Ga direct naar de content

Jrg. 13, editie 638

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: maart 21 1928

i MAART 1928

AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN

conom-1schStatistische

Berichten

ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN ÈN VERKEER

ORGAAN VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN DECENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART

UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOÔR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN

13EJAARGANG

WOENSDAG 21 MAART 1928

No. 638

INHOUD

Blz.

DE BEDRIJVEN WET 1
door
J. C. de Bruyn …………
248
Het Verslag der Verzekeringskamer over het jaar 1926
door Prof. Dr. A. 0. llolwerda ………………..
249
De ontwikkeling van het grootbedrijf in Nederland door
Ir. B. Bölger ……………………………….
251

Een dalende tendens voor het grootbedrijl? door
C.J.
P. Zaal berg………………………………
. 252

Naseliritt door
J. Ratté ……………………….
252

De Rijksmiddelen ………………………………252
BUITENLANDSCHE MEOE,WEREINOH
De economische toestand van Oostenrjken flongarije
in hpt beginvan 1928 door
Dr. R. iïerschagl
…. 254
AANTEEhENINCEN:
Het Jaarverslag van de Duitsche Rijksbank ., …..256
Rubber ………………………………….
256
130E1-AASKONDIr.INCEN:
Mr. W. L. P. A. Molengraaff: Kort begrip vin het
Nieuwe Nederlandsebe Zeerecht, bespr. door
Prof.
Mr. H. 11. Rjbbis ……….: ……………….
258
&EAANI3CIJFERS:
Giro-omzet bij De Nederlandsche Bank -‘ ……….258
Giro-kantoor der Gemeente Amstfdam ………..258
Overzicht der Rijksmiddelen ………………….259
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN
……………..
259-266
G eidkoersen.

Ba
nkstaten.

Goederenhandel.
Wisselkoersen.

Effectenbeurzen. .

Verkeerswezen.

iNSTITUUT VOO 11 ECONOAJISC IIE OESC 1TRTFTEN.
Algemeen Secretaris: AIr.
Q.
J. Terpstra.

ECONOAJISC TI-STIITISTISCIIE BERI CIJTEN.
CO2IIMISS1E VAN ADVIES:
Prof. Air. D. van Blom; J. van Ilasselt;’ Jhr. Mr. L. II. van
Lcnnep; Air. K. P. van der Alandele; Prof. Dr. E. Aloresco;
Air. Dr. L. F. 11. )icgout; Dr. E. van Welderen Baron
Rengers;
Prof.
Mr. 11. R. Ribbius; Jan Schilthuis; Air.

Q.
J. .Terpstra; Prof. Air. F. de Vries.
‘,Gedclegeerd lid:
Prof.
Air. Dr.
G.
Al. Verrijn Stuart.

Redacteur-Secretaris:
S.
Post humo.

Seoretariat: Pieter ‘de iioochweg 122, Rotterdam.
Telefoon Nr. 3000. Postrekening 8408.

.Abonnements
prijs voor het weekblad franco P. p.
in
Nederland f20,—. Buitenland: en Eoloniën f23,—
per
jaçzr. Losse nummers 50 cents.
Leden en donateurs von het
Instituut ontvangen het weekblad grOti8.
De verdere publicaties van het Instituut uitgaande ont.
vange,n,
de’abonni’s, leden
en donateurs kosteloos, voor zoo-
ver daaromtrent niet anders wordt bcslist.
• Aan geteekendc stukken: Bijkantoor Ruige plaatweg.

Advertenties f 0,50 per regel. Plaatsing bij abonnement
volgens tarief. Administratie van abonnementen en adver.
tenties: Nijgh van Ditmar’s Uitgevers-Af aatschappij, Rot-
terdarn; Amsterdam, ‘s.Gravenhage. Postchèque. en giro-
rekening No. 6729.

20 MAART
1928.

‘In ‘den ‘algemeenen toestand van ‘de geLdmarkt kwam

weder weinig vet’andering; toch was or een goed merk-

bare verschuiving in hot aanbod, ‘va’n gold. Tegenover

een merkbaar grooter aanbod van Callgel’d stond een
voel geringer aanbod van geld voor wissels. De rente

voor particulier disconto steeg ‘daardoor vrijwèl dage-

lijks, zij hot dan ook maar

/
ie
of
1
1 percent,, zoodat

aan het einde der week vrijwel niet onder 3

lio pCt.

-te plaatsen was. In ‘de pr•olongat’ienoteerin’g kwam

weinig of igeen verandering.

* *
*

Op ‘cfen weokstaat ‘van De Neder1’an’dsch Bank blijkt

c1’e post bi’nnlandsche wissels met
f
2,9 •inillioen te

zijn afgenomen. De beleeningen ‘vertoonen een stij-

ging ‘van
f
6,1 millioen. Het renteloos voorschot aan

het Rijk verminderde ‘met
f
3,9 millioen.

De metaalvoorraad der Bank geeft geen verande-

ing van beteekeni’s’ te zien. De pbet papier op het

buitenland en ‘de diverse rekeningen op do aetiefzijde

dor ‘balans stegen resp. met
f
50.000 en
f 100.000.
De biljottencircula’tie liep van
f
181,7 mill’ioen ‘tot

J
.
169,8 millioen terug. De rekenin’g-courantsal’di

klomtnoh niet
f 12
milli’oen: Het beschikbaar metaal-
saldo bleéf vri.jivël onveranderd. Het dekkingspercen-

ago bedraagt ruim 56.

* *
*

De wisselmarkt was zeer stil en in de ‘meeste koer-

en kwam nagenoeg geen vei’anderig. De grootste
verandering kwam voor ii Marken, maar bepaalde

zich tot een ‘daling of stijging van 1 of
2 cents
en een

iets flauwere stemming voor Lires en Deen sche Kro-

‘nen. Alleen Madrid liep ‘weer gestadig op en neer.

eopend op 41.95 werd Woensdag voor 41.674 ver-

handeld. Daarna steeg de koers tot 41.90 maar giste-

.ren werd weder voor
41.15
afgedaan.

LONDEN, 19 MAART 1928.

De afgeloopen week had ton slotte een kalmer, ver-

loop dan werd vei-wacht. Wel was geld ‘zeer goed

,bruikbaar gedurende de eerste helft, maar de schuld-

betalingen van
Frankrijk
en Italië, te zamen 5 mil-

lioeii pond ‘hedra’gen’de, ‘hadden niet den minsten in-
yloed op de gel’dmarkt. Deze week vervallen er weder

10 milli’oen pond meer aan Treasury Bills ‘dan opge-

‘nemen moeten worden, ‘hetgeen den druk van ‘het in-

zamelen ‘der belastingen aanmerkelijk verlicht.

Disconto ‘werd gedurende dé wéek iets zwakker van

toon en noteerde aan het einde 4Y8-
8
f16 ofschoon het

lagere
cijfer
den juisten prijs ‘aangeeft, daar er geen

t.rausacties van eeni’ge beteekenis ad 4°fie voorkwamen.

248””

” ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

‘-
21 Maart 1928

DE ‘BEDRIJVENWET.
…………………………………

Het bij de StatenGen’eraaUaanhangige ontwerp va
eene nieuwe wet op,, de Staatsbedrijen verschilt
ir
menig opzicht’ belangrijk van :de bestaande wet van
1912yDe Memori’e van T,oe1idhti zegt te
:
dien, aan:
7jan
o:a., ,,’clat thafls het oogeublik gekomen’ is, om met

,,gebruikrnakin’g van ‘de ‘opgedane’ era.ring het aan
,,wet,vai. 1912 ten grondslag gelegde beginsel verder

,,uit te weriken”. Die ervaring’heef.t :inderdaad de rich-

tin.g aangewezen, waarin ‘die verdere uitwerking zal

moeten geschieden. De wet. van 1912 schiep wel de

gelegenheid voor de ‘staatsbedrijven afzonderlijke be
;

grootingën ‘in te richten, ‘maar handhaafde ‘voor die

begrootingen het ‘karakter van de algemee’ne staatsbe-
grootin’g,’ nl. dat het. ‘kasbegrootingen ‘zouden zijn, be-
gPootingen van
inkomsten en uitgaven,.
Wat de bedrijven ”echtér -noodig hebben is eene

begrooting ‘van ‘baten en 1asten en van de ‘kapi
t’aa.l.mutaties,’ aansluitende ‘bij de bedrij’fsboekhou-
ding. Bij eene dergelijke inrichting ya.n ‘de begrooting

kan deze een beeld van ‘de te verwachten exploitatie en
van den kapitaaldienst voor het komeftde )aar geven
en ‘zal de na afloop van ‘dat jaar samen te stellen
exploitatie- resp. kapitaalrekenin’g bij’ ‘vergelijking met

de begrooting gemakkelijk kunnen aantoonen, in hoe,.,

verve de werkelijke baten en lasten en kapi’taalmuta.
ties beantwoorden aan ‘of afwijken’ van ‘de ‘gerâam’d’e.
De Minister van Financiën drukt dit ‘in de Memo-

rie van Toelichting aldus uit, ,,dat, met dit wetsont-
,.werp o.a. beoogd wordt voor ‘de bestaande bedrijven
,,de inrichti.ng
van ‘de begrontingsadministra’tie meer in
,:ovdreenst’emining te brengen met de begin:seien, die
,,aain het bedrijfabeheer ten grondslag liggen.” En
ver-
der: ,,Ten einde voorts de beperkingen op te heffen,
,,weike de Badrij’venwet 1912 aan eene volledige door-
,,voering van een z’uiver ccmfriercieai ‘bodrijfsbeheer in
,,den weg stelt, zalaan dit beheer eenebegrooting ten
,,gron’dslag’ gelegd moeten worden, welke zich aan de

.,bedrijfsadmini’stra.tie ‘geheel aanpast en die d’erhhl’vc, ,,voov zoo’veel de exploitatie-afdeeling betreft, zal moer
.,ten zijn oene begrocting
van’
;
ba.ten.
en
lasten”. r
Hiermede wordt derhalve radicaal gebrokeii met het
stelsel van de kasbegrootingen en een geheel nieuw
beginsel in het. .begrootingswezen ingevoerd. En met

meer reéht dan bij debebndeling van de wet., van
1912 zou gezegd kunnen worden, ‘dat het geheele stelsel,
onzer begrooting gewijzigd .wordt. In ‘1912 ging he
naar ‘de opvatting van sommige tegenstanders van het.
wetsontwerp om de veivanging van het beginsel dei
universaliteit door dat der. specialiseering. Met het
beginsel ‘der universaliteit, wërd bedoeld het beginsel
volgens hetwelk
alle
ontvangsten van het Rijk’ in d
Ifiddelenwet wr’den opgeiiomen en
alle
uitgaven in de Staatsbegrooting. Het beginsel, van specialiseeT.
ring brengt ‘daarentegen mede, dat bepaalde soorten
van ontvangsten ‘of beide uit de ‘algemeene begroo
;

ting worden gelicht, en in
afzonderlijke
begrootingen’
worden opgenomen. Dit is wel een ander !ste1e1, maar
blijft ziéh
.
bëwegan op het gebied der ka’s’begr.00tingn’.
Men’ kon in 1912 ‘dus wel met eenig reht zeggen,
dat het stelsel der begrooting gewijzigd werd, ‘doch
het beginsel, ni. begrooting van ‘ontvangsten en uitga-
ven in
geld,
bleef onaangetast.
Thans staat ‘de zaak anders. In de exploitatie-af-
deeling van de bedri,jfsbegrooting zullen geen inkomt
sten en uitgaven in
geld,
maar
baten
en
la-sten
worden-
opgenomen. Art. 3 van het ontwerp bepaalt te dien
aanzien o.a.: ,,De begrooting van een
bedrijf
is ver
,,deel’d in twee af.deeiingen, waarvan ‘de eerste omvat
,,de lasten en. ‘baten ‘der exploitatie; de tweede de ‘kapi-
,.taalsuit’gaven en de kapitaalsontvangsten.” Hier is in-‘
des-daad sprake’ van een geheel nieuw beginsel en dit
verdient eenige aandacht, omdat de vraag zich voor-
doet of zulk eene begrooting voldoet aan art. 124 van
de grondwet. Dit artikel eischt, dat de wet de begroo-
tingen van alle uitgaven des Rijks vaststelt en de
middelen tot dekking
aanwijst
en de vraag, of dit

voorschrift toelaat, dat de dor de wet vast te stellen

bed’rijfsbegrootingdn. wordenin.gericht volgens ‘de,be-
ginselen ‘der commercieele boekhouding, beantwoordt

de, ‘minister ‘bevestigend. 1-let is z.i. aannemelijk dat
,,de ‘g’rondwet.gever, sprekende van begrooti’n’gen van
,,uitga’ven, daaaniede niet ‘de bedoeling had om een be-

,,paald soort van begrooting vast te ‘stellen. Niet hoede
,,begr’ooting moest worden ingericht, maar dat
‘de vast-‘
.,’s’tellin’g van alle begrootingen door de wet moet ge-

,,schieden, beoogt het. artikel voor te schrijven. Dit is
,,te meer duidelijk, indien men n het oog ‘houdt, dat

,,’het artikel stamt uit de ‘grondwet van 1848, dus uit
,,een tijd, dat er van begrooti ngen van ‘baten en lasten
,,’nog geen sprake was.”

Het, wetsontw’eri laat in het rnidden, wat onder de

baten en, lasten der ‘bedrijven moet worden verstaan,
ja w’at meer is, het onderstelt die bekend, ‘hetgeen
kan ‘blijken uit art. 5 lid 1: ,,Behalve de lasten der

,,ex’ploitatie, welke tot ‘den aard van elk ‘bedrijf heihoo-

,,ren, worden ‘daartoe onder meer gerekend a” enz., en
lid 2: ,,Behalve de baten der exploitatie, welke tot den

,,’aard ‘van elk bedrijf behooren, ‘worden daartoe onder ,,sneer gerekend ‘a” enz., en dan volgt eene opsomming
van lasten resp. baten, welke be,paaldeljk op de be-

drjfebegrooting moeten worden gebracht. Oyerigens

laat het ontwerp aan de practijk over, welke baten en lasten in elke bedrjfsbegrooting zullen worden opge-

nomen. De onderscheidene begrootingen voor de ‘be-
‘drijven, ‘waarop de wet ‘van toepassing zal worden ver-

klaard, zullen daaromtrent meer licht moeten geven.

Intusschen kan wel als vaststaand worden aangeno-men, dat onder de werking van de nieuwe wet, juist

door de vervanging van ‘de kasbegrooting door de be-
grootin.g van baten en lasten, de noodzakelijkheid om
naast de’ bedrijfaboekhouding nog eene begrootings-
boekhouding te voeren, zal komen te vervallen. Het
beheer der bedrijven zal zijn grondslag vinden in de

bedrijfsbegrooting, waarbij ‘de bedrijfsboekhouding zich
volkomen zal kunnen aansluiten.

De vraag rijst echter op welke takken van din’st
de nieuwe ‘wet, ‘als ze eenmaal ‘tot ‘stand gekomen is,
zal worden toegepast. In de Memorie ‘van Toelich-

ting zegt de minister, dat ‘de wet de mogelijkheid zal

scheppen voor een grooter aantal takken van ‘s Rijks dienst te komen tot een juist inzicht in de werkelijke

kosten en tot een zuiverder verdeeling van lasten. Zijn
Excellentie vermeldt er echter niet bij, welke takken
van dienst hij’ op het oog ‘heeft boven en ‘behalve de thans reeds bestaande staatsbedrijven. Men mag aan-

nemen, dat deze in de allereerste plaats voor de toe-passing van het betere stelsel in aanmerking komen,
want er is niets, dat er op wijst, dat men ze niet van
deze verbetering zou laten profiteeren. Dit laatste
toch zou, aangezien de wet van 1912 vervalt, betee-
kenen ‘dat men terugkeerde tot den toestand, welke
vöôr de. schepping der Bedrij’venwet bestond, ‘doch dat
zal wel niemand willen. Wie voorts geen vreemdeling
is in wat op dit gebied is voorgevallen, weet, dat
het
bedrijf, dat eigenlijk naar zijn aard het meest in aan-
merking kw’arn om afzonderlijk beheerd te worden,
het Staatsmijnbedi-ijf, juist niet onder de werking
van de wet is gebracht, omdat daaruit te veel bezva
ren voor het bedrijf zouden zijn voortgevloeid. Ver-
vacht mag derhalve worden, dat bij’ het scheppen van
oene nieuwe regeling met deze bezwaren rekening
zal
zijn
gehouden, om hare toepassing zee ruim moge-
lijk te maken, maar omtrent andere takken van staats-
dienst, waartoe d’e wet zal worden uitgebreid, ont-
breken vrijwel alle aanwijzingen. Zelfs eene algemeene
omschrijving of aanduidingan het begrip ,,Staats-
bedrijf” ontbreekt en in dit opzicht ‘geljkt het ont-
werp op de wet van 1912, ‘die zich eveneens van het
geven van eene omschrijving van dat ‘begrip heeft ont-
houden.
Volgens art. 1 van ‘die vet worden ,,’d’e takken ”an
.,Staatsdienst, welke in den zin dezer wet als Staats-
,,bedrij:ven zijn te beschouwen, bij’ de wat ‘aangewezen.”
Dit is gebeurd ton aanzien van:

21 Maart 1928

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

249

het Staatsbedrijf der Artillerie-inrichtingn (wet-

31 Oct. 1012, St..bl. No. 330);
het Staatsmuntbedzjf (wet 31 Oct. 1912, St.bl. No.

331);
het Staatsbedrijf van de Posterijen, de Telegiafie en

Telefonie (wet 31 Dec. 1913 St.bl. No. 464);

het Staa.tsvisschershavenbedrijf (wet 22 Juni 1914,
St.bl. No. 266);
het Staatsbedrijf der Alg. Landsdrukkerij (wet 21

Dec. 1914, St.bl. No. 579);


het Staatsboschbeheer (wet 19 Maart 1921, St.-bl.

No. 619).
De inrichting van het Staatsboschbeheer als Staats-
bedrijf heeft slechts gegolden voor de jaren 1922 t.m.

1925.
Bij de wet van 23 Juni 1025 (St.bl. No. 237)
werd de aanwijzing als staatsbedrijf weder ongedaan
gemaakt. Voorts zijn nog ontwerpen ingediend tot
toepassing van de Bedrjvenwet 1912 op het Loods-

wezen, de bebakening, betonning en verlichting (Ge-
drukte Stukken 1921-1922, No. 377), en op den

Rijksgebouwendienst (Gedrukte Stukkn 1022-1923,
No. 410), welke ontwerpén het echter niet tot het

Staatsbiad hebben kunnen brengen.
Uit de scJriftelij’ke en mondelinge gedachtenwis-
‘seli’ng met. -de Staten-Generaal over de wet van 1912 kan -eenigerm’ate worden afgeleid, aan welk soort van

diensten en bedrijven door -de Regooring voor -de toe-
passing der wet werd gedacht. Men treft daarin om-

schrijviingen aan vis:
takken van s-taatsdienst, welke groote overeenkomst
hebben met bedrijven;
werkelijke bedrijven, die het karakter van handels-

of nijverheidsori-dernemingen dragen;
takken van openbaren dienst, die eenige gelijkenis

hebben met ondernemingen, doch daarom nog geen
commercicele ondernemingen of bedrijven zijn;
nijvorhei.dsondernemingen van -den Staat, die ge-
heel het karakter hebben van gewone particuliere
ondernemingen, die los van den algemeenen staats-

dienst staan.
Eene moer omijnde omschrijving is eerst verkregen
bij de behandeling der eerste wetsontwerpen tot toe-
passing van de wet van 1912 op bepaalde diensten, ni.

voor de Artillerie-inrichtingen en ‘s Rijks Munt.
Op een vraag van de. Eerste Kamer, welk ken-merk
het Staatsbedrijf naar het oordeel der R-agee’ring van
een geworien tak van dienst onderscheidt, antwoordde
de Regeoring: ,,Bij de indiening van het wetsontwerp
,,tot regeling van de begrooting der Staatsbedrijven is
,,de bedoeling geweest, die wet van toepassing te doen
,,zijn op die takken van St-antsdienst,
bij’
welke er
een

,,nauw verband tusschen de ontvangsten en de uit ga-
,,ven is en bij welke het wenschelijk is, zeer nauw-
,,keurig de werkelijke kosten te kennen,
hetzij omdat

,,voor -de loloniën, andere takken van Staats’dienst of
,,particulieren wordt gewerkt, hetzii omdat het •noo-
,,dig is, zich rekensohap te geven, of en hoeveel duur-
,,der of good’kooper de hetrokkeh diensten uitkomen,
,,wanneer zij door den Staat aan zichzelf, dan wanneer
,,ij’ -door een particulier aan den Staat worden ho-
,,wezen.. Afscheiding uit ‘de algemeene begrootirig van
,,de kosten van -takken van Staats-dienst, ,biji welke een
,,nauw vérbeind tueschen in-kdms’ten en uit-gaven be-

,,staat, m.a.w., waarbij een toenenvin.g of ‘inkrimping

,,der siitg,aven in het licht behoort te worden beoor-
,,deeld van de daarmede gepaard gaande toenern.ing of

,,afneming van de’ inkomsten, is
oowel in het belang

,,vain die takken van Staatsdie’ns-t ‘zelf ‘als ‘van het ver-
;ki’ijgen van een beh-orlj’k overzicht van -de al.gemee-

,,ne financiën.
,Het woord ,,bedrjf” in de Bedrijvenwet gebezigd,
,;duidt niet -op de bedoeling om ‘de wet alleen van toe-

,,passing te doen
zijn
op takken van Staats’dienst, –
,,gest’eld deze waren er — welke -gel’delijk voordeel be-
,,00gen, doch op de bedoeling, om de boekhouding en
,,ad,ministratie – zoo mogelijk ook de ‘gestie – te doen
,,voeren gelijk -da

t bij particuliere bedrijven gebrui-
,,kelijk is.”

– In het bovenstaande antwoord
zijn
eeiige zinsnede’n

cursief gedrukt, die de kern van de zaak bloot legden.
Het was voor -de Regeering niet de. vraag, of
.
– zij

te doen had met takken v-an dienst, die het karakter

hadden van particuliere handels- of nij-verheidsonder-

nèmingon, ‘of die gericht waren -op het behalen van

win-st, ‘zij. ‘had ‘alleen op het oog de diensten, bij welke

vêi’ban’d ‘was tussc

hen ontvangsten en uitgaven en de

stijging of daling ‘der uitgaven ‘ook moest worden he-

ordee1d in het licht van de daarbij i-ntreden’de stij

.
-ging of daling der inkomsten, en waarbij’ het tevens
van ‘groot belang was de werkelijke kosten te ‘kennen.
Het algemeen beginsel van -de wet van 1912, dat de. takken ven Staa’tsdiens-t welke in den zin ‘der wet al-s

Staatsbedrijven zijn te beschouwen, bij ‘de w-et worden
aan-gewezen, is sedert vastgelegd in ‘art. 88 van de
nieuwe comptabili-teitswet (Staatsbla-d 1027 No. 259),

in
verband waarmede in art. 1 van de nieuwe Bedrj-
venwet bepaald wordt: ,,Deze wet verstaat ie. onder

,,bedrijven” -do tak-ken van Rijksdienst, welke krach-
,,ten-s artikel 88, derde lid der Comptabiliteitswet
,,(S-t.bi. 1921 No. 259) voor een afzonderlijk beheer

,,worden aangewezen.” Het wetsontwerp zelf brengt
obk nog eene wijziging van genoemd art. 88. Komt
-deze tot stand, dan wordt het ‘stelsel van -dat artikel:

le. bepaalde takken van ‘di-en-st kunnen ‘anders wor-

d-en -beheerd -dan volgens ‘de algemeene regels;
2e. de wet stelt al.gem-eerd regel-s voordat afwijken-

-de beheer;
t3o. eene speciale wet
wijst
-telkens een tak van
dienst aan, waarover dat -afwijkende beheer zal gel-
-den. In -die speciale wet zullen zoo noodig aanvul-
un-gen of afwijkingen van de -en-der 2e. bedoel-de al-
gemeene wet worden opgenomen.
De onder 2e. bedoel-de wet is dan’ de nieuwe Be-
drjvenwet, de onder 3e. bedoelde-speciale wetten zul-

len later dienen tot ‘het sucoessievelijk in toepassing
b’iengen van ‘die ‘algemeene Bedrijvenwet. We hebben
hier dus wederom, evenals bij’ -de wet van 1912, -dat
een wet tot stan’d komt
en in werking treedt
en noch-

tans -nergens toepassing vindt, voordat eene nadere
wet bepaalt, waar zij effect zal sorteeren.
Aangezien de algemeene wet toelaat dat in ‘de spe-
ciale aanwijzingvwetten afwijkingen van de algemeene
rgels kunnen ‘worden opgenomen, ‘is de -gelegenheid
‘geschapen, om met de eigenaardigheden van elk bedrijf
vôl’doen’de rekeni!ng to houden, waar-door toepassing

-oa. op het S.taatsmijnbedrijf wel niet zal uitblijven.
1
De nieuwe wet geeft voorts nieuwe omschrijvingen

v
1
an hetgeen -onder ,,kapitaal” en onder ,,’be-zitti’n-gen”
vn een bedtijf moe’t worden verstaan. Onder ,,bezit-
tinge,n” worden begrepen, evenals on’der de oude wet
,,’de Rijks-eigendommen in gebruik
bij
het -bedrijf”,
ecbter met ‘deze -beperking ,,’dat dit alleen geldt voor
,fdie za-ken, voor welkér verkrij-gin-g gelden uit -de
,schatkis’t verstrekt zijn”. Het totaal van -de aldus be-
shikbaar genteldegel’dn vormt, in het nlgemeen ge-

s’jroken,, het kapitaal. –
J. C.
DE BRUYN

(Wordt vervolgd).

