Ga direct naar de content

Jrg. 11, editie 552

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: juli 28 1926

8 JULI 1986

AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN

Economi*sch

Statistische

Benchten

ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANC!ËN EN VERKEER

ORGAAN VOOR DE MEDEDEELINCEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJN VAART

UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN

11E JAARGANG

WOENSDAG 28 JULI 1926

No. 552

INHOUD

BIz.
,,BVSINESS RESEARCH” JE NEDERLAND
door
Prof. Dr.
Ir. J. Goudriaan ……………………………. 664
Het, vreemde element in Nederlandsch-Indië II (Slot)
door E. Helfferich …………………………..665
Opheffing van de Munteenheid tusschen Nederland en
Nederlandsch-Indi6 door
Prof. Mr.
G.
M. VerrijnStvart 667 De Vrachtenmarkt gedurende de eerste zes maanden
van
1926
door
C. T
7
errney ……………………669
De Belgische Franc door
Mr. R. van Genechten ……671
BUITENLANDSOHE MEDEWERKING:
De economische toestand van de Sovjetuui’e begin
Juli
1926
door
(Jeh. Reg. Rat G. Oleinow ……..673
BOEKAANKONDIGING:
Mr. J. Gerritzen: De Welvaart van Indië, bespr.
door Prof.
G.
Gonggrijp …………………… 675
MAANDCIJFERS:
Rijkspostspaarbank …………………………….
675
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN

.-.
678-682
Geidkoersen.

Bankstaten.

Goederenhandel.
Wisselkoersen.

Effectenbeurzen.

Verkeerswezen.

INSTITUUT VÖOR ECONOMiSCHE GESCHRIFTEN.
Algemeen Secretaris: Mr. Q. J. Terpstra.

ECONOAIISCH.5TATJSTISCHE BERICHTEN.

COMMISSIE VAN ADVIES.
Prof. Mr. D. van, Blom; J. van Hasselt; Jhr. Mr. L. H. van
Lennep; Mr. K. P. van der Mandele;
Prof.
Dr. E. More8co;
jhr. Dr. L. F. 11. Regout; Dr. E. van Welderen. Baron
Rangers; Prof. Mr. H. R. Ribbius; Jan. Schilthuis; Mr.
Q. J. Terptra; Prof.
Air.
F. de Vries.
Gedelegeerd lid: Prof. Mr.
G.
Af. Verrijn Stuart.
Redacteur-Secretaris: D. J. Wansink.

Secretariaat: Pieter de Hoochweg 122, Rotterdam.
Telefoon Nr. 3000. Postrekening 8408.

Abonnementsprijs voor het weekblad franco p. p. in
Nederland f20,—. Buitenland en Koloniën f23,— per
jaar. Losse nummers 50 cents. Leden en donateurs van het
Instituut ontvangen het weekblad gratis.

Advertenties f 0,50 per regel. Plaatsing bij abonnement
volgens tarief. Administratie van abonnementen en adver.
tenties: Nijgh d van Ditinar’s Uitgevers-Maatschappij, Rot-
terdam, Amsterdam, ‘s-Gravenhage. Postchèque- en giro-
rekening No. 6729.

27
JULI
1926.

In den toestand van de geldmarkt ‘kwam geen ver-

andering. Het aanbod van geld bleef overwegend en

particulier disconto daalde van 2’/is pOt, tot
2°/is
pOt.

Ook ‘do proion’gatierente liep nog iets terug; geopend

op 21%’ pOt., werd aan het einde der week 21% pOt.

genoteerd.
* *
*

Het opereerend kapitaal van de Nederlandsche

Bank vertoont opnieuw een vermindering. De post

Binneniandsehe wissels daalde van 55,4 millioen tot

54,2 millioen; de beleeningen liepen met 5,4 mifl. te-

rug. De voorraad gouden munt daalde met een goede

f
100.000. Daarentegen geeft de post gouden munt-

materiaal een stijging van ruim 5 miii. te zien. De

zilvervoorraa’cI klom met ruim
f
300.000. De post pa-

pier op het buitenland blijkt met 121% millioen te zijn

gestegen, terwijl de diverse rékeniiigen onder de acti-

va ‘met 9,6 millioen terugliepen. De biljettencirculatie

daalde van 822,5 mill. tot 814,2 mill. Het tegoed van

het Rijk vertoont wederom een
aanzienlijke
vermeer-

dering en noteert thans reeds 41,8 miii. De Rekening-

courant saldi van anderen daalden met 10,6 millioen.

Het beschikbaar metaaisal’do steeg met 5,1 millioen.

Het dekkinspercentage bedraagt 51.

* *
uw

*

Het lichte herstel, dat Maandagmiddag was inge-

treden in de frankenkoersen, kon zich voor Fransche

francs niet handhaven. De koers liep weder sterk

terug en Woensdagochtend werd voor 5,021%’ afge-

daan. Daarentegen bleven Belgische francs prijshou-

den:d, zoodat er tijdelijk een verschil ontstond van

50 â 60 cents tusschen dan koers voor Brussel en

Parijs. Nadat Woensdag bekend werd, dat ‘het vormen

van een nationaal Fransch ministerie met als hoofd-

•loel de bescherming van den frank, ‘geslaagd was,

ontstond voor beide wissels een zeer willige stemming,

die de koersen aan het einde der week deed sluiten

op 6,071% voor Parijs en 6,20 voor Brussel. In sym-
pathie hiermede konden ook Lires weder verbeteren.

Na een daling tot 7,95 werd Zaterdag weder 8,15

‘genoteerd. De goudwissels waren na een flauwe ope-

ning alle iets in herstel. De overige wissels veran-

derdbn weinig, met uitzondering van Madrid,.dat van

39,25 töt 38,60 terugliep.

LONDEN,
26
JULI
1926.

Geld bleef gedurende de geheele week ruim, roodat

•de markt zich van haar kleine schuld aan de Bank

van Engeland kon ontdoen. Prijzen voor daggeld lie-

pen ‘daarom terug tot 31% pOt.

Disconto was onder dien invloed eveneens zwak-

ker, terwijl er zich ten overvloede weder grootere

vraag van buiteniandsche zijde naar wissels kenbaar

maakte, zoodat disconto daalde tot 41% pOt.

De politieke gebeurtenissen in Frankrijk hadden

scherpe fiuctuaties in ‘de wisselkoersen op
Parijs
eii

Brussel ten gevolge; heden is ‘de toestand rustiger.

664

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

28 Juli 1926

,,BUSINESS RESEARCH” IN NEDERLAND.

Was het toeval of is het opzet geweest van de orga-
nisators der bijeenkomst, dat de beide sprekers over

,,Business research” in meer dan één opzicht zulk

een opmerkelijke tegenstelling vertoonden? In elk

geval was het een voordeel ‘voor de toehoorders, die
den 12en Juli in de Amsterdamsche Aula een duide-

lijk beeld hebben gekregen van de twee polen, waartus-
schen het Amerikaansche bedrijfsonderzoek zich be-

weegt.
De heer Doriot, van Harvard University, de

Franschman, die het met het En.gelsch nog maar
kwalijk kon vinden, stelde het belang van het onder-

wijs en van het zuiver wetenschappelijk onderzoek op

•den voorgrond.
Professor de Haas, van New York U’niversity, de
geboren Hollander, die een smeuig Amerikaansch

boven zijn moedertaal ‘verkoos, plaatste zich daarente-
gen geheel op een ,,business” standpunt; naar zijn

meening moet het bedrijfsonderzoek diensten bewijzen
aan industrie en handel, eventueel ook aan de over-
heid, wanneer deze een belangrijk aandeel in de kos-

ten ‘draagt.
Beider werkmethoden zijn voor een deel gelijk:

beide hechten groote waarde aan het
vergelijkende

bedrijfsonderzoeic,
‘dat van een aantal gelijksoortige

ondernemingen in éénzelfden bedrijfstak verschillende

gegevens volgens eenzelfde schema verzamelt en over-

zichtelijk gerubriceerd naast elkaar zet. Zoodoende
verkrijgt men eenerzijds een, uit wetenschappelijk oog-

punt uiterst belangwekken’d inzic’ht in de variabiliteit
van tal van factoren binnen eenzelfden bedrijfstak,

een inzicht dat, zooals ik o.a. in mijn inaugureele rede

aanstipte, van groote beteekenis moet zijn voor de
verdere ontwikkeling van de sociale economie. An-
derzijds bereikt men het voor de practijk waardevolle

resultaat, ‘dat elke ondernemer de gegevens van zijn

eigen bedrijf kan confronteeren met gelijksoortige ge-gevens van zijn concurrenten. Hij kan, om zoo te zeg-
gen, voor zijn onderneming een economische plaats-
bepaling doen, even waardevol voor den bedrijfsvoer-

der, als de astronomisehe plaatsbepaling voor den

schipper op zee.

Maar naast deze overeenkomst in het werk van
Harvard en van New York University is er ook groot

verschil.
Mr. Doriot wees terecht op de groote moeilijkheid
die het onderricht in de bedrijfswetenschappen onder-
vindt ‘door het gebrek aan geschi’kt oefenmateriaal. De

docent moge, puttend uit eigen ervaring en uit de
literatuur, daarin trachtep te voorzien, hij zal toch
altijd ver ten achter blijven bij de geweldige verschei-dexdieid cvan problemen, die het werkelijke bedrijfs-
leven biedt. Harvard University volgt nu de methode
om deze gevallen in het bedrijfsleven zelf op te spo-
ren; ze aan de werkelijke bedrijfsvoering zelve te ont-
leen’en. De gegevens worden telkens over eeil bepaald
onderdeel, zooals buy, methoden van kostprijsbereke-
ning, magazijnadministratie enz. door •een onderzoe-
kingsambtenaar verzameld en, met goedkeuring van
de betrokken firma, zoodanig bewerkt, dat
zij
voor

publiciteit geschikt zijn. Alle factoren, die ‘voor een

beoordeeling van belang zijn worden
erbij
vermeld en

in dezen, gestyleerden vorm, wordt het ,,geval” opge-
nomen in een verzameling van ,,cases”, die
bij
het

onierwijs groote diensten bewijst. Men bereikt hier-
mee dus, dat het onderwijs stelselmatig gelijken tred

houdt met de
practijk,
voortdurend nieuw bloed ont-

vangt en daardoor de frischheid behoudt, die zoo
groote didactische waarde heeft.
Met deze beide ‘scherp afgeteekende werkmethoden
is de omvang van het Business Research werk van
Harvard U’niversity uitgeput. Maar niet dat van New
Y’ork Unirversity. Prof. ‘de Haas doet wat zijn hand
vindt om te doen. Geen wonder, dat hij de vertaling
van ,,Business Research” ‘door ,,vergeljkend zakenon-
derzoek” te eng vond. New York University hou’dt

zich bezig met elk onderzoek van bedrijfseconomischen

aard, dat door de contribuanten aan het Research Bu-

reau wordt verlangd – mits het zekere algemeene be-
teekenis heeft en de resultaten gepubliceerd mogen
worden. Zoo vermeldde hij o.a. onderzoekingen over
het nuttig effect van reclamecampagnes, studies over
de dichtheid en de samenstelling van de bevolking in
verschillende wijken van Ner York, een normalisatie
van de handelsterminologie in ‘de textielbranche, stu-
dies over het conjunctuurbeloop en pogingen tot con-

junctuurvoorspelling in verschillende bedrijfstakken.
Na deze, ietwat bonte opsomming volgde nog eenig
debat, een
hartelijk
woord van dank van ‘den Voorzit-
ter, even napraten met een kopje thee of een glaasje

port, een vluchtig afscheid – en het Amerikaansche

,,Business research” had
zijn
bezoek aan Nederland

volbracht.

Zal het hierbij blijven? Of is dit bezoek bedoeld als

voorbereiding tot iets meer ‘duurzaams? Er zijn tee-
kenen, die de laatste vraag bevestigend zouden doen
beantwoorden. In de uitnoo’digingscirculaire ‘voor de
bijeenkomst stond het geheimzinnige zinnetje ‘dat ,,de

bedoeling
voorloopig
geen andere is ‘dan belangstel-

ling te wekken”. En in de voordrachten hoorde men
nu en ‘dan iets verluiden over oprichting van een

,,Business Research Bureau” te Amsterdam.

Waar dus in zekeren zin de publieke discussie reeds

is aarigevangen, kan het
zijn
nut hebben enkele op-

merkingen te maken over het sociaal economisch en

bedrijfs-economisc]i onderzoek in het algemeen.
Van de verschillende soorten onderzoekingen, waar-
mee de Amerikaansche Bureaux zich bezighouden, is

er strikt genomen maar één categorie, waarvoor een
academisch bureau het aangewezen, ja uitsluitende
hulpmiddel is en dat is het verzamelen van oefenings-
materiaal, van typische gevallen, ten dienste van het

academisch onderwijs, zooals dit met name d’oor Har-

vai’d University geschiedt. In weren is dit trouwens
niet anders ‘dan het stelselmatig en op groote schaal
verrichten van hetgeen nu waarschijnlijk reeds elke

hoogleeraar in bedrijf’sleer meer incidenteel en op
kleinere schaal doet. In wezen ‘stemt dit ook geheel
overeen met hetgeen het Economisch Archief van de

Ned’erlan’dsche Handeishoogeschool van den aanvang

af heeft willen zijn en voor één onderdeel der bedrijfs-
leer: het financiewezen van de onderneming, ook in-
derdaad geworden is: een verzameling van bronnen-
materiaal, waarin men de maatregelen op financieel

gebied van een groot aantal ondernemingen, voor zoo-
ver zij voor geheele of beperkte publiciteit toeganke-
lijk zijn, kan naspeuren. Voor een ander onderdeel der bedrjfsleer: de orga-
nisatie van de onderneming, heeft men tot dusver
slechts zeer weinig materiaal verzameld. Men zou hier-
voor wenschen gegevens, zooals geëxposeerd op de

T.O.P.A. (Tentoonstelling voor Openbare en Particu-
liere Bedrijfsadministratie). Er is zeer zeker op dit
gebied nog veel ‘te doen. Maar de oprichting van een
,,bureau” alleen voor ‘dit oogmerk schijnt wel een zeer

weidsche maatregel.

De overige werkzaamheden der Amerikaansche Bu-
siness Research Bureau’s dragen een zeer verschillend

karakter. Men zal goed doen eens na te gaan in hoe-
verre deze of soortgelijke werkzaamheden reeds door
bestaande instellingen worden verricht.
De norinalisatie van ‘de handelsterminologie in de

textielindustrie bijv., zou men in Nederland zonder
•eenigen twijfel moeten rekenen tot het arbeidsveld
van de Hoofdcommissie voor de Normalisatie, die
zich reeds bezighoudt met soortgelijk werk voor de
electrotechniek, voor de bouwmaterialenproductie, enz.

De statistische onderzoekingen over dichtheid en
samenstelling van de bevolking in verschillende wijken
van New York kan men geheel op één lijn stellen met de voortreffelijke publicaties van het Amsterdamsche
Statistische Bureau en van -den Amster-dainschen Wo-
ningdienst op soortgelijk gebied.

28 Juli 1926

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

665

En gelooft men niet, dat ok ‘voor het ,,vergeliji end
bedrjfsonderzoek” het grondmateriaal in eersten opzet

reeds bestaat in de telkaarten voor cle NeeIerlazudsche

1)roductiestati,stiek, sooals die
01)
het Centraal Bureau

in tien Haak samenkomen? Natuurlijk voldoen deze
kaarten niet aan cle eischen die oren voor een gedetail-loerde studie zou inooten stellen, maar het leidt, ‘dunkt

mij, geen twijfel, •dat het beter is, bi3′ dit bestaande
materiaal aan te knooen, dan iets geheel nieuws, op

touw te zetten.

En ditzelfde geldt ook voor andere gebieden. Een
tiental jaren geleden voelde men de behoefte aan een

Instituut voor crisisonderzoek. 11et werd opgericht,
maar moest reeds na een viertal jaren w’egens gebrek

aan middelen worden opgeheven. Sedert dien heeft
het ‘Centraal Bureau zich de corij unctuuistudie
eenigszins aangetrokken. Thans vormt dezelfde con-
junctuurstudie weer een punt op het programma van

het Bedrijfsondersoek. Ook hier is dus
samenwerking

geboden.

Kortom: voor het economisch onderzoek geldt het-

geen door •de Commissie-Went reeds is betoogd voor
het natuurwetenschappelijk oncierzoeic: ‘voor een -goede

organisatie heeft men v66r alles noodig
concentratie

van alle instellingen, die tot dusver los van elkaar

werken, ten einde tot een zoo doelmatig mogelijke

taakverdeeling
te komen.

En voor dat men dus overgaat tot stichting van
,,weer een nieuw bureau” zou het wen’schelijk zijn, dat

men eerst kwam tot de vorming van een Centrale Com-
missie voor Economische Ondernoekingen, waarin alle
bestaande instellingen, die zich daarmee bezighouden,
een vertegenwoordiger ‘dienden te hebben, naast de
vertegenwoordigers van het bedrijfsleven, dat ten
slotte de gegevens moet verstrekken, en de vertegen-

woordigers der ‘academische wetenschap, die voorlich-
ting Icunnen geven.

Een dergelijke centrale commissie zou dubbel werk
kunnen voorkomen en in vele gevallen doe,ltreffende
vormen van samekwerking kunnen scheppen.

De ambtelij:ke statistische bureaux bijvoorbeeld mis-
sen in vele gevallen ‘de wetenschappelijke specialisten
voor de verschillende’deelen van hun arbei’clsveid. Dit
is allerminst een verwijt. Integendeel: zij mogen, uit
economisch oogpunt gezien, deze specialisten niet
duurzaam aan zich ‘verbinden, •omdat zij er nimmer
duurzaam werk ‘voor kun en ‘hebben. Want het moei-
lijke en veel tij’d en inzicht vragen-die iverk heeft men
feitelijk alleen bij den opzet, bij deorganisatievan een
nieuwe statistiek. Ligt ‘deze ‘eenmaal vast, dan is ‘cle
verdere, zich telkens herhalende bewerking een tame-
lijk mechanische bezigheid, alleen nu en dan (vooral
niet te dikwijls) onderbroken door een kleine correctie
van den opzet.

Omgekeerd: de wetenschappelijke specialisten be-
hooren zich niet te omringen met een klein statistisch
bureau; het routinework kan veel beter en goedkoo-
per op •de bestaande bureaux worden verricht.

Ook voor studi.e en enuêtewerk kan samenwerkihg
tus’schen de statistische hureaux en de academische
sfeer van groot nut zijn. Ook hier ontmoeten ‘de statis-
tische hureaux, aan zichzelf overgelaten, het groote
bezwaar, dat sij niet altij’d den meest geschi’kten pe:rsoon
voor een bepaalde opdracht onder hun person cel ‘vin-
den. Waarom ‘deze dan niet gezocht onder ‘de begaafds’te
en ijverigste studenten, voor wie een dergelijke op-
dracht met directe practische waarde niet anders dan
leerzaam en aannioedigend kan zijn. Voel meer inzicht
dan door ‘de mechanisch ‘doorloopeu’de statistiek is vaak
te verkrijgen door ‘de incidenteel ingestelde enquête,
een onderzoekingsmethode, die zich juist ‘door haar in-
cidenteel karakter met de vaste personeelsformatie der
bureaux moeilijk verdraagt. Maar is ‘de instelling en uitwerkin’g van een enquête geen schitterend onder-
worp voor een dissertatie, ‘dat ‘den student dwingt om
de economische werkelijkheid met eigen oogen te zien
en weer te geven?

• Verschaf ‘dan den statistischen bureaux en ‘tien aca–demici de gelegenheid hun kennis en ons aller kennis

van het economisch leven te verrijken ‘door dit soort
onderzoekingen
hij
het bedrijfsleven te introduceeren
‘door een onpartijdig en gezaghebbenci lichaam, waarin

aan cle vertegenwoordigers van ‘dit bedrijfsleven een

.groote invloed is toegekend.

En laat omgekeerd het
bedrijfsleven,
‘dat stellig in

steeds toenemende mate ‘cle behoefte aan goed statis-

tisch materiaal zal gaan gevoelen, zijn verlangens ter
kennis brengen van -dit lichaam, dat daaraan op de

ieenvoudigste wijze uitvoering kan ‘geven.

Maar vooral: begin niet de centralisatio in één or-

gaan, overzie ‘het terrein, kweek samenwerking tus-schen personen en instellingen, ‘die thans los van ei-•
kaar staan en beoo.rdeel dan of inclei’daacl, op grond
van de ervaring, een nieuw bureau noodig is.

J.
GOIJDRIAAN
Jr.

HET VREEMDE ELEMENT IN NEDERLANDSCH-INDIË.

II.
(sSlot).

Do samenwerking van buitenlanders en Nederlan-
•ders in de kolonie heeft in het verleden -de schoonste
resultaten opgeleverd. Talrijke malen zijn ‘de eerste

stoot en de aanmoediging juist van buitenlanders

uitgegaan. Over den pioniersarbeid ter Sumatra’s Oost-
kust hebben wij reeds gesproken. In ‘de cultuur van
kinabast op Java waren Junghuhn en llasskarl de
drijvende krachten. De rubbercultuur in Neder-

Iandsch-In•dië ‘heeft haar impuls aan ‘de En’gelschen
te ‘danken. De Engelschman Lampard en cle Zwitser
Ris waren het, die de Oostkust van Sumatra voor cle
iubher -en het toen nog maagdeljke gebied Siantar
voor do thee ontsloten. Hal’let, ‘de Belg, maakte ruim
haan voor dec oliepalm; Zwitsers waren het,’ welke de
gambircultuur en -bereiding in -het groot aanpakten; van een Duitsc,her, ‘Carl Lau, ging het denkbeeld tot
oprichting van de cemen’tfabriek te ladang uit en
een Duitsche firma leidt de groote goud- en zilver-‘
mijnen op Sumatra. Ook menige Nederiancische nu-
dernomin’g is uit een door buitenlanders gemaakt he-
gi n voortgekomen.

Een antagonisme tusschen Nederlanders en bui-
tenlanders bestond in de kolonie tot dusverre ii jet.
Noden an’dsche onderienii ogen stel-den buitenlanders
aan, butenlandsche ondernemingen Nederlanders. De
Chairman van de General Investment Trust, die zeer
groote landbouwbelangen in Nedenlandach-Indi ë
hoef t, verklaarde voor den oorlog in een rede te Lon-
den, ‘dat op ‘de plan tages van de trust geen onderscheid
naar de nationaliteit der employé’s werd gemaakt. In.-
derdaad ‘hebben de Engelsch’en in ‘dit opzicht een zeer
hooge en ruimJiarti’ge opvatting get’oond. Ook thans bestaan in Necle:riandsch-Indië nog Engelsche plan-
tages niet zuiver Nederiandsch personeel. Gedurende
-den oorlog waren de Engelschen uit po]iteke gron-
‘den genoodzaakt, hun Diiitsche employé’s te o:ntslaan.
Dit geschiedde bijna overal met een betuigin’g van ieodwrezen en do opmerking, dat de reden van het ontslag niet in de prestatie van den dntsiagene was
gelegen. Sedert eemgen tijd zijn ‘ook hier weer nieuwe bruggen ‘geslagen. Ooit de andere buitenian’dsche con-
cerns,in Nederlan’dsch-Indiö hebben het ruime stand-
punt ‘der En-gelachen en Nederlande:rs ‘tot het hunne
gemaakt.

