8 JANUARI 1930
AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN.
Economïsch~Statistischë
Benchten
ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER
ORGAAN VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR
DE RIJNVAART
UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN
15EJAARGANG
WOENSDAG 8JANUARI 1930
No. 732
INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN.
Algemeen Secretaris: Prof. Mr. Dr.
G.
M. Verrijn Stuart
EÜONOMISCH-STATISTISCHE BERICIITEiV.
COMMISSIE VAN ADVIES:
Prof. Mr. D. van Blom; J. van Hasselt; Jhr. Mr. L. H. van
Lennep; Mr. K. P. van der Mandele; Prof. Dr. N. J.
Polak; Mr. Dr. L. F. II. Regout; Dr. E. van Welderen
Baron Rengers; Prof. Mr. E. R. Ribbius,Jan Schil.thuis;
Mr. Q. J. Terpstra; Prof. Mr. F. cle Vries.
Gedelegeerd lid: Prof. Mr. Dr.
G.
M. Verrijn Stuart.
Assistent.Redacteur: E. M. E. A. van der Valk.
Secretariaat: Pieter de Hooehweg 122, Rotterdam.
Telefoon Nr. 35000. Postrekening 8408.
tlbonnementsprijs voor het weekblad franco p. p. in
Nederland f 20,—. Buitenland en Koloniën f 23,— per
jaar. Losse nummers 50 cents. Leden en donateurs van het
Instituut ontvangen het weekblad gratis.
De verdere pablicaties van het Instituut attgaande ont-
vangen de abonné’s. leden en donateurs kosteloos, voor zoo-
ver daaronttrent niet anders wordt beslist.
Aangeteekende stukken: Bijkantoor Ruigeplaatweg.
Advertenties f 0,50 per regel. Plaatsing bij abonnement
volgens tarief. Administratie van abonnementen en adver-
tenties: Nijgh d van Ditmar’s Uitgevers-Maatschappij, Rot-
terdam, Amsterdam, ‘s-Grauenhage. Postchèque- en giro-
rekening No. 6729.
7 JANUARI 1930.
De vraag naar geld op den laatsten dag van het
oudejaar is ditmaal buitengewoon groot geweest;
maar direct na de jaarswisseling trad weder een snelle
ontspanning in. Vooral voor wissels ontstond direct
veel belangstelling, zoodat de rente weder even snel
terugliep als zij in de voorafgaande dagen was ge-
stegen. Na 4 pOt. voor geld per den ultimo werd
aan het einde der week weder voor 33-6 pOt. verhan-
deld, terwijl gisteren reeds voor 3% pOt. werd afge-
daan. Ook de prolongatierente liep snel terug. Per
ultimo December werd 5 pOt. genoteerd en Zaterdag
was de rente tot 3% pOt. gedaald. Alleen cailgeld bleef
gezocht; meestal werd omstreeks 436 pOt. betaald.
* *
*
Op den weekstaat van De Nederlandsche Bank
geeft de post binnenlandsche wissels een stijging van
j 2 millioen te zien. De beleeningen blijken met
f
16.8
millioen te zijn teruggegaan. l)e goudvoorraad dcr
Bank bleef vrijwel onveranderd. De zilvervoorraad
daalde met een kleine
f
250.000. De post papier op
het buitenland vertoont een teruggang van
f
600.000,
terwijl de diverse rekeningen op de actiefzijde der
balans een
stijging
van een goede
f
200.000 te aan-
schouwen geven.
De biljettencirculatie verminderde met
f
5.6 mil-
lioen. Het tegoed van het Rijk nam met
f
12 millioen
af. De rekening-courant-saldi van anderen klommen
met
f
2.2 millioen. Het beschikbaar metaalsaldo be-
draagt
f
6.1 millioen meer dan verleden week. Het
dekkingspercentage is ruim 54.
De wisselkoersen waren deze week over de geheele
linie flauwer niettegenstaande de geldmarkt eerder
iets gemakkelijker leek. De hoofdoorzaak was wel het
aantrekken van den Dollar tegenover het Pond, die
van 4.88 op 4.8135 kwam. Daar de Dollar hier te lande
slechts weinig veranderde (2.4190-2.4782–2.4791), moest het Pond hier naar beneden. Van 12.09% liep
de koers op 12.08
3
/4
terug. Het flauwe Pond heeft van-
zelf de overige koersen mede naar beneden getrokken.
Zeer flauw bleef ook de Mark; deze daalde van 59.23
op 59.16. Er schijnt in Duitschland in vele kringen
weder een vrees voor de eigen valuta te bestaan. De
laatste tijden worden weder geregeld gelden naar hier
overgebracht of in andere goud-valuta’s omgewisseld.
De Dollarkoers in Berlijn liep op tot 4.1905, slot
4.1895; de Pondenkoers steeg tot 20.43% om op 20.42%
te sluiten. Parijs wat lager 9.76%-9.75, doordat de Pondenkoers in Frankrijk wat aantrok 123.95; ook
daar het slot flauwer 123.91. Zeer flauw waren de
Belga’s, die van 34.70 op 34.61 terugliepen; Ponden
in Brussel waren tenslotte 34.92 biedend, waarschijn-
lijk tengevolge van de disconto-verlaging. Ook de
Zwitsersche Franc liep wat terug en kwam van 48.16
op 48.09. De Lire kon zich rond de 12.91 handhaven.
Praag flauwer: 1.3334. Ook de Scandinavische koer-
sen lager: Kopenhagen 66.37%, Oslo 66.36, Stockholm
66.61. De Peseta hoogst onzeker en veel lager: 33.60-
32.75. Zloty’s 27.84. Indië hooger op
9913/•
Argen-
tinië flauwer op 10034 (tegen £ 45 % d.). De Uruguay
Peso kwam op 2.32%. Rio 2734. Canada beter op
2.4536.
Nu de jaarswisseling voorbij is, is ook de rust op
de termijnmarkt weder teruggekeerd. Maandsponden
noteerden
7/_34
c. agio, terwijl Maandsdollars 16-
18 c. agio deden. Termijnmarken waren vaster en no-
teerden op 1 maand 5-4 c. onder den kassaprjs.
LONDEN, 6 JANUARI 1930.
Tegen alle verwachtingen was de geidmarkt, hoe-
wel onder den invloed van het einde van het jaar, op 31 December veel gemakkelijker dan gewoonlijk op
dezen dag, in sommige gevallen zelfs kochten de ban-
ken wissels. Gcdurende de week was de markt vol-
doende voorzien om aan de ruime vraag te voldoen. De discontomarkt was zwakker van toon, 3-maands
wissels noteerden 4% op 31 December en op Zaterdag
411e,
in de verwachting van een mogelijk lager bank-
disconto.
Het bedrag aan de Bank van
Engeland
verschul-
digd is gemakkelijk terugbetaald en de goudpositie
is weer iets gunstiger geworden.
De prijs van zilver is gedaald tot 20
15
/1e
d. per oun-
ce. Goud is onveranderd
t
84111% d. per fyn ounce.
De buitenlandsche wisselmarkt is stil met sterling
zwak.
De prijs van 3-maands prima hankaccepten was
heden 411e—%.
Dollars 4.87/a. Guldens 12.0836.
* S
*
26
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERIÇHTEN
8 Januari 1930
INTERNATIONALE CONFERENTIE OVER DE
AFSCHAFFING VAN DE VERBODEN EN BEPERKINGEN
BIJ DEN INVOER EN DEN UITVOER.
Toen ik 26 November 1921
1)
mijn nabetrachting
schreef over de eerste internationale conferentie over
het boven dit artikel staande onderwerp, was mijn
conclusie van die eerste conferentie aldus: hoewel
dan niet alle belemmeringen zijn verdwenen, mag
worden vastgesteld, dat zij tot enge grenzen zijn
teruggebracht en kan men daarnaast nog als groote
vooruitgang boeken, dat het uitbreiden van belem-
meringen verder onmogelijk is geworden voor al die
Staten, die de Conventie teekenden. – Met deze
woorden is het beste geteekend de toestand zooals de
toenmalige delegatie van de Nederlandsche Regee-
ring (Dr. Wibaut, Minister De Graaff en onderge-
teekende) die aanvoelde na afloop van cle eerste con-
ferenti e.
Op de tweede conferentie ) is het aantal reserves
nog belangrijk uitgebreid, doch overwegende bezwaren
brachten die niet mede.
Op de derde conferentie kon van het uitbreiden van
reserves geen sprake meer wezen, want zij had zich
enkel te bemoeien met de vraag: Zijn de omstandig-heden zoo, dat aan de voorwaarde van artikel C van
de Aanvullende Overeenkomst van de Internationale
Conventie (vastgesteld in de tweede conferentie) is
voldaan? Deze voorwaarde bestond hierin, dat vSSr
30 September 1.929 de Conventie cLoor ten minste 18
Staten moest zijn bekrachtigd. Het was heel gemak-
kelijk vast te stellen, dat aan deze voorwaarde niet
was voldaan, doch nu kwam als tweede vraag: Wen-
schen de landen, die de Conventie hebben bekrach-
tigd, haar in werking te doen treden.
De conferentie was samengeroepen op 5 December
1.929 en er bestond eenige reden om aan te ncmen,
dat zij op 11 December 1929 geëindigd zou zijn, doch
met verschillende verdagingen heeft ze geduurd tot
en met Vrijdag 20 December 1929.
Het was een heel moeilijk stuk werk en als ten-
slotte hiervan nog iets is terecht gekomen, dan heb-
ben wij dit den leider der confei’entie, den heer
Go lijn,
te danken. De groote struikelbiokken waren Tsjecho-
Slowakije en Polen. Deze hadden niet geratificeerd
en nu de tweede conferentie eenmaal dc gelegenheid
had gegeven om bij de rat:ificatie door eenig land als
voorwaarde te stellen, dat ook een ander land (aan
te wijzen uit een lijstje van 10 met name genoemde
Staten) zou hebben geratificeerd, waren er velen, die
alleen dan wenschten mede te werken, wanneer Polen
en Tsjecho-Slowakije ook zouden hebben geratif i-
ceerd. – Van sommige landen kon men deze voor-
waarde begrijpen, van andere was het verband slechts
van ver te zoeken.
Met de grootst mogelijke welwillendheid verklaar-
de Polen waarom het niet had geratificeerci en voor-
loopig daarop ook geen plan had, terwijl van Tsjecho-
Slowakije nog mag worden gehoopt, dat het alsnog
v66r 31 Mei 1930 zal ratificeeren.
De eerste te overwinnen moeilijkheid was nu: wat
moet er gebeuren, als Polen en Tsjecho-Slowalcije
hij hun houding blijven volharden? Deze moeilijkheid
is aldus overwonnen: Winneer deze heide landen
op 31 Mei 1930 niet hebben geratificeerd, dan zijn de
landen, die de ratificatie door een of heide dezer lan-
den als voorwraarde bij hun eigen ratificatie hebben
gesteld, weder Vrij OP 30 Juni 1930. – Dat zijn er
9, te weten: België, Denemarken, Duitschland,.Frank-
rijk, Hongarije, Joego-Slavië, Luxemburg, Oostenrijk en Zwitserland. Hier komen nog bij Italië en Roeme-
nië, die alsnog v66r 24 December 1929 het protocol
van de laatste conferentie hebben geteekend. – Hier-
tegenover staan 6 landen, die onvoorwaardelijk heb-
ben geteelcend, te weten: Engeland (ook voor Noord-
Ierland), Japan, Nederland, Noorwegen, Portugal en
Zie
E.-S. B. van 26 Nov. en eveneens van 19 Oct. 1927.
Zie E.-S. B. van 25 Juli 1928.
INHOUD
Blz.
INTERNATIONALE CONFERENTIE OVER DE AFSChAFFING
VAN DE VERBODEN EN BEPERKINGEN BIJ DEN INVOER
EN DEN UITVOER
door
Dr. F. E. Posthtma ……..
26
Het jaarverslag van de Verzekeringskamer over 1928
door
Prof. 1)r. A. 0. Ijolwerda ………………
27
BUITENLANDSOHE MEDEWERKING:
‘n Depressie in Suid-Afrika? door
1)r. C. G. W.
S
‘churnann
………………………………
29
AANTEEKENINGEN:
Het rapport van den Commissaris van de Rijksbauk
31
Het prijsverloop van groothandelsartikelen gedu-
rende het vierde kwartaal 1929 1…………..32
De koffiemarkt in 1929 ……………………37
Indexcijfers van groothandeisprijzen …………..38
De Poolsche staatsfinanciën . ……………….40
BOEKAANKONDJOINOEN:
Literatuur over investment trusts, bespr. door
R.
M. H. A. van
der Volk ………………….
41
NIAANDOIJFERS:
Emissies in December 1929…………………..42
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN
……………… 43-48
Oeldkoersen.
Bankstaten.
Verkeerswezen. Wisselkoersen.
1
Goederenhandel.
de Vereenigde Staten van Amerika, die ook na 30
Juni 1930 zich hebben willen binden onder de voor-
waarde, dat zij elk volgend jaar tot en met 1.934 op
30 Juni hun vrijheid kunnen hernemen, zoolang niet
ten minste 18 Staten onvoorwaardelijk hebben gera-
tificeerd.
Een bijkomende moeilijkheid was op welke wijze
de eerstgenoemde 9 plus 2 Staten hun vrijheid zouden
icunnen hernemen en hoewel ondergeteekende daar-voor eendaad verlangde, ging de geheele conferentie
met het Fransche voorstel mee om deze vrijheid auto-
matisch te doen verkrijgen, namelijk door het feit
alleen, dat Tsjecho-Slowakije en Polen op 31 Mei
1930 niet zouden hebben geratificeerd. Willen dezs
landen zich na 30 Juni 1930 dan nog gebonden ach-
ten, dan moeten zij daarvan aan den Secretaris-Gene-
raal van den Volkenbond kennis geven.
De slotvraag voor den vertegenwoordiger van Ne;
derland was nu: moet Nederland het protocol van
de derde’ conferentie teekenen? – Zooals uit het
voorgaande reeds blijkt, heeft ondergeteekende die
vraag bevestigend beantwoord. Het scheen hem toe,
dat, un er nog kans bestond op het gebied der bevrij-
ding van verkeersbelemmeringen voor handel en in-
dustrie een eerste stapje te dcen, dit stapje gedaan
moest worden om niet de kans voor een tweede stap je
of stap reeds hij voorbaat buiten te sluiten.
ik maak mij niet de minste illusies over het resul-
taat van de conferentie inzake de trève douanière,
maar werd de Conventie voor de in- ‘en uitvoerhoden
op de derde conferentie begraven, dan werd elk resul-
taat van de conferentie inzake de trève douanière uit-
gesloten, al ware het alleen maar om het feit, dat deze
trève douanière de toetreding tot de conventie van
de in- en uitvoerverhoden als voorwaarde stelt.
De tweede overweging was, dat de landen door hun
verklaring inzake onvoorwaardelijke of voorwaarde-
lijke toetreding tot cle Conventie van de in- en uit-
voerverboden zoo’n beetje in volwaardige en minder
volwaardige, inclusief ouivolwaardige landen werden
gescheiden. En dan behoorde Nederland toch zeker
tot de eerste categorie. Bij deze gelegenheid moest
Nederland zeker niet terugtreden.
Een derde overweging was de vraag, in welke toe-
stand komt Nederland te verkeeren, als het na 30
Juni 1.930 nog gebonden is en zijn buurstaten,
Duitschland en België, geen afstand hebben gdaan
van de vrijheid, die zij dan kunnen krijgen. Het
schijnt mij toe, dat men wel mag aannemen, dat qnzc
vertegenwoordiger ter conferentie zich omtrent de
toestanden, die dan komen te bestaan, goed op de
hoogte heeft gesteld. Het ligt echter niet binnen het
kader van dit artikel om daarvan mededeeling te
doen.
Ik stel er veel prijs op om in dit artikel over de
8 Januari 1930
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
27
mogelijkheid van het verkrijgen van resultaat op con-
ferenties, samengeroepen door den Volkenbond, een
enkel woord te zeggen.
Tot deze conferenties worden alle bij den Volken-
bond aangesloten landen uitgenoodigd. De economi-
sche positie van ieder dezer landen is z66 verschillend of wordt door de betrokken Regeeringen z66 verschil-
lend ingezien, dat het naar mijn meening vrijwel tot de onmogelijkheden behoort om tot een resultaat te
komen, dat op voldoende hoogte staat gezien vanuit
het Nederlandsche standpunt. Bij iedere verdere con-
ferentie zal naar mijn meening Nederland moeten
overwegen of het zijn wenschen voldoende bevredigd
acht om tot de conventie toe te treden en het zal deze
wenschen hoe langer hoe zwaarder moeten maken.
Ik heb zelfs wel eens het gevoel, dat het goed zou
zijn om de andere landen maar eens te laten praten
en eerst over toetreding te beslissen, als het resul-
taat kant en klaar voor ons ligt. Behalve het bezwaar,
dat dit wat onwelwillend schijnt, is er natuurlijk ook
nog een ander bezwaar, dat men er bij zijnde althans
nog een kansje, al is het ook zeer klein, behoudt om
in zijn richting iets te bereiken. Zoolang echter ieder
land een stem heeft en men aan de conferentietafel
moet zitten met landen, die met Nederland in geen
enkel opzicht zijn te vergelijken en zoolang door de
economische belangen nog veel politieke draden wor-
den geweven, moet Nederland er steeds op voorbe-
reict zijn, dat zijn wenschen of niet of slechts voor
een heel klein deel kunnen worden bevredigd.
‘s-G-ravenhage, 31 December 1929.
PSTHUMA.
HET JAARVERSLAG VAN DE VERZEKERINGS-
KAMER ÖVER 1928.
lIet jaarverslag van de Verzekeringskarner over
1928 bevat, evenals zijn voorgangers, cen schat van
belangrijke gegevens en opmerkingen met betrekking tot het Nederlandsche Levensverzekeringsbedrijf. Bij
een bespreking van dit lezenswaardigc en goed gere-
digeerde verslag kan men wei niet anders doen, dan
enkele markante problemen naar voren brengen; vele,
niet minder belangrijke, zaken moeten7 wel onbespro-
ken blijven, wil deze bespreking niet verre de grenzen
overschrijden, die hier uiteraard in acht genomen
moeten worden.
Het in totaal hier te lande verzekerde bedrag is in
1928 gestegen van ruim drie milliard tot ruim drie en
een kwart milliard. Hierin is dan ook het z.g. Spaar-
kassenbedrijf begrepen. Laat men dit bedrijf, dat toch
als levensveizekeringsbedrjf beschouwd wel van een
zeer bijzonder karakter is, buiten beschouwing, dan
blijkt de stand van het eigenlijke levensverzekerings-
bedrijf gestegen te zijn van 2.9 milliard tot 3.1 mii-
hard. Een vooruitgang dus van 200 millioen in één
jaar tijds!
Deze vooruitgang is in overwegende hoofdzaak de
resultante van den arbeid der zuiver
Nederlandsche
maatschappijen; en de vooruitgang is in even over-
wegende hoofdzaak een vooruitgang van het bedrijf
in Nederland.
Het bedrijf van de Nederlandsche maatschappijen
in het buitenland blijft van bescheiden afmetingen.
Onder buitenland is in dit verband ook Indië te ver-
staan. Het Indische bedrijf, dat van de Ned.-Indische
ondernemingen medegerekend, steeg van 304 millioen
op ulto. 1927 tot 319 millioen op ulto. 1928; een toe-
neming dus van 15 millioen, evenals in het vooraf-
gaande jaar. Dit deel van het bedrijf toont dus een
rustige, gelijkmatige ontwikkeling. West-Indië is voor
het Nederlandsche levensverzekeringsbedrijf vrijwel
quantité négligeable; er is daar door allen tezamen
maar 3.5 millioen verzekerd en dit bedrag liep in 1928
zelfs nog een kleinigheid achteruit.
Van het overige buitenland is voor onze maatschap-
pijen praktisch vrijwel alleen België en Frankrijk
van belang. De Belgische portefeuilles stegen vaji 23
op 30 millioeii en de Fransche van 22 op 34 millioen.
Dit is op zichzelf een bemerkenswaardige toeneming,
die men in vele jaren niet aldus heeft kunnen waar-
nemen. Is daarmede een nieuw
tijdperk
ingeluid?
Nog is dit niet te zeggen, maar het verschijnsel ver-
dient desalniettemin onze aandacht. Gezonde ter-
ritoriale expansie van ons Nederlandsche bedrijf is,
gezien van uit een nationalen gezichtshoek, in alle
opzichten een toe te juichen verschijnsel.
is er nu ook, een soortgelijke expansie van de bui-
tenlandsche maatschappijen in Nederland? Ook daar-
op geeft het verslag van de Verzekerinigskamer een
antwoord. Afgezien van de Nillmij. te Batavia, die
men in dit verband gevoegeljk als een Nederlandsche
onderneming kan beschouwen, hebben de zes buiten-
landsche maatschappijen, die in 1928 gerechtigd wa-ren, hier het bedrijf uit te oefenén, hun verzekerings-
stand van 21.4 millioen op rond 23.9 millioen kunnen
vermeerderen, een toeneming dus van slechts 2.5 mil-
lioen. Expansie van beteekenis is dit dus niet.
Vooralsnog heeft dus het buitenlandsche bedrijf
in Nederland niet veel vasten voet kunnen krijgen.
Of dit ook zoo zal blijven? Ik zou het Nederlandsche bedrijf niet aanraden, hierop al te zeer te vertrouwen.
Meerdere groote buitenlanclsche bedrijven vertoonen
de laatste jaren een beslisten expansiedrang buiten
hunne grenzen; op méér dan één balans verschijnen
posten voor vestigingskosten buiten de eigen grenzen.
Nu is er voor buitenlandsche levensverzekeraars
in ons land noch phats, noch een taak. Geen plaats,
omdat ons land zich vermoedelijk erop benoemen kau,
relatief méér ondernemingen te herbergen dan welk
ander land ook. Geen taak, omdat het Nederlandsche
bedrijf, al lijdt dit dan eenigszins aan het typisch
nationale euvel der versnippering, door en door ge-
zond is en de verzekeing tegen zéér lagen kostprijs
kan aanb:ieden, lager dan in het algemeen in het bui-
tenland mogelijk blijkt te zijn.
Het buitenland kan ons echter wel minder ge-
wenschte toestanden en zaken-methoden brengen. Ik
heb hier i.n de eerste plaats het oog op de elders bijna
overal gebruikelijke winst-voorspiegelingen, die ik
niet aarzel een rechtstreeksch euvel te noemen.
Ook in ons land komt het voor, dat de polishouder
recht heeft op het geheel of een deel van de bedrijfs-
winsten der maatschappij. Bij de onderlinge maat-
schappijen spreekt dit vanzelf, doch ook bij de andere
ondernemingen komt dit voor. Dit winstaandeel bleef
echter in ons land een zaak van weinig beteekenis.
Bij een ontvangst aan premie en koopsommen van ruim 100 millioen ‘s jaars bedraagt de totale winst,
uitgekeerd aan verzekerden, thans slechts rond 2 mii-
lioen ‘s jaars. De totale winst van het Nederlandsche bedrijf was de laatste jaren rond 16 millioen ‘s jaars,
zoodat ook aldus beschouwd de 2 millioen voor de
verzekerden een matig cijfer is. Mag al de laatste
jaren door het toenemen van de hedrjfswinsten der
maatschappijen iets meer nadruk liggen op het ver-
zekeren met winst dan vroeger, de winst blijft toch
altijd een bijzaak, de verzekering zelve hoofdzaak.
Dit is in het buitenland niet het geval. Het voor-
naamste propaganda-middel van den acquisiteur is
daar het winstaand.eel. Méér dan op soliditeit, rnéér
dan zelfs op de verzekering zelf, valt de aandacht op
het toekomstige winstaandeel. Men ziet dan het merk-
waardige verschijnsel, dat de ondernemingen de pre-
miën heel hoog houden om toch maar groote winsten
aan de verzekerden te kunnen verdeelen. Erger is
echter, dat men zich onvermijdelijk laat verleiden tot
ongemotiveerde winstvoorspiegelingen.
Men komt dan tot het overal gewraakte systeem
van de z.g. netto-kostenlijstjes, dat wil zeggen, men
maakt een lijstje, waarop jaar voor jaar de te betalen
premie staat en eveneens jaar voor jaar het winst-
aandeel, dat men hoopt te zullen uitkeeren. Het ver-
schil is de netto-kostprijs van de verzekering. Wi.e de
laagste netto-kostprijs kan voorrekenen geldt voor cle
meest aantrekkelijke maatschappij.
28
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICIITEN
8 Januari 1930
De laagste kostprijs heeft hij, clie het handigst de
cijfers kan groepeeren; dit zou desnoods door den
beugel kunnen. Maar de laagste kostprijs heeft ook
hij, die het meest durft beloven. Immers, toekomstige
winsten zijn hoogstens beloften, voorspiegelingen,
nooit garanties. En met beloften kan men royaal zijn!
V66r omstreeks 1900 waren het de Amerikaansche
maatschappijen, die ons land met dergelijke beloften
overstroomden, daarna tot aan den oorlog waren het
de Duitsche maatschappijen, die eehzelf de taktiek
volgdeh. Bij beide is dit op groote teleurstelling uit-
geloopen, zoowel in ons land als in het eigen land.
Het is zooveel gemakkelijker te beloven dan beloften
na te komen!
Bedrijven, die echter eenmaal in deze sfeer zijn
opgegroeid en waar de heele organisatie daarop is
ingesteld, blijken zich aan dit vertroebelende element
niet meer te kunnen ontworstelen. Dat men het oolc
zelf elders een euvel acht, is duidelijk; in Duitsch-
land bijvoorbeeld heeft men wel getracht, door wet-telijke voorschriften het lichtzinnige beloven paal en
perk te stellen, geholpen heeft het nooit. Op het in
1930 te houden internationaal levensverzekerings-
congres in Stockholm is het eerste thema voor de dis-
cussies: de puzzle van de winst en haar verdeeling.
Het Nederlandsche bedrijf is in dit opzicht veel
gezonder dan het buitenlandsche. Dit is één van de
redenen, die ons moeten doen wenschen, het buiten-
landsche bedrijf buiten onze grenzen te houden. Men
kan ons niets leeren, maar men kan hier wel veel
bederven.