‘-
HET VERSLAG DER VERZEKERINGSKAMER
OVER HET JAAR 1926.

Nog in het jaar 1927, dus met prjzenswaardigën
spoed, is dit lijvige boékdeel – met de bijlagen -108
pagina’s – in handen van de belanghebbenden- ge-
eest. De- eind-indruk, dien de lezing achterlaat; is’
eL deze: voor’het levensverzekeringsbedrijf was het
jaar 1926 andermaal een jaar, niet alléén van ge-
stadige ontwikkeling, maar ook van verder voort-
gaande finantieele versterkiti g.
Zonder het z.g. spaarkasbedrjf is het totale ver-
zekerde bedrag in 1926 toegenomen van 2,600 milliard
tot 2,746 milliard, dus met een kleine 150 millioen.
Dit cijfer is echter voor circa 20 millioen- geflatteerd
door verbetering van de statistische cijfers; als netto tename resulteert dus -rond 130 millioen, een inder-
daad respectabel ‘cijfer. Nog beter dan door -het uiteraard weinig homogene

250′

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

21 Maart. 1928
cijfer van het verzekerd bedrag-wordt de groei van

het-bedrijf- geteekend door de premie-ontvangst, die

van -76,7 millioen tot 81 millioen steeg. Daarnaast

staat in 1926 nog een ontvangst van 6,5 millioen

koopsommen, dat zijn overwegend koopsommen voor
lijfrenten. Dit is een voor ons land bescheidenbedrag.

De lijfrente-portefeuille der• Nederlandsche maat-,
schappijen groeit de laatste jaren niet
belangrijk;
aan
lijfrenten werd in 1926 8,5 millioen uitgekeerd tegen
rond 8 millioen inde beide jaren daarvoor. Wat nieuw

gesloten wordt, is echter in het algemeen maar be

trekkeljk weinig meer dan anderzijds door overlijden
vervalt. Het Nederlandsche volk voelt er nog altijd
meer voor om het verworven bezit
zelf
te beheeren en
slechts den interest te verteren, dan dat men dooi
het koopen van een lijfrente ook het kapitaal
v
e
r
!

teert. Onder voorwaarde, dat dit zeifbeheeren ook
goed en veilig geschiedt, is dit uit een algemeefi

economisch oogpunt een te waardeeren verschijnsel.

Maar geschiedt het zelfbeheeren van het bezit, vooral
ook van den kleinen bezitter, wel altijd goed en veilig?
Al wie daarvan door den aard van
zijn
functie meer weet,
zal hier tegenover eenigszins sceptisch staan. Er is

geen kunst waarvan in het algemeen de moeilijkheden

meer onderschat worden dan de kunst van belegged.
Ook uit het verslag van de Verzekeringskamer blijkt

nauwelijks hoe de richtige belegging een der meest

de aandacht eischende problemen der verzekerings-
maatschappijen is. Wel kan men de resultaten dei

beleggingspolitiek :lezen. Het belegde vermogen, in

zeer ronde cijfers 600 millioen, is relatief’ als volgt
verdeeld over de diverse rubrieken: –

1924

1925

1926

Hypotheken ………. . ………
41,80
0
/
0
41,00 o/ 41,45
0,
Effecten ………………….
30,40 ,, 31,50 ,,
30,90
,,,
Leeningen
op
schuidbekentenissen
9,50 ,, 10,70 ,,
12,10
Polisbeleeningen …………….
7,90 ,, 7,50 ,, 7,10
,,
Vaste goederen …………….
7,48 ,,

6,49 ,,

5,95
Overige beleggingen ………….

2,92 ,,

2,81
,,

2,50

100,00
0
10
100,00
01
0
100,000/

Belangrijke verschuivingen vonden anderm aal niet

plaats. De leeningen op schuldbekentenissen aan ge-‘
meenten, waterschappen, e.d., of gegarandeerd door
deze lichamen, bleven in beteekenis toenemen. Het
bezit aan vaste goederen daalde andermaal relatief,
absoluut bleef het, niettegenstaande de belangrijke
afschrijvingen daarop in 1926, ongeveer constant: 34,9 millioen in 1926 tegen 34,7 millioen in 1925.

Dat het bedrag der beleeningen op de polissen weder.
om afnam, is uit algemeen economisch oogpunt niet andersdan een verblijdend
verschijnsel
te noemen.
De beteekenis van het levensverzekeringsbedrijf
wordt op andere
wijze
nog gedemonstreerd door het.
cijfer der uitkeeringen. Inclusief de ljfrenten en de
afkoopen bedroegen deze in 1926 f 42,8 millioen.
Aan- onkosten werd in 1926 uitgegeven 21,4 mil-
lioen. Dit lijkt op het eerste gezicht een hoog cijfer,
maar hierdoor moet dan ook bekostigd worden het
incasseeren van ruim 80 millioen aan premiëifi, wat bij de in dat bedrag begrepen premiën der volksver-
zekering met haar wekeljksche ophaaldiensten altijd een kostbare geschiedenis zal zijn en
blijven.
Verder
zijn hiermede bekostigd het op peil houden en de

uitbreiding der portefeuille met rond 130 millioen,
dat is totaal een’nieuwe productie van rond 300 mil
lioen. De organisatie van het levensverzekeringsbedrijf
brengt mede, dat de kosten van de nieuwe productie,
o.a. de provisie,
bij
het tot stand komen der verze-,
kering onmiddellijk geheel betaald worden. De onkosten

zijn dus voor een zeer groot deel als het ware
voor-,
ujtbetaalde kosten. Aldus beschouwd
zijn
de diensten,
die het
bedrijf
aan de samenleving
bewijst,
zeker,

niet duur betaald. Vergelijking met het buitenland,
valt in dit opzicht dan ook bijna
altijd
ten voor-,
deele van het Nederlandsche bedrijf uit-.
Dat het Nederlandsche bedrijf zuinig beheerd
wor
dt,

blijkt ook als men de winsten in het oog vat en de

verdeeling daarvan; Het totale winstcijfer wa,s in

1926 ruim 14 millioen, dét is circa 2 millioen minder

dan in 1925. Van invloed is- hier de dalende rentè-

standaard, die niet zal nalaten ôok in volgende jaren
zijn invloed te blijven doén gelden.

Van de 14

milljoei winst is, allereerst rond 1

millioen als winstaandeel aan de -verzekerden terug
gevloeid. Niet, minder clan
rond 10, millioen is in- h?t
bedrijf gebleven in den vorm van afschrijvingen, ver-

.sterking van res’erveu of overboeking op nieuwe
rekening. Aan dividend

op het rond 30 millioen

grooteaandeelenkapitaal, waarvan rond 10 millioen gestort is, is maar 1,3 millioen uitgekeerd, in door-

snee dus 13.pCt. over de storting. Dit iszeker,uiterst

matig en bewijst, dat het bedrijf vôôr alles op in-
wendige versterking bedacht is. – –

Bovengenoemde cijfers betr.effen alléén het eigen-
lijke levens- en volksverzekeringsbedrijf. Onder het

toezicht van de Verzekeringskamer valt mede het z.g.
spaarkasbedrijf. De beleggingen der spaarkassen

waren einde 1926 ruim 40 millioen. Dat is dus nog

altijd een omvangrijk bedrijf, al is dit dan ook veel

kleiner dan het eigenlijke leve-nsverzekeringsbedrjf
zelf. Desalniettemin
blijkt
uit het verslag van de

Verzekeringskamer, dat het spaarkasbedrjf op een
relatief groot deel van den tijd
en den arbeid van de
Kamer . beslag heeft gelegd. Inmiddels schrjdt hier

de consolidatie voort, al gaat dat dan ook niet zonder

slachtoffers.In 1926 werd wederom een spaarkas, de

N.V. Spaarhuis, door de Verzekeringskamer geliqui-

deerd; in- 1927 volgde -nog- de Neder-landsche Spaar-
verzekering voor Katholieken. De zwakste onderne-

mingen op dit gebied worden-aldus successieveljk opge-
ruimd. Nog altijd
echter is het niet geheel en al mogelijk
om te voorzien -wat de toekomst van dit bedrijf zal

zijn. Het is reeds meer gezegd: naast spaarbanken
en levensverzekering-maatschappijen bestaat econo-

misch gesproken aan een spaarkasbedrijf geen behoefte.
Voor een groot aantal van deze lichamen is dus op het
beperkte bedrjfsgebied- dat Nederland biedt, geen

plaats. Dat neémt echter niet weg, dat voor een be-
perkt aantal dezer instellingen, mits. onder prima

leiding, wel een loonend bedri.}f-te creëeren-is. Veel
hangt er daarbij vanaf, welke eindresultaten ten slotte door het sparen
bij
de spaarkassen bereikt
zullen worden. -Deze eindresultaten worden echter
weer voor een niet gering – deel beïnvloed door wat
deze ondernemingen voor hun kosten in rekening

moeten brengen. Dat de Verzekeringskamer ook in
dit opzicht waakzaam is en thans kan verklaren, dat
de vroeger
blijkbaar
wel voorkomende zéér hooge
kosten, waardoor niet minder- dan 3 tot 4Y2 jaar
premie voor – den spaarder geheel -verloren, ging, nu tot het verleden behooren, kan – dit bedrijf slechts ten
goede komen. – –

Het verloop van zaken
bij
het spaarkasbedrijf is
echter in zooverre verheugend, dat hieruit blijkt, dat
de bevoegdheden, die de Wet aan de Verzekerings-
kamer geeft, inderdaad zôô groot zijn, en dat de
Kamer deze bevoegdheden ook zô6 weet te hanteeren,
dat de – Kamer in een
bedrijf,
waar zeer positieve
misbruiken en misstanden bestonden, deze in vrij korten
tijd weet op te ruimen en• te beperken.

Van misstanden en hisbruiken in het levensver-
zôkeringsbedrijf zelf zal momenteel weinig of geen
sprake zijn: Misbruiken, die in de onderste regionen
bij enkele volksvérzekerïngsinstellingen bestonden,
door het kppelen vân een oniereiis voorschotbedrijf
aan het levensverzekeringsbedrjf, zijn onder invloed
van de Xamer eveneens z
6
ô béperkt, dat dit practisch
tot het verleden, behoort. Thans heeft de Kamer ook
den
strijd
aangebonden tégen een ander soort mis-
bruik, dat in den buitendienst van de volksverzekering
nog altijd bestaat, dat is het z.g. ,,uitspannen.”
Daaronder vérstaat nien het overreden van de ver-
zekerde. gezinnen, om hun polissén
bij
de eene onder-
neming in den steek te laten en een nieuwe – maar

21 Maart 1928

ECONOMISCH-STATISTISCHE. BERICHTEN.

251

dan, natuurlijk altijd wat duurdere – polis bij een
andere onderneming te sluiten. De middelen daartoe

door de agenten en boden aangewend, zijn meestal

verre van fraai; laster en verdachtmaking spelen

hierbij een groote rol. Het zijn ten slottede verze-
kerden, die de lasten moeten dragen en daar het hier

verzekerden betreft van de geringste draagkracht,

is dit euvel niet sterk genoeg te veroordeelen.

De volksverzekering-m aatschappijen zelf bestrijden
dit euvel in het algemeen waar zij maar kunnen.

Maar zoolang het publiek zelf zich zoo gemakkelijk

laat uitspannen, kan deze bestrijding nooit geheel

afdoende
zijn.
Het is daarom een goed ding, dat de

Verzekeringskamer in haar verslag
0
1) dit nog altijd
woekerende misbruik publiekelijk de aandacht vestigt.
Het zal er toe bijdragen, dat de volksverzekering-maatschappijen in dit opzicht van het publiek zelf

meer medewerking krijgen. Voor sociale werkers,

die gelegenheid hebben de oogen van het volk voor
deze dingen te openen, ligt hier een dankbare taak.

Alles te zamen genomen blijkt opnieuw, dat de

Verzekeringskamer nuttigen arbeid verrichten kan
en ook inderdaad verricht. Het levensverzekerings-
bedrijf is thans een in overwegende hoofdzaak uiter-

mate gezond en vitaal bedrijf, dat zijn steeds meer
onmisbare sociale en economische functie op uitne-
mende wijze vervult. Geruggesfeund door een met
blijkbaar voldoend gezag bekleede Verzekerings-
kamer, is de waarschijnlijkheid, dat dit in lengte
van dagen zoo blven zal, grooter dan ooit..
Dr.
A.
0. HOLWERDA.

DE ONTWIKKELING VAN HET GROOTBEDRJJF
IN NEDERLAND.

ifet verwondering lat ik in E.-S. B: van 14 dezer
het artikel van dan heer Ratté, waarin deze aan de
hand van de door de R.V.B. gepubliceerde Statistiek dor ondernemingen, concludeert, dat in ons bedrijfs-
leven in dc laatste jaren het .grootbed.rjf aan betec-
kenis is gaan verliezen.
Verwondering, omdat deze conclusie onder geen

onstandi
g
hocieu uit cle genoemde statistiek kan en
mag worden getrokken. Zeker de statistiek loopt in
1925, vergeleken met 1921, in verhouding over meer
tot het kleinbedrijf behoorencle ondernemingen, doch,’
ik zou haast zeggen, ontelbare malen is in de publi-
catie anar voren gebracht, ‘dat dit in de eerste plaats
het gevolg is van do uitbreiding der Ongevallenwet
in 1921, toen een groot aantal icleine ondernemingen
onder de vet werden gebracht, terwijl alle groothe-
drijven er reeds onder vielen. Uit de specificatie, die
hoor Ratté zelf op pag. 230 maakt, blijkt trouwens
reeds duideliji, dat deze uitbreiding feitelijk slechts
heteekenis had voor 4 bedrjfsgroepen en dat slechts
in deze 4 bedrjfsgroepen het kleinbedrijf sinds 1921

sterk
toenam. V
,
,
To
laten hieronder deze 4 hedrijfsgroe-
pen met de cijfers van 1921 en 1925 nog volgen:

Aantal

1
Aantal type-

Aant. werki.

Bedrijfsgroep

ondernemingen

werklieden

beti. tot
klei ii bedrij 1

1921
1
1925 1 1921 1 1925
1
1921
1 1925

Bouwbedrijven
……….
29.879

36.070 159.749

149.398 18,8

26,3
Kleeding en reiniging..

1.660

7.265

36.937

37.382 2,5

14,0
Voedings- en genotm. . 16.084

26.134 161.091

152.972
15,8

23,0
Handel- en verkeersw. 25.632 65.927 263.374 405.094 8,5 18,9
Tot, van deze 4 groepen 73.255 135.396 621.151

744.846 –


Totaal van alle groepeni 108.196 169.166 974.499 1.182.671 10,9

16,4

Het aantal ondernemingen nam dus in totaal ‘van
1921 tot .1925 toe met 60.910, in de 4 hier genoemde
groepen echter met 62.1.41; het aantal type werklieden
in totaal met 208.172; in .de 4 genoemde groepen met
123.695. Behoeft men nog duidelijker bewijs, dat de toeneming van het kleinbedrijf geheel voor rekening
komt van de u.i tbreiding, die de wet in deze hecli’i,jfs-
groepen aan de verzekeringsplicht gaf. Dat het groot.bedrijf in de andere beclrijfsgroepen,
clie weinig niet (Ie uitbreiding der vet te maken ge-
had hebben, zic.h, in tegenstelling met wat de heer
Ratté concludeert, juist heeft ontwikkeld in de laatste

jaren blijkt wel uitde.

e .cijfers:

Aantal type-werklieden,
behoorende tot het groot- bedrijf in
O/
totaal

1953
1
1921
1
195

Aardewerk, glas, kalk ………
67,4

69,4

70,7

Diamant en edelgesteenten
. . .

29,5

55,6

61,1

Boek- en steendrukkerijen ……
.48,6

50,5

53,1
Chemische nijverheid ………..
50,7

62,4

71,7

Hout, kurk, stroo ………….
36,8

35,7

38,5

Leder en wasdoek ………….
41,0

40,7

49,5

Oer, steenkolen, turf ……….
..
79,8

87,2

91,4

Bewerking van metalen ……..
.44,6

46,7

53,5

Stoom- en andere werktuigen -‘

72,1

72,6

73,2
Scheepsbouw, rijtuigen ………
77,4

83,7

77,9

Papier, enz. ………………
.
60,9

66,8

70,4
Texti1nijverheid ……………
90,5

89,5

91,2
a
Vervardiging gas en eleetriciteit
76,0

84,8

76,2

Sinds 11)13 dus, afgescheiden van cle 4 genoemde
bedrjfsgi’oepen, in alle andere groepen een stijging

van het, pOt. werklieden, dat in het groothedrijf werk-
zaam was. De ‘daling in de scheeps- en rijtuibouw
sinds 1921 komt door het gi’oete aantal wagenmake-rijtjes, die in 1921 .on’der wet lcwamen, de daling in

de gas- en electriciteitsbedrj’ven sinds 1921 waar-
schijnlijk door de oprichting van een aantal gas-
cii

electriciteitsfahriekjes in kleinere plaatsen. Maar het
blijkt wel duidelijk, dat de conclusie van deii heer
Ratt.é, als zou er een dalende tendens naar gi’ootbe-
drijf ‘zijn, in. het algemeen geen steun vindt in de

cijfers.
Afgescheiden daarvan zegt de grafiek in liet artikel
van den heer Ratté (nog daargelaten, dat ze statis-

tisch fout is, omdat ze ‘zender meer 1,903 naast 1913
zet en. dan met. dezelfde tusschenïu’imte telkens een
jaar verspringt tot 1921, om dan verder weer ineens
op 1925 te springen), tniets omtrent cc ontwikkeling

van het grootbedrijf, omdat het, gemiddeld aantal type
werklieden per onderneming
bij
een indeelin’g in de

drie groepen, daarvoor nooit een maatstaf kan zijn. Dit blijkt het beste u.it de vermindering van het ge-
rni•d’del.cl aantal type werklieden in de ondernemingen
van, 1000 en meerwerklieden. Immers ‘deze verminde-
ring is slecht’s het gevolg van het feit, dat, sinds 1921,

verschillende ondernemingen ‘dooi’ uitbreiding juist,
‘boven de 1000 arbeiders kwamen, daardoor in de groep
1000 en meer vielen en dus het gemiddelde per on-
derneming, dat ongeveer 3000 was, naar beneden trok-
ken. Maar dit beteekent niet, ‘dat het grootbedi-ijf in
ontw’ilckeling terugliep. Integendeel. Een en ander
wordt duidelijk aangetoond door het feit, dat, terwijl
in 1921 iii de groep ondernemingen met 1000 en meer
werklieden 11 ondorenin,gen waren met 201.964 type
werklieden, dit aantal .n 1.925 gestegen was tot 90
met 226.141 type werklieden. Een vermeerdering van
niet minder dan 19 ondei’neuiingen, ‘die juist over de

grens van 1.000 kwamen.
Er zou aan ‘de hand van het verslag nog op tal van
andere’ wijzen zijn aan te ‘toonen, dat de conclusies van ‘den heer Ratté onjuist zijn. Ik meen hierboven,
echter voldoende hewijicen daarvoor geleverd te hebben.

Ten islot.te moet mij nog een enlceie opmerking ‘van
het hart. Het, feit, ‘dat de heer Ratté in
zijn
artikel

onjuiste inzichten suggereert over de structuur van
ons bedrijfsleven, is ‘vooral daarom zoo jammer, om-
dat zij, die steeds willen beweren, dat men met sta-tistieken nu eenmaal alles bewijzen kan, schijnbaar
weer op een n.ieuw voorbeeld daarvan kunnen wijzen.
Maar het is niet zee. Al’s ,mdn zijn oogen maar wil
gebruiken. De schuld ligt bij’ den beer Ratté en niet
bij de Statistiek als zoodanig. Nog minder ligt de
schuld bij de samenstellers van deze Statistiek der
ondernemingen, die niets dam lof verdieiien voor de
wijze, waarop zij steeds hebben gewezen op
de
voor-
zichtigheid, die men bij een beschouwing ‘der cijfers
in acht moet nemen. Ir.
B. BÖLOER.

Haarlem, 14-3-1928,

252

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

21 Maart 1928


EEN DALENDE TEN
0
DENS VOOR HET GROOTBEDRIJF?

Alleen in een land zonder bedrijfsstatist.iek zij’
vergissingen mogelijk als de ‘heer
J.
Ratté begaat ‘door het publiceeren van zijn ‘artikel onder boven
staanden titel in de E.S.B. van heden. Bevreemden
‘doet het, .dat de schrijver, die blijk geeft te beseffen,

dat de statistieken van ondernemingen en arbeiders

vallende onder ‘de Ongevaflenwet ‘in 1921 en in 1925
absoiuut niet vergelijkbaar zijn, toch vergedijki’ngen
maakt en publiceert en zelfs kromme
lijnen
teekent,
die de ,,tendens” ‘doen zien.

Enkele door ‘den beer R. zelf weergegeven cijfers
zijn voldoende om te ‘doen zien, ‘dat al zijn percentage:

berekeningen nooit tot eenige gevolgtrekkin’g, zelfs
niet vragenderwijs, hadden mogen leiden en die per
centages van 1921 en 1025 nooit in één kromme lijn

ha’dden mogen zijn samengevoegd. ‘De ou’de
lijn
ein-
digt in 1921; daarna
zijn
andere ‘grootheden geteld en begint een nieuwe
lijn
met een andere beteekenis.
De in 1921 in ‘de Ongevallenwet aangebrachte wij-

zi.gingen hebben o.a. ten gevolge ‘gehad, dat tiendui-
zenden ‘m’iniatuur’on’dernemingen in’ handel en ver-

keerswezen en in de groep voedings- en g€nobm’idde-

len in die wet en ‘dus ‘in ‘de sfatistiek zijn opgenomen.

De toeneming van het totaal aantal type werklie’

‘den van 014.409 in 1921 ‘tot 1.182.671 in 1925, •dat
is met 208.272 komt voor 179.601 voor rekening van

de genoemde ‘groepen. In welké mate daarin het

dwergbedrj’f overheerscht, blijkt uit het feit, dat het
aantal ‘ondernemingen daarin toenam met .49.745. ‘In
totaal had een toeneming plaats van 108.196 tot

169.166 dus met 60.970.
1)

Duidelijk is’ dus, ‘dat de samenstelling van het ver-

zekerde bedrijf totaal veranderde, aangezien er (in
ronde cijfers) bij de 110.000 ondernemingen ‘met in
1921 gemiddeld 9 arbeiders, gevoegd werden 60.000

tevoren niet-verzekerin gspl’ichtige, ‘doch ‘niettemin be-

staande ondernemingen met gemiddeld 3Y2 arbeider,
waardoor het gemiddelde voor ‘alle ‘ondernemingen t’ot
7 ‘daalde

Verdere commentaar ‘hierop is ‘overbodig, maar ik

wil er toch meteen op wijzen, ‘d’at een crisisjaar’als, 1921, hoe belangwekken’d de cijfers van zoo’n jaar
ook zijn, niet gebruikt mag wordei’i als aanwijzing

voer een ,,tend’ens”. ik stip slechts aan, dat in 1921
de ‘diam’ant’in’d ustrie 1437 type-werklieden opleverde’
tegen 5330 in 1925, terwijl daarentegen •de ‘scheeps-bouw e.a. een daling ‘vertoont van 39.977 op 31.582.
Moge in ‘de toekomst een volledige bedrijfsstatistiek’
helpen voorkomen, dat de begeerigen naar ‘kennis ‘van’
ons bedrijfsleven mi’stasten in den mist, die nog altijd’
dat bedrijfsloyen ‘om’geef
t. C. J.
P.
ZAALBERG.
Den Haag, 14-3—’28.

* *
*,

Naschrift. Het
schijnt,
dat de heer Zaalberg,,
maar vooral de heer .Bölger, mijn beschouwingen in
het, vorig nummer wat vluchtig hebben gelezen en:
al te ‘voorbarig, hun critiek hebben opgeschreven; ‘

Ik moge eraan herinneren, dat ik zeer nadrukkelijk
op de ‘beteekenis van ‘de .wetswijziging heb gewezen,
maar dat ik daarna heb betoogd met de cijfers, dati
de uitbreiding voornamelijk in een enkele groepl
voorkomt, dat het karakter van deze groep’ echter,
niet zoo veranderd is, dat daarvan overheerschende invloed uit kan gaan en dus een vergelijking geens-)
zins verwerpelijk is. Deze argumentatie schijnt in
het
bijzonder
den heer Bölge’r te
zijn
ontgaan. –
Ook wanneer de heer Zaalbe’rg
wijst
op
hetcrisis-‘
jaar 1921 is dat geen wëerlegging van mijn conclusie,,
doch veeleer een verklaring. -,

Over de door beide schrijvers aangevoerde be–

1)
In dit verband kan ook de groep kleadiag en reiniging’
als voorbeeld dienen waarin het aantal onderuemi.hgen toe-
nam van
1650
tot
7265,
het aantal type-werklieden van
38.334
‘tot
55.636.
De toegevoegde ‘ondernemingen hadden:
dus gemiddeld
3
arbeiders,, de
.
in
1921
geteLde daatente-‘
gen
21

zwaren kan intusschen ‘eeist een definitief oordeel

worden gevormd, wanneer de, cijfers over 1022 tot
’24 hen komen steunen; zoolang dit niet het geval

is, kan mijn redeneering niet als aangetast worden
beschouwd.

