Ga direct naar de content

GATT-akkoord vrijwel zeker

Geplaatst als type:
Gepubliceerd om: november 16 1994

GAn-akkoord
vriiwel zeker
Na zeven jaar onderhandelen is de
goedkeuring van het GATI-akkoord
afgelopen week aanzienlijk dichterbij
gekomen. Zowel Japan als de Verenigde Staten hebben zich uitgesproken voor ratificatie van het verdrag.
In de Verenigde Staten leek het met
name in de Senaat spannend te worden, maar uiteindelijk was ook daar
een grote meerderheid voor ratificatie.

Amerika blijft krachtig groeien
De Amerikaanse economische groei
in het derde kwartaal is onlangs bijgesteld van 3,4% tot 3,9%. Met name de
investeringen van het bedrijfsleven
zijn fors hoger dan verwacht: nu
wordt een stijging met 18% geraamd.
De jongste cijfers wijzen erop dat de
groei van de Amerikaanse economie
ook in het vierde kwartaal zeer krachtig blijft. De index van inkoopmanagers is in november gestegen tot het
hoogste niveau sinds februari 1994.
De totale loonsom is in oktober ten
opzichte van september verder gestegen met 1,4% en de consumentenbestedingen met 0,7%. Dit is vooral het
gevolg van de sterk groeiende werkgelegenheid. In november is het aantal nieuwe banen verder toegenomen
met 350.000 en is de werkloosheid
gedaald van 5,8% naar 5,6%.
In haar jaarlijkse rapport complimenteert de OESO de VS met de ontwikkeling,JOan de economie in de afgelopen twee jaar. Zoals gebruikelijk
heeft de organisatie echter ook kritiek. Op lange termijn ziet de OESO
als zwakke plekken het fiscale systeem en dreigende sociale problemen. De beoogde tekortreductie
door de Amerikaamse overheid is vol
gens de OESO zwak gefundeerd.
Enerzijds spelen cyclische factoren
een belangrijke rol en anderzijds zijn
de uitgangspunten voor de begroting
hier en daar erg optimistisch, bij voorbeeld waar het gaat om de veronderstelde rentetarieve~. Ook de begrote
reële daling van de ambtenarensala-

rissen met 8% in de periode tot 1999
roept bij de OESO vragen op, temeer
daar de ambtenaren reeds 26% op de
marktsector achterlopen. De lage besparingen in de VS vormen eveneens
een zwak punt: deze worden reeds
voor driekwart deel opgeslokt door
de federale tekorten, hetgeen op lange termijn een ongezonde situatie is.
Voor 1995 voorziet de OESO een vertraging van de economische groei in
de VS van 3,8% in het lopende jaar
tot 2,90/0.De inflatie zal daarentegen
oplopen van 2,1% naar 2,8%.

Begrotingstekort

VK scherp omlaag

De werkgeversorganisatie
CBS heeft
haar groeiraming voor de Britse economie verhoogd van 3,0% tot 3,6%.
De raming voor volgend jaar is verhoogd van 2,5% naar 2,8%. De groei
is zowel te danken aan hogere consumptieve bestedingen als aan meer
investeringen. De verhoging van de
groeiverwachting houdt echter vooral
verband met de zeer gunstige ontwikkeling van de export. De orderontvangst uit het buitenland bereikte in
oktober het hoogste punt in de afgelopen zes jaren. In de begroting die
de Britse regering onlangs heeft gepresenteerd, wordt uitgegaan van
een economische groei in 1995 van
3,25%. Als alles volgens verwachting
verloopt komt het Britse begrotingstekort in het begrotingsjaar 1997/1998
precies uit op 3% van het bbp, de
‘Maastricht-norm’ voor de tweede
fase van de Europese Unie.

nog steeds in het negatieve gebied.
De feitelijke groei van de consumptieve bestedingen is op kwartaal basis
gedaald van 2,6% in het eerste kwartaal via 1,4% naar 0,8% in het derde
kwartaal. De groei van de Nederlandse economie kwam in het derde
kwartaal iets lager uit op 2,0% ten opzichte van het derde kwartaal van
1993. In de eerste twee kwartalen lag
dit percentage op 2,2. Rekening houdend met het aantal werkdagen kan
echter niet van een echte groeivertraging worden gesproken. Dat het met
de daling van de werkloosheid nog
niet zo wil vlotten is niet geheel
vreemd in dit stadium van het economisch herstel. Uit de forse stijging
van het aantal uitzenduren in het derde kwartaal blijkt dat werkgevers
vooralsnog de voorkeur geven aan
uitzendkrachten boven vaste arbeidscontracten. Ten slotte is er de laatste
tijd ook sprake van een verschuiving
van de WAO naar de werkloosheid.

!
Fvan Lanschot
Bankiers nv
SINDS 1737

Franse e<;onomie groeit gestaag
Na een opmerkelijk sterk tweede
kwartaal is het groeitempo van de
Franse economie in het derde kwartaal iets afgenomen. De exportpositie
van het Franse bedrijfsleven is echtger de laatste jaren duidelijk versterkt. Dit komt niet alleen tot uitdrukking in een flink verbeterde
winstgevendheid van het bedrijfsleven, maar ook in het handelsoverschot van FF 90 mrd in 1993, dat dit
jaar waarschijnlijk zal worden geëvenaard. Ondanks de gunstige economische omstandigheden bedraagt de
werkloosheid altijd nog 12,6% van de
beroepsbevolking.
In dat opzicht
doet het Frankrijk het relatief niet zo
goed.

