1’ijËRUAi?1
AtJTEtJRSRËCffD VOORBËHOtJDËN.
1
•
Economi
“
schp
‘
–
o
‘
Statistische
Berichten
ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER
ORGAAN VOOR DE MEDEDEELINGEN
VAN DE CENTRALE
COMMISSIE
VOOR
DE RIJNVAART
UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN
17E JAAROANG
WOENSDAG 3 FEBRUARI 1932
No. 840
INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESC ÏJRIFTEN.
A.tgemeen Secretaris: Prof. Mr. Dr.
G.
Ii!. Verrijn Stuart
ECONOMISCH-STATISTTSCHE BERIC I1TEN.
COMMISSIE
VAN ADVIES: Prof. Mr. D. van Blom; J. van Ilasselt; Jhr. Mr. L. H. van
Lennep; Mr. K. P. van der fit andele;
Prof.
Dr. N. J.
Polak; Mr. Dr. L. F. H. Regout; Dr. E. van Welderen
Baron Ren gers; Prof. Mr. II. R. Ribbius; Jan Schilthuis;
Mr. Q. J. Terpstra;
Prof.
Mr. F. de Vries.
Gedelegeerd lid: Prof. Mr. Dr.
G.
M. Verrijn Stuart.
Redacteur-Secretaris: H. M. EI. A. van der Valk.
Secretariaat: Pieter de Iloochwe.q 122, Rotterdam.
Telefoon Nr. 35000. Postrekening 8408.
2 FEBRUARI 1932
In den toestand van de geidmarkt kwam deze week
weinig verandering. Aanvankelijk deed de nadering
van de rnaandswisseling geidgevers meer terughou-
dend worden. De daling van ‘de cflscontoredte aan liet
einde der vorige en- op den eersten dag van deze week
was ook wel wat snel geweest, zoodat een kleine ver-
mindering van de vraag naar wissels direct een vrij
snel oploopen ‘der rente veroorzaakte. Dinsdag kon
men nog voor pOt, plaatsen, maar Woensdag werd
weder 2/io pOt. gevraagd en Zaterdag moest men voor
enkele posten zelfs 2% pOt. toestaan. Daarentegen
was gisteren, niettegenstaande het de eerste was, de
vraag naar wissels weder belangrijk grooter en kon
men regelmatig voor 234 pOt., enkele postep zelfs voor
2/io pOt., onderbrengen. De prolongatierente bleef
vrijwel onveranderd; na 2% pOt. op Maandag en
Dinsdag werd verder regelmatig 23-4 pOt, genoteerd.
Oallgeld, meestal voor 1 pOt, ruim verkrijgbaar, steeg
bij de maandswisseling tot 1%
A
1% -pOt.
* *
*
• Op ‘den weekstaat van De Nederlandsche Bank blij-
ken de binnenlandsche uitzettingen te zijn vermeer-
derd met tbijna
f
18 millioen; de post binnenlandsche
wissels vertoont een stijging van
f
1,5 millioen en cle
post beleeningen van
f
16,3 millioen. De post papier
op het buitenland is ongewijzigd gebleven. De diverse
rekeningen onder cie activa der Bank namen niet
f
258.000 toe.
De gouclvoorraacl is niet
f 7,1
millioen verminderd
en de zilvervoorraaci met
f
529.000, zoodat de post
munt en muntmateri aal een totalen teruggang vertoont
van
f
7,6 millioen. Het ‘gedeelte van den metaalvoor-
raad in het buitenland gedeponeerd is met
f
7,2 mii-
iiöen gedaald.
De passiefzijcle van ‘de balans weerspiegelt den in-
vloed van den ultimo. De ‘biljettencirculatie is met f35,3 millioen uitgebreid, terwijl de rekening-cou-
rant-saldi van anderen met
f
46,2 millioen terugl.ie-
pen. Het saldo in rekening-courant van ‘s’Rijks schat-
kist nam toe met f20,7 millioen en bedraagt niet
minder dan
f
83,1 ihillioen. Het beschikbaar metaal-
•
‘saldo is niet
f
11,6 millioen verminderd; het d’ekkings-
percentage staat op ruim 15 pOt, tegenover 76 pOt.
cie vorige week.’
* 4
*
De stemming op de wisselmarkt ‘bleef ongeani-
meerd. De zaken zijn nog steeds van weinig betee-
kenis. Ponden varen aanvankelijk vaster – 8.60 –
doch sloten iets lager op 8.5634. Dollars veranderden
slechts weinig 2.4845-2.4835-2.4850. Dollars tegen
¼Ponden 3.44-3.47-3.44, Marken, na een kleine in-
‘zinking, vaster 58.50-58.40-58.80. Fransche Francs
9.77%; er gaat nog steeds goud naar Parijs (goudpunt
9.77%—%). Belga’s 34.66. Zwitsersche Francs 48.50. Lires eer’der aangeboden 12.4734-12.40. De moeilijk-
heden voor het verhandelen van ‘de Deensche Kroon
zijn grooter geworden; de laatste noteering wa 47.15.
Oslo 46.50. Stockholm 48.15. Peseta’s sterk aangebo-
den 20.60-20.20. Finsche Marken gezocht 3,77
3
%.
Zloty’s 27.85, Canadeesche Dollars hooger 2.14.
Ponden op één en di-je manden ‘blijven gezocht;
zij noteeren 34 resp. 134 c. agio. Dollarsop deze ter-
mijnen zijn onder den contanten koers gekomen resp.
2%. en 7% punt.
Gouden munten w6rd’en nog geregeld gezocht. In
Amerika begint men echter bezwaren te maken met
het afgeven van eagles; de meeste banken zijn nog
slechts bereid haren te zenden.
LONJ)EN, 1 FEBRUARI 1932.
De gelclrnarkt heeft een week van buitengewoon
gemakkelijke omstandigheden achter den rug, waar-
op de laatste dagen van de niaand, die daarmede
samenviuien, niet ‘den minsten indruk vermochten te
maken. 1-let begin van de nieuwe maand met de
daarmede gepaard gaande couponbetalingen zal dezen
uiterst gemakkeljken toestand nog eenigen tijd he-
sten’digen.
Geen wonder, dat de verwachtingen van een ver-
laging van de ,,Bankrate” voortduren, waar de 6 pOt,
officiëele noteer.i.ng
te eenen male alle voeling met
cle markt, waar schatkistpromessen â 4% werden af-
gedaan, heeft verloren.
De Bank van Engeland schijnt echter andere op-
vattIngen te hebben en wil aan liet drijven van de
markt naar een lageren officiëelen •discontokoers nog
geen gehoor geven. De ern’stige politieke verwikke-
lingen in het Verre Oosten zullen nu zeker daarin
geen verandering .brengen.
Disconto was verleden week zeer zwak en noteerde
steeds lager om tenslotte ‘op 4% voor schatkistpro-
messen en
47/8_5%
voor bankaccepten te sluiten
.. De
nieuwe schatkistpromessen werden op 4% pOt. toe-
gewezen.
De noteeringen op de .deviezenmarkt openden de
week vast voor het Pond onder den invloed van de
afbetaling zonder gondexport van het tweede gedeelte
van het crisiscrediet, door Parijs en New-York aan de
Bank van Engeland verleend, hetgeen in de Oity met
voldoening werd geconstateerd. Heden is het Pond
iets meer aangeboden.
Van heden af is de effectenbeurs weder open voor termijnaffaires, waarmede dus alle restricties van de
effectenbeurs zijn opgeheven, behalve voor zoover
transacties door de deviezenreitricties worden be-
heerscht.
80
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
3 Februari 1932
DISCUSSIE OVER KATALYSE.
-t
hEijn artikelen ,,Katalyse’ in de nummers van 6 en
13 Januari. van dit weekblad hebben tweeërlei bestrij-
ding gevonden in het nummer van 27 Januari.
Mijo eerste bestrijder is mijn waarde collega dc
Vri.es, die onder den titel ,,Oataclysmè” in hoofdzaak
cle navolgende stellingen poneert:
Gedwongen niveauverlaging heeft slechts kans
van slagen in eeny ari cle buitenwereld afgesloten
maatschappij.
De Nederlanclsche traditie brengt mede, •dat de
overheid in crisistijd.en haar bemoeien is met liet be-
clrijfsleven vermindert.
De wet kan slechts contracten verbreken, niet
nieuwe to t stand brengen.
Voor en aleer cle overheid het particuliere be-
clrijfsleven gaat ringelôoren client zij eerst zichzelf
vrij van zon’den te maken.
Gemakkelijke •opzegging van hooge huur schept
vergroote vraag naai- huizen van bepaalde huurklas-
sea en dus huurstijging in die klassen.
Loopende contracten moeten geëerbiedigd blij-
ven.
De eerste stelling bestrjd ik. Men kân inderdaad
met zijn erlagingsvoorschriften zoo ver gaan, dat
men alles moet afslui ten om cle voorschriften te hand-
haven, maar noodig is dat niet. De uitwerking, die
ik bij voorbeeld van mijn gedachten gaf, veronderstelt
nergens afsluiting en ik heb hij de bestrijding der
inethode-I-Ioover duidelijk mijn afkeer van afsluiting
te kennen gegeven. 1-let eerste bezwaar van Prof. de
Vries geldt dus niet mijn betoog, hoogstens de con-
crete uitwerking der methode-Btüning in Duitschland. De tweede stelling houdt mijns inziens geen betoog
in. Evenmin als de statistiek, kan ooit cle geschiedenis
its bewijren. Beide geven slechts aanwijzingen voor
mogelijke causaliteiten. De door Prof. de Vries in het
licht gestelde traditie doet zulks evenzeer. De be-
moeiems der Nederlandsche overheid met het bedrijfs-
leven is er
altijd
een geweest, die de neiging had,
Icosten-, loon-, en prijsniveau te verhoogen. :Deze be-
moeienis
moet
wel verminderen in crisistijd, noodge-
dwongen. Mag men nu, als een bemoeienis in tegen-
gestelde richting, ter verlaging der niv eaux, wordtL
voorgesteld, uitroepen: ‘t is crisistijd, cle bemoeienis
pleegt in crisistijd te verminderen, dés laat af? In
Prof. de Vries’ gedachtengang kan men beter zeggen:
‘t is crisistijd, de kostenverhoogende bemoeienis neemt
af, ‘t is ernstige crisistijd, de icosterrverhoogen’de ‘be-
moeienis nadert tot nul, ‘t is hoogst ernstige crisis-
tijd, de lcostenverhoogende bemoeienis overschrijdt liet
nulpunt en gaat in kostenverlagende bemoeienis over.
lIet derde bezwaar: cle wet kan slechts contracten
verbreken, niet nieuwe tot stand brengen. Als de wet
veibreekt en partijen niets nieuws tot stand brengen,
staat het raderwerk stil. Dit ware terecht een bezwaar
tegen het enlcele verbreken. Maar de wet kan ook con-
tracten matlgen, ‘d.w.z. de. verhoudingen intact laten,
maar het recht tot vordering der prestatie slechts
voor een gedeelte der bedongen prestatie doen gelden.
Thans kan de rechter al matigen (artt. 1637 u en x,
1.639 r B. W.) in het belang van een ‘der partijen,
waarom zou. de wet dit niet kunnen in ‘liet algemeen
belang? Mits de wet daarbij binnen cle economische
mogelijkheden blijve en dat doet zij zeker, als zij een economisch proces, dat in wording is, verhaast. Blijft
men bewu.st
binnen de èconomische mogelijkheden,
dan kan er van cataclysme geen sprake zijn.
Met 1e Vries’ vierde stelling ga ik accoord. Ook cle
overheid, vooral menig lager overheidsorgaan,’ heeft
een katalysator hard noodi’g. Mijn bouwvak-woning-
huur-hypotheekren tevoorheelci behoeft niet vooraf te
gaan, maar mag zeker wel gelijk komen met een in-
greep in gemeentelijke aangelegenheden. De oii dit
gebied hij uitstek deskundige ‘de Vries hanteere hier
de catacl,ysma, die door hespoediging van de nictuur-
lijke reacties cle gemeenten van febris gastrica doet
genezen. Ook dit ware katalyse.
Het vijfde bezwaar doet denken aan ‘cle huurcom-
missies. Het is
01)
zichzelf
.
…ist. Maar ‘hoeksteen van
mijn stelsel is gelijktijdige daling van huren en van
bouwkosten. In cle klassen met cle groote vraag kan
dan weer gebouwd worden, zooclat aan de groote vraag
wordt voldaan. De misère van den huurcommissietijd
was het groote iii veauverschil tusschen woni.nghu.ur en
bouwkos ten. :Da t moet nu. juist voorkomen worden.
Bovendien wil ik geen gemakkelijke opzeg’ging in het
leven roepen, maar volledige kwijti..ng bij betaling
van 19120 van cle oude huur. Alweer: matigi lig, geen
ontbinding.
Ei nclelijk cle Vries’s slotzinnen: ,,Voorloopig moe-
ten in Nederland bestaande overeenkomsten nog ge-
eerhiecligd worden. Ook ‘door de overheid. Juist door
cle overheid.” De aantrekkelijke, suggestieve vorm,
waarin deze stelling wordt geponeerd, laakt
olls
heel
even. Maar daarna vragen w’ij ons af, waar de argu-
mentatie
blijft.
Waarom zou het algemeen belang niet
kunnen eisclien, dat een overeenkomst, die twee sterke
partijen tot wet en voordeel, maar de groote niassa tot
nadeel strekt, ‘door de overheid werd aangetast? Men
denke slechts aan an ti-tru stwe’tgeving om concrete
uitwerkingen te zien van het denkbeelci: aantasting
van bestaande overeenkomsten. Is een moratorium iets
anders dan een van overheidswege in het algemeen
belang vorgesclireven verandering van ‘bestaande
overeenlcomsten? En al ware er geen precedent, wat
{ln nog? Nieuwe tijden eischen ‘nieuwe vormen en
vooral…..nieuwe rechtshegrippen.
Mijn tw’eede hestrijcler is de heer J. W. van Achter-
bergh, die één bepaalde premisse van mijn ‘betoog aan.-valt: cle hooge inkomsten in. de bouwvakken. Zullc een
bestrijding had ik niet verwacht: het wordt zoo alge-
meen gesteld, dat cle heschutte bedrijven, en daaronder
zeer zeker cle bouwvakken, hoogere inkomsten hand-
haven dan de on’beschutte, dat ik rustig meende, dt
als premisse te mogen aannemen.
Neen, zegt cle heer Van Achterbergh: de bouwvak-
arbeiders, ovei: het geheele land genomen, hebben
lagere bonen clan cle slechtst betaalde’groep metaal-
bewerlcers.
In valckringen schijnt deze bewering al eerder te
zijn geui t. ik vind ze althans in ,,De Aannemer” van
1.1 December 1931, vermeld en bestreden. ,,Integendeel
– zoo concludeert het artilcel in dat blad – de loon-
standaard der geniicidelde ‘bouwva]carbeiders ligt ge-
lijk met ‘die der hoogst-betaalde meta albewerkers. ”
lik acht mij niet bevoegd, tusschen heide vaklcnndige
schrijvers stelling te nemen. Daarvoor zou ik liet be-
cirijf, de verhoudingen, de toestanden, enz. door en
door moeten kennen en in alle bijzondlerhedlen van.
loonregeli tig en loonsta tistiek ingewijd zijn. Zoo kan
ik niet ‘beoordeelen, of ten aanzien van cle verdiensten
boven ‘het gronclIoon de schatting van den heer Ta
i
.i
Achterhergh clan wel dlie van ‘dcii Aaii
1
wemer het
meeste cle waarheid .nabijlcomt; deze schattingen zijn
resp. /’ 1.25 it
f
1.50 en
f
4.50 per week. Evenmin lcan
.ilc beslissen, of de heer Van Achterhergh terecht i’oor
regenverzu im, Icorte w’interdagen ed. ongeveer
pOt. van het nominale loon in relcenin’g brengt (hij
trekt 20 pOt. af
bij een werkloosheidspercentage van 11,6) dan wel of cle Aannemer liet bij het rechte eind
heeft door regenverzuim, lcorte arbeidsdag, enzoovodrt
opgewogen te achten ‘door overwerlc en andere hijkrnn-
stigheden.
Tel
vincI ik vrijheid tot een paar algemeene opmer-
kingen, ten dccle na cle voorlichting, die mi,i van. ten
deze acer deskundige zijde gew’eicl.
1. De heer Van A.chterbergh ‘baseert zich op de
3 Februari 1932
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
81
statistiek der Rijksverzekeringbank, die niet omvat
hetgeen hoven f
8,—
per dag wordt verdiend. In de
groote steden zouden, naar mij werd gemeld, clagin-
koinens van deze hoogte onder heiers, stucadoors en
straatmakers regel, onder metselaars en timmerlieden
lang geen zeldzaamheid zijn.
Gemiddelde bonen over het geheele land vallen
in het bouwvak niet hoog uit, aangezien er zeven
plaatselijke klassen bestaan en de lagere klassen verre
van schaars zijn bezet. Dat maakt het gemiddelde laag.
De vier groote steden ParticiPeeren in de bouwvakken
met
33
pct. van het aan tal werklieden, in de metaal-
nijverheid met
57
pOt.
De metaalbewerkers hebben reeds hun loon zien
verlagen, zoowel door vernihidering van de voorwaar-
den als door vergaande inkrimping van den arbeids-
duur. Zon men de vergelijking tusschen onbeschut en
beschut bedrijf willen volhouden, dan zou men beide
in volle depressie naast elkander moeten stellen en
het eonjunctuurgevoelige bedrijf, het onbeschutte,
door cle overige moeten laten volgen.
De Regeering weigert crisissteun voor cle bouw-
vakken, omdat zij den looristanclaiircl in die vakken te
hoog acht. Zou deze Regeeri.ngsmeening zulk een fou-
tieve zijn? 1 ndien dit zoo ware, zou er clan niet reeds
lang een Kamerlid de Regeering met een goed gedo-
cunietitee:i:cle interpellatie tot een andere meen.ing heb-
ben gebracht?
Tenslotte een p nnt, cl at mijn cl enkbeeld ten voile
raakt. De huurverhoog-i ngen zijn volgeiis den heer
Van Achterhergh niet
veroorzaalet
door hooge bouw-
vakloonen. Wellicht heeft hij daar gelijk in, het is
mij om het even. Die hooge bonen vormen in ieder
geval een
voorwaarde
voo:r cle huuropdrijving, zij
maken deze mogelijk. Waren de bouwkosten lager, dan werd er goeclkooper gebouwd en dan ging cle huur om-
laag. Dat is niet tegen te spreken. De stagnatie in het bouwbedrijf en het bouwcrecliet
vindt wellicht haar oorzaak iii cle vrees voor spoe-
cl ige prijsdaling. Bewerksteilig clie prijsdaling door
1
INHOUD.
Blz.
DISCUSSIE OVER KATALYSE
door
Prof. Dr. N. J. Polak
80
•De contingenteering van den invoer van versch en be-
vroren rund- en kalfsvleesch door 0.
Oprel
………81
De tabak shandel
in
1931 door
F. Meerkamp van Encbden
82
De havens van Antwerpen en Hamburg in 1931 door
C
. Vermeij
…………………………………
85
Het voorstel van Professor Goudriaan over een wereld-
grondstoffenvaluta door
Ir. A. Baars
……………
86
De Indische middelen over October 1931……………88
BUITENLANDSCHE MEDEWERKING:
Het tekort van de Fransche spoorwegen door
Prof.
B
. Nogaro
………………………………..
90
Engeisch-Scandinavische muntunie? door
Dr. W.
Bjckerich
…………………………………
92
INGEZONDEN STUEKEN:
,,iFixe”kosten door
Ir. J. von Groen
met Naschrift door
Dr. R. van Gevechten
……………………..
93
Crisis en bonen door
Mr. Dr. G. van den Bergh
met Naschrift door
Th. Ligthart
…………….
94
O
NTVANGEN BOEKEN
…………………………..95
MAANDOIJFERS:
Indexcijfers van Nederlandsche aandeelen ………95
Overzicht van de Indische middelen ……………
Productie der Steenkolen-, Bruinkolen- en Zout- 96
mijnen………………………………….97
STATISTIEKEN EN OVERzIOFITE’
……………..97-102
Geidkoersen.
–
Wisselkoersen.
–
Bankstaten. – Goederenhandel.
om. de bouwkosten te verminderen en de vrees ver-
dwijnt, de credieten komen weer los, de bouwnijver-
heicl herleeft en de bouwvakarbeiders vérdienen ge-
zamenlijk en gemiddeld, werkend voor
90
pOt, van
het ‘huidige noni male loon, meer clan thans, nu zij bij
duizenden op werkloozenondersteuning zijn aange-
wezen. En bovencl ien, clan wonen zij èn cle metaalbe-
werkers, èn zoo vele andere arbeiders en niet-arbei-
clers
5
‘pOt. goedkooper cIan thans. Om van de verdere
verlagingen van de kosten van het levensonderhoud
nog maar te zwijgen.
P.
DE CONTINGENTEERING VAN DEN INVOER VAN VERSCH EN BEVROREN
RUND- EN KALFSVLEESCH.
De Koninklijke Besluiten van
23
Januari
1932
Stcrt. No. 16, waarhi,i voor het tijdvak van 1.6 Januari
tot 1-6 April
1932
een grens wordt gesteld aan den
invoer van versch en. bevroren rund- en kalfsvleesch,
zijn cie eers te.i:i, welke steunen op cle crisis i nvoerwet
1931
Staatsblad No.
535.
:Door deze Kon. Besluiten wordt verboden cle in-
voer van ieder land van versch of gelcoelci resp. be-
vroren rund- en kalfsvleesch, voorzoover deze invoer
meer bedraagt dan 60 ten hori derd van dien gein id-
delden invoer cl ier artikelen uit dal land gecl urencle
het overeeukomstige tijdvak (1.0 Januari-16 April)
der jaren
1928, 1929
en
1930,
zijnde in bruto ge-
wicht voor:
13e’roreii rutut-
Uit:
cii
kalfsvleeseli
België
……….
IS ton
0 r.-.Britt;iiiiiië
3
Ned,
O.-Iiictië
,
t
Ai’geutiiiië
1368
Uruguay
3
Nieuw Zeeland
.
2
V.
St.
v.
Ame.rikn
1
I)iiitsc’hland . . .
.’ ustrat ië
27
Unie
v.
Z,-Afrika
9
Totaal…. 6’7″ion
Totaal …. 1433 toiï
Deze eerste pogingen van cle regeering, om doorn
grijpen van hooger hand abnormale iii voer van be-
paalcle artikelen tegen te gaan, lijken niet erg ge-
slaagtI en wel oin ver8ehillende redenen.
Allereerst moet worden opgemerkt, dat cle in cle
tabellen gegeven ‘hoeveelheden niet kloppen met cle
omnschrijv.i ng ervan in cle eerste alinea’s van de Kon.
Besluiten.
IDaa.r toch word t g’esprolcen van 60 ten honderd van
den gein icldelclen invoer gedurende het tijdvak 16
Januari-16 April
1.928, 1929, 1.930,
terwijl de tabel-
len bevatteti i . van 60 tell honcle:rcl van den geinid-
ilciclen in voer von cle jaren
1.928, 1929
en 1.930.
:Dir
echter, vannee i’ mcmi de juiste getallen genomen had,
liet contingent ring lager geweest zoude zijn, mciet
over deze afwijking maar niet teveel gelclaagcl worden.
Een belangrijker bezwaar tegen den genomen maat-
regel is, dat men zich afvraagt, of er nu in cle laatste
jaren werkeli,ik een
,..aLaio’rma2e”
mv
oer van rund-
en kalfsvleesch is geweest.
Oin dit te beoorcleelen moet men kennis nemen van
de in- en ui tvoercijfers van de betrokken artilcelen in
cle jaren na den wereldoorlog. Deze volgen hieronder
(blz.
82)
en zijn ontleend aan cle jaarstatistielc van
in-, uit- en doorvoer, gepubliceerd door het C. B. S.
1fl
t deze invoerci,jfers blijkt, dat cle invoer van
versch rund- ell kalfsvleesch aan sterke schommelin-
gen onderhevig is, hetgeen ook het geval is met den
invoer van bevroren vleesch. Tezamen geven deze
artikelen een veel grootere regelmatigheid bij den
invoer te zien. Men zou, op grond van te boven ge-
gaven tabellen,
–
eerder de conclusie trelcicen, rlat w’ij
in cle jaren
1.927, 1928 cmi 1929
al)ornaal weinig, in-
Verseli en
gekoeld rund-
Uit:
en kalfsvleesch
1I)uitschlaiid
.
. . .
110 ton
Denemarken
…565
Gr. Brittannië
.
2
Fra tikrijk
1.
.13c]gii
.
………
1
82
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
3
Februari 1932
plaats van in
1930
e.n
1931
al normaal veel geïmpor!)
teerci zouden hebben.
Invoer van verscli
ln’voer van bevro-
rund-en
Totale invoer van
Jaar.
rund-en kalis-
k a
SV
fl
rund. en kalfs
vleesch in tonnen.
vleesch in tonnen.
l
1919
.
.
2
16.323 16.325
1920
.
.
6
6.753
6.759
1921
. .
4.726
22.489
27.215
1022
. .
11.385
10.865
22.250
1923
. .
6.993
14.729
21.726
1924.
. .
1.490
27.682
29.172
1925
.
343
25.463
25.806
1926
. .
839
21.883
22.722
1927
. .
106
13.966
14.072
1928
. .
142
10.661.
.
10.803
1929
. .
231
8.533
8.764
1930
. .
13.203
9.454 22.657
1931
. .
13.644
.7.148
20.792
Ook de uitvoercijfers leiden tot deze conclusie. Vol-
gens sommigen zou dit verschijnsel te verklaren zijn
door oorzaken bij owzen veestapel gelegen.
Uitvoer van versch Uitvoer van bevro-
ren rund. en
Totale uitvoer van Jaar.
rund- en kalis-
kaifsvleesch
1fl
rund- en kalts-
vleesch in tonnen.
nei
vleesch in tonnen.
1919
.
75
16.094
16.169
1920
.
2.887
16
2.903
1921
.
6.507
75
6.582
1922
9.852
59
9.911
1923
:
9.322
60
9.382
1924
10-389
21
10.410
1925
.
15.896
3
15.899
1926
.
15.364
2
15.366
1927
.
16.158
1
16.159 1928
12.681
12.681
1920
.
14.838
14.838
1930
.
8.069
6
8.075
1931
.
7.411.
16
7.427
Er was, blijkens deze ui tvobrcijfers, in de jaren
1.927, 1928 en 1929 dus misschien meer reden voor
het huitenland om te klagen over abnormalen Neder-
laudschen export, dan thans voor ons om bezwaar te
maken tegen buitengewonen import. Alleen in die
jaren toch was er een Nederlandscis uitvoersurplus
van respectievelijk 2.086, 1.878 en 6.074 ton.
De tweede reden
.,aaiom ons de genomen maatre-.
gelen niet erg gelükkig voorkomen, is
,
gelegen in he
f ei t, dat onze handelsbalans tegenover Denemarken,
het land, ‘dat het meest getroffen wordt, al reeds sinds
jaren in ons voordeel is. Mocht Denemarken tot
tegenmaatregelen overgaan, dan kan het ons veel hai’-
dier treffen (ian.omgekeerd.
Volgens de reeds genoemde jaarstatistiek van in-,
uit- en doorvoer was onze positie tegenover Denemar-
ken in de laatste jaren als volgt:
import uit Denemarken Uitvoer naar Denemarken
in tonnen in
f
1000
in tonnen in
f 1000
1928
15.667
6.488
201.726
32.348
1929 …..15.265
6.845
217.014
34.569
1930
27.128
16.858
251.148
30.956
Bekijken wij onzen uitvoer naar Denemarken wat
nauwkeuriger, dan vinden wij als voornaamste export-
artikelen de volgende:
1930
ja tonnen ja
f 1000
Veevoeder
……………………..
12.175
864
Kolen
………………………….
104.978
1.213
iJzer en staal en werken daarvan
16.153
1.083
Meelsoorten niet uit granen ……….
5.488
668
Plantaarclige oli6n ………………..
6.031
2.265
.Gareus
………………………..
811
846
• Manufactureii …………………..
2.024
3.471
Kleecleren ………………………
150
.
898
Schoenwerk …………………….
