Ga direct naar de content

Jrg. 16, editie 792

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: maart 4 1931

4 MAART 1981

AUDRtJRSR.PJCEIT
Voo)
ÈOttDEÎ
7
.

Economisch~Statistische

Berichten

ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER

ORGAAN VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE
RIJN
VAART

UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN

16E JAARGANG

WOENSDAG 4 MAART 1931

No.
792

IWSTITUUT VOOR EdONOMISCHE GESCHRIFTEN.
Al gemeen Secret ons: Prof. Mr. Dr. G. iI.’ Verijn tuart
ECONOMISC
11-STATiSTISCHE
BERICII TEN.
COMMISSIE VAN ADVIES:
Prof. Mi

. D. van Blom; J. van flasselt; Jhr. Mr. L. H. van
Lennep; Mr. K. P. van der Mandele; Prof. Dr. N. J
Polak; Air. Dr. L. F. R. Regout; Dr. E. van Welderen
Baron Rengers;
Prof.
Mr. H. R. Ribbius; Jan SchiUhuis;
Mr. Q. J. Terpstra; Prof. Mr. F. de Vries. Gedelegeerd lid: Prof. Mr. Dr. 0. M. Verrjn Stuart.
Redacteur-Secretaris: E. Al. E. A. van der Valk.
Secretariaat: Pieter de lioochweg 122, Rotterdam.
Tele! oon Nr. 35000. Postrekening 8408.

Abonnementsprijs voor het weekblad franco p. p. in Nederland f20,—. Buitenland en Kotoniën f 23,— per
jaar. Losse nummers 50 cents. Leden en donateur8 van het
Instituut ontvangen het weekblad gratis.
De verdere publicaties van het Instituut uitgaande ont-
vangen de abonné’s, leden en donateur8 kosteloos, voor Zoo-
ver daaromtrent niet anders wordt beslist.
A.angeteekende stukken: Bijkantoor Ruigeplaat weg.

Advertenties f 0,50 per regel. Plaatsing bij abonnçrnent
volgens tarief. A..dniinistratie van abonnementen en odv’r-tenties: Nijgh
d
van Ditmar’s Uitgevers-Maatschappij, Rot-
terdam, Amsterdam, ‘s-Gravenhage. Po8tchèque- en giro-
rekening No. 145192.

BERICHT.

Ledenvergadering van de Vereeniging ,,Instituut voor

Economische Geschriften”.

Ht Dagelijksch Bestuur van bovengenoemde ver-

eeniging maakt bekend, dat een algemeene vergade-

ring van de leden der Vereeniging zal worden ge-

houden op Vrijdag
13
Maart a.s. des avonds te
8%

ure, in ,,Pulchri Studio” te ‘s-Gravenhage, Lange

Voorhout
15.

3 MAART 1931.

in verband met de maaridswisseling was er cle laat-

ste dagen dezer berichtsweek wat meer vraag naar

cailgeld, zoodat de rente hiervoor tot 1 pOt. kon op-

toopen. Overïgens kwam er geen verandering; ‘parti-

culier disconto noteerde 1 k
11/16
pOt., de prolongatie-
rente 1 pOt.

Op de balans van De Nederlandsche Bank geeft de

post hinneulandsche wissels een da] ing van een kleine

f
200.000
te zien. De beleeningen blijken met
‘f
19

millioen te zijn toegenomen.

De goudvoorraad der Bank bleef vrijwel op dezelf-

cle hoogte. :De zilverv’oorraad vertoont een stijging

van
f 500.000.
De post papier op het buitenland bleef
nagenoeg onveranderd, terwijl de diverse rekeningen

op de actiefzijde van de balans een teruggang van

f 1
millioen te aanschouwen geven.

De hiljettencirculatie klom met
f
45
nillioen. liet

tegoed van het rijk verminderde met
f 13,4
millioen,

terwijl de rekening-courant-saldi van anderen met

f
13,7
millioen af namen. Het beschikbaar metaalsaldo

bedraagt
f6,8
millioen minder dan verledcn week.

i:iet dekkingspercentage is rui.m
54%.
* *
*

Daar de maandswisseling op de geldmarlct geen

merkbaren invloed heeft gehad, hebben cle wisselkoer-

sen de stijging ongestoord kunnefi doorzetten. Veel

vraag was er naar Ponden, wel hoofdzakelijk voor be-

leggingsdoeleinden – men kan in Londen voor gel-

den in rekening-courant gemakkelijk
2 â 2l
pOt. ma-

ken; zij kwamen van
1.2.11.0%
op
12.11%.
Dollars ste-

gen van
2.4923 ‘tot
2.4935.
De Dollarkoers iii Londen

noteerd.e tenslotte onveranderd
4.8580,
na een oogen-
blik
4.86
te zijn geweest. Marken goed gevraagd:

59.23 %-59.27
(Dollars tegen Marken
4.2072%).

Fransche Francs
9.76%-9.77′,
(Pondn tegen Franes

123.97%).
Ook de Belga’s konden zich handhaven:

34.74Y2.-34.’Z7
(Ponden tegen Beiga’s
34.84).
Zeer

flauw waren Zwitsel-sche Francs; het Pond liep in

Zwitserland op van
25.20
tot
25.24,
waardoor de koers

hier van
48.04%
tot onder de,
48.—
terugliep; slot

4.8.00%.
Ook Lires vaster
1.3.06%.,
naar verluidt door

den gu nstigen afloop van de vloot-besprek:ingen. Oos-

tenrijksehe Shillingen:
35.05.
De Skandinav.ische de-

viezen noteerden hooger: Kopenhagen
66.70,
Oslo

66.70
en Stockholm, waarvoor zeer veel vraag bestond:

66.81.
Peseta’s
26.60-25.70-26.20-26.—.
Rio flauw:

2034.
Argentijnsche Pesos verbeterden van
82
tot

82%.
Canada
2.491/16.
Mexicaansche Dollars:
1.17.

Ook op de termijnmarkt heeft mcii nog duidelijk

Icunnen w’aarnemen, dat er hier no steeds Ponden

worden gezocht ter belegging; Treasury Bills zijn o.a.
gedaan op
2
1
716
pOt. en op Engelsche Bankaccepten

maakt men op het oogenblik
2f1.e
pOt. rente. De ter-

mijnen. noteerden tenslotte, voor Ponden 1- en
3-

maands 1%-1%’ en
3
°
/16._3/16,
voor Dollars
25-23

en
45-43
en voor îvlar]cen
9-8
en
22-21.
punten

onder den contanten Icoers.
LONDEN, 2 MAART 1931.

Met uitzondering van. Vrijdag en Zaterdag was geld

verlëdert week gezocht. In de eerste dagen van de

week trad cle Bank van Engeland als koopster van wis-

sels op, teneinde een te grooten druk op de markt te

voorkomen.

Disconto bleef vast met eene kortstondige weifeling
na de verlaging van liet disconto voor Bons de déf en-

se in Parijs tot
2%
pOt. :De nieuwe Schatkistprornes-

se.n. werden tegen vol
21/î,,
toegewezen, zoodat de

marktnoteering op
22h/32_2hj116
sloot, met neiging

naar het hoogere cijfer.

De invloed van’het hooger di.sconto hier op de

voorn aamste goudvaluta’s kan bevredigend genoemd

worden, ofschoon men nog een verdere verhooging van

den Dollarkoers met vreugde zonde begroeten.

T

—;

214

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

4 Maart 1931

DE PETROLEUMINDUSTRIE BULTEN DE

VEREENIGDE STATEN BIJ DEN

AANVANG VAN
1931.

Noord-A9nerilca.

Van de beide nabutirstaten der Unie,
Canada
en

Mexico, mag weliswaar eerstgenoemde wijzen op een
productie over 1930, welke in vergelijking met 1029
sterk is gestegen, doch het land beteekerit voor de
wereld-petroleumindustrie en in het bijzonder voor
die der Ver. Staten bovenal een afzet- en niet een
procluetiegebied. 3uist anders is het met
Memco,
dat

ook thans nog, in weerwil van de sterke daling in
zijn productie (deze wordt voor 1930 aangegeven met
39.529.900 barrels tegen 44.688.000 barrels in 1929
en tegen een hoogste productie van 193.398.000 bar-
rels in 1921) een gebied vormt, waaruit de Ver.
Staten ruwolie betrekken, hoewel deze hoeveelheden
slechts een gering deel uitmaken van de quanta, welke
eertijds daarheen werden geëxporteerd. In den laat-
sten tijd vermeerderden zich de aanwijzingen, dat ook
Amerikaansche maatschappijen, evenals de Konink-

lijke-Shell-groep sedert eenigen
tijd
doet, bereid wa-

ren aan dit land weder grootere opmerkzaamhe.id te
schenken. T

loo dit bij een eventueel invoerverbod zal gaan, is niet gemakkelijk te voorspellen. Opmerking
verdient, dat door een Decreet van den President in
November ji. de ,,wiit operation” (gemeenchappe-
ljke exploitatie dier afzonderlijke olieterreinen door
alle daarbij belanghebbenden) nadrukkelijk als ge-
oorloofd wordt aangemerkt.

Zuid-Ameriia.

Roosevelt’s ‘oorspeliing ,,De 20ste eeuw zal de
eeuw van Zuid-Amerika zijn”, is tot dusverre in poli-tiek zoomin als in economisch opzicht verwezenlijkt, ook niet, in weerw.ii van de verbazingwekkende toe-
name, welke één bepaald land,
Venezuela,
bij de olie-
productie vermag te toonen, op dit gebied. :1:n het
jaar 1930 is de productie ingevolge de slechts in
ruwe trekken bekende overeenkomsten van •de groote
concerns in vergelijking met het voorafgaande jaar
stabiel gebleven, ja zelfs iets teruggegaan, zooals uit
onderstaande tabel blijkt, die tegelijkertijd toont,
hoe het aandeel der afzonderlijke ondernemingen in
de productie zich ontwikkelde:

Productie van ruwe olie in Venezuela gedurende
1930
en
1.929.

(Voorloopige cijfers). 1930

1929
Barrels
u.
Koninklijke-Shell:
V.O.0.

………………….

39.870.502

45.294.900
Caribbeza Petroleum ………
20.080.014

15.374.040
Colon Oil ……………….4.945.925

Tezamen ……
64.896.441 60.668.940
StaDdard Oil

Co. of 1ndiiiia
Lago

…………………..
38.059.523
36.737.656
Gulf

Oil

…………………
23.092.000
29.967.728
Standard 011 Co. of
Ntw
Jerscy
Creole

…………………..
6.847.796 7.546.273
v. Diverse:
B.C.O.

Ltd.

……………..
1.944.702 2.041.673
General

Asphalt

………….
243.322
426.000
Tucoyo

Oilficicls

………….
106.324

Tezamen ……
135.1.90.108 1377388.270

Voor 1931. zal men, gezien de noodzakelijkheid, den toestand der vereld-petroleuromar1cten. niet nog sleeh-
ter te maken, vermoedelijk
slechts
komen op een pro-
ductie, welke even hoog is als die van 1030, mis-
schien zelfs wei iets daar beneden blijft. De Stand-
ard 0fl Co. of indiana heeft in het najaar van 1930
hel: voorstel gedaan tot een/ verder strekkende pro-
cluctie-inkri mping, de Koninklijke-Shell-groep in
November een ander; ten aanzien van het voorstel
der Staiiolind nameii de Standard Oil Co. of New’-.Tercy en dc Gulf Oil een afwijzende houding aan,
daar zij van meening waren, in tegenstelling tot
hare mecledingsters reeds genoeg tot een beperking

INHOUD.

BIz.
DE PETItOLISUMINDUSTRIE RUITEN OH VEREENIGDE SlAVEN
BIJ DEN AANVANG VAN
1931
door
Dr. Wilhelm Mautler 214
Rijstsituatie
in
Japan door
Th. Ligt hart …………218
Eenige gegevens omtrent de werking van de octrooi-
wet door Ir. S. van 11oogstraten …………….219
Fransche oorlogsschuiden aan Engeland door
H. Dunlop 222
Beschouwingen over kolen II (Slof) …………….
223
Nogmaals: de Rotterdamsche haventarieven door
Dr.
J. Ph. Backcr

…………………………….225
Is eene termijnmarkt voor suiker op Java wenschelijk?
door A.
Volz
met naschrift door G.
A.
F. Weyer.. 226

BUITENLANDSOH
Id
MEDEWEREIN 0:
De crisis in Austra(ië door
Prof. L)r. P. Oeyl . . .. 227

OVERZICHT VAN TIJDSCHRIFTEN

….
. ……
228

MAANDCIJFERS:
Indexcijfers van Nederlandsche aandeelen ……..
228

STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN
……………..
229 – 238

Geidkoersen.

Bankstaten.

Verkeerswezen. Wisselkoersen.

Goederenhandel.

te hebben bijgedragen. Over een diefinitieve overee.u-
komst tot productie-inkrimping zou eerst gesproken
kundlen vorclen, wanneer ook de Koninklijke-Shell en
de Stanolind hare productie hebben verminderd, •daar
eerst dan alle belanghebbenden van hetzelfde punt
zouden starten. Tegen de Venezolaansche ruwolie en
tegen de daaruit op Curaçao en Aruba vervaardigde
producten is, gelijk bekend, in de eerste plaats de
actie der Amerikaansche ruwolieproducenten en voor-
standers van een beschermend invoerrecht gericht.
Daar Venezolaansche ruwoiie wel de goedkoopste is,
di.e op den geheelen aardbol wordt gewonnen, de hoe-
veelheid ervan zonder meer zeer sterk kan worden
opgevoerd, zal
zij
ook, wanneer het tot een Amen-
kaenseh invoerreeht of invoerverbod komt, de groot-
ste eoncurrente voor de in het buitenland af te zet-
ten voortbrerigselen dier Amerikaansehe raffinade-
rijen worden.De petroleum-wetgeving is voor de bui-
tenlandsche ondernemingen zeer gunstig – niette-
genstaande een onlangs ingevoerde belasting-ver-
hoogi.ig, w’aartegeriover men i.n Amenikaansche krin-
gen reeds weder ciwanginaatregelen noemt: -terug-
gave der concessies, teneinde op deze
wijze
de inkom-
sten van de Regeening te verminderen. Vermoedelijk
zal men echter over de uitvoering dezer plannen nog
wel nader overleg plegen.

Van dc nu dere Zui d-Ameni]daansche productielan-
den moge zeer in het kort slechts het volgende wo-
den medegedeeld: In
Colunsbia
heef t -de Tropical Oil
Co. (Standard Oil Co., New Jersey), de eenige pro-
ducente des lands, in de eerste 11 maanden van 1930
18.640.549 barrels ruwolie gewonnen, tegen 20.385.000
barrels :in het geheele jaar 1920. i)e nieuwe Regee-
ring is cie petroleumniaatschappijen door het idie-
rien van een nieuwe petroleumwet – het vroegere,
hoogstens enkele hardheden bevattende, doch over het
algemeen billijke ontwerp was door cl,e Amerikaan-
sche bncier.nemingen scherp aangevallen – aanmer-
kelijk tegemoet gekomen. Bij de uitwerking ervan
schijnt de raad., .i.ngcvolgd haren w’ensch, aan de Go-
lumbiaansche Regeer.ing gegeven door den juridi-
schen medewerker van den Heer Dwight Morrow, den
Amenikaanschen Gezant, w.ien het bijleggen van het
petroleum-conflict tussehen Mexico en de Ver. Sta-
een gelukte, wei gewicht in de schaal – te hebben ge-
legd.
Toor de petroleurn,maatscha
ppijcn
gunstig
schijnt
de invload der revolutie in Argentinië
te werken.
Het gevaar cellen nationalisatie is met den val van
.[rigoyen wel. geweken, en Generaal Morones, de
leider der Argentijnsche staatspetroleumwinning,
welke ook in Mexico en elders propaganda heeft ge-
maakt voor een. petroloumwetgeving in den geest tien
Argentjnschê, is door Kapitein Fliess, op wien de
9e1
.
.olen mmaatschappijen het veel meer hebben be-grepen, opgevolgd. Een Bonds-Commiss.ie “oor het
onderzoeken van den toestand der petroleumindus-

— r’-‘.
,

4 Maart 1931

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

215

trie werd ingesteld. De productie zal in 1930 wel
niet voel hebben verschilci met die van het jaar 1929,
zijnde 9.391.000 barrels.
In
Peru
heeft de grootste der aldaar werkende
producenten, de in teni a t onal Petroleum Co. (Sta ccl-
ard O.il Co.,
New
J’ersey) in ‘de eerste 11 maanden
van het jaar 1930
, 9.004.061 borrels geproduceerd
tegen 10.821116 barrels in het geheele jaar :1929.
Men kan derhalve wei rekenen op een daling iii de
productie voor 1930 van dit land, welke in 1929
13.422.000 barrels bedragen had.
De productie van
Trinidad,
waar een grooter aan-
tal maatschappijen werkzaam is, en dat derhalve niet
het domein van een enkel concern vormt, wordt voor
1930 getaxeerd op circa 9,5 millioen barrels tegen
8.716.000 in 1929.

Europa.

De toestand
01)
cle Europeesche petroieummaricteic
wordt zeer sterk beheerscht door de toeneming der
ruwoli e
n
r
:
nnng, de vervaarci igi:ng van raffinagepro-
duc’ten en de uitvoer daarvan door Rusland en Roe-
menië. Beiden bieden hunne voortbrengselen op de
buitenlaiadsche markten in stijgende hoeveelheden tot
lage prijzen aan. De
RUSSSiSG7SO o/ie-inclustrie
heeft
in de tienjarige periode 1920/’21-1929/’30 zeer op-
merkelijke prestaties voibracht cii zal, ook al zou. het
herziene vijfjaarsplan niet geheel worden verwezen-
lijkt, de stijging terdege voortzetten. In 1,920/21 wer-
den 3.191.900 ton ruwolie gewonnen, in 1928/29
waren het 13.547.000 ton en in het jaar 1.929/30 werd
door de drie voornaamste tusts een productie van
17.066.000 to:n. bernikt, en tezamen met cle klei-
nere procluctiegebieden’ van ougeveer 17.205.000 ton.
In het vierde kwartaal
193e,
dat ingevolge een wijzi-
ging van het Russische begrootiiigsjaar (vroeger Oc-
tober- September, thans gelijk met het kalenderjaar)
een tusscheujaar vertegenwoordigt, werd een produc-
tie bereikt van 5.322.000 ton, terwijl het productie-
prograni 5.1.90.000 ton omvatte, en met inbegrip van
een in te halen ‘achterstand 5.554.000 ton. De ver-
werking heeft in dit kwartaal 4.570.000 ton bereikt
tegen ccii getaxeerde hoeveelheid van 4.654.000 resp.
4.797.000 ton. T-let ]aatste jaar van het herziene vijf-

jaarsplan omvat een productie van 40,3 millioen ton,
cl.w.z. driemaal zooveel als de productie van 1928/29
heeft bedragen; latere berichten spreken zelfs van
45 á 46 millioen ton (in plaats van zooals oorspron-
kelijk werd geraamd slechts 21,7 millioen ton, even-
veel bijna als cle productie der Ver. Staten in het
jaa.r 1,017 beliep). In ‘den tussehentijd te on.tginnen
nieuwe terreinen moeten hiertoe alleen 9.275.000 ton
bijdragen. Meestal worden de zeer lage prijzen voor
Russ:sche olie in het bijzonder aldus verklaard,
dat deze olie ungevolge de onteigening met geenerlei
investaties, welke afgeschreven moeten worden, is
belast. Tot op zekere hoogte i.s zulks juist, doch ook
niet meer, want men moet niet over het hoofd ‘zien,
dat in de jaren 1920f’21-1928/’29 door de Sovjets

Rhls. 1.320 millioen in de petroleurnindustrie is vast-
gelegd, en voor 1929/’30 uitgaven ter hoogte van

Rbls. 353 millioen waren begroot en ook wel zullen
zijn gedaan
,;voor 1931 zijn – en daarmede betreden
wij het gebied van de toekomst – Rbls. 455 millioen
bestemd, en in den loop van het geheele vijfjaarsplan

wil men in totaal de fantastische som van Rbls. 4.000
millioen (?) in de petroleumindustrie vastieggen.
Zooals in het verleden moet ook in de toekomst niets
onheproefd gelaten wôrden om den uitvoer to ver:
meerderen. Deze had in 1921/’22 slechts 30.061. ton
bedragen. De uitvoer van Rnssische petroleum, die
:in 1.913 951.100 (in 1904 echter 1.837.000) ton be-
liep, bereikte in 1.928/29 een hoogte van 3.562.373
en in 1 929/’30 van 4.516.300 ton. Een steeds grooter
vordencl aandeel komt daarbij op rekening van ben-
zirte. Met niet te loochenen taaiheid hebben de Sov-
jets hun plaata op de wereldmarkt veroverd;, geen

der onheilige strijdmiddelen van het kapitalistische

stelsel lieten zij daarbij ongebruikt en zij verlangen
van de groote concerns een steeds grooter aandeel op
de afzonderlijke, door de laatste beheerschte markten.
Daarmede is het geheele probleem eener
overeen-
Icomst met de Russen
in het kort geschetst, en men
zal het misschien nogen wagen de bewering te uiten,
dat zonder haar cie rust op de petroleummarkten in
een groot dieel dier Oude W’ereld niet zal terugkee-
ren. In éé:n geval (Engeland) functionneert de over-
eenkomst met de Sovjets naar het schijnt zonder wrij-
ving, in Duitschland was dit tot ongeveer einde 1930,
toen de onderhandelingen betreffende cle quota aan-
vingen, het geval. Wie beweert, dat vrede met de
Russen onmogelijk zou zijn, ‘kan weliswaar op laatst-
bedoelde ervaringen word en gewezen, nu aar behoeft
daardoor geenszins ook ‘ten aanzien van de toekomst
overtuigd te worden. Doch dan valt ook een der voor-
naamste steunpunton voor het optimisme betreffende
een verbetering van den toestand op de Europeesbhe markten weg, in weerwil van haar, naar mag worden
aangenomen,
stijgend
opnemings vermogen voor pe-
troleu mproc] u.cten, n.a overwinning van de scherpste
crisis.
De ruwolieproductie van
Roemenië
zal in het jaar
1930 ongeveer 1 millioen ton meer hebben. bedragen
clan in 1929 (4.827.278 ton) en derhalve een grootere stijging toonen dan zij over eenig jaar sedert het einde
van den oorlog had te zien gegeven (in 1919 beliep
de productie 920.488 ton, in 1913 1.885.619 ton). Bo-
vendien was in cle tweede helft van het jaar een rege-
ling der productie, geiijkstaan’de met een aanmer-
kelijke .i nkrimping, tot stand gekomen, doch na
slechts enke]e maanden, werd dezè opgegeven; tevens,
of eigenlijk nog voor haar beëindiging werd de einde 1930 afloopende kartel-overeenkomst der raff made-
rijen hizalce den binnenlanclschen afzet opgezegd, en
liet gevolg van dit alles was een
pr’i,jsval
voor ruwolie
en petroieumproclucten, die moeilijk anders dan
catastrophaal kon worden genoemd. De volgende op-stelling toont dit wel op overtu ‘rgende wijze:

Ontwikkeling der prijzen voor petroleum in Roemenië 1)

Soort

Einde

Einde

Einde

Einde
Ruwolie,

1929

Juni
1930

Sept.
1930
Dec.
1930
licht,

Bustenari 20122.000

10110.200 14.500114.800 7.30017.500
id. Morenj
14114.200 6.20016.500 12.000112.500 6.20016.400
Lichte

benzine
0.730 8.15.0

7.10.0

7.18.0

3.18.0
Middelzware

benzine
0.740 8.7.6

6.19.6

7.9.9

3.11.0
Zware

benzine
0.750 7.5.0

5.8.0

6.5.0

2.18.0
Lampolie

3.14.0

2.1.0

1.17.0

1.6.0

White Spinitl
6.10.0

5.15.0

5.18.0

3.7.0
id.

id.
II 5.9.0

4.15.0

4.18.0

2.7.0
Gasolie

2.10.0

1.10.0

1.17.0

1.10.0
Residu’s(stook.
olie

1.4.0 ‘

0.18.0

1.10.0

0.17.0113.0
1)
De prijzen voor ruwoiie zijn die voor het binnenland,
en in Lei per Wagon van 10000 K.G. aangegeven; alle
andere prijzen zijn exportprijzen f.o.b. Constantza en in
Lstg. per 1.000 K.G. aangegeven.

Hoe langzaam of hoe vlug ook in dit geval de nood
zal loeren bidden, m.a.w. wanneer het weder tot een. overeenkomst in de oheprodnctie en in den vericoöp komen zal, is niet te voorspellen. De uitvoer heeft in
cie eerste 3 kwartalen een hoogte bereikt van
2.854.317 ton tegen 2.102.511. ton, een jaar geleden;
op rekening van benzine kwamen hiervan 854.1.82
(621.785) toi’i.
Polen. op
twee na de grootste ruwolieproducent van
Europa, apeelt slechts in de petroleumvoorzi eni.ng

van enkele markten een rol. Zijn productie aan ruw-
olie zal bovendien – niet op grond van systematische
beperking, doch deels wegens natuurlijke en ander-
deels wegens financiëele redenen – geringer zijn dan
in 1929, toen zij niet meer dan 0,3 pOt. van de wereld-
productie vertegenwoordigde. De samenvatting van

ongeveer de helft der Poolsche petroleumindustrie

216

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1 Maart 1931

onder de cont:uôle van het Crédit Général des Pétroles
heeft geleid tot een vrij ver streickende concentratie
en rationalisatie, doch cle toekomst van het Crédit
Général des Pétroles schijnt ingevolge dc moeilijk-
lieden van zijn fihanci.er
Devilder onzeker. Men stelt,
blijkbaar niet zonder uitzicht
01)
succes, pogingen in

het werk, om dit lichaam door een rac1.caie reorgan i-
sa Lie of door overdracht aan een andere groep (ge-
(lacht werd aan cle Cie. Prançaise des Pétroles), of
vel. door beide te steunen. :De Fratisch-Poolsche
samenwerki lig val in eik geval blijven bestaan.
Van cle groote Europeesche verbruiksianden heeft
i1et voornaamste,
Groot-Brittannië,
zijn invoeren ook

in 193Ô verder vermerderd; de volgende tabel stelt
dit in het licht:

:Pctio1eumiii’oer van Groot-Brittaii uië.

Miii. :Imp. GaUons

£
1.000
ioort

1030

1929

1930

1929
sl:ol;orheuzine …….
954,61

810,08

25.930 22.781
Laiupolie ………..
245,79

255,03

4.645

5.1.78
Sineerolie ………..
101.94

98,02

4.740

4.867
Gamlie ………….
130,S2

1.1.3,94

1.747

1.522
Stookolie ………..
491,06

405,61

4.655

3.648 :aitve olie

……….
460,96

487,35

4.286

4.763
Andere soorten . ……

19,73

25,32

482

635

Tetamei . . . .
2.404791 2.1.95,35

46.485 43.394

Sedert 1.921 heeft zich de benzine-invoer van 251,1
in ilhioen
miii.
Gallons nagenoeg verviervoudigd;
daarbij moet i cc het oog worden gehouden, dat des-
tijds nog geen ruwolie voor cle todnterti.jd eerst in.
wordIng verkeerende Bri tsche raffinage-industrio
werd geïmporteerd, doch iii 1.930 460,06 millioen imp.
Gali. Overigens toont liet laatste cijfer sedert 1927,
toen met 664,8 mihlioer Imp. Gahi. de grootste invoer werci. geregistreerd, een daling, welke bewijst, dat de
invoer van afgewerkte producten blijkbaar voordee-
1 ger was dan de vervaardiging van raffinageproduc-
ten……i het binnenland. Op de .Eiigelseiic oh eniarkt
hcerschcen,s.irids cle overeenkomsten der ,,Combine”
van dc groute cnnceriis (Koninklijke-Shell, Anglo-Per-
ian en Standard Oil Co., New J’ersey) met cle Rus-sen rust cii hetrekkel.ijk stabiele v€rhoudingen. Op-
mer.kelijk is, dat .i ii Engehan ci benzi nn-benzolmengseis
tegen denzelfden prijs ‘worcieti ver koch.t als zuivere
benzine.