Nederlandse

consument

voorzichtig

De index voor het consumentenvertrouwen liet in november een lichte
daling zien en bevindt zich daardoor

Financiële markten
In de Verenigde Staten toonde de
obligatiemarkt de afgelopen weken
een verdeeld doch per saldo vriendelijk beeld. De lO-jaarsrente daalde
daarbij weer tot ruim onder de 8%,
evenals het rendement op de dertigjarige staatslening.
Op de Europese obligatiemarkten
werd de richting nog steeds bepaald
door de ontwikkelingen op de Amerikaanse obligatiemarkt, al daalden de
kapitaalmarktrentes
relatief iets sterker. Dat had overigens ook te maken
met de bekendmaking van betere inflatiecijfers in Duitsland en enkele andere landen. In Noorwegen werd op
de fmanciële markten tegen de verwachting in niet negatief gereageerd
op de uitslag van het referendum
over de toetreding tot de Europese
Unie. Nadat Zweden en Finland zich

hadden uitgesproken voor toetreding
leek de, vooraf overigens laag ingeschatte, kans op een Noors ‘ja’ te zijn
toegenomen. Uiteindelijk stemden de
Noren met een kleine meerderheid
(52,5%) echter toch tegen toetreding.
De reactie op de financiële markten
onderstreept dat beleggers de kracht
van de Noorse economie kennelijk
zodanig sterk inschatten, dat zij verwachten dat Noorwegen het ook wel
zonder de Europese Unie kan stellen.
Voor Zweden was dat een ander geval, omdat toetreding daar werd gezien als een stok achter de deur om
een reductie van het veel te hoge begrotingstekort te bewerkstelligen.

Dollar verder omhoog
De Amerikaanse dollar heeft zijn opmars de afgelopen weken verder
voortgezet. Inmiddels is de koers gestegen tot ruim! 1,76. De door de
Fed doorgevoerde verhoging van de
federal funds rate per medio november heeft wat dat betreft duidelijk effect gesorteerd. De Amerikaanse geldmarktrente ligt nu boven de Duitse,
en de verwachting is dat dit renteverschil de komende tijd alleen maar op
zal lopen. De dollar werd gesteund
door nieuwe cijfers die praktisch zonder uitzondering wezen op een zich
stevig voortzettende Amerikaanse
groei. Na bekendmaking van de zeer
sterke werkgelegenheidscijfers
voor
november wist de dollar zelfs ten opzichte van de Japanse yen voor het
eerst sinds juli weer te stijgen tot boven de 100. Daarbij werkte tevens als
positieve factor dat door zowel het Japanse als het Amerikaanse parlement
het GATI-akkoord werd bekrachtigd.

China
Veel van wat vroeger ontwikkelingslanden werden genoemd, heten
thans ’emerging markets’ . Onder invloed van moderne telecommunicatie
en de sterk gedaalde transportkosten
wordt het – ook voor Westerse ondernemingen – steeds interessanter om
in de derde wereld te produceren.
Nadat het internationale bankwezen
in de jaren tachtig de brokken ruimde van voorheen verstrekte leningen
aan derde wereldlanden waarmee
voor een te groot deel niet-produktieve projecten werden gefinancierd,
staan de jaren negentig tot nog toe in
het teken van investeringen door bedrijfsleven en beleggers in de emerging markets. De toestroom van kapi-

ESB 7-12-1994

taal heeft beurskoersen omhooggejaagd. Ook de stroom directe investeringen is aangezwollen in de jaren negentig. De helft hiervan ging vorig
jaar naar de Volksrepubliek China.
Pas de laatste jaren breken buitenlandse ondernemers hier werkelijkdoor. Van de 170.000 joint ventures
met buitenlandse ondernemingen
werd ongeveer de helft in 1993 gerealiseerd. In dat jaar bedroegen de
buitenlandse investeringen $ 25,8
mrd, terwijl voor een veelvoud hiervan verplichtingen voor de komende
jaren werden aangegaan. Voor dit
jaar wordt gerekend op buitenlandse
investeringen tot een bedrag van $ 30
mrd. De etnische Chinezen – onder
meer in Hongkong en Taiwan – spelen bij het hoge investeringsniveau
een belangrijk rol.
De explosieve groei levert uiteraard fricties op. In mei vorig jaar
werd een restrictief monetair-economisch beleid geïntroduceerd ten einde oververhitting van de economie te
voorkomen. De hoge groei van de
economie en een nog veel snellere
groei van de investeringen leidden
tot een snel oplopende inflatie en
een tekort op de handelsbalans van
$ 10,4 mrd. Inmiddels wordt in het lopende jaar naar verwachting alweer
een overschot gerealiseerd, dat voor
een niet onbelangrijk deel is te danken aan de export van de ondernemingen die met westers kapitaal zijn
opgezet. Met de terugdringing van de
inflatie wil het evenwel nog niet vlotten. De inflatie is opgelopen tot 27%
per jaar en ligt op het platteland zelfs
nog hoger. De groei van de geldhoeveelheid, 30% gedurende de eerste
negen maanden van 1994, is in dat
kader niet bepaald bemoedigend.
Deze ontwikkeling moet mede worden gezien tegen de achtergrond van
het structurele begrotingstekort waarmee de overheid kampt.
Gezien de enorme behoefte aan
kapitaal is de Chinese autoriteiten er
veel aan gelegen de eigen financiële
markten te ontwikkelen. Shanghai,
eens de rijkste stad van Azië, kan
hiertoe zijn oude rol weer opnemen.
En in juli 1997 zal Hongkong na 50
jaar weer door China worden ingelijfd. Vanaf dan zal China beschikken
over de buiten Japan best ontwikkelde financiële markt in Azië.
Deze bijdrage is ontleend aan de tweewekelijkse publikatie Beleggen met Van

Lanschot.