342
1.258
Cacao
…………………………
944
537
]3ewerkte tabak …………………
585
691
Voortbrengselen van bloem-, bloembol-
len- en boonikweekerijen ………..
2.700
2.477
Touwwerk
……………………..
1.198
692
Versche vruchten, groenten en aardap-
pelen
………………………..
3.656
525
Wil Denemarken dus tegenover ons – een mede-
Oslo-staat – dezelfde houding aannemen als wij
tegenover dat land gedaan hebben, dan kan dit dcls
voor diverse van onze belangrijkste hedrijstajcken nog
zeer onaangename gevolgen hebben.
i)
Tenslotte zijn, ook om niet-eco:nomische redenen, de
genomen besluiten zeer te ‘betreu ren. Immers was, door
de conventie van Oslo, bereikt, dct cle Skandinavische
landen,, België en Nederland ten aanzien van ‘ei-
schillen de h an delspolitieke maatregelen althans
eenigermate gezamelijk zouden optreden en ook onder-
ling meer op elkaars ‘belangen zouden letten. Ook
deze, welhaast eenige oase in de woestijn ‘van handels-
belemmeringen, dreigt door ons optreden verloren te
gaan.
OTTO OPREL.
1)
Na het schrijven van het bovenstaande melden de dag-
linden. dat Denemarken inderdaad overgegaan is tot con-
trôle van den deviezenhandel en dcii goederen import.
DE TABAKSHANDEL ‘IN 1931.
Kon het overzicht over
1930
weinig opwekkend lui-
den, het thans afgeloopen jaar’ zal wel met een zwarte
kool in de annalen van den tabakshandel aangetee-
kenci blijven.
Zoekt meïi ‘de oorzaken daarvan, dan moet in de
allereerste plaats genoemd worden de ongunstige toe-
.tand in Duitschland. Het begin van het jaar
1931
stond in dat land nog geheel onder den invloed van de verhooging der inkomende rechten en der ban’derolie-
belasting; de omzet bij de fabrikanten ging dan ook
slechts in een uiterst langzaam tempo. In den loop
van het jaar werden nog eenige malen wijzigingen in
de belasting gebracht, waardoor ‘de fabrikanten ‘in hun
arbeid ‘bemoeilijkt werden; ‘bovendien brachten deze
telkens voor den afzet der producten een grootere of
kleinere stagnatie teweeg.
Hierbij kwam in het midden van het jaar de finan
1
cieele ontreddering iii Duitschland met haar nasleep
VdUl
noodverordeningen, welke het afsluiten van zaken
in dat land höe langer hoe moeilijker en gevaarlijker
maakten.
Door de grootc verarming van bijna •de geheele
Duitsche bevolking is bovendien het prijsnieau der
rookartikelen sterk gedaald; teekenend voor den ge-
heelen toestand is, dat de belasting-verhooging over
het eerste halfjaar
1931.,
in plaats van’ de gecalculeer-
cle vermeerdering der inkomsten met 84 millioen
mark, een verminderin.g van
92
millioen Mark tegen-
over hetzelfde tijdperk’ van
1930
opleverde.
Het sigarenverbruik beperkt zich hoe langer hoe
meer tot de 10 en 15 Pfennig-soorten. Het behoeft
geen betoog, .dat men hij een invoerrecht van 1,80
Mark per KG. op het ruwe product en een ‘handerolle-
belasting ‘van
23
pOt. van den verkoopprijs, bij de ver-
vaardiging van deze soorten slechts’ een zeer beschei-
den bedrag voor de ruwe tabak kan uitleggen.
In verband met ‘de belangrijke verhooging van het
in’voerrecht, het’welk in
1930
nog slechts 80 Pfennig
per KO’. bedroeg, is de voorsprong, welken de Duitsche
tabak had, nog sterk vergroot.
De Duitsche fabrikanten gingen dan ook noodge-
dwongen meer en meer daartoe over Java- door Pfiil-
zertabak te vervangen, terwijl zij bij ‘den aankoop van
hun Sumatra-dek de uiterste zuinigheid in acht moe-
ten nemen. Hiervan heeft de Nederlandsche marlct
voortdurend, doch vooral in de tweede helft van het
jaar, de kwade gevolgen in sterke mate ondervonden.
Als gevolg van ‘den slechten financieelen toestand
3 Februari 1932
ECONOMISCH-STATISTFSCHE
BERICHTEN
83
kwamen in den loop van 1931 ook weder talrijke fail-
lisseme’n.ten onder de Duitsche afnemers van den Ne-
clerlan dschen tabaksh•andel voor, waaronder cern ge
zeer belangrijke.
Wij hebben reeds herhaaldelijk in dit overzicht de
aandacht daarop geestigcl, van hoe overwegend be-
lang Duitschiand als afnemer voor den Nederland-
schen tabakshandel is, en hoe moeilijk het is wegen
te vinden om het ook daar langzamerhand verloren
gaande terrein te vervangen.
Ook 1931 heeft hierin geenerlei verbetering ge-
bracht. integendeel heeft in het algemeen de concen-
tratie •der bedrijven eerder nog verderen voortgang
gehad, ten koste der middelfabrikanten, waarop de
handelaars in de eerste plaats voor de detailleering
der door hen gekochte tabak aangewezen zijn.
T-Jet feit, dat de inirkt zoowel voor Sumatra- en
Ja
v
ata:bak als voor alle mogelijke bijsoorten in 1931
een voortdurend ‘dalende lijn •gefoond heef t, maakte
een eenigszins bevredigenden afzet steeds moeilijker
en moest onherroepelijk tot vaak zware verliezen op
vroeger gekochte voorraden leiden.
Wat Jmuva-tabak- betreft, stond het jaar 1931 in het
teeken van groote leveringskoopen, welke in het begin
van het jaar plaats vonden.
Deze hebben over het algemeen den koopers niet
het gewensc’hte succes gebracht, terwijl zij de belang-
stelling voor het artikel van handelaars, welke niet
bij de leveringskoopen betrokken waren, in sterke mate reduceerden. Werd ‘dan ook aanvankelijk de
markt voor Bezoekie-tabak kunstmatig op een hoog
peil gehou’den, al spoedig bleek dit niet vol te hou-den te rijn, en in de laatste inschrijvingen der cam-pagne zijn de prijzen zeer gevoelig gedaald. De af-
name uit de tweede hand dezer tabak is het geheele
jaar sleepende gebleven.
Intussc1in zijn voor ‘de importeurs der Bezoekie-
tabak de resultaten over het algemeen wel loonend
geweest, al zijn cle in ‘den aanvang gewekte verwach-
tingen meestal niet in vervulling gegaan, tengevolge
van de in de meeste leveringscontracten voorkomende
garantie voor gezonden uitval, op grond waarvan
groote quantums weder ter beschikking van den im-
porteur gesteld werden.
De Vorstenlanden-oogst bracht een beduidend hoo-
geren prijs op dan het jaar tevoren, toen deze den
importeurs dart ook in vele gevallen zware verliezen
bero’kkende, nl. circa 60 cents per
Y2.
KG. tegen circi
37 cents in 1930. Al vielen, zooals ‘hieronder zal blij-
ken, de latere aanvoeren van deze tabak niet zoo goed
als de eerste partijen deden verwachten, zoo is voor
de planters het resultaat, in doorsnee genomen, toch
niet ongunstig te noemen. –
Geheel anders staat het met de Sumatra-tabak-
Maatschappijen, welke door den 1930cr oogst groote
verliezen leden. Dit gewas bracht slechts op circa 109
cents per Y21 KG. tegen circa 135 cents per 4 KG. in
1930 (welk laatste ‘c•fer nauwelijks -den gemiddelden
kostprijs dekte). Nog sterker valt het slechte resul-
taat op bij vergelijking met den in 1929 verkochten
oogst, welke 192 cents per Y2 KG. opbracht.
Voor deze Maatschappijen zijn de tijden dan ook
zeer zorgelijk. Door ingrijpende bezuinigingen, slui-
ting van ondernemingen, waarvan ‘de gronden niet aan
de hoogste eischen voldoen en gedeeltelijke samen-
voeging van andere, wordt ernstig getracht den kost-
prijs, welke vergeleken met dien van v65r den oorlog
zeker 50 pOt. omhoog gegaan was, te verlagen. In
hoeverre de afschaffing der Poenale Sanctie, waartoe
men overgegaan is, teneinde te voorkomen, dat ‘de in-
voer van Sumatra-tabak in Amerika opgrond van het
desbetreffende amendement op •de Amerikaansche
tariefwet verboden zou worden, deze kostprijsverla-
ging in den weg zal staan, zal nog moeten blijken. Bij
den tegenwoordigen ongunstigen toestand van alle
cultures in 4n-di6 zal vermoedelijk voorloopig ‘het vin-
dk van werkkrachten nog wel geen ‘bijzondere moeite
opleveren.
De toestanden bij de Nederlandsche industrie heb-
bén over het algemeen in 1931 geen reden tot klagen
gegeven. De consumptie heeft zich op liet vorige peil
kunnen handhaven (de opbrengst van den tabalcs-
accijns bedroeg in 1931 met ruim 29 millioen gulden
nog drie ton meer dan in 1930).
Te betreuren is echter, dat cie export, zoowel van
gekorven tabak als van sigaren, vrij sterk achteruit-
gegaan is. Die van gekorven tabak daalde van ruim
11 milli-oen pond tot circa 0 millioen pond, of in
waarde van dirca 11 tot circa 8 millioen guklen, die
van sigaren van circa 51 millioen tot circa 34 mil-
lioen stuks, een waarde vertegenwoordigen-de van resp.
ruim 3 en 2 -millioen gulden. Verreweg het grootste
deel dezer vermindering komt ten laste van den uit-
voer naar Nederlandsch-Indië en zal dus waarschijn-
lijk als een uitvloeisel van de daar heerschende on-
gunstige toestanden aangemerkt moeten worden.’
Van S u m a t r a leverde de 1930cr oogst 211.137
pakken, welke op’brachten 109 cents per
1
/a KG. tegen
242.065 pakken verkocht tot 135 ëents per Y KG het
jaar tevoren. De totale waarde van den oogst bedroeg
-dus circa 36 millioen gulden, of circa 15 millioen
gulden minder dan die van -den 1929cr oogst.
De uitval van dien oogst was in doorsnee genomen
buitengewoon slecht, en toonde alle fouten van een
onberegend gewas. Een der vetmge voordeelen was,
dat vrij veel heldere tabak daarbij voorkwam, terwijl
de brand om -de sigaar vrij wit was. De ‘kléuren waren
echter vaak roodbont wat gelig; door het onrijpe
karakter de’r tabak lieten smaak en qualiteit’ veel te
wenschen over, terwijl een groot deel van den oogst ook slecht uitgegroeid was en daardoor weinig dek-
icracht toonde.
llerbij kwam dat het quantum ‘der zan’dhlad- en
der beste voetbladpartijen in verhouding veel kleiner
was dan anders, hetgeen op de doorsneeop’brengst
natuurlijk eveneens een nadeeligen invloed
–
had.
Ook dit jaar kwamen enkele partijen voor, welke
beter geslaagd waren en die een in verhou’ding he-
vred.igenden indruk maakten. Deze vormden echter
een hooge uitzondering en werden dan ook, niettegen-
staande zelfs ‘hieraan de fouten van den oogst kleef-
den, hoog ‘betaald (in hoofdzaak door de Nederland-
sche industrie en -door Zweden).
1-let voor Amerika geschikte dluantu-m was, vooral
door de ongunstige uitwerking ‘der tabak, niet groot.
Meende men aanvankelijk, dat-door de beperkte keuze
de A-merikaansche koopers om aan hun quantum te
komen wat min-der veeleischen’d zouden zijn,- dit bleek
geenszins het geval te zijn. Amerika kocht tenslotte
van dit gewas slechts circa 17.000 pakken (8 pOt. van
den geheelen oogst) tegen circa 28.000 pakken (12 pOt, van den gelieelen oogst) het jaar tevoren. –
De geheele zanclblad-oogst der Senembah Maat-
schappij werd aan een Nederlandsche handelaarsfirma
op levering verkocht, terwijl later nog eenige andere
minder ‘belangrijke leverings-za’ken. plaats vonden.
Ook dit jaar werden -de beste partijen weder uit-
sluitend in – het allereerste ‘begin der campagne ten
verkoop gebracht. Bij den,, slechten oogstuitval boden
de latere inschrijvingen hoe langer hoe minder aan-
lokkeljks. De belangstelling verflauwde zienderoogen
en aan het slot der campagne konden groote quantums
slechts koopers vinden op de ongekend lage prjsbasis
van circa 15 cents per i KG.
De 1931cr Sumatra-oogst wordt geschat op 185.000
pakken, terwijl de daarop volgen-de oogst, in ver-band
met de bovenvermelde sluiting van verschillende on-
dernemingen, vermoedelijk nog wat kleiner – zal
worden.
Wat 3 a v a betreft, zoo toonden de eerste aanvoe-
ren ‘der
Vorstenlctnden
een goed product. De tabak
was rijp, zacht van blad en ha-d ‘gedeeltelijk ‘de ge-
Ll
84
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
3 Februari 1932
wenschte clofgrauwe, zij het dan wat donkere, kleuren.
Voor deze partijen bestond veel kooplust zoowel van
Nederlandsche als van Amerikaansche zijde. Bij de
latere aanvoeren bleek al spoedig, dat men den oogst
toch wel wat overschat had. De uitval ging vrij snel
achteruit, terwijl de minder vlotte brand aan het
blad meer op den voorgrond tra± De belangstelling
van de zijde van den handel nam dan ook gaandeweg
af, doch hiervoor in de plaats trad als koopster op
de Fransche Regie, welke ook dit jaar voortdurend
steun aan de markt verleend heeft, en tot in verhour
ding hooge prijzen niet minder dan 33.000 pakken
kocht.
De geheele oogst bedroeg circa 135.000 pakken, ver-
kocht tot circa 60 cents per 4 KG., waarvan circa
1.000 pakken naar Amerika gingen. –
Zooals hierboven reeds vermeld, werd een groot deel
van den
Bezoekie-oogst (
ruim 100.000 pakken, te schat-
ten op een waarde van 9 millioen gulden) in het begin
der campagne aan een combinatie van ëenige hande-,
laars verkocht.
1-let bleek al spoedig, dat men te doen had met een
goeden middenoogst, doch geenszins met een gewas
zonder fouten. De tabak was doorgaande rijp en droog-
soortig, goed van qualiteit, doch gedeëltehijk wat dor
en verregend (met als gevolg daarvan hier en daar
iets onfrisch), terwijl de brandbaarheid aan het blad
nogal eens te wenschen overliet.
Daar de inschrijvingen voor het overgroote deel be-
stonden uit deze voorverkochte partijen, was de be-
langstelling het geheele jaar slechts matig.
Zooals hierboven reeds vermeld, werd in den aan-.
vang dei campagne ook het overkochte deel van den
oogst door de koopers der leveringspartijen op prijs
gehouden, doch zakten later de prijzen sterk in, terwijl
cle afzet hoe langer hoe moeilijker werd.
Volgens de officieele statistieken bedroeg. de uit
voer van Java-tabak naar Duitschiand in 1.931 1.4 mil-
lioen KG. tegen 24 mi.11ioen KG. i.n 1.930.
Men kan veilig aannemen, dat dit verschil voor een
groot deel ten nadeele der Bezoekje-tabak komt, welke
vermoedelijk meer dan eenige andere soort van de
concurrëntie der Pfiilzer-ta’hak en van de buitenge-
woon lage prijzen van andere binnengoed-soorten
4
(Havana en Braziel) te
lijden
gehad heeft.
De geheele uitvoer van Java-tabak bedroeg in 1930
circa 38 millioeîi KG., terwijl men de binnenlandsche
consumptie in dat jaar op circa 10 milhi.oen KG. kan
stellen. Deze beide quantums tezamen wogen ongeveer
0
1)
tegen den aanvoer in 1930 van circa 50 millioen
KG: evenals dit in 1929 het geval was.
Geheel anders stelt zich deze vekhouding in 1931,
in welk jaar eveneens ruim 50 millioen KG. aange-
voerd werden, doch de uitvoer met de consumptie hier
te lande samen slechts 36 millioen KG. bedroegen.
Mocht de toestand in Duitschiand niet verbeteren,
dan zou de mogelijkheid •bestaan, dat men binnen, af-
zienbaren tijd met een teveel aan Java-tabak rekening
zal moeten gaan houden.
Voor Zwitserland kwam een klein quantum goed
geschikte tabak bij ‘den oogst voor, hetgeen grif op-
genomen werd, hoewel de laatste jaren Bezoékie voor
dit doel langzamerhand een minder belangrijke rol
gaat spelen, daar vele . fabrikanten zich aan het ge-
bruik van Vorstenlanden gewend hebben.
Naar Amerika werd voor het eerst sinds eeuige
jaren .weder een klein quantuni verkocht.
IDe tabak uit de
overige districten
verliest steeds
meer het belang voor de openbare markt. Het geheele
.divantum dat .daarvan hij inschrijving verkocht werd,
hedioeg nog niet ten volle 40.000 pakken.
De uitval van. den 1930er
Loenactdang-oogst was
‘iij goed. Ook deze soort moet echter voor een groot
deel den weg naar Duitschland vinden. Verkoopen
hiervap konden dan ook het geheele jaar door slechts
met moeite en op sterk verlaagde prijsbasis plaats
vinden.-
De uitval der overige Krooks (Rem’bangfKedirie,
Kadoe, etc.) was niet meer dan
–
mid.dlmat.i’g. De prij-
zen hiervan zijn langzamerhand weder vrijwel tot het
vooroorlogsche peil gedaald.
Van
Borneo
werden verkocht 4.401 pakken tot
‘circa 161, cents per EG. tegen 3.499 palcken ver-
‘kocht tot circa 144 cents per X EG. het jaar tevoren.
Deze tabak viel rijper en beter van soort dan de
Sumatra, doch had niet veel blad terwiji … e kleuren
(doorgaande bruin en roodbruin) te wenschen over-
lieten. Bovendien is het vrbruik dezer soort den
laatsten tijd sterk -gedaald.
Wat
Noord-Anaerilr.aansche vafeaia’bak
‘betreft, zo
ging de aanvoer van Kentuck,y circa 2 miliioen EG.
achteruit, terwijl die van Virginie met een ongeveer
gelijk quautum steeg.
De
prijzen
vo’ör de ordinaire bruine tabak uit den
1930cr oogst wiren reeds vrij vat lager dan het jaar
tevoren; in den ioop van 1.931 werden echter berich-
ten uit Amerika ontvangen over, de 1.931er Kentucky-
en Buriey-u’ogsten, volgens welke deze tot cie aller-
grootste zouden behooren, die ooit .tot aflevering ge-
komen waren. De markt in Amerika ‘oor deze soorten
opende eerst eind December; de geboden prijzen waren
inderdaad zoo laag, dat verschillende planters aan-
vankelijk-weigerden hun tabak af te geven en hier en
daar zelfs ongeregeldheden voorkwamen. Het laat zich
aanzien dat vooral Burley, welke soort ide laatste jaren
wegens den hoogen kostprijs vrijwel niet in eder-
land aangevoerd werd, een niet weg te cijferen con-
current voor Java-kerf zal kunnen worden.
De prijzen van gele Virginie, welke in 1.930 reeds
sterk gedaald waren, zakten, nog verder ih;’ hierin
werd dan oolc ccii en ander omgezet.
Van Maryland, waarvan de uitval ‘weinig bevre-
cliging schonk, nam de aanvoer – welke in 1930 nog
slechts circa 1500 vaten bedragen had.— nog met een
derde, af.
In verhouding tot de aangevoerde quantums heeft
cle Noord-Amerikaausche vatentabak, in het algemeen
gesprolcen, weinig belang voor den handel, daar de
grootste orders ‘door -de fabrikanten direct in Amerika
geplaatst worden.
Van
Zuid-Amerilcaoui.sche tahcJc
konden de aanvoe-
ren zich op het peil van het vorige jaar handhaven.
Van Havana werden circa 3Y2. millioen EG. aan-
gevoerd, grootendeels nog uit den 1930cr oogst. Waren
cle
prijzen
van dezen oogst buitengewoon laag geweest,
en werd. dan ook algemeen verwacht, dat de nieuwe
iiogst geheel andere cijfers te zien zou geven, al spoe-
clig ‘bleek, dat men hierin bedrogen uitkwam. Want
cle
prijzen
daarvoor stelden zich weliswaar aanvan-
kelijk wat hooger, doch zakten al spoedig
in
töt nog
beneden het niveau van 1930. De zaken in dit artikel,
welke aanvankelijk een tamelijk vlot verloop gehad
hadden, werden dan ook hoe langer hoè ejljke.
Hetzelfde geldt voor Braziel-tabak, waarvan even-
als verleden jaar circa 10 .milli.oén KG. aangevoerd
werden. De uitval van.den oogst was in doorsnee niet
slecht; ook voor dit artikel bewogen ‘de prijzen zich
echter het geheele jaar ‘door in sterk ‘dalepde tich-
ting. Deze zijii langzamerhand op een buitengewoon lage basis gekomen, hetgeen niet wegneemt .dat ver-
koopen bijna onmogelijk bleken.
– IDe Domingo-oogst gaf nogal eens aanleiding tot
klachten over ongezondn uitval. Hiervan werd dan
i)i)k i.n 1931 weinig geïmporteerd.
Vrij belangrijk waren daarentegen ‘de aanvoeren
vin Rio Grande, welke soort wegens de hooge prijzen
jarenlang op de Nederlandsèhe markt on’tbrokenhad. Toen in het oorsprongsiand de prijzen zeer aanzielijk
daalden, zijn, daarvan duizenden ‘baleis op leve±iog
naar Nederland verkociht. Weliswaar gaf de uitval
der tabaV meermalen aanleiding tot klachten, vooral
wegens hèt vQorkomén van broei daarin; di’t neèmt
3 Februari 1932
ECONOMISCH-STATISTISCHE
BERICHTEN
85
niet weg, dat Rio Grande in 1 ¶331 tot het goedkoopste
kerfnateriaal behoord heeft.
Ook van Paraguay zijn cle prijzen gedaald, doch niet
in dezelfde mate als bij Rio Grande het geval was. De
nitval van den oogst
WaS
echter voor een deel zeer
bevredigend; er zijn dan ook in
dcii
ioop van het jaar
vrij vlotte zaken in ‘dit artikel afgesloten. De aan-
voer ‘bedroeg met bijna 2 miljoen KG. driemaal zon-
‘eel als in 1930.
Van j3ritSch-ind’cSclbC ‘tabak
werd in 1931 zeer
weinig geïmporteerd; de hiertoe behnoreude soorten,
die uitsluitend om den lagen prijs gekocht worden,
kun tien oh der de tegenwoordige marktomstau
,
dighe.-
(]on de concurrentie met de velerlei andere laagge-
prijsde tabak niet volhouden.
Van
.Manilatabak
werd evenmin als van
China
iets
van eenige beteekenis aangevoerd.
Van
Oriënta.alsch
daarentegen waren de aanvoeren
nog wat •grooter dan het jaar tevoren. Ook voor deze
soorten kenmerkte’ 1931 zich door groote onregelma-
tigheid in den loop ‘der prijzen. Overigens is, zooals
wij reeds vroeger opmerkten, de handel in Oriëntaal-
sche tabak geconcentreerd in de handen Yan enkele
importhuizen, welke deze direct onder de fabrikanten
di stribueeren, zoodat een eigenlijke tweedehands-
handel in dit artikel vrijwel geheel ontbreekt.
l)e aanvoeren in 1931 bedroegen in totaal circa
10!) inillioen KG. tegen circa 101 millioen KG.. in
1930.
Zij waren verdeeld als volgt:
Sumatra en Java:
Aanvoer in 1,931 circa 70 milli.oen KG.
,,
,,
1.930
69
Noorcl-Amerikaansch:
Aanvoer in 1931.
circa 1.1
,,
1.930
Zuid-Amerikaansch:
Aanvoer in
:1.931.
circa 18
11
,,
1.930
19
Grieksch eii Turksch:
Aanvoer in 1.931
circa
8
,,
,,
1930
,,
6
Diversen:
(Britseh-Indisch,
Manila, enz.):
Aanvoer in 1931
circa
2
11
1.930
2
F. M.
”
Ohiresch, Algiersch,
millioen KG.
DE HAVENS VAN ANTWERPEN EN HAMBURG IN 1931.
Zooals te verwachten was heeft ook de Scheldestad
ruimschoots haar deel gehad van de moeilijkheden,
welke de Duitsche Noordzee- en Nederlandsehe havens
in het afgeloopen jaar ondervonden.
Waar de officiëele
cijfers
gewoonlijk eerst later
worden ‘verstrekt willen wij als vergelijkingsbasis voor
liet scheepvaart- en goederenverkeer de eerste ‘negen maanden van 1931 nemen. Uit ‘de navolgende ‘verge-
lijkende tabel blijkt de achteruitgang, zoowel van het
aantal schepen als van de tonnenmaat.
Aantal binnengekomen schepen
Netto tonnenmaat
(in duizend,en tonnen)
1929
……
8.727
1929
……
18.210
1930
……
8.249
1930
……
17.649
1931
……
7.902
1931
……
16.917
Bedraagt de achteruitgang in vergelijking met het
ongunstige jaar 1.930:
341
schepen metende 132.000
tons, grooter nog is de achteruitgang vergelekep met
het jaar 1929, t.w. 825 schepen metende 1.293.000 tons.
Niettemin geven deze cijfers slechts ten deele een
beeld van den invloed der depressie op het haven’ver-
keer zooals deze in de hoeveelheid der verwerkte goe-
deren tot uitdrukking komt:
Ter zee aan- en/of afgevoerde lading.
(in duizenden ‘tonnen).
Geloste goederen.
Geladen goederen.
1929
.
1930 1931
1929 1930 1931
9304 7643 7659
10132 8855 7743
Uit deze vergelijkende opstelling blijkt, dat de aan-
voer van goederen vergeleken met het jaar 1930 wel-
iswaar een stijging van 16.000 tons te zien ‘geeft, doch
dat vergeleken met 1929 de achteruitgang 1.645.000
toris bedraagt. Belangrijker is de daling, die het
exportverkeer toont, t.w. 1.112.000 tons vergeleken
met 1930 en 2.389.000 tons in vergelijking met 1929.
Ook de ‘navolgende vergelijkende tabel van het goe-
dorenverkeer tussdhen de verschillende coneurreeren-
cle havens is niet van ‘belang ontbloot:
Goederenverkeer in duizenden tonnen.
Gelost:
‘
Geladen:
1930 1931.
% daling
1930 1931
% daling
Antwerpen
7643 7659
–
8942 7743
13
Rotterdam
16126 12037
25
10121 9194
9
Amsterdam
2981 2890
3
1490 1393
7
‘Ili’emen
. .
2490 1970
.
20
1839 1597
.1.3
hamburg
. 12237 11104
9
6854 0152
10
Uit bovenstaand overzicht blijkt, dat alleen in Ant-
werpen de goederenaanvoer ter zee gedurende het
afgeloopen jaar vrijwel stationnair is gebleven; daar-
entegen is de goederenuitvoer in Antwerpen en in
Bremen het sterkst gedaald. De verklaring van dit
verschijnsel moet gezocht worden in de omstandigheid,
dat Rotterdam – doorvoerhaven ‘bij uitnemendheid
voor het Westfaalsëhe industriegebied dat zijn grond-
stoffen en met name ertsen goeddeels ‘via de Maasstad
betrekt – den terugsla’g der crisis, welke het bedrijfs-
leven in Westfalen ondergaat, in zijn sterk vermin-
derden ertsaanvoer aan den lijve ondervindt, terwijl
de stukgoedhaven Antwerpen de gevolgen der depres-
sie in een gevoelige daling van den uitvoer weer-
spiegelt.
Zoodra men de doorvoercijfers der via Antwerpen
gedirigeerde bulklading nader beziet trekt intusschen
ook hier een krachtige achteruitgang de aandaht.
Zon verminderde de aanvoer van erts en ‘phosphaat
in de eerste negen maanden van 1931 – die overal als
vergelijkingsbasis zijn aangenomen – met 369.000
tons (1929: vermindering 663.000 tons), terwijl de
uitvoer van kolen een achteruitgang van 360.000 tons
te zien geeft. Daarentegen toont ook hier de aanvoer
van granen een vrij belangrijke stijging, zooals uit
onderstaande vergelijkende opstelling blijkt:
In duizenden tonnen.
gedurende de eerste negen maanden.
