Ga direct naar de content

Jrg. 12, editie 615

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: oktober 12 1927

12 OCTOBER 1927

AUTEURSRECHT VÖORBEHOUDEN.

Economisch~Statistische

Beri
*chten

ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER

ORGAAN VOOR DE MEDEDELLINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART

UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN

12EJAARGANG

WOENSDAG 12 OCTOBER
1927

No. 615

INHOUD

Blz.
DE SAMENSTELLING VAN DEN INI)ISCI-IEN VOLKSRAAD
door
Prof. Dr. E. Moresco ……………………892
De Financieele verhouding tussehen Rijk en Gemeenten
door
Prof.
Mr. Dr. J. van der Grinten…………..894
Maatregelen betreffende den Etaringuitvoer door
P. E.
van Renesse ………………………………896
De Septemberzitting van het Financieele Comité van
den Volkenbond door
Mr. J. Van Walré de Bordes . . 898
BUITENLANDSOHE MEDEWERKING:
Een crisis in het Federal Reserve System door
Dr.
F. H. Repelius ……………………………899
AANTEEKENINGIIN:
Indexcijfers van groothandeisprijzen …………..
900
Indexcijfers van scheepsvrachten …………….
901
BOEKAANKONDIGING:
Dr. H. N. ter Veen: Van
A
n thropogeografie tot Socio-
grafie, bespr. door
Prof.
W. E. Boerman ……..902
MAANDCIJFERS:
Rijkspostspaarbank ……………………….
903
Productie der Steenkolen-, B ruinkolen- en Zoutmijnen
903
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN. ……………
903-910
Geidkoersen.

Ban kstate n.

1 Goederenhandel.
Wisselkoersen.

1
Effectenbeurzen.
1
Verkeerswezen.

INSTITtITJ7′ VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN.
Algemeen Secretaris: Mr. Q. J. Terpstra.

ECONO2IIJSCII-STATISTISCI1E BERICHTEN.
COMMISSIE
VAN ADVIES.
Prof. Mr. D. van Blom; J. van l7asselt; Jhr. Mr. L. H. van
Lennep; Mr. K. P. van der Mandele;
Prof.
Dr. E. Moresco;
Mr. Dr. L. F. H. Regout; Dr. E. van Welderen Baron
Rangers; Prof.
Mr. H. R. Ribbius; Jan Schilthuis; Mr.
Q. J. Terpstra, Prof. Mr. F. de Vries.
Gedelegeerd lid: Prof. Mr. Dr.
G.
M. Verrijn Stuart.
Redacteur-Secretaris: S. Posthuma.
Secretariaat: Pieter de Hoochweg 122, Rotterdam.
Telefoon Nr. 3000. Postrekening 8408.

Abonnementsprijs voor het weekblad franco p. p. in
Nederland f20,—. Buitenland en Koloniën f23,— per
jaar. Losse nummers 50 cents. Leden en donateurs van het
Instituut ontvangen het weekblad gratis.
De verdere publicaties van het Instituut uitgaande ont-
vangen de abonné’s, leden en donateur& kosteloos, voor zoo-
ver daaromtrent niet anders wordt beslist.
Aangeteekende stukken: Bijkantoor Ruigeplaatweg.

Advertenties f 0,50 per regel. Plaatsing bij abonnement
volgens tarief. Administratie van a.bonnementen en adver-
tenties: Nijgh d van Ditmar’s Uitgevers-Maatschappij, Rot-
terdam, Amsterdam, ‘s-Gravenhage. Postchèque- en giro-
rekening No. 6729.

10
OCTOBER
1927

liet aanbod van geld was in het begin der week
aanmerkelijk grooter, zoodat particuliei- disconto
Dinsdag van 3% tot 3% â
37fo
pOt-. kon terugloopen.

Wel
is waar gold deze rente ‘hoofdzakelijk voor papier,
dat nog voor het einde van het jaar afloopt, maar
ook langer papier kon gemakkelijker plaatsing vinden.
Oallgel.d bleef op -ongeveer 3% püt. verkrijgbaar, met

ruim aanbod; terwijl de prolongatierente 3% pOt. no-
teerde. Aan het einde der week begon het aanbod van
geld voor wissels weder af te nemen en gilsteren moest
men herhaaldelijk weder 3116 pOt. toestaan. Daaren-

togen werd tegelijkertijd het aanbod van Cailgeid en
op prolongatie groot-er; de prolongatierento liep daar-
dooi- tot 3% pOt. terug.

* *
*

De Vrij aanzienlijke vermeerdering, die cle binnen-

landiscbe uitzettingen van De Nedrlandsche Bank hij

de jongste maan-dwisseling te zien. gaven, heeft in de af-

geloopen week reeds weer Voor een teruggang plaats
geniaakt De beleen.ingen geven weliswaar per saldo

nog een stijging van
f
3,3 millioen te zien, maar de

post ‘hinnenlandsehe wissels vertoont een veel belang-
rijker getal: hij ‘verminderde van
f
171,4 mliii een tdt

f
156,2 -millioen. De teruggang laat zich voor een deel
verklaren uit de verminderde ciedieteischen van den

Staat. Het bedrag van
f
6 millioen aan rechtst-i-eeks

bij de bank ondergbracht schatkistpapier, dat

blijkens den vorigeu weekistaat op den postder centrale
ci-edietinstelling voorkwam, blijkt inmiddels geheel

te zijn afgelost. Het renteloos voorschot, aan het Rijk
steeg met
f
650,000,—.
De goucivooiraad der bank bleef
vrijwel
onveran-

•derd. Het zilver vei-mindercle niet
f
250,000,—. De
post papier op het buitenland en de diverse rekeningen
op de actiefzijde der balans daalden respectievelijk

met! 10,1 millioen en f1,4 millioen.
i)e hil-jettencii–culatie vertoont een teruggang

van

,f
21,4 millioen. De rekening-courantsaldi van anderen

-blijken met
f
1,6 millioen te zijn vei-minderd. Het be-

schikbaar metaaisaldo -steeg met 4,4 millioen.
Het dekkingspercentage bedraagt 48.

* *
*

De flauwe stemming voor Dollars bleef aan-houden.
Het aanbod kwam hoofdzakdlijk uit Londen en de

koers liep tot 249
5
fie
terug. Daarentegen waren Po’nden

zeer gezocht, de koers bleef standvastig op 12,13v/s. Marken waren aanvankelijk vaster in verband met de
disconto verhooging. Voor 59,47% werd afgedaan.

Later trad weder een kleine reactie in. Aan de daling
van Madrid kwam een einde. Het slot was eeirdei-
vaster.

LONDDN,
10 OGTOBEdI
1927.

Gedurende de eerste -helft van de v-orige week was

de toestand -op ‘de gei’dmarkt tamelijk gespannen. Toen
Woensdag de Joint Stock Banks fondsen aan de markt

onttrokken, was een overigens gering beroep op do
Bank of En’gla-nd dan ook onvermijdelijk. De toestand
wijzigde zich in de tweede -helft van de week toen
gemakkelijk aan de vraag kon worden voldaan en de
koers tot 3 pOt. daalde.
De vaste toon, die nu al sinds geruimen tijd op de
disconto-markt heerscht-, kenmerkte ook in hofdzaak de afgeloopen herichtisperiode. Slechts gedurende de
laatste dagen

trad eenige ontspanning in door ‘vraag naar wissels uit het ‘buitenland, terwijl ook -d-e toe-
stand op -de -geld-markt niet zon-der invloed bleef. Het
disconto daalde -daarbij tot even onder
4
5
110
pOt.

892

S

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

12
October
1927

DE SAMENSTELLING VAN DEN

INDISCHEN VOLKSRAAD.

Is het oogenblik om over het voorstel tot omzetting

van de verhoudingen in den Volksraad te spreken
al daar?

Men kan er aan twijfelen, omdat de vorm, waarin

deze aangelegenheid onlangs bij den Volksraad zelf

om advies is voorgebracht, medebrengt, dat wel

eenige aanwijzing bestaat omtrent de meening van

den Minister, die de verantwoordelijkheid voor het

wetsvoorstel zal dragen wanneer het bij de Tweede

Kamer wordt ingediend, maar die meening toch niet

in bijzonderheden bekend is en met name
elke wer-

kelijke motiveerinq van het voorstel ontbreekt.
Wie
het voorstel
bestrijden
wil, ‘kan dus wel
zijn
bezwaren
uiteenzetten, maar hij vindt geen motieven, door de
handteekening van den Minister of op andere wijze
als authentiek erkend, waartegen
hij
zou kunnen op-
komen.

Wellicht ware het dus aangewezen, hier te lande

met bespreking en critiek te wachten tot men be-schikt over een
werkelijk
wetsontwerp, d.w.z. een

,,voorstel van wet” als bedoeld in art 111 der Grond-

wet, vergezeld van een memorie waaruit de motieven,
die den Minister van Koloniën tot de indiening be-
wegen, volledig blijken.
S

Intusschen, de leemte is alleen formeel belangrijk.

Het voorstel is openlijk aingekondigd als ,,een zoo-

danige verandering, dat het amendement-Feber als

het ware zou worden ongedaan gemaakt”
1)
en men

heeft dus het recht, de motieven van de bestrijders
van dat amendement, in de eerste plaats die van

den toenmaligen Minister’van Koloniën, te beschouwen

als geldende voor het tegenwoordige’ voorstel, — al

verklaart de Gouverneur-Generaal in
zijn
toelichting
aan den Volksraad ook, dat
hij
,,de argumenten,
welke
destijds
voor en tegen deze
wijziging
in de
beide Kamers der Staten-Generaal zijn aangevoerd

ter zijde latende, (wil) volstaân met enkele bedenke-
lijke gevolgen daarvan bloot te leggen”. De openbare
meening, zoowel hier als in Indië, behoort zich thans

te vormen en kan zich thans vormen door, anders

dan, de .G.-G., de
destijds
aangevoerde argumenten
opnieuw in beschouwing te nemen, de door de Indische
Regeering bedenkelijk genoemde gevolgen te onder-
zoeken, en
bij
een en ander zich rekenschap te geven
van de beginselen, die de samenstelling van den
Volksraacl moeten beheerschen.

In dit en in enkele volgende artikelen stel ik mij
voor dit alles zoo kort
mogelijk
te doen, het laatst
genoemde punt, de beginselen, vooropstellend en deze
afleidend uit de ervaring in de met Nederlandsch-

Indië min of meer vergelijkbare Aziatische koloniën
opgedaan.

T.

Vier westersche volken staan in Azië voor het
vraagstuk, op welke
wijze
een Aziatisch land of
samenstel van landen geleid moet worden van den

ouden toestand naar den nieuwen: Engeland, Frankrijk
Amerika en Nederland. Dat vraagstuk omvat al de
moeilijkheden, in West-Europa zelf ondervonden,
maar wordt’ bovendien gecompliceerd door twee

koloniale factoren: de verhouding tusschen moeder-
land en kolonie en die tusschen ‘de ‘sociale groepen
in de kolonie zelf, groepen, die dieper en’ langs
eenigszins andere
lijnen
verdeeld zijn dan die in het
moederland. .
Van de vier heeft
Frankrijk
de minste ervaring.

Indo-China -heeft nog slechts een embryo van ver-
tegenwoordiging in den naast den G.-G. staanden
Conseil de gouvernement, ‘die 15 Fransche hoofd-ambtenaren, 10 Europeesche en 5 Inlandsche niet-

ambtenaren als leden telt. De functiën van dezen
raad
zijn
geheel adviseerend.
,
Trouwens de wetgeving
voor ‘alle’ Fransche koloniën geschiedt
bijna
geheel

1)
De Minister in de Eerste Kamer,
’29
April
1927,
Hand.
809.

bij, presidentieel decreet. Frankrijk is dus nog nauwe-

lijks begonnen: noch overbrenging van regeermacht

naar de kolonie, noch belangrijke invloed van de
ingezetenen.

Dit geldt intusschen ten volle, alleen voor heel Indo-

China, dat zooals bekend uit’ vijf onderkoloniën of
landen bestaat. Dat men ten aanzien van het geheel

zoolang aarzelt met het voorbeeld der andere Azia-
tische koloniën te volgen, moet zeker voor een goed

deel worden toegeschreven aan de slechte ervaringen,

9p.gedaan met een vertegenwoordigend lichaam, den

Conseil colonial voor Cochin-China (het meest ont-

wikkelde der vijf landen, dat ook het langst onder

Fransch gezag staat). Deze raad, die reeds in 1880,

onder den invloed van de destijds heerschende assimi-
latie-denkbeelcien, is opgericht en volgens de uitdruk-

king van den Gouverneur-Generaal Doumer tot ver-
kwisting en een janboel leidde, is doör verschillende

maatregelen tot een zeer bescheiden positie terug-
gebracht: de wettelijke duur der zitting is beperkt

tot 20 dagen per jaar; de raad heeft geenerlei re-

gelende macht en is bij de vaststelling der begrooting
gebonden aan een reeks verplichte uitgaven. In vele
voorschriften klinkt de echo der vroegere fouten en
misbruiken: politieke debatten en moties
zijn
verboden,
ambtenaren mogen geen lid zijn en de raad mag geen
initiatief nemen tot het toekennen van eenig voordeel
aan een ambtenaar of categorie van ambtenaren. Van

de 24 leden zijn 14 Franschen (10 gekozen door alle Fransche burgers, 2 door de Kamer van Koophandel

en 2 door de Kamer van Landbouw); de 10 inlandsche

leden worden gekozen door belastingkiezers, die bo-
vendien aan zekere bezits- of bekwaamheidseischen

voldoen. De Fransche meerderheid wordt blijkbaar

als zôô essentieel beschouwd, dat aan den G.-G. de

bevoegdheid is gegeven om, wanneer meer dan twee
der Fransche leden verhinderd zijn, plaatsvervangers-
te benoemen. Opmerkenswaard is ook, dat de verkies-

baarheidsleeftijd voor de Franschen is gesteld op 25,
voor de Inlanders op 30 jaar.

De geschiedenis van ludo China in de laatste halve
eeuw kan men samenvatten in de woorden: overijling,
misbruiken, terugval, aarzeling. Er is thans sedert

bijna twee jaar een scialist – de heer Varenne –
als G.-G., die bij zijn
optreden verklaarde;dat de staats-

instellingen wijziging behoeven zonder dat het tot

dusver tot eenige wijziging kwam. Het zal van’ belang
zijn, na te gaan, hoe de instellingen zich ontwikkelen
‘in de groote, aan het roerige China grenzende ko-
lonie; reeds nu echter kan de daar opgedane erva-
ring anderen tot leering strekken.

Van eenigszins gelijken aard, maar nog veel leer-
zamer, is de geschiedenis der Philippijnen onder Ame-
rikaansch gezag.

Sterker nog dan in Frankrijk
was bij de verkrjging
dezer eilanden (1898) in Amerika het geloof aan de
wonderdoende kracht der in het moederland bestaande
bestuursinstellingen en de overtuiging, dat men aan de bewoners van het nieuw verworven gebied geen

grooter weldaad kon bewijzen dan die instellingen
zoo spoedig mogelijk
bij hen in te voeren. Zoo spoedig
mogelijk beteekende hier niet: zoodra de bewoners
in staat zouden zijn die instellingen te hanteeren,-

maar: zoodra door de administratieve organisatie van
het land en de meerdere verspreiding van de kennis
van lezen en schrijven de technische mogelijkheid tot
het houden van verkiezingen zou bestaan. Verkiezingen

niet enkel voor vertegenwoordigende lichamen, maar
ook voor de voornaamste locale ambten, naar Ame-
rikaansch gebruik. Zoo geschiedde het dan ook. Naast

de krachtige maatregelen tot bevordering van onder-
wijs, hygiëne, verkeer, enz. stond een even krachtige,
en even snelle, invoering van gekozen lichamen voor
de gemeenten en de proyinciën en de stichting van
een vertegenwoordigend orgaan voor de kolonie, al-
thans voor het Christelijke deel ervan, ongeveer 9110
der bevolking omvattend. Van’ 1907 tot 1916 stond

12 October 1927

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

893

naast de gekozen vergadering, waarin uitsluitend
Philipino’s zaten, nog een benoemde commissie van
vier Amerikanen cnevenveelPhilipino’s, metdenG.-G.

als voorzitter, welke commissie als een Hoogerhuis
fungeerde. De in 1916 aangenomen en thans nog

geldende constitutie (de ,,Jones-act”) maakte hieraan
een einde en stelde een volledig parlement in, be-

staande uit een Senaat en een Kamer, beide geheel
gekozen met uitzondering van 2 senatoren en 9 af-
gevaardigden, die de zuidelijke, niet door Christenen

bewoonde eilanden vertegenwoordigen en door den

G.-G. worden benoemd.

De gekozenen zijn allen Philipino’s, wat intussehen

niet valt gelijk te stellen met Inlanders in de be-

teekenis, die deze term heeft in andere Aziatische
koloniën, waar het verschil van godsdienst een ver-
schil in rechtstoestand meebracht, allereerst op het

gebied van het privaatrecht, maar zich ontwikkelend
tot een fundamenteele onderscheiding der bevolking

in twee hoofdgroepen van maatschap pelij ken en juri-

dischen aard. In den Philippijnschen archipel, buiten

de
zuidelijke
eilanden, waren allen, inheemschen,

uitheemschen en lieden van gemengd bloed, Christenen
en onderworpen aan hetzelfde, op Christelijken grond-
slag gebouwde familierecht. Van politieke rechten
was onder het Spaansche gezag voor niemand sprake,

althans buiten of boven de dorpen. Een groep van
planters, handelaars en industrieelen, afkomstig en
steeds aangevuld uit het moederland, kon zich in
den Spaanschen tijd niet tot dezelfde beteekenis ont-

wikkelen als b.v. op Java in de 19e eeuw.

De fundamenteele indeeling der bewoners is dan
ook niet als elders in inheemschen en uitheemschen,

met een tusschengroep van gemengden, die juridisch

en geestelijk tot een van beiden behooren of neigen,
maar in grooten en kleinen, of, om de Philippijnsche termen te gebruiken, ,,cacique” en ,,tao”. De eacique
is
bijna
altijd van gemengd Spaansch of Chineesch

en Inlandsch bloed, heeft een school afgeloopen, be-
zit grond en verpacht dien op voorwaarden, die den
pachter tot weinig meer dan een pandeling of lijf-
eigene maken. De tao is zoo goed als altijd van zuiver
inheemsch bloed, onontwikkeld en als pachter over-geleverd aan een cacique, die plaatselijk een vrijwel
onbeperkt gezag uitoefent, den uitslag, der verkie-
zingen bepaalt en de ambtenaren en rechters (eens
gekozen) in de hand heeft.

Bij alle berichten uit de Philippijnen is het noodig
deze sociale onderscheiding in het oog te houden.
Als men leest, dat alle leden der beide Kamers voor onverwijlde onafhankelijkheid zijn, dan is dat aldus

op te vatten, dat de heerschende groep, die alle zetels
bezet, zich gaarne
Vrij
wenscht te maken van het
overblijfsel van toezicht, dat Amerika nog in het
belang der weerlooze massa kan uitoefenen. Geen
misleideuder voorstelling dan die welke den Pbilipino
gelijkstelt met den ,,Inlander” der Etigelsche, Fran-
sche of Nederlandsche koloniën.

Zoolang voor wetgeving en begrooting overeen-
stemming tusschen het gekozen lichaam en de voor
de helft uit Amerikanen bestaande Commission noo-
dig was, kwam men nu en dan op het doode punt;
de nieuwe begrooting kon dan niet worden vastge-
steld. Sedert 1916 kan dit niet meer voorkomen: de
gekozenen zijn oppermachtig, het veto van den O-.-G.
kan door een nieuwe stemming te niet worden ge-
daan en dan bestaat voor den G.-G. alleen nog beroep
op den President der Ver. Staten. De benoemingen tot de belangrijke centrale ambten, welke door den
G.-G. geschieden, behoeven de goedkeuring van den
Philippijnschen Senaat en wat dit in de practijk be-
teekent kan men zich licht vo,orstellen.
Reeds vr de Jones-aet was ,,philipinisatie” van
alle openbare diensten als beginsel aanvaard en door
den G.-G. Ha rrison (1913-1921) krachtig doorgevoerd.
Gevolg: algemeene daling van het peil, in vele ge-
vallen totale ontwrichting. De deskundigheid werd als

voorwaarde van benoeming vervangen door het be-

hooren tot de heerschende politieke groep. Deze
leverde ook de leiders voor de spoorwegen, de cen-

trale bank en andere bedrijven, waarvoor semi- gou-

vernementeele organisaties werden ingesteld: maat-

schappijen waarvan de meerderheid der aandeelen in
handen van het insulaire bestuur was, dat in den

regel bijna het geheele kapitaal verschafte en de ge-

volgen der welbekende débacles kreeg te dragen.

Het is deze politiek, die tot een inzinking van den

aanvankelijk onder Amerikaansehen invloed ontstanen

opbloei leidde. Het in 1921 door de commissie-Wood-

Forbes over die politiek en hare resultaten uitge-
bracht verslag laat geen
twijfel
aan het verband.
“The Philippine people”, aldus dat verslag, “represent

the most advanced experiment in the establishment
of representative government in the East, and in our
endeavor to establish it, we have in many instances,

by the rapidity of our procedure, overtaxed the ability

of the people to absorb, digest and make efficient
practical use of what it has taken other nations

generations to absorb and app]y, and in our critical

impatience we foret the eenturies of struggle through
which our own race passed before it attained well-
balanced self-government”.

Ook hier dus, als in Cochin-China, overijling en misbruiken, maar overijling op veel grooter schaal

en in een mate, die terugkeer tot het autocratische
bewind uitsluit. Vandaar de onzekerheid, die in Amerika
ten aanzien van de Philippijnsche politiek valt waai –

te nemen: de één acht geheele loslating niet meer
dan de vervulling van de belofte om de onafhanke-
lijkheid te geven zoodra “the Philippine people” in
staat zou
zijn
een duurzame regeering (a stable

government) te vormen; de ander weigert in de sterk
oligarchische cacique-regeering zulk een bewind te
zien en zou het een moreele misdaad achten de he-
cherming van het Amerikaansche gezag aan de
massa der kleine lieden te onttrekken. Sommigen
meenen, dat men al te ver is gegaan om nog halt
te houden, zoodat de laatste stap, hoc noodlottig ook,

maar gedaan moet worden om uit den tegenwoordigen
onhoudbaren toestand te geraken.

Kunnen Frankrijk en Amerika ons weinig anders
leeren dan eenige wijzen waarop men niet moet op-

treden, heel anders is het gesteld met de groote
Engelsche koloniën in Azië. Het politieke instinet,

dat de Engelschen in zoo hooge mate bezitten, heeft
hen ook daar niet verlaten en al kan men vol-

strekt niet zeggen of de in Engelsch-Indië en Ceylon
aanvaarde gedragslijn ook op den duur een gezonde
en vreedzame ontwikkeling
mogelijk
zal maken, tot
dusver
zijn
er althans geen
aanwijzingen
van een
mislukking, die tot omkeeren of opgeven zou nopen.
Het geheim van dit voorloopige succes zit vermoe-
delijk nergens anders dan in de welbekende gewoonten
van nuchter waarnemen en waardeeren en bovenal in

het betrachten van gelcidelijkheid in de invoering van
nieuwe instellingen.
Al enkele jaren v5ôr den Sepoy-opstand, die tot overneming van het bestuur over Indië uit handen
van de Engelsche 0. 1. 0. door de Kroon leidde, was
er een zekere scheiding tusschen wetgevend en be-
stuursgezag ingevoerd, in dien zin, dat de raad van
den Gouverneur-Generaal met eenige additioneele
leden w’erd aangevuld wanneer zaken van wetgevenden
aard werden behandeld. Een wet van 1861 bracht
voor het eerst een niet-ambtelijk element in den
,,wetgevenden raad” van den G. G.; dezelfde wet gaf
aan de groote provinciën dergelijke raden, waarin
eveneens eenige niet-ambtenaren zitting namen. Alle
leden werden benoemd. In 1892 werd niet enkel het
aantal leden uitgebreid, maar ook gelegenheid gegeven
om bij de benoeming rekening te houden met aan-
bevelingen uit de kringen (gemeentebesturen, handel,
universiteiten), wier belangen en meeningen men in
de raden vertegenwoordigd wilde zien. Werkelijke

894

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

12 October 1927

verkiezingen werden ingevoerd bij de Morley-Minto-

hervormingen van het jaar 1909, die mede voor het

eerst de mogelijkheid openden om in de provinciale wet-

gevende raden (niet in den centralen raad) de meerder-

heid aan deniet-ambtenaren te brengen. De groote be-
teekenis van deze verandering ligt daarin, dat de ambte-

naren, die in de wetgevende raden zitting hebben, niet

vrij zijn om hun stem tegen regeeringsvoorstellen uit te

brengen, zoodat alleen een raad waarin de niet- ambte-

naren in de meerderheid zijn,
werkelijk
een van de regee-

ring onafhankelijk lichaam vormt. Tien jaar later,

bij de thans geldende regeling van 1919, werd ook
een stap verder in deze richting gedaan door mede
in een der beide Kamers, waaruit het centrale wet-
gevende lichaam thans bestaat, een niet-ambtelijke

meerderheid, voor het overgroote gedeelte gekozen,

voor te
schrijven;
voor de andere kamer, den als

Hoogerhuis fungeerenden Council of State, is prac-

tisch mede een niet-ambtelijke meerderheid aanwezig,

maar de
mogelijkheid
is opengelaten om ze in een

ambtelijke om te zetten.

