3.40
9971,
6

4.60
17
10111,
3.90
99
11
/j6
4.58
20
10134
4.—
99y
4

4.62
24
10181
8

4.10
985,
4.68

ment van de 5 pOt. leening 1919 veel geringer is dan
dat van de
434
pOt. leening 1917. Hierbij moet men
echter in aanmerking nemen, dat de 5 pOt. leening
1919 nog slechts een looptijd heeft van drie jaren (tot
October 1934). De 4% pOt. leening 1911 geeft daar-
om een juister beeld van den werkelijken toestand.
Uit de bovenstaande berekening ziet men, dat het
rendement in Februari en Mei weliswaar beneden de
5 pOt., maar boven de 4% pOt. lag. Aanleiding tot het
uitgeven van een 4% pOt. was er dan ook niet, te-
meer waar de •toestand op de kapitaalmarkt zeer on-
zeker was.

Beschouwt men namelijk de koersontwikkeling van
enkele Nederlandsche staatsfondsen gedurende het
afgeloopen jaar, dan blijkt hoe
grillig
het koersver-
loop van de 4% pOt. leening 1917 en van de 4 pOt. leening 1916 ‘is geweest. Men lette buy, eens op de maanden Februari en Mei, toen de Minister een be-
slissing over het rentepercentage moest nemen. Ter-
wijl de koers van de 4% pOt. leening 1917 midden
Mei bijna den paristand bereikte, was zij einde Mei
reeds weer gedaald tot 97% en op 14 Juni tot 94’/1e.
Een fluctuatie van ongeveer 5 pOt. in één maand
tijd! Het is te begrijpen, dat de Minister onder deze
omstandigheden aan den veiligen kant moest blijven,
een politiek, die achteraf gezien, volkomen juist is
geweest.

Daarentegen is het onbegrijpelijk, dat de Minister
in zijn Nota in het geheel niet de mogelijkheid be-
spreekt van een verdere conversie. Immers, de toe-
stand op de Nederlandsche kapitaalmarkt heeft zic’h
in de laatste maanden zoodanig gewijzigd – men zie
de onderstaande grafiek – dat de 4% pOt. leening
1911 reeds vanaf het begin van Aug. boven pan no-
teert. Afgaande op het feit, dat verschillende gemeen-
teleeningen op het oogenblik zeer vlot worden ge-
plaatst, zou een emissie van een 4% pOt. leening op ‘het
oogenblik zonder twijfel een succes kunnen worden.

1)
Wij curaiveeren.
1)
De bekendmaking van beide emissies vond plaats op
22
Febr, en
23
Mei ji.

-i

lliuv

1)

J.N

i

tb
k

MRF

APRIL MEI

JUNI

JULI

AUG

SEPT

Landen, waar de Duitsche
orcicringen voorloopig bevro-ren izijn:
Latijnsch-Ainerika ……….
Miciden-lilitropa …………..

V. Niet te speciliceeren . . –

2.0




8,7
– –

10,7

4,4 4.4
4,7 4,5
3,1

768

ECONOMISCH-STATISTISCHE
BERICHTEN

28 September 1932
De particuliere goudoppotting in de wereld.

I)e goudreserves bij cle centrale bankinstellingen
en regeeriugen van de 48 belangrijkste landen der
wereld zijn van Juni 1931 tot Juni 1932 van $ 11.72
millioen tot $ 11.311 millioen, dus met slechts $ 39
millioen gestegen, vergeleken met een toeneming met
ongeveer $ 591 millioen van Juni 1930 tot Juni 1931.
De goudproductie in de overeenkomstige periode
1931f’32 bedroeg daarentegen $ 450 millioen en was
dus grooter (ongeveer $ 20-25 millioen) dan de goud-
productie gedurende de twaalf voorafgaande maan-
den. Het industriëele goudverbruik mag onder nor-
male omstandigheden op 10-20 pOt. •van de wereld-
productie worden aangenomen.
Hierbij komt nog, dat in het laatste jaar goud uit

de Indische oppotting, die in de voorafgaande jaren
ten •deele tot 50 pOt. van de geheele nieuwe goud-
productie had opgenomen, op groote schaal

vrij kwam.

Indië had nog in 1930 een netto-goudinvoer van $ 58
millioen; in de eerste helft van 1931 was de netto-
goudinvoer ongeveer tot $ 1 millioen gedaald; in ‘het tweede halfjaar van 1931 had echter een netto-goud-
uitvoer plaats van $ 96,8 millioen en in het eerste
halfjaar 1932 zelfs van $ 103,4. Indië heeft dus in de
laatste twaalf maanden ongeveer $ 200 millioen goud
aan de overige wereldmarkten geleverd. Uit deze cijfers
blijkt echter nog niet de geheele omvang van de daling
van de Indische goudoppotting, doordat in het zelfde
tijdvak ook de goudvoorraden van de Indische regee-
ring door afgifte van goud in Indië zelf zijn gestegen,
en wel met $ 34 millioen in de tweede helft van 1931;
de goudverliezen van de Indische regeering in het
eersie halfjaar van 1932 met $0,1 millioen zijn daar-
entegen van geen beteekenis.
In de laatste twaalf maanden is dus zeer veel goud
van ‘de markt ‘verdwenen en door particulieren in
Europa en Amerika opgepot. Deze goudoppotting in
Europa en de Ver. Staten draagt een geheel ander
karakter dan de indische goudoppotting. Het tekort
van de goudoppotting in indië kan dus niet zonder
meer met het overschot van de goudoppotting in de
Westelijke landen worden verrekend. Volgens de
bovenstaande gegevens is de omvang van de goudop-
potting door particulieren gedurende de laatste twaalf
maanden gelijk aan de geheele goudproductie van deze
periode, vermeerderd met de uit •de Indische oppot-
ting vrijgekomen hoeveelheden goud, na aftrek van
het industriëele verbruik, dat op ten hoogstë $ 50 mil-
lioen kan worden geschat. De particuliere goudoppot-
ting bedraagt dus ongeveer $ 600 tot 650 millioeri.
Als bemiddelaar voor de particuliere goudoppot-
ting treedt Londen op. Een groot deel

van het opge-
potte goud, zal, wanneer het
bedrijfsleven
zich herstelt
en het vertrouwen terugkeert, wedçr naar de cen-
trale bankinstellingeri toevloeien, hetgeen zich waar-
schijnlijk het eerst in Engeland zal openbaren.
In verband met de bovenstaande uiteenzetting,
die ontleend is aan ,,Der Deutsche Oekonomist” -van 16 Sept. 1932, is het van belang kennis te nemen van
de opmerkingen van het Deutsche Institut für Kon-
junkturforschung, betreffende de internationale
beurshausse. Volgens dit instituut zijn de effecten-
aankoopen van de laatste maanden voor het meeren-
deel met contant geld gefinancierd en zijn hiervoor
bijna geen beurscredieten opgenomen. Het schijnt, dat
voor deze aankoopen het door het publiek opgepott
geld is gebruikt.
Hoe het ook zij, in elk geval vormt dit feit voor
de huidige beurssituatie een gezond verschijnsel.
Bij een verdere opleving is het te verwachten, dat langzamerhand een groot deel van het goud en de
bankbiljetten, die zijn opgepot; weer in circulatie
zullen komen, en daarmede ongetwijfeld de zoo ge-
wenschte
prijsstijging
zullen bevorderen. Om welke
bedragen het hier gaat, moge blijken uit de boven-
staande berekening van de particuliere goudoppot-
ting, waarbij dan nog de bedragen van de opgepotte
bankbiljetten gevoegd moeten worden.

De financiering van den buitenlandschen handel

van Duitschland gedurende de credietcrisis

1931/’32.

l)ie Forschungsstelle fiir den Handel te Berlijn pu-
bliceert zoo juist een onderzoek naar een van de
meest actueele vraagstukken in Duitschiand,
t.w.
de

financieringsmogelijkheden van den buitenlandschen
handel. Het werk is in opdracht van de Rawleigh
Foundation verricht. Aan ‘de belangwekkende uiteen-zettingen is het volgende ontleend.

Het terugtrekken van huitenlandsche gelden heeft
de financiering van den buitenlandschen handel kwari-

ti.tatief en kwalitatief sterk gewijzigd. Als gevolg
van deze wijzigingen zullen de concurrentievoorwaar-
den voor het Duitsche bedrijfsleven op de buitenland-
.sche en binnenlandsche markten vermoedelijk veel
ongunstiger worden. Dat dit verschijnsel ‘tot dusverre

nog niet ten volle bemerkbaar is, moet worden toe-
geschreven aan de vervanging van buitenlandsch cre-
diet door nieuw geschapen binnenlandsch crediet en
aan de daling van den omvang van den buitenland-
schen handel. Dit laatste is een gevolg ten deele van
de
prijsdaling
en ten deele van de toenemende autar-
chie. Zoodra de afsluiting van ‘de verschillende mark-

ten geheel of gedeeltelijk wordt opgeheven, zal de
buitenlandsche handel waarschijnlijk de eerste zijn,
aan wien weder credieten door de buitènlandsche
financiers ter beschikking worden gesteld.

Y66r den oorlog was de ‘buitenlandsche handel van
Duitschiand -voor de financiering van de in- en uit-

voeren slechts ten deele op buitenlandsche credieten
aangewezen. De financiering vond in de laatste tien
ja-ren v66r den wereldoorlog voornamelijk plaats ‘door
middel van eigen accepten van de Duitsche banken.
Na den oorlog viel de wederopbouw van den Duit-
schen buitenlandschen handel samen met de voort-
gaande waardedaling van de Mark. Tegenover de gun-

stige resultaten van ‘de valutadumping bij export
stond echter een verlenging van de betalingstermij-
nen van ‘de zijde der landen met gezonde valuta’s. Bij
invoer was de financiering eerst eenvoudig, werd
echter steeds moeilijker en in het eindstadium van
de inflatie waren credieten vaak alleen nog maar in
het veredelingsverkeer verkrijgbaar. –

Het functioneeren van het zich, na de stabilisatie
van ‘de Rijksmark, opnieuw ontwikkelende crediet-
wezen werd langen tijd daardoor gewaarborgd, dat
werkelijk groote verliezen ‘tot de crisis van 1931 niet

Betalingstermijnen vaa den Duitschen uitvoer (in pCt.).

Midden

Begin
1932 1931 1930 1929 1913
1.
Laaclen, die geregeld tegeit do.
eurnenten of binnen
30
dagen
betalen
52,4 52,4 51,3 46,5 47
3
6
IT. Landen, die ‘niet binnen
30
dagen d.d. factuur, doch bin-
heil
90
dagen betalen ……
13,5 13,5 15,2 18,1 30.5

Totaal: landen, die binnen

90
dngen betalen …….
65,9 63.9 66.5 64,6 78,1

Landen, die later dan
90
dagen d.d. factuur betalen:
Oost-Azië

……………..
2,9 2,9 2,8 3.2
2.5
Midden–Europa

……..
. ….
5,9
14.6
16,2 17.8

Latijnsch-Amerika

………
2,3
4.3
6
2
2
7.3
7,6
Rusland

………………..




8,7

Totaal: landen, die binnen
4
-6
maanden betalen, doch
wier

schulden

vrij

liquide
zijn

………………….
11,1
21,8 25,2
28,3
18,8

Sovjet-Unie:

schulden

op
langen termijn, doch liquide

7,9
7,9
3,6
2,6

28 September
1932

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

769

voorkwamen. Integendeel, het was vaak mogelijk om
bevroren credieten te ontdooien. Bij den Duitschen uitvoer naar Groot-Brittannië en Ierland en naar de
staten van West– en Noord-Europa vormde de finan-
ciering in het geheel geen brandend vraagstuk, om-
dat naar ‘deze gebieden alleen It contant of op een
korten betalingstermijn, die over het algemeen nog
gehandhaafd bleef, werd geleverd. Daarentegen heb-
ben de veranderingen in de betalingsvoorwaarden van Midden-Europa op do liquiditeit van de Duitsche vor-
deringen sedert de jaren v66r den oorlog een ongun-
stigen invloed uitgeoefend. Overeenkomstig haar
liquiditeit kunnen zij als volgt worden onderver-
deeld (zie pag. 768).
indien men de niet te specificeeren vorderingen
over de overige verdeelt, dan
blijkt,
dat in het mid-
den van 1932 ongeveer 12 pOt. van de opbrengst van
den Duitschen uitvoer illiquide was en dat 20,3 pOt.
van die opbrengst eerst over ongeveer een half jaar
liquide zou kunnen worden gemaakt. Ruim 32 pOt.
van de opbrengst van den Duitschen uitvoer was ‘der-
halve midden 1932 illiquide of op langen termijn
vastgelegd.
Zoolang geen werkelijk groote verliezen optraden,
functioneerde het sedert 1924 ontwikkelde crediet-
wezen van den buitenlandschen handel goed. Het stort-
te ineen, toen het vertrouwen in de credietwaardig-
heid van de verschillende landen en van de verschil-lende dbiteuren verdween. In de jaren 1924 tot 1930 was het rembourscrediet van groote beteekenis voor
de financiering van de Duitsche ondernemingen.
Terwijl de geldbehoef te van Duitsche ondernemingen
in 1913 voor 97,9 pOt. door eigen bankaccepten werd
gedekt, was in het midden van 1930 bij de Dresdner Bank en de D.D.-Bank nog slechts 22,4 pOt. van ‘de
geld’behoef te door eigen accept gedekt. Sedert de crisis
in Juli 1931′ is het buitenlandsche acceptcrediet in
stijgende mate weder door eigen acceptcredieten ver-
vangen; tot April 1932 stegen de eigen accepten bij
de D.D.-Bank en bij de Dresdner Bank tot 46,2 pOt.
De Forschungsstelle behandelt verder uitvoerig de’
organisatie van de beperking van het deviezen- en
goederenverkeer en komt tot de conclusie, dat er zelfs
in de huidige crisis geen gebrek heerscht aan finan-
cieringsmogelijkheden. Het getuigt van miskenning van den stand van zaken, om den achteruitgang van
de economische betrekkingen tuschen de staten on-
derling door het scheppen van nieuwe financierings-
mogelijkheden voor het internationale goedereuver-
keer te willen bestrijden. Indien men den handel niet
belemmert, dan zal het particulier initiatief binnen
het kader van economische en financiëele hulpmidde-
len spoedig weder wegen zoeken om de moeilijkheden
van den Duitschen buitenlandschen handel uit eigen
kracht te verminderen en het economisch principe in
het internationale ruilverkeer weder meer ingang ‘te
doen vinden. Zoolang de financiëele nood
blijft
voort-

duren, is het echter gewenscht, om ook de technische
maatregelen tot zijn herstel op economische wijze te
treffen.