Voor
Duitschlajn.d
was 1.930 niet betrekking tot cie
petroleum een zeer belangrijk jaar. Een cijfer (voor-
loopig) der
ruwolieproductie
van 169.592 ton (waar-
van voor liiirii.gsen-Obersha.gen-Nienhagen 83.772
ton, voor Wietze-Steinförde 61.077 ton en voor Ed

d.esse-Oelheim-Oberg 24.743 ton) stelt zulks tegen een
cijfer van 102.843 ton voor 1929 voldoende in liet
licht. Verhoogde belangstelling voor cle Du.i tsche
oh i eterreinen bleek van Amerikaansehe zijde, welke
:Duitschlanci ook een. veel belangrijker toekomst op
petroleunigeb.i cd voorspelde dan men tot dusverre had
aangenomen. De successen bij het boren gaven ei aan-
leiding toe, dat ooit de Pruisische Staat via de
Prev.s-
iscIt,e Bergwerics- und Hüttcn A.-G.
van de
Anton
Rahy A.-G.
een uitgestrekt terrein niet producceren-
de sondes en installaties voor ongeveer R.M. 8 mii-
lioert kocht. De f.i:rianciöeie nood ties Rijks vormde den
voornaamsten grond voor twee maatregelen van het
Rijk: Verhooging der
invoerrechten
voor benzine enz.
en
‘invoering van den dwang tot het mengen van spi-
‘riéus in, motorbra.ndstofferc. in
verband met laatst-
geuoernden maatregel kwam het Rijksmonopohe-Be-
dr.ijf voor Brandewijn met de groote benziriemaat-
schappijen overeen, dat de laatsten afstand zouden
doen van het in de wet rieergeiegde recht tot terug-
gave der voor menging over te nemen hoeveelheden spiritus; de tegenprestatie vormde het overlaten van de heersehppij over de Reichskraftspritgesellsch af t aan deze firma’s. Deze maatregelen moesten natuur-
lijk aanleiding geven tot het duurder worden der
drijfstoffen voor den vebruilcer; zij vonden echter hun tegenwicht in den invloed van den strijd aller-
eerst der niet-aangeslotenen tegen de Benzine-Con-

‘ventje, voorts in de gevolgen van het uiteenvallen
daarvan, hetgeen een waren chaos op de Dt.t itsehe
markt verwekte. Een overeenicomst tussehen de groo-
te benzinefirma’s en het ‘Be’uizoiverband bleek na af-
loop der bestaande contracten eveneens onmogelijk;
een overeenkomst met de Russen .inzalce hun e.isch
van grootere quota kon ooit niet worden vericregen.
Opmerking verdient hierbij, dat de groote concerns
zich de prijspolitiek door hunne tegenstanders lieten clicteeren; zij volgden bijna steeds slechts aarzelend
de maatregelen van Ina tstbedoelden na. Ook hier zal
dc stnijdperiocle nog wei in het thans aangevangen
jaar door een formeele of stilzwijgende overeenkomst
moetei:i worden, beëindigd, wellce men bijna had be-
reikt, zooals men ooit bijna tot het sluiten van een
smeerohiecortventie is gekomen, waarbij het als een
kleine ironie moet gelden, dat cle overeenkomsten
met cle Russen juist in den vorm van een ,,gentlemen
agreenient” moesten tot stand Icomen. De verhoogi ng der .invoe:rrech ten, doch niet deze
alleen, heeft ooit een buitengewoon sterke stijging
der
importen
van benzine en andere producten be-werict, waarop eerst in de laatste maanden des jaars
een terugsiag volgde; de buitengewone toename vnu
don ruwolie-,i:nvoer verdient do aandacht en hangt

samen. met cle
0.0
twiklceii ng der Du i.tsehe raffi nage-
industrie. Een overzicht valt cle beweging der hoe-
veelheden geeft de volgende opstelling:
Januari-Novcict her
Soort

1930

1920
Doppeizentner
Petroleum, ruw ……………..
3.175.912

870.080
Benzine, aiic soorten . …………
13.803.221

10.146.173
Lampolie

…………………..
2.026.1.53

1.436.603
Gasolie, motorolic …………….
4.415.514

3.483.533
Mmcmie smeeroiie ……………….
80.518

6.241.571
Stookohe

…………………..
3.059.487


Teerachtige residn’.s, niet zittic,’ud
in
water

…………………….
1.335.471.


Asphalt, itatnurhijk ……………
246.563

513.744
Pekachtige residu s,
zin
keuid iii water

756.649

1_778.355

Aan de verbetering van cle
hydreermethocle
werd
gewerkt, doch de productie van langs deren weg ver-
vaarcligd.e stoffen zal wel riet zooveel meer hebben
bedragen dan in het jaa:r 1029. Op intensieve wijze
wordt het procédé thans in de Ver. Staten bestudeerd
en ooit in groote installaties practisch toegepast en
beproefd. De Amerikaansc’he kringen laten zich met veel vertrouwen uit aangaande de mogelijkheden er-
van, ooit voor wat betreft de stabilisatie der productie
van benzine, smeorolie, gasolie en,z., daar het niet
alleen algeheele benutting van de ruwe groitdatof,
waar ook vrijwel elicen gewilclen overgang der pro-
cl uctie van het cen.e artikel op die van het :cnclero
mogelijk maakt.
Teneinde de ontwikkeling der behoefte aan letro-
leoniprodueten ooit van een kleiner en, bovendien door
cI,e economische wereidcrisis toch niet in denzelfdeti
omvang als Duitschiand en Engeland aangetast huid
te tooncn, mogen tevens de cijfers van den petroleum-
invoer in.
Nederland
worden weergegeven:

litivoer en u petroleum
in
Nederiatid.
B:oeveeiheicl

Waarde
(1.000 NO.)

(f 1000)
Soort

1929

1930

1929

1930
Lampolic ………….
104.852

1.78.956

:14.18:3

13.090
Stookolie ………….
132.222

112.101

3.521

3.035
Benzine ……………
227.237

262.880

29.161.

32.688
Gasohe …………….
128.181

156.81.2

5.166.

6.460
Mineraic

smeeroiie

iii
vaten

cii

andere

cm-
baliage’)

………..
50.106
44.3:17
9.437

8.554
id.

in

tankschepen

en
tankw’agens

. ……..

9.256

836
Panaffine

………….
8.048 6.786
2.353
1.631
.’ardw’as en ceresine
.170 211.
1.00
133
Consistentvet

………
1.958
2.127 364 414
Vaseiine

…………..
890
874
116 108

1)
in
1929 smecrolie (zonder tiadere tand itid
i nig
der ver.
pakking).

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
4 Maart 1931

As1 halt uit ruwe olie

6.095

8.334

425

806
Andere, niet nader om-

schreven ciërivaten

4.117

957

121

47
Ruwe olie ………….
238.176 226.872 6.506 5.664

Tezamen ….
998.052 1.010.483 71.453 73.466

In
Frankrijk
heeft de val van het Kabinet Tardieu,
dat reeds bij de behandeling der Staatsdeelneming in
de Compagnie Française des Pétroles, de officiëuze
Fransche petroleummaatschappij, een nederlaag had
geleden, de parlementaire afdoening dezer aangele-
genheid verhinderd. Bij de behandeling ervan was
erop gewezen, dat eigenlijk nog de overdracht van het
Fransehe aandeel in de Iraq Petroleum Co. aan de
Comp. Française des Pétroles de goedkeuring van het
Parlement noodig had. De Regeering had dit bestre-den, doch de Kamer, haai rechten handhavende, be-
sloot, dat véér goedkeuring van het Regeeringsont-
werp inzake de deelneming van den Staat eerst die
overdracht formeel zou moeten worden goedgekeurd.
Het op Tardien volgende Ministerie Steeg heeft
tijdens zijn kortstondig bestaan deze vraagstukken
niet meer kunnen regelen. Dit bleef de taak zijn van
het Kabiiiet-Laval, dit deze voorstellen ook bij de
:Eatnei indiende. De oprichting van groote Fran-
sche raffinaderijen op verschillende, meestal in de
nabijheid der kust gelegen, plaatsen des lands maakte
ook in het afgeloopen jaar goede vorderingen en wordt
in 1931 voortgezet, zoodat Frankrijk in de toekomst
naar alle waarschijnlijkheid steeds grootere hoeveel-heden ruwolie zal kunnen betrekken en zijn behoefte aan geraffineerde producten in steeds grooteren om-
vang door eigen activiteit op het gebied der raffinage
zal kunnen dekken.

Ongetwijfeld is het verkrijgen van de vereischte
hoeveelheden grondstof een aangelegenheid, waar-
voor het jaar 1930 nog geen oplossing kon brengen. In Frankrijk stelt men zich, zooals bekeid, zeer veel
voor van de uit
Irak
te verkrijgen ruwolie (waarvan
het land, voor zoover betreft die van de Iraq Petro-
leum Co., 23Y4 pOt. ontvangen moet). De groote olie-
maatschappijen, welke in het belang eener stabilisatie
van cle wereld-petroleumindustrie – die zich, gezien
de grootere productie in Rusland en Roemenië, zelfs
hij volkomen slagen der Amerikaansche restrictiepo-
gingen en hij inkrimping der Tenezolaansche produc-

tie ten aanzien van vele markten toch slechts in een
zeker labiel evenwicht zal bevinden – en in het wel-
begrepen eigenbelang der concerns zelf, ernaar stre-
ven de olie uit Irak niet op de wereldmarkt t& laten komen, én die deze terreinen als een soort gemeen-
schappelijke reserve beschouwen, vinden een dergelijke
ontg:inning ongetwijfeld niet aangenaam en zij willen
die daarom dan ook zooveel mogelijk vertragen. Al-
dus heeft het jaar 1930 niet meer dan een principiëele
beslissing gebracht over den aanleg der pijpleiding,
welke de olie uit Irak, wanneer zij maar eenmaal
vloeit, naar ree zal transporteeren. Tussc.hen den eisch
van Engeland, volgens welken het eindpunt in Pales-
tina (Haifa) moet zijn, en dien van Frankrijk, welke
het kortere tracé naar Alexandrette of Tripoli, of wel
een ander i.n het Fransche mandaatsgebied liggend
punt, moet worden gekozen, is een Salomons-oordeel
geveld; do leidipg zal op een geschikt punt worden
geplitst een dikke arm wordt gelegd naar Haifa,
een dunnere naar het door Frankrijk verkozen punt.
In Haifa heeft cle oninklijke-hell-groep den bouw

van de noodige installaties reeds voltooid; een Ame-
rikaansch vakman van de Standard Oil-groep zal de
leiding hij den aanleg van de pijpleiding op zich
nemen. De Iraq Petroleum Co. heeft met den bogen
Commissaris van Palestina een overeenkomst betref-
fende het verleenen van een concessin voor den aan-
leg der leiding gesloten.

Onbeslist echter liet het jaar 1930 de vraag, wan-
neer niet dezeri aanleg moet wordën aangevangen, en
voorts wat met de aanspraken van de internationale
concurrente der Iraq Petroleum Co., van de
British

217

Oil Developnsent Co.,
zal geschieden. De maatschap-
pij, welke de Regeering van Irak eveneens om con-
cessies heeft verzocht, welke haar, daar dc Iraq Pe-
troleum Co. geenszins een monopolie voor de qlie uit
Mesopotamië heeft, doch slechts binnen een bepaalde
periode 24 terrdineo, elic van 8 vierkante mijlen mag
uitkiezen, eigenlijk niet goed kunnen worden gewei-
gerd, heeft bij den Volkenbond (Mandaatscommissic)
tegen het ,,practische monopolie” van de Iraq Petro-
leum Co. geprotesteerd. Bij de British Oil Develop-
ment Co., oorspronkelijk een zuiver Engelsche onder-
neming, zijn Duitsche, Italiaansche, Fransche en
Zwitsersche kringen geïnteresseerd (overens niet in
gelijke mate, voor roover kapitaalsdeelname levering
van materiaal en werkzaamheden betreft). De Iraq
Petroleum Co. heeft thans aan de Regeering van Irak
het aanbod gedaan, jaarlijks £ 200.000 (later verhoogd
tot £ 375.000) te betalen, wanneer hare concessie
wordt verlengd zonder dat (voorloopig althans) olic
behoeft te worden geproduceeid. Deze betalingen moe-
ten der Regeering zeer welkom zijn en zouden ocler
bepaalde omstandigheden tot basis kunnen dienen voor
het opnemen van een leening. De British Oil Develop-
ment Co. zou ongetwijfeld daardoor op den achter-
grond worden gedrongen en zal, wanneer met haar
niet alsnog de een of andere regeling Ican worden ge-troffen, wel trachten hare eischen bij den Volkeubond
tot het uiterste te verdedigen. Ook in deze aangele-
genheid zal het jaar 1931 wel een oplossing moeten
brengen.

Azië.

Omtrent de
Aziatische productie gebieden
(Perzië,
Nederl.-Indië en Br.-Indië) is in den loop van het
jaar slechts betrekkelijk weinig bekend geworden,
doch dit weinige wijst erop, dat men voor 1930 in al
deze gebieden op een iets geringere productie dan in
1929 moet rekenen
(zij
had toen in deze drie gebie-
den resp. 45.250.000, 37.924.000 en 8.470.000 barrels
bedragen). In 1931 zal naar alle waarschijnlijkheid, witnneer de situatie op de wereldmarkt niet funcia-
menteel verandert – en de icans daarop is, voor zoo-
ver men, gezien den zoo dikwijls verrassenden gang van zaken in de petroleumindustrie een voorspelling
mag wagen, niet heel groot – dit verschijnsel zich
voortzetten.

Algemeene beschouwingen.

Wanneer wij het gezegde samenvatten kan een deels
negatieve, deels positieve
voorspelling
omtrent de ont-
wikkeling der wereldpetroleumin.dustrie in het jaar
1931 ongeveer als volgt luiden:
Bij verdere doorvoering der ,,conservation” en een
zeker wel niogelijke aanpassing der verwerking van

ruwolie (of wat dezelfde beteelcenis heeft: der ver-
vaardiging van petroleum-derivaten) aan het ver-
bruik, waarvan de grootte eenige maanden vtor-
uit steeds vrij nauwiceurig kan worden geschat, kan
het de Amerikaansehe petroleumindustrie gelukken,
na dc prijsdalingen van liet vorige jaar tot een zelcere
stabiliteit, wellicht ook tot een kleine verbetering der
prijzen te geraken. Aansporingen tot het bewerken
van een beter evenwicht tussehen aanbod en verbruik
van petroleamproducteii zijn ongetwijfeld aanwezig.
Een onzekeren factor vormt het vraagstuk van een
invoerverbod (invoerbeperking) van ruwolie en pe-
troleuni-derivaten, alsmede uiteraard de algemeee
economische toestand; op een radicale verbetering in
laatstgen•oemden valt echter voorloopig weinig te
rekenen. Stabiliseerend werkt de regeling der Vene-
zolaansche productie. Omgekeerd gaat voor omvang-
rijice Europeesche markten een hoogst storende in-
vloed uit van de toestanden in de Roemeensche petro-
leumindustrie, van de steeds toenemende concurren-
tie der Russische olie (die ook in Azië scherp als
eoncurrente optreedt) en van het uiteenvalle van
verschillende prijsregelende conventies (Duitsehland),
alsmede yan het optreden van kleinere buitenstaanders
in den handel. Een overeenkomst in de Roemeensche

218

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

4 Maart 1931

industrie moest zich, naar men zou meenen, gezien
den deo1aten toestand, welke door de zinnelooze con-
currentie der producenten van ruwolie en afgewerkte
producten en in den verkoop is geschapen, toch in het jaar 1931 laten verwezenlijken; bijna zou men in ver-
band met de buitengewone omstandigheden willen
zeggen: hoe straff er, des te beter. Met de Russische,
in één hand liggende petroeumindustrie schijnt een
overeenkomst naar aanleiding van de stijgende pro-

ductie en de toenemende eischen der Russen moeilijk;
dat zij onmogelijk zou zijn, kan echter, gezien de er-
varingen (ier laatste jaren, niet worden beweerd. Ten-
slotte hebben cle Russen niet slechts belang bij den
af zet als zodanig, maar ook
bij
loonende prijzen. Ook
een vertegenwoordiger van Stalin denkt daaromtrent
niet anders dan die van Mussolini of de leiders der
groote petroleun1conerns. De Irak-olie zal niet alleen
in het jaar 1931 nog niet vloeien, maar ook nog we]

niet in 1932.
De toestand der petroleumi.ndustrie is bij den aan-
vang van het jaar 1931 zeer ongunstig, doch niet ho-
peloos; de verbetering zal afhankelijk zijn, behalve
van de algemeene economische ontwikkeling, van na-
tionale en internationale overeenkomsten, van begrip voor de wederzijdsche nooden en het afzien van spe-
ciale eischen. In dit opzicht onderscheidt de petro-leumsituatie zich niet van den algemeenen wereld-
toestand.
Dr.
WILHELM MAUTNER.

RIJSTSITUATIE IN JAPAN.

De Nieuwe Rott. Crt. meldde eenige maanden ge-
leden op gezag van The Trans-Pacific, dat Japan te
kampen had met een sterke over-productie van rijst,
waardoor de Regeering zich voor de noodzakelijkheid
geplaatst zag, niaatiegelen tot uitvoer te nemen, ten-
einde de binneniandsche prijzen niet al te zeer te doen
dalen. Een deel van den export zou bestemd zijn voor
Nederlandsch-Indië, daar dit gebied in den regel
belangrijke hoeveelheden importeert, terwijl het ten

opzichte van Japan gunstig gelegen is. Zooals in
Japan gebruikelijk, zou de Regeering het verlies dra-
gen en bovendien de Japansche importeurs in be-
scherming nemen door aan hen. den uitvoer op te dra-
gen. Zoo zou de Staatskas dus alle schade voor haar
rekonfng krijgen, d.w.z. de belastingbetalende burgers.
De overproductie is allereerst een gevolg van de
protectie, dic de rijstprijzeu in Japan op een niveau
brengt, •dat onder normale omstandigheden zeer loo-
nend is voor de voorvbrengers in Japan, Korea en For-
mosa. De consumenten betaal dcn dus hooge
prijzen
om
de productie op te voeren, en nu men het doel om
zelf geheel in de eigen rijstconsurnptie te voorzien
bereikt en tenslotte overschreden heeft, waardoor de
rijst billijker gaat worden, zullen diezelfde consumen-
ten hun belastingpenningen zien gebruiken om uit-
voer mogelijk te maken en om den prijs van hun bordje
rijst weer ,,op peil” te brengen. De ongelukkige rijst-
eter wordt dus wel gedoemd om dubbel en dwars te
betalen.
Het is intressant om dit Japansche rijstdrama te vol-
gen, omdat men hier te zien krijgt, hoe de vreemde
kronkelingen van een beschermende handelspolitiek
een malaise te voorschijn roepen in eigen land – dat
daarna om zelf uit de misère te komen in concurren-
tie gaat treden op de wereldmarkt om daar mede te
werken aan het scheppen of verscherpen van malaise.
Japan behoorde steeds tot de rijst-importeerenide lan-
den, de exporteerende landen in Azië waren: Korea,

1924 1925
1926
1928
1929
tos
tons tons
tons
tons
tons


388.587
-1.3l0.412
-1.614.198
-I.’359.1F9
-1.696.053
-I.3I5.00(
lapan
………
koren
………
65.745
550.578
472.766
615.624
689.56
768.924
Formosa
.
..

92.748
222.623 288.067
244.838
252.023 217.26( 854.176
1.123.480
1.338.685
1.306.788
1.716.461
1.370.031
Siam
………….
Indo China
883.000 891.416
1.335.473
.467.45-
1.511.329 1.596.39
Birma

……..
2.638.000 2.216.000 2.448.000
2.308.000
2.109.000
1.596.0C(

Formosa, Siam, Indo China en Burma, zooals de

bovenstaande cijfers, ontleend aan ,,M. B. Smits: De
ijstsi tuatie op de wereldmarkt”, aantoorien:
Volges hetzelfde werkje werd de productie in het
Japansche Keizerrijk in de periode:

1909-1913
geoogst van gemiddeld
4.826.890 H.A.
in
1914-1918

5.027.729
1919-1923

5.140.802
1924-192.7

5.265.360

Do ri.jstinvoer in Japan zelf uit het buitenland – dus zonder Formosa en. Korea – vertoonde in den
loop der jaren vrij sterke fluctuaties, die verband bie!-
den met den uitval van den oogst. De laatste jaren
is echter een regelmatige daling bemerkhaar, zooals
ii i.t de volgende cijfers blijkt:

1924
Yen
70.866.397

1927
Yen
78.906.550
1925

» 120.499.188

1928
,,
33.672.567
1926

50.694.090

1929

22.781.547

Het Pinancial and Economic Annual of Japan voor
1.930 geeft cle volgende
productiecijfers
(in :El.L.):

Japan

II?ortïiosa
1920
………..
114.041.961

8.735178
192
………….
99.543.613

8.976.809
1922
.
………..109.492.925

9.823.748
1923
………..
100.056.199

8.777.973
1.924
……………
.130.602

:10.996.701
1925
………..
107.698.282

.1.1.622.915
1926
………..
100.281.761

11.209.835
1927
………..
112.025.019

12.444.614
1.928
…………
108.781.722

12.257.608
1929
………..
107.636.858

11.690.074

.I)o cijfers van Korea ontbreken, zoodat dit off i-
ciëele geschrift geen volledig inzicht vermag te geven,
doch
alle bovenaangehaalde cijfers vestigen wel den
indruk, dat cle productie abnormaal is opgevoerd,
d.w.z. dat door de bescherming producenten, clie bu:i-
tel) cle economische grenzen vallen, tot productie zijn gepr.ilcicelcl. De voorthrenging van Formosa vertoont
een stijgende lijn, die in 1929 onderbroken schijnt,
doch in werkelijkheid niet onderbroken is, daar in
dit jaar cie vooroogst gedeeltelijk mislukte door on-
gunstige weersgesteldheid..
De Ostasiatische Rundschau. van 1. December geeft
een beschouwing over de rijsts:ituatie in Japan, die
zeer leerzaam is. De oogsten van Japan, Korea en
Formosa zijn in 1930 zeer goed uitgevallen en daar-
door is een voorraad gekweekt, die tezamen met den
mouwen oogst van het eigenlijke Japan voor dit ge-
bied voldoende is voor de consumptie tot einde 1931..
:I.nport is dus niet noodig, maar het is onmogelijk
den invoer van Korea en Formoa te verbieden, daar
deze landen als het ware opgevoed zijn tot rijstreser-
voirs voor Japan. Vooral in Korea zou de ellende
groot zijn als het voor zijn overschot verwezen werd
naar de wereldmarkt. Japan moet bovendien vo]gns
nangegane overeenkomst rijst blijven ontvangen v
Siarn, zoodat zelfs de toevoer van buiten het Keizer-
rijk niet geheel versperd Ican worden. Men berekent
thans, dat de rijstsitiiatie zich op de volgende wijze
zal ontwikkelen:

Japans rijstvoorziening
in 1000 koku (1.40 KG.)

1931
1

1930
1

1929
1

1928

1
1927

66.870
59.725
60.305 62.105
55.595
Dogst

……………..
Surplus vorig jaar ….
5.000
7.030 7.840
5.765 5.965
Invoer

……………
11.500 9.095 8.940
11.250
12675

Totaal

…………..
î83.370
75.8.50
77.085
79.120 74.235 72.475
70.395 69.575 70.345
67.190
Verbruik

………….
Uitvoer

…………….
500
455
480 935
1.280

72.975
70.850 70.055
71.20
68.470
Totaal

……………
Voor r. ei n de van het j aar
10.395
5.000 7.030 7.840 5.765

Invoer uit:
Korea

………….
8.500
5.450
5.375
7.070
5.910
2.000,
2.350 2.285
2.4301
2.635
Formosa ………..
Bangkok etc
. ……
.1.00Q
1.295
1.280
1.7501
4.130

De rijstprjs had zich tot September 1930 in Japan
bewogen tusschen 25 en 30 Yen per Koicu. Toen ech-
ter de eerste schattinger.van den oogst h)ekend ver-

4 Maart 1931

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

219

den, trad een daling tot 20 Yen iii, en in October,
toen de Regeering de gunstige oogstberichten beves-
tigde viel cle prijs tot 12 Yen, om zich later weer.tot

1.5 á 18
Yen te herstellen. Lage rijstprijzen zouden

natuurlijk voor cle geheele bevolking een gunstig ver-
schijnsel moeten zijn, en er zou van het standpunt van
de Regeering beschouwd geen bezwaar tegen bestaan
kunnen hebben, als de ieschreven daling niet zoo
abnormaal ware geweest in vergelijking tot de daling

van andere artikelen. De index voor groothandels-
prijzen (1914 is 100) is in Japan van October 1929 tot
October 1930 gedaald van 110 tot 135, de index van

kleinhandelsprijzen van
180
tot 150. in dienzeifden

tijd daalden de .indexcijfers voor zijde van 130 tot 60,

en van, rijst van
210
tot 110. Tegenover deze prijs-

daling bij de belangrijkste producten staat geen over-
eenkomstige claUng van andere belangrijke verbruiks-
goederen. Er wordt door belanghebbenden zoo krach-
tig ifiogelijk voor de handhaving van hooge prijzen

gestreden en de Regeering grijpt niet in deze tegen-
natuurlijke -actie in, waarschijnlijk omdat ze met het

oog
01)
in o n opoli e-i nkomsten, brouwerij-belasting etc.

niet gaarne, een algemeene daling van het ‘binnenland-
sche prijsniveau zou zien. Ze tracht voorloopig de
onderlinge wanverhouding van de prijzen te herstel-len door een stijging van zijde- en nijstprijzen te be-

vorderen.
*In de ontwikkeling -van cle markten voor deze beide
belangrijke artikelen heeft de .Regeering in de laatste
jaren herhaaldelijk ingegrepen. Zoo slaat ze voor
eigen rekening rijstvoorraden op, verstrekt goedkoope
credieten aan de rijstboeren en regelt de rjstinvoeren.
Wettelijk is ze gerechtigd leeningen voor den rijstin-
koop op te nemen en ze deed dit in de laatste jaren
tot een bedrag van Yen
270.000.000. In October 1930

bezat ze
2,25
millioen koku rijst
tot een doorsneeprijs

van circa 30 Yen, waarbij nog circa 10 Yen komen
voor opslag – en andere kosten. Door tusschenkomst van groote exporthuizén wordt die rijst thans – voor-

al naar China – tot
15 ii 20
Yen verkocht, zoodat op

een verlies van 50 millioen Yen gerekend zal moeten
worden En het resultaat, dat hiermede bereikt had
ynoeten worden – t.w. hoogere
prijzen
in het binnen-

land – is nog uitgebleven.

Thans bestaan plannen om uit den nieiiwen oogst
3 millioen koku op te koopen, terwijl den boeren steun wordt beloofd voor het aanhouden van hun voorraden.
intusschen zal de export uitgebreid worden in samen-
werking met het Gouvernement van Korea.

1-let invoerverbod van rijst is met een jaar tot einde
1031 verlengd en het invoerrecht op rijst, die niet ge-weerd kan worden is van 1 tot
2
Yen verhoogd.

01) deze wijze hoopt men de verliezen van de rijst-
hoeren te beperken.

Voor Oost-Azië beteekent de beschermende handels-
politiek, di.e Japan zoo krachtig voert, een desorgani-
satie van cle rijstmarkt en waarschijnlijk zullen de
rijstexporteerende landen er alleronaangenaamst door
worden getroffen. Voor Neclerlandsch-Indië zit in de
pnijsclru kkencl e werking van Japan een voordeel, want
dit ni,jst-importeerenid gebied heeft belang bij lage
prijzen. Toch kan men er niet van harte juichen, want
dezelfde politiek, die voor rijst een voordeel geven

kan, dreigt nadeel te bezogeh aan de suiker. Ook dit
product wordt sterk geprotegeerd en de productie
van Formosa wordt met kunst- en vliegwerk opge-voerd, waarbij door Japan geen rekening wordt ge-
hoi.iden met het feit, dat suiker uit Nederlandsch-
Indië veel goedkooper -betrokken worden kan.

Met de Japansche handelspolitiek mag men dan
ook wel terdege rekening houden bij een doorvoering
van restrictieplannen, want restrictie en de daardoor bewerkte kostprijsstijging zullen de positie van For-
mosa versterken. Dit eiland zal, als het Chadbourne-
plan doorgaat, vijf jaren gelegenheid krijgen partij
te trekken van de verzwakking, waaraan Java zich
vrijwillig overgeef t.

