Ga direct naar de content

Jrg. 16, editie 813

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: juli 29 1931

2,9 JULI 1931

AUTEURSRËCIiT VO O1B13JHOUDN.

Econom1
0
schmdStdt1
‘*st1

6
sche

Berichten

ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIÈN EN VERKEER

ORGAAN VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART

UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN

16E JAARGANG

WOENSDAG 29 JULI 1931

No. 813
iNSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN.
Algemeen Secretaris: Prof. Mr. Dr. G. M.
Verrijn Stuart.

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN.
COMMISSiE VAN ADVIES:
Prof. Mr. D. van Blom; J. van Hasselt; Jhr. Mr. L. H. van
Lennep; Mr. K. P. van der Mandela; Prof. Dr. N. J.
Polak; Mr. Dr. L. F. H. Regout; Dr. E. van Weld,eren
Baron Rangers; Prof. Mr. H. R. Ribbius; Jan Schilthuis;
Mr. Q. J. Terpstra; Prof. Mr. F. de Vries.
Gedelegeerd lid: Prof. Mr. Dr. G. Al. Verrijn Stuart.
Redacteur-Secretaris: H. M. H. A.
van der Valk.
Secretariaat: Pieter de Hoochweg 122, Rotterdam.
Telefoon Nr. 35000. Postrekening 8408.

28 JULI 1931.

01) de geidmarkt heerschte deze week een zeer
eigeuaarciige toestand. Aan de eene zijde stond een
zeer groot renteloos tegoed bij De Nederlandsehe Bank
en aan de andere zijde een bijna geheel ontbreken van
eeuig aanbod van geld op de geidmarkt. Het gevolg
van deze terughoudendheid, die alleen te verklaren is als men veronderstelt een vrees voor eigen liquiditeit
of een algemeen gebrek aan vertrouwen, was een ver-
der oploopen van de disconto- en prolongatiekoersen. Het aah’bod van wissels was niet groot; maar desniet-
tegenstaande moest herhaaldelijk tot 2¼ pOt. wor-
den toegestaan, terwijl de prolongatierente tot 21%
pOt. opliep. In verband met het bovenstaande was ook
zeer merkwaardig de uitslag van de inschrijving op
het schatkistpapier. De vrees voor de toekomst ging hierbij zoover, dat de driemaandspromessen werden

toegewezen op een rentebasis van
2il/16
pOt. of
“ho

pOt. boven het officiëele tarief van De Nederlandsche
Bank. In het geheel werd slechts ingeschreven voor

f
24.062.000. Toegewezen werden
f
13.520.000 drie-

.maandspromessen i.
f
993.11;
f
3.660.000 zesmaands

it f
987.15 en
f
6.372.000 jaarbiljetten â pari of resp.

2

fIO
pOt,., 2Y2
1
1
pOt, en 3 pOt.

* *
*

De ‘balans van De Nederlandsche Bank geeft we-
clerom een aanmerkelijke stijging van den goudvoor-
raad te zien; de post gouden muntmateriaal ‘blijkt
met 57,1 millioen te zijn toegenomen. De binnenland-sche uitzett.ingen• der Bank zijn per saldo eenigsz.ins
afgenomen. De Post ibinnenlandsche wissels steeg

wëliswaar met
f
7,4 millioen, doch de beleeningen
vertoonen een vermindering van
f
14,6 millioen. Het
tegoed van het Rijk, dat de vorige weekstaat had aan
te wijzen, heeft plaats gemaakt voor een debet-saldo
van de schatkist ten •bedrage van
f
4,5 millioen.
De zilvervoorraad der Bank steeg met een goede

f 100.000.
De post papier op ‘het buitenland bleef
vrijwel onveranderd. De diverse rekeningen op de
actiefzijde der balans namen met nagenoeg
f 1
mii-

lioen toe.
De biljettencirculatie klom met
f
11,4 millioen. ‘De
rekening-courant-saldi van anderen stegen met niet
minder dan
f
45,5 millioen en ‘beloopen thans
f
126,3
millioen. Het beschikbaar metaalsaldo bedraagt
f
35,1

millioen meer clan verleden week. Het dekkingsper-
centage is nagenoeg 59.

*
*

Ook op de wisselmarkt was cle toestand verre van
rooskleurig. De omzetten waren gering en kwamen
meestal slechts met veel moeite tot stand. Ook de
schommelingen in de koersen bleven groot. Dollars
begonnen op ca. 2.48
1
k en stegen in twee dagen tot
2.481%, maar sloten weder op
2.48’hio.
Ponden waren
weder zeer flauw; alleen aan ‘het einde der week, na
de verhooging van het disconto, werd het aanbod ‘wat
kleiner en kon een lichte verbetering tot 12.04
12.041% intreden. Ook Parijs en België sdhommelden
zeer sterk; het slot was echter voor beide wissels flau-
wer. Zwitserland wederom vast; 48.371% geld. He’t
moeilijkste was de handel in Marken. Weliswaar ont-
stond weder een geringe handel in chèque of uitbe-taling Berlijn, maar het meeste werd toch afgedaan
door aan- of verkoop van bankpapier, waarvoor de
koerssehommelingen wèliswaar niet zoo sterk waren
als de vorige week, maar toc’h altijd nog schommelin-
gen vertoonden van 30 of 40 cent op één dag. Ook
voor ander ‘bankpapier en voor goud bestond veel
vraag. Dollarnoten gingen grif weg voor 2.50
â
2.51
en Engelsc’h ‘goud werd voor 12.12 h 12.14 verhandeld.

Op ‘de termijnmarkt stonden de zaken vrijwel stil.
Voor zoover er verhandeld werd, was voor driemaands
Ponden in plaats van een klein agio een disagio in de
plaats gekomen van 11% h 1 cent. Daarentegen steeg
het agio voor driemaands Dollars van 23 27 cents
tot 35 â 45 cents.

LONDEN, 27 JULI 1931.

De zeer belangrijke goudonttrekkingen aan de Bank
van Engeland, in hoofdzaak voor Fransche rekening,
hielden ook de vorige week onverminderd aan. Het
totaal ‘bedrag der onttrekkingen sedert 14 Juli be-
draagt ongeveer if, 30 millioen.
Het behoeft dus geen verw’ondering te wekken, di.t
toen in dec loop der week bleek, ‘dat het resultaat der
Minister’s Oonferentie vrijwel nihil zoude zijn, de
Bank Donderdag 11 tot haar gebruikelijk verdedi-
gingsmiddel overging door het disconto met een vol
procent te verhoogen. Uit het feit, dat slechts voor
£ 47 millioen werd ingeschreven op de £ 45 millioen
sc’hatkistpromessen op Vrijdag, spreekt wel eenigszins
twijfel of één procent voldoende zal zijn, ofschoon
daar tevens lbijkomt, dat de Fransche huizen ditmaal
geen
inschrijvingen
ingezonden zullen hebben. De geldmarkt is natuurlijk veel krapper van liquide
middelen voorzien. De disconto-noteering is 37/j31%
Het verhoogde disconto heeft de noteering van het
Pond Sterling in de voornaamste landen wel verbe-
terd, al is die verbetering nog niet voldoende. Heden
waren Dollars 4.851% en Franes 123.85-90, Guldens 1.2.04-12.0414, zoodat de export naar Frankrijk voor het oogeniblik niet meer loos end is. New-York heeft
in deze periode geen goud onttrokken.

672

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

29 Juli
1931

OVERWEGINGEN NAAR AANLEIDING VAN HET

RAPPORT DER COMMISSIE VAN DE

NEDERLANDSCHE MAATSCHAPPIJ VAN NIJVERHEID

EN HANDEL OVER HET AFBETALINGSSTELSEL.’)

Hangende het onderzoek van de staatscommissie
over het af’betalingsstelsel, onder voorzitterschap van
Prof. van der Heyden, blijft dit probleem ook van
particuliere organisaties de aandacht trekken. En
terecht. Immers de ontwikkeling van ‘het stelsel kan
in de economische gedragingen van een belangrijk
deel van het volk fundamenteele veranderingen bren-gen en het is goed, dat zij op den voet wordt gevolgd.
Van groot belang is daarbij de verkrijging van statis-
tische gegevens, die echter zeer moeilijk bereikbaar
zijn. In dit opzicht heeft de commissie van de Ned.
Mij, van Nijverheid en Handel, tot onderzoek van het
stelsel ingesteld, zich verdienstelijk gemaakt door
weer enkele getallen – zij het dan dat deze meer een
typeerende dan een statistische waarde hebben – te
verzamelen. Zij deelt ons mede, dat voor het Kantonge-
recht te Amsterdam in
1929: 865
civiele zaken be-
treffende afbetalingscontracten behandeld werden; in 1930: 998,
terwijl voor Rotterdam die cijfers waren:
1929: 955; 1930: 1083.
Uit de toename kunnen wij
afleiden, ofwel dat het af’betalingsstelsel nog steeds grootere uitbreiding krijgt, ofwel dat de crisis moei-
lijkheden bij de afwikkeling verwekt. Van meer be-
lang dan deze toename die dus ongeveer
15
pOt. be-
draagt, worden de gegevens, wanneer wij hen split-
sen volgens de zaken, waarover de afbetalingscontrac-
ten loopen, die voor de genoemde Kantonrechters
behandeld werden. Van de in het totaal
3901
zaken,
die in deze twee jaren voor deze twee Kantongerech-ten werden behandeld, hadden er
1391
betrekking op
diversen en spaarzegels, waarvan dus niet is na te
gaan of zij al dan niet productieve doeleinden hadden;
35
hadden betrekking op snelwegers- en schrijfma-
chines, waar men productieve doeleinden kan veron-
‘derstellen;
402
hadden betrekking op naaimachines
en rijwielen, waarvan men nog kan aannemen, dat zij
noodzakelijk zijn tot vergrooting van de inkomsteN
van het gezin en al de andere, dat wil dus zeggen:
2183
zaken van de
2610,
waarvan wij den aard kun-
nen identificeeren, hadden betrekking op stofzuigers,
meubelen, kleedin’g, waschmachines, radio’s en gra-mophonen, d.w.z. op zaken, waarvoor het argument,
dat men tot verdediging van het afbetalingsstelsel bij voorkeur aanhaalt, nl. dat het de koopers, tot het ver-
krijgen van een grooter inkomen in staat stelt,
n.iet
opgaat. De leegheid van dit argument wordt, dunkt
mij, door dit statistiekje eens te meer bevestigd.
Een andere interessante mededeeling van de com-
missie is, ‘dat het aantal processen-verbaal wegens
verduistering van op afbetaling geleverde goederen
te Amsterdam ‘geschat wordt op
150
per jaar. De com-
missie maakt ‘daarbij de wel wat luchthartige opmer-
king, dat ‘dit aantal relatief klein kan worden ge-
noemd. Wanneer men weet, dat het totaal van alle
vonnissen, die in kracht van gewijsde zijn gegaan om-
trent alle
misdrijven
van economischen aard over het jaar
1930
‘binnen het geheele gebied van het Gerechts-
hof van Amsterdam
1192
bedraagt en men komt ‘dan
tot de conclusie, dat alleen voor ‘het gebied der
Recht-
ba.nk
Amsterdam, dus met uitsluiting van het gebied
der
Reehtbarilen
Alkmaar, Haarlem en Utrecht, die
eveneens onder het Gerechtshof Amsterdam ressor-
teeren, het ‘aantal verduisteringen tengevolge van af-
betalingszaken
150
bedraagt, dan ‘bewijst ihet, dunkt
mij, dat de opvatting, ‘dat verduistering van op afbe-
taling gekochte zaken eigenlijk niet ,,au sérieux”
moet genomen worden, reeds diep heeft doorgewerkt,
wanneer men
150
gevallen als een bagatel behandelt.
Men verliest dan uit ‘het oog, dat verduistering van
goederen, die men op afbetaling gekocht heeft, wer-

t)
Alen zie het referaat over het rapport in het nummer
van dit tijdschrift van 17
Juni,
p. 555.

INHOUD.

Bit.

OVERWEGINGEN NAAR AANLEIDING VAN HET RAPPORT
DER COMMISSIE VAN DE NEDERLANDScHE MAATSCHAP-
PIJ VAN NIJVERHEID EN HANDEL OVER HET AFBE-
TALINGS5PELSE[, door
Dr. R. van Genechten ……..
672
‘s Lands ontvangsten in
1931
door
W. H. Meijburg..
675
Rotterdamsche havenbelangen door
C.
Vermeij ……..
676

UITENLANDS0HE MEDEWERKING:

Het Hoover-plan en de Successie-staten door
Prof. Dr.
Richard Kerschagi

……………………….
677

AANTEEKENINGEN:

De werkzaamheden van den Amerikaanschen douane-
dienst in Nederland door
Geralci C. Wheeler……
678
De Handelsbeweging van Nederlandsch-Indië

……
680

INGEZONDEN STUKKEN:

,,Arbeitsstreckung” door

V. C. Looijaarci
met Na-
schrift door
Prof. Dr. ,Ant. van Gijn
……….
682

STATISTIEKEN EN OVERzICHTEN …………….
684-690
Geidkoersen.

Bankstaten.

I

Verkeerswezen.
Wisselkoersen.

I

Goederenhandel.

kelijk verduistering
is
en dat, wanneer niet de Rech-
terlijke macht in deze zaken meer aanpassingsvermo-
gen hetoonde dan den wetgever,
150
menschen wegens
deze gevallen onvoorwaardelijke straffen ‘hadden op-
geloopen, terwijl ook nu nog een ‘groot aantal men-
schen daardoor in de positie komen van iemand, die
geen blanco strafregister heeft en hun levensmogelijk-
heden •daardoor aanzienlijk worden ‘beperkt.
De verdere overwegin’gen van het rapport kenmer-

ken zich door dezelfde luclithartigheid. Het stelsel
wordt erin gekarakteriseerd als iets, wat voor- en na-
deden heeft, waarbij ditmaal de verwijzing naar de
vergrooting van het inkomen die door ‘het koopen op
afbetaling zou kunnen worden verkregen, misschien
wel onder den indruk van de gegeven tabellen, ons
wordt ‘bespaard, maar in de plaats waarvan wordt
gewezen op het feit, dat het afbetalingsstelsel de voor-
deelen der moderne uitvindingen ‘brengt binnen het
bereik van velen, ‘die daarvan anders nooit ‘zouden profiteeren. Dit is inderdaad de gedachtengang, die
ook bijv. de reclame van afbetalingszaken beheerscht.
Het is duidelijk dat, wanneer men op dit argument
moet terugvallen ter verdediging van het stelsel, men
op dezelfde gronden zou kunnen verdedigen, dat de
arbeider zijn loon van de eerste twee jaren cedeert
om bij zijn huwelijk een reis rond de wereld met een
Zeppelin te maken! Het stelsel zou volgens het rap-
port kunnen leiden tot vermij ding van onnutte kleine
uitgaven om in staat te stellen tot het, in termijnen,
verrichten van nuttige uitgaven. Wat er nuttiger is
in het aanschaffen van een gramophoon of een radio
dan in het doen van dagelijksc’he kleinere uitgaven,
waarvan de arbeider onmiddellijk de ‘behoeften’bevre-
diging tegen het offer kan afwegen, is mij niet dui-delijk. Wanneer hij de gramophoon verkiest, alleen omdat hij hem op afbetaling kan koopen, dan is dat
alleen, omdat ‘hij een sterke onderschatting heeft van
de toekomstige lasten en het afbetalingsstelsel – en
dat is mijn groote grief ertegen – stelt promotors
van het stelsel in staat te speculeeren op dit zwakke
punt in het volkskarakter. Ik zeg de promotors, want,
het rapport wijst er nog eens op, bonafide winke-
liers doen slechts noode aan het stelsel mede, omdat
zij ‘daartoe dooi

de concurrentie van de afbetalings-
magazijnen gedwongen worden.
Daarom ben ik van meening, in tegenstelling met
het rapport van de commissie, dat wel degelijk het
stelsel
als zoodanig
een gevaar voor de financiëele
zeden van de menigte vormt. Wanneer de gewoonte
‘bestaat het loon per week te ‘betalen, wanneer het stel-
sel der verplichte winkelnering, dat in zijn practijk

ook tot een soort afbetalingsstelsel leidde, door de
wet verboden is, dan komt dat, omdat men zich steeds
op den grondslag heeft gesteld van deze werkelijk-
heid, dat de arbeiders een sterke onderschatting heb-

29 ruli 1931

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

673

hen van toekomstige lasten, en verplichtingen over

een langere termijn loopende, niet als één geheel kun-
nen overzien. Het is niet toelaatbaar deze werkelijk-
heid bij de bespreking van het afbetalingsztelsel te ne-
geeren. Het probleem is niet, zooals de commissie dat
voorstelt, dat sommige uitwassen ervan moeten wor-
den bestreden, maar dat het stelsel zelf de volkskracht
aantast en cle gelegenheid schept van de lichtninnig-
heid van den arbeider gebruik te maken.om
zijn per-
soonlijke vrijheid eens te meer aan te tasten.

Door eeii gelukkige inconsequentie komt het rap-
port, dat alleen misbruiken ‘wil weren, tot ‘de over-
weging, dat een wettelijke regeling van het stelsel zelf
wenschelijk is. Het rapport meent, dat men door het
bestrijden van de eolportage-uitwassen geen doeltref-
f end resultaat zon bereiken. De voorstellen van den
R.K. Middenstandshond, welke er hoofdzakelijk op
neerkomen dat, wanneer blijkt dat onredelijke bepa-
lingen in •het contract voorkomen, de Rechter de vrij-
heid zou krijgen de bepalingen te matigen, verwerpt
het rapport, omdat zij tot een te belangrijke afwijking
van het bestaande rechtssteisel zouden leiden. Dit be-
zwaar kan ik geheel deelen. Het gaat niet aan, naar
aanleiding van ‘bijzondere gevallen het zeer algemeen
en ‘belangrijk rechts’beginsel, dat men gehouden is aan
datgene, waartoe men zich eeninaai verbonden heeft,
aan te tasten.

1-let voorstel waar het rapport over rept, heeft mi.
echter dezelfde fout. 1-let rapport overweegt een wets-
bepaling, waardodr degene, die een voorwerp op af-
betaling koopt, gerechtigd zou zijn, binnen een zeke-
ren tijd, onder verbeurte van de gedane ‘betalingen, het
gekochte voorwerp terug te geven. Aan dit voorstel
kleven niet alleen de practische bezwaren, waarom
het rapport er tenslotte van afziet, maar ‘het heeft
ook dezelfde principiëelç fout als het voorstel van
den R.K. Middenstandsbon’d. Ook hier krijgt men
een willekeurige onthindingsmogelijkheid voor een
bepaald soort contracten. Het voorgestelde middel
heeft daarenboven het nadeel, dat het den kooper door
de verbeurte van de gedane ‘betalingen, naarmate hij
meer betalingen gedaan ‘heeft, naarmate hij ‘dus meer
serieus zijn verplichtingen blijkt te hebben opgevat,
minder bescherming geeft.

* *
*

De moeilijkheid die de verschillende pogingen tot
het tot stand ‘brengen van wettelijke regeling ter be-scherming van de ‘Icoopers hij ‘het afbetalingsstelsel
ontmoeten, vloeit voort uit het niet voldoende uit
elkander ‘houden van het af’betalings- en het huur-
koopstelsel. Het af’betalingsstelsel zelf is een vorm van
crediet die, zooals al dergelijke vormen, voor- en na-
deelen heeft, waarbij men echter kan overwegen, dat in het algemeen de voordeelen de nadeelen overtref-
fen. Wat is echter ‘het karakter van het huurkoopstel-sel? Het is een poging om ‘de credietverleening uit te
breiden tot diegenen, die men ,,au fon’d” niet crediet-
waardig acht. Men acht de vermogensstand van deze
credietnemers ‘blijkbaar niet voldoende om er een waar-
borg in te zien, dat zij hun toekomstige verplichtingen
kunnen nakomen en men ‘heeft ook zelf niet veel ver-
trouwen in de leuze, waardoor men het ‘huurkoopstel-
sel verdedigt, nl. dat juist het gekochte •goed het in-
komen der huurkoopers zéézeer zal vergrooten, dat
zij hun verplichtingen gemakkelijk zullen kunnen vol-
doen. Waar men het credietstelsel aldus wil uitbrei-
den tot hen, ‘bij wie men het met vertrouwen alleen
niet waagt en die anderzijds ‘dit vertrouwen niet
kunnen versterken door bevredigende waarborgen,
tracht men den waarborg te vinden in het verkochte
goed zelf. Op deze wijze wordt het credietstelsel ge-
forceerd en worden er in betrokken, groepen van per-
sonen voor wie bij het credietverkeer de na’deelen
aanzienlijk de voordeelen overtreffen. Terwijl men dus, alhoewel natuurlijk ook ‘hier nadeelen kunnen
bestaan, het af’betalingsstelsel kan aanvaarden, moet

men ‘het huurkoopstelsel, ‘dat is diè vorm van crediet,
waarbij het geleverde roerende goed zelf het onder-
pand vormt voor ‘het crecliet, trachten uit te roeien.

De ‘geforceerdheid van deze uitbreiding van het
credietstelsel vin’dt haar weerklank in de gewrongen-heid van de juridische’ constructies, die men gebruikt
om de uitwerking ‘van het stelsel mogelijk te maken.
Het is immers duidelijk, .dat een combinatie van ‘huur
en koop een logische onmogelijkheid is, omdat een
dergelijk contract geen economische inhoud ‘heef t. Bij
huur wordt een ‘bepaald aantal nuttige diensten, dat
een goed kan afwerpen in ruil voor een gel’dsom af-
‘gestaan. Bij koop levert men alle nuttige diensten,
die een goed ‘bezit. Men kan echter nooit ’tile en daar-
en’bôven nog een ‘bepaald aantal nuttige diensten ge-
ven door levering van een zelfde goed. Wanneer dit
contract toch nog in rechte wordt gerespecteerd, is dit alleen een gevolg van de scrupuleusheid, waar-
mede de jurisprudentie het beginsel van de contract-
vrijheid, in art. 1374 B. W. neergelegd, handhaaft. De
onhoudbaarhei’d van de constructie komt aardig tot
uitdrukking in de grap: ,,Als ik een auto koop op
af’bqtaling, wie is ‘dan eigenaar van den wagen, zoo-lang ik nog ‘betaal?” met als antwoord: ,,De verkoo-
per
natuurlijk,
tenzij u er een ongeluk mede krijgt,
clan bent u de eigenaar.”
Prof. Mr. Chr. Zevenber,qen
heeft in zijn werk over
liet afhetalingscontract op mi. zeer overtuigende wijze
cle leegheid van ‘de hu urkoopconstructi e aangetoond.
Terecht zegt ‘hij: De huurovereenkomst Ican niet de
causa der eigeudomsovereenkomst zijn. Alleen een
koopovereenkomst kan dit zijn. ,,Onmiddellijk kan dan
echter gevraagd worden: waar is de icoopprijs? En het
antwoord moet luiden: zij is er niet, ‘de ‘betaalde ter-
mijnen zijn immers huurtermijnen. Maar dan is er ook
geen koopcontract, want de aanwezigheid van een prijs
is daarvoor een noodzakelijk vereischte (art. 1994
B.W.).”

Ook de andere constructies, die tot ‘hereiking van
hetzelfde resultaat gebruikt worden, worden door hem
terecht aan een vernietigend juridisch oordeel onder-
worpen. De eenige houdhare juridische constructie is
diegene, welke hij geeft. Het huurkoopcontract is een
icoopovereenkomst met ‘beding van eigendomsvoorbe-
houd, d.w.z. dat wel ‘het goed feitelijk geleverd wordt,
maar dat de juridische levering van het goed wordt
voorbehouden tot de af’betalingstermijnen zullen zijn
voldaan. De jurisprudentie heeft ni. een onderscheid
tusschen ideze twee leeringen erkent, die in ‘de wet
niet wordt gemaakt. Het is voldoende, om het huui-
koopstelsel onmogelijk te maken, dat cle wetgever de
mogelijkheid van ‘het maken van een. dergelijk onder-
scheid tusschen juridische en feitelijke levering uit-
schakelt, dat hij dus ‘bepaalt, dat een. contract, waarbij
de huur van roerende zaken na het ‘betalen van een
zeker aantal termijnen in koop overgaat en dan pas de eigendomsoverdrac’ht plaats vindt, geacht zal worden
een onmi ddellijlce e1 gend omsnverd racht te ‘bevatten.
Pit is ook de inhoud van ‘het voorstel, dat ik in het
Februari-nummer van 1930 van ,,De Gids” heb verde-
digd. Dit voorstel is eenvoudiger en meer in overeen-
stemming met de algemeene rechtsbeginselen dan col-
portageverboden, zwarte-lijsten-systemen, toestaan van
contractveranderingen, enz. Het is ook veel ‘doeltref-
feuder, omdat het ‘de economisch meest onverdedigbare
zijde van het afbetalingsstelsel treft: ‘het huurkoop-
stelsel.
* *
*

Het is noodig, dat de wetgever optreedt, want zon-der dien kan de Rechterlijke macht den socialen mis-
stand niet doen verdwijnen, al heeft zij de laatste
maanden zeker getoond zich ervan bewust te zijn, dat
zij met een sociaal kwaad te doen heeft en trac’ht zij,
binnen de ‘grenzen ‘der wet, met een zeer juist gevoel
voor het rechtsbewustzijn, ‘de ‘bezwaren zooveel moge-
lijk te ondervangen. Niet alleen legt zij ‘bij verduiste-

674

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

29 Juli 1931

ring van afbetali.ngszaken vrijwel steeds een voorwaar-
delijke veroordeeling op, maar zoowel parket als rech-
ters brengen de maatschappelijke verontwaardiging
ten opzichte van de verkoopers’ op afbetaling herhaal-
delijk tot uitdrukking. Zoo nog onlangs de Officier
van Justitie te ‘s-Gravenhage, wijlen Mr. J. A. Rijkens
en de politierechter te Utrecht, Mr. 0. Veen. Daaren-
boven is ‘duidelijk te merken, dat van de zijde der
Rechters naar middelen wordt gezocht om het sociale
kwaad, dat de rechterlijke macht, diie zooveel dichter
hij de practijk des levens staat, in het af’betalings-‘
systeem heeft leeren kennen, zooveel mogelijk te be-
strijden, zoodat van ‘haar, wanneer zij daartoe door
den wetgever in staat wordt gesteld, medow’erking bij
het tegengaan van het ‘huurkoopsysteem mag worden
verwacht. Zij wijst ons de richting aan, die deze
sociale wetgeving moet inslaan.

