Ga direct naar de content

Jrg. 15, editie 757

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: juli 2 1930

2 JtÏ 1930

AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN.

Economischo-oStatistische

Benchten

ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER

ORGAAN VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART

UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN

* *
*

Op de wisselmarkt had aanvankelijk een flauwe

stemming de overhand. Op den morgen van den laat-

– sten dag trad echter een
S
plotselinge hausse in, die

wèder spoedig voor een algemeene’daling van de koer-

sen plaats maakte. Ponden liepen van 1
2.09
5
Iio
op

12.09 terug om na weder 12.09/ te zijn geweest op

12.09
1
11i te sluiten.

Dollars kwamen van 2.4889 op 2.4872, doch sloten

weder op 2.4878. De Dollarnotering in Londefl liep

van 4.8586 op 4.8604 terug. Marken waren in het eerst

beduidend flauwer, waarschijnlijk onder den invloed

van cle politieke gebeurtenissen in Duitschiand; van

59.3314 liepen ze terug tot 59.25, om op den laatsten

dag lotseling tot 59.32 te stijgen. lIet slot was weder
lager op 59.2914. Ponden stegen in Duitschland van

20.3734 tot 20.4014; slot 20.39. Fi-ansche Franken

sehommelden slechts weinig; de noteering handhaafde
,

zich rond de 9.77. Belga’s: 34.7234. De Zwitsersche

Francs noteerden aanvankelijk ca. 48.23, tot zij Zater-

‘dag onverwachts op 48.19 34 terugliepen; slot 48.21. Met

den Peseta blijft het slecht gaan; cle koers loopt steeds

verder terug en kwam van 28.9734 op 27.70. Ook de»

Argentijnsehen Peso gaat het niet voor den wind; van

92 daalde de noteering tot 8834. Rio bleef onveran-

derd ca. 28. Canada 2.48%.

De édn- en dr.iernaands marges voor Ponden waren

tenslotte: %
7
-34.,
1_15f16,
voor Dollars 7-5 en 14-12,

voor Marken 334-3 en 734-7, alles disagio.

15E JAARGANG

WOENSDAG 2 JULI
.1930

No. 757

INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN.

lioen minder darL verleden ‘,’eek. ilet dekkingspercen-
Algemeen Secretaris: Prof. Mr. Dr. G. M. Verrijn Stuart.
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN.

tage is ruim 52.

COMMISSIE VAN ADVIES:
Prof. Mr. D. van Blom; J. van Hasselt; Jhr. Mr. L. H. van
Lennep; Mr. K. P. van der Mandele; Prof. Dr. ‘J. J.
Polak; Mr. Dr. L. F. H. Regout, Dr. E. van We’lderen
Baron Rengers; Prof. Mr. H. R. Ribbius; Jan. Schilthuis;
Mr. Q. J. Terpstra; Prof. Mr. F. de Vries.
Gedelegeerd lid: Prof. Mr. Dr. G. M. Verrijn Stuart.
Redacteur-Secretaris: H. Al. H. A. van der Valk.
Secretai-ïaat: Pieter de ioochweg 122, Rotterdam.
Telefoon Nr. 35000. Postrekening 8408.

Abonnemenisprijs voor het weekblad franco p. p. in
Nederland f 20,—. Buitenland en Koloniën f 23,— per
jaar. Losse nummers 50 cents. Leden en donateurs_van het
Instituut ontvangen het weekblad gratis.
Aangeteekcnde stukken: Bijkantoor Ruigeplaatweg.

Advertenties f 0,50 per regel. Plaatsing bij abonnement
volgens tarief. Administratie van abonnementen en adver

tenties: Nijgh
c
van Ditmar’s Uitgevers-Maatschappij, Rot-
terdam, Amsterdam, ‘s-Gravenhage. Postchè qua- en giro-
rekening No. 6729.

1 JULI
1930.

Op de geidmarkt is de toestbnd nog steeds onver-

anderd. Ondanks de halfjaarswisseling zijn gelden nog

steeds overvlocIig; all geld noteerde 1 pOt. De iet

vastere’ stemming voor bank-accepten is aanvankelijk

blijven aanhouden. De noteering is weder langzaam

opgeloopen. tot 2 â 2fio pOt., omdat geldgevers blijk-

baar wilden profiteei-en van een eventueel te verwach-

ten stijging met den ultimo. Daar echter een: aantrek-

ken ‘an de geldkoersen uitbieef, zijn geldgevers er ten-

slotte maar toe overgegaan materieel op te nemen,

wat tengevolge had, dat de noteeing tot 1fio-1%

pOt. daalde. Prolongatie: 2-234-134-234-2 pOt.

Op’ de balans van De Nederlandsche Bank blijkt de
post binnenlandsehe wissels met
f 1
millioen te. zijn

teruggelooperi. De beleeningen vertoonen een ver-

meerderirig van
f
21,8 millioen.

De goudvoorraad.der Bank bleef weder zoo goedals

onveranderd. i)e zilvei-voorraad verminderde met

f
400.000. De post papir op het buitenland en de

diverse rekeningen op de actiefzijde der balans stegen

roep. met
f
100.000 en
f
234 millioen.

De hiljetteneirculatie geeft een vermeerdering van

f 52,3
millioen te zien, liet tegoed van het Rijk ver-

mndcrdc m’et
f
3,8 millioen, terwijl cle rekeni-ng-cou-

i-ai.it-saidi van anderen met
t’
26,3 milli.oen teruglic-

pen. 1[t beschikbaar metaalsaiclo bedraagt
f
9,5 mii-
LONIDEN, 30 JUNI
1
930.:0
De geldmarkt maakte varledcn week de noodige

voorbereidingen voor het einde van het halfjaar door

chigelijks aanzienlijke bedragen van de Bank van Enge-

land te leenen. lIet namiddag geld was dientenge-

volge sterk aangeboden tegen lage koersen (134-2

pOt.), voor geld tot begin Juli werd 234-334 pOt.

betaald.

Verwacht wordt, dat de geldmarkt begin Juli zeer

ruim zal zijn. Dit gekoppeld aan eenige vraag naar

wissels voor contant en voor levering begin Juli tot

lagere prijzen maakte disconto zeer zwak, zoodat de
noteeri.ng op 214 en een fractie daaronder eindigde.

De regeering slaagde er dan ook in om de schatkist-

promessen tegen pl.m. 2/32 pOt. te plaatsen.

594

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

2 Juli
1930

HET WETSONTWERP TOT HEFFING VAN EEN

COMPENSEEREND INVOERRECHT OP SOMMIGE
SOORTEN SUIKER.

Is dit wetje, waarbij wordt voorgesteld voortaan

van consumptiesui’ker een invoerrecht van
f
2.40 per

100 KG. te heffen, van technisch-fiscalen aard? Som-

mige zinsneden in de Memorie van Toelichting zou-

den het kunnen doen veronderstellen.

Zoo vinden wij als argumenten opgesomd, dat het

invoerrecht op geraffineerd buitenlandsch zout
f
4

per 100 KG. bedraagt, of
f
1 per 100 KG. meer dan

de belasting op hier te lande geraffineerd zout. Het

invoerrecht op bier is
f
12 per IIL.; de accijns
f
1.50.

Soortgelijke verschillen worden vermeld voor sigaren,

rooktabak, sigaretten, gedistilleerd, enz. Voor de

suiker is tot dusver dit beginsel niet gehuldigd.
Ook de uitdrukkelijke verzekering in de Mcm. v.
Toel., dat de voorgestelde regeling geheel ligt bui-
ten het terrein van de in het voorjaar te Genève

geteekende Handelsconventie, en dat het hier ,,de
toepassing geldt van een beginsel van fiscale wetge-

ving, dat sinds lang als zoodanig werd erkend en

slechts bij de suiker tot dusver niet geldend wd ge-
maakt”, zou aan een zuiver fiscalen maatregel kun-

nen doen denken.

Met deze opvatting is echter ten eenen male on-

vereenigbaar de groote spoed, waarmede dit ontwerp

onder drang van de Regeering nog vddr het recès

der Tweede Kamer wordt behandeld.

Ook de considerans der wet
wijst
in andere rich-

ting. Daar wordt gesproken van compensatie van de

bezwaren van den huidigen toestand voor de hier te

lande uitgeoefende
suilcerin.dustri e.

Het is echter aan geen redelijken twijfel onder-
hevig, dat het werkelijke doel van het op 16 Juni jl.
ingediende ontwerp is: steun te verleenen aan een

deel der landbouwers, ni. aan de
verbouwers van sui-

kerbiefen..
Een z.g. technische herziening der Tarief-
wet is het middel, dat thans wordt gebezigd om dit

doel te bereiken. De aanhef der Mcm. v. Toel. laat

m.i. op dit stuk geen twijfel.

,,De toestand van crisis, waarin ook hier te lande de
land- en tuinbouwbedrijven verkeeren, heeft den Minister
van Binnenlandsche Zaken en Landbouw aanleiding ge-
geven in de maand Mei van dit jaar een Commissie te
benoemen, welke tot opdracht heeft gekregen de Regeering van advies te dienen omtrent de vraag, of, en zoo .ja, welke maatregelen met het oog op den oogenblikkelijken toestand
van land- en tuinbouw waren te treffen.
Deze Commissie heeft in de allereerste plaats haar aan-
dacht gewijd aan het suikervraagstuk. Blijkens haar aan voornoemden Ministèr gerichten brief
van
28
Mei jl. is de Commisie ten aanzien van dit vraag-
stuk van oordeel, dat een eind behoort gemaakt te worden
aan de achterstelling, welke de Nederlandsche suiker tot
dusver hier te lande ondervindt in vergelijking met bijna
alle andere aan accijns onderworpen goederen.”

In de gegeven omstandigheden acht de Regeering
geen reden aanwezig den bestaanden toestand, waar-
bij suiker vrij van invorrecht kan worden geïmpor-
teerd, te handhaven. In overeenstemming met het
advies van hovegenoemdd Commissie heeft zij thans
voorgesteld – met spoed – op witte suiker een in-

voerrecht van
f
2.40 per 100 KG. te gaan heffen. Het
re6ht zal uitsluitend van consumptiesuiker en niet
van ruwe suiker worden geheven, om den aanvoer van
ruwe rietsuiker en het raffinadeursbedrijf niet te

belemmeren.
Voorts zijn er verschillende fabrikanten, die suiker
bezigen als grondstof voor de bereiding van voor
export bestemde suikerhoudende goederen (geconden-
seerde melk, chocolade, biscuits, jams, e.d.). Voor
zoover voor dergelijke suiker invoerrecht is betaald,
zal dit – volgens art. 5 van het Ontwerp – bij uit-

voer teruggegeven worden.
De voorgestelde maatregel wordt nergens als tijde-

lijk aangekondigd; hij is blijkbaar
beaoeld
als blij-

venden steun voor de suikerbietenteelt. Slechts naar

INHOUD.

BIz.
EET WETSONTWERP TOT
HEFFING VAN EEN GOMPEN5EE-
SEEREND INvOERREOHr OP SOMMIGE SOORTEN SUIKER
door
Prof. Dr.
G.
Minderhond ………………..594
Invoerrechten op tarwe? door
Jan ,Schilthuis ……..
596
BUITENLANDSOHE MEDEWERKING:
Een economisch programma door
Dr. Hans Luther 597
De economische en financieele politiek van Duitseb-
land door
Dr. Jarl Krümer ……………….599
AANTEEKENINGEN:
De geldmarkt in Juni ……………………..
601
Het prijsverloop van groothandelsartikelen gedu-
rende het tweede kwartaal van
1930 1 ……..602
Indexcijfers van Nederlandsche aandeelen ……..
607

Conj unctuurgegevens betreffende Duitschiand ….
608
BOEKAANKONDIGINOEN:
La Paix de Versailles VI: Rgime des ports, voies
d’eau et voies ferrées, bespr. door
Mr. J. Zaaijer
609

STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN
…………….
609-616
Geidkoersen.

Bankstaten.

ierkeerswezen.
Wisselkoersen.

I
Goederenhandel.

deze functie zal het Wetsontwerp hieronder dan ook

worden beoordeeld.
* *
*
Het is zeker opmerkelijk, dat ëën Commissie (onder
voorzitterschap van Dr. Lovink) op 28 Mei aan één

der Ministers een voorstel doet tot wijziging der Ta-
riefwet en dat reeds op 16 Juni het Wetsontwerp,

waarvan de Mcm. v. Toel. is onderteekend door 4 Mi-

nisters (Financiën, Binnenl. Zaken en Landb.
)
Bui-

teni. Zaken en Arbeid, Handel en Nijv.) door de Ko-ningin aan de Tweede Kamer wordt aangeboden.
Deze snelheid doet denken aan den spoed, welke
in Aug. 1914 in Den ilaag mogelijk bleek; tenzij de
veronderstelling juist is, dat de interdepartementale

commissie van hoofdambtenaren, die reeds een paar
jaar over maatregelen tot steun aan de suikerbieten-
teelt studeert, over dit compenseerend invoerrecht
reeds v66r 8 Mei tot overeenstemming was gekomen

en dat de Regeering slechts – galant, dan wel uit

tactische overwegingen – de Crisiscommissie als

initiatiefneemster laat fungeeren.
In hoeverre zal nu- de suikerbietenteelt steun van

den voorgestelden maatregel ondervinden?
Bij afwezigheid van een invoerrecht kon de suiker-

prijs in ons land tot dusver niet stijgen boven den
wereldprjs – afgezien van vracht- en andere on-

kosten bij import – aangeiien de hier benoodigde
suiker anders door het buitenland zou worden gele-

verd.
Onze productie van bietsuiker is niet obelangrjk

grooter dan de binnenlandsche consumptie. Zelfs al
zou men er voortaan door samenwerking van alle sui-

kerfabrieken en raffinaderijen in slagen
het volle
be-

drag van het thans beoogde invoerrecht van
f
2.40

per 100 KG. suiker te brengen ten laste van den con-
sument en al zouden alle suikerfabrieken – de coö-
peratieve, zodwel als de, in de Centrale Suiker Maat-

schappij geconcentreerde, niet-coöperatieve
– het

çjeheele
voordeel aan den bietenproducent ten goede
willen doen komen (iets wat zeker, vooral op den
duur, in hooge mate twijfelachtig is), dan nog zal de
boer de suiker, die hij in zijn bieten levert, slechts met

f
2.40 per 100 KG. duurder betaald kunnen krijgen,
indien de cultuur van suikerbieten hier zoover wordt

ingekrompen, dat wij voortaan geen overschot van
suiker meer hebben. Immers voor het deel der suiker
dat moet worden geëxporteerd (in de periode 1923/
1928 ruim 20 pOt. der productie) zal van de aan-

hangige tariefswijziging geen prijsverhooging het ge-

volg kunnen zijn.
Aangezien 1000 KG. bieten ongeveer 140 KG. sui-
ker leveren en de binnenlandsche consumptie aan on-
geveer 80 pOt. der productie, zooals die in 19231’28

was, voldoende heeft, zal de steun
maximaal
8
fio
X

140 X 2.4 cent of
f
2.69 per 1000 KG. bieten kunnen
bedragen. Hierbij zijn de bieten, die als zoodanig wer-
den geëxporteerd, dan nog buiten beschouwing ge-

laten.

2 Juli 1930

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

595

let heeft weinig zin te trachten een rarning te
maken van den invloed van uitbreiding of inkrim-

ping der teelt
0])
cle productiekosten der fabrieken,

of veronderstellingen te opperen over wat in de toe-
komst aan de volledige samenwerking der fabrieken

en raffinaderijen zal ontbreken, dan wel over het deel
van den verhoogden suikerprijs, dat aan de verschil-

lende categorieën van telers ten goede zal komen.

Men kan een en ander niet doen zonder zich te be-
geven in tal van speculatieve beschouwingen; slechts

de toekomst zal het effect loeren kennen.

Dat niemand met zekerheid kan zeggen hoe groot het effect van den heoogden maatregel zal zijn, om-

dat slechts het theoretisch te bereiken maximum kan

worden becijferd, is één der bezwaren van het Ont-
worp.

Dat de boeren, die dit jaar voor vaste prijzen ge-
contracteerd hebben, er voorloopig
niet
van zullen
profiteeren, is minder erg. De fabrieken, die tegen

vaste prijzen hebben moeten contracte,eren, hebben, om
voldoende grondstof te kunnen krijgen, dit voorjaar,
evenals in 1929, den prijs der bieten aanmerkelijk hooger moeten bepalen dan de toenmalige suiker-
prijzen toelieten, terwijl sedertdien de suikermarkt

nog beduidend teruggeloopen is.

Dat deze fabrieken voor dit jaar het voordeel van
den maatregel geheel voor zichzelf houden, is niet zoo heel erg; dat echter aangaande de toekomst op
dit stuk n.iet de minste zekerheid bestaat, is wel be-
denkelijk.

* *
*

Het initiatief-ontwerp, dat het lid der Tweede

Kamer, v. d. heuvel, het vorig voorjaar indiende,
was bedoeld als steun aan de bietentelers voor één
jaar. 1-let beoogde het geven van een
productiepremie
u i.t de staatskas en had als grondslag voor dien steun
een beter uitgangspunt dan het huidige regeerings-

ontwerp. Van den 1-heuvel c.s. betoogden in een tijd,
toen de suiker 13 â 14 gld. per 100 EG. kostte, dat
deze prijs totaal onvoldoeade was om den boeren een
loonen’den prijs voor de bieten te kunnen betalen. Zij
verklaaraen, dat dit slechts bij een suikerprjs van

f
19 mogelijk zou zijn. Met het oog op de belangen
van de schatkist wenschten zij echter den steun te
doen ophouden, zoodra de suikerprijs
f 17
zou be-
dragen. Zoo lang deze lager was, wilden zij
f 1.50
premie uit de staatskas verleenen.

Hoe weinig gelukkig het denkbeeld ook was uit-
gewerkt, toch werd het door de Tweede Kamer aan-

genomen, terwijl ook de. Eerste Kamer er zich zeer waarschijnlijk mee zou hebben vereenigd, ware het
niet, dat vele leden van dit college overwegend be-
zwaar hadden tegen het feit, dat het ontwerp aan
het initiatief van eenige leden der Tweede Kamer
was ontsproten.

Thans, ruim een jaar later, durft men zelfs, aan
suikerprijzen van
f 17
nauwelijks meer te denken;
reeds geruimen tijd bevinden deze zich beneden
f 10,
terwijl op. een spoedig herstel weinig kans schijnt te
bestaan. Zelfs met den invloed, dien het Wetsont-
werp na aannoming, maximaal zou kunnen uitoefe-
nen, komt de suikerprijs nog niet op een niveau,

waarop de Tweede Kamer verleden jaar staatssteun
geraden achtte.

Dat de door v. d. Heuvel c.s. gevreesde teruggang van de bietenteelt inmiddels niet heeft plaats gevon-
den, doch dat dit jaar zelfs ruim
57.000
HA. bieten
te velde staan tegenover
55.000
HA. in 1929 (en ruim
67.000 1-JA. gemiddeld in de periode
19231’28)
is
louter een gevolg van het feit, dat de prijzen van de
meeste andere akkerbouwgewassen nog veel sterker
zijn gedaald dan de suikerprjze.u.
Degenen, die in plats van bieten, in 1929 meer
aardappelen, uien of granen teelden, zijn er nog
slechter aan toe geweest, dan zij, die zich aan de bieten
hielden. Een bewijs, dat de bietenteelt geen steun be-

hoeft, mag uit de toeneming der teelt in 1930 der-
hldve niet worden afgeleid.

Er blijkt slechts ‘uit, dat, wordt het beginsel van

direeten steun aan den landbouw onder de tegen-

woordige benarde omstandigheden aanvaard, men zich
niet tot de suikerbietenteelt zal kunnen beperken.k

beschouw het thans aanhangige wetsontwerp dan ook

slechts als de eerste van een reeks maatregelen, welke
directeu steun aan den landbouw beoogen.

Het is te betreuren, dat de Regeering in dezen
niet met een volledig plan komt, aangezien het niet

wel mogelijk is, zich over een onderdeel een oordeel

te vormen, zonder het geheel te kennen.

G. MINDER HOUD.
Wageningen, 26 Juni 1930.

* *
*

N a s e h r i f t. Nadat het bovenstaande reeds was geschreven en gezet, verscheen het Voorloopig Ver-
slag der Tweede Kamer.
Zooals te verwachten was, spreekt daaruit wel twij-

fel aangaande het karakter en over de gevolgen van

het Ontwerp, dat er zoo eenvoudig en onschuldig uit-
ziet.

De Heer
Colijn
heeft gebruik gemaakt van Art. 25
van het Reglement van Orde der Kamer en een uit-
voerige schriftelijke nota ingediend, die aitn het V. V.
is toegevoegd.

Zijn bezwaren betreffen vooral het ook hierboven
aangehaalde punt, dat hetgeen meer wordt geprodu-
ceerd dan ons eigen land noodig heeft, met verlies zal
moeten worden geëxporteerd.

Geheel juist is dit niet, aangezien uitbreiding der
teelt de productiekosten der fabrieken, welker ge-
zamenlijke capaciteit veel grooter is dan voor de bin-nenlandsehe behoefte noodig is, sterk zal doen dalen.

Colijn
wenscht zoodanige beperking der teelt, dat
wij geen overschot van suiker meer zullen hebben,
waarbij hij even.vel uitgaat van een i.n 1930 beteeld
areaal van 65.000 1–JA., terwijl dit volgens de Voor-loopige cijfers der Dircti,e van den Landbouw slechts ruim
57.000
HA. is.

In tegenstelling met Oolijn acht ik in het wetje
zelf een automatisch werkende rem tegen te ver gaan-
de uitbreiding der teelt aanwezig. Overigens lijkt mij
met 0. – indien verderen steun noodig is – een
teeltpremie voor een gelimiteerd oppervlak de juiste
r:ichting.

In de Memor.ie van Antwoord, welke iaauwelijks
twee dagen na het Voorloopig Verslag uitkwam, deelt

de Regeering mede met eenige verwonderig kennis

te hebben genomen van de opmerkingen van den heer
Colijn,
omdat deze in zijn notu ook op de nadeelige
gevolgen van ,,dumping” wijst.

De Regeering acht het niet onwaarschijnlijk, dat
een productiepremie door het buitenland als ,,dump-
ing” zou worden beschouwd en aanleiding zou kun-
nou geven tot represailles tegen onze suiker, of wel
tegen exportartikelen, waarin veel suiker is verwerkt,
bijv. tegen onze gecondenseerde melk.
Het komt mij voor, dat de Regeering al te spoedig
spoken ziet. Onze gesuikerde gecondenseerde volle
melk en ondermelk gaan voor het overgroote deel naar

Groot-Brittannië, dat zijn eigen suikerhietenteelt door
weergalooze subsidies an de verbouwers kunstmatig
in het leven heft geroepen en in het leven houdt.
Dat land zal zich tegenover ons zeker niet met recht op ,,dumpiiig” kunnen beroepen, als wij een matige,
productiepremie zouden geven.

Overigens bevestigt de Mem. v. Antw. ons vermoe-
den, dat de Regeering het Suikerwetje op grond van
de heersehende landbouwerisis heeft ingediend. Die
crisis is aanleiding, doch niet rechtvaardiging van
den maatregel heet het dan verder slagvaardig.

G. M.

596

ECONOMISCH-STATISTISCHE BËRICHTEN

2 Jüli 1930

INVOERRECHTEN OP TARWE?

Reeds geruirnen tijd heeft de ongunstige positie,

waarin cle landbouw tengevolge van de lage prijzen

van een groot gedeelte zijner producten is geraakt,

ertoe geleid, dat ook in Nederland de landbouwers

bij de regeering aankloppen om hulp. Verschillende

maatregelen worden daartoe aan de hand gedaan, en

daaronder bevindt zich een aantal van protectionis-

tischen aard. Reeds is gebleken, dat de regeering ten

aanzien der suiker tot steun vap dien aard bereid is.

Tevens echter schijnt er ernstig sprake te zijn van

een invoerrecht op tarwe. Indien de geruchten, die

daarover de ronde doen, juist mochten blijken en in-

dien de regeering dus binnenkort bij de Staten-Gene-

raal een wetsontwerp ter invoering van zulk een in-

voerrecht mocht voorstellen, dan zou men zich daar-

over met recht ten zeerste mogen verbazen. De op-

brengst van den Nederlandschen tarwe-oogst heeft
van af 1923 gevarieerd van 124.000 tot 200.000 ton

en bedroeg i.n clie
1
jaren gemiddeld ….158.00& ton

Gedurende de oogstj aren (1 Augustus

tot 31 Juli), welke op elk dier oogsten zijn

gevolgd
1),
werden er in Nederland inge-
voerd van 503.000 tot 048.000 ton tarwe

en wel gemiddeld 598.000 ton.

• De uitvoer bedroeg gemiddeld ruim

0.000 ton, .zoodat een invoersaldo over-
bleef van gemiddeld ………………580.000

Bovendien bedroeg in die zelfde oogst-

jaren het invoersaldo van tarwebloem ge-

middeld 123.000 ton, w’elke hoeveelheid

het product is van ongeveer ……….115.000

tarwe. Ter voldoening aan de Nederland-
sche behoefte aan tarwe was dus noodig 922.000 ton,
welke hoeveelheid slechts verkregen kon worden door
import van 759.000 ton of 4,8 maal de eigen produc-
tie. Slechts voor twee maanden van het jaar voorziet

ons land dus in zijn eigen behoefte aan târwe. Doel

van een invoerrecht op tarwe zou niet anders kunnen
zijn dan verhooging van den binnenlandschen prijs,

omdat men immers wil trachten om den Nederland-
schen landhouwer aan een hoogeren tarweprijs te hel-
pen. Natuurlijk gaat dat samen met prijsverhoogi.ng
voor de producten der tarwe, en dus in de allereerste
plaats van het brood. V66r men overgaat tot een

daad, welke die consequentie met zich brengt, mag er
wel aan worden gedacht, dat (de zooeven genoemde
cijfers bewijzen het) verhoogiug door middel van een invoerrecht van den prijs der inlandsche tarwe slechts
te verkrijgen is als ons volk voor een bijna vijf keer
zoo groote hoeveelheid van buiten aangevoerde tarwe
eon even groote verhooging betaalt. Dat beteekent
dus, dat de Nederlandsche bevolking ,voor haar ge-
heele broodverbruik meer moet gaan betalen, teneinde
den landbouw te helpen aan een hoogeren prijs voor de grondstof van gemiddeld iets meer dan een zesde
gedeelte van dat brood. Eigenlijk is de verhouding

iii wericelijicheid hog onerjmder, omdat van de in-
landsche tarwe een grooter gedQelte dan van de ge-
importeerde voor andere doeleinden wordt aangewend
dan voor brood. Veel Nederlandsche tarwe wordt na-
melijk, vermengd met andere graansoorten, gebruikt
voor pluimvee-voeder. Dikwijls brengt de Nederland-
sche tarwe voor dit doel, waarvoor zij zeer geschikt
is, een hoogeren prijs op dan de bloemfabrikanten
daarvoor kunnen betalen.
Zij
vormt dan dus de grond-
stof voor een tegenwoordig zeer hèlangrijk Neder-
landsch export-bedrijf, de eierenproductie. Verhoo-ging van den prijs dier grondstof kan dus slechts een
nadeel zijn voor dit bedrijf, dat immers juist gedu-
rende de laatste jaren meer en meer wordt tot een der

meest winstgevende onderdeelen van het landbouw-
bedrijf. Mocht de pluimveehouder besluiten om wegens
het duurder worden der inlandsche tarwe deze graan-

J)
Hierbij is niet in aanmerking genomen het oogstjaar,
gevolgd op cleu oogst van 1929,
omdat dit nog niet is af-
geloopeii.

soort in mindere mate te gebruiken en haar liever
door iets anders te vervangen, dan verliest de Neder-

landsche tarweverbouwer een zeer goeden klant en is

hij veel meer dan nu het geval is, gedwongen om ge-

noegen te nemen met den lageren prijs, dien de

molens hem kunnen betalen. Zelfs het voordeel, dat

het invoerrecht den landbouwer moest brengen, is
dani voor een gedeelte verloren gegaan, terwijl de

hooe prijs, dien de Nederlandsbhe bevolking in den

vorm van duurder brood daarvoor moest betalen, on-

verandêrd moet worden opgebracht. En daarbij blijft

dan nog de kwade kans bestaan, dat onze uitvoer van

eieren en slachtgevogelte in gevair wordt gebracht

ten nadeele van weer andere leden van denzelfden
landhouwstand.

