Vooral jongeren bezitten telefoonkrediet

■ Wilte Zijlstra (AFM)

Consumenten kunnen op verschillende manieren geld lenen. Bijna zeven procent van Nederland bezit een doorlopend krediet waarmee ze geld kunnen opnemen tot een van tevoren afgesproken bedrag. Ruim vijf procent heeft een persoonlijke lening, daarbij ontvangt de consument direct het totaal geleende bedrag en staat de looptijd van tevoren vast. Een goederenkrediet wordt bijvoorbeeld gebruikt om een product, zoals een auto of wasmachine, in termijnen op afbetaling te betalen. Al deze vormen van lenen heten consumptief krediet. Roodstand op een betaalrekening of een creditcard zijn ook vormen van lenen, maar zijn hier als aparte categorie opgenomen.

Twintig procent van de volwassen Nederlanders geeft aan een consumptief krediet te hebben, en vijf procent bezit meerdere consumptief kredietvormen. Bijna de helft van de Nederlanders zegt geen consumptieve kredieten te hebben en een derde leent alleen via roodstand of creditcard (figuur). Deze cijfers zijn gebaseerd op een uitgebreide screening van het representatieve online-consumentenpanel van GfK in februari 2017 met 46.541 respondenten van achttien jaar en ouder.

Minstens 190.000 Nederlanders zeggen desgevraagd een goederenkrediet te hebben. Dit is een onderschatting, want mobiele telefoons worden vaak in combinatie met een telefoonabonnement aangeboden voor een vaste prijs per maand. Dat maakt deze koop op afbetaling een vorm van goederenkrediet. Bijna negen procent van de volwassen Nederlanders, 1,2 miljoen mensen, zegt zo’n telefoonkrediet te hebben. Opvallend is dat van de jongeren tussen de 18 en 24 jaar met een lening zelfs 63 procent een telefoonkrediet bezit.

Deze cijfers zijn gebaseerd op zelfrapportage. Cijfers van aanbieders, vooral ten aanzien van goederenkrediet, lijken op onderrapportage te wijzen en daarmee zijn dit minimumschattingen. Mogelijk omdat krediet een taboeonderwerp is of omdat consumenten niet altijd beseffen een goederen- of telefoonkrediet te hebben.