4 JUNi 1930
tUTEURSBECJIT VOORBEHOUDEN.
EC’On’omisch~St
^
atistische
Berichten
,
–
ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIÈN EN VERKEER
ORGAAN VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART
UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN
1
WOENSDA
INSTITUUT VOOR EcJONOMISCIIE OESC11RII’TEN.
Algemeen Secretaris: Prof, Mr. Dr. G. M. Verrjn Stua,I.
ECONOMISCII-S’I’ATI STISCIJE BERICIITPJN.
COMMISSIE VAN ADVIES:
Prof. 1!r. D. van Blom; J. van ilasselt; Jhr. Mr. L. 11. van
Lennep; Mr. K. P. van der Mandela; Prof. Dr.
?T
J.
Pola.h; Mr. Dr. L. P. II. Regout; Dr. E. van Wehicren
Baron Rcngers; Prof. Mr. 11. R. Ribbius; Jan Schil/huis;
Mr. Q. J. ‘J’erpstra;
Prof.
Mr. P. de V-ies.
Gedelegeerd lid: Prof. Mr. Dr. G. M. Verrijn Stuari.
Redacicur-Sceretaris: 11. Al. H. A. van der Valk.
Secretariaat: Pieter de Jloochweg 122, Rotterdam.
Telefoon Nr. 35000. Postrekening 8408.
Abonnementsprjs voor het ‘weekblad franco P.
p.
in
Vedarland f 20,—. Buitenlaid cn Koloniën f 23,— per
jaar. Losse nummers .50 cents. Leden, en donateurs van hel
Instituut ontvangen het weehblad gratis.
De verdere publicaties van het Instituut uitgaande ont-
vangen de abonn’s, leden en donateurs kosteloos, voor zoo-
ver daaromtrent niet anders wordt beslist.
Aangateekende stukken: Bijkantoor Ruigeplaatweg.
Advertenties f 0,50 per regel. Plaatsing bij abonnement
volgens tarief. Administratie van abonnementen en adver.
tenties: Nijgh cG van Ditmar’s Uitgevers-Maatschappij, Rot.
terda.m, Amsterdam, ‘s-Gravenhage. Postchè qua. en giro.
rekening No 6729. –
BERICHT.
In verband met de a.s. feestdagen zal het volgend
nummer op Donderdag 12 Juni verschijnen.
3 JUNI 1930.
De gelcimarkt bleef ook deze week weder zeer ruim
‘Teisw’aar werden verschillende geidgevers hij cle
nadering van cle maandswisseling iets meer terughou-
clencl; de vraag bleef echter zoo gering en het aanbod
zoo groot, dat “een verheffing van cle geldkoersen vrij-
wel geheel uitbieef. De rente van particulier disconto
trok in het begin der week, door cle meerdere terug-
houdendhe,id, iets aan, zoodat 2716
it
214 pOt. betaald
moest worden, maak reeds
0])
den ultimo deed een
bijzondere vraag naar wissels, bij vrijwel geen aan-
bod van beteekenis, de rente, weder tot
2%
pOt. terug-
loopen en gisteren was tenslotte voor 1
15
116 pOt, te
plaatsen. De calirente, die de vorige maand hij de
niaandswisseh.ng tot 3 pOt. opliep, kon het ditmaal
met verder bre:ugon clan 2 pOt. en was gisteren weder
0
1) 1% pOt. terug. De prolongatierente noteerde 2
234L2% pOt.
De balans van De Nederiancische Bank geeft wei-
lig verandering van beteekenjs te zien. De post bin-
nenlandsche wissels ‘bleef vrijwel op dez’elfde hoogte.
De beleeniugen vermeerderden mét
f4,6
millioen.
Het tegoed van het Rijk, dat de vorige wekstaat
had aan te wijzen, maakte plaats voor een debetsaldo
van de schatkist tea bedrage van
f
2,3 millioen.
De goudvoorraad der Bank vertoont slechts een on-
4 JUNI 1930
No. 753
belangrijke wijziging. De zilvervoorraacl verminderde
met
.f
800.000. De post papier op het buitenland steeg
niet [1 , millioen, terwijl de diverse rekeningen op
de actiefzijcle der balans een daling van
f
1,3 millioen
te aanschouwen geven. De biljettencirculatie ver-
meercierde met f42,5 millioen. De rekening-coura n t-
saldi van anderen stegen niet
f
9,4 millioen. liet he-
schi kbaa:r mtaalsalclo vertoont een verininderi ng van
j’ 0,2 millioeri. Het clekki ngspercentage bedraagt 5234.
*
*_
*
Veel verandering was er deze week ii iet iii den 1001)
der wisselkoersen waar te nemen. Over het geheel
zijn de noteeringen iets ]iooger. Eenige invloed van
cle maanciswisselirig is niet te bespeuren geweest. Het
Pond kwam van 12.07
7
/8
op
12.081%,
terwijl de Dollar
tenslotte 2.4870 noteerde na de week oj 2.4858 be-
gonnen te zijn. De Dollar noteerde in Londen 4.8594
—4.8603-4.8576. Marken verbeterden” van 50.31 tot
59.3434 (tegen £ 20.35%). Fransche Francs kwamen
van 9.74%’ op 9.74% (tegen £ 123.91%), Peseta’s
30.27 34-30.31 %-30.22’12. Shanghai taels: 1.02Vs,
Hongkong $ 0.83. Pesos flauwer 95-9434.
De termijn-noteeringen voor 1- en 3-maands waren
voor Ponden resp. pan – Ys. disagio en —-% c.
agio, voor Dollars 6-4 en 1.0-8 c. clisagio en voor
Marken 3%’-23-4 en 7-6 c. eveneens disagio.
LONDEN, 2 J’UN]: 1930.
De toestand op de geldmarkt onderging verleden
week geen verandering van ee.tiige beteekenis. Niet-
tegenstaande cle laatste dagen van de maand in die
week vielen, was het aanbod op Vrijdag en Zaterdag
grooter dal) de vraag; cl:ientengevolge waren saldi, over
liet einde der week en claai’niede het einde der maand
tot 19/4 en 1.34. pOt. verkrijgbaar. 1-let aanbod van geld
werd vergroot door eenige belangrijke posten Augus-
ton-wissels, welke door de banken werden gekocht.
Disconto kon zich dientengevolge niet op het nive’au
van het begin der week handhaven, en viel terug op
2/s pOt. De schatkistpromesseu werden tot pOt.
toegewezen, tot welke uoteering ook bankaccepten
heden verder verzwakten.
Wel veranderde de Bank of England het disconto
verleden week Donderdag niet, maar door de ruime
geldrnarkt, welke deze weelc nog gesteund zal worden
door het War Loan dividend, houden de geruchten
Over een verdere verlaging van het officieele discon-
to op 2%’ pOt. nog steeds aan.
De wisselkoersen en het feit, dat er hedei:i weder
een kleine partij baar goud van cie Oentrale Bank
werd gekocht, wijzen echter nog geenszins in die
richting.
504
,
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
4 Juni 1930
M.EDEDEELINÜEN VAN DE CENTRALE CO’iMlSSi E
VOOR DE 1fl J NVAA1{‘L
VERSLAG VAN HET 13UREA1J OVER 1)1E WERKZAAM-
1 lEDEN VAN DE CENTRALE COM?.I ÎSS IE
GEDURENDE 1[ET JAAR
1920.
ie. Centrale Commissie voor de 1I{ijnvaart heeft iii 1929
twee
zitti
ngen gebonden, in April cii in Novenibr.
Samenstelling i’aii de Coinniissie.
IDe sanieiistelling van de Coninnssie heeft iii 1929
1
Ie vol-
gende wijziging ondergaan : Door zijn bonoennuig tot rechter
bij het Permanent Hof van IIuiteruiatiouiale Justitie, is cle
heer :lroniageot tuit cle Centrale Cotnniissie getreden.
Aan het eind van het jaar 1929 was de Centrale Com-
missie dus als volgt saiuuengestelcl
President: cle keer J eau Cont.
flet Rijk en de linitsche ocvcrstaf en:
de 11.11. eeliger (gedelegeerde voor l[essen) ; Peters (ge-
clelegeerJe voor Priuiseui) ; Fiichs (gedelegeerde ‘oor
13aclen) ; Greuling (gedelegeerde voor i3eieren) ; ickes
(adjunct-ge(lelegeerde).
– België:
cle :FLH. Brunet, de Ruelle.
Frankrijk.•
cle 1-1.111. Mahien, Silvain IDreyfus, .licrrenselitnidt.
En(Jelanci:
Sji• John Balciwi ci.
/ 1;aiië:
cle III i1. Rossetti, Si nigal ia.
T
e
&..
r
l
alc
d:
de JT[, F1.. Jhr. Van Eysiuuga, Kröller, Schlingenuann.
Z’ioitserlancl:
cle l-E.11. Il_Eerol cl, J. Vallotton
liet Secretariaat is als volgt saniengestelci
Secretaris-Generaal : de heer Hostie (13e1g’).
Adjunct-Secretaris-Generaal : de keer Charguérand-Iiart-
nianui (Frauischman).
Leden van het Secretariaat: de 11.11 II)e L lEspiuiasso
(Nederlander), Gerlach ( Duitscher)
Secretaris-Archivaris: de heer Walther (Zwitser).
Scheepvaarti n specteurs zijn
voor het Zwitsersche district: de heer Moor, ,kantons-
ingenieur”, te i3azel
voor het district T A : cle heer Montigny, ,,:[ngénieur et
Chef des i’onts & Chaussées°’, te Straatsburg;
voor het district T B : cle heer Ilaer, ,,Oberbaurat”, te
Mannheiiuu
voor het district III: de heer Tbtusel, ,,Oberbaurat”, te
v]aiiiz
voor liet cl istrict 11Fl: cle heer Cel i nek)’, Oberbau rat”, te
K olil ei z
voor het district LV: Jhr. i)ittliuger, te ‘s-Graveuhage.
liet Comité, belast niet de bewerking van het jaarver-
iJag, is als volgt samengesteld
cle 1.1.1:11. lekes (President), ][errenschniidt cii Van
Eysiuga.
.lierziening van de A k t e van Man uiheiin.
De werkzaamheden betreffende cle herziening zijn gedn-
rende cle twee zittingen in 1929 voortgezet. Men is hiermede zoover gevorderd, (lat besloten is cle tekstei.i, welke tot hier-
toe iii eerste lezing muigenomuien waren, samen te stellen en
te rnngschikken.
Betrekkingen met andere interuua’tiourale
1 i eb a in c n.
De Verkeerscommissie van dcii Volkenboiid cii cle Cen-
trale Coninmissie – hebben haar samenwerking inzake de unificatie van het scheepvaartrecht voortgezet. Een con-
ferentie van Staten, welke belang hebben bij deze unifica-
tie, voorzoover het betreft cle scheepvaart op cle groote be-
vaarbare waterwegen van het vasteland van Europa, zal
waarschijnlijk door den Raad van den Volkenbond in 1930
bijeengeroepen wordan. :De diagorde bevat de onderwerpen
waarvoor vOér-ontwerpen bewerkt zijui door het Privaat-
recht-Comité van den Volkenboncl, gebaseerd op cle teksten
voorbereid door het Privaatrecht-Conuité van cle Centrale Comiimissie, te weten: de nationaliteit, cle inschrijving, het
eigendom, cle hypotheek, dc voorrechten, cle gedwouigeii ver-
koop en de aanvaring. liet Comité,, ingesteld door de Verkeers-Coininissie voor
de unificatie van de transportstatistieken, welk Comité
gereorganiseerd is overeenkomstig cle weusch van de derde
Algemeene Verkeers Conferentie, in verband met de uit-
breiding van zijn activiteit tot de spoorwegstatistieken,
.
INHOUD.
•
Blz.
Mededeehiugen vaîi
deCentr.CommissievoordeRijnvaart 0 1
DE GROEI DEIC iNTERNATIONALE PETROLEUI INOUS’I’Jl IE
door
Dr. W. Mautner ………………………. .
De Indische middelen over -Februari 1930 ……….508
AANTEEhENINOEN:
Het rapport van den Commissaris van dc Rijksbauuk 500
De geldmarkt in Mei ……………………..511
IJOEKAANKONDIOINGEN:
Prof. Henry Clay: The Post-War lIJneniploytnent
Problem, bespr. door
Dr. A. W. Quivt ……..
511
Ontvangen boeken …………………………..514
MAANOCIJFEES:
–
Overzicht van de
Indische middelen …………514
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN
……………..
l5-522
Geldkoersen.
Bankstaten.
Verkeerswezeii. Wisselkoersen.
1
Goederenhandel.
heeft zijn ‘ werkzaamheden voortgezet. IFIIet onderzoek der
kwestie der verbetering der Rijn-statist-idken kan slechts
hernonuen worden, als het Comité vaui den Volkenboucl zijn
taak bali id igcl heeft. –
Wat eenerzijcls het hoofdstuk ,,Fransche scirtaxe” ‘au
het Rapport Ellines inzake cle Rijuuscheepvaart betreft, heeft
cle
erkcersCommissie
het volgende beslcut genomen
,,Geziemi cle resolutie No. 111 van het Permanente Comité
voor binnenseheepvaart van 18 J auruari . 1.926, betrekking
hebbende
01)
cle Rijnseheepvaart, (hij dit besluit had het
Perniancn.te Comité besloten eerst het advies van cle Cen-
trale Conimnissie over het hoofdstuk ,,IFransehe surtaxe”
van liet Rapport Mines te vragen)
Nota genomen hebbende van het antwoord van de Cen-
trale Comuunnssie voor cle Rijnvaart van 24 Januari 1928,
(zie verslag over het jaar 1927 ouder het hoofdstuk : Be-
richt II 1h ties)
De discussie valt het gedeelte van bovengenoemd Rap-
port over cle hli’ransche surtaxe weder hervat n beëindigd
hebbende;
Overwegende, dat cle Centrale Comuutissie ernstige p0-
gingen in het werk stelt oni tot een resultaat te komen,
hetwelk een einde maakt aan cle tegenwoorclige moeilijklme-den, dat de Commissie reeds zekere resultaten bereikt heeft, en dat een definitieve oplossing, welke voldoening zal schen-
ken aan (Ie verschillende belangen, voorzien kan worden
Overtuigd, dat het zoeken naar deze oplossing krachtig
voortgezet zal worden
01)
den reeds aangegecen. weg:
Besluit geen ander gevolg te geven aan cle documenten
genoemd in dit besluit.”
Wat anderzijds het hoofdstuk ,,Coneurrentie der spoor-
wegen” van het Rapport lEtiues betreft, heeft het speciale
Comité, ingesteld om de vraagstukken in dit hoofdstuk oi-
geworpen te bestndeeren (zie Verslag over het jaar 1926
onder het hoofdstuk: Rapport Hines) zijn werkzaamheden
in den 1001) van liet jaar 1929 beëindigd. ITet bericht van
dit Comité is echter in de Verkeers-Comnnssie nog niet
behandeld kunnen worden cii harerzijcls heeft cle Centrale
Commissie, welke besloten had het onderzoek van deze
kwestie uit te stellen, totdat cle werkzaamheden van liet
speciale Comité zoover gevorderd zouden zijn, dat het
onderzoek niet vrucht kon worden gedaan, het onderzoek
ervan nog niet weder opgenomen.
in het Verslag over het jaar 1926 is gezegd, dat het
pr.ii’aatrecht-Conmité van cle Verkeers-Conumissie muuanclaat
ontvangen had om zich, in samenwerking niet het Inter-
nationaal Arbeicls-Burean met liet gebied der sociale wet-
gevilig. bezig te houden. Sinclsdieui is door liet hlhriterna-
tionaal Arbeicls-J3urean een vergelijkende studie der ver-
schillencle wetgevingen ondernomen. Tengevolge van een
vergaderitig van den Connté, samengesteld uit leden van
cle Verkeers-Organisatie van den Volkenbouud en uit leden
van cleus Raad van Beheer van het Internationaal Ai–
heids-]3ureau, is liet voorstel gedacuul, een gemengd Comité
van, deskundigen samen te stellen belast oni cle mogelijk.
hieicl te onderzoeken, voorzoover de voornatunste bevaar-
bare Europeesche waterw’egen betreft, cle internationale
kwesties inzake het sociaal rec:lit te regelen. ‘De Rappor-
teurs van het Privaatrecht.Coni i té van cle Verk
–
eers-Com-
niissie zouden deel uitmaken van dit geniengcl Comité valt
cleskuuicligen. 1)e Raad valt Beheer van het internationale –
Arbeicls-Il3ureau zal zich in het begin van 1930 over dit
voorstel uit te spreken hebben.
Comive ntion ccle e ii r egle uien taire
b e p
ii
liii ge ii.
De volgende wijzigingen zijn in 1929 in cle reglemen-
taire bepalingen aangebracht: De toegestane lengte van
een sleepkabel, omschreven bij paragraaf 11 Nr. 6, alinea 1
van het ]Tijnvaart Politie Reglement, is van 120 M. op
4 Juni 1930
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
505
200 M. gebracht iii het geval, dat eèn opwaarts varende sleeptrein slechts een enkel aanhangsehip met een laad-
vermogen van meer dan 1000 ton bevat.
Aan paragraaf
21,
Nr.
S
van hetzelfde Reglement is een
alinea toegevoegd, waarbij hij wijze van proef en onder
bepaalde voorwaarden, afwijki igeil worden toegetaan
van
liet verbod, inzake het gebruik van schijnwerpers tijdens
liet varen. (Zie hieronder: Nachtvaart).
De Commissie heeft de Fransclie tekst van het RegIe-
mont inzake het onderzoek van Rijnsehepen goedgekeurd.
Dit Reglement is in Zwitserland gepubliceerd bij ,,Or-
donnance du Conseil Fédéral” van 20 September 1920.
(Slot volgt.)
DE GROEI DER INTERNATIONALE
PETROLEUMINDUSTRIE.
Naar aanleiding van de in de maand Juni
te Berlijn plaats vindende ,,Weltkraftstof f-
Ko’ifereuz” zal gepoogd worden, in onderstaanci
artikel, benevens in twee daarop volgende,
‘c1ke met het eerste tezamen een soort trilo-
gie zullen vormen, een overzicht te geven van
(le bateekenis der petroleum voor de wereld.
huislouding, waarin deze, zooals bekend, naast
de steen- en bruinkool en witte steenkool een
bijzonder voorname en eigeuaardige plaats
als krachtbron inneemt.
Do geschiedenis der petroleumindustrie omvat nau-
we lij ks twee men schenleef tij den, zeven decenniën.
kenden de Chineezen en Japanners petro-leum reeds in bijbelsehe tijden, en de Bijbel zelf ver-
meldt bitumina als bindmiddel bij den torenbouw van
Babel en bij het dichten van de arke Noach’s. Hero-
dotus, Plinius en Plutarchus; I)ioskorides en Diodo-rus vertellen van petroleum; de vuuraanbidders ver-
eercien duizenden jaren geleden en vereeren nog thans
ccii brandende aardgasbron; Marco Polo bericht het
voorkomen van petroleum; de middeleeuwen en een groot deel van den jongeren tijd gebruikten haar hier
en daar als geneesmiddel, smeermateriaal en voor ver-
lichting. Doch den aanvang van een moderne petroleumwin-
ning en -verwerking, van een
petroleumindustrie,
kan
men wel moeilijk anders dateeren dan op den gedenk-
vaardigen Augustus-Zondag in ‘het jaar 1859, toen
het den vader der petroleumindustrie, Colonel Drake,
gelukte, bij Titusville in Pennsylvanië de eerste pe-troleumbron in de Nieuwe Wereld door middel van
boren te ontsluiten en daarmede den weg te wijzen,
waarlangs uitsluitend sindsdien het voortbrengen der
ontzaglijke en gestadig toenemende hoeveelheden mo-
gelijk was, welke de menschheid als bedrijfsstof,
smeer- en verlichtingsmiddel, materiaal vdor aanjeg
van wegen en voor honderden andere doeleinden van
noocle had. Weliswaar heeft in hetzelfde jaar als
Drake, ja zelfs nog vdôr hem, Prof. Georg Hermann
.E
–
iunaeus te Wietze de eerste petroleumbron in
Duitschiand en ter wereld aangeboord, doch aan deze
vondst bleven cle resultaten ontzegd, welke den ar-
beici van den Amerikaan in zoo overrijke mate ten deel
vielen.
Immers is tengevolge van deze boring een
indus-
trie
ontstaan, die in de Vereenigde Staten heden in
betcekenis slechts bij den landbouw en het spoorweg-
bedrijf ten achter staat, en aldus de
derde plaats
in-
neemt onder de çjroote falcicen van het econörn.isch
léven
der Unie. Een kapitaal van ongeveer 12 mil-
liardeii Dollars is alleen in de Ver. Staten daarin he-
legd, waarvan circa 5,3 mi.11iard komen op rekening
van de petrolenmwinning, 3,2 milliard van de ver-
werking, 1,6 mi.11iard van de verkoopsorganisatie, 1,1
milliard van ‘de pijpleidingen, 0,6 milliard van de
tankvloot en 0,3 milliard vah de tankspoorwagons.
Zeifs wanneer aangenomen wordt, dat in ‘andere lan-
den wat het kapitaal (productie-middelen) betreft,
niet zoo intensief wordt gewerkt, zoo zal men wel-
licht het in de internationale petroleumindustrie ge-
stoken kapitaal op ongeveer $ 16 á
.
17 milliard mogen
taxeeren.
Deze som komt vrij nauwkeurig overeen met het
dubbele der tegenwoordige waarde van de tegen 5.4
pCt. verdisconteercle zware jaariijksche termijnen van
het Young-plan, welke zelf met hunne rond R.M. 35
millioen contante waarde een vierde geringer zijn dan
de betalingen volgens het Dawes-plan, die op hare
beurft nog niet eens een derde van de phantastische 132
milliard uit het Londensche hetalingsplan bedragen,
terwijl de laatste clan overigens slechts ongeveer twee
derden vertegenwoordigen van cle door Du.itschland
voor oorlogsdoeleinden in de jaren 1914-1919 uitge-geven sommen (circa.R.M. 207 milliard; veranderin-
gen in de waarde van het geld bleven buiten be-
schouwing).
Tusschen een derde, en de helft der in de petro
:
leumindustrie gestoken’ geidsoinmen werd uitgege-
ven voor de
boringen.
Hoe riskant de boorbedrijvig-
heid is, moge blijken uit’ de niet zelden verkoodigde
meening, dat in den loop der jaren meer Dollars in
den grond zouden zijn verdwenen dan de waarde der
geproduceerde ruwe olie bedroeg. Wij kunnen deze
meening echter niet deden. Want sinds het bestaan
der wereld-petroleurnindustrie werden
meer dan acht-
tien en een half milliardez barrels (ic
159 Liter)
ruwe olie gewonnen,
die in elk geval een hoogere
waarde vertegenwoordigen dan de voor boordoeleinden
uitgegeven 7 of 8 milliard Dollars. De onderstaande
opstelling geeft een overzicht van de ontwikkeling der
wereld-petroleurnproclucti e. (Zie hlz. 506).
Deze tabel omvat alle landen, die in het jaar 1929 meer dan 1, pOt. tot de wereldproductie bijdroegen;
dat zijn slechts acht van de in totaal drie dozijn petro-
leum produceerende staten. Tevens toont deie tabel,
hoe geleidelijk nieuwe staten in de rij der voor de pe-
troleum-economie belangrijke landen treden. 38 jaren
(1857-1894) waren noodig om het èerste milliard
barrels (juister 997.071.000) ruwe olie voort te bren-
gen; ongeveer 7i4, jaar later was het tweede milliarci
bereikt (wereldproductie tot en met 1902: 2.091.467,000
barrels tezamen); en dan gaat het steeds sneller, tot
in 1923 voor de eerste maal een milliard barrels in
één enkel jaar worden geproduceerd; in 1929 wor-
den haast anderhalf milliard barrels gewonnen, of evenveel als in de eerste 42 jaren der industrie te-
zamen. (Tot de in de tabel niet opgegeven landen he-
hooren de volgende, die niettemin over een aanzien-
lijke petro]eurnproducti e beschikken (naar volgorde
van intrede in de rij der olie produceerende staten):
Polen met totaal 218.225.000 barrels; Japan en For-
mosa met totaal 58.963.000 barrels; Peru met
‘180.447.000 barrels; Aigentinië met 61.179.000 bar-
rels; Trinidad met 55.135.000 barrels; Serawak met
41.147.000 barrels). Ziet men van de oorlogspei-iode
•af, dan hebben slechts drie van de voornaamste pro-
cluctielanden: Mexico, Britsch-Indië en Polen reeds
liet hoogtepunt hunner voorthrenging overschreden.