Verder is het verwonderlijk, dat ook in dit geval

weer de onjuistheid blijkt van het gezegde ,,Voorbeel-

den strekken, leer:ingen wekken”. Wie het opneemt

voor invoerrechten op graan en beweert, daarmee den
landbouwer van dienst te zijn, geeft blijk al heel

weinig te hebbeh gelet op de ervaring, die men daar-

mede in andere. landen, zooals vooral in Duitschiand,

heeft gehad. Reeds sedert vele jaren heeft men daar

verhooging van invoerrechten op landbouwproducten

beschouwd als het middel bij uitnemendheid ter onder-
steuning van den landbouwer. Telkens echter is die

steun reeds, na zeer korten tijd volkomen onvoldoende

gebleken. De klachten verstomclen nauwelijks en spoe-

dig na een verhooging der invoerrechten lieten die
zich weder even krachtig hooren als tevoren. Heef t

de—.sterke verhooging der invoerrechten, die in

Duitschland in de laatste jaren telkens weder heeft
plaats gevonden, daar misschien den toestand van den
landbouw verbeterd? En toch is in Duitschland de tarwe-productie al evenmin als in Nederland vol-
doende voor de behoefte van het land. Zeer sterk is

in Duitschland de juistheid gebleken van de door

tegenstanders van graanrechten dilcwijls verdedigde

stelling, . dat invoerrechten op landhouwproducten
moderniseering van het landbouwbedrijf en verhoo-

ging van zijn efficiency tegenhouden. Interessant is in
dit verband vergelijking der opbrengstcijfers van
tarwe en rogge per Hectare in Nederland, waar tot
nog toe op landbouwproducten geen invoerrechten be-
stonden, met de overeenkomstige cijfers van Duitsch-

land, het land bij uitnemendheid van het agrarisch
protectionisme en van Frankrijk, waar eveneens hooge
invoerrechten worden geheven. Gedurende de laatste
5 jaren (1925-1929) waren die opbrengsten gemid-deld in kilogrammen per HA. als volgt:

Tarwe Rogge

Nederland ……..2910

1888
Duitschiand …….1971

1017
Frankrijk ………1474

1141

In nauw verband met, deze zijde van het vraagstuk
staat ook het feit, dat in Duitschiand de verbouw van

rogge niet afneemt en de laatste twee jaren zelfs is
vermeerderd, veilig als de landbouwer zich voelde in
het vertrouwen op regeeringssteun in den vorm van
steeds nieuwe verhooging van het invoerrecht. Zoo
neemt dus de roggeproductie nog toe, ofschoon toch
rogge alom steeds minder als grondstof voor brood
wordt gebru:ilct en dus eerder vermindeiing der pro-ductie en geleidelijke vervanging daarvan door ander
gebruik van den bodem geboden zou zijn. De droevige
gevolgen voor den Duitschen landbouw van die onge-
rechtvaardigde handhaving der groote Duitsche rogge-
productie zi.jn voldoende bekend. En dan wordt nog
wel door degenen, die in Nederland nu pleiten voor
invoerrechten op tarwe, aangenomen, dat de verbouw
dier graansoort als gevolg van het invoerrecht zal
toenemen! Maar wat zal er dan in Nederland met die
meerdere tarwe moeten geschieden? De molens kun-
nen ter verkrijging van de gewenschte kwaliteit bloem
slechts een beperkte hoeveelheid inlandsche tarwe ge-
bruiken en voor pluimvee-voeder zal zij bij hoogere
prijzen midder gevraagd worden! Laat ons toch den-

2 Juli 1930

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

597

ken aan het Duitsche voorbeeld, dat trouwens
01)
ddr-

gelijke wijze ook in Franluijk te vinden is. Met trots
wijst Nederland er tot nog toe op, dat zijn landbouw
zich in tegenstelling met Duitschland weet aan te

passen aan de veranderende omstandigheden en dien-

fengevolge zich niet te sterk toelegt op den verbouw

van graansoorten, die goedkooper van elders kunnen
worden betrokken. Het is zeer zeker juist, dat in Ne-

deriand evenals trouwens in bijna alle landen de land-
bouw moeilijke tijden d,00rmaakt, doch laat men toch

ter verbetering van dien toestand niet
grijpen
naar
middelen, die elders hun ondeugdelijkheid hebben

bewezen. En daarbij staat speciaal van het :invoerrecht

op tarwe nog vast, dat de verkrijging van een bonen-

der
prijspeil
voor een klein kwantum inlandsche tarwe

betaald moet worden, met prijsverhoog.i.ng
voor een
zeer veel grootere hoeveelheid, die van buiten moet
worden aangevoerd en de grondstof is voor het be-
langrijkste volksvoedsel.

JAN SCHILTHUIS.

26 juni 1.930.

BUITENLANDSCHE MEDEWERKING..

EEN ECONOMISCH, PROGRAMMA.

Dr Hans Luther, President der Duitsche Rijkshank,
te Berlijn schrijft ons:

liet doel van het sparen is hetv ormen van eigen
kapitaal, wat echter niet het einddoel van het leven
is. Zulk een vanzelfsprekende opvatting mag ons er
evenwel met het oog . op onzen algerneenen economi-

chen toestand niet van weerhouden om den feitelijken
stand van de openbare financiën ernstig onder de
ôogen te zien.

i)e hoogte van cle publieke uitgaven springt hij
een vergelijking met de jaren v66r den oorlog zeer
duidelijk .in het oog. Terwijl de totale uitgaven van
Rijk, Landen cii Gemeenten in 1913 tezamen rond
R.M. 10 milliarcl bedroegen, geven .de ramingen van 1927 een bedrag aan van rond R.M. 17 milliard. Van
(leze 1.7 milliard wordt echter een groot gedeelte aan-
gewend voor uitgaven, die direct of indirect samen-
hangen met den oorlog. Afgezien van de uitgaven
voor cle herstelschulden betreffen deze de totale kos-
ten voor de verzorging van deelnemers aan den oorlog

cii hunne betrekkingen, de bijzondere oorlogsschade-
vergoedingen en. dat gedeelté der sociale lasten, dat
tengevolge van den oorlog en de inflati.e hoven de
overeenkomstige uitgaven van den vredestijd is uit-

gegroeid. l)eze bedragen, die men op R.Jvt. 4Y21 mii-
hard mag stellen, moeten dus in de eerste plaats
worden afgetrokken. Om echter de juiste administra-
tieve uitgaven te verkrijgen, zoodat een vergelijking
mogelijk wordt, moeten bovendien nog de gezamen-
lijke uitgaven voor leger en vloot van de financiëele
behoeften voor de twee betreffende jaren worden af-
getrokken.
in dit geval blijkt dan, dat de administratieve ujt-
gaven voor 1.913 rond R.M. 7 milhiarci en voor 1927
rond R.M. i.1 niilliard bedragen, dus – meer dan
anderhalf maal zooveel als v66r den oorlog.

Il)eze enorme stijging, die sterk op onze geheele be voiking en het economisch leven drukt, doet zich voor
(ten enkeling des te sterker gevoelen, naarmate de
– dekking van deze grootere financiëele uitgaven zich
in hooge mate heeft verplaatst en wel door verzwaring
der belastingen. Dientengevolge bedroegen de totale
inkomsten uit belastingen in 1.927 meer dan het dub-
hele van 1913, namelijk bijna 1.3 milliard tegenover
een kleine 6 milliard in laatstgenoemd jaar. In 1927
bedroeg het totaal bedrag der inkomsten uit belastin-
gen meer dan de helft van cle aan de verplichte sociale
verzekering onderworpen inkomens uit bonen en
salarissen van de Duitsche bevolking, welk bedrag zich
op ongeveer R.M. 25 milliard stelde. Ook de sociale
lasten zijn aanzienlijk gestegen. Het door werkgevers
en werknemers ‘te betalen aandeel is van rond R.M.
1% mihliard vôSr den oorlog tot rond R.M. 4 milliard

in 1927 gestegen, waarvan echter 700 millioen voor –
de werkboozenonclersteun:ing (werlcloozenverzekering)

bestemd is, die v66r den oorlog niet bestond. De arbei-

ders staan tegenwoordig gemiddeld 8 pOt. van hun

inkomen uit arbeid voor sociale verzekeringen af; de
werlcgevers betalen ongeveer hetzelf cle bedrag.
Bij dezeri stand van zaken is cle roep naar grootere

bezuiniging in de publieke financiën stellig gerecht-
vaardigd. De tegenwerping, dat met de tot nog toe

gebezigde, op zichzelf ongetwijfeld juiste methoden, een goed resultaat niet .is tebereiken, houdt evenmin

stand als cle bewering, dat de bezuiniging, die door âf-

schaffing van de parlementen en ministeries van de

Landen rechtstreeks te verkrijgen ware, niet groot zou

zijn. Het is mogelijic, dat met het oog op de vele poli-

tieke stroomingen een ingrijpende bezuiniging slechts
ouder den druk van uitersten nood te verkrijgen is.
Derhalve mogen de kleine resultaten echter niet te
laag worden aangeslagen, te minder, omdat daarin de

goede wil tot bezuiniging tot uitdrukking moet
komen.

Wlk standpunt kan de enkeling lieden ten dage
ten aanzien van het vraagstuk der besparing inne-

men? Wij volstaan met te zeggen, ‘dat, ook al is het
ongetwijfeld juist, dat hoogp bonen een zegen “oor

het geheelc economisch leven zijn, deze bewering
slechts geldt onder de voorwaarde, dat de gezamenlijke
voorthrenging van het volk voldoende is, om deze
hooge bonen te rechtvaarclige:n, dat dus daarnaast ook

de overige deden van het economisch leven, met name
cle ondernemingen a}.s zoodan i g, met voldoende mi cl-
(leien kunnen worden voorzien. –

Het doel van hoogere bonen zal nooit worden be-
reikt, indien men reeds van tevoren over de opbrengst
cl er productie gaat beschikken.
Het spreekt “anzelf, dat alles in het werk moet
w’orcien gesteld om ook in crisistijclen den levensstan-
claard der bevolking ‘te handhaven en hoe belangrijk

het ook :is om zooveel mogelijk te trachten, dezen
standaard, waar deze te laag is, te verhoogen, zoo kan
d:it streven slechts resultaat opleveren, wanneer over
de geheele hin:ie de gedachte aan de vorming van eigen
kapitaal op den voorgrond staat. Liet geheele volk is
zoo’el in «oor- als ook in tegenspoed op elicander
aangewezen en zal in werkelijkheid slechts dan zijn
positie kunnen verbeteren, indien dc totale voort-
brenging van het land stijgt. }Iet vraagstuk van cle
verdeeli ng van liet maatschappelijk prod uct, hoe be-
langrijk ook voor alle betrokkenen, komt 1as
0
1)
de
tweede plaats.
* *
*

Wanneer liet economisch doel vanhet sparen is om
het verbruik ten gunste van de productie te heper-
-ken, dan geldt deze opvatting ook op het gebied van de huitenlandsche schulden. Voor de bniteulandsche
leeningen, die nog moeten worden opgenomen, Icomt
liet er in de eerste plaats op aan, dat wij deze op zoo
gunstig mogelijke voorwaarden verkrijgen, maar ver-
der echter vooral daarop, dat ze slechts op die wijze
worden besteed, die met principes van spaarzaam-heid overeenkomt. Wat den vorm van de leeningen
betreft, zoo zijn wij niet in staat om de voorwaarden
1

te bepalen, evenmin om de rente te verlagen. Overi

gens stelt het buitenland zijn kapitaal juist aan
Duitschland ter beschikking, omdat het hier een hoo-
gere rente oplevert. Nadat de z.g. Dawes-leening in
den herfst van 1.924 werd gesloten, ontstond er zoo’n
groote wedloop bij de Landen cii Gemeenten naar de
buitenlandsche leeniugen, dat de Rijksregeering ge-
noodzaakt was, door eén vaak bestreden verordening
op grond van artilcel 48 van de Rijlcsgrondwet het
opnemen van buitenlanclsche leenirigen door publiek-
rechtehijke lichamen in Duitschland aan de goedkeu-
ring van den Rijksminister van Financiën te onder-
werpen.

De tijden waren en zijn nu eenmaal niet meer zoo
als v66r den oorlog, toen het in hoofdzaak de mede-

598

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

2 Juli 1930

dinging op de hinnenlandsche markt betrof en toen
de Regeeringen van de verschillende Landen geheel

zelfstandig omtrent de toelaatbaarhei.d der gemeente-

leeningen konden beslissen..

Tegenwoordig raakt de leeningspolitiek van de

publiekreclitelijke lichamen het gebied van de thans

zeer veel omvattende buitenlandsche politiek en moet

derhalve de verantwoordelijkheid door een bevoegde

Rijksinstantie medegedragen worden. Ook in andere
richting kan de Rijksregeering op de voorwaarden

voor het opnemen van gelden in het buitenland in-
vloed uitoefenen, zoowel iligeval van het opnemen van

gelden door publiekrechtelijke lichamen als door pri-

vatrechtelijke ondernemingen. Hierbij spelen de be-

lastingmaatregelen een bijzondere rol, waardoor het

opnemen van geld in het, buitenland kan worden be-
vorderd of tegengewerkt. Wij hebben belang bij bui-
tenlandche leeningcn, die eenerzijds voor langen

termijn worden opgenomen of, zooals men zegt, gefun-
deerd zijn en die anderzijds een niet al te langen

looptijd hebben, zonder dat zij kunnen worden opge-

zegd. Hebben de leeningen een te langen looptijd, dan

bestaat het gevaar, dat wij den tegenwoordigen hoogen
rentevoet langer moeten betalen dan noodig is. Zijn

do leeningen anderzijds niet gefundeerd, dan bestaat

het gevaar van een te vroegtijdige opzegging door den

geldgever.
Onder deze omstandigheden zouden slechts zeer

bijzondere factoren de wederinvoering van de belas-
ting op de kapitaalopbrengst op de voordien van deze
belasting vrijgestelde buitenlandsche leeningen, zoo-
als cenigen tijd geleden is geschied, rechtvaardigen,

om zoodoende den toevloed van gefundeerde leeriingen

tegen te gaan.

Dit feit is des te bedeukelijker, naarmate de veel
lagere rentevoet van de leeningen op korten termijn
voor den individueelen geldnemer in Duitschland van

bijzonder belang is voor het opnemen van kort crediet.

* *
*

Het tweede principieele yraagstuk betreft de be-
stemming der buitenlandsche leeniugen. Het onder-

zoek naar het doel van de leeningen i.s van algemeen
standpunt beschouwd niet goed te scheiden. De werk-
zaamheden van de ,,Beratungsstelle für öffentliche
Anleihen” bepalen zich dan ook niet slechts tot de
roorwaarden, maar tevens tot de bestemming. Ik wil
niet dieper ingaan op de vraag, in. hoeverre de lee-
ningen van de Landen en Gemeenten tot dusver voor
luxe of in iede, geval voor minder noodzakelijke doel-

einden di.enden. Het is echter ongetwijfeld verkeerd
om de wijze van aanwending der publieke financiën
slechts van het standpunt van de buitenlandsche

leenirigen te bezien. Wanneer een gemeente niet-
noodzakelijke uitgaven uit een binnenlandsche Duit-
sche leen ing of zelfs uit loopende inkomsten heeft
bestreden en voor een economisch onaanvechtbar doel een huitenlandsche leening opneemt, dan heeft dit het-
zelfde resultaat als wanneer de buitenlandsche leening
voor een niet-noodzakelijk doel hadde gediend. Het leeningsvraagstuk voert dus direct tot het vraagstuk
van de bezuiniging op de publieke administratie. Tiet is evenwel niet goed mogelijk om na te gaan,
welk gebruik de particuliere ondernemingen van de
leeningen maken. Een off.iciëel beheer van de buiten-
landsche leeningen zou reeds om bestuurstechni.sche redenen een ondi.ng zijn. Men zal zich veeleer op het

standpunt moeten stellen, dat het in den regel aan
den particulieren ondernemer, die met zijn bestaan
voor het aflossen van de in het buitenland opgenomen
leening instaat, moet worden overgelaten om de door
hem opgenomen huitenlandsche kapitalen productief
aan te wenden.
De eenvoudige rentabiliteit, dus het verdienen van
rente en aflossing, is misschien privaateconomisch
voldoende, uit een oogpunt van nationale welvaart echter niet. Ook de wil tot rationalisatie is niet ge-
noeg. Het opnemen van buitenla.ndsch geld is slechts

nuttig, wanneer bij gelijken prijs, behalve rente en af-
lossing, in werkelijkheid ook nog een grooter voordeel wordt verkregen.

Slechts een aanzienlijke uitbreiding van de winst-

mogelijkheid kan ons tot het andere doel van iedere rationalisatie, namelijk een zoo snel en groot moge-

lijke stijging van den uitvoer, doen naderen. Dit is

natuurlijk niet het geval bij elke investeering van bui-

tenlandsch kapitaal, bijv. in het geheel niet, wanneer

beoogd wordt om den invoer te doen afnemen. Hoe

dit ook zij, het einddoel van elke investeering wordt

slechts bereikt, indien hierdoor onze deviezen, hetzij
direct of indirect, aanzienlijk toenemen.

Niet elke technisch&, op zichzelf goede, verbetering

kan in voldoede mate hiertoe dienen. In het groote
streven om zonder meer rationalisatie tot stand te

brengen, ook ingeval onze deviezen hierdoor niet of,

nauwelijks kunnen toenemen, schuilt wellicht een niet

gering gevaar voor de ontwikkeling van ons econo-

misch leven. Want door dergelijke maatregelen neemt
wel de last van de buitenlandsche schulden toe, doch
ontstaat geen overeenkomstig voordeel.

in verband met het gerechtvaardigd streven om

werk te verschaffen, wordt ook vaak te veel in deze

richting gedaan. Derhalve moeten de verantwoorde-lijke instanties zich telkens rekenschap geven van de

gevaren, waarmede een
stijgende
buitenlandsche
schuld gepaard gaat.
Bovendien doen zich bij den technischen vooruit-

gang een aantal gevallen voor, waarbij de vraag ge-
rechtvaardigd is, of de in onze positie daardoor ver-

kregen bezuiniging op arbeidskrachten niet meer dan

teniet gedaan wordt door de werkloosheid, die ont-

staat.

* *
*

Al is het niet juist, om de door hét buitenland ter
beschikking gestelde geldmiddelen centraal te willen

beheeren, zoo valt toch niet te ontkennen, dat het mo-
gelijk is om bepaalde doeleinden door toevoer van
buitenlandsche middelen te bevorderen, hetgeen som-
tijds voor den economischen opbouw heel gunstig

kan zijn. Voor de toepassing van een bevoorrechte aan-
wending van buitenlandsche credieten zou ik twee voor-
beelden willen noemen. Men zal er eerlaiig mee heb-

ben te rekenen, dat behalve de thans ter beschikking
staande of te verwachten bedragen nog buitenlandsch
geld zal moeten worden aangetrokkn, teneinde door
bepaalde groote investeeringen de producti’vitei.t van
den landbouw te bevorderen, daar de individueele

landbouwer niet voldoende zekerheid kan bieden voor
de nuttige aanwending van het crediet. Een tweede
voorbeeld is de rechtstreeksche credietverleening bij
buitenlandsche bestellingen. Bijna over de geheele
linie zijn de Duitsche exporteurs bij de concurrentie
met andere landen in het nadeel, omdat zij niet dezelf-
de hetalingsvoorwaarden kunnen toestaan. Dit is
bij alle mogelijke soorten van constructie- en bouw-
werk het. geval. Steeds weder dreigt het gevaar,
dat aan den buitenlandschen concurrent de voor-
keur zal worden gegeven, omdat hij door de beschik-
king over grootere bedrijfskapitalen gemakkelijke be-talingsvoorwaarden kan verleenen. In een enkel geval
werd reeds hulp verleend. Ook werden er reeds bij de
banken voor dit speciale doel credieten opgenomen.
Het zou een daad van groot organisatorisch talent zijn, indien de regeering in staat ware op gunstige
voorwaarden geldmiddelen te verschaffen voor de ere-dietverleening bij buitenlandsche bestellingen door het
opnemen van leeningeu in het buitenland. De op deze-
wijze aangewende buitenlandsche leeningen zouden
den Duitschen uitvoer op de meest krachtige wijze on-
derstèunen en tevens een steun kunnen heteekenen
voor de deviezenniarkt.

2 Juli 1930

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

599

DE ECONOMISCHE EN FINANCIEELE POLITIEK

VAN DUITSCHLAND.

Dr. Oarl Krilmer te Hamburg schrijft ons:

Een journalist, die in dezen tijd den zin voor humor

nog niet geheel en al heeft verloren, maakte onlangs
de opmerking, dat de Rijksregeering bp het oogenblik

3
doeleinden nastreeft: 1. het tot elken prijs wegwer-

ken van het begrootingstekort, 2. de economische op-
heffing van noodlijdende landstreken, zooals bijv. het

Oosten van Duitschiand, de ondersteuning van een

verkloozen1eger van 2 tot 3 millioen menschen, het
herstel van het economisch leven door werkverschaf-

fing en 3. de belastingverlaging en belastinghervor-

ming als middel tot verlevendiging van de conj anc-

tuur. Deze formuleering is misschien iets te scherp,
maar in de kern juist. Kenmerkend voor den tegen-
woordigen toestand is, dat groote kringen niet eens be-
merken, dat de politici een tegenstrijdige politiek
voeren, namelijk, dat men in tijden van een dalende

conjunctuur geen orde kan brengen in een gedesor-

ganiscerde huishouding zonder de uitgaven te willen
beperken. Dit is echter volgens de meening
van
de
regeering niet mogelijk, omdat juist de staat in tijden

van nood de hulpbehoevenden moet steunen. Hier-
door ontstaat een tamelijk verwarde .en politiek niet

ongevaarlijke situatie en het is daarom wel van belang
dezen verwarden toestand wat nader te beschouwen.
In de eerste plaats zij opgemerkt, dat Duitschiand
zich sedert verscheiden maanden in een zware depres-
sie bevindt. Onderstaand geven wij eenige reprdsen-
tatieve conjunctuurgegevens
1),
waarvan wij hier
slechts enkele in het kort willen interpreteeren. De
toestand wordt vooral gekenmerkt door de sterk ach-
teruitgaande bedrijvigheid op het gebied van nieuw-
bouw, zooals uit den lagen stand van de ijzer- en staal-
voorziening blijkt. Dat wil met andere woorden zeggen,

dat de industrie alleen nog oude bestellingen voor
bouwmaterialen, machines enz. afwikkelt, maar van
nieuwe opdrachten bijna geheel afziet, hetzij wegens
gebrek aan de hiertoe henoodigde geldmiddelen, of om-
dat van bedrijfsexpansic geen werkelijke winst wordt
verwacht. Daarbij doet zich nog een andere fac-
tor gelden. Vroeger bleek uit het conjunctuurverloop,

dat de beschikbare lapitaleo in tijden van indus-
triecle depressie belegging in den woningbouw zoch-

ten, waardoor een zekere nivelieering van de conjunc-
tuurschommelingen mogelijk werd gemaakt. In de
jaren na den oorlog, toen de woningbouw in handen
van den staat overging, is deze nivelleeringsfunctie

verdwenen. Dit heeft nimmer zoo’n ongunstigen in-
vloed uitgeoefend als thans. De Gemeenten hebben

i) Iii dit nummer treft men voor cle eerste maal het over-
zicht van conjunctuurgegevens betreffende i)uitschiand aan,
dat in aaasluitfng op cle hieronder weergegeven cijfers
mi.1
duidelijk beeld geeft
van
den economischen toestand van
:Dcutschland (Reil.).

gedurende de jaren 19271’29 aan de bouwbedrijvigheid

deelgertomen met kapitalen, die haar financieele

draagkracht overtroffen en die zij niet geheel op de

kapitaalmarkt konden opnemen. Zoo ontstond er een
belangrijke gemeenteschuld op korten termijn (einde

Maart 1928: R.M. 1550 millioen, einde Dec. 1029:
R.M. 2950 millioen), welke geleidelijk een zoo hevi-

gen druk op de markt uitoefende, dat het gewenscht
voorkwam om tot consolidatie over te gaan. Dc Go

meenten verplichtten zich derhalve op grond van

overeenkomsten, die ongeveer einde 1929 van kracht
werden, tot een sterke terughouding op het gebied van

het bouwbedrijf en de hieruit voortvloeiende vermin-

dering van het aantal opdrachten valt nu samen met

de industrieele depressie. Er zijn minstens R.M. 2 mii-

hard aan investeeringen weggevallen; het bouwbedrijf
ligt stil, de afzet van machines gaat sterk achteruit,
de werkloosheid onder de arbeiders in het bouwbe-

drijf was nooit grooter dan op het oogenblik en van-

uit dit centrum spreidt de depressie haar stralen uit
over allé gebieden, waarop men bijna overal dezelfde

keuteekenen kan waarnemen: sterke daling van den
afzet, productiebeperking, werkloosheid. Uit het bij-

gevoegde overzicht zien wij den omvang van deze
depressie, vooral wanneer wij den achteruitgang van

het vervoer en de toeneming van de werkiposheid be-
schouwen.

In Duitschland heerschen onder degenen, die er-
over kunnen oordeelen, geen al te groote meenings-

verschillen omtrent de oorzaken van den geschetsten
toestand. Men onderschat volstrekt niet de draag-
wijdte van de tegenwoordige depressie op de wereld-

markt en van de zware lasten, die door de herstel-
onderhandelingen van het vorige jaar (afstand van
het Rijk op buitenlandsche leeningen tot 1 October
1930) zijn ontstaan, indien men aanneemt, dat zij voor
de speciale moeilijkheden van Duitschiand van geen
overheerschende beteekenis zijn geweest. Eenerzijds
heeft Duitschiand als importeur van grondstoffen
en exporteur van fabrikaten uit de prijsveranderingen
op de wereldmarkt ongetwijfeld een niet onaanzienlijk
voordeel getrokken, anderzijds duurt ook de depressie
in Duitschland reeds veel langer dan elders. Zij wordt
veeleer toegeschreven aan een aanhoudende overbe-
lasting van de ondernemingen door belastingen en

sociale lasten eenerzijds, door te hooge bonen, die de
rentabiliteit van het bedrijfsleven aanzienlijk heb-
ben beïnvloed anderzijds. Wij hebben deze feiten
reeds vroeger iets uitvoeriger ter sprake gebracht en
ook met eenige cijfers gestaafd, zoodat wij met ver-
wijzing hiernaar kunnen volstaan
1)

Wanneer deze diagnose echter juist is, dan kunnen
de speciale moeilijkheden van Duitschland slechts

uit den weg worden geruimd, indien men tot om-
vangrijke belasting- en financieele hervormingen en

1)
Zie E.-S.
B.
van 22
Jan. ji.

Conj unet uurcij fers.

1929 1930

Januari
I

April
I

Mei
Januari
I

April
Mei

Volledig tewerkgestelden in
0
/0
van het aantal leden der
85,8
87,5
87,8
81,1
78,6

2
896
1835
1489
3259
2840
2700
95,2
108,4
109,1
94,6
84,6

Door de staatsspoorwegen vervoerde goederen (nill. ton)
31,84
37,47
36,41
29,97 28,19

Werkzoekenden (in
1000)
(

,,

,,

,)

,,

)

…………

IJzer- en

staalproductie

(1000
ton) ………………….
1656,9
1598,2
1613,5
1472,1
1187,0 1195,5

Productie.index
(1928
=
100)

…………………………

IJzer- en staalvoorziening

(1000

ton)

………………
1441,1.
1132,8 1196,7
1084,1
888,3
903,9

vakvereenigingen

(einde van de maand)

……………

Invoer van grondstoffen en haiffabrikaten (miii. R M.)
688 692 613
634 480
454
791
876
834
795
734
813
84100
71833
65950
65381
59981
60746
Overschrijvingen in het postchèqueverkeer (miil. R.M.)

