Op het afscheidseminar van Coen Teulings kwamen Jean Pisany-Ferry, Juergen von Hagen en Martin Wolf ieder met hun versie van de eurocrisis. Pisany-Ferry kwam met een subtiel betoog over de status quo van Europese maatregelen. Von Hagen benoemde de verschillende typen muntunies waar we volgens hem uiteindelijk bij zouden uitkomen. Martin Wolf vergeleek de euro met een slecht huwelijk en wenste ons ‘veel succes’.
Maar de bottom line was dat niemand antwoorden had. Over de basisingrediënten van de crisis kan iedereen het wel eens worden. Landen in een muntunie zijn gevoelig voor volatiele kapitaalstromen, banken en overheden raken verstrengeld in een verstikkende omarming, nationale regeringen voeren te weinig structurele economische hervormingen door, het bankentoezicht in veel landen laat te wensen over, en de optelsom van publieke en private schulden is in sommige landen wel erg hoog.
Economen zijn het echter fundamenteel oneens over de juiste behandeling van de patiënt. Op de korte termijn gaat het om de vraag hoe we uit de crisis komen. Wat is de juiste mix van hervormen en bezuinigen? Hoe maken we de bankensector gezond? Welke rol moet monetair beleid spelen? Op de lange termijn gaat het om de vraag hoe een stabiele muntunie er uitziet. Hoeveel verzekering moeten landen elkaar bieden? Welke vorm moet deze verzekering krijgen? Welke grenzen moeten we stellen aan fiscaal beleid? Hoe zorgen we voor bankentoezicht dat het Europese belang vooropstelt?
Wat opvalt, is dat er in Nederland nauwelijks inhoudelijke discussie onder economen plaatsvindt over deze vragen. Op het bij het afscheidseminar veelvuldig genoemde boek ‘Europa in Crisis’ na, zul je tevergeefs zoeken naar een brede Nederlandse studie die een poging doet genoemde vragen te beantwoorden. En je zult zelfs weinig seminars vinden waarin deze thema’s aan de orde komen. Dat is op zijn zachtst gezegd jammer want de spannendste hoofdstukken van de eurocrisis zouden wel eens voor ons kunnen liggen.
Auteur
Categorieën