De sociale wetgeving in het algemeen kan m.i. haar
doel alleen bereiken, wanneer zij gericht is
01)
het
handhaven van bepaalde minima, die menn het be-
lang van de maatschappij noodig acht, waarbij natuur-
lijk ‘bij de vaststelling ‘van deze minima met de econo-
mische mogelijkheden rekening moet worden gehou-
den. Edn ‘van de sociale bepalingen, die dit karakter
dragen, is dat ‘het loon van den arbeider, voor zoover
dit niet meer dan
f4.—
per dag bedraagt, niet verder
vatbaar is voor beslag dan tot een bedrag van 1/5 (art.
1,638g. B. W.). Afgezien dan van de gevallen van beslag
wegens verplichtingen, waarvan de sociale beteekenis
nog ‘hooger wordt gesteld (levensonderhoud volgens de
wet), heeft men daardoor de levensmogelijkheid van
den arbeider willen handhaven. Anderzijds beperkt
art. 735 Rv. hct derden beslag tot de gelden, clie zich tot ‘het oogen’blik van de beslaglegging in de handen
van den derde ‘gearresteerde ‘bevinden, d.w.z., ‘dat ‘bijv.
cle overeenkomst op grond van dewelke de derde ge-
arresteerde geld onder zich ‘heeft van den schulcienaar,
v66r de ‘beslaglegging moet zijn aangegaan. Waar nu
de arbeidsovereenkomst, waar het loon per week wordt
uitbetaald, volgens nieuwe jurisprudentie geacht
wordt elke week opnieuw te worden gesloten, wordt loonheslag op deze wijze praetisch onmogelijk, daar
dan elke week opnieuw beslag zou moeten w’orden ge-
legd en daardoor de kosten, die de schuldeischer aan
den derde gearresteerde moet vergoeden hij van waar-
deverklari.ng
niet door het beslag worden gedekt.
Deze
maatregel belet verhaal op de toekomstige inkomsten
van de arbeiders. Ongetwijfeld gaat hij, ‘hij de nieuwe
jurisprudentie, te ver, omdat daardoor ook verhaal
voor de onderhoudsverplichtingen, (lie de wet voor-
schrijft, practisch onmogelijk wordt, een wetswijziging
zal hierin moeten voorzien. Deze zaak staat eenigs-zins buiten het huurkoopstelsel, maar zijwordt inte-ressant hiervoor door een . merkwaardig vonnis van
den Amsterdamsehen Kantonrechter
Mr. L. S. G. den
Ha.rtog
1).
Had reeds een zijner ambtgenooten, even-

eens Amsterdamsche Kantonrechter,
Mr. 0. A. J.

Hartzveld.
‘bij vonnis van
1
April vastgesteld, dat de
verkoop van een stofzuiger aan personen, die reeds hij
den aanvang van die koop redelijkerwijze niet in staat
kunnen worden geacht de verplichtingen die zij op zich nemen, te volbrengen, strijdig is met de goede
zeden en daarom eischeres haar vordering tot betaling
van het saldo van den koopprijs van den op afbetaling
gekochte stofzuiger ‘ontzegt,
Mr. L. S. G. den Fictrtog
heeft op 20 Mei een nieuwe interpretatie gegeven.,
waardoor verhaal voor de op afbetaling gekochte goe-
deren bemoeilijkt wordt. in verband met de in zeer
vele huurkoopeori tracten voorkomende bepaling, dat
de huurkooper zijn toekomstig loon eedeert aan den

i) Dit vonnis van Mr. de Rartog van
20
Mei
1931 (W.
v.
h. R.
No. 12285)
geeft een uitvoerige formuleeringvan
d en gedachtengang. Reeds bij vonnis van 16 Maart
1931
(W.
v. h.
B. No. 12300)
heeft de Arrond’issements-Recht-
bank te Amsterdam dezelfde opvatting, minder gemotiveerd
opgenomen in een vonnis van den Kantonrechter Mr.
Fiar’tzfeld van
1
April 1930,
in hooger ‘beroep verworpen.

verkooper, waardoor dus het sociale minimum dat de wet voor de ‘beslaglegging veilig heeft willen stellen,
door de cessie bedreigd wordt, redeneert
Mr. L. S. G.
den Hartog
als volgt: Art. 1638 2e lid B. W. bepaalt,
dat cessie door den ‘arbeider slechts in zooverre geldig
is, als beslag ‘op het loon geldig is. Deze tweede alinea
lijkt weliswaar alleen geschreven met het oog op
1.638g ie. lid en zegt dus, dat cessie van loon beneden
.f 4.—
per dag slechts tot 1/5 van het loon kan gaan.
Er is echter geen reden om, waar de wet niet uit-
drulcicelijk het tegendeel zegt, niet aan te nemen, dat
deze ‘beperking niet ook zou gelden voor de andere ge-
vallen, waarin ‘beslag op loon niet mogelijk is. Beslag
op toekomstig loon is niet mogelijk, dus cessie van nog
niet verschuldigd loon is ook niet mogelijic. Wanneer
deze scherpzirinige interpretatie algemeen mocht wor-
den aanvaard, zal du.s de verzekering van de vorderin-
gu uit een huurkoopeontract door looneessie, voor
den verkooper op afbetaling uitgesloten zijn. ‘Wanneer
men dus daarenboven de door mij voorgestelde bepa-
ling aanvaardt, dat het uitstel van de juridische leve-
ring onmogelijk maakt, dan zal de verkooper van goe-
deren op afbetaling alleen nog kunnen toepassen dit
verhaal op zijn debiteur, dat het eeni’ge zedelijk toe-
laatbare ,is. Hij zal hem tot nakoming van zijn afheta-
lingsverpi ichti]]gen kunnen dagvaarden cii na von:n is
kunnen executeeren op zijn goederen, m.a.w. verhaal
voor cle crediettransactie zal alleen mogelijk ziju op diè goederen, die redelijkerwijze een waarborg konden vor-
men voor deze credietverleening, doordat zij aanwe-
zig varen op het oogenblik van het aangaan van de
lçoopovereenkom’st. Wanneer crediet op vertrouwen be-
rust en dit vertrouwen moet in een bepaald geval ge-waarborgd worden, dan moet di’e waarborg ook aan-
wezig zijn op het oogenblik, dat de transactie vorcit
aangegaan, anders ‘berust de overeenkomst op een on-
gezonde basis.

i)c uitbreiding van ‘het crediets,’teem, die de ver-
koopers op afbetaling ‘hebben will n forceeren, door-
dat zij een waarborg scheppen in het geleverde goed zelf, en daardoor in cle’bedreiging der strafwet of in
een verbinden van het toekomstig loon, dat voor den
arbeider de voorwaarde van zij ci bestaan is, moet on-
mogelijk worden gemaakt, omdat de gemeenschap er
niet toe mag medewerken iemand een dergelijke macht
over een medemensch te verschaffen. Willen de ver-
icoopers op afbetaling, ter vcrgrooting van hun ink.-men, het eredietstelsel uitbreiden tot diegenen, waar-
van het duidelijk is, ‘dat zij de verplic’liti:ngen, die dii:
medebrengt, niet kunnen overzien, dan moeten zij daar
zelf hot risico van op zich nemen, zonder dat zij de
strafwet aan hunne zijde vinden.
Wil men het ‘belang, dat soms verkoop op afbetaling
inderdaad den kooper tot vergrooting van zijn inko-
men in staat stelt waarborgen, dan kan men de erlcen-
ning van een dergelijk contract afhankelijk maken
van de goedkeuring van een commissie die cle grond-slagen ervan, op dc manier zooals ik dit in mijn voor-
noemd Gidsartikel
heb
aangegeven, zal ‘hebben te on-
derzoekôn; Volgens mij is het geval zonder veel be-
lang, ‘want in de meeste gevallen van een dergciijlce
toepassing van ‘het afbetalingsstelsei zal de crediet-
waardigheid van den kooper zonder de zekerheid vami
het eigendomsvoorhehoud groot genoeg zijn. Het is
kenmerkend; dat juist ‘hij het koopen op afbetaling van
vrachtauto’s, ook volgens het rapport, dit voorbehoud
ook nu niet wordt gemaakt. Uitgesloten is hot geval
echter niet. Maar het maatschappelijk belang dat bij
het verdwijnen van het, de volkskrac’ht ondermijnend
credietsysteem, betrokken is, is te groot dan dat de
maatschappij de kosten van de uitoefening van pre-
ventief toezicht op dergelijke contracten er niet voor
zou over hch’ben.

VAN GENECHTEN.


‘.4

29
Juli
1931

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

675

‘S LANDS ONTVANGSTEN IN 1931

in liet; nummer van 25 Februari 1931 ‘trachtte ik
met liet m6.dde1enovcricht van. December 1930 als
basis een tbegrootiig te maken van de te ‘ver wachten ontvangsten 1931 en kwam tot cie conclusie, .dat ‘het
jaar 1931. een tekort van pim. 20 millioen
zon
kun-
nee opleveren.
Nu
ccii
half jaar is ‘verloopen, en we dus beschic-
ken over de gegevens van het eerste halfjaar 1931,
loon t het de moeite, nogmaals het peillood uit te
werpen. ik lidb er reeds op geweren, cla.t in de mcl-
clleiio’verzi.chten der groote bladen de ontvangsten
o”er de laatsle i aanci veelal met de ontvangsten over
diezelfde mnancl van het voni.g jaar worden ‘vergele-
ken en de vergelijking van onbvangstep over een
zon
kort tijdbestek te ‘veel door toevallige factoren wordt
beïnvloed, dan dat hieruit conclusies mogen worden getroicken. Wanneer haifjaarlijlcsche perioden wor-
den vergeleken, zien ‘wij vooral bij cie periodieke
heffingen
een
zekerc regelmaat optreden, die ‘ons
ook bij de verwaci bingen omtrent de ontvangsten over
het tweede halfjaar 1031 eenigermate tot richtsnoer
Ican dienen.

Na een bespreking van de resultaten van het eerste hai:fjaar kan voiden nagegaan, welke verwachtingen
wij hieraan voor het tweede semester en dus voor het
jaar 1931 mogen vastknoopeni.
Raadplegen wij cle Juni-staat, clan zal men een te-
kort van 2 millioen op de ranuing consta’teeroni. On’t-
leden we cli t, clan kan ‘het worden verdeeld als volgt (in millioenen guldens)

Overschot.

Tekort.

Grondbelasting en
Div.

cii

Tuit;.

113e]… 3.3
Pers…….

……..
7•5
in’.oer-ccht

.
…..
35
Fnk.

Belasting

……
9.-
Accijnzen

………….
‘1
Vermogens

lllelasting
1.4
Zegel

…………..
0.6
Begistratic

………
5.3
Successie

……….
0.8
11)1 verse

kle iie

iiii
cl-
deleti

…………
1.-

17.9
19.9

I)aarbij trekt liet bijzonder karakter van het overscihot
oji Gro nd’bel’asti rug en Personeele i3eiasting speciaal
onze aandaclht.

(}roncibelastin.q.

in het •gepiibli ceercle overzicht wordt slechts opge-
nomen X van cie Groncilhcl.as’ting 1931, daar % hier-
‘van aan ‘cle gemeente word t, uitgekeerd. De volle
iioofciso’ni wordt echter nog onder de ontvangsten op-
genonien voor Gronidhelastin.g 1930.

in de ramirig is nu alleen rekening gehoniden met
van een nor.nnale jaarranni ng. En daar noocizalcelijic
de o.ut,vangs’ten ii: 1031. in ‘de liet Rijic ten volle toe-
Icomende Grondhelas’t’ing 1.930 aanzienlijk hooger zijn,
dan het deel van. X van cle ontvangsten Groncifijohis-
ti ng 1.931, dat eerst iii 1.932 word t ontvangen, moet
do opbrengst ‘cle ranning evertreffen, die’daarmee
gden rekening hield.

i’ersone cle Bela.stunq.

Met ingang van hert belasthigjaar 1931 wordt de
Personeele belasting geheven ten .bnte ‘van ‘cle gemeen-
ten, zooclat cle in de staat vermelde lbedragen. iii tsi’ui –
tend vroegere belastingjaren hetreff en. – Er is een
opibrcngst van 4.2 milli oen geraamd voor dit afioo-pend ‘middel, een raming, die
‘iii
het eerste halfjaar
reeds met 1.4 werd overtroffen.

In 1931 spelen dus twee middelen, die in normale
omstandigheden zeer zuiver konden worden geraamd
en weinig speling te zien gnven een
belangrijice
rol
door ‘hun overschotten tengevolge van den overgangs-
toestand, geschapen door een nieuwe regeling der ge-
meentelijke ‘heffingen. Dit staat geheel los van de
conjunctuur. Het overschot van 1 millioen zal m.i.
in het tweede halfjaar niet veel terug loopen. De’da-
lende conjunctuur veroorzaalcte dus dit eerste halfjaar
een tekort Tvan ongeveer 9 millioen. Door een toeval-

lige lage rantlin4 wotden tekorten op te hoog opge-
zette ramingen op andere middelen gecompenseerd.
in feite wordt daardoor het tekort tot op 2 millioen
teruggebracht, welk direct voordeel men niet gering
mag aanslaan ook al wordt het overzicht hierdoor wat
geflatteerd.
Alvorens de andere middelen, clie voor de tweede
helft van 1931 hun heslissencien invloed zullen doen
gelden, nader te bezien, wordt hieronder een over-
zicht gegeven van (le ontvangsten over ‘de laatste vijf,

halfjaarlijksche perioden (in millioenen go lclens)’:

1929

eerste
:
tweede

halfjaar

1930

eerste

tweede

halfjaar

1931
eerste
h

Grndhelasting
12.9
8.4
14.3
7.6
*
6.9 Personeele Bel
9.5
17.6
11.-
18.5
*
56
luk.

Bel …….
49.1
38.3
53.-
39.9
51.4
Vermogens Bel
8.2
6.1
8.8
6.4
8.6
Div.enTant,BeI
8.6 13.5
8.1
12.2
6.4
Invoerrechten
32.8

.

34.5
34.7
32.4 31.3
Accijnzen

. . .
67.2 74.8
72.2 77.8 71.2
Zegel.

……..
.13.9
13.6
13.2.
11.4
12.9
Registratie.
18.3
15.7
14.4
8.6
7.9
Suççessie

..
21.7
29.7
21.5 22.4
1

23.2
5)
= niet voor vergelijking vatbaar (zie boven).

inIcO?flste?sbeia.stin.g.

Nemen we ‘alieieerst’in beschouwing liet middel, waarvoor het eerste halfjaar een. aanz:ienlijk over-
schot gaf. Een vergelijking ‘niet cle jaren 1.929 en 1.930
in bovens’t;aand uverzicht laat zien, dat cie ontvangsten
over het eerste halfjaar zoowel in 1929 als 1930 die
van het tweede halfjaar aanzienlijk ever’troffen. Zoo-
‘wel in 1.929 als 1930 kwam in het eerste halfjaar
pim, 57.0 pOt. van cie totaal ontvangst over dit jaar
binnen en dus de tweede helft slechts 42,4 pOt: Dit
is ooic veikiaarhaar. Deaanslagregeling valt voorna-
melijic int het tweede ‘halfjaar, het zwaartepunt ‘der
betalingen ligt in het daaropvolgende semester. Zelfs wanneer wij de ongunstige conjunctuur niet :i.n aan.-
merici ng zouden nemen, Ican ide ‘verwachting van het
tweede lii.lfjiia”oor dit middel niet honger dan 38.
m-ill.ioeu worden gesteld en zon cl ns het surplus aan
liet einde van liet jaar worden teruggebracht tot 4
millioen boven. ‘de ranii ng ‘van 85 millioen.

Vc’rrnogensb elcc.sting.

.l:l.ervoor geld-t, wat hierboveni ‘voor de Tlnlc-ornsten-
belasting is betoogd. Zij zal cie rauning vrijdicht be-
naderen.

Di’ncienci- en, i’onniiibn,c l3cla.siing.

Wan neer wij 1)ovensta,and overzicht raadplegen,
constateeren wij dat de on tvanug’sten van het eerste
seinester steeds sterk ‘bij die van het tweede ten achter
‘blij ven.

Dit is eveneens te ‘verklaren, daar ‘cle belan’grijlce
reelitspersonerl ‘hunne ‘vergaderingen houden in den
voorzomer en ‘de ‘aansiagregeling en dns ook de be-
taling als regel in de tweede helft ‘van het jaar valt.
Men mag .dan oolc
wdi
aannemen, dat de ontvangsten
voor liet tweede halfjaar zeicer tegen de ‘halve ra-
in-ing zuilen opwegen en waarschijniijlc het ‘telcort nog
wat zal terug] oopen. De beschou wingen, die hi erover
in (le middelenoverzichten worden geleverd, getuigen

van te groot pessimisme onder den invloed van het
niiiger resultaat der eerste zes maanden.

Invoerrechten..

Hierover valt ‘weinig ihemoedigenids te zeggen. De raming was hoog en ‘hezield met het noodige optimis-
me kan ‘nice nog aan een in ‘mijn vorig artikel voor-
speld tekort van 6 millioen vasthouden, waarvan nu
3.6 millioen is geno’teerd.

Accijnzen..

Dat deze middelen in het eerste halfjaar minder

676

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

29 Juli 1931
opbrachten, behoeft ons nog niet te verontrusten. Uit
het halfjaarlijksch overzicht blijkt, dat deze middelen
zich %oowel. in 1929 als in 1930 in het tweede halfjaar
herstelden. Met meer dan gewone belangstelling zul-
len de accijnsontvangsten in de komende periode die-
nen te worden gevolgd, daar voor het totaalresaltaat
veel afhangt van de wijze waarop zij zich zi,iileri ge-dragen. Er zijn eenige zwakke plekken aan te wijzen.

De accijns op geslacht houdt zich slecht. Gedistilleerd en Ta’baks-accijns zijn verhoogd, welke verhoogingen ten bate van het ]eeningfonds komen, zoodat een klei-
ne verlaging van het gebruik niet onmogelijk is. Men
mag blijven aannemen, dat de hooge raming en op-
brengst elkaar niet al te veel zullen ontloopen, maar

de mogelijkheid op een tekort is grooter geworden,
ondanks het bemoedigend voorbeeld van vorige jaren.

Zcgclrechien.

Deze rechten ‘hbben aan
mijn
verwachtingen, dat
liet moeilijk slechter kon dan het in het tweede half-
jaar 1930 geweest ‘is, beantwoord, en noteerden nu
weer een stijging. Een sterke afwijking van ‘de ra-
rning behoeven wij voor dit middel niet te duchten,
ook al zal nu die raming met
.f
3.000.000.— is
I
ver-
hoogd het moeiHjk zijn haar te halen.

.Registratierechter&.

Wanneer wij ons haifjaariijksch overzicht raadple-
gen, geeft dit middel regelmatig een daling te zien.
Hoewel grooten’deeis op rekening van de conjunctuur
te schrijven, hebben cle vooral de laatste jaren opge-
richte tallooze bouwm.aa’tschappijen, waardoor ‘de over-
schrijving van ‘het onroerend goed door een aandee-
lentransactie werd vervangen, ermoedelijk aan deze
beslissende daling krachtig meegeholpen. Vergeleken met het ‘tweede halfjaar 1930’ is cle daling vrijwel tot
•staan gekomen.

Ik moet bekennen, ‘dat ik hier aanvankelijk te op-
timistisch ‘ben geweest met ‘mijn ramirug van 4 mil-
lioen tekort en ‘waar we met een sterke opleving van
den onderneinirigsiust in de komende’maanden wel niet
mogen rekening houden, zal de kloof tusshen raming
en ontvangsten nog wel grooter worden.

iS’ucc essierechten,.

Dit middel heeft zich het eerste haHjaar wonder-
haarljk gehouden en leverde slechts een tekort van
0.8 millioen op. Het toevai’selement is hier zoo sterk,
dat een raming niet
kan
worden beredeneerd, alleen
cle noodzakelijke vermindering der waarde van de na-
gelaten vermogens ‘kan als de ongunstige factor wor-
den aangewezen. Maar daarom hangt naast de Accijn-
zen zooveel van ‘de opbrengst van dit recht af. Wan-
neer
mijn
pessimisme hier ongerochtvaardigd mocht blijken en deze post mag worden afgesloten met een
tekort van niet meer dan 2 millioen, ware inderdaad
veel gewonnen.

*
*

Als ik nu, na onze troepen de revue te hebben
laten passeereri, tot een conclusie mag komen, ‘dan
memoreer ih allereerst ‘dat dit eerste semester mij een
weinig is tegengevallen en aangenomen mag worden,
deconjunctuurinvloeden in het tweede halfjaar 1931
zich sterker zullen ‘doen gelden. Mijn raming van een
jaartekort van 20 â 25 millioen, waarvan door het
surplus op Grondîbelas’ting en Personeele Belasting
pl.m. 7 millioen ‘minder op ‘de middelenstaat tot uit-
cirukking zal komen, zou ik willen handhaven. Tenzij
door een spoedige oplevin’g de ,,konjunkturempfirid-
liche” middelen een gunstig beeld mogen gaan ver-
toonen, gaat men zich hij het noemen van deze 20
inillioen n’iet aan een noo’deloos pessimisme te buiten.

W. H. MEIJBURG.

ROTTERDAMSCHE HAVENBELANCEN.

in liet nummer van 8 Juli jl. wijdde Ir. N. T’h.
Koomans een lezenswaardige beschouwing aan de
Rotterdamsche haventarieven. Op een enkel punt in
het bètoog van den schrijver moge ik intnsschen een
]cantteekening maken. Beziet men, zoo zegt de Heer
Koomans, een sheepsrekening, dan ‘blijkt dat de kos-
ten, welke met gemeentelijke tarieven samenhangen,
daarvan maar een ‘gering deel uitmaken. Deze stel-
ling is juist voor zoover althans de schrijver het oog
heeft op scheepsafrekeningen, betrekking hebbend
op die categorie schepen, welke in de Rotterdam-
sche haven een complete lading lossen dan wel
laden. Zij gaat echter niet op in die gevallen waar
slechts een geringe hoeveelheid lading, gering in ver-
houding tot de tonnenmaat, wordt ingenomen dan wel
gelost. Een recent geval aan de practijk ontleend
moge zulks duidelijk maken. Dezer dagen werd te
Rotterdam een gedeeltelijke lading van pl.’m. 400 tons
gelost. Het haven geld alleen bedroeg niet minder dan ruim
f
600.—,
zijnde
gemiddeld
f
1.50 per ton, een
bedrag dat moeilijk op de kwalificatie ,,gering” aan-
spraak kan maken. Dit voorbeeld, dat helaas geens-
‘zins op zichzelf staat, kan ad lihitum worden aange-
‘vuid.

De actie nu ‘die sedert jaar en dag door ho-
lan’gheb’benden wordt gevoerd ‘en die trouwens steun
en weerklank vindt in de ‘aanbevelingen der inmid-
dels onbonden sttukgoed-commissie, geldt juist de

heffing van havengelden ‘ten aanzien van ‘die schepen
welke door de huidige tarieven onevenredig zwaar
worden getroffen, ‘t.w. de ljnbooten, die als regel
slechts een deel ‘der gezamenlijke lading te Rotterdam
innemen of lossen.
De Rotterdamsche cargadoors ontvangen geregeld
klachten hunner ‘huitenlandsche reeder-relaties wel-
ker schepen onder laatstgenoemde categorie vallen en die zich terecht door de vigeerende tarieven, die
ongunstig hij ‘die der’ andere binnenlandsche en con-
cnrreerende buitenla,ndsche havens afsteken, hezwaard
gevoelen. Men zij derhalve voorzichtig hij het trekken
van conclusies, die, zij het ook onopzettelijk, maar al
te gemakkelijk verkeerde indrukken wekken en koren
op den, molen zijn van, diegenen onder onze vroede
vaderen, die de onafwijshare noodzakelijkheid eener.
re’visie ontkennen ‘dan wel sine ‘die trachten uit te
stellen.

