Ga direct naar de content

Ceteris paribus

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: mei 20 2015

ESB Ceteris paribus
320Jaargang 100 (4710) 21 mei 2015
Ceteris paribus

Wouter den Haan
Wouter den Haan is hoogleraar aan de London School
of Economics in het Verenigd Koninkrijk.
Waar werkt u op dit moment aan?
Ik werk aan een studie naar de impact van verschillende werkloos-
heidsuitkeringen tijdens recessies. Ik gebruik een complex dynamisch
algemeen evenwichtsmodel met schokken, imperfecte markten en
vooruitkijkende, heterogene agenten. Deze agenten lopen een werk –
loosheidsrisico, maar de verzekeringsinstrumenten die aangeboden
worden door de overheid zijn imperfect. Zelf sparen helpt om de ge –
volgen van werkgelegenheidsschokken op te vangen. Tevens is er sprake
van traagheid in de aanpassing van de nominale loonvoet. Dit model
werkt als volgt: door een schok belandt de economie in een recessie
en hierdoor neemt de kans op werkloosheid toe. Het feit dat men zich
niet perfect kan verzekeren tegen de gevolgen van werkloosheid zorgt
ervoor dat men uit voorzorg excessief gaat sparen, wat een drukkende
werking heeft op de geaggregeerde vraag naar producten en het prijs-
peil hiervan. Indien de nominale loonvoet een-op-een reageert op de
deflatoire druk dan blijft de winst van bedrijven per verkocht product
gelijk, omdat de reële arbeidskosten gelijk blijven. Echter, als de nomi-
nale loonvoet stroperig is, dan stijgen de reële arbeidskosten en dalen
de winsten van bedrijven. Dit leidt ertoe dat de werkgelegenheid daalt
en de werkloosheid stijgt. Zodoende zit in ons model een neerwaartse
spiraal: voorzorgsbesparingen leiden in een recessie tot deflatoire druk
en hogere werkloosheid. In dit model komen veel diepere recessies voor
dan bij representatieve agentmodellen. We kiezen de parameters van
het model echter zodanig dat het model niet naar extreme of oneindige
waarden tendeert.
Wat zijn tot dusverre uw bevindingen?
Ons model slaagt er goed in om de Europese werkelijkheid te simule –
ren. We vinden dat als een overheid de werkloosheidsuitkeringen laat
toenemen tijdens een diepe recessie, dit positieve effecten heeft op alle
agenten. Deze effecten zijn niet gelijk in schaal, gezien de heteroge -niteit van de agenten, maar opvallend is dat iedereen er voordeel bij
heeft. Voor degene met de minste kans op werkloosheid betekent een
verhoging van de werkloosheidsuitkering namelijk hogere belasting

uitgaven. De belasting verhoging is echter beperkt, omdat er sprake is
van een minder krachtige neerwaartse spiraal en daardoor een lagere
mate van voorzorgsbesparingen als gevolg van de betere verzekering
tegen werkloosheid. De recessie en vraaguitval zijn dus minder diep
als gevolg van de verhoging van de werkloosheidsuitkeringen. Dit pakt
ook weer goed uit voor degenen met hoge baanzekerheid, via stijgende
koersen van aandelen, die zij bovengemiddeld veel in handen hebben.
Wat kan de beleidsmaker leren uit uw onderzoek?
Tijdens recessies neigen beleidsmakers naar financiële versobering en
zodoende overwegen ze vaak verlaging van werkloosheidsuitkeringen
als beleidsmaatregel. Dit onderzoek laat zien dat het tegenovergestelde
juist beter tot de gewenste effecten kan leiden, zeker gezien het feit dat
alle agenten hogere werkloosheidsuitkeringen zouden prefereren.
HET WOORD AAN…
UIT DE OUDE ESB-DOOS
GEPREZEN MOBILITEIT
De Europese eenheid zal een meer blijvende ves-
tiging vragen, waarbij een landsman voor zijn toe –
komst en verdere leven naar een ander land trekt
zonder emigrant te worden. Dan zal een Europa
ontstaan met de zozeer geprezen mobiliteit van
arbeid zoals dit in economisch vakjargon heet en waarvan de Ver –
enigde Staten van Amerika zo’n treffend voorbeeld vormen. Deze
mobiliteit zal gepaard moeten gaan met een openheid voor elkaars
levenswijzen en instituten. De landslieden zullen elkaar niet alleen
moeten’ zien en waarderen als curiositeiten, waardoor een vakantie
interessant wordt, doch men zal zich dienen te verdiepen in en ver –
eenzelvigen met de anderen, gebruiken moeten overnemen en insti-
tuten, met name op onderwijsgebied, moeten aanvaarden.
Bredero, L. (1957) Euromarkt en vrije migratie. ESB, 42(2104), 905-9
07.

Auteur