1929
1930
1931
2907
2561
3271
1)e achteruitgang van den uitvoer over de haven
van Antwerpen die, zooitJe reeds vermeld in verge-
lijking ‘mede eerste negen maanden van 1.930 met
1.112.000 tons = 13 pOt. is teruggeloopen, is behalve
aan den sterk vermin derden export van metallurgische producten mede aan de dalènde cijfers te wijten, welke
de artikelen cement – vermindering 280.000 tons –
en kali – vermindering 90.000 tons – te zien geven.
Wat den uitvoer van metaliurgische producten – vrij-
vel ‘het voornaamste exportartikel – aangaat, de ach-
teruitgang bedraagt vergeleken met 1930: 540.000
tons, zulks na een daling van 1.240.000 tone in 1929.
De jaarrede van den Voorzitter van de Kamer van
Koophande’ te Antwerpen, den Heer Jussiant, stond’
dan ook, zooals verklaarhaar is, in het teeken der
depressie, zij het dat het slot zijner belangwekkende
rede ‘vertrouwen in de toekomst van Antwerpen’s
haven ademde. Dat dit vertrouwen niet misplaatst is
zullen allen beamen, die weten hoe het even energieke
als voortvarende Gemeentebestuur onder de zon be-
kwame leiding van Burgemeester Van Oauwelaert
86
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
3 Februari 1932
steeds voor de belangen der haven van Antwerpen op
do bres staat. Hier geen ,,achter de feiten aanloopon”,
doch integendeel een bestuur, dat het oog voortdurend
Op
de toekomst gericht houdt en niets achterwege laat
dat tot meerder verkeer in cle haven kan leiden. De
huidige achteruitgang – zuiver crisisverschijnsel –
zal clan ook straks ongetwijfeld jblijken een ,,reculer
pour mieux sauter” te zijn geweest.
* *
*
Der traditie getrouw bevat het jaarverslag der
Kamer van Koophandel te Hamburg ook ditmaal
wederom tal van, belangwekkende gegevens, zoo ten
aanzien van den algemeenen eeonornisdhen toestand,
waarin Duitschiand verkeert als met betrekking tot
het goederen- en scheepvaartverkeer in de haven van
Hamburg gedurende het achterliggende jaar.
Voor een juiste ‘beoordeeling van den toestand
waarin de Duitsche reederij verkeert moet men cle ge-
wijzigde samenstelling van de Duitsche handeisbcwe-
ging in aanmerking nemen. De onder den druk der
herstel- en renteverplichtingen gedurende de achter-
liggende jaren plaatsgevonden wijziging in cle han-
delsbalans die, aanvankelijk sterk passief, allengs in
zeer geprononceerde mate actief is geworden, moet
onvermijdelijk tot steeds weder nieuwe storingen op de’ internationale markten leiden. Het maandgemid-
delde voor den invoer in 1931 bedroeg R.M. 575.4,
voor den uitvoer R.M. 809.8 millioen, tegenover ge-
middelden van resp. R.M. 897.8 en R.M. 1020.1 mii-
lioen het jaar tevoren. De zoowel in absoluten in als
verhoudingsgewijs a’bnormaal gedaalde waarde van
den inoer, vindt haar verklaring in den achteruit-
gang van Duitschland’s ‘koopicracht en :in de ongeëven-
aarde daling der grondstofprijzen, welke laatste op
haar beurt wederom oorzaak is van de mindere koop-
kracht der gebieden die de grondstof ten behoeve der
exportindustrie leveren. Zoo valt dan ook een daling
van 32.5 pOt. bij Du.i.tschland’s overzeeschen export-
handel te constateeren., terwijl de Duitsche uitvoer
naar de overige Europeesche landen met 20.3 pOt.
terugliep.
i)at onder z66 ongunstige omstandigheden het
scheepvaart- en goederenverkeer in de oude Hanze-stad een weinig opwekkend beeld toont, is begrijpe-
lijk. Bedroeg het totaal der inkomsten uit hoofde van
het havenbedrijf in 1929 5.4 milliard R.M. – in 1930,
daalden deze inkomsten reeds tot 4.6 milliard – ge-
durende de negen eerste maanden van het afgeloopen
jaar werd slechts rond 3.8 milliard R.M. ontvangen.
1-lierbij dient er overigens op gewezen, dat het goe-‘
derenverkeer sterker achteruitgang ‘dan het reizigers-
verkeer toont. De tonnenmaat der gedurende de eerste
negen maanden in de haven van Hamburg aangeko-
men schepen daalde ‘van 16.397.687 netto register tons
tot 15.807.410 netto register tons. De aanvoer ter zee
tons, de afvoer ter zee van 6.855.000 tot 6.151.000 tons.
Gaat Hamburg al wat het scheepvaartverkeer htreft
aan de spits,
Rotterdam
neemt met een aanvoer van
t 2.199;000 tons en een afvoer van 9.090.000 tons de
eerste plaats in. Het goederenverkeer in de staats-
etablissementen daalde wat den aanvoer betreft met
22.8 en wat den afvoer aangaat met 7.6 pOt. ‘erge-
leken met het jaar tevoren. De achteruitgang in het
groepageverkeer, dat te Hamburg waar het stukgoed
(lonhineert zooveel grooter is dan te’ Rotterdam, be-
draagt slechts 8.3 pOt. Een uitermate triest beeld
bieden de te Hamburg opgcicgcle zeeschepen; op 1 De-
cember ji. waren niet minder ‘dan 107 zeeschepen met
een totalen ‘bruto inhoud van 554.921 tons uit de
vaart genomen.
Het voortdurend hooger optrekken van bestaande tariefmuren, het verleenen van regeeringssubsidies,
de beperkende bepalingen welke met name ten aan-
zien van het landverhuizersprobleern in Amerika gel-
den, de fin anciëel-econ omische ii oodtoestan’d van
:Duitschland zelf en last not least de depreciatie van
liet Engelsch betaalmiddel zijn tezamen oorzaaic dat de
inicomsten der Duitsche reederjen zeer gevoelig zijn
teruggelooperi. Eén en ander zal zich dan ook in de
O’er enkele maanden te publiceeren jaarcijfers maar
al te duidelijk weerspiegelen.
Dat ook de ibinnenvaart zér moeilijke
tijden
door-
maakt behoeft wel geen betoog. De te hedingen vrach-
ten bewegen zich ook hier vrij belangrijk beneden het
niveau van 1930, ofschoon de exploitatiekosten en met
name de sociale belastingen sterk zijn gestegen.
Tenzij men elders ter elfder ure tot het inzicht
komt dat de huidige toestand radicale maatregelen
eischt en dat met name het Duitsch probleem – waar-
mede het vraagstuk der oorlogsschulden z66 nauw
verband houdt – een spoedige oplossing eischt wil
oneindig erger voorkomen worden, zal het nieuwe jaar
Europa en met haar,de geheele wereld nog voor on-
aangename verrassingen plaatsen. De toestand in
Duitschland wordt steeds meer procair en moet, ten-
zij alsnog spoedig wordt ingegrepen, onvermijdelijk
tot een climax leiden, die het allerwegen zoo vurig
begeerde economisch herstel wederom tot een later
tijdstip zal verschuiven. Europa’s verantwoordelijke
staatslieden mogen wel bedenken dat er groot gevaar
schuilt in het talmen. Een natie ‘van meer dan 60 mii-
lioen zielen laat zich onder liet huidig economisch
wereidbestel waar allen, om het even of men het
erkent of niet, ‘van elkander afhankelijk zijn, nu een-
maal niet straffeloos terzijde schuiven. Steeds duide-
lijleer wordt het dat Duitschiand’s economisch herstel
mccle tot de voornaamste voorwaarden voor een terug-
keer tot normale verhoudingen behoort. Zal 1.932 dan
ook de zoo lang verbeide kentering van het economisch
.getij brengen, dan sla men de hand aan den ploeg, en
prat.e niet langer maar dwinge zichzelf tot de ver-
lossende daad!
van goederen daalde van 12.236.000 tot 11.1,04.000
1
C. V.
HET VOORSTEL VAN PROFESSOR GOUDRIAAN OVER EEN WERELD-
GRONDSTOFFEN
VALUTA. *)
Ir. A. Baars schrijft ons:
De heldere uiteenzettingen van Prof. Goudriaan in
cle E.-S. B. van 21 October ji. stelden scherp in het
licht, hoe in de huidige crisis het marktmechanisme,
gebaseerd op de wet van vraag en aanbod, niet of al-
thans uiterst onvoldoende in staat is voortbrengi’ng
en verbruik der grondstoffen met elkaar in evenwicht
te brengen. Vandaar de diepte der huidige depressie,
haar lange duur en het sombere perspectief, dat zij
biedt. Het is de synchrone, de gelijktijdige overpro-
duetie in de meest verschillende taldken en in alle
landen, die ertoe geleid heeft, dat het marktmecha-
nisme verzaakte als regulateur. Bij partieele erises
in enkele productietakken, zou de wet van vraag en
aanbod haar werking wèl kunnen doen gevoelen,
meent Prof. G-oudriaan, en men dient derhalve een
maatregel te treffen om het synchrone optreden van
o
erproductie in alle takken der oerproductie tege-
lijk te voorkomen. Dan kan, zoo liet hij zich spottend
uit op de jaarvergadering der Vereeniging voor de
Staathuishou’dkunde en de Statistiek, het ,,goede
oude kapitalisme” nog jarenlang dienst doen.
I’Iet verwondert ons daarom, zeker ‘van een scherp-
zinnigen denker als Prof. Goudriaan, dat hij een mid-
del aanbeveelt, hetwelk de door hem aangegeven
oorzaak, de synehronisatie der gedeeltelijke crises, in
geen enkel opzicht wegnemen kan. Dit zal duidelijk
blijken, wanneer men de werking van een dergelijke
3 Februari 1932
ECoNoMISCHSTATISTkSCHE
BERICHTEN
87
grondstoffenvaluta nader beschouwt, dieper op de
zaak ingaat ‘dan in de verleidelijke schildering in het
nummer van 28 October 1931 der E.-S. B. is geschied.
Nemen wij een oogenblik aan, dat de nieuwe geld-
eenheid, gebaseerd op cle goederencollectiviteit, is in-
gevoerd. Wij willen het niet hebben over de bijkans
onoverwnbare moeilijkheden van de vaststelling op
internationale schaal; het is altijd een goedkoop ver-weer te wijzen op de bezwaren aan de uitvoering van
nieuwe maatregelen verbonden. Die bezwaren en
moeilijkheden zijn er om overwonnen te worden; van-
neer het voorstel van Prof. Goudriaan tot het ge-
wenschte resultaat zou voeren; zou geen moeilijkheid,
hoe groot ook, het mogen doen mislukken, want dan
gaf het een mogelijkheid van redding voor millioenen
uit de schrijnendste ellende aan de hand, waartegen-ove; alle ‘bezwaren in het niet verzinken.
Echter zal het duidelijk zijn – gelijk de voorstel-
ier ook wenscht – dat cie goeclerenpakketten, die cle
•basis van de nieuwe munteenheid zullen vormen, prak-
tisch zijn samen te stellen. Dit zal een keuze of een
relatieve schaal noodig maken tusschen de verschil-
lende kwaliteiten, waaruit de grondstoffen bestaan:
Egyptische èf Amerikaansche katoen M andere soor-
ten ervan, die in bepaalde kwanta in de goederen-
pakketten kunnen worden opgenomen, harde ôf zachte
tarwe, •niet in dezelfde hoeveelheid, vlamkolen ôf
magere kolen, enz. Ook zal het mogelijk moeten zijn
een mengsel der verschillende soorten te leveren.
Hierin schuilt het nadeel van deze geld’basis tegen-
over het goud, .dat – tot een bepaald gehalte geraff i-
neerd – volstrekt gelijk is, vat kwaliteit betreft en
op den duur niet verandert. Het is echter een nadeel,
dat te overwinnen zou zijn. Vast moet evenwel staan,
dat •de goederenpakketten op da wereldmarkten prac-
tisch zijn samen te stellen, want anders zouden alle
grondstoffen toch naar believen in prijs kunnen dalen,
terwijl het onmogelijk zou ‘zijn een pakket te vormen
van de juiste samenstelling en dit te deponeeren tegen
den gevaloriseerden prijs, dus de overtollige grond-
stoffen tijdelijk uit de markt te nemen.
Hiermee is ‘het stelsel echter tegelijkertijd mislukt.
Ieder handelaar kan op de wereldnaarkten bij lage
prijzen opkoopen eerst suiker, hij wacht een poos en
krijgt de kans om een evenredige hoeveelheid koffie
te bemachtigen en ‘zoo de rij langs. In korten tijd
heeft hij zijn ,,pakket” van zooveel millioenen een-
heden ‘bijeen. Gaat ‘het niet goedsehiks, dan maakt hij
met anderen een ‘baisse in de ontbrekende producten,
dat is de heeren wei toevertrouwd – hij kan ‘het rus-
tig doen, waiit hij loopt geen enkel risico. Daalt dc
prijs slechts één oogenblik, dan koopt hij direct, wat
hem aan zijn goederenpakket ontbreekt en comple-
teert dat. Vervolgens deponeert hij •het gansche pak-
ket ‘bij één der banken tegen den gevaloriseerden prijs
en steekt de winst in zijn zak.
Is dit een denkbeeldig gevaar? Integendeel, het is
een gevaar, van welks grootte wij ons geen denkbeeld
kunnen vormen. Voor •de meeste grondstoffen is het
mogelijk de productie in den kortst mogeljken tijd
vele malen te vermenigvuldigen. Dr. Deterding deel-
de onlangs mede, dat cle olieproductie buiten Rusland
slechts 4 pOt. van de jmarlijksche productiecapaciteit
bedraagt. De kraakinstallaties kunnen, bij geforceerd
bedrijf, onmiddellijk eenige malen zooveel benzine
produceeren, als nu het geval is. Lamct de kolenmijnen
volop werken en ‘de kolenproductie vliegt omhoog,
terwijl de kosten zullen dalen door ‘den percentsgewijze
veel geringeren last der vaste kosten. In een paar
maanden tijds zal men in die groep tientallen miilioe-
nen goederenpak.ketten hebben verzameld.
Precies hetzelfde geldt voor de groep metalen en
misschien in iets mindere mate voor de landbouw-
producten, maar ‘deze zullen in één tot twee jaar hun
schade wel inhalen. De reactie der Amerikaansche
farmers op de steunactie van den Federal Farm
Board door meer tarwe en katoen te planten, is toch
weisprekend ‘genoeg. Na een betrekkelijk korten tijd
u1len de uit de markt genomen voorraden reusachtig
w-orden vergroot. Men zal zich zonder eenig risico
kunnen toeleggen op de meest ongebreidelde vergroo-
ting van de grondstoffenproductie; een deel der kapi-
talis’ten, der handelaars en banken, kan daarvan
slechts voordeel hebben en zij zullen gaarne de kapi-
talen ervoor ter ‘beschikking stellen. De geweldige
svarenstroom zal de prijzen der afzonderlijke grond-
stoffen laag houden, onder den prijs, waarop de valo-
r.isatie is ‘gebaseerd, en zij koopen tegen dien lagen
prijs hun goederenpakketten
bijeen
om ze vervolgens
tegen den standaardprijs in te leveren.
Maar zeer zeker zal de werkloosheid daardoor snel
vedwijnen en plaats maken – zie Rusland met zijn
tempo van het vijfjarenplan, welk tempo de kapita-
listische wereld bij dit valorisatieplan ongetwijfeld verre zal overtreffen – voor een tekort aan arbeids-
krachten. Daarnaast zal •de hoeveelheid papiergeld
in omloop reusac’htig
stijgen,
daar de banken tegen
de ingeleverde goederenpakketten bankbiljetten af-
geven. Alle voorwaarden voor een algemeene loons-
rerhooging en
prijsstijging
zijn dus aanwezig en deze
zullen dan ook moeten volgen. Ook de grondstoffenin-
dustrie zal die loonsverhoogin’g te ‘betalen hebben, het-
geen zij echter zonder ‘bezwaar kan •doen, want bij de
volle belasting der bedrijven zal de mechanisatie op
dit gebied der massaproductie bij uitnemendheid met
reusachtige stappen vooruit vliegen. Vooral in het
begin dus zal de grondstoffenindustrie en zullen de
landbouwbedrjven van grondstoffen geen nadeel on-
ciervinden van de gestegen bonen. Tractoren, oogst-
machines, ook voor producten als suikerbieten of sui-
kerriet, al deze en nog veel meer machines zullen
verschijnen en de oplossing zal zijn: ‘nog meer grond-
stoffen op nog grooter schaal, de overtollige gode-
renpakketten worden gevaboriseerd en hinderen niet.
Op den duur, en niet eens op den langen duur,
moet deze wedloop echter noodlottig. afloopen voor de
grondstoffen. Tenslotte werkt de mechanisatie in •den
aanvang het snelst, wordt het effect van verder door-
gevoerde, verfijnde •mechanisatie hoe langer hoe ge-
ringer. De grondstoffenindustrieën worden inge-
haald, overvleugeld door de
prijsstijging,
die lang-
zamerhand uitgegroeid zal zijn tot een inflatie in
optima forma. De industrieën van verbrui’ksgoederen
en haiffabrikaten kunnen voor haar producten mee-
gaan met cle prijsstijging, moeten dat ooic, daar bij
haar de invloed van het arbeidsloon grooter is en het
niet overal mogelijk is, ‘gelijk ‘bij d automobielen, tot
een volkomen gemechaniseerde productie over te gaan van één enkel sta’n’daardproduct.
Wat Prof. Goudriaan tha’ns wil genezen, dat ‘be-
reikt hij zoodoende, mathematisch zeker, op veel reus-
achtiger schaal dan nu. Want de grondstoffenpakket-
ten hebben een vasten, gevaloriseerden prijs, een
prijs, die op den ‘duur, ‘bij de steeds toenemende in-
flatie van het ruiliniddel en de ‘daaraan verbonden
prijsstijging, beteekenen zal een verlies, een blijvend
en steeds ‘grooter wordend verlies….voor ‘de grond-
stoffenfabrikariten, Stijging van de ‘grondstoffenprij-
zen zal dan eerst recht onmogelijk zijn. De voorraden,
die thans dreigend boven de markt hangen, zijn een
klein, onbeteekenend gedeelte van hetgeen zich dan in cle goederenpakketten zal hebben opgehoopt. De grondstoffenindustrie, ingesteld op een basis, die de
verbruiksmogeljkheid zelfs ‘bij den ‘grootsten bloei en
uitbreiding verre overtrett, zal voor een veel ‘grootere
overproductie staan dan thans het geval is, met daar-
naast een wereldvoorraad in •de goederenpakketten,
genoeg om het optimale werel’dverbruik gedurende
vele jaren te dekken.
In zijn critiek op de onvoldoende werking van het
marktmechanisme heeft Prof. Goudriaan volkomen
gelijk; thans zijn zelfs lage en verliesgevende prijzen
niet in staat het evenwicht te herstellen. Maar al
werkt het marktmechanisme niet voldoende, het werkt
88
ECONOMISCH-STATISTISCHE
BERICHTEN
3 Februari 1932
tôch gedeeltelijk. Schakelt men de rem van de lage
grondstoffenprijzen -heelemaal uit, hetgeen in zijn
stelsel het geval is, dan is er van herstel van het even-
wioht in het geheel geen sprake meer, -dan zal de
cli-sproportie in het maatschappelijk voortbren-gings-
proces, – de werkelijke en eenige oorzaak der crises
– tot monsterachtige, voorheen ongekende afmetin-
gen aangroeien.
• Het -dekbeeld van grondstoffenvalorisatie is goed.
Deze zal in-staat iijn in zeer korten tijd aan de -heer-
schende crisis een einde te maken. De beschouwingen
daaromtrent in de artikelen van Prof. Goudriaan zijn
in dit opzicht overtuigend genoeg. Doorvoeibaar
wordt dé valorisatio echter eerst, wanneer de zeker-
heid bestaat, dat né dezen- maatregel – ten minste niet
te lang daarna – het evenwicht tusschen. productie
en behoefte aan -die grondstoffen niet meer
stelsel-
matig en algemeen,
gelijk thans, zal worden verbro-
ken. Heeft men die zekerheid, dan is de grootte der
huidige wereldvoorraden volstrekt geen bezwaar meer,
zijn zij integendeel aan -den lagen kant, wanneer men
ze beschouwt als reserve tegen plotselinge stijging van
de vraag (bij uitvindingen -bij voorbeeld) of verminde-
ring van het aanbod (misoogsten, -natuurrampen, e.d.).
– Prof. Goudriaan. betoogt zelf, dat een -gedeelte der
berekeningen, noodig voor vaststelling der even-
wichtsvoorwaarden in het productieproces ook ter
verwezenlijking van de grondstoffen-valuta noodig
zijn. Hij schrijft op blz. 948:
,,Cen-trale aankoop van grondstoffen iii alle markten tege-
lijkertijd in quanta geëvenredigd aan het werelilverbruik,
totdat…
Men dient dus tevbren vast te stellen de
cijfers
van
het wereidverbruik, ii iet alleen die van de wereldpro-
ductie; Dan is de weg toch aangewezen en hoeft men
slechts eenige stappen verder op dien weg .uctie bij
dit, voor de grondstoffenvaluta berekende, verbruik
zijn kan. Indien het mogelijk is door berekening de
eerste gegevens vast te stellen, de grootte van het
wereldverbruik der grondstoffen – en ‘blijkbaar ziet
Prof. Goudriaan die mogelijkheid, want zij is de ‘basis
van zijn voorstel – -dan is het eveneens mogelijk te
‘berekenen, hoe groot -de wereldproductie van grond-
stoffen dient te zijn.
Bij de uitvoering dezer berekeningen van het grond-
stoffen verbruik, noodig om de evenredige samenstel-
ling der goederenpakketten te vinden, zal blijken, dat
de verhouding van de hoeveelheid geconsameerde
grondstoffen volstrekt niet: constant is. Dat- bijvoor-
ee1d ‘bij vermindering der bedrijvigheid het verbruik
‘aii katoen en wol veel minder snel afneemt dan dat
van ijzer, koper, olie en steenkool. Deze berekeningen
zullen, wanneer
zij
worden opgezet, onmiddellijk de
groote elasticiteit aantoonen van ons productiestelsel,
dat zich niet in ‘bepaalde evenredigheden laat
dwingen.
Of men wil of niet, men wordt, ook op deze ma-
nier, steeds tot dezelfde conclusie gedrongen. Valori-
satie vereischt overzicht over de geheele maatschap-
pelijke productie en consumptie en dat overzicht is
alleen te
verkrijgen,
wanneer men de onderlinge ver-houdingen en factoren berekent, •d.w.z. wanneer men
het schema of plan der maatschappelijke productie
en consumptie voor zich heeft. Deze •berekening en
(at schema in
cijfers
is heel wat anders •dan de ge-
centraliseerde uitvoer-ing van één- -bepaald plan onder
staatadwang, hetgeen gewoonlijk met ,,Planwirt-
schaf t” wordt -bedoeld. Er zijn oneindig vele sc-hema’s
mogelijk, waarbij het evenwicht van voortbrenging
en ver’bruik gehandhaafd blijft.
Het marktmeohanisme is en -blijft in staat gedeel-
telijke onevenredigheden – in tijd en in plaats ver-
schillend – te elim-ineeren. Het schema is 1bU uit-
stek geschikt om een
algemeene
on even redigheid, die
niet plotseling ontstaat, maar zich geleidelijk ont-
wikkelt, tijdig te oriderkennen en te voorkomen, dat
zij zich catastrofaal ontwikkelt, zooals thans.
Te-
amen
met valorisatie, aangevuld door het dan meer
normaal werkende en zeer nauwkeurige marktmecha-
nisme tegen kleine afwijkingen, – dat we hebben en
rnoetn -houden, gesteund door de wereidvoorraden,
die gerust kunnen schommelen en het ‘begin van een
algemeen teveel aan producten tijdelijk kunnen ab:
sorheeren, omdat uien op grond der berekeningen dit
euvel terstond -bemerkt en de ontwikkeling ervan kan
tegenhouden, zullen wij in het berekende schema van
productie en verbruik (in het verbruik ook ingeslo-ten datgene, -dat aangewend wordt voor uitbreidin-
gen) een machtig middel hebben om – een herhaling
van de huidige wereidramp in de toekomst te voor-
komen.
) ‘Prof. Goudriaan heeft ons medegedeeld, da-t hij in én
der
volge!ide nummers nader zal terugkomen op de beschou-
vingen die aan zijn stelsel zijn gewijd in de artikelen van
Prof. Mr. Dr. G. M. Verrijn Stuart
in
het nummer van
13
Jan.
jl. en
van Jr. A.
Baars in
het uummer
-van
heden.
(Red.)
DE INDISCHE MIDDELEN OVER OCTOBER 1931.
In de maatid October bedroeg de – opbr’engst der lan-dsmi-ddelen in totaal J 41.4 millioen tegenover
j 57.2 m.ïllioen in dezelfde maand van het vorige jaar.
Hierdoor is een -totaal middelenopbrengst over de
eerste tien maanden van 1931 ontstaan van
f
424.5
millioen, terwijl in cie eerste tien maanden van 1930
f-521.5 millioen werd ontvangen, een achteruitgang
dus van
f
91 milliôen. –
De opbrengst der verschillen-de hoofdgroepen van
middelen in vergelijking tot de ramingen bedroeg
in millioenen guldens respectievelijk:
10/12
eerste
1/12
October raming tien maanden
Groep
raniiug
1931 1930
1931
1931 1930
I3elastingeu .. .
29.6
22.8 31.0
295.6
201.7 248.9
Monopolies • – .
6.3
4.8
6.0
63.2
53.4 – 63.7
Producten . – – –
7.6
2.5
5.0
76.1
40.7
56.3
]3ôdrijven
12.1
8.5 10.9
120.9
90.- 105.3
Div.
middelen
.
5.0
2.8
4.3
50.0
38.7
47.3
Totaal.
. 60.6
41.4 57.2
605.8
424.5 521.5
1-Jet achter-blijven van de middelen in verslagmaa-nd
t.o.v. -dezelfde maand van het vorige jaar werd der-
halve veroorzaakt door de belastinggroep met –
f
8.2
millioen, -de monopolies met
– f 1.2
millioen, de pro-
clucten met
– f
2.5 millioen, de bedrijven met
– f
2.4
millioen en de -groep diverse middelen met –
f
1.5
millioen.
Bij het achterblijven van het ‘totaal der middelen t.o.’. ‘de fractioneele jaarraming in de verslagmand
ten bedrage van
j
19.2 -m.illioen en in -de eerSte tien
maanden van 1931 van in totaal
f
181.3 millioen,
moet in aanmerking worden – genomen, dat verschil-
lende middelen, in hoofc]zaak de kohierbelastingen, de
producten, sommige bedrijven en eenige middelen van de groep ,,Diversen”, zooals winstaandeelen, mijncon-
cessies enz. niet regelmatig over een jaar binflen-
”loeien, -doch op onregelmatige
wijze
werden -betaald.
– De verschillen in de opbrengst tusschen -de maan-
den October 1,931 en October 1930 en tusschen de
eerste tien -maanden van 1931 en van 1930 worden hij de verschillende middelen-groepen, in hoofdzaak door
de n.v. afwijkipgen veroorzaakt. –
Belastingen.
De navolgende heffingen vertoonen
in
de afgeloo-
pen tien maanden in totaal een achteruitgang, t.o.v.
1,930, van
f
31.2 millioen. . –
FA
3 Februar.i.1932
ECONOMISCH-STATIST4SCHE BERICHTEN
89
Opbrengst in millioenen guldens Eerste 10
Eerste
maa.ndeh van
Omschrijving
October
10 maanden
van
1931 minder
1931
1930
1931
1930
1929
dan 1930
Invoerrechten
. .
4.5 6.0
46.8
64.7
80.8
17.9
Ijitvoerrechten
.
0.3 0.9
3.6 7.8 11.3
4.2
Statistiekréclit
.
0.2
0.4
2.8
4.3
5.4
1.5
Accijnzen
3.5 3.3
31.3
36.1
35.1
4.8
Zegelrecht
0.8
1.1
8.1 10.3
12.0
2.2
Overschr. recht
.
0.2
0.2
1.9
2.2 2.2
0.3
81achtbelastingen0.54
0.55
5.3
5.6
6.0
0.3
Totaal..
