Ga direct naar de content

Statistiek (II)

Geplaatst als type:
Gepubliceerd om: december 18 2015

736Jaargang 100 (4723 & 4724) 17 december 2015
ESB Statistiek
Zesmaands sch atk is tp apie rECB-depositorente
–0 ,5
–0,4
–0,3
–0,2
–0,10
0
,1
0
,2
ap rmei jun jul au gsep okt novde cjan feb mrt aprmei jun jul au gsep okt novde c
In p ro ce n te n
0
5
1
0
1
5
20
25
0
25
5
0
7
5
1
0 0
1
25
1
5 0‘9 6 ‘97 ‘99
‘9 8 ‘00‘0 1‘0 2‘0 3‘0 4‘0 5‘0 6‘0 7‘0 8‘0 9‘10 ‘11 ‘12 ‘13 ‘14 Ju n-15
Exte rn e R M BS ( lin kera s)C ove re d b onds ( lin kera s)T ota al ( re ch te ra s)
In
m il ja rd en e u ro ‘s Aandeel van woninghypotheken
D
e afgelopen tijd zijn, mede dankzij het verruimende mone –
taire beleid van de Europese Centrale Bank, de rentes sterk
gedaald. Sinds begin december zijn Nederlandse rentes voor
staatsobligaties tot een looptijd van circa 4,5 jaar negatief. Ook op le –
ningen met een korte looptijd, zoals zesmaands schatkistpapier, is de
rente sterk negatief, op dit moment –0,33 procent. In zulke gevallen
betalen beleggers (banken, bedrijven, beleggingsfondsen) aan de Neder –
landse staat geld voor het verstrekken van leningen. Nu zijn de rentes in
Nederland en andere landen in het eurogebied al meer dan een jaar
negatief. Maar het is bijzonder dat rentes lager zijn dan verwacht zou
mogen worden. Tot begin 2015 lag de rente op zesmaands schatkist –
papier doorgaans hoger dan die op de depositofaciliteit van de ECB.
Via deze faciliteit kunnen banken hun overtollige middelen steeds
voor een dag (overnight) parkeren. Deze permanente faciliteit is alleen
voor banken beschikbaar die onder toezicht van de ECB vallen, en niet
voor reguliere beleggers. Banken maken hiervan in het algemeen alleen
gebruik bij een overschot aan liquide middelen die ze niet op de geld –
markt kunnen of willen uitlenen. Omdat de depositofaciliteit feitelijk
een soort ultieme terug valoptie voor banken is, is de depositorente
normaliter de ondergrens voor de geldmarktrente. Sinds het tweede
kwartaal van 2015 wordt zesmaands schatkistpapier echter verhandeld
tegen een rente die onder de depositorente ligt. Onder de aanname
van een efficiënt opererende geldmarkt zou men verwachten dat hier –
door arbitragemogelijkheden ontstaan voor beleggers. Ze zouden hun
overtollige middelen via banken bij de ECB kunnen stallen en daar -mee een rentevoordeel kunnen incasseren. Er zijn een aantal mogelijke

verklaringen waarom deze arbitrage niet is opgetreden. Allereerst
kan het zijn dat banken voor hun makelaarsfunctie aan beleggers kos-
ten in rekening brengen. Ten tweede kan het hebben van liquide pa –
pier voor beleggers belangrijker zijn dan het renteniveau, onder an –
dere als gevolg van regelgeving. Tot slot lijken markten te hebben
voorgesorteerd op het rentebesluit van de ECB van begin december
toen de ECB besloot de depositorente naar -0,30 procent te verlagen.

