De Europese commissie wil het REPowerEU-programma, dat bedoeld is om onze energieafhankelijkheid van Rusland af te bouwen, financieren uit het coronaherstelfonds. Door het coronaherstelfonds voor de tweede keer, en nu voor een ander doel, te gebruiken, dreigt het een permanent karakter te krijgen. Dat scenario moeten we voorkomen, want een permanent fonds betekent een transferunie en dat is ‘de verkeerde afslag’.
Ruim twee jaar geleden raasde de coronastorm over de wereld. Dit eiste vele levens, en richtte grote economische schade aan. Om een economische ramp te voorkomen werd er razendsnel een nieuw Europees fonds in het leven geroepen: het coronaherstelfonds. Een tijdelijk noodinstrument, dat onder strenge voorwaarden moest voorkomen dat de Europese economie ten onder ging aan de gevolgen van een gezondheidscrisis.
Terugkijkend kunnen we concluderen dat het coronaherstelfonds maar weinig heeft bijgedragen aan het economisch herstel. Hoewel het een signaal van Europese eenheid afgaf en een kalmerende werking op de financiële markten had, werd de economische noodsteun hoofdzakelijk door de nationale overheden verleend en niet door de EU. Vervolgens herstelde de economie zich in de hele Europese Unie razendsnel, zonder dat daar ook maar een euro uit het herstelfonds aan te pas kwam. De eerste uitkeringen zijn pas later op gang gekomen, terwijl het grootste deel nog altijd op de plank ligt. De invloed van het noodfonds op het herstel van de Europese economie moet daarom vooral niet worden overschat.
Toch wordt het herstelfonds doorgaans gepresenteerd als een onverdeeld succes, zonder het fonds zou de Europese economie immers in veel zwaarder weer terecht zijn gekomen. Dat dit narratief wordt voorgestaan door de Europese instellingen mag geen verbazing wekken, in de praktijk dient het fonds namelijk vooral de belangen van de Europese Commissie zelf. Het machtige orgaan presenteerde zich als economische redder in de nood, mocht gezamenlijke Europese obligaties uitgeven, en stelde nieuwe eigen middelen voor om minder afhankelijk te worden van nationale afdrachten. Een aantal langgekoesterde wensen van de Commissie werden daarmee in één klap vervuld.
Het coronaherstelfonds, bedoeld als een noodinstrument, is een Europese schaduwbegroting aan het worden, die qua omvang nauwelijks onderdoet voor de reguliere meerjarenbegroting. Dat is mogelijk omdat uit de coronacrisis de verkeerde lessen worden getrokken.
Wat we dienen te leren is dat wanneer we harde maatregelen moeten nemen, deze niet automatisch Europese financiering nodig hebben. Deze aanpak leidt tot een onnodige en kostbare federalisering van de Europese Unie, achteroverleunende lidstaten, en een voedingsbodem voor eurosceptici.
REPowerEU, het nieuwe programma dat voor de energieonafhankelijkheid van Rusland moet zorgen, is deels een goed idee. Het is verstandig dat de Europese Commissie aanbevelingen opstelt voor de energieonafhankelijkheid van Rusland, die de lidstaten gecoördineerd in de praktijk kunnen brengen. Maar investeringen kunnen heel goed door de markt en de lidstaten zelf gedaan worden, en zouden geen Europese financiering nodig moeten hebben.
De inzet van het herstelfonds verhult dat nationale overheden hun begrotingen onvoldoende op orde hebben, en niet zelf voor de benodigde maatregelen kunnen instaan. Door de kern van het probleem onvoldoende aan te pakken, resteert er een permanente hulpkreet gericht aan Brussel, alwaar de Commissie met ingetogen enthousiasme verder werkt aan een voortgaande federalisering van de EU. Dit pad zal uiteindelijk uitmonden in een zeer kostbare transferunie.
Om te voorkomen dat we de verkeerde afslag nemen, moet het herstelfonds een eenmalige window of opportunity blijven om orde op zaken te kunnen stellen – met name voor de zuidelijke lidstaten. Een permanent fonds kan een ongezonde economie niet genezen, het kan alleen als kostbaar infuus dienen om de symptomen te dempen. Aangezien de rekening voor Nederland hoog kan uitvallen, is het verstandiger om het onderliggende probleem aan te pakken. Breng de overheidstekorten terug, laat de staatsschulden dalen tot duurzaam houdbare niveaus, en laat de investeringen door investeerders doen. Dat is op de lange termijn beter voor het draagvlak voor de Europese Unie én voor de Nederlandse portemonnee.
Auteur
Categorieën