Ga direct naar de content

Financieel bericht

Geplaatst als type:
Gepubliceerd om: augustus 31 1989

nr. 16, augustus 1989
FvanLanschot

Bankiersnv

Financieel bericht

Internationale conjunctuur
Inflatie over hoogtepunt
In verschillende landen zien wij dat de lijn van een
oplopende inflatie in neerwaartse richting is omgebogen.
De daling van de wereldmarktprijzen voor grondstoffen en
energiedragers speelt hierbij een rol. Zelfs in Engeland,
waar de inflatie in mei was opgelopen tot het hoge niveau
van 8,3%, is na een korte stabilisatie in juni over juli een
lichte daling gemeld tot 8,2%. Voor de tweede helft van het
jaar wordt een verdere afname voorzien. Dit zou kunnen
betekenen dat de nog steeds zeer hoge Britse rente wellicht lets omlaag kan. Overigens draagt de korte rente van
14% ook bij tot het hoge inflatiecijfer, omdat de hypotheken
in Engeland hieraan gekoppeld zijn en zij mede bepalend
zijn voor het inflatiecijfer. Zou men hiervoor corrigeren dan
ligt de inflatie iets boven de 5%.
Intussen is de groei van de Britse economie flink afgenomen. Voor het eerst in vier jaar is er zelfs sprake van een
lichte terugval in de economische activiteit. Zo geven de
voorlopige cijfers voor het tweede kwartaal een economische groei van min 0,4% ten opzichte van het eerste
kwartaal aan. Problemen met de oliewinning op de Noordzee spelen hier overigens doorheen. Daarnaast merken
sommige waarnemers op dat de voorlopige cijfers over het
eerste kwartaal ook een daling aangaven, maar dat deze
later werden bijgesteld tot een stijging. Een probleem blijft
overigens de handelsbalans waarvan de laatste cijfers
weer eens teleurstelden. In juli werd het op twee na grootste tekort uit de geschiedenis geregistreerd: £ 2,5 mrd. Het
voorlopige juni-cijfer dat eerder was bekendgemaakt werd
in negatieve zin bijgesteld tot £ 1,9 mrd. Voor het pond
leverde deze tegenvaller direct een terugslag op met ruim
twee cent en de munt kon slechts met interventies op het
niveau van / 2,45 gehouden worden. Overigens moet worden opgemerkt dat de havenstaking van invloed kan zijn
geweest op de slechte juli-cijfers. Opvallend is in ieder
geval dat de import in juli steeg, terwijl de export afnam.
Voor het hele jaar moet worden gerekend op een tekort op
de handelsbalans van ruim £ 20 mrd., bijna de helft meer
dan de officiele raming.
Japanse investeringen in Engeland
Een factor die voor enige compensatie zorgt is de uitbouw van de Japanse activiteiten in Engeland. Volgens het
Japanse effectenhuis Nomura vormt Engeland een speerpunt voor het Japanse bedrijfsleven dat zijn blik op Europa
richt. De loonkosten in Engeland zijn 20% lager dan in
Frankrijk en 70% lager dan de Duitse. Reeds nu is er in
Engeland de nodige Japanse produktiecapaciteit op het
gebied van auto’s, halfgeleiders, kantoormachines en computers. De afgelopen 12 maanden investeerde het Japanse bedrijfsleven £ 2,3 miljard in Engeland, maar dit cijfer
zal de komende tien jaar kunnen stijgen tot £ 6,5 miljard.
De Japanse investeringen zullen ertoe leiden dat het nationaal inkomen met 10% extra kan toenemen. De gunstige
invloed op de produktiviteitsontwikkeling zal bijdragen tot
het beperken van de inflatie en daardoor ook van de rente.