Wat beteekent zuiver
lcwantitatief
een jaarproduc-
tie van 1.488 millioen barrels of ruw gerekend 21,5
millioen tons? De Deutsche Reichsbahn vervoerde
niet haar nagenoeg 100.000 goederenwagens in 1928:
481 millioen tons aan waren – het transport van 21.5
millioen tons zou haar derhalve alleen reeds vijf en
een halve maand onafgebroken werk hebben verschaft.
De Nederlandsche Spoorwegen vervoerden in 1928
met 31.105 goederQnwagens (cijfer van 31 Dec.) in
totaal 22,03 millioen tonnen, of slechts een tiende van
bovengenoemd cijfer van 215 millioen. De
calorische
waarde
van deze Olie overtreft die van de totale steen-
en bruinkoolproductie van Duitschiand, welke in
1,929 resp. een hoogte van 151 en 165 millioen tom
bereikte.
Die hoeveelheden olie waren aficomstig uit nog niet
ten volle een millioen
boringen;
alleen in de Ver.
Staten werden gedurende de jaren 1859-1029 bijna
800.000 neergelaten. Tegenover de reikhalzend be-geerde, rijkdom brengende spuiters stonden zelfs in
de beide laatste jaren met hunne zoo sterk verbeterde
vetenschappelijke exploratie- en boormethoden resp.
506
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
4 Juni 1930
1
De wereldproductie van ruwe olie 1857-1929. (1000 vaten 1 159L).
Ver.eenigde
Staten
Rusland INederlandschi
Mexico
Perzië Venezuela
CoIumb
inciTren
1857
…..
1861
17
2.114
–
–
–
– –
–
2.131 1866
42
3.598
83
– – –
–
3.899
1871
90
5.205
165
–
–
–
–
–
5.730
1876
111
9.133
1.321
–
– –
-.
–
11.051
122
27.661
3.601
– –
–
–
–
31.993
1886
168
28.065
18.006
–
–
–
–
–
47.243
1881
………
.
1891
488
54.293 34.573
– –
-.__
– –
91.100
1896
543
60.960
47.221
1.427
–
– –
–
114.199
..
1.678
69.389
85.168 4.014
10
– –
167.440
6
126.494
58.897
8.181
502
– –
213.263
1901…
……
.
11.108
220.449
66.184
12.173 12.553
–
344.361
1913
…
13.555
248.446
62.834
11.172
25.696
1.857
–
–
385.345
1916
…
8.945 300.767
65.817 12.547
40.546
4.477
,
– –
457:500
1918
…
8.730
355.928
27.168
12.778
63.828 8.623
333
–
503.515
19 11
………
.
6.618
378.367
31.752 15.508
87.073
10.139
425
–
555.875
1906 ……….378
7.435
442.929
25.430
17.529
157.069
12.230
457
–
688.884
8.368
472.183
28.968
16.958
193.398
16.673
1.433
–
765.935
9.843
557.531
35.692
17.066 182.278
22.247
2.201
323
858.898
1921
……….
..
10.867
732.407
39.147
19.870 149.585
25.230
4.201
424
1.015.735
1919.
……..
.
1922
………
.
13.369
713.940
45.355
20.473
139.678 32.373
9.042
445
1.014.324
1920
………
.
1925
…
16.650
763.743
52.448
21.422 115 515 35.038
19.687
1.007
1.068.962
1923
………
.
1926
…
23.314
770.874
64.311
21.242
90.421
35.842
37.226
6.444
1.098.389
1924…
……
.
1927
…
26.368
901.129
77.018
25.967
64.121 39.688
63.134
15.002 1.261.073
1928
…
30.773
901.474
84.704
32.118
50.151
43.461
105.749
19.897
1.324.734
1929
34.930
1.006.000
103.000
37.924
44.689
45.250
137.000
20.385 1.488.604
185711929 . .
339.943 J12.249.149 12.434.664
j
432.703
32 en 30 pOt. mislukte boringen. Alleen in het jaar
1928 waren voor de mislukte boringen in de Ver.
Staten •$ 165,8 millioen uitgegeven, terwijl het aan
allè boringen gezamenlijk bestede bedrag $ 503,33 mii-
lioen beliep. Gemiddeld kostte een succesvolle petro-
leum- of gasbron, aangezien de kosten der mislukte
daarover moeten worden omgeslagen, $ 33.000. D:it
gemiddelde stijgt echter snel, daar bijv. de boorkos-
ten i.n den Staat Oklahoma in 1912 $ 3.1.69 per boring
heliepen, •doch in 1919 $ 21.353 en in 1928 $45.574.
Deze stijging is voornamelijk een gevolg van de steeds
toenemende diepte der boringen; de diepste boring
ter wereld is die van de Standard Oil Co. of Califor-
.ida met thans 9.629 voet (3.000 M.) diepte. Terwijl
nog slechts enkele jaren geleden boringen van 4.000
voet veel.bewonderde technische prestaties beteeken-den, zijn heden op verschillende Californische velden
boringen van 6 t 7.000 voet normaal. Dergelijke bo-
ringen verslinden tot een kwart millioen Dollar en
kunnen uiteraard alleen worden ondernomen door
goed-gefundeerde groote maatschappijen, voor welke
het mislukken van een of zelfs meer van dergelijke
experimenten geen financiëele ruïne beteekent.
De toeneming der boringen tot op vroeger on-
denkbare diepten had ook een verhooging der
aan-
vankelij7e productie
van de bronnen tengevolge, welke
in 1916 en 1918 resp. 86 en 92 barrels per dag had
bedragen, doch in 1928 en 1029 resp. 668 en 396 bar
rels. Inmiddels zijn de bronnen, die door een zoo rijke productie ook de gemiddelde
cijfers
vermogen te ver-
grooten, betrekkelijk zeldzaam. De 316.073 bronnen,
die in de Ver. Staten in Maart 1929 in productie wa-ren, leverden gemiddeld slechts 7,7 barrels peif dag,
of tezamen 2.658.000 barrels; meer dan de helft, rond
1,4 millioen barrels, kwam op rekening van slechts
6.024 bronnen, of 2 pOt. van het totale aantal. De
rijkste bronnen der Ver. Staten vindt men in Texas,
waar er worden aangetroffen met een potentiëele da-
gelijksche productie van meer dan 100.000 barrels;
voorts in Oalifornië en Oklahoma. Zij blijven even-
wel alle ten achter bij de Mexicaansche bronnen, waar-
van er een, Oerro Azul No. 4, op één enkelen dag
260.858 barrels opleverde, of bijna evenveel als de
maandelijksche productie van geheel Polen in het
jaar 929. Inmiddels wordt deze Cerro Azul nog over-
troffen door een andere Mexicaansche bron voor zoo-ver de totale opbrengst betref t; Potrero del Liano No.
4 leverde in den loop der jaren bijna 95 millioen bar-
1
1
.
559
.
888
1
346.801
1
381.008
1
63.927
18.635.409
rels op, d.w.z. driemaal zooveel als de productie van
Roemenië in de laatste jaren bedroeg, en bijna de
lielft der totale productie van Polen’s petroleumin-
dustrie sedert het begin daarvan.
Doch ook de allerrijkste bronnen verminderen snel
in productie; 15 bijzonder rijke Amerikaansche ter-
reinen leverden een jaar na de ontginning nog slechts
42 pOt. van dc aanvankelijke productie op, na het
tweede jaar niet meer dan 29 pOt. ên weder een jaar
later nog slechts 22 pOt. Zulks verklaart, geheel af-gezien van de toenemende behoefte aan petroleum-
producten, waarom er immer nieuwe boringen moe-
ten worden ondernomen en steeds weder uitingen van
vrees inzake een te vroegtijdige uitputting der voor-
raden worden vernomen.
Reeds spoedig na het aanboren van de eerste olie-
bron kwam men op de gedachte, petroleum door
pijpleidingen
naar de raffinaderijen te vervoeren. In
1.862 werd de eerste maatschappij met dit doel opge-
richt, in 1864 werkte de eerste
pijpleiding
van een
zekeren heer Van Syckle bevredigend. Thans omvat
het pijpleidingsnet der Ver. Staten meer dan 100.000
Eng. Mijlen (160.000 K.M.) met buizen van 2 tot 16
duim mi ddellijn. Dit ,,ondergrondsche spoorwegnet”
is driemaal zoo lang als het normaal- en smalspoor-
net van de Deutsche Reichshahn (1928: 53.667 K.M.),
vijfmaal zoolang als het Br.itsche net (20.400 Eng.
mijlen) en vijftig maal zoo lang als het net der Ne-
derlandsche Spoorwegen (2432,12 K.M. hoofdspoor-
wegen, en 926,75 K.M. locaalspoorwegen). Hoofd- en
verzamelleidingen omvatten elk de helft, van de ont-
zaglijke staalmassa’s, welke in die leidingen zijn be-
lichaamd. De langste afzonderlijke leiding is die van
de Tcxas Empire Pipe Line Co. met 674 Eng. mijlen of
nagenoeg 1.100 K.M., welke van Oushing (Oklaho-
ina) naar Chicago (Illinois) gelegd is en onlangs in
gebruik werd genomen. Nog langer wordt, indien het
betreffende plan wordt uitgevoerd, de leiding Ma-
chatsch-Kala-Moskou (1.800 K.M.), doch ook thans
reeds is Rusland het land, dat na de Ver. Staten de
langste pijpleidingen bezit; de leiding Bakoe-Batoem
meet circa 850 K.M. (afstand Amsterdam-Milaan)
en dc leiding Grosny-Toeapse, 618 K.M. lang, komt
ongeveer overeen met den. afstand Amsterdam-Ber-
lijn. Een even lange leiding bevindt zich voorts in
Oolumbië; de meeste andere olie produceerende lan-
den bezitten leidingen van slechts geringer lengte.
De aanlegkosten der pijpleidingen met hare pomp-
4 Juni 1930
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
507
stations, welke de olie over bergen heen moeten per-
sen, zijn zeer hoog; voor 16.010 Eng. mijlen ijplei-
dingen tusschen de Arnerikaansche Staten becijferde
de Interstate Commerce Oommission in 1927 een ka-pitaals-investeering van $ 609,44 millioen.
Pijpleidingen dienen in de Ver. Staten vrijwel uit-
s’uitend voor het transport van ruwe olie, in de Oude
Wereld ook voor dat van halffabrikatn, doch gedu-
rende de laatste maanden zijn drie pijpleidingen voor benzine ook in de Vereenigde Staten in aanleg.
In weerwil van de enorme door
pijpleidingen
ver-voerde hoeveelheden is het aandeel in de
olierans-
porten,
dat voor de
spoorwegen
overblijft, groot. In
de Ver. Staten alleen vervoerden de spoorwegen in
1928 1,63 millioen Eng. tons ruwe olie en 56,78 mii-
lioen tons raffinage-producten, tezamen dus 64,41 mii-
lioen tons, hetgeen meer is dan het totale goederen-
vervoer door de spôorwegen van een land als Italië
(in 1926: 56,17 millioen tons). De transporten van
raffinage-preducten nemen onder, die van alle afge-
werkte producten in de Ver. Staten de eerste plaats
in; zij omvatten 4,2 pOt, der door de Spoorwegen in
totaal vervoerde hoeveelheden, maar droegen 5,8 pOt. bij tot de totale b€idrjfs-ontvangsten der Spoorwegen, welke $4.318 millioen beliepen.
Voor opslagdoeleinden zal de petroleumindustrie
der Ver. Staten over een
tankruimte
van waarshijn-
lijk een milliard barrels beschikken; buiten de Unie
bevinden zich olietank-parken van zeer grooten om-
vang in alle landen met een groote productie of ver-
werking, vooral ook in Venezuela, resp. Curaçao,
Mexico, enz.
Nog aanzienlijker dan het aandeel in het vervoer
der Amerikaansche spoorwegen is dat van de petro-
leum, der petroleum-tankbooten, in het verkeer via
het
Panoma-K anaal.
Dit steeg van 1923 tot 1929 van
18,61 tot 29,46 millioen netto-tons; op rekening van
de tankers komt daarvan resp. 21,2 en 39,1 pOt. Van
het in 1928 31,91 millioen tons bedragende verkeer
door het
Suez-Kanaal
bedroeg het aandeel der tank-
booten 13,6 pOt.; in 1929 zelfs 14;6 pOt.
Aan
fanlcertonnage
waren – ongerekend de tank-
booten van Regeeringen – in 1928 voorhanden 6,74
millioen bruto-tons tegen 2,77 millioen tons in 1919
en 1,44 millioen tons in 1914. Daarvan komt 2,51 mii-
lioen tons op rekening van de 420 Engelsche tank-
booten, 2,44 millioen tons op de 484 Amerikaansche, Noorwegen volgde dan met 535.000 tous en Duitsch-
land bezat in 1928 119.000 tons tegen 217.000 tons
v66r den oorlog.
• Een zeer belangrijk deel van de tankervloot is uit-gerust met
Diesei’rnotoren
zooals trouwens de zege-
tocht van den Dieselmotor, welke volgde op het sto-
ken met olie inplaats van met steenkool, een der ken-
teekenen is van de economische ontwikkeling in het
wereidverkeer na den wereldoorlog. Waren in 1914
0,45 pOt. van de wereldvloot motorschepen, in 1928
was dit percentage gestegen tot 8,11 en in 1929 tot
9,73 pOt.; het aandeel ‘der met petroleum gestookte
schepen is in die jaren opgeloopen van 2,65 tot 28,46
resp: 28,53 pOt.; het aandeel van de met kolen ge-
stookte verminderde van 88,84 pOt. tot 59,50 pOt. en
dat van de zeilschepen van 8,06 tot 2,24 pCt. Maar
deze
cijfers
verraden niet meer dan den toestand van
dit oogenblik, geenszins de toekomstige ontwikkeling,
die echter wel blijkt uit de in aanbouw zijnde sche-
pen: einde December 1929 waren van de totaal in aan-
bouw zijnde 3.110.880 tons scheepsruimte 1.737.834
tons of 55,88 pOt. motorschepen, en slechts 1.350.383
tons stoomschepen (43,41 pOt.); een belangrijk deel
van laatstgenoemde bestond uit schepen, die met olie
gestookt zullen worden. Het aandeel der voor petro-
leumtransport bestemde tankbootei in den wereld-
scheepsbouw bedroeg einde 1929 627.756 tons of
20,18 pOt. van de in aanbouw zijnde tonnage.
De behoefte van de scheepvaart aan olie heeft ertoe.
geleid, dat de wereld omspannen is door een dicht net
van
bunkerstations;
een enkel groot concern, de Ho-
ninklijke-Sheli-groep, bezit dee in ongeveer 140 ha-vensteden. Deze bunkerstations zijn voor de verzor-
ging der scheepvaart nog lelangrijker dan de pompen
voor de automobielen te land.
De
‘verwerking
van de ruwe olie,
raffinage
inclu-
sief
kraken,
geschiedt grootendeels doch geenszins
uitsluitend in de productielanden; zoo heeft Enge-
land zich een zeer aanzienlijke, grootendeels met Per-
zische ruwe olie gevoede raffinage-industrie gescha-
pen, de andere verbruikslanden beschikken veelal
over – doorgaans minder beteekenende – raffinage-
installaties, streven er echter ten deele, zooals Frank-
rijk, naar, een groote nationale verwerkingsindustrie
in het leven te roepen. Verreweg het grootste deel der
Venezolaansche olie wordt verwerkt op de Neder-
landsche eilanden Curaçao en Aruba, die voor de kust
liggen. Het voornemen bestond, Curaçao te brengen
op een dagelijksche capaciteit van 250.000 barrels
(thans 175.000), hetgeen in staat zou stellen, ‘onge-
veer een zestiende van de wereldproductie op deze
eene plaats te raffineeren! Aan raffinaderijen met
een dagelijksche capaciteit van 100.000 tons ont-
breekt het vooral in de Ver. Staten niet; daar ligt
trouwens ook het zwaartepunt voor de bedrijvigheid
bij de raff in age van de geheele wereld. Een overzicht
van den groei der Amerikaansche olieraffinaderijen
en kraakinstallaties vindt men in de volgende op-
stelling:
De groei van het Amerikaansche raffi n aderijbedrijf
(1914-1929)
1
)
–
-‘-
:’
0
2
q
1914..
176
-‘
–
–
–
–
1918..
267
1.186.155
–
–
–
–
1919..
289
1.295.115
– –
– –
1920..
373
1.530.565
–
–
–
–
1921..
415
1.888.800
1922..
479
2.104.050
325
1.854.590
–
–
1924..
574
3.048.790
362
2.549 490
–
1925..
584
3.033.682
385
2.680.052
–
–
1926..
515
3.068.340
356
2.770.340
150
980.960
1927..
462
3224.307
328
2.964.427
158
1.245.890
1928..
456
3.426.310
315
3 116.930
148
1.3’f7.584
1929..
463
3.719.550
341
3.454.250
170
1.487.950
1930..
479
3.972.460
382
3.721.360
186
1.705.299
1)
Volgens
,,Oil
and Gas
Journal”
ddo.
6
Maart
1930.
Deze
capaciteit
geeft. aan de hoeveelheden ruwe
olte, welke de installaties kunnen verwerken; tech-
iiische verbeteringen bewerken evenwel, dat hij een
gelijkblijvende verwerking van ruwe olie sterk stij-
gende kwantums benzine werden gewonnen. De capa-
citeit der raffinaderijen overtreft in de Ver. Staten,
gelijk trouwens in verschillende andere productielan-
den, de beschikbare hoeveelheden ruwe olie. Een ten-
dens tot verhooging der gemiddelde capaciteit van de
afzonderlijke raffinaderijen valt niet te ontkennen en
daaraan, resp. aan het zich daarin uitdrukkende stre-
ven naar concentratie, vallen dan ook talrijke kleinere, minder rationeel werkende bedrijven, hetzij door stop-
zettingen, hetzij geheel, ten offer, zoodat het totale
aantal der raffinaderijen niettegenstaande een stij-
ging in de laatste jaren bij het hoogste
cijfer
van
vroegere tijden ten achter blijft. Ongeveer vier vijf-
den der wereldcapaciteit vn de raffinaderijen komen
op rekening der Ver. Staten, welke niet slechts het
grootste productie-, verwerkings- en verbruiksiand,
doch tevens het grootste uitvoerland is.
De ontwikkeling der raffinage, en met haar van de
geheele petroleumindustrie, wordt gekarakteriseerd
door een buitengewoon veelzeggende
wijziging in de
hoofdproducten:
door de omzetting der verwerking,
der ruwe olie op benzine in plaats van lampolie. Was de voor een’ halve eeuw (1879) in de Amerikaansche raffinaderijen verwerkte hoeveelheid ruwe olie 17,42
508
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
4 Juni 1930
mil]ioen barrels, in 189 52,01 millioen barrels en in
1009 eerst 120,18 millioen barrels, en werden uit
laatstgenoemde 12,87 millioen barrels benzine en 39,88
millioen barrels lampol.ie vervaardigd, zoo was een
tiental jaren later de verwerking verdrievoudigd:
361,52 millioen barrels ruwe olie leverçlen 94,24 mii-
lioen barrels benzine (dus bijna de aehtvoudige hoe-
veelheid) en 55,57 millioen barrels lampolie (dus
slechts de helft meer). In 1029 heeft zich de verwer-
king van ruwe olie nogmaals verdrievoudigd en be-
reikt deze bijna een rnilli.oen barrels (987,11 millioen),
waaruit 434,24 mil]iocn barrels benzine, dus schier
‘ijfmaal zooveel, vervaardigd werden en slechts 51,15
millioen barrels lampolie, derhalve slechts een weinig
meer dan in 1.919. Ook de productie aan smeerolie is
– grooteildeels wel een gevolg van de verbeterde
smeerteehniek – weinig gestegen: van 20,16 millioen
barrels in 1919 nam deze toe tot 34,36 millioen bar-
rels in 1929. Zeer sterk steeg daarentegen de pro-
ductie aan gas- en stookolie, nl. van 181,6 tot 447,89
niiil.i.oen barrels.
Van de in Amerikaansche raffinaderijen gewonnen
hoeveelheden benzine worden precies zes zevenden
(71,82 millioen barrels) in de Ver. Staten zelf
ver-
bruikt het laatste zevende (61,21 millioen barrels)
evenwel uitgevoerd. Met dit zevende dekken de Ver.
Staten bijna de helft van het benzincverbruik der
overige wereld. Dit kan worden getaxeerd op circa 125 millioen barrels, waarvan slechts ruim 60 mil-
lioen barrels buiten de Ver. Staten werden ver-
vaardigd.
liet antwoord op de zich voordoende vraag, hoc
liet mogelijk was te voorzien in de geweldig gestegen
vercischte hoeveelheden benzine, wordt slechts ten
dccle gegeven door de zooeven genoemde tendenzen
der ruwolieproductie- en verwerking; bijna nog ge-
wiclitiger is de enorme toeneming der
opbrengst
aan
benzine door verbeterde werkmethoden, zoodat men in
1929 uit een barrel ruwe olie gemiddeld 43,9 pOt.
benzine wist te winnen tegen slechts 18,2 pOt. in 1914.
Deze schier ongelooflijk klinkende cijfers verbergen
of onthullen een roemrijke daad van wetenschappe-
lijken arbeid en technische prestaties. Zij beteekenen,
(lat zonder de in deze vijftien jaren gemaakte vorde-
ringen voor het winnen der bovengenoemde 434 mil-
lioen barrels benzine in plaats van een milliard bar-
rels ruwe olie bijna twee-en-een half milliarden bar-
rels noodig zouden zijn geweest, of per dag meer dan
634 millioen barrels (6.537.000). Deze hoeveelheid
overtreft echter de wereldproductie aan ruwe olie met
150 pOt. en die van deVer. Staten met 250 pOt. Zelfs
aangenomen, dat een dergelijke productie had kunnen
worden bereikt, mag er toch wel aan worden getwij-
feld, of de Amerikaansehe bodem gedurende langeren
tijd deze massa’s had kunnen opleveren; in elk geval
echter zou zulks een verontrustende bespoediging heb-bcn beteekend van den di.es
eertus au, incertus quan-
do, waarop de uitputting van de zich niet vernieu-
wende petroleumreserven een feit zal zijn geworden.
Deze hooge benzine-opbrengsten maken het echter ook mogelijk in de behoeften te S,roorzien tegen ma-
tige
pri.jzen
in 1928 waren in de Ver. Staten – en
deze zijn ook in dit opzicht wel toonaangevend – de
roothandelsprjzen voor benzine slechts onbelangrijk
hooger dan in 1.913. Neemt men 1926 als uitgangs-
punt, dan was de benzineprijs in 1928 89,5 pOt. en
in 1913 84,7 pOt.
Dit weder verklaart de’ sprongsgewijze toeneming
van het henzineverbruik en daarmede, in veerwil van
(Ie verbazende verhoogi.ng der opbrengsten, ook dic vaij het
peiroleuniverbrnilc
in ht algemeen. De vol-
gende cijfers
1)
zijn veelzeggend:
1)
C.
F. Keilcy, Mining
&
Metallurgy, Aug. 1928.
Geci-
teerd
bij
,,Entwicklung uuid Schvierigkeitcn hei der Pc-
troleuni-,,Conservation’ in den Verein igten Staaten von
Amerika, door
W. A. J. 11.
van Waterschôot van der
Gracht, Schloss Hainfeld (Stiermarken), ,,Petroleum” No.
10/1930,
pag.
30516.
Verbruik van belangrijke grondstoffen per hoofd der
bevolking in de Vcreenigde Staten.
Grondstof
Eenheid
1890
1927
Steenkool
Eng. ton
2,50
5,10
Ruwijzer . . .
,,
,,
0,15
0,31
Petroleum .
Barrel
0,73
7,66
Koper
Eng. Pond
413
14,07 Lood
4,50
11,40
Zink
2,00
10,40
Zelfs jn de laatste jaren is de winning van petro-
leumproducten sterker toegenomen dan die van an-
dere industr.iöeie voortbrengsele.n; met 52 pOt. in
1928 tegen ht gemiddelde van 1.923/’25 stond zij aan
cle spits der groote takken van industrie; di.e van rub-
berbanden kwam haar met 44 pOt. het meest nabij,
die van ijzer en staal evenwel bleef met 19 pOt. ver
daarbij ten achter en hetzelfde is van toepassing op
de automobiel-fabricatie met een toeneming van
13 pOt.
in een volgend artikel hopen wij de ontwikkeling
van liet verbruik te kunnen bespreken en tevens aan
cle groote petroleumcoricerns eenige regels te wijden.
Dr.
WILnIdLM
MAUTNER.
DE INDISCHE MIDDELEN OVER FEBRUARI 1930.
De totale opbrengst der in bijgaand overzicht ver-
nielde Lahdsmiddelen sedert den aanvang van dit jaar
bedroeg op het einde van verslagmaand
f
94.387.000
tegen
f
100.794.000 gedurende de eerste twee maan-
den van het vorige jaar of circa
f
6.4 mfm minder.