Ook het verslag van de Verzekeringskamer roert
deze winst-kwestie even aan. Hoewel zij zich hier heel
voorzichtig uit, acht ik toch haar opmerkingen in
haar algemeene strekking niet erg gelukkig. Ook in
.
ons land wordt wel, maar dat toch in overwegende
hoofdzaak door personen, die buiten het bedrijf staan,
erover gesproken, dat de huidige, inderdaad niet ou-
beteekende winsten, toch eigenlijk meer aan de verze-
kerden moesten toevloeien dan tot nu toe geschiedt.
Dit ware een redelijke vraag, als inderdaad deze win-
sten overwegend aan anderen ten goede kwamen.
Maar zoolang aan dividenden en tantièmes niet veel
meer wegvloeit dan circa 3 van de 16 millioen winst
en het dividend in de meeste gevallen niet zoo heel
veel uitgaat boven een redelijke belooning voor de
waarborg, die ht aandeelenkapitaal (in totaal 32
millioen) den verzekerden biedt, is deze vraag ecn
onredelijke. Zij, die zoo vragen, zeggen eigenlijk, dat
het bedrijf zich onder de huidige gunstige conjunc-
tuur onredelijk versterkt. Inderdaad, het bedrijf ver-
sterkt zich, maar geenszins onredelijk. Men heeft nu
bij een totale premiereserve van rond 626 millioen
bijna 62 millioen reserven. Men kan dat voldoende
achten, en het is zeker een feit, dat momenteel het
bedrijf tegen duchtige tegenvallers gewapend is. Maar
één tegenvaller kan vele millioenen verslinden. Stel
bijvoorbeld, dat binnen afzienbaren tijd het noodig
bleek, om de technische reserven, die nu als regel op
.4 pOt. basis staan, wegens verdere langzame voort-
schrjding van de dalig van den rentevoet op een
3Y2 pOt. basis om te rekenen, dan zou er een héél
leeljke hap uit die vrije reserve genomen moeten
worden.
Maar ook zelfs afgezien van dergelijke onbekende
toekomstige tegenvallers: als het bedrijf blijft groeien
als tot nu toe — en daarop wijst voorloopig alles —,
dan zal de gestegen omvang van het bedrijf reserven
van dezen omvang tegenover de zoöveel grootere ver-
plichtingen en de zooveel grootere belegde kapitalen
absoluut noodig doen zijn, opdat het bedrijf haar
financieele standing van vandaag zal kunien blijven
handhaven, voorui ook, omdat met het toenemen van
de winsten het premie-niveau is gedaald. Tegenover
dit alles overwegende belang had de Verzelcerings-
kamer zelfs niet mogen zinspelen op de mogelijkheid
van een andere politiek, waarbij grootere bedragen
tot uitkeering zouden komen. Enkele Engelsche maat-
schappijen zijn inderdaad dezen weg opgegaan, maar,
het is hierboven reeds gezegd, in Engeland heerschen
zéé geheel andere bedrijfstoestanden, dat een ver-
melding hiervan in het verslag onzer Verzekerings-
kamer, en zulks nog wel
ih
termen, die den indruk
wekken, alsof men dit min of meer een navolgens-
waardig voorbeeld acht, niet op haar plaats is. De
Verzekeringskamer verlaat hier het zuiver feitelijke
en zakelijke gebied, des te gevaarlijker omdat de ver-
antwoordelijkheid voor een goede
bedrijfsvoering
niet
hij de Verzekeringskamer ligt, maar bij de bestuur-
ders der waatschappijen.
Studie van wat in het buitenland gebeurt, is in
vele gevallen leerzaam, onidat men kan zien, wat men
niet
moet doen, maar er zijn toch ongetwijfeld ook
vele navolgenswaardige voorbeelden. Hierboven noem-
de ik reeds de grootere versnippering in ons land, ter-
wijl men elders veel meer concentratie ziet. Hoe groot
d.ie versnippering wel is, leeren de volgende cijfers.
Afgezien van de z.g. fondsen, dat zijn begrafenis-
fondsen met op een of andere wijze beperkte arbeids-
sfeer, zijn er in ons land:
36 maatschappijen met minder dan 5 millioen reserve
12 mijen. met een reserve van 5 tot 10 millioen
5
10
25
5
,,
,,
,,
,,
;,
25
50
2
50
100
1 mij.
,,
boven 100 millioen.
Daarbij komt, dat alle 6 buitenlandsche maatschap-
pijen, ook.al mogen zij in hun land groot iijn, beoor-
deeld naar hun vermogen hier te lande, onder de
kleine moesten worden gerangschikt.
Deze versplintering verschijnt door een opmerking
der Vezzekeringskamer op een andere plaats nog in
een eigenaardig licht. Wijzende op het eminente be-
lang van het beleggingsvraagstuk, in verband met rentabiliteit naast de grootst mogelijke veiligheid,
wijst zij er op hoe wenschelijk het zou zijn, als alle
maatschappijen de beschikking zouden hebben over
een volkomen deskundig financieel apparaat, dat om.
het vrloop van de rente in binnen- en buitenland
met aandacht vo1gt, een studie maakt van beleggin-
gen, die voor aankoop in aanmerking komen, enz. Dat
zonder concentratie en samenwerking dit ideaal. voor
do kleine maatschappij met te bereiken is, is weI
zonder meer duïdeljk.
Desiderata blijven er, ook in een ‘bedrijf, dat als
geheel genomen in een uiterst bevredigende positie verkeert, uiteraard altijd. Niets ware trouwens ver-
keerder dan te meenen, dat er niets meer te verbete-
ren of te veranderen valt, en dat men alleen maar
rustig op de eenmaal gebaande wegen, behoeft voort
te schrjden. Wil het levensverzekeringsbedrijf zijn
positie handhaven en verbreeden, dan zal men zich
voortdurend moeten aanpassen aan de wisselingen in
het economische gebeuren en nauwlettend de maat-
schappelijke verschijnselen moeten blijven volgen en
bestudeeren. Alles wijst erop, dat het Nederlandsche
bedrijf tegen haar sociale taak ten volle opgewassen
is, en daarvan is dit jongste verslag der Verzekerings-
kamer wel het meest sprekende bewijs.
Dit verslag levert evenzeer het bewijs, dat ook de
Vcrzekeringskamer tegen haar taak opgewassen is,
Alle partijen: het publiek, de verzekeraars en vermoe-
delijk ook wel de Kamer zelve, kunnen tevreden zijn
over den gang van zaken. Toch is er één punt, dat in dit verband te releveeren is, omdat moeilijk is aan te
nemen, dat de Verzekeringskamer hiermede accoord
is gegaan, alhoewel zij zich beperkt tot de simpele
mededeeling van het feit zelve, zonder eenig verder
commentaar. Door een wetswijziging heeft men begin
1929 het arbeidsveld van de Verzekeringskamer be-
perkt, door de z.g. bedrjfspensioenfondsen geheel
buiten haar bemoeienis te brengen. De pensioenfond-
sen aan één enkel bedrijf of combinatie van samen-
hoorige ondernemingen verbonden, vielen van ouds-
her buiten de Wet. Zulks niet omdat aan de soliditeit
8
Januari
1930
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
29
dier fondsen niet te twijfelen viel, maar, zoo kan men
gerust aannemen, omdat men wel zeker wist, dat het
met de soliditeit en de zekerheid van heel veel van
die fondsen vrij droevig gesteld was en men het Ne-
derlandsche bedrijfsleven niet plotseling den last van
een saneering dezer fondsen wilde opleggen. Deze vrij-
stellingen zijn nu door wetswijziging uitgebreid tot
de fondsen van meer algemeenen aard, die zich niet
beperken tot het personeel van één onderneming,
maar waarbij meerdere werkgevers de belangen van
hun personeel onderbrengen. Het motief in de Memo-
riev an Toelichting, dat ook de Verzekeringskamer
in haar verslag aanhaalt, was, dat bij zoodanige pen-
.sioenfondsen de zekerheid wiel zoozeer de alles over-
heerschende factor is,
Gelukkig voor onze arbeiders
oordeelen de twee ondernemingen, die, gebruik ma-
kende van deze vrijstelling, zijn opgericht, anders.
Voor zoover bekend is, en naar buiten blijkt, streven
èn het Typografenfonds èn het Fonds voor de Til-
burgsche Wollenstoffenindustrie, naar een verzeke-
ringstechnisch gezonden opzet. Maar. dan had men
zich ook rustig onder de Wet op het Levensverzeke-
ringsbedrijf kunnen scharen en het toezicht van de Verzekeringskamer kunnen aanvaarden Ware een kleinigheid daartoe gewijzigd moeten worden, het
ware begrijpelijk geweest. Een waarborgkapitaal of
waarborgreserve bijv. zouden deze fondsen, aanlea-
Tiende tegen groote en welvarende industrieën, zeker
wel uit eigen middelen geleidelijk aan bijeen hebben
kunnen sparen, zooals zij nu, als zij bij den,, verzeke-
ringstechnisch goeden opzet zullen blijven volharden,
toch ook moeten doen; en het ware wellicht niet
noodig geweest, de bedrijven te dwingen, dergelijke
bedragen alreeds bij den aanvang direct op tafel te
leggen. Hadden de nu wettelijk voorgeschreven pu-
blicaties voor deze fondsen bezwaren medegebracht:
niets ware eenvoudiger geweest dan de 3 stellen
staten van thans met een 4e stel te vermeerderen.
Door deze fondsen geheel buiten de Wet te biengen
stelt men. echter de deur onbeperkt open, ook voor
met minder zorg opgezette algemeene pensioenfonci-sen. Gezien de lichtvaardigheid, die men nog zoo vaak
tegenkomt bij het creëeren van pensioenrechten, is
dit geen bloote hersenschim. Pensioenrechten 1)ren-
gen zéér bepaalde firiancieele . verplichtingen mede,
wil de arbeider of de heambte voor zich en zijn be-
trekkingen zekerheid hebben, dat de hen gegeven
regelingen geen vodjes papier blijken te zijn, zoodra
in het bedrijf de goede gang van zaken verstoord
wordt. Voor zoover mijn ervaringen strekken, hebben
vele pensioenfondseu in ons land toezicht veel en veel
harder rioodig dan het levensverzekeri.rlgshQdrijf zelve,
do goede fondsen, zooals er gelukkig steeds meer ko-
men, niet te na gesproken. Deze greep van den wet-
gever kan daarom moeilijk een gelukkige worden ge-
nocmd. Het is slechts te hopen, dat de thans van het
toezicht vrjgestelde fondsen vrijwillig zich zooveel
mogelijk zullen aanpassen aan de eischeii van solidi-
Icit en goed beheer, welke anders door het wettelijk
toezicht aan haar zouden zijn gesteld.
Dr. A. 0. HoJvs1uA.
BUITENLANDSCHE MEDEWERKING.
‘N DEPRESSIE IN SUID-AFRIKA?
Dr. 0. G. W. Schumann te Stellenhosch schrijft ons:
Die na-oorlogse wereldkriesis het ook Suid-Afrika
ie onaangetas gelaat nie. Die depressie het egter
degs gedour tot die end van 1923. Gedurende 1924
vind ons alreeds duidelike tekens van heriewing en
voorspoed – dus meer in ooreenstemming met die verloop in die jonger lande buite Europa as in die
00
moederkontinent waar die verwarring in die ‘eko-
nomiese toestande eers langsaam mes oorwin word.
Vanaf 1.924 tot in 1929 heers daar ‘n periode van
gesonde ekononiiese ontwikkeling en selfsvan i.iit-
gesproke voorspoed.
Die volgeiide ‘syfers sal dit duidelik aantoon:
Indeks-
Banke
syfer van
Nywer- Spoor-
Suid- Voor-
groot-
heids-
weg-
AIr. skotte &
handels-
In-
Uit-
pro-
in-
Depo- Diskon-
Jaar
pryse
voer
voer
duksie komste
silos teringe
£ ‘000
£ ‘000
£ ‘000
£ ‘000
£ ‘000
£ ‘000
1914 1,090 36,392 40,223 40,435
1
) 11,573 45,397 41,303
1920 2,512 105,927 98,997 92,914 19,170 102,332 91,139
1921 1,1305 58,201 74,470 98,308 23,618 90,998 74,914
1922 1,445 51,557 65,051 79,446 20,807 83,798 65,287
1923 1,424 57,837 81,361 74,486 20,147 77,766 54,376 1924 1,448 65,895 84,332 79,789 21,595 76,864 52,730
1925 1,436 67,938 89,437 84,160 21,748 78,643 56,045
1926 1,387 73,320 86,163 91,537 24,151 94,658 69,633
1927 1,397 74,014 ‘96,459 97,879 24,093 88,622 69,133
1928 1,354 79,114 96,541 25,305 93,973 74,290
1)
ilierdie syfer het betrekking op die jaar
19 15-16,
daar geen betroubare syfers voor die tyd verkrygbaar is
nie; die volgende op die jaar
1919-20,
ens.
Ons vind dus dat na 1921 pryse ongeveer konstant
bly met seifs ‘n neiging tot daling na 1924, en dat
pryse in Suid-Afrika nie so besonder veel hoër is as
in 1914, en in Julie 1929, toe die indekssyfer 1280
was, selfs nog nie 30 pOt. hoëras in 1910, die basis-
jaar. Hierdie relatief laë indekssyfer vergeleke met
pryse in Engeland en meeste . ander lande is hoof-
saaklik toe te skrywe aan die feit dat die indekssyfei
vir Suid-Afrikaanse goedere veel laër is as vir inge-
voerde goedere. :[n J’u.lie 1929 hv. was dit vir eersge-noemde 1200 en vir laasgenoemde 1490.
Die opvallende styging in die geldwaarde van in-
voere, uitvoere, spoorweginkomste, industriële pro-
duksie ens. na 1022 verteenwoordig dus ‘n werklike
ontwikkeling en is ni.e toe te s1cry’e aan ‘n gede-
presieerde geldeenheid nie. Merkwaardig veral is die
snelle industriële opbloei i.n die laaste jare na die
terugslag wat die depressie hoofsaaklik aan die jong
oorlog-begunstigde industrieë veroorsaak het. Die
voorlopige opgawes van die 13de. industriële sensus
oor 1921-28 wys daarop dat vir sekere industrieë,
ongeveer drie-kwart van die totaal, die totale nywer-
heidsopbrengs gestyg het van £ 63,320,000 in 1926
-27 tot £ 10,836,000 in 1927-28. Van die laaste twee
jare kan self s met reg geprat wordt as ‘n ,,Gründer-
periode” met die oog ook op die groot getal maats-
kappye geregistreer; miskien die interessantste in
hierdic verband is die oprigting van verskillendc
diamantslyperyo. Die eienaardige is hier dat ons met
‘n besliste opbloeiperiode te doen het, die langstc
periode van onafgebroke voorspoed in Suid-Afrika
vir die laaste 50 jaar, terwijl pryse heeltemaal nie ge-styg het ni.e en selfs ‘n neiging tot daling vertoon.
Die vraag is nou: Kan ons ‘n voortduur van hier-die voorspoedstoestand verwag, of sal ‘n depressie hnnekort intree of is dit alreeds ingetree?
Ruimte, en ook gebrek aan alle nodige statistieke,
verhied ons om ‘n noukeurige konjunktuuranaliese te
maak. Ons sal dus slegs op enkele slrfers of faktore
wys wat hier van belang is. Interessant is egter dat
hierdie vraagstuk teeiiwoordig een van die mees he-
sproke is •i.n Suid-Afrikaanse koerante. Van Kamers
van Handel en van Nlrwerheid het teenstrydige uit-
sprake en opienies gekom. Die Eerste Minister liet
alreeds gewaarsku teen oormatige weelde met die oog
op ‘n moontlike depressie. Dit alles wys dat did ver-
troue in die ekonomiese toekoms nie meer so sterk is
lie, een van die eerste tekens en selfs oorsake van
‘n komende depressie. In Tulie het verder
‘
i interes-
sante verslag verskyn van die hand van Dr. de Kook,
lid van die Raad van handel en Nywerheid, oor
,,Besigheidskringlope of Konjunktuurskommeljnge
met besondere verwysing na die huidige tydperk van
voorspoed in die Unie”, uitgegee op gesag van die
Minister van Finansies. Na ‘n noukeurige analiese
van die vcrskillendc hepalende faktore in Suid-Afrika en van clie algemene ekononiiese toestande in Europa
en Amerika, kom. hy tot die volgende konkiusie:
,,Ten slotte, wat die volgende’ depressie betref is
daar nog niks te bespeur nie, hoewel, weens die feit
30
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
8 Januari 1930
(lat die plaaslike rekord vir onafgebroke voorspoed
reeds verslaan i.s, ‘n terugsiag in besigheidsbedrywig-
heid in die Unie van nou af verwag kan word om
op hetreklik kort kennisgewing voor die dag te kom.
Aan die ander kant is dit heeltemal moontlik dat
ontwikkelings wat nou op hande is, soos in verband
met yster en staal, mangaan, koper en olie uit steen-
kool, daartoe sal bydra om die gevolge van die vol-gende depressie teen te werk en onskadelik te maak
wanneer dit werklik kom.”
Is hierdie konklusie juis? in die konjunktuurge-
skiedenis van Suid-Afrika speel ,,eksogene” faktore
i)
‘n hesonder belangrike rol, veral droogtes, ontdekking
van minerale ens, en :De Koek is ‘olkome juis waar
hy beweer dat ander faktore die koms van die depres-
sie kan verhaas of verlangsaam of die verloop daar-
van kan wys:ig. ily is egter te optimisties waar hy heweer da.t daar nog geen tekens van ‘n volgende
depressie te bespeur was nie by Junie. Ons is egter
nou ‘u belangrike paar maande verder en kan mis-
kien met meer sekerheid die konjunktuurtoestand
beoordeel.
Soos bekend is
,,spelculasie”
en die stand van die
boumark die eerste aanduidi.ngs van ‘n komende de-
pressie. Die waarde van bouplanne goedgekeur het ‘n gedurige styging vertoon van 1924 tot 1920, om
dan vinnig te styg tot 1928. Dit daal egter van
£ 980,000 in Okt. 1928 tot £ 120,000 in April 1.929; in
Julie word weer ‘n maksimum bereik met £ 1,200,000
om daarna meteens te sak tot ongeveer £ 900,000 in
Aug. en weer te styg tot £ 980,000 in Sept. Of hierdie
laaste daling ‘n finale wending beteken kan nie gesê
word nie aangesien latere syfers nog nie verkryghaar
is iiie. Berigte omtrent die boubedrywigheid op die
oombiik laat dit egter waarskynlik lyk.
Geen volledige syfers word maandeliks gegee om-
re.nt die omset of
koerse op
die
effekebeurs
waar
trouen s ook hoofsaaklik rnynhoueffekte verhandel
word en die gegewens dus nie verteenwoordigend sal
wees van die hele nywerheidstoestand iiie. Die daling
in die iodekssyfer van die koerse van ses uitgesogte
go
11
dmvn aan dele, soos weergegee deur die maande-
likse bulletin van statistiek, sins die end van 1.921
kan alleen as ‘n geringe aanduiding dien van
moontlike verandering in algemene besigheidstoe-
stande.
Van meer waarde in Suidafrika is die syfers van
bwnicvereffenings (Bank Clearings).
Dit het rniskien
nie dieselfde betekenis as in die Verenigde State
waar die Olearings in die groot stede o.a. as ‘n indeks
van spekulasie gebruik word, omdat ons hier slegs
twee groot banke het en die vereffenings tot ‘n mi-
nimum beperk word. Tog het dit die kriesis van
1.920 trou weerspieel en sal die volgende syfers dus
van waarde wees.
Bankvereffenings in £ ‘000.
Tijd perk
. Kaapstad Johannesburg Durban
191.4
24,394
93,408
19,538
1.920
83,392
240,570
62,930
1923
52,560
1.33,616
39,160
1925
58,246
:1.00,330
44,052
1927
82,624
260,464
60,059
1928
87,000 . 227,304
62,676
Jan.-Mrt. 1.920
23,665
60,957
18,160
Apr.-Jun. 1929
21,808
54,004
13,31.0
Daar is dus ‘n besliste neiging tot ‘n daling alreeds
in 1928 maar veral in 1.929, en dit kan as ‘n taamlik
betroubare aanwysing dien dat ‘n omslag in die voor-
spoedstoestand by die end van 1.028 op hande was.
Die syfers omtrent insolvensies is ook interessant
in hierdie verband. In 1920 was dit op ‘n minimum
van 640, in 1021. styg dit tot 21.46 en daal dan tot 1872 in 1925 en 1227 in 1.926 om weer te styg tot 1309 in 1927. Die maandelikse gemiddelde vir die
1)
[D.
z.
factoren, welke niet uit den groei van het eto-
noinisch leveij zelf voortspruiten, doch daarop van buiten af iuwerken. Red.].
eerste 0 maande van 1920 was 136 terwyl dit vir 1927
slegs 109 was. Ook hierdie syfers bevestig die vorige
gevolgtrelcking.
Volledige syfers omtrent
,,produicsie”
wat toestan-
de een of twee maande tevore weergee bestaan daar
in Suid-Afrika nie. Wel word die mynbouproduksie
so aangegee maar dit is hoofsaaklik goud en diamante,
clie produksie waarvan nie in die eerste plek afhank-
lik is van konjunktuurtoestande in Suid-Afrika nie.
Die hoeveelheid steenkool verkoop isrys eg.ter nog ‘n
sterk toename gedurende 1929 tot September, wat
miskien as aanduiding kan dien daf daar nog geen
verflouing in die mynbou en nywerheidsproduksie is
nie. Soos reeds gesê, die nywerheidsproduksie het
snel toegeneem tot die jaar 1027-28 waarop die
laaste sensus betrekking het; latere syfers is nie ver-
Icrygbaar nie. Die enigste indeks wat verskaf word
is die van werkverskaffing in die nywerheid, deur
die Sensuskantoor die Inclustriele Graadmeter ge-
noem. Hier word maandeiilcs aangegee die getal ar-
beiders in die .fabrieksnywerhei.d in absolute getaile
en as ‘ii persentasie van Julie 1.925. Die getalle
h.3t
gedurig gestyg vanaf 1923 tot aan die begin van 1929.
Vanaf Feb. tot Sept. 1929 bly die verhoudingssyfer
ongeveer lconstant met ‘n ligte neiging tot stygiug,
nl. van 1.15 tot 111 in die geval van blanken en 113
tot 11.4 in die geval van naturelle. Hoewel hier dus
‘n neiging tot stahilisasie in die opgaande beweging
bespeurbaar is, het werkloosheid blykbaar nog nie .in
Suid-Afrika ingetree iiie.
Elke ekonomiese terugslag in Suid-Afrika vanaf
1860 is nog altyd voorafgegaan deur ‘n hesonder sterk
toename in die
invoer.
Ons het gesien dat dit opmerk-
lik toegeneem het vanaf 1.924 en veral van 1927 tot
1.928. Die invoer van Jan. tot Julie 1920 is
£ 48,557,000 in vergelyking met £ 44,502,000 vi.r ‘:lie-
selfde tydperk in 1928. Of ons in hierdie geval met
‘n oorinvoer te doen liet is moeilik om te sê omdat
die verandering in ander ietems van die betalings-
balans so ‘n groot invloed daarop het; dit lyk egter
waarskyrilik aangesien die uitvoer irir dieself de pe-
riodes verminder het van £ 54,383,000 tot £ 53,602,000.
Dit is dus nie onwaarskynlik dat ons hinnekort ‘n
vermindering in die invoer sal kry, of altans ‘n rein-
tiewe teruggang.
Wat betref toestande op die kredietmark het ons
gesien dat die depositos en voorskotte en diskonterin-
ge gedurig toegeneem het tot die end van 1928. Die
volgende syfers toon die toestand aan tot Junie 1020.
:Depositos
Voorskotte en
:Datit m
Diskonteri,nge
£ ‘000
31Dec. 1928 ……….03,913
74,290
31 Mrt. 1929 ……….02,297
75,009
30 Jun. 1.029 ……….93,534
18,486
Hierdie sfers liet betrekking op besigheid gedoen
in en buite die Unie; clie syfers irir die Unie alleer
vertoon ongeveer dieselfde verloop. Hieruit blyk dat
daar tot Junie nog geen inicorting van krediet was
deur die banke nie; inteendeel, die verhouding van
voorskotte en diskonteringe tot depositos het selfs
toegeneem. Ons vind egter dat waar die voorskotte
en diskonteringe
in.
die Unie van Junie tot Augustus
styg van £ 49,799,000 tot £ 51,269,000, dit hy 30 Sept.
staan op £ 50,839,000. Blykbaar het die beperking van
krediet dus reeds ingesit. Op 1.1 Aug. 1929 het die
Reserwebank ook haar diskonto opgesit van 5 pOt.
tot 6 pOt. svaarskynlik dp die voorbeeld van Londen.
Wat hetref die verloop van die rentehoogte en die
wisselkoers is die Suid-Afrikaanse syfers van bijna
geen betekenis omdat dit vir lang periodes vasgestel
word volgens ooreenkoms van die enkele groot banke.
Uit al hierdie gegewens hlyk dit dus dat die voor-
spoedsperiode aai die begin van 1929 byna afgeloop
was en dat die depressie nie meer lank kon uitbly nie.
Die berigte uit verslcillende dele van die land ge-
durendee die laaste maand of twee
wys
dan ooki dat
8 Januari 1930
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
31
‘n depressie werklik ingesi t het in Suid-Aftika ten-
pyte van clie goeie oesvooruitsigte vanjaar. Die pryse
van wol, graan, wyn, suiker eu. het aansienlik ge-
d.aal met clie gevolg dat die landbou voor ‘n ernstige
posiesie te staan gekom het. By verskillende boere-
kongresse is clie vraagstuk van Regeringshulp en van
prysstabilisasie ens. bespreek. Pas het ook die berig gekom van enkele belangrike bankrotsicappe in Jo-
hannesburg, Die berigte van Kamers van Koophandel
en van ywerheid is verskillend, maar die algemene
toon is dat ‘n depressie gevrees word. Veral die nuut
opgerigte diamantslypetye verkeer in ‘n moeilike
posiesie deur die kriesis in die Verenigde State en
die verminderde aanvraag vir die weeldeartiekel.