.
6648 6534
6248
687
6063

Girôverkeer van de Rijicsbank
(milI.
R.M.) ……………

4552


4656
4392
3787
3490

Uitvoer

van

fabrikaten

(milI.

It M.)

……………………

Saldo van de inlagen bij de spaarbanken
(miii.
R.M.).. 422,7
130,0
40,2
34,8
85,8

227
124
129 163
45 27

Getrokken

wissels

(miii.

R.M.)……………………….

Emissies van vaste rentedragende fondsen (mill. R.M.) 270
156
69
156
324

Emissies van

aandeelen

(miii.

R.M.)

………………….

Indexcijfer

van groothandelaprijzen

…………………138,9
137,1
135,5
132,3 126,7
125,7 Kosten van levensonderhoud

………………………153,1
153,6 153,5
151,6
147,4
146,7

600

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTÉN

2 Juli 1930

töt ebn aanzienlijke verlaging der bonen besluit,
waardoor waarschijnlijk voor een zekere overgangs-

periode nieuwe moeilijkheden zullen ontstaan, maar
waardoor, ten minste voor latere jaren,eell geordend
beheer van de Duitsche volkshuishouding mogelijk

wordt. Wat de loonsverlaging betreft, zoo werd kort

geleden de eerste stap in deze richting gedaan, door-
dat het collectief arbeidscontract in de Noordweste-

like groep van de Duitsche ijzeriridustrie, dat door

de vakvereenigingen ter verkrijging van betere vacan-

tieregelingen was opgezegd, op basis van een loons-

verlaging van
1J/2.
pOt. werd vernieuwd. Voorts zou

de vervulling van de wenschen van het bestuur der

financieel zeer zwaair belaste rijksspoorwegen tot ver-

laging van de looneii en salarissen van de arbeiders

en ambtenaren vooruitgang in deze richting betee-

kenen. in ieder gevaidringt het inzicht van de nood-

zakelijkheid van belangrijke loonsverlagingen en liet

losser maken van de voor arbeiders en onderneiers
btndende gerechtelijke bepalingen, tot steeds breedere kringen door, omdat men meent, alleen door verlaging

van den arheicisprijs de talrijke werkloozen weder tot
winstgevende werkzaamheden te kunnen brengen. En

wanneer cr ook nog meri:ige belemmering ligt in den
waan, dat men in de mate, waarin de noodzakelijke

loonsverlaging plaats vindt, een algemeene prijsdaling

tot stand kan brengen, zoodat het werkelijke loon van

de arbeiders praktisch gelijk blijft, zoo vormt vooral de

f.inancieele politiek van de publekrechtelijke licha-

men voor liet overwinnen van de depressie een helem-

nier ing.
* *
*

ij

hebben er reeds bij een vroegere gelegenheid
over gesproken, dat de financieele politiek van de
laatste jaren in zooverre lichtzinnig vis, dat alle
slechts eenigermate ter beschikking staande reserves

of leeni ogen of andere inkomsten, die uiteraard maar
eenmaal voorkomen, zonder bezwaar tôt dekking van
loopende verplichtingen in de huishouding werden
opgenomen. Op deze wijze wende men aan een groot
bedrag aan uitgaven en schiep daarmede voor latere

tijden de kans op cén. tekort. Deze kans werd een ern-
stig ge.’aar voor een goed financieel beheer, toen de

teruggang in cle conjunctuur steeds grootere afmetin-
gen aannam, want een verminderde bedrijvigheid

leidt in cle eerste plaats tot een relatieve of zelfs
absolute daling van de belastingopbrengsten en voorts tQt een.toeneming van het aantal werkloozen en daar-
mede tot een stijging van de sociale lasten van den

Staat en cle Gemeenten. Wij geven in de eerste plaats
eenige belangrijke belastingopbrengsten, cli.e speciaal
gevoelig voor de conjunctuur bleken te zijn:

(In millioenen R.M.) werkelijke opbrengsten. raming
192829 1929/30 1930/31

Belasting van bonen ……..
14t4,6

139ti,l

1350
Overige inkomstenbelasting
.

1524,2

1441,1

1345
Bel. v. vennootschappen …….
608,3

558,5

500
Omzetbelasting ….. . ……..

99,8

1013,2.

1000
Bel,
van
het kapverkeer…….
131,0

S9;7

90
Invoerrechten …………….
1004,6

1092,7

1)

1)
Wegens belangrijke verhooging van de invoerreciten
niet te vergelijken.

Andere belastingen, die vroeger sneller stegen, zijn
in den laatsten tijd slechts langzaam toegenomen, zoo-
als in de eerste plaats de verhruiksbelastingen. Reeds
om deze reden was één verdere verscherping van den
financieeleu toestand te verwachten. Hierbij kwam echter als tweede uitvloeisel van den teruggang :in
de conjunctuur de bnorme stijging van het aantal
werkloozen. Sedert 1927 bestaat er in Duitschland een
werkloozenverzekering, die aanvankelijk een bijdrage

van 3 pOt. van het arbeidsloon eischte en wier mid-
delen uit bijdragen (rond R.M. 9 millioen) voldoende
waren voor de ondersteuning van ongeveer 800.000
wrkboozen. Indien de werkloosheid grooter is moet
het Rijk subsidie verleenen en bovendien de kosten dragen voor de duurzame werkloozen (erisisonder-

steuning). De zorg voor de werkloozen, die noéh tot

de werkloozenverzekering noch tot de’ . crisisonder-
steumng behooren, komt voor rekening van de Ge-

meenten. Het Rijk moest, afgezien van R.M. 177 mil-
lioen voor crisisondersteuning, reeds in 1.928 R.M. 260

millioen subsidie verleenen aan de wericloozenverze-

kering. In 19291’30 bedroeg de subsidie, afgezien van

R.M. 150 millioen voor crisisondersteuning, reeds

R.M. 440 millioen, hoewel de bijdragen op 1 Januari
1930 tot 3i pOt. waren verhoogd. Voor het loopende
hoelcjaar 1.9301’31 had men aanvankelijk met een sub

sidie van R.M. 200 millioen en een bedrag van R.M.

150 millioen voor crisisonciersteuning gerekend, waar-

bij men van het standpunt uitging, dat er in dien
lOOP
van het jaar ongeveer 1.2 millioen steuntrekkers in

de verzekering cii 200.000 crisissteuntrekkers zouden
zijn. Deze
cijfers
zijn echter veel te laag; ook de Re-

geering heeft thans ingezien, dat men met ten minste

1,6 millioen werkloozen en 400.000 crisissteuntrekkers
heef t te rekenen, zoodat in totaal R.M. 600 millioen
meer noodig zal zijn. Ook deze cijfers zijn ten aanzien
van den enormen omvang van het vrijkomen van werk-

Icrachten, ininimtuncijfers. De ,,Wohlfahrts-Erwerbs-

losen” (in totaal 400-500.000 menschen) beteekenen

voor de gemeenten eveneens een enorm zware last.
Weliswaar zijn ‘ de herstelschulden met ongeveer

R.M. 600 millioen verminderdi, maar hiervoor is een

zoogenaamd schulcldelgingsfonds in de plaats geko-

men, zoodat de herstelbesparingen in de Rijksbegroo-
ti rig nog in het geheel niet tot uitdrukking komen.
* *
*
Men ziet uit deze enkele gegevens, hoe moeilijk liet

is, voor dekking van de stijgende behoefte aan geld-

middelen te zorgen en de Rijksbegrooting in even-

wicht te brengen. De Regeering stelt evenwel geen
pogingen in het werk om de moeilijkheden uit den
weg te ruimen. In plaats van nauwkeurig na te
gaan, welke uitgaven verminderd kunnen worden (en

er behoeft nauwelijks aan te worden getwijfeld, dat
enorme besparingen mogelijk zijn), heeft de Regeering

op het oogenblik twee ontwerpen in behandeling, die
h)elangrijke kosten medebrengen. In de eerste plaats
iie zoogenaamde Oôsthulp, een programma voor de
ondersteuning van den landbouw in de door de nieu-

we grensregeling benadeelde Du;itsche Oostzeeprovin-
cies. ‘Voor dit doel zullen gedurende de eerste 6 jaren
in totaal ongeveer R.M. 600 millioen aan contanten
in het Oosten worden geïnvesteerd, om nog met eens
te spreken van de borgtochten en garanties, die het
Rijk en Pruissen voor d:e saneeringsieeningen ten be-

drage van ongeveer R.M. 900 inillioen, op zich heb-
ben genomen. In de tweede plaats het zoogenaamde
werkverschaffingsprogramma. Het Rijk wil door

finanuiering van nieuwbouw en den aanleg van we-
gen en door opdrachten, die door de Spoorwegen en de
Posterijen moeten worden gegeven, de geleidelijice
vermindering van het aantal werkloozen bevorderen.

De Regeering is ongetwijfeld van oordeel, dat met
deze programma’s de hu:ishouding werkelijk gehol-
pen wordt. Een rampzalige vergissing, want het heeft
weinig nut overbelaste deden van het Duitsche econo-

misch leven nog verder te belasten tot steun van
anderen, die eveneens overbelast zijn. Intusschen kan
aan de financiering van dit programma nog in liet
geheel niet worden gedacht, omdat de vereischte in-komsten eenvoudig ontbrekèn. Het gaat er thans om,
de groote tekorten op de Rijhcsbegrooting te dekken.
Einde Dcember 1929 had men reeds de tabakhelasting
verhoogd; einde April 1930 werden verschillende he-
laistingen, waaronder de b:ieraccijns en de omzetbe-
lasting niet meet’ dan R.M. 500 millioen verhoogd en
nog steeds gaapt er een tekort van R.M.750 milliben,

met welks dekking zoowel de Regeering als de Rijks-
dag zich op liet oogenblik bezig houden. De Regee-
ring heeft voorgesteld om de
bijdrage
voor de werk-
loozenverzekering van 3 tot 4
1
/i pOt. te verhoogen,
en voor ambtenaren en bedienden een speciale belas-
ting in te stellen., gelijk aan 4 pOt. van hun inkomen.

2 Juli 1930

ECONOMISCH-STATISTISÇHE..,BERICHTEN

601

Z

In de Rij.ksdag is voor deze regeeringsvoorstellenech-
ter geen meerderheid te vinden; de onderhandelingen

worden voortgezet. Men kan echter zeggen, dat

Duitschiand nooit uit de tegenwoordige financieele
:mpasse zal. komen, alvorens het de raadgevingen van

den agent voor de herstelbetalingen opvolgt en tot
drastische inkrimping van de Publieke uitgaven over-
gaat.

AANTEEKENINGEN.

De geidmarkt in Juni.

De onnatuurhjke ruimte, welke de geidmarkt vrij-

wel overal, sedert het ititreden van de groote crisis

n de Ver. Staten, heeft gekenmerkt, vertoonde in de

afgeloopen maand eerder een toe- dan een afneming.
Toch wil, het ons voorkotnei;i, dat de toestand zich
eert’igszins heeft gew’ijzigd en dat er teekeiien zijn, die
wijzen, zooai n i.et
01)
een consol idatie van den ho idigen

toestand, dan toch wel op een meer bestemde ontwik-
keling van cle tegen woord ige verliou dingen.

Waarschijnlijk vindt dit voornamelijk zijn oorzaak
in de tenslotte plaats gehad. hebbende emissi.e van de Young-leening. Deze heeft langen tijd als een zwaard
van 1 amocles boven de markt geliangen. :Door de on-

gewisheid, waarin het publiek verkeerde omtrent cle
eniissievoorwaarden en den emissiedatuin, heeft het
zich gedurende de vrij lange periode van voorberei-
ding, vrijwel geheel afzijdig van iedere aridere uitgifte
gehouden. Weliswaar komt cli t niet zoo duidelijk tot

uitdrukking in de bekende emissiestatisti eken, want
— alhoewel deze. vooral in Mei een daling van het
totaal geërnitteerde bedrag vertoonden – er dient

reken ing mede te worden gehouden, dat het geplaatste
en het geëmitteerde bedrag lang niet identiek zijn.

Daarom komt een. reeks mistastingen, welke in een
kort tijdsbestek h.eei wei mogelijk zijn, niet tot uit-
d r ukkin g in deze statistieken.

Wij willen geenszins beweren, dat door de emissie
vtn de Young-leening nu plotseling alles ,,cou leur de
rose” is geworden…..ntegercdeel, emittente.n zuilen ‘in
dn eerstvolgende periode nog te kampen hebben met
de moeilijkheid om de opnemingscapaciteit van de
markt te bepalen en dasrbij ongetwijfeld nog verschei-
de.ue malen mistasten. Het bewijs daarvoor ordt.ge-
leverd door enlcele uitgiften, welke in de tweede helft
van Juni hebben plaats gehad, daaronder begrepen de
Young-leening zelve. Het geringe succes van deze leening schrijven wij toe, in de eerste plaats aan de

emissievoorwaarden, welke ongunstig afstaken bij die
van andere Duitsche leeningen van prima gehalte, en

daarnaast aan een zekere verzadigdheid voor derge-
liike waarden. Ook zullen de politieke relletjes, de
labiele regeeringsverhoudingen en de ongunstige
economische toestand het hunne hebben bijgedrage’n.
[Jet is moeilijk te zeggen, welke van deze factoren
het zwaarst hebben gewogen.
Echter ook van andere emissies is het resultaat
onvoldoende geweest. Bij de meeste dezer leeningen,
van min, of meer vreemdsoortig karakter, is de oor-.
zaak van het mislukken, of althans met geheel onder-
brengen, moeilijk na te gaan. Anders staat het even-

ve1 bij de voornaamste binnenlandsche leening, welke
kort v66r het eind van de maand plaats had, nl. die
van de gemeent terdam. De obligaties van onze
groote ste en hebben een zeker, wij zouden bijna zeg-
gen, vastonlijnd afzetgebied. Zij worden genomen
door een aantal instellingen, welke in haar beleg-
gi.ngspolitiek tot dergelijke waarden zijn beperkt, en
vei’der door de beleggers, welke zich niet de minste
zorgen willen geven en meenen, dat het nemen van
obligaties van Nederlandsche gemeenten het summum
van veiligheid beteekent. Een zekere vaste groep van
beleggers.
Mislukt nu een dergelijke leening, dan kan men
wel aannemen, dat de fout in de beleggingsvoorwaar-
den schuilt. Het lijkt ons inziens dan ook nu niet
gewaagd uit het mislukken van de Rotterdamsche

lieriing te coneludeeren,. dat de kapitaalmarkt nog

niet aanzienlijk ruimer geworden is, en de tijd voor

het emitteeren van pri ma b.i.nnenlandsche waarden,
boven l)ari, nog niet gekomen is. Of de ontwik-
heling edhter niet in die richting zal gaan, lijkt ons

niet onwaarschijnlijk. Gez:ien den tegenzin van het
publiek voor cm issies boven pan, ware het echter
o.i. juister een volgende emissie tegen 4’% pOt. te
cmitteeren, met eenige procenten disagio. 1-let resul-

‘taat van een dergelijke uitgifte zou tevens ook beter
cle stemming op de kapitaalmarkt weergeven. Wie bijt
hier cle spits af?
Is tèu onzent weinig verbetering te bespeuren, dui-
delijicer zijn de teeken,en van vooruitgang in Du i tsch.-

land. Men heeft daar wei gevreesd, dat cle aanhouden-
de geldruimte gee’nerlei invloed zou hebben
01)
de
kapitaal markt. Dat is in tusschen niet het geval ge-
weest.

Nadat de gemeentea op lofwaurdige ‘wijze langen
tijd depaarkt hebben ontzien, en zich ook thans nog

door ht opnemen van leeningen op korten termijn
(wat .i ii tussehen ook voord.eeliger is !) zooveel moge-

lijk in haar gelclbehoeften voorzien, hebben eenige
hyothecaire cred.ieti nsteilingen, wo. de bekende
,Oentraibocl en.”, het gewaagd pan dbr i even niet een

iager rentetype, dan de gebruikelijke 8 pOt., aal) de
markt te brengen. En cli.t is haar wonderwel gelukt.
Nog wei kwam een. .semi-officieeie instelling roet in
het eten gooien met een S pOt.-emissiè, doch liet suc-
ces van de 7″/ en 7 pOt. pandbrieven was zou over-
tuigend, dat men daaruit zonder meer een aanzien-
lijken vooruitgang op d.e hinnenlaridsche kapitaal-
markt kon conciudeeren.

Wij hopen een volgende maal de kapitaalmarlct in
eenige andere landen te bespreken en keeren nu terug
tot onze gelcimarkt, clie wij bij het begin reeds zon
sti.efmoederlijk in den steek lieten.

Het grootere bedrag der emissie in Juni heeft geen
extra druk op de geidmarkt uitgeoefend. De disconto-
koersen daalde.n beneden de 2 pOt., evenzoo prolonga-
tie. Uiteraard is weder cie mogelijkheid van een dis-

contoverlaging ter sprake gekomen. Het is echter op-
vallend, hoe weinig belangstelling daarvoor bestaat.
Van’ een noodzakelijkheid van een verlaging zou men
ook ioei1ijk kunnen spreken. Hoewel de terugsiag in
het bedrijfsleven hier en daar zeer gevôelig is, is deze
toch ook weer niet van cLien aard, dat een discontover-

laging daardoor reeds onontbeerlijk geworden is. Te-
nieer daar de crediethehoefteu goedkoop en gemakke-
lijk doQr de overige banken bevredigd ku:nnen wor-
den, zonder’ daarbij eeii beroep op de centrale bank-
instelling te moeten doen.

Afgezien van de effectiviteit van een discontover-l.ag:ing van een half procent – meer i.s uiteraard niet te verwachten – zou een verdere verlaging niet zon-
der gevaar zijn. Wij zagen reeds de vôrige maal hoe
in Zweden een vinnige strijd tussehen spaar- en ge-
wone banken is ontbrand. Hetzelfde zieb. wij thans in
het Westen van Duitschiand, waar de ‘banken uit
vrees voor de concurrentie van.spaarbanken en ,,G-e-
nossenschaften” weigeren, het. voorbeeld van de
Re:ichsbank te volgen. Want niet alleen kan door een
verdere verlaging de winstcapaciteit van een belang-
rijk instrument van het economisch verkeer worden
geschaad, doch oo]c hier zou die funeste strijd kunnen
ontbranden. Het vraagstuk is nu nog niet aan cle orde,
doch nu reeds zien wij, dat de inleggelden hij de
spaarbanken, waarvan er zijn, die reeds 3 pOt. ver-
goeden, aanzienlijk toenemen. le noodige gegevens
ontbreken ons om te duryen ,beweren, dat dit geschied
is ten koste van ‘de gewone banken. Onmogelijk achten
wij dit echter niet. Weliswaar zou de ,,lust tot spa-
ren”, welke dodr de geringe rentevergoeding der ge vone banken zou verminderen, door de spaarbanken
b’ehouden blij’en, doch aan den anderen kant mag
men niet over liet hoofd zien, dat beide soorten banken

(Vervolg zie pag. 607.)

602

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

. 2 Juli’ 1930

Het. Prijsverloop van Groothandelsartikelen

gedurende het tweède kwartaal van 1930.

1.

TARWE.

In het begin van April was tarve vast, vooral we-

gens droogte in het Zuid-Westn der Vereenigde sta-
ten en betere vraag in”Europa. Daar had in het laatst
van Maart Duitschland veel spoedige tarwe gekocht,

omdat het invoerrecht er met iogâng van 1 April
werd verhoogd en bovendien toonde Italië meer koop-
lust, nu de voorraden iniandsche tarwe daar sterk

waren geslonken. In de Vereenigde Staten weid mede

door het optreden van den Federal Farm Bokrd de

tarwe te. duur gehôuden voor• export en Argentioië
was in verband met zijn kleinen oogst niet dringend

aan de markt. Daardoor kreeg Canada de gelegen-

heid om vrij wat tarwe naar Europa te verkoopen,

hetgeen ook aan de Canadeesche markt tot prijsstij-

ging leidde. Omstreeks half April echter ging de

vaste stemming verloren wegens goeclen regenval in
de Vereenigde Staten en vermindering der Europee-

sche vraag. Duitschland trad na de verhooging van

het invoerrecht slechts in zeer beperkte mate als koo-per op. In de tweede helft van April en het begifl van
Mei zijn de tarweprijzen algemeen vrij sterk gedaald.

Het weder in Noord-Amerika bleef namQlijk gunstig,

zoowel voor de wintertarwe der Vereenigde Staten als
voor den uitzaai van zomertarwe in de Vereenigde

Staten en Canada. Ook uit Europeesche landen kwa-
men goede oogstberichten binnen, Britsch-Indië bleek

een zeer grootn tarweoogst te hebben en in verschil-
lende Europeesche landen gingen de maatregelen ter

wering van buitenlandsch graan voort. Daarbij bleef

Frankrijk geregeld tarwe exporteeren en deed ook
RusFand nu en dan vrij omvangrijke verkoopen. De
zeer groote voorraden, die in Canada en de Vereenig-
de Staten nog aanwezig waren, drukten door dit alles

dè markt weder sterker dan te voren. Daarbij kwam

dan nog het vooruitzicht, dat de Federal Farm Board zich binnenkort zou trachten te ontdoen van zijn’ ge-
durende de voorafgegane maanden gekochte ongeveer

50 millioen bushels tarwe. Een herstel begon om-‘

streeks half Mei in te treden als gevolg van klachten

uit de Vereenigde Staten over ongunstige weersom-
standigheden en lage opbrengstramingen voor de,win-

tertarwe, onvoldoenden regenval in het Noord-Westen

der Vereenigde Staten en Canada en voortclurenden

regen in een groot gedeelte van Europa. Eigenlijk ge-
vaar voor de te velde staande tarwe ontstond daar-
door echter slechts in Italië, waar dan ook de oogst
aanmerkelijk kleiner zal zijn dan iii het vorige jaar.

Ook kwamen in Europa weder periodes voor van uit-

breiding van den kooplust voor buitenlandsche trwe.
Vrij veel tarwe uit de Vereenigde Staten en Canada

is in dien tijd naar Europa verhandeld. Aan die zaken

nam ook Duitschland deel, ofschoon daar het voor-

schrift, volgens hetwelk de molens 50 pOt. inlandsche

tarwe moeten gebruiken, voor de maand Juni be-
stenclig bleef. Tenslotte echter, naarmate het oogsten
der Amerikaansche tarwe voortgang maakte viel daar-
.’van de opbrengst mee en de zomertarwe heeft er, even-
als in Canada, geprofiteerd van flinken regenval,

STATISTISCH OVERZICH1

.

.

,.

TARWE HardWtnter

0.

loco

Aotte

am,

pe
t
K.

R000E
AmericanNo.2
2
)
loco
Rotterdam
per 100 K.G.

MAIS
La Plata
loco
R’damlAdam
per 2000 K.G.

.
GERST
Amer,No.2
)
loco
°
er am
per

LIJNZAAD
La Pata
loc’o
R’dam(A’dam
per 1960 K.G.

STEENKOLEN
Weatfaalsche!
Hollandsche
bujikerkolen,
ongezeefd f.o.b.
R’dani!A’darn

PETROLEUM
Mid. Contin.
Crude
tlm 33.9
0


perébarel

iJZER
Cleveland
Foundry No.3
,

.o.b.
lbrih

KOPER
Standaard
Locoprijzen
Londen
per Eng. ton

.

Jaargemldd. .1925
fi.
17.20
°Io
100,0
II.
l3,O7
O!o
100,0
0.
231,50
°lo
100,0
f1.
236,00
°!
100,0
f1.
42,5O
01
0

100,0
f1.
10,80
OI
o

100,0
S
1,68
O/
100,0
Sh.
731-
ole
100,0
.
62.116
°Io
100,0
93,5
1926
1927
l5,90.
92,4
85,8
11,75


12,476
89,9 95,4
174,25 176,00
75,3 76,0
196,75
237,00
83,4
100,4
360,50
362,50
77,9 78,4
17,90 11,25 165,7
104,2
1.89 1.30
112,5
77,4
8616
73!-

.
118,5
100,0
58.1!-
55141-
89,7

Mei

1927
14,75
15,75
91,6
13,57
5

103,8
4
‘I72,75
74,6
258,25
109,4
373,75
80,8
10,95 101,4
1.22 1.22
72,6 72,6
741-
7
0!-
101,4
95,9
54.141-
54.216
88,1
87,2
Juni


15,60
15,10
90,7
87,8
13,20
12,05
1.01,0
92,2
175,25
171,50
75,8
14,1
246,00
235.75
104,2
99,9
312,75 367,75 80,6 79,5
11,00
11,10
101,9 102,8
1.22
72,6
701-
95,9
53.19j-
86,9
)uli

Augustus
l4,87
86,5
11,45



87,6
178,50
77,1
252,50
233,25
107,0
98,8
368,25
369,50
79,6 79,9
11,05
10,90
102,3 100,9
1.22
1.22
72,6
72,6
691- 651-
94,5 89,0
55.516
54.13/-
8910
88,0
September ,, October
14,70 13,72
5

85,5
79,8
12,15 11,45
92,9
87,6
179,50 178,75
77,5 77,2
230,50
97,7
350,00
77,6
10,90 100,9
1.22
72,6 651-
89,0
55.51

89,0
,,
November ,,
13,45
78,2
12,I2
92,7
‘96,2
184,75
201,00
79,8 86,8
233,25 246,25
98,8
104,3
349,75
348,25 75,6
75.3
10,65 10,60
98,6
98,1
1.22 1.22
72,6 72,6

651-
89,0 89,0
59.1!-
60.21-
95
1
1
96,8
December
Januari

1928 13,40 13,50
77,9
78,5
12,57
5

12,70
97,1
207,50
89,6
247,75
105,0
361,00
78,0
10,30
95,4
1.22
72,6
651-
89,0
62.-!-
99,9
99,2
lebruari
13,80
80.2
12,87
5

98,5
226,50
97,8
243,75
103,3
361,00
78,0
75,8
10,00
9,95
92,6
92,1
1.21
1.19
72,0 70,8
651-
6516
89,0
89,7
61.121-
61.316
98,6
Maart

,,
April


‘14,60
15,30
84,9 88,9
14,00
14,97
5

107,1
114,5
240,75 239,50
104,0
103,5
255,75 261,00
108,4
110,6
350,75
358,25
77,5
10,05
93,1
1.19
70,8
661-
90,4
61.1416
99,4
,,
Mei

,,
15,30
88,9
15,47e
118,4
109,2
238,50 234,00
103,0 101,0
260.75 252,50
110,5
107,0
372,00
365,25 80,4 79,0
10,60 10,10
98,1
93,5
1.19
1.19
70,8 70,8

66f-
.
90,4
90,4
62.15-
63.17!-
101,1
102,9
Juni

,,
Juli

14,37
5

14,25
83,6 82,8
14,27
5

13,07
5

100,0
246,75
106,6
241,00
102,1
359,75 77,8
10,10
.93,5
1.19
1.21
70,8
72,0
6
6f-
661-
90,4 90,4
62.18!-
62.1016 101,3
100,7
Augustus
12,00 11,65
69
1
8
67,7 .12,62
6

11,57
5

96,6
88
1
5
214,75
198
1
75
92
1
8 85,9
226,75
198,25
96,1
84,0
350,75
350,75
75,8
75,8
10,05 10,00 93,1
92,6
1.21
72,0
.
661-
90,4
63.81-
102,1
September
,
October

,,
12,27
5

71,4
12,27
93
1
8
218,50
94,4
189,50
80,3
366,00
79,1
9,95
92,1
94,4
1.19
1.18
70,8
70,2
66!-
661-
90,4 90,4
65.121- 67.181-
105,7 109,4
November ,,
12,32
5

12,30
71,7
71,5
12,07
6

11,90
92,4
91,0
227,25 220,25
98,2
95,1
185,50 180,50
78,6 76,5
386,25
373,75
83,5
80,8
10,20
10,10
93,5
1.18
70,2
661-
90,4
70.31-
113,0.
December

,,
Januari

1929
12,35
71,8′
12,20
93,3
231,50
100,0
194,25
82,3
365,00
78
1

10,10
93,5
1.16
1.11
69,0
66,1
661-
6616
90,4
91,1
75.1016
78.16
121,7
125,7
Februari