Wie overigens nog eens studie maakt van de

volgende tabel (thans goed gereproduceerd met de

decimaalteekens op de juiste plaats) ziet, vooral
wanneer hij de gemiddelden van 1917 en 1921, die
wel onder alle omstandigheden vergelijkbaar zijn,

naast elkander zet, toch wel, dat de door mij gesig-

naleerde tendens •niet in mijn verbeelding bestaat.

Gemiddeld aantal type-werklieden per onderneming.

2

8 8 8

.

E’
ba.
it.E

1903 1,42 5,09 15,01 69 245 ‘563 2985

1,42

9,F4 140

6,82
1913 1,30 5,61 17,95 84 298 645 2773

1,30 11,09 194

7,50
1914 1,17 5,85 18,82 87 298 652
2957

1,17 11,65 29

6,74
1915 1,16 5,65 18,24 86 292 631 2870

1,16 11,35 202

6,96
19161,20 5,74 18,39 86 289 635 2959

1,20 11,54 203

7,50
1917

1,21

5,79 18,65 84 294 627
3134

1,21

11,74 200

7,63
1918 1,13 5,74 18,47 63 294 599 3058

1,13 11,69 188

7,41
1919 1,20 5,61 18,14 83 293 632 3052

1,20 11,59 197

8,16
1920
1,24
5,77 18,7

87 291 664 2981

1,24
11,96 218

9,37
1921

1,28 5,76 18,59 86 297 648 2929

1,28 11,82 212

9,03
195 1,43 6,04 18,72 89 294 613 2513

1,43 11,32 214

7,50

De heer Bölger vergist zich voorts met
Zijne
aan-
merkingen ten aanzien van het gemiddelde aantal
type-werklieden. Dat de krommen niet
op
twee
plaatsen gebroken, zijn (1903/13′ en 1021/25) heeft

voor ons doel geen beteekenis, maar opmerkelijker
is zijn vergissinr ten aanzien der ondernemingen

met meer dan 1000 type-werklieden. De heer Bölger

meent, dat de toeneming met 19 ondernemingen in

deze groep een doorslaand bewijs is van den gro’ei dezer
ondernemingen. Laat ons dat eens narekenen!
Deze groep groeit van 71 ondernemingen met

207.964 type-werklieden tot 90 ondernemingen met
226.147 type-werklieden.

Wanneer wij aannemen, dat de 19 ,,nieuwe onder-
nemingen” precies het minimum van 1000 type-werk-
lieden telden, dan had de groep moeten groeien min-

stens tot 207.964 plus 19.000 is 226.964 type-arbeiders!

Dan was er nog bij de 71 ondernemingen absolute
stilstand geweest.

In stede daarvan een teruggang met 817 type-werk-
lieden.

In werkelijkheid moet dus de teruggang der ,,oude”
71 ondernemingen niet onaanzienlijk zijn geweest. Het
,,bewijs” van den heer Bölger is hier dus al geheel on-
toereikend.

De heer B. veroorlooft zich ten slotte de statistiek
in bescherming te nemen. Een volkomen overbodig ge-

baar. Als argument ter disqualificatie mijner be-
schouwingen is zulks waardeloos, en de statistiek
zelve kan beter op andere wijze worden gediend.
Ten slotte: de heer Zaalberg heeft
mij
als verdwaald
in den mist gesignaleerd. De critiek op
mijn
bestek en
mijn peilingen (om de nautische terminologie, welke
de heer Z. zoo zwierig hanteert, over te nemen) is
echter niet
bijster
gedegen gebleken; van koers behoef

ik dus niet te veranderen. Misschien echt’er ontsteekt
de heer Z. in het volgénd ‘,;Oentraal verslag” wl.
zoo’n statistisch vuurtorenlicht, dat de’kaart-van het
bedrijfsleven mijn ,,vergissing” registreert. Tot zool a
ng
:

kunnen wij wel wachten.
J. RATTÊ.

DE RIJKSMIDDELEN.

In di.t nummer treft men aan het ‘geb±üikelij’ke
overzicht van cle opbrengst ‘der Rijksmid’delen over
de maand •Februari 1928, vergeleken met de overeen-komstige cijfers’ van Februari 1927.

De gewone middelen biaèhten in -de afgel’oopen
maand
j
f
37.432.200 op ltegen
f
37.700.700 in Fe-
bruari 1927 en vertoonen mi’ts’dien een achteruitgang
‘van
f
268.500. De ‘totale opbrengst bleef in, de afge-
loopen maand hij de raming een drag van f1.399.200
tei achtr. Dit laatste is niet onbedenkeljk, indien
men in aanmerking neemt,. dat.eenige..wetten tot.

21 Mait 28’ECONOMISCH-STAflST’ISCHE tERItËtt -—

253

stand gekomen of in v.ergnd ‘stlium ‘van behande-

ling zijn, waarvan eene:lagere opbrengst der perso
neele belasting en der i’nikomstenbelasting is te ver-
wachten, welker invloed echter zich eerst.in de tweede

helft van dit jaar zal doen gevoelen. Waar .met het
oog op de verlaging van de twee genoemde belastin-
gen de betreffende middelenpo’s’ten respectievehjlc

f
6.500.000 en
f
15.000.000 lager zijn geraamd, be-

teakent dit; dat de raming voor Februari, om tot een
juiste vergelijking te komen, feitelijk met 1112 van

f
21Y millioen of
f
1.191.100 zou moeten worden

verhoogd. Hieruit blijkt, ‘dat, de opbrengst in Fe-
bruari 1928 feitelijk
f
3.190.900, minder heeft be-

dragen. dan het voor die maand geraamde opbrengst-
cijfer.’ • ………………- . . . .

De totaal-opbrengst over d.e eerste twee maanden van dit jaar bedroeg
f
80.941.600, di.
f
583.200 min-
der dan in hetzelfde tijdvak va,n het vorige jaar. Daar

entogen werd ‘de raming in genoemde periode met

f
3.278.800 overschreden, ‘dank zij ‘den gu’nstigen loop
der middelen. in ‘de eerste maand ‘des jaars.
In vergelijking met de overeenkorn’stige maand van
het vorige jaar vertoonden de ‘dividend- en tantièrne-
belasting, ‘do’ rechten. op ‘den invoer, het statis’t.iekrecht,
‘de geslacht-, ‘de wijn-, de bier-, de suiker- en ‘de ta-
bakaccij’ns, •d.e belasting op gouden en zilveren ver-

ken, de registr’atierechten en ‘de ‘domei’neu een hooger
opbren’g’stcijfer. Daarentegen brachten minder op de
grondbelasting, de personeele belasting, ‘de inkom-
stenbelasting, ‘de vermogensbelasting, de zout- en de
gedistilleerdaccijns, ‘de belasting op rijwielen, ‘de zegel-
rechten, ‘de rechten van successie, ‘van overgang hij
overlijden en van schenking en ‘de lood’s.gel’den. De
akten voor de jach’t en visscherj, enz. brengen in
dozen tijd van het jaar z66 weinig op, ‘dat ‘dit middel
gevoegelijk kan, ‘worden verwaarloosd. In het bijzori-
•der trekken ‘de successierechten ‘de aandacht, ‘die niet
minder ‘dan
f
2.152.400 ‘terugliepen in vergelijking met de opbren.gst van Februari 1921.
In tegenstelling met de vorige maand gaf de
gr.on’dbelastin’g ditmaal een ‘daling in opbrengst te
z.ien, zij het met het niet zeer belangrijke bedrag van
f.3.600. Waar dit middel in de eerste maand van het
jaar ruim heeft gevloeid, kon over Januari en Fe-
bruari te ramen f239.500 ‘méér worden geboekt dan
over dezelfde maanden van 1921. De raming werd
in de afgeloopen maand bij verre na niet bereikt (na-
deelig verschil
f
1.059.000), een overigens voor de
maand Februari normaal verschijnsel; gerekend over
2 maanden werd de raming evenwel met
f
109.500
overtrof fei.

Ook de peisoneele belasting liep ditmaal in op-
brengst terug (met
f
358.800), wat na ‘de ruime op-
brengst van Januari echter ‘verklaarbaar is. Ook .de
raminb werd niet gehaald
(f
690.800 minder). Gere-
kend over ‘de beide eerste maanden leverde het leo-
pen’de jaar een surplus van
f
283.000 boven het voor-
afgaande, terwijl de raming met.
f
471.800 werd over-
schreden. Indien men evenwel bedenkt, dat het voor
1928 geraamde opbrengstcijfer, met het oog op de

tot stand gebrachte belastingverlaging, met
f
6/
millioen is verlaagd, ‘terwijl ‘deze belastingverlaging
practisc’h nog niet gevoeld wordt, ‘dan blijkt, dat de
raming in de eerste twee maanden feitelijk niet werd
bereikt.

De inkomstenbelasting gaf een ‘decres van f 249.900,
een ôverigens niet zeer belangrijk bedra’g. Daarente-gen werd ‘de raming met
f
1.446.200 overtroffen. Bij
vergelijking, van de ontvangsten, uit dit middel
voortvloeiende, over ‘de eerste twee maanden van 1927
en 1028 blijkt, ‘dat ‘de opbrengsten als volgt over ‘de verschillende dienstjaren kunnen worden verdeéld:’

Jan. en Feb.
1927

Jan. en Feb.
1928

1924125.
.’..
f

273.200,__.

192.5126….

1.270.400.— ,
f

178.200,—

1926127….

.

16.096.200,—

1.303.200,_

1927128….

,, ,

10 274.500,-

Totaal.

f
17.645.800,—

f 17.755.000,_

De vergelijking valt in het voordeel van 1928
, uit
(vooruit’gang
f
110.100). Het vermoe’den is echter ge-v’etti’gd, ‘dat ‘de fact&r ‘der ‘snellere invor’der’ing nog
‘niet alle beteekén’is. heeft verloren. De raming’ werd

in ‘de eerste twee maanden van ‘dit’jaar met.f 3.589.200
överschre’den. Deze ‘vergelijking is echter zeer ozui

ver, daar de in v’oorber’ei’ding.zijn’de belastingverlaging
.Ï1’og n’iet werkt, terwijl ‘de betreffende rni’ddelenpost.
met het oo’g op ‘die verlaging voor 1928 met f15 ‘mii-
lioen is verlaagd.
De vermogensb’elasting. ‘gaf, evenals alle andere di-
recte belastingen, een verlaging in opbrengst te zien,
zij het met een ‘gering. bedrag
(f
6.500).. Zooals reeds
in het overzicht ‘der vorige maand werd opgemerkt,

taa’t ‘deze teruggang vermoedelijk in verband met een

kleine vertraging in ‘de aanslagsregeling. Gerekend
over twee maanden werd noch de opbrengst van het
vorige jaar, noch de. ramin.g’ bereikt; het nadeelig. ver

schil ‘bedroeg on’derscheidenlijk
f
145.000 en f81.400.
Voor wat dit laatste
cijfer
betreft moge i’n herinne-
ring worden gebracht, .dat dé voor 1928 geraamde

inkomsten, ‘dank zijde stijging, die ‘de ,vermo.gensbels-
ting den laatsten
‘tijd
vertoonde,
f
1.800.000 hooger
is gesteld dan voor 1927.

Evenals ‘de vorige maand gaf de ‘dividend- e tan-
tièmobelasting een stijging
in opbrengst te zien (van
f 17.300). Gaat men ‘de ‘ontvangsten uit ‘deze bron van
i’nkom’st ‘na over ‘de eerste twee maan’den, •dan blijkt het ‘loopen’de ja’ar
f
344.100 meer te hebben opge-
leverd ‘dan 1927, doch f 1.863.000 minder dan 2/12
‘der ra’ming.
Bij
‘dit laatste vergete men evenwel niet,
‘dat ‘het voör 1928 geraamde opbren’gstcijfer f 6 mil-
lioen hooger is gesteld ‘clan dat voor 1927, ten ge-
volge van ‘de ‘gewijzigde methode van ‘r’aming. Waar
de ‘dividend- en tantièmebelasti,ng op’ zeer onregelma-
tige wijze binnenkomt en ‘de eerste rnaan’den,van het
jaar ‘doorgaans niet ‘de beste zijn, valt op het oogeû-
blik nog niet te voorspellen
;
‘of “‘deze optimistische
i’arnin’g ‘door ‘de feiten zal .worden gerechtvaardigd.
De invoeri-echten stegen’ met
f
612.200, ‘waardoor
de ontvangsten over Januari en Februari 1928

f
1.410.300 méér ‘dan’ ‘die over dezelfde maanden van
1921. beliepen, en
f
1.126.700 kwamen’ boven 2/12 der
rami’ng. Vermoedelijk is deze ‘stijging toe te ‘schrijven

aan ‘de verhooging ‘des’ eenhei’dsprijzen van verschil-
len’de buitenlan’dsc’he ‘goederen. – Evenals ‘de invoer-
rechten beweegt ‘ook het statistiekrecht zich reed’s ger’uimen tij’d in stijgende richting; ‘ditmaal kwam

f
49.500 méér binnen ‘d’an in de,gelijk’namige maand
van 1927. Gerekend over twee maanden ‘bedroe
g
de
v’noruitgang
f
92.200, terwijl
f
15.500 méér werd ‘ont-
vangen ‘dan •het voor bedoelde maanden ‘geraamde
opbrengstcijfer. In deze uitkomsten weerspiegelt zich ‘de opleving van ‘den handel.

De accijnzen maakten over ‘het algemeen een goed
figuur. Een ‘uitzon’dering maakten ‘alleen ‘de zout-
accijns, die met
f
26.600 decres’seer’de en de edistil-
leerdaccijns,
die
f
133.300 minder opleverde ‘dan in’
Februari 1921. Dit laatste vindt vermoedelijk zijn
oorzaak in toenemende fraude, in het bijzonder in
N’oord-Brabant; ‘daarnaast ‘doen ‘de overige bekende
factoren (‘dra.n’kbestrij’ding ed.) zich ‘gevoelen. De loop van den gedi’stilleerdaccijns blijft ‘ook ‘dit jaar
bij. ‘de verwachting ten achter; in, ‘de maan’den Januari
en Februari ‘kwam
f
1.039.800 minder binnen ‘dan
waarop ‘gerekend ‘wer’d. De overige accijnzen gaven
een. stijging ‘in opbrengst to zien. De geslachtaccijns
gaf een surplus van
f
85.100 boven Februari 1927,
waarin wellicht ‘de invloed ‘van ‘de afgenomen aanvoe-

ren van bevroren buitenlan’dsch vleesch is te onder-
kennen. De wij’naccijns bracht. f 7.200 rnéér in de
schatkist, waarvoor een bepaalde oorzaak intu’sschen
niet aanwijsbaar is; ‘de opbrengst van ‘dit middel is
trouwens ‘i.n ‘de beide eerste ‘maan’den van elk kwar-
‘tal van weinig bet-eekenis. Het bier leverde
f
316.900
m6ér op, waarbij echter ‘dient te worden bedacht, dat
‘de opbrengst van Februari 1927 buitengewoon laag
was. De raming werd ‘in de afgeloopen maan’d bij lange

254

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

21 Maart 1928

na niet beteikt; ‘het nadeelig vêrschil bedroeg ruim

2 ton, waaruit geen bepaalde conclusie mag worden

• getrokken, daar de eerste maanden van het jaar
,
voor

dit middel niet. ‘cle meest gunstige ‘zijn.

De suiker-

accijns liep ook ditmaal sterk in opbrengst vooruit

(met
f
826:200), terwijl de ramin’g met
f
531.200 ‘werd

overtroffen. De handel schijnt zich van voorraden te
voorzien met het oog op ‘cle :rcstrictieplanuen, blij-

kende uit ‘de overeenkomst ‘van Citba met producen-
ten van elders, ‘van welke han’delsovcreenkorn’st een
stijging van prij’ien ‘wordt verwcht. In Januari en

Februari ‘kwam reeds
f
1.222.000 mêér binn’en ‘dan in

dezelfde maanden van het vorige’ jaar en
f
1.479.300

hoven 2/12 ‘der raming. De kans is echter.groot, dat
deze voorui’tgng door lagere inkomsten in de vol-

gende maanden weer zal worden teniet gedaan. Em-

clelijk moge nog ‘woeden ‘gewezen op den tabakaccijn’s,

di’e zich in stijgende lijn bleef bewegen en ditmaal

een meerdere ‘ontvangst van
f
318.800 gaf te boeken.

De belasting op gouden en zilveren werken gaf

f
2.800 ‘boven d 19
e inkomst ‘van Februari

27; ‘de op-

leving van de ,gou’d- en zilverbranche blijkt nog steeds

aan te ‘houden. Van de belasting op rijwielen kwam

een bedrag van
f
29.300, zijnde 10 pCt. va de wei’-

kelijkeopbrei’gst, aan de gewone middelen ‘ten goede.

De totale opbrengst bedroeg over Januari en Februari

f
4.597:400 (het vorige jaar
f
5.120.300). Waar de

kosten van een rijwielpiaa’tje van
f
3,— tot
f
2,50 zijn

teruggebracht, beteek’en.t dit, dat het aantal verkochte

plaatjes ‘d’it jaar reeds beduidend h’ooger is geweest

dan ‘in 1927.
De zegelrechten liepen terug met
f
249.700, ‘waar-

van
f
130.700 aan een ‘trager vloeien van de beursbe-
laetin’g is te wijten. Daarentegen brachten de registra-

i.ierechten
f
653.700 môér oj. Gerekend over twee
maanden ‘werd de ramin’g bij beide middelen over-
schreden; het voorde’êliig verschil bedroeg on’derschei-

denlijk
f
9.300 en
f
135.100 en ‘dit, terwijl de op-

brengstcij’fers voor 1928 i”esp.
f
5.000.000 en
f
1.500.000

hooger ‘zijn geetel’d.
De successierechten vertoonden opnieuw een daling

in opbrengst, ditmaal van niet ‘minder dan
f
2.1,52.400,

waaruit blijkt, dat ‘cle verlaging van het r’elht thans
krachtig doorwerkt. Over J’aniiaii en Februari beliep

‘de teruggang
f
3.175.200; in’ dit
.tij’dvak
‘kon ‘de ra-
ming ‘ook niet worden gehaald (‘na’d’eeli’g verschil

f
280.400). Bij een’belasting, waarvan de ba’ten op zon onregelmatige wijle ‘binnenkomen, hêhoe’ft ‘d’i’t echter

niet te bevreem’den.
‘De domeinen ‘gaven
f
83.900 ,m56r, ‘de ]oo’dsgel’den

f
‘7.700 minder te boeken. Wat dit laatste middel be-
treft moge nog worden opigemer’kt, ‘dat de opbrengst

over 2 maanden
f
40.100 bij de raming ten achter

bleef, waarbij in t,usschen .’dient te worden bedacht,

dat ‘de raming voor 1928
f
1.400.000 honger is gesteld

d’an ‘die voor het vorige jaar.
De ‘inkomsten van he’t ,,Leenin.gfon’ds 1914″ belie-

pen in de afgeloopen maand
f
6.016.200, tegen

f 7.829.700 in Februari 1927. Van eerstgenoemd ‘be-

drag was ruim
‘f
3,706.000 aan de Verdedi’gings’belas-
tingen te danken. In ‘de eerste -twee maanden van

1928 kwam i.n totaal
f
13.564,200 binnen (‘in hetzelf-

de tijdvak van 1927 f16.658.900).
Voor het ,,Wegenfonds” werd in ‘de afgeloopen

maand
f
535.100 geïnd, svaarvan
f
263,300 op reke-

ning komt van de Rijwielbelasting. De opbrengst ‘over
de eerste twee maanden van 1928 bedroeg f4.704.200.

BUITENLANDSCHE MEDEWERKING.

DE ECONOMISCHE TOESTAND VAN OOSTENRIJK

EN HONGARIJE IN HET-BEGIN VAN 1928.

Dr. R. Kersc’hagl te Weenen schrijft oas:
Het begin van ‘het nieuwe jaar geeft in Ooetenrij’k
op velerlei gebied eôn toenemende ‘verbetéring ‘te zien.
De staatshuishoading heeft zich, ‘hoewel voor Decem-
‘her nog’slecbts voorloopige cijfers aanwezig zijn, zeer
gunstig ontwikkeld. De stijging van deinkomsten,is,

p.rocen tueel ‘uitgedr a’lct,
b’ijn’a
2 mail zoo grodt geweest

als ‘de ‘stijging van de uitgaven. Een ‘overschot van 120
mil.li’oen Sch. gedurende het lobpende ‘begroot’ingsjaar
was ‘in staat om driekwart van de plus minms 200 milli-
oen Sch. bedragende kapitaalsuitgaven te dekken. 0e-
derde bronnen van inkomsten, die de ‘ramin’g ‘hebben

overtreffen, dienen in de eerste plaats de invoerrechten

en m’onop’olies ‘genoemd. De raming ‘voor de begr’ootin’g

van het jaar 1928 kon weliswaar niet voor het einde

van ‘hot oude jaar beëindigd worden, zoodat men zich

‘twee maanden lang met een voorloopige ‘begrooting te-
vreden ‘moest stellen. Do ‘voorl’oop’ige ‘begrooting, die

echter spoedig wet zal worden, toont voor de loopende

periode een ‘overschot van rond 36 millioen Sch., dat
evenwel ‘gedeeltelijk voor een aflossing van ‘de kapi-

taalsu’i’tgaven, die -totaal 190 ‘millioen Sch. bedragen,

gebruikt moet worden. Om ‘deze kapitaatsuitgaven
gedurende een reeks van jaren ‘te kunnen dek-

ken, is Oosten.i’ij;k overgegaan -tot het uitschrijven

van nén leen’ing. De toestemming van. de con-

trôle-commissie ‘van ‘de garantiestaten der Volken-
bon’ds.leening is reeds verkreen; ook hebben de mees-

te Staten, die naar aan leiding van ‘de Volkenbon’ds-
leening hun aanspraken op herstelbetalin’g gedurende

wintig jaar hebben uitgesteld, hun goedkeuring reeds

verleend. In v’ei’band met deze leening ‘zou’ ook de
vraag ‘van ‘de z.g. ,,Reliefcredieten” – ‘dat zijn die

credieten, welke ‘Oostenrijk in ‘de eerste na-oorlogs’ja-
ren ‘tijdens den grooten le’vensmi’ddelennood in natura

van eeni’ge Staten ontvangen ‘heeft – besproken wor-
‘dien. In vetband met de zeer ‘gunstige ontvangst, die,

op het eind van het ‘afgeloopen jaar, de leening van
$ 30 millioen van de stad Wee’nen, ‘de $ 5 mi’llioen

leening van Boven-Oostenrijk, de $ 3 milli’oen l’eenin’g
van ‘d’e Tiroolsche warterkrachtfabrieken en een l’eening
van 15 m’iliioen Schilling van de Do’nau-Dampfsc’hif-
fahrtsgesellschaft ‘gevonden ‘heeft, is op een uitgifte

vdn de sbaaileening tegen betrekkelijk gunstige voor-

vaa,rden nog v66r dan zomer ‘te rekenen. Mede beslis-
send voor cle plaaitsin’gsm’ogelj’kheid van ‘deze leening
ken ook het feit zi,j, ‘dat ‘de verschillende branches ‘van

de vroegere Oostenrijk’sch’e V’olkenbon’dsleening ‘tegen-
woordig’ overal aanzienlijk boven pari staan en een
gunstig netto-rendement waarborgen. Hoewel het no-
minale bedrag ‘van cle nieuw ‘op te nemen leening nog

‘niet ‘vast staat, kan men nu wel reeds zeggen, dat het
om •een bedrag van ongeveer $ 100 millioen zdl gaan.
Ook op ander gebied zijn gunstige cijfers te ver-
melden. De toestand van de industrie is over ‘het ge-
heel iets beter ‘dan het vorige jaar. Enkele handels-
verdragen ‘hebben zekere verlichting in vergelijking
met het vorige jaar gebracht, ‘de exp&t naar enkele
staten is belangrijk toegenohien. De handelsbalans als
geheel is echter nog steeds zeer ‘passief. I’n vergelij-
king met het vorige jaar toont deze ‘de volgende

cijfers:
Jan.JDec.
1926
Jan./Dec.
1927
Invoer Uitvoer Invoer
Uitvoer

in millioenen Schillings

Levende dieren……..
272,6

22,4 269,3
31,2

‘Voedings- es’ genotm
777,9
32,5
787,3
35,2

Aardolie

…………
205,2


224,9

Andere grondstoffen
en haiffabricaten ….
557,6 381,4 855,7 452
3
6

Eindproducten……..
952,7 1.266,8
1.101,9
1.457,9
Edele met.,
ook
gemunt.
78,6
‘41,8


102,1
61,7

2.844,6 ‘ 1.744,9 ‘3.141,2 2.038,6

Het pass’ief van 19.27 bedroeg 1.102,6 millioen Sc’h.
tegenover 1.099,7 millioen Sch. het vorige jaar. De in-
voer is echter, in vergelijking met het vorige jaa,

met ongeveer 10,4 ‘pOt., de uitvoer met ongeveer 16
;
8

pOt. toegenomen.
Tot ‘de uitvoerl’anden. ‘bekoort in ‘de eerste plaats –
Dui’tschlan’d, wokrheen voor 370 millioen ‘Sc’h. uitge-
voerd werd; dan volgen op .gr’ootere ‘afstanden Tsje-
cho-Slowakij’e met 238,3 millioen Sch.,
Hongarije
‘met
197,1 miljoen Sch. en Italië met 157,9 ‘milli’oen Sch.
Onder de invoerla’nden neemt T’sjecho-Slowakije de

21 Maart 1928

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

255

eerste plaats in et
557,2
millioen Sch., gevolgd door

Du.itschland met 522,7 millioen Sch., Hongarije
mei

293.4 millioen Seh. en Polen niet 269,3 millioen Sch.