Het Fjnancial and Economi.c Annual of Japan
geeft de volgende invoercijfers voor suiker in Japa±’t:

Suikerinvoer in Japan in Yens.
totaal

int Ned.-.[ndië

1923
…………
52.632.000

47.195.000

1924
…………
63.850.000

59.501.000

1925
…………
75.089.000

69.754.000
1926

…………
83.672.000

69.317.000

1927
…………
75.802.000

63.37.000

1928
…………
64.958.000

63.702.000

1929
…………
31.160.000

30.355.000

De productie van Formosa geeft daartegenover een
gestadige stijging aan:
1920
…………..
223.210
ton,
1921
…………..
252.734
1922
…………..
352.7S9
1923
…………..
355.392
1924
……………
452.210

1925
…………..
479.540
1926
…………..
499.926
1927
…………..
411.140
1928
…………..
580.053
1929
…………..
789.328

De volgende oogst heeft ernstig geleden door droog

te, desniettemin wordt hij getaxeerd op 800.000 ton.
Daar Japan een suiker-importeerend land is, staat
liet buiten de Oha-dhourne-overeenkomst. Het over rijst
geschrevene toont echter aan, hoe de weinig bewonde-
renswaardige handelspolitiek van Japan tot onver-

wachte resultaten leiden kan.
1)
TH. L.

EENIGE GEGEVENS OMTRENT DE WERKING

VAN DE OCTROOIWET.

Verschillende beschouwingen, die naar aanleiding
van het recente wetsvoorstel tot verlenging van den.
levensduur van octrooien
zijn
gehouden, hebben weer

getoond, dat men in ons land van de beteekenis van
een bescherming van den industniëelen eigendom, zoo-
als die in de Octrooiwet is vastgelegd, over het alge-meen niet meer dan een vage voorstelling heeft.
Het houden van een octrooi wordt als een soort
heheptheid, om niet te zeggen onhebbeljkheid, be-
schouwd terwijl het voeren van een bepaalde octrooi.-
politiek als een soort Amerikaansche eilehogen-
methode wordt voorgesteld, die in ons land eigenlijk niet te pas komt.
Waar octrooiwetgeving onmisbaar voor industrieelc
ontwikkeling is, en ons land steeds meer in de indus-
trie een afzetgebied voor
zijn
werklcrachten moet viii-
den, komt het mij wel gcwenscht voor, dat men zich
ten minste eenige voorstelling van de qniintitat.ieve
beteelcenis van de werking van de octrooiwet kan vor-
men. waartoe hieronder eenige cijfers volgen, die in
hoofdzaak ontleend zijn, aan de zeer volledige en over-
zichtelijke verslagen, die jaarlijks door ons Bureau
voor den industrieelen Eigendom worden uitgebracht.
TTet verslag over het jaar
1920
is onder de verslagen
en mededeelingen van de Afdee]in-g Handel en Nij-
verheid van het Departement van Arbeid, Handel en
Nijverheid ter Algemeene Landsdrnkkerij uitgegeven.

Het aantal aanvragen, dat ‘sinds het in werking
treden van de Octrooiwet was ingediend, bedroeg
0
1
)

31 December
1929 50297,
waarvan het aandeel voor
het jaar
1020
alleen 535(1 bedroeg. Zooals onderstaan-
de tabel doet zien, neemt het aantal aanvragen per
jaar nog steeds sterk toe.
Aan tal octrooiaanvragen. ingedien cl in Nederland gedurende
cle jaren van het tijdvak
1
Juni
191.2-31
Dec.
1929.
Jaar

Aantal

Jaar

Aantal

Jaar

Aantal
1912

1849

1918

1902.

1924

3078
1913

2071

1919

2641.

1925

3330 1914

1565

1920

3917

1926

3413
1915

1072

1021

3600

1927

3976
1916

1221

1922
.

2400

1928

4859
1917

1552

1923

2481

1929

5370

Het verloop is volledigheidshaive nog eens in on-

1)
Zie uitvoeriger over dit punt het artikel van den beer
E. D. van Walree
in
E.-S. B. van
1
Oct. ji. (Red.)

.r

220

i CONOMISCH-STATÏflSCHE BERICHTEN

4 Maart
1931
II

derstaande grafiek wecrgegevrn, die in 1915 êen ster-
ke inzinking vertoont, tengevolge van den oorlog, en
van 1919-1922 een overdreven surplus, dat een na-

tiliurlijk gevolg was van de gelegenheid, rechten op
het gebied van den industricelen eigendom, die door den oorlog verloren waren gegaan, te herste1in.

wamsmaal


LEJ-fl
U1
E.
i

om
En

•uu..i.i…iurau..

•lUURUIikU•lUUflR•U••

UUUIS•11II•R1UUIU

ERMEE
WONEN
••.uLR.Ia•u••uu

•.w•auau•u

rk1.WUR……UUR..

wonaanuanu

•kW•••UiURII•i$

mus

mals—
om

Rooms
maan§

massa

.L)

rLU

192

1929

Terloops zij hierbij opgemerkt, dat een frequentie
van 5000 aanvragen per jaar voor een land met een
sterke indastrieele ontwikkeling als het onze ver-
toont, niets bijzonders is. Een vergelijking met lan-
den als Tsjecho-Slowakije of Zwitserland doet zien,
dat nog een stijging van deze cijfers te verwachten is.
Voor een grondige behandeling van een dergelijk
aantal aanvragen is de bezetting van den Octrooiraad
natuurlijk nog lang niet toereikend, al geeft het
laatste jaarverslag reeds te kennen, dat de eerste
stappen in de goede richting zijn gedaan.
* *

De eerste vraag, clie ons waarschijnlijk intereiseert,
is die, in heverre deze aanvragen uit ons eigen land
afkomstig waren. De verhouclingcijfers volgen du
hieronder, waaruit blijkt, dat alweei behoudens de
oorlogsjaren slechts een langzame stijging van het
percentage uit ons land valt waar te nemen, en dit
.iri de laatste jaren zelfs iets afneemt. In 1920 be-
droeg dit afrideel slechts 22 pOt.

Aantal octrooi-aanvragen van Nederlandsche herkomst,
iiigediend gedurende de jaren
1912-1929,
in pCt. van
het totale aantal aanvragen in Nederland
in
die jaren.

Jaar

pCt.

J aa.r

pCI.

Jaar

pCt. 1.912

15,1

1918

35,4

1924

24
1913

10,6

.

1919 .

20,8

1925

22,7
1914

18,1

1.920

1.5,2

1926

24,1
1915

32,1.

1921

20,9

1.927

24
1916

34,3

1922

21,9

1928

23,3 1017

35,7

1923

26,4

1929

21,7

Hierbij moet niet uit oog worden verÏoren, dat het
mogelijk is, een Nederlandsnhe uitvinding via het
buitenland i.n ons lan.d te octrooieeren en dat omge-
keerd door Nederlanders ingediende aanvragen uit
het buitenland afkomstig kunnen zijn. Dit zijn echter
uitzonderingsgevallen, zoodat onderstaande graphièk
het verloop van de belangstelling uit ons land vol-
doende nauwkeurig weergeef t.
in ieder geval blijkt, dat sinds het in werking tre-
den van de Octrooiwet het percentage uit ons land

•2IU•U•U•IUUI•UII

•mauuiuu••uu•iuuui••


um••uuuuuum••umuiu•

••i

•.w4.si……u..a..

aurniuu••uu•••••u

•RrR•LauIuuuu••uu

••iuusuauuuiiimau
WEER

M
ENu•uu•••iuu•i•a

,iauaiuu•uu…….

i.uu•uuuu••a•••u•u

iis

l920

1925

1929
‘ Jaren’

van 14 tot 22 is toegenomen, wat hoofdzakelijk daar-
aan is toe te schrijven, dat de groot-industrieën, die
in dien tijd in ons land tot ontwikkeling zijn geko-
men, de beteekenis van de octrooiwetgeving aan den:
lijve gevoeld heben, terwijl omgekeerd aanvankelijk
onze industrie zich er zeer passief tegenover gedroeg
en het aan de beter geprepareerde en meer ervaren
buitenlanders overliet, gebruik te malcen yan de be-
scherming, die octrooiwetgeving biedt.
Men zal zich verbazen over de vindingrijkheid, die
in ons land tot uiting komt, en in één jaar ruim 5000
aanvragen noodig heeft ém onder woorden te wor-
den gebracht, maar daar stant tegenover, dat bijvoor
beeld in Duitschland in datzelfde jaar 72.748, en in
Engeland 39.898 aanvragen werden ingediend. Van
die ruim 70.000 Duitsche aanvragen waren er nog
altijd 571 van Nederlanders afkomstig, zoodat klaar-
blijkelijk onze industrie ook op dit gebied een expan-
siepolitiek voert.

Waar in de bovenbedoelde beschouwihgen hoofdza-

kelijk de voordeelen en nadeelen worden uitgemeten,
die een bepaalde tak van industrie bij een verlenging
van den termijn van de Octrooiwet zou genieten, is
het wel van: belang na te gaan, hoever cle vindingrijk-
heid zich over dd verschillende t9.kken van de tech-
niek uitstrekt en welke oncierwerpe1 hoofdzakelijk
aangevraagd worden. Het jaarverslag van het Bureiu
voor den 1.. E. geeft hierover alweer volledig uit-
sluitsel.

In de onderstaande tabel zijn de octrooien, die in
1028 in werking zijn getreden (totaal 1164) gegroe-
peerd naar de takken van techniek, waarop zij be-
trekking hebben. Van de 11 belahgrjkste klassen is het absolute aantal en het percentage van het totaal
vermeld. Zooals waarschijnlijk bekend is, wordt de
geeelo techniek om administratieve redenen in 89
klassen verdeeld, zoodat de tabel slechts 11 van deze
klassen vermeldt, waaran het ‘totale aantal aan’ra-
gen reeds 851 – dat is dus de helft van alle ovr 89
klassen verdeelde aanvragen – bedraagt

Klasse

OndCrwerp

Aantal pCt.
12

Chemische werkw. en apparaten

97 • 5,5
13

Stoomketels’ met toebehooren ……..
4

2,4
15

Drukkerij, Sehr.ijfmaeh. eu
……….
,

37

2,1 20

Spoorwegwezen
.
………………..
51

2,9.
21

Electrotechniek

……………….
273

15,3′ 42

Instrumenten

…………….
. . .

:

45

2,6

4 Maart 1931

ECONOMISCHSTATISTISCHE BERICHTEN

221

• 45

L’i-, Bosch-, Tuin-touw, enz. ……
.63

3,6

46

Veubrandingsmotoren …………..69

3,9

• 47

Machine-elementen ……………..70

3,97

63

Wagenbouw, Automobielen, Rijw…..65

3,7

65

Scheepsbouw en
Zevezen ……….
• 38

2,1

Samen

851 48.27

Verreweg het grootste aandeel heeft dus de elec-
trotechniek, zooals ook wel te verwachten was, daar
hier zoowel de sterkstrooitecIipiek (motoren, electri-
sche tractie en dergelijke) ‘önder valt, als de zwak-
stroomtechniek (telefoon, seiiwezen, radio en der-
gelijke).
Wanneer men bedenkt, dat wereldbedrijven als
Krupp, Suize., Siemens, A.E.G., General Electric,
Westinghouse, – om maar eenige te noemen — onder
clie aanvragers de belangrijkste plaats innemen, wordt
het reeds duidelijk wat van de bewering, als zou, de octrooiwetgeving in ons land hoofdzakelijk ten bate
van het veel besproken, in het Zuiden des lands ge-
vestigde bedrijf dienen, overblijft.

Het sprebkt vanzelf, dat bij deze veelheid van vin-
dingen de beteekenis onderling verschillend is, en dat
lang niet alle aanvragen tot octrooien leiden, maar
ook de verleende octrooien voor een groot gedeelte de
kosten der in-stand-houding niet waard blijken te zijn
en dus een vroegtijdigen dood sterven. De ‘erhou-
ding van verleende octrooien tot aanvragen bedroeg
tot nog toe ongeveer
Y
3
, terwijl omtrent den levens-duur onderstaande graphiek uitsluitsel geeft.

%

‘in
In

stand gehouden

octrooien

van de

in

1915
verleende
(in pCt.), gedurende de 15 ]evensjaren.
Nederland.


pot.
In 1915 verleend:
;100
Over aan ht einde van, lt

le levensjaar

………
79,8
2e

………..
68,0
3e

,,

……….
59,4
4e

……….
52,0
5e

,,
………
47,2
,
6e

………
,
39,2
7e

………
32,0
8e

……….
25,2
,

,,

.

,’,•

•.,,,,

9e

………..
19,2
10e:

………
14,4
lie

………
13,7 12e

………
12,3 13e

………
10,7 14e
8,3
15e

,
……….
.6,0

Virn de in’ ï91.5 ‘in wericing getieden 554 octrooien hebben er 33,. dat is 6 pOt., den maximum levensduur
bereikt. Rëeds .ni S jaren is ruim 50 pOt. van de
octrooien afgestorven. Toch blijkt uit deze sterf te-
tafel, dat bij voorbeeld 115 van cle verleende octrooien
langer dan 8 jaar leeft, een termijn, waarin men
allang tot de conclusie kan zijn gekomen, of de exploi-
tatie van het octrooi eenige winst afwerpt. Het zijn
ge

oordijk de oetrooien, die op een bepaald mode-
artikel betrekking hebben, dat slechts enkele jaren
een voorsprong op overeenkomstige artilcelen behoudt,
welke een dergelijken levensloop vertoonen. Zon wekt
het clan oolc geen verbazing, dat van de octrooien, clie
le volle 15 jaar gehaald hebben en nu in aanmerking
voor verlenging zouden komen – indien het wets-
‘oorstël aangenomen ‘wordt – het grootste gedeelte
tot de zoogenaamde fabrielsoctrooien behoort, dat
zijn dus octrooien uit ‘bedrijven, die een gestadige
octrooipolitiek voereh, gebaseerd op laboratoriumwerk
Cn iveteschappelijk onderzoelc, en die tenslotte daar-
door in ‘staat zijn, de richtlijn aan te geven, waar-
langs de techniek op hun gebied zich voorloopig be-
weegt. Van’ de 62 octrooien, die op 15 Februari 1931
wegens het bereiken van den maximum levensduur

vervallen zijn, behooren er minstens 35 tot de zooge-
etamde fahrieksoctrooien.
Het ‘spreekt overigens wel vanzelf, dat hij de voort-
durende specialiseering en veredeling van de techniek
de onafhankelijke uitvinder het
:
in het algemeen af-legt tegen de grootbedrijven, die veel beter georiën-
teerd zijn- omtrent den stand van de techniek op een

bepaald gebied en veel ruimei middelen van onder-
zoek te hunner beschikking hebben. Dat deze fabrieks-
oetrooien het ]angst leven, is dus geen toevallige om-
standigheid;. zij hebben de meeste voorbereiding ge-Icost en zijn voor hun ontstaan aan zooveel overeen-
Icomstige uitvindingen getoetst, .dat hun l’evens’kansen
bij voorbaat i’eeds grooter waren.

De .ontwikkeling van de moderne techniek gaat
ongetwijfeld langs de lijn van deze sp’eciaal-octrooien,
en het is duidelijic, dat uit de baten, die ermede ver-
kregen worden, tevens de kosten van het geheel,e on-
derzoek – dat dan ten deele slechts negatieve resul-
taten gaf — bestreden moeten worden. Met andere
woorden:. de cluu.r van een octrooi is min of meer
evene,dig aan de directe of indirecte lcosten van tot-
stand-koming, zoodat het zeer wel mogeljlc is, dat het
ééne selecte octrooi, dat tenslotte alle kosten goed
moet maken, hiertoe bij den huidigen levensduur van
1.5 jaar niet in staat is. Eveneens doet dit geval zich
voor bij machines, die eert in het
bedrijf
den juisten
orni verkregen; terwijl het eerste octrooi al genomen
moest worden toen het grondheginsel vastlag. ‘(Diesel
,hijv.).

Het wetsvoorstei tot verlenging van den levensduur
verschaft dan oolc een termijn van 18 jaar, evetais de
nieuwe ‘Duitsche en de bestaande Oostenrijksche wet,
met dit verschil, dat onze oetrooien eerst na de ver-
leening, en de anderb reeds na de openbaarmaking
beginnen te werken. In ruim 90 pOt. van de gevallen’
ligt hiertusschen een periode van vier maanden, ter-
wijl in de overige gevallen deze periode onder bij-

zondere omstandigheden eenige jaren ktn bedragen.
Hieraan is waarschijnlijk de mythe te danken, dat
onze octrooien voortaan 21 -jaar zouden werken, waar-

bij dau gerelcend werd op een bescherming gedurende
de periode van vooronderzoek. Deze is echter twijfel-
achtig en doet zich overigens in alle landen met voor-
onderzoek voor. –

De invloed van octrooiwetgeving op de ‘industrie ‘behoeft thans wel niet meer te worden aangetoond;
men zou ‘er niet over denken, niehwe bedrijven te
stichten of bestc’ande bedrij
••’en op modern€ methodes
in te richten, wanneer men niet zeker wis, door de
bescherming van het product een vergoeding van de
stichtingskosten te mogen verwachten. Alleen wan-
-neer die bescherming mogelijk is, waagt’ men ook de

222

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

4
Maart 1931

groote uitgaven aaii wetenschappelijk onderzoek, labo-
ratoria en proefnemingen, die de basis vormen van
elk modern bedrijf en het economisch weerbaar ma-
ken, doordat het zich, in een bepaalde richting ge-
spec.iaTiseerd, een voorsprong op andere kan ver-

schaffen.
Dat ons land een .industrieland is geworden, moge
velen nog vreemd in de ooren klinken – in werke-

1 jkliei d zijn wij
0])
dit – piJn t volkomen op een lijn
met het bedrijvige Daitschiand te stellen. In 1020
waren 38 pOt. van onze arbeiders in de industrie
werkzaam, in 1025 bedroeg dit percentage voor

Duit-schiand 40. Vermoedelijk zal de pas gehouden
voiksteiling uitwijzen, dat wij Duitschiand thans heb-

ben ingehaald.
Overigens getu gen de nog jonge inheemsche be-
drijven, als de Koninklijke Nederlandsche Hoogovens,
le Kunstzijdefabrieken, Philips in Eindhoven of de
Stnatsmijnen – om er maar eenige te noemen – er-

voor, dat wij op het punt van iridustrieele bedrijven van het buitenland niets meer te leeren hebben. Een
ontwikkeling van onze octrooipolitiek kan dan ook

alleen daartoe leiden, dat vindingen, die in ons land
worden gedaan en iii octrooien worden vastgelegd, als
een soort pasmunt, zoo niet als een wapen kunnen
worden gebruikt in het verkeer met bu itenlandsche

ondernemingen op hetzlfde gebied.

S.
VAN H000s’rRA’i’EN.

Den Haag, 19-2
2
31.

FRANSCHE OORLOGSSCHULDEN AAN ENGELAND.

Omstreeks het midden van het vorige jaar heeft de
Britsche regeering een zeer netelig vraagstuk te Parijs
te berde gebracht: De vraag, of de frs. 1.641.109.100,—
aan Fransche ,,rentes”, die van November 1915 tot November 1918 in Engeland geplaatst werden, be-
taalbaar zijn in goud dan wel in de na den oorlog
gered ii ceerde goud waarde van den franc.
De kort geleden gepubliceerde correspondentie tus-
schen de beide regeeringen, bijeengebracht in een
Witboek, werpt een zeer helangwekkencl licht op de
financiëele opvattingen die in de t’.yee landen gang-
baar zijn, en die blijken, principiëel van geheel ver-schillenden aard te zijn. Het kan voor de lezers van
dit weekblad der moeite waard zijn van den stand
van het vraagstuk, aan de hand van bovengenoemd
Witboek, kennis te nemen.
Gedurende, en dadelijk na den oorlog, werden de
volgende Fransche leeningen in Engeland geplaatst:

Nov.195 frs. 602.426.400 5
o
0
totd.koersv. £
L4.0 p. 100 frs
Oct. 116

450.709 800 5
,,

,. ,,

,,

,, ,,
.4.6 ..
100
Nov.1917

69.672.900
4

,, ,,
,,….
2.10.6.. 100
ov.1918
,,
520.000.000 4
,, ,…..
„,,13.12.4 ,,500

De totale opbrengst, in Engeland, was ongeveer
£ 50.000.000,—, maar tot den later gereduceerden en
gestabili-seerden koers van den franc -bedraagt de
tegenwoordige waarde van het totaal van frs.
1.641.1.09.000,— nog slechts £ 13.500.000 en aldus
Jijden de Britsche beleggers een verlies van pim.
£ 26.900.000.
• De Britsche regeering merkt weliswaar op, dat
deze oorlogsleeningen geplaatst werden, niet als ge-
wone commerciëele operaties, maar met de bedoeling,
Frankrijk bij te staan in zijne
moeilijkheden,
en dat
zij er destijds in toestemde, de leeningen te Londen
aan de markt te brengen, zelfs op gevaar af van min-

dere
inschrijvingen
op nationaal-Britsche leeningen;
maar nu
zij
heeft vernomen, dat de Fransche regee-
ring deze leeningen p denzelfden voet wenscht te
hehand-een als die welke zij in Frankrijk-zelf heeft
geplaatst bij hare eigene onderdanen, d.w.z. dat zij
evenals de laatstgenoemde onderhevig zijn aan de
depreciatie van den franc, brengt zij in herinnering,
dat toen de leeningen in Engeland geplaatst werden,
de Bank of England dezelve uitgaf tegen sterling-
waarde (zie bovenstaande lijst, waaruit blijkt, dat die
waarde reeds ver stond

beneden de vroegere goud-

pari wiiarde van den franc ad frs. 25) en dat Frank-
rijk geen franken, maar ponden sterling ontving.
Hierbij moge worden aangeteekerid, dat de onfor-
tuinlijke Engeische houders er thans de eien regee-
ring en de Bank een verwijt van maken, hen tot in-
schrijving te hebben overgehaald. Dat is niet geheel
ten onrechte, want al luiden cle stukken in francs,
hij de uitgif te w’er-d cle tegenwaarde in ponden expres-
selijk vermeld, en de leenirig werd sterk hij het
Engelsche publiek aanbevolen.

De Engelsche regeering doet verder uitkomen, dat
de depreciatie van dcii franc zekere compensaties ver-
schaf te aan de Fransche houders, als Fransche staats-
burgers, ten eerste wegens de gereduceerde kosten van
levensonderhoud, en ook omdat door de depreciatie de belastingen verminderden. Hierbij moge worden
opgemerkt, dat de Fransche staatsschuld, door de deva-
luatie, plotseling tot op één vijfde gereduceerd werd.
De geschiedenis der Fransche staatsfinanciën toont
aan, dat de financiën der burgers veelal bij die van
den staat ten achter zijn gesteld. De depreciatie van
den franc na den wereldoorlog is dan ook geen nieuw

feit in Frankrijks financiëele geschiedenis. De ge-
schiedenis der assignaten na 1196 is daarvan wel het

sterkst sprekende voorbeeld. Ook heeft Frankrijk
steeds liet systeem dci ,,rentes perpetuelles” gevolgd,
waarbij nooit werd afgelost.

Trouwens in
Frankrijk
worden de staatsfinanciën

op een geheel andere wijze bestuurd dan elders.
Hoewel er in Frankrijk tijdens en na den oorlog

enorme oorlogswinsten behaald zijn, is men nooit,
gelijk in tal van andere landen, tot het heffen van
oorlogswinstbelasting overgegaan. Dat is een
directe

belasting; en directe -belastingen, zooaL inkomsten-,
vermogens- en successiebelastingen zijn er nooit popu-
lair geweest. Bij en zoo onvoldoend systeem van he-
lastirigheffing is staatsbankroet in den een of anderen
vorm veelal de eenige uitweg. Men heeft gekozen
den vorm van devalorisatie van -ddn franc.

J)e Britsclie regeering wijst er verder op, dat
Frankrijk, in gevallen waarin het buitenland franca
schuldig was, in talrijke gevallen heeft aangedrongen
op betaling in goud of op goud-basis volgens de heer-
schende koersen, toen de schulden werden aangegaan.
Uit een der vele beschikbaTe voorbeelden citeert zij
het geval van het spoorwegvervoer van Britsche troe-

pen in
Frankrijk
tijdens den oorlog. In April 1925
reclameerde Frankrijk voor dat vervoer frs.
31.5.400.000. Tot den toen vigeerenden koers ad
frs. 92,40 per £ Stg. zou het equivalent daarvan zijn
geweest: £ 3.413.000, maar Frankrijk vroeg en ver-
kreeg £ 1.1.610.000, zoodat de Republiek £ 8.250.000
voordeel genoot. – –

Hierbij moge worden opgemerkt, dat terwijl aan
Frankrijk in Engeland en de Ver. Staten enorme prij-
zen in rekening werden -gebracht voor allerlei benoo-
digdheden, de Republiek aan de Engelsche en Ameri-
kaansche legers ook groote kosten in rekening bracht
voor leveranties, huur van tereinen enz. Terwijl ech-
ter die kosten betaald werden aan
Frankrijk,
leende
dit land van de Amerikaansche en Engeische regee-
ringen groote sommen, en van de van particulieren
geleende frs. 1.641.1.09.100 wordt slechts één vijfde

betaald.

Ook herinnert de Engelsche regeering er Frankrijk
aan, dat bij de onderhandelingen omtrent de schulden
van Griekenland, Roemenië cii •Ioego-Slavië, die in
Fransche francs luidden, de Republiek op betaling in
gouden
francs had aangedrongén, en dat het moeilijk
zou zijn, er <1e Engelsche houders der Fransche schuld-
brieven van te overtuigen dat een beginsel, hetwelk
Frankrijk zelf in toepassing had gebracht voor bedra-
gen die het buitenland aan de Republiek schuldig was,
niet zou gelden voor bedragen die zij van het buiten-
land had geleend.

Tegenover deze argumenten doet de Fransche re-
geering o.a. het volgende uitkomen:

4 Maart 1931

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

223

De regeering der Republiek constateert dat de lee-
ningen oorspronkelijk, evenals die welke in Frankrijk
zelf werden geplaatst, in francs luidden, zonder eenige bepaling aangaande terugbetaling op goudhasis, en dat
de Eneische inschrijvers, evenals de Fransche, waren
geïnsp ireerci door gelijke hoogstaande motieven.
i

iunn bedoeling was, Frankrijk te helpen bij het voe-
ren vân den gemeeuschappeljken oorlog. Ook wisten
zij dat zij een zeker risico liepén en dat de franc, we-
gens de omstandigheden, niet tegen goud inwisselbaar
was, terwijl het hun verder bekend was, dat de leenin-
gen waren gesloten voor de betaling van leveranties
door Engelsche nijverheid en handel aan Frankrijk
gedaan, en daarom in £ sterling werden voldaan.
Wat het voordeel van de, clepreciatie van den franc
voor Fransche houders van staatspapieren betref t, die
depreciatie is in het nadeel dier houders, niet alleen
wat staatsfondsen betreft, maar ook t.o.v. alle ‘beta-
liiigen die personen of de staat hem schuldig waren.
Daardoor zijn cle betreurenswaardige, en maar al te
bekende sociale verschuivingen in Frankrijk ontstaan.
Met, betrekking tot de schulden van de drie genoem-
de Oost-Europeesche landen: wijst de Fransche regee-

ring er op dat zij haar .gezichtspunt heeft gewijzigd
toen zij op de Haagsche Conferenties cle slot-overeen-
komsten met die landen tot stand hielp brengen, aan
welke trouwens de gelden door
Frankrijk
en Engeland

gezamenlijk versterkt waren.
Zij heeft de overtuiging dat
zij
tijdens den oorlog
alle Fransche hulpbronnen heeft aangewend voor het
gemeenschappelijke doel, en dat zij sedert 1926 veel
moeite heeft gedaan om de waarde der schuldbrieven
te verbeteren, waarvan de Britscie houders in dezelfde
mate als de Fransche geprofiteerd hebben. Zij wijst
dus het verzoek van de hand.
In haar wederwoord houdt de Engelsche regeering
aan haar standpunt vast, en stelt voor, liet geschil
aan arbitrage te onderwerpen, maar ook dit voorstel
heeft Frankrijk niet aanvaard, hoofdzakelijk uit hoof-
de van de overweging dat de financiëele politiek van
de Republiek niet kon worden afhankelijk gemaakt van het vonnis van een arbiter. De staat van zaken,
waaronder de Fransche zoowel als de Britsche houders
der schuldbrieven te lijden hebben, is van een alge-meen karakter, waarbij het Fransche volk zich ten-
slotte heeft moeten neerleggen, en waarmede met de
hervorming van het muntwezen, deszelfs stabiliteit
verzekerd is.
Men zal met dezen afloop van het geschil in Enge-
land des te minder tevreden zijn, naarmate het in
Engeland gevolgde systeem van deflatie een medaille
met een ernstige keerzijde blijkt te zijn, de Fransche
financiën gunstig bij die van Engeland afsteken,
Frankrijks ezporten minder dan Engelsche onder de
malaise te lijden hebben, en
Frankrijk
reusachtige bedragen aan goud tot zich heeft getrokken
1)•

5 Februari 1931.

H. DUNLOP.

1)
Wat de schulden van den Franschen staat aan den
Engelschen staat betreft, is het niet onbelangrijk, kennis
te nemen van hetgeen daarover op
19
Februari 11. in het
Lagerhuis gezegd werd. Het conservatieve lid FEannon vroeg
op dien dag naar het origineele bedrag van Frankrijks re-
geeringssehuld aan Engeland bij het einde vai den oorlog,
waarop Snowden antwoordde, dat dit £
600.000.000
bedi’oeg,
welk bedrag op den datum waarop de schuld werd gef nu-
cleerd, nl.
op 12 Juli 1926,
was gereduceerd op £ 227.000.000,
wanneer men de annuiteiten . 5 pCt. per jaar kapitaliseer-
de. Op die basis was
62
pCt. van de schuld kwijtgescholden,
voegde Snowden erbij.
Wanneer men deze vrijgevigheid in aanmerking neemt,
en de heel wat minder coulante houding van de Vereenigde
Staten bij het Baidwin-Agreement t.o.v. Engeland, dan is
het niet verwonderlijk, dat Snowden enkele dagen geleden
fl
Zijne bekende redevoering in het Lagerhuis den zeer
ernstigen toestand der Britsche Financiën in het licht stel-
de. Uit die rede bleek wel, dat hij geen kans zag voor de
Arbeiderspartij alleen, om het vraagstuk op te lossen, al
zeide hij dat ook niet met zooveel woorden.
De toestand is voor Engeland zeer veêl ernstiger ge-

BESCHOUWINGEN OVER KOLEN.