* *
*

Sedert Ir. Koomans zijn beschouwingen publiceer-
de heeft trouwens de herziening “der haventarieven
opnieuw een punt van ‘bespreking in Rotterdam’s
Raad uitgemaakt. Het met een overgroote meerder-
heid van stemmen aangenomen voorstel van B: en W.
om vooreerst het resultaat af te wachten van een
met de daartoe in aanmerking komende Nederland-
sche havens te plegen overleg omtrent toekomstige
uniforme tarieven, ‘beteekent in de praetjk het op-
hangen der geheele materie aan een kapstok, waar zij
voorloopig rustig zal blijven hangen. Wonderlijk, zij
het ook geheel passend ‘in ‘de sfeer van ,,’wait and see”,
die helaas typeerend voor Rotterdam’s hestuurbeleid is geworden, doet de stelling aan die met gloed door
één der partijmannen werd verdedigd, nl. rdat men de
politieke conscientie der nieuwe raadsleden niet zou
mogen bezwaren met een besluit van zoo gewichtige
strekking als de verlaging ‘der
gemeentelijke
haven-
tarieven. Mocht, aldus het hetreffend Raadslid, over enkele maanden nég niets zijn bereikt, dan zou men
opnieuw over dit vraagstuk kunnen ,,praten”.
In dien men waarlijk meent ‘dat ‘het ter elfder ure
door B. en W. bepleit overleg op korten
termijn
tast-
bare resultaten 7al ‘kunnen opleveren, dan rijst ‘de
vraag, waarom deze weg niet reeds veel eerder is in-
geslagen. Het is juist ‘het ternio waarin de herziening
der haventarieven, reeds jaren geleden als urgent
door helanghhbenden aan de orde gesteld, wordt

29 Juli
1931

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

677

behandeld dat aanleiding tot gerechtvaardigde critiek
geeft.
Men behoeft waarlijk niet de in de jongste geschie-
‘dens van Rotterdam klassiek geworden beide voor-
beelden – kali en Ford – aan te halen om steun te
vinden voor de stelling, dat de ware lbelangen der Rot-
terdamsche haven allerminst van Bestuurszijde de
aandacht ontvangen, die zij verdienen.
De lijdensgeschiedenis der z.g. Stu kgoedcommissi e
is te zeer bekend dan dat hierop nog eens in het ‘be-
stek ‘van dit artikel in exteusu behoeft te worden in-
gegaan. Wel moge eraan ‘herinnerd worden dat Rot-
terdam’s Raad op daartoe strekicend voorstel van B.
en W. in April 1930 besloot tot de instelling van een
gemeentelijk havenbedrijf en installatie eener com-
i’nissie voor het ‘havenbedrijf. Ofschoon meer dan vijf-
tien maanden zijn verstreken sedert dit besluit werd
genomen is omtrent de tonuitvoerlegging daarvan
niets meer vernomen. Vermoedelijk behoort ook deze
kwestie tot de categorie ‘der zaken waaromtrent de
Raad in zijn nieuwe samenstelling t.z.t. eens zal moe-
ten ,,praten”. Terloops moge er in dit verband trou-
wens op gewezen worden dat ook het verslag der com-
missie, die bij beschikking der Ministers van Water-
staat, Binnenlandsche Zaken en Landbouw alsmede
Arbeid, Nijverheid en Handel d.do. 31 Mei 1929 werd
ingesteld ter ‘bestudeering der verschillende proble-
men met de Rofterdamsche haven verband houdend,
tot dusver nog niet werd gepubliceerd. Het is aller-
minst onwaarsekijnljk, dat de commissie reeds gerui-
men tijd geleden met haar arbeid is gereed gekomen en dat uitsluitend de verschillende instanties die ge-
passeerd moeten worden, oorzaak eener vertra’agde
pu’blicatie zijn.
Ten onrechte meenen Rotterdam’s Dagelijksch Be-
stuur en Gemeenteraad ‘den status quo ten aanzien der
vigeerende tarieven straffeloos te kunnen handhaven.
Bevoegde instanties als Kamer van Koophandel en
Scheepvaart Vereeniging Zuid mogen al met spreken-
de cijfers gestaaf de argumenten aa:nvoeren die krach-
tig pleiten voor de noodzakelijkheid eener herziening
op korten termijn, men oogst slechts uit het midden
der Raadsvergadering even misplaatste als onver-
diende eritiek. De met Rotterdam concurreerende
Nederlandsche havens gaan inmiddels rustig voort
verkeer tot zich te trekken dat onder normale om-
standigheden aan eerstgenoemde haven ten deel zou
vallen, terwijl ‘den nimmer rustenden, ‘beiden grooten
concurrenten t.w. Antwerpen en Hamburg, mede in
de kaart ‘wordt gespeeld, dank zij het vooruitziend
bestuursbeleid van Neôrland’s eerste havenstad!
liet lijkt, ik wees hierop reeds, weinig waarschijn-
lijk dat er binnen afzienbaren tijd ,,sdhot in ‘de zaak”
komt. Wellicht zullen echter de feiten zelve Dage-
lijksch Bestuur en Gemeenteraad alsnog tot de erken-ning brengen dat heropening der ,,discnssies” de zaak geen stap nader tot een oplossing brengt en volgt eer-
lang op al het vruchteloos
praten.
. . de verlossende
daad!
Voor Rotterdam’s haven ware dit een uitkomst!
Rotterdam, Juli 1931.

C.
VERMEY.

BUITENLANDSCHE MEDEWERKING.

HET HOOVER-PLAN EN DE SUCCESSIE-STATEN.

Prof. Dr. Richard Kerschagi te Weenen schrijft
ons:

Bij een beschouwing van de gevolgen van het
ioover-moratorium voor ‘de Successie-staten van de
vroegere Oostenrijksc’h-Hongaarsc’he monarchie dient
een onderscheid te worden gemaakt tusschen de on-
middellijke en fin’anciëele gevolgen eenerzijds en tus-
schen de middellijke en economisch-politieke gevolgen
anderzijds. in de eerste plaats zullen wij de finan-
ciëele gevolgen nagaan.
Alle herstelverplichtingen van
Oostenrijk
werden
uit hoofde van het Young-plan van Januari 1930 ge-
schrapt. Zooals bekend, had Oostenrijk volgens het

vredesverdrag
belangrijke
vorderingen op verschillen-
de andere Successie-staten van de monarchie uit hoof-
de van staatsbezit (spoorwegen, gebouwen, domeinen
e.d.), dat door deze staten was overgenomen. Deze vor-
deringen werden met de herstelverplichtingen van
Oostenrijk gecompenseerd en vereffend. Oostenrijk
heeft derhalve geen herstelschulden te ‘betalen en
heeft met een herstelmoratorium niets te maken.
1)aareutegen ‘heeft Oostenrijk de z.g.n. Relief-schul-
den, die ‘destijds Schilling 400 ‘millioen bedroegen.
Deze schulddn vloeien voort uit de ,door de verschil-lende staten in 1919 en 1920 geleverde levensmidde-
len, alsmede uit ‘de kosten voor het transport van de
terugkeerende krijgsgevangenen. iliervoor heeft Oos-
tenrijk jaarlijks Qoudkronen 10 millioen of Schilling
14,4 millioen te betalen. Voor deze schulden, die in
geen enlcel opzicht ‘van gi-ooten omvang of van groote beteekenis zijn, krijgt Oostenrijk ingevolge het iloover-
moratorium uitstel van ‘betaling.
In tegenstelling met Oostenrijk ‘heeft
Hongarije
herstelschulden volgens het Young-plan te ‘betalen en
wel tot 1943 jaarlijks precies Goudkronen 10 millioen.
Deze betalingen,worden in het Young-plan als de z.g.
Oostelijke hersfelschulden aangeduid. Zij hebben be-trekking op de betalingen, die door Hongarije en Bul-
‘garije uitsluitend aan Roemenië en Joego-Slavië wor-
den gedaan, terwijl Tsjec’ho-Slowakije er bij wijze van
erkenning slechts één procent van krijgt. Hongarije
bespaart thans ‘dus evenals Oostenrijk jaarlijks Goud-
kronen 10 millioen, waarvoor uitstel van lbetaling is
verleend.

In een zelfde positie verkeert
Tsjecho-Siowakije,
dat wel geen herstelsehulden te betalen heeft, doch
veeleer recht ‘heeft op het zooeven genoemde 1 pOt.
van de Oostelijke reparaties. Het moet evenwel een
z.g. bevrjdingsschuld ‘betalen als bijdrage in de kosten
van de uitrusting van verscheidene Tsjechische le-
gers in den oorlog, van het transport van ‘de ‘terug-
keerende soldaten en krijgsgevangenen. Volgens het Young-plan ‘heeft Tsjee’ho-Slowakije thans jaarlijks
Goudmark 10 millioen hiervoor te betalen. Voor deze
betalingen wordt het door het Hoover-moratorium
voor één jaar uitstel verleend.
Wat
Jos go-Slavië
‘betreft, volgens ‘het Young-plan
moet het op het oogeitblik van Duitschland jaarlijks
ruim R.M. 79 milli’oen ontvangen, waarbij nog zijn aandeel in de Bulgaarsche en Hongaarsche herstel-
betalingen komt. Daar het zelf jaarlijks slechts onge-
veer R.M. 13 millioen oorlogsse’hulden ‘heeft te be-
talen, •ontvangt het op ‘het oogenblik tengevolge van
het uitstel uit ‘hoofde van het Hoover-plan ongeveer

Mark 70 millioen per jaar minder, dus in ieder geval
een niet onaanzienlijk bedrag.
Anders staat het met
Roemenië.
Dit land heeft op
het oogenblik jaarlijks meer oorlogsschulden te beta-
len dan het op herstelrekening ontvangt. Roemenië
heef t, alles bij elkaar genomen, ongeveer B.M. 9 ‘mii-
lioen meer te betalen dan het ontvangt. Het onder-
vindt derhalve ongetwijfeld een ‘voordeel van het
Hoover-moratorium.
Volledi’gheidshaive worden hier ook nog Bulgarije en
Griekenland besproken.
Bulgarije
‘heeft thans jaar-
lijks herstelschulden ten ‘bedrage van rond R.M. 8
millioen, te ibetalen, waarbij nog Relief-schulden voor
leveranties va:n levensmiddelen in de eerste jaren
na ‘den oorlog en voor het transport van krijgsgevan-
genen komen. Het ontvangt echter jaarlijks ook nog
– hoewel zeer onbeduidende – schadeloosstellingen
van Turkije en Griekenland. Bulgarije profiteert dus
zeer zeker van het moratorium.

Griekenland
heeft herstelvorderingen, zoowel op
Duitschland als op
Bulgarije,
terwijl zijn verplichtin-
gen uit hoofde van oorlogssehulden veel geringer zijn.
Het zal thans door het moratorium ongeveer R.M.
10 millioen minder ontvangen.
Tot dekking van de verliezen ‘der kleine staten,
werd, zooals bekend, een Amerikaansche leening van

678

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

29 Juli 1931

ôngeveer $ 25 millioen voorgesteld. Dit bedrag zal
keker voldoende zijn om de begrootingstekorten voor
méér dan één jaar te dekken, evenals ‘het niet alleen
mogelijk, doch zelfs waarschijnlijk is, dat het iloover-
plan zich over eenige jaren zal uitstrekken.
Een ander vraagstuk is dat van de middellijke, uit
het Hbo

ver-plan voortvloeiende, gevolgen. In de eer-
ste plaats dient te worden opgemerkt, dat de genoem-
de staten bij een economischen opbloei van Duitschiand

ten nauwste ‘betrokken zijn als gevolg van dc zeer le-
ven dige wederzijdsche han de] sbetrkki ogen. Zoo neem t
Duitso,hland buy, in den buitenlandschen handel van Oostenrijk de eerste plaats in. Als afnemer van land-
bouwproducten van Joego-Slavië, Roemenië en Hon-
garije komt het tevens in ‘do eerste plaats in aanmer-
king. Oostenrijk en Duitschland zijn weer de grootste
afnemers van ‘de tsibaksoogsten van Bulgarije en Grie-
kenland. De grootste afnemers van Tsj echo- Slowakij e
zijn Duitschland en Oostenrijk, zoowel voor bepaalde
industriëele producten, als wat steenkolen en vele
levensmiddelen betreft. Polen is in aanzienlijke mate
economisch van Dïi itsc’hland afhankelijk, alleen reeds
door zijn koleriproductie, waarvoor de Didtsche indu-
strie als ‘het voornaamste’afzetgebied in liet buiten-
land in aanmerking komt. De’ huidige crisis in
Duitschland heeft dit zeer duidelijk bewezen. Van
Fransche zijde heeft men aanzieulijken financiëelen
steun moeten verleenen om een krachtig en onmidclel-
lijk overslaan van cie crisis naar Polen te verhinderen.

Nog op een anderen factor dient in dit verband
te worden gewezen. Duitsohlaiad is zijn herstelver-
plichtingen tegenover Joego-Slavië en Roemenië voor
een groot gedeelte nagekomen door leveranties in na-
tura. Liet heeft op herstelrekening bruggen, gebouwd,
spoorwegmateri.aal geleverd, zooals rails, wagons en
locomotieven; ‘het heeft heele fabrieken geïnstalleerd
enz. De leveranties werden tot volle tevredenheid der betrokken partijen uitgevoerd, speelden voor het eco-
nomiscih leven der betreffende landen een groote rol en vormden vaak den grondslag voor verdere niet op
hersteiJbetalingen gebaseerde samenwerking en leve-
ranties. Daarom zullen thans middelen moeten wor-
den gezocht om, tenminste ook hij tijdelijk uitblijven
van deze leveringen in natura op herstelrekening,
een ‘voortgang hiervan te bewerkstelligen. Dit zal o.a.
ook wel tot wijziging van eenige handelsverdragen, bijv. door aanvullende bepalingen, leiden, teneinde,
wellicht in ‘den vorm ‘van contingenten, ‘deze leverin-
gen in natura ook voor de toekomst te verzekeren.
Ditzelf cle probleem doet zich natuurlijk, wat den af-
zet van Duitschiand betreft, •ook voor in de West-
Europeesche landen, die recht op leveringen in na-
tura ,hebben. In het Oosten en op den Balkan zijn
deze vraagstukken juist daarom van zoo groote betee-
kenis, omdat de •tot dusverre verrichte ‘arbeid wellidht eens een zeer ‘bruikbare basis zal kunnen vormen voor
den ruil van indu.striëele en landbou’wpro’ducten op
grondslag van con tingenteering in het onderling han-
de]sverkeer, een vraagstuk, dat ten nauwste samen-
‘hangt met cle voorges telcl e – vorming van ni en we ‘don-
ancconventi es en prefereritiëele tolgehieden.

AANTEEKENINGEN.

De werkzaamheden van den Amerikaanschen
douanedienst in Nederland.

iie Heer Gerald 0. Wheeler, vertegenwoordier
van het Amerikaansche Ministerie van Financiën in
Den Haag, schrijft ons:

Reeds gedurende meer dan een halve eeuw heeft
de Donanedienst ‘van het Amerikaansche Ministerie
van F:inanciën kantoren in Europa, die geopend wer-
den met het doel voor de douane-ambtenaren gege-
vens te verzamelen omtrent de marktwaarde van goe-
‘deren, die van verschillende landen naar de Ver.
Staten worden verscheept. Het kantoor in Den Haag
werd op 15 December 1930 geopend.

Artikelen, die vrij zijn van inkomende reehten én

onderworpen zijn aan een specifiek tarief, kunnen
worden ingevoerd zonder gegevens uit het ‘buiten-
land. ‘Vat echter de goederen betreft, die belastbaar zijn naar hin waarde, is het voor den douan&beamte noodig daarvan ‘de marktwaarde in het land van uit-“oer te weten. Een der functies van onze kantoren is
om deze gegevens te verkrijgen ten gëbruike van de
Amerikaansche douanebeambten.

Er is een -groot onderscheid tusschen de functies en
plichten van de Amerikaansche Tarief Commissie en
die van cle vertegenwoordigers van het Amerikaan-sche Ministerie van Financiën, en deze twee organi-
saties hëbben, absoluut geen betrekking met elkaar.
IDe Tarief Commissie tracht inlichtingen en feiten te
verzamelen ‘aangaande de prodi.icti ekosten, en berich t
haar resultaat en recouimendaties voor veranderingen
in -de Ta’riefwet. De werkzaamheden van cle ‘ertegen-

woorcligers van het Amen kaansche Min isteri.e van
Financiën claarenteg’eu zij ii uitsluitent van ad iii in i-
stratieven aard.

liet weric der laatstgeuoemden is inlichtingen te
verkrijgen -over de -gangbare marlctpnijzen, zoodat cle
douanebeambten daaruit de waarde van geïmporteer-
de goederen kunnen vaststellen. :Deze inlichtingen
zijn streng vertrouwelijk -en volgens de bepalingen
van den Secretaris van liet Ministerie van Finan-
ciën, is het den vertegen’oordigers verboden deze
inlichtingen aan een anderen persoon of firma te
vers trekken,

‘]:en moet in aanmerking nemen, dat er in cie Ver.
Staten goederen v-an bijna alle landen der wereld wor-
den geïmporteerd. De wet is niet gelijke hillijkheid
van toepassi lig op fabrikanten en exporteurs uit alle
landen. Ook moet niet worden vergeten, dat de V. St.
slechts één doel voor -bogen hebben, ni. de bescher-
ming hu ii ier irikomende rechten. Zij venschen, dat
eerlijke exporteurs -niet door de praktijken van orieer-1 ijke zullen lijden, welke laatsten soms den prijs hun-
ner goederen voor minder dan de werkelijke waarde
aangeven. Door lagere invoerrechten teietalen, ver-
krijgt de oneerlijke fabrikant een onrechtmatig voor-
deel ‘boven zijn concurrent,

liet doel van dit artikel is -om falbnilcanten en exporteurs, die een verkeerd -begrip van de taak
der vertegenwoordigers van het Ministerie van Fi-
nanciën hebben, gerust te stellen. Wanneer men in
cle couranten leest, dat goederen van buitenlaridsche
fabrikanten en exporteurs niet in cle V. St. worcleu
toegelaten, tenzij de A’merikaansehe vertegen’woordi-
gers van het Ministerie vtn Financiën toegang ver-
krijgen tot de -grootste zakengeheimen zal dit natuur-
lijk een gevoel van onrust verwekken onder de fabri-
kanten, die niet geheel op cle hoogte zijn met de be-
palingen van de A nier ikaansche Taniefwet.

De ‘beschuldiging, dat elk onderzoek door onze be-
anibten ondernomen, met zich brengt een onderzoek
naar de productiekosten van artikelen, die naar de
Ver. St. worden uitgevoerd, is absoluut onjuist. iet-andere beschuld’ging, d.ie ook dikwijls wordt geuit,
ni. dat de fabrikanten hij elk onderzoek van onze ver-
tegenwoordigers hun zaken-geheimen moeten bloot-
leggen, is eveneens onwaar.

Onderzoek naar de produetiekosten wordt zelden
door -den Secretaris van het Ministerie van Financiën
verzocht. De
bijkantoren
kunnen een dergeljic onder-
zoek niet beginnen zonder instructies daartoe van het
Ministerie van Financiën in Washington, D. 0.
Schrijver dezes heeft gedurende de laatste vier jaren
misschien een 100 onderzoeken gedaan in Nederland
niet betrekking tot den marktprijs hier te lande van
-goed-eren, die naar de Ver. St. werden geëxporteerd.
Hierbij ‘was geen enkel onderzoek omtrent productie-
kosten, noch was er sprake van het openbaar maken
van ,,zakengeheimen”.

Sectie 511 van de Tariefwet van 1930 heeft be-
trekking op het onderzoek der gegevens van impor-

29 Juli
1931

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

679

teurs aangaande marktwaarde en het classificeeren
van geïmperteerde goederen. Geen enkele eerlijke im-
porteur bei;uett zulk een inspectie te vreezen. Veel
Importeurs verklaren, dat zij gaarne deze onderzoekin-
gen zien ondernemen, daar h
e
t hen beschermt tegen
onbillijke concurrentie.
Onderzoek, waarbij fraude ontdekt wordt, is zeld-
zaam. liet is bevredigend te bemerken, dat minstens
95 pOt, der fabrikanten, exporteurs en importeurs
zich trachten te houden aan de verschillende bepa-
lingen der Amer.ikaansche Tariefwet en dat er zeer
v,reinig pogingen tot fraude aangewend worden. Zou
echter niet van tijd tot tijd een dergelijk onderzoek ingesteld worden, dan zou de verleiding tot bedrog
waarschijnlijk grooter zijn.

i[oe Ani erilcaovsche inkoniende rechten geheven
worden.
De inkomeude rechte.n op goederen, die in de Ver. St. worden ingevoerd, worden als volgt geheven:

Op de buitenlancische waarde of op de export-
waaide, welke der twee het hoogst is.
Als noch de ‘buitenlandsche waarde, noch de
cxportwaarcle voldoende kunnen worden vastgesteld,
fl
op de waarda
I
n cle Ver. St.
. Als noch cle buitenlandsche waarde, noch de
exportwaarde, noch de waarde in cle Ver. St. vol-
doende kau worden vastgesteld, dan
0
1) de produc-
tiekosien.

4. Wanneer het een artikel betreft, waarop een
recht moet worden geheven, berekend naar den Ame-
rikuanschen verkoopsprijs van een in’heemsch arti-
kel, dan op dien Amerikaanschen verkoopsprijs. Deze
prijsbaseering wordt nooit gebruikt, tenzij als aan-
gegeven in Paragra:fen 27 (c. 28 (c) en Sectie 336 (‘b).
liet bovenstaande is een uittreksel van de wet zelf
volgena Sectie 402.

Ii)e invoerrechten worden geheven 5f op de waar-
cle der goederen in het buitenland, 5f op de export-
waarde, welke van de twee h’ooger is. Dit kan alleen
in het land van herkomst worden vastgesteld. Met
andere woorden, de Ver. St. trekken geen voordeel
uit Paragraaf 2 van Sectie 402, voordat de fabrikant
of de exporteur gelegenheid heeft gehd aan te too-
nen hoe de prijzen, waartegen hij zijn goederen naar
Amerika verkoopt, zich verhouden tot de prijzen,
waartegen hij hetzelfde artikel verkoopt in het land
waar het gefabriceerd wordt of waaruit het afkom-
stig is.

1.
Buitenlandsche of exportwaarde.

Dezelfde sectie van de Tar.iefwet omschrijft
bui-
tenlandsche waarde.
Dit is de gangbare inheemsche
of marktwaarde, of de prijs waartegen dergelijke goe-
(leren ten verkoop worden aangeboden aan alle kon-
pers op alle voornaamste markten van het land van
export, ten
tijde
van den uitvoer’ der goederen naar
Amerika, in de gewone en gros hoeveelheden, inclu-
sief de kosten van emibaliage en verpakking.
De
exportwaarde
zooals omschreven in sectie 402,
is ongeveer dezelfde als de buitenlandsche waarde,
doch meer bepaald is liet de prijs waartegen goederen
ten verkoop worden aangëboden ,,

voor export naar
Amerika”.

Meer dan 99 pOt. van •de werkzaamheden der ver-
tegenwoord igers van het Miuisterie van Financiën
bestaat in het verzamelen van gegevens aangaande buitenlandsche en exportwaarde van goederen, die
naar de Ver. St. worden verzonden, daar er slechts
enkele artikelen zijn, waarvoor geen open marktprijs
bestaat. Ter illustratie welke feiten gewoonlijk on-
ilerzocht worden door onze vertegenwoordigers, diene
liet volgenole.

Een fabrikant alhier verscheept een bepaald ar-tikel naar een klant in New-York. Zijn consulaire
factuur geeft een verkoopsprijs aan van
f 10.00 per
cloz.ijn.
De
verkoopsdatum is 20 Januari 1931 en de
datum van verzending 1 April 1931. De douane heft
invoerrechten naar de waarde der goederen op den

dag van afzending en derhalve wordt er een bezoek
gebracht bij den fabrikant, om gegevens te verkrijgen
aangaande den verkoopsprjs der goederen op 1 April
1931, zoowel voor het iinnenlancl als voor export naar
Amerika. Wordt bevonden, dat de prijzen sinds den
datum van het contract 10 pOt. gestegen zijn en de
goederen op 1 April 1931 tegen
f 11.00
worden ver-
kocht, dan worden zij getaxeerd tegen den laatsten
prijs. Als daarentegen de markt gedaald is en de prijs
op 1 April 1031
f
9.00 bedraagt, dan mag de impor-
teur 10 pOt, van zijn inlcoopsprijs aftrekken. 1-Jij be-
taalt dus altijd invoerrechten naar de marktwaarde
op den dag van export.

De fabrikant wordt bezocht, niet omdat hij ver-
dacht wordt zijn rekening onjuist te hebben opge-
maakt, maar met het doel de volledige gegevens te
verkrijgen omtrent zijn verkoopsprijzen op den datum
van export. Deze prijzen vormen altijd de basis voor
het taxeeren van goederen volgens de tariefwet. Vaak
worden goederen in
consignatie
of goederen bestemd
voor verdere fabricatie, gefactureerd tegen benade-
rende prijzen. Al deze goederen komen gelijktijdig
bij de douane in Amerika aan met andere goederen,
ciie op andere data misschien tegen andere prijzen
zijn gekocht. De waarde dci’ goederen op den datum
van export is de eenige juiste basis voor het taxeeren
van geconsigneerde goederen en ten einde eenheid te
verkrijgen in het taxeeren, wordt deze basis gebruikt
bij cie taxatie van gekochte of geconsigneerde goe-
deren.

