Ga direct naar de content

Conjunctuurbericht, september 1988

Geplaatst als type:
Gepubliceerd om: september 21 1988

september 1988

Conjunctuurbericht
Centraal bureau voor de statistiek

Samengesteld

door de hoofdafdeling

Nationale rekeningen

De belangrijkste kortlopende indicatoren over de eerste zes maanden van dit jaar zijn nu beschikbaar.
Dit maakt het mogelijk een globaal beeld over de eerste helft van 1988 te schetsen.
De industriële produktie nam in het eerste halfjaar met 3,5% toe ten opzichte van het overeenkomstige tijdvak van 1987. Deze groei werd met name in het eerste kwartaal gerealiseerd. Zowel in de
delfstoffenwinning
als bij de openbare nutsbedrijven lag het produktieniveau aanzienlijk onder dat
van het eerste halfjaar van 1987. Het aantal woningen waarvan met de bouw begonnen werd, steeg
met 15%. De volumegroei van de buitenlandse handel was opvallend; de invoer nam met 9% toe en de
uitvoer steeg de eerste zes maanden van dit jaar met 7%. Deze groeipercentages lagen boven die van
1986 en 1987. De consumptie door gezinnen gaf in volume daarentegen een groei te zien die achterbleef bij de stijgingen in de voorafgaande jaren. Na de prijsdaling van 0,7% in 1987 gaf het prijsindexcijfer van de gezinsconsumptie in de eerste helft van 1988 een licht oplopende tendens te zien.
De producentenprijzen (afzet en verbruik) en de unit values van de buitenlandse handel lagen gemiddeld over de eerste zes maanden onder die van het overeenkomstige tijdvak van 1987. Omdat de uitvoerprijzen minder daalden dan de invoerprijzen verbeterde de ruilvoet en wel met ruim 2%. In 1987
verslechterde de ruilvoet nog met 3%. Zowel het officiële wisseldisconto als de daggeldmarktrente en
het rendement op staatsobligaties bereikten in de eerste helft van.dit jaar een relatief lage stand.
Focus wordt nader ingegaan op de ontwikkelingen

in de eerste zes maanden van dit jaar.

Produktie
Het volume van de industriële produktie was in juli, gecorrigeerd voor seizoeninvloeden, 4% groter dan in juni. Het
betreft hier een voorlopig cijfer dat mede kan zijn beïnvloed door verschuivingen in het vakantiepatroon.
Vergeleken met dezelfde maand in 1987 lag in juli het
niveau van de industriële produktie 7% hoger; de produktie in de nijverheid nam met 5% toe. Het beschikbaar
komen van nieuwe, aanvullende informatie heeft voor de
eerste zes maanden van 1988 geleid tot een opwaartse bijstelling van genoemde cijfers met ongeveer l%-punt.
Gemeten aan het voortschrijdend 12-maandsgemiddelde
lag de groei van de industriële produktie in Nederland in de
eerste helft van dit jaar iets onder die van onze belangrijkste
handelspartners (iie grafiek 2). Volgens de uitkomsten van
de conjunctuurtest in de industrie stabiliseerde de order-

positie zich op het hoge niveau van juni; het indexcijfer bleef
daarmee in juli op 107 (1984=100) na in juni met 5 procentpunten te zijn gestegen. Het oordeel van de ondernemers over de orderpositie verbeterde in juli ten opzichte
van juni enigszins. De tendens van een verbetering, die vanaf medio vorig jaar zichtbaar is, zette zich hiermee voort.
De orderontvangst in juli is ten opzichte van juni gedaald.
Ook in voorgaande jaren daalde de orderontvangst in juli,
maar dit jaar was de daling minder groot dan gewoonlijk.
Voor de komende drie maanden wordt door de ondernemers een toename van de bedrijvigheid verwacht. Het
aantal woningen waarvan in juni met de bouw werd begonnen, lag 8% boven het niveau van dezelfde maand van
vorig jaar. In de eerste helft van 1988 is met de bouw van
57000 woningen begonnen, 15% meer dan in de overeenkomstige periode van 1987.