De loop der inkomens in Nederland 1914-1929.

In de zoo juist verschenen aflevering van de No-
derlandsche Conjunctuur, uitgegeven door het Cen-traal Bureau voor de Statistiëk, worden door Jhr. Ir.
M. J. de Bosch Kemper, wiskundige bij voornoemd
Bureau, eenige belangwekkende cijfers berekend over
den loop van verschillende groepen van inkomens tas-
schen 1914 en 1929 (zijnde het laatste jaar, waarover
de gedetailleerde belastingcijfers bekend zijn). De
methode, die de schrijver bezigt is deze, dat alle (be-
lastbare) inkomens gerangschikt worden naar hun
grootte en vervolgens verdeeld worden in groepen,

die voor elk jaar eenzelfde percentage van de bevol-
king omatten. De loop van de inkomensgrenzen dezer
groepen geeft er een denkbeeld van, over welke groe-

pen rneen 1 nkornensvermeerdering of – vermindering,
clie men voor het geheel waarneemt in’ een zeker jaar,
zich verdeelt. Zoo ziet men, dat in sommige jaren de

ermindering bijna geheel door de hoogere inkomens
wcrdt gedragen, in ‘andere jaren weer meer door de
lagere, enz. Het meest stabiel zijn de groepen om en
bij cle
f
3000 per jaar. De bovenste lagen bewegen zich
meèr in overeenstemming met de dividenden, de
onderste meer met een voor werkloosheid gecorrigeer-
cle loonindex. Voor elke inkomensgrens worden index-
cijfers gegeven, terwijl een grafiek de studie ver-
d uidelijkt;

Faillissementen in het Duitsche en Amerikaan-sche bankwezen.

Ondanks de vele pogingen, die het Duitsche bank-
wezen heeft ondernomen, om zijn bevroren vorderin-
gen te ontdooien, ontbreekt het deû banken nog steeds
aan de gewenschte liquiditeit. In de eerste plaats
blijkt, dat het aantal faillissementen niet, zooals in
het overige bedrijfsleven, is afgenomen. Integendeel,
cie curve ‘ian de bankinsolventies vertoont ook in
1932 nog steeds een stijgende tendens. In de periode
van Januari tot Augustus 1932 hebben in totaal 184
banken opgehouden te bestaan. Gedurende dezelfde
periode van het vorige jaar waren het 148, van Jan./
Au’g. 1930 slechts 134. Zooals het volgende overzicht
duidelijk a’antoont, geeft vooral het aantal accoor-
den nog steeds een sterke toeneming.te zien.

Insolventies in het Duitsche bankwezen.

Faillissementen Accoorden Totaal

Jan/Aug.
1929 ‘ ………53

15

68

1930
………
87

47

134
1931
……. .’

85

63

148

1932
………
97

87

184

In het loopencie jaar hebben evenwel bijna uitslui-
tenci kleinere firma’s ‘haar loketten gesloten, in tegen-
stelling met de déconfitures van vele bankfirma’s van
stanciing kort na de credietcrisis in den zomer van
het vorige jaar. Interessant is een
vergelijking
met
de toestanden in de Ver. Staten. Daar neemt het aan-
tal bankfaillissementen nog steeds toe. Van Januari
tot Augustus hebben in de Ver. Staten 1076 banken
h’aar loketten gesloten. Dit is het grootste aantal, dat
i.n de laatste twintig jaar (gedurende de eerste acht
maanden) werd bereikt. Ook wanneer men er reke-
ning mede houdt, dat het aantal bestaande banken in de Ver. Staten rond driemaal zoo groot is als in
Duitschland, dan ziet men, dat de omvang van de
bankdéconfitures daar toch nog grooter is dan in
D uitschland.

j3ankfaillissementen in cle Ver. Staten.

Jan/Aug.
1929
………….
493
1930
………….
612
1931
………….
933
1932
………….
1.076

Volgens een berekening van dan Federal Reserve
Board is het aantal banken van 28.257 (begin 1926) tot
19.018 (midden 1932) gedaald, d.w.z. met 33 pOt.

Sterk gedaalde export van radiotoestellen uit
Duitschland.

De uitvoer van radiotoestellen daalde in de eerste acht maanden als gevolg van verhoogingen van in-
voerrechten, invoerverboden, deviezenbepalingen enz.
in de belangrijkste afzetgebieden ten opzichte van
1931. naar de hoeveelheid met 48 pOt., naar de waarde
met 50 pOt. Daarbij nam de afzet naar Engeland, dat

tot dusver de
belangrijkste
afnemer was, tot ongeveer
1110 van den omvang van het vorige jaar af. De afzet
van radiotoestellen in de verschillende landen be-

droeg als volgt (in R.M. 1000):

.7c70

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

28
September
1932

Jan. tot Aug.

1931
1932

Frd.nkrijk …..3.660
4.094
Italië

…….
Nederland

….

3.623 2.468
Spanje

……
Zwitserland

2.811 2.188
Oostenrijk Belg. Luxemb.
.
3.009 2.117
Noorwegen Tsjecho-Slow.

2.110
1.801
Denemarken
Zweden

…….3.792
959
Argentinië
Gr.-Brittannië
.
7.072
838
Totaal

De vraag uit het binnenland was, volgens een
ofl-

dérzoek van het Institut für Konjunkturforschung,
dank zij de openstelling van nieuwe grbote zenders
(Leipzig, Breslau, Prankfort a. Main, München)
betrekkelijk levendig, doch als gevolg van de alge-

meene inkomensdali’ng werden in hoofdzaak toestel-len van middelmatige en goedkoope prijzen gekocht.

Het is mogelijk, dat in het seizoen
1932/’33
het te

rerwachten tekort aan afzet op de buitenlandsche
markten, door – in ieder ge’val naar de hoeveelheid
– hoogere omzetten van ontvangsttoestellen in het

binnenland, inzonderheid in de door de nieuwe groo-
te zenders ontsloten gebieden (om. Saksen), gedeel-
telijk zal worden genivelleerd. Minder gunstig zijn
de vooruitzichten voor de meer van den uitvoer af-
hankelijke industrie van luidsprekers, te meer, waar
ook het gecombineerde toestel van grootere beteeke-

nis is geworden.

lndexcijfers van scheepsvrachten.

,,The Economist” schrijft: Na een gestadige daling
scdert April steeg ons indexcijfer voor scheepsvrach-
ten in de wilde vaart, gebaseerd op de gemiddeldé
noteeringen der maand, gedurende Augustus met

bijna
2
pOt. Het tegenwoordige indexeijfer (81,7) is
echter nog 5,6 pOt. lager dan dat van de overeenkom-
stige maand van het vorige jaar.

Datum
C4,
1

N

0)

Basis
(Gerniddeldv.
100 100
100 100
100 100 100

(Gemidd.v.1913)
110,0
113,1
123,4
106,3
117,4
127,9
116,3
Aug.

1931
80,6 82,3
88,3
88,4
87,3
92,6
86,6
Sept.
82,5
83,1
86,3
86,1
85,2
97,9
86,9
Oct.’

,,
90,8 91,5 89,6
97,6
94,0
106,8
95,0
Nov.
91,1
92,0
85,0
99,1
98,8
108,6
95,8
Dec. 91,0 90,4 85,0
98,1
03,0
105,0
95,4

Jan.

1932
88,8
85,2
88.2 90,9
198,3 101,5
92,2
Febr.
88,7
85,5 89,0 87,4
95,8 99,7
91,0
Mrt.
87,3
86,3
87,0
87,7
95,9
103,3
91,2
April
86,1
91,7
86,0 90,8 99,3
96,1 91,7
Mei

,,
86,3
89,6
81,6
93,5 88,8
88,1
88,0
Juni

,,
83,3 87,4
77,3
93,1
82,3
76,6
83,3
Juli

,,
82,6 80,9
75,7
90,8
79,5 71,2
80,1
Aug.
81,0
82,0
74,8
90,7 81,8
80,1 81,7

D’ë uitgaande kolenhandel was wederom flauw en
zonder bijzondere kenmerken, terwijl de noteeringen
verder daalden. De thuisvrachten van de ertshavens
waren zeer beperkt en slechts zeer weinig tonnage
werd gecharterd voor verlading vanaf de Zwarte Zep
en den Donau. Behoudens eenige bedrijvigheid in
Montreal was de NoordAmerikaansche markt kalm,
en hoewel Argentini vrij veel schepen noodig •had, konden de vrachten zich somtijds moeilijk handha-
,yfl
Het gunstigste teeken in de afgeloopen maand
was de verbeterde, vraag in het Verre Oosten en daa’r
er weinig tonnage beschikbaar was, stegen de notee-
ringen ten gunste van de reeders op verschillende
belangrijke routes, waaronder Australië en Europa.

De schommelingen van de verschillende af deelingen

blijken uit de volgende tabel:

1898-1913
=
100

Index-
+
cijfer

Golf
van
Biscaye; uitgaande vracht..
91,7′

1,9
82,3

81,4

4,3
thuisvracht ……..
Middeli. Zee; uitgaande vracht …….
87,3
+ 2,4 82,0 +
1,1
Zuid-Amerika; uitgaande vracht


65,5

0,6

thuisvracht …………

thuisvracht…….,…
84,2
1,0

Noord-Amerika ………………….

Indië; uitgaande vracht ……….

.
84,2

2,1
thuievracht …………,
97,3
+
2,1
81,8
+ 2,3
Het verre Oosten, enz……….. …….
Austra1i

.
………………….
80,1
+
8,9

De

volgende’ tabel toont

ons

indexcijfer,
herleid

tot een percentage voor
1913:

Maand
1929
1

1930
1931
1932

Januari

…….-
109,6
81,2 81,2 79,2
106,7
76,5
81,9
78,2
102,6
75,5 81,3 78,4
Februari ………
Maart ………..
April …….. …
99,1
77,1
80,8
78,8
Mei

………….
97,3
76,1
81,8
75,6
Juni

……..
. .
92,1 75,7
78,1
71,6
Juli

……..-.
94,8
78,1
75,0 68,9
Augustus ..
.
..
96,1
82,6 74,4 70,3
September .-
95,3 83,6
74,7
Dctober.

-. ..
93,3
81,7 81,7
ovember
88,3
79,3
82,3 86,2
81,5
82,0
December ………
laan, gemiddelde
96,8
79,1
79,6

MAANDCIJFERS.

GIRO-KANTOOR DER GEMEENTE AMSTERDAM.
Aug. 1932 Aug. 1931

Giro’8
(eenzijdige ver-
miIIienen
Aantal

killioenen1

Aantal

Girobetalingen aan:
gemeenteinstellingen
f

13.1
38.753
f

13.2
37.226
particulieren

..
.
-.
17.8
128.440
,,

20.-
113.983

Geldomzet.
Ontvangsten

.
.. ….
4.2
6.977
,,

5.1
7.021
,,

7.6
32.861
,,

7.7
31.694
Part.rekeninghouders
34._’
47.743′
,,

32.7′
45.540′
Betalingen

……….

Gelden voor ij aar vast
hebben gedeponeerd
,,

9.6
4.422′
9.9
4.418
2

1)
Gemiddeld saldo te goed.
‘)
Einde
der maand.

RIJKSPOSTSPAARBANR.

