De Netherlands Foreign Investment Agency (NFIA) helpt buitenlandse bedrijven om in Nederland te investeren. Buitenlandse bedrijven die door de NFIA worden geholpen, doen vaker en meer aan speur- en ontwikkelingswerk (S&O) naarmate ze langer actief zijn en aanvullende investeringen doen in Nederland.
Het volgen van scholing hoort bij een leven lang ontwikkelen en wordt gestimuleerd om goed inzetbaar te blijven op de arbeidsmarkt. Vrouwen doen dit soort scholing vaker dan mannen.
Particuliere investeerders kennen gemiddeld een kortere overdrachtsperiode – dat is de tijd tussen het tekenen van de koopakte en de daadwerkelijke eigendomsoverdracht bij de notaris – dan andere particulieren die een woning kopen.
Hoewel de totale omvang van Europese bedrijfsinvesteringen door deze bedrijven ten opzichte van het bruto binnenlands product (bbp) hoger is dan in de VS en China, verschilt de samenstelling sterk.
Sinds de strafheffingen in de eerste termijn van Trump is de export van China naar de VS afgenomen. Een deel lijkt de VS via andere landen echter alsnog te bereiken.
De percepties van werkgevers over hun eigen bedrijfsresultaten lijken in tegenspraak met de stokkende arbeidsproductiviteitsgroei op macroniveau. Het is moeilijker om bedrijven te prikkelen hun productiviteit te verhogen wanneer werkgevers het productiviteitsprobleem zelf niet herkennen.
Sectoren die sterker groeien, hebben, naast de te verwachten hogere instroom aan personeel, ook een hogere uitstroom. Sterk groeiende sectoren zijn gemiddeld genomen dus dynamischer.
Sinds 2021 verkopen vastgoedinvesteerders in studentensteden meer huurwoningen aan eigenaar-bewoners, dan er woningen gekocht worden om te verhuren. Dit bemoeilijkt doorstroom van afgestudeerden van studentenkamers naar reguliere huurwoningen en daarmee ook de huisvesting van nieuwe studenten.
Het aandeel van securitisatievehikels in de Nederlandse markt voor woninghypotheken neemt al enkele jaren af. Financiële instellingen financieren hun woningkredieten steeds vaker elders.
De plotselinge renteverhogingen door de Japanse centrale bank deden de Japanse yen afgelopen zomer flink appreciëren. De renteverschillen met andere westerse landen nemen echter minder snel af dan verwacht, waardoor de munt opnieuw aan waarde verliest.
De groep met het hoogste uurloon zijn de reguliere immigranten van buiten de EU/EFTA, die voor een groot deel uit kennismigranten bestaat. Naast dat asielmigranten veel minder vaak werken in loondienst, is ook hun gemiddelde uurloon laag.