2. Am,erilcaccnsche waarde.

Wordt bevonden, dat er in het land van export geen
marktprijs voor binnenlan dsch verbruik, noch een

exportprijs naar de Ver. St. bestaat, dan neemt de
douane de waarde in ide Ver. St. als basis aan, d.i. de
prijs waartegen de goederen in Amerika in den groot-
handel worden verkocht, na aftrek van rechten,
transportkosten en verzelcering en andere noodzake-
lijke uitgaven, vanaf de plaats van verzending tot de
plaats der levering. Een reductie niet hooger dan
6 pOt. wordt toegestaan voor commissie, betaald of
gecontracteerd te betalen, op goederen in consigna-
tie, en een reductie n:iet hooger dan 8 pOt. wordt toe-
gestaan voor w’inst en een gelijke reductie voor alge-
ineene onkosten op gekochte goederen. Deze methode
voor de waardebepaling wordt slechts in enkele ge-
vallen toegepast, daar goederen meestal vrij ten ver-
koop worden aangeboden, hetzij in het land van uit-
“oer, hetzij aan koopers in ‘de Ver. St. De belangrijk-
heici van deze paragraaf mag niet over het hoofd wor-
den gezien. Wanneer het door omstandigheden on-
mogelijk is, gegevens te verkrijgen aangaande den
binnenlandschen en den exportprijs, dan moet de
douane de waarde in de Ver. St. bepalen. Dit is het
eenige, wat hij in een dergelijk geval kan doen.
ilieruit blijkt, dat, w’anneer de Amerikaansche
autoriteiten, i nplaats van bovenstaande gedragslij
ii
te volgen en den fabrilcant, die zijn goederen naar
Amerika exporteert, gelegenheid te geven aan te too-
nen, dat zijn prijzen juist waren, de inkomende rech-

ten zouden berekenen naar de waarde in de Ver. St.,
een dergelijke handelwijze onbilljk zou zijn tegen-
over de huitenlandsche fabrikanten en exporteurs.
liet is immers bekend, dat de prijzen in de Ver. St.
gewoonlijk hooger zijn dan in welk land ter wereld
ook.

Derhalve is de methode om rechten te heffen
naar den rnarktprijs in het land van herkomst of
fabricatie, zooals die door de Ver. St. is aangenomen,
billijk tegenover buitenlandsche fabrikanten en expor-teurs, daar de Amerikaansdhe waarde gewoonlijk hoo-
ger is dan de buitenlandsche en de exportwaarde.

Productiekosten.
Zeer zelden worden gegevens omtrent productiekos-
tea verlangd. Deze zijn alleen noodig in gevallen
waar geen binnenlandsche of exportwaarde of geen
prijs voor dat artikel in de Ver. St. bestaat. In dit

680

ECONOMISCH-STATISTiSCHE BERICHTEN

29 Juli 1931

geval moeten de productiekosten bepaald worden, te einde cle juiste invoerredhten te kunnen heffen.
De vertegenwoordigers van het Amerikaansche Mi-nisterie van Financiën verlangen geen zakengeheimen
te weten ‘te komen en de inlichtingen, die verstrekt wor-
den bij een dergelijk onderzoek worden als streng ver-
trouwelijk ‘behandeld en dit vertrouwen wordt in
geen enkel opzicht geschonden. Onderzoek naar pro-ductiekosten komt zelden voor, ongeveer één op elke

vijfhonderd onderzoekingen, hetgeen geen hoog per-

centage is.

Inlichtingen worden als streng vertrouwel’ijli;
beschouwd.

De informaties, die aan een vertegenwoordiger van
‘het Ministerie van Financiën verstrekt worden, wor-
den als streng vertrouwelijk beschouwd, zoodat f abri-
kantch niet ‘bevreesçl behoeven te zijn, dat de verstrek-
te gegevens personen zullen bereiken, voor wie ze niet

bestemd zijn.
In dit verband is het van belang de reglementen te
kennen, die door het Ministerie van Financiën ge-
maakt zijn voor zijn personeel.

Artikel
1323
van de Douane Reglementen luidt als

volgt:

,,Vcrtrowwelijke inlic/&tin gen.
Ontva ngers, verificateurs,
speciale beambten en andere ambtenaren er eiuployees van
den (loltanedienst zijn niet gerechtigd bijzonderheden van
hun officiëelc werkzaamheden openbaar te maken, tenzij
niet speciale goedkeuring van het Departement.
inlichtingen verkregen itit rekeningen, boekingen, maui-
festeu an andere papieren of documenten, die aan het
douanekantoor gedeponeerd zijn, moeten als vertrouwelijk
worden beschouwd, en als alleen bestemd voor het doel,
waarvoor zij moesten worden gedeponeerd.
liet is alleti beambten en employees van deti douane-
dienst verboden inlichtingen te verstrekken uit dergelijke
papieren, tenzij hiertoe speciale vergunning is verleend door
het Departement, behalve aan tien importeur of iemand,
clie er direct hij betrokken is of diens oîficiëelen vertegen-
woordiger.
Inlichtingen aangaande statistieken over import en
export van een specifiek soort goederen mogen op aan-
vraag verstrekt worden aan handelstijdschriften, handels-
organisaties en handeiszaken. Deze inlichtingen moeten
zooveel mogelijk in overeenstemming zijn met de statistie-
ken, die aan het Ministerie van Handel worden gezonden,
en mogen geen vertrowwelij ke irw(kcleeliv_ge’n bel)atten, zoo-
als namen van afzenders of ontvangers, merken en num-
mers, namen van schepen, enz. Mededeelingea uit zulke documenten, behalve statistische gegevens, of het verstrekken valt inlichtingen over de zaken
van een importeur of exporteur, aan een anderen impor-
teur of exporteu, welke gegevens door den beambte of
eniployee verkregen zijn uit hoof de van zijn officiëele be-
trekking, zal reden zijn voor ontslag uit (ten dienst; zijn
dergelijke inlichtingen verstrekt tegen betaling,
dan zal
een dergelijk persoon strafrecht arlijk ‘worden vervolgd.”

Uit het vorenstaand.e blijkt, dat de regeering der
Ver. St. fabrikanten en exporteurs tracht te ‘bescher-
men, die hun, wanneer het noodig is, gegevens ver-
strekken voor de juiste taxatie van geïmporteerde

goederen.

Taxatie en her-taxatie.

Met betrekking tot taxatie en hertaxatie is Sectie

501. der Tariefwet van
1930
van speciaal ‘belang voor

fabrikanten en exporteurs. Deze sectie luidt als

volgt: ,,De ontvanger der invoerrechten moet een schriftelijke
verklaring van zijn taxatie aan den ontvanger der goe-
deren, diens vertegenwoordiger of advokaat geven, wanneer
1) de getaxeercle waarde honger is dan de t actuurwaarde,
of 2) wanneer door cle taxatie der waarde er een ver-
andering komt in de classificatie der goederen. De uit-
spraak van den verificateur is beslissend voor alle partijen,
tenzij er door tien ontvanger der invoerrechten een schrif-
telijk appèl aan.geteekend is of door den ontvanger der
goederen verzonden naar het Doup.ue Gerechtshof der Ver-
eenigde Staten binnen 60 dagen na datum van het rap-
port van den verificateur, of dit appèl aangeteekend is bij
dan ontvanger der invoerrechten door den ontvanger der

goederen binnen 30 dagen. na
datum van afgifte; of in-
dien het appèl per post verzonden is binnen 30 dagen na
datum van de schriftelijke mededeeling der taxatie aan
den ontvanger der goederen, diens vertegenwoordiger of
advokaat. Geen appèl door dan ontvanger der goederen of
diens vertegenwoordiger aangeteekend, is geldig, tenzij hij
voldaan heeft aan al de voorwaarden dezer wet met be-
trekking tot het inklaren en taxeeren van dergelijke goe-
deren. Zulk een appèl moet door den ontvanger der in-
voerrechten overgelegd worden aan het Douane Gerechts-
hof der Vereenigde Staten met de inklaritigs- en alle ver-
dere papieren, en moet een rechter aangewezen worden, (tie,
na verhoor der beide partijen, de waarde der goederen be-
paalt. Aan den importeur en den persoon aangewezen om
het Gouvernement in een dergelijke zaak te vertegenwoor-
digen, moet binnen een redelijken termijn mededeeling vor-
den gedaan van den tijd en de plaats van het verhoor,
waar partijen en hun advkatcn gelegenheid zul
len hebben, om bewijsmateriaal over te leggen en getuigen van de
andere partij te hooren en kruisverhoor te doen onder-
gaan, en alle monsters en papieren, die als bewijs moeten
dienen, te onderzoeken.
Voor het bepalen van een dergelijke waarde mogen be-
eedigde getuigenverklaringen van personen, die niet aan-
wezig kunnen zijn, prijslijsten en catalogi, rapporten of
getuigenverklaringen van consuls, douanebeambten, ont-
vangers, verificateurs, assistent-verificateurs, en andere
ambtenaren van het Gouvernement als bewijs overgelegd
worden. Afschriften van officiëele documenten, gewaar-
merkt door een beambte, daartoe bevoegd door den Secre-
taris van het Departement, zijn toelaatbaar als bewijs.
Deze afschriften hebben dan dezelfde kracht als de igi-
neele documenten. De waarde door den verificateur be-
paaldi, wordt als de werkelijke waarde der goederen aange-
nomen en de partij, iiie tegen de juistheid hiervan protes-
teert, is aangewezen de onjuistheid dezer beslissing te
bewijzen.”

Dat de verificateur een vergissing begaan zou heb-
ben bij het taxeeren der goederen, kan slechts bewe-
zen worden door een herziening van diens besluit.

Sectie
402,
Par. b, van de Tariefwet, bepaalt hier-

over het volgende:

,,Ilerziening van het besluit van dan verificataur.
De be-
slissing van den verificateur, dat de buitenland sche waarde,
de exportwaarde of de waarde in iie Vereenigde Staten niet
naar behooren bepaald kan worden, zal herzien kunnen
worden door een her-taxatie volgens Sectie 501; doch bij
een dergelijke herziening is een beëedigcle verklaring, bui-
ten de Vereenigde Staten opgesteld, niet als bewijs geldig,
indien cle verklaring geteekend is door iemand, die een
vertegenwoordiger van het Ministerie van Financiën wei-
gert zijn boeken, papieren, documenten, rekeningen en cor-
respondentie inzake de waardie of classificatie dier goede-ren, te inspecteeren.”
Het is derhalve raadzaam, teneinde moeilijkheden
voor den importeur te voorkomen, dat de fabrikant of
exporteur verlof geeft tot inspectie zijner boeken en
dpcumentea door een vertegenwoordiger van het Mi-
nisterie van Financiën, omdat op dengene, die pro-
testeert, tegen de ‘billjidheid va,n •de beslissingen van
den verificateur, de verplichting rust te bewijzen,
dat diens ‘beslissing onjuist was. En ‘bovendien, om-
dat beëedigde verklaringen, geteekend door iemand
buiten de Ver. St., die weigert zijn ‘boeken en docu-
menten, betrekking he’bbende op de waarde of de clas-

sificatie van geëxporteerde goederen naar de Ver. St.
door een vertegenwoordiger van het Ministerie van
Financiën te laten inspecteeren, niet geldig zijn als

getuigertbewijs.
1)

1)
Het kantoor van het Amerikaansche Ministerie van
Financiën in Den Haag is gevestigd Noordeinde 142 A. Het
verleent gaarne zijn volle medewerking aan fabrikanten en
exporteurs en verschaft alle gewenschte inlichtingen om-
trent inkomende rechten, het classificeeren en merken van goederen, enz. Correspondentie kan gevoerd worden in de
Engelsche of in de Nederlandsche taal.

29 Juli
1931

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

681

De Handelsbèweging van Nederlandsch-Indië.

(Verslag van .be Javasche Bank).

Het verslag van den President van de Javasche
Bank over het boekjaar 1930/1931 geeft evenals vorige
jaren weder een ‘belangwekkend overzicht van den in-
en uitvoer van Nederlandsch-Indië, waaraan wij het
volgende ontieenen.
i)e volgende cijfers betreffende de handelsbeweging van
Ned.-iludië omvatten de totalen van iu- en uitvoer, dus
ook die voor Gouvernementsrekening, de postpakketten, de
passagiersgoecleren en cle goederen voor scheepsgebruik.

.Fl.ande]shalans voor Nederla.ndsch-Inclië.
in
f1000. Ilieer of iiiinder
1930

1929

in 1930
Uitvoer

f
1.232.792

f
1.487.801

– f
255.009
InVOer ……..
922.931

,, 1.165.973

– ., 243.042

ialdo ……
+ f
309.861
+ f
321.828

– f
11.967

.l)e opwaartsche beweging van den invoer, welke tot ver in het jaar 1929 aanhield, maakte in 1930 plaats voor eene
sterke daling. Dc vermindering van de waarde van de ge
importeerde goederen was nagenoeg even groot als die van de geëxporteerde goederen. Het saldo van de handelsbalans
daalde dan ook slechts weinig. In procenten van de uitvoer-
waarde uitgedrukt, steeg dit saldo van 21,6 pCt. ie 1929 tot
25,1 pOt.. in 1930. Dit percentage blijft echter nog aanmer-
kelijk beneden die, welke in vroegere jaren geconstateerd
konden worden.
I)e kwautitciteu van den in- en uitMoer mogen Uit
0fl-
•derstaande cijfers blijken.

in 1930

1930

1929

minder dan
in 1929
Uitvoer ……..9.957.379 ton 10.117.557 ton 160.178 ton
Invoer ………2.819.896 ,,

3.356.027 ,,

536.131

De uitvoerhoé’veelheict daalde met 1,6 pCt., de invoerhoe-
ve1heid met 16,0 pCt. De daling van cle uit- Cii
invoer-
waarde bedroeg resp. 17,1 pCt. en 20,8 pot. Uit deze cijfers
valt de conclusie te trekken, dat de daling vaix den invoer
relatief het sterkste was. Dit ligt dan pok voor de hand, in-dien men in aanmerking neemt, dat 1929 niettegenstaaisde
eene daling van de exportwaarde – de geëxporteerde hoe-
veelheid vertoonde toen nog eene toeneming, – eene belang-
rijke vermeerdering van den import te zien gaf. Overigens
doet bovenstaande vergelijking tusschn 1929 en 1930 dui-
delijk uitkomen, dat cle verminderde exportwaarde een be-
langrijken druk op den invoer uitoefende, welke door het geringe aanpassingsvermogen van lie importprijzen in de
eerste plaats een druk 01) de gcfmporteerde hoeveelheden
beteekende. Meer gedetailleerde conclusies laten deze cijfers
niet toe, omdat bij vergelijking van de waarde- en hoeveel-
heidspercentages ook rekening geouden moet, worden met het feit, dat verschuivingen tusscben de verschillende goe-
deren plaats vonden.
De uitvoer van aardolieproducten is ook in 1930 belang.
rijk gestegen. Ofschoon de exportwaarde niet met !ietzelf.3e percentage steeg als de hoeveelheid, kwam petroleum, mede
als gevolg vais de daling van de uitvoerwaarde van rub-
her, op cle tweede plaats van de export-producten van Indië
te staan. De stijging van den uitvoer van verschillende
petroleumproclucten is de laatste jaren in een zeer snel
tempo gegaan. Vergeleken met 1920 is de export vercirie.
voudigd en vergeleken met 1925 verdubbeld.
De waarde van den uitvoer heeft hiermede weliswaar
geenszins gelijken tred gehouden, doch dit neemt niet weg, dat de aarddlieproclucten voor Nederlandsch.Inclië relatief
van steeds meer belang zijn geworden. De uitvoer van landbouwgewasseu vertoonde over hët al-gemeen in 1929 eene daling en ivel, wat de hoeveelheid be-
treft, van ruim 9 pCt. De volgende cijfers, welke den totalen
omvang van den expott van landbouwgewassen en bosch-
producten omvatten, verduidelijken zulks nader.

Waarde in

Bruto gewicht

En 1930

millioenen GIds. in 1000 tonnen

minder

Java en

1930

1929

19’iO 1929 Waarde Gewicht

Madoera 57,- 635,59 3.573 3.981 – 128,59 – 408
Buitenge-
westen.. 394,56 492,55 1.428 1.520 – 97,99 – 92

Totaal 901,56 1128,14 5.001 5.501 – 226,58 – 500

Java en Madoera en ‘de Buitengewesten werden, wat de
waardedaling betreft, in ongeveer gelijke mate getroffen,
in tegenstelling tot het jaar 1929, toen de Buitengewesten
slechts een betrekkelijk klein verlies te boeken hadden; in
dat jaar was de door de Buitengewesten uitgevoerde hoe-

veelheid, vergeleken bij 1928, nog gestegen. De groote ach-
teruitgang van de door Java en Madoera geëxporteerde
hoeveelheid landbouwgewassen komt in de eerste plaats op
rekening van de suiker, terw’ijl ook cle export van tapioca-producten, koffie, copra en maIs beltngrijk daalde. De ver-
mindering van den export van suiker is, evenals in 1929,
toe te schrijven aan de ondervonden afzetmoeilijkhecleii,
waardoor zieh op Java voorraden ophoopten.
])e Buitengewestan gaven in 1930 eene daling van den
export vals bevolkingsrubbei-, copra, koffie en mars te zien,
waartegenover de export van agavevezel en palmolie ccce
stijging vertoonde.
Ofschoon de swikerproductie in de jaren 1928-1930 vrij-
i’el constant ‘bleef – zij schommelde tusschen 2.900.000
en 2.950.000 ton – vertoonde dle uitvoer van fabriekssuiker
een gestadigeïc achteruitgang. Hij ‘bedroeg in deze drie
jaren resp. 2.532.801 ton, 2.402.711 ton en 2.218.924 ton. Deze achteruitgang is toe te schrijven aan eene vertraging
vin den export in dien zin, dat de afscheep van groote hoe-
veelheden steeds meer verschoven werd.
De in totaal op Java aanwezige voorraden werden aan
het einde van het kalenderjaar als volgt geschat:

1925 …………..342.000 ton
1926 …………..397.000 1927 …………..572.000
1928 …………..710.000
1929 …………..911.000
1930 …………..1.249.000

De uitvoer van
rubber
vertoonde in 1930 cciie daling
vergeleken ‘bij 1929.
meer of iiiindc’r

1929

1.930

in 1930
in netto tonnen

Oitdernemingsrubber . . . 157.139 151.533

– 5.606

I13evolkingsrubber nat ….120.805

97.675

– 23.130
idem

droog . . .

19.312

20.199

+

887

Totaal …. 297.256 269.407

– 27.849

Deze daling komt in hoofdzaak op rekening van cle be-
volkingsrubber. De uitvoer van ondernemingsrubber daalde
‘slechts eenige procenten en is voornamelijk toe ‘te schrijven
aan de stopzetting van den tap bij een groot aantal plan-
tages gedurende dle maand Mei 1930.

1

er.
De invoer van Nederlandscb-iiidië heeft zich in 1930 in
eeue sterk dalende lijn bewogen, welke dcli ng in het laatste
kvartaal van 1929 een aanvang nam. In liet tweedle half-
jaar van 1930 viel tijdelijk eenige stabiliteit in het invoer-
cijfer te bespeuren, doch in het eerste kwartaal van 1931
viel wederom ccce groote daling te constateeren.
Het totaal-cijfer van den import is in 1930 gedaald tot
beneden het peil van 1926. De daling in 1930 kan als
volgt worden verdeeld tusschen dle Buitengewesten en Java
en Madoera:

Java en Madoera ….
f
152.544.000 – 22,4 pOt.
i3uitengewesten ……..71.786.000 – 19,0

De daling is voor ‘beide deden van den Arclupel dus on-
geveer gelijk geweèst. Uit het onderstaande blijkt nader,
dat deze vermindering in verschillende deden van Neder-
landsch-Indië op zeer verschillende artikelen betrekking heeft. Teneinde van de beteekenis daarvan een indruk te
verkrijgen, zal allereerst moeten worden nagegaan, welke
groepen hierbij betrokken zijn. Bij het trekken van con-
clusies uit de beschikbare importcijfers zal echter rekening
gehouden moeten worden met het feit, dat zich in tal van
artikelen tegen het einde van 1929 min of meer belangrijke
voorraden hadden gevormd, waardoor de relatieve verschui-
vingen, welke in de importcijfers tot uitdrukking komen,
niet steeds een jui’st beeld van de verminderde vraag geven.
Evenmin is het mogelijk eene zuivere splitsing te maken
naar de rol, welke de verschillende groepen van import.
artikelen in het economisch proces van Indië spelen. Out
eenige belangrijke groepen te noemen: de chemische voort.
brengselen, metalen, machines en werktuigen omvatten
zoowel artikelen, welke voor de particuliere consumptie,
als artikelen, welke in hoofdzaak voor exploitatie en kapi-
taalsinvesteering in het bedrijf bestemd zijn. De kennis vail
de wijzigingen in den import van deze artikelen is hoogst belangrijk voor de beoordeeling van den invloed, welken
de depressie op het Indisch economisch leven heeft. Waar
de tot dusverre voor 1930 gepubliceerde import-specifica-ties nog niet volledig zijn, blijft voorzichtigheid in de con-
clusies geboden:
De volgende tabel ‘geeft een overzicht van de sanienstel-
liug van den import van particulieren in 1930 vergeleken
met 1929.

682

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

29
Juli
1931

1930
In
1930 minder dan
in 1929
Waarde
in Gewichtin
Waarde Gewicht
Eetwaren en genotmidd.
253.108
1.092.101

33.419

115.751
Garens en manufact
205.435 148.999

64.587

13.033
Metalen

…………..
82.014 360.203

35.337

136.697
Machines, etc …..
.

78.987
84.402

35.642

47.641
Chem. voortbrengselen
71.429 258.934

9.781

29.350
Rijtuigen,

voertuigen,
etc ………….

.

….
31550
31.261

21.572

17.687
Mineralen ………….
27.914
603.248

4.269

122.004
Papier en papierwaren
21.991
60.696

2.225

8.109
Hout, kurk

en

vlecht-
materiaal

………..
10.418
55.583

1.223

8.363
Huiden, vellen en pels-
werk

…………..
7.519
4.386

1.580

212
Aardewerk en porcelein
7.495
53.478

5.331

25.905
G!as en glaswerk
.
7.463
18.682

2.460

7.743
Dierlijke

en

plantaar-
dige voortbrengselen
en dieren en planten
7.157 31.874

972

1.016
Andere goederen ……
20.901 16.049

5.933

2.620

Totaal …… 833.331

2.819.896

-224.331

-536.131

Oco grafische vercieeling van den invoer.
])oor de hierboven geschetste daling van den import zijn
min of meer belangrijke verschuivingen ontstaan in de
beteekenis, die verschillende landen als leverancier voor
Neclerlaiidseh.jnclië hebben. Een in het verslag opgenomen
vijfjarig overzicht van de landen van herkomst geeft
hiervan een duidelijk beeld. Dit overzicht brengt aller.
eerst in herinnering, dat Europa nog steeds eene promi.
nente plaats als leverancier van Nederlaudsch-Indië in-
neemt, vooral wanneer men bedenkt, dat ook uit de Straits
tal van Europeesche artikelen worden ingevoerd. De posi. tie van Azië is echter gaandeweg versterkt. De beteekenis
van de Straits voor den import van Indië is daarentegen
verminderd.
Aangezien cle invoer van rijst in den loop der jaren aan-
zienlijke fluetuaties vertoont, welke geen direct verband
houden met de coujunctuurschommeliugen op de wereld. markt, wordt een zuivercier inzicht verkregen in de wijzi-
ging, die dc positie van de landen van herkomst heeft
ondergaan, wanneer mcii dit artikel bij den invoer uit-
schakelt. Het beeld wordt dan als volgt (in millioenen
guldens)

1926

1927

waarde

%

waarde

Europa …………….392,49

51,6

403,04

Azië…………………..

