Ga direct naar de content

Jrg. 13, editie 641

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: april 11 1928

11 APRIL 198

AUTEURSRECHT T’OORBEH OUDEN

EStatistische

Berichten

ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID FINANCIËN EN VERKEER

ORGAAN VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART

UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN

13E JAARGANG

WOENSDAG
ii
APRIL.
1928

No. 641

INHOUD.

Blz.
He’i’
ZEVENDE
BEzulN1a1Nc:svERs1Ao
T door
Mr. E. H.
Bisschop Boele …………………………….312
De Nederlandsche Katoenindustrie in
1927 1
door
Joa?v
Gelderman ………………………………..313
Hoe groot is de omvang der werkloosheid in Neder-
land? door
Dr. Mr. Hugo van Zanten …………… 315
BUITENLANDSCHE MEDEWERKING:
Is
een aaneering van Sovjet-Rusland mogelijk? door
I’rof. Dr. Hans von Eckardt ………………316
De. nieuwe wet op de sociale verzekeringen door
Prof. B
. Nogaro ……………………………… – 317
AANTEEKENINGEN:
Jaarrede van den Voorzitter der Nederlandsche
Reeders-Vereeniging ……………………..
319
Indexeijfers van groothandeisprijzen …………..
321
Statistisch Overzicht betreffende den economischen
toestand van Ned.-Indië ………………….
321
BOEKAANKONDIGINGEN:
Dr. C. Visser: Proeve eener economische beschrijving
van het gebied der Kamer van Koophandel en Fa-
brieken voor Delft en Omstreken, bespr. door Prof.
W
. E. Boerman ………………………….322
1AANDCIJFERS:
Productie der Steenkolen-, Bruinkolen-en Zoutmijnen
322
Statistisch Overzicht van den economischen toestand
van Nederlandsch-Indië ———————–
323
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN
…………….
324-330
Geidkoersen.

Bankstaten.

Goederen handel.
Wisselkoersen.

1
Effectenbeurzen.
1
Verkeerswezen.

INSTiTUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN.
Algemeen Secretaris: Mr. Q. J. Terpstra.

ECONOMISCH-STATIBTISCHE BERICHTEN.
COMMISSIE VAN ADVIES:
Prof. Mr. D. van Blom; J. van 1.7a8selt; Jhr. Mr. L. H. van
ten-nep; Mr. K. P. van der Mandele; Prof. Dr. E. Moresco;
Mr. Dr.. L. F. H. Rego’ut; Dr. E. van Welderen
Baron
Rehgers; Prof. Mr. H. R. Ribbiiss; Jan Sehiltkuis; Mr.
Q.
J. Terpstra;’ Prof. Mr. F. de Vries.
Gedelegeerd lid: Prof. Mr. Dr. G. M. Verrijn Stuart.
Redaeteur-Secretaris: S. Posthuma.
Seoretariaat: Pieter de Hoochweg 122, Rotterdam.
Telefoon. Nr. 3000. Postrekeniing 8408.

Abonnements prijs voor het weekblad franco p. p. in
Nederland f20,—. Buitenland
en
Koloniën f23,— per
jaar. Losse nummers 50 cents. Leden en- donateurs van het
Instituut ontvangen het weekblad gratis.
Aangeteekende stukken: Bijkantoor Ruige plaat weg.

Advertenties f 0,50 per regel. Plcsat8-ing bij abonnement
volgens tarief. Administratie van abonnementen en adver-
ten-ties: Nijgh
d
van Ditsnar’s Uitgevers-Maat8eha’ppij, Rot-
terdam, Amsterdavs, ‘s-Gravenhage. Postchèque- en giro-
rekening No. 6729.

10 APRIL
1928.

Na de zeer gemaikelijke niaandwissel.iing OfltStO]ld

er deze week weder ‘meer vraag naar ge:lcl. Dit kwam

vooral uit bij’ ,,cal’igeitl”, cl at doorI oopend sterk ge-

v.raagcl bleef en waarvoor regelmatig 4% pOt. en hûo-

ger ihetaa cl werd. Par.ticui ier tI i’sconto was aanvan’ke-

]ik ii o.g veer gemadcelij’k te laatsen, maar later war-

‘den ok hiervoor geit geve:t-s meer teruhourlencl; cle

notc…
. ing bleef ech.ter’v rijwel onvernn clei-tI en schcym-

mdcle tusschen 3’/is en
4V16
pOt. De prolongatie-

rente noteerde 3% pOt.

* *
*

Op ‘den wedkstaat van de Nederlan’dsche Banic geeft

cie post bin.nenlaii dsche wissels een stijging’ van
f
4

millioen te zien. Dene vermeerdering komt geheel

‘oor rekening ‘van den ‘Staat. Nadat er gedureo’cle ge-

ruimen tij
,
cf geen rechtstreeks ‘bij de Bank geplaatst

schatJkistpazier in de portefeuille cl er centrale cie-

clieti’nstellingwas voorgekomen is in de afgeloopen

week een bed vng’ van
f
5
millioen aan seha’tkis’bpro-

messen iech’tstree’k ‘bij de Bank onclei’gebraccht. De

beleeni ogen
ibli,jken
‘met
f
211,6 mi liioen te zijn afge-

ciornen. 1

let .t-enteioos ‘voorschot atn het Rijk daalde

met
f
1,1 millioen,

De g’oirdvooi’raacl der Bank ‘bleef vrijwel
op dezelfde

hoogte. :De zjlvervow’raa’cl narm niet
f
600.000 af. De

post papier
01)
het ‘bu.iteulan,cl bleef onveranderd, ‘ter-

‘wijl te tliverse.i-ekeriingen op cle actief zijde cle.r ha-

lans een stijging
van
f
1,3 niii’lioen te zien geven.
De biljettencirculatie ‘verminderde met
f
16,2

lioen. De rdkeni’ng-coui-an;tsaldi geven een teruggang

van
f
].,9 ‘miili’oe’n te zien. Het beschikbaar metaal-

‘saldo steeg’ met
f
3 millioen. Het clekki.ngspercen’tage

‘bedraagt ruim 54, –

D)e visse.lni’arkt was weder zeer stil. De stemrnipg

– vas iets flausver, vooral voor Marken, ‘die van 59.38

tot 59.35 terugliepen. Oo4c Londen en New Yoric wa-

ren ‘meer aangeboden. De koersen bleven echter vrij-

wel onveranderd. Spanje was weder flauw 41.85 tot

41.70. De overige w’i’s’seis ‘waren vrijwel in overeen.-

stem mi lig ‘met dollars en ponclen.

LONDEN, 7 April 1928.
Deze week was getuige van ‘zeer belangrijka geld-

verschuivingen in cle Lonclervsohe mai

‘kt, In de eerste

plaats werden op 2 April door het
g
ouvernement de

ui.tstaa ncle saldi ‘van te op ‘cl en ‘datum ‘vervallende

4 pOt. en 5 pOt. National War Bond’s afbetaald. Daar-

eritegen ‘moest de ‘markt cle finale s’tort.i n.g op de

nieuwe 5 pOt. schatkist obligaties op 4 April betalen.

Beide transacties varen van zeer omivangr’ijiken aard;

vei-schei’den.e tientallen ‘milli o’enen poncleii waren be-

noodigd, ioowel voor de afbetaling op 2 April als ‘voor

cle uitbetaling op 4 April.

De arrangementen ‘waren echter tijdig getroffen,

zooclat alles zeer glad afliep. Uit den Bankstaat ‘van

Donderdag bledk echter wel, dat de ‘markt haar ‘saldi

tot ‘het uiterste Uief t ‘moeten gbru2ken, ‘daar ‘de

,.other deposi’ts’ tot het ongewoon lage cijfer van 89

‘mi II ioeo pond zijn gedaald.

Discônto bleef to’t dezelfde koersen genoteerd nl

4-4’fis, terwijl liet meerendeei ‘der ‘raken â 4 pOt.

cii voor -Juni wissels zelfs iets ia’gei- tot ‘stand ‘kwani.

312

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

11 April 1928

HET ZEVENDE BEZUINIGINGSVERSLAG.

1.
Wie zich uit. het Verslag van de werkzaamheden der
Bezuinigiugs-Commjssje-pop over het jaar 1927 een

beeld wil vormen van het resultaat van den arbeid

dier Commissie, van den stand der bezuinigingsactie,

heeft aanvankelijk met uiteenloopende indrukken te
kampen. Hij vraagt zich af of hiér een van regee-

ringswege ingesteld en geïnstrueerd college aan het
woord is, dan wel een vrijposig buitenstaander, die

met veel volharding ongewenschte -adviezen poogt op

te dringen. Hij vraagt zich dan yerder af of de be-

koring der ambtelijkheid inderdaad zôô sterk is, dat

een groot deel van het contact tusschen commissie

en regeering (meer dan één derde van het verslag)
gewijd behoort te zijn aan de vraag, of de commissie

niet voortaan aan een wettelijke regeling haar gezag

(en voor haré leden een bezoldigde ambtenaarspositie)
zal moeten ontleenen. En ten slotte moet
hij,
als oobe-
vooroordeeld lezer, zich afvragen of hij, op grond van
wat de commissie tot steun daarvoor in haar verslag

bijbrengt, met haar tot de sombere conclusie moet
komen, dat de begrooting voor het jaar 1928 van

eenige poging om op de inrichting van den staats-
dienst een daadwerkelijke, blijvende bezuiniging toe

te passen geen spoor draagt. En deze laatste vraag
zal hij allicht de gewichtigste achten, bedenkende

dat de commissie, of zij haren grondslag in een wet

dan wel in een Koninklijk Besluit heeft, toch haar
doel
zal moeten vinden in verband met de mogelijk-
heid van een .zoodanige conclusie.
Hij
zal, dunkt mij,
oordeelen, dat de inhoud van het
schrijven,
waarin
de commissie hare bovenaangehaalde conclusie tegen-

over den Voorzitter van den Ministerraad uitspreekt
en motiveert, wat aan den mageren kant is, meer
stellig van toon, dan rijk aan onweerlegbare argu-

menten. Zou er wezenlijk over die begrooting niet
meer, vooral in hooger verband gezien -niet meer,

niets van algemeeneren aard zijn op te merken? Dan
ware toch wellicht het vertrouwen, dat de Commissie
zoo klaarblijkelijk
niet wil
voeden, niet misplaatst?
Maar dit positieve vertrouwen, dat de commissie in

haar slotsom der regeering geheel en al onrecht

aandoet, kan aan den anderen kant de lezing van

het. verslag onmogelijk als eind-indruk nalaten. In de eerste plaats niet, omdat de beschouwingen der
commissie aangaande de begrootiog al te kennelijk bestaan in enkele losse grepen en zij blijkbaar geen

ernstige poging heeft gedaan eruit te halen wat er bij
mogelijkheid in kan zitten, en andermaal niet, om-
dat de regeering, uit de bejegening welke
zij
de
commissie’ doet ‘ondervinden, zoo in ‘t geheel niets
laat blijken van een neiging om met den arbeid der
Commissie mede te leven, van een bereidheid tot
medewerking ‘en tegemoetkoming, van een toeganke-

lijkheid voor de gemaakte bedenkingen. Alle strjkages,
dat van de zijde der ambtelijke organen aan de
Commissie alle medewerking zal worden verleend en

dat de Regeering op de samenwerking met de Com-
missie den hoogsten prijs blijft stellen, kunnen den
indruk niet verzwakken, dat de Regeerin.g tegenover
haar in de eerste plaats op afweren uit is en dat
in negen van de tien gevallen de vermelding in het

verslag van de over bijzondere onderwerpen aah de
regeering gedane voorstellen moest eindigen met de
troostelooze mededeeling ,,op het einde van het

kalenderjaar was hierop nog geen antwoord ont-

vangen”, of ,,tot dusver is der commissie, niet ge-
bleken, of de regeering met haar advies instemt”.
Het verslag geeft dus niet den indruk, dat op
deze wijze belangrijk resultaat zal kunnen worden
bereikt. Hierop moge nog even nader worden inge-

gaan. Aan den eenen kant schijnen de opmerkingen_
welke de begrooting voor 1928

der Commissie in de
pen gaf, niet bijzonder klemmend en
zijn
zij evenmin
bijzonder sterk geadstrueerd. Ten bewijze hiervan
diene dit voorbeeld. De commissie merkt op:
,.Bij
het’

Rijksontwateringsbureau, weiks opheffing als Rijks-
instelling, wij blijven voorstaan, zijn in den loop van
1927 weder 2 landbouwconsulenten werkzaam gesteld,

terwijl een Rijksbijdrage in de kosten van ontwate-
ringswerken van f 340.000.— voor 1928 voorzien

wordt”. Het antwoord der regeering luidt daarop:

,,Dat bij het Rijksontwateringsbureau 2 landbouw-
consulenten zouden zijn werkzaam gesteld, berust op
een misverstand, hierdoor ontstaan, dat om aan een

wensch van de Rekenkamer te voldoen, de jaarwedde
van deze ambtenaren van het traktementsartjkel naar
den hierbedoelden post zijn overgebracht. Vermeer-
dering van uitgaven heeft daardoor niet plaats gehad.

Hetzelfde geldt voor den post ijan f 340.000.—, welke
tot dusver onder het artikel voor werkverschaffing

voorkwam, doch, daar het geld in werkelijkheid voor
prod uctieve ontwateringswerken wordt aangewend,

meer onder den hierbedoelden post thuishoort”.

Bij deze gedachtenwisseling valt .tweeërlei op te
merken. Dat hij het Rijksontwateringsbureau in
1927
2 landbouwconsulenten zijn werkzaam gesteld, gelijk

de commissie opmerkte, berust
niet op
een misver-
stand, hetgeen blijkt uit de toelichting op begrootings-
artikel No. 100 waarin deze tewerkstelling, met zon-
veel woorden vermeld staat. De commissie wil blijkbaar

met hare opmerking te kennen geven, dat zij, aan
hare bekende bezwaren tegen de handhaving van het

Rijksontw ateringsbureau vasthoudende, de tewerk-
stelling in het afgeloopen jaar van nieuwe ambtenaren
aan dat bureau als een vooral uit het oogpunt van

bezuiniging onjuisten maatregel moet wraken. Het
antwoord der regeering, dat de betrokken begrootings-

Post voor 1928 niet een voor dat jaar nieuwe maat-
regel maar een verschuiving van comptabelen. aard
beteekent, gaat aan de kern van het bezwaar der
commissie geheel voorbij. Niettemin neemtde com-

missie met dit antwoord’ blijkbaar genoegen. Daaren-

tegen is hare opmerking over de Rijksbijdrage voor
ontwateringswerken erger dan een misverstand, im

mers een bewijs dat de begrootingsstukken met on-
voldoende aandacht zijn bestudeerd. De verhooging
van deze
bijdrage
ten koste van’den post voor werk-
verschaffing staat in de Memorie van Toelichting
tot Hoofdstuk V uitdrukkelijk vermeld en gemotiveerd,

zoodat er voor de commissie toch waarlijk geen reden
was om over die verhooging te vallen. Als slotsom
van dit alles zou men de commissie willen aanbevelen,
dat
zij
zich niet bepaalt tot een oppervlakkige kennis-
neming van de stukken welke haar aanleiding geven
tot kritiek op het regeerbeleid en zich onthoudt van
andére dan werkelijk rake aanmerkingen, maar dat
zij zich aan den anderen kant dan ook niet tevreden
laat stellen met een geheel onvoldoende antwoord op
haar bezwaren.

Het werk der, commissie schijnt in zooverre, af-
gaande op wat zij zelve, daaromtrent openbaart, niet
Vrij van onvolkomenheden. Wat nu de antwoorden
der regeering betreft, de toon daarvan varieert van
neerbuigende welwillendheid, over ongeduldige kor –

zeligheid, tot oprechte onhebbelijkheid. Wie houdt van proza, dat als een man op hem afkomt, zal een
zeker behagen kunnen scheppen in het schrijven van
den Minister-president van 27 December 1927, aan-
gehaald op pagina 28129 van het verslag; wie daaren-
tegen de voorkeur geeft aan meer bedekte grof heid,
geniete de terechtwijzing op een opmerking welke

de commissie den euvelen moed bad te maken over
de kostbaarheid onzer universiteiten, welk antwoord
als staaltje moge worden geciteerd: ,,De hooge kosten
van het universitair onderwijs hier te lande, waarop
Uwe commissie opnieuw de aandacht vestigt, hebben
reeds meermalen de aandacht getrokken. Dat beper-

king in dit opzieht een langdurige voorbereiding
vordert, zal ook Uwen Voorzitter, als lid der Com-
missie voor het Groningsch Ziekenhuis zijn gebleken,
welke Commissie, naar de Regeering meent te weten,

reeds geruimen tijd met de reorganisatie van dit

11 April
1928

ECONOMISCH-STATISTSCHE BERICHTEN

313

bescheiden onderdeel van het universitaire onderwijs

bezig is, zonder nog tot een resultaat te zijn ge-

komen.”
Dat de Commissie zich deze antwoorden, welke

men geneigd zou zijn onbeschaamd te noemen, laat

welgevallen zonder verder voor de eer te bedanken,

moge worden gewaardeerd als een blijk van toewijding

aan een ondankbare taak. En men’ zal dit alles ver-

makelijke lectuur kunnen achten, totdat men terug-
komt in den nuchteren gedachtengang, dat toch deze
Commissie welbeschouwd’ niet is ingesteld om als

bron van vermaak te dienen en dat het eigenlijke
doel wel nimmer bereikt zal worden, zoolang men

zijn krachten uitput in een dergelijke vernuftige
maar onvruchtbare dialectiek. En dan overheerscht
tenslotte de indruk, dat, hoezeer wellicht de be-
zuinigingscommissie niet met al hare wenken en op-

merkingen den
spijker
op den kop raakt, – hetgeen

naar
mij
voorkomt, en nader besproken moge worden,

in het
bijzonder
het geval is met de voorstellen ter-

zake van een
wettelijke
regeling van het bezuinigings-

apparaat – de Regeering tegenover haar niet de
juiste houding en den juisten toon weet te treffen

en al te zeer
schijnt
te vergeten, dat haar door de

Commissie geen lastige, ongevraagde raad wordt
geboden, maar dat deze Commissie een uitvloeisel is

van haar eigen bezuinigingsdrang en haar bijstaat
in hetgeen zij zelve in de eerste plaats zegt voor te
staan.
In een tweede artikeltje enkele beschouwingen over
het denkbeeld, het bezuinigingswerk op wettelijke

basis te stellen.
(Slot
volgt.)

Mr. E. H.
BISScHOP BOELE.
DE NEDERLANDSCHE KATOENINDUSTRIE IN 1927.

.1.

Over het algemeen zullen de resultaten van de tex-
tielfabrieken, die zich in ons vaderland ,rnet cle ver-
weeking ‘van ruwe katoen bezig houden, in het afge-
loopen jaar niet onbevredigend zijn geweest. Gecleel-
tolijk za] dit ‘te danken zijn aan de langzame opleviig,
die wijl in de laatste jaren in het zakenleven hebben
meegemaakt, doch voornamelijk zal men de oorzaak
moeten zoeken in dè lage ka’toenprijrsen ‘gedurenide de

eo.pste helft van 1921. Ten gevolge van de groo’te Ame-
]’i’kaansche katoenoogat 1926/21 waren prijzen van
ruwe katoen in het laattte kwartaal van 1926 naimelijik
zeer stek gedaald en in de eerste maanden van 1921
fiuctueerde deze prijs tussc’hen 13 en 14 Am. cents per Ib. In ‘het voorjaar trad een geleidelijke stijging
in, zoodat tegen einde Juli een prijs van circa 20
cents bereikt ‘werd, welk prijsniveau zich, behalve
cenige tijdelijke hau’sse’bowegrngeen in Augustus en
September, in ‘vorhanid met minder gunstige oogst’be-ricl’cten, tot ‘het einde van 1921 ongeveer ‘bleef hand-
haven. Door deze zeer lage prijzen van ruwe katoen
in het eerste ‘halfjaar konden fabrikanten hun notee-
ringen zeer belangrijk reduceeren en bleken koopers’,
zoowel hi er te ‘lande als ook in het buitenland, wel
bereid flinke orders te plaatsen, terwijl de afneming
der gekochte goederen i-n ‘vele gevallen nog’gestimu-
I’ieerd verd door ‘de geregelde ‘stijging van den ‘grond-stofprijs. De meeste fabrieken hebben dan’ ook in ihet
afgeloopen jaar geregeld kunnen doorwerken, rter’wijl
in enkele speciale ‘soorten manufacturen voo het ‘bin-nenland de vraag ‘zelfs gtooter bleek clan het prôduc-
tievermogen dor betrokken fa’hrikantei’i,

Over ‘het algemeen is ‘de bi’nneniandsche vraag ‘beter
geweest clan die voor export; op vele o’verzeesehe
markten ondervond men wel degelijk ‘den nadeeligen
invloed van ‘den on:bevrecli’genden toestand in cle Eni-
gelsche ‘katoeuind’un’trie, terwijl op Java ‘de Japa’nsc3ie
concurrentie niet alleen ‘hevig ‘bleef, doch het ‘groo’te
aanbod van deze J’apansohe ‘manufacturen dikwijls een
beletsel was voor zelfs een geringe prij’sverbetering
der Europeesche mamufacturen, zo’odat de marges ook
vooi’ goed’ ingevoerde merken, niettegen’staande de

kleine ‘voorad.en, in vele gevallen onbevredigend

bleven.
Wat den toesta.nd in Lancash’ire betreft, deze ‘bleef,
speciaal voor de fabrieken, die Amerikaansc’he katoen

‘verwerken, nog zeer ‘ongunstig en ‘dit is ook geen
wonder, als men de Engel’sch€’ uitvoeren van ma’nufac-
turen van 1913 vergelijkt met het beste jaar na den
oorlog, dat tot nu toe 1925 ‘is geweest. G. W. Armita’ge

komt
daarbij’
in ide ,,Manc’hester Guardian” in veel-

vouden van ‘mil’iioen yards’ tot de volgende getallen:

1913

1925

Uitvoer uit Engeland naar Europa

en het nabije Oosten…………
867

1.008

Amerika ……………………
907

723

Afrika ……………………..
721

756

Australië ……………………
211

204

2.706

2.691

Het Verre Oosten …………….
4.369

1.946

7.075

4.057

Hieruit ‘blijkt we] dat feitelijk alleen de uitvoer
naar ‘het Verre Oosten ‘sterk verminderd is en als men
rekening houdt met de Lndus’trialisatie ‘van Azië als

een blijvend verschijnsel, zal uien tevens ‘begrijpen, ‘dat
‘deze vermindering niet van tijiclelijken aar,d zal zijn.
De vooruitzichten voor ‘die fabrieken in Lancas’hire,
die zich v66r ‘den oorlog ‘speciaal hdb’ben bezig ‘geh’ou-
den met de vervaardiging van stapelartikelen vor de
markten in Engdlsch-Indië, China, N’ederlaudsch-‘
Indië, enz., zijn dan ‘ook verre van ‘gunstig en men
moet al ‘heel naïef zijn als men verwaght, dat bij een
verlaging van de prëduotie-kosten in Lanoa’s’hire alle
weverij’en weer ‘vol ‘zul]en kunneii werken en ‘de uit-
voer naar ‘deze lan’den weer spoedig tot ‘het niveau
van 1913 izal stijgen. De ‘otngunsti’ge toestand in Lan-
cashire beperkt zich dan ‘ook hoofdzakelijk tot deze
weverijen en cle spinnerijbu, die de ‘daar’voor benoo-
cligde ‘garen’s spinnen, terwijl in verschillende andere takken van de zoo ui.tgebrei’de ‘ka’toenindustrie in het
Manchester-district ‘de toestand veel minder onbevre-
digend is. Om’ deze reden was ‘de drang tot loonsver-
lagin:g, gëdeelteij’k gecompenseerd ‘door een langere
werkweek, verre van •een.tt’mig en de Spiinners-
Fedration, d’ie onlangs een ‘dergelijk, trouwens zeer
ingrijpend, plan opperde, ‘heeft dit waarschijnlijk bij
gebrek aan ‘steun uit ‘alle ‘lcrin’gen ‘der ‘betrokken werk-
gevers, ‘niet kunnen handha’ven.
Het spreekt vanzelf, dat een onbevredigende toe-

stand
i’U
‘de En gelsc’he ‘katoeni’nldus’trie stedcls een
terugsiag geeft op ‘den toestain-cl dezer industrie in
andere landen en ‘het is zeker te hopen, dat de pogin-
.gen tot verbetering, ‘die daar’than’s wei ‘zeer actueel
zijn, op den ‘duur succes ‘zullen hebben. Men ‘zal ‘dan
echter wel zeer
‘ingrijpende
maatregelen ‘moeten ne-
men, vooral wat in- en verkoop ‘betreft, en zich vooraf
moeten vergewissen van de medewerking van lle be-
trokken fabrieken. Bij ‘de thans’ ‘gevolgde systemen
profi’teerden meestal alleen die fabrieken, ‘die’ buiten
de combinaties bleven en ‘dit is ‘ook een der redenen
geweest van ‘de mislukking der ,,American Yarn As-
sociation”. Ook zal men meer ‘verticale combinaties
moeten, vormen, waardoor ‘het aantal ‘tussc’henpors’onen
vermindert, dat daar wei heel belangrijk
is.
Het is
thans niet ‘de tijd om verder ‘op dit onderwerp’ in te
gaan, ‘doch waar op do meeste o’verzeesdhe markten
onze vader]a,n]dsche katoenin’dus’trie zeer ‘sterk moet
con’curreeren tegen de Errgelsohe industrie, is het ‘dni-
del.ijik, ‘dat e’ventueele maatregelen, die i,n Lancashire
genomen zullen worden, wel
‘degelijk
van grooten in-
vloed kunnen zijn, op ‘de exportm’ogelj’kheden van, onze
N’ederlandjsche industrie.
Wat ‘het verbruiic van ‘ruwe katoen. en ‘garens hier
te la.n’de ‘betreft, uit de
cijfers
voor 1921 blijkt wel,
dt dit verbru.ik ‘vrij belangrijk ‘grooter ‘is geweest ‘dan
in ‘de beide voorgaande jaren. Gedeeltelijk iheeft dit
zijn ‘oorzaak in ‘de vrij’ gr’oot’e uitbreidingen van onze
ka’toenjspinnerjen,. terwijl ook het aantal weefgertou-
wen in de laatste jaren ‘geleidelijk is ‘toegenomen, doch
verder zal men ook wei mogen aannemen, ‘dait ‘de ‘in-

314

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

II April 1928

dustrie waarschijnlijk beter bezet is geweest dan in
het voorafgaande jaar.