Van de groote Nederlandsche planta-gemaatschap-
pijen heeft de Deli-Maatschappij – voor zoover mij
bekend als eenige – reeds voor den oorlog geen bui-
tenlanders meer aangesteld; zij’ heeft daardoor met
een traditie gebroken, die juist in Dcli bijzonder
heilig was. In ‘dezelfde richting lag wel het ontslag
van het geheele Engelsehe personeel van een door Ne-
‘derlanders overgenomen Engeisch piantagebezit, dat
eenigen tijd geleden heeft plaats ‘gevonden en in de-
zelfde richting ligt het verwijtcnde appel, dat de heer
Elout in ‘het Alg. Handelsblad van 23 Februari ji. tot
de Nederlandsche maatschappijen in Nederlandsch-

666

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

28 Juli 1926

Indië richt: Slechts nog Nederlandsche arbeids-
krachten

Deze tendens is tegengesteld aan cle verdraagzame
en liberale richting, welke Neclerlandsch-Indië ten

zegen heeft gestrekt. Wat wordt ermede bedoeld? Moe-

ten de enghartige, nationalistische, Europeesche ver-

houdingen op de kolonie worden geprojecteerd? Ge-
looft men de verhoudingen in Nederiandsch-lndië –

of Groot-Nederland, sooais Elout het noemt – met

die in Nederland te kunnen vergelijken? Zou men dan
niet meteen een paar stappen verder moeten gaan en

bijv. van de Javasche Bank verlangen, ‘de buitenland-
sche banken in de kolonie van het disconto uit te slui-‘ ten? Gelooft men door de verdrij’ving der buitenland-

sche arbeidskrachten uit Nederian’dsche bedrijven ccii

economische en nationale winst te behalen? BiS .iederdii

leider van een groote onderneming mag men zooveel
vaderlandslief.de veronderstellen, dat hij gaarne aan

cle flinken onder zijn landslieden, welker aantal over-

al beperkt is, de kans geeft. Doch dit is iets geheel
anders dan patriottisch nepotisme, dan de tegen bui-
tenlandsche arbeidskrachten gerichte tendens, die zoo-

wel uit historische gronden als uit die, welke in het
heden zijn gelegen, nergens minder op haar plaats
is dan in Nederlandsch-Indië. De werkloosheid, die

thans, als overal, oolc in Nederland heerscht, laat den eisch begrijpelijk schijnen, dat de Nederlan’dsche on-dernemingen in •de kolonie in de eerste plaats Neder-

Ianclsch personeel aanstellen. Doch deze eisch moet

niet zonder meer de traditie onder den voet loopen.

En •dit des teminder als de ervaring heeft geleerd,
• dat het Nederlancische krachtreservoir – ook wan-

neer het
tijdelijk,
gelijk thans, eens overstroomt –
to klein is, om het groote koloniale gebied te bevruch-
ten. De tijd ligt nog niet ver achter ons – ook Elout
herinnert daaraan – waarin de Nederlandsch-Indi-,

sche autoriteiten en ook groote Nederlandsch-Indi-

sche ondernemingen (waaronder de zeker nationaal

georiënteerde K.P.M.) in het buitenland een leven-
dige en kostbare wervingscampagne moesten voeren,
aangezien Nederland de benoodigde arbeidskrachten

niet kon leveren.
Nederlan’dsch-Indië is tot dusverre een vrijpiaats voor alle ‘goede, scheppende krachten zonder vlag-

verschil geweest. Maar, zegt ‘de heer Elout: ,,De open

deur is mooi. Maar als wij daardoor zouden worden
gedenationaliseerd, dan zou het ons toch te veel gaan
tochte&’.
Bestaat er nu werkelijk in het licht ‘der moderne
ontwikkeling voor de Nederlanders gevaar voor dena-
tionalisatie hunner kolonie en zou dit •gevaar daar-
door vooricomen kunnen worden, ‘dat men het buiten-
landsche – niet Nederlandsche – element in de
kolonie terugdringt en, wat het natuurlijke gevolg
hiervan is, zich ‘daardoor tegenover dit element
plaatst?
Het gevarcr voor denationalisatie bestaat niet,

zoolang de Nederlanders het flinke volk van zeelie-
den, kooplieden en ondernemers zijn, zooals wij het uit het verleden kennen!
Een schoolvoorbeeld, hoe sterk de nationale mag-
n.eet kan werken, wanneer hij maar in ‘de juiste han-den wordt ‘gelegd, biedt de geschiedenis der tabak’s-
cultuur in Dcli. In ‘haar oorsprong en ook verder in-
ternationaal, :is zij thans, dank zij eminente Neder-
landsche leiding en dank zij de organisatie van de
Amsterdamsche markt voor koloniale waarden en
producten, zuiver nationaal Nederiandsch geworden.
De moderne ontwikkeling van Nederiandsch-Indië
stelt intusschen bijzondere eischen aan ‘de leiders der
koloniale bedrijven in Nederland en men kan niet
zeggen, dat de leiders deze eischen steeds recht laten
wed ervaren. Ik zon’der de Ned eriand’sche scheepvaart

0])
Nedenlan’dsch-Indi.ë :en in Nederlancisgh-Indië, welke
schitterend wordt geleid, hiervan uit. Doch wat heeft
hijv. de Nederlandsche handel gedaan, om ee:u corn-
pensatie voor het afnemen’de handelsvericeer tusschen
moederland en kolonie te scheppen? Meer ‘dan ‘de helft
van den goederenruil ‘der kolonie voltrekt zich thans

met Azië, Amerika en Australië, in het bijzonder
met Oost-Azië. De Nederlandsche oriënteering naar
Oost-Azië heeft ‘gefaald. De Japanners hebben met
duur geld de zaken gedaan, die de Nederlanders zich

met goedkoop geld. lieten ontgaan. 1-let directe contact

der Nederiandsche firma’s met Oost-Azië is ook thans
nog zeer zwak. De Pakhuismeesteren van de Thee in
Amsterdam klagen steen en been over den achteruit-
gang van de Nederiandsche ‘theemarkt. De Neder-

landsche handel echter heeft de in beteekenis steeds
toenemende theemarkt te Batavia werkeloos aan cle
actieve Engelsche firma’s prijsgegeven. Men
rijdt
in
Nederland op oude paarden, in plaats van zich ook
eens op de moedige, koloniale remontepaarden te wa-
gen. Ook op landbouwgebied is men van 1

lollandschen
kant, wat de nieuwe culturës betreft, achtergebleven.
De grootë cuituurbanken met hun sterken ruggesteun
in •de oude, rendabele suikercultuur, hebben, met uit-

zouden n’g van de H.V.A., ten opzichte van de nieuwe
cuitures maar weinig ondernemingsgeest getoond.
Integendeel, bezittingen zijn ‘afgestooten. In de
‘clepressieperiode van Juni 1922 tot December 1923
werden, en w’el in hoofdzaak door de Nedenlandsche
1-landel Mij., 18 piantages op Java met een totaal-
oppervlak van 13.865 bouws, meestal rubber en thee,

voor een spotprijs aan een En’geisch concern ver-

icocht en onlangs is nog een groot plantagecomplex
ter Oostkust v.an Sumatra, weliswaar tot een beteren

prijs, denzelfden weg gegaan, aangezien Nederland
faalde.

Niets bevordert de zaken meer dan persoonlijk con-

tact en ter plaatse gewonnen in’zicht. In dit opzicht

hebben ‘de jaarlijksche bezoeken van directeuren der
Nederland sche scheep vaartmaatschappijen en van
eenige Nederlandsche cultuurbanken in Nederlan’dsch-
Indië zeker bevorderend gewerkt. Ook het bezoek van
Mr. G. Vissering zij hier gememoreerd. Wat zegt men
er echter van, dat in de leiding van g.noote koloniale
maatschappijen in Nederland vele personen zitten, en
wel jarenlang, ‘die nimmer in Nederlandsch-Indië ge-
weest zijn en hun Indische
bedrijven
niet uit eigen
aansehouwing kennen?

Neen, de denationalisatie van Nederlandsch-Indië
wordt er niet door verhinderd, dat men flinke bui-
tenlandsche krachten ‘ontslaat of weert, ‘doch doordat
men de beste Nederlandsche krachten naast hen aan-
stelt. Dit geldt echter niet slechts voor jonge assisten-
ten
0
‘de planta’ge, doch ook van de ,,’bestuurd•ers” in
Nederland. Op dit eene punt zijn wij het met den heer

Elout eens: Voor de kolonie
zijn
de besten juist goed
genoeg!
Het vreemde element als zoodanig heeft zich in de
laatste 20 jaar in de kolonie een opmerkenswaarde
positie geschapen. Het voert een eigen leven, gelijk
‘de
talrijke
vereenigingen en ook de vreemde kranten
en tijdschriften in, resp. voor ‘de kolonie bewijzen.
Doch daarbovenuit doet zich ook zijn invloed op alge-
meene vragen ‘gelden. Naast de houding van het No-
derlan’clsche heeft seker ook die van het buitenland-
sclie kapitaal ertoe bijgedragen, ‘dat de Regeerin’g voor
twee jaren haar standpunt inzake ‘de Poenale Sanctie
heeft gewijzigd. De critiek op het nauwelijks dien
naam verdienende belastingstelsel der Nedenlandsch-
Indische Regeening was bijzonder scherp van Engel-
schen kant en op den sterken tegenstand der Engel-
sche ondernemers is het mede terug te voeren, dat
men het plan der Kamers van Landbouw liet vallen.
Evenzoo kwam het Algemeene Landbouw Syndicaat
n zijn huidigen, breeden vorm slechts tot stand ‘dank
zij ‘de medewerking der in één lichaam georganiseerde
Engeische planta’gebelangen. De belangenvertegen-
woordiging der koloniale groote plantagehedrjven in
Nederland, de Internationale Vereeniging voor de
Rubber- en andere Cultures in Nederlandsch-Indië,
is,
gelijk
reeds de naam zeg-t, internationaal en ook den
Ondernemersraad voor Nederlandsch-Indië zal men
niet als een zuiver Nederlandsch lichaam bogen aan-
spreken. In de Handelsvereenigingen in Noden-

28 Juli 1926

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

667

]andsch-Indië hebben naast cle Nederlanders ook bui-
tenlanders zitting en stom en de Engelschen hebben

zelfs sedert eeni’ge jaren een eigen ,,Chamber of Corn-
inerce for the Netherian’ds In’dies” opgericht, aan wel-
ker hoofd men vooraanstaande Erigelsche en Neder-
a n cl sche persooni ijkhed ën aantreft.

Zien wi het vreemde element in de koloiiie aldus
erkend, dan bed.roeft het des te meer, dat wij ander-

zijds afwijzende ten’denzen ontmoeten, gelijk in het
artikel van Elout, die van ,,Engelsche sympathieën

en Duitsche famil ierelaties” spreekt. De on vriende-
lijke opmerkingen, clie de in rcgeeririgsd.i anst aange-

stelde buitenlanders ‘de laatste jaren over zich heen
hebben moeten laten gaan, waren op •denzeifden toon

afgestemd. De Regeering zelf sclnjnt tot het beslwt
‘gekomen te zijn, in tegenstelling tot vroeger geen bui-
tenlanders meer in
vasten
dienst aan te nemen, behal-
ve bij hooge u:ttzon’dering. Zou het niet beter zijn, dan

maar in het ‘geheel geen buitenlanders meer aan te
stellen? Ïn de differentieele behandeling van buiten-
landers in regeeringsdienst, in functies, welke anders
con levenspositie beteekonen, ligt een groote hardheid,
die zelfs den schijn niet vermijd’t, dat ‘van een nood-
toestand gehrdïilc voedt gemaakt; daarbij treedt ‘de-
zelfde souve.rei’no, exclusieve tendens naar ‘voren, clie
wij in. cle laatste jaren. ook elders – hij’. bij cle bruus-

ke afwijzing van het IE ngeische rubberrestr.ictievoor-
stel — hebben waargenonien.
De tendens, welke wij hier hebben gekarakteriseerd,
is gotukkEg niet algemeen. Doch zij’ bestaat en het
zou een fout zijn, daaraan voorbij te gaan of als loyaal
buitenlander •clên moed niet te ‘hebben, erover te
spreken.

Met gécsbdrift erkennen alle vreemdelingen, dat
Nederland juist in een tijd, waarin andere volken zich achto.r hun ‘grenzen opsluiten, waardoor cle brondlen
van ‘het wederzijdsch begrijpen en van ‘den welstand
tegelijk worden verstopt, do poorten van zijn koloniën.
voor alle naties zon•de:r onderschei’d wijd heeft open-
geworpen. Zal nu op ‘dit breecle gebaar worden be-
lcnibbel’d uit kleine en •cgoïste motieven, die uit een

onjujst angst- en krachtgevoel tegelijk ontspringe.n?
De bescherming der Nederlandsche koloniën is niet
gegronclvest, op zwaard en pantser, doch op zedelijke
macht en daartoe behoort ‘cleaanspraak, die Neder-
land op •de dankbaarheid van alle volken ‘heeft, waar-
aan het gastvrijheid in zijn koloniën verleent en wier
gorneeuschappelijk belang in het voortbestaan van de
Nederlandsche heerschappij over de koloniën is ge-
grondvest. Moge Nederland, doordrongen van zijn
groote roeping, zorgen, ‘dat ‘het steeds recht op deze
aansp:raak behoudt! Moge het Nederland in dezen
zin voor alles ‘gelukken, voor het moeilijke ,,Ohinee-
sche vraagstuk” in Ned.-Iudië eenS gelukkige oplos-
sing te vinden, en ten opzichte van het Oosten, waar-
aan de handel reeds lang ‘cle natuurlijke aansluiting
gevonden heeft, een sterke, op vertrouwen ‘gebaseerde
verhouding te scheppen!

,,Op den tijgorstaart to trappen gold steeds voor
zeer gevaarlijk”, zegt een Chineesch spreekwoord,
T
aarom
zou nu Nederland
01)
‘den tijgerstaart der
tegen ‘dit land gerichte krachten treden en verder, in
afwijking van ‘cle ‘beproefde historische lijn, een poli-
tiek voeren, waarvan ‘cle doorzetting zelfs voor een
-militair en maritiem sterke groote mogendheid
moeilijk zou worden? Dit ware dubbel verkeerd en
risicant, aangezien Nederland thans, dank zij de ver-
bazingwekkende ontwikkeling van zijn koloniën, een
econom,isch,e
groote mogendheid geworden is.

Batavia, April 1926.

E. HELFFRICH.

Recti fi cat:ie. – In het eerste gedeelte van
dit artikel op p. 647 in het vorig No. moet in de
le kolom cle laatste zin boven de drie sterretjes lui-den: ,,i)e ervaring op dit gebied zegt den Japanners
duidelijker dan al het andere, dat een bestuur van
Nederlandsch-Indië onder Japansche heerschappij
onmogelijk
is”.

‘OPHEFFING VAN DE MUNTEENHEID TUSSCHEN

NEDERLAND EN NEDERLANDSCH-INDIË.

Zooals wij reeds in ons ‘artikel in het nummer van

14 Juli mededeelden, wenscht de Staatscommis-
sie voor het Muntwezen de bestaande munteenheid
tnsschen Nederland en Indië geleidelijk te zien afge
schaf t. Wij zullen thans dat onderdeel van haar

Advies, hetwelk ‘de voorstellen tot wijziging van het
Indische muntwezen bevat, nader in oogenschouw

nemen, waarbij’ dan vanzelf het vraagstuk der ophef-

fing van de bestaande munteenheid aan de orde zal
komen.

Over het goudgel’d Icunnen wij kort zijn. De Com-
missie heeft, zooal’s te verwachten was, geen bezwaar
om ‘de bestaande eenheid, die in dit opzicht thans
‘tusschen Nederland en Indië bestaat, ook in cle toe-
komst te bestendigen. Dat is ‘van haar standpunt vol-

komen logisch. Bij het goudgel’d, dat intrinsiek vol-
waardig is, is ‘cle vorm ‘der munt een onverschillige
zaak en het feit, dat ‘deze in Indië dezelfde ‘is als hier te lande, kan dus geen nadeel opleveren.
Wei mag men ook hier cle vraag stellen, of gouden
munten voor Indië noodig zijn. Tot dusverre waren

zij dat evenmin als in Holland en waar het in wezcn
met het ‘gourlkern’stelsel verwante goudwisselstelsel in
Indië, mede door de bemoeiingen van ‘den Voorzitter
der Staatscommissie, niet succes is toegepast, en in
dit stelsel het goud voor binneii]ao’dsch verkeer in het
geheel niet wordt gebezigd, daar
zijn
de argunienteu
ten betooge der overhodighei’cl van het goudgel’d voor
Indië bijna nog lclemmender en liggen zij nog moer
voor de hand, dan zullcs ten aanzien van Nederland
het geval is. Doch wij zagen reeds, dat de Commissie voor deze conclusie niet heeft gevoeld bij’ ‘de herzie-
ning van het moed erlan’dsche muntwezen en oolc voor
Indië ontbreekt een voorstel in deze.richting.

Ten aanzien van het zilvergeld heeft de Commissie
een ietwat ander advies ‘voor Indië gegeven, ‘clan voor
Nederland. Wij zagen in ons vorig artikel, dat zij
voor het moederl’and ‘de kracht van wettig betaalmid-
del van het teekengeld wil beperlcen en ‘dit derhalve
tot pasmunt wil maken. Voor Indië wil de Commissie
zoover echter niet gaan. Zij meent too,h, dat ingrij-
pende veranderingen in het Indische muntwezen mo-
gelijkerwijze beroering bij de bevolking ‘teweeg zullen
brengen, ‘hetgeen zij niet wensc’helij:k zou achten.

Hiermede houdt verband liet standpunt, dat ‘de
Commissie heeft ingenomen tegenover het ‘vraagstuk
der opheffing van de bestaande ‘munteenheid. Zij
acht ‘deze munteenheid op zichzelf niet gewenscht en
wil haar daarom, op ‘den duur niet bestendigen, doch
de overgang naar een nieuwen toestand zal geleide
lijk moeten zijn.

Vooreerst een, woord over de principieele zijde der vraag, waarna wij zullen nagaan, hoe de denkbeelden
der Commissie verwezenlijkt zullen moeten worden.

Het is bekend, ‘dat m.untunies tot ‘dusverre gewoon-
lijk het tegendeel van een succes hielcen to zijn. In
het bijzonder geldt ‘dat wel van ‘de Latijnsche Munt-
unie, ivaarbij sinds ‘den overgang van de verschillen-
dle leden van ‘dit verbond van ‘den ciubbelen naar den hinlcen’den stand aard feitelijk ee’heid van teeken geld
bestond, eene eenheid, welke ook bij cle rverhoudin’g tus-
schen Nederland en Indië uit de bepalingen ‘der resp.
Muntwet,ten voortvloei.t. Het bezwaar daarvan is, dat
het on’voiwic’htige zilvergeld dan niet slechts als bin-
nenlandsch betaalmiddel kan ‘dien’en, ‘doch tevens bij
het ontstaan van koersverschillen boven een bepaal-
de grens kan. worden gebruikt als remisemateriaal
naar de gebieden, die tot ‘de Muntunie behooron. Zwit-
serland heeft dat tot zijn schade ondervonden en
moest ten slotte ter afwering van den toevloed van zilver overgaan tot maatregelen, ‘die de Latijnsche
Muntunie in het hart hebben getroffen.
Het gevaar nu, ‘dat Nedo:rian’d ‘door besten’diging
van de munteenheid met Indië zou kunnen loopen,
bestaat hierin, dat Indië, indien het te eeniger tijd

T’

668

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

28 Juli 1926

eens teveel Zilver mocht blijken te hebben, ‘dit zilver

naar Nederland zou kunnen teru.gzenden, zonder dat

liet moed erland met het toevloeien van d’it geld ge-
diend zou zijn. Dit gevaar is wél niet zoo hijzon’det

groot, want, zoolang het koersverschil tusschen Ne-
clerland en Indië binnen enge grenzen blijft, ial men

slechts tot gou•dremi’ses overgaan, ‘omdat daarvan .çle
verzendigskosten geringer zijn dan ‘die van zilver.
1)

Maar al liggen do ,,zilverpunten” verder vaneen dan
(Ie ,,goudpunten”, het is niet uitgesloten, ‘dat ook 4e

eerstgenoemde grenzen der wisselkoersen eens over-

schreden zouden worden, in welk geval zich •de be-

zwa:ren der bestaande munteen’heid zouden doen ge-
voelen.
2)
Zoolang Nederland en Indië voor een be-

langrijk gëdeelte elk hun ‘eigen weg gaan bij de geld-
voorziening, immers elk een eigen onafhankelijke cir
cuiatebank hebben, is het handhaven van eene munt-

eenheid niet op redelijke gronden te verdedigen. De

munteenheid moge al geen dadelijke gevaren opleve-

ren, het ligt tôch in de rede om haar op te heffen,
wanneer dat zonder bezwaar kan geschieden.
Ziedaar ongeveer de overwegingen •der Commissie,
waarmede wij ons in beginsel geheel kunnen ver-
oenigen. De argumenten, vroeger tegen de muntschei-
ding aangevoerd, hebben in den loop der jaren veel

van hunne beteekenis verloren. Meende Mr. N. P
van. den Berg ‘in 1913, dat de scheiding het crediet
van Indië zou schaden, aangezien het ondér het vigee-

rende ‘stelsel a.h.w. eene garantie voor zijn teeken-

geld van Holland heeft gekregen, zoo kan men zich thans, nu het crediet van Indië in de geheele wereld

wèl gevestigd is,
01)
‘dit argument niet langer beroe-

pen. Ook behoeft men zich niet langer tegen de munt-
scheiding te verzetten wegens de fintncieele risico’s,
welke ‘deze voor Indië met zich zou brengen. Meende
Mr. Vissering. in 1913 schei’ding op deren grond te

moeten ontraden, reeds in 1920 waren de omstand’ig-
heden .i. dei’mate gewijzigd, ‘dat deze kant van de

zaak geen bezwaar meer behoefde op te leveren. Indië
toch had uit de aanmuntingen ‘sinds 1912 •een Munt-fonds gevormd, ‘dat ‘als eerste reserve voor ‘de verie-
zen op eene mogelijke .ontmunti.ng van zilver.geld zou

kunnen worden gebezigd, terwijl voor wellicht denrc-
bare, doch overigens weinig waarschijnlijke verdere
verliezen’ zeer wel eene regeling te treffen is, waar-

bij met ‘de belangen van Indië op billijke wijze kan
worden rekening gehouden. En naast deze overwegin-

gen dient te worden gewezen op het feit, dat juist
sinds 1913 onze kenis van. de nadeelen van munt-
unies van andere landen, in het bijzonder in tijd van
oorlog, belangrijk is vermeerderd en dat deze kennis
niet kan leiden tot hoogere waardeering van dit in-
stituut als zoodanig. Thans de uitvoering van •de plannen der Commis-
sie. Het ligt voor de ‘hand, dat opheffing der he-
‘staande munteenhei’d, die allerminst urgent is, indien
mogelijk, niet, mag geschieden op een kostbare wijze.
Intrekking van alle thans circuieereu’de munten en
vervanging daarvan door andere munten zou veel
moeite en geld kosten en het resultaat zou daaraan
niet evenredig zijn. Daarom stelt de Commissie voor,
cat do scheiding slechts geleidelijk zal worden vol-
trokken ‘door versleten munten te vervangen door
munten van een nieuwen muntslag. Zij gevoeit er
niet voor om voor Indië verdere uitvoering te geven
aan cle reeds meermaJen genoemde wet van 1919,
waarbij ‘het gehalte onzer zilveren munten werd ver-
laagd, omdat zij meent, ‘dat dan het gevaar, van na-

i) Het omgekeerde gevaar, t.w.
.dat uit Nederland zil-
v’ea’geld naar Indië zal worden gezonden, acht de Commis-
sie thans evenmin urgent. Mocht het aich in de toekomst
blijken voor te doen, zoo zou cle Regeering daartegen, zoo-
als de Commissie opmerkt, kunnen optreden door het uit-
vaardigen van een uitvoerverboci van zilvergelci.
2)
Ook dient te worden gewezen op de mogelijkheid, dat
de Javasche Bank, in welker arbitragebedrijf de rente-
factor zooveel minder belang heeft dan hij andere baiiken
reds eerder dan particulieren tot zilververscheping naar
Nederland zou kunnen overgaan.

bootsing te groot zal worden en dat de bevolking

zulke munten van laag gehalte zal wantrouwen. Wel
gevoelt zij ‘daarentegen voor de in verschillende lan-
den genomen proeven tot het in circulatie brengen
van teekengel’d, waarvan ‘de intrinsieke waarde zeer

dicht bij de nominale ligt, buy. door toevoeging va n
een zeker qnantum goud.