II.
(Slot.)

Onze vaste Kolenmedewerker schrijft ons:
Zoo zien wij dus uit de in het vorige artikel ge-
noemde
cijfers
en feiten, dat 1930 een slecht jaar ge-weest is voor de kolenindustrie.
Bij
het vergelijken

van meerdere jaren blijkt 1.929 een bij uitzondering
gunstig jaar geweest te zijn. Een goede industrieele
conjunctuur en een strènge winter vielen toen samen. Mocht evenwel de algemeene economische depressie
eindigen dan zal dat wel verbetering brengen voor
de kolenindustrie, maar daardoor worden haar eigen
moeilijkheden nog niet opgelost. Geven wij deze nog
in enkele trekken aan. Wordt bij de bestudeering der oorzaken van de al-
gemeene depressie steeds in de eerste plaats de oorlog
genoemd, op de kolenindustrie heeft cle oorlog groo-
ten invloed gehad, zoodanig zelfs, dat men de jaren
na den oorlog wel een geheel nieuwe periode in de
geschiedenis van deze industrie noemen kan. Bij de
beschouwing van de situatie van heden mag men niet
vergeten, dat er een grondige wijziging is gelcomen in de vraag en het aanbod van kolen. Oorspronkelijk kon
de nog jonge koleninclustrie zich vrij ontwikkelen en
wel in een tijd van toenemende industrialisatie en
veelal groote industrieele bedrijvigheid. De wereld-
vraag naar kolen nam voortdurend toe, met zich bren-
gend toenemende activiteit in de kolenindustrie. De
periode, waarin de kolen de bijna eenige bron van
energie waren. Zij waren overvloedig en goedkoop,
doch de vraag en de prijzen waren van dien aard, dat
steeds meerdere mijnen werden aangelegd. De pro-ductie steeg, ongeveer gelijken tred houdend met de
toename der vraag; een stijging van 4 pCt. per jaar.
Gedurende den oorlog werden die landen, die hun
behoeften in het buitenland plachten te dekken, ge-
noodzaakt hun eigen bronnen van energie intensief

te gaan exploiteeren of andere middelen ter ‘ervan-
ging van kolen tot ontwikkeling te brengen. De pro-
ductie van Nederland nam sinds 1913 toe met meer
dan 600 pOt. De prijzen stegen vervolgens (in 1919
en 1920 tot ongekende hoogte), wat voor de producen-
ten rijke winsten opleverde, doch voor de consumen-
ten aanleiding was om met behulp der snel vooruit-
gaande techniek met steeds gxooter intensiteit te stre-
ven naar bezuiniging van hun kolenverbruik. Zoo
zien wij geweldige toename in het gebruik van andere
bronnen van energie (water, olie, electriciteit) en het
wetenschappelijk bezuinigen in het Icolenverbruik
(rationalisatie van het wrmtegebrui.k, het stoken van
afval). Het aantal olie in plaats van kolen gebruiken:
de schepen is binnen 10 jaar toegenomen van 33,8 pOt.
tot 65,5 pOt. Resultaat van dit alles is voor heden,
dat de vraag naar kolen de laatste 15 jaar slechts ge-
stegen is met een even groot percentage als voor
den oorlog de stijging van 1 jaar, nl. 4 pOt., terwijl
de algemeene voortbrenging, d.w.z. van alle artikelen,
die andere industrieën voortbrachten, toenam met
minstens 20 pOt. De toestand is nu, dat de kolenin-
dustrie beschikt over een productiecapaciteit, die veel
te groot is in verhouding met de vraag naar kolen,
terwijl deze vraag de laatste jaren vrijwel niet toe-
nam en .ezien de moderne technische ontwikkeling
met haar voortschrijdende resultaten met het gebruik
van andere bronnen van energie, ook in de toekomst

worden na de rensachtige prijsdaling van din laatsten tijd.
Het heeft destijds, toefl Engeland het Pond Sterling op goud-waarde stabiliseei’de, niet ontbroken aan stemmen, die daar-
tegen waarschuwden. Eenige jaren lang, toen rubber duur
was, kon Engeland dle V. S. in rubber betalen, thans wordt goud over den Oceaan gezonden. En nu de koopkracht van
het goud zoo geweldig is gestegen, drukt ook Engelands
goudschuld zeer veel zwaarder clan tevoren.
Reeds gaan er stemmen op, die langs vetgevenden weg
de vermindering van alle renten, salarissen en bonen met
10 pCt. eischen, en tal van maatregelen van dien aard
worden voorgesteld. Hoe Engeland zich redt, zal de naaste,
toekomstons doen zien.

224

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

4 Maart 1931
geen stijging van beteekenis meer te. wachten geeft,
zeker net meer zooals dit voor den oorlog was. Tel-
kens als do prijzen stijgen boven een zeker punt, ten-
gevolge van plotselinge toename in de vraag, door
betere conjunctuur of door productievermindering na een bepaald gebied, tengevolge van een uit een loon-
conflict voortkomende staking of andere moeilijkhe-
den, ziet men de koleiaindustri.e in staat de gevraagde
hoeveelheden gemakkelijk te produceeren tengevolge
van het groote onmiddellijk beschikbare overschot aan
productiecapaciteit. Toen in 1.926 de productie iii
Engeland verminderde met 119 millioen ton, daalde de wereidprodu.ctie met slechts 2,3 rniflioen ton. In
geval van stilstand in cle productie van een der lan-
den in Europa is Amerika ruim in staat liet tekort
aan te vulien. Gevolg hiervan is, dat eventuecle ver-
betering in de vraag niet gepaard gaat met belang-
rijke vcrhoogingen in den prijs, terwijl deze verhoo-gingen, indien ze er zijn, slechts zeer korten tijd kun-
nen duren en dat iedere vermindering der vraag een
crisis met zich brengt.

Kolen heïnvlobden als voornaamste bron van energie
de resultaten van andere industrieën en zijn als bron
van warmte een eerste levensbehoefte van den mensch.
Een stabiele kolenindustrie is van groot belang voor de producenten, consumenten en ook voor de arbei-
ders. 1-let wel en wee dezer industrie wordt hiermede
een algemeen belang, waarmede tevens gegeven is, dat
zij bij ui.tnemendheid gepraedisponeerd is politieke be-
langstelling tot zich te trekken. Zoo zien wij, dat de
koleninciustrie een weinig stabiele industrie is ge-
worden na den oorlog, met zware concurrentie en dat
allerwege de Regeeringen maatregelen nemen tot on-
d ersteuning der nationale industrie.

:De zware concurrentie leidt tot driikkeia der pro-ductiekosten, hetgeen mogelijk is door rationalisatie
der productie en der organisatie en vermindering der
arbeidskosten.

Rationalisati.e der productie heeft in sommige lan-
den een buitengewone hoogte bereikt. In het Ruhr-gebied werd in 191.3 slechts 2,2 pOt. der productie
machinaal gedoiven, heden is dit ongeveer 90 pOt.
De productie per man per dag gaat tot 1.411. KG. In
Polen gaat dit cijfer tot 1.268 KG. en 1.318 ICG. en
in Nederland tot ruina 1.380 KG. In Engeland echter,

waar het gemiddelde percentage der machinaal ge-
dolven productie slechts 30 pOt. is, werd in 1913 1.031
KG. per man per dag bereikt en in 1928 nog geen
1.116 KG. 1-let voor rationalisatie benoodigde kapitaal
valt niet gemakkelijk te verkrijgen voor een industrie,
wier positie ongunstiger is geworden; bovendien doet
dc wet der verminderende meeropbrengsteu in het
bijzonder itt ‘de kolenindustrie haar werking terdege
gelden. Denken wij hierbij ook aan de steds grooter
wordende transportkosten onder den grond naarmate
dieper moet worden gecloiven. Tenslotte geeft rationa-
lisatie geen oplossing van het kolenprobieem, daar de
slechte verhouding tussehen vraag en productiecapa-
citeit hierdoor niet wordt verbeterd.

De vermindering der arbeidskosten, door verlaging
der bonen of verlenging van den arbeidsdag is als
middel tot verhooging dor Konkurrenzfiihigkeit zeer doeltreffend, voorzoover het oogenblikkelijk uitwer-
king heeft. Bovendien de handenarbeid blijft toch,
niettegenstaandc de groote mechaniseering, een zeer
groote factor in de koieriinclustrie. Het kolenprohieem
is voor het grootste doel een arbeidsprohleem. De
.i.rbeidskosten nl. maken meer dan 50 pOt. der pro-

ductiekosten uit, zelfs bij cie meest gerationaliseerde
bedrijven. De weinig stabiele industrie veroorzaakt
met ‘de telkens optredende crisis booiiconflicten en
werkloosheid. Het aantal der in deze industrie be-
trokken arbeiders is zeer groot en de omstandigheden,
waaronder zij werken zijn. grootendeels ongunstig en

voor de arbeidsvreugde belemmerend, waardoor zoo-
zeer sociaal-ethische factoren op den voorgrond tre-
den met hun politiek agitatorische waarden. De be-

vrediging der maatschappelijke behoeften der arbei-
ders bracht, nadat tengevolge van en na den oorlog
hun poitic in het politieke leven zoozeer versterkt
was, cle ]colenindustrie in áehéel andere omstandig-heden en leidde tot principiëele wijziging in haar or-
ganisatie in de grootste productielanden, iii. van vrije
organisatie van onafhankelijke ondernemers tot een
door den wetgever opgelegde gebondenheid. Zoo ont-
stond in :Duitschiacid onder den oorspronkelijken
wensh der revolutie de industrie te socialiseeren, het
huidige systeem van Zwangssyndizierung met instel-ling van een. Reichskoh]enverhand, Reichskohbenrat
oct Rc.ichskohlon]commissar en, de beslissende invloed

van Reichswi rtschaftsmini.ster en Reichsarheitsmi-
ii ister.

In Engeland bracht dit afgeloopen jaar de eisch
der arbeiders tot invoering van den 7-urigen arbeids-
dag liet stadium van wettelijk gebonden organisatie.
:De verkorting van den arbeidsdag was een der belang-
rijkste verkiezingsleuzen, die de Labour Party ten-slotte aan de Regeering bracht en liet resultaat van
deze pobitieke overwinning is de wet van 1 Augustus
1930, die naast ‘de verkorting van dien arbeidsdag een
geheele reorganisatie der icolenindustrie geeft. Aan-
gezien het economische leven met zijn eigen wetten
op eigen wijze reageert en wat politiek mogelijk is niet
steeds economisch mogelijk is en aangezien de Kon-
kurrenzfiihigkeit der Engelsche kolenindustrie zich
alleen handhaven kan bij verhooging der arbeidskos-
ten door een even groote vermindering der overige
productiekosten, zoekt de, wet de oplossing in een
reorganisatie. De moeilijkheden bij ‘de invoering der wet demonstreerden nogmaals het conflict. De reor-
ganisatie der wet sluit zich aan bij de ontwikkeling
der industrie der laatste jaren. Reeds in 1928 werden’
verschillende Schemes ingesteld. De moeilijkheden om
tot gemeenschappelijke rationalisatie der Organisatie
te geraken liggen in de uiteenboopende belangen der
producenten tengevolge van verschillen in de omstan-
digheden der diverse mijnen, verschil in aard en soort
en diepte der kolen, afstand van verbruiksgehieden
enz. en tenslotte bovenal in productiekosten.
Onderstaande cijfers volgens gegevens van het
Mines Department voor liet laatste kwartaal 1.928
demonstreeren .d YOrschillen:

productie
,
iQonen prtductic
kosten : pci man per man
netto p. t. pei dag per dag

sb.
d.

sh. d.

cwt.

Schotlancl ……………….
1.2/11.71

912.44

23.54

Northumberland ………….
12/1.89

713.95

21.84′

S. Wales en Monniouth. ……
15(7.53

9/7.23

20.04

Durham ………………..
13/0.07

7111.71

21.59

Yorkshire ……………….
13(11.58

9111.94

22.33
Lancs., Cheshire en N. Staff

1816.1.0

913.17

16.73

:E[oe dit ook zij, tenslotte kunnen de middelen tot
verhooging der Konkurrenzfkhigkeit, vermindering
dor bonen en verlenging van den arbeidsdag, wel voor
een bepaalde indlustrle voordeeben afwerpen, voorzoo-
ver deze in den concurrentiestrijd .daardoor versterkt
wordt, doch deze middelen zijn geenszins eén oplossing
van het kolenprobleem, daar zij slechts resultaat op-
leveren zoolang elders deze middelen niet ]conden wor-
den doorgevoerd en zij ]:Iiet cie strekking hebben de
vraag in het algemeen te vermeerderen, aangezien
schommelingen in den prijs in het algemeen. i.n de
kobenindustrie weinig invloed hebben op de vraag
voorzoover het kdrto periodes betref t en bovenal daar
genoemde middelen het surplus aan productiecapaci-teit niet verminderen.
in dit, licht bezien zal het vooral interessant zijn
de uitwerking in Engeland te volgen van het tweede
deel der wet betreffende de fusies der mijnen, welk
deel op aandringen der Liberalen in ‘de wet werd in-
gelascht. Voor de economische vermindering der te
groote productiecapaciteit is het niet voldoende de
productie te regelen en te beperken, maaT moet dit
op zoodanige wijze geschieden, dat de mijnen met het

4 Maart 191

1
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

225

slechtste rendement het eerst worden uitgeschakeld.
De gedwongen samenwerking mag dus geen tanleiding

zijn, dat de moderne meest economisch werkende
mijnen ten voordeele van de slechte worden beperkt.
Op dit gebied is van het middel van fusie wel wat te
verwachten, al is het te vreezen, dat de zeer vele prac-
tische moeilijkheden voorshands de resultaten niet
groot iulleidoen zijn, al bepaalt de wet, dat tot fusies
eventueel kan worden gedwongen. Vermelden wij
hier, dat omstreeks October de mijneigenaars van
Lancashire en Clieshire besloten tot algeheele fusie
van hun belangen over te gaan. Een der eerste ge-
volgen van de belangengemeenschap zal sluiting zijn
van ongeveer 20 mijnen, die haar kosten niet meer goed

maken. Men schat, dat door deze fusie een verminde-
ring van Productie- en administratiekosten zal kun-
nen worden verkregen van ongeveer
1/-
per ton gepro-
cluceerde kolen.

De wijze van tokenning der quota geschiedt door
het als normaal aannemen van een productie gedu-
rende een periode in het verleden, die als basis dient
tot vaststelling van een standaard tonnage voor dis-
tricten en mijnen. Van deze tonnage krijgen de mijnen
een uniform percentage te produceeren. Volgens de
bepalingen der wet moet hij de vaststelling van dit
standaard-tonnage rekening gehouden worden met de
efficiëncy der mijnen. Het toekennen van productie-

quota, welk systeem ook in Duitschland wordt toege-
past, is een middel tot vermindering •der productie,
doch niet ter vermindering van de roductiecapaci-
teit, noch ter vermeerdering van. de vraag en in zoo-
verre ook geen oplossing ‘an het kolenprobleem.

Het ligt in de bedoeling der Engelsche mijnwet de
productie aan te passen aan de vermoedelijke vraag en
niet haar verder te beperken. De gedwongen organi-
satie draagt,. waar zij allen aaneensluit, een monopo-
listisch karakter. Hiertegenover stelt de wet de con-
trôle,van den Board of Trade en bovendien commis-
sies, waarin consumenten vertegenwoordigd zijn. Het
Central Council en de District Councils bestaan uit
mij neigenaars, die dus de productie en de minimum-
prijzen vaststellen, waardoor de mogelijkheid ont-
staat, dat zij in het binnenland door beperking der
productie hooge prijzen gaan maken. Hiertegen geeft
de wet eenige waarborgen door ook aan consumenten
invloed te geven in volgens de wet georganiseerde

commissies. Hiermede is evenwel tevens de kiem tot
ontstaan van maximumprijzen gegeven, temeer als
men denkt aan ,de politieke invloeden, waaraan de
kolenindustrie bijzonderlijk onderworpen is. In
Duitschiand werd bij de instelling der Zwangssyndi-
zierung en de reorganisatie der kolenindustrie aan de
belangen der consumenten groote plaats ingeruimd in
de Reichskohlenrat, terwijl den Wirtschaftsminister
op grond van het algemeen belang beslissende invloed op den prijs werd gegeven. Naar aanleiding der kolen-
nood vlak
ma
dèn oorlog en de inflatie en onder den
invloed van politieke stroomingen werd de prijs al-daar gedurende jaren’vastgesteld op een niveau, dat
meer de consumenten dan de producenten beschermde.
Gevolg hiervan is geweest, dat het onmogelijk werd
om voldoende afschrijvingen
te doen en dat het
tevens onmogelijk gemaakt werd uit een hoogconjunc-
tuur belang-rijke winsten te putten. De voordeelen in
Duitschiand, behaald uit de Engelsche mijnwerkers-
staking, waren geensziiis evenredig aan de geboden
kans. Mag hiervoor op zichzelf iets te zeggen. zijn,
men moet niet vergeten, •dat de laatste jaren, zooals
we zagen, slechts voor een bepaald land de mogelijk-
heid bestaat tot maken van groote winsten bij een
crisis in eeh concurreerend land en dat gezien de te
groote productiecapaciteit, deze mogelijkheden zich
slechts gedurende korten tijd zullen voordoen, zoodat
daardoor van het maken van reserves, die zoo nood-
zakelijk zijn voor een komende crisis, niet veel komt.
Men wenscht in alle geval, dat de kolenindustrie op eigen beenen staat en geen hulp van staatss’ege be-

lioéft. Zeer. gemakkelijk ldurnen maximumprjzen
011-
der politieken invloed ertoe leiden de kolenindustrie
te verzwakken. In Duitschiand heeft men dit inge-
zien en laat men de Syndikaten de laatste jaren meer
vrijheid. Overigens onvoldoende waardeerig van den
prijs in zijn verfijnde functi.e als regulateur en compas
van het economisch leven brengt steeds bezwaren. Wat
de minimumprijzen betreft willen wij hier slechts op-
merken, speciaal in verband met Engelands export,
dat in den handel niemands positie ooit versterkt werd
doordat zijn concurrent zijn laagste noteering wist.
Tenslotte zal in Engeland er alles van afhangen hoe
cle wet wordt uitgevoerd, terwijl de concurrentie uit
het buitnland economische grenzen stelt aan de prijs-
politiek der mijneigenaars, zoblang tenminste geen
invoerbelemmeringen bestaan. Indien de verzoenings-
commissie csm geslaagd is een blijvende oplossing te
vinden voor het arbeidsvraagstuk, zal nu eindelijk
voor Engeland de toestand van onzekerheid een einde

nemen, die zoolang een groote belemmering was in het
zakenleven, vooral in den export, waar zij in het ‘bij-
zonder alle forward business zoozeer
,
belemmerde.
De te groote productiecapaciteit maakt interna-
tionale samenwerking als eenige oplossing van het
kolenprobleem noodzakelijk. De ontwikkeling •der ko-
lenindustrie tot nationale eenheden vergroot de moge-
lijkheid om tot samenwerking te geraken. En de toe-
stand, geschapen door de nationalistische maatregelen
der diverse Regeeringen, door cle concurrentie op de
internationale markt en door de maatregelen ter on-
dersteuning van den export ten koste van het binnen-land, waardoor landen zonder kolenindustrie er beter
aan toe zijn dan landen, die wel kolen produceeren, is
een prikkel tot samenwerking. Resultaten op dit ge
bied werden evenwel nog niet gezien. De overeen-
komst tusschen belangrijke Engelsche producenteil en
Polen betreffende de Scandinavische markten in 1929
gesloten was weinig tuccesvol. De pogingen om te
komen tot samenwerking betreffende de Scandunavi-
sche markt van cokesproducenten in Engeland en
Duitschland faalden tengevolge van de weigering van
eenige Engelsche producenten. De reizen van den
Engelschen minister Shinweil naar Scandinavië, naar Berlijn en naar Polen leverden geen practische resul-
taten op. En wat we van den Volkenbond te wachten
hebben leert wis de economische conferentie. Het
eenige gunstige van het afgeloopen jaar is, dat de
reorganisatie der Engelsche kolenindustrie de kans op internationale samenwerking verbetert en dat wellicht
de slechte toestand der industrie in 1930 aanleiding is
tot grootere bereidwilligheid op dit gebied.
Eindigen wij onze beschouwingen over het kolen-
probleem met het memoreeren van de voor de kolen-industrie zoo belangrijke proeven met het stoken van
poedekolen aan boord van schepen, waarin wellicht
in de toekomst een mogelijkheid van vermeerdering
der vraag naar kolen ligt. Voor het afgeloopen jaar
evenwel op dit gebied geen nieuws. Op kalme wijze
worden hier en daar en vooral in Engeland proeven
gemaakt, doch nieuwe resultaten zijn nog niet be-
kend gemaakt. Bevoegde beoordeelaars hebben de tot-
dusver bekend gemaakte resultaten met veel twijfel
ontvangen en het schijnt alles niet zoo rooskleurig te
zijn als de bouwers van de installaties willen doen ge-
boven. Het wachten is dus nu in reeders- en kolen-
kringen op de uitkomsten van de nieuwe proeven en
tot zoo lang dient elk oordeel opgeschort te worden.

NOGMAALS DE ROTTERDAMSCHE

HAVENTARIEVEN.

Nu sedert het bijna historisch oogenblik, dt in den
Rotterdamschen Raad de toezegging werd gedaan de
haventarieven, opnieuw aan een onderzoek te onder-,
werpen, ruim twee maanden zijn verloopen, zonder dat
naar buiten iets van nadere voorstellen is gebleken cii
de geruchten steeds luider worden dat een verlaging
niet zal worden ingevoerd, is het wenschelijk nog-

‘..,-,.

•’.-I,,

226

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

4 Maart 1931
maals deze kwestie, ofschoon reeds zoo dikwijls be-
sproke.n, aan de orde te stellen.

ie tegenstanders van een tariet:verlagi.ng hebben
het voordeel van een aantal onzekere factoren. De
wijze
van financiering van de lieven maakt een rente-
bili.teitsherekening volkomen o;nmogelijk en schept
daardoor een onzekerhetd omtrent cle te volgen ge-
dragslijn,. welke aan het behoudend element ten goede
komt. Daarnaast kunnen de tegenstanders wijzen op
het feit; dat niet bewezen is, dat een verlaging van
havengeld een vermeerdering van het scheepsverkeer
zal medebrengen. inderdaad is dit niet wiskundig
aanwijsbaar: Op dezelfde gronden zou men zich even-
wel in een particulier bedrijf kunnen verzetten tegen
alle uitgaven voor reclame, welke geen zekerheid
biedt, dat de clientèle vergroot wordt, of tegen prijs-verlaging van het vervaardigd artikel, waardoor niet
met stelligheid een vergroote omzet wordt teweegge-

bracht.

Wat de havengelden betreft, moge er op wordeii
gew’ezen, dat deze kosten zuiver ten laste komen van
de reederij, d.w.z. van een bedrijf, dat ot:der de hui-dige depressie wel zeer zwaar gebukt gaat. Verbete-
ring i.s hier voorshands n let te verwachten, waar liet
hier behalve om verschijnselen vai tijclelijken aard,
inherent aan cle malaise, ook gaat ôm toestanden,
welke blijvend kunnen zijn .Prof. Helander heeft in
zijn bekende boek ,,Die internationale Schiffahrtskrisc
und ihre weltwirtschaftliche Bedeutung” de blijvende
oorzaken, zooals beperking van het vervoer van grond-
stoffen, industrie in liet vroeger invoergebieci zelve,
zeer zuiver en uitvoerig neergelegd en wij kunnen volstaan met naar zijn bnderzoek te verwijzen. De

reederijen zijn onder deze omstandigheden geclwoiigen
zeer scherp te calculeeren en het is genoegzaam be-kend hoe de mogelijkheid van een uiterst kleine be-
sparing van kosten soms tot besluiten van verstrek-
kende beteekenis aanleiding heeft gegeven en terwille
van ‘een luttel bedrag met oude relatie’s gebroken

wordt.