In het bijzonder is uit deze cijfers de steeds toene-
mende beteekenis van Duitschland voor Oostenrijk
te zien, die daarin tot uitdrukking komt, dat, in, ver-

gelijking met het vorige jaar, de uitvoer naar Duitsch-

land met 168 millioen Sch., de invoer uit Duitsch-

land met 50 millioen Sch. gestegen is.

Hiertegenover staat, dat enkele posten van de be-
talingshaians aainzienlijk verbeterd zijn. Dit geldt in

de eerste plaats voor het vreemdelingen verkeer, dat alleen voor Weenen met ongeveer 10 pOt. in verge-

lijking met het vorige jaar gestegen is. Volgens schat-
tingen van bekwame vakmenschen zou het ‘bedrag, dat

de stad Weenen in het afgeloopen jaar uit het vreem-delingenverkeer to’egevloeid is, 130 tot 140 millioen
Sch. heloopen, waarbij nog ongeveer hetzelfde bedrag

voor liet oyerige deel van Oostenrijk komt.
Op het gebied van de agrarische productie werden

groote en belangriko vorderingen gemaakt. Door in

teusiveering van den landbouw, door toenemend ge-
bruik van goede zaden en kunstmeststoffen,, is het

gelukt de opbrengst van de trweproductie in verge-
lijking met het vori
g
e jaar niet meer dan 10 pOt. te

vermeerderen. De productie van aardappelen heeft
sedert jaren haar guristigsten stand bereikt, evenals
o productie van maïs. De productie van suikerbieten
heeft, zoowel relatief als absoluut, aedert vele jaren
haa.r hoogste punt bereikt, overschrijdt de voor-oor-
logsche’productie reeds aanzienlijk en dekt meer dan
van cle binnenlandsche suikerhehoefte. De veeteelt
heeft eveneens een belangrij’kon vooruitgang getoond;
zij heeft, ‘vat hot aantal stuks vee betreft, reeds het
voor-oorlogsehe peil overschreden en woedt door cre-
dieten voor veemesteiijen en voor de oprichting van
melkerijen belangrijk ondersteund. Als gunstig feit is
verder ‘de sterkere positie van de Oostenrijksehe Na-
Lionalbank te vormel:len. Zij heeft haar bezit aan bui-
Lenlandsche wissels zeer aanzienlijk uitgebreid. Ter-
wijl hot totaalbecliag der dekking op 7 Februari 1927
661,5 millioen Sub. bedroeg, heeft zij dit bedrag
tot 31 Januari 1928 tot 685,7 milli’oen Sch. verhoogd.
De wisselportefeuille is in dezelfde periode van 57,8
millioen Seh. tt 104,8 millioen Sch. gestegen. De
schuld van het Rijk is van 176,4 millioen Sch. tot
173,1 millioen Seh. teruggeloopen. De stabiliteit van
‘de Schilling bleef, evenals het jaar tevoren, verzekerd.
1)0 stortinge.n bij ‘de belangrijkste sp’aarinsiellingen
van Oostenrijk zijn in vergelijking met het vorige jaar
van 937,4 millioen Sch. in Januari 1927 tot 1.153,9
millioen. Seli in Januari 1928, dus met 23,1 pOt.,

ges tegen.
Tot ‘de ongu’nstige factoren behoort in de eerste
plaats de toenemende werkloosheid. Het aantal werk-

loozen is van 205.000 op het eind van 1926 tot 207.000
op het eind van 1927 gestegen. Daarbij komen nog
ongeveer 20.000 personen, clie niet meer onder de

werklooshei’dsverzeke’ring vallen, maar in den vorm
va ii een ouderdom s ren te ondersteuning verkrijgen, zoodat men van een werklooshei’dss’tij’ging van ruim
1.0 pOt. iii vergelijking met het jaar tevoren, kanspre-
ken. Ook de beurs toont een weinig bevredigende ont-
wikkeling. Hoewel een
vergelijking
met 1926 niet
zeer gemakkelijk is, daar de basis van het ‘beursindex-
cijfer in den loop van 1927 veranderd werd, kan men
toch in ieder geval een vergelijking met Januari 1927
maken, waaruit blijkt, dat van. midden Januari 1927
tot. Februari 1928 een daling van 1466 tot 1405
punten ingetreden is. De omzetten zijn weliswaar in
(le laatste maanden, zoowel wat het aantal als het be-
rirag betreft, iets gestegen, maar van een ingrijpende
verbetering op de beurs kan men nog niet spreken.
hoewel zonder twijfel de tegenwoor’dige Icoersen niet
in verhouding staan tot de kapitaalpositie van de
verschillende onderneminen, schijnen zij niettemin
gerechtvaardigd door het in ve’ihouding zeer lage
rendement, hetwel k volgen’s een ruwe berekening

ongeveer 0,78 voor .de veizekeiingsm’aatschappijen,
5,32′ voor de banken, 4,41 voor de transportonderne-

mingen, 4,71 voor de brouweiijen, 3,39 voor de me-
t,aalindu’st:rieën, 4,75 voor de eleetriciteitsbedrijven,
2,61 voor ‘de machine-industrieën, 4,75 voor de mijn-

houwmnatsehappijen. 3,84 voor de papierindustrieën
en 4,03 voor de textielindustrieën bedraagt.

Het aantal faillissementen en accooiden is, in

vergelijking met ‘het vorige jaar, nauwelijks veran-
‘(lerd. Het in’dexcijfer van de kosten van l’evensonder-
houd en van den kleinhandel is iets gestegen.

* *
*

Tat
Hongarije betreft, blijkt uit de officieele sta-
tistiek, dat de Hon’gaarsche Nationalbank zich ver-der gunstig ontwikkeld heeft. Haar metaalvoorraad
toont, wanneer wij dien op 15 Januari 1928 vergelij-
ken met denzelMèn datum van het vorige jaar, den

volgenden vooruitgang:

15
Januari
1927 15
Januari
1928
Metaalreserve:

in duizenden Pengö

Goud ……….
168.830,—.

196.866,—
Deviezen

101.760,—

98.410,—
Zilver

778,—

791,-
Pasmunt

3.153,—

6.703,-

274.521,—

302.770,-

l)e ooderst’aau’de’cijfers geven de belangrijkste pos-ten van ‘de actiedhij’cic der balans op 15 Januari 1928,
vergeleken met 15 Januari 1021:

15
Jan.
1927 15
Jan.
1928
in millioen £ at.

st.
= 27.825
Pengö.
Baokbiljettenomloop

14.2

14.9
Direct opeischbare schulden.

9.7

11.6
Disconto’s en voorschotten
.

6.8

10.5
Metaalreserve …………..
9.9

11.0

De Pengö is gedurende deren
tijd
stabiel gebleven.
I)e stortingen bij ‘de spaarbanken zijn aanzienlijk
toegenomen. Bij de ‘dertien
belangrijkste
banken. in
13ndapest zijn deze sto,rtingen ‘van Dec. 1926 tot Dec.
1927 van 734,1 mihlioen Pengö tot 1,047 millioen Pen-
gö gestegen, wat een vermeerdering van meer dan
56 pOt. met cle v’ooroorl’ogsche stoi-tingen bedraagt.
Het ilongaarsche budget is in evenwicht en toont een
aan mericolijik overschot boven ‘de raming. Zoowel de
inkomsten als de uitgaven zijn de laatste jaren aan-
zienlijk gestegen. T

Int onderstaande overzicht geeft
een vergelijking van Dec. 1026 mei Dec. 1927:

December
1926
December
1927
Schatting

in duizenden Pengö
Netto-uitgaven

45.218,—

49.819,-
Netto-inkomsten

48.454,—

52.541,-
Overschot
…………
+
8.236,—

-f-
2.722,-
Bruto.uitgaven

61.812,—

73.455,_….
,Bruto.iukomsten

65.048,—

76.177,-

Daar voor Dec. 1927 nog geen afsluitingsrekening
aanwezig is, moeten de werkelijke inkomsten van No-vember 1926 met ‘die van November 1927 vergeleken
worden.
November
1926 November
1927
in duizenden Pengö
Bruto-inkomsten

107.800,—

97.900,-
Meerdere opbrengst dan de schatting bedroeg:
Inkomsten …………
+
30:482,—

+
13.830,-
Totaal.overschot ……
+ 40.314,—

+ 12.688,-

Aan den anderen kant lijdt het geen twijfel, ‘dat er
in het economisch leven van
Hongarije
evenals in
dat van Oostenrijk nog steeds nioe’ilijkheden bestaan.
Volgens een officieel bericht bedroeg de buitenland-
sehe handel van ‘Oostenrj’lc in d’e eerste ‘elf maanden
van 1,927 ongeveer 1.780 millioen Pengö en zal aan
het einde van het jaar ongetwijfeld een record s’an
1.940 tot 1.960 millioen P’engö bereiken. Op het ‘eind
van October was het totale handeisvolumen 1.439 mil-
heen Pengö, d.w.z. 146 millioen of 10 pOt. ho’oger
‘dan het totale handelsvolumen in dezelfde periode
van het vorige jaar. Van ‘dit standpunt beschouwd zou

256

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

2
1 Maart 1928

men de toeiennde stijging slehts gunstig kunnen

beoordeelen, ware het niet, dat deze stijging plaats

vond bij een stijging van den invoer en een daling
v’an deiï uitvoer. Da invoer bedroeg einde November
1.0:51 millioen Pen’gö tegen een totalen invoer van

952 millioen in 1926 en 841 milliben Pengö in de

eerste elf maanden van dt jaar.; Tot dusverre blijkt

de ‘invôr dus met niet minder da
n
.24 pOt. gestegen

te zijn, terwijl, de uitvoer intussehen van 781 mii-
heen ,Fenö in deeerste elf maanden van 1926 tot

719,6 milliôeh in dezelfde periode van het ‘afgeloopen

jaar gedaald is. Hongarije, dat al’s agiarisch land, wat

de levensmiddelenvoorziening betreft, bijna onafhan-

kelijk is, ja’.zelfs nog een zekeren uitvoer aantoonen
kan, lijdt dus evhe?ns aan een zeer ongunstige han-

d’elsbalans. Ook het aaptal. insolventies is volgens

de officieeIe’ otatitik, althans at het maandgemid-
delde betreft, iets gestegen. De beurs te Budapest

heeft echter, in t.
egen
stelljng met Oostenrijk, een noe-

menswaardige opleving getoond. Het beursindexeijfer

is van 210 in 1927 tot 240 in 1928 gestegen, hoewel

de omzetcijfers zeer belangrijk gedaald zijn. Hon-
garije is evenmin als Oostenrijk alle moeilijkheden te

boven, al kan men met voldoening constateeren, dat
de stabiliteit van het geidwezen ‘volledig is verzekerd

en een algemeen evenwicht in de staathuishouding

aanwezig is.

AANTEEKENINGEN.

Het Jaarverslag van de Duitsche Rijksbank.

Aan het verslag van de Duitsche Rijksbank, dat

elk jaar een overzicht geeft van de financieele ge-

beurtenissen uit het Duitshe Rijk, ontieenen wij het

volgende.

De verbetering van den algemeenen economischen
toestand, die reeds in de tweede helft van 1926 be-

gönnen was, zette zich ook in het eeste halfjaar
van 1927 voort om in de laatsté helft van dat jaar

tot stilstand te komen. – Ondânks de toenemende
rationalisatie van ds industrie nam het aantal te

werk gestelde arbeiders toe. Echter is deze gunstige toestand niet verzekerd, zoolang het buitenland nog

allerlei moeilijkheden in den weg legt. Om de herstel-
verplichtingen te kunnen voldoen, behoort het buiten-
land in meerdere mate als afnemer van 1)uitschland’s

prod’ucten op te treden.
De gunstige conjunctuur beïnvloedde eveneens de
geidmarkt. Begin’ Januari 1927 werd het disconto
van 6 tot 5 pOt. verlaagd. mde tweede helft van
Februari steeg echter de rente op de open markt
ten gevolge van het gröote beroep, dat de openbare
instellingen en bovenal he’t Rijk op de geidmarkt deden,
terwijl voorts de beursspeculaties, die alle o,p crediet-
‘basis plaatsvonden, een zoodanigen omvang aan-
namen, dat de Rijksbank in Juni haar disconto weer
tot 6 pCt. térug bracht,,ter.wijl het 4October ,opnieuw

met1.p0t..tot 7 pOt verhoogd-werd.
De geldrenteû op ‘de open ‘markt hebben het afge-

loopen jaar. eën’ analoge ontwikkeling getoond al
het disconto. De rente ‘voor maandgeld is sinds eind
Februar.i van het vorige ‘jaar gestegen en dezelfde
tendens gaf .de rente ‘voof daggeld te zien, hoèwel
hier de schomelingeû iiit.den aard derzaak grooter
waren. Het particulier disconto volgde het officieele
disconto opden voet:De omvang van de zaken, welké

op deze markt, afgésloten wordén, is, hoewel vooruit-

gaande, nog steeds gering. ‘ –
De binnenlandsche w.isselporteféuille, welke in 1926

gemiddeld R. M. 863 millioenbedroeg, steeg het
afgeloopen jaar voortduend en bereikte eind’ 1927
zelfs een bedrag van .bijna R. M. ‘3 iiilliard. Het
grootste deel’ van deze wissels kvam van, den kant
der banken, hoewel. da overige discontanten (ban del,
landbouw industrie enz) ook in toenemende mate hun
wissels bij de Rijksbank onderbiachten, ‘echter., in

beteekenis bij. de eersteachterblev,eia.

Het jaarverslag wijst er op, dat jeld’ op ‘korten

terniijii in de meeste gevallen slechts
0T
. centrale

geidmarkten rentegeven’d i uit te zetten, zoodat zelfs

plaatsen als Frankfurt en Hamburg nauwe verbin-

dingen met de Berljnsche geldmarkt moeten onder-

houden. Slechts een centrale geldmarkt kan haar be-

schikbare gelden naar alle deelen van, het Rijk

uitleenen, hetgeen zeer bevorderd wordt door het

telegraphische giroverkeer. Deze centralisatie heeft

het groote voordeel, ,dat alle deelen hun overtollige

gelden terstond ter beschikking van de geidmarkt

kunnen stellen,
terwijl
omgekeerd elk dael onmid-

dellijk een beroep op ‘die geldmarkt kan doen.
De goud- en deviezenpolitiek van de Rijksbank

stond ook in 1927 sterk onder invloed van de buiten-

landsche leeningen. Tot Juni 1927 bewogen de dollar-

en pondenkoers zich
nabij
het uitvoerpu’nt van goud,

wat toe, te
schrijven
was aan een
tijdelijke
afnèming

van het aantal buitenlandsche leeningen en aan de
passiviteit van de Duitsche handelsbalans. Dit laatste

blijft voor Duitschiand nog steeds een belangrijk

economisch probleem. mn de tweede helft van dat
jaar daalden echter de buitenlandsche wisselkoersen

in verband met den grooten stroom van buitenlandsche

leeningen zoo sterk, dat toen
bijna
het invoerpunt

van goud bereikt werd, en daar men rekening moest
houden met de
mogelijkheid,
dat de buitenlandsche

credieten in goud naar Dui’tschland geremitteerd

zouden worden, besloot de Rijksbank niet meer dan

den wettelijken aankoopsprjs van goud (= R.M. 2784)

te betalen.

De hoeveelheid betalingsmiddelen is het afgeloopen
jaar sterk toegenomen, doch het verslag
wijst
er

nadrukkelijk op
i
dat dit geen inflatie beteekent. Het

totaal bedrag aan betalingsmiddelen hangt geheel af
van de intensiteit van het bedrijfsleven. Om dit be-
drag vast te stellen, is niet noodig, dat men de
‘wettelijke dekkingsvoorschriften in acht neemt. Als

richtsnoer kan alleen de conjunctuur dienen. In

tijden van groote opleving behoort dit bedrag grooter

te
zijn
dan in r’ustige perioden. In verband met de

gunstige conjunctuur in het afgeloopen jaar behoeft
deze
stijging
dan ook geen onrust te wekken.

Toen echter uit een vergelijking met andere landen,
die den gouden standaard hebben, bleek, dat het

Duitsche
prijsniveau
een
stijgende tendens vertoonde

en boven het Engelsche en Arnerikaansche niveau stond, werd de hoeveelheid betalingsmiddelen niet
verder uitgebreid, hetgeen in den herfst van 1927 tot
disconto-verhooging leidde.

De markt voor lang crediet heeft sedert Februari 1927
een toenemende spanning getoond. De binnenlandsche
spaargelden waren niet voldoende om de groote be-

hoefte aan lang crediet te dekken, hoewel de emissie-
cijfers aantoonen, dat vooral in de eerste helft van
1927 de binnenlandsche kapitaalmarkt zich gunstig
ontwikkeld heeft. De rente blijft echter nog steeds
hoog; pandbrieven beneden 8 pOt. waren zeer moeilijk
te ‘plaatsen. Een van de grootste oorzaken van dezen
hoogen rentevoet zijn de groote eischen, die de herstel-
betalingen opleggen en waardoor het Duits’che volk

niet in staat is om door sparen tot een voldoende

kapitaalvorming te, komen.

Rubber.


Wij ontleenen ‘aan het zoojuist verschenen, jaar-
– overzicht (Rubber, faets, figurés, forecasts, 1927/’28)
van de firma’ Hymans, Kraay eii Co., Rubbarmake-

laars te Londen, het volgende: –
9 Februari jU, toen ‘de Eerste Minister ‘van,En:geian’d
het Committee of Civil Research verzocht het rgeheele
vréagstuk der ‘beperking aan een nader oiïderzoek te
onderwerpen, -was de toestand met betrekking tot de

rCstrictie als volgt: ;
De stan’daardproductie werd zoowel te Malakka: als
te ‘Ceylon ver boven’de vèrw’achtingeh ‘opgevoerd. Of-
schoon de gem’i’d’dël’d’e, ‘tegen m’i-uium-rehtéu :toege-
staiie’nitvoer -verminderde ‘van ’96Yi’ p”Ct. tot 6734 pOt.,

daalde ‘de totale uitvoer van rubber ‘slechts van 338.008

1
21 Maart 1928

ECONOMISCH STATISTISCHE BERICHTEN

– 257

ton in
1025126

tot 301.122 ton in 1926127, m.a.w. ter-

wijl -de voor den uitvoer toegestane quote met 28%
püt. werd verminderd, ‘daad-de ‘de werkelijke uitvoer
slecht-s met -ongeveer 10 pOt., of – -anders gezegd –

-gedurende het jaar 1926/27

was -de export ,-van Ma-

lakka en Ceylon 86Y pOt. van de standaardproductie
van het voorafgaande jaar. Een ‘dergelijk resultaat is

slechts mogelijk, wanneer men aanneemt dat eenerzijis

de standaardproductie te hoog is geschat en anderzijds
Je geaccurnuleerde uitvoervergunningen abn-ormaal

groot
zijn
geweest. Voor het loopen-de restrictiejaar,

October 1927fN-ovember 1928, werden dan ook de vol-

gende bepalingen gemaakt: –
le. zal een strenger toezicht worden uitgeoefend

op den smok-kelhan-del;
– 2e. zal een conserv-atievere -tap-methode worden inge-
voerd, waardoor de hooge schatting van de standaard-

productie gedurende het voorafgaande jaar gecom-

penseerd zal worden;
3e. door de geldigheid der exportvergunningen te

beperken tot het kwartaal, waarin zij werden uitge-

reikt, -met deze toevoeging, dat ongebruikte vergun-ningen ook het volgend kwartaal geldig blijven, niits

eerst het volledig toegestane quantum gedurende dat

kwartaal is uitgevoerd.
In Nederlandsch-In-dië bedroeg de opbrengst ‘van
plantagerubber in 1926 334 Engelsche ponden per

acre, een uiterst bescheiden cijfer, wanneer men het
vergelijkt met het -aanvankelijk door de Engelsche re-
geering aangenomen maximum van 500 En.gelsche
pond-en per acre voor de standardproduetie, welk

maximum dan ook later weer werd verwolTen.
De uitbreiding van plantagerubber in Nederlan-dsch-
Indië bedroeg gedurende de jaren 1910 tot 1922 ge-

mid-del.d 38.000 acre per jaar. Sinds de invoering van
de restrictie, d.wz. gedurende de jaren 1923 to.t 1926,
bedroeg de vermeerdering gemiddeld 44.752 acre per
jaar. Men kan derhalve niet zéggen, dat ‘de En-gelsche
beperking tot een groote uitbreiding van den Neder-

lan.dsehen. -aanplant heeft geleid, te minder, wanneer
men -in overweging neemt, dat het areaal, dat reeds
vroeger was beplant en gedurende de jaren- 1923 tot
1926 verwaarloosd werd, zeer aanzienlijk is.
Wat -de- -bevolkin’gsrubber in Nederla-u-dsch-Oost-
Indië betreft, wijst de genoemde firma erop, dat in
1921 tengevolge van -den lagen, rubberprjs weinig of

niets werd bijgeplant. De betere prijzen geditren’de
1922 tot 1924 hadden slechts een geringe uitbrei-ding
van het heplan-t-e jaarlij-ksche areaal tengevolge. Eerst
van 1925 tot 1027 werd de aa-nplanting aanzienlijk
uitgebreid en volgens de boven-genoemde firma zou

men de
potentieele
opbrengst van het areaal, ‘dat in
de jaren 1922 -tot 1032 tapbaar zal zijn, op ongeveer
170.000 -tot 200.000 -ton droge rubber mogen schatten.
Op een wereldproductie van ruw 600.000 ton -zou dit

derhalve een vermeerdering van ongeveer 10 pOt.
per jaar beteekenen. Men dient echter te bedenken, dat
een gedeelte van ‘den ouden aanplant inmiddels ‘door
overtapping en verwaarloet-in-g zijn productiviteit zal
hebben verloren, doch -boven-al, dat de
feitelijke

productie der bevolkingsrubber sterk afhankelijk is

van

-den
prijs
van het product, aangezien de noodza-

keli,jke arbei-dskrahten slecht’s’ ‘dan emplooi zullen zoe-
ken in de rubbercultuur, wanneer de opbrengst in
verhu-ding -tot de andere plaatselijkecultures of-niijn-

bedrijven -lonnend is.

-‘


Di-t nemt-intussc-hen niet weg, -da-t het’ perèentage
van -den uitroer van bevolkingsrubbér ten opzich te yen

den totalen uitvoer

van droge rubber iteeds -stijgende
is en van -39% -pOt: in 1026 -tot 43 pCt. in 1027 toe-nam. Terwijl de totale -dro-ge productie Van 1026 op
.1927 met 11 pOt. ‘vermeerderde, steeg -de pro±uctie. der
plantagerubber met 4 pOt., -de bevolkingsrubber daar-

entgen ‘met 20 pOt.

