.
Sociale zekerheid ESB
Naschrift bij:
Effecten gemeentelijke
uitvoering van de Wmo
I
Maar de AEF-onderzoekers
n ESB 4698 onderzoeken
lijken dit eigenlijk ook wel te wewij de verschillen tusHans de Groot
ten. In de op een na laatste alinea
sen gemeenten voor wat
Emeritus hoogleraar aan Universiteit Twente
van hun reactie schrijven zij dat bebetreft hun uitgaven aan
en onderzoeker bij het COELO
leid wel degelijk kan doorwerken
huishoudelijke hulp (De
in de verdeling. Maar, zo is het verGroot en Allers, 2014). Een belangMaarten Allers
weer, dat is in het gemeentefonds
rijke conclusie van ons onderzoek
Hoogleraar aan de Rijksuniversiteit
gebruikelijk. De Financiële-veris dat lokaal beleid en uitvoering
Groningen en directeur van het COELO
houdingswet zou dat voorschrijdaarop een grote invloed hebben.
ven. Dat eerste klopt, en dat is ook
Vervolgens merken wij op dat bemeteen een belangrijk bezwaar
leid en uitvoering niet zijn meegetegen de manier waarop een groot
nomen bij het onderzoek dat ten
grondslag ligt aan het verdeelmodel voor de WMO 2015. deel van het gemeentefonds wordt verdeeld (Allers, 2005).
We geven aan dat dit tot een scheef verdeelmodel kan lei- Dat dit wettelijk is voorgeschreven is echter niet juist.
Dat het wel kan, blijkt uit de manier waarop de bijden. Dit probleem geldt overigens voor veel verdeelmodellen. Kort samengevat komt het erop neer dat sober beleid, standsgelden sinds 1 januari over gemeenten worden verdus lage uitgaven of geringe klantenbestanden, ten onrechte deeld. De verdeling van deze uitkering, die eveneens uit
wordt geïnterpreteerd als: weinig geld nodig. Bij ruimhartig het gemeentefonds komt, is gebaseerd op onderzoek dat
wel expliciet rekening houdt met variatie in lokaal beleid
beleid kunnen vergelijkbare problemen optreden.
De opstellers van het verdeelmodel voor de WMO en de uitvoering daarvan (Soede en Versantvoort, 2014).
2015 zijn het niet eens met onze hiervoor gegeven conclusie (Leurs et al., 2015). Hun onderzoek verklaart het aantal
mensen dat een indicatie heeft voor zorg uit een reeks “objectieve†variabelen – waarop gemeenten of indicatieorganen geen invloed hebben. Zij schrijven dat dit voorkómt
dat gemeenten via het verdeelmodel worden gestraft voor Literatuur
“sober beleidâ€. Maar dat is niet noodzakelijk zo.
Allers, M.A. (2005) De verdeling van het gemeentefonds: kritiek op
Immers, wanneer relevante variabelen worden wegge- de bestaande methode en voorstel voor alternatief. Tijdschrift voor
laten in de regressie-analyse die wordt gebruikt als verkla- Openbare Financiën, 4, 158–189.
ringsmodel, zijn de uitkomsten van de analyse vertekend. Allers, M.A. en L.A. Toolsema (2012) Doelmatige financiering van de
In vaktaal ook bekend als omitted variable bias. De invloed bijstand. ESB, 97(4641), 466–469.
van de ontbrekende variabelen sluipt ongezien het model Groot, H. de, en M.A. Allers (2014) Effecten van gemeentelijke uitbinnen via de coëfficiënten van wél opgenomen variabe- voering van de WMO. ESB, 99(4698), 712–715.
len die ermee samenhangen. Die laatste krijgen dan een Leurs B., I. Niessen en A. van Veldhuizen (2015) Reactie op: Effecten
te groot of te klein gewicht in het verdeelmodel. Allers en gemeentelijke uitvoering van de WMO. ESB, 100(4702), 46.
Toolsema (2012) beschrijven dit veel uitgebreider dan in Soede, A. en M. Versantvoort (2014) Verdelen op niveaus. Den Haag:
dit naschrift gepast is.
SCP.
Jaargang 100 (4703) 12 februari 2015
De auteur heeft verklaard dit artikel alleen te publiceren in ESB en niet elders
te publiceren in wat voor medium dan ook. Het is wel toegestaan om het artikel voor eigen gebruik
en voor publicatie op een intranet van de werkgever van de auteur aan te wenden.
