Ga direct naar de content

Jrg. 15, editie 740

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: maart 5 1930

5 MAART
1930

AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN.

Ec

o
.
nomisch~Stati*sti*sche

Berlochten

ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER

ORGAAN VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART

UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN

I5EJAARGANG

WOENSDAG 5
MAART
1930

No. 740

INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN.
Algemeen Secretaris:
Prof.
Mr. Dr.
G.
M. Verrijn Stuart

ECONOMISCII-STATISTISCIJE BERICHTEN.
COMMISSiE VA.N ADVIES:
Prof. Mr. D. van Blom; J. van flasselt; Jhr. Mr. L. H. van
Lennep; Mr. K. P. van der Mandele; Prof. Dr. N. J.
Polak; Mr. Dr. L. F. H. Regout; Dr. E. van Waideren
Baron Renye?:s; Prof. Mr. 11. R. Ribbius; Jan Schilthuis;
Mr. Q. J. Terpstra;
Prof.
Mr. F. de Vries.
Gedelegeerd lid: Prof. Mr. Dr. G. M. Verrijn Stuart. Assistent-Redacteur: II. M. H. A. van der Valk.
Secretariaat: Pieter de Hoochweg 122, Rotterdam.
Telefoon Nr. 3.5000. Postrekening 8408.

Abonnementsprijs voor het weekblad franco p. p. in
Nederland f 20,—. Buitenland en Koloniën f 23,— per
jaar. Losse nummers 50 cents. Leden en donateurs van het Instituut ontvangen het weekblad gratis.
De verdere publicaties van het Instituut uitgaande ont-
vangen de abonné’s, leden en donateurs kosteloos, voor soo-
ver daaromtrent niet anders wordt beslist.
Aan geteekende stukken: Bij kantoor Ruigeplaatweg..

Advertenties f 0,50 per regel. Plaatsing bij abonnement
volgens tarief. Administratie van abonnementen en adver-
tenties: Nijgh & van Ditmar’s Uitgevers-Maatschappij, Rot-
terdans, Amsterdam, ‘s- Gravenhage. Postchèqae- en giro-
rekening No. 6729.

4 MAART 1930.

• In verband met de maanciswisseling bestond er in

de tweede helft dezer week iets meervraag naar geld;

de markt bleef echter nog zeer ruim en alleen de cail-

rente kon een stijging van beteekenis ondergaan. Aan-

vankelijk itep de rente nog terug van 1% tot
11%
pOt.;

.nanr daarna trad een vrij snelle stijging in en Zater-

dag werd tot 3 pOt. betaald. Ook de rente voor paz-

ti.culier disconto trok iets aan; na
2t3f18
pot. werd gis-

toren 21io
en 3 pOt. betaald. De prolongatiererite

bleef onveranderd; op een enkele uitzondering na

werd 3 pOt. genoteerd.

* *
*

De weekstaat van De Nederlandsche Bank geeft

duidelijk den invloed van dc maanciswisseling te zien.

De post binnenlandsche wissels steeg met
f
6.4 mii-

lioen. Deze vermeerdering is bijna uitsluitend toe te

schrijven aan cle toeneming van de credieteischen van

den Staat. In de afgeloopen week werd een bedrag

van
f
6 millioen aan schatk.istpro.messen rechtstreeks

bij de Bank ondergebracht. De beleeningen blijken

met
f
29.3 miljoen te zijn vermeerderd. Het rente-

loos voorschot aan het Rijk steeg met
f
6.5 millioen.

De goudvoorrad der Bank bleef vrijwel onveran-

derd. De zilvervoorraad daalde met een kleine

f 300.000.
De Post papier op het buitenland en de

diverse rekeningen op de actiefzijde der balans ste-

gen resp. met
f 100.000
en
f 200.000.

De biljettencirculatie vertoonde een vermeerdering

van
f
44
millioen. De rekening-courant-saldi blijken

met
f
3.6 millioen te zijn teruggeloopen. Het heschik-

baar metaaisaldo daalde met
f
1.7 millioen. lIet dek-

kingspercentage bedraagt nagenoeg 55.
* *

De wisselkoersen bleven deze week ook nog hoog.

De omzetten waren niet groot en niettegenstaande er

voor cle hoofddeviezen een geregelde vraag was,

heerschte er een onprettige stemming. Voor het na-

gaan van het verloop van de koersen hier te lande

moet allereei-st weder worden vermeld, dat de Dollar/

Pondkoers van 4.8630 verder tot 4.8585 is aangetrok-

ken. Het Pond hier veranderde niet veel en schom-

melde rond de
12.1234.
L[et eenige gevolg kon dus

zijn, dat de Dollarkoers hier aantrok; van 2.4933 kwam

de koers dan ook op 2.4957. De Mark bleef zich h.ier

rond de 59.53 bewegen (het Pond in Berlijn noteert

nog steeds ca. 20.37; de goud-invoeren uit Londen en
nu ook uit Parijs blijven voortdnren Mk./frs. 610:15).

De overige koersen veranderden slechts weinig. Te

vermelden valt slechts, dat Lires zeer vast waren en

op 13.0734 werden afgedaan, ondanks de disconto-ver-

laging tot 634 pOt. Zweedsehe Kronen kwamen op

67.— (Ponden in Stockholm liepen van 18.12 op 18.10

terug; terugtrekking saldi in Londen door terugloo-

pen der rentekoersen aldaar). Peseta’s kwamen van

31.15 op 29.85. Turksche Ponden lager: 1.1134.

Pesos 94.

Op de termijnmarkt veranderden de marges bijna

niet; alleen werd het disagio voor 1- en 3-maandsdol-

lars grooter, ni. 25-23 en 50-48.

LONDEN, 3 MAART 1930.

De vraag naar geld had ook in de afgeloopen week

de overhand, hetgeen in verband stond met het einde

der maand en eenige groote transacties, die belang-

rijke verschuivingen in de markt en daardoor tijde

lijk grooteie vraag veroorzaakten, liet incasseeren

van inkomstenbelasting blijft op het oogenhlik steeds

meer geld aan de markt onttrekken.

Disconto was buitengewoon flauw gestemd en ein-

digde de week dan ook op 3% pOt., dus meer dan

1 pOt. onder het officieel minimum van de Bank van

Engeland.

Eene voortdurende vermindering in de laatste we-

ken van het aan schatki.stpromessen uitstaande be-

drag, eene verdere vermindering van bankaccepten
uit hoofde van algemeene slapte in zaken en lagere

discontokoersen in andere buitenlandsche accept-

centi-a, gepaard gaande met eene voortdurende vraag

naar Sterliugwissels voor buitenlandsche rekening,

zijn alle factoren, die den koers hier steeds verder

doen inzakken.

In New-York schijnen de geidkoersen iets aan te

trekken, zooclat Dollars hier gestadig iets duurder

worden, terwijl Duitschiand voortgaat het goud, dat

in de open markt aangevoerd wordt, te absorbeeren.

210

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

5 Maart 1930

AANDEELEN MET IftELVOUDIG

STEMRECHT IN BELGIË.

De nieuwe wet
01)
de NV. in Nederland beteekent,
sociologisch beschouwd, een versterking van de positie
van den belegger ten opzichte van die van den onder-
.nemer. Door de oligarchische clausule konden vroeger
cle oprichtera van een N.V. zich een vrij zekere
machtspositie iii deze verzekeren .i)it is nu, doordat
art. 48a en 50e bepalen, dat cle algemeene vergade-
ring met % der stemmen, vertegenwoordigend meer
clan 4 van het geplaatste kapitaal kan afwijken van
de verplichting cie ctirectie en de commissarissen te kiezen uit een opgemaakte voordracht, niet meer het
geval.

Daartegenover wordt voor den grooten belegger een
zeer grooten invloed opengelaten, daar het aantal u:it-
gebrachte stemmen zich verhoudt als het aantal aan-
deden dat men bezit. Wel is een degressief stemrecht
mogelijk, waarbij dus de groote aandeelhouder zijn
invloed niet in gelijke mate ziet toenemen als het
aantal aancleelen, dat hij houdt. Maar dit kan hoog-
stens een middel zijn om een al te grooten invloed
van een persoon buiten cle groep der oprichters staan-
de,
te remmen, nooit om posit:ieven invloed aati de
oprichtersgroep te verzekeren.

De oprichtersgroep kan wel zijn invloed vergroo-
ten, door een ander door cle wet toegelaten systeem
van stembepaling toe te passen, waarbij de regeling
yrij is
01)
voorwaarde, dat nieniand. meer clan 0 stem-
men uitbrengt. Maar tenslotte is, in een eenigszins
uitgebreide vennootschap, op die wijze niet zoo heel
veel te bereiken, zoi:ider met een zeer groot aantal oprichters i. 0 stemmen te werken, wat cie kans op
n n ci erling meen i ngsversch i 1 weer vergroot. De con –
structie, die tenslotte Enka en Maekubee er op ge-
vonden hebben, toen z:ij door het optreden. van Loe-
wenstei.n bedre:igcl werden, ol. de oprichting van 860
N.V.’tjes, ciie allen onder hun toezicht stonden en die
allen 6 stemmen zouden hebben moeten uitbrengen,
is zeer gecompliceerd en cle vraag is niet opgelost of
deze regeling door cie Rechtspraak zou zijn erkend.
Het is begrijpelijk, dat de praktijk zoekt naar een
uitkomst, die aan de oprichters een grooteren invloed
toekent dan volgens de uiteengezette bepalingen mo-
gelijk :is. De sterke beperking van dien invloed lijkt
niet in overeenstemming met de ontwikkelingsten-
dens tot concentratie in de beschikking over het kapi-
taal, die zich in het moderne bedrijfsleven openbaart.
Zij verkleint tevens te veel de beteekenis van die
groep menschen die, steeds zinnend op nieuwe com-
binaties, het bedrijfsleven tot den ,intensieven bloei brengen, die het kenmerk is van het modern kapita-
hisme.

liet staat te vreezen, dat de mogelijkheid die de
nieuwe wet op cle NV. schijnt te laten om toch den
invloed van de oprichtersgroep te vergrooten, daarbij
tot een ontwikkeling zal leic1en, die door cie ontwer-
pers van de nieuwe wet zeker niet is bedoeld, clie ook
(ie grens van, een toelaatbaar overwicht van de op-
nichtersgroep verre overschrijd t en die voornamelijk
in België een ontwikkeling heeft verkregen, die 66k hem, clie een versterking van de positie van den on-
dernerner en zijn groep – want deze zijn toch meestal
de oprichters – wenschelijk acht, als een exces zal
afschrikken. Een bewijs tevens tot welke excessen men
komt wanneer de normale groei van een – in de lijn
der ontwikkeling liggend – streven, zooals de ver-
sterking van den invloed van den ondernemer in cie
vennootschap, wordt belemmerd en dit streven daar-
door tot uiting komt op een ac:hterhaksche wijze, waar-
bij dan elke rem ontbreelct.
De mogelijkheid om de opriciitersgroep een grof)-
teren invloed te verzekeren ligt in art. 39d der wet,
dat zegt: ,,Voor zoover bij cle akte van oprichting niet
anders is bepaald, zijn aan alle aandeelen in verhou-
ding tot hun bedrag gelijke rechten en verplichtingen verbonden.” Dit wil dus zeggen, dat men hiervan kan

INHOUD.

Blz.
AANDEELISN MET VEELVOUDIG STEMRECHT IN BHLGTB
door
Dr. R. van Genechten ………………….210
De ontwikkeling van onze handelsbeweging II (Slot)
door W.
G. E.
van der Zweep………………..212
Inkomens en vermogens in Nederland door
Drs. 0.
Bakker
……………………………………
213
Het jaarverslag der Banque Nationale de Belgique
over
1929
door
Mr. M. L. van Gondoever ……..216
Internationale loonsvergelijking door
P.
Looijes
met
Naschrift door
Dr. Ir. B. Bölger …………….217
De Indische middelen over November
1929 ……….219
BUITENLANDSCHE MEDEWERKING:
De Bank of England en de Industrie door
F. TV.

Forge
…………………………………
220
AANTEEKENINOEN:
Degeidmarkt in Februari ………………….
222
OVERZICHT VAN TIJDSCHRIFTEN
.. ,.
. 223
MAANDCIJFERS:
Overzicht van de
Indische middelen …………
223
Statistisch Overzicht van den economischen toestand
van Nederlandsch-Indië ………………….
224
Posterijen, Telegrafie en Telefonie
…………..
225
Giro-omzet bij De Nederlandsche Bank …………
225
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN
…………….
225_232
GIdkoersen.

Bankotaten.

Verkeerswezen.
Wisselkoersen.
.
Goederenhandel.

afwijken en bijv. aan preferente aandeelen, of aan
verschillende groepen van aandeelen een verschillen-
dcii invloed kan toekennen. De vraag is daarbij alleen,
of men daarbij niet in strijd komt met de bepaling
van art. 44b, dat ,,aandeelhouders, wier l)edrag aan
aandeelen gelijk :is, hetzelfde aantal stemmen uit-
brengen”. Het is niet mijne bedoeling cle mogelijk-heid, aldus onder werking der nieuwe wet toch een
grooteren invloed aan de oprichtersgroep ‘toe te ien-nen, te onderzoeken. Alles zal afhangen van cle op-
vatting, die de Rechterlijke Macht omtrent deze be-
palingen, clie mi. niet duidelijk zijn, en elkaar tegen-
spreken, zal blijken te hebben. Wel komt het mij ech-
ter interessant voor, te wijzen op de gevaarlijke ont-w’ikkeling die, van eenzelfde standpunt uit, de prak-
tijk der NV. in België heeft genomen.
* *
*
Ook in België is het stemrecht, als regel, recht-
streeks evenredig aan het aantal aandeelen, terwijl de
mogelijkheid van liet scheppen van verschillende soor-
ten aandeelen er eveneens bestaat. De bepaling van
art. 441) is er echter niet bekend, i.ntegeiideel lcunnen
zelfs w.instaandeelen en stichtersaandeelen er stem-
recht uitoefenen.

Men kent natuurlijk ook in België het stelsel der
,,Iloicling Oompanies”, waardoor het op zichzelf reeds

mogelijk is, door het stelsel der clochterondernemin-
gen, met een betreickelijk klein Icapitaal een, groot
aan tal on (1cm cmi ngen te controleeren. Dit stelsel
eischt echter, dat men althans in de moedermaat-
scliappij de meerderheid der aandeelen in handen
heef t, de dochtermaatschappijen zijn daarenboven als
zoocianig bekend. Anders wordt liet echter, wanneer
men, in cie moedermaatschappij zelf daarenboven nog
i

cle macht concentreert bij enkele geprivilegi.eerde aan-
dcelhouciers. Dit is bijv. het geval hij de O.I.L., die
tengevolge van hare groote verliezen, de laatste weken
sterk cie aandacht trok. Met de dochtermaatschappijen
(Quercine, Sofiliège, Bouchonnemies Réunies en
Linoleum) werkt deze trust met een kapitaal van
354 millioen, francs, door cie aandeelhouders gestort,
vemnieerderci met 9 millioen franes door de oprich-
ters ingebracht. Deze hebben dus slechts 3 pOt. van
het kapitaal ingebracht. Dit belet niet, dat zij 272.000 stemmen kunneml uitbrengen tegen 310.350 door cie
andere aandeelhouders, dus 45 pOt. van het totaal.
Dit is echter nog maar kinderwerk in verhouding
tot hetgeen in andere vennootschappen geschiedde.
De ,,Moniteur des Intérêts mathviels”, clie een gedo-
curnenteerde studie aan deze kwestie wijdde en aan
wie ik mijne gegevens ontleen, onderscheidt voorna-
melijk 4 types van uitgifte van geprivilegieerde aan-
deelen, die in België gebruikelijk zijn.

5 Maart 1930

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

211

Type 1. Men besluit èen meervoudig stemrecht toe te kennen aan die aandeelhouders, die hun aandeelen
binnen een zeker aantal dagen op naam laten stellen.
Type II. De aandeelhouders kunnen, binnen 5 dagen
contrôle-aandeelen van een zeer kleine waarde (50
franc) met ccii gelijke stem als een gewoon aandeel
verkrijgen. (Banque cle Bruxelles).
Type Iii. Uitgifte van aancieelen
0
1) naam van de

gewone waarde, maar met meervoudig stemrecht,
slechts gedeeltelijk volgestort en op denzelfden voet
als de andere aandeelen in de winsten cleelenci.
Type 1V. Uitgifte
van aandeelen, die een
vaste

rente
afwerpen
van 5 tot 8 pot., geprivilegieerd boven

elke
andere winstuiticeering,
gepriviiegieerd
bij
de

ontbinding
der vennootschap. De aandeelen bedragen

25 tot 100
franc,
waarop pim. 20 püt. gestort, niet

een
zelfde
stemrecht als de gewone aandeeien.
Verder nog enkele andere modaliteiten.
Vooral het 4e type dat, zooals straks zal blijken,
een zeer groote verbreiding heef t gevonden, is merk-
waardig. Met een bedrag van 5 franc kan cle gepri-
vi leg ieerde aandeelhouder een stemrecht uitoefenen
gelijk aan dit van een aahdeel van 1000 franc. Maar
daarenboven is hij, .di.e het werkelijk gezag uitoefent
in cle vennootschap, van vrijwrel elk risico o.n tslagen.
iij krijgt een vaste geprivilegieerde rente, eu haalt
bij ontbinding der vennootschap zijn inleg voor den
neus der eigenlijke aandeelhouders weg. liet is bijna
ongelooflijk, dat ccii dergelijke constructie door de
beleggers is aanvaard. Maar zooals hieronder blijkt,
is dit in hooge mate het geval geweest. 1-let is ook
vrijwel onbegrijpelijk, dat tegen een dergelijke Orga-
nisatie geen wettelijke sancties zijn getroffen. Maar
]iet is in België niet geschied.
Men meene na niet, dat deze constructies uitzon-
cleringen zijn, diie alleen betrekking hebben op enkele
N.V.’s van geringe beteekenis. Integendeel, betreft
het hier maatschappijen met een zeer groot expansie-
gebied, clie ook in het buitenland hun kapitaal
plaatsen.
Door de ,,Moniteur des Intérêts matériels” is nage-
gaan,
dat van het totale kapitaal van de maatschap-

pijen
met een officieele noteering op de Brusseische
beurs, 44.8 pOt.
behoort
aan maatschappijen die ge-
privilegieercie aandeelen hebben uitgegeven.
Daaren-
boven is van het totale kapitaal van cle Belgische maatschappijen, die geen officieele noteeri iig ter
beurze hebben, 27 pOt. in handen van maatschap-
pijen, die geprivilegieerde aandeelen hebben uitge-
geven.

Van de maatschappijen met een officieele notee-
ring ter beurze van Brussel, die geprivilegieerde aan-
deden hebben uitgegeven en die dus
44.8 pOt.
van
liet totale kapitaal van de op de Brusselsche beurs
genoteerde aandeelen betreffen, behoort

tot type 1

30,9
o,
of 13,84
o/

h t

d

II

3,8
0/

,

1,70
0/

i all e op e

III

5,3 o

2,37
01

(

Brusselsche

46
0
/0 ,,
20,61
0
/0
i beurs geuoteerde kapitaal.
andere types 14
0
1
0 ,,
6,27 %

100
0
/0
of 44,8
0
/0

In deze maatschappijen bedragen cle gepri vi legieer-
de aandeelen gemiddeld 2.9 pOt. van het uitgegeven
kapitaal
t),
terwijl deze aandeelhouders gemiddeld
77 pot. van liet aantal stemmen uitbrengen van dit
der gewone aandeelhouders, dus
41 pCt.
van liet totaal
aantal stemmen, een aantal dat practisch altijd vol-
döencic is om de meerderheid aan de houders dier
gepri vi legi eerde aan d eelen te verzekeren.
Het is onnoodig aan deze gegevens nog veel com-
mentaar toe te voegen. De feiten spreken voor zich-
zelf. ilet is duidelijk, dat niet een dergelijke regeling
liet rechtmatig belang van de oprichtersgroep, eenigen
overwegenden invloed in de vennootschap te kunnen
doen, gelden, aanmerkelijk wordt overschreden. Een
gedachte, die in zichzelf niet onhillijk is, wordt zon

‘ ) l)it wanneer zij geheel zijn volgestort. Zij zijn liet
echter gemi(ldcl(t slechts tot
25
pOL.

zeisr overspannen, dat liet maatschappelijk belang er
hij verre te zoeken is. Men kun niet meer spreken over
een leidende positie van hen, die liet initiatief gerio-
men hebben tot de oprichting van een onderneming,
men nioet spreken over een echte feociale heerscliap
pij, clie zich voor eeuwig
vmm
liet bedrijfsleven heeft meester gemaakt,
vrijwel
zonder zelf eeiiig risico
te loopen, zooals blijkt uit de kleine bedragen waar-
tegen de gepr.ivilegieerde aandeelen worden uitge-
geven en, vooral uit de, in de praktijk overheersclie]i-
de uitgifte van het 4e type een echte contrôle-obliga-
tie
uit te geven, clie zijn bezitter een vaste rente op-
brengt.

Het is echter nog niet zoozeer in het geringe risico,.
dat zij die de geprivilegieerde aandeelen bezitten, on-
‘ianks d0 meesterschap, clie zij uitoefenen, aldus bi’
pen, dat het grootste voordeel voor hen ligt. Dit
voordeel is vooral tweeërlei. Ten eerste komt op deze
wijze liet voordeel, dat de verkoop van de macht in
de vennootschap biedt, een voordeel, dat in dezen tijd
van concentratie en integratie van het bedrijfsleven
ih kwij is te reali seeren is, geheel de geprivilegi eerde
aancleelen, ten goede en aan hen alleen. De overdracht
van deze aancieelen is voldoende om de ve:nnootscliap
te doen overgaan in cle feitelijke macht van een
andere. Men kan zich voorstellen met welke fabel-
achtige winsten deze geprivilegieercie aancleelen clan
ook kunnen worden verlcocht, winsten clie zonder dien,
alle aandeelhouders zouden zijn ten goede gekomen,
daar men heii voor den overgang had moeten winnen,
of hunne aandeelen had moeten opkoopen.
En ten tweede verzekert liet bezit van deze gepri-
vilegieercie aandeelen aan hunne bezitters alle voo:r-
deden aan het clirecteurschap en de comniissariateu
van een niaatschappij verbonden. Het zijn niet alleen
de oprichters, clie, voor den tijd, dat zii zich werlce-lijk niet de zaken der vennootschap bezighouden, de
voorcieelen van deze posten trekken, het zijn hunne
rechtverkrijgenden en hunne erfgenamen tot in
lengte van dagen. En dit alles, men lette wel, zonder dat zij kapitaal van eenig belang in de vennootschap
hebben belegd. Terecht vraagt de ,,Moniteur” zich
af, waartoe de vergaderingen der aandeelhouders nog
cl ien en.

Dit :is mi. de sociologisehe zijde van het probleem.
De groep van de ,,brasseurs d’affaires”, is zich in
België, dank zij deze regeling, clie reeds een algemeen
icarakter heeft gekregen, aan het consolideeren tot
een gesloten kaste. Dit moet in de eerste plaats poli-
tieke gevolgen hebben. Maar daarenboven en vooral
is het een merkwaardig sociologisch verschijnsel. De icracht van het kapitalisme is tot hiertoe geweest, dat
het steeds nieuwe icrachten heeft weten aan te trek-
Icen, dat het, om met
Pareto
te spreken, een breed
geopende ,,élite” de leiding heeft gegeven, zoodat
telkens nieuwe kracht van opgekonienen, de leidende
groep kwam verjongen. Hier zien wij duidelijke tee-
kenen ervan, dat deze ,,élite” zich begint te sluiten.
In België zal dit proces zich, wanneer er geen
wetgevende maatregelen worden getroffen, binnen zeer afzienbaren tijd hebbeii voltrokken, al valt na-
tuurlijk te verwrachteu en reeds te constateeren, dat,
nu de heursroes uit is, cle aandeelhouders critisher
worden.

De nieuwe wet op de NV. in Nederland heeft, in
haar overdreven ijver oni den rol van de oprichters-
groep te verminderen, onclertu.sschen deze ontwikke-
ling, clie niet alleen tegen hare bedoeling ingaat,
maar daarenboven mi. een degeneratieverschijnsel
van cle kapitalistische maatschappij heteelcent, niet
duidelijk afgesneden. Ongetwijfeld zal de grootere
nuchterheid van den Nederlandschea belegger een zoo snelle en overheerschende ontwikkeling als in
België heeft plaats gehad, beletten, oolc zonder wet-
telijke maatregelen. Maar een veel betere veiligbeids-
klep tegen dergelijke excessen is, naast een onmoge-
lijk maken van helcend.e misbrniken, in de eerste
plaats het tot stand komen van een regeling, die voor

212

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

5 Maart 1930

den ondernemer, de opriehtersgroep, een invloed
opeulaat, zooais d.ie in het belang is van de onder-
neming zelve en met cle billijkheid tegenover zijn initiatief overeenkomt. Dit maakt het zoeken naar
aehterbaksche invloeden, die door hun oneontroleer-
baarheid zelve tot huitensporighe:id nopen, overbodig.

Dr. R.
VA4 GENEOFI’rEN.

DE ONTWIKKELING VAN ONZE HANDELS

BEWEGING.
II (Slot).

Hoewel de ontwikkeling van onze handelsbeweging
sedert 1913 – en niet in het minst die van onzen
uitvoer – dus zeer bevredigend was, hebben de uit-
komsten over het afgeloopen jaar hier en daar tot
uitingen van bezorgdheid aanlcid:ing gegeven.

Handelsbeweging
in iedere maand van
1929 vergeleken
met die maand van

Ïnvoer
Uitvoer

.
millioen
. –
millioen
.
inillioen inillioen
liet voorgaande jaar
kg
gulden kg
gulden

Januari
+
279
+
16,7

+
101

+
12,7

630

40,3

305

28,1
Februari

…….

832

31,2

187
+

1,8

+
50
+
23,5

+
292
+
16,7

-+

336
+
15,6
-j-

275
+

5,9

Maart

………
April ………..

+
300

1,8
+
197

+
17,5
Mei

………..
Juni

………..