ESB 30-8-1989

Stagflatie
Het National Institute in Engeland verwacht echter dat
de vertraging in de economische groei waarvan in het
eerste halfjaar sprake was zich de komende jaren zal
voortzetten. De inflatie zal boven de 5% blijven. Van belang
hierbij zijn de, mede onder invloed van een dalende koers
van het pond, stijgende importprijzen. Wel zullen heel wat
Nederlandse politici jaloers zijn op het financieringsoverschot van de Britse overheid. In het begrotingsjaar 19891990 zal per saldo £ 14 miljard worden afgelost op staatsleningen.
Wachten op verkiezingen in Nederland
In eigen land zijn de verkiezingen in toenemende mate
van invloed op de financiele markten. Uit de eerste opiniepeilingen blijkt weliswaar dat de kans op een voortzetting
van het centrum-rechtse beleid aanwezig is, maar de marges zijn vooralsnog klein. Het Centraal Planbureau heeft
de macro-economische effecten van de verkiezingsprogramma’s doorgerekend. Ten opzichte van een voortzetting van het beleid van het huidige kabinet levert alleen het
programma van de VVD een verlaging van de druk van
belasting en collectieve lasten op bij een gelijkblijvende
arbeidsinkomensquote bij de bedrijven. De andere programma’s leveren zwaardere lasten op. De extra werkgelegenheid die vooral het PvdA- en in mindere mate het
D66-programma zou opleveren moet vooral worden verwacht bij de overheid en in de kwartaire sector en nauwelijks bij het bedrijfsleven. De extra groei van de economie
bedraagt bij uitvoering van het PvdA-programma 0,4% en
bij D66 0,1% ten opzichte van voortzetting van het huidige
beleid. De financieringslasten kunnen op termijn echter tot
een wat achterblijvende groei leiden. Een wezenlijke overeenkomst tussen de programma’s van de grote vier is dat
zij voor de komende regeerperiode allemaal uitgaan van
een vermindering van het financieringstekort met 2%, terwijl niet wordt geschoven met de middelen van de sociale
fondsen. Op basis van de verkiezingsprogramma’s zou de
uitslag van de verkiezingen dus van relatief beperkte invloed op de macro-economische ontwikkelingen zijn. De
financiele markten stellen zich vooralsnog echterterughoudend op en wachten de ontwikkelingen af.

Valuta’s en rente

__

Valutamarkten concentreren zich op renteverschillen
Op de Amerikaanse kapitaalmarkt konden de nieuwe
staatsobligaties slechts met moeite worden geplaatst. Dit
ondanks het feit dat de publikatie van het vooral dank zij
een groeiende export teruggelopen tekort op de handelsbalans in juni ($ 8,2 miljard) en de stijging van het consumptieprijspeil in juli met slechts 0,2% meevallers voor de markt

Financieel bericht is ontleend aan de tweewekelijkse publikatie
Beleggen met Van Lanschotvan F. van Lanschot Bankiers N.V.

te ‘s-Hertogenbosch.

861

Valutakoersen
1989

Koers
per

Koers

laagste

koers
Amerikaanse dollar
Engelse pond
Duitse mark (100)
Zwilserse frank (1 00)
Japanse yen (1 0.000)

1989

hoogste

koers

7/8

28/8

1,99

2,16
3,46
112,78
130,87
154,20

2,21

2,30
3,71
112,93
133,32
165,01

3,41

112,57
125,95
149,98

per

3,46

112,72
130,73
153,30

vormden. De oorzaak is een omslag in het sentiment van
de markt. Tot enkele weken terug werden de bekendgemaakte cijfers uitgelegd als een sterk teruglopende groei
van de Amerikaanse economie, waarbij de overgang naar
een recessie een reele mogelijkheid was. In dit geval zou
een verdere versoepeling van het beleid van de Fed niet
lang kunnen uitblijven. Onverwacht hoge cijfers voor de
detailhandelsverkopen deden de markt beseffen dat het
met de groei-afzwakking wel meevalt. Toen de Fed daarop
naar buiten bracht dat haar huidige beleid op dit moment
het juiste beleid is, vervloog de hoop van de markt op een
spoedige verdere rentedaling. In plaats hiervan liepen de
rendementen voor het Amerikaanse overheidspapier weer
op van 7,8% tot 8,2% voor de dertigjarige treasury bonds.
Dit ondersteunde de koers van de dollar die zich nu op een
niveau rond de / 2,20 heeft genesteld, waar voorlopig een
evenwichtsniveau lijkt te zijn bereikt.
Binnen het EMS valt het op dat de peseta zich bovenin
heeft genesteld, niettegenstaande regelmatige interventies. De hoge rente in Spanje trekt blijkbaar veel buitenlands kapitaal aan. Ook de lire, die ondanks de al jarenlange deelname aan het wisselkoersarrangement nog steeds
6% mag afwijken in plaats van de gebruikelijk 2,25% en
zich traditioneel veelal onderin bevindt, is dit jaar aan een
gestage opmars bezig. De lire is overigens in de zomer
altijd sterker dan in de winterperiode, hetgeen verband
houdt met de vraag van toeristen naar Italiaanse lires. Een
factor die dit jaar mogelijk minder zal spelen gezien de
problemen van de toeristenindustrie zoals de vervuiling
van de Adriatische zee. Belangrijker voor de valutakoers
lijkt momenteel de relatief hoge rente in Italie van rond de
12%, die de import van kapitaal stimuleert. Ook de aandelenbeurs van Milaan zou buitenlands kapitaal aantrekken.