De geleidelijkheid,
blijkens
hetvorenstaande toegepast

ten aanzien van de samenstelling der raden, is even-

eens betracht in de toekenning van bevoegdheden.

Aanvankelijk mochten de raden, overeenkomstig hun

naam, zich met geen andere zaken bezighouden dan
met de voorstellen van wetgevenden aard, hun door

de (provinciale of centrale) regeering voorgelegd.

Over de begrooting kon alleen worden gesproken als

Seen voorstel tot
wijziging
der belastingen daartoe

een formeele aanleiding gaf, zoodat er het eene jaar

een debat over den algemeenen geldelijken toestand
plaats had, het volgende jaar weer niet. De wet van

1892 verleende hun de bevoegdheid om inlichtingen te

vragen en het recht om de begrooting te bespreken….

nadat
zij
(door het uitvoerend gezag) vastgesteld
was. Die bespreking kon met een motie over één be-

paald punt eindigen; van een uitspraak over elk on-

derdeel was geen sprake. Eerst in 1909 werd bespre-
king vôôr de vaststelling ingevoerd, waarbij intusschen

een aantal onderwerpen, waaronder leger, marine,

spoorwegen, eeredienst. en politieke uitgaven, van
debat uitgesloten bleven. Dit is aldus gebleven en bij
de groote hervorming van 1919 is het aantal uitge-
sloten onderwerpen zelfs vermeerderd; daar sedert

dat jaar ook de Centrale Kamer een onafhankelijke
(niet-ambtelijke) meerderheid heeft, zoodat weigering
of vermindering der aangevraagde credieten mogelijk

is, heeft de G. – G. bovendien het recht gekregen om
dergelijke posten te certificeeren, d.w.z. te verklaren,

dat
zij
noodig
zijn
om hem in staat te stellen zijn

taak te vervullen, waarna
zij
als aangenomen worden

beschouwd, een procedure, die ook ten aanzien van

wetsontwerpen toegelaten is.

De groote hervorming van 1919 betrof de invoering
van het z.g.n. diarchie-stelsel in de provinciën: voor

een aantal onderwerpen van regeeringszorg, de z.g.n.
overgedragen (transferred) onderwér,peu, oefent de’
Gouverneur zijn bestuurstaak uit op advies van
,,ministers”, die tot de meerderheid in den wetge-venden raad moeten behooren of althans het ver-
trouwen van een meerderheid genieten; dé overige,
de voorbehouden (reserved) onderwerpen worden als

te voren beheerd door
ambtelijke
departementschefs,
leden van den uitvoerenden raad van den Gouverneur.
Ook de provinciale gouverneur is bevoegd wetsont-

werpen en begrootingsposten te certificeeren, ten
minste wanneer
zij.
voorbehouden onderwerpen be-

treffen. Geldt het een overgedragen onderwerp, dan
kan hij alleen de fondsen toestaan, noodig voor hand-

having van de openbare orde en om eenigen over-

heidsdienst aan den gang te houden. Voor een wette-
lijke regeling ten aanzien van zulk een onderwerp
kan hij alleen de hulp van den G.-G. inroepen. Als
waarborg tegen overmatige toepassing van het recht
om wetsontwerpen te certificeeren is voorgeschreven,
dat gecertificeerde ontwerpen niet in werking mogen

treden (behoudens het geval van urgentie natuurlijk)
voor en aleer zij een,jweek
bij
de beide Huizen van
het Engelsche Parlement ter inzage hebben gelegen.
Onder de geldende beperkingen van de bevoegd-

heden der vertegenwoordigende raden
zij
ten slotte

nog vermeld, dat zij geen begrootingscredieten mogen

verhoogen of nieuwe opbrengen, en dat het recht

van wetgevend initiatief ten aanzien van een aantal

onderwerpen niet zonder voorafgaande vergunning

van’ den Gouverneur-Generaal mag worden uitge-
oefend, terwijl deze (en in de provinciale raden dè’

gouverneur) aan elke discussie over een voorstel of

amendement een einde kan maken door te verklaren,

dat het onderwerp de openbare veiligheid of rust
raakt.

Uit de hier kortelijk weergegeven geschiedenis
blijkt duidelijk, hoezeer bij de ontwikkeling der zelf-

bestuursinstellicgen in Engelsch-Indië geleidelijkheid

en voorzichtigheid is betracht. Neemt men 1861 als
uitgangspunt, dan ziet men, dat eerst 48 jaar later
eenige werkelijke
macht
uit handen is gegeven, en

dat nog alléén in de provincies; immers tot 1909 is
er een
ambtelijke
meerderheid, die niet naar eigen

inzicht mag stemmen. De groote beteekenis der raden

ligt gedurende die halve eeuw in de openbaarheid
der besprekingen en de politiek opvoedende werking,

die daarvan uitgaat. Vragenrecht, budgetrecht, zij

worden eerst geleidelijk toegekend en dan met allerlei

voorzorgen en waarborgen omgeven. Zorgvuldig wordt

gewaakt tegen verzwakking van het gezag door open-

bare critiek van ambtenaren op regeeringsdaden:

geen ambtenaar kan gekozen lid der raden
zijn
en
aldus in de valsche positie komen van
tegelijk
uit-

voerder en beoordeelaar van bevelen te zijn. Dat
gekozen meerderheid hetzelfde is als Inlandsche
meerderheid, wordt erkend evenals de mogelijkheid,
dat dit vaak zal beteekenen anti-Britsche meerder-

heid; waarborgen voor den geregelden gang van zaken

worden dienovereenkomstig gesteld. Erkend ook, dat
de rasonderscheidingen voor afzienbaren tijd de maat-

schappelijke groepeering bepalen: Hindoes, Moham-

medanen, Europeanen, Anglo Indians,
krijgen
hun

eigen zetels en vormen
afzonderlijke
kiezerskorpsen.
De ervaring heeft in algemeenen zin de Engelsche
methode gerechtvaardigd. Wel
zijn
de
moeilijkheden
niet uitgebleven; wel werden b.v. pogingen gedaan
om de hervormingen.van 1919 te laten mislukken, eerst
door onthouding (non -coöperation); later door obstruc-

tie in de raden. Maar de Regeering, die soms ook tegen
zulke pogingen den steun van sommige bezadigde
elementen onder de ontwikkelden had, heeft die moei-
lijkheden kunnen overwinnen zonder al te groote be-

zwaren. Nimmer is
zij
als in Indo-China tot een hes1i-
ten terugtred gekomen en evenmin, als in de Philip-
pijnen, gesteld voor de keuze tusschen zulk een terug-
tred en een wanhoopsdaad.
Zij
kon voortgaan en
kan verdere stappen op den weg der zelfstandig-

making overwegen.
Het zou geen nut hebben even uitvoerig over Ceylon
te spreken. Bij alle verschil in détails, gevolg van
de
afwijkende
samenstelling der bevolking, werden
toch dezelfde beginselen toegepast. De wetgevende
raad, reeds in 1833 ingesteld,
krijgt
eerst in 1920

een niet-ambtelijke, dus onafhankelijke en tevens

niet-Engelsche, meerderheid, – na 87 jaren feitelijk nkel adviseerende functies te hebben uitgeoefend.
E. Moazsco.

DE FINANCIEELE VERHOUDING TUSSCHEN
RIJK EN GEMEENTEN.

Op 1 Jauuari 1928 zal het dertig jaren geleden zijrI,
dat de wat van 24 Mei 1897, Stbl. 156, regelen.de
de

financieele verhouding tuisschen Rijk en Gemeenten,

in werking trad. –
Zal deze veelbesproken en veel gesmade wat haar
zes.de
lustrum nog beleven? De Staatscommissie 1921

12 October
1927

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

895

ziet haar op dien datum reeds vervangen door een

Rijksuit’keeringswe’t-1927, waarvan
zij
het ontwerp hij

haar zeer onlangs verschenen rapport overlegt Deze

opzet getuigt inderdaad van een beminnelijk, doch

ietwat naïef optimisme,. dat intusschen reeds spoedig
verstoord werd door de opmerkingen van den Minis-

ter van Financiën in zijn jongste Mil’lioenen-Not,

waaruit duidelijk blijkt, dat de Regeering zich een

zelfstandige overweging van de denkbeelden d,er.
Staatscommissie voorhehoudt. Er sijn trouwens op dit

gebied wel illusies verstoord, die op vasteren grond-

slag steunden dan die der Staatscommissie!

In deze zoo netelige ‘materie is er één punt., waar-

omtrent algeheele eenstemmigheid •bestaat en dat is
de ongenoegzaoin.heid der wel vom,
1897.
Reeds de

Staatscommissie 1903 was hiervan overtuigd, doch bij
hare pogingen tot opbouw van een nieuw stelsel vet-
toonde zich de grootst mogelijke verscheidenheid. Haro

jongere zuster was gelukkiger: zij slaagde, erin de

grondslagen te leggen voor een nieuwe constructie,
van de financieele verhouding. Slechts één harer leden

gaf in een afzonderlijke nota blijk van een afwijkende
meening. –

Op wolken grondslag de Staatscommissie 1921 -haar
stelsel optrok zullen wij straks zien, wanneer wij eerst
nader ‘de beginselen van en de bezwaren tegen de wet
van 1897 zullen hebben onderzocht.

* *
*

Volgens de Memorie van toelichting op ‘het wets-

ontwerp, dat leidde tot •de wet van 1891, vloeit -het
motief voor den Staat om ui’tkeerin’gen te doen aan

cle Gemeen-ten voort uit tweeëslei omstandigheid:
,,Eensdeels toch” – zoo lezen we in deze tolichting
– ,,noodzaakt de Staat de Gemeenten tot het doen

van uitgaven in het algemeen ‘be]ang. An’derdeels.
wordt aan de Gemeenten belet door accijnsheffing alle
ingezetenen in hare lasten te doen bijdragen”. Er

blijkt echter nog een derde motief te bestaan, gelgen
in de omstandigheid, dat sommige Gemeenten aich

zeer bijzondere ‘kosten voor armênzorg moeten ge-
troosten.

Het eerste motief leidde tot de vaststelling van een
naar do bevolking op 1 Januari 1896 ‘bepaalde vaste
som per inwoner van
f
1,— voor de eerste 20.000 in-woners en
f
1,25 voor iederen inwoner ‘boven 20.000
(art. 2 par. 2 der wet). Op den ‘grondslag van het
tweede motief werd gepoogd door een zeer ingewik-

kelde berehening de som ‘te benaderen, .die de Ge-
meente moet ‘derven, doordat een aantal inwoner’s niet
in de persoonlijke belastingen der Gemeente ‘kunnen
worden aangeslagen (art. 2 par. 3 t:m. 6 ‘der wet).

Het totaal van deze beide sommen, ‘gedeeld door het
aantal inwoners op, 1 Januari 1896 vormt het telken
jare uit te ‘keoren hoofdgeld, dat dus ‘slechts met ‘het
aantal inwoners op 1 Januari van elk jaar behoeft to
worden verm’enigvuldigd om het bedrag te kennen,

waarop de Gemeente ‘telken jare aanspraak kan maken
(art. 8 par. 2). Het ‘derde .mtief eindelijk ]eidde tot
een verhooging van het totaal van ‘beide genoemde
sommen voor die Gemeenten, welker gewone kosten
voor armenzorg gedurende de laatste drie jaren ge-

nii’d’deld meer hadden bedragen dan 15 ‘O’t. van hot
verschil tussc’hen ‘hare gewone inkomten en ‘die kos-
ten, en wel tot een verhoogin,g gelijk aan het bedrag
van. ‘dit meerdere, waar’bi,j echter ‘tevens ‘het bedrag der
toelaatbare ‘kosten voor armenzorg op 80 cent per in-
woner werd gefixeerd (artt. 3 en 4).

Het hoofd’bozwaar tegen ‘deze geheele regeling lig-t

voor de hand: ,,De vorm is st•’geslagen toen het
beeld gegoten was”, zegt de Staatscommissie 1903;
‘behoudens de schommelingen in ‘het bevol’kingscijfer
is ‘hier gekristalliseerd de toestand van een ‘bepaald
oogenblik. En niet ‘minder scherp herhaalt de Staats-
commissie 1921 -deze aanklacht: ,,De grondslagen der
wet van 24 Mei 1897 binden de getroffen regeling
aan ‘het verleden; zij’ zijn, ‘behoudens de toeneming

van het -be-volkingscijfer, zonder peïupec-tief voor do
toekomst”.

Inderdaad, aangenomen zelfs, dat de uitwerking op

mathematisch juiste grondslagen berustte en -men-sc’helijkerwijz volma-a’kt ware te achten ‘- hetgeen

zeker niet het geval is – werd slechts met -de toeval-

lige concrete omstandigheden van ‘het o’ogenblik reke-.-

ning gehouden: de bijdrage voor verplichte gemeen-

telijke uitgaven (waarvan ‘het bedrag overigens louter
‘fictief is) werd op een
vaste-
som bepaald, alsof het
Rijk in- ‘de toekomst geen lasten meer aan de Gemeen-
ten zoude opleggen. De bei’de andere factoren voor -de

vaststelling van ‘het hoofd’geld ‘bevoordeel-den die Ge-

meenten, welke reeds -hare persoonlijke -belaJstingen
hadden verhoogd en hare uitgven voor armenzorg

hadden uitgebreid, tegenover hare ‘minder fortuinlij-ke

zusters, •die wellicht met gr-oote moeite deze ,maat4
regelen tot ‘dusverre had

den weten te voorkomen. Hot
gebrek aan staatsm-answijs-hei-d ging in -deze wet schuil

onder min of meer ingewikkelde formules, waarin

de wetgever poogde het resultaat vast te leggen ‘van
-do verhouding tisschen Rijk en Gemeenten, zooals
‘die zich, naar zijn inzicht,
in
1896
vertoonde.
Doch een afkeurend oordeel over dit wetgev’ingis-

product impliceert nog nit, dat ook ‘de motieven, die

hot uitgangspunt vormden voor de constructie van het Jioofdgeld, onhoudbaar zijn te achten; -m.a.w.

geldt de veroordeeling ‘mede de ‘beginselen of sledhts
de int-werking daarvan?

Het- eerste ‘motief was, zooal-s ‘we zagen, gelegen in

de omstan’dig’bei-d, dat de Staat de Gemeenten nood-

zaakt tot het doen van uitgaven in het algemeen be-
lang. De Staatscommissie wraakt- deze formule wegens

haar vaagheid, leidende ,,-tot misverstand en onvol-
doende onderscheiding” (bi. 32). Toch iJs het in wezen
hetzelfde motief, dat

haar ertoe leidde ,,in de omstan-
digheid, ‘dat het Rijk de Gemeente bij’ de. v-olvoerin’g
ian., de Staatstaa-k tot medewerking roept, de eerste
reëele basis voor een rij’ksuitkeering te ericennen” (bi.
21) en -dat dan ook aan ‘haar ontwerp ,,Rijiksuitkee-
rin’gswet 1927″ ‘ten -gron-dsla-g ligt. Wanneer de ‘Staats-

om-mi-ssie – zij het ook in andere formulee’ring en

inkle-ding, waarover straks nader – de door -haar
voorgestelde uitkeeringen uit

s Rijks ‘kas wil zien
ver-strekt- ,,naar mate van en in verband -met ‘de uit-

gaven waartoe de wet ‘de Gemeenten
verplicht”
(bi.
45146), -dan aanvaardt zij hiermede een der motieven,
die ook aan de wet van ’27 tot fundament dienden.

Het tweede uit’keeringsrnotief der wet van 1.897
was, -z-o’oais we zagen, ‘de omstandigheid, dat aan do

Gemeenten belet wordt ‘door acci,j’ns’heffin- alle in-ge-
zeten-en in hare lasten te ‘doen bijdragen. Het verbod

voor -de Gepieenten om ‘belastingen -op voorwerpen
vitn verbruik to heffen dateert van de wat van 7 Juli

1865, Stbi. 79, -die in plaats van deze -belastingbron
de Gemeenten aanspraak ‘gaf op ten

hoogste 415 deel
van ‘de opbrengst der Rijks’be]as-ting ‘op het personeel
iri hunne Gemeente geheven. De bevoordeeling, die

hierin’ gelegen was voor de welvarende Gemeenten,
wier iiitkeering uiteraard geleidelijk naar boven ging

-k*am tot staan door ‘de wet van 26 Juli 1885 Sthi.
169, de zoogenaamde fixatiewet, -die ‘de uitkeering
fixearde op ‘het 415 deel van gemelde opbrengst gedu-rén’de dé laatste -drie belastiu’gjaren: –

Men ‘ver-gete echter niet, – dat ‘het

zoogen-aam’de
aequiva-lent-, den Gemeen-ten in 1865 gegeven en in
1885 op een vast ‘bedrag bepaald, geenszins -gelijk stond aan ‘hetgeen de Gemeenten misten aan genot

van accijnzen. Het verband -met -het accij’nsverbod wai
uitsluitend een
oorzalcelijic
verband. En o&k in het
‘systeem -der we-t- van 1897 -ontbreekt elk reëel verband
‘met hetgeen v66r 1865 aan accijnzen werd geheven.
Ook voor den wetgever van 1897 is hot verbod van
accijnsheffing slechts ‘het
motief
voor een rijksuitkee-
ring. Hij ‘belichtte ‘bovendien dit verbod tot- in ‘zijn
kern. boren we slechts wat de toelichting daarvan
zegt: ,,In de tweede plaats behoort de uitkeering

896

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

12 October 1927

rekening te houdn met de omstandigheid, dat de Ge-

meente van een deel harer inwoners geen persoonlijke
directe belasting kan vorderen, omdat hun inkomen

geacht wordt de betaling niet, toe te laten. De Staat

bereikt ook hen met zijne belastingen door de heffing

van accijnzen, maar •ontzegt aan de Gemeenten de
bevoegdheid hetzelfde te doen. En door die
ontzeg-

ging heeft de Staat zelf het middel gekregen om Zijne

heffingen van accijns hooger op te voeren. Onder die

omstandigheden is het ‘biflijik, .dat de Staat aai de.

Gemeenten eene uitkeering doe, vertegenwoordigende

het aandeel, dat door even’bedoel’de categorie van in-

woner’s in de plaatselijke lasten ‘zou worden gedragen,

ware het mogelijk hen Tdaarin te betrekken”. Bij’ do

vaststelling van dit aândeel zocht de wetgever heil in

tamelijk wonderlijke fo’rmu1es, doch, ‘de uitwerking

terzijde latende, blijkt duidelijk, dat in ‘de metiveeririg

op den voorgrond staat de
behoefte der Gemeente
verband niet het welvaartspeil van hare bewoners.

En ‘de wetgever hield niet slechts rekening met de
inwoners, clie niet in cle Gemeentelasten ‘dragen op

.gi’on.d van hunne geringe gegoedhoid, doch ook mct

de ‘hewoers, diê fliet alleen niet ‘dragen in de lasten,

,,maar bovendien in zeer ibijzondere ‘mate tot v’erhod-

ging dier lasten aenleiding ‘geven.” Vandaar de even-

tueele veihooging ‘der uitkeeking ‘met een derde som
wegens buitengewonen druk der armenzorg.. Ook bij

dit ‘derde môtief der wet van 1897 komt dus de

draagkracht-gedachte
sterk op den voorgrud.

in t.w’eeëriei richting bre’ngt derhalve do wet van

1897 tot uiting het den’kbeeld van de plaatselijke

draagkracht als grondslag der uitkeering.

De Staatsco’mmisiie doet het voorkomen, alsof het

verband tusschen de tweede som. ‘der wet van 1897 en

‘het accij’nsve’rhod niet enkel is van obrakeljken aard.
Zij stelt het voor, alsof deze grondslag inderdaad
,,het

aequivaient veiiheeld’de van de ‘gederfde inkomst
7
der,

Gemeentelijke
accijnzen”
(bi. 31). En zij’ meent nu,

dat de noodzakelijkheid daarvoor thans niet meer be-
stach,’daar immers het Rijk niet verplicht is,
,,’bij’
elke

nieuwe regeling van ‘het belastingstelsel ‘den Gemeen-

ten te waarborgen hetgeen ‘onder d oude regelifig als

inkomst werd genoten.” Doch dit deed ook de wet-

gever van 1897 niet; voor hem Was heI acij.nnverbod

slechts ‘het
motief
voor de berekening van het aandeel

i.n de Gemeentelasten van hen, ‘die dooi accijosbetalirig

vroeger
wel
in die lasten ‘hijdroegen, doch thans’iiet
meer door’ ‘d’en Gemeentelijken fiscus kunnen worden

bereikt. Het welvaartsjieil der bevolking vormde dus.
.hét uitgan’gsiunt. En bij de uitwerking van dit be-
ginsel speelde de druk ‘der persoonlijke gemeentelijke

belastingen uiteraard een zware rol. Dit gedêelte der
ui’tkeering ‘had dus inderdaad de strekking een al te
•zwaren ‘belastingdruk tegen te gaan’. Naarmate ‘het
aantal niet.belastingbetaiers grooter was, hetgeen in
den druk der persoonlijke gemeentelijke belastingen
fot uiting kwam, naiir die mate ‘moest ook de uitkee-

ring ‘toenemen. De critiek van de Staatscommissie
op het hierbedoei’de element ‘der wet van 1897 is der-

halve geenszins afdoende.

‘De
acijns’fact’or
en ‘de armenzorgf.actor ‘dier wet zijn

dus in vèrkeIjkheid tot ébn motief terug te brengen,
nI. ‘het beginsel eener uitkeeririg, geb’seerd op de con-
crete behoefte der Gemeete in verband met het .vei-vaartspeii harer bevolking ‘en tot doel hebbende een

ov’ermatigen druk der
plaatselijke
belastingen te oor-i
1cmen. Dtarnaast geldt ‘dan in’ ‘de wet van 1897 het

beginsel van eene uitkeering, vetband hoûdende met
‘de uitgaven, waartoe het Rijk ‘de Gemeenten in het
aJgmeen belang noodzaakt.
We zien nu in de literatuur over ‘dit onderwerp

deze beide beginselen meer en ‘meer tegenover elkaar

gesteld èn aan ‘de hand ‘daarvan ontwikkelen zich twee
stro&mingen, waarvan ‘de eene ‘de bpl’osing zoekt in
het beginsel -‘ ik ‘hlial hier aan de soorden van de.
Staatscômmissie van 1903 (‘bi. 26) ,,dat de uitkeering’

zich uitsluitend heeft te richten naar ‘de uitgaven’ van

algemeen belang, welke door het Rijk aan de onder-

‘cleelen zijn geëndosseerd”, terwijl de andere strooming

‘de Rijksuitkeering wil bestemmen tot verlaging van

den belastingdruk en derhalve ‘de zwaarst belaste

Gemeenten ‘het rijkeij’kst bedac’ht venscht te zien.

Het is niet te ver’onderen, ‘dat de geweldige stij-

gig’ der plaatselijke belastingen vooral het tweede

beginsel op den voorgrond ‘deed plaatsen. Matiging

van den belastingdruk in ‘de zwaarst belaste Gemeen-

ten was het motief zoowel van het ontWer-Treub
‘inn

1915 als van •de nooduitkeering, •die krachtens de wet

van 12 November 1921, St.bl. 1173, gedurende de jaren

1921 en 1922 de rijksuitkeering volgens de wet ‘van

1897 kwam verh.00gen.
Eenerzij’ds het gemeentelijke
wèlvaartspeil,
blijken-

de u’it ‘de plaatselijke opbrengst van de directe rijks-

belastingen, anderzijds de gemeentelijke
belastingdruk,

hlij’kende uit de plaatselijke ‘Opbrengst ‘der directe ge-

meentebqlastingen, vorm’dèn hierbij de elementen om

‘den maatstaf der uitkeering te ‘bepalen.

De Staatscommissie wil van zulk een ,,becleelings-

systeem” niets ‘weten.

in een definitieve regeling – zoo ‘zegt zij bij’ ‘haar

bespreking van ‘het ontwerp-Teu’b (bl. 19) – mag

het doel om de zwaarst getroffen Gemeenten te steu-

nen, niet voorop worden gesteld. Dit is echter niets

dan een petitio principi’i, een ‘bestrijding, ‘die slechts

kan worden aanvaard door hen, die met de Staatscorn-

missie van oordeel zijn, dat een definitieve regeling
.geheel moet abstraheeren ‘van de concrete omstandig-

lieden waarin elke Gemeente in het
bijzonder
verkeert.