De invoer van
ruwe
katoen in Nederland bedroeg
n.l.in:

1927:

KG-.

Ter waarde van:

Noord-Amerikaansche.. 35.296.000

f
36.871.000
Engeisch-Indische ….

5.919.000 ., ,, 4.735.000

Egyptische ……….25.000

35.000
Ned. Oost-Indische …

55.000

39.000
Diverse soorten

787.000

952.000

Totaal 1927 .

42.082.000

f
42.632.000

1926 ……….36.689.000

39048.000

1925 ……….34.135.000

48.560.000

en van katoenafval en lin’ters:

Katoen afval.

KG.

Ter waarde van:

Duitschiand ……….7.831.000

f
2.356.000

Engeland …………2.883.000

939.000

België…………….2.857.000

817.000

Frankrijk …………1.700.000

609.000
Vereenigde Staten . . .

713.000

220.000
Keizerrijk Indië

618.000

158,000

China ……………..326.000

92.000
Japan met Korea

195.000

38.000
Spanje ……………

86.000

,,

55.000

Totaal 1927 …. 17.322.000

f
5.325.000

1926(incl.linters) 16.117.000

6.293.000

Linters.

KG.

Ter waarde van:
Vereenigde Staten

2.225.000

f

940.000

Duitschiand ……….88.000

36.000

Totaal 1927 …

2.363.000

f

999.000

De afzonderlijke specificatie voor lin’ters’ is ‘voor
1927
‘door het Oentraal Bureau voor de Sta’tistidk in-
gevoerd op verzoek van •de belanghebbende fabrikan-
ten. De totale invoer van katoenafval en ‘lin’ter.s is 3
millioen
EG.
grooter dan in het voorafgaande jaar,
terwijl de u.itvoer slechts 1,3 ‘millioen
EG.
verlmeer-
derde, zoodat men ‘wel mag aannemen, dat met de ‘be-

langrijke uitbreiding der ‘katoen’spi’nnerijen in Twente
ook ‘do capaciteit ‘der afval’spinnerij’en vergroot is.

Er werd ‘van bovengenoemde ‘grondstoffen ‘uiitge-
voerd:

1927

KG.

Ter waarde’van:
Ruwe katoen

230.000

f
200.000
Katoenafval

8.443.000 ‘

4.418.000
Linters……..21.000

8.000

‘an wolken afval resp.

6.184.000 KG. naar Duitschland

1.245.000 ,,

,, Frankrijk

417.000 ,,

België

343.000 ‘

Engeland
119.000

Polen, Dantzig

word gezonden.
De invoer in Nederland van katrdnen garens be-
droeg:

1927

KG. Ter waarde van:
Ruwe, ongetwijnde gai’ens… 30.992.000
f
39.108.000
Gebleekte of geverfde ouge-

twijnde garens …………1.035.000

1.372.000
Getwijnde garens, 2.draads . .

1.860.000

3.620.060
meerdraads.

617.000

1.377.000

Totaal 1927. …….34.504.000
f
45.477.000

tegen in 1926 ………….000

44.239.000

en in 1925 ……..35.246.000

64.943.000

waarvan uit:

Engeland…. 22.983.000 KG. tegen 20.482.000 KO. in 1926

Frankrijk . , 5.259.000

35.000′
Duitschland

3.852.000

7.779.000

België ……2.134.000

,,

1.209.000
Zwitserland

105.000

Tsj.-Slowakije

58.000 ,,

,,

124.000

Oostenrijk .

23.000

De invoer van katoenen garens uit Frankrijk was
zeer belangrijk en .von’d ‘hoofdzakelijk zijn oorzaalk in
den ongunrbigen toestand in ‘de Frs’nsc’he katoenin’dus-
trio ‘gedurende de zo’mermann’deu van
1921.
De pro-
ductie der spinnerijen ‘daar te lande bleek ‘toen veel te

groot ‘voor ‘de ‘bh’oete ‘der ‘weverijen, die ‘vrij’ alge-

meen korter werkten, ‘zoodat er een groot surplus aan
katoenen .garens on.tstoncl. Men heeft ‘dit toen best

mogelijk ‘naar hot buitenland verkocht, galdeeltelijk in

Nederland, doch ‘ook in Duitsoh’l’and nie’ttogensta’ande
de vrij ‘ho’oge invoerrechten, ‘die daar ‘op katoenen

garens worden geheven. Het is ‘duidelijk, ‘dat een ‘hoe-
velhei’d van ruim 5 mliioen
EG.
‘katoenen gardns,
die hoofdzakelijk in enkele zomer- en heTfs’t!maanden
is ingevoerd, een ,’grooten invloed op de binnenland-

sche ‘prijzen moet hebben gehad en dat daardoor ‘cle

s’pinmarge voor ‘de Neder1andsche spinnerijen ‘gedu-
rende ‘di’e ‘maanden ‘zeer ongunstig is geweest. Der-

gelijke ‘geforceerde invoeren, die ‘men misschien’ met

den naam van ,,’durnping” ‘zou ‘knn’neu ‘betitelen, ‘ko-
men periodiek voor, niet alleen uit Fra,nlkrijk, ‘doc’h
soms ook uit Belgtië’dikiwij;ls uit Dui’tscihlaind en af

en ‘toe uit Tsjecho-Slovakye. Onnoodig ‘te ‘zeggen, dat

de weve’rijen, waaraan geen spinnerij’ verlbon’den ijs,
dilcwijlls van deze invoeren profiteeren, daar derge-

lijke garens, ‘die geen ‘geregelde ‘markt helbben, en in
elk geval verkocjht moeten worden, in ‘den regel van
de ‘hand worden ‘gedaan tegen prij2en, ‘die vrij belang-
rijk beneden het normale prijsniveau liggen.

De uitvoer van ka’tkoenen ‘garene heeft ‘in
1921 ‘be-
dragen:

EG.
Ter waarde van:
Ruwe, ongetwijnde garens ….
1.584.009
/

1.804.000
Gebleekte of geverfde onge-
twijnde

garens …………
838.000
1.526.000
Getwijnde garens, 2-draada
181.000
421.000
,
nrrlrnnrl
97000

Totaal …………2.630.000
f

3.814.000

tegen in 1926′. …..

2291.000

3.997.000

en in 1925 ……..3.016.000

6.916.000

Van ‘deze uitgevoerde •ongebwij’nde, ruwe ‘gai’ens
waren bestemd vor:

Argentinie ……304.000 EG, tegen 295.000 KG. in 1926
Duitschland . . .

593.000 ,.

338.000 ,
Engeland ……582.000

361.000

Groote fluctuaties lamen in ‘dozen uitvoer, die
hoofdzakelijk uit gove nuim,mers, gespon’nen van afval
en Indische katoen, bestaat, niet voor.
Bovendien bedroeg d’e ui:tvoer
van
n’aaigai’ens:

505.000 KG. ter waarde van
f
1.609 000
tegen in 1926 356.000

,,

,,
,, 1.290.000
,,

,, 1925 204.000

,

,,

,, ,,

880.000

Deze uitvoer neemt in d’e labste jaren geregeld toe.
Het insvoersaido iheeft ‘dus in
1927
‘bedragen:

Ton Ter waarde van:

Ton
Ruwe katoen

41.352
f
42.432.000 tegen 36,132 in 1926
Katoenafval ….9.879

907.000

8951
Linters ……..2.342

991.000


Katoenen garens 31.874

41.66:1.000

28.424 ,,

Aan man’ufaoturen is in
1921
nog ingevoerd:

KG. Ter.waardevan:
Ongebleekte, voor drukkerij en

ververij ………………..’ 1.053.000

f

2742000
Andere ongebi. manufacturen. . 2.982 000

7.361,000
Gebleekte

. .

309.000

1.343,0 0
Geverfde

. . 2.812,000 ,, 12.75.000
Bedrukte

,

. .

697.000

3.171.000
Bontgeweven

..

223.000

794.000

Tôtaal 1927 ……..8.076.000
f
28.286.000

tegen in 1920 ……6.211.000

24.109.000
en in 1925……….7.183.000 ,, 31.554.000

waaTr van uit ‘de ‘volgenld’e landen:
Engeland . . . . 5.633.000 KG. tegen 3.806.000 KG.
in
1926
België……..1.033.000

1,073.000
Duitschiand . .

738.000

,,

051.0(0
Frankrijk ….

259.000

301.000

Deze invoer van diverse soorten ‘manufacturen is
vrij normaal en alleen grooter , voor d’e beide eerste
posten, bijna ui’tsuiten’d uit E’golan’d afkomstig,
waarvan over
1921
ruim
4
milli’oe’n EG.
werd inge-
voerd togen
2,4
‘mi’llioen
EG. in 1926.
Hieruit blijkt
dus wel, dat zoowel voor ide bleekerijen als ook ‘voor
do ‘drukkerijen en veriverijen gedurende
.1927
meer

II April 1928 ”

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

315

ruiw doek uit Engeland werd ingevoerd dan in het

voorafgaande jaar.
De uitvoer van kntoenen manufacturen heeft in

1927 bedragen:
KG. netto gewicht Ter waarde van:

Ongebleekte manufacturen.
1.914.000

f 3.370.000

Gebleekte’

,,

. . 14.767.000

,, 44.140.000

Geverfde

,,

. .
3.261.000

,, 9.825.000

Bedrukte

,,

..
2.527.000

,, 13.712.000

Bontgeweven

.. 6.219.000

,,
23.020.000

Totaal
1927 …. 28.688.000

f 94.067.000

tegen in
1926 .. 26.516.000

,, 94.750.000

terwijl nog aan katoenen dekens werd uitgevoerd:
In
1927
8.87.000
KG.
ter waarde van
f 10:286.000

,, 1926 7.383.000 ,,

,,

,,

,,

,,
9.768.000

0-edeeltelijk. zal ‘deze grootere uitjvoer een gevolg
zijn van den grooteren invoer van de bovengenoemde
ongebleekte man’ufacturen. Indien men dus rekening
houdt met het grootere verbruik van ruwe katoen en

garens gedurende 1921, zou men ‘daaruit kunnei
concludeereu, dat ‘de /binnenlandsdhe afzet van manu-
facturen in het afgeloopen jaar eeneen’s ‘g’rooter moet zijin.geweest. Dit zal t.z.t. blijken uit de ‘statistiek van

voovbreugi’ng en verbruik, die over de kajtoennijver-hei.cl jaarlijks door het Centraal Bureau voor ‘de Sta-

tistiek wordt gepubliceerd. Uit de in December 1927 gepubliceerde statistiek over 1926 blijkt o.a., dat ‘het
verbruik van garens en dus ook ‘de piddnctie ‘der
N’ecle’rlarvdsdhe k.ajtoenindustrie over 1926 ‘kleiner is
geweest dan in 1925, een veronderstelling, die door
schrijver dezes reeds in zijn overzicht over deze, in-

dustrie in 1.926 was vermeld.
1)

(Slot volgt).

J. G.

HOE GROOT ‘IS DE OMVANG DER WERKLOOSHEID
IN NEDERLAND?

In derede,die Dr. F. G. Waller als vooruitter van
het Veibon’d van Ndexladsehe Wesikgevers heeft uit-
gesproken op de algemeene ledenvergadering, ‘gehou-
den 30 Septeerber 1927, ‘heeft hij de ‘globale bereke-
ning gemaakt, ‘dat er in ons land een werkloosheid zou
zijn, gelijkst’aan’de met den arbeid van 80.000′ man”
(blz. 6 van die rede). Dr. Wa’ller konit bot dit getal
door het in’dexcijfer der werkloosheid, Vat de laatste
paar jaren om de 8 schomimelt, ‘toe te passen op het
aantal industrieele arbeiders, ‘dat ons land telt, zijnde

ongeveer 1.000.000.
Hij noemt echter zelf reeds
d:it
‘getal on’betrou’w-

laar, o1nclat hij alleen in’d’us’trieele arbeiders als grond-
slag der ‘berekening heeft genomen. Inderdaad heeft
het in’dexcij’fer betrekking op nog enkele andere èate-
gorieën, als landbouw, visscherij’, ver’keerswezen, enz.
Doh bovendien is ‘dit indexcijfer, dat alleen voor ge-
organiseeride arbeiders geldt, ongetwijfeld honger dan
een .i.nidexcijfer ‘der wei1kloosh’eid van ongeor.gani’seerde
arbeiders zou ‘zijn. Dat ‘dit ‘althans voor Amsterdam
het geval is, blijkt uit het ,,Rapport ‘der c’ouiimissie
van ‘onderzoek naar den omvang en ‘de feitelijke be-
teekenis ‘der werkloosheid te Amsterdam” (men ver-
gelijke ‘hijv. de cijfers van Hz. 55 ine’t ‘die van ibl’z. 19).
Het is daarom duidelijk, idat men geen ‘berekening
mag gronden pp een combinatie van ihet indexcij’fer
en ‘het totale ‘aantal i’n,dustrieele arbeiders.
Ook in ‘hetgenoewnde Ams’terdarnsche’rapp’ort vindt
men een berekening van ‘het aantal werkloozen in ons
land ‘op de bladzijden 20 en 21. Deze ‘berekening neemt
het gemiddelde van twee op verschillende wijze bere-
kende getallen, waarvan ‘het eene zeker te laag, het
andere zdker te hoog is. Z’oo komt het rapport tot een
werkloosheid van p’l.’m. 110.000 werknemers, met een
maximum van 200.000 en eén minimum ‘van 75.000.
Echter, po’k deze berekening ‘komt mijl onjuist voor.
Men neemt ‘het gemiddelde ‘bussdhen de hoogste e.n ‘de
laagste getallen, ,,onderstell’ende, dat ‘de juistheid Ön-
geveer in het midden kan liggen”. Daar de ‘getallen
veel van elkaar verschillen, is de mogelijkheid open-

‘) Zie ,,Eco’n..Stat. Berichten” van 30 Maart
1927, pag.
287.

gelaten voor groote fouten, als de juistheid eens niet precies in het mid’den ligt. Ik meen, dat daarom ook
-deze berekening niet voldoende betrouwbaar ‘is.
Echter gel’oof i’k, dat op gron’d van cijfers uit ‘het

Ams’terd’amsche rapport en uit enkele andere met vrij

groote juistheid het totale aantal werkloozen in ons
l&n’d te berekenen is.
De bevolking van Nederl’anid is pl.’m. 10 maal zoo

grils ‘die van Amsterdam. Vergelijkt men de.resul-

taten van de beroepstel’lin’g van 31 December 1920
voorNederland, gepubliceerd in de Jearcijfers van het

Centraal Bureau voor ‘de S’tatistiek, met die ‘voor Am-
sterdam, gepubliceerd in de statistische mededeeling

van het Bureau van ‘Statistiek der Gemeente Amster-
dam no. 77, over ,,De resultaten der volks- en ‘beroeps-
telling ivan 31 December 1920 voor Amsterdam”, euz.,
‘dan ziet men, dat het aantal perso’nen, werkzaam in be-

roepen; waarvan ‘de ‘nrerk
,
loosheid ‘gecontroleerd ‘wordt,

in Nederlan’d ook pl.m. 10 maal ‘dat in Amsterdam be-

draagt.
Het aantal leden van werk’loosheidskassen, ‘van wie
de weikloosheid is nagegaan, ‘bedroeg in Nederland in

1926, volgens ‘het M’aartnu’mmer van 1,927 van het
Maan dsehrift van het Centraal Bureau voor ‘de Sta-
’tisti’ek, blz. 369, 285.486. Het aantal leden ‘van werk-

1 oosheidskassen te Amsterdam ibedroe
,
g, volgens ‘de op-
gave op ‘bl’z. 55 van het Ajmsterdamsdhe werkloosheid’s-
rapport, op 31 December 1925 31.011; ,op 31 Decem-
ber 1926 38.331. Ik neem ‘nu aan, ‘dat het gemidJdeld
aantal leden van .werkloosheidskassen te Ah’nster’dam
‘in 1926 het gemiddelde van ‘die bei’de ‘getallen of
37.101 ‘bedroeg. In het geheele land waren dus 7,6
maal zoorveel leden van werkloosheidekassen als in
Amsterdam. Naar evenredighei’d van ‘het aantal arbéi-
ders zijn er dus in Amsterdam meer ,georganiseerden
dan in Nederland; 13,2 pCt.in
plaats van, 10 pCt.
Het aantal georganiseerde ‘weril’o’ozen in Nederland
in 1926 bedroeg ‘volgen’s ‘het Maandsdhrif’t gemiddeld
24.865 per week, of 8,1 p’C’t. i’an alle arbeiders, van
wie de werkloosheid is nagegaan. In Amsterdaim is ‘het
weikl oosh’eidspe’rcen’tage der georganiseerden in 1926
gemiddeld 11,6 pC’t. geweest, ‘zooa]s men kan vinden op
blu. 55 van ‘het A’nisterda’msche rapport; er waren dus
in Amsterdam in 1926 ‘gemiddeld 4314 ‘werklooze leden
van ‘kassen. In het ‘gekeele land waren dus 5,7 maal
rzoo’veel georganiseerde werkloozen als in Amsterdam.
In plaats van 10 p’Ct. waren er dus’ 17,6 pOt. van alle
georganiseerde wer’kloozen in Amsterdam.
Doch de ‘beteeke’nis v-aii het ‘te Amsterdam ingestelde
en derzodk ‘bei-u’st hierop, .dat men het ‘heeft ‘trachten uit
:te breiden tot alle werklozen, terwijl ‘de off’icieele
statistieken zi’ch alleen met ‘de georganiseerde bezig
houden. Men heeft daartoe aangeteekend, ‘hoeveel van
‘de werkzokend’en ‘aan de Ar’bei:d’s’beurs zelf veT’klaar-
‘den werkloos te zijn. Het totale aantal ingeschrevenen
geeft immers niet het aantal wer’kloozen weer, daar velén van hen alleen maar van betrekking weris’hen te veranderen. De tabel op ‘hl,z. 55 van het Amster-
dam’sche rapport geeft aan, ‘dat ‘het gemiddeld aantal
weikloozen per m’aan’d in 1,926 12.919 bedroeg. Dit
getal is ‘dus 3 maal zoo groot als ‘dat van ‘de wer’klo’oze
leden van ‘kassen.
Van deze gegevens, uitgaande kunnen we nu het
werkelijke aantal wer’kloozen in Nederland berekenen.
In Amsterdam waren er ‘dus in 1.926 in totaal ge-
mid’deid 12.919 werkloozen. In geheel Nederland zijn
er
5,1
maal sooveel georganiseerde werkloezen als in
Amsterdam. Men ‘mag echter di-t getal niet ‘eenvoudig vermenigvuldigen met 12.919, ‘om ‘het
werkelijke
aan-
tal werkloozen in Nederland te ‘krijgen. Immers in
plaats ‘van 10 pOt. ‘zijn er in Amsterdam 13,2 pCt. van
‘alle leden van werkl’ooshei’d.s’kassen. We ‘moeten daarom
den veimen’i gvuldigingsfaotor corrigeeren door -hem

met
13
,
2
te vermenigvuldigen. Het werkelijke aantal
10
werk’loozen in Nederland ‘wordt dan 12.919 X
5,1
X

13,2

97.206.
10

316

ECONOMISCH-STA1ÏSTISCHE BERICHTEN

II April 1928

In plaats van 12.919X 5,7 kan men ook 24.865 X 3

nemen, ‘d.i. het aantal genrganiseetcle we:rkloozen in
Nederland, verme’.n’ig’uidigicl met hefizelfcle getal, waar-

rnède men voor Amsterdam het aantal werklooze kas-
iclen moet vermenigvuidigek olm het werkelijke aan-

tal te krijgen. Ook dit resultaat moet niet

verme-

nigvu.idigd vorden.

Langs nog een anderen weg komt men ook :tot onge-

veer hetzelfde resultaat. ELet rwerk.l’ooahei’dspercentago
was voor Nderlaud in 1926 8,7; dat voor Amsterdam

11,6. Daar er in Nederland pim. 10 maal zooveel ar-
beiders
zijr
als
j:fl
Amsterdam, verhouden zich de aan-
tallen georganiseerde werikloozen in Nederland tot die

in Amsterdam als 87,.: 11,6. Neemt men nu aan, dat de

aantallen ongeorganiseerde workloozen zich evenzoo

verbonden, dan zijn er in Nederland dus 12.919 X

870 = 95.918 werkloozen.
116
De gegevens, waarvan bier word t gebruik gemaakt,

sijn voor 1927 voor een deel nog niet gepubliceerd;

daar echter het percentage werkloozen der leden van
werkloosheidskassen voor Nederland wel .bchend iis; en
dit iets booger is dan in 1926, ni. 9, aal voor 1927 het

totale aantal werldoozen op bij
na
100.000 gesteld moe-
ten worden.

Men kan ook berekenen, hoeveel personen er in Ne-
derland rniider ‘do wer’klooheid te lijden hobben. Vol-
genis de uikomsten ‘der volikstelling waren er in 1920

in Nederland 1.425.441 .huisgezinnen en 153.670 af-
zonderlijk levende personen. Deelt men de som van

deze getallen op het aantal inwoners van Nederland

in 1920, zijnde 6.926.314, dan geeft ‘de uitkomst, 4,4,
het aantal personen aan, waaruit een gezin gemiddeld bestaat. Men koint dan tot hot resultaat, dat meer dan
400.000 personen in Nederland ondersteund moeten

‘worden. Dat is ongeveer 6 pOt. •der bevolking! Voor

Amsteidam komt bot reeds meermalen gen oenid e rap-
port op blz. 20 tot 4,76 pOt. Dat ‘dit getal kleiner is

dan ‘dat voor Nederland, hoewel er in Amsterdam naar
ev’enredigheid meer werkloozen zin, moet worden toe-
geschreven aan het feit, dat over het algemeen in Am-

sterdam •de gezinnen kleiner zijn dan die in Neder-
lan’d, in nijn geheel genomen.
Dr.
Mr.
HuGo
VAN ZANTEN.

BUITENLANDSCHE MEDEWERKING.

IS EEN SANEERING VAN SOVJET-RUSLAND
MOGELIJK?

Prof. Dr. Hans von Eekardt te Heidelberg schrijft
ons:
De Duitsche vrienden van Rusland zijn zeer teleur-
gesteld. Op het oogenblik schijnen alle bemoeiingen,

die met hulp van het crediet van R.M. 100.000.000,
de rijksgarantie, de handelsverdragen, de concessies
en machineleveringen op een
werkelijk
solieden hoop-
vollen Russischen handel schenen uit te loopen, zonder
resultaat te moeten blijven. Het vraagstuk van den
Russischen opbouw
schijnt
plotseling en opnieuw
onoplosbaar. Men was juist begonnen om in een
regelmatige evolutie van Moskou te gelooven. Met
vertrouwen hoopte men,
terwijl
men nauwkeurig be-
schouwd
eigenlijk
wel wat anders had te doen en niet
meer zoo dringend als in de dagen van Rapallo naar het

Oosten behoefde te staien, dat het misschien toch
nog
mogelijk
was, dat Moskou zich, gelijk een tweede
Münchhausen, aan
zijn
eigen haar uit het moeras
zou trekken. Daar wilde men wel bij zijn, een beetje

meehelpen, ook een beetje verdienen en tenslotte een beetje plezier hebben over deze evolutie van oorlogs-
kommunisme tot Nep, van het radicale staatssocia-
lisme tot een staatskapitalistische ,,Planwirtschaft”
en wat daar verder uit mocht groeien. Door tegen-
slagen liet men zich niet van de wijs brengen.
De zoo grootsch opgezette Russische graanexport
rendeerde evenwel niet; de uitvoer van andere grond-
stoffen wilde zich ook niet ontwikkelen, de electri-

ficatie, het lievelingsidee van Lenin, bleef
bij
het

begin steken en dergelijke mislukkingen waren er
meer. In de Duitsche kringen zei men gaarne als

troost, dat de andere landen tenminste ook geen goede

zaken met Rusland maakten en dat men, ondanks de

Russische nietsoutziende manieren, toch vele grijp-
bare voordeelen genoot.