,,
Maart
12,726
12,65
74,0 73,5
12,65


12,62
6

96,7
96,6
236,00 233,00
101,9
100,6 194,75
191,75
82,5 81,3
357,25 359,00
77,2
77,6
12,90 12,00
119,4
111,1
1.11
66,1

91,8
89.81-
144,0

April

.
12,I2
70,5
11,62
5


.88,9
218,00
94,1
185,25
78,5 373,25
80,7
11,05 102,3 103,3
1.11
1.16
66,1
69,0

691
6

93,2
95,2
82,1716
75.416
133,5 121,2
MeI

,,
Juni

11,125
10,87
5

64,1
63,2

10,575
10,20
80,9
78,0
198,25
193,50
85,6
83,6
177,50
171,25
75,2
72,6
363,50
355,25
78,6 76,8
11,15 11,25 104,2
1.30
77,4
711-
97,3
74.11!-
120,1

Juli
12,80
74,3
11,20
85,6 218,50
94,4
191,25
81,0
415,50
89,8
11,25
104,2
104,2
1.30
1.30
77,4
77,4
7216 7216
99,3 99,3
72,1216
73.171-
.117,0
119,0
Augustus
13,125
12,626
76,3 73,4
10,75 10,20
82,2 78,0 202,50
191,00
87,5
82,5
182,75 172,00
77,4
72,9 452,50 506,75
97,8
109,6
11,25 11,40
‘105,6
1.30
77,4
7216
99,3 74.191-
120,7
September October
12,10
70,4
9,875

,
75,6
185,00
79,9
168,00
71,2 516,50
111,7
11,25 104,2
1.30
1.30
77,4 77,4
7216 7216
99,3 99,3
72.16!-
70.51-
117,3 113,2
November
11,77
68,5 73,4
9,20 9,35
70,4 71,5
174,00 166,00
75,2
71,7 164,75 163,75
69,8
69,4
483,25
482,00
104,5
104,4
11,35 11,75
105,1
108,8
1.30
77,4
7216
99,3
68.6f6
110,1
December

,,
Januari

1930
12,62
6

I2,67
73,7
S
935′
71,5
149,25
64,5
151,25
64,1
433,75
93,8
11,75 108,8
108,8
1.21
III
72,0
66,1 7216 7216
99,3
99,3
71.916
.71.1216
115,1
115,4
)rebruari

,,
Maart
11,725
10,90
68,2
63,4
8,175
7,15
62,5 54,7
139,00
143,50
60,0
62;0
135,75 125,00
57,5
53,0
398,50 390,00
86,2
84,3
11,75 11,55 106,9
1.11′
66,1
70!-
95,9,
68.1916
111,1

April

»
11,17
65,0
7,62
6

5W,3
180,5
77,8
129,75
55,0
48,5
431,00
40501
93,2
‘.87,6
11,35 11,35
105,1
105,1
1.165 1.185
69,3 70,5
6716 6716
92.5 92,5 61.31-
53.91-
98,5
86,1
Mei

,,
2 Juni
10.45 10.75
60,8 62,5
6,55
5,60
50,1
42,8
148.50 137,00
64,1
59,2
114,50 110,00
46,6
404.00
87,4
11.35
105,1
1.18
5

70.5
6716
92,5
53.1716
86.8
8286
9

,,
10.70
62.2 57,0 5,25 5,05
40,2 38.6
l45,fO.
144,00
62,6 62,2
106,00
102,00
.
4u,9 43,2
39500
39.00
85,4
84,1
11,35 11,35
105,1
105,1
1.18
66

1.185
70,5
5

70,5

1

6716
5

6716
92,5
5

92.5
51.7166
47.716
76,3
16

,,

,,
23 9,80
9,60
55,8 4,85
37,1
149,00
64,4
98,0fl
41,5
3’0.00
82,2
1135
105,1 1.165
70.5
6716
92,5
48.101-
78,1
,,

,,
30


9,40
54,7
5,10
39,0 153,00
66,1
103,00
43,6
360,00
77,8
11,35

,
105,1
II8
5

70,5
,
49.5!-

79,3

* Men zie voo’r ‘de toelichting op dezen staat de nummers van 8 en 15 ‘Augustus 1928 (No. 658 en 659) pag. 689190 en
‘IU. ».1
= western voor. ue invoering
Va

1)
Manitoba No. 3. t Zuid-Russische.

2 juli 1930

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

603

welke telkens juist op het geschikte oogenblik een
einde maakte aaTi klachten over onvoldoende vocht-

reserve van den bodem. Behalve in Ïtalië en tot op

zekere hoogte ook in
Frankrijk bleven bovendien de

i uropeesche oogstvooru tzi chten gunstig en in Juni
werd cle markt steeds meer gedrukt door de voortdu-
rénd veel te groote Noord-Amerikaansche vôorraclen.

Zeer sterke prijsdalingen zijn van dat alles, speciaal

in Noord-Amerika, het gevolg geweest. De Fedëral

Farm Board staakte vrijwel geheel zijn pogingen om

den prijs op te houden, cii te Chicago noteerde de tar-
veprijs lager dan na den oorlog nog ooit was voorge-

komen. Te Winnipeg werd weder het lage peil van
1923 bereikt. In Argentinië was de prijsdaling wat

minder groot, bmdat daar wegens den kleinen oogst

geen overmatig groote voojraden aanwezig zijn, doch
ook Argentijnsche tarwe is gedumnde Juni vrij wat
goedkooper geworden. :De maand Juni eindigde voor
tarwe in flauwe stemming met weinig gunstige voor-
tiitzichten voor houders en producenten van tarwe.

ROGGE.

Voor rogge is de markt gedurende de afgeloopen

drie maanden geheel beheerscht door de maatregelen,
welke dc Duitsche regeering genomen heeft tot steun
van den roggeprjs en het ruime aanbod uit Rusland.
Toen op 1. Apri.l in Daitschiand het invoerrecht op
gerst zeer sterk was verhoogd en voor mais een re-
geeriiigsmonopolie was ingesteld, met als doel de be-perking van den invoer van maïs, meende men einde-
lijk stijging van het Dutsche roggeverbru.ik en dus
van dcii prijs der .I)uitsche rogge te mogen verwach-
ten. in de landen, welke rogge uit Duitschiand ple-gen te betrekken, waarbij ook Nederland, heeft die
ve:rvachting tot vrij omvangrijke zaken in Duitsch
iogge geleid. Werkelijk is de verwachte aanzienlijke
prijsverhooging tot stand gekomen, die zelfs ten ge-

volge heeft gehad, dat flinke hoeveelhedn Russische
rogge, ondanks het ook voor rogge verhoogde invoer-

recht naar Duitschland zijn verkocht. De verhooging
is echter van zeer korten duur geweest en nog in

April viel de prijs weder terug op het vorige peil.
De Duitsche klachten over den onvoldoenden afzet

van rogge en den slechten roggepnijs bleven voortdu-
ren. Wel viel in Duitschland eenige toeneming van het

verbruik van rogge als veevoeder te constateeren, en
kwam er de
prijs
op een eenigszins hooger niveau,

doch de resultaten, clie,de Duitsehe regeering zich van
haar maatregelen had voorgesteld, werden lang niet

bereikt: Russische rogge werd telkens lager geof-

freerd, tot daarin .in de tweede helft van Mei. in Ne-

Ëp.
PER 100 KG

r,r,

—-


OCT.
I(/.
CEC.

derland nogmaals tot prijzen, die ook v66r den oorlog
als zeer laag zouden zijn beschouwd, groote ;inkoopen werden gedaan met het oog op verkoop naar :Duitsch-
land. Onmiddellijk is toen het Duitsche invoerrecht
nogmaals sterk verhoogd eij gebracht op Mk. 150 per

1.000 KG., terwijl voor Russische rogge de prijs
slechts f1. 50 per 1.000 KG. cif West-Europa bedroeg.
In Mei en Juni bleven exportzaken in Duitsche rogge
tot dalenden prijs tot stand komen, ook naar Neder-

tWN

.

TIN
Iocoprjzen
Londen per
Eng. ton

KATOEN
for Middling
locoprijzen
New York
per Ib.

WOL
gekamde
Australiche,
Merino, 64’s Av.
loco Bradford
per 1h.

WOL
gekamde
Australische,
CrossbredColo-
nial Carded,
508 Av. loco
Bradford per ID.

RUBBER4)
Standaard Ribbed Smoked
Sheets
loco Londen
per Ib.

SUIKER
Witte kristal-
suiker loco
R’damjA’dam.
.per lOO K.G.

KOFFIE
Robusta
Locoprijzen
Rotterdam
per
1
12 K.G.

THEE
Afi. N.-I. theev. Adam gem. pr.
Java- en Suma-
tratheep.’!2K0.1


Indexeijfer
vjh. Centr. B.
V.
(1. Stat.,
herleid
vanI913=100
tot 1925= 100

Indexcijfer
van The Economist,
herleid
1927=100
tot 1925=100

,
01
$
cts.
0
/s
pence
°Io
pence
Ol
o

Sh.
010
II.
0(
ets.
0/
cts.
0
/0
261.171-
100,0
23,25
100,0
55,00
100,0
29,50
100,0
2/11,625
100,0
18,75
100,0
61,375
100,0

84,5
100,0
100,0
100,0
290.1716
111,1
17.55
47,25
85,9
24,75 83,9
21-
67,4
17,50
93,3
55.375
90.2
94,25
111,5
93,2
92,9
290.41-
110,8 17,50
75,3
48,50
8e,2
26,50 89.8
116,375
51,6
19,120
102,0
461875
76,4
82.75
97,9
95,4 89,5
295.121-
112,9 16,15
69,5
47,00 85,5 26,00
88,1
1/7,75
55,4
.
20,25
108,0
47
76,6
86,5
102,4
93,5
90,4
296.916
113,2
16,85
72,7
47,25 85,9
26,00
88.1
1
16
50,5

18,37
6

98,0
47
76,6 81,25 96,2
96,1
89,6
289.1516
110,7
17,90
77,0
48,50 88,2 26,50 89,8
114,75
41,0
18,626
99,3
47
76,6
84
99,4
97,4
92,2,
292.-ja
1115
19,70
84,7 48,50 88,2
26,50
89,8
1/5,25
40,8
18,50 98,7
45,375
73,9


96,1
90,2
287.1216
109,8
22,05
94,4
50,00 90,9 26,50 89,8
1/4,25
45,6
17,875
95,3
44,25
72,1
94,5
111,8
96$
89,1
264.216
100,9
20,65
88,8 50,25 91,4 26,75 90,7
114,375
46,0
16,876
90,0
45,25
73,7
93
110,1
96,8
88,6
264.416
100,9
20,25
87,1
52,25 95,0 28,50 96,6
116,5
51,9
17,25
92,0
46
74,9
96
113,6
97,4
88,9
266.1316
101,8
19.70
84,7
51,50
93,6
28,75 97,3
117,75
55,4
17,876
95,3
46
74,9
89,25
105,6
97,4
88,2
255.1!-
97,4
19,25
,82,8
53,00 96,4
29,75
100,8
1
1
7
,25
54,0
17,37
6

92,7
46
74,9
84,5
100,0
98,7
87,9
233.1016
89,2
18,35
78,9 54,75 99,5 31,75
107,6
113,75
44,2
16,75
89,3
46
74,9 79,5
94,1
96,8
87,9
233.1716
89,3
19,35
83,2 55,00
100,0
33,25
112,5
1/0,75
35,8
16,876
90,0
4?


76,6
79
93,5
98,1
89,2
234.6/-
89,5
20,65
88,8
54,50
99,1
33,00
111,9
-/9,375
26,3
16,87
6

90,0
47
76.6 74,25 87,9 98,7
90,5
230.131-
88,1
21,55
92,7
54,25 98,6
32.25
109,3
-19
25,3
16,626
88,7
48,25
78,6
78,25 92,6
98,1
91,2
.
218.816
83,4
21,35
91,8
55,50
100,9
31,75
107,6
-19,25
26,0
15,75
84,0
49
79,8
73,25
86,7 98,7 89,8
211.191- 80,9
21,75
93,5
53,00
96,4
31,25
105,9
-19,25 26,0
15,50
82,7
49,875
81,3
71,25 84,3 95,5
..

88,2
211.181-
80,9
19,30
83,0 51,75
94,1
30,00
lOt,7

1
9,25
26,0
16,00
85.3
51,875
84,5
67,75
80,1
92,9 86,6
214.716
81,9
18,55
79,8 47,00
85,5
29,00
98,3
-18,5
23,9
15,87
6

84,7
52,75
86,0
70,25
,
83
1
1
93,5
85,4
221.19
1

84,8
19,45
83,7
46,25
84,1
27,25
92,4 -18,8 24,7
14,62
6

78,0
53
86,4
73
86,4 ‘

94,2
83,1
252.10/6
88,8
19,90
85,6 47,25
85,9
27,50
93,2
-/8,625
24,2
14,00
74,7
53
86,4
75,75 89,6
95,5
85,1
228.81-
87,2
20,45
88,0
46,25
84,1
28,00 94,9
-j8,5
23,9
13,925
74,3
51,75
84,3 76,5
90,5
95,5
84,8
222.716
84,9
20,20
86,9
46,75
85,0 28,75
97,3
-19,875 27,9
13,77
6

73,5
53,125
86,6
77,25
91,4
94,
84,6
222.11/-
85,0
20)0
86,5
44,25 80,5
27,75
94,1
II-
33,7
13,37
6

71,3
54
88,0
74,25 87,9
94,2 85,4
221.016
84,4
21,25
91,4
44,00
80,0
27,50 93,2
110,125
34,O
13,50
72,0
54
88,0 72,75
86,1
94,8
85,8
207.516
79,2 20,45 88,0
43,25
78,6 27,25
92,4
-110,5 29,5
13,375
71,3
54
88,0
74,25
87,9
.

92,9
83,9 [97.516
75,3
19,40
83,4.
41,50 75,5
26,25
89,0
-/10,875
30,5
12,25
65,3
54
88,0
73,50 87,0
,

91,6 81,7
200.51-
76,5
18,75

.
80,6
40,00
72,7
25,75 87,3
-110,625
29,8
,
12,00
64,0
54
88,0
69,50
82,2
91,0
.
81,9
209.516
79,9
18,65
80,2
38,75 70,5 24,75
83,9
-(II
30,9
13,425
71,6
54
88,0
68,50
81,1
91,0
83,7
210:111-
80,4
18,60
80,0 37,00 67,3
24,00
81,4
-/10,5
29,5
13,00

69,3
1

‘53,50
87,2
64
75,6 91,6
83,6
205.516
78,4
18,90
641,3
34,25 62,3 23,75 80,5
-/10 125
28,4
‘13,475
71,9 51,75 80,3
.
64
75,6 91,0
82,0
1 188.916
72,0
18,45
79.4
32,50
59,1
22,50
76,3
1

-19,625 27,0
13,30
70,9
/

48,50
79,0
66
78,1
90,3
80,5
182-16
69,5
17,50
75,3
31,25
62,3
23,00 78,0
-/8,125
22,8
12.50
66,7
I

41,75
68,0
66,50
78,7
88,4
78,8
178.1816
68,3
17,25
74,2
31,25
56,8
21,25 72,0
1

-18
22,5
12,075
64,4
1

36,75
59,9
60,75 71,8
87,1
78,8
174.131-
.
66,7, 17,15
73,8
29,50
53,6
19,25
65,3 -17,375
20,7
11,675
62,3
35
57,0
60,50
71,6
84,5
76,9
174.4-
66,5
15,45
66,4
28,50

.
51,8
17,75
60,2
-/8
22,5
11,40
.60,8
35
57,0
58,75 68,9 81,3
‘75,2
165.181-
63,4
15,20
65,4
20,25
47,7 16,50
55,9
-17,625
21,4
10,70
57,1
35
57,0
62,25
73,7
78,7
74,2
161.1716
61,8
16.45
10,8
27,25
49,5
17,25
58,5
-17,375
20,7
10,55
56,3
35
57,0
59,50
70,4
78,7
72,8
145._1-
55,4
16,50
71,0
28,75
52,3
18,00
61,0
-J,875
19,3
9.s0
52,3
34,75
556
58 68,6 74,8
72,0
138.1716
53,9
15,85
6

68,26
28,5010
51,810
17,75
5
°
60,210
-16.6875
18,8
9.75
52,0
.

34
55,4
5710
6,510
137.15/-S
52,6
5

14,507
62,3
7

28,00
51
50,9″
17,5


0
59,3″
-:6,1255
1725
9,755
52,05
33
53,8
5912 69,812
133.101- 51,0
14,05
60,4
8

27,50
12

50,010
11.5012
59,312
-16

.
168
9,8 5
52,7
33
53,8
134.51-
51,2
13,6.
9

58,5
0

27,2313
49,51:5
17,50
13

59,350
-15,875
16,5
9.75 52,0
33
53,8
136.151- 52,2
.
-/6 1875
17,4
9,75
5
2
,0
32

.
52,1
e huidige officicele noteeringswijze (Jan. 1928);vanaf 16 Dec.1929 74/5 K.G. Hongarsche; vanaf 26Mei1930 Z.-Russische.°)Malting vÔôr de invoerinevan de huidige
ffic. not.wijze (jan.1928). ‘)Jaar- en maandgem. atger. op
1
18
pence. 5)10 Juni.
6)
6 Juni. 7)13 Juni.
8)
20 Juni.
9)
27Juni.
10)
5Juni.
11)
12Juni.
02)
I9Junt.13)26Juiii.,

604

ECONÖMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

2 Juli 1930

land, doch de Russische concurrentie ging voort en
tenslotte kwam cle prijs zoo laag, dat het Duitsche

aanbod sterk afnam. Polen bleef echter als verkooper
optreden. De gunstige vooruitzichten voor de Euro-

peesche roggeoogsten houden ook voor deze graan-

soort een prijsherstel tegen. In overzeesche rogge

kwamen wegens cle zeer lage prijzen, welke daarvoor

in Europa te bedingen zouden zijn, ook in cle afge-

loopen drie maanden zoo goed als geen ntken voor.

MAIS.

Ook mals verkeerde in het begin van April in vaste

stemming. Gedurende de zeer flauwe dagen van en-

.kele weken tevoren had men in West-Europa weinig

gekocht en als gevolg daarvan was er in April van
Argentinië en den Donau niet genoeg mais onderweg,

om aan de vraag te voldoen. Vandaar sterke prijsstij-

gkig voor mais in spoedige posities. Eenigszins pro-
fiteerden daarvan ook de noteeringen voor latere ver-

scheping, doch cle prijzen stonden daarvoor toch aan-

merkelijk lager dan voor spoedige posities, omdat in
Argentinië een ruime oogst onder gunstige omstan-

dighed en werd binnengehaald, in Zuid-Oostelijk

Europa nog veel maïs aanwezig was, in Zuid-Afrika

ccii groote oogst verwacht werd en dus voor de toe-
komst volop maïs te verwachten was. Op ciie gronden

genoten bovendien voor verscheping in den voorzomer

en ]atei de prijzen weinig vertrouwen, zoodat daarin

(le zaken van beperkten omvang waren. Reeds om-
streeks half April heeft de marktstemming een aan-
merkelijke wijziging ondergaan. Het ontbreken van
kooplust
Op
afiading en goede oogstresultaten deden
in Argentinië de j3rijzen dalen, er arriveerde in West-

Europa, speciaal Nederland, vrij wat Donau-maïs en

voor deze maïssoort verdween hier zelfs vrijwel geheel
de premie, (lie voor spoedige partijen boven latere
posities had bestaan. Voor Plata-maïs kon die premie

zich beter handhaven wegens de schaarschte aan spoe-
dige Piata-maïs. De flauwe markt duurclë in het

begin van iiei nog voort. Donau-mais werd dringend

aangeboden tot dalende prijzen en Plata-maïs op af-
lading was in Europa weder voortdurend ver beneden

de prijzen der Argeutijnsche verschepers te koop. Op
het lagere prijspeil nam echter in Europa de vraag
weder toe, ook voor Plata-maïs op aflading. Daar de

,FI.
PEQ
2000 KG.

VLAIS

• . ___,__—_—__

•.

——Nl——
Jk4 FEBR. MRT APP MEI JUNI JULI AUG SEPT OCT NOV, DEC.

.Donau-maïs nu in tegenstelling met de wintermaan-
den van zeer goede kwaliteit bleek te zijn, begon daar-
voor ook elders dan in Nederland de kooplust toe te
nemen. Daarbij kwamen ernstige klachten uit Argen-
tinië over voortdurenden sterken regenval, die daar

cle aanvoeren van maïs belemmerde en het drogen der
.maïs vertraagde. De verschepingen van Plata-maïs
bleven dientengevolge zeer klein, hetgeen voor spoe-dige Plata-maïs prijsdaling tegenhield. De prijzen be-
wogen zich daarvoor, evenals trouwens ook voor latere
aflading, steeds aanmerkelijk hoven die van Donau-
inaïs, ofschoon ook daarvoor eenige prijsverhooging
intraci. De verschepingen waren overigens ook uit de
:Donauhavens niet groot en de hoeveelheid mals, die
naar Europa onderweg was, bleef voortdurend zeer

veel kleiner dan in liet vorige jaar. Dat daarvan geen
sterke prijsstijging het gevolg is geweest en dat ten-
slotte in Juni de rnaïsprjzen eigenlijk geen belang-
rijke wijziging hebben ondergaan, hangt samen met
het teleurstellende Europeesche maïsverbruik als ge-

volg vooral van de uitermate lage gerstprijzen, als-

mede met de omstandigheid, dat sedert 1 April in

Duitschland voor don maïsinvoer een regeeringsmono-
polie bestaat, dat slechts beperking van den invoer
ten doel heeft als steun voor den Duitschen rogge-

prijs. Het monopolie heeft dan ook tot nog toe zoo
goed als’ geen maïs gekocht, zoodat Duitschland niet

uitzondering van enkdle inkoopen voor industrieele

doeleinden of voor de vervuiling van oude verkoopen,
waartoe de handel verlof ontving om mais te impor-

teeren, practisch den maïsinvoer heeft gestaakt. De

kleine omvang der Argentijnsche verschepingen,
waarin ook aan het einde van J’uni nog geen, verande-

ring was :ingetreden, heeft niet slechts voor de con-

sumptie, doch ook ter vervulling van veroopen op

Mei en Juni aflading, herhaaldelijk een vaste stem-
ming voor spoedige Plata-maï.s teweeggeroepen, ter-

wijl latere posities steeds tot veel lageren prijs werden

aangeboden, tenslotte ook door de ierschepers. Voor
i)onau-maïs bestond echter ook aan het einde van
Juni. zulk een premie nog nauwelijks en ook toen
stond dus .spoedige Donau-maïs nog aanmerkelijk
lager genoteerd dan Plata-maïs in dezelfde positie.
In de laatste weken van Juni is eindelijk het weder

in Argentinië wat beter geworden, zoodat, indien niet

een nieuwe regenperiode inteedt, eindelijk binnen-
kort wel vermeerdering der Argentijnsehe versche-

pingen mag worden verwacht niet lagere
prijzen,
ook voor spoedige Plata-maïs. Voorloopig echter is’ in de

laatste dagen der maand de prijs voor stoomende en

zeer spoedig te verladen Plata-maïs vrij wat gestegen
met goede vraag en ook Donau-mais was vaster.

GERST.

i)e gerstmarkt heeft in zeer sterke mate den invloed
ondervonden van de aanzienlijke verhooging van het
:Duitschie invoerrecht, die op 1 April is ingegaan en

die veroorzaakt heeft, dat de Duitsche gerstinvoer

vrijwel geheel hoef t opgehouden. Aanvankelijk was
gerst in het begin van April nog vast, omdat Duitsch-

land v66r de verhooging van het invoerrecht nog
groote inkoopen had gedaan. Omstreeks half April
hegôn ook gerst lager te noteereri en door het-
dringenci aanbod van Roemenië, Rusland en Argen-

tinië, dat, nu Duitschlaud als kooper ontbrak, veel te

groot was om in Vest-:Europa te worden opgenomen, zijn de
prijzen
voortdurend gedaald. Met zeer groote
hoeveelheden gerst kwam telkens vooral Rusland aan

de markt en de concurrentie der drie genoemde landen

heeft tenslotte geleid tot een hevige prijsdaling. De
gerstprjs is in Juni aangekomen op een zoo laag
niveau als ook v66r den oorlog hoogst zelden is ‘oor-
gekomen. Toch bleef het aanbod dringend en bij de
verwachting van nieuwe groote oogsten in Roemenië
en Rusland vonden tot -slechts w’einig hoogere prijzen
dan de voor spoedige gerst geldende, zelfs op levering

in de laatste maanden van 1930 speciaal in Neder-
land geregeld zaken plaats. Noord-Afrika en Noord-
Amerika doen aan de gerstzaken naar West-Europa
den laatsten tijd nauwelijks mede. In April, toen de
prijzen nog niet de hevige daling hadden ondergaan, werden in gerst uit Noord-Afrika en -de Vereenigde
Staten wei een korten
tijd
zaken gedaan, doch bij de
voortdurende prijsverlaging hebbën die landen . de
concurrentie opgegeven. In de laatste dagen van

2 Juli 1930

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

605

Jïini is gerst vrij wat vaster geloope, daar de lage
prijzen tenslotte den kooplust aanwakkerden en tevens

in ruime mate tot dekking van vroegere verkoopen

werd overgegaan.
LIJNZAAD.

Na de inzinking aan het eind van Maart, toen de

prijzen door de pan iekstemming, waarin verschillende

markten verkeerden, zakte tot op
f
365.—
per last en

er op die basis krachtig gekocht werd, is een scherpe

reactie gevolgd met als resultaat een gevoelige ver-

hooging van de prijzen tot op
f
425.—. Evenwel de

tcleurstelling bleef niet uit; het zachte voorjaar, het-

welk een overvloed aan groenvoeder niet zich mede-

bracht cii bovenal het geweldige aanbod van granen

van alle mogelijke herkomst, belemmerden den verkoop

van Lijnkoeken, die toch reeds duur te noemen waren
in verhouding tot de prijzen van andere voederarti-
kelen ten zeerste en bracht een gevoelige daling in de

prijzen van dit, voor de verwerking van Lijnzaad zoo

belangrijke product teweeg. i)e terugsiag, die deze lage
veekoekprijzen op ‘den ondernemingsi.ust van den olie-
fabrikant in Nederland teweeg bracht, leidde ertoe,
dat men minder Lijnzaad ging koopen en verwerken.

i)ezelfde toestand deed zich in. geheel Europa gevoelen
iM1IW.

upIpL,

MM

MMMMM MEMOM

MMMMMMMM

am

Nommy

MW

en het gevolg was een belangrijke vermindering in de
vraag naar het Argentijnsche Lijnzaad. Daarnevens
bleek, dat de V. S. van Noord-Amerika, waarvan men
had aangenomen dat zij, in verband met hun eigen
kleine oogst, gedwongen zouden worden om Lijnzaad in Argefltinië te koopen, in staat waren hunne behoef-
ten belangrijk te verminderen. Tenslotte kwam ook
Britsch-Indië als geduchte concurrent te voorschijn,
bracht Bombay en Calcutta Lijnzaad vlot ter markt
en verscheepte in ronde posten naar Europa, hetgeen
Argentinië noopte de prijzen te verlagen. Het is daar-
om niet vreemd, dat wij van het hoogste punt van

f
425.— begin April, nu weer tot ca.
f
365.— eind

Juni, teruggevallen zijn op de laagste prijzen, van
Maart 1:1. Maar intusschen staat men in U.S.A. en in
Canada voor de nieuwe oogsten en luiden ook de be-
richten omtrent de komende oogsten in Europa, die

wat de oppervlakte betreft, zijn uitgebreid tegenover
het vorige jaar, zeer gunstig. De prjzenloop gedurende
de volgende
3
maanden zal dus hoofdzakelijk bepaald
worden door de berichten omtrent de komende oogsten.

STEENXOLEN.