+
562
+
29,7

+
195

+

9,7
Juli

………..
Augustus ……..
1-

421
+
23,1

+
130

5,-
September


+
149

9,3
+
51

8,1

±
217
+
24,-

+
October ………

+
203
+
15,3

26

4,-
November …….
December …….
+
163
+

4,7

92

20,9

Tezamen
5)
1
+1.138
1
+ 68,4
1
+ 576
1
+ 3,3

De invoer, besomde toeil namelijk 31 milloen ton
ter waarde van 2.152 millioen gulden en de uitvoer
16,3 millioeii ton ter waarde van 1.989 millioen gul-
den, gevende een stijging van den invoer met 1.138
millioen leg. en 68 millioen gulden en van den uit-
voer met 576 millioen kg. en 3,3 millioen gulden;
waarbij de laatste van Augustus tot December – en vooral op het eind van het jaar – een scherpe inzin-
king vertoonde (de sehommeling in het voorjaar is
het gevolg van de ongewoon strenge koude). Het geeft
inderdaad op het eerste gezicht geen indruk van
groote veerkraeht onzer volkshuishouding, dat –
neer men het jaar in zijn geheel overziet – tegenovet
een stijging van de waarde van’ onzen geheelen uit-
voer met 3,3 millioen gulden, een vooruitgang van
dien der radiotoestellen afzonderlijk met 59 millioen
staat, zoodat Philips zoo ongeveer als de deus ex
machiiia verschijnt; d.ie evenwel niet kon verhinde-
ren, dat het aandeel van den invoer in de waarde der
handelsbeweging van 1928 op ’29 met 0,58 pOt. daar-
van is gestegen, hetgeen zelfs in deze economische kolommen van een ,,reeord passief saldo” deed ge-
wagen!
De snel toenemende toepassing van arbeid en kaji-
taal voor het vervaardigen van een gering aantal soor-ten gehruiksgoederen, zooals dat in de radionijverheid
geschiedt, vormt uiteraard een eenzijdige belasting van
de voortbrenging, welke in het algemeen haar gevoe-
l.igheid kan vergrooten; doch daar staat tegenover, dat
het hier een zeer kapitaalintensief
bedrijf
betreft, dat
als zoodanig en door internationale overeenkomsten en
oetrooien min of meer tegen onverhoedsehe aanvallen
is gewapend, terwijl zijn afzet op een kleine, maar wel-
varende, binnenlandsehe en op een 60-tal buitenland-
sehe markten steunt, dus uiterst gelijkmatig is ver-
ciceld. Daarneven moet worden overwogen, dat de aan-
wezigheicl van een bedrijfstak als de onderhavige, het
onttrekken – of althans het onthouden – van
economische krachten aan andere
bedrijven
met zich
kan brengen, we].ke bij eeuerzijds verniinderende be-

l) Eenige onregelmatigheden in dc nïaandelijksche cijfers zijn hierin vereverid. Zie voorts liet veigelijkende overzicht
in E.-S. 13. No.
735,
blz.
110.

hoef te, of intreding van een langzamere ontwikkeling, voor gebruik anderzijds vrij komen. De uitvoer van de
radionijverheid wordt overigens ook thans nog ver
door die van de textielnijverheid, de bereiding van
plantaardige oliën en vetten, de diamantslijperij en
de zuivelnijverheid overtroffen, terwijl de mijnbouw,
de maehinenijverheid, de tuinbouw, de eierwinning
en de vleeschnijverheid haar bij den uitvoer een heel
eind naderen.

Tracht men vervolgens de oorzaken van de geringe
toeneming van den gezamenljken uitvoer op te spo-
ren, dan blijken belangrijke dalingen bij de hierna ge-
noemde goederen – met een vermindering van ruim
90 millioen gulden tezamen – voor te komen: var-
leens, versch varkensvleesch, bacon, ander gezouten
varkensvleesch en spek, margari.ne, pure lard en steam-
lard, soya-oiie, geharde plantaardige oliën, vetzuren
(behalve stearine en oleine), caeaoboter, suiker, suiker-
bieten, uien en sjalotten, aardappelen, gecondenseerde
gesuikerde ondermelk, bloembollen, onbereide runder-
huiden n.a.g., Nederlandsch Indische koffie, vaartui-
gen en bunkerkool voor vreemde sch6pen. Voorts kan
nog een aanzienlijke vermindering van den uitvoer
van garens, gevolg van den gedrukten internationalen
toestand der textielnijverheid, worden genoemd.

De belangrijkste oorzaak van het verminderen van
den vee- en vleesehuitvoer ligt deels i.n het vermin-
deren van den afzet van varkens naar Frankrijk
– doordat als gevolg van den slechten uitval van den
oogst der voedergewassen daar te lande de binnen-
lanclsche markt er met eigen vee werd overvoerd – en
deels in het Italiaansche invoerverbod van varkens
van Mei 1928. Het groote hinnenlandsehe aanbod in Frankrijk heeft tevens onzen uitvoer van verseh var-
kensvieesch daarheen doen verminderen, terwijl wij
– evenals Denemarken, Ierland, Zweden en Oanada
– minder baeon dan in 1928 naar Engeland lever-
den. Nieuw Zeeland krijgt voor de vleesehvoorzie-
ning steeds grootere beteekenis. Ook voor margarine
en aanverwante vette stoffen en suiker was er een
aanmerkelijke achteruitgang, waarbij de kracht van
het margarine-concern en het feit, dat het hier een
weinig elastisehe behoefte betreft, bij de eerste goe-
clerensoort eerder aan een weloverwogen verkooppoli
tiek dan aan een geschokten afzet doen denken. Met
betrekking tot de suiker zijn er inderdaad ernstige
moeilijkheden, die, naar bekend, in tal van landen om
een, oplossing vragen en waarbij Nederland – door
zijn Indische suikercultuur – niet de zwakste plaats
inneemt. De bezwaren van onzen land- en tuinbouw-
uitvoer mogen, na hetgeen hieromtrent eerder werd
bericht
1),
bekend worden geacht. Bij de , geconden-
seerde gesuikerde melk, aardappelen en caeaoboter is
de achteruitgang uitsluitend en hij de huiden over-

wegend aan het dalen van den
prijs
te wijten; de

kleine achteruitgang van de uitgevoerde hoeveelheid
van deze laatste en haar prijsdaling hangen zeer ver-
moedelijk met een stilte op de huidenmarkten door
het luwen van de Russisehe vraag samen. In den
jongsten tijd
zijn
de Sovjet Republieken weder in
Zuid Amerika aan de markt gekomen.
Tot zoover het beeld van het jaar als geheel;
thans de verzwakking van den uitvoer in het najaar,
welke in December, met een achteruitgang van 92
millioen kg. en 21 millioen gulden tegenover die
maand in 1928, het grootst was. De buitenlandsche
afzet daalde toen vooral van de volgende goederen-
groepen, van welke de uitvoer overigens in het ge-
heele tweede halfjaar en ten deele ook daarvoor klei-
ner dan voorverleden jaar is geweest:

minder uitvoer in Decem-

Goedereigroepen

ber
1929
dan in
.1928

mill. kg
miii. guld.
dieren en dierlijke voortbrengselen

3

6
plantaardige voortbrengselen ….

24

4

1)
Zie E.-S. B. Nr.
725, blz. 1035,
Nr.
727, blz. 1085
cv
.

cii Nr.
729, blz. 1133
e.v.

5 Maart 1930

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

213

6.
oliën, enz. ………………….

5

2,3
. garens, weefsels en kleeding

1,3

3
voedingsmiddelen …………….13

3,3
vervoermiddelen …………….
8

2

Tezamen……….
54,3

20,6

Onder verwijzing naar hèt hiervoor medegedeelde
betreffende den uitvoer gedurende het geheele jaar,
zij ter verklaring van het verscherpen der daling in
de laatste maand bovendien de aandacht op den flau-
won uitvoer van zuivel (groei) 1), groene erwten,
fijne zaden, sinaasappelen, kool en vlas (groep 2),
vrijwel alle textielgoederen (groep 9), cacao, choco-
lade, tabak, sigaren, spiritus, bier, suikerwerk en
biscuits (groei) 13) en baggermole.ns voor de Indische t.inw.inning (groep 14) gevestigd.

De vraag, of deze vermin deringen in overwegende
mate niet een onhe’redigenden gang van het interna-
t.ionale zakenleven samenhangen, laat zich nog niet
met zekerheid beantwoorden. In sommige dalingen
van den uitvoer (bijvoorbeeld van baggermaterieel
naar indië) is deze oorzaak zeker aan het werk; doch
hier boven werd cle omcrkzaamheic1 op eenige om-
sl:.andigheden van anderen aard gevestigd, terwijl
vroeger op het verplaatsen van de voortbrenging van
verbruiksgoederen buiten de oude iroductielanden
wrerd gewezen ), dat de andere invloeden onzes in-
zieu.s ver in beteekerus overtreft. Waarnaast dan nog
een ruime plaats voor schommelingen van voorbijgaan-
den aard moet worden opengelaten.

Want de invoer geeft slechts weinig reden tot het
veronderstellen van pjotseiing – grooter geworden
moeilijkheden voor ons bedrijfsleven. Immers, zijn
stijging met 08 millioen gulden komt overeen met
het. toenemen van de invoerwaarde (nauwkeurig met
69,5 mi].lioen) van buizen, n.a.g. ijzerconstructiewerk,
koperwerk, petroleum, benzine, n.a.g. rollend mate-
rieel en oncierdeelen, automobielen, radio-onderdee-
len en -toestellen, n.a.g. electrische toestellen, ver-
brandingsmotoren, door een krachtwerktuig te drijven
arbetdswerktui gen en hijschtoestellen, compressoren
en pompen, mag. werktuigen en geïsoleerd koper-
draad. Deze goederen bestaan vrijwel uitsluitend uit
Ii uipm i ddelen voor onze nij verheic1 en wel in het bi-
zonder voor de electrotechnische nijverheid en voorts uit vervoermiddelen met daarvoor bcuoodigde brand-
stof.
Voorts besomden van de 28 grondstoffen, welke
zich voor een vergelijking leenen – naast het eerder
genoemde ijzererts – slechts ruwe jute (13,2-12,9
rn.illiocn kg.), ongebluschte kalk (290 – 288 millioen
kg.), cement (892 – 734 in iflioen kg.), ruw ijzer
(36 —31 rnillioen kg.), getrokken ijzerdraad (43
38 m.iliioen kg.), walsdraad (30 —29 millioen kg.),
rood koper in koeken (5,9 – 5,3 millioen kg.) en
ongetwijnde katoenen garens (28,2 – 27,9 millioen
kg.) een lager i.nvoergewicht. ii i.ervan lag de oor-
zaak bij jute, cement, ijzer en koper in een ver-
flauwing van den invoer tegen het eind van het jaar,
in welk verband ook nog op staafijzer en gezaagd
naaidhout kan worden gewezen.
Ook dit is nog te weinig om een gevolgtrekking
ten aanzien van het al dan niet doordringen van
buitengewone remmende invloeden te rechtvaardigen,
en zulks te minder, daar de w’aarde van den uitvoer
in deafgeloopen maand weder gelijk was aan die in Januari van het voorgaande jaar, bij een stijging tot
ruim 105 pOt. van de uitvoerwaarde in December jl.
Tegenover de laatstgenoemde maand is er een toenc-
ming van den uitvoer van onhewerkte en halfhewerkte
voedingsmiddelen met 2,5 millioen gulden, in fabrie-
ken bereide voedingsmiddelen met 2,9 millioen, grond-
stoffen van minerale herkomst met 1,9 millioen en
van de n.a.g. fahrikaten met 1,5 millioen; hetgeen –
verrekend met een daling van den uitvoer der leven-
de dieren en onbewerkte plantaardige stoffen – een

1)
Zie E.-S. B. Nr.
726, hlz. 1058
e.v. ,,Onze nijverheid
en dc wei-el dliuishouding’.

stijging van den geheelen uitvoer met 8 millioen op-
levert. De waarde van den invoer was thans lager dan
in het begin van verleden jaar, doch 3 pOt. hooger
dan in December ji., terwijl zijn aandeel in de waarde
van den gezamenlijken in- en uitvoer 59,25 pOt. be-
liep, tegenover 00,52 pOt. in Januari 1929 en 59,78
pOt. in December ji. Wie door het ,,record passief
saldo” mocht zijn geschokt, kan dus weder blijmoedig

verder gaan T
)
Zw.

INKOMENS EN VERMOGENS IN NEDERLAND.

Drs. 0. Bakker te ‘s-Gravenhage schrijft ons:

Onder (lezen titel’) heeft cle Sub-commissie uit de Commissie voor de Economische Politiek een studie in het licht doen zien, die een vergelijking bedoëlt te
gven tusschen de totale inkomens en vermogens even
v66r den wereldoorlog en thans (bldz. 5).
Het onderzoek naar volksirikomen en -vermogen is
in het verleden steeds uitsluitend door particulieren
ingesteld en zij stuitten daarbij, door het ontbreken
van de rioodige statistische gegevens, op allerlei, moei-
lijkheden, zoodat de resultaten van, hun arbeid da’n
ook met een zeker voorbehoud aanvaard worden. In
liet onderhavige geval betreft het een enquête van
een staatscommissie en hoewel deze in eerste instan-
tie over geen meerder statistisch materiaal beschikt dan (Ie particuliere onderzoekers, mag toch aan het
werk van zulk een regeeringslichaam hoogere eischen
gesteld worden: het beschikt over voldoende tijd en
geld, benevens over allerlei informatiebronnep, die
voor anderen niet toegankelijk zijn. Wanneer dan ook
particulieren en staatscommissie eenzelfde methode
bij de vaststelling van inkomen en vermogen volgen,
clan zal critiek op die methode het regeerings.i nstituu t
veel ernstiger treffen dan den particulier, omdat cle
laatste zich noodgedrongen tot een bepaalde – niet
al te tijdrooveude en min kostbare – wijze van ver-
ken moet beperken, een restrictie, die voor een staats-
commissie, althans in zulk een belangrijk vraagstuk,

niet mag gelden.

1.
.Uet IflkOfliefl.

In de eerste plaats zal de
uitkomst van het onder-

zoek besproken worden, daarna de
methode.
Het particulier inkomen wordt voor 1915 berekend
op f
2380 mill:ioen en in 1921 op
f
5043 millioen, doch

het rapport merkt terecht op, dat men bij het verge-
lijken van deze bedragen met twee belangrijke dyna-
mische factoren rekening moet houden en wel: ten
eerste met de toeneming der bevolking en ten tweede
met de wraardedaling van het geld. De bevolking is van
1.01,’op 1927 met 20 pOt. toegenomen, zoodat, om het
inkomen per hoofd der bevolking constant te houden,
het totale inkomen in 1927 geweest zou moeten zijn:
1,2 X f2380 millioen is f2856 millioen. Omtrent
cle waardedaling van het geld zegt h6t rapport het
volgende (blz. 1.2): ,,Op een basis van de jaren 191.1.
–1913 is 100, bedroeg het Amsterdamsche indexcijfer
(ier kosten van ievensonderhou.d in 1.915 111.2 en in
1027
1.61.4.
Op grond hiervan zou een waardedaling
van liet geld zijn te constateeren van 42.13 pOt. In
onderstaande berekening zal een daling van 40 pOt. worden aangenomen, welke intusschen nog wel aan
den hoogen kant zal zijn.”
De berekening is dan a.v.:
millioen

Totale inkomen i.n 1927
f
5043 millioen, waar-
van 60 pOt. is ……………………..
f
3026

‘) In liet eerste gedeelte van deze beschoitwing komt een
kleine onjuistheid voor. Op blz.
187, kolom
1,
regels
16-20
v.b. gelieve men te lezen:
daar wordt het toenemen van den afvoer zOnder
steenkool aanmerkelijk door die mdt steenkool overtrof-
fen, hetgeen uit het afwijken van de desbetreffende curven
der onderstaande grafiek aan den dag treedt.
1)
Verslagen en mecledeelihgen van cle Afclecliiig Handel
en Nijverheid van het Departement van Arbeid, Handel en
Nijverheid, jaargang
1929, No. 10.

214

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

5 Maart 1930

Rekening houdende met de toeneming der be-
volking moest het zijn ………………
f
2856

zoodat een toeneming te constateeren valt van
f
1.70
dat is, volgens de commissie, 7.14 pOt.

Ik moet deze berekeningen eerst van een paar
,,rekenfoutjes” zuiveren. Ten eerste het percentage
7.14, dat blijkbaar gevonden is door te berekenen, welk
percentage de toeneming van
f
170 millioen van het
inkomen 1915 ad
f
2380 millioen is. Doch het is dui-
delijk, dat deze
f
170 millioen niet procentsgewijze
uitgedrukt moet worden in het inkomen 1915 ad

,f
2380 millioen, maar in
f
2856 millioen, dit is het
inkomen, dat in 1927 verkregen zou zijn, als het, per
hoofd der bevolking, even hoog was als in 1915, m.a.w.
de
f
170 millioen, die de Commissie over de bevol-
king van 1915 omsiaat, moet omgeslagen worden over
de bevolking van. 1927. De toeneming van het reëële
inkomen per hoofd der bevolking is dan ook niet
7.14 pOt., doch 170: 28.56 is 5.95 pCt.
2),
dus rond
6 pOt.

Een tweede ,,rekenfout” heeft evenwel ernstiger
gevolgen. Dc commissie zegt, dat het Amsterdamsche
indexcijfer in 1915 117.2 was, in 1927 167.4. Dit be-

teekent dus, dat het indexcijfer van 1.927
167.4X
100
117.2
pOt. is 142.83 pOt.
3)
van dat van 1915 is, zoodat het
iidexcij:fer met 42.83 pOt. gestegen is. Het rapport
noemt dit nu de waardedaling van het geld en wil

dit, voor de verdere berekening, op 40 pCt. stellen,
welk cijfer nog aan den hoogen kant geacht wordt
te zijn. Inderdaad is het
cijfer
te hoog, maar op andere
gronden, dan het rapport aanneemt, want in deze be-
cijfering schuilt de ,,groote” rekenfout. Als nl. het
indexeijfer van 1915 op 1927 met 42.83 pOt. gestegen
is, dan wil dat niet zeggen, dat de gulden met een
evengroot percentage in waarde gedaald is: de
stij-
ging van het indexcijf er van 100 op 14.83 beteekent,

dat de gulden van 197 nog maar

is 70 cent
1.4283
waard is
P
, m.a..w. de waardedaling is niet 40 pCi., doch
slechts
30
pCt.
en de berekening der commissie wordt

aldus: millioen
Totaal inkomen in 1927
f
5043 millioen, waar-
van 70 pCt. is ………………………
f
3530
Rekening houdeude met de toeneming der be-
volking moest het zijn ……………….,, 2850

zoodat een toeneming te constateeren valt van
f
674

dat is rond
f
500 millioen meer dan de f 170 rnillioen,
die het rapport bec.ijfert en de stijging van 7.14 pCt.,
die 6 pCt. moest zijn, wordt nu 23 ii 24 pOt.
4)•
De
berekening der Commissie, van rekenfonten ontdaan,
geeft dus een zeer belangrijke
)
toeneming van het reöele inkomen te zien en wel van gemiddeld 2 pOt.
per jaar ).

Doch ik hen nog niet aan het einde van mijne op-
merkingen over de becijferde resultaten. De commissie
zegt, dat zij het inkomen in de jaren 1915 en 1927 wil berekenen (bis. 8) en zij nam daarbij als uitgangspunt
(Ie belastingjaren 15116 en 27/28. Nu vraagt de Rijks-
inkomstenbelasting 1915/1916 wel naar de opbrengst
over het tijdvak 1 Mei 1915-1 Mei 1916 van de
bronnen, die de belastingplichtige op 1 Mei 191.5
heeft, doch zij huldigt daarbij de fictie, dat, als ecn

bron gedurende het geheele voorafgaande kalender-
jaar
5)
bestond, de opbrengst van dat kalenderjaar
aangegeven moet worden. Hierdoor geeft practisch

2)
Ik acht het, waar de primaire cijfers deels op schat-
ting berusten, onjuist om dergelijke percentages in twee
decimalen te berekenen, doch het is hier gedaan, om tegen-
over
7.14
pCt. het verschil te laten zien.
3)
Het rapport zegt
42.73
pCt., doch deze rekenfout oefent
geen invloed uit.
4)
f
674
millioen is
23 it 24
pCt. van
f
2856
millioeii.

)
Dit verandert weer door een andere onjuistheid, in het
rapport begaan..
) Voor den ondernemer het boekjaar.

R.I.B. 1 91.5/’16 het inkomen in 1914
0)
weer, en R.I.B.
27128 het inkomen in 1926, zoodat de commissie de
jaren 1914 en 1926 heeft vergeleken en daardoor nader tot haar doel – vergelijking vooroorlogsche
periode en thans – gekomen is dan ze zelf dacht, om-
dat het eerste jaar, dat in de berekening wordt opge-
nomen, voor meer dan de helft vbér het oorlogstijd

perk valt. Het vorenstaande brengt weer het verdere
gevolg mede, dat men ook niet – althans de bereke-
ning der commissie volgende – de indexcijfes van
(Ie kosten van levensonderhoud van 1915 en 1927 moet

nemen, doch van 1914 en 1926, resp. 103
7)
en 168.
Hierbij zij opgemerkt, dat de Amsterdamsche index-
cijfers vanaf 1926 een nieuwe reeks vormen, waar-
door het indexcijfer van 1925 op 1926, alleen door ver-
andering der methode, met
5.8)
punt gedaald is, zoo-
dat het cijfer van 168’zou moeten zijn 1.73
0)
Met deze
omstandigheid heeft de comm.issie bij het gebruikma-
ken van het indexcijfer 1927, 167.4
10)
geen rekening
gehouden. Als wij dan nog vermelden, dat de bevol-king van 1914 op 1926 met rond 20 pOt. is toegeno-uien, dan kan men de berekening der commissie op-
nieuw opzetten, doch ik wil daartoe niet overgaan op
gronden, die hij de bespreking van de
methode
van
het onderzoek zullen blijken.

Het rapport (biz. 11) geeft de volgende samenstel-
ii ug van de hierboven reeds genoemde totaalcijfers van

f
2380 millioen en
f
5043 millioen.

1915

1927

(1914)

(1926) millioen gulden
Belast inkomen

…………..
1334

3932
Fraude resp.
1234
en
7
34, pCt

167

295

Oribelast inkomen ………….
853

789
Inkomens kleine renteniers

24

36

2378,
afgerond
2380 5043

Bij de bespreking zal ik mij tot de beide eerste
posten bepalen. Voor fraude neemt het rapport in
1.915 1234 pOt. van het belast inkomen, in 1927 734
pOt., doch een motiveering, waarom deze percentage’s
genomen zijn, treft men niet aan. Ik vermoed, dat
nen hij Bonger te rade is gegaan, deze neemt voor
1919 10 pOt.
il)
aan, terwijl algemeen aangenomen
wordt, dat dc belastingontduiking in de latere jaren
is afgenomen. Dit wordt dan toegeschreven aan de scherpere contrôle van den fiscus en gestaafd door
de dalende
cijfers
der navorderingsaanslagen: 1015116
navordcring over
f 45 millioen inkomen, 1924/’25
over
f
1.4
millioen
12).
Het is de vraag of deze opvat-
ting juist is, en of zij aanleiding geeft het fraudeper-
centage van 1.234 pOt. op 734 pOt. te doen dalen. Ik
meen van niet. Dat de navorderingen aanzienlijk af-
genomen zijn., is een feit, doch o.m. een gevolg van:
lo. de omstandigheid, dat de belastingplichtigen,
met behulp van hunne adviseurs, de belastingwet meer
en beter gaan hanteeren, waarvan als voorbeeld het
volgende: in de ceisto jaren van liet scherper optre-
den van den fiscus (hoekenonderzoek ten kantore van
den belastingplichtige door de rijksaccou.ritants of ter
inspectie door (Ie inspecteurs) werd de boekhouding
over een geheele reeks van jaren aan een onderzoek
onderworpen en de kans op navorderingen was dan
ongetwijfeld zeer groot. Doch naderhand heeft de
contribuable gemerkt, dat, als eenmaal een aanslag
was vastgesteld, hij niet meer verplicht was de hoeken
over dat helastingja.ar te laten inzien, zoodat, als de

Zie ook Bonger. Vermogen en inkomen in Nederland
gedurende den oorlogstijd, blz.
40.
J3ouger t.a.p.
blz. 40.
5)
Jaarcijfers
1928,
blz.
108.
0)
De indexeijfers
103
en
173
geven een waardedaling van
liet geld van
40
pCt., een zeer toevallige meevaller voor de
commissie.
De vier kwartaalcijfers voor
1927
zijn
166,4, 167,4,
1167,2, 169,5,
gemiddeld
167,6.
Zie prijzen en kosten van
levensonderhoud, uitgave Centraal Bureau voor de Statis-
tiek. Jan.
1930,
blz.
22.
:l3ouger t.a.p. blz.
45.
Jaarcijfers
1928,
blz.
146.

5 Maart 1930

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

25

helastingambtenaren buy, voor vaststelling van den
aanslag 1927/’28 inzage van de boeken over 1926 vroe-
gen, dit moest worden toegestaan, doch de jaren daar-
voor konden, als de belastingplichtige dit wilde, niet
meer gecontroleerd worden, zoodat de kans op navor-dering
veel geringer werd, doch dit beteekent niet,
dat de fraude is verminderd, integendeel, men heeft
een middel, om gepleegde fraude blijvend aan het oog
van den fiscus te onttrekken;

2o. de omstandigheid, dat de belastingplichtige meer
en meer op zijn hoede voor den fiscus is en de fraude
daardoor, ook als inzage van de boeken verkregen
wordt, niet meer zoo gemakkelijk te ontdekken is.
Zoo zien we dus, dat het verminderen van het frau-
depercentage van 12V2 op 7% pOt, op zeer losse, beter
gezegd, vrij onhoudbare gronden berust. En wat de
absolute hoogte van het percentage aangaat, de taxatie
van 7V2, pOt. hangt volkomen in de lucht en als een
ander het voor deze berekening op 15 schat, zijn er
ongetwijfeld weinig steekhoudende gronden tegen aan
te voeren.

• Een tweede opmerking betreft de absolute grootte
van het inkomen volgens R.I.B. in 1926 en de verge-
lijking ervan met het inkomen 1914. In de na-oorlogs-jaren heeft men kunnen constateeren, dat eigen zaken,
vennootschappen onder firma e.d. op groote schaal
in (‘familie) naamlooze vennootschappen zijn omge-
zet. Een der redenen, in vele gevallen de voornaam-
ste, was belastingbesparing. Een eenvoudig voorbeeld.
Twee firmanten maken gemiddeld samen
f
50.000
winst per jaar, ze verteren samen
f
30.000 en laten de
rest in de zaak. Zoolang de onderneming geen N.V.
is, worden ze samen in de R.I.B. voor
f
50.000 aange-
slagen, doch-als ze hun firma in een N.V. omzetten,
dan behoeven ze voor de R.I.B. slechts
f
30.000 aan
te geven: hoewel hun inkomen gelijk is gebleven
(f
50.000), wijst de belastingstatistiek een veel lager
bedrag aan; viel vroeger de besparing wel in de R:I.B.,
nu niet meer. Bovendien werkt dit cumulatief, want
de
f
20.000 in de N.V. gebleven (vaak in den vorm
van effecten, hypotheken, ed.) brengt een volgend
jaar rente op, die ook in de onderneming blijft. Ieder,
die eenigszins van nabij met de belastingadministratie op de hoogte is, weet, welken omvang dit verschijnsel
genomen heeft: de flinke zaken, die nog geen besloten
N.V. zijn, kan men tellen. Bovendien wordt dan dik-
wijls hog getracht, om, onder, allerlei vormen, uit deze
N.V. de gemaakte winsten op te nemen, zonder dat
deze in de R.I.B. behoeven aangegeven te worden. Ik
ben niet ‘in staat in cijfers uit te drukken, hoeveel
door een en ander het inkomen volgens de belasting-
statistiek
33)
te laag is, doch ik meen, dat de vergelij-
king 1914-1926 er, om geen sterker woord te gebrui-
ken, in hooge mate door bemoeilijkt wordt. Mijne op-
vatting vindt ook steun in een berekening van het
rapport. De belastingplichtigen, die hun zaken in een
NV. omzetten, vallen, zooals licht te begrijpen is,
voor een aanzienlijk deel in de groep met een inkomen
van f10.000 tot
f100.000.
Welnu, het aandeel van
deze groep in het totale inkomen, daalde (zie tabel V,
hlz. 1.5) van 20,23 pOt. in 1914 tot 15,20 pOt. in 1926.
Op grond van het voorgaande meen ik te mogen con-
stateeren, dat, wil men de belastingstatistieken ver-
gelijken, voor de latere jaren nog belangrijke correc-
t.ies (naar boven) zijn aan te brengen, waarvan de
grootte in de lucht zweeft. Het absolute bedrag is in
de latere jaren aanmerkelijk te laag
1e).