Naar aanleiding van dit, voorstel rijzen twee vra-
gen. Vooreerst, is het wel ‘do meest eenvoudige weg

om ‘de scheiding te gaan bewerkstelligen dooi den vorm van het Indische geld te veranderen? No:ler-
land heeft een veel kleineren zilvervoorraad dan in-
‘dië en men kan de scheiding van het muntwezein even-

zeer hereilcen door aan de Hollandsche guldens en
rijksdaaiders geleidelijk een anderen vorm te geven.

Vreest men van nieuwheden •op monetair gebied

eenige onrust onder do Inlandsche bevolking, een
vrees, die wij overigens niet geheel gemotiveerd ach-

ten, gezien het ook door de Commissie erkende feit,
dat ‘de Indische mu:ntbiljetten nimmer door de be-
volking zijn gewantrouwd, zoo zou de zooeven aange-
geven weg het voordeel hebben, dat men ook deze

kwade kans, gesteld dan dat daarmede inderdaad ge-
rekend zou moeten worden, wordt veimeden.
Dat wij: ook voor het duurder maken van .de In-

‘dische guldens, rjlcsdaal’ders en halve guldens weinig
kunnen gevoelen, behoeft geen betoog meer, na het-
geen in ons vorige artikel werd opgemerkt oyer de

wenscheiijkheid om in dit opzicht’ juist tot eene zui-
niger gei’clvoorziening te geraken.

Er zijn intusschen nog enkele punten bij ‘de nadere

uitwerking van ‘de plannen ‘der Commissie, welke niet

onvermeld mogen blijven. Vooreerst is het duidelijk,
dat door opheffing van ‘de bestaande munteenheid
Nederland gevrijwaard zal zijn voor terugvloeiing van
zilver uit Indië en dat ‘daarmede het moederlan’dsche

belang gediend is. Maar ‘de mogeiij’kheid bestaat,

.dat Indië, dat thans een eventueel teveel aan zilver
aan Nederland kan kwijt raken, na scheiding van het
mnntwezen eens zou willen overgaan. tot oritmunting
van een ‘deel van zijn z.ilvei’gel’d. Het geval is wei niet
waarschijnlijk, maar toch mogelijk, en daarom heeft
de Commissie goed gedaan het onder oogen te zien.
Zij stelt nu in haar Advies ‘voor om voor de verliezen,
welke Indië in dat geval zou lijden, een ‘onderscheid
te maken tusschen dat bedrag aan zilvergeid, hetwelk
werd aangemun’t onder v.igueur van de Indische Munt-
wet 1912, ingevolge welke de op aanmunting gemaak-
te winst in het Indische Muntfonds is gestort, en de
rest van het in Indië cir.cuieerend zi]’vergeid. Terecht stelt ‘de Commissie zich op het standpunt, (lat liet zil-
ver tot het bedrag, dat sinds de wet van 191.2 is aan-
gemunt, geheel voor risico van Indië komt. Blijkt ‘het
verlies op een te orttmunten qn m
antu zilver, ‘dat niet
grooter is dan ‘do aanm.untingen sinds de nieuwe
mun.tvet, eventueel grooter dan het mu.ntfonds, zoo
moet derhalve Indië daarvoor opkomen. Anders wordt
het geval, wanneer Indië nog meer wil gaan out-
munten, dan er sinds 1912 aan zilver is bijgelcomen.
Dan zou het ‘onbillijk zijn het verlies op Indië te laten
drukken, althans ‘voor het ‘volle bedrag, aangezien het
hier ten ‘deele zilver betreft, dat van Nederland naar
Indië is toegevloei’cl sinds het tijdstip, waarop wij tot
den hinkenden standaard zijn overgegaan. Het is

moeilijk na te gaan, in ‘hoeverre Nederland en in hoe-
verre Indië hier liet risico moet dragen. De ‘Commis-
sie is daarom zoo verstandig geweest •den knoop ‘door
te hakken en ‘doet het voorstel het verlies tot een
bedrag van 25 mi.ilioen
01)
Nederland te doen druk-
Icen. Zooals gezegd, het is niet waarschijniiji, dat
Indië ooit tot zoo ‘aanzienlijke bedragen teekengeld
zal gaan int,.reklcen, want dan zon er in de toekomst
een enorm teveel moeten ontstaan. Maar evenals de
geheele regeling van ‘de opheffing der munteenheid
op rnogeiijkheden in .de toekomst gericht is, zoo was
het ook hier goed om met alle oventualiteiten reke-

ning te houden.
De leiding van ‘de ‘distributie van het zilver in

28 Juli 1926

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

indië wenscht. cle Commissie aan cle Javasche Bank
0
.1) te dragen, waardoor ‘de uniformiteit in de geidvoor-
ziening van het land zal worden bevorderd. Mocht de
Javasche Bank van oordeel
zijn,
dat de zil’vervoorraad,
relkeu zij zal hebben te beheeren en die een onder-
deel van hare metaaidekking zal vormen, te groot zou

woeden, zoo stelt cie Commissie voor, ‘dat de Regee-
ring •de circulatiebank de goudwaarde van dezen zil-

vervoorraad zal garandeeren, opdat ‘zij uit ‘clezen hoof-
de geen verliezen zal lijden.

Met betrek1cin. tot de inwisseling ‘van het bank-

papier in Indië heeft de Commissie geen wijziging
van den bestaanden toestand voorgesteld. :Dat be-
hoefde ook niet, omdat zich volgens haar Advies voor

Indië niet cle moeilijkheden voordoen, welke men in
Nederland zou ontmoeten. Het zilvergel’d toch zal in In’cFiö niet van, karaicter veranderen en de Javasche
Bank zal het dus ook in ‘d’e toekomst kunnen beiigen
voor cle inwisse]ing van haar bankpapier.
Wei stelt ‘de Commissie voor om eene bepaling uit
do Javasche Bankwet 1922 te schrappen, t.w. het
vierde lid van artikel 15, waarbij aan de circulatie-
bank ‘cle verplichting wordt opgelegd om ‘tegen inle-

vering van munten met kracht van wettig betaal-

middel tot ieder bedrag bankpapieL ter heschikking
te ‘stellen ‘van het Gouvernement. Dit laatste heeft
liet daardoor in de hand om den z:ilvervoor:raad van
de Ja’vasche Bank ad libitum op te voeren. Dat acht
do Commissie onjuist. B]ijkt er een teveel aan zilver-
geld te bestaan, zoo moet niet de circulatieba.nk daar-
mede worden opgescheept, •doch ‘de Minister van Ko-
loniën moet dezelfde bevoegdheid krijgen, welke reeds
in 1884 aan ‘zijn collega van Financiën is toegekend,
t.w. om een zeker bedrag aan zilvergeld in te trek-
ken en het zilver te ‘verkoope.n. Deze bevoegdheid be-
hoefde onder het ‘vigeereude stelsel in de Indische

Muntwet 1912 niet te worden opgenomen, ‘doch dit
zal in geval van muntscheiding wel moeten ge-
schieden.

Ten aanzien, van •de Indische Müntbiljotten doet de
Commissie een voorstel, dat overeenkomt met dat ‘voor
het moederlan’d. Wij hebben onze bezwaren tegenover
het laatste reeds in ons ‘vorig artikel uiteengezet en
behoeven ‘deze dus niet te herhalen, liet treft voor
Indië welhaast in nog meerdere mate, ‘dat de Com-
missie niet heeft voorgesteld om ‘de Javasche Bank
bevoegdheid te geven tot uitgifte van klein papier-
geld, waar zij. ‘deze instelling, ‘zooals wij zagen, de

leiding wil gven bij de distributie van ‘het zilvergel.d.

Aan het slot van haar Advies behandelt ‘de Com-
missie enkele ondergeschikte punten, waarvan wij nog
even melding willen maken. Zoo ‘vooreerst ‘de vraag,
of Indië een eigen muutfabi-iek zal moeten hebben,
als de scheiding doorgaat. De vorige President van
de Ja’vasche Bank, do heer Zeilinga, tegenstander
van de scheiding ‘van het muntwezen, meende, dat,
mocht het hiertoe komen, ‘de noodzakelijke consequen
tie zou’ zijn, ‘dat , Indië een eigen muntfabriek zou
krijgen.
1)
Met Mr. V’issering
2)
en ‘den Muntmeester Dr. Hoitsema
2)
is de Commissie terecht van meenin’g,
dat zulk een muutfabriek niet noodig en zeer duur
zou zijn. Zij voegt ‘daar ‘overigens ‘aan toe, dat dit eene
zaak is, waarover t.’z.t. de Indische autoriteiten ‘zullen
hebben te beslissen en die niet van Nederland uit kan
worden uitgemaakt.

Een ander punt betreft ‘de vraag, of bij scheiding
van het muntwezen ook moeilijkheden kunnen ont-
staan bij ‘de betaling van coupons en lossingen ‘der
Indische leeningen. De Commissie meent van niet, aangezien bij de uitgifte dezer leenin.gen werd uit-
gegaan van ‘do veronderstelling, ‘dat ‘deze betalingen
ter
.
keuze ‘der houders zouden kunnen geschiedeia in
‘) Verslag van den President van de Javasche Bank
1922/3, bl’z. 33,
v.v.
2)
Muritwezen en Circulatiebanke
n
in Ne(lerlandseh-J,n
c
lië,
blz. 379, v,v.
2)
De Econornist
1921, blz. 755, v.v.

Holiancische of iii Indische guldens. Feitelijk zijn dat

reeds thans twee verschillende geldeenheden. Eene
munt’scheiding zal dus in den toestand geen ve:ran-
•do:ring brengen.

Wij meenen hiermede het voornaamste uit het Ad-
‘vies ‘van de Staatscommissie voor ‘het Muntwezen te

hebben aangestipt. Het blijkt, ‘dat de Commissie in
Indië aanmerkelijk minder heeft willen veranderen

dan in het moed erland: in ‘de kolonie geen beperkin.g

van ‘de kracht van wettig betaalmiddel van het ‘zil-
v’ergeld, geen verandering derhalve in ‘de wijze van in-
wisseling van het bankpapier ‘der circul’atiebank met

alle gevolgen ‘van dien. Hoofdzaak vormen de maat-
regelen tot ‘geleidelijke opheffing ‘der munteeriheid
iret het nioederlancl.

Daarmede kunnen wij’ instemmen. De Commissi.e
‘is,erin geslaagd, om niet slechts een voorstel te doen,
dat in ‘theorie bevredigt, ‘doch ‘zij heeft ‘tevens cciie
wijze van doorvoering van het voorstel aan d’e hand
gedaan, waardoor ‘de kosten beperkt zullen blijven.
Daar staat echter tegenover, dat tegen verschillende

détails van het plan nog wel enkele ‘bedenkingen ‘kun-
nen worden aangevoerd.

Ook met betrekking tot Indië geldt echter datgene, wat wij reeds bij de bespreking van de ‘voor Holland
bestemde voorstellen hebben opgemerkt: ‘de Commis-
sie heef t zich geh’ouden ,aan eene hervorming van het
bestaande stelsel van ons muntwezen, ‘doch heeft

zich niet gewaagd aan voorstellen, ‘clie verder ‘dan di.t
kader gaan. Ook na het verschijnen van dit belangrijk
Advies zal daarom over ‘deze zaak het laatste woord
nog wel niet gesproken zijn. G. M. V. S.

DE VRACHTENMARKT GEDURENDE DE EERSTE

ZES MAANDEN VAN 1926.

”Stelt de overzichtschrijver, ‘die wekelijks of half-

maandelijks voor de taak geplaatst wordt een beschou-
wing aan ‘de vrachtenmarkt te wijden, zich bloot aan
het allerminst den’kbeeldige gevaar in weinig belang-

wekkende herhalin’gen te vervallen, het verwijt van
eentonigheid behoeft den schrijer, ‘die zijn ,,’kroniek”
over een halfjaarlijksc,he periode uitstrekt niet te tref-
fen. ‘Dit geldt meer in ‘het bijzonder ‘het thans afge-

sloten zes-maan’delijksche tijdvak, dat retrospectief

beschouwd een merkwaardig prijsverloop te zien geeft
en het materiaal verschaft, ‘dat mij in staat stelt, om
voor ‘dit tijdschrift een overzicht ‘der vrachtenmarkt
gedurende het eerste ‘semester 1926 te schrijven. Door

zeer ruim aanbod van ‘tonnage en ,inferieure, lichte
kwaliteit tarwe ‘liep het vrachtenpeil in ‘de La Plata-
rivier reeds in de eerste maand des jaars in verge-

lijking met ‘de hooge Decembervrachten niet minder
‘dan 5/- per ton tot circa
11/-
voor Januari/Februari
ruimte van ‘de benedenrivier terug. Ook de Noeid-
Amerikaansohe markt was ‘bij gebrek aan vraag naar
graan zoowel op het Europeesche Vasteland als in
Engeland, uitermate lusteloos. Met uitzondering van
Australië, dat een aantal schepen bevrachtte ‘op de
basis van ca. 43/6 per ton van Zuid-Austrajjë ‘of

Victoria naar de Middellandsche Zee/Ver, K’on.fEur.
Vasteland, waren ‘de zaken op de Oontersche markt beperkt, terwijl ertsvrachten van de Middellandsche
Zee op een laag peil bleven. Kolenvrachten van Wales
naar Zuid-Amerika ‘daarentegen waren als gevolg van
de weinig gunstige thuis’vrachten – reeds eerder
wezen wij op deze wisselwerking – ‘aanvankelijk prijs-

houdend op basis van ca. 15/6 per ton. Een teleur-
stellend begin derhalve en ‘de desillusie was voor de
reeders te pijnljker waar het vrachtenpeil aan het

eind van 1925 voor de zooveelste maal verwachtingen
van betere tijden voor de algemeene vrachtvaai’t had
gewekt.

De lu’stelooze stemming op de La Plata-markt, ge-
accentueerd door het overvloedig aanbod van ruimte,
droeg er toe bij de vrachten van ‘de overige af laad-
centra te drukken. Steeds weer blijkt, welk een ge-
wichtige rol deze ,,pivot-market” speelt. Bij levendige

670

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

28 Juli 1926

vraag naar ruimte van Zuid-Amerika loopon de vrach-

ten van Ouba, ‘van de Golf van Mexico en van Noord-
Amerika en – door indirecte wisselwerking – van

Australië en Montreal bij minder ruim aanbod van

tonnage dan anders het geval pleegt te
zijn,
in meeT-

deze of mindere mate op. Precies het tegenoverge-
stelde ziet men gebeuren bij geringe vraag naar ruim-

te van de La Plata-rivier. De gewoonlijk maar al te
talrijke op speculatie daarheen gedirigeerde schepen

drukken de markt niet alleen tot een vaak belachelijk

laag peil – wij toonen dit nog nader met cijfers aan
– maar worden vaak ook deels genoodzaakt bi.j gebrek

aan retouriading elders emplooi te zoeken. Dit zagen wij wederom in Januari gebeuren toen booten in bal-

last van •de La Plata-rivier en Rio de Janeiro naar

Australië, een ballastreis van 38140 dagen, en van
Brazilië naar de Noord-Pacific, een ballastreis van
ca. 35 dagen vertrokken. Terloops releveeren wij het

troostelooze schouwspel in de eerste maand des jaars
van een ballastreis van Port-Said naar Vancouver –
43/45 dagen – om daar tot het poovere vrachtcijfer
van 30/- per ton een ‘lading graan voor het Vereen.
Kon.fVasteland te laden. Toen van de La Plata-rivier
nog 18/- werd betaald – een cijfer dat op zichzelf

allerminst reden tot voldoening geeft – was het mo-
gelijk van Austra]ië 42/6 i 4316 per ton te bedingen.

Toen cci ter de vracht van Zuid-Amerika tegen het

einde van Januari terugliop tot 15/-, zakte het vrach-tenpeil van Australië tot ca. 351-, de vrachten van de

Pacific van 32/6 tot 30/- per ton en graanvrachten van

Noord-Amerika van 31- tot 313 per quarter van 480
lbs. zwaar graan tot circa 213 per quarter.
De toestand werd nog verergerd door het vrij groot

aantal schepen, dat zoowel van Engeland als van Rot-
terdam – ten gevolge der staking in de Noord-Ame-
rikaansche anthracietmijnen – aanvankelijk tegen

geheel onvoldoende vrachtcijfers naar Noord-Amerika
werd bevracht. Terecht redeneerden reeders, dat een
dergelijke reis, die een deel der kosten aan de uit-

reis verbonden, dekte, een risico was, dat men redelj-
kerwijze mocht loopen; men was dan in Noord-Ameri-
ka ‘met een klein verlies, dat bij een normaal verloop
der thuisvrachten gemakkelijk kon worden gedekt.
Eens te meer ondervonden deze reeders •echter, dat

in het na-oorlogsch tijdperk alle logica faalt ‘en de
werkelijkheid altijd weder anders is dan de op jaren-
lange – v66r-oorlog – ervaring gegron’de berekenin-
gen. Noord-Amerika toch exporteerde bij gebrek aan

vraag bijna geen igraan naar Europa en dooi’ ‘de in-
eenstorting van de La Platamarkt volgde het vr.ach-
tenpeil der nabije markten als Gulf, Ouba, etc., zooals
wij hierboven reeds aantoonden, overal een dalende
richting. Zoo zagen wij in de maand Februari het al
even ongewone cshouwspel van baliastreizen van
Noord-Amerika naar Europa. Men bedenke, dat dit
geschiedde in een tijd die anders voor het reederij-

bedrijf niet tot de slechtste des jaars behoort.
Eind Februari werd een pr.ompte boot van 1500
tons van Bahia Blanca naar het Vereen. Kon/Vaste-
land bevracht op basis van 1116 per ton. Van Cuba
werd voor het vervoer van ‘suiker naar dezelfde be-

stemmingen het lage cijfer van 15/- betaald, terwijl
Noord-Amerika een boot van ca. 6000 tons naar het
Vasteland bevrachtte op basis van 119 per quarter.
Men behoeft ‘deze cijfers slechts met die weLke in
Januari betaald werden te vergelijken om ook als leek
den omvang der ‘depressie op de vrachtenmarkt te

realiseeren.
Gezien de abnormaal lage thuivrach’ten van Zuid-
Amerika moest het peil :der uitgaande kolenvrac’hten
wel stijgen ten ein’de ruimte voor Zuid-Amerika te
secureeren; zoo zien wij dan ook de vracht voor kolen
van Wales naar Buenos Ayres/La Plata tot 20/6 P.

ton voor eind Februari aflading oploopen.
Ook Maart brengt aanvankelijk geenerlei verbete-
ring, ‘doch ‘tegen het einde dier maand oiitwikkelt
zich eenige meerdere vraag van Zuid-Amerika, terwijl

met het oog op de mogelijkheid eener staking in de

En’geische mjnën per ulto. April ook ruimte voor

het vervoer van kolen naar de, Middellandsche Zee en
Zuid-Amerika goed gevraagd blijft. Eind Maart/begin
April komt een aantal bevrachtingen voor .prompte
zoowel als April/Mei tonnage van de La P1ta rivier
tot stand en wel tot vrachtcjfers, varieerend tus-

schen 14/- en 20/-, al naar gelang van grootte en po-
sitie. De hoogste vracht werd bedongen ‘door de

,,Magdalena” der reederj’ Lensen te Te.rneuzen, een
,,spot”-boot, •d.w.z. ter plaatse aanwezig zijnde, voor

het vervoer van ca. 4000 tons lijnzaad. Trouwens de
hoogere vrachten werden uitsluitend voor de spoedig
beschikbare ruimte betaald. Van Noord-Amerika wa-
ren de vrachten voor graanvervoer daarentegen op het

uiterst lage peil van $ 0,08 per 100 lbs. voor gerst,
terwijl Cuba zonder moeite ruimte ‘kon bevrachten op
basi.s van 131-, met bestemming naar Vereen. Kon./

Vasteland.
Eind April toont de vrachtenmark’t geringe teeke-
nen van herstel. La Plata bevracht een aantal schepen

voornamelijk voor Mei-aflading tot vrachten va-
rieerend tussohen 11/6 en 21/- per ton; San Domingô suiker-exporteurs betalen 1519 tot 1613 per •ton naar
Vereen. Kon./aste1and en Montreal ‘doet zijn intrede

‘door ‘enkele schepen te bevrachten op basis van 12Y2’ è.
13 doliarcents per 100 lbs. naar Antwerpen/Hamburg.

De Oostersche markt verkeert nog ‘steeds in een toe-
stan’d van uiterste depressie; van Sydney wordt een
boot van circa 5000 tons bevracht tegen 21/6 per ton,
lossen in het Vereen. K.on./Vasteland/Middell. Zee.
Kolenvrachten van Wales naar Zuid-Amerika zijn als

gevolg van de betere thuisvrac’hten teruggeloopen tot

151- a 16/- per ton,
terwijl
‘de vraag voor ruimte naar

de Middellan’dsche Zee aansd’enljk minder is met als
gevolg lagere vrachten. De ertsvrachten van de Mid-
deilandsche Zee blijven intusschen op een peil, waar-
bij het loonender is ‘de schepen van grooter type, die

met kolen zijn uitgegaan, in ballast huiswaarts te doen keeren. Wei worden verschillende booten met het oog
op het ‘dreigende kolen-conflict, van Huelva en Sebe-
nico naar Noord-Amerika bevracht doch de cijfers die

hiervoor betaald worden zijn al evenmin aantrekkelijk.
Wanneer in Mei het werk in de Engeische kolenmij-
nen – met als kort maar hevig intermezzo de alge-
meene staking – wordt neergelegd, zien wij aanvan-

kelijk weinig verandering op de vrachtenmarkt. De
zaken van Zuid-Amerika zijn beperkt van omvang, al handhaven de thuisvrachten zich vrijwel op basis van

181- tot 20/- per ton, terwijl
de zaken van Noord-Ame-

rika zich voornamelijk beperken tot kolenvrachten

van Harnpton Roa’ds naar Zuid-Amerika en de Mid-
‘dellandsche Zee. Engeland heeft nanvankeljk nog vol-
‘doe’nden voorraad en de handel geeft voorloopig de

voorkeur aan een politiek van afwachten. Voor reeders
wier ‘schepen aan deze zijde van den’ AtAantischen
Oceaan zijn, is intusschen •de reeds ‘spoedig scherp
oploopende prijs der Westfaalsche bunkerkolen een
zeer na’deeli’ge factor, ‘die de reis-resultaten te meer
beïnvloedt waar tegenover deze meerdere uitgave voor-
alsnog ‘geen eciuivalent in een ‘hooger vrachtenpeil
wordt gevonden. Medio Mei ontwikkelt zich goede
vraag van Montreal tot ‘ oploopende vrachten, nl. 14

dollarcents per 100 lbs. naar Antwerpen/Hamburg,
17 dollarcents per 100 lbs. naar ‘de Middellandsche
Zee. Volledigheidshalve vermelden wij den nog steeds
troosteloozen toestand der Oostersche markt, waar de
hoogste vracht, ‘die van Bombay[Marmagoa/Karaehi te

maken is 1316 i 14/- per ton draagvermogen bedraagt.
Men vergeljke dit cijfer met vrachten van 301- per
ton draa’gvermogen in Januari/Februari ’25 betaald
om zich een ‘duidelijk beeld te vormen van de ,,de-
pressie in het Oosten”! Ein’d Mei komen ‘de eerste be-
vrachtingen voor het vervoer van kolen van Noord-
Amerika naar ‘het Vereen. Koninkrijk op basis van
$ 2,75 per ton met rje, gegarandeerde lossing tot

stand. Uit
cijfer
laat bij den hoogeren prijs ‘der bun-
kerkolen die voor de uitreis moet worden betaald, geen
winst van eenige beteekenis en het is duidelijk, dat de

28 Juli 1926

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

671

vrachteri, naarmate cle vraag aanhoudt en zich uit-
breidt, moeten oploopen. Dit geschiedt dan ook in den

loop der maand Juni, toen voor ,,spot”-booten $ 4,25
per ton werd betaald. Men krijgt eenig idee van den
grooten omvang dezer kolenhevrachtingen, wanneer
men zich rekenschap geeft van het feit, dat gedurende

1e achtste week van de kole.nstaking circa 80 schepen
voor het vervoer van kolen van Noord-Amerika naar

Engeland werden bevracht! Zelfs tot de inmiddels tot
circa $ 4 voor eind Juli [begin Augustus gedaalde
vracht, zijn deze koleniadingen allerminst van aan-
trekkelijkheid ontbloot. Teiiswakr
zijn de bunker-
prijzen voor WTe
s
tf
aa
l
sc
h
e
kolen – het overgroote deel
der schepen in ballast van Engeland, ‘Scandinavië of
ons land vertrekkend en niet voldoende bunkerkolen
aan boord hebbende, bunkert aan de Vondelingen-
plaat, in do Poortershaven of in Schiedam – thans

gestegen tot circa 281- per ton voor ongezeefcle kolen

met opties ten aanzien der gedeeltelijke levéring van
gezeefde kolen tot ‘hoogeren prijs dan wel van briket-

ten of ejerkolen, doch te FTampton Roads leveren ‘de bevrachters eik gewenscht kwantum tegen $ 5,10 vrij aan boord en gotrimd in ‘de bunkers. De schepen zijn
met inbegrip van tijdverlies uit hoofde van ontsmet-
ting – de qua.ran’taine-voorschrjften zijn i.n cle Ver-
eenigde Staten zeer scherp – binnen
213
‘dagen bela-
den, do reis over den Transatlanti’schen Oceaan is in
dezen tijd van het jaar niet zoo bezwaarlijk en ‘,,the
only fly in the ointment” is de ten gevolge van ‘de
verouderde outillage in de meeste Engelsche havens
uiterst trage lOssin.g.