10.0
12.5
99.8
131.0 152.8
31.2
Bij vergelijking van de opbrengst 1931 met clie van
1930 client er rekening mede te worden gehouden, dat
ingaande 1 Januari 1931 de invoerrechten werden
verhoogd met 10 opcenten, terwijl ook het handels-
zegel en het ontschepingsgeld werden verhoogd.
Een nadere uitsplitsing van de opbrengst der ac-
cij nzen leidt tot onderstaan de groepeeri ng:
Opbrengst in in illioeu en guldens
Onischrijvidg
October Eerste 10 maanden van 10/12 ra-
1931 1930
1931 1.930 1929
ming1931
Petroleum ..
1.0
0.9
9.4
10.2
10.6
1
992
Benzine
1.7
1.6
14.8
16.7
14.4
f
–
Lucifers
….
0.8
0.7
6.3
8.3
9.0
9.2
Gedistilleerd
0.06
0.07
0.7
0.8
1.0
1.0
Tilcik
……
0.098 0.01
0.07
0.08
0.1
0.1
Totaal . .
3.6
3.3
31.3
36.1
35.1
39.5
:De icohierbelastingen bleven in de eerste tien maan-
den van 1931, zooals uit de hieronder opgenomen ver-
gelijkende specificatie blijkt, met uitzondering van de
ersoneele belasting en de verponding, bij de op-brengst van de eerste tien maanden van 1930 ten
achter.
Opbrengst in millioenen guldens
Omschrijving
October
Eerste 10 maanden
1931 1930 1929
1931
1930
1929
Personeele belasting
0.7
0.7
0.6 4.3
4.2
4.-
Inkomstenbelasting
…….
.3
5.1
37.6 41.5
41.-
Vennootschapsbelasting
1.8
6.7
9.3 15.6
29.4
32.-
Vcrponding
………..
0.3
0.3
0.4
1.2.7
7.7
4.8
Landelijke inkomsten
4.2
4.3
3.8
27.3 30.9
32.1
Totaal
……
12.4
18.3
19.2
97.5
113.7
113.9
De hooge opbrengst ddr verponding is veroorzaakt
door de belangrijke betalingen op aanslagen van
vorige jaren.
De landelijke inkomsten, nader uitgesplitst, geven
het volgende beeld:
Opbrengst in iii ill ioenen guldens
October
Eerste 10 maanden
1931 1930 1929 1931 1930 1929
Land rente Java
cii iiattoera 3.7 3.7
3.3 25.4 28.3
29.4
Alle overige
………..
0.5
0.6
0.5
1.9
2.6
2.7
Totaal
….
4.2 4.3
3.8 27.3 30.9
32.1
De overige belastingen brachten in verslagmaand
j 284.000 op tegen
f
356.000 in dezelfde maand van
1930.
Monopo lies.
De monopolies brachten in verslagmaand
.f
1,3 mil-
lioen minder op dkn in October 1930, terwijl de totaal-
opbrengst in de eerste tien maanden van 1931
f
1.0,3
millioen achterbleef bij die over dezelfde periode van
1930.
Deze
f
10.3 millioen werden voor
f
7.7 millicien
gevormd door achteruitgang van de opbrengst van
den
opiumverkoop,
welke opbrengst in de eerste tien
maanden van 1931
f
21,8 millioen ‘bedroeg tegenover
f 29.5 millioen in de eerste t,ien maanden van 1930.
i)e opbrengst der
pi.nd huizen
bleef in verslagmaand
f
0.27 miltioen achter hij die van October 1930, en in
cle eerste tien maanden van dit jaar
f
2.5 millioen
hij die van de eerste tien maanden van 1930.
Het
zout,
dat in verslagmaand
f
0,3 millioen min-
der opbracht dan in October 1930 bleef in de eerste
tien maanden van dit jaar in totaal
f
0.2 millioen
achter bij die van de eerste tien maanden van 1930.
Producten.
De opbrengst van de
producten
bedroeg in October
1031
f
2.5 millioen tegen
f
5 millioen over dezelfde
maand in 1930 of
f
2.5 millioen minder, in hoofd-zaak veroorzaakt door de mindere opbrengsten van
tin, steenkool en boschproducten ad resp.
f 1
mil-
lioen, f 0.8 millioen en
f
0.6 millioen. De opbrengst
in verslagmaand van goud en zilver is slechts een
naboeking, daar de goud- en zilvermijnen in de maand
Augustus werden gesloten. Hèt caoutehoucbedrijf
bracht in verslagmaand ruim
f
16.000 meer op dan in
October 1930. in de eerste tien maanden van 1931
wal de opbrengst echter f 1.2 m.m. minder dan in
dezelfde periode van 1930.
Bedrijven.
De opbrengst van deze groep bedroeg over October
1931
f
2.4 millioen. minder dan in dezelfde maand
van 1930. De oorzaak hiervan is in hoofdzaak gelegen
in .de mindere opbrengst van den P.T.T. en de
S.S.
ad resp.
f
0,2 en
f
1.8 millioen. De achteruitgang van deze groep gedurende de eerste tien maanden van het
jaar 1931 to.”. 1930 steeg tot
f
15.3 millioen.
De totaal-opbrengsten van de
S:S.
en Tr. bleven in
de eerste tien maanden
f 11
millioen bij die van het
vorige jaar ten achter. Verdeeld naar de verschillen-
cle lijnen was cli t versch.i 1:
Java
………………
f 8.4 millioen
Sum.
Westkust
………
,, 0.8
Zuid-Sumatra
………
,, 1.3
‘de Atjeh-tram
………
,, 0.4
Het verdere bedrag der achterblj ving
(f
4.3 mii-
lioen) is veroorzaalct door:
Havenwezen
……..
met –
f
1.4 millioen
Baggerdienst
…….
– 1.0
Landsdrukkerij
……
– ,,
0.4
P.T.T. ………….
.,
– ,, 2.0
terwijl de dienst van W. en E. inde afgeloopen
periode
f
0.5 millioen meer opbracht dal] in dezelfde
van het vorige jaar.
Diverse middelen.
Deze groep bracht in versiagmaan.d
f
2.8 .inillioen
op tegenover f 4.3 mi,llioen in October 1930. De op-
brengst in de eerste tien maanden van 1931. was
f
8.6
millioen minder dan die in de overeenkomstige
periode van 1930. Het achterblijven van de opbrengst
over de eerste tien maanden bij de fractioneele jaar-
ram.ing met een bedrag van
f
11.3 millioen en bij
dezelfde periode van 1.930 met f8,6 millioen vindt
zijn oorzaak in het achterblijven van bijna alle mid-
delen, welke tot de groep hehooren.
Slechts de opbrengst der veeskamers en schooigel-
den gaven een gunsti.g verschil te zien, respectievelijk
van
f
0.1 millioen en
f
0.2 millioen.
Mijnconcessies brachten in verslagmaand
f
0.157
millioen op tegen
f
0.068 miiiioen in October 1930,
terwijl in de eerste tien maanden van 1931 hierop
f 4.484 millioèn werd ontvangen tegenover
f
5.881
millioen in. ‘dezelfde periode van 1930.
Opbrengst in millioenen guldens
Maand
Per maand
t. cle maand
1929
1930
1931
192
1930
1931
Januari
51,9
53,5
45
1
2
51,9
53,5
45,2
Februari
48,9
42,2
36,0
100,8
95,7
81,2
Maart
…….
50.4
43,7
37,1
151,2
139,4 118,3
April
……..
51.3
45,1
38,3
202,4
184,5
156,6
Mei
………
53.8
52,3
39,1
256,2
236,8
195,7
Jiiiii
…….
131.2
50,4
45,3
317,4
287,2 241,0
Juli
………
67.0
65,3
49,5
384,4
352,5 290,5
Augustus
…
62.2
52,5
46,3
446,5
405,0 336,8
September
62,4
59,3
46,2
508,9
464,3 383,1′
October
…..
71.6
57,2
41,4
580,4
521,5 424,5
November . . . 56,1
46,5
636,6
568,-
December . . . 72,2
64,3
708,7
632,2
J)e opbrengst van den afkoop van heerendiensten
in de Buitengewesten was
in October 1931
f
0.377
90
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
3 Februari 1932
millioen tegen
f 0.401
millioen in October 1.930; de
totaal-ontvangsten bedroegen in do eerste tie:n maan-
den van 1031
f
4.6
mullioen en in dezelfde periode
van 1.930
f
5.9 millioen.
De ontvangsten van het gevangeniswezen bedroe-
gen in October 1931
jf
0.4 millioen tegen.
f
0.5 mii-
lioen in October 1930; cie totaal-ontvangsten hiervan
bedroegen in de eerste tien maanden van 1931
f 4.1
millioen tegen
f
4.6 millioen in dezelfde periode van
1930. –
De opbrengsten van de andere tot deze groep ‘he-
hooréncie middelen geven geen aanleiding tot bij-
zondere vermelding, met uitzodering van de baken-en loodsgelden, welke in verslagmaand
f 0.11
mii-
lioen achterbleven bij October 1930 en in de eerste
tien maanden van 1931 totaal
f
0.78 millioen minder
opbrachten dan iii dezelfde periode van 1930.
Het algemeen verloop der landsrniddelen in het
loopende jaar in vergelijking met de twee voorafgaan-
de jaren. moge blijken uit het vorenstaande overzicht.
BUITENLANDSCHE MEDEWERKING.
HET TEKORT VAN DE FRANSCHE SPOORWEGEN.
Prof. B. Nogaro te Parijs schrijft ons:
Het tekort van de Fransche spoorwegen, dat op
het oogenblik een punt van bespreking in het Fran-
sche parlement vormt, is een van cie vele moeilijke
problemen, die zich thans in Frankrijk voordoen. Al-
vorens wij tot een beschouwing van de voorgestelde
oplossingen overgaan, is het noodig eerst in het kort
cie voornaamste kenmerken van het administratieve
en financiëele beleid van de Fransche spoorwegen te
schetsen.
Het Fransche spoorwegnet is ver cleeld over vijf
maatschappijen, clie concessie bezitten (Nord, Est,
Paris-Lyon-Mdditerranée, Oriéans, Midi) en een
staatsbedrijf van spoorwegen, dat de vroegere maat-
schappij Onest heeft overgenomen en waarin de spoor-
wegen van Elzas-Lotharingen zijn opgenomen. Een
nieuwe conventie van 28 Juni 1921, bekrachtigd door
een wet van 29 October van dat jaar, heeft de statu-
ten gewijzigd eu uniform ‘geregeld.
Zij handhaaft bepaalde essentieele bepalingen van
de vroegere conveaties (1883) o.a., dat de aandeel-
houders een gegarandeerde uitkeering blijven genie-
ten, d.w.z. een door den Staat gewaarborgd minimum-
dividend.
De conventie ian 1921 heeft echter enkele belang-
rijke wijzigingen ingevoerd, in de eerste plaats heeft
zij centrale organisaties in het leven geroepen, die be-
last zijn met de samenvoeging van het beheer der lij-
nen. Dientengevolge bestaat er een bestuurscommis-sie, een opperste raad voor de spoorwegen, uniforme
tarieven en een gemeenschappelijk fonds, waarin de
overschotten der ontvangsten worden gestort en dat
een zeer nauwe financiëeie aa neensluiting tussehen
de verschillende lijnen tot stand heeft gebracht.
Deze maatregel werd evenwel in zekere mate ver-
zacht door ,,beheerpremies”, welke bestemd waren om
de individueele lijnen voor de
stijging
van haar ont-
vangsten en voor allerlei bezuinigingen op de exploi-tatie te interesseeren.
De met dit laatste voorbehoud op deze wijze tot
stand gebrachte financiëele aaneensluiting moest in
normale omstandigheden aan •de gezamenlijke lijnen een zekere onafhankelijkheid verschaffen, en, aange-
vuld met ‘bepalingen, die haar in staat stelden ingeval
van tekorten haar tarieven te verhoogen, in beginsel
een goed beheer verzekeren.
Een overgangsperiode werd vastgesteld. Nadat cle
Staat de uit den oorlogstijd voortspruitende lasten
had aanvaard,gaf hij toestemming om de tekorten
van de jaren 1921 tot 1926 door leeningen te dekken.
Vanaf 1927 echter moest de dienst van deze leeningen
door het gemeenschappelijk fonds worden gewaar-
borgd.
Hieruit blijkt, dat de Staat zich van •dat tijdstip af
niet meer met de financiëele moeiljicheden van het
bedrijf der spoorwegiijnen wilde ‘bemoeien. De toe-
stand toont op het oogenblik echter een geheel ander
beel’d.
Het stelsel scheen aanvankelijk niet slecht te wer-
ken. Vanaf 1926 hadden de lijnen een aanzienlijk
overschot van ruim Frs. 500 millioen. In de daarop-
volgende jaren werden haar lasten verzwaard door de
annuïteit der af te lossen leeningen, ton bedrage van
ongeveer Frs. 500 millioen per jaar. Niettegenstaande
de afwisselen.de overschotten en tekorten was het ge-
meenschappelijk fonds op 31 December 1929 op
Frs. 70 millioen na in evenwicht.
In 1,930 is het tekort van cle spoorwegen plotseling
zeer aanzienlijk gestegen; het werd, wat de exploitatie
betreft, op Frs. 1.200 millioen geschat, dus zonder de
bovengenoemde anunïteit van Frs. 500 millioen,
In 1931 werd de toestand nog ernstiger. Men moest
in een stijging van de uitgaven voorzien: 170 millioen
voor salarissen en bonen (de in 1930 goedgekeurde
verhooging had slechts betrekking op 7 .maanden),
maar bovendiell in een vermeerdering van de kapi-
taal-uitgaven met ongeveer 200 millioen, waardoor
sedert het begin van het dienstjaar op een tekort van
i’ milliard kon worden gerekend. Door den achter-
uitgang van het verkeer als gevolg van de crisis moest
dit cijfer echter aanmerkelijk worden verhoogd. Het
werd kortgeleden op Frs. 2.300 milhoen geschat. Met
cle annuïteit van 500 millioen, bedraagt het totaal te-
kort over 1931 ‘dus ongeveer Frs. 2.800 millioen. In-
dien men rekening houdt met de tekorten van cle
vorige jaren (70 millioen in 1929 en ongeveer 1.700
millioen voor 1930), dan komt men op een totaal te-
kort van ruim Frs. 4 milliard. Voor de toekomst is
dus een jaarljksch tekort van Frs. 2 â 2%n milliard te
verwachten, indien geen andere maatregelen worden
genomen.
* *
*
Welke zijn ‘de oorzaken van deren toestand? Behalve
voor 1931, toen Frankrijk ernstig den terugslag van
cle algemeene crisis heeft ondervonden, zijn de finan-
ciëele moeilijkheden van de Fransche spoorwegen
niet aan een ontoereilceud verkeer toe te schrijven.
Ondanks de concurrentie van de automobiel voor het
reizigersvervoer en de gezamenlijke concurrentie van
de vrachtauto’s en de vrachtvaart – vooral motor-
booten – voor het goederenverkeer, gbeft het verkeer
van de Fransche spoorwegen ten opzichte van 191.3
een zeer groote stijging te zien; zij bedraagt 37 pOt.
voor het reizi’gersvervoer en 56 pOt, voor liet goede-
renvervoer (vrachtgoed). De verklaring voor het te-
kort van de spoorwegen moet dus in de eerste plaats
elders worden gezocht.
De Heer Fournier, thans vice-president van de
Bank van Frankrijk, die officiëel met de’bestudee-
ring van •dit delicate vraagstuk werd belast, heeft een
rapport uitgebracht, waarin als oorzaak het systeem
van de Fransche spoorwegen wordt genoemd, zooals
het uit de conventie van 1921 is voortgesproten. Hij
merkt in ‘de allereerste plaats op, dat het stelsel van
de gegarandeerde rente en van het gemeenschappelijk
fonds niet in die mate door de beheerpremies ‘gecor-
rigeerd wordt, dat elke lijn voldoende voordeelen trekt
uit een goed. beheer. Het gevolg is, ‘dat het verschil in
dividend tusschen lijnen niet verlies en lijnen met
winst te klein is. Bovendien merkt de Heer Four-
nier op, dat er bij ‘gebrek aan een rechtstreek-
schen stimulans voor een goed beheer van de
lijnen geen behoorlijk toezicht bestaat, doordat de be-
voegde minister, ten minste ten aanzien van de ex-
ploitatie, slechts gerechtigd is zich te oriënteeren en
3 Februari 1932
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
91
opmerkingen te maken; hij de kapitaal-uitgaven is cle macht van clan minister •grooter, daar de uitgifte van
obligaties aan zijn toestemming is onderworpen.
De opmerking ligt voor de hand, dat deze conclusies
van algemeenen aard doen veronderstellen, dat cle
directies van de spoorlijnen, niet ioldoende gestimu-
leerci door liet rechtstreeksclîe belang en door gemis
aan een goede contrôle, een slecht beheer hebben ge-
voerd.
De directies van de Fransche spoorwegen beweren
echter, dat zij de arbeidsprestatie van haar personeel
hebben opgevoerd, want het aantal werkuren is in
verhouding tot liet verkeer niet gestegen; deze
arbeidsprestatie zou ten opzichte van 1913 niet 28
püt. voor het reizigersvervoer en met 48 pCt. voor het
goederenvervoer zijn toegenomen.
Bovendien beweren zij de exploitatiekosten te heb-
ben verminderd, zoowel sedert 1921, als ten opzichte
van het v66roorlogsche tijdperk: volgens haar zèggen
zijn de exploitatielcosten tusschen 1921 en 1929 met
10,5 püt. in goudwaarde afgenomen, ondanks een stij-
ging van liet reizigersvervoer met 9,5 pOt en van het
goeclerenverkeer met 61 pOt.; zij leggen er den na-
druk op, dat de tegenwoordige exploitatie-coëfficiönt
van 78,7 pOt. – het net van Elzas-Lotharingen niet
medegerekend – met een exploitatie-coëfficiënt van
98,5 pOt. in 1913 zou overeenkomen, indien de ta-
rieven, de bonen en de materiaalprijzen even hoog
waren geweest als thans, waaruit dus een verbetering
van 20 pOt. zou voortvloeien.
Nadat de ‘directies op deze wijze haar gestie uit
technisch oogpunt hadden verdedigd, noemden zij in
de eerste plaats als oorzaak van het tekort haar per-
soneelsuitgaven. Deze moesten in 1920 als gevolg van
de invoering van den achturigen werkdag aanzienlijk
stijgen: 80.000 personen moesten in dienst worden
genomen, hetgeen een vermeerdering van 20 pOt, van
het toen bestaande aantal beteekende. Bovendien hou-
den zij vol, dat de achtereenvolgende salarisverhoo-
gingen, ten dccle een gevolg van de actie van het par-
lement, een hoogeren coëfficiënt van gemiddeld 8,91
beteekenen, terwijl de stijging van cle kosten van
levensonderhoud ongeveer 6 bedraagt. Ten opzichte
van 1913 zijn de personeelsuitgaven op de exploi-
tatierekening met 9,4 pOt. gestegen.
In absolute
cijfers
vormen de sedert 1 Januari 1929
ingevoerde vier achtereen volgende salaris verhoogi n-
gen een jaarlijksche toeneming van de uitgaven met
ruim Frs. 1.900 millioen, zonder tegenpost aan de
zijde der ontvangsten. Deze laatsten zijn integendeel
in 1931 als gevolg van de crisis gedaald (men schat
den achteruitgang op ongeveer Frs. 1.200 millioen).
Bovendien merkten de directies van de spoorweg-
maatschappijen op, dat de exploitatiekosten als ge-
volg van de hoogere piijzen voor materiëel van 1928
tot 1930 niet Ers. 460 millioen zijn gestegen. In
Frankrijk zijn inderdaad in dan loop van 1930 veel
prijzen – vooral de kle.inhandelsprijzen nog ge-
stegen, terwijl zij elders zijn gedaald. Deze opmer-
king geldt echter niet voor 1931.
De directies toonden tevens aan, dat zij aan-
zienlijke verliezen lijden uit hoofde van ‘bepaalde
voorkeurstarieven – vooral voor reizigers van de
voorsteden (ten bedrage van Frs. 249 millioen in
1929) en voor de kinderrijke gezinnen (ten bedrage
van Frs. 113 millioen).
Voorts merkten zij op, dat de belastingen op het
vervoer, die in Frankrijic voor het reizigersvervoer
veel hoogei zijn dan elders (32,5 pCt. en voor luxe-
plaatsen zelfs 65 pOt.) de elasticiteit van haar tarie-
ven verminderen, waardoor de spoorwegen bij den
concurrentiestrijd met de scheepvaart en de automo-biel in een ongun’stige positie verkeeren.
Tenslotte vestigden zij de aandacht op haar bij-
zonder lage rai zi gers ter i even, welke inderdaad sedert
1913 slechts met gemiddeld 3,39 pOt. zijn verhoogd, zooals blijkt uit de bestaande verhouding tussehen de
dntvangsten per reizigerkilometer in 1913 en in 1929
– hetgeen overeenkomt met een vermindering op
gondbasis van 32 pOt. – terwijl de goederentarieven
bijna normaal zijn.
* *
*
De door de Fransche spoorwegen zelf gegeven ver-
klaringen over liet tekort zijn duidelijk, hoewel niet
volledig, terwijl er bovendien bedenkingen tegen wor-
den geuit. Men vestigt er in de eerste plaats de aan-
dacht op, dat, al vormen de uitgaven voor salarissen
een belangrijk deel der exploitatiekosten, zij toch
niet meer clan 58 pOt, van het totaal bedragen, een
vermindering dus ten opzichte vaii het percentage van
1913. Men ontkent verder de verhoogde percentages
van de salarissen en houdt staande, dat de andere
exploitatielcosten veel meer gestegen zijn. Men merlct
voorts op, dat, indien er sedert 1 Januari 1.929 salaris-
verhoogingen hebben plaats gehad zonder overeen-
komstige verhooging van dle tarieven, deze laatsten
daarentegen .i.n cle daaraan voorafgaande periode dle
ontvangsten meer hebben doen stijgen clan de nieuwe
lasten. indien men de stijging van de ontvangsten en
van cle exploitatiekosten in cle jaren 1.921 tot 1930 nagaat, iblijkt, dat de ontvangsten in deze tienjarige
periode, vooral dank zij de tariefsverhoogingen, van
Fi’s. 6,4 tot 1.6 milliard zijn gestegen, d.i. met 250 pOt.,
terwijl de uitgaven van Frs. 7,3 tot 14,2 milliard zijn
gestegen, of met slechts 194 pOt.
Tevens vestigt men de aandacht op de aanzienlijlce toeneming van cle kapitaal-uitgaven, die in tien jaren
tijds met 253 pOt, zijn gestegen. Deze waren vlak na
clan oorlog door de devalorisatie van den Franc prac-
tisch verminderd, doch zijn sedertdien door de toe-
genomen beeningen sterk gestegen. In dle laatste tien
jaren zijn de emissies van de spoorwegen jaarlijks
gemiddeld met Frs. 3.100 millioen toegenomen, of in
totaal met 31 mibliard – hierin zijn niet begrepen de in het buitenland opgenomen leeningen -, terwijl de
aflossing nauwelijks nieer clan 5 milliard heeft be-
dragen. De annuïteiten, die in 1913 Frs. 785 millioen
bedroegen, zijn in 1929 tot Frs. 3.474 millioen ge-
stegen, met een gernilclelde jaarljksche toeneming
van Frs. 385 milli.oen voor •de laatste tien jaren, het-
geen overeenkomt met 2,6 pOt.
via
de gemiddelde
ontvangsten gedurende clezelf de periode. Indien het
juist is, dat liet verkeer op de Fran.sche spoorwegen sedert 1013 sterk is toegenomen, vertoont liet thans
een neiging om stationnair te blijven als gesoig van
de concurrentie van cle water- en de gewone wegen.
Op deren’ ijze past een aanhoudende
stijging
van de
kapitale lasten niet goed hij exploitatie-ontvangsten,
clie een neiging vertoonen om constant te vorclen, ten-
zij cle tarieven aanhoudend word’en verhoogd.
De te hooge druk van de kapitale lasten, waarop
verschillende critici hebben gewezen, vindt zijn ver-
klaring ten dccle in het feit, dat bepaalde maatschap-
pijen gewone onderhoudswerken hebben doen uitvoe-
ren in een vorm, waarvoor leeningen waren voorzien.
Volgens sommige critici, zijn er ook eehige verkeerde uitgaven gedaan (sommige onderhoudswerken, inzon-
clerhei.d cie vervanging van rails) en werd tevens liet
rollend materiëel te vaak vernieuwd als gevolg van
bepaalde beschiklcingen met betrekking tot de voor-
waarden, waarop de Staat dat materiëel na beëindi-
ging van. de concessies ken terugicoopen. Tenslotte
wordt de nadruk gelegd op een uitvloeisel van het
statuut van 1921. Afgezien van zekere beheerpremies,
die er niet veel toe doen, worden de baten in ccii ge-
meenschappelijk fonds gestort, dat belast is met cle
voorziening in. de behoeften van ‘die sporen, clie een.
tekort aaiiWijzefl, hetgeen reeds niet bevorderlijk is
voor de zuinigheid; er is echter meer: cle in hét ge-
meenschappelij Ic fonds gestorte netto-exploitatie-op-
brengst wordt verminderd niet cle eigen financiëcle
lasten van elk net; dit spoort een welvarend net aan
om te leenen, teneinde zijn materiëel te verbeteren en
92
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
3 Februari 1932
daardoor tevens minder aan het gemeenschappelijke
fonds bij te dragen.
* *
*
Wat er ook van deze verschillende opmerkingen
zij, het tekort van de Fransche, spoorwegen vereischt
onmiddellijke voorziening, en daar de verbeteringen,
die mogelijk in de gestie van de sporen kunnen wol-
den aangebracht, tijd kosten, scheen verhooging van
de tarieven het meest geschikte middel; ongelukkiger-
wijze laat de bgrooting van den Franschen Staat niet
toe, cle gevolgen hiervan door een overeenkomstige
verlaging van de transportbelasting te veizachton;
bovendien is er op het oogenblik slechts sprake van
verhooging van de reizigerstarieven, door den coëff i-
ciënt 4 op 5 te brengen. Deze maatregel zal evenwel
niet toereikend blijken om het tekort van de spoor-
wegen volkomen en afdoende te dekken. Voorts mag
worden verwacht, dat ‘de statuten en de organisatie
der spoorwegen binnenkort het onderwerp van een
diepgaande studie van regeeringswege zullen vormen.
ENGELSCH-SCANDINAV!SCHE MUNTUNIE?
Dr. W. Bickerich, te Berlijn, schrijft ons:
Engeland en de Scandinav.ische landen doen thans
hardnekkige pogingen om het door het loslaten van
den gouden standaard verloren prestige terug te win-
nen. Men heeft door dezen maatregel aanvankelijk
zeer zeker eenige verlichtinghespeur.d, anders nood-
zakelijke loonconflicten vermeden, de coilcurren tin-
basis voor den export aanzienlijk verbeterd, enz. De
bevolking krijgt evenwel geleidelijk toch een gevoel
van lichte inflatie, echter nog lang. geen inflatie-
koorts, zooals in Duitschiand in de jaren 1921—’23
heerschte. Zij bemerkt in elk geval de onhoudbaarheid
en het wankele karakter van den tegenwoordigen toe-
stand, clie de levenszenuw van het bedrijfsleven, de
geldoenheid, geheel onzeker maakt. Handige lie-
den
beginnen uit de verwarring van het geldwezen
niuiit te slaan. Zoo werden Zweedsc’he staatsleenin-
gen, voorzooverre zij tevens in Guldens of Zwitserschè
Francs luiden, op groote schaal naar deze landen ge-
bracht, teneinde de coupong vanuit. die landen in
‘aluti’s met hooge waarde te innen, totdat deze effec-
teniiitvoer door de Zweecische rageering werd verbo-
den. Anderen herinneren zich hun ervaringen in
Dui tschiand, toen zij daar tijdens de inflatie van
1921—’23 goedkoop reisden; zij nemen hun tegoed hij •de banken op, ten einde dit in goederen en aan-
deden te beleggen. In elk geval begint er geleidelijk
een zelcere ongerustheid te Iheerachen. Bij de voor de
mu ntpoli ti ek veran tsvoordeljke autoriteiten, regee-
ring en banken, is anderszijds, nadat zij haar hande-
lingen maandenlang uitsluitend en alleen door den
druk der ‘gebeurtenissen hebben doed bepalen, thans
weer de drang tot eigen initiatief herleefd.