145,38

19,1

148,84

Straits …………….106,38

14,_

109,51

N. Amerika …………77,80

10,2

92,33

Australië …………..24,64

3,2

24,90

Elders ………………12,63

1,9

12,85

Totaal ……………….759,32

791,27

In deze cijfers komt tot uitdrukking, dat Europa onge
veer voor de helft in tien invoer van Indië voorziet. Dc
daling van tien invoer van dat wereiddeel was in 1930, ver
geleken met 1929, zeer groot, t.v. 25 pCt. in dat opzichf
steekt Europa ongunstig bij Azië af. Dit werelddeel leverde
in 1930 weliswaar veel minder rijst, doch op ander ge.
bied bedroeg de daling slechts 10 pOt. Eene analyse van den aard van de daling van den import uit Europa is der. l.ialve van groote beteekenis. In de eerste plaats trekt de aandacht, dat de invoer van garens en manufacturen van

f
128.576.000 in 1929 daalde tot
f
84.018.000, hetgeen een
achteruitgang van nagenoeg 35 pCt. beteekent. J)e twee
volgende rubrieken, die de aandacht trekken, zijn metalen
en machines en werktuigen. De totale invoer vati deze beide
groepen daalde van
f
231.980.000 in 1929 tot
f
161.001.000
iii 1930, of met
f
70.979.000, dus pim. 31 pot. Aangezien
beide rubrieken van goederen hoofdzakelijk uit Europa en
Amerika betrokken worden, hebben deze wereldcieelen groo-
tendeels het verlies te boeken.
Voorts verminderde de invoer van chemicaliën uit Euro-
pa. Ook de invoer van eetwaren en genotmiddelen daalde,
al heeft ook hier de prijsdaling een grooten invloed op de
uiraarde van den invoer uitgeoefend.
Amerika had in 1930 procentueel den grootsten achter-uitgang te boeken, t.w. 33,2 pot. Een van de voornaamste
factoren hij den achteruitgang van tien invoer uit de Ver-
eenigcle Staten was voorts de vermindering van den in-
voer van automobielen, onderdeelen daarvan, banden en
andere benoodigdheden voor het autoverkeer.
Afgezien van het product rijst daalde de invoer uit Azië
met uitzondering van dc Stra.its met nauwelijks 10 pCt.
De algemeene indruk is, dat cle invoer uit Azië in ver-
scheidenheid verre ten achter staat bij dien uit Europa.
Alleen Japan en China vertoonen een min of meer be-
langrijke diijerentiatie; alle audere Aziatische landen van
herkomst leveren slechts een enkel speciaal artikel, dat

niet in concurrentie met Europa staat. Dc daling van den
invoer uit de Straits bewoog zich om en nabij het gemid-
delcie van cle totale invoerdaling. De invoer uit Australië
bleef sinds jaren nagenoeg constant, al ging deze relatief
iets vooruit.
l)e meeste aandacht trekt echter de uiteenloopende ont-wikkeling van den invoer eut Azië en valt dien uit Europa
en Amerika. Deze gang van zaken is aan twee omstan-
digheden toe te schrijven, ul. eenerzijds aan de concurren-
tie, welke Europa van Azië, in casu Japan en China; on-
dervinclt op het gebied van nuanufacturen, aardewerk ccl.,
en anderzijds aan den teruggang valt de conjunctuur in
het algemeen, waardoor Europa en Amerika, lie de meer
aan conjunctuur oncierhevige goederen leveren, extra zwaar uvorcien getroffen. In het bijzonder heeft deze laatste factor
in het afgeloopen jaar den achteruitgang van Europa en
Amerika geaccentueord. Van cciie verdringing door con-
currentie is op dit terrein over het algemeen echter geen
sprake. Onderscheiding tusschen cle oorzaken, welke tot ede verzwakking van de positie van laatstgenoemde ive-
relctcelen geleid hebben, is van groote betcekeiris vooral
voor de beoorcleeling van de vraag, in hoeverre herstel van
de oude verhoudingen mogelijk zal zijn. Eene vergelijking
tnsscheei 1930 en 1926 is voorts ‘zeer instructief, oniclat de
invoerwaarde gedurende beide jaren elkaar niet veel out-loopt en de rijstsituatie de cijfers weinig beïnvloed heeft.
Dc import uit Azië (excl. cle Straits) was in 1930
f
19 wil-
lioen hooger clan in 1926. Deze stijging komt praktisch geheel
op rekening van garens. en utanuîaetttreii, aardewerk, ke-
delee en thee. De invoer uit Eut

opa daalde iriet
f
23,9. nijl-
lioen. Aangezien de invoer van manufacturen en garetis
met
f
42 millioen daalde, kan op ander gebied dus nog een
vooruitgang worden geconstateerd. Waar het hier, zooals
reeds werd opgemerkt, veelal conjunctuur-gevoelige goe-
deren betreft, is het derhalve zeer cle vraag of ten aanzien
van den ii:ivoer uit Europa in 1930 wel het dieptepunt werd
bereikt. Het jaar 1926 lag in een gunstiger conjunctuur. phase dan 1930, zoodat het niet uitgesloten te achten is,
dat de oi:iguistige verhoudingen in 1931 nog scherper tot
uitdrukking zullen komen.
N’iettegenstaande den scherpen achteruitgang,. is’elken

1928

1929

1930

waarde

%

waarde

%

waarde

%
9

463,80

53,6

484,83

51,1

363,63

49,1
S

158,46

18,3

181,03

19,1

163,85

22,1
S

100,49

11,6

101,13

10,7

78,67

10,7
0

99,58

11,5

138,41

14,6

92,60

12,5
2

26,-

31,-

26,53

2,8

25,11

3,4
7

17,24

2,_

16,13

1,7

15,81

2,2

865,57

948,06

739,67

Amerika irt 1930 te zien gaf, bewoog de impoi-t uit dat
land zich in 1930 nog
f
14,8 millioen boven het peil van
– 1926. Waar de waarde valt den invoer van automobielen in
1930 evengroot was als in 1.926 zullen hierbij ook andere
factoren eene rol hebben gespeeld, waarbij o.a. de vermeer-derde kapitaalsinvesteering val.l (te Ver. St. in Ned.-T.nciië
ii ict verwaarloosd mag worden.

INGEZONDEN STUKKEN.

,,ARBEITSSTRECKUNG”.

Naar aanleiding va.n het artikel van Prof. Dr. A.
van Gijn in E.-S. B. No. 806 cid 10/6/31 zou ik nog
gactrriè enkele opmerkingen maken.
Prof. Van Gun verwijt mij tweemaal ,,mijn groote
fout”, als zou ik de ,,voorhandeu werkgelegenheid”
als een vast gegeven beschouwen en zijn oppositie is
vrijwel geheel hierop gebaseerd, waaruit ik meen te
mogen eoncludeeren, dat mijn artikel
1)
niet goed ge-
lezen is, wan.t reeds in de vierde alinea ervan geef ik
duidelijk de gevolgen aan, welke doorgevoerde ,,Ar-
beitsstreckung” op de productie heeft, nl. een ver-
schuiving ten gunste der eerste levensbehoeften en
ten nadeele der luxe artikelen, alsmede een vermin-
ciering der besparingen.
ik beschouw dus de voorhanden werkgelegenheid
absoluut niet als een vast gegeven en de wet van
‘raag en aanbod is mij ook bekend, maar Prof. Van
(lijn hecht aan deze wet te veel waarde.
Mijn hooggeleerde opponent meent, dat bij voldoen-
de
prijsdaling
‘de productie zich zoo zal uitbreiden,

1)
Zie E.-S. B. No. 802 d.d. 13/5/31.

0/ /0
50,
1 S,
13, 11,
3,

29 Juli 1931

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

683

dat de werkloosheid geheel zal verdwijnen. Ik betwij-
fel •dit ten sterkste. De .werkloosheid is in de laatste
decennia niet beperkt gebleven tot de jaren van de-
pressie, maar is een permanent verschijnsel, waarvan
slechts de omvang zich met de jaren wijzigt. Er zijn, een massa oorzaken van cle huidige depres-
sie aan te wijzen, en één ervan is zeker dat, wat men
rationalisatie noemt. De invoer.i ng van machines en
van verbeterde werkmethoden maakt vele arbeiders
overbodig, voor w’ie slechts dân weer werkgelegenheid
i.s, wanneer nieuwe behoeften worden geschapen. Nu
schijnt over het algemeen te worden aangenomen, dat
dit ook werkelijk in voldoende mate geschiedt. Men
vijst
0]) de enorme industrieën, clie o.a. ‘door de ratio-
nal.isatie mogelijk zijn geworden, op de legers werk-
lieden, die daar hun bestaan vinden, maar er is een
hiaat, gezien de voortdurende werkloosheid. En hier-
voor is maa.r één oplossing: ,,Arbeidstijdverkorti ng”.
Dit, zonder evenredige loonsverlaging is voor de
meeste ondernemingen thans onmogelijk. Vele ‘er-
ken op de grens van haar hestaansmogelijkheid, som-
mige zelfs met verlies. Wil men dus langs •dezen weg
een verbetering brengen, dan moeten cle bonen mèt
den arbeids tijd vermin clerci worden.
De door Prof. Van G-ijn en vele anderen voorge-
stane loonsverlaging kan wei, een deel der werkloos-
heid opheff.et, gezien- de geschiedenis echter ‘geen
volledige verbetering brengen.
Loonsverlaging ‘hetcekent verder niet alleen mdi-vidneele vermindering der inkomsten voor de arbei-
ders, maar als klasse ontvangen zij ook minder. ,,Arbeitsstreckong” laat het totaal-inkomen der ar-
hei d erskiasse on angetast, bevordert daarentegen een
gelijkmatiger verdeeling der inkomens in clie klasse,
wat welvaartsvermeerdeni ng heteeke.nt.

N. 0.
L00TjAA1nD.

* *
*

N a s eb r i f t. Ik veroorloof mij kortheidshalve
een paar opmerkingen hij de iepliek van den ii eer
Looijaarci te plaatsen.
1.) De heer Looijaard sprak inderdaad in het be-
gin van zijn artikel over een
verschv?vmg
in de soort
van werkgelegenheid, welke zonde voortvloeien uit
een andere vercleeling van het (gelijkblijvende) totale
inkomen der arbeiders. Maar dat is ga’o:sch iets anders dan waarover ik sprak, toen ilc wees op cle onjuistheid
om
de
werkgelegenheid als een vast gegeven hoeveel-
heid aan te nemen, clie zon gelijk mogelijk over alle
arbeiders te verdeelen is. Ik doelde op
uitbreidi’n.g
der totale werkgelegenheid doordat cle arbeid voor de
ondernemers goed]cooper wordt, zoodat zij hun pro-
duct goedkooper kunnen leveren en daarnaar meer
vraag ontstaat, (in vele gevallen daarvan meer geëx-
porteerd kan worden).
Als ‘de Heer Looijaarcl dat wei inziet, begrijp ik
niet, dat hij het door hem van de arbeiders gevraagde
offer, bestaande in sterke daling van het weekloon,
niet liever doet strekken om tot gezonde toestanden te Icomen ‘clan om ongezonde vast te leggen, waar-
schijnlijk voor goed, misschien zelf te verergeren. De
U.eer L. zegt wel’wat aan vermindering der werkloos-
heid door geldioondaling te gelôo’ven, maar meent, dat
i.k daarvan te veel verwacht. Ik ‘geloof, dat de pessimis-
ten ter zalce zulks zijn, ‘omdat zij alleen naar het direc-
te door elken werkgever individueel betaalde loon kij-
ken. Rekent men ‘alleen daarmede, dan concludeert
men licht, dat
de
invloed op den prijs ‘van het product
te gering is om daarmede een beduidenide toename der
vraag uit te lokken. Echter ook in ‘de grondstoffen,
halfproducten, huipstoffen en werktuigen z.it ,meerer-
deels loon. en een loon.daiing over eeu’groot deel van de
liefst over de geheele – linie zonde zeker een prijs-
daling ‘der eindproducte.n .medebrengen, ‘die zoowel
cle binnenlandsche vraag als den export zeer sterk
zou’de clden toenemep. Nieuwe behoeften behoeven
daarvoor voorshands niet te worden geschapen; Dage-

noeg elk mensch zit nog met een massa onbevredigde behoeften, waarvan hij een klei n deel zal kunnen be-
vredigen als alles veel goed]cooper wordt geprodu-
ceerd.

Niemand heeft;beweerd, dat loons verlagi ng de ge-
heele werkloosheid ui,t den weg kan ruimen; even-
min tronwens als de Arbeitss’trecku.ng dat kan. Er
zal altijd een zeker percentage werkloosheid zijn door
de seizoenen, door den tijd, noodig voor aanpassing en,
sinds den oorlog, ook doordat onder de. werkloozeni
velen worden opgenomen, ‘die niet of niet, meer ver-
ken willen of kunnen (in Engeland bij’. de fabrieks-
arbeidster, die huwt en niet meer van plan is naar
de fabriek te gaan doch hierover zwijgt ter wille van
de uitkeering). Men kan van een normale werkloosheid
spreken zijnde het cijfer, waaroii der de werkloosheid
niet licht daalt; dit cijfer is mede door de werkloo-
zenu.itkeening en door minder zuivere tellingen in de
laatste jaren overal gestegen..Dat nu nâ ‘de vorige
crisis in vele landen, ‘vooral in Engeland, ‘de werk-
loosheid boven dat n’ormaalcijfer :is gebleven, wordt gaarne toegege’en, maar bewijst alleen, dat ‘de bonen
0])
een peil zij ii gebleven, waarbij er niet voor allen,
(lie ernstig ‘trach ten werk te vinden, werkgeiegen’he:i’d
bestaat. Me’i heeft zich nl. verbeebd, dat na den nijl-
ii ardenversh n den den oorlog het algemeene welvaarts-
peil veel honger kon zijn ‘clan ‘te voren. Dit is weer
vooral i.n Engeland het geval, waar de terugkeer, tot
het goudipeil van het Pond zulks in ‘de hand werkte,
en waar cle weerstand tegen economische aanpassingen
het grootstis. Ook bij ons is die weerstand groot; van
1.925-1.930 heeft dat hij,ons niet veel kwaad gesticht,
omdat ons nationaa,i inkomen zulk een reusachtige
versterking kreeg uit Indië. Nu die stroom is opge-
houden, is het te vreezen, ‘dat
‘bij
achterwege ‘blijven van de economische aanpassin’g, de werkloosheid zeer
groot zal worden
i)
en, dat dus een eventueele Arbeits-streckung zeer vèr zon moeten gaan ‘d.i. het weekloon
van velen zeer sterk zou doen. dalen, ‘veel. meer dan bi:j
mijne oplossing, ‘die ook nog goedkoopere conump-
tiear tikel’en zal geven.
Natuurlijk geeft ‘betere verdeeling van het inko-
men van alle arbeiders tezamen meer welvaart. ik
verwijs ter zake naar mijre becijferingen in de Neder-
l.an’dsche Werkgei’er van 5 Febr. jl., welke ook aan-
toonen, dat het totaal inkomen der arbeiders door
loonsverlaging, die meer werkgelegenheid schept, niet
veel zal afnemen, al rekent men ‘de werkloozenuit-
keeningen thans mede als arbeids.inkomen.
Tenslotte een enkel woord over de ,,massa oorza-
ken der depressie.” Deze zijn niet ‘de directe oorzaken
der werkloosheid, doch ‘de meer verwijdrde. Die vele
oorzaken toch hebben tengevolge, dat de waarde van
den arbeid, dien cle arbeiders leveren ‘daalt onder liet
geldloon e.n di,t veer leidt tot ontslag van arbeiders.
Kon men met eenigen spoed de ongunstige omstandig-
lieden, die de waardedaling ‘van ‘den arbeid veroor-
zaken, ten goede wijzigen, dan moest men ‘dit natuur-
lijk doen en men kon dan in afwachting de bonnen wel
tijdelijk iets te hoog honden en daarmede tijdelijk
werkloosheid behouden. Maar daar ziet het niet naar
uit en daarom is aanpassing van ‘het gel’dloon aan de
gedaalde waarde van den arbeid ‘de eenige manier om
de werkloosheid te doen afnemen. Blijft die aanpas-
sing achterwege en blijven wij :intusschen millioenen
besteden voor wenicloosheidsuitkeeningon, dan is vrij
zeker, dat dit tot steeds verdere daling van ‘de waarde van den arbeid zal leiden met het gevolg meer werke-
loosheid enz. Arbeitsstreckung – men kan evengoed
zeggen

,,Arbeitslosigkeits-streckung”, want men
krijgt in de plaats van 25 pOt. arbeiders, die geheel
werkloos zijn, 100 pOt, arbeiders die voor 25 pOt.
werkloos zijn – helpt daar in ‘geen enkel opzicht uit.
VAN GIJN.

J)
Zie Zaalberg’s artikel ,,Nederland Pas op” in de
,,Groeiie Ainsterclamnmcr” van 4 Jnlj ji.

684

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

29 ,Juli 1931

STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.
N.B.

beteekent:
Cijfers nog niet ontvangen.

GELDKOERSEN.
BANKDISCONTO’S.

N d JD
BI
il

~
inn.Eff.
cWissels. 2
16 Mei ’31
Lissabon
….
7
2Juni’30

Bk

2
+16 Mei ’31
Londen ……
323 Juli ’31
Vrsch. inR.C. 2f16 Mei ’31
Madrid ……
6.23 Juli ’31
Athene ……….
9 2Dec.’28
N.-YorkF.R.B.4
7Mei ’31
Batavia ……….
4+10
Mrt.’SO
Oslo ……..
4
8Nov.’30
Belgrado
……..
7+20
Juli’31
Parijs ……2
2Jan.’31
Berlijn ……….10
15Juli’31
Praag ……4
24Juni’30
Boekarest……..8
1 Apr.’31
Pretoria
….
5
12Mrt.’31
Brussel ……….
2/31 Juli’30
Rome ……..
5+19
Mei ’30
Budapest ……..9
23Ju1i’31
Stöckholm
..
3 6
Feb.’31
Calcutta ……..6
28Mei
’31
Tokio …….5.1 6
Oct. ’30
Dantzig ……..7
17Juli ’51
Weenen ……
10.22Juli ’31
Helsingfors ……6
26Aug.’30
Warschau
. .
7 3 Oct. ’30
Kopenhagen
….
3+i2Nov.’30IZwits.Nat
,
.Bk.2 23Jan.
1
31

OPEN MARKT.

1931

II
1930
II
1929
II
1914

25

1
Ju
1
20125
Juli
13118
Juli
6111
Juli
21126
Juli
22;27
Juli
20/24
Juli

Amsterdam
Partic.disc.
2

1
1s

I”116 21/
s

1315I8

314_111$

1
15
I16-2
5
1
/16
3
1
18.
3
/16
Prolong.

111
2
_21I
4

1

13-I
1′-2
431_5
2114_111
Londen
Daggeld.
..
131-2
1
1

1’/-2’1

1’13-2

11
1-2
11
152
4-514
131
4
-2
Partic,disc.
311612

21-

25j4-318

1
14
116.
2
7
/76
1
/2
5’/32l16

2
1
/4-‘I,
Berlijn
37/

21116
Dageld…

8-11
13/44113

6/3-9
1
J5

Partc.disc.
30-55 d…

7
31
7/8

56-90d…

7
33;
73/
s

21/_11,
Waren-
wechsel.

7
1
1
82
)
3
3
I4-
7
/8
7I8

New
York
Daggeld
‘)
1ij2′
1
/4

111
331
4

111
3
.3/
4

IJ/3

3
/4
21/
4

710
1
14
1
8
14-2
1
11
Partic.disc.
1

1

1

1
2-
1
/8
5118..1/4

Koers
van
24
Juli en daaraan voorafgaan e weken
t/n,
Vr
jdsg.
Koers van 9-I1 Juli.

WISSELKOERSEN.
KOERSEN IN NEDERLAND.

D a a
New
Londen
Berlijn
Parijs
18russei

Bata,’Êa
York)
‘)
)
)
•)

21 Juli

1931
2.482/
16

12.04
58.85
9.731
34.60
997/
s

22

,,

1931
2.487/,
12.03%
59.-
9.73
34.59
99,’
23

,,

1931
2.488/
1

12.03
3
/
8

58.95
9.731
34.62
24

1031
2.48
8
/
8

l2.038/, 58.90
9.731
34.61+
997
25

1931
2.48%
12.041/
8

58.90
9.73 34.63
995,
27

1931
Laagsted.w.
1
)
281/8

2.48
12.04%
12.03
58.85
58.65
9.72+

9.72
34.61
34.56
1
99%
Hoogste
d.wl)
2.48a/, 12.04%
59.-
9.75
34.63
997/
s

20 Juli

1931
2.48s/,
12.03%
58.85
34.60

997/
8

13

,,

1931
2.4834
12.06
3
/
8

58.58 9.741 34.69
9915j,

i
100
Muntpariteit
2.4894 12.1094
59.26
9.75
34.59

Data
siI
Weenen
Praat
Boeka

Milaan
Madrid

21 Juli

1931
48.27%
34.90
7.34
1.47
12.97+

22.90
22

1931 48.2734
34.95
7.35
1.471
12.97
22.85
23

1931
48.37%
34.95 7.36
1.47+
12.99
22.65
24

,,

1931
48.40 34.95
7.36
1.471
12.99
22.35
25

1931
48.3734
34.95
7.36
1.
4
7+


27

1931
48.38
34.92%
7.37
1.471
12.99
22.30
Laagsted.w.l)
48.23 34.75

733

1.46
1

12.94
22.10
Roogsted.w’)
48.40 34.95
7.38
1.48+

13.-
22.95
20 Juli

1931
48.35
.
34.90
7.34
1
.47+
1
2
.97+
22.90
13

,,

1931
48.18 34.95
7.35 1.48
12.95
23.40
Muntpariteit
48.-
35.10
7.371
1.488
13.09
48.521

Data
Stock-
Kopen-
Oslo
)
Buenos-
Mo,,-
holni

)
hagen)
for
Aires’)
treal
8)

21 Juli

1931
66.35 66.30
66.30
6.24
763
2.478/
8

22

1931
66.40 66.30
66.30
6.25
75
/8
2.478/
3

23

1931
66.40
66.30
66.30
6.25k
75
2.47%
24

1931
66.40 68.30
66.30
6.25
74%
2.47%
25

,,

1931
66.40 60.30
66.30
6.25
74 2.473/
3

27

,,

1931
66.40
66.30
66.30
6.24
73%
2.47
Laagsted.w.1)
66.31
66.23
66.23 6.23
73%
2.46
7
/
8

Hoogste d.w1)
66.42 86.32 66 32 6.26
7694
2.475/
3

20 Juli

1931
66.40
66.30 66.30
6.23
761/
2.475j,
13

,,

1931
66.55
66.47+ 66.47+
6.24+


Muntpariteit
66.67
66.55
66.67
6.26+
953,.
2.48%
S)
Noteering te Amsterdam. ) Not, te Rotterdam.
1)
Part, opgave.
In het eerste
nummer
van iedere maand komt een overzicht
vnor van een aantal niet wekelijks opgenomen wisselkoersen.

KOERSEN TE NEW YORK. (Cable).

1) a a
Londen
($
pr)
Parijs
($
p. IOOfr.)
Berlijn
($
p.
100 Mk.)
Amslerdan,
($
p.
100
gid.)

21 Juli

1931
4,84I
8
/1
3,928/
3

25,-
1

40,28%
22

1931
4,843/
33

3,927/
33

25,-
40,25%
23

1931
4,84
85
/
33

3,91%
25,-
40,26%
24

1931
4,85
18
/
32

3,91i,
23,50
40,273.4
25

1931
4,8586/
33

3,91isj,,
25,-
40,32
27

1931
4,85
11
/53
3,9113/
1
,
23,65
40,31%

28 Juli

1930
4,87
3,93%
23,89%
40,273.4
Muntpariteit
..
4,8667
3,90′
23,81%
409/
35

KOERSEN TE LONDEN

Plaatsen en
Landen
IlVoleerings-I 11Juli
I

eenheden

1

1931
I 18 Juli
1

1931
20125
Juli’31
1
LaagstejHoogstjj
125jult
1931

Alexandrië.. Piast. p. X,
973,4
i”
977/95

/I6
9734
Athene ……Dr. p.,
375
375
374%

375 %
375
Bangkok…. Sh.p.tical
1/9
3
/
8

1/9%
498/,

1
1
9j
s

1/98/
1

Budapest

Pen. p £
2
7.88+
27.75 27.70

29.00
27.85
Buenos Aires’

d. p.$
35’hs
349/
1

3394

34%
335)
3

Calcutta
.. . .
Sh. p. rup.
1158/
1/5
68
1
64

1
1
1
526/
33
1/527/
33

1/5
51
/
64

Constantin:. Piast.p.
4
g
1.025 1.025 1.025

1.025
1.025
Hongkong
. .

Sh. p.
$
1/07/
55

l/O/ic

117/
5

1/01/
3

1/0
3
1
16

2/025/
34

2/026/
34

2/011/

03’/64

2/027
1
34
Lissabon
……
Escu. p. £
110 110
109%

11094
110
?vlexico

….

$
per £
9.95
9.95
9.85

10.00
9.87+
Montevideo
.

d.per,
28
4

271/
3

25

2794
25%
Kobe

…….Sh. p. yen

Montreal

$
per £
4
.8
7
+*
4.86%
4.85%

4.873,
4.875/
8

Riod. Janeiro d. per Mil.
3
21
/
32

3%
311/
33

39/
1

3%
Shanghai
. ..
Sh. p. tael
1/39/,,
1/3a/,
1/27I

1138/5
1/35/32
Singapore

..

id. p.
$
2/384
2/3%
2J3ii/,

2/389/
33

2/3%
Valparaiso
3).

$
per £
39.98
39.84
39.85

40.10
39.93
Warschau
..

ZI. p. £
4371
433,4
43%

4331
43
‘1
90
dg.
ZILVERPRIJS
GOUDPRIJS
9)

Londen’) N.York’)
Lon,’en
20 Juli

1931..

131/
8

28
1
/8
20 Juli

1931….
84/1134
21

,,

1931..

13
277/
8

21

1931…,,
84/11%
22

1931..

13
27%
22
1931….
84/1194
23

1931..

12I8/,
27′
23
1931…..

84/11%
24

,,

1931..

13
27%
24
1931
..
.
.

84/1194 25

1931..

12″
273/
3

25
1931..
..

84/11%
26 Juli

1930..

167/
33

35s
26 Juli

1930….

85/1
27

Juli

1914.
.