De invloed van de Wet op dc richtige heffing is amin.
gering.
Men zou mij kunnen tegenwerpen, dat de Commissie
op blz. 10 van haar verslag spreekt va.n cle inkomens, die
voor Nederlandseh verbruik beschikbaar kwamen. Daarop
zij geantwoord, dat het eensdeels gaat om de vergelijkbaar-
heid tussehen
1914
en
1926
en dat ancierdeels cle inkomens-
definitie wel heel eng zou worden als, hetgeen de aandeel-
houders van emn familie-NV., in die onderneming reser-
veeren en waarover zij toch te allen tijde kunnen beschik-ken, niet als inkomen aangemerkt werd.

Tenslotte het gebruikmaken van het Amsterdamsche
indexcijfer van de kosten van levensonderhoud voor
de bepaling van de wraardedaling van het geld. Dat
men deze indexcijfers neemt, omdat er nu eenmaal
geen andere zijn, kan ik volkomen billijken, doch men
mag het niet op het geheele inkomen toepassen, maar alleen op dat gedeelte, dat inderdaad verbruikt wordt.
Hierbij dan nog de beperking – en dit is een op-
merking van de Commissie (blz. 12) – dat de dan
aangenomen waardedaling van het geld nog wel aan
den hoogen kant zal zijn. Doch op het gedeelte van het inkomen, dat bespaard wordt, is toepassing van
de indexcijfers van de kosten van levensonderhoud oh-
geoorloofd: dit wordt hierachter bij het vermogen
nader geïllustreerd.

H.
Het Vermogen.

Na hetgeen boven gezegd is omtrent den invloed
van fraude en van oprichting van familie-naamlooze
vennootschappen kunnen we hier korter zijn. Alleen
wil ik opmerken, dat de ‘familie N.V. het aangegeven
vermogen m.i. lager doet zijn dan het geval is, wan-
neer de onderneming geen N.V. is. Het waardeeren
van incourante aandeelen is nl. een zeer moeilijk werk:
het dividend erop is laag, wat vanzelfsprekend de
waardeering in sterke mate drukt, waardoor de meer-
dere intrinsieke waarde – gevolg van de opstapeling
van reserves in deze N.V. – in de aanslagregeling
niet voldoende tot haar recht komt.
De opstelling der commissie is aldus (blz. 24):

1915/’16
1927f’28
millioea gulden.
Belast vermogen …..
7.311 14.073
Ontdoken 10 pCt…..
731
1.407
Nagevorderd 90
174
in vruchtgebruik


68
99
Onbelast vermogen


2.990
5.960

11.190

21.713,
na. afronding
21.714

Aangezien de belastingjaren 1915/’16 en
19271’28
het

vermogen op een bepaalden datum in 1915 en 1921,
te weten 1 Mei, aangeven, kan hier inderdaad van
een vergelijking tusschen de jaren 1915 en 1927 ge-
sproken worden.
Thans de verdere berekening van het rapport:
lIet vermogen was in 1915 f11.190 millio,en, reke-
ning houdende met den aanwas der bevolking zou het
iii 1927 moeten zijn 1,2 X 11.190 is f 1.3.428 millioen.
Met het oog op de waardedaling van het geld wordt
het vermogen 1927 weer met 40 pOt. verminderd.

millioen

Vermogen in 1927
f
21.714 millioen, waar-

van 60 pOt ………………………. f 13.028
Rekening houdendc met de toeneming der
bevolking moest het zijn …………….., 13.428

Zoodat een afneming te constateeren valt van
f
40

dat is, volgens het rapport 2,98 pOt., welk percentage
thans op de juiste wijze bepaald is
(f
400 millioen is
2.98 pOt. van f13.428 millioen). Doch als men de be-
rekening met de juiste waardedaling van het geld
ad 30 pOt. opzet, krijgt men het volgende:
millioen

Vermogen in 1927
f
21.714 millioen, waar-

van 70 pOt ………… …………….
,f
15.200

Rekening houdende met de toeneming der
bevolking moest het zijn ……………,, 13.428

Zoodat een toeneming valt te constateeren van f 1.772
dat maakt een verschil van ruim 2 milliard gulden
(f 2.171 millioen) met het resultaat der commissie en
er is dan, het voetspoor van het rapport volgende,
ook geen
daling
van 2.98. pOt. maar een
stijging
van

13 pOt. De commissie merkt nog op (blz. 25), dat van
1917 op 1918 de waardee.ring van het onroerend goed
voor de vermogensbelasting gewijzigd is (eerst naar
de belastbare opbrengst daarna naar verkoopwaarde).
Hierdoor zou de waarde der belaste vermogens met

f
1.7 milliard gestegen zijn. Evenwel verwerkt de
commissie voor 1927 een bedrag, correspondeerende

216

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

5 Maart 1930

met die f1,7 milliard van 1918,
niet
in hare becijfe-
ringen; werd dit wel gedaan, dan zou toch nog een
vermogensstijging resulteeren. Niet is in liet verslag
vermeld, dat tusschen 1915 en 1.927 een groot deel
van het Nederlandsche kapitaal in het buitenland
(Russische, Oostenrijksche effecten,
enz.)
verloren is
gegaan. Nu is het wel waar, dat dit kapitaal verdwe-
nen is, maar het getuigt van de groote spaarkracht
van ons volk, dat d:it verlies weder geheel is ingehaald.
l)e commissie maakt de vergelijking der vermogens
1915 en 1927 door het laatste te corrigecren niet be-
hulp van de indexcijfers van de kosten van levens-
ondèrhoud. Het rapport maakt daaromtrent de vol-
gende opmerkingen (blz. 25): ,,llet is geenszins zeker,
dat de prijsstijging, die hierin (in het .indexcijfer)
bleek, in dezelfde mate op het gebied van roerende en
onroerende zaken heeft plaats gehad. liet is zelfs
waarschijnlijk, dat de stijging aldaar geringer is ge-
weest, evengoed als het aannemelijk is, dat talrijke
vermogensobjecten, jaar in jaar u:it voor hetzel:fde be-
drag in den aanslag werden opgenomen.
Bij
gelijk-
blijvende reëele waarde zouden deze volgens boven-
staande berekeningen ten onrechte een verminderi lig
ondergaan. In welke mate dit alles nu inderdaad liet
geval is, valt niet exact te berekenen.”
Inderdaad valt dit niet exact te berekenen, doch
n.m.m. had de commissie het op deze wijze in liet ge-
heel niet
mogen
doen. Zij had van de verschillende
doelen van het vermogen: grond, gebouwen, handels-
voorraden enz. moeten nagaan, welke vermindering
de waarde 1927 moest ondergaan om de vergelijking
met 1915 te kunnen maken. Neem bijv. dc handels-
voorraden bij importeurs, grossiers, fabrikanten en
anderen, dus alle goederen, waarvan dc aardceri ng
(ook voor de vermogensbelasting) als regel hoogstens
tegen marktprjs – grootharidelspr:ijs – geschiedt.
Nu waren de indcxcijfers der groothandclsprijzcn i.n
1915 en 1927 als volgt
15
):

1915

1927

Algemeen (1901-1910 is 100) …….163

165
id.

(1913 is 100) …………..146

148

Voedingsmiddelen (1901-1910 is .100) 164

1.72
id.

(1913 is 100) ……148

153

We zien, dat het i.ndexc:ijfer der groothandelsprj-
zon in 1927 practisch gelijk is aan dat van 1915,
m.a.w. de aftrek van 40 pOt. (moet zijn 30 pOt.), die
de commissie toepast, is voor de voorraden in den hian-
dol overbodig. En had men niet eens kunnen nagaan,
ten aanzien van den grond bijv., hoe, in verschillende
doelen van het land .in 1915 en 1927 de waarde van
bepaalde gronden of perccelcn was?

Uit het voorgaande moge blijken, dat deze studie
van de Commissie als weinig geslaagd te beschouwen
is. De conclusies zijn, mede doordat rekenfoutcn ge-
maakt werden, gedeeltelijk onjuist en bovendien heb ik
aangetoond, dat het voornaamste statistische mate-
riaal – de belastingstatistieken – voor dit doel lang
niet de geschiktheid bezit, die men er gcmeenlijk aan
toekent. Wil men het
belangrijke
vraagstuk van volks-
inkomen en volksvermogen de behandeling laten we-
dervaren, die het verdient, dan zal de statistische
vaststelling ervan langs andere wegen moeten ge-
schieden.

HET JAARVERSLAG DER BANQUE NATIONALE

DE BELGIQUE OVER 1929.

Aan het jongste jaarverslag der Belgische Oircula-
tiebank, uitgebracht door haren Gouverneur in de al-
gemeene vergadering van aandeelhouders op 24 Fe-
bruari 1930, ontieenen wij het volgende.
Drie jaren van grooten voorspoed zijn voor België
sedert de muntstabilisatie verloopen. In het afgeloo-
pen jaar kwam een regeling met Duitschiand tot stand
ten opzichte der herstelkosten en werd geregeld cie
wijze van terugbetaling der papieren Marken, door de

15)
Jaarcijfers 1928, blz. 111.

Duitschers in België achtergelaten en door tusschen-
komst van de Bank ingetrokken. Het zal de taak der
internationale Bank zijn deze politieke regeling in
een zuiver commercieele en financieele om te zetten.
Ongeveer het geheele jaar door onderging de geld-
marict den invloed van Amerika, waarheen de spe-
culatiezucht en cle hooge rentevoet het geld deden weg-
vloeien. Eerst op het eind van hêt jaar keerden meer
normale voorwaarden voor call-money terug. De waar-
cle van den Belga heeft daardoor niet geleden. Het
geheele jaar door behield hij, dank zij
zijn
stevige
gouddekking en den bloeienden uitvoer, zijn waarde. Die gouddekking bedroeg gemiddeld 37 pOt. Rekent
men de buitenlandsche deviezen als dekking mede, dan
wordt liet gemiddelde percentage 56 pOt. Zooals men
weet, is de wettelijke dekking voor de Bank 40 pOt.,
waarvan ten minste 30 pOt. in goud, terwijl voor de
Nederlandsche Bank 40 pOt. in goud en zilver is voor-
geschreve.n.
Het verslag vraagt voor twee feiten de aandacht.
In de eerste plaats voor de toeneming van het goud
en de huitenlandsche deviezen, in de tweede plaats
voor de toeneming der biljetten-eirculatie.
De goudvoorraad en de buitenlandsche deviezcn zijn
van 7 tot 8 mill.iard gestegen, een vernieerdering dus
van meer dan één milliard. Deze vermeerdering zit

‘m in de toeneming van het goud, dat in den loop van
het jaar met één milliard is toegenomen en thans èen
hoogte heeft bereikt, zooals tot nog toe nooit vroeger
in de Bank is voorgekomen. De Bank is daardoor in
staat gesteld haar opei.schbare schulden te allen tijde
in goud uit te betalen. Dat zij dat niet heeft behoeven
te doen, zegt het verslag, is, omdat het haar niet ge-
vraagd is geworden. Maar ciie toestand kan verande-
i•en. Een deel van haar goud betrok de Bank uit Ame-
rika, waar het in dollars voor haar bewaard werd, tot-
dat zij opdracht gaf het naar Berlijn te zenden, van-
waar zij gouden staven kreeg. Deze transactie maakte een over- en weerzendi.ng tussehen Europa en. Arne-
r.ika onnoodig. Het verslag memoreert dit als een
staaltje van coöperatic tussehen circulatiehanicen.
En thans het tweede feit: de toeneming der biljet-
tencireulatie. Deze heeft in 1929
. een vermeerdering
van 1,5 milliard ondergaan, grootendeels een gevolg
van den aankoop van vreemde deviezen. De Banic legt
er den nadruk op, dat zij niet anders kon doen dan dc
devizen aankoopen, welke op dc Belgische markt geen
plaatsing vonden. Geleidelijk heeft zij daarop die
devi.ezen tegen. goud ingeruild. Het verslag verklaart die toestrooming van vreemde deviezen uit den groo-
ten uitvoer van waren tegen gunstige
prijzen
en uit
liet terugvloeien van Belgische kapitalen, die tijdelijk
in het buitenland waren belegd. Het verslag blijft
echter aandringen op inkrimping der biljettencir-
culatie. De Bank heeft daarbij den steun van do Re-
geering, die sedert 1927 bezig is niet aan de Banic
terug te betalen, wat (leze voor liet intrekken der pa-
pieren Marken heeft uitgegeven.
De disconto-rente bleef 4 pOt. tot 31 Juli 1929,
niettegenstaande de hoogo discontorente in Londen,
New-York en de meeste buitenlandsche plaatsen. Het spreekt vanzelf, zegt het verslag, dat de disconto-por-
tefeuille zich daardoor merkbaar ui.tzette. Dit liep
zoo’n vaart, dat dc Bank haar rente tot 5 pOt.- moest
verhoogen. Toen de crisis in Amerika voorbij was en
meer normale toestanden terugkeerden, kon zij haar
rentevoet van 5 tot
41/
pOt. en vervolgens op 31 De-
cember 1929 tot 33′ pOt. verminderen, lager dan in
één der omringende landen. Over het algemeen was
het geld overvloedig, en eail-moriey tegen lage rente
te krijgen.

Tot aan de Amerikaansehe crisis werden hooge icoer-
sen voor aandeelen gemaakt, terwijl de markt voor
obligatiën stil lag. Na de crisis is dat eerst veran-
derd, en heeft menige industrie, die sedert jaren geen
obligatieleeniiig had kunnen uitgeven, tegen behoor-
lijken koers en rentevoet geld Icunnen krijgen.
Het verslag bespreekf verder den toestand van han-

5 Maart 1930

ECONOMISCH-STATISTISCHE
BERICHTEN

217

del, nijverheid en landbouw, die nogal wat te wen-schen overlaat. Er werd meer ingevoerd dan uitge-voerd. De scherpe concurrentie van hct buitenland
was hiervan de oorzaak. De toestand van nijverheid en
landbouw stak ongunstig af bij dien van het vorige
jaar. N:iettegenstaande dat alles was er, volgens het
verslag, bijna geen werkloosheid en kwamen botsingen
tusschen werkgevers en werknemers nagenoeg niet
voor. Beide hebben er belang bij, dat de kostprjzen zoo
laag mogelijk worden gehouden. :De belastingdruk
moet echter, zegt het verslag, sterk verminderen,
waarvoor de dure buitenlandsche leeningen het eerst

moeten worden afgelost.
Volgen thans de cijfers:
Er werd voor 5 inilliard
me.çr
gedisconteerd dan
het vorige jaar, totaal 15 milliard. Voegt men daarbij
de in het buitenland betaalbare wissels ad 11 nijl-
hard, dan krijgt men het totaal gedisconteerd ad 26
milliard (v. j. 21 milliard). Het gemiddelde disconto-
cijfer bedroeg 3,7 milliard (v. j. 2,8 milliard). Als
naar gewoonte kwamen bij de binnenlandsche wissels

weer
talrijke
protesten voor. Van die te Brussel be-
taalbaar werd meer dan 12 pOt. geprotesteerd, in de
provincie was het iets gunstiger, 7,72 pOt. De incas-
so’s, die de Bank aan de Post opdroeg, kwamen voor
ongeveer 6.03 pOt. niet binnen. De geprotesteerde

wissels kwamen grootendeels wel terecht. De protes-
ten wijzen echter op een groote traagheid in de beta-
ling. Gemiddeld bedroegen de beleeningen en voor-
schotten in rekening-courant 226 millioen. Zij kun-
nen dus niet in de schaduw staan van de disconto’s,
die, zooals gezegd, gemiddeld 3,7 milliard bedroegen.
Zooals men weet, mag het onderpand alleen bestaan
uit Belgische en Luxemburgsche Staatsfondsen. De
rentevoet is voor beleening en rekening-courant de-
zelfde (zooals sedert 16 ianuari 1.1. ook bij De Ne-
derlandsche Bank het geval is). Fiji bedroeg 54, 6
en sedert 14 November 6 pOt., terwijl volgens de sta-
tuten het surplus voor beide op 25 pOt. is gesteld.
lIet gemiddelde bedrag aan creditsaldi was 433
millioen (v. j. 478 millioen). Een groote 0,1 milliard
werd door bemiddeling van postrekening 500 over-
geschreven op de creditzijde van rekeninghouders van
de Bank.
Het aantal clearingkantoren bedroeg 38, net als
verleden jaar. Er werd voor 483 milliard gecleard in
4,0 millioen stukken. Zoowel het aantal stukken als
het bedrag waren hooger dan verleden jaar. Gemiddeld
waren de stukken 98.467 frs. groot.
Het aantal afgegeven assignaties (accréditifs) zakte
van 15.051 stuks in 1928 tot 11.829 in 1920. Groot
was daarentegen het aantal chèques-elders, dat de

Bank had uit te betalen.
Eind 1929 was voor ruim 9 milliard in bewaring
gegeven (ongeveer evenveel als verleden jaar) waar-
onder 3,8 milliard in open bewaring. Het aantal pos-
ten in open bewaring bedroeg toen 16.385 (v. j.
16.083). Er waren er 4145 onder, die minder dan 5000
frs. bevatten. Het bewaarloon bedroeg 1,9 millioen,

zooais verleden jaar.
Eind 1929 was er voor 13,4 milliard aan Bankbil-
jetten in omloop (v. j. voor 11,5 milliard), verdeeld
over coupures van 1000, 500, 100, 50 francs en de voor
rekening van den Staat loopende biljetten van 20 en
5 frs. De gemiddelde circulatie bedroeg 12,6 milliard.
Teneinde aan de klachten van handel en nijverheid,
die reeds lang over gebrek aan biljetten van 20 en
5 frs. klaagden, tegemoet te komen, is de Regeering
voornemens metalen 5 francs stukken te laten slaan.
De winsten werden voor het grootste deel gemaakt op
disconto (54 millioen), daarna op de buitenlandsche de-
viezen (44 millioen), vervolgens op beleening (20 mil-
Hoen) en tenslotte op bewaarneming (1,9 millioen).
I)e reserve ad 16 millioen is utslu.itend in Bel-
gische staatsfondsen belegd, evenals het kapitaal groot
200 millioen francs (fonds publics). De effectenvoor
raad mag, zooals men wèet, de waarde van kapitaal

en reserve niet te boven gaan.

Het aandeel van den Staat in de winst bedroeg 216
rnillioen, waartegenover staat een 18 millioen voor
provisies enz. door den Staat te betalen.

Utrecht, 28 Febr. 1930.

M. L. VAN GOUDOEVER.

INTERNATIONALE LOONSVERGELIJKING.

In No. 722 van dit tijdschrift heeft Dr. Ir. B. Bölger
een overzicht gegeven van de eerste resultaten der ge-
wijzigde methode, die het Internationaal Arbeidsbu-reau thans voor zijn internationale loonsvergelijking
toepast, opgenomen in de Revue Internationale du
Travail van October 1929.
Hoewel schr. eenige bezwaren tegen de nieuwe wijze
van berekening ontwikkelt, meent hij uit het feit, dat de uitkomst van de nieuwe methode in het algemeen
zeer weinig verschil vertoont met die van de oude, te
kunnen concludeeren, ,,dat de cijfers waarmede men
tot nog toe, faute de mieux, heeft moeten werken,
nog zoo gek niet waren” en ,,dat men, om statistischq verhoudingen vast te leggen, weliswaar moet streven
naar de beste en meest volledige methode, doch dat
men, wanneer men zich met minder goede en minder
volledige statistieken moet behelpen, ook nog wel eens
de waarheid kan benaderen”.
Reeds het onderdeel van de uitkomst der nieuwe
berekening, volgens hetwelk Groot-Britannië, dat
algemeen voor een duur land wordt gehouden, goed-
kooper zou zijn dan Nederland en op Estland en Por-
tugal na het goedkoopste van alle in de vergelijking
betrokken landen – welk eigenaardig resultaat ook
den heer Bölger toch wel blijkt te hebben getroffen
– doet echter twijfel rijzen ten aanzien van de waar-
de der gemaakte berekeningen en de vraag opkomen,
of hier van een benaderen van de waarheid kan ge-sproken worden. Het kwam mij daarom van belang
voor, nog eens op de berekeningen van het Interna-
tionaal Arbeidsbureau terug te komen.
In tegenstelling met vroeger heeft het Interna-
tionaal Arbeidsbureau voor zijn berekeningen thans
één algemeen, gemiddeld budget aangenomen
1),
op
grond dat de verschillen tusschen de bij de vroegere
Ve]:gelijkingen voor elk der groepen van landen ver-
kregen indexcijfers en de gemiddelden daarvan niet
belangrijk waren.
Proefberekeningen zouden voorts hebben aange-
toond, dat veranderingen in de hoeveelheden van het
algemeene budget – uiteraard zal bedoeld zijn: bin-
nen de grenzen van de hoeveelheden in de budgets
der verschillende landen – geen fundamenteele wij-
zigingen brachten in de indexcijfers van de werkelijke
bonen in de verschillende landen.
Het feit, dat tusschen de hoeveelheden van het al-
gemeene budget en die van het Haegsche belangrijke verschillen bestaan, terwijl kan worden aangenomen,
dat de Haagsche hoeveelheden niet belangrijk zullen
afwijken van de gemiddelde hoeveelheden voor de vier Nederlandsche steden, deed dit echter niet waarschijn-
lijk voorkomen.
De belangrijkste verschillen tusschen het algemeene en het Haagsche budget zijn de volgende:

Algemeen

Haagsch
budget

budget

voor arbeidersgezinnen

Artikel

(Verbruik per volwassen
nan per week)
Wit- en bruinbrood …….
l,68
K.G.

2,93
K.G.
Bloem………………..
0,82

,,

0,22

,,
Boter ………………..
0,17

,,

0,03
Margarine…………….
0,10 ,,

0,23
Aardappelen ……………
2,02 ,,

3,65
Melk ………………..
2,22 L.

3,62 L.
Eieren ………………
3

stuks

0,66
stuks

i) Dat – zooals Dr. Ir. Bölger mededeelt – vroeger naast
de budgets voor verschillende groepen van landen een al-
gemeen budget zou zijn gebruikt, is niet juist; uit de voor
de
verschillende groepen van landen vastgestelde index-
cijlers werden gemidcleldea voor alle landen tezamen be-
rekead.

218

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

5
Maart 1930
Een en ander heeft mijn Bureau ertoe geleid, de
volgende berekeningen uit te voeren. De door het in-
ternationaal Arbeidsbureau gevolgde methode van

vergelijking is daarbij behouden, doch met gebruik-
making van cle dezerzijds verstrekte gegevens aan
Genève en van do gepubliceerde cijfers voor Groot-Britannië zijn eenige correcties of wijzigingen in de
berekeningen van liet in ter nationaal Arbeidsbureau
aangebracht.

Allereerst i.s dc berekening van dat Buroa gere-
construeerd, volgens welkcr uitkomst de kosten van
het algemeene budget voor Nederland – .i.n vergelij-
king met Groot-Britannië = 100 – 103 en 105 zou-

den bedragen. Bij deze narekening werden de cijfers
104 en 102 verkregen. De kleine verschillen in de uit-
komsten zijn waarschijnlijk ontstaan door het dezer-zijds voor cle omrekening in dollars eenvoudigheids-
halve rekening houden met de nominale waarde van
(1011
dollar ad
f
2.50, voorts door een bepaalde wijze
van afronding der bedragen en doordat het interna-
tionaal Arbeidsbureau niet geheel volledig heeft uit-
eengezet, op welke wijze dc uitgaven voor den post
brandstoffen zijn berekend.
Kort samengevat kunnen ii de uitkomsten der
nieuwe bcreke:ning van cle kosten van het budget aldus
worden weergegeven:

Voeding, brand-
stof, licht en
Voeding in

Index-

zeep in

Index- dollars

cijfers

dollars

cijfers
Groot-Britannië

1,84

100

2,07

100
Nederland: Reconstructie van
de berekening van
hetlnternationaal
Arbeidsbureau

1,91

104

2,12

102
(hoeveelheden van
het algemeene bud-
get met Neder-
landsche prijzen).
Hoeveelheden van het Haagsche bud-
get en Haagsche
prijzen. ………

1,41

77

1,63

79

De nieuwe berekening geeft dus wel degelijk fun-
damenteele wijzigingen in de indexeijfers te zien: door
de vervanging van de verbruikshoeveelheden van het
algemeene budget door die van het liaagsehe dalen
de idexcijfers van 104 en 102 tot
11
en 19.

Alleen reeds op grond van dit resultaat zal het in
de internationale loonsvergelijking onjuist geacht
mogen worden, dat voor alle landen uitgegaan wordt
van dezelfde verbruikshoeveelheden.

1

let spreekt vanzelf, dat de daarna met behulp der
gevonden nieuwe budget-bedragen berekende index-
cijfers der bonen belangrijk zullen afwijken van die,
welke door het Internationaal Arbeidsbureau werden
verkregen.

Wederom is vooraf de berekening van het Inter-
nation aal Arbeidsbureau gereconstrueerd; Dit B u-
reau stelde de indexeijfers der Hollandsche bonen
vast op onderseheidenljk 88 en 85, terwijl de nareke-
ni ng door mijn Bureau tot resultaat had 86 en 84. Ook
hierbij hebben afrondingsversehillen in de oorspron-
kelijke getallen eenigen invloed gehad.
In aansluiting bij de berekeningen van de kosten
van het budget zijn daarop de volgende indexejfers
voor de bonen vastgesteld:

lndexcijfers der bonen.
Grondslag:
Voeding
brandsto!,
Voeding licht en zeep
Groot-Britannië

…………….
100

ioo
Nederland:
Reconstructie van de berekening van
het Internationaal Arbeidsbureau
86

84
Kosten van het Haagsche budget en
gem. Hollandsch loon

…………
116

112
Als voren, doch met ongewogen gein.
Haagsch

loon

………………..
123

120
Als
voren met gewogen gein. Haagsch

loon…………………………
127

123
Als 1,
met correctie in de bereke-
ning der gemiddelde bonen ……..

99

96

De dezerzijds vastgestelde indexeijfers der bonen
vertoonen dus zeer belangrijke verschillen met de ge-
reconstrueerde van het internationaal Arbeidsbureau.
liet grootst is het verschil tussehen de berekeningen
1 en 4. Bij de laatste is – wat, algemeen doorgevoerd, de internationale vergelijking belangrijk zou verbete-

ren – rekening gehouden met de nurnerieke verhou-ding van de groepen werklieden, waarvan de bonen
werden verwerkt.

Berekening 5 vraagt nog eenige toelichting. Het
internationaal Arbeidsbureau heeft eerst een gemid-

deld loon iroor elke stad afzonderlijk berekend en uit
de gemiddelden voor de steden één gemiddelde voor
elk land. Voor Nederland is derhalve één gemiddelde
berekend uit cle gemiddelden voor de vier steden,
voor Groot-Britannië één gemiddelde uit de gemid-

(Jcldclo voor de zeven steden. Juister moet het won-
den geackt een gemiddeld loon per land te berekenen,
zonder eerst gcmiddeldeii per stad vast te stellen. Het resultaat van deze correctie is zeer belangrijk: de on-
gecorrigeerde indexcij:fers bedragen 86 en 84, de ge-
corrigeerde 99 en 96.