Door de groote vraag naar ruimte voor ‘deze kolen-
transporten zijn ‘de vrachtcijfers van Montreal, van
‘cle Golf van Mexico, eve.tals van Cuba en Zuid-
Amerika vrij scherp opgeloopen. Montreal doet welis-
waar zeer weinig zaken, maar •de vrachten bewegen
zich op basis van ongeveer 15 á 154 clollarcents per 100 ]bs. zwaar graan. Voor Juli tonnage van de Gulf
wordt circa 20 dollarcents per 100 lbs. zwaar graan

naar Rotterdam/Antwerpen betaald, Cuba is in de
markt
0])
basis van 2110 per ton naar het Vereen.
Kon/Vasteland en ‘de reeders ‘die ,,spot”-booten in de
La Platarivier hebben, weigerden 291- per ton en ver-
langen 1/- meer.

De Korte Vaart profiteert mede ten gevolge der
vraag voor ruimte van Duitsche Noord- en Oostzee-
havens, Rotterdam en Antwerpen voor kolenvervoer
naar Engeland, waarvoor naar ‘gelang van grootte en
bestemming 6/- á 816 wordt betaald. De houtvrachten
zijn dit seizoen op laag peil en weinig loonend.
Is het
0])
‘dit oogenblik dus ontegenzeggelijk ,,couleur
cle rose”, wij herhalen wat wij reeds elders als onze
meening u’tspraken toen wij de huidige ‘opleving ,,a flash in the pan” noemden. De gangmaker is Noord-
Amerika als Icolenoxporteur en het is duidelijk, dat

op ‘dozen toevalligen factor geen reëole verwachtingen
eener blijvende verbetering ‘gebaseerd mogen worden.

Wij laten de dreigende voornemens van ‘den U. S.
Shippingboard, die, naar verluidt, voornemens is ca.
500.000 tons ruimte voor ‘cle graanvaart van de Gulf
uit te rusten met graanschotten ete. en in de vaart
te brengen ,,ten einde aan ‘de uitbuiting van ‘den Ame-
rikaanschen graanhandel door de buitenlandsche ree-
ders paal en perk te stellen” buiten beschouwing en
bepalen ons tot ‘de oorzaalc der huidige stijging en de
logischerwijze te verwachten gevolgen van een ophef-

fing der kolenstalciug. Deze ‘gevolgen zullen zich, in-
dien wij ons niet zeer bedriegen, uiten in een terug-
lceer van het vrachtenpeil tot het pre-stalcings niveau.
Niet eens zijn wij het met enkele optimistische ree-
ders, ‘die voor de zooveelste maal in ‘den hui’digen
,,boom” aanwijzingen eener ‘algemeene opleving be-
speuren. Veeleer beschouwen wij do kolenstaking als

een oorzaak van ornstige ontwrichting onder welker
noodlottige gevolgen de weieidhandel nog gedurende
langen tijd gebukt zal ‘gaan. Ook ‘de financieele moei-
lijkheden in Frankrijk
en
België zijn voor de beoor-
deeling der naaste toekomst niet te verwaarloozen

factoren. Tegenover ‘de hausse van het oogenblik.
vijf maanden van verlies-latende vrachten en een on-
zekere toekomst! ‘De modeine reeder is door de erva-

ring der laatste jaren echter opportunist geworden
en zoo zijn wij ‘het duo Oook & Smit]) dankbaar voor

de huidige opleving en brengen wij het ,,make hay
.vhi1st the sun shines” dankbaar in practijk.

Rotterdam, Juli 1926.

C. V.

DE BELGISCHE FRANC.

De heftige schommelingen, die ‘de Fransche franc

ten gevolge van de herhaalde wisselingen van mi-

nisterie heeft gemaakt, hebbenweer eens de aandacht

gevestigd op cle willooze afhankelijkheid waarin de
Belgische franc zich tegenover hem bevindt. Alhoe-
wel het, niet te ontkennen valt ‘dat men in België al-thans meer goeden wil heeft getoond om de munt te

stab.iliseeren, en men ook tot een concentratie van be-

voegdheid in handen ‘der regeering heeft toegestemd,
die onmiddellijk en doortastend optreden mogelijk
maakt, heeft de Belgische franc alle schommeU ogen
van den Franschen meegemaakt. Dit kan niet aan iets
anders toe te schrijven zijn dan aan het feit, dat cle maatregelen der rcgeering een verkeerden weg uit-

gaan en daardoor zonder effect blijven. Mcii

zou kunnen zeggen, ‘dat, het Belgisch stabilisatieplan
zoo absoluut onvruchtbaar is, omdat zijn principieele
grondslag niet deugt. Deachterljkhei.d ‘van ‘den stand
‘der economische theorie in België wreekt zich hier
op een lugubere wijze.
Ten eerste
is daar het probleem
der bezuinigingen op de staatsuitgaven, en de ver-
hooging der belastingen. De ernst hiervan is nog

steeds niet tot ‘de verantwoordelijke personen doorge-
drongen. Men denlct nog steeds alleen aan den psycho-
logischen invloed van de aanlcondiging van bezuini-
gingen, die inderdaad bestaat, maar vergeet, dat
deze invloed slechts blijvend kan zijn wanneer hij door
werkelijke bezuinigingen wordt versterkt.

Wat ervan te zeggen, ‘dat men een vermindering der uitgaven heeft verkregen door 10,750 millioen

aan bonen voor den postchequedienst over te schrijven
van het bud’get op ‘de uitgaven van dien dienst, of
door ‘de 20 millioen jaarlijlcsehe uitgaven voor de pen-
sioenen ‘der oud-strijders over te schrijven op de.

begrooting van ‘s lands schuld, zooclat men deze ver-
bruiksuitgaven, op een oogenblilc, dat het land zucht
onder ‘de schulden, toch maar weer op de kapitaalre-
koning schrijft.

Het verslag van den heer
C.
van Overberg/s
aan
den Senaat, aan lietwelk deze punten ontleend zijn
(hij vindt er geen aanleiding tot kritiek in), is ‘dan
ook van een groote voorzichtigheid in zijne conclusies,
wat betreft de mogelijkheid eener sluitende hegroo
ting. Hij zegt toch:

Uit gedlachtenwisselingen blijkt, dat de Regeering nog
geen ‘definitief plan heeef t vastgestel.dl;
doch zij zal geen
nieuwe belastingen nveer vestigen. (T
7
erkl 04-in(1 Dam. dan
heer Francqni aan de pers op 26 Juni 1926).
(dus in dit
opzicht heeft de I’egeeiing zich reeds gebonden v. 0.).
Op te merken valt, dat
zoo
de Regeerin, zooals hooger
gezegd wordt, 250 millioen bezuinigingen verwezenlijkt,
z66
zij erin slaagt het orediet te herstellen en er
aldus
toe komt cle voor cle Nationale Kas voor oorlogspensioc-
nen voorziene leening to doen werken (dit is het brengen
op cle kapitaalrekeniug (Ier pensioenen
v.
0.), zoo men
rekening houdt met de hoogere opbrengst van sommige begrootingsont’augsten, voorzien uit boot cle van de da-
ling van ‘den franc;
zoo
naar het voorbeeld der vorige
Jaren, cle rechtst’reeksclie belastingen meer zullen op-
brengen dan werd voorzien;
zoo
men rekent dat de
staatsbedrijven zich zullen moeten kunnen bedruipen (er
is nu een tekort van ruim 400 millioen, v. 0.) zelfs
voor cle uitzonderlijke werken,
dan
schijnt het dat,
indien
deze vooruitzichten worden verwezenlijkt, en in de mate
waarin zij het zullen worden, er zich in het
tekort
der
begrootingen
?nerlcelijke verbeteringen zullen doen ge-
voelen ((lus
ook dan nog geen evenwicht).

Tusschen de maatregelen, die de regeering onder-

tussc’hen getroffen heeft, heeft vrijwel geen enicele

672

ECONOMISCH-STAiiSTISCHE BERICHTEN

28 Juli 1926

betrekking op het bereiken van bezuinigingen op c1e

uitgaven.

1

Wel daarentegen, •en dit is het
tweede punt
vaii

belang, hebben die maatregelen betrekking
01)
het op-‘

leggen van spaarzaamheid aan de bevolking. Bruin brood, beperking van ‘het lichtverbruk, sluiting der

nachtcafé’s ewz., enz. Hierbij’ hinkt de ‘regeeing oj
twee gedachten, want het evenwicht in de begrootin

wil zij juist bevorderen •door orirecbtstreeksche belas”

tingeil die dus uitgaan van de ‘veronderstelling van

een gelijkblijvend verbruik. N
i
, is het ongetwijfeld

altijd nuttig de spaarzaamheid aan te moedigen. Maar
men vraagt zich toch eenigszins verwonderd af, wat

deze maatregelen met het tekort op de staatshegroo-

ting ‘hebben te maken. Het is echter weer de leer van

‘de betalingsbalans, die de heeren tot deze maatregelen
heeft geleid. Men moet den invoer tegengaan om het
geld te ‘stabiliseeren. Op deze nevenkwestie; die zich

wel van zelf zou. regelen, concentreert zich alle aan-
dacht. Hiertoe wordt ook cle geiduitvoer verboden en

tegengegaan. Zoo is het parket opgetreden bijt een
Antwerpsche bank, die er in de pers van beschuldigd

werd, francs
OP
buiteniandsche markten te ver]coopen.

Het komieke in het geval is, dat een der beheerders

dezer bank is. . . . de heer
Fi-ctn.cjui,
de ,,groote man”

van ‘dit ministerie, die aldus een ‘der eerste slachtof-fers van zijn eigen maatregelen zou moeten worden:

Een bewijs, hoe onwezenlijk deze bepalingen zijn.
De laatste berichten spreken ‘zelfs van het oprich-
ten van een circulatiebani voor ‘goudfrancs, waar de
oxportindustrie alleen gebruik van zou kunnen ma-

ken. Alhoewel ik nauwelijks op grond van het niet
bevestigde bericht kan gelooven, dat men zoo ver z&u

gaan in de dwaasheid, zou het niet met de men tal iteit
die zich in alle maatregelen verraadt, in ‘strijd zijn,
wanneer het wel geschiedde. Deze maatregel zou na-
tuurlijk ‘de yolledige instorting van ‘den ouden Belgi-

sch’en franc ten gevolge hebben.

Ten, de?-cle
blijft de aandacht van de rêgeering zich

in eene veel te hooge mate concentreeren op het pro-

bleem ‘der vl’ottende schuld. De voorstelling van de
zaak, die algemeen wordt gegeven, dat wanneer men
dezen hoek maar omzeild heeft, de weg naar de stabi-

lisatie reeds half is afgelegd, getuigt van een angst-
w’ekkend gebrek aan gevoel voor proportie. Men zou
met meer juistheid ‘kunnen zeggen, •dat ‘de oplossing
der kwestie ‘der vlottende schuld een gevolg moet zijn
der stabilisatie dan omgekeerd. Deze week zal de
poging ‘ondernomen worden om dit probleem der vlot-
tende schuld zelfstandig op te lossen. Dit moet ge-

schieden •door de oprichting der
,,Maatschap pij der

Belgische Spoorwegen.,
deze zal opgericht worden met

een kapitaal van 11 milliard. Deze komen aan den
Staat, in ruil van het spoorwegnet, 1 ‘milliard en-
vervreemdbare aan.deei’en ‘houdt hij in portefeuille,

10 milliard worden gestort in het amortis’atiefonds
der vlttende ‘schuld, dat ze in coupures van 500 franc
zal verkoopen, en er vlottende ‘schuld (bedrag 8 mil-
hard) voor zal inkoope’n â rato van 2 milliar’d per jaar.
Er wordt verwacht, ‘dat deze aandeelen koopers

zullen vinden, eenerzij’ds onder de houders der vlot-
ten’de schuld, anderzijds in het buitenland. Ik kan

•dit optimisme tot mijn spijt niet deelen.
Welke reden zou men hebben, wanneer men de
schatkistbons van ‘den Belgischen Staat niet aan-

vaardt, ‘de aandeelen van de ,,Maatschappij der Bel-

gische Spoorwegen” wel aan te nemen?
De aandeelen zullen ‘in de eerste plaats een vaste
renté genieten, waar de Staatskas borg voor staat,

en verder zullen zij voor de helft deelen in de over-

winst, die gemaakt wordt.
De schuld van den Staat in zijn geheel wo’rdt ge-

waarborgd door de bezittingen en ‘de inkomsten van
•den Staat. Wat men met deze manoeuvre doet is: een
bepaald gedeelte van schulden en bezittingen uit den
algemeenen boedel nemen en apart, te administreeren.
Een voordeel kan dit alleen opleveren voor de hou-
ders van die nieuwe titels, wanneer men een veel

grooter gedeelte van ‘den bode1 dal) van cle schulden

afz’ondert. Dit zal dân wel ten opzic’hte van, de hou-

‘ders van andere staatschuld een grof machtsmisbruik
beteekenen. Maar ‘t zal althans een oplossing brengen.
Nu is ongetwijfeld de verhouding der waarde van

.het Belgisch spoorwegnet tot 8 milliard, gunstiger
dan die van het Belgische Staatsbezit in het algmeen
ten opzichte der schuld van pim. 90 milliard.
Maar deze spoliatie der atdere schuldeischers van

‘den Staat verbetert weinig ‘de positie van de hou-
ders ‘der aandeelen ‘der Staatsspoorwbgen. Want wan-

neer ‘de waarde van ‘een aandeel voor een groot deel

door het commercieel resultaat’ wordt bepaald, dan

is dit van de toekomstige maatschappij niet veel
waard. Er is het laatste jaar een tekort van een kleine

200 miflioen op de exploitatie ‘der spoorwegen.
Het in uitzicht stellen van een surplus-dividend

is dus niet van eenig cynisme ontbloot.
Het teenargument hiertegen is, dat een betere

exploitatie mogelijk is. De Staat behou’dt echter de
meerderheid der stemmen in de aandeelhoudersver-
gadering; daar is voor gezorgd. De positie van het

personeel is verzekerd geworden; alleen op deze voor-
waarden hebben de sociahstische ministers willen
marcheeren. Terhooging van de tarieven van het goe-

•derenvervoer wordt tegengesproken door leden der
regeering, en zou ook in strijd zijn niet dé belangen

der exportindustrie, ‘die bij ‘haar den doorslag geven,
en met de ‘handhaving ‘van de rol van België als

transit-land; ja zelfs tegen een belangrijke verhoo-
ging van de personentarieven ‘zijn bezwaren, omdat zij

,,declasseering” der reizigers zou ton gevolge hebben.
Waar moeten dan de enorme verschillen, die noodig
zijn om het verlies in een aanzienlijke winst te doet)

verkeeren, vandaan komen?
Ik vrees ‘clan ‘ook voor de uitgifte der aandeelen
een mislukking. Deze zal niet zoo eclatant zijn als dit

bijv.bij de goudleening van Cail]aux of de Belgische Oongoleening ‘met goudmijinpremie het geval was,

omdat hier de uitgifte immers langzamerhand zal ge-
schieden naar gelang er vlott’en’de schul’d vervalt.

Aan de vermindering der lottende schuld zal men
het succes der uitgifte kunnen beoordeelen. De ko-

mende maanden zullen het moeten leeren.
1)

Maar wat er ook van zij, voor de stabilisatie heeft
heel de kwestie niet meei dan een secun’dair belang.

De mislukking der uitgifte ‘kan door haar psycholo-
gische gevolgen kwaad doen. Het slagen ervan laat
het stabilisatieprobleem bestaan. Men kan hoogstens

tijd winnen.
Het stabilisatieprobleem is een credietprobleem en
zoo lang men ‘hiervoor de oogen sluit, zal men in Bel-
.gië niets bereiken. Naast een werkelijk evenwicht in
de begrooting is een drastische verhooging van het

disconto eén conditio sine qua non.
De eisch van een ‘dergelijke verhooging wordt steeds
dringender, want niet alleen tot tegengaan van de

vergrooting der rechtstreeksche en onrechtstreeksche circulatie is zij noodig, ook als rem van de marktfac-
toren, die de wisselkoersen ongunstig beïnvloeden is
zij het eenige middel .dat althans een redelijke kans

op succes heeft.
Wanneer men het Belgisch disconto van 7 pOt. tot

bijv. 41 pOt. verhoogde, dan zou men, naar een be-
pei-king van het crediet, die op zichzelf van door-
slaggevende beteekenis is, bereiken:

lo. dat ‘het speculeeren
it
la baisse door ‘het ruim-
schoots compenseeren van het termijn-verschil zijne

aantrekkelijkheid verliest;
2o. dat de medesleepen’de invloed van den Fran-
schen franc wordt uitgeschakeld. Deze invloed bestaat
daarin, dat Fransche bankiers ten gevolge van de
nauwe verwantschap’ tus’schen Belgische en Fransche

) ])e laatste berichten spreken van een gewaarborgden
wisselkoers van 175 f.rs.
i31
£ voor deze ,,aandeelen”.
Etuli

obligatie-karakter zou daardoor door cle •regeering zelf wor-
den geaccentueerd. i)e vraag is echter, zal cle rente in
vreemd gehi worden ‘betaald? Daar verluidt niets van.

28 Juli 1926

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

673

banken, in België hun wissels verdisconteeren, wan

neer de Belgische koers honger is dan de Frarische en
zich dan met Belgische francs buitenlandsoli geld
verschaffen. Zon passen zij t. o. van België •de prac-

tijk toe, die België jaren lang, loo-wel door cle Na-
tionale Bank als door de particuliere banken t. o.

van Frankrijk heeft toegepast.

Ik meen, dat er de volgende maanden meer aan-
leiding voor Frankrijk zal zijn om aldus op België

te drukken dan omgekeerd. De stabiliteit der regee-ri.ng-Poincarô lijkt me niet grooter dan de vroegere,

wanneer het op het treffen van maatregelen zal aan-
komen. Het is niet omdat’ M. Herriot op •eigen ver-

antwoording in de regeering zit, dat de radicalen en
socialisten van meening zullen veranderen. Wat er
ook van -zij’, het rou voor België verstandig zijn, waar-
borgen te zoeken. Het verdiscoiteeren van Fransche
wissels in België zon zijn aantrekkelijkheid verliezen

bij een rente van om cle 50 pOt,. Mocht ‘dit een ver-
hoogin-g, ook in Frankrijk, met zich brengen, dan zou
men beide landen met het gelukkig resultaat kunnen

fel i citeeren.

Nu weet ik wel, dat er belangrijke bezwaren zijn

tegen een dergelijke drastische renteverhooging.

lo. Is daar de slechte toestand der steenkolen indus-

trie, die door een verhooging der rente nog moeielij-
ker zou worden. Maar men zal, toch niet buiten deze
verhooging kunnen. Door den zuren appel moet toch
heen’gebeten. [s het dan niet verstandiger, -het nu te
doen, nu -de levenskansen ten gevolge van de staking

in Engeland tijdelijk weer aanzienlijk beter zijn. En
men zal zich ‘in België zelf ten opzichte van het lot, dat
een belangrijk gedeelte -van die industrie binnen af-
zienbaren tijd beschoren. is, toch wel geen iii usies meer
maken. Mi nisterieele uitlatingen wijzen daar t.a.
0
1
)
.

2o. liet probleem der staatsschul-d. Men zal geen
enkel schatkist-biljet meer tegen 1 pOt. kunnen ge-
plaatst krijgen, waartegen men ze tegenwoordig aan
den man tracht te brengen. Dit is inderdaad zoo. Er
is echter een een-vou-d:ige oplossing voor. Ook de rente

van het schatkistpapier op ongeveer 50 pOt. brengen.

Ongetwijfeld -zou -dit -duur zijn. De vlottende schuld
bedraagt 8 miljard, verhooging der rente met 40 pOt.
beteekent dus 5 miljard per jaar. Laat ons zeggen dat
een -dergelijke hoogte der rente gedurende dien tijd

vereisoht is. Hiertegenover staat echter dat -de buiten-
landsche schuld bedraagt pim. 200 miljoen £. Een

stijging van het £ van 200 tot 250

franc rou een ver-

hooging van het bedrag -der buitenlandsche schuld
vërhoogen van 40 miljard franc tot 50 miljard. Be-
teekent een verlies van 10 miljard. Denkt men soms
dat’ het £ minder dan 50 punten zou stijgen wanneer

men n

iet tot serieuze maat-regelen overgaat?

Het probleem -der stabilisatie wordt -dringend in

België. De tij-d, -dat -de staat hij

daling van het -geld
feitelijk voordeel had is voorbij. Bij een buitenland-
sche schuld van 200 miljoen £ en een binnenla:ndsche
van 40 miljard hou-den heiden el-kander in evenwicht
bij een £ koers van 200. Tot nu toe won cle staat -meer
aan cle depreciatie ten koste zijner burgers, dan ‘hij
verloor -door -de stijging der buitenlan-dsohe schuld.
Nu is die verhouding omgekeerd. Het is- dan ook wel
daaraan te wij-ten -dat er zulke -hardnekkige pogingen
worden aangewend op de wisselmarkt -om -deren koers

te handhaven. Maar blijvende beïnvloeding kan aiieei van een binneulandsche stabiliseering uitgaan.

Daarbij komt dat -de scherpe maatregelen door de
Belgische regeering uitgevaardigd en die o.a. een
censuur op de pers bevatten, nooit gedurende langen
tij-d kunnen bestaan zon-der sterk na-deehge gevolgen
te vertoonen. Vooral in een land waar -de politieke
-hartstocht zoo hoog gaat als in België. Reeds vijf
jaar geleden -dreigde de onlangs afgetreden minister-
president Poullet, -dat -de Vlamingen zou-den weigeren
verder belastingen te betalen, wanneer hun geen recht
-geschiedde. De’ze ‘gedachte, zonder vol-doen-d naden-
-ken uitgesproker, vin-dt hij steeds grootere massa’s

aanhang. De verscherping der tegenstellingen door
de Vlaamsche amnestieactie en de tegenstand ertegen

stelt cle Vlaamsche leiders voor -de moeilijke taak aan
den aan-drang, -die op -hen wordt uitgeoefend om een
antwoord te geven in deren zin, weerstand te bie-
den. Bewust van -de verantwoordelijkheid die
zij
dia-

gen, hebben zij niet toegegeven. Wanneer het poli-

ti’eke probleem echter nog door een economische chaos
wordt gecompliceerd,
zijn
-de -gevolgen niet te over-

zien. –
R. VAN
GNNEOHTEN.

BUITENLANDSCHE MEDEWERKING.