Deense kroon blijft zwak
Dat de inflatie in Italie en Spanje duidelijk boven het
EMS-gemiddelde ligt, waardoor de onderliggende waarden van de munten vroeg of laat een correctie moeten
ondergaan, ontmoedigt beleggers blijkbaar nauwelijks. Immers, al sedert 1987 heeft binnen het EMS geen herschikking plaatsgevonden. De Deense kroon blijft de zwakste
munt binnen het EMS.
De discussie over het toetreden van het Britse pond tot
het EMS blijft van tijd tot tijd oplaaien. Recentelijk heeft het
National Institute of Economic and Social Research naar
buiten gebracht dat zonder toetreding van het pond tot het
EMS de inflatie de komende jaren in Engeland rond de 5%
zal blijven hangen, terwijl toetreding een verlaging zou
opleveren tot 4% in 1990 en voor de volgende jaren een
substantiele verdere reductie mogelijk zou maken. Wanneer Engeland al eerder zou zijn toegetreden zouden de
inflatie en de rente in Engeland nu reeds lager zijn geweest,
zo wordt gesteld.
Rente in Nederland loopt op
Met de oplopende rente in de VS en de daarmee gepaard gaande toenemende vraag naar dollars liep ook de
862

rente in Europa op. De omgekeerde rentestructuur bleef
daarmee bestaan, te meer daar de groei in Europa nog
geen tekenen van een vertraging toont. De centrale banken
en met name de Bundesbank voelen zich hier niet prettig
bij. De Nederlandsche Bank handhaafde haar grip op de
door rijksuitkeringen verruimde geldmarkt door voor de
periode van 24 augustus tot 28 September voor een bedrag
van / 2 miljard een kasreserve op te leggen. Voor de
speciale beleningen werd het tarief op 7,1 % gehandhaafd.
Onder invloed van de mondiaal stijgende rente liepen de
tarieven voor de eenmaands interbancaire deposito’s op
tot rond 7,25%. Op de obligatiemarkt stegen bij beperkte
omzetten de rendementen op de langstlopende staatsleningen, die begin augustus nog op 6,95% lagen, tot 7,1%.

Internationale beurzen
Dow Jones naar nieuw hoogtepunt
De afgelopen weken was er op de mees,te aandelenmarkten sprake van een vaste stemming. Uitschieters in
positieve zin waren Oostenrijk en vooral Nieuw Zeeland.
De Scandinavische markten ontwikkelden zich relatief
zwak.
De beurs van Wall Street vestigde een nieuw record,
gemeten in termen van de Dow Jones Industrial. Het vorige
record, dat op 25 augustus 1987 op 2722 werd gesteld,
werd op een dag na precies twee jaar later verbeterd tot
2734,64. Op 10 en 11 augustus was het oude hoogtepunt
gedurende de handel ook al even overschreden maar op
24 augustus lag voor het eerst ook het slot op een hoger
niveau. Andere Amerikaanse beursindexcijfers die een
bredere basis hebben dan de Dow Jones, die uit slechts
30 fondsen is samengesteld, braken reeds eerder door de
oude hoogtepunten heen. Velen trekken nu parallellen met
de scherpe koersval die twee jaar geleden volgde op de
eerdere stijging. Daarbij moet echter geconstateerd worden dat de situatie van dit moment veel minder kwetsbaar
is. Het winstniveau is gestegen, zodat de koerswinstverhoudingen momenteel lager zijn: gemiddeld nu rond de 12
tegenover een door de forse afschrijvingen van de banken
weliswaar enigszins vertekende koerswinstverhouding
van 22 twee jaar terug. Daarnaast is het verschil in rendement tussen aandelen en obligaties momenteel minder
ongunstig. De realiteit gebiedt overigens te stellen dat de
werkelijke oorzaak van de krach van 1987 nimmer is achterhaald, terwijl een omslag in het algemeen onverwacht
komt en door de meest uiteenlopende factoren ingezet kan
worden. In dat verband is het opmerkelijk dat de computerprogramma’s weer van toenemende invloed op de beurs
worden.