— –

– –


De productie -der andere -Oostèrsche. laii-de -isin
verhouding –tot –de wereldproduètie betrekkelijk ge-

ring,- r,uim 8 pOt., ‘en steeg van 1026 tot 1027: met

18% pOt

De productie ‘der wil4e rubber -yront de laatste

jaren slechts g’eringe wijziging’dû. –
In totaal bedroeg de’ werel-dproductie in 1027

.610.966 ton droge riibber. Hiervan -kopen 320.54 ton
– v-ôor rekening van -de Britsehe gebieden, die onder het
beperkingsstelsel vallen; – Nederlansch-Indië leverde

232.391 ton, waarvan, 132.299 -t-ôn plantagerubber en

100.092 ton bevolki’ngsrubber. (Volgens meergenoem-
de ‘firma zou-den dé werkelijke cijfers van N. O.-I.

iets lager zijn, ‘doordat het percentage, -dat ‘de regee-• ring aanneem-t voor verlies aan -gewicht van, bevol-
kingsrubber, te hoog zou zijn).
Tegenover de 1genoemde productie van 610.066 ton,

stond een consumptie van 581.500 t-on, z-oodat een sur-

plu-s van 20.466 -t-on blijft. De voorra-den in Engeland
– en d-e Vereenigde Staten gaven een -vermeerdering te
zien va

n 42.587 t-on het verschil tussc’hen beide cij-

fers.is toe te schrijven aan, -een vermindering van het
quantum varen-de

rubber -aan het -einde van 1027 in

-vergelijking met het einde van het voorafgaande jaar.
Voor 1928 schat -de schrijver de t-o-tale productie op
– 570.000 tc’n. Daarbij gaat hij uit van de veronderstel-
– ling, ‘dat ‘de restrictie van 60 pC-t. der -stah-da’a-rdpro-
– -ductie gehandhaafd blijft, dat de productie van Ne-
derla-n-dsch-In-dië met 7 pOt. en -de overige productie

gemiddeld met 5 pOt. toeneemt. Tegenover -deze pro–ductie zou een consumptie van 625.000 ton staan. De’
voorraden -zou-den -derhalve met 55.000 ton verminde-
ren. Bij–de schatting -der t-oekomstige consumptie
gaan de schrijvers van de veronderstelling uit, dat de
V-ereenigde Staten in 1928 393.000 t-en nullen gebrui-
– ken tegéh 371.000 ton in 1927, een vooruitgang, die


i-n h-oofdzaak gebaseerd is -op de verwachtingen in -de
– automobielindustrie. De tbeneming van -de consump-
tie van alle an-dere landen te ‘zainen wordt op onge-
– v-eer 24.000 to’n geschat.
Indien echter de res-trictie zou worden -opgeheven,
– zou -de productie inatuurlijk belangrj-k
stijgen.
Nauw-
keurige
cijfers
zijn hiei uiteraa-r-d niet te -geven, -doch
de schrijvers meen-en te mogeû aannemen, -dat -de we-rel’dproiuctie ‘in ‘dat -geval niet 570.000, -doch 658.000
to’n zal bedragen. Tegenover een consumptie van
625.000 ton zou -dit een surplus van 33.000 ton ople-
veren, welke slechts afzet z-ou kunnen vinden -door
– een daling in de prijzen. Dit zou ten gevolge hebben,
dat eenerzij-da de vraag naar ,,reclaimed” rubber ver-
min-derde en -anderzijds -de productie vaii wil-de rub-
ber en van bevolkin-garubber afnam.
Na -in het -kort nog te hebben gewezen op de toe-
komstmogelijkheden van syntheti-sche rubber en na
d-e houding van Nederland ten opzichte van een poli-
tiek va-n beperking te -hebben besproken, eindigen de ..schrj vers met het volgen-de voorstel:
,,Indien -de Engelsche regeering mocht besluiten
het thans voor Malakka -en Ceylon geldende uitvoer-
– res-trict-iestelsel op te heffen, zou-den alle producen-
ten weer op gelijke wijze tegenover het probleem van
– een -overproduct-ie komen te staan.
Men heeft -de Nederla’n-dsc-he ondernemingen van
overtapping beschuldigd. Wij hebben echter aange-
toond, ‘da-t de gemiddelde productie per acre in Ne-
derlandsch Oost-Indië in 1026 slechts 334 Engelche
,pon-d-en bedroeg, t-erwijl’voor 1925 de voor het restric-
tieschema,gel-den-de maximu-mproductie op 400 Engel-
sche pon-den per acre was vastgesteld, een maximum,
– dat in 1026 tot 500 Engelsche ‘pondn
-e werd verhoégd
– ‘en in 1027 ten slotte geheel werd afgeschaft. –
— V-oor het loopen-de jaar hebben ‘de autoriteiten-in-
gezen, -dat zij -door hu:n te ruime toewijzingen een
fout hebben begaan. Dient-engevolge hebben zij een

con-scrva-tievei tapsysteem ingevoerd en- de schaal van
de minim-umprodiJctie per acre herzien. Volgens de
nieuwe schaal mag men 180 Engelsche ponden per
acre per jaar tappen van zes jaar oude boom-en, ter-
wijl in Neierlan’d-sch-In-dië op -de plantage -de boomen
over het algemeen niet voor het z-evnde jaar getapt

worden. – – –
Op grond ‘van de voorafgaande – vergelijking t-us-

258

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

21 Maart 1928

schen de Engelsche en de Neder1andshe productie,

meenen ‘vij te mogen aannemen, dat een interna-

tionale overeenkomst, gebaseerd op een conservatief
tap’systeem, dat zoowel ‘door de Engel’sche als door ‘de
Nêderlandsche planter’s zou worden aangenomen, de

moeilijkheid van een overprod’uctie ‘grootendeels uit

den weg zou ruimen. –
Noch de consument, noch cle producent kan be

zwaar hebben tegen een regeling, ‘d’ie den bast en het

leven ‘der r-ulYber’boomen ten goede komt.. Alle produ-
centen, die restrictie hebben toegepast of ‘op conser-

vatieve wijze hebben ‘getapt, ôf h’un gronden en plant-

materiaal met grooter zorg hebben uitgezocht dan hun buren, zouden ‘terecht de voordeelen ‘daarvan.

trèkken.
Toezicht zou kunnen worden uitgeoefend ‘door in-

sp acteurs, benoemd hetzij van Regeerin gswe’ge, het-

zij door erkende pla.nters’vereeniigingen. Overtrd’i-ngen

zouden spoedig aan ‘het licht ‘komen, aangezien de

boomen zichtbare teekenen van een inbreuk op ‘de
overeenkomst zouden dragen.
Wel -zou

de be’volkingsrubber in Nederlan-dach-
Indië, in het bijzonder in de niet -onider toezicht staan-

de streken in het binnen-land, “moeilijk-heden opleve-
ren, ‘doch ‘deze zouden niet onoverkomelijk behoeven te zijn.”

Ten slotte laten wij hieronder een overzicht volgen
van het p-nj.verloop en ‘den rubbervoorraad ‘te Londen

sinds 1922, ontleend aan• de maand-elij’ksche overzich-

‘ten van dle firma Wijnand en Zeppler te Amsterdam.
De prij:s ste1t voor het gemiddelde vlam den ‘hoogsten

en den laagsten koers van ‘de maand per Engelach pond

in shilling, ‘de rubbervoorraad is gegeven in tonnen,

telkens op den eersten Maandag
van
de maand.

1922
1923
1924 1925
1926 1927

.
1928
Januari
0/10
69.781
1/4
(
72.203 1/2l,
59.641
1/6%
29.203
3/2%
8.130
1/7%
48.948
1/7
1
/
8

63.208
‘Februari
0

1

8
7
1
87.250
115%
73.165
111%
57.598
1/55/
8

27:085
2/58/
8

9.941
117
1
1
8

55.740
114

65.969
Maart ……
0/81/
8

66.939
115
68.917
11-%
56.341
118
23.255
214
5
1
8

9.812
1/81/
8

59.945 61.978
April

……
0/85/
8

66.694
114
73.349
11-%
55.134
1/8
1
4
16.513
211%
13.750
117%
62.634
Mei

………
0/77/
8

68.600
1/2
1
/
9

57.003
0111
54.438
21451
8

11.719
1110%
18.950
1
/7
7
/8
167.034
‘Juni

…..
0/7%
70.636
‘1/2
1
/
53.627
0110
3
/
8

51.479
311%
5.691
11881
8
20.883
11611
8

67.105
Juli ……..
‘0/73e
71.771
1/21,
50.767
0/11
8
/
51.102
3
1
9
18
4.480
1/8%
25.063
.1/471
8
63.917 Augustus
0/7’/8
71.537
113
1
1
3

49.416
111%
51.829
3/6%
4.280
11711
8

27.766
115
1
1
8

63.626
September
0/7%
71.957
113%
46.658
1/2
49.596
.314%
5.031
1/831
8

30.764
1/4%
65.162
October

. . .
011011
8

71.011
1/2%
54.309
1/4%
43.238
3110
5.008
118%
36.065
114%
68.519
November
ljO%
68.204
1/2%
59.300
115%
36.990
412%
4.931
117%
42.142
116%
69.660
December

.
1/2
69:345
11211
8
60.010
116
7
1
8

33.617
41211
8
3.829
1/6%
44.394
1/7
5
/8
65.869

.BOEKAANKONDIGING.

Kort begrip van het Nieuwe Neder-

landsce’Zeerecht, door Mr. W. L. P. A.
Molengraaff.
Eerste stuk; uitg. de Erven

Bohn, 164 -blz.

Het is met groot genoegen, dat ik met enkele woor-
den cle aandacht wil vestigen op het nieuwe werkje

van ‘Prof. Molengraaff over het nieuwe zeerecht. Het
nieuwe werkje, want reeds tweemaien te voren heeft
de schrijver een publicatie over het nieuwe zeerecht
gegeven in den vorm van een supplement op zijn’Leid-.
‘draad voor en zijn Inleiding tot het Nederlandsche
Han’delsreht. Deze supplemen’ten vareu uit dan aard

gegoten in het kader van de werken, tot aanvulling
waarvan zij dienden; hier heeft hij een afzonderlijke
studie aan het onderwerp. ‘gewijd. Zooals de schrijver
in zijn voorberic.ht zegt, was zijn ‘hoofddoel een dui-
delijke uiteenzetting te geven van de beginselen, welke
het nieuwe zeereehtbeheerschen en welke in belang-
rijke nTate afwijken van die, waarop het ou-de zeerecht
ruistte. Zeker was niemand beter in staat die beginse-
t
len klaar uiteen te zetten, dan de vader van de wet,
die haar -heeft ontworpen en in de. Kamers heeft
verdedigd.
Op ‘duidelijke wijze is de schrijver daarin geslaagd
en voor cle kennis en ‘de ‘hanteerin’g van •de wet is
deze ,,authentieke” interpretatie van groot belang. Ook voor niet-juristen, die in ‘de artikelen der wat
‘spoedig het ‘spoor bij’ster zullen worden, schept het Kort -Begrip de mogelijkheid, zich op ‘niet al te be-
zwaarljke wijze van de hoofdlijnen van ‘het Zeerecht
een voorstelling te vormen,
terwijl
de voortdurende
vermelding der artikelen ‘hun ‘den misten’ weg in de
wet zal wijzen.
Naast deze -deugden heeft- het werk de onvermijde-
lijke bezwaren van zijn oorsprong. Als wer.k van den
schepper. van de wét, welke wordt behandeld, mist

het noodzakelijk -de critiek op en de vrije, beoor-de’e-
ling van -die wet. Maar dit is natuurlijk geen verwijt
aan den
schrijver,
daar, zooals gezegd, dit voortvloeit
uit den opzet. Men zal de andere commentaren dus
niet kunnen missen, maar daarnaast wordt ons ‘door –
dit boek geboden, wt wij-
bij
de hanteerin’g van de’.
meeste wet-ten niet beschikbaar hebben: een systema-
tische, heldere uiteenzetting van de baginselen-e’de
daarop steunende’bepalingen, ‘afkomit,i’g van ‘hem, die 1

op ‘deze beginselen de wet heeft opgetrokken. Mogen
wij eindigen met den wensch, dat het tweede stuk het
werk spoedig zal voltooien. Riusius.

ONTVANGEN

Economisch aspect. der vloeibare brandstoffen
door
Dr. Emile Vervier’s. Uitgeg. in opdr. v. h.
.inst. voor Univ.erseel-e Staatkunde. Oisterwij’k,
1921; ‘Centrale Uitgeverij ,,Oi-sterwij’k”.

Recueit des Traités et . des ‘J?ngagements interna-
tionaux – enreistrés par le ,S’ecrétairiat de la So-
ciété des Nôtions.
1926-27. Volume LVIII. Nos.
1,2,3&4.

‘MAANDCIJFERS.

GiRO-OMZET BIJ’ DE NEDE’RLANDSCHE’BANK.

Februari
1928

, Februari
1927

Posten
1

Bédrag. 11Posten
1

Bedrag

Voor
1
reke.
ninghouders
53.309 f3.626.228.000 50.032 (3.030.781.000

waarvan door
de H.bank
– plaatselijk

41.176 – ,,3.292:670.000 38.105 ,,2.735.649.000

Ter voldoe-


ning ‘van
‘Rijkbe1aat.
.1.187

9.143;000 1.454

8.882.000

GIRO-KANTOOR – DER GEMEENTE’ AMSTERDAM.

Februari
1928
11
Februari
1927 –

Giro’s
(eenzijdige ver- miilienen Aantal
k
illi
o
ene. Aantal
melding)
Girobetalingen laan
gemeenteinstellingen
f 10.5

25.733

f 110.9

19.698
(.4irobetalingen’ aan
,particûlieren ……

14.9

75.621

,,21.1

-79.838

Geldomzet.
Ontvangsten………….

5.1

7.146

,, 5.1

7.209
Betalingen………

.,,
6.7

.29979

,, ‘6.8

27.530
Part.rekeninghouders

,,18.9′ 32.160′ ,, 19.2′ 29.363′
Waarvan rekeningh.
welke gelden voor1
jaar
vast
‘hebben ,

gedepôneërd ……
.,,
93

3;598
2 .

9-

– 3.2071

1)
Gemiddeld saldo te goed.
2)
Einde der maand. –

21 Maart 1928

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

259

Directe
belastingen
1
690.952 3.609.477
3.370004

Personeele belasting
1.184.222
4.221.786 3.938.736

Inkomstenbelasting
8.529.508
17.755 906
17.645.832

Grondbelasting ……..

Vermogensbelasting
1.040.323
2.168.596
2.313.643

belasting ………
416.305
1.637.032
1.292.934

5.288.982
10.576.691
9.166.433

Dividend- en tantième-

369.115
732.144 639.906

Accijnzen.

Statistiekrecht ………..

179.096
360.217
408.233
818.587
1.701,432
1.508.124
Zout ………………

Wijn ………………
52.952 91.105 93.745

invoerrechten…………

3.446.614
6.460.151
6.884.967
922.581 1.843.230
1.515.451
Bier

………………..
4.197.857 8.812.597 7.590.582

Gedistilleerd ………..

Tabak ……………
1.877.852
3.909.846 3.299.859

Geslacht

…………….

Suiker

…………….

Belasting op gouden ën
82.265
160.808
152.506

Belasting op rijwielen..
1

29.261
1

459.7362
2.048.107
zilveren werken ……..

Indirecte belastingen.
5
2.087.030

..

4

4.675.951
5

5.171.356

Registratierechten….
2.117.193
3.801.815 3.405.231
3.191.852
6.386.267
9.561.455

Zegelrechten ………..

Domeinen, wegen en
330.300 528.689
466.262

Successierechten ……….

Btaat8loteriji

…………..
..
168.326
185.318
184.888

Jacht en visscherij
399
2.881
2.724

vaarten
………………..

Loodsgelden ………….
..
410.658
859.944
863.886



37.432.230 80.941.619
81.524.864

Mijnen ……………………

Totaal-Generaal..
1)

10
o/o
der werkelijke
opbrengst;
art. 39 der
Wegenbe-

lastiogwet.

2)
40
0
/0
der
werkelijke
opbrengst;
art. 39 der
Wegenbelastingwet.
3)
Hieronder
begrepen
f
457.636
wegens

zegelrecht van nota’s van
makelaars
en commissionnairs
in

effecten, enz. (Beursbel.).
4)
Id.
f
1.112.234
5)
Id.
fl.236.921.
HEFFINGEN VOOR HET LEENINGFONDS 1914.

Februari

januari

1928

1928

periode
1927

Verdedigingsbelast. la

318.223

62.795

697.927
Verdedigingsbelast. Ib 1.128.463

2.434.534

2.496.827

Verdedigingsbelast. II 2.259.762

4.708.162

4.261.866

Opoenten:
Grondbelasting ……..141.361

726.729

674.9.19

Personeele belasting

274.186

889.154

745.921

Inkomstenbelasting

198.382

413.313

4.161.522.
Vermogensbelasting

‘263.872

548.996

585.315
Dividend- en tantième

belasting . . . .

137.381

540.221

426.668

Accijns op Suiker ..

839.571

1.762.519

1.518.116,

Wijn

10.590

18.221

18.749.
Gedistilleerd … .

344.662

646.015

688.497k

Zegelrechtvan buiti. elf.

99.745

213.517

382.567

Totaal……6.016.198 13.564.176 16.658.894

HEFFINGEN VOOR HET WEGENFONDS.

Wegenbelasting ……….

2 3

271.766

566.580


Rijwielbelasting …….. 263.345
1
4.137.624.072.161

Totaal ………..535.111

4.704.204

90 o/
5
der werkelijke opbrengst; art. 39 der Wegenbel.wet. 60 o/ der werkelijke opbrengst; art. 39 der Wegenbel.wet.

SPLITSING VAN DE OPBRENGST DER GROND-, PERSO-
NEELE-, INKOMSTEN- EN VERMOGENSBELASTING SEDERT 1 JANUARI 1927.

Dienstjaren
Orond-
Personeele
1
Inkomsten-
1

Vermogens-
belasting
belasting belasting
belasting

1925126


178.256

1926127
14.633
171.750
1.303.158
13.932
1927128
3.474.629
4.039.470
16.274.492
1

2.154.665
‘1928129
120.215
10.566

Totalen
3.609.477 4.221.786
17.755.906 j
2.168.597

STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.

d

N.B. *** beteekent: Cijfers nog niet ontvangen.

GELDKOERSEN.

BANKDISCONTO’S.
(Disc. Wissels. 4113 Oct.’27
Zwits. Nat. Bk. 322
Oct.’25
5
13 Oct.’27
N.Bk.v.Denem. 5
23Jusii’27
tVrsch. in R.C. 6
13 Oct.’27
ZweedscheRbk 31
31 Dec.’27
‘Javasche Bank… . 4
14
Juli’26
Bank v.Noorw. 6
1Feb.’28 Bank van Engeland
4421Apr.’27
Bk. v. Tsjecho-
Duitsche Rijksbank 7
5 Oct.’27 slowakije . . 5
8Mrt. ’27
Bank v. Frankrijk. 319
Jan.’28
N.Bk.v.O’rijk. 6 27
Jan.’28
Belgische Nat. Bak.
16 Nov.’27 N. Bk. v. Hong. 6
25Aug.
1
26
Fed. Res.BankN.Y. 4
2Feb.’28
Bank v. Italië. 6 4
Mrt.’28
Bank van Spanje.. 5
23Mrt.’23
Z.-Afr.Res.bnk 51
9Jan.’28

OPEN MARKT.

1928

1927
ij
1926

1914

17 M t

12117

5110
27Febr.
1
14119

15120

2
01
24

‘ Maart Maart 3 Mrt. Maart Maart

Juli

.4m,terdam
Partic.disc. 3
7
(8_
16
(, 33J
4
151
35
3314_7j5 3
11
116

19
3
7
I1e-
5
18
23(
4
_15(
1
6 311$_31
o
6
Prolong.

3.31
4

331
4
_4

3)31
4
41(
4
331
4
_4

3113.314

2
3
14-3

2
1
14
3
/4
• Londen
Daggeld ..
3
1
Ie
1
I2

3114-5
31144112
34112

331
4
.5

3-5

1
3
14-2
– Partic. disc. 4
1
18_
311

4
1
1_
3
1

45132-1i
45/33_315
4
1
116-I8
41116-1/2 2114.3/4
Berlijn
Daggeld .. 6
1
1-8

51/
3
8

6
1
1,9

6-10

211
3
_511
3
46113


:,Partic.disC.
30.55 d.. .

611
4

6
5
18-
3
14

6
5
18-14

611
3
314

45/qJ18

5
56-90 d.. –

6
3
14

614-
3
14

618-14 611
3314

4
1
13

5

2
1
J-
1
J
Waren-
wecheel.

7

6
7
1-7

6
7
18-7

618-7

471_5 53146
1
12


New
York1)
Cali money 4113.314

412-14

41(
4
1(
3
, 41/4314
31124114
411
4
_11
3
13142
1
11
Partic. disc.

351

351
s

3
5
18

318

331
4

331
4

1) Cali money-koers van 16 Maarten daaraan voorafgaande weken tjm
Vrijdag.

WISSELKOERSEN.

KOERSEN IN NEDERLAND.

D
ata
New
Londen
Berlijn
Parijs
Brussel
Batavla
1

1

York

13 Mrt. 1928
2.483%
12.12k
39.42
9.78
34.65k
100

t
14

,,

1928 2.489/
12.12h
59.41
9.78 34.65
100

t
15

,,

1928
2.4881
38

12.12.
59.42
9.78
34.65
100
16

,,

1928
2.48
9
,
12.12k
59.43
9.78
:34.64

100
17

1928 12.125/
59.43
9.78 34.64
100
19

1928
2.483%
12.123%
59.421
9.77e
34.63k
100 Laagsted.w.1)
24881
8

12.123%
59.40 9.76
3 4.6 0
99
Hoogste d.wl)
2488%’
12
.123%
59.46 9.80
34.68
1003%
12 Mrt. 1928
2.483%
12.12h
59.41′
9.78 34.65
100
5

,,

1928
2.489/
12.123%
59.391
9.77e
34.64k;
100
Muntpariteit
2.48%
12.10%

59.26
48.-
34.59
1

100

Data
Zwit-
seran
Weenen
Praag
Boeka-
Milaan
Madrid
.
1J
rest’)
•)
8*,)

13 Mrt. 1928
47.85
35.-
7.37k
1.52
13.12
41.81
14

,,

1928
47.85
35.-
7.371
1.521
13.121
41.71
15.

,,

1928
47.85
35.023%
7.37k
1.52k
13.12
41.73
16

,,

1928
47.85
35.023%
7.371
1.52
13.12
41.89
17

,,

1928
47.86
35.05 7.37k
1.521


19

,,

1928
47.85
35.-
7.371
1.52k
1312k
41.80
Laagsted.w.l)
47.823%
34.9&
7.35 1.50
13.10
41.62
Eoogsted.w’)
47.88 35.25
7.40
1.55
13.16
42.051
12 Mrt. 1928
47.85
35.-
7.371
1.521
13.13
41.93
5

,,

1928
47.85
35.023%
7.371
1
1.521
i3.12
42.01
Muntpariteit
48.-.
35.-
5)
48.-
48.-
48._….

a a
D t
Stock- Kopen-
Oslo
Hel-
Buenos-
Mon-
holm
*.)
hagen,)
/
Aires’)

1
treal
1)

13 Mrt. 1928
66.70
66.60 66.20
6.26
1063%
2.483/
8

14

,,

1928
66.70 66.60
66.221
6.26
106/b
2.483%
15

,,

1928
66.70 68.60
66.221
r

6.26
1063%
2.483/
s

16

;,

1928
66.70 66.60
66.24
‘6.28
1063%
2.485/
17

,,

1928
66.70 66.60
66.35 6.26
106o/
2.48
5
/
19

1928
66.70
66.60 66.35
6.26
106’t
2.483%
Laagsted.w.
1
)
66.65
66.50
66.15
6.24
10631
8

2.4831,
Hoogste d.wl)
66.75
66.621
66.40
6.28
106%
2.4871
8

12 Mrt. 1928
66.70 66.60
66.221
6.26
1063%
2.4871
8

5

,,

1928
66.72k
66.60
66.22k
6.26
106o1
2.483%
lluntpariteit
66.67
66.67
66.67
6.261v
10571,
.2.48%

)
Noteering te Ameterdam.
8*)
Noteering te Rotterdam.
Particuliere opgave.
Wettelijk gestabiliseerd tusschen
7.534j

en
7.21
1
2.
In het eerste nummer van
iedere maand komt
een
overzicht
voor van een aantal niêt wekelijks opgenomen wisselkoersen.

OVERZICHT DER RIJKSMIDDELEN

(In Guldens)

Februari 1

Jnu-ri

koinstige
1928

1928

1
periode
1927

260

” ECONOMIS’CHSTATISTIScHE BERICITEN

21
Mïirt
1928

KOE11SENTE NEW YORK. (Cable)………..-

ata
Londen
($
per
£)
.

Parijs
(3
p. lOOfr.)
Berlijn
(3 p.
100
Mk.)
Amsterdam
(8 p. 100 gldj

13 Maart

1928
4,871
8

2,93%
23,90%
40,2’3%
14

1928
4,87
27
/
32

3,938,
23,90%
40,23%
15

1928
4,87i
3,93sj,
23,9119
40,23%
16

,,

1928
-t,87
,
51,
ii

3,9331
9

23,90%
40,23%..
17

1928
4,87
15
118
3,03/2
23,90%
40.24
19

1928
4,>’83j,
‘3,935
23,91k
40,26%
21 Maart

19271
4,859
16

3,91%
23,72%
40,01%
1untpariteit..
1
4,8667
19,30
23,81%
4031
11

l

KOERSEN TE LONDEN.

Plaatsen en
Landen
INoteerings_I eenheden
3
Mrt.
1928
10
Mrt.
1928
1
217Maart1928
Laa
g
steIHoo
g
ste.
1
17
Mrt.
1928-
Alexaudrjë.
.
Piast. p.
97k,
97
971
9791j9

.W74
Atbene

.. …
Dr. p;
£
16851
8

368
367
368i
36781
4

Bangkok


Sb. p.tical
’10
11

.5
110
‘T
1/10%
11081
9

ii10.
Budapest …
Pen. p.
£
27.891 27.90
27.88
27.92
27.8%
B. Aires’)…
d. p.
$
477e,
47718
.
17l
6

47
9

32
4771.
Calcutta
. . . .
Sh. p. rup.
11
5631
84

1.6
1
5
(13
64

1/6
1
/
32

1i611′
9

Oonstantin..
Piast. p.
£
970
957%
95.5
970
962′,
aongkong ..
Sb.
p.
$
/0n/&
/
2’0′

2,O’i
9
20”
21013132
Kobe

……
p.yen
1/11
T
‘,
1/11
3’2
1111

6
1/1.1
1:1 1,
7
,.
Lissabon
1)
. .
d. per Esc.


s

132
l

217?
Ot
127
’32
29: 32

21/32
d. per
$
24
24
23 25
24
)4ontevideol)

.Sh.

d.’per$

50
50%
503.
51%
51
VIontreal’)
$
per
£
4.88
7

T,
488
4.875/
9

4.883/9
487H

Mexico ……..