TARAS BOGOUSLAVSKII (MINISTERIE VAN FINANCIËN)
Nederlands schatkistpapier onder depositorente f i n a n c i ë l e m a r k t e n
Minder financiering met securitisaties en covered bondsm o n e ta i r
S
ecuritisaties zijn leningen aan huishoudens en bedrijven die wor –
den gebundeld tot verhandelbare effecten. Tot het uitbreken van
de crisis medio 2007 werden deze securitisaties voornamelijk ge –
kocht door externe beleggers. Voor Nederlandse banken waren securiti-
saties die gebaseerd zijn op woninghypotheken, zogenoemde residential
mortgage-backed securities (RMBS), uitgegroeid tot een belangrijk fi-
nancieringsmiddel. De uitstaande externe RMBS bereikten in 2007 het
hoogste niveau met 94 miljard euro. Daarna nam de belangstelling van
beleggers voor deze producten sterk af vanwege het aangetaste vertrou –
wen in alle gesecuritiseerde producten. Banken verrichtten toen nog wel
securitisaties, maar hielden deze hoofdzakelijk zelf om te kunnen gebrui-
ken als onderpand voor het verkrijgen van leningen bij centrale banken.
Vanaf eind 2009 herstelde de securitisatiemarkt zich enigszins, al zijn de
emissievolumes lager dan vóór de financiële crisis. Dit hangt samen met
het stigma dat aan securitisaties is blijven kleven, de verscherpte regelge –
ving ervoor, de lagere kredietgroei, de onrust op de financiële markten
en goedkope alternatieve financieringsmogelijkheden. Daardoor zijn de
uitstaande, externe RMBS sinds 2007 met bijna een derde gekrompen
tot 65 miljard euro medio 2015. Ten opzichte van de totaal uitstaande
Nederlandse woninghypotheken daalden deze RMBS van 16,6 procent
in 2006 tot 10,0 procent medio 2015. Naast securitisaties zijn door ban –
ken uitgegeven schuldpapier met woninghypotheken als onderpand –
covered bonds – een belangrijke financieringsbron geworden. Vooral in
2010 en 2011 hebben Nederlandse banken veel covered bonds geëmit –
teerd (circa 14 miljard euro per jaar). Banken konden toen namelijk moeilijk ongedekte financiering aantrekken onder invloed van de Euro

pese schuldencrisis. Medio 2015 was het uitstaande bedrag 59 miljard
euro, ofwel 9,1 procent van de uitstaande woninghypotheken. De toe –
name van de covered bonds ving tot eind 2013 de daling bij securitisaties
meer dan volledig op (figuur). De totale financiering van de uitstaande
woninghypotheken met externe RMBS en covered bonds was daardoor
opgelopen tot 20,8 procent. Sindsdien is deze echter afgenomen tot 19,1
procent en zijn er dus minder woninghypotheken gefinancierd met ex –
terne securitisaties en covered bonds. ■
ERIC KLAAIJSEN (DNB)
Zesmaands schatkistpapier en ECB-depositorente
Bron: Bloomberg
Uitstaande externe RMBS en covered bonds
Bron: DNB

737Jaargang 100 (4723 & 4724) 17 december 2015
Statistiek ESB
0
5
10
15
20In procenten
Altijd NL
5000
4500
4000
3500
3250
3000
2750
2500
2250
2000
1750
1500
1250
1000
Altijd buitenl
Loon vereist om in het buitenland te gaan werken (in euro)
0 24
In procenten 6
810 12 14 16 18 20
Ned erla ndse v e rg unnin g in b eeld
( t .o .v . g een v erg unnin g i n b eeld )
N
ed erla ndsta lig e w eb sit e
K
anssp ela anbie d er d ra agt b ela stin g a f
N
ed erla ndse v e rg unnin g in b eeld
( t .o .v . E uro pese v e rg unnin g i n b eeld )
W
aars ch uw in gen i n b eeld
G
een i d en tif ic a tie p lic h t
O
ve rig s p ela anbod a anw ezig
V
erp lic h t s p ele rs p ro fie l
H
oe kunnen we technische studenten behouden in Nederland?
Dit is een prangende vraag binnen de topsector High Tech
Systemen en Materialen (HTSM), die van essentieel be –
lang is voor een sterke Nederlandse economie. Qua groei is deze sector
ambitieus en een van de doelstellingen is bijvoorbeeld het verdubbelen
van de exporten in 2020. De schaarste aan en behoud van technisch
talent is momenteel een van de grootste knelpunten om dit realiseren. De figuur laat zien wat de bereidheid van Nederlandse masterstuden