Produktie
120 —

industrie

——

Indexcijfers

19BO –

[A)

IlO

~AI

Produktie

(volume – seizoengecorrigeerd)

–~—-.

~ voortschrijdend

(B)

~_

‘sa

‘ss

:::

1_

90

~../

en Nederland
1980

a

voortschrljllend

100
12-maandsgemiddelde

–~

….

–.l I I 1 I 1 I 1 I I 1 I.
’80

’85

-=Buitenland:hetgemiddeldevande6
tlelangrijksteexportlanden gewogen met hun
aandeel in de Neaerlandse export in 1985

’88

9–IBI

IBI

IndexCIjfers

(8) – procentuele
jaarmutatle
van het
voortschrijdend
12-lIaandsgemlddelde

’78

“S8

125 ———120 —

Buitenlaod

(A)

9SY\c;/

_L.L_L LJ_.J J J_.LLJ
’78

(volume).
….

3-maandsgellliddelde

maandcijfers

100~——-90

industrie

115—~–lA)

100

——

cbs~

6–3-

105 -lLL.L~.
S 0 N DIJ
1986

1_1 .L..L_LL_L.LLL

LLL.LLLLLLL
F

I

ESB 21-9-1988

MAM

J

JAS

1987

0

N

0

J

F

MAM

J

J

1988

A

II

1…LLLr.-LL

J

III

1986

IV

I

II

III

1987

IV

I

II

III

1988

889

Tabel 1.

Kerngegevens recente ontwikkelingen

in Nederland

Procentuele muteties t.O.V.dezelfde periode het jaar daarvoor, tenzij anders aangegeven
19811’85
gemidd.

1986

1987

38

kw.

48

kw.

18

Trend 2)

1988

1988

1987

kw.

28

kw.

mei

aug.

juli

juni

VOLUMEGEGEVENS
Produktie in de nijverheid
Niive’;heid (excl. bouwnijverheid)
Delfstoffenwinning
Industrie
Voedings- en genotmiddelenindustrie
Textiel-, kleding- en lederindustrie
Papier- en grafische industrie
Chemische industrie
Rubber- en kunststofverw. industrie
Hout- en bouwmaterialenindustrie
Basismetaalindustrie
Elektrotechnische industrie
Rest metaal- en overige industrie
OpenblIre nutsbedrijven
Bouwnijverheid: begonnen woningen

2
1
2
2
1
1
5
7
-1
0
3
2
2
-6

0
-6
2
2
-1
-1
7
5
-4
2
0
6
16

Buitenlendse handel (goederen)
Invoer, totaal
Grondstoffen en halffabrikaten
Consumptiegoederen
Investeringsgoederen
Algemene goederen
Uitvoer, totael
Onbewerkte agrarische produkten
Delfstoffen
Fabrikaten

6
5
2
10
3
4
4
-3
5

Consumptieve bestedingen van gezinnen
Binnenlandse consumptie, totaal
Voedlngs- en genotmlcldelen
Duurzame consumptiegoederen
Textiel, kleding, schoeisel e.d.
Huish. artikelen en woninginrichting
Transportmiddelen
Rest duurzame consumptiegoederen
Overige goederen en diensten
Huur, verwarming, verlichting en weter
Rest overige goederen en diensten