Tegen het .bedeelingssysteem ‘geldt voorzeker, aan-

genomen, dat men erin ‘slaagt een redelj!ken algemee-

nen ‘maatstaf voor zul’k een uitkeerin’g te vin’den, dit
groote bezw’aar, ‘dat bij zul’lc een uitkeering naar be-
hoef te geen rekening wordt gehouden met de oorzaek

van ‘hoogen belastingdruk en gering welvaartspeii.

A priori is het zeker niet uitgesloten, dat althans
de eerste’ omstandigheid aan ‘de eigen organen der

Gemeente is te ‘wijten. Men acht ‘het ‘dan wellicht

noodzakelijk dit doôr een yerscherpt boven-gemeente-

lijk toezicht te voorkomen,’doch zal hierbij dan niet de

gemeentelijke zelfstandigheid in het gedrang geraken?

De Staatscommissie nu aanvaardt in hare
rij.ksuit-

keeringswet
slechts het andere ‘beginsel, berustend op

de omstandigheid, d’a.t de Gemeente door het rijks-
gezag tot uitgaven wordt verplicht. In hare verdere

concrete voorstellen ‘komt ‘het bohoeftebeginsel niet
anders tot uiting dan in haar ontwerp van een wette-

lijke regeling van den
steun
van het Rijk aan in nood

verkeerende Gemeenten.
De ‘behoefte-maatstaf onhreekt dus ook in de voor-
stellen der Staatscommissie niet geheel, doch komt

d’aar eerst op de laatste plaats en vormt niet doe

grondslag voor een
rijksuitkeering,
doch slechts voor

rijkssteun.
In een volgend artikel zullen ve nagaan, ‘hoe zij’ ‘het

‘door ‘haar op den voorgrond gestelde beginsel formu-

leert en uitwerkt.
V.
D.
GRINTEN.

Nijmegen, October 1927.

MAATREGELEN BETREFFENDE DEN,

HARINGUIT VOER.

Onder ‘dezen titel besprak ik in het nummer van

1 Juni ‘jl. ‘het wetsontwerp tér voorkoming van mis-
briii’ken in dan uitv’oerhandel van haring koi-theids’-
halve ,,Haringwet 1927″ genoemd, dat ‘den 13en Mei
ji. ‘door d’e Regeering is ingediend. Sindsdien is het af-
deolin’gsverslag ‘der Tweede Kamer over dit’ onbwerp
en ‘het antwoord van ‘de Regeering verschenen.
Alle op’helderingen, waarvan ‘i’k de wenscheljkhei’d
betoogde, heeft dit ‘schriftelijk overleg niet gebracht.
Vooreerst is nog altijd niet gebleken, waarom men niet
een Rij’k’smerk wil verleenen aan ‘de bestaande Vlaar-
dingsche haringkeur en aan c’ontrôlestati’ons, welke
naar het model daarvan in andere vissc.herij’havens

12 October 1927

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

897

mochten worden opgericht, zoodat het Rijk zich had

kunnen beperken tot bescherming van djt merk.
Ver-

der heeft de Rogeering niet meer licht verspreid om-trent de werking van de regelingen in andere landen,

niet alleen van de faculta4ieve ‘keur in Noorwegen,

Schotland en Engeland, maar ook van de Onnadeesche

regeling, welke immers in hoofdzaak op hetzelfde be-

ginsel berust, als die, waarvan men thans de toepas-

sing in ons land voorstelt.
In een ander opzicht, nI. ten aanzien van de wijze,

waarop de Regeering zich voorstelt, de ‘ontworpen wet

uit te voeren, is men echter wel wijzer geworden.

De Kamer heeft in het voorloopig verslag er naar ge-

vraagd en de Regeering ‘geeft hieromtrent vrij uitvoe-

rige inlichtingen. Het plan ils, alleen ten aanzien van
de afmetingen yan de tonnen, waarin de haring ver-
pakt is en het gewicht van deze haring – het zooge-
naamde ,,visc’hgewicht” – eischen te stellen waaraan

alle uitgevoerde haring moet voldoen. De exportenr

moet zelf alle ‘tonnen van een merk voorzien, aange-

vende de soort van de ton en het minimum-vischge-

wicht, dat deze bevat. Dit merk dient blijkbaar ter ver-
gomakkelijking van de contrôle.

Bovendien zal een bijzonder merk gebezigd mogen
worden, uitsluitend voor gave, levend op zee .gekaak’te
haring, welke van ‘de Noordzee afkoenstig is en slechts
hij gebruik van dit bijzondere merk zal aangegeven

worden, wel’ke soort haring de ton bevat, nl. ,,volle”, ,,maatjes” of ,,ij’le” haring. Het bezigen van dit merk
zal uitsluiten het verwerken van alle andere dan van
•de Nederlaiidsche vissc’herj afkomstige, gave, levend

op zee ‘gekaakte haring, alsmede van mindere kwaliteit

dan enkel wrakke haring tot een ‘hoeveelheid van ten
hoogste 5 pOt. van het aantal haringen per ton. Dit
bijzondere merk bedoelt derhalve, aan te geven, dat de
ton niet alleen maathoudend is en het vereischte mi-nimwn-vischgewicht bevat, maar ook, dat zich in de

verpakking bevindt goede ‘kwaliteit Nederlandsche ha-
ring en dat de soort ‘der verpakte haring gelijk is aan

die, welke op ‘het merk vermeld staat. De ‘bedoeling is blijkbaar, dat indien een ton haring
niet aan ‘de eischen voldoet., welke er krachtens het

bijzondere merk, hetwelk er op aangebracht is, aan ge-

steld moeten worden, de aansprakeljke persoon straf-baar is krachtens art. 219 van het W. v. S. ‘of artikel 9
van do ontworpen wet..

Door de instelling van dit bijzon’dere merk wordt feitelijk van het systeem van de ontworen wet afge-
weken. T-let is niet duidelijk, hoe zij’ kan ‘berusten op
artikel 1 van ‘die wet, welke immers verbiedt, haring
behoorende tot bepaalde soorten uit te voeren of aan
een middel van vervoer aan te bieden, tenzij deharing
verpakt en •de verpakking gemerkt is’ op de voorge-

schreven wijze. Het zal ni. niet verboden zijn, haring
uit te voeren, welke niet van het bijzondere ‘merk
voorzien iis en er wordt niet voorgeschreven, dat Hol-
landsche, gave, levend op zee gekaakte ‘haring aan
speciale eischen ten aanzien van de verpakking (sor-
teerin.g) moet vol’doeii.

Intusschen, het is begrijpelijk, dat men ‘tot deze af-
wij’kende regeling is gekomen. Men ‘kan niet verlan-
gen, dat alle uitgevoerde haring aan ‘de ‘bijkomstige
eischen voldoet. Immers er word’t heel wat haring door
onze vissc3iersvaartuigen aangevoerd, die niet gaaf
en die overnacht, wrak en dubbel ‘wrak is, er wordt een
vrij belangrijke hoeveelheid aan den wal ‘gekaakt en,
de invoer van gezouten ‘haring, welke ‘dus niet van de
Nederlandsche visscherj afkomstig is, bedroeg o.a. in
1924 ruim 17 millioen KG. en in 1925 ‘bijna 18 mil-lioen KO. of in het laatstgenoemde jaar ‘bijna % van

onzen totalen export van gezouten ‘haring. Men zou den uitvoer van die minderwaardige Hollandsche en
ingevoerde vreemde ‘haring natuurlijk niet ‘kunnen be-
letten. Daarom wil men ‘zich er ‘toe beperken, aan
exporteurs ‘de gelegenheid te geven, om door het aan-

brengen van een
bijzonder
merk hun waar ‘te ‘stempe-
len tot Hollandsohe haring, waarvan de kwaliteit aan

vrij hooge minimum-eisc’hen voldoet. Iedere buiten-

landse,he afnemer, die dergelijke waar verlangt, heeft

dan maar haring te vorderen, welke van dit bijzondere
merk voorzien is.
liet igervaar is natuurlijk geenszin’s denkbeeldig, dat

de exporteurs van haring, welke niet voldoet aan de

eischen, voor ‘het bijzondere merk gesteld, in ‘het bui-

tenland de waarde van dat merk zullen ‘trachten te

veiklainen. Zij zullen zeggen, dat ‘de haring van hun

eigen ‘handelsmerk voorzien, aan veel h’oogere eischen

voldoet en dat
zij
om die reden niet het ‘bijzondere
merk op hun tonnen ‘begeeren. Elk ‘geval, waarin ha-

ring, die niet aan de eisohen voldoet, frauduleus on-
der het bijzondere merk wordt uitgevoerd, zullen zij
uitbuiten als een ibewijs, dat dit merk geen waarborg

geeft. En het gevaar wordt ernstig, wanneer het meer-
malen voorkomt, ‘dat haring valscheljk onder het bij

zondere merk aan buitdnlan’dsohe afnemers geleverd
wordt.

In verband hiermede blijkt weer het groote belang

van cle vraag, ‘of men, zonder te zware ‘kosten en te

veel ‘ongerief voor ‘den ‘handel, intenisief genoeg zal

kunnen con’troleeren, om een behoorlijke naleving

van de wet te verzekeren. Omtrent de contrôle leest
men in de Memorie van Antwoord o.a. ‘het volgende:
,,Een stelsel van contrôle, waarbij iedere ton haring,

welke voor den uitvoer gepakt is, op haar inh’oud
moest worden gecontroleerd, zou niet uitvoerbaar zijn.
Het zou’de een zeer groo’te staf van ambtenaren ver-
eischen, terwijl het vooral in het drukke seizoen
noodwendig tot stagnatie ‘in het bedrijf aanleiding zou

geven. De contrôle moet ‘zich om die reden bepalen tot

het nemen van steekproeven. Bij ‘de rechtstreekscho

contrôle en ook doordat de hoof’dco’ntroleur en de con-
troleurs geregeld de werkplaatsen en pakhuizen der
handelaren bezoeken, waardoor ‘zij: er van op ‘de ‘hoogte

komen, welke soort en kwaliteit van ‘haring er in op-
slag is en verpakt wordt, zullen zij spoedig ‘de noodi’ge
ervaring opdoen, om ‘te ‘beoordeelen, waar het strengzt
gecontroleerd ‘moet worden. Het wil den ondergetee-

kende vooikomen, dat de heteekenis der contrôle in
hoof’dzaalc tot uiting zal moeten komen in de preven-

tieve werking, welke er van de wet uitgaa’t.”

De Regeering wil dus in ‘geen geval ‘den handel be-
lemmeren en een te kostbare contrôle invoeren, wat
op zichzelf toe te juichen is; de door ‘haar geraamde
kosten van het ‘toezicht, op ‘de ‘basis van 4 cent per
heele ‘ton, kunnen inderdaad geen bezwaar opleveren.

Men vraagt zich echter af, of zij over de werkdadigheid

van ‘de beoogde contrôle niet wat te optimistisch
den’kt. De kans, ‘dat meer dan een partij haring, die
niet aan de eisohen voldoet., aan ‘de contrôle zal ont-
snappen, is m.i. niet gering.

J,n zooverre ‘dit gsohiedt met ‘haring, welke van het
gewone merk is voorzien, zal dit wel is waar enge-

wenscht zijn, maar, mits de frauduleuze uitvoer daar-
van niet al te veelvuldig voorkomt, de deugdelijkheid
van de te dien aanzien ‘getroffen regeling zelf niet
behoeven aan te tasten. Het is nl. duidelijk – en voor-
zoover ‘dit noodig mocht blijken, zouden onze consu-
laire ambtenaren dat in het ‘buitenland nog eens spe-
ciaal in ‘het licht kunn’en stellen -, dat ‘dit gewone
merlc alleen dient ter vergemakkeljking van de con-
trôle en geenszins, om aan de afnemers een waarborg
te geven. Alle uit ons land uitgevoerde ‘haring toch

is van dit merk voorzien; ‘het dient niet, om bepaalde
tonnen te onderscheiden van andere en aan ‘te dui-
den, dat deze aan speciale edischen voldoen. Voor dit
laatste dient echter wel het
bijzondere
merk. Het uit-
gesproken doel daarvan is, zekere tonnen haring tot
een kwaliteitswaar te stempelen. Alleen daarom zal
de exporteur er waarde aan hechten en ‘het op zijn
‘tonnen willen aanbrengen, alleen daarom ook zullen
buitenlandsche afnemers tonnen ‘haring verlangen,
waarop ‘het bijzondere merk is aangebracht.

Is fraude, benevens gestook van handelaren in niet
van het bijzondere merk voorziene ‘haring oorzaak, dat

898

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

12 October 1927

‘de buirtenlandsche afnemer zijn vertrouwen in dat

merk verliest, dan zal ‘het in de practijk weldra vrij-

wel waardelools worden. Men kan de vraag stellen,

of het in verband hiermede, niet de voorkeur zou ver-
dieren geen ‘bijzonder merk in te voeren en te eischen,

dat op ieder merk niet alleen de soort van de ‘ton en

het mini’mum-vischgewicht der daarin verpakte ha-
ring wordt aangegeven, inaar tevens wordt vermeld,

of die haring al of niet van de Nederlandsche vissche-

rij’ afkomstig, al of niet gaaf, al of niet gekaa’kt is en
van welke soort zij
is:
;,volle”, ,,maatjes” of ,,ij’le”,

wrakke, du’bbel-wrnkk.e ena. Daardoor zou mm mr-ier-

daad de pogingen van exporteurs van minderwaardige

haring, om het in ‘het buitenland voor te stellen, of

zij
eigenlijk
‘betere waar leveren, dan de anderen, ver-
ijdelen of althans zeer verziwakken en ook meer in de

lijn van het wetsontwerp blijien. Het onderzoek zou

echter heel wat moeilijker en omvangrijker worden en

het gevaar, dat .de geheele regeling ‘door fraude in dis-

crediét zou geraken, niet gering rijn.

De vraag rijst inrtussohen, of het wel gewensc’ht

ware, de bijzondere merken, voor ieder gegadigde vrij

beschikbaar te stellen, of men niet beter zal doen, deze
alleen uit te reiken voor haring, ten aanzien waarvan

voldoende zekerheid w$rdt gegeien, dat zij aan de

daarvoor gestelde eischen voldoet en inderdaad van de
soort zal zijn, welke men op het merk wil aangeven.

Men zou op ‘die wijze een soort van dubbele contrôle

hebben: eerst bij uitreiking der merken en later door

middel van s’teekpioeven
bij’
verdenking van fiande.

De mogelijkheid van bedrog zou op die
‘wijze
veel klei-

ner worden.
P. E.
VAN
Rmnsssz.

DE SEPTEMBERZITTING VAN HET FINANCIEELE
COMITÉ VAN DEN VOLKENBOND.

Tegelijk met den Raad van den Volkenboud ‘heeft

het F:inancieele Oomité in September een van zijn ge-

wone driemaandelijksche zititin gen gehouden.
Deze was ‘ditmaal voornamelijk aan Gr
j
ekenland ge-

wijd. In de vorige zitting; welke in Juni plaats vond,

had ‘het Comité in beginsel zijn ‘goedkeuring gehecht

aan een nieuwe Griksche leening tot een maximum
(ntto opbrengst) van £ 9.000.000. Een derde van deze

som zou besteed mogen worden aan ‘de voortzetting
van het werk voor de vluchtelingen, welke onder toe-
zicht van een speciale Volkenbohdscommissie geholpen
worden zich te vestigen op het plattolan’d – indien
meti deze uitdrukking voor het geaccidenteerde Griek-
sche landsehp mag gebruiken. Een derde zou ge-

bruikt worden voor ‘t voldoen van de achterstallige

boltalingeii van den Staat en de rest voor gedeel.teljike
amortisatie van ‘de S’taatssc’huld ‘bij de circiïlat’iebank.
Als voornaam’ste voorwaarde ‘had het ‘Financieele
Comité in Juni ‘gewezen op de noodzakelijkheid van
een hervorming van de circulatihank. De Grieksche
Regeering ging hiermede accoord. Gedurende de zomer-
maanden waren ‘onder leiding van een subcomité van

het Fina,ncdeele Comité gedetailleerde plannen
vöoF

‘deze hervorming uitgewerkt. ‘Deze moesten in Sep-
teniber in definitieven vorm ‘gegoten worden.
Teveus moesten ‘de voorwaarden worden gespecifi-
ceerd, waaraan de leening zouimoeten voldoen om on-
der de ,,auspiciën” van den Volken-bond te kunnen
worden geëmi’tteerd.
De vaststelling ‘der definitieve teksten vereischte
onderhandelingen tussthen drie partijen: de Grieksche

regeeiing, vertegenwoordigd door den Minister van
Financiën, •de Grieleiche Nationale Bank, voor welke
•de Goluverneur en ‘cle Vice-gouverneur in Genève ver-
schenen waren en het Financieele Comité. Het resul-

taat is een Protocol met zes annexen, te teekenen door

de Griëksche Regeering en door den Raad van den

Vol’k.enbond goedgekeurd.
1
)

• 1)
De verschillende stukken ‘zijn gepubliceerd als bijlagen
van
het
September-raport van
het
Financieele Comite aan
den Raad: Volkenbo’ndsdocument No.
A. 53. 1927.

Ht Protocol stelt, zooals ezegd, d verschillende

voorwaarden, vast, waaraan de leening, wat den Vol-

kenbond betreft, moet voldoen. Tevens omschrijft het
echter eenige zeer belangrijke hervormingen, welke de

Grieksche Regeering op zich neemt uit te voeren op
‘het gebied van ‘geld’wezen en staatsfinanciën.

* *
*

Allereerst de stichting van een nieuwe ‘circulatie-

bank. De togenw.00rdige circulatieban’k – de Natio-
nale Bank van Griekenland – dateert van 1841, uit

een ‘tijd ‘derhalve, toen ‘de strijd over de verhouding
der circulatiebank tot de andere ‘banken nog niet be-

slecht was, zelfs nog niet in Engeland. De moderne –

circulatiebank met haar scherp •omgren’sde taak was

nog nidt bekend. Als men dit bedernkt en tevens, dat

Griekenland v66r tachtig jaar wat economische ont-
wikkeling betreft, te vergelijken – valt niet ‘het tegen-

woordige Albanië, wordt het minder vreemd, dat de

Nationale Bank van Griekenland werd opgericht als

hypotheekbank met recht van biljettenuitgifte. In tIen

loop der jaren breidde de omvang ‘harer werkzaam’he-
den zich voortdurend uit, ‘zoodat zij nu de grootste

com’mercièelol bank van Griekenland is – ‘en tegelij-

kertijd circulatiebank. Als commercieele -bank begeeft

zij zich op diverse ‘terreinen, welke voor een circulatie-

bank vetboden behooren te zijn, als
bijvootbeeld
het
geven ‘van credi’et op langen
termijn,
het bëlang nemen

-bij industrieele en handelson’dernemingen. En ander-

zijds moet zij te kort schieten in een taak; welke wij

sind’s Bagolhot als één van de eerste plichten van een

circuhitieban’k ‘hebben leeren zien: zij kan niet ‘zijn de
,,ban’keri’
bankr.
Integen’deel, dé andere G’riek’sc’he
banken wachten zich wel, ‘hun papier ter discontee’-ring
bij
de Nationale Bank te brengén, uit vrees
zolo-
doen’dë aan ‘hun niac’htigsten concurrent inzage in ‘hun zaken te geven!

:He’t
,
grootste euvel stak evenwel in de ‘afhan’ke-
ljkheid van ‘de Nationale Ban’k ten opzichte van’ dén
Staat. In ‘de jaren tijdens en na den’ oorlog (welke

voor Grièkenland,tot, 1923 duurde), toen ‘het ot.moge-

lijk ‘was, ‘het ‘budget sluitend te makèn; werd de ‘Staat

gefinancierd door de Nationale Bank. Gevolg: infla
tin, depreciatie van de drachme, en d’e Nationale Bank

ernstig geïmmobili’seerd do’or vorderingen op den
Staat.

‘Statuten in den modernen zin, welke behoorlijk de
taak van-de Bank ‘afperken en ‘de verh6uding ‘tot den
Staat om’schrjrven, ontbreken: ‘De ‘toestand gelijict

eenigszins op dien van de Bank of England, welke

evenmin statuten ‘heeft, en wier hamivest verborgen
is – geen te sterk woord – in eenige tien’tallen – wet-
ten en dear eten. ,

DePhalve was ‘het niet voldoende, de Nationale Bank
finaficieel ,,mobiel” te nia,ken door uit ‘de opbrengst
van de leening een deel van de Staatsschuld aan de
Bank, af
te
betalen. ‘Het ‘was bovendien noodzakëhij’k, de

circulatiebank van de commercieele ‘bank te scheiden,
haar onaankelj’k van de Regeering ‘te maken en het terrein van ‘haar werkzaamheden nau’keurig te om-
schrijven. Te dien ein’de ‘heeft de Grichsche Regeering
in het Prôrtocol op zich genomen een nieuwe circula-tiebank te srbichten; welke ‘den naam zal dragen’ van
,,Ban’k van Griekenland”.
1
) Deze nieuwe bank zal haar werkzaamheden aanvangen binnen zes maanden ,na de
uitgifte van de leenin’g. Het privilege van biljetten-
uitgifte gaat, van de Nationale Bank op de nieuwe

bank over. Tevenis geeft de oude ban’k aan de nieuwe
over dat deel van ‘haar activa en passiva, welke tot het
bedrijf van een circulatiebank behooren. De Nationale
Bank blijft voortbestaan als zuiver com,merci’eele ‘bank.’
Een en ander is in détails geregeld in een ontwerp-

overeenkomst tussohen den Staat en de Nationale

1)
De namen van de oude en van de nieuwe bank gelijken
zeer veel
op
elkaar. ‘Jer onderscheiding nâemen
wij’
de oude
bank in dit artikel de ,,Nationale Bank” en de nieuwe bank
de ,,Bank van Griekenland’.

12 October 1927

ECONOMTSCH-STATISTISCHE BERICHTEN

Bank, welke als annex aan het Protocol is toegevoegd.
Een ander annex aan het Protocol bevat de volledige

statuten voor ‘de nieuwe ,,Bank van Griekenland”.
Deze zijn tot op zekere hoogte gebaseerd op de statuten

van de Bank van Estiand, welke véér een half jaar
door het Financieele Comité zijn opgesteld en welke

op hun beurt do statuten van de Oostenrijksche en

lIongaarsc’he Nationale Banken tot voorbeeld hadden.
Ook zijn er denkbeelden in opgenomen uit andere sta-

tuten van recen’ten ‘datum, ni. die van de Reichsbank

en van de Bank van Zuid-Afrika en uit de ontwerp-

statuten voor de eirculati ehank van Engeisch-Indië.

Andere ‘denkbeelden onder anderen de omschrijving

van de samenstelling (ier reserve zijn geheel nieuw en
als ‘verbeteringen op het tot nu toe in andere landen
bestaande aan te merken. Deze meest moderne aller
ban’kstatuten worden in de aandacht van hen, die dit
onderwerp bestu-deeren, aanbevolen.

:Do ruimte gedoogt niet ‘den inhoud van de statuten

to ‘bespreken. Slechts zij ‘hier gereleveerd, ‘dat de dek-
king van ‘de nieuwe bank in goud en buitenlan’dsche

goudwisseis (i.e. wissels op een land met gouden stan-
(laard of ,,goid exchange” standaard) minstens 40 pCt.

moet bedragen van het totaal der ‘biljettencirculat.ie

en der onmiddellijk opeischbare verplichtingen van de

Bank en dat op den ‘dag van opening, dank zij de
terngbetaling van een deel ‘der staatsschuld en rio

overeenkomst mot d0 ‘oude bank, te ‘dekking ongeveer 50 pOt. rai zijn.
* *
*

Een tweede ‘serie hervormingen ‘betreft de begroo-ting en ‘de administratie der staatsfinanciën. Ten eer-

ste verplicht de regeering zich gedurende ‘de komende
twee jaren to ‘blijven binnen het totaal uitgavencijfer
der tegenwooi’dige begrooting n om ook daarna het
evenwicht te bewaren tusscthen ‘de gewone inkomsten

en (ie ge’vone uitgaven. Gewone uitgaven worden in
dat verband ‘gedefi.nieerd als zijnde ,,alle uitgaven ‘be-
halve ‘die kapitaaisuitgaven welke gedekt kunnen wo
t

den uit andere middelen en bestemd zijn voor doelein-
den, welke inkomsten opbrengen” (all expenditure

except such capital outlay for revenue-producing pii.r-
poses as may ho provided for from other ‘sources). Ver-
der zuilen, zooals reeds we.rd opgemerkt, de achterstal-

lige betalingen ‘der schatkist in het reine gebracht
worden door de opbrengst van de leening.
Do voornaamste hervo:rming op ‘dit gebied zal zijn de wijziging van het systeem der staa’tsboekhou.ding.

liet huidige Grieksche systeem is gebaseerd op het
itaiiaanse’he, doch is nog veel gecompliceerder. Door
(le ‘vele dubbele boekingen is het voor een buiten’staan-
‘der onmogelijk den toestand der staatsfinanciën te be-

grijpen. Maar ook aan insiders geeft. ‘het systeem on-
voldoende uitsluitsel. Het Departement van Finan-
ciën kan bijv. alleen ‘door ‘het opmaken van een alge-
heele balans – wat eenmaal per jaar .gdhiedt en dan

nog met veel achterstand – nagaan wat de toestand
is van ‘de schatkist en ‘hoeveel achters tallige betalingen

er zijn. Voorts loopen allerlei inkomsten en uitga-
ven over speciale kassen en komen niet in de begroo-
ting tot uiting. In het Protocol nu ‘heeft de regeering
op zich genomen, over te gaan tot een ander systeem
van boekhouding en dat gebaseerd zal zijr op het be-

ginsel van eenheid van de begrooting: al’s ‘hoofdboek-
houding, evenals in Engeland, een boekhouding van
de kasinkomsten en kasuitgaven van den Staat, en
ciaarnaast een aanvullende boekhouding van de ver-plichtingen van den Staat. Boen’dien ruilen maande-
lijks gepubliceerd worden de situatie van de schat-kist, de verplichtingen van ‘de schatkist, d0 situatie
der staatsschuld en de ontvangsten en uitgaven over-
eenkomstig ‘de begrooting. Hierdoor zal de publieke

opinie gelegenheid krijgen, de gestie der Staatsfinan-ciën te volgen.