JULI
1

1930
1

1931
1932

Inlagen. ……….
f

13.006.670f
16.219.856f

19.011.018
Terugbetalingen
.
… ,,

11.926.887
,,

13.010.137
,,

14.816.883
Tegoed

inleggers
1)

,,355.250.811
394.416.423
,,484.805.074
Nom. bedr. der uitst.
staatschuldboekjes’
,,

42.848.350,,
43.029.300
,,

41.543.550
Spaarbankboekj es:
Nieuw uitgegeven.-
11.559
14.022
11.503
Geheel afbetaald
.
7.756 7.692
7.888
In omloop
1)
2.129,461 2.185.796
2.257.981
1)
Op ultimo.

OVERZICHT DER OPBRENGSTEN VAN HET

STAATSBEDRI3F DER P.T.T.
AUGUSTUS 1932.
Werkelijke

Meer of minder dan
Omschrijving

opbrengst
Aug. 1932
i
Aug. 1931
1
.Begrooting

f
2.899.474

f
329.334

f
4

14
.
726

,,

405.310

62.286

65.330
Posterijen

…….

,,

1.987.191

26.332

164.329
Telegrafie

…….
Telefonie ………
Postchèque- en
Girodienst

… ….
,

479.460
+

94.188
+

12.560

Totalen …… .
f
5.771.435 –
f
323
.
764
– f66l.825

Jan. tot Aug.

1931 1932

1.911

695

847

571

1.052

510

1.138

408

1.179

377

1.533

570

44.043 21.818

28 September 1932

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

77′

STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.

GELDKOERSEN.
N.B.

beteekent: Cijfers nog niet ontvangen.
BANKDISCONTO’S.

Ned 1Vrsch.
Disc. Wissels.
2419 Apr.’32
Lissabon …. 64
4
Apr.’32
Bk Bel.Binn.Eff. 3
19Apr.’32
Londen …….2
30Juni’32
inR.C. 3
19Apr.’32
Madrid ……64
8 Juh’31
Athene …….. 10
8Aug.’32
N.-YorkF.R.B.24 23Juni’32
Batavia……
.. ..
4410 Mrt.’SO
Oslo ……..4
1 Spt. ’32
Belgrado ……..
7420 Juli’31
Parijs ……24
9Oct.’31
Berlijn ……….4
22Sept.’32
Praag …… 44
26 Spt. ’32
Boekarest……..7
3 Mrt.’32
Pretoria .. ..6
13iVov.’31
Brussel ……….
313 Jan.’32
Rome……..5
2 Mei ’32
Budapest ……..5
1 Juli’31
Stockholm .. 34
1 Spt.’32
Calcutta ……..4
7Juli’32
Tokio . . . .4.3817
Aug.’32
Dantzig ……..4
12Juli’32
Weenen……6
23 Aug.’32
Helsingfors ……
6419 Apr.
1
32
Warschau….
74
3
Oct. ’30
Kopenhagen …. 4
30Mei
’32IZwits.Nat.Bk.2
22 Jan.’31

OPEN MARKT.

1932
1931
1930 1914

24S

t
ep
.
19/24
12117
5/10

1

21/26
22127
20124
Sept.
Sept.
Sept. Sept. Sept.
Juli
Amsterdam
1
15/
in
.
Partic.disc.
1
14_
1
13
114_I12
11
4
_11
3

11
4
.11
3

2114
115116.2
318-116
Prolong.
1
1
1
1
3314
1
314-2
211
4314

Londen
Dageld. .
.
1
14-1
1
14-1 14-1
1
14..1
3314_5113
1)14-2
1
3
/4-2
Partic.disc.
113.514
I8I4
116I4
51/3_314
21132-1116
41/4_314
Berlijn
Daggeld…
4
1
/2.5
6
/8
411
2
.631
4

5
5
14-6
3
14
5
1
18-614
81011
2

2112_5112

MaandeId
5-6 5-6
5_6
1
12
5-612
– –

Part, disc.
3718
37/
4
_4
4
1
19
4
1
1,
8
3
3
18_
3
14
2
1
/8-
1
12
Ware
wechsel.
5-
1
/i
5-11′
51/,
51/,
8
4-
1
/8

We., York
Dag6eld
1)
2.11
4

1

211
4

2.1/
4

2.1/
4

1
1
13’44
2114
1
3
142
1
12
Partic.djsc.
7/8
i8
71 71
111
5
-31
4

2

1)
Koers van 23 Sept. en daaraan voorafgaande weken t/ni. Vrijdag.

WISSELKOERSEN.
KOERSEN IN NEDERLAND.

D a a
New
Londen
Berlijn
Parijs
Brussel
Batavia
York)
)
s
)

e)
)
1)

20 Sept. 1932
2.49 8.64%
59.284
9.754
34.52
997/
21

,,

1932
2.4811
8.63’/
59.28
9.754 34.52
997/8
22

,,

1932
2.48i3/
8.60%
59.25
9.75
34.56
997/
t

23

,,

1932 2.49
8.62%
59.26
9.76
34.524
997/
8

24

,,

1932
2.49
8.62i1
69.25
9.76
34.54
9971
26

,,

1932 2.491/
6

8.60%
59.25
9.76
34.55
99’j
Laagste d.wL)
2.4880
8.59%
59.20
9.754
34.45
99s1
8

Hoogste d.wl)
2.4920
8.65% 59.324
9.764
34.574
100
19 Sept. 1932
2.4911
8

8.65i1
59.31
9.76 134.52
99%
12 Sept. 1932 2.49′
8.69/4
59.24
9.75J1
34.51
9951
5

Muntpariteit
2.4878
12.1071
59.263
9.7471
34.592
100

Data
s!,1d
Weenen
Praag
Boeka-
Milaan
Madrid
S,)
) ) ) ) )

20 Sept. 1932
48.03

7.374
1.474
12.774
20.40
21

,,

1932
48.01

7.38
1.474
12.77
20.424
22

,,

1932
48.02

7.37
1.474
12.77
20.424
23

,,

1932
48.01

7.37
1.474
12.774
20.40
24

,,

1932
48.02

7.38 1.474
– –
26

,,

1932
48.02

7.37
1.474
12.76
20.40
Laagste d.wl)
47.95 35.15
7.34
1.424
12.724
20.20
Hoogste d.wl)
48.07/4
35.25 7.40
1.524
12.824
20.65
19 Sept. 1932
48.04

7.37
1.484
12.78
20.24
12 Sept. 1932
48.02%

7.35
1.49
12.784 20.05
Muntpariteit
48.12% 35.007
7.371
1.488
13.094 48.52

D
a a
Stork-
Kopen-
0 lo
Hel-
Buenos-
Mon-
holm’)
hagen’,)I
forfi)
Aires’)
treal’,)

20 Sept. 1932
44.40
44.85
43.40
3.76
65
2.24o,’
21

1932
44.30
44.75
43.40 3.774
65
2.23/4
22

1932
44.35 44.65
43.25
3.76
65
2.24
23

,,

1932
44.30 44.80 43.40
3.75
65
2.24
24

,,

1932
44.30
44.80
43.40
3.76
65 2.2434
26

,,

1932
44.25 44.75
43.35
3.71
65
2.24%
Laagste d.wl)
44.-
44.30
43.-
3.65

2.22
Hoogste d.w1)
44.60
45.-
43.75
3.824
65
2.26
19 Sept. 1932
44.45
44.90
43.55
3.76
65
2.25
12 Sept. 1932
44.75
45.10
43.85
3.774

2.20
Muntpariteit
66.671
66.671 66.671
6.266
95%
2.4878
•) Noteering te Amsterdam.
*5)
Not, te Rotterdam.
1)
Part, opgave.
In het eerste nummer van iedere maand komt een overzicht voor van een aantal niet wekelijks opgenomen wisselkoersen.

KOERSEN TE NEW YORK. (Cable).

Data
Londen
($
per,)

Parijs
($
P.
lOOfr.,)
Berlijn
($p. 100 Mk.)
Amsterdam
1
($ p.
100
gid.)
20 Sept..

19321
3,461s1
3,92
23,80% 1
.40,16%
21

,,

1932
3,46s,
3,9211
5

23,81%
40;.17%
22

1932
3,4671
t
, 3,921,
23,81

.
.

4c1,16
23

,,

1932
3,469/
3,92
23,80
40,1631
24

,,

1932
3,46s1
3,9171
5

23,80
40,1e –
26

,,

1932
3,4571
1
,
3,91i
1
1
1

23,79%
0,13%..
28 Sept.

1931
3,86
3,94
23,50
40,05
:
Muntpariteit ..
4,86
3,9051,
23.81%
401,
1

KOERSEN TE LONDEN

Plaatsen en
Landen
Noteerings-
eenheden
10
sept.I
1932
17Sept.
1932
19124
Sept.
1932
Laagsteh”oogste
,24Sejt.
1932
Alexandriö
Piast.p.
973<
97
9
7’18
973,
979
Athene
…..
p. .
562/4
562%
550
585
572%
Bangkok
Sh.p.ticai
1/’0H
l/lO’

l/lO3
1/10e,
h/b0
8

Budapest
Pen.
p £
20
20
19
21
20
Buenos Aires
d. p.$
40y,
40%
40%
40% 40%
Calcutte
….
h.
p. rup.
1166132
116512
16
1
1
8

11681
1/6
6
/
Constantin
Piast.
p. £
..
725
725
720
725
720
Hongkong

.Dr.

Sh.
p. $
11481
8

1143132

1/3%
114′
8

11411
8

Sh.
p.
yen
114%
1/4,
1/4s1,
1/5.
.1/4%
Lissabon
Escu.p.,
110 110
10934
1103
110

Kobe

…….

Mexico
$
per
£
11.45
11.524
11.33
1L524
11.33
Montevideo
d.per
30
30
28
32′
30
Montreal
$
per
£
3.84%
3.84/4
3.83
1
4
3.87%
3.84
Rio d.
Janeiro
d. per Mil.
5s1
16

5s1
5
5/4
5/4
Shanghai
..
8h. p.
tael
119161
33

11981
16

118%
1
1
,
971
8

1/9i1
Singapore
id. p. $
213811
33

2/371,
2133%
214
21371
8

Valparaiso 1)
$
per £
58
58 58
58 58
Warschau ..
Zl.p.
31%
31
3011
31/4′,
30
7
18
‘)25.) ag.
ZILVERPRIJS GOUDPRIJS
8)
Londen’)
N.York2)
Londen
ZO Sept. 1932..

171,
27%
20 Sept. 1932….
11818
21

,,

1932..

17111,
2711
4

21

1932….
118110′
22

,,

1932..

1811,
2771,
22

.

1932….
11911
23

,,

1932..

16%
2731
23

,,

1932…
118111
24

,,

1932..

17
2
i
2781
8

24

1932….
.118111
26

,,

1932..

17′
8
18
27%
26

1932….
11911
28 Sept. 1931..

1651
8

2831,
28 sept. 1931….
108/1
27

Juli

1914..

24
,
51,
6

59
27 Juli

1914….
84110%
1)
in pence p.oz.stsnd.
2)
Foreign silver
in
$c. p.oz.
fine.
3)
in sh.
p.oz
line’
STAND
VAN ‘8
RIJKS KAS

Vorderingen.

1 15 Sept. 1932 1 23 Sept. 1932

Saldo van’s Rijks Schatkist bij De Ne-
f
16.288.959,93
f

8.463.937,56
Saldo b. d. Bank voor-Ned. Gemeenten
995.945,28
,,

67.192,22
Voorschotten
op
uit. Augustus 1932 aan
de gem. verst,
op v.
haar d. de Rijks-

derlandsche

Bank,……………….

adm. te heffen gem. ink. bel, en
opc.
3.862.665,22
3.862.665,22
Voorschotten
op
uit. Augustus 1932 aan
de gem. verstr.
op
aan haar uit te
keeren hoofds, der pers. bel., aand, in

op
de Rijksink. bel…………………

de hoofds. der grondbel, en der gem.
fondsbel., alsmede
opc. op
dle belas-
tingen en
op
de vermogensbelasting
– –
252.700.860,94 240.964.286,33
Voorschotten aan Ned,-Indië… …. ….
Id.

aan

Suriname …………………
..12.983.589,21
,,

13.125.059,81

t
Id,

aan

Curaçao ………………….
..7.769.540,06
7.806.320,55 Kasvord, wee, credietverst, a/h, buiteni.
,,
10
..9.308.871,28
,,
l09.Ô24.082,3l
Daggeldleeningen tegen onderpand
Saldo der

v.
Rijkscomptabelen
postrek.