De fout van deze steeds weer vertroostende op-
vattingen is nu
duidelijk.
De afkeer van Rusland

wordt tot een algemeen Europeesch en wereldver-

schijnsel. Daar de Russen door de fout van hun

politieke macht de schuld zoo openlijk op zich moeten
nemen, zou op het oogenblik
eigenlijk
een bepaalde
(gewenschte) oplossing bereikt
zijn.
Men zal nu, zoo-
als de Duitsche industrie dit ondubbelzinnig als

antwoord op de arrestaties van de Duitsche inge-

nieurs verklaart, geen lust meer hebben met Rusland

te werken, verdere credieten weigeren, nog voor-

zichtiger zijn en liever naar Afghanistan en Thibet

dan naar het Donetzgebied reizen. Als het mogelijk is, zal men het Engelsche voorbeeld volgen en zich

voortaan van zaken met Rusland verre houden en een land, waarin zulke
praktijken
gebeuren als in
het Donetzgebied, aan zichzelf overlaten.

In werkelijkheid kan men natuurlijk dit alles
niet
doen. Zelfs dit in vele opzichten niet te gelooven

incident zal met een compromis moeten eindigen.
De wereld, laat staan het tegenwoordige Duitsche
economisch leven, kan het geweldige continent, dat

Rusland op het oogenblik omvat, eenvoudig .niet

negeeren. Het Sovjetrijk moet in het eèonomisch

verband opgenomen worden en het moet vroeg of
laat aan zijn isoleeriog worden onttrokken. Daar

dit door beperkte hulp van noodzakelijk kleinere
Duitsche credieten, goederenleveringen, enz. niet meer
mogelijk is, moet er een breedere basis gevonden
worden. De Amerikaansche staatssecretaris van Han-

del, Hoover, heeft dit reeds in 1924 geëischt, toen hij
van het internationaal rapport van experts van Rus-
land sprak.Radek, Prof. Varga en de ,,Prawda”

beijverden iich
destijds,
evenals thans de ,,Iswestija”,

om de gedachte ingang te doen vinden, dat Rusland
het voorstel van een soort Dawes-plan niet zonder toom
zou kunnen verdragen. Desniettegenstaande zal iets

dergelijks,
zooals
wij
het reeds vo5r Hoover in de
Duitsche pers steeds weer naar voren gebracht hebben,
met onvoorwaardelijke noodzakelijkheid komen. Zoo-
dra gedeeltelijke oplossingen geheel onmogelijk zullen
zijn, zooals de op het oogenblik moreel ineengestorte,
overigens lang niet meer populaire, Duitsche op-
lossing van een beperkt crediet, zal de weg voor een
groote internationale actie openstaan. Eerst dan,
na een periode van rijp beraad, zal men verder
komen. De Sovjetregeering kan, – tengevolge van

politieke binnenlandsche oorzaken, aan een enkelen
staat of aan enkele ondernemingen onmogelijk de
omvangrijke concessies verleenen, waaraan een kapita-
listisch geleide onderneming behoefte heeft. Zonder
de concessies van een veilige rechtsorde, onvoor-
waardelijke contract-trouw, absolute
bevrijding
van
politieke, sociale en revolutionnaire .tendenzen kan

men zich nieuwe zaken met Rusland niet meer in-
denken. Deze concessies verlangen echter – wat men
in Duitschiand niet inziet en niet weet! – een zeer
diepgaande verandering van de Russische toestanden,.
verlangen een versterking van het bestuursapparaat
tegenover het zuiver politieke, in het
bijzonder
plaat-
selijk gezag. Om een
dergelijke
hervorming op een
grondige en diep ingrijpende manier tot stand te
brengen of slechts in te leiden, moet het echter
de
moeite waard
zijn den strijd
met de zeer reële macht
van het politieke radicalisme, d.w.z. van de G.P.U. –
de politieke politie – op te nemen. Dit loonde echter
– dat moet men toch wel toegeven! – tot dusverre
de moeite niet. Het tegenwoordige revolutionnaire regime van de politieke politie, van de dictatoriale
partij en van het radicale despotisme van een zeer

11 April 1928

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

317

geringe minderheid is onvermijdelijk voor een geïso-

leerden, bijna uitsluitend op zichzelf aangewezen

Staat. Geen politicus, nog minder een staatsman,
geeft een machtspoitie op, wanneer hij het land en
zichzelf niet andere voldoende voordeelen daarvoor

verschaffen kan. Deze voordeelen zijn de voorwaarden

van iedere hervorming en aan dergelijke groote voor-

deelen heeft het ontbroken. Voor een Amerikaansche
milliardenleening, d.w.z. voor een stelselmatig gecon-

strueerd credietsysteem, dat den wederopbouw van

Rusland
werkelijk
kan doorvoeren, zijn andere con-

cessies te verwachten, als voor de monteering van
twee of drie nieuwe bedrijfsinstallaties in het Donetz-

gebied. ‘De vraag is eenvoudig genoeg. De politieke

weg is gecompliceerd, maar niettemin begaanbaar. In
het kort gezegd: De Sovjetregeering zal voor een even onverbiddelijke ,,noodzaak” geplaatst moeten worden,

als Duitschland ten
tijde
van het Dawes-plan. Eerst

na een werkelijke isoleering, de onmogelijkheid met
kleine middelen en leveringen den Russischen arbeider

op zijn eigen tekortkomingen te wijzen, zal aan dit

aan revolutie gewende proletariaat de prijs van de
redding getoond en begrijpelijk gemaakt kunnen
worden. Dan eerst, wanneer de Russen zelf toe zullen

geven, dat
zij
niet verder komen, kan een atmosfeer

ontstaan, die zulke internationale onderhandelingen

noodig hebben. Dit tijdstip schijnt mij evenwel niet
zoo heel ver meer weg. Indien nu maar weer-niet kleine

voorvallen de Sovjetregeering uitstel geven, wanneer
b.v. Duitsche toegevendheid den schijn wekt, dat het

(5(5k
ZOO
gaat. Alsof men een staatskapitalistisch

systeem met communistische geweldmiddelen en des-
potische willekeur verbinden kan! Indien men de.
Sovjet geen voorwendsels meer geeft zichzelf en haar
aanhangers over den werkelijken toestand te misleiden,
dan zal het Russische probleem als een vraagstuk
van wereldhuishouding, van het internationale finan-
cieringskapitaal, evenals van de internationale be-
hoefte aan grondstoffen werkelijk acuut worden.
Dan zal van een Amerikaansch-Engelsch crediet,

Duitsche goederenleveringen en internationale deel-
neming aan de als standplaats zoo gunstig gelegen
Russische grondstofindustrie zeer concreet gesproken

kunnen worden. Begint men dan te
begrijpen
dat het

hier beider,
wederzijdsch
belang geldt, dan zal ook
een uitweg in het garantie-vraagstuk, evenals in dat
van de erkenning der oude Russische schulden te

vinden
zijn.
De versterking, laat staan de saneering

van het Sovjet-Russisch economisch leven met be-
perkte Duitsche hulp is mislukt: internationale sa-

neering
blijft
de eenige oplossing.

DE NIEUWE WET OP DE SOCIALE VERZEKERINGEN.

Prof. B. Nogaro te Parijs schrijft ons:
Het is reeds vier jaren geleden, dat de Fransche
Kamer niet uit elkaar heeft willen gaan zonder nog
op het laatst den tekst van een uitgebreide wet op
sociale verzekeringen aangenomen te hebben. Overeen-
komstig de Fransche grondwet moest deze tekst, zooals
vanzelf spreekt, nog door den Senaat behandeld wor-
den. Dit hooge college is in haar taak, die zij zeer
nauwgezet opgevat heeft, niet.tekort geschoten. De
aangenomen tekst is het voorwerp geworden van een

zeer grondige studie door de verschillende daartoe
bevoegde commissies uit den Senaat.
Hij
is niet alleen
in details, doch ook in haar grondslagen gewijzigd.

Weliswaar is
hij
tenslotte
bij
de Kamer minder af-
wijkend van den oorspronkelijken tekst teruggekomen,

dan
hij
op bepaalde momenten bij de behandeling was.

Men moet echter niet denken, dat de tegenwoordige
tekst, die zeer grondig door de commissies uitge-
werkt is, maar in de Kamer voor
bijna
leege banken
behandeld werd, een definitief karakter draagt. Men
heeft een uitstel van 22 maanden vastgesteld, voor-
dat hij in werking treedt en
hij
is slechts aange-
nomen met de bijbedoeling, dat hij, voordat de wet van

kracht wordt, in de volgende zittingsperiode nog

ernstig herzien zal worden.

• Desondanks verdient het wetsontwerp reeds thans
onderzocht te worden; in de eerste plaats omdat het

de belangrijkste verandering inhoudt op het gebied

der sociale wetten, die men in
Frankrijk
tot op heden

gezien heeft, en eveneens, omdat het zeer zeker op de

economische ontwikkeling van het land een aanzien-

lijken, zoo niet een ernstigen terugsiag zal hebben.

Om den inhoud van deze wet goed te
begrijpen
is

het noodig eerst in enkele woorden de tot nu toe

bestaande Fransche verzekeringswetten in onze her-

innering terug te roepen. Men kan zeggen, dat zij

bij stukjes en beetjes gemaakt zijn; evenwel omvatten
zij reeds een groot aantal risico’s. Wat de bedrjfs-
ongevallen betreft, is het principe van een verplichte
vastgestelde schadevergoeding, dat sedert het eind
van de 19e eeuw in alle beschaafde landen toegepast is,

het eerst in de wet van 9 April 1898 opgenomen,

gevolgd door een heele
rij
van andere wetten, zoo-

dat tenslotte deze wet toepasselijk was op alle bezol-

digde werknemers van
bijna
alle categorieën. Even-

wel was de vergoeding voor bedrjfsongevallen in
Frankrijk niet een verplichte verzekering. De ver-

goeding van het risico kwam geheel ten laste van

den werkgever. Deze was Vrij zich al of niet te ver-
zekeren, maar de door de wet begunstigden
zijn
prac-
tisch zoo goed beschermd, dat zij een verplichte
verzekering hebben, want er bestaat een hulpfonds,
dat bestemd is om den regelmatigen dienst van de

schadevergoedingen, die hun worden toegewezen, in

geval van insolvabiliteit van den werknemer te waar-
b orgen.

Aan den anderen kant bestaat er een algemeen
stelsel van ouderdomspensioenen voor werklieden en landarbeiders, ingesteld
bij
de wet van 5 April 1910,

dat in principe een verzekeringswet is. De stortingen
geschieden voor • alles door de werknemers en werk-
gevers en worden telkens door een bijdrage van den
staat verhoogd. Bovendien bestaat er een speciale
pensioenregeling voor invalide zeelieden (deze regeling

dateert reeds van
Lodewijk
XIV); verder een voor de

ambtenaren, voor het, spoorwegpersoneel, voor de

arbeiders van industrieele staatsinstellingen en vôor

de mijnwerkers.
Daarenboven verzekert de Ouderdoms- en Invalidi-
teitswet van 14 Juli 1905 een klein pensioen aan
ouden van dagen zonder storting van de pensioen-

trekken den.
Wat deze laatste wet en de wet op de pensioenen
der arbeiders betreft, moeten
wij
opmerken, dat de

uitkeeringen uiterst gering zijn.
Aan den anderen kant dient men te bedenken,

dat tot op heden ziekte geen voorwerp van eenige
algemeene staatsverzekering was. De staat bepaalde
zich ertoe de vereenigingen tot onderling hulpbetoon,
waarvan er in Frankrijk ongeveer 17000
zijn
met een
ledenaantal van ongeveer 3 millioen, aan te moedigen.

De hulp, die
zij
verschaffen, is echter in het algemeen
slechts gering. Tenslotte bestaat er reeds een regeling
voor hulp aan werkloozen, dank zij een jaarlijksch
crediet voor het werkloozenfonds, dat onder contrôle
van den openbaren dienst van arbeidsbemiddeling staat.
De nieuwe wet op de sociale verzekeringen heeft

ten doel dit onvolledige en zeer middelmatige systeem
te vervangen door een stelsel, dat ongetwijfeld het
grootste en meest omvattende is, dat tot op heden
bekend en toegepast werd op het gebied van sociale
verzekeringen. De bedrjfsongevallenverzekering blijft
buitengesloten, omdat zij volgens de Fransche wet-

geving practisch overbodig is, daar de invalide gelijke
waarborgen heeft. Het nieuwe systeem moet omvatten:
in de eerste plaats het risico van ziekte, waarmede
gelijkgesteld zijn de kosten van zwangerschap en be-
valling; vervolgens de vroegtijdige invaliditeit; den

ouderdom; het overlijden van den werknemer en
eindelijk de onvrjwillige werkloosheid. Aan den an-

318

.

. ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

.

11 April 19.28

deren kant houdt de nieuwe wet, zonder een ver-

zekering op de familielasten met zich mee te brengen,

op zeer vele manieren rekening met het bestaan van

deze lasten en tracht ze teverlichten.

De nieuwe Sociale verzekeringen moeten toegepast
worden op alle loontrekkenden van de beide sexen,

wier totaal jaarlijksch inkomen een bedrag van

15.000 frs. voor een vrijgezel, of voor een getrouwde

man zonder kinderen en 18.000 frs. voor dngene, die
één kind heeft, niet te boven gaat. Deze limiet wordt

verhoogd met 2.000 frs. per kind, te beginnen bij

het tweede. Bovendien is het salaris geschat zonder
rekening te houden met den toeslag, dien bepaalde

werkgevers verleenen in verband met de familielasten.

De pachters zijn met de loontrekkenden gelijk ge-

steld, terwijl zij, die alleen werken of met behulp

van familieleden en de eigenaars, die hun grond ver-
pacht hebben,
gelijk
gesteld
zijn
met werkgevers.

Aan den anderen kant kunnen facultatief uit deze
wetsregelingen voordeel trekken: boeren, pachters,
landbouwers, pachters, die arbeiders in dienst hebben,

ambachtslieden, kleine ondernemers, niet- gesalariee rde

intellectueelen en in het algemeen al degenen, die,
zonder loontrekkend te.
zijn,
hoofdzakelijk van de op-

brengst van hun arbeid leven, onder voorwaarde, dat

zij van Fransche nationaliteit
zijn
en dat hun jaar-

lijksche inkomen binnen dezelfde grenzen ligt als voor
de verplichte verzekerden.

Wat de verplichte verzekeringen betreft, kunnen

de buitenlandsche loontrekkenden, die daadwerkeljk

en voortdurend
verblijf
houden in Frankrijk, uit

hetzèlfde stelsel voordeel genieten als de Fransche

loontrekkenden, onder voorbehoud, dat
zij
geen recht

hebben op bepaalde toelagen.
Het stelsel berust in principe op een korting op de

salarissen. Deze korting moet gelijk zijn aan 10 pOt.
van het globale inkomen, waarvan 5 pOt. ten laste

van den verzekerde komt en ‘afgehouden wordt van

zijn salaris, en 5 pOt. ten laste van den werkgever
valt. Dit beteekent theoretisch, dat de verzekerde, in
ruil voor de voordeelen van de wet, 5 ‘pOt. van zijn

salaris moet
prijs
geven en dat de werkgever ver-

plicht is aan zijn uitgaven voor handenarbeid een

bedrag van 5 pOt. toe te voegen. Het is overigens a

priori
moeilijk
te zeggen, wat het juiste gevolg van
deze lasten zal zijn; het vermoeden ligt voor de hand,
dat, al naar gelang van den algemeenen economischen
toestand van het land op het oogenblik van het van

kracht worden van de wet, de werkgever verplicht

zal
zijn
de bonen te verhoogen wegens de lasten, die aan de arbeiders opgelegd worden, of, dat integen- —

deel hij de salarissen zal verlagen of gevraagde ver-
hoogingen zal weigeren wegens den nieuwen last, die hem opgelegd wordt. Tenzij de werkelijke verdeeling
van de lasten tusschen de werkgevers en de werk-

nemers ongeveer overeenkomstig de beslissing van den

wetgever is! Hoe het ook
zij,
de nieuwe wet gaat er

van uit, dat de werkgever belast zal zijn met de korting
van het salaris van den arbeider, welke bedragen over-

eenkomen met het aandeel van den laatstgenoemde
in de sociale verzekeringen. Deze nieuwe verbetering
verdient de aandacht, want, toen in 1910 de wet op
de ouderdomspensioenen van arbeiders en boeren
weri aangenomen, werd dit systeem, bekend onder
den naam van ,,précompte”, door de oppositie van
de arbeidersklasse en den afkeer, dien de werkgevers

hadden om, ondanks den tegenstand van hun arbeiders,
tot op zekere hoogte als belastinginners van den
Staat op te treden, verworpen en de loontrekkenden
waren verplicht, na hun salaris ontvangen te hebben,

zelf de door die wet verplichte stortingen te doen. Het
resultaat van dit systeem was bovendien, dat de groote
meerderheid van de arbeiders weigerde of vergat deze
stortingen uit te voeren en dat, ondanks het theo-
retisch verplichtende karakter van de wet op de
pensioenen, zij feitelijk slechts toegepast werd op een

deel van degenen, die onder de wet vielen.

De bedragen, geheven van de werkgevers en de

werknemers, worden in principe in elk departement

in een uniforme kas gestort, die onder toezicht staat

van den nationalen .dienst van dsociale verzekering;

bovendien moeten er eveneens ,,primaire” kassen be-

staan, die opgericht kunnen worden door vereeni-

gingen tot onderling hulpbetoon, vakvereenigingen

of vrijwilligé groepen van verzekerden. Deze ,,pri-

maire” kassen moeten de verzekering tegen de voor-

‘naamste risico’s, vooral tegen ziekte en moederschap

ten doel hebben. De departementskas moet aan elk
van haar, voor ieder van haar leden, het aandeel, dat

betrekking heeft op de risico’s, die deze kas verplicht

is te dekken, overdragen. De verzekeringskassen moe-

ten speciale rekeningen van iedere categorie van ver-

zekeringen open en: ziekteverzekeringen, moedersch aps

verzekering, zorg voor invaliden, verzekering tegen

overlijden, invaliditeitsverzekering, ouderdomsverze-

kering en tenslotte waarborg tegen werkloosheid en

subsidie voor familielasten.

De ziekteverzekering moet de algemeene kosten van

ziekte dekken (honorarium voor den .dokter, dien de

verzekerde vrij kan kiezen, apothekerskosten enz.),

zoowel voor den verzekerde als voor
zijn
echtgenoote en
zijn niet-boontrekkende ‘kinderen beneden zestin jaar.

De verpleging in het ziekenhuis kan, indien de
toestand van den zieke dat vereischt, vervangen worden

door een verpleging thuis.

De kosten moeten gedragen worden door de ver-
zekeringskas of door haar aan den verzekerde terug-

betaald worden volgens de voorwaarden, die neer-

gelegd zijn in de collectieve contracten tusschen de

kassen en de vakvereenigingen. Evenwel moet de
verzekerde het supplement van het gevraagde hono-
rarium betalen als hij zich richt tot een specialist
of tot een geneesheer, die een hooger honorarium

eischt dan het gewone tarief. Bovendien moet hij in

de kosten van ziekte bijdragen in een verhouding,

die door de kas bepaald zal worden tusschen 15 en
20 pOt. Deze bijdrage
heeft ten doel misbruiken te

vermijden, die voort kunnen vloeien uit een volledig

kostelooze behandeling.

Indien de verzekerde wegens ziekte zijn werk niet
kan voortzetten of hervatten, heeft hij het recht, te

beginnen
bij
den zesden dag, op een dageljksche ver-
goeding,
gelijk
aan de helft van een gemiddeld salaris,
dat verkregen wordt door het jaarlijksche salaris door
300 te deelen, zooals berekend kan worden op grond

van het totaal der betaalde
bijdragen
in de twaalf

maanden, die aan de ziekte vooraf
zijn
gegaan of
bij gebreke daarvan naar het salaris van den arbeider,

die onder dezelfde omstandigheden werkt. De dage-
lijksche vergoeding moet zelfs tot 60 pOt. van het
salaris verhoogd worden wanneer deze niet een jaar-

ljksch
wettelijk
vastgesteld minimum bereikt. Iedere verzekerde vrouw of iedere vrouw van een
verzekerde zal bovendien ingeval van zwangerschap
het recht hebben op medische behandeling en apothe-
kerskosten in de gevallen analoog aan die, welke voor
ziekte
zijn
iastgesteld en
zij
zal bovendien zes weken vôér en na de bevalling het recht hebben op dezelfde dagelijksche vergoeding als ingeval van ziekte; deze
vergoeding moet bevendien voor onbepaalden tijd
verleend worden ingeval van
ziekelijke
zwangerschap.
Deze vergoedingen worden bovendien aan de ver-
zekerde, die zelf haar kind voedt, verleend terwijl

verzekerde vrouwen, die hun eigen kinderen niet zelf
kunnen .voeden, melkbonrten ontvangen. Evenwel mag
de waarde van de melkbonnen twee derde gedeelte
van, de melkpremie niet overtreffen.
De wet voorziet vervolgens in het risico van inva-

liditeit, d.w.z. de
‘onmogelijkheid
om te werken, die

voortkomt, hetzij uit een ongeval na de heling van
den wond, hetzij uit een gebrek. Wanneer de loon-
trekkende
zijn
arbeidscapaciteit ziet verminderen op ten minste twee derde, dan wordt hem een pensioen

verleend door de pensioenwet van 31 Maart 1919,

11 April 1928

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

319.

waarbij, zooals vanzelf spreekt, rekening wordt ge-
houden met het percentage van de onbekwaamheid

voor het gewone werk.

Het pensioen voor arbeiders wordt voortaan, wat
het risico van den ouderdom betreft, opgenomen in

het verzekeringssysteem. Het gaat hier wel te verstaan

om het invaliditeitsrisico, dat de leeftijd met zich
meebrengt, maar met dit verschil, dat voortaan de

bereikte leeftijd
eén voldoende aanwijzing geeft voor

de invaliditeit, opdat de verzekerde een volledig

pensioen
krijgt
op
zijn zestigste jaar. Hij kan even-

eens verzoeken niet vôôr zijn 65ste jaar pensioen te

ontvangen, in welk geval
hij
een hooger pensioen

geniet.
Hij
kan eveneens op een leeftijd van 55 jaar
peusioentrekkend worden, wanneer hij gedurende ten-
minste 25 jaar van
zijn
16e jaar af zijn bijdrage be-

taald heeft.
Men heeft bovendien bepaald,, dat de verzekerde

zijn ouderdomspensioen kan terugvorderen ten bedrage

van het gevormde kapitaal en dat
hij
kan verzoeken

de kapitaaiswaarde van zijn levenslange rente voor

zoover deze de Frs. 1000.— overtreft te bestemmen
voor de verkrjging van een onaantastbaar goed, dat onder het stelsel van ,,homestead” goederen
geplaatst zal worden; hij kan eveneens verzoeken, dat

het kapitaal, hetwelk
zijn
pensioen vertegenwoordigt,

zal dienen voor de toekenning van een rente, die
voor de helft overgaat op het hoofd van zijn over-

levende echtgenoote.
Het nieuwe sociale verzekeringssysteem houdt even-
eens een verzekering tegen
overlijden
in, die aan de
nabestaanden van den verzekerde de betaling van een
kapitaal,
gelijk
aan 20 pOt. van zijn gemiddeld jaar-

lijksch salaris en in elk geval een minimum van
1000 frs: garandeert.

Wat aan den anderen kant de lasten van het huis-
gzin betreft, heeft men bepaald, dat de verhoogde
toelagen, die evenredig aan de genoemde lasten zijn,
in geval van ziekte, invaliditeit, zwangerschap of

overlijden
verschuldigd
zijn.
Bovendien hebben de
weduwen van de verzekerden, die tenminste drie
levende kinderen beneden de 13 jaar hebben, het
recht op een
tijdelijk
weezenpensioen voor hun derde
of volgende kind beneden 13 jaar
terwijl
een
tijde-
lijk weezenpensioen aan alle weezen (die niet alleen
geen vader maar ook geen moeder meer hebben), voor
zoover
zij
kind van een verzekerde zijn, tot den leeftijd
van 13 jaar wordt toegekend. Gelijk gesteld met de kin-deren beneden 13 jaar
zijn
de kinderen beneden 16 jaar,
indien bewezen kan worden, dat
zij
een schriftelijk
contract als leerling aangegaan hebben, dat zij nog
geregeld studeeren of wel, dat
zij
gebrekkig of
aangegrepen zijn door een ongeneesljke ziekte, voor
zoover zij nog niet op kosten van den Staat, het
departement of de gemeente verpleegd worden.
Deze weezenpensioenen worden vermeerderd met de

pensioenen, genoemd mde wet voor
bijstand
en hulp
aan groote families, welke reeds van kracht is en
niet minder kunnen bedragen dan 90 frs. per jaar
voor .het daartoe in aanmerking komende kind.
Het laatste risico, dat de sociale verzekeringswet
noemt, is die van onvrijwillige werkloosheid. Een heffing van 1 pCt. op het totaal van de stortingen,
van den werknemer en den arbeider, is speciaal be-
stemd als een waarborg tegen werkloosheid. De zoo
verkregen bedragen zijn bestemd voor het verhoogings-
en solidariteitsfonds, dat een speciale rekening bevat,
die geheel
afwijkt
van de andere garantiefondsen
tegen werkloosheid. Het eerste doel van dit werkloos-
heidsfonds is, om in de plaats van den verzekerde ge-
durende een maximum duur van 3 maanden per jaar

de betaling van een bijdrage gelijk aan 10 pCt. van
diens salaris te verschaffen, opdat deze
zijn
hoedanig-
heid van verzekerde behoudt; de rest van deze bedragen
is bestemd voor. de departementale of gemeentelijke or-
ganisaties, belast met de ver deeling van de werkloos-
heidsondersteuningen of wel voor speciale kassen,

opgericht door vakvereenigingen of door de vereeni-
gingen tot onderling huipbetoon.