Verder zullen alle staatsontvangsten en uitgaven
gecentialiseerd worden bij de. Bank van Griekenland,

met het ‘dubbele voordeel, dët’ ‘het Departement van

Financiën een beter overzÂcht krijgt over ‘den toestand

der schatkist en de Bank gesterkt wordt in de beheer-
sching van de ,geldmarkt.

Ten ‘slotte verplicht de regeerin’g zich geen schat-

kistbiljetten uit te geven of ander crediet op korten

termijn op te nemen boven een limiet van achthonderd

millioen drachmes, wat ongeveer overeenkomt met één

tiende van de tegenwoordige begrooting. Tot dit ho-

drag is ook beperkt de ‘som, welke de nieuwe circula-

tiebank ‘krachtens haar statuten direct of indirect aan
‘den Staat mag leenen. De Bank van Griekenland kan

vierhonderd millioen aan den St.aat voorschieten in

rekening-courant en voor een gelijk bedrag kan zij
scihatkistwissels van derden disconteeren of in belee-
niug nemen.
* *
*

Hiermede is een overricht gegeven van het plan

voor ‘de reconstructie ‘der Grieksc’he ‘staatsfinanciën.

Zooals reeds in het begin van ‘dit artikel werd mede-
gedeeld ‘is het in September d’oor den Raad van den

Volkenbond goedgekeurd. Voordat het evenwel ‘kan
worden uitgevoerd, is er nog een ernstige hinderpaal

uit ‘den weg te ruimen. De Fransche Regeering weigert
namelijk ‘haar noodzakelijke medewerking to vorleenen

– in casu ‘cle noodige instructies te geven aan den

Franschen gedelegeerde in de Internationale Finari-ci.eele Commissie te Athene inzake de belastingen,
welke als onderpand moeten dienen voor ‘de nieuwe

leening – zoolang niet een overeenkonsst is tot stand
gekomen tussc’hen Frankrijk en Griekenland inzake

‘de oorlogsschulden. De Grieksche Regeering op haar
beurt wenscht het Protocol niet te teekenen, zoolang

zij niet zeker is van Frankrijk’s medewerking. De on-

‘derhandelingen tussehen Frankrijk. en Griekenland
over ‘de quaestie ‘der oorlogsschul’den zijn op het oogen-
blik te Pai-ijs aan ‘den gang. Het is te hopen, dat rij
spoedig tot een resultaat mogen leiden en de onder-
teekening en tenuitvoerleggin’g van het Protoeoi niet
te lang worden opgeschort.

De andere punten, welke op de Septemberzittin’g van

‘hdt Financieelo Comité ‘behandeld worden, zijn van
minder belang. Vermelding verdient echter, ‘dat de

Raad op verzoek van ‘de Bu’lgaarsche Regeerin’g aan ht
Financieele Comité en aan het Secretariaat opdroeg
een onderzoek in te stellen naar den financieelen, toe-
stand van Bulgarije. Te dien einde zal vermoedelijk

een delegatie van het Financieele Comité in November
een bezoek brengen in Sofia.
Mr. J.
VAN WALa
DE
BORDES.

BUITENLANDSCHE MEDEWERKING.

EEN CRISIS IN HET FEDERAL RESERVE SYSTEM.

Dr. F. H. RepeLius te Berlijn schrijft ons:

Op 6 September 1927 publiceerde de Federal Reserve
Board, dat, met ingang van den volgenden dag, een
disconto van 33 pOt. voor de federal reserve bank
van Chicago was vastgesteld.

Deze mededeeling heeft groote beroering in het leven geroepen. Niet alleen ging er in de pers een
storm van verontwaardiging op in verband met het
feit, dat dit besluit door den Board was genomen
tegen den wil van de directie der reservebank; de
bank zelf heeft een beroep gedaan op den Attorney-

general, ten einde vast te doen stellen, of deze actie
van den Board in overeenstemming is met de wet,
terwijl senator Carter Glass aankondigde, zoodra het

Congress weder bijeenkomt, een wetsontwerp in te
dienen, hetwelk in de toekomst een dergelijke handel-
wijze van den Board onmogelijk zal maken. Ook in

den boezem van den Board blijkt de meening in zake
dit besluit uiteen te loopen. De vice-Governor ver-
klaarde desgevraagd tegen het besluit te zijn, dat, naar algemeen wordt aangenomen, met de kleinst
mogelijke meerderheid werd aangenomen. Het aftreden

van Governor Crissinger en de benoeming in zijn
plaats van Young, den Governor van de reserve bank

900

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

12 October’
1927

van Minneapolis, die zich het langst heeft verzet tegen

de discontoverlaging, staat ongetwijfeld met deze

quaestie in nauw vèrband.

De vraag of de door den Board thans gevolgde
discontopolitiek juist is te achten, kan buiten be-
schouwing blijven. Dekern van het conflict ligt dieper

enraakt een levensquaestie voor het geheele Federal

Reserve System, ni. de vraag, of de leiding van het.
Amerikaansche centrale bankstelsel behoort te berusten

bij den Board, dan wel bij de besturen der reserve-

banken. Artikel ’14 der wet geeft
aan
de federal

reserve banks de macht ,,to establish from time to
time, subject to review and determination of the

Federal Reserve Board, rates of discount to be charged

by the fedeial reserve bank for each class of.paper .
Uit de woorden der wet zou men kuflnen opmaken;

dat het initiatief tot discontowijzigingen steeds van

de banken zou moeten uitgaan. Volgens uitspraak

van den Attorney-General omvat echter de ,,deter-

mination” van den Board ook de bevoegdheid om

een discontoverandering voor te schrijven.

Deze regeling, waarbij in het algemeen het disconto
bij gemeenschappelijk overleg wordt vastgesteld, doch
waarbij de beslissing in laatste instantie bij den

Board berust, heeft, zooals uit de ervaring blijkt,
uitstekend gewerkt. Uit den aard der zaak heeft het

aan meeningsverschillen niet ontbroken, doch steeds

wist men tot overeenstemming te geraken en kon
een discontoverandering ,,met goedkeuring van den

Board” worden vastgesteld. Slechts één geval was
tot dus’ier bekend geworden, waarin de Board van

het hem door den Attorney-general toegekende recht

gebruik heeft gemaakt.

– Deze regeling is in overeenstemming met het even-

wicht, dat, de opzet van het Federal ‘Reserve System

kenmerkt en dat verwezenlijkt werd door aan de locale
banken een zoodanige mate van autonomie te ver-

leenen als door de gedifîerentieerdheid der Vereenigde

Staten wordt vereischt, zonder aan de eenheid in de algemeene credietpolitiek van het stelsel afbreuk te

doen.
De pogingen, die thans worden aangewend, streven

ernaar dit evenwicht te verbreken,, door de leiding
der credietpolitiek te ontnemen aan het orgaan, dat.
werd ingesteld oin de bedoelde eenhei4 tot stand te
brengen, en haar op te dragen aan de territoriale

banken, die -. alleen reeds door de samenstelling van
haar bestuur – in de eerste plaats de aangesloten
particuliere banken vertegenwoordigen, geneigd zullen zijn districtsbelangen boven algemeen belang te stellen
en waarvan de voor de samenwerking der circulatie-

banken noodzakelijke eenheid van handelen der reserve-
banken in internationale quaesties niet verwacht mag

worden. – ‘ .

Meent men, dat de bestaande toestand herziening
behoeft, dan streve men in de eerste plaats naai

nauwer contact tusschen den Board en de reserve-
banken en wellicht ook naar een uitbreiding van
bevoegdheden van den Advisory Counci), die, samen-
gesteld uit door de besturen der reservebanken ge-
kozen vertegenwoordigers der 12 districten, bestemd
is om aan de banken een middel te geven ten einde
haar wenschen aan den Board kenbaar, te, maken.

Een rechterlijke uitspraak, die de bevoegdheid van
den Board zou beperken, of een beroep op het Con-

gress, waarbij wegens het noodzakelijk in geding
komen van zuiver staatkundige en partijbelangen de
kans geenszins denkbeeldig is, dat nog verder wordt
gegaan in deze richting, kan slechts voeren tot des-
integratie van het reserve stelsel, tot uiteenrijting
van het stelsel in een dozijn autonome centrale banken,

waardoor een groot gedeelte van wat sedert de bank-
hervorming in 1913 werd opgebouwd, weder zou worden

vernietigd.

AANTEEKENINGEN.
Indexcijfers van groothandeisprijzen.

Gedurende September daalde ‘het indexcijfer ‘voor

grootbandelsprijzen met 33 punten tot 4.038, schrijft

,,The Economist”. In Augustus was ‘het 69 punten

gestegen en ‘het cijfer is thans het ‘hoogste, dat, be:
halve iii Augustus, sedert November van het vorige

jaar werd bereikt. De ‘daling gedurende ‘de afgeloopen

maand was hoofdzakelijk ‘het gvolg van dalingen in

gien en metalen. Weefstoffen hadden over het al-

•gemeen een opwaartsc5he ‘ten’dens en in de ibijkom-stige

voedingsiiiddelen vonden stijgingen plaats. Onder

staande tabel toont ‘de wijzigingen in de
vijf
groepen

en in het totaalcijfer:

Data
.

12

Basis (gemidd.
1901-5) …
500 300
500 400 500
2200
100,0
EindeJuli1914
579
352
6164
4644
553
2565
116,6
Nov.1918
1289
7824
1848
903 13894 6212
282,6
Dec.1923
.853
8154
13824
774
755
4580 208,2
Dec.1924
992
7894
1452
8154
806
4855
220,7
Dec. 1925
9364
679 1120 733
7824
4251
193,2
Sept.1926
893
708
9424
963
7394
4246
193,0
Oct.

,,
920
7214
8804
9764
7384
4237
192,6
Nov.

,,
8954
728 867 959
7354
4185
190,2
Dec.

,,
875
7364
859
7734
731Z
3975
180,7
Jan.1927
8674
734
8734
7344 7184
3928
178,6
Feb.

,,
8974
7404
904
742 728
4012
182,4
Mrt.

,,
8804
704
9094
725
725
3944
179,3
Apr.

,,
886
697
9174
7044
716 3921
178,2
Mei

,,
911 724
9614
6734
716
3986
181,2
Juni

,,
9134
716
1007
662J1 705
4004
182,0
Juli

,,
872
707
1068
650J1
7044
4002
181,9
Aug.

,,
883
731′
1111
640
1

706
4071
185,0
Sept.

,,
8604
7484
10984
617
1

7131
1 4038
183,

In granen voucl een aanrzi’enljke daling plaats ten-

gevolge van gunstige •oogstberichten, welke daling
‘voor ‘binnenlandsche tarwe bijzonder sterk was; maar
in aardappelen, ‘schapen- en ‘varkenisvleesch vonden

stijgingen plaats. In bijiomstige voedingsmiddelen

waren tde eenige veranderingen belangrijke stijgingen

in boter en thee. De
prijs
van Amerikaansche katoen

schommelde ‘heftig gedurende September in verband

met de officieele oogstrapporten, maar pet saldo steeg
het indexcij’fer met slechts één punt. Egyptische ka-
toen was iets lager en jute daalde sterk tengevolge
van de ‘oogstramin’g. In ‘de groep delfstoffen vonden

uitgesproken ‘dalingen in’ lood en tin en een kleine
teruggaig in de noteeripg voor ijzeren staven plaats.

In do groep ‘diversen stegen leder, oliën, oliezaden en

talk, maar ruwe rubber liep ‘verder terug. De volgende
tabel toont de wijzigingen in het indexcijfer van elk
artikel vergeleken met einde Augustus, waarbij het

cijfer 50 telkens het gemiddelde van ‘de periode

1901-05 voorstelt:

tT
0
l
D:
i

0
+
.
‘O:=.
0
+

Tarwe (btl,)
lOO

5
Katoen(Am.)
1076

+
1
Koper
445
(Eng)
806 —15
,,

(Egypt.)
1328

2
Delfstoff.
“3’iT
ir
Meel
85

5
Garen
109
+
16
Hout

Gerst
Haver
104′
72′

6

6′
Laken
Wol
(Eng.)
115
6

136
+
2
..
(Baltisch)
93
Aardapp.
69
+
66
,,

(Austr.)
107
+
2
Hout
(Amerik.)
776
Rijst
Rundvl,
III’
60′

2

3
Zijdë Vlas
70
157
+
1
+
26
Leder
66
+
3

Schapenvl.
86
+
36
Hennep
606
1036

is
—195
Petroleum
011615
100
71
+
2
Varkensvl.
91
+
45
jute
Oliezaden
70
+
6
10986
Gran.
en
s!
’36’
i5
Weefstoffen
Talk
59
+
36

Thee


iii’
ïi
Ruw-Ijzer
“726
Indigo
76
6

Koffie
129
.
Stalen rails
71
..
Soda
85
6

Rietsuiker
1126
..
ljz.staven
82
6
–4
Rubber
15
—16
Bietsuiker
115
.

,


Kolen (St.)
945

1
Diversen
7135
•’

::”i
Boter
Tabak

90
1166
+
9
..
,, (huisbr.)
Lood
615
87
—8
Totaal
öiïïiT

And. voed.


Tin
103°

9
en genotm.
7486

+17′

De’ stijging in het totale indexcijfer ‘boven het

niveau van Juli 1914 wordt door deze veranderingen

12 October 1927

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

901

teruggebracht van
58,1
pOt. tot
57,4 pOt.,
zooals de

volgende tabel aangeeft, waarin de hidexeijiers voor

einde
Tuli 1914 op 100
zijn gesteld:

Data

s

S
Juli

1914
100
100 100 100
100
100

December

1918
226
222
293
186
241
237,5

December

1923..
148 231
225
167
136
178,6

December

1924
171
224
235
175
146
189,3

December

1925
162
193
182
158
141
165,8

September 1926
154
201
153
207
134
165,5

159
205
143
210
134
165,2

November

,…..
155
207
141
206
133
163,2

151
209
139 167
132
155,0

Januari

1927
150
209
142
158 130
153,1

155
210
146 160
132
156,4

October

,……

152
200
147
156
131
153,8

December,……

153

..

198 149
152 130
152,9

Februari

,……

157
206
156
145
130
155,4

Maart

,……

April

,……

158
204
163 143 127
156,1
Mei

,
…….

Juni

,……
151
201
173
140
127
156,7
Juli

,……
Augustus

,
……
152
208
180
138 128
158,1

September

,…..
.149
213
178 133
129
157,4

Het belangrijkste feit, •dat deze tabel te rien geeft,
is de geleidelijke daling
in
de groep delfstoffen van

167
einde vorige jaar tot
133
einde September. Zij

is natuurlijk grooten’deels het gevolg van de prijs-daling van kolen, maar ijzer is ook aanzienlijk ge-

•daald, hoewel de noteering voor staal onveranderd is

gebleven.
Onderstaande tabel geeft voorts nog een overzicht
van het prijsverloop in een aantal belangrijke landen:

>,s

•’

.

.f.

CI)

N

1913

100

100

100

100

1005)

100

100

100

Novemb. 1918 206

358

438

367

392

214

U
2 591 679 … 325 366 297 322
oogs e ei) (Apr.) (Apr.) Uan.) (juni) (juli) (Mrt.)
Decemb. 1923 151 458 577 … 183 160 154 211
Decemb. 1924 157 507 640 137
3
171 168 160 214

Decemb. 1925 156

632

715

1423

156

156

155

194

Augustus 1926 149

770

691

134

145

147

139

111
September,

150

788

683

135

146

145

140

175
October ,,

150

753

655

136

145

148

143

174
November ,,

148

684

641

137

147

148

147

171
December,,

147

627

619

137

148

150

147

170
Januari 1927

147

623

603

136

146

146

145

170
Februari ,,

146

632

601

136

145

146

146

171
Maart

,,

145

642

593

135

147

145

144

171
April

,,

144

637

565

135

146

143

143

170
Mei

,,

144

629

536

137

147

145

145

171
Juni

,,

144

623

509

138

147

146

149

173
Juli

145

621

491

138

147

146

151

170
Augustus

..

619

485 1 138 1 147

..

149
1)
Bureau of Labour.
2)
S
at. Reichsaint, nieuwe methode.
3)
Jaar-
gemiddelde.
4)
Sedert 1922 gebaseerd op 48 artikelen in plaats van op
53. ) Sedert October 1923: Juli 1914 = 100.
6)
Midden 1914.

De onderstaande, aan het bericht van het Oentraal

Bureau voor. ‘de ‘Statistiek ontleende opmerkingen
hebben betrekking op de Nederlandsche in’deKcijfers
over de ‘maand Augustus
1,927
met banis
1913.

In
vergelijking met
Juli 1927
daalde ‘het algemeen

in’dexcijfer in Augustus
1927
met
2
punten, dat der

voedingsmiddelen met
3
punten. De daling van het

algemeen indexcijfer wordt in hoofdzaak veroorzaakt
door do prijsdaling van enkele granen (tarwe, rogge
en gerst) en aardappelen. Tegenover een prijsdaling

van
15
‘artikelen met in totaal
209
punten staat een
prijsstijging van
16
artikelen met in totaal
137

P
Ufl
ten.
Met 10 ‘of meer punten daalden de artikelen: tar’we

(28),
rogge
(41),
gerst
(25),
aardappelen
(68)
en

peper (10); daarentegen stegen met 10 of meer pun-

ten ‘de artikelen: groene erwten
(20),
alcohol
(13),

eieren
(19),
melk (10), kaas (11), zemelen (11) ets

katoen (14).

lndexcijfers van scheepsvrachten.

Zooals het indexcijfer aangeeft, schrijft ,,The

Economist”, stegen ,,tramp”vrachten in September

met
1.90
pOt. na
een stijging van
3.84
püt. in de

vorige maand. Het indexcijfer voor September,
125.08,

staat tegenover een cijfer van
114.24
in September

1925, 128.56
in September
1924
en
119.88
in de over-

eenkoms’ti’ge maand van
1923.
De beweingen in het

indexcijfer ‘der verschillende groepen toont de vol-

gen’de tabel:

Datum

v

.

N

1-

Basis
(Oerniddeldev.
100
100 100
iOO
100
100 100

(Oemidd.v.1913)
110,0
113,1
123,4 106,3 117,4
127,9
116,3

Febr.

1920
814,3 529,9
757,5 744,8
587,0
712,2
691,0
Dec.

,,
268,9 1277,2
244,1
256,8
286,7 347,2
280,1
Dec.

1921
160,1 164,1 163,7
144,4
141,3
166,5
156,7

Dec.

1922
137,1
135,2
129,2
122,6
136,1
159,3
136,6

Dec.

1923 134,0 132,7
120,1
124,4
125,1
144,2 130,2

Dec.

1924
117,4
129,2 119,5 119,8 129,3
161,1
129,4

Dec.

1925
117,0
121,6
117,0
110,1
110,1
154,9
121
1
8

(
113,7
140,3 144,3
121,7
104,1
154,9 129,8
Sept.

1926k
121,1 140,3 167,1
100,2
104,1

154,9 131,3

o

‘t
128,1
214,6
175,1
141,7
144,4
170,9
162,5
197,6
214,6

228,6
140,3
144,4
170,9
182,7

Nov

,,
f
130,5
224,4
174,3
158,0
161,8 181,6 171,8
1,
212,3
224,4
227,7
172,9
161,8
181,6
196,7
December,,
139,7
156,1
145,9
132,9 129,2 179,8 147,3
Januari1927
126,4 136,5
139,1
122,7
136,7
166,5
138,0
Februari
125.0
132,6
140,1
130,4 145,2 168,2
140,2
Maart

,,
123,8
131,1
136,2
132,1
143,5
161,1
138,0
April

,,
118,9
133,0 133,0
124,4
128,9
137,1
129,2

Mei

,,
118,3 131,4 134,3
130,9 122,3
140,7 129,6

Juni

,,
114,0
118,1
121,6
126,2 121,4
142′,4
124,0

Juli

,,
110,5
113,2
111,9
115,8 119,9 138,0
118,2

Aug.

,,
108,8
122,2
118,2
121,4
121,8 144,2 122,8

Sept.

,,
111,7
130,8
115,3
119.3
123,7
150,0
125,1

Onderstaande tabel geeft de veranderingen weer,

die gedurende de afgeloopen ‘maand in het indexcijfei
van iedere groep en sub-groep hebben plaats gevonden,

waarbij het
cijfer
100 telkens het gemiddelde niveau

gedurende de periode
1898-1913
voorstelt:

+ of –

Golf van Biscaye; uitgaande vracht

117,43

– 3,67

thuisvracht ……..135,48

+ 1,61

Middeil. Zee; uitgaande vracht …….130,38

.4-
17,33

thuisvracht …………113,97

+ 9,32

Noord.Amerika …………………130,81

+ 8,66

Zuid-Amerika; uitgaande vracht

100,57

+ 6,47

tbuisvracht ……….
.130,09

– 12,13

Indië; uitgaande vracht ………….122,11

– 8,42

thuisvracht ……………….116,50

+ 4,18

Het verre Oosten, enz ……………
.123,74

4-
1,90

Australië ………………………149,55

+

5,34

Hieruit blijkt, dat de bewegingen van de verschil-
lende groepen, welke het indexeijfer omvat, gedurende
September een onregelmatige tendens volgden. De
levendigste maikt was Noord-Amerika, daar versc’he-

pers van Oanadeesche tarwe ook deze maand wederom
een ‘zeer groote hoeveelheid tonnage.. charterden.
Sc’heepsruimte werd echter door reeders ruim aange-
boden, daar de vraag van Zuid-Amerika en ‘het Oosten
‘gering was en hij’ tijden overtrof de hoeveelheid ton-

nage, ‘die thuisvracht van Noord-Amerika zocht, de
vraag. In het algemeen toonden thuisvrachten min-‘der verbetering dan om dezen tijd van het jaar ver-
wacht kon worden, daar de dalende ten’dens van
tarweprijzen een beperkenden invloed uitoefende op
Europeesche importen. Uitgaande vrac’hten stegen
sterk voor los’havens aan de Middellandsc.he Zee,
terwijl de slapte in thuisvrachten van La Piata een

compenseerende vashhei’d voor uitgaande kolenvrac’h-
te.n naar die streek tengevolge had. Van de vrachten-markt ten Oosten van ‘het Siseakanaal is niets bijzon-
ders te vermelden; de geringe vermeerdering in zaken

voor Australië was voor een groot gedeelte op louter

902

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN .

2 October 1927

nominale nbteeringen gebaseerd ah we’erspiegel.de

hôngstens, door gebrek aan feitelijke transacties, de af-

wezigheid van eenig overschot van tonnage. De ‘vet-

houding van de indexcijfers tot het gemiddelde van
1913 toont de volgende tabel, waarifl het jaar 1926
is weggelaten in verband met de kolensta.king.

(1913= 100)

Maand
1923
1924
1

1925
1

1927

114,05
117,11
114,49
118,59
123,78
115,96 120,54
Maart ……….
115,23 122,09
106,63
118,58

Februari

………112,73
April……….
115,45 117,22
104,24
111,06
Mei
11455

..

11427
0823
11141

Januari
.
………..

Juni

………..
106,82
108,62
i,74
106,54
Juli

………..
103,39
103,75
94,90
101,61
Augustus …….
100,16

..

104,43 95,87
105,51
..

110,50
98,19
107,51
October ……….
115,55
99,49

September
…….103,04
..

112,76 102,23
7ovember

…….111,21
December .. …..

.107,86

111,21
104,67
laan, gemiddeld.
.111,81
106,69
118,44
102,22

Gezien den loop van zaken in de afgeloopen maand,
schijnt het niet waarschijnlijk, dat de herfst thans

aan eigenaars van ,,’tramp”schepen ook maar iets van
een ,,boom” zal ‘brengen. Gegeven echter een vaste

markt voor graan, is het redelijk te veronderstellen,

dat er in deze afdeeling gedurende het eerste deel van

den winter behoorlijk werk Yal zijn, zelfs als de vrach-

ten mochten blijven staan op de uiterste grens, die

voor de grootere en harudi,ger vrachthooten aan na-
melijk is.