22.205.961,72

Vord.ophetAl,g.Burg.Pensioenfondsl)
,,


21.885.717,86
,,

Id.
op
andere Staatsbedrijven
1) …….
16.546.464,17
,,

16.346.421,97
Vertr. t. laste der Rijksbegr. kasgeld-

leeningen aan gemeenttn (saldo)……
64.210.972,90
,,

63.963.972,90
Verolichtineen.
1

Voorschot door de Ned. Bank ing. art,
16 van haar octrooi verstrekt


Schuld a/d Bank
v.
Ned. Gemeenten

Schatkistbiljetten in Omloop ………
f299.757.000,-
/299.757.000,-
Schatkistpromessen in Omloop …….
162.530.000,-
,,152.530.000,-
Zilverbons in

Omloop
…………….
1.722.240,50
,,

l.716.520;50
Schuld
op
ultimo Augustus 1932 aan de
gemeenten

enz ………………
……
5.772.338,73

,,

5.772.338,73
Schuld aan het Alg. Burg. Pensioenf.l)
,,

14.112.844,64

,,

14.134.801,49,
Id. aan hetStaatsbedrijfd.P., T.enT.’)
.,

82.591.419,69
,,

67.394.167,53
Id. aan andere Staatsbedrijven’)
………..
287.856,22
,,

272.856,22
Id. aan diverse instellingen1) ……..
…10.573.263,75
,,

10.562.827,46
‘)
In rekg.-crt. met
‘s
Rijks Schatkist.

NEDERLANDSCH-INDISCHE
VLOTTENDE
SCHULD.
17Sept. 1932
/
62.431.000,-
1

24 Sept. 1932
Vorderingen: Betaalmiddelen in
‘s
Lands kas ……
…497.000,-

‘waaronder Munthilietten

Verplichti’ngen: Voorschot ‘s Rijks kas e. a. Rijksinstell.
Schatkistpromessen ………………
Schatkistbiljetten ……………….
Muntbiljetten in omloop ………….
Schuld aan het Ned,-lnd, Muntfonds.
Idem aan de Ned.-Ind. Postspaarbank.
Voorschot van de Javasche Bank….

,,253.267.000,-
f254.0l7.000,-‘
11.695.000,-
,,

ll.675.000,-
,,

28.415.000,-
28.415.000,-
2.481.000,-
2.490.000,-‘
9.345.000,-
9.096.000,-.
980.000,-
.,,

978.000,-
7.712.000,-
,,

6.079.000,-

772

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

28
September
1932

NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 26 September 1932.
Activa.
Binnenl.Wis.fflfdbk.
f

33.708.926,80
sels, Prom.,
Bijbnk. ,,

383.858,46
enz.in disc4Ag.sch.
,,

6.404.687,81

f
40.497.473,07
Papier o. h. Buiten!. iiisconto

……

Idem eigen portef..
f

71.335.835,-
Af :Verkochtmaar voor
de bk.nog niet af gel.


71.335.835,-
Beleeningen
111 dbk.
f

24.392.277,39
mcl. vrach.
Bijbnk.

4.955.018,30

op
in r:kcrt.
Ag.sch. ,,

49.325.916,47

78.673.212,16

Op Effecten ……
f

77.462.031,75
OpGoederenenSpec. ,,

1.211.180,41
78.673.212,16
Voorschotten a. h. Rijk …………….,,
4.572.873,24
Munt en Muntmateriaal
Munt, Goud
……f
100.687.510,- Muntmat., Goud
..
,, 934.014.193,60

(1.034.701.703,60
Munt, Zilver, enz.. ,,

17.984.891,17
Muntmat., Zilver..


1.052.686.594,77
1
)
Belegging
1/5
kapitaal, reserves en pen-
sioenfonds

……………………

..
20.133.833,09
Gebouwen
en
Meub. der Bank ………..
5.000.( 00,-
Diverse
rekeningen ……………….,,
14.455.829,64
Staatd.Nederl.(Wetv.27151 32,S.No.221) ,,
19.331.195,17

f
1.306.686.846,14
Passiva.
Kapitaal ……………………..

f
20.000.000,-
Reservefonds ……………………,,
3.000.000,-
Bijzondere reserve

….. ……. ……..
5.000.000,-
Pensioenfonds

………………….,,
8.193.269.64
Bankbiljetten
in
omloop …………..

..
973.638.925,-
Bankassignatiën in omloop

……….

..
176.147,98
Rek..Cour.
5
Het
Rijk
f


saldo’s:
Anderen ,, 294.384.784,68
294.384.784,68

Diverse rekeningen ……………..,,
2.293.718,84

f
1.306.686.846,14

Beschikbaar metaalsaldo
………….f
544.887.952,46
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop dan waartoe de Bank gerechtigd is. ,,
1.362.2 19.880,-
1)
Waarvan in het buitenland
f

5.520302,58.
Voornaamste posten in duizenden
guldens.

Goud Andere
Beschikb.
Dek-
Data
Munt t Muntmat.
Circula
iie
opeischb.
1
schulden

1
Metaal-
saldo’)
kIng perc

26 Sept.’32 100688 934.014 973.639 294.561 544.888 83
19 ’32 100688 934.014 978.477 286.054 546.329 83
12 ,; ’32 100690 933.990 984.786 281.704 545.379 83
5 ’32 100690 932.681 1002.766 263.311 544.318 83
29 Aug. ’32 100691 931.253 996.127 277.603 540.752 82
22 ,, ’32 100691 929.859 982.732 287.384 541.462 82

28 Sept.’31 93.692 608.788 1034.641 168.955 245.829 60

25 Juli ’14 65.703 96.410 310.437 6.198 43.521

54

Totaal Schatkist- B1

Papier

Diverse
Data

bedrag
promessen


e ee-

op het

reke-

disconto’s
rechtstreeks
ningen

buiteni.
1
ningen
2)

26 Sept. 1932

40.497


78.673

71.336 14.456
19

1932

41.215


78.859

71.336
14.445
12

,,

1932

41.418


80.030

71.336
15.178
5

,,

1932

40.588


81.681

71.336
15.048
29 Aug. 1932

41.081


83.376

71.336
14.660
22

,,

1932

43.118


84.315

71.336
14.996

28 Sept. 1931 109.852


110.903

218.833 62.554

25 Juli

1914

67.947


61.686

20.188
509
1)
Sedert den bankstaat van 4 Jan.
1929 op
de basis van
21
metaal-
dekkIng.

2)
Sluitpost activa.

SURINAAMSCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens.

Data
Metaal
,atie
opeischb.
schulden
Discont.
Div.
reke.
ningen’)

27

Aug.

1932..
892
1.197
463
857
2.321
20

1932.
893 1.092
470
851
2.316
13

,,

1932..
893 1.154
601
860
2.325
6

1932..
891
1.302 524
864 2.344

29

Aug.

1931…
881
1.492
465
844
545

5 Juli

1914..
845 1.100 560
735
396
1)
SluItp. der activa.

JAVASCHE BANK.

Voornaamste posten in duizenden guldens. De samengetrok-
ken cijfers der laatete weken zijn tlegrafisch ontvangen.
Andere
lieschiki
Data

Goud

Zilver

Circulatie opeischb. met aal-
schulden
1
saldo

24 Spt. 19321
140
216.230
32.660
49.244
17

1932!
148.600
218.930
31.300
48.508
10

1932
149.410
222.260
31.770
47.798

20Aug.1932
103.627

45.584
217.841
35.241 47.979
13

1932
103.625

45.257
222.087
33.963
46.461
6

,,

1932
103.619

45.744
223.228
33.810 46.549
30 Juli 1932
104.857

45.650
218.754
37.140
48.149

26 Spt. 1931
126.150

40.282
237.745
31.451
58.753
27 Spt. 1930
138.816

31.462
257.309
44.038
49.739

25 Juli 19141
22.057

31.907 110.172
12.634
4.842

Wissels.
t
Diverse

l
Dek-

Data
J

Dis-
buiten
conto’S

Belee-

i
reke-
kings-
N.-Ind.
ningen
)
ningen’)
percen- beiaalb.
)
lage

24Spt. 1932
17

,,

1932
10

,,

1932

20Aug.1932

8?00
84.920 88.660
*5*

28.440
ïi
13

,,

1932
9.527 18.147
39.965
28.849
6

,,

1932
9.620
19.052
41.058
26.251
30 Juli 1932
9.553
19.617
40.824
24.221

26 Spt. 1931
9.514
3.530 42.725
30.868
27Spt. 1930
9.485 28.868 43.816
45.145

25 Juli1914
1

7.259
6.395
75.541
2.228
1)
Sluitpost activa.

BANK VAN ENGELAND.
Voornaamste posten in duizenden ponden sterling.

Bankbil].
1
Bankbilf.

Other Securities
Data
Metaal
in


circulatie
in Banking
Departm.

21 Sept. 1932
140.376
359.266 55.156

10

1932
140.222
362.285
52007
7

1932
139.958
365.122
48.909
31 Aug. 1932
139.806
365.287
48.619
24

1932
139.596
363.882
49.847
17

1932
139.602
365.957
47.771

23 Sept. 1931
134.974 352.676 55.952

22 Juli

1914
40.164
29.317

Data
00v.
Sec.
Public
Depos.

Ot/rDposits
1

Other

i

Bankers
lAccountsl

t

Dek-
Reservej
kdigs-
I
perc.’)

21 Sept.’32
70.998
23.915 82.586
32.904
56.110 4
0
7
1
32

14

,,

’32
70.863
12.933
89.827 33.157 53.037
38
29
1
31

7

,,

’32
69.933 7.618
91.507
33.297 49.835
3715/,

31 Aug.’32
73-149
20.727 79 549
35.4 7
49.519
3613)
81
24

,,

’32
71.279
22.203
79.946
34.429
50.714
3781
32
17

,,

’32
70.164
9.806
89.754
34.464 48.645
36
7
1
32

23 Sept.’31
60.176 23.018 64.915
50.962
57.298
4
1
7
1
22 Juli ’14
11.005 14.736
42.185
29.297
52

1) Verhouding tusschen Reserve en Deposits.

BANK
VAN
FRANKRIJK.
Voornaamste posten in millioenen franes.

t
Te
goed

Wis

1
Waarv.) Belee-

enteloos
Data
Goud
Ziiver)

in het

sets
op
het
.
n,ngen
I
R
voorschot
buitenl.

1
buitenl.1
v.d. Staat

16Sept.’32
82.508
1.242
)

2.929
)

5.211!
2
.0811
2.797 3.200
9

’32
82.400
1.239!
2.980
t

6.028! 2.081)
2.805
3.200
2

,,

’32
82.231
I1.236

3.324
1

4.816!
2.0831
2.844
t
3.200
26Aug.’32
82.239
I1231
I

3.308
1

5.549!
2.082
2.761 3.200

18Sept.’31
58.575
)

900114.617
17.3591
12.9211
2.768
3.200

23Juli’14
4.104
1

640
1

1

1.5411
81
7691

Bons
v d.)
Diver-
Rekg.
Courant

Data
zet/st.

sen’)
Circulatie

1
Zei/st.
Staat
Parti-
amort.k.

6.621

2.243

)amort.k.
culieren

22.954
16Sept.’32)
80.281
799
2.936
9

’32
6.621

2.210
80.681
935
3.039
23.119
2

’32
6.621

2.313 81.383
759
3.120 21.492
26Aug.’32
6.621

2.123
79.912
814 3.167
23.426

18Sept.’31
5.065

2.148
77.575
1.417
6.760
18.426

23Ju1i’14


5.912
401

93

1)
Sluitpost
activa.

60 59
59
59 58
58 59
62
57

44

12.006

18.527

12.052

18.301

12.274

18.611

12.159

19.083

13.266

19.510

14.685

18.709

13.579

26.141 –

33.633

28 September
1932

ECONOMISCH STATISTISCHE BERICHTEN

773

DUITSCHE RIJKSBANK.
Voornaamste posten in mi11ioenn Reichamark.


Daarvan
Devlezen
Andere
-.
Data
0
ud
bij bui-
als goud-
wissels
Belee-
ten!. circ.
dekking
en
ningen


banken
1)

geldende-
cheques
.–.

15 Sept. 1932
717,9
63,4
144,6
2.847,5
117,5
7

,,

1932

768,4
63,4
157,2
2.952,0
103,5
31 Aug.
1932
768,3
63,4
.
156,8
3.008,9
207,4
23

;,

1932
768,1
63,4
143,6
2.779,9
92,5
15

,,


1932
763,1
63,4
136,7
‘2.913,5
106,8
15 Sept. 1931
1.372,1
99,6.

356,2
2.868,8
163,7
30 Juli

1914
1.356,9



750,9
5’0,2

Data
Effec-
Diverse
Circu-
Rekg.-
Diverse ten
Activa’)
lat ie
Crt.
Passiva

15 Sept. 1932
365,0
788,2

3.697,4
-.

413,3.

722,6
7

,,

1932
365,0
-784,7 3.688,8

388,5
714,7
31

Aug. 1932
365,1 768,7
3.836,9
407,6 711,5
23

,,

1932
365,1 775,1
3.616,9 353,0
707,4
15

,,

1932
365,1 775,1
3.616,9
353,0
707,4
15 Sept. 1931
103,0

919,5 4.249,6
393,4
775,8
30 Juli

1914
330,8
200,4

1
1,890,9

944,L
40,0
1)
Onbelast.
2)
W.o. Rentenbankscheine 15, 7. Sept., 31, 23, 15 Aug.’32
en 15 Sept. ’31 resp. 26; 25; 16; 34; 27; 15 miii.