Dat ons hier slegs met ‘n tydelilce terugsiag te
doen het is onwaarslcynlik, aangesien die voorspoeds-
tydperk alreeds buitegewoon lank was, en omdat dit
skyn asof daar in die Verenigde State en ander lande
‘n clefinitiewe wending in die hooglconjunktuur ge-
kom het.
Die vraag is alleen of dit van ‘n ernstie aard sal wees en of dit lank sal duur. Die moeilikheid van
voorspelling lê vanselfsprelcend in die feit dat soveel
afharug van toestande in Europa en Amerika.
‘n Faktor wat die toestand onseker maak en wat ‘n
swaar depressie in die landbou lcan veroorsaak is die feit dat plase, soos in die verlede herhaaldelik gebeur
het, te hoog waardeer is op die basis van die goeie
winste gemaak gedurende clie lanlc voorspoedstydperk.
Die boer in Suid-Afrika beskou begryplikerwyse, om historiese redes ook, grond as die verlcieslikste vorm
van rykdom; winste van goeie jare word soveel
moontlik gebruik om nuwe grond te koop. Dit gebeur
dan veral in ‘n algemene voorspoedstydperk met ‘o
sterk inflasie van grondpryse as gevolg. ‘n Depressie
word dus besonder sterk gevoel deur die Su.id-Afri-
lcaanse landhou en ander bedryfsklasse word vanself
hierdeur beinvioed. ‘n Besonder belangrike faictor in
clie ophou van die Suid-Afrikaanse elconomiese stel-
sel, wat clie konjunictuur vererg, is die stelsel van
ope relceninge tussen handelaars onderling, en tussen winkelier en
•
konsurnent. Deur die ontwikkeling van
die fahrieksnywerheid in SuidAfrika is aan die een
kant meer werkgeleentheid verskaf en waarskynlik ‘n
beter gebalanseerde nasionale produksie verkry, maar
aan die ander kant bring die omwegproduksie soos
bekend altyd gevare van ‘n verskerping van die kon-
unlctu.urbeweging mee veral in die geval van ‘n jong
nywerheid.
As geheel geneem skyn dit egter of die ontwikke-
ling van die laa.ste 4-5 jaar nilcs hnitensporigs be-
vat het nie. Die banke het huileself iiie aan oormatige
kreclietverskaffing skuldig gemaakt nie, die Reserwe-
banlc gee ‘n ekstra selcerheici aan ons kredietstelsel,
pryse in die algemeen het selfs ‘n neiging tot daling
vertoon, sodat ons lie jUiS ‘n akute kriesis in Suid-
Afrika kan verwag nie, maar meer ‘n, geleidelike
teruggang. Oor die duur van die depressie kan na-
tuurlijk geen voorspelling gemaak word nie.
•
AANTEEKENINGEN.
Het Rapport van den Commissaris van de
Rijksbank.
Ongeveer gelijktijdig met de opening van de con-
ferentie iii Den Haag is het rapport van den Oom-
inissarig van de Rijkshank verschenen, dat de periode
van 1 Sept. 1928 tot Bi Aug. 1929 omvat. Toch ook
met de gebeurtenissen, die na dien tijd tot en met
23 December zijn voorgevallen, heeft het rapport
relceni ng gehouden.
Evenals alle vorige rapporten geeft ook dit rap-
port uitvoerige beschouwingen over den economischen
toestand in Duitschiand, die met veel statistisch ma-
teriaal gedocumenteerd worden. Wij ontieenen aan
dit rapport het volgende:
De clomineerende factor in het conjunctuurbeeld
van Duitschlrnd gedurende de afgeloopeii periode was
de uiterst gespannen toestand van de kapitaalmarlct.
De oorzaken, die sedert de inflatie Duitschiand tot
een kapitaalimporteerend land hebben gemaakt, zijn
bekend. Een deel dezer oorzaken heeft, zoowel vat de
interne kapitaalvorming als wat de vraag naar kapi-
taal betreft, sedertdien aan intensiteit verloren. Het
telcort bleef echter bestaan, ook toen in den loop van
1921 de rentevoet opnieuw begon te stijgen en de
consolidatie van vlottende schulden, zoowel in het
binnenland als in het buitenland, a11egs moeilijker
werd.
in den zomer van 1928 werden deze moeilijkheden
sterk vergroot, doordat hoofdzakelijk in verband met
de toenemende speculatie op de verschillende buiten-
landsche effectenbeurzen, met name op de Amen-
kaansche fondsenmarkt, de mogelijkheid tot het plaat-
sen van leeningen op langen termijn in het buitenland
zeer veel geringer werd om tenslotte zelfs bijna ge-
heel te verdwijnen.
Het gevolg was, dat voorziening in nieuwe kapi-
taalbehoeften boven het bedrag der loopende interne
besparingen gedurende deze anderhalf jaar slechts
kon geschieden ten koste van nog verdere vermeerde-
ring der schulden op korten termijn, welke reeds bij
het begin dezer periode zoowel in. het binnenland als
tegenover het buitenland zeer hoog waren. Weliswaar
is allengs de handelsbalans belangrijk verbeterd, van
een evenwicht op de betalingsbalas met het buiten-
land is echter nog geen spralce.
Deze ernstige spanningen moesten onvermijdelijk
leiden tot een stijging van den rentevoet, ook en in
het bijzonder voor credieten op langen termijn. Dien-
tengevolge daalden de koersen van vaste rente dra-
gende fondsen zeer belangrijk, terwijl ook de voort-
durende daling van het lcoersniveau op de aandeelen-
markt hierin voor een deel zijn verklaring vindt.
De druic op de geld- en kapitaalmar]ct is. in hooge
mate verzwaard door de credietbehoeften en de zeer ongunstige kaspositie van een groot aantal openbare
lichamen, i.n de eerste plaats het Rijlc en vele gemeen-
ten. In den. jongsten tijd is mede door de moeilijk-
heden aan den Decemberultimo verbonden dit vraag-
stuk in een acute phase getreden en op de noodza-
kelijkheid van spoedige en afdoende voorziening een
scherp licht gevallen.
Op het oogenblik, waarop dit rapport wordt afge-
sloten, zijn reeds verschillende hiermede verband hou-
dende maatregelen genomen, andere zijn in over-
weging.
Het is mogelijk, dat, als in vorige, jaren, in de
eerste weken van het volgende jaar een zekere ver-
ruiming op de geldmarldt intreedt. Een dergelijke
tijdelijke verruiming zal echter het feit niet kunnen
verdoezelen, dat, wanneer niet een afdoende voor-
ziening wordt getroffen, die de geidmarkt in redelijk
tempo van dezen druk der vlottende overheidsschui-
den ontlast, de geldmarkt, zoowel wat haar elastici-
teit als ook wat het renteniveau betreft, de nadeelen
van een en ander verder zal blijven gevoelen. Der-
gelijke maatregelen kunnen ook in bijzondere mate
geëigend zijn, op de geneigdheid van het buitenland
om verdere kapitaalbedragen aan Duitschiand ter be-schikking te stellen en daarmede op de voorwaarden,
waaronder zulks geschiedt, gunstig in te werken.
Dat de Duitsche geidmarkt in November en Decem-
ber een zooveeÏ geringere ontspanning heeft te zien
gegeven, dan elders, vindt zijn verklaring niet alleen
in deze overmaat van vlottende schulden, doch ook in
het feit, dat in Duitschiand, mede door den bestaan-
den gespannen toestand, zich in de voorafgaande
maanden geen effectenspeculatie van beteelcenis had
on.twi]ckeld. Duitschland is hierdoor aan den eenen
kant voor een beurscrisis bewaard gebleven, maar aan
den anderen kant zijn hierdoor niet als elders belang-
rijke vrijkomende bedragen naar de geldmarkt ge-
vloeid. Dat met dat al de ernstige koersval elders niet
(Zie vervolg pag. 36).
/
32
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
8
Januari 1930
Het Prijsverloop van Groothandelsartikelen
gedurende het vierde kwartaal van 1929.
TARWE.
Gedurende het laatste kwartaal van 1929 toonde
de tarwemarkt voortdurend het beeld van een strijd
tusschen de Ver. Staten en Canada eenerzijds en
Europa anderzijds. Krachtige pogingen werden in
Noord-Amerika steeds aangewend om den tarweprijs
op te drijven, waarbij als argumenten het voöruit-
zicht van kleine Argentijnsche en Australische oog-
sten werd gebruikt, alsmede later de waarschijnlijk-
heid van toeneming der Europeesche vraag in de
tweede helft van het seizoen. Die toeneming zou dan
het gevolg worden van het sterke Europeesche ge-bruik van inlandsche tarwe. Dat Canada, in verge-
lijking met de enorme hoeveelheid van het vorige
jaar, een kleinen oogst heeft gehad, heeft ertoe bij-
gedragen, dat in Noord-Amerika vertrouwd werd op
de juistheid van de beweringen van de Oanadeesche
tarwepool en de regeering der Ver. Staten, volgens
welke met zekerheid prijsstijging te verwachten viel. Zeer. veel tarwe is daardoor in Noord-Amerika ach-
tergehouden en de voorraden verkregen en behielden
daar een ongekenden omvang.
Bij
den opzet dier enor-
me speculatie in tarwe is echter te weinig rekening
gehouden met den zeer grooten Argentijnschen oogst
van December 1928/Januari 1929. Terwijl in andere
jaren de Argentijnsche tarweverschepingen reeds om-
streeks Augustus plegen af te nemen, was daarvan
dit jaar geen sprake en eerst in December viel een
vermindering van eenige heteekenis te constateeren.
Meer dan van daling van het Argentijnsche uitvoer-
overschot was die echter het gevolg van ophooping
van zeer groote voorraden in Europeesche havens,
waardoor .het steeds moeilijker werd om naar Europa
nieuwe vcrkoopen af te sluiten. Vooral in Liverpool
ontstond door die groote aanvoeren nijpend gebrek
aan opslagruimte en ook in Rotterdam en Antwerpen
waren de voorraden gedurende eenigen tijd abnormaal
groot. Niet slechts wegens het voortdurende sterke
aanbod uit Argentinië en geregelde verschepingen
van Hongaarsche en Zuid-Slavische tarwe uit de
Donauhavens konden de Europeesche invoerlanden
zich verzetten tegen de Noord-Amerikaansche pogin-
gen tot prijsopdrijving, doch ook door hun eigen groo-
te tarwe-oogsten. in Frankrijk baarde de afzet van
den record-oogst zelfs steeds meer zorg. Ook in
Duitschiand beklaagde de landbouw zich over den
slechten prijs en den onvoidoenden kooplust voor zijn
tarwe. De Du:itsche regeering is daaraan tegemoet ge-
komen door aan de molens het gebruik van 50 pOt.
inlandsche tarwe voor te schrijven. Frankrijk ging
er zelfs toe over, aan de bakkers het gebruik van
meer dan 3 pOt. meel van buitenlandsche tarwe te
verbieden. Ook Italië was in staat om, dank zij zijn
zeer grooten oogst en met behulp van het in den
voorzomer evenals in Frankrijk verhoogde invoer-
recht, den tarwe-import zeer -te beperken. Verkoopen
van tarwe uit de grootc productielanden naar niet-
Europeesche destinatiës waren bovendien veel kleiner
dan in het vorig seizoen. liet succes van de Noord-
Amerikaansche pogingen tot prijsverhooging is dan
ook zeer matig gebleven, en de Europeesche maatre-
gelen ter wering van huitenlandsche tarwe hebben daartoe niet weinig bijgedragen. Reeds in October
daalden de tarweprijzen eenigc percenten. In Novem-
ber en December kwamen eenige periodes voor van
STATISTISCH OVERZICHT
1
TARWE
1
R000E
1
MAIS
OERST
1
Amer.No.25)1
LIJNZAAD
1
ISTEENKOLENI
Westfaalschel
1
PETROLEUM!
IJZER
1
Cleveland
KOPER
1
lI-lardWinterl
IAmericanNo.22)I
La Plata
loco
La Plata
1
Hollandsche Mid. Contin.
Crude Foundry No. 3
Standaard
1
No.2 loco
Rotterdam!
1
loco
I
Rotterdam
loco
R’dam!A’dani
Rotterdam
per
I
loco
I
R’damlA’dam
longezeefd
bunkerkolen,
f.o.b.
33 tim
1
f.o.b.
Middlesbrough
Locoprijzen
Londen
1
Amsterdam
1
per
oo
K.G.
per 100 K.O.
per 2000 K.G.
I
2000 K.G. per 1960 K.G.
1
I
R’damjA’dam
per 1000 K.G.
Bé
S.
g.
per barrel
per Eng. ton
per Eng. ton
f1.
°jo
f1.
0
10
f1.
01
f1.
°jo
f1.
°Io
f1.
0
10
$
0
10
Sti.
0
10
£
°Io
jaargemidd. 1925
17.20
100,0
13,00
5
100,0
231,50
100,0
236,00
100,0
462,50
100,0
10,80 100,0 1.68 100,0
731-
100,0
62.116
100,0
1926
11
15,90
92,4
11,75
89,9
174,25
75,3
196,75
83,4
360,50 77,9
17,90
165,7
1.89 112,5
8616
118,5
58.11-
93,5
januari
1927 15,22
5
88,5
12,50
95,6
165,00
71,3
222,25
94,2 362,50 78,4
13,35
123,7 1.75 104,2
8516
117,3
55.716
89,2
Pebruari
,,
15,22
5
88,5
13,05
99,8
167,00
72,1
230,00
97,5
373,75
80,8
12,10
112,0
1.70
101,2
8316
114,4
54:161-
88,3
Maart
,,
15,05
87,5
12,70
97,1
164,50
71,1
219,25 92,9 354,75 76,7
11,25
104,2
1.26
75,0
811-
111,0
55.171-
89,9
April
•
14,80
86,0
12,82
5
98,1
173,00
74,8 237,50
100,6
351,50
76,0
11,00 101,9
1.22
72,6
801-
109,6
55.2(6
88,8
Mei
,,
15,75
91,6
13,575
103,8
172.75
74,6 258,25
109,4
373,75
80,8
10,95
101,4
1.22
72,6
741-
101,4
54.141-
08,1
Juni
•
15,60
90,7
13,20 101,0
175,25
75,9
245,00
104,2
372,75
80,6
11,00 101,9 1.22
72,6
701-
95,9
54.216
87,2
)uli
,,
15,10
87,8
12,05
92,2
171,50
74,1
235.75
99,9
367,75
79,5
11,10
102,8
1.22
72,6
701-
95,9
53.19j-
86,9
Augustus
14,87
5
86,5
11,45
87,6
178,50
77,1
252,50
107,0
368.25
79,6
11,05 102,3 1.22
72,6
691-
94,5
55.516
89.0
September
14,70
85,5
12,15
92,9
179,50
77,5 233,25
98,8
369,50
79,9
10,90 100,9 1.22
72,6
651-
89,0
54.131-
88,0
October
13,72
5
79,8
11,45
87,6
178,75
77,2
230,50
97,7 359,00
77,6
10,90
100,9 1.22
72,6
651-
89,0 55.5
1
–
89,0
November
,,
13,45
78,2
.
12,12
5
92,7
184,75
79,8
233,25
98,8
349,75
75,6
10,65
98,6
1.22
72,6
651-
89,0
59.11-
95,1
December
,,
13,40
77,9
12,57
6
96,2 201,00
86,8
246,25 104,3
348,25 75.3
10,60 98,1 1.22
72,6
651-
89,0
60.21-
96,8
Januari
1928
13,50
78,5
12,70
97,1
207,50
89,6
247,75
105,0
361,00 78,0
10,30
95,4
1.22
72,6
651-
89,0
62.-!-
99,9
}’ebruari
,,
13,80
80.2
12,87
5
98,5
226,50 97,8
243,75
103,3
361,00
78.0
10,00
92,6
1.21
72,0
651-
89,0
61.121-
99,2
Maart
,,
14,60
84,9
14,00
107,1
240,75
104,0
255,75
108,4
350,75
75,8 9,95
92,1
1.19
70,8
6516
89,7
61.316
98,6
April
,,
15,30
88,9
14,97
5
114,5
239,50
103,5
261,00
110,6
358,25
77,5
10,05
93,1
1.19
70,8
66!-
90,4
61.1416
99,4
Mei
,,
15,30
88,9
15,47
5
118,4
238,50
103,0
260.75
110,5
372,00 80,4
10,60 98,1 1.19
70,8
661-
90,4
62.151-
101,1
juni
,,
14,37
5
83,6
14,27
5
109,2
234,00
101,0
252,50
107,0
365,25
79,0
10,10
93,5
1.19
70,8
66!-
90,4
63.171-
1029
Juli
,
82,8
13,07
6
.100,0
246,75
106,6
241,00
102,1
359,75
77,8
10,10
93,5
1.19
70,8
661-
90,4
62.181-
101,3
Augustus
,,
1,00
4,25
12
69,8
12,625
96,6
214,75
92,8 226,75
96,1
350,75 75,8
10,05
93,1
1.21
72,0
661-
90,4
62.1016
100,7
September ,,
11,65
67,7
11,57
5
88,5
198,75
85,9
178.25
84,0
350,75
75,8
10,00
92,6
1.21
72,0
661-
90,4
63.81-
102,1
October
,,
12,27
5
71,4
12,27
93,8
218,50 94,4
189,50
80,3
366,00
79,1
9,95
92,1 1.19
70,8
661
90,4
65.121-
105,7
November
12,32
5
71,7
12,07
5
92,4 227,25
98,2
185,50
78,6 386,25 83,5
10,20
94,4
1.18
70,2
661-
90,4
67.181-
109,4
December
,,
12.30
71,5
11,90
91,0
220,25
95,1
180,50
76,5 373.75 80,8
10,10
93,5
1.18
70,2
661-
90,4
70.31-
113,0
Januari
1929
12,35
71,8
12,20
93,3
231,50
100,0
194,25
82,3
365,00 78,9
10,10
93,5
1.16
69,0
661-
90,4
75.1016
121,7
Pebruari
,,
12,72
5
74,0
12,65
96,7
236,00
101,9
194,75
82,5
357,25 77,2
12,90
119,4
1.11
66,1
66i6
91,1
78-16
125,7
Maart
,,
12,65
73,5
12,625
96,6
233,00
100,6
191,75
81,3
.
359,00
77,6
12,00
111,1
1.11
66,1
671-
91,8
89.81-
144,0
April
,,
12,12
5
70,5
11,625
88,9
218,00
94,1
185,25
78,5
373,25 80,7
11,05 102.3
1.11
66,1
681-
93,2
82.1716
133,5
Mei
,,
11,125
64,1
10,57
5
80,9
198,25
85,6
177,50
75,2 363,50
78,6
11,15 103,3 1.16
69,0
6916
95,2
75.416
121,2
Juni
10,875
63,2
10,20
78,0
193,50
83,6
171,25
72,6
355,25
76,8
11,25 104,2
1.30
77,4
711-
97,3
74.111-
120,1
Juli
12,80
74,3
11,20
85,6 218,50
94,4
191,25
81,0
415,50
89,8
11,25
104,2
1.30
77,4
7216
99,3
72.1216
117,0
Augustus
,,
13,125
76,3
10,75
82,2 202,50
87,5
182,75
77,4 452,50
97,8
11,25 104,2 1.30
77,4
72(6
99,3
73.17/-
119,0
September
,,
12,62
5
73,4
10,20
78,0
191,00
82,5
172.00
72.9
506,75
109,6 11,40 105,6
1.30
77,4
7216
99,3
74.191-
120,7
October
,,
12,10 70,4
9,87
5
75,6
185,00
79,9
168,00
71,2
516,50
111,7
11,25 104,2
1.30
77,4
7216
99,3
72.161-
117,3
November
11,77
5
68,5.
9,20
70,4
174,00
75,2
64,75 69,8
483,25
104,5 11,35
105,1
1.30
77,4
7216
99,3
70.51-
113,2
,,
December
,,
12,62
5
73,4
9.35
71,5
166,00
71,7 163,75
69,4 482,00
104,4
11,75 108,8
1.30
17,4
72(6
99,3
68.616
110,1
6 Januari
1930
12,90
75,0
9,70
74,2
158,00
68,3
160,00
67,8
460,00
99,5
11,75
108,8
1.30
77,4
72(6
99,3
70.5/-
113,2
1
)Men zie voor
de toelichting
op dezen
staat
de nummers
van
8 en
IS Augustus
1928
(No.
658 en 659)
pag.
689190
en 709.
i)=rWestern
vôÔr
de invoering
va
*
Manitoba No.
3. t Zuid-Russische.
8 Januari 1930
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
33
zeer flauwe markten, die gedeeltelijk sameûhingen
met de hevige koersdaling aan de Amerikaansche
fondseumarkt, doch ook met onvoldoende Europeesche
vraag en overmatige voorraden in Noord-Amerika en
elders. Telkens trad dan weder een herstel in als ge-
volg van nieuwe bemoedigende uitspraken van Noord-
Amerikaansche overheidspersonen, ingrijpen an den
Fecleral Farm Board, die in Juni te Washington was
opgericht en soms door tijdelijke stijging der Euro-
peesche vraag. Boven cle noteeringen van eind Octo-
ber hebben de prijzen zich echter in de laatste twee
maanden niet meer kunnen verheffen. Druk ging
tenslotte nog uit van aanbod van Fransche tarwe voor
export, mogelijk geworden door een wijziging der
Fransche tariefwet en van verhooging met ingang
van 1 Januari van het Duitsche invoerrecht. Tot het
op peil houden der tarweprjzen heeft naast de Noord-
Amerikaansche marktpolitiek steeds de verwachting van kleine oogsten op het Zuidelijk halfrond meege-
werkt, welke verwachting gedurende den oogsttijd
in Australië en Argentinië bleek uit te komen. Zelfs
publiceerde de Argentijnsche regeering op 24 Decem-ber een uitermate lage oogstraming, waardoor op dien
dag een sterke prijsstijging intrad. V66r het jaar ten
einde was, gi:og clie echter weder gedeeltelijk verlo-
ren, omdat de raming als veel te laag werd beschouwd.
Van vermeerdering der Europeesche vraag bleek aan
het einde van het jaar nog weinig, doch eenige toe-
neming daarvan leek toch voor de eerstvolgende maan-
den wel waarschijnlijk.
ROGGE.
Voor rogge heeft de markt gedurende het laatste kwartaal van 1929 voortdurend den invloed onder-
vonden van den zeer grooten Duitschen oogst, terwijl
van den vorigen nog veel was overgebleven, toen de
nieuwe oogst werd binnengehaald. Ook de andere lan-
den van Noord-Westelijk Europa hadden goede rogge-
oogsten, terwijl bovendien Hongarije steeds met rogge
aan de markt was. Geleidelijk zijn de roggeprijzen
gedaald, terwijl verschepingen naar Europa van over-
zeesche rogge vrijwel geheel achterwege bleven. Zoo
laag waren in November de roggeprjzen geworden,
dat de Duitsche regeering niet langer doof meende
te kunnen blijven voor de klachten der landbouwers.
In December besloot zij daarom tot een stel maatre-
gelen tot steun van den roggeprijs. De belangrijkste
daarvan was de verhooging van het invoerrecht op
gerst, opdat rogge in sterkere mate als veevoeder
zou worden gebruikt. Het is echter de vraag, of bij
de zeer groote voorraden rogge, welke in Duitschland
beschikbaar zijn, een blijvende verhooging van den
5l[.ISI
!I.IC!Èf
mm
mal
J1.
rto
1RL APft MEI JUNI JULI AUG. SEP
OCT.
NOV DEC.
prijs door die maatregelen kan worden bereikt, zoo-
lang niet in naburige landen de vraag naar Duitsche
rogge toeneemt. Aan het einde van het jaar waren
daarvoor nog geen aanwijzingen aanwezig en de prijs-
verhooging, welke aanvankelijk als gevolg der actie
ter verbetering van den roggeprijs was ingetreden,
ging dan ook spoedig weder verloren. Aan de prijs-
beweging van rogge in Noord-Amerika werd in Euro-
pa, nu daar toch geen Noord-Amerikaansche rogge
werd ingevoerd, in het geheele kwartaal nauwelijks
aandacht gewijd. Het aanbod van Hongaarsche rogge
vond gewoonlijk slechts moeilijk opname.
MAIS.
Voor maïs heeft de markt in Europa deze drie
maanden voortdurend verkeerd onder den druk der
enorme oogsten van Zuid-Oostelijk Europa, en de
teleurstellende vraag als gevolg van het uitblijven van
VAN GROOTHANDELSPR!JZEN
1
)
1
TIN
Iocoprijzeii
Londen per
Eng. ton
KATOEN
for Middling locoprijzen
New
•
ork.
per Ib.
WOL
gekamde
Australische,
Merino, 64’s Av,
loco Bradford
per Ib.
WOL
gekamde
Australische, CrossbredColo-
nial Carded,
50’s Av. loco
Bradford per Ib.
RUBBER4)
Standaard
Ribbed Smoked
Sheets
loco Londen
per Ib.
SUIKER
Witte kriatal-
suiker loco
R’damjA’dam.
per lOO K.G.
KOFFIE
Robusta
Locoprijzen
Rotterdam per
1
12 K.O.
THEE
Afl. N.-I. theev.
Adam gem. pr
.
Java- en Suma-
trathee p.
‘J,KO.
lndexcijfer
v(h. Centr. B.
.
d. Stat.,
herleid
van 1913= lOO tot 1925
=
100
Indexcijfer
van The Economist,
herleid
1927
=
100
tot 1925=100
cts.
0
10
pence
oj
pence
‘lo
Sh.
01
II.
01
cts.
01
cts.
0
10
261.171-
100,0
23,25
100,0
55,00
100,0
29,50
100,0
2111,625 100,0 18,75
100,0
61,375
100,0
84,5
100,0
100,0 100,0
290.1716
111,1
17,55
75,5
47,25
85,9
24,75 83,9
2/-
67,4
17,50
93,3
55,375
90,2 94,25
111,5
93,2
92,9
299.1316
114,4 13,45
57,5 45,00
81,8
25,25 85,6
117,375
54,4
22,00
117,3
50
81,5
71
84,0 93,5
88,9
309.816
118,2
14,15
60,6
46,25
84,1
26,00
88,1
117,125
53,7
21,125
112,7
48,75
79,4
71,25
1
84,3
94,2
89,9
312.151-
119,4
14,25
61,3 47,75
86,8
26,50
89,8
118,25
56,8
20,62′
110,0
48
78,2
70
1
82,8
92,9
89,2 304.11-
116,1
14,75
63,4
47,50
86,4
26,25
89,0
1/7,875
55,8 20,25
108,0
48
78,2
72,25
1
85,5 92,3
88,7
295.121-
112,9
16,15
69,5
47,00
85,5
26,00
88,1
117,75
55,4
20,25
108,0
47
76,6
86,5
1102,4
93,5
90,4
296.916
113,2
16,85
72,7
47,25
85,9
26,00
88,1 1/6
50,5
18,375
98,0
47
76,6
81,25
96,2
96,1
.