241.j,
59
27

Juli

1914….

84/11
‘)in
venco
p.oz.stand.
‘)
Foreignsllverin 1
c. p.Oz.fine.
3
)insh,p,oz.fine

STAND VAN
‘.
RIJKS KAS.
Vorderingen.

1
15Juli1931

/
23Juli1931
Saldo van’s
Rijks Schatkist bij De Ne-
derlandsche

Bank
……….
……..
t

1.776.406,73
/

4.581.196,07
Saldo
b. d. Bank voor Ned. Gemeenten
,,

1.849.991,89
,,

1.967.017,28
Voorschotten op uIt. Juni
1931
aan de

.

gemeenten verstrekt op voor haar
door de Rijksadministratie te heffen
gemeentelijke

ink.bel. en

opc.

op
de

Rijkslnk.bel
………………..
.



Voorschotten op uit. Juni 1931 aan de
.

gemeenten verstrekt op aan haar
uit te keeren hoofdsom der perso-
neele belasting, aandeel in de hoofd-
som der grondbelasting, alsmede van
opcenten op die belastingen …….
,,

20.226.343,33
,,

20.226.343,33
Voorschotten aan Ned.-lndit ………
..92.592.543,78
.
,,

94.134.637,45
Id. aan

Suriname …………………
,,

11,774.444,58
Id.

aan

Curaçao
………………….
….12.051.017,45
,,

6.817.126,67
,,

6.845.540,30
Kasvord. weg. credletverst. a/h. buitenl ,,
116.852.946,69
,
117.998.036,78
Daggeldleeningen tegen onderpand
4.000.000,-

Saldo der postrekeningen van
Rijks-

.

comptabelen

………………..

25.050.416,33
,,

24.995.028,05
Vordering o/h. Alg. Burg. Pensioenf.1)

..
251.272,59
Id. op andere Staatsbedrijven’)
…….
.

17.156.116,63 17.291.116,63
V er
Pl
1 c h t i n ge n.

Schatkistbiljetten in omloop ……….
/
178.814.00,-

t
178.814.000,-
Schatkistpromessen in omloop ……..
,

49.040.000,-

»
49.040.000,-

Schuld op uit. Juni ’31 a/d. gemeenten
Zilverbons in omloop …………….
,,

2.558.092,

,,

2.522.105,-

verstrekt wegens voor haar door de
Rijksadm. geheven gem. ink. belast.
en opcenten op de Rijksink. belasting

472.997,53

472.997,53
Schuld aan het Alg. Burg. Pensioenf.’)

,,

390.331,34


Id. s. h. Staatsbedrijf
d.
P.,
T.

T.’)

33.246.719,89

en

,

32.824.765,35

Id. aan andere Staatsbedrijven
1)

…..
1.210.755,11

,,

1.187.365,
96
Id. aan diverse Instellingen
1)

..
4.875.991,89

4.853.275,02
11
In rekg.-crt. met ‘s
Rijks
Schatkist.

NEDERLANDSCH.INDISCHE VLOTTENDE SCHULD.
1

12

tH

IflQ

1

‘3»

1..,;

•fl’t
voraeringen: Saldo bij de Javasche Bank


Betaalmiddelen in
‘5
Lands Kas …..
.
f
39.944.000,


1.556.000,-

Verplichtingen:
Voorschot ‘s Rijks kas e. a. Rijksinsteil
93.729.000,-
f
94.874.000,-
,,

24.500.000,


,,
24.500.000,-

wo.

muntbiljetten

………………

7.060.000,

Schatkistpromessen ……………….

Muntbiljetten in omloop
………….

8.979.000,-
Schatkistbiljetten

…………………7.060.000,-

Schuld aan het Ned.-lnd. Muntfonds

Voorschot van d

.

.

848.000,-
469.000,-
Idem aan de Ned.-lnd. Postspaarbank
,

1
.094.000,-

1.099.000,-
e Javasche Bank……
6.09l.000,

,,

16.117.000,-

29 Juli 1931

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

685

NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 27 Juli 1931
4ctiva.
Binnenl.
Wis-I
Efdbk.
f
50.114.400,84

sels,Prom., Bijbnk.

1.723.228,02

enz.in
disc.Ag.seh.

8.623.675,32
f

60.461.304,18
Papier o. h. Buiten!, in disconto …….,


Idem eigen portef. . f 228.719.467,-
Af :Verkocht maar voor

de bk. nog nietafgel.

228.719.467,-
l3eleeningenllfdbk.
f
30.417.24325
mcl. vrsch.

Bijbnk.

6.565.383 77
in rek..crt.

Ag.seh.

56,006.721 6i
op oudrp.

r
92.989.348,69

Op Efiecteu ……
f
90.808.269,78

OpGoederenenSpec.

2.181.078,91

92.989.348,69
.Voorschottena,h. Rijk …………..

4.511.992,10
Munt en Muntina Leriaal
Munt, Goud ……
f
88.687.955,-

Muntirmat., Goud ..

497.338.651,66

f
586.026.606,66

Runt, Zilver, enz. •

35.435.261,95

Muntmat., Zilver..


621.461.868,61
1

Belegging ‘j kapitaal, reserves en pen-
sioenfonds …………………….,

26.921.347,32
Uebouwen en Meub. der Bank …….. ..5.000.00li,_
Diverse rekeningen ………………,,

65.135.875,09

Pasiva
f 1.105.201.202,99
– – –
Kapitaal ……………………….
f
20.000.00,-_
Reservefonds …………………… ..7.563.205,5e Bijzondere reserve ……………… ..8.000.000,-
Pensioenfonds …………………. .. 7.430.439,89
Bankbiljetten in omloop ………….. ..932.034.090,-
Bankasaignatiën in omloop ………. ..1.086.253,73
Rek.-Cour.
5
Het Rijk f –
saldo’s:

, Anderen,, 126.299.547,85 ,,

126.299.547,85

Diverse rekeningen ………………,,

2.787.665,93

f
1.105.201.202,99

Beschikbaax umetaalsaldo ………….
f
197.248.539ïT
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop dan waartoe de Bank gerechtigd is ,, 493.121.345,-
11
Waarvan iii het buitenland f 28.846.779,33.
Voornaamste posten in duizenden guldens.

(loud

,indere Beschikb. Dek-
Data

Cir’u lu: opetschb. Metaal- kings
Munt
1
Muntmat.

schulden

saldo
1)
perc.

27 Juli ’31 88.688 497.339 932.034 127.386 197.249 59
20

’31 88.688 440.231 920.670 83.487 162.143 56
13

’31 88.688 408.729 885.564 61.734 153.968 56
6

,, ’31 88.688 408.729 895.585 43.902 157.022

57
29 .Junj ’31 88.688 408.729 879.330 68.857 156.047 56
22 ,, ’31 88.687 408.494 842.202 101.983 159.773 57

211 Juli ’30 64.839 325.820 808.925 16.040 86.890

50

25 Juli ’14 05.703 96.410 310.437

6.198 1 43.521

54

Totaal Schatkist-

B

Pajier

Diverse
Data

bedrag pro,nessen

e ee-

op het

reke-

disconto’s rechtstreeks n ngen

buitent. nulgen
1)

27 Juli 1931 60.461

92.989 228.719 65.136
20

1931 53.014

107.602 228.684 64.179
13

1931 49.830

92.709 228.612 53.607
6

1931 43.426

97.291 228.522 50.728
29 Juni 1931 42.756

101.705 228.484 52.854
22 ,, 1931 44.051

95.798 228.434 59.208

28 Juli 1930 49.631

86.454 240.637 43.794

25 Juli 1914 67.947

01.686 20.18i

509
‘t
Sedert den bankstaat van 14 Jan. ’29 weder op de basis van ‘Im
metaaldekking.
6)
Sluitpost activa.

SURINAAMSCHE BANK.

Voornaamste posten mu duizenden guldens.

Data
Metaal
t

Andere
t
opelschb. schulden
Discont.
Div. reke-
ningen
1)

20 Juni

1931-
901
1.201
434
842
572
13

,,

1931..
896
1.240
534
829 544
6

1931…
896
1.356 535
817
552
30

Mei

1931-
891
1.442
527
821
553

21

Juni

1930…
931
1.278
563
1.037
513

5 Juli

1914-
645
1

1.100 560
1

735
396

‘)Sluitp. der activa.

JAVASCHE BANK.

Voornaamete posten in duizenden guldens. De sameugetrok.
ken cijfers der laatste weken zijn telegrafisch ontvangen.

Goud
I
Zilver
I
Circula lieopeischb. metaal-
schulden

saldo

25 Juli 1931

154.000

241.200

22.100 48.680
18

1931

158.700

243.800

24.500 51.380
11

1931

160.000

248.300

29.000 49.080

27Juni1931 115.054 1 45.549 240.293

37.495 49.487
20

1931 115.364
1
45.633 243.602

35.997 49.158
13 » 1931 115.000

46.068 ) 248.331

33.263 48.430
6

1931 114.969 ) 46.824
1
249.600

32.391

48.996

26 Juli 1930 139.105

24.658 267.411

54.947 34.839
27Juli 1929 147.122

21.862 301.951

52.188 28.328

z5 Juli 19141 22.057

31.907

110.172

12.634

4.842
Wissels,
1

Dek-
Data

Dis-

buiten
1
.8elee-
1
Diverse
1
reke-

1
Icings-
conto’s

N.-!nd. 1 ningen

nlngen’)
1
percen-
betaalb. 1

1

taee

25 Juli 1931
18

1931
11

,,

1931

27Juni1931

9300
97.400
106.700

*5*
..***
***

27.057

58
59
58
58
9.427
2

17
38.101
20

1931
9.379
20.556
38.218 31.389
58
13

1931
9.416
24.545 39.379
29.801
57
6

1931
9.163
24.129
37.492
29.562
57
26Juli1930
10.652
34.131
42.080
53.545
51
27Juli1929
10.870
36.417
112.736
26.144
45

25 Juli 1914
7.259
6.395
75.541
2.228
44
‘) Sluitpost activa.

BANK
VAN
ENGELAND.
Voornaamste posten in duizenden panden sterling.

Bankbilf.
1
Bankbilf.

Other Secu ritjes
Data

Metaal

in

un Banking7i7c. and
circulatje
1
Departm. 1 Adva,,ces Isectirities

22 Juli

1931
150.045
356.098 52.676
7.099
31.977
15

1931
165.200
358.913
65.078
7.407
30.164
8

,,

1931
165.811
359.258
65.362
7.102
27.837
1

,,

1931
164.421 357.429
65842
34.319
28.746
24 Juni 1931
164.014
352.832
70.063 9.633
27.129
17

,,

1931
161.987
352.266
68.661
9.395
28.044

23 Juli

1930
155.034 364.138
1

49.981 7.098
22.102

22 .1uli

1914
40.164 29.317 33.633

Data
1

00v.
Sec.
Public
Depos.

1

Other Deposits
1
)
1
Reserve1
1

Dek-
kings-
Bankers Other
Accountsl
1
perc.
1)

22 Juli ’31
34.376
16.373
60.179
32.764
53.946
495/
10

15

’31
30.021 15.676
66.429
33.705
66.287
577/1,
8

’31 31.826 15.734 64.543 34.986 66.553
5723/,,
1

’31
32.931 11.490
99.402
34.091
66.992
463/
15

24 Juni’31
30.401
25.249
61.644
33.520 71.182
593/,
17

,,

’31
30.846
15.017
71.448
33.681 69.721
58

13 Juli ’30
51.356
9.904 67.266
38.207
50.896
44
13
i,,
22 Juli
’14 11.005
13.736
42.185 29.297
52
1)
Verhouding tusschen Reserve en Deposits.

BANK VAN FRANKRIJK.
Voornaamste posten in millioenen fraucs.

1
Te goed
Wis-

Wuarv.

tielee

Ren ietoo,
Data
Goud
Zilver
in het
,
op
het

1
,7
ngen
voorschot
buifenl.
buiten!.
a. d. Staal

17Juli’31
56.647
856
8.659
21.553
16.990
2.839
1

3.200
10

’31 56.227
855
8.030 21.909
17.603
2.822
3.200
3

’31
56.229
851
6.946
23.119
18.687
2.892
3.200
26 Juni’31
56.426
851
6.419
25.385
19.790
2.779 3.200

18Juli’30
44.912
362
6.738
24.123
18.991
2.726
3.200

23 Juli
1
14
4.104
1
840

1.541
S
759

Bons
v. d.
Di
Rekg. Courant
Data
zelfSt.
amorf. k.
sen
e
j
I

Circulatie
Staat
Zei/st.
Part
1-
nrnort.k.
culteren

17Juli’31
5.082
2.457
77.954
1.665
8.022
12.935
10

’31
5.082
2.208
78.186
1.528
8.022
12.935
3

’31
5.082
2.244
78.610
1.524
8.028
11.977
26Juni’31
5.082 1.984 76.927
888
7.579
11.868

18Juli’30
5.395
1.835
72.293
3.280
4.964
7.351

23Juli’14
– –
5.912
401

1)
Sluitpost
activa.

Data

686

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

29 Juli 1931

DUITSCHE RIJKSBANK.
Voornaamste posten in millioenen Reichsmark.

Daarvan

Deviezen

Andere
ata

no d

bij bui-

als goud-

wissels

Belee-
tenl. circ.

dekking

en

ningen
banken 1)

geldende

cheQues

23 Juli

1931

1.352,8

65,5

159,5

2.863,7

316,4
15

1931

1.386,1

81,7

124,4

2.676,8

386,0
7

1931

1.421,8

116,8

371,0

2.555,0

224,5
30 Juni 1931

1.421,1

117,0

299,6

2.578,7

355,2
23

,,

1931

1.411,2

117,7

92,6

2.349,8

136,7
23 Juli

1930

2.618,9

149,8

181,6

1.427,2

57,6
30 Juli

1914

1.356,9

750,9

50,2

Data

Effec-

Diverse

Circu-

Rek

Diverse
ten

Activa2)

latie

Crf.
g.-

Passiva

23 Juli

1931102,3

920,5

4.194,6

585,0

– 737,0
15

,,

1931

102,3

856,4

4.161,8

307,1

720,2
7

1931

102,3

861,4

4.110,4

342,8

692,0
30 Juni 1931

102,8

855,9

4.294,7

397,9

587,1
23

,,

1931

102,9

580,0

3.726,0

433,0

263,9
23 Juli

1930

101,0

753,6

3.965,9

677,0

217,6
30 Juli

1914

330,8

1

200,4

1

1.890,9

944,- 1

40,0
1)
Onbelast.
1)
W.o. Rentenbankscheine
23, 15,7 Juli, 30, 23
Juni
’31,
23 Juli 30, resp. 8; 13; 19; 1; 49; 69 miii.
NATIONALE BANK VAN BELGIË.
Voornaamste posten in millioenen Belgas.

Data
0

°’

Ooud

Rekg. Cr1.

1931

u

.
-41
0

.

ZE
,

23 Juli

1493

894

796

47

290

3.317

82

160
16

1472

888

750

53

290

3.318

69

105
9

,,

1439

918

738

35

290

3.316

7

119
2

1435

898

735

39

290

3.284

66

70
25 Juni 1434

874

738

36

292

3.193

16

189
24 Julil 1202

795

67

767

32

311

3.007

9

113
1
)1930.

VEREENIGDE STATEN VAN NOORD-AMERIKA
FEDERAL RESERVE BANKS. Voornaamste posten in millioenen dollars.

Ooudvoorraad
l-
Wettig

I

Wissels betaa
Totaal

F. R.

Zilver

disc. v. d.

open
Data

king
Dek

middel,

her-

In cle

banks

I
gekocht
bedrag

Notes

etc.

member

markt

15Juli’31

3.409,1

2,020,2

172,0

161,8

70,4
8

’31

3.427,9

1.994,4

164,0

162,4

91,8
1

’31

3.412,0

1.963,7

167,3

150,2

103,3
24Juni’31

3.382,6

1.933,5

175,1

197,7

106,4
17

’31

3.355,3

1.941,0

171,0

185,4

106,8
10

’31

3.277,0

1.916,8

167,6

184,8

127,2

16Juli’30

3.030,7

1.609,6

166,5

207,0

168,7

-I

Al
em.
Notes
Data

in (1. S.

in circu-

Kapitaall kings-

kings-
Belegd

I

Oestort 1

Dek-

Lfek-
Oov.Sec.

latie

s

_I
perc.’)

perc.)

15Juli’31

677,9

1.716,6

2.539,9

166,8

80,0

84,1
8

,,

’31

668,0

1.736,9

2.527,3

168,0

80,3

84,2
1

,,

’31

663,4

1.738,4

2.500,8

168,2

80,4

844
24 Juni’31

618,5

1.674,2

2.556,8

168,2

79,9

84,1
17

,,

’31

599,0

1.668,3

2.472,5

168,3

81,0

85,2
10

,,

’31

599,0

1.641,9

2.440,0

168,4

80,3

84,4

16 Juli ‘301 577,1

1.382,3

2.516,3

169,5

77,2

82,0
1)
Verhouding totalen goudvoorraad tegenover opeiechbara
schulden:
P. R.
Notes en netto deposito.
2)
Verhouding totalen
voorraad muntmaterlaal en wettig betaalmiddel tegenover idem.

PARTICULIERE BANXEN AANGESLOTEN BIJ HET
FED. RES. STELSEL.
Voornaamste posten in millioenen dollars.

Aantal

conto’s

Beleg-

bij de
Data

banken

en

gingen

F.
R.

de o-

time
Dis-

lReserve
I
Totaal

Waarvan

beleen.

pfk

depostts

8Juli’31

40

14.636

7.851

1.854

21.051

7.176
1

,,

’31

22

14.691

7.795

1.808

21.169

7.172
24Juni’31

63

14.540

7.803

1.879

20.764

7.169
17

’31

57

14.582

7.843

1.816

20.756

7.191
10

’31

59

14.641

7.811

1.821

20.886

7.325

9Juli’30

67

16.869

6.118

1.790

21.060

7.376
Aan het eind van ieder kwartaal wordt een overzicht
gegeven van enkele niet wekelijks opgenomen bankstaten.

GOEDERENHANDEL.

GRANEN.
28 Juli 1931.

.lioopers van t a r w e zijii geregeld iii Cle iiiarkt vooi spoe-
clig verwachte partijen cii vroege afladiiigeii ter aanvulling
‘1lJ1
hiiit voorraden. Ook is liet Verre Oosten veiIei als
kooper opgetreden valt Atistralisc]ie tarwe, vaardoor de
(TrOk van die taiwesoort op cle Europeesche markt is ‘er-
nIjuclertI. Toch was cle stemming aan cle tarwemarkt iii de
afgeloopen week over liet algeinecu vecicr flauw. Wel zijn
iii cle ceistc dagen de prijzen aali de tennijniiiarkt te Clii-
cago i ii verband iriet oogstbericlltell iets gestegeii, doch later
is deze verbetering geheel verloren gegaan, en een daling
heeft daarna nog plaats gevonden. I)e JuIi-teriiiijn te Clii-
cago sloot 1 dollarcent per 60 lbs. lager dan een week ge-
leden. ‘J.’e Wii.inïpeg was (le Juli-termijn 4 dollarcents pe
60 Ibs., de Oetober-termijn ook 4 dollarceuts per 60 lbs.
]ger. De koersen in Argentinië zijn, na iets verbeterd te
zijn, teruggeloopen . liet slot te Buenos Aires was 16 een-
tavos, iii Rosario 10 centavos per 100 L(G. lager. ])c peso-
koers was in cle afgeloopen week flauv en is nog ver-
der gedaald. Nog zijn valt grooten iiivloccl
01)
tien )ijze2-
loop cle oogstvoorititzichten in Noorci-Anierika en iii Europa,
welke vooruitzichten in het iiuuwste verband staan met dcii
vernioedelijken oni’aIlg
v1ii
het aanbod gedurende den
herfst. De financilele situatie in Duitschland is s]cchts
kort va ii i iivlocd geweest op de steinni i g aan de tajwe-
iiiarkt. :i cle nfgcloopeii vcek was de flauwe steiiiniing voor tarwe echter meer te zoeken in de over de Noord-
‘tiiierikaanschc
011
Etiropccsclie oogsten Ijinuexikonicndc
berichteji. In cle ‘ercenigde Staten vindt liet binnenhalen
‘aij ileii witi.tcrtarwe-oogst Ouder gunstige oiiistandigliedeit
plaats. In het voorja.arstarwegebicd heeft liet in vole stre-
ken geregend en daar zijn de vooruitzichten verbeterd. In andere gedeelten wordt echter over warm droog weer ge-
klaagd. in Canada zijn dc weersomstandigheden gn tistiger
n zij gedurende gerninieti tijd waren en ingroote ge-
dccltcn vat de drie Prairie-Provincies heeft het hard ge-
regend, waard oor de oogstvooruitziclitei.i zijn verbeterd.
E chter niet overal is regen gevallen en Vrij algemeen wordt
de regenval a]s nog niet voldoende beschouwd. Ook is iv
sommige streken de regen te laat gekoimien om nog een
goed resultaat te kui.t tien verwachten. De vooruitzichten in
Canada loopen ster]d uiteen en liet zal dit jaar al buiten-
gewoon moeilijk zijit, om de opbrengst van dcii Canadee-
schen oogst te schatten.
Mcii mag echter wel aannemen, dat
een verbetering is ingetreden, sedert de meest pessimis-
tische berichten w’erdemi verspreid vûtlr aan dc groote
droogte in Caiiada, een einde kwam. In West-Europa en in
Engeland is liet weder gedurende den laatsten tijd oube-
stendig geweest en bijna overal heeft afwisselend de zon
gesehienen en zijn zware regenbuien gevallen, liet binnen-
hilen van vroege gewassen is dientengevolge vertraagd,
•iloeh, wat tarwc betreft, worden nog geen klachten gehoord
iii verband niet dc tegen woordige weersomstandigheden. Tn
Italië is liet weder gunstig voor het hinneuha]en van den
oogst, waarmede men ijverig bezig is. Met de restultteten
van den tarw’e-oogst is men daar tevreden. In Centraal-
cii Oost-Europa zijn cle vooruitzichten gunstig. In Rocnte-
ii ii is liet zeer .’arm geweest en heeft men gocdcn voort-
gang kiuniien maken met de oogstwerkzaaiuiheden. Uit Rus-
land is weinig nieuws voorhanden. Dc Ruissisehe verkoop-
centrales zijn dringend aan dc markt niet tarwe op spoc-
dige en latere aflailiug en men zou daaruit cle conclusie
mogen trekken, dat de vooruitzichten gunstig zijn. cii dat
itnsland in staat zal zijn groote hoeveelheden tarwe aan
de markt te brengen. Ook aan het Internationaal Land-
bouw :rtistitcumt is men van dezelfde mcmii ng. Een dezer
dagen door dit Instituut gepubliceerd bericht over de ver-
nioedelijke opbrengst van tarwe der oogsten op het Noor-
delijk halfrond verwacht ruime versehepingen van Rus-
sisehe tarwe, waarvan liet een grootcrc opbrengst ver-
vaeht dan in het vorige jaar. De bebouwde oppervlak-te
wordt volgens dit bericht geschat 01) 93 urnillioen acres,
hetgeen een vermeerdering vati oiigvcer 7 inillioen acres
is in vergelijking met liet vorige jaar. Dc opbrengst van
Russische tarwe in 1930 zou 1.080 ‘milhiocii bushels becira-
gen hebben. Volgens den toestand beoordeeld op 1 Juli
zou Rusland in het volgende seizoen zeer belangrijke hoe-
veelheden voor export beschikbaar hebben, in verband met
dc goede vooruitzichten van den rogge-oogst, en w’anneer
na 1 Juli cle ontw’ikkeling van de zomnertarwe niet met
grooten tegenslag te kampen zou hebben. Wat de geheele
tarweproduetie op het Noordelijk halfrond betreft, ver-
wacht liet Internationaal Landbouwbureau een kleinere opbrengst in dit jaar dan hetgeen noodig zal zijn om de
tarwebehoefte in invoerende landen te dekken. Het is dui-

29 Juli
1931

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

687

AANVOEREN in tons van 1000 KO.