I

6
-1
7

0
-8
2

-17
3

1
-4
2

6
5
5
-2
6
-3
2
-2
-24

-4
-24
6
2
0
9
6
9
16
9
3
4
-11
17

5
2

5
0

5
3

5

5

12

7

8

7
7
15
0
8
3
11
-19
3

10
11
13
1
13
10
4
13
10

6
7
10
-5
15
6
14
-24
6

13
13
12
13
16
10
14
-3
8

13
13
14
8
19
12
29
-6
11

18
17
11
22
23
9
0
15
8

2
2
4
2
7
2
3
2
3
2

2
1
2
0
8
-4
4
2
2
2

3
1
6
6
6
4
3
3
4
2

1
1
3
4
9
-7
5
1
-4
3

1
1
-1
2
2
-11
3
2
2
2

-1
-3
-4
2
-5
-12
-2
1
0
2

3
4
3
3
8
-6
8
3
2
3

7
10
-9

3
4
-1

2
2
-1

0
1
-7

18
16
35

1,4
1,5
1,8

2,3
1,7
3,3

1,6
2,0
0,5

0,6
1,0
-0,5

1,9
2,2
3,9

4,0
3,2
4,9

2,5
2,5
1
2
3
3,6
3,0
-0,6
0,8
7

-12,0
-21,7
2

-2,3
-4,6
-3
-6
-9
-0,7
0,4
1,4
0,7

-17

0,8
0,4
-3
-2
-5
-0,1
0,3
1,5
0,7
-12

0,3
-0,5
3
-4
-2
-0,4
0,3
1,5
0,7
-15

-0,9
-1,9
4
-4
0
0,4
O,B
0,3
0,1
-9

-0,1
-1,5
1
-2
-1
0,7
0,8
0,3
0,1
-6

0,0
-1,7
0
-3
-3
0,8
0,8
0,3
0,1
-5

0,0
-0,4
1
0
1
0.7
1,1
0,3
0,1
-4

-1
5
-15

-3
16
-13

-7
-13

-17

-2
-14
-1

1
-15
11

1
-16
18

-1
-14
34

-17

-17
8.4
108
-13
6

84
102
-15
3

84
103
-16
2

84
100
-15
3

84
101
-9
4

85
102
-8
2

102
-9
2

107
-6
3

107
-5
3

-11

-1
-11
1
-1
-5
.4
6
1
2
8
-1
-1
-2
-1

4
3
9
11
-10
4
5
-15
5

6
6
11
3
4
6
6
-1
5

1
0
-1
-1
-1
4
-4
1
2
1

3
1
6
5
5
11
5
2
2
3

Investeringen in vaste activa
Bruto Investeringen, totaal
Bedrijven
Overheid

2
3
-3

Kwartaalrekeningen
Bruto Binnenlands Produkt
Bruto Nationaal Produkt
Bruto Nationaal Inkomen

4

1
1
1
0
-3
3
7
4
2
4
-1
-2
1

2
4
2
1

-4

-1

–I
1+
I
-I
1++
1++
1++
1+
1++
I
1+

21
-I

I
1++
1++
1++
1+
1++
1++
1++
–I
1++
I
I
1+
1+
1++
-I
1+
I
I
1+
1++
1++
1+

PRIJZEN
Producentenprijzen industrie, tot. afzet
Producentenprijzen industrie. verbruik
Ruilvoet. unit value (goederen)
Invoerprijzen, unit value
Uitvoerprijzen, unit value
Prijzen gezinsconsumptie (werknemers)
Regelingslonen particulier bedrijf
Regelingslonen overheid
Regelingslonen trendvolgers
Dollarkoers, contante notering

-17
-16
0,1
1,4
0,6
0,1
-26

I
I
I

0,2
0,2
-I

I
I
I
I
I

0,9
0,8
0,3
0,1
0

0,9

2

–I

2

7
-18
16

–I
–I

OVERIGE INDICATOREN
Consumentenvertrouwen I)
Beurswaarde-index, algemeen
Uitgesproken faillissementen

(in ‘lil)
24
-7

Conjunctuurtest industrie
(in ‘lil)
Bezettingsgraad
Orderpositie
(1984=100)
Beoordeling orderontvangsten 1)
(in ‘lil)
Beoordeling voorr. eindprodukten 1) (in ‘lil)

