Dat er een themanummer over de effecten van corona op de arbeidsmarkt moest komen, was al direct bij het begin van de coronacrisis duidelijk. De invulling van dat themanummer en vooral de toonzetting ervan waren dat echter niet.
Structuur stabiliseert
We besloten het nog even aan te kijken. Maar nu de crisis een half jaar oud is, moeten we toch echt over de brug komen: het gaat hartstikke goed op de arbeidsmarkt. Of beter gezegd: vergeleken met de rest van de economie gaat het op de arbeidsmarkt best goed. Andre Kolodziejak rekent in zijn bijdrage voor dat de ongekend diepe val van de productie normaalgesproken vergezeld zou moeten gaan van een forse werkeloosheidsstijging. En die zien we wel in de Verenigde Staten, maar niet in West-Europa. Hier stijgt de werkloosheid maar mondjesmaat en – zo tonen Jessie Bakens, Didier Fouarge en Rogier Goedhart aan – vooral in beroepen die het voor de crisis ook al niet zo goed deden.
Uiteraard verdient de overheid een dikke pluim voor de snelheid en omvang van haar steunpakketten. Die hebben, evenals de schaarste op de arbeidsmarkt en het alweer opkrabbelende consumentenvertrouwen, ertoe bijgedragen dat veel werkgelegenheid behouden bleef.
Maar belangrijker nog dan deze stabiliserende stromen is waarschijnlijk de structuur van de arbeidsmarkt, waarin langjarige verbintenissen tussen werkgever en werknemer de norm zijn. Bij een snel opkomende crisis, zoals de coronacrisis, ga je dan niet uit elkaar, maar houd je elkaar juist stevig vast en probeer je er samen uit te komen.
Structuur als issue
De conclusie dat het nu hartstikke goed gaat op de arbeidsmarkt kan alleen een macro-econoom, iemand die naar de economie als geheel kijkt, trekken. Als we inzoomen, blijkt het dat de klappen ook nu weer terechtgekomen zijn bij hen die geen vaste arbeidsovereenkomst hebben. Onder jongeren loopt de werkloosheid wel hard op, en freelancers en zelfstandigen hebben geen opdrachten – met name in de contactsectoren (Boerdam en Van Brakel, 2020, in dit nummer).
Het is daarbij belangrijk om je te realiseren dat inkomens van zelfstandigen waarschijnlijk lager zijn dan men veelal denkt (zie daarvoor de bijdrage van Sam de Muijnck), en dat juist zelfstandigen in een kwetsbare positie vaak te weinig vermogen hebben, wat Hardy van de Ven, Hendrika Lautenbach, Gerben Hulsegge en Wouter van der Torre laten zien. Waarschijnlijk is de financiële ellende van deze mensen – ondanks de tijdelijke overbruggingsregeling – groter dan we nu kunnen zien. De discussies die hierover de afgelopen jaren bij de Sociaal-Economische Raad en in ESB gevoerd zijn, en ook de aanbevelingen van de commissie Borstlap, blijven daarom onverminderd relevant.
Als de golf alsnog komt
Keerzijde van een arbeidsmarkt waarin werknemers niet direct ontslagen worden bij tegenslag, is uiteraard dat men zich niet zo snel aanpast aan een nieuwe situatie. Als de verstoring door corona chronisch is, sta je daardoor op achterstand ten opzichte van de situatie waarin er direct op zijn Amerikaans doorgepakt en ontslagen werd.
Nu kun je natuurlijk niet met terugwerkende kracht ontslaan. De drie overige bijdragen aan dit themanummer gaan daarom in op de opties die er wel zijn. Anthony Stigter en Laurens Harteveld pleiten voor aanpassingen in de arbeidsvoorwaarden als het economisch langere tijd tegenzit. Dit schept ruimte om meer werkgelegenheid te behouden.
Jos Jansen spelt daarentegen de voordelen uit van een verlenging van de WW in slechte tijden (en de verkorting in goede tijden). Zo’n verlenging voorkomt niet dat de werkloosheid oploopt, maar zorgt er wel voor dat de vraaguitval die door de werkloosheid ontstaat, beperkt wordt. Het stabiliseert namelijk de economie.
Joop Schippers wijst ten slotte op een lacune in de architectuur van de arbeidsmarkt. Veel nieuwe werklozen zullen in een andere sector aan de slag moeten. Een visie op welke sectoren dat zouden moeten zijn en een instrument dat mensen daar met zachte hand heen dirigeert, ontbreekt echter in het beleid.
Het lijkt me verstandig om deze opties nu te verkennen, want het derde steunpakket hoeft immers niet het laatste te zijn.
Literatuur
Boerdam, A. en K. van Brakel (2020) Met name jonge flexwerkers in de WW door corona. ESB 105(4789), 446.
Auteur
Categorieën