BOEKAANKONDIGING.

Dr. H. N. ter Veen, Van Anthropo-
geografie tot Sociognafie.
Openbar&les
gehouden bij de aanvaarding van het lec-
toraat in de landbeschnijving en de sociale

en economische aardrjkskunde aan de

Gemeentelijke Universiteit van Amster-
dam. Groningen (Noordhoff) 1927.

De lezer, die niet tevens op de hoogte is van wat

• er in de laatste jaren in Nederlandsche Aardrijks-
kundige Tijdschriften (zie vooral Tijdschr. v. h. Kon.

• Ned. Aardr. Gen. 1926) over de aardrjkskunde ge-

schreven is, moet uit de rede van Dr. Ter Veen niet
veel wijzer worden. Hij zal ongetwijfeld zich afvra-
gen, of de nieuwe lector nu geografie zal doceeren,
waarbij de ,,beschrjving der volken” vooral niet ver-
vaarloosd wordt, dan wel, of hij zich
vrijwel
t’ot de
schildering van de cultuur-volken zal bepalen.

Sociografie is volgens Dr. Ter Veen een ,,loot van
den geografischen stam”, hoewel
hij
later zegt, dat
,,de studie der volken van den aanvang deel uitge-
maakt heeft van het geografisch onderzoek”, en dan
als volgt verder gaat:

,,De beschrijving der volken is tot op den huidigen
dag stellig een geografische taak. Alleen die arbeid
bleek
moeilijker
en gecompliceerder dan de geografen
zich hem aanvankelijk hadden gedacht”. (Eenvoudige
zielen, die geografen! Een troost voor hen is, dat
zij dat met onderzoekers in andere wetenschappen
uit hun
tijd
gemeen zullen hebben. Hef.) ,,Meenden

dezen voor de verklaring der sociale verschijnselen zich
te kunnen beperken tot het physisch milieu, de socio-
grafie aanvaardt de consequentie van de teleurstelling,
die de anthropogeografie ons bracht: ze slaat den blik

op heel het volkslevun”. (Let wel heel het volksleven.
Ref.)

Even vroeger schrijft Dr. Ter Veen:

,,Wil men daarentegen de volkeren volledig
leeren kennen, dan moet men zich in de verklaring
niet beperken tot één groep
verschijnselen
i. c. de
aiithropogeografische, maar dient men het oog te
richten op heel het volksleven”. (Geen geograaf zal
het anders willen doen, wanneer
hij
tot vo1ledie
kennis dei volkeren wil komen!) ,,Dan vervalt even

wel de noodzakelijkheid, uit te gaan van bet physisch-

geografisch milieu en klinkt het als een logische

eisch, niet de physische kenmerken van het woonge-
bied, ‘doch de groepskenmerken zelf als uitgangspunt

van beschiijving en beschouwing te aanvaarden.”

(Daar is niets tegen!, zegt de geograaf; maar véôr men

dan daarmede begint, zal men het physisch-geogra-
fiseh milieu grondig hebben te kennen. Ref.). ,,Dit

nu wil de sociografie. Deze nieuwe loot van den

geografischen stam, door haar geestelijken vader
Steinmetz voor het eerst in 1913 aldus genoemd,
schildert de hultuurvolken, zooals de ethnografie de
natuurvolken beschrijft.
Zij
richt het oog op de vol-
keren als geheel, zoowel als op de groepen, waaruit

zij zijn opgebouwd, omdat deze groepen even zoovele

factoren zijn; die een volk in zijn samenstelling
karakteriseeren en
zijn
dynamische kracht bepalen.

Voor die groépsindeeling zijn natuurlijk sociale mo-
menten beslisend. Soms zullen zij overeenkomen met
geografisëhe indeelingen, b.v. wanneer men het oog

richt op agrarische toestanden. Doch n a as t ge o-

g r af is c h e (ik spatieer. Ref.), die ik als endogëné

krachten beschouwd zou willen zien, spelen endogene
krachten alsolksaard, religie en beschaving, ec’ono-

mische verhoudingen en sociale opbouw zulk een be-
langrijke rol,. dat ook deze zullen moeten dienen als maatstaf
bij
de bepaling en beschrijving der groepen”.

(Zoo denkt de geograaf er ook ongeveer ‘over; hij

pretendeert alleen niet, alles te weten en te kennen).

,,In deze opvatting is de logische plaats der econo-

mische geografie volkomen aan te geven: zij omvat

hetdeelder sociografie (Onjuist! zij omvat o. a. en maakt

m e d e gebruik van dat deel der sociografie. Ref.),

dat zich in h’et bijzonder bezighoudt met het econo-
misch leven ‘der cultuurvolkeren. Juist op dit terrein
is van den sociografisch geschoolden onderzoeker
veel vruchtbare arbeid te verwachten, omdat hij

doordrongen is van deze principieele waarheid: elke
sociale verschijnselengroep, dus ook het economisch le-

ven, is weer resultante van vele krachten, waarvan de
physisch-geografische er slechts enkele en dikwijls

niet de voornaamste zijn. (Daarvan’ is de geograaf zich anders ook ten volle bewust! Ref.) Eerst door

het oog te slaan op alle krachten, die de maatschappij

beïnvloeden, zal men het doel kunnen bereiken, dat
de geografen zich eenmaal stelden: het leeren kennen
der volkeren”.

Neen, dat ,,sociografische” deel van de sociale geo-
grafie en van de economische geografie, werpen de

geografen nog lang niet overboord. Integendeel! (Zie
wat o.a. het Tijdschr. v. Econ. Geographie in zijn
18 jaargangen bracht!)

Schr. vervolgt: ,,Het is duidelijk, dat die volledig-
heid en onbevangenheid eerst verkregen wordt, al
de beschrjver zich thuis voelt in de algemeene geo-

grafische zoowel (ik spatieer Ref.) als in de
So-
ciale wetenschappen; ‘haar problemen heeft leeren
kennen en haar meth6den weet te hanteeren. Deze
wetenschappen geven hem algemeene gezichtspunten
en leiden
zijn
gedachten bij de.beschrijving.”
Volkomen juist! Zoo had
schrijver
zijn betoog ver-
der geheel moeten inrichten. Physiografische èn so-
ciografische geschooldheid is noodig om tot een
behoorlijk sociaal-geografisch inzicht te komen. De
beste sociaal-geografische (en dus ook de beste eco-
nomisch- geografische) beschrijving van een gebied,
van een volk, van een
verschijnsel,
zal dan ook alleen
te verwachten zijn van wie zich van de noodzakelijk-
heid van physisch-geografisch zoowel als sociografisch
inzicht ten volle bewust. is.

Het gevaar van sociografische
eenzijdigheid
is
minstens even groot als dat van physiografische een-

zijdigheid. En dat gevaar is vooral niet denkbeeldig
nu de Amsterdamsche school met de vlag ,,sociografie”
de geheele lading maar zou willen dekken. Dat gaat
niet. De leertaak van den heer Ter Veen ligt op
hët ebièd der sociale en economische geo-

12 October 1927

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

903

g r a f ie. Moge hij bedenken, dat hij te Amsterdam de
sociografie even goed kan overlaten aan den socio-

graaf als de physische geografie aan den physiograaf;
en dat hij t5ch tegelijkertijd beider gebied heeft

te bearbeiden om tot die volledigheid en onbevangen-

heid te kunnen komen als waarvan schrijver in zijn

eigen betoog spreekt.
Wij moeten niet alleen komen van anthropogeografie

tot sociografie, want dat zou achteruitgang beteekenen,

maar tot sociale geografie. Men moet zich niet

(noch in
schijn,
noch in werkelijkheid) van de geo-

grafie afkeeren, zelfs niet als men als geograaf zich

op 6en harer onderdeelen meer in het
bijzonder
heeft

toegelegd, en zich daartoe aanvankelijk of tijdelijk bij
zijn dieperen wetenschappelijken arbeid min of meer

heeft beperkt. W. E. B.

MAANDCIJFERS.

RIJKSPOSTSPAARBA
NK.

AUGUSTUS
1925
1

1926
1

1927

f

10.784.618
f

11.426.373f
12.401.130
Terugbetalingen …
9.508.242
,,

9.105.714,,
9.974.180
Tegoed der inleggers
,,303.667.627 ,,312.458.800
,, 321.801.985
om. bedr. der uitst. staatsachuidboekjes
,,

42.240.150,, 41.919.500,,
42.023.100

Inlagen ………….

Spaarbankboekjes:

op ultimo ……..

gegeven
8.973 9.898
10.351

01)

ultimo ………

Aantal. nieuw uit-

betaald
7.063 6.446 6.654
Aantal geheel

af-

Aantal in omloop
op ultimo
1.976.914
2.000.7761
2.030.086

PRODUCTIE DER STEENKOLEN-, BRUIN-
KOLEN- EN ZOUTMIJNEN.

(Gegevens verstrekt door den Hoofdingenieur der mijnen.)

I. Gezamenlijke Steenkolenmijnen.

Aug.
Jan.(Aug.
Jan.fAug.
1927
1927
1926

Prod. Steenkolen in tonnen
813.519 6.025,719 5.520.432
14.044
91.593
156.844
Kolenslik

……………..
Aantal normale werkdagen
26
201
202

II. Bruinkolenmijn ,,Carisborg”.

Aug.
Jan./Aug. Jan./Aug.
1927 1927
1926

Netto-productie in tonnen.
.
17.687
134.227,8
140.98.4
Aantal normale werkdagen
26
154
200

III. Zoutmijnen.

(Kon. Ned. Zoutindustrie te Boekelo.)

Aug.
Jan./Aug.
Jan4Aug.
1927
1927

1
1926

Afgeleverd:
Geraif. zout ……..(ton)
4.043
22.486,5 21.402
Industriezout

……(
,,
)
45
379.5
224
Afvalzout

……….(

,,
)
110
1.000
640
Aantal normale werkdagen
27
204
202

Arbeiders.

Oezamen-
Bruin-
1
Aantal.
lijke
Steenkolen-
kolenmijn
1 Zoutmijnen
mijnen

Carisborg”I

f

9)
.,24..304′
6142)
160
137
1

Sept.

1927 …………….

1

Sept. 1926 …………..
(8.7491)
154
105

.23.0332)
1)
bovengronds.
2)
ondergronds.

STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.

N.B.
***
beteekent: Cijfers nog niet ontvangen.

GELDKOERSEN.

BANKDISCONTO’S.
Ned (Disc. Wissels. 34
3 Oct.’25
Zwits. Nat. Bk.
3422 Oct.’25

Bk
Bel.Binn.Efi. 44
3Feb.’27
N.Bk.v.Denem. 5
24 Ju,i’26
(Vrsch. in R.C. 54
3Feb.’27
ZweedscheRbk 4
21 Apr.’27
Javasche Bank…. 4
14 Juli’26
Bank v.Noorw.
4426 Oct. ’26
Bank van Engeland
4421Apr.
’27 Bk. v. Tsjecho-
Duitsche Rijksbank 7
5 Oct.’27
slowakije .. 5
SMrt. ’27
Bank v. Frankrijk. 5
14Apr.’27
N.Bk.v.O’rijk.
6424Aug. ’27
Belgische Nat. Bnk. 5 22 Juni’27
N. Bk. v. Hong. 6
25Aug. ’26
Fed. Res.BankN.Y. 344
Aug.’27
Bank v. Italië. 7
17J-uni’25
Bank van Spanje… 5
23Mrt.’23
Z.-Afr.Res.bnk 6
10Sept.’27

OPEN MARKT.

1927

8 Oct
318
I26Sept./
19124
4/9
5110 20124
Oct.
l
Oct.
Sept.
Oct. Oct. Juli

Amate3am
Partic.disc.
3
1
12
3116

18
3116-
518
3
9
116-
5
18
2
1
12_719
3
1
11-1
3
1
1g.
3
1
Prolong.
3112)
3112)14

331
4
.4
321
4
.4
21143
2».’14-3
21/4314
Londen
Daggeld ..
3-
1
1
3-4112
3.4114
2-412
3
1
125
2-
3
14
1
3
14-2
Partic. dIsc.
4
116
45
116

18
4
116

18
41/16.11/31
4
1
I,6-“(,(
3
5
116-
3
I8 211
4
114

Berlijn
Dageld ..
6’14-8
6
3
14-9
4-9
4.6
1
1
2

4
1
12.7
5
13
8-10

Partic.disc.
30.55 d…
6
518
6-
5
18
6
5718
5_11
7
1
1-
1
j4

56-90 d..
.
6
5
18
6-
5
18
6
57/
s

4314_5113
7
21//
Waren-
wechsel.
6314
6
1
14.7
1
14
61
3
1
6
1
1-
3
18
6315
1
12
8
7
18-9

New Yorkl)
Cali money
4.11
4

4.31
4

3
1
15_4
1
14
4.114 4.5114
4117_5314

1
3
14.2
1
12
Partie.disc.1
311
4

311
4

311
4

3114
4
35
/8

11
Calli money-koers van 7 Oct. en daaraan voorafgaande weken t/m
Vrijdag.
2)
Noteering van Vrijdag.

WISSELKOERSEN.

KOERSEN IN NEDERLAND.

Data
New
Londen
Berlijn
Parijs
Brussel
Batavia
York
8
)
•)
8)
8) 8)
1)

4 Oct.

1927
2.49
7
/8
12.13+
59.454
9.78e 34.74
100
5

,,

1927
2.49
5
/,
12.1371
8

59.46
9.781 34.734
100
6

,,

1927
2.4931
12.13
7
18
59.42
9.7s4 34.7:14
100
7

,,

1927
2.4981
8

12.13
7
1
8

59.44 9.784
34.734
100
8

,,

1927

12.13U
59.474
9.79

34.734
100
10

,,

1927
2.49% 12.13
7
18
59.45
9.784 34.72
100
Laagsted.w.1)
2.49
1
1
12.13%
59.40
9.774 34.71
99/
Hoogste d.w’)
2.4971
1

12.14
59.48
9.794 34.75
100
1
1
8

3 Oct.

1927
2.4971,
12.137/
59.43
9.784 34.74
100
26 Sept. 1927
2.49%
12.1321
s

59.424
9.784 34.73
100
Muatpariteit
2.48%
12.101%
59.26
48.- 134.59
100

D
o
a
Z1
7
it
d

ser an
Weenen
Praag
Boeka-
Milaan
Madrid rest
1)

4
Oct.

1927
48.09
.35.20′
7.40
1.55
13.614
43.25
5

,,

1927
48.08%
35.20
7.40 1.55
13.614
43.444
6

,,

1927
48.08% 35.20
7.40
1.55
13.644
43.43
7

,,

1927
48.09
35.20
7.40
1.55
13.63
43.534
8

1927
48.08
35.20
7.40
1.55


10

1927
48.07% 35.20
7.40
1.55
13.62
43.55
Laagsted.w.
1
)
48.05
35.15
7.39
.

1.52
13.59
43.25
Hoogsted.wl)
48.12
35.25
7.41
1.574
13.77
43.60
3 Oct.

1927
48.10 35.20
7.40
1.55
13.64
43 67
26 Sept. 1927
48.08% 35.19 7.40
1.55
13.60
43.924
Muntpariteit
48.- 35.-
2)
48.-
48.-
48.-

D
o
a Stock-
Kopen-
Oslo
)
Hel-
Buenos-
Mon- holm
‘)hagen8,)
forfl)
Aires
1)
treall)

4 Oct.

1927
67.124
66.824
65.75 6.29
10681
8

2.497/
8

5

,,

1927
67.124
66.824
65.75
6.29
10681
8

2.4911
8

6

,,

1927

66.824
65.674
6.29
106%
2.49%
7

,,

1927
67.124
66.824 65.724
6.29
106
2.49%
8

,,

1927
67.15
66.824
65.80
6.29
106%
2.49
5
/
6

10

,,

1927
67.15
66.824
65.774
6.29
106%
2.4981
Laagste d.w.
1)
67.05 66.75 65.60
6.28
1068
8

2.49%
Hoogste d.wl)
67.174
66.85
65.85
6.30
106%
2.50
3 Oct.

1927
67.15
66.824 65.70
6.29
10611
s

2.491
26 Sept. 1927
67.10 66.80
65.90
6.29
106w
2.49%
Muntpariteit
66.67 66.67 64.67
6.26iki
10581
1

2.48%
‘) Noteering te Amsterdam.
*8)
Noteering te Rotterdam.
Particuliere opgave.
Wettelijk gestabiliseerd tusschen
7.534j5
en 7.2111
2.
In het eerste nummer van iedere maand komt een overzicht
voor van een aantal niet wekelijks opgenomen wisselkoersen.

904

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

12 October 1927

S

KOERSEN TE NEW. YORK. (Cable).

Da a
1
Londen
Parijs
Berlijn
Amsterdam
($ per £)
($ P. 100 Ir.) (S
p. 100 Mk.)
($ p. 100 gld.)

4 Oct.

1927
4,8671
9

3,925/
23,84
40,10!4
5

,,

1927
4,861a/
ø

3,9271
8

23,85
40,10
6

1927
4,86’8/
3,92k
23,83 40,10
7

1927
4,86
7
1
8

3,92k
23,84
40,10
8

1927
4,871/
3,9271
s

23,85
1

40,12
10

1927
4,873186
392K
23,85 40,12

11 Oct.

1926
4,8581
66

2,88
23,80k
40,01
Muntpariteit..
4,8667
19,30
23,81w
4031
19

TE LONDEN.
KOERSEN

Plaatsen
en

Not
eerings-
24
Sept.
1

Oct.
1

318
Oct.
1927

1
8
Oct.
Landen
eenheden
1927
1927
1LaagstelHoogstel

1927

Alexandrië.
.
Piast.
p.
97
97’4

9771
979
1

97
Athene

….
Dr.p.0
367k
367
366
3 69
367
Bangkok … Sh.
p. tical
1110
5
1
8

111034 1110
7
1
8

111034
111081
8

Budapést
.
..
Pen. p.
£
27.81
27.821
27.80
27.85
27.821
B. Aires’). ..
d. p.
$
4771
9

4712;
477/
m

47151

Calcutta
. .
.. Sh.
p. rup.
1/5 1/5
91
/
32

1(5
61
/
64

1/5
63
/
64

Ij5li
Constantin..
Piast.p.0
9474
930 890 925
91734
Hongkong ..
8h. p.
$ 1111.i.
1/11
7
18
1/118/,
2
g
071
j9

1111)
1110
1
v
,
1
1
11
1
1
1
10

11
l/11′
1J10
.4
Lissabon 1)
. .
d
.
per Esc.
2131
33

2
38
/
38

22/
5

2
15
1
32

271
5

Mexico
.
….
d. per
$
24
24
23
25
24
Montevideo
1)

d. per
$
49′,
501
9
“/I6
5081
8

49
11
116
Montreal’)
.
$
per
£
4

86
T
1
8
’86T’!
4.8634
4.86H

Kobe

…….Sh.p.yen

R.d.Janeiro
1)
d.
per Mil.
5571
557j,4
557/94
5
29
/32
5
29
132
Shanghai
. . .
Sh. p. tael
2;671,
2/6
11
/
32

2/6
2/6
2/6H
Singapore. ..
id. p.
$
213
49
1
84

21349/64
2/3
23
/
32

2/3
28
/
16

213
Valparaiso
2).
$
p.,
39.62
39.50
39.37
39.44
39.40
Warschau ..
ZI. p.
£
4334 4334
43 44
4334
1)
Telegrafisch transfert.
1)
90
dg.

ZILVERPRIJS
GOUDPRIJS
8)

Londen’)
N.York’)
Londen
3 Oct.
1927..

2551,
5534
3 Oct.
1927.
8411134
4

,,
1927..

2511/
55′
4

,,
1927
8411134
5

,,
1927..

25
5534
5

,,
1927
8411134
6

,,
1927..

25819
55
14
6

,,
192″….
8411134
7

,,
1927..

2511/
9

556/
8

7

,,
1927…
8411134
S

,,
1927..

2534
5571
5

8

,,
1927
8411134
9 Oct.
1926..

25
8
51
86

56
9 Oct.
1926
8411134
20 Juli 1914.. 2481/
1
154
,18

20 Juli 1914…. 84111

1) in pence p. oz. stand.
2)
Foreign silver in Sc. p. oz.fine.
3)
in sh. p.oz.fine

STAND VAN ‘s RIJKS KAS.
De Minister van Financiën maakt bekend:

Vorderingen.
30 Sept. 1927
t

7Oct. 1927

Saldo bij de Nederlandsche Bank

/


Saldo b. d. Bank voor Ned. Gemeenten
/

132.878,11

Voorschotten
op
ultimo Aug. 1927 aan
de gem.
op
voor haar door de Rijks-
administratie te heffen gemeentelijke
inkomstenbelasting en opcenten
op
,,

26.641.522.95
,,

1.352.906,09
Voorschotten aan de koloniën
10.865.534,86
,,

8.344.402,14
Kasvord. weg. credietverst. a/h. buiteni.
,,
124.425.111,04
,;124.496.338,54
Daggeldieeningen tegen onderpand

de Rijksinkomsten belasting………..
.
…………

Saldo der postrekeningen van Rijks-
van Staatsschuldbrieven

………………

14.901.234,39
13.933.092,14
comptabelen

………………………
Vordering
op
het Staatsbedrijf der
P.,


T.

en

T.’) ………. …………………
Id. op
andere Staatsbedrijven
2)
3.205348,03
3.205.348,03

Verplichtingen.

Voorschot door de Nederl. Bank
/

14.313.734,51
f

13.771.736,61
Schatkistbiljetten in omloop’) ……..
58.720.000,-
,,
63.446000,-
23.270.000,-
,,
40.040.000,-
Waarvan direct bij de Ned. Bank
,,

6.000.000,-
,,

6.000.000,-
Zilverbons in

omloop
…………….
12.188.436,50
,,

12.386.007,-

Schatkistpromessen in omloop
………

Schuld a. d. Bank
v.
Ned.Gemeenten
2)


Id. a. h. Alg. Burg. Pensioenfonds
2)
3.463.790,35
,,

4.840.974,67
Id. a. h. Staatsbedrijf d.
P., T.
en
T.
2)..,,

..

33.501.895,93
,,

30.611.125,12
Id. aan andere Staatsbedrijven’)……….
1.160.000,-
1.160.000,-
Id. aan diverse

instellingen
2)
………..
6.107.465,27
6.094.572,14
Waarvan
t
12.056.000 vervallende
op 2
Juli 1929.
In rekg.-crt. met
‘s
Rijks Schatkist.

NEDERLANDSCH-INDISCHE VLOTTENDE SCHULD.

1

1 Oct.1927 1

8Oct.1927

Vorderingen: Saldo bij
‘s
Rijks kas……………..


/
2.288.000,-
Saldo bij de Javasche Bank
……….
t
7.425.000,-
,,
7.537.000,-

Verplichtingen:
Voorschot uit
‘s
Rijks kas aan N.-Indië
348.000,-

Voorschot Javasche Bank aan N.-Indië

.


Schatkistpromessen in omloop …….
460.000,-
,,

400.000.-
….
29925.000,-
,29582.000,-
Muntbiljetten in omloop

……….
….
Schuld aan het Ned.-Ind. Muntfonds..
»

1.996.000,-
,,

1.996.000,–
Idem aan de Ned.-Ind. .Postspaarbank.
,,

1.447.000,-
,,

1.559.000,-

NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 10 October 1927.

Activa.
Binnenl.Wis.(Hfdbk.
f
126.436.157,19
se1s,Prom.,
Bijbnk.
,,

14.416.043,98
enz. in disc.(
Ag.sch.
,,

15.378.590,21

ç
156.230.791,38
Papier
o.
h. Buiteni. in disconto……….

Idem eigen portef.
.
f
125.351.269,-
Af :Verkocht maar voor
debk.nognietafgel.
«
125.351.269,-
Beleeningen
ncl. vrsch.
Hfdbk.
f

57.005.594 59

1fl

rek..:rt.
Bijbnk.

,

7.820.532,54

op
Ag.sch.
,,

72.688.263,26

f

137.514.390,39

Op
Effecten
…….

f

130.998.390,39 Op Goederen en Spec.
,,

6.516.000,-

,
137.514.390,39
Voorschottena.h. Rijk
……………..,
14.956.115,81
Munt en Muntmateriaal
Munt, Goud
……
f

67.869.750,-
Muntmat., Goud
..

318.265.808,51

f
386.135.558,51
Munt, Zilver, enz..

27.020.124,92
Muntmat. Zilver
. .

,


413.155.683,43
Belegging
11

kapitaal, reserves en pen.
sioenfonds

…………………….,,
23.642.526,02
Gebouwen en Meub. der Bank
……..,,
5.000.000,-
Diverse rekeningen
………………
34.880.463,08

f
Pasiva

___________________
910.731239,11

Kapitaal ………..

