Ga direct naar de content

Een teken aan de wand?

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: mei 14 1980

ECONOMISCH STATISTISCHE BERICHTEN
Een teken aan de wand?
Om meer dan één reden is de steunverlening aan individuele bedrijven een vorm van beleid die de moeite
waard is om bij stil te staan. Niet alleen heeft de omvang
ervan in vijf, zes jaar tijd een enorme vlucht genomen,
maar ook bestaat vrijwel algemeen de indruk dat er veel
dingen fout zijn gegaan. Terwijl de verantwoordelijke
bewindslieden herhaaldelijk met nadruk verklaarden dat
zij bezig waren om dit beleid zo snel mogelijk te beëindigen, namen de bedragen die ermee gemoeid waren van
jaar tot jaar toe. Ook het feit dat het parlement zich beklaagde over de onmogelijkheid in voldoende mate inzicht te krijgen in en controle uit te oefenen op de principes en uitvoering van het beleid l), had geen effect op de
voortzetting ervan. Evenmin vormde de brede stroom van
kritiek die van alle kanten over het sttunverleningsbeleid is
uitgestort,een rem op de uitgaven. De krachten die tot
continuering leidden, waren blijkbaar steeds sterker dande
toch aanzienlijke weerstanden die werden opgeroepen.
De kritiek die op de steunverlening aan individuele
bedrijven wordt uitgeoefend is van velerlei aard., Zij betreft niet alleen de ondoorzichtigheid van de talrijke regelingen, maar ook de geringe effectiviteit van het beleid
als geheel en het ad-hoc-karakter van de uitvoering.
Voorts dreigt het gevaar van concurrentievervalsing.
Niet in de laatste plaats wordt gevreesd dat het beleid ingrijpende en onomkeerbare consequenties heeft voor de
economische orde: de overheid zou zich te veel gaan
mengen in wat als het exclusieve domein van het bedrijfsleven wordt beschouwd: het opereren in een markt
onder risico, d.w.z. met een gerede kans tot falen.
Men kan zich afvragen hoe het mogelijk is dat een beleid dat zoveel weerstanden heeft weten op te roepen
tot op de dag van vandaag alleen maar in betekenis is
toegenomen. Hoe is de praktijk van de steunverlening
die sinds 1973 is ontstaan, te begrijpen? De voor de hand
liggende oorzaken zijn bekend. Toen op vrij abrupte
wijze de economische groei terugliep en de werkloosheid toenam, raakten ondernemingen die hun rentabiliteit al langer hadden zien afnemen, in versneld tempo in
de problemen. Massale ontslagen dreigden en er moesten
noodverbanden worden gelegd. Het rijk bood daarbij de
helpende hand. In enkele jaren tijds nam de steunverlening aan individuele bedrijven toe van een niveau van
ca. f. 700 mln. in 197311974 tot zeker f. 3 mrd. per jaar
in de laatste jaren.
Maar dat verklaart niet waarom het beleid dat begon
als een defensieve reactie op een tegenvallende economische ontwikkeling, niet zo snel mogelijk werd omgebogen in een offensief beleid dat kansen biedt voor de toekomst. Niet het aanbrengen van een sociaal en financieel
vangnet onder bedrijven in nood is immers de bedoeling,
maar het stimuleren van kansrijke activiteiten en het aanpassen aan de internationale herstructurering. In de
nota Selectieve groei werd dat in 1976al duidelijk gesteld.
M y r de natuur ging blijkbaar boven de leer. Veelal op adhoc-basis werden telkens nieuwe gelden beschikbaar
gesteld volgens een beleid dat marginaal gezien (van geval
tot geval) misschien verdedigbaar was, maar dat in zijn
totaliteit leidde tot een zeer ineffectieve aanwending van
middelen ten behoeve van werkgelegenheid en versterking

ESB 30-4-1980

van de economische structuur. Goed geld werd naar kwaad
geld gegooid.
Hoewel deze ontwikkeling op grond van economische
motieven dus moeilijk is te begrijpen, ligt zij veelmeer voor
de hand,als zij wordtgeplaatstineen politiekecontext. Dat
was althans het betoog van prof. Stevers op het congres dat
het Instituut voor Onderzoek van Overheidsuitgaven
vorige week over steunverlening aan individuele bedrijven
hield. Wanneer men aanneemt dat politici en parlementsleden zich slechts richten op stemmenwinst of herverkiezing op korte termijn, zullen zij niet bereid zijn degunst van
hun kiezers te verspelen door het treffen van pijnlijke
maatregelen nu ten behoeve van een mogelijke gunstige
ontwikkeling op lange termijn. Liever zwakke bedrijfstakken in stand houden en ontslagen voorkomen dan zich
onderwerpen aan de tucht van de markt ten behoeve van
een toekomstig perspectief. Stevers maakte aannemelijk
dat het politieke mechanisme in hoge mate bijdraagt tot de
continuering van dit beleid. Telkens weer doen zich nieuwe
gevallen voor waarin de weg van de minste weerstand en de
grootste kiezersgunst wordt ingeslagen.
Dit betoog impliceert echter ook dat het vrijwel onmogelijk zal zijn het beleid ten aanzien van de steunverlening aan individuele bedrijven te beëindigen. Bovendien begint ook de wet van de traagheid een rol te spelen. Nu de praktijk zich eenmaal zo heeft ontwikkeld,
is die uitermate moeilijk weer te veranderen. Regelingen,
hoe ondoorzichtig ook, zijn in het leven geroepen en
ambtenaren aangesteld om de verschillende potjes te verdelen. Ondernemers hebben de weg naar Den Haag gevonden. Meer dan twee derden van de bedragen die thans
worden verstrekt, gaan naar ondernemingen die al eerder
steun ontvingen. Cynisch genoeg is het een kwestie van
goed ondernemerschap geworden om de financiële stromen die in Den Haag ontspringen naar de eigen onderneming te leiden. De met luid gejuich ontvangen plannen
van Enraf-Nonius om tien instrumentenfabrieken in het
noorden van het land op te richten zijn in dit opzicht
illustratief: zij zijn gebaseerd op een overheidsdeelneming
van bijna 90% in de kosten. Opmerkelijk was ook een
krantebericht dat onlangs verscheen: het Akzo-concern
liet weten dat als de overheid niet met steun op tafel zou
komen, het met de werkgelegenheid in de Enka-vestiging in
Emmen wel eens slecht zou kunnen aflopen.
In dit kader is het niet verwonderlijk dat de vraag wordt
gesteld of de steunverlening aan individuele bedrijven een
wezenlijke verandering in de economische orde weerspiegelt. Die vraag werd op het genoemde congres niet
ondubbelzinnig worden beantwoord. Maar voor Stevers
was er weinig twijfel: een onweerstaanbaar oprukkende
overheid zal zich steeds meer met de uitkomsten van het
marktproces zal bemoeien. De steunverlening aan bedrijven is daarbij slechts een teken aan de wand.

L. van der Geest
I) Hoe slecht het op deze punten gesteld is leert het rapport van
de subcommissie ..Steunverlening individuele bedrijven” (de
Commissie-Van Dijk), kamerstuk 15 306, nr. 2.

509

Auteur