In dezen achteruitgang werd bijgedragen door alle
groepen, t.w. door de:
belastingen ad circa
f
2.273 mfm
monopolies
,,
,, 0.233
producten
,,
,,
,, 2.892
bedrijven
,,
,,
,, 1.183
met uitzondering van de groep allerlei middelen, die
circa
f
0.115 mfm meer ophraeht.
De ongunstige uitkomsten zijn een gevolg van de
aanzienlijke daling der ontvangsten in verslagmaand,
die in totaal ruim
f
7.7 mtm minder opbrachten dan
in dezelfde maan.d van 1929. Dit decres wordt hoofd-
zakelijk veroorzaakt door de belasting- en de produe-
tengroep met een vermindering van resp. ruim
f
3.3
m!m en
f
2.1 m/m.
Bij vergelijking van de totaal uitkomsten der af-
geloopen twee maanden met de fractioneele ramin.gs-
cijfers blijkt evenee:ns en weer voornamelijk bij de
belastinggroep en de producten, alsmede bij de be-
drijven, dat de uitkomsten bij de ramingen sterk ten
achter gebleven zijn. Hierbij moet in het oog worden
gehouden, dat de directe belastingen en in het bij-
zonder de
belangrijke
heffingen als de vennootschaps-
belasting en de landelijke inkomsten eerst in den
verderen loop van het jaar ruim plegen te gaan
vloeien. Overigens doet de iiivioeci van de ongunstige
conjunctuur zich sterk gelden, hetgeen vooral tot
uiting komt hij de opbrengsten der indirecte belas-
tingen en der producten en bedrijven.
Bij nadere beschouwing van de
belastinggroep
valt
nog op te merken, dat de opbrengst der personeele
belasting vrijwel gelijk was aan die in het vorige
jaar en de inkomstenbelasting in het afgeloopen
tweemaand.sch tijdvak een vooruitgang gaf van ruim
6 ton. Aan vennootschapsbelasting werd in deze pe-
riode ruim. 9 ton minder ontvangen dan. .in de twee eerste maanden, van 1929, dodh bij de rarning werd reeds op een vermindering gerekend van gerpiddeld
5.8 ton per maand, zoodat de uitkomsten van dit
middel tot dusver geen aanleiding tot teleurstelling
geven. De hoogere opbrengst, vergeleken met het vorige jaar, van de verponding ad ruim
f
1.6 mfm
houdt verband met den laten. aanslag in 1929. De gunstige uitkomst van 5 ton ten aanzien van 2112
der j’aarraming vindt mede hierin haar verkla-
ring. De opbrengst der landelijke inkomsten verschilt
slechts weinig met die in het vorige jaar.
4 Juni 1930
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
509
Aan de reeds belichte aanzienlijke daling der in-
directe belastingen namen vrijwel alle rechten deel. Het invoerrecht gaf in verslagmaand een achteruit-
gang te zien ten opidhte van dezelfde maand van
het vorige jaar van
f 1.169
m/m en ten opzichte van
cle maand Januari
‘1930
van
f 1.214
mfm. Dit be-
langrijke middel, waarvan de raming voor
1930
in
overeenstemming met de doorloopende toename der
opbrengsten in afgeloopen jaren met
f 9.4
mfm werd
verhoogd, bleef in de afgeloopen twee maanden
f 1.855
m/m ten achter hij het overeenkomstige cijfer
van liet vorige jaar en
f 0.99
mjm ‘bij het evenredig
deel der jaarraming. Ook het uitvoerrecht, de accijn-
zen en het statistiekrecht gaven de tegenvallers,
welke in de huidige economische omstandigheden
verwacht konden worden. Deze rechten bleven
f 0.35e
mfm,
f
0.072
mfm en
f 0.123
mfm beneden die in
het tijdvak Jan./Febr.
1929
en resp.
f
0.66
m/m,
f 0.838
mfm en
f 0.116
m/m beneden de fractioneele
ramingen De achteruitgang van het zegelrecht,
waarvan de tweemaandsche opbrengst
f
0.272
m!m
lager was dan in
1929
en
f 0.597
mfm lager dan de
raming zou doen verwachten, vindt zijn vermoede-
]ijke oorzaak in de vermindering van den verkoop
van vergunningen tot ontschepen en wijst derhalve
OP
een afnemende immigratie van vreemde Ooster-lingen. De slachtbelastingen gaven in verslagmaand
een eenigszins hoogere opbrengst dan in het vorige
jaar, doch de totale ontvangsten in de afgeloopen
twee maanden bleven nog
f 0.226
m/m beneden de
verwachting.
Bij de
monopolies
valt in het oog, dat de opbrengst
van de opiumregie een dalende
lijn
blijft volgen. In
verslagmaand werd ruim
4
ton minder ontvangen
dan in Februari
1929,
in totaal voor het afgeloopen
jaargedeelte van
1930
een lagere opbrengst gevende
van ruim
6Y2
ton. Dit middel zal, aldus voortgaande,
verre bij de raming ten achter ‘blijven; het nadeelig
verschil bedroeg op het einde van verslagmaand
f
0.578
hi/m. In de ongunstige tijdsomstandigheden
valt hiervan de voornaamste oorzaak te zoeken. Ten
opzichte van de opbrengstcijfers der pandhuisregie
hadden die tijdsomstandigheden een tegenovergestel-
cle uitwerking. Dit monopolie bracht in de afgeloo-
pen twee maanden
f
0.14
mlm
meer op dan in het-
zelfde tijdvak van
1929
en
f 0.277
mfm meer dan
werd geraamd. Het zoutmonopolie leverde in het
tijdvak Jan/Febr.
1930
ruim
3
ton minder op dan
in dezelfde twee maanden van
1929.
In het vorige
verslag werd de reden van dezen verwachten achter-
uitgang, die verband hbudt met de overdracht aan
de provincie Midden-Java van het debiet in dat
gebiedsdeel reeds uitvoerig toegelicht; relatief was
cle opbrengst niet lager dan die in het vorige jaar.
Buiten de drie provincies op Java was de opbrengst
zelfs ruim
f 90.000
hooger. De totale ontvangsten
bleven ruim
4
ton beneden het
2/12
deel der jaar-
raming, hij welke was gerekend op een normaal ac-
cres van ruim 9 ton. Wat de
procluctengroep
betreft, valt te wijzen op
liet navolgende. De prijsdaling had een zeer nadeeli-gen invloed op liet tinmiddel, waardoor de opbrengst daarvan in de eerste twee maanden van liet loopende
jaar ruim
f
2.2
m!m beneden die van het vorige jaar
en
f 2
mfm beneden het evenredig deel der jaarra-
ming bleef. Hetzelfde verschijnsel deed zich even-
eens voor bij de rubberopbrengst, welke een vermin-
dering met resp. ruim
2
ton en 5 ton te zien geeft.
Bij de steenkolenmijnen en het boschwezen moet in
liet oog gehouden worden, dat deze meer opleverden
dan uit het overzicht der middelen blijkt, omdat de
leveringen aan andere landsdiensten, die eerst na
verloop van enkele maanden kunnen worden ver-
rekend, daarin nog niet zijn verwerkt. De uitkom-
sten der kina-onderneming laten nog geen vergelij-king toe, aangezien de verkoop van haar producten
(kinabast en theeblad) een onregelmatig verloop heeft. De opbrengst der goud- en zilvermijnen in
Benkoelen blijft zich gestadig iets beneden die in
liet vorige jaar en beneden de gemiddelde maand-
raming bewegen.
Bij cle
bedrijven
komt de economische depressie
sterk tot uiting in de opbrengsteijfers van de S.S.
en Tramwegen. In verslagmaand bracht deze dienst
ruin
9
ton minder op dan in Februari
1929,
terwijl
het afgeloopen twcemaaridsch tijdvak bijna
f 1.6
m/m
minder opleverde dan dezelfde maanden van het
vorige jaar, van welk decres
f
1.412
mlm
voor reke-
ning komt van het Javabedrijf. In verband met de
tariefsverlaging vertoonde het reizigersvervoer een
achteruitgang van de ontvangsten ad
f 0.234
mJm,
uit de nevenbedrijven werd echter
f 0.213
m/m meer
ontvangen, zoodat de tegenvaller nagenoeg geheel is
toe te schr•’en aan het sterk verminderde goederen-
vervoer. De Jan./Febr. opbrengst bleef ruim
1
3.8
mfm ten achter bij de fractioneele jaarraming, waar-
bij dient in aanmrking te worden genomen, dat met
liet oog op het komende suikertransport in de tweede
helft van het jaar een ruimer vloeien dezer inkom-
sten mag worden verwacht.
De dienst der P. T. en T. gaf in verslugmaand en in het afgeloopen jaargedeelte over het geheel be-
vredigende uitkomsten. In di.e perioden werd resp.
f 0.44
m/m en
f 0.086
mfm meer ontvangen dan in
de overeenkomstige tijdvakken van
1929.
Specifica-
tie van het laatste cijfer geeft het volgende beeld:
posterijen ……….meer
f
5.000
telegrafie ……….minder
22.000
telefonie ………..meer ,,
116.000
andere ontvangsten .. minder ,,
12.000′
In het voordeelige cijfer, dat de telefonie aangeeft,
werd tot een bedrag van
f 6.000
bijgedragen door de
radio-telefonie; de radiotelegraf ie bracht circa
f
.
4.000
minder op dan in
1929,
zoodat de achteruitgang der
opbrengsten van het gewone telegraafverkeer ruim
f 18.000
beliep.
Bij het havenwezen valt in verslagmaand zoowel als in de tweemaandsche periode een geringe voor-
uitgang te constateeren ten opzichte van het vorige
jaar (resp. ruim 1. ton en
3
ton). Het in deze op
brengst begrepen goederengeld liep echter iets terug
(ruim
f 60.000
in
2
maanden). Jn vergelijking met
de fractioneele ramingen was de opbrengst in laatst-
genoemd tijdvak in totaal
f 1.5
m/m voordeelig,
waarbij echter rekening moet worden gehouden met
de reeds in het vorige verslag vermelde halfjaarljk-
sche ontvangsten aan kadehuur, die steeds in de
maanden Januari en Juli worden geboekt. De bag-
gerdienst gaf in verslagmaand normale ontvangsten; de tweemaandsche opbrengst bleef iets ‘beneden die
in het vorige jaar, doch overtrof de gedeeltelijke
jaarraming met ruim
f 60.000.
De dienst voor W. en
E. en de Landsdrukkerij gaven als gewoonlijk on-
zuivere uitkomsten in verband met de vele nog te
innen en te verrekenen posten, zoodat daarbij voor-
alsnog geen vergelijkingen mogelijk zijn.
De ontvangsten, vermeld onder de groep
allerlei
middelen,
vertoonen slechts geringe afwijkingen en
vereischen derhalve geen toelichting. De daarin
voorkomende winstaandeelen werden in verslagtijd-
vak nog niet gestort, hetgeen het verschil met het
totaal der ramingscijfers veroorzaakte.
AANTEEKENINGEN.
Het rapport van den Commissaris van
de Rijksbank.
In den loop der vorige week is het laatste rapport
van den Commissaris van de Rijksbank verschenen,,
dat de periode van 1 September
1929
tot
17
Mei
1930
omvat. Wij ontieenen aan dit rapport het volgende:
Ontwikkeling van de algemeene conjunctuur.
De dalende tendens, die reeds gedurende cle laatste maan-
den vali
1929
merkbaar was, trad sedertdien steeds sterker
op den voorgrond. 1 Eet spreekt vanzelf, (lat uit vele der
510
ECONOMISCH-STATISTISCHE
BERICHTEN
4 Juni 1930
jongste èonjunctuurcijfers de invloed van den afgeloopen
winter blijkt, die overigens zeer zacht was. Maar ook bij algeheele uitschakeling van seizoensinvloeden, ziet men
een beeld, dat veel ongunstiger is, dan eehige maanden ge-
leden.
Dit geldt in hoofdzaak voor alle cijfers, die betrekking hebben op den omvang van de productie, het verkeer en
den arbeid, waarbij nog een aanhoudende verdere daling
van het algemeen prijsniveau komt. Daartegenover staat
echter een zeer aanzienlijke verdere ontspanning op de geldmarkt, die zich geleidelijk ook op de kapitaalmarkt
weerspiegelt.
Het aantal werkloozen nam van einde Juli 1929 tot
einde Februari 1930 voortdurend toe. Ondanks het feit, dat
de winter verleden jaar buitengewoon streng en dit jaar
ongewoon zacht was en dat volgens de ivet van 12 Octo-
ber 1929 bovendien het aantal personen, dat recht
0])
steun heeft, eenïgszins werd verminderd, was het hoog-
tepunt, dat ook ditmaal einde Februari werd bereikt, met
een totaal aan steuntrekkers van 2.855.700, 33.400 hooger
dan in 1929. Dit cijfer daalde evehwel in Maart en
April, doch in mindere mate dan verleden jaar. Dienten-
gevolge nam het verschil ten opzichte van liet vorige jaar
nog sterk toe; het aantal steuntrekkers bedroeg einde
April 1930 2.081.100 of 756.300 meer dan op 30 April 1929.
Do bonen, zoowel voor geschoolde als voor ongeschoolde
arbeiders, zijn na de geringe stijging aan het einde van
het afgeloopen
jaar, nauwelijks
toegenomen. Zij hebben
zich echter ondanks den algemeenen teruggang van de con-
junctuur op hetzelfde niveau kunnen handhaven.
De steenkolenproductie toonde, nadat het record sedert
de stabilisatie in October 1929 werd bereikt, over het al-
gemeen een dalende tendens, die sedert Februari 1930 ten-
gevolge van den achteruitgang van de conjunctuur en den
milden winter nog aanzienlijk werd verscherpt. De voor-
raden bij de mijnen namen sterk toe en de werktijden moes-
teu worden verkort. Bij de ijzer-, en staalindustrie valt eveneens sedert Octo-ber 1.929 een achteruitgang te constateeren. De verlenging
vair de kartelcontracten bi-acht bijna geen opleving mede.
i)e ruwstaalproductie is evenwel sedert Januari weder iets
toegenomen. De afzet blijft echter onbevredigend. Ook de
verderverwe’rkende industrie onderging dan invloed van de dalende conjunctuur. 1)e machine-industrie had sedert mid-
defi 1929 met een sterken achteruitgang van buitenlandsche
orders te kampen, hetgeen in September tot een vermin-
dering van den uitvoer leidde. In Januari steeg de uitvoer
weder belangrijk, welke verbetering ook gedurende de maan-
den Februari en Maart aanhield.
Wat cle overige bedrijfstakken betreft, zoo wordt hub
toestand over het algemeen niet gunstig beoordeeld. Een
uitzondering vormen de chemische en de kali-industrie even-
als de papierindustrie, die nog steeds goed van werk zijn
voorzien, voorts, ook de gummi. en de rubberindustrie. De
toestand van de textielindustrie is, met uitzondering van
eenige takken, over het geheel onbevredigend. Het bouw-
bedrijf heeft tenslotte, behalve van de algemeene econo-
mische depressie, ook nog van den slechten toestand van
de overheidsfinanciën te lijden, waardoor slechts weinig
bouwcredieten ter beschikking staan en ‘de opdrachten sterk
zijn verminderd.
De toestand van den landbouw stond gedurende de pen.
ode onder verslag onder den invloed van de ongunstige
prijsontwikkeling voor landbouwproducten en van den om.
i’ang der schulden. De regeering heeft een landbouwpro-
gramma ontworpen, dat ten doel heeft den landbouw te
steunen. Een ivet tot verhooging van de invoerrechten op
een aantal artikelen is reeds in werking getreden. De regee-
ring is hierdoor in staat, om de invoerrechten voor graan
en meel vast te stellen, zonder aan maximum- of mini-
mum-grenzen te zijn gebonden; bij tarwe en rogge kan het tarief zoo worden geregeld, dat een bepaalde prijs als jaar-
gemiddelde wordt verkregen. Op grond van deze wet, werd
het reeds einde Maart verhoogde invoerrecht op tarwe op-
nieuw verhoogd. De verplichting om 50 pCt. binnenland-sehe tarive te vermalen werd tot einde Mei verlengd. Het
systeem van invoervergunningen wordt uitgebreid.
Kapitaalverkeer met liet buitenland.
Het kapitaalverkeer met het buitenland, dat in het
tweede halfjaar van 1929 steeds meer was verminderd,
is gedurende den laatsten tijd weder tot opleving ge-
komen. Buitenlandsch geld op korten termijn werd
voortdurend tot dalende rentekoersen aangeboden, waarbij
Frankrijk schijnbaar een steeds grootere rol speelt. De
lage koersen op de Duitsche effectenbeurzen hebben niet nagelaten buitenlandsche koopers aan te trekken. Het be.
drag van in het buitenland geplaatste leeningen is gedu-
rende de laatste maanden weer sterk gestegen. Ook in om-
gekeerde richting hebben – door verschillende o6rzakeu –
aanzienlijke kapitaalbewegingen plaats gevonden.
Hieronder volgen de gegevens’ dver de in het buitenland
opgenomen leeningen op langen termijn:
Emissies van langloopende leeningen in het buitenland
– (nominaal bedrag in miljoenen R.M.)
jaar
Publiek- rechtelijke
corporaties
Publieke
onder-
nentingen
Grond-
crediet-
instellingen
Andere
onder-
nemingen
t)
Totaal
1924..
960,0
– –
42,0
1.002,0
1925..
379,5
259,5
120,1
506,4
1.265,5
1926..
343,9 307,2
194,9
708,9
1.554,8
1927..
268,8 63,0
.
515,3
564,6
1.411,7
1928..
165,9
428,1
473,7
397,5
1.465,2
1929.
31,5
121,9
5,0
.190,2
348,6
) mci. kerkelijke instellingen.
Emissies van langloopende leeningen in het buitenland
(nominaal bedrag in miljoenen R.M.)
‘
Jaar
Totaal
g
1924.
:..
1.002,0
512,4 51,3
250,5
56,6
28,2
103,1
1925….
1.265,5
923,0
142,1
122,2 67,9
10,3
–
1926….
1.554,8
1.082,7
189,5
142,0
66,2 43,4
31,0
1927….
1.411,7
890,41
262,4
152,8
51,9
51,9
2,3
1928….
1.465,2
1.017,1
201,7
136,2 57,6
11,8
40,8
1929…
.
348,6
165,8
65,4
56,4
57,5
3,2
0,3
Totaal..
7.047,814.591,41
912,4
1
860,1
1
357,7
1
148,8
1
177,3
De cijfers geven de nominale bedragen van de leeningen
weer; de in werkelijkheid aan de Duitsche lichamen toe.
gevboeide opbrengsten der leeningen zijn in de meeste ge-
vallen beduidend lager. Hierbij is met terugbetalingen, af-
lossingen en terugkoopen geen rekening gehouden.
De oorzaken, die gedurende het grootste deel van 1929
dan toevboecl van nieuwe buitenlandsche credieten tot stil-
stand hadden gebracht, zijn bekend. Ook toen in October
de speculatie op de effectenbeurs te New-York plotseling ophield en de rentevoet spoedig daarna overal aanzienlijk
daalde, bleven de nieuive Duitsche emissies in het buiten-land in den aanvang zeer gering.
In Januari 1930 maakte de tweede Haagsche conferentie
aan de heerschende onzekerheid over de herstelvraagstuk.
ken een einde, terwijl de liquiditeit op de internationale
geldmarkten ziele tegelijkertijd ook meer en meer op dle
kapitaalmarkten weerspiegelde. In Februari trad ook reeds
een merkbare verbetering in, in den toevoer van buiten.
landsch kapitaal, welke sedert voortduurt.
De geldnearkt.
Het beeld, dat cle Duitsche geldmarkt gedurende de laat-
ste maanden bood, is tegengesteld aan dat, hetwelk in het
vorige rapport werd geschetst. Toen was de algemeene
ontspanning, die op de buitenlandsche geldmarkten na de
ineenstorting van de effectenspeculatie te New-York was begonnen, op de Duitsche geldmarkt nog ieinig bemerk-
haar. De Duitsche geldtanieven stonden slechts weinig be-
neden het niveau, dat tengevolge van de gebeurtenissen in het voorjaar van 1929 was bereikt.
Sedert de jaarswisseling is dit volkomen veranderd: de
internationale renteverlaging nam een dergelijken omvang aan, dat de daarmede gepaard gaande verruiming zich ten-slotte ook op de Duitsche geldmarkt moest weerspiegelen.
De ontwikkeling was nog sterker, doordat de seizoeusont
spanning, die zich steeds in de beide eerste maanden van
het jaar voordoet, gepaard ging met den achteruitgang van
de conjunctuur, ouder invloed waarvan de bedrjfsbehoef-
ten sterk afnamen. Tenslotte was ook de druk, dien de.
credieteischen van de officiëele lichamen op de geldmarkt
hadden uitgeoefend, verminderd.
In Maart pleegt de liquiditeit van de geldmarkt gewoon-
lijk weder af te nemen, hetgeen deze keer echter niet het
geval was. Integendeel nam zij gedurende deze maand en
ook later nog toe. De oorzaak hiervan is ongetwijfeld in
het conjunctuurverloop te vinden.
Stond de geldmarkt in December nog geheel onder den
druk van de credietbehoef te van de offïciëele lichamen, de
volgende maanden werden eenigszins ontlast door de in
verband met den jaarultimo door de officiëele lichamen ge.
nomen maatregelen. Bovendien werden bezuinigingsmaat-
regelen genomen en heeft een zekere consolideering van de
schuld op korten termijn van de officiëele lichamen plaats
gehad.
4 Juni 1930
ECONOMISCH-STATISTISCHE
BERICHTEN
511
Slot besohonw’inqen.
J:n dc slotbeschoiiwiiigeu Van dit elfde en laatste rapport
wordt een overzicht gegeven van den economischen toestand
van Duitselilaud en van cle positie van de Rijksbank ge-
durende cle afgeloopen 5Y
2
jaar.
Sprekende over de huidige internationale depressie wordt
er op gewezen, dat de toestand in Dtiitschland nog geen
neiging tot verbetering vertoont.
Het loonpeil heeft ongetwijfeld den grootsten tegenstand
kunnen bieden aan de heerschende depressie. Het in de
tweede helft van 1929 bereikte niveau heeft zich – ten-
minste ten aanzien van de bonen, waarvoor cijfers ter be-schikking staan – volkomen op deze hoogte kunnen hand-haven. Voor de geschoolde arbeiders beteekent dit niveau
een iets hooger reëel inkomen dan vr den oorlog, voor
den ongeschoolden arbeider zelfs een stijging met .20 pOt De omvang van de geheele productie daarentegen is piet
onaanzienlijk gedaald; hetzelfde geldt, zooals o.a. uit de
stijging van het aantal faillissementen blijkt, voor de ren-
tabiliteit van het bedrijfsleven.
Het sterkst komt de depressie tot uitdrukking in de toe-
tieming van de werkloosheidscijfers. Eigenlijk vertoonen
deze cijfers reeds sedert 1928, ondanks de toenmalige gun-
stige conjunctuur, een stijging als een gevolg van het feit,
dat het bedrijfsleven – gedeeltelijk onder invloed van de
tendens tot rationalisatie – slechts een gedeelte van het aan-bod van nieuwe werkkrachten kon opnemen. Deze ontwik-
keling werd door den druk van de tgenwoordige depressie
nog aanzienlijk verscherpt, iet het gevolg, dat volgefls de
jongste gegevëns het aantal voornaamste steuntrekkers
reeds meer dan 2 millioen, en clie van alle werkboozen zelfs
meer dan drie millioen bedraagt. De toeneming van cle ge-
heele arbeidersbevolking zal tengevolge van het kleinere aantal geboorten gedurende den oorlog spoedig tot staan
koineti.
Deze
omstandigheid kan echter niet verdoezelen, dat het werkloozenvraagstuk op het oogenblik een van de meesf
ernstige economische problemen vormt, waarvoor Duitsch-
land zich geplaatst ziet.
Ernstig blijft ook het vraagstuk van de kapitaalvoorzie-
ning. Ongetwijfeld valt in dit opzicht sedert korten tijd
eenige verbetering waar te nemen, doordat het plaatsen van nieuwe leeningen in het buitenland weder mogelijk
is geworden en ook de Duitsche kapitaalmarkt langzamer-
hand aan de algemeene ontspanning op dit gebied begint
meé te doen, hetgeen, naar wordt verwacht, door de spoe-
dig uit te geven internationale leening onder het Nieuwe
Plan nog zal worden bevorderd. Evenwel is de ])uitsche ka-
pitaalvorming nog steeds niet voicloende voor de binnen-
laudsche behoefte, hoewel de toestand nok in dit opzicht
ongetwijfeld gunstiger is geworden. De biunenlandsche ka-
pitaalvorming vertèont over het algemeen gedurende de
laatste jaren een stijging, terwijl omgekeerd ook de be-
hoefte aan kapitaal geleidelijk een normaler karakter aan-
nam. Ook het Rijk, de Landen en de Gemeenten waren ge-
dwongen hun uitgaven te beperken. Een feit is echter,
•
dat
Duitsehiand aan het einde van de thans afgesloten periode
aan het buitenland voor credieten op langen en korten ter-
mijn samen naar schatting een bedrag van R.M. 15 milliard
schuldig is.