.. …. …. ..

….
f
.
20.000.000,-
Reservefonds
……………….. . ._…
7.027.840,39
Bijzondere

rserve
…………………
8.000.000,-
Pensioenfonds
…………………..
4.706.034,61
BankbiIjtten in omloop …………..

,,
824.265.255,-
Bankassignatiën in omloop

…………
349.304,30
Rek.-Cour.f Het Rijk
f


saldo’s;

‘t,
,
Anderen,,

37.273.412,35
37.273.412,35
Diverse rekeningen
……………. .. .

,,
9.109.392,46

f
910.731.239,11

Beschikbaar metaalsaldo ……

….
f
240.321.568,55
Op de basis van
21
m.etaaldekking….
,,

67.943.974,22
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop dan waartoe de Bank gerechtigdis. ,, 1.201.607.840,-
Voornaamste posten in duizenden guldens.

Goud

1
Andere Beschikb. Dek-
Data

Circulafie opeischb. Metaal- Ikings

Munt
1
Muntmat.

schulden
saldo
1
perc.

10 Oct. ’27 67.870 318.266 324.265 37.623 240.322 48
3 ,, ’27 67.881 318.266 845.658 39.634 235.911 47
26 Sept. ’27 67.898 318.275 796.026 35.311 247.388 50
19 ’27 67.944 318.274 797.416 33.181 247.229 50
12

’27 67.934 38.274 805.63

28.457 246.339 49
5 ,,’27 67.990 318.276 817.361 26.857 244.650 49

11 Oct. ’26 62.660 356.281′ 850.816 54.343 263.693 49

25 Juli ’14 65.703 96.410 310.437

6.198 43.521
1
) 54

Totaal Schatkist- Belee

Papier Dii’eT
Data

bedrag promessen nin e

op het

reke-

discon to’s rechtstreeks

g

buiten!.
1
ninen
2)

10 Oct. 1927 156.231

137.514 125.351 34.880
3 ,,

1927 171.402

6.000 134.243 135.413 36.253
26 Sept. 1927 144.799

128.561 126.640 36.655
19

1927 139:4a
‘1

127.936 131.917 36.551
12

1927 140.673

131.399 .131.821 34.648

5 ,, 1927 138.585

134.180 131.728 31.856

11 Oct. 1926 86.084

36.000 135.897 208.580 44.699

25 Juli 1914 67.947

14.300

61.686 20.188

509
1) Op de basis van
2/5
metaaldekking.
2)
Sluitpost activa.

O.

SURINAAMSCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens.

Data

Metaal
Circu
Andere
opeischb.
Discont.
Div. reke.-
latie

schulden
ningen’)

3 Sept.

1927…
970
1.720
625
941
567
27 Aug.

1927-
985
1.512
607 936
521
20

1927..
1.001
1.537

554
939
582
13

1927..
1.001
1.520
576 951 585
6

1927…
1.000
1.615
572
965
590
4 Sept.

1926…
1.057 1.671
859
903 598

5Juli

1914…
645
1.100
560
735
396
1)
Sluitpost der activa.

12 October 1927

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

905

JAVASCHE BANK.

Voornaamste posten ii duizenden guldens. De sainengetrok-
ken cijfers. der laatste v.ken zijn telegrafisch ontvangen.

Data

Goud

Zilver

Circulatie opeischb.metaal-
schulden saldo

1 Oct. 1927

201.000

320.800

87.800 119.880
24Sept.1927

201.700

321.400

77.000 122.020
17 ,, 1927

202.300

320000

71.900 122.720

3Sept.1927 Ï83.817

19.382 325.293

74.834 123.564
27Aug.1927 184.281
1
19.395 325 273

69.309 128414
20

1927 184.443

18.368 327.410

05.244 124.033
13

1927 14.297

18.141

329.885

55.039 125.809
2 Oct. 1926 198.935

29.984 330.457

76.457 147.972
3 ,, 1925 132.091

43.037

327.775

01.175

98.026

25Juli1914 22.057

31.907

110.172

12.634

4.842
2
)

Data Dis-
conto’s

N.-Ind.
betaalb.

Belee-
ningen
Diverse
n
[,
elc
e
e
_
ii

g

/
percen-
tage

1 Oct. 1927
iT’000

••
49
24Sept.1927
182.200

.
51
17

,,

1927
178.300
51

38ept.1926
13.015
26.441

115.046

45.078
51
27Aug.1927
12.959
27.327

1
109.864

41.588
52
20

1927
13.367
29.846

104.021

43.558
52
13

1927
12.973
29.033

96.512

41.381
53

2Oct. 1926
12.191
24.561

102.275

44.301
56
3

,,

1925
17.329
24.650

109.049

59.314
45

25 juli1914
7.259
6.395

47.934

2.228
44

‘)
Sluitpost activa.

2)
Basis
2
/2
metaaldekking.

BANK VAN ENGELAND.
Voornaamste
posten, onder bijvoeging der Currency
Notes,
in duizenden
ponden sterling.

Data
Metaal
Circulatie
II
1l
Currency Notes

Bedrag

Bankbil/.

1 Gov. Sec.

5 Oct.

1927
151.179 136.989
297.673
56.250
248.252
28 Sept. 1927
151.092 136.505
294.798
56.250
245.124
21

1927
1:50.456
135.629
293.783
56.250
244.070
14

1927
151.060
136.102
295.193
56.250
245.706
7

1927
151.880
137.026
297.921
56.250
248.403
31 Aug. 1927
151.240 137.449
295 900
56.250
246.273

6 Oct.

1926
154.865
140.233
290.770
56.250
240.489
22 Juli

1914
40.164
29.317


Data
Gov.
1
Other
Public
Other
Reserve
1

Dek-

1

‘;
1

Sec.
S
e
c.
1
Depos.
1
Depos

5 Oct. ’27
57.845
56.728
20.993
109.864
33.939
25I21
28Sept.’27
58.310
50&35 25.696 97.538
34.337
27
71
8

21

,,

’27
56.490
49.800 21.894
100.644
34.577
28
14

,,

’27 51.254
44.164
11.730
100.112
34.707
31
7

.
1
27
57.438 42.142 21.178 94.745
34.004
29
7
/
8

31Aug.’27
58.447 41.639
22.149 93.200
33.541
29

6 Oct. ’26
33.265 72.678
15.798
106.860
34.382
28
22 Juli ’14
11.005
33.633
13.736
1

42.185 29.297
52
2)
Verhouding.tusschen
Reserve en Deposits.

BANK VAN FRANKRIJK.
Voornaamste posten in millioenen franca.

Waarvan
Te
goed’
Wis-

Waarv.

B 1 ee-
Data
Goud
in het
Zilver in
het
sels

op het
ni g ‘i
buitenl.l)
buitenl. bultenl.

6 Oct. ’27
5.546
1.864
343
54
1.205
8
1.662
298ept.’27
5.546
1.864
343
58
1.920
6
1.647
22

,,

’27
5.546
1.864
‘343
56
1.242
7
1.658
15

,,

’27
5.546
1.864
343 54
1.411
13
1.655
8

,,

’27
5.546
1.864
343
53
1.325
7
1.680

7 Oct. ’26
5.549 1.864
339
81
4.797
14
2.290

23 Juli’14
4.104

640

1.541
8
769

Buit.gew. Schat-
.
Dgver-

Rekg. Courant
Data
voorsch.
kistbil-
Cïrculatïe
Parti
Staat
ajd. Staat
jetten2)
culleren

6Oct.’27
25.400
5.811
24.758
55.887
10.4451
19
29Sept.’27
24.400
5.806
23.733 54.156
10.434
5
22

,,

’27
24.400
5.805 23.795 53.773
10.675
17
15

,,

’27
24.400
5.800
23.938
53.892
10.924
88
8

’27
24.500
5.794
24.302
54.117
10.889
74

7 Oct. ’26
38.950
5.487 5.311
55.994
2.886
•10

23 Juli’14
– – –
5.912
943
401
1)
Waarvan beschikbaar
463 millioen.
2)
In disconto
genomen wegens
voorsch.
v. d.
Staat aan
buiteni.
regeeringen.
3)
Stuitpost activa.

EFFECTENBEURZEN.

Amsterdam, 10 October 1927.
De achter ons liggende week is in verschillende opzichteii
.belaagwekkeiid geweest. :En dc eerste plaats is de aa12dal2t
sterk geconcentreerd gebleven op de fondsenmarkt van 13 e r-
1 ijn, in verband met cle vérhoogit1g van den •disoontovoet,
welke de Rjksbank heeft toegepast. Uit dan aard der zaak
is hierdoor een krachtigen invloed uitgeoefend op de geld-
markt 4n Duitsobland en dit heeft ook weder het vraag-
stuk van de buitenlandsche leeningen ten behoeve van open-
bare lichamen op den voorgroî:i4 gesteld. Te eerder waa dit
het geval, jisi omtrent de dolla.rleening ten laste van Prui-
seii nog geen beslissing is genomen en ten aanzien van de
dol1arleeniu.g ten laste
va!1
de stad Frankiort ook moeilijk-
heden sehijueh te zijli gerezen. Men verwacht k1aarblijkelijk
groote vraag naar geld op de ‘binnenlan.dsehe markt, nu de
.buitenlandsche .vyr een deel van de leeni.ngen voorloopig
niet gemak•keiijk toegankelijk blijkt te zijn.
Te L o ii .c1 e ii heeft de fondsenmarkt een levendig ver-
1001) gehad. ])e grootste aandacht is nelisvaar gereserveerd
gebleven voor de aandeelen ‘in industrieele ondernemingen
en voor de ,,gilt-edged”-afdeeling, doch ook de overige soor

ten zijn vaak ‘in groote posten ibit de markt genomen. Een
zeer gunstigen indruk heeft de rijzing van den sterlingkoers
te New York gemaakt. Eensdeels wordt Engeland hierdoor
in een positie gebracht, welke den aankoop van Amerikaan.
sche producten vergemakkelijkt, ander-deels is het schrik-
beeld van een discontoverhooging tot bescherming van den
sterliagkoers, althans voorloopig verdwenen.
Te Parijs is dé beurs eveneens opgewekt gebleven. De
.belangsteUing richtte zich op de verschillende af deelingen
van de beurs. Merkwaardig was hierbij, dat -de beleggin.gs-
markt niet achter is gebleven; met name de 6 pCt. obliga-
ties 1920 en 1927 werden gekocht. Doch ook het buitenland heef t zich niet onbetuigd gelaten. Aandeelen, sooals CrOdit
Lyonnuis, evazis andere ‘bankaan.deelen, electr,iciteitsfond-
sen, Suez, eiz., konden -hun koersen verbeteren ‘in verband
met cle ruime vraag, welke is ontstaan.
De markt te N e
w
Y o r k is ve1iswaar levendig geble.
ven, doch de stemming was niet meer
7.00
onverdeeld gun
stig, als in de ]aatste weken het geval is geweest. De krach-
tige toeneming van .de voorschotten aan de makelaars ter
beu.rze ‘heeft de gemoederen eenigszins verontrust. Over het
algemeen is de houding voor aandeelen dan ook eenigszins
aarzelend geworden. Uit han-delskringen luiden de be-
richten vrij gunstig, doch de staal- en ij.zernijverheidheeft. een rustige ontwikkeling te zien gegeven, welke geen aan-
leiding vormde tot ingrijpen op de fondsenmarkt.
T e n o ii z e n t heeft de markt een tamelijk bewogen ver-
loop gehad. De
7eleggiaqsa.fdeeling
is bijna voortdurend vast
gebleven, voor zoover het inheemsche soorten betreft. Vnu de bu.itenlan.dsche desbetreffende fondsen waren Duitsohe obligaties over het algemeen eenigszins aangeboden. 6 pCt.
Ned. Werk. Schuld 1922: 1061 106
3
/s, 106
7
/
1
; 4’% pCt.
Neci. Werk. Schuld 1917:
10
0%, 1007/;
4J/
pCt. Ned.-Tndië
1926:
987/,
98%,
9311/;
5 pCt. Mexico Goud £ 20-100:
39, 377/
8
;
8 pCt. Sao Paulo: 105%, 1.05’/.
Groote belangstel]ing heeft ‘de afdeeling voor
indtstrieele
aandeelen
getrokken. Niet in de eerste plaats voor die soor-
ten, welke in den laatsten tijd. sterk op den voorgrond waren getreden, aooa.ls a.andeelen in k’unstzijdefabrieken. Hoewel
de stemming hier niet ongeanimeerd is geworden, is de koop-
lust toch wel een.igszins verminderd, voornamelijk als ge-
volg van het geringer worden van opdrachten voor i)uit-
sche rekening. Daarentegen konden aan-deden Philips een
krachtige verbetering ibehalen. Bijna zonder onderbreking
is het fonds omhooggeloopen, in welke beweging slechts
op den laatsten dag van de ber-iehtsperiode een stagnatie is
i.ngetreden. Toen echter iwas de .geheele afdeeling eenigszins
bom en viel voor de meeste fonlsen, welke gedurende de
achter ons liggende dagen van groote levendigheid blijk
hadden gegeven, eenige reactie op te merken. In detu loop
van de beric.htsweek zijn op deze wijze- naar voren getreden
o.a. aandeelen Internationale Gewapend Beton, Kon. Ver.
Tapijtfabrieken, Hollandsche Draad- en Kabelfabriek. enz.
Bepaalde aanwijzingen voor de vaak ruime koersverbeter-in-
gen waren niet steeds ‘te vinden. Ook voor aan-deelen Zweed-
sche Lucifer Mij. is de vraag gegroeid en het koerspeil belang-
rijk verbeterd. Centrale Suiker Mij.: 123,
123%,
124; Hol-
landsche Draad- & Kjabelfabriek: 163, 154
1
/2,
1.64, 156; Hol-
landsche E.unstzijde md.: 154%, 152%, 158
5
/13,
155%; HolI.
Mij. t. h. an
. van Werken in 0-ed’. Beton: 187, 190, 194,
197%, 196%;
Jurgens:
237%,
23411
1
238
5
/8,
235%; Kon.
Ver. Tapijtfabrieken: 46, 50, 57, 59%, 55?/
8
; Internationale
Gaw. Betonbouw: 152%, 167, 172
3
/
8
,
183, 172
3
/s, 166%;
M.aeku’bee: 130%, 129%, 126V2; Ned. Kuastzijdefabriek:

906

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

12 October 1927

416, 410, 417, 4153; Ned. Kabelfabriek: 416, 419, 424;
Philips Gloeilampen: 545, 540, 559/, 570, 565; Zweed-
sche Lucifer Mij.
:
358, 37734, 384.
Ook
scheepvaartaandeelen
hebben opmerkelijke koersver-anderingen te zien gegeven, vooral in Indische soheepvaar1,-
ondernemingen. Zoo plotseling is de vraag’voor sommige van
deze aandeelcu ontstaan, dat geen materiaal ter markt was
en slechts tegen belangrijk. oogere noteeringen fonds werd
afgegeven. De hooge koersen hebben later eenig aanbod uit-
gelokt, zoodat het behaalde koerspeil niet geheel
kon
wor-
den gehandhaafd, doch de stemming is vast gebleven. Dit
gold overigens ook voor cle overige soorten. Holland-Ame-
rika Lijn 85, 89%, 88; Java-China-Japan Lijn: 136, 134%,
137%; Kon. Ned. Stoomboot Mij.: 105
5
/8, 106
1
/4,
105; Kon.
Paketvaart Mij.: 219%, 235, 230; Ned. Scheepvaart Unié:
194%, 201, 202%, 204; Nievelt Coudriaan: 140, 139%,
142%, 139%
;
Stoomv. Mij. Nederland: 191%, 199%, 198
7
/.
i’abaksaandeelen
hadden een rustig, doch vast verloop,
zoowel voor Sumatra- als voor Javasoorten. De handel is
echter niet groot geweest. Arendsburg: 680, 685; Besoeki
Tabak: 548, 544,
547%,
545; Dcli Batavia: 567, 570, 558%
(ex div.), 557, 548%; Dell Mij.: 484,
480%,
486, 484; Agoe-
pit: 486, 485,
488%,
475; Senembah: 499, 497, 501, 497%; Oostkust: 258%, 254, 262%, 261%
Ook in suikeracndeelen
zijn de omzetten gering gebleven.
De lagere Cubanoteeringen •hebben geen invloed op cle af-
deeling uitgeoefend; in de meeste gevallen viel althans van
een lichte verbetering te gewagen. Cultuur Mij. der Vor-
stenlanden: 183, 188%,
185%,
186; Handelsverg. Amster-
dam: 831%, 842, 825, 82S; Javasche Cultuur. Mij.: 439,
448, 439; Kal.ibagor: 451, 454,
459%,
459; Krian: 255, 260,
263, 265; Ned.-Ind. Suiker Unie: 315%, 317%, 322, 319%
Pagottan: 322, 327, 322; Poerworedjo: 133, 13534, 134%;
Sindanglaoet: 495, 500, 495; Suiker Cultuur Mij.:
3
30%,
337, 335; Tjepper: 806, 815, 810, 820; Watoetoelis Poppoh:
935, 920.
De
rubbernasrkt is
stil, doch betrekkelijk weinig geanimeerd
geweest. Amsterdam Rubber: 291%, 292%,
289%;
Deli
Batavia Rubber: 23531, 239,
244%,
241%
;
Hessa Rubber:
425%, 428, 427; Indische Rubber: 345, 347, 350, 349%
;
Java
Caunchouc: 194, 200, 19834, 200; Ka.li Telepak: 293, 304%,
298, 305; Kendeng Lemboe: 395, 398, 399%, 394; Necl.-
md. Rubber & Koffie: 343, 341, 338, 335; Oost-Java Rub-.
her: 345. 348%, 348; R’dam Tapanoeli: 147%, 149%, 148°;
Sumatra Caoutchouc: 264, 260%, 263,
260
8
/s; Sumatra Rub-
her: 2S5, 280%; Serbadjadi: 285%. 289%, 284%; Wai Su.
matra Bubber: 291, 296%, 292; Vereenïgcle mcl. Cultuur
Ondernemingen: 185, 188%, 186%
;
Intercontinental Rub-
hei-: 1234,
1234,
12t313’2.
Pe.tolevmaoncleelen
werden nagenoeg niet verhandeld,
althans voor zoover het hoofdfonds betreft. Iets me6r is
omgegaa’i in de kleinere soorten; zooals Steaua :Romana en
Peudawa, op een eenigezins verhoogd koerspeil. Dordtsche
Petr. md. Mij.:
324,
323%, 321%, 322; Gec. Roll. Petr. Cy.:
211, 210, 2i5, 217, 214, 208; Kon. Petr. Mij.: 345%, 340%,
344%, 342
3
/
s
; }’c-rlak Petr.: 80, 81, 80%, 813/
2
; i’eudawa:
17
1
1,,
18%, 1774; Marland Oil : 3434, 33%, 33.
Van
mijnaancieelen is
vraag ontstaan voor aandeelen
Boeten, evenals – doch in geringere mate – voor aanclee-
len Iledjang Lebong. Het koerapeil heeft zich dientengevolge
kunnen herstellen. Alg. Exploratie Mij.: 62, 64%, 63, 64;
Billiton le Rubriek: 919; Boeton Mijnbouw Mij.: 141
1
/
8
,
145, 154, 158%
;
MUller & Co.’s Mijnbouw Mij.: 76%, 75;
Redjhng Lebong: 144%, 149
1
/
2
, 154, 150; Singkep Tin Mij.:
455, 456, 451, 450. Ileadelsvennootschap pen hebben tij clelijk de aanciach t ge-
trokken, in het bijzonder voor aancieelen md. Crediet-
en Haaclelsverg. ].t’clam: 337%, 335, 334, 329%
;
v.h. Linde
Teves: 171,
169%,
165%, 167; Ned. Wol Mij.: 146%, 145%,
146Y
4
.
Bankaancieelen
waren stil, doch vast. Amsterdamsche
Bank: 181%, 182, 181
1
/.-,
; Incasso Bank: 128, 128%; Java-
sche Bank: 34434, 345; Koloniale Bank: 290, 291%, 288%,
299; Ned.-Inci. Hanclelsbanjc: 186, 187, 186; Ned. Handel
Mij. C. v. A.: 178%, 179%
;
R’damsche Bankvereeniging:
97%, 97, 9634; Twentsche Bank: 146.
De
1merikaancho markt
was eenigsziils verdeeld, doch
doorgaans met ecu neiging tot eenige reactie. Amei-ican
Water Works: 680, 690, 670; Anaconda Coppei-: 97, 9534,
957/8; Cities Service: 253 (ex div.), 253%
;
Studebaker:
5S7/8, 59%, 5S%; United States Steel Corp.: 154%,
149% (ex div.), 147%, 146%; Atchison Topeca:
193%,
191,
190%; Baltimore & Ohio: 124%,
123%,
122%, 121%; Ede:
677/, 66%, 65%, 6434; Missouri Kansen & Texas: 4734, 46%, 45%; St. Luis & San Francisco: 115%, 116, 1147/
s
,
1
15%; Union Pacific: 196, 194%, 19234 (ex divj,
1917/
s
,
1
90%; Wabasli Railway:
73%,
72
5
/8, 71
3
/
s
, 6931/
32
.

GOEDERENHANDEL.

GRANEN.
ii October 1927.

inons vorig overzicht hebben wij cle verschillende pun-
ten aangegeven, waarop in de toen geeincligde week de
vooruitzichtell voor (le t a r
w
evoorziening der ihvoerlandeu
iii het loapende seizoen verbeterd waren, tengevolge waar-
van de tarveprj’zen den laatsten tijd vrij sterk waren
gedaald en de vraag naar buitenlandsche tarwe in Europa
toenmaals gering was. Tevens echter wezen wij op de mo-
gelijkheid, dat juist wegens het lage peil, waarop cle prijzen
voor verschillende tarwesoorten nu waren aangekomen, nu
wel eens een prijsherstel en toename der Europeesche vraag
zou kunnen plaats vinden. Werkelijk is ‘in de tweede helft
der afgeloopen wek in Europa de kooplust verbeterd. Aan-
vaakelijk deden de vei

schiileode oorzaken, welke in de
vorige week de markt zulk een stil aanzien hadden ge-
geven, nog haar invloed gelden, doch later zijn vooral op
– het vasteland de zaken toegenomen, hetgeen gepaaid ging
met eene kleine verbetering der prijzen in Noord-Amerika.
Deze laatste werd nog in de hand gewerkt door enkele
dagen van minder goed weder in Canada en het Noord-
westen der Vereen’igde Staten, waardoor het dorschen der
zomertarwe werd vertraagd. Ook kwamen uit Canada be-
richten over minder gunstige gevolgen, welke de kwaliteit
der nieuwe tarwe ondervond van den gevallen regen, aoo,dat
• vooral in de betere kwaliteiten ‘het aanbod beperkt was
en daarvoor iii Engeland meer vraag ontstond. Over het
algemeen echter was de Engeische markt nog niet zeèr
levendig en eerst toen men op ‘het vasteland in de tweede
helft der week in ruimére ‘mate tar.we ging koopen, ver-
meerclerde ook in Engeland de ondernemingslust. Zoo wer-den eenige spoedige ladingen Russische tarwe, waarvan het ° aanbod is ‘toegenomen, naar Engeland verkocht en ondanks
° de zeer groote versohepingen bleven de prijzen zich goed
handhaven en nam speciaal voor parcels de kooplust toe.
Verreweg de meeste zaken naar Europa werden weder ge-
claan in Noord-Amerikaansche tarwesoorten en ofschoon de andere uitvoerla.nden tezamen tegenwoordig wel hoeveelhe-
den van een’ige beteekenis uitvoeren :is toch voor ieder
hunner ‘het ivekelijksche verschepingscijf er slechts klein. In
meerdere mate nog dan anders het geval is, worden tegen-
woordig dan ook de tarweprijzen door de Noord-Amen-
kaansche markt beinvloed 4n de omstandigheid, dat tarwe
in Argenbinië flauw was, heeft 1echts weinig invloed ge-
had. De tarwe’prijs i5 aan de Argentijnsehe markten in dcii
loop der week geleidelijk nog al eenigsains gedaald tenge-
volge van een goede ontwikkeling van het
ts
velde staande
gewas, dat zeer geprofiteerd heeft van den onlaflgs in
Argentinië gevallen regen. Overigens werd in verschillende gedeelten van Argentinië reeds ivdar naai- nieuwen regen-
val verlan.gcl. Hetzelfde is het geval in Austraiië. Weliswaar
heeft de regen, die de vorige week gevallen is in die streken
van Australië, waar hij het meest noodig was, dien tarwe-
oogst, speciaal in Nieu.iv Zu.kl-Wales, ‘hehoe:l voor een totale
mislukking, doch ook qui nog verwhcht men, in verg.
lijking niet ‘het vorige jaal-, een zeer kleinen oogst, terwijl
ook dam-voor vasciere regen nog zeer noodzakelijk zal zijn.
De betere vraag in Europa valt behalve als reactie op de
prijsdaling der ‘laatste weken ook te verklaren uit de om-
standigheid, dat zulk een groot deel der eigen oogsten der
invoerlanden niet van voldoende kwaliteit is om reeds nu
aan de markt te worden gebracht en voor de meelfubricage te vorclen gebruikt. Daardoor is, speciaal ook in Frankrijk,
cle belangstelling voor buitenlandsche tnrwe weder wat, toe-
° genomen, nadat de zaken aan de Fransehe markt eenige
weken klein waren geweest. Waa,r echter de oogst in
Frankrijk dit jaar ongeveer 35 millioen quarters heeft be-
‘dragen tegen 29 millioen in het vorige jaar, meent men
ondanks het aanzienlijke percentage van minder goede
° tarwe, er wel op te mogen rekenen, dat de Fran.sche tarwe-
invoer dit seizoen Vrij w’at kleiner zal zijn dan in het vorige.
Dat de minder goede kwaliteit van ‘het West-Europeesche
graan. reeds vroeg in het seizoen aanleiding geeft tot ruim gebruik van buitenlandsche tarwe, blijkt reeds eenigen tijd
uit de groote sv6kelijksche verschepingen, die speciaal in
de afgeloopen week een omvang hebben bereikt, welke in
dezen tijd van ‘het jaar allerminst regel is. Van de afge-
laden 2.335.000 quar.ters wai-en niet minder dan twee iiiilli-
oen uit de Vereenigde Staten en Canada afkomstig
cii
het is
zeker voor de Vereenigde Staten een gelukkig verschijnsel,
dat de Europeesche invoerlanden in staat zijn nu reeds
zooveel tarwe op te nemen, waait andei-s zou zeker cie markt
in sterkere mate den druk ondervinden van de zeer groote
aanvoeren ‘van nieuwe winter- en zomertar’we aan de Ame-
rikaansche markten. Dit aanbod gaat nog steeds in o’nver-

Locoprijzen te Rotterdam/Amsterdam.