R.d.Ja’neiro
1)

d. per Mii.
5691
84
518/36

5291 3518;
2
28
528
6
banghai …
Sh. p. tael
217′!
’32
Q
1


’78’
82
2’6′
4

2
1
7
TT
-1
singapore. ..
id. p.
$
2/3201
73

2l57i
s

213%
2
313

Sv
2 31,,
Valparaiso
9.
$ p.
£
39.38 39.36 39 35 39.37
39.35
Warschau
..
ZI. p. £

1
43.46
43.461
43.25
43.75
43.461
‘,, ieiegrancn sranslerl.
) 15)
ug..

ZILVERPRIJS,

GOVDPRIJS 8)
Londen’) N.York
t)

Londen
12 Mrt.

1928.
.

2681
18

575/
9

12 Mit.

1928

84/11
13

,,

1928..

2671jn

57%

13

,

1928….84111%
14

,,

1928..

263/

57%

14

,,

1928

84111%.
15

,,

1928..

2651
86

57%

15

,,

1928

84/11%
16

,,

1928..

2671
16

57
8
/8

16

-,,

1928

84111%
17

,,.

1928..

2671
89

57%

17

,,

1928

84111%
19 Mrt. 1927.. 259,

555
8

19 Mrt. 1927…

84/11%
20 Juli

1914. .

24
89
1
96

59

20 Juli

1914…..84111
1)
in pence p.oz.stand.
2)
Forelgn sliver in
$c.
p.oz. fine.
8)
In sh. p.oz.fine

STAND VAN’s RIJKS KAS.

-.

Vorderingen.

.
1

7Maart 1928
15Maart1928

Saldo bij de Nederlandsche Bank


Saldo b. d. Bank voor.Ned. Gemeenten
/

510.894,68
f

1.470.159.78
Voorsch.
op
uit. Fbr. (resp.Jan.) 1928 aan
de gem.
op
vor haar door de Rijks-
administratie te heffen gemeentelijke
inkomstenbelasting en opcenten
op
36.941.746,91
,,

38 501 447.13
1
Voorschotten aan Suritianie ……….
,,

10.530.480,64
10.547.164,59
Voorschotten aan Curaçao

de Rijksinkomsten hehsting………….

Kasvord. weg. credietverst. a(h. buitenl.
,,
135.321.369,97
,,l36.432.856,44
Daggeldleeningen

tegen

onderpand
.
van Staaisschuldbrieven


Saldo der postrekeningen van Rijks-

..

comptabelen

………………..
‘t;.
‘l3.437;447,4O
14.932.333,16′
Vordering
op
het Staatsbedrijf der
P.,
…………………………..
T:en
T.’)
Id.
op
andere Staatsbedrijven
8)

.
,,

3.055.348,03

,,

5.255.348,03

Verplichtingen.

Voorschot door de Nederl. Bank….

/

8362.115,05
/

6.675 697,32
Schatkistbiljetten In omloop’) ……..

‘26.000,-

I03.526.0uO,-
,,
22.930000,-,
Waarvan, direct bij de Ned. Bank


,,


Schatkistpromessen in omloop
………,,

22.930.000,-

,,

11.511.774,-
Schuld
a.
d. Bank
v.
Ned. Gemeenten
2)
.
.

.

…..

,,

33.759.189,30

Zilverbons

in

omloop ……

……
……,,

11.715.052,50

372 956,36
Id. aan Ned.-lndië

………………..

39.527.930.81Y

Id. a.
h. AIg.
durg. Pensioenfonds’)
..

17.862.200.94
,,

18356.11956
Id. aan

Curaçao

…………………..

373.428,89

Id. a. h. Staatsbedrijf d.
P., T.
en
T. 2)..

55.231 190,30
51.840 921,73
Id. aan andere StaatRbedrijven
2)
……

l.3I5M00,-
,,

1.315.000,-
……
Id. aan diverse instellingen
2)

…..5.036.188,41
,,

5.019.203,56

Waarvan
f
12.056.000 vervallende
op 1
Juli 1929.
In rekg.-crt. met
‘s
Rijks Schatkist.

NEDERLANDSCH-INDISCI-IE VLOTTENDE
SCHULD……

10
Maart 1928
1
17 Maart 1928

Vorderingen:
f36.123.000,-
f33.439.000,-
7.575.000,-
,,
7.353.000,-
In
‘s
Lands kassen aanwezig ………
.


,,31.926.000,-
V
e rp
Ii h
t in gen:

Saldo. bij
‘s

Rijks

kas
………………

Voorschot uit
‘s
Rtjhs kas aan N.-lndi6
– –

Saldo bij de Javasche Bank

………….

Voorschot Javasche Bank aan N.-lndië


Schatkistpromessen
Ifl
Omloop …….
150.000,,-

.

150.000,-
Muntbiljetten

in omloop

………

32641.&aju,-
,,33.106(810,-
Schuld aan het Ned.-Ind. Muntfonds

…..

,,

1.006.000,–
..
,,

1.018
000,-
Idem aan de Ned.-lnd. Postspaarbank
,,

902.000,-
,,

1.094.000,-

-. …NEDERLANDSCHE BANK………..
Verkorte Balanscij5 19 Maart
1928.

Activa.
Binnenl;Wis.ffffdbk.
f

40.456.468,51′
se1s,Prom.,
Bijbnk.

877330,83
enz.in’disc.I
Ag.sch.

.12.092.757,23

f
53.426.556,57
Papier
o.
h. Buiteni. in disconto……..-

Idem eigen portef..
f
181.312.909,-
Af :Ver kocht maar’voor
debk.no
g
nietaf
g
el,
181.312.909,
Beleeningen
mci.
vrsch.
Hfdbk..f

46 557.930 45
..


in rek -crt
Bijbnk.

.

6.7i 1.090,47

op
onerp:
Ag.sch.

62.631.111,91

f

115.960.132,83

Op
Effecten…….

112.405.732,83
Op
Goedéren en Spec.

3.554.400,-
1

.960i 32.83
Voorschotten a. h. Rijk

‘,,
‘2.420.590,08
Muht en Muntmaterjaaj
Munt,Goud … …
f

67.718.035,-
Muntmat., Goud

367.464.300,99

f
435.182.335.99
Munt, Zilver, enz.

26.535.877,12
Muntmat., Zilver..

Belegging
119
kapitaal, reserves en pen-
46 1.7 18.21,11

sioenfonds

…………………….

,,
23.829.208,52
Gebouwen en Meub. der Bank
……..,,
5.000.000,-
Diverse rekeningen
..

…………..

,,
31.800.108,90

f
Passiva.
8767.719,01

Kapitaal
…………………….. .. .. –

f
20.000.000,-.
Reservefonds …….-

…………….,,
7.027.840,39
Bijzondere. reserve
………………..,,
Pensioenfonds

………………….

..
8.000.000,-
4.841.436,58
Bankbiljetten in omloop……………,
769.797.975,_
Bankassignatiën in omloop………….
281.719,29
Rek.-Cour.

Het Rijk


saldo’s:

Anderen
f
48.935.455,93

,,
48.935.455,93
Diverse rekeningen
. ….. ……. ….. ..

,,
16.583.291,82

f
875.467.719,01

Beschikbaar metaalsaido
…………f
297.463.309,66
Op de ba8it van
2/
9
metaaldekking…..
,,
133.660.279,62
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
ioop
dan waartoe de Bank gerechtigd
is. ,,
1.487.318.545,.-

Vooruaatnste posten in duizenden guldens.

Data
“””

Circutatiel
Opeschb.
Miaa
kings
Munt
1
Munt mat,
Ischulder
ij

saldo
perc.

19 Mxt. .28
1

67.718
367.464
769.798 49.217
297.463
56
12

,,

’28’
67.719
367.464 781.682
37.439
297.455
56
5

,,

’28 67.724
307 4144
796.958
36.961
294.603
55
27 Febr. ’28
67.730
367.464
776.516
48.286
297.140
56
20

’28
67.745
367.472 768.564
63 875 295.758
55
13

,,

’28
67.748
367.472 774.327
74.109
293.425
54
21 Mrt. ’27
59.839
35.049
780.217
5844.5
278.532
53
25
Juli

’14
65.7031
96.410
310.437 6.198
43.521
1
)
54
Totaal
1
Schat,,ist-
e
‘ee
a
pier
DiyeT
Data
bedrag
discon to’s
promessen
rechtstreeks
en
op het
buiteni.
reke-
ningen
2)

19 Mrt, 1928

53.427

115.960

181.313

31.800
12

‘,,

1928

56.296

.
109.895

181.202

,
31.0113

5

1928

59393

124659

181.206

28067
27 Febr. 1928

64633

115.554

181.1303

27.515
20

1928

69951

110.459

190.1175

25.4,84
13

1928

79.450

113.427

190.553

28.054
21 Mrt. 1927

98.666
– ‘

129.873

146.400

52.536
25 Juli

1914

67.947
1


14.300

61.686
.
20.188

509
1) Op
de basIs van
2
16 metaaldekking.

2)
Sluitpost activa.

SURINAAMSCHE
BANK.
Voornaamste flosten
in duizenden guldens.

Data
Metaal
I
l
Q
r
t
c
iv

Andere
opeischb.

Discont.
D

k

4 Febr.

1928.
.
1.105
1.6011
613 859
412
28 Jan.

1928…
1.111
1.428
511
848
391 21

,,

1928-
1.111
1.403
522
866
398
14

,,

1928..
1.100
1.470
570
.
844
418
7

,,


1927-
1.108 1.582
592
855 432
5 Febr.

1927…
1.000
1.582 543 963
476
5

Juli

19
1
4..

645
1.100 580
735
396

21 Maart 1928

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

261

JAVASCHE BANK.

Voornaamste posten in duizenden
guldens.
De samengetrok-
ken

cijfers
der

laatste w(„ken
zijn telegrafisch ontvangen.

Andere
Beschikb.
Data
Goud
Zilver
Circulatie
opeischb.
metaal-
schulden
saldo

lOItIrt.1928
1 93tI0
312.600
40.600
122.660
3

,,

1928
192.500
309 300
42800
122.080
25 Fbr. 1928
192.000
309.400
40.200
12.080

11 Fbr. 1928
13.755
18.452
317.445
40.375
121.061
4

,,

1928
173.760
1
13.394
314.554
44.934
120.671
28Jan.1928
1 735
18.474
314.890
45.109
122.726
21

,,

1928
178.060
18081
318.243
46.611
123.568

12Mrt.1927
130.115
30.883
309613
44.078
151.234
13Slrt.1926
201.894
39.546 335.136 54.563
164.103

25Juli1914
22.057
1

31.907
1

110.172 12.634
4.8422)

Wissels,
.
Dek-

Data
Dis- buiten
Belee-
kings- conto’s
N.-lnd.
ningen
g ei’
percen-
_____________

betaalb.
lage

10Itlrt.1928
139.40u
55
3

,,

1928
143.100
•••
55
25Fbr.1928
145.200

55

11Fbr.1928
ïT775
2910
94.141
35.112
54
4

,,

1928
12.68
28.454 97.880
34.036
53
28Jan.1928
12.788
29.714 95.878
32.871
54
21

,,

1928
12.872
30.471
100.772
30.154
54

12 5[rt.1927
13.696
20.270 68.163
37.421
62
131lrt.1928
8.710
19.323
42916
83049
62

25 Juli 1914
7.259
6.395
47.934 2.228
44
)

Sluitpost
activa.

‘)

Basis

fs
metaa!deideing.

BANK VAN ENGELAND.
Voornaamste posten, onder bijvoeging der
Currency Notee,
in duizenden ponden sterling.

Data
Metaal
Circulatie
Currency Notes

Bedrag
1
Bankbil/.
1
Gov. Sec.

14 Mrt. 1928
157.951 134.402
290.537 56.250
240.759
7

,,

1928
157.898
135.115
289.839 56.250
240.210
29 Febr. 1928
157.250
135.319
287.480
36.250
237.550
22

1928
157.918
134.Ö68
285.810
56.250
235.681
15

1928
157.097 134.282
287.199
56.250
237.174
8

1928
157.565
135.267
289.060
56.250
238.978

16 Mrt. 1927
150.736
136.706
286.195
56.250
235.469
22 Juli

1914
40.184 29.317


D ata
00v.
Other
Public
Other
R eserve
kPk
Ings-
Sec.
Sec.
Depos. Depos.

14 Mrt. ’28
31.507
56.982 9.770
103.632
43.200
38
7

,,

’28
.
31.762 55.322 8.462
102.879 42.533
38
29Febr.’28
30.683 54.587
10.140
98.507
4I.60
381ie
22

,,

’28
31.903
52.276
15.033
94.536
43.600!
39 15

,,

’28
30.296
52.508
12.970
101.137
43.4651

38
8

,,

’28
35 576
53.197
15.351
97.305
42.045
3751

16 Mrt. ’27
32 658
73.231
19.184
102.179
33.780
271s,
22 Juli ’14
11.005
33.633
13.736
42.185 29.297
52
‘) vernouaing tusscnen 1
BANK VAN FRANKRIJK.
Voornaamste posten in millioenen trance.

Waarvan
1

t
Te goed
Wis

Waan’.
Belee-
Data
Goud
in het
JZilverI
in Ii t
bulteenl.

op het
flingen
buitenl.’)
buitenl.

15 Mrt.’28
5.544
1.864
343
56
1.649
11
1.739
8

’28
5.544
1.864
343
56
1.505
13
1.797
1

,,

’28
5.544.
1.864
343
57
2.055
10
1.705
23 Fbr.’28
5.544
1.864
343
55
1.692
10
1.716
16

,,

’28
5.544
1.864 343
55
1.401
9
1.722

17 Mrt.’27
5.548
1.864
342
83
2.723
8
1.936

23 Juli ‘141
4.104

640

1.541
8
1

769

Buit.gew.
1
Schat-
Diver-
1

1
1
Rekg. Courant
Data
voorsch.
t
kist bil-
sen
3
)
Circulatie
1
Partj
Staat
ald. Staati

23.100

2,)
feiten
1

.

1
cujieren

15Mrt.’28
5.930
26.226
58899
7.804
28
8

,,

’28
23.200
5.926
26.893
59.271 7.829
121
1

,,

’28
23.500 5.914 26.298
58433
7.710
28
23 Fbr.’28
22.550
5.912
26 5e2
57.952
8224
124
16

,,

’28
22.800
5.906
27.349
58269
8.831
126

17Mrt.’27
28.900
5.657
9.784
52.273
3.898
21′

23Juli’14

– –
5.912
943
401
‘) waarvan oescn,uaar qoj miuloen. ‘j in uisconto genomen wegens
yoorsch. v. d. Staat aan buiteni. regeeringen.
8)
Sluitpost activa.

DUITSCHE RIJKSBANK.
Voornaamste posten in millioenen Reichsmark.-

Daarvan
Deviezen
Andere
Data
Goud
bij bui-
als goud-
wissels
Belee-
lenI. circ.
dekking
en
ningen
banken
1
)
geldende
cheques

7
1
10
rt. 1928
1.883,3
85,0 297,3
2.260,9
50,6
29 Febr. 1928
1.88,4
85,0
282,0
2.336,3
117,1
23

,,

1928
1.886,3 83,5
295,1
1.924,7
22,6
15

,,

1928
1.860,4
83,5
292,8
2.963,9 58,4
7

,,

1928
1.886,6
83,5
292,9
2.243,0
22,8
7 Mrt. 1927
1.844,0.
93,0
202,1
.1.604,0
46,2
30 Juli

1914
1.356,9


750,9 50,2

Data
Effec-
Diverse
Circu-
Rekg.-
Dii’erse
ten
Actiya
2
,)
latie
Cr1.
Passiva

7 Mrt. 1928
94,2
510,0
4.067,7
526,5
222,9
29 Febr. 1928
94,2
551,8
4.268,2
491,0
221,3
23

,,

1928
94,3
506,2 3.052,9
604,2
21.0
15

,,

1928
94,3
577,2
3.784,4
5:12,6
291.6
7

,,

1928 93,1
571,3
4.037,8
509,0
284,0
7 Mrt. 1927
92,8 457,2
3.346,9
524,2
159,6
30 Juli

1914
330,8 200,4
1.890,9
944,-
40,0
•, Ufluetasi. , w.o. eçenrenoansscnetne
t
Maart
itt,
si, io,
1
i-eor.
it’,
7 Maart ’27, resp. 43; 18; 47; 45; 36; 68 miii.’
11

NATIONALE BANK VAN BELGIË.
Voornaamste posten in millioeiien Belgas.

Goud

Data

c
Rekg.
Crt.

1928

cj
,

.0
O

15 Mrt.
750
437
.44
525
41
389
2.084
23
50
8
750
451
44
529
51
3t42
2.088
27
i8
1
742
457
44
518
60
386
2.107
17
59
23 Febr.
743
454
44
537
39
386
2.066
23
88
16

,,
743 463
44
540
42
386
2 1183
22
86
17Mrt.
2

831
411
40
477
25
400
1.824
15
111
Aan
OC
schatkist gececleer(l.
2)
11421.

VEREENIGDE STATEN VAN NOORD-AMERIKA.
FEDERAL RESERVE BANKS. Voornaamste posten in millioeuen dollars.

Goudvoorraad
Wettig
Wissels

Data betaal-
middet,
Totaal
Dekking
In ter-
disc. v. d.
In de
open
bedrag
F. R. Notes
Zilver
etc.
member
mark
t

banks
gekocht

29 Fbr.’28
2.808,4
1.435,0
165,9
492,0
343,8
21

,,

’28 2.819,8
1.437,0
164,6
461,0
353,2
15

,,

’28 2.813,0
1.4:2,8
167,2
481,1
354,8
8

,,

’28
2.817,6
1.473,1
167,5
458,8
3(i9,3
1

,,

.

’28
2.799,0
1.466,3
171,7
423,4
377,4
25 Jan.’28
2.819,1
1.513,3
169,0
385,2
347,3

2Mrt.’27
2.981,6
1.577,4
162,3
l

434,6
289 0

Dato
Belegd
in 0.
s.
1
F. R.
Notes
Totaal

Gestart
Goud-
Dek-
Atgem.
Dek-
Gov.Sec.
circu-
Kapitaal
kings-
kings-
latie
perc.’)
perc.
2
)
____________
29Fbr.’28
407,6
1.588,2
2.425,6
136,6
7(1-,0
74,1
21,,

– ‘°8
401,5
1.591,9
2.404,9
136,5
70,50
74,7
15

,,

’28
408,4
1.586,2
2.443,8
135,9
69,8
74,0
8

,,

’28
401,3
1.584,2
2.445,2
134,6
69,9
74,1
1

,,

’28
433,7
1.577,0
2.451,9
134,4
69,5
73,7
25Jan.’28
440,9
1.584,9
2.401,6
134,2
70,7
75,0

2Mrt.’27
311,0
1.717,0
2.289,6
126,8
74,4
78,5
) vcrnuuuing
tu2aIn gouuvoorraao tegenover opiscnoare
sCflUlUCfl.
F. R. Notes en netto deposito.
2)
Verhouding totaien voorraad munt-
materiaal en wettig betaalmiddel tegenover idem.

PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HET
FED. IiES. STELSEL.
Voornaamste posten in millioeuen dollars.

Data
banken
t

conto’s
t

en
beleen.

15.048

R
Aantal
Beleg-
g
in
g
en
bid
t’
Re
banks

1.744

Totaal
depo-
sito’s

20 174

Waarvan
time
deposits
6.644
21 Fbr.’28
648
6.527
15 .

1
28
649
15.131
6. 35
1.762
20.412
6.661
8

’28
649
15.164
6.542
1.779
20.384
6.666
1

’28
650
15.265
6.575
1.783
20.634
6.670
25Jan.’28
652
15.200
6.563
1.734
20.523
6.662
23Fbr.’27
675
14.147
5.615
1.589
l

18.877
5.955
Aan net elu(1 van ieder kwartaal wordt een overzicht
gegeven van enkele niet wekelijks opgenomen baukstaten.

262

ECONOMISCH-STAISTISCHE BERICHTEN’

2h
Maart’
1928

EFFECTENBEURZEN.

Amsterdam, 19 Maart 1928. ‘-
De algemeene steniming aan de internationale fondsen-
markt is in de achter ons lIggende bericlitsperiode Vrij
1

vast geweest. Te. B e r 1 ij .n bijv. is gaandeweg een betere
tendens naar voren gekomen, weliswaar in hoofdzaak on-
der den invloed: van aankoopen uit het buitenland, d
o
cht
ten gevolge, waarvan de geheede beurs toch een beter aspeot
,

heeft verkregen. De buitenlandsche belangstelling is
in het leven geroepen door de jaarverslagen van de Duit
;

sche bankinstellingen, welke vrijwel alle gewag maken’ van
een optimistischen kijk op den gang van zaken en door –
het zonder strijd eindigen van menig conflict in de nijver-;
heid, o.a. in de metaalindustrie. Hierdoor is de houding van cle geldmarkt – welke nog ‘eeuigszns stijf is geble-
ven – niet zoo sterk op den voorgrond getreden. In aan-
sluiting aan de. internationale tendens waren ,aant1eelen
in eleetriciteitsondernemingen sterk gevraagd.
Te L o n d e n is de markt stil geweest en van een be:
paalde stemming kon feitelijk niet worden gesproken. De
afdeeling voor, beleggingsfondsen was vast en in de incius-
trieele markt hebben aandeelen in edeotrici-teitsondernemin-
gen de aandacht getrokken. Men veronderstelt, dat groote
aan’koopen voor Amerikaansche rekening plaats vinden,’
met het doel een trust te vormen en deze onder Amerikaan-
1

schen invloed te doen beheeren. –
Te N e w Y o r k is de fondsenmarkt bijzonder opgewekt
geworden, hetgeen, gezien cle vrees voor een scherpe daling,
welke korten tijd geleden nog heeft bestaan, wei eenige ver-
•wondering heeft gewekt. De vraag ‘naar, diverse aandeelen –
omvatte zoowel industrieele- als spoorwegfondsen en de om-
zetten zijn buitengewoon omvangrijk geworden. Wel waren
er verschillende schaduwzijden, doch hierop werd nauwe-
lijks acht geslagen. O.a. is de gelclmarkt minder ruim ge-
worden, eenerzijds als gevolg van de activiteit in de nij-
verheid . – waardoor de vraag naar .credietverstrekking’
grooter is geworden – anderzijds in verband met den voort
durenden gouduitvôer.
Te P a r ij s is de levendigheid ter beurze grooter gewor-den. De geruchten omtrent een aanstaande stabilisatie van –
het ruilmiddel houden nog aan en in verband hiermede zijn
er verschillende belanghebbenden, die hun bezit aan Fran-.
sche fondsen wenschen uit te breiden. De groote omvang
van de circulatie werkt dergelijke aan.koopen in de hand en
daar het totaal aan fondsen, welke ter beurze worden ver-
handeld, niet sterk is uitgebreid, beweegt de vraag zich.
in een vrij beperkten kring, waardoor te ‘koersen worden 1
gestimuleerd. Zoo is de stemming aan de fondsenmarkt over het algemeen vast geweest.
Te n o n z e n t is de belangstelling ter beurze gedurende 1 de achter ons liggende .berich.tsperiode grooter geworclen:
In de
beleggingsnserkt is
dit niet in de omzetten tot uiting
gekomen, hoewel de vraag naar goede beleggingspapieren
nog steeds niet is verminderd. 6 pCt. Ned. Werk. Schuld’ 1922 105%; 41% pCt. Necl. Werk. Schuld 1917: 100%,
100%, 100
3
/8,
100%; 4% pOt. Ned.-Indië’ 1926: 98
3
/8,
98%,
9
8
7
11e, 98
5
/s; 5′ pOt. Mexico £ 100-1000:
811/16,
87%, 8%;
5 pOt. Brazilië 1903 £100: 84%’, 84; 8 pCt. Sao Paulo
1067%, 106%, 106
3
/8.
De aandacht heeft z.ich, wat de ‘verschillende aandeeleu
soorten betreft, niet op bepaalde afdeelingen geconcen-
treerd, doch was vrijwel gelijkelijk over de geheele beurs 1
verdeeld. Operke1jk was de koersbeweging in de
rubbe’r-
naa.rlct.
De vrij plotselinge schommelingen in den rubber-
prijs hebben de speculatie, zoowel in het product als. in det
aandeelen, aangewakkerd en hebben derhalve de technische 1
positie dermate gewijzigd, dat een aanwijzing in een be.
paalde richting grooten invloed kon uitoefenenen. Zoo heeft 1
de verbetering van den ru.bberprjs gedurende deberichts-
periode omvangrijke clekkingsaa.nkoopen in het leven ge-
roepen, waardoor het algemeene niveau niet onbelangrijk’

kon stijgen. Ook het vertrouwen van het publiek scheen
hierdoor eenigermate te ‘zijn teruggekeerd, gezien het feit, –
dat het aanbod niet meer zoo dringend was als een week –
geleden. Dientengevolge heeft het peil, waarop de rabber- ¶
af deeling de berichtsweek verliet, een aanmerkelijke stij-
ging te zien gegeven. Amsterdam Rubber: 242%, 244,
257
3
/8,
259%, 263%; Deli Batavia: 175
1
/4,
179, 194, 195%,
197, Hessa .Rubber: 352, 357, 372, 374, 384; Indische Rub-
ber: 298, 304, 317%, 320; Java Caoutchouc:
170%,
184,
188, 192; Kaji Telepaik: 273,
265%,
280, 287; Kendeng
L,emboe: 340, 346, 369, 378; Majanglanden: 307, 321, 328,
334; Nod-In.d. Rubber & Koffie: 286, 291, 300, 296, 304;
R’dam Tapanoeli: 135
5
/s, 1394, 148%, 147%; Serbadjadi:
229%, 235,. 246, 24934, 25734.; Sumatra. Caoutchouc: 197,
213, 209, 214,
202%;
SumatraRubber: 222, 23034 245%,
249, 245; Ver. md. Cultuur Oud.: 157%, 167% 163%,