Het gevolg hiervan is een in •drieërlei opzicht plan-
matige muntstrategie van Engeland en de Noordelijice
landen. In ‘de eerste plaats worden pogingen aangewend
tot wederinvoering van den gouden standaard, even-wel op een lagere goudpariteit. Men schijnt het Pond
op basis van 4 Dôllars (pariteit 4,866) en de anderé
geidsoorten dienovereenkomstig te willen stabilisee-
ren. Hoe ernstig de in de Oi’ty hierover in omloop
zijnde geruchten ten deele reeds worden opgevat, wordt
wellicht het ç.liidelijkst getoond ‘door de kortgeleden
door de circulatiebank van Estland met •de Midiand-
bank gesloten overeenkomst, waarbij deze verhouding
van het Pond tot den Dollar reedt als grondslag heeft
,
gediend. Voorts wil men zooveel mogelijk landen tot
het prijsgeven van den gouden standaard bewegen, ten-
einde door uitbreiding van den kring van medeschul-
digen de schuld aan de groote misdaad, welke door de
inflatie ten opzichte van de rechten van de spaarders
ijerd begaan, ietwat te verminderen. Inzonderheid sïor-
den thans de Ver. Staten, Nederland en Zuid-Afrika
door de Engelsche diplomatie, de City en de Engelsche
pers in deze richtin’g ‘bewerkt. Bij de keuze van de
middelen heeft men tot dusverre alle scrupiiles op-
zij gezet. Nederland en Zuid-Afrika zijn thans reeds
niet goed te spreken over de Engelsche methode, om
door het verspreiden van losse geruchten het geloof
in de betrouwbaarheid van den Gulden en het Z. A.
Pond te ,doen wankelen. Tenslotte streeft Engeland
naar een verbond tusschen yle landen, die den gouden
standaard hebben opgegn’en.
Een dergelijke muntunie heef t ten ‘doel om achteraf
aan het opgeven van den gouden standaard, waai-toe
men aanvankelijk slechts noodgedwongen is overge-
gaan, het karakter van een systematische manther-
vorming te geven. Men hoopt tevens ‘de starheid van
de opvattingen in de landen, die tot dusverre hun
conservatieve denkwijze in monetaire vraagstukken
hebben bewaard, resp. konden bewaren, op Ideze wijze
het snelst te kunnen verbreken. Tenslotte wil men
daardoor een zekere uniformiteit in de muntpolitiek-
van de betrokken landen tot stand brengen, daar deze
in het internationale geldverkeer nu eenmaal niet
kan worden gemist.
liii de Scandinavische landen, die hij een dergelijk
erbond de leiding aan Engeland zouden moeteî
overlaten, heerscht in beginsel groote sympathie voor
dat plan. De publicatie daarvan in de ,,Time’s” ter
gelegenheid van een midden Januari te Kopenhagei
gehouden conferentie van de Ministers van Buiten-
lan’dsche Zaken van Zweden, Noorwegen en Dene-
marken heeft over ‘het algemeen instemming gevon-
den i.n de
Noordelijke
pers. In eik geval wordt echter’
als hoofdvoorwaarcle gesteld, dat men het niet alleen over een nieuwen gouden standaard van tevoren eens
wordt, doch ook dat de hankorganisaties van de bij
het verbond aangesloten landen in staat zijn, de
nieuwe valuta tegen de aanvallen van internationale
baissiers te beschermen. Zoolang elk land evenwel
nog rijkelijk genoeg heeft aan zijn eigen deviezennoo-
den en aan hulpverleening aan anderen niet goed kan
denken, is verwezenlijking van het ‘Engelsche plan
nog illusoir.
• De ontwikkeling van ‘de dcvi ezen positie in de Scan-
dinavische landen toont, met uitzondering van Dene-
marken, in den laatsten tijd duidelijk de neiging tot ontspanning, zoodat het mogelijk is, dat de betref-
fende circulatiebanken binnenkort weder koersrege-
.lend zullen optreden en, zoo noodig, tevens in staat
zullen zi)n, tijdelijk aan de circulatie’han]cen van de andere Scandinavische landen hulp te verleenen. liet
sluiten van een Scandinavisch muntverbon’d wordt daardoor reeds veel waarschijnlijker, daar er bij de
Scau’dinavische muntunie reeds vroeger een nauwere
samenwerking tusschen de circulatiehanken vn de
_N
T
oordelijke landen heeft bestaan. In Zweden, weiks
•han’korganisatie verreweg het best ontwikkeld is en de ruggegraat voor een Scan’dinavisch muntverbond
zou moeten vormen – vroeger Ideden. zulks de Kopen-
haagsche banken – is de deviezenpositie merkbaar verbeterd. Een voorbarige poging tot steun van de
Zweedsché Kroon door de Rijks’bank imoest begin De-
cember wegens gebrek aan middelen nog worden ge-
staakt. De deviezenportefeuille van’ de Rijksbank is
echter midden Januari tot ruim Kr. 60 millioen ge-
stegen tegenover het laagtepunt van Kr. 25 millioen
einde October, terwijl ‘de buitenlandsche saldi van de
Zweedsche particuliere banken en van de Rijksbank
tezamen in den loop van December van Kr. 110 tot
140 millioen zijn gestegen ‘bij gelijktijdige afneming
vail de buitenlandsche verplichtingen van Kr. 18 tot
61 millioen. De beperkte financiering van den invoer
vanwege de particuliere ‘banken gaf hierbij den door-
slag; men rekent ermede, ‘dat de staat van’ ‘den bui-
tenlan’dschen ‘handel van December’ slechts een in-
voeroverschot van ongeveer Kr. 8-10 millioen zal aan-
wijzen, tegen ongeveer Kr. 30 millioen in September.
In Noorwegen, waar de deviezenpositie van de circu-latiebank en van de particuliere banken tijdens de ge-
heele crisis nooit ernstig was bedreigd (hier waren
andere factoren, zooals b.v. de financiëele ‘belangen van
3 Februari 1932
ECONOMISCH-STA
[‘ISCHE BERICHTEN
93
cle Noorsche scheepvaart bij het Pond, de oorzaak
van het opgeven, van den gouden standaard), is de
bu.itenlandsche wisselportefeuille van ‘de Norges Bank
in December met Kr. 1,5 millioen gestegen, evenwel
met gelijktijdige vermindering van den goudvoorraad
met Kr. 4 millioen.
Ooic
in Finland is, nadat het uit-
voeroverschot in 1931 door belangrijke verhoogingen
van de invoerrechten en een doelbewuste uitvoerpoli-
tiek tot ruim 1 milliarci Firische Marken was opge-
schroefd, de druk van de buitenlandsche geldonttrek-
kingen op de deviezenmarkt verminderd. De deviezen-
portefeuille van cle circulatiebank wordt weder groo-
ter, hoewel de deviezenrestrict:ie intu.sschen reeds op
1 Januari ten deele werd opgeheven. Alleen in Dene-
marken, welks deviezenportefeuille in zeer groote
mate van den wereldmarktprijs van boter en spek af-
hankelijk is, bl’en de deviezen van de Nationalbank
geleidelijk afnemen. In December moest zij zelfs nog
Kr. 3,5 millioen aan goud en deviezen afgeven cii de
3 grootbanken te Kopenhagen bovendien nog Kr. 8,8
millioen.
in de eerste plaats pleit voor het totstandkomen
van cen dergelijke Scandinavische muiitunie, dat niet
alleen in deze landen zelf, doch ook over de geheele
wereld het gevoel voor samenhoorigheid van deze
landen en hun valuta’s zeer sterk is. Alleen hieruit
is de vrijwel gelijkmatige ontwikkeling van de Scan-
dinavische Kronen op de buitenlandsche beurzen ook
na de opheffing van den gouden standaard te ver-
klaren, alhoewel de economische structuur van ieder
dezer landen afzonderlijk en hun relatie to;t het
internationale financiewezen zeer verschillend zijn.
Ook zijn de credietbetrekkingen binnen de Scandina-
vische landen tijdens de huidige crisis, die elders na-
genoeg tot een volkomen breuk van de internationale
relaties heeft geleid, intact gebleven. Eenige weken
geleden werd nog een gedeelte van een groote leening
van de stad llelsingfors te Stockholm geplaatst. Toe-
gegeven moet worden, dat een herstel van de Scan-
dinavische muntunie, die in de jaren 1927—’30 zeer hecht was, thans nog niet mogelijk is. Doch dat juist
nu de vermindering van de gemeenschappelijke moei-
lijkheden het samenhoori’gheidsgevoel in de Scandina-
vïsche landen heeft versterkt en deze ook ten aanzien
der muntpolitiek weder nader tot elkander heeft ge-
bracht, is een feit van groote beteekenis.
INGEZONDEN STUKKEN.
,,FIXE”KOSTEN.
In de aflevering van 0 December 1931 •van dit
tijdschrift bespreekt Dr. van Genechten de vraag, of
het niet wenschelijk is binnen het kader van het
kapitalistische stelsel het kosteloos ter ‘beschikking
stellén van sommige, goederen uit te breiden. Op het
principieele van deze aangelegenheid in het algemeen
wensch ik niet in te gaan; ‘slechts, voor zoover de
electriciteitsbedrij’ven in deze bespreking zijn aange-
haald, zou ik eenige ernstige bedenkingen willen
aanvoeren.
Allereerst noemt Dr. van Genechten de onbevre-
digde regeling van de electriciteitsproductie als voor-
beeld voor de nadeelen der overheidsproductie.
Verschillende stedelijke electriciteitsbedrijven be-
zitten inderdaad enkele van deze nadeelen, namelijk
dat groote winsten worden gemaakt en dat de poli-
tiek
dikwijls
een ongewenschten invloed heeft; een•
hardnekkig verzet tegen productie op ‘breedere basis
is echter niet aanwezig, daar juist alle electriciteits-
bedrijven zich beij “eren hunne productie zooveel moge-
lijk op te voeren door middel van nieuwe toepassin-
gen der electriciteit ‘en
‘bijzondere
tarieven.
Voor . de in-terlocale, in hoofdzaak provinciale be-
drijven, die hun ‘bemoeiingen steeds verder uitbrei-
den, ‘gelden deze nadeelen echter practisch niet.
Winsten worden door deze bedrijven niet of in
geringe ‘mate gemaakt en indien er inderdaad een
winstsaldo bestaat, wordt di’t niet uitgekeerd, doch
gereserveerd of voor extra afschrijvingen besteed,
zoodat het tenslotte weer aan de verbruikers ten goede
komt.
Tot nu toe is nog geen nadeelige invloed van de
politiek gel)leken, terwijl ‘de bonen een dusdanig klein
onderdeel van de totale lasten der
bedrijven
uitma-
ken, dat zij, wanneer zij eventueel hooger mochten
zijn dan in particuliere bedrijven, toch slechts een
geringe rol in de totale kosten spelen.
Mijn voornaamste bedenking treft echter de ver-
onderstelling van Dr. van Genechten, dat de electri-
citeitsbe’clrijven gerangschikt moeten worden onder de
bedrijven met hooge ,,fixe” kosten en lage variabele
kosten in den zin, zooals i.n het artikel wordt be-
doeld.
J)if begrip moet
namelijk
niet worden verward met
de splitsing in vdste- en variabele kosten., zooals deze
hij de clectrotechnici gebru ikelijic is, waarbij name-
li3k als vaste kosten beschouwd worden de rente en
afschrjving van centrale cii netten, de algemeene
kosten, een deel der onderhouds- cii bedieningskos-
ten en een klein deel der brandstofkosten.
Volgens deze electrotechnische berekeni iigswijze is
het zeer goed mogelijk, dat bij de electriciteitsvor-
ziening van ons land door slechts twee ceiitralen, met
de overige eentralen als reserve, zooals Dr. van Ge-
nechteu dat zou wensehen, ruim 80 pOt. der totale
kosten als vast zouden moeten worden beschouwd,
terwijl hij een internationale voorziening door mid-
del der Zwitsersche watericrachten dit percentage nog
aanmerkelijk honger zou zijn. liet begrip ,,fixe” kos-
ten en ,,variabele” kosten j. echter, naar ik meen, in
liet artikel anders bedoeld. De variabele kosten zouden ‘dan namelijk berekend
moeten worden uit het bedrag, dat de electrtciteits-
productie cii verdeeli.ng in een bepaald gebied 1n&r
zou kosten, wanneer het verbruik voor alle electri,ci-
tei tstoepass ingen. hij
v.
zou verdubbelen. Men die it
hierbij wel de uitzonderlijke positie der electriciteits-
bedrijven, in liet oog te houden, dat de electrische
energie niet of slechts op kostbare wijze Ican worden
opgezameld, zooclat centrale en ‘net voldoende capa-
citeit moeten hebben om aan de hoogste oogen’blikke-lijke vraag te voldoen.
Bij verdubbeld verbrui.k voor licht, kracht, huis-
houdelijice doeleinden en alle verder mogelijke the-
passingen der electriciteit zou dan de capaciteit van
centrale en net eveneens moeten verdabbélen. Het
brandstofverbruik zal tot iets minder dan het dub-
bele stijgen, terwijl ook de overige kosten waarschijn-
lijk in mindere mate zuflén toenemen. Tevens nemen cle kosten van een centrale, behalve
wanneer deze reeds zeer groot is, minder dan even-
redig toe met het vermogen, terwijl een net van dub-
bele capaciteit niet tweemaal zooveel kost als dat van
de enkele capaciteit.
Een en ander heeft dus inderdaad tot gevold dat
cle tweede helft van de verdubbelde productie min-der kosten zal vergen dan de eerste helft, zoodat het
verschil in kosten tusschen de twee heiften’ als ,,fixe
kosten” beschouwd kunnen worden.
De op deze wijze berekende ,,fixe kosten” zullen dan
bij lange na ‘niet 80 püt. van de totale kosten bedra-
gen, doch ioor de grootere electriciteitsbedrjven in
de steden in’ de grootte orde van 20 pOt.
Voor de kleinere stedelijke
bedrijven
zal dit per-
centage wellicht eenigszins honger zijn evenals voor
cle interlocale bedrijven,; de ,,f ixe kosten” als totaal-
bedrag nemen namelijk toe o.a. met de grootte van
het voorzieningsgebied en met het aantal der ver-
bruikers.
De door Dr. van Genechten gedachte landelijke
electriciteitsvoorziening van twee centralen uit en in
nog sterkere mate de internationale electriciteitsvoor-
zi.ening van Zwitserland uit, zou inderdaad het ,ab-
solute bedrag der ,,fixe kosten” verhoogen. Deze ver-
hooging zou echter alleen gemotiveerd zijn, wanneer
94
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
3 Februari 1932
daarvaii lagere variabele kosten, in den zin als in he
artikel bedoeld, het gevolg zouden zijn. Dit valt ech-
ter zeer sterk te betwijfelen, daar tegenover de eenigs-
zins lagere’ variabele kosten der productie hoogere
variabele kosten voor het transport zouden ontstaan.
Uit het bovenstaande volgt dus zonder meer, dat
bij de electriciteitsvoorziening het sop de kool wèl
waard is en dat, indien er inderdaad sprake zou kun-
nen zijn van liet kosteloos •beschikbaar stellen van
bepaalde producten, dit voor electrische energie zeer
zeker niet zou kunnen gelden.
Tenslotte nog het volgende:
Bij electriciteits’bedrijven dient, zooals hierboven
reeds gezegd, zeer sterk rekening te worden gehouden
met de afwijking van andere bedrijven, dat het pro-
duct, niet of op veel te kostbare wijze ken worden op-
gezameld, terwijl bovendien het transport gemiddeld
aanzienlijk hoogere kosten veroorzaakt dan de zui-
vere productie.
Zoodoende ontstaan zeer groote verschillen in den
werkeljken kostprijs, welke o.a. afhankelijk zijn vaii
het tijdstip, den duur en de grootte van het verbruik
en bôvenclieu van de spanning, waaronder’ de energie
wordt’ afgenomen. Het is ‘dus zeer goed mogelijk, dat
en verbiuiker, die, ‘zooals in Utrecht, 25 cent per
kilowattuur betaalt, het electriciteitsbedrijf geen voor-
deel oplevert, terwijl een andere verbruiker, d.ie 3 cent
pet kilowattuur betaalt, aan liet bedrijf een aanzien-
lijk overschot laat.
Bovendien houden verrewdg de meeste electrici-
teitsbedrjven ‘bij de prijsstelling voor de gevallen,
waâr dit noodzakelijk is, reeds rekening met de z.g.
meerkosten, welke dus overenkonien met de kosten,
die door Dr. van Genechteh variabel genoemd worden.
‘
Op deze
w’ijze
is een voor ,den buitenstaander wel
licht vreemd aandoend, ingewikkeld tarievenstelsel
ontstaan, •doch dat, althans bij het grootste deel der
bedrijven, er geheel op is gericht het debiet te ver-
grooten en ‘de verbruikers in de gelegenheid te stellen zooveel als mogelijk is van de voorcieelen der electri
:
citeit gebruik te maken. J. vAN
GROEN.
N a s c h r i f t. Boveustaand stuk van Ir. van
Groen heb’ ik met belangstelling gelezen. Het ligt
niet op mijn we-k niet heni in discussie te treden over
de pdlitiek der electric.iteitsbedrjven. Het punt, waar
‘iii ci betoog het mijne raakt, is dat, waar over de ver-,
houding tuschen fixe- en andere kosten wordt ge-
sprbke. Het ‘kot mij vooi, dat de Heer van Groen
in, dit opzicht twee problemefl eenigszins door elkan-
der haalt. Ik heb gezegd, wanneer de electriciteits’
voorziening’ vanuit Zwitserland of vanuit twee cen-
tals in Nederland geschiedt, dan zal liet percentage
der fie-kosten stijgen tot ongeveer 80 pOt. Hierin
kan men twee stellingen onderscheiden: 1o., het is
foordeeligei: de ‘eiectriciteitivoorzi ening op deze WijZe,
te laten geschieden; 2o. gebetirt eenmaal deze voor
iening op die manier, dan is cle kostenverhouding
ai aangegeven. De eerste vraag valt buiten mijn corn-‘
petentie. Er is mij echter van zeer deskundige zijde
verzekerd, dat deze wijze ‘van voorziening een zéér
groot’voordeel zou geven. De Heer van Groen ‘betwij-
feit dit. Het spreekt vanzeif dat, wanneer centrali-
satie der productie geen lagere procl’uctiekosten met;
zich brengt, zij geen zin heeft. Ik wijs er echter op,,
dat cle deskundigen ‘van den Volkenbon.d in hun pu-
blicatie van 1027
1)
gezegd hebben:
.,La procluction d’une dnergie Clectrique aussi peu coûteu-
se qué possible doit être, en ce qui concerne la production
de 1 électricité, l’objet vied par •tous les pays, car elle con-
1
.
la coudition nCcessaire pour que l’Clectricité devien-
no d’un ilsage general. La technique moderne tead
a
rdsoudre ce problCme en utilisant des usines electriques
a
1)
Publicatioiis de la Société des Nations. II. Questions
éeönoniiques et finaneiCres, GenCve
1927, CEl. 16;
In.
ciu’sti’ie dlectrotechnique, pag. 18.
grande énergie, qui sont éta’blies aux sources d’énergie
mêmes et qui, Ctant en mesure cle fournir l’dnergie udces-
saire aux catégories les plus djverses de consommateurs,
sont assurées d’une exploitation aussi intensive que pos-
si’ble. L’utilisa.tion simultanée des usines hydrauliques et
des usines thermiques &améliore sans cesse, grâce
A
l’aug.
mentation des tensions de transmission. Etant donné les
graudes d’istances auxquelles on peut le trausporter, grâce
aux lignes actuelles
A.
très haute tension, le courant
5.
haute tension franchit egalement les frontiëres, réunissaut
et conipensant ainsi les sources d’énergie des livers pays.”
En verder: ,,La mise
5.
exécutiou de ce système résoudrait
sans doute le probleme de la distribution mondiale d’éner-
gie plus écouomiquemeut que les procédés employds jusqu’-
ici.
,,
Het tweede punt, waar het mij eigenlijk ‘om gaat,
nl. dat, wanneer eenmaal de centralisatie heeft plaats
gehad, de fixe-kosten een hoog percentage ‘bedragen,
betwist de Heer van Groen eigenlijk niet. Hij maakt
alleen den indruk ‘dit te doen, omdat hij als variabele
kosten rekent alle kosten, die het met zich zou bren-
gen om van den tegenwoordigen in den toekomstigen
toestand van gecentraliseerde productie te geraken.
Het komt mij voor, dat deze argumentatie alleen d.n
hout tegen mijn stelling zou snijden, wanneer ik kos-
telooze beschikbaarstelling van electrische energie
voorgesteld had voor den tegenwoordigen toestand,
wat niet het geval is. Deze manier van berQkenen van
variabele kosten van den Heer van Groen lijkt mij
overigeits willekeurig. Voor de ‘vraag tot welke groep
van ‘kosten een bepaal delement moet gerekend wor-
den, zou dan ‘beslissend zijn de vroegere toestand; wat
niet juist kan zijn.
Dat mijn bcigrip van fixe-kosten niet samenvalt
met vaste kosten, is juist. Ik heb er trouwens zelf in
mijn artikel op gewezen. Tot de vaste kosten, die niet
tot de fixe-kosten behooren moeten in het electrici-
teitsbedrjf gerekend worden de algemeene kosten van
beheer en een deel der ondehouds- en ‘bedienings-
kosten. De Heer van Groen voegt er nog aan toe: het
grootste ‘deel ‘der brandstofkosten. Deze brandstofkos-
ten moeten echter tot de variabele kosten gerekend worden en vallen noch ouder f ixe- ,noch onder het
breedet begrip vaste kosten. Wanneer sommige electri-
citeitsbedrijven ‘hen tot de vaste •kosten rekenen, dan
komt dat, omdat zij ook tot brandstofkosten rekenen
afschrijvirig ‘van ketelhuis, ketels, enz., die wel vaste-,
maar tevens fixe-kosten zijn. ‘Dat deze electr’iciteits-
bedrijven dit doen, hangt samen met een ‘bedrijfspoli-
tiek, •die tot hoo’gere consumptieprijzen leidt, omdat
er een verband wordt gelegd tu’ssc’hen electriciteits-prijzen en ‘brandstofkosten en deze brandstofkosten,
door er’ de afsc’hrjving lbij te rekenen, hooger worden
gesteld, maar economisch lijkt mij dit n’iet juist.
VAN
GENECHTEN.
CRISIS EN LOONEN.
Mr. Dr. G. van den Bergh, te Amsterdam, schrijft
ons:
Vergun mij enkele korte opmerkingen naar aan-
leiding van het arbikeltje ,,Orisis en Loonen”, ge-
tekend Th. L., in uw nummer van 30 December
jongstleden. Het artikeltje dankt zijn ontstaan aan
een zinne’tje.uit een krantenverslag van een door
mij
in Amsterdam gehouden rede.
Allereerst deze opmerking, ‘dat ik geenszins geach’t
wil worden verantwoordelik te zijn voor wat kranten-
verslagen mij in de mond leggen. Wil de schrijver
mijn werkelike mening over het vraagstuk enigermate
leren kennen, dan moge ik hem verwijzen naar het
(Amisterdams) Gemeenteblad, waarin hij een behoor-lik verslag zal ‘vinden van ni,ijn rede ‘bij de Algemene
Beschouwingen over •de Gemeentebegroting,
‘
in. de
aanang van welke rede ik ‘het vraagstuk ietwat
uitvoeriger heb behandeld.
Dit neemt niet weg, dat het door hem gelezen kran-
tenverslag in zèverre juist is, dat ik de krisis in
hoofdzaak als een ‘,,afzetkrisis” beschouw. Een af zet-
3
Februari
1932
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
95
krisis, die haar oorzaak vindt in de omstandigheid,
dat in cle laatste jaren het wereldproduktievermogeu
en de produktie veel sneller zijn gestegen, dan het
konsumpbievermogen, dan de betaaikrachtige vraag.
Een
vrijwel
algemene afzetkrisis, die zich verstout
te bestaan, ondanks het feit, dat zij volgens de schrij-
ver niet bestaan kan.
In beginsel
kan deze afzetkrisis
naar mijn mening slechts worden bestreden door ver-
hoging van het welvaartspeil van zo breed mogelike
groepen.
Maar dit alles behoort natuurlik tot mijn ,,wan’be-
grippen”, die de schrijver op zo onfeilbaar juiste wijze
bestrijdt.
Wil
hij deze wanbegrippen ‘breder ontwik-
keld vinden, dan leze hij bovengenoemde rede. Of veel
beter, hij bestudere, zoals ik zo ‘goed mogelik heb
trachten te doen, de nationale en internationale kri-
sisliteratuur. Dan zal hij zien, dat liet krisisprobleem
meer zijden heeft, dan waarvan hij gedroomd heeft in
zijn eenzijdige liberale krisisfil’osofie.
Misschien, dat het hem dan zal vergaan, zoals het
mij vergaan is. Uit de baaierd van tegenstrijdige be-
schouwingen zal dan, wellicht ook voor hem, één
beeld met steeds ‘groter scherpte naar voren komen:
het beeld ener kranke wereld, waar te midden van
ongekende overvloed, welke grote welvaart voor allen
in ‘beginsel mogelik maakt, ellende en nooddraft
heersen. Misschien ook, dat dan het besef bij hem zal
beginnen te schemeren, dat er onder de verdedigers
van het bestaande loonpeil mensen zijn, die na ernstig onderzoek tot de niet minder ernstige overtuiging zijn
gekomen, dat het liberale tovermiddel ,,loonverla-
ging” ons
in beginsel
slechts van kwaad tot erger
kan voeren.
Een overtuiging, waarvan de gronden reeds zo her-
haaldelik door meer bevoegden zijn uiteen gezet, dat
het mij onnodig voorkomt ze te dezer plaatse te her-
halen. Te meer, waar
Th. L.,
na hernieuwde overwe-
ging, toch wel niet zal menen, .dat hij die gronden
in zijn artikeltje van 30 Dec. j.l. op ernstige wijze
heeft bestreden.
N
a s c h r i f t. Gaarne maak ik gebruik van de
gelegenheid, mij door de Redactie geboden, om een
korte opmerking te maken, naar aanleiding van de
opmerkingen van den Heer Mr. Dr.
G.
van ‘den Bergh.
Met genoegen nam ik er kennis van, dat de Heer
van den Bergh de meening is toegedaan, dat we
slechts door de crisis heen kunnen komen door ver-
hooging van het welvaartspeil van zoo breed moge-
lijke groepen.
Op
dit punt bestaat geen verschil van
meening. Ik acht het ‘echter onmogelijk het welvaarts-
peil te verhoogen door de productie te verstarren
door
te
hooge bonen, zware lasten etC., waardoor ‘de
productie op den duur zoodanig moet inkrimpen, dat
slechts weinige beschermde arbeiders kunnen blijven
consumeeren, de Heer van den Bergh meent daar-
entegen, dat het ‘bestaande loonpeil tot elken prijs
gehandhaafd worden moet om den arbeiders gelegen-
heid te geven zooveel mogelijk te verteren, en ver-
wacht, dat de productie dan ongestoord voortgang
vinden zal. Uit het oog wordt verloren, dat het loon-
peil door handhaving van de bonen •stijgt, maar in
den gedachtengang van ‘den Heer van den Bergh kan
dit geen ‘bezwaar
zijn,
omdat de afzet daardoor toch
toenemen zal.
De Heer van den Bergh vergist zich als hij meent,
dat ik in
mijn
,.,een.zijdige libera.le crisisfilosofie”
tot
de overtuiging ben . gekomen, dat loonsverlaging
een
toovermiddel
tot bestrijding van de crisis is. Ik ben
nog veel liberaler dan mijn geachte bestrijder ver-
moedt en ben ervan overtuigd, dat de kracht van de
economische wet zooveel grooter is dan de macht van
welke organisatie ook, dat ik den strijd tegen loons-
verlaging volkomen hopeloos acht, en dus het verzet
ertegen slechts kan betreuren, omdat het onze nijver-
hei’d onberekenbare schade toebrengt en den arbeiders
du peert.
Het is hard, maar waar, dat we allen tol betalen
moeten aan deze crisis, misschien met uitzondering
van de ,,vrijgestelden”.