NATIONALE BANK VAN BELGIE.


– Voornaamste posten in – millioenen Belgas.

Data

Goud
.
Rekg. Crt.

1932
n•’

.

‘-‘
.5
e
,..
..
L

r3-

0

22Sept.
2581


634 60
367
3.616
1
120
15
2595
– –
648
84
367
3.642
3
123
.8

2602


669 64
367
3.675
22 99
2619
– –

701
69
367
3.687
59
104
5Aug.
2615

-.-
678
57
367
3.652
15
143
24 Spt.
1
)
2492


860
35
290

3.457-
22
239
)1931.

VEREENIGDE STATEN VAN NOORD.AMERIKA.

FEDERAL RESERVE BANXS.
Voornaamste posten in millioenen dollars. – –

Goudvoorraad
Wettig
Wissels

Data
betaal-
middel
Totaal
Dekking
In her- disc. v. d.
In de
open
bedrag
1

F. R.
Notes
Zilver
etc.
member
markt
banks
gekocht

7Sept.’32
2.794,6
2.145,8
196,4
420,4
33,6
31Aug.’32
2.773,0 2.139,4
206,7


432,8
34,1
24

,,

’32
2.753,4
2.139,4
206,0
426,7 35,4
17

,,

’32
2.727,5
2.136,1
202,3
442,9
35,9
10

,,

’32
2.680,4
2.108,5
200,7
451,9
38,7
3

,,

’32
2.643,9 2.080,9

201,5
487,2
40,7
9Sept.’31
3.470,0
2.220,4
158,7
260,2
197,8

Data
Belegd
In U. S.
in circu]
Totaal
Gestort
Goud-
Dek-
Algem.
Dek-

1

Oov.Sec.
5

Kapitaal
kings-
kings-
lat je
1
perc.l)
perc.
)
7Sept.’32
1.850,9
2.831,7
2.220,2
153,1
55,3 59,2
31Aug.’32
1.851,7
2.814,0 2.241,3
153,1
54,8
58,9
24

,,

’32
1.851,1
2.824,8 2.202,5
153,3
54,8
58,9
17

,,

’32
1.851,0
2.838,8
2.173,8
153,4 54,4
58,4
10

,,

’32
1.851,0
2.843,6
2.134,6
153,6
-53,8
57,9
3

,,

’32
1.846,1
2.857,8
2.115,3
153,7
53,1

57,2
9Sept.’31
728,1
2.010,3
2.553,7
167,1
76,0
79,5
1)
Verhouding totalen goudvoorraad tegenover opelschbare
schulden:
F. R.
Notes en netto deposito.
2)
Verhouding totalen
voorraad muntmaterlaal en wettig betaalmiddel tegenover Idem.

PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HET.
FED. RES. STELSEL. – Voornaamste posten in millioenen dollars.

Data


Aantal
banken

5i
conto’s
en
beleen.

1

Beleg-
gingen
1

lRerve
1

bil de
1

F’ R.
lbanks

Totaal

depo-
sito’s,
.

1
Waarvae
1

time
1 deposits

31Aug.’32
158
10.796
7.743
1.711
16.797
5.633
24,,

’32
– –


-,

17

’32
162
10.909
7.671
1.633
16.704
5.633
10

,,

’32
163
10.958
7.684
1:618
16.736
5.638
3

’32

188
10.996
7.700 1.558
1

16.724
5.612
2Sept.’31
107
14.398
7665
1.807
1
20.289
7.003
Aaii het eind van ieder kwartaal wordt een overzicht
gegeven van enkele niet wekelijks opgenomen bankstaten.

GOEDERENHANDEL.

GRANEN.
27 September 1932

De prijzen voo!- t a r w c aan cle Nooi

d-Amerikaausche
– terniijximark.ten zijn in cle af-geloopea w’eek eerst nog iets
gedaald. Daaruaa, is eenige verbetering iiigetreden en zijn ook de door : afladers gevraagde prijzen matig -verhoogd. Koopers namen over het algemeen een afavachtende hou-
ding aan en de omzetten bleven kleiner dan -in cle vorige
week, tocu zij gs-oot waren. Geclure4cic cle laatste, dageii
–ij
is. weder eene kleine –sve-rlagiug gevolgd. De vastere
stemming was gedeeltelijk een gevolg ‘van eene verbetering
op de katoen. en- fondsenmarkt. Vooral in de. Ver. Staten
staan de prijzen voor graan sterk onder den invloed van
de -stemming op die inarkteii. Ook werkten de weersom-
standigheden in het wintertai-wegebied des Ver. Staten
mede tot dc vastere stemming, daar de u.itsaai er door droogte wordt vertraagd. Sedert is in sommige streken
-regen gevallen, doch verdere regenval is gewenscht.. Dc
Amer-ikaansehe Farni-boarcl heeft besloten niet –
vôôr
t
.
Januaii met tarwe aan dc niarkt te komen. Nog 35 Ii 40 millioen bushels bevinden zich in hande-n van den
Farmboard, dit is 10 h 15 millioen bushels meer dan men
in handelskringen had vermoed. De board onderhandelt
ve1 over den verkoop van een -groote hoe-veelheid op – ere.
-diet naar Ohina, omdat China niet tot dc -geregelde afzet-
gebieden behoort en de handel door deze onderhandelingen
Van den Farmboard niet gedupeerd n’ordt. In China zijn
cle resnitaten
van.
den tarwe-oogst niet gunstig en cr -bé-
staat -belangstelling voor Man itoba eis Australische tarwc.
In Canada worden voortdurend groote hoeveelheden ter
markt gebracht en men blijft er dringend met tarwe aan
de markt. Ook op dagen dat ‘goede vraag in Europa be-
-staat en

flibke zaken worden gedaan, ondergaat de markt
daar-van dikwijls -geen verbetering daar het aanbod cie viaag
nog steeds overtreft. Engeland is wel het voornaamste in-
voerland van taiwe, de meeste andere landen bemoeilijken
den invoer door invoerrechten of nieuggeboden. Tot het
i’aatste is ook België overgegaan,

waar cle invoer van
-zachte tarwe -is verbodeis, terwijl 10 Ot. inlandsche tarwe
-bij’ de meelfabricage moet woi-den gebruikt. De opbrengst van den tarwe-oogst -in Spanje wordt geschat op 4.918.100
tons tegen 3.658.500 tons in het vorige jaar. Uit Argen.
tinië kwamen, klachten over schade door vorst en sprink-
hanen, doch ook regen svei-d gemeld. De vooruitzichten
schijnen er verbeterd. Ook in Australië is regen gevallen
en de vooruiiehte1L zijn er op het oogenblik ‘gunstig. De
verschepingen uit Rusland waren in de vorige week weder
van grooten omvang, hetgeen er toe meewerkte, dat koo-pers voorzichtig waren bij het doen hunner inkoopen. i)e
Russen hebben op ruinie -schaal booten gecharterd en men
verwacht daarom verdere uitvoeren, al zal- alle- ruimte niet
voor tarwe gebruikt vorden. Aan de tcrmijnmitrkt te Win-
nipeg was het -slot voor tarwe onveranderd, vergeleken
-bij een week -geleden. Chicago sloot 2,y2 dollarce-nts hooger.
Het slot te Buenos Aires was 7 centavos per 100 1KG.. te
Rosario -10 cents-vos hooger. –
– Aan de
s
o g g e.markt kwamen weinig zaken tot stand.
Slechts enkele zaken -in stooniende Canacleesche en Rus-
-sische als -ook in Duitseh/Poolsche werden afgesloten. De
prijsfluetuaties waren gering. Bij oploopende tarweprijzen
trachten houders van rogge ‘wel om de prijzen te verhoo.
gen, doch de vraag was te beperkt om eene prijsvehoo.
iug door te zetten. Op afladibg zijn de prijzen, welke voor
Canadesche rogge wordeu gevraagd, te hoog orn zaken
mogelijk te maken. Te Winnipeg was het slot voor rogge dollarcent pci- 56 lbs. hooger, te Chicagd 2Y4 dollar.
cents hooger.
In de flauwe stemming voor in aï s -is in het begin der
t’ec weinig verandering gekomen. Het aanbod van Plata-
mais uit aangekomen booten bleef groot en hoewel de vraag
voldoende ‘bleek om de aangeboden hoeveelheden op te
nemen, van eenige prij-sverhooging was geen sprake. Daar.
na is middeis des- week tengevolge van het kleiner w’or-
den der disponibele voorraden en koersverbe4ering.

1
i-n
Argentinië eenige verbetering ingetreden en waren hoo-
gere prijzen te maken.- Vermeerderd aanbod, nadat eenige
booten terzelfden tijd binnenkwamen, oefende druk op cle
markt uit eb had eene verlaging tengevolge, waardoor de
geheele verbetering weder verloren ging, dooh toen ook
dit aanbod kleiner werd, kwam er opnieuw eenige ver-
-betering iii de prijzen. Ook vermeerderde de vraag, omdat
-gedurende cie eerstvolgende dagen weinig njieuwe bod-ten
w’orden verwacht. De -prijzen voor Platamais op af lading
fluetueerden ongeveer gelijk met die vo,or di

sponibele; voor
stoomende en latere verseheping werd geregeld – een premie
betaald. i)e prijzen aan cle termijnmarkt sloten te Buenos

774

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

28 September 1932

AANVOERE’N in tons
van 100 KG.

Rotterdam

II

‘Amsterdam

Totaal
Artikelen

1824
Sept.
1

Sedert
1
Overeenk.
II
18124
Sept.
1

Sedert

1
Overeenk.

1932

1931
1

1932

1
t
Jan.
1932
1
tijdvak
1931

1932

1
1Jan. 1932
1
tijdvak
1931

27.441
1.019.288
1.104.907

7.800
15.439
1.027.088 1.120.346 Tarwe

…………….
7.290
380.590 235.708

1.743. 1.007
382.333
236.715
285 18.084
20.632

145
18.084
.

20.777
Mais ………………
1.020.041
935.402
3.230
252.002
201.470
1.272.043 1:136.872
23.120
307.262 452.098
6.782
16.832
34.672
324.094
486770

Rogge

……………..

1.987
139.185
210.974

3.241
2.826
142.426
213.800

Boekweit ………………
27.
.225

6.749
212.044 152.559
3.206
293.554
384.715
505.598
517.274
Gerst

…………….
Haver

………………

74.529
89.579

50
.

204
74.579 89.783 Lijnzaad

…………..
Lijnkoek
…………793
Tarwemeel

…………
963
..

1.782 17.677
68.075
199
10.028 19.942
27.705
87.717
Andere meelsoorten

30.888
29.304
442
9.610 9.273
40.498
38.577

Aires 1 centavo per 100 KG. hooger, te Rosario
5
centavos
hooger. Voortdurend bestond er ruim aanbod van Donau-
maïs. Hiermede wordt niet alleen mais uit Roemenië be-
doeld, doch ook uit Zuicl-Slav.ië en Hongarije. In Hongarije
wordt cle opbrengst van den maïsoogst geschat op
11.316.000
quarters tegen een vroegere schatting van
12.006.000
quar-
ters en een opbrengst in het vorige jaar van
6.950.000
quai’ters. In Zuid-Slavië verwacht men een uitvoersur-
plus van
500.000
ton. De schatting van de opbrengst in
Roemenië bedraagt nu
24.982.000
quarters. Eenigen tijd
geleden sprak men van
28.152.000
q.uarters. In het vorige
jaar was de opbrengst
27.600.000
quarters. De prijzen voor
Donaumaïs hebben in overeenstemming met die voor Plata-
mais gefluctueerd en zijn tegen het einde der week weder
iets gestegen.
De verschepingen van ge r
S
t waren in de afgeloopen
week weder ‘groot, zoowel van den Donau als van Rus.
sische haven’s. Naar Nederland werd van den ‘Donau weder
op ruime schaal verscheept. De stemming voor gerst, spe-
ciaal voor Donaugerst, was overwegend flauw en de prij-
zen brokkelcien geregeld af. In cle eerste hand wordt voor
de tegenwoordige prijzen geen Donaugerst geoffreerd en
het was hoofdzakelijk de tweede hand, welke voor lage
prijzen de binnenkomende en spoedig verwachte partijen

verkocht. Op aflading bleven zij vrijwel ‘onveranderd. Op
het lage niveau verbeterde de vraag en werden flinke
hoeveelheden aan de consumptie verkocht. Gi’sterexc kon.
den de prijzen, nadat eerst laag’ werd verkocht, zelfs iets
verbeteren. Voor Russische ‘gerst wordt een premie van
verscheiden guldens per last betaald. ‘Ook voor deze gerst.-
soort zijn’ de prijzen in den loop der week gedaald.
In
11
a v e r waren de omzetten beperkt. Tsjechische haver
is geregeld aan de markt voor weinig veranderende prij-
zen.. Platahaver is iets in prijs, gedaald met weinig om-zetten. Ok voor Caadeesche haver trad eenige. prijsver-
laging in op aflading. Aan de termijnmarkt te Winn.ipeg
sloot haver
Y
2
dol1arcnt hooger. Te Buenos Aires was
het slot
15
centavos lager.