Het Internationaal Arbeidsbureau vestigt er hij de
vermelding der verkregen resultaten herhaaldelijk de
aandacht op, dat ten aanzien van de vastgestelde in-
dexeijfers het noodige voorbehoud zal moeten worden

gemaakt. Hoewel de vorenstaande berekeningen niet volkomen zuiver zijn – zoo wordt door het ontbreken
van de noodige gegevens daarin voor Groot-Bnitannië
het algemeene budget aangehouden – mag echter
daaruit mi. wel dé gevolgtrekking gemaakt worden,
dat de resultaten van de internationale boonsvergelij-
king van het Internationaal Arbeidsbureau volgens de
gewijzigde methode moeibijlc te aanvaarden zijn.
Het meest onbevredigend in de geheele vergelijking
is wel het feit, dat uitgegaan wordt van de onderstel-
li:ng, dat door voor alle in de vergelijking betrokken
landen één algemeen budget vast te stellen geen fun-
damenteele fouten zouden worden gemaakt. Voren-
staande berekeningen hebben voldoende aangetoond,
dat die onderstelling onjuist is. Blijkens de ,,Soeiala Meddelanden” van Januari 1930 maakt ook Zweden
bezwaar tegen het algemeene budget.
Daarnaast is gebleken, dat betrekkelijk onderge-
schikte veranderingen in de wijze van berekenen (bijv.
het juister vaststellen van het gemiddeld loon per
land) reeds terstond belangrijke verschillen in de
indexcijfers geven.

P. Loosas,
Chef van het Gein. Statistisch Bureau.
‘s-Gravenhage, Februari 1930.

* *
*

N a s c h r i f t. Aangezien de heer Loosjes mijn
artikel over de internationale Loonsvergeljking aan-
haalt, heeft de Redactie mij, der gewoonte getrouw,
de gelegenheid gegeven voor een kort naschrift. Ik
hen daarvoor zeer erkentelijk, doch behoef er slechts
een zeer gering gebruik van te maken. Immers het artikel van den heer L. is geheel in cle lijn van het
mijne. Mijn grootste bezwaar tegen de gewijzigde
methode, het vervangen van de verschillende budgets

van groepen van landen door één algemeen budget,
wordt door den heer L. verder uitgewerkt.
Ik wil wel eerlijk bekennen, dat ik niet gedacht
had, dat de invloed van deze wijziging zoo groot was.
:llnimers bij een vergelijking van de oude en de nieuwe
cijfers van het B.I.T. blijkt, dat de rangorde der ver-
schillende landen practisch niet is veranderd. Daar-
uit concludeerde ik, dat, aangezien de nieuwe methode door het B.I.T,
m
, zij het dan ook met het noodige voor-
behoud, als de eest volmaakte wordt prijsgegeven, de
oude ook zoo gek nog niet was. De heer L. bestrijdt
nu de waarde der nieuwe methode hoofdzakelijk voor
wat het aannemen van een gemiddeld budget betreft.

5 Maart 1930

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

219

Hij neemt voor Nedeiland het Haagsche budget als
basis. Maar als hij dan Nederland met Engeland gaat
vergëlijken, moet hij, waar hij trouwens aan het slot
van zijn artikel ook op wijst, feitelijk voor Engeland
ook het Engelsche budget invoeren inplaatá van het
algemeene budget. Het ware te wenschen, dat het
B.I.T. mede naar aanleiding van de opmerkingen van
den heer L. en de in Zweden gemaakte bezwaren tegen
het algemeene budget, er veer toe zou kunnen beshii-
ten verschillende en liefst zooveel mogelijk groepen
van budgets in te voeren.
De opmerkingen van den heer L. over de berekening
van het gemiddelde loon onderschrjf ik gaarne.

B.
BÖLGnR.

DE INDISCHE MIDDELEN OVER NOVEMBER 1929.

Bij vergelijking van de totale opbrengst der in het
bijgevoegd overzicht vermelde Landsmiddelen in de
eerste elf maanden van het afgeloopen jaar ad
f 635.819.000
met die in dezelfde periode van liet
jaar tevoren ad
f 654.135.000
moeten de hoofdzake-
lijk in
1928
ontvangen
belangrijke
achterstallige uit-
keeringen aan Nederlandsch-Indië uit de Nederland-
sche oorlogswinstbelasting ad ruim
f 21.1
m/m niet
worden niedegeteld. De uitkomst is dan voor
1929
ruim f 3.4
mfm gunstiger.
De opbrengst sedert 1 Januari
1929
geeft, ‘erge-
leken met het evenredig gedeelte van het totaal der
jaarramingen, waarbij de stortingen van de winstaan-
deelen der mijn’bouwmaatschappij Billiton buiten be-
schouwing behooren te blijven, een gunstig verschil
van
f 8.1
mfm.
Het accres t.a.v. het jaar
1928,
dat in het vorige
verslag werd becijferd op
f 11.3
mjm en dat thans
slechts
f 3.4
mfm bedroeg, verminderde derhalve met

f
1.0 m/m tengevolge van de geringere ontvangsten
gedurende verslagmaand. Indien deze ontvangsten groepsgewijze worden ver-
geleken met die in de gelijknamige maand van het
jaar tevoren, dan wordt het volgende beeld verkregen:

belastingen . . . . minder circa
f4.397
m/m
monopolies

meer

,,
0.158
producten …..minder

,,
2.851
bedrijven

,,
0.936
allerlei middelen meer

,,
0.143

In den belangrijken achteruitgang van de
bela.s-
tinggroep
werd tot een bedrag van ruim
f 4.1
m/m
bijgedragen door de vennootschapsbelasting. Het
totaal der ontvangsten dezer belasting in de afgeloo-pen 11 maanden bleef ruim
f 4.5
m/m ten achter hij
dat in dezelfde periode van
1928.
Deze voornaamste
bron van inkomsten vloeit echter zeer onregelmatig
gedurende de maand December van elk jaar worden immer nog groote bedragen gestort. Haar totaal-op-
brengst zal in het jaar
1929
niettemin ten achter
blijven bij het geraamde bedrag ad
f 54
mfm, doordat
de aanslagcijf ers wegens mindere winsten der onder-
nemingen beduidend lager moesten worden vastge-
stelci dan hij de raming kon worden voorzien. De op-
brengst in
1929
der overige kohierbelastingen had
een normaal verloop; de totale ontvangsten daaruit
waren sedert den aanvang van het jaar zonder uit-
zondering hooger dan in het jaar tevoren, waardoor
bovengenoemd decres van
f 4.5
m/m werd terugge-bracht tot
f 3.2
mfm. Dit nog ongunstige cijfer valt
verder geheel weg door de stijging van vrijwel allq
andere, niet-directe, belastingen en heffingen. De
totaal-uitkomst der belastinggroep is zelfs
f 1.2
mfm
gunstiger dan in
1928.
De opbrengsten der indirecte belastingen geven in
verslagmaand tegenover die in November
1928
geen
noemenswaardige verschillen te zien. Het invoerrecht
bracht slechts
f 0.225
m/m meer op; sedert 1 Januari
1929
bedroeg het accres van dit recht echter ruim
f 6.6
mfm, het overtrof in dat tijdvak het evenredig
deel der raming met
f 12.3
m/m. Dezelfde vergelij-
kingen vallen bij de accijnzen eveneens gunstig uit

met resp.
f 0.286
m/m,
f 2.4
m/m en
f
0.1 mfm. De
ontvangsten aan uitvoerrecht daarentegen bleven
ee.uigszins ten achter bij het vorige jaar. J:Iierop werd bij de raming tot een bedrag van
f 0.96
m/m gerekend,
waardoor de uitkomsten over het afgeloopen 11
rnaandsch tijdvak het evenredig gedeelte dier raming
nog konden overtreffen met
f 0.164
mfm. Het sta-
tistiekrecht bleef ongeveer op hetzelfde niveau als
in
1928;
sedert 1 Januari
1929
werd
f 0.031
m/m
meer ontvangen dan in hetzelfde tijdsverloop van
1928
en
f 0.198
mfm meer dan de raming deed ver
wachten. Hoewel bij het zegelrecht de jaarraming
voor
1929 f 0.15
m/m lager werd gesteld dan voor
1928
en de uitkomsten over de eerste 11 maanden in
1929 f 0.242
m/m gunstiger waren dan in dezelfde
periode van het jaar tevoren, bleef de opbrengst van
dit recht in eerstgenoemd tijdvak nog
f 0.031
mfm
beneden het 1111 der ramiug. Bij de slachtbelastin-
gen doet zich het omgekeerde verschijnsel voor. De
opbrengsten waren t.a.v. liet vorige jaar
f 0.243
mfm
lager, doch nog
f 0.402
m/m hooger dan het
11/12
deel der jaarraming, die reeds met
f 0.465
m/m .werd
verhoogd.

Een factor van toevalligen aard ad
f 0.6.
m/m’ in
het gunstige totaal-cijfer der belastinggroep geeft
het successierecht.
De
nionopolies
geven reeds sedert verscheidene
achtereenvolgende maanden t.&.v. het jaar tevoren
dezelfde verschijnselen, nl. een’ daling bij de opiur,i-
regie en een stijging bij den pandhuisdienst, in ver-
slagmaand resp. bedragende
f 0.21
m/m en
f
0.41
m/m. De schijnbaar lagere opbrengst der zoutregie
zal straks nader worden belicht. Het decres der opium-
regie, veroorzaakt door een vérminderd debiet we
gens afname van het aantal schuivers en een ver-
minderd verbruik door den invloed der lagere ‘pro-
ductenprijzen en geringer handeiswinsten, over de
eerste 11 maanden van
1929
ruim
f 1.5
m[m bedra-
gende, wordt ruim gecompenseerd door een hoogere
opbrengst der pandhuizen ad
f 2.-
m/m, waarvan
de oorzaken reeds in het Augustus-verslag uitvoerig werden vermeld. De in het overzicht tot uitdrukking
komende achteruitgang in de opbrengst der zoutregie
sedert 1 Januari
1929
ad ruim
f 1.5
m/m mag als
zoodanig niet genoemd worden, omdat sedert
1 Januari
1929
de detailverkoop van zout in Oost-
Java werd overgedragen aan de provincie. De leve-
ringen aan de provincies geschieden bij groote hoe-
veelheden tegelijk met een reductie van
40
pOt. op
den verkoopprijs. Het
11112
deel der jaarraming,
waarbij op de zoo juist verklaarde mindere opbrengst
gerekend werd, werd in genoemd tijdvak van
1929
niet
f 1.-
m/m overschreden. Dit surplus bedroeg
ultimd November
1928
slechts
f 0.3
mfm, waaruit
valt te concludeeren, dat de zoutopbrengst in het af-geloopen jaar relatief
f 0.1
m/m hooger was dan in
het jaar tevoren. •Tegenover de evenredige gedeelten
der jaarramingen vertoonen de uitkomsten van de
monopolies alle voordeelige verschillen, en wel voor
de opium, liet zout en de pandhuizen in verslagmaand
ad resp.
f 0.02
mfm,
f 0.08
m/m en
f 0.12
mfm en
in het afgeloopen jaargedeelte ad resp.
f 2.-
.m/ni,
f1.-
m/m en
fl.7
m/m.
Een minder gunstig resultaat vertoonen de uit-
komsten der producten.
Zij leverden in verslagmaand
elk minder op dan in November
1928,
terwijl de
eerste 11 maanden van
1929
voor de tinwinning en
de rubhercultuur in het bijzonder zeer onvoordeelige
uitkomsten gaven; de ontvangsten daaruit bleven in
die periode resp.
f 1.4
m/m en f
1.6
m/ni ten achter
bij die in hetzelfde tijdvak van het jaar tevoren en
resp.
f 4.7
m/m en
f 0.9
m/m beneden
11112
der
jaarraming. Deze belangrijke tegenvallers zijn te wij-ten aan de zeer beduidende prijsdaling dezer produc-
ten. Hoewel de steenkolenmijnen een ongeveer gelijke,
in totaal zelfs een]
0.2
m/m hoogere opbrengst gaven
dan in
1928,
waren de ontvangsten in het 11 maandsch
verslagtijdvak nog ruim
f 2.2
m/m minder dan de

220

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

5 Maart 1930

raming, die voor het geheele jaar reeds met
f 1.16
m/in werd verlaagd, deed verwachten. De goudmijnen
geven een omgekeerd beeld. De opbrengst sedert den
aanvang van het jaar was
f
0.135 m/m lager dan die
in dezelfde periode van 1.928, doch zij overtrof het
11/12 deel der met
f
0.5 m/m verhoogde jaarraming
met
f
0.027 m/m. De opbrengst van de van minder be-
teekenis zijnde kinacultuur vertoonde in het af ge-
loopen jaargedeelte een aceres van
f
0.047 m/m, doch
zij bleef
f
0.167 mfm beneden de verwachting. In
tegenstelling echter met de bovengenoemde producten
gaf het boschwezen, dank zij den toenemenden ver-
koop van djatihout, wel gunstige uitkomsten. De
maandcijfers vertoonen in verband met den verkoop
of de verstrekking van djatihout bij groote hoeveel-
heden tegelijk geen gelijkmatig verloop. Dc tot en
met verslagmaand bekende totaal-opbrengst van het
djati-hedrijf en der wildhoutbosschen ging
f
1.973
m/m uit boven die in het overeukomstige tijdvak
van 1928 en
f
2 m/m boven het evenredig deel der
jaarraming.
De uitkomsten der
bedrijven
waren over het ge-
heel zeer bevredigend. Het overzicht toont voor deze groep gedurende de eerste 11 maanden van 1929 een
vooruitgang aan van in totaal
f
3.2 m/m, terwijl het 11112 deel van het totaal der jaarrarningen met ruim

f
3 m/m werd overtroffen. In verslagmaand valt
echter wederom een belangrijk decres te constateeren
bij de S.S. en Tramwegen en wel ad
f
0.719 m/m,

hetgeen tot een bedrag van
f
0.684 m/rn werd ver-
oorzaakt door het Javanet. De overige spoor- en tram-
lijnen gaven onheduidende verschillen. T.a.v. de
daaraan voorafgegane maand was de totaal-opbrengst
zelfs
‘f 1.—
rn/m lager, hetgeen moet worden toege-
schreven aan het tijdelijk uitgestelde suikertransport.
In het afgeloopen 11 maandsch tijdvak bracht deze
dienst echter
f
0.697 m/m meer op dan in dezelfde
periode van het jaar tevoren en
f
0.086 m/m meer
dan de raming deed verwachten. De bedrijfsresulta-
ten van den P.T.T.-dierist waren in verslagmaand
wederom gunstig. Hoewel de posterijen wegens het
sedert 1 Januari geldende verlaagde posttarief

f
43.000 minder opbraehten dan in November 1928,
werd, mede ondanks een teruggang aan andere ont-
vangsten ad
f
3.000, in totaal
f 9.000
meer ontvan-

gen door de hoogere opbrengsten der telegraf ie cii
telefonie ad resp.
f
16.000 en
f
39.000. Sedert Januari
1929 was de uitkomst in totaal zelfs
f
1.183 nl/in hoo-
ger dan het jaar tevoren en
f
0.702 m/m hooger dan
werd geraamd. Het aecres van den baggerdienst be-
droeg ultimo November
f
0.525 mfm, terwijl de mee-
‘aller t.a.v. de raming op dat tijdstip een bedrag van

f
1.455 m/m beliep, hetgeen hoofdzakelijk werd ver

kregen door het voor particulieren verricht opspu It-
werk ter verhooging van bouwterreinen, waarop b.i,j
de begrooting niet werd gerekend. De inkomsten van
het havemvezen gingen in het afgeloopen i1 maandsch
tijdvak eveneens belangrijk boven de verwachting uit.

Deze toename in vergelijking met het jaar tevoren
werd verkregen uit het goederen geld zoowel als uit
de havenbedrijven en bedroeg in totaal
f
0.668 m/m.
Het evenredig deel der jaarraming werd dientenge-
volge met
f
1.864 m/m overtroffen.
Bij de Landsdrukkerj en den
cl:enst
voor W. & E.
moeten vergelijkingen met vorige perioden en ramin-gen thans nog achterwege blijven, omdat de totdusver
geboekte ontvangsten een te onvolledig beeld van de
werkelijkheid geven.
De groep
allerlei middelen
geeft ditmaal geen aan-
leiding voor bijzondere toelichtingen. De in totaal
daaruit verkregen inkomsten gedurende de eerste
11 maanden van 1929 geven gunstige verschillen te
zien met het jaar tevoren en met de raming, resp.
groot
f 1.011
m/m en
f
3.316 m/m, waarin niet onbe-
langrijk werd bijgedragen door de baken- en loods-
gelden. Alleen cle post afstand van grond gaf een on-
bevredigend resultaat, daar de invordering der canon
minder vlot verliep dan verwacht mocht worden.

BUITENLANDSCHE MEDEWERKING:

DE BANK OF ENGLAND EN DE INDUSTRIE.

i)o heer F. W. Forgete Londen schrijft ons:
1-let is herhaaldelijk betoogd, dat een van de moei-
lijkheclen, die de industrieën in Groot-Brittannië,
welke onder depressie gebukt gaan, ondervinden in
haar pogingen tot herstel, voor tvloeit uit het feit, dat
de Britsehe bankiers in afwijking van hun collega’s
op het continent niet bereid zijn om credieten op lan-
gen termijn te verstrekken. Het gewone antwoord hier-

op is, dat de banken in Engeland voornamelijk steu-nen op deposito’s, welke op korten termijn opvraag-
baar zijn en dat zij onder deze omstandigheden niet
in staat zijn om belangrijke bedragen vast te leggen,
welke niet dadeljk realiseerbaar zouden zijn in tijden
van spanning. Theoretisch is deze opvatting juist en
een bewijs, dat zij algemeen gangbaar is, wordt gele-
verd door liet feit, dat zij door meer dan één bank-
directeur is herhaald op de jaarlijksche vergaderingen
der banken, welke in Januari zijn gehouden.
Evenwel i.s het op het oogenblik geen geheim, dat
al de groote banken in Londen en in Lancashire, even-
als de Bank of England, voor groote bedragen bevro-
ren credieten hebben uitstaan, welke afkomstig zijn
van voorschotten, die véér en gedurende de crisis van
1921—’22 aan de industrie verstrekt zijn. Deze voor-schotten zijn met den 1001) der jaren toegenomen en
toen tenslotte de betreffende ondernemingen gedwon-
gen waren haar financiën te reorganiseeren, waren
de banken vel verplicht ter afwikkeling van cle schul-
den genoegen te nemen met effecten, en nieuwe ere-
dieten te verstrekken. Liet spreekt vanzelf, dat deze
effecten zooveel mogelijk uit obligaties bestonden,
maar zoowel in de ijzer- en staal- en de katoenindus-
trie zijn verschillende voorbeelden aan te halen, dat
de vaste lasten op zoo’n drastische wijze verminderd
moesten worden, dat de banken wel genoodzaakt waren

om inkomstenobligaties en zelfs preferente aandeelen
te accept,eren. Het is bijv. belangwekkend te vermel-
cleu, dat bij een overeenkomst, welke zoo juist. tot
stand is gekomen, Lazard Bros. £ 750.000 gewone
aandeelen hebben genomen in de English Electric Co.
ter afdoening van de verstrekte voorschotten, (-„n voor
de voorziening van nieuw bedrijfskapitaal. Bij een
andere reorganisatie, die van Win. Beardrnore & Co.
Ltd. te Glasgow, werden hypothecaire obligaties, in-
komstenobligaties en twee klassen van niet-cumula-
tief preferente aandeelen aan de bankiers en aan de schatkist gegeven ter consolidatie van de schulden.
Totdat deze obligaties zijn afgelost, wordt contrôle uit-
geoefend door een commissie van drie personen, die door de Bank of England benoemd zijn. In het geval
van Pearson & Knowles Goal & Iron Co. of Warring-
ton, deel uitmakend van de Viekers-Armstrong groep,
hebben de bankiers de andere leden van de groep van
hun garanties bevrijd en 5 pOt. inkomstenobligaties
geaccepteerd in ruil voor 2e hypothecaire obligaties.

* *
*

Dergelijke voorbeelden kunnen bij de vleet worden
gegeven. Maar het bovenstaande is voldoende om aan
te tonnen, dat de banken gedwongen zijn geworden om
haar positie op te geven, welke zij in theorie nog
steeds handhaven, en in bepaalde kringen wint de
meening veld, dat een nieuwe ontwikkeling in de
methodes van financiering van de Britsehe industrie
aan den gang is. Een bewijs, dat een verbetering mo-
gelijk wordt geacht, blijkt uit het feit, dat de Labour
regeering een commissie heeft benoemd
i)
om een
onderzoek in te stellen naar de betrekkingen tusschen
handel en industrie en de banken. Onder deze omstan-
digheden heeft de Bank of England stappen gedaan,
die heel wat stof hebben doen opwaaien, maar waar-van de beteekenis nog niet geheel begrepen wordt.
Ohronologiseh is de eerste maatregel van de Bank
of_England de oprichting van de Securities Man age-

1)
Zie E.-S. B. van 27 November 1929.

5 Maart 1930

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

221

ment Trust op het einde van November 1929, terwijl de tweede het nemen van op het oogenblik nog ,,de-
ferred shares” in de United Dominions Trust Ltd. be-
treft. Het kapitaal van de S.M.T. bedraagt slechts
£ 1000. Het doel van deze trust is het onderzoeken
van en adviseeren over alle financieele, industrieele
en economische kwesties en het ligt schijnbaar in haar
bedoeling om zich te laten vertegenwoordigen in alle
lichamen, die zich bezig houden met de voorberedng
van plannen voor de financiering en rationaliseering
van de industrie. In het bestuur hebben naast de di-
rectie van de Bank of Englaud vertegenwoordigers
zitting van de zware- en van de katoen-industrieën,
terwijl Prof. Clay van Manchester tot economisch ad-
viseur is benoemd. Tot nu toe heeft men nog niets
naders van de handelingen van de S.M.T. gehoord,
maar het is een gesloten vennootschap en als zoodanig
niet geroepen om aan haar handelingen publiciteit
te geven. Speculatieve beschouwingen omtrent het doel zijn echter niet zeldzaam. Op het oogenblik is
het een andere naam voor do Bank of England en in
sommige kringen meent men, dat het in de bedoeling
ligt om met of zonder den steun van een regeerings-
garantie van deze trust een apparaat te maken voor
de financieele en technische reorganisatie van de
industrie.
In dit verband wijzen wij erop, dat de Power Fi-
nauce Oorporation, een particuiierev ennootschap
met groote financieele belangen, zich tot een sterke
macht heeft ontwikkeld iii de eleetriciteitsindustrie
door de overneming en financiering van electrische
centrales en door het verieenen van credieten aan
soortgelijke bedrijven. Er zijn andere voorbeelden van
f inaneieringsmaatschappijen, die zich specialiseeren
op bepaalde industrieën, waaraan zij credieten ver-
leenen of waarin zij aandeelen nemen op advies van
hun eigen technische experts. Dit is een type van
financiering, waarmee de bankiers in de meeste con-
tinentale landen bekend zijn en in sommige kringen
hcerscht de meening, dat de Bank of England zich,
door middel van de Securities Management Trust,
voorbereidt om deze wijze van financiering door te.
voeren. Aan den anderen kant wordt de oprichting
van de M.S.T. als een voorbereiding beschouwd voor
de oprichting van een of andere Nationale Orediet
Bank, wellicht in den geest van de Agricultural Mort-
gage Oorporation, welke in het leven is geroepen om
de boeren credieten op langen termijn en andere faci-
liteiten te verstrekken, volgens de Agricultural Ore-
dits Acts van 1928.
Indien een van deze mogelijkheden met de werke-
lijkheid overeenkomt, zoo mag worden aangenomen,
dat definitieve stappen worden gedaan om de finan-
ciering van de Britsche industrie op een meer weten-
schappelijke basis door te voeren. Reeds sedert langen
tijd is de verschaffing van kapitaal aan buitenlandsche
staten, bedrijven en handelsondernemingen voorna-
melijk in handen van ,,merchant bankers” en/of emis-
siehuizen, w:ier methoden ongeveer overeenkomen met
die van het continent. In de behoefte van do Britsche
industrie aan, kapitaal wordt en is voor het grootste
deel voorzien op een tamelijk gewaagde manier. Over
het algemeen zou het waarschijnlijk dichter bij de
waarheid zijn om te zeggen, dat voorzoover het de groote Britsche bedrijven betreft, het eerder te ge-
makkelijk dan te moeilijk voor hen is geweest om ka-
pitaal van het publiek – en mogeljkerwijze van de banken – te verkrijgen. De toestand op het oogen-
blik i.s echter deze, dat het grootste gedeelte van de
zware industrieën, met uitzondering van een deel van
cle eleetriciteits-, katoen- en wol-industrie kapitaal
noodig hebben op voorwaarden, die voor het publiek
niet aantrekkelijk zullen zijn. Het schijnt, dat de Bank
of England – hoe groot de steun van de regeering
zat zijn, is op dit moment onmogelijk te zeggen – in de bres springt met een plan om na een grondig on-
derzoek kapitaal te verschaffen, indien een degelijke
contrôle over of ten minste een behoorlijke vertegen-
woordiging in de leiding der zaken wordt toegestaan.
De transactie van. de centrale bank met de United
Dominions Trust vertoont een aantal zeer belangwek-
kende punten, en heeft al reeds tot veel pennestrijd
aanleiding gegeven. De United Dominions Trust Ltd.
bestaat reeds meer dan 10 jaar, gedurende welke zij
haar zaken en haar winsten op een zeer bevredigende
wijze heeft uitgebreid. Het doel van deze onderneming
is voornamelijk het verschaffen van credieten aan in-
dustrieelen en handelaren, die zich met het verkoo-
pen op afbetaling occupeeren. Volgens het bestuur is liet bij een zorgvuldige selectie van de eredieten mo-
gelijk om de industrie goede diensten te bewijzen en
naar de resultaten te oordeelen, is deze bewering ge-
rechtvaardigd. Het is bekend, dat zooveel mogelijk
alleen voorschotten worden gegeven in gevallen, dat
het bezit van de goederen den kooper in staat zal stel-
len zijn crediet af te betalen. Vanzelfsprekend verze-
kert men zich, zooals in de financiering van afbeta-
lingszaken gewoonte is, tegen verliezen, maar het
economisch effect is verschillend, indien alleen aan-
koopen voor reproductiedoeleinden worden gefinan-
cierd. Deze maatschappij zou waarschijnlijk met het
oog op haar gunstig verleden elk kapitaal, dat zij noo-
dig had op zeer aannemelijke voorwaarden hebben
kunnen
verkrijgen
zonder een beroep te hoeven doen
op de Bank van England.
Van het standpunt van de laatste beschouwd, ver-
toont deze overeenkomst eenige eigenaardigheden. De
Bank neemt zelf of verzekert de plaatsing van
£ 250.000 van ,,B” aandeelcn á £ 2.-.- per stuk, waarop
£ 1.-.- gestort is. Een voorziening is gemaakt voor de kapitalisatie van de winsten en/of de reserves, die het eerst uitgekeerd zullen worden aan de bestaande ,,A”
aandeelhouders, en later verdeeld worden tusschen
deze en het ,,B” kapitaal. Tot het tijdstip van de eerste
nitkeering hebben de ,,B” aandeelen slechts een be-
perkt stemrecht en deelen eerst in de winst na een
1.0 pOt. preferente betaling op de ,,A” aandeelen. In-
dien de eerste kapitalisatie echter doorgevoerd is,
plaatsen de ,,B” aandeelhouders door het verstrekken
van nogmaals £ 250.000 zich op geljken voet met de
,,A” aandeelhouders en verkrijgen zoodoende de con-
trôle in deze maatschappij. Men is verder overeenge-
komen, dat, indien bepaalde omstandigheden zich v66r
de eerste kapitalisatie mochten voordoen, de contrôle
overgaat op de houders van de ,,B” aandeelen. De
aard van deze transactie schijnt te zijn, dat de Bank
of England £ 250.000 betaalt om zich de optie te ver-
zekeren voor de verkrijging van de contrôle in een
mechanisme voor een nieuwen vorm van industrieele
financiering. Tegelijkertijd verhoogt het door haar
financieelen en moreelen steun zeer aanzienlijk

de
macht van de United Dominions Trust Ltd.

*
* *

De jongste gebeurtenissen wijzen op een nieuwe
activiteit van de Bank of England. De dagbladen mel-
den de oprichting van de National Shipbuilders Se-
curity Ltd., een nieuw concern, dat gevormd is voor
de rationalisatie van de geheele scheepsbouwindustrie
van het land. Bijzonderheden hierover zijn nog niet
bekend, maar men neemt aan, dat het kapitaal gevon-
den zal worden met steun van de Bank of England in
samenwerking met de groote banken. De leiders van
het plan gelooven, dat de industrie een goede basis
biedt om een begin té maken met. de rationalisatie.
Het is een industrie, waarin het voor concurrenten
zeer moeilijk is om op te komen en in dit land bezit
zij een zeer goede reputatie. Deze industrie kan vol-
gens haar leiders veel winstgevender gemaakt worden
dan zij op het oogenblik is, indien zij op een breede
basis wordt gezet. Verder is zeer veel werk gedaan of
is nog in voorbereiding met het oog op de reorgani-
satie van ondernemingen, zooals die van de Vickers-
Armstrong-groep, die onder haar vele
bedrijven
ook

den scheepsbouw telt.
Uit het voorafgaande blijkt, dat, hoewel tot nu toe

222

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

5 Maart 1930

zeer weinig is tot stand gebracht, de teekenen erop wijzen, dat de politiek van de centrale bank en van
de groote banken belangrijke veranderingen onder-
gaat. Op het oogenblik is het proces nog in een be-
ginstadium, maar het is nauwelijks te zeggen, in wel-
ken vorm het zal uitkristalliseeren. Dat precies het
model van een of ander land zal worden gevolgd, is
hoogst onwaarschijnlijk, maar het schijnt zeker, dat nu
heden ten dage de Britsche industrie in het algemeen
voor de eerste maal de moeilijkheden ondervindt,

waarmede de meeste andere landen reeds vroeger in
hun industrieele ontwikkeling hadden te kampen, het bankwezen veranderingen zal moeten ondergaan, die
het meer in de lijn zullen brengen met dat van andere
landen, voorzooverre het de financiering van de pro-
ductie en distributie in het land zelf betreft.

A.ANTEEKENINGEN.

De geidmarkt in Februari.

Zooals bekend, heeft de Banque de France kort voor het einde van Januari haar disconto verlaagd
op 3 pOt. Het eerste gevolg was, dat de buitenland-
sche wisselkoersen iets opliepen ten nacleele van den
• Franc. In de tweede helft van Februari kwam de
Mark zelfs op het theoretische gouduitvoerpunt (610),
(.1e Dollar er zeer dicht bij, ni. op 25,58% (gouduit-
voerpunt ca.
25,60).
Het Pond Sterling kwam op
1.24,27 (gouduitvoerpunt ca. 124,50). De vaste stem-
ming der buitenlandsche valuta werd mede toegeschre-
ven aan den export van gelden naar elders, waar ze
meer opbrachten, de toenemende belangstelling voor
Tallstrect
en aan emissies voor vreemde rekening
(Finland, Ohili). Men kan voor de toekomst, alhoewel
de Franckoers zich door de goudafgiften eenigszins
hersteld hee:C t, o.i. wel verwachten, dat – nu tevens de
stijgende goederenprijzen een geringere vraag naar
Fraiische producten tengevolge zullen hebben – de
vraag naar Francs zal verminderen, hetgeen zich zal
uiten in een flauwen koers.
Ook Engeland heeft zich goudafgiften moeten ge-
troosten. De goudprijs in Londen liep op tot 84,1.0i’
en de Bank of England heeft niet hooger geboden.
Evenals in Frankrijk was het ook hier Duitschiand,
dat goud onttrok.
De discontokoersen in Londen zijn de geheele
maand op een zeer laag niveau gebleven. Het aanbod
van wissels blijft vrij beperkt. Door de vermindering
der vlottende staatsschuld (conversie en consolidatie),
welke geringer aanbod van schatkistpapier tengevol-ge zal hebben, is er in dit opzicht geen verbetering te
verwachten en men rekent op een voortgaande daling
der discontokoersen. Het disconto voor 3-maands
bankwissels daalde op 27 Februari reeds tot 3% pOt.
of een vol procent beneden het officieel disconto. Toch
heeft de Bank of England ji. Donderdag haar dis-
conto niet verlaagd, alhoewel dit van verschillende
zijden verwacht werd. In anticipatie op een d:isconto-
verlaging was het Pond reeds eenige dagen flauw ge-
stemd geweest. Toen de verlaging niet plaats had, trad
echter een herstel in. In liet algemeen kan men zeg-
gen, dat het Pond ten opzichte van den Franc vast
en t.o.v. van den Dollar flauw is geweest. Dit wordt
toegeschreven aan betalingen voor rekening der Fran-
sche regeering en omzéttingen van Engelsche in Ame-
rikaansche beleggingen. Interessant is het nog te ver-
melden, dat door de inkrimping der c:irculatie de
gouddekking is gestegen tot een percentage, dat sedert
1892 niet werd bereikt, ni. 61,4 pOt.
De positie van de Duitsche Reichsbank is, ook na
de discontoverlaging in het begin der maand steeds
gunstiger geworden. Belangrijke goudimporten had-
den plaats uit Engeland en Frankrijk. Zeker zou
de situatie der Reichsbank een nieuwe disconto-
verlaging gewettigd hebben, doch het komende
voorjaar «zal zijn eischen stellen en daarmede dient nu
reeds rekening te worden gehouden. Ditzelfde geldt
ook voor de andere circulatiebanken. De Mark bleef

echter vast en ôp het einde der maand had nog een
goudzending uit Parijs plaats. De Mark noteerde toen
610.15. Opvallend is, dat de goudzendingen den koers
van de Mark zoo weinig beïnvloed hebben.
Ook in de Ver. Staten is een nieuwe verlaging van
liet officieel disconto ter sprake gekomen. Particulier
disconto bewoog zich doorgaans tusschen 3% en 37/
s

pOt. New-York ontving goud, vnl. uit Zuid-Amerika
en het is veiheugend, 4at aan deze goudtransac-
ties een Nederlandsche bank kon medewerken. Ook
de koers van het Pond naderde gevaarlijk dicht het
goudinvoerpunt. Intusschen had nog geen disconto-verlaging plaats. Van invloed zijn ook hier de voor-
jaarsvooruitzichten en een geringe opleving der beurs,
waardoor ook de makelaarsleeningen weer een igszins
toenamen. Intussehen blijkt, zoowel hier als elders,
dat geldruimte nog niet noodzakelijk een groot aan-
tal emissies behoeft mede te brengen. Alhoewel het
vertrouwen weer eenigermate terugkomt, houdt het
publiek zich nog te veel afzijdig.
Onze eigen geldmarkt vertoonde deze mas,nd weinig
interessante verschijnselen. Geld bleef zeer ruim en prolongatie, particulier disconto en eall-geld bleven
daardoor zeer laag. Het is dan ook geen wonder, dat
de acceptfaciliteiten ten volle worden uitgebuit. De
totale acceptomloop schat men thans op een goede

f
400 millioen. In den weekstaat onzer Oentrale Bank hadden geen belangrijke wijzigingen plaats; de positie
ten opzichte van het buitenland werd geleidelijk gun-
stiger.

We kunnen ons ditmaal zeer in onze beschouwingen
beperken, daar in het nummer van 12 Februari van
dit blad de verschillende disconto-verlagingen werden
besproken. Ook aan de overige landen willen we dit-
maal slechts een beknopt overzicht wijden.
In Turkije is het gelukkig nog niet tot een morato-
rium, dat dienen zou om het Pond te beschermen, ge-komen. Wel werden verschillende maatregelen geno-
men, die in dergelijke gevallen zon langzamerhand ge-
bruikelijk zijn. O.a. werd de wisselhandel aan banden
gelegd. Het Italiaansehe crediet, dat naar wij meenen
,door de Banca Oommerciale Italiana werd verleend, is
verhoogd van 1 millioen op 5 millioen Engelsche Pon-
den. Bovendien werden credieten van £ 1.600.000 door
de Sovjets en £ 300.000 door het Tabaksmonopolie ver-
leend. Ook Kreuger schijnt weer een leening te heb-
ben aangeboden. Deze bedragen zouden voldoende zijn
om het Turksche Pond op peil te houden. De koers
is in den afgeloopen maand echter zeer ingezakt, ni.
van 245 Zwitsersche Francs, eind Januari, tot 234
Zw. Frs. eind Februari.
Spanje, waaraan in het nummer van 19 Febr. een beschouwing werd gewijd, heeft goud naar Londen
gezonden tot steun van de Peseta. Voor de politieke
rust in het land is weergekeerd zal men wel niet op
een stabiele koers kunnen rekenen. Men bevestigde op-
nieuw, dat principieel besloten is tot stabilisatie. Wan-
neer en op welk niveau werd niet medegedeeld. In Oostenrijk en
Hongarije
hadden weder disconto-
verlagingen plaats. In beide landen van 7 op 6 % pOt.
Het betreft hier een aanpassing aan de internationale
geidmarkt. Vermeldenswaard is, dat men er in Oos-
tenrijk op rekent in Juni of Juli van dit jaar een
]eening van 100 millioen aan de markt te brengen.
De Bank Poiski besloot haar disconto te verlagen van 8%, op 8 pOt. Het particulier disconto bedraagt
thans nog ca. 12 pOt. Het ziet er treurig uit in dit
land. Buitenlandsche credieten staan Polen slechts in
zeer geringe mate ter beschikking. Men doet thans
pogingen om Fransche kapitalen aan te trekken. Be-
kend is, dat
Frankrijk reeds zeer groote belangen bij
de Poolsche industrie heeft en derhalve gebaat is bij
een economischen opbloei van dit land.
De Zuid-Am.erikaansche deviezen trekken nog steeds
de aandacht. Peru zal stabi.liseeren op basis van één
Peruaansch Pond per 4 Amerikaansche Dollar. In
Brazilië is thans iedere deviezenhandel verboden. Er
gaan geruchten, dat Argentinië binnenkort weer tot

5 Maart 1930

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

223

den gouden standaard zou terugkeeren.Te New-York
worden reeds onderhandelingen gevoerd over een
stabilisatieleening.
Tenslotte zij vermeld, dat de Javasche Bank het
discontogetij heeft gevolgd door op 11 Februari het
officieel disconto met een X pOt. tot op 5 pOt. te ver-
lagen. Sedert 22 Juli 1929 was daarin geen verande-
ring gekomen. Zooals bekend voert de Javasche Bank
reeds vele jaren een zeer stabilieke discontopolitiek.
Sedert Juli 1926 hebben slechts drie wijzigingen
plaats gehad.
V. D.
Bit.

OVERZICHT VAN TIJDSCHRIFTEN.

The American Economie Review. –
Menasha, Wis, Dec. 1929.

A.
F. Burns,
Quantity theory and prize stabiliza-
tion;
A.
B.
Wolfe,
Rent under increasing returns;
0.
de R. Fèenander,
Shipping enterprise of Austra-
lian government;
C.
B. Upham,
Sharing earnings of
Reserve Banks;
J.
A.
MaxweU,
Some Marshallian
concepts.

D e E c o n o m i s t. – Haarlem, December 1929.

Dr. F. H. Repelius,
De ontwikkeling van het repa-
ratievraagstuk tot 1 September 1924;
Prof.
Mr. D.
van Blont,
Drie eeuwen agrarisch Rusland; G.
Morreau,
Waarde of prijs? (antwoord aan Prof. Bor-
dewijk) met naschrift van Prof.
Dr. H. W. C. Borde-
wijk.

Journal des nconomi.stes. – Parijs, 15
Nov. 1929.

E. Payen,
La crise gouvernementale française;
B.
Mourre,
La baisse des valeurs de Bourse aux États-
Unis et la prévision des crises;
Ë.
Horn,
Quelciues
notes sur la situation économique de la Hongrie; B.
J. Pierre,
Les budgets des principaux pays et les bud-
gets de l’avenir;
Prof. S. Borodaëwslcy,
L’industrie
sucrière mondiale et la Tchécoslovaquie;
G.
de Nou-
vion,
Industries d’état et industrie privée; C.
de How-
nacici,
La vie économique de hit ville libre de Dantzig
en 1928;
C.
K.,
La situation financière de hit Lettonie
en 1928; H.,
Les travaux des Chambres de Commerce
françaises.

1 d e m. – Parijs, 15 Dec. 1929.

Ë.
Payen,
Une crise d’ahondaoce;
R. J. Pierre,
Les
richesses forestières des principaux pays;
Fernand-
Jacq,
La réforme de la bi sur les brevets d’invention
clevant le Parlement; G..
de Nouvion,
Les chemins
de f er de l’1tat et les Chemius de f er d’Alsace et de
Lorraine en 1928;
B. D. L. L. E.,
La Ligue du libre-
échange.

Tijdschrift voor Economische 0-eo-
g r a p h i e. – ‘s-Gravenhage, 15 Nov. 1929.

A.
J. Koens,
Economisch-geografische beschouwin-
gen over de veeteelt;
Prof.
Dr. H. Bl’inlc, Verbreiding
van landbouwstaten en nijverheidsstaten in Europa;
F. H. Saraber,
De wereldproductie van maïs en die
van Z. W. Oelebes in het bijzonder.

Zeitschrift f ü r Völkerrecht. – Bi-es-
lau, Band XV, Heft 2.

G.
Cohn,
Kellogg-Vertrag und Völkerrecht;
Dr.
Heinsheimer,
Zur Auslegung des Versailler Vertra-
ges (Saargebiet);
Dr.
A.
Sottile,
La IXme Assemblée
de la Société des Nations;
Dr. Fr. Krieg,
Das Haager
Rechtsgutachten über den Kompetenzstreit Rumli-
niens und der Europiiischen Donaukommission;
Dr.
M. Langhans-Batzeburg,
Die völkerrechtliche Ent-
wicklung der Tangerfrage 1923-1928;
Strupp,
Ent-
scheidungen nationaler Gerichte von vöhkerrechthi-
cher Bedeutung;
Dr. R. Knubben,
Völkerrechtliche
Chronik. Die wichtigsten vöhkerrechtlichen Erreig-nisse vom Januar 1927 bis Juni 1928.

MAANDCIJFERS.

OVERZICHT VAN DE INDISCHE MIDDELEN.
(In Guldens).

ovem er
Sedert
1 Januari
1929

Overeen-
komstige periode
1928

Belastingen.
Pachten excl. pandhuizen
12.030
116.315 70.746 Invoerr. mcl. Landsgoed
7.443.497 88.225.461
81.610.783
Uitvoerr.
mci.
Landsgoed
953.195
12.246.062
12.496.868
3.742.000
38.876.216
36.436.328
Andere ontv. I. U. en A
45.222 300.470
282.780
487.273
5.881.574 5.850.003
Personeele belasting
493.427
4.468.704
4.332.171 5.800.819
46.717.689 46.304.019

Accijnzen

…………….

Vennootschapsbelasting
5.174.275 36.983.549 41.534.885

Statistiekrecht

………..

Oorlogswinstbelasting
95.534
1.263.728
22.889.822

Inkomstenbelasting …….

Opgeheven productenbel.
.

‘)-106.261
1
)_275.571
5.248.337
4.611.196
Verponding

………….418.593
Recht van opeub. verkoop
211.595
.
2.392.818
1.946.451
Zegelrecht …………..
13.122.791
12.879.987
Overschr. van vaste goed
230.835
2.443.094 2.439.010
Recht v. succ. en overgang
34.352 1.073.062
423.198
Vergunning speeltafels
.

..1.169.872

9.364 110.162
139.371
544.412
6.544.202 6.787.420
Bijzondere bel. buitengew.

31.561
197.074 224.441
Hoofdgeld …………….
4.237
78.406
67.919
Landelijke inkomsten.
2.7 74.498
34.892.400
34.732.560
Belasting op loterijen.
402.430
1.021.588
819.918

Totaal….
30.078.821 302.097.441
316.604.305

Monopolies.

Slachtbelastingen ………

3.273.506
37.836.907
39.366.327
1.434.154 15.899.485 17.455.708
1.941.680
21.805.820
19.744.206

Opium ……………….

Totaal
6.649.340
75.542.212 76.566.241

Zout …………………
Pandhuizen

…………..

Producten.
22.365 640.386
593.284
Laudscaoutchoucbedrijf
362.069 5.808.819
7.413.651
1.784.163
20.684.329
18.710.486

Kina

………………..

118.328
1.415.709
1.550.992
Boschwezen

…………..

2.737.893
42.603.269 50.042.691 1.108.858 12.654.209 12.430.247
Steenkolen

……………
Aand. i
/
d. winstN.V. ,,Gem.
Mijnb. Mij. Billiton”

7.500.000
7.500.000

Totaal
6.133.676
91.306.721
98.241.351

Bedrijven.
857.536
13.630.994 12.962.934 338.122
4.231.663
3.706.518

Goud

………………..

.
1.159.735 990.673

Tin ………………….

Post-,Telegr.-euTel.dienst
2.635.669
29.003.890 27.820.167
Spoor. en Tramwegen
6.067.457 77.309.839
76.612.538
Waterkrachten Electricit 109.802
1.462.473 1.507.107

Baggerdienst ………….

Totaal….
10.130.286
126.798.594
123.599.937

Landsdrukkerij
……….121.700

Allerlei middelen.
Aandeel i/d. win’t van de
Javasche Bank ……..

3.261.403
2.985.439
Afstand van grond ……

3.332.124
3.490.651

Havenwezen …………..

£Ijnconcessies …………
17.153
4.507.775 4.115.694
Boeten en verbeurdverki
130.990 1.383.829
1.328.205
Leges en salarissen, ont-
vangen d. de griffiers
v/d. versch. rechtscoll
38.915
392.266
368.715
aeffing terzake van geel.
werkovereenkomsten

22
.8.570

71.541
636.256

541.810
Dpbr. Wees. en Boedelkam
51.613
674.363
741.874
356.381
312.632
Afkoop heerendienst. B.G.
.26.544
5.962.763 5.147.062

Kadaster

……………36.363

468.917 4.878.527
4.623.088
Ontv. groote ziekenin-
richtingen en krank-
zinnigengestichten
103.023
965.319 697.682
IJk van maten en gew 26.900 440.552 421.268

Schoolgelden

………….

Verk. en verh. van huizen
176.514
2.042.774 2.080.759
ntv. waterleidingen
86.523
1.014.715
890.402 260.580
2.857.924
2.789.170
291.966 3.107.767
2.541.959

Bakengelden

………….

241.659
4.318.954
6.046 529
Loodsgelden …………..
Diversen ……………..

Totaal
2.657.771 40.133.692
39.122.919
Totaal generaal ….
55.649.894 635.878.660 654.134.753

1)
Teruggegeven belastinggelden.

5
-Maart
1930

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

225

POSTERiJEN, TELEGRAFIE EN TELEFONIE.

Opbrengst

Januari 1930
1
Januari 1929

Posterijen …… . …….
.
f
4.324.965,-
f
4.198.913,-
Telegrafie ………….. .,
.,

714.995,- ,,

771.139,-
Telefonie ……………,, 2.452.952,-

,, 2.508.640,-

GIRO-OMZET BIJ DE NEDERLANDSOHE BANK.

Januari 1930

11

Januari 1929

Posten
1

Bedrag
11
Posten
1

Bedrag

Voor reke- ninghouders 59.520 f3.505.373.000 62.759 f 3.816.153.000

waarvan door
de 11.-bank plaatselijk

45.108 ,,3.072.957.000 48.292 ,, 3.455.133.000

Ter voldoe-
ning van
Rijksbelast. 1.852 ,, 12.460.000 1.757 ,, 10.015.000

STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.

N.B. ” beteekent: Cijfers nog niet ontvangen.

GELDKOERSEN.

OPEN MARKT.

1930 1929
11

1928
1914

1
Mr
.
24 Febr.11
17122
1

I0!15
I25Febr./27Febr.1
20124
1 Mrt.1
Febr.
1

Febr.
1

2 Mrt.
1
1
Mrt.
Juli

Amsterdam
Partic.disc.
2
7
1
2116-
718
2
1
116
-7
!8
2
3
14-3 41;
2
9
16

311116_71

311
9
_31
Prolong.
3
2
3
14-3 2
3
14-3
1
14
2519.13116
431
4
.501
4

331
4
.4
21/
4
31
4

Lande,,
Daggeld…
3I1..314

3
1
12.4
1
12
34
3-5
3
1
I-6
34
1
12
1142
Partic.disc.
33)5_71j4

3
1
13_
3
14
314j16
37/_4
5
1
14
-5
116
4I32-116
2
1
14-14
Berlj/n
Dage1d…
7-81
311210
3
2
1
2
.7
3
2
1
2
.7
5
1
1-10
6-10

Partic.disc.
30-55 d…
5319
531
8

53/s
5I818
6
1
j
615-314

56-90 d…
53/8
531s
51/
8

5118.918
611e

6111.314

21
/8-
1
1
Waren-
wechsel.
57/8
514I8
518-14
551-6
6319113
6
1
1-7

Nea, York
Daggeld
1)
4.11
4

4.31
4

4.31
4

4.31
4

8.1011
4

4
1
I4-I4
1
8
14_2
1
12
Partic.disc.
37J
q

371
8

371
8

3171
s

5
1
12
318

1)
Koers van
28
iebr. en daaraan vooratgaanae weken tm v haag.

WISSELKOERSEN.

KOERSEN IN NEDERLAND.

Data
New
York’.)
Londen
S,)
Berlijn
S
)
Parijs
U)
Brussel
S)
Balavla
1)

25 Febr. 1930
2.493
12.12h
59.534
9.764
34.754
1002/
26

,,

1930
2.49
7
1
16

12.112%
59.53
9.754
34.754
1001/
10

27

,,

1930
2.49%’
12.12
T
9
U
59.52
9.754
34.76
10021
11

28

,,

1930
2.4934
12.122/
9

59.524
9.754
34.754
100
1
1,6
1
Maart1930
2.49%’
12.12k
59.524
9.76 34.75
100 /16
3

,,

1930
2.4981
112.12k
59.53 9.76
34.75
100
Laagsted.w.1)
2.49
5
/
12.12
59.53
9.754
34.73
9
91
16
Hoogste d.w1)
2.4991
19

12.122/
9

59.55
9.764
34.77
100
,
1
16

24 Febr. 1930
2.4931
8

12.12%
59.53
9.76
34.75
100’/
16

17

,,

1930
2.49
7
1
64

12.12h
59.53
9.764
34.74
1001/
Muntpariteit
2.483/
4

12.10%
59.26
9.75
34.59
100

Data
serland
Weenen

1

Praa
o
1
Boeka-
restl)
Milaan
‘)
Madrid
1

25 Febr. 1930
48.13
35.15 7.384
1.49
13.06
31.05
26

,,

1930
48.13
35.15
7.384
1.49
13.06
31.024
27

,,

1930
48.123i
35.12%
7.384
1.49
13.07
30.824
28

,,

1930
48.13
35.12%
7.38
4

1.49
13.07
30.60
1
Maart1930
48.14
35.15
7.39 1.49
– –
3

,,

1930
48.15 35.12%
7.384
1.49
13.074
30.-
Laagsted.w.
3
)
48.10
35.07
7.38
1.48
13.04
29.90
Hoogsted.wl)
48.17
35.17%
7.394
1.50
13.08
31.40
24 Febr. 1930
48.12 35.12%
7.384
1.49
13.06
31.05
17

,,

1930
48.11% 35.12%
7.384
1.49
13.05
30.90
Muntpariteit
48.- 35.-
2)
48.-
13.09
48.524

*) Noteering te Amsterdam.
“)
Noteeriog te Rotterdam. Particuliere opgave,
Wettelijk gestabiliseerd tusschen
7.53′

en
7.2111
1
.

Data
Stock-
holm ‘)hage
1
Kopen-‘
n’)I
Oslo’)
sing-
fors’)
Buenos-
Aires’)
Mon-
freal’)

25 Febr. 1930
66.924 66.80 66.70
6.28
9431,
2.48
2
/8
26

,,

1930
66.924
66.80 66.70
6.27
9351
s

2.48
27

,,

1930
66.95
66.774 66.724
6.28
94%
2.48
28

,,

1930
66.95
66.774
86.70
6.28
94
2.48%
1
Maart1930
67.-
66.80
66.70
6.28
941/
8

2.48l1
3

,,

1930
87.-
66.80
66.724
6.28
94
1
18
2.48%
Laagste d.w.
1
)
66.90 66.75 66.66 6.264
93%
2.47
3
%
Hoogste d.wl)
67.01
66.824 66.75
6.29
9451
2.48%
24 Febr. 1930
66.924
66.80 86.70
6.28
9461

2.4881
9

17

,,

1930
68.874
66.774
66.70
6.27
94%
2.47%
Muntpariteit
66.67
66.67
66.67
6.264
105%
2.48%
‘) i2UIce11119 60 j%lUbLV[Udm. ‘) INUI. 10 rçuLteruam. 9 raI,. UpgaV.

Laatstbekende noteeringen te Amsterdam en Rotterdam op
1 Maart 1930 voor tele
qrafische
uitbetaling op:

Gulden per
Pari
Koers

Bank-

Europa.
Londen’)
£
12.104
12.12h
100
Mark
59.26
59.524
6
100
Franc
9.747 9.76
3
Brussel’)
§)

….
100
Belga
34.59
34.75
34
100
Franc
48.-
6.95
100

,,
48.-
48.14
34
100
Kronen
7.374
7.384
5
100
Schilling
35.-
35.15
84
Boedapest
… . .
100
Pengö
43.51
43.60 84
Weenen
‘) ………..

100
Lei
1.4880
1.49
9
Boekarest

………..
100
Leva
48.-
1.80
10 Sofia

……………
Belgrado
…. … . ……
100
Dinar
4.379 4.40
6
Stamboel

………
Turksch
£
10.93
1.12
100
Drachme
3.23 3.23
9
100
Lira
13.09 13.07
7
100
Peseta
48.-
30.30
54
Escudo
2.684
0•
1
1Tz
8

Athene

…………
Milaan

…………

Kopenhagen’)
100
Kronen
66.67
66.80
5

Berlijn
‘) ………….

Madrid

…………

100

,,
66.67
66.70
5

Parijs’)
…………..

100

,,
66.67
67._
44

Luxemburg
………

100
IJsl.Kr.
66.67
54.90
100
Zloty
27.91
27.95
8

Oslo ‘) …………..

Kovno (Litauen)
100
Lita
24.88 24.75
7

Zilrich
‘) …………..
Praag
…………..

Reickjavik
………..
Warschau

………..

Riga (Letland)

100
Lat
48.-
48.124
6-7

Lissabon
…………..

Reval (Estland).
..
100
Estl. Kr.
66.67
66.50
8
Helsingfors
100
Finnmrk.
6.264
6.274
7
Tjerwonets
12.80 12.85
(10
Roebel)
100
Gulden
48.42 48.45
7
Amerika.

Stockholm
‘) ……..

New-York’)
.
$
2.4878
2.494
4

Moskou

………….

Canad.
$
2.4878
2.484
Mex. Dollar
1.24
1.119
Peso (papier)
1.0568′
0.94

Danzig

…………

La Paz (Bolivia)
.
Boliviano
0.9080
0.91
Rio de Janeiro…
Milreis (pap.)
0.8075
2

0.284

Montreal

………..
Mexico

…………
Buenos Aires. …. …

Peso (papier)
0.30
0304
Bogota (Columbia)
Peso
2.42
2.3960
Valparaiso
………

Quito (Ecuador)

.
Sucre
1.21
0.494
6-7
Lima (Peru)
…….
Per.
£
12.104
9.93
Montevideo (Urug.)
Peso
2.5725
2.20
Caracas (Venezuela)
Bolivar
0.4795
0.474
Gulden
1.-
0.9967
Paramaribo

…….
Willemstad (Curaç.)
Gulden
1.-
1.014
San José
(C.
Rica)
Colon
1.16
0.60
Quetzal
2.48%
2.494
Managua (Nicarag.)
Cordoba
2.484
2.46
San Salvador (Salv.)
Colon
1.2440
1.22
Azië.
Rupee
0.91
0.904
7
Calcutta
.- ……….
Gulden
I.C.
1.-
1.00h
.
Yen
1.24
1.224 5.48
Dollar
0.954
Taël
1.21
Straits Dol!.
1.4125
1.404

Guatemala
……….

Batavia

………..

Phil. Peso
L214
1.224
Bangkok
……….
Baht
1.10 1.13

Kobe

…………..

Teheran (Perziö)
.
Kran
0.234

Hong Kong

…….

Afrika.

Shanghai

………
Singapore

………
Manilla

………..

Kaapstad
£
12.104
12.09
T
7
V
6
Egypt.
£

.

112.42
12′.43
Aus tralië.

Alexandrië………

Melbourne, Sidney
en Brisbane
.
£
12.104
11.824
Nieuw Zeeland
£
12.104
11.824
‘j uouupeso.
•)
iviiireis uouu.

-,
INOt, te
sv
aam.
l..V.
not, part. opg.
§) 1Belga=5frank.

226

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

5 Maart 1930

KOERSEN TE NEW YORK. (Cable).

Data
Londen
($
per
£)
Parijs
($
p.
lOOfr.)
1

Berlijn
($
p. 100 Mk.)
1 Amsterdam
($
p. 100 gid.)

25 Febr.

1930
4,85
8
1
18

3,9151
8

23,87w
40,09
26

,,

1930
4,8681
18

3,91a1
8

23,868e,,
40,09
27

,,

1930
4,86’1
391K
23,86
40,084
28

,,

1930
4,86
3,91
23,86
40,08w
1 Maart

1930
4,85
81
/
82

3,91
1
1
8

23,86
40,08X
3

,,

1930
4,8571
8

3,91
,
1
8

23,8511
8

40,08

4 Maart

19291
4
,8
57
152
3,9051
8

23,72
40,05
Muntpariteit..
1

4,8667
3,9081
s

1

23,813
4031,

KOERSEN TE LONDEN

Plaatsen en
Noteerings-1
15Febr.
22
Febr.
24Febr.11
Mrt.’30
1
Mrt.
Landen
eenheden
1930
1930
1
Laagste[Hoogst41
1930

Alexandrië.. Piast. p.0 97

974

9771,

9791
1

97

Bangkok …. Sb. p.tical

1/101
8

111081
8

1/1081
8

111081
8

1110
8
fs
Budapest … Pen.
p £

27.83

27.81

27.79

27.84

27.84

Athene ……Dr.
p.

w
375′

375.15

3747/
s

375

375
1
1

Buenos Aires

d. p.$

42
7
1,

4271,

4211
5

4271,

421
Calcutta
. . . .
5h.
p.
rup. 115
69
1
4
1/557/84 1/527/
99
1
1
5
19
1
38

1j571
Constantin.. Piast.p.

1.065

10.55

1.040

1.110

1.090
Hongkong
. .

Sh. p.
$

117

116h

1159

117

1/6

Lissabon…. Escu. p.
£

108

1083.

108’1

10881
8

108k
Mexico’)….

$per

10.27k 10.20

10.10

10.30

10.221
Montevideo
.

d.per

43

43

43
1
1,

4411,

4371
t
Montreal

$
per
£

4.90%

4.88
1
9
5
4.883.

4.89k

4.88

Kobe

…….Sh. p. yen

2
/0
9
1
8
2

210
9
1
32
2/04

2/0s1

21081
1

Riod. Janeiro d. per Mii.

515
132

5911

5f.

5’1

1132
Shanghai … Sh. p. tael

1114.
1/1171
s

1/1081
s

210

1/10../,
Singapore

..

id. p.
$

213
47
1
84
2j3
47
1

213
21
1
82
213181,

21347184
Valparaiso 2).

$
per
£

39.76

39.76

39.75

39.79

39.79
Warschau ..

Zi. p.
£

43.37k 43.36

43.34

4

43.361
1)
In het vervolg worden de Mex.
$
niet meer in penc. doch In
£
genoteerd.

2)
90 dg.

ZILVERPRIJS

GOUDPRIJS
9)

Londen’) N.York’)

Londen
24 Febr. 1930..

1971
8

43

24 Febr. 1930….

841118/
s

25

,,

1930..

19’51

4271
8

.

25

,,

1930…..

84111
26

,,

1930—

19(

4234

26

,,

1930….

84/1181
27

,,

1930..

1911/,,

42y
4

27

,,

1930….

84/11f
28

,,

1930..

19′

4071
t

28

,,

1930….

84/11k
1Maart1930..

19

40
K

1 Maart1930.. ..

841113.
2Maart1929.. 26

563.
,

2Maart1929….

84111
1
4
27 Juli

1914..

24’al

59

27

Juli

1914….

84111
1)
In pence
p.
oz.stand.
1)
Forelgn silver In
tc. p.oz.
fine.
8)
In sh. p.oz.fine

STAND
VAN

s
RIJKS
KAS.

Vorderingen.
1

22Feb.1930
28 Febr. 1930
Saldo bij de Ned. Bank

………….
– –
Saldo b. d. Bank voor Ned. Gemeenten
/

41.597,-
t

94.679,94
Voorschot

op

ultimo Jan. 1930

aan
de gem.
op
voor haar door de Rijks-
administratie te heffen gemeentelijke
inkomstenbelasting en opcenten
op

…….

,,

31.449.380,06
,,

31.449.380,06
Voorschotten aan Ned.-lndi8
.
………
46.127.480,46
,,

47.026.606,89
de Rijksinkomstenbelasting
……….

Id. aan

Suriname …………………
13.180.659,72
,,

13.382.439,42
Id. aan

Curaçao ………………….

,,

1.323.285,43
….
,.

1.335.044,44
Kasvord. weg. credietverst. a/h. buitenl
.

123.189.856,08
125.483.457,60
Daggeldleeningen tegenonderp
– –
Saldo der postrekeningen van Rijks.
26.571.871,48
.

21.069.783,20
Vordering
op
het Algemeen Burgerlijk
comptabelen

……….
…………….

Pensioenfonds
1)


Vordering
op
andere Staatsbedrijven’)
……..
12.515.309,18
,,

12.715.309,18

Verplichtingen.

Voorschot door de Nederl. Bank ingev.I
16
art.

van haar octrooi verstrekt..
Voorschot door de Ned. Bank inrek.
/

6.875.613,62
t
15.000.000,-

courant verstrekt
……………………
Schatkistbiljetten in

..
4.210.378,22
Omloop
…………
Schatkistpromessen in omloop
……..
131 810.000,-.
,,
58.720.000,-
131.810.000,
58.720.000,-
Waarvan direct bij de Ned. Bank



3.000.000,-

Schuld
11.383.142,-
11.022.982,-
Daggeldieeningen

…………………..
Zilverbons
ifl

Omloop
………….. ….
aan het Alg. Burg. Pensioenf.’)
Id. a. h. Staatsbedrijf d.
P., T.

T.’)..
en
777.527,41
361.592,92

Id. aan andere Staatsbedrijven’)
………..
45.316.636,84
270.000.-
38.198.776,24
270.000,-
Id. aan diverse instellingen’) … ….
….7.903.111,04
7.784.833,69
‘s
‘)
In rekg.-crt. met

Rijks Schatkist.

NEDERLANDSCH.INDISCHE
VLOTTENDE
SCHULD.

1
22
Febr. 1930
1

l
Maart 1930

Vorderingen:
Saldo

bij

‘s

Rijks

kas
…………….

Saldo bij de Javasche Bank ……….

.


..-

Verplichtingen:
..

Voorschot
‘s
Rijks kas
……………

.

f
46.127.000,-

t
46.954.000
9


Betaalmiddelen in
‘s
Lands Kas


Schatkistpromessen

……………….

Muntbiljetten in omloop
………….
39
,,

.769.000,-

,,
36.280.000.-

..

Waarvan Muntbiljetten
……………..

Schuld aan het Ned.-lnd. Muntfonds.
5.854.000,-

6.230.000,-
Idem aan de Ned.-lnd. Postspaarbank.,,
990.000,-

898
000,-

.

Voorschot van de Javasche Bank……
3.543.000,-

7.947.000,-

NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 3 Maart 1930.
Activa.
Binnen!. Wis.ISEfdbk. [ 45.733.529,96
sels, Prom.,:Bijbnk.
,,

204.299,96
enz.in
disc.(Ag.sch.
,,

11.605.724,94
f

57.543.554,86
Papier
o.
h. Buiten!.
i/
disconto

……
,,


Idem eigen portef.
.
f
200.851.974,-
Af :Verkochtmaar voor
debk.nognietafgel.


200.851.974,_.
Beleenlngen
mcl.
vrsch.
Hfdbk.
f

58.349.894,96

in rek..crt.
Bijbnk.
,,

5.951.659,90

op
onderp.
Ag.sch.

46.039.111,53

f
108.340.666,39

Op
Effecten

……
f
106.138.402,15
OpGoederenenSpec.
,,

2.202.264,24
108.340.666,39
Voorschotten a. h. Rijk
…………….
..15.000.000,-
Munt en Muntmateriaal
Munt, Goud
……
f

64.968.390,-.
Muntmat., Goud
..

,,
372.023.602,42

f
436.991.992,42
Munt, Zilver, enz..

,,

26.814.519,03
Muntmat. Zilver..


463.806.511,45
1
)
Belegging
11

kapitaal, reserves en pen.
sioenfouds

…………. ………..
,,

25.355.505,15
Gebouwen en Meub. der Bank
……..
,,

5.200.000,_
Diverse

rekeningen
………………
,,

31.418.599,10

Passiva
f

907.516.810,95
___________________
Kapitaal
……………………….
f

20.000.000,-
Reservefonda
……………………
,,

7.106.550,55
Bijzondere

reserve

………………
,,

8.000.000,-
Pensioenfonds

………………….
,,

6.316.773,43
Bankbiljetten in
omloop …………..
..826.378.240,-
Bankassignatin in
omloop ……….
..

1.866.798,58
Rek..Cour.
j
Het Rijk
f


saldo’s:

‘1,
Anderen,,

19.844.970,94
19.844.970,94
Diverse rekeningen
………………
,,

18.003.477,45

f

907.516.810,95

Beschikbaar metaalsaldo
………….
f

124.135.782,07
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop
dan waartoe de Bank gerechtigdis
,,

310.339.455,-
1
)
Waarvan in het buItenland
/
23.890.447,18.
Voornan.mste posten in duizenden guldens.

Goud
Andere
Beschikb.
Deic-
Data
Circulatie
opeischb.
Metaal-
kin
ga
Munt
1
Muntmat.
schulden
saldo
1)

perc.

3Maart’30
64.968
372.024 826.378
21.72
124.136
55
24 Febr. ’30
64.982
372.024
782.401
23.739
141.186
54
17

’30
64.989
372.024
785.427
18.429 142.152
58
10

,,

’30
64.999
372.024
795.381
20.939
137.251
57
3

’30
64.995
372.024 823.734
29.482
126.196
55
27 Jan. ’30
65.009
374.523
786:632
33.800
137.330
57
4Maart’29
67.048 367.495
808.766
12.464
126.890
55
25
Juli

‘14165.7031
96.410 310.437
6.198
43.521
54
Totaal
ScJiatkif.
Belee-
Pap/er
Diverse
Data
bedrag
promessen
nin en
g
op
het
reke-
disconto’s
rechtstreeks

bulteni.
Flingen
2)

3Maart1930
57.544
6.000
108.341
200.852
31.418
24 Febr. 1930
51.177

79.057
200.708
31.174
17

,,

1930
51.660

83.416
205.792
24.829
10

1930
52.456

182.590
211.528
17.385
1930
52.204

12.414
211.308
22.809
27 Jan. 1930
59.313

81.513 217.117
24.091

4Maart1929
98.047

117.860 132.330 42.603
25 Juli

1914
67.947

61.686
20.188
509
‘ oeuert aen nanestaar van ,q Jan.

weaer op ae Dasia vaii Zj
metaaldekking.
2)
Sluitpost activa.

CURAÇAOSCHE BANK.
Vonrn2mste nntten in ,1,,i7enrlen o,idp,,q

Data
Metaal
Circa-
latie
Dis-
conto’s
1
IscJ,otten
aan de
kolonie

Diverse
reke-
ningen’

Diverse reke-
ningen’

1
Januari

1930
4.418 5:993
135
130
2.639
813
1
December 1929
4.422 5.983
62
609
1.905
502
1
November 1929
4.285
.5.859 61
572
1.752
299
1
October

1929
4.112
5.737
9
356
2.183
463
1
September1929
3.999 5.694
57
299
2.846
994
1
Augustus 1929
3.943
1
6.307
57
227 3.512
918

1
Januari

1929
2.718
5.298
155
21
3.073
189
‘)niuIsp. oer activa. ) nluitp. oer passiva.

t

5 Maart 1930

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

227

JAVASCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens. 13e samengetrok-
ken cijfers der laatste weken zijn telegrafisch ontvangen.

Andere
Beschikb.
Data
Goud
Zilver
Circulatie
opeischb.
metaal-
_
schulden
saldo

22Feb. 1930
16.500
274.800 33.700
46.100
15

,,

1930
169.300
278.600
32.400 44.900
8

1930
168.900
283.100
32.100
42.820

1Feb.1930 ‘1288
30.532
277.202
39.924 42.969
25 Jan.1930
139.553 30.304
.279.315
39.006
42.528
18

1930
139.272
28.116 286.187
36.106
38.471
11

1930
139.384 28.685 292.071
37.715
36.155

23 Feb. 1929 168.704
21.517
299.926
52.360 49.307
25 Feb. 1928
173.594
18.015
309.402 40.270
122.056
2

25 Juli
1914
22.057
1
31.907
110.172
12.634
4.842

a a
Dis-
Wissels,
buiten
Belee-
verse
Dek-
kings-


conto’s
N.-!nd.
ningen
e
n

[e
n ng
percen-
betaalb.
lage

22Feb.1930
13100
55
15

1930
134.000
••
54
8

1930
140.100
*5*
54

1Feb. 1930
8.444
31.881
82.392 31.683
54
25 Jan 1930
8.420 31.055 86.187
29.697
53
18

1930
8.525
31.880
90.977 30.414
52
11

1930
9.352
32.291
98.496
28.356
51

23Feb.1929
8.155
37.477 78.098
44.515
54
25Feb. 1928
12.784
28.948 85.576
36.789
55

25juli1914
7.259
6.395

1
47.934 2.228
44
1)
Sluitpost

activa.

2)

Basis
115

metaaldekking.
*

BANK VAN ENGELAND.

Voornaamste posten in duizeuden ponden sterling.
Bankbilj.
Bankbilf.
Other Securities
Data
Metaal
in
in Banking
Disc, and
Securities
circulatie
Departm.
Advances

26 Febr. 1930
151.979
346.812
64.515
4.716 12.869
19

1930
151.639
345.581
65.391
4.733
16.293
12

1930
151.499
348.003 62.933
7.963 14.513
5

,,

1930
151.212
348.690
62.093
5.603 13.915
29 Jan. 1930
150.428
348.018
62.117 5.500
13.976 22

,,

1930
151.289
346.400
64.659
5.780
14.879

27 Febr. 1929
151.256
352.253
58.644
8.354
15.594

22 Juli

1914
40.164 29.317
33.633

Data
00v.
Sec.
1
Public
Depos.

Other Deposits
Other
Bankers Accountsl

1
Reserve’
1
Dek-
kings-
1
perc.
l)

26 Feb. ’30
34.442
11.987
50.714
36.231
65.167
65131,

19

,,

’30
38.582
13.871
59.167 34.417
66.058
61
13
1,
12

,,

’30
44.712
17.937
59.084 35.482
63.496
56
18
1
32

5

,,

’30
49.895
23.294 54.250
36.227
62.522
54291

29 Jan.’30
54.301 14.593
67.463 35.987
62.410
521s,
22

,,

’30
57.668 29.151
59.948 36.012
64.889
5112/

27 Feb.’29
42.977
13.967
57.040 36.662
59.002
54
28
13
2

22 Juli ’14
11.005
13.738
42.185 29.297
52
1) Verhouding tusschen Reserve en Deposits.

BANK VAN FRANKRIJK.
Voornaansste posten in millioenen francs.

Te goed1
Wis-
1
Waarv.
Belee-

Renteloos
Data
Goud’)
Zllverl
in het
sets

op het
.

1
ningen
voorschot
buitenl.1
buiteni.
Ia.d.Staat

21 Feb.’30
42.960
247
6.968
25.319
18.743
2.489
3.200
14

,,

’30
42.947
245
6.978
24.805
18.734
2.511 3.200
7

,,

’30
42.931 241 6.979
25.201
18.736
2.578
3.200
31 Jan.’30
42.921
236
6.984
24.671
18.732
2.578 3.200

22Feb.’29
34.038
732
11.539
23.645
18.406
2.263
3.200

23 Juli’141
4.104
640

1.541
8
769

fons
Y.
d.I
Diver-
Rekg. Courant

elfèt.
Parti-
Data
zelfst
.
sen ‘)
Circulatie amorf. k.
Staat
1
amorf.k.Iculieren
21 Feb.’30
5.453
1.581
68.872
5.632
4.072
8.327
14

’30
5.453
1.532
89.072
6.448
3.3l
7.609
7

,,

’30
5.453
1.663
69.429
6.711
3.340
7.489
31 Jan.’30
5.453
3.286
70.339
6.770
3.402
7.512

22Feb.’29
5.930
1.463
62.506
5.932 6.368
7.175

23 Juli’14
– –
5.912
401

943
1)
Bij de stabilisatie is de goudvoorraad gewaardeerd volgens de
nieuwe waarde van den franc.
3)
Sluitpost activa.

DUITSCHE RIJKSBANK.
Voornaamste posten in inillioenen ReichBmark.

Daarvan
Deviezen
Andere

D a a
ou
«
d
bij bui-
als goud-
wissels
Belee-
tenl. circ. dekking
en
ningen
banken
1)

geldende
cheques

22 Febr. 1930
2.410,2
149,8
398,8 1.620,4
54,7
15

1930
2.351,0
149,8
401,6
1.719,7
78,2
7

1930
2.325,9
149,8
393,8
1.959,9
54,8
30 Jan. 1930
2.297,1
149,8 397,1
2.027,9
169,6
23

,,

1930
2.286,5
149,8
399,8
1.807,1
5,4

23 Febr. 1929
2.729,0
85,6
99,1
1.461,3
38,5

30 Juli

1914
1.356,9


750,9 50,2

a
Da
Effec-
Diverse
Circu-
Rekg.-
Diverse
ten
Act iva
2
)
latie
Crt.
Passiva

22 Febr. 1930
93,3
511,9
4.004,6
615,8

160,3
15

,,

1930
93,3
505,0
4.166,4
502,2
157,0
7

,,

1930
93,3
502,7
4.381,0
451,0 208,6
30 Jan. 1930
92,6
606,0
4.653,3
356,8
303,1
23

,,

1930
92,6
580,4
3.952,6
708,7
299,0
23 Febr. 1929
93,2 481,5 3.902,1
572,7
156,3
30 Juli

1914
330,8
200,4
1.890,9
944,-
40,0
‘JunoelasI. ‘) w.o. Kentenoaniçscnelne
, W,
1
reor.,su,
z.5
Jan.
.iU,
23 Febr.
’29,
resp.
60; 1; 40; 19; 46; 55
miii.

NATIONALE BANK VAN BELGIE.
Voornaamste posten in millioenen Belgas.

Goud

:-
Rekg. Crt.
Data
neln2,
o
-2
1930
.
2
U12

t’
.

c

27 Febr.
1179 548
45
8081
40
309
2.798
15
84 20
1179
535
45
787
1

33
309
2.743
22
93
13

,,
1178
534
45
792
1

38
310
2.763
15
87
6

,,
1177
521
45
795
1

34
310
2.770
16
72
30 Jan.
1177
542
45
816
1

41
322
2.768
45
93
28Febr.’
906
490
44
738
52
344
2.432
41
69

VEREENIGDE STATEN VAN NOORD.AMERIKA.
FEDERAL RESERVE BANKS.
Voornaamste posten in millioenen dollars.

Goudvoorraad
Wettig
Wissels

Data betaal-
middel,
Zilver
d
isc.
Totaal
Dekking
In hér-
v.
d.
In de
open
bedrag
F.
R.
Notes
etc.
member
markt
banks
gekocht

12Feb.’30
2.975,0
1.704,2
198,5
381,9 276,1
5

,,

’30 2.976,6
1.704,5
199,9
381,4
295.8
29 Jan.’30
2.985,2
1.712,4
203,1
406,9 258,5
22

,,

’30
2.975,2
1.739,8
196,3
433,2 298,4
15

,,

’30
2.961,1
1.752,5
193,5
442,3
323,3
8

,,

’30
2.929,3
1.759,3
175,8
567,6
319,2

13Feb.’29
2.686,2
1.274,8
161,9
903,9 391,1

Belegd
– .
Ooud-
1
rlgem.
1
Data
in
u. s.
Notes
in circu-

.
Gestort
Kapitaal
Dek-
kings-
Dek-
1

kings-
Gov.Sec
latfe

perc.’)
j
perc.
2
)

12Feb.’30
479,6
1.682,4
2.388,9
171,4
73,7
779
5

,,

’30
477,8 1.683,5
2.389,3
171,5
73,0
78,0
29 Jan.’30
476,5
1.701,9
2.369,0
171,4
73,3 78,3
22

,,

’30
476,7
1.739,2
2.415,0
171,3 71,6
76,3
15

’30
479,1
1.782,4
2.403,9
171,1
70,7
75,4
8

’30
484,8
1.836,9
2.422,3 170,4
69,0
72,9

13Feb.’29
177,2
1.659,8
12.421,5
1

149,8
65,8
69,8

)
vern ualng totalen gouavoorraaa tegenover opelsconare
schulden: F. R. Notes en netto deposito.
2)
Verhouding totalen
voorraad muntmateriaal en wettig betaalmiddel tegenover idem.

PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HET FED. RES. STELSEL.
Voornaamste posten in millioenen dollars.

Data
Aantal
banken

Dis-
conto’s
en
beleen.

Beleg-
gingen

Reservei

bij de
i
F.
R.
1
banks

Totaal
depo-

1
sito’s

Waarvan
time
deposits

5Feb.’30
173
16.625
5.502
11.701
19.885
6.880
29 Jan.’30
193
16.662 5.529
11.691
19.898
6.913
22

’30
220
16.688
5.549
1.730
20.266
6.915
15

’30
230 16.877
5.567
1.725
20.325
6.886
7

,,

’30
344
17.060 5.572
1.727
20.315
6.847

6Feb.’29
619 16.255
6.041
1.751
20.356
6.891
an net erna van ,eaer Kwartaal worat een overzicne
gegeven van enkele niet wekelijks opgenomen bankstaten.

228

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

5 Maart 1930

GOEDERENHANDEL

GRNEN

4
Maart 1930.

De flauwe stemming voor t a r we, welke in het einde
der voorlaatste berichtsweek op de groote tarwe-niarkten
heerschte, bleef ook in het begin dezer week aanhouden en
de koersen bleven eerst onveranderd. Daarna is eene ver-
betering ingetreden, welke een niet onaanzienlijke verhoo-
ging der koersen in Noord- en Zuid-Amerika tengevolge
bad. In de Vereenigde Staten ondervond cle markt steun
van den Farm Board, welke weder door de onder haar be-scherming staande organisatie liet koopen, ook contracten
in de termijnmarkt van Chicago. In Canada hebben de
provinciale regeeringen besloten van de op tarwe beleende
sommen tot 15 pCt. aan de banken te garandeeren. Deze
steunmaatregel had in Wiunipeg een vastere stemming ten-
gevolge. Nadat op 24 en 25 Februari de koersen tot een
zeer laag niveau waren gedaald, en daarna een verbetering
intrad, kregen koopers in Europa weder meer vertrouwen
in de markt en kwamen belangrijke omzetten tot stand,
zoowel in ladingen als in parcels. Portugal en Italië koch-
ten eenige ladingen en ook Griekenland was kooper. Toen
verdere verhooging der prijzen te Chicago echter uitbleef,
de slotkoersen te Chicago op Zaterdag onveranderd ivaren
en te Winnipeg zelfs weder lager kwamen, was het ver-
trouwen geweken en trokken koopers zieh terug. De om-
zetten waren op Zaterda.g en op Maandag dan ook gering
en de oude argumenten, welke koopers er toe brengen voor-
zichtig te zijn, hadden weder den boventoon. i)e vborraden
in Noord-Amerika blijven groot en de omvang der ver-
sehepingen was in de afgeloopen week teleurstellend, wat
vooral te Winnipeg mede oorzaak was van dc flanwere
stemming. Niettegenstaande de hulp, welke aan cle Cnn a-
deesehe tarwepool wordt geboden in den vorm van de
garantie tegenover de banken, is de tarwcpool meer ge-
neigd te verkoopen en is zij geregeld met aanbiedingen aan
de markt. Veel vertrouwen schijnen koopers niet in de
markt te hebben, want zij beperken hun inkoopen tot de
onmiddellijke behoefte en het zijnS hoofdzakelijk stoomende
partijen, welke uit de markt worden genomen. Niettegen.
staande de pogingen, welke in de Vereenigde Staten en
Canada worden aangewend om cle prijzen op een hooger
niveau te brengen, hebben deze tot nog toe slechts tijdelijk
resultaat gehad en zijn in den loop van de maand Februari
de prijzen te Chicago circa 6 dollarcents en te Winnipeg circa 12 dollareents per 60 lbs. gedaald. Koopers maken
geen haast en de vele regeeringsmaatregeleii in Europa
werken ertoe mede de vraag naar buitenlandsche tarwe
te verminderen. In Duitschland is de verordening, dat
50 pCt. inlandsche tarwe moet worden gemalen, voor de
maand Maart verlengd. In Zweden zijn voorstellen van de regeering aanhangig om de invoerrechten op graan te ver-
hoogen en voor te schrijven, dat een zeker percentage
Zweedsehe tarwe en rogge moet worden veimalen. Dit
voorstel ondervindt veel tegenkaitting en het is niet zeker,
dat het door het Parlement zal worden aangenomen. In
Australië worden pogingen in het werk gesteld een tarwe-
pool te formeeren, waaraan alle landbouwers gedwongen
zullen worden mee te doen. ])e staat zal daarbij behulp-
zaam zijn en gedurende een jaar een prijs van 4 shilling
per bushel garandeeren. De ter uitvoering van deze plan-
nen noodige wetten moeten nog worden gemaakt. Deze
plannen worden van vele zijden toegejuicht. Tarweverbou-
vers wenschen, dat de prijs van 4 shilling gedurende 3 jaren
wordt gegarandeerd, doch de regeering heeft geen lust
zich gedurende een zoo langen tijd te binden. Onlangs i
een definitieve schatting van den tarwc-oogst in Austra-
lië bekend gemaakt, volgens welke deze opbrengst 125 mil-
lioen bushels zou bedragen. Deze schatting is grooter dail
de vorige, welke 112 millioen bushels bedroeg tegen een
opbrengst van 160 millioen in het vorige jaar. Verschepers

AANVOEREN in

van Plata-tarwe zijn in de afgeloopen week geregeld aan
de markt gebleven tot prijzen, welke sterk tegen Canadee-
sche tarwe concurreeren. Ook in Argentinië zijn de prijzen
aan de termijumarkten verhoogd en vcl te Buenos Aires
35 centavos en te Rosario 25 ceutavos voor Maart. Giste-
ren en heden ziji.i de terinijnmarkten in Argentinië wegens
het viereu van het Carnavalfeest gesloten. Geregeld wordt
nog Argentijnsche tarwe van den ouden oogst aangboden.
Van den nienwen oogst is het gegarandeerde natuurgewicht
in de vorige week verlaagd. De markt heeft daarvan geen
invloed ondervonden en daarop niet gereageerd. :De voor-
uitzichten van deti nieuwwi oogst iii Amerika spelen reeds
een belangrijke rol in de prijsbepaling en over het algemeen
worden deze als gunstig beschreven. Het beschermende
sneeuwdek is tengevolge van zacht weer in liet winter-tarwegebied verdwenen en in sommige gebieden, waar
zomertarwe wordt verbouwd, heeft men een aan valtg ge-
maakt met het ploegen. De omvang van gedurende den
winter geleden schade schijnt dit jaar zeer klein te zijn
en de stand wordt van goed tot uitstekend genoemd. Reeds
werd de eerste schatting van de vermoedelijke opbrengst
van wintertarwe door particulieren bekend gemaakt, vol – gens welke dieze waarschijnlijk 570 millioen busbels zoü
bedragen, hetgeen ot.tgeveer S millioen bushels initicler zon
zijn dan in het vorige jaar werd geoogst. Dit is slechts
een zeer voorloopige schatting. Voordat de tarwe wordt
binnengehaald, zullen nog vele berichten over de J.Tessische
vlieg, droge vinden, te veel of te weinig regen worden verspreid, welke alle van invloed op de prijzen aan de
termijnmarkt te Chicago plegen te zijn. Op het oogenblik
lijkt het zeer waarschijnlijk, dat een ruime oogst van win-
tertarwe verkregen zal worden, en dit vooruitzicht oefent
een drukkencien invloed. Vergeleken hij de vorige week
zijn de’ prijzen aan de termijnmarkt te Chicago 5 dollar-
cents per 60 lbs. gestegen, nadat ze S dollarcents hooger
waren geweest. Te Winnipeg bedraagt de verhooging, ver-
geleken bij de vorige week, 4 dollarcent, liet hoogste slot
in de ageloopen week was 53. dollarcents hooger geweest.
In Europa blijven de vooruitzichten van den nieuwen oogst
van wintertarwe gunstig luiden. Tengevolge van zacht
weder gedurende dcii winter is gevaar voor schade tenge-
volge van vorst zoo goed als uitgesloten en in dc koudere
landen was voldoende snecu wbedekki ng aanwezig.
De groote voorraden van r o g ge in Duitschland blijven
een drukkenden invloed uitoefenen en niettegenstaande de
door de Duitsche regeering genomen . maatregelen, de
Duitseh/Poolsche overeenkomst voor den verkoop van rogge,
en het vormen vat.i een verkoop-syndicaat, zijn ook in de
afgeloopen week de prijzen verder gedaald. De laatste maat-
regel, w’elken de Duitsehe regeering heeft genomen, is het voorschrift, dat in liet vervolg roggeniecl niet meer zooals
gebruikelijk was met mindere soorten tarwemeel mag wor-
den vermengd. Het doel van dezen maatregel is natuurlijk
om het verbruik van rogge in Duitschland zelf te ver-
grooten. Alle maatregelen in Dnitschland kunnen blijk-
baar de roggeprijzen niet verbeteren, want telkens brok-
kelen die verder af. Ook andere roggesoorten zijn weder
gedaald, vooral Hongaarsche rogge, waarin geregeld zaken
van geen grooten omvang plaats vinden.
De steitiming voor Plata-en a ï s was in liet begin der
afgeloopen week zeer gedrukt, zoowel voor stoomende par-
tijen en Maart aflading van den ouden oogst als ter ver-
scheping van den nieuwen oogst in latere maanden. Bij
gebrek aan consumptievraag vonden binnenkomende par-
tijen moeilijk koopers en houders moesten concessies doen.
i)aarna is al spoedig een verbetering ingetreden en onder-
gingen de prijzen voor Plata-rnaïs vaic den ouden oogst een
verbetering van verschillende guldens per last, terwijl ook
de prijzen aan de termijnniarkten in Argentinië opliepen.
Vergeleken bij een week geleden was op Zaterdag liet slot
voor Maart te Buenos Aires 10 centavos en te Rosario 15

tons van 1000 KO.

Artikelen

Rotterdam

:

23Febr1
1
Mrf)

Sedert

Overeenk.

Amsterdam
Totaal

23Febr.I1 Mrt.
Sedert
Qvereenk.
1930

1
Jan. 1930

tijdvak 1929
1930
1Jan. 1930 tijdvak 1929

1Q30
I 29
9

24.901
252.782 259.657
3.120
9.630 29.834
262.412
289.491
Tarwe

……………..
Rogge

……………..
9.955
35.934
20.481 8.000
9.169

45.098 20.481
Boekweit
……………….

1.560
4.034.
75
485

2.045
4.034
Mala ………………
205.623
153.757
430
42.345
40.546
247.968
194.203
5.717 116.937
84.263
879
3.115
98
120.052
84.361
3.690
36.042
33.737

1.289
1.529
37.331
35.266

32.9
.15

16.118
40.540
1

11.247
61.189
87.296
1

77.307
127.836

Gerst

……………..
Haver

………………

Lijnkoek
…………..
31.897
33.570



31.897
33.570
Lijnzaad

……………1.931
2
..969
2.668
14.666
15.920

4.157 5.010
18.823
20.930
Tarwemeel

………….
Andere meelsoorten
256
3.270
1.607

– –
3.270
1.607

5 Maart 1930

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

centavos hooger. 0p Maandag en Dinsdag zijn de termijn-
markten in Argentinië gesloten. Aan de Europeesche mark-
ten was de stemming voor maïs op Maandag minder vast
en daalden de prijzen met kleine omzetten weder. Ook
nieuwe oogst, ter verscheping gedurende de zomermaanden,
werd iets lager aangeboden, doch koopers waren niet ge-
neigcl de daarvoor gevraagde prijzen te betalen na de ver-
hooging, welke in den loop der vorige week plaats vond.
De prijsverlaging voor Plata-maïs en de flauwere stemming
daarvoor vonden grootendeels haar oorzaak in ruimer aan-
bod van Donau-mais, ter verscheping in deze en eerstvol-
gencie maanden. Nadat afladers aan den Donau gedurende
geruimen tijd terughoudend zijn geweest en niet geneigd tot
de in West-Europa maakbare prijzen te verkoopen, zijn zij dringender aan de markt gekomen en zijn vrij aanzienlijke
omzetten tot stand gekomen tot allengs terngloopende prij-
zen. Het weder is gedurende den laatsten tijd voor de
kwaliteit van maïs aan den Donau gunstig geweest en
dientengevolge hebben zoowel afladers als koopers meer
het vertrouweii gekregen, dat van volgende verschepingen
de kwaliteit bij aankomst in ‘West-Europeesche havens wel gezond zal zijn. Het aanbod van spoedig verwachte Donau-
maïs is slechts klein en voor partijen, waarvan bij aan-
komst blijkt, dat de kwaliteit goed is, bestaat goede vraag.
])c markt voor ge r st wordt in hoofdzaak beheerscht
door het aanbod van Russische gerst, waarvan groote hoe-
veelheden in West-Europeesche havens zijn aangekomen ee
opgeslagen en ook daarheen onderweg zijn. Geregeld zijn
de Russen met geest aan de markt en de verschepingen
van Bussische havens zijn groot. Het geregelde ruime aan-
bod van Russische gerst en de wetenschap, dat ook in dè
naaste toekomst op mime aanvoeren daarvan kan worden
gerekend, maken koopers beangst in gerst iets te onder-
nemen en dientengevolge is het moeilijk zaken tot stand
te brengen. In de afgeloopen week bleven de omzetten klein
en werden de prijzen Vrij aanzienlijk verlaagd. Zoowel
Plata-gerst als Donan-gerst wordt naast de Russisehe ge-
regeld aangeboden. Van Donau-gerst waren de verschepin-
gen de vorige week zeer klein, en afladers waren niet drin-
gend aan de markt voor de op het oogenblik maakbare
prijzen.
Duitsche Ii a v e
1
.
is in de afgeloopen week in prijs ge-
daald, daarna is voor sommige soorten een verbetering in-
getreden, welke echter niet algemeen werd gevolgd. Vooral
Engeland was gedurende de afgeloopen week kooper van
flttitsebe haver, naar Nederland kwamen slechts kleinere
zaken tot stand.

SUIKER.
Tengevolge van een gerucht dat het ,,Single Seller”
systeem in Cuba zonde ophouden, verkeerden dle suikermark-
ten gedurende de afgeloopeii week in uiterst flauwe stem-
ming en bereikten de prijzen het laagste niveau sedert 28
jaar. Een scherp herstel werd echter aan het einde der week veroorzaakt toen genoemd gerucht ongegrond bleek te zijn.
In A m e r ik a werd nog 1.25(32 dc. c. & Ir. New-York
voor kleinere partijen ,,duty free’ suiker betaald.
Op de termijnmarkt te New-York werd op 27 Februari,
een laagterecord gehaald met de volgende noteeringen:
Mrt. 1.55; Mei 1.64; Juli 1.73; Sept. 1.80 en Oct. 1.84. Spot
Centrifugals noteerden 3.77 c. Het slot kwam 7 voor den
eersten termijn tot 10 punten voor den laatsten vaster af.
De ontvangsten in de Atlantische havens der V. S. be-
droegen 53.000 tons, de versmeltingen 43.000 tons tegen 61.000 tons verleden jaar en de voorraden 515.000 tegen
254.900 tons.
De laatste C uh a-statistiek is als volgt:

1930

1929

1928

Tons

Tons

Tons
Cubaproductie …………..1.550.000 2.275.000 1.700.000
Consumptie …………….10.377

14.410

10.454,
Weekontv. afscheephavens.

178.571 232.886 229.964
Totaal sedert 111 ……….824.415 1.418.045

966.627
Weekexport…………….42.400

123.458

78.937
Totale export sedert 111 . . . 297.957 599.067 295.140
Voorraad afscheephavens..
..
. 699.320 820.593 709.706 Voorraad binnenland ……..542.346 842.545 722.919
Aantal werkende fabrieken – 163 169

In E age 1 all d was de stemming eveneens bom. De no-
teeringeii op de Londensche termijnmarkt volgden de daling in New-York schoorvoetend en de reactie was aan het einde
der week ook niet zoo scherp.
De slotnoteeriugen op de ruvsuikermarkt luidden als
volgt:
Maart Sh. 6/2%
;
Mei Sh. 618%
;
Aug. Sh. 711%; Dec.
5h. 7/7%.
Van J a v a wordt een zeer’ lustelooze markt gerappor-

teerd. De noteeringeit voor tweedehands partijen brokkel-
den met
f
0.25 af voor Superieur en met
f
0.125 voor Hoofd-
suiker.
II
i e r t e 1 an d e bestond er op de verlaagde prijzen goede
kooplust, zoodat de noteeringen niet in dezelfde mate als
te New-York fluctneerclen; het slot kwam met
f 107/
s
voor
Febr.;
f 10
5
/8
voor Maart;
f 11/
voor Mei en
f 11%
voor
Aug. De omzet bedroeg 5250 tons.

KATOEN.

Ontvangsten in-
en uitvoeren van Amerikaansche havens.
(Indulzendtallen balen).

1
Aug.’29
Overeenkomstige periode
tot
21
Febr.
30
1928129

1

192728

Ontvangsten Gulf-Havens.
,,

Ati ant.Havens
)7622
8247
7051

Uitvoer naar Gr.Brittannië
1066 1495
867
‘t Vasteland etc
3298
3526
3504
Japan ……
.929
1125 772

Voorraden.
(In dulzendtajlen balen).

Overeenkomstig tijdstip
21
Febr.’30
1929
1928

Amerik. havens ……….
2213 2044
2142
1307
937
1023
.

83
192
Binnenland

………….
New York

……………98
New Orleans …………
497
340
504
Liverpool

……………
435 698
547

Marktbericht van de Heeren Sir Jacob Bèhrens & Sons.

Manchester, d.d. 26 Februari 1930.

Amerikaansche katoenprijzeu zijn sedert onze laatste pu-
blicatie weer wat flauwer geworden en een nieuw laagte-
record voor dit seizoen wrd gisteren bereikt, toen Mid.
American ,,spot” in Liverpool 8.31 d. noteerde; een derge-
lijk cijfer is sedert April 1927 niet bereikt. Gisterenmorgen
noteerden Maart futures 7.94 d., doch later stegen prijzen
weer, zoodat het slot 8.03 d. noteerde. Deze daling was voor-
namelijk een gevolg van speculatieve operaties op Maandag
jl. in New-York, doch ook deze markt sloot gisteren 16 tot
23 punten hooger. Deze condities zijn een beletsel voor ge-
regelde zaken, waardoor werkelijke verbruikers aarzelen om
tot handelen over te gaan. Intusschen is de afname van den
handel gedurende dit seizoen minder dan verleden jaar; die
van Groot-Brittannië bedragen 200.000 balen minder, Ame-
rika 165.000 balen en het Continent 422.000 balen. Liver-
pool-verkoopen bedroegen de vorige week slechts 26.000
balen.
In de Amerikaansche garenmarkt gaat nog weinig om,
hoewel de officieele cijfers van de verkoopen in de week
eindigende 15 Februari op een betere basis waren (ban zij
onlangs geweest zijn. Het resultaat van de stemming van
de Federatie met betrekking tot den korteren werktijd werd
gisteren bekend gemaakt, nl. dat slechts 58.82 pOt. ei vó6r
was, iets meer dan 16 pCt. ertegen, terwijl 25 pCt. niet ant-
woordde. Er zal dan ook geen georganiseerde werktijdin-
krimping plaats hebben, hoewel verschillende spinners hun
productie zelf hebben ingekrompen. Naar grove nummers
bestaat weinig vraag, doch hier en daar worden goede hoe-
veelheden medium twist en w’ef t voor export gerapporteerd.
De vraag voor de binnenlandsche markt is gering. Ook
ringgarens worden moeilijk verkocht, hoewel er biedingen
in de markt zijn tegen prijzen, die niemand wil accepteeren.
Verder zijn er flinke hoeveelheden getwijude garens ver-
kocht voor de Midlands, alsook voor Indië. Verkoopers van
Egyptische soorten rapporteeren over het algemeen, dat er
weinig omgaat, zowel voor de binnenlandsche markt als
voor export en meer spindels staan stil. Slechts in enkele
gevallen vernamen wij, dat er gisteren flinke hoeveelheden
geplaatst waren, daar zaken zich slechts tot kleine hoe-
veelheden voor dringend gebruik beperkten. Over het alge-meen maakt de markt een flauwe periode door.
De voortdurende daling in prijzen van het ruwe mate-
riaal wekt niet veel vertrouwen in huidige doekprjzen. Er
bestaat speciaal van Indië een goede vraag naar Prints en
ook naar diverse sonrten voor de kleinere Oostersehe xnark
ten, doch hiervan vindt slechts een klein deel zijn weg naar de orderboeken. Dit behoeft geen verwondering te wekken,
want hoewel er verschillende koopjes tot stand kunnen
komen tengevolge van de dringende behoefte bij fabrikanten,
blijken deze bij nader beschouwing toch niet zoo gunstig te zijn. Daar staat tegenover, dat er op de meeste overzeesche
markten ongetwijfeld gebrek aan orders bestaat, voorraden

230

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

5 Maart 1930

zijli over het algemeen gering en men denkt er hard over
deze veer aan te vullen. Indien men slechts wat meer ver-
trouwen had, zou
er
alles veel gunstiger uitzien.

Liverpoolnoteeringen

Oost.
koersen 18Feb. 25Feb.
19Feb. 26 Feb. T.T.opBr.-Iudië
1
1
5
1b
115
27
1
32

F.G.F.Sakellaridis 13,55 13,55 T.T.opHongkong
1
1
6
‘Ie 116h,
G.F.
No. 1 Ooinra
4,80 4,65
T.T.
opSbangbai 1/1111,
111134

KOFFIE.
Ook in dc afgeloopen week bleef de markt onveranderd
gestemd, dat wil zeggeit vrij vast bij eeuigszins oploopeucle
prijzen in i3razil iii en iets verhoogde noteeri ngdn aan de
terinijnniarkten. De kost- en vracht-aanbiedingen van San-tos cii van Rio zijn sedert verleden week in de meeste ge-
vallen 16 6. 1/- Iiooger, terwijl aan de Rotterdamsche ter.
mijnmarkt de notecringen 718
6.
1% ct. per
34
JÇG. hoo-
ger zijn.
Opnieuw circuleerden geruchten over onderliaiicicl ingen,
welke het Braziliaanschc Gouvernèment zoct voeren voor
het sluiten van een leening en er werd dittitaal zelfs bij
vermeld, dat het bedrag 7 millioet groot zou zijn en dat
bijna dc helft bestemd zou zijn om voorschot te verstrekken
01) liet restant van den loopenden Santos.00gst, dat 01)
3 millioen balen geschat werd.
Te Havre werd van ptrticuliere zijde in i3raz il 16 een
nieuwe i-aming ontvangen van den volgenden Santos-oogst,
nanielijk: minstens 10 inillioen balen. Dit komt overeen
met het hoogste cijfer van de ramiug, welke in het Over-
zicht van verleden week werd vermeld, doch hiertegenover
staat een mecledeeling van den officieelen vertegenwoordi-
ger van de Braziliaansche Regeering, die bekend heeft ge.
iiia.akt, dat het weder, in liet bijzonder dc droogte, een
ongunstigen invloed heeft gehad op den Septeinber/October-
bloei in den Staat Sao :Paulo. Volgens hem zon alleen de
Augnstus-bloesem vrucht hebben gezet en zou cl ientengii-
volge de volgende Sa.ntos-oogst hoogstwaarschijnlijk niet
grooter worden dar de oogst van 19281
1
29, die, zooals bc-
kend is, ongeveer 6 millioen halen heeft uitgeleverd. Niet
verzwegen mag worden, ctat dc niedecleelingen van dezeim
officieelen berichtgever in den laatsten tijd wel wat al te
rooskleurig zijn geweest ets dat om die recten zijn ranling
voor liet oogenblik niet serieus wordt genomen. Ten slotte
publiceerde hij nog een mededeeling van liet :[istituut, vol-
gens welke in de maand Januari bij na 45.000 balen Santos 1

koffie van ordinaire kwaliteit ter vernietiging zijn aan-
geboden.
lii INederlamidseh-indië zijn de prijzen der ordinaire on-
gewassehemi Robusta-soorten ongeveer W4 ct. per
34
1(0.
verlaagd, waartegenover clie van de betere en van de ge-
vasscbea Robnsta zoo,goed als onveranderd zijn gebleven.
De afzet in loco is nog altijd beperkt en de officieele
noteeriugen bleven onveranderd 42 et. per
34 KG.
voor
Superior Santos en 35 ct. voor Robusta.
Aan de Rotterdamsche termijnmarkt waren cle noteeriri-
gen 01) 4 dezer des voormiciclags: Maart 26%, Mei
September 24/, December 237/
s
, Maart 23

ct.
De prijzen van gewoon goed beschreven Supei-ior Santos
op proiiipte verscheping zijn thans ongeveer 601-
6.
63/6 per
cwt. en van dito Priiiie ongeveer 641-
6.
67/-, terwijl zij van
Bio type New-York 7 met beschrijving, prompte versche-
ping, bedragen 43/6
6.
441-.
Van Bobusta op aflading van Nederlandsch-Ii.idib zijn cle
prijzen in cle eerste hand
01)
het oogenblik
Palemba ng Rolinsta. Maart-verscheping,
2634
ct.; Ben-
koelen Tolinsta, Maart-verscheping, 26% et. Mandheling
Robusta, Maart-verseheping,
2834
ct.; W.I.B. f.a.q. Ro-
busta., Maai-t-verschcping, 38 ct., alles per
34 T(G.
cif, uit-geleverd gewicht, netto contant.
11e slot-iioteeringen te New-York van het aldaar gelden-
de gemengd contract (basis Rio No. 7) waren:
Maart
1

Mei

Sept.

Dec.

3 Maart ……..$ 8,79

$ 8,49

$- 7,99

$ 7,80
24 Febr. …… .,, 8,70

,, 8,27

,, 7,78

7,62
17

,.

……
.,,

8,56

,,

7,99

7,58

7,41
10

,.

……
…8,47

,,

7,94

.

7,55

,.

7,34
:0e
dezer dageii verschenen Statistiek van de Firma G.
Dwiring & Zoon te Rotterdam geeft aan, dat in Februari
de aanvoer geweest is als ;,’olgt:
1930

1929

1928
balen

balen

balen
in Europa …………872.000

815.000 1.010.000
,, Ver.Statenv.Amerika 1.203.000 1.022.000 1.055.000

Totaal…. 2.075.000

1.837.000 1065.000
De Aanvoeren iii Europa en iii A mnerika tezamen gedu-
tetide (le eerste twee ]naa nclen valt liet jaar bedroegen
3.862.000 balen tegen 3.669.000 halen in 1929 en 4.159.000 halen in 1928.

STATISTISCH

TARWE
UardWinter
No. 2 loco
Rottrdm!
Amsterdam
rOOK.O.

R000E
AmericanNo22)
loco
Rotterdam
per 100 K.O.

MAIS
La Plata
loco
R’darn/A’dam
per 2000 K.G.

OERST ,i.mer.No.2
loco
Rotterdam

200rK.G.

LIJNZAAD
La Plata
loco
R’damfA’dain
per 1960 K.G.

Westfaalschel
Ilollandsche
bunkerkolen, ongezeefd t.o.b.

PETROLEUM
Mid. Contmn.
Crude
t!m 3390

pbrl

IJZER
Cleveland
Foundry No43

f.o.b.

.
iddlesbrmugh

KOPER
Standaard
Locoprijzeti
Londen
per Eng. ton

f1.
51
f1.
0
10
II.
5J
11.
°lo
1
10
0.
%
$
01
Sh.
01
£

0
1e
Jaargemidd.

1925
17.20 100,0
13,07
5

100,0
23150
100,0
236,00
100,0
462,50
100,0
10,80
100,0
1.68
100,0
731.
100,0
62.116

.
100,0
1926
15,90
92,4
11,75
89,9
174,25
.
75,3
196,75
83,4
360,50 77,9
17,90
165,7
1.89
112,5
8616
118,5
58.11-
93,5
1927
Februari
14,75
85,8
12,475
95,4
176,00
76,0
237,00
100,4
362,3;
78,4
11,23
1C4,2
1.30
77,4
731- 100,0
55.141-
89,7
1927
15,225
88,5
13,05
99,8
167,00
72,1
230,00
97,5
373,75
80.8
12,10
112,0
170
101,2
8316
114,4
54.161-
88,3
Maart

,,
15,05
87,5
12,70
97,1
164,50
71,1
219,25 92,9
354,75
76,7
11,25
104,2 1.26
75,0
811.
111,0
55.171-
89,9

v
il 14,80
86,0
12,825
98,1
173,00
74,8 237,50
100,6
351,50
76,0
11,00
101,9 1.22
72,6
801-
109,6 55.216
88,8
i

,,
15,75
91,6
13,57
5

103,8 172,75
74,6 258,25
109,4
373,75
80,8
10,95
101,4
1.22
72,6
741-
101,4
54141-
f8,1
Juni


15,60
90,7
13,20
101,0 175,25
75.8 245,00
104,2
372,75
80,6
11,00
101,9
1.22
72,6
701-
95,9
54.216
87,2
juli

15,10
87,8
12,05
92,2
171,50
14,1
235,75 99,9 367,75 79,5
11,10
102,8
1.22
72,6
701-
95,9
53.19j-
86,9
Augustus
14,875
86,5
11,45
87,6
178,50
77,1
252,50
107,0
368.25 79,6
11,05
102,3
1.22
72,6
691-
94,5
55.516
89.0
September
14,70
85,5
12,15
92,9
179,50
77,5 233,25 98,8
369,50
79,9
10,90
100,9 1.22
72,6
651-
89,0
54.131-
88,0
October
13,72
5

79,8
11,45
87,6
178,75
77,2 230,50
97,7
359,00
77,6
10,90
100,9 1.22
72,6
651-
89,0
55.51-
89,0
November
13,45
78,2
12,125
92,7
184,75
79,8
233,25
98,8 349,75 75,6
10,65
98,6
1.22
72,6
65
1

89,0
59.11-
95,1
December

,,
13,40
77,9
12,575
96,2
201,00
86,8
246,25
104,3
348,25
-75.3
10,60
98.1
1.22
72,6
651-
89,0
6021-
96,8
Januari

1928
13,50
78,5
12,70
97,1
207,50
89,6
247,75
105,0
361,00
78,0
10,30
95,4
1.22
72,6
651-
89,0
62.-j-
99,9
1ebruari

,,
13,80
802
12,875
98,5
226,50 97,8
243,75
103,3
361,00
78,0
10,00
92,6
1.21
72,0
651-
89,0
61.121-
99,2
Maart

,,
14,60
84,9
14,00
107,1
240,75
104,0
255,75
108,4
350,75
75,8 9,95
92,1
1.19
70,8
6516
89,7
61.316
98,6
April
15,30
88,9
14,97
5

114,5
239,50
103,5
261,00
110,6
358,25
77,5
10,05
93,1
1.19
70,8
661-
90,4
61.1416
99,4
Mei
15,30
88,9
15,475
118,4
238,50
103,0
260,75
110,5
372,00 80,4
10,60
98,1 1.19
70,8
661-
90,4
62.151-


101,1

j
uni
14,37
5

83,6
14,27
5

109,2
234,00
101,0
252,50
107,0
365,25
79,0
10,10
93,5
1.19
70,8
661-
90,4
63.17!-
(02,9
uli

14,25
02,8
13,07
5

100,0
246,75
106,6
241,00
102,1
359,75
77,8
10,10
93,5
1.19
70,8
66/-
90,4 62.181- 101,3.
Augustus

»
12,00
69,8
12,625
96,6
214,75
92,8
226,75
96,1
350,75 75,8
10,05
93,1
1.21
72,0
661-
90,4
62.1016
100,7.
September
»
11,65
67,7
11,57
5

88,5
198,75
85,9.
198.25
84,0
350,75 75,8
10,00
92,6
1.21
72,0
661-
90,4
63.81-
102,1
October

,,
12,27
5

71,4
12,27
93,8
218,50
94,4
189,50
80,3 366,00
79,1
9,95
92,1
1.19
70,8
661-
90,4
65.121-
105,7
November
12,325
71,7
12,075
92,4
227,25 .98,2
185,50
78,6
386,25 83,5
10,20
94,4
1.18
70,2
661-
90,4
67.181-
100,4
December .,
12,30
71,5
-11,90 91,0 220,25
95,1
180,50
76,5
373,75 80,8
10,10
93,5
1.18
70,2
661-
90,4
70.31-
113,0
Januari

1929
12,35
71,8
12,20
93,3 231,50
100,0 194,25
82,3
365,00 78,9
10,10
93,5
1.16
69,0
661-
90,4
75.1016
121,7
lebruari

12,72
5

74,0
12,65
96,7
236,00
101,9
194,75
82,5 357,25
77,2
12,90
119,4
1.11
66,1
666
91,1
78.-16
125,7
Maart
12,65
73,5
12,625
96,6 233,00
100,6
191,75
81,3 359,00
77,6
12,00
111,1
1.11.
66,1
671-
91,8
89.81-
144,0
April
12,12
5

70,5
11,62
5

88,9 218,00
94,1
185,25
78,5 373,25
80,7
11,05
102,3
1.11
66,1
681-
93,2
82.1716
133,5
Mei

,,
11,12
5

64,1 10,575
80,9
198,25
85,6
177,50
.75,2
363,50 78,6
11,15
103,3
1.16
69,0
6916

.
95,2
75.416 121,2

j
uni
10,875
63,2
10,20
78,0
193,50
83,6
171,25
72,6
355,25
76,8
11,25
104,2
1.30
77,4
71f-
97,3
74.111-
120,1
uli
12,80
74,3
11,20
85,6
218,50
94,4
191.25
81,0
415,50 89,8
11,25
104,2
1.30
77,4
7216
99,3
72.1216
117,0
Augustus

,,
13,125
76,3
10,75
82,2
202,50
87,5
182,75
77,4 452,50
97,8
11,25
104,2
1.30
77,4
7216
99,3
73.171-
119,0
September ,,
12,625
73,4
10,20
78,0
191,00
82,5
172,00
72,9 506,75
109,6
11,40
105,6
1.30
77,4
7216
99,3
74.191-
120,7
October
12,10 70,4
9,87
5

75,6
185,00
79,9
168,00
71,2
516,50
111,7 11,25
104,2
1.30
77,4
7216
99,3
72.161-
117,3
November
11,775
68,5
9,20
70,4
174,00
75,2
164,75
69,8
483,23
104,5 11,35
105,1
1.30
77,4
7216
99,3
70.51-
113,2
December
12,625
73,4
9,35
71,5
166,00
71,7
163,75
69,4 482,00
104,4
11,75
108,8
1.30
77,4
7216
99,3
68.616
110,1
Januari

1930
12,67
5

73,7
.

9,35 71,5
149,25
64,5
151,25
64,1
433,75
93,8
11,75 108,8
1.21
72,0
7216
99,3
71.916
115,1
Februari

,.
11,725
68,2
8,177
62,5
139,00
60,0
135,75
57,5
398,50
06,2
11,75
108,8
1.11
66,1 7216
99,3
71.12/6
115,4
3 Maart

,
11,30
65,7
7,60
58,1
138,00
59,6
130,00
55,1
395,00 85,4
11,75 108,8
1.11
66,1
72/6
99,3
68.716
110,1
5)
Men zie voor de toelichting op dezen staat de nummers van 8 en 15 Augustus
1928
(No. 658
en
659)
pag. 689190 en
709.
2)=Western vôôr de lnvoertng var
*
Manitoba No. 3.
t
Zuid-Russische,

5 Maart 1930

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

231

De Afleveringen in Februari waren:

1930

1929

1928
balen

balen

balen

in Europa …………973.000

864.000

962.000

Ver.Statenv.Amerjka 1.021.000

906.000 1.004.000

Totaal….

1.994.000

1.770.000 1.966.000

le Afleveringen iii Europa en in Amerika tezamen ge-
durende de eerste twee maanden van het jaar waren
3.874.000 balen tegen 3.728.000 balen in 1929 en 3.984.000 balen in 1928.
Vanaf 1 Juli tot 1 Maart varen de Aanvoeren in Europa
en in Amerika tezamen 13.901.000 balen tegen 13.472.000
balen in 1928f29 en 15.026.000 balen in 1927/’28, terwijl
dle Afleveringen bedroegen 14.503.000 balen tegen 13.929.000
balen in 1928f’29 en 14.985.000 balen in 1927)’28.
De zichtbare voorraad VaS op 1. Maart in Europa
1431.000 balen tegen 1.532.000 balen op 1 Februari. In
Amerika bedroeg hij 852.000 balen tegen 670.000 balen op
1. Februari. In Europa en in Amerika tezamen was cle zicht-
bare voorraad dus op 1. dezer 2.283.000 balen tegen
2.202.000 halen op 1 Februari. Hij bedroeg op 1 Maart
1929 – 2.592.000 balen en
0
1) t Maart 1928 – 2.591.000
balen.
De zichtbare vereIdvoorraad was op t dezer 5.326.000
balen tegen 5.110.000 balen op t Februari en 4.997.000
balen verleden jaar (in deze cijfers zijn niet begrepen (Ie
voorraden in het binnenland van ]lrazilië, waarvan het
cijfer van 1 Maart nog niet bekend is, doch die op 1 Fe-
bruari bedroegen 21.1.12.000 balen en op 1 Maart 1929 –
11.970.000 balen. Rotterdam, 4Maart1930.

Statistiek der firma G. Duuring & Zoon.

Zichtbare voorraad op 1 Februari in duizenden balen.

1930
1929
1928 1927 1926
Voorraad in Europa..
1.532
1.792 1.710
1.457
1.402
Stoomend fBrazilië …
577
464
539
575
534
n. Europa kOost

Indië.
28
58
48
50
38

2.137 2.314
2.297
2.082 1.974
Voorraad Ver. Staten
670
733 782
1.014
685

Stoomend )Brazilië …
666
545 608
485
544
naar

Oost-Indië
4 19


Voorr. in Pernambuco

3

15


Bahia

24

37

69

20

23
Victoria

131

65

122

38

RiodeJaneiro 324

304

342

282

330

Santos …..943

942

879

913

1.246

Paranagua – 208

42

Totaal ……*5.110 ‘5.016 ‘5.099 ‘4.834 ‘4.802
Op 1
Januari …… 5.094 ‘5.172 ‘5268 ‘4.911 ‘5.164

1929

1928

1927 1926

192.5
Op 1 Juli ………..’5.338 ‘5.729 ‘4.720 ‘4.571 ‘5.085

‘Niet inbegrepen de binneni, voorraden in Brazilië.

De binnenlandsche voorraden te
Santos
Rio de Janeiro
Juli
1925

1.786.000 balen
Januari
1926

4.383.000
Februari
1926

4.329.000
Juli
1926

2.833.000
Januari
1927

5.990.000
Februari
1927

5.344.000
Juli
1927

3.312.000
Januari
1928 13.120.000
Februari
1928 13.354.000
Juli
1928 11.672.000
1.180.000 balen
Januari
1929 12.966.000
585.000
Februari
1929 12.279.000
532.000
Juli
1929

8.785.000
136 000
Januari
1930 18.357.000
1.612.000

,

(Mededeeling van de Vereeniging voor den Goederenhandel
te Rotterdam.)

Noteeringen en voorraden in Brazilië.

Data
te Rio
te San tos
1
Wisselkoers
1

te Rio
1

Londen
1
Voorraad
1 Prijs
Voorraad
1

Prijs
(In Balen)
No.
71)

(In Balen)
1
No. 4
1
)J

3 Mrt.

1930
1

333.000
(16.000
1.002.000
1
21.000
5
820
1
5
,
2

24 Febr. 1930
J

322.000
16.200
1.108.000
1
21.000
5820!
17

,,

1930
289.000
i
16.125
1.003.000
1
21.000
:513
52721
3 Mrt.

1929
1
213.000
29.275
1.027.000 33.500
54521
1612
ver.naten;

II

3.477

3.611

3.687

3.581

3.203
1

0)
In Reis.

‘AN GROOTHANDELSPRIJZEN
1
)

TIN
Iocogriizen
Lon en per
Eng, ton

KATOEN
for Middling
locoprijzen
New .ork
per Ib.

WOL
gékamde
Australische,
Merino, 64’s Av.
loco Bradford
per lb.

WOL
gekamde
Australische,
CrossbredColo-
nial Carded,
508 Av. loco
Bradford per Ib.

RUBBER4)
Standaard
Ribbed Smoked
Sheets

.
loco Londen per Ib.

SUIKER
Witte kristal- suiker loco
R’dam/A’dam.
per 100 K.O.

KOFFIE
Robusta
Locoprijzen
Rotterdam
per
1
/
K.O.

THEE
AfI. N.-I. theev.
A’dam gem. pr
.
Java- en Suma-
trathee p.’/KO.

Indexcijfer
v(h. Centr. B.
v. d. Stat.,
herleld
van 1913= 100
tot 1925=100

Indexcijfer
van The
Economist,
herleid
1927
=
100
tot 1925=100

£
010
8
cts.
0
10
pence.
0
10
pence
0J
Sh.
0
10
f1.
01g
cts.
0
10
cts.
°h
261.171-
100,0
23,25
100,0
55,00
100,0
29,50
100,0
2111,625 100,0 18,75
100,0
61,375
100,0
84,5
100,0 100,0
100,0
290.1716
111,1
17.55
75.5 47,25 85,9
24,75 83,9
21-
67,4
17,50
93,3
55,375 90,2
94,25
111,5
93,2
92,9
290.41-
110,8
17,50
75,3 48,50
88,2
26,50 89,8
116,375
51,6
19,125
I0′,O
46,875
76,4
82,75 97,9
95,4
89,5
309.816
118,2
14,15
60,6
46,25
84,1
26,00
88,1
1(7,125
53,7
21,125
112,7
48,75
79,4
71,25
84,3 94,2
89,9
312.15/-
119,4
14,25
61,3
47,75
86,8
26,50
89,8
118,25
56,8
20,62
110,0
48
78,2
70
82,8 92,9
89,2
304.1/-
116,1
14,75
63,4
47,50
86,4
26,25
89,0
117,875

.
55,8
20,25
108,0
48
78,2
72,25
85,5 92,3
88,7
295.121-
112,9
16,15
69,5
47,00 85,5 26,00
88,1
117,75
55,4
20,25
108,0
47
76,6
86,5
102,4
93,5
90,4
296.916
113,2
16,85 72,7
47,25
85,9 26,00
88,1
116
50,5
18,37
6

98,0
47
76,6
81,25
96,2
96,1
89,6
289.1516
110,7
17,90
77,0
48,50
88,2
26,50
89$
114,75
47,0
18,62
6

99,3
47
76,6
84
99,4
97,4
92,2
292.-/6
111,5 19,70
84,7
48,50 88,2 26,50
89,8
115,25
40,8
18,50
98,7 45,375 73,9


96,1
90,2
287.1216
109,8
22,05
94,4
50,00 90,9 26,50
89,8
1(4,25
45,6
17,87
6

95,3
44,25
72,1
94,5
111,8
96,8
89,1
264.2/6
100,9
20,65 88,8
50,25
91,4
26,75
90,7
1/4,375
46,0
16,87
5

90,0
45,25
73,7
93
110,1
96,8
88,6
264.416
100,9
20,25
87.1
52,25
95,0 28,50 96,6
116,5
51,9
17,25
92,0 46
74,9
96
113,6
97,4
88,9
266.1316
101,8
19,70
84,7
51,50 93,6 28,75 97,3
117,75
55,4
17,875
95,3
46
74,9
89,25
105,6
97,4
88,2
255.1/-
97,4
19,25
82,8
53,00 96,4 29,75
100,8
1/7,25
54,0
17,375
92,7
46
74,9
84,5
100,0
98,7
87,9
233.1016
89,2
18,35
78,9
54,75
99,5 31,75
107,6
113,75
44,2
16,75
89,3
46
74,9 79,5
94,1
96,8
87,9
233.1716
89,3
19,35
83,2
55,00
100,0
33,25
112,5
110,75
35,8
16,875
90,0
47
76,6
79
93,5
98,1
89,2 234.61- 89,5
20,65
88,8
54,50
99,1
33,00
111,9
-19,375
26,3
16,875
90,0
47
76,6
74,25
87,9 98,7
90,5
230.131-
88,1
21,55
92,7 54,25
98,6
32,25
109,3
-/9
25,3
16,62
5

88,7
48,25
78,6
78,25
92,6
98,1
91,2
218.816
83,4
21,35
91,8
55,50
100,9
31,75
107,6
-/9,25
26,0
15,75
84,0 49 79,8
73,25
86,7
98,7
89,8 211.191-
80,9
21,75
93,5
53,00 96,4 31,25
105,9
-/925
26,0
15,50
82,7 49,875
81,3
71,25
84,3
95,5
88,2
211.181-
80,9
19,30
83,0
51,75
94,1
30,00
101,7
-1925
26,0
16,00
85.3
51,875
84,5
67,75
80,1
92,9
86,6
214.716
81,9
18,55
79,8
47,00 85,5 29,00
98,3
-/8,5
23,9
15,87
5

84,7
52,75
86,0
70,25
83,1
93,5
85,4
221.191-
84,8
19,45
83,7
46,25
84,1
27,25
92,4
-18,8
24,7
14,625
78,0
53
86,4
73
86,4
94,2
8h,1
232.10/6
88,8
19,90
85,6
4.7,25
85,9
27,50
93,2
-18,625
24,2
14,00
74,7
53
86,4
75,75 89,6
95.5
85,1
228.8/-
87,2
20,45
88,0
425
84,1
28,00 94,9
-j8,5
23,9
13,925
74,3
51,75
84,3
76,5
90,5
95,5
84,8
222.7(6
84,9
20,20
86,9
46,75
850
28,75 97,3
-/9,875
27,9
13,775
73,5 53,125 86,6
77,25 91,4
94,2
84,6
222.11/-
85,0
20,10
86,5
44;2
80,5 27,75
94,1
1/-
33,7
13,375
71,3 54
88,0 74,25 87,9 94,2
85,4
221.0/6
84,4
21,25
91,4
44,00 80,0 27,50
93,2
1/0,125
34,0
13,50
72,0
54
88,0
72,75
86,1
94,8
85,8
207.516
79,2
20,45 88,0 43,25
78,6
27,25
92,4
-110,5
29,5
3,375
71,3
54
88,0 74,25 87,9 92,9
83,9
197.516
75,3
19,40
83,4
41,50
75,5
26,25
89,0
-/10,875
30,5
12,25
65,3
54
88,0 73,50 87,0 91,6
81,7
200.51-
76,5
18,75
80,6 40,00
72,7
25,75
87,3
-110,625
29,8
12,00
64,0
54
88,0 69,50 82,2 91,0 81,9
209.516 79,9
18,65
80,2 38,75
70,5
24,75
83,9
-111
30,9
13,425
71,6
54 88,0
68,50
81,1
91,0
83,7
210.111- 80,4
18,60
80,0 37,00
67,3 24,00 81,4
-110,5
29,5
13,00
69,3
53,50
87,2 64
75,6
91,6 83,6
205.516
78,4
18,90
81,3
34,25,
62,3
23,75
80,5
-110.125
28,4
13,475
71,9 51,75 84,3
64
75,6
91,0 82,0
188.916
72,0
18,45
79,4 32,50
59,1
22,50 76,3
-/9,625
27,0
13,30
70,9
48,50
79,0
66
78,1
90,3
80,5. 182-16
69,5
17,50
75,3
34,25
62,3
23,00
78,0
-18,125
22,8
12.50
66,7 41,75
68,0
66,50
78,7
88,4
78,8
178.1816
68,3
17,25
74,2
31,25
56,8
21,25.
72,0
-18
22,5
12,075
64,4
36,75
59,9
60,75 71,8
87,1
78,8
174.131-
66,7
17,15
73,8
29,50
53,6
19,25
65,3
-/7,375
20,7
11,675
62,3
35 57,0
60,50
71,6
84,5
76,9 174.41-
66,5
15,45
66,4 28,75
52,3
17,75
60,2
-18
22,5
11,40
60,8
35
57,0
58,25
68,9
167.151-
64,1
-17,75
21,8
10,50
56,0
35
57,0
le huidige
officteele
nnteeringswi
1
ze
Uan. 1928);
vanaf
16Dec.1929
7415
K.Q. Hongaarsche.
5)
= Maltine
vôor
de invoerine
van
de
hu!di
offi
nnfprinu,i.
(l,,n

IOt05
)
Jaar-
CII
maaiugemiuueiuen argeronu
op ‘is
pence.


11

232

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

5 Maârt 1930

Ontvangsten uit het binnenland van Brazilië in Balen.

te Rio te Santos
Data
Afgeloopen
Sedert
loopen
Sedert
week
1Juli
week
1Juli

1
Maart

1930..
58.000
1!2.101.0001

176.000
1
6.625.000
1 Maart

1929..
66.000 1.797.000
231.000 5.882.000

THEE.
Op cle theemarkt in de afgeloopeu week lieescbte een
levendiger stemming, waarvan voornamelijk de Java-, Su-
matra- en Ceylon-theeën profiteerden. Wel bestond er voor
de BTitsch-Indische soorten meer belangstelling, doch het
prijsverloop bleef eenigszins onregelmatig, doch over het
geheel genomen vrijwel gelijk.
Daarentegen konden gebroken sorteeringen Java-Suma-
trathee, alsook de betere soorten 3-5 ets. in prijs verbe-
teren, hetgeen eveneens op de Ceylonthee van toepassing is.
De uitvoer van Nederlaiidsch-Indische thee uit Neder-
landsch entrepôt naar het buitenland bedroeg volgens ge-
gevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek gecluren-
de Januari slechts 292.000 KG. netto tegenover 638.000 KO.
in Januari 1929.
De thee-uitvoer van Formosa bedroeg volgens telegra-
fisch bericht aan cle Vereeniging voor de Thee-Cultuur in
Nederlanclsch-Indië gedurende het jaar 1929 in totaal
8.386.000 KG. tegenover 8.890.000 KG. in 1928.
Het secretariaat van dezelfde vereeniging maakte be.
kenci, dat cle uitvoer van zwarte thee tut Ceylon over
Januari 21.298.000 lbs. heeft bedragen (v. j. 20.105.000).
De belangwekkendste staat, door gemelde vercenigil:Ig ge-
ub1iceerd, is die betreffende den uitvoer uit alle productie.
laüdén dér wereld, uitgezonderd China: Uit deze statistiek
blijkt, dat de gezamenlijke uitvoer hiervan gedurende het
jaar 1929 heeft bedragen 385.462.000 KG. tegenover
307.123.000 KG. gedurende het jaar 1928. Tot die vermeer-
(lering droegen iii hoofdzaak bij Britsch-Indië, Ceylon en
Nederl.-Indië met rcsp.: 9, 6
1
/
2
en 3% millioen NO. of resp. 5.3 pCt., 6 pCt. en 5.4 pOt.

COPRA.
1)e markt was gedurende de afgeloopen week zeer flauw gestemd. De groote margarinèfabrikanten trokken zich aan: vankelijk geheel uit de markt terug, en kwamen pas op veel
lager niveau weer in de markt. Indië volgde de daling
01)
den voet en offreerde dagelijks tamelijk groote quantiteitcri.
Marseille was eveneens zeer flauw.
De slotnoteeringen zijn:
Nederl..Indische fms., alle termijnen,
f
25%; Nederl.-
Indische Mixed, alle termijnen,
f
24.

VRACHTENMARKT.
Graan van Noord-A.neerika..
Door een verlaging der f.o.b..
prijzen kwamen in de afgeloopen week meer zaken tot
stand en konden bevraehters zonder moeite vroege tonnage
tegen zeer lage vrachten verkrijgen. Van New-York zij
Ii
twee prompte booten opgenomen naar Antwerpen en/of
Rotterdam tegen de basis-vracht van $ 0.07% én haven
naar de Middellandsche Zee wordt ccii afsluiting gemeld
tegen $ 0.11% voor Februari/Maart, ofschoon voor dezelf-
de positie reeds een boot tegen $ 0.11, niet de optie Balti-
more laden, verkregen werd. Aan het einde der week waren
bevrachters terughoudend, maar men verwacht, dat ver-
dere orders op basis van deze afsluitingen aan de markt
zullen komen.
Van
,St.-John, N.B.
bleef de vraag naar scheepsruimte
naar de Middellandsche Zee zeer gering. Nadat een Fe-
bruarijMaart boot op basis van $ 0.11%: afgesloten was,
werd een boot in dezelfde positie verkregen tegen % cent
minder. Het laatstgenoemde cijfer is als de hoogste vracht
‘oor verdere afsluitingen te beschouwen.
Van de
Gulf
is niets te doen. Van Montreal willen be-
paalde reeders thans $ 0.10% naar Antwerpen of Rotter-
dam accepteeren.
Noord-Pacific.
De vraag naar graan-booten was slechts
matig. Doordat het aanbod van scheepsruimte ook tamelijk
schaarsch was, werd een 8500 tonner in het begin der afge-
loopen week van Vaucouver naar Griekenland tegen 20/6 per einde Februari/begin Maartbevracht, gevolgd door de
afsluiting van een 6800 tonner per tweede helft Maart,
eveneens naar Griekenland tegen 2113. Op laatstgenoemde
basis kunnen verdere booten naar Griekenland geplaatst
worden. Buitendien is er een order van ca. 7000 ton per
einde April aan de markt naar Lissabon, waarvoor waar-
schijnlijk 20/- te maken is.
La Plata.
De vorige week verliep zeer rustig. Van eenige
opleving is geen sprake., integendeel, voor vroege termijnen
was de toestand nog slechter. Een 6600 tonner werd vn

de Bovenrivier naar• Antwerpen tegen 016 afgesloten, ter-
vijl een 8000 tonner te Rosario voor Antwerpen in lading
werd gelegd tegen 81-, tegen welk cijfer reeds 6000 ton ge-
boekt werd. Van Bahia ]3lanca accepteerden groote booten
016 naar Antwerpen of Rotterdam, 101- naar Antwerpen/
Hamburg Range met de optie Londen tegen 111-. Voor
Mei-laden is van de J3ovenrivier naar U.T.. fContinent tegen
1413 gesloten. ])it zou herhaald kunnen worden, ofschoon
bovrachters niet al te veel belangstelling toonen om reeds
nu voor genoemde positie te sluiten.
Suiker van West-!ndië.
De toestand w’as vrijwel onge-
wijzigd. Feit 2900 tonner werd per begin Maart tegen
14110%, vat San Domingo naar U.K./Continent bevracht,
alsmede een 3500 tonner per begin April tegen 11416 in
dezelfde richting. Tegen laatstgenoemd cijfer zouden ver-
dere bootcn per Maart en April geplaatst kunnen worden.
Van Ouba werd een boot van 6000 ton, 5 pCt., per 5/20
April naar UK/Continent tegen 1413, met de optie San
])omingo laden tegen 1.31’6, afgesloten.
Salpeter van Chili.
De Cluli-hevrachters zijn vooralsnog
zeer terughoudend. Slechts eenige kleinere partijen voor
Maart lijnruimte werden tegen 13/3 tot 1316 minus com-
missie geboekt naar een volle Range van Continentale
havens, inclusief Londen. Op deze basis zouden nog een
of twee partijen verkregen kunnen worden.
Wat volle ladingen betreft, is er slechts een Maart order
van ca. 7000 ton naar Alexandrië tegen 201-. Booten in
deze positie zijn echter schaarseli en voor een passend schip
zullen bevrachtcrs ongetwijfeld een iets hooger cijf6r in
overweging nemen.
Burntah. Dc
yraag naar rijst-booten was zeer gering.
In het begin der vorige week werd – èen 7500 tonner naar
Antwerpen/Hamburg Range tegen 1716 bevracht, optie
Gdynia tegen 1816 voor April laden. Thans is er een defi-
nitieve order per April voor een boot tot 8000 ton naar
Holland direct tegen 171-. Hiervoor werden onmiddellijk verschillende booten tegen 1716 aangeboden, zoodat ver-
wacht wordt, dat de order spoedig tegen een lager cijfer
uit dc markt zou worden genomen. Van Rangoon w’erd
een Maart lading naar Shanghai tegen 131- gesloten. Dit
kan voor April laden herhaald worden.
Donau en Z’warte Zee.
Van den Donau was slechts wei-
nig te doen. Er vond slechts een afsluiting plaats en deze
hetreft een 5800 tonner naar Antwerpen of Rotterdam
tegen 1319, optie Antwerpen/Hamburg Range tegen 1413
voor begin Maart laden. Voor April laden zouden han-
dige booten naar Antwerpen/Hamburg Range tegen 151-
geplaatst kunnen worden. Van de Zwarte Zee worden geen
afsluitingen gemeld.
Middelland.sche Zee.
Van eenige verbetering is geen
sprake. De vraag naar ertsladingen is niet toegenomen,
aangezien in het bijzonder de Duitsche koopers momenteel
geen kooplust toonen. Het aanbod van lading is derhalve slechts zeer gering. Afgesloten werd o.m. Hornillo Baai!
Middlesbrougli 6/10
-Ç,
MelillaflJmuiden 51-, Bona/Middles-
brough 616, Algiers/Rotterdam 416, optie Emden 419, Huel-
va/Rouaan 613.
De vraag naar phosphaat booten was iets beter. Van 5f ax
werd tegen 6/- naar Bordeaux, 916 naar Cork en van Tunis
naar Rotterdam tegen 619 bevracht.
Noord.-Spanje.
In deze afdeeling bleef cle stemming zeer
flauw. Er kwamen slechts twee afsluitingen tot stand, bei-
den van Bilbao naar Rotterdam tegen 419 en Cardiff
tegen 5/6.
Kolen van U.K.
Ofschoon de uitgaande vrachten niet
verbeterd zijn, is de toon ongetwijfeld iets vaster. De vraag
is tot nu toe echter nog niet verbeterd, maar de geringste
toename in de vraag zou bij den huidigen toestand een
onmiddellijke stijging der vraeliten tengevolge hebben. Naar
Zuid-Amerika bleven de vrachten vrijwel gehandhaafd. Van
Wales werd om. bevracht:
Antwerpen 31-, Lissabon 619, Genua 713, Pii-aetts 81-,
Alexandlrië 719, Las Palmas 71-, Rio 14/9, Monte Video 171-,
Fray Bentos 181- en van de Oostkust: Copenhagen 419,
Gotheoburg 513, Rotterdam
314%,
Genua 619, Haiîfa 819.
Adelaide 27/., Melbourne 2613, Monte Video 17/3.

RIJNVAART.
Week
van 23 Februari
tim.
1 Maart 1930.
De aanvoeren van zeezijde ondergingen geen wijziging. De
ruimte bleef bij matige vraag voldoende beschikbaar. De ertsvracht bleef onveranderd genoteerd op
f
0.35—f 0.45
per last met resp. 3 en 6 losdagea. Naar Mannhcim bedroeg
de vracht voor ruwe producten ca.
f
1.— ad
f
1.10 per ton.
De daghuur varieerde tusschen 1% en 2 ets, per ton, afle-
vering losplaats.– De stemming bleef lusteloos. Het sleeploon
verdgenoteêrd volgens het 25 ets. tarief.

Auteur