Ga direct naar de content

Aanzienlijk deel asielmigratie zal tijdelijk zijn

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: maart 16 2016

Een deel van de asielmigranten zal ook weer vertrekken. Dit deel zal aanzienlijk zijn als de con flicten waarvoor ze wegvluchtten zijn opgelost.

214Jaargang 101 (4730) 17 maart 2016
ESB Vluchtelingenspecial
Aanzienlijk deel
asielmigratie zal tijdelijk zijn
VLUCHTELINGENSPECIAL
E
en flink deel van de arbeids-, studie- en fami-
liemigranten in Nederland, vertrekt op een
gegeven moment weer uit Nederland. De mate
waarin dit zal gaan gebeuren met de huidige in –
stroom van asielmigranten uit met name Syrië en Eritrea,
zal de beleidsuitdagingen bepalen waarvoor Nederland
zich uiteindelijk gesteld ziet op het terrein van huisvesting ,
onderwijs en de arbeidsmarkt – en op dat van integratie
in bredere zin. Voor eerdere groepen migranten is de ver –
trekkans bekend. Op basis hiervan kan een voorzichtige
inschatting worden gemaakt van de vertrekkans van de hui-
dige grote groep van asielmigranten.
FEITEN OVER VRIJWILLIGE MIGRATIE
Figuur 1 geeft de verblijfskans weer naar type migrant voor
de periode 1999–2007. Gemiddeld vertrekt binnen vijf jaar
60 procent van de arbeidsmigranten, 65 procent van de stu –
diemigranten en 25 procent van de familiemigranten weer. Bij de arbeidsmigranten – die naar Nederland komen
om te werken – loopt de vertrekkans binnen vijf jaar sterk
uiteen, afhankelijk van de persoonlijke omstandigheden.
Zo vertrekken arbeidsmigranten met de laagste inkomens,
bijvoorbeeld werkzaam in de bouw, en met de hoogste in –
komens, bijvoorbeeld expats, relatief eerder dan migranten
met middeninkomens (Bijwaard en Wahba, 2014). Wat be –
treft arbeidsmigranten blijkt baanbehoud een belangrijke
rol te spelen bij de vertrekbeslissing : arbeidsmigranten die
hun baan verliezen vertrekken gemiddeld ruim twee keer zo snel (Bijwaard et al
., 2014).
Studiemigranten – die meestal naar Nederland komen
om hoger onderwijs te volgen – vertrekken het vaakst
binnen vijf jaar, veelal omdat ze hun opleiding hebben af-
gerond. Voor de Nederlandse economie is het een verlies als
deze mensen vertrekken. Bijwaard en Wang (2016) vinden
dat zij die blijven meestal op een andere manier dan door
hun studie een band met Nederland gekregen hebben; als
studiemigranten een baan of partner vinden in Nederland
vertrekken ze vaak niet. Het is dan ook wenselijk dat zulke
migranten de mogelijkheid hebben om na afloop van hun
opleiding nog een tijd lang in Nederland werk te zoeken. Familiemigranten komen naar Nederland als partner
van een arbeidsmigrant, omdat ze met een Nederlander
trouwen, of via gezinshereniging. Deze groep heeft de laag –
ste vertrekkans, hoewel er hierbinnen een fors verschil is
tussen de diverse subgroepen (Bijwaard en van Doeselaar
2014). Zo vertrekt 40 procent van de familiemigranten uit
OESO-landen binnen vijf jaar, terwijl maar 10 procent van
de familiemigranten uit Turkije en Marokko vertrekt. Fa –
miliemigranten uit opkomende economieën (gedefinieerd
als economieën met een middeninkomen) liggen daar tus-
senin met een vertrekkans van 25 procent binnen vijf jaar.
Behalve voor de familiemigranten uit OESO-landen geldt
dat de kans dat familiemigranten weer uit Nederland ver –
trekken substantieel toeneemt als hun huwelijk stukloopt:
voor familiemigranten uit opkomende economieën loopt
die kans op tot wel 45 procent binnen vijf jaar (figuur 2).
De vertrekkans neemt echter weer af als ze opnieuw trou –
wen.
BETEKENIS VOOR GEDWONGEN MIGRATIE
Wat betekent een en ander nu voor de kans dat asielmi-
granten weer vertrekken binnen vijf jaar? Voor Nederland
bestaat geen onderzoek naar de vertrekkansen van asielmi-
granten. In de datasets die op persoonsniveau weergeven
hoe lang mensen in Nederland verblijven, worden vluch -GOVERT
BIJWAARD
Onderzoeker bij het
Nederlands Interdis-
ciplinair Demogra-
fisch Instituut
Als asielmigranten op andere migranten die naar Nederland geko –
men zijn lijken, zal een deel van hen ook vertrekken. Dit deel zal
aanzienlijk zijn als de reden weg valt waarom ze in Nederland asiel
hebben aangevraagd.
ESB Vluchtelingenspecial

