Van 14 tot en met 18 november vindt de eerste Week van het Economieonderwijs plaats, waarin onderwijsprofessionals ideeën kunnen uitwisselen over vernieuwing van het economisch onderwijs. Wij spraken erover met initiatiefnemer Govert Buijs.
Waarom moet het economieonderwijs vernieuwd worden?
“Het economisch denken is op macroniveau vaak georiënteerd geweest op groei, en op microniveau ging het om winst, maar elke sociale wetenschap moet maatschappelijke vraagstukken in haar kern hebben. De grote vragen waarmee we nu geconfronteerd worden, zoals ecologische thema’s, komen onvoldoende aan de orde in het economiecurriculum. We kunnen economie ook doceren als de wetenschap van het keuzes maken, stelt Lans Bovenberg, met een nadruk op samenwerking. Dat geldt bijvoorbeeld voor de middelbare school: leerlingen hebben dan voor de rest van hun leven profijt van een structurele blik op het maken van keuzes, ook al gaan ze niet door in de economie.”
Is er nieuwe theorie nodig of een nieuwe manier van lesgeven?
“Er kan al veel verbeterd worden wanneer studenten meer wordt bijgebracht over de beperkingen van modellen. Ze moeten leren begrijpen wat een model beschrijft, maar vooral ook wat niet. Voor zicht op de elementen buiten de modellen kan multidisciplinariteit van waarde zijn, maar het economieonderwijs is over het algemeen nog weinig pluraal. Studenten zitten snel in een tunnel. In de Verenigde Staten begin je met een brede opleiding en in de master ga je specialiseren, maar in Nederland kies je van meet af aan al een veel specialistischer traject. De minor die bedoeld is om andere dingen te ontdekken, wordt in de praktijk ook vaak ingevuld als specialisatie binnen de eigen opleiding.”
Hoe komt het dat de universiteiten weinig pluraal zijn?
“De uitwisseling met de wereld buiten de wetenschap is te beperkt. Om mij heen hoor ik dat mensen niet buiten hun vakgebied kunnen komen door kwantitatieve publicatie-eisen binnen hun domein. Als ze ook aan andere thema’s werken dan is dat bijna suïcidaal voor hun carrière. De interessante multidisciplinaire ontwikkelingen, zoals het Better Life Index van de OESO of integrated reporting in de bedrijfseconomie, komen de laatste jaren van buiten.
En het onderzoek staat centraal in de curricula op universiteiten. In feiten leiden wij studenten op tot internationaal onderzoeker, terwijl hoogstens vijf tot tien procent dat ook daadwerkelijk wordt. De rest gaat heel wat anders doen. Universiteiten bereiden studenten onvoldoende voor om buiten de wetenschap te opereren.”
Hogescholen passen hun curricula sneller aan. Zij staan dichter bij de praktijk en reageren directer op vragen vanuit het veld. Ik ben daarom voorstander om de universiteiten wat te verbreden richting de praktijk – sommige docenten doen dat al door de samenwerking met bedrijven op te zoeken.”
En wat gaat er mis in het middelbaar onderwijs?
“Middelbare scholen worden bij de eindexamens afgerekend op hun resultaten. Ze willen dus geen risico lopen door te experimenteren: lagere examencijfers zijn moeilijk uit te leggen aan de ouders.”
Wanneer is de week van het economieonderwijs een succes?
“Als de mensen die nu bezig zijn met vernieuwing het gevoel krijgen dat ze niet alleen zijn en hun ideeën kunnen uitwisselen. Dus dat ze deel zijn van een brede beweging. En daarnaast hoop ik dat het landelijk zichtbaar wordt dat de economie volop aan het veranderen is. Economen hebben een slecht imago geërfd vanuit de financiële crisis. Ik hoop te kunnen laten zien dat de economie veel breder is dan dat beeld.”
Auteur
Categorieën
1 reactie
Mooi artikel. Als docent economie op een middelbare school wil ik wel iets tegenspreken:
En wat gaat er mis in het middelbaar onderwijs?
“Middelbare scholen worden bij de eindexamens afgerekend op hun resultaten. Ze willen dus geen risico lopen door te experimenteren: lagere examencijfers zijn moeilijk uit te leggen aan de ouders.”
Namelijk: ouders vallen door de bank genomen voor de mooie praatjes op de open dag en het imago van de school (de examenresultaten vormen daar maar een fractie van).
Docenten die systematisch ondermaats presteren worden niet/nauwelijks ontslagen, dus die prestatiedruk herken ik niet. Als je zelf een visie hebt krijg je daar alle ruimte voor, ook als de resultaten wegzakken. De ontslagbescherming in het onderwijs is groot, en i.c.m. de krappe arbeidsmarkt moet een docent het wel heel bont maken voordat een school op zoek gaat naar een vervanger.