DE ECONOMISCHE TOESTAND VAN DE SOVJET-

UNIE BEGIN JULI 1926.
De schrijver van het volgende artikel, Geh. Regierungs-rat G. Cleinow te Ber-
lijn, heeft sinds
1921-
ieder jaar eenige
maanden in Rusland doorgebracht. Hij
bevindt zich op het oogenbhk op een
studiereis in liet Altai-gebiecl, nadat hij
adht weken in het stroouigebied van de
Wolga heeft vertoefd. – lied.

Een kan, zonder -zich aan overdrijving -schuldig te

maken, beweren, -dat de volkshuishouding -der Sovjet-
unie sinds het bestaan van -deren Staat uit -d-e cciie

crisis in de andere overgaat, iedere crisis, welke het
land tot dusverre heeft gek-ei cl, zou, op zichzelf be-
schouwd, den Staat aan -den rand van de economische
incens-torting hebben moeten voeren, wanneer cle meer of min-der theoretische berekeningen over cle economi-
sche krachten van Rusland juist waren geweest.
Ook in liet afgelöo-pen halfjaar is liet einde der
ovjet-‘heerschëppij als een zaak van -de naaste toe-
komst voorgesteld : -cle fi nancieele moeilijkheden, iii
liet leven geroepen door een te breed aangepakte in-

dustrieel e ontwikkeling, moesten volgens de mee-
ning dor tegenstanders van liet nieuwe Rusland ,,ein-
-delij-k” tot de reeds lang over tijd zijn-de ineenstorting
voeren. Zij, die zoo reken-den, namen eenvoudig de
naakte cijfers van hanlcstaten en handelsbalans tot
uitgangspunt – daarenboven de prijzen voor granen,
textielgooderen en ijzer – doch zij- hielden geen
rekening met -de impo-n-derabilia, die voor de huidige
omstandigheden en -hun -duurzaamhei-d – zij het niet

alleen, -clan toch in -cle eerste plaats – -doorslaggevend
zijn. De economische dingen kunnen de ontwikke-
ling van -den Staat bespoedi-gen of verlangzamen –

de richting de?- ontwikkeling
wordt door -de fanatieke

consequentie der opvolgers van Lenin bepaald en
-door hun meerdere of mindere handigheid, -de onge-
veer 25.000 stam-communisten, waarop het aankomt, -bij het bit te houden. Zij worden -geholpen dooi; den
natuurlijken rijk-dom van hun ongecultiveer-d land en

het ontbreken

van cultureele eischen
bij
de bevolking.

Ook bij’ -de beoordeeling van den -hui-digen toestand’
in Rusland moet van dit standpunt word-en uitge-
,gaan en niet van cijfers en en-vaningsregels, -die voor
andere landen gelden. Bijl den strijd tegen de finan-
cieele crisis en tegen de ineenstorting van den Tsjei’-
,wonets hebben de machthebbers weder in sterke mate
gesteund op de -genoemde imponderabiha. Alle uit-
-gaven in het binnenland -en alle- inkoopen op de we-
reldmarkt werden eenvoudig ingeperkt, -zonder er
rekening -mede te houden, welke gevolgen zulk een
rigoreus ingrijpen op de afzonderlijke deden der

voikshuishoudin g zo-u hebben.
Met de gevolgen der bezuinigingen op alle gebie-
den van in-du-strie, handel, verkeer en administratie
– hebben wij- hier te -doen. De Russische voikshuishou-

ding bevindt -zich in een
cycloon van crises,
-die in de

plaat-s van de valutacrisis getreden zijn. In het cen-
trum van deren cycloon staan het
tran-sportwezen
en

de bi-av4stofferchcwestie.
Van hen zullen
wij
uitgaan,

om tot een ‘zoo -zuiver mogelijk beeld van den werke-
lijken toestand te komen. De politieke kwesties, die
voortvloeien uit de mijnwerkersstaki n-g in Engel and

en -de meeningsverschillen binnen cle regeerende par-
tij, laten wij bewust ter zij-de.

674

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

28 Juli 1926

1.
De transportcrisis.

De transportcrisis wordt in hoofdzaak bepaald door

de omstandigheid, dat ‘de Spoorwegen, evenmin als de
rivierscheepvaart, gelij’ken tred hebben géhouden met

•de ontwikkeling van de industrie. Enkele hoofdlijnen
uitgezonderd moet zelfs het verval ‘van vele duizenden
kilometers spoorweg worden vastgesteld. De rivier-

scheepvaart heeft ongeveer 30 püt. van den omvaig

van v66r ‘den oorlog, terwijl de -industrieele productie

op 80 tot 90 pOt. mag worden geschat. De nieuw

geopende- trajecten worden in ongereeden toestand
voor -het verkeer opengesteld. Dientengevolge kan vak

een regelmatig en veilig verkeer daarop geen sprake
zijn. Werkelijk stipt vindt het
personenverkeer
slechts
op de hoofdlijnen, die Moskou met Europa en Azië,

resp. met de grenslanden verbinden, plaats, •doch ook
hier met een -gereduceerd treinental. Het
goederen-
verkeer is,
afgezien van het hierboven gezegde, door
het falen der spoorwegadministraties, zoowel als door

van -hen o-nafhankelijke oorzaken, onregelmatig. De

grootste schad.e lijdt het goederenverkeer ‘door het ge-
bruik, dat handel en industrie van ‘de goederenwa-
gens maken. Het gebrek aan opsiagrüimte en derge-
lijke localiteiten.in fabrieken ‘en spoorwegstations, ge-
paard aan de zeer hooge opslagkosten aan de statio-ns,
doen het den fabrieksdirecties meest voordeelig schij-

n-en de aangekomen wagons niet te lossen. In ‘deze
gewo-onte worden zij gesterkt door -de scherpe door-
voering van ‘de begrenzing van -de arbeidstijden,
waar-
mede een chronisch geldgebrek gepaard gaat. In -de

kassen der fabriekskantoren mag ni. slechts een ge-
ring bedrag contanten aanwezig ‘zijn, da-t zoo laag is

vastgesteld, -dat het niet steeds voldoende is voor loon-

betaling, laat staan ‘voor het vrijmaken van vracht-
goederen. De aankomst van vracht-goederen is steeds onzeker, aangezien er bijna geen instantie in ‘de ‘Sov-
jetunie is, -die op ‘den overeengekomen ‘termijn af-

levert. Dit alls bevordert den slakkengang en ont-
trekt -de go’ederenwagens weken en maanden aan het
-bedrijf. De Spoorwegen worden -door opstopping aan

de knooppunten steeds ondoordringbaarder en hoewel
het aantal locomotieven en -goederenwagens, bij 1924
vergeleken, aanmerkelijk is gestegen, is de capaciteit

‘der spoprwegen niet omhoog gegaan.
Dit jaar heeft nog eén natuurgebeuren verwarring
in het trans-portwezen gebracht: ni. ‘de

in omvang en
snel verloop catastrofale
overstroon’sin.gen ‘in het
stroom gebied der Wolgcs.
Em-de April begon in Noord-
Rusland -de sneeuw snel te smelten-; de Wol-ga, Kama,
Oka .en-z. stegen i.n enkele -dagen tot 5-8-13 meter
boven normaal -en o’verstroo’mden niet slechts, gelijk
eik jaar geschiedt, -de weiden, ‘doch gansohe wouden
en steden met ‘hun primitieve los- en laadplaatsen voor schepen. Het jaarbeursterrein van Nisjrij met
zijn honderden loodsen stond vier weken lang twee
meter’ onder water.
De -hoeveelhei.d en het ‘geweld van het water ver-
-hinderden, er voor de scheepvaart gebruik van te
maken. Millioenen ton.nen goederen, -die an-ders regel-
matig in Mei en Juni door de rivierscheepvaa,rt wor-
den verplaatst, moesten -door de spoorwegen worden
vervoerd. Na het snelle -stijgen der rivieren volgde
een even snel dalen – en verzanden. Einde Juni is
reeds de scheepvaart op een reeks zijrivieren stop-
gezèt, welke scheepvaart -de eeni-ge verbinding tus-
sch-en het woud’gebied en -de Woiga-steden vormt.
Einde Juni was ‘de Wolga reeds wo ondiep en ver-
‘zand, ‘dat de sneistoombooten urenlang achter vlot-
ten en sieepen moesten liggen, omdat zij niet voor-
bij kon-den. Het Zuiden van Rusland -krijgt aldus
slechts een gering deel van het bouwhout, -dat in het
Noorden geduren-den -den winter -is bewerkt, aange-
ien -een groot percentage der vlotten in den boven-
loop der rivieren op ‘het strand is -geraakt. De oevers
van de’ Mologa, Scheksna, Wetluga, Kama, Wjatk-a
vertoonen honderden van vlotten, welke, voor den
benedenloop der Wolga bestemd, in de wou-dgebieden
zijn blijven liggen. Dood kapitaal., dat op de bouw-

niarkt van Zuid-Rusland gevoelig zal worden gemist.

De brandstof fencrisis.

Gelijk de overstrooming heeft verhinderd, -dat het
bouw-hout in groote hoeveelheden ter markt komt, zoo
zijn ook massa’s bran-dhout blijven liggen. Hun af-

voer is weliswaar in -den zomer niet geheel onmogelijk,

aangezien brandhout ook in kleine vaartuigen kan

worden vervoerd en zijn verlading niet zulke groote
aansprak-en aan de m-enschelij-ke arbeidskracht stel-t als
bouwhout, balken, planken -en stammen.
Nu wil echter het ongeluk, dat de Regeering heeft

bevolen, zuinig te zijn met steenkolen en aardolie.

Steenkool kan bij -den slechten toestand dei mijnen

niet in voldoen-de hoeveelheid worden geproduceerd

en moet bovendien naar Turkije uitgevoerd worden.
De aardolie moet geheel en al exportgoed zijn en wel

in gezuiverden toestand. Het industriedistrict van
Leningrad en -de vloot zullen uit het buitenland’ in-

gevoerde steenkool gebruiken ,- reeds werden, o.a.
in Opper-Sile-zië, 1,6 millioen ton besteld – overigens
zullen -hout en turf ‘worden gestookt, ôok -door de loco-

motieven der spoorwegen. Der-gelijke in een oogwenk
bevolen veranderingen, -die als eau terugval tot -het
jaar 1022 aan-doen, zijn niet zoo ‘gemakkelijk door te

voeren, tenzij- onder groote belasting der spoorwegen

en groote geldoffers. In sameilhang hiermede is te
verwachten, dat -de houtindustrie langs -de midden- en

beneden Wolga grootendeels zal worden stilgelegd,

terwijl die aan -de bovén-Wolga boven haar capaciteit
zal zijn belast. De houtprijzeu zullen op ‘de binnen-
landsche markt groote afwijkingen vertoonen en de
buitenian-dsche concessiefirma’s in de houtbranche,

welke volgens den tekst -der concessie in -de eerste
plaats voor den export moet-en werken, zullen wellicht
eau betere rekenin’g maken op de birmenlan’dsche
houtmarkt.

Wij hebben -den indruk, dat de Sovjetregeeriri-g
tegen haar gewoonte in, in -de brandstoffencrisis een
zekere passiviteit vertoont. Noch in de pers, noch in
de mondelinge propaganda ontmoeten wij- richtlij-

n-en ter overwinning van -de crisis. Dit zal echter wel
in -de eerste plaats zijn oorzaak hierin vinden, dat zij
alle geldmiddelen van den Staat op den graaninkoop
wenscht te co-ncentreer-en.

Oogstvooruitzichten en graain.uitv oer.

De oogstvooruitziohten zijn gunstig. In het bijzon-
der -de tarwe staat gunstig. De opbrengst per H.A.

wordt aan -dQ midden- en heneden-Woiga op 320 tot
350 kilogrammen geschat, derhalve zeer hoog. Rogge
staat wat -min-der goed. Het zomergraan is ongelijk,
-doch ook hi-er wordt de tarwe gunstig beoordeeld.
Zeer goed is het veevoeder uitgevallen. De nieuwe

voorchriften omtrnt graanafgifte aan -de Regeering,
die, toen zijn beken-d werden gemaakt, allerlei vrees
bij -de -boeren -deden ontstaan, worden met betrekking
tot ‘de groote massa -der hofsteden (ongeveer 18 á 19
millioen) tamelijk verstandig ‘en zonder -hardvochtig-

heid uitgevoerd; slechts den 2 tot 3 millioen grooten
boerderijen wordt het ten -deele erg lastig gemaakt,
om druk op hun bezitters uit te oefenen en hen tot
afgifte van land te -dwingen.
Waar ik gelegenheid had met Russische, Tartaarsche
-en Duitsohe boeren over de werking -dezer heffing te
spreken, kon vastgesteld worden, dat de boeren alles

aiankeljk maken van de -hoogte -der graanprijzen,
welke -de Regeering vaststelt. Te Moskou wordt als
grondprijs voor tarwe 80 Kopeken voor 16,2 kilo-
grammen genoemd. Dit schijnt met het oog op de prij-zen van ijzer ‘en textiel-goederen zeer laag; ‘men moet
-dit echter aan ‘de Regeering overlaten: zij heeft ge-leerd met de behoeften -der boeren rekening te hou-
den en zal zeker pogen, -ook met den graanprijs de
boeren tot aan -de grens van -het mogelijke tegemoet
te kom-en. –

Voor een van haar onafhankelijke en door haar
niet gewenschte verhooging -der graanprijzen gelooft
de Regeering een stokje te hebben gestoken -door de

28 Juli 1926

ECONOMISCH-STATIS’flSCHE BERICHTEN

675

volledige uitschakeling van dc particuliere graan-
handelaars. Thans staan de organen der drie Staats-
graanhandelfirma’s onder •de gemeenschappelijke lei-
ding van den Commissaris voor den Birineniandschen
ilandel tegenover de versnipperde massa der piodu-
centen. De vraag is nu, of
ten eerste:
door de boeren cle noodzakelijke hoeveelheden voor de exporthehoof-

ten van den Staat zullen worden geleverd, of
ten
tweede:
de transportmiddelen en de toestand der
havens niet, ‘gelijk het vorige jaar, het graan zoo duur
zullen maken, dat verkoop tegen de wereldmarktprij-
zen verlies laat, en
ten derde,
hoe de wereldmarkt-
prijzen eruit zullen zien.
Van het antwoord op deze drie vragen hangt niet

slechts het lot van den oogst van dit jaar af, doch
ook het v-rder beloop van de huidige crises op het
gebied der financiën, van den hinnenlandschen han-
de], van de industriepolitiek, van den woningbouw,

in één woord, het tempo van de verdere binnenland-
sche ontwikkeling der Sovjet-unie. Wie er op rekent,
dat de omstandigheden in ‘den as. winter tot een
i.neenstortin’g zouden kunnen leiden, zou met •de in
de inleiding genomde factoren geen rekening hou-
den. Op het ontbreken van eisohen bij de zeer tal-
rijke klasse •der boeren kan nog ‘menige last, worden
afgewenteld. De boer zal tevreden zijn, wanneer de
Staat hem maar niet stoort bij het vergrooten ‘van zijn
veestapel. Dit is zijn eerste zorg.
Met niet ‘zooveel vertrouwen’ zou ik mij over de
houd’i ng der arbeiders willen uitlaten, doch dit voert
op het gebied der politiek, ni. tot een uiteenzetting
over ‘de vraag, op welke wijze het eerstvolgende par-
tijcongres moet worden voorbereid, om de arbeiders
volledig met de economische maatregelen der Regee-ring te verzoenen. De binnenkort beginnende gedach-
tenwisseling in de partij zal wellicht enkele interes-
sante inlichtingen geven….in het algemeen en

samenvattend zou ik mij Djerzjinskis opvatting van
de algemeene crisis eigen willen maken: zij is trots
geldgebrek geen wegkwijnen, doch een ontwikkelings-
crisis, onnoodig verscherpt ‘dooi- datgene, dat Djerz-
jinski, weliswaar met andere woorden, toegeeft, ni.
overbodig
ingrijpen
van Staat en Partij in het zich uit
de oorkracht van het land ontwikkelende genezings-
proces.

BOEKAANKONDIGING.

De Welvaart van Indië. T/oordrach
ten. over Indische economie, gehouden
te Leiden, door Mr. J. Gerritzen. H.
D.
Tjeenk Willink en Zoon. 1926.
De acht voordrachten, die Mr. Gerritzen in Leiden
hield en die men in dit boek vindt afgedrukt, han-
delen bijna alle over indische economische politiek.
De best geslaagde acht ik No. V ,, Indië’s voedsel-
voorziening” en No. III, getiteld ,,Java’s Overbevol-
king. – Industrialisatie van Java.— Emigratie van
Javanen naar buitengewesten.”
De grootste fout van het boek is m.i. deze, dat
Mr. Gerritzen, schrijvende over een periode, waar-
in de waarde van het geld aan groote veranderingen
onderhevig is geweest, het nergens noodig heeft ge-

oordeeld de prijzen en geidbedragen met behulp van indexeijfers te herleiden tot met elkaar vergelijkbare
grootheden. Wij lezen b.v. op bi. 36, dat na de uit-

vaardiging van de Grondhuurordonnantie in 1918
de grondhuren
bij
de suikeriudustrie tengevolge van
de z.g. minimumhuurpnijzen sterk gestegen zijn. ,,De
grondhuur bedroeg in 1918 gemiddeld per bouw

f
52.75; deze steeg tot gemiddeld
f
64,15 in 1920 en bedroeg in 1923 zelfs gemiddeld
f
81.96, een rijzing der-
halve van bijna
f
30,— per bouw in vijf jaren tijd.”
Niet-gecorrigeerde prijzen uit die jaren, op die wijze
naast elkaar gezet, zijn voor argelooze hoorders en lezers
– en daartoe mogen studenten toch wel worden gerekend
– eenvoudig misleidend. Een grondhuur van
f
6
4.15
in 1920 was in werkelijkheid belachelijk laag. In

handen van inlanders beteekende dit bedrag waar-schijnlijk minder dan de som van
f
52,75 uit 1918
en zeker heel veel minder dan wat de grondhuur in

1913 gemiddeld was geweest. ZeJfs het bedrag van

f
81,96 in 1923 beteekende slechts een geringe ver-
meerdering van koopkracht, vergeleken bij wat de

grondhuur in 1913 was geweest. Ook de voordracht
over ,,de financieele politiek der Indische regeering”

zou aan waarde gewonnen hebben, indien de heer

Gerritzen bij het maken van vergelijkingen tusscheu
verschillende jaren gebruik gemaakt had van index-

,cijfers, of althans op de veranderingen van het prijs-
niveau had gewezen.

Tegen de Vie voordracht, handelend over ,,de rente-
en goudpolitiek van De Javaansche Bank, kan men
et’nstige bedenkingen hebben. Ik wil hierbij alleen
aanteekenen dat Mr. Gerritzen het vraagstuk van de

geldcreatie door De Javaansche Bank en de Indische

regeering en den invloed daarvan op prijsniveau en
wisselkoers geheel buiten beschouwing laat

Dat Mr. Gerritzen doordrongen is van het groote
belang, dat Indië heeft bij ruime toestrooming van

buitenlandsch kapitaal en groote activiteit van den
modernen ondernemer, is’ bekend. Zijn boek verraadt
die overtuiging bijna doorloöpend, en hij vindt ons

daarbij aan zijn zijde. Jammer is alleen, dat soms
(le verdediger van het ondernemersbelang zoo uit-
sluitend en zoo eenzijdig aan het woord is, dat de

waarheid geheel zoek raakt. Een voorbeeld. Op bl.
34 wordt het voorgesteld, alsof de regelen voorde

bepaling van de minimumgrondhuurpnijzen, die o.a.
de suikerfabrikauten bij langjarige inhuringen zul-
len hebben te betalen, den inlandschén grondbezitter
de waarde der bruto-opbrengst zouden garandeeren,
die de grond bij beplanting met padi op inheemsche
wijze oplevert. Deze voorstelling is onjuist. Uit de
regelen omtrent de vaststelling van de in de grond-
huurordonnantie bedoelde minimumprijzen (besluit

van 15 Februari 1918 No. 68, § 3 en 4) blijkt dui-
delijk, dat het richtsnoer bij die vaststelling is de
netto-opbrengst van den grond aan padi bij indeel-
bouwgeving, dat is dus de opbrengst na aftrek van
de kosten, zooals die in de inlandsche maatschappij
worden gewaardeerd.

Echter, ondanks zijn fouten en in weerwil van een
zekere eenzijdigheid, is dit boek bruikbaar, goed
‘leesbaar, en geeft het dikwijls een zeer juisten en
nuchteren kijk op de dingen. En wat die eenzijdig-
heid betreft, – ze is zeker niet grooter dan die,
waarmede zooveel beschouwingen van de andere zijde
behept zijn.
G.

ONTVANGEN:

UTetenschappelij/ce Mededeelingen van, het 7Teder_

landsch instituut van doctoroin,di in de Han-
delswetenschap. No. 1.
Juli 1926. Vlaarclingen,
1926; N.V. Dorsman & Od&s Boekhandel en
Druldcerij.

De Ontwiklcelin,g van de Werkloosheidsv erzelcering in
Nederland
‘door Mr. G. J. Goedhart. Dissertatie
Leiden, 1926.

MAANDCIJFERS.

RIJK SPOSTSPAARBANK.

JUNI
1

1924
1

1925
1

1926

Inlagen …………
f

9.766.455
f

9.752.673
f

9.942.625
Teriighetalingen
.
..
,,

9.675.374,,
10.228.920
,,

10.229.854
Tegoed der inleggers
,,299.809.071
302.314.422
310.163.182 Nom.
bedr. der uitst.
staatsachuidboekjes

op ultimo ………

,,

45.360.100 42.523.350
41.931.100
01)

ultimo ………
Spaarbankboekjes:

gegeven
8.646
8.899
10.048
Aantal nieuw uit-

Aantal

geheel

af-
betaald
7.474
7.755
7.959
Aantal in omloop
op ultimo 1.959.0141
1.972.967
1.994.749

676

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

28 Juli 1926

STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.

N.B. *** beteekent: Cijfers nog niet ontvangen.

GELDKOERSEN.

BANKDISCONTO’S.

Ned

Or
sch.

isc.Wissels.
3 S Oct.’25
Zwits.Nat.Bk.
322 Oct.’25
el.Binn.Eff.
4 3 Oct.’25
N.Bk.v.Denem.
5 24Juni’26
in R.C.
5 S Oct.’25
ZweedscheRbk 41
8 Oct.’25
Javasche Bank… .
420 Oct.’24
Bank v.Noorw.
520Apr.’26
Bank van Engeland
5 3Dec.’25
Bk. v. Tsjecho.
Duitsche Rijksbank
6 6 Juli ’26
slowakije . .
6 13Jan.’26
Bank v.
Frankrijk.
6 9 Juli’25
N.Bk.v.O’rijk.
728Mrt.’26
Belgische Nat. Bnk.
7 23Apr.’26
N.
Bk. v. Hong.
7 22 Oct.’25
Fed. Res. Bank N.Y.
322 Apr.’26
Bank v. Italië.
7 17Juni’25
Bank van Spanje..
5 23Mrt.’23
Z..Afr.Res.bnk
5

OPEN MARKT.

1926 1925
1924

11

1914

24I•
Ju
i

19-24
12-17
5-10 20-25
21-26 20-24
Juli
Juli
Juli
Juli
Juli Juli

Amsterdam
Partic. disc.
2
5
1-
9
1
251-2111
2
5
18-
7
1s
271-3
2
7
18-3
2314-715
311_3/
Prolong.
211
4
2)
211
4
-211
3

211
431
4

2
1
133
113
211431 4
311
4

2
1
/4-
3
/4
Londen
Daggeld ..
3
1
/e4
34
1
14
3_5
33J
4
_4.1/
4

3_
1
12
21/
3
-4
1
3
14-2
Partic. disc.
41/
4

411
4
.51
35

41/4_3/5
411s-5116
411
75
_31
4

3
5
18.
13
11
211
4
31
4

Berlijn
Daggeld ..
3_511

2)
3-512 3-512
3
1
12-7
8911
2

– –
Partic. disc.
30-55 d..
.
4112 2)
4
1
12
4
1
12
411_51
– –
56-90 d..
.
4
1
/2 2)
4
112
4
112
4
1
12
7718

21181/
Waren-
wechsel.
5 2)
5
471s-5118
58/
4

9.81
4


New York’)
Cali money
451
4

4.11
4

4.31
4

411
2
_:t1
4

311
4
_4
211
4

1
3
14

211
2

Partic.disc.
3
1
1
3
1
12
3
1
1
3
112
33/
s

– –

1
1 Cail money-koers van 23 Juli en daaraan voorafgaande weken t/ns.
Vrijdag.
2)
Koers van 23 Juli.