Inhaalmanoeuvre in Zurich
De Zwitserse aandelenmarkten vertonen de laatste weken een zeer vaste stemming, nadat de markt eerder was
achtergebleven bij het buitenland. De winstontwikkeling bij
het Zwitserse bedrijfsleven is gunstig, mede dank zij de
zwakkere positie van de Zwitserse frank. In dit verband is
het van belang zich te realiseren dat de 20 grootste Zwitserse ondernemingen 96% van hun winst in het buitenland
realiseren. Voor buitenlandse beleggers worden Zwitserse
aandelen makkelijker verkrijgbaar nu de beperkingen die
bestonden voor het verwerven van stemgerechtigde aandelen door verschillende ondernemingen zullen worden
opgeheven. Nestle gaf eerder het voorbeeld hiertoe.

Spektakel in Parijs
De beurs van Parijs werd geconfronteerd met het grootste vijandelijke bod aller tijden, door Suez op Groupe
Victoire, hetgeen op de beurs speculaties opriep van een

Beursindices
1989

1989

hoogste

laagste
koers

koers
VS (Dow Jones)
Engeland(FMOO)
Duitsland (Dax)

Nederland(CBS-koersindex)
Tokio (Nikkei)
Australia (All Ord)

2735
2397
1610

207
35.141
1765

Koers
per
4/8

Koers
per

2662

2732
2397
1604
206

2145
1783
1272
167
30.184

1590
204
34.742

1413

1671

2328

25/8

34.740
1765

nog hoger tegenbod door Industrielle, haar grootaandeelhouder. Compagnie Financiers de Suez bracht een bod op
beide maatschappijen uit. Ten einde de daaropvolgende
speculatieve aankoopgolf in te dammen besloot het beursbestuur om directe betaling van gekochte aandelen verplicht te stellen. Dit in tegenstelling tot de maandelijkse
afwikkeling die gebruikelijk is voor Franse aandelen. Desalniettemin steeg de aandelenkoers van Compagnie Industrielle direct tot FF 20.000, circa de. helft boven het bod van
Suez. Aandelen Victoire, waarin de handel 14 dagen was
opgeschort, openden op FF 2.000, na een laatste koers
van FF 1.035 voorafgaande aan de bieding. Overigens
doen ook de koersen van andere financiele waarden op de
beurs van Parijs het bijzonder goed. Compagnie Bancaire,
waarvan de aandelen begin juli weinig boven FF 100
werden verhandeld, steeg in korte tijd tot FF 140. Voor het
eerst overschreed de CAC-index het 500-niveau.
De beurs van Tokio blijft de laatste weken van tijd tot tijd
wat achterbijde andere belangrijke Internationale beurzen.
Weer een politiek schandaal vormt uiteraard geen stimulans voor het vertrouwen in de Japanse maatschappij.

De Amsterdamse beurs

____

Terughoudende reactie op halfjaarcijfers
De Amsterdamse Effectenbeurs wist in augustus nieuwe hoogtepunten te bereiken. Toch bleek uit de reactie op
tussentijdse mededelingen dat beleggers zich vrij kritisch
opstellen. Naast de in het algemeen positieve trend had
een aantal fondsen het zwaar te verduren.
De tegenvallende halfjaarcijfers van Van Ommeren-Ceteco leidden tot een koersval van circa / 46 tot / 34. De
traditionele transport- en opslagactiviteiten vormen niet de
achtergrond van de plotselinge verslechtering. Het zijn juist
een aantal handelsactiviteiten en de zware-ladingvaart in
de VS die problemen hebben opgeleverd en hebben geleid
tot buitengewone lasten. Gevolg is een winstdaling in het
eerste halfjaar van / 23,8 mln. tot / 18,5 mln., d.w.z. per
aandeel /1,25. Extra teleurstellend aan het bericht was de
toevoeging dat ook in het tweede halfjaar een aanzienlijke
winstdaling zal plaatsvinden.
Vanuit Rotterdam had Pakhoed eerder goede cijfers
gepresenteerd, die tevens werden aangegrepen om het
aandelenkapitaal door middel van een emissie uit te breiden. Dit voorbeeld is inmiddels door versch illende collega’s
gevolgd. De beurs reageerde niet zo enthousiast op deze
emissies. De mededeling van Internatio Muller dat de winst
zich gunstig ontwikkelde, met de toevoeging dat een uitbreiding van het aandelenkapitaal met 12,5% is gepland,
werd door de beurs met teleurstelling ontvangen. De totale
winst in het eerste halfjaar vertoonde bij Internatio een
vooruitgang met 31 % tot /18,7 mln., of per aandeel / 3,77.
Het bestuur heeft zijn verwachting voor het hele jaar in
positieve zin bijgesteld. Niettegenstaande de geplande