De afriemende industriëele bedrijvigheid, die wij
reeds signaleerden in ons vorig driemaandelijksch ver-

slag en die in zoo groote mate verantwoordelijk is
geweest voor den minderen af ze aan de mijnen, duurt onverzwakt voort. De periodieke opgaven omtrent het
aantal werkloozen weerspiegelen dezen toestand heel

duidelijk. De productie van de mijnen is tengevolge
van de mindere vraag verder ingekrompen en de prij-
zen zijn zoo mogelijk nog iets verder gedaald. Kolen

kunnen nu weer gekocht worden in Engeland tot de
laagst bekende prijzen sinds de oorlog voorbij is;

goede tweede klas Durham ongezeefde kolen tot prij-
zen van 13 sh. tot 13 sh. 6 d., enz. Wanneer niet alle

voorteekenen bedriegen zou het wel eens kunnen zijn
dat, door ‘den tegenstand van het Hoogerhuis eener-
zijds en de onbuigzaamheid van de Labour Leaders

anderzijds niets kwam van de Coal Mines Bill. Het

resultaat van al de moeiten en zorgen, die ‘dit smarte-

kind der Labour Party gekost heeft, zou dan niet

anders zijn dan het geschapen hebben van veel onze-

kerheid en onrust in de kringen van verbruikers van

kolen zoowel als ‘in de kringen der voortbrengers

zelven.

In Westfalen houdt het Kolensyndicaat de prijzen

natuurlijk op peil, doch het gevolg van dit zich niet
willen aanpassen aan de wereldmarkt is de overhand toenemende noodzakelijkheid van het opslaan van de

kolen aan de mijnen, waartegen zelfs de ingekrompen

productie niets vermag. In Westfalen en Rijnland
liggen omstreeks 6 millioen ton kolen opgeslagen,
waarvoor geen afzet te vinden is. –

PETROLEUM.

De niet zeer bevredigende situatie op de markten
voor petroleumprodueten heeft in het afgeloopen

kwartaal nauwelijks een wijziging ondergaan. Welis-
waar heeft, mede onder den invloed van een zeer
drastische prijsverlaging in Californië de verhoudhag
tussehen aanbod en vraag naar ruwe olie ongeveer het
evenwicht bereikt, maar, waar tengevolge van hooge
rendementen vooral voor benzine ook een kleinere
verwerking van ruwe dlie ter voorziening in de be-
hoeften der markten voldoende ware geweest, heeft
de situatie nog niet een verbetering ondergaan, waar-
mede de industrie tevreden zou kunnen
zijn.

Uit deze overwegingen: wanverhouding tussehen
verwerking en verbruik, heeft de Voorzitter van den
Federal Oil Conservation Board het voorstel ge-
daan, om een ,,Zondagsrust” in de raffinaderijen in

te voeren, waaronder echter niet een stilstaan der be-
drijven op Zondagen werd bedoeld, maar een ver-
mindering der verwerking met
/7.
Het plan heeft

instemming gevonden, echter nog niet ten volle het

verwachte succes opgeleverd.
Een door den Staatssecretaris van binnenlandsche
zaken geïnstalleerde commissie van ,petroleum-,,eco-
nomists” en geologen, heeft op grond van een nauw-
keurig onderzoek van het te verwachten verbruik van
benzine een raming van de noodzakelijke productie
aan ruwe olie uitgewerkt, die als voortreffelijke maat-
staf voor de petroleumindustrie zou kunnen dienen, om vast te stellen, hoeveel zij per week mag produ-
ceeren, zonder dat er overproductie ontstaat.
Tenslotte heeft de Federal Oil Conservation Board

aan de petroleum-industrie en aan de algemeenheid
een nieuwen dienst bewezen, door in zijn zon juist
gepubliceerde vierde rapport beslist voor de ,,uniti-
zation” der petroleumvelden op te komen. ,,Uni.tiza-
tion of oilfields” is ook sinds eenigen tijd de officieele

politiek van het American Petroleum Institute ge-
worden. Daartegenover staat de schare der door af-
wijzing der voorgestelde invoerrechten op petroleum
en haar derivaten teleurgestelden, ,,onafhankelijke”
producenten, die alleen d.n van ,,unitization” willen weten, indien eerst hun eisch vervuld wordt.
In verband met de nooit geheel gestaakte pogingen
om tot een wereldregeling van de petroleumproductie
en later ook van de petroleumdistributie te geraken,
verdienen de Russisehe plannen tot opvoering der
productie en der verwerking, alsmede van den uit-
voer, belangstelling. Niet tevreden daarmede, dat liet
hun door een met alle middelen gevoerde campagne
gelukt is, de Russische petroleumproductie sinds 1920 (laagste punt, gevolg der omwenteling) te verviervon-
digen en op 103 millioen barrels in 1929 te brengen,
wenschen de Sovjets in het laatste jaar van het 5
jarenplan een productie van 40 h 41 millioen tons

606

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

2 Juli 1930

(pl.in. 290 millioen barrels) te bereiken, wat – al

wordt dit programma niet voor de volle 100 pCt. uit-

gevoerd – ongetwijfeld een druk op tal van markten
en/of een revisie van de verhouding tusschen de Sov-

iets en de Europeesch-Amerikaansche groote concerns
tengevolge kan hebben.

In Roemenië, waar ook meer petroleum wordt ge-

produceerd dan noodzakelijk is, wordt eveneens over
een stabilisatie der olie-winning gesproken.

$PEP 6AIREL

OETROLE(JM

150–
1930

1.2__ – —


103-

ir
iï itï
AUG.

s

In de groote Europeesche consumptie-landen waren

belangrijke wijzigingen der
prijzen
niet vast te stel-

len; slechts in Duitschiand leidde de verhooging der

invoerrechten tot een correspoudeerende
stijging
van

de prijzen. Voorts is er sprake van, dat in het vervolg

de benzine en benzine-benzole-mengselen ook een zeker

percentage spiritus (pl.m. 2Y2, pOt.) zullen moeten

bevatten, hetgeen een verdere opdrijving van den prijs

zal beteekenen.

Niettegenstaande de economische depi-essie
zijn
de

invoercijfers vn benzine in nagenoeg alle landen be-

langrijk hooger dan voor dezelfde maanden in 1929.

IJZER.

Gedurende het tweede kwartaal 1930 heeft de alge-
meene depressie op de exportmarkt voor ruwijzer,
welke in den loop van de twee laatste kwartalen werd
waargenomen, zich nog meer geaccentueerd. De zeer
geringe opleving van de vraag naar Oleveland ‘giete rij-

ijzer, welke na de jongste prijsverlaging van 5 sh. in

Maart te constateeren viel, verdween spoedig. Ver-

bruikers meenden door een
afzijdige
houding produ-

centen tot een verdere prijsverlaging te kunnen nopen,
te meer daar de cokesprijzen, en daarmee de produc-
tiekosten voortdurend daalden. V66rdat de voorraden

echter zoo omvangrijk werden, dat zij een prjsdruk-
kenden invloed konden uitoefenen, pasten producen-ten door een verdere beperking van de voortbrenging
deze bij het verbruik aan.
I.JtCK

Niet alleen de locale vraag naar Cleveland-ijzer,
doch ook die in Schotland en op het vasteland nam
bij voortduring af, o.m. tengevolge van aanbiedingen

van Lux 3 tegen zeer lage prijzen – prijzen, welke
onder de noteei-ingen van het Westeuropeesche Gie-
terj-ijzerkartel liggen. Zoo is de noteeringvan Lux 3
in Schotland de laatste 3 maanden met 3 sh. tot 65 sh.
fob Grangemouth gedaald.
Interessant is nog te vermelden, dat thans ook het
Roheisenverband de ruwijzerprjzen voor de binnen-
landsche markt, welke sinds Mei 1928 ongewijzigd
waren gebleven, heeft verlaagd, en wel met 2-3 R.M.,

ingaande 14 Juni.
KOPER.

Aan de dalende tendens op de grondstoffenmarkt
heeft zich tenslotte ook koper niet kunnen onttrekken.
Een verdere daling van den koperprijs heeft plaats

gevonden met het gevolg, dat de Kartelnoteering voor

liet Continent nu 12.30 dollarcents per lb. bèdraagt,

terwijl Londen £ 56 per ton voor Electr. koper noteert.
Deze
prijs
is gedurende eenige dagen voor Amerika

veel gunstiger geweest, zoodat men den indruk kreeg,

dat het Koperkartel,. Amerika opzettelijk bevoordeelde.
Tegen deze tactiek hebben de Europeesche leden van

het Kartel heftig geprotesteerd, zoodat de Amen-

kaansche noteering nu weer in overeenstemming is

gebracht met de Europeesche. De statistische positie
van het artikel blijft nog steeds zeer ongunstig:

Oct.
199
Febr. Maart
April Mei1930
Prod. geraff. koper
152.840 121.100 127.060 124.535 132.185
Uitvoer …….
53.460 39.590 30.520 29.195 49.015
Binneni. afi ….
105.720 61.870 73640 50.140 75.890
Voorraden geraff.
88.420 233.170 256.070 301.320 308.620
,,

ongeraif.
254.940 264.780 266.560 268.05 265.560

343.360 497.950 522.630 57o.005 574.180

Uit de
cijfers
blijkt, dat, niettegenstaande de Mei-

afleveringen in verband met de prijsdaling aanzien-
lijk zijn toegenomen, de voorraden toch zijn geste-
gen, zoodat de totale voorraad ca. de helft der we-

reldproductie bedraagt: De sterke toeneming der
voorraden wordt
toegeschreven
aan het feit, dat de
loonsmelterjen in Amerika een overeenkomst hadden

met het Kartel om tegen een bepdalden
prijs
het
koper van hen te betrekken. Teneinde nu te voor-

komen, dat de smelterijen zelf het koper op de markt

zouden brengen, was het Kartel gedwongen groote

kwantiteiten koper over te nemen.

ENC TOM

vrr

JAN. FEBP. MPT. APP. MEI. .ILJNI JULI AUG. SEP OCT. NOV DEC.

In Europa wil men zich opeen andere wijze trach-

ten
vrij
te maken van het Koperkartel. Deze maand
is een combinatie tot stand gekomen, welke bestaat
uit de Amalgamated Metal Corp. (Engeland), de Me-

tallgesellsehaft (Duitschiand) en de Société Géné-
rale des Minerais (België). Deze drie groepen stonden
reeds lang met elkaar in verbinding. Er is, wat koper
betreft, bij deze groepeering één bezwaar, ni. dat
voor een deel de handel wel vertegenwoordigd is, doch de producenten van koper daarentegen bijna

niet. Uit de nieuwe groepeering komt ook weer sterk
de drang naar voren om de koperverwerkende indu-
strie met de kopervoortbrenging te verbinden. Wij wezen er reeds op, hoe bijv. in Amerika de koper-
verwerkende industrie, als draadtrekkerijen, kabelfa-

brieken, Messingwerken etc. gecontroleerd worden
door de Guggenheim en de Anaconda groep.
De overweging tot deze concentratie was om de
verwerkende industrie steeds zonder stagnatie aan
grondstoffen te helpen en omgekeerd de grondstof-
feuproducenten een ‘constante afzet te verzekeren. In de nieuwe groepeering bestaat nu ook wel een derge-
lijke samenwerking. De Metallgesellschaft heeft hare
verbindingen met Heddernheimer Kupferwerke,
Berg-Heckmaun-Selve A.G. Aron Hirsch. De laatste
firma heeft weer een belangengemeenschap gesloten
met de Haut Katanga. De British Amalgamated Metal.
Corp. heeft verbindingen met de Intern. Nickel Corp.
de Burma Groep, de Noranda groep in Canada, etc.
Verder is de Belg. groep geïnteresseerd bij de Raff.
Soc. Gén. Métali. de Hohoken, terwijl alle drie groe-
pen belang hêbben bij de Ertswinningen in Rhodesia.
Indien deze Europeesche groepeering op den duur
over voldoende capaciteit zou kunnen beschikken, zal
zeer zeker van Amerikaanche zijde hiermede rekening
moeten worden gehouden. Op het oogenblik zijn wij
echter nog niet zoover.

2 Juli 1930

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

607

Indexeijfers van Nederlandsche aandeelen.

De Bank voor Handel en Scheepvaart te Rotterdam zendt ons onderstaand overzicht:

Indexcijfers van.
12
aandeelengroepen der Amsterdamsche effectenbeurs.
1)

Banken
Electri-
Industrie
Kunst-

Mijnbouw’
Olie Rul?ber
Sch
Suiker
Tabak
Thee

Januari

1929
158.8
308.5
180.0
420.9
309.3
300.4
399.0 256.1
142.0 411.7
579.4
468.1
Februari

1929
165.0
316.9
182.0
427.3 286.9 297.6
388.3
273.9
139.9
412.8
576.6
458.3
Maart

1929
116.0

310.5
183.3
421.8
280.3
291.6 394.8
270.3
140.6
412.0
559.1
442.3
April

1929
162.7
328.0
178.2
418.2
274.8
275.8
394.9
238.6
135.4 400.8
514.4
458.5
Mei

1929
161.8
361.5
170.4
435.6
281.4
269,2
393.4
242.2
128.5
401.8
485.5
472.9
Juni

1929
155.3
375.2
167.4
455.3
292.5
273.5 404.2
234.2
126.6
403.2
459.9
445.7
Juli

1929
157.8
366.2
166.0
462.2
258.3 272.2
392.0
244.4
122.9 402.3
451.6 447.6
Augustus

1929
154.4
375.2
165.9
489.4
259.0
276.9 396.8
248.8
121.2
400.8
462.4
443.4
September 1929
159.4
378.4
169.9
482.0
219.5
280.9
431.7
247.2
120.1
414.7
470.3.
433.2
October

1929
156.5
335.3
158.0
427.3
185.4
254.0
435.4
225.4
113.0 397.5
453.3
423.8
November
1929
151.4
301.1
150.2 384.1
144.3
218.9
398.3
174.6
106.2
366.9
426.7
406.4
December 1929
150.4
292.8
144.6
368.7
124.4
213.9
396.7
145.7
103.4 356.1 408.3 418.2
Januari

1930
155.8
289.6
143.8
311.7 107.6
211.2
398.2
1425
102.1
354.4
413.8
396.1
Februari

1930 159.9
278.6
144.2
302.7
103.9
219.-
389.5
154.8
96.6
365.-
428.-
392.4
MaarV

1930
157.3
268.5
134.7
291.5
93.2
205.5
386.5
145.1
91.9 346.3
421.2 406.4
April

1930
158.7
283.6
140.4.
305.4
100.1
200.8
411.8
142.3 92.3 340.6

423.-
405.7
Mei

1930
156.8
267.6
129.1
281.0
18.1
184.0
402.2
127.5 91.5 309.5
388.4
396.9
Juni

1930
147.7
255.3
123.2
261.7
86.7
170.5
3894
109.3
83.4
281.2
359.-
344.4
Schommelingen in het aandeelen-indexcijfer.
2
Januari
1930
f
5.114.480.000 = 100.

2
Januari
1930……..
100
5
Maart.
1930……..
98.3
7
Mei
1930……..
96.2
8

,,
1930 ……..
100.1
12

,,
1930
……..
97.7
14
1930
……..
96.1
15
1930
……..
102.4
19

,,
1930
……..
95.8
21
1930
……..
96.1
22
1930
……..
102.4
26

,,
1930
……..
98.5
28

,,
1930
……..
95.8
29
1930
……..
102.2
2
April
1930

…….
101.2
4
Juni
1930
……..
93.4
5
Februari
1930
……..
101.9
9

,,
1930
……..
101.5
11
1930
……..
91.6
12
1930
……..
101.1
16

,,
1930
……..
.101.6 18
1930
……..
88.8
19
1930
……..
100.5
23

,,
1930
……..
101.9
25
1930
……..
90.2 26

,,
1930
……..
99.3
30

,,
1930
……..
99.-
1)
Men zie voor
de toelichting op
dit overzicht het nummer
van E.-S. B. van
15
Januari
1930,
blz.
64.
Nadruk verboden.

(Vervolg van. pag. 601.)
op haar beurt ook credietgeefsters zijn en wel ieder
voor geheel verschillende categorieën credietnemers.
Een goed ontwikkeld depositowezen is een absolute
vereischte voor een bevredigend functioneeren van
het credietwezen, een feit, dat in geen geval uit het
oog mag worden verloren.
Zeiden wij boven, dat de invlöed van de Young-

leening op onze geidmarkt zeer onbeteekenend is ge-
veest, een andere vraag is, wat met de opbrengst daar-
van zal geschieden. Dit is niet zonder belang voor
onze markt. In de meeste landen toch zal het netto-
provenu der leening in het land zelve worden uitge-
zet. Of dit in Nederland ook het geval zal zijn is ons
nog niet bekend. Ook aan de dagbladen schijnen daar-
over geen mededeelingen te
zijn
gedaan. Een uitzet-
ten van de gelden in ons eigen land zouin hoofdzaak
moeten geschieden door het nemen van disconto’s. Wij
meeuen, dat dit niet – althans
1
niet in belangrijke
mate – heeft plaats gehad. Zou het alsnog gebeuren,
dan kan men wel een druk op de cliscontokoersen ver-
wachten.
Wordt het saldo weggetrokken, dan zal onze wissel-
markt daarvan den invloed ondergaan. Wij herinne-
ren in dit verband aan het veto-recht, dat de presi-
dent van De Nederlandsche Bank op alle wisseltrans-
acties van de Bank voor Internationale Betalingen in
ons land heeft. Voor een ongewenschten invloed op
onze wisselkoersen bestaat derhalve geen vrees.
In Duitschiand is de op de Reichsbank door het
bedrijfsleven uitgeoefende druk, na een verrassend
zware ultimo, steeds minder geworden. Van contact
met de geidmarkt was reeds lang geen sprake meer.
Zoo werd zij langzamerhand in de richting van een
discontoverlaging gedreven, welke dan ook op 21 Juni
plaats vond. Met ingang va’n dien datum w’erd het
disconto van 4
öp
4 pOt. verlaagd. Het toenemende
bedrag wisselde op het buitenland en de verminde-
ring der binnenlandsehe visselportefeuille maakten,
dat een langer uitstel niet wenschelijk was. Dr. Luther
heeft in zijn motiveering van de discontoverlaging
alleen gewezen op de op het tijdstip der wijziging
geldende factoren. Dat is ook natuurlijk wel het

voorzichtigste. Zijn wij echter goed onderricht, dan
zal de Young-leening voor de Reichsbank een verdere
versterking van haar buitenlandsche wisselportefeuil-
le medebrengen. Een deel der leening (400 millioen
mark) komt Duitschland ten goede voor Reichsbahn
en Posterijen, welke slechts geleidelijk van dit crediet
gebruik zullen maken. De 400 millioen zullen groo-
tendeels in buitenlandsche deviezen aan de Reichs-

bank worden overgemaakt, waardoor haar positie op
het buitenland – althans tijdelijk – aanzienlijk zal
versterken. Mogelijk is echter, dat men het saldo nog
eenigen tijd bij de Bank voor Internationale Beta-
lingen zal laten staan. De mogelijkheid te allen tijde
de beschikking te kunnen hebben over een enorm te-
goed aan buitenlandsche deviezen is een factor. van
heteeken:is.

Ook overigens doet zich de invloed van de Bank
voor Internationale ]3etalingen op de Duitsche geld-
markt gelden. Jieef t zij ook op andere .geldmarkten
transacties uitgevoerd, voor de Dilitsche zijn haar
wisselaankoopen van bijzondere beteekenis. De wei-
nige semi-officieele instellingen, welke daar zulke
belangrijke koopsters zijn van wissels, verschijnen hoe
langer hoe minder op de matkt, daar de middelen den
laatsten tijd vrij krap zijn. Aan het optreden van de
Bank voor Internationale Betalingen schijnt het nu
te danken te zijn, dat. de discontokoersen zich konden
handhaven. Zoo werd één dezer dagen gemeld, dat
zij koopster is geweest van, naar wij ons meenen te
herinneren, een bedrag van R.M. 13 millioen Ber-
Iijnsche schatkistwissels.

Men kan tegenwoordig niet meer over de Engël-
sehe geldmarkt spreken zonder de Fransche daarin
te betrekken en omgekeerd. Veel is in.de verhouding
tusschen beide markten :in de afgeloopen maand niet
gewijzigd. De franc blijft zeer vast en aanleiding
geven tot gouduitvoeren. Door deze aanhoudende
goudexporten heeft de Bank of England zich dus-
danig bedreigd gevoeld, dat zij een noodsprongetje
heeft gemaakt. Door goud af te geven, dat van zoo-danig gehalte is, dat raffinag.e in Frankrijk opnieuw
noodig is, heeft zij het gouduitvoerpunt ten opzichte

(Vervolg zie pag. 609.)

608
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

2 Juli 1930

.

CONJUNCTUURGEGEVENS BETREFFENDE DUITSCHLAND.

Productie
1),
Handel en Verkeer
0

Q

Productie-index
van


IT
,

Buitenlandsche handel
3
)
Scheepvaart-


‘-o

verk.
v. d.
be-
langr.havens2
)
ee
. .
-:—-

.
Invoer
.
Uitvoer
Datum
0


•N

.

o
2
_______________
_______________
– .
••
0
aa
Grond-
Fabd-
aa
Grond-
Fabr-
°
o
3

5.E
stoffen
katen
stoffen
keten
0

06
Gemiddeldevaul92s=rnO
1000
in millioenen R.M.
in
.
1000
Mill.

87,6 86,6

84,6

81,8

95,6

.&

1.030
518

167

774
166

563

256 2.766 2.793

.

00,1 96,5 82,7

76,7

69,5

80,4

834
412

114

868
228

596

3.190 3.183

1925 …….83,2

1926 …….78,9
1927

……
102,0
111,3

112,6

91,7

110,6
1

1.186

1

599

212900
217

644

286 3.359 3374
117,1
100,0
.
100,0
100,0 100,0 100,0

100,0 1.024 1.167
604

205

1.025
225

725

165 3.678 3 653
428,3
1928 …….
1929 …….
101,8
108,3
113,8

112,5

99,7

90,5

1

1.120 600

1.89

1.124
244

81.9

+


3.37 3.598
445,5
Januari
95,2
104,2
109,8

119,3

80,2

98,2 2.433

1.319 688

215

1.1105
247

791

214 3.304 3.326
382,5
Februari
91,0
101,9
108,9

111,7

77,0

93,9 2.622

1.01.7
546

182

973 211

713

442.315 2.259
366,4
Maart
99
3
0
108,4
1.06,1

1.11,.i

94,1

91,1

2.091

1.022
563

188

984
223

709

382.979 2.943
457,8
April
108,4
107,7 115,1

119,7

109,1

97,1

.1.325

1.255
692

200

1.231
270

876

24 3.734 3754
430,8
Mei
109,1.
105,2
115,1

120,2

98,4

39,5

1.011

1.122
613

196

1.176
260

834

+

54 3.871 3.846
451,5
Juni
_
109,8 107,6
1190,3

120,8

113,4

85,3

930

1.078
55

202

1.079 228

788

+

2 3.787 3.797
464,1
Juli
104,7
106,8
120,3

114,7

110,2

70,9

864 1.230
613

197

1.100
241

810

.130 4.009 3.925
501,3
Augustus

103,3
107,6
116,9

109,6 105,9

867

883 1.074
576

180

T. 1.911.
261

884

117 4.308 4.303
495,0
September

101,8 108,2 114,8

104,3

102,7

87,6

910 1.038
547

180

1.204
260

879

+
166 3.977 3.880
473,9
October
101,4
110,4
115,7

107,7

96,3

95,3

1.061

1.107
601

190

1.251
249

923

147 3.986 3.974
481,8
November
101,4
116,6 112,9

108,8

97,3

97,4

1.387

1.161
652

1.77

1.154
240

851

S 3.672 3.667
430,1
December
96,0
114,9
110,1

101,8

111,2

100,4

1.985

1.013 528

163

1.063
233

775

+

50 3.677 3.498
410,2
1930


– –
Januari
94,8
112,6
109,2 103,7

85,6

99,2 2.483 1.295
624

174

1.092 249

795

203 3.450 3.465
360,6
Februari
92;9v
101,9
106,7

103,7

89,8

100,3 2.656

982
524

168

1.026 224

756

+

45 3.144 3.073
340,3
Maart
April
92,5v
97,1
96,2

100,8

97,6

98,4v

96,6 2.347

884

93,1

91,0

2.081

888 493

167

1.104 480

159

977
21

833

+
220 3.633 3.535
200

734

+

88 3.544 3.550
385,7

Mei
831
454

159

1.096
.
236

813
+
265

De indexcijfers
van
de productie zijn ontleend aan de publicaties van het Institut fOr Konjunkturforschung.
Deze cijfers, ontleend
aan Wirtschaft und Statistik,
zijn
voor de jaren 1925-1929
maandgemiddelden.
De cijfers van
1925-1929 zijn maandgemiddelden.

v) voorloopig.

DUITSCHLAND.


Kapitaalmarkt’)
S

Effectenbeurs
Geidmarkt’)
Prijzen
3
Emissies
2)
Indexcijfer van

.2
2


cd

fl
II
-:2v
(
0
Ci)

1924-1926
=
100
in millioenen R.M.
1

1925….
93

93
97 97

93

89

– 250

145

105
55

195

182

68
1.694 9,08

7,62

10,82

14

2
L217
1926….
109

118
1?1.
97

121

.113

510

381

129
82

428

310

200
3.185 5,31

4,91

6,57

134
1.319
1927….
158

.162
163
130

1.74

155

479a 361a

118
120

359

358

121a
4.698 6,05

5,49

7,8238

148
656
1928….
148

159
128
101

174

142

96,8

476b 354b

122
112

364

321

155b
6.990 6,74

6,54

140

152
883
1929….
134

153 120 85

168

123

93,9

242c 213e

29 82

160

174

68e
9.016 7,68

6,87

8,96

137

154 821
Januari
147

165 118 92

180

141

96,2

524

497

27
227

297

402

122
7.416 5,16

5,80

7,57

139

153
832
Februari
142

1611
118
89

172

136

95,9

433(1 274(1

159
77

356

205

228(
1

7.655 6,44

5,81

7,31

139

154
775
Maart
141

160
119
88

173

134

95,8

235

187

48 53

182

183

52
7.828 7,08

6,31

7,65

140

157
930
April
141

157
119
87

175

132

95,2

281

280

1
124

157

241

40
7.959 6,94

6,63

8,08

137

154
885 Mei
135

157
116 83

169

127

93,8

202

198

4
129

73

193

9
7999 9,38

7,49

9,76

136

154
846
Juni
139

156 123 87

175

130

93,7

292

222

70
85

207

207

85
8.190 8,11

7,50 10,00

135

153
803
Juli
136

154
125 88

175

123

93,7

1187

185

2
45

142

122

65
8.316 8,56

7,40

9,85

138

154
845
August.
134

151
125
86

175

120

93,4

195

193

2
76

119

129

66
8.466 7,64

7,18

9,75

138

154
739
Septemb.
l3t

151 127
85

171

117

92,8

176

173

3
44

132

82

94
8.596 8,17

7,18

9,74

138

154
657
October
135

147
120
79

157

1.09

92,4

129

102

27
36

93

104

25
8.723 8,38

7,28

9,71

137

154
840
Novemb.
120

142
118
76

149

104

92,1

101

98

3
39

62

95

6
8.827 7,98

6,89

8,82

136

153
813
Decemb.
115

137
116
75

1.43

99

91,9

129

127

2
29

100

303

26
9.016 8,27

6,98

9,35

134

153
881
1930
Januari
120

141
123
80

149

102

92,5

322

319

3
163

159

303

19
9359 6,43

6,33

8,30

132

152
1.106
Februari
127

143
123
82

148

102

93,7

433

277

156
34

399

337

96
9.548 6,36

5,54

7,41

129

150
1.103
Maart
119

139
123
81

146

101

94,2

450

355

95
23

427

321

129
9.637 5,88

5,32

6,93

126

149
L142
April
122

139
123 82

150

106

473

369

104
45

428

273

200
9.724 4,80

4,46

6,00

127

147
1.006
Mei

147
1.062

De cijfers
betreffende
de kapitaal- en geidmarkt zijn ontleend aan ,,Wirtschaft und Statistik”.
Cijfers
van 1925-1929 zijn maandgemidclelden. Een scheiding
tusschen privaatrechtelijke ondernemingen en publiek-
.rechtelijke
lichamen is voor Duitschland uiterst moeilijk. Wij
hebben getracht deze zoo. zuiver mogelijk weer te geven.
De cijfers hebben betrekking
op het einde van de maand,
resp. van het jaar.
waarvan 5 buiteni.
em. in Duitschland.
,,
1
,,
,,

,,
C)

,,
2
d)

,,
19

0.