Doch zelfs indien men den tegenstanders van een
verlaging de meening zou kunnen laten, dat vermeer-

dering van het scheepsverkeer niet te verwachten is
door lagere havengelden, dan blijft nèg een argument
dat o.i. den doorslag moet geven. Ook al zou niet wor-
den bereikt, dat het havenverkeer toeneemt, clan wordt
toch een vermindering tegengegaan. Deze vermin-
dering neemt inderdaad onder de huidige tarieven
ernstige vormen aan, wat in de reeds gepubliceerde
cijfers voor liet scheepsverkeer in do havens van den Nieuwen Waterweg en Rotterdam voor het jaar 1930
niet geheel tot uiting komt, omdat daaruit niet te
lezen valt, dat het voornamelijk lijnhooten zijn, welke
Rotterdam ontvluchten. Dit beteekent dat ‘de geregel-
de scheepgelegenheid van en naar onze haven, waar-
an het stukgoedverkeer afhanicelijlc is, wordt vermin-
derd. Men kan toch niet blind blijven voor het feit,

dat met name ‘de hlangrijke reederij W. Wilhelmsen,
de Sienska østasiatiska en de Deensche East Asiatic,
de Hamburg-Amerika Linie en de Norddeutscher
Lloyd meer en meer hun schepen naar Schiedam cliri-
geeren, ook al is de outillage gering, en dat de Deut-
sche Levante Linie vele schepen welke oorspronke-
lijk voor Rotterdam waren bestemd, hun lading in
Amsterdam ‘doet lossen. Het weinige .stukgoedrer]ceer

wordt hiermede nog verminderd.
Dit treft niet alleen de beperkte groep directe be-
langhebbenden in de havenstad. Ontleeclt men een
scheepsrekerming, dan blijkt deze in hoofdzaak te be-
staan ‘uit ‘ergoecli.ng voor arbeidsprestatie’s. De stu-
wadoorskosten, reparatielcosten ed. vertegen woord i –
gen bijna geheel arbeidsloon en de Scheepvaart Ver-
eeniging Zuid wees dan ook :in haar adres aan den
Gemeenteraad van 5 Januari 1931 zeer terecht op
het geringere aantal gewericte taken over 1930, het-
geen voor den havenarbeicler alleen een loonderving
van rond
f
2.500.000,— heteekende. Waar bij cle bela-

ding of lossing van schepen in Schiedam tot dusver
in hoofdzaak Rotterdamsche arbeiders zij ii gebruikt,
komt de verschuiving van verkeer nog niet geheel in
een verlaging van inkomsten te Rotterdam tot uiting.
De vraag mag echter o.i. worden gesteld of hier op
den duur niet ter besparing van vaarloonen en on-
vermijdeljlc tijdverlies Schi edamsche arbeiders te werk
zullen worden gesteld, wat dan het verlies zal ver-

grooten.
Waar liet arbeidsloon een zoo overwegende factor
is in de kosten voor een schip in een haven, vraagt
men zich verder af, of niet, wil men de concurrentie
tegen de andere wereldhaveus kunnen volhouden, tot
een verlaging der huidige arbeidsloonen zal mobton
worden overgegaan, evenals dit in Hamburg en Ant-
werpen is geschied. Deze vraag zal dringender worden
gesteld, naarmate de havengelden hoogek zijn.
Tenslotte nog een opmerking. Hoewel een belang-
rijke groep in onze stad met kracht en klenr op ver-laging der havengelden aangedrongen heeft, na. bij
monde van de Kamer van Koophandlel en Fabrielcen,

is het merkwaardig line weinig hi ervan .i
mi
de publieke

opInie tot uiting komt. Teivijl de stad als geheel
van de haven meer of minder afhankeii;jk is en daar-

aan een groot deel van haar
heteeienis
ontleent, be-

staat slechts in een kleinen kring belangstelling voor de
haven en ken ook doorvoering van een dr:ingend non-
digen maatregel, achterwege blijven, omdat de druk
van de publielce opinie zoo gering is. Dat dit voor
breede lagen dr bevolking van verkeerd begrepen
eigenbelang getuigt, behoeft wel niet te worden be-
toogd. liet is dlan oolc te hopen, dat hierin wijziging
zal komen. Zonder te ontaarden in chauvinisme, moge
hier toch wel het voorbeeld van Antwerpem:i en de
Americaa nsche havens wat meer worden nagevolgd,
waar de haven zich veel meer in dle belangstelling van eigen bevolking mag verheugen dan het in dat

opzicht mi scheelde Rotterdam.
Dr. J.
PH. BAOKX.

IS EENE TERMIJNMARKT VOOR SUIKER
OP JAVA WENSCHELIJK?

Naar aanleiding van het commentaar van den Heer
Weyer in het laatste Nummer van dit tijdschrift
01)
mijne tegen eene termijnmarkt voor Suiker op Java
geuite waarschuwing – zie E.-S. Bv an 18 Februari
zoude ik liet volgende willemi opmerken.
l)e 1-Teer Weyer constateert, dat ik niet twijfel aan
cie technische uitvoerbaarheid van het plan en dat ik zelfs een levendig verkeer op eene termijnbeurs ver-‘
wacht. Ik heb echter uitdrukkelijk gezegd., ,Warmneer
nu de oprichting van eene termijnmarkt op Java

wcrldeiaylr;
ertoe zoudie leiden, dat groote buitenland-

sche interessenten op deze markt opereeren, hetgeen
de schrijver zoo wenscheljk vindt enz.” Daarmede heb
ik dus geenszins uitgedrukt, dat ik zelf een levendige –
terniijnomzet verwacht, maar ik wilde alleen de
mo-

çjelijèhe’d
onder het oog zien van huitenlandsclle
operaties en daarvoor waarschuwen.

De Heer Weyer zegt, dat een levendige handel in
een bepaald product voor de plaatselijke producenten
van voordeel moet zijn en dat ‘deze stelling geen nader

bewijs behoeft. Hiermede zoude ik mij kunnen vel-
eemiigen, wanneer het betreft een levendige handel in
het product
zelf,
maar niet waar hier sprake is van

den papieren handiel op eene termijnmarkt in een
productieland, waarbij slechts op een klein gedeelte
van de contracten het werkelijhce
product
geleverd

wordt.
Wanneer ilc van ,,prijscontrôle” gesproken heb, die
de producenten zouden kwijt raken door het opi.ich-
ten van eeno termijnmarkt ‘op Java, waar suiker-
exporteurs en speculanten ten allen tijde icunnen koo-
pen en verkoopen, zoo heb i.k niet willen uitdrukken, dat op het oogeublik of in het verleden ee.ne absolute
prjscontrôle bestaan heeft, want tenslotte hangt de
loop dor
prijzen
toch af van de wereldmarkt. Maar

4 Maart 1931

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

227

het is een feit, dat de contrôle, die de Javaproducen-
ten op de prijzen in Java tot dusver hebben uitge-
oef end, veel verder gaat, dan in andere productielan-

den, die evenals Java zonder bescherming zijn. Als
recent voorbeeld diene de groote prijsinzinking in

September ji., die in tegenstelling tot alle andere
wereidmarkten op Java geheel ongemerkt is voörbij-
gegaan. Bij aanwezigheid eener termijnmarkt zouden
cle prijzen op Java de groote fluctuaties naar beneden
in dat tijdperk meegemaakt hebben.

De Heer Weyer is bevreesd, dat als de V.I.S.P. een-
maal uit elkaar gaat, de producenten respectievelijk
de Indische handel niet klaar staan voor de gewijzig-

cle omstandigheden. Daarover maak ik mij n.iet on-
gerust. Voorloopig bestaat de V.I.S.P. nog, maar al

zeggen meerdere leden het lidmaatschap op of wordt
de vereeniging tenslotte ontbonden, dan nog verwacht
ik, dat verkoopers en koopers op Java z ‘
ich heel vlug
zullen aanpassen bij den gewijzigden toestand en dat
dan alles precies zoo kan werken als vô6r de oprich-
hing van de V.I.S.P. Daarvoor acht ik dus evenmin
eene termijnmarkt voor Java noodzakelijk, waarvoor zooals de Heer Weyer zelf opmerkt, toch ook ,,koop-
mansinzicht” van de
zijde
van verkoopers noodig
zal zijn.

Overigens lijkt het
mij
nutteloos ter verdediging
van het door mij ingenomen standpunt nog iets toe
te voegen, aangezien alleen de praktijk zoude kunnen

bewijzen of mijne ernstige waarschuwing voor eene
termijnmarkt of des Heeren Weyer’s aanbeveling
daarvan juist is. Ik blijf de oprichting eener termijn-

markt voor Suiker op Java een. gevaarlijk experiment
viii den.
A. VoLz.
* *
*

N a s c h r i f t. Voor ht voeren van een vrucht-
baar debat is het noodzakelijk, dat een grondslag van
overeenstemming aanwezig zij. i)eze is mi. wegge-
vallen, nu de Heer Volz het economisch nut van den
termijnhandel, door hem ,,papieren handel” genoemd,
ok in abstracto ontkent. Onder dankzegging aan
hem voor de aandacht aan mijn artikel besteed, en
aan de Redactie voor de ter beschikking gestelde
plaatsruimte zie ik derhalve van verdere repliek af.

G. A. P. WEYER.

BUITENLANDSCHE MEDEWERKING.

DE CRISIS IN AUSTRALIË.

Prof. Dr. P. Geyl te Londen schrijft ons:

De situatie in Australië levert nu het onderwerp
voor dagelijksehe telegrammen aan de Engelsche pers,
maar de Engelsche lezer vindt haar bijzonder moeilijk
te ontwarren, e.n geen wonder. Het aantal der machts-
groepen die er onderling aan het kibbelen zijn, is
legio, en men kan niet
altijd
aanstoncis zien wat elk
hunner vertegenwoordigt.

De hoofdspelers in het politiek-t inanciëele drama,
dat zich thans afspeelt, de officiëele spelers om zoo
te zeggen, zijn de federale regeering en de bankiers.
De bankiers, dat is tenminste een eenheid, die volgen een vaste lijn in algemeene overeenstemming met de
raadgevingen van Sir Otto Niemeyer, den deskun-dige van de Bank van Engeland. Maar de federale
regeering is onderhevig aan zooveel verschillende in-
vloeden en staat bloot aan aanvallen van zooveel ver-
schillende kanten, dat het al heel moeilijk te zeggen
valt wat haar politiek van den eenen tot den anderen
dag zijn zal en nog moeilijker wt haar wenschen
waard zijn, hoelang zij het nog ihaken zal en voor wie
zij plaats zal moeten ruimen.
De federale regeering is een Labour-regeering en
moet angstvallig acht geven op wat de ,,caucus” der
Arbeiderspartij wil. Maar tot haar verbijstering be-
staat er in de partij zelve hopelooze yerdeeldheid. Ge-
durende Scullin’s afwezigheid in Londen voor de

Rijksconfereutie werden het eerste-ministerschap en financiën waargenomen door zijn collega’s Lyons en
Fenton, clie tot den rechtervlugel behoorden en be-
reid waren een orthodoxe financiëele politiek te voe-
ren, gelijk ook Snowden in Engeland doet: tering naar
de flering zetten, crediet overeind houden, enzoovoorts.
Scullin verklaarde zich met hun beleid hoogelijk in-
genomen, maar niet zoocira was hij terug, of hij vond
het noodig Theodore, die zijn ambt van minister vai
financiën geruimen tijd geleden wegens éen inmid-

dels nog steeds niet opgehelderde beschuldiging van
corruptie had moeten neerleggen, als zoodanig te her-
stellen. Dit werd gedaan om den linkervleugel van
de partij, die in hevig verzet tegen de bankiers was
gekomen en Lyons om zijn beweerde slaafschheid in
het opvolgen van hun wenken bitter doorhaalde, tevre-
den te stellen. Die extremistische oppositie had zich
van één der zes staten van Australië meester gemaakt,
en niet van den geringsten, van New- South Wales,
aL, waar Lang met een programma van staatsschuld-
verloochening de verkiezingen won en een kabinet
vormde. De federale regeer.ing, die in haar onderhan-
delingen met cle financiers de medewerking der sta-
ten behoefde en dus een conferentie van staats-eerste-
ministers belegd had, had daarin met Lang veel te
stellen, te gevaarlijker omdat hij een beroep deed op
de gevoelens van Labour-mannen buiten zijn staat en
in den ,,caucus” zijn aanhangers hach. De poging om
hem met het herstel van Theodore te sussen, mislukte
echter volkomen. Theodore, die een groote reputatie
bezit als de knapste fi.ntncier van de partij, kwam met
ingewikkelde plannen voor den dag, die wel de erger-
nis van de ortl1odoxe financ.iers wekten, maar de extre-misten geenszins bevrechigden. Terwijl Lang dus geens-
zins de mond gestopt was, had Scuflin den rechter-
vleugel diep beleedigd. Lyons en Fentén traden bei-
den, hoezeei hij ook trachtte hen daarvan terug te
houden, uitzijn kabinet, dat meteen uitermate zwak
kwam te staan.

Aan dan eenen Idant stelt Theodore zich scherp
tegenover Lang (hopend daarmee •de bankiers te ver-,
teederen) en werkt mee om N. S. Wales een nieuwe
leening, waartoe de goedkeuring van federale regee-
ring en vereenigde staatsregeeringen noodig is, te wei-
geren, zoolang het alle gediachte aan repudiatie niet
opgegeven heeft. Maar aan den anderen kant is hij
zelf met een plan voor den dag gekomen, waar de niet-
socialistische staats-eerste-min isters zich nu defini-
tief tegen verklaard hebben en dat alle kans heeft
om in het federale parlement te verongeluicken; dat
het den Senaat zou passeeren,
schijnt
zelfs uitgeslo-
ten, zoodat een politieke crisis, vermoedelijk met nieu-
we verkiezingen, voor de deur staat. Het plan is in
zijn hoofdlijnen, dat de regeering zou toestemrnen in
bezuiniging •door middel van een loonsverlaging van
ambtenaren en werklieden in staatsdienst beneden die,
welke volgens de Australische wet binnenkort automa-
tisch als gevolg van de prijsdaling te verwachten was.
Daartegenover zal de regeering machtiging vragen om
voor t 24.000.000,— en niet meer! Maar wie zal haar
stuiten op het hellend vlak zeggen de critici van
rechts – papiern gelch uit te geven: inflatie! Het
eerste wekt, wat er ook tegenover sta, de woede der
extremisten, en men beweert dat Scullin zelf het daar-
omtrent met Theodore niet eens is. Het tweede is on-
aannemelijhc voor de oppositie, en zelfs voor Lyons en
Fenton.

In ieder geval rust de regeering, die dat plan op-
werpt, nu op een in drie stukken gescheurde partij.
Lyons wordt door velen beschouwd als de toelcomstige
leider van een meer naar rechts neigende Labour-par-
tij; die misschien samenwerking met de Nationalisten
(zoo heet de ,,burgerpartij” in Australië) niet zou
schuwen. Theodore heeft veel van
zijn
financierspres-
tige al ingeboet en dan hangt de beschuldiging van
corruptie hem nog altijd boven het hoofd. Scullin zit
in een uiterst moeilijk parket en zijn zachtste critici

7,

/

228

ECONOMISCHSTATISTISCHE BERICHTEN

4
Maart 1931

schrijven zijr heeuemveergewal1c aan zijn slechte ge:
zondheid toe. Lang eindelijk voert onverrnoeicl een
felle agitatie tegen d bankiers en Engeland (waar

zooveel van de schi,ilcleischers
zitten)
en de zwakke

broeders, die tegen die machten geen stand hebben

gehouden.
De indruk, dien men hier krijgt, is dat, gelijk het
zoo dikwijls gaat :i.û omstandigheden van crises, de

extrërne inzichten over è’n weer het meeste gehoor

vinden. De demagogie, die Lang in N.
S.
Wales aan

het bewind gebraôht heeft, zal wel voortgaan indruk
op de kiezers te maken. 1-let klinkt alles zoo eenvou-
dig. Hij protesteert tegen loonsverlaging, en wie ziet

zijn löo graag verlaagd? Hij wijst op de hou:ders van
rentebrieven als de schuldigen en tegelijk de moge-
lijke slachtoffers, en wie wentelt de economische
ellende niut graag op ijn buurman af? Daar komt
dan nog bij, dat de buurman in dit geval voorgesteld kan worden als’ de verre, gevoellooze Engelschman.
Iedereen geeft nu toe, dat het bezoek van Sir Otto
Niemeyer een allerongelukkigste manoeuvre geweest is, die schöon spel geeft aan allen, die het nationalis-
tisch gevoel van het Australiche publiek tegen de

financiëele hervoriingen in het geweer willen bren-
gen. Lang spreekt met hartstocht van ,,de overzcesche
macht”, die gedurende den oorlog het Australische
bloed noodig had en die, daarmee niet verzadigd, thans
het Australische geld aftapt. Hij ‘ergelijkt de
r
ente:

reductie, die Engeland zelf voor zijn oorlogsschuld
van de Vereenigcle Staten verkregen heeft, en nog
veel meer die, welke het aan Bel’gië, Frankrijk en Ita-
liö toegestaan heeft, met de onverbiddelijke
5
pOt.,

die men van Australië blijft eischen, en al wat men
aanvoeIen kan omtrent het verschil in den aard van
die schulden, zuivere oorlogsschulden en schulden
van staat tot staat in het eene geval en grootendeels
schulden ‘voor openbtre werken en ,,opening” van
het land, aangegaan bij particulieren in het andere,

maakt niet zooveel indruk op menschen, die zichzelf
bedreigd’ voelen in hun pensioenen, salarissen en

bonen.
Het verzet tegen die houding komt echter niet zoo-
zeer de gematigden in de Arbeiderspartij als de tegen-
standers ‘van de Arbeiderspartij ten goede. Onder de
,,farmers” en onder de bezittende klasse in de steden
heerscht een stemming van hevig verzet. Welke van
de twee uitersten zich politiek het lcrachtigst kan doen
gevoelen, zou ik niet durven ‘voorspellen. Ook de anti-
Labourstemming kan steunen op staten en wel in het

bijzonder op de twee, die nog liet meest een agrarisch
en onontgonnen karakter hebben, Queensland ,en
WestAustraliö, samen zoowat de lielf t van het land
in oppervlak, maar dun bevolkt. Daar bestaat al lang
het gevoel, dat de federatie van
1900
geheel in het

voordeel van de meer geïndustrialiseerde staten als

Victözi.a en N.
S.
Wales uitgevallen is, dat de federale

protectie de jotige landbouwgebieden aan die verre
stedelijke gemeenschappen schatplichtig maakt en hun
ontwikkeling tegenhoudt. Vooral in West-Aistr.ali ë

uitte zich dat in een verlangen naar afscheiding. Daar
wozdt nu in Queensland ook over gepraat. De finan-
ciëele narigheden van het Gemeenebest en de maat-
regelen waartoe zij nopen, of het nu repudiatie dan
wel’ bezuiniging zijn zal, moesteti die beweging wel
aanwakkeren, en hier is in het warnet van tegenstrij-dige belangen en richtingen, dat de Australiche poli-
tiek nu te zien geeft, nog een onberekenbare factor.

OVERZICHT VAN TIJDSCHRIFTEN.

The Economie Journal. – Londen, Juni
1930.
R. .Kindersley,
British foreign investments in
1928;

Prof. C. Hoover,
The new economie policy
of
the

Sovjet Union;
Prof.
L. Robbins/
The
conception of
stationary equilibrium;
J.
R. Hicics,
The indetermi

nateness of wages;
R. F. Harrod,
Notes
on
supply;

Prof. G. C. Allen,
Labour transference and unem-
pboyment;
L. Le M. Minty,
The Agricultural Oredits

Act,
1928.

D e E c o n o m i s t. – Haarlem, Juli-Augustus
1930.

J.
Bs. Westerdijl,,
Over landbouwcrises;
Prof. Mr.

Dr. Ant. van Oijn,
De Surinaamsche Bank;
Mr. B.

Moret,
Bank-concentratie in de Vereenigde Staten.

1 d.e m. – Haarlem, September
1930.
Mr. Johan Baron d’Aulnis de Bourouill
t; Dr. F.

H. J,?epelius,
Het reparatievraagstuk sedert de invoe-
ring van het Dawes-plan;
Prof.
Dr. Wilh. Röpke,

Sozialökonomische Betrachtungen über den abneh-
menden BevöUeerungszuwachs.

Journal des

conomistes. – Parijs, 15

Juni
1930.
E. Payen,
La stahilisation de la piastre indo-chi-

noise et la baissedu métal-argent;
P. Cauboue, L’Ëvo-
lution des sources de bénéfices des banques de
1925

t
1930; R.
J.
Perre,
L’Allemagne économique;
G.

cle Nouvion,
Les grandes Compagnies de Oliemins de

MAANDCIJFERS.

Indexcijfers van Nederlandsche aandeelen.

De Bank voor Handel en Scheepvaart te Rotterdam zendt ons onderstaand overzicht:
Indexcijfers van 12 ‘aandeelengroepen der Amsterdaunsche effectenbeurs.
1)

Banken
Elcctri-
el,s-
rindustrie
b
1
_
Mijnbouwl
Olie

,
Rubber
Scheef-
Suiker
Tabak
.
Thee

Jaargemiddelde

1929 158.3
337.5 168.0 432.7
243.0 263.7
402.0 233.5
125.0
398.4
487.3 443.2

1930
149.4 257.7
125.6
264.9
87.4
177.2
371.1
110.7′
82.6
292.9
361.3 357.2

Januari

1930
155.8
289.6
143.8 311.7
107.6
211.2
398.2
142
5
102.1
354.4
413.8
396.1

Februari

,,
159.0
278.6
144.2
302.7
103.9
219.-
389.5
154.8
96.6
365.-
428.-
392.4

Maart

,,
157.3
268.5
134.7
291.5
93.2
205.5
386.5
145.1
91.9
340.3 421.2 406.4

Apr1


158.7
283.6 ‘140.4
305.4
100.1
200.8
411.8
142.3
92.3 340.6
423.-
405.7

Mei

,,
156:8
267.6
129.1
281.0
98.1
184.0
402.2
127.5
91.5
309.5
388.4 396.9

Juni

,,
147.7
255.3
123.2
26L7
86.7
170.5
389.4
109.3
83.4 281.2
359.-
,
344.4

Juli

,,
148.3
257.6
125.8
265.3
.93.7
‘170.9
393.7
106.3
81.5
285.1
356.9 342.9

Augustus

.
145.8
248.3
116.7
251.7
87.2 162.8
376.9
85.2
75.1
261.3
325.4
306.0

ptcmbc
.
r
142.7
245.9
110.6
246.3
79.1

.
154.3
3601
70.3
73.6
236.1 315.9
312.5

October

,,
142.5
241.9
109.8
235.4
67.5
149.2
336.4
77.2
70.7
244.9 317.2 341.3

November
142.4
235.3
1167
221.4
70.3 153.8
309.3
85.5
69.3 251.8
312.-
329.1

December

,,
134.6
220.7
1.11.6
.
204.3
.

60.8 144.7
299.3
82.5
63.4
238.8
274.7
312.4

Januari1931
137.2
‘220.4
110.9
199.-

57.4
149.1
290.7
75.8
63.5.
223.8
274.-
280:5

Februari;

,,
140.7
239.9
2

117.5
217.5
.

69.7
167.5
.
307.3
80.2 65.6
238.4
307.8
292.1

Schommelingen in het aandee1en-iudexcijfer 2 Januari 1931
f
3.591.712.000 = 100.

7 .Januari 103.2. , .21 Januari 102:9

4 Febr.

107.6

18 Febr.

109.6

:114:

,,,

102:-.;

28

,;

105.7

11

,,

111.2

25

,,

109,2

i)’Me’n zie vbor de toelidhting op dit overzicht hèt nummer van E.-S. B. van 15 Januari 1930, blz. 04.

Nadruk verboden.

4Maart 1931

ECONOMISCH-STATISTISCHE IBER1CHTEN

229

fer en 1929;
H. de Monfort, La crise agricole en
Pologne.

1 d e m. – Parijs; 15 Juli 1930.
R. Hubert,
La nouvelle lôi du 30 avril 1930.sur les
assuranaes sociales;
G. de Nou vio’n,
Les grandes Corn-
pagnies de Ohemins de fer en 1929 (suite);
M. Car-
sow; La r&waluation des bilans en France;
H. Mom-
bostel,
La théorie de la valeur et la théorie générale
de la monnaie;
B. D. L. L. E.,
La Ligue du libré-
éehange.

The J our n al of Poli t i c al E con o my. –
Chicago, 1fl.; Aug. 1930. L. D. Edie
and
D. Weaver,
Velocity of bank depo-
sits in England;
J. Viner,
English theories of foreign trade bef ore Adam Smith (coneluded);
Ii. W. Mints,
The elasticity of bank notes;
E. Graue,
The relation-
ship of business activity to agriculture;
L. R. Thom-
son.,
The St. Lawrence navigation and power project:
a rejoinder.

Die Kunstseide. – Berlijn, Sept. 1930.
Dr. Hermanu Stadlinger,
Die Bedeutung der Fa-
serquerschnitte flir die Acetatseidenfabrikation (ach-
wort);
Dr. W. A. Dyes,
Vorschriften und Vorschliige
ftir die Weiterverarheitung und Verediung von
Kunstseicle (Sehluss); Kunstseideprüfungen aus dem
Bçricht über die Tiitiglceit der schweizerischen Ver-suchsanstalt in St. Gallen pro 1929.

Ï d e n. – Berlijn, October 1930.
bevat o.a.:
Die internationale Ohemiker – Coloristen – Ta-
gung in Mailand;
H. Schioemer,
Die Völligkeitsbe-
stimmung von Faserquerschnitten;
Dr. H. Stadlin-
ger,
Beitraá zur Kenutnis der Acetatseiden;
Chas.
E. Mulli’rt,
Das Denierometer.

De Naamlooze Vennootschap. – Am-
sterdam, 15 Juli 1930.
Mr. G. J. Roes,
Wettelijke en statutain rnachtsver-
deeling tussehen de aandeelhouders en het bestuur
eener N.V. 111;
Prof.
Dr. J. A. Veraart,
Het vraag-
stuk der loonsverhoogingen .111 (slot);
J. J. M. H.
Nijst,
Het eldorado der Holding Companies; Drs. J.
Brands,
Wettelijke regeling van het Aceountantswe-
zen. II;
Prof. Mr. G. Russel, De Naamlooze Vennoot-
schap in bezit van eigen aandeelen is fiseaalreehtelijk
een fietie volgens het Reiehsfinanzhof;
E. van Hinte,
Verbeteringen in de produetiemethoden. I. Oorzaken
der rationalisatie.

1 d e m. – Amsterdam, 15 Aug. 1930.
Mr. G. J. Roes,
Wettelijke en statutaire machtsver-
deeling tussehen de aakideelhouders en het bestuUr
eener N.V.
IV;Drs. J.’ 0. Stridiron,
Bepaling der
Trend-waarde uit de statistiek der verkoopen;
Drs.
C. J.
van Vessem,
Eenige beschouwingen over de In-
dische G-ouvernementsbedrijven;
Drs. J. Brands,
Wet-
telijke regeling van het Aceountantswezen. III (slot);
E.
V.
Hinte;
Verbeteringen in de .productiemethoden.
II. Uitingen van rationalisatie.

1 d e m. – Amsterdam, 15 Sept. 1930.
Mr. G. J. Roes,
Wettelijke en statutaire machtsver-
deeling tussehen de aandeelhouders en het bestuur
eener N.V. V;
J. J. M. H. Nijst,
Kapitaalreductie bij
N.V.;
Mr. G. Russel, Inkomstenbelasting (Körper-
schaftsteuer) van Duitsehe Maatschappijen. Dividend-
uitkeering bij verlies;
G. M. J. van Roessel Jr.,
Het
beroepsreeht, geregeld in art. 15 der Hinderwet;
E-. van Hir&te,
Verbeteringen in de produetiemetho-den. III. Gevolgen der rationalisatie.

Political S eienee Quarterly. – New
York, Juni 1930.
J. K. Polloc7, Jr.;
British party organization;
E. M.
Bumns,
State pensions and old age dependency in
Great Britain;
R. G. Tugweli,
The agricultural poliey
of France;
J. W. Garn’er,
The reeradeseence of the
Monroe doctrine;
K. C. Leebricic,
Recent books on the

Pacific area;
R. L. Schuyler,
LaW imnd aceident in
history.

1 d e m. -. New York, Sept. 1930.
Th. W. Lasnont,
The reparatiöns settlement – and
economie peace in Europe;
J. Ch. $tamp,
Finaneial aspeets of international relations;
E.
R
. A. Seligman,
Pareto and Pantaleoni: Personal renjiniscenses of two
Italian eeonomists;
Sch. C. W-allace;
Nullification: a
process of goverpment;
R. D. Mastems,
The ‘relation
of International Law to the Law
,
of Germany.;
J;W
Gouh, E[arHngton and eontemporar thought;
R. G.
Tugweil,
The agricultural poli’cy of France. II.

Leitschrift für Völkerrecht. – Bres-
Iau, Band XV, Heft 3.
Prof. Eagleton-;’
Progress in- the codifi-cation of- the
Law of the responsibility of States; Deutsche Mate-

rialien zur Haager Völkerreehtskodifikationskonfe-
rez;
Prof. J: Efremoff,
Eine vünschenswerte Ent
wicklung – des Vergleiehsverfahrens;
W. v. Dewail,
Stresernann der Staatsmann;
Dr. Çl. Plassmann
Da
neue internationale Kriegsgefangenen – Rnjht;
Dr.
H. Weinsc hel,
Willensmiingel bei völkerrechtlichen
Vertrbgen;
Dr. W. Bec11’er,
Das Problern der mehr-
fachen Staatsangehörigkeit mit besonderer Berüek-
siehtigurig des Auslanddeutschtum.

STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.
N.B. ” beteekent: Cijfers nog niet ontvangen.

GELDKOERSEN.


OPEN MARKT.


1931

23F b

16121

9114

e r.

Febr.

Febr.

Febr.

1930

1

1929

24 Feb./25 Feb.]
1
Maart2 Maart

1914.