Rotterdam

Artt keien
1

gj juij

Sedert

1
Overeenk.
II
19125
Juli

1

1931

1 Jan.
1931

tijdvak
1930

1931

737.889
750.080
Tarwe

……………..24.728
Rogge

……………..175
178.528
258.661
.167
14.575
9.576

MaIs ………………

606.080 550.420
1.245
355.594
263.551

Boekweit
……………

Haver

…………….
171.000
115.288

22.
.007

200
118.257 48.181

Gerst

.
………………
1
..364

5.835
59.67 5
92.764
Lijnzaad

……………..
Lijnkoek

……………
63.610 73.289
Tarwemeel

………….56
Andere meelsoorten
330
24.996
10.922

Amsterdam
Totaal

Sedert

1
Overeenk.
1931
1930
1Jan.
1931
tijdvak
1930

9.515
26.554
747.404
776.634
308
24.650 178.836
283.311
145
1.512
14.720
11.088
137.074 93.272
743.154 643.692
21.915 21.251
377.509
284.802
1.410
2.812
172.410 118.100
279.088
165.638
397.345
213.819
204

59.879 92.764
18.606
21.554
82.216 94.843
8.021
75
33.017
10.997

delijk, dat deze verwachting als zeer voorloopig moet wor-
den beschouwd en dat de w’eersonistauctigheden tot aan den
oogsttijd nog groote veranderingen teweeg kunnen bren-
gen. Ioopers blijven ondertussehen zeer terughoudend en
wachten cle uitkomsten van de oogsten af. In de Vereenig-
de Staten maken cle boeren zich ongerust over de groote
hoeveelheden, waarover de Farm Board besehikt, welke,
itidien cle Varia Board daarmede aan de markt zou komen,
de prijzen nog verder zouden kunnen doen dalen. Zij vra-
geti daarom den Fann iloard zijn voorraad vast te hou-
dec, waartoe de Farm :Iloard niet geneigd schijnt te zijn. in tegendeel, geruchten doen de ronde over onderhande-
lii.igen, welke de Farm Jloard voert over den verkoop van
200 millioeu bushels aan een Europeesch syndicaat. J)e
Frutische regeerit.ig heeft het toegestane percentage bniten-
landsche tarwe met verdere 5 pCt. verlaagd, zoodat uit
nog 10 pCt. buitenlandsehe tarwe mag worden verrnaleu.
De uitiaai van turwe in Argentinië is gereed gekomen op
ccii verminderde oppervlakte. Gedurem.ide langen tijd is het
in Argentinië zeer droog geweest, doch sedert is daarin
door vrijwel algemeenen regea verbetering gekomen. in
Australië, waar het lang te veel had geregend, is het weder
liestendiger geworden. De vooruitzichten zijn er op het
oogeriblik niet zeer gunstig. De bebouwde oppervlakte is
cm aanmerkelijk kleiner dan in het vorige jaar, doch on-
geveer gelijk aan het gemiddelde der laatste 5 jaren.
De weersoiiistaudigheden in West-Europa waren niet
gunstig voor r o g ge, vooral in Duitschiand, waar veel
rogge door den regen is platgeslagen, en waar voor het
binnenhalen van (ten oogst naar droogte en wa.rnmte wordt
verlangd. iLet aanbod van rogge van den ondeu oogst is
slechts matig, doch de vraag is ook gering en de zaken
zijn van beperkten omvang. De prijzen hebben zich iii den
loop dezer week niet staande kunnen houden en zijn cenigs-
zins gedaald. Aan de termijnmarkt te Chicago zijn cle
prijzen eerst gestegen, doch later ging de verbetering we-
der verloren, liet slot was ouiveraimderd. Te Winuipeg trad
ook eerst cenige verbeteriug in, gevolgd door ccii flinke ver-
lagitign liet slot was daar 2 dollarcents per 56 lbs. lager.
Aan de maï s-markt was de sternnnng op cle meeste
dagen Vrij lusteloos, terwijl de zaken van beperkten om-
vang bleven.
01)
enkele dagen kwamen nog wel flinke
zaken tot stand, Llocli zulke dagen behoorden tot de uit-
zotideringen. De cdnsumpticvraag is traag; spoedig ver-
wactite partijen vinden nog het geniakkelijkst koopers en
daarvoor is een kleine premie te maken boven in Augustus
verwachte partijen. Tengevolge van cle zeer groote ver-
sehepingen uit Argentinië is de stoomende voorraad onge-
kend groot, hetgeen koopers huiverig maakt om nu reeds
nog niet aangekomen mais te koopen. Sedert de vorige
week zijn de prijzen voor spoedig verwachte en stoomende
mais nog eenigszins gedaald. Ook voor latere verscheping
hebben zij zich niet kunnen handhaven. Voor mais op
levering bestaat geregeld goede vraag en daarin zijn flinke
zaken tot stand gekomen tegen de iets gedaalde prijzen.
De peso was meestal flauw en was de hoofdoorzaak der
prijsverlagingen. Het slot te Buenos Aires was 1 centavos
per 100 KG. hooger, te Rosario onveranderd. De vooruit-
zichten van den maïsoogst in Roemenië blijven gunstig.
liet zeer warme weer heeft de maïsplanten snel tot ontwik-
keling gebracht. Het eindresultaat zal afhangen van den
regenval in den eerstkomendeii tijd. Reeds nu heeft mais
weder behoefte aan regen, hoewel nog niet lang geleden
zware regenval heeft plaats gevonden, in Zuid-Afrika is
men bezig met het binnenhalen van dec maïsoogst, welke
verwacht wordt 30 pCt. kleiner te zijn dan in het vorige
jaar. In het Zuiden van Rhodesia zijn de vooruitzichten
ook niet bijzonder gunstig, doch men verwacht daar een
klein exportsurplus.
De stemming voor g e r s t was in de afgeloopen week

voor spoedig verwachte partijen zeer vast. In deze positie
wordt alleen Canadeesehe gerst aangeboden, waarin tot
stijgende prijzen flinke zaken tot stand kwamen. De ter.
mijnrna.rkt te Winnipeg sloot bijna dagelijks iets honger.
In de laatste dagen trad een verlaging in. Dit was echter
van weinig invloed op de eerste posities, welke niet veel
lager werden aangeboden. Latere verscheping daalde
eenigszins in prijs. Russisclic en Donau-gerst worden ge-
regeld aangeboden ter verlading in Augustus en latere
maanden. Zaken van beteekenis komen daarin nog niet tot
stand, daar koopers de gevraagde prijzen vrij hoog achten
iii verhouding tot het vooral uit Rusland verwachte aan-
bod. De prijzen per later ondergingen in de afgeloopen
week slechts matige verauideringea. Het slot aan cle ter-
mijnmarkt te Winnipeg was 3′ dollarcent per 48 lbs. lager
dan een week geleden.
In h a v e r wordt zeer weinig aangeboden. De vraag is
ook niet groot en de prijzen bleven bij beperkte omzetten
vrijwel onveranderd.

SUIKER.

i)e stentniing op de verschillende suikermarkteic liep de
afgeloopen week nogal uiteen. De spanning op financiëel cii economisch gebied in Europa veroorzaakte een zekere
terughoudendheid.

In
Azo
dri k a daarentegen legden raffinadeurs nog
steeds goeclen koopinst aan dec dag. troote partijen ruw-suiker werden opgekocht tot prijzen, variëerend tusscheu
1.50 dc. en 1.60 d.c. c. & fr. basis. Cubasui.ker. Tegen het einde der week werd de stemming iets kalmer. De N e w-Y o r k termijnmarkt volgde geheel de bewe-
gingen van de ruwsuikermarkt en opende zeer vast. Ten-
slotte liet het weinig opwekkende nieuws uit Europa niet
na een deprimueerendeu invloed uit te oefenen en ging het
behaalde avans weer geheel verloren. De slotnoteeringen
zijn als volgt: Sept. 1.46; Oct. 1.48; Dec. 1.50 en Jan. 1.51,
terwijl de laatste noteeing voor Spot Centr. 3.55 bedroeg.
Volgens Willett &. Gray bedroeg de consumptie in de
V. S. gedurende het eerste halfjaar van 1931 2.679.344 tons
tegen 2.879.882 tons gedurende het eerste halfjaar van 1930,
hetgeen een vermindering van ea. 7 pOt. beteekent.
De ontvangsten in de Atlantische havens der Ver. Sta-
teii bedroegen deze week 67.000 tous, de versmeltingen
65.000 tons tegen 74.500 tons verleden jaar en de voor-
raden 245.000 tons tegen 339.400 tons.
De laatste C u b a-statistiek is als volgt:

1931

1930

1929
tons

tons

tons
l’rodiictic ……………3.138.000

4.671.260 5.156.315
Voorr. overgebracht per 1/1 1.390.000

321.000

193.000
Consumptie

………….75.000

67.000

80.315
Weekontv. afscheephavens 33.582 22.968 25.846
Totaal sedert 1/1 N. Oogst 1.519.650 2.906.951 4.176.740
Wekexport ………….112.754 75.045 76.524
rl
o
t
aa
1 sedert 1/1 ……..1.173.550 1.721.087 3.052.586
Voorraad afscheephavens 1.510.320 1.497.074 1.124.883

31

binnenland …..1.749.130 1.697.309

899.268

iii E ii g e 1 a n d blijft men de ,,hand to mouth” politiek
volgen en raffinadeurs voorzien slechts in hun dagelijk-
sche behoeften door kleine aankoopen van ruwsuiker, waar-
voor Sh. 6/6X werd betaald.

1l)e L o n d e ii s c h c termijnmarkt was Vrij rustig. De no-
teering brokkelden in den loop van de week met 1 d. tot
1 d. af.
De ‘V.I.S.P. heeft op J a v a verkoopen vn ca. 55.000 tons
No. 16 &fhooger oogst 1931 tot geheime prijzen tot stand

688

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

29 Juli 1931

gebracht benevens cenige kleinere afdoeningen van Supe-rieur uit den ouden oogst.
Het rendement van 142 fabrieken bedroeg per 15 Juli ca.
5 pCt. minder dan verleden jaar.
liie r te land e verkeerde de markt onder den druk
van Londen. De slotnoteeringen op de A m s te r d a m-
sche termijnmarkt luidden als volgt: Aug. fS%; Dec.
f 91%; Mr.t.
f 9
5
/8
en Mei
f 9%.
De omzet bedroeg 12.350
tons.

KATOEN.

Marktberjcht van de Heeren Sir Jacob Behrens & Sons.
Manchester, d.d. 22 Juli
1931.

De Amerikaan sche katoenmarkt is deze week weer vas-
ter geweest. Met uitzondering van jl. Zaterdag, toen er
een daling van 5 punten plaats had, zijn prijzen dagelijks
gestegen tot gisteren, ‘toen Mid. American spot 5.25 d. no-
teerde. New-York was gisteren echter flauwer en Liverpool
opent vanmorgen 14 tot 15 punten lager. De ontvangsten
in de havens bedroegen dit seizoen 8.861.000 balen verge-
leken met 6.775.000 balen verleden jaar. Egyptisohe ka-
toen is eveneens vaster geweest met neiging tot stijgen.
Ondanks de kalme markt bedroegen Liverpool loco-ver-
koopen de vorige week 26.100 balen.
De Amerikaansche garenmarkt wordt door de fivaneiëele
situatie overschacluwd, hoewel er een flinke vraag bestaat.
Op
het oogenblik worden grove nummers beter gevraagd,
terwijl zoowel in medio nummers mule twist en weft een
goede vraag bestaat en inkoopen zich voornamelijk tot
kleine hoeveelheden voor spoedige behoefte ‘beperken. Ge-
twijnde garens worden weinig verkocht en het dispuut met
de werklieden in de gordijudistricten is nog niet to.t een oplossing gekomen. Sinds cle spurt van een paar weken
geleden, beperkt de vraag naar Egyptische garens zich voor-
namelijk ‘tot kleine hoeveelheden voor spoeclige levering,
hoewel hier en daar enkele spinners melden, dat speciale
kwa.nti flinke gewichten geboekt zijn geworden. Er bestaat
slechts een ‘bescheiden vraag naar getwijnde garens, zoowel
voor de binnenlandsche markt als voor export en de
vacantiedagen in enkele spin- en weefdistricten helpen
verkoopen reduceeren.
Van de cloekmarkt kan slechts weinig nieuws vermeld

worden. Prijzen zijn vast en worden hicrbij gesteund door
de vaste katoenprijzen. Dit heeft echter maar weinig ver-
meerdering in de vraag naar stukgoederen meegebrach.t en
de wereld blijft een afwachtende houding aannemen. Er
tlijft een goede belangstelling van Indië bestaan, doch deze
vraag is slechts gering en tegen prijzen, die grootendeels
onder kostprijzen liggen en geheel buiten beschouwing
blijven. Van Hongkong en China’ komen biedingen voor den
voorjaaÉshan•del binnen en het is maar te hopen, dat prij-
zen daar en hier op een betere pariteit komen dan thans
het geval is. De kleinere Oostersche markten doen weinig
en hetzelfde kan van de Westersche koopers gezegd wor-
den. Alles tezamen genomen, is de handel ‘deze week teleur.
stellend en men kan slechts hopen, dat de wereld vol-
doenden steun zal vinden in de oplossing van de huidige
Europeesche financiëele ciisis. Het heeft ongetwijfeld een
stimulans noodig.
Liverpoolnoteeringen

Oost. koersen 14Juli 21Juli
15Juli 22Juli T.T.opBr.-Indië
l/Sf

l/5
F.G.F. Sakellaridis 7,50 7,45 T.T. op Hongkong 11

11
/8
G.F. No. 1 Oomra. 3,24 3,46 T.T.op Shanghai 113

1/27/
8

KOFFIE.

• i)e markt was in de afgeloopen week aanvankelijk nog iets flauwer op een kleine inzakking van den wisselkoers
in Brazilië en claarniede verband houdende verdere lichte
daling van cle noteeringen aan ‘dc termijnmarkten. Daarna
steeg de wisselkoers, toen ‘bekend werd dat cle Braziliaan-
sche Regeeriu’g een begin wil maken niet de financieele her-
vorming, voorgesteld in het rapport van S’ir Otto Niemeijer,
op
32’J-
137
cl.
per Milreis, zijnde
5/37
hooger dan acht dagen
geleden en in overeenstemming hiermede liepen toen •de no-,
teer’ingen aan de termijnmarkten wederoni liooger. Ook de
kost. en vrachtaanbiedingen van Sa.ntos zakten aanvanke-
lijk nog -/6 k
1/-
per cwt. in (de laagste prijs voor Supe
rior was 40/-), doch daarna berstelden ook deze zich en de offertes kw’amen ten ‘slotte op -/6 per cwt. hooger dan een
week tevoren. De aanbiedingen van Rio varen over het
algenleln vaster en zijn op het oogeublik ongeveer 1/6
boven clie van verleden week.
Zooals reeds hierboven is aaugegeveu werd Superior San-
tos, gewone beschrijving, prompte verschepiug, dat thans door Brazilië aangeboden wordt- tot 41/. & 42/6 per cwt.

STATISTISCH OVERZICH

GRANEN EN ZADEN
ZUIVEL EN EIEREN
MINERALEN

TARWE
HardWInter
R000E
MAIS
GERST
Amer.No.24)

LIJNZAAD
BOTER
KAAS
Edammer
EIEREN
STEENKOLEN
Westfaalschej
PETROLEUS
No. 2 loco
American No.23)
loco
La Plata
loco
loco
La Plata
,

loco
per K.G.
Leeuwar-
Alkmaar
Gem. not.
Eierrnijn
Hollandsche bunkerkolen, Mid. Contin.
Crude
Rotterdam( Amsterdam Rotterdam
R’damjA’dam
Rotterdam
per
R’damlA’dam
der Comm.
Fabrieks-
kaas
Roermond’
ongezeefd f.o.b.
tIfli 3390 per 100 K.G.
per 100 K.O.
per 2000 K.O.
2000 K.G. per 1960 K.O.
Noteering
kI. mjmerk
P. 100 st.
R’damjA’dam
B

S
g.
2)


perl000K,G.Perbarrel

Ii.
O
lo
II.
°
js
II.
0j
f1.
0
10
8.
Io
f1.
1
f1.
tle
f1.
1

°lo
n.
1
010
$
Q(
1925
17.20
100,0
13,07
0

100,0
231,50
100,0
236,00
100,0
452,50
100,0
2,31
1100,0
56,-
100,0
9,18
1100,0 0,80
1

100,0
1.68
100,0
1926 15,90
92,4
11,75
89,9
174,25
75,3
196,75
83,4
360,50
77,9
1,98
I

85,7
43,15
77,1
8,15
I

88,8
1790
165,7
1.89 112,5 1927
14,75
85,8
12,476
95,4
176,00
76,0
237,00
100,4
362,50
78,4
2,03
I

87,9
43,30
77,3
7,96
I

86,7
11,25
1

104,2
1.30
77,4
1928
13,47
5

78,3
13,15
100.6
226,00
97,7
228.50 96,8
363,00
78,5
2,11
91.3 48,05
85,8
7,99 87,0
10,10
93,5
1.20
71,4
1929
12,25
71,2
10,87
6

83,2 204,00
88,1
179,75
76,2 419,25 90,6
2,05
88,7
45,40
81,1
8,11
88,3
11,40
105,6
1.23
73,2
1930
9,67
5

56,3
6,225
47,6
136,75
59,1
111,75
47,4
356,00
77.0
1,66
71,9
3S,45 68,7
6,72
73,2
11,35
105,1
1.12
66,7
Jan.

1929
12,35
71,8
12,20
93,3
231,50
100,0 194,25
82,3 365,00
78,9
2,25 97,4
45,95
82,1
9,03 98,4
10,10
93,5
1.16
69,0
Febr.
12,72
74,0
12,65
96,7 236,00
101,9 194,75
82,5 357,25 77,2 2,29
99,1
45,40
81,1
9,19
100,1
12,90
119,4
LII
66,1
Maart
12,65
73,5
12,62
5

96,6

233,00
100,6
191,75
81,3
359,00
77,6
1,95
84,4
44,60
79,6
8,6
93,2
12,00
111,1
1.11
66,1
April
12,12
6

70,5
11,625
88,9
218,00
94,1
185,25
78,5 373,25
80,7
1,81
78,4 40,25
71,9
5,90 64,3
11,05
102,3
1.11
66,1
Mei


11,125
64,1
,

10,57
5

80,9
198,25
85,6
177,50
75,2 363,50
78,6′
1,86
80,5 39,90
‘71,3
6,16
67,1
1115
103,3
1.16
69,0
uni
10,87
0

63,2
10,20
78,0
193,50
83,6
171,25
72,6
355,25
76,8
1,87
81,0

78,6
6,41
69,8
1125
104,2
1.30
77,4
juli
12,80
74,3
11,20
85,6
218,50
94,4
191,25
81,0
415,50
89,8
1,88
81,4

80,4
6,88
74,9
11,25
104,2
1.30
77,4
Aug.
13,125
76,3
10,75
82,2
202,50
87,5
182,75
77,4 452,50
97,8
1,93
83,5
46,15
82,4
7,13
77,7
11,25 104,2
1.30
77,4
Sept.
12,627
73,4
10,20
78,0
191,00
82,5
172,00
72,9
506,75
109,6
2,22
96,1
45,25
80,8
8,01
87,3
11,40 105,6
1.30
77,4
Oct.
12,10
70,4
9,87
6

75,6
185,00
79,9
168,00
71,2 516,50
111,7
2,28 98,7 50,25
89,7
9,53
103,8
11,25 104,2
1.30
77,4
Nov.
11,770
68.5.
9,20
70,4
174,00
75,2
164,75
69
1
8
483,25
104,5
2,20 95,2
50,70
90,5
10,60 115,5 11,35
105,1
1.30
77,4
Dec.
12,62
5

73,4 9,35
71,5
166,00
71,7
163,75
69,4
482,00
104,4
2,06 89,2
47,50
84,8 9,97
108,6
11,75
108,8
1.30
77,4

O
n.

190
12,67
5

73,7 9,35 71,5
149,25
64,5
151,25
64,1
433,75
93,8
2,00
86,6
43,95
78,5
7,55
82,2
11.75
108,8
1.21
72,0

ebr.

,,
Maart
11,725
10,90
68,2
8,175
7,15
62,5
139,00
60,0
135,75
57,5 398,50
86,2
2.03
87,9
41,15
73,5
6,90
75,2
11,75
108,8
1.11
66,1
63,4
54,7
143,50
62,0
125,00
53,0 390,00
84,3
1,71
74,0
41,25
73.7
5,18
56,4
11,55
106,9
1.11
66,1
April
1117
5

65,0 7,62
5

58,3
180,25
77,8
129,75
55,0 431,00
93,2
1,50
64,9
36,50
65,2
5,16
56,2
11,35
105,1
1.165
69,3
Mei
1045
60,8 6,55
50,1
148,50
64,1 114,50
48,5
405,00
87,6
1,44
62,3
37,20
60,4
5,-0
57,7
11,35
105,1
1.18
5

70,5
juni
10,05
58,4
5,17
39,6
145,50
62,9
103,75
44,0
385,50
83,4
1,54
66,7
37,-
66,1
5,03 55,4
11,35
105,1
1.18
5

70.5
juli
9,55
55,5 5,82
5

44,6
157,75
68,1
108,00
45,8
345,75
74,8
1,72
745

39.90
71,3
5,99
65,3
11,35
105,1
1.185
70,5
Aug.
9,45 54,9
6,30 48,2
146,00
63,1
116,25
49,3
365,00
78,9
1,58
68:4
40,20
71,8
6,03
65,7
11,35
105,1
1.185
70,5
Sept.
8,40
48,8 5,25
40,2
127,50
55,1
99,00 41,9
318,75
68,9
1,64
71,0 37,55
67,1
7,23
78,8
11,35
105,1
1.185
70,5
Oct.
7,40
43,0
4,62
5

35,4
112,25
48,5
86,00
36,4
281,25
60,8
1,63
70,6
36,90
65,9
8,60
93,7
11,35
105,1
1.185
70,5
Nov.

,,
7,25
42,2
4,25 32,5
94,50 40,8
82,25 34,9 270,75
58,5
1,58
69,4
36,50
65,2
9,63
104,9
10,90 100,9
0.85
50,6
Dec.

,,
707
5

41,1
.4,30
32,9
96,00
41,5
91,00
38,6
247,75
53,6
1,55
67,1
33,50
59,8
7,97 F6,8
10,85
100,5
0.85
50,6
Jan.

1931
6,52
5

37,9

30,6 84,50
36,5 86,25
36.5
1

207,50
44,9
1,61
69,7
32,25 57,6 6,63
72,2
10,30
95,4
0.85
50,6
Febr.
5,775
33,6
3,90
29,8
87,50 37,8
85,75
36,3
206,25
44,51
1,66
71,9
33,80
60,4
6,21
67,6
10,30
95,4
0.85 50,6
Maart
5,625
32,7
4,20
32,1
103,00
44,5
104,75
44,4 214.00
46,3
1,47
63,6
35,00,
62,5
4,94
53,8
10,30
95,4
0.86 39,3
April
5,90
34,3
4,425
33,8
112,00
48,4
117,00
49,6
1

197,75
42,8
1,35
58,4
31,60
56,4
4,20
45,8
10,15
94,0
0.53
.
31,5
Mei
6,15
35,8
4,975
38,0
95,75 41,4
124,00
52,5
1

189,00
4″,
1,26
54,5 30,85
55,1
4,075
44,4
10,00
92,6
0.53
31,8
Juni
5,75
33,4
5,05
38,6
1

86,75
37,5
116,50
49,4
1

191,50
414
1,29
55,8
33,50
59,8
4,30′
46,8
10,00
92,6
0.34
5

20,5
6 Juli

,
5,80
33,7

38.2
1

85,00
36,7
116,00
49,2
1

220,00
47.6
1.327
57,1
37,757

67,4
4,40
47,9
10,00
92,6 0.30
17,9
13

,,
5,50
32,11
1

4,65
35,6
1

F8,00
38,0
114,00
48,3
I

216,00
46,7
1,40
8

60,6
3725
8

66,5
4,10
44,7
10,00
92,6
0.15
8,9
20
5,15
29,9
4,61)
35,2
1

83,00
35,9
115,00
48,7 207,00
44.8
1,389
59,7
36,25
9

64,7
4,50
49,0
10,00
92,6
0.15
8,9
27

,,
5,25
30,5
4,55
‘34,8
I

81,00
35,0
118,00
50,0
I

201(0
43,5 1,28
10
1
55,4
36,75
10
1
65,6
455
49,6 1
10,00
92,6 1
0.35
20,8
0).
Men zie voor de toelichting op dezen staat de nummers
van
8 en IS Augu8tuo
1926
(No. 658 en
659).
pag. 689190 en
709.
) 79 Kg. La Plata.
5)=
Western vSi
ring van de huidige of
fic.
not.wiJze (Jan. 1928); Barley vanaf 212131; vanaf 912 6415 Z.-Russ.