9
15

Arbeidsmarkt
Aantal banen van werknemers, totaal
Landbouw en visserij
Nijverheid (excl. bouwnijverheid)
Bouwnijverheid
Handel, horeca en vervoer
Overige dienstverlening

0
0
-2
-6
1
2

3
4
2
4
3
3

2
2
1
2
4
2

2
6
1
1
4
1

2
1
1
3
3
1

3,8
0
8
7
10
6,2
7,3
9,0

4,7
13
6
8
5
4,6
5,8
6,3

3,7
8
4
7
0
4,4
5,2
6,3

3,7
6
4
7
-1
4,5
5,0
6,5

1,8
6
4
6
1
4,1
4,9
6,5

0,6
3
5
8
2
3,25
4,0
5,9

I
-I

2
7
1
3
3
1

Geld en krediet
Spaartegoeden
Verstrekt consumptief krediet
Binnenlandse liquiditeitenmassà
Geldhoeveelheid
Secundaire liquiditeiten
Officieel wisseldisconto
Daggeldmarktrente
Rendement op staatsobligaties

-19

1)
2)

(in ‘lil)
(in ‘lil)
(in ‘lil)

I
1+
I
I
1+
I

0,3
2
8
9
7
3,25
3,6
5,9

0,2
-1
8
9
7
3,25
3,9
6,0

Saldo van positieve en negatieve antwoorden in procenten van het totaal.
Trend: procentuele jaarmutatie van het meest recente voortschrijdend 12-maands (4-kwartaals) gemiddelde.
__ I: kleiner dan -5%; -I: tussen -2% en -5%; I: tussen -2% en 2%; 1+: tussen 2% en 5%; 1++: groter dan 5%.

890

0,3
8
8
8
8
3,25
2,9
6,0

I
1+
1++
1++
1+
3,75
4,6
6,3

4,0
5,0
6,4

–I
–I
I

Buitenlandse goederenhandel
Het volume van de invoer van goederen was in juni 18%
groter dan in dezelfde maand van 1987; het uitvoervolume
nam met 9% toe. Groeicijfers in deze orde van grootte zijn
betrekkelijk zeldzaam. In het tweede kwartaal steeg de invoer met 13%. op kwartaalbasis veruit het hoogste groeicijfer van de afgelopen tien jaar. In het eerste kwartaal van
dit jaar was de invoer met 6% toegenomen. Over het jaar
1987 als geheel groeide de import met eenzelfde percentage. De invoer van investeringsgoederen. die in de laatste
kwartalen lage of zelfs negatieve groeicijfers te zien had
gegeven. nam toe met 13%. Dit is des te opmerkelijker omdat de invoer van de personenauto’s. die in de maandcijfers
van de buitenlandse handel tot de investeringsgoederen
wordt gerekend. een aanzienlijke daling te zien gaf. Ongerekend de personenauto’s nam de import van investeringsgoederen met 25% toe. Het uitvoervolume van goederen
nam in het tweede kwartaal 10% toe. In het eerste kwartaal
steeg de uitvoer met 5%; nagenoeg hetzelfde groeipercentage als over het jaar 1987 als geheel. De onderscheiden
uitvoercategorieën gaven in het tweede kwartaal uiteenlopende ontwikkelingen te zien. De export van fabrikaten
nam met ruim 8% toe; het groeipercentage van de uitvoer
van metaalprodukten (15%) was hierbij opvallend. Ook de
export’van onbewerkte agrarische produkten groeide sterk
(14%). Het volume van de uitvoer van delfstoffen (voornamelijk aardgas) daalde daarentegen met 3%.
Consumptie
Het volume van de binnenlandse consumptie door gezinnen
was in juni 3% groter dan in dezelfde maand van 1987. In
mei werd een daling van 1% geregistreerd. De ontwikkelingen in deze maanden hingen samen met een relatief gering aantal’koop- en voedingsdagen’ in mei en een naar verhouding groot aantal in juni. Voor het tweede kwartaal van
1988 kwam de consumptiegroei uit op 1,2%. iets minder
dan in het eerste kwartaal toen de groei 1.5% bedroeg.
Gemiddeld over de eerste zes maanden van dit jaar blijft de
groei achter bij die van de jaren 1986 en 1987.
De uitgaven aan voedings- en genotmiddelen stegen. indien wordt gecorrigeerd voor prijsveranderingen. in het
tweede kwartaal met 0.9%. Het niveau van de bestedingen
aan duurzame goederen lag daarentegen 1,2% onder dat
van het tweede kwartaal van 1987. Deze daling volgde op
een periode van drie jaar waarin voor elk kwartaal een groei
werd gemeten. De zeer sterke daling van de autoverkopen is
aan deze ontwikkeling niet vreemd. De bestedingen aan
overige goederen en diensten namen in volume met 2.2%
toe. Gemeten aan de index van het consumentenvertrouwen is het oordeel over de ontwikkeling van de economie in
augustus ten opzichte van juli aanzienlijk verbeterd. Op de
vijf vragen. waarop deze index is gebaseerd. werden in
augustus 7% meer positieve dan negatieve antwoorden gegeven; in juli was dit saldo nog 2%. In augustus werd met
name gunstiger geoordeeld over de economische situatie
van het afgelopen jaar. Per saldo werd deze vraag de afgelopen twaalf maanden vrijwel voortdurend negatief beoordeeld. In augustus overtroffen de positieve antwoorden de
negatieve met 12%.