ten aan de Technische Universiteit in Eindhoven is om in Nederland
te blijven. De studenten werd allereerst gevraagd in welk land, buiten
Nederland, ze het liefst zouden willen werken. Hierna kregen ze vijftien
keer de keuze tussen twee banen voorgelegd, één in Nederland, en één in
het buitenland van hun voorkeur. De banen verschilden alleen in salaris,
uitgedrukt in termen van Nederlandse koopkracht. Het salaris voor de
baan in NL bleef constant op 2000 euro. Het salaris in het buitenland
werd uitgedrukt in euro’s maar in termen van Nederlandse koopkracht
en steeg stapsgewijs met 250 euro van 750 naar 5000 euro. Wat we zien is
dat Nederlanders redelijk honkvast zijn. Slechts 14 procent is bereid te –
gen een lager salaris naar het buitenland te vertrekken. Niettemin is men
wel gevoelig voor salarisverschillen: bij een salaris met een koopkracht
van 3000 euro is 70 procent bereid te verhuizen. Buitenlandse studenten
zijn veel mobieler. Bij een gelijk salaris is zelfs twee derde bereid Neder –
land te verlaten. Salaris is echter niet de enige drijf veer bij het kiezen
van een baan. In een vignetstudie waarbij de studenten moesten kiezen
tussen banen met verschillende baankenmerken bleek dat autonomie en
werklast een belangrijke rol spelen. Een lager salaris kan gecompenseerd
worden door een grotere autonomie en/of een lagere werklast. In dit op –
zicht verschillen Nederlandse en buitenlandse studenten niet van elkaar.
Verder is uit dit onderzoek gebleken dat bij vrouwen de focus van het be –
drijf ook een belangrijke rol speelt. Vrouwen hebben in tegenstelling tot
mannen duidelijk een voorkeur voor banen waar maatschappelijk ver –
antwoord ondernemen hoog in het vaandel staat. ■
INGRID ROHDE (ROA)
Behoud van talent voor de Nederlandse hightechsectoro n d e r w i j s
e c o n o m i e
e n s a m e n l e v i n g
I
n opdracht van de Kansspelautoriteit is onderzocht welke aan –
bodskenmerken van invloed zijn op de keuze voor een online
kansspel. Dit is onderzocht in een enquête onder consumenten
die online wel eens een gokje denken te gaan wagen. Momenteel is het
aanbieden van online kansspelen in Nederland in beginsel illegaal. Het
conceptwetsvoorstel online kansspelen gaat uit van een vergunningen –
stelsel voor het aanbieden van betaalde online kansspelen. Dit stelsel
wordt niet eerder dan in 2017 verwacht. Alle onderzochte kenmerken
blijken invloed te hebben op de keuze tussen online kansspelen. De
figuur geeft deze aan in oplopende volgorde van omvang. Daarbij is de kans weergegeven dat een consument een kansspel kiest met een bepaald
kenmerk ten opzichte van een referentie. Zo geeft bijna 2 procent bij

verplicht spelersprofiel aan dat een kansspel waarbij verplicht een spelers-
profiel moet worden aangemaakt bijna 2 procent meer kans heeft te worden
gekozen dan een kansspel waarbij zo’n een spelersprofiel niet verplicht is.
Een belangrijke uitkomst is dat het in beeld hebben van een Nederlandse
vergunning de kans doet stijgen met ruim 17 procent dat een consument
voor een online kansspel kiest. Dat wil zeggen: ten opzichte van het niet
in beeld hebben van een vergunning. Ten opzichte van een vergunning
uit een ander Europees land is dit effect bijna 5 procent. Ook positief
gewaardeerd worden een Nederlandstalige website (in plaats van Engels-
talig ), het afdragen van kansspelbelasting door de kansspelaanbieder (in
plaats van de plicht dit als online gokker zelf te doen) en in iets mindere
mate speelduur, saldo en waarschuwingen in beeld en het aanbieden van
meerdere kansspelen op één website. Het aanmaken van een verplicht
spelersprofiel heeft het kleinste effect van de onderscheiden kenmerken
en is – enigszins tegen de verwachting in – positief. De relevantie voor
het beleid is vooral dat het belangrijk is dat een Nederlandse vergun –
ning duidelijk in beeld wordt gebracht en omgekeerd, dat er gecontro –
leerd wordt op nepvergunningen. Daarnaast kan er worden benadrukt
dat bij legaal online kansspelaanbod een spelersprofiel dient te worden
aangemaakt en dat er informatie over speelduur en saldo wordt gegeven.

BERT HOF (SEO ECONOMISCH ONDERZOEK)
Keuze voor online kansspelaanbod
Studentbereidheid om in NL te blijven werken
Bron: ROA
Kansspelkenmerken en keuze online kansspel
Bron: SEO

Auteurs