Hoewel de werkloosheid voortaan in het systeem
van de sociale verzekeringen is opgenomen, dient men

evenwel op te merken, dat het’ hier niet gaat om

streng ingevoerde schadevergoedingen, maar om de
hulp, die men verder zal verleenen volgens het

systeem, dat reeds op het oogenblik in werking is
en onder de contrôle staat van de ‘openbare dienst
voor arbeidsbemiddeling.

– 1)it zijn de essentieele regelingen van deze nieuwe
wetgeving, die Frankrijk voortaan waarschijnlijk aan

het hoofd van de landen zal plaatsen, die op systema-
tische
wijze
een stelsel van sociale verzekeringen
hebben ingevoerd. Opmerkelijk is de geheel bijzondere
plaats, die bij de uitwerking van dit nieuwe instituut
toegekend is aan de regelingen betreffende de lasten

van het huisgezin. De sociale verzekering is voortaan

in Frankrijk bij uitstek gebaseerd op het gezin als
zoodanig en zij heeft de tendens de essentieele risico’s

van het bestaan van een loontrekkende en van hen, die van dit salaris leven, af te weilden.

Men dient eraan toe te voegen, dat, al
zijn
de
,linksche partijen ook de eerste’ geweest, die het
initiatief tot deze nieuwe wetgeving genomen hebben,

zij eveneens zonder protest tegen de grondslagen
door de andere partijen en door de werkgevers aan-
genomen is. De laatsten hebben zonder twijfel po-
gingen gedaan om de uitvoering van de wet uit te
stellen en de toepassing van de regelingen betreffende
de verschillende categorieën van verzekeringen althans

geleidelijk in te voeren. Men heeft doen uitkomen,
.dat in de andere landen de groote sociale verzekerings-
wetten aangenomen zijn successieveljk en op een
1oogenblik, dat de toestand van het’land zich gemak-

kelijker kon aanpassen aan de onvermijdelijke lasten,
die er voor de productie uit voortvloeien. Deze argu-
mentatie heeft men niet ter harte genomen. In de
eerste plaats omdat de instelling van een groot en

samenhangend systeem slecht overeenkwam met een
successievelijke invoering en vervolgens omdat dit
algemeene systeem van sociale verzekeringen reeds
heden voorafgegaan is door een groot aantal ge-
deeltelijke regelingen, zoodat de aanpassing van deze
‘nieuwe wetgeving aan het economisch milieu reeds

Un zekere mate heeft kunnen plaats vinden. Men kan
evenwel niet ontkennen, dat de lasten, die er voor
de productie uit zullen voortvloeien, door de Fransche
industrie met zorg zullen worden tegemoet gezien;

aan den anderen kant aanvaardt de landbouw niet
gaarne deze gedwongen instelling, die, hoe goed be-
doeld zij ook mag zijn, veel moeilijker toegepast kan
worden dan in de industrieele centra en bovendien

op het platteland minder noodzakelijk is. Ook kan
men maatregelen treffen waardoor het stelsel eenigs-
zins verzacht zal worden, tenminste wat de toepassing
van de wet op de kleine plattelandseigenaren betreft.

AANTEEKENINGEN.

Jaarrede van den Voorzitter der Nederlandsche
Reeders -Vereeniging.

Op de Jaarlijksehe Algemeene. Vergadering der
lederlandsche Reedersvereeniging welke 28 Maart I.I.
gehouden is, heeft de voorzitter, de heer J. B. van der
Houven van Oordt een rede uitgesproken, waaraan
het volgende is ontleend:
Het jaar dat achter ons ligt heeft weinig verandering ge-
bracht in den toestand van ons bedrijf. De positie was – om een alweer versleten uitdrukking te gebruiken – in het alge-
meen gesproken ook in
1927
zoo dat vervoerd moest worden
tegen vrachtprijzen, overeetikomende met die van voor den oorlog, terwijl de exploitatiekosten – uitgezonderd wat aan-
gaat de kolen – niet verniinderden en dus nog altijd zeer aan-
zienlijk hooger bleven dan die van
1914.
– Hoe weinig gerust-
stellend de geheele toestand nog is blijkt wel uit den achter-
uitgang in de tweede helft van
1927
en uit de ondervinding van
deze eerste maanden van
1928,
welke voor de scheepvaart in
het algemeen verre van gunstig zijn geweest en opnieuw hebben

320

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

II April 1928

geleerd dat zelfs op handhaving van, het toch zeer bescheiden peil van 1927 niet mag worden gerekend.

In 1927 werden te water gelaten 802 schepen metende
2.285.679 Ton, dat is 610.702 Ton meer dan in 1926, en aan het
eind van 1927 waren in aanbouw 3.118.721 Ton, (lat
15
1.185.694
Ton meer dan ultimo 1926. Men vraagt zich af van waar de
lading moet komen om deze schepen te vuilen, en als men nu
daartegen aanvoert dat dit voornamelijk zijn zeer snelle,
modern uitgeruste schepen, die de mogelijkheid openen om het
bedrijf zooveel intensiever en economischer te voeren, dat zij
zullen blijken ook bijlage vraehten een rendeerend bezit te zijn,
(lan vraag ik daartegenover wat er dan moet gebeuren met den
overvloed van enkele jaren oudere en nu op eens niet meer
moderne schepen, die nog in jaren niet in aanmerking komen
om in sloopershanden over te gaan en dus moeten blijven
mededingen in den wedstrijd om de geringe beschikbare lading. De nieuw opgetreden Voorzitter van de Chamber of Shipping
heeft oniangs in zijn van optimisme stralende rede.
1
) als troost.
grond aangevoerd dat de nieuwe tonnage, welke gedurende de laatste 7 jaar is in de vaart gekomen, maar juist opweegt tegen
de verliezen welke de wereldvloot in dien tijd heeft geleden door
vergaan en sloopen van schepen. Ik geloof echter niet dat dit
juistis. In 1920warener53.904.688 Tonstoom- en motorschepen
en in 1927 63.267.302 Ton en er is dus in elk geval een toe-
neming van bijna 10 mullioen ton, welk cijfer bevestiging vindt
als men den totalen aanbouw in deze periode vermindert met
het totaalcijfer der verliezen. – En zelfs als men daarbij ten
volle rekening houdt met de vermindering van 1.483.769 Ton,
welke de zeilvloot in die jaren heeft ondergaan, dan nog blijft
de toeneming hoogst aanzienlijk en de conclusie ongewijzigd.

Na in het kort de in Mei te Parijs gehouden ver-

gadering van de Baltic and International Maritime

Conference, de in Amsterdam gehouden vergadering
van het Comité Maritime International
2),
de verga-
dering van de Verkeersorganisatie van den Volken-

bond
3
)
gereleveerd te hebben, eindigt de heer J. B.
van der Houven van Oordt zijn rede met de aandacht
4

te vestigen op een andere
belangrijke
internationale,

bijeenkomst, de vergadering van . de International

Shipping Conference, die in de eerste helft van Juni
te Londen zal worden gehouden.

De agenda omvat zeer veel onderwerpen, doch het belang-
rijkste punt is, naar het mij toeschijnt, de voorbereiding van de’
herziening der veiligheïdsconventie 1914, welke herziening
vermoedelijk in het voorjaar van 1929 zal plaats hebben.

Het zal tJ duidelijk zijn dat het niet mogeljjk zou wezen,
op dit veelzijdig onderwerp thans uitvoerig in te gaan, maar
wel komt het mij gewenscht voor, evenals verleden jaar, een kort oogenblik stil te staan bij het Radiovraagstuk, omdat dit
onderdeel van de Veffigheidsconventie van algemeene. strek-
king is en voor vrijwel alle reeders belang heeft.
Het is 0 bekend dat er met alle krac.ht
naar gestreefd is een
strenge scheiding te maken tusschen verkeersradio en veilig.’
heidsradio. De eerste is thans geregeld door de nieuwe radio.
conventie, die te Washington is vastgesteld, en waarbij, mede
dank zij het vasthoudend streven van reederszijde, het vraag. stuk der veiligheidsradio onaangeroerd is gelaten. Ik breng in dit verband een woord van dank aan den heer W. H. J. Oder-
wald, die ter gelegenheid van deze conferentie onze belangen
op zoo uitstekende wijze heeft vertegenwoordigd. – De
tweede – de veillgheidsrad.io – moet geregeld worden in de
aanstaande nieuwe veiligheidseonventie, en nu geloof ik dat
er niet met genoeg nadruk op kan worden gewezen, van hoe-
veel belang het is dat daarbij dan ook uitsluitend de veiligheid
en niets dan de veiligheid als maatstaf worde genomen.
Waar de conventie zal vastleggen welke verplichtingen aan
den reeder moeten worden opgelegd ter verzekering van een
veilige navigatie, mogen eischen van verkeer daarbij niet mee-
spreken, doch moet zuiver en alleen de veiligheid de alles
beslissende factor zijn.
Deze gedachtengang spreekt dan ook uit de
TJ
bekende
resoluties, welke de Radioeommissie der International Ship-
ping Conference in Juli van het vorig jaar heeft aangenomen,
en waarmede de dit jaar in Juni te Londen te houden Confe-
rence zich ongetwijfeld zal vereenigen.
Wat eischt nu de veiligheid in den hierbedoeiden zin?
Niet anders dan dat elk schip, hetwelk valt onder de ver-

Zie E.-S.B. van 14Maart 1928, pagina 235 e.v. (Red.).
Zie E.-SB. van 31 Augustus en 7 September 1927 (Red.).
Zie E.-S.B. van 28 September 1927 (Red.).

plichting om radio te voeren, zoodanig is uitgerust (lat het
draadlooze berichten kan uitzenden, ontvangen en beant-
woorden. Daarvoor is noodig een radio-installatie en een
bevoegd telegrafist om de installatie te bedienen, te ondei–
houden en daaraan gewone reparaties te verrichten. Maar
voor de veiligheid – ook die van het eigen schip – is nog
iets meer noodig dan een toestel en een bevoegd persoon om
dit te bedienen, want wat zou het baten of men noodseinen
uitzendt, die door niemand opgevangen worden. – Onge-
twijfeld mag in dit opzicht in belangrijke mate vertrouwd
worden op de schepen, die deelnemen aan het radiotelegrafisch
verkeer en dus in vele gevallen de noodseinen zullen hooren.
Maar om wei-kelijk alles te bereiken wat voor een veilige
navigatie bereikbaar is, zal er toch ernstig naar gestreefd
moeten worden om ook de medewerking te vei-krijgen van de schepen, die niet aan het radiotelegrafisch verkeer deelnemen, dat zijn de gewone vrachtschepen.
Welk een belangrijke rol deze schepen in gevallen van zee-
rampen kunnen spelen behoef ik niet aan te geven. Ik wijs
hier slechts op de nog versch in het geheugen liggende schitte-
rende verrichtingen van de Nederlandsche schepen ,,Alhena”
en ,,Trent”, aan wier opvarenden ook van deze plaats een
woord van oprechte waardeering en hulde moge worden
gebracht.
De bereiking van het hier aangegeven doel is in belangrijke
– mate vergemakkelijkt door de invoering van het automatisch
alarmtoestei. Wanneer een schip hiervan is voorzien, dan
wordt, zooals het onlangs is uitgedrukt, gedurende elke minuut
van de 24 uur automatisch geluisterd, en dan is daainevens
niet anders noodig dan een competent persoon om op even-
tueele noodsignalen te reageeren. – Aan een schip dat aldus is
uitgerust behoeft derhalve uit een veiligheidsoogpunt geen
andere verplichting te worden opgelegd dan het beschikbaar
hebben van iemand die een radiocertificaat bezit. ])aarvoor
een afzonderljken telegrafist mede te nemen is geheel onnoo-
dig: het is volkomen voldoende als een der officieren radio-
bevoegdheid heeft. In deze richting ligt dan ook naar het mij
toeschijnt de oplossing van het vraagstuk der veiligheidsradio,
een oplossing die op treffende wijze samenvalt met de toene-
mende practische beteekenis van de radiotelegrafie ook voor
de gewone navigatie. Het nemen van radiopeilin gen en de
toepassing van radiorichtingzoekers hebben zich reeds in
zoodanige mate een plaats veroverd in de dageljksche practijk
der navigatie, dat in een niet ver verschiet voor eiken officier
de eisch zal moeten worden gesteld dat hij met die hulpmidde-
len practisch vertrouwd

is. Naar mate de verwezenlijking van
dit desideratum zich voltrekt, zal ook de verzorging van de
veiligheid op de meest gewenschte en meest economische wijze
worden verzekerd.
Voordat dit einddoel bereikt is zal uiteraard een over-
gangsperiode moeten worden doorgemaakt. Op die schepen
n.l. waar nog geen automatisch alarmsignaal is zal op bepaalde
tijdstippen geluisterd moeten worden om eventueele nood-
seinen op te vangen en, aangezien deze taak niet aan de
scheepsoffieieren kan worden toegewezen, zal daarvoor een
beroepstelegrafist aan boord moeten zijn. – Hetzelfde geldt
voor schepen waar geen der officieren radiobevoegdheid heeft:
ook dr is een telegrafist onmisbaar. Maar dit alles is mi.
slechts een overgangsstadium en op den duur – vermoedelijk
zelfs zeer spoedig – zal de aanwezigheid van een autoalarm
en de aanwijzing van een scheepsofficier voor de bediening wel
regel worden.
Nog. één. punt is daarbij van groot praetisch belang, nl.
welke exameneischen voor den stuurman-telegrafist gesteld
moeten of mogen worden. Zöoals o.a. duidelijk is uiteen-
gezet in het tijdschrift ,,Het Schip” van 3 Februari jL, zijn de
eischen welke verleden jaar te Washington zijn vastgesteld
voor de verkrjging van een radiocertificaat te hoog om redeljkerwijze te kunnen verwachten dat een stuurman
daaraan binnen een normalen studietijd kan voldoen. Zij zijn ook hooger dan noodig is voor een doelmatig gebruik van de
radio-installatie voor veiligheidsdoeleinden. Het is dus drin-
gend noodig dat hiervoor een oplossing worde gevonden, bijv.
in dier voege dat voor stuurman-telegrafist een afzonderlijk
diploma worde ingevoerd waarbij de vereischte woordsnelheid
lager wordt gesteld dan voor de verkeerstelegrafisten is
geschied. – Dit punt
iS
vooral voor ons land van belang, omdat
wij gewend zijn reglementaire eischen streng op te vatten,
zoodat van transigeeren met de exameneischen wel geen
sprake zal zijn. –
Uit al het hier aangevoerde volgt, dat de nieuwe veilig
heidsconventie er op het stuk van de radio anders zal moeten
uitzien dan die van 1914. – De in de conventie van 1914
voorkomende verdeeling van schepen in klassen heeft voor de
veiligheid geen zin en evenmin het voorschrift dat op sommige
categorieën van schepen meer dan één telegrafist aanwezig
moet zijn. Dit is een verkeerseisch maar geen veiligheidseisch,

ii April 1928

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

321

tenzij men ten slotte misschien tot de conclusie zou komen dat hijv. voor passagierssehepen de veiligheid eischt, dat er steeds
een reservekracht beschikbaar zij met het oog op ziekte of
sterfgeval. Practisch verschil zou dit niet opleveren omdat
passagiersschepen uiteraard toch reeds meer dan één telegra-
fist aan boord hebben.
Indexcijfers van groothandeisprijzen.

Het indexcijfer van prijzen van groothandels-
artikelen toont per einde Maart een verdere stijging;

het totaal steeg van
3.921
tot
3.967,
een toeneming

van
46
punten. In de maand Februari was het cijfer

met
34
punten gestegen. Zooals de volgende tabel

aantoont werd de stijging over de afgeloopen maand veroorzaakt door de voornaamste voedingsmiddelen

en de weefstoffen.

Data
r-i

-.

Basis (gemidd.
1901-5) …
500 300 500
400
500
2200
100,0

EindeJu1i1914
579 352
6164
4644
553
2565
116,6

lskv.1918
1289
7824
1848
903
13894 6212
282,6

Dec.1923
853
8154
13824 774
755
4580 208,2

Dec.1924
992
7894
1452
8154
806
4855
220,7

Dec.1925
9364
679 1120 733
7824
4251
193,2

Dec.1926
875
7364
859
7734
731
3975
180,7

Mrt.1927
8804
704
9094
725 725
3944
179,7

Apr.

,,
886 697
9174
7044
716 3921
178,2

Mei

,,
911
724
964
6734
716
3986
181,5

Juni

,,
9134
716
1007
6624
705
4004
182,C

Juli

,,
872
707
1068
6504 7044 4002
181,1

Aug.

,,
883
731
1111
640
706
4071 185,(

Sept.

,,
8604
748410984
617
7134
4038
183,

Oct.

,,
837
731k
1088
6204
719
3996
181,(

Nov.

,,
820
732
1050
6304
7244 3957
179,1

Dec.

,,
8454 7164
10294
6204
733
3945

Jan.1928
839
68 54
1031
609
7224
3887
176,

Feb.

,,
8524,
700
10504 5944
7234
3921
13967
178,

Mrt.

,,
882
1

676
10874
59811
723

Met uitzondering van rijst, die iets lager was, toont

de eerste groep een algemeene stijging, voornamelijk
voor aardappelen en rundvleesch. De andere voedings-

middelen waren daarentegen lager tengevolge van belangrijke dalingen in thee en suiker. In de weef-
stoffengroep waren katoen, vooral Egyptische, vlas
en jute hooger, maar wol was onveranderd. In de

groep delfstoffen werd ruw-ijzer met een shilling per
ton verhoogd, kolen waren iets hooger en tin her-stelde zich een weinig, doch lood en koper waren
lager. De veranderingen in de groep diversen waren
onbeteekenend. De volgende tabel toont de verande-

ringen in het indexcijfer van elk artikel tegenover

Februari, waarbij het cijfer
50
telkens het gemiddelde

van de periode
1901-5
voorstelt:

IIj.
iiTI
1 1
II+
o
=.
0
+11
j
‘I+
0

Tarwe (btl.)
101
+
25
Katoen(Am.)
996

+
36
Koper
51

5
(Eng.
77
+
5
,,

(Egypt.)
141′
+15
Deifstoff.
T8
6

:rï
Meel
82
85
+
Garen
Laken 98
6

109
6

+
45
+
36
Hout
Gerst
Haver 88
+
+
6
Wol
(Eng.) 1486
..
(Baltisch)
93

Aardapp.
935
+
9
,,

(Austr.)
109
..
Hout
(Amerik.)
1Leder
776
Rijst
Rundvl.
106
73

‘i5
+
8
Zijde Vlas
68
153
..
+
45
816
Schapenvi. 856
91
+
1

1
Flennep
54
106

1
+
76
Petroleum
Oliën
876 786

Varkensvi.
ute
Oliezaden
67
6

+
6
1T
:j:ii
10876
+
Oran. en vi.
Weefstoffen
Talk 62
6

Thee
jiT
Ruw-Ijzer
71
T
Indigo
76
6

Koffie
133
6


16
Stalen rails
71
..
Soda
85
6

Rietsuiker
100
-10
ljz. staven
79
..
Rubber
13
Bietsuiker
104

56
Kolen (st.)
93
+
2
Diversen
723
Boter
Tabak
90
6

1166
+
3
..
(huisbr.)
Lod
576
84
+
16
-2
Totaal
1
3.967

And. voed.
Tin
92
+
2
en genotm. 676
1-24

Tengevolge van deze wijzigingen wordt de stijging
boven het viôroorlogs-niveau
54,7
pOt. tegenovei

52,8
pOt. een maand geleden. De positie der vijl
groepen ten opzichte van het vôôroorlogs-peil blijkt

uit onderstaande tabel.
Einde Maart
1927
was het totaal iets lager, ni

Data
o

6

•3
.

juli

1914
100
100 100 100 100
100
December

1918..
226 222
293
186
241
237,5
December

1923
148
231
225
167 136
178,6
December

1924
171
224
235
175 146
189,3
December

1925
162
193 182
158
141
165,8
December

1926
151
209
139 167
132
155,0
Maart

1927
152
200
147
‘156
131
153,8
April

,…..
.153
198 149
‘152
130
152,9
157
206
156
145
130
155,4
158
204
163 143
127
156,1
151
201
173 140
127
156,7

Mei

,……

152
208
180 138 128
158,1

Juni

,…….

September

,.

….
149
213
178
133 129
157,4

Juli

,……

144
208
176 134 130
15,8

Augustus

,…….

November

…..
142
208
170
136
131
154,3
December


146
204
167 133
132
153,8

October

,…….

Januari

1928
145

.

195 167 131
131
151,5
Februari

,…..
147
199
170
128
131
152,8
Maart

,……
152
.
192
176
1

129 131
154,7

153,8,

doch

de

weefstoffen
stonden
op
147
en de

delfstoffen op
156.
Voorts laten wij
hier
nog een overzicht
volgen
van

het prijsverloop in
een
aantal
belangrijke

landen.

(12

:
0sr
56

6-1
6-4
Z

1913
..
100
6

100 100
100
5
)
100
100
100
Novemb.
1918
..
358 438


367
392
214
oogs
e
f

..
591
679

325 366
297
322 1Mei)
(Apr.)
(Apr.)
(jan.)
(juni)
(juli)
(Mrt.)
Decemb.
1923
101
2

458 577

183 160 154
211
Decemb.
1924
98
2

507
640
1375
171
168 160
214 Decemb.
1925
103
2

632 715
142
3

156 156
155
194
Decemb.
1926
..
627
619
137
148 150
147
170
Februari

1927
..
632
601
136
145
146 146
171
Maart
..
642 593
135
147
145
144
171
April

,,
..
637
565
135 146
143
143
170 Mei

,,
94
629 536
137
147
145
145
171
juni

,,
94
623 509
138
147
146 149 173
juli

,,
94
621 491
138
147
146
151
170
Augustus

,,
95
619
485
138
147
146
149
167
September,
96
601
484
140
148
148
150
169
October

,,
97
588 484
140
148
147
150
170
November,,
97
595
484
140
149 148
151
168
December,,
97
605 483
14
150
148
151
168
januari

1928
96
608
490
139
..
148
153
169
Februari
..
610
489
138
..
..
150
1)
Bureau of
Labour.
2)
S
at. Reichsamt.
nieuwe metnode.
3)

jaar-
gemiddelde.
4)
Sedert
1922
gebaseerd op
48
artikelen in plaats van op
53. 6)
Sedert October
1923:
juli
1914=100.
6)
Midden
1914.

De onderstaande, aan het bericht van het Centraal
Bureau voor de Statistiek ontieende opmerkingen
hebben betrekking op de Nederlandsche indexcijfers

met basis
1913.
Bij beschouwing der cijfers over Februari
1928

blijkt, dat in
vergelijking
met de maand Januari
1928

het algemeen indexcijfer met 3, dat der voedings-

middelen e.d. met
2
punten is gedaald. In hoofdzaak
wordt deze daling veroorzaakt door daling der prijzen
van aardappelen, eieren en paardenhuiden.

Tegenover een
prijsstijging
van
13
artikelen met

in totaal
94
punten, staat een prijsdaling van
19

artikelen met in totaal
227
punten. Met 10 punten

of me&r stegen: peper
(24),
en maïs
(13
punten);

met 10 of meer puntèn daalden: aardappelen
(22),

thee
(18),
alcohol
(14),
eieren
(75),
vlas
(17),
tin

(10), paardenhuiden
(29)
en runderhuiden (11 punten).

Statistisch overzicht betreffende den
economischen toestand van Ned.-Indië.

Het Centraal ‘kantoor voor de statistiek te WTclte
‘reden publiceert sinds korten tijd een maandelijksch
overzicht ‘van dc beiaig.rijkste cijfers, ‘die een inzict
kunnen geven in den -economischen toestand van
Nederla-ndsch-Indië. Het is onze bedoeling dese sta-
ti stick, cl e wij in iverband met de beschikbare ruimte
eenigszins moesten -bekorten, met regeima-tige tus-
schenpoo’zen in ons blad -over -te nemen. Men vindt
haar voor het -eerst in liet nummer -van heden, pagina

323.
Commentaar op de daar gegeven cijfers lijkt ons

overbodtg.

Februari
Jan./Feb. Jan./Feb.
1928 1928
1927

Prod. Steenkolen in tonnen
829.037
1.731.633 1.432.227
Kolenslik

…………….
23.180,4 39.901,4
18.014
Aantal normale werkdagen

.
243)
50
48

H. Bruinkolenmijn ,,Carisborg”

Februari
Jan./Feb.
Jan.fFeb.
1928
1928
1927

Netto.productie in tonnen.
.
17.152
34.789
31.016
Aantal normale werkdagen
1

24
50
49

322

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

II April
1928

BOEKAANKONDIGING

biedsbesc’hrijvi:ng toit, uiting zal komen. Dr. Visser
.