In- en uitvoer van goederen (volume)
Procentuele jaarmutatie van het voortschr. f2-maandsgem.

Faillissementen
Het aantal faillissementen was over de eerste acht maanden
van dit jaar 2% groter dan in dezelfde periode van het vorige
jaar. Voor het eerste halfjaar, toen de toename van het
aantal faillissementen bij ondernemingen 7% bedroeg, zijn
gegevens beschikbaar over de verdeling van faillissementen naar bedrijfstakken. De grootste stijging werd gemeten
bij de landbouw en de transport-, opslag- en communicatiebedrijven. De bouwnijverheid was de enige bedrijfstak
die een daling te zien gaf.
Geld en krediet
De gemiddelde dagelijkse middenkoersen van de dollar
lagen in augustus vijf cent boven het niveau van juli. Daarmee lag de dollar voor het eerst na juli 1985 boven het
niveau van een jaar eerder. Sinds het dieptepunt in december 1987 is de koers 29 cent oftewel 16% gestegen. ren opzichte van het in maart 1985 bereikte maximum lag de koers
echter nog fl. 1,61 oftewel 43% lager. Het officiële wisseldisconto werd in augustus opnieuwve,rhoogd en wel naar
een niveau van 4%. Ook de daggeld marktrente en het rendement op staatsobligaties waren gemiddeld in augustus
hoger dan in juli. In de loop van augustus en de eerste weken
van september toonde het rendement op staatsobligaties
evenwel weer een dalende tendens.
De cijferS in dit conjunctuurbericht
zijn nog niet aangepast aan de zojuist verschenen Nationale rekeningen 1987.
Mutaties hebben betrekking op de overeenkomstige periode van het voorgaand
jaar. tenzij anders vermeld.
Verbeterde cijfers worden niet als zodanig gekenmerkt.