2 Juli 1930

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

609

(Vervolg van pag. 607.)
van den franc kunstmatig eenigszins hooger gebracht
dan voordien het geval was en wel ongeveer
20
centi-

mes per pond sterling. Het gevolg is natuurlijk een

oploopen van den franekoers geweest.
De Engelsche geldmarkt is den laatsten tijd aan

verschillende invloeden onderhevig en in het land

zelve durft men zich geen oordeel over de toekomstige
ontwikkeling daarvan aan te matigen. Aan ,,The

Econornist” ontieenen wij de volgende discontokoer-

sen voor 3-maands wissels:

5 Juni
12
Juni 19 Juni

26
Juni
2i-f32

2I16

2116-:

2Y4
pOt.
De daling
van
de laatste week werd wcarschijuiijk

veroorzaakt door do discontoverlagingen te New-York
en Berlijn. Berlijn zit zoo ruim in het geld, dat de
druk op Londen steeds minder wordt. De daardoor
vrijkomende gelden zoeken belegging op de wissel-
markt. liet contact dat de Bank of England den laat-

sten tijd weer met de keidmarkt had gekregen, dreigt

aldus weer verloren te gaan.
Ook New-York heeft het disconto verlaagd, en wei
van 3 tot
234,
pOt. met ingang van 19 Juni jl. Daar-

mede is het laagste officieele disconto der wereld be-
reikt. 1)e aanhoudende depressie heeft hier – als

elders – de bekende uitwerking niet gemist. De be-
kende post ,,Bills bought in open market” der Now-
Yorksche Federal Reserve Bank liep terug van bijna
$ ’75
millioen op
5
Juni tot ca. $ 10 millioen op
26
Juni.
Ook eiders hadden eenige discontoverlagingen
plaats: zoo verlaagde Praag met ingang van
25
Juni
het ‘disconto van
434
op
4
pOt., nadat Warsch.au reeds

op
12
Juni het discouto had gebracht van
7
op
634
pOt.

Wij willen tot ‘slot nog cenige woorden wijden aan
de Turkscho Staatsbank. De regeering :in Turkije
heeft de beschikking gekregen over $ 10 millioen, af-
komstig van de transactie met de Zweedsohe Lucifer-
trcist. :Dit bedrag zal dienen als basis voor de nieuwe
circu.latiehank. Er zal een staatsbank worden opge-
richt, waarmede dus aan de Ottomaansche Bank het bankbiljettenmonopol ie wordt ontnomen. De Turk-
sche Staatsbank zal het in omloop zijnde papiergeld
inwisselbaar in goud vcrklaref. Stabilisatie zal ech-
ter eerst plaats hebben, nadat voPedigo overeenstem-
ming inzake de Turksche schulden al zijn bereikt.
Intusschen is het steunconsortium voor het Turkeche
Pond tot het einde van dit jaar verlengd.
V. 0.
Bit.

BOEKAANKONDIGING.

La Paix de Versctilles VI: Régime des
paris, voies d’eau ei voies ferrées
(Les
ddi ti ons internationales, Paris).
Onder bovenstaandon titel is een bronnenuitgave
verschenen, die verdient te worden aanbe’olen in de
aandacht van hen, die belang stellen in de na-oor-
logsche ontwikkeling van het internatioûaal ver-
keersrecht, speciaal van het internationaal rivieren-
recht.
In E.-S. B. No.
746
wijdde ik een artikel aan de
werkzaamheden van de vredesconferentie op dit ge-

bied, aan de hand van de bronnenuitgave van D. H.
M:iller. Millers, zeldzame en daardoor moeilijk toe-
gankelijke boek wordt door de Fransche publicatie op
gelukkige wijze aangevuld. Zij bevat voornamelijk
stenografische verslagen van de commissie voor wa-terwegen enz., waaruit men van het verhandelde een
levendig en scherp beeld krijgt. Millers boek geeft
van de vergaderingen slechts notulen, maar het is
vo]lediger dan het Fransche werk, doordat daarnaast
véél meer bijlagen (ontwerp-teksten e.d.) worden ge-
geven, terwijl in het Fransche boek bovendien ver-
slagen ontbreken van een aantal vergaderingen, waar-
van men bij Miller de notulen vinden kan.
De hoofdindruk, gelijk ik die in E.-S. B. No:
746

gaf, is uiteraard dezelfde
1
). .De uitgevers hebben met
hun’ publicati.e aan de waarheid een grooter dienst
bewezen dan aan de theorie, dat verheven rechtsbe-

ginselen te Versailles tot uitdrukking werden ge-

bracht, welke theorie als eenigo verdienste heeft, dat
zij aan Fransche machtspolitiek zoo uitnemend ten

stade komt. Hetgeen, ondanks alles, haar voortbe-
staan wel zal Waarborgen. –

J.
ZAAIJER
1)
ik maak van deze gelegenheid gebrtuk om een fout te
herstellen, die ik daar maakte door een onduidelijkheid in Millers stukken. De quaestie van de samenstelling van de
Centrale Commissie voor de Rijuvaart is
niet
ter beslis-
sing naar den Oppersteis Raad verwezen : aan het voorue-
uien daartoe behoefde geen gevolg te worden gegeven, door.
dien de Fransehe delegatie in de commissie voor waterwe-
gen enz. ter elfdei ure bakzeil haalde, zij het in dubbel-
zinnige bewoordingen.
Ten onrechte schreef ik ook, ‘dat Frankrijk aanvanke
lijk evenveel stem in de Centrale Commissie vroeg als
])uitschlaod zou hebben. Het vroeg evenveel vertegenwoor.
d igers, maar bovendien een
stcmgercehtigd
Fraasch voor-
zitter. Hierop werd niet direct aanmerking gemaakt, en
Frankrijk verhoogde zijli eischon nog wat. Toen kwam cle
.Engelsche weigering, om aan Frai.ikrijk meer item te geven
(l all
41,111
II u itschl a ii cl.

STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.
N.R. ”
hoteekent: Cijfers nog niet ontvangen.

GELDKOERSEN.
OPEN MARKT.

1930
1929
1928
1914

28
Jun
23128
16121
9114
24129
25j30
20124
Juni Juni
Juni
Juni
Juni
JulI
Amsterdam
Partic.disc.
2
1
1a
1
3
14-2
1
116
1314-2
I
11
i16296
5
1
1_
3
/8
4_31
3
1
18_
3
114
Prolong.

.
1
3
1-2
1
1
1
3
14-2
1
1
1-2
4
3
14_5
1
12
4..1/
21/
4
_31
4

Londen
DageId…
1
1
14-2
1114.2

I
1
12_2
1
I
1
1
14’2
3
I4
3
1
(2.6
1
(2
3-6
181
4
_2
Partic.disc.
211
4

2116.
7
115
2
7
(15-
5
(8
2_1(
5/14

116
3
13
h
25
11g
2
1
14_
5
14
Berlijn
Daggeld…
4-6
I9
2
6
1
1
1-4
1
/2
2
1
11-4
1
13
61/
3
111/
2

5-10

Partic.disc.
30-55
d..
.
3112
3
1
1
3
1
I2
3618
7
1
12
56-90
d…
3
1
1
3
1
12
3
1
I2
3I8
7
1
/2
6
3
14-7/5
2
1
1-
1
/i
Wa ren-
wechsel.
311
4
_7j
3

331
4
_715

3314_4
4
8
1
(4_

1

12
7

New York
Dageid
1)
2.’/
12-2
314
2112414

21723174

101/4

1
613_8114

IA14211
Partic.disc.
2
2-
1
/s 2
1
18
1
)4
2114
5112
411
4


Koers van
27
Juni en daaraan voorafgaande weken tjm Vrijdag.

WISSELKOERSEN.
r OER SEN IN
NEDERLAND.
Da a
New
Londen

1

Berl
(I
n
Par
(I
s

1

Brussel
Balavla
York )
0
)
)
0
)
,)
1)

24
Juni
1930
2.487/
8

12.0934
59.31 9.77
34.73
100i
1
i
25

,,

1930
2.4818/
88

12.09
2
/
Is

59
.
32
1
9.77
34.721
100
8
/
8

26

1930
2.48laj
12.0934
59.30 9.771
34.73
1001j
27

1930
2.4818j
12.0934
59.271
34.731
1001/
8

28

1930 2.4834
12.091j
59.26
9.77k
34.73 100’/
30

1930
2.48
l2/
i

12.0934
59.301
9.77k
34.73
100
1
/
8

Laagsted.w.1)
2.48LI,
12.081
59.24
9
.
76
1
34.70
100
Hoogste d.w
1
)
2.48I/
12.0934
59.34
9.77k
34.74
1008/
8

23
Juni
1930
2.48I5/ 12.09s
59
.361
°•+
100I/
16

,,

1930
2.48111
12.082)
18

59.331
9.76
34.691
1008/
8

Muntparit.eit
2.483%
12.1034
59.26
9.75
34.59
1100

Data
Zit-
S7.d
Weenen
Praat
Boeka-
Muaanj
Madrid

24
Juni
1930 43.2234
35.15 7.37J
1.48
13.03
2
8.971
25

1930
48.23
35.15
7.371
1.48
13.031

28.65
26

,,

1930
48.23 35.15
7.371
1.48
13.031
2
8.571
27

1930 48.2334
35.15
7.371
1.48
13.031

28.04
28

1930
48.2134 35.1234
7.37J
1.48

30

1930
48.22
35.15
7.38
1.48
13.031

27.17+
Laagsted.w.1)
48.1834
35.0734
7.37j
1.47
13.02
27.10
Hoogste
d.wi)
48.24
35.1734
7.39
1.49
13.05
29.10
23
Juni
1930
48.2234
35.15
7.
3
8+
1.48

13.03+
28.971
16

,,

1930
48.20
35.10
7.37J
1.48
13.03
2.121
Muntpariteit
48,-
35.-.-.
7.371 1.488 13.09
48.521
*) Noteering te Amsterdam.
*5)
Noteering te Rotterdam.
1) Particuliere opgave,
To het eerste lilluhlner van iedere maand komt een overzicht
voor van een aantal niet wekelijks opgenomen wisselkoersen.

610

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

2 Juli 1930

Data

1
Stock-
holm *)Jhagent’)i
1
Kopen-I
Oslo ‘i

sing-
Buenos-
Aires
1)
Mon-
treal’)

24 Juni 1930
66.821
66.60
66.621 6.261
91
1

2.49
25

1930
66.85,
66.60
66.62k
6.2q
907/
8

2.4871
3

26

1930
66.85 66.60
66.65
6.26.
89
7
/8
2.489/
4

27

1930
66.85 66.60
66.65
6.261
88%
2.48
3
/,
28

,,

1930
66 82j
66.60
66.621
6.26é

88
2.4851/,,
30

,,

1930
66.85
66.0
68.621
6.26
885/,
2.482/
8

Laagsted.w.l)
66.80 66.55
66.57I
6.251
88
2.4875
8

Hoogste d.wi)
66.90
66.65
66.65
6.24
91%
2.49
t/
23 Juni 1930
66.85 66.62k
66.65
6.26?
92′
2.49
16

,,

1930
66. 80
66.55
665
41
6.261
92%
2.48/
3

Muntpariteit
66.67 66.55
66.67
6.261
95%
2.48
3
1

•) Noteering te Amsterdam.
5*)
Not, te Rotterdam. 11 Part,
opgave.

Laatstbekende noteeringen te Amsterdam en Rotterdam op
1 Juli 1930 voor
teleqrafische
uitbetaling op:

(u1den per
Pan Koers
Bank-
disconto
Europa.
0/
3

Londen
S)
£
12.101
12.08+
100 Mark
59.26
59.29.1
100 Franc
9.747
9.774-
2
Berlijn

)
………….

100 Belga
34.59
34.73
3
Parijs
S)
…………..

100 Franc
48.-
6.94,
100

,,
48.-
48.24
3

Brussel
5)

§)

…….
Luxemburg ………

100 Kronen
7.34
7.34
4
Zürich
S)
………….

100
Schilling
35.-
35.15
5
Boedapest

….
. .
100 Pengö
43.51
43.50
5
Boekarest

………..
100 Lei
1.4880
1.44.
9
100 Leva
48.-
1.80
10
Belgrado …….
100 Dinar
4.379 4.40
5

Praag

…………….

Istanbul ……….
Turksch £
10.93
1.14
100 Drachme
3.23
3.22k
9
100 Lira
13.09
13.03
5r
100 Peseta
48.-.
27.62
5-

Escudo
2.681
0.11J’
8
Madrid

…………

Kopenhagen )
100 Kronen
66.67
66.54
4

Weenen

)…………

100
66.67
66.62k

Sofia

…………….

100

,,
66.67
66.82k
34
100 IJsl.Kr.
66.67
54.85

Athene

………….

Oslo
S)
…………..

Stockholm

)
……..

100 Zioty

..

27.91
27.88
6

Milaan

…………

Reickjavik ……….
Warschau ………..
Kovno (Litauen)
100 Lita
24.88
24.80
6

Lissabon ………..

Riga (Letland) 100 Lat
48.-
48.-
6-7
Reval (Estiand). ..
100 Esti. Kr.
66.67
66.30
Finnmrk.
626
6.26k
6
Tjerwonets
12.80 12.85
(10 Roebel)

Helsingfors…….100

Guldep
48.42
48.321
41

Moskou

………..

Amerika.
Danzig…………100

New-York )
$
2.4878 2.481
2
Montreal

……..
Canad. $
2.4878
2.481
Mexico

……….
Mex. Dollar
1.24
1.18
Peso (papier)
1.056S’
0.84
La Paz (Bolivia)
Boliviano
0.9080
0.67
Rio de Janeiro
Milreis (pap.)
0,8075
2

28.-
Peso (papier)
0.30
0.30k
6-7
Bogota (Columbia)
Peso
2.42 2.19
Quito (Ecuador)

.
Sucre
1.21
0.
4

Lima. (Peru) ……
Sol
O.92
.f
Montevideo (Urug.)
Peso
2.5725 2.14
Caracas (Venezuela)
Bolivar

..

0.4795
0.461

Buenos Aires……..

Gulden

..

1.-
0.9967
Willemstad (Cura0.)
Gulden
1-
1.04.
San José (C. Rica)
Colon
1.16
0.62
Quetzal

..

2.48%
2.481
Managua (Nicarag.)
Cordoba
2.48e
2.46.
SanSalvador(Salv.)
Colon
1.2440
1.24
Azië.

Valparaiso ……….

Rupee
0.91
0.90
6
Gulden I.C.
1.-
1.00*
4*
Yen
1.24
1.23
5

Paramaribo

………

Dollar
0.77

Guatemala ………..

Taël
0.90e
Straits DolI.
1.4125
1.39*

Calcutta

………….

Manilla

… …….
Phil. Peso
1.214
1.22*

Batavia

…………

Bangkok ……….
Baht
1.10
1.14

Kobe

….. …. …..

Teheran (Perzië) .
Kran
0.
2
0*

Hong Kong

…….

Afrska.

Shanghai

………
Singapore

……….

Kaapstad

.

£
12.10*
12.06
6

.

Egypt.
£
12.42
12.40
Australië.
Alexandnië………

Melbourne, Sidney
en Brisbane
£
12
.
1
0*
11.36*
Nieuw Zeeland .
£
12
.
10
*
11.53

)iia=5i’rnk.2) 1S0L= 0 O.9 7 j;.

I

96
Be

a

KOERSEN TE NEW YORK. (Cable).

Da a
Londen
(8 per £)
Parijs
($ P. JOOfr.)
Berlijn
($ p. 100 Mk.)
Amsterdam
($ p. 100 gid.)

24 Juni

1930
4,86
3,925
23,845/,
1

40,18%
25

.,

1930
4,86
3,925f,
23,84
40,19
26

1930
4,86
1
/
32

3,92s/
8

23,8334 40,19%
27

1930
4
,86,
3
32
3,92%
23,82k
40,19%
28

1930
4,86
3
/
33

3,927,,
23,82
1
4
40,20%
30

1930
4,85s1/,
3,92k
23,831.
40,19%

1 Juli

1929
4,8413
6

3,911,
23,82%
40,1534
)&untpariteit.
J

4,8667
3,901/
3

1

23,81%
I

40’j,

KOERSEN TE LONDEN.

Plaatsen en
Landen
lNoteerings-1 eenheden

1
14
Juni
1930
I
21Juni
1

1930
1
23128
Juni
’30
LaagstelHoogstfl
1
28Juni
1930

Alexandrjë..
Piast. p.
97%
97%
9116
979/
10

97%
p.4
375
375
37434
375sf,
375
Bangkok….
Sh. p.tical
1/105/,
i/10
1/101/
8

1110%
1/10s/
Budapest . . .
Pen. p £
27.74
27.78*

27.75
27.81
27.79
Buenos Aires
d. p.$
417/
3

411/
8

40
417i
lo

40s,,,
Calcutta . . . .
Sh. p. rup.
1/5
13
/
16

11
1
5
53
1
115
23/33

1
1
57/
8

1/5
55
/
34

Athene ……Dr.

Constantin..
Piast.p.0
1.025
1.025
1.025 41.025
1.025
Hongkong ..
Sh. p. $
1
1
’37/
16

1/3
5
/8
1/3
1133%
1/3%
Sh. p. yen
2/013/
33

210131
33

2/013/
35

2/015/
33

2/027/
34

Kobe

…….
Lissabon….
Escu. p. £
108% 108%
108 l
108
5
/8
108%
Mexico 1)….
$ per £
10.25 10.25
10.15 10.35
10.25
Montevideo .
d.perj
43
43%
42Y
4

444
42%
Montreal …
$ per £
4.85
27

4.855i
4.85%
4.865/,
4.865/
3

Rio d. Janeiro
d. per Mil.
17/32
535/34
5%
519133
59,11
Shanghai . . .
Sh. p. tael
1/69/
16

1/529
1
1
5
7
18
11613/
55

1
1
611/
33

Singapore ..
id. p. $
2/3%
13%
2/32133

2/3
27
/
213%
Valparaiso 1).
$ per £
39.90
39.94
39.93
39.96
39.95
Warschau ..
Zi. p. £
43.34
43.341 43.32
43.39
43.36,
, in nci vervoig wonnen ne Mex.

niet meer in penc. 00cr, In
£
genoteerd.

2) 90 dg.

ZILVERPRIJS
GOUDPRIJS
1)

Londen’)
N.York’)
Londen
23 Juni 1930..

15j,
335/
8

23 Juni 1930….
8510
24

,,

1930..

157/,
33sj,
24

,,

1930….
8510k
25

,,

1930..
331/
9

25

1930… .
84111%
26

1930..

15%
33&i
s

26

1930….
85/0
27

1930. .

1511/,
34/8
27

1030… .
8510
28

1930..

16
34s
28

1930….
85/0
29 Juni 1920.. 241
52%
29 Juni 1929….
84/1134
27 Juli

1914..

2411/
1

59
27 Juli

1914….
84.11
1) In pence p.oz.stand. 5) Forelgn silver In tc. p.oz. fine.
8)
In sh.
p.oz. Is

e

STAND VAN
‘s
RIJKS KAS.

Vorderingen.

1
15Juni1930

1
23Juni1930

f
13.724.882,97
/

16.926.831,06
Saldo b. d. Bank voor Ned. Gemeenten
,,

138.249,88
»

344.522,83
Voorschot op uit. Mei ’30 aan de ge

Saldo bij de Ned. Bank

…………..

meente op voor haar door de Rijks-
administratie te heffen gemeentelijke
inkpmstenbelasting en opc. op de
Rijksinkomstenbelasting………….
,,

4.123.461,05
,,

4.123.461,05
Voorschotten aan Ned.-lndië ………
.,,

57.28.744,09

61.414.605,85
Id. aan

Suriname …………………
11.377.707,15
,,

11382.223,95
3.003.584,98
,,

3.026.083,54
Kasvord. weg. credietverst. ajh. buiteni
, 107.621.787,63
4.000.000,-
Daggeldleeningen tegen onderp ……
,

9.000.000.-

Id. aan

Curaçao……………………..

Saldo der postrekeningen van Rijks-

….

20.983.895,34
,,

22.004.939,33
comptabelen

……………………
Vordering op het Algemeen Burgerlijk

..



Pensioenfonds 1)

……..
Vordering op andere Staatsbedrijven’)
11,986.511,76
,,

12.237.942,02

Verplichtingen.

Voorschot door de Nederl. Bank ingee.
art. 16 van haar octrooi verstrekt
– –
Voorschot door de Ned. Bank inrek.
courant verstrekt ………………


Schatkistbiljetten in Omloop ………
f132.541.000,-
fl32.541.000,-
,,

26.210.000,-


.
26.190.000,-
Schatkistpromessen in omloop …….
Waarvan direct bij de Ned. Bank
– –


Daggeldieeningen

……………………
Zilverbons in omloop ….
………….
Schuld
5 .829.884,50 ,,

5.777.706,-
aan het Alg. Burg. Pensioenf.
1
)
Id. a. h. Staatsbedrijf d. P., T.

T.’)
en
1.113.087,95
,,

1.164.530,97

Id. aan andere Staatsbedrijven 1)
30.096.970,72

31.045.000,79

Id. aan diverse instellingen’) ………..
8.482.134,99
,,

8.400.482,59
1) In rekg.-crt. met ‘s Rijks Schatkist.

NEDELANDSCH.INDISCHE
VLOTTENDE
SCHULD.

1

21 Juni1930
1

28 Juni 1930

Vorderingen:



Saldo

bij ‘s Rijks kas …………………
Saldo bij de Javasche Bank……………
Ver1ichtïngen:
f
61.400.000,-
t
62.497.000,-
700.000,-
,,

700.000,-
,,

41.855.000,-

Voorschot ‘s Rijks kas ……………..

3.9(9.000,-

Schatkistpromessen

………………..
Betaalmiddelen in ‘s Lands Kas …….

Muntbiljetten In omloop ………….
26.288.000,-
,,

25.154.000,
Waarvan Muntbiljetten ………………

Schuld

an het Ned.-lnd. Muntfonds
3.394.000.-
,,

3.394.000,.-
Idem aan de Ned.-lnd. Postepaarbank
,,

888.000.-

..

,,

744.000,-
Voorschot van de Javasche Bank
,, 30.678.000,-
33.616.000,-

2 J’uli 1930

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

611
NEDERLANDSCHE’ BANK.
Verkorte Balans op 30 Juni
1930.

4otiva

Binnenl.Wis-(‘Hfdbk.
f

38.482.903,99
sels,Prom.,.Bijbnk. ,,

453.166,35

enz. in disc.J Ag.sch. ,,

11.164.149,38

f
50.100.219,72
Papier o. h. Buiten!. idisconto

……

Idem eigen portef.
.
f
237.681.853,-
Af :Verkocht maar voor de bk. nog niet afgel.


237.681.853,_
Beleeningen

11f dbk.
f

42.495.633,27
iiie!. vrsch.

Bijbnk. ,,

9.222.334,98
in rek.-crt.
Ag.sch. ,,

56.808.772,91
op onderp.

f
108.526.741,16

Op Effecten
……f
104.026.513,05
Op Goederen en Spec. ,,

4.500.228,11
108.526.741,16
Voorschotten a. h. Rijk ……………..

,,

Munt en Muntmateriaal
Munt, Goud
……f

64.860.880,-
Muntmat., Goud
.. ,,
367.053.747,69

f 431.914.627,69
Munt, Zilver, enz.

,,

26,449.244,92
Muntmat., Zilver..
,,


458.363.872 61
1
)
Belegging
i

kapitaal, reserves en pen-
sioenfonds

……………………,,
25.883.169,75
Gebouwen en Meub. der Bank ……..,,
5.000.000,_
Diverse rekeningen ………………,,
34.241.192,85

f

Passiva
919.97.049,09

Kapi taal ……………………….
f
2
0.000.000,-
Reservefonds ……………………,,
7.199.946,44
Bijzondere

reserve

………………;,
8.000.000,-
Pen8ioenfonds

………………….,,
6.709.422,39
Bankbiljetten in omloop …………..

,,
843.171.480,_
Bankassignatiën in omloop ……….,,
875.235,07
Rek.-Cour.
J
Het Rijk
f

13.125.854,08
saldo’s:

Anderen,,

18.115.816,31 31.241.670,39

Diverse rekeningen ………………

,,
2.599.294,80

f
919.797.049,09

Beschikbaar metaalsaldo
………….f
107.805.431,48
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop dan waartoe de Bank gerechtigdis. ,,
269.513.579,-
1)
Waarvan in het buitenland
f
23.890.447,18.
Voornaamste posten in duizenden
guldens.

Ooud
Andere
Beschikb.
Dek- Data
Ctrculatie
opeischb.
Metaal-
klngi
Munt
1
Muntmat.
schulden
saldo
1)

perc.

30 Juni ’30
64.861
367.054
843.171 32.117 107.805
52
23

,,
’30
64.870
367.054
790.921
61.570 117.320
54
16

,,
’30
64.873
367.054 806.139
54.024 113.629
53
10
’30
64.878
387.054 816.879
45.043
112.312
53
2

,,
’30
64.883
387.054 846.537 25.326
108.774
52
26 Mei
’30
64.891
367.021
804.012
54.471
114.933
53

1 Juli
’29
05.870
370.843
844.067
22.006
110.939
53

25 Juli
’14
65.703
96.410
1310.4371
6.1981 43.521
1

54

Totaal
Schat kist-
ee
B


Papier
Diverse
Data
bedrag
Idisconto
‘s
prOmeSsen
/
op het
reke-
rechtstreeks
buitenl.
om
gen’)

30 Juni 1930
50.100

108.527
237.682
34.241
23

,,
1930
51.092

86.756
237.570
31.753
16
1930
51.898


89.084
237.518
36.842
10
1930
52.386

91.857
237.432
36.231
2


1930
52.422

95.797
237.394
39.188
26 Mei
1930
52.407

91.181
236.194
40.476

1 Juli
1929
62.882

150.723
175.666
33.971

25 Juli
1914
67.947

61.686 20.188
509
11
eaert
aen vanKstaar van iq Jan.
‘a weuer op ue
nasis van
Is
metaaldekking.
2)
Sluitpost activa.

SURINAAMSCHE BANK.

Voornaamste posten in duizenden guldens.

Data

.
Metaal
Ç
Andere
oP isflb.
D
i
scont.
v
rk
D
nibngeen1

31 Mei

1930..
926
1.468
508
1.034
506
24

1930-
915
1.297
532
1.033
498

17

1930-
925
1.377
533
1.029 502
10

1930-
947
1.399
631 1.021 491

1 Juni

1929-

840
1.685 660
973
315

5 Juli

114…
845
1.100
560
735
396
1) Sluitp. der activa.

JAVASCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens. be
samengetrok-
ken cijfers der laatste weken zijn telegrafisch ontvangen.

Andere
Beschlkb.
Data
Qoud
Zilver
Circulatte
opeischb.
metaal.
schulden
saldo

28Juni19301
16.400
273,800.
53.000
32.680
21

1930
163.800
276.200
50.600
33.080
14

1930
163.500
.
279.300 47.400 32.820

31 Mei 1930
138.933

27.350 272.725
49.399 37.433
24

1930
138.961

27.409
272.153
50.003
37.508
17

,,

1930
138.667

27.683 275.705
4.032
38.055
10

1930
138.958

29.182
278.423
48.181
37.499

29 Juni1929
161.350

22.435
304.925 47.453
42.834
30Juni1928
173.907

15.241
310.741
49.515
45.0452

23 Juli1914
22.057

31.907
110.172
12.634
4.842

Wissels,
verse
Dek-
a
0
Dis-
buiten
Belee-
ktngs-
Conto’s
N.-Jnd.
ningen
r
n
g
percen-
______________

betaalb
*

lage

28 Juni1930

l5l:”
:
’00

50
21

1930

150.200

•’

50
14

1930

147.500

•**

50

31 Mei 1930

9.583

37.520

53.640

34.127

52
24

1930

9.590

39.056

50.057

34.423

52
17

,,

1930

9.468

37.546

50.428

33.947

52
10

,,

1930

9.198

37.681

53.548

32.528

51

29Juni1929

10.265,

27.825

104.173

27.236

53
30Juni1928

15.218

20.536

83.986

58.619

53

25 Juli1914

7.259

6.395

75.541

2.228

44
1)
Sluitpost activa.