WISSELKOERSEN.

KOERSEN IN NEDERLAND.

Data
New
ILonden
Berlijn
Part/s
1
Brussel1
Batavla’)
York)
•)
S
)
)
S
)

20
Juli

1926
2.485/
12.0%
59.191
5.09
5.50
100
7
/8
21

,,

1926
2.48%
1.09
1
59.1%
5.29
5.64
100
22

,,

1926
2.48%
12.09e
59.22k
5.57
5.671
10071
8

23

,,

1926
2.48l3/
12.10
59.24 5.80
5.89
1001
24

1928





100%
26

1926
2.48
7
1
8

12.101
59.26
6.43
6.521
100%
Laagsted.w.’)
2.48&
12.09k 59.17
5.02h.
5.45
100%
Hoogste d.w1)
2.48’sj,,
12.10k
59.27
6.50
6.60
100%
19 Juli

1926
2.48%
12.10
1
59.22
5.37
5.761
10011
8

12

,,

1926
2.49
12.11
1
59.281
6.31
5.48
10071
5

Muntpariteit
2.48%
12.10 159.26
48.-
48.-
100

D ata
Z7it
ser
17
Weenen
Praag
Boeka-
Milaan
Madrid
S)
1)
rest
1)
)
)

20
Juli

1926
48.17%
35.20
7.37
1.121
7.92
39.30
21

,,

1926
48.16
35.20
7.37
1.13
8.12k
39.10
22

,,

1926
48.1634
35.20
7.37
1.121
8.071 39.121
23

,,

1926
48.161,
35.20
7.37
1.13
8.07
39.17 24

1926
– –
7.37 1.13


26

,,

1926
48.19
35.20
7.37
1.13
8.26 38.80
Laagsted.w.
1
)
48.14
35.10
7.36
1.10 7.85
38.50
Hoogsted.wl)
48.20
35.20
7.39
1.20
8.30 39.30
19
Juli

1926
48.20 35.20
7.37
1.15
8.321
39.25
12

,,

1926
48.22 35.20
7.37
1.17
8.44
39.321
Muntpariteit
48.-
35.-
50.41
48.-
48.-
48.-

Data
Stock-
holm
5
)
Kopen-
hagen)
Oslo’)
Hel-
Buenos-
Aires’)
Mon-
treal’)

20
Juli

1926
66.65 65.90

54.55
6.271
10134
2.49%
21

,,

1926
66.60 65.90

54.60
6.27
101%
2.49%
22

,,

1926
66.60
65.921 54.621
6.27
101%
2.49%
23

,,

1926
66.621
65.921 54,62k
6.27
101%
2.49%
24

,,

1926



6.27
100%
2.49%
26

,,

1926
66.65
66.-

54.70
6.27
100%
2.49% Laagsted.w.l)
66.50 65.85

54.30 6.25
100%
2.49
Hoogste d.w
1
)
66.70
66.-

54.75 6.30
101%
2.49%
19
Juli

1926
66.65 65.95

54.70
6.271
101
2.49%
12

,,

1926
66.80
66.05

54.65 6.271
101
2.4911
4

Muutpariteit
66.67
66.67

86.67
48-1
105
2.4881
8

5)
Noteering te Amsterdam. ‘) Noteering te Rotterdam.
7) Particuliere opgave.
In het eerste nummer van iedere maand komt een overzicht
voor
van een aantal niet wekelijks opgenomen wisselkoersen.

KOERSEN TE NEW YORK. (Cable).

D a a
Londen
(S per £)
Partjs
($ p.IOOfr.)
Berlijn
($p.
IOOMk.)

Amsterdam
($p.
100
gid.)

20
Juli

1926
4,86%
1,96
23,80
1

40,24
21

,,

1926
4,867/
2,091
23,80
40,23
22

,,

1926
4,8651
1

2,2q
23,80
40,20
23

,,

1926
4,86
7
1
8

2,38
23,80
40,19′
24

,,

1926
4,86%
2,461 23,80
40,19
26

,,

1926
4,86% 2,47
23,80
40,18

27
Juli

19251
4,853
4,73
23,80
40,17
Muntpariteit
4,8667
19,30
23,81%
4081
77

KOERSEN TE LONDEN.

Plaatsen en
Landen
INoteerings_j
eenhe den
10
Juli
1926
117 Juli

1

1926

ILaagstetfoogste
1

19124 Juli’26
24 Juli
1

1926

Alexanclrjë.
.
Piast.
p.g

97%
97
1
<
977,

9791,
9714
Athene

….
Dr.
p. £
397
402
400
437%
43534
Bangkok
. . .
Sh. p.tical
111081
8

1110%
111081
8

111081
t

1/108/
s

Budapest
. ..
Pen.
p. £
27.85
27.85 27.75
27.95 27.85
B.
Aires’).
..
d.
p. $
4531
t

4551
4

4531
45281
45131
Calcutta
. . . .
Sh.
p.
rup.
1
15 as
17
1’5′
1s
a
1/515
18
i
11531/.32

11531152
Cônstantin..
Piast.
p. £
880 880
865
885 875
Hongkong
..
Sh.
p. $
2/371
16
2’2′
5

1

‘f
2


S2
/2
2/3

%
213
Kobe

……
Sh.p.yen
111

!

T
1’11
!
1/11%
1’11’
1
uh

&
S
Lissabon
1) . .
d. per
Esc.
2
1

’22
21?!
’22
211
3

2191
32
217e
582
Mexico
. ….
d. per
$
24
24 23
25
24
Montevideo’)
d. per
$
491,
49%
49%
497/
s

49%
Montreal
. ..
$
per
£

4.85 4.85%
4.8531 8
485′
55
485
9
TV
R.d.Janeirol)
d. per Mil.

..

7235
7%
522

7%
7251
532
7171
532
Shanghai
. . .
Sh.
p.
tael
211
14
1
11
15
2110
2
1
8
2111%
211111
8

Singapore…
id.p.$
91329
-!
2/3
28
1
32

213
13
1
214
213291
Valparaiso
2).
$ p.2C
39.70
39.70
39.60 39.70 39.70
Warschau
..
ZI. p. £
1

498)
48
3
)
44
48
3
)
46%
1)
Telegrafisch transfert.
2
/90 dg.
3)
bieden.

ZILVERPRIJS
GOUDPRIJS
8)

Londen’)
N.York
8
)
Londen
19
Juli
1926.. 29a
64
5
1
8

19
Juli
1926.
84/10% 20

,,
1926…

2951
s

64%
20

,,
1926
84110%
21

,,
1926..

29
9
1
16

64%
21

,,
1926
84/10%
22

,,
1926..

291i
64%
22

,,
1926…..
841103.
1

23

,,
1926..

29
1
l1
64%

23

,,
1926
8411034
24

,,
1926.. 29%
6371
s

24

,,
1926
84110%
25
Juli
1925..

317
18
698/
9

24
Juli
1925
8411034
20
Juli
1914..

241511
54’18
20
Juli
1914
84111
1)
in pence
p.
oz.stand.
3)
Foreign silver in
$c. p. oz.
line.
8)
in sh.
p.oz.fine

STAND VAN ‘e RIJKS KAS.
De Minister van Fina nciën maakt bekend:

Vorderingen.
1

15Juli 1926
1

23Juli 1926

Saldo bij de Nederlandsche Bank….
f

17.555.716,66

f 45.168.436,85
Saldo b. d. Bank voor Ned. Gemeenten
573.713,37
1.601.653,08
Voorschot
op
uIt. Juni 1926 aan dege-
meenten
op
voor haar door de Rijks-
administratie te heffen gemeentelijke
inkomstenbelasting en opcenten
op
18.006.368,47
18.006.368,47
de Rijksinkomsten belasting…………
10.916.704,76
8.971.776,76
Kasvord. weg. credietverst. a/h. buiteni
,,l50.873.643,28
,,144.069.934,86
Daggeldleeningen

tegen onderpand
van Staatsschuldbrieven

……….
26.700.000,-
,,

17.700.000,-

Voorschotten aan de koloniOn …….
…..

Saldo der postrekeningen van Rijks-
19.165.186,43
,,.
18.076.744,33
comptabelen

…………
…………
Vordering
op
het Staatsbedrijf der
P.,

..



T.

en

T.2)…………………………..
Id.
op
andere Staatsbedrijven 2)
3.748.348,03
3.748.348,03

Verplichtingen.

Voorschot door de Nederl. Bank


/
128.630.000,-
52.290.000,-
,,127.630.000.-
,,
52.290.000..-
Schatkistbiljetten in omloop’)………
Schatkistpromessen in omIoo
………
Waarvan direct bij de Ned. Bank
Zilverbons in omloop ……….
………
Schuld a.d. Bankv. Ned.Gemeenten 3) Id. a. h. Alg. Burg. Pensioenfonds 2)
..,,


14.542.550.-

37.405.356,57


,,

14.266.134,-

,,
34.685.225,48
Id. a. h. Staatsbedrijf d.
P., T.
en
T.
1)..

34.997.391,26
410.000,-
,,

44.750.371,14
480.000,-
Id. aan andere Staatsbedrijven
2)

………
Id. aan diverse instellingen
5)


2.977.399,96
,,

3.630.597,95
1)
Waarvan
f
12.056.000 vervallende
op 1
Juli 1929
1)
In rekg.-crt. met
‘s
Rijks Schatkist.

NEDERLANDSCH-INDISCHE VLOTTENDE SCHULD.
De Min ister van Koloniën maakt bekend

/
17 Juli1926
/

24 Juli 1926

Voorschot uit
‘s
Rijks kas aan N.-Indië
f
2.130.000,-

f

383.000,-
Indische Schatkistprom. in Omloop
..
30.050.000,- 23.250.000,-
Voorschot Javasche Bank aan N.-Indië

,,
2.692.000,-
Muntbiljetten in omloop

……………
34.285.000,-
,,34.196.000,-
Ten voordeele van Ned.-lndië ge-
boekte beleggingsgelden van het
Ned.-lnd. muntfonds………………
4435-°°°
r

4.435.000,-
Idem van de Ned.-Ind. Postspaarbank..
,,

852.000,-
953.000,-
f71.708.000,-
/65.909.000,-
Totaal…………………….
Te goed bij de Javasche Bank……………
44.000,-

In

‘s

Lands

Kassen
…… …………

41.438.000,-

28 Juli 1926

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

677

NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 26 Juli
1926.

Activa.
Binnenl.Wis-g Hfdbk.
f

27.725.266,84
sels, Prom.,’ Bijbnk. ,,

8.669.157,21
enz. in
disc.I
Ag.sch. ,,

17.802.594,92

f
54.197.018,97
Papier o. h. Buiten!, in disconto

Idem eigen portef..
f
223.689,701,-
Af :Verkoeht maar voor
debk.nognietafgel.


223.689.701,-
Beleeningen
ncl. vrsch.
Hfdbk.
f

51.932.134,78

in rek.-crt.
Bijbnk. ,,

12.513.640,41

op onderp.
Ag.sch.

76.005.160,57

f
140.450.935,76

Op Effecten ….. …
f
136.866.935,76
Op Goederen en Spec.
,,

3.584.000,_
140.450.935,76
Voorschotten a. h. Rijk ………

Munt en Muntmateriaal
Munt, Goud
……f

64.014.820,-
Muntmat., Goud
.. ,,
361.336.448,-

f
425.951.268,-
Munt, Zi!ver, enz.

,,

27.750.320,76
Muntmat. Zilver..

Effecten

,,
453.701.588,76

BeleggingRes.fonds.
f

7.047.655,51
id.van
11
3
v.h.
kapit.,,

3.999.542,38
11.047.197,89
Gebouwen en Meub. der Bank

…….
5.142.000,-
Diverse

rekeningen …………………
43.696.487,93

f
931.924.930,31
Paesiva.
Kapitaal
…………………………..f
20.000.000,-
Reservefonds ……………………….,,
7.047.731,06
Bijzondere

reserve …………………,,
8.800.000,-
Bankbiljetten in omloop……………..
814.221.345,-
Bankassignatiën in omloop………..
353.027,01
Rek.-Cour.
1
Het Rijk

f
47.781.512,30
saldo’s:

Anderen

27.946.013,56
75.727.525,86
Diverse rekeningen …………..

.. .,,
5.775.301,38

f
931.924.930,31

Beschikbaar metaalsaldo
………….f
975.066.463,-
Op
de basis Van
21

metaalclekking…. ,,
97.580.829,62
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop dan waartoe de Bank gerechtigd is. ,,
1.378.206.045,- Voornaa.mste posten in duizenden
guldens.

Goud
Andere
Beschikb.
Dek-
Data
1Circulatiel

opeischb.
Metaal-
kingi
Munt
1
Muntmat.
schulden
saldo
perc.

26 Juli

’26
64.615
361.336 814.221
76.081
275.068
51
19

’26
64.736 356.282
822.478
66.762
270.006
50
12

1
26
64.888 361.248
833.070
45.753
276.953
51
5

»

’26
65.067
361.248
841.724
35.054 277.731
52
28 Juni ’26
65.271
361.238 809.229
64.417
279.042
52
21

,,

’26
65.466
361.238
798.967
70.587
279.767
52

27 Juli

‘25156.1841
363.233 876.414
26.790 260.998
49

25 Juli

‘14165.7031
96.410
310.437
6.198 43.521
1
)
54

Totaal
Schatkist-
el.1
Papier
erse
Data


bedrag
promessen
nin en
ophef
reke-
1

disconto’s
rechtstreeks
g__-
buiten!.
‘zingen
3)

26 Juli

1926
54.197

140.451
223.690
43.696
19

,,

1926
55.361

145.818
211.229
53.317
12

1926
56.361

143.751
203.658 45.944
5

1926
57.413

137.448
203.317
44.985
28 Juni 1926
54.817

141.580 198.447
47.712
21

,,

1926
55.796

139.640 198.352
44.586

27 Juli

1925
77.048
1.000 135.398
288.717
46.263

25 Juli

1914
67.947
14.300
61.686
20.188
509

‘)
up cle basis van
215
metaaiclekking.
3)
Slultpost activa.

SIJR!NAAMSCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens.

Data
Metaal
ci
latie
Andere
[oeischb.
Discont.
D

k

26 ,Juni

1926..
1.027
1.510
554
972
458
19

1926..
1.028
1.514
608
968 450
12

1926..
1.017 1.558 592 970
474
5

1926,…
1.018
1.692
607 972
406
29 Mei

1926-
1.025 1.687 638 970
431
27 Juni

1925..
1.008
1.529
852
1.015 330
Juli

1914..
645
1.100
560
735
396
.J.tL,Ipw.
tici
aLtrvd.

JAVASCHE BANK.

Voornaamste posten in duizenden guldens. De samengetrok.
ken

cijfers

der

laatste weken zijn telegrafisch ontvangen.

Andere
Beschlkb.
Data
Goud
.

Zilver
Circulatie
opeischb.
metaal-
schulden saldo

17 juli1926
23.000
336.500
48.000
157.100
10

1926
234.250
338.500
45.500
157.450
3

1926
235.500 331.500 43.000
160.600

19 Juni1926
200.325

36.6
328.051
44.262
163.029
12

,,

19261
195.354

37.787
330.033 43.787
158.851
5

,,

1926
195.309

36.652 327.578
47.364
158.869
29 Mei 1926
1
195.399

37.787
324.205
45.250
160,363

18Juli1925
132.970

45.615
309.107
45.364
108.384
19

,,

1924
144.179

84.828
260.201 80.259
141.617
25 Juli1914
22.057
1

31.907 110.172 12.834
4.842
2
)
Wissels,
n,….__..
Dek-
Data
Dis-
conto’s
buiten
N.-Ind.
betaalb.

Belee-
ningen
‘k
e

,,
n nge

kings-
percen-‘
tage

17 Juli 1926
10750
61
10

,,

1926
112.230
61
3

,,

1926
108.760

63

19Juni1926

11.147

22.481

43.907 61.356
64
12

,,

1926
11.099

21.278

43.328
65.491
62
5

,,

1926
10.876

20.753

43.420
64.182
62
29 Mei 1926
10.516

20.800

42.415 63.624
63
18 Juli 1925
18.612

27.256

65.261
58.507
50
19

,,

1924
37.080

22.240

65.434
21.001
61
25 Juli1914
7.259

6.395

47.934 2.228
44
‘) Sluitpost activa,

3)
Basis ‘(, metaaldekking.

BANK VAN ENGELAND.
Voornaamste
posten, onder bijvoeging der
Currency
Notes,
in duizenden nonden sterling.

Data
Metaal
Circu laffe

Currency_Notes
Bedrag
1
Ban kbllJ. 1 Gov. Sec.

21 Juli

1926
151.734 141.347
291.981 56.250
241.270
14

,,

1926
151.335
141.469
292.960
56.250
242.403
7

1926
150.521
142.218
296.019
56.250 245.626
30 Juni 1926
150.350 141.705
294.036 56.250
243.667
23

,,

1926
150.085
140.388
293.889
56.250
243.258
16

,,

1926
149.793 140.008
295.862 56.250
245.317
22 Juli

1925
161.444
143.392
298.936
54.450
249.814

22 Juli

1914 1
40.164
29.317


Data
Oov.
Sec.
Other
Sec.
Public
Depos.
Other
Depos.
Reserve
Dek-
gs

12 Juli ’26
40.540
69.942
7.612
114.972
30.137
24,1
10

14

’26
38.925 72.876 9.352 114.012
29.616
24
7

’26
37.250 74.560
16.498
105.595
28.053
23
30Juni’26
51.610
103.091
10.458
105.283
28.394
17’1,
23

,,

’26 40.160
67.261 18.625
108.214 29.447
24s,
16

,,

’26
40.915 66.938
14.258
118.764
29.536
24
22 Juli ’25
34.960 69.762
15.574
110.691
37.802
3111,

22Juli ’14
11.005 33.633 13.735
42.185
29.297
5221
8

tWaVCCJ LFCjJU2ZLD.

BANK VAN FRANKRIJK.
Voornaamste posten in millioenen fra.ncs.

Data
Goud
IWaarv.l
in hef
Zilver
Tegoed
in het
Wis-
Warvan
Belee-
buiten!.’
buiten1.
sels

buiten!.

ningen

22Juli’26
5.549
1.864
338
576
5.2181
24
2.341
15

’26
5.549
1.864
338
577
5.226
24
2.305
8

’26
5.549 1.864
338 576
4.870
17
2.366
1

’26
5.549 1.864
338
576 5.606
14
2.254
24Juni’26
5.549
1.864
337
576
4.744
16
2.311
23Juli ’25
5.547
1.864
312
582
3.045
18
2.987
23Juli’14
4.104

640

1.541
8
769

Butt.gew.l
Schat-‘
Diver-
1
Rekg.Courant
Data
voorsch.
1 kistbil-
sen
J
Circula lie
an
1)1
ci
Te
t
r.n

Staat

22 juli’26
38.350
5.389 3.376
55.006
3.847
38.264
15

’26
37.800
5.386
3.214
54.918
3.226
13
8

’26
37.700
5.384 3.704
54.862 3.342
38
1

’26
37.350
5.371
2.948
53.914
3.204
23
24Juni’26
36.600
5.371
3.303
53.073
2.909
18
23Juli’25
27.400
5.068
3.706
44.221
2.270
51
23Juli’14
– –

5.912
943
401
1
11fl disc, genomen wegens voorsch. v. d. Staata. buiteni. regeeringen.

678

ECONOMISCH-STATISTISCHE’BERICHTEN

28 Juli 1926

DUITSCHE RIJKSBANK.
Voornaamste posten in millioenen Reichsmark.

15 Juli

1926
89,5
693,5
2.738,1.
705,6
143,8

7

,,

1926
89,5
521,6
2.971,2
526,9
119,9

30 Juni 1920
89,5 670,9 2.498,1
764,0
160,4
3,8
23

,,

1926
89,0 680,9
2.612,8
763,0
157,4
3,7
15

,,

1926
89,0
616,7
2.794,9
647,4
118,2
38,2
15 Juli

1925
201,5 730,5
2.297,9
765,8
619,7
565,71

30 Juli

1914
330,8
200,4
1.890,9
944,-
40,0
1

1)
Onbelast.
2)
W.o.
Rentenbankscheine
14,
7
Juli, 30,
23,15
Juni,
resp.
222,8; 200,8;

132,2; 292; 264,8 miii.

NATIONALE BANK VAN BELG1Ë
Voornaamste posten in millioenen francs.

Data

n
Voorsch.’ijdSt.
.

in
bk

22 Juli’26
361
30
1.709 607
5.200
1.075
8.96
599
15

’26
362
30
1.636 689
5.200
1.000
8.947
492
8

’26
362
30
1.391 621
5200
975 8.631
433
1

,,

’20
363
30
1.362 570
5.200
900
8.514
392
24
Juni’26
363
30
1.509
354
5.200
800 8.277
469
17

,,

’26
363
30
1.465 412 5.200
750
8.228
443

23 Juli’25
354
30
1.429
235
5.200

7.570
265

VEREENIGDE STATEN VAN NOORD-AMERIKA.
FEDERAL RESERVE BANKS. Voornaamste posten in inillioenen dollars.

Goudvoorraad
Wettig
Wissels

Data
betaal-
middel,
Totaal
Dekking
In her-
disc. v. d.
In de
open
bedrag
F. R.
Notes
Zilver
etc.
member
markt
banks
gekocht

7Juli’26
2.806,8
1.376,8
1

.135,2
612,6
237,6
30Juni’26
2.834,9 1.518,4
144,7
515,0
249,4
23

’26
2.846,6
1.511,9
148,9
479,2 247,2
16

’26
2.836,6
1.576,0
147,7
393,3
233,2
9

’26
2.833,2
1.529,2
149,3
448,2 249,8
2

1
26
2.797,2
1.502,7
149,3
525,0
244,1

8Juli ‘251
2.784,3
11.508,7
139,5
1

450,3

1
240,7

Belegd
F.R.
Notes
Gestort
Dek-

Aigem.
Dek-
Data
In
U.
s.
Gov.Sec.
in circu-
SIIO
Kapitaal
kings-
kings-
latie
perc.’)
perc.
2
)
___________
7Juli’26
375,3 1.737,5
2.279,2
122,8
69,8
73,2
30Juni’26
385,3
1.697,3
2.259,8
122,8
71,6 75,3
23

’26
383,1
1.682,8
2.258,2
122,8 72,2 76,0
16

’26
482,2
1.688,2
2.290,9
122,7
71,3
75,0
9

’26
418,3
1.692,9
2.251,3
122,7
71,8
75,6
2

’26
404,2
1.704,1
2.261,2
422,6
70,5
74,3

8Juli ’25
339,0
1.652,3 2.187,7
115,6 72,5
76,1
1)
Verhouding totalen goudvoorraad tegenover opeischbare schulden:
F. R. Notes en netto deposito.
2)
Verhouding totalen voorraad munt-
materiaal en wettig betaalmiddel tegenover idem.

PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HET
FED. BES. STELSEL.
Voornaamste posten in millioenen dollars.

Data

30Juni’26

Aantal
banken

702

Dis-
con to’s
en
heleen.

14.135

Beleg-
gingen

Ii’?eserve
1

bij
de
1

F.R.
1
banks

Totaal
depo-
sito’s

19.066

Waarvan
time
deposits

5.650
5.681

1.661
23

’26
703
13.946
5.656
1.665
18.696
5.608
16

1
26
703
14.055
5.683
1.687
18.918
5.604
9

’26
703
13.905
5.723
1.660 18.750 5.586
2

’26
703
13.962 5.716
1.638
18.868
5.604

1Juli’25
733 13.375
5.517
1.662
18.339
5.172

Aan het eind
van ieder
kwartaal wordt
een
overzicht
gegeven van enkele niet
wekelijks opgenomen
bankstat.en.