Prijzen gezinsconsumptie
Procentuele maandmutaties t.o.v.
9 -_—;~–

10————————___

Prijzen
Het prijsindexcijfer van de gezinsconsumptie is tussen midden juli en midden augustus met 0.3% gestegen. Vergeleken met augustus 1987 stegen de consumptieprijzen
met 0.9%. In augustus is het CBS overgegaan op een nieuw
wegingsschema voor de bepaling van de consumptieprijsindex. Het wegingsschema is ontleend aan het consumptiepakket van 1985 van werknemersgezinnen met een gezinsinkomen beneden de loongrens van de ziekenfondsverzekering. In dit nieuwe schema hebben de bestedingscategorieën huur en waterverbruik. en medische verzorging een
groter en de categorieën voedingsmiddelen, kleding en
schoeisel. alsmede meubelen en huishoudelijke apparaten
een kleiner aandeel dan voorheen. De overgang op het
nieuwe wegingsschema heeft geleid tot bijstellingen in de
prijsmutaties voor voorgaande perioden. die overigens gering van omvang waren. Vergeleken met het buitenland is
de ontwikkeling van de inflatie in Nederland uitgesproken
gematigd (zie grafiek 4). Met de Bondsrepubliek Duitsland
en Japan behoort Nederland tot de landen waar de inflatie,
gemeten ten opzichte van dezelfde maand een jaar eerder,
de laatste maanden rond de 1% schommelde. In een aantal
andere belangrijke industrielanden -Italië, de Verenigde
Staten en het Verenigd Koninkrijk- lag de inflatie tussen de
4 en de 5%. Frankrijk neemt in dit geheel een middenpositie
in. Opmerkelijk is dat de prijsdaling in 1986 en 1987 in geen
van de hier gerepresenteerde landen zo langdurig en uitgesproken was als in Nederland.

“\

invoer
-uitvoe

….

voorgaand jaar

.———–

…..

,

”-.

~ ..~ ,,’

… ……
_- ,

,–// ….
———–;:d

\IK

3_~.~~:\:~~.~~~;~/C~.h~::=

~
” >.””
.-,/
…..
\

-~~

4 .. –~—–

2_1_LJ
I

_L _~_LJ~
U m
I U mol

I

DI

1984

ESB 21-9-1988

1985

I
U

I

I
mOl

1986

I
I

I

I
U

I
mOl

1987

I

I

I
I
U m
1988

-3

I I I I IliUIl
5 0 N DIJ

1985

F MAM

..

~::::::
-;-~

……….
_ L/

vs

”=–‘/\>;7 .

I I I I I
J JAS

1986

I1

1 I I I I I I I I I I III

0 N D J F MAM
I

J JAS

1987

0 N D!J

F MAM

I I 1 I I
J J A

1988

891

Tabel 2. Recente ontwikkelingen in het buitenland
19811’85
gemidd.

1986

1987

3″kw.
Produktie nijverheid,
excl. bouwnijv. (volume)

4″ kw.

I” kw.

Trend 21

1988

1988

1987

2″ kw.

mei

aug.

juli

juni

% mutatie t.o.V. dezelfde periode het iaar daarvoor
3

2
-2
2
5
0
6
10

I
1+
1+
1+
1+

5

6

Bondsrepubliek Duitsland
België
Frankrijk
Verenigd Koninkrijk
Italië

2
2
1
3
0

2
1
1
1
3

0
2
2
3
3

0
1
2
4
2

1
4
3
5
4

3
5
3
3
6

Verenigde Steten
Japan

3
4

1
0

4
3

5
4

6
8

6
11

Europese Gemeensch~
Buitenland (gewogen)
Nederland

1
2
2

2
2
0

2
2
1

2
1
-1

3
3
2

4
4
-4

0

2
2
-1

3,3
6.9
8.7
6.0
12.7

-0.2
1.3
2.5
3.4
5,8

0.3
1.6
3,3
4,1
4,8

0.6
2.0
3.4
4,3
4.9

1,0
1.5
3.2
4.1
5.4

0.9
1.0
2.4
3.3
5.1

1.0
1.0
2,5
4,3
4,8

1,1
1,0
2,5
4.3
5.0

1,1
1,0
2.6
4.7
4.9

1.0
1.0
2,7
4.8
5.1

Verenigde Steten
Japan

4,3
2,2

1,9
0.6

3.7
0.1

4.2
0.4

4,5
0,7

4.0
0,8

3.9
0,2

3,9
0,2

4.4
0,2

0,6

Europese Gemeenschap
Nederland

7,8
3,5

3,5
0.1

2,9
-0.7

2.9
-0,1

2,8
-0.4

2.4
0.4

2,8
0,7

2,8
0,8

3,0
0,7

3,2
0,9

3
5
6

3
5

1++
1++
1+
1+
1

5

Prijzen consumptie
Bondsrepubliek Duitsland
België
Frankrijk
Verenigd Koninkrijk
Italië