. .

.

. :• geeft na een korte inleiding een •oveiich van de vee-
Dr. C. Visser, Proeve eener ecoworni-
teelt en den tuinbouw, welke de hoofdlan.d.bouwbedrjj:-
-.

sche beschrzvi,g van het gebied der,
ven uit de omgevnc uitrnaken. Voor beide bedrijven
. Kamer van Koophandel en Fabrieken
i

aan,
hoe groot. het belaiig is, dat zij hebben
VOO?
Delft e Omstreke.(136
blz.; met bijt een behooiiijk geoutilleerd verkeer: goede viaarten
rtn. en gra±.). Delft 192i. en wegen (spoor-, tram- en landwegen).
Niets anders -dan na zoi g vuldig onderzoek van de JeI1 °hoofdstu geeft ,,Delft als economisch cent
grootore en
kleinere
economische een.heden, waaruit trum”, d.w.z. als centrum van een produoti’egbied,
ons land is opgebouwd, kunnen wij: komen tot een be- van een consumptiegebied, en ten slotte uit een ver-
hoorlijke ‘kennis van onze eigen Nederlaindsc’he econo- keersgeographisch oogpunt. Schr. toont aan, dat Delft

inische kracht. Zool.ang onze ‘kennis van oriderdee- er het grootste belang bij’ heeft, zijn positie als ma.rkt-
l’en tekort schiet, zal ook die van Jhet ‘nationaal geheel stad te handhaven, dat het daartioe’ vooial ook moet

gebrekkig b]iiv en. Vooral de bij dc veranderde econo- trachten weder verkeerscentrum te worden, zooals

nrisehe omstandigheden na den oorlog noodzakelijk voor den oorlog van de Weatlandsche stoomtram.

geworden hergroepeer.ung van onze economische pro- ,,Delf t als industriestad” en ,,Delft als•’hadeIs-

ductie-organen ‘maakt een goed inzicht in de be- stad”, heeten de volgende hoofdstukken, waarin de
staande economisch-geographische toestanden en ver- huidige beteekenis van nijverheid en handel niet

houdingen meer dan noodzaikeljk. Sommige hedrij- alleen wordt uiteengezet, maar er ‘ook op wordt ge-ven zullen wellicht moeten verdwijnen, andere geheel wezen, welke rol beide knnen spelen voor en in de

moeten worden gereorganiseerd; nieuwe bedrijven toekomstige ontiwikkeliing der stad. Merkwaardig is
zullen moeten worden opgevat; en om al ‘deze bedrij- het, hoe Delft zijn positie als collecteerend handels-

ven een meest-l’oonende functi’oneering te waarborgen cen’tru.m heeft verloren (‘graanhande’l geheel,- kaas-
dienen de transportkosten door de meest vlotte orga- ‘handel ten ‘dccle, groenten’ha.ndel geheel!), doch dat
n’ijsatie ‘van het verkeer en den vorderen uitbouw der daartegenover de distribirtieve (groot)handel dpkomt,

verkeerswegen zoover mogelijk te worden verlaagd, en dit zelfs ondanks de nog steeds slechte ‘havenge-
Ook dan eischen de in deze richting te nemen maat- legeniheid.

regelen een behoorlijke kennis van ‘het.’economisch-

Hei hoof’dst,u’k ,,InstelLingen” laat de beteekenis
geographische ‘gebied, dat men op het oog ‘heeft.

van do Technische Hoogesehool en van andere in’s’tel-
De meest aangewezen lichamen, ‘die de wetenschap- Ii ogen voor •de stad zien.

peljk-objeotieive beschrijving van ‘de verschillende dce-

In zijn ,,alotbeschouwing” bespreekt schr. dan Delft
len van ons lan’d zullen kunnen bewerken, zijn de nog eens als verksted en als woonstad. Hij’ komt tot

Kamers van Koophandel ‘(Prof. Bhnk wees daarop de volgende verdeeling der De’lftenaars naar ‘de pro-
.ini 1924 in het Tijdschrift voor Economische G’eogra- duc’tdetakken: In’d’us’trie ruim 70,5′ pOt.; Instellingen
pbie; en ook ondergeteekende schreef in 1027 in dat i’uim 7 pOt.; Markt- en ‘detailhandel ‘bijna
9
pOt.; F’o-
tijdschrift, ‘dat men op den d’uur slechts zal kun- rensenwezen ruim 8 pOt.; Groothandel en verkeer
nen slagen, wanneer men met de gemeentén als bijna 5,5 pOt.

statistische eenheden aanvangt en zelfs nog beter, als’

Als industriestad, als agrarisch marktcentrum, als
men ‘de kleinste economisch-geographische eenheden – hoofdstad van het omringende gebied met verschil-
dezer gemeenten behoorlijk zal hebben onderscheiden lende instellingen, in al deze kwaliteiten is het voor

en vastgelegd, ook statistisch.). Delft een levensbelang zijn verkeerspositie te behou-‘
Langzaam aan is men begonnen de verslagen der den en te versterken.

W. E. B.
Kamers van Koophandel te verbeteren. Vlaard’i,ngen

‘as de eerste, welke an’ving met een verbeterd en

MAANDCIJFERS.

meer beschrij’ven’d verslag, waarvan ‘het economisch-

PRODUCTIE DER STEENKOLEN-, BRUIN-

geograph’sch gedeelte door den ‘heer C. Visser ‘was

KOLEN- EN ZOUTMIJNEN.
‘bewerkt. Daarna volgde do Kamer te Vaalwijk, welke (Gegevens verstrekt door den Hoofdingenieur der mijnen.)

in haar laatste jaarverslag een gebieds’besc’hrijving

T.
Gezamenlijke Steenkolenmijnen.
geeft van cle ‘hand van ‘den heer 0. J. de Vries, Direc-
teur ‘der l{andeisschool te Waalwij’k, lector aan. de
R.-K. Han’dels-Hoo’gesch’ooi te Tilburg. En thans ‘heb-

ben wij hier voor (>ns een meer stelselmatige beschrij’
ving van ‘het gebied van Delft, weder ‘van de hand
‘van Dr. 0. Visser: Een gebied’sbeschrijving, en voor
,

zeover Delft zelf betreft, een meer gedetailleerde be-

handeling van de economi’sch-geographische positie
cii ‘cle ‘structuur van deze stad.

De heer Visser heef t jic’h van den aanvang af tot
taak gesteld, eerst de algemeene econ:o
m
is
c
h_
g
e
ogra

phi’sche structuur van het geheele ‘gebied in hoofd-
trekken uit te vorsc,heu en vast te leggen. “En hij
heeft daaraan een stevig sbulcvwerk gehad. Gelukkig mocht ‘hij op de medewerking rekenen van de Kamer
en van vele ‘stedelijke en andere autoriteiten, iiet het

III. Zoutmijnen.

(Kon. Ned. Zoutindustrie
te
Boekelo.)

Februari
1928
Jan./Feb.
1928
1
Jan./Feb.
1927
minst in Delft, de stad, welke toch nog altijd als een

Af:leserd
z
:

belangrijke marktplaats voor- het gebied mag worden
beschouwd, zooals Dr. Visser weet aan te tonnen met

.

…….. (ton)
Industriezout’

……(

)

2.647
38,5
5.385
98,5
4.710
100
krhuip
van de uitkomsten van verschillende markt-
Afvalzout

……….(

)
96
286
221
en ver]deers’t’el]ingen.
Aantal normale werkdagen
25
51
49
Deze ,,proeve

eener

beschrijving”

is

het

stevige

Arbeiders.’
resuitaat ‘van een uoel!oewuste studie. un net ‘is can
ook aan geen twijfel onderhevig, dat Dr. Visser, die
sedert kort als adjunct-secretaris aan de Kamer van
Koophandel en Fabrieken te Delft verbonden is, in
de jeerstvolgen.de jaren het Kamerressort tot in ‘details
zal loeren kennen en begrijpen, hetgeen ongetwijfeld
weer in ‘de toekomstige jaarverslagen der Kamer en
misschien later veer eens iii een nieuwe volledige ge-

Gezam
en-
Bruin-
Aantal;
lijke
Steenkolen.
kolenmijn Zoutmijnen
mijnen

Carisborg”

1
Maart
1928

…..
9.4081)
166
136
1,24.992
2
)

1
Maart
1927

…………
(

8.9451)
174
125
..
24.283
1
)
1)
bovengronds.
2)
ondergronds.
3)
Mijn Laura
23
dagen.

11 April 1928

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

323

STATISflSCH OVERZICHT VAN DEN ECONOMISCHEN TOESTAND VAN NEDERLANDSCH-INDIË.
(Ontleend aan de Maandstatistieken van het Centraal Kantoor voor de Statistiek te Weltevreden).

.
1927

JanuarijDecember
Juli
Aug.
Sept.

Oct.
Nov.
Dec.
1926
1927

Prijsbeweging.
.
.
Groothandeisprijzen van invoerartikelen
60
160
159

159
158
156
uitvoerartikelen
128
130
129 128
128
127
,,

n

alle artikelen te zamen
153
154
153
152

151
150
2

Kleinhandelsprijzen

inheemsche artikclen
167
165
165
163 162
160

.)

uitheemsche
149
149
149
148
148 149
«

,,
II


e

alleartikelen te zanlen
158
157
157
155
155
155
,,

,,
170
167
166
164 165 165
zeep en licht voor een Enropeesch gezin
163
161
160
159
.

159
160
156
,

155

156
154
153
152

j

G;

Voeding voor een

Europeesch

gezin ……………

petroleum en luciters v/d. InI. bevolking
157 157
158
156
155
151
!•

«

voor de Inlandsche bevolking………….

Effectenkoersen.
1 Rubberondernemingen ……………
:
.
195
205 200
199
213
223
.

<

II

Suikeronderneiningen…………………….
47
155
158
154
152
149
173
183
177
173
167
163 167
167
165
162
.

156

141
148
146
143
143

Q..-o.

III

Theeondernemingen ……………………..169

129
131
129
127

126

8

IV

Tabakonderneniingen …………………….155
.

V

Cultuurbanken …………………………..131

VII

Handelsonderneniingen ………………….
158
.

161
163
158 158
vi

Banken

…………………………………122

144
144
146
152
150
152 140 144
147
144 144
156
160
159
158
158

.

1 3
114
113
112
112

VIII

Spoorwegniaatschappijen …………………
:
c

IX

Scheepvaartrnaatschappijen

………………138
Groep

t

tjm.

IX

…………………………151

Voortbrenging.
.E

X

Obligaties

Indische

leeningen

…………….113.

Geoogste uitgestrektheid padi………
X
1000 H.A.
327
.

125
109
74
68
61
3.538
3.526
S

,,

,,

maïs

………….
164 169 119
t
9
118
115
139 130
41
2.016
1.927
cassave ……….
104
85
70
680
820
.

,,

.

,,

knolgewassen

,,
.5
37
27
26
33
38
31
314
333
.

0

peulvruchten
73 93
61
77
75
51
571
615
ov.gewassen

,,
.-

,,

in

totaal
….
,,
65 770 63
596
67
480
84
468
91
481
82
396 592
7.711
681.
.
7.902
97

73 58
117
386 594
225
3.784 3.825
l2
167 I 194
463
1.758
1.875
73
29
19
24
45
21
166
42
145
27
699 300 809
381

.
0

knolgewassen

,,

,,
.
peulvruchten

,,
96
80
34
21
57
43
579
650

,,

,,

ov.gewassen

,,
11

In

totaal

….

..
,,
117
86
472
47
306
36
434
58
1,172
51
1.085
.

633
.

8.378 642 8.794
Productie van Rubber ………………
X
1000 K.G.
(597)
(572)
(585) (584)
(582)
.
(595) 9.705 8.516 8.159 9.599 9.179
10.056
99.430
111.708

&

Bijgeplante

padi ………

……
niaïs ……………

..koffie

………………

,,
(233)
(236) (233)

(146) (115)

.

,,

n

cassave ………….

277
249
.

113
47
18
II
538
905
(208)
(210)
(204)

(203)
(212)
E
4.138 4.075
4.388 5.102 5.786 6.193 55.652
59.133
(IJS)
(176) (161)
(59)

.
(8)

Thee ………………..

….

579.273 584.375
408.461
138.370
9.741

2.044.099 2.373.795
Kina

………………..

..
,,
(80)
(81) (76)
(74)
(75) (67) 883
961
e16
670
574
570
9.310
8.280

Suiker

………………

….

(16)


(17) (17) (16) (17) (16) 893
1.167 1.243
1.178
1.250
1.301
7.168
11.295
Palmolie

………………

Palmpitten …………..

..’
(14)
(15) (15)
(14)
(14) (12)
202
184 190
210
227
258
1.226
2.198
Mijnbouw
/

,,

,,

Steenkolen……………………..
in N.-Indië 1.

Petroleum

……………………..

Handel en verkeer.
Eetwaren ……………………waarde
X
f 100
9.395
8.121
10.912
9.251
11.072
10.388
143.269
117.663
Mineralen
……………………

.,,
1.310
881
662
1.337
1.045
1.579
12.265
13.281
.
5.790
3.735 3.710 4.263
3.768 4.662
43.974 51.598

Garens en

manufacturen ……..

..,,
3.886
15.207
4.763
15.095
4.145
13.767
4.456
.13.423
4.750
13.t52
4.279
174.684
47.829
180.649
52.768

Chemische voortbrengselen ………….
524
.

s

Metalen ……………………..

»

»
Machinerleën

…….. . ………..

…,
Geheele

invoer ………………


3.000
44.567
3.256 43.399 3.249
45.285 3.819
45198
3438
45.404 3.820 45.892
41.411
535.854
2

46.403
545.101
o

Eetwaren …………..bruto gewicht’X
1000
K.G
26.863 23.025 31.944 32.382 37.783 32.546 580.425
378.632
Mineralen
28.386
23.682 21.103
23.548

27.723
43.630
290.991
324.294
……………,,

Chem. voor%brengselen,
10.116
9.432
7.396
11.510
7.743
13.135
5.944
11.252
5.925
17.977
158.076
92.434
192.558 102.693
Garens en

manufact.
..

,,

,,

,,
Metalen
8.060
17.841

19.035
15.858
19.650
21.863
5.911
19.578
183.657
221.180
Machinerieën
……….
2.834
3.009 3.384 4.039 3.503
4057
47.812 50.344
Geheele

invoer
……..’.

,,

,,

,,
105.156
97.036
,104.357
112.564
121.376
136.681
1.480.963 1.409.259
Rubber

……………………..waarde
X
f1000
9.431
8.594
7.157
7.341
7.947
11.242 160.409
112.872
e

Suiker
………………………
58.456
49.171

59.266
.39.102
28.757
31.123 269.480
365.324
850
146
230 492
470
456
36.677
22.598
.

Thee
5.939 5.066 5.149
5.973 6.674
7.659 71.324
79.286
………………………….,,
s

Koffie ……………………….

,,
2.637
5.008 5.220
5.233
4.182 2.025
27.932 30.306

Tabak

……………………………..

Cement

en

ertsen

…………….,,

,,
Geheele

uitvoer

……………..

,,

,,

,,
3834
92.115
3.637
84.096
.

.

4.606 94.475 6.153
77.588
7.151
71.351
3.040 70.718
48.398
755.623
2

51.834
806.485
o

Rubber …………….bruto gewicht
)<
1000 K.G
5.197
4.756.
3.963
4.161
4.501
6.302 56.674 60.432
?

Suiker
……………….,,

,,

»
315.584
303.047
348.854
250.225
197.057
204.396
1.994.254
2.337.622
Tabak

……………….

,,

,,
2.679 893
1.345
2.932
2.481
1922
59.120
57.133
Thee

. ………..
……

..,,

,,

,,
5.550 4.692
4.791
5.596
6.193
7.095
62.534
66.518
Koffie ………………

..,,

,,

,,
3.075
6.007
6.291
5.905.
4.762
2.224 29.128
34.505
Cement en ertsen
……
,,

,,

,,
4.728 2.382
4.957
3.566 4.675
7.007
44.176
51.596
Geheele

uitvoer
………,,

,,

,,
382925
376.555
435.914
345.855
296.448 312.225 2.813.049
2
1
3.289.899
Manufacturen
………..,,

,,
2.050 2.049 2.273
1.756
1.829
1.905
21.576 23.135
Aardewerk
836
757
1.011
935 770
637
5.696
7.765
Kedelee …………….

,,

,,

,,

,,
6.874
5.759
4.748
.

4.602

3.753
6.445
84.360
83.711
=

.

Rijst

…………………,,

,,

,,
3.488
2.730
11.109
14.194 19.204 10.048
312.232
104.393
Gedroogde

visch

……..,,

,,.,,
3.707
2.801
3.258
2.625 3.125
4.434 45.743 42.136
Peper uit Ned.-lnclië
1).

netto

»

,,

,,
1.406
3.633
3.823
2.136
1.320
24.307
Rubber

,,

,,

.

,,

,,

,,.,,

22.844
23868
19.717
25.737
25839
247.538
o
=Copra

»

,,

»

.,,

,,

,,

,,
21.987
25.936 23.468 31.939
26.001
370.728
Tabak

de Buitengew.,,

,,

,,

,,
8
15
263
811
1.957
15.114
Thee

,,
,,

,,

,,

,,

,,

»

593 626 943
412
939 6.905
Koffie

,,

,,

»

,,

,,
5.974 6.369
6.700 5.873 4.892 44.944
ôntvangsten S.SavaenMadoeraXf
1000
2.9
1.9
1.912
I
l.
1.925
21:303
21.916
Reizigersvervoer
S.
S.java en Madoera

»

,,
5.396
5.371
4.659 3.810
2.949 3.015 39.240 42.859
.
……………..
oe erenvervoer


.
N.1
s
.
2.185
2.221
2.032
1.469
953′
13.660
S. S.
Buitengewesten
»

»
219 216 210
192 182

197
2.102 2.203
eizigersvervoer

Deli Spoorweg Mij..,,,,
202 204
196
200
190
198
2.495
2.440

S. S.
Buitengewesten
565
556 556
525
478 456
5.367
5695

d

erv
oe erenv

oer

Deli Spoorweg Mij..
598
.
606
581
659
587
621
6.212 7.078
Java en Madoera

os
erijen
724
693

723
Buitengewesten
….
218
223 240
Java en Madoera

e egra ie

Buitengewesten
385
‘150
378
161
388
167
….,,,,
1)
In 1926
uitv.
uit Java in br. gew.

2)
Defin. cijfers.

3)

De getallen
tusschen
naakjes betreffen
het
aantal ondern.
dat
opgave verstrekte.

324

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

II April 1928
0

STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.

N.B.

1
beteekent: Cijfers nog niet ontvangen.

1

GELDKOERSEN.

BANKDISCØNTO’S.
N d (Disc. Wissels.
413 Oct.’27
Zwits. Nat.Bk. 322
Oct.’25
Bk Be1.Binn.Eff. 5
13 Oct.’27
N.Bk.v.Denem. 5
23Juni’27
1Vrsch. in R.C. 6
13 Oct.’27
ZweedscheRbk 31
31 Dec.’27
Javasche Bank…. 4
14Juli’26
Bank v.Noorw. 5
25Mrt.’28
Bank van Engeland
421 Apr.’27 Bk. v Tsjecho-
Duitsche Rijksbank 7
5 Oct.’27
slowakije .. 5
8Mrt. ’27
Bank v. Frankrijk.
319 Jan.’28
N.Bk.v.O’rijk. 6 27Jan.’28
Belgische Nat. Bnk.
qic
Nov.’27
N. Bk. v. Hong. 6
25Aug.’26
Fed. Res. Bank N.Y. 4
2
Feb.’28
Bank v. Italië. 6
31 Mrt. ’28
Bank van Spanje .. 5
23 Mrt. ’28
Z.-Afr.Res.bnk 51
9Jan.’28

OPEN MARKT.

1928
11

1927

11

1926
1914

5A ru
P
215 26131
19124
419
5110.
20124
April
Maart Maart
April
April Juli

Amlerdam
Partic.disc.
3
‘/,6
4
‘/16
3
15
1164
1
116
3
15
/i4i/,
36511541/16
37
116_
h
12
213116_3

3
’18

116
Prolong.
31
331
4
_4
331
4
_4
3’1-4
311
3_31
4

23/4.3114 231e314
Londen
Daggeld ..
3
1
14
1
122

3-4112
3613_4114
34
31
13
41
14
3-4
014-2
Partic. disc.
4

2)
4_1/75
41116
4.5133
41
1_
5
11
1
I16-1
211
4
31
4

Berlijn
Daggeld ..
7-8
1
12
7-9112

4-10
3
1
12-7
1
12
3-8 4-6

Partic.disc.
30-55 d…
6
3
14
6
3
14
63
14

18
6
3
14-
7
18
418-I8
5

55-90 d..
.
6
3
14
63
14
6
3
14
713
6
3
14_
7
13
43
18

18
5
2
1
18-
1
12
Waren-
wechsel.
6
7
1g4
6
7
157
1
14
7
7
4.’1_5
5
5
18-614

Wew York’)
Cali iuoney
511
5
31
4

5_314
4’12-5114

411
4
.31
4

4.31
4

4.11
4

1
3
14.2
1
/2
Partic.disc.
3
18
3
7
18
31-/
3
5
18
33/4
3
/8

/
4

1
1 CalI money-koers van 5 April en daaraan voorafgaande weken t/m
Vrijdag.
2)
Koers van 7 April.

WISSELKOERSEN.
KOERSEN IN NEDEtLAND.

Data
New
Londen
Berlijn
Parijs
Brussel
Batavia
York)
*,
*) *)
9,)
1)

3 Apr. 1928
2.483/,
1
2
.14*
59.38
9•771
34.65
100
4

,,

1928
2.4831,
12.12
1

59.36*
9.74
34.66*

100
5

,,

1928
2.4881
16

12.1171
9

59.35
9.74
34.671
100
6,,

1928
– –
– –

7

,,

1928






9

1928-

– –

Laagsted.w.
1)
2.481/,
12.11%
59.33
9.76
34.63
99%
Hoogste d.wl)
2.4831
9

12.12%
59.40 9.80
34.69
100%
2 Apr. 1928
2.48%
12.1171
8

59.38 9.771 34.65
100
26 Mrt. 1928
2.48%
12.12
59.37
9.771
3
4.63*
100
Muutpariteit
2.48%
12.10k
59.26
48.-
/
34.59
1

100

Data
serlat,,d
Weenen
Praa
Boeka-
Milaan
Madrid
rest

3 Apr. 1928
47.82%
34.92%
7.36
1.57
13.11
41
.77*
4

,,

1928
47.83
34.95
7.36
1
.
5
7*
13.14
41.78
5

,,

1928
47.83
34.92%
7.36
1.56
13.14
41.72
6,,

1928-





7

,,

1928



– –

9

1928






Laagsted.w.
1
)
47.80
34.90
7.34
1.54
13.07*

41.70
Hoogsted.wl)
47.85
35.10
7.38
1.62*
13.15
41.80
2 Apr. 1928
47.83%
34.95
7
.
36
*
1.57*
13.11* 41.73
26 Mrt. 1928
47.82%
34.95
7.361
1

1.54
13
.11*
41
.65*
Muutpariteit
48.-
35.-
2)148._
48.-
48.-

Data
sing-

3 Apr. 1928
66
.
6
7*
66
.
5
7*
66
.32*
6.26′
106%
2.4881
9

4

,,

1928
66.65
66
.
5
7*
66
.32*
6.26
106 2.488/
5

,,

1928
66.70
66
.
5
7*
66
.
32
*
6.26
106’1
9

2.4881
8

6

,,

1928






7

1928






9

,,

1928


– –


Laagste d.w.1)
06.60
66.50 66.25 6.24
105%
2.48 /8
Hoogste d.wl)
66.70 66.60
66.35 6.28
106%
2.4811
8

2 Apr. 1928
66.67* 66.57*
6
6.32*
6.26
106%
2.48%
16
Mrt. 1928
66.65
66
.57*
66.30
6.26
106s1
2.48%
v1untpariteit
66.67 66.67
66.67
626*
10581
5

2.48%
-, 1ULOOLIU5
,.e

wseraam.

) r4OIeerlflg te Itotterdam.
Particuliere opgave.
Wettelijk gestabiliseerd tusschen 7.534j5 en 7.21
1
12.
In het eerste nummer van iedere maand komt een overzicht voor van een aantal niet wekelijks opgenomen wisselkoersen.

UJ1tEN TE NEW YORK.
(Cable).

/)
a a
Londen
($ per £)
Parijs
(3 p. lOOfr.)
Berlijn
(3 p. 100 Mk) Amsterdam
($ p. 100 gld.)
3 April

1928
4,88k
3,93%
23,92%
40,30
4

,,

1928
4,88
5
/,
3,93%
23,917/
8

40,30
5

,,

1928 4
,
889
1
32

3,93%
23,9151,
40,29%
6

1928


– –
7

1928
4,88%
3,93%
23,92
40,30
9

,,

1928
4,88%
3,93%
23,92
40,29%
11April

1927
4,859,
3,9151
9

23,70%
40,00
?4untpariteit

4,8667

1
19,30
23,81%
4021
16

KOERSEN TE LÛNflEN.