ESB 30-8-1989

uitbreiding van het aandelenkapitaal met 12,5% na een
eerdere uitbreiding met 5,4%, wordt een hogere winst per
aandeel voorzien.
Nedlloyd kwam eveneens met goede jaarcijfers, in combinatie met de aankondiging van een emissie van 1 op 10,
hetgeen in eerste instantie een lichte koersdruk opleverde.
Het bedrijfsresultaat steeg in het eerste halfjaar met 46%
tot / 97,7 mln. De opbrengst van financiele activa vertoonde een vooruitgang met bijna / 29 mln., terwijl de bijzondere baten uitkwamen op / 63,4 mln. tegenover / 55,9
mln. in de vergelijkbare periode van vorig jaar. De netto
winst steeg van / 52,3 mln. tot / 112,7 mln. Ondanks de
verwachte aanzienlijke kosten voor herstructurering van
het Europese net van wegvervoerders dat Nedlloyd heeft
opgebouwd wordt voor het gehele jaar een duidelijk hoger
resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening verwacht.

Goede cijfers financiele instellingen
In verschillende Europese landen zijn de financiele
waarden wat de koers betreft bezig aan een tussensprint.
De belangstelling voor deze fondsen is niet geheel verwonderlijk wanneer wordt bedacht dat in perioden van recessie
financiele waarden zich koersmatig beter ontwikkelen dan
de beursgemiddelden. Hier komt bij dat de koersen in de
sector relatief laag zijn.
De verzekeraars kwamen evenals de banken overwegend met positieve cijfers. Bij Nationale Nederlanden was
de winststijging in het eerste halfjaar zelfs 30% (tot / 389,6
mln) hetgeen per aandeel op / 2,77 uitkomt. Naast de
vooruitgang van het verzekeringsresultaat over de gehele
linie was het vooral de lagere belastingdruk die bijdroeg tot
de vrij scherpe winststijging. Over het gehele jaar wordt een
ten minste gelijke winst per aandeel in het vooruitzicht
gesteld bij een 15% groter aandelenkapitaal.
Bij AMEV waren het vooral het sterk verbeterde resultaat
van het schadebedrijf en hogere beleggingsopbrengsten
die bijdroegen tot de winststijging van / 135 mln. tot / 166
mln. Voor het gehele jaar wordt een circa 10% hogere winst
per aandeel voorzien. Opmerkelijk was overigens dat het
levensverzekeringsbedrijf in Europa een lager resultaat
afwierp. Per saldo werd de koers van AMEV nauwelijks
bemvloed.

Gunstige ontwikkeling bij internationals
De vijf internationals hebben in de verslagperiode hun
halfjaarcijfers gepubliceerd die in het algemeen gunstig
waren en de koersen op de Amsterdamse effectenbeurs
positief bemvloedden.
Philips blijft optimistisch
Een van de eerste die met de cijfers kwam was Philips,
dat een verdubbeling van de nettowinst over het tweede
kwartaal van /121 mln. tot / 235 mln. kon rapporteren. Het
bedrijfsresultaat daalde in het tweede kwartaal echter met
25% tot / 513 mln. De sector consumentenelektronica,
waar Philips welhaast de enige belangrijke westerse producent is, toont goede verkopen, maar de marges blijven
dun. Het tegenvallende resultaat in de sector professionele
produkten en systemen houdt onder meer verband met de
felle concurrentie op het gebied van de minicomputers. De
soms zeer ongunstige ontwikkelingen bij concurrenten in
de VS en elders bevestigen dit. Daarnaast ontwikkelt de
componentenmarkt zich moeizaam. Voorts werd een forse
voorziening getroffen voor herstructurering van de sector
medische systemen. De defensie ziet Philips niet meer als
kernactiviteit en inmiddels is bekendgemaakt dat dochter
Hollandse Signaal aan de Franse Thomson-CSF wordt
verkocht. De eerder opgeborgen plannen een deel van