20124
Juli

Amsterdam
II
Partic.disc.
1
1
/3
1
11118
1
3j1/
2131
5
3-71
5
411_91g
31183116
Prolong.
31
4
-111
4
314-1114
14114
I_111
4

2
3
/1-3
411
4
_511
4

211
4
_31
4

Londen
Daggeld.
. .
I
1
12’2
1
1
12_3
1
14
1
1
(-3
2-3
1
1
3
1
1_4
1
1
3
1
1-6
1
3
14-2
Partic.disc.
2211_
2
5
18

/16
29113′-11
j
3
2
1
129116
3I814
5
1145
113
2
1
14-14
Berlijn
:1
11e
Daggeld…
7812
3
1
1-8
1
1
3j46
1
12
3-7
3
1
1-10
51-10

Partic.disc.

30-55 cl…
47J
471
3

4718
41
8

531
q

6
1
18

56-90 d.:.
4
,8
47J8
1

471s

41
518
618
2
1
13
1
1
Waren_i
wecheJ.
51/
4
_1/
3

51/
4
_1/
3

51/4_3/3
55I43h
53/
4
_7/
3

63/_1/

WewYork

Daggeld
1)

11
J
3
./
I
1
/2-/4
1115314

1
1
12»
314

4_31
4

810
1
14
1
3
14-2
1
1,
Partic.disc.
15/s
I/
1
1
1_
5
1
I
3
1-]1
37/
3
5
1
13

1) Koers van 27 Febr, en daaraan voorSfgaandé weken t/ns Vrijdag.

WISSELKOERSEN.
KOERSEN IN NEDERLAND.

D fa
0
New
Londen
Berlijn
Parijs
Brussel Batavla
York’)
.)
‘)

)
)
1)

24
Éebr. 1931
2.495136

12.113/
13

59.26
9.77
34.761
100
25

,,

1931
2:49%
12.11k
59.26
9.77
34.76
100
26

,,

1931
2.49
5
/
t6

)2.l1t/
59.25 9.77
34.761
100
27

,,

1031
2.49
51
36

.12.1111
8

59.26
9.74
34.761

100

28

,,

1931
149k
12.11
59.271
9.74
34.74
1

100
2Maart1931
2.493,
12.11s1
59.27
9.77
34.77
100
Laagste
d.w.
1
)
2.4951
33

12.10j
59.22
9.7611
34.73
99)8
iloogste d.w’)
2i49
13
1
32

12.11%
59.29
ó.77
.
4
i
34.79
100
23 Febr. 1931
2.49k
12.10%
59.231

9.77
34.76
100
16

1931
249i,
12.105/
s

59.221

9.75e
34.74
19

Muntpariteit
2.48%
12.10%
59.26
9.75
34.59
1100


Data
.
Zt
d

ser
Weenen
0)
Praag
1)
Boeka-
1)
MIlaan
Madrid
rest
)
,l

24 Febr.
1931
48.04%
35.05
7.381
1.481
13.05
26.64
25

,,

1931
48.02
35.05
7
.381 1.481
13.05

26.521
26

131
43.04%
35.05
7.381 1.48k
1.05
25.571
27

1931
4s.00

.
35.05
7.38
1.44
13.05
26
.
22
1
28

11131
48.0234
35.05
7.38,1
1.481


2Maart1931
48.01
35.05 7.381

1.481 13.061
.26.05
Laagsted.w.
1
)
47.97
34.97%
7.34
1.471

13.02
25.40
Hoogsted.w
1
)
4S.06
35.07%
739
1.491
13.08
26.90
23 Febr. 1931
48.05
35.0214
7.381

1.481
13.05
26.50
16

,,

1931
48.08%
35.-
7.34

1.481 13.04
24.85
Muutpariteit
48.-
35.10
7.371
1.488
13.09
48.
5
21
‘1 Noteering te Amsterdam. “) Noteering te Rotterdam.
1) Particuliere opgave.

230

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

4 Maart 1931

D a a
Stock-
holm)
Kopen-
hagen’)


Oslo
)•
Hel-
Buenos-
Aires’)
Mon-
treal’)

24 Febr. 1931
66.75
66.70
66.72*
6.274
818%
2.49%
25

,,

1931
66.75
66.724
66.724
6.274
82
2.49%

26

,,

1931
66.75
66.724 66.724
6.274
82
2.49%

27

,,

1931
66.75
66.70 66.72e
6.27
82
2.49%

28

,,

1931
66.824 66.75
86.754
6.274
82%
2.495/,,
2Maart1931
66.824 68.724 68.724
6.274
82%
2.
49
‘116
Laagsted.w.’)
66.674
66.65 80.65
6.264
81%
2.49

Hongste d.w’)
66.824 66.75 68.75
6.284
83
2.49%
23 Febr. 1931
66.74
66.674
66.70
6.274
82 2.49%

16

,,

1931
66.70
66.624
66.65
6.264
79
2.49%

Nfuntpariteit
66.67
66.55 66.67
6.264
95%
2.48%

•) Noteering te Amsterdam. •’) Not. te Iotteraam. ‘) rart. Opgave.

Laatstbekende noteeringen te Amsterdam en Rotterdam op
2 Maart 1931 voor
t,eiegraftsche
uitoetaling op

Gulden per
Pari
Koers
disconto

Europa.
%
.
12.1O 12.1
1
*
3
100 Mark
59.26
59.27
5
100 Franc
9.747
9.77
2
100 Belga
34.59 34.77
24
100 Franc
48.-
6.9
5
* 100

,,
48.-
48.01
2
100 Kronen
7.374
7.38*
Weenen
‘)
………
100 Schilling
35.-
35.05
5

Zilrich
t)
………..

100 Pengö
43.51
43.474
54

Parijs’) …………..

Praag …………..

100 Lei
1.4880
1.48*
9.

Londen
t)

……..

100 Leva
48.-
1.8
0
*

Berlijn
t)
………….

Brussel
‘)

……….

Belgrado……


.
100 Dinar
4.379 4.38
54

Luxemburg ……….

Boekarest

……….

Turksch £
10.93
1.18

Sofia

…………….

100 Drachme
3.23
3.23
9
100 Lira
13.09
13.06*
54

Boedapest

……..

100 Peseta
48.-
28.05
6

Athene

………..

Escudo

..100 1J51. Kr.

2.68* 0.114
74

Milaan

………..

Kopenhagen
)
100
Kronen
86.67
66.72*
34

Madrid

………..

100

,,
66.67
66.724

Istanbul ………..

Lissabon …………

Oslo

)…………..
100
66.67
66.82*
.

3
66.67
54.824
100 Zloty
27.91
27.95
74

Stockholm ‘) ……..

Kovno (Litauen)
100 Lita
24.88
24.90
6

Reickjavik ……….

Riga (Letland) …
100 Lat.
48.-
48.00
6-7
Reval (Estland). ..
100 Estl. Kr.
66.67
66.45
7
100
Finnmrk.
6.284
6.274
6
Moskou

………-
Tjerwonets
12.80
12.824
Helsinglors

……..

(10 Roebel)
Danzig

………
100
Gulden
48.42 48.45
5
Amerika.

Warschau

………

New-York
S
)
$
2.4878
2.49*
2
Montreal

………
Canad. $
2.4878
2.
4
9*
Mex.
Dollar
1.24 1.17
Mexico

…………
Buenos Aires ……
Peso (papier)
1.0568′
.
0.8?4
La Paz (Bolivia)
4)

.
Boliviano
0.9080
0.90
Rio de Janeiro…
Milreis (pap.)
0.8075
1

0.204
Valparaiso ……..
Peso (papier)
0.30
0.304-
7-8

Bogota (Columbia)
4)

Peso
2.42
2.404
Quito (Ecuador)

. ,
Sucre

..

1.21
0.49′
Lima (Peru)
8)
Sol
1
)
0.92*
0.68
Montevideo (Urug.)
Peso
2.5725
1.78
Caracas(Venezuela)
Bolivar
0.4795
0.424
Paramaribo

……
Gulden
1.-
0.99*
Willemstad (Curaç.)
Gulden
1.-
1.014
San
J084
(C. Rica)
Colon
1.16
0.624
Quetzal
2.48%
2.494
Managua (Nicar.)
4)

Cordoba
2.484
2.464
SanSalvador ‘).,
Colon
1.2440 1.234
Azië.

..

Rupee
0.91
0.894
7
Gulden I.C.
1.-
1.00
44
Yen
1.24
1.234
5.11

Calcutta…

…….
Batavia

………..

Dollar
0.574
Taël
0.74
Straits DoIl.
1.4125
1.40

Guatemala ………

Phil. Peso
1.214 1.224
Bangkok. … … ….
Baht
1.10 1.084
Teheran (Perzië) .
Kran
0.2522 0.134

Kobe

………….
Hong Kong

…….

Af rsko.

Shanghai

………
Singapore

………

Kaapstad
£
12.104 12.084
54

Manilla

………..

Egypt. £

.

12.42
12.424
Australië.
Alexandrië………

Melbourne, Sidney
en Brisbane
£
12.104 9.32
Nieuw Zeeland
£
12.104
1

11.014
1) Goudoeso.
1
1
Milreis Goud.
‘)
Not,
te A’dam.
0v. not. cart.
oDe.
‘) 1 SOL=
t
0.971j2.
4)
Z,ctltkoers.

IOERSEN TE NEW YORK.
(Cable.

Data
Londen
($ per £)
Parijs
(
$ P.
100 fr.)
Berlijn
(3 P. 100 Mk.)
Amsfërdam
(3 p. 100 gld.)

14 Febr.

1931
4,8571
5

3,92
23,77s1,
40,12%
25

1931
4,85’i,
3,91i51
6

23,774
40,1111
8

26

,,

1931
4,85
25
1
42

3,91i5,,
23,76%
• 40,1111,

27

1931
4,851s1
16

3,9I”1
6

23,7651
8

40,11
28

,,

1931
4,859/,
3,9171
9

23,77
40,10%
2 Maart

1931
4,859/
,
3,91451
1
,
23,77
40,10%

3 Maart

1930
4,8571
8

3,91’1
8

23,85%
l

40,08
1untpariteit ..
4,8667
3,905
8

23,81%
1

. 4051
1
.

KOERSEN TE LONDEN.

Plaatsen en

1Noteerings-i
Landen

1
eenheden 14 Febr.I21
1

1931

1
Febr.1
1931

1
LaagstelHoogstç
23128
Febr.
’31
128
Febr.
1

1931

Alexandrië.. Piast.p.c
97
ï’
9771
1
,9791.
6

97
Athene …..

.
p.
375
375 374
8
%

375%
375
Bangkok…. Sh. p.tical
119s16

1110
1/95/
14

1,901,6

1I9s
8

Budapest . . . Pen. p £
27.844 27.844 27.83

27.89
27 864

.Dr.

Buenos Aires

d. p.$
35i3,
6

36
81
1
89

36i11,

37
37%
Calcutta …. Sh. p. rup.
1
1
,
5
25
1
115
51
/
1;5%

1151s
0

115
25
1,
Constantin.. Piast.p.
1.025 1.025 1.025

1.025
1.025
Hongkong ..

5h. p. $
lid.
11.
7
1
55
d
107/,

1171
9

1/151,
6

210261
44

2/0
25
/
6

21081
8

21071,
6

210
27
1
Lissabon …. Escu. p. £
108%
108%
10811
8

10881
8

108%
Mexico

….

$ per £
10.55
10.50
10.2.5

10.80
10.35
Montevideo .

d.per
339/
4

34151,6

34%

3534
35%
Montreal …

$ per £
4
.85+*
4.85
5
I8
4.855I
8

4.86v
1
1
4.85*

Kobe

…….Sh. p. yen

Rio d. Janeiro d. per Mil.
4%
471
82

4

45,,
4ij,
Shanghai … Sh. p. tael
12
112i1
8

1,2

1/3i1,
112
171
2

Singapore ..

id. p. $
213%
2/35%
213i11
0
213’s1
18

213%
Valparaiso ‘).

$ per £
39.90
39.91
39.90

39.92
39.92
Warschau ..

Zl. p. £
4381,
43$,,
4351,
8

4371,0

43518

1) 90 dg.

ZILVERPRIJS
GOUDPRIJS’)
Londen’)
N.York’)
Londen
23 Febr. 1931..

128%

23 Febr.1931….
84111
24

,,

1931..

121i/,,
271,
24

,,
1931..,.
84111%
25

,,

1931..

125/,
285,
25

,,
1931….
8411134
28

,,

1931..

1271j5

2671,
26

,,
1931….
84111%
27

1931..

12%
27
27

,,
1931….
84/11% 28

,,

1931..

12%
27%
28

,,

1931….
84111%

1Maart1930..

19
40%
1Maart1930….
8411134
27 Juli

1914..
24″
1
,
’59
27

Juli

1914…. .
84111
1) In pence p. oz. stand.
5)
ForeIgn silver In $c. p.oz. fine.
5)
In sh. p.oz.fine

STAND VAN ‘. RIJKS KAS.

Vorderingen.

1
I5Febr.1931
23 Febr. 1931

Saldo van ‘,Rijks Schatkist bij De Ne-
f
25.213.201,39
/

17.019.136,97
Saldo b. d. Bank voor Ned. Gemeenten
518.871,45
,,

87.415,45
Voorschot op uIt. Januari 1931 aan de

derlandsche

Bank……………….

gemeenten verstrekt op voor haar
door de Rijksadministratle te heffen
gemeentelijke

ink.bel. en

opc.

op
de

Rijksink.bel………………….31.133.443,17
31.133.443,17
Voorschotten op tilt. Jan. 1931 aan de
gemeenten

verstreLt op aan, haar
uit te keeren hoofdsom der perso-

.

neel, belasting, aandeel in de hoofd-
som der grondhelasting, alsmede van
opcenten op dle belastingen……..
,,

3.904.769,-
,,

3.904,769,-
103.206.104,82
, 104.153.105,24
Voorschotten aan Ned.-indit………..
13.261.8Sl,39
,,

13.445.676,48
Id. aan

Suriname …………
………..
Id.

aan

Curaçao……………………
5.315.638,10
..

5.317.848,50
Kasvord. weg. credlefverst.alh.huitenl
.108.121.21 7,08
.. 107.919.715,29
Daggeldleeningen tegen onderpand
1.500.000,-
»

4.000.000,-
Saldo der postrekeningen van Rijks-
19.101.020.74
,,

24.801309,52
comptabelen

…………………….
Vordering op andere Staatsbedrijven
t
)
14.538.525,50
,.

14.525.732,50

V er p ii c h t 1 n gen.

Schatkistblljetten In omloop ………

fl69.457.000,-

t
169.457.000,-
Schatklstpromessen in omloop ……

,,

59.900.000.-

59 900.000.-
Zilverbons in omloop ……………

,,

3.254.397,50
Schuld aan het Alg. Burg. Pensioenf.’)

,

29.913.08,73

29.072.157,56

..
..3.295.838,-

Id. a. h. Staatsbedrijf d. P., T. en T.’)

40.186.923,09

,

41.1119.948,51
Id. aan andere Staatsbedrijven’) …..

817.09
7
,93

,,

817.097,93
…..
Id. aan diverse Instellingen’) ……….24.242.634,35

,,

24.684.884,35
1) In rekg.-crt. met ‘s
Rijks
Schatkist.

NEDERLANDSCH-INDISCHE VLOTTENDE SCHULD.

21 Febr. 1931
1

28 Febr. 1931
Vorderingen:

Saldo bi) ‘s Rijks kas ………………….

Saldo bil de Javasche Bank…………….
Betaaimiddelen In ‘s Lands Kas ……
f
38.218.000,-
Waarvan Muntbiljetten …………….
932.0k 0,-
VerplIchtIngen:
104.153.000,-

Voorschot ‘s Rijks kas …………. ….

Muntbiljetten in omloop ………….
,,

11.195.000,-
Schatkistpromeasen

…………..
……..

Schuld aan het Ned.-Ind. Muntfonds.
,,

3.359.000,-
Idem aan de Ne4.-Ind. Postspaarbank.
935.000,-

..

Voorschot van de Javasche Bank……
9.940.000,-‘

/108.207.000,-

11.193.000,-
3.359.000,-
776.000,-
16.254.000,-

4 Maart 1931

ECONÖMISCH-STATISTISCHE
BERICHTEN

231

-I

NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 2 Maart 1931.
Aotiva.
Binnenl.Wis.IHfdbk.
f

36.458.885,84
se1s,Prom., Bijbnk. ,,

208.148,44
enz.in
disc.Ag.sch. ,,

10.106.098,76

f
46.773.133,04
Papier o. h. Buitenl. in disconto

……

Idem eigen portef..
f
227.211.567,-
Af :Verkochtmaar voor
de bk.nog nietafgel.

227.211.567,-
Beleeningen
mcl. vrsch.
Hfdbk.
,

43.342.447 86

in

rek.-crt.
Bijbnk. ,,

4.436.695 60

op onderp.
Ag.sch. ,,

53.810.566,24

f
101.589.709,70

Op Effecten
……f
100.286.497,63
OpGoederenenSpec. ,,

1.303.212,07
101.589.709,70
Voorschotten a. h. Rijk ……………..,,

Munten Muntmateriaal
Munt, Goud
……f

84.543.450,-
Muntmat., Goud
.. ,,
361.494.561,87

f
446.038.011,67
Munt, Zilver, enz..

,,

31.281.166,81
Muntmat., Zilver..

,


477.319.178,28
1
)
Belegging
11

kapitaal, reserves en pen.
sioenfonds

……………………,,
25.952.972,93
Gebouwen en Meub. der Bank ……..,,
5000.000,_
Diverse

rekeningen ……………….,,
43.490.192,58

f
Passiva

___________________
927.336.753,53

Kapitaal
……………………….f
20.000.000,-
Reservefonds ……………………,,
7.199.946,44
Bijzondere reserve

………………,,
8.000.000,-
Pensioenfonds

………………….,,
6.798.029,41
Bankbiljetten in omloop……………

,,
847.684.210,-.
Bankassignatiën in omloop ……….,,
248.723,17
Rek.-Cour.
j
Het Rijk
(

3.644.342,20
saldo’s:

‘l Anderen,, 22.840.130,82
26.484.473,02

Diverse rekeningen ………………”
10.923.371,49

f
927.336.753,53

Beschikbaar metaalsaldo
………….f
127.165.060,05
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop dan waartoe de Bank ge?echtigdis. ,,
317.9 12.650,-
1)
Waarvan in het buitenland
f
28.846.779,33.
Voornaamste posten in duizenden guldens.

Ooud
Andere
Beschlkb.
Dek.
Data
CIr’ulatle
opeischb.
Metaal-
kin
go
Munt
1
Mantmat.

schulden
saldo
1)

perc.

2 Mrt. ’31
84.543 361.495
847.684
26.733
127.165
54
23 Febr. 31
84.560
361.494 802.485
53.754
133.983 554
16

’31 84.572
361.494 806.445
52.117 131.340
55
9

’31
84.582
361.494
813.101
45.271
130.838
55
2

’31
74.594
361.494
841.530
23.623 116.440
534
26 Jan. ’31
74.610
361.494
801.129
64.468
116.693
54

3 Mrt. ’30
64.968
372.024
826.378 21.712
124.136
55

25 Juli
’14
65.703
96.410 310.437
1

6.198
43.521
54
Totaal
Schatkist-
B


ee
Papier
Diverse
Data
bedrag
promessen
ni
op het
reke- discon
to’s
rechtstreeks

buttenl.
fin
gen
2)

2 Mrt. 1931
46.773

101.590
227.212
43.490
23 Febr. 1931
46.968

82.582
227.171 44.493
16

1931
48.004

84.283
229.473
43.369
9

,,

1931
48.406

81.226
244.838
30.939
2

1931
48.295

87.073
250.373
36.828
26 Jan. 1931
48.707

83.031
250.671
41.142
3 Mrt. 1930
57.544
6.000
108.341
200.852
31.418
25 Juli

1914
67.947

61.686
20.188
509
‘1
neaert den DanksiaaL van
14
Jan.
9
weder op de basis van
2,
metaaldekking.
2)
Sluitpost activa.

SURINAAMSCHE BANK.

Voornaamste posten in duizenden guldens.

Data

Metaal

Circa
Andere
1
ope ischb.
schulden
Discont. Div. reke-
ningeni)

31 Jan.

1931-
861
1.412
488
876
476
24

1931..
856 1.198
546
879
450
17

,,

1931-
850
1.195
504 878
481 10

1931-
851
1.305
560
878
497

1 Febr.

1930-
815′
1.647
591
1.069 459
5 Juli

1914…
645
1.100
560
1

735
396
1)
Sluitp. der activa.
2
)1100.000 bij de Ned. Bank gedeponeerd.

Dato
Metaal
Ban
kbiiJ.
in
circulatte

Ban kblij.
in Banking
Departnz.
Disc,
and
Advances

8.518

Other Securities

s

ii
ecur

es

27.650
25 Febr. 1931
141.593 347.665
53.151
18

1931
141.207
344.131
56.312 9.689
24.715
11

1931
141.247
347.245
53.283
9.597
23.233
4

1931
141.040
349.486 50.864
6.325
23.204
23 Jan, 1931
140.141
346.824
52.662
9.748
21.823
21

,,

1931
142.862
346.462
55.758
10.995
25.959

26 Febr. 1930
151.979
346.812
64.515
4.716
12.869

22 Juli

1914
40.164 29.317
33.633

Data
00v.
Sec.
Public
Depos.

Other Deposito Other
Donkers Accountsl

1 1
Reserve1
1

Dek-
kings-
1
perc.’)

25Febr.’31
36.735
16.221
.59.072
33.312
53.927
49191
33

18

’31
36.135
15.167
61.146 33.144 57.076
5231,,
11

,,

’31
36.420 13.503
57.655 33.960
54.002
511,,
4

’31
43.030
9.881
62.576 33.568
51.554
4819132
28 Jan.’31
41.086
19.360
55.163
33.368
53.317
49131,,
21

..

’31
49.246 22.324 63.813 33.385
56.400
457/82

26Febr.’30
1
34.442
11.987
50.714
36.231
65.167
65’1,,

22 Juli
’14
11.005
13.736
42.185
29.297j
52
2) Verhouding tusschen Reserve en Deposits.

BANK VAN FRANKRIJK.
Voornaamste posten in millioenen t rance

1
Te goed
Wis
Waarv. 1

1
Renteloos
Duta

Goud Iziiverl in h t


op het
1
Belee- voorschot
buit:nl. sels
buitenl.
ningen
a.d. Staat

20Feb.’31
55.858
674 7.013
26.808
19.307 2.861
3.200
13

,,

’31
55.738
680
7.005
26.608
19.305
2.911
3.200
6

’31
55.632
645
7.011
26.605
19.301
2.977 3.200
30 Jan.’31
55.510
633
6.998
28.788
19.325
2.866
3.200
21 Feb.’30
42.960
247 6.968
25.319
18.743
2.489
3.200
23Juli’141
4.1041
640

1

1.541
8
769

Bons v.
d.l
Dl
Rekg.
Courant Data
zelfst.
amort.
k.
ie’fÇ
Circulatie
Staat
Zei/st.
Pa rtt-
amort.k.
cuileren

20Feb.’31
5.199
2.242
76.852
4.569
9.368
11.540
13

,,

’31
5.199 2.148 77.220
4.827 9.375 10.702
6

,,

’31
5.252
2.350
77.772
4.871
9.309
10.251
30Jan.’31
5.199
2.313
78.559 4.743
9.101
11.659
21Feb.’30
5.453
1.581
68.872
5.632 4.072 8.327
23Juli’14


5.912
401

1

943
1)
Sluitpost
.activa.

JAVASCHE BANK.
‘oorrIaaInste posten in duizenden guldens. be samengetrok-
ken cijfers der laatste weken zijn telegrafisch ontvangen.

Data

Goud

Zilver

Circulatie
opeischb.
metaal-
schulden saldo

28Feb.193

162.700

246.400

38.500 48.740
21

1931

162.900

245.000

37.900 49.740
14

1931

161.100

247.300

37.300 47.260

31 Jan.1931 128.582

43.050 243.482

43.648 56.780
24

1931 128.586

42.020 248.095

45.501 53.967
17

1931 138.170

41.055 251.313

46.979 59.908
10 ,, 1930 138.542

41.291 257.333

45.924 58.530

1 Mrt. 1930 139.073

30.309 275.827

30.814 46.725
2Mrt. 1929 168.335

21.142 302.085

46.890 49.887

25Juli1914 22.057

31.907

110.172

12.634

4.842

Wissels,

Dek-
Dis-

buiten

Delee-

verse

kings-

a
0

conto’s

N.-ind.

ningen

re

percen-
_____________

betaalb.

n ng

tage

28Feb.1931

11300

57
21 .

1931

105.700

•*

58
14

1931

113.600

*•*

57

31Jan.1931

8.711

33.183

42.221

35.011

60
24

1931

8.888 33.047

37.384

41.791

59
17

1931

8.714 33.805

38.877

39.303

60
10 ,, 1930

8.771

34.083

40.315

40.184

59

1 Mrt. 1930

8.857 32.453

69.568

25.989

55
2Mrt. 1929

8.162 36.169

75.901

45.549

54

25 Juli1914

7.259

6.395

75.541

2.228

44
‘)
Sluitpost activa.

BANK VAN ENGELAND.
Voornaamste pOteo in ouizenden pouden sterling

232

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

4
Maart 1931

DUITSCHE RIJKSBANK.
Voornaamste posten in millioenen
Reichsmark.

Daarvan
Deviezen
Andere

ta
Q

ud
0
bij bui-
als goud-
wissels
Belee-
tent. circ. dekking
e
ningen
banken
1)

geldende
cheques

23 Febr. 1931
2.265,6 207,0
175,4 1.525,6
85,3
15

1931
2.254,3
.207,6 181,2
1.601,1 72,4
7

1931
2.244.1
.
207,6′
198,4
1.802,3
66,2
31 Jan. 1931
2.244,2
207,6′
199,4 1.942,2
173.8
23

,,

1931
2.244,4
207,7
195,5
1.655,5
68,9

22 Febr. 1930
2.410,2
149,8 398,8
1.620,4,
54,7

30 Juli

1914
1.356,9

1
750,9 50,2

Data
Effec-
Diverse
Circu-
Rekg.-
Diverse
ten
/tctival)
lat ie
Cr1.
Passiva

23 Febr. 1931
102,3
555,9
3.704,4 401,3
.334;1
15

,,

1931
102,3
546,6
3.897,3
250,2
343,3
7

1931
102,4 549,7
4.04,2
270,8
331,9
31 Jan. 1931
102,5
556,6
4.383,4
266,6
337,0
23

,,

1931
102,5
527,6 3:756,0
54,8 329,8

22 Febr. 1930.
93,3
511,9
4.004,6 015,8
160,3

30 Juli

1914
1

330,8
200,4
1.80,9
944,-
40,0
1)
Onbelast.
2)
W.o.
Rentenbankschelne 23, 15, 1 Febr., 31, 23Jan. ’31,
22 Febr. 30, resp. 57;45;46; 6; 57;6O
mlii.

NATIONALE BANK VAN BELGIÊ.
Voornaamste posten in millioenen J3elgas.

Data

Goud
.,,j
Rekg. Cr1.

1931

L
83
‘-‘

-‘
26 Febr.
1416
912

764
31
292 3.213
—-
9

209
19
.
1416
896

759
32
292
3.197
14
203
12
1415 899

762
36
292
3.222
3
195
5′

,,
1387
876
– .
763
39
292
3.232
17
137
29Jan.
1376
889

793
31
292
3.206
7
187
27Feb.’
1179
548
.45
808
40
309
2.798
15
84
1
)1930

.

.

.

4

VEREENIGDE, STATEN VAN NOORD-AMERIKA
FEDERAL RESERVE BANKS. Voornaamste posten in millioenen dollars.

Goudvoorraad
Wettig
Wissels

Data
betaal-
middel.
Totaal
Dekking
In her-
disc. v. d
In de
open
bedrag
F. R.
Notes
Zilver
efc.
member
1

markt
banks
gekocht

11Feb.’31
3.077,5
1.786,9
176,9
222,2
87,7
4

,

’31
3.076,4
1.759,3
184,4
222,9
104.3
28 Jan.’31
3.091,7
1.819,3
186,7
215,1
120,2
21

’31
3.074,1′
1.798,9
180,1
229,9
151,6
14

,;

’31 3.058,6
1.776,9
172,9
243,3
196,2
7

’31
2.993,5
1.728,3
153,8
292,4
265,5

12Feb.
1
30
2.975,0
1.704.2 198,5 381,9
276,1

Belegd
F.R.
Notes
– –
Totaal

Gestort
Goud-
Dek-
Algem.
Dek-
Data
in
u. s.
Gov.Sec.
in circu-
Kapitaal
kings-
ktngs-
latle
perc.l)
perc.’)
__________
11Feb.’31
609,6 1.481,0
2.417,4
169,3
78,9 83,5
4

,,

’31
609,5
1.476,7
2.454,8
169,4
78,2
82,9
28 Jan.’31
609,9 1.478,3
2.484,5
169,5
78,0
82,7
21

’31
624,6
1.517,8
2.488,2
169,7
76,7 81,2
14

’31
644,3
1.552,7
2.521,3
169,8
75,1
79,3
7

,,

’31
658,9 1.624,9 i 2.499,7
169,7
72,6
76,3

12Feb.’30
479,6
1.682,41

2.388,9
171,4
73,7 77,9
1)
Verhouding totalen goudvoorratd tegenover opei’echbare
schulden:
F. R.
Notes en netto depoeito.
2)
Verhouding totalen
voorraad muntmateriaal en wettig betaalmiddel tegenover Idem.

PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HET
FED. RES. STELSEL.
Voornaamste posten in millioenen dollars.

Data
t Aantal
1
banken

Dis-
1

conto’s
en
beleen.

i

Beleg-
gingen

Reserve
b

d
R
e

1
bnks

1.785

Totaal
1

depo-

1

sifo’s

Waarvan
time
deposlis

4Feb.’31
65
15.668
7.014
1
20.902
7.160
28 Jan.’31
53
15.753
6.843
1
1.842
1
20.872
7.099
21

,,

’31
70
15.839
6.764
1.846
1
20.880
7.090
14

’31
8
0
1
15.922
6.743
1
1
.
870

1

21.036
7.059
’31

ec.’30

126
16.064
6.71

t
1.827
21.012
7.043

5Feb.’30
173
16.625 5.502
1.701
1

19.885
6.860
Aan het eind van ieder kwartaal wordt een overzicht
gegeven van enkele niet wekelijks opgenomen bankstaten.

GOEDERENHANDEL.

GRANEN.

Maart 1931.

Aan de t a r
w
e.nia’rkt kwa]llen op verschil1ncle dagen
der algeloopeu week flinke zaken tot stand. Australische
tarwc vond koopers in Europa en in China en ook in Maui-
toba.ta,’wc werden geregeld zaken gedaan. ])e prijzen aan
de ternlijnlllarkt te Winnipeg zijn in de afgeloopen week
regelmatig gedaald, nadat zij in de daaraar voorafgaande
week wareli gestegen. Tengevolge van die stijging verdlen
(le exportzaken bemoeilijkt en dc verminderde verkoopeii
hadden tengevolge, dat de prijzen weder gingen zakken. De
5.l’ci-levering is
lUI
te Winnipeg niet hooger meer, dan in het einde van Januari en iii het begin van Februari, doch
is toch nog aanmerkelijk hooger dan het laagste puiit, dat
iLL
December werd bereikt. De voor uitvoer in Canada be-
schikbare hoeveelheid tarwe werd op 31 Januari geschat op 431 millioen bushels of ongeveer 44 ,nillioen bushels
IflCCI
dan in het vorige jaar. De uitvoei bedroeg van
1 Augustus tot 31 Januari 157 millioen bushels tegen 07
inillioen bushels in dezelfde periode van het vorige jaar.
Men berekent, dat, wanneer cle uitvoeren op het tegen-
woordige peil kunnen worden gehandhaafd, het overschot aan het einde van ,J’uli even groot zal zijn als een jaar ge-
leden, namelijk 112 mllioan ‘hushels. liet is dus geen won-
der, dat de
fl1
•U2•
kt III Canada uiterst gevoelig is voor be-
richten over exportzakeu en dat de markt daalde, toen de
verkoopen liltar Europa verminclerdeu. De prijs voor dien
Mei.terniijh is te Winuipeg 4% clollarcents per 60 lbs.
lager gesloten dan een week geleden. Tot cle verlaging in
Winnipeg heeft ook bijgedragen het besluit van deit Faren
Boarci in de Vereenigde Staten om tarwe naar Europa te
verkooperi voor den daar maakbaren prijs. De groote voor-
raden tarwe, welke zich in handen van den Farm Bcard
bevinden, maken cle vraag, waar aanvoeren
van
den nieu-
wen oogst zullen moeten w’orden opgeslagen, tot een moei-
lijk op te, lossen probleem. De FarmrI Boarci heeft daarom
besloten door verkoop naar Europa ruimte in de opslag-
plaatsen te maken en heeft ook reeds zaken gedaan iaar
Europa. Ook is cle ‘Farm Board geneigd tarwe aan Amen-
kaansehe imiolens te verkoopen tot prijzen, welke uitvoer
Van meel piogelijk maken. Wanneer de Farm Board tarwe
op groote schaal wil gaan uitvoeren, zal de stemming aan
de Europeesche tarw’emarkt daarvan zeker den druk onder-
vinden. Toen de Farm ]3oard- niet aan de. markt was, was
cle concurrentie tusschen Russisehe, Australische, Argentijn-
sche en Manitoba-tarwe reeds scherp en er zou dan nog een
concurrent bij komen, welke over enorme voorraden be-
schikt. l)e prijzen te Chicago oudergingen in den loop dezer
week weinig verandering. Het slot per Maart sloot gisteren
dollarcent pci’ bushel hooger. Dc Juli-termijn echter,
welke nog niet door den Farni Board wordt gesteund,
daalde geregeld en sloot 4V2 dollarcents per 60 lbs. lager
cltri een week geleden. De oogstvooruitzichten van winter-
tarwe in de Vereenigde Staten zijn grootendeels de oorzaak
hiervan. Geruimen ‘tijd is over te groote droögte in het
wintertarwe-ge’bied geklaagd, doch a.11engs zijn deze’ klach-
ten verstomd, en hoewel in sommige gebieden nog wel naar regeil wordt verlangt!, spreekt enen over’ het algemeen gun.
stig over dc vooruitzichten. Met den uitzaai . van zomer-
tarwe is mén in de Vereenigde Staten bezig en ook in
Canada is mcme daarmee begonnen. Canada heeft een drogen
winter gehad met weinig sneeuw en cle voclitigheid van den
bodem is onvoldoende, doch er is nog tijd genoeg om dezen
achterstand in te halen. In Argentinië zijn de prijzen voor
tarwe aan de terrnijnmarktcn in het begin der week on-
veranderd gebleven of zeer weinig gestegen. Daarop volgde
een verlaging, echter onvoldoende om groote zaadn mogelijk
te ,nalen. De pesokoers is langzaam doch ‘geregeld gestegen
en deze stijging had weder tot resultaat, dat de prijzen
voor tarwe iii overeenstemming daarmede moesten worden
verhoogd. Het. iveer is in Argentinië gunstiger geworden
voor het dorschen. Vele klachten zijn gehoord over het
slechte weer van den laatsten tijd ij.i Argentinië, waardoor
dc kwaliteit, van cle tarwe zou zijn achteruitgegaan. Het
natuurgewicht, waarop Platatarwe werd aangeboden, duidt
echter nog niet in die richting. De’ berichten over win-
tertarwe in Europa zijn uiteenloopenci. Sterk wordt in
Frankrijk geklaagd ‘over het natte weer, dat werkzaam-
lieden te velde bemoeilijkt, zoodat men zeer naar een Pe-
riode van ibooi droog weer verlangt. Wintergraan heeft
veel van dcii natten winter geleden en men meent, dat de
bebouwde oppervlakte voor alle granen in Frankrijk dit
jaar aanmerkelijk kleiner zal zijn dan in het vorige jaar.
In Duitschlaud zijnde weersomstandigheden ook niet gun-
stig, hoewel de ontwikkeling van de te velde staande win-
tertarwe toch reden.,tot tevredenheid geeft. In verband met

4 Maart
1931

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

233

AANVOEREN
in tons van 1000 KO.

Rotterdam

_
Amsterdam
Totaal Artikelen

22128
Febr.
Sedert
Overeenk.
22128
Febr.
Sedert
Overee.ik.
1931
1 Jan. 1931
tijdvak 1930
1931
Jan. 2931
tijdvak 130
L31
1930

13.768
135.537
252.782
200
1.840
9.630
137.377
262.412
Tarwe

………………
Rogge

……………..
2.950
40.155
35.934
_
105

9.162
40.260
45.096
Boekweit ……………
483
4.210
1.560
_
145
485
4.355
2.045
Maîs ……………….
42.048
204.747
205.623
1.878
47.526
42.345
252.273
247.968
Gerst

……………..
10.966
108.933 116.937
28
7.077
3.1i5
116.010
120.052
12.350
58.699 36.042

_
1.289
58.699
37.331
3.783 22.245
16.118
10.352
85.101
61.189 107.346 77.307

Haver

……………..

.

)00
6.183
31.897
,_
…j
6.183
31.897

Lijnzaad

……………..
Lijukoek

……………
18.284
14.666
495
9.134 4.159
27.418
18.823
Tarwemeel

………….1.362
Andere meelsoorten
. . .
2.444
10.569
3.270
677
2.725
13.294
1

3.270

den

uitzaaj’ vat.t

zomertarwe geeft

cle

Duitsche

regecriug
mnïs is verscheiden guldens liooger dan die van Platainaïs
de boeren. in overweging meer tar’e en minder havei en
eii daardoor worden Wcst.Europeesche koopers ook afge-
logge

te

gaan

bouwen
..
lii

Oost-Europa

zijn

de

vooruit-
schrikt iets te onderiieiriei. Later

erwacht men nog flinke
zicliteri van

vintertarwe gunstig. Er is een einde gekomen
aanvoeren vals den Donau en exporteurs doen aanbiedingen
uLit een

periode van koude,

waarvan de gewassen

echter
,
ter verlading in Maart en April, doch ook van deze aan-
niet geleden

schijnen

te

hebben.

Op

de

tarwe-conferentic,
biedingen

wordt slechts

zeer

weinig gebruik gemaakt

in
welke de vorige week in Parijs werd gehonden, is men tot
West-Europa.

Bij de onzekerheid

van den tijd van aan-
de

conclusie

gekonien,

dat

Ie

tarweoorraden

ii.i

Oost-
komst bij het koopen van Donaurnaïs wordt gevreesd, dat
Europa

itiet groot

zijn

III

verhouding tot

de

behoefte

it.i
deze
wel
eeiis tegelijk zou kunnen konien met Platamaïs
Vcst-Ettropa. Venschc’1ijk zou

zijn, dat het overschot van
vaii den ilieuwen oogst.
Oost-Europeesche

landen

naar

West-Europa

zon

worden
Ook voor g e r s t werden in de afgeloopen week de prij-
verkocht.
Op
welke wijze en tot welke prijzen dit zou moe-
zen

verhoogd,

vooral voor :Iissische en Donaugerst -stoo-
teit geschieden, is in die conferentie iiiet besproken. Tot nog
nencl en ladend/geladen. Voor spoedige posities wordt een
toe

schijnt

het resultaat

dus niet groot geweest te zijn..
premie betaald.

faart en April aflading worden lager aan-
Er wordt nu een tweede conferentie gehouden om (le iït-
geboden d an eerdere, doch

daarvoor

is

de kooplust

niet
delen te berameii,

welke

dcii

verkoop

naar

West-Europa
zou

levendig.

])e

verschepingen uit Bns]aiicl

en

van

den
mogelijk rnoetarL maken.
Donau waren ie de vorige week slechts klei]l en hebben er-
In r
0
g g e kwanien in de afoeloopeti

veek “eregeld
(011-
toe medegewerkt,

dat de stemming verbeterde, terwijl dc
siiniptiezaken

tot

stai.id,

hoofdkelijk

in

de

verschillende
RLISSefl met gerst op aflading op liet oogenblik niet aan cle
Russische

soorten.

vaarvari

het

aiibocl

groot

blijft

tot
markt zijn. De prijzen voor gerst aan dc termijnmarkt te
lagere

prijzen

clai;

w a arvooi

andere

soorten

te

koop zijl.l.
Viflh1i)eg zijn in den ioop dezer week verlaagd. Verschil-
‘[II

die andere Soorten

zijli

cle zakeii

(luit

ook zeer

beperit
lcncle

Canadeesche

gerstsoorten

werden

aangeboden

per

Iieha1’e haar die landeiil waar

oecis Russisch oraaji

vorclt
April[Mei

aflading

bij

heropening der

scheepvaart.

Van
toeoelaten. Daarheen w’oidt ilanook Donau- ei

Platarooge
deze aanbiedingen wordt slechts ean zeer matig gebruik ge-
‘ere°eld

verkocht.

i)e

voorraad

ro°”e

welke

speciaal

in
Tfl5akt. Vel is de prijs ongeveer in lijn met dien voor an-

Rotidam gedurende

lanoen

tijd

zeer

oroot

was,

wordt
dere gerstsoorten, doch koopers zijn niet zeer onderuementlh

wel kleiner,

doordat de

Iisseu geen groote hoeveelheden
Nvanneer zij meenen, dat Canada wil verko?peri van

de
meer

ter

verlading

hrsngen,

doch

zij

zijn

nog

vati

dus-
gioote voorraden, welke daar nog aanwezig zijn. Platagerst

claiiioen omvang. dat de

Prijzen

ta”enoeg onverajiclerci zijn
is meer gestegen clan ])onau eis Russische gerst, waardoor

“eblven.

terw.ijl

(lie

van

andere

voeclergranèn

zijn

ver-
zaken in de eerste hand onmogelijk werden gemaakt.
oo°cl. ])e vooruitzichten van dcii i

oogeoogst iii het Noor.
Voor Eussische ii a v e r blijft flinke vraag bestaan

tot

clenvaji Europa. zijn op het
000’enbliÇ
gunstig, alsook in cle stijgende prijzen voor de aanwezige voorraden. Deze bevin.

Donaulauclen

er Tfongarije. In Frankrijk wordt ook, OOIt
den zich niet meer in handen der Russen en de Russen zelf

rooe betreft.

over overciadigen regei geklaagd

en

vreest
zijn reeds gedurende eenige weken niet met haver aan de

iileii.

dat

de

beboiuwiie

oppervlakte

een

vermindering

zal
i.iiarkt. Daar de voorraden snel opruimen, was het mogelijk

ondergaan.
cle prijzen in den loop

lezer week vrij aanmerkelijk te ver-

.

.
De stenmiiiig voor iii a ï s werd in den loop der afgeloo-
hooeri.

pen week vaster,

vooral ‘por spoedig verwachte partijen,
SUIKER.
welke slechts schaarsch werden aangeboden, ii iettegen staan.
dc dc binnengekomen hoeveelheid

van groeten omvang is.
De verschillen cle sui keriria rkten waren over het algemeen

De eerste hand bezat slechts weinig oiverkochte stooiiiende
nogal prijehondend

oestenicl.

mais en alleen de tweede hand kon in hoofdzaak aan de
‘Ruw-
Tn A m e r
i l
a vonden o’rootc omzetten plaats in

vraag voldoen. Zelfs toen einde der week verschillende boo-
suiker

tot

1.30 d.c.

en

1.32 cle.

basis

Cubasuik

er

c.

&
fr.
ten

tegelijk binnenkwamen,

konden cle prijzen

zich hand-
De handel in reraffineerd was echter matig.

h ucn

Ook

ver

‘erw ijdeidc

putijen

cn

l

tit cîlading
De fluctuaties op cle New-Yorksche terniijnmarkt bleven

st.eii

enkele

guldens.

11oewel

de

omzetten

cli inn

niet
tonnen hcpeiktc gienten

1-Tct slot kwam met iets hgeie

groot ivaren, kwamen toeh geregeld zaken tot stand. De
notees ingen ‘if iJs

olgt

iilrt

1 22

Mei

1 29

Juli

1 37

termijnninrkten in Argentiniie zijn in het begin der week
Sept.

1.44 en Dec.

1.52,

terwijl

de laatste

noteering voor

iets gesftg
ii

clviin
t

tiid Leo

1 leine verlaging in

welke
Spot Centr. 3.32 ‘bedroeo
8e
echter door een verbetering van tIen pesokoers weder werd
De

ont insteu

iii

Athntisclie

htvens

der

V.

opgeheven. De vooruitzichten van den nieuwen oogst in
bedroegen dezc week 54.000 toni. cle versme1tinen 49.000

Argeutinie zijn buitengewoon gunstig; terwijl voor de vroeg
tons

tegen

43.500

tons

verleden

jaar

en

de

voorraden

ezaaide mais

onen

onvaar. wegens

droogte

meer

dreigt
0

.


267.000 toiis tegen 514.500 tons.
De laatste 0 ii b a-statistiek luidt als volgt:
zijn ook voor de laat gezaaide de vooruitzichten gunstig.
Eeuige regen Zou voor de verdere ontwikkeling daarvan nog
1931

1930
.

1929
ontvenscht zijn. 0p liet oogeoblik zijn cle vooruitzichten zó6,
tons

tons

toris
dat het verkrijgen van een record-opbrengst te verwachten
ProdUCtie

……………1.170.000

1.403.000

2.275.000
is. Reeds worden hooge cijfers van de vermoedelijke

op-
Voorn. overgebracht per 1/1 1.418.000

321.000

193.000
breewst onnoenid, doch daarvoor is het nog rijkelijk vroeg.
Consumptie

………….14.186

11.008

1.4.410
De prijzen voor P]atamaïs van den nieuwen oost zijn in
Weekontv. afscheephavens

152.509

1.78.571.

232.886
den lop dezer week w

einig veranderd. Geregeld zijn afla.
Tot. sed.

111. Nieuwe Oogst

399.460

701.617

1.418.045
clers daarmee

aan

de

markt

tot

iets

lagere

prijen

dan
Week-export

……………65.651

42.400

123.458
waarvoor oude oogstposities worden aangeboden. De koop.
Totale expert sedert itt

220.315

297.957

599.067
lust, is echter met liet oog op cle goede vooruitzichten zeer
Voorraad afseheepliavens

.1..137.656

735.850

820.593
oering en er komen slechts weinig zaken op tien nieuwen
.,

binneiiland

…..1.21.5.843

690.375

842.545
oogst tot stand. Donaumaïs in vroege posities wordt bijna
Aantal werkende fabrieken

133

154

16.3
niet naar West-Europa aangeboden. De aanvoeren in de
TIn

E
11
ge 1 a n cl

bestond

slechts weinig

interesse

voor
afscheephavens aan den Donau zijn gering, tengevolge van
rutvsuiker. Er werd én en ander in ruwe rietsuiker gedaan
den slechten toestand der wegen, terwijl de kleine versche-
tot ca. 8h. 613 cif, terwijl eenige partijen bietsuiker, eenigen
pingen grootendeels naar Italië gaan. De prijs van Donau.
tijd geleden naar Engeland verkocht, weder aan de vroe-

234

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

4
Maart
1931

gere houders tenugvirkocht werden. De Londensclie ter-
mijnniarkt, welke vast opeucle, brokkelde in den loop vati
de week ietwat af en gaf aan het slot het volgende beeld
te zien:
Maart ………. .5/11% eif basis 96
0

Mei …………. 6/2%
Aug.

……….. 6/6
Dec…… ……. 6/10
Volgens de laatste berichten valt cle tegeutivoordige oogst
iii Ru sla n d nogal tegen, doordat de bieten van de vorst
geleden hebben. De totale opbrengst wordt thans op en.
1.600.000 tons geschat. Er zal dan ook niet meer veel suiker uit dezen oogst voor export vrij komen.
Wat het areaal voor den konienden oogst betreft, tast
mcii nog in het duister. Het is bekend, dat cle autoriteiten
cciie geweldige uitbreiding beraauid hebben.
Van alle andere bietproduceerende landen
komeii berichten bio nen, da t liet areaal belangrijk inge-
krounpeut zal ivorclen. hien spreekt van 20 pCt. veriiti ide-
ring in de Ver. Staten en 15 fc 20 pCt. in Europa.
De Zichtbare Voorraden zijn volgens Czannikow

1931

1930

1929
totis

tons

totis

Duitschland 112 ……….1.856.000

1.478.000 1.401.000

Tsjecho-Slowakije 112 …..833.000

643.000

646.000

Frankrijk 112 ………….904.000

666.000

626.000
Nederland
1fl.
………….

319.000

264.000

261.000
België 1/

111111111111111
230.000

197.000

221.000

iTongarije 112 …………129.000

1.12.000

1.23.000

Polen 1/2 ……………..557.000

547.000

416.000

‘UK. Geïmp. 112 ………284.000

390.000

298.000

Bunneni. 112 ……..131.000

96.000

67.000

Europa ….5.243.000 4.393.000 4.059.000

Alle Atl. havens 112 ……….000

684.000

236.000
Cubaansche havens 1/2 . . . .

871.000

312.000

477.000

Cuba binnenland 11
1
11111
750.000

360.000

540.000

Totaal… 7.257.000 5.749.000 5.312.000

i)e J a v a-markt was weder lusteloos, zoodat cle V.I.S.P.
niet meer dan enkele honderd tons kon verkoopen.
Zooals te verwachten was, hebben voorstanders van liet
Chaclbourne-plan de Regeering tot medewerking bereid ver-
“kregen en is thans het laatste woord nut dcii Volksraad
gegeven. Aan dit College heeft de Gouverneur-Generaal ccii
ontw’erp ordonnanti i]lgedliend, waarbij den land voogd he.
voegdheicl zal worden verleend den uitvoer van suiker te
beperken en waarbij cle uitvoer van suiker zonder licentie
wordt verboden.
R i e r te 1 a n d e was de markt prijshoudend. De notee.

ringen 01) cle .Amsterdanische terunijtimarkt fluetneerdeti
nauwelijks een fractie. De ontzet bedroeg 6800 tons.
Verschenen is een Wetsontwerp tot tijdelijke beselier-
Iniug der inheenische bieteneultnur. Voorgesteld wordt op 80 pCt. van den nonnialen bietcusoogst cciie premie (,,ga-
rauttie”) te verleeuen van
f
4.- per 1000 KG. bieten, welke
pren ie volgens cciie schaal vermindert, zoodra de suiker-
prijs 01)
f
8.90 per 100 NU. komt, en ophoudt, zoodra de
suikerpnijs
0
1
)
j 12.36 per 100 1G. kourtt.

KATOEN.
Marktberjcht van de fleeren Sir Jacob Behrens &. Sons.
Manchester, d.d. 25 Februari 1931.

De markt voor Ameriknaitsche katoen was de vorige
week in eer actief dmi in den In atste t tijd liet geval is ge-
wenst. Fr ijzen hebben geflnetneerd en kwaine.u.i tweemaal
up 6.12 d. voor Nid. Amenicaui loco, tegen 5.64 d. op den
openingsdag van Februari; zoowel Liverpool als New-York
waren gistvrenavond weer hooger. De ontvangsten in cle
havens beloopen ongeveer 150.000 ba.tet.i meer clan. iii liet
vorige seizoen, doch de uitvoeren zijn iiteer dan 450.000
balen tuinder. Prijzen voor Egyptische katoen hadden even-eens neiging om va,ster te worden; gisteren noteerde F.G.F.
Sakel in Liverpool 10.05 d. tegen 8.90 cl.
01)
den 2den Fe-
bruari, terwijl prijzen voor F.01′. Uppers op die dagen
rcsp. iva ren 7.4:1 cl. en 6.55 (t…..oco-verkoopen bedroegen
cle vorige week te Li verpool 25.050 balen, wat een aan mei-
kelijke verbetering beteekent; hienvaic waren 13.850 balen
Anuerikaansche katoen – een zeer toi’geutounen quautttm –
6.210 balen Zuid-Annerikaansehe, 2.650 balen Egyptische
cii Soedaneesehe, 1.070 balen Afrikaau.rsche, terwijl liet
restant, of 1.270 balen, uit verschillende streken t ikoun-
stig ivns. De markt %’oor Amerikaautseh garen vertoonde gedurende
cle stuitingsdageu van de vorige week meer activiteit dan
eenigen tijd geleden eii zouwel voor liet binnenland als voor
export werden behoorlijke quanta iii grove en utintiuun itnm-
luiers twist- en weft-cops verkocht. Ook deze week zijn ccii
flink aantal orders in medium nunnners geboekt, hoewel
de markt over liet algemeen rustiger is. Tn tweevoudig ge-
twijud garen gaat slechts weinig oma. Naar cop-ganemis vtuii
Egyptisehe katoen bestoiid (.1e vorige week gediureimde de
situ itingsciagen eveneens meer i’raag, evenals gisteren, zoo-
wel voor het binnenland als voor export. De aanvragen
zijn echter veel grooter in aantal dan cle orders, die werke-
lijk tot stand komen, daar biedingen veel te laag zijn.
Katoen is meer clan 3 d. per lb. hooger clan den laagsten
prijs van dit seizoen, doch spiu:tners ‘en doubleerders zien

STATISTISCH OVERZICI-i

GRANEN EN ZADEN
ZUIVEL EN EIEREN
MINERALEN

TARWE
HardWlnter

R000E
MAIS
La Piata
OERST
Auner.No.2
LIJNZAAD
La Plata
BOTER
KAAS
Edammer
EIEREN
Gem. not.

STEENKOLEN
Westfaalschet
PETROLEUM
Mid. Contun.
o.

loco
AmerlcanNo.2
5
)
loco
loco loco loco
per K.G.
Leeduwar-
lkr!iaar
Eiermijn
Hollandsche bunkerkolen,
Crude
Aott?t

m1

dam
Rotterdam
R’damjA’dam
otterdam
R’damtA’danm
der Cônini.
arteks-
kaas
Roermond
ongezeefd f.o.b.
t/m 33.90

per?OK.G.
per 100 K.Q.
per 2000 K.G.
200l0
per 1960 K.G.
Noteering
kl. minierk
P. lOO st.
R’damjA’darn
per
2)
.
per 1000

81.
°Io
II.
01
f1.
0
10
fi.
°to
f1.
Ol
o

II.

°Io
II.
%
ii.
%
f1.
°to
8
°to
1925
17.20
100,0
13,07
5

100,0
231,50
100,0
236,00
100,0
462,50
100,0
2,31
100,0
57,80
100,0
9,18
100,0
10,80
100,0
1.68 100,0 1926
15,90
92,4
11,75
89,9
174,25
75,3
196,75
83,4
360,50 77,9
1,98
85,7 45,26
78,3
8,15
88,8
17,90
165,7
1.89 112,5
1927
14,75
85,8
12,47
5

95,4
176,00
76,0
237,00
100,4
362,50
78,4
2,03
87,9
450
78.0
7,96
86.7
11,25
104,2
1.30
77,4
1928
13,475
78,3
13,15
100,6
226,00
97,7 228.50
96,8 363,00
78,5
2,11
91.3
49,91
86,3
7,99
87,0
10,10
93,5
1.20
71,4 1929
12,25
71,2
10,875
83,2 204,00
88,1 179,75
76,2 419,25
90,6
2.05 88.7
47,14
81,6
8,11
88,3
11,40
105,6
1.23
73,2
1930
9,67
5

56,3
6,225
47,6
136,75
59,1
111,75
47,4
356,00
77,0
1,66
71,9 40,88 72,5
6,72
73,2
11,35
105,1 1-12
66,7

P
n.

1929
12,35
71,8
12,20
93,3
231,50
100,0 194,25
82,3 365,00 78,9 2,25 97,4
47,13
81,5
9,03 99,4
10,10
93,5
1.16
69,0
ebr.
12,72
5

74,0
12,65
96,7
236,00
101,9
194,75
82,5 357,25 77,2
2,29
99,1
46,15
80,9
9,19
100,1
12,90
119,4
1.11
66,1
Maart
April
12,65 12,12°
73,5
70,5
12,625
11,62
5

96,6 88,9
233,00
100,6 191,75
81,3
359,00
77,6
1,95
84,4
46,-
79,6
8,6
93,2
12,00
111,1
1.11
66,1

Mei
11,125 64,1
10,57
6

80,9
218,00
198,25
94,1
85,6
185,25 177,50
78,5
75,2 373,25
363,50
80,7
78,6
1,81
1,86
78,4 80,5 41,88 42,30 72,5
732
5,90
6,16
64,3
67,1

11,05
11,15 102,3 103,3
1.11
1.16
66,1
69,0
Juni
10,875
63,2
10,20
78,0
193,50
83,6
171,25
72,6
355,25
76,8
1,87
81,0
46,-
79,6
6,41
69,8
11,25
104,2
1.30
77,4
Juli
12,80
74,3
11,20
85,6
218,50
94,4
191.25
81,0
415,50 89,8
1,88
81,4
46,63
80,7
6,88
74,9
11,25
104,2
1.30 77,4
Aug.