Ij
Basis
1
1
5
metaaldekking.

BANK VAN ENGELAND.
Voornaamste posten in duizenden ponden sterling.

Bankbilf. Bankbilf.
I

Other Securities
Data
Metaal
in
in Bankingi
Disc,
and

mmi
s
circulatte
Departm.
Advances

ecur

ea

25 Juni 1930
157.773
358.532
58.350
15.899 15.340
18

,,

1930
157.490
359.247 57.363
7.099
16.641
11

1930
157.180
364.002
52.259
6.804
13.943
4

,,

1930
156.879
359.799 56.190
8.476
12.717
28 Mei

1930
158.117
356.132
61.054 6.805
11.516
21

,,

1930
158.444
354.694 62.804
6.838 13.643

26 Juni 1929
160.207
362.733
56.344 26.988 23.237

22 Juli

1914
40.164 29.317
33.633

Data
00v.
Sec.
Public
Depos.

Other
Deposits

1

Other
Bankers Accountsl

1 1
Reserve
kings.
I

Dek-

perc.’)

25Juni’30
48.856
21.505
63.776
36.114
59.241
48
23
6
18

,,

’30
48.476
16.578 58.332 35.687
58.243
52191

11

,,

’30
46.311 8.239
58.822 35.383
53.178
51
29
1
32

4

,,

’30
58.81
8.878 71.082
36.909
57.080
481s,
28 Mei ’30
45.578
13.241
58.964
35.907 61.985
575
/19
21

,,

,
’30
49.788 21.178
57.836 37.035
63.749
54i3/

26 Juni’29
38.552
24.714
67.420
36.159
57.474
44
23
/
8
2
22 Juli
’14
11.005 13.736
42.185
29.297
52

1) Verhouding tuaschen Reserve en Deposits.

BANK VAN FRANKRIJK.
Voornaamste posten in millioenen francs.

Te goed
WIS-

Waarv.

B
e ee-
Renteloos
Data
Ooudl)
Zilver
in
het
buitenl
l
se
ls
op het
n ngen
voorschot
buifeni.

a,d.Stdat

20Juni’30
44 005
319
6.820
123626118683

2.721
3.200
13

,,

’30
43.900
314 6.864
23.579
18.678
2.734 3.200
6

’30
43.818
309
6.878
23.641
18.678
2.720
3.200
30 Mei
1
30
43.809
297
6.873
26.343
18.689
2.541
3.200

21 Juni’29
36.617
632
7.255
24.836
18.435
2.355 3.200

23 Juli’14
4.104
640

1.541
,

8
769

Rekg.Courant
Data
I
B6nsv.d.
1
Di

zelfst.
se’
Circulatie
Staat
Zelfst.

Pa
rij-
amorf. k.
.
a,nort,k.
culieren

20 Juni’30

5.395
1

1.879

71.846

3.199
1.820

9.340
13

’30

5.395
1.591

71.936

3.516
1.935

8.605
6

..

’30

5.395
1.730

72.559

3.180
1.772

8 535
30Mei ’30

5.395
1.741

73.079

3.500
1.863

10.062

21Juni’29

5.769
1.974

62.971

5.357
6.053

6.804

23Juli’14


5.912

401
– ‘

93

1) Bij
de stabilisatie
is
de goudvoorraad gewaardeerd volgens de
nieuwe waarde van
den
franc.
2)
Sluitpost activa.

612

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

2 Juli 1930

DUITSCHE RIJKSBANK.

1. FEDERAL RESERVE BANK TE NEW YORK.
Voornaamste posten in millioenen Reichsmark.

I

(In millioenen Dollars.)
Daarvan
Deviezen
Andere

‘a a
ou
bij bui-
als goud-
wissels
Belee-
tent. circ.
dekking
en
ningen
banken
1)

geldende
cheques

23 Juni 1930
2.618,9
149,8
457,2
1.348,1
55,3
14

1930
2.618,8
149,8
422,2
1.543,8
55,1
7

,,

1930
2.618,8
149,8
379,8
1.792,6
67,1
31 Mei

1930
2.591,1
149,8
350,8
1.873,7
187,7
23

,,

1930
2.585,9
149,8
342,7
1.519,7 53,3

22 Juni 1929
1764,3
59,1
330,7
2.427,1 92,6

30 Juli

1914
1.356,9


750,9 50,2

Da a
Effec-
Diverse
Circu-
Rekg.-
Diverse
ten
Actival)
lat ie
Crt.
Passiva

23 Juni 1930
101,0
620,5
4.038,0 648,6

212,9
14

,,

1930
101,0
620,0
4.278,8
537,4 219,8
7

,,

1930
101,0 612,8
4.572,7
448,8
211,0
31 Mei

1930
101,1
618,5
4.812,5
401,1
210,7
23

,,

1930
101,1
615,5 4.045,8
680,2
192,2

22 Juni 1929
92,9
480,1
4.068,7
579,2
316,0

30 Juli

1914
330,8
200,4
1.890,9
944,-
40,0

‘J
Unoelast.
‘)
w.o. Kenten oanicscneine Z1,
14,1 Junl,l, zj Mei ‘iu,
22
Jurbi
29,
resp.
50; 51; 49; 26; 62; 29
miii.

NATIONALE BANK VAN BELGIE.
Voornaamste posten in millioenen
Belgas.

Data

(01oud

.9

Rekg. Crt.

°,..
«

1930
‘O
‘n ‘
“.
•_
4′
n
.

..-
0

__

26 Juni
1202
734

785
38



2.902

3

167
19

1202
715
45
770
32
310
2.885
20
127
11

1200 715
45
785
32
310
2.920
9
118 4

,,
1199 707
45
804
37
309
2.923
52
86
28 Mei
1200 673
45
830
30
315
2.909
32
113
27Juni’
1003
460

727
59

2.482
43
66
1)
W.

VEREENIGDE STATEN VAN NOORD-AMERIKA.
FEDERAL RESERVE BANXS. Voornaamste posten in millioenen dollars.

Goudvoorraad
Wettig
Wissels

Data
betaal-
middel.
Totaal
1
Dekking
In her-
disc. v. d.
in de
open
bedrag
1

F. R.
Notes
Zilver
etc.
member
markt
banks gekocht

11Juni’30
3.079,5
1.662,6 164,7
210,5
148,2
4

,,

’30
3.060,6
1.641,6
164,7
239,7
189,2
28 Mei’30
3.057,3
1.634,6
163,5
247,0
175,6
21

’30
3.076,5 1.661,2
171,6
210,0
186,9
14

,,

’30
3.074,1
1.681,5
174,2
210,5
171,0
7

,,

’30
3.068,2
1.700,9
174,0
237,4
175,2

12 Juni’291 2.875,6
1

1.384,9
149,6
933,9

1
114,1

Data
Belegd
in
u. s.
Notes

Totaal

Gestort
Goud-
Dek-
– .
Algem.
Dek-

Gov.Sec.
in ctrcu-
latie
Kapitaal
kings-
perc.’)
kings-
1

perc.
)

11 Juni’30
578,7
1.447,0
2.463,2
170,6
78,7 83,0
4

,,

’30
543,8
1.457,3
2.464,5
170,6
78,0 82,2
28 Mei’30
529,8 1.465,9
2.420,8
170,5
78,6
82,9
21

,,

’30
528,3
1.452,7
2.438,9
174,2 79,0
83,5
14

’30
527,9
1.464,9
2.420,8
174,2
79,1
83,6
7

’30
e

527,8
1:493,0
2.413,0
174,2 78,5
83,0

l2Juni’291
169,9
1.644,2 2.376,2
157,9 71,5 75,2
) VornoudIng totalen goudvoorrad tegenover opeiscnoare
eehulden: F. R. Notes en netto depoalto.
2)
Verhouding totalen
voorraad muntmateriaal en wettig betaalmiddel tegenover Idem.

PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HET FED. RES. STELSEL.
Voornaamste posten in miltioenen dollars.

Dala
Aantal
banken

Dis-
conto’s
en
beleen.

Beleg-
gingen

Rese
rve
1
bij
de
1

F. R.

1.775

t
banks

Totaal
depo-
sito’s

Waarvan
time
deposits

4 Juni’30
67
17.038 5.919
20.822
7.161
28 Mei’30
67
16.837 5.889
11.742
20.591
7.159
19

’30
43 16.806
5.855
1.757
20.564
7.132
12

’30
47
16.806
5.811
1.755
20.618
7.100
5

,,

’30
79
16.852
5.792
1.727
20.457
7.079

5Juni’29
663
16.337
5.779
1.679
19.757
6.761

J.lieracnter volgen enKele panKstaten,
weie aan net einu
van ieder kwartaal worden opgenomen.

Goudvoorrood
Wettig
Wissels

Totaal
Delking
Dato
betaal-
middel,
In herdi,c. In de open
van de

1

markt
bedrag
F.R. Not,’,
Zilver
etc. member
gekocht
bonk,

28 Mei 1930..
965,2
-273,6
53,8 52,8 47,3
21

1930..
960,1
273,7
58,1
29,3 50,6
14

1930..
943,6
273,8
57,8
30,3 35,3
7

1930..
896,1
273,9
55,6
57,2
37,0
30 Apr. 1930..
940,5
273,9
55,7 41,3
49,8
23

1930…
887,9
273,9
55,1
34,1
74,1
16

,,

1930.
.
840,7
274,0
52,9
43,9 127,4
9

,,

1930..
830,8
274,0
54,0
62,7
102,8
2

1930..
817,5
274,0
53,4
53,9

142,8
26 Mrt. 1930..
861,9
274,0
54,2 36,9
105,8
19

1930..
873,7
274,2
51,2
30,8
7,4
12

1930..
876,1
274,2
55,1
i

33,1
.60,6
5

,,

1930..
858,1
254,3
59,1
1

39,7 65,1

29 Mei

1929,..
1.002,7
275,6
41,5
1

194,4
11,6
29 Mei

1928..
896,8
195,4
31,8
321,9 59,5

1
Dato

U.S.
Gov.
I
F.R-I,Voles
~

n
Totaal
Ge.,tort
Algemeen

circula Iie
Dekking,
Sec.
Depo3i(o’,
Kapitaal
,

1)

28 Mei 1930..
.

179,0 184,3
990,9
66,2
84,8
21

,,

1930..
178,1
174,2
971,6
69,8
86,5
14

1930..
177,9 165,2
972,6
69,8 88,8
7

,,

1930..
192,9
170,1
948,0
69,7
83,4
30 Apr. 1930.
.
195,2 175,8
991,1
69,8
84,3
23

,,

1930..
192,9 174,6
957,7 69,8 82,0
16

1930.
.
201,0
180,9
968,6
69,7 76,3
9

1930.
.
207,6
184,4
957,7
69,7 76,6
2

,,

1930..
210,6
196,5
997,9
69,7
72,9
26 Mrt. 1930..
219,5
196,9
981,6
69,7 77,7
19

,,

1930..
253,0
196,6
917,9 67,6
82,2
19

1930..
233,4 202,3
957,2
67,6
79,6
5

1930..
222,4
211,0
949,3
67,7
78,9

29 Mei

1929..
13,4
274,5
931,2
56,3
86,6
29 Mei 1928..
35,0
339,2 949,3
44,1 72,1
ij
vernouaing totajen voorraaa muntmateriaai en wettig Detaai-
middel tegenover F
.
R. notes en deposito’s.
II. ZWEEDSCHE RIJKSBANK.
(In millioenen Kronen.)

Dato
Goud

Buitenl.
tegoed
en
wi,,el,

Zweed-
sche en
sreemae
Staoh.f.

LII,.
conto’s
en
Beleen.’)

Ct,cu-
tatle Rek.
LrI.

7Juni’30
243,0
297,0
83,8
147,3
534,3
184,9
31 Mei ’30
243,1
296,1
84,0
142,3
557,0
177,3
24

’30 243,2
296,2
84,0
126,6
497,1
198,4
17

,,

’30
243,3 296,8
84,1
130,2
508,7
191,1
10

’30
243,3
302,5
84,2 137,2
516,5
197,1
3

,,

’30
243,4
293,2
84,3
150,6
545,1 171,3
26Apr.’30
243,4
276,5
84,6 177,0
499,3
226,2
19

’30
243,5
217,7
84,9 205,3 516,0 195,4
12

’30
243,6
211,7
84,9
208,1
518,9
180,0
5

,,

’30
243,6 211,4
75,8
228,1 535,0
174,1
29 Mrt.’30
243,7
206,9
75,3
217,7 545,8
152,2
22

’30
243,8
195,3 75,3
205,5
494,3
169,3
15

’30
243,8
182,8 75,3
226,6
519,6
165,3

8Juni’29
234,0
112,1
81,8
327,2
496,4
210,6
9Juni’28
231,3
40,5
74,6
344,8
466,5
195,5

25 Juli’14
105,8 115,6
28,0 92,4
206,2
68,2
1)
Vanat zq Uct.
l
excI. ue.
voorscnotten en Kascreuleten, ate
met
voor dekking beschikbaar zijn.

III. BANK VAN NOORWEGEN. (In
millioenen Kronen.)

Dato
Goud
Tegoed
In het
huilen1.
Effecten
Di,-,
conto
en
eleen.

C ir
lat
c
ic
u-
Rek.
Cr1.

7 Juni

1930..
146,6
41,6
36,2
224,0
304,0 82,3
31 Mei

1930..
146,6 41,1 36,2
231,7
307,8
82,5
22

1930..
146,6
36,4 36,2 226,7
299,3
84,5
15

1930.
.
146,6
37,8
34,6
229,2
303,6 83,2
7

1930..
146,6
39,6
34,0
4

233,2
303,9 87,1
30 April 1930..
146,6
41,6
29,4
239,7
310,2
83,5
22

1930..
146,6 44,3
26,1
238,5
310,0
80,4
15

1930..
146,6
41,4
26,1
237,8
312,3 74,0
7

,,

1930..
146,6
39,1 26,1
233,5
307,1
71,2
31 Maart 1930..
146,6
36,6 26,1
240,5
305,1
80,3
22

1930..
146,6
36,2
26,1 231,1
292,5 81,5
15

1930..
146,6
32,4
1

26,1
229,0
291,0
77,4

7 Juni

199..
146,8
43,6 11,4 269,6
303,0
.104,4
7 Juni

1928..
147,1
39,7 10,0
274,9 310,7
107,0

22 Juli

1914..
52,4
65,7
8,9
79,3
120,8
10,7

2 Juli 1930

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

613

IV. NATIONALE BANK VAN DENEMARKEN.
(In millioenen Kronen.)
Dato
Goud
Pasmunt

Buiten!.
saldi,
munt en
[

IBinnen!.l
wissd,
1
bel: en
1

Circu-

1
1

latle
Rek.
Cr1.

31 Mei 1930..
172,31
7,1
106,3
98,0
371,1
41,7

30 Apr.1930 ..
172,2
1

7,1
96,9 94,5
362,0
1

62,9

31 Mrt. 1930..
172,3
7,5
99,9 89,0
356
1
8
46,9

31 Mei 1929 ..
172,6
7,8
94,8 89,2
358,2
45,1

31 Mei 1928 ..
181,9
11,1
102,8
128,9
347,0
27,9

30 Jufti 1914′).
75,6
6,6
1

– –
159,8
4,8

‘) wegens anuere nereening niet vergeiijKoaar.

V. BANK VAN SPANJE.
(In millioenen Peseta’s.)

Dato
Goud
Zilver
Staats-
fond- sen i)

Dis-
,

conto

Be”en.

Circu-
lotie

Re&g.
Co.

Pa,iic. Stoot

14 Juni

’30
2.471
716
584
1.877
4.403
806 204

7

,,

’30
2.471
715
584
1.907
4.445
828
195

31 Mei

’30
2.471
718
584
1.910
4.391
843 206

24

,,

’30
2.470
718
584
1.855 4.383
842
189

17

,,

’30
2.470
713
584
1.890 4.437
844
158

10

,,

’30
2.470
711
584
1.939
4.466
811
193

3

’30
,,
2.470
712
584
1.943
4.440
816
240

26 April

’30
2.169
714
584
1.890
4.395
841
193

19

,,

’30
2.460
708
584 1.965
4.447
837
195

12

’30
2.469
710
584
1.991
4.440
841
206

5

’30
2.469
712
584 2.046
4.365
847
231
29 Maart ’30
2.468
716
584 2.017
4.365
840
355

15 Juni

’29
2.561 720 585 1.930
4.280
967
320

16 Juni

’28
2.608
706 586
1.682
4.242
1.037
33

24 Juli

’14
543,5
726,8
494,4
783,8
1919,0 497,9
t)
Ten bedrage van
344
millioen, plus voorschot in reK.-crt aan ne scnatic.

VI. ZWITSERSCHE NATIONALE BANK.
(In millioenen Francs.)

Dato
Goud
Zilver
Goud-
devlezen

Dis-

1
conto’s
en
Beleen.
1
)i

Circu-
lotie
Rek.
Cr1.
2)
_

23 Juni

1930..
578,9

325,2
80,7
842,5
180,0

15

,,

1930..
578,9

365,9
77,9
849,3 219,1

7

,,

1930..
578,8

367,1
80,2
876,6
185,3

31 Mei

1930..
578,8

376,0 79,8
1

907,9
169,3

23

,,

1930..
578,8

373,4 80,4 841,7
223,9

15

1930..
578,8

369,6
78,7
845,0 226,2

7

1930..
578,8

371,4
85,1
877,6
189,8

30 April 1930..
578,8

391,0
83.,5
916,3
158,8
23

,,

1930..
566,1

372,0
76,9
851,8
176,2

15

,,

1930..
566,1

348,0
78,5
860,8
153,4

7

1930..
561,0

344,3
85,7
885,9
108,1
31 Maart1930..
561,0
37,9
334,9
119,3
918,0
122,0

22

»

1930..
561,0
19,7
‘333,0
116,2
830,0
196,8

22 Juni

1929..
496,1
39,2
258,8
177,2
812,4
128,1

23 Juni

1928..
444,6
60,1
174,6
214,3
776,2
92,3

23 Juli

1914..,
180,1
18,9

107,8
267,9
105,2

seaert
it
Maart zu zonuer reK.-crt. saici, in net ouitcnianu. uee
zijn met ingang van dien datum met den post buitenlandsche wissels
tot den post gouddeviezen samengesmolten.
Sedert 31 Mrt.’28 uitsluitend de dagelijks vervallende verplichtingen.

VII. OOSTENRIJKSCHE NATIONALE BANK.
(Voornaamste posten in millioenen Schillingen.)
1)

Dato

1
Goudl
kenen
I

Vreemd
eld, deie-
legd.
iJh. buit.l.
2
)

Andere 1
edel-
,)alula
conto’s
en
Beleen.

T’I
schol
o)d.
Stoot

Circu-
latie
Rek.
.
Cr1.

23Juni’30
168,5
260,2
396,0
90,4
101,5
881,1
142,9
15

’30
168,5
256,4
391,3
89,3
101,5
922,5
91,5
7

’30
168,5
253,9
389,5
112,9 101,5
961,8
71,0
31 Mei ’30
168,6
257,7
393,8
132,7
101,5
1.021,91
39,1
23

,,

’30
168,6
235,1
369,0 87,8
101,5
845,41

123,9
15

’30
168,6
231,2
364,8
102,6 101,5
873,91

101,8
7

’30
168,6
230,5
364,3 130,0 101,5
911,8
89,1
30 Apr.’30
168,6
231,1
364,9
146,0
101,6
982,4
36,2
23

’30
168,6
219,0
340,7 123,9
108,4
847,1
120,1
15

’30
168,6 218,1 334,8
132,8
108,4
886,2
83,4
7

,,

’30
168,6
220,4
335,8
153,7
108,4
924,4
68,1
31 lelrt.’30
168,6
221,2
336,3
165,7
108,5
979,9
26,1
’30
168,6
213,0
325,2
142,5
108,5
854,2
109,(

23Juni’29
168,6
194,0
341,8
195,0 109,7
1

894,8
116,1
23 Juni’28
117,2
283,9
1
284,51

91,8
167,7)
857,6
90,
1
Schilling
= 0.694
goudkronen
= 10.000
paplerkronen.
Als dekking der circulatie en saldi in rekg. crt. geldende, volgens art. 85 der Statuten.

VIII. NATIONALE BANK VAN HONGARIJE.

(In millioenen Pengö’s. 1 Pengö = 12.500 Kr.)

Dato
Goud

Vreemd
gdd,
deviezen
tegoed

Binne.1

cce en
en

Voor’
schot
oan den

,
C,rcu-
latle

Rekg.- Couront

in hei
effecien
Stoot
Staal Portie.
buiten!.’)

23 Juni ’30
163
28
187
83
378
52
26

15

’30
163
25
194 83
393
42 25

7

’30
163 22
206
83
407
38
16

31 Mei

’30
163
19
220
83
441
15
16

23

,,

’30
163
12
198
83
368
55
21

15

’30
163
11
202
83
391
32
18

7

,,

’30
163
14
219
83
429
21 20

30 April ’30
163
10
248
83
464
7′

18

23

,,

’30
163
8
202
83
370
46
27

15

,,

’30
163
8
200
83
,
385
42
18
7

,,

’30
163
8
210
83
407
39 14
31 I’1aart’30
163
8
225
83
431
30
17

23 Juni ’29
177
17
349
92
388
196
14

23 Juni ’28
197
70
291
106
1

399 271
1

17
1)
Als
dekking van bilietten en saici, in regg.-courant geiuenue, vol-gens art. 85 der statuten.

IX. TSJECHOSLOWAAKSCHE NATIONALE BANK.
(In millioenen Tsjechoslow. Kronen.)

Data

Vorde-
1
ring op
den
Stoot

1

Goud

en
Zilver

Vreemd)
geld en
)
tegoed in)
hei buii.l.I

Discon-
to’s en
6e/ee-
ningen

Circu-
)
lalie
Rek.
Co.

7 Juni

1930
3.995
1.262 1.730 625
6.877
685
31 Mei

1930
3.666
1.313
2.052
319
6.896
491
23

1930
3.871
1.296
1.987
319
6.074
1.126

15

1930
3.674
1.262
1.889
355
6.167
942

7

1930
3.679 1.262 1.885
390
6.440
707
30 April

1930
3.687 1.262
1.872
515
6.854
401

23

,,

1930
3.688
1.262
1.861
476
6.121
1.027

15

1930 3.691
1.262 1.865
500
6.301
873

7

,,

1930
3.693 1.262
1.890
578
6.653
644

31 Maart 1930
3.699 1.262
1.907
639 7.011
417

23

,,

1930
3.703 1.262 1.900 245
6.122
835

7 Juni

‘1929
3.995′
1.206
1.730
625
6.877

685

7 Juni

1928
4.319
1.119
1.761
351
6.882
838

X. ZUIDAFRIKAANSE RESERVEBANK.
(Voornaamste posten in duizenden Ponden.)

uata
ou

en
G d
t.oUO’
e
c
n.

Dis.
conto’s
en
heleen,

Waar-
van
Reg..
papier

Circu-
lalie
Rek.-
Cr1.

A!ge-
meen
Dekking,
perc.)

6 Juni

1930:
.
6.991 7.551
108
8.369
6.491
46,9

30 Mei

1930..
7.252
8.323
96
8.979
7.057 46,0

23

1930..
6.866
7.955
152
7.429
7.358
46,5

16

1930..
6.935 7.923
142
7.565 7.507
46,5

9

1930..
7.090
7.941
135
8.048 6.451
48,4

2

1930..
7.512
8.220
81
8.946
6.933
47,9
25 April

1930..
7.529
7.884
139
7.726
7.331
49,6

17

,,

1930..
7.599
7.689
142
7.642 7.070
51,6

11

1930..
7.334
8.614
711
7.891
7.134 47,6

4.,,

1930..
7.007
9.160
1.113
8.565 7.222 45,0

28 Maart1930..
7.315
9.445
1.601
8.436 7.580
45,8

21

1930..
7,115
8.859
1.803
7.393
7.858 47,6
14

1930..
6.806 8.652
1.578 7.689
6.976
46,7

7

1930..
7.152 7.989
1.563 8.331 8.944
47,3

7 Juni

1929..
7.715
8.600
225 9.032
6.892
48,7

8 Juni

1928-1
7.830
1
‘8.055
1.671
8.309 6.830
1

51,7
.) Verhouding gouci, g000cert. en pasmunt tegenover opeiscnuare
schulden: bankbiljetten en deposito’s.

XI. BANK VAN LITHAUEN.
(In millioenen Lita’s.)

Goad
Zilver
8

1
Devie-
zen

Bank

‘Data

Dis-
cono’,
en
Beleen.

Kapi
taal
In
omloop

Depo-s.tos

15 .Tuni 1930
35,2
4,3
81,0 90,6
12,0 96,1 104,1
31 Mei 1930
35,2 4,3
73,0
96,2
12,0
98,0 98,9
15

,,

1930
35,2
4,3
71,7
96,2
12,0 96,1
99,6
30 Apr. 1930
35,2
4,2
73,7
94,3
12,0
101,8
94,3
15

,,

1930 35,2
4,1
77,6
92,5
12,0
102,1
97,7
31
Mrt. 1930
35,2
4.2
81,3
89,6
12,0
101,4
98,0

15 Juni1929
34,4
4,4 37,0
84,3
12,0
81,4
70,4
15 Juni 1928
34,2 4,6 44,8 82,8
12,0
85,2
74,3

614

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

2 Juli 1930

GOEDERENHANDEL

GRANEN.
1 Juli 1930.