Tegenover deze schuld staat stellig een aanzienlijk nieuw
en voor een groot deel ook productief bezit, dat ook tot de
groote toeneming van den uitvoer en daarmede tot de te-
genwoordige activiteit van de hndelsbalans heeft bijge-
dragen. Ook de betalingsbalans is hierdoor aanmerkelijk
verbeterd, wat overigens tevens een bewijs is voor de ge-
constateerde gunstigere verhouding tusschen kapitaalvor-
ming en kapitaalbehoefte in Duitschiand. Echter is nog
niet het tijdstip aan te geven, waarop de betalingsbalans,
die o.a. met de rente en aflossingen van de aangegane bui-tenlandsche schulden en met de herstelbetalingen is belast,
zonder verderen kapitaalinvoer in evenwicht zal komen.
Zoolang dit oogeublik nog niet is aangebroken, zal liet be-
drijfsleven van Duitschland den druk van een verhoogd
renteniveau hebben te dragen, een druk, die in tijden van
depressie en bij grootere concurrentie van het buitenland
speciaal sterk zal w’orden gevoeld.
Deze toestand van een groote Duitsche schuld aan het
buitenland heeft gedurende de afgeloopen periode in de
eerste plaats zijn stempel gedrukt op de politiek van de
Rijksbank.
i)e wetenschap, dat niet alleen de buitenlandsche schuld
voortdurend steeg, doch bovendien voor een groot deel
op korten termijn was, noopte tot een buitengewoon
voorzichtige politiek. Een honger dekkingspercentage was
dringend noodzakelijk, waardoor vooral gedurende de eerste
jaren de aanvulling van den goud- en deviezenvoorraad,
welke op 15 October 1924 tezamen slechts R.M. 818 mii-
lioen bedroeg, tot een harer belangrijkste taken behoorde.
Het spreekt vnzelf, dat de politiek van de ‘Rijksbank
in het afgeloopen tijdvak voorts door vele factoren werd
beheerscht, die door het conjunctuurverboop en andere in-
vloeden bepaald werden.
Een uitzondering hierop vormen twee factoren, die bij
de gevolgde politiek steeds op den vborgrond stonden: nI.
het streven om den rentevoet te verlagen en het herstel van normale toestanden op de geidmarkt. Beide factoren waren ook beslissend voor het standpunt,
dat de Rijksbank ten opzichte van, het vraagstuk van de
openbare financiën innam. De door de overheid opgenomen
bedragen waren vooral gedurende 1925, 1926 en 1927 zon
aanzienlijk, dat zij op de geldmarkt een overwegenden in-
vloed konden uitoefenen. liet door de Rijksbank gepropa-
geerde en tenslotte door de betrokken instanties voor het
meerendeel ingenomen standpunt was, dat voor een juiste
besteding van deze gelden een concentratie van de hele-
gingstransacties bij de Rijksbank noodzakelijk was. Nadat
de Rijksbank in het begin aan het Rijk aanzienlijke he-
dragen uit haar eigen portefeuille voor dit doel ter be-
schikking had gesteld, werden deze zaken later door de
Bank op commissiebasis uitgevoerd, waarbij de bij de GQld-
diskontobank bestaande mogelijkheid om rente te vergoe-
den voor deposito’s, goede diensten bewees. In verband met
de sterk veranderde kaspositie van het Rijk en verschillen-
de semi-officieele instellingen, is de beteekenis van deze
openbare gelden gedurende de laatste jaren aanzienlijk ver-
minderd.
Het op het herstel van normale toestanden ‘op de geld-
markt gerichte streven openbaart zich verder nog speciapb
in de voortgezette bemoeiing van de Rijksbank met de ont-
wikkeling van de diseontomarkt. Dat deze bemoeiing tot
dusver betrekkelijk weinig resultaat opleverde en dat nog
steeds eenerzijds het aanbod gering is, en anderzijds de
iRijksbank gewoonlijk als voornaamste kooper optreedt, moet
aan verschillende omstandigheden worden toegeschreven,
clie ten deele door de huidige structuur van het Duitsche
creclietwezen worden veroorzaakt. Niettemin blijft het een feit, dat een gezonde en normaal werkende discontomarkt,
zooals deze vÔÔr den oorlog in Duitschland bestond, niet
slechts voor een goede en elastische organisatie van de gelcimarkt in het algemeen, doch ook als basis voor de transacties van de Rijksbank en als aanwijzing voor de
door haar te voeren rente- en credietpolitiek van groote
beteekenis is.
i)e Rijksbauk staat er thans gunstiger dan ooit geduren-
(Ie de laatste 5Y.
2
jaar voor. Haar voorraad goud en als
dekking geldende deviezen staat slechts weinig beneden het
op 22 Maart 1930 bereikte hoogtepunt; haar wisselporte-
feuille is sterk ingekrompen en het dekkingspercentage
bedraagt 68,5 pOt. De discontovoet bedraagt 5 pct. en de
rioodige stappen zijn genomen, om een verdere verlaging
tot 44 pOt. door te voeren
i).
De wettelijke plicht tot in-
wisseling is weder ingevoerd. Inderdaad een buitengewoon
gunstige positie, indien zij niet in de eerste plaats, het-
geen zoo vaak bij circulatiebanken het geval is, een symp-
toom en uitvloeisel ware van de heerschende, ernstige de-
pressie.
De geidmarkt in Mei.
Het is nog niet zoo heel lang geleden, ni. in
No.-
vember van het vorig jaar, dat wij melding konden
maken van het enthousiasme, waarmede The
Eco-
nomist” de eerste discontoverlaging, welke een langen reeks zou openen, begroette. Men was ,,hijzonder aan-genaam verrast”.
Van dat enthousiasme is weinig meer overgeble-
ven, sinds men in de achtereenvolgende discontover-
lagingen een of ficieele erkenning van de heerschende
depressie is gaan zien, en het lijkt wel of de thans
ingetreden ,,rustiieriode” aangenaam aandoet.
Weliswaar is voor optimisme nog geenszins reden
en de toestand op de geidmarkt geeft daarvan een
frappant beeld, doch het feit, dat men hier en daar
en in enkele
bedrijfstakken
het laagste punt van de
depressie meent te hebben bereikt, stemt hoopvol.
Moeilijk, zoo niet onmogelijk, is het om zich onder
deze omstandigheden aan voorspellingen omtrent het
verloop op de geidmarkt te wagen, temeer daar de
economische toestand in de verschillende landen in
de eerstvolgende periode waarschijnlijk onderling
1)
Deze heeft inmiddels reeds plaats gevonden. (Red.)
512
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
4 Juni 1930
steeds grooter afwijkingen zal vertoonen en nog veler-
lei verras:ingen kan bezorgen.
Over het algemeen veranderde de toestand in Mei
zeer weinig; cle onderstaande discontokoersen geven
daarvan een bescheiden beeld:
30 April
7Mei
15Mei
21 Mei 28Mei
New-York(eligi-
bie,
90
dagen)
3
2*
2*
2*
2*
Berlijn (Bankgi-
rierteWechsel)
41
41
‘*
41
41
1 Mei
8 Mei
15Mei
22Mei 29Mei
Londen
(3 muds
wissels) ….
2,
2*
2*
2*-
2*-
28Apr.13 Mei 5(10
Mei .12(17 Mei 19121 Mei 26 M.J.
Amsterdam
(part. disconto
2*-*
i
2
*_t
2
rr’
De meeste aandacht heeft cle situatie op de
Engel-
sche
geidmarkt nog getrokken. De koers van Fransche
franes en marken hebben het goudpunt in de afgeloo-
pen maand verscheidene malen dicht benaderd en
meer dan eens overschreden, zoodat gouduitvoeren
plaats hebben gevonden. Deze, alhoewel verontrustend,
waren niet van dien aard, dat de vermindering van
den goudvoorraaci bepaald angstwekkend werd, temeer
daar aan de andere zijde goudinvoeren uit de Kaap en
A ustralië plaats hadden. De achtereenvolgende week-
staten van 30 April, 1, 14, 21. en 28 Mei gaven resp.
de volgende cijfers voor den goudvoorraad: 164,3 –
164,5 – 163,3 – 158,4 en 158,1 millioen pond.
r1
oC
1
1
is o.rn. deze vermindering, gepaard met een
slechts geringen invloed daarvan op den franckoers,
blijkbaar wel voldoende geweest om een verdere dis-
contoverlaging te verhinderen. Ook andere factoren
hebben daarbij een rol gespeeld. Wel heeft de Bank of
England, geen, althans geen sterke, pogingen gedaan
om de geldmarkt, met het oog op den flauwen koers van het pond, krapper te maken, doch het is niet on-
waarschijnlijk, dat de reeds gedurende Mei begonnen
stijging van de geldkoersen (bij het begin der maand
2 pOt., aan het einde zelfs 3 pOt.) zich in Juni zal
voortzetten. In de eerste plaats is immers binnen-
kort de Young-leening te verwachten, en verder zal
cle schatkist de volgende maand voor groote be-
dragen een beroep op de geldmarkt moeten doen en
tenslotte heeft cle Bank of England, naar verluidt,
ee:n vrij groot bedrag in Juni vervallende wissels in
portefeuille.
1)at de brokers den laatsten tijd wissels met korten
looptijd prefereeren boven die op langeren termijn duidt er op, dat zij het risico van hoogere koersen,
dat zij als geldueniers uiteraard niet gaarne loopen,
willen vermijden.
Ofschoon Juni geen maand is van extra groote
geidbehoeften (afgezien dan van het ultimo) en men
dus daarom wellicht een aanpassing van het offi-
cicele- aan het marktdisconto zou mogen verwachten,
i.s het zeer wel mogelijk, dat deze, om de bovenge-
noemde redenen voorloopig nog zal uitblijven.
Franlcrsjk is
deze maand weer eens het zwarte
schaap gebleken. De politiek van de Banque de Fran-
co — hoe omzichtig deze ook gewoonlijk moge zijn – heeft terecht veel critiek gevonden. Voor de emis-
sie van de Bank voor internationale Betalingen is
1 iefst een kleine 8 milliard francs genlobiliseerd en
deze tijdelijke geldbehoefte heeft de Bank of England
£ 11,5 millioen goud gekost. Het is te begrijpen, dat
men in Engeland zoo langzamerhand is gaan spreken
van ,,the had Frenëh money”.
De mobiliseering van zulke enorme bedragen heeft
ook de Fransche geldmarkt danig ontwricht. De ge-
volgen daarvan behoeven niet alleen tijdelijk te zijn.
Een goudinvoer van £ 11,5 millioen gaat – ook in een
land als Frankrijk – niet ongemerkt voorbij. Heeft
iïien dezen invloed niet gewild, dan dient men hem ook
te vermijden; hij eell betere regeling der inschrijving ware dit gemakkelijk te voorkomen geweest.
De aanhoudende goudtoevoeren, ook in vorige
maanden, zijn in Frankrijk niet gepaard gegaan met
een opvallende vermindering van de bankbiljettencir-
eulatie en/of van de andere middelen van credietver-
leening. Dit heeft tot gevolg gehad, dat men – zelfs in het parlement – de mogelijkheid van ecn inflatie
ter sprake heeft gebracht. De indexcijfers, vooral
voor groothandelsprjzen, en de activiteit in het be-
drijfsleven geven echter geen grond voor deze op-
vatting.
Zooals bekend is
Berlijn
den 19 Mei ten lange leste
overgegaan tot een verlaging van het disconto van
5 op 4 pOt. in ons vorige maandoverzicht meenden
wij een zeer spoedige verlaging te mogen voorspellen,
daar de situatie op de Duitsche geldmarkt en de posi-
tie van de Reichsbank daar alleszins reden toe gaven. De verlaging heeft echter niet zoo spoedig plaats ge-
had als wel verwacht is. Ieder contact met de geld-
markt was reeds verloren. Oolc na de verlaging werd
dit echter niet herwonnen. liet is voor de positi.e
van de Reichsbank voldoende typeerend om eenige
der voornaamste posten van den weekstaat te verge-
lijken. Zoo nam de goudvoorraad toe van 2566 mil-
lioen op 30 April tot 2586 millioen op 23 Mei, de
,,deckungsfiihige :Devisen” van 321,4 tot 342,1 mil-
lioen, de binnenlandsche wisselportefeuille (afgezien
van Rijksschatkistpap:ier) daalde van 1.939 op 1520
millioen, de totale omloop aan betalingsmiddeleri
verminderde van 6183 tot 5484 millioen mark.
We wezen de vorige maal op de daling van de voor
cle geldmarkt in de Ver. Staten zoo
belangrijke post
in den weelcstaat der Federal Reserve Banks, nl. d
in de markt gekochte wissels. Deze daling heeft zich
in Mei bij de New-Yorksehe Federal Reserve bank
vrijwel niet en bij de overige Federal Reserve Ban-
ken niet in die mate als in April voortgezet.
Buis bought in open Market.
Datum New-York Fed. Res. Bank U. S. Fed. Res. Banks
3 April
$ 142.780.000
$ 301.300.000
1
Mei
49.790.000
209.560.000
8
,…….,,
37.010.000
175.200.090
15
,…….,,
35.310.000
171.030.000
22
,…….
50.550.000
186.880.000
29
,…….
47.320.000
175.560.000
De geringe wijzigingen in de geld- en disconto-
koersen in de afgeloopen maand zijn beslist opvallend.
Uit het boven opgenomen overzicht blijkt, dat het dis-
conto voor ,,eligible paper” (prima bankaccept) va-
rieerde tussehen 24 en 2% pOt. Oall-geld handhaaf-
de zich op 3 pOt., geld op termijn (90 dagen) ver-
toonde neiging tot dalen; op 30 April nog 4 pOt.,
was het op 28 Mei voor 3i’ pOt. verkrijgbaar.
Met een disconto van 234-2% pOt. voor ,,bankabel”
papier (de koersen voor z.g. ,,ineligible-aper” waren
en. % pOt. hooger) is New-York niet onaanzienlijk
duurder dan Londen, Amsterdam en ook Parijs. Het
gevolg .is dan ook geweest, dat het bedrag aan aeeep-
ten is verminderd, naar gemeld wordt in April met
een $ 100 millioen.
B.ij een vasten koers van den gulden (New-York en
Parijs noteerden om en nabij de muntpariteit, Lon-
den niet onaanzienlijk daar beneden) en dalende dis-
conto- en geldkoersen is de positie van
De Neder-
landsche Bank
vergeleken bij de vorige maand nog
aanzienli;jk stericer geworden. Een discontoverlaging
zou uit dit oogpunt niet op bezwaren stuiten. Wil de
Oentrale Bank geen actieve conjunctuurpolitiek voe-
ren, dan is een nieuw contact met de geldmarkt, niet onontbeerlijk. De credietbehoeften, ook van de ban-
ken, welke gewoonlijk op het disconto van De Neder-
landsehe Bank ,,drjven”, zijn sterk ingeicrompen. Het bedrag van de disconto’s daalde daardoor, vergeleken
bij het vorig jaar aanzienlijk, ni. van 96,0 millioen
op 27 Mei 1929 tot 52,4 millioen op 26 Mei 1930. Dit
cijfer zegt veel. Aan de andere zijde hebben we over
eenige weken de Young-emissie te verwachten en•al-
hoewel oolc in ons land de emissiemarkt met het oog
op deze leening is ontzien, dient nog te worden af-
gewacht welken invloed deze op de geldmarkt heeft.
Nu de in het vorig overzicht uitgesproken verwach-
ting, dat de Zweedsche Bijlcsbarilc
haar disconto zou
4 Juni 1930
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
513
verlagen niet in vervulling is gegaan, zijn we daar-
van een nadere verklaring schuldig. Inderdaad is de
positie van de geldmarkt en cle Centrale Bank van dien aard, dat daardoor een discontoverlaging vol-
komen gewettigd zoude vorden. Hier doet zich ech-
ter liet eigenaardige verschijnsel voor, dat de banken
alleen dan het voorbeeld- van de ,,Riksbank” zullen
volgen, indien de Postspaarbank en met haar de
overige spaarmstellmgen genegen zijn om haar rente-
vergoeding, welke momenteel liefst 3i6 pCt. bedraagt,
eveneens te verlagen. De Centrale Bank doet thans
moeite om de heide partijen te verzoenen.
In
.Joego-Slavië,
waar het officieel disconto
Oj)
27 Me.i werd verlaagd tot 5Y2 pOt., doet men thans
pogingen om den dinar te st,abiliseeren, naar liet aan-
vankelijk heette onder, leiding van de Banque de
France. De stab:ilisatiekoers zou iets onder den hui-
digen wisselkoers liggen en 6 á
1
Zw. frs. per 1.00
dinar bedragpn. Intusschen schijnt de onoverrichte
lijke toestand van ‘s lands financiën nog een onovèr-
komelijice hinderpaal voor spoedige stabilisatie te zijn.
De dalende zilverprijs (eind Mei werd een laagte-
record geboekt) heeft nieuwe ontsteltenis teweegge-
bracht. Tengevolge daarvan heeft men de invoer van zilver . en zilveren mnntstukken in China en Mexico
verbod en.
Ter completeering geven wij een staatje van. de
discontoverlag ogen, welke in Mei plaats hadden en
]iieihoven geen bespreking ‘onden:
Italië ……………..
5
0
/0
met ingang van
20
Mei
Tsjecho-Slowakijè
4ij % ,,
,,
,, 25
Oostenrijk …………
5
%
,,
,,
,,
23
Hongarije ……… ..
–
53<
0/
,,
,,
,,
28
(niettegenstaande het protest van de banken)
Portugal ………… 73
o/
o
met ingang van
2
Juni.
–
,
–
v.n.Bn.
BOEKAANKONDIGING.
HET WERKLOOSHEIDSVRAAGSTUK IN ENGELAND.
,,The Post-War Unencployment Pro-
blanc” door
Prof.
Henry Ola’y M. A.
London Macmillan 1,929.
Prof. ilenry Clay, hooglecraar aan de Universiteit
van Manchester en niet lang geleden benoemd tot een
leidende functie hij de Bank of England, heeft onder
bovenstaande titel een heldere studie geschreven over
liet bijkans onopiosbare vraagstuk, dat sinds gerui-
men tijd de leidende staatsl.ieden en economen bezig-
houdt. liet probleem verdient inderdaad alle aan-
daëht, want het is wel een economisch monstrum dat
rond anderhalf millioen vali de arbeiders genoodzaakt zijn te parasiteeren op den arbeid van hunne collega’s.
De belangrijkste momenten uit Prof. Clay’s diagno-
se van dit econornsch zi.ekteverschijnsel zijn de vol-
gende: i[et werkloosheidscijfer ligt 7 á 8 pCt. boven
liet vooroorlogsche; ten minste % van de heerschen de
werkloosheid is ccii abnorivaal, na-oorlogsverschijnsel.
Er bestaat geen gelijkmatig over dé verschillende be-
drijfstakkeri verdeelde werkloosheid, doch er is een
sterke concentratie te bespeuren in de onbeschutte,
voor dc w’erelduiarkt werkende bedrijven. Aldus be-
droeg einde Maart 1929 hij een gemiddeld werkloos-
heidspercentage van 101, dit cijfer voor de steen-
koolindustrie 13.2, ijzer- en staalindustrie 16, scheeps-bouw 24.6, ijzerconstructie 9.1, katoenindustrie 11.5 en
wolindustrie 11.2; 32 pOt. van het geheele werkloo-
zenleger behoorde tot de zes genoemde industrieën.
Deze opmerkelijke concentratie brengt sociaal zeer ongewenschte gevolgen met zich mede. Immers de
hier genoemde industrieën zijn sterk gelocaliseerd,
d.w.z. zij nemen in bepaalde districten een overheer-
schende positie in.
Tandaar
dat in sommige -econo-misch zeer eenzijdig georiënteerde districten, zooals
die van de Clyde en cle North East Coast (scheeps-
bouw), in Lancashire (katoen), Durham en Northum-
berland (steenkool) de werkloosheid catastrophale af–
metingen aanneemt. Zoo treft men in Durham en in
eenige graafschappen van Wales
cijfeis
boven de’
20 pOt. aan, in Lancashire bij een gemiddelde van
1917-
iCt..,-:’ehkelemijndistricten
met meer dan 30 pOt.
Opvallend is, dat de groote steden in het algemeen
veel lagere werkloosheidscijfers hebben als gevolg van
de veelzijdiger samenstelling van haar bedrijfsleven.
Zoo had Londen, ondanks haar viermaal grootere be-
vblking, minder werkloozen als Duram.
Vastgesteld kan dus worden, dat de werkloosheid
een uitvloeisel is van de depressie, welke in de groo’te
Engelsche exportnijverheid te constateeren valt. Prof. Clay geeft van deze depressie een uitvoerige analyse,
waarbij hij tot de conclusie komt, dat de directe oor-zaken alle tot den wereldoorlog zijn terug te voeren.
Drie factoren spelen hier een leidende rol: de oneco-
nomische expansie van de munitie-nijverheid; liet
uitblijven van de noodzakelijke aanpassing in de boom-
jaren; en tenslotte de gevolgen der deflatie bij het
herstel van den gouden standaard, welke met een
inflatie bij de belangrijkste concurrentie-staten ge-
paard ging. Vooral het laatste punt is van groote be-
teekenis; Clay noemt het ,,the most important simple
influence of a general character”. Doordat in 1925
het pond sterling op een betrekkelijk hoog niveau ge-
stabiliseerd werd, moest noodzakeljkerwijs de export-
capaciteit daaronder lijden. rregeno’er lagere we-
reldmarktprijzen (uitgedrukt in Engelsche valuta)
stonden toch gelijkblijvende uitgaven van bonen en renten van leeningen. De noodzakelijke aanpassing
aan den nieuwen toestand, welke in loondaling haar
uitdrukking had moeten vinden, bleef uit. Het gevolg was, dat ondanks de daling der kosten van levenson-
derhoud met 8 pOt. en die van de exportprijzen met
14 pOt., het niveau der bonen op dat van 1924 ge-
handhaafd bleef. De o.nbeschutte basis-industrieën
legden hier dus het loodje. De marge tusschen deze
groep en die der beschutte bedrijven, welke alleen voor
de locale markt werken, werd nog aanmerkelijk ver-
ruimd. Dc merkwaardige toestand ontstond, dat in de
bedrijven met hooge bonnen geringe werkloosheid, in
ciie met lage bonen groote verlcloosheid heerschte,
d.w.z. juist omgekeerd als de theorie, oppervlakkig be-
schouwd, zou leeren. Zooals reeds werd vermeld, stond
tegenover deze deflatieverschijnselen juist het omge-
keerde effect in België en Frankrijk; de uitvoernij-
verheid in deze staten profiteerde van de depreciatie
van het ruilmiddeL welke tenslotte in een stabilisatie
ver beneden de oorspronkelijke waarde haar defirii-
tieve vorm verkreeg. In het bijzonder springt hier in
het oog de veel lagere bonen, welke zich slechts
uiterst geleidelijk in opwaartsehe richting bewegen,
benevens het bevrijd worden van schuldenlasten. Het
laatste geldt ook voor de Duitsche industrie, hoewel
(leze anderzijds onder zware sociale lasten gebukt gaat.
Clay laat misschien iets te wëinig het licht vallen
op een zeer cardinaab punt: de verouderde .outillage
welke ‘nog al te veel in cle Engeische sleutel-industrieën
word t aangetroffen. liet typische conservati sme, dat
nog vele industrieelen beiieerscht, moet wel een krach-
tige rem zijn bij liet heroveren van een gedeelte der
oude markten, welke door de gewijzigde verhoudingen,
in liet bijzonder het opkomen van jonge, krachtige in-
dustriestaten, verloren zijn gegaarL
Hoe liet ook zij, voor het oogenblik is van overwe-
gend belang, langs welken weg men uit de impasse
kan komen. De weg van safeguarding en subsidies kan
geen uitkomst leveren. De 23 millioen pond subsidie,
welke de steenkoolnijverheid op de been moest hou-
den, heeft niet het geringste tot het concurrentiever-
mogen van die
bedrijfstak
bijgedragen. Men staat nog
precjes even ver als in 1925 en men zal vooralsnog de
resultaten van de Kolenw’et van Minister Oraham
moeten afwachten. Dat ook safeguarding niet meer
als éeii doekje voor het bboeden kan zijn, zonder noch-
tans de intrinsieke waarde der betrokken bedrijven te
verhoogen, is in confesso. Weliswaar kan door deze
middelen de werkgelegenheid vergroot worden (een
goed voorbeeld hiervan leveren de woningbouwsubsi-
514
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
4 Juni 1930
dies, welke gedurende 5 jaar aan 200.000 man werk
1
MAANDCIJFERS.
verschaften), doch een blijvende oplossing wordt er
niet door verkregen. Veeleer moet deze gezocht wor-
)
OVERZICHT VAN DE
INDISCHE
MIDDELEN.
den, niet in een liquidatie van de oude takken van
(In
Guldens).
industrie, welke vele tientallen van jaren de basis
Februari
Sedert
Oi’ereen-
van Engelands welvaart zijn geweest, gepaard met
1930
Jafht
1930
komstige
periode
1929
emigratie en het creëeren
van
nieuwe
industrieën,
–
——
doch in het herscheppen van de verouderde bedrijven
Be’astingen.
tot eenmodrn georganiseerd, nationaal productie-
Pachten
mci. pandhuizen.