Soorten

10 Oct.
1

3
Oct.

1

II Oct.
1927

1

1927

1′
1925

Tarwe (Hardwinter II) ….’
14,-
Rogge (No. 2 Western)
.
•1
11,45
Mais (La Plata)

.. … ….
_
2

180,-
Gerst (48 Ibs. malting)

.
.
2

230,-
Haver (Canada 3) ……..

12,60
Lijnkoeken (Noord-Amen.
ka van La Plata-zaad)
.
1
12,85
Lijnzaad (‘La Plata) …..
3

364,_
1)
per 100 KG. ) per 2000 KG

14,30

15,30
11,50

11,80′
179,-

173,-
231,-

215,-
12,80

11,20′

12,80

11,80
360,- 359,-

1960 KG.
3)
pei

12 October 1927

ECONOMISCH.STATISTISCHE BERICHTEN

907

Noteeringen.

Chicago
Buenos Aires

Data
Haver
Tarwe
Maïs Tarwe

Maïs
Ljjrizaad
Dec.

13131
8

Dec.

93
18

Dec.
Nov.

Nov.
1

Nov.

8Oct.’27
483%
11,25 7,10
1
)
15,45
1

,,

1
27
129k
93’1
4811
8

11,45
7,15
15,35
8 Oct.’28
137
5
8

77
18
43
8
1
8
12,65
6,05
15,50
8Oct.’25
1371
74
39
12,_
8,25
19,45
8Oct.
1
24
150
(
113y,
57
16,-
11,40
22
,90i,
20Juli’14
82
5651
8

38
9,40
5,38
13,70

1)
per October

AÂNVOEREN in tons van 1000 KG.

Rotterdam
Amsterdam
,

Totaal

Artikelen’
2(8
Oct.
Sedert
Overeenk.
2(8
Oct.
Sedert
Overeenk.
1926
1927
t Jan.
1927
tijdvak
1926
1927
.
1Jan.
1927
tijdvak
1926

18.985
1.627.068
1.279.911

.
39.252
12.695
1.666.320 1.292.606
Tarwe…….
.

………
Rogge

………..
18.1.19
295.646 211.752
250,
743
1.411
296.389
213.163
1.048
15.515
16.484

67
1.060
15.582
17.544
Boekweit

……………
9.424
1.082.204
687.884
4.829
.184.438
79.235
1.266.6,42
767.119
10.490
345.698 284.284
848.
10.711
8.780
356.409
293.064
Mais …………………

5.651
162.384
156.357
.


2.728 2.165 165.112 159.522
1.102 181.770 188.421
2.700
179.083
173.599
360.853
362.020

Gerst

………………..
Haver …………… ..

537

146.414
195.662
-.


146.414 195.662
Lijnzaad

…………….
Lijnkoek

.

…………….
1.463
86.290 81.194
1.438
33.253
19.381
119.543 100.575
Tarwemeel

………….
Andere meelsoorten
395
8.684
11.981

–.

,

8.684
11.981

anderde mate voort en is buitengewoon groot. Eerst in
November is de definitieve of ficie1e raming ‘te verwachten
van den Canadeeschen tarwe-oogst, doch in den laatsten
‘tijd zijn weder geregeld particuliere schattingen gepubli-
ceerd, welke voor de P.rairie-Provincies varieeren tuss.hen
ongeveer 400 en 422 niillioen bushels, terwijl cle off’icieele
raming per 1 September 435 mi.11ioen heeft bedragen. Eeni-
gen tijd geleden, toen het weder zoo ongunstig was, bleven
de particuliere schattingen nog verder beneden ‘het of ficieele
cijfer dan nu het geval ‘is en men meent nu wel te mogen
aannemen, dat de geoogste hoeveelheid zich ongeveer zal
bevinden ‘tusschen 410 en 420 .inillioen bushels. Het zal nu
van groote beteeken.is zijn in hoeverre de kwaliteit der
tarwe werkelijk van het slechte weder der ‘laatste wekeh
geleden heeft, maar dat de hoevelheid tarwe, die door de
Noord-Amerikaansche produetietanden kan worden geleverd,
overvloeclig is, staat wel vast. Véoral de laatste dagen i
tarwe in Canada ‘teer vast geweest en hooger en op’ 10
October sloot Winnipeg voor October 4 en, voor de latere
terinijtien 1 IL 2 dollarcent per 60 lbs. hooger clan een
week tevoren. Te Chicago bedroeg de verhooging slechts
1
a
1 4′ cent, en het is de vraag of die, zich zal ‘kunnen
handhaven, omdat ‘het na de markt van 10October gepubli-ceerde Washin.gtonsche maandbericht de schatting van den
oogst der zomerta.rwe verhoogd heeft van 308 op 314 mli-
lioen hushels (vorige jaar 205 millioen) terwijl men eerder
een verlaging had verwacht.
Evenals voor tarwe is ook voor r o g ge gedurende deze
i’eek de vraag speciaal in Duitschland beter geweest en cle
omzet, welke in Noord-Amerikaansche rogge tot stand
kwam, is vooral naar Duitsch]aiicl Vrij sterk toegenomen.
De markt werd,gesteund door verkooponi via de Noord-Duit-
sche havens naar Denemarken en Scandinavië, terwijl ook
voor Dn’itsclie rogge verschepingen naar Scandinavië plaats’ vonden, welke echter gedeeltelijk dienden ter vervulling van
vroegere contracten. De omstandigheid, dat het aanbod van
Duitsche rogge van eenigszius voldoende kwalitit niet
groot is, veroorzaakte daarbij nu en ‘dan eenige bezwaren.
Evenals in, de vorige ‘eek is ook deze week weder zeer
veel rogge uit Noord-Amerika naar Europa verscheept, spe-
ciaal naar Duitschland en do aanvoeren van rogge in de
Noorcl-Duitsche 3iaiens zullen in de eerstvolgende weken.,
zeer omvangrijk zijn. Verreweg het giootste deel dier rogge
is reeds in Augustus en in het begin van September gekocht
en ‘de vorige week ‘nog verwachtte men, vooral te Hamburg,
.dat 1et nog al eenige moeite
Z.OU
kosten, voor die rogge
plaatsing te vinden. De vooruitzichten hieromtrent zijn ech-
ter ‘intussehen aanzienlijk verbeterd nu, .zoowel in Du,itsch-
land ‘zelf als in Scandinavië, de kooplust is toegenomen.
Tej gevolge van liet prijsherstel van tarwe aan de Noord-
Amnerikaarische termijinnarkten en van de betere vraag in
Dnitsohlaimcl heeft ook voor rogge to Chicago de prijs deze
week eenige verhooging ondergaan, welke 2 t 2y
2
,
cent
pet
56 lbs. heeft bedragen. Uit Roemenië en uit ‘Rusland zijn
deze ‘week ‘kleine ‘hoeveelheden logge, naar West-Europa

verl aden.
‘Ma ïs was deze week aanvankelijk niet vast en de om-
vang der zaken in PJa-tamaïs naar Europa was teleurstel
land, ‘hetgeen gedeeltelijk het gevolg was van flauwe ter-
mijniarkten in Argentinië. Later is daarin echter een ver-
betering ingetreden. Ten gevolge van vastere zeevrachten
hebben de .Argentijnsche verschepers hunne prijzen ver-
– hoogd, terwijl toenemende vraag in, Engeland en flinke
zaken naar Duitschlancl en de andere ‘invoerlanden van-
West-Europa ook tot eeuig prijsierstel aan de Argentijnsche
termijumarkten
hebben
geleid. Gedurende enkele dagen
kwamen telkens omvangrijke zaken in Platamais naam

Europa tot stand en ook nog toen Roemenië ruimer met
maïs aan ‘de ‘markt kwam en mnafs uit Zuid-Af ri’ka werd
aangeboden tot prijzen, die vrijwel met die der andere soor-
ten ovoreenstemmen, kon de Argentijnsehe markt zich hand-
haven. Wel verkeerde ‘de vrac]itenmarkt ‘ten slotte weder
in minder vaste ‘stemming en brokkelden ook ‘in Argentinië de prijzen weder af, doch de vraag naar Platamais blijft zeer goed. Ook is ‘door de omstandigheid, dat over het algemeen
de prijzen voor spoedige llatamaïs zich hij flauwe markten
beter handhaven dan clie voör Platamaïs op aflacling, -de
premie voor latere ‘posities, vrij wat verminderd. In Ne,
derind zijn deze week de aanvoeren niet overvloedig ge-
i’eest en de vraag voor aangekomen Platamaïs blijft da,
zeer
.
goed. De’ Roemeensche oogst is door de 15ngdurige
di

oogte weliswaar klein en wordt slechts geschat op 164
millioen quarters tegen 26> millioen in het vorige jaai,’
doch dé mais is droger dau in andere jaren,het geval’ is,.
zoodat reeds zeer spoedig nieuwe Donaumaïs verscbeept kan
worden. Hierdoor en wegens het ‘vrij groote ‘overschot van
den ouden oogst is ‘het aanbod den laatsten tijd grooter ge-• worden en in de afgeloopen week zijn tot vrijwel hetzelfde
prijspeil als voor Platamaïs Vrij geregeld zaken in’ Donau’ – maïs tot stand gekomen. Ook van Zuid-Afrika worden de zaken den laatsten tijd wat algemeener. Ten slotte is mais i.n Argentinië weder wat flau,wer geloopen, zoodat op 10
October de termijnmarkten te Buenos Aires en Rosario 5
t 15 centavos’per 100 KG-. lager sloten -dan een week tevo.-
ren. Wegens den loop der vrachtenniarkt is echter ‘in de
naar Europa gevraagde prijzen van de flauwre stemming
der laatste dagen weinig te bespeuren geweest.
Aan’ de Noord-Amerikaansche markt is mais deze week
iiiet veel meer gedaald ondanks de omstandigheid, dat de
particuliere ramingen van den ‘maSs-ooget der Vereenigcle
Staten vrij wat hooger ‘zijn ‘dan een maand keleden. Blijk-
baar is -deze verbetering ‘ reeds in de prijzen verwerkt.’ Op
10 Ortober is na het sluiten der markt liet Washiugtonsché’
n’caan-clbericht verschenen, hetwelk den maïsoogst schat o-
2603 -miilio’en bushels, wat nog een 2 pCt. minder is dan
het vorige jaar. De maïsarkh te Chicago – zal dus waar-
schijnlijk dezer dagen geen vaste stemming vertoonen.
Voor g er st is de markt in het begin dezer week flauw
geweest, hetgeen voornamelijk ‘het gevolg was van lager
aanbod uit ‘ Noord-Amerika- en ‘beperkte Duitsche vraag.’

908

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

12 October 1927

Geleidelijk is echter de Duitsche gerstvraag aanmerkelijk
verbeterd, hetgeen is samengegaan met een belangrijk prijs-
herstel aan de termijnmarkt te Winnipeg. Dit alles heeft
niet eenige prijsverhooging tot uitbreiding der zaken in
gerst geleid, waarbij ook Do.naiugerst weder wat meer koop-
lust ontmoette. Vooral te Hamburg is

dat laatste het geval,
terwijl in Nederland en het Duitsche achterland van onze
havens Arnerikaansohe gerstsoorten de voorkeur blijven be-
honden.
Ook voor bui.t.enlan•dsche h a v e r zijn de zaken in Wesj-
Europa deze week grooter geweest. Zqowel West-Duitsch-
land als Nederland toonen meer belangstelling voor Noord-
Russische- en Donauhaver, doch een verbetering der prijzen
heeft nauwelijks plaats gevonden. In Engeland beperken
cle zaken zich grootenleels tot een kleinen omzet in Plata-
haver, welke echter niet dringend wordt aangeboden, terwijl
voor Noord-Amerikaansche haver de prijzen nog steeds te
hoog zijn om zaken naar Europa mogelijk te maken.

SUIKER.

Ofschoon het wetsvoorstel van Pres. Manhado, hetwelk
de suikerproductie van Cuba •de eerstvolgende 6 jaren zal reguleeren, 11. Maandag door de beide Kamers werd aan-genomen, heeft dit feit op geen der groote suiikerxnarkten
een mer.kbare stimulans aan de stemming verleend, welke
den laatsten tijd allengs verflauwd was. De tamelijk groote
zichtbare restanten op Cuba en de terughoudendheid der
Ainerikaansche raffinadeurs, alsmede de kleine uitvoeren
naar ,,andere” landen en anderzijds de voor Europa ge-
raamde Vrij grooto oogsten zijn factoren, welke voorloopig
eene rijzing .tegenhielden. Men verwacht thans dat de Presi-
dent van Cula voor de as. campagne het oogstcijf er eerst-
daags (de uiterste termijn vadt op 30 iovember van elk jaar)
aal vaststellen op 4.000.000 tons, waarvan, zooa.ls men weet,
:150.000 tons voor •binnenlaaclsche consumptie bestemd zijn
en 350.000 tons voor export naar andere landen dan de
V. S., waarheen dein 3.500.000 tons zouden worden gex-
porteer{l.
In N e w Y o r k brokkelden .de noteeringen voor Sp
Centrifugals alsook op de termijnmarkt af en waren de
cijfers als volgt:

Sp.C. Oct. Dec. Jan. Mrt. Mei Juli
Slot voorafg. week ……4.74 2.94 2.97 2.97 2.88 2.97 3.05
Opening verslagweek .. 4.74 2.92 2.94 2.95 2.87 2.95 3.04
Slot verslagweek ……4.58 2.84 2 86 2.88 2.81 2.88 2.97
De ontvangsten in •de Ati. havens der V. & bedroegen
deze week 50.000 to-ns, de versmeltingen 53.000 tons tegen
64.000 ton-s in 1026 en de voorraden 183.000 tons tegen
216.000 tons.
Cubasuiker werd niet verhandeld en de noteering was
nominaal 27/8 dc. c. & fr. New York (aan-bod).
De laatste Cub a-statistiek was als volgt:

1927

1926

1925
Tons

Tons

Tons
(Jubaansche productie 4Oct… 4.508.521 4.884.658 5.125.970
Weekontv: afscheephavens 33.889 46.089 26.861
Totaal sedert 1 Jan.-1 Oct.. . 3.918.900 4.319.174 4.748.340
Weekexport …………….76.175 119.358 71.992
Totale export jedert
111-1110.
3.271.268 3.715.707 4.153.782
Voorraad afsèheephavens .. . 678 942 603.489 594.378
Voorraad Binnenland ……450 311 457.966 288.111
Iii E n g e 1 a n d liepen de noteeriugen op •de termijn-
markt verder achteruit en sloten als
v
Igt
:

October 1927 .. Sh. 1416% Maart 1928 . . . . Sh. 1615%
December

. .

,, 1416

Mei

……,, 1619
Aug.
Ook op J a v
ei
liepen .de prijzen deze week terug nl.
f %
i f /8
per 100 K-G-.
H i er te 1 a ii de brokkelden de prijzen in den loop der
week ongeveer
f
% voor alle termijnen af en sloot de ter-
mijuma.rkt op cle volgende noteeringen:
Oct.
f
17; Dec. t 17
3
/s; Mrt.
f
17% en Mei f18,—.
De omzet bedroeg ongeveer 4900 tons.

KATOEN.
Marktbericht van de Heeren Sir Jacob Behrens & Sons.
Manchester, d.d. 5 October 1927.
Er is nog steeds geen stabiliteit in de Ameri-kaansche ka-
toenmarkt. Prijzen varieeren dagelijks in overeensteniming
met de weer-berichten uit de katoen-districten en de reacties
hierop van handel en speculanten. Intusschen gaat de veizen-ding van den nieuwen oogst geregeld door en ontt’angsten in
de havens en exporten zijn grooter dan verleden jaar. Het
volgende conclitierapport en -het aantal -geginde balen wordt
a.s. Zaterdag 4 uur gepubliceerd, welk feit eveneens een on-
gunst-igen- invloed op zaken heeft. Het is wel vermeldens-.

waard, .dat bij deze gelegenheid de beurs in Livorpool ‘Zat-er

-dags van 3-3,55 n.m. en van 4,15 tot 5 uur n.m. geopend
is, wat als een nieuwigheid beschouwd moet worden. Egyp-
tische katoen is sedert de vorige week siechts weinig ver-
au-deed. De markt in Liver.pool is gedurende de afgeloopen week ook kalm geweest en verkoopen in de afgelopen week
bedroegen:slechts 37.000 balen.
Over de Amerikaansche ga.renmarkt valt weinig nieuws
te rapporteeren. De .topic van deze week is wel -het feit, da.t na herhaalde onderhandelingen de Master Spinners’ . Fe-de-
ration en de American Cotton Yarn Association tot nau-
were samenwerking besloten hebben. Er worden unanieme
prijzen vastgesteld, welke gebaseerd zijn op cle loopende
maand-futures, plus ,,Points en” voor de gebruikte katoen-
soort, alsmede vastgestelde spinmarges voor de verschillen-
de nummers en het schijnt wel, (lat deze methode van prijs-
bepaling voor alle partijen bevredigender geacht wordt. Ook
worden er voorbereidingen getroffen voor een indeeling in
secties van de Amerikaansche spinnerijen ten einde to-t een
geregelde actie voor korteren werktijd te komen in tie drie categorieën nl. grove, medio en fijne nummers. Tot nu toe
is het resultaat hiervan geweest, dat enkele soorten goed-
keeper en andere w’eer duurder zijn. Ofschoon de minimum-
prijzen van de Yarn Association nog op straffe van boete
worden aangehouden, rekent •de Federatie op de loyaliteit
van .hare leden om zich aan de vastgestelde ,,hasic prices” te bonden. Er werden enkele

flinke posten op jI. Maandag
verhandeld, .doch gisteren beperkten zaken -zich voornamelijk
tot kleine partijtjes, zoowel in enkele als in getwijncle ga-
reus. Naar Egyptische garens’ -bestaat w’einig belangstelling,
hoewel men algemeen van meening is, dat zoodra het vet-
trouwen in het huidige prijsniveau terugkeert, -de handel
ijel zal verbeteren. Op het oogenblik neemt men echter al-
gemeen een afwachtende houding aan in verband met het
op handen -zijnde Bureau-bericht.
In de doekmarkt is het buitengewoon kalm. De toon is
vast en prijzen zijn prantisch onveranderd bij een week
geleden. De Oostersche markten beginnen wat meer belang-
stelling te toonen en van China komt wat meer vraag. 1)e
Calcnttamarkt is gesloten in verband met de Poojah-vacan-
tie en men ziet -met belangstelling uit naar berichten, of cle
verkoopen op Lucky Day groot geweest zijn. Natuur lijk
is de beteekenis hiervan gering, vergeleken bij vroeger; in-
dien echter stoeks tot behoorlijke -prijzen -geruimd
zijn,
zal
de belangstelling in de Manchestermarktt, ongetwijfeld toe-
nemen. De algemeene meenin-g schijnt te zijn, dat terwijl
prijzen onveranderd zijn, de voorgestelde actie in de Ame-neen Yarn sectie een vasten invloed op prijzen zal uitoefe-
nen en fla-uwgestemde vérkoopers zal elimineeren. Intus-
schen gaan koopers met -groote voorzichtigheid te werk en
toont men vooralsnog algemeen nog weinig neiging om te
koopen.

Liverpoolnoteeringen

Oost. koersen 27 Spt. 4Oct.
28Spt. 5Oct. T.T.opBr.-Indië 1154 115
F.G.F. Sakellaridis 19,20 19,25 T.T. op Shanghai 216 216
G.F. No. 1 Oomra. 9,00 9,00 T.T.opHongkong 11111 1/1l
Noteering voor Loco-Katoen.
(Middling Uplancls.)

7Oct.
1927
30Sept.
1927
23Sept.
1927
1

7 Oct.
1926
7 Oct.
1925

New York voor

Middling …
21,25 e
21,80e 20,90e
13,60 c
23,10 c
New Orleans voor Middling
21,02e
21,56e 20,47e
12,90e
22,25e
Liverpool voor
Middling…
11,72 d
11,57 d
11,20 d
7,17 d 12,50 d
Ontvangsten in- en uitvoeren van Amerikaansche havens.
(In duizendtallen balen).

1
Aug.’27
Overeenkomstige periode
tot


30
Sept.
’27
1

1926

1

1925


Ontvangsten Gulf-Havens.
,,

Atlant.Havens
)
1948
2257
1998

Uitvoer naar Gr.Bnittannië
122
236
309
,, ‘t Vasteland ete
762
833
824
Japan
113
101
73
Voorraden.
(Induizendtallen
balen).

Overeenkomstigtijdstip
30Sept.’27

1926
J

1925

1722
1288 815
Amerik. havens …………
‘Binnenland…………….
636

732
947
New York

…………….
210
84 29
.
298
221
318
New Orleans …………
_
Liverpool _______________
676 362
118

IJ
12 October 1927

ECONOMISC}fITISCJIE BERICHTEN

909
II

KOFFIE. •

.

.