0,9

1
1
1+
1+
1++
1+
1

0.9

1+
1

~ron voor gegevens buitenland: Eurostat.
) Het gemiddelde van de 6 belangrijkste exportlanden. gewogen met hun aandeel in de Nederlandse export in 1985.
2) Trend: procentuele jaarmutatie van het meest recente voortschrijdend 12-maands (4-kwartaals) gemiddelde.
__ I: kleiner dan -5%; -I: tussen -2% en -5%; I: tussen -2% en 2%; 1+: tussen 2% en 5%; 1++: groter dan 5%.

Focus: Het eerste halfjaar van 1988:
– Oplopende produktiegroei in de industrie
– Opnieuw hoge groeicijfers in- en uitvoer
– Groeivertraging bij gezinsconsumptie
Het volume van de industriële produktie was in het eerste
halfjaar van 1988 met 3,5% groter dan dat van dezelfde
periode van vorig jaar. Vergeleken met voorgaande jaren
betekent dit een hoge groei, die vooral gedragen werd door
de hout- en bouwmaterialenindustrie. Deze bedrijfstak kon’
duidelijk profiteren van het zachte winterweer waardoor er
in de bouw veel meer doorgewerkt kon worden dan in
andere jaren. Ook de papier- en grafische industrie, de
chemie en de basismetaal kenden groeipercentages die
boven het industriële gemiddelde lagen. De textiel- en
kledingindustrie was de enige bedrijfstak waar de bedrijvigheid daalde.
Ook de in- en uitvoer van goederen toonde, gecorrigeerd
voor prijsveranderingen, in het eerste halfjaar hoge groeipercentages. De invoer nam in volume met 9% toe en de uitvoer met 7%.

De import van consumptiegoederen steeg met 11% en die
van investeringsgoederen met 4%. De invoer van de qua
waarde grootste categorie, de grondstoffen en halffabrikaten, nam in de eerste helft van dit jaar met 10% toe.
De uitvoer (7%) nam in de eerste zes maanden minder sterk
toe dan de invoer. Tegenover een forse groei bij de onbewerkte agrarische produkten (14%) stond een sterke volumedaling bij de delfstoffen (-18%). Het volume van de
binnenlandse consumptie door gezinnen was in het eerste
halfjaar 1,3% groter dan in de overeenkomstige periode van
1987. Dit cijfer blijft achter bij de stijgingspercentages voor
1986 en 1987. Hierbij kan worden opgemerkt dat de consumptiegroei in de eerste zes maanden werd gedrukt door
aanzienlijke dalingen bij het gasverbruik en de auto-aankopen. Ongerekend deze bestedingen nam de totale consumptie in deze periode met 2,6% toe. Genoemde dalingen
zijn ook terug te zien in de ontwikkelingen van de onderscheiden consumptiecategorieën.
De consumptie van
duurzame goederen (w.o. personenauto’s) nam in het eerste halfjaar met 0,8% toe en die van overige goederen en
diensten (w.o. gas) met 1,6%. Voor beide groepen zijn deze
groeivoeten lager dan in 1987.

Vokme-ontwldProcentuele halfjaarmutaties
10

\.o.v. voorgaand

produktie (industrie)

jaar
invoer (goederen)

consum ptie( ge zinnen)

uitvoer (goederen)
cbs 5

8

6

4

2

o

892

1
2
1985

1
2 1 2 1 2
1
1985
1986 1987
1988

1
2 1
2 1
2 1
1985
1986 1987
1988

1
2
1985