15.902
30.165
22.760
apparaat van groote efficiency. Er bestaan hier reeds
Invoerr.
mci.
Landsgoed.
6.581.090
14.376.567
16.232.043
enkele lichtende voorbeelden: in de eerste plaats de
Uitvoerr.
mcl.
Landsgoed.
777.885 1 622.395 1.979.274
zeer geslaagde rationalisatie van. de Imperial Chemi-
3.495.187
.
6.714.991
6.787.304
cal
Industries;
daarnaast de reorganisatie van
de
Accijnzen
……………
Andere ontv. 1. U. en A..
31.218
474.880 57.732
949.690
53.647
1.073.403
katoennijverheid van Lancashire, welke leidde tot de
Statistierecht
…………
Personeele belasting
. . .
250.228
614.669
616.183
stichting van Lancashire
Cotton
Corporation.
liet
Inkomstenbelasting ……
3.71,3.809
8.335.367
7.697.115
behoeft wel
niet
gezegd,
dat
de
banken hier een
Vennootschapsbelasting.
1.185.1
6
9
4.905.393 5.842.217
groote rol hebben te vervullen.. In sommige gevallen
Oorlogswinstbelasting
.
.117.751
L)-.-117.426
652.886
zullen zij als groote crediteuren wel hun medewer-
Opgeheven productenbel.
–
-.
‘)-.
63.321
king willen verleenen
;
echter zijn de geldschieters in
710.226
2.096.853
449.451
vele gevallen huiverig om aan sterk onder een malaise
Recht ‘an openb. verkoop
142.748
326.855 336.120
gebukt gaande industrietakken nieuwe kapitalen te
Zegelrecht ……………
Overschr. van vaste goed.
524.214
144.939
1.794.149
361.894
2.066.274
499.867
verstrekken. De Engelsche centrale bankinstelling is
Recht
v.
succ.enovergang
35.597
73.861
117.320
thansva.n plan zich intensiever met
de kapitaalver-
Verponding ………….
Vergunning speeltafels
. .
12234
21.398
23.155
schaffing voor rationalisatie-doeleinden te gaan be-
545.744 1.023.606
994.382
moeien, hetgeen blijkt uit de oprichting van de Se-
Bijzondere bel. buitengew.
8.751
19.288
43.488
curities Management Trust. Men is hier dus op den
Slachtbelastingen ……..
Hoofdgeld ……………
4.846
10.888
5.682
goeden weg. Voorloopig zullen de werkloosheidscijfers
Landelijke inkomsten….
520.875 1.368.139
1.430.112
nog wel niet door een en ander beïnvloed worden en
Belasting op ioterijen….
850
1.0501.690
19.304.143
44.587.524
46.861.052
zal men dus tot tijdelijke lapmiddelen zijn toevlucht
Totaal….
moeten blijven nemen. Op den duur zullen echter in-
Monopolies.
grijpende maatregelen niet kunnen achterwege blij-
2.891.191
6.09.687
6.759.886
ven; hier geldt het ,,Aux grands maux les grands
Zout ………………..
357.556
2.146.817 2.457.349
remèdes”. Glay zegt het uitdrukkelijk dat ,,Post-war
Pandhuizen
………….
2.152.896 4.011.902
3.270.962
depression cannot be relieved by pre-war expedients”.
Totaal….
5.401.643
12.254.406
12.488.197
Volgens de laatste opgave bedraagt het totale aantal
Opium ………………
Prodncten.
werkloozen thans 1,7 millioen; het is leerzaam, dat ook
Kina ……………….
8.301
10.400
19.253
een arbeidersregeering blijkt niet tegen de economi-
Landscaoutchoucbedrijf ..
431.181
601.721
828.553
sche wetten te kunnen oproeien.
1.101.359
2.007.225 2.668.733
Dr. A. W.
QUJNq’.
121.751
225.196
270.954
Bosehwezen
………….
2.334.175
6.1.70.401
8.393.767
ONTVANGEN BOEKEN.
Steenkolen …………..
751.699
1.297.332
1.023.048
4.748.466
10.312.275 13.204.308
Beleggen en Speculeeren
door L. Bournan. Directeur Totaal ….
N.V. Alg. Beleggings Mij.
(Haagsche Drukke-
Bedrijven.
rij en Uitgevers Mij., Prijs fl.50).
Goud
……………….
942.673
3.988.741
3.668.975
Een populair geschreven boek,
waarin
de
deskundige
Tin …………………
Havenwezen …………..
484.597
654.255 699.812
schrijver zich ten eenenmale onthoudt van adviezen, doch een
4.989
19.631
22.993
gezond en onpartijdig oordeel geeft over beleggingsvraag.
Post-,Telegr.- en Tel.dienst
2.518.906
5.354.648
.5.267.755
stukken.
Baggerdienst ………….
Landsdrukkerj ………..
Spoor- en Tramwegen
4.873.165
10.722.624 12.320.105
Waterkracht en Electricit
53.447 182.343
125.961
Fjnancieele Administratie van Gemeentew ericen,
door
Totaal
8.857.777
20.922.242
22.105.601
P. van Dienst; Hoofdcdmmies-boekhouder bij Pu-
blieke Werken te Hilversum en F. W. Jacobs,
Allerlei middelen.
Hoofdboekhouder
bij
Gemeentewerken te Bits-
Aand.ijd.winstN.V.,,Gem.
sum. Alphen aan den Rijn 1929; N. Samsom.
Mijnb. Mij. Billiton”…
–
–
–
De schrijvers geven in dit werkje een volledig overzicht
Aandeel ifd. winst van de
Javasche Bank ……..
– –
van de financieele a.d.m.inistratjie van gemeentewerken. Daar.
..
206.123 1.076.464
1.024.541
bij worden behandeld de boekingen voor het geval, dat voor
95.109 94.853
114.895
den dienst van gemeentew
–
erken de bedrijfsvo.rm is gekozen,
Mijnconeessies …………
Boeten en verbeurdverkl
116.251
231.365
263.654 en tevens wordt aandaht geschonken aan de boekingen,
Leges en salarissen, ont-
welke noodig zijn, indien alle uitgaven en ontvangsten over vangen d. de griffiers
gemeentebegrooting enT -rekening loopen.
v/d. versch. rechtscoll
36.534
75.328
72.605 Besproken worden om, het algemeen karakter van den
Hefi ingterzakevangesl.
dienst, de loonaciministratie, de magazijnadmiuistratie, de
werkovereenkomsten
..
59.650 139.050 125.140
leveringen enz. door derden, de verdeeling der bedrijfson-
Opbr.Wees- enBoedelkam
30.257
151.715
161.813
kosten en de boekhouding van den dienst gemeentewerken,
Kadaster
…………..
43.430
95.349 67.229
zoove1 bij den bedrijfsvorm als zonder den beclrijfsvorm
.
Afstand van grond ……..
.Afkoop heerendienst. B.G.
..
648.496
969.715
1.076.131
Het Indische Fiscale Winstsplitsingsvraagstulc in de
439.781
948.740
892.387
p’ract ijle, door A. E. C. van Saarloos.
(Nijgh
&
Ontv. groote
ziekenin-
Van Ditmar’s Uitgevers-Mij., Rotterdam 1930).
richtingen en krank.
Bijdrage tot dc oplossing van het internationale probleem
zinnigengestichten
. . . .
94.413
160.157 123.783
der voorkoming van dubbele belasting.
IJk van maten en gew..
.
37.481 66.671
59.491
Wet Nederlandsche Deltagebied
(Rijn, Schelde, Tus-
Verk. en verh. van huizen
191.260
377.925
357.630
schenwateren)
een
juridisch-politieke
beschou-
Schoolgelden
………….
Ontv. waterleidingen….
34.027
234.812
77.709
477.708 56.035
457.241
wing door Mr. J. Zaaijer. Leiden 1930; S. 0. van
268.903
557.208
521.182 Doesburgh.
Bakengelden
………….
321.207
810.782
761.512
Winstbelasting van naamlooze vennootschappen
door
Loodsgelden …………..
Diversen ……………..
Totaal….
2.857.734
6.3109
6.135.269
Dr. F. M. Wibaut. Geschriften van de Vereeni-
Totaal generaal….
41.169.7631
94.3816
100.794.427
ging voor Belastingwetenschap No. 12. Purme-
rend 1930; J. Muusses.
‘) Teruggegeven belastinggelden.
4 Juni 1930
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
515
De rechtskennis van den ingenieur.
Elfde deel: Be-
lastingen
1
door M.
J. H.
Smeets, Inspecteur der
Directe Belastingen, Invoerrechten en Acsijn-
zen, werkzaam aan het Departement van Finan-
ciën te s-Gravenhage. Amsterdam z.j.; L. J.
Veen. (Prijs
f
5.25).
De Hague Rules in. de Brusselsche Conventie 1934
door Mr. A. Blussé van Oud-Alblas, advocaat te
Rotterdam. Leiden
1929; S. 0.
van Doesburgh.
Mijn ervaringen in Sovjet-Rusland
door G.
S.
Fer-
werda, oud-geëmployeerde van de Bataafsche Pe-
troleum Maatschappij. (‘s-Gravenhage
1930,
Uit-
gevers-Maatschappij Centraal).
Een reisbeschrijving van Sovjet-Rusland.
The Bank of England and Industry,
by the Rt. lion.
Philip Snowden,
P. 0.,
M.
P.
Ohancellor of the
Exchequer. (London General Press, Londen).
Een uitwerking van de rede, die Minister Snowden in
1929 op het congres van de Labour Party heeft gehouden.
Volksraad. Overzicht betreffende het zittingsjaar
1928-1929.
Weltevreden
1929;
Landsdrukkerij.
(Vervolg op bfz. 522.)
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.
N.B. ” beteekent: Cijfers nog niet ontvangen.
GELDKOERSEN.
OPEN MARKT.
1930
1929 1928
1914
31 M ei
26131 19124
12117
II2lMeij
28Mei!
20)24
Mei
Mei
Mei
1Juni
2Juni
Juli
Amaterdam
Partic.disc.
211i6
–
2’11e-
3
116
2
1
1’1
3
11,
2
1
18_
1
14
51s
–
1i
4Ie-I1e
3
1
18-1ie
Prolong.
21/
4
2
1
12
211
3
2-
3
14
51-6
4
1
14
1
12
2
1
14_
3
14
Londen
DageId…
1114
.2
1114.3
11
12
23
14
I932
1
14
3
1
12.6
2
1
12-4
11-2
Partic.disc.
21
11?
2
1
/8-
3
11
2
1
I8-
3
I1e
2
1
18-
3
116
53116
–
116
318-11
16
2114_114
Berlijn
Dageld.
. .
4-7 2-7
1
3
1
12
1
1
12_3
1
1
3
6’12-1l’/,
5112-9112
–
Partic.disc.
30-55 d…
331
4
331
4
331
4
371
8
7113
614-
3
14
–
56-90 d…
331
4
331
4
331
4
37j
71
12
6
5
15-
3
14
211_11
Waren- wechsel.
4
1
18
4118
4114
.11
4
411
4
9
1
12
7
–
York
DageId
1)
3-11
311
4
3.14
4
3_11
6-14
5
1
1
1
.631
4
5314_2
1
11
Partic.disc.
2
1
)2
2113
2
1
12-
5
/8
2519 531
4
4
1
18.
1
14
–
‘) Koers van 30 Mei en daaraan voorafgaande weken t/m Vrijdag.
WISSELKOERSEN.
KOERSEN IN NEDERLAND.
Da a
New Londen
Berlijn
Parijs
Brussel
Balavia
York)
0)
S)
)
)
1)
27 Mei
1930
2.4811118
12•08K
59.334
9.75
34.704
100 i/
28
1930
2.48/
8
12.0811
8
59.324
9.75 34.70
100
1
/
18
29
1930
–
– –
–
–
–
30
,,
1930
2.481/,
12.08i
59.33
9.75
34.70
1001/
18
31
1930
2.48i1/
12.08k
59.34
9.75 34.71 100’1
2 Juni 1930
2.48%
12.0844
1
59.35
9.75 34.71
100
,
116
Laagste d.w.1)
2.4811,
12.07%
59.30
9.744
34.684
99
i
5
18
Hoogste d.w
1
)
2.48%
12.0881
8
59.364
9.754
34.72
11001116
26 Mei
1930
2.48′,
12.07
7
18
59.31
9.744
34.70 100
8
126
19
,,
1930
2.48181
10
12.09
59.344
9.754
34.724 1001/
Muntpariteit
2.48% 12.10%
59.26
9.75
34.59
1
100
Data
Zwit-
serIa,id
Weenen
Praat
Boeka-
Milaan
Madrid
27 Mei
1930
48.1144
35.0744
7.374
1.49
13.03
30.25
28
1930
48.1134
35.07%
7.374
1.49
13.024
30.39
29
,,
1930
–
–
–
–
–
–
30
1930 48.11
35.07%
7.374
1.49
13.024 30.28
31
1930 48.1134
35.07%
7.374
1.49
– –
2 Juni 1930
Laagsted.w.’)
48.12 48.08 35.10 35.02%
7.374
7.37
1.49
1.48
13.03
13.04
30.25
30.20
Hoogsted.wl)
48.13
35.10
7.38
1.50
13.04
30.45
26 Mei
1930
48.10 35.07%
7.374
1.49
13.034 30.264
19
,,
1930
48.11
35.10
7.364
1.49
13.044
30.39
Muntpariteit
48.- 35.-
7.371
1.488
13.09
48.524
*) Noteering te Amoterdam.
*5)
Noteering te Rotterdam.
) Particuliere opgave,
Data
1
Stock-
.’zolm
0.)frzagen0)
1
Kopen-‘
Oslo
sing-
fors’)
1
Buenos-
Aires’)
1
Mon-
treal
1)
27 Mei
1930
66.75 66.55
66.55
6.26
947
2.48%
28
,,
1930
66.724 66.524
66.55
6.254
94
6
o/,
2.4834
29
,,
1930
30
1930
66.724 66.521
66.55 6.26
94
1
‘1,
2.481/
8
31
1930
66.721
66.521
66.55
6.26
9471
8
2.4834
2 Juni 1930
66.75
66.52k
66.55 6.26
9444
2.489/
Laagsted.w.1)
66.66
66.47 66.47 6.244
94sf,
2.48k
Hoogste d.w’)
66.75
66.55
66.571
6.27
95%
2.48%
26 Mei
1930
66.724 66.524
66.524 6.254
95i1
2.48
8
1
19
,,
1930
66.75
66.55
66.574
6.254
95%
2.48
),Iuntpariteit
66.67
66.67 66.67
6.264
95%
2.48%
0) Noteering te Amsterdam.
00)
Not, te Rotterdam.
1)
Part, opgave.
Laatatbekende noteeringen te Amsterdam en Rotterdam op
2 Juni 1930 voor
telegrafische
uitbetaling op:
Gulden per
Pari
Koers
disconto
Europa.
0
10
Londen
0)
£
12.104
12.084
3
100
Mark
59.26 59.35
44
100
Franc
9.747
9.75
24
Berlijn
0) ………….
100
Belga
34.59
34.71
3
Parijs
*) ………….
100
Franc
48.-
6.94
Zilnich
S)
..100
,,
48.-
48.12
3
Brussel
S)
§)
……..
Luxemburg
……..
Kronen
7.374
7.374
44
Weenen
5)
100
Schilling
35.-
35.10
54
Boedapest
… .
100
Pengö
43.51
43.44
6
Lei
1.4880
1.48
Sofia
…………..100
Leva
48.-
1.794
Dinar
4.379 4.394
54
Turksch
£
10.93
1.18
100
Drachme
..
3.23
3.214
Boekarest
……….100
100.
Lira
13.09
13.03
54
Praag
……………100
100
Peseta
48.-
30.26
54
2.684 0.11
8
64
Belgrado
………….100
Milaan
…………
Madrid
………..
Kopenhagen
5)
100
Kronen
66.67
66.524
4
Istanbul
………..
Athene
…………
Oslo S)
66.67 66.55
44
Stockholm
S)
100
66.67
66.75
34
100
IJsl.Kr
66.67
54.90
100
Zloty
27.91
27.86
Kovno (Litauen)
100
Lita
24.88
24.75
Lissabon…………Escudo
Reickjavik
………..
Warschau
……….
Riga (Letland)
…
100
Lat
48.-
48.-
Reval (Estland).
.100
100
EstI. Kr.
..
66.67
66.25
100
Finnmrk
6.264
6.26
64
Tjerwonets
12.80
12.85
Helsingfors
……..
(10
Roebel)
Danzig
………-
100
Gulden
48.42
48.30
5
kt
oskou
………….
Amerika.
ew-York
0)
$
2.4878
1484
3
Canad.
$
2.4878
2.48h
Mex. Dollar
1.24
1.18
I’Iontreal
……….
4exico
………….
Peso (papier)
1.0568′
0.944
La Paz (Bolivia)
Boliviano
0.9080
0.904
Milreis (pap.)
0.8075′
0.294
Valparaiso
……..
P
eso (papier)
0.30
0.304
Bogota (Columbia)
Peso
2.42
2.384
uito (Ecuador)
.
Sucre
1.21
0.494
Sol
0.99
0.94
Buenos Aires……….
Iontevideo (Urug.)
Peso
2.5725
2.27
Rio
de
Janeiro
…….
Jaracas (Venezuela)
..
Bolivar
0.4795 0.4715
Gulden
1.-
0.994
Villemstad (Cura.)
Gulden
1.-
1.014
San José (tJ. Rica)
Colon
1.16
0.62
Quetzal
2.48%
2.48
f.
tlanagua (Nicarag.)
Cordoba
2.484
2.48f
San Salvador (Salv.)
Colon
1.2440
1.244
Azië.
Rupee
0.91
0.89+.
Gulden
I.C.
1.-
l.00î’
44
Yen
1.24
1.224 5.48
Ldma (Peru)
………
Dollar
.
0.834
E’aramaribo
. …. ….
3atavia
………..
Taël
1.02k
Straits DolI
1.4125
1.40
uatemala
…….. …
Phjl. Peso
1.214 1.224
3angkok……. ….
Baht
1.10
1.1)4
Jalcutta
………….
[‘eheran (Perzië)
.
Kran
.
0.2010
obe
………….
‘ong Kong
…….
Af rska.
Shanghai
………
Singapore
……….
aapstad
12.104
12.05
Ianil1a
………..
.
Egypt.
£
12.42 12.39
.&vstralië.
.lexandrië………
tielbourne, Sidney en Bnisbane
.
£
12.104
11.34
lieuw Zeeland
.
£
12.104
11.48
1
Goudoeso.
2
Milreis Goud.
1
Not,
te A’dam.
0v.
not. nart.
one.
)
IBela=5frank. 2)1 Sol.= t 0,971;2.
516
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERIChTEN
4
Juni 1930
KOERSEN TE NEW YOR&. (Cable).
D a a
Londen
($
per
£)
Parijs
($
P. JOOfr.)
Berlijn
($ P.
100 Mk.)
Amsterdam
(8
P.
100 gld.)
27 Mei
1930
4,86
3,92
11
8
23,86%
1
40,22
28
,,
1930
4,86
3,9211
8
23,86s,
40,23
29,,
.1930
–
– –
–
30
,,
1930
4,85
31
1
82
3,9211
8
23,87
40,235%
31
,,
1930
4,8571
t
3,92
23,861
40,22
2 Juni
1930
4,85% 3,92
23,86k
40,21
3 Juni
t
9291
4,85
1
/18
3,91
23,84
40,16
s1untpariteit ..
4,8667
3,901
23,81f
403/
•
KOERSEN TE LONDEN.
Plaatsen en
Noteerings-
17Mei
24Mei
1
26131
Mei
’30
31
Mei
Landen
eenheden
1930
1
1930
LaagsteHoogstçl
1930
Aiexandri.. Piast. p.0
97f.t
97%
9771
972
97
Bangkok…. Sh. p.ticai
1
1
30%
1110k
ijlO55
l/lO
T
6
W
1110
T
s
g
Budapest . . . Pen. p £
27.8% 27.82
27.79
27.83
27.81
Buenos Aires
tO. p.$
43
4271
s
42%
42121
9
42
19
1
Calcutta . . . . Sb. p.
rup.
1j5
53
/
64
1j5
83
1
64
1/5
23
1
32
15271
115
51
1
Constantin.. Piast.p.0 1.025
1.025
1.025
1.025
1.025
Hongkong ..
Sh. p. $
115
13
/
16
1/53/
2
11411
1!5%
114
18
1
32
Athene ……Dr. p.
375
375
374y
375y
375
Lissabon …. Escu. p. £
1083/
4
108%
10811
8
10881
8
10834
Mexico’)….
$per
10.20
10.22k
10.10
10.35
10.221
Montevideo .
d.per
45%
451/
44%
4534
45%
Montreal
…
$ per £
4.86,
11
,
4.86%
4.86
4.86
T
7
W
4.86′
Kobe
…….Sh. p. yen 210
25
1
64
2/OU
2/01183
2
1
07
1
s
210
25
/
64
Riod. Janeiro d. per Mii.
571
8
5
27
1
32
5
8
2186
5
65
,
1
,
5
55
1
6
,
Shanghai … Sh. p. tael 1/101/10H
17
1
/,
1/9s
1181/
8
Singapore . .
id. p. $
2/38%
2/38%
2/3
21
,
32
2/327/
33
213k
Valparaiso
1).
$ per £
39.91
39.94
39.91
39.95
39.91
Warschau
..
Zl.p.,
43.32k 43.3ij
43.31é
43.38 43.33k
1)
In het vervolg worden de
Mex.
$ niet meer in penc. doch In £
genoteerd.
2)
90
dg.
ZILVERPRIJS
GOUDPRIJS
5)
Londe&1 N.Vrk’)
Londen
26 Mei
1930..
18%
39%
26 Mei
1930….
84111% 27
,,
1930..
18%
39%
27
,,
1930….
84/11%
28
,,
1930..
18
38%
28
,,
1930….
84111
29
,,
1930..
1771
18
3734
29
,,
1930… .
84111%
30
,,
1930..
1791
16
–
30
,,
1930..
.
84/11%
31
,,
1930.
1771
-,
31
,,
1930….
84111%
1 Juni 1929.. 2481
8
5251
8
1 Juni 1929….
84111%
27 Juli
1914..
248/,,
59
27
Juli
1914….
84111
1) In pence p. oz.stand.
2)
Forelgn
sliver
In te. p.oz. line.
8)
In sI,. p.oz. line
STAND VAN ‘a RIJKS KAS.
Vorderingen.
1
23Mei1930
30Mei1930
/ 40.858.991,92
t 15.883.884,70
Saldo b. d. Bank voor Ned. Gemeenten
822.454,92
,,
88.356,44
Saldo bij de Ned. Bank
……………
Voorschot op uIt. Apriln de ge-
Zr
meente op voor haar doo
de Rijks-
administratie te heffen gemeentelijke
inkomstenbelasting en opc. op
de
,,
30.496.961,25
,,
30.476.961,25
Rijksinkomstenbelasting………….
Voorschotten aan Ned.-lndit ………
,.
50.563.071,62
,
50.838.736,09
Id.
aan
Suriname…………………..
.11.173.884,84
,
IJ.342.139,
2.366.793,55
,,
2.371.739,55
Kasvord. weg. credietverst. alt. buitenl
, 110.451.183,94
,, 109.047.866,29
Daggeldieeningen tegen onderp ……
»
I0.750.000,- 29.000.000,-
Saldo
der postrekeningen van
Rijks-
Id.
aan
Curaçao…………………….
comptabelen
…………………..
24.830.132,52
.
22.040.544,23
Vordering
op
het
Algemeen Burgerlijk
Pensioenfonds’)………………..778.763,13
..
..
,,
663.439,67
Vordering op
andere Staatsbedrijven
1)
,,
.1.836.823,51
11.925.402,84
V e r p1 i
c
h t
i
n ge n.
Voorschot
door de Nederl. Bank ingev.
art. 16 van haar octrooi verstrekt
Voorschot
door de Ned.
Bank
inrek.