,
13,12
5

76,3
10,75
82,2
202,50 87,5
182,75
77,4
452,50
97,8
1,93
83,5
47,10
81,5 7,13
77,7
11,25
104,2
1.30
77,4
Sept.
12,62
5

73,4
10,20
78,0
191,00
82,5
72,00
72,9
506,75
109,6
2,22
98,1
47,88 82.8
8,01
87,3
11,40 105,6
1.30
77,4
Oct.
12,10
70,4
9,875
75,6
185,00
79,9
168,00
71,2 516,50
111,7
2,28
98,7
52,-
90,0 9.53
103,8
11,25 104,2
1.30
77,4
Nov.
11,775
68,5
9,20
70,4
174,00
75,2
164,75
69,8 483,25
104,5
2,20
95.2 52,70
91,2
10,60
115,5
11,35
105,1
1.30
77,4
Dec.

»
12,625
73,4
9,35
71,5
166,00
71,7
163,75
69,4
482,00
104,4
2,06
89,2
49,25
85,2
9,97
108,6
11,75
108,8
1.30
77,4
Jan.

1930
12,675
73,7
9,35 71,5
149,25
64,5
151,25
64,1
433,75
93,8
2,00
86,6 45.60
78.9
7,55 82,2
11,75
108,8
1.21

72,0
Febr.
11,725
68,2
8,17
5

62,5
139,00
60,0
135,75
57,5
398,50
86,2
2.03
87,9
43,25
74,8
6,00
75,2
11,75 108,8
1.11
66,1
Maart
10,90
63,4
7,15 54,7
143,50
62,0
125,00
53,0
390,00
84,3
1,71
74,0
43,75 75,7
5,18
56,4
11,55
106,9
1.11
66,1
April
11,175
65,0
7,62
5

58,3
180,25
77,8
l29,7S
55;0
431,00
93,2
1,50
61,9 39,
67,5
5,16 55,2
11,35
105,1
1.16
5

69,3
Mei

,,
10,45
60,8
6,55
50,1
148,50
64,1
114,50
48,5
405,00 87,6
1,44
62,3
39,-
67,5
5,70
57,7
11,35
105,1
1.18
5

70,5
Juni
10,05
58,4
5,175
39,6
145,50
62,9
103,75
44,0
385.50
83,4
1,54
66,7
39,63
6,6
5,09 55,4
11.35
105,1
1,18
6

70,5
Juli
9,55
55,5 5,82
5

44,6
157,75
68,1
108,00
45,8
345,75 74,8
1,72
74,5 41,13
71,2
5,99 65,3
11,35
105,1
1.18
5

70,5
Aug.
9,45
54,9
6,30
48,2
146,00
63,1
116,25
49,3
365,00
78,9
1,58
68,4
42.40
73,4
6,03
65,7
11,35
105,1
1.185
70,5
Sept.

,,
8,40
48,8
5,25
40,2
127,50
55,1
99,00
41,9
318,75
68,9
1,64
‘fL0
40,38
69,9
7,23
78,8
11,35
105,1
1.185
70,5
Oct.
7,40
43,0 4,62
5

35,4
112,25
48,5
86,00
36,4
281,25
60,8
1,63
70,6
40,20
696
8,60 93,7
11,35
105,1
1.185
70,5
Nov.
7,25
42,2
4,25 32,5 94.50
40,8
82,25
34,9
270,75
58,5
1,58
64.4
39,75
68,11
9,63
104,9
1090
100,9
0.85 50,6
Dec.
7,07
5

41,1
4,30 32,9 96,00
41,5 91,00
38,6
247,75
53,6
1,55
67,1
36,55
63,2
7,97
86,8
10,85
100,5
0.85
50,6
Jan.

1931
6,52
5

37,9
4,-
30,6 84,50
36,5
86,25
36,5 207,50
44,9
1,61
69.7
6,63
72,2
10,30
95,4
0.85
50,6
Febr.
5,775
33,6
3,90
29,8 87,50
37.8
85,75
36,3
206,25
44,6
1,69
73,3
6,21
67,6
10,30
95,4
0.85
50,6
2 Maart
5,75
33,4
4,05
31,0 94,00
40,6
96,00 40,7
1
226,00
48,9 5,55
60,5
‘10,30
95,4
0.85
50,6
1)
Men zie voor de toelichting op dezen staat de nummeri van 8 en 15 Auutt’is 1928 (No. 658 en 659) pag. 689190 en 709.
2)79
Kg.La Plata. i)=Western véÔr
ring van de huidige offic. not.wlJze (Jan. 1928) Barley vanaf 212131; vanaf 912 6415 Z.-Russ.

4
Maart
1931
.

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

235

geen kans deze toename ten volle vergoed te krijgen. Niet-
temin is er sedert ons laatste bericht aanzienlijk veel ver-
kocht, zoowel voor liet binnenland als voor export. Van den
ai.icicren kant zijn veel spinners niet genegen dc lage bie-
dingen te accepteeren cii geven er de voorkeur aan, min-
der te produceeren.
Dc cloekmarkt schijnt meer actief, doch liet is moeilijk
uit te maken, of een en ander ook in de boeken tot uit-
drukking is gekomen. Over het geheel genomen hebben de overzeesche af zetgebieden niet ,gereageercl op (le vastere
binnenlaridsche markt, behalve dat wat meer aanvragen
zijn binnengekomen. In enkele soorten
zijn
echter nog vel
zaken gedaan; dit echter voornamelijk in clie gevallen,
waarbij koopers rekening hielden met de markt en het
noodig vonden hun verkoopen in te (lekken. De gewone
biedingen van het buitenland waren echter niet hooger.

Liverpoolnoteeringen

Oost. koersen 17 Feb. 24Feb.
18Feb.25Feb.T.T.opBr.-Indië 1/5% 115%
F.G.F.Sakellaridis 9,60 10,35 T.T.op Hongkong 10% 1)3 G.F. No. 1 Oomra. 3,63 3,84
T.T.op Shanghai 1/1% 112%

Ontvangsten in

en uitvoeren van Amerikaansche havens.
(In dulzendtallen balen).

1
Aug.
’30
Overeenkomsfige periode
tot
20;Febr.
’31

1929130

1

1928129

Ontvangsten Gulf.Havens.

7749

7593

8247
,,

Atlant.Havens .1
Uitvoer naar Gr.Brittannië

818

1060

1479
‘t
Vasteland etc.

2727

3130

3287
het Orient..
..

884 1

1049

1287

Voorraden.
(In dulzendtallen balen).

Overeenkomstig tijdstip
20Febr.’31

1930

1929

Amerik.
havens ……….
.4025

22132044
Binnenland ………….1557

1307

937
New-York …………….
229

98

83
New Orleans ………….
792

497

340
Liverpool ……………492

435

698

KOFFIE..
Nog
altijd is de stemming voor het artikel zeer kalm. De
loop
van
den Braziliaanschen wisselkoers, die in
den
laat-
steti tijd de voornaamste aanleiding
was voor
de daling van
de kost- en
vrachtaanhiedingen uit
het groote productielancl,
was ook in de afgeloopen week aanvankelijk in neergaande

richting, namelijk van 49135 tot 4
1
.
/
:
L6
d. per milreis om.
daarna
ee]1 fractie te
stijgen. In overeenstemming hier

mede liepen de prijzen der verschillende B..aziliaansche soor-
ten nog -16 kl 1′- per
cwt. terug.
Nieuws van eenig beteekenis werd
in de afgeloopen week
iriet ontvangen en nog altijd is liet onbekend hoe groot nu
feitelijk de hoeveelheid koffie is, welke door de Federale
Regeering van Brazilië uit den in Sao Paulo aanwezigen
voorraad is opgekocht.
Hoewel de afzet uit Brazilië
naar
Europa in den laatsten
tijd niet van groote beteekenis is geweest, kan door de ver-
schepers aldaar te lande niet worden geklaagd over den om-
vang
der verkoopen naar Amerika, hetgeen hoofdzakelijk
het gevolg is
van de omstandigheid, dat het aanbod in de
laatste weken geweest is op pariteit der termijoprijzen te
New-York. Volgens berichten zouden op het oogenblik niet
minder clan ongeveer 800.000 balen van Brazilië naar New-
York onderweg zijn.
De
clichtbijzijnde maanden zijn dien-
tengevolge aan deze markt gedrukt en liet dport, dat ook
aldaar sinds langen tijd bestaan heeft, is verdw’enen en heeft
zelfs plaats gemaakt vooi
een

zij het oog nog niet groot

report.
Volgens een dezer dagen ontvangen telegram bedroeg de
voorraad, 01) 15 Februari in de hinnenlandsche pakhuizen
te Rio teruggehouden, 1.569.000 balen tegen 1.673.000 halen
op 31 Januari, hetgeen een vermindering beteekent van
1.04.000 balen. Bovendien werd bekend, dat de
dagelijksche
aanvoeren
in
de
haven
van Rio voor de eerste helft van de
maand Maart gelimiteerd zijn op 19.035 balen tegen 21.942
halen in de tweede helft van Februari.
De noteeringen aan de Rotterdamsche termijnmarkt lie-
pen
voor de dichtiijzijnde maanden % 2
1
% ct. terug, doch
bleven voor de latere maanden zoo goed als onveranderd.
Dinsdag 3 dezer des voormiddags waren zij als volgt:
Maart
20~ et.,
Mei
19 ct., September 18% ct., December 18% ct.,
Maart iS ct.
Aan de loco-markt was (le afzet nog altijd onbevredigend.
De officieele noteeringen bleven onveranderd 28 ct. per

% X
.
G. voor Superior Santos
en
26 ct. voor Rolnista.
De
prijzen van gewoon goed beschreven Superior Santos
op prompte verscheping zin
thans ongeveer 3816 á 401- per
cwt. en valt
dito :lrime ongeveer 401. i’c 4116, terwijl zij van
Rio type New-York 7 met beschrijving, prompte verselie-
ping, bedragen 2513 á
2616.
in Nederlandscli
Indië
bleven dc prijzeti
van
:Robtista
0
aflacling geheel onveranderd. In dc eerste hand zijn zij op
het oogenblik aldaar:
Palenibang Bobnsta, Maart verscheping, 16 ct.; Benkoe-
len Bobusta, 7ilaart versclieping, 17% ct.; Mandheling Bo-

VAN GROOTHANDELSPRIJZEN
1
)

METALEN
TEXT1ELGODEREN


DIVERSEN

ZILVER
IJZER
Cleveland
KOPER
Standaard
TIN LOOD
KATOEN
Middling

WOL
gekamde

WOL
gekamde
Australische,
KOE-
HUIDEN
KALK-
SALPETER
cash Londen
per
Foundry No. 3
f.o.b.
Locoprijzen
locoprijzen Londen per
Locoprijzen
Londen
locoprijzen
Australische,
Merino, 64’s Av.
CrossbredColo- nial Carded,
Gaaf open
kp
Old. per
100 KG.
Sndard
Ounce
Middlesbrough
Londen
per Eng. ton Eng. ton
per Eng. ton New York per Ib.
loco Bradford
per Ib.
50’s
Av. loco
57-61 pnd.
netto
per Eng. ton
Bradford per 1h.

pence
32i1
I
/o
100,0
Sh.
731-
0/
100,0
.
62.116
°!o
100,0
£
261.171-
°/o
100,0
£
36.816
I
/o
100,0
$
ets.
23,25
°/o
100,0
pence
55,00
0
/0
100,0

pence
29,50
0
/o
100,0
f1.
34,70
0
/s
100,0
f1.
12,-
0
10
100,0

28
11

89,3
86/6
118,5
58.1/-
93,5
290.17/6
111.1
31.1/6
85,3
17.55
75.5
47,25
85,9
24,75
83,9
28.46
82,0
11,6!
96,8

26
3
1
83,3
731-
100,0
55.141- 89,7
290.41-
110,8
24.41-
66,4
17,50
75,3
48,50
88,2
26,50 89,8 40,43
116,5
11,48
95,7

26
1
116
81,1
661-
90,4
63.16j

102,8
227.51- 86,8
21.11-
37,8
20,00 86,0
51,50
93,6
30,50
103,4
47,58
137,1
11,48
95,7

24
7
16
76,2
7016
96,6
75.141-
121,9
203.15!6.
77,8
23.51

63,8
19,15
82,4
39,-
70,9 25,25 85,6 32,25
92,9
10,60
88,3

17
13
116
55,4 671- 91,8
54.131-
88,0
142.51-
54,3
18.116
49,6
13,55
58,3
26,15
48,6
16,25
55,1
25,36
73,1
9,84 82.0

26
1
14
81,8
661-
90,4
75.1016
121,7
222.716
84,9
22.2/-
60,7
20,20
86,9
46,75
85,0
28,75 97,3
37,50
108,1
11,70
97,5

25719
80,7
66/6
91,1
78.-16
125,7
222.111-
85,0
23.26
63,5
20,10
86,5
44,25 80,5
27,75
94,1
34,50
99,4 11,70
97,5

26
81,0
671-
91,8
89.81-
144,0
221.0/6
84,4
25.816
69,7
21;25
91,4
44,00
80,0 27,50
93,2
36,-
103,7
11,70
97,5

25:
4
/4
80,2
681-
93,2
82.1716
133,5
207.516
79,2
24.161

68,0
20,45
88,0
43,25
78,6 27,25
92,4
33,50
96,5
11,70
97,5

25
1
/
78,1
6916
95,2
75.416 121,2
197.516
75,3
23.191-
65,8
19,40
83,4
41,50
75,5
26,25 89,0
30,50
87,9
11,70
97,5

24
1
/4
75,6
711-
97,3
74.111-
120,1
200.51

76,5
23.141-
65,1
18,75

80,6
40,00
72,7
25,75
87,3
30,50
99,4
11,70
97,5

2
46
/
16

75,7
72
1
6
99,3
72.1216
117,0
209.5
1
6
79,9
22.16/-
62,6
18,65
80,2
38,75
70,5
24,75
83,9 32,25
92,9
9,18
76,5
24!s
75,7
72
1
6
99,3
73.17!-
119,0
210.11
1

80,4
23.3/

63,6
18,60
80,0 37,00
67,3 24,00
81,4
29,75
85,7
9,28 77,3

23
11
116
73,9
7216
99,3
74.191-
120,7
205.516
78,4
23.111-
64,7
18,90
81,3
34,25
62,3
23,75
80,5
31,25
90,1
9,39
78,3

23
1
16
71,8
7216
99,3
72.161

117,3
188.916
72,0
23.416
63,8
18,45
79,4 32,50
59,1
22,50
76,3


9,49
79,1

22
11
i
70.7
72/6
99,3
70.5
1

113,2
182.-/6
69,5
21.131- 59,4
17,50
75,3
34,25
62,3
23,00
78,0 27,23 78,5
9,70
80,8
221
1
4

69,3
72/6
99,3
68.616
110,1
178.1816
68,3
21.9/
59,Ô
17,25
74,2
31,25
56,8 21,25 72,0
21,75
80,0
9,90
82,6

201
6
/16
65,3
72/6′
99,3
71.9/6
115,1
174.13/-
66,7
21.11/-
59,4
17,15
73,8
29,50
53,6
19,25
65,3
26,63
76,7
10,11
84,3

201/s
62,6 72/6
99,3
71.12/6
115,4
174.41-
66,5
21.41

58,2
15,45
66,4
28,50
51,8
17,75
60,2
24,50
70,6
10,21
85,1

19
119
59,5
701-
95,9
58.19/6
III,!
165.181

63,4
18.16
1

51,6
15,20
65,4
26,25
47,7
16,50
55,9

60,2
10,21
85,1
19
0
/16
61,0
5715
92,5
61.31-
98,5
161.1716
61,8
18.616
58.3
16,45
‘10,8
27,25 49,5
17,25
58,5
24,13
59,5
10,21
85,1

18
15
16
59,0
6716
92,5
53.91-
85,1
145.-/-
55,4
17.161-
48,9
16,50
71,0
28,75
52,3
18,00
61,0
26,25
75,6
10,21
85,1

IS’1i6
50,0
5716
92,5
50.116
80,7
136.416
52,0
17.191-
49,3
14,50
62,4
27,75
50,5
17,50
59,3
26,63
76,7
10,21
851

IS
49,9
6716
92,5
48.2/-
77,5
134.17/6
51,5
18.3!-
495
13,10
56,3
27,00
49,1
16,75
56,8 24.25
69,9 9,18
765
164
1
9
51,0
65
1

89,0
47.15/-
76,9
35.5
1
6
51.7
1K6/-
50:2
11,95
51,4
27,25
49,5
16,50
55,9
24,88
71,7
9,28 77,3
16111
1
6
52,0
6316 87,1
46.61-
74,6
132.61-
50,5
171F1-
49,1
II,-
47,3
27,00
49,1
15,75
53,4
26,50
76,4
9,39
78,3

16
1
12
51,5
6316
6

87,1
43.-/-
69,3
117.131-
44,9 15.15/-
43,2
10,55
45,4
24,50
44.5
14,50
49,2 26,25 75,6
949
79,1
1(
5
1
51,9
6316
7

87,1
46.8(6 74,8
113.161-
43,5
15.1816
43,7
10,85
46,7
24,00
43,6
13,00 44,1
25,25 72,8
9,70
80,8

16
5
/9
51,9
6316
7

87,1
47.616
76,2
115 3!-
44,0
15.516
41,9
9,95 42,8
22,50
40,9
12,50
42,4

72,0
9,90
82,6
131/
43,2
6016
82.9
45.716
73,1
115.81-
44,4
14.-16
38.5
10,30
44,3 21,25
38,6
1

12,00
40,7
24,63

71,0
10,11
84,3

12
1
1

38.9 58
1
6
80,3
45.1
1
6
72,5
117.-16
44,7
13.5
1
6
36,4
10,95
47,1
21,75 39
5

12,00
40,7
2250

61,8
10,21
85,1

12
1
1
8

39,3
58.6
80,3
47.5
1

76,
1

123.216
47,0
14

1

38,4
_i__


.
10,21
85,1

de invoering van oe’huidige officieele noteeringswiize (Jan. l928;vanaf IS Dec.1929 74/5 K.G. Hongaarache; vanaf
26
Mei 1930 Z.-I4uSsiSClie. 4)Maltlng voor ae Invoe-
0)
Jaar- en maandgem. af ger. op
1/
pence.
6)
Noteering Schotland 5915. 7)58/-.

236

ECONOMISCH-STATISTISCHE
BERICHTEN

4 Maart 1931

busta,

jl:i:irt

verscheping,

t83.

ct.

V..l.H.
lag. Robusta,
Maart verschcping. 24, ct., alles

per

4

K

(1.,

ci 1.
iiitge.
leverci gewicht, netto contant.
De slot-noteeringen te New-York van liet
aldaar geldende
gemengd contract (basis Rio No. 7). waren:

Mrt.

Mei
Sept.
Dec.
2Maart

……………

$
5.04

$514
$
5.33 $
5.38
21

Februari

………….. 5.35

.,
5.43
545
,, 5.46
.16

Februari

…………..5,45

.

5.54
5.47
544

9

Februari

………….. 5.69

5.65
5.53
5.50

Rotterilani, 3 Naa rt 1931.

(Mededecling van de Vereeniging voor den Goederenhandel te Rotterdam.)

Noteeringen en voorraden in Brazilië.

Data
1

te
Rio
1
te Santos
Wfsselkoer
te
Rio
op
Londen
Voorraad
1

Prijs
Voorraad
1

Prijs
(In Balen)
1
No.
71)

(In Balen)
1
NO.4
1
)

2

Mrt. 1931
246.000
11.700
1.026.000
160000
10 0
0

4
1
/8
pence
23
Febr.
1931
230.000
111.700
990.000
1
16.OuO
pence
16

,,

1931
237.0001
11.925
1.015.000
16600
0600
4

pence
TW
2 Mrt. 1930
333.000
1
1
6.000
1.002.000
21.000
5

pence
ir
1)
1fl KeIS.

Ontvangsten uit het binnenland van Brazilië in Balen.

te
Rio

te Santos
Data

Afgeloopen Sedert Af
-__________
geloopen
Sedert
week

1Juli

week

1 Juli

28 Febr. 1931…. 131.000
1
2.668.000
1
252.000
1
7.786.000
28 Febr. 1930….

58.000

2.101.000

176.000 6.625.000

THEE.

De theemiirkt gaf in cle afgeloopen week wederom lagere
prijzen te zien. Liet verloop was onregelmatig en cle bie-
dingen waren voor cle meeste soorten van 1′ d. tot
Y. cl.
lager. Voor goede Java-theën met veel geel was meer vraag.
Goede Ceylori-tlieeën, waarvan de kwaliteit verbetering
toonde, waren gezocht en werden Soms tot lioogere prijzen
afgedaan.
Vele partijen Britseh-Indiselie thee bleven onverkocht.
1 ci cle Calcutta-veiling van 23 Februari werden 16.000 kis-
ten thee aai:igeboclen. Het aanbod was meerendeels van min-

dere kwaliteit,
1
nasi
1′
werd voor de hinnenlantiselie co usump.
tie vlot opgenomen.

Amsterdam. 2 Maart 1931.

COPRA.
De markt
Wils
aanvankelijk iets flauwer gestemd, tenge-
‘olge van regelmatig aanbod uit Indië cii teruglioudeiiclheid
van fabrikanten, Op E 1.5.2.6 echter oiitwikkelcle zich een vrij algemeene
vraag en konden 1 Ii nke omzetten worden bereikt.
.1 let Oosten verhoogde hierop de. plijzen, doch deze ver-
dcii grif ingewilligd door fabrikanten tengevolge van betere
vraag voor olie en vaste stemming voor andere oliën cii
vetten.
De slotuoteeriugcn zijn

Nederl..Indisehe fms., aflacting :u’ebruiri

…….

15.8.9

Maart

…………. 15.10.0

April

………… ..15.1:1.3
Mixed

Jan/Febr. …… … 14.13.9

Fel r.fMrt……… 14.1.2.6

VERKEERS WEZEN.

RUN VAART.
Week van 22 t/in.
28 Februari 1931.

De aanvoeren van zeezijcle bleven onveranderd. i)e vraag
naar cheepsruimtc, welke overvloedig beschikbaar was,
bleef zeer gering. Er werd zeer weinig bevracht. Naar (ie
Ruhrhavens werd genoteerd voor erts:
f
0.30 per last niet
3-4 losdagen,
f
0.40 per last met 6-8 losdagen. Ncia.r
Grimberg en .ELorl was de vracht in verhouding. Voor den
i3ovenrijn Was eveneens zeer weinig vraag. Voor ruwe
producten naar Mannheim bedroeg cle vracht gemiddeld
f
0.50 per last met verkorten lostijd. Het sleeploon werd
genoteerd volgens liet 25 9.

27Y2 cts. tarief. De waterstand
bleef vallend. Naar den i3ovei.irijn werd op ca. 2.20 M. en
naa.r den :Beneclenrijn
01)
vollcu diepgang afgeladen. In
het laatst der week trad een zeer sterke was in.
In cle Ruhrhavens bleef cle scheepsriiirnte overvloedig be-
sciukbicar; (le vraag gering. :0e vracht voor exportkolen
naar Rotterdam bleef genoteerd 01) M.k. 0.60 per ton inclu-
sief sleeploon.

Vervolg STATISTISCH OVERZICHT VAN GROOTHANDELSPRIJZEN.

KOLONIALE PRODUCTEN
INDEXCIJ FERS

RUBB ER
5)
Standaard
SUIKER
Witte kristal-
KOFFIE
Robusta
THEE
Afi. N.-I. theev.
COPRA
Indexcijfer
vhs. Centr. B.
Indexcljfer
van The
Ribbed Smoked
Shee*s
suiker loco
Locopri/zen
A’dam gen. pr

Ned.-lnd. f.m.s.
per lOO K.G.
v. ii. Staf.,
herleld
Economigt,
herleid
loco Londen
R’dam/A’dam.
per lOO K.G.
Rotterdam
per
1
/
2
K.G.
Java-‘ en Suma-
tratlieep.’/,KO.
Amsterdam.
van
1913= 100
1927
=
100
per 11,.
tot
1925=
100
tot
1925=100

Sh.
01

ii.
0
10
cts.
01
ets.
01
f
01
Jaargemidd.
1925
2111,625
100,0
18,75
100,0
61,375
100,0
84,5
100,0
35,87
5

100,0 100,0
100,0
1926
21-
67,4
17,50
93,3 55,375
90,2
94,25
111,5
34,-
94,8
93,2
92,9
1927
116,375
51,6
19,12
5

102,0
46,875
76,4
82,75
97,9
32,625
96,9
95,4
89,5
1928
-110,75 30,2
15,85
84,5
49,625 80,9
75,25
89.1
31,87
6

89,9
96,4
87,6
1929
-110,25 28.8
13,-
69,3 50,75
82,7
69.25
82,0
27,3
5

76.3 91,6
82,6
1930
-15,875
16,5
9,60
51,2
32
52,1
60,75
71,8
22,62
6

63.1
75,5
69,4
La
4
ar
1

1929
-19,875
27,9
13,775
73,5
53,125
86,6 77,25 91,4
29,-
80,8
94,2
84,6
èbruari

,,
1/-
33,7
13,375
71,3
54
88,0 74,25 87,9 28.62
5

7″,8
94,2 85,4
Maart
110,125
34,0
13,50
72,0
54
88,0 72,75
86,1
27,625
77,0
94,8
85,8
April
-110,5 29,5
13,375
71,3
54
88,0 74,25
87,9 26,75
74.6 92,9
83,9
Mei
-110,875 30,5
12,25
65,3
54
88,0
73,50 87,0
25,87
5

72,1
91,6 81,7
Juni
-110,625
29,8
12,00
64,0
54
88,0
69,50 82,2
24,878
69,3
91,0
81,9
Juli
-(II
30,9
13,426
71,6
54


88,0
‘68,50
81,1
27,50
76,7
91,0
83,7
Augustus
-110,5 29,5
13,00
69,3
53,50
87,2
64
75,6
27,25
76,0 91,6
83,6
September

-110
125
28,4
13,475
71,9
51,75
84,3
64
75,6
28,25
78,7
91.0
82,0
October

,,
-19,625 27,0
13,30
70,9
48,50
79,0
66
78,1
27,50
76,7 90,3
80,5
November

,,
-18,125
22,8
12,50
66,7
41,75
68,0
66,50
78,7
27,25
76,0
88,4
78,8
December
-18 22,5
12,075
64,4
36,75
59,9
60,75
71,8
27,125
75,6
87,1
78,8
Januari

1930
-17,375
20,7
11,67
5

62,3
35
57,0
60,50
71,6
26.875
74,9
84,5 76,9
Februari
-/8
22,5
11,40
60,8
35
57,0 58,25
68,9
26315
73,5
1
81,3
75,2
Maart
-17,625 21,4
10,70
57,1
35
57,0
62,25
73,7
25,25
70.4
78,7
74,2
April
-17,375
20,7
10,55
56,3
35
57,0
59,50
70,4
26,12
5

72,8
78,7
72,8
Mei
-16,875
19,3
9.80
52,3
34,75
56,6
58
68,6
25,0
71,1 76,1
72,0
Juni
-16,125
17,2
9,775
52,1
33
53,8
58 68,6
22875
63,8
76,1
70,4
Juli
-/5,625
15,8
9,275
49,5
31,50
51,3
55,50 65,7 21,75
60,6
74,2
69,3
Augustus
-14,875
13,8
8.50 45,3
29,50
48,1
55,25
65,4
2),-
55,7 73.5
67,9
September
,,
-14,125
11,6
7,975
42,5
28,25
46,0
59,50
70,4
19,25
53,7 72,3 65,4
October

,,
-14 11,2
8,62
5

46,0
29
47,3
66,50
78,7
18.75
52,3
71,6
64,6
November

-/4,375
12,3
8,75
46,7
29
47.3
68,25 80,8
19,37.
5

54,0
71,0
63,3
December-
-/4,375
12,3
8,20
43,7
29
47,3
66,75
79.0
ID
53,0
69,0 61,3
Januari

1931
-14,25
11,9
8,20
43,7
28
456
66,25
78,4
18,25
50,9
67,7 59,2
Februari

,,
-/3,875
10,9
8.20 43,7
26,25
42,8
53
62,7
18,125
50,7
2
Maart

,,
-13,8125
10,7
8,25
44,0
26
42,4
18,75
52,3

Auteur