Th.L.
ONTVANGEN BOEKEN.
Ata.vismen in en om de naamlooze vennootschap
door
Prof. Dr.
N. J.
Polak. (Amsterd’âm z.j.;
N.V.
H. van ‘der M’arck’s Uitgevers-Mij. Prijs ing.
f 0.60).
Rede, gehouden opden Tweeden Handels-Hoogeschoolda
op 9 Mei 1931 te Rotterdam.
Oude Waarheden
door Dr.
N. J.
Polak, Rector Magni-
ficus der Nederlandsche Handels-Hoogeschool.
(Haarlem 1931; De Erven
F.
Bohn
N.V.
Prijs
ingen.
f 0.60).
Rede uitgesproken ter gelegenheid van de achttiende her-
denking
van
de stichting der Nederlandsche Hande1sHoo-
geschool op 9 November 1931.
10
MAANDCIJFERS.
Indexcijfers van Nederlandsche aandeelen.
De Bank voor Handel en Scheepvaart te Rotterdam zendt ons onderstaand overzicht:
Iudexcijfers van 12 aandeelengroepen der Amsterdamsche effectenbeurs.
1)
Banken
Electri-
Handels-
Industriel
Kunst-
Mijnbouw’
Olie
Rubber
SChee
P_
vaar
Suiker
Tabak Thee
Jaargemiddelde
1930
149.4
257.7
125.6
264.9
87.4
177.2 371.1 110.7
82.6
292.9
361.3 357.2
1931 118.1
211.8
93.4
167.7
64.5
144.5
209.8
51.8
49.6 181.9
241.6
251.4
Januari
1931
137.2
220.4
110.9
199.-
57.4
149.1
290.7
75.8
63.5
223.8
274.-
280.5
Februari
140.7
239.9
117.5
217.5
69.7
167.5
307.3
80.2 65.6
238.4
307.8
292.1
Maart
143.-
248.6
124.3
223.2
78.9
176.7
288.3
81.4
63.9
243.3
306.2
290.7
April
,
139.4
238.4
113.5
207.3
84.4
172.4
253.9
58.5
57.5
219.5
2998
283.4
Mei
132.7
222.5
95.1 178.8
762
159.6
220.-
50.5
54.3
190.9
275.9
251.-
Juni
127.5
217.5
89.-
165.1
68.7
150.8
208.6 48.4
53.1
191.3
262.4
249.7
Juli
126.4
228.8
100.2 168.8
70.6
163.6
218.2 58.5 55.8
208.9 254.2 262.9
Augustus
113.2
210.9
88.2
151.2
65._
147.6
194.7 44.4 48._
178.4
218.4 247._
September
95.3
190.1
73.6
126.1
60.9
118.9 147.9
31.7
37.3 134. 168.7
220.1
October
89.1
181.3 71.7
125.3
49.2
107.8
140.7
32.6
34.7
122.1 174.7
222,2
November
93.2
184.2 75.4
135.4
48.9
120.1
133.6
32.9 34.9
125.9 196.3
237.2
December
‘
79._.
158.4
81.5
114.2
44.2
99.5
113.1
26.3
26.7
106.5
161.3
179.7
Januari
1932
80.5
.174.4
63.5
124.
43.5
107.4
118.9
28.2 27.4
108.-
173.7
181.4
Schommelingen in het aandeelen-indexeijfer. 4 Januari 1932 /1.942.518.500 = 100.
4 Januari 100._ 20 Januari 107.4
13
,,
106.9
27
105.9
L)
Men zie voor de toelichting op dit overzicht het nummer van E.-S. B. van 15 Januari 1930,’blz. 64.
Nadruk vërboden.
96
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
3 Februari 1932
Hotlands siapelmarkt en haar vervctl
door Dr.
T.
?
•
UVERZIORT
VAN DE
INDISOHE
MIDDELEN.
van der
Kooy.
Bijdragen voor Economische Ge-
(In
Guldens).
schiedenis onder leiding van Prof. Dr.
Z. W.
Overeenk.
Sneller. (Amsterdam 1931
;
H. J.
Paris).
Oc tober
Jan./Oct.
1P31
1
periode
In deze studie worden de oorzaken van de verzwakking
1 931
1
1930
Belastingen.
___________
ra11 Hollands marktpositie in de 18de eeuw en zijn verval
in het begin der 19de eeuw geanalyseerci.
1
)
-28.392
73.231
137.082
1eschiedons van hcndel en bedrijf vooral in Nader-.
Envoerr.
mci.
Landsgoed.
4.513.180
116.808.827
84.742.457
la.nd
door Dr.
C.
te Lintum. Derde druk. (Gro-
Uitvoerr.
mci.
Landsgoed.
.
282.195 3.603.557
7.776.654
rnngen/TDen Haag 1030;
J.
B. Wolters).
3.539.863
31.324.536
36.135.586
.
Andere ontv. 1. U. en A..
18.238
191.864
240.92
Rotterdr&m en het Duitsche Achterland
1831-185E
242.122
2.840.928
4.347.294
door Dr: P. J.
Bouman. (Amsterdam 1931;
II’
.
Accijnzen
……………
Iersoneele belasting
680.774 4.260.088
4.243.138
J
Paris. Prijs
f
4.25).
5.414.344 37.589.993 41.477.655
Ï)eze studie behandelt cle positie van Rotterdam ten op
Vennootschapsbelasting
.
1.756.352
15.635.687
29.374.468
zichte van het I)uitsche achterland in een periode, waarin
Pachten
………………
329.004
12.705.633
7.660.773
de concurrentie van Antwerpen sterk op den voorgrond trad
Recht van openb. verkoop
248.520
2.791.212 2.689.689
o.a. dooi den aanleg van de spoorlijn A.iitwcrpeii-Kculcn
847.290
8.085.283 10.255.646
in 1843.
.
tatiatiekrecht
……….
tjverschr. van vaste goed
150.754 1.940.182 2.246.839
ukomstenbelasting
……
Recht v. succ. en overgang
17.239
328.017 307.457
Précis d’écoionse ?no1?étaire
door René Gonnard, Pro-
Verponding
………….
Vergunning speeltafels
.
6.334
75.048
78.488
fesseur
t
la faculté de droit de Lyon. (Paris 1930;
Zegelrecht
……………
542.767
5.281.065 5.606.529
Librairie dti Recueil Sirey).
.
Bijzondere bel. buitengew.
10.434
105.072
132.055
Zur Frc&ge des Kredites und der Kreditversicherung
Slachtbelastingen
……..
Ioofdgeld
…………….
L andelijke inkomsten
….
6.323
4.201.527
59.015
27.342.143
68.577
30.937.256
door Dr. Georg Schiesinger. (Berlijn 1920
;
Carl
lelasting op loterijen
….
5.650
682.403
430.782
Heymanns Verlag).
I
Totaal
. . . .
248.889.347
22.784.518 201.723.784
F’inanzierurz.gs- und Risilco-Probleme hein
Absatz cvuf
Teilzahiung
door Heinrich Halistein, Universi-
Monopolies.
Opium excl. opiumfabriek
2.006.314
21.768.263
29.482.131
teit te Frankfurt a. Mijn.
1.703.929 19.143.451
21.534.518
Oonjuncuur en crisis door S. Bewinia,.
(Amsterdam
Pandhuizen
………….
Zout
……………….
1.041.214
1-.451.840
12.685.819
.
4.751.457
53.363.554
1931;
J. Al.
Meulenhoff).
Totaal
63.702.528
De hoofdinhoud
van dit boek bedoelt een
behandeling.
Producten.
van het economisch gebeuren in de periode van 1914-1924.,
18.317
488.871 499.793
De schrijver meent daarbij langs einpirischen we’g bewezen
Landscaoutchoucbedrijf
247.665 1.939.105
3.180.235
te hebben, dat datgene, wat wij gewoonlijk
conjunctuur
noe1
1.014.774 10.903.185 13.648.440
men, niets anders is dan dc disharmol]Fsche inwerking van
Kina
en
Theè
………..
Goud en zilver
6.204 557.419
1058.918
het gelciwezen
01)
de maatschappelijke bedrijvigheid.
‘
Boschwezen
………….
798.745
18.319.890
25.351.425
The fwactioni’n.g of the gold sta,ndctrd
door Dr.
Feliks
Banka.tin
……………
Steenkolen
…………..
449.085
8.498.339 12.585.252
Mlynarski, Member of the Gold .Delegation, Pro
;1
fessor of Banking at
–
the Acaderny of Oommerce
Totaal….
56.324.063
2.534.790
40.706.809
in Warsaw, formerly Vice-Go’ernor of the Bank
Bedrijven.
777.008 11.230.027 12.581.871
of Poland.
(Genève 1931; League of Nations.’
70.751
2.560.077 3.576.085
Prijs 3/3 of $ 0.80).
.
Waterkracht en Eleetricit
248.294
2.107.298
1.60.1.444
Een rapport door de Gouddelegatie van
dc
Finauciilele
aavenwezen
………….
Baggerdienst
…………
63.426
700.798 1.080.260
Commissie van cleit Volkeribond uitgebracht.
I
Landsdrukkerij
……….
Post-, Telegr.- en Tel.dienst
2.466.585 24.355.383
26.404.456
Beschouwingen over de Bcx,n.l. voor Intern.a.tiona.le Be
Spoor. en Tramwegen
4.906.611
49.061.752
60.037.525
8.532.675 90.015.335 105.283.591
ta,liivgen
door Mr.
J.
H.
0.
van den Bosch. (Den
Totaal
Haag 1931; N.V. de Zuid-flollandsche Boek- en’
Diverse middelen..
Handelsdrukkerij l-lofdrukkeri.j).
,.
‘1
Aand. ijd. winstN.V. ,,Gem.
)e schrijver behandelt de
problemen
van
het geld.
en
Mijnb. Mij. Billiton”
–
2.000.000 3.500.000
eredietwezen, welke dc oprichting van de
B.I.B.
met zich’
Aandeel i/d. winst van de
heeft gebracht. Achtereenvolgens wordt aandacht geschon-
Javasche Bank ……..
–
1.441.104
3.599.839
ken aan de credietmogelijkheden, het wezen, de waarde en
133.342
2.604.108
2.845.092
den invloed
van het geld, het gopdprobleem en de wissel.’
156.717
4.483.834
5.881.211
kersen; Telkens wijst de schrijver
op
de nood.z.akelijkheid
Boeten’e
verbeurdverkl
109.940
1.202.095 1.353.121
van
samenwerking der cireulatiebanken.
Leges en salarissen, ont-
vangen d. de griffiers
Weltwirtschof t und
Aussenhandelspolitilc
door Pro-
v/d. versch. rechtscoll
39.707
380.074
380.495
fessor Dr. Röpke, hoogleeraar aan de Universi-
E[effingterzake van gesl.
teit te Marburg.
(Berlijn[Weenen 1931; Indus.
werkovereenkomsten
13.401
175.393
429.402
trieverlag Spaeth
&
Linde. Prijs ingen. Mk. 4.-).’
Opbrengst d. Weeskamers
101.988
669.468 549.445
Toezicht
op
het ba.nlcwezen
door
H.
Kahmann, Di-:
Afstand van grond
……..
Mijnconcessies
…………
Ontvangsten van het
63.813
..
331.905
381.334
recteur van de Nederlandsche Landbouwbank
0fl
Gevangeniswezen
395.450 4.066.990 4.589.560
Prof.
H.
A.
KaaS,
Hoogleeraar aan de R.K. 1-lan-
Afkoop heerendienst. B.G.
376.789 4.574.433
5.857.770
delshoogesch
–
ool.
(‘s-Hertogenbosch
1931;
Ten-
512.205
4.805.326
4.611.437
lings’ Uitgevers-Maatschappij.)
.
Eadaster
…………….
Ontv. groote ziekenin-
Als uitgave
No.
12 der R.K. Staatspnrtij verschenu de1 richtingen en krank-
zinnigengestichten
–
81.891
915.6’7
908.188
inleidingen tot eene bespreking, die gehouden
is
in
dc
ver
IJk van maten en gew
52.237
524.729
485.888
gadering van den Partijraad der R.K. Staatspartij
op
28
.
Schoolgelden
………….
Verk. en verh. van huizen
188.934
1.919.295
1.907.320
Nov.
1931.
1
Ontv. waterleidingen
42.383
405.448
548.219
Synthetische petroleum. Het wereld-stikstof probleem.
171.357
2.083.068
2.502.464
Kunstzijde
door Prof. Dr. D.
E.
Wester. (Leiden
239.141 2.443.621
2.799.844
1931;
A.
W.
Sijthoff’s
Uitgeversmaatschappij
Bakengelden
………….
145.824 3.652.563
4.190.018
2.825.119
38.679.181
47.320.547
N.V. Prijs
f
0.80).
.
‘
Loodsgelden
…………..
Allerlei
………………
Totaal
Populair-wetenschappelij-ke beschbuwingen
over drie
ac-
Totaal generaal….
41.428.559 424.488.613
52-1.520.076
tueele problemen, die, zonder
op
chemische en -technische
1) Meer teruggegeven dan ontvangen.
bijzonderheden
in
te gaan, een chemische en economische
oriëntatie heoogen
op
drie gebieden, die allerlei interessante
aspecten bied-t.
3 Februari 1932
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
97
PRODUOTIE DER STEENKOLEN-, BRUIN-
KOLEN- EN ZOUTMIJNEN.
iGegevens verstrekt, door den Hoofdingenieur der mijnen.)
1, Gezamenlijke Steenkolennsijnen.
Dec.
Jan.fDec.
Jan/Dec.
1931
1931
‘1930
l’rod. Steenkolen in tonnen
1.068.547
12.901.390 12.211.084
Aantal normale werkdagen .
251)
305 305
Bruinkolenmijn ,,Carisborg”.
Netto-productie in tonnen. .
16.69’72) 162.886 194.624
Aantal normale werkdagen
25
304
267
Zoutmijnen. (Kon. Ned. Zoutindustrie te Boekelo.)
Afgeleverd:
Geraff.
zout ……..(ton)
4.197
52.733
47.347
Industriezout
……(
,,
)
35 591
777
Afvalzout
……….(
,,
)
231
3.090
1.943
Aantal
normale werkdagen
25
308
.
305
Gezameni.
Bruin-
Aantal arbeiders.
Steenkolen-
kolenmijn
I
-Carisborg”
I
Zoutmijnen
mijnen
{
95
196
1
Jan.
1932…………….
1
Jan.
1931
…………..
26.536
5
)
129
141
1)
Oranje-iNassaumijn
11
en 111 24 dgn; J)omaniale Mijn
Mij. en Oranje-Nassaumijn 1 en IV 23 dgn; Mijnen Laura en
Vereeniging 22 dgu.;
2
) 12725 ton ruwe bruinkool en 3972 ton
bruinkooibriketten;
8)
bovengronds.
4)
mcl. 1.969 arbeiders
der nevenbedrijven.
5)
ondergronds.
8)
mci. 1.704 arbeiders
der nevenbedrijven.
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.
GELDKOERSEN.
OPEN MARKT.
1932
30
25130
18123
11/16
Ja
Jan.
Jan.
Jan.
1931
26(31
Jan.
1930
’27jan.!
1
Febr.
1914
20,24
juli
Am,terd,m
211116-
Partic.dlsc.
26I16
251
1s
_ij,
211
4
31
4
1
7
18-2
3
18
13116-5116
13116
311..31,
Prolong.
2
2
12
21/2_314
1
314-2
1
3 2
1
12-3
11113
2314-3514
211
4
3/
4
Londen
–
Dageld. -.
2
1
j2-5
2-5 2-5
4-5
131
4
_211
4
2
1
12-4
1
3
14-2
Partic.disc.
4314_511
5
4314_5314
5
1
18
–
I4
5
1
146
2711-2/2
37/
s
4
41(
4
.31
4
Ben/In
Daggeld…
734-8314
7
1
188
314
7-8
3
14
7
1
148
3
18
3-7
1
/
4-81!2
–
Maandgeld
7-9
7-9
7-9
6-9
–
–
–
Part, disc.
6
7
f-7
6/8-7
67/_7
67/7
4:u47,8
6
2
1
/3-i()
Waren-
wechse.
714-8
7
1
!4-8
7114.8
7148
5
1
j
6
3
18-
1
/3
–
t’Jew York
Daggeld
1)
211
2
31
4
2
1
1-
3
/4
2
1
12-14
22/
5
3/
4
1
1/_3/
.
4_3j
4
13/421 2
Partic.dlsc.
3
3
3
311
15/,
318-4
1
18
–
1)
Koers van 29 Jan. en daaraan voorafgaande weken t/nu VnuJln.
WISSELKOERSEN.
KOERSEN IN NEDERLAND.
Dal
°
New
Londen
Berl
(
n
Parijs
Brussel
F3uulaWa
York’)
0
1
‘)
)
2)
1)
26 Jan. 1932
2.48.j
1
,
8.61X
58.80
9.78 34.65
993,
27
,,
1932
248s/,
8.60
58.374
– 9.78
34.65
99sf,
28
»
1932
2.481
8.62
58.80
9.78
34.674 998f,
29
,,
1932
2.48k
8.60 58.85 9.78
34.674
30
1932
2.48k
8.60
58.88
9.78
34.70
99
/8
1 Febr. 1932
2.489/,
8.571/
2
58.824 9.78
34674 9934
Laagsted.w.’)
2.4815
8.54/.j
58.15
9.77
34.574 99
Hoogste d.wS)
2.485
6
8.65
58.88 9.784
34.70 1 99%
25 Jan.
1932
2487/
8
8.54
58.624
.9774
34.674 995/,
18
,,
1932
2.48
7
/
16
8.62
58.65 9.774
34624 998j,
Muntpariteit
2.4878
12.1071
59.263
9.747
34.592 100
ata
Zwit-
seriand
Weenen
Praa
R
Boeka-
Milaan
Madrid
•,
rest
1)
)
)
26 Jan.
1932
48.50 35.25
7.38
1.48
12.474
20.69
27
,,
1932
48.45 35.32
7.37
1.49
12.474
20.71
28
1932
48.52k
35.25 7.374
1.48
12.43
20.674
29
1932
48.50
35.25
7.374
1.48
12.46
20.59
30
,,
932
48.50 35.25
7374
1.48
–
–
1 Febr. 1932
48.50
35.25
7.38
1.48
12.39
20.15
Laagsted.w.’)
48.40
–
7.34
1.44
12.37
20.10
Hoogsted.w’)
48.55 35.25
7.40
1.524
12.55
21.-
25 Jan. 19321
48.50 35.25
7.38 1.48
12.464
20.65
18
,,
19321
48.52
35.25
7.39
1.49
12.60
21.04
Muutpariteit
1
48.003 35.007
7.371
1.488
13.094 48.52
Data Stork-
holm
‘)Ihagen’)I
1
Kopen-I
Oslo’)
Hei-
t
sing-
1
Buenos-
Aires’)
Mon-
treal
1)
26 Jan. 1932
48.25
47.50
47.-.
3.65
–
2.15
27
1932
48.10
47.30
46.75
3.75
–
2.16
28
,,
1932
48.25
47.50
47.-
3.75
–
2.16
29
,,
1932
48.35 47.50
46.75
3.78
–
2.16
30
,,
1932
48.25 47.25
46.75
375
–
2.15
1 Febr. 1932
48.25 47.25
46.75
3.80
–
2.15
Laagsted.w.
1
)
47.75
46.75
46.25
3.60
–
2.10
Hoogste dw’)
48.50
47.75
47.25
3.85
–
2.20
5 Jan.
1932
48.- 47.-
46.50
3.65
–
2.14
18
,.
1932
48.-
47.60
47.10
3.65 62
2.09
Muutpariteit
66.671
66.671
66.871
8.266
95a4′
2.4878
°)Noteering te Amsterdam.
8*)
Not, te Rotterdam.
1)
Part, opgave.
Laatstbekende noteeringen te Amsterdam en Rotterdam op
1 Februari 1932 voor
telegrafische
uitbetaling op:
Uulden per
Pari
Koers
Bank-
disconto
Europa.
.
%
Londen
)
£
12.104
8.574
6
100
Mark
59.26
58.8
2
*
7
100 Franc
9.747
9.78 24
Berlijn ‘) …………
100
Belga
34.59
34.67*
34
100 Franc
48.-
6.93*
Parijs
)………….
Brussel
)
……….
100
,,
48.-
48.50
2
Luxemburg’ ………
100 Kronen
7.374
7.374
6
Weenen ‘) ………
100
Schilling
35.-
35.25
8
100 Pengö
43.51
31.75
5)
7
100 Lei
1.4880
1.484
8
100 Leva
48.-
1.824
94
Bèlgrado………
100 Dinar
4.379 4.40
74
Istanbul ……….
Turksch £
10.93 1.174
100 Drachme
3.23
3.214
12
100 Lira
13.09
12.39
‘
7
100 Peseta
48.-
20.15
64
2.884
0.078
7
Kopenhagen’)
lOO,Kronen
66.67 47.25
6
Oslo’) ………….
100
66.67 46.75
6
100
66.67
48.25
6
Reickjavik ……..
iJ el. Kr.
66.67
38.70
Zil rich ‘) ………….
Zloty
27.91
27.874
74
Praag
……………
Kovno (Litauen)
100 Lita
24.88
24.70
84
Boedapest
………..
Boekarest
………..
Riga (Letland) …
100 Lat
…
48.-
47.75
6-7
Sofia
……………
Reval (Estland)
100 Estl. Kr.
66.67
66.25
54
100 Finnmrk.
6.264
3.80
8
Athene
………….
Milaan
………….
Moskou
……….
Tjerwonets
..
12.80
12.85
Madrid
………….
Lissabon …………Escusdo
(lORoebel)
Stockholm ‘)
………
…
100 Gulden
48.42
48.30
5
A,nerika.
..100
Warschau
……….100
New-York
S
)
$
2.4878
2.48?
34
Llelsingfors
………
Uuuuiad.
$
2.4878
2.14
Mexico
……….
..
Mex. Dollar
1.24
0.974
Buenos Aires ……
Peso (papier)
1.0568′
0.634
Danzig
………….
‘Paz
La
(Bolivia) ‘) Boliviano
0.9080
0.654
Rio de janeiro,..
Milreis (pap.)
0.8075e 0.154
Valparaiso ……..
Peso (papier)
0.30 0.30
6-7
Bogota (Columbia) ‘)
Peso
2.42
2.364
tuito (Ecuador)
..
Sucre
1.21
0.49
Lima (Peru) ‘)
Sol 3)
0.69 0.70
Montevideo (Urug.)
Peso
2.5725
1.11
Caracas (Venezuela)
Bolivau’
0.4795 0.364
Paramaribo
………
Gulden
1.-
0.994
Willemstad (Curaç.)
Gulden
1.-
1.014
San José (C. Rica)
Colon
1.16
–
Iluatemala . ..,
Quetzal
2.483%
2.484
Managua (Nicar.)’)
Cordoba
2.484
1.73
SanSalvador 4)
Colon 1.2440 0.88
Montreal
……….
Atië.
… …
Rupee
0.91
0.644
7
Calcutta ………..
Batavia
………..
Gulden
1(2.
1.-
0.994
44
Yen
1.24
0.88
6.57
Dollar
0.65
5)
Shanghai
………
Taël
0.86
5)
Straits DolI.
1.4125
0.994
Manilla
…
……
Phil. Peso
1.214
1.24
Singapore
……..
Bangkok…………
Baht
1.10
1.074
Kobe
………….
reheran (Perzië)
.
Kran
0.134
Hong Kong
…….
Af rska.
Kaapstad
£
12.104
11.85
6
Egypt. £
12.42
8.794
Australië.
Alexandrië ………
Melbourne, Sidney
en Brisbane
. .. –
£
12.104
6.86
Nieuw Zeeland . .. –
£
12.104
7.8
1) Goudpeso.
2)
Milreis Goud.
‘)Not. te Adam. 0v. not, part. opg.
3)
1
Sol.
=
t 0.97′;,.
4)
Zichtkoers.
5)
Nom.
98
ECONOMISCHSTATISTISCHE BERICHTEN
3 Februari 1932
KOERSEN TE NEW YORK. – (Cable).
D a a
Londen
($
per.4)
Parijs
($ p. 100 Ir.)
Berlijn
($
p. 100 Mk.)
Amstirdam
($
p.IOO gid.)
26 Jan.
1932
3,46%
–
3,93%
,
23,521/
8
40,2634
27
1932
3,461/
8
3,933%
23,55
40,28
28.
1932
3,46%
3,935 .23,6234
40,26
29
1932
3,45i
3,5/8
23,65
40,25,4
30
,,
1932
3,45%
23,65
40,25%
1 Febr.
1932
3,45
1
I
3,93
7
/
is
23,6734
40,25
2 Febr.
1931
4,85l’/
3,92
23,77′
40,18
)ifuntpariteit..
4,8667
3,90′
23,8134
40i/,
KOERSEN PE L0I4DEN.
Plaatsen en Noteerings-
16
Jan.
23Jan. 25
Jan.130 Jan.
’32 30Jan.
Landen
,
eenheden
1932
1932 .
Laagsteltioogstel
1932
Alexandrië..
Piast. p.
97%
9734
97s/
97’/
9734 p.X
26734
270
260
290
27234
Bangkok….
Sh.p.tical
2/534
21534
2/355/
16
2/6
2/6
Budapest …
Pen. p.
£
2934
2934
27
32
2934
Athene ……Dr.
Buenos Aires
d. p.$
3934
39% 39%
40e/8
401/
Calcutta ….
Sh. p. rup.
1/61/
5
116.
3
161/
1
1165/
16
116
1
/8
Constantin..
Piast.
p. y,
720,
705′
705
710.
710
Hongkong ..
Sh. p.
$
11551
8
115s/,
11434
1/5
3
%
1/5%
Sh. p. yen
2/2
2/1% 2/0%
2/2
2/034
Kobe
…….
Escu. p.
£
109,
109%
10934
110%
1093%’
Lissabon ……
ljlexico
….
$
per
£
8.55
‘8.85
8.70
9.-
8.87k
lfontevideo
.
d.perg
31.50
31
3034 3134
31
Montreal
…
$
per
£
4.12%
‘4.02
3.98
4.03
4.02
Riod. Janeiro
d. per Mii.
4%
4%
4
1
/g
411
4%
Shanghai
..
.
8h. p. taei
1/11
1/107/
5
1/105/
5
1/11
i
1/10119
1
Singapore ..
id. p.
$
2/4
1
/
32
2/3
29
/
32
2/3″/
214
2/3
27
1
85
Valparaiso
1).
$
per
£
29.-
29.-
28.70
29.- 29.-
Warschau ..
Zi. p.
£
31
31
3034 3134
30%
1)
90dg.
ZILVERPRIJS
.
GOUDPRIJS
8)
Londen’) N.York’)
Londen
26. Jan.
1932..
195
1
2934
26 Jan.
1932….
11915
27
,,
1932..
19 ti
e
29%
27
,,
1932….
119,9
28
1932..
191/
56
2934
28
,,
1932….
11913
20
,,
1932..
195/
5
29%
29
,,
1932….
119/7
30
,,
1932..
1951
16
29% 30
,,
1932..
11917
1 Febr.1932.. 20
30%
1 Febr.1932….
120/2
2. Febr. 1931..
13%
‘
28′
27 Juli
1914..
241j
169
2 Febr. 1931…
.
84/1134
27
Juli
1914….
84/11
1)
in pence p.oz. stand.
1)
Foreign silver
In Sc. p.oz. line.
8)
in sh. p.oz.flne
STAND VAN ‘e
RIJKS KAS.
,
Vorderingen.
1
23Jan.1932
1
31Jan. 1932
Saldo van’s Rijks Schatkist bij De Ne-
derlandsche
Bank……………….
/
68.828.411,36
1
52.300.267,94
Saldo b. d. Bank voor Ned. Gemeenten
2.761.416,45
•
1.675.485,46
,, 149.866.790,43
151.475.630,32
Id. aan
Suriname …………………
13.455.687,66 13.461.382,12
Id. aan
Curaçao ………………….
7.706.827,29
•
7.740.813,29
Voorschotten aan Ned.-Indi8……….
Kasvord. weg. credietverst. alh. buiteni
,, 112.192.310,59
112.271.859,32
Daggeldleeningen tegen onderpand
….