–
–
–
.
–
courant verstrekt ………………….
Schatkistbiljetten in Omloop ………
/ 32.541.000,-
/ 132.541.000,-
,,
51.330.000,-
,,
50.180.000,-
Waarvan
direct
bij
de Ned.
Bank.
– –
Daggeldleeningen
…… … ……….
–
–
Schatkistpromessen
in
omloop …….
6.362.708,50
.
,,
6.446.630,
Zilverbons in omloop ………..
…….
Schuld aan het
Alg. Burg.
Pensioenf.
Id. a.
h.
Staatsbedrijf d. P., T. en T.1)..
1)
…..
,
29.871.866,23
,,
29.758.648,19
Id. aan andere Staatsbedrijven 1)
Id.
aan
diverse instellingen
1)
……..
…8.426.665,50
,,
8.412.064,20
‘s
1) In
rekg.-crt. met
Rijks Schatkist.
NEDERLANDSCH.INDISCHE
VLO TTENDE
SCHULD.
24 Mei1930
1
31 Mei 1930
Vorderingen:
Saldo
bij
‘s
Rijks kas
…………….
–
Saldo bij de
Javasche Bank ……….
–
–
Verplichtingen:
….. …..
Voorschot ‘s
Rijks
kas ……………
/ 50.591.000,-
..-
! 50.839.000.-
Schatkistpromessen
…………
…
700.000,-
Betaalmiddelen in
‘s
Lands
Kas
–
–
Waarvan
Muntbiljetten …………..
– –
,, 29.281.000,-
,,
28.402.000,–
Schuld aan het Ned.-lnd. Muntfonds.
,,
3.530.000.-
…
,,
3.618.000,-
Muntbiljetten
In
omloop
…………..
Idem aan de Ned.-lnd. Postspaarbank.
,,
1.054.000.-
902.000,-
Voorschot
van de
Javasche Bank……
31.063.000,-
30.004.000,-
NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 2 Juni 1930
Activa.
Binneni.Wis-(Hfdbk.
f
39.118.841,37
sels, Prom., .Bijbnk. ,,
691.179,59
enz.in
disc.Ag.sch. ,, 12.611.703,65 .
52.421.724,61
Papier o. h. Buiteni. in disconto
……
Idem eigen portef. .
f
237.393.694,-
Af :Verkocht maar voor
de bk. nog niet afgel. »
237.393.694,_
Beleeningen Hfdbk.
f
29.973.168,69
mci. vrsch.
Bijbnk. ,,
10.934.817,97
in
rek.-crt.
Ag.sch.
54.888.561,83
op onderp.
f
95.796.548,49
Op Effecten
……
f
90.713.787,11
OpGoederenenSpec. ,,
5.082.761,38
95.796.548,49
Voorschotten a. h. Rijk …………….,,
2.261.768.67
Munt en Muntm ateriaal
Munt, Goud ……
f
04.882.610,- Muntmat., Goud .. ,, 367.053.747,69
f
431.936.357,69
1tiut,
Zilver, enz. •
,,
26.026.148,68
Muntmat., Zilver.. ,,
–
11
457.962.506,371)
Belegging 11
3
kapitaal, reserves en pen-
sioenfonds
……………………,,
25.789.158,96
Gebouwen en Itleub. der Bank ……..,,
5.000.000,-
Diverse
rekeningen ………………,,
39.188.121,95
f
915.813.523,05
Passiva.
Kapitaal …………….. ………..
f
20.000.000,-
Reservefonds …………………. ..,,
7.199.946,44
Bijzondere
reserve
……… . ……..
,,
8.000.000,-
Pensioenfonds
………………….,,
6.707.887,34
Bankbiljetten in omloop …………..
,,
846.537.095,_
Bankassignatiën in omloop
……….,,
322.740,64
Rek.-Cour.
j
Het Rijk f
–
saldo’s:
k Anderen,,
25.002.719,51
25.002.719,51
Diverse rekeningen ………………,,
2.043.134,12
f
915.813.523,05
Beschikbaar metaalsaldo ………….
f
108.774.397,36
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop dan waartoe de Bank gerechtigd is. ,,
271.935.990,-
1)
Waarvan in
het buitenland / 23.890.447.18.
Voornaamste posten in duizenden guldens.
Goud
Andere
1
Beschlkb.
Dek-
Data
Munt
1
Muntmat.1
Circulatte
opeischb.
1
schulden
Metaal- saldo
1)
kings
perc.
2 Juni ’30 64.883 367.054 846.537 25.326 108.774 52.
26 Mei ’30 64.891 367.021 804.012 54.471 114.933 53
19
’30 64.895 367.021 815.756 42.530 114.649 .53
12
’30 64.896 367.023 835.380 33.298 109.629 52
5 ,,
’30 (34.900 367.023 865.574 13.598 118.157
54
28April ’30 64.910 367.023 829.429 18.873 124.864 55
3 Juni ’29 06.098 370.803 825.677 19.228 119.875 54
25 Juli ’14 66.703 96.410 310.437
6.198 43.521
54
Totaal Schat ,clst- Belee
Papier
Diverse
Dato
bedrag promessen
lti
e
op het
reke-
disconto’s rechtstreeks
buitenl. ningen
2)
2 Juni 1030 52.422
–
95.797 237.394 39.188
26 Mei 1930 52.407
–
91.181 236.194 40.476
19
1930 52.177
–
91.943 236.722 39.443
12
1930 53.429
–
97.026 236.622 45.128
1930 53.238
–
129.954 224.308 47.368
28April1930 52.105
–
93.169 213.210 43.320
3 Juni 1929 88.164
–
112.854 171.537 35.078
25 Juli 1914 67.947
–
61.686 20.188
509
1) Sedert den bankstaat van
14 Jan. ’29
weder op de
basis van
2
/8
metaaldekking. 2) Sluitpost activa.
CURAÇAOSCHE BANK.
in dii1Pn41Pfl ffBlllPflQ
Data
Metaal
Circu-
Dis-
latle
conto’s
aan de
1reke-
ree-
kolonie ningenl ningenl
1 April
1930 4.402
6.161
133
461
1.875
143
1 Maart
1930 4.456
5.993
-129
95
2.249
371
1 Februari
1930 4.406
5.841
129
87
2.163
380
1 Januari
1930 4.418
5.993
135
130
2.639
813
1 December 1i29 4.422
5.983
62
609
1.905
502
1 November 1929 4.285
5.859
61
572
1.752
299
1 April
1929 2.908
5.730
118
215
3.170
166
‘)SIuItp. oer activa. ‘niuitp. oer passiva.
4
Juni
1930
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
517
JAVASCHE BANK.
–
Voornaamste posten
in
duizenden guldens. be samengetrok-
ken cijfers der laatste weken zijn telegrafisch ontvangen.
Data
Goud
1
Zilver
1
Circulatie opeischb. metaal-
schulden
saldo
31 Mei 1930
166300
272.700
49.400 37.460
24
1930
166.400
272.200
50.000 37.520
17
1930
166.400
275.700
45.000 38.120
3 Mei 1930 138.964
29.723 272.507
49.047 40.066
26Apr.1930 138.952
30.350 269.381
52.207 40.667
19
1930 143.882
30.813 271.784
42.758 43.879
12
19301 138.888
31.519 276.077
43.282 42.662
1 Juni1929 161.825
23.833 302.386
37.358 49.297
2Juni1928 174.251
16.808 306.429
44.011 121.311
2
25Juli1914 22.057
31.907 110.172
12.634
4.842
Wissels,
1
n..___
Dek-
D ata
Dis-
buiten
Belee-
kings-
conto’s
N.-Ind.
ningen
–
fekP.
n ngea
,
percen-
betaalb.
lage
31Mei1930
52
24
1930
147.100
”
52
17
1930
146.100
52
3 Mei 1930
8.824 36.330 54.025
29.588
53
26Apr.1930
8.916
36.647
55.249
29.552
53
19
1930
9.081
34.881
52.540
30.697
56
12
1930
9.041
35.357
55.469
32.216
53
1Juni1929
9.128
27.273
87.086
37.940
55
2Juni1928
14.825
19.128
68.339
64.042
55
25juli1914
7.259
1
6.395
1
47.934
2.228
44
1)
Sluitpost
activa.
‘)
Basis
1
1
5
metaaldekking.
BANK VAN ENGELAND.
Vooruaasnste
posten in
duizenden pouden sterling.
B ankbilf.
Bankbilj.
Other Securif les
Data
Metaal
in
in Banking
Disc.and
ecurities
circulatie
Departin.Advances
28 Mei
1930
158.117
356.132
61.054
6.805
11.516
21
,,
1930
158.444
354.694
62.804
6.838
13.643
14
,,
1930
163.348
356.455
65.929 6.404
10.989
7
1930
164.502 358.491 65.082 6.555
9.609
30 April 1930
164.284
358.822
64.520
6.755
9.999
23
,,
1930
163.843
362.184
60.703
6.804
10.274
29 Mei
1929
163.270
360.107
62.361
8.151
22.423
22 Juli
1914
40.164
.
29.317 33.633
Data
00v.
Sec.
Public
Depos.
Other Deposits
1
Other
Bankers IAccountsl
1
1
Reserve’
1
Dek-
kings-
1
perc.’)
28 Mei ’30
45.578
13.241
58.964
35.907 61.985
5751,
21
’30
49.788
21.178
57.836 37.035 63.749
54131
1
14
’30
52.793 24.548
58.311 36.457
66.893
56
7
’30
56.363
16.211
68.534 36.034
66.012
54
19
132
30Apr. ’30
59.238
21.002
66.162
36.561
65.462
52
29
1
33
23
,,
30
58.053
17.314
66.011 35.779 61.659
5123/
2
29 Mei ’29
40.032
24.341 56.349 35.269 63.163
54
18
1
32
22 Juli ’14
11.005 13.736
42.185 29.297
52
1)
Verhouding tusschen Reserve en Deposits.
BANK VAN FRANKRIJK.
Voornaamste posten in enillioenen 1 ranes.
Te goed
wi
–
Waarv. B 1
1
,~I~I
en
r
1
.~
e
cloos
Data
Goud’) Zilverinhet
1
op het
e
ee-oohot
buitenl.
buifenl.
ningen
a.d.St aal
23Mei ‘3043.802 297
16
.
8
79
27.
485
18.7021
2.621
3.200
16
’30 43.187 298 6.896 23.297 18.709 2.678
3.200
9
’30 42.950 294 6.889 23.870 18.720 2.652
3.200
2
’30 42.350 287 6.886 23.732 18.743 2.750
3.200
24Mei ’29 35.590 732 7.893 25.241 18.406 2.322
3.200
23 Juli’14 4.104 640
–
1.541
8 769
–
Bons v.
d.I
Diver
Rekg. Courant
Data
zelfst.
sen
Circulatie
2ïfst.
Parti
amort. k.
taal amort.k. culieren
23Mei ’30
5.395
1.576
1
70.907
3.010 1.844 13.921
16
,,
’30
5.395
1.758
71.131
3.430 1.942
8.527
9
’30
5.395
1.698
71.612
4.023 1.948
7.873
2
’30
5.395
1.887
72.373
3.553 2.041
6.776
24Mei ’29 5.769
1.525
62:654
5.821 6.167 7.521
23Juli’14
–
–
5.912
401
–
943
1)
Bij
de
stabilisatie
is
degoudvoorraad gewaardeerd volgens de
nieuwe waarde van den franc.
2)
Sluitpost activa.
DUITSCHE RIJKSBANK.
Voornaamste posten in millioenen Reichsmark.
Daarvan
Deviezen
Andere
Data
Goud
bi] bul-
als goud-
wissels
Belee-
tenl. circ.
dekking
en
ningen
banken
1)
geldende
cheques
23 Mei
1930
2.585,9
149,8
342,7
1.519,7 53,3
15
,,
1930
2.577,7
149,8
297,8
1.584,8
69,1
7
,,
1930
2.565,4
149,8
330,2 1.853,5
53,6
30 April 1930
2.5115,5
149,8
327,4
1.939,1
135,5 23
,,
1930
2.557,1
149,8
354,9
1.630,5
55,4
23 Mei
1929
1.764,6
59,1
146,5
2.403,4
97,2
30 Juli
1914
1.356,9
–
–
750,9
50,2
Data
Effec-
Diverse
Circu-
Rekg.-
Diverse
ten
Act iva
2
)
latie
Crt.
Passiva
23 Mei
1930
101,1
618,5
4.045,8 680,2
–
192,2
15
,,
1930
93,0
615,5
4.196,3
556,0
185,8
7
,,
1930
93,1
606,0
4.403,7
601,4
163,1
30 April 1930
93,1
580,7
4.664,2 536,5
162,0
23
,
1930 93,1
627,7
4.109,9
732,5
158,8
23 Mei
1929
92,9
589,5
4.006,2
642,3
300,5
30 Juli
1914
330,8
200,4
1.890,9
944,-
40,0
‘Junoelast. ) w.o. Kenlenoanhcscnelne 25, l, t Mei, SU,25 April ‘St),
23Mei’29, resp.62; 62; 50; 18; 71;63 miii.
NATIONALE BANK VAN BELGIË.
Voornaamste posten in snillioenen Belgas.
Data
Goud
‘o
Q.
0
–
.9
Rekg. Crt.
0
•
00.-.:
‘
1930
-r
–
.0.
29 Mei
1200
673
45
830
1
30
315
2.909
32
113
22
1200
673
45
830
1
29
315
2.875
36
142
15
1196
665
45
820
35
315
2.903
24
112
8
1195
646
45
802
31
315
2.907
4
88
1
,,
1195
654
45
827
46
314
2.932
27
87
30 Mei’
963
491
44 744
55
345
2.498
12
90
•
1
VEREENIGDE STATEN VAN NOORD-AMERIKA.
FEDERAL RESERVE BANKS.
Voornaamste posten in millioenen dollars.
Goudvoorraad
Wettig
Wissels
Data
betaal-
middel,
Totaal
1
Dekking
In her-
disc. v. d.
In de
open
bedrag
1
F. R.
Notes
Zilver
C.
member
markt
banks
gekocht
14 Mei’30
3.074,1
1681,5
174,2
210,5
171,0
7
,,
’30
3.068,2
1.700,9
174,0
237,4
175,2
30Apr.’30
3.072,7
1.683,3
178,9
233,5 209.6
23
’30
3.046,4
1.695,3 178,4
211,5
256,9
16
’30
3.031,5
1.729,3
177,4
213,8
302,4
9
’30
3.037,3
1,745,8
1
184,1
226,2 267,0
15 Mei’29
2.838,1
1,394.2
j
173,4
1
914,6
1
146,1
Belegd
Notes
–
Totaal
1
o
t
es ort
Goud-
Dek-
–
t
Algem.
1
Dek-
Dala
in
u. s.
Gov.Sec.
in circa-
.
.
Kapitaal
kings-
1
kings-
latie
perc.’)
14 Mei’30
527,9
1.464,9
2.420,8
174,2
79,1
83,6
7
,,
’30
527,8
1.493,0
2.413,0
174,2
78,5
8310
30Apr.’30
529,5
1.507,3
2.433,9
174,2
77,9
82,5
23
,,
’30
527,4
1,518,3
2.422,2
174,2
77,6
81,8
16
’30
535,4
1547,9
2.443,1
174,2
75,9
80,4
9
,,,
’30
527,3
1.558,3
2.395,5
174,2
76,8
,,
81,5
15 Mei ’29
153,8
1.646,7
12.365,5
156,3
70,7
75,1
)
vernouning totalen gouavoorraea tegenover openscnore
schulden: F. R. Notes en netto deposito.
2)
Verhouding totalen
voorraad muntmateriaal en wettig betaalmiddel tegenover iden3.
PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HET FED. RES. STELSEL.
Voornaamste posten in inillioenen dollars.
Data
Aantal
banken
Dis-
conto’s
en
beleen.
Beleg-
gingen
1
ree
1
hij de
1
F. R.
1.727
Totaal
depo-
sito’s
1
Waarvan
1
time
deposits
7 Mei’30
79
16.852
5.792
20.457
7.079
30Apr.’30
74
16.964
5.791
11.774
20.732
7.055
23
,,
’30
58
16.955
5.791 1.727
20.597 7.034
16
’30
– –
–
–
–
–
9
’30
75
16.829
5.731
1.714
20.483
7.102
8 Mei’29
684
16.256
5.841
1.682
19.874
6.771
Aan net einu van lecler iwartaai worat een overzicn;
gegeven van enkele niet wekelijks opgenomen bankstaten.
518
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICÏTN
4 Juni 1930
GOEDERENHANDEL.
GRANEN.
3 Juni 1930.
Aan de graanmarkt blijft de toestand nog altijd zeer on
–
zeker en moeilijk voor den handelaar, omdat er naast le
verwarring, welke gesticht wordt door de maatregelen van
vele regeeringen, ook nog de dikwijls veranderende weer-
berichten gekomen. zijn, clie in dezen tijd van het jaar van
zoo grooten invloed op den prijsloop plegen te zijn. Deze
weerberichten hebben in de laatste 2 weken de strekking
gehad om aan de t a r w e-markt de stemming goed prijs-
houdend te doen blijven, omdat in Noord-Amerika de weers-
omstandigleden niet altijd even gunstig zijn geweest. Wel-
iswaar is er in het Noord-Westen van de Vereenigde Sta-ten en in Canada vrij geregeld regen gevallen, welke zeer
welkom was voor de pas uitgezaaide zomertarwe, doch do
regenval wordt tot nog toe alleen als voldoende beschouwd
voor de directe behoefte, terwijl echter over de voehtreserve
van den bodem vrij algemeen wordt geklaagd. Ook_waren er
nu en dan weder streken, die geen aandeel in den regen-
val hadden gehad ‘en waar dus sprake was van droogte.
Ook heeft in de Vereenigde Staten de wintertarwe gedu-
rende geruimen tijd van slecht weder te lijden gehad, zoo-
dat de opbrengst daarvan zal tegenvallen. Daarbij komt
dan, dat hier en daar in Europa de vraag naar tarwe ein-
delijk beter is geworden en vooral is dat het geval in
Italië. Berichten omtrent de verwachting van een kleinen Italiaanschen tarwe-oogst hebben in Noord-Amerika aan
de tarwemarkt steun verleend, doch uit Italië zelf worden
die berichten ten stelligste tegengesproken. Wel is het juist,
dat lage temperaturen den groei van de Italiaansehe tarwe
hebben tegengehouden, zoodat een eenigszins vertraagde
oogst verwacht wordt en dientengevolge heeft men deze
week’ in Italië vrij wat tarwe gekocht, waarbij 90k Hard-
winter uit de Vereenigde Staten en Canadeesche tarwe.
Tenslotte is er dus wel reden voor geweest, dat de italiaan-
sche vraag het Noord-Amerikaansche vertrouwen in den
tarweprijs deed toenemen. Ook laat zich nu meer dan tot
nog toe het geval is geweest de invloed gelden van den klei-
nen omvang van den Argentijnsehen oogst Weliswaar kwa-
men er ook deze week weder berichten uit Argentinië, vol-
gens welke wel spoedig blijken zal, dat de oogst er veel
grooter geweest is dan de officieele raming en nu en dan
was ook het aanbod uit Argentinië wel vrij dringend, doch
cle verschepingen zijn slechts klein en men mag wel ver-
wachten, dat Canada daarvan zal profiteeren door meer-
deren verkoop an tarwe naar de Europeesche invoerlan-
den. Overigens zijn de verschepingen van tarve uit Argen-
tinië sedert 1 Januari zeer sterk ten achter gebleven bij
clie van dezelfde periode van het vprige jaar. Het verschil
bedraagt reeds bijna 10 millioen quarters en de hoeveelheid,
waarmede de opbrengst van den laatsten Argentijnschen
oogst bij die van den vorigen is ten achter gebleven, zal
zich dus, wanneer de verschepingen nog eenigen tijd zoo
klein blijven, in steeds mindere mate doen gelden. Be-
langrijke stijging van den tarweprijs wordt verder nog
steeds tegengehouden door de onzekerheid, welke er bestaat
omtrent de wijze, waarop de Federal Farm Board, die in
de Vereenigde Staten beschikt over een voorraad van onge-veer 50 millioen bushels, aangekocht ter ondersteuning van
de tarveprjzen, zich van dien zeer grooten voorraad zal
trachten te ontdoen. Naar verluidt ligt het in de bedoeling
van den Board om dien voorraad vOör 15 Augustus op te
ruimen en wanneer dat werkelijk ernst is, zal daahnede
zeker een niet geringe druk op de tarwemarkt gepaard gaan.
Verder is ook Britseh-Indië tegenwoordig geregeld met
tarwe aan de markt, omdat daar een groote oogst is bin-
nengehild, waarvan een aanzienlijke hoeveelheid voor
export beschikbaar is. Speciaal naar Engeland, doch, ook
naar Italië vinden daarin reeds geregeld zaken plaats. Op
het Europeesche vasteland is buiten Italië de vraag naar
AANVOEREN in’
tarwe nog altijd teleurstellend. Frankrijk importeert uiter-
mate weinig ek gaat zelfs met exportzaken van Fransche tarwe voort, en in Duitsehland is het voorschrift, volgens
hetwelk de molens 50 pCt. inlandsehe tarwe moeten ge-
bruiken, ook nog voor de maand Juni blijven gelden. Dien-
tengevolge heeft wel cle prijs voor inlandsehe tarwe in
Duitschland verdere verhoogiug ondergaan, doch toename
van den import, welke aan het einde van het seizoen toch
zeker wel noodig zal zijn, komt daardoor slechts langzaam
tot ontwikkeling. J)eze verschillende prijsdrukkende invloe
den zouden zeer veel van hun gewicht verliezen, wanneer
in Noord-Amerika werkelijk het weder gedurende eenigen tijd ongunstig voor de zomertarwe werd door bijvoorbeeld
een eenigszins langdurige droogteperiode. Die mogelijkheid
heeft dan ook in sterke mate bijgedragen tot de iets vas-
tere stemming, welke de laatste weken in Noord-Amerika
en dientengevolge ook in Argentinië heeft geheerscht, al
zijn clan ook in Europa de oogstberichten den laatsten tijd
over het algemeen zeer gunstig. Men heeft het speciaal in
Amerika wel laten voorkomen, alsof de sterke regenval
in verschillende Europeesche landen gevaar voor de gewas-
sen zou opleveren, doch nu intussehen een verbetering in
het weder is ingetreden, blijkt het wel, dat ook nu nog het
gezegde juist is, dat Mei-regen zegen brengt. Vooral uit
Duitschiand, evenals uit Centraal en Noord-Oostelijk Europa
zijn de oogstberichten zelfs buitengewoon gunstig. Ten-
slotte was Noord-Amerika voor tarwe lager wegens regen-
val in het gebied der zomertarwe in de Vereenigde Staten
en Canada, waarna de tarweprjs te Winnipeg nog
1 dollarcent per 60 lbs. hooger was dau een week tevoren.
Chicago was echter ‘ ic 1 cent lager. Ook Argentinië was
op 2 Juni flauw en 5 it 10 eentavos per 100 KG. lager dan
op 26 Mei.
Van r o g ge valt nog altijd weinig te rapporteeren. Uit
Diiitschland wordt wel wat meer vraag voor rogge als vee-
voeder gerapporteerd, maar de aanwezige voorraden zijh
daar nog groot en de roggeprijs in Duitschland is nog lang
niet gekomen op het niveau, dat cle regeering zich van haai
–
maatregelen voorstelt. Zelfs is in de laatste dagen van Mei
het Duitsche invoerrecht op rogge nog weder aanzienlijk
verhoogd, omdat gevaar bestond voor invoer van Russische
rogge. De inkoopen van Russische rogge, die met het oog
op de mogelijkheid van doorvoer naar Duitsehlancl, spe-
ciaal in Nederland, zijn gedaan, bieden dan ook tot nog toe
weinig kans op voordeel van eenige beteekenis.
Voor maïs was ook deze week de verbruiksvraag in de
Europeesche invoerlanden weder teleurstellend. Uit Roe-
menië is het aanbod veel ruimer geworden, terwijl ook deze
week, evenals de vorige, een vrij aanzienlijke hoeveelheid
mais uit cle Donauhavens werd afgeladen. Wel bestond in
Italië vrij goede’ vraag voor Donau-mais, doch in Noord-
Westelijk Europa is de belangstelling niet groot, ‘ofschoon
men in Engeland, nu de kwaliteit der Donau-mais zooveel
b’êter geworden is, voor deze mafssoort meer belangstelling
toont en ook Nederland op aflading in Mei, Juni en Juli
vrij geregeld inkoopen doet, blijft bij de groote hoeveel-
heden maIs, welke nog in Zuid-Oostelijk Europa aanwezig
zijn, de stemming toch altijd nog weinig levendig. Versche-
pingen uit Argentinië waren deze week zeer klein, hetgeen’
nog wel het gevolg zal zijn van den sterken regenval van
eenige weken geleden en de naar Europa onderweg zijnde
hoeveelheid is dan ook bij voortduring klein. Dat dit geen
verbetering van de vraag en daardoor van den maïsprijs met zich brengt, wijst op het geringe verbruik van maïs,
hetgeen vooral het gevolg is vn cle zeer lage prijzen en het
dringende aanbod van gerst. De ondernemingslust voor
maïs op eenigszins verwijderde posities is bijna overal zeer
slecht wegens den overal gunstigen stand der Europeesche
graanoogsten, cle flinke hoeveelheden Plata-maïs, die nu
‘spoedig te verwachten zijn, de nog altijd groote Roemeen-
sche voorraden en den grooten Zuid-Afrikaansehen oogst,
van 1000 KG.