89,6
289.1516
110,7
17,90
77,0
48,50
88,2
26,50
89$
114,75
41,0
18,62′
99,3
47
76,6
84
99,4
97,4
92,2
292. -16
111,5
19,70
84,7
48,50
88,2
26,50
89,8
115,25
40,8
18,50 98,7
45,375 73,9
–
–
96,1
90,2
287.1216
109,8
22,05
94,4
50,00
90,9
26,50
89,8
114,25
45,6
17,875
95,3
44,25
72,1
94,5
111,8
96,8
89,1
264.216
100,9
20,65
88,8
50,25
91,4
26,75
90,7
114,375
46,0
16,875
90,0
45,25
73,7
93
110,1
90,8
88,6
264.4/6
100,9
20,25
87,1
52,25
95,0
28,50
96,6
116,5
51,9
17,25
92,0
46
74,9
96
113,6
97,4
88,9
266.1316
101,8 19.70
84,7 51,50
93,6
28,75
97,3
1/7,75
55,4
17,87
5
95,3
46
74,9
89,25
105,6
97,4
88,2
255.1!-
97,4
19,25
82,8
53,00
96,4
29,75
100,8
117,25
54,0
17,37′
92,7
45
74,9 84,5
100,0
98,7
87,9
233.10/6
89,2
18,35
78,9 54,75
99,5
31,75
107,6
113,75
44,2
16,75
89,3
46
74,9
79,5
94,1
96,8
87,9
233.17/6
89,3
19,35
83,2 55,00
100,0
33,25
112,5
110,75
35,8
16,87
5
90,0
47
76,6
79
93,5
98,1
89,2 234.61-
89,5
20,65
88,8 54,50
99,1
33,00
111,9
-19,375
26,3
.
16,875
90,0
47
76,6 74,25 87,9 98,7
90,5
230.131-
88,1
21,55
92,7
54,25
98,6
32,25
109,3 -19
25,3
16,625
88,7
48,25
78,6 78,25
92,6
98,1
91,2
218.816
83,4
21,35
91,8
55,50
100,9
31,75
107,6
-19,25
26,0
15,75
84,0
49
79,8 73,25 86,7 98,7 89,8
211.191-
80,9
21,75
93,5
53,00
96,4
31,25
105,9
-19,25
26,0
15,50
82,7
49,875
81,3
71,25
84,3
95,5
88,2 211.181-
80,9
19,30
83,0 51,75
94,1
30,00
101,7
-19,25
26,0
16,00
85.3
51,875 84,5
67,75
80,1
92,9
86,6
214.716
81,9
18,55
79,8
47,00
85,5
29,00
98,3
-18,5
23,9
15,875
84,7 52,75
86,0
70,25
83,1
93,5
85,4
221.19/-
84,8
19,45
83,7 46,25
84,1
27,25
92,4 -18,8
24,7
14,625
78,0
53
86,4 73
86,4 94,2
8a,l
232.1016
88,8
19,90
85,6 47,25
85,9
27,50
93,2
-/8,625
24,2
14,00
74,7
53
86,4
75,75
89,6
95.5
85,1
228.81- 87,2
20,45 88,0
46,25
84,1
28,00
94,9
-j8,5
23,9
13,925
74,3 51,75 84,3 76,5
90,5 95,5
84,8
222.716
84,9
20,20
86,9
46,75
85,0
28,75
97,3
-19,875
27,9
13,775
73,5
53,125
86,6 77,25
91,4 94,2
84,6
222.111- 85,0
20,10
86,5 44,25
80,5
27.75
94,1
II-
33,7
13,375
71,3
54
88,0 74,25
87,9 94,2
85,4
221.016
84,4
21,25
91,4
44,00 80,0 27,50
93,2
110,125
34,0
13,50
72,0
54 88,0 72,75
86,1
94,8
85,8
207.5/6
79,2
20,45
88,0 43,25
78,6
27,25
92,4
-110,5
29,5
13,375
71,3
54
88,0
74,25
87,9 92,9
83,9
197.516
75,3
19,40
83,4
1
41,50 75,5 26,25
89,0
-(10,875
30,5
12,25
65,3
54
88,0 73,50
87,0
91,6 81,7
200.51-
76,5
18,75
80,6
40,00
72,7
25,75
87,3
-1
10,625
29,8
/
12,00
64,0
54
88,0
69,50
82,2
91,0
81,9 209.516
79,9
18,65
80,2
38,75 70,5
24,75
83,9
-III
30,9
13,425
71,6
54
88,0 68,50
81,1
91,0
83,7
210.111-
80,4
18,60
80,0
37,00
67,3
24,00
81,4
-110,5
29,5
1
13,00
69,3 53,50
87,2
64 75,6
91,6
83,6
205.516
78,4
18,90
81,3
34,25 62,3 23,75
80,5
/
-110 125
28,4 I
13,475
71,9 51,75
84,3
64
75,6
91,0 82,0
188.916
72,0
18,45
79,4
32,50
59,1
22,50
76,3
-19,625
27,0
13,30
70,9
48,50
79,0
66
78,1
90,3
80,5
182-16
69,5
17,50
75,3
31,25
62,3 23,00
78,0
-18,125
22,8
12,50
66,7
41,75
68,0
66,50
78,7
88,4
78,8
178.1816
68,3
17,25
74,2
31,25 56,8 21,25
72,0
-/8
22,5
/
12,075
64,4
36,75
59,9
60,75
71,8 78,8
175.216
66,9
17,30
74,4
-/7,625
21,4
i
12,00
64,0 35
57,0
e huidige otlicieele noteeringswijze
(jan.
l928).
3
) = Malting vôôr de invoering van de huidige ofhc. noteeringswijze (Jan. 1928).
4)
Jaar- en maandgemiddeiden afgerond 3 Jan.
34
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
8 Januari 1930
een herstel van beteekenis in den varkensstapel, de
lage prijzen van ander veevoeder en het zachte weder
van herfst en winter. Dat Argentinië dit jaar een
heel wat kleineren maïsoogst heeft gehad dan in 1928,
verleende dan ook geën steun aan de markt. Zoowel
Argentinië als dc Donaulanden waren gewoonlijk
dringend met maïs aan de markt. Daarbij kocht
Duitschlancl zeer weinig maïs, nu tot lage prijzen
volop gerst te koop was. De maïsprijs is dan ook voort-
durend gedaald om tenslotte aan het einde van het
jaar, aan te komen op een lager peil dan zelfs in
1926, toen de Donaulanden eveneens zeer groote oog-
sten hadden gehad, was voorgekomen. In de laatste
maanden van 1929 zijn daarbij de verschepirigen uit
Zuid-Oostelijk Europa niet eens groot geweest en
enorme hoeveelheden mais vallen daar nog te expor-
teeren. Ook de uitstekende vooruitzichten voor den
nieuwen Argentijnschen maïsoogst, waarvan hoven-
mmm
mmmmmmmmm
dien de uitzaai veel grooter is geweest dan ooit te
voren, droeg reeds in December bij tot de prijsdaling. Tengevolge van de teleurstellende Europeesche vraag
en de slechts matige Argetijnsche verschepingen,
waren de voorraden in Argentinië aan het einde van
het jaar nog steeds ruim. Tot de slechte prijzen, waar-
toe Donaumaïs in West-Europa moest worden ver-
kocht, heeft ook nog de slechte kwaliteit bijgedragen
van een groot gedeelte dier maïs. Tot verbetering der vraag naar de veel betere Plata-maïs droeg dat echter
vooralsnog niet bij, al stond aan het einde van het
jaar Plata-maïs dan ook ongeveer 6 pOt. hooger in
prijs dan Donau-maïs. Zuid-Afrika is in de laatste
drie maanden van 1929 gewoonlijk slechts in beperkte
mate met maïs aan de markt geweest en van export
van maïs uit Noord-Amerika was in het geheel geen
sprake. Aan het einde van het jaar viel wegens cle
verhooging van het Duitsche invoerrecht op gert
in Duitschland eenige verbetering in de vraag naar
maïs te constateeren.
GERST.
De uitermate groote Roemeensche gerst-obgst heeft
den gerstprijs gedurende het laatste kwarta1 van
1929 sterk gedrukt. Aanvankelijk is dientengevolge
ook in Noord-Amerika de gerstprijs gedaald, doch in
November en December heeft men er daar de voor-
keur aan gegeven liever van export af te zien dan te
concurreeren met Roemënië en later met Rusland,
dat in November en December eveneens vrij wat gerst
naar West-Europa verkocht. Nog meer dan andecs
werden verreweg de meeste zaken in voergerst, welke
naar West-Europa tot stand kwamen, afgesloten naar
Dui.tschland, dat vooral uit Roemenië zeer veel getsr. heeft gekocht. Prijsdaling hebben die groote Duitsche
inkoopen echter niet kunnen voorkomen. Eerst in December, toen de Duitsche inkoopn nog werden
uitgebreid wegens de verhooging op 1 Januari van
het Dui.tsche invoerrecht, was een.ige prijsverhooging
daarvan het gevolg. Toen in de Duitsche behoefte was
voorzien, daalden de prijzen echter al spoedig beneden
het laagste tot nog toe voorgekomen peil en de gerst-
markt bevond zich aan het eind van het jaar, even-
als de markt voor maïs, in flauwe houding. In Ne-
derland is slechts weinig Roemeensche en Russiehe
gerst gekocht en men dekte daar zijn behoefte bijaa
geheel met voergerst uit de Vereenigde Staten, welke
in Duitschland nog altijd zoo goed als niet werd ge-
kocht. Gewoonlijk echter was de vraag niet levendig
en daai- te Rotterdam nog steeds oude voorraden aan-
wezig varen, vond slechts hij uitzondering groote
import plaats.
LIJNZAAD.
:De prijzen hebben zich ook in de laatste drie maan-
den van het jaar op een naar verhouding hoog peil
bewogen en temeer valt dit hooge niveau op wanneer
men in aanmerking neemt, dat de prijzen voor vrij-
wel alle wereldproducten in het laatste kwartaal een
constante daling te zien gegeven hebben. Bij lijuzaad
is echter de alles overheerschende factor de droogte
in Argentinië en de daarmede samenhangende voor-
uitzichten voor den nieuwen oogst geweest. De schat-
ting van de Argentijnsche regeering spreekt van een exportsurplus van ongeveer 1.400.000 tons, hetgeen
ca. 400.000 tons minder zou heteekenen dan het afge-
loopen jaar.
1928
FE6R. IRT
Wanneer men nu verder bedenkt, dat in Noord-
Amerika de opbrengst van den nieuwen oogst even-
eens kleiner geraamd wordt dan het vorige jaar en
dat dit land derhalve op groote schaal op de Zuid-
Amerikaansche markt zal blijven koopen, kan men
zich verklaren, dat de prijzen zich, zij het dan ook met
eenige schommelingen, op een hoog niveau hebben
kunnen handhaven. Dat er in Europa op betrekkelijk
kleine schaal gekocht was, bleek wel duidelijk uit het
feit, dat stoomende posities geregeld een flinke pre-
mie boven afladingen konden bedingen, temeer waar
er slechts weinig aanbod voor onderweg zijnde par-
tijen bestond en de naar Europa stoomende hoeveel-
heid bij tijden ongeveer 100.000 tons minder was dan
in het vorige jaar. Eerst tegen het einde van het
jaar werd de premie aanmerkelijk minder, in aan-
sluiting aan het feit, dat de aanvoeren van nieuwen
oogst lijnzaad naar de verschepingshavens in Argen-
tinië allengs grooter werden. Verder heeft de markt
in Europa vrij goeden steun ondervonden van de
markt voor lijnolie, welke bij voortduring tamelijk
vast was. Daarentegen was de vraag naar lijnkoeken
onbevredigend, zoodat koopers in zaad slechts hunne
directe behoeften dekten. Tenslotte zij nog vermeld,
dat de fluctuaties ih den peso-koers nog eenige onze-
kerlieid teweeg brachten, daar groote veranderingen
hierin vanzelfsprekend niet zonder invloed op liet
prijsverloop der uitvoerproducten, in casu lijnzaad,
blijven kunnen.
STEENKOLEN.
in ons vorig driemaandelijksch overzicht deden wij
uitkomen, dat het niet zou behoeven te verwonderen,
indien de schokkende gebeurtenissen op de geld- en
8 Januari 1930
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
35
fondsenmarkt het vertrouwen in een voortduren van de opwaartsche beweging aan het wankelen zouden brengen. Het laatste is inderdaad geschied. Van alle
zijden wordt af neming van bedrijvigheid gemeld en
dit is niet zonder invloed gebleven op cle prijsbewe-
ging van de kolenmarkten. De tendens is niet meer
zoo vast als enkele weken geleden en indien niet ge-
vreesd moest worden, dat door ingrijpen van regee-
ringszijde, dus uit politieke overweging, het econo-
misch spel tusscheu vraag en aanbod in een beaalde
richting zou worden gedrukt, dan zou het zeer de
vraag zijn of de markt op het oogenblik nog de vast-
heid zou vertoonen waaraan de verbruikers den laat-
sten tijd gewend zijn geraakt.
Intussehen behoort het niet tot de onmogelijkhe-
den, dat het wetsontwerp, waarvoor slechts een mini-
male meerderheid is gebleken aanwezig te zijn, aan
den kapstok gaat tot tijd en wijle een regeering ge-
vonden worde, die over voldoenden aanhang beschikt
om een maatregel van zoo’n gewicht door te drijven.
De omstandigheid, dat tot dusver de winter niet
streng is geweest, is ook niet bepaald bevorderlijk ge-
weest voor toeneming van het verbruik of te wel vast-
heid van prijzen. Intusschen verzekeren de mijnbe-
sturen, dat hun ondernemingen zelfs bij de veel hoo-
gere prijzen dan verleden jaar nog maar nauwelijks
kunnen bestaan.
– PETROLEUM.
Terwijl de prijzen van ruwe olie in het Mid-Con-tinentgebied sinds 20 Mei geen verandering onder-gingen, en ook die in het Oosten der Ver. Staten op
het met 1 October verlaagde niveau ongewijzigd ble-
ven, werd in Oalifornië een
prijsverlaging
doorge-
voerd, die, al was zij maar van tijdelijken aard, •een
der meest sensationeele der laatsten jaren was. Op
21 Oct. verlaagde nl. de Standard Oil Co. of Cal. de
prijzen in de gebieden van overproductie van $ 0.70 â
$ 1.65 op $ 0.40 voor de zware en $ 0.60 voor de lichte
olie. Het doel van dezen stap was, die producenten,
die bij een vrijwillige samenwerking bij een produc-
tiebeperking niet wenschten mee te doen en door hun
ongelimiteerde productie de stabiliteit niet slechts
van de Californische, maar van de geheele Amen-
kaansche petroleumindustrie ondermijnden, te dwin-
gen, deze overproductie te staken. Waar de andere
groote maatschappijen zich hierbij aansloten, werd
de maatregel een volkomen succes, de productie werd
meer normaal, en reeds op 8 November konden de prij-
zen op den ouden stand teruggebracht worden.
2,00
$ PER 8ARREL
DETPOLEUM
1927
150
1928
.- –
– –
100
±iE EE
.11
Q5C–
JAM. FEBQ MOT APR MEI JUNI JULI AUG
– –
5EP Oct NOV DEC.
Aangezien ook in Oklahoma de producenten met
medewerking der autoriteiten eerst in een belangrijk ieuw terrein, maar daarna in alle voorname velden,
de winning verminderden (met 20 â 40 pOt. in No-
vember en met 25
t
50 pOt. in December) en boven-
dien de productiebeperkingen in Texas van kracht
bleven, werd spoedig een beter evenwicht tusschen winning en verbruik van ruwe olie bereikt.
Tegen het einde van het jaar scheen het, dat deze
evenwichtstoestand door nieuwe boringen i.n Oalifor-
nië zou worden bedreigd, terwijl in Oklahoma wèl nei-
ging onder de producenten bestond, de met 1 Januari
afloopende beperking voort te zetten.
De vergadering van het American Petroleum In-stitute begin December werd een belijdenis der in-
dustrie voor samenwerking, vooral bij de ontsluiting
van olie-terreinen, en een veroordeeling van de on-gebreidelde concurrentie met hare funeste gevolgen
voor alle takken der industrie. Duidelijk bleek, hoe
het inzicht veld won, dat niet slechts bij de productie,
maar ook bij het transport en de distributie van pe-
troleum het ,,competitive system” dient te worden
vervangen door ,,co-operation”.
Terwijl men met een vermeerdering der Amen-
kaansche ruwolie-productie in 1929 tot iets meer dan
één milliard barrels (11 pOt. meer dan in 1928)
rekent, zal ook elders een soortgelijke toeneming te
constateeren zijn, zoodat men voor 1929 met een we-
reld-prôductie van 1467 millioen vaten (volgens Prof.
Garfias) á 1475 millioen (volgens ,,De Telegraaf”) mag rekenen tegen 1322 á 1327 millioen barrels in
1928.
Door een onverwacht groote toeneming ook van
het verbruik van petroleum-producten konden de
zeer ongunstige gevolgen, die – onder andere omstan-
digheden – een dergelijke toeneming der productie
tengevolge zou hebben gehad, vermeden worden.
1930 zal verdere stappen op den weg der produc-
tie- enz. regeling moeten brengen, en zal ook de
vraag beantwoorden, hoe in een te verwachten tijd-
perk van economische depressie de afzet van ben-
zine, het voornaamste petroleumproduct, maar ook
van andere derivaten, zich zal ontwikkelen.
RUWIJZER.
Ondanks het feit, dat de cokesprjzen ook geduren-
de het grootste deel van het 4e kwartaal een stijgende
tendens vertoonden bleef, nadat de producenten in
September weer aan de markt gekomen waren, de
of ficieele exportnoteening voor Olevelaud gieterj-ijzer
No. 3 op
12,
sh. fob. Middlesbrough gehandhaafd.
De locale vraag naar dit product is langzamerhand
verminderd, terwijl het goedkoopere Lux 3 van het
Continent erin slaagde het Cleveland.ijzer niet alleen
van de markt op het vasteland, maar ook ten deele
van de Schotsche markt te verdringen. Zelfs werd
eenige malen Lux 3 aan de Tees (Middlesbrough) in-
gevoerd. Dat tot nu toe geen voorraden Clevelandijzer
ontstonden, vindt zijn oorzaak in het feit, dat de pro-
ducenten er zorg voor dragen hun voortbrenging
stelselmatig bij de vraag aan te passen.
90
SH PER ENG. TON.
iJzs
aan
Wat de Continentale. exportmarkt betreft, heeft het
Westeuropeesche Gieterij-ijzerkartel de noteeringen
voor Lux 3 onveranderd gelaten, behalve die voor
Nederland,welke met 1. sh. tot 685 sh. franco grens
steeg. Het kartel heeft nu besloten de thans geldende prijzen tot eind Januari, voor materiaal met overzee-
sche bestemming zelfs tot eind Maart 1930 te stabili-
36
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
8 Januari 1930
seeren. Het zijn vooral de Fransche procluceuten, die
gesteund door een vaste bi.nnenlandsche markt met
hooge prijzen, voor den export onder de notecringon
van het kartel gaan.
KOPER.
Van alle grondstoffen, die tot nu tod het mi ust be-
invloed zijn door de crisis van het vorige jaar, behoort wel koper. Men ziet bij dit artikel den invloed van ccii
vast aaneengesloten kartel. Met zal in dit jaar moeten blijken, hoe lang het kartel den prijs van koper op het
tegenwoordige niveau kan handhaven. Fluctu aties
kwamen alleen in Standard koper voor, waarvan de
prijs varieerde tussehen £ 68.-.- en £ 75.-.-. Eleetroly
–
tisch koper bleef vrijwel stabiel en noteert nog altijd
£ 83.-.- tot £ 83.10.-.
Er zijn teekenen, die erop wijzen, dat de positie
van liet koperkartel op den duur aangevochten zal
worden. In de ,,Mining J’ournal” van 2 November 11.
wordt in een artikel gewezen op de ,,Rhodasian Oop-
per Mines”. Nu zal de voorstelling hiervan wel wat al te rooskleurig zijn, toch worden aan de hand van
verwachte productiecijfers getallen genoemd, die op
den duur voor liet kartel gevaarlijk zouden kunnen
worden. Men zou kunnen wericen met een kostprijs
van 10 doll.et
. tot 104 doll.et
. per ib., welke dus vol-
doende winst laat. Men schat in 1939 een jaarproduc-
tie te bereiken van 1.065.000.000 lhs. of ca. 410.000
ton. Indien men nu weet, dat de koperproductie in
1928 rond 1.100.000 ton was, zou het cijfer van de
Rhodasian Oopper Mines op de kartelpolitielc wel van
invloed kunnen zijn.
In het algemeen rechtvaardigt de statistische posi-
tie van de kopermarkt een prijsdaling; het kartel
schijnt echter zoo sterk te zijn, dat hij deze daling tot
op heden kon tegenhouden. Wel biedt de tweede hand
af en toe goedkoope
partijen
aan, doch van beteekenis
is dit aanbod niet, daar de noteering van electroly-
tisch koper zich nu reeds maanden handhaaft op een
niveau dat tusschen £ 83.-.- en £ 84.-.- ligt.
De productiecijfers van de maanden Sept., Oct. en
Nov. 1929 voor Amerika waren resp. 134.300, 152.840
en 145.365 ton. Tegenover October is het November-
cijfer een reductie van 1415 ton. Dit wijst op een
daadwerkelijke productiebeperking. Buitendien is de
Haut Katanga ook tot een productiebeperking over-
gegaan. In hoeverre Katanga deze productieheperking
kan doorvoeren zal afhangen van haar kostprijs. Bij
de oprichting van het Kartel had zij als conditie ge-
steld, dat zij volkomen vrij zou zijn in haar productie-
opvoering. De volgende cijfers geven hiervan een
indruk in short tons:
1920
1921
1922
1923
1924
1925
20.129
32.474
46.364
62.233
94.324
99.322
1926
1927
1928
88.889 98.277 124.172
terwijl de productie in de eèrste 10 maanden van 1929
bedragen heeft 114.000 ton.
Een ander beeld geven de uitvoercijfers. Deze be-
droegen voor de hierbovengenoemde maanden resp.
45.000, 53.460 en 31.860 ton, een teruggang dus van
15.600 in de maand November tegenover Oct., terwijl
over December een nog ongunstiger
cijfer
verwacht
wordt. De afleveringen in Amerika bedroegen in deze
maanden 98.040, 105.120 en 68.910, hier treedt de in-
zinking nog sterker naar voren en wel 36,750 ton. De
voorraden geraf. koper bedroegen resp. 94.785, 88.442
en 126.920 ton, een toeneming dus van 38.500 ton.
])eze
cijfers
overtreffen verre de productiebeperking.
De daling der consumpticcijfers is natuurlijk ook
voor een deel terug te voeren op den achteruitgang van
cle bouwnijverheid, welke toch voor een deel ook de
elcetriciteitsindustrie omvat, alsmede dc beperking in de automobiel- en radio-industrie.
1 let spreekt vanzelf, dat cle conswneten bij een
dergelijke marktpositie stcrlc terughoudend zijn ge-
weest met den aankoop van koper. De :fiuetuaties
varen clan ook hoofdzakelijk, zooals reeds gezegd, te
zien hij dc noteering voor Standard koper, lietwelk
nog
altijd
t.o.v. van eleetrolytisch een abnormale af-
wijking vertoont. In gewone tijden is de spanning
tussehen beide metalen zoo tu.sschen £ 7.-.- en £
terwijl deze nu tussehen £ 12.-.- en £ 1.6.-.- varieert.
Standard koper zakte tot het eind van het jaar ge-
durig, tot den 31en Dec. toen het iets vaster werd. Ofschoon er dus geen enkel motief is om optimis-tisc]i gestemd te zijn omtrent den koperprijs, schuilt
er een betrekkelijk gevaar in het feit, dat de door de
meeste koopers toegepaste politiek van terughouding, niet constant doorgezet kan worden. Deze taktiek zou
tengevolge kunnen hebben, dat allen 1egelijk in de
markt komen, wat een tijdelijke opdrijvirig van den
prijs tengevolge zou kunnen hebben. liet is echter
ook l)cSt mogelijk, gezien de voorraden en den kleineren
afzet, dat de aan de hiervoren gememoreerde koop-
vraag zonder de minste moeite door de koperprodu-
centen zal kunnen worden voldaan. Het spreekt echter
vanzelf, dat het koperkartel elke gunstige positie van
cle markt te zijnen voordeelo zal uitbuiten, al is het
alleen maar om de tegenwoordige hooge noteering te
handhaven.
(Vervolg van pag. 31).
nagelaten heeft ook op het koersverloop van de Ber-
lijnsche beurs invloed te oefenen, spreekt vanzelf.
Met bevrediging kan worden gecostateerd, dat, hoe
ernstig de druk dezer credietmoeilijkheden op het
economisch leven ook is geweest, de productiecapa-
citei.t hierdoor in het algemeen niet is aangetast. De
totale goederenproductie hoef t zich weten te hand-
haven op een nivean, dat zeker niet lager is dan dat
van de beide vorige jaren, al blijkt uit de
stijging
van
liet werkloozoncijfer, dat slechts een dec] van de toe-
neming der arbeidende bevolking door het bedrijfs-
leven is opgenomen kunnen worden.
Gunstig in dit verband is ook, dat de invoer van
grondstoffen en halffabricaten uit het buitenland
zich op het in 1927 bereikte betrekkelijk hooge peil
heeft kunnen handhaven.