215Jaargang 101 (4730) 17 maart 2016
Vluchtelingenspecial ESB
0
25
5
0
7
5
1
0 0 In procenten
0 12 24 36 48 60
Maanden na aankomst in Nederland 7
2 84 96 10 8 120
O ESO g etro uw dOESO n a twee ja ar g esch eid enOpkomende economie getro uw dOpkomende economie na twee ja ar g esch eid enM aro kko g etro uw dM aro kko n a twee ja ar g esch eid en
0
0
,1
0
,2
0
,3
0
,4
0
,5
0
,6
0
,7
0
,8
0
,9
1,0
Fractie
0
612 18 24 30 36 42 48 54 60 66 72 78 84 90 96 10 2
Maanden na aankomst in Nederland
Ar beid sm ig ra nte nFa milie m ig ra nte nStudiemigranten
telingen helaas pas opgenomen nadat ze een verblijfsstatus
gekregen hebben. Vaak zijn ze dan al een hele tijd in het
land, waardoor er geen goede informatie is over wat er in de
eerste paar jaar gebeurt. Ook in andere landen is hier van –
wege gebrek aan data geen onderzoek naar gedaan (sowieso
zijn deze data op persoonsniveau slechts in een paar landen
beschikbaar (Dustmann en Görlach, 2016)). Eerder onderzoek heeft aangetoond dat arbeidsmi-
granten die hun baan verliezen, studiemigranten die hun
diploma halen en familiemigranten wier huwelijk ten einde
loopt met grotere waarschijnlijkheid terugkeren dan arbe –
idsmigranten met werk, studiemigranten die nog studeren
en familiemigranten met een partner. Met andere woor –
den: wat de vertrekkers gemeen hebben is het verdwijnen
van de reden waarvoor ze naar Nederland zijn gekomen.
Het lijkt aannemelijk dat dit ook geldt voor de huidige
grote stroom van vluchtelingen. Als de reden voor hun mi-
gratie verdwenen is, bijvoorbeeld omdat hun herkomstland
weer veilig is, zal een deel van hen terugkeren. Een eerste redelijke inschatting daarvoor is te maken
op basis van de ervaring met familiemigranten. Zij komen
immers – net als vluchtelingen en anders dan arbeids- of
studiemigranten – voornamelijk om niet-economische re –
denen naar Nederland. De kans is niet zo groot dat fami-
liemigranten uit opkomende economieën vertrekken, maar
deze verdubbelt bijna als de reden verdwijnt waarom ze
naar Nederland zijn gekomen – dus bijvoorbeeld als hun
huwelijk strandt (figuur 2). Een tweede redelijke inschatting over de vertrek –
kans is te maken door naar de economische potentie van
vluchtelingen te kijken. Ervaring met arbeidsmigrant –
en leert dat de migranten met het hoogste inkomen de
grootste kans hebben om te vertrekken. Voor de Neder –
landse economie is dat natuurlijk niet gunstig. Het lijkt
dan ook verstandig om zo snel mogelijk te zorgen dat deze
vluchtelingen een band met Nederland op kunnen bouw –
en, want hoe groter de band met Nederland is, hoe lager de
kans dat ze vertrekken (Gijsberts en Dagevos, 2016, ook in
deze ESB).
CONCLUSIE
Uit kennis over de vertrekkansen van andere migranten
weten we dat een deel van de asielmigranten weer vertrekt.
Dit deel is waarschijnlijk substantieel groter zijn wanneer
de conflicten waarvoor ze gevlucht zijn, opgelost worden.
Ook weten we dat de kans dat vluchtelingen weer vertrek –
ken het grootst is voor de vluchtelingen die het kansrijkst
zijn op de arbeidsmarkt, tenzij ze een binding met Neder –
land aan kunnen knopen, bijvoorbeeld door een partner of
een goede baan.
LITERATUUR
Bijwaard, G.E. en S. van Doeselaar (2014) The impact of changes in the
marital status on
return-migration of family migrants. Journal of Population Economics, 27(4), 961–997.
Bijwaard, G.E., C. Schluter en J. Wahba (2014) The impact of labor market dynamics on the
return-migration of immigrants. Review of Economics & Statistics, 96(3), 483–494.
Bijwaard, G.E. en J. Wahba (2014) Do high-income or low-income immigrants leave faster?
Journal of Development Economics, 108(May), 54–68.
Bijwaard, G.E. en Q. Wang (2016) Return migration of foreign students. Euro pean Journal of
Population, te verschijnen.
Dustmann, C. en J.-S. Görlach (2016) The economics of temporary migrations. Journal of Eco-
nomic Literature, te verschijnen.
Gijsberts, M. en J. Dagevos (2016) De integratie van vluchtelingengroe
pen in Nederland.
ESB, 101(4730), 214–215.
Bron: IND en GBA via CBS
Verblijfskans familiemigranten zonder en met
scheiding na twee jaarFIGUUR 2
Bron: IND en GBA via CBS
Verblijfskans voor verschillende typen migrantenFIGUUR 1

Auteur