Artikelen
Rotterdam
Amsterdam
Totaal
2
5131 Mei
Sedert
•
Overeenk.
25131 Mei
Sedert
Overeenk.
1930 1929 1930
1 Jan. 1930
tijdvak 1929
1930
1Jan. 1930
tijdvak 1929
27.820
548.420
673.028 644
23.263
52.509
571.683
725.537
500
159.390
,
78.970
105
18.932
–
178.322 78.970
401
6062
11.368 20
1.361
–
7.423
11.368
11. 306
429.029 296.568
960
72.418
94.684 501.447
391.252
Tarwe
………………
5.345
203.981
170.164
408 16.977 1.731
220.958
,
171.895
Rogge
………………….
89.048 89.373
–
2.602
2.419
91.650
91.791
Boekweit ……………….
Maïs ………………..
1.700
28.059
64.561
6.822
121.845
165.015
149.904
229.576
Geret………………..
Haver
………………3.164
2.305
74.105 101.074
–
–
250
74.105
101.324
Lijnzaad
…………….
Lijnkoek
…………….
2.280
41.833 38.195
1.291
13.993 13.348
55.826
51.543
Tarwemeel
…………..
Andere meelsoorten
•
449
9.215 8.357
‘ –
– –
9.215
8.357
‘
Ontvangsten Gulf-Havens.
8397
ant.Havens
Atl
.f
9192
8176
Uitvoe’
znaarGr.Brittannjë
1256 • 1792
1323
‘t Vasteland etc.
3958
4312
4647
Japan …….1177
1415 923
Voorraden. (In dulzendtallen balen).
Overeenkomstig tijdstip
–
1929 1928
1715
1140
1299
810 447 588
Amerik. havens …. ……..
206
–
172
104
Binnenland
…………..
New Yoik
…………….
427
230
311
New Orleans ………….
Liverpool
……………
320
603 550
4 Juni 1930
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
519
welke reeds tengevolge heeft, dat Zuid-Afrikaansche maIs
op ongeveer hetzelfde prijsniveau als Plata-maïs wordt
aangeboden.
Zaien
op aflading gedurende den zomer en
herfst zijn echter in alle maïssoorten tegenwoordig klein,
afgezien dan van den omzet in Donau-maïs naar Necler-
land en in Plata-maïs naar Engeland, ofschoon ook die
Ecigelsche zaken van beperkten omvang zijn. De prijzen
voor maïs hebben gedurende deze week in Europa weinig fluctuaties ondergaan, nadat op den eersten dag der week
aan de Argentijnsche termijnmarkten een sterke prijsdaling had plaats gevonden, vooral wegens het betere weder in de
teleurstellende Europeesche vraag. Een herstel is tot nog
toe nauwelijks ingetreden en ook op 2 Juni was het slot aan
de termijamarkten te Buenos Aires in Rosario nog 10 h
20 ceutavos per 100 KG. lager dan op 26 Mei. Nog mag
vermeld worden, dat aanvankelijk vrij goede vraag bestond
voor spoedige Plata-maïs, die echter voor een belangrijk
gedeelte slechts diende tot dekking van vroeger afgesloten
contracten op Mei-aflading naar verschillende havens in
Noord-Westelijk Europa. De verbruiksvraag is echter voor
.stoomencle Plata-maïs onvoldoende en de daarvoor in Ne-
derland bechingbare, prijzen zijn teleurstellend voor de
houdeis.
Zeer onbevredigend is pok de vraag voor ge r s t, nu
])uitschland daarvoor zoo goed als in het geheel niet als
kooper optreedt. Russische en Donaugerst zijn nog altijd
tot zeer lage prijzen te koop en in de prijzen voor Donau-
gerst is zelfs nog verdere verlaging ingetreden. In Neder-
land heeft men den laatsten tijd met het oog op de lage
prijzen veel gexst gekocht, waarvan echter een groot ge-
iteelte nog te Rotterdam en bij de binnenlandsche hande-
laren ligt opgeslagen. In Noord-Afrika zal de gerstoogst
nu binnenkort zijn afgeloopen. In Algiers en Tunis zijn
de resultaten bevredigend en binnenkort mag dus ook uit
Noord-Afrika aanbod van gerst worden verwacht, hetgeen
de prijzen nauwelijks ten goede zal komen.
H a v e r is deze week vaster geweest, omdat de Duitsehe
regeering van plan schijnt te zijn met ingang van 5 Juni
het betalen van uitvoerpremies in den vorm vn,,Ejn-
1 uhrseheine” te staken of althans het bedrag daarvan be-
langrijk te zullen verminderen. Dientengevolge werden de
offertes van Duitsche haver verhoogd en ontstond, speciaal
in Engeland, meer vraag voor andere haversoorten. Toch is
de haverprijs in Argentinië deze week Vrij wat gedaald. Tot
veel zaken in Platahaver had dan ook de Engelsche ver-
meerdering der belangstelling eigenlijk niet geleid.
SUIKER.
• Een apathische stemming maakte zich weer meester van
de verschillende suikermarktei.i.
in A me r ik a werden kleinere afdoeningen van ruwe
suiker tot ca. 1% d-c. tot stand gebracht.
Op de New-Yorksche termijnmarkt werd voor loco weder
een nieuw laagterecord behaald, terwijl de andere notee
ringen aan het einde der week weer het laagste plint be-
reikten iii.: Juli 1.40; Sept. 1.47; Dec. 1.57 en Mrt. 1.65,
terwijl de noteering voor Spot Centr. 3.14 bedroeg.
De ontvangsten in de Atlantische havens der V. S. be-
droegen deze week 35.000 tons, cle versmeltingen 67.000 tons
tegen 60.300 tons verleden jaar en de voorraden 519.000
tons tegen 687.200 tons.
Dc laatste 0 u b a-statistiek luidt als volgt:
1930
1929
1928
Tons
Tons
Tons
Cubaproduetie …………..4.550.000 5.080.00 4.023.000
Consumptie……………..33.609
60.562
70.000
Weekontv. afscheephavens.
67.424
74.564
37.601
Totaal sedert 111 ……….2.802.137 3.829.776 2.863.566
Weekexport…………….73.026 110.729 66.127
Totale export sdert 111 …. 1.257.207 2.483.736 1.580.232
Voorraad afscheephavens.. . . . 1.698.582 1.488.970 1.288.713
Voorraad binnenland……..1.560.602 1.189.662 1.089.434
Aantal werkende fabrieken .. 30 8 3
In E n ge 1 a n d was men al evenmin hoopvol gestemd.
De noteeringcu op de Londensehe termijnmarkt luidden aan
het slot:
Mei …………Bietsuiker 88
0
fob. Sh. 61-
Augustus
6/4
December
616*
Januari ……..Rietsuiker 96
0
cif. ,, 712*
Maart ……….
Mei …………
De Engelsche Raffinadeurs verlaagden hunne prijzen met
3 d. per ewt.
F. 0. L i eb t publiceert zijn derde raming van het bie-
tenareaal in Europa, welke voor Frankrijk 10.000 H.A.
en voor Polen 10.000 H.A. geringer luidt daa de vorige
laming, terwijl de raming voor Rusland van 1.000.000 op
00.000 H.A. teruggebracht werd.
Op J
ii
v a kou eveneens geen verbetering intredeu en
blijven verdere afdoeningen nog steeds uit.
Ook h i e r te 1 an d e was de suikermarkt ongekend stil.
î)e teriiiijnnoteeringen te Amsterdam luidden aan het einde
der week: Mei
f
9%; Aug.
f
9%; Dec.
f 10%
en Mrt.
f 10%, alles ifnnbod. De omzet bedroeg 1450 tons.
KATOEN.
Marktbericht van de Heeren Sir Jacob Behrens & Sons.
Manchester, d.d. 28 Mei 1930.
De Amerikaansche katoenmarkt heeft wederom een kalmc
week doorgemaakt. Fluctuaties hebben zich tusschen nauwe
grenzen bewogen èn prijzen toonen slechts weinig veran-
dering. Het Amerikaansche Gouvernement heeft de oogst-
cijfers voor dit seizoen herzien en geeft aan, dat de op-
brengst op 14.800.000 balen geschat mag worden, vaar-
aan de 4 millioen balen van den vorigen oogst nog moeten worden toegevoegd, zoodat het totaal op 19.200.000 balen komt. Met de verminderde consumptie in dit jaar, zou men
wel zeggen, dat de carry-over gedurende dit seizoen groo-
ter zal zijn dan in het voorafgaande jaar. Er zijn in Liver-
pool hevige commentaren in de afgeloopen week geleverd
op de taktiek van den ,,Federal Farm Board” om katoen
van de markt te houden, waardoor de economische si-
tuatie verstoord wordt. Egyptische katoen is eveneens vast
geweest. De loeovraag in Li.verpool is in verband met de
tegenwoordige slechte condities van den handel gering ge-
weest en cle totaalverkoopen bedroegen de vorige week
slechts 14.000 balen.
1)e Amerikaansche garenmarkt is nog kalm en toont op
het oogenblik nog weinig teekenen van verbetering. Spinners
vinden algemeen, dat orders slechts op kleine hoeveelheden
betrekking hebben, hoewel in vele gevallen gedurende de
afgeloopen week bescheiden hoeveelheden geboekt zijn, zoo-
wel in Mule- als weftcops en ringtwist. Naar getwijnde
garens bestaat slechts weinig vraag, doch enkele par-
tijtjes voor de Midlands, alsook naaigarens voor Indië,
worden genoemd. In Egyptische garens is de gewone vraag
voor twist – en weft gering, doch er zijn in getwijnde garens
voor weven met kunstzijde goede zaken gdaan. Er bestaat
ook eenige vraag naar fijnere getwijnde bundelgarens en
hier en daar zijn goede hoeveelheden verkocht, waar koo-
pers verkoopers met prijsconcessies zijn tegemoetgekomen.
Wat de doekmarkt betreft, gaat hier nog weinig om.
Over het algemeen is de stemming wel wat beter en schijnt
de basis van de vraag grooter te worden. Er komen meer aanvragen van Tndië binnen, hoewel slechts voor enkele
partijen, doch dit is een bemoedigend teeken. Ook Hong
–
kong heeft eenige kleine ôrders geplaatst, doch Shanghai
wordt ongunstig beïnvloed door de voortdurende daling van’
dcii wisselkoers. Individueele orders, van welke markt zij
ook komeji, zijn zoo klein en varicerend, dat men geen spe-
ciale aandacht aan een bepaalde stijl of markt kan schenken.
Liverpoolnoteeringen Oost. koersen 20Mei
27Mei
21Mei28 Mei
T.T. op Br.-Indië 115+ 115
F.G.F. Sakellaridis 11,85 13,85 T.T.op Hongkong 115% .114
71
G.F. No.
1 Oomra 4,35 4,35 T.T. op Shanghai 1/9% 118%
Ontvangsten in- en uitvoeren van Amerikaansche havens
(In dulzendtallen balen).
1 Aug.’29 Overeenkomstige periode
–
tot
30 Mei’30
1928/29
1
1927128
520
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
4 Juni 1930
KOFFIE.
(Mededeeling van de Vereeniging voor den Goederenhandel te Rotterdam.)
Ndteeringen en- voorraden in Brazilië.
1
te Rio
te Santos
Wisselkoers
Data
1
1
teRio
Voorraad
1
Prijs
i
Voorraad
1
Prijs op Londen
1
(In Balen)
1
No.?
1)1
(In Balen)
1
Np.4′)
2 Juni930
287.000
14.425
1.148.000 21.000
54251512p.
26 Mei
1930
317.000
13.950
1.128.000 21.000
5464/
,,
19-
,,
1930
325.000
14.650
1.061.000
21.000
5472/,,
2 Juni 1929
306.000 27.225 1.158.000
33.500
5
111
1,12
t
) in Reis.
Ontvangsten uit het binnenland van Brazilië in Balen.
te Rio
te Santos Data
Afgeloopen
Sedert
—
Afgeloopen
Sedert
week-
1Juli
week
1
1Juli
31 Mei
1931 ..
48.000 2.787.000
1
206.000
1
9.000.000
31 Mei
1929
54.000 2.812.000
189.000
8.198.000
Ook iii de afgeloopen week bleef cte kaltne stemming,
waarin dit artikel reeds sedert getuimnen tijd verkeert,
aanhouden, terwijl esnig nieuws van beteekenis niet valt
te vermelden. De kost- en vracht-aanbiedingen van 131-a.
zilië liepen voor Siurtos en.
1/-
per cwt. terug, terwijl die
van Rio daarentegen en.
-16
hooger varen. De houding vals
Nederlandseli-Ïndië wordt meer
CII
meer toegevend gezind,
hetgeen blijkt uit de aanbiedingen van dc verschillende soor-
ten ZRobnsta, welke miieerendeels t ct. lager vareu. De of 1 icieele loco-notecri tigen bleven onveranderd 40 et.
per 4 X.G.
voor Superior Santos en 34 ct. voor Robusta,
met geringen kooplust cii onbevredigencien afzet.
Aan cle Botterdamsche termijnmarkt liepen de notcerrL.
geit ongeveer
1%
ct. terug cii waren Dinsdag 3 dezer des
voormidclags als volgt: Juni 25%, September 23%, De-
ceriiber 22%, Maart 1931 – 22/. Mei 1931. – 22% ct.
De prijzen van gewoon goed beschreven Snperior Satitos
op prornpte verscheping zijn thaits ongeveer 571-
a
59/- per
cwt. en valt dito Prime ongeveer 60/. 5. 62/6, terwijl zij van
Rio type New-york 7 niet beschrijving, protipte verscite.
ping, bedragen 4013
is
41/-.
Van :Robust-a
01)
aflading van Neclerlandsch-Indië zijn de
prijzen in cle eerste hand op liet oogenhlik
Palernhaiig Robusta, 1 uni-versclieping, 20% et.; i3eukoe-
kin Rohusta, Juui-versciieping, 20% et. ; v[anclheling Ro-
hitsta, J uiti-verschepirg, 22% ct. ; W.T.T. faq. Robusta,
J iii i-versehepirig, 30 ct., alles per
4
NO-., dl., uitgeleverd
gewicht, netto contant.
De slot-noteeringen te New-York van het aldaar gelden-
(te gemengd contract (basis Rio No. 7) waren
Sept.
Dec.
Maart
1
Mei
2 Juni
$
7,70
$
7,45
$
7,32
$
7,20
26 Mei
,,
7,81
7,81
7,46
,, -,-
19,…….
8,05
7,85
,,
7,67
-,-
,,
12
,.
…….
..
,,
8,25
,,
8,01
,,
7,90
,, -,–
Rotterdam, 3 Juni 1930.
THEE.
De theetniarkt is in de afgeloopen week ingezakt, hetgeen
behalve aan cle ongunstige politieke vooruitzichten in Lon-
den mccle valt toe te schrijven aan cle achteruitgaande kwa-
liteit van Britsch-Iiiclische en Ceylon theeën, alsmede de
nog steeds vrij hooge uitvoeren uit cle procliictic-laticlea
Gedurende April werd uit Noordel. 13ritseh-Indiii niet
minder dan 5.576.000 lhs. uitgevoerd tegenover 3.608.000
lbs. in 1929. –
De ii itvoer van thee uit
3
apait bedroeg gedurende J an./
tlrt. 609.000
XC-.
tegenover 554.000
KG.
in Jan.fMrt. 1929.
:Dit laatste cijfer werd ontleend aan de jongste publicaties
van de Vereen iging voor cle Thee-Cultuur iii Neclerlancisch-
1 udili.
Volgens bericht uit dezelfde bron bedroeg cle netto thee-ni Lvoer vail China mia ii r liet buitenland gedurende 1929,
omicla nks den daar woedcnilan krijg, 55.698.000
KG-.
(v. j. 51.593.000
NO-.).
2
lsterdam, 2
3
nni 1930.
COPRA.
l-legi n (Ier week was cle markt prijslioudetul, met kon1 iers
voor Ned.-1 id. fmns. Mei aflading tot
j’
25% en verdere af-
lading tot f25.
Alleiigs kwam er echter mneer aanbod van de zijde van
iniporteurs, – zoodat dc prijzen aanmerkelijk terugliepen.
–
STATISTISCH OVERZICH
.
TARWE
HardWlnter
No.2 loco
Rotterdam!
Amsterdam
per 100 K.G.
R000E
AmericanNo.22) loco
Rotterdam
per 100 K.O.
MAIS
La Plata
•
loco
R’danijA’dam
per 2000 K.O.
OERST
Amer.No.2B)
loco
Rotterdam
per
2000 K.G.
LIJNZAAD
‘
La Plata
-joco
R’damlA’dam
per 1960 K.G.
STEENKOLEN
Westtaalschej
Hollandsche bunkerkolen,
ongezeefdf.o.b.
R’dam!A’dam
per 1000 K.G.
PETROLEUM
Mid. Contin.
Crude 33 t(m 3390
Bé
S.
g.
per barrel
IJZER
Cleveland
Foundry No.3
f.o.b.
Middlesbrough
per Eng, ton
KOPER
Standaard
Locoprijzen Londen
per Eng. ton
II.
°!o
II.
Oj
II.
–
0
0
8.
ho
f1.
–
010
–
f1.
°!o
$
°!o
Sh.
01
°Io
Jaargemldd. 1925
17.20
100,0
13,07
5
100,0
231,50
100,0
236,00
100,0
462,50
100,0
10,80
100,0
1.68
100,0 731- 100,0 62.116
100,0 1926
15,90
92,4
11,75
89,9
174,25
75,3
196,75
83.4
360,50
77,9
17,90
165.7
1.89
112,5
8616
118,5
58.11-
93,5
1927
14,75
85,8
12.47
5
95,4
176,00
76,0
23700
100,4
362,50
78,4
II ,25
104,2
1.30
77,4
731- 100,0
55.141-
89,7
Mei
1927 15,75
91,6
13,575
103,8
172,75
74,6
25825
109,4
373,75
80,8
10,95
101,4
1.22
72,6
741-
101,4
54.141-
88,1
luni
15,60
90,7
13,20 101,0
175,25
75,8
245,00
104,2
372,75
80,6
11,00
101,9
1.22
72,6
701-
95,9
54.216
87,2
Juli
15,10
87,8
12,05
92,2
171,50
14,1
235.75
99,9 367,75
79,5
II 10
1028
‘
1.22
72,6
701-
95,9
53.19j-
–
86,9
Augustus
14,87
5
86,5
11,45
87,6
178,50
77,1
252,50
107,0
368.25 79,5
102,3
1.22
72,6
691-
94,5
55.516
89.0
September ,,
14,70
85,5
12,15
92,9
179,50
77,5
233,25
98,8
369,50 79,9
10,90
100,9 1.22
72,5
651-
89,0
54.131-
88,0
October
,,
13,72
5
79,8
11,45
87,6
178,75
77,2 230,50
97,7
359,00
77,6
10,90
100,9 1.22
72,6
651-
89,0
55.51
–
89,0
November
13,45
78,2
12,125
92,7
184,75
79,8
233,25
98,8
349,75 75,6
10,65
98,6
1.22
72,6
651-
89,0
59.11-
95,1
December
,,
13,40
77,9
12,57
5
96,2
201,00
86,8
246,25 104,3
348,25
75.3
10,60
98,1
1.22
72,6
651-
89,0
60.21-
96,8
nuari
1928
13,50
78,5
12,70 97,1
207,50
89,6
247,75
105,0
351,00
18,0
10,30
95,4
1.22
72,6
651-
89,0
62.-!-
99,9
rebruari
13,80
80,2
12,875
98,5
226,50
97,8
243,75
103,3
361,00
78,0
10,00
92,6
,
1.21
72,0
651-
89,0
61.121-
99,2
Maart
14,60
84,9
14,00
107,1
240,75
–
104,0
255,75
108,4
350,75
75,8
9,95
92,1
1.19
70,8
6515
89,7
61.316
98,6
April
15,30
88,9
14,97
0
.
114,5
239,50
103,5
261,00
110,6
358,25
77,5
10,05
93,1
1.19
70,8
661-
90,4
61.1416
99,4
Mei
,,
15,30
88,9
15,47
5
118,4
238,50
103,0
260,75
110,5
372,00
80,4
10,60
98,1 1.19
70,8
661-
90,4
62.151-
101,1
j
uni
14,37
5
83,6
14,27
5
109,2
234,00
101,0
252,50
107,0
365,25
79,0
10,10
935
1.19
70,8
661-
90,4
63.171-
102,9
uli
14,25
22,8
13,076
100,0
246,75
106,6
241,00
102,1
359,75
77,8
10,10
93
:5
1.19
70,8
661-
90,4
62.181-
101,3
Augustus
12,00
69,8
12,625
96,6
214,75
92,8
226,75
96,1
350,75
75,8
10,05
93,1
1.21
72,0
661-
90,4
62.1016
100,7
September
11,65
67,7
11,57
5
88,5
198,75
85,9
198,25
84,0
350,75
75,8
10,00
92,6
1.21
72,0
661-
90,4
63.81-
102,1
October
»
12,27
5
71;4
12,27
93,8
218,50 94,4
189,50
80,3 366,00
79,1
9,95
92,1 1.19
70,8
90,4
65.121-
105,7
November
12,325
71,7
12,075
92,4
227,25 98,2
185,50
78,6
386,25
83,5
10,20
94,4
1.18
70,2
661-
90,4
67.181-
109,4
December
,,
12,30
71,5
11,90
91,0
220,25
95,1
180,50
76,5
373,75
80,9
10,10
93,5
1.18
70,2
661-
90,4 70.31-
113,0
nuari
1929 12,35
71,8
12,20
93,3
231,50
100,0 194,25
82,3
365,00
78,9
10,10
93,5
1.16
69,0
661-
90,4
75.1016
121,7
rebruari
,,
12,72
5
74,0
12,65
96,7 236,00
101,9
194,75
82,5
357,25
77,2
12,90
119,4
1.11
66,1
65/6
91,1
78.-16
125,7
Maart
»
12,65
73,5
12,625
96,6
233,00
100,6
191,75
81,3
359,00
77,6
12,00
111,1
1,11
66,1
91,8 89.81-
144,0
April
,,
12,12
5
70,5
11,62
5
88,9
218,00
94,1
185,25
78,5
373,25
80,7
11,05
102,3
1,11
66,1
681-
93,2
82.1716
133,
Mei
,,
11,125
64,1
10,57
5
80,9
198,25
85,6
177,50
75,2
363,50
78,6
11,15
103,3
1.16
69,0
6916
95,2
75.416
121,2
luni
10,875
63,2
10,20
78,0
193,50
83,6
171,25
72,6
355,25 76,8
11,25
104,2
1.30
77,4
711-
97,3
74.111-
120,1
juli”
12,80
74,3
11,20
85,6
218,50
94,4
191.25
81,0
415,50
89,8
11,25
104,2
1.30
77,4
7216
99,3
72.1216
117,C
Augustus
13,125
76,3
10,75
82,2
202,50 87,5
182,75
77,4 452,50
97,8
11,25
104,2
1.30
77,4
7216
99,3
1
73.171-
1 l9,C
September
12,625
73,4
10,20
78,0
191,00
82,5
172,00
72,9
506,75
109,6
11,40
105,5
1.30
77,4
7216
99,3
74.191-
120,
October
12,10
70,4
9,87
5
75,6
185,00
79,9
168,00
71,2
516,50
111,7 11,25
104,2
1.30
77,4
7216
99,3
72.161-
117,1
November
11,775
68,5
9,20
70,4
174,00
75,2
164,75
69,8
483,25
104,5
11,35
105,1
1.30
77,4
7216
99,3 70.51-
113,2
December
,,
12,625
73,4
9,35
71,5
166,00 71,7
163,75
69,4 482,00
104,4 11,75
108,8
1.30
77,4
7216
99,3
68.616
110,1
Januari
1930
12,675
73,7
9,35
71,5
149,25
64,5
151,25
64,1
433,75
93,8
11,75 108,8
1.21
72,0
7216
99,3
71.916
115,1
Februari
»
11,725
68,2
8,l75
62,5
139,00
60,0
135,75
57,5 398,50
86,2
11,75
108,8
1.11
66,1 7216
99,3
71.1216 115,
–
Maart
,,
10,90
63,4 7,15
54,7
143,50
62,0
125,00
53,0
390,00
84,3
11,55 106,9
1,11
66,1
70!-
95,9
–
68.1916
111,1
April
,,
11,175
65,0
7,625
58,3
180,25
77,8
129,75
55,0
431,00
93,2
11,35
105,1
1.165
69,3
6716
92,5
61.31-
98,f
Mei
»
10,45
60,8
6,55
50,1
148,50
64,1
114,50
48,5 405,00
87,6
11,35
105,1
1.18
5
70,5
6716
92,5
53.9!-
86,1
2 Juni
,,
10,75
62,5 5,60
42,8
137,00
59,2
110,00
46,6
404,00
87,4
11,35
105,1
1.18
5
70,5
6716
92,5
53.1716
86,1
* Men zie voor de toelichting
op
dezen staat de nummers van 8 en 15 Augustus 1928 (No. 658 en 659) pag. 689j90 en 709.