Plaatsen en Landen
Noteerings-
eenheden
24
Mrt.
1928
31
Mrt.
1928
1

217
April
1928
Laagste
l
Hoogstel
1
7
Apr.
1928
Alexandrië.
.
Plast. p..
9734
9771,
6
9791,
97%
Athene

.. ..
Dr. p.
£
369
36871
9

368
369%
369
Bangkok

Sh.p.tical
1110%
111081,
111081,
1110%
1/1034
Budapest
. ..
Pen. p. £
27
.93*
27.951
27.93 27.98 27.95*
B.
Aires’).
..
d.
p. $
47
18
1,6
47181
47861
47271
47511
Calcutta
….
Sh. p.
rup.
1/6
1/
6

1/5
68
,
1/6
1
/
44

1/6
Constantin…
Piast.p.
962%
965 955
970
96211,
Hongkong
..
Sh. p. $
210
13
1
32

210
3
1
s

2/011,
21011
9

21081,,
Kobe

……
..Sh.p.yen
1111%
1111
1/14;
1/11H
1/11
Lissabon
1) . .
d. per
.Esc. 2 t/,
28133
23
1
32

2
1
1
82

2
1
/
s

d. per
$
24
24
2381
5

241,
24
l’I
ontevideo’)
d.per$

. .
per
Mii.

51 51
508/
9

51%
51
e1ontreal’)
. –
$
per
£
4.8731
4
4.87-
4.87f
4.87718
487H

exico

…….

R.d.Janeiro
1)
58511,
164
5891
33

5151
j9

5591
4

Shanghai
.. .
Sh. p.
tael
217i1,
6
2;711,
8

2/6%
217s,
217
1
1
35

Singapore.
..
id.
p. $
2/311,
213}.
213%
2
3
7
1
8

2/3181,
Valparaiso
‘).
$ p.
39.36 39.36
39.36
39.37 39.37
Warschau
..
Zi. p. £
43
.
46*
43.371
43.25
43.75
43.50
ah.DI1 L,aI,bIr,
t.
I
SV
ug.

ZILVERPRIJS
GOUDPRIJS 8)
Londen’)
N.York2)
Londen
2 Apr. 1928..

2651,,
57
2 Apr. 1928….
84/11%
3

,,

1928..

26%
571
3

,,

1928….
84/11%
4

,,

1928..

265,
578/
5

4

,,

1928….
84111%
5

,;

1928.. 26%
57
5

,,

1928….
84111%
6

1928..



6

,,

1928….

7

1928..


57

.
7

1928….

9 Apr. 1927.. 26
50
9 Apr. 1927….
84/11
20 Juli

1914..

24111
t6

59 20

Juli

1914….
.
84111
1)
in pence
p.
oz.stand.
2)
Foreign silver In
Sc. p.
oz.fine.
3)
in sh.
p.oz.Iine

STAND VAN ‘s
RIJKS KAS.

Vorderingen.
1
31Maart1928
7 April 1928
Saldo bij de Nederlandsche Bank….


Saldo b. d. Bank voor Ned. Gemeenten
f

1.006.075,70
/

3.459.255,93
Voorschot
op
ultimo Febr. 1928 aan
de gem.
op
voor haar door de Rijks-
administratie te heffen gemeentelijke
inkomstenbelasting en opcenten
op 38501.44713
,,

38.501.447,13
de Rijksinkomsten belasting……….
Voorschotten aan Suriname………..
,

11.608.243,54
,,

11.685.500,54
Voorschotten aan Curaçao


Kagvord. weg. credietverst. a/h. buitenl.
,,136.500.039,20
,,
137.679.614,31
Daggeldieeningen tegen onderpand
van Staatsschuldbrieven


Saldo der postrekeningen van Rijks-
17.296.329,33
17.547.633,58
Vordering
op
het Staatsbedrijf der
P.,
comptabelen

…………………..



T.

en

T.’)……………..

……………
Id.
op
andere Staatsbedrijven
‘)
5.21 5.348,03
»

5.215.348,03
v
er
pii c
fl18 n ge n.

Voorschot door de Nederl. Bank
….

t
12.565.518,15
/

13.945.508,37
Schatkistbiljetten in omloop5) ……..

,
103.52(5.000,-
Schatkistpromessen in
,
103.526.000,-

Waarvan direct bij de Ned. Bank..,


»
20.660.000,-
5.000.000,-
Omloop
…….
,,

22.930.000,-
.

»

11.975.090,50

ilverbons in omloop ……………….12032.099,-
Schuld a. d. Bank v. Ned. Gemeenten 2)


Id. aan

Ned.-lndi

………………
..25.109.302,08
,

21.876.758,68
Id. aan

Curaçao ………………….
……189.442,95
Id.
»

189.442,95
a. h. Alg. Burg. Pensioerifondss)
..

17.432.891,99
,,

3.797.838,84
Id. a. h. Staatsbedrijf d.
P., T.
en
T.
2)..

53.688.466,67
,,
52.726.457,-
Id. aan andere StaatsbedrIjven’)………1.315.000,-
1.315.000,-
Id. aan diverse instellingen
8) ……..
…21.809.252,78
51.821.440,39
‘) Waarvan
f
12.056.000 vervallende
op 1
Juli 1929.
2)
In rekg.-crt. met
‘s
Rijks Schatkist.

NEDERLANDSCH-INDISCHE VLOTTENDE
SCHULD.

131 Maart 1928 1 7 April 1928

Vorderingen:
Saldo bij ‘s Rijks kas ……………..f25.109.000,-
Saldo bij de Javasche Bank ……….
.., 12.981.000,-

Verplichtingen:
Voorschot uit ‘s Rijks kas aan N.-1ndi


Voorschot Javasche Bank aan N.-Indie


Schatkistpromessen in omloop ……….150.000,-
Muntbiljetten in omloop …………
..33.266.000,-
Schuld aan het Ned.-lnd. Muntfonds.. , 1.184.000,-
Idem aan de Ned.-lnd. Postspaarbank. • 1.117.000,-

f21.877.000,-
14.427.000,-
150.000,-
33.053.000,-
1.184.000,–
1.197.000,-

11 April 1928

ECONOMISCH-STATIS19:SCHE BERICHTEN

325

NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 10 April 1928.

Activa.
Binnen!. Wis-
1
Hfdbk.
f
45.795.089,62

sels,prom.,jBijbnk.

,,

3.795.966,56
enz.in
disc. Ag.sch.
,,
11.822.299,08
f

61.413.355,26
Papier o. h. Buiten!, in disconto


Idem eigen portef..
f
181.635.478,-
Af :Verkoehtmaar voor de bk. nogniet afgel.

181.635.478,-

mci. vrsch.
Beleeningen { Hfdbk.
f
56.398.959,04

in rek.-crt. Bijbnk.
,,

6.552.149,94
op ondern. Ag.sch. ,, 63.270.628,08

f

126.221.737,06

Op Effecten.. .

‘ 122.674.649,67
Op Goederen en Spec.

3.547.087$9
‘126221 737,06
Voorschotten a. h. Rijk

… … ._…..

,,
9.510.635,09
fdunt en Muntmateriaal
Munt, Goud
……f

87.705.495,-
Muntmat., Goud
..
,, 367.471.843,72

f
435.177.338.72
Munt, Zilver, enz. •

25.523.323,59
Muntmat., Zilver..


460.700.662,31
Belegging
1/

kapitaal, reserves én pen.
sioenfonds

……………………,,
23.648.901,96
Gebouwen en Meub. der Bank ………,,
5.000.000,-
Diverse rekeningen ………… .. .

,,
38.679.705,62

Paasiva.

f
906.810.4,3i

Kapitaal ………. .

……………f
20.000.000,-
Reservefonds …………………..,,
7.027.840,39
Bijzondere reserve ……….

……….
8.000.000,-
Pensioenfonds

………………….,,
4.831.904,27
Bankbiljetten in omloop…………..

,,
807.087.115,-
Bankassignatiön in omloop ……….. ..
377.847,20
Rek.-Cour. J Het Rijk


saldo’s:

k
Anderen
f
42.252.982,74

,,
42.252.982,74
Diverse rekeningen ………………,,
17.232.785,70

f
906.810.475,30

Beschikbaar metaalsaido ……. .. ….
f
290.310.621107
Op de ba8i8 van zl. metaaldekking
.
.. ,,
120.367.032,08
Minder bedrag aa..n bankbiljetten in om- !oop dan waartoe de Bank gerechtigdis. ,,
1.451.553.105,-

Voornaamste posten in duizenden
guldens.

Goud
Andere
Beschikb.
Dek-
Data
Munt
1
Muntmat. Circulatle
opeischb.
Metaal-
kings schulden
saldo
perc.

10April ’28
67.705
367.472 807.087
42.631
290.311
54
2

,,

’28
67.707
367.472
823.324
44.501
287.274
53
26 Mrt. ’28
67.720
367.472
768.843
47.831
298.152
57
19

’28 67.718 367.464 769.798 49.217
297.463
56
12

’28
67.719
367.464 781.682
37.439 297.455
56
5

’28
67.724
367.464
796.958
36.961
294.603
55

ii April 27
59.406
359.739
805.620
30.186
278 446
53

25 Juli

’14
65.7031
96.410
1 310.4371
6.198
43.521
1
)
1

54

Tokaal
Schatkist-
B 1 ee-

e
Papier
Diverse
Data
bedrag
1
promessen
op het
reke-
disconto’s
rechtstreeks
ng__-

buitenl.
ningen
2)

10April1928
61.413
. 5.000
126.222 181.635
38.680
2

,,

1928
57.424

147.804
181.635
37.428
26 Mrt. 1928
51.696

111.987
181.431
33.740
19

1928
53.427

115.960
181.313
31.800
12

1928
56.296

109.895
181.262
31.093
.5

1928
59.393

124.659 181.206
28.067

11 April 1927
90.877

130.819 148.862
50.274

25 Juli

1914
67.947
14.300
61.686 20.188
509
‘ up
ae basis van
‘Ii
metaalueKKing.
‘1
niuitpost acuva.

SURINAAMSCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens.

Data
Metaal
Circu-

latie
Andere
opetschb.
schulden
Discont.
1

Div. reke-
ningens)

3 Maart 1928..
1.100
1.542 606
825
454
25 Febr.

1928…
1.106
1.407
577 832 438
18

1928..
1.105
1.383
562
842
430
11

,,

1928. .
1.106
1.467
571 857 436
4

1928..
1.105
1.606
613 859 412

5 Maart 1927..
1.041
1.567
643 983
538

5 Juli

1914′..
645 1.100 560
735
396
ij
o’u’ipust uer avt’va.
JAVASCHE BANK.

Voorna.amste posten in duizenden guldens. De samengetrok-
ken cijfers
(Ier
laatste wo.ken zijn telegrafisch ontvangen.

Data

Goud

Zilver

Circulatieopeischb. metaal-
schulden saldo

31 Mrt.1928

191.600

309.900

451000 120.620
24 ,, 1928

192.300

308.600

44.000 121.780
17 ,, 1928

192.700

312.300

41.500 121.940

10Mrt. 1928 173.447

19.398 312.645

40.523 122.627
3 ,, 1928 173.468

18.619 309.302

42.859 122.064 25Fbr. 1928 173,594

18.015 309.402

40.270 122.056
18 ,, 1928 173.657

17.262 312.449

44.761 119.859

2Apr.1927 185.904

31.488 307.260

44.840 147.926
3Apr.1926 201.860

40.184 331.039

54.393 165.609

25 Juli 19141 22.057

31.907

110.172

12.634

4.842
2
)

Data
Dis-
con to’s
butez’
1

N.-Ind.
1

betaalb.

.1

1

Belee-
1
nin gen

Diverse reke-
ningen’)

‘””
percen-
lage

31Mrt.1928
13050

•••
54 24

1928
130.800

*.s
55
17

1928
137.100


54

10Mrt. 1928

‘12.778

26.904

81.754

45.234
55
3

,,

1928
12.659

27.450

85.062

41.045
55
25 Fbr. 1928
12.784

28.948

85.576

36.789
53
18

,,

1928
12.708

29.644

88.799

41.157
53
2 Apr.1927
13.724

20.484

65.852

41.306
62
3Apr.1926
9.141

1.9.951

41.892

77.729
63

25 Juli1914
7.259 l

6.395

47.934

2.228
44
‘) Sluitpost activa.

1) BaSIS
1
15
metaaldekking.

BANK VAN ENGELAND.
Voornaamste
posten, onder bijvoegiog der Currency
Notes,
in duizenden ponden sterling.

Data
Metaal
Circulatie

Currency_Notes
Bedrag
1
Bankbzlj.
1
Gov. Sec.

5April1928
157.245
136.605
*5*
*5*

28 Mrt. 1928
158.130 135.409
289.508
56.250
240.241
21

1928
157.653
134.392′
290.299
56.250
240.522
14

1928
157.853 134.402
290.537 56.250
240.759
7

,,

1928
157.898 135.115
289.839
56.250
240.210
29 Febr. 1928
157.250
135.349
287.480
56.250
237.550

8 April 1927
151.300 137.859 1293.542
56.250
243.696
22 Juli

1914
40.164
1

29.317

1
1


a a
D t
Gov.
Other
Public
Other
R eserve
Sec.
Sec.
Depos.
Depos.
pe5;

5April’28
34.790
57.351
25.998
88.883 40.390
35
,
1
8

28 Mrt. ’28
30824
56.878
13.635
98.248
42.471
37
,
1
9

21

’28
32.879
58.130
14.141
101.574
43.012
38
14

’28
31.507
56.982 9.770
103.632 43.200
38K
7

,,

’28
31.762
‘55.322
8.462
102.879 42.533
3851
16

29Febr.’28
30.683 54.587
10.140
98.507
41.650
35,18

6April’27
30.982 77.766
21.036
103.249 33.191
26tt/
22 Juli ’14
11,005
33.633
13.736
42.185 29.297
52
‘) verhouaing tusscnen Keserve en Lieposits.

BANK VAN FRANKRIJK.
Voornaamste posten in millioenen franca.

Waarvan
Tegoed
Wis-
1
Belee-
Data
Goud
in het
IZilver
in h t
buite
e
ni.

sels
ningen
buitenl.’)
buitenl.

5Apr.’28
5.544
1.864
343
60
.2.610
13
1.726
29 Mrt.’28
5.544
1.864
343
57
2.345
11
1.711
22

,,

’28
5.544
1.864
343
59 1.449
12
1.747
15

’28
5.544
1.884
343
56
1.649
11
1.739
8

’28
5.544
1.864 343
56
1.505
13
1.797

7 Apr.’27
5.548
1.864
342
73
2.239
11
1.895

23Juli’14
4.104
,


1 640

1.541
8
769

Buit gen.
1
Schat-
1
Diver-
Rekg.Courant
Data
voorsch.
1
kist bil-
1
sen
3)
Circulatie

f
Parti-
Staat
ajd. Staatjjettenl)J

culieren

5 Apr.’28
24.200
5.930
26.756
60.293
7.952
22
29Mrt.’28
23.150
5.930
26.001
58.580
8.387
5
22

’28
23.100 5.930
26.087 58.556
7.704
10
15

’28
23.100
5.930
26.226
58 899
7.804
28
8

’28
23.200
5.926
26.893
59.271 7.829
121

7Apr.’27
28.150
5.671 12.067
53.351 3.886
36

23 Juli’14
– – –
5.912

1

943
1

401
) waarvan oescniaoaar ‘in., miliuoen. ) In uisconso genomen wegens
voorsch. v. d. Staat aan buiteni. regeeringen.
8)
Sluitpost activa.

326

ECONOMISCH-STAfISTISCHE BERICHTEN

11
April
1928

DUITSCHE RLJKSBANK.
Voornaamste posten in millioenen Reichemark.

Daarvan
Deviezen
Andere
D
a a
,-.
011
,,
bij bul-

[banken

als goud-
wissels
Belee-
»
tenl. circ.
dekking
en
ningenî
1)
geldende•
cheques

31 Mrt. 1928
1.930,8 85,6 188,9
2.652,0
84,9
23

,,

.1928
1.908,9 85,6
226,8
1.927,6
31,3
15

,,

1928
1.888,1
85,6
262,1
2.000,7
91,0
7

,,

1928
1.883,3 85,6
297,3 2.260,P
50,6
29 Febr. 1928
1.888,4
85,6
282,0
2.336,3
117,1′
31 Mrt. 1927
1.851,7
101,4
203,0
1.962,7
81,1
30 Juli

1914
1.356,9
– –
750,9
50,2

Data
Effec-
Diverse
Circu-
Rekg.-
Diverse
ten Activa2)
latie
Crt,
Passiva

31 Mrt. 1928
94,0
623,8
4.513,2
532,6
188,4
23

,,

1928
94,2
548,2 3.763,1
495,2
174,8
15

,,

1928
9,2
534,4 3.885,8
492,1
177,7
7

,,

1928 94,2 510,0
4.067,7 526,5
222,9
29 Febr.1928
94,2
551,8
4.268,2
491,0
221,3
31 Mrt. 1927
92,9
425,5
3.588,7
816,4
183,6
30 Juli

1914
330,8
200,4
1.890,9
944,-
40,0
1)
Onbelast.
2)
W.o. Rentenbankschelne 31, 23, 15,7 Maart 23 Febr. ‘,
31 Maart ’27, reap. 26; 46; 39; 43;
18;
34 miii.

1
NATIONALE BANK VAN BELGIE.
Voornaamste posten in millioenen Belgas.

Data

Goud


0.

E
.2

Rekg. Cr1.

n

1928
2
,
.
0
.

.-.
(3

__–
—–
0
,

4Apr.
751
455
44
521
64
389
2.112
33
48
29Mrt.
751
449
44
522
53
393
2.076
15
91
22
751
428
44
516
44
392
2.057
19
68
15
750 437
44
525
41
389
2.084
23
50′
8
750
451
44
529
51
382
2.088
27
681

7 Apr.
1

633 414
40
468
34
400
1.878
14
69
1

1)
Aan de schatkist gécedeerd.
1
)1927.

VEREENIGDE STATEN VAN NOORD.AMERIKA.
FEDERAL RESERVE BANKS.

Voornaamste posten in millioenen dollars.

Goudvoorraad
Wettig Wissels

Data
betaal-
middel,
Totaal
Dekking
In her-
disc. v. d.
In de
open
bedrag
F. R.
Notes
Zilver
etc.
member
markt
banks
gekocht

21Mrt.’28
2.775,8
1.442,5
170,1

.
477,0
332,7
14

,,

1
28
2.788,4
1.427,8
168,3
472,3
343,3
7

,,

’28
2.812,2
1.395,2
163,4 482,1 338,5
29 Fbr.’28
2.808,4
.
1.435,0
165,9
492,6 343,8
21

,,

’28
2.819,8 1.437,0
164,6
461,0 353,2
15.

,,

’28
2.813,6
1.412,8
167,2
481,1
354,8.

23 Mrt. ‘271
3.033,6 1.671,0
159,6
457,1
231,3

Belegd
Totaal

.
Goud-
Algem.
Data
in
u. s.
1
Gov.Sec.
i

Notes
in circu-
,O;
Gestort
Kapitaal
Dek-
kings-
Dek-
kings-
____________
latie
perc.’)
perc. 2)

21 Mrt.’28
385,3
1.565,3
2.359,7
136,6
70,7
75,1 14

’28
400,9
1.574,1
2.402,9
136,5
70,1
74,3
7

,,

’28
402,7
1.591,4
2.410,7
136,6 70,3
74,4
29Fbr.’8
407,6.
1.588,2
2.425,6
136,6
70,0
74,1
21

,,

’28
401,5
1.591,9
2.404,9
136,5
70,56
74,7
15

,,

’28
408,4
1.586,2
.443,8
135,9
69,8
74,0

23Mrt.’27
342,2
1.701,6 12.329,3
1

127,6
1

75,3 79,2
1)
Verhouding totalen goudvoorraad tegenover opeischbare schulden
F. R. Notes en netto deposito.
2)
Verhouding totalen voorraad munt-
materiaal en wettig betaalmiddel tegenover idem.

PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HET
FED. RES. STELSEL.
Voornaamste posten in millioenen dollars.

Data

ID
1
Aantal
1
banken conto’s
en
beleen.

Beleg-
gingen

ve
bij de
F. R.
banks


Totaal
depo-
sito’s

Waarvan
time
deposits

14Mrt.’28
649
15.326
6.538
1.736
20.494
6.701
7

,,

’28
650
15.153
6.529
1.743
20.324
6.676
29Fbr.’28
649
15.143
6.558
1.755
20.405
6.655
21

’28
648 15.048 6.527
1.744
20.174 6.644
15

1
28
649
15.131
6.535
1.762
20.412
6.661

16Mrt.’27
674
14.385 5.959 1.682
1

19.580
6.000
Aan het eind van ieder kwartaal wordt een overzicht
gegeven van enkele niet wekelijks opgenomen bankstaten.

EFFECTENBEURZEN.

0

Amsterdam, 10 April 1928.

HoeveJ de beurshan.clel gedurende de achter ons liggende
berich+.veek werd onderbroken door cle Vrij ‘langdurige
P.aasvanjje in ‘de atemmiug over het algemeen tamelijk
opge’e’kt gebleven. Te B e r 1
ij
II
viel zelIs een opmerkelijke
wijziging iii de Iloudilig van ‘de foncIsenmarkt op te mrken.
Tot n-ti toe waren het enkele speciale soorten geweest, welke

,
Jj5
een vaste houding blijk haiclden gegeven, doch In de
laatste .ckbgerl heeft deze stemming nich over de geheele markt
kunnen uitbreiden. Zelfs tr,aleu sonimige groepen van fond-
sets, welke tot nu toe sterk de aandacht hadden getrokken,
zooals ku’nstzijde aaudeeleii, eenigsztns op den achtergrond.
De vraag is niet iii de eerste ‘plaats van liet eigen land, doch
vnu de Vereenigcle .Sta’ten Engelaaid en Nederland uitge-gaan. Uit cle voornaaniiste beiirsp1aatseu v.an deze landen
omvangrijke ko’o.popdrachte n ontvangçn. Daarenboven
werd da markt gesteun.çl, door.:latde gelden, welke per 1 April
uit
OOUj)Ofl-
endiv’ideflclbetalingen beschikbaar waren geko-
nieii, l)eleg’gilng zochten. De af.denlingen, tot welke men zich
iii de eetste plaats heeft gericht, waren die voor electro-
technische aallcleelen, aarideelen in textiel’oisderiiemingen,
bru in koolmijnen,
enz.
Te L o uci en heeft v’oor.iiamelijk de opgewekte houding
van cle markt voor beegg’i11gsfon.dsen de aandacht
. .gtrok-
ken. Deze omstandigheid moet ‘in verband ‘worden gebracht
niet cie optimistische opvatitiingen, welke men omtrent de
aanstaande begrooti’ng koestert, als gevolg van de niet on-
bevredigende afsluiting van het financieele boekjaar 1927128.
Hoewel men niet op belastiogveriagiagen rekent, is men
toch van moen’ing, dat de s’taatsf,inanci8n aanleiding tot op-
timi’sme kunnen geven. Dakrentegen waren iadiustrieele
fondsen onregelmatig en weerspiegelden zij duidelijk de na-
cler.i’ug van de vacantiedagen. De rubbermarkt is eenigszins,
doch iniet in al te sterke mate, aangetast door de verklaring
von ‘den eersten niini ster, dat cle restnictiebepaiingen vol-
gens het stelsel Stevenson ‘binnenkort afgeschaft ‘zullen
woeden.
Te t’ a r ij s zijn omvangrijke ko’opor.ders samengekomen,
zoowei voor .aanideelen al’s voor obligaties. De vraag voor
bui,teniznclsche rekening is bijzonder groot gebleven, zooclat
belangrijke koersverbeteringen over de ganische linie hebben
plaats gevoinclen. De ‘kooplu.st staat nog steeds in verband
met verwachtingen omtrent een verdere stijging van het
koerspeil, zoodra ‘de stabilisatie van het Fransehe rusilmid-
dci een voldongen feit zal zijn geworden.
Te N e
w
Y o r k is ‘cle fon’dsenmarkt iets irustiger geweest
met af en toe een.ige neiging tot realisatie. Het ‘aanbod werd
echter goed opgenomen. In zekeren zin kan van een labiel
evenwicht op de fonclsemnarkt van Wall.street worden ge-
sproken. Aan den eenen kient ‘bevinden zich omvangrijke
,.poois”, welke veel aandacht besteden aan ‘den export van
goud., cle toeneming van {e voorschotten ‘aan de makelaars
ter beurze, de iets stijvere geldmarkt, voornamelijk voor
,ea,ll money” en de grootere afhankelijkheid van de Federal
Reserve Banks. Aan den anicier en ‘kant houdt men rekening
met an’cicire tendensen., o:,. met ‘de grooter’e bedrijvigheid in cle staal- en automobietnijveriei’cl. ‘Over het algemeen is men
van opinhie, dat de inziustrieele ‘bedrijvigheid ‘in April de
verwachtingen zal overtreffen. Eén en ander doet geen be-
paalde richting op cle fondsenmarkt naar voren treden,
doch doet de algemeene ‘stemming lla.a.i- ‘de zijde van een
optimistische opvatting ovem-hellen.
T e n o ii z en t is de markt kalm gebleven en met geringe omzetten,, zooals gewoonlijk in de week, voorafgaande aau
cle Paaschvaean4ie, het geval is. De
beleçjgingsmairkt
is ‘iets
achteruit gelocipeim, doch de verschillen zijn meestal niet bo-
ven fracties van procenten uitgegaan. 6 pOt. Nci. Werk.
Schuld 1922: 1057%, 106, 105/16, 1057/8;
4%:
pOt. Ned.
Werk. Schuld 1917: 100
15
1,
1003/1e,
100
15
(
16
; 434 pC.t. ‘Ned.
Jcndsë 1926: OS
°
/
in,
98%,, 98
0/32,
9834; 5
pOt.
Mexico £ 10-
1000: 984, 91/ .9%; 8 pCt. Sao Paulo: 106t/
16
, 107
3
1,
107;
5 pOt. Mexico goud £20-100: 4134,40.
Daarentegen was de rest van dc markt niet ongeanimeerd.
In het bijzonder hebben
a.hncleelen in indeesti-ieele on.derae-
min gen
de aandacht getrokken ‘door een vaste houding. 0p
den iooxgr,
ct stonden aaindeeleu in knnistzij’def’nbrieken,
waarvan bijna alle .soioi-teen sterk gevraagd waren. ‘De krndh-
tigste stijging hebben .aandeelen Enka ‘kunnen ondergaan;
in aansluiting hieraan verclen aandeelen Maekubee, Hol-
lancl.sche Ku’nstzij.cle Industrie, Internationale Visoose, Snia
ene, uit ‘cle markt gonomeh. Vervolgens ‘richtte de
aandacht zich op Philips aan’deelen. Na een aanvankelijke,
lichte reactie kon de stijging van dit fonds verderen voort- gang hebben. Margarin€i soorten ivaren stil, doch met een
goeclen grondtoo’ii. Bijzonder vast waren aan’deelen Neder-
landsche Gist- en Spiritusfabriek. Centrale Suiker ‘Mij’.:

II April 1928

ECONOMISCH-STATISIIISCHE BERICHTEN

327

_g9, 88%,
8851i,
88; HoilainidscheKimstzijde 1n4us’trie: 196/4,
1993, 206A, 2O47/, 215.; bil. Mij. t. h.’ n. van werken
in ge’. Beton : 210, 2153′, 2,20, 218; Jurgens: ZS&, 289,
2873, 290; M.aekttbee: 165, 1.66, 1677/, 171/, 1S07/s;
Nc1. Gist- cii Spiristsfabr. : 447, 470, 477 , 470; Neder!1.
Kuiitzijdiliobr. : 45234, 460, 46134, 486; Philips G]oei1am-
penfahr. ‘627, 641, 640, 644, 654%; Ziweedisehe Lacifer
364%, 373%, 374%.
Een scherpe tegenstelling met deze afdeeliug van cle ‘beurs
en trouwens met de geheele.markt heft ‘cle akleeliiig voor
rv.bberanndeelemi.
gevormd. Onmiddellijk na het bekend wor-
den van het feit, dat het ‘stelsel Stevenson per t November
as, zal worden afgeschaft, werd ruim aan:bo:l op onze markt
geconcentreerd, zooclat cle koersen vani alle rnbbera:un.cleelen
een gevosligen schok ondergingen. Blijkbaar had men in de
hoop ‘geleefd, dat de beperkende ‘bepalingen niet, ‘of althans
niet ‘plotseling, buiten werking gesteld zouden worden en
toen men in deze hoop werd teleurgesteld, ‘heelt men cle voor-
keur aan verkoop gegeven. Toch viel van een pan’iekstem-
mnin’g niet veel ‘te merken; de ‘koersen laaklen. en het aan-bod werd niet gemakkelijk opgenomen, ‘doch overstel’pen’d
is cle verko’opdraing niet geworden. Tegen het einde van de
berichbsweek scheen het, alsof een licht herstel ‘zijn intrede
zon kunnen ‘doen, doch ‘toen cle ru’bber.prijzen ‘zoowel uit Nev„
York als uit L,o’ii’den van een ‘zwakke houding ‘blijk gaven,
kon liet iets’ hoogere peil ‘niet worden gehandhaafd. Am-
sterdain Rubber: 2.64,
26834,
263%, 246, 242%; Dell Bate-

via: 1.98
1
/8,
195, 192%’, 178
3
/8,
179% ; Hessa Rubber: 379,
354% (ex div.), 360′, 344
1
/2′, 337; Indische Rubber: 317, 314,
293, 287; Java Caoutchouc: 186, 183, 170%’, 168%; Ka.li
Telepaik: 2.97, 298, 274, 267; Kencieng Lem’boe: 372%, 378%,
353%., 342% ; M’ajang.l.an’den 334, 331, 315, 305; Ne.cl. md.
Rubber en Koffie: 300
1
294, 289; Oost Java Rubber: 369,
374, 360, 356; R’dam
rjapanoeli:
145%, 151, 147, 139, 137%;.
Sci’badjacli: 248, 258%, 249%’, 234%,, :2.23/2; Sumatra
.Caoutchonc: 210,
218%,
19834, 191; Sumatra Rubber: 246,
243, 229, 220%; Ver.. md. Ccdtuurondernsmi:ngen: 163
1%,
168, 152%, 148; Intereontinental Rubber: 15%, 15
21
/
1
2,

14/31, 14/
2
.
Voor het overige heeft de fondseumarkt slechts beperkte
omzetten te zien gegeven.
Tebajcseandeelemm
varen vast, het-
geen des ‘te opmerkelijker waS, omdat anders de ‘saamhoo-
r.igheicl met ‘rubberaandeelen Vrij sterk wordt geclemon-
.streerd. Een uitzondering vormden certificaten ,,De Oost-
kust”, wijl deze maatschappij ‘de grootste rubberlielangen be-
zit. Zeer vast vsren acuideelen Deli Bajtaw’ia., ‘in verband met
hernieuwde geruchten omtrent een ‘uitgifte ‘van aanicleelen.
Arenidsburg: 657, 660, 665, 650; ]3esoeki Tabak Mij.: 539,
541, .548, 549; Deli Batavia: 621, 636%
;
, 640%, 638%,
645%; Dcli Mij.: 456%, 458, 463%, 453; .Ngoepit: 422
1

42.5, 435, 42.9; Oostkust: 234% 238, 231%, 226; Senem’bah:
488, 497, 496.
iSuikeraandeeien
hebben 01) den achtergroh.d gestaan met
bijzonder kleine variaties. in ‘aanideelen H.V..A. heeft zich
af on toe eeuig.. aanbod oci’t’wmi’kikeld. Cultuur Mij. der Vor-
stenianclen: 192%’, 192%., 190%,
2
191%.; Handelsverg. Am-
sterdam.: 784,
73,
784%., 781, J’av;asche Oultuur Mij.: 429,
42834, 414, 413; K.a.ld’b.agor: 458, 45.9, 455, 420 (ex dlv.) 416;
Mai’on: 2911%, 288%; Moormanu: 445, 444, 443, 433; Ned.
End.
Suiker Unie: 309, 307, 303, 299%, 298%; Pagottan:
325, 3271%’, 320′, 324; Poerw’o’redjo: 125; Sindanglnoet 468,
463, 466, 460; Tjepper: 820′, 815, 825, 840; Watoetoehis
Po.p.po’h: 915, 910, 900, 895.
De
Petroleumma’rkt w,ajs eveneens stil.. .A andeelea Ko-
ninkljke ‘hebben •bij;aa geen omzetten ‘te zien gegeven. V’a.st
waren .a.an,d’eelen Painolan, ‘in verband niet’de sterk gestegen
productie van de ni4atschapij.. D.ord,tsche Petr. I’nd. Mij.:
322, 318, 31.5% ; Ccc. Hou.
Petr. Mij.: 192; Kon. Petr. Mij.:
341%, 3
4
0%, 340; Pan’oian Mij. f.1. 1650, 11. 1642, f1. 1650,
‘f.1. 1670, f1. 1700; Perlak Petroleum: 75
3
/8,
75, 75%, 75;
Peudawa: 25%, ‘2434, 247/
s
,
24%;
‘Marlaind 0fl: 40%, 39%

3
9
/ia, 41
18
131.
Scheepvaartaandeelen
bleven on’bewogen, ‘ook voor aan-
cleelen Holland Amerika Lijn, hoewel het jaarverslag geen
ongu’nstïgen indruk heeft gemaakt. Hollacncl-Amerika Lijn:
81, 82, 81%, 79; Java-China-Japan Lijn: .141%., 142%,
1.40%,
139%;
Kon. N’ed. Stoomboot ‘Mij.: 92%, 92, 91%;
Nievel’L Gondriaa.n: 129%’, 131%, 130, 12.8%; Ned. .Scheep.
vaart Unie:
211%;
210%., 211%., ‘211; .Stoomv. Mij. Neder-
land: 201.
De af.deel.i’isg voor
nijsbonwaandeeiems
was stil en niet
veel ver,an.derd Voo’r .aanideelen Algemeene Ex.ploractie Mij.
ontwikkelde zich eenige .vraag. Alg. Enpl’or.atie Mij.: 86%,
84, 87%, 88%; Bidhiton te Rubriek: 975′, 985, lOOO 999;
Boeten Mijnbouw ‘Mij.: 159, 163, 1.65%, 165; ,Mütler & Co.’s
Mijnbouw Mij..: 94, ’95, 97, 98 1%;; Redijang Lebong: 127,
125%, 12.7%, 127; Singkep Tin Mij.: 431, 434%’, 430.
Ba.’nkaa’ndeelen
waren vast, doch ‘zonder bijzondere ver-

schillen. Amsterda.m’schje Bank: l87
3
/, 187
1
/8,
187%, 186%;
Javasche Bank: 345; Koloniale Bank: .275%, 272., 27334;
Ned.-Incl. Handelsbank: 182%, 183,
182.34,
184%; Ned.
Handel Mij. C. v. 4.: 1.80%, 180, 182
1%’,
180; R’damsche
Baukvereen’iging: 987/8, 98%, 98%; Tweutsche Bank:

147%, 146%’.
De
Amerikaansche
markt bleef opgewekt met name voor
ian.deelen Ana.00nda C’opper en tL’S. Leajther. A,me*ican
Smelting
ik
Rel. Cy.: 187%,
18
5%, 184
12
1
16
,
188
11
/
je
;
Aca-
conda Copper: 120, 122
1%,
12.7%, 143; Studebaker:
64, .63%, 67%; United States Steel Corp.: 148%, 146%,
147%, 146% (ex ‘div.) ; Atchiso:n
rpopeca:
190%, 192%;
Ene: 56%,
58%,
.59%; Illissouri Kansas
ik
Texas: 38%,
39
3
/s, 38/me; St. Louis
ik
San :l?r.anel’see: 122, 120%’; Union
‘Pac’ific: 1967/
s
, 194%, 194% (ex div.); Wabash Ra.ilway:
71,
70%,
73116, 797/
s
, 78111.

GOEDERENHANDEL.

GRANEN.
10 April 1928.
T a r we. De Paaschdagen hebben het zakendoen zoodanig
onderbroken, dat er slechts een paar dagen overbleven
waarop zaken tot stand konden komen. In het. algemeen
‘kas de belangstelling gering, maar omstreeks het midden
an de vorige week was er vooral in de Engelsche markten meer vraag. Er ontwikkelde zich vooral veel belangstelling
voor ladingen Australische tarwe, maar ook voor andere
‘soorten was de stemming vaster. Nog steeds gaat de steun
voor de tarwernarkt in het algemeen uit van Noord.
‘Amerika, daar men ongunstig blijft oordeelen over den
nieuwen oogst van wintertarwe. Vooral in het dal van de
Ohiorivier schijnt de tarwe zeei’ door de weersomstandig.
heden geleden te hebben. Er hebben geen groote prijs-
fluctuaties in Chicago plaats gevonden, maar sedert geruimen
tijd bewegen de prijzen zich langzaam maar zeker bmhoog.
Platatarwe volgt ternauwernood ‘deze beweging en de
hoeveelheid van deze soort naar Europa onderweg blijft
nog steeds zeer ruim.voor de behoefte, althans in sommige
markten, waartoe wel de onze’ in de eerste plaats behoort.
Toch konden de prijzen zich op z’n minst handhaven en
het vertrouwen is daardoor bijna overal toegenomen.
Terwijl men tot de overtuiging gekomen is, dat ook in
Europa in de meeste landen de stand van de wintertarwe
onbevredigend is,. meent men tevens dat goed voorjaars-
weer een zeer gunstigen invloed zou uitoefenen. Waar dit veer in de meeste landen is ingetreden, moeten de voor-
uitzichten wel verbeterd zijn. Tot nog toe heeft zich dit
evenwel niet in de markt afgespiegeld.
Rogge. Dit artikel heeft eveneens een vaster verloop
gehad, waarbij de meeste zaken zich bepaalden. tot Mei
aflading van Montreal. Overigens hebben ook voor dit
artikel de feestdagen een ernstige belemmering opgeleverd
en waar de algemeene’ positie van het artikel vrijwel
onveranderd is,. spreekt het vanzelf dat weinig nieuwe
zaken tot stand kwamen.
M aï s. De markttoestand is weinig verbeterd. Voor Plata-
maïs van den nieuwen oogst bestond al heel weinig vraag,
aangezien de meeste locomarkten zoodanig slecht waren,
dat men ook voor de eerste posities van den nieuwen oogst
bijna geen belangstelling toonde, zelfs niet toen de prijzen
hiervoor regelmatig daalden. Later ontstond. er
eenige ver-
betering van de vraag, toen de weerberichten van Argentinië
wat minder gunstig werden, maar over het algemeennam
men toch nog een afwachtende houding aan. Wel verhoogden
de Platahuizen hun prijzen voor latere aflading, zonder dat
dit kooplust deed ontstaan. Andere soorten maïs worden regelmatig in matige hoe-
veelheden afgeladen, maar de totale hoeveelheid onderweg
is toch nog gering. Nieuwe zaken komen ook in die andere
soorten uiterst moeilijk tot stand. Wat Noord-Amerika be-
treft bepaalt de handel zich tot het af wikkelen van be-
staande engagementen, daar nieuwe zaken tot de prijzen
die in Europa maakbaa’r zijn, niet mogelijk zijn. Zuid-Afrika
blijft sporadisch aan de markt. Sommige soorten van deze
maïs werden vooral ten onzent wel wat erg laag verhandeld,
zoodat er daardoor een wat grootere omzet kon bereikt
worden.
Gerst bleef prijshoudend, met gering aanbod, maar even-
eens geringe vraag. Op latere aflading bleven er verkoopers
tot betrekkelijk-lage prijzen, maar veel belangstelling be-stond er niet.
Haver. Meer aanbod en wat afbrokkelende prijzen, maar ten slotte toonde dit artikel toch ook weer meer weerstand.
Er bleef eenige vraag, vooral voor de beste soorten Oost-
zeehaver.

328

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

11
April
1928

Noteeringen.

Chicago

1

Buenos Aires

Data

– Tarwe

Maïs

Haver Tarwe

Maïs Lijnzaad

Mei

Mei
1
Mei

Mei
1
Mei

Mei

7Apr.’28
.143%
981
56% 11,50
7,65
15,40

31Mrt.’28
142%
10151s
57/8
11,50
7,65
15,40
7Apr.’27
134%
3%
441,
11,10
5,80
14,50
7Apr.’26
l577/
(
72
41%
13,05
7,20
15,40
7Apr.’25
15071
8

10481
8

41
tj
a

14,90
8,95
21,80
1

20Juli’14
82
56i1
8

36%
9,40
5,38
13,70

Locoprijzen te Rotterdam/Amsterdam.

Soorten 9 April
1928
2 April
1928
II April
1927

Tarwe (Hardwinter II)
.
15,-
14,25
14,75.
Rogge(No. 2 Western) ..)
14,50
14,50
12,80
Maïs (La Plaza)

…….
2

240,-
244,-
169,_
Gerst (No. 2 barley)

..
. .
258,-
257,- 235,-
Haver(Canada3).. …….
1

14,_
14,15
12,-
Lijnkoeken (Noord-Amen.
ka van La Plata-zaad)..
1

14,25
14,40
12,50
Lijnzaad (La Plata) . .. ..a
l

352,_
354,-
348,-
1)
per 100 KG.

‘) per 2000 KG.
3)
per 1960 KG.

AANVOEREN iû tous van 1000 KG.

Rotterdam
Amsterdam
Totaal
Artikelen
117 April
1

Sedert
Overeenk.
117 April
Sedert
Overeenlc.

1925
1 Jan. 1928
tijdvak 1927
1928
1Jan. 1928
tijdvak 1927
1928
1927

44.631
577.945
488.884
4.444
20.376 22.224
598.321
511.108
Tarwe……. ..

…….
4.893 51.387
66.661

– –
51.387
6&611
Rogge

………………
200
6.959
.

6.812


67
6.959 6.879
Maïs ………………
316.320 398.325
5.423 64.915 78.327
381.235 476.652
3.134
101.897 126.955

3.240
2.499
105.137
129.454

Boekweit ……………….

Haver..,………….

19.
.322

2.820
56.763
41.944


1.030
56.763
42.974
Lijnzaad

…………
.
6.130
52.583 64.674
19.553
129.881
57.161
182464
121.835

Gerst

………………

3.883
68.046 53.145

652

68.698
53.145
Lijnkoek

……………..
Tarwemeel

…………..
153
36.047
34.399
1.051
14.077
11.647
50.124 46.046
Andere .meelsoorten
193
=
4.028
5.333



1
1

4.028
5.333

SUIKER.

De verschillende suikermarkten bleven de afgeloopen
week prjshoudend gestemd. Het bericht, dat de Cubaansche
President verdere oogstreductie in de toekomst onnoodig
oordeelde, doch zich waarschijnlijk slechts bepalen zou tot
een maximum cijfer voor den oogst, had niet veel invloed
op de markt; een bevestiging van dit bericht kon dan ook
nog niet worden verkregen.
Op de termijnmarkt te New York daalden de notee-ringen in den loop der week eenige punten en was het
slot als volgt:

Sp. .Centr. 4.52; Mei 2.75; Juli 2.86; Oct. 2.98; Dec. 3.02;
Mrt. 2.83.

De verkoop van 50.000 tons Cubasuiker door de Export-
vereeniging aldaar naar landen buiten de VS. zou wellicht
eenige prijsverhooging hebben ten gevolge gehad indien
niet nagenoeg tegelijkertijd Licht’s eerste raming van het
areaal voor den a.s. Europeeschen bietuitzaai (zie ons vorig
Nummer) een ietwat kalmere stemming bewerkstelligd had.
In Cuba- en andere koloniale suiker ging weinig om tot
ongeveer 2J3116 $c. c.&fr. New York.
De laatste C uh astatistiek is als volgt:

1928

1927

1926
Ton8

Tons

Tons

Cubaansche prod. tot 2413

3.000.000 3.240.256 3.152.705
Consumptie …………….20.052

27.500

33.000
Weekontv. afscheephavens

220.347 227.613 206.897
Totaal sedert .1/1 tot 3113

2.086.685 2.188.252 2.327.680
Werkende fabrieken

131

172

175
Weekexport …………….137.264

123.892

99.250
Totale export sedert 1/1 ……899.297

963.260 1.220.615
Voorraad afscheephavens .. 1.202.871 1.238.258 1.107.066 Voorraad Binnenland

895.607 1.024.504 792.021

In Loudon fluctueerden de prijzen op de termijnmarkt
eenigszins. Slotnoteeringen, die ongeveer 1% d. beneden
die van verleden week lagen, waren als volgt: Mei 8h.
1610%; Aug. Sh. 16/3; Dec. Sh. 16/1%; Mrt. Sh. 16/3%.
Op Java verkochten de V.I.SP. nog het een en ander
uit oogst 1928 (No. 16 en hooger tot
f
14.- en Superieure
Stroopsuiker tot
f 16…..
per 100 K.G.). De oogst 1928
wordt voorloopig geschat op ongeveer 2.565.000 tons (1016
K.G.) waarvan op rekening van de V.I.S.P. fabrieken
komen 2.327.000 tons (1.491.000 tons Superieur; 745.000
tons bruine suiker en 91.000 tons andere soorten). Voor
suiker in de tweede hand daalden de noteeringen deze
week tusschen
f
118 en
f
318 al naar gelang van soort en
levering.
H i e r te lande fluctueerden prijzen op de termijnmarkt
slechts zeer weinig. Het slot was kalm met
f
17% voor
Mei en Augustus en
f
17.518 voor December (laatprijs). De
omzet bedroeg deze week 4650 tons.

KATOEN.

Marktbenjcht van de Heeren Sir Jacob Behrens & Sons.

Manchester, dd. 4 April 1928.

Amerikaansche katoenprijzen hebber zich sedert onze
laatste publicatie tusschen engere grenzen bewogen en toonen
weinig verandering bij een week geleden. Desondanks was de
loco-vraag gedurende de afgeloopen week kleiner dan sedert
vele weken het geval is geweest. Ontvangsten in de havens
bedragen circa 7 millioen balen, tegen Ili millioen balen het
vorig seizoen en 8– millioen voor 1925/26. Egyptische katoen
liep gedurende de tweede helft van de vorige week iets terug,
doch is deze week weer iets hooger. Ontvangsten in Alexandrië
zijn ruim
13
millioen cantars lager dan gedurende het vorig
seizoen.
De Amerikaansche garenmarkt toont weinig verbetering.
Verkoopers van de meeste soorten twist en weft sluiten slechts
enkele postjes af en men schijnt meer geneigd vraagprijzen te
betalen. Spinners van enkele dhooty garens rapporteern een
goede vraag, terwijl er ook meer belangstelling bestaat voor getwijnde garens voor hetzelfde doel, doch het prijsidee van
koopers en verkoopers loopt nogal uiteen. zoodat orders
moeilijk tot stand komen. Amerikaansche bundelgarens in 40cr
Mule en de fijnere nummers zijn in flinke hoeveelheden voor
Indië verkocht, alsook 60er ringbundels en hierin zou nog meer
gedaan kunnen zijn, indien men het in verscheidene gevallen
over de levering eens had kunnen worden. De Cotton Yarn
Association kwam gisteren opnieuw bijeen ten einde de voor-
gestelde combinatie in de Amerikaansche sectie onder den naam
,,Lancashiix Textile Corporation Ltd.” te bespreken, doch de
discussie had voornamelijk een verklarend karakter. Er is ook
door de Federation of Master Cotton Spinners en de ,,Spinners-en Manufacturers Association” besloten de vertegenwoordigers
der werknemers uit te noodigen tot een nieuwe conferentie op
16 April ten einde te onderhandelen over een loonsverlaging ten doel hebbende een zoo gunstig mogelijke uitwerking van
de 48-urige werkweek te geven. De handel in Egyptische garens
is tot stilstand gekomen; men is niet geneigd de jongste prijs-
stijging in het ruwe materiaal te volgen en er gaat slechts
weinig om. Ook roept men thans niet zoo veel meer af tegen de
reeds geboekte orders.
De doekmarkt is vast en prijzen kunnen zich goed hand-
haven. China, speciaal Shanghai, is nog, actief en heeft een
flinke hoeveelheid fancy-goederen gekocht. De andere Ooster-
sche markten hebben slechts kleine hoeveelheden gekocht
en de vraag is niet zoo levendig als den laatsten tijd het geval
is geweest. Dit kan òf veroorzaakt zijn door de kracht van de
Manchestermarkt, die gedurende eenige weken alle pogingen
om het tegenwoordig prijsniveau te breken met succes heeft
doorstaan, ôf ten gevolge van de nog steeds voortdurende af-
zijdige houding van overzeesche koopers, die schijnbaar lie-
ver het risico van hoogere prijzen loopen dan te voorzien in
de meest dringende behoeften vanhunne markten. De markt
sluit dus voor de Paaschvacantie met vaste Jprijzen, hoewel
de nfemming niet zeer optimistisch is.

11 April 1928

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

329

Liverpoolnoteeringen

Oost. koersen 27 Mrt. 3Apr.
28Mrt.4Apr. T.T.opBr.-Indië 115k 115
F.G.F. Sakellaridis 20,50 20,80 T.T.op Hongkong
2/01/
8
210
1
1
8

G.F. No. 1 Oomra 7,85 7,0 T.T. op Shanghai 2/6% 216%

Noteering voor Loco-Katoen.
(Middlirlg Uplands.)

5April
1928
30Maart
1928
23
Maart
1928
6 April
1927
6 April
1

1926

New York voor
Middling
.

29,85 c
19,65e
19,75e
14,45e
19,20 c

New Orleans
– –
voor Middling
19,42e
19,27e
19,33e 14,19e
18,21 c

Liverpool voor
Middling
.

10,91 d
10,86 d
10,96 d
7,75 d
10,08 d

Ontvangsten in- en uitvoeren van Amerikaansche havens
(In
duizendtallen balen).

1
Aug.
’27
Overeenkomst
Ige periode
tot

30
Mrf.
’28

1926127
1
1925126

Ontvangsten Gulf-Havens.
)
7471
11818
8636
Atlant.Havens
Uitvoer naar Gr. Brittannië
1071
2203
1930
‘t Vasteland ete
3962
5245
3736
Japan
820
1415
931

Voorraden.
(In duizendtallen
balen).

Overeenkomstig tijdstip
30 Mrt. ’28
11

1927
1926

1778
2384
1137
.
864
983
1677
Amerik. havens………..