Dat onder de gegeven omstandigheden het produc-
tiecijfer bevredigend is kïcnnen blijven., vindt zijn ver-
klaring in de eerste plaats in de ontwikkeling van
den export, met name van eindprodueten en onder
deze in de eerste plaats machines en andere produe-
tiemiddelen. De totale export van eindproducten be-
droeg gedurende de eerste 11 maanden van 1920
9.058 millioen R.M. tegen 1.962 en 6.904 millioen
R.M. gedurende dezelfde periode van 1928 en .1921.
Ongetwijfeld heeft de goede conjunctuur in de voor-
naamste afnemerslanden tot deze gunstige ontwikke-
ling bijgedragen. Niet te ontkennen is evenwel, dat zij voor het overige in verband met het bovenstaande een
min of meer geforceerd karakter draagt.
Wijst dit alles erop, dat in het algemeen de energie
en activiteit van het Duitsche bedrijfsleven aan de
moeilijkheden op de kapitaalmarkt weerstand heeft
weten te bieden, in de toeneming van het aantal fail-lissementen en gerechtelijke accoorden en in andere
gegevens treedt aan het licht, hoe aan den anderen
kant deze credietmoeilijkheden niet zonder ernstige
gevolgen zijn gebleven.
8 Januari
1930
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
37
Hoe cle conjunctuur zich in de volgende maanden
ontwjkkclen zal, valt thans minder dan ooit te zeggen.
Zoowel in cle constellatie
01)
de wereldmarkt als
in liet niveau der goederenprijzen toch kunnen zich
veranderingen voltrekken, die op de Duitsche con-
junctuur van grooten invloed kunnen zijn. Mochten
dergelijke ontwikkelingen zich inderdaad voordoen,
dan zullen zij aan den anderen kant evenwel vermoe-
(ielijk gepaard gaan met een verdere daling van het
algemeene renteriiveau en met groöter credietinoge-
‘lijkheden in het buitenland. Wat de goederenprijzen betreft, is rceds een duidelijke daling te bespeuren.
Wat cle Rijksbank betreft, kan vastgesteld worden,
dat zij zich van de acute gebeurtenissen van eind
April tot begin Mei spoedig geheel hersteld heeft.
De goud- en deviezenvoorraad beweegt zich weder
op een niveau, dat 818,1 millioen R.M. hooger is dan
het op 7 Mei bereikte minimum, en slechts 223,2 mii-
lioen R.M. lager dan de zeer hooge cijfers van een
jaar geleden. De credietaanvraag blijft binnen rede-
lijke grenzen, het dekkingspercentage daalde op geen
der jongste ultimodagen beneden de 50 pOt.
De bankhiljettencirculatie vertoont in 1929 nog
slechts geringe stijging, de totale circulatie is bijna
stabiel. Kenmerkend is ook, dat de April/Mei gebeur-
tenisse:n op de totaalcijfers der circulatie geenerlei
invloed blijken te hebben uitgeoefend.
Ook ditmaal kan geconstateerd worden, dat de posi-
tie der Rijksbank in alle opzichten gezond is.
De Koffiemarkt in 1929.
Aan het jaarverslag van de Vereeniging voor den
Goederenhandel te Rottërdam ontieenen wij het vol-
gende:
Dit jaar bracht de verwezenlijking van de in het
vorig Overzicht’) uitgesproken verwachting, dat het
,,Instituut tot Permanente Verdediging van de Kof-
fie” van Sao Paulo, dat reeds sedert eenige jaren
de koffieprijzen ophield door beperking van de dage-
lijkscheaanv oereu naar de Braziliaansche af scheep-
havens en door steunaankoopen op de termijnmark-
ten, in 1020 voor een krachtproef zou worden ge-steld. In de eerste helft van het jaar had de handel
reeds meestal in kalme stemming verkeerd en als be-wijs, dat, naar aanleiding van de vooruitzichten op al
to grootc overproductie in de toekomst, ook in Brazi-
lië bezorgdheid begon te heerschen. kon gelden, dat
aldaar meermalen openlijk de hoop op schade door vorst tijdens den bloei van den oogst 1930/31 werd
uitgesproken. in de tweede helft, toen de loopende
groote Braziel-oogst begon af te komen en de door
het Instituut teruggehouden hoeveelheden maande-
lijks met enkele millioenen balen vermeerderden,
heerschte overal een lusteloosheid, die verlammend
op den omzet werkte. De hoop op vorst – op zichzelf
natuurlijk een onzinnigheid voor een productieland
– werd in Augustus/September niet vervuld en het
bleek in het begin van October, dat het Instituut de
termijnmarkten niet meer steunde en dat het, hoewel
de Bank van Brazilië hielp met 100.000 conto’s
(f
30
millioen), niet over voldoende middelen beschikte om
op de geweldige hoeveelheden, die uit de plantages
werden verzonden en in het binnenland moesten wor-
den opgeslagen, het gebruikelijke voorschot te geven.
De prijzen te Santos en te Rio vielen in die maand
ongeveer 13 cents per KG., terwijl de noteeringen
aan de termijnmarkten nog meer (aan de Rotterdam-
sche 14
a
16 cents) terugliepen. Daarna zakten de Santos-prijzen nog 11 cents en de Rio-prijzen nog 4 cents in; dc termijn-noteeringen daalden nog 2 â
2
Y2
cents.
Pogingen om in Europa of in Amerika nieuwe
leeningen te sluiten, faalden aanvankelijk, doch ten-
slotte gelukte het Brazilië £ 2 mi.11ioen in Londen te
leenen. Al kan niet worden ontkènd, dat op de zoo-
veel verlaagde prijzen het risico voor den handel aan-
merkelijk verminderd is, •toch keerde het geschokte
vertrouwen niet terug. Daartoe is de toekost nog
te onzeker en men vraagt zich af, nu bekend is, dat
de Braziel-oogst van 19301’31 wederom minstens een
middelmatige zal worden, wat gebeuren moet met de
buitengewoon groote voorraden in het binnenland van
Sao Paulo, Minas Geraes en Rio de Janeiro.
De wisselkoers in Brazilië hield zich aanvankelijk staande, doch begon tegen het e:inde van October af
te brokkelen en bereikte in het einde van December
een stand van 5’13 op Londen, zijnde een daling van
ongeveer 9 pOt.
De voorraad in Brazilië was in het begin en in het
einde van het jaar als volgt:
begin van het jaar einde van het ja9r
balen
balen
Voorraad Rio
333.000
315.000
Santos
088.000
.
1.090.000
binnenland
Brazilië
13.551.000
en. 19.000.000
totaal….
14.872.000
tot. ca
.
20414.000
Wat cle
consumptie
betreft, kan uit de beschikbare
statistiek het verbruik in Europa en Noord-Amerika
voor 1929 worden aangenomen op 23.500.000 balen
van 60 KG. 1-let geheele wereldverbruik (met uitzon-
dering van wat de productielanden zelf verbruiken)
zal.waarschijnlijk ongeveer 2 millioen halen hooger
zijn.
De wereld-opbrengst (onder aftrek van het in de
productielanden voor eigen verbruik benoodigde), her-
leid tot balen van 60 KG., wordt aangenomen als
volgt:
1926/’27
19271
1
28
1928129
1929/’30
Oogst
Oogst
Oogst
Raming
balen
balen
– balen
balen
Santos . . .
9.986.000 18.681.000
5.987.000 19.000.000
Rio …….
3.599.000
4.997.000
1.951.000
4.250.000
Victoria
940.000
1.162.000
1.016000
1.500.000
Overig
Brazilië
771.000
982.000
707.000
1.040.000
Nederl. Oost-
Indië
1.700.000
2.000.000
1.851.000
1.400.000
Columbia
.
1.850.000
2.528.000
2.795.000
3.000.000
Venezuela
923.000
760.000
900.000
700.000
Overige_Milds
3.667.000
4.623.000
4.718.000
5.091.000
23.436.000 35.733.000 19.925.000 35.981.000
De zichtbare wereidvoorraad was op 31 Dec. 1929
meer dan 5 millioen balen grooter dan op denzelfden
datum van 1928, zooals uit het volgende overzicht
blijkt:
Zicht baie Wereldvoorraad op 31 December:
1929
1928
1927
balen
balen
balen
Voorraad volgens Sta-
tistiek . ..
5.094.000
5.172.000
5.268.000
Binnenland
Brazilië
.
19.000.000 13.551.000 13.120.000
Totaal….
24.094.000 18.723.000 18.388.000
*
geraamd
Over de invoeren in Nederland geven de volgende
statistieken een beeld:
Invoeren in Nederland:
.
herkomst
1929
1928
1927
balen
balen
–
–
balen
Nederlandsch Oost-Indië
.
545.100
670.200 477.500
Brazilië
……………..796.500
866.900 956.700 Centr. Amerika en W.-Tndië
732.200
741300
641.200
Afrika
………………37.300
44.500
49.800 Verschillende Landen
101.500
1.44.700
119.400
Tezamen ….
2.212.606
467b00
2.244.600
Tenslotte geeft het verslag nog een overzicht
van
den voorraad in Nederland op 31 December:
Voorraad in Nederla.nd op 31 December:
Herkomst
1929
1928 1927
balen
balen
balen
Nedcrlandsch
Oost.Indië
……103.300
127.300 111.600 Brazilië
…………………147.100
163.900
123.700
Centraal Amerika en West.Tndië
112.700
113.800
75.700
Afrik
…………………..4.300
7.200 6.300
Verschillende
Landen
………3.300
3.400 2.600
‘) Zie E..S.
B. van
9
Jan.
1929.
1
—
Totaal …. 370.700 415.600 319.900
38
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
8
Januari
1930
Indexcjjfers van groothandeisprijzen.
,,The Economist” schrijft: De daling van de groot-
handeisprijzen, welke sinds einde Juli onafgebroken
voortduurde, kwam in December tot staan. Ons index-cijfer voor einde December
(88.3)
vertoont geen ver-
andering in vergelijking met liet cijfer voor einde
November. De volgende tabel toont de fluctuaties in
de indexcijfers van iedere der vijf groepen, in ver-
gelijking met dc vorige maand, het vorige jaar en
twee jaar geleden.
Stijgipg (+) of Daling (-.-) in vergelijking met
de vorige het vorige 2 jaar
maand
jaar
geleden
Granen en Vleesch
+ 19
– 5.4
– 5.2
Andere voedings-
en genotmiddelen
– 0.5
– 7.3
– 14.9
Weefstoffen
– 1.2
— 18.8
– 19.4
Delfstoffen
– –
– 1.8
– 1.8
Diversen
– 0.7
– 2.4
– 12.1
Een stijging van bija
2
pOt. van de groep ,,Granen
en vleesch” woog op tegen een daling van de groep
,,Weefstoffen”, die vrij aanzienlijk was en van de
groepen ,,Andere voedings- en genotmiddelen” en ,,Di-
verscn”. De voornaamste veranderingen gedurende
December in de eerstgenoemde groep waren de p;ijs-
stijgingen van geïmporteerde tarwe, meel, Englsch
randvleesch, Engelsch en Nieuw-Zeelandsch schapen-vleesch. De groep ,,Andere voedings- en genotmidde-
len” kenmerkte zich door een verdere daling in den
prijs voor boter tegenover een iets hoogere prijs voor ocosolie. in de groep ,,Weefstoff en” daalden de ka-
toenprjzen verder en zoowel wolvezels,
zijde
en vlas
w’aren goedkooper. Weinig verandering vertoont de
groep ,,Metalen”; iets lagere prijzen voor tin en
koper, werden gecompenseerd door een prijsstijging
van lood. In de groep Diverseu” geeft ammoniak-
sulphaat een prijsdaling te zien.
De tweede tabel toont de maandelijksehe index-
cijfers over het afgeloopen jaar, tezamen met de
geometrische jaargemiddelden sinds
1924.
Hieruit blijkt, dat het indexejfer van groothan-
deisprijzen in
1927 4
pOt., in
1928 2
pOt. en in het
a’fgeloopen jaar 6 pOt. is gedaald. De eenige uitzon-dering op deze laatste daling maakte de groep ,,Delf-
stoffen”, waarvan de hoogere prijzen voor kolen, ijzer
en staal gedurende de eerste negen maanden het jaar-
gemiddelde verhoogden. Bij vergelijking van de cijfers
aan het einde van de vorige maand met die van
31
December
1928,
neemt men een daling van ongeveer
7
pOt. in het
indexeijfer
waar. ,,Granen en vleesch”
vertoonen een daling van
5.4
pOt., ,,Andere voedings-
en genotmiddelen” van
7.3
pOt. en ,,Weefstoffen” van
ongeveer
19
pOt., terwijl de groepen ,,Delfstoffen”
en ,,Diversen” ook iets lager zijn.
In çle eerste tabel geven wij de prijsnoteeringen
van een aantal handelsartikelen aan het einde van
Data
‘-.
•
–
.n.
a
–
Q
1927
100
lOO
100
100
100 100
Gemiddelde
1924
114.2
106.7
136.8
119.4
105.6
115.7
11
1925
114.1
101.0
124.0 111.8 108.7
112.0
11
1926
102.8
96.6 97.2
119.8
104.0
104.0
,,
1927..
100.0 100.0 100.0 100.0 100.0
100.0
11
1928 103.6
93.8
105.1
92.1
95.8
98.1
Einde Dec.
1927
97.4
98.2
102.5
94.1
101.5 98.8
,,
,,
1928
97.6
90.2
101.7 94.1
91.4
95.0
Jan.
1929
96.7
89.4
101.3
94.8
91.2
94.7
Febr.
101.2 88.5
99.9 96.4
91.4 95.6
ilaart
.
100.9
87.3
100.8
99.7
91.4
96.1
April
99.1
86.5
96.7
96.7
90.0
94.0
Mei
92.6
84.3
94.9
95.7
89.5
91.5
Juni
95.1
84.1 92.7 96.3
89.3 91.7
Juli
103.5
84.7
91.6
96.1
91.0
93.7 101.3
86.2
91.7 96.3
91.0 93.6
Sept.
95.8 86.6
87.7 96.2
91.5 91.8
Oct.
94.4
85.0 85.2 94.6 90.7 90.2
Aug……
Nov.
90.6
84.0
83.6
92.4 89.8
88.3 Dec. 92.3 83.6
82.6
92.4
89.2 88.3
Gemiddelde
1929.
96.9 85.8
92.2
95.6
90.5
92.4
de kwartalen in het afgeloopen jaar, terwijl ter ver-
gelijking de prijzen aan het einde der laatste drie jaar
zijn bijgevoegd.
In
vergelijking met een jaar geleden zijn de prij-
zen van Canadeesebe tarwe, ijzer, petroleum en lijn-
olie aanmerkelijk hooger, terwijl groote dalingen zijn
voorgekomen in de prijzen van aardippelen, thee,
katoen, wol, jute en tin. Verdere prijsveranderingen
gedurende het laatste jaar, welke niet in de vooraf-
gaande tabellen zijn opgenomen, zijn groote dalingen
in Argentijrisch rundvleesch, vlas, koper, ongezuiverd
zink, huiden, lood en creosoot.
Bij een terugblik op den loop der
prijzen
in het
afgeloopen jaar valt waar te nemen, dat tusschen het
eind van December
1928
en het eind van April
1929,
de toestand betrekkelijk gestabiliseerd was, een dalen-
de tendens van dc groepen ,,Weefstoffen” en ,,Andere
voedings- en genotmiddelen” werd gecompenseerd
door iets hooger cijfers van de groep ,,Granen en
vleesch” gedurende Februari en Maart. Vanaf April
droeg de daling, met uitzondering van de groep ,,Di-
versen” en afgezien van een
tijdelijke
opwaartsche
beweging van de groep ,,Granen en vleesch” geduren-
de Juli (de oorzaak daarvan was een speculatieve
stijging van de graanprjzen) een algemeen karakter,
ton deele een weerspiegeling van het dure geld. De
grootste daling is waargenomen bij de groep ,,Weef-
stoffen” die, vanaf einde Maart tot het einde van dit
jaar voortdurend aanhield. Tusschen Juli en Novem-
ber daalden dé graanprjzen zeer scherp, gedeeltelijk een
gevolg van den speculatieven ,,boom” in Walistreet;
dezelfde invloed was oorzaak voor een scherpe reactie
in de prijzen van niet-ijzerhoudende metalen, welke
Einde
1926
Einde
1927 1928
Einde
1929
Einde Einde
Einde
Einde
Maart
Juni
Sept.
December
Tarwe,
Canadeesche
per qr ……………….
57/6
581-
49/3
50/3
4813
5419
55,6
Aardappelen
per
ton
……………………
£
611010
£
6j0/0
£61010
£
6/5/0
£
3/0/0
£
4/10/0
£
3/15/-
Rundvieesch, Eng. in helften, per 8 lbs. ……
4/10
418
514 514
61-
511
5/8
Schapenvleesch, Nieuw-Zeeland, per 8 lbs.
….
4/3 4/9
51-
51-
418
4/7
4110
Thee, Indisch
veilinggem.
p’
Ib.
…………
1/3k
..
116I
1/5k’
11511
8
.
113
1/3ii,
111
1
18
34/14
..
29194
24/7k
23/6
23/5(
2412
22/9
6.90 d.
..
11.06 d.
10.59 d. 10.96 d. 10.30 d. 10.14 d.
9.42 d.
19.37 d.
15.25 d.
15.50 d.
16 d.
15 d.
15 d.
13.87 d.
Suiker, •gekristall.
per
cwt…………………
Katoen, American Middling per 1h………….
Wol,
Australische
PCI
lb …………………
45 d. 48 d. 44 d.
41 d.
41 d.
32 d.
33 d.
Garens,
32er
twist per
Ib…………………
Jute,
per
ton
…………………………
£31/50
..
£
31/1510
£
32
1
5
/
0
£
33/10/0
£
30/5/0
£2911716
£271151-
Ruw ijzer, (ileveland No. 3, per ton
……….
87/6
..
..
..
651-
661-
.
671-
72/6
7216
72/6
Kolen, beste Welsh,
per
ton ………… . …..
29/3
19/1k
19/4k
2116
201- 201-
2011
£
30017116
£
265/2/6
£
22511510
£
22011010
£
20111010
£
203/2/6
£
178216
15.50 d.
..
11.506.
15.25 d.
17.506.
17.50 d.
17.50.d, 17.50 d.
Tin,
Standaard,
per
ton
…………………
£
3115/0
..
£
28/0,0
£29
£29
£
3011010
£
441-
£
45
Petroleum, No. 1, per gallon ………………..
Lijnolie,
per
ton
……………………….
..
Rubber,
plant.
sheet per Ib ……………….
19.12 d.
20 d
8.69 d.
11 d.
10.626.
9.75 d. 8.06 d.
Cement, Portland,
per
ton
……………….
.60/9
541- 471- 471-
–
471-
471-
471_
1928
1929
1927
z
4
8 Januari
1930
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
39 il
NEDEPLAND INDEXCIJFEP VAN GQOOTI-IÂNDELSPPIJZEN CENTP. BU
V/o
5TAT. 1913=100 HEQLEID. TOT 1925= 100
ENGELN’ID INDEXCIWEQ VAN GQOOTHANDEL5PQIJZErI THE ECONOMI5T 1927=100 HELEID TOT 1925=100
1001
1
1
1
1
ï
i
1
1
1
l
i
1
1
s
ï
l
1
1
1
ï
ii
1921
929
9W
VE2.5TATEN INDEXCUFEQ VAN G000THANDEL5PQUZEN EUJEAU OF LABOUQ 1926=100
E
– – > u
–
d
–
ui
l.Ls L) 0 uj
jQLU
–< 0
4
1927
1928
1929
1927
1928
1929
1
40
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
8 Januari 1930
een daling van de groep ,,Delfstoffen” tusschen Sep-
tember en November teweegbrachten, ondanks de
vaste noteeringen van kolen en ijzer.
De volgende tabel toont het indexcijfer in verge-
lijking met het gemiddelde percentage van het laatste
jaar v66r clan oorlog:
Data
-.
0
1913
100 100
100
100 100 100
Gemiddelde
1925..
168.4
204.2
194.6 139.8
126.2
160.9
1926..
151.7
195.3
152.6
1498
12 0. 7
149,4
1927..
147.6
202.2
157.0
125.1 116.1
143.7
1928. .
152.9
189.7
165.0 115.2
111.2
140.9
1929..
143.0 173.5 144.7 119.6
105.0
132.8
Einde Dec.
1928..
144.0 182.4
159.6
117.7 106.1 136.5
Jan.
1929..
142.7
180.8 159.0
118.6
105.9
136.1
Feb.
,,
..
149.3
179.0 156.8 120.6
106.1
137.3
Maart
..
148.9
176.5 158.2
124.7
106.1
138.1
April
. .
146.2 174.9 151.8
120.9
104.5
135.0
Mi
. .
136.6
170.5
149.0
119.7
103.9
131.5
Juni
,,
..
140.3
170.1
145.5
120.4
103.6
131.7
Juli
..
152.7
171.3
143.8 120.2
106.6 134.6
Aug.
..
149.5
174.3 143.9
120.4
105.6 134.5
Sept.
. .
141.4
175.1
137.7
120.31
106.2
131.9
Oct.
..
139.3
171.9 133.7
118.31
105.3
129.6
Nov.
..
133.7
169.9
131.2 115.6
104.2
126.9
Dec.
,,
. .
1.36.2
169.1
12 9. 6
1115.8
103.5
126.9
Uit deze tabel blijkt, dat het groote verschil tus-
schen de groepen ,,Andere voedings- en genotmidde-
len” en ,,Diversen” en het geheele indexcijfer blijft
aanhouden; de groep ,,Diversen” wordt ten zeerste
beïnvloed door de verandering in de rubberprijs sinds
1013.
Daarentegen is het indexeijfer van de groep
,,Weefstoffen” aanzienlijk dichter bij het algemeen
gemiddelde dan dit een jaal’ geleden het geval was.
De volgende tabel geeft den loop van het indexcijfer
tc zien, waarbij als basis
1024
is genomen:
Data
‘
3e
..-.
”
°
1924
100 100 100 100 100
100
Gemiddelde
1926..
90.0
90.6
71.1 100.3
98.4
89.9
1927..
87.5
93.8
73.1
83.7
94.7
86.4
1928..
90.7 87.9
78.8
77.1
907
84.8
1929..
84.8
80.5
67.4
80.0
85.7
79.9
Einde Maart 1929..
88.4
81.9
73.7
83.5
86.5
83.1
Juni
..
83.3 78.8 67.8 80.8 84.6 79.2
Sept.
. .
83.9 81.2
64.1
80.6 86.7 79.3
Dec.
..
80.8 78.4
60.4
77.3 84.5
76.3
Sedert
1924
is het opmerkelijk, dat verreweg de
grootste daling is waargenomen bij de groep ,,Weef-
stof f en”, namelijk van
32.6
pOt. Bij vergelijking van
de prijsfluctuaties gedurende de
50
jaren, welke den
oorlog voorafgingen, moet de daling van meer dan
90 pOt. in het gemiddelde prijsniveau, welke de voor-
afgegane tabel gedurende de afgeloopeii vijf jaren te
zien geeft, beschouwd worden als een ontwikkeling
van groote beteekenis. Voor de producenten zou een
grootere stabiliteit in het prijsverloop op langen ter-
mijn zeer welkom zijn.
Voorts volgt hier nog een overzicht van het prijs.
verloop in een aantal belangrijke landen:
De volgende opmerkingen zijn ontleend aan de des-
betreffende maandpublicatie van het Centraal Bij-
reau voor de Statistiek en hebben betrekking op de
Nederlandsche indexcijfers met basis
1913 – 100.
Bij beschouwing der indexcijfers over November
1929
in vergelijking met die der vorige maand, blijkt,
dat het algemeen indexeijfer met
3 (2.14
pOt.) dat
der voedingsmiddelen met
2
punten
(1.37
pOt.) is
gedaald.
Tegenover een prijsstijging van
5
artikelen (w.o.
4 voedingsmiddelen) met in totaal
40
punten (w.o. eieren met
24
punten), staat een prijsdaling van
26
artikelen (w.o.
15
voedingsmiddelen) met in totaal
.
0
2
0
0
N
–
,
z
–
1913
70
4
100
6
100
100
1007
100
100
lOO
358 438
367
392 214
Hoogste
1920..
591
679
..
325 366
297
322
(Apr.)
(Apr.)
(Jan.)
(Juni)
Uuli)
(Mrt.)
Gemiddelde 1923
101
5
458
577
..
183 160
154
2h
1924::
985
.11i9
554
1375
–
162 156
206
1925
1926
103
5
100
5
555
7u3
646 654
1425
134
–
145
161
149
155
145
202
179
November
1918……….
1927
95
618
527
—————————-
138 142 146 148 170
Novetber
1928
97
625 495
140
145
145 148 173
December
,,
97
624 497
140
144
145 148 174
Januari
1929
97
630
496
139
143
144 146
172
Februari
97
638 498
139 143 145 146
171
Maart
98
640
499
140
142
144
147
171
April
97 627
493
137
140
141
144
170
Mei
96
624 485
136 139 140 142 169
uni
96
611
480
135 139
139
141
168
j uli
98
614
477
138
143
140
141
166
Augustus
98
597
474
136 143
141
142
165
September
97
598 472
138
142 140
141
164
October
95
590
470
137
142 138 140 163
November
584
464
1
135
1
140
135 137
) bureau
0?
LaDour. ‘) Sta?. 1
geoaseero op
48 artikelen.
4)
1926 = lOO.
5)
Jaargemiddelde.
6)
Sedert October 1923:
Juli 1914=100.
7)
Midden 1914=
lOO.
180 punten (w.o. groene erwten met
15,
zamelen met
14,
aardappelen met
13,
koffie met
17
en ijzer en hars
elk met 10 punten).
In vergelijking met de prijzen van October jl. zijn
in November de
stijgingen
in procenten als volgt:
thee
5.41,
eieren
11.73,
kaas
0.95,
kalfsvleesch
2.68
en zwavelzure ammoniak
7.55; de
dalingen
zijn voor:
tarwe
3.24,
roggc
6.84,
gerst
3.97,
haver
4.64,
groene
erwten
12.26,
mais
6.08,
macaroni
5.06,
zemelen
8.71,
aardappelen
12.16,
suiker
2.38,
koffie
11.82,
cacao
1.96,
peper
2.58,
alcohol
2.66,
boter
3.11,
ruwe katoen
5.42,
hennep
3.26,
vlas
4:0,
zilver
1.65,
T-ijzer
1.13,
tin
5.06,
hout
2.02,
runderhuiden
3.33,
lijoolie
1.03,
terpentijn
5.10
en hars
6.38.