2)
= Western vÔôr de invoering v
1) Manitoba No. 3. t Zuid-Russische.
–
.
–
–
4 Juni 1930
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
521
De markt sloot op liet eiüU der week als volgt:
cember te haqdha.en. Op de staalmarkt heerscht nog
Ned.-Iud.
fms., afladiug Mei, .koopers
f 24,
vcrkçopers
steods een erustige depressie. Allerwegen wordt de staal-
f 24/
Necl.-lnd. fins., af]ading Juni/Juli, koopers
f 24%,
productie verder beperkt.
verkoopers
j
24 ;
Ned.- lcd. Mixed, aflading J nul/Juli,
koopers
f 2334, veikoopers
f 23%.
1
VERKEERSWEZEN.
STEENKOLEN.
De con ventje ttisschen Engelsche en Duitsche cokesexpor-
teurs, waarvan sprake was in ocis vorig verslag, heeft.eeu
glorieuze begrafenis gehad. In plaats van samenwerking
lieerscbt er voorzoover het den verkoop van cokes naar
Scandinavië letrett weer de aloude ongeboadenheid.
De mijnen iii geheel Europa zijn schicars van orders
voorzien en ongewilde productiebeperking is aan cle orde
van den dag.
ie prijzen zijn : *
Northumberiand Ongezeefde …………..
f 9.60
Durhani Ongezeefd ………………….
10,50
Carcliff
213
large,
1/3
snialls …………..
12,75
Schotsche Gezeefcle (Prima Lothians) … .
10.15
,
Yorkshire gewasschen Singles …………
9,75
Westfaalsche Vetförder ……………….
12,35
Vlamstukken i……………
13,50
Smeenootjes …….
…….. ..
13.-
Gasvlaniförder
…………. ..,
12.25
Gietcokes
……………….
16,50
•
l:lollanclsclle Eierbriketteti …………… ..
15.-
alles per ton van 1.000 .KG. franco station Rntterdani/Ani_
sterclani.
Ongezeefde biiickerkolen f.o.b. Rotterdam/Amsterdam
f1135.
Markt lusteloos.
iJZER.
De steinnii lig 01) de conti nentale exportmarkt voor ruw-
ijzer is onveranderd kalm. De binnenlandsehe markt in
Frankrijk is nog steeds vrij bevredigend. Een, zij het ook
zeer geringe, opleving kon de laatste week in het Cleve-
land district geconstateerd worden. Door het clooven van hoogovens heeft men hier de voortbrerging vrijwel bij de
vraag aangepast.
Het O.S.F.M. (Frankrijk) heeft besloten den prijS vOor
gieterij-ijzer op de binnenlandsche markt tot einde De-
VRACHTENMARK1
–
Graan van Noo,-d-Ami-jka.
Aflaclers konden wederom
buitengewoon moeilijk tot zaken komen en de vraag is nog
altijd veel te klein om het aaiibod van tonnage te dekken.
Van Montreal. werd afgesloten (in dén geval met cle optie
Quebec laden) naar cle Middellantlsche Zee (niet ten Oosten
van West-italië en excl. Spanje en Noord-Afrika) 01) basis
van $ 0.10, met een red uctie va.n
‘4
dollarcent voor bepaal-
de loshavens, eerste helft Juni laden, alsmede naar Grie-
kenland 01) basis van
2/734
,
per qtr. ééi.c haven, met optie
U.K,. en Cbntinentale havens, medio Juni laden.
De
iVortharn Range
was buitengewoon flauw en een boot
van
35137.500
qtrs. werd genomen voor
17125
Juni laden van
New-York naar A ntwerpeii en/of Rotterdam tegen .$
0.07
één, $
0.0734
beide havens.
Van dc
Gatf is
niets te doen; er wordt nominaal $ 0.11
naar Antwerpen of Rotterdam genoteei-d.
JïoordIui[ic
Van dc Canadeesche havens was in dc af-
geloopen week geen vraag; van Portland of Puget Sound
werd evenwel een boot van
7800
ton, 10 pCt., afgesloten
tgei
2110
naar UK/Continent
20
Juni/S Juli laden. Dit
zou misschien herhaald kunnen worden, maar aan het
einde der afgeloopen week was de vraag zeer gering.
La Plata.
Van de La Plata kan eenige verbetering ‘er-
meld worden; een tamelijk goede vraag nee!- pronipte ton-
nage voor mais oefende een gunstigen invloed
Ol)
dc’ vrach-
ten uit: waar een week gelecleti 101- geaccepteerd werd, is
nu 11/9 betaald van de Bovenrivier naar UK/Continent,
terwijl het zeer waarschijnlijk is, dat ieder oogenblik
121-
zal moeten worden toegestaan. 916 is betaald naam- Antwer-
pemi of Rotterdam van Bahia i3lanca, i311enos Aires of La
Plata. liet aanbod van werkelijk prom pte booten is niet
groot en bij een voortduring van cle tegenwoordige vraag
zouden de vrachten ongetwijfeld moeten oploopen. De voor-
raad mals in (le aflaacibavens aan de ]3ovenri vier neemt
nu gestaclig toe, maar dit alleen is natuurlijk niet vol-
doende om de ‘rachten te verbeteren ; wat men noodig heeft
is een algemeen betere stemming in (Ie graan koopemide landen en deze is tot nu toe nog niet merkbaar.
JAN
GROOTHANDELSPRIJZEN’)
TIN
‘locoprijzen
Londen per
Eng. ton
KATOEN
fr Middling
•
locoprilzen New York
per Ib.
WOL
geiie
Australische,
Merino 64’s Av.
loco B’radford
per Ib.
WOL
gekamde
Australische,
CrossbredColo-
flat Carded,
50’s Av. loco
Bradford per Ib.
RUBBER
4
)
Standaard bbed Smoked
Sheets
loco Londen
per Ib.
SUIKER
Witte kristal-
suiker loco
R’dam(A’dam. per
.
100 K.G.
KOFFIE
Robusta
Locoprijzen
Rotterdam
per
ij
K.G.
TI-IEE
Afi. N.-I. theev.
A’dam gem. pr.
Java- en Suma-
trathee
.
1<0.
Indexcijfer
v/h. Centr. B.
v. cl. Stat.,
herleict
van 1913
=
lOO
tot 1925= 100
Indexcijter
van The
Ecoriomnist,
herleid
1927
=
100
tot 1925=100
015
$
cts.
Olo
pence
O/o
pence
°/s
Sh.
01
11. °fo
cts.
O/
cts.
O/
261.171-
100,0
23,25
100,0
55,00
100,0
29,50
100,0
2(11,625
100,0
18,75
100,0
61,375
100,0
84,5
100,0 100,0 100,0
290.1716
111,1
17.55
75,5
47,25 85,9
24,75
83,9,
21-
67,4
17,50
93,3
55.375
90.2 94.25
111.5
93,2 92.9
290.41-
110,8
17,50
75,3
48,50
88,2
26,50
89,8
1/6,375
51,6
19,125
102,0
46,875
76,4
82,75 97,9
95,4 89,5
295.12/-
112,9
16,15
–
69,5
47,00
85,5
26,00
88,1
1/7,75
55,1 20,25
108,0
47
–
76,6 86,5
102,4
93,5
90.4
296.916
113,2
16,85
72,7 47,25
85,9 26,00
88,1
1/6 50,5
18,376
98,0
•
47
•
76,6
81,25
96,2
•
96,1
89.6 289.1516
110,7
17,90
77,0 48,50 88,2
26,50
89$
114,75
47,0
18,625
99,3
47
76,6
84
99,4
97.4
92,2
202.-16
111,5
19,70
84,7
48,50
88,2 26,50 89,8
115,25
40,8
18,50
98,7
45.375
73,9
–
–
96,1
90.2,
287.1216
109,8
22,05
94,4.
50,00 90,9 26,50
89,8
114,25
45,6
17,876
95,3
44,25
.72,1
94,5
II 1,6
96,8
89,1
264.216
100,9
20,65 88,8 50,25 91,4
26,75 90,7
1(4,375
46,0
16,876
90,0
45,25
73.7
93
.
110,1
96,8
88,6
264.416
100,9
20,25
87,1
52,25 95,0
28,50 96,6
116,5
51,9
17,25
92,0
46
74,9
96
113,6
97,4
88,9 266.1316
101,8
19.70
84,7
51,50
93,6 28,75 97,3
1/7,75
55,4
17,87
5
95,3
46
74,9 89,25
105,6
97,4
88,2
255.11-
97,4
19,25
82,8
53,00
96,4
29,75
100,8
1/7,25
54,0
17,375
92,7
46
74,9
84,5
100,0
98,7
–
87.9
233.10(6
89,2
18,35
–
78,9
54,75
99,5
31,75
107,6
113,75
44,2
16,75
89,3
46
74,9 79,5
94,1
96,8
87,9
233.1716
89,3
19,35
83,2
55,00
100,0
33,25
112,5
1/0,75
‘35,8
16,876
90,0
Cr
76,6
79
93,5
98.1
89,2
234.6/-
89,5
20,65
88,8
54,50
99,1
33,00
111,9
-19,375
26,3
1
6,87
6
90,0
47
76,6
74.25
87,9
98,7
90.5
230.131-
88,1
21,55 92,7
54,25
98,6
32,25
109,3
-/9
25,3
16,62
5
88,7
48,25
78,6
78,25
92,6
98.1
91.2
218.816
83,4 21,35
91,8
55,50
100,9
31,75
107,6
-19,25 26,0
15,75
84,0
49
79,8 73,25 86,7
68,7
89.8
211.191-
80,9
21,75
93,5
53,00
96,4
31,25
•
105,9
-19,25 26,0
15,50
82,7 49,875 81,3 71,25 84,3
95,5
.
88,2
211.181-
•
80,9
19,30
83,0
51,75
94,1
30,00
101,7
-/9,25
26,0
.
16,00
85.3 51,875
84,5
67,75
80,1
92,9 86.6
214.716
81,9
18,55
79,8
47,00
85,5
29,00
98,3
-18,5 23,9
15,87
5
84,7 52,75
86,0
70,25
83,1
93,5
85,4
221.191- 84,8
19,45
83,7 46,25
84,1
27,25
92,4 -18,8
24,7
14,62
5
78,0
53
86,4
73
86,4 94,2
8o,1
232.1016
88,8
19,90
85,6
47,25
85,9
27,50
93,2
-18,625
24,2
14,90
74,7
53
86,4
75,75
89,6 95.5
85,1
228.81-
87,2
20,45
88,0
46,25
84,1
28,00 94,9
-j8,5
23,9
1
3,9
25
74,3 51,75 84,3 76.5
90,5
95,5
84,8
222.7/6
84,9
20,20
86,9
46,75
85,0
28,75 97,3 -19,875
27,9
13,77
6
73,5
53,125
86,6
77,25
91,4
94,
81,6
222.111-
85,0
20,10
86,5
44,25
80,5
27,75
94,1
1/-
33,7
13,375
71,3
54
88,0 74,25 87,9
94,2
85,4
221.0(6
84,4
21,25
91,4
44,00
80,0
27,50
93,2
110,125
34,0
13,50
72,0
54
88,0
72,75
86,1
94,8
85,8
207.516
79,2
20,45 88,0 43,25
78,6
27,25 92,4
-110,5 29,5
13,375
71,3
54
88,0
74,25 87,9
92,9 83,9
197.516
75,3
19,40
83,4
41,50
75,5
.
26,25
89,0
-110,875
30,5
12,25
65,3
54
88,0 73,50 87,0 91,6
81,7
200.51-
76,5
18,75
80,6
40,00
72,7 25,75
•
87,3
-/10,625
29,8
12,00
64,0
54
88,0 69.50
82,2
91,0 81,9 209.516
79,9
18,65
80,2 38,75
70,5 24,75
83,9
-111
30,9
13,425
71,6
54
88,0
68,50
81,1
91,0
83,7
210.111-
80,4
18,60
80,0 37,00
67,3 24,00 81,4
-110,5 29,5
13,00
69,3
53,50
87,2
64
75,6 91,6
83,6
205.516
78,4
18,90
81,3 34,25
62,3
23,75
80,5
-/10.125
28,4
13,75
71,9
51,75
84,3
64
75,6
91,0
82,0
188.916
72,0
18,45
79,4
32,50
59,1
22,50
76,3
-/9,625
27,0
13,30
70,9
48,50
79,0
66
78,1
90,3
80,5
l82-(6
69,5
17,50
75,3
34,25
62,3
23,00
78,0
-18,125
22,8
12.50
66,7
41,75
68,0
66,50
78,7
88,4 78,8
178.1816
68,3
17,25
74,2 31,25
56,8
21,25 72,0
-(8
22
;
5
12,0
7
,5
64,4
36,75
59,9
60,75 71,8
117,1
78,8
174.131-
66,7
17,15
73,8 29,50
53,6
19,25
65,3
-17,375
20,7
11,676
62,3
35
57,0
60,50
71,6
84,5 76,9
174.4!-
66,5
15,45
66,4
28,50
51,8
17,75
60,2 -18 22,5
11,40
60,8
35
57,0
58,25
68,9
81,3 75,2
165.18/-
63,4
15,20
65,4 26,25
47,7
•
16,50
55,9
-17,625
21,4
10,70
57,1
35
57,0
62,25
73,7
78,7
74,2
161.17(6
61,8
16,45
7,8
27,25
49,5
17,25
58,5
-17,375
20,7
10,55
•
56,3
35
57,0 59,50
70,4
78,7
72,8
145.-!-
55,4
16,50
71,0
28,75
52,3
18,00
61,0
-/6,875
19,3
9,80
52,3
–
34,75
56,6
53
68,6
:138.1716
53,9
–
–
-(6,6875
16,8
9,75 52,0
34
55,4
le huidige officieele noteeringswijze
(jan.
1928);vanaf 16 Dec.1929 74/5 K.G. Hongaarsche.
3
)=Malling vôor de invoering van de huidige offic. noteeringswijze(jan. 1928)
Jaar- en maandgemiddelden afgerond op
1/5
pence.
–
522
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
4 Juni 1930
,Salpcter vali.
(‘Iiiii
Er hecrschte in de afgeloopen week
een volkomen gebrek aan orders en itiettegenstaande cle
la’c vrachten, waartegen tonnage zon kunnen worden ver-
kregen, kan er geen opleving verwacht worden, voordat ‘de
nieuwe centrale organisatie definitief is ingesteld cii in
werking getreden.
,Sbciker van
‘West
-/nd,ië.
Deze markt was zeer flauw en
on:ler het aanbod van toni.iage zijn de vrachten wederom
gedaald. Van Ciiba werd een boot van 7000 tolt afgesloteti
voor Juni laden naar UK/Continent tegen 1116 en zelfs
handige tonnage van ea. 4500 ton lading wordt tevergeefs
voor deze positie aangeboden tegen 121-. Voor J uH worden eenigszius betere vrachteui.genoteerd op basis van 121- vooi
groote booten van Cuba naar UK/Continent met de optie
:omngo tegen 6 d. unncler, terwijl er kans bestaat
3 k
6 d. meer te bedingen. Voor kleine booten bestond niet
veel belangstelling; een n
2000 toner werd gesloten van San
Dwningo naar UK/Continent tegen 1316 voor J
LIII
i/J uh
cii een boot van 4500 ton lading is voor Juli te plaatseui
tegen 131-.
/4uuma.
Door liet voortduren
VuL
n de onlusten wuus er in
de afgeloopen week wederom totaal geen vraag naar rijst-
tonnage.
Donau.
Ofschoon er eenige afsluitingen gemeld kunnen
worden, zijn de vrachten iets gedaald. In het begin van
de week werd voor handige tonnage 13/6 verkregen naar
i u.itwerpe n (]Tamhnrg Range, maar sindsdien huebben ree-
dors van handige booteru 3 d. minder moeten accepteeren
en aan het eind dr week was cle markt flanwer met
slechts
CCII
geringe vraag. Van de
Zwarte Zcc
zijn geen afsluitingen gedaan. Kom i-
naal wordt 1 0(6 genoteerd.
.lIicldellandsciw Zee.
‘Deze markt bloei on veranderd. In
su’nnnigc gevallen vond een geringe stijging plaats, doelu dit
kvuuui door liet feit, dat iii clie gevallei:u een speciale groot-
te en da tuin verei seh t werd De vraag naar to liii age is nog
steeds zeer gen eg zelfs voor Ju ni, en liet vooruitzicht op
uwi.0 ige verbetering is nog maar wei ii ig tuevredigenci Erts
werd als volgt afgesloten Alnieria .PierfiJ muiden
.
1 loruuillo SBaaijMiddlesbrough 6/7 ; FollonieajStettiiu 61-;
BonafUlasgow 6/-; Les FahuisesfBarrow 617 ; Port Bo-
mii nfWorkingtown 76 ; Mehilla/Mid.dlehbrough 6/7 j-,; San
J is n/Sas van Gent 1(6; Huelva/Rotterdanu 51-; J[anubnrg
of lltarhnrg 6/9; Nantes 5/3; Antwerpen 7/3; Helsingfors
$f
7
3 Cork 7/9 en Drogeda 111-, en
Phosfaat:
Tuu n sf11 ulI
9/.; Sfax[Vlaardingen 711 4; Silloth 11/.; Bona/Kiogs Lynn
9/6 en Dnbl in 713.
Noord-Spanje.
i)e stenuuning op deze markt is biuitenge-
woon flauw. Van Bilbao ruaar IJmuiden is afgesloten tegen
413, naar Grangemouth tegen 513 en naar Cardiff tegen 514, terwijl van Bilbao naar Middlesbrough 516 en naar
11 otterclain 41- genoteerd wordt.
Kolen van U.K.
De toestand in dc koleuuvaart blijft nog
vrij onbevredigend. De vraa.g neemt niet toe, maar daar
de reeders meer geneigd zijn hun booten vast te houulcuu. zijn de vrac,hten in de meeste richtingen tamelijk vast ge-
bleven, terwijl naar Zuid-Amerika de vraehten
11-
zijn
Op-
geloopeuu (er werd zelfs in 6éri geval 1716 hdtaald naar
Buenos i ires voor pronipt laden). Van Znict-Wuiles werd
afgesloten : Cent 2/9, La ilochelle 4/t %,, Lissabon 6110 ,
West-Italië 7/3, Piraeus 813, Alexandrië S(., Las .i’alnuuus
816, Dakar 816, Buenos Aires 1716 en Villa Couustitncion
17/6
2
Optie :Iosuurio ÏS/-. cru van dc Oostkust: Ulealuorg 51-1
Copeuthagen 5(3, Stettin 419, Hamburg 319, ,Rotterduuin 319,
Bouaau 316. G-enua 619.Piraens 813 en Monte Video 16r9.
ONTVANGEN BOEKEN.
Nederla.ncl 1-lande is- en uS’cheepvaartland.
‘s-Graven-
hage
1930;
Afcleel ng ilandel en Nijverheid van
het Ministerie van Aihei.d, iIaiuclel en Nijverheihl.
Een beknopte saiuieuuvatteude beschrijving van den handel
en de setieep*aart iii Nederland, voorafgegaan door een al-
geuuueeiu econouuuisclu overzicht.
La Hoilande
cb
omrnerc
i
a
l
e
.
La Haye
1930;
Division
cia cominerce et cle l’inclustr,te clii Ministère du
Travail,
clii
commerce et de l’industrie.
En ICransclie vertaling van bovengenoemd boek.
l3eicnopte uitwerir/un gen des opgaven voorkomende in
handeisreic enen voor het Staatspraict i,j Ic-diplon’u.a
en M.O. Boekhouden,
1)eel ii. door
E.
L.
0.
Kok,
leeraar aan de Jiaodels-Hoogere Burgerschool te
Groningen. Groningen, Den 1-laag
1929;
J. B.
Wolters.
Les éléntents essentie/s de l’éconon’iie polonaise.
Monu
grapiLes reprocluites de i’informateur aunuel sur
les sociétés Anonyrnes en Pologne (Edition
1929)
préc(cIees d’une étu.ide d’ensemble de Marjanu
.Kossow, Consul de Pologne (Warschouw).
Jaarbo eic van het Mijnwezen in Nederlandse h-inclië.
Sîste jaargang
1.928.
Verhandelingen. Tweede ge-
deelte. Weltevreden
1.929;
Lanclsdrukkerij.
Bond
l
7
aiues Obligationskurser tctb les
edited hiy
Ei nar
lluss
and K. ‘ G. 1.1 agström, Stockluohn
1929, Kungi. Boktryckeriet. P. A. Norstedt uk
S
ii ner.
The move?nent for a sounder nsoney
door Owen D.
You rug, No:nmauu Lombard, Frederic A. IDo)auo,
Sir Josiah
0.
Stni’np, henri Fuss, Cari Snyder.
New-York
1929;
The Stable Money Association.
Börsen- und
Wirtschctftslcalender
1930,
herausgegeben
von der Frankfurter Zeitung. 67. Jahrgang des
:Deutsclien ‘Börsenkalenders and Effekten-iland-
buchs.
Os
er Volvette 0 oudsche Boeren-K acts.
Onderzoek,
ingesteld naar aanleiding van cle Lancibouwten-
toonstelling te Gouda in
1923
,en verslag van in
1925
genomen proeven inzake het verband tas-
schen de Lamensteilling der melk- en de kaasop-lurengst, door ir. W. J. 1-huisman, rijkszuivelcon-
sulent te Gouda. Uitgave van het Departement
van Binneuiandsche Zaken n Landbouw, Di.-
rectic van den Landbouw, ‘s-Gravenhage
1929;
Algemeene Landsdrukkerij.
Algunos documentos sobre ei tratado cia Guaclalupe y
lct situaci6n de .2I1’xico ciurante lct invasi6n amen-
(:ana.
:Proiogo de Antonio de la Pefia
J.
Reyes.
Archi vo Iii stbrico Diplomâtieo Mexicano, Nu in.
31..
México
1930;
Publicaciones cle
la
secretarht
cle relaciones cxteri.ores.
INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN.
RIJNVAAR
T.
Week van 25 t/m.
31 Mei 1930.
De aanvoeren van. zeezijcle namen, wat hout en erts
luetreft, iii die mate toe, dat de omvang van het verkeer
iii cle haven het nornuale aanzien herkreeg. :13e seheeps-
ruuiiuite werd geleidelijk schaarscher, terwijl de vraag toe-
nam. •De ertsvraehut, die tot 30 Mei
f
0.i7
V2—f
0.27 4 niet
resp. 4 en S losdagen bedroeg, liep op tot resp. f025-
f
035 per last. Naar den Bovenrijn was w’ein ig vraag, zoo-
dat de vrachtnoteering onveranderd bleef. Het sleeploon
varieerde tusschen liet 27 3/ en 30 ets. tarief. De water-
sta uud was langzauumiu vallend. Naar den Bovenrijuu zoowel
als naar den :Benedenrijn werd
01)
vohlen diepgang afge-
1 utd en.
iToewel in de Enhrhavens cle koleuuverseluepingen eeniger.
mate tocivanien, konden iii verbaiucl met ule overvloedig he.
sehikbare scluecpsruiunte nog geen huoogcre vraelitprijzen
worden bedongen. i)e vracht voor exportkolen haar Rot-
terdanu bleef onveranderd genoteerd op Mk. 0.60 per ton
inclusief sleeploon.
Bedrijfsleven en de strijd tegen
de Armoede in Nederland
door Dr. CH. A. VAN MANEN.
Prijs ingenaaid
f 3,—.
Gebonden
f 4.75.
Voor leden der Vereenigiug en geabon-
neerden op het Weekblad wordt dit werk
beschikbaar gesteld tegen den prijs van
f
2,50 ingenaaid en
1
4,— gebonden.
Bestellingen riehte men tot het Secretariaat vuil het
Instituut, Pieter de Hoochweg 122, onder gelijk-
tijdige remise per postwissel of op postchèque- en
girorekening No. 8408, Rotterdam.