Het inzetten van oudere werknemers kan werkgevers helpen om de krapte op arbeidsmarkt het hoofd te bieden. Leeftijdsnormen stellen echter grenzen aan de werving van oude werknemers van buiten een organisatie. Een normstellende overheid kan de arbeidsmarktparticipatie van oudere werknemers vooruit helpen door expliciet deze sociale normen te beïnvloeden.
Beschrijvingen van arbeidsposities naar leeftijd suggereren dat steeds meer werkenden een vast contract krijgen, en dat steeds minder mensen een tijdelijk contract of geen werk hebben. Op individueel niveau verlopen loopbanen echter vaak veel dynamischer.
In 2020 publiceerde de Commissie Regulering van Werk een vernietigend rapport over het Nederlandse arbeidsmarktbeleid. De reactie van het kabinet is er eindelijk. Het kabinet wil de aanbevelingen implementeren door de arbeidsmarktinfrastructuur opnieuw in te richten. Dat is in de jaren negentig ook gebeurd, maar zonder succes. Wat kunnen we daarvan leren?
Tijdens de afgelopen coronajaren heeft de overheid veelvuldig ingegrepen om Nederlanders in die economisch zware periode te ontlasten. De samenleving moet daar niet aan gewend raken, want sommige problemen kan ze zelf oplossen. Een voorbeeld hiervan is het personeelstekort in de horeca, dat via het marktmechanisme kan worden rechtgetrokken.
De vergrijzing en de krimpende beroepsbevolking zorgen voor een ongekende krapte op de arbeidsmarkt, terwijl maatschappelijke uitdagingen als de energietransitie juist extra arbeid vergen. Meer gendergelijkheid kan het arbeidsaanbod vergroten, en heeft bovendien nog andere economische voordelen.
Door het V-vormig herstel van de economie is de krapte op de arbeidsmarkt opnieuw manifest. De personeelstekorten worden nu ook de achilleshiel van het nieuwe kabinet. Hoe kunnen we de krapte op de arbeidsmarkt aanpakken?
Het einde van de hoogconjunctuur kondigde zich in de loop van 2019 al aan, maar door de uitbraak van het coronavirus vond de omslag veel sneller en heftiger plaats dan verwacht. Toch zijn er tegelijkertijd nog steeds beroepen waar weinig mensen voor te vinden zijn.
Anders dan op de lagere opleidingsniveaus werken vrouwelijke gepromoveerden vrijwel even vaak als hun mannelijke evenknie, maar nog wel minder vaak voltijd. Dat blijkt uit onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek met een representatieve steekproef van mensen die sinds 1990 aan een Nederlandse universiteit zijn gepromoveerd en jonger zijn dan zeventig jaar.
De werkgelegenheid, uitgedrukt in vervulde werknemersbanen, daalt als direct gevolg van de verhoging van het minimumloon, doordat er minder vraag is naar arbeid. Uit een nieuwe analyse blijkt dit directe effect kleiner dan eerder werd aangenomen.
Nieuwe schattingen maken het mogelijk om ook de voor conjunctuur gecorrigeerde werkloosheid tussen jaren te vergelijken – de werkloosheid die niet samenhangt met de conjunctuur. De geschatte lengte van de cyclus komt sterk overeen met die van de Kuznetscurve (15-25 jaar) die is vastgesteld in eerder onderzoek.
Werkgevers die iemand in dienst nemen die door een arbeidsbeperking een arbeidsvermogen heeft dat onder het wettelijk minimumloon ligt, kunnen in aanmerking komen voor een loonkostensubsidie. Ultimo december 2019 waren het vooral mannen (zeventig procent) op wie de subsidie betrekking had.