SUIKER.
De verschillende suikermarkten verkeerden gedurende de
afgeloopeu week in een wijfelende stemming iii verband
met berichten, dat de as. Cuba-oogst op
2.000.000 tons
vastgesteld zal worden, alsmede het verloop der bespre-
kingen te Batavia betreffende ‘eene nieuwe verkoop-orga-
nisatie.
In A m e r ik a was de omzet in ruwsuiker zeer beschei-
den. Het gerucht, dat de periode waarvoor in Cuba 700.000

STATISTISCH OVERZICH’

GRANEN
EN
ZADEN



ZUIVËL’ EN EIERËN
,

MINERALEN
TARWE
Manitoba
R000E
MAIS
GERST
62163KG.
LIJNZAAD
BOTER
KAAS

Ed
‘EIEREN
STEENKOLEN
Westfaalschej
PETROLEUM

0.

OCO
No. 2 Canada
La Plata
Z. Russische
La Plata
perK.G.
Almm
maar Gem. not.
Hollandsche
Mid. Contin.
Crude
Rotterdam!
Arnteras
loco
Rotterdam loco
R’damjA’dam
No.3 Canada
loco Rotter-
loco
R’damlA’dam
Leeuwar-
der Comm.
Farleks-

Eiermijn
Roermond
bunkerkolen,
ongezeefd
f.o.b.
tm 33.9
0

per 100 K.G.
per 2000 K.G.
damper
per 1960 K.G.
Noteering
kI.
mlnerk
P. 100 St.
R’damjA’darn
é
brl

per
2)
3)
..)
pr

f1.
01
f1
01
f1.
0
10
0.
9
10
f1.
O”o
n.
01
f1.
Oio


f1.
°Io
f1
%
1925 17,20 100,0
13,07
5
100,0
231,50
100,0
236,00
100,0
462,50
100,0
2,31
100,0
56,-
100,0
9,18
J00,0
10,80


100,0
1.68
100,0
1926 15,90
92,4
11,75
89,9
174,25
75,3
196,75
83,4
360,50
77,9
1,98
85,7
43,15
77,1
.8,15
88,8-
17,90
165,7
1.89
112,5
1927
14.75
85,8
12,47
5

95,4
176,00
76,0
2
100,4
362,50 78,4 2,03
87,9
43,30 77,3
7,96
86,7 11,25
104,2
1.30
77,4
1928
13,475
78,3
13,15
100.6
226,00
97,7
228,50 96,8
363,00 78,5
2,11
91,3 48,05
85,8
7,99 87,0
,
10,10
93,5
1.20
71,4
1929
12.25
71,2
10,87
5
83,2
204,00
88,1
179,75
76,2 419,25
90,6
2,05
88,7
45,40
81,1
8,1l


88,3
11,40


105,6
1.23
73,2
1930
9,675
56,3 6,22
5
47,6
136,75
59,1
111,75
47,4
356,00 77,0
1,66
71,9 38,45
68,7
6,72 73,2
11,35
105,1
1.12
66,7
1931
5,55
32,3
4.55
34,8
84,50
36,5
107,25
45,4
187,00
40,4
1,34
58,0 31,30
56,9
5,35
58,3
10,05
93,1′
0.58
34,5
Jan.

1930
12.675
73,7
9,35
71,5
149,25
64,5
151,25
64,1
433,75
93,8
2,00 86,6
43,95
78,5
7,55
82,2
11,75,
108,8
1.21
72,0
l’ebr.

,,
11,72
5

68,2
8,175
62,5
139,00
60,0
135,75
57,5
398,50 86,2
2,03 87,9
41,15′
73,5 6,90
75,2
11,75
108,8
1.11
66,1
Maart

,,
10,90
63,4
7,15
54,7
143,50
62,0
125,00
53,0 390,00 84,3
1,71
74,0 41,25
73,7
5,18 56,4
11,55
106,9
1.11
66,1
April

,,
11,175
65,0
7,625
58,3
180,25
77,8
129,75
55,0
431,00
93,2
1,50
64,9
36,50 65,2
5,16
56,2
11,35
105,1
1.16
5
69,3
Mei

,,
10,45
60,8
6,55
50,1
148,50
64,1
114,50
48,5
405,00
87,6
1,44
62,3
37,20 66,4
5,30
57.7
11,35
105,1
1.18
5
70,5
Juni


10,05
58,4
5,175
39,6
145,50
62,9
103,75
44,0
385,50 83,4
1,54
66,7
37,-

66,1
5,09 55,4
11,35
105,1
1.185
70,5
juli
9,55
55,5
5,825
44,6
157,75
68,1
108,00
45,8 345,75 74,8
1,72
74,5 39,90
71,3
5,99 65.3
11,35
105,1
1.185
70,5
Aug.

,,
9,45
54,9
6,30
48,2
146,00
63,1
116,25
49,3
365,00
78,9
1,58
68,4
40,20
71,8
6,03
65,7
11,35
105,1
1.185
70,5
Sept.


8,40
48,8
5,25 40,2
127,50
55,1
99,00
41,9
318,75
68,9
1,64
71,0
37,55
67,1
7,23 78,8
11,35
105,1
1.185
70,5
Oct.


7,40
43,0
4,625
35,4
112,25
48,5 86,00
36,4 281,25 60,8
1,63
70,6
36,90 65,9
8,60 93,7
11,35
105,1
1.185
70,5
Nov.

,,
7,25
42,2 4,25
32,5
94,50
40,8 82,25
34,9 270,75
58,5
1,58,
68,4
36,50
65,2
9,63
104,9 10,90
100,9
0.85 50,6
Dec.

,,
7,07
41,1
4,30
32,9
96,00
41,5 91,00
38,6
247,75
53,6
1,55 67,1
33,50
59,8
7,97
86,8
10,85
100,5
0.85 50,6
Jan.

1931
6,525
37,9
4,-
30,6
84,50

36,5
86,25
36,5 207,50
‘44,9
1,61
69,7
32,25
57,6
6,63 72,2
10,30
95,4
0.85
50,6
1’ebr.
5,775
33,6
3,90
29,8
87,50
37,8
85,75
36,3
206,25
44,6
1,66
71,9
33,80
60,4
6,21
67,6
10,30
95,4
0.85
50,6
Maart

,,
5,625
32,7
4,20
32,1
103,00
44,5
104,75
44,4 214,00
.
46,3
1,47
63,6 35,00
62,5
4,94
53,8
.10,30
95,4
0.66 39,3
April
5,90
34,3 4,42
5
33,8
112,00
48,4
117,00
49,6
197,75

.
.42,8
1,35
58,4
31,60
.

56,4
4,20
45,8
10,15
94,0
0.53 31,5
Mei

,,
6,15 35,8
4,970
38,0
95,75
41,4
124,00
52,5
189,00
40,9-
1,26
54,5
30,85
55,1
4,075
44,4
10,00
92,6
0.53 31,5
Juni

,,
5,75
33,4

5,05
38,6
86,75
37,5
116,50
49,4

191,50
41,4
1,29
55,8
33,50
59,8
4,30
46,8
10,00
92,6
0.34
5

20,5
juli
5,425
31,5 4,70
35,9
‘84,25
36,4
115,75
49,0
211,00
45,6
1,32
57,1
37,75
67,4
4,40
47,9
10,00
92,6
0.24
14,3
Aug.
4,975
28,9 4,02
5
30,8
74,50
32,2
119,50
50,6
185,50
40,1 1,30
56,3
36,00
64,3
4,98 54,2
10.00
92,6
0.43
5

25,9
Sept.
4,775
27,8
4,27
5

32,7
68,00 29,4 97,00
41,1
164,25
35,5
1,27
55,0 32,25
57,6
5,775
62,9
10,00
92,6
0.56
33,2
Oct.
5,-
29,1
4,475
34,2 68,50 29,6 94,75
40,1
160,25
34,6
1,24
53,7
26,25
46,9
6,275
68,4
9,90
91,7
0.56
33,2
Nov.
5,825
33,9
5,475
41,9
81,00
35,0
114,50
48,5
169,75
36,7
1,17
50,6
24,75
44,2
7.07
77,0
9,90
91,7
0.68
40,4
Dec.
4,925
28,6 4,95
37,9
69,25
29,9
111,25
47,1
145,75
31,5

1,18
51,1
21,40
38,2 5,325 58,0
9,90
91,7
0.71
42,3
Jan.

1932
5,05
29,4
5,07
5
38,8
71,25
30,8
114,00
48,3
142,50
31,0
1,16
50,2
25,75
46,0
4,71
51,3
8,25
76,3
0.71
42,3
Febr.


5,30
30,8
5,07
5
38,8 74,00
32,0
108,50
46,0
142,25
30,8
1,34
58,0 27,75 49,6
3,79
41.3
8,25
76,3
0.71
42,3
Maart

,,
5,525
32,1
5,80
44,4
86,75
37,5
1l8,00
50,0
143,25
31,0
0,98
42,4
23,65
42,2 3,425
37,3
8,35
77,3
0.71
42,3
April

,,
5,65
32,7
6,22
5

47,6
88,75
38,3
124,50
52,8
135,25
29,2
0,99
42,9
19,60
35,0
2,775
30,2
8,65
. .
80,1
0.86
51,2
Mei

,,
5,60
32,6
5,30
40,5
78,00
33,7
116,00
49,2
130,25
28,2
0,82
35,5
19,65
35,1
2,88 31,4
8,30
76,9
0.86
51,2
Juni

,,
5,22
5

30,4
4,15 31,7
80,75
34,9
105,75
44,8
128,75
27,8
1,11
48,1
24,25
43,3 3,08
33,5
8,25
76,3
0.86
51,2
juli
4,90
28,5
4,-
30,6 78,75
34,0
100,25
42,5
129,75
28,1
0,96 41,6
19,55
34,9
3,125 34,0
8,10 75,0
0.86
51,2
Aug.,,
5,20
30,2
4,075
31,2
77,50
33,5
98,25
41,6
133,00
28,8
0,76
32,9
17,90
32,0
3,72
40.6 7,80 72,2
0.86
51,2
5 Sept.,,
5,45
31,7
4,20
32,1
78,50
33,9 94,00 39,8
146,00
31,6 0,838 35,9
16,508
29,5 4,70
512
7,75
71,8
0.86
7

5l,2
12

,,
5,50
32,0 4,25
32,5 80,00
34,6
88,00
37,3
157,50
34,1
0,830
35,9
19,50
0

34.8
5,05 55,0
7,75
7l,8
0.86
51,2
19

,,

,,
5,45 31,7
4,20
32,1
77,00 33,3 86,00
36,4
150,00
.32,4
0.86
10
1
37,2
19,50
10

34,8
4,60
50,1
7,75 71,8
0,86
51,2
26

,,,
,50
32,0 4,20

1
32,0
1
78,00
33,7
86,001
36,4
149,00
32,2 0,83
11
1
35,9
21,50
11

38,4
4,20
1

45,8
7,75 71,8
0,86
51,2
5)
Men zie voor de toel. op dezen staat de nos. van 8 en
IS Aug.
1928
(No.
658’e’n 659)
pag. 689190 en
709.
2)
Tot Jan.
Ï93l.
Hard Winter No. 2. van Jan. 1931 te
vanaf 26Mei1930 tot 23Mei1932 74 K.G. Zuid-Russische.
4)
Tot Jan. 1928 Malting; van Jan. 1928 tot 9 Febr. 1931
American’ No.
2, van 9
Febr.
1931 tot 23 Mei 193

28
September
1932

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

775

totis vrijwillig geblokkeerd zijn, verlengd
zou
worden tot
1 Juli 1933 en dat er kans bestaat, dat een vèrder kwan-
tuin van 100.000 tons hieraan toegevoegd
zou
worden, ver-
oorzaakte ccii vaste stemming. Hierdoor kon een verkoop
valt ciii flinke partij Cubasuiker tot 1.15 dc. tot stand
komen. Daarna verviel de markt echter weer in een apathi-
sche houding.
De stemming op de Ne w-Y o r k s ch e termijnmarkt
was onregelmatig tengevolge van de tegenstrjd.ige berich-
ten uit Cuha, hetgeen bleek uit cle fluctuaties van soms
4 punten. Dc slotnoteeringen luidden als volgt: Oct. 0.99; Dec. 1.06; Jan. 1.03 en Mrt. 1.03, terwijl de laatste notee-
ring voor Spot Centr. 3.15 was.
IDe ontvangsten in de Atlantische havens der Ver. Staten bedroegen deze week 60.000 tons, de versmeltingen 56.000
tons tegen 59.100 tons verleden jaar en de voorraden
242.000 tons tegen 222.000 tons.
De laatste Cii b a-statistiek is als volgt:

1932
‘1931
1930

tons
tons
.
tons
Productie

……(Raming)
2.700.000
3.122.186
4.671.260
Ontvangsten

………….
19.602
33.798 36.019
Totaal

sedeTt

1/1

……..
1.450.160
1.801.703
3.296.350
Verschepingen

………..
32.897
65.978
87.977
Voorraad afsclieephavens
845.436
1.121.619 1.179.913

In E ii ge 1 a n d bestond maar matige belangstelling
voor ruwe suiker. Slechts enkele scheepsladingen konden
geplaatst worden ‘tot Sh. 516 tot Sh. 519.
Na een flauw begin herstelden cle noteeringen op de
L o ii d e ii s c h e – termijnmarkt zioh, in overeenstemming
met New-York, nogal belangrijk. Iflet einde der week kwam
met (le volgende cijfers: Dec. 5h. 519, Mrt. Sh. 61., Mei
5h. 6f

2 en Aug. Sh. 6/43/4, Rietsuiker ‘basis 96 pCt. cif.
Uit 11 u s 1 a n d wordt gemeld, dat de omstandigheden
ten opzichte van het binnenhalen van tIen oogst allesbe-
halve gunstig zijn. –
J a v a: Naar aanleiding van cle op 21 dezer gehouden
conferentie hebben thans onderlinge besprekingen plaats
om te trachten tot eene overeenstemming te komen om-
tretit een reorganisatie van ‘de V.I.S.P. De V.l’.S.P. ver-

kocht nog verder 2000 tons Superieur en 5000 totis bruine
suiker.
H i c r t e 1 a n d e volgde de markt geheel liet buiten-
land, hoewel de fluctuaties in verhouding iets geringer
waren. De iroteeringeir op dc A ni s te r d a m s c h e ter-
mijnmarkt waren aan het, slot als volgt: Dec.
f
61,, Mrt.

f
63/, Mei
f
6% en Aug.
f
6%.