EFFECTENBEURZEN:

Amsterdam, 26 Juli 1926.

uit de afgeloopen berielltsperiode heeft slechts cle beurs te
P L1′
IJ
S
activiteit
V;lu
beteekc,iis vertoond. De laatste dtgci
Is
de steiiining ;i.lda;ii wat gekalmeerd wegeas de rijzing
yaii den franc, clie een einde gciaa.kt heeft ;La,ti

wilde
jacht naar buitdnlali(lsche fondsen eti 1 r ansche aaiicieelei,
:1.1
zija cle omzetten, absoluut gezien, nog steeds zeer om-
vangrijk.
Te 13 e i 1 ij:
ii
is jia de nerveuze spaullilig van de la tstc
vekeii een I)erio(le van rust ingetreclen. De vacantietijd is
in de eerste llaats
cle aanleiding hiertoe geweest. Hierbij
echte, is dc overtuiging gekomen, dat (le markt, ua cle
krachtige hausse, welke vooi vele fondsen te coustateereii
is geweest, iiiet onmiddellijk op andere, gunstige, berich-ten zou .reageeleu. 1111 verband hiermede is de kooplust
een igszi as afgenomen, waartegelover echter ook geeit
groot aanbod is ontstaat,. De
-alg en,eene toestand werd ter
betirze dati ook gunstig beooidee[d. Weliswaar vertoont de
hallcic].sbal;LIIS Voor de niaaiid j wij een
l)assief
saldo van
ongeveer 35 iitiliioeii Mark, doch ,’aar ciit saldo werd ver-
oorza;ik.t
dooi
een toeneilting i’alI den invoer – ‘oornaiiie-
lijk van grolicistoflelk – en iiiet door een verniinlering van
den uitvoer, werden hieraun geen oigunstige con,.i,teutaren
vastgckiioopt. Ondanks cle veiiïiincleriug • van de omzetten,
waren er toch nog enkele rubnieken, welke een opgewekte
stentniing te zicim hebben gegeven. Hiertoe behoorden o.a.
mlloJlt;l;mRa;Utcleelell, welke gevraagd vareis als gevolg va
de bekend geworden cijfers omtrent steen.koolverschepingen
en in verband niet berichten onrtrent een toegenomen pro-
ductie van staal. Voorts waren aaudeelew Farbeiiindustrie
gezocht. Omtrent deze onderneming doen tallooze geruch-
ten de ronde, welke alle resulteeren in ccii verhoogde vraag naar cle aancieelen. Vervolgens konden bankaandeeleu hun
rijzing voortzetten, o.a. aandeelen Darmstiidter und Na-
tional Bank, waaromtrent verluidcle, dat cle instelling tot
vergrooting van ham.kapitaal zou overgaan.
Te Le n d e ii zijn geen opnierkeriswaardige gebeurte-
nissen voorgekomen. De markt was zeer kalm en kwam
alleen eenigszins ouder den indruk van de sohommelingeu
iii den koers van het Fransche ruilmidclel. Men verklaart
uit deze schommelingen cle vaste stemming rvan de beleg

gingsniarkt; algemeen wordt aangenomen, dat Frausch ka-
pitaal voor een deel bescherming in Engeland heef t. gezocht
tegen een verdere iv;uirdevermdndering. iii verband hier-
mede hebben ook dc emissies, welke deze week aan de markt
zijn gekomen, een goed succes kunnen boeken.
l’e N e w Y,o r k is (le markt voor diverse aandeelen iets
achtcruitgcloopen, doch de ondergrond is vast gebleven.
Hiertoe heeft ook de ruime geldmarkt bijgedragen. De pro-
testen, welke in Fransche kringen worden geuit tegen de
regeling van de Fransche schuld met cle Vereenigcle Sta-
ten, hebben slechts weinig aandacht getrokken. In tinan-
oiecle kringen werden zij ivel besproken, doch het onmid-
dellijke effect
01)
c!e fondsenmarikt is te gering, clan (lat
hiervan iets in het koerspeil tot uitdrukking zou kunnen
komen.
Te ii o ii z e
II
t heeft de markt ook blijk gegeven van
den aanvang van dcii vacantietijcl. De handel is sterk in-
gekrompen, hoewel hierbij niet van een daling van het
koerspeil kan worden gesproken, behoudens enkele uitzon-
deringen. De
belegginqsvuvr/ct
is eveneens vmst gebleven.
Er is iet.s moer vraag ontstaan naar Du.itsche obligaties,
welke in den loop der tijden aan onze beurs zijn geïntro-
duceercl. De aanhoudende ruimte op cle gelclmarkt heeft
bovendien cle vraag naar beloggiugsfonclsen in cle hand
gewerkt. 6 pCt. Ned. Werk. Schuld 1922: 1064, 106%,
106
9
/ii; 43 pCt. Nech. Werk. Schuld 1917: 1,00
1
,, 99
15
/ia,

100
1
/8 ; 7 pCt. Ned.-Inclië : 100251:3,
10027
1 00/
ra
; 5 pCt.
I3razilië 1903 £100: 79, 797/s,
790
116; 8 pCt. Sao Paulo:
105y8, 105, 1053′.
Van de verschillende aandeelensoorten hebben in cle eerste
plaats
binsvemalmvdsche industrieele fondsen
de aandacht ge-
trokken. Vooral aancleelen in kunstzïjdeondernemingen
stonden op den voorgrond door een scherpe reactie, in de
eerste plaats voor aandeelen Enka en Maekubee. Bepaalde
aanwijzingen, welke als motief voor cle daling zouden knmi-
nen gelden, ii’aren er niet; als algeiiieene aanleiding heb-
ben de berichten omtrent nieuwe procddlé’s, prijsverlagin-gen en procluctienitbreidingen gegolden. De daling is wel-
licht scherper gewoiclen, dan anders misschien het gevalzou
zijn geweest, doordat in een stille markt naast de bona fide
‘erkoopnrs ook de contramine cle koersen heeft gedrukt. Desniettemin tis 0 het verlaagde koerspeil geen kooplust
ontstaan, zooclat het aanvankelijke herstel van enkele pun-
ten niet volkomen behouden kon blijven. Ook aandeelen
Jurgens waren gedrukt, doch hier is later een lichte stij-

Data
Goud
Daarvan
bjjbui-
tent. circ.
banken’)
1

1
Devlezen
1
1
als goud-
1
1 dekk(ng 1
geldende

Andere
1
wissels

t
en

1
cheques
1

Belee-
nin
__…”

15 Juli

1926
1.492,3
260,4
335,4 1.192,5
12,9
7

,,

1926
1.492,2
260,4
324,8
1.288,2
143,3
30 Juni 1926
1.492,2
260,4
149,8
1.224,0
5,3 23

,,

1926
1.492,2
260,4 205,4
1.283,1
6,4
15

,,

1926
1.492,0
260,4
355,9
1.240,3
6,3
15 Juli

1925
1.068,7
93,1
356,2
1.526,5
13,4

30 Juli

1914
1.356,9


750,9
50,2

T
Door

Data
Effec-
1
Diversel
Circu-
1
Rekg.-
1
Diverse
1
Rijksb
ten
Activa
2
)
lafie Crt.
Passiva
ii geher-
II

disc.

28 Juli 1926

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

679

ging iiigetreden. Centrale Suiker iij. : 121
34,
122, 1217%;
Feije.nooicI : 1753′, 177/, 174; lloU. Kuiistzijde End. :
94,
96%;
Jurgeiis: 173, 164%,
1681%;
i.:[aekubee: 128,
123, 123% ; Nect. Ikutistzijdefnb?iek: 288, 277, 281, 278/ ;
Philips Gloeilampea : 347, 3444 3403;.
Ook cle afdeeliug voor
i
n
ijgiciandeeleii,
heeft eeuige levejt-
digheid betoond. Aarideeleii Algemeene Exploratie Naat
scliappij bleken te zijn gevruag:l ; ook bier bleken geen bij-
zouclere bejichten ter betirze bekend te zijn. Aat.ideeleii Rel-
jatig Lebong konden, in sympathie niet iancleeleu Alg.
Exploratie, ook eeuig.szins stijgen.
Alg.
Exploratie Mij.:
111%. 117, 122%; Bliiiiton ie IRnbriek : 671, 686, 692, 700;

Redjang Lebong: 265, 270%, 265, 274; Singkep Tin: 378,
383, 389.
i)e
pctroleunrcfdecliicg
is voor liet hoofdfouds lusteloos
gebleven.
As
ndeelen Koninklijke Petroleiuu iiaatschippij
zijn in dcii laatstei.i tijd voor een deel een speculatie
01)
den
koers van buitenlitndsclie betaalmiddeleui geworden cii waar
Fransehe en l3elgisehe franc in cle berichtsweek een aan-
zienlijke verbetering hebben kunnen ondergaai.i, vloeide
hieruit als vanzelf aanbod van aandeeln Koninklijke Pe-
troleum voort.
As
ci den anderen kant werd het cloorsl aan
van cle balans tegengehouden door de koersbepaliiig
01)
de
overige internationale beurzen. De daling is dan ook he-
,erkt gebleven tot enkele procenten. Iii tegenstelling inch
het hoofclfonds waren aandeelen Peuda.wa goed gevraagd,
waardoor een lichte stijging kon intredeu. Dordtsche
Petr. lid. Mij.: 364%, 357%, 355; Ccc. 1 [oh. Petr. Mij.:
175%, 176%, 178% ; Kon. Petr. Mij.: 386%,
378%,
375%;
Perlak ietr.: 81%, 82, 81; Peuclawa: 39, 44%, 437%.
])o
rubbcnnarkt
is zeer stil geweest. Over het algemeen
waren de koersachoinnicli Igen gering. Dc iieeste as ndacht
is ijiet
Op
aancleeien
,
Xinsterd,-mi Rubber, doch op sommige
bijsoorteci gevallei:i, ivelke over het al
,

g
enieen van een vas-
ten ondergrond bi ijk hebben gegeven. Amsterdam Rubbe.r:
327%, 324, 321%, 323%; Dcli l3atavia: 252, 246%, 247
1
/9;
iTessa :Rubber: 447, 440, 436, 448; Java Caoutchouc: 186%,
181%, 185%; KaliTelopak:
323%,
317, 312%, 313%;
Necl.-Tnd. Rubber en Koffie: 372%, 368, 365, 366; Oost
Java Rubber: 338%, 339, 337% ; :Rottei

clam Tapanoeli:
158%, 154%, 154%; Serbacl.jachi: 333,
327%,
323
1
/2, 324%;
Sumatra Caoutchouc: 324, 315
2 318%;
Sumatra Rubber:
375, 369, 359; Verg. md. Cultuur Onci.: 185
1
/4, 182, 183%.
‘J’abcksaaicdeelen
bleken evenmin sterk te zijn gezocht. Bij
zeer geringe omzetten is liet koerspeil nagenoeg oiiveran-
dercl gebleven, hoewel
01)
sommige dagen voor enkele soor-
ten eenig aanbod is ontstaan. Arendsburg: 553, 546, 549;
J3esoeki Tabak: 230; Dcli I3atavia: 430, 422%, 428; Dcii
Mij.:
414%,
413, 410% ; de Oostkust: 207%, 201, 198%;
Senernbah: 410%,
401%,
404.
De
suikerinarkt
was rustig, doch vast. Vooral tegen het
einde van cle beniehtsperiode outstonci er wederom eenige
belangstelling vôor aandeelen H.V.A. en voor de overige
suikerpapieren, vermoedelijk ii verband met berichten om-
trent nieuwe afcloeningen dooi- de V.J.S.P. Cnit. Mij. der Vorstenlanclen: 167, 167%, 165, 166; Hanclelsverg. Am-
sterdain:
631%,
62.1, 624; Java Cultuur Mij.: 345, 340%,
339%; Kalibagor: 378%, 375, 380; Krian: 138
1
/2, 137,
137% ; Maron: 245, 240, 239; Moorman: 428, 430, 429;
Ned.-I.nd. Suiker Unie: 245, 247, 243% ; Pagottan: 277,
279%, 278%; i’oerworedjo: 107%, 1057%, 106; Sindang-
laoet: 430, 421, 420; Tjepper : 663, 665; Tjeweng Lestari:
222%, 224.
9c7ccepvuam-tae?md,ee1emb
hebben de rust hernomen, w’elke
enkele weken geleden kenmerkend voor deze afdeeling is
geweest. Holland Ami-ika Lijn: 47
1
/, 48
1
/
2
, 45; Java-
China-Japanlijn: 113, 112%, 1.14%; Kon. Ned. Stoomboot
Mij.: 97, 95, 91%; NecI. Scheepvaart Unie: 177, 178, 179%
Stoomv. Mij. ,,Nederland”:
179%,
178,
178%. De rubriek van
ba.’ri.kecricleelen
heeft geen aanleiding tot
opmerkingen gegeven. Amst. Bank: 161, 162, 163; bIl.
Bank voor Zuid-Amerika: 79%, 79%; Koloniale Bank: 190,
189, 191%; Ned.-Tnd. Handelsbank: 1617%, 162%, 164;
Ned. Handel Mij. C. v.
A.:
150%, 151
1
/4,
152; Robaver:
72%, 73%, 72%; Twentsclie Bank: 136.
De
A.merilccean.scicc merkt
i’as iets lager, in overeenstem-
iii ng met de aanwijzingen van Wallstreet. Anaeondo Cop-
per: 101
1
/8,
100%,
101; Studebaker: 56%, 54%, 54; United States Steel: 1
4
3%, 141%, 138%; Atdhison Topeca: 137%,
136%; Baltimore & Ohio: 99, 97, 97%; Ene: 35%, 34%,
337%; St. Louis & San Francisco: 96%, 96
1
/
is
; Union Pa-
cifie: 154%, 153%, 1537%; Wabash Railway: 4915/32, 45%,
44
21
/32
De
gelcZma’rkt
is, zoonis reeds gezegd, ruim gebleven, pro-
loigatie schommelde tusschen 2
1
/4
en
23.2
pCt.

GOEDERENHANDEL.

GRANEN.

27 Juli 1926.
Een verdere 1•ijzillg aan de overzeesche t a r ire-iiimkten
heeft in cle afgeloopen iveek niet 1)laats gehad. Het hoogste
1)1111t ii’ercl te Chicago en Winnipeg bereikt, toen wij de vorige ii’eek ons overzicht schreven en sede r t gaven deze
niirkteii een scherpe reactie te zien. Berichten van negen-
val in liet Noord-Westen van Amerika, alsook in Canada
veroorzaakten een daling van 5 tot 7 d.e. Hernieuwde meI-
dingen van onvolcloenden regen en wederom heerschende –
hitte deden de noteeringen weer gevoelig oploopen, vel
en bewijs, welk een rol de heci

schende i’eensgesteld.heicl in
Canada op hot oogenblik speelt. Het kan clai ook niet wor

den ontkend, dat de oogst iii Canada zooweh ah in liet
fÇoorclii’esten der Staten nog aan verrassingen is l)loot-
gesteld en daar de opbnengst van de zomertarwe van zeer gnooten invloed op het totaalcijfer van de Amerikaansehe tarn’eoogsten is, is het begrijpelijk, dat de termijnmarkten
(1001′
de weersgesteldheid sterk worden befnvloech. De win-
tentarwe ii’ordt in Amerika nu i’el met grooten spoed ten
markt gebracht, zooals blijkt uit de cijfens der wereidver-
schepingen der afgeloopen week. 80 pCt. van het totaal
komen
01)
rekening van Amerika. Van de Argentijnsehe
tiarkten valt weinig nieuws te vernielden. De verschepin-
gen zijn sterk ingeki

ompen als gevolg van de sledhte vraag
nar .Plata Tarwe op gnond van de te hooge prijzen, het-
geen, zooals wij reeds opmerkten, door de hooge zeevrachten
wordt veroorzaakt.
In Europa was de weersgesteldheid in cle afgeloopen
week over het algemeen gunstig en in de meeste West-
IDuropeesehe landen zal men spoedig tot liet snijden der
tarwe overgaan, hetgeen met de rogge needs liet geval is.
Met uitzondering van de Balkanstaten en Rusland wordt
een kleinere opbi-engst dan verleden jaar verwacht. Op
grondi echter van cle cijfers, rielke de vorige week met be-
trekking tot de opbrengst ..n Roemenië werden gepubli-
ceerd, is liet niet uitgesloten, dat de mindem-e opbrengst in
West-Eumopa voor een groot gedeelte door Roemenië zal
worden gecompenseerd. Het Roemeensche Ministerie van
Laiclbouw heeft namelijk bekend gemaskt, dat de geheele
tarwe-oogst circa 3% millioen tons bedraagt, zoodat na
aftrek van het in . het land zelf benoodigde kwantum,
138.300 wagons, of 1.38 millioen tons (de wagon
01)
10 tens
gerekend) voor export besekikbaur zouden zijn. Dit is een hoeveelheid, waarme:Ie rekening gebonden mag wonden.
In hoeverre echter Roemenië invloed op den werelclpm-ijs
kat uitoefenen is, in verbiuicl met de moeilijke economisehe
verhoudlillge]l daar te lande niet te zeggen.
Wat Duitschianci betreft, nog versch ligt in het geheugen,
op welke dringende )’ijze
. .dit land liet vorige jaar de in-
heenisclie tarwe op de markt bracht, hetgeen toegeschre-
ven werd aan cle enorm(„ gelclsdiaarselite, welke toen in
Duitsehland heerschte.
01)
het oogenbhik is de rentestand
daar aaninet-kelijk lagen dan verleden jaar, hetgeen op rij-
mer geld wijst, zooclat het niet onmogelijk is, dat ditmaal
de Duitsche boer zijn tanive meer in oveneenstemming niet den wereldprijs zal houden.
De handel in Europa heeft zich in cle afgeloopen week
zeer gereserveerd getoond en hoofdzakelijk ten opzichte van
de sehouimelende beweging in Amerika een afwachtende
houding aangenomen. Hier te lande waren de omzetten ge-
ring en bepaalden aieh tot enkele disponibele partijen tot
dekking van onnmiddlellijke .bhoefte. Duitsehland interes-
seer.cle zich uit den aard der zaak alleen voor tarwe, welke
nog vÔÔr 1 Augustus iugevoerd kan worden De omzetten
waren echter ook zeer gering.
Het snijden der Ho gg e is in West-Europa overal be-
gonnen en daarmede is dle belangstelling voor buitenland-
sche rogge, zooals gewoonlijk, voorloopig verdwenen. Be-
richten uit Duitschland over de kwaliteit zijn tot nog toe
niet bemoedigend. Er i.s sprake van zeer lichte natura-ge-
wichten. De tei-mijnmarkt in Berlijn was op grond van
regenberichten vrij vast gestemd. Ook Polen, welk land in
het begin der vorige week tot zeer lage prijzen rogge afgaf,
heeft deze

intusschen aanmerkelijk verhoogd, ja zelfs het
aanbod is zeer belangrijk minder geworden. Volgens de laat-ste berichten w’odt in Polen cle rogge-oogst en. 25 pCt. klei-
ner gem-aamd dan verle:len jaar. In Chicago verliep de niankt
zeer wisselvallig. Voor Europa heeft de Amerikaansche
rogge elk belang verloren, daar de prijs veel te hoog ge-
worden is.
De sterke prijsstijging voor M a ï s te Chicago is sedert
eeuige dagen tot staan gekomen. De Juli termijn, welke
onder invloed der slechte oogstberichten eveneens snel op-
liep, is weer even zoo snel gedaald, zoodat de koers zelfs
lager is dan ruim cel week geleden. Blijkbaar werden op
Juli zulke g.roote hoeveelheden aangediend, dat de markt

680

ECONOMISCH-STA+ISTISCHE BERICHTEN

28 Juli 1926
Noteeringen.

Chicago
Buenos Aires

Data
Tarwe
Maïs
Haver
Tarwe
Mars
Juli
Juli Juli
Aug.
Aug.
]Lunzaad
Aug.

24Juli’26
1413(
7651
8

4151
8

13,40
6,70
18,-
17

,,

’26
146
77
39
13,65
6,95
18,-

24Juli’25
1521,
1035/
44
13,60
9,55
20,20

24Juli’24
131
1078,’
535,
15,101)
9,551)

23,501)

24Juli’23
98
86i1
4011
2

10,80
8,45
21,70

20Juli’14
82
56
3
18
36
9,40 5,38
13,70

Locoprjzen te
Rotterdam/Amsterdam.

Soorten
26juli
19Juli
27Juli

Tarwe (Manitoba III) …
1

16,25 16,60
*
17,-
Rogge (No. 2 Westeni)
.

1
12,25 12,60
12,20
Maïs (La Plata)

………
2

172,-
185,-
248,-
Gerst (48 ib. malting)…

2
194,-
203,- 269,-
Haver
(Canada 3)……..
1

10,70 10,80 13,50
Lijokoeken (Noord-Ameri-
ka van
La Plata-zaad) _’
12,25 12,20
14,10
Lijnzaad (La Plata) …..’
392,-
397,__
1

449,-

1)
per September.
1)
per 100 KG.

2)
per 2000 KG.
8)
per 1960 KG.


No. 2
Hard/Red
Winter Wheat.
AANVOEREN in tons van 1000 KG.

Rotterdam
Amsterdam
Totaal

Arlikelen
18124
Juli
Sedert
Overeenk.
18124
Juli
Sedert
Overeenk.
1926
1
Jan.
1926
tijdvak
1925
1926
1Jan.
1926
tijdvak
1925

Tarwe ……………..
29.861
857.224
649.496

7.731 14.198
864.955
663.694

Rogge

……………..
11.152
.
154.258
119.506
150 916

155.174
119.506
50
12.888 16.003

855
150
13.743 16.153
Boekweit ……………….
Mais ………………
15.6
.
54
511.785
388.076 6.502 66.873
46.318
578.658 434.394

9.414
196.967
92.441

6.915 4.018
203.882
96.459

Haver ………………
.

0.108
128.048
116.959

2.165
150
130.213 117.109

Lijnzaad

…………..
139.060
112.348
3.443
130.468 28.098
269.528
140.446

Gerst

……………….
.4.825

6.450
146.415 118.706



146.415 118.706
Lijnkoek

……………
Tarwemeel

…………
1.523

.

31.480
63.985

7.778 9.641
39.258 73.626

Andere meelsoorten ….
.751
9.062
3.290
– –

9.062
3.290

zich niet kon handhaven. In Argentinië staat de maïs, wat
spoedige verschepiug betreft, nog in het teeken der vrach-
tenschaa-rschte. W:it latere verschepi ng aangaat, cle mindere
vraag uit Europa cii een zwakkere tendens op de vraehteii-markt, riepen een flauwere stenuïiing te voorschijn, en af-
laders waren gedurende de afgelopen week dageiijks bereid
lagere aanbiedingen te accepteeren. Onder den invloed der
flauwere stemming voor maIs op termijn, konden cle prijzen
voor stooniende partijen naar de Conbinentale havens zich
evenmin handhaven, te meer daar vai.i de zijde der
coh-
sumptie onvoldoende vraag bestond. Een uitzondering
vormden cle :ldngelsche niarkten, alwaar een dusdanige
schaarschte aan niaïs bestaat, dat i’oor spoedig gewachte
partijen ei, ladingen zee,’ hoogc prijzen werden betaald, zoo
hoog, dit het zelfs loonde van het Continent mais te her-
verschepen. A;ui het einde der week was de -stemming in
Engela id iets kalmer. Roemenië maakt nieldiug van zeer
gunstige verwachtingen van den nieuwen oogst, terwijl nôg
groote voorraden van den ouden aanwezig zouden zijn. l.’n-
tusselien merk-t men hier nog zeer weinig van aanbod. De
gebieden aan den Boven-Donau alsook Middellandshe Zee-
havens betalen iog prijzen, welke zich ver boven cle waarde
in West-Europa bewegen. Ook Engeland betaalde een zeer
hoogen prijs voor spoedig te i’erlmlen lioemeensche mais.
Hier te lande blijft de handel in Donauniaïs sleepende en
alleeu tot iii verhouding slechte prijzen kunnen houders
hun vorradcn liquideeren.
G e r s t heeft eveneens van de vaste stoitinung ingeboet,
speciaal voor spoedige levering. Amerika was op sommige
dagen dringend aan dc markt, hetgeen houders van spoe-
dig verwachte partijen tot snelle liquidatie aaiispoorde. Op latere aflading blijven de prijzen zich op hetzelfde ii iver.0
bewegen. Van Roemenië komen nu en -dan enkele zaken
op latere aflading tot stand. in het algemeen is echter
cle gersthandel momenteel van weinig beteekenis. Duit’sch-
land hield zkh geheel op den achtergrond. Zelfs partijen,
ii’elke nog tot het oude toltarief ingevoerd kunnen worden,
konden geen belangstelling opwekken.
in h ii v
C 1
bestaat regelmatig aanbod vals Noord.Anieri-
kit, doch viii eenige afdoennug wordt niet iiiee.r vernomen.
Winnipeg fluctueerde nauwelijks en ook Chicago geeft bijna
-geen versc4iillcn te – aanschouwen.