De Poolsche Staatsfinanciën.
Van den Consul-Generaal van Polen te Rotterdam
vernemen wij het volgende:
Men hoort dikwijls, dat het budget in
Polen in den ioop
van de jaren 1927-’29 zou zijn overschreden en dat daar-
door het budgetair evenwicht in de Poolsche financiën zou
zijn verstoord. Van een dergelijke verstoring, d.w.z. van
uitgaven
boven
de effectieve inkomsten is echter in liet
geheel geen sprake. Het gaat hier slechts om een over-
schrijding van de begrootingsposten, welke overschrijding
volledig
gedekt is
door de overschotten, welke uit de loo.
pende inkomsten verkregen zijn. Zoo zal bijv. tijdens het
begrootingsjaar 1 April 1928-31 Maart 1929, gedurende
welken tijd het Poolsche Ministerie van Financiën inplaats
van de geraamde inkomsten ten bedrage van 2.655 millioen
Zloty in werkelijkheid 3.000.800.000 Zioty aan inkomsten
verkreeg, dus ongeveer 400 millioenen Zloty boven de ja-
ming, terwijl het Staatsbudget gedurende clezen tijd in een
overschot aan inkomsten van 125 millioenen Zloty deed
voorzien, het werkelijke oversehot ongeveer 500 millioen
Zioty bedragen hebben. Dit overschot is door den Pool-sehen Staat aangewend voor den aanleg van groote ver-
ken, zooals de uitbreiding van de haven van
Odynia,
het
aanleggen van spoor. en gewone wegen en bruggen, op
grond van deze overweging, dat het doelloos aanhouden van
groote kassaldi in de Schatkist economisch ongezond is.
Het spreekt vanzelf, dat aan alle uitgaven, onverschillig
of zij door de loopende inkomsten gedekt zijn of niet, van-
neer zij niet in het door het Parlement aangenomen budget
vermeld zijn, ex post de goedkeuring van het Poolsche Par-
lement gehecht moet worden, hetgeen dan ook is geschied.
Welk een verstandige en zuinige politiek de Poolsehe Re-
geering van het jaar 1926 af gevoerd heeft – een politiek,
clie geen verstoring van het budgetair.evenwicht heeft ge-
kend en die tot verbetering van den financieelen toestand
geleid heeft – werd uiteengezet in de rede, door den Min.
van Financiën, den heer Mastuszewski, in het Poolsche
Parlement gehouden ter gelegenheid van de indiening van de
begrooting voor het jaar 1930-’31, welke over het alge-
meen dezelfde trekken vertoont als de vroeger aangenomen
begrooting van het jaar 1929.
In deze rede constateerde de Minister van Financiën o.a.,
dat het budget voor het jaar 1925 – 387.884.765 Zloty
(berekend volgens de tegenwoordige waarde), hooger was
dan de begrooting voor 1930-1931. Dit verschil heeft nog
8 Januari 1930
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
41
grootere beteekenis, wanneer men in aanmerking neemt,
dat de aflossing der staatsschulcl in het jaar
1925 –
8000.000
Zloty bedroeg, terwijl deze thans
296
millioen
Zioty bedraagt; ook dc pensioenen zijn met
65 millioen
verhoogd, cle uitgaven van liet Ministerie van Buitenland-
sche Zaken niet
14
inillioen, van liet Min, van Handel en
Nijverheid niet
63
millioen, van het
Min,
van Openbare
WT
er
k
en
niet
14
millioen, van het Min, van Sociale Werken
met
6
mil]ioen, van het Min, voor Verkeer met
13
millioen
het totale verschil tusschen deze twee budgets bedraagt dus
738
miljioen. Dit bedrag van over
700
millioen, wist mcii
te bezuinigen op dc begrooting van de andere iiinisteries;
t.w. op Financiën
105
millioen, op Binuenlandsche Za.ken
102
niillioeu, op Justitie
22
millioen, op Agrarische Her-
vorming 18
millioen, op de Staatsbedrijven
6
millioen, en
tenslotte
01)
liet budget van het Min. vat Oorlog
338
mil-‘
lioen. Alle onprocluctieve uitgaven werden geschrapt zonder
dat de arbeidsprestaties en het arbeicisteinpo der verschil-
Jeude Ministeries verminderd werden. Als voorbeeld moge
worden vermeld, dat bij het Min, van Oorlog alle uitgaven
van aclministratieven aard verminderd werden en cle hier-
door bespaarde gelden voor uitbreiding van den haven van
Gdynia werden aangewend.
i)oor (leze politiek, welke gekarakteriseerd wordt door
doelmatigc verclecling der uitgaven en wijziging der ver-
schillende componenten van liet budget is werkelijk met het
jaar
1025
in Polen in alle opzichten een
aanzienljk.e ver-
betering
waar te nemen:
liet disconto
viel
van
24 op 13
pCt., voorts worden nog
de volgende cijfei’s vermeld
1925
1929
(1.000 Zloty)
Biljettencircnlatie van de Poolsche
Bank
………………………
349.072
1.246.892
Staatsbiljetten en pasmunt ……….
340.841
256.796
Treerndle valuta cii goudvoorraad der
:Poolsche i3ank ……………….
202.200
1.11.9.009
liet aantal der iverkloozen beliep:
in
Juni 1925 . …. 171.650
in Juni 1929
…..
105.065
Noveniber
1925 . 213.90
.. November
1929
.. 83.340
Tenslotte zij nog opgemerkt, dat het budget van liet
jaar
1925
met een deficiet van
226
millioen Zloty afsloot,
terwijl zooals boven reeds vernield, liet budgetjaar van
t
April
1928
tot
31
lIaart
1920
een overschot aan inkom-
sten van meer clan
500
millioen Zloty aanwees.
BOEKAANKONDIGING.
LITERATUUR OVER INVESTMENT TRUSTS.
1.).
Investment Trusis.
Their Origin, Development
and Operation door Th. J. Grayson, (J’ohn Wiley
& Sons Inc., New-York and Ohapman & Hall
Ltd. London. Prijs $ 5.—).
2).
Investmesrt Trusts iv. Anierica
door H. Williams
(MacTV[illan, London). 1). Amei’icav. Iv,vestnze’n,t Trusts
door J. F. Fowler
Jr. (llarper & Brothers, London New-York
•
Prijs $5.—).
Invesirnent Trust Organisation and Managenient
door L. R. Robinson (The Ronald Press Co. New-York. Prijs $ 7.50).
Kap italarslage-Gesellschaften Jnvestment Trusts
door Dr. Egon Kilgus (Wilhelm Christians Ver-
lag, Berlijn).
Keane’s Manual of Investment Trusts
(Financial
Publishing Co., New-York 1929).
De enorrn8 groei, van de investment trusts in de Vereenigde Staten, waar de ontwikkeling van deze
instellingen een
verschijnsel
is van de laatste tien
jaren, openbaart zidh, in tegenstelling met Groot-
Brittannië, eveneens in de literatuur. Terwijl in En-
geland boeken op dit gebied zeer schaarsch zijn, vooral
indien men de lange periode van ontwikkeling in aan-
m.erking neemt, zijn enkele belangrijke werken in de laatste jaren in de Vereenigde Staten over investment
trusts verschenen. De reden hiervoor ligt evenwel
voor de hand. Immers, in Groot-Brittannië zijn deze
instellingen reeds zeer lang bekend en is het beleg-
gend publiek, zoowel door eigen ervaring, als door de
financieele pers, er reeds voldoende mede vertrouwd
geraakt.
Daarentegen liggen de verhoudingen in de Ver-
eenigde Staten geheel anders. Daar zijn deze instel-
lingen vrij plotseling na den oorlog ontstaan en heeft
de ontwikkeling, vooral in de laatste jaren, zich in
een veel sneller tempo voltrokken dan in Groot-Brit-tannië. Bovendien hebben de Amerikaansche invest-
ment trusts zich in de laatste jaren in zooveel ver
–
schillende typen geopenhaard, dat het publiek nodd-
zakelijk een goede voorlichting noodig had. Hiertoe
hebben de financieele pers en afzonderlijke publica-ties in hooge mate medegewerkt.
Van de bovengenoemde hoeken, wier auteurs met
uitzondering van Dr. Kilgus alle Amerikanen zijn,
hebben die van Grayson en Williams dezelfde syste-
matische indeeling. In heide boeken wordt na een al-
gemeene inleiding eerst de ontwikkeling van de Brit-sche en daarna die van de Amerikaansche investment
trnsts geschetst. –
Het boekje van Williams, dat in een zeer popu-
lairen vorm is geschreven geeft hoofdzakelijk een he-
klopt overzicht van de verschillende typen invest-
ment trusts, die in de Vereenigde Staten voorkomen.
De bijlagen bevatten de samenstelling van de effec-
tenportefeuilles en een uittreksel uit de statuten
van verschillede investment trusts, terwijl het boekje
besluit met een tabel, aangevende de winsten van ver-schillende Amerikaansche instellingen in 1927.
Uitgebreider en gefundeerder dan het werk van
Williams is dat van Grayson. Hoewel ook hierin veel
feitenmateriaal is verwerkt, geeft het aan den ande-
ren kant een zeer goed inzicht in de financieele in-
stellingen in de Vereenigde Staten, die men tot in-
vestment trusts Ican rekenen, of daarmede nauw ver-
w’ant zijn. Vooral het verschil tusschen de Britsohe en
Amerikaansche investment trusts wordt zeer duidelijk
naar voren gebracht. Het boek bevat verder tal van
interessante gegevens over A.merikaansche beleggings-
vraagstukken bijv. over de werkingsfeer van de in
ons land onbekende ,,investment hanker” en de irige
wikkelde organisatie, die in de Vereenigde Staten
bestaat voor het plaatsen van effecten.
In de studie van Fowier, met een voorwoord van
John Moody, wordt de theorie en de practijk van de
Amerikaansche investment trusts behandeld. Vooral
wat dit laatsté betreft, is de schrijver door zijn positie
in staat geweest de organisatie en de verschillende
vormen van investment trust in de Ver. Staten op
voortreffelijke wijze weer te geven. Dit is vooral van
belang, daar deze instellingen in Amerika in verschil-
lende typen voorkomen, viarvan voor een buiten-
staan der de verschillen vaak moeilijk te onderkenneri
zijn.
Ook getuigt het boek van een gezond inzicht be-
treffende de oprichting en de beleggingspolitiek van
deze instellingen, dat in een scherp contrast staat met
de gebeurtenissen van den laatsten tijd. Zoo wordt
er o.a. op gewezen, dat een investment trust niet te
groot moet worden opgezet, maar zich eerst een ste-
vige basis moet scheppen, alvorens tot uitbreiding
over te gaan. Wat de heleggingspolitiek betreft, wordt
er op gewezen, dat tijdens een hausse op de beurs het
een juiste politiek zal zijn voor een algemeene invest-
ment trust om aandeelen door obligaties te vervan
gen. Of deze politiek in het afgeloopen jaar gevolgd
is, staat zeer te betwijfelen.
De jongste beurscrisis in de Vereenigde Staten
ligt nog te kort achter ons om een inzicht te ver-
krijgen in de positie van de verschillende investment
trusts. Niettemin is het vrij zeker, dat vele instellin-
gen enorme verliezen hebben geleden en deze zullen
in de eerste plaats de z.g. ,,trading Pools” en de meeste
gespecialiseerde investment trusts hebben getrof-
fen; in mindere mate natuurlijk die instellingen,
welke zich op buitenlandsche fondsen gespecialiseerd
hebben.
Toch heeft de schrijver, als voorstander, een open oog voor de gevaren, die deze instellingen bij onbe-
trouwbare leiding met zich mede kunnen brengen.
I’Ierhaaldeljk wordt er op gewezen, dat ook bij nauw-
42
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
8 Januari 1930
keurige vaststelling van cie bevoegdheden van het
bestuur, misbruiken kunnen voorkomen.
Het lijvige boek van Robinson heeft het groote
voordeel, dat het, voorzooverre ons bekend, de meest
recente publicatie op dit gebied is (uitgegeven Sept.
1929).
De ontwikkeling van deze instellingen in de
Ver. Staten is in de laatste jaren van buitengewone
beteekenis geweest. In verband hiermede is de tweede
druk van dit boek meer als een vernieuwing, dan als
een verbetering en aanvulling van den eersten druk,
i
de in
1926
is verschenen, te beschouwen. Het boek
is niet alleen bestemd om een algemeen inzicht in
deze instel1igen te krijgen, maar is tevens een prac-
tische gids zoowel voor bankiers en beleggers als voor
organisators en bestuurders van investment trusts.
Naast deze Amerikaansch)oeken is het werk van
Dr. Kilgus een welkome aanvulling van de literatuur
over deze instellingen, aangezien deze schrijver ook
de verhoudingen op het Continent van Europa behan-
delt en met name aandacht schenkt aan de ontwik-
keling van deze instellingen in Zwitserland, België,
Frankrijk en Duitschland. Dit laatst genoemde land
telt, ondanks zijn hoogontw.ikkelde financieele orga-
nisatie, feitelijk geen investment trusts. Een reden
hiervoor is volgens den schrijver o.a. gelegen in de
belastingwetgevng, waardoor de winsten te veel ge-
recluceerd worden. Daarentegen werd Duitschland
juist het object van deze instellingen. Zoo zijn er ver-
schillende Engelsche en Amerikaansche i.nvestment
trusts, die Duitschland als heleggingsgehied hebben
gekozen. Volgens Dr.
K.
zou het buitengewoon interes-
sant zijn te weten in welke mate buitenlandsche in-
vestment trusts bij de Duitsche kapitaalniarkt betrok-
ken zijn. Ook voor ons land, dat nog slechts weinig
investment trusts kent, is deze cjuaestie niet zonder.
belang.
Keane’s handleiding geeft in
zijn
tweede uitgave
cle volledige beschrijving van
391
ondernemingen,
die 414 investment trusts besturen. In deze uitgave
treft men waardevolle gegevens aan betreffend.e cle
besturen, de kapitalisatie, de halansen en, voorzooverre
deze gepubliceerd worden, van cle effectenportefeuilles
van de iuvestment trusts in Amerika. Yerder is een
lijst opgenomen va.n banken, wi.er bestuurders met
deze instellingen in relatie staan, benevens de notee-
ring van de aandeelen en obligaties van deze instel-
lingen op verschillende tijdstippen van
1927, 1928
en
1929.
Inderdaad een zeer waardevolle en wenscheljke
aanvulling op de literatuur over deze instellingen.
II.
M. H. A.
VAN DER
VALK.
MAANDCIJFERS.
EMISSIES
IN
DECEMBER
1929.
Prov. en Gemeentelijke Leeningen.
.
f
2.849.680,—.
zijnde:
Nederland
Prov. Utrecht
f
2.864.000
4
0
/0
obl. á 9934
0/
…..
f
2.49.680
Bank- en Credietinstellingen ……,,
172.500,-
zijnde:
Nederland
A.andeelen
Noorder Bank
f
150.000
aand.
á 115
O/1)
……
f
172.500
Hypotheekbanken …. . ………..
,,
1.442.000,-
zijnde:
Nederiand
Aandeelen
Algern. Hypotheekbank
f30(1.0002) aand.icl600/03)
f
480.000
Amsterd. Hypotheekbank
f200.0004)
aand..l50o/03)
f
300.000
Eerste
Nedérl.
Scheeps.
verband-Mij,
f
308.0002)
aand.
150
0f. ……..
f
42.000
Residentie Hypotheekb. v.
Nederland
f
200.000 2)
aand.
a
100
0/s
0)
……
‘f
200.000
Industrieele Ondernemingen ……
zijnde:
Frankrijk
o
bligatiën
Soc. Métail. de Sambre et
Moselle
f
4.250.000 6
o/
obi. á 94,14
o/, .. . . … .
f
4.016.250
Electr.-, Gas-, Tel.-, Telegr.- en Wa-
terl. Maatschappijen ……….
zijnde:
Nederland
o
bligatiën
N.V. Algem. Nederl.-Ind.
Electr. Mij. (A.N.I.E.M.)
f
5.000.000 5
01
obi. k
97%
0/. …………..
f
4.887.500
Diversen ……………………
zijnde:
Nederland
A andeelen
Amsterd. Ballast Mij.
f1.000.000
aand.hl50o/5)
fI.500.000
Obligatiën
Gooische Stoomwasscherij
en Bedrij ts-A uto-Garage
f300.000 60/0obl.1000/0
f
300.000
Totaal.
Koers voor aandeelh.; koers voor vrije inschrijvers 120
0/.
Waarop 10
°/o
te storten.
2)
Koers voor aandeelh. ( kers voor vrije inschrijvers 200
0
/0.
Waarop 20
0j
te storten.
Uitsluitend voor aandeelhouders.
Totaal der emissies in Januari.
. . . f
144.956.460,
Februari . . ,
132.588.625
1
Maart
. . . .
,,
24.530.250,-
April
. . .
,
14.200.750,-
Mei
……,,
56.981.200,-
Juni
……,,
14.227.250.-
Juli
……,,
39.608.317,50
Augustus
.
,,
4.330.050,—.
September
73.544.875,-
October
.
61.866.225,-
November
48.315.510,—.
December.
.
,,
15.167.930,-
Algemeen Totaal …….
f
630.317.442,50
Bovendien:
f
8.280.000,— 3m. Schatkistpromessen to
f
991,33
5 250.000,— 61in.
,,
,, ,,
980,39
10.744.000,—
5°1
Schatkistbiljetten
,, ,,
1.003,15
Voorts werd in de afgeloopen maand hier te lande de
inschrjving opengesteld op een beperkt bedrag:
Aand. Banque de Bruxelles
to
240
0/
(voor aandeelhouders).
Aand. Tréfileries & Laniinoires du Utovre to 400010 (voor
aandeelhouders).
Aand. Kreuger & TolI
5.
405
0
/0 (voor aandeelhouders).
Winstd..Obl. Kreuger & Tol! tt 429
0
/0. (Vrije inschrijvingen
niet toegestaan).
en op de volgende obligatieleeningen:
Rente- Emissie-
Guldens voet
koers
R.K. Parochiaal Kerkbestuur
v.
d.
H.
Andreas, Steenwijkerwold
….
175.000 5
ol,
99-0/
Ver, der ,,Missionarissen van Spar-
rendaal”,
Vugbt …………….
750.000 51
o,i
100 o/
RK. Ziekenverpleging ,,St. Manen.
stift”, Branitz
.
………………
600.000 8
o/
100
0
/0
E.
E. Zusters Franciscanessen
v.
d.
H.Georgi’us, MoederhuisteThuine.
360.000
7
./.
95
Congregatie der
E. E.
Zusters van
de Goddel. Voorzienigheid, Steyl.
300.000 5
o/
99
j
01
0
(iaritasverband
ftir
die
Diozese
Osnabruck
………………..
100.000
7
o/
98
o/
Institut
der
Schulschwestern
in Speyer
a.
Rh……………….
500.000 8
o/
100 o/ Congregatie der Paters Carmelieten,
Budapest
………………….
100.000
8
0/
9801
Parochie van de
H.
Theresia van
Lisieux, ‘s-Gravenhage
……….
350.000 5
o/
990/
Missiehuis
voor
vreemde
Missiën,
Steyl
……………………..
750.000 5
0
/0
100 O/
4.016.250,-
4.887.500,-
1.800.000,—
f
15.167.930,-
f
7.877.000,- 1
i
7.739.000,-
6.932.000,-
,,10.451.000,-
300.000,-
300.000,-
40.483
000,-
40.695.000.-
2.504.000,-
,,
1.490.000,-
585.000,-
‘,
546.100,-
8 Januari 1930
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
43
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.
N.B.
beteekent: Cijfers nog niet ontvangen.
GELDKOERSEN.
BANKDISCONTO’S.
d (Disc. Wissels.
4415 Nov.’29
Zwits.Nat.Bk. 3422 Oct.’25
Bk Bel.Binn.Eff. 5 15Nov.’29 N.Bk.v.Denem. 5
24Dec.’29 Vrsch. in R.C.
5
4
151V
0V.
’29 ZweedscheRbk 44
1Jan.’30
Javasche Bank…. 5422
Juli’29
Bank v.Noorw. 5 28
Dec. ’29
Bank van Engeland 5
12Dec. ’29
Bk. v. Tsjecho. Duitsche Rijksbank 7
2Nov.’29
slowakije .. 5
8Mrt.
’27
Bank v. Frankrijk.
3419 Jan.’28
N.Bk.v.O’rijk. 74
7Dec.’29
BelgischeNat.Bnk.
3431 Dec.’29
N.Bk.v.Hong. 74
4Nov.’29
Fed.Res.BaukN.Y.
44i4Nov.’29
Bank v. Italië. 7
14Mrt.’29
Bank van Spanje…
5419 Dec.’28
Z.-Afr.Res.bnk 6
1Aug.’29
OPEN MARKT.
1930 1929
1929
11
.
1928
11
1914
Jan.
28D.’29’
23128
16121
131 D.’28l
27
2
01
24
4 jan. ‘301
Dec.
1
Dec.
5Jan.’29.
Ja,
.
Juli
Amsterdam
Partic.disc.
37;16_
1
I2
3116-4
3I8-1s
31i8-5I16
431_11
4
18
–
1
‘
16
3
1
j81ie
Prolong.
3314
331
4
421
5
4-5
3
1
12-4
4
1
14-5
4_3J4
2114314
Londen
Daggeid…
2
1
14-4
2-5
1
I2
2
1
-4
3-51I2
2-5I1
2
1
123
1
12
1
3
1
4
-2
Partic.d isc.
4
I4-116
4
1
14-Ie
41
116
4
3
I4_
13
I16
42I16_
3
I8
4
1
I4_51,6
2
1
14
3
14
Berlijn
20133
Daggeld…
–
711
2
_102)
61/29 7-10
4
1
/l-I0
1
12
3
1
1-8
–
Partic.disc.
30-55d…
–
72)
7 7
6-
61/
4
3/
4
–
56-90 d…
–
7
2)
7
7
6-
3
1s
6
1
14-I4
211-‘j,
Waren-
wecbsel.
–
7
3
182
)
7
3
/s
7318
62/8_7
614-7J5
–
Neu, York
Daggeld t)
5.3/4
56J
5136114
41/
3
.51/
4
612
1
14
4_531
4
I
1
142
1
12
Partic.disc.
4
4118
4
4-
1
/8 4
7
1..5
1
1′
3
2
18
–
Koers van 3 Jan. en daaraan voorafgaande weken t/m Vrijdag.
Koers van 30 en 31 December
1929.
WISSELKOERSEN.
KOERSEN IN NEDERLAND.
Data
New
-Londen
Berlijn
Parijs
Brussel
Batavla
York)
S)
S)
S)
S)
1)
31 Dec.
1929 2.477
12.093
59.224
9.764
34.704
99a
1 Jan.
1930
–
–
–
– –
–
2
,,
1.130
2.4715,
12.0934
59.20
9.764
34.684
9934
3
,,
1930
2.4715/
1
,
12.0834
59.154
9.754
34.63
4
,,
19301
2.47
13
116
12
.0
8
+
1
59.17
9.754 34.634
6
,,
1930
2.477 12.083/
59.17
9.754
34.62
9934
Laagsted.w.
1
) 2.4761
8
32.084
59.13 9.74
34.61
99.4
Hoogste d.w’)
2.48
12.10
59.25
9.77
34.73
100
30 Dec.
1929
2.47I’/
12.09+*
59.24 9.764 34.704
9934
23
,,
1929
2.47
13
/16
12.0934
59.38
9.77
34.704
9934
Muutpariteit
2.4834
12.1034
59.26
9.75
34.59
100
Data
Zwit-
sr,d
Weenen
Praat
Boeka-
Mllaan
1
Molr1d
31 Dec.
19291
48.16 34.95 7.344
1.48
–
1Jan.1930
–
–
– –
–
–
2
,,
1930
48.15 34.95
7.36
1.48
12.964
33.10
3
,,
1930
48.094
34.9234
7.344
1.48
12.97
33.05
4
,,
1930
48.1034
34.9234
7.34
1.48
–
–
6
,,
1930
48.10
34.90
7.35
1.48
1
12.974
32.774
Laagsted.w.’)
48.07
34.85
7.32
3.46
12.95
32.60
Hoog4te d.wl)
48.17
35.-
7.38
1.51
13.-
33.30
30 Dec.
1929 48.1634 34.9734
7.36
1.48
12.974 33.60
23
,,
1929
48.22
34.9234
7.364
1.48
12.974
34.224
Muntpariteit
48.-
35.-
2)
48.-
13.09
48.524
Data
Stock-
1
Kopen-
Oslo
5)
Hel-
Buenos-
Mon-
holm
5)
hagen)
Os’
Aires’)
treail)
31 Dec.
1929
66.75 66.45
66.474
6.234
10234
2.45k
1
Jan.
1930
—
–
– –
–
–
2
1930
66.75 66.45
66.45
6.24
103
2.45
S
1930
66.674 66.424 66.424
6.24
10134
2.45
4
1930
66.674 66.424 66.424
6.234
10134
2.45
6
3930
66.624
66.40 66.40
6.22
100)4
2.4534
Laagsted.w.1)
66.574
66.35 66.35
6.20
100
2.4434
Hoogste d.w’)
66.80
1
66.50 66.50
6.26
10334
2.46
30 Dec.
1929
66.774
66.474
66.474
6.24
1021
2.45
23
,,
1929
66.874
66.524
66.50
6.24
10034
2.46
Muntpariteit
66.67 66.67 66.67
6.264
10594
2.483%
*) Noteering to Amsterdam.
*5)
Noteering te Rotterdam.
Particuliere opgave. Wettelijk gestabiliseerd tusschen 7.53′
en 7.21
1
/t.
In het eerste nummer van iedere maand komt een overzicht voor van een aantal niet wekelijks opgenomen wisselkoersen.
KOERSEN TE NEW YORK. (Cable).
D
0
a
Londen
($
per
£)
Parijs
($ P.
IOOfr.)
Berlijn
($p.
100
Mk.)
Amsterdam
(8 p. 100
gid.)
.31
Dec.
1929
4,88
5
1
33
3,94 23,89)4
1
40,35
,
1
8
1Jan.