169, 169 ; Latercontinental Ril
%

bber
:
143
132,
, 15%, 16
3
1
16
.
De gang van zaken in de
tabaiksa.fdeeling is
verdeeld ge-
weest. De stemming wa.s,-kort vÔdr de eerste inschrijving
van Sumatratabak, niet bijzonder opgewekt, doch na het be-
kend worden van den uitslag is een krachtige verbetering
ingeti’eclen, met name voor aandeelen Deli Batavia Tabak.
Mij. Arendaburg: 630,645; Besoeki Tabak: 514, 510, 509;
Deli Batavja
:
596, 601, 611, 014%, 623 ; Deli Mij.
:
455,
45334′, 461, 454
5
/s, 464%; Ngoepit: 449, 445, 450, 454; Oost-
kust: 230%, 238, 244%; Senemba,h: 50334; 497%, 508.
De afdeeling voor
suikei

aandeelen is,
naarmate de be.
r.ichtsweek vorderde, zeer vast geworden. Vooral voor aan-
deelen ‘Handelsvereeniging ,,Amsterdam’ is groote vraag
ontstaan, zoodat een groot deed van het koersverlies, ver-
oorzaakt door de. laatste uitgifte van obligaties, werd in-
gehaald. Doch ook de èverige suikeraandeelen werden in vrij groote posten uit cle markt genomen, eenerzijds naar
aanleiding van de Cu’banoteeringen, anderzijds in verband
met de voortgezette verkoopen door de V.J.S.P. Besito
Cultuur blij.: 294; Cultuui- Mij. der Vorstenlaulen: 183%,
184, 185, 186; H.V.A.: 774, 771%, 776, 78434, 80034; Ja-
vasche Cultuur Mij.: 403, 402, 410, 417; Kalibagor.: 453,
450, 455%; Ned.-Ind. Suiker linie: 293, 291, 290, 299,
301%; Poerworedjo: 120%, 121%, 124; Si’ndan,glaoet: 455,
458, 468, 465; Tjepper 800, 795, 805; Watoetoelis Poppoh:
849, 845, 850, 860.
Sterk heeft de koerabeweging in
aiandeelen in industrieele
oncle?

nelningen
de aaudacht getrokken. Hierbij hebben
kunstzijdesoorten op den voorgrond gestaan, aanvankelijk
met name aandeelen Enka en Maekubee. Van cle oprichting
eener nieuwe fabriek in cle Vereenigde Staten heeft men
zich ter beurze nieuwe en groote voordeelen voor de Enka
voorgesteld. Later is, ten aanzien van het hoogste punt,
een lichte reactie ingetreden, doch deze heeft geen groote
afmetingen aangenomen. Tegelijkertijd echter is de -belang-
stelling voor aandeelen en oprichtersbewijzen der Holland-
sehe Kunstzijde Industrie grooter geworden.. Centrale
Suiker Mij.: 102%, 100%, 99%,
100%;
Hollandsche Kunst-zijde Ind.:
181%,
184%, 188%, 194; Jurgens: 267, 2693.Ç,
270, 269; Maekubee: 148
1
/
8
, 1477%, 159%, 158%; Ned.
Ku’natzijdefabr.: 447
3
/8,
454, 474, 478, 469; Philips Gloei-lampenfabriek: 556, 561, 559,
576%;
Zweedsche Lucifer
Mij.: 364
3
/
4
, 366, 368, 373.
De afdeeling voor
electrioite,its- en gason.dernemingen
heeft een uitzondering gevormd, doordat hier tegen het
einde van cle beriohtsweek een daling van het koerspeil is ingetrecien. Alg. Ned.-Ind. Electric. Mij. (Aniem) : 334%,
348, 330%; Ned.-Intl. Gas Mij.:
2
81%, 285
1
/2,
283, 285.
Petroleumaa.ndeelen
stonden op den achtergrond, waarbij
cle schommelingen van de koersen van weinig beteekenis
‘zijn geworden. Ddrdtsche Petr. Lnd. Mij.:
325%,
322, 325;
Kon. Ned. Petr. Mij.: 347, 344%,
346%;
Perlak Petroleum:
77%, 76%, 76%; Peudawa:
25%,
26, 25%; Marland Oil:
351%, 34%, 3534..
De
soheepvaartmarkt
heeft een neiging tot dalen in het
licht gesteld; tegen het’ slot der berichtsweek echter hebben a andeelen in Indische ondernemingen grooteren weerstand
getoond. Holland-Amerika Lijn:
84%;
Java-China-Japan
Lijn: 134%, 133%, 134%; Kon. Ned. Stoomb. Mij.: 95%,
95, 927/g, 9234; Ned. Sdheepv. linie: 205, 206, 208; Nievelt
Goudriaan: 130, 127%, 125%, 126%, 127%; Stoomv. Mij.
Nederland: 197,
199%,
200, 1997%.
De af-deeling voor
mijnaendeelen is
kalm gebleven met,
op sommige dagen, goede vraag voor Boston en Singkep
Tin Mij. Alg. Exploratie Mij.: 8334i, 85,
83%,
84%; Billi-
ton le Rubriek: 935, 941, 949; Boston Mijnbouw Mij.:
166%, 169, 171
3
/8,
167%; Mü.11er & Co.’s Mijnbouw Mij.:
90, 91
3
/s, 907%; Redjang Lebg: 140%, 141%, 141; Sing-
kep Tin Mij.: 421,, 412, 415, 526, 437.
Bankaandeelen
bleven iustig en ‘met kleine wijzigingen.
A’damsche Bank: 185, 187%, 187
3
/8,
186; Holl. Bank voor
Z.-Amerika: 74%, 73
1
/8,
75; Incasso Bank: 130, 129%; Ko-
loniale Bank: 26734, 269%,
273%;
Ned.-Iud. Handelsbank:
176%,
176%,
179,
181%;
Ned. Handel Mij.: 172%, 172%,
174%, 175%; R’damsche Bankvereen.iging: 103, 104, 103%; Twentsehe Bank:
146%,
147.
De
A,,nerikeansche markt
was, in overeenstemming met
Wallstreet, geanimeerd, waarbij telkens verschillende ton d
sen op den voorgrond zijn getreden. Desondanks heeft de
handel geen groote afmetingen aangenomen. Anaconda
Copper:
108%,
108%, 112, 111%; Studebaker: 62%, 63
1
/8,
633/; M. S. Steel Corp.: 149, 147
34,
146, 149%; Atohison
Topeca:
186%,
186, 188%; Ene: 54%, 56% 57%. 58%;
Missouri Kansas & Texas: 36%, 37%, 3834, 39%; New
York Ontario & Western: 25%, 27%, 30%, 307%; St. Louis
& San Fransisco: 114, 115%, 116%, 117; Union Pacif ie:
192%, 193
5
/8′,
1947%,
195%;
Wabash Railway: 62151, 64%,
69ii/, 72311
33
, 716/s.

14,50
14,-
235,-
253,-
13,70
14,75 12,70
166,_
220,-
11,80

5,_

12,_

347,_

357,-
3)
per 1960 KG.

21 Maart 1928

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

263-

.GOEDERENHANDEL

GRANEN.

20 Maart 1928:

Na de zeer g:roote zaken, welke in Europa in t ar
w e
,
ge-

durende eenigen tijd waren gedaan, was in cle afgeloopen
week de markt’ over het algemeen eerst minder ‘levei.idig.
ii.i Engeland tenminste was cle omzet kleiner ei ook op het
vasteland was cle onder.nemingsiust niet meer zoo groot als
kort te voren. Meer dan een reactie, gevolgd op de groote uitbredi.ng, welke de zaken in de vooraigaarde week had-
den ondergaan, was het echter niet, en reeds na enkele da-
gen
gaf
Antwerpen het voorbeeld met een belangrijk herstel
in de vraag, w-aarbij voorai in Platatarwe weder groote
zaken werden geclaa.n. Ook in Engeland namen omstreeks
het midden dr week cle zaken weder toe en het was toen
vooral Australische tarwe waarvoor tot stijgende prijzen
gi-oote belangstelling bestond nu het aanbod uit Australië
den laatsten ‘tijd beperkt is, In Argentinië was in die
zelfde dagen cle markt wat minder vast en op sommige ter-
mijnen was Argentinsehe tarwe wat lager te koop. Dit kon
echter niet voorkomen, dat aan het einde der week, toen
trouwens in Engeland de zaken. weder wat kleiner waren,
op het vasteland cle kooplust voor verschillende tarwesoor-
tea weder algemeener werd. Speciaal trad Duitschland we-
der als kooper op dcii voorgrond. Nog slechts korten tijd
geleden was cle markt te Hamburg, voor spoedige Argen-
tijinsche ta.rwe gedrukt door aanzienlijke hoeveelheden, die
binnenkort in clie haven en te Bremen werden verwacht.
Daardoor was spoectige tarwe daar te koop beneden de
prijzen, welke dooi

Argentijnsehe vcrschepers voor tarive
op latere af iaclin’g,werlen genoteerd. In den loop dezer week
is. (laarinechter ccii belangrijke verandering gekomen, want
de spoedig-verwachte pa.rtijen werden ten slotte gemakke-
lijk opgenonien zooclat daarvoor zelfs nu een premie boven
latere posities worçlt betaald. Hieruit blijkt voldoende de
veranderde houcliing der Duitsche tarwemarkt en ook Mani-
to’bas werden geregeld gekocht. In Neclerl and en in het
Duitsche achterland van Rotterdam heeft cle markt zich op dezelfde wijze ontwikkeld. Slechts is liet report voor
tarwe op aflading niet geheel verdwenen. Wel echter is het
aanzienlijk vèrmi.oder.c1 en op liet oogen•blik is spoeclige
Platatarwe slechts weinig minder waard dan latere af la-
ding. Gedurende. de laatste dagen (Ier week waren, evenals
in Noord-Duitschianci, ook te Botterclam zoowel voor liet
verbruik in Nederland als voor ‘doorvoer naar Du.itschlan.cl
,
de zaken levendig en ook daar werden in Canacleesche
tai-wesoorten weder flinke zaken gedaan, terivijl ook Austra-
lische partijen er verdlen opgenomen, terwijl in Engelan(1
01) 19 Maart (Ie vraag weer sterk toenam. Bij de vele zaken, die daarvan op dien clatu,m het.gevolg waren, was weer veel
Australische taTwe. Bij dat alles viel voor verschillende
soortefl een niet onaanzienlijke prijsstijging te constateeren.
Ondanks den wat verminderden omzet te Antwerpen blijft
tarwe odk ‘daar nog flink gevraagd en ten slotte blijft de
Europeesphe ta.rwemarkt blijk geven van. voortclurenclen

Noteeringen.

Chicago

Aires
-__
Buenos

Data
Tarwe Maïs
Haver

Tarwe

Maïs

Lijnzaad
Maart Maart
Maart

Mei

Mei

Mei

17Mrt.’28
1391(
9734
58.-
11,40
8,10
15,50
10

,,

’28
136.-
93X
54i1
8

11,35 7,80
15,15
17Mrt.
1
27
13681
1
)
763

1
)
45
34
1
)1
11,20
5,85
14,55
17 Mrt.’26
162

5)
‘)
40._’)
12,90
7,10
15,60
l7Mrt.’25
153y,
1
)
116 lIL)
4251
8
1)
14,65
8,90
20,95
20Juli’14
82
568/
5

3634
9,40
5,38
13,70

1)
per
Mei.

flinkenoadernemi.ngslus’t. W’anneeru .ew.dan aan de,eeu
of andere markt ‘de vraag wat veri{iindert, dan duurt het
toch slechts.korten ‘tijd, vÔÖr de omzet zich.weder herstelt
en over het algemeen meent men te niogen. verwachten,
dat in heti restant van dit seizoen verder op. zeer geregçlde
zaken naar Europa kaas worden, gerekend. De .termijnmark-
tea in de uitvoerlan{en hebbeu in deh loop dezer week dan
ook van een vaste ste’m’ing blijk.gegeven. Aan de Argen-
tijinsche. termijnma.rkte.n ging dat echter niet een stijging,.,
der prijzen niet

gepaard, maar te Chicago steeg oude tarwe
2h 3 cloll’axcenti per. 60 ibs. Dat Juli een verhooging van
slechts % cent. onderging w’ijst er op, ‘dat men in Amerika
‘een herstel van den stand der nieuwe wintertarwe ver-
wacht. Te Winnipegstegen Mei en Juli 1 t 1Y2 cent, doch
October bleef i’veranderd.

De verschepingen, waren, evenals in ‘cle vorige week, vol-
doende voor de ‘behoefte der invoerlanden, doch een zeer
groeten omvang bereikten ‘zij niet: Vermelding verdient
no’g, dat uit’ Canada het ‘aanbod van ta.rwe niet over’dadig’
is en de Can’cdeesche tarwepool voelt zich dus blijkbaar
sterk genoeg om haar tarwe in niet te snel tampo ter
markt te brengen. Tot de oorzaken, welke in No’orcl-Ame’-
rika de laatste prijsstijging hebben teweeg geroepen, be-
hooren, naast de goede Europeesche vraag, ook ‘cle weder
wat minder goede ‘berichten. omtrent de ivintertarwe der
Vereenigde Staten. ‘In het begi.n der week werd daarover
– gunstiges- gerapporteerd, doch later werd uit Amerika tel-
kens weder gewezen op den, weinig bevredigenden stand der
t’arwe in de meeste streken ten Oosten van den Mississippi.
In Duitschland is de stand van het wiin’tergraan nog altijd
goed, doch’ in verschillende der andere Europeesche invoer-
landen is men van meeniiig, dat het winterverlies vrij
groot is geweest.

R ogg e blijft uiterst vast.en’ terwijl de vorige wèek
uit Dui’tschl’and nog werd ‘bericht, ‘dat de hooge prijzen ‘daar
voornamelijk door den handel werden betaald en – de mo-
lens zich nog afzijdig hielden, werd Noozcl-Amerikaansche
en Plata-rogige in Du.itschinnd nu geregeld door de molens
gekocht. Op de groote vei-sehepingen uit Noord-Amerika
en Argentinië. van de vorige week is nu weder een bel’an.g-
rijk kleiner kwantum gevolgd en het aanbod uit Argentinië
bljt beperkt. In ‘de Vereenigde Staten was rogge ook nu
iveder zeer vast en aan de termijnmarkt te Chicago konden
verdere prijsverhoogingen tot stand komen zonder dat door
de stijgende prijzen de zaken in de Europeesche invoer-
landen belemmerd weeden. ‘Het feit, ‘dat rogge aanzienlijk
hooger betaald moet worden dan zelfs de ‘beste soorten
Platatarwe, sclunt nog altijd niet een vermindering van
liet rogge-verbruik tengevolge te hebben, die groot genoeg is, om aan cle prijsstijging een einde te maken. Van

12 tot
19 Maart steeg rogge te’ Chicago 2 3 dollarcent per
56 l’bs. en ‘de prijs sttnn’t nu ruim 10 pCt. hooger ‘clan aan
het begin van Februari.

Aan cle m af s markt zijn cle prijzen voor s’poecl’i.ge mals
ook deze’ week weder gestegen. Vora1 voor Pl’ataniaïs van

Locoprijzen te RotterdamfAnister.da.m.

Soorten

1
19 Maart

12 Maart

21 Maart

1928

1

1928

1

1927

Tarwe (Hardwinter
II)
1

14,75
Rogge (No. 2 Weatern)

.’
14,25
Maïs (La Plein)

………’
250,-
Gerst (No. 2’barley)

..
. .
259,-
Haver (Canada 3) ……….
1

14,25
Lijnkoeken (Noord-Amen-
kavanLaPlata-zaad)..’
15,-
Lijuzaad (La Plata)
. . . ..
3
.

357,-
1)
per
100 KG.

1)
per 2000 KG.

AANVOEREN in
tons van 1000
KG.

Rotterdam
Amsterdam
Totaal
Artikelen
11(17 Maart
Sedert
Oi’ereenk. 11117 Maart
Sedert
Overeenk.

1928
1 Jan. 1928
tijdvak 1927
1928
1Jan. 192$
tijdvak 1927
1928
1927

25.550 421.740 358.660
-‘
13.055
1C1.784
434.795
375.444
Tarwe ……..
………..
Rogge

……………..
11.321
36.514
50.057

.



36.514
50.057
Boekweit ………………
275
6.566 6.068

67
6.566
6.135
Mais ………………
240.756 333.280
1.595
57.292 63.793
298.048
397.073
3.217
80.640
94.092

3.240
2.049
83.880
96.141
Haver ………………
1.881
48.691
24.154


1.030
48.691
25.184

17.
.210

2.374
34.979
43.850
1.350
85.209
43.821
120.188
87.671

Gerst

………………..
.

5.326
53572
33.63 1
202
652

54.224
33.631
Lijnzaad

…………….
Lijnkoek

……………
30.800
29.228
,
2.865
12.240
8.733
43.040
37.961
Tarwemeel …………..137
Andere
meelsoorten
512
3.200 4.609



3.200
4.609

264

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

21 Maart 1928

den ouden oogst, waarvan de versehepinge deze veek’bijua
geheel ontbraken, heeft weder een scherpe prijsstijging’
plaats gevonden. Ook de eerste afludingen van den nieuwen,
oogst zijn zeer veel duurder geworden, terwijl daarvoor tot1
de zoo sterk gestegen prijzen toch in verschillende. Euro-
peesche invoerlanden goede vraag bestond. Dit staat in –
verband met het feit, dat men verwacht, dat ruime ver-
sbepiiigen van den nieuwen oogst eerst vrij laat zullen
beginnen, omdat de onlangs gevallen regen vertraging heeft
veroorzaakt. In Noord-Amerika heeft voor mais een prijs.
stijging plaats gevonden, die slechts in geringe mate ver-‘
band heeft gehou-den met Europeesche vraag, omdat in
Noord-Amerikaansche naïs slechts in enkele gevallen
1

nieuwe zaken naar Europa tot stand kwamen. Na een lange
pauze werden op 20 Maart weer nieuwe zaken naar Ne-‘
dei-land gedaan. Ook waren de versehepingen nit Noord-
Amerika niet groot en veel kleiner dan in cie voorafgaande
weken, doch de vraag is goed en het aanbod aan ‘de kust
h’.ijft klein. Bij de zoo veel hoogere prijzen voor oude en
voor spoedige nieuwe Platamaïs en de prijsstijging in
Noord-Amer;ka hebben ook andere soorten een aanzienlijke
prijsverhooging ondergaan. Het aanbod uit Zuid-Afrika
is klein; in Roemenië heeft het aanbod bijna geheel opge-
houden en zelfs tot zeer hooge prijzen is Roemeeasche mals
niet te koop,en ook Nederinn-dsch-Indië kan slechts in een
klein deel der behoefte voorzien, terwijl ook Egypte en
Britsch-Indië slechts versche.pers van weinig beteekenis zijn. –
Meer en meer komt de markt dan ook onder den indruk
van de schaarschte en toen de verschepingen deze week
slechts 220.000 quarters bleken te bedragen en de naar;
Europa onderweg zijnde hoeveelheid verdere vermin.deri lig –
on .erging, zoodat zij nu minder dan de helft ‘bedraagt van
die van het vorige jaar, ontstond er alle aanleiding voor
nog ver’ere verhoagingen der prijzen voor spoedige mais.
Ook Platamaïs van ‘den nieuwen oogst, ter verscheping in
de zomermaanden, is vaster geloopen tengevolge van gelci… ‘delijke verhoogiugen aan de Argentijnsehe termijnmarkten,
waarbij echter waarschijnlijk de zeer hooge prijzen voor spoelige mais wel een vrij grooten invloed zullen hebben,
gehad, want de verwachtingen van den Argentijnschen 1
maïsoogst zijn lang niet ongunstig. Vermelding ver-dient
echter, cat verschillende berichtgevers de opbrengst van dit_
jaar kleiner schatten dan die van den vorigen oogst. 1a.n
de Argentijnsehe ternijumarkten is nieuwe mais in den
loop der week 15 h 30 centavos per 103 KG. in prijs ge-
stegen.
In Platamaïs van den nieuwen oogst blijven ‘bij de stij-
gende prijzen vrij vat zaken tot stand komen en zoowel
aan de Engelsche markt als in Duitschiand bestaat daarin
een gerege de omzet.
Voor G e r s t is de vraag in Duitschland in den loop de-
zer week verbeterd, doch het aanbod van gerst is klein en –
ook voor deze. graansoort zijn de prijzen gestegen. Van, dcii
Donau waren de verschepingen weder niet groot en liet’
aan’bo:l ‘blijft klein, terwijl in Roemenië gerst veel duurder – werd. De prijs bevindt zich daar nu op een niveau, dat voor West-Europa, in concurrentie met gerst uit Noord- en Zuid-
Amerika, eigenlijk te hoog is, doch stoomende en spoedig
af te laden partijen werden toch naar Hamburg, Rotterdam
en Antwerpen wel opgenomen. Steun verleende de markt in Noord-Amerika, want aan de termijnmarkt te Winnipeg’
is de gerstprjs in den ‘loop der week vrij wat gestegen. Na
eenige reactie op 10 Maart’sloot Winnipeg todh nog 136 8.
2% dollarcent per 48 lbs. ‘hooger dan een week tevoren..
In Duif schland béstaat flinke kooplust vo:r Amerikaansche, Ge.rst ter verlading in October en Nov’ember en er worden
‘daarin geregeld zaken gedaan. Ook Noor-d-Afrikaansche
Gerst op zomer af1a1ing vindt ‘in .West-Euurop„i koopers,
vooral veer in Duitschlaud en het beperkte aanbod iit’
Noord-Afrika op spoedige verscheping vindt eveneens tot –
gestegen prijs gemakkelijk plaatsing. Het aanbod uit Ar.,
gentinië is zeer klein en ook de verschepingen uit dat uit-
voeiland waren deze week belangrijk kleiner dan te voren.
Ook in gerst zijn’ de naar Eu.ropa onderweg zijnde hoeveel:
1
j
heden beperkt.
H a v e r was ook dl vast met toenernende vraag in
Duitschland, waar men’tot sterk .geste.en prijzen spoedige
Platahaver bleef koopen. Ook aan de Engelsche markt wer-
den de verhoogde prijzen betaald en als resultaat van de
hooge prijzen, welke nu voor Plat.ahnver geldén, ontstond
f
,
eindelijk in Europa weder’ meer. belangstelling voor Noord-Amerikaansche haver, zoodat daariu van tijd tot ‘tij:l we-der –
zaken tot stan4 komen nadat gedurende langen tijd zaken
in haver uit de Vereenig.de Staten en Canada tot de groote
uitzonderingen hebben behoord. Aan de termijnmarkt te
Buenos Aires is haver in den loop dezer week weder 20
centnvos per 100 KG. gestegen, zoodat de verhooging sedert
het begin der maand nu reeds 1.10 pesos bedraagt en sedert’

het begin van het jaar 2.15 pesos per 100 KG. of bijna
27pCt.

‘t’

SUIKER.
De suikermarkten bleven de. afge
1
oopen week prijshou-‘
dend gestemd en prijzen konden over het algemeen aan-
trekken.
In A m e r i k a waren de slotnoteeringen voor Spot Cen-
trifugals en op de termijnmarkt als volgt:
Sp. C. 4,58; Mrt. 2,89; Mei 2,80; Juli 2,89; Dec. 3,03;
Mrt. 2,81.
De ontvangsten ‘in de Atlantische havens der V. S. be-
droegan deze wee,k 104.000 tons, cle versmeltingen 67.000
tons tegen 73.000 tons in 1927 en de voorraden 291.000
tons tegen 200.000 ton’s.
Cuba- en andere koloniale suiker werd in flinke k’wan-
titeiten verhandeld tot prijzen oploopend tot 2% d.c. c. &
fr. New York.
De laatste C ub a-statistiek is als vol
g
t:

11128

1927

1926
Tons

Tons ‘ Tons
Cubaansche prod. tot 313 …. 2.040.000 2.317.277 2.332.560
Cubaansche consunhillie t. 1313

12.864 , 10.000

25.5110
Weekoutv. af5clo’epbavena .

201.736′
235.161

211 56:1
Totaal sedert 111 tot 12,3.. .

1.388.549 1.702.625 1.908.601
V,-rkende fabrieken

171

176

17,6
Weekexport …………….100.627

94.731

91.503
Totale export sedert 1/1 t. 1213

475.860

72.405 1.024.122
Voorraad afsclieephavcns ..