SUIKER.


Ook deze week verkeerden cle verschillende suikermnai’k-
tea aa ui’aiikelijk nog in lustelooze stemming, waarna deze
verbeterde in sympathie met Anierika, :ilwan r echter cle
viyes voor cle gevolgen viii, liquklaties op de terniïjnniarlct
dcii handel in effectieve suiker nog tot het uiterste be-
perkte
De noteeringen te New York hadden het volgend verloop:
• Sp. C. Juli Sept. Dec. Jan.
Slot voorafgaande week ……4,08 2.29 2.37 2.55 2.60
Opening verslagweek ……….4,11 2.35 2.43 2.62 2.65
Laagste punt verslagweek .. 4.11 2.31 2.37 2.54 2.59
Slot verslagweek …………..4,14 – 2.41 2.59 2.64

De onti’;tngsten in de
Atl.
haven-s der VS. bedroegen
deze week 28.000 tons, de versmeltingen 59.000 tons (tegen
69.000 ‘tons in 1925) en de voorracleit 323.000 tons.
Willett -& G-ray r,mnieii deit bietoogst der V. S. op 860.000
tons tegen eene ralniug van 783.000 tons door het De’par-
tement van Lanclbouw en eene opbrengst van 804.000 tons
verleden jaar.
Illa ruwe Cubasuiker kwamen verkoopen tot stand naar
Europa tot sh. 1116 en 11/7% c.i.f., terwijl ook weer eenige
ladingen Cuba, – die in Amerika tot ongeveer 2
3
/s d.c.
c. & fr. New York werd verhandeld, – hun weg naar het
Verre
Oosten vonden. Totaal werden, volgens Czarnikow,
dit -seizoen ongeveer 1501160.000 tons Cubasuiker daarheen
versdheept.
De C ci b a-statistiek is als volgt:

1926

1925

1924
Tons

Tons

Tons

Weekontvangsten tot 17 Juli
25.356
35.702
42.653
Totaal

sedert

1112 tot 1717
3.890.619 4.318.200
3.415.971
Werkende fabrieken
1
10
2
Weekexport 17 Juli ……..
55.360
76.187
96.132
Totaleexport sedert 1211 t. 1717
2.629.175 3.280.569
2.772.046
Totale voorraad 17 Juli
.

1.261.446 1.037:631
638.775

in L oma cl e n sloot de termijnmarkt op de volgende no-
tecringen:

Juli

……..Sh.

131734
December
……Sh.
141634
Augustus …
.

,,

1318%
Maart ’27
….

,,
1510%
September….

,,

1311034
Mei

’27 ……..
,,
1514k
October ……,,

141111
2

De Zichtbare Voorraden zijn
volgens Czaruikow:

1926 1925 1924
Tons Tons Tons
Duitschland

1

Juli

……..
684.000
399.000
548.000
Tsjechoslowakije 1 Juli
447.000
315.000
173.000
Frankrijk

1

Juli

……….
231.000
216.000
97.000
Nederland 1

Juli

-………
135.000
75.000
69.000
België

1

Juli

……………
85.000
113.000
48.000
Polen

1

Juli

…………..
118.000
108.000 107,000
Engeland 1

Juli

……….
477.000
357.000 317.000

Europa.. 2.177.000 1.583.000 1.359.000
V.S. Atlant. havens 21 Juli .. 323.000 255.000 200.000
Cuba 17 Juli …………..1.261.000 1.038.000 639.000

Totaal . 3.761.000 2.876.000 2.198.000

Op J a v a was de markt deze week levendig. De
Visp
i’erkoehten weer groote kwantiteiten uit oogst 1927 tot f1634 per 100 KG-. voor Superieur; f15,- -voor No. 16′
&fhooger cmi
f
14% voor Museovados, ter-wijl ook nog wat
Superieur uit den oogst van dit jaar tot
f
10,75
e
per pic.
geplaatst werd. In de tweede hand werd voor Superieure
suiker tussehen
f
10,45 en
f
10,70 betaald naar gelang der
positie en disponibele No. 16 &fhooger ging tot
f
9
5
Y
8
in
andere handen over. -;
H i e r te 1 a n d e ondervond de markt den invloed der

28 Juli 1926

ECONOMISCH-STATISTÏSCHE BERICHTEN

681

fluctuaties aan de New Yorksche termijnbeurs, ofschoon
de schommelingen hier minder gevoelig waren. De markt
sloot in ongeregelde stemming op
f
167/
s
voor Augustus met
ruimm aanbod,
f
17
8
/
8
voor December en
f
17% voor
Maart. De omzet bedroeg deze week ongeveer 4400 tons.

NOTEERINGEN.

Londen

Tew York

Amster-

1
White
Java’s
1

Cubas

960
Data

dam per Tates

f.o.b. per
J
96
0
c.i.f.

Centri-

Aug.

Cubesl

fugals

No. 1 1

Juli

Aug.

kristalsuiker
Sh. Sh.
Sh.
$
ets.
basis 990
26 Juli ’26
f
1651
33/3
151_
11/7
4,14
19

,,

’26
,,

16
1
1/
16

33/3
151-
11/7X
4,11
26

,,

’25
,,

18
1
11
34/9
1416
121-
4,27
26

,,

1
24
431-
201_
17/7
5,15
ruwsuiker
basis 88°
4 Juli
’14
f
11
11/
181-


3,26

basis 990
1)
Het
verschil tusschen
ruwsuiker
88
0
en
f
14
18
1
32
1

krist.suik.
99° is aan
te nemen opf3
p. 100 KG.

KATOEN.

Noteering voor Loco-Katoen.
(Middling Uplands.)

23Juli
1926
16Juli
1926
9Juli
1926
23Juli
1

1925
23Juli
1924

New York voor
Middling
.
.-.
18,85e
18,55e
19,05e
25,35e
35,30 c
New Orleans
voor Middling
18,53 c
18,24e
18,28 c
94,85e
30,40 c
Liverpool voor
Middling
.

9,93 d
9,92 d
9,60 d
13,48 d
17,97d$)
*) Voor 1 ully middling ouden Standaard.

Ontvangsten in- en uitvoeren van Amerikaansche havens
(In dulzendtallen balen).

1
Aug.’25
Overeenkomztige periode tot
16
Juli
’26
1924125
1

1923124

Ontvangsten Gulf-Havens.

11

Atlant.Havens
9752
5
943
6852

Uitvoer naar Gr.Brittannië
2261
2526
1670
,,’tVastelandete.
4604
4714
3467
Japan ………
1201
898
581

Voorraden.
(In dulzendtallen balen).

Overeenkomstig
tijdstip
16
Juli’26
1925
1924

Amerik. havens ………..
574
340
209
916
210
216
.

120
43
Binnenland …………..
New York

…………….51
.
86 50
New Orleans ………….63
Liverpool ………………
489 379
146

Marktberioht van cle Heeren Sir Jacob Behrene & Sons.
Manchester, d.d. 21 Juli 1926.
Prijzen van Amerikaansdhe katoen zijn gedurende de af-
geloopen week iets vaster geweest. De markt is :bijzonder
gevoelig voor ongunstige weerberichten en zal gedurende
de eerstkomende weken ook wel zoo blijven. Het volgende
Bu.reau.Rapport verschijnt as. Vrijdag. De Egyptische
oogst maakt goeden voortgang. Over het algemeen is de
stemming in de katoenmarkt kalm, terwijl locoverkoopen
in Liverpool gedurende de vorige week slechts 22.000 balen
hebben bedragen.
De verbetering in de Amerikaansche garenmarkt, waar-
van wij de vorige week melding maakten, heeft zich niet
kunnen handhaven. Spinners van grove nummers rappor-teeren weinig vraag. In medio nummers, zoowel twist als
wef t, schijnen een flink aantal orders voor flinke hoeveel-
heden geplaatst te zijn, doch over het algemeen is de vraag
tegen behoorlijke prijzen nog gering. Enkele flinke posten
in getwijncle bundeigarens zijn voor India en het Verre
Oosten afgesloten. De bijzonderheden betreffende de voor-
gestelde verkoopeombinatie van Amerikaansche spinners onder den naam van American Yarn Association Ltd. zijn
jl. Zaterdag gepubliceerd en antwoorden worden ingewacht
tegen 31 Juli. In Egyptische garens schijnen enkele spin-
ners wel in staat hun productie van de hand te doen, maar

loor het gebrek aan kolen worden verkoopen hoe langer
hoe moeilijker.
De doekmarkt toont geen verbetering en aan hetgeen
wij de laatste weken geschreven hebben is weinig meer toe
te voegen. De moeilijkheden bij de productie worden hoe
langer hoe g.rooter zoolang de kolenstaking duurt, en er
schijnt nog weinig kans te bestaan op een spoedige oplos-
sing van het conflict. India zendt meer aanvragen, doch
de limites vandaar zijn over het algemeen te laag en met
uitzondering van enkele zaken, welke nog tot stand zijn
gekomen in bepaalde standaardkwaliteiten, waarvan de
voorraad uitgeput was, gaat er slechts zeer weinig om.
Prijzen zijn vast; in enkele gevallen zelfs verlangen fabri
kanten hoogere prijzen in verband met de grootere produc-
tiekosten. Daar staat tegenover, dat 6r te weinig vraag is
om tot een algemeene prijsstijging te komen, terwijl koopers
zich slechts aan den Joop van katoenprijzen wenschen te
houden.

14Juli 21Juli. Oost. koersen. 13Juli 20Juli
Liverpoolnoteeringen. T.T. op Br. Indië 115
7
1
9
115
,
1
8

F.G.F. Sakellaridis 16,25 16,20 T.T. op Honkong 2129/, 2/2k
G.F. No. 1 Oomra 6,65 6,75 T.T.op Shanghai 2/112/10

KOFFIE.

De weerberichten, waarvan in het laatste overzicht sprake
is geweest, hielden deze week niet aan en bevestiging, dat
er reeds schade zou zijn toegebracht aan den volgenden
Braziel-oogst, werd niet ontvangen. Nadat verleden week
in enkele deelen van Brazilië lichte vorst was voorgeko-
men, steeg de temperatuur aldaar weder overal boven het
vriespunt en de laatste berichten melden temperaturen
van minimum 4 á 9
0
Dat de invloed, die de vorstberich-
ten op de prijzen aan de termijnmarkt een oogenblik heb-
ben gehad, onder deze omstandigheden weder verloren ging,
is Je begrijpen. Bovendien werkte de dalende richting, die cle wisselkoers in Brazilië thans wederom heeft aangeno-
men, mede om cle stemming overal iets gemakkelijker te
maken. Nadat de koers in het einde van Juni en ook nog
op 6 Juli 8 d. had bereikt, trad eene kleine daling in,
welke echter in de laatste dagen grootere afmetingen aan-
nam, waardoor hij op het oogenblik op
70131
is terugge-i’allen. Het gevolg van een en ander is, dat in de eerste
plaats de termijumarkten weder iets lagere noteeringen te
zien geven. Aan onze markt bedraagt de daling ongeveer 1 It 1% ct. en op de loco-markt zijn weliswaar de prijzen
niet dadelijk zooveel lager geloopen, doch de afzet, die juist iets beter was geworden, was weder merkbaar minder.
Volgens dezer dagen ontvangen telegram uit Brazilië
bedroeg de voorraad, in de Gouvernementspakhuizen en de
spoorwegstations in het binnenland van Sao Paulo en
Minas Geraes teruggehouden, op 15 dezer 2.811.000 balen,
hetgeen tegen 30 Juni eene vermindering aanwijst van
22.000 balen.
Uit Nederlandsch-Indië werd deze week een telegram ont-
vangen, meldende dat de aanstaande oogst een kleine zal
zijn, waarmede bevsstigcl wordt wat reeds vroeger van ver-
schillende zijden was gemeld.
In Brazilië liepen over het algemeen genomen de kost-
en vrachtaanbiedingen van Rio en Santos terug, doch eigen-
aardig is het, dat dit bij sommige afladers veel meer het
geval is geweest dan bij andere, zoodat de prijzen ditmaal
sterk uiteenloopen. De prijzen van gewoon goed beschreven
Superior Santos op prompte verscheping zijn thans onge-
veer 9716 It 10016 per cwt. en van dito Prime ongeveer

2
6 It 101/6, terwijl zij van Rio type New-York 7 met be-
rijving, prompte verscheping, bedragen 8516 It 871-.
Van Robusta op aflading zijn •de noteeringen op het
oogenblik:
Palembang Robusta, Juli verscheping, 47% ct.; Palem-
bang Robusta, Juli/Aug. veracheping, 47 ct.; Benkoelen
Robusta, Juli/Aug. verscheping, 48% ct., alles per % KG.,
c.i.f., uitgeleverd gewicht, netto contant.
De of ficieele loco-noteeringen bleven onveranderd 65 ct.
per 36 KG. voor Superior Santos en 57 ct. voor Robusta.

De noteeringen aan de Rotterdamsche termijnmarkt wa-
ren aan de ochtend-call als volgt:

Santos-contract

Gemengd Contract
basis Good

basis Santos Good

Juli I!pt.
1
Dec.
1
Mrt. Juli
1
Sept.
1
Dec.
1
Mrt.

27 Juli
56518
/8
53s
52ii
561/
8

548/
s

51
49
20
56o, 56o, 55
53i
56
55’j
521/
8

50
13
6

91
57

1

7″l

56y,
56
K

54
547/
8

52’/
56 56
537,
54%
50%
5151
4871
s

495
18
De slot-noteeringen te New-York van het aldaar geldende

682 ‘

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

28 Juli 1926

gemengd contract (basis Rio No. 7) warn:

‘Juli
1

Sept.
Dec.
i

Maart

26

Juli ……..
$-
$
17,60
$
16,58
$
15,98
,,

18,79
17,93
17,10
,,

16,56.
19

,……….
12

,.

……..
,,

18,27

..

,,

17,30
16,52
2

,.

……..
.,,

18,13
.
,,

17,38
16,60
16,03
Rotterdam, 27 Juli 1926.

(Mededeeling van de Vereeniging voor den Goederenhandql
te Rotterdam.)

Noteeringen en voorraden in Brazilië.

Data
te Rio
te Santos
Wlsselkôïh te Rio
,
Londen’
Voorraad
1

Prijs
Voorraad
t Prijs
(In Balen)
1
No.71)
(In Balen)
1
No.41)

26 Juli

1928
270.000
24.375 1.178.000 24.500
721
/32
19 Juli

1926
298.000124.250
1.267.000124.500
7271
/32
12 Juli 1926
290.000
1
24.250 1.273.000
1 24.500
7291
/32
25 Juli 1925
208.000
337.00
1.632.000
31.000
5l51

Ontvangsten uit het binnenland van Brazilië in Balen.
‘)

te Rio
te Santos Data

Afgeloopen

Sedert Afgeloopen

Sedert
week

1Juli

week

1Juli

26 Juli 1926……

91.000

324.000

155.000
1
550.000
25
Juli 1925… .

83.000

257.000

181.000 594.000
1)
In Reis.

THEE.’

De themarkt herstelde zich in de afgehiopen week in
zooverre, dat de tendenz in de Londensche veilingen aan
vankelijk prijshoudencl genoemd kon worden. Er kwamen
hier en daar nog eenige prijsverlagingen voor, doch ‘hiel.
den clie verlagingen meestentijds verband met teruggaande
kwaliteiten.
De markt ‘sloot echter met de veiling van Ned.-Indische
thee voor de meeste soorten met vaste prijzen, ‘hier en
daar zelfs van
Yi
tot d. hooger. De verwachtingen voor
de -Amsterdamsche veiling van 29 Juli zijn daardoor wel
verbeterd.
Het Thee-Etablissement te Amsterdam publiceerde haar
statistiek over het eerste halfjaar 1926. Wat het aanbod
‘in de Amsterdamsche veilingen betreft, valt het eerste
semester van dit jaar gunstig uit tegen dat van 1925. De
9 veilingen, die gehouden werden, omvatten in 1926 rufm
150.600 ‘kisten met een gemiddelden ophrengstprjs van
993 cts per h. KG. tegenover 123.300 kisten met een ge middelden veïlingsprijs van 84 cts. in ‘het eerste halfjaar
van 1925.

1

Omtrent de cijfers van aanvoer, invoer tot verbruik en
uitvoer kan nog ‘het volgende opgemerkt worden.
De aanvoer van thee in Nederland steeg van bijna
7.300.000 KG. in het eerste halfjaar van 1925 tot ruim
9.200.000 KG. in 1926. –
Opvallend in de gespecifliceerde’ opgave is de v’rj sterke
toename van Britsch-I.ndische thee, die van 180.000 KG.
steeg tot 433.000 KG,
De cijfers van invoer tot verbruik laten zich niet ver-
gelijken met die van verleden jaar, omdat in de eerste helft
van 1925 handelaren alog de beschikking hadden over flinke
hoeveelheden thee, ingeklaard vôôrdat de verhooging der
invoerrechten in 1924 in werking trad.
Intussehen is ‘het wel opvallend, dat de ‘invoer tot ver-
bruik. van Ned.-Indische thee percentsgewijze van het totaal
niet ongelijk is teruggeloopen. In normale omstandigheden
toch vormde Ned.-Indisehe thee ruim 80 püt. van het ver-
bruik in Nederland, welk percentage voor het eerste semes-
ter van dit jaar is te’ruggeloopen tot ongeveer 75 pOt.
De uitvoer van thee wijst tegenover verleden jaar een
vermindering aan en wel van ruim 3.100.000 KG.. tot nog
geen 2.800.000 KG.
Amsterdam, 26 Juli.

RUBBER.
Ook in de afgeloopen week bleef de markt’ geheel en al
onveranderd, met weinig zaken van beteekenis.
De slotnoteeringen luiden:

la Sheets:

einde voorafgaande week:
Juli

1.13

…………..1.13k
• ‘

Aug.ISept.

1.15

…………… 1.15
Oct.(Dec.

1.16

……………1.181
26 Juli 1926.

COPRA.

Gedurende cle eerste dagen der afgeloopen berichtsweek
bleef de markt onverander,d kalm.,
Consumenten toonden zich ook nu: gereserveerd, doch aan
liet einde der week legden fabrikanten op het lagere niveau
toch meer belangstelling aan den dag, en vonden behoor-
lijke omzetten plaats.
De slotnoteering is:
koopers op alle termijnen
f
3434 It
s
/s; verkoopers op
alle termijnen f3434
It
/8.

VERKEERS WEZEN.

VRACHTENMARKT.

De Noord-Amerik’aansche graanvrachtenmarkt werd de
afgeloopen week steeds kalmer, doch zijn de v.rachten door
cle concurrentie van de kolen en la Platamarkt nominaal
vast gebleven. Van Montreal wordt geen enkele afsluiting
gerapporteerd. Naar Antwerpen/Rotterdam wordt 14 cents
per 100 lbs. in uitzicht gesteld. Van de Golf van Mexico
waren de eenige afsluitingen een Aug.ISept. boot haar U.K.
op basis van 4/3 per qtr., optie Havre/Hamburg range
41136 of Antwerpen of Rotterdam 4/- en een ‘boot per laat-
ste helft Augustus naar Antwerpen/Rotterdam tegen 18
cents per 100 lbs.
De vraag naar tonnage voor suiker van West-Indië is
gering, doch de vrachten bleven natuurlijk vast en zijn
zelfs geneigd tot stijging voor de vroege posities. Een Juli
boot wist 23/9
,
van Cuba naar
U.K.IContinent
te hedingen,
terwijl per Augustus tonnage gezocht wordt op basis van
22/6 tot ‘231-. Naar’ Japan en/of Shanghai bedong een
vroege Augustus boot 7,50.
De North Pacific bleef zeer kalm. Voor de vroege posi-
ties werd niets gedaan, doch per November w’erd bevracht
van Vancouver tegen 31/3, optie Prince Rupert 321-
De markt van de le Plata rivier was levendig en de
vrachten per Juli vertoonen een verdere stijging tot 30-
van de boven La Plata havens naar U.K./Continent. Oo
voor Augustus is nu flinke vraag en per 10 Augustus werd
29/3 gedaan en met 31 Augustus ca.ncelling 261-. Per Sept./
Oct. werd een 6000 tônner bevracht tegen de lage vrapht
van 22/6.
Van cle Chilisalpeter vrachtenmarkt valt nog steeds geen
verbetering’ te vermelden. Voor Europa is ‘practisch ge-
sproken geen vraag met uitzondering’ van een paar- par-
tijtjes. Gedurende de afgeloopen week werden 2600 tons
geboekt per Augustus naar Barrow tegen 20/-, terwijl per
Sept./Oct./Nov. 2000 tons per maand werden gedaan tegen
2216. Een Septemberboot werd: bevracht voor -een volle
lading naar Alexandrië tegen 27/6.
De Oostelijke markten bleven kalm. Van Wladiwostock
was eenige vraag voor cle volgende maanden en booten
werden geboekt per Juli/Augustus/September en October op
basis van 25/. naar RotterdamfEambui

g. Per November
(10 Nov. ligdagen) wordt 30/- in uitzicht gesteld naar Hull/
Rotterdam/Hamburg. Van Java bestaat alleen vraag naar
Oostelijke bestemmingen en naar Hong Kong werd 40 san
per picul gedaan per Augustus en ook 45 cent (Hollandsch)
per picul. De bevrachters van Australië zijn begonnen met
hevrachtiug van den nieuwen oogst en een 7000 tonner per
25 Dec.120 Jan. ‘werd bevracht tegen 40/. van Zuidl.Austra
,lië of Victoria.
Britch-Indïë leefde iets op en er werden verscheidene
booten gedaan op basis van 19/- per Juli/Aug, en Aug./
Sept., van Bombay/KarachifMarmagoa naar de Middelland-
sche Zee/U.K./Continent.
De vraag van den Donau bleef vast, doch bevrachtingen
werden
nog
niet gedaan. De Zwarte Zee is vast en er werd
13/3 en 1211034 gedaan per Juli/Aug.
Van de Middellandsche Zee ging iets meer om in erts,
doch heeft dit slechts weinig invloed op de vrachten gehad.
Algiers/Emden betaalde 51-, Port Breira/Rotterdam 413,
Les Falaises/Rotterdam 416 en Bauxite Toulon/Burntisland
71-. Ook voor fosfaat was meer vraag en ‘Susa/Calais deed
5/9; Sfax/Bordeaux 519 en 51.1034. Van de Golf van
Biscaye werd slechts ddn boot bév,racht, ul. Bilbao/Rotter-
dam tegen 4/9.
De kolenmarkt van Amerika nam af voor zoover U.K.
betreft; de vraag naar tonnage voor deze bestemming werd
elken dag minder. De vrachten bleven zoogoed als onver-
anderd. De vrachten naar U.K. waren 17/6 spotprömpt; tot
1619 met 31 Juli canoe’lling; tot 15/6 met 16 Aug. can-
celling en, 1416 tot 10 September cancelling. Naar West-
Italië werd tot $ &35 betaald per begin Augustus.

Auteur