-156
218
39
Binnenland

…………..
New York

……….. ….
431
590
360
New Orleans ………….
Liverpool …………….
540
1014
553

KOFFIE.
Het artikel verkeerde in de afgeloopen week in hooge
mate onder den invloed der feestdagen. De termijomarkten
waren verscheidene dagen gesloten en de loco-markt was,
voor zoover niet gesloten, toch stil en ongeanimeerd. In
de aanbiedingen van Brazilië kwam zoo goed als geen ver-
andering, doch die van Robusta, op afiading van Neder-
landsch-Indië, zakten iets in.
Aan de termijnmarkt ten onzent liep de noteering voor
Mei 1 ct. terug waartegenover die van de andere maanden
slechts 118 á 114 ct. hebben ingeboet.
Volgens uit Brazilië ontvangen telegram zal de limiet
der dageljksehe aanvoeren uit het binnenland van Sao
Paulo in de haven van Santos gedurende de maand April
gehandhaafd blijven op 35.000 balen, welk cijfer reeds voor de maand Maart was vastgesteld. De limiet der dagelijksche
aanvoeren te Rio werd van 13.000 balen op 14.800 balen
gebracht..
De dezer dagen verschenen Statistiek van de Firma G. Duuring & Zoon te Rotterdam geeft aan, dat in Maart de
aanvoer geweest is als volgt:

1928

1927

1926
balen

balen

balen

in Europa …………1.267.000

1.048.000 1.054.000

Ver.Statenv.Amerika 1.056.000

799.000

965.000.

Totaal…. 2.23.000

1.847.000 2.019.000
De Aanvoeren in Europa en in Amerika te zamen ge-
durende de eerste drie maanden van het jaar bedroegen
6.382.000 balen tegen -5.311.000 balen in 1927 en 5.442.000
balen in 1926.
De Afleveringen in Maart waren:

1928

1927

1926
balen

balen

balen

in Europa ………….995.000

959.000

876.000

Ver.Statenv.Amerika 1.016.000

937.000 1.020.000

Totaal…. 2.011.000

1.896.000 1.896.000
De Afleveringen in Europa en in Amerika te zamen
gedurende deeerste drie maanden van het jaar waren 5.995.000
balen tegen 5.427.000 balen in 1927 en 5.629.000 balen in 1926.
Vanaf 1 Juli tot 1 April waren de Aanvoeren in Europa
en in Amerika te zamen dit seizoen 17.249.000 balen tegen
15.574.000 balen in 1926127 en 15.662.000 balen in 1925126,
terwijl de Afleveringen bedroegen 16.996.000 balen tegen
15.436.000 balen in 1926127 en 15.719.000 balen in 1925126.
De zichtbare voorraad was op 1 April in Europa
1.930.000 balen tegen 1.758.000 balen op 1 Maart. In
Amerika bedroeg hij 873.000 balen tegen 833.000 balen op

1 Maart. In Europa en in Amerika tezamen was de zicht-
bare voorraad dus op 1 dezer 2.803.000 balen tegen
2.591.000 balen op 1 Maart. Hij bedroeg op 1 April 1927
2.359.000 balen en op 1 April 1926 2.344.000 balen.
De zichtbare wereldvoorraad was op 1 April 5.255.000
balen tegen 4.917.000 balen op 1 Maart en 4.558.000 balen
verleden jaar (in deze cijfers zijn niet begrepen de voor-
raden in het binnenland van Sao Paulo, waarvan het cijfer
van 1 April nog niet bekend is, doch die op 1 Maart
bedroegen 13.211.000 balen en op 1 April 1927 3.888.000
balen).
Uit de hierboven genoemde cijfers blijkt, dat de Af leve-
ringen in elk opzicht gunstig zijn te noemen. In Europa
en Amerika te zamen zijn gedurende de afgeloopen maand
115.000 balen meer afgeleverd dan in diezelfde maand van het jaar 1927 en van 1926. In Maart 1925 waren de Afleve. ringen zelfs 439.000 balen kleiner en in Maart 1924 81.000
balen kleiner. Ook de Afleveringen in de eerste drie maan-
den van het jaar zijn ditmaal belangrijk grooter dan in
1927 en in 1926. Zij zijn zelfs ongeveer 1.376.000 balen
grooter dan in 1925 en 321.000 balen grooter dan in 1924.
Bij vergelijking van de Afleveringen vanaf 1 Juli tot 1 April,
dus over de eerste negen maanden van het oogstjaar, blijkt
dat zij in dit seizoen 1.560.000 balen grooter zijn geweest
dan in 1926127 en 1.277.000 balen dan in 1925126. Vergeleken
met 1924125 bedraagt de vermeerdering zelfs 1991.000 balen en met 1923124 940.000 balen.
De prijzen van gewoon goed beschreven Superior Santos
op prompte verscheping zijn thans ongeveer 1011. 8. 10216
per cwt. en van dito Prime ongeveer 1031-
8.
1051-, terwijl
van Rio type New-York 7 met beschrijving, prompte
verscheping, bedragen 691-
8.
701-.
Van Robusta op aflading van Nederlandch-1ndië zijn de
prijzen in de eerste hand op het oogenblik:

Palembang Robusta, April-verscheping, 35 et.
Benkoelen

.

37%
Mandheling

40
W.I.B. f.a.q.

.

45

alles per % K.G., ciï, uitgeleverd gewicht, netto contant
De officieele loco-noteeringen bleven onveranderd 83 ct.
per %K.G. voor Superior Santos en 47 ct. voor Robusta.

De noteeringen aan de Rotterdamsche termijnmarkt waren
aan de ochtend-cali als volgt.

Santos-contract

Gemengd contract
basis Good

11
basis Santos Good

Mei
1
Sept.l Dec.
1
Mrt.
11
Mei
1
Sept.1 Dec.
1
Mrt.

ii April51

50

– 428/
8
4118
40K 391,!
3

,,

51

50

3
‘/8
4211
6
40M 39518
27 Maart 51

50

– – 431 42Y,40% –
20

. 51

50

– 43 41j 40j

De slot-noteeringen te New-York van het aldaar geldende
gemengd contract (basis Rio No. 7) waren:

Mei
1

Sept.
1

Dec.
1

Maart

$
14,25
$
13,78
$
13,57
$13,30
2

,,
,,

14,17
13,78
13,51
13,27
10

April

…….

,,

14,88
13,92
13,66
26 Maart …….
19

,,
14,83
,,

13,80
,,

23,48

J.iotterdam, 11 April 1928.

Statistiek der firma G. Duuring
4
Zoon.

Zichtbare voorraad op 1 April in duizenden balen.

1928 1927 1926 1925 1924

Voorraad in Europa.. 1.930 1.594 1.601 1.679 1.380

Stoomend (Brazilië ..

460

524

400

334

520

n. Europa Oost-Indië.

52

24

40

25

35

2.442 2.142 2.041

2.028

1.935

Voorraad Ver.. Staten

873

765

743

888

652
Stoomend )
naar

,Brazilië

536

573

515

228

423
Ver.StatenJ

– 3.851 3.480 3.299 3.144 3.010

Voorraad in Rio …..253

157

155

197

155

Santos.. 1.028

883

1.311 2.013

778

Bahia ..

54

19

21

35

21

Victoria.

69

19

Totaal …..’5.255 ‘4558 ‘4.786 ‘5.389 ‘3.964
Op 1 Maart ……..*4.917 *4.621 *4.788 ‘5.156 ‘4.266

1927 1926 1925 1924 1928
Op 1 Juli .. ………’4.720 *4571 ‘5.085 ‘5.071 ‘5.340

330

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

11
April 1928

1 Juli 1924

4.592.000 balen
1 Mrt. 1925

3.359.000
1 Juli 1925

1.786.000
1 Mrt. 1926

4.214.000

Niet inbegrepen de binnen!.
1 Apr. 1926

3.902.000
voorraden in Sao Paulo..
1 Juli 1926

2.833.000
1 Mrt. 1927

4.624.000 1 Apr. 1927

3.888.000
1 Juli 1927

3.3,12.000
1 Mrt. 1928

13.211.000

THEE.

• In de afgeloopen week vond op den Sen dezer een Am-
sterdamsche thee.veiling plaats, die een aanbod te zien gaf
van ruim 23.000 kisten Nederi. Indische thee.
De stemming op deze veiling viel zeer mede – gezien
de zwakkere stemming van de Londensche markt in de
beide voorafgaande wkken – terwijl de prijzen van 1 tot
10 ets, lager waren dan die in vorige veiling.
Er werden per saldo slechts weinig partijen opgehouden,
terwijl de gemiddelde veilingsprijs zich stelde op
73K
ets.
per hKg., een prijs, die ruim 5 ets, lager ligt dan die der
veiling van 15 Maart.
Voor de eerstkomende Amsterdamsche veiling van 26
April as, wordt een aanbod gemeld van ruim 14.000 kisten Ned. Indische thee, directe aanvoer.
Amsterdam, 10 April 1928.

IJZER.

Sedert ons vorig overziëht is in den toestand van de
ijzer. en staalmarkt weinig verandering gekonien. De daling
van de prijzen op de continentale staalmarkt is weer tot
staan gekomen. Ook gieterj-ijzer, dat de laatste weken
zeer vast gestemd was, heeft enkele shillings moeten laten
vallen.
Noch van de Fransche, noch van de Duitsche markt is
nieuws te melden.

Noteering in de week van

26 M.11
A.1
218 April 4/10 April
1928
1
1928

1927

Ru wij
z
v r.
f.o. t. fitrnace
Sh. Sh.
Sh.
Cleveland Foundry no. 1
681s
68/
8213

19

3
661-
66

80/-

pp

4
65f-
65
791-
Hematite East Coast
mixed numbers
70
,

70
84

Wagon départ Longwy
(Lot haringen)
Frs. Frs. Frs.
Moulage

………….
.445,_
445,_ 500,_
Semi-phosphoreuse …
480,—
480,_
535,_

ab Werk RheinL.West falen
hEk.
Mk.
Mk.
Giessereiroheisen

no. 1
86.50
86.50
88.-
3
82.–


82.—
86.—
Hamatit… …………
87.50
87.50
93.50

f:o.b.Antwe’rpen

Sh.
Sh. Sh.
Gieterij ruwijzer no. 3
62-63

..

62,’
68-70

Walsproducten.
f.o. b. Antwerpen (vrijbi.)
Sh.
Sh.
Sh.

Stafijzer

………….
104-105
104-105
96-97
Plaatijzer 5 mM …….
124-125
124-121,
120
3

,
……..
.
128-130 128-1294
127
4
.

STEENKOLEN.
In de aan de •t’aschen voorafgaande weken is achter de
schermen duchtig gewerkt aan de totstandkoming van
overeenkomsten met betrekking tot het stabiliseeren van
prijzen in de Engelsche centra van productie. Zonder twijfel
is een kleine versteviging van prijzen er het gevolg
van geweest, vooral in Northumberland. Ook in Schotland
is iets in de maak, waardoor reeds thans de prijzen voor sommige soorten van kolen naar boven zijn gegaan. Dit
heeft geleid tôt de anomalie, dat gaskolen worden gekocht
in, de Tyne voor uitvoer naar Schotland!
Wat Wales betreft, ziet het schema, waarnaar men
werken wil, er als volgt uit:
een bijdrage van 3d. per ton over de gehee!e productie
voor elke mijn;
een vergoeding, 2 shilling per ton niet te boven
gaande, op hoeveelheden, die ‘verloren gaan door gebrek aan afzet; het groepeeren van de mijnen, het classiflceeren van de kolen en het vaststellen van de minimump,rjzen;

cl.
de oplegging van een boete van 2 shilling per ton
voor alle beneden de minimurnprjzen verkochte, kolen.
Algemeen aanvaard schijnt het schema evenwel nog niet
te zijn. De prijzen in Wa!es hebben in elk geval nog geen
wijziging ondergaan.
In Westfalen hebben de belanghebbenden de vraag te
beantwoorden: staking of geen staking. Tegen of op den
isten Mei zal men het wel gewaar worden.
De prijzen zijn als volgt:
Northumberland Ongezeefde ..
f
9,25
Durham Ongezeefde ……….,, 10,10
Cardiff 213 Large, 113 SmalIs . . ,, 11,90
Schotsche Gdzeefde ……….,, 8,75
Yorkshire Gewasschen Doubles ,, 11,25
Westfaalsche Vetförder ……,, 13,15
Vetstukken …… ., 14,40
Smeenootjes ….,,13,90
Gasv!amförder . . ,, 13,15

32

Gietcokes

……,, 16,25
Hollandsche eierbriketten ……13.-
alles per ton van 1000 KO., franco station Rotterdarn/
Amsterdam.
Ongezeefde bunkerkolen f.o.b. Rotterdam/Amsterdam

f
9.90.
Markt prijslioudend.

11 April 1928.

METALEN.

Loco-Noteeringen te Londen:

Data

1
Sti,n-
1
Eletro-
1

Tin

1
Lood
1
Zink

10 Apr. 1928- 61.1716 66.151- 235.101- 20.216

24.17/6
2 ,,

1928.. 62-1-

66.15/- 241.2/6

20.2/6

25.-./-
26 Mrt, 1928.. ‘61.7/6

66.151_ 239.1216 20.216

25.216
19 ,,

1928.,.

61.51-

66.12/6 234.126 19.1716

25._/_
11Apr. 1927.,. 54.151- 61.10/- 305.2/6

26.151-


20 Juli 1914- 61 –6

145.151- 19.-;-
1
21.101..’

VRACHTENMARKT.

De Xoord-Amerikaansche graanvrachtenmarkt bleef nage-
noeg onveranderd. Van St. John N.B. is een midden April boot
bevi’acht naai Griekenland tegen ] 8 cents. Van de Golf van
Mexico ging niets om, terwijl ook van Montreal geen defini-
tieve orders aan de markt zijn.
Er was een vaste vraag naar tonnage voor suiker van West-
Indië voor verschillende data tot Juni. Van Cuba werd be-
vracht naar de gebruikelijke UK. /Continent-havens per
April/Mei/begin Juni tegen 16/6. Een 9500 tonner werd gedaan
op basis van 16/11- met. 2 ]aadhavens en 16141 niet 3 laadha-
vens.
De graa.nvrachtenmarkt van de North Pacific bleef leven
loos. Er was slechts één definitieve order aan de markt, nl.
voor een boot van middelmatige grootte per Mei van Vancou-
ver naar [J.K./Continent tegen 26/6, doch bévrachtingen
kwamen niet tot stand.
De markt van La Plat.a /s siflds het vorige bericht zeer
levendig geweest. Er was in hoofdzaak vraag naai’ April-
tonnage en de beschikbare booten voor die positie zijn nu
schaai-sch geworden. De vrachten zjjn minsens 1/- opgeloopen;
van Rosario naar TJ.K./Cont. is 24/. betanid met 27 April can-
celling en 25/- van Santa Fé. Van Bahia Blanca werd 22/6
bedongen voor April belading.
De chilisalpeterv

rachtenmarkt was zeer flauw gestemd en
wat thuisv’rachten betreft is er nog steeds geen vraag naar
booten voor volle ladingen. Ook voor ruimte met ljnbooten is
de markt kalm. Een ,.string” is gedaan voor 2000 tons
pc1
maand Juli 1 928/Maart 1929 naar Havre/Rotterdam range
tegen 26/6.
De Oostelijke afdeelingen bleven kalm, doch tegen onver-
anderde vrachten. Graanbevrachters van Australië hebben
getracht de vracht van West-Australië te verlagen tt 33/9,
doch zonder succes, zoodat deze week slechts één bevrachting
tot stand kwam, nl. een 5800 tonner van Zuicl-Australië, op-
tie Victoria naar de Middeil. Zee/U.K./Cont. per April tegen 3613. Burniah bleef kalm. Er is slechts één definitieve ordei’
aan de markt en wel naar Holland tegen 25/.. Tonnage is
schaarsch. Een 7000 tonner werd hevracht naar Holland
direct tegen 25/6 per midden April.
Ook de Middellandsche Zee was kalm en het aantal he-
vrachtingen is gering. Voor erts werd om. betaald: .A]giers/
Rotterdam 4/3, Bizerta/IJmuiden 4/6, HornilioBay/Rotter-
dam 5/.. Fosfaat betaalde Susa/Paimboeuf 5/-.
De uitgaande kolenvracjiten van Engeland waren flauw
gestemd voor alle bestemmingen. Van Zuid-Wales werd o.m.
betaald: Rouaan 4/., Algiers 7/., Constantinopel 10/9. Las
:Palmas 7/9 en van de Oostkust: Hamburg 3/8, Rouaan 3/7,
Messina 9/-.

Ii April 1928

331

DE TWENTSCHE BANK

Amsterdam – Rotterdam – ‘s-Graveuhage – Almelo – Dordrecht – Enschede – Hengelo –
Oldeilzaal – Utrecht – Zaandam – Zo11e

Maandstaat op 31 Maart 1928
DEBET

Aandeelhouders

nog

te

storten

90

pOt.

op

aandeelen

B,

waarvoor waarborg gedeponeerd ………….. . …….
f

913.500,—
Deelneming in de firma
B. W. BLIJDENSTEIN
&
Co., te Londen
7.020.000,-
Deelneming in bevriende Bankinstellingen ….

f
9.408.075,01

waarvoor

in

geld

gestort

………………………..
,,

7.083.375,01

waarvoor effecten

gedeponeerd ……………………
f

2.324.700,-

Effecten van Aandéelhouders
gedeponeerd bij bevriende instellingen

… ………….
,,

3.000.000,-

ten

eigen

gebruike

…………………………….
,, 32.964.300,-

38.289.000,—
Kassa,

Wisselsen

Coupons

…………………………
..
40.918.691,20
Nederi. Schatkistbilletten en promessen

2.687.648,61

Saldo’s

bij

Bankiers

……………………………………
,

26.539.891,06

Daggeldieeningen

…………………….
.
…………
..
,,

ioo.000.-
Eigen Effecten en

Syndicaten ……………………….

14.127.859,27

Prolongatiën

gegeven ……… … . …………………….
.
– –

18.522.140,-
Voorschotten tegen Onderpand of Borgtocht en SaldiRek.-Ort
f118.015.523,14

Af:

loopende

Promessen

……………………………
5.905.000,-
112.110.523,14

Voorschotten

op

Consignatiën …………….
.
…………
1.659.136,61

Gebouwen

………………………………………..

5.928.905,98

Totaal ……
f275.900.670,88

CREDIT

0

Kapitaal ……………..
f
36.00.000,-
Reservefonds ……………………………………….
,,

9.265.825,78

Buitengewone

Reserve

…… .. ……………………….
1.800.000,-

Reserve

Credietvereeniging

…………………………
,,

2.912.803,24

f

49.978.629,02

Aandeelhouders

voor

gedeponeerde

Effecten

als

waarborg

voor
90
pOt.

storting

op .aandeelen

B

……………………….
f

913.500,-

in

Leen-Depot

………………………………..
,, 37.375.500,-
38.289.000,—.

Zieken-

en

Pensioenfonds ………………. . ………….
,,

3.189.259,16

Deposito’s

……….

……………..

.

………………
59.272.445,75

Prolongatie-Deposito’s

…………………………….
,,

5.895.800,-

Saldi

Rekeningen-Courant

…………………………
f

81.131.212,75
voor gelden in het Buitenland

.
6.445.708,45
87.576.921,20
Saldo te ontvangen en te leveren fondsen
583.640,39

De

Nederlandsche Bank …………………
………….
,,

6.451.526,51
D aggeldleeningen………………………………….
,,

3.100.000,-

Te

betalen

Wissels

…………………………………
,,

13.250.773,89

Geaccepteerd

door

derden …………………………..
,,

3.940.598,50

Diverse

Rekeningen………………………………..
,,

4.372.076,46

Totaal……
f
275.900.670,88

In verband met de jongste wijziging onzer statuten zijn op dezen maandstaat de posten, betrekking
hebbende op de af deeling ,,Credietvereeniging” gecombineerd met andere overeenkomstige posten, met uit.
zondering van het ,,Reservefonds Credietvereeniging”, over weiks bestemming in de in April as. te houden
jaarlijksche algemeene vergadering van aandeelhouders eene beslissing zal worden genomen.
Het ,,Waarlorgfonds Credietvereeniging” is inmiddels, door restitutie aan de rechthebbenden, komen te vervallen.

Waarom adverteeren in,

en ‘n exempi. koopen van

RELLY’S

DERECTORV?
..

Omdat deze uitgave jaarlijks wordt gekocht en geraadpleegd door tien.
dui.zende groote firma’s over de
geheele wereld, en U, wanneer Uw
naam daarin opvallend is gedrukt,
voortdurend exportaanvragen zult
ontvangen.

Op Uw beurt vindt U er de adressen
in van allè handeislichamen, welke
in Uw artikel belang stellen, zoodat
de gelegenheid om het aantal Uwer
relaties uit te breiden, voor het grij-
pen ligt.

Wanneer U
Exporteur, Importeur,
Fabrikant of Groothandelaar
is,
moogt U niet nalaten zich ten minste
van de uitstekend bekend staande
Ktilys Directory op de hoogte te
stellen. Vraagt kosteloos prospectus
of
bezoek van een vertegenwoordi.
ger aan

NIJGH
&
VAN DITMAR’S

UlTGEVERSMAATSCHAPPIJ

WIJNHAVEN 113— ROTTERDAM

TELEFOONNUMMER 7843

Verschenen:

Tweede, omgewerkte druk van

Inleiding totde Studie der

Bedrijfshuishoudkunde

door
J. GROOTEN:

Dir. der Levensverzekering.
Mij. N. 0. G.,
Leeraar
M.O.
Wiskunde en Boekhouden,
Amsterdam

Ingenaaid

Gebonden

f 7.50

f8.50

NIJGH & V.AN DITMAR’S

UITGEVERS -MAATSCHAPPIJ

ROTTERDAM

11 APRIL 198

13E JAARGANG No. 641

NEDERLANDSCH INDISCHE HANDELSBANK

AMSTERDAM

‘S-GRAVENHAGE

ROTTÉRDAM

BATA VIA

AMOY, AMPENAN, BANDOENG,BOMBAY,CALCUTTA, CHERIBON, GORONTA LO,

HONGKONG, KOBE, MAKASSAR, MEDAN, MENADO, PALEMBANG, PEKALON-

GAN, PROBOLINGGO, SEMARANG, SHANGHAI, SINGAPORE, SOERABAYA,
SWATOW, TEGAL, TJILATJAP, TOKIO, WELTEVREDEN, YOKOHAMA.

110E
BELEG IKMIJN

• . GELD

DOOR J. GROOT.EN

• ..

Directeur der Levensv. MiJ. N.OG.

Leeraar M.O. Boekh. en Wiskunde


PRIJS /2.50

Hetboekje munt uit door duidelijkheid, terwijl
de vraagstukken waarvoor de belegger zich ge-
plaatst ziet; op heldere wijze worden uiteen-
gezet…. Het boekje zal voor velen, die ver

mogens hebben te beheeren, in verschillende
opzichten als voorlichter kunnen strekken.

NIeUWS
Rotterd. Courant.

en geeft daarbij blijk van .feitenkennis,
gezond verstand en vooral van solide beginselen
het is aangename lectuur en er zijn heel
wat wijze lessen in verwerkt

Finane. Weekblad v. d. Foûdsenhandel.

Het behoeft . geen betoog dat een zoo ervaren
man, als deze directeur, elk onderdeel in bijzon-
derheden heeft samengesteld, waaruit hij die aan
belegging wenscht te doen, groot voordeel kan
trekken… Het is een nuttig boek.

Dagelijkeche Beurscourant.

Alom verkrijgbaar bij den Boekhandel en bij

Nijgh & Van Ditmar’s Uitg.-Mij., Rotterdam

Nijgh
&
van Ditmar’s
Uitgevers-Mij,
Rotterdam

Dr. A. 0. HOLWERDA,Eenigepractlsche
A. E. C. VAN SAARLOOS, Productie-
uitkomsten van de wiskundlge theorie
kostenverrekening en wetenschappe-
der levensverzekeringen. f 2.—. lijke
bedrijfsleiding.
Le
i
d raad voor
J. G. DE JONGH, De resultaten van het
fabrikanten, ingenieurs en accountants.
Nederlandsche Ievensverzekeringbe-
.

f 3.50.
drijf over de jaren 1912-1915. f 1.50.
Mr. J. VAN SCHEVICHAVEN, Korte
J. G. DE JONOH, Eenige beschouwingen
Juridische

beschouwingen

over

het
naar aanleiding van de publicaties der
contract en het bedrijf der levensver-
levensverzekering-maatschappijen.
zekeringen. t 2.—. f2.—.

.
Dr. J. VAN SIEGENBEEK VAN HEUKE-
A. E. C. VAN SAARLOOS, Balanslezen.
LOM, Beoordeellng der levenskansen In
Handleiding voor fondsenbezitters,
het levensverzekeringsbedrijf.

f 2.—.
commissarissen van Naamlooze Ven-
Mr. G. VISSERING, Het vraagstuk van de
nootschappen en studeerenden in de
geidruimte In Nederland en de goud-
Handeiswetenschappen. 2e druk t 2.90
politiek van de Nederl. Bank. fl.50.
Verkrijgbaar
hij
den
boekhandel

NIJGH & VAN DITMAP.’S BOEK- EN HANDELSDRUKKERIJ. ROTTERDAM

Auteur