KOFFIE.
• De markt ‘bleef ook in de afgeloopen week in vaste stem-
ming verkeeren. Omtrent de revolutie in l3razilië werden
geen nadere berichten vernomen en het verkeer met Santos
bleef gestremd. Uitvoer van die haven is daardoor nog
steeds onmogelijk. In den laatsten tijd worden door som-mige afladers offerten gemaakt op conditie, dat de koffie
verscheept zal worden ‘binnen dertig dagen na beëindiging
sier onlusten, doch daar de onzekerheid daaromtrent te
groot is, vinden deze aanbiedingen niet veel belangstelling. De vraag naar ‘gewasschen . en •ongewasschen Robusta en
Centraal-Amerikaaiesche soorten bleef daardoor aanhouden en de prijzen liepen geleidelijk op, vooral voor ‘cle Robusta,
waarvan de directe aanbiedingen uit Nederlanclsch-Indië
hoe langer hoe schaarscher werden. Ook aan de termijn-markten heerselite in verband daarmede een vaste stem-
ming.
Uit New-York is per pest bericht ontvangen, dat het
Amerikaansche Gouvernement in onderhandeling is met
‘de Braziliaansche Federale Regeerin’g over verdere verkoo-
pen van cleu koffie-voorraad van dc Farni-Board. Amerika
heeft aangeboden op alle verdere verkoopcn uit ‘dezen voor-
raad $1.- per haal aan Brazilië uit te keeren. Volgens
een later ontvangen telegrafische mededeeling zijn de .on-
derhandelingen, welke aanvankelijk ‘waren afgebroken,
wederom hervat.
Volgens bericht van den B’raziliaanschen Koffie-Raad
zijn in de afgeloopen week vernietigd 2000 balen ‘te Rio en
6000 balen te Victoria, terwijl verder bericht is biniien-
‘gekomen, dat van 7 tot 13 Juli vernietigd zijn 257.992
halen in Sao i’aulo, en van 11 tot 14 Juli 47.017 balen te Santos. Voor zoover bekend, zijn dus thans sedert 1 Juli

VAN GROOTHANDELSPRIJZEN
1
)

METALEN

1

TEXTIELGOEDEREN

DIVERSEN

ZILVER
cash Londen
IJZER
eve an

KOPER
Standaard
‘.
..
KATOEN
Middling
WOL
ge am e
WOL
gekamde
Australische,
KOE-
HUIDEN
KALK-
SALPETER
per

oun ry

0.

.0.

.
Locoprijzen
ocoprijzen
on en per
ocoprijzen
on en
locoprijzefi
us ra isc e,
erino,

S

V.
CrossbredColo-
Gaaf, open
Old. per
Standard
Ounce
1

S
roug Londen
per Eng. ton
ng.

on
per

ng.

0fl
New-York’
per Ib.
OCO

ralb or
nial Carded,
50’s Av. loco
kop
57-61
pnd.
100 KG.
netto
per

ng. on

per
Brdfo,rd per Ib.
pence
%
Sh.
0(
£
0
10
£
0
10
£
010
$
ets.
0
10
pence
°/o
pence
%
f1.
01
f1.
0
10
32
1
18
100,0
731-
100,0
62.116
100,0
261.171-
100,0
36.816
100,0
23,25
100,0
55,00
100,0
29,50
100,0
34,70
100,0
12,-
100,0
2811,’
16

89,3
8616
118,5
58.1/-
93,5
290.1716
111,1
31.116
85,3
17,55
75,5
47,25
85,9
24,75
83,9
28,46 82,0
11,61
96,8
26j4
83,3
731-
100,0
55141-
89,7
290.41-
110,8
24.41-
66,4
17,50
75,3
48,50 88,2
26,50
89,8
40,43
116,5
11,48
95,7
26
0
116
81,1
661-
90,4 63.161-
102,8
227.51-
86,8
21.11-
57,8 20,00 86,0
51,50
93,6
30,50
103,4
47,58
137,1
11,48
95,7
24
7
/16
76,2
7016
96,6
75.141-
121,9
203.1516
77,8
23.51-
63,8
19,15
82,4
39,-
70,9 25,25
85,6
32,25
92,9
10,60
88,3
17
1
/i
55,4
67/-
91,8
54.131-
88,0
142.51-
54,3
18.116
49,6
13,55
58,3 26,75
48,6
16,25
55,1
25,36
73,1
9,84
82,0 41,6
551-
75,3 36.51-
58,4
110.11-
42,0
12.11-
33,1
8,60
37,0 21,50
39,1
12,00
40,7
18,65
53,7
8,61
71,8
20
15
116
65,3
72/6
99,3
71.9/6
155,1
174.131-
66,7
21.111- 59,4
17,15
73,8 29,50
53,6
19,25
65,3 26,63
76,7
10,11
84,3
20118
62,6
7216
99,3
71.1216
115,4
174.41- 66,5
21.41-
58,2
15,45
66,4 28,50
51,8
17,75
60,2 24,50
70,6
10,21
85,1
1998
59,5
701-
95,9
68.1916
111,1
165.18/-
63,4
18.16/-
51,6
15,20
65,4
26,25
47,7
16,50
55,9

69,2
10,21
85,1
19/16
61,0
.6716
92,5 61.31-
98,5
161.1716
61,8
18.616
50,3
16,45
70,8
27,25
49,5
17,25
58,5
24,13
69,5
10,21
85,1
18
1
/16
59,0
67j6
92,5
53.91-
86,1
145.-(-
55,4
17.161-
48,9
16,50
71,0 28,75
52,3
18,00
61,0
26,25 75,6
10,21
85,1 16
1
116
50,0
6716
92,5
50.16
80,7
136.416
52,0
17.191-
49,3
14,50
62,4 27,75
50,5
17,50
59,3
26,63
76,7
10,21
85,1
16
49,9
6716
92,5 48.21-
77,5
134.1716
51,5
18.31-
49,8
13,10
56,3 27,00
49,1
16,75
56,8
24,25 69,9
9,18 76,5
16(
51,0
651-
89,0
47.151-
76,9
135.5;6
51,7
18.61-
50,2
11,95
51,4
27,25 49,5
16,50
55,9
24,88 71,7
9,28 77,3
16
11
/u
52,0
6316 87,1
46.61- 74,6
132.61-
50,5
17.181-
49,1
11,-
47,3
27,00
49,1
15,75
53,4
26,50
76,4
9,39
78,3
16112
51,5
6316
5

87,1
43.-(-
69,3
117.131-
44,9
15.151-
43,2
10,55
45,4
24,50
44,5
14,50
49,2 26,25
75,6
9,49
79,1
16
5
18
51,9
636
6

87,1
46.816
74,8
113.16/-
43,5
15.1816
43,7
10,85
46,7
24,00
43,6
13,00
44,1
25,25
72,8
9,70 80,8
16
5
18
51,9
6316
6

87,1
47.616
76,2
115.31-
44,0
15.516.
41,9
9,95 42,8
22,50
40,9
12,50
42,4

72,0 9,90
82,6
13/8
43,2
6016
82,9
45.716
73,1
116.81-
44,4
14-16
38,5
10,30
44,3
21,25
38,6
12,00
40,7
24,63 71,0
10,11
84,3
121
1

38,9
586
80,3
45.116
72,6
117.-16
44,7
135,6
36,4
10,95
47,1
21,75
39,5
12,00
40,7 22,50
64,8
10,21
85,1
13
7
/16
41,8
586
80,3
45.116
72,6
122.11-
46,6
13.3/6
36,2
10,90
46,9
25,25
45,9
14,50
49,2 22,25
64,1
10,21
85,1
13
1
/8
40,9
586
80,3
42.1516
68,9
113.41- 43,2
12.10

34,3
10,25
44,1
24,50
44,5
14,50
49,2
22,25
64,1
10,21
85,1
12
15
/16
40,3
5816
80,3
39.66
63,4 104.171- 40,0
11.1016
31,6
9,40
40,4
23,50
42,7
13,00
44,1
21,75
62,7
10,21
85,1
12
7
1
40,1
5816
80,3
36.616
58,5
106.216
40,5
11.1116
31,8
9,10
39,1
22,00
40,0
12,50
42,4
19,13
55,1
10,21
85,1
13
1
1,
41,2
5816
80,3
34.141-
55,9
112.516
42,9
12.1516
35,1
9,25
39,8
22,25 40,5
12,50
42,4
20,25 58,4
8,26 68,8
12′
3
116
39,9
5816
80,3
32.151- 52,8
114.19/6
43,9
11.19,6
32,9 7,20
31,0

22,25 40,5
12,00
40,7
18,75
54,0
7,-
58,3
13
5
/
41,4
5516
76,0
30.316
48,6 111.161-
42,7
11.41- 31,1
6,55 28,2
20,00
36,4
11,00
37,3
18,-
51,9
6,50 54,2
13
1
/18
43,0
46

63,0 28.2/6
45,3
101.116
38,6
10.96
28,8 6,30 27,2
19,50
35,5
10,75
36,4
17,50
50,3
6,65 55,4
14
1
/2
45,1
44/6
61,0
27.19/6
45,1
102.-!-
39,0
11.51-
30,9
6,40 27,5
19,00
34,5
10,75
36,4
16,75
48,3
6,80
56,7
14
5
/1
44,6
4116
56,8
27616
44,2
98.1716
37,8
10.161-
29,6 6,30 27,2
16,25
29,5
9,00 30,5


6,95 57,0
13
7
18
43,2
416
56,8
27.1416
44,7
98.181-
37,8
10.141-
29,4 6,65 28,6
16,50
30,0

9,00
30,5
11,63
33,5 7,10
59,2
14
43,6
4116
56,8
26.41-
42,2
99.216
37,9
10.51-
28,1
6,90
29,7
16,25
29,5
9,00
30,5
11,75
33,9
7,25
60,4
131/
4

42,8
441-
60,3
24.181-
40,1
96.6/-
36,8
9.91-
25,9 6,90
29,7
16,50
30,0 8,75
29,7 10,25
29,5 7,40 61,7
13
1
18
40,9
45/-
61,6
23.81-
37,7 84.1516
32,4
8.1616
24,2 6,25 26,9
16,50
30,0 9,00
30,5
9,25
26,7 7,40 61,7
12
5
18
39,3
44/-
60,3 21.61-
34,3
89.1316
34,2
8.-/-
22,0 5,80


24,9
15,75
28,6 8,25 28,0
8,88
25,6
7,40
61,7
12
5
/s
39,3
441-
60,3
20.12/6
33,2
84.91-
32,3
7.51-
19,9
5,25 22,6
15,25
27,7
7,75
26,3
9,
25,9
7,40
61,7
12
3
18
38,5
426
58,2
19.216
30,8
90.1716
34,7
7.316
19,7
5,80
24,9
16,00
29,1
8,50 28,8
9,75
28,1


12
13
116
39,9
421-
57,5
22.416
35,8
101.-/-
38,6
7.17/6
21,6
7,35
31,6
15,75
28,6 8,25
28,0
12,-
34,6
5,70
47,5
1371
41,8 421-
57,5
26.181-
43,3
111.101-
42,6
9.18/-
27,2
8,90
7

38,3
16,25
12

29,5
8,25
12

28,0
13,75
16

39,6
5,90
49,2
13
1
18
40,9
421-
57,5
25.181-
41,7
111.1316
42,6
9.1416 26,7 7,75
3,33
17,00
13

30,9
8,75
19

29,7
5,90 49,2
12314
639,7
421-
57,5
23.1116
38,0
105.1816
40,5
9.316;
25,2
6,90
29,7
17,25
14

31,4
8,75
14

29,7
5,90 49,2
12
5
18
39,3
4116
56,8
25.41-
40,6
108.161-
41,6
9.61-
25,5
7,50 32,3
17,00
15

30,9
1

8,75
16

29,7
5,90 49,2
26Sept. 1932 79 K.G. La Plata.
3)
Tot Jan.
1928
Weste’rn; vanaf Jan.
1928
tot 16 Dec.
1929
American No. 2. van 16 Dec.
1929
tot 26 Mei
1930
7415 K.G. Hongaarsche,
6415
K.G. Zuid.Russische. Van 23 Mei-19 Sept.
1932
No. 3 Canada.
5)
Noteering Schotland 5916.
6)
58/-.
7)
3,
8)
2,
9)
9,
10)
16,
11)
23,
12)
1, 19)8,
14)
15,
15)
22,
16)
13 Sept.