1930
–
–
– –
2
,,
1930 4,87is1
3,9371
s
23,88
40,3434
3
,,
1930
4,879,,
23,8634
40,3334
–
4
,,
1930
4,87
19
1
32
3,9334
23,87
40,3434
6
,,
1930
4,87
13
1
32
3,93′
23,8634
40,34
7 Jan.
19291
4,85
333
3,91 23,7934
40,17
iiluntpariteit
..
4,867
3,9051
8
1
23,8334
KOERSEN TE LONDEN
Plaatsen en Landen
1Noteerings-1
1
eenheden
21
Dec.
1
1
1929
28
Dec.
1929
30
D.
’29/4Jan.’30
LaagsteIHoogste,
4
Jan.
1930
Alexandrië.. Piast.
p.0
97
97711,
979
11
9734
375 375
.
37494
375y
4
375
Bangkok…. Sh.p.tical
111034
1/1034
1j10
1/10.8 i110
1151h1
Athene ……Dr.
p.0
Budapest
. . .
Pen.
p £
27.854
27.86 27.84
27.88
27.86
Buenos Aires
d.
p.$
4471
4534
4551,
6
413sl
e
45151
Calcutta
. .. .
Sh.
p.
rup.
1j5t6
1/5
59
1
64
1/5j
1;531/2
Constantin.. Piast.p.c
10.30
30.35
1.020
1.050 1.030
Hongkong
. .
Sh.
p. $
11871
t6
1/8
5
/
33
117
8
1s
11834
117
1
11
2
0
3
132210
7
1
84
2j0
1
1
210
7
1
33
210
11
1
64
Lissabon…. Escu.p.
£
1083 10834
108’1
8
10851
10834
Mexico’)….
$
per
£
10.10
10.10
9.95
10.25
10.10
Montevideo
.
d.per
4534
4634
455%
47
46
Montreal
…
$
per
£
4.92′,
4.92i1
4.929/
4
4.94
4.93
obe
…….Sh.
p.
yen
Rio
d. Janeiro d. per Mii.
53
/8
5111
571,
5231
4
Shanghai
…
Sh.
p.
taei
212l/
211271
33
21034
2/134
2/0251
33
Singapore
. .
id.
p. $
213
49
1
84
2135%
213
21
1
32
213
15/
21347164
Valparaiso
2).
$
per
£
39.67
39.70 39.73
39.80
39.80
Warschau
..
Zi. p. £
43.464
43.47
43.39
43.50
43.444
1)
In het vervolg worden
de Mex.
$
niet
neer in penc. doch in
£
genoteerd.
2)
90 dg.
ZILVERPRIJS
GOUDPRIJS 5)
Londen’)
N.York’) Londen
30 Dec.
1929.. 2151,
463f
30 Dec.
1929….
84111)4
31
,,
1929..
2171je 469/,
31
,,
1929…..
84110
1
Jan. 1930.. 2134
–
1
Jan.
1930…. .84/1134
2
,,
1930—
2151
467
2
,,
1930….
84/1134
3
,,
1930..
215
3
,,
1930….
84111)4
4
-,,
1930…
20
15
/ 4511
9
4
,,
1930….
84111)4
5 Jan.
1929.. 2631
57)4
5 Jan.
1929….
84/1134
27 Juli
1914.. 24ii,
59 27
Juli
1914…
.
84111
1)
In pence
p.oz.
stand.
2)
Eorelgn
silver in
8e. p. oz.
fine.
3)
in sh. p.oz.fine
STAND VAN ‘s RIJKS KAS.
Vorderingen.
23Dec.1929
/
31 Dec. 1929
/
13.305.558,06
1
10.472.478,34
Saldo b. d. Bank voor Ned. Gemeenten
988.822,27
,,
32.449,87
Voorschot
op
ultimo Nov. 1929
aan
Saldo bij de Ned. Bank
…………..
de gem.
op
voor haar door de Rijks-
administratie te heffen gemeentelijke
inkomstenbelasting en opcenten
op
39.744.791,46
39.744.791,46
Voorschotten aan Ned.-indië ………
10.903.155,80
7.665.617,24
de Rijksinkomstenbelasting
………
Id.
aan
Suriname …………………
12.166.627,02
12.192.346,84
Id.
aan
Curaçao… ……………….
904.148,69
….
954.061.18
Kasvord.weg. credietverst.a/h. buitenl
134.119.097,17
141.199.929.58
6.550.000,-
,
12.300.000,-
Saldo der postrekeningen van Rijks-
….
……
28.495.740,14
,,
24.865.812,93
Daggeldieeningen tegen onderp……
coniptabelen
…………………….
Vordering
op
het Algemeen Burgerlijk
–
–
Pensioenfonds
1)
………………..
Vordering
op
andere Staatsbedrijven’)
,,
7.795.309,18
,,
9.430.309,18
V
e rpl
i c
h t
1
n ge n.
Voorschot door de Nederi. Bank ingev.
art. 16 van haar octrooi verstrekt
–
–
Voorschot door de Ned. Bank inrek
–
–
1106.717.000,-
,,
99.090.000,-
Waarvan direct bij de Ned. Bank..
co
urant verstrekt
…………………-
Schatkistbiljetten in Omloop
………
/
1
.06.717.000,-
Schatkistpromessen in Omloop ……..99.090.000,-
Zilverbons in omloçp
. …………..
10.761.968.-
Schuld aan het Alg. Burg. Pensioenf.l)
1.753.007,67
10.538.294,-
25.675.945,57
Id. a. h. Staatsbedrijf d.
P., T.
en
T.’)..,
13.054.388,90
..
,,
15.450.796,31
200.000.-
Id. aan andere Staatsbedrijven’) ……….200.000.,,
Id. aan diverse instellingen’) ………..8.383.283,13
7.659.834,60
1)
In rekg.-crt. met
‘s
Rijks Schatkist.
NEDERLANDSCH-INDISCHE VLOTTENDE SCHULD.
1
28 Dec. 1929
1
.
4 Jan. 1929
Vorderingen:
Saldo bij ‘s Rijks kas …………….
Saldo bij de Javasche Bank……….
Verplichtingen:
Voorschot ‘s Rijks kas ……………
Schatkistprornessen …………….
Betaalmiddelen in ‘s Lands Kas …..
Waarvan Muntbiljetten …………..
Muntbiljetten in omloop …………
Schuld aan het Ned.-lnd. Muntfonds.
Idem aan de Ned.-lnd. Postspaarbank.
Voorschot van de Javasche Bank:…
44
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
8 Januari 1930
NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 8 Jauuari 1930.
4ctiva.
Binnenl.Wis-f’Ufdbk.
f
54.1 32.751,52
sels, Prom., :Bijbnk.
,,
3.755.773,34
enz.in disc.Ag.sch. ,,14.759.642,27
f
72.648.167,13
Papier o. h. Bui teni. idisconto ……,,
–
Idem eigen portef.
. f
219.270,601,-
Af :Verkocht maar voor
debk.nognietafgel.
–
219.270.601,-
.oeseeningen
1
mcl. vrsch.J Hfdbk. f
39630.537,74
in rek.-crt.’ Bijbnk. ,,
6.748.678,41
op onderp.
Ag.sch. ,,
47.795.573,64
f
94.174.789,79
Op Effecten
……f
91.336.389,79
IICII
.-…,.
0
0QQQ .,Afl
C
,,
II.UUI7.tWU
,,
94.174.789,79
Voorschotten a. h. Rijk …………….,,
–
Munt en Muntmateriaal
Munt, Goud ……
f
65.011.015,- Muntmat., Goud .. ,, 382.443.724,28
f
447.454.739,28
Munt, Zilver, enz. • ,,
24.129.214,16
Muntmat., Zilver..
,,
–
471.583.953,44
1
)
Belegging
1
1, kapitaal, reserves en pen.
sioenfonds
……………………,,
25.386.798,92
Gebouwen en Meub. der Bank ………,
5.200.000,_
Diverse rekeningen ……………….
..37.564.728,39
Passiva.
f
925.829.038,67
Kapitaal ……………………….
f
20.000.000,-.
Reservefonds ……………………,,
7.106.550,55
Bijzondere reserve
………………
..
8.000.000,-
Pensioenfonds
………………….,,
6.288.517,87
Bankbiljetten in omloop …………..
,,
845.622.710,-
Bankassignatin in omloop ……….,,
355.420,59
Rek.-Cour.
j
Het Rijk
f
2.035.610,78
saldo’s:
Anderen,,
21.473.591,99
23.509.202,77
Diverse rekeningen ………………,,
14.946.636,89
–
f
925.829.038,67
Beschikbaar metaalsaldo ………….
f
123.312.012,67
Minder bedrag aan bankbiljetten, in om-
loop dan waartoe de Bank gerechtigd is
,,
308.280.030,-
1)
Waarvan in het buitenland
f
23.890.447,18.
Voornaa.mste posten in duizenden guldens.
Goud
Andere
Beschlkb. Dek-
Data
Circulatie opeischb.
Metaal-
kin ga
Munt
1
Munt mat,
schulden
saldo
1)
perc.
6 Jan. ’30 65.011 382.444
845.623
23.865
123.312
54
30 Dec. ’29 65.022 382.444
851.257
34.093
117.222
53
23
,,
1
29 65.028 382.444
822.973
29.673
131.388
551
16
’29 65.040 382.444
818.252
29.472
132.450
55
9
’29 65.041 382.451
829.225
20.935
130.546
53
2
’29 65.056 382.451
860.795
22.139
116.619
55
7 Jan. ’29 67.052 367.495
833.981
51.264
278.771
54
25 Juli
’14 65.703
96.410 1310.4371
6.1981
43.521
1
54
TotaalSchatkist-
B 1
Papier
Diverse
Data
bedrag
eee-
promessen
op het
reke-
disconto’s
srechtstreeks
buiten!.
ningen
2)
6 Jan. 1930
72.648
–
94.175
219.271
37.565
30 Dec.
1929
70.683
–
111.000
219.881
37.328
23
1929
59.310
–
94.072
218.703
32.797
16
1929
60.194
–
85.619
219.574
35.298
9
1929
60.124
–
85.699
219.464
34.204
2
1929
61.252
–
106.983
219.455
35.430
7 Jan. 1929
95.676
4.000
98.162
219.828
37.911
25 Juli
1914
67.947
–
61.686
20.188
509
‘1
neaert aen oanestaa, van
14
jan.
weaer op ue nasis van ,,
metaaldekking.
2)
Sluitpost activa.
SURINAAMSCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens.
1
opeischb. 1 Discont.
Data
Metaal Circu-
“”t’
IDiv. reke-
latie
1
.-..h,,id..
1
1
ningenl)
7
Dec.
1929…
685e
1.832
702
1.060
509
30
Nov.
1929-
715e
1.671
560
1.061
504
23
1929..
706
3
1.497
580
1.060
490
16
,,
1929-
7102
1.528
646
1.065
494
8 Dec.
1928-
801
1.535
688
1.092
429
S Juli
1914-
645
1.100
560
735
396
11
Sluitp. der activa.
2)
f100.000
bij
de Ned. Bank gedep. en f3.200 goud
gekocht.
3)
f100.000 bij de Ned. Bank gedep. enf6.000 goud gekocht. 4) /100.000 bij de Ned. Bank gedep. en f7.800 goud gekocht.
JAVASCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens. be samengetrok-
ken cijfers der laatste weken zijn telegrafisch ontvangen.
Data
Goud
Zilver
Circulatie opeischb.
1
metaal-
schulden
saldo
4 Jan.1930
168.700
291.000
38.600 36.860
28 Dec.1929
168.800
288.800
39.500 37.480
21 ,, 1929
166.800
291.600
42.800 33.040
7Dec. 1929 140.098
27.143 298.304
53.559 26.498
30Nov.1929 140.370
26.293 296.714
61.927 23.207
23
1929 145.536
25.299 297.779
56:239 29 227
16 ,, 1929 145.402
24.207 303.999
51.458 27.426
5 Jan.1929 169.669
21.977 311.405
69.312 39.359
8 Jan.1928 178.212
18.161 323.012
49.283 122.364
25Juli1914 22.057
31.907 110.172
12.634
4.842
2
)
Wissels,
‘ Dek-
Data
Dis-
buiten
Belee-
Diverse t
conto’s
N.-Ind.
ningen
reke-
kings-
percen- betaalb.
ningen’)
1
take
4.Jan.1930
1568(j0
51
28Dec. 1929
152.500
51
21
,,
1929
156.000
50
7Dec.1929
8073
27.888
ii 1.391
42.720
48
30Nov.1929
8.093
30.463
115.758
42.820
46
23
1929
9.385
32.663
113.618
32.670
48
16
,,
1929
9.447
33.133
116.736
31.655
48
5Jan.1929
7.613
41.491
95.730
49.373
50
8 Jan.1928
12.979
25.922
114.055
28.323
53
25 juli1914
7.259
6.395
47.934
2.228
44
‘) Sluitpost activa.
3)
Basla
2
15
inetaaldekking.
BANK VAN ENGELAND.
Voornaamste posten in duizenden ponden sterling.
Data
Metaal
in
in Banking1 Disc.and
s
i-
_______________
circulatie
Departm.
Advances
ecur ie
Bankbilf.
Bankbtlf.
1
Other Securities
1 Jan.
1930
146.116
369.783
36.178
42.171
18.014
26 Dec.
1929
148.028
379.574
26.275
22.300
17.735
18
,,
1929
140.734
371.898
28.807
10.630
20.586
11
,,
1929
137.434
365.158
31.849
8.828
19.470
4
,,
1929
134.269
361.086
32.640
9.623
18.731
27 Nov. 1929
135.382
354.557
40.155
15.264
17.880
2 Jan.
1929
153.330
378.294
34.829
47.745
16.963
22 Juli
1914
40.164
29.317
33.633
Other Deposits
1
Dek..
Data
1
00v.
Public
1
Other
Reserve) kings-
Sec.
Depos.
Bankers IAccountsl
perc.
1)
1 Jan.’30
81.659
12.350 110.297
37.523
36.333 22
19
1
33
26Dec. ’29
67.124
8.829
71.049
35.789
26.454 2271,
18
,,
’29
65.144
9.859
62.065
35.517
29.036 27
11
1
29
60.664
8.860
58.073
36.399
32 276 31
7
‘
132
4
,,
1
29
60.429
8.003
58.620
37.498
33.183 31
1
7,,
27 Nov.
1
29
57.704
17.433
58.219
38.200
40.825 351ij,
2Jan. ’29
62.637
22.336
84.016
38.030
35.035
2
4
718
2
22 Juli ’14
11.005
13.736
42.185
29.297 52
‘)
Verhouding tusschen l4eserve en Deposits.
BANK VAN FRANKRIJK.
Voornaamste posten in millioenen francs.
1
Te
goedl Wis- 1 Waarv. 1
1 Renteloos
Data
Goud’) Zilver) In het
1
1
op
het
1
1
voorschot
1 buitenl.I
se
Ibuiteni.
ningen
Ia.d.Staat
27 Dec.’29 41.668 1 222 7.249 l27.317l 18.693 2.521
3.200
20
’29 41.388 1
222
1 7.291 126,0291 18.771 2.543
3.200
13 ,, ’29 41.248 211 7.191 1
26
.
6
0
8
1 18.770 2.629
3.200
6
’29 41.131
j
201 1 7.168 127.1581 18.752 2.670
3.200
28Dec.’28 31.977 1 732 113.510 I24.882i 19.215 2.223
3.200
23 Juli’14 4.104 1
640
1 – 1 1.5411
8
769
–
Bons v. d
Rekg. Courant
Data
zeI/st. ‘ Diver- Circulatie
Zel/si. Part!-
amort. k. Sena)
Staat Iamort.k.lculieren
27Dec.
1
29
5.812
1.461
68.571
7.582 1 4.155
7.851
20
,,
1
29
5.612
1.923
67.149
7.373
4.605
7.345
13
,,
1
29
5.612
1.519
66.904
8.184
4.797
6.921
6
,,
1
29
5.612
1.663
67.291
8.309
5.284
6.435
28Dec.’28
5.930
1.420
63.916
6.835
5.379
7.018
23Juli’14
–
–
5.912
401
–
943
1) Bij de stabilisatie is de goudvoorraad gewaardeerd volgens de
nieuwe waarde van den franc.
3)
Sluitpost activa.
8 Januari 1930
ECONOMISCH-STATISTISCHE
BERICHTEN
45
DUITSCHE RLJKSBANK.
Voornaamste posten in millioenen Reichemark.
–
Data
Goud
Daarvan
bij bui-
teni. circ.
banken
1)
1
Deviezen
1
als goud-
1
dekking
geldende
Andere
wissels
en
cheques
Belee-
nin gen
31 Dec.
1929
2.283,1
149,8
403,6
2.607,7 250,6
23
1929
2.264,7
149,8
405,7
2.156,5
98,0
15
1929
2.247,1
149,8
390,8
2.090,8
108,6
7
1929
2.244,7
149,8
398,2
2.263,0
57,1
30 Nov. 1929
2.240,4
149,8
397,2
2.367,9
164,7
31 Dec.
1928
2.729,3
85,6
155,3
2.627,4
176,1
30 Juli
1914
1.356,9
–
–
750,9 50,2
Data
Effec-
1
Diverse
Circa-
Rekg.-
Diverse
‘ten
Activa’)
latie
Cr1.
Passiva
31 Dec.
1929
92,5
563,2 5.043,7
755,2
293,2
23
1929
92,6
603,3
4.579,0
448,4
296,5
15
,,
1929
92,6
864,8 4.588,9
402,1
286,0
7
1929
92,6
685,2 4.684,0
438,7
289,5
30 Nov. 1929
92,6
886,8
4.916,5 445,4
286,3
31 Dec.
1928
92,3
530,0 4.930,1
816,1
298,2
30 Juli
1914
330,8
200,4
1.890,9
944,-
40,0
t)
OnbeIast.
1)
W.o. Rentenbankscheine
31, 23, 15,
7 Dec., 30 Nov. ’29,
31 Dec.
28,
resp.
14; 28; 34; 41; 16;
7
miii.
NATIONALE BANK VAN BELdE.
Voornaamste posten in millioenen Belgas.
Data
Goud
o o-
Rekg. Cr1.
1929
.
0
.0
2Jan.1
1175
613
–
869
40
–
2.787
42
197
26 Dec.
1175
578
–
86
33
–
2.685
58
190
19
,,
1146
562
45
784
34
338
2.657
43
160
12
,,
1123
565
45
796
32
339
2.684
2
166
5
,,
1101
546
45
802
39
340
2.696
72
58
3 Jan.
904
615
–
872
40
–
2.393
56
135
1
)1930.
VEREENIGDE
STATEN VAN NOORD-AMERIKA.
FEDERAL RESERVE BANKS.
Voornaamste
posten in millioenen dollars.
Goudvoorraad
Wettig
Wissels
Data
betaal-
middel,
Totaal
Dekking
her-
disc. v. d.
In de
open
bedrag
F. R.
Notes
Zilver
etc.
member
markt
banks
gekochi
18Dec.’29
2.882,8
1.756,1
143,3
–
737,0.
309,4
11
’29
2.964,1 1.628,2
145,7
768,9
321,8
4
’29
2.993,0
1.642,1
145,8
872,3 258,5
27Nov.’29
2.987,4
1.829,5
147,2
912,3
257,3
20
’29
3.041,7
1.624,8
153,9
899,6
283,8
13
’29
3.039,2
1.627,1 147,8
971,4 299,5
19 Dec. ‘281
2.815,0
1
1.345,1
1
108,8
1
946,7
1
453,1
Belegd
1
Notes
Dt'”1
1
Gestort
1
Goud-
1
Dek-
1
Al em.
Lfek-
Data
in
u. s.
1
00v. Sec.
in circu-
.°
St
Kapitaall
kings-
1
kings-
latie
1
perc.
1)
t
perc.
3)
18Dec.’29
533,3
1.926,0
2.439,1
170,1
66,0 69,3
11
1
29
386,9
1.918,3
2.425,7
168,4
68,2
71,6
4
,,
’29
355,1
L938,5
2.452,7
168,4
68,1
71,5
27Nov.’29
326,1
1.930,2
2.437,0
168,3
68,4
71,8
20
,,
’29
326,5
1.925,0
2.562,6
167,9
677
71,2
13
,,
’29
312,6
1.937,2
2.645,9
167,3 66,3
69,5
19 Dee.’281
290,5
1.869,2
2.356,4
146,9
81,9 64,5
1)
Verhouding
totalen
goudvoorraad
tegenover
opeimchbare
schulden:
F. R.
Notes
en netto deposito.
2)
Verhouding totalen
voorraad muntmateriaal en wettig betaalmiddel tegenover
Idem.
PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HET
FED. RES. STELSEL.
Voornaamste posten in millioenen dollars.
Dis-
otaal
aarvan
a a
Aantal
banken
conto’s
en
Beleg-
gingen
I
Reserve
bij de
F. R.
/’?
me
beleen.
banks
o
S
d eposits
11 Dec.’29
493
17.375
5.547
1.747
20.501
6.698
4
,,
1
29
580
17.538
5.604
1.766
20.469
6.722
27Nov.’29
–
–
–
–
–
–
20
,,
’29
597 17.861
5.650
1.875
21.007
6.722
13
,,
’29
688
18.115
5.601
1.952
21.403 6.756
12Dec.’28
629
16.279
6.368
1.783
20.458
6.905
Aan het eind van ieder kwartaal wordt een
ove,zicht
gegeven van enkele niet wekelijks opgenomen banhetaten.
GOEDERENHANDEL
GRANEN.
7 Januari 1930.
In het begin der week bleef de t a r w e-markt nog vast.
In Europa had de vermeerc1ering van tien kooplust, welke
ingetreden was na de publicatie van cle uitermate lage
Argentijnsche oogstraming, zich niet kunnen handhaven,
toen men er meer en meer van overtuigd geraakte, dat die
raming te pessimistisch was geweest. Zoowel in Argentinië
zelf, waar toch de raming den meesten invloed had dienen
te hebben, als in Amerika was reeds op 27 en 28 Decern. bar een deel der prijsstijging weer verloren gegaan, maar
op de volgende dagen trad opnieuw een herstel in. Spe-‘
eiaal in Noord-Amerika meende men dankbaar de ‘gelegen-
heid te moeten aangrijpen om de prijsstijging, die al zoo
lang verwacht en voorspeld was teweeg te brengen ‘en -op
31 December sloot tarve te Chicago en Winnipeg zelfs
nog hooger dan dadelijk na de publicatie op 24 December
van de lage Argentijnsche oogstraming. Ook in Argentinië
vond aan de termijnmarkten eenige prijsstijging plaats,
doch dat het op 24 December bereikte peil nog lang niet
weer werd bereikt, gaf te denken. De reden van dit prijs-
herstel van de laatste dagen van 1929 heeft gedeeltelijk
gelegen in Vrij goede vraag naar tarwe in Engeland, ter-
wijl ook op sommige vastelandsche markten -nogal eenige
zaken plaats vonden. Duitschland toonde echter weinig
kooplust na de groote inkoopen, welke daar in verband
met de verhooging van het invoerrecht- hebben plaats ge-
vonden. Ook de omtrent die verhooging bestaande onzeker-
heid belemmerde naar Duitscltland de zaken. Niet slechts
kon zij op 1 Januari in verband met verschillende handels.
verdragen slechts ingaan voor tarwe va-n Canada en Austra-
lië, doch bovendien is volgens de nieuwe
–
voorschriften de –
hoogte van het invoerrecht afhankelijk van den prijs van
inlandsche tarwe aan de Duitsche markt gedurende een
zekere voorafgegane pêriode. Eerst omstreeks 10 Januari
zal definitief vaststaan, hoe hoog het Duitsche invoerrecht
zal zijn. In Frankrijk ontbrak vraag voor buitenlandsche
tarwe geheel. Zelfs voor inlandsche en Noord-Afrikaansehe
tarwe bestond daar bij den slechten afzet van meel uiter-
mate weinig kooplust.- Het aanbod van Fransche tarwe
voor export ging voort en er werden daarin weder eenige
zaken naar Engeland afgesloten. Ook Italië maakt nog
geen aanstalten om zijn import van beteekenis uit te brei
den, ‘al kon daar de prijs van inlandsche tarwe wel eenige
verhooging ondergaan, waardoor de kans op een hervat-
ting der importzaken wel eenigszins verbeterde. Bij den
aanvang van het nieuwe jaar trad in Noord-Amerika dade-
lijk prijsverlaging in tengevolge van onvoldoende Europee-
sche vraag en tevens door Russisch aanbod van tarwe. Af-doeningen in Russische tarwe zijn nog niet gerapporteerd,
doch onderhandelingen zijn gaande en in Engeland, zoo-
wel als in Amerika, maakten die berichten nogal eenigen indruk en drukten zij de markt. Dezelfde uitwerking had.
den ‘ook nabetrachtingen over de Argentijusche oogstra.ming.
Terwijl deze slechts 18 millioen quarters bedroeg, wordt
van betrouwbare particuliere zijde gesproken van een oogst,
die zeker wel 25 millioen quarters zal hebben bedragen.
Daarbij blijft Argentinië geregeld met tarwe aan de markt
op het tenslotte slechts weinig gestegen prijspeil. Indien
werkelijk de opbrengst niet grooter ware dan 18 millioen
quarters, zou zeker de prijsstijging veel grooter zijn ge-
weest dan 30 á 40 centavos, welke na de xeactie, welke na
25 December is ingetreden, nog zijn overgebleven van de
eerste verhooging. Er zou dan namelijk slechts een uit-
voersurplus van 8 S 9 millioen quarters aanwezig zijn ge-
weest, terwijl in 1929 de export 32 millioen cjuarters heeft
bedragen. Indien in eenigszins ruimen kring in Argentinië
aan de juistheid der lage raming geloofd werd, zou zeker
de inzinking der prijzen gedurende de laatste week van
1929 uitgesloten zijn geweest. In Noord-Amerika maakten de groote omvang der tarwe-voorraden, het nog steeds uit-
blijven van sterke ‘Europeesche vraag en de zeer goede
stand in de Vereenigde Staten van cle nieuwe wintertarwe
weder meer indruk, hetgeen de reactie aan de Noord-Ame-
rikaansche termijnmarkten verklaart. Bovendien blijven
ook in Europa de oogstberichten goed. Met gerustheid mag
er op worden gerekend, dat Argentinië en Australië voor-loopig flinke hoeveelheden tarwe – ter verscheping zullen
brengen, al zijn dan ook de oogsten daar veel kleiner dan
de enorme hoeveelheden van het vorige jaar. Van schaarseh.
te aan tarwe is dan ook voorloopig geen sprake en als
werkelijk Rusland tarwe gaat verschepen, valt daarvan,
ook al zijn de hoeveelheden niet groot, verdere druk op de
tarweprijzen te verwachten. Toename der Europeesche vraag is bij het slinken der voorraden inlandsche tarwe
wel të verwachten, doch het is zeer de vraag, of die – toe-
46
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
8 Januari 1930
AANVOEREN in tons van 1000 Ko.