863

dochter Polygram op de beurs te introduceren zijn weer uit
de la gehaald. Wanneer deze beursgang dit keer succesvol
verloopt kan dit bijdragen tot het aanzien van Philips, nog
afgezien van de positieve financiele gevolgen op korte
termijn van een dergelijke transactie.
Bij de presentatie van de cijfers stelde het bestuur dat
het elektronicaconcern de moeilijke jaren nu achter zich
heeft. De voorspelling dat het bedrijfsresultaat in het tweede halfjaar een duidelijk herstel zal laten zien kon echter
niet voorkomen dat de koers, die vooruitlopend op de cijfers
fors was opgelopen, weer wat wegzakte. Indien Philips de
in het vooruitzicht gestelde hogere winst over 1989 inderdaad behaalt betekent dit dat meer dan de / 4,10 van 1988
per aandeel zal worden verdiend. Dit betekent dat het
aandeel momenteel wordt verhandeld op een koers/winstverhouding van nog geen 10, terwijl bij een onveranderd
dividend van / 2 het rendement uitkomt op ca 4 3/4%.
Scherpe winststijging Kon. Olie
De resultaten van Kon. Olie vertoonden in het tweede
kwartaal een fraaie stijging van £ 636 mln. tot £ 1.006 mln.
Het resultaat op basis van de geschatte actuele aankoopkosten van de verkopen nam toe van £ 660 mln. tot £ 912
mln. Het halfjaarsresultaat is hiermee op £ 2.287 mln.
beland. De winst per aandeel over het eerste halfjaar is
uitgekomen op / 9,76 tegenover / 5,96 in de vergelijkbare
periode van vorig jaar. Het interimdividend zal op 15 September worden bekendgemaakt.
De sector opsporing en winning leverde hogere resultaten op dank zij de hogere ruwe-olieprijzen en een sterkere
dollar. Verwerking, zeetransport en verkoop genereerden
ook een beter resultaat dank zij een gestegen afzet in het
Verre Oosten en voorraadwinsten. Het chemieresultaat
was enigszins hoger, waarbij het effect van hogere marges
in de VS en inkomsten uit de verwerving van additionele
petrochemische belangen in Singapore van groter belang
waren dan het uit bedrijf nemen van een aantal fabrieken
voor groot onderhoud. Ten opzichte van het eerste kwartaal liep het chemieresultaat overigens terug. De metaalen steenkolensector gaven een aanhoudende verbetering
te zien. Ten aanzien van de vooruitzichten wordt erop
gewezen dat de produktiecapaciteit voor ruwe olie in verschillende landen toeneemt. De groep zelf zal verschillende velden in produktie nemen, zowel nieuwe als herstelde
en zowel voor olie als aardgas. Wat de ‘down stream’-activiteiten betreft verheugt de groep zich in de toenemende
verkopen van loodvrije benzine, een terrein waar Shell
wereldmarktleider is. Bij de petrochemie zullen prijsdalingen van invloed zijn, maar de vooruitzichten op langere
termijn worden als redelijk goed bestempeld. Al met al een
bemoedigend perspectief dat moet worden geprojecteerd
op de ijzersterke financiele positie van de groep. Het balanstotaal van circa £ 54 mrd., waarin begrepen £ 4,6 mrd.
liquide middelen, is voor slechts £ 15 miljard gefinancierd
met vreemd vermogen. De cash flow van de groep bedroeg
in het eerste halfjaar £ 3,7 miljard, waarvan nog geen £ 2
miljard nodig was voor het financieren van de investeringen, zodat er van een fors netto overschot sprake was.
Ondanks de betaling van een aantrekkelijk dividend kan de
financiele positie van de groep aldus steeds sterker worden. Een beleggingspapier bij uitstek bij een getaxeerde
koerswinstverhouding van nog geen 10 en een dividend
dat de 6% benadert.