Aan de t a r
w
e-markt heeft in de eerste helft der week
de prijsdaling nog overal voortgang gemaakt. Vooral de
weerberichten der te velde staande oogsten hebben daartoe
geleid. In cle Vereenigde Staten namelijk gaat het oogsten
der wintertarwe onder gunstige weersomstandigheden voort
en uit verschillende streken wordt bericht, dat de opbrengst
daar meevalt, terwijl ook over de kwaliteit de rapporten
gunstig zijn. In het Noord-Westen der Vereenigde Staten
en in Canada is van tijd tot tijd weder regen gevallen, waar-
van de zomertarwe profiteerde. Bovendien was gewoonlijk
de Europeesche vraag naar Noord-Amerikaansche tarwe te-leurstellend, afgezien van een enkelen dag, waarop speciaal
naar Engeland zaken in Manitoba’s tot stand kwamen. In
Noord-Amerika waren dus zoo goed als geen factoren aan-
vezig om aan de prijsdaling een einde te maken. Te minder
was dat nog het geval, omdat de Federal Farm Board be-
kend liet maken, dat hij geen plan heeft om voorloopig ver-
clere maatregelen tot stcun der tarweprijzen te nemen. Zelfs
schijnen er pogingen te worden aangewend om tot afschaf-
fing van den }3oard te geraken. Wel verluicide, dat cle Farm
i3oard voorloopig, zoo lang de eerste aanvoeren van nieuwe
wintertarwe zullen duren, geen maatregelen zal nemen tot
verkoop van zijn groote voorraden, hetgeen den prijs weder
verder zou drukken. Uit Canada werd op enkele dagen der
week beweerd, dat de banken, die aan cle tarwepool voor-schotten hebben verleend op tarwe en gedekt zijn door een
garantie van de Prairie-Provincies, bij die provincies zou-
den hebben aangeklopt om betaling van marges. Later is
dit ontkend, doch er blijkt voldoende uit, hoe zeer men zich
in Canada ongerust maakt over de groote voorraden tarwe,
waarover de pool daar nog beschikt. Vooral nu er kans
schijnt te bestaan op een nieuwen goeden oogst, kan dit geen
verbazing wekken. Uit Australië wordt bericht, dat daar
werkelijk een belangrijke uitbreiding heeft plaats gevonden
van cle met tarwe bezaaicle oppervlakte. Daar cle veersom-
standigheclen voorloopig gunstig zijn geweest voor de eerste
ontwikkeling van het jonge gewas, bestaat dus ook daar
kans op een grooten tarwe-oogst. In Europa blijven cle
oogstberichten over het algemeen bevredigend, vooral nu in
Duitschland Vrij wat regen gevallen is. Slechts staat nu wel
vast, dat Italië een belangrijk kleineren oogst zal hebben
dan het vorige jaar, terwijl dit waarschijnlijk ook in Frank-
rijk het geval zal zijn. Uit verschillende gedeelten van
Frankrijk komen bij voortduring ongunstige berichten om-
trent den tarwe-oogst, doch de resultaten loopen blijkbaar
sterk uiteen en van een eeuigszins betrouwbare schatting
van de opbrengst is nog geen spruke. Met den uitvoer van
Fransche tarwe van den vorigen oogst schijnt het echter nu
we]
definitief ten’ einde te loopen. Een zeer groote tarwe-oogst wordt verwacht in Roemenië, vaar de opbrengst ge-
raamcl wordt op 15 millioen quarters, terwijl die in het
vorige jaar 124 millioen quarters heeft bedragen en ook
het gemiddelde van de jaren 1924-1928 12. millioen quar-
ters beliep. Men verwacht dus ook in Roemenië een flink
uitvoeroverschot. De tarweverschepingen uit Argentinië zijn
deze week weder klein geweest, doch ofschoon wegens den
geringen omvang van den laatsten oogst de voorraden in
Argentinië niet overmatig zijn, heeft toch ook daar sedert
het midden dezer maand een aanzienlijke prijsverlaging voor tarwe plaats gevonden. Eenig herstel is,’ zoowel in
Noord- als in Zuid-Amerika, op 26 Juni ingetreden, omdat
er weder meer sprake was van droogte in Canada, Engeland
wat meer kooplust voor Canadeesche tarwe toonde en voor-
al wegens de in Amerika verspreide Fransche en Italiaan-
sche ongunstige oogstberichten. Ook de droogte in Duitsch-
land, waaraan intusschen eén einde is gekomen, deed zich
gelden. Tot een betere stemming aan de Europeesche tarwre

markten heeft dit prijshcrstel echter nauwelijks ‘geleid en
vooral, toen reeds 01) den 28sten weder een reactie intracl,
kon van een verbetering van den ondernemingsllist in
Europa geen sprake zijn: Een bericht, dat de Federal Farm
Board toch besloten zou hebben om in dit jaar 300 mil-
lioen bushels tarwe te verhandelen, kon daarin geen ver-
andering brengen, nu men in het afloopende seiioen wel
heeft gezien, hoe weinig zulke operaties tenslotte kunnen
uitrichten. In Engeland liep het gerucht, dat de Italiaan-
sche regeering groote inkoopen van tarwe had gedaan in
Noord-Amerika, teneinde het tekort te dekken, dat ver-
oorzaakt wordt door den kleinen Ita.liaanschen oogst van dit jaar. Dit zouden dan wel zeer groote inkoopen moeten
zijn en uit den loop der Amerikaansehe tarweprijzen valt
niet op te maken, dat het gerucht waarheid bevat. Ook op
30 Juni was tarvc in Noorci-Amex-ika weder zeer flauw en
de markt sloot slechts weinig boven het laagste punt der
week. In vergelijking met 23 Juni sloten Chicago en Win-
nipeg 1 It 3 l)ollarcent per 60 lbs., de Argentijnsche ter

mijnmarkten 25
It
30 centavos per 100 KG. lager.
Een verbetering is in de tweede helft dezer week ingd. treden in de markt voor r o g ge, waardoor in Nederland
zoowel Duitsehe als Rnssisehe rogge beter gevraagd waren
en hoogere prijzqn konden bedingen. Ook in Noord-Amerika
is, toen tarwe vaster liep, een prijsherstel voor rogge inge-
treden. Op exportmogelijkheden is echter voorloopig dit
Amerikaansche herstel niet gebaseerd en evenals voor tarwe
zijn tenslotte ook de roggeprijzen weer ingezakt. De voor-
uitzichten voor den Europeeschen rogge-oogst blijven gun-
stig, terwijl in Duitsehland de vrees voor schade wegens
te weinig regenval sterk is verminderd.
Mal s was deze week aanvankelijk nog niet vast, doch
later is voor spoedige posities de markt aanmerkelijk ver-
beterd tengevolge van de kleine verschepingan van den
laatsten tijd. Argentinië namelijk verscheept wegens het
vochtige weder nog altijd zeer weinig maIs en ofschoon de
verschepingen uit de Donauhavens tegenwoordig wel vrij
wat grooter zijn dan eenigen tijd geleden, zijn ook die niet
van grooten omvang en dientengevolge zijn aanvoeren van maïs in West-Europa bij voortduring klein. Speciaal de ge
ringe omvang der Argentijnsche verschepingen heeft ge-
leid tot vrij levendige clekkingsvraag voor Juni-aflading en
ook de verbruiksvraag was voor spoedige Plata-maïs deze
week veel beter. Het aanbod daarvan werd dan ook, spe-
ciaal in België en Nederland, met graagte opgenomen,
waarbij cle prijzen eenige verhooging konden ondergaan.
Ook voor Donau-maIs zijn de prijzen gestegen, nu de kwa-
liteit dier maIs den laatsten tijd zeer goed is. Het aanbod
van den Donau is verminderd, omdat de hoeren daar druk
bezig zijn met den veldarbeid, en daarom minder ter markt
brengen, terwijl zij zich wegens de lage prijzen toch reeds
weinig moeite geven om hun product te verkoopen, zoo-lang geen ruimte noodig is voor den nieuwen oogst. Ook
in Roemenië bstond eenige dekkingsvraag voor vroeger
afgesloten verkoopen, hetgeen to,t de prijsstijging heeft bij-
gedragen. De verhoogde prijzen worden echter voor Donau-
maIs op aflading slechts schoorvoetend betaald en slechts
voor stoomende Donaumaïs zijn in de laatste helft der
week, vooral in Nederland, vrij wat hoogere prijzen betaald
dan tevoren. Platamaïs op aflading is niet vaster geloopen en kwam zelfs geleidelijk goedkooper te koop. Het weder
In Argentinië is wat verbeterd en in ieder geval meent men
wel te mogen aannemen, dat de verschepingen in afzienbaren
tijd zullen toenemen. Het vertrouwen in den prijs van maIs
bp afladiug is overal gering, gedeeltelijk ook tengevolge
van den grooen Zuid-Afrikaanschen oogst, die binnen en-
kele maanden ter verscheping zal komen. Aan de Argan-
tijnsehe terinijnmarkten tobben de maïlprijzen den laatsten
tijd zeer weinig gefluctueerd. Gedurende de geheele week
bleven zij vrijwel onveranderd. Ook in Noord-Amerika trad
in den maïsprijs hij goede oogstberichten weinig verande-

________________

AANVOEREN in tons van 1000 KG.

Rotterdam
Amsterdam


Totaal
Artikelen
221
2
8 Juni
Sedert
Overeenk.

2J;;7
Sedert
Overeenk.
1930
1
Jan.
1930
tijdvak
1929 1930
1Jan.
1930
tijdvak
1929
1930
1929

22.686
649.079
821.818
48
25.764
64.137
674.843
885.955
Tarwe

……………..
Rogge

……………..
8.987
220.801
107.603

24.440

245.241 107.603
Boekweit
…………..
….
483
7.790
11.974
,


1.467

9.257 11.974
479.824
347.463
6.111
84.806 100.620
564.630 448.083
17.040
238.574
206.984

20.150
1.731
258.724 208.715
105.902 108.468 210
2.812
2.746
108.714
111.214

MaIs
……………….14.895
Gerst

……………..

Lijuzaad
…………..3.320
40.142
90.054
8.954
147.020 197.248
187.162
287.302

Haver
………………3.352

85.493
120.447


250
85.493
120.697
Lijnkoek ……………1.770
Tarwemeel

………….
.1.105
64.081
45.799
70
18.408
15.853
82.489
61.652
Andere meelsoorten
433
10.229
9.046



10.229
.

9.046

2 Juli 1930

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

615

ring in. Eerst op 30 Juni vond een aanmerkelijke prijs-
daling plaats.
Voor ge r
S
t zijn de prijzen in het begin der week blij-
ven hangen op het zeer lage niveau, dat in de vorige week
werd bereikt, doch de verschepingen van Rusland en den
Donau waren slechts klein, hetgeen eenige verbetering der
stemming tengevolge heeft gehad. Ook deed eindelijk het
lage prijspeil den onclernemingslust toenemen, terwijl bo-
vendien Vrij wat vraag ontstond voor dekking van vroeger
afgesloten verkoopen. Een toename der inkoopen van, Rus.
sische en Roemeensche gerst viel te constateeren in Enge.
land en ook in Nederland was de omzet vrij aanzienlijk.
Dit alles heeft tenslotte tot vrij sterke verhooging der
gerstprijzen geleid, doch op 30 Juni ging de prijsstijging
reeds niet meer voort. Een groote oogst wordt weder in
Roeineniii verwacht en het binnenhalen daarvan heeft een
aanvang genomen. Ook Rusland schijnt een grooten gerst-
oogst te verwachten en in de Vereenigde Staten schijnt
men er binnenkort wel toe te zullen overgaan pogingen aan
te wenden tot verkoop van voergerst naar Europa. Aan.
wijzingen voor een aatizienlijk prijsherstel voor gerst zijn
dan ook nog niet voorhanden. Eerst wanneer Duitschland
weder als kooper optreedt, bestaat daartoe de mogelijkheid
en het schijnt, dat daarop wel eenige kans bestaat. Er
wordt tenminste in Duitschland beveercl, dat een verla-
ging van het invoerrecht op gerst te verwachten is.
De h a v e rmarkt is bij voortduring stil. In Engeland
vonden in haver slechts zeer weinig zaken plaats en ook de
omzet van Platahaver naar Antwerpen is afgenomen. De
regen in Duitschland heeft daar de vooruitzichten voor den
nieuven haveroogst verbeterd, doch zaken in Duitsche
haver naar Nederland hebben voor dit oogeoblik vrijwel
geheel opgehouden.

SUIKER.

In de afgeloopen week was de steitiming op de ver-
.schillende suikermarkten prijshouclend tot vast.
In A in e r i k a, waar men nog op voorraden van suiker
zat, welke voor cle in werking
tl:eding
van het verhoogde
invoerrecht geïmporteerd werden, ging aanvankelijk niets
om in disponibele ruwsuiker. Naderhand kon voor pronipt
ca.
3J/
dc. bedongen worden; voor latere levering werd
tusschen 3.30 en 3.40 dc. betaald, tot welke prijzen ca.
75.000 tons door Raffinadeurs uit de markt genomen
werden.
De termijnmarkt te New-York was vast met langzaam
stijgende noteeringeri. Deze luidden aan het slot: Juli 1.33;
Sept. 1.43; Dec. 1:55; Jan. 1.53 en Mrt. 1.61, terwijl de
laatste noteeriug voor Spot Centr. 3.35 was.
De ontvangsten in cle Atlantische havens der V. S. be-
droegen deze week 35.000 toas, de versmeltingen 59.000
tons tegen 66.700 tous en de voorraden 464.000 tons tegen
697.900 tons.
Dc laatste C uh a.statistick luidt als volgt:

1930

1929

1928
Tons

Tons

Tons
Cubaproductie ……………4.661.000 5.156.3.15 4.037.833
Consumptie …………….42.148

72.315

98.000
Weekontv. afscheephavens.

32.476

50.278

27.383
Totaal sedert 111 ……….2.964.730 4.057.239 2.975.550
Weekexport…………….40.647

56.318

55.974
Totale export sedert 1/1 1.472.902 2.685.922 1.794.959
Voorraad afscheephavens.. … 1.650.910 1.371.317 1.180.591
Voorraad binnenland……..1.494.745 1.028.079 969.662
Aantal werkende fabrieken 3 – –
In E ii g e 1 a n c was de markt looni en er ging zoo goed als niets om. Tengevolge van de vastere stemming te New-
York konden de noteeringen op de Londensche termijn-
markt zich echter handhaven en aan het einde der week
een fractie verbeteren.
De Zichtbare Voorraden zijn volgens Czarnikow:

1930

1929

1928
Ton

Ton

Ton
Duitschiand 1/6 ………..

941.000

824.000

644.000
Tsjecho-Slowakije 116 ………

356.000 320.000 406.000
Frankrijk 1/6 …………..

449.000

349.000

304.000
Nederland 1/5 ……………

211.000

213.000

127.000
België 1/6 ………………..

131.000

146.000

124.000
Polen116 ………………

297.000

218.000

150.000
Engeland 1/6 Geïmp. Suiker

179.000 194.000 313.000
116 Binnenl.,…..

28.000

21.000

18.000

Europa…….. 2.592.000 2.285.000 2.086.000
Alle Ati. havens 1/6 ……..

784.000

929.000

707.000
Cubaansche ,,

1/6 …….. 1.702.000 1.440.000 1.263.000
Cuba binnenland geraamd 116 1.885.000 1.185.000 1.060.000

Totaal
.
……………. 6.963.000 5.839.000 5.116.000

In J a v a zijn slechts koopers tot belangrijk beneden de
,,limites van de V.I.S.P. ]E[et rendement van 111 fabrieken
op ca. 15 Juni bedroeg nagenoeg hetzelfde als verleden jaar.
H i e r te 1 a n de is in de Tweede Kamer een Wetsont-
werp in behandeling, behelzende de heffing van een corn-penseerend invoerrecht op witte suiker van ca.
f
2.40 per
100 KG.
De markt bij ons was prijshoudend. De termijnaoteeringen
te Amsterdam luidden aan het einde der week als volgt:
Aug.
f
94; Dec.
f
1
03k;
Mrt.
f
10%; en Mei
f lO
5
/. i)e
omzet bedroeg 2700 tons.

KATOEN.

Marktbericht van de Heeren Sir Jacob Behrens & Sons.
Manchester, d.d. 25 Juni 1930.

Katoenprijzen in de Aerikaansche markt stegen dage-
lijks tot Zaterdag, toen futureprjzen 10 punten daalden.
Maandag was er een verdere daling en Mid-American spot
noteerde 7.57 d. Gisteren was de markt echter vaster en
loco-prijzen stegen 7 punten, hoewel het slot vrij vast
was, jil. 3 tot 4 punten hooger. New-York was eveneens
flauwer en sloot 9 tot 30 punten lager, terwijl Liverpool
vanmorgen 7 tot 9 punten lager opent. Egyptische katoen
is eveneens flauwer in prijs en F.G.F. Sakellaridis noteer-
de gisteren 12.20 d. De loco-vraag was de vorige week
iets beter en hoewel cle totaalverkoopen in Liverpool cle
vorige week 21.000 balen bedroegen, varen hiervan slechts
8.120 Amerikaansche, terwijl het restant uit Exoten be-
stond, nl. 5.910 balen van Zuid-Amerika, 3.900 Egyptische
en Soidaueesche, 2.040 Af i

ikaansehe en het resteerend ge-
deelte van andere markten.
De Amerikaansche garenmarkt is over het algemeen
kalm, hoewel er een aanzienlijke vraag bestaat. Gedurende
de laatste dagen der vorige week zijn er flinke zaken ge-
claan in enkele soorten, hieronder grove nummers voor
,,thread twist” inbegrepen, als ook ringgarens. Deze week
zijn zaken echter voornamelijk beperkt tot kleine hoeveel-
heden twist en vef t, daar er in sommige districten vrees
voor lagere prijzen schijnt te bestaan. In getivijude garens
zijn er verder goede hoeveelheden voor binnenlandsch ge-
bruik geplaatst, terwijl de exportvraag gering blijft. In
Egyptische soorten gaat ook over het algemeen slechts
weinig om, ofschoon wij in enkele gevallen vernamen, dat flinke hoeveelheden geboekt zijn. Er bestaat vraag van het
Continent naar fijne enkele garens, doch met het groote
prijsverschil tnsschen ouden en nieuwen oogst kan er weinig
gedaan worden en het staat te bezien of de huidige ver-
kleinde productie verkocht kan worden. Deze groote ver-
schillen hebben ook grooten invloed op de markt gehad, want slechts w’einig gebruikers, hetzij van enkele of ge
twijade Egyptische garens, zijn geneigd van tevoren te
koopen, zoodat de omzet slechts beperkt is voor de nabije
toekomst.
Doekprjzen blijven onveranderd en hetzelfde kan gezegd
worden van den stand van de markt. De slechte condities,
zoowel op politiek als economisch gebied, die zoowel in
Indië als China heerschen, ja op de meeste Oostersche
markten blijven bestaan, blijven voortduren. Ofschoon prij-
zen wel gunstig schijnen, zijn er zooveel factoren, die op
cle positie van invloed zijn en de vraag tegenhoudt, dat
koopers geen vertrouwen schijnen te hebben en slechts, op
zeer beperkte schaal zaken doen.

Liverpoolnoteeringen

Oost. koersen .17 Juni 24Juni
18Juni 25 Juni T.T.opBr.-Indië 1152,5
l/5H
F.G.F.Sakellaridis 12,45 12,35 T.T.opHongkong
l/
2
?/
1/3
G.F. No. 1 Oomra 3,40 3,55 T.T. op Shanghai 1153
1/5/

Ontvangsten’ in- en uitvoeren van Amerikaansche havens.
(In dutzendtallen balen).

1 Aug.’29 Overeenkomst/ge pen ode
tot
20Juni’30
1
1928129

1927 j28

Ontvangsten Gu1f-Haven.
8570 9324
8257
,,

Atlant.Havens
)
UitvoernaarGr.Brittannië
1268
1826
1382
‘t Vasteland etc.
.

4064
4506
4980
Japan ……
.
1212
1483
999

Voorraden. (In dulzendtallen balen).

1
Overeenkomstig tijdstip
20Juni’30
1-
1929 1928

Amerik. havens ……….
1702
877
933 688 325
463
222

.

169
86
Binnenland

………….
New York

……………
171
246
New Orleans ………….
……….419
Liverpool

……..
293
483
534

11
616

ECONOMISCH-STATISTISCHE EERICHTEN

2 Juli 1930

KOFFIE.

De stemming aan de koffiemarkt bleef in dc afgeloopen
week onveranderd kalm. In Brazilië liepen de kost- en
vracht-aanbiedingen van Santos bij sommige afladers
11- â
2/- terug, terwijl zij hij andere onveranderd bleven. Van
Rio zijn cle aanbiedingen ongeveer 1/- lager. De cif-prijzen
van Neclerlandsch-Indië blijven afbrokkelenden zoowel voor
de ougewasschen als voor de gewasschen Robusta zijn cle
noteeriugen 1 ct. lager.
De lustelooze houding aan de verschillende Europeeschè
en Amerikaanschd markten hield nog steeds aan en cle
afzet ws als gevolg daarvan onbevredigend.
Nieuws van beteekenis uit de productielanden werd niet
ontvangen.
Aan de Rotterdamsche termijnmarkt ondegingen de no-
teericigen slechts onbecluidencie wijzigingen en de prijzen
zijn bij het afsluiten van dit Overzicht eene fractie lager
dan die van verleden week. Zij waren Dinsdag 1 dezer des
voormiddags ëls volgt: Juli 25 %,
September
23%,
Decem.
ber 21%, Maart 1931 – 20%, Mei 1931 – 20% et.
De officieele loco-noteeringen werden vrlaagd voor Su-
perior Santos van 39 op 38 et. per % K.G. en voor Robusta
van 33 op 32 et.
De prijzen van gevoon goed beschreven Superior Santos
op promte verscheping zijn thans ongeveer 561. u. 571- per
cwt. en ‘an dito Prime ongeveer 58/- i 61/-, terwijl zij van Rio type New-York 7. met beschrijving, prompte versche.
pilig, bedragen 36/- h
Van Robusta
01)
aflading van Nederlandsch-J.ndië zijn
de prijzen in de eerste hand op het oogenblik:
Palembang Robusta, Juli-verscheping, 16% et.; Benkoe-
leo Robusta, Juli-verscheping, 167/
s
ct.; Mandheling Ro-
busta, Juli-verscheping, 19% ct.; W.I.B. f.a.q. Robusta,
Juli-verscheping, 27 et., alles per % K.G., elf, uitgeleverd
gewicht, netto contant.
:De slot.noteeringen te New-York van het aldaar geldende
gemengd contract (basis Rio No. 7) waren:

30 Juni
$

7106
$

6,88
$

6,73
$

6,59
,,

7,23
,,

7,05
6,86
,,

6,80
23

,………
,,

7,45

,;

7,22
7,02
6,92
16

,……..
9

,…….
.

7,84
7,58
7,40
,,

7,29

THEE.
In de achter ons liggende week was het voorkomen van
de theemarkt over het algemeen prïjshoiidend te noemen.
De goedkoopere Java- en Sumatrasoorten waren prijs-
houdend, terwijl theeën met geelpnnt onregelmatig liepen.
De uitvoer uit Nederlandsch-entrepôt gedurende de maand
Mei was 80.000 KG. netto hooger dan in Mei 1929.
De verhooging komt op rekening van vrijwel alle landen,
met uitzondering van Duitschland, hetgeen ongetwijfeld mag
worden toegeschreven aan de jongste drastische verhoo-
ging van het Duitsche invoerrecht op thee.
Amsterciani, 30 Juni 1930.

STEENKOLEN.
Uit een stemming, die gehouden is onder de n:uijnwerkers
vai eukle onclernemingn in Wales zou af te leiden zijn,
dat men meer geporteerd is voor een werkdag van vijf dagen van acht uur en één dag (Zaterdag) van vijf uur
= vijfenveertig uren, dan voor een werkdag van zes dagen van zeven en een half uur. i)it zou een heel eind gaan, al-
thans indien dit voorloopig resultaat de weerspiegeling zou
zijn van de algemeene meening der mijnwerkers, in de rich-
ting van het voorstel van het Hoogerhuis, dat neerkomt
op een negentigririgen veertiendaag.
De mijnen in Engeland zoowel als in Westfalen en ook
in Holland hebben te kampen tegen gebrek aan afzet. Er
worden, vooral in Engeland, steeds meer mijnen stil gelegd
en tenslotte zal men op deze wijze wel de productie in har-
monie brengen met de vraag, om dan later weer gevolgd
te worden door vastere prijzen tengevolge van de geringe
productie. Zoo is altijd de gewone loop der dingen.
De prijzen zijn:
Northumberlaud Ongezeefde …………
f
9.50
Durham Ongezeefde ………………….10.25
Carcliff % large % smalls …………….12.50
Schotsche Qezeefde (Prime Lothians) ……0.75
Yorkshire gewasschen Singles ………..,, 9.50
Westfaalsche Vetförder
.
……………… ,, 12.50
Vlamstukken 1 …………..13.50
Smeenootjes

…………….13.—
Gasvlamförder ……………12.25
Gietcokes ……………….16.50
Rollandsche Eierbriketten ……………..15.50

VRAcHTENMARKT.
Graan van Noord-Amerika.
Een merkba.re
verbetering is
waargenomen in deze afdeeling en aangezien het aanbod
van .checpsruimte lang niet zoo groot is als de week te-
voren, zijn de vrachten verder opgeloopen. Van Montreal
naar cle Middellanclsche Zee (excl. Spanje en Noord-Afrika)
is tot $ 0,11 betaald voor begin Juli en, alhoewel in het
begin van de week hetzelfde cijfer werd geaccepteerd voor
Juli/Augustus, kan voor dezelfde positie $ 0,11% tot $0,12
verkregen worden. September ruimte is $ 0,12 waard en
October waarschijnlijk $ 0,12%.
Van de Noord-Pacific
is de vraag naar scheepsruimte voor
graan gering. Na de afsluiting van een 7000 tonner per
eind Jul/begin Augustus van Portland of Puget Sound
naar Uk/Continent tegen 201-, werd verdere tonnage in
dezelf de positie tevergeefs aangeboden op dezelfde basis. De vroegste datum, waarvoor bevrachters weer willen on-
derhandelen, is begin September. Van de La. Plata kan een welkome verbetering geconsta-
teerd worden. Sinds ons laatste rapport was er een goede vraag tegen ca. 2/- hoogere vrachten van de Bovenrivier.
Minstens 15 booten zijn gedaan, alle voor vroege belading.
Voor latere verscheping is absoluut geen belangstelling. Tot
121- is betaald van de Bovenrivier naar UK/Continent voor
handige booten, terwijl naar Antwerpen/Rotterdam direct
11/- werd geaccepteerd basis één, en 11/6 beide havens.
Suiker van West-indië.
Een goede vraag hield aan en
onder den irvloed valt de in het algemeen betere markt
van Amerika zijn de vrachten verbeterd. Voor Juli booten
van 7000/7500 ton van Cuba naar U.K./Continent werd
121- betaald en voor Augustus 12/3. De vraag is nu nog
hoofdzakelijk voor Augustu. Voor kleinere booten bestaat
geen belangstelling.
Donau en Zwarte Zee.
De Donau bleef vdst; een flink
aantal afsluitingen werd gedaan. Voor prompte scheeps-
ruimte, alsook Juli. tonnage werd tot 14/- betaald, basis
Antwerpen/Hamburg Range en 111- naar West-Italiaansche
havens. Naar Plymouth en Swansea werd een zeer prompte
boot van 5300 ton gesloten tegen 12/3 netto. Bevrachters
toonen nu meer belangstelling voor Augustus en Septem-
ber verscheping en voor booten tot 6000 ton wordt 141-
tot 14/6 bi uitzicht gesteld naar Antwerpen/Hamburg
Range. Er is vraag naar een boot voor 4000 ton maïs
DouiaufMontreal voor Juli verscheping, waarvoor 1616 wordt
genoteerd. Waarschijnlijk kan ook een groote boot gedaan worden voor deze lading, aangevuld met stukgoederen, op
basis van 17/6 per. ton laadvermogen.
lhddellencLsche Zee.
Een matig aantal af sluitingen
werd in de dfgeloopen week gedaan; cle vrachten zijn even-
wel iets gemakkelijker geworden. Er zijn nu maar weinig
orders aan cle markt, doch tengevolge van de betere vraag
van den Donau en de Zwarte Zee, zullen ertsbevrachters wel
iets meer moeten betalen.
Noordpamrje.
Na de lange periode van buitengewone
slapte, toont deze markt nog geenerlei opleving. Bilbao/
IJmuiden is afgesloten tegen 4/3, terwijl een handige boot
per medio Juli naar Motterdam zou kunnen worden ge.
sloten tegen 41-, misschien 4/1%.
Kolen van U.K.
Slechts een matige vraag naar de gewone
bestemmingen blijft aanhouden en aangezien er voldoende
booten beschikbaar zijn, toonen de vrachten geenerlei nei-
ging tot verbetering, integendeel naar de Middellandsche
Zee zijn zij iets gemakkelijker tengevolge van de meerdere
vraag van de Zwarte Zee en den ])onau. Afgesloten werd:
van Zuid.Wales: Antwerpen 2/9, Nantes 3(6, Lissabon
6110%, Gibraltar 6j-, Genua 6/9, Alexandrië 719, Shanghai
18/-, Rio 13/9, Buenos Aires 16/3, en van de Oostkust:
Kotka 4/6, Stettin 41., Rouaan 315% Lissabon 8/-, Genua
7/-, Alexandrië 8/-, Buen.os Aires 1616 en New-Founclland 8/-

RUN VAART.
Week van 22 t/in.
28 Juni 1930.

De aanvoeren bleven middelmatig; scheepsruimte bleef
hij weinig vraag voldoende beschikbaar; de stemming bleef
lusteloos. De ersvracht bedroeg: naar Ruhrhaven
f
0.17 %/
0.27% per last met 4 en 8 losdagen; naar Grimberg f.0.25f
0.35 per last met 4 en 8 losdagen; naar Dortmund
f
0.501
0.60, 0.55/0.65 per last met 3 en 6 losdagen. Naar den
Bovenrijn ging eveneens weinig om. ])e vracht naar Mann-heim. bedroeg gemiddeld ca. 50 ets, per last voor ruwe pro-
ducten met verkorten lostijd. Het sleeploon werd geno-
teerd volgens het 25 ad 27%I ets, tarief..

Auteur