912.689 976.220 884.479′
Voorraad Binnenland ……838.587 828.678 640.246

In E age 1 na d was de handel op de termijnmarkt Vrij
levendig, en konden prijzen ietwat verbeteren. Het slot was:
Mrt. Sh. 15/6; Aug. Sh. 1610%; Dec. Sh. 16/2%..
De Board of Trade Statistiek over Februari wordt met
de volgende cijfers bekend gemaakt:

Fbr. ’28 Fbr. ’27
J.IF.
1
28
4F.
1
27

Tons

Tons

Tons

Tons
Import Rietsuiker. … 101.361

76.171 274.103 155.724
11

Oeraifineerd .. 22.325

25.038

45553

71.244

Totaal ……
13.L686
101.209
319.746

226.968
Voorraad Binnl. suiker
:16.000
26.400


,,

in entrepôt.
.
203.750
253.450
.-


Voorraad in raffinaderij
79.150
58.650

Opbr. raffinaderijen

.
80.746
54.257
156.481

100.685
Tot. biunenl. verbruik
116.698
104.990
231.955

219.526
Totale

export ……..
4.100
3.464
9.158

7.426
Voorraad 31 Jan. 1928
322.800
1927

346.050
911 hi’,.hr

moe
011
nato
mooi

QQQ
n
nn

Op J a v a verkochten de V.I.S.P. ‘nog het een en ander
uit oogst 1928 tegen den laatsted prijs van
f
15,-. Voor
twee .enands suiker konden prijzen ietwat aantrekken.
H i e r te 1 and e bleef ook deze week de markt onge-
animeerd en ondergingen prijzen nagenoeg geen verande-ring. De termijnmarkt sloot prijshoudend op:

f
16
5
/8-%
voor Mrt.;
f
1’67/
s
-f
17% voor Mei;
f
17%-%
voor Aug.; en
f
17 %-% voor Dec.
De omzet bedroeg ‘deze week 2150 to’ns.

NOTEERINGEN.

Londen
New York
Amsterdam1

1
WhiteJaea’s 1

Cuba’s

950
Data

,er

iratesl f.o.b per
1

950 c.1.f.

Centri-

aart ICubesi_-I

fuga Is

lNo.1l MeiJJuni
1

Maart

kristalsuiker
Sh.
Sli.
Sh.
$
cts;
basis 990
19 Mrt.’28
(

17′
3216
I3/1

.
121-
4,58
5 Mrt.’28
,,

1634
32-
131-
121-
4,40
19 Mrt.’27
,,

201/
3613
15/734
1419
4,71
19 Mrt. ’26
,,

1571
3113
13,9

,
101711,
3.98
ruwsuiker
basis 88°,
4Juli ’14
f

11
13
1
32

181-


3,26
basis 990

f
1413

‘)’I-let verschil tusschen ruwsuiker 88° en
/32
1
1
krist.suik. 99° is aan te nemen
opf3p. 100 KG.

KATOEN.

Marktbericht van de Heeren Sir Jacob Behrens & Sons.
Manchester, d.d. 7 Maart 1928.
In de Amerikaansche katoenmarkt ging de vorige week
meer om. Prijzen waren onregelmatig, doch varen gisteren vergeleken hij een week geleden slechts weinig veranderd,
terwijl hedenmorgen de markt 4 tot 6 punten hooger opende.
De ontvangsten in de havens en de afname der fabrieken in
Amerika ‘bedragen circa 4 millioen balen minder dan in
het vorig seizoen, terwijl de export ongeveer 2%’ millioen
balen minder bedroe
g
. Wanneer men den export echter met

21 Maart 1.928

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

..

..

265

(Ie beide voorafgaande seizoenen vergelijkt, is deze thans
welop’ een zrqer norn1e bs gekomn.. Egyptische soorten.
zijn duurder. Het voorstel vai de ,.Liverpool Cotton Asso-
ciation” om het ,,Full Membersip–van eeji twee-zie Ass-
ciation te verbieden werd aangenomen; men zal nu moeten
afwachten, welke maatregeleu oor de i auchester Cotton
Association zullen worden -ge1uinell, ten einde déié’ pôgihg
om cle ontwikkeling vn de s-pd€’ ïnarkt biër te beletten
zoom veel mogelijk, tegen te gaan.
De positie van Aerikhansche g-arenspiuners ‘is
durende de afgelopn weken algenieea verbeter-:l ‘en ver-
koopen schijnen in enkele gevallen onderschat te zijn. Grove
uummers worden hét moeilijkst verkocht. Over Let algemeen
is de mârkt vaster voor nUe soorten, loowel twist als weft.
Er. bestond gisteren een goede vaag, oh ,salesmen”
trachtten hoogere prijzen te -bediiigen, waardoor cle omzet
le-chts’ beperkt was. Er bestaat nog ‘een goeie vraag nahr
getwij’nde garens voor binnenlandsch gebruïk Dë u-itgestelde
conferentie ‘tusschen vertegenwoorcliers van nerkgevers en
werknemers welke op ji. Maandag gehouden verd, is niet
tot ‘overeenstemming gekomen in hare discûtsie, over het
gezamenlijk onderzoek zooat de .oudehandeiingen weer
werden afgebroken. Nacu Ïg’ptischegar-ens beltdat minder
vraag, -hoewel eimkele flinke contracten iii ringgares ge-
noemd vorclen. Spinners berichten, dat de vraag -zich voor-
namelijk tot cle wekelijksehe behoefte beperkt ‘en totaal-,vèr-
koopen zijn dan ook minder dan
de
pro-ductid. id gët’wijnde
garens bestaat een goede vraag van ht Oosteu. De geboden prijzen zijn over het algemeen echter te laag our te worden aangenomen en moeten dus teruggewezexr worden, zôodat
slechts een betrekkelijk klein gedeelte geboekt wor-clt..
Doekprij-zeu blijven vast en &r is slechts weinig verande-
ring in den toestand gekomen. De toon is misschien iets
kalmer. Men zal moeten afwachten hoc -zIe vraag van Cal-
cutta, waarover wij de vorige week ree:ls schreven, zich za,l
ontwikkelen en in hoeverre de verbetering ‘aii de China-
markt de positie zal beïnvloeden. Se:lert de 1aarswisszling is
de positie van producenten ongetwijfeld verbeterd e’n indien
er ‘erdere zaken ge:laan zouden worden, speciaal in -d-hooties
voor Indië en in fancies voor China, zullen de flanwere
elementen, in de markt ongetwijfeld verdwij nen. Tntussehen
is de in.dustrieele positie in den katoenha.n-zlcl niet gunstig
te noemen en overzeesche koopers zijn uitLest voorzichtig.
Men kan derhalve slechts de -ontwikkeling der markt af-wachten en ht is moeilijk hierover iets te voorspellen.

Manchester, d.d. 14 Maart 1928.

De Amerikaansche katoenniarkt ‘is vast gebleven met
prijzen van circa 10 d. voor loopende niaandfuture-s. Men
begint meer aandacht te schenken aan de kwestie zer be-
schikbare hoeveelheden gedurende dit seizoen en het ver- – nioedelijk verbruik en welken invloed deze factoren op de
voorbereidingen voor ‘den .nieo-wea oogst zullen hebbei.
Wanneer men de verzending naar de havens, den export en
de éonsumptïe in aanmerking neent, zou men wel mogen
coneludeeren, dat de aanvoer voldoende ‘zal zijn. Egyptische
soorten zijn vaster en men schrijft dit toe aan inkoopen
van het Continent in Alexan-cirië en speculaties. Giste-
ren was de noteering voor F. G. F. Sakel futures in Li-
verpool 19,15 d., een cijfer, ‘dat wij sedert begi’n November
van het vorig jaar niet bereikt hebbefl. De vraag naar loço
was de vorige week geringer, daar verkoopen tot -41O60
balen terugliepen, waarvan een zes:le Peru en tveedeedé
Amerikaansche katoen.

Spinners van Amerikaansche garens hebben een rustigeir
tijd gehad. De vi:aag naar alle soorten, zoowel varps als
weft, is over

het algemeen gering. De meeste spinnrs’-rap-
porteer-den gisteren, .dat biedingen van koopers voor he’t
grootste gedeelte te laag waren- Slechts in enkele gevallen kon men zeggen, dat normale zaken gedairn zijn. Ook wa-
ren de meeste spinners het over de vraagprijzeri vrijwel
eens en in de meeste gevallen werd hiraan ook wel de
hand gehouden’. De vraag naar ‘Egyptische garens is ge-
ringer. De stijging van gisteren van 35 punten in het ruwe
materiaal had ten gevolge, dat eenige aarzelende koopers
biedingen doden, en hoewel deze op de noteeringen van de vorige week gebaseerd waren, -kwamen toch enkele trans-
acties tot stand in die gevallen, -waarin verkoopers in staat
waren koopers eenigezins tegemoet te komen. An.dere zaken
had-den betrekking -op de gewone wekelijksche aanvoeren.
Enkele fabrikanten zijn niet bereid de ‘stijging van katoen-
prijzen te volgen en op voorraad te werken,- daar zij geen
voldoende vertrouwen stellen in het huidig prijsniveau en
er -de voorkeur aan geven hun looms stop te zetten. De
export van garens gedurende cie maand Februari bedroeg
volgens de gegevens van ‘-den ,,Board of Trede” 14.491.400
lbs. tegen 14.259.400 l-bs. in dezelfde maand van verleden
jaar en 15,652.100 l’bs. in 1926. Die naar Duitschiand en

Holland te zaten bedroeg 6.773.600 lbs. en toont veing
verandering, met- 1.927, maar -bedraagt, circa eep half mii-
lioen pond méér, dô.d

te

1926.’:

De ‘doekmarkt iszeér. vist eir er gaat

slechts -weinig om.-
Ht schijnt wel’ alsof ‘fabriknnten geléidelijk in een eenigs-
zinsbètere positie zijn gekomen, ‘daar pogingen om prijs.
ooncesines te verkrijgen geen ,rksultaat – hebben. In ‘hoever
cle verbe’terdim garenpositi-e of de hoogere prijzen van Egyp-
tische k-atoèn hierop invloed ‘hèb-beu, val-t moeilijk te

zeg-
gen, doéh het résultaat is hetzelfde. ‘Ook van

Calcutta ko-
men meer biedingen, b’ihndn, hoewel deze totnu ‘toe over
het algemeen te laag zijn. China too’it meer belangstelling
voor fancieb en over het algemeen blijkt liet wel, dat de
belangstelling van -de meeste, över.zeesche markten nog niet
verminderd is en er van alle markten een goede algemeene
vraag bestéat. Ei’ is geenver-dere, ontwikkeling in dcii -toe-
stand -te i’apporteeren en waar koopers zoo. voorzichtig zijn
en verkoopers van geen concessies villen weten, ‘is – het

uiterst moeilijk tot, zakén te

komen.

– – Liverpooinoteeringen – – — – Oost. koersen 0 Mrt. 13
M
rt.
7Mrt.l4Mrt. T.T.opBr.-Indiö Vc.
115
F.G.F. Sakellaridis 1,8,90 19,30 -T.T.op Hongkong 210
1
1,
210i
G.F. No. 1 Oomra 7,70 7,75 T.T.op Shanghai 216% 2,6%

– –

Noteering voor LocoKatoen.
– – (Middiiiig tiplands.)


16
M
1
a£irt.1 1928
Maart

1

1928 2
Maart
1

1928
16Maart
1

1927

1

16Maart
1926

New York voor

Middling
.
..
19,50e

18,85 c 18,90 c
14,10 c
19,40 c
New Orleans

voor Middling
19,— c
18,36e 18,33e
13,95 c
18,41 c
Liverpool voor

Middling. .-.
10,77 d 10,54 d
10,63 d
7,58 d 9,98 d

Ontvangsten in- en’ uitvoeren van Amerikaansche havens.
(In duizendtallen balen).


1Aug.
’27
1
Overeen komstige
periode

tot

9Mrt.
’28

1926127

1925126

OntvangstenGulf-Havens.

7200

11195

8291
,,

Atlant.Havens –
UitvoernaarGr.Brittannië

942

2005 ,

1819

,,
‘t
Vasteland ete. , 3719 ,

4853

3401

Japan…. …. ‘ 781

‘1205

.868

Voorraden. –

-‘

– (In duizendtallen balen).

-‘


———-
,
Overeenkomstig
tijds tip

1927 1926

Amerik. havens….
-: 1961
2i18
1285
941
1164
1806
New York…. ……

.
.. .-
185

226
36
Binnenland ………………

479

‘ -‘
,

648
386
New Orleans…………….
Liverpool …………-.

..

546
989
601

KOFFIE.

Ook in de afgeloopen wedk -bleef de stemming voor het
artiikël vist -bij onveranderde prijzen voor ‘de Braziliaansche
soorten. In ‘de eerste twee maandén van het jaar zijn de
kost- en vracht-aanbiedingen van Santos met bijna 101. en
die van Rio met ongeveer 9/- gestegen, waartegenover zij in het -begin dezer ‘maand resp. ongeveer 1/- en 2/ 8. 216
hebben – ingeboet, d-éch sedert zij-n zij feitelijk onveranderd
gebleven. Dé Brazilianen vragen en maken -dan ook altijd
nog prijzen, welke, vergeleken tegenover Centraal-Amen-
kaansche ‘koffies,liepaa!d
boog
kunnen worden genoemd. –
De -buitengewoon sterke positie, welke het Comi’te tot Per
ma.nente Verdediging van de Koffie in Brazilië op het
oogenbli inneemt, treedt niet alleed hierdoor duidelijk
aan den dag, doch wordt bovend’ien beveztig-d door het feit, dat -zelfs de’ nu bestaande ‘zekérheid, dat de lopende Santos.
oogst n-og grooter wordt’ dan de Brazilianen oorspronkelijk
hadden willen -doen gelooven, geen invloed -op de stemming
heeft kunnen uitoefenen. Toch is het duidelijk, dat Bra-
zilië ook ditmaal den toestand rooskleuriger heeft voorge-
steld -dan hij in werkelijkheid is. Eerst heette het in het
laatst van het ‘vorig jaar, dat er op gerekend werd, da-t
de loopende Santos-oogst op 31 December 1927 in de bi’e-
nenlandsehe pakhuizen van Sao Paulo en van Mines Geraes
zou zij,n afgeleverd. Toen het echter in Januari -bleek, dat
de aanvoeren in het ‘binnenland vanuit de plantages nog
onafgebroken aanhielden, werd door het Verdedigings-Co.
mité bekend gemaakt, dat verwacht kon worden, dat het
restant van den oogst aan het eind van Januari in de bio-
nenlandsche pakhuizen zou zijn afgeleverd, en thans blijkt

266

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN –

21 4aar
.
t 1928

uit hen dezer dagen ontvaiigenteiegrhm, dat:de vootraden,
in •de pakhuizen en despoor’egstations in het binnenland
van Sao Paulo en Minas Ceraes- teruggehouden,. op 20 – bruari niet minder bedroegen dan

13.211.000 balen. Waar
nu de voorraad op 31 Januari 13.354.000:bajen was geweest,
ia de vermindering gedurende Februari ,d.us: niet grooter
geweest dan 143.000 balen, hetgeen beeekent, dat bij eene
hoeveelheid van 754:000 balen,- welké in die maand vanuit
de binnen.landsehe pakhuizen naar Santos is doorgelateii,
er. nog altijd 611.000 balen uit cle pantagos in het ‘binnen-land zijn aangevoerd of ‘dooreengenomen oagëveer 24.400
balen per werkdag. . .. . –
Zoons hieihdven reeds gezegd,. staat Santos tegenover
de andere soorten, en in de eerste plaats tegenover die van’
Centraal-Amerika, in verhouding zeer hoog. Het -natuur.
lijk gevolg hiervan is geweest, dat dit jaar de nieuwe aan-
voeren van de zoogenaamcle Milds op alle markten zeer.
vlug zijn opgenomen.. Begrijpelijk is het, dat, vanneér:voor
cle ‘duurste Santos koffie s prijzen moeten worden: aange.
legi, uitkoniende op 70 h 72 cl. en in sonimige gevallen
elfs nog hooger, de branders de voorkeur geven aan ge-c’asschen Salvador’s, Guatemala’s en Nicaragua s, vahi-‘
vai de kleinhoouige kwaliteiten reeds te koop zijn tot prij-
zén, weke lager zijn, terwijl cle goe:lboonige slechts enkele
centen duurder zijn en vrij behoorlijke Columbia s en Mexi-
co s reeds tot 77 h 78 vonden aangeboden. Hoe het niet
als le rest van cle aanvoeren dadelijk even gretig mocht
worden opgenomen is een vraag, welke allicht opkomt, doch
die,eerst later zal kunnen worden beantwoord. –
Na”de sterk verboog-Je noteeringen, welkè Indië ongeveer
een, week gele en zond voor. Palembang Bobusta, werden
:manvankeiijk iefs lagere prijzed geseind, doch da-delijk her,
stel-den zij zich weder op ongeveer cle basis van verleden
week. Aanbiedingen komen slechts sporadisch voor; het
zijn in de meeste gevaVen alleen noteeringen welke worden
gesaind, en het wordt thans hoe langer zoo duidelijker, dat
uaargiu.

‘s g sechts zeer weinig van den ouden oogst
dezer soort over is. Aanvoeren uit den nieuwen oogst kun-
nen hier feitelijk niet 5dr Juni a.s. worden verwacht. De
andere ongewasschen. Sumatra Ro-busta-soorten zijn – ook
vast .gestam’:l, doch de prijzen ervan zijn in de laatste we-
ken slechts zeer weinig verhoogd. ifobusta W.I.B. f.a.q. liep
in den loop dezer maand ook slechts
4
cl. omhoog.
Ook

ditmaal schommelden aan de termijnmarkt de no-
teringe’n in navolging van ‘Nei-York met kleine verschil-
len heen en weder. Zij waren bij het afsluiten van dit bé-
richt bijna geheel gelijk aan die van verleden week.
– De prijzen van gewoon goed ‘beschreven Superior Santos
op prompte verscheping zijn thans ongeveer 1021-
k
1041-
per cwt. en van dito’ Prime ongeveer 1051-
rt
107/-,
Lërwijl zij van Rio type New-York 7 mèt bechrjving,
prompte verscheping, bedragen 7116 It 7216.
Van ilobusta èp afla

l’ing van Ne-:lerlandsch-Indië zijn
cle cioteeringen in de eerste hand op het oogen-blik:
Palembang Bobusta, Maart/April versheping; 33 ot.;
Mandheling Robusta, Mei/Juni verscheping, 40 ct.; W.I.B.
faq. Ifobusta, Maart/April verscheping, 464 cl.; W.I.B.
faq. Rebusta, Juli/Sept. verseheping, 45 et., alles per 14 liG.,’, cif, uitgelever•d gewicht, netto conthnt.’ –
De officieele loco-noteeringen bleven onveranderd 63 ct.
per –
14
K0 voor Superior Santos en 47
cl.
voor Robusta.
De noteeringen aan de Rotter-damsehe. terij-nmarkt ‘iva-
ien aan de ochtend-cali als volgt:

Sant6-ontract

Geie.ndeôntract
-: bnsi GOod

basis .antos Good

II rt.

£1i
1
Sept.J -Dec.
11
Mrt:
1
Mei
1
Sept.I Dec.

20 Maart 53 ‘ 51

50

– 43

43

41

401%
13

52

51

50

431% 43i, .41-51 4%


6

52

51

50

43

431%
4:171
40(
28 Febr.

52

51

50

4341
8
43V
4
42c
411
111

-;

De slot-noteeringen te New-York van het 1daar eldende
eniengd contract (basis Rio No.
1)-
vâren:

Maart

Mei

Sept,.

. – Dec.

19 Maart……

$ 10,10

14,83

$ 13.80

$ 13,48
i2 ,,

, ,, 15,99

,, 14,83

13,79

13,50

..,, •l5,u5

15.03

14,15

13,90
27 Febr. …… .,, 15,52

14,84

14,20

13,99
Rotterda., 20 Maart. 1928..

COPRA.-
– In den aanvang der week was de markt kalm gestemd,
terwijl consumenten regelmatig kochten.:Later.liepen de

prijzen Vrij sterk op. Indië begint: Iangzamerhandmeer te
offreeren..

– – –
De slotnoteeringen zijn:

‘1
Nederi.
?
Indische fins, stoomend

/ 33

,,

,,

April/Mei afladiag

333j
Mei/.J uni

,, –

,,33
11

VRACHTENMARKT.

De vraag -naar tonnage voor graan van Noord-Aerika
is nog ‘niet grooter geworden. Voor vroege posities is

de
eenige definitieve order een Maart boot van de Golf van
Mexico naar Bdttei-dam tegen 16 cents en is een passende
boot per dien ternnn moeilijk -te krijgen. Van Montreal werd
een midden Mei boot- gedaan naar Antwerpen, Rotterdam
of Hamburg tegen
1314
cents, -terwijl naar de volle range
Middellandsche Zee (niet oostelijk van West-ItaLië) 1614
cents is gedaan. –
– De vraag naar tonnage voor suiker van West-Indië ‘bleef
vast doch gei-ing op basis van de vorige vrachten. Er ver-
den ca. S bevrachtingen gedaan tegen 1613 tot 171- voor
booten van 5517000 ‘tons per April en Mei. –
Van de North Pacif ie was slechts weinig vraag. -Een 7000
tonner bedong 27/- van Vanoouver -naar UK/Continent
met 63 reductie voor Antwerpen of Rotterdam. Van Port-
land is 28/6 betaald voor een 6300 tonner naar U.K./Conti.
nent per Mei met volle opties.

De markt van de I,a Plata bleef betrekkelijk vast en de
vraag was hoofdzakelijk naar Maart/April tonnage. Naar Italië werd flink bevracht op basis van 2016 Genua, 22/6
Adriatische Zee van Buenos Aires. Van boven I,a Pia-la
havens is 21/6 gedaan naar U.K./Co’ntinent voor handige
booten.
De chilisalpeter vrachtenmarkt was zeer -kalm en bleef
onveranderd met die uitzondering, dat eenige volle ladingen
zijn bovracht. Per 20131 Maart werd 26/6 betaald en per
30 Maart/15 April 26/- naar het Continent alleen, zon-der
opties. Voor ru:mte in lijabooten bonen bevrachters weinig
belangstelli-ng
De meeste oostelijke af-deelingen waren vast en er is op
de meeste van deze markten tekort aan tonnage. De vraag
naar tonnage voor soya boonen van Wlaliwostock was ge-
ring en
er
werd slechts dén boot bevracht nl. een 7030
tonner per 1/20 Juni op basis van 28/3 naar Rotter-dam of
Hamburg, optie Liverpool, Avon, outh, Huli cl Scandinavië
tegen 113 extra.
Da vraag naar tonaage van Australië was niet groot
doch iets beter clan de vorige week. Hierdoor en mede door
het uitgesproken tekort aan tonnage zijn de vrachten aan-
zienlijk beter geworden. Van West-Au-stralië is een 9-500
– tonner gedaan naar de Mi-ddellandsche Zee/U.K./Continent
per begin April tegen 341-, optie belading in Zui.d-Australië
tegen dezelfde vracht, terwijl soor een 5900 ton-ner per
April/Mei 3419 is betaald.
De rijstvrachtenmarkt van Burmah was kalm en ofschoon
de beschikbare tonnage gering is, is de vraag -niet voldoende
om de vrachten te ‘doen stijgen. Een handige boot van 5500
tons is bevracht -naar Braila tegen 32/3 per April.
– Van den Donau ging slechts weinig om. Naar Antwer-
pen[Hamburg range ‘werd 1416 betaal.i en 16/6 naar 4
Deensche havens. De Zwarte Zee is zonder zaken.
– De Middeiland-sche Zee is kalm en de vrachten zijn nage-
‘noeg op het oude peil gebleven, terwijl ook de vraèht van
cle Golf van Biscaye onveranderd -is… – – –
De uitgaan-de ko’envrachten van EhgelaM zijn• flauw
gestemd. Van Zuid-Wales werd o.m.betiiald: Rouaan 316,
Alexandrië 9/6, Port Said 9/3 en van de Oostkust: Roucaan
318 en Triëst 1016.
D
ooi
: het zachte weder is een spoedige opening van
1
de
scheepvaart te verwachten in de zuidelijke -districten van Finland en Zweden. Er wordt 4chter op het oogenblik nog
zeer weinig hout bevracht en de bevrachters zijn flauw ge-
stem.

J. Van de Witte Zee zijn de bevrachters dezer dagen voor tonnage in de markt gekomen, doch tot nu toe werd
nog niets bevracht.


– – – –

RIJNVAART.
Week-van 11

tlm.
17 Maart 1928.
De aanvoeren van zeezij-de bleven onveranderd. Over het
algemeen nam de vraag naar scheepsruimte, die gelei-delijk
sehaarscher werd, -toe. De stemming werd eenigszins vester,
hoewel behoudens naar Man,nheim, nog geen hoogere vrach-
ten -kon.den worden bedongen. Men betaalde voor erts naar
Ruhrhavens
f
0.30 met 3/
4
en
f
0.40 met 34 lostijd, naar
Dortmand
f 1.—
met
34
en
f 1.10
niet
34
lostijd,naar
Mannheim
f 1.—
met
34
en
f 1.10
niet 34 Iostijcl.
Het sleeploon varieerde tussehen het
f
0.40 en
f
0.2734
tarief;

– –

Auteur