29 Juli 1931

ECONOMISCH-STATISTiSCHE BERICHTEN

689

kost en vracht Rotterdam, enkele dagen geleden door som-
mige afladers tot
40/-
afgegeven. Aangezien echter sedert
het midden van de maand April bij verscheping een extra
uitvocrrecht geheven wordt van 10/- per baai of van
8/6
per cwt., staat tegenwoordig een prijs van
401-
gelijk met
31/6
vOör het tij(Istip van invoering van het bedoelde recht.
En daar de laagste prijs van Superior in de laatste dagen
v15r dat tijdstip
35/-
is geweest, was de waarde dus bij be-doelde afladers enkele dagen geleden feitelijk
3/6
per cwt.
lager dan toen. Het recht wordt, gelijk bekend is, geheven met het doel om Brazilië middelen te verschaffen, waaruit
een deel der overproductie door den Koffie-Raad kan wor-
den opgekocht en vervolgens vernietigd. Gehoopt werd, dat
cle aankondiging van het vernietigingsplan en van de dien-
tengevolge in uitzicht gestelde vermindering der voorraden,
de prijzen voor de Braziliaansche producenten op zijn minst
op peil houden zou en al moest ook, zooals in het Overzicht
van
28
April reeds werd gezegd, door den objectieven toe-
schouwer verwacht worden, dat dit op den duur wel niet
goed mogelijk zou blijken, toch kon toen niet worden voor-
zien, dat de prijs reeds binnen drie maanden vallen zou
op een cijfer, waarbij niet minder dan
40
procent van het
nieuwe u’itvoerrecht voor rekening van den producent komt.
Dat dit mogelijk blijkt op een tijdstip, waarin de dage.
lijksche aanvoeren uit het binnenland naar de afscheep-
havens nog niet in overeenstemming zijn gebracht met den omvang van den loopenden, zeer grooten oogst, geeft voor
cle toekomst te denken en maakt het wel waarschijnlijk,
dat de Braziliaansche planter later een nog grooter deel
van het uitvoerrecht zal te dragen krijgen, vooral van-
neer de gunstige vooruitzichten voor den volgenden oogst
niet door vorst vöör October as. of door andere onvoor-
ziene oorzaken belangrijk mochten veranderen.
Tot nu toe beantwoordt ook de vernietiging van de ordi-
naire soorten, althans kwantitatief, niet aan de door Bra-
zilië gewekte verwachtingen. Volgens opgave van den Kof-
fie-Raad zijn in dc laatste drie weken te Santos vernietigd
resp.
51.000, 64.000
en 71.000 balen, tezamen
186.000
balen.
01) dezen voet voortgaande, zoudén in een vol jaar circa
3.250.000
balen uit den Staat Sao Paulo op die wijze kunnen
worden opgeruimd. Het is duidelijk, dat deze hoeveelheid,
in verbouding tot de bestaande en nog te verwachten voor-
raden, betrekkelijk klein is en de verdwijning er van niet van .groote beteekenis kan zijn. Uit het uitvoerrecht van
10/- per baaI, indien het althans in zijn geheel voor aan-
koop van te vernietigen koffie wordt aangewend, zou in-
derdaad bij de tegenwoordige waarde een veel grootere
kwantiteit kunnen worden opgekocht.
Een dezer dagen ontvangen officieel telegram meldde,
dat de voorraad, in de binnenlandsche pakhuizen en in de
spoorwegstations van de Staten Sao Paulo en Minas Geraes
teruggehouden, op
30
Juni bedroeg
18.568.000
balen tegen
19.163.000
balen op
31
Mei, hetgeen een vermindering be-
teekent van
595.000
balen in de maand Juni. Tezamen met
den in het binnenland van Rio teruggehouden voorraad
van
572.000
balen, bedroeg dus op
30
Juni de geheele voor-
raad in het binnealand van Brazilië
19.140.000
balen tegen
22.831.000
balen op
30
Juni
1930.
Uit deze cijfers zou kun-
nen worden afgeleid, dat bedoelde voorraad in het oogst-
jaar
1930/31
is afgenomen met
3.691.000
balen, doch hierbij
moet in het oog worden gehouden, dat door het Gouverne-
ment van Sao Paulo ingevolge de conditiën van de laatste
leening zijn opgekocht circa
3.000.000
balen, welke niet
meer in de Statistiek voorkomen en op het oogenblik nog
onverkocht aanwezig zijn.
De prijzen van gewoon goed beschreyen Superior Santos op prompte verseheping zijn thans
41/-
iL
42/6
per cwt. en
van dito Prime
43/-
a
44/-,
terwijl zij van Rio type New-
York
7
met beschrijving, prompte verscheping, bedragen
31/9
A
32/3.
Nederlandsch-Iiid.ië is voor Palembang Robusta ongeveer
ct. en voor de andere •ongewasscheu Sumatra Ro-
busta-soorten dooreen ongeveer % ct. lager, terwijl gewas-
schen Robusta
1
/1
ct. is gedaald. De noteeringen in de eer-ste hand zijn op het oogenblik:
Palembang Robustic, Augustus-verscheping,
15%
ct.; Ben-
koelen Robusta, Augustus-verschepiug,
16
et.; Mandheling
Robusta, Augnstus-verscheping,
17%
ct.; W.I.B. f.a.q. Ro-
busta, Augustus-verscheping,
24
et., alles per % K.G., cif,
uitgeleverd gewicht, netto contant.
Aan de Rotterdamsche termijnmarkt zakten de notee-ringen aanvankelijk % ct. per K.G. in, doch daarna her-
stelden zij zich
3d
ct.
De officieele loco-noteeringen bleven onveranderd
29
ct.
per
Y
2
1 K.G. voor Superior Santos en
2,7
ct. voor Robusta.
De slot-noteeringen te New-York van het aldaar geldende
gemengd contract (basis Rio No. 7) varen:

&N GROOTHANDELSPRIJZEN
1
)

METALEN


TEXTIELGOEDEREN
DIVERSEN

ZILVER IJZER
Cleveland
KOPER TIN
LOOD
KATOEN
WOL
gekamde
WOL
gekamde
KOE-
KALK-
cash Londen
per
Foundry No.3
Standaard
Locoprijzen locoprijzen
Locoprijzen
Mfddling
locoprijzen
Australische, Australische, CrossbredColo-
HUIDEN
Gaaf, open
SALPETER
Gid. per
Standard
f.o.b.
Middlesbrough
Londen
Londen per
Eng, ton
Londen
per Eng. ton
New-York
Merino, 64’s Av.
loco Bradford
nial Carded,
kop
100 1(0.
Gunce per Eng. ton
per Eng, ton per Ib. per Ib.
508 Av. loco
57-61 pnd.
netto
Bradford per Ib.

pence
°Io
Sh.
0
10
r.
0
10
£
ol
e

P
0/
$
cts.
0
10
pence
0
10
pence
0
10
f1.
0/
.

1
01
32
1
1
100,0
731- 100,0
62.116 100,0
261.171-
100,0 36.816
100,0
23,25
100,0
55,00
100,0
29,50
100,0
34,70
100,0
12,- 1100,0
28ltj
oo
89,3
8616
118,5
58J1-
93,5
290.1716
111,1
31.116
85,3
17.55
75,5
47,25
85,9
24,75
83,9
28.46
82,0
11,61

1
96,8
26
0
14
83,3
731-
100,0 55.141-
89,7
290.41-
110,8
24.4!-
66,4
17,50
75,3
48,50
88,2
26,50 89,8 40,43
116,5
11,48

1
95,7
26
1
11
81,1

90,4
63.16/-
102,8
227.51- 86,8
21.11-
57,8
20,00
86,0
51,50
93,6
30,50
103,4
47,58
137,1
11,48
95,7
24
7
116
76,2
7016
96,6
75.141-
121,9
203.15’6
77,8
23.5!-
63,8
19,15
82,4
39,-
70,9
25,25.
85,6
32,25
92,9
10,60
88,3
17
12J
1

55,4
671-
91,8
54J3(
88,0
142.51-
54,3
18.1/6
49,6
13,55
58,3 26,75 48,6
16,25
55,1
25,36
73,1
9,84 82.0 26
1
4
81,8
661-
90,4
75.1016
121,7
222.716
84,9
22.2/-
60,7 20,20
86,9
46,75 85,0
28,75
97,3 37,50
108,1
11,70
97,5
25719 80,7
66/6
91,1
78.-J6
125,7
222.11(-
85,0
23.216
63,5
20,10
86,5
44,25
80,5
27,75
94,1
34,50
99,4
12,70
97,5
26
81,0

91,8
89.8!-
144,0
221.016
84,4
25.816
69,7
21,25
91,4
44,00
80,0
27,50
93,2
36,-
103,7
11,70
97,5
254
80,2

93,2
82.1716 133,5
207.516
792
24.161-
68,0
20,45
88,0
43,25
78,6
27,25
92,4
33,50 96,5
11,70
97,5
25
1
116
78,1
6916
95,2
75.416
121,2
197.516
753
23.19/-
65,8
19,40
83,4
41,50
75,5
26,25
89,0
30,50 87,9
11,70
97,5
24
1
14
75,6
711-
97,3
74.11!-
120,1
200.51- 76,5
23.141-
65,1
18,75
80,6
40,00
72,7
25,75
87,3
34,50
99,4
11,70
97,5
24
8
116
75,7
7216
99,3
72.1216
117,0 209.516
79,9
22.161-
62,6
18,65
80,2
38,75
70,5
24,75 83,9
32,25
92,9
9,18 76,5
24
1
116
75,7
7216
99,3
73.17!
119,0
210.111-
80,4
23.31
63,6
18,60
80,0
37,00
67,3
24,00 81,4 29,75
85,7
9,28
77,3
23
11
116
73,9
7216
99,3
74J91-
120,7
205.516
78,4
23.111-
64,7
18,90
81,3
34,25 62,3 23,75 80,5
31,25
90,1
9,39
78,3
23
1
j16
71,8
72/6 99,3
72.161-
117,3
188.916
72,0
23.4(6
63,8
18,45
79,4
32,50
59,1
22,50 76,3
– –
9,49
79,1
22fl!16
70,7
72/6
99,3
70.51-
113,2
182.-J6
69,5
21.131-
59,4
17,50
75,3
34,25
62,3
23,00
78,0 27,25
78,5 9,70
80,8
2211
4

69,3
7216
99,3
68.616
110,1
178.1816
68,3
21.916
59,0
17,25
74,2
31,25
56,8
21,25
72,0
27,75
80,0
9,90
82,6
2018/16
65,3
7216
99,3 71.9/6
115,1
174.131-
66,7 21.111-
59,4
17,15
73,8 29,50
53,6
19,25
65,3
26,63
76,7
10,11
84,3
201(
62,6
72(6
99,3
71.1216
115,4
174.41-
66,5
21.41- 58,2
15,45
66,4
28,50 51,8
17,75
60,2
2450
70,6
10,21
85,1
191/8
59,5
7
0!-
95,9
68.1916
111
1
1
165.181-
63,4
18.161-
51,6
15,20
65,4
26,25
47,7
16,50
55,9

69,2
10,21
85,1
19
9
116
61,0
6716
92.5
613!-
98,5
161.1716
61,8
18.616
50,3
16,45
10,8
27,25 49,5
17,25
58,5
24,13
69,5
10
0
21
85,1
1815.16
59,0
6716
92,5
53.9!-
86,1
145.-(-
55,4
17.161-
48,9
16,50
71,0
28,75
52,3
18,00
61,0
26,25
75,6 1021
85,1
16
1
116
50,0
6716
92,5
50.116
80,7
136.416
52,0
17.191-
49,3
14,50
62,4
27,75
50,5
17,50
59,3
26,63 76,7
10,21
85,1
16
49,9
6716
92,5
48.21-
77,5
134.17/6
51,5
18.31-
49,8
13,10
56,3 27,00
49,1
16,75
56,8
24.25
69,9
9,28
76,5
16
3
/8
51,0
65/-
89,0
47J5/.
76,9
135.516
51,7
18.61-
50,2
11,95
51,4
27,25 49,5
16,50
55,9
24,88
71,7
9,28
77,3
16
1
1/
52,0
6316
87,1
46.61-
74,6
132.61-
50,5
17.181-
49,1
II,-
47,3
27,00
49,1
15,75
53,4
28,F0
76,4
9,39
78,3

16
1
1
51,5
6316
5

87,1
43.-1-
69,3
117.13/-
44.9
15.151-
43,2
10,55
45,4
24,50
44,5
14,50
49,2
26,25 75,6
949
79,1
1651s
51,9
63166
87,1
46.816
74,8
113.161-
43,5
15.1816
43,7
10,85
46,7 24,00
43,6
13,00
44,1
25,25
72,8
9,70 80,8
16
5
/
51,9
63166
87,1
47.616
76,2
115.31-
44,0
1

15.516
41,9
9,95
42,8
22,50
40,9
12,50
42,4

72,0 9,90
82,6
13
7
18
43,2
6016
87,9
45.7/6
73,1
116.81- 44,4
14-16
38,5
1

10,30
44,3
21.25
38,6
1

12,00
40,7
24,63 71,0
10,11
84,3
121/
38,9
5816
80,3
45.116
72,6
117-16
44,7 13.5/6
38,4
I

10,95
47,1
21,75
39,5
I

12,00
40,7
22,50
64,8
10,21
85,1
13
7
11
41,8
5816
80,3
45.116
72,6
122.11-
46,6
13.316
35,2
t

10,90
46,9
25,25
45,9
1

14,50
49,2
22,25
64,1
10,2 85.1
13
1
18
40,9
5816
80,3
42.1516
68,9
113.41-
43,2
12J01-
34,3
1

10,25
44,1
24,50
44,5
I

14.50
49,2
22.25
64,1
10,21
85,1
12
15
/6
40,3
5816
80,3
39.6/6
63,4
104.171-
40,0
1.10/6
31,6
1

9,40
40,4 21,50
42,7
1

13,00
44,1
21,75
62,7
10,21
85,1
12
7
1g
40,1 5816
80,3
36.616
58,5
106.216
40,5
11.11/6
31,8
9,20
39,1
22,00
40,0
12,50
42,4
19,13
55,1
10,21
85,1
23
9
/1e
42,2
5816
80,3
37.216
59.8
119.216
4Ç,5
13.5/-
38,4
10,35
7

44,5
22,00″
40,0
12,50″
42,4
20,25
15

58,4
10,21
85,1
13
40.5
5816
80,3
33.1716
54.6
108.1216
41,5
1

22.22.6
34.7
9,358
41,2
22,00
12

40,0
12,5012
42,4
10,21
85,1
13
1
18

40,9
58
1
6
80,3
34.15
1

56,0 112.15
1

43,1
12.15!-
35,0
9,30
9

40,0 22,00
13

40.0
12,75
53

43,2
10,21
85,1
1
3
3
116
1

41,1
1

5816
1

80,3
1

33.-1-
1

53,2
1

108.12/6
41,5
12.101-
1

34,3
1

9,_
10

1

38,7
22,75
14

1

41,4
12,25
14

41,5
10,21
85,1
invoering van de huidige officieele noteeringswiize (Jan. I928;vanaf 16 Dec.1929 74151(0. Hongaarsche; vanaf 26Mei1930 Z.-Ruasiache.
4
)Malting vôÔr de invoe-
5)
Noteering Schotland 5916. 6)581_.
7)
3Juli.
8
) 10 Juli. 0)17 Juli.
10)
24Juli.
11)
2Juli.
12)
9Juli.
13)
16Juli.
14)
23Juli.
15)
14Juli.

11

f
O(
35,87
5

100,0 100
100 100,0
34,-
94,8
112
128
93,2
32625
90,9
113 116
95,4
31,87- 88,9
118
128
96,4 27,37
5

76.3
122
132
91,6 22,62
4

63,1
124
135
75,5
29,-
80,8
III
119
94,2 28,62
5

79,8
75
83
94,2 27,62
5

77,0
82
III
94,8
26,75
74,6
110
142
92,9
25,87
5

72,1
135
144
91,6
24,87
5

69,3
137
134
91,0
27,50
76,7
144 147
91,0
27,25
76,0
151
149
91,6
28,25
78,7
135 144
91,0
27,50
76,7
137 146
90,3
27,25
76,0
128
143
88,4
27,125
75,6
123
125 87,1
26,87
5

74,9
128
136
84,5
26,31
5

73,5
112
126
81,3
25,25
70,4
125
131
78,7
26,12
5

72,8
115 127
78,7
25,50
71,1
132
132
76,1 22,875
63,8
131
133
76,1
21,75
60,6
138
141
74,2
20,-
55,7
129 145
73,5
19,25
53,7
122
126
72,3
18,75
52,3
128
152
71,6
19,315
54,0
121
139
71,0
19,-
53,0
105
129
69,0
18,25
50,9
121
132
67,7
18,12
5

50.7
96
121
67,1
18,62
5

51.9
107
140
66,5.
17,50
48,8
110 138
65,8
15,37
5

42,9
114
141
65,8
14,125
39.4
1

127
133
64,5
l6,l2

44.9
15,25

42,5
14,87
5

40,1
13,87
5

38,7

cts.

OJ
84,5

100,0
94,25

111,5
82,75

97,9 75,25

89,1
69,25

82,0
60,75

71,8 77,25

91,4 74,25

87,9 72,75

86,1
74,25

87,9
73,50

87,0
69,50

82,2
68,50

81,1
64

75,6
64

75,6 66

78,1
66,50,

78,7
60,75

71,8
60,50

71,6
58,25

68,9
62,25

73,7
59,50

70,4 58

68,6
58

68,6
55,50

65,7
55,25

65,4
59,50

70,4
66,50

78,7
68,25

80,8
66,75

79,0
66,25

78,4
53

62,7
45

53,3
43

50,9
40,25

47,6
39.50

46,7
372

438
38,75
3

45,9
44,0
44,0
44,0 44,0

690

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

29 Juli 1931

Sept.
Dec.
Mrt.
Mei

27

Juli

………….
$558
$
5.85
$
6.02
$
6.16

20

Juli

………….
..5,52
,,5.77 ,,5.95
,, 6.05

13

Juli

…………..
,
6.01
,, 6.26
,, 6.33
,,6.42

6

Juli

………….
..6,14
1
16.38
,, 6.48
,, 6.55

Rotterdam, 28
Juli 1931.

THEE.
De vaste stemming van de thee-markt bleef in de afge-
loopen week tenvolle gehandhaafd. Meerendeels liepen de
noteeringen van ‘4 tot 3/ ets. hooger dan in de vorige
week.
Ceylon was met een groot aanbod aan de markt, het-
welk wederom over 2 veilingen werd verdeeld. Vele par-
tijen toonden hier verbetering in kwaliteit, hetgeen prijs-
stijgingen tot 2 A 3 ets. tengevolge had. Daarentegen viel
de kwaliteit van den nieuwen Britsch-Indischea oogst tegen
en konden deze theeën slechts tegen afbrokkelende prijzen
koopers vinden.
Java theeëu met veel geel konden tegen flink verhoogde
pi-ijzen worden afgedaan.
Bladthee trok over het algemeen, door gebrek aan vraag
voor export, minder belangstelling, hetgeen op de biedingen
van invloed was.
De thee-uitvoer van Noord Britsch-Indië bedroeg in de
maand Juni 1931 16.099.000 lbs. (v.j. 19.834.000 lbs.). Ge-
durende de maanden April/Juni 1931 werden totaal uitge-
voerd 23.9 millioen lbs. (v.j. 31.4 millioen lbs.).
Ceylon exporteerde in Juni 26.8 millioen lbs. (vi. 24.9
millioen lbs.) en gedurende het le semester 1931, 139.4 mil-
lioen lbs. tegenover 133.2 millioen lbs. in dezelfde periode
van 1930.
Amsterdam, 27 Juli 1931.

STEENKOLEN.
Het groote feit van de afgeloopen berichtsperiode is de
afkondiging door Frankrijk van een licentiesysteem, dat in
zijn uitwerking voor Nederland een reductie op de in
Frankrijk in te voeren hoeveelheden kolen, cokes en briket-ten beteekent van 50 pCt. over het gemiddelde van de jaren
1928, ’29 en ’30. Aangezien de invoer in Frankrijk van
Nederlandsche kolen steeds crescendo is gegaan, mag aan-
genomen worden, dat dit cijfer voor de Nederlandsche kolen-

industrie al bijzonder drukkend is, omdat het gemiddelde
van de laatste drie jaren uiteraard lager is dan het cijfer
van 1931. Intusschen verneemt men, dat Frankrijk, al
thans voor de eerste weken, tegenover dezen scherpen maat-
regel een ietwat conciliante houding zal willen aannemen.
Voor Engeland heeft de maatregel weinig te beteekenen,
omdat het gemiddelde van de laatste drie jaren aanzien-lijk hooger is dan wat op het oogenblik in Frankrijk van
die zijde wordt ingevoerd.
De prijzen zijn:

Northumberiaiid Ongezeefde ………….
f
9.10
Durham Ongezeefde ………………….9,80
Cardiff 2/3 large 1/3 smalls …………..11,75
Sehotsche Gezeefde (Prime Lothiatis) ……8,70
Yorkshire gewasschen Singles …………9,40
Westfaalsche Vetförder ………………..10,60
Vlamstukken 1 …………..11,75
Smeenootjes ……………..11,50
Gasvlamförder ………… ..11.-
Gietcokes

……………….14.
1-lollandsche E’ierbriketten …………….12,40

alles per ton van 1.000 I.W. franco station Rotterdam/Am-
sterdam.
Ongezeefde bunkerkolen f.o.b. Rotterdam/Amsterdam
f10.-.
Markt flauw.

UZER.

De aanvankelijk wat opgewekter stemming van den prijs
voor ruwijzer op de exportmarkt – Lux 3 noteerde ver-
leden week 49-50 sh, fob. Antwerpen en 53 sh. fot. Gran-
gemouth – is weer wat gezakt. De prijs fob. Antwerpen
is thans 48-49 sh. De Cleveland producenten hebben in
toenemende mate te lijden van de concurrentie van Mid-
land ijzer in het Teesdistrict. Tot dusver is er echter nog
geen verandering gekomen in den prijs voor No. 3 (58/6
fofob.) en in het productietempo. Vngevolge van de onzekere vooruitzichten in. b. t. de
internationale financiëele moeilijkheden, worden er op de
staalmarkt uiterst we,inig zaken gedaan. De vraag is ge-
ring doch ook het aanbod is beperkt. De stafijzerprjs daal-
de tot 69-70 sh. f oh. Antwerpen.

28 Juli 1931.

Vervolg STATISTISCH OVERZICHT VAN GROOTHANDELSPRIJZEN.

DIVERSEN
KOLONIALE PRODUCTEN
INDEXCIJFERS

1
Bruto-

VURENI-IOUT

RUBBER’)
Standaard
SUIKER
Witte kristal-
KOFFIE
Robusta
THEE
Alt. N.-I.
theev.
COPRA
f.m.s.
Ned.-Ind.

gewichtv.d.
buit, handel
basis
7′
f.o.b.
Zwedenl
Ribbed Smoked
Sheets
suiker loco
Locoprijzen
A’dam gem. pr.
per ioo K.G.
Nederland
1125= 100
OWD

Finland
loco Londen
R’damlA’dam.
lOO
K.Q.
per
Rotterdam
per ‘Ii K.G.
Java-
en Suma-
Amsterdam
In


Uit
voer

voer
per Ib.
1tratheep.’j,KG.
,
1-

f
S
/s
Sh.
°/s
Ii.
01
0

cts.
1925
159,75
100 2111,625 100,0 18,75
100,0
61,375
1926
153,50
96,1
21-
67,4
17,50
93,3
55,375
1927
160,50 100,5
1/6,375
51,6
19,12
5

102,0
46,875

1928
151,50
94,8
-110,75
30,2
15,85
84,5
49,625
1929
146,00
91,4
-110,25
28,8
13,-
69,3 50,75
1980
141,50
88,6 -15,875
16,5
9,60
51,2
32
Jan.

1929
152,50
95,5
-19,875
27,9
13,775
73,5
53,125
Febr.
150,00
93,9
1/-
33,7
13,37
5

71,3
54
Maart
147,50
92,3
110,125
34,0
13,50 72,0
54
April
147,50
92,3
-110,5
29,5
13,375
71,3
54
Mei

,,
145,00
90
1
8
-110,875
30,5
12,25
65,3
54
Juni
147,50
92,3
-110,625
29,8
12,00
64,0
54
Juli
145,00
90,8
-111
30,9
13,425
71,6
54
Aug.

,,
145,00
90,8
-110,5
29,5
13,00
69,3 53,50
Sept.

,,
145,00
90,8
-110.125
-/9,625
28,4
27,0
13,47
5

13,30
71,9 70,9 51,75
48,50
Oct.

,,
.
Nov.

,,
142,50 142,50
89,2 89,2
-18,125
22,8
12,50
66,7 41,75
Dec.
142,50
89,2
-/8
22,5
12,07
5

64,4 36,75
Jan.

1930
147,50
92,3
-17,375
20,7
11,67
5

62,3
35
Febr.
147,50
92,3
-/8
22,5
11,40
60,8
35
Maart
147,50
92,3
-17,625
21,4
10,70
57,1
35
April

,
147,50
92,3
-17,375
20,7
10,55
56,3
35
Mei
145,00
90,8
-16,875
19,3
9,80
52,3
34,75
Juni
145,00
90,8
-16,125
17,2
9,775
52,1
33
Juli
142,50
89,2
-15,625
15,8
9,275
49,5 31,50
Aug.
142,50
89,2
-14,875
13,8
8,50
45,3 29,50
Sept.
140,00
87,6
-14,125
11,6
7,975
42,5 28,25
Oct.
132,50
82,9
-/4
11,2
8,62
5

46,0
29
Nov.

,,
130,00
81,4
-/4,375
12,3
8,75
46,7
29
Dec.

,,
130,00 81,4
-14,375
12,3
8,20
43,7
29
Jan.

1931
125,00
78,2
-14,25
11,9
8,20
43,7
28
Febr.
125,00
78,2
-13,875
10,9
8,20
43,7
26,25
Maart
125,00
78.2
-/3,75
10,5
8,30
44,3
25,50
April
125,00
78,2
-/3,125
8,8
8,575
45,7
24,75
Mei
125,00
78,2
-13,125
8,8
8,50
45,3
25
Juni

,,
110,00
68,9
-13,125
8,8
8,57
5

45,7
25,75
6 Juli
110,00
68,9 -13,25
9,1
8.87
5

47,3
27 13

,,

,,
110,00
68,9
-/3,0625
8,6
1

8,75
46,7
27 20

»
110,00
68,9
.13 8,4
1

8,87
5

47,3
27
27
110,00
68,9
-12,875
8,1
8,62
5

46,0
27
i)
Jaar-
en
maandgem. afger.
op
1/

pence.

2)
2
Juli.
3)
16
Juli.

Auteur