Ga direct naar de content

Autochtone en allochtone verhuispatronen

Geplaatst als type:
Gepubliceerd om: februari 24 2006

statistiek

Conjunctuur

Financiële markten

Arbeidsmarkt

Economie & Samenleving

Selectieve verhuisstromen van de vier grote steden
De leeftijden en de etnische achtergrond van degenen die naar één van de vier
grote steden verhuizen verschillen sterk van degenen die deze steden verlaten.
Autochtonen, veelal gezinnen, verlaten de stad, allochtone immigranten nemen
hun plaatsen in. In samenhang daarmee zijn verhuisstromen ook sociaal-economisch selectief: per hoofd gerekend verlaten vooral hogere inkomens de stad.
Niet westerse instromers brengen lagere inkomens mee en westers allochtone
toestromers juist hogere. In de periode 1995­–2003 vond de hoogste instroom
plaats bij twintigers (figuur 1). De hoogste uitstroom ligt rond het dertigste
levensjaar en bij kinderen onder de vijf. Het betreft hier uiteraard gezinnen.

Figuur 1. In- en uitstroom van de vier
grote steden in de periode 1995-2003 ten
opzichte van het inwonertal op 01-01-1995,
per 1000 van elk leeftijdsjaar
2000
1500
1000
500
0

instroom
uitstroom
0

10

20

30

40

50

60
70
leeftijd

Autochtone en allochtone verhuispatronen
Onder autochtonen overheerst de aantrekkende werking van de steden uitsluitend nog voor 17–27-jarigen. Het
zullen overwegend studenten en starters op de arbeidsmarkt zijn die zich er vestigen. In iedere andere levensfase
(dertigplussers en kinderen) ­trekken meer autochtonen weg uit de vier grote steden dan er naartoe gaan.
Niet-westerse allochtonen hebben een ander verhuispatroon. Weliswaar is er ook een concentratie van instroom
onder jongeren, met een piek van negentienjarige instromers, maar het vestigingssaldo is over een grotere leeftijdsrange gespreid, zowel tot en met de tieners als tot en met de dertigers. Niet-westerse allochtonen hebben per saldo
in bijna alle levensfasen een sterkere neiging om zich in de stad te vestigen. Voor niet-westerse immigranten is de stad
een belangrijke eerste vestigingsplaats.

De sociaal-economische rekening
Als gevolg van de demografisch selectieve verhuisstromen van autochtonen gaat er in de onderzochte periode
0,9 miljard euro meer aan jaarinkomens de stad uit dan er terugkomt. (zie figuur 2). De westerse allochtone stromen
hebben een inkomensplus van bijna 0,5 miljard euro. Ondanks hun grotere aantal qua vestigingssaldo brengen nietwesterse allochtonen slechts een fractie aan jaarinkomens mee (0,2 miljard) als dat wordt vergeleken met de westerse allochtonen. Per saldo resulteren de verhuisstromen voor de Figuur 2. Saldo’s aan fiscale jaarinkomens bij in- en uitstroom in
vier steden in een licht negatief inkomenssaldo. Hoewel uit de de vier grote steden naar levensfase en etnische achtergrond,
bevindingen geen directe conclusies kunnen worden getrokken uitgedrukt in euro’s (x 1.000.000), sept. 1999-sept. 2003
voor de inkomensontwikkeling van de totale stadsbevolking,
autochtoon
18-29
mag duidelijk zijn dat de selectiviteit in de inkomenskenmerken westers
+
(allochtoon)
181
van de verhuisstromen een eigen rol speelt in die ontwikkeling. 18-29
niet-westers
De uiteindelijk negatieve balans vanwege de verhuisstromen
komt geheel voor rekening van de autochtone dertigplussers en
kinderen. Opmerkelijk is verder het positieve saldo van de westerse allochtone dertigplussers en kinderen jonger dan 18 jaar.
Ondanks het negatieve vestigingssaldo is er financieel een
positief saldo. Hier kan een rol spelen dat er nogal wat tijdelijke
arbeidsmigranten zijn die als alleenstaande of met partner naar
Nederland komen en weer vertrekken als er jonge kinderen zijn.
Dat laatste zou dan het inkomen per hoofd kunnen drukken.

(allochtoon)
18-29

+ 260

+ 110
4 grote steden
saldo: – 194
+ 233
westers
(allochtoon)
30 + en 0-17

– 1.050

+ 73
niet-westers
(allochtoon)
30 + en 0-17

autochtoon
30 + en 0-17

Verhuisstromen en stadsontwikkeling
Met hun lagere inkomens compenseren de allochtonen de omvangrijke uittocht van autochtonen met hoge inkomens uit de stad niet. Opvallend is echter het gunstige inkomensbeeld van westers allochtone toestroom. Daaronder
vallen ook buitenlandse werknemers van internationale bedrijven, organisaties en vertegenwoordigingen die zich
– tijdelijk – in de steden vestigen. De internationale bedrijvigheid in de grote steden kan aldus bijdragen aan een
aanzienlijke stroom tijdelijke arbeidsmigranten met relatief hoge inkomens per hoofd.
Jan Latten, Bas Hamers, Han Nicolaas
bron: Latten J., B. Hamers, H. Nicolaas, de prijs van migratie, in: CBS, Bevolkingstrends, 2006, in voorbereiding
Deze pagina is samengesteld door de divisie Macro-economische statistieken en publicaties van het CBS.  www.cbs.nl

ESB  24-2-2006

95

Auteurs