Unilever toont kracht in de VS
Unilever, dat zich fors heeft versterkt op het gebied van
de huidverzorging, heeft niet alleen het groeipotentieel op
langere termijn versterkt. Ook op korte termijn ontwikkelt
de winst zich positief. In het tweede kwartaal werd / 935
mln. verdiend tegenover / 759 mln. in dezelfde periode
vorig jaar, hetgeen een stijging van 23% betekent. Exclu864

sief een belangrijke boekwinst zou de stijging op 14% zijn
uitgekomen. In het eerste halfjaar steeg de omzet met 11 %
tot / 33,2 miljard, terwijl het bedrijfsresultaat toenam met
16% tot / 2.984 mln. Per aandeel steeg de winst van / 5,0
tot / 5,81. In Amerika, waar Unilever zo lang met problemen heeft gekampt, zet de verbetering zich verder voort.
Het bedrijfsresultaat nam als gevolg van een forse verbetering van de marges met maar liefst 50% toe. In Europa
was de ontwikkeling rustiger. Europa blijft vooralsnog net
zwaartepunt van de Unilever-activiteiten. De omzet steeg
in Europa van / 18,5 tot / 20 miljard, in de VS van / 5,9 tot
/ 6,7 miljard en in de rest van de wereld van / 5,6 miljard
tot / 6,5 miljard.
In het eerste halfjaar heeft Unilever een bedrag van
/ 5,6 mln. besteed aan de overname van 33 ondernemingen. Dit illustreert heel duidelijk dat na jaren waarin
niet-kernactiviteiten werden afgestoten, het beleid nu
duidelijk op expansie is gericht. Voor het tweede halfjaar
wordt een voortzetting van de trend van het eerste semester verwacht. Wij voorzien een winst per aandeel van
ruim / 12 waaruit het dividend kan worden verhoogd tot
/ 4,80. Dit levert een koerswinstverhouding op van ca 13
1/2 en een rendement van ruim 3%. Mede gezien het
toegenomen groeipotentieel en de beperkte conjunctuurgevoeligheid zijn de aandelen Unilever een aantrekkelijke belegging.
Recordwinst AKZO
Gezien de afvlakking die bij veel bulkchemieproducenten elders was gemeld, bestond enige vrees voor de halfjaarcijfers van AKZO. Hoechst heeft bij voorbeeld teleurstellende cijfers gepubliceerd over het eerste halfjaar. Onderhoudsstops vormden in het tweede kwartaal weliswaar
een handicap voor AKZO, maar desalniettemin werd een
omzetstijging gerealiseerd met 15% tot / 4,8 miljard, waaruit een / 28 mln. hogere netto winst van / 271 mln. werd
behaald. Over het eerste halfjaar nam de winst toe met
14% tot / 498 mln. Het toekomstperspectief laat zich positief aanzien, te meer daar de bulkchemie voor AKZO van
ondergeschikt belang is. In de kunstvezelsector zal verder
worden gesaneerd, hetgeen in Nederland 700 arbeidsplaatsen zal kosten maar ook elders gepaard zal gaan met
een reductie van het aantal banen. De farmacie en coatings
ontwikkelden zich goed. In deze laatste sector behoort
AKZO tot de allergrootste ter wereld. Ook voor het resultaat
van het concern zelf is deze groep van groot belang. De
winst per aandeel steeg in het eerste halfjaar tot / 12,20.
Voor het gehele jaar lijkt / 23 winst per aandeel haalbaar,
hetgeen een dividendverhoging van / 7,50 tot / 8,25 mogelijk maakt. Dit zou een rendement op de aandelen geven
van ruim 5,5%.

Druk op de marges bij Hoogovens
Hoewel Hoogovens met mooie halfjaarcijfers naar buiten kwam, reageerde de beurs met een forse koersdaling
voor het aandeel. De reactie van de markt werd vooral
veroorzaakt door de opmerking van de onderneming dat
in het tweede halfjaar gerekend moet worden op een
lagere winst als gevolg van een optredende margeverkrapping bij de aluminiumdivisie. In het eerste halfjaar
werd een winst uit gewone bedrijfsvoering behaald van
/ 226 mln. tegenover / 84 mln. in dezelfde periode vorig
jaar. Daarnaast werd op de verkoop van de Cementmaatschappij en Hoogovens Kabelwerk GmbH te Berlijn een
netto boekwinst behaald van / 336 mln., zodat de totale
winst uitkwam op / 562 mln. of per aandeel / 27,56. Voor
het gehele jaar wordt uitgegaan van een winst per aandeel van rond de / 20 exclusief de boekwinst, waaruit een
dividend van / 5 wordt verwacht. Na de koerscorrectie
komt de koers/winstverhouding hiermee op 5 en het
dividendrendement op 5%.