,,
10.100.000,-
…
16.600.000,-
Saldo der postrek.v. Rtjkscomptabeien
,
26.771.352,96
19.890.655,83
Id. op andere Staatsbedrijven
1)
.,,
12.7e8.147,93
12.514.017,76
Kasgeldieeningen aan gemeenten
75.168.783,58
,,
75.537.233,58
Verplichtingen.
I
Schatkistbiljetten in omloop ………
fl73.278.000,-
/173.276.000,-
Schatkistpromessen in omloop …….
303.150.000,-
,303.150.000,-
Waarvan rechtstreeks bij De Neder-
.
landsche Bank geplaatst ………..
–
–
Zilverbons in omloop ……………
1.989.754,50
,,
1.966.294,50
Schuld op uit. December ’31 aan de
gem. verstrekt wegens voor haar
door de Rijksadm. geheven gem. Ink.
belast, en opc. op de
Rijksink. bel.
,,
9.414.034,18
»
9.414.034,18
Schuld op uit. December ’31 aan de
…
gem.verstrekt wegensaan haaruitte
….
keerenhoofds.derpers.bel., aand. in
….
de hoofds. der grondbel. endergem.
fondsbel., alsmede opc. op die belas-
tingen en op de vermogensbelasting
,,
2.572.292,01
45,825.379,55
,,
2.572.292,01
‘,,
47.903.546,04
Alg. Burg. Pensioenf.’) Schuld aan het
Id.
h. Staatsbedrijf d. P., T. en T.’)..,
a.
,,
97.353.818,04
92.527.474,86
Id. aan andere Staatsbedrijven’)……….
331.314,34 ,
383.083,78
Id. aan diverse Instellingen’) ………
,,
12.772.595,77
,,
12.920.970,77
1)
In rekg.-crt. met ‘s Rijks Schatkist.
NEDERLANDSCH-INDISCHE VLOTTENDE SCHULD.
Vorderingen:
Betaalmiddelen in ‘s Lands Kas
– –
w.o.
muntbiljetten
…………….
–
–
Saldo bij de Javasche Bank ………..
–
……..
/
418.000;-
Verplichtingen
……..
Voorschot’s Rijks kas e. a. Rijksinsteli
fl49.867.000,-
,, 151.476.000,-
17.460.000,-
,,
17.610.000,-
21.075.000,-
,,
21.075.000.-
3.971.000,-
3.440.000,-
Schatkistprornessen …………………
Schatkistbiljetten
………………….
Schuld aan het Ned.-lnd. Muntfonds.
1.572.000,-
1.572.000,-
Muntbiljetten In omloop ……….. …
Idem aan de Ned.-lnd. Postapaarbank.
–
845.000.-
,,
790.000,-
Voorschot van de Javasche Bank….
1.604.000,-
–
NEDERLANDSCHE BANK..
Verkorte Balans op 1 Februari 1932
Aotiva.
Binnenl.Wis.j’B:fdbk.
f
65.115.594,86
sels, Prom., Bijbnk.
2.848.698,08
enz.in disc.(Ag.sch.
11.652.972,39
f
79.617.265,33
Papier o. h. Buiteni. in disconto ……
Idem eigen portef.
. f
83.657.269,-
Af :Verkocht maar voor
debk.nognietafgel.
–
83.657.269,-
BeleeningenHfdbk.
f.
48.839.050 45
–
ncl.
vrch.
Bijbnk. ,
8.403.847,13
in rek.-crt. Ag.sch. ,, 55.633.790,84
op onderp.
r
112.876.688,42
Op Effecten ……t 111.884.306,39
OpGoederenenSpec.
,,
‘ 992.382,03
112.876.688,42
Voorschotten a. h. Rijk …………….,,
–
Munt en Muntmateriaal
Munt, Goud ……
f
97.690.690,- Muntmat., Goud .. ,, 767.929.954,83
865.620.644,83
Munt, Zilver, enz. • 26.786.746,63
Muntmat. Zilver..
Belegging
1/
kapitaal, reserves en pen.
892.407.391,461)
sioenfonds ……………………,,
26.897.530,78
Gebouwen en Meub. der Bank ……..,,
5:000.000,_
Diverse rekeningen ……………
…-,
35.810.575,23
Passiva.
f1.236.266.720,22
Kapitaal ……………………….
f
20.000.000
5
–
Reservefonds ……………………,,
7.563.205,59
Bijzondere reserve ………………..,,
8.000.000,-
Peneienfonds ………………….
7.499.248,16
Bankbiljetten in omloop…………..,, 1.019.632.390,-
Bankassignati6n in omloop ……….,,
283.678,02
Rek.-Cour. J Het Rijk
f
83.105.462,51
saldo’s: ‘l. Anderen,, 81.663.345,93
164.768.808,44
Diverse rekeningen ………………,,
8.519.390,01
f
1.236.266.720,22
Beschikbaar metaalsaldo ………….
f
418.411.859,12
Minder bedrag aan bankbiljetten in om•
loop dan waartoe deBankgerechtigdis. ,, 1.046.029.645,-
1)
Waarvan in het buitenland! 104.745.611,20.
Voörnaamste posten in duizenden guldens.
Data
Goud
1
1
naere
1
bSCflU(O.
Ctrculatiel opetschb.I Metaal-
1
Munt
1
Muntmati
1
schuldenl saldo ‘)
1
Febr.’32
97.691
767.930
1019.632 165.052
418.412
75
25 Jan. ’32
97.691
775.039 984.243 207.895 430.045
76
18
,,
’32
97.691
781.581
999.070
190.374
432.404
76
11
’32
97.691
781.387 1019.723 185.519
431.090
76
4
.,,
’32
97.691
781.843
1052.201
166.929
419.066
74
28 Dec. ’33
97.691
789.542 1023.413
164.577
432.464
76
2 Febr.’31
74.594 361.494 841.530 23.623
116.440
53
25
Juli
’14
65.703
96.410 310.437
6.198 43.521
64
Belee-
op het
reke-
ningen
buitenl. ningen
1
Febr.1932
79.617
‘.
– ‘
112.877
83.657
35.811
25 Jan. 1932
78.115
–
96.491
83.657
35.552
18
1932
79.237
. –
99.024
83.615
35.453
11′
.1932
78.835
–
101.427
83.898
35.144
4
1932
83.879
. –
.
126.245
84.330 34.515
28 Dec.
1931
77.821
,
–
110.361
86.257
32.454
2 Febr1931
48.295
– –
87.073
250.373
36.828
25
Juli:
1914
67.947.
‘
–
–
61.686
20.188
‘
509
)5
e
d
e
‘
r
t den
bankstaat van 4 Jan. ’29 weder
op
de basis
van
2
15
metaaldekking.
2)
Sluitpost activa.
CURAÇAOSCHE
BANK.
Voornaamste oosten in
duizenden mildens.
Data
‘
________________
Metaal Circu-
latie
1
nt
coo’s
1
Dis-
IsgsottenIDtver5e Voor-
1
aan de
1
kolonie
reke-
ningen’
Diverse
reké-
ningenl
1
December 193.1
4.515 4.881
251
21
1.261
576
1
November 1931
4.550
4.927
237
37
1.212
517
1
Qctober
1931
4.546
5.023
227
43
1.253
454
1
September1931
4.671
5.214
228
13
1.248
350
1
Augustus 1931
4.678
5.236′
227
7,6
1.125
276
1 Juli
1931
4.674
5.145
132
11
3
1.293
372
1
December 1930
4.677 5.567
176
193
1.939
855
‘)Sluitp. der activa. ») SIultp. oer passlva. ») scnula aan ae l’.olonle.
Data
3 Februari 1932
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
99
JAVASCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens. De samengetrok
ken cijfers der laatste weken zijn telegrafisch ontvangen
30 Jan.1932
23
,,
1932
16
,,
1932
2 Jan.1932
80400
80.900
84.000
***
***
35.939
63
63
62
69
9.710
6.301
48.784
26Dec.1931
8.825 5.378
49.274 36.220
62
19
,,
1931
8.870
4.727
41.568
35.488
64
12
,,
1931
8.748
6.068
42.092
37.706
63
31 Jan.1931
8.711
33.183
42.221 35.011
60
1 Feb.1930
8.444
31.881
82.392
31.683
54
25
Juli1914
7.259
6.395
75.541
2.228
44
‘) SluItpot activa.
BANK VAN ENGELAND.
Voornaamste posten in duizenden pondeu st.erliug.
Data
Metaal
Bankbilf.
in
circulatie
Bankbilf.
in Banking
Departm.
Other Securities
Disc, and
s
Advances
ecur t
27 Jan. 1932
121.350 345.869
49.895
12.947
37.196 20
,,
1932
121.321
374.879
47.884
14.031
39920
13
,,
1932
121.331
354.744
41.018
15.846
36.046
6
,,
1932
121.324 362.859
32.891
19.899
35.789
30 Dec.
1931
121.349
364.150
31.596 27.291
37.613
23
,,
1931
121.353
370.031
25.688
13.537
36.076
28 Jan. 1931
140.141
346.824 52.662
9.748
21.823
22 Juli
1914
40.164
.
29.317
33.633
Data
00v.
Sec.
Public
Depos.
Other Deposits
1
Other
un
Bankers Accotsl
1
Reserve1
Dek-
kings-
1
perc.’)
27 Jan. ’32
45.311
15.321
74.304 38.208
50.481
3919/33
20
’32
52.431
20.813 77.482
38.444 48.442
3513
132
13
’32
53.561
22.361
68.702 37.912
41
587
327
/32
6
’32
64.891
15.681
81.824
38.503
33.465
24
19
1
3
,
30 Dec.’31
95.341 7.733
126.398
40.341
32.199
18
2
/
’33
23
,,
’31
67.606
14.641
72.282 38.721
26.322
2029,
’82
28 Jan.’31
41.086
19.360
55.163
33.368
53.317
49181
22Juli
’14 11.005 13.736
42.185
29.297
52
1)
Verhouding tusschen Reserve en Oeposits.
BANK VAN FRANKRIJK.
Voornaamste posten iii millioenen francs.
Tegoed
Wis-
1
Waarv.
Renteloos
Data
Goud
Ztiverl
in het
sels
1
op het
I
ningen
I
voorschot
buttenl.1
buiten!.
a
.d.
Staat
22Jan.’32
70.689
983
9.454
15.911
10.078
2.780
3.200
15
’32
69.847
976
10.406
15.630
10.101
2.867
3.200
8
,,
’32
69.279
964
11.131
15.822
9.922 2.882
3.200
30 Dec.’31
68.863
983
12.354
16.146
8.757
2.730
3.200
23 Jan.’31
55.044
621
7.006
27.744
19.332
2.916
3.200
23Juli
1
14
4.104
840
–
1.541
8
789
–
fons
v.
Diver-
1
Rekg.
Courant
t
Staat
Zelfst.
1
Part!-
Data
zeijst.
I
1)
Circulatie
an,ort.
amort.k.lcutteren
22Jan.’32
6.899
2.047
83.364
1
603
4.124 23.930
15
’32
6.899
2.230
84.008
1
.
626
1
5.849
21.658
8
’32
6899
2.247
84.922
1
552
5.493 21.408
30Dec.’31
7.157
2.346 85.725
1
337
1
5.561
22.183
23Jan.’31
5.252 2.140 76.539
5.3671 8.961
11.643
23
Juli’14
–
–
5.912
401
–
943
1)
Sluitpost
activa.
GOEDERENHANDEL.
GRANEN.
2 Februari 1932.
Tengevolge van groote vezsehepiugeu in cle voorafgaande
week en ruim aanbod van Argentijnsehe en Australische
tarwe was cle stemming op cle t a r
w
e-markt, vooral in liet
begin der vorige week, niet vast en ondergingen de prijzsn aan de meeste bttitenlandscl,e termijnmarkten een verdere
verlaging. Allengs is daarin, vooral ii, de tweede helft der
week, een verbetering ingetreden. Wel waren de versche.
pingen van Argsntiuië weder groot, doch die uit Rusland
bleven klein, die van den Donau waren belangrijk minder dan in de voorafgaande week, terwijl ook de Australische
verschepingen kleiner waren. Goede vraag voor Australische
tarwe bleef bestaan in het Verre Oosten, dat geregeld voort-
gaat zijn behoefte in het laatstgenoemde latici te dekken,
waardoor het aanbod naar Europa niet overmatig dringend
is. ‘Italië is geregeld kooper van tarwe, terwijl in Frankrijk
de vraag vermeerderd is. Het percentage buitenlandsche
tarwe, dat daar is toegestaan bij de fabricage van nieel, is
van 3 pet. verhoogd op 10 pCt. Gedurende de laatste dagen
der afgeloopen week heeft Frankrijk in meerdere mate dan
tot nog toe het geval was tarwe gekocht. In Engeland zijn
de koopers terughoudend en bepalen zij zich ertoe spoedig
verwachte partijen te koopen, welke zij voor onmiddellijk gebruik noodig hebben. De prijzen fluctueeren niet alleen
iii verhouding tot die op de wereldmarkt, doch ook al naar
het Pond vester of flauwer is. Gedurende de allerlaatste
dagen heeft een vrij belangrijke verhooging iu Argentinië
plaats gevonden tengevolge van de verbeterde vraag in
Europa. Vooral in Duitscbla.,id is naar aanleiding van de
p9litieke berichten uit het Verre Oosten levendige vraag
ontstaan en zijn verhoogde prijzen, vooral voor Platatarwe,
betaald. Manitoba tarwe wordt geregeld aangeboden en
daarin gebeuren ook vrij belangrijke zaken. In dc Ver-
eenigde Staten is men niet dringend met tarwe aan de
markt en hoopt men nog steeds op verbeterde vraag in
Europa en dientengevolge op verhooging der prijzen. Deze
politiek is reeds eerder in Noord-Amerika gevolgd, zonder
toen echter de gewenschte resultaten opgeleverd te hebben.
Argentinië .heef t toen van de terughoudendheid van Amerika
gebruik gemaakt om zijn tarwe-surplus naar Europa te
verschepen en op het oogenblik is Argentinië weder bezig
den uitvoer zooveel mogelijk te pousseeren. De toestand,
waarin de wintertarwe in de Vereerugde Staten verkeert,
is ook aanleiding, dat Amerikanen niet dringend aan de
markt zijli. De uitzaai van wintertarwe is klein, doch tot
nog toe stond het gewas er veelbelovend voor tengevolge van zacht weder. Sneeuwbedokking is echter weinig aan-
wezig, zoodat het ge’aii’ bleef van schade, wanneer het
plotseling kouder zou worden. Gedurende de laatste dagen
is het weder aanmerkelijk kouder geworden, hoewel de
koude golf het wintertarvegebied nog niet heeft bereikt.
De prijzen aal, cle markt te Buenos Aires waren 26 een-
tavos per 1.00 1KG. honger dan een week geleden e, te
Rosario 30 centavos hooger. Het slot te Chicago sloot 1
dollarcent hooger en te Winnipeg t dollarcent per 60 lbs.
hdoger.
Aan cle r o g g e-markt kwamen in
liC
afgeloopei week
weinig verancieringeti voor. De prijzen van disponibele Rus-
sische rogge zijn nog iets verder teruggeloopcn, terwijl cle
consnrnptievraag daarvoor slechts matig is, doch ook het
aanbod ‘is niet dringend. Wat andere roggesoorten betreft,
beperkt het aanbod zich hoofdzakelijk tot Platarogge, waar-
voor de prijzen in cle afgeloopen week iets zijn gedaald, doch
gedurende de laatste .dagen vrijwel onveranderd zijn ge-
bleven. In Duits’chland blijft cle stemming voor rogge vast
wegens beperkt aanbod op de binnenlandschje markt. Prijs-stijging wordt tegengehouden door aanbod viul de Duitsche
regeering, doch men meent, dat cle voorraden en die van
buitenlandsche rogge, welke zich iii handen der regeering
bevinden, niet voldoende zullen zijn om tot het einde van
ht seizoen in de behoefte te voorzieb. -In het begin der afgeloopen week werd nog ruimschoots
Platan,aïs aangeboden uit aangekomen booten en de stem-
ming wras over het algemeen gedrukt. Nadat dit aanbod was
opgeruimd, is echter
slechts
zeer kort eenige verbetering
voor disponibele ma-Is ingetreden, doordat houders van vroe-
ger opgeslagen partijen d,tamede aan de markt kwamen «n
belangrijke hoeveelheden Februari-levering werden aange-
diend. De kooplust was dan ook maar matig en hield een
prijsverbcteriug tegen, n iettegenstaan de uit aangekomen
botten gedurende eenige (lagen niet nice,’ werd aangeboden.
Sedert zijn weder enkele booten binnengekomen, waarvoor
matige belangstelling bestond tot onverandercie prijzen. Af-
laders in Argentinië zijn met ma-ïs van den ouden oogst Vrij
dringend aan de markt. Ook de prijzen daarvoor hebben
Data
Goud
Zilver
159.800
C’rculatie
1
Andere
opeischb.
schulden
IBeschikb.
metaal-
saldo
30 Jan.19321
225.200
28.600
58.280
23
1932
159.000
226.000
27.700
57.520
16
,,
1932
158.500
232.400
22.800 58.420
2 Jan.1932
11557
46.197′
232.022
25.566 55.719
26Dec. 1931
112.506
47.047
229.558
27.691
56.653
19′
,,
1931
121.183
45.838
233.617
27.470
62.586
12
1931
124.676
45.603
237.482
31.709
62.602
33 Jan.1931
128.582
43.050 243.482 43.648 56.780
1
Feb. 1930 139.288
30.532
277.202 39.924
42.969
25 Juli1914
22.057
31.907 110.172
12.634 4.842
Dis-
Wissels,
buiten
Belee-
Diverse
1
Dek-
kings-.
Data
conto’s
I
N.-lnd.
ningen
I
reke-
1
ningen’)
percen-
betaalb. tage
100
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
3 Februari1932
AAN VOEREN
in ton8 van 1000
KG.
Artikelen
Rotterdam
24-30
Jan.
Sedert
Overeenk,
1932
1
Jan.
1932
tijdvak
1931
Amsterdam
24-30
Jan.
Sedert
Overeenk.
1932
1Jan.
1932
t
ij
dvak
193!
Totaal
[1,
32
1931
15.372
60.902 87.266
– –
1.640
60.902 88.906
Tarwe
……………..
Rogge
……………..
8.865
28.955 23.062
205
205
–
29.160
23.02
Boekweit ……………….
–
2.133
2.115
–
–
95
2.133
2.210
23.339
150.120
111.262
.
725
25.720
2.5.831
175.840 137.083
4.128
21.500
74.846
–
1.970
4.947
23.470
79.793
2.288
7.009
27.637
–
–
–
7.009
27.637
Mais ……………….
Gerst
……………..
–
10.381
8.851
5.667
13.895
34.065
24.276
42.916
Haver
……………..
Lijnkoek
…………..
8.644
3.078
–
–
–
8.644
3.078
Lijnzaad
………………
Tarwemeel
…………..
4.8
.70
170
1.605 11.765
164
1.428
5.055
3.033
16.820
Andere meelsoorten .
456 3.958
5.275
220 1.836
1.264
5.794
1
6.539
slechts weinig gesc-liontmeld. -IDe Februari-termijii te Buenos
Aires was
14
eentavos per 100 K.G.
1 lager dan een week
geleden, te Rosario 15 centavos. De vooruitzichten van den
ii ieuwen oogst blijven over het a Igeineen gunstig. °J3erichten
over droogte wei
–
den gevolgd door lichten regenval en em-
stige klachten werden tot nog toe niet gehoord. Het aanbod
van Donaumaïs is nog steeds klein. De verschepingen vuil
den Donau gaan voor het grootste gedeelte naar de Mid-
clellandsehe Zee.
De ge r s t-prijzen zijn iii de afgeloopen week iets ge.
daald. Zoowel disponibele Russische gerst als stooniende
Donau- en Platagerst waren eenige guldens per last lager
te koop. Tegen het einde der week zijn de prijzen voor
Platagerst weder iets aangetrokken. Nietteganstaande het groote )rijsversehi1 tusschen maIs en gerst blijft voor het
laatste artikel een niet onbevredigende vraag bestaan.
[ii h a v e i’ waren de omzetten van geringe heteekenis.
Verschillende partijen stoomencie Ca nadeesehe haver zij ii
gekocht en ook in :Plata.haver kwamen zaken van kleine be-
toekenis tot stand. Aan cle termijnmarkt te IBuenos Aires
va.s cle noteering voor haver onveranderd. De prijzen te
Winipeg sloten
i/
dollarcent per
32
lbs. hooger. –
-.
SUIKER.
De verschillende si.iikerinarkteir verkeerden gedurende de
afgeloopen week in een prijshoudende stemming. al was let
op een iets lager prijspeil. lIet draleit der Javaproducenten
met het nemen esner definitieve decisie omtrent verdere
oogstinkrimping had tengevolge,- dat iii A m e r i k a ik
prijzci:i voor muw’suiker zich weder niet konden hauclhuvcn.
Er werden kleine partijen tot ca.
1.08
(le. cif. afgedaair
De N e
wY
o r k s e lie termijnmarkt opende zeer flauw, doch herstelde zich gedurende dc week gaandeweg ietwat.
Tegen het slot kwam het bericht dat de Javaprodueentin
1)rinci1i6el tot een verdere inkrimping van
30/50
pCt. lie-
meid zouden zijn, cle markt ivat opbeuren. Ilillet slot
luidde
als volg
–
t: Mrt.
1.05;
Mei
1.09; Juli 1.14
en Sept. 1.20,
terwijl cle laatste noteeri lig voor Spot Centr.
3.08
bedroeg.
De ontvs ngsten in de Atlantische havens der Ver. Staten
bedroegen deze week
50.000
tons, de versineltingen
35.000
tons te
g
en
36.000
tons serleclen jaar en cle voorraden
143.000
tons tegen
258.000
tons.
De lcatste
C u
b a-statistiek is als volgt:
1932
1931.
1930
tons tons tons
Productie
……………
–
175.000
400.000
Voorr. overgebracht per :1/1
.745.791.
1.390.000
321.000
Consumptie
……………
1.500
1.000
1.181
Weekontv. afsclieepliavens –
:34.361
60.352
93.646
Totaal sedert 1/1 (N. Oogst)
1.537
20.000 68.496
Weekexport
………….
20.681
18.517
43.0:34
Totaal
sedert
1/1. ……….
85.926
76.925
111.697
Voorraad afscheel:diavcns
736.047 1.375.907
259.320
binnenland
922.318 154.000 330.323
runital
iverkencle
fabrieken
59
97
139
.1
–
let Internationale Suiker IBnoeau heeft thans cle resul-
taten gtpnbliceerd van liet eerste jaar voor cle aangesloten
lan den in
E
u r o p a. alsiiie.de
een rannng voor het tweede
contractjaar. Voor cle consumptie wordt Inerin opgenoman
dc’ approxiniitieve consumptie van liet afgeloopen jaar,
terwijl liet
–
bureau, ivat de prokic-tie -betreft, zich aan de
–
,
STATISTISCH OVEIZI(
–
GRANEN EN ZADEN
ZUIVEL EN EIEREN
MINERALEN
TARWE
R000E
MAIS OERST
LIJNZAAD
BOTER
KAAS
EIEREN
STEENKOLEN
Westfaalsche!
PETR(‘)LEI
HardWlnter
No.2 loco
AmericanNo.23)
La Plata
Amer.No.24)
loco
La Plata
perK.G.
Edainmer
Alkmaar
0cm. not.
Hollaiidsche
Mid. Cont!
Rotterdam!
loco
Rotterdam
loco
R’damlA’dam
Rotam
loco
R’damlA’dam
– Leeuwar-
der Comm.
Fabrieks-
Eiermijn
Roermond
bunkerkolen
ongezeefd f.o.b.
Crude
33
t!m
33.
Amsterdam
per 100 K.G.
per 100 K.G.
per 2000 K.G.
per
3000 K.G.
per 1960 K.G.
Noteering
kaas
kI. mjmerk
P. 100 st.
R’dam(A’dam
Bé
S.
g.
per barro
2)
–
–
per 1000 K
.
G.
f1
0f
f1.
0
1
0
6.
0
10
11.
010
6.
Olo
61.
Ol
o
II.
OJo
f1.
0
/0
6.
010
$
0/
1925 17.20
100,0
13,071
100,0
231,50 1100,0 236,00
100,0
462,50
100,0
2,31
100,0
56,-
100,0
9,18
100,0 10,80
100,0
1.68
10
1926
15,90
92,4
11,75
89,9
174,25
75,3
196,75
83,4 360,50
77,9
1,98
85,7
43,15
77,1
8,15
88,8
17,90
165,7
1.89′
II
1927 14,75
85,8
12.471
95,4
176,00
76,0 237,00
100,4
362,50
78,4
2,03 87,9
43,30
77,3
7,96
86,7
11,25
104,2
1.30
–
1928
13,471
78,3
13.15 100,6
226,00
97,7
228,50
96,8 363,00
78,5
2,11
91,3
48,05
85,8
7,99
87,0
10,10
93,5
1.20
1929
12,25
71,2
10,87
1
83,2 204,00
88,1
179,75
76,2 419,25
90,6
2,05 88,7 45,40
81,1 8,11
88,3
11,40
105,6 1.23
1930
9,67
6
56,3
6,225
47,6
136,75
59.1
111,75
47,4
356,00
77,0
1,66
71,9 33,45
68,7
6,72
73,2
11,35
105,1 1.12
1931
5,55
32,3
4,55
34,8′
84,50
36,5
107,25
45,4
187,00 40,4
1,34
58,0
31,30
55,9
5,35 59,3
10,05
93,1
0.58
Jan.
1930
l2,67
73,7
9,35
71,5
149,25
64,5
151,25
64,1
433,75
93,8
2,00
86,6
43,95
78,5
7,55
82,2
11,75 108,8
1.21
Febr.
11,725
68,2 8,17
6
62,5
139,00
60,0
135,75
57,5 398,50
86,2
2.03
87,9
41,15
73,5
6,90
75,2
11,75 108,8
1.11
Maart
10,90
63,4 7,15
54,7
143,50
62,0
125,00
53,0 390,00
84,3
1,71
74,0
41,25
73,7,
S 18
56,4
11,55 106,9
1.11
April
,,
11,17
65,0
7,62
5
58,3
180,25
77,8
129,75
55,0
431,00
93,2
1,50
64,9
36,50
65,2
5:16
56,2
– 1135
105,1
1.16
5
Mei
,,
10,45
60,8 6,55
50,1
148,50
64,1
114,50
48,5
405,00
87,6
1,44
62,3
37,20
66,4
5,30
57,7
11,35
105,1
1.18
0
71
luni
10,05
58,4
5,175
39,6
145,50
62,9
103,75
44,0
385,50
83,4
1,54
66,7
37,-
66,1
5,09 55,4
11.35
105,1
1.18
1
71
Juli
9,55
55,5
5,82
5
44,6
157,75
68,1
108,00
45,8
345,75
74,8
1,72
745
39,90
71,3
5,99 65,3
11,35
105,1
1.18
5
71
Aug.
9,45
54,9,
6,30 48,2
146,00
63,1
116,25
‘49,3
365,00
78,9
1,58
68:4
4
0
,20
71,8
6,03
65,7
11,35
105,1
1.185
71
Sept.
8,40
48,8 5,25
40,2
127,50
55,1
99,00
41,9
318,75
68,9
1,64
71,0 37,55
67.1
7,23
78,8
11,35
105,1
1.18
5
7
Oct.
7,40
43,0
4,62
5
35,4
112,25
48,5
86,00
36,4
281,25
60,8
1,63
70,6
36,90
65,9
8,60
93,7
11,35
105,1
1.185
71
Nov.
–
7,25
42,2 4,25
32,5
94,50 40,8 82,25
34,9 270,75
58,5
1,58
68,4
36,50
65,2
9,63
104,9
– 10,90
–
100,9
– 0.85
51
Dec.,,
7,075
41,1
4,30
32,9
96,00
41,5
91,00
38,6 247,75 53,6
1,55
67,1
33,50
59,8
7,97 86,8
10,85 100,5
0.85
51
Jan.
1931
6,52
5
37,9
4,-
30,6
84,50 36,5
86,25
36,5 207,50 44,9
1,61
69,7
32,25 57,6
6,63
72,2
10.30°
95,4
0.85
51
Febr.