Na cle vaste stemming waarin gedureude eenige weken
liet; artikel had verkeerd, trad deze week cciie kleiue reactie
1 ii, toeti bekend werd, lat de limiet van (le ‘dageljksehe aan-
‘ocretI •te Santos iiiet oibe1aiigrijk ‘ioit worden verhoogd.
Taiiaî S September waren (leze aanvoeren beperkt geveest
op 31.000 balen, welk cijfer geldig bleef tot 26 September,
toen het verhoogd werd op 36.000 balen. Op 3 October werd
e limiet weder verhoogd en wel op 39.000 baien en reeds
op 4 October kwam bericht, dat, ingaande 10 October, de
lalivoeren bedragen .zou•clei 36.700 halen met ceuc extra
hoeveelheid van 8000 balen, te samen dus 44.700 ba1eu..Da
regelniatige verhoogung van dit cijfer hield natuurlijk ver-band met de vernitiderung van den voorraad te Santos, het
gevolg van dcii helangrijken uitvoer in de laatste weken, en
de toevoeging van cciie extra hoeveelheid van 8000 balen
wordt toegeschreven aan den tvenseh om dien voorraad, clie
sinds eeni.gen tijd belangrijk onder 1 millioen balen was
geclanlct, wederom op te voeren tot de indertijd als minimum
vastgestelde hoeveelheid van 1.200:000 balen. Volgens par-
ticuliere berichten uit Brazilië zou het in cle bedoeling
liggen om de extra hoeveelheid van 8000 balen onder

tussc-hen toch reeds te laten vervallen, nooclra cle termijn-
noiteering te New-York onder 12,47
zou
komen te staan.
Waar deze echter in do laatste dagen wederom is opgeloopen
en thans voor dC uuaatcl December op $ 12,80 staat, ken iii elk geval voor het oogenblik op aanvoëren van 44.700
balen per dag worden gerekend. Is dit cijfer bij de thans
beschikbare wereld-voorraden zeker niet te hoog, toch was
de bekcticiinaking er van voor de .tennuijniiiarkten een aan-
leiding om zich iets gemakkelijker te toonen en dientenge-
volge liepen de term ijn-notceringeu aanvankelijk iets terug.
Later herstelten izij zich wederom cii op het oogenblik van
liet afsluiten viii dit bericht, staat bijv. het Gemengd
contract anti de 1{otterdanisehe markt slechts 114 b. 318 et.
lager dciii een week geleden. Het ‘Santos-contract, waarop
seehts weinig wordt omgezet, en dat dienteogevolge minder ciii ftuctnaties onderhevig is, staat zelfs 1 ii 1% c-t. hooger.
tien heden uit Brazilië ontvangen telegram meldt, dat de
dage!ijksche aanvoeren te Rio vanaf gisteren gebracht zijn
up 13.800 balen iuiet een extra Ioeveelheicl van 4300 balen, te samen dus 18.100 balen. Tevens is bericht ontvangen, dat
dc voorraden, door het Instituut tot Permanente Verdedi-
gi lig van de Koffie van ‘Sao Pmuilo in cie pakhuizen en de
spooi’wegstatioris iii liet binnenland van Sao Paulo en Minas
(eraes tertiggehouclen, op 30 Septeniher bedroegen 9.570.000
halen, hetgeen tegen 15 September cciie vermeerdering be-
teekent van niet ittincler ttan 1.309.000 balen. Gedurende
de geheele maand Septeniber is clie voorrajul toegenomen
niet cle respectabele hoeveelheid viii 1.820.000 balen.
De prijzen in ]3ra,zilië voor Rio liepen 1/-
1
1 113 terug,
doelt clie voor Santos stegen na cciie kleine claliiig wederom
siel en sluiten zelfs 1/-
f1
1/6 hooger tegenover verleden
week.
De prijzei van Robusta op prornpte verscheping van
lithO zakten eerst ongevder 1
1
L
, ct. iii, doch ‘herstelden zich
daarna wederom ongeveer % f1 1 ct. lii loco onctei’gingen de prijzen geen verandering; de afzet,
ccoowel voor ihinnel.ilaililsch verbruik als voor uitvoer, was
lie vrcI ige ii cl.
ie dezer dagen verschenen Statistiek van de i”irliil. 0.
.Dnurin’g & Zooii te :Iiotterclani gëeft aan, dat in September
e aanvoer geweest is als volgt:

1927

1926

1925
balen

balen

balen

inEuropa
.
…………..777.000

635.000

848.000

Ver. Staten v. Amerika

659.000

1.028.000

871:000

Totaal…. 1.436.000

1.663.000 1.719.000
Dc Ja.nvOeren iii .hiuropa en in Amerika te namen gedu-
rende te eerste liegen iiiann dcii van het jaar bedroegen
15.485.000 balen tegen 14.956.000 balen in 1926 en
.13.879.000 balen in 1925.
De Afleveringen
te
September waren:

1927

1926

1925
balen

balen

halen

inEuropa …………904.000

610.000

914.000

Ver.Statenv.Amerika

937.000

948.000 1.014.000

Totaal….

1.841.000

1.558.000 1.928.000
De Afleveringen in Ecn-opa en in Amerika te samen ge-
dn ie ide cle eerste
t
cege n
Ina
ii ntic ii vii liet ja er ive ren
:15.759.000 balen tegen 15.085.000 balen in 1926 en
13.850.000 balen in 1925.
Vanaf 1 Juli tot 30 September waren te aanvoeren in
Europa en in Amerika te samen 4.822.000 balen tegen
4.861.000 balen in 1926 en 4.829.000 balen in 1925, terwijl

de Afleveringen bedroegen 5.171.000 balen tegen 4.687.000
balen in 1926 en 4.978.000 halen in 1925.
De zichtbare voorraad was op 1 dezer in Europa 1.654.000
balen tegen 1.781.000 balen op 1 September. In Amerika bedroeg hij 547.000 balen tegen 825.000 balen op 1 Sep-
tenaber. In Europa en in Amerika te zamen was de zichtbare
voorraad dus op 1 dezer 2.201.000 balen tegen 2.606.000
balen op 1 September.
‘Hij bedroeg op 1 October 1926 2.395.000 balen en op
1 October 1925 2.252.000 balen.
De zichtbare werelt voorraad was op 1 October 4.985.000
balen tegen 5.064.000 balen op 1 September en 4.850.000
balen verleden jaar (in deze cijfers zijn niet begrepen de voorraden in het binnenland van Sao Paulo, waarvan het
cijfer van 1 October 1927 nog niet beketid is, doch die op
15 September. 1927 bedroegen 8.2t3 1.000 balen, op 1 Septein-
her 1927 7.750.000 balen en op 1 October 1926 5.255.000.
balen.
De prijzen van gewoon goed beschreven Superior Santos
op pronupte verscheping zijn thans ongeveer 891.
f1
9016 per
civt. en van dito Pi-ime ongeveer 9116 11 9216, terwijl zij van
Rio type New-York 7 met Ieschrijving, proinpte verschepung,
bedragen 6116
f1
6216.
Van Robusta op aflading van Nederlaudsch-Indië zijn de
prijzen in de eerste hand op het oogenblik:
Palembang Robusta, October-versoheping 32% ct.; Pa-
lembang 1{obusta, Noveniber-verscheping 32% cl.; Be,nkoe-
len Robusta, October-verseheping 33% et.; Mandheling
l4obusta, Octoberverseheping 35Y2 ct.; W.I.B. faq. Ho-
busta Jan./Maart-verscheping 41 et., alles per % KO., cif,
uitgeleverd gewicht, netto contant.
De loco-not.eering werd in het .begin van de week voor
Superior Snntos ring verhoogd van 5:3 op 54 ct. per 34 KG.,
terwijl die van llobusta onveranderd
013
45 ct. bleef.
De noteeringeti aan de Rotterdamsche termijn
in
arkt
ivarea aan te ochtenci-call als volgt:

Santos.contract

Gemengd contract
basis Good

basis Santos Good

Dec.
1
Mrt.
1
Mei
1
Sept.11 Dec.
1
Mrt.
1
Mei
1
Sept.

11 Oct.
4511,
441,
43i
38m1
377/
5

3734 4

,,
43
8
,
43
42i/

403f
39
38′
37
27 Sept.
4111
8

40i1
8

39t

38318
’18
36)(
3551
8

20

,,
40′
39 38

37mj
361/
35y,
3434

l)e stotnoteeringen te New-York
van het aldaar geldende
gemengd contract
(ba:sis Rio No.
7) waren:

Dec.
1

Maart
i

Mei
1

Sept.

10

Oct.

……
$
12,80
$
12,70
$
12,53
$
12,44
3

,,
,,

12,92
,,

12,82
,,

12,73
12,62
26

Sept.

……
,,

12,48

..

,,

12,25
,,

12,13
12,_
19

,,

……
.,,

12,06
,,

11,84
,,

11,67
11,50
.Ltotterdam, 11 October 1927.

(Mededeeling van de Vereeniging voor .den Goedérenhandel te Rotter.dasn)
Noteeriugen en voorraden in Brazilië.

1

te Rio

1

te Santos

1
Wisselkoers
Data

1

t

1
teRio

1
Voorraad 1 Prijs 1 Voorraad
1
Prijs
(In Balen) I.No.7
1
)
1
(In Balen)
1
No.4111 op Londen

10 Oct.

1927
357.000
22325
965.000
26.800
531/
3

,,

1927
1

295.000 22.475 927.000
26.800
511
26 Sept. 1927
293.000
21.925
1.100.000
25.400
531/
11

Oct.

1926
291.000
22.275
844.000 24.000
71

Ontvangsten uit het binnenland
van
Brazilië in Balen.

te Rio
te Santos

Afgeloopen
week

Data

1

Sedert
Afgeloopen
1
1
Sedert
1

1 Juli
week

1
1 Juli

8 Oct.
1927
110.000
1
1.214.000
1

237.000
156.000
1
2.902.000
9 Oct. 1926
…….
95.000
1.356.000
2.246.000
t
)
in Reis.

THEE.

De tliceuia,rkt gaf inc de afgeloopen week een ietwat tra-
gcr verloop te zien en dc prijzen waren in Londen voor
de ordinaire- en niicldensoorten van
1
/4 tot 1 d. per lb. la-
ger. De betere kwaliteiten ‘waren ten vpBe prijshouclend en
tevedis goed gevraagd.
Hier ging op de theemarkt weinig om in afwachting van
dc Amsterdamsche veiling van 13 dezer.
Amsterdam, 10 October 1927.

910

ECONOMISCHSTATISTISCHEBERICHTEN

12
October
.
1927

STEENKOLEN.

i)e markt 11ij1t allerwegen in ddn doen met de’e uitzoncie-
ring alleen, dat er wat meer vraag is ontstaan naar gas-
koica. Voor alle andere soorten blijf t de vraag gering en
de producenten hebben de grootste moeilijkheden, ondanks
i.ukrimjing vaJet bedrijf, yen hun koIn af te komen:
Ili clan staat Illinois van de Vereeuigcle Staten zijn cle
mijneigenaars en.mijnwerkers het over de voorwaarden van
de hervating van het werk eens gewordea en er wordt al-
gemeen verwacht, dat de andere staten, in wier mijngebie-den gestaakt wordt, spoedig zullen volgen. Van die zijde is
(1115
vermoedelijk geen meerdere vraltg te verwachten.
Dé prijz.en zijn als volgt:

•Northuniberlimd Ongezeefde ………………..
f
0,75
Durham ………………………………….,, 10,50
Cardiff 213 large 113 smalls ………………..
Gezeefde ……………………………9,75
Yorkshire Gewasschen 1)oubles …………………12,25
Westfaalsche Tetförder ……………………,. 13,25
Vetstukilcon ………………….,, 14,50
Sn1eenootjcs ………………….,, 14,—
Oasviamförder ………………..,, 13,25
Gietcokes .. …. . ……. . ………… 16,50

alles per ton van 1.000 KO., franco station Rotterdain/
Amsterdam.
Westfaalsche buukerkolwi f.o.b. Rotterdam/Amsterdam

f
10,90.
Markt prijshoudeud.
11 October 1927.

IJZER.

De vraag naar Cleveland-ij’zer is als gevolg van de jong-
ste prijsverlaging dermate toegenomen, dat de afzet thans
grooter is. dan de productie en de voorraden afnemen. Er
wordt reeds van gesproken om de productie uit te breiden.
Overigens is de Engelsche markt zeer kalm gestemd, de
consumptie koopt alleen voor de onmiddellijke behoafte. De
producenten verwachten, wanneer de seizoenaanvraag voor
den dag komt, hun prijzen te kunnen verbeteren en zijn
dus terughoudend.
Zoowel in Duitschiand als in Frankrijk werden de voor
de hinnenlandsche markt geldende noteeringen aanzienlijk.
verlaagd.
Schéen het aanvnnkelijk, dat de oontinentale enport-
markt een eenigs-zins vastere stemming ging, krijgen, het
doordringen van Cleveland-ijzer op het vasteland heeft cle stemming weer doen omslaan en de prijzen zijn iets
gedaald. Op de staalmarkt gaat zeer weinig om en de
-prij-
zen zijn zwak.
Noteering in de week van

S.j2Oct.

Oct. 4110 Oct.
1927

l
.
1927

1

1926

Ruw ij ze r.
.f• o. b. furnace

Sh.

8h.

Sh.
*Oleveland Foundry uo.1

70/-

70/-

115/6

,, 3

67

67

113

4

6611,

664

112
*Hematite East Coast
mixed numbera

75/_
1

74!-

87/6

Wagon départ Longwy
(Lot haringen)

Frs.

Fra.

Frs.
Moulage P. L. no. 3

460,_

460,-

600,-
Semi-phoaphoreuse

495,-

495,—

670,_

eb Werk Rheinl.-West falen
– Mk.

Mk.

Mk.
Giessereiroheisen no. 1

88.-

88.-

88.-

,, 3

78.-

78.-

86.-
Umatit………………

93.50

93.50

93.50

f.o.b. Antwerpen

Sh.

3h.

Sh.
Gieterij ruwijzer no. 3.. 58/-60/-
58/-60/-

75/-

Walaproducten.
f.o. b. Antwerpen (vrijbi.)

Sh.

Sh.

Sh.

Stafijzer…………..9216_93

9216-93
1
114-115
Plaatijzer 5 mM………120-121

119-120 12216_125
3 , ……..125

125

13216_135
*
Clevelaudijzer 2 ah. lager voor Schotland en export.

VERKEERS WEZEN.

VRACHTENMARKT.
i)e Noord-Amerikaansche graauvreehtenmarkt was kalm.
rJi gevolge van de slechte oogstberichten uit Europa zijn

(le f.o.b. pi:ijzen vester geworcieli, terwijl koopeis terughu-(end zijn. De vraag van M.ontreal is dientengevolge minder
geworden, nietegenstaatide het einde van het seizoen na-
dçrt.
Totaal werden ongeveer 15 booten bevracht, hoofd-
zakelijk in hetiegin der wéek. Van Montreal werd 1534
en 15- cents betaald siaat Antwerpen[Rotterdam per laatste
helft October;
1534
cents zwaar graan naar Rotterdam per
eerste IlelIt November.
rregen
het einde was cle vracht per
October 1434 cents basis Antwerpen/Rotterdam, November
15 cents. Da Northern range had in het begin der week
lIet aanzien dat do markt zou opleven,. doch niettemin heeft
haan tendens die van de St. Lawrence gevolgd. Van de Golf
aii’Mexico werd bevracht naar Antwerpen/Rotterdam tegen
1534 cents, optie Havre/Hambur lange 1634 cents of
Lissabon of Leixoes tegen 2-1 cents, October.

De suikervrachtenmarkt van West-Indië bleef kalm en
de vracht is nominaal ongeveer
.
17/- naar TJ.K./Continent.

De .North Pacif ic werd tegen het einde der week veel
kalmer. Er werden 5 booten bevracht per December en
Januari tegen 331- en 3313 van Vadoouver, optie Portland
of Puget 1/3 extra met volle opties U.K-./ContinentfMid-
ddllandsche Zee.

Ofschoon van de La IPlata slechts een geringe opleving
viel waar te nemen zijn de vrachten voor OctoberfNovember
vaster geworden en -is de laatste bevrachtizig een ‘handige
boot tegen 21/6 van boven La Piata havens, terwijl voor
October meerdere maleic 211- ‘is betaald voor booten van
iedere grootte. In totaal werden ongeveer 25 booten be-
vracht. Het nieuwe seizoen werd geopend met de bevrach-t-ing van een 5600 tonner van boinn La Piata havens tegen
23/6, 20 Januari ligdagen.

De Chilisalpetcr-vrachtenmarkt was over het algemeen
kalm, doch leefde tegen liet einde der week iets op. De
vrachteu ‘zijn aanzienlijk vaster geworden doch ten gevolge
i’an de hooge f.o.b. prijzen voor salpeter per November
wordt geen tonnage gevraagd vodr December of Decèniber/
Januari. -Voor deze beide posities zijn booten van 7000
tons, 10 pCt., bevracht op basis van 291- Bordeaitx[FIarn-
burg radge met verschillende opties, zocals Danzig 3116,
Midddllandsche Zee 3116, Alexandrië 3219. Er is ndg een
flinke vraag naar tonnage tot Maart belading tegen deze
vraehten, doch tonnage na December, speciaal van handige
grootte, is moeilijk voor salpeter te interesseeren, daar de
markt van cle La Plata voor begin 1928 belading gunstiger
is dan voor de eerstvolgende maanden. En ruimte gi.ng

weinig om.

De oostelijke markten bleven kalm en liet voortdurende gebrek aan vraag is oorzaak dat de vrachten zwak blijven.
Van Wlacliwostodk werd een voile lading gedaan per Dec.!
Jan. naar Hamburg, direct tegen 341.. Saigon was iets
levendiger en een 7500 tonner bedong per Nov.fDec. 33/9
voor rijstmeei naar L’iverpool. Australië bleef vrijwel on-
veranderd. Van West.Australië werd een 7200 tonner ge-
claan naar U.K.fContinent met 25 Nov. ligdagen tegen 3716.

De Donau en Zwarte Zee zijn beide zeer kalm. Ook de
Micidellandsche Zee was minder levendig en

het aantal be-
vrachtin.gen is niet zoo talrijk. Voor erts werd om. betaald:
Bougie/lMictdlesbro 713, Hornillo,fBayfRotter.dam 5/6, Tou-
lon/Rotterdam 8/- (bauxiet) en Algiers/P-hilaclelph’ia 81-. –
Fosfaat betaalde van Sfax •naar Ia Pallice
516.
De Golf
van Biscaye was in het begin der ‘aeek iets levendiger,
– -doch dit nam spoedig weer af. Bilbao[Cardif 1 betaalde 6/6,
Rotterdam 5/9.

De uitgaande En-gelsche kolenvra.ch±en bleven kalm en
de vraag was niet groot. Van Zuicl-Wales werd om, be-
taald: Bordeaux 41-, Piraeus 1013, Pernambuco 131-, Mon.
treal 71- cii van de Oostkust: Helsingfors 5/6, Hamburg
41., Bayonne 613, Las Palmas
9
1
3
.

RIJNVAART.

Week van 2
tLm.
9 October 1927. – –

j De aanvoeren van -zeezijde waren matig. De aanwezige
sc.heepsruimte -overtrof steeds de vraag, zoodat cle alge-
mcciie toestand tamelijk gedrukt wad. De crtsvrach-ten -be-
droegea
f
0,50/0.45 met
34
en
f
0,60/0,55 met lostijdl.
Naar den Bovenrjn ging niet veel om. De vracht voor
ruwe producten ‘bedroeg gemiddeld
f 1,20
per last met ver-
korten lostijcl. Het sieeploon was genoteerd volgens het
4734 t 50 ets. tarief. De. waterstand, hoewel vallend, bleef
gunstig. De algemeene toesbaad in cle Rulirhavens bleef
ongewijzigd.

12 October 1927

au

DE TWENTSCHE BANK

Amsterdam – Rotterdam – ‘s-Gravenhage – Almelo – Dordrecht- Enschede -. ileilgolo –

O1denaal- Utrecht- Zaandam – Zwolle

Maandstaat op 30 September 1927

DEBET

Aandeelhouders nog te storten 90 pOt. op aandeelen. B,
waarvoor waarborg gedeponeerd ………………….

Deelneming in de firma
B. W. BLIJDENSTEIN & Co., te Londen :…………

• Deelneming in bevriende Bankinstellingen
. . f
9.402.687,83
waarvoor in geld gestort ……………………….
waarvoor effecten gedeponeerd ……………………

Effecten van Aandeelhouders
gedeponeerd bij bevriende instellingen …………….
tea eigen gebruike ………………………………

f

1.177.200,-

7.020.000,-

7.077.987,83

f
2.324.700,-

3.000.000,-
32.181.100,—

Kassa, Wissels en Coupons …………………………
Saldo’s bij Bankiers ………………………………
Daggeldleeningen
Eigen Effecten en Syndicaten…………………………

Saldo te leveren en te ontvangen fondsen …………….
Prolongatiën gegeven ……………………………….
Oredietvereeniging. ………………………………….

f
44.628.561,13
Af: loopende Promessen ………

………….
.. ……….

200.000,-

Voorschotten tegen Onderpand of Borgtocht en Saldi Rek.-Crt
f
68.322.815,57
Af: loopende Promessen

…………………………..,,

3.549.000,-

Voorschotten op Oonsignatiën ……………………….
Gebouwen …………………………………………

37.505.800,-

41.884.154,13
22.145.250,52
950.000,-
8.540.092,96 166.888,37
18.270.565,-

44.428.561,13
52

64.773.815,57
1.898.311,56 5.824.757,90

Totaal ……
f
261.683.384,97

CREDIT

Kapitaal …………………………………………
f
36.000.000,
Reservefonds ……………………………………..

.,,

9.265.825,78
Buitengewone Reserve

…………………………….

Credietvereeniging …………………………..

2.912.803,24

Waarborgfonds Credietvereeniging……………………..
Aandeelhouders voor gedeponeerde Effecten als waarborg
voor 90 pOt.
storting op aandeelen B ……….
……………….
f
1.177.200,-

in Leen-Depot ………………………………..

36.328.600,-

Zieken- en Pensioenfonds ………………… • ……….
Deposito’s …………………………………………

Prolongatie-Deposito’s ……………………………..
Saldi Rekeningen-Courant …………………………
f
78.449.103.39
voor gelden in het Buitenland .. ,,

5.891.104;40
Credietvereeniging..
………….. ,,

3.172.257,05

f
.49.978.629,02
4.729.774,50

37.505.800,-
2.984.283,56
48.806.799,79
5.958.300,-

De Nederlandsche Bank

Daggeldleeningen ………. ……………………………
Te betalen Wissels ………………………………..
Geaccepteerd door derden……… …………… ………..
Diverse Rekeningen……………………………………

87.512.464;84
731.767,10
4.500.000,-

13.933.356,71 1.923.218,76
3.098.990,69

Totaal…….
f
261.863.384,97

12 ÔÔTOÈËR
19P

1 JAAROANG No. 615

NEDERLANDSCH INDISCHE HANDELSBANK

AMSTERDAM

‘S-GRAVEN HAGE

ROTTERDAM
BATAVIA

AMOY,AMPENAN,BANDOENG,BOMBAy,CALCUTTA, CHERIBON, GORONTALO,

HONGKONG, KOBE, MAKASSAR, MEDAN, MENADO, PALEMBANG, PEKALON

GAN, PROBOLINGGO, SEMARANG, SHANGHAI, SINGAPORE, SOERABAYA,
SWATOW, TEGAL, TJILATJAP, TOKIO, WELTEVREDEN, YOKOHAMA.

WERKSPOOR

AMSTERDAM

ROLLEND SPOORWEGMATERIEEL

SCHEEPSSTOOMWERKTUIGEN

SCI-IEEPSDIESELMOTOREN

Verschenen:
Leerhoek der Organisatie en Techniek

van den Handel voor Handelsacholen

DE GOEDEREN

HANDEL

DOOR


i~.

Waarom adverteeren in,

en ‘n exempi. koopen van

J. GROOTEN

Leeraar M.O. Wiskunde en Boekhouden
Dir. der Levensverz. Mij N.0.G.,A’dam

en

P. BEISHUIZEN Gzn.

Leeraar aan de Handelsscholen van de
Alg. Winkeliersvereeniging, Amsterdam

Deel 1 fl.50

Deel II fl.75

STOOMKETELS

Nijgh & v. Ditmar’s Uitg.-Mij, Rotterdam

Aanteekenboek voor Rijksbelastingen

(Vermogens-, Verdedigings-, Rijks-
inkomsten- en Personeele Belasting)

9e, geheel bijgewerkte druk

Prijs f1.-

Alom verkrijgbaar bij den Boekhandel en bij Nijgh & van Ditmar’s
Uitgevers-Maatschappij, Rotterdam

FORMULARIO ESPANOL

de Correspondencia y Documentacién Mercantiles

escrito para que
sirva
de guia a los que se dedican
al comercio, que clesean completar aus conocimientos
técnicos, que eatudian sin a8istencia competente.o
intentan someterse a los “exmenes praticos”

POR J. B. KERPESTEIN
Profesor de Is Escuela Superior de Altos Estudios Comer-
ciales y de la Escuela Superior Tcnica

Prijs
f 5.90

ALOM VERKRIJGBAAR BIJ DEN BOEKHANDEL ALSMEDE BIJ

NIJGH
& VAN DITMAWS UITG.-MIJ—ROTTERDAM

KELLY’S

DIRECTORY!

Omdat deze uitgave jaarlijks wordt gekocht en geraadpleegd door tien.
duizende groote firma’s over de
geheele wereld, en U, wanneer Uw
nam daarin opvallend is gedrukt,
voortdurend exportaanvragen zult
ontvangen.

Op Uw beurt vindt 11 er de adressen
in van alle handelslichamen, welke
in Uw artikel belang stellen, zoodat de gelegenheid om het aantal Uwer
relaties
Uit
te
breiden, voor het grij
pen ligt.

Wanneer U
Exporteur,
Importeur,
Fabrikant
of
Groothandelaar
is,
moogt U niet nalaten zich tenminste
-jan de uitstekend bekend staande
ICtily’s Directory op de hoogte te
stellen. Vraagt kosteloos prospectus
of bezoek van een vertegenwoordi. ger aan

NIJGH & VAN DITMAR’S

UITGEVERS-MAATSCHAPPIJ

WIJNHAVEN 113

ROTTERDAM

TELEFOONNUMMER 7843

Zooeuen verscheen:

Koersberekening

Door JOH. HAGE

Een handleiding
bij
het be-
rekenen van koersen.

Prijs
f 2,90

Alom verkrijgbaar bij den Boekhandel
en bij Nijgh & v. Ditmar’s Uitgevers-
Maatschappij, Rotterdam.

IJS- EN KOELMACHINES

SUIKERMACHINERIEÊN

IJZERCONSTRLJCTIES

SCHEEPSTURBINES

POLDERGEMALEN
LOCOMOTIEVEN

STEENKOLEN-HANDELSVEREENIGING

(COAL-TRADING ASSOCIATION)

Hoofdkantoor te Utrecht

Filialen te Amsterdam en Rotterdam

NIJGH & VAN DITMAR’S BOEK- EN HANDELSDRUKKERIJ, ROTTERDAM

Auteur