776

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

28 September 1932

vernieti
g
d 106.017 biJen te Santos, 153.000 balen te Rio,
153.000 balen te Vietoria, 527.992 balen in Sao Paulo en
13.000 balen op andere plaatsen, tezamen 953.009 balen.
Van Rio zijn de’ aanbiedingen w’eclerom hoogcr. Thans
komen deze uit, omgerekend in Hollandsch geld, voor type
New-York 7 met beschrijving, prompte verscheping, op
24% Ii 24V
2
et. per % K.G. kost en vracht.
Nederlandscb-Indië is voor Robusta zeer vast gestemd.
Offertes van dit productieland zijn schaarsch met voert-
durend oploopende prijzen. In de eerste hand zijn de no-
teeringen thans:
Palenibang Robusta, October-verscheping, 2034 ct.; Ben-
koelen Robusta, October-verschepiog, 21
14
ct.; M.andheling
Robusta, October.verseheping, 2334 ct.; W.I.B. faq. Ro-busta, October-verscheping, 27 et., alles per 34 K.G. cif,
uitgeleverd gewicht, netto contant.
Aan de termijnmarkt te Rotterdam zijn de prijzen
3/
f
i ct. per 34;’ 1KG. gestegen. De noteeringen zijn thans:
September 25%, December 25
3
/8,
Maart 23, Mei 22
3
/8
en
September 22 ct. per
14
K
.
G.
De officieele loco-noteeringen te Rotterdam werden ver-
hoogd voor Su’perior Santos van 36 op 37 ct. en voor Ho-
busta van 25 op 26 ct., alles per 34 K.G.
De lot-noteeringen te New-York ‘van liet aldaar gel-
dende gemengd contract (basis Rio No. 7) w’areii

Dec.:
Mrt.
bilci

Sept.

26 September
………

7.42
$
6.25
$
5.81

19 September
……..

..6,86
6.34
6.14

12 September
……….6,30
,, 6.-
5.80

2 September
……….6,25
6.-
,, 5.91

Rotterdam,
27 September 1932.

Gewone kwaliteiten varen ten volle.pr ijshoudend, ter-
wijl er ook moer belangstelling was voor gruistbee met veel
geelpunt.
Hier in Amsterda.m werd (Ie theemarkt verontrust door
(Ie aangekondigde voorstellen tot verhooging met 30 pOt.
van alle invoerrechten, waaronder ook die op thee vallen. Het toch al abnormaa.l hooge .iuvoerrecht vati 75 ets. per
KG. zou dan worden gebracht op met minder dan 97.5 ets.
pr
KQ. of bijna 49 ets. per hKG., •hetgeen juist tweemaal
zoo hoog is als de tegenwoordige gemiddelde marktwaarde
van alle theeën in veiling.
Het mag onbegrijpelijk worden genoemd, dat de Regee-
ring ter verkrijging van versterking van inkomsten, ook thee zoo uitermate zwaar wil belasten en daartegenover
andere volksclranken geheel vrij laat binnenkomen.
Amsterdam, 26 September 1932.

INSTITUUT ‘VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN.

Bedrijfsleven en de strijd tegen

de Armoede in Nederland

door Dr. CH. A. VAN MANEN.

Prijs
ingenaaid
f
3,-.

Gebonden’
f4,75.

Voor leden der Vereenigiug en geabon-

neerden op het Weekblad wordt á
.
it werk

beschikbaar gesteld tegen den prijs van

1
2,50 ingenaaid en
f
4,- gebonden.

THEE.

De theemarkt had in de afgeloopen week ccii aangena-
mer aanzien. Er viel op de Londensehe veilingen betere
vraag te eonstatceren, waarvan ditmaal voornamelijk mid
denkwaliteiten konden profiteeren, zoodat die in enkele
gevallen op een prijsverbetering konden w’ijzeri.

Bestellingen richte men tot het Secretariaat van het

Instituut,- Pieter de Hoochweg 122, onder gelijk-

tijdige remise per postwissel of op postchèque-
en

girorekening No. 8408, Rotterdam.

Vervolg STATISTISCH OVERZICHT VAN GROOTHANDELSPRIJZEN.

DIVERSEN
.

KOLONIALE PRODUCTEN
INDEXCIJFERS

Bruto-
VUREN
basis
7″
HOUT
f.o.b.
RUBBER
Standaard
1)
SUIKER KOFFIE
THEE
COPRA
gewicht buit, handel
v. d.
.

.
1
Z
W
1111
> –
Zweden!
Ribbed Smoked
Witte kristal-
suiker loco
Robusta
Locoprijzen
All. N.-l.
A’dam gem.
theev.
pr.
Ned.-lnd.
f.m.s.
Nederland
CDSMR
3

II
22 ii
Finland
per standaard Sheets
loco Londen
R’damlA’dam
Rotterdam
Java- en Suma-
per 100
Amsterdam
K.O.
1925=100
____________
van
4.672
M.
per Ib.
per 100
K.G.
per
1
12
K.G.
tratheep.’/sKG.
ee
,ln-

1
Uit-
voer
1
voer
-»’
1-

f
0
10
Sh.
01
II.
01
cts.
1

010
cts.
0
10
f
0
10
1925
159,75
100
2111,625
‘100,0
18,75 100,0
61,375
1100,0 84,5
100,0
35,87
5

100,0
100
100
100,0
100,0
1926 153,50
96,1
21-
67,4
17,50
93,3
55,375
I

90,2 94,25
111,5
34,-
94,8
112
128
93,2
92,9
1927
160,50
100,5
116,375
51,6
19,125
102,0
46,875
1

76,4
82,75
97,9
32,62
5

90,9
113 116
95,4
89,5
1928
151,50
94,8
-110,75
30,2
15,85
84,5
49,625
80,9 75,25
89,1
31,875
88,9
118 128
96,4 87,6
1929
146,00
91,4
-110,25
28,8
13,-
69,3
50,75
82,7
69,25
82,0
27,375
76,3
122
132
91,6
82,6
1930 141,50
88,6
-15.875
16,5
9,60
51,2
32
52,1
60,75
71,8
22,625 63,1 124
135
75,5
69,4
1931
110,75
69,3
-13
8,4
8,-
42,7
25
40,7
42,50
50,3
15,37
5

42,9
117
136
62,6
57,9
Jan.

1930
147,50
93,9
-/7,375
20,7
11,675
62,3 35
57,0
60,50
71;6 26,87
5

74,9
128 136
84,5
76,9
Febr.
147,50
92,3
-18
22,5
11,40
60,8
35
57,0
58,25
68,9
26,375
73,5
112 126
81,3 75,2
Maart

,
147,50
92,3
-17,625
21,4
10,70
57,1
35
57,0′
62,25
73,7
25,25
70,4
125
131
78,7
74,2
April
147,50
92,3
-17,375
20,7
10,55
56,3 35
57,0
59,50
70,4
26,12
5

72,8
115
127
78,7
72,8
Mei
145,00
90,8
-16,875
19,3
9,80
52,3
34,75
56,6
58
68,6
25,50
71,1
132
132 76,1
72,0
Juni
145,00
90,8
-/6,125
17,2
9,775
52,1
33 53,8
58
68,6
22,87
5

63,8
131
133 76,1
70,4
juli
142,50
89,2 -15,625
15,8
9,27
5

49,5
31,50
51,3
55,50
65,7
21,75
60,6
138
141
74,2 69,3
Aug. 142,50
89,2
-/4,875
13,8
8,50
45,3
29,50
48,1
55,25
65,4
20,-
55,7
129
145
73,5
67,9
Sept.
140,00
87,6
-/4,125
11,6
7,975
42,5
28,25
46,0
59,50
70,4
19,25
53,7
122
126


72,3 65,4
Oct.
132,50
82,9
.-/4 11,2
8,625
46,0
29 47,3
66,50
78,7
18,75
52,3
128 152
71,6
64,6
Nov.
130,00
81,4
-14,375
12,3
8,75
46,7
29
47,3
68,25
80,8
19,375
54,0
121
139
71,0
63,3
Dec.
130,00
81,4
-/4,375
12,3
8,20
43,7
29
47,3
66,75
79,0
19,-
53,0
105 129
69,0
61,3

P
n

1931
125.00
78,2
-/4,25
11,9
8,20
437
28
45,6
66,25
78,4
18,25
50,9
121
132
67,7
59,2
r.,,

125,00
78,2
-13,875
10,9
8,20
43,7
26,25 42,8
53
62,7
18,125
50,7
96
121
67,1
59,4
Maart
125,00
78,2
-13,75
10,5
8,30
44,3 25,50 41,5
45
53,3
18,625
51,9
107
140
66,5
59,1
April
125,00
78,2
-3,125
8,8
8,575
45,7
24,75 40,3
43.
50,9
17,50 48,8
110 138
65,8 58,4
Mei

,,
125,00
78,2
-13,125
8,8
8,50 45,3
25
40,7
40,25 47,6
15,37
5

42,9
114
141
65,8
56,8
luni
110,00
68,9
-13,125
8,8
8,575
45,7
25,75 42,0
39,50
46,7
14,125
39,4
127
133
64,5
56,8
juli
110,00
100,00
68,9 62,6
-3
8,4 7,0
8,775
48,6
42,1
27
44,0
38,25 45,3
15,
41,8
39,4
138 122
153 142
62,6 55,8
Aug.,,
Sept.,,
100,00
62,6
-2,5
-12,375
6,7
7,90
7,525
40,1
25,50 23,75 41,5 38,7
38,50 37,50 45,6 44,4
14,125
13,375
37,3
125
146
60,6
58,7 55,6
58,1
Oct.
100,00
62,6
-12,375
6,7
7,55 40,3
23
37,5
37,75
44,7
13,25
36,9
119
146
58,7 58,5
Nv.
100.00
62,6
-‘2,25
6,3
7,15
38,1
23
‘37,5
37
43,8
13,75
38,3
113 132
,
58,7
58,8
Dec.,,
82,50
51,6
-/2,25
6,3
6,75
36,0
23
37,5 35
41,4
12,75
35,5
115
114
54,8
58,8
Jan.

1932
82,50
51,6
-12,125
6,0
7,35
39,2
23
37,5
32
37,9
13,125
36,6
103 107
54,2 58,4
Febr.,,
82,50
51,6
-12
5,6
7,05
37,6 23′ 37,5 30
35,5
14,50
40,4 86
III
53,5
59,8
Maart

,,
70,00
43,8
-11,625′
4,6
6,25
33,3
23
37,5
31
36,7
14,75
41,1
87
116
52,9
58,3 April

,,
70,00
43,8
-11,5
4,2
5,90
31,5
23
37,5
29,25 34,6
14,-
39,0
89
110
51,6 56,0
Mei

,,
70,00
43,8
-/1,5
4,2
5,625
30,0
23,50
38,3
30,25
35,7
13,25
36,9
89
107
51,0 54,0
luni
70,00
43,8
-Il,375
3,9
6,30
33,6
24
39,1
28,50
33,7
12,375
34,5
101
116
50,3 52,5
juli
67,50
42,3
-11,375
3,9

6,70
35,7
24
39,1
23,75
28,1
12,375
34,5
100
112
49,0
53,7
Aug.,,
63,00
39,4
-11,75
4,9
6,575
35,1
24
39,1
22,75
26,9
12,375
34,5
95
105
48,4
55,3
5
Sept.
60,00
37,6 -/2,1875
6,1
6,625
35,3
24,50
39,9
23

2

27,2
12,75
35,5
57,1
12

,,

,,
60,00
37,6
-12
5,6
6,50
34,7
25
40,7
24,503
29,0
12,875
35,8
19

,,
60,00
37,6
-12,125
6,0
6,50
34,7
25
40,7
12,625
35,2
26

,,

,,
60,00
37,6
-12
1

5,6
6,50
1

34,2
26
42,4
1
12,75
35,5
t)
Jaar- en maandgem. afger.
op
ijs
pence.
2)
1
Sept.
)I5
Sept.

N.B. Aiie Pondennoteeringen vanaf 21 Sept. zijn op goudbasis omgerekend

Auteur