5,775
33,6
3,90
29,8
87,50
37,8
85,75
36,3
206,25
44,6
1,66
71,9
33,80
60,4
6,21
67,6
10,30
95,4
0.85
51
Maart
5,625
32,7
4,20
32,1
103,00
– 44,5
104,75
44,4 214,00 46,3
1,47
63,6
35,00
62,5
4,94
53,8
10,30
95,4 0.66
April
5,90 34,3
4,425
33,8
112,00
48,4
117,00
49,6
197,75
42,8
1,35
58,4
31,60
56,4
4,20 45,8
10,15
94,0
0.53
Mei
6,15
35,8
4,975
38,0
95,75
41,4
124,00
52,5
189,00
40,0
1,26
54
0
5
30,85
55,1
4,07
5
44,4
10,00
92,6 0.53
Juni
5,75
33,4
5,05
38,6 86,75 37,5
116,50
49,4
191,50
41.4
1,29
55.8
33.50
59,8 4,30
46,8
10,00
92,6
0.346
Juli
5,42
5
31,5
–
4,70
35,9
84,25
36,4
115,75
49,0
211,00
45.6
1,32
57,1
37,75
67,4
4,40
47,9
10,00
92,6
0.24
11
Aug.
4,975
28,9
4,02
5
30,8
74,50 32,2
°
119,50
50,6
185,50
40,1
1,30
– 563
36.00
64,3
4,98
54,2
10,00
92,6 0.43
5
2
1
Sept.
4,775
27,8
4,27
5
32,7
68,00
29,4
97,00
41,1
164.25
35,5
1,27
55,0
32,25 57,6
5,775
62,9
10,00
92,6 0.56
Oct.
,,
5,-
29,1
4,475
34,2
68,50
29,6
94.75
40,!
160,25
34,6
1,24
53,7
26.25
46,9
6,276
68,4
9,90
91,7
–
0.56
Nov.
5,825
33,9
5,475
41,9 81.00
35,0
114,50
48,5
169,75
30,7
1.17
50,6
24,75
44,2 7,07
77,0 9,90
91,7
0.68
Dec.
,,
4,925
28,6
4.95
37,9
69,25 29,9
1111,251
47,1 145,
1
5
31,5
1,18
511
‘21,40
38,2
5.32
5
58,0
9,90
91.7 0.7!
Jan.
1932
5.05
29.4
5,07
5
38,8 71,25
30.8 1114,00
48,3
142,50
31,0
1,16
50:2
125,75
46,0 I
4.71
51,3
8,25 76,3
0.71
1
Febr.
–
4,95
28,8
4,90
37,5
68,00
29,4 11(8,001
45,8
139,00
30,1
1
1
4,40
47,9 1 8,25
76,3
0.71
1)
Men
zie voor de toelichting op dezen staat de nummers van 8 en 15 Augustus 1928 (No. 658 en 659) pag. 689190 en 709,
0)79
Kg. La Plata. 5) = Western vi
ring van de huidige offic. not.wijze (Jan. 1928);,vanaf 9 Febr. 1931 6415 Z.-Russ.
–
3
Februari
1932
ECONOMISCH-STATISTICHE BERICHTEN
101
laatste cijfers van
1!?. 0.
Licht houdt. Deze laatste zijn
thans zooveel kleiner dan de volgens tle overeeiikomst toe-
gestane proclucties, dat uit de geblokkeerde vporraden
zonde kuti tien getoucheerci worden door IDuitschlanci 81 pCt.,
Tsjecho-Slowakije 88 pCt.. Polen. Hongarije en België elk
lOO pCt., iii plaats van 25 pCt. voor elk dci
–
vijf landen. De
totale voorraad in al (leze landen zoitde zoocloeticle tot
70.000 toita kunnen verni i itderen.
In ID ii ge 1 n ii cl blijft cle handel
iii
ruwsuiker zeer be-
perkt daar raffittadeurs nog steeds niet tot verdere aan-
knopen kunnen besluiten. Ook 01) cle
L
o ii d e n s cli e ter
–
mijumarkt was de stemming zeer rustig, terwijl de schom-
nielingeit der noteeringen slechts, fracties bedroegen.
De zichtbare voorraden zijn volgens Czarnikow
tons
tons
tons
1931
1930
1.929
IDuitschlatid
1/1.
……..
1°9k-°°°
.I.880000
1.563.000
Tsjeeho-Slowakije
1/1…….
782.000
873.000
717.000
Fratikrijk
1/1
………….
785.000 788.000 669.000
Nederland
1/12
……….
2.93.000
280.000
226.000
België
1/1.
……………
209.000
230.000
197.000
:l
–
Fongarije
1/1
…………
110.000
141.000
135.000
Polen
1/1.2
…………..
486.000
459.000
375.000
UK. 1/1
Geïnip.
Suiker
.
–
185.000
276.000 356.000
1/1
Binuel.
..
.
61.000
117.000 112.000
Eurolyt.
……………
4.602.000 5.044.000 4.358.000
Ver. St. Alle havens
1/1
243.000
425.000
749.000
Citlaansehe havens
2f1….
732.000 669.000
1.66.000
Cuha
hiitneulainl2/1
920.000
725.000
150.000
Java
1/12
…………..
2.264.000
1.477.000
1.130.000
Totaal
…………….
8.761.000 8.340.000
6.553.000
Op
J a.
v
a kon de V.i.S.P. cii. 43.000 tons Superieur van
tle hand doen, waarschijnlijk tot
f
6%.
1:f i e r t e 1 a ii cl e blijft cle stemming eveneens uiterst
kalm. IDe noteeringeti
01)
de A m s te r cl am s cli e termijn-
markt richtteit zich naar de buitenlaudsehe markten en
sloten als volgt: Mrt.
f
73/4 iiei
f
73/4; Aug.
j
77/
s
en
Dec.
f
83/4. De omzet bedroeg 1300 tons.
KOFFIE.
l)ii utarkt bleef nog steeds onveranderd kalm gestemd.
Ook de kost- en vracbtaan•biediugen van Brazilië ouder-
gingen in cle afgeloopen week feitelijk geen enkele wijzi-
ging doch in Nederlandsclt-lndië waren de prijii voor
cle meeste ongewassehen Sunta.tra. Robusta-soorten en ook
vcor Robusta WJ.113. een fractie hooger.
Volgens niecledeel ing va t deit Koffie-IRaad van Brazilië
wei
–
den in cle afgeloopen week vernietigd 24.000 balen
Rio,
418.000 balen Santos eit 6.000 halen Victoria. tezamen 78.000
i)alen. Sedert 1 Juli 1931 zijti vernietigd 552-000 balen Rio,
2.079.000 balen Satitos en 160.000 halen Victoria, tezamen
2.791.000 balen, wat met de vOOr 1 Juli 1931 vernietigde
loeveelheicl van 559.000 halen een totaal maakt van
3.350.00 halen. Ook ditmaal is cle kwantiteit, welke in de
afgeloopen week vernietigd werd, niet grootei- clan in den
laatsten tijd steeds liet geval was en hieruit moet dus wel
worden afgeleid, dat het plau, om cle vernietiging
dit
jaar
uit te breiden tot 1. ittillioen balen per maand, voorloopig
op moeilijkheden blijkt te stuiten. Doch zelfs, indien het
Bi’azilië gelukken mocht om zijn voornemen van nu af
nerkelijk te verwezenlijken en dus dit jaar verder ongeveer
1 millioen balen maandelijks door vernietiging op te i
–
ui-
men, zon, nu de loopeucle oogst wederom zeer groot wordt,
aan liet einde van dit oogstjaar, dët is op 30 Juni 1932,
nog altijd een totale wea
–
eldvoori-aaci aanwezig zijn, eenige
inillioenen balen grooter clan 01) 30 Juni 1931. Deze con-
clusie is te trekken uit onderstaande cijfei-s
Zichtbare ivereldvoorraatj 01) 30 Juni 1931 .. 6.397.000 bn.
Voorraad, tei
–
iiggehouden iii het binnenland
vaic Bi
–
azilië op
30
Juni 1931………..1.9.1.40.000
Voorraad van liet Gouvernentettt vait Sao
Paulo ongeveer …………………….2.500.000
totaal circa …. 28.037.000 bit.
.Loopende Sautos.00gst (zie het vorig Over-
zicht) ramiug minstens ……………..20000.000
.Loopencle oogst overig Brazilië. ramuittg …. 7.000.000
Overige sooi-ten, cle zoogeitaani:le .,Milds”
(omgerekend in zakken valt 601KG.) 1-aming 1 0.000000
tczamctt…. 65.037.000 bu.
Wcielclveibrtj ik in 12 maa utleit.
geraanid op ……………25.50.000 liii.
Vent ietigdl
in
Bi-azil ië
valt
1 Juli 1931 tot 31 Januari
1932 circa. …………….
2.800.000
Eventueel te vei
–
nietigen vnu
1 Februari 1932 tot 30 J ‘itt
1932
9.
1.000.000
hit.
ltt
ittaaitd
…………………000.000
33.300.000
zodat dus
01)
30 Juni 1932 als
voorraad in de wereld zouden
,overblijven ca. ……………………. 31.737.000 hn.,
wat oitgeveer 3.700.000 halen meen zou zijn clan op 30 Juni
1931. Gelukt liet Brazilië echter ook in cle volgende maan-
din niet om de vertuietiging 01) te voeren tot 1 millioen
GROOTHANDELSPRIJZEN’)
METALEN
1
TEXTIELGOEDEREN
DIVERSEN
ZILVER
IJZER
Cleveland
KOPER TIN
LOOD
KATOEN WOL
gekamde
WOL
gekamde
KOE-
–
KALK-
oh Londen
Foundry No.3
Standaard
locoprijzen Locoprijzen
Middling
Australische, Australische,
HUIDEN
SALPETER
per
Standard
f,,b,
Locoprijzen
Londen
‘Londen per
Londen
locoprijzen New-York
Merino, 648
Av.
CrossbredCoho-
nial Carded,
Oaaf,open
kop
Old. per
100 KO.
Ounce
Middlesbrough
per Eng, ton
per Eng. ton
Eng, ton
per Eng. ton
per Ib.
loco Bradford
per Ib.
SO’s Av. loco
57-61 pnd.
netto
Rradford per Ib.
nce
0
!0
Sh.
0
10
&
III
£
–
i/o
R
0/
$
cts.
0
10
pence
i
/o
pence
i
/o
f1.
0
10
f1.
01
‘/a
100,0
731-
100,0 62,116 100,0
261.17!-
100,0
36.816 100,0
23,25
100,0
55,00
100,0
29,50
100,0
34,70
100,0
12,-
100,0
U116
89,3
86/6
118,5
58,11- 93,5
290.17/6
111.1
31,116
85,3
17,55
75,5
47,25
85,9
24,75 83,9
28,46
82,0
11,61
96,8
3
14
83,3
731-
100,0
55.14-
89,7
290.4/-
110,8
24,41-
66,4
17,50
75,3
48,50
88,2
26,50 89,8 40,43
116,5 11,48
95,7
118
81,1
661-
90,4
63.16j-
102,8
227.51-
86,8
21,1/-
57,8
20,00
86,0
51,50
93,6
30,50
103,4
47,58
137,1
11,48
95,7
(16
76,2
70/6 96,6
75.141-
121,9
203.15!6
77.8
23.51-
63,8
19,15
82,4
39,-
70,9
25,25
85,6
32,25
92,9
10,60
88,3
13
/16
55,4
671-
91,8 54,131- 88,0
142.51-
54,3
18.116
49,6
13,55
58,3
26,75
48,6
16,25
55,1
25,36
73,1
9,84 82.0
3(
41,6
551-
75,3
36.51-
58,4
110.11-
42,0
12,11- 33,1
8,60
37,0
21,50
39,1
12,00
40,7
18,65
53,7
8,61
71,8
16
116
65,3
7216
99,3
71.916
115,1
174,131-
.
66,7
21.11/-
59,4
17,15
73,8
29,50
53,6
19,25
65,3
26,63
76,7
10,11
84,3
1
/8
62,6
7216
99,3
71.1216
115,4
174.41-
66,5
21.4/-
58,2
15,45
66,4
28,50
51,8
17,75
60,2
24,50
70,6
10,21
85,1
1
18
59,5
701-
95,9
68,1916
111,1
165.181- 63,4
18.161-
51,6
15,20
65,4
26,25
47,7
16,50
55,9
69,2
10,21
85,1
9
116
61,0
67/6
92,5
61.31-
98,5
161.17)6
61,8
18.616
50,3
16,45
70,8
27,25
49,5
17,25
58,5
24,13
69,5
10,21
85,1
/16
59,0
6716
92,5
5391-
86,1
145-1-
55,4
17.161-
48,9
16,50
71,0
28,75
52,3
18,00
61,0
26,25
75,6
10,21
85,1
1
116
50,0
6716
92,5
50.116
80,7 136,4/6
52,0
17,191-
49,3
14,50
62,4
27,75
50,5
17,50
593
26,63
76,7
10,21
85,1
49,9
6716
–
92.5
48.2!-
77,5
134.1716
51,5 18.3)-
49,8
‘
13,10
56,3 27,00
49,1
16,75
56,8
24,25
69,9
.,18
76,5
3/
51,0
651-
89,0
47.15?
769
135.516
51,7
18.61-
50,2
11,95
51,4
27,25
‘49,5
16,50
55,9
24,88
71,7
9,28
77,3
11
/16
52,0
6316 87,1
46.61- 74,6 132.61-
50,5
17.18/-
49,1
II,-
47,3
27,00
49
1
1
15,75
53,4
26,0
76,4
9,39
78,3
1
/2
51,5
6316
6
87,1
43.-1
69,3
117131-
44.9
15.151-
43,2
10,55
45,4
24,50
44,5
14,50
49,2
26,25
75,6
949
79,1
61
51,9
6316
6
87,1
46.816
74,8 113.161-
43,5
15,1816
43,7
10,85
46,7
24,00
43,6
13,00
44,1
25,25
72,8
9,70 80,8
5
/8 51,4
6316
6
87,1
47.616
76,2
115.31-
44,0
15.5/6 41,9
9,95
42,8
22,50
40,9
12,50
42,4
72,0
9,90
82,6
71
43,2
6016
82,9
45.716
73,1
116.8/-
44,4 14.-16
38,5
10,30
44,3
21,25
38,6
12.00
40,7
24,63
71,0
10,11
84,3
1
h2
38,9
5816
80,3
45.116
72,6
117.-/6
44,7
13.516
36,4
10,95
47,1
21,75
39,5
12,00
40,7
22,53
61,8
10,21
85,1
/
16
41,8
58:6
80,3
45,1/6
72,6
122.11-
46,6
13,316
35,2
10,90
46,9 25,25
45,9
11,50
.
49,2
22,’l’i
64,1
10,21
85,1
1
/8
40,9
5816
80,3 42.15/6
68,9
113,4/-
43,2
12.101-
34,3
10,25
44,1
24,50
44,5
14,50
49,2
22,2)
64,1
10,21
85,1
15
/16
40,3
5816
80,3
39-616
63,4
104.171-
40,0
11.10/6
31,6 9,40
40,4
23,50
42,7
13,00
44,1
21,75
62,7
10,21
85,1
I1
40,1
5816
80,3
36.616
58,5
106.216
40,5
11.1116
31,8
9,10
39,1
22,00
40,0
12,50
42,4
19,13
56,1
10,21
85,1
1(
41,2
5816
80,3
34.141-
55,9
112.516
42,9
12.15:6
35,1
9,25
39,8
22,25
40,5
12,50
.42,4
20,25
58,4
8,26
68,8
13
116
39,9
5816
80,3
32.15/-
52,8
114.1916
43,9
ll.19
;
6
32,9
7,20
31.0
2225
40,5
12,00
40,7
18,75
56,0
7,-
58,3
5
/16
41,4
5516
76,0
30.316
48,6
111.161-
42,7
11.41-
31,1
6,55
28,2
20,00
36,4
11.00
37,3
18,-
51,9 6,50 54,2
t3
/16
43,0
4131-
63,0
28.216
45,3
101.1/6
39.6
10.916
28.8 6,30 27,2
19,50
35,5
10,75
36,4
17,50
50,3
6,65
55,4
1
l2
45,1
4416
61,0
27.1916
45,1
102.-1-
39,0 11,5/- 30,9
6,40 27,5
19,01
34,5
10,75
36,4
16,75
48,3 6,80
56,7
1
116
41.6
41
1
6
56,8
27.616
44,2
1
98.1716
37,8
10,16/-
29.6 6,30 27,2
16,25
29,5
9,-
31,5
–
–
6,95 57,9
I
432
416
56.8
27.1416
44,7
98.181-
37.8
1
10.14/-
29,4 6,65
28,6
16,50
30,0
9,-
30,5
11,63
33,5
7,10
59,2
43.6
t
411-
:56,2
26.7)-
42,4
97.1616
37,4
10.3!-
27.9
7,25
60.4
ivoe.ring vin de hitidige otficieele noteeringswijze (Jan. 1928);vanaf 16 Dec.1929 7415 K.G. Hongaarsche; vanaf 26Mei1930 Z.-Russische.
4)=
Malting vÔôr de
mnvoe-
teering Schotland 5916. 6)581-.
102
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
3
Februari
1932
balen pci maand en zou daarentegen de vernietiging voort-
gaan op den voet ais tot nu toe is geschied, dan zou ge-
rekencl moeten worden met een voorraad op het einde van
het loopen{le ‘oogstjaar van nog• enkele millioenen balen
meer. Dat bij zulke vooruitzichten de markt kleurloos en
de stemming algemeen lusteloos blijft, is niet te vCrWOfl-
deren.
De kost- en vrachtaanhiedingen van Santos, omgerekend
in cents per
34
1KG., komen op het oogenblik uit: vooe
gewoon goed beschreven Superior Santos op prompte ver
–
scheping op ongeveer 25 ii 26 ct., voor dito Prime op
01.1-
geveer 26 h 27 et. en voor Rio type New-York 7 met be-
schrijving, proinpte verselieping,
01)
ongeveer 2034 i 20% ct.
liii Nederlauclsch-Tndïë zijn de prijzen voor de goedkoo-
pere ongewassehen Sumatra Robusta-soorten en voor ge-
ivasschen Robusta
34
et. honger, waartegenover de Mand-
heling Robusta eer iets gemakkelijker is. De noteeringen
in de eerste hand zijn op liet oogeublik bij uiterst gering
aanbod:
Palembang Robusta, Februari-verscheping, 17% ct.; Ben-
koelen Robusta, Februari-verscheping, 1834 et.; Mandheling
Robusta, Febrodri-erscheping, 193/
4
et.; W.I.B. faq. R&-
busta. Februari-verscheping, 23% ct., alles per
34
K.G., cif,
uitgeleverd gewieht, net contant.
In de noteeringen aan de Rotterdamsche termijnmarkt
kwam slechts een uiterst kleine wijaiging: de noteeringen der clichtbijzijude maanden bleven onveranderd, doch de
van de verder verwijderde zakten % ct. in.
Voor loco bleef cle of ficieele notcering van Robusta oi-
veranderd 23 et. per
34
liG., doch die van Santos met
verhoogd wordén van 26 op 27 ct. Deze verhooging is e.t
gevolg van de omstandigheid, dat de Brazihiaansche vraag-
prijzen nog altijd’ bijia onveranderd zijn en de prijzen
alhier, nu het aanbod uit de oude goedkoopere aankoopeii
langzamerhand. begi it. te verminderen, weder in overeeii-
stemming met die van het productielaud moesten worde,n
gebracht.
De slot.noteeringeu te New’-York van het aldaar geldende
gemengd contract (basis Rio No. 7) waren
Mrt.
Mei
Sept.
Dec.
1
Februari
………
5,77
.
$590
$
6.10
$
6.20
25
Januari
……….
,, 5.87
,, 5.97 ,, 6.15
,,
6.23,
18
Januari
……….
..5,97
,,6.07
.
6.22
6.30
11
Januari
……….
5.83
,, 5.93 ,, 6.12
., 6.22
Rotterdam, iFebruari 1932.
(Mededeeling van de Vereeniging voor den .Goederenhandel
te Rotterdam.)
1
Noteeringen en voorraden in Brazilië.
1
.1e Rio
te San los
1 Wisselkoers
Data
.1
1
1
teRio
Voorraad 1 Prijs t Voorraad Prijs op Londen
(In Balen)
1
No. 71) (‘In Balen)
1
No. 4
1
)
30 Jan. 1932
293.000
12.500
1.240.000
15.500
25
,,
1932
329.000
12.500
1.440.000
feestd.
473/
24 Jan. 1931
217.000
11.925
1.150.000
15.000
55/,
6
2 Febri931
212.000
-12.125
1.014.000
15.000
55/,,
t
)
In Réls.
Ontvangsten uit het binnenland van Brazilië in Balen.
–
te Rio
.
te Santos Data
Afgeloopen
Sedert
Afgeloopen
Sedert
–
week
1Juli
.
week
I
1Juli
30 Jan. 1932 ….
71.000
1
2.395.000
1
Ï82.000
1
8.286.000
30 Jan. 1931 ….
106.000
2.244.000 246.000 6.761.000
THEE.
De theemarkt te Londen was in de afgeloopen week iets
onregelmatiger. De goedkoopere soorten hadden echter een
vastere markt.
in dc Ja.vafSumatra.veihing bestond goede vraag voor
goedkoope soorten, terwijl de superieure theeën. even-
eens goeden aftrek vonden. Voor bladsorteeringen werden
ongeveer dezelfde prijzen betaald.
Van •de Br,itsch-Indische theeën i’aren de G.O.P.’s iets
goedkooper, terwijl de ordinaire theeën ten volle prijshou-
(lend waren.
Ceylon-theeën waren goedkooper in prijs, tengevolge van
mi ndlere vraag.
Volgens publicaties van de Vereenigiug voor de Thee-
(ultuur in Ned -indië bedroeg de Noordelijk Britsch-llndi-
sche oogst per i,ltimo December 335 milhioen lbs. tegen-
over 331 millioen lbs. in 1930.
Amsterdam, 1 Februari 1932.
Vervolg STATISTISCH OVERZIHT VAN GROOTHANDELSPRIJZEN.
DIVERSEN
KOLONIALE PRODUCTEN
INDEXOIJFERS
–
:1
.
Bruto-
n:9om
‘VURENHOUT
RUBBER’)
Standaard
SUIKER
Witte kristal-
KOFFIE
Robusta
THEE
Alt. N.
theev.
COPRA
gewichtv.d.
buit, handel
III
0
– 11
basis
7′
f.o b.
Zweden!
Ribbed Smoked
Sheets
suiker loco
Locoprjzen
A’dam gem.
r.
Ned.-Ind. fins.
per
ioo
K.G.
Nederland
.cs
II
Finland
loco Londen
R’dam(A’dam.
Rotterdam
Java- en Suma-
Amsterdam
1925=100
‘
per Ib.
per
100
K.Q.
per’!1 K.O.
tratheep’/,KG.
____________
In-
Uit-
voer
voer
,
>
,.0
c
1
/
0/
Sh.
0!
0
ti.
0
10
cts.
0/
cts.
ho
1
0/
1
19251
159,75
100
2111,625 100,0 18,75
100,0
61,375
100,0
84,5
100,0
35,87′
100,0
100
lOO
100,0
100,0
1926
153,50
96,1
21-
67
1
4
17,50
93,3 55,375
90,2
94,25
111,5
34,-
94,8
112 128
93,2
92,9
1927
160,50
100,5
116,375
51,6
19,12
5
102,0
46,875
76,4
82,75 97,9
32,62
5
90,9
113 116
95,4
89,5
1928 151,50
91,8
-110,75
30,2
15,85
84,5
49,625
80,9
75,25
89,1
31,871
88,9
118 128
96,4
87,6
1929
146,00
–
91,4
-110,25
28,8
13,-
69,3
50,75
82,7
69,25
82,0
27,37′
763
122 132
91,6
82,6
1930
141,50
88,6
-15,875
16,5
9,60
51,2 32
52,1
60,75
71,8
22,62′
63,1
124
135
75,5
69,4
1931
110,15
69,3
-13
8,4
8,-
42,7
25
40,7
42,50 50,3
15,375
42,9
‘117
136
62,6
57,9
Tan.
1930
147,50
93,9
-17,375 20,7
11,67′ 62,3
35
57,0
60,50
71,6
26,875
74,9
128
136
84,5
76,9
1ebr.
147,50
92.3
-/8
22,5
11,40
60,8
35
57,0
58,25 68,9
26,375
73,5
112 126
81,3
75,2
Maart
147,50
92,3
-17,625
21,4
.
10,70
57,1
35
57,0
62,25
73,7
25,25
70,4
125
131
78,7
74,2
April
147,50
92,3
-17,375
20,7
10,55
56,3
35
.
57,0
59,50 70,4
26,12′
72,8
115 127
78,7
72,8
Mei
145,00
90,8
7
.16,875
19,3
9,80
52,3 34,75
56,6
58
68,6
25,50
71,1 132 132 76,1
72,0
Juni
145.00
90,8
-16,125
17,2
9,77′
52,1
33
53,8
58
68,6
22,87′
63,8
131
133
76,1
70,4
Juli
142.50
82,2
-/5,625
15,8
.
9,275
49,5 31,50
51,3
55,50 65,7 21,75
60,6
138
141
74,2 69,3
Aug.
142,50
89,2
-14,875
13,8
8,50
45,3 29,50
48,1
55,25
65,4
20,-
55,7
129
145
73,5
67,9
Sept.
,,
140,00
87,6
-14,125
11,6
7,97′
42,5 28,25
46,0 59,50
70,4
19,25
53,7
122 126
72,3 65,4
Oct.
•
132,50
82,9
-14
.11,2
8,625
46,0
29
47,3 66,50
78,7 18,75
52,3
128
152
71,6
64,6
Nov.
•
130,00
81,4
-14,375
12,3
8,75
46,7
29
47,3
68,25
80,8
19,37
5
54,0
121
139
71,0
63,3
Dec.
,,
130,00
81,4
-14,375
12,3
8,20
43,7
29
47,3 66,75
79,0
19,-
53,0
105
129
69,0 61,3
lan.
1931
125,00
78,2
-/4,25
11,9
8,20
43,7
28
45,6
66,25
78,4
18,25
50,9
121
132
67,7
59,2
l”ebr.
.
125,00
78,2
-13,875
10,9
8,20
43,7
26,25
42,8 53
62,7
18,125
50,7
96
121
67,1
59,4
Maart
,,
125,00
78.2
-13,75
10,5
8,30′
44.3
25,50
41,5 45
53,3
)
8,625
51.9
107
140
66,5
59,1
April
,,
125,00
78,2
-/3,125
8,8
8,57
5
45,7
24,75
.
40,3 43
50.9
17,50
48,8
110
138
65,8
58,4
Mei
12i,00
78,2
-13,125
8,8 8,50
45,3
25
–
40,7
40,25
47,6
15,37′
42,9
114
141
65,8 56,8
Juni
110,00
68,9
-13,125
8,8
8,57
5
45,7
25,75
42,0 39,50
46,7
14,125
39,4
127
133
64,5 56,8
Juli
,,
110,00
68.9
-13
8.4
8,77
5
46,8.
27 41,0
38,25
45,3
15,-
41,8
138
153
62,6
55,8
Aug.
,,
lflO,00
62,6
-/2,5
7,0
7,90
42,1
25,50
41,5 38,50
45.6
14.125
39,4
122
142
60,6
55,6
Sept.
100,00
62,6
-12,375
6,7
7,525
40,1
23,75
39,7
37,50
44,4
13,375
37,3
125 146
58,7
58,1
Oct.
100,00
62,6
-12,375
6.7
7,55
40,3 23 37,5
37,75
44.7
11,25
36,9
119
146
58,7
58,5
Nov.
100,00
62,6
-12,25
6,3 7,15
38,1
23
37,5
37
43,8
13,75
38,3
113
132
58,7
.
58,8
Dec.
–
87,50
51,6
1
-/2,25
6,3
6,75
36,0
23
37,5
35
41,4
12,75
35,5
115
114
54,8
58,8
Jan.
1932
82,50
51,6
1
-12,125′
6,0
7,35
39,2
23′
37.5
32
1
37,9
13,125
36.6
1
Febr.
82,50
51,6
1
-12
5,6 7,25
38,7
23
3,75
13,62
5
38,0
– 1)
Jaar- en inaandgem.
afger.
op lie
pence.
.
N.B.
Alle Pondennoteeringen
vanaf
21
Sept.
zljn.op
goudbasis
omgerekend