Rotterdam
1
Amsterdam
Totaal
Artikelen
29Dec.19291
Sedert
Overeenk.
29Dec. 1929!
1
Sedert
Overeenk.
31 Dec. 1930
1 Jan. 1929
tijdvak 1928 31 Dec. 1930
1Jan. 1929
tijdvak i
1929
1928
Tarwe ……………..6.200
L46.192
2.216.702
–
105.659
74.988
L751.851
2.291.780
Rogge ……………..2.918
208.98
209.306
–
2.413
–
211.331
209.306
Boekweit …………….554
20.517
18.552
–
1.282
50
21.799
18.602
Mais ………………..3.593
860.276
1.050.173
–
208.465
218.117
1.068.741
1.268.290
Gerst ………………1.503
515.381
585.599
–
12.595
15.963
527.976
601.562
Haver ………………1.897
219.826
199.037
–
2.994
715
222.820
199.752
Lijnzaad …………….223
139.269
197.824
1
277.801
387.425
417.070
585.249
Lijnkoek …………..
..-
228.521
195.307 .
–
700
1.184
229.221
196 491
Tarwemeel …………..174
82.688
113.001
–
28.422
36.893
111.110
149.894
Andere meelsoorten ….
679 – 22.974
14.463
–
–
–
22.974
1
14.463
Rotterdam
Amsterdam
Totaal
Artikelen
1J4 Jan.
Sedert – . Overeenk.
1
1
4
Jan.
Sedert
Overeenk.
930
929
1930
1Jan. 1930
tijdvak 1929
1930
1Jan. 1930
tijdvak 1929
t
1
Tarwe …………….21.518
21.518
7.122
–
–
302
21.518
7.424
Rogge ……
. ………..100
100
388
–
–
–
100
388
Boekweit …………..
.
.-
–
1.506
–
–
–
–
1.506
5
Maïs ………………
..485
5.485
1.745
2.679
2.679
4.510
8.164
6.255
Gerst ……………..7.100
7.100
8.401
–
–
–
7.100
8.401
Haver ……………..1.140
1.140
1.388
–
–
–
1.140
1.388
Lijnzaad ……………62
62
–
1.830
1.830
5.242
1.892
5.342
Lijnkoek …………..
.
.
–
96
–
–
–
–
96
Tarwemeel ………….987
987
296
–
–
912
987
1.208
Andere meelsoorten ..
598
598
167
–
– –
–
598
167
S-
name groot zal zijn. Slechts bij sterke uitbreiding der ver-
koopen naar Europa zou een aanmerkelijke verhooging van
het peil der tarweprjzen mogelijk zijn. De termijnmai-kten
te Chicago en Winnipeg sloten op 6 Januari 2, !
dollarcent per 60 lbs. lager, aan de Argentijnsehe termiju-
markten een kleinigheid hooger dan een week tevoren.
Zeer klein blijven de zaken in r o g ge. in Duitschlancl
blijft verdere prijsstijging nog uit en in de overige landen
van West-Europa, die voor den import van Duitsche roggc
in aanmerking komen, is daarvoor cle kooplust nog altijd gering. Zelfs is in den loop der, week Duitsehe rogge vrij
wat goedkooper te koop gekomen. Andere soorten vindeu bijna in het geheel geen koopers. In Noord-Amerika heeft
de roggeprijs zich na de prijsdaling van het einde der vorige week niet hersteld. Chicago sloot namelijk op
6 Januari 1% dollarcent per 56 lbs. lager clan op 30 i)e.
cember.
Flauw is ook deze week m a I s weder geweest. Weliswaar
waren cle Argentijnsehe verschepingen niet groot, doch de
voorraden in de Argedtijnsche havens haudhaafden zich
op den vergrooten omvang van de vorige week en het
aanbod van Plata.-niaïs bleef dringend. De vraag in Europa
was echter nog steeds teleurstellend, hetgeen gedeeltelijk
het gevolg is van het zachte weder. In Duitschland bestond
wegens de verhooging van het invoerrecht op gerst wel
eenige kooplust voor •Plata-maïs en ook in Engeland was
op enkele dagen de vraag wat beter, doch dit alles heeft
de prijsdaling niet kunnen tegenhouden. Aan de Argen-
tijusche termijnmarkten zijn de mais-prijzen weder gedaald
als gevolg van de onvoldoende Europeesche vraag en de
nog altijd uitstekende vooruitzichten voor den nieuwen
oogst. Ook cle loop der prijzen voor Donau-mais heeft voor
Plata.maïs den prijs gedrukt. De maisverschepingen uit
cle J)ociauhavens warcu nog niet weer zoo groot als eenige
weken geleden, doch overtroffen toch die der vorige w’eek.
Dit was in strijd met de verwachting, dat de verschepingen
eenigeu tijd klein zoudeu zijn wegens het klëine aantal
(lol booten, welke, nu spoedige sluiting dci- Douau-sclieep-
vaart wegens ijs verwacht kan worden, in cle Donauhavens
in lading liggen. Blijkbaar echter wordt er in de winter.
havens toch nog flink verscheept. Nu het in Roemenië
kouder is geworden, bestaat de kai:is op vei-betering van
cle kwaliteit der Douau.maïs. Reeds heeft clie koude en clie
verbetering der kwaliteit ertoe geleid, dat meer maïs naar
Soelina wordt vervoerd ter verscheping in den winter. Aati-
vankelijk was daarheen wegens de onbetrouwbare kwaliteit
slechts zeer weinig maIs verscheept. Ook te Constautza,
bereidt men zich voor
OJI
groote Inaisverschepingen. Doticu-
maïs op Jaiiciai
–
i en Februai-i aflading w’orclt clan ook mcci
aangeboden, terwijl de daarvoor gevraagde prijzen deze
week weder uieciwe verlaging ondergingen. Ook stoomencie
partijen weiden naar Nederland weder goedkoop verliaii-
delcl. Tot nog toe is uit cle Donacila.nden slechts een zeer
klein gedeelte van de enornie beschikbare hoeveelheden
maïs uitgevoerd. Indien de kwaliteit beter wordt, zullen
dc maïszaken uit de Donaulanden zoowel voor den ver-
scheper als voor den West-Eciropeeschen kooper minder
risico met zich brengen, hetgeen zeker tot aanzienlijke uit-
breiding der verschepiiigen zal leiden. Dat de prijzen, welke
cle producent in die landen voor zijn mais ontvangt, daar-
bij zeer laag zijn, zal, zooals uit berichten cut Roemenië
valt op te maken, daar vel aanleiding geven tot hevige
klachten van de zijde dier producenten, doch den export
nauwelijks belemmeren. ])aarbij komen clan de uitstekende
voorcutzichten voor den nieuven Argentijnschen mais-oogst
en het is dan ook geen wonder, dat cle mais-markt in flau.
N.V.
INDUSTRIEELE DISCONTO MAATSCHAPPIJ
%MSTERDAM
LONDEN
BERLIJN
PARIJS
JOPENHAGEN
Maatschappelijk Kapitaal
f
25.000.000.-
Volgestort geplaatst en reserves / 13.400.000.-
De Maatschappij financiert de aanschaf fing op termijnbetaling
van Industrie-machines, Landbouwmachines, Zuivel-
installaties, Kantoor- en Winkelmachines,
Bedrijfsautomobielen, enz. enz.
8 Januari 1930
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
PA
we stemming verkeert. Vooral Plata-niaïs van den nieuwen
oogst ter verscheping in de zomermaanden was tenslotte
uitermate flauw, hetgeen ook de prijzen voor oude maIs
weder sterk drukte, al zijn aan de Argentijnsehe termijn-
markten de maisprjzen in den loop der week slechts 10
15 centavos per 100 KG. gedaald.
Ook voor ge r
S
t is de markt deze week weder flauw
geweest. Nu Duitschiand wegens de verhooging van het
invoerrecht op gerst geen kooplust toont en verbetering
daarvan na cle zeer groote inkoopen, welke juist vOôr die
verhooging zijn gedaan, voorloopig niet te verwachten is
:
was nieuwe verlaging der prijzen van Roemeensche en
Russische gerst onvermijdelijk. Enkele zaken kwamen naar
Engeland tot stand en tot cle opnieuw verlaagde prijzen
kocht ook Nederland wat meer Donau- en Russische gerst,
maar deze zaken waren slechts klein en beide landen blij-
ven dringend met gerst aan de markt. Of Rusland nog veel
gerst te verschepen zal hebben, valt niet te zeggen, doch
in Roemenië is nog zeer veel gei
–
st aanwezig, die geëxpor-
teerd zal moeten worden. Bovendien is gerst uit cle Ver-
eenigde Staten, ondanks de vrij vaste houding der termijn-
markten van Winnipeg en Minneapolis, reeds in de vorige
week goedlcoop aan de markt gekomen en deze week zijn
die prijzen niet weder verhoogd. Stoomende partijen wareo
clan ook naar Nederland zeer goedkoop te koop, hetgeen
tot de flauwe houding aan de gei-stmarkt bijdroeg.
Voor have r was in Duitschland reeds in het begin der
week de stemming weifelend en geleidelijk zijn tenslotte de
prijzen, waartoe Duitsche haver te koop was, gedaald. De prijsverbetering, welke eenigen tijd geleden tot stand was
gekomen, is nu weder geheel verloren gegaan en in Neder-
land blijft tengevolge van groote inkoopen, welke vroeger
reeds zijn afgesloten, de vraag beperkt. Meer zaken komen
er geregeld naar Engeland tot stand, doch ook die zijn
niet groot genoeg geweest om de prijsdaling tegen te hou-
den. Voor andere haversoorten is overal in Europa de vraag
zeer slecht. In Argentinië is dan ook de baverprijs deze
week weder gevoelig gedaald. Nadat in het begin van De-
cember Februari-haver aan de termijnmarkt te Buenos
Aires nog genoteerd stond op peso 6.35 per 100 KG. en
omstreeks het midden dier maand
01)
peso 5.95, sloot dc
markt
01)
4 Januari op peso 5.60.
SUIKER.
De afgeloopen week verkeerden de’ verschillende suiker-
markten nog in de stemming (er gepasseerde feestdagen
en waren (Ie zaken slechts zeer beperkt.
In A m e r i k a bleven de markten goed prijshoudcnd,
waar koopers, zoowel als verkoopers zich weliswaar onver-
schillig toonden, doch op hun stuk bleven staan. De prijs
voor prompte Cubasuiker was dan ook nominaal 2 d.c. c. &
fr. New-York. Op de termijnmarkt fluctueerden de prijzen
ietwat, doch sloten op ongeveer openingsniveau, nI. Jan.
1.91; Mrt. 1.97; Mei 2.02; Juli 2.07 en Sept. 2.14, terwijl
•
de laatste noteering voor Sp. Centr. 3.83. was.
De ontvangsten in de Atlantische havens der V. S. be-
droegen deze week 16.000 tons, de versmeltingen 44.000
tons tegen 44.000 tons in 1929 en de voorraden 601.000 tons
tegen 181.000 tons.
De laatste 0 u b a-statis€iek is als volgt:
1929
1928
1927
Ton
Ton
Ton
Cubaansche prod . ………. 5.156.316 4.03833 4.508,521
Consumptie …………….132.180
93.781
168.569
Weekontv. afscheephavens.
33.499
26.285
10.200
Totaal sedert 1 Jan………4.910.622 3.853.457 4.276.445
Weekexport ……………..41.630
52.235
56.313
Totale export sedert 1 Jan.
4.685.080 3.729.054
4.064.131
Voorraad afscheephavens… . .
181.460 124.403
212.314
Voorraad binnenland ……157.596
90.595
62.507
F. 0. Licht heeft zijn vierde raming van de Europee-
sche bietoogsten 1929/’30 gepubliceerd, welke hier volgt in
vei-gelijking met zijne derde raming en met den oogst
i928/’29:
1929130
1928129
4e raming 3e Raming Opbr.
Tons. Tons. Ton.
Duitschland …………..1.965.000 1.850.000 1.851.263
Tsjecho-Slowakije ……..1.025.000 1.025.000 1.042.948
Oostenrijk …………….120.000
120.000
107.322
Hongarije …………….240.000
240.000
220.062
Frankrijk …………….
1
)870.000
870:000
903.075
België ………………255.000
270.000
279.290
Nederland …………….
2
)270.000
270.000
319.937
mcl.
10.000 toiis suiker van Hollandsche bieten.
excl. 10.000 tons suiker naar Frankrijk gezonden.
Denemarken…………..
135.000
135.000
170.000
Zweden………………
121.000
110.000
160.860
Polen………………..
900.000
850.000
756.889
Italië ………………..
450.000
430.000
367.334
Spanje………………
240.000
245.000
262.000
Groot-Brittannië ……….
310.000
310.000
245.090
Overige
,
landen ………..
314.000
314.000
335.257
Tot. Europa zonder Rusland 7.215.000 7.039.000 7.021.327
Rusland………………
1.200.00 1.200.000 1.446.000
Tot. Europa
mci.
Rusland .. 8.415.000 8 239.000 8.467.327
Het 175.000 tons hoogere cijfer dezer laatste raming
wordt in hoofdzaak gevormd door het voor Duitschland met
115.000 tons hooger gegrepen cijfer.
Naar aanleiding van Licht’s hoogere raming voor
D u i t s c h 1 a n d wordt aldaar binnenkort eene belang-rijke vermeerdering verwacht van het voor Export toege-stane kwantum suiker. Inmiddels werd van de reeds voor
uitvoer vrijgegeven hoeveelheid slechts een klein gedeelte
verkocht, zoodat men van dezen oogst nog meer aanbod
uit Duitschland op de overige Europeesche markten mag
verwachten.
In E n ge 1 and daalden de noteeringen op de termijn-
markt verder tusscben 4% en 6
cl.,
doch trad aan het einde
der week weder een herstel in. De laatste noteeringen op
de Ruwsuikermarkt waren:
Mrt. Sh. 6110%; Mei Sh. 719%; Aug. Sh. 813%; Dec.
Sh. 8/6.
Op J a v a verkochten de V.I.S.P. de afgeloopen week
eenige partijen Superieur uit oogst 1929 tot den prijs van
f
12 per 100 KG. en Hoofdsuiker tot
f 11.
De markt voor tweedehands suiker was lusteloos en de
laatste noteeringen waren: Superieur ready en Januari
f
11.70; Febr.
f
11.75, Mrt.
f
11.87% en Hoofdsuiker reacly
f
10.87%.
H i e r te 1 a n d e konden – in tegenstelling met het
buitenland – de prijzen op de termijnmarkt zich in het
begin der week vrijwel handhaven wegens meerderen koop-
lust. Zelfs kon de stemming nog ietwat verbeteren. Het
slot was echter weder kalm: Mrt.
f
11%, Mei
f
12.-, Aug.
f
12
3
/
8
en Dec.
f
12%, alles geboden met vraagprjzen tot
f % h f
% hooger. Omzet slechts 1400 tons.
KATOEN.
Ontvangsten in- en uitvoeren van Amerikaansche havens.
(In dulzendtallen balen).
1
Aug.’29 Overeenkomstige periode
tot
28Dec.’29
1928
1
1927
Ontvangsten Guif.Haven8.
Atla
11
nt.Havens
}
6750
7009
6115
Uitvoer naar Gr.Brittannië
812 1073
553
,,’tVastelandetc
2567
2727
2713
,,
Japan ……
.708
900
625
Voorraden.
(In dulzendtallen balen).
Overeenkomstig tijdstip
28Dec.’29
1928
1927
2675 2395
2599
Amerik. havens ……
…..
Binnenland
………….
1493 1256
1330
New York
……………
95
50
&
210
515
370
507
New Orleans ………….
Liverpool
……………
377
546 586
KOFFIE.
Ook in de afgeloopen week was de markt – ditmaal ten-
gevolge van den overgang van het jaar – enkele dagen ge-
sloten. De stemming bleef onveranderd kalm en in de vraag-
prijzen van cle verschillende productielanden kwam zoo goed
als geen verandering, alleen waren enkele afladers te San-tos met hun kost- en vracht-aanbiedingen -16
h 1/-
lager.
Kan dus gezegd worden, dat over het algemeen genomen
Brazilië bijna niet lager is, toch bleek ook in de afgeloopen
week weder, dat flinke onderbiedingen in vele gevallen
kans van slagen hebben.
Nederlandsch-Indië was met ongewassehen Robusta %
h 1 ct. lager; gewasschen Robusta f.a.q. werd 1 ct. lager
aangeboden.
Uit Brazilië werd, ook ditmaal geen nieuws vernomen be-
halve het bericht, dat de dagelijksche aanvoeren in cle haven
van Rio voor de eerste helft van Januari zijn vastgesteld
op 9550 balen tegen 11.268 balen in de tweede helft van
December. Zooals kort geleden reeds is medegedeeld, heeft Brazilië bij het opnemen van de laatste leening van £ 2 mii-
48
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
8 Januari 1930
lioen tegenover de bankiers de verplichting op zich geno-
men om de limiet van de dagelijksche aanvoeren naar de af-
scheephavens te verhoogen en om plannen uit te werken,
teneinde de geleidelijke afwikkeling van de groote binnen-
landsche voorraden te vergemakkelijken. Een verkleining
vaii de limiet der aanvoeren uit het binnenland naar de
afscheephavens (de dagelijksche aanvoeren te San1o,a waren
op 14 Decmber reeds teruggebracht van 40.000 balen op
32.000 balen) is hiermecle volkomen in strijd. Dit raadsel is echter, bij gebrek aan nadere inlichtingen, hier voorals-nog niet op te lossen. Aan de loco-markt bleven de officieele notecringen on-gewijzigd, namelijk 40 ct. per 34 KG. voor Superior San-
tos en 35 ct. voor Robusta.
Aan de Rotterdamsche termijnmarkt bleven de notee-
ringen voor het Gemengd contract in doorsnede onveran-
derd. Zij waren op 7 dezer, des voormiddags: Januari
22% et., Maart 22
1
/
8
ct., Mei 22 ct., September 22 et.,
December 22 et.
De dezer dagen verschenen Statistiek van de Firma G.
Duuring & Zoon te Rotterdam geeft aan, dat in December
cle aanvoer geweest is als volgt:
1929
1928
1927
balen
balen
balen
in Europa …………840.000
696.000 1.079.000
Ver. Statenv. Amerika
970.000
933.000 1.145.000
Totaal.. … 1.810.000
1.629.000 2.224.000
De Aanvoeren in Europa en in Amerika tezamen gedu-
rende het jaar 1929 bedroegen 21.325.000 balen tegen
22.014.000 balen in 1928 en 21.530.000 balen in 1927.
])e Afleveringen in ])eceniber waren:
1929
1928
1927
balen
balen
balen
in Europa ………….894.000
740.000
935.000
Ver.Statenv.Amerika
875.000
901.000 1.063.000
Totaal….
1.769.000
1.641.000 1.998.000
De. Afleveringen in Europa en in Amerika tezamen ge-
durende het jaar 1929 waren 21.681.000 balen tegen
21.779.000 balen in 1928 en 21.589.000 balen,in 1927.
Vanaf 1 Juli tot 31 December waren de Aanvoeren in Europa air in Amerika tezamen 10.039.000 balen tegen
9.803.000 balen in 1928 en 10.867.000 balen in 1927, ter-
wijl de Afleveringen bedroegen 10.629.000 baden tegen
10.201.000 balen in 1928 en 11.001.000 baleu in 1927.
De zichtbare voorraad was op 31 December 1929 in Euro.
pa 1.602.000 balen tegen 1.656.000 balen, op 1 ])ecember.
In Amerika bedroeg hij 693.000 balen tegen 598.000 balen
op 1 December. In Europa en in Amerika tezamen was de
zichtbare voorraad dus op 31 December 1929 – 2.295.000
balen tegen 2.254.000 balen op 1 December. Rij bedroeg op
31 December 1928 – 2.651.000 balen en op 31 December
1927 – 2.416.000 baden. De zichtbare wereldvoo,rraad was op 31 December 1929 – 5.094.000 balen tegen 4.969.000 balen op 1 December en 5.172.000 balen op 31 December 1928 (in deze cijfers zijn
niet begrepen de voorraden in het binnenland van Sao
Paulo, waarvan het cijfer van 31 December 1929 nog niet
bekend is, doch clie op 1 December bedroegen 17.251.000 balen en op 31 December 1928 – 12.966.000 balen).
De prijzen van gewoon goed beschreven Superior Santos
op prompte verscheping zijn thans ongeveer 551- It 591. per
cwt. en van dito Prime ongeveer 591- It 631., terwijl zij
van Rio type New-York 7 met beschrijving, prompte ver-
schepiug, bedragen 40/- Ii, 4016.
Van Robusta op aflading van Nederlandsch-Indië zijn
de prijzen in cle eerste hand op het oogenblik:
Palembang Robusta, Januari-verschepiog, 2434 ct.; Ben-
koelen Robusta, Januari.verscheping,
2534
ct.; Mandheling
Bobusta, Januari-verscheping,
2634
ct.; W.I.B. f.a.q. Ro-
busta, Januari.versehepiug, 34 ct., alles per 34 KG., cii.,
uitgeleverd gewicht, netto contant.
De slot-noteeringen te New-York van het aldaar gelden-
de gemengd contract (basis Rio No. 7) waren:
Maart
1
Mei
1
Sept.
1
Dec.
6
Jan.
……
$
7,95
$
7,55
$
7,48
–
30 Dec.
……
,,
7,25
,,
7,08
,,
7,08
–
..
,,
7,62
,,
7,44
,,
7,45
–
23
,……..
16
,
……..
,,
7,50
,,
7,35
,,
7,38
–
Rotterdam, 7 Januari 1930.
VRACHTENMARKT.
Door de vele vacantiedagen ging op de vrachtenmarkten
slechts weinig om en vertoonden de vrachten nagenoeg
geen verandering sinds het vorige bericht.
Ouderstaand staatje geeft een overzicht van de hoogste cii laagste vrachten, welke gedurende het afgeloopen jaar
op verschillende vrachtenmarkten werden betaald.
Engeland
(Wales).
KOLEN:
Hoogste vracht. Laagste vracht.
‘Rouaau ……………7/6
4/-
Oporto …………….10/1034
81736
West-Italië ………….10/9
– 611034
Alexandrië ………….13/6
8/9
Las Palmas of Teneriffe 1116
8/9
Beneden La Plata ……18/6
1116
Noord-Amerika.
KOLEN:
West-Italië
…………
$
2.55
$
2.-
Beneden La Plata …….
,
4.—
,, 3.30
Rio
……………….
,, 3.75
,, 3.-
GRAAN (Norh. Range)
UK.
………………
1/1034 p. q.
111034 p. q.
Continent
………….
tSe. p. 100 lbs.
834e. p. 100 lbs.
Midclellandsche
Zee
…..
19 c. p. 100 lbs.
14e. p. 109 lbs.
U.K./Cont.
(Nd’..Pacific)
331-
2116
Zuid-Amerika.
U.K./Cont. (San Lorenzo)
26/9
11/-
Midd. Zee
id.
281.
141-
U.K./Cont. (Buenos Aires’
261-
10/-
Micicl.
Zee
id.
261-
22/6
U.K./Cont. (]3ahia J3lanca)
2516
1016
SALPETER:
Continent
………….
29/6
201-
Ver. Staten (Ati. havens)
$
5.50
$
4.50
Oosten.
Br.-Indië Midd. Zee/U.K.f
Cont.
……………
26/- d.w.
171-
Saigon U.K./Cont.
……
34/-
21/6
Burmah
id… ….
28/9
201-
Wladiwostock
id.
(volle
lading)
…………..
28/9
261-
id. R’clam &/of Hamburg
(ged.
lading)
……….
31/3
201-
Dalny
UK/Coat.
(volle
lading)
…………..
33/9
2116
id. R’dam &/of Hamburg
(geci.
lading)
……….
31/6
18/-
Australië (Zuid- of Victo-
ria)
Midd.
Zee/U.K./
Continent
…………
42/6
‘
221-
Z. -Afrika Durban/Sabang
121.
916
Mauritius U.K.
………
26/-
2216
1)onau.
GRAAN:
Continent
…………..
19/3
14/.
Zwarte Zee.
GRAAN:
Continent
………….
16/-
1213
Midclello.ndsche Zee.
ERTS:
Melilla/Rotterdam
——
6/134
51136
Bona/Rotterdam ……..
6/3
411036
Uornillo Baai/Middlesbr.
816
713
KATOENZAAD:
Alexanclrië/Hull
……..
12/6
816
p. 60 cbf.
Noord-Spanje.
ERTS:
Bilbao/Rotterdam …….
6/134
513
/Grangemouth
…
8/3
6/9
/Newport
……..
7/6
616
Time Charter.
Groote
tonnage
……..
4/434
316
RUN VAART.
Week van 29 December 1929 t)m. 5 Januari 1930.
])e aanvoeren van zeezijde werden geleidelijk minder. De
scheepsruimte bleef bij matige vraag voldoende beschikbaar.
Voor erts naar de Ruhrhavens betaalde men gemiddeld
f 0.90—f 1.—
per last met resp. 3/4 en 6/8 losdagen. Naar
den Boveiirijn werd uitsluitend in daghuur bevracht. Deze
huur varieerde van 3-334 voor groote en 334-4 ets. voor
kleinere schepen. Het sleeploon werd genoteerd volgens het
85 ets. tarief. De waterstand bleef wassend; zoowel naar
den Bovenrijn als naar den Benedenrijn werd op vollen
diepgang afgeladen.
In de Ruhrhavens bleef de algemeene toestand ongewij-
zigd. De vracht voor exportkolen naar Rotterdam werd
genoteerd op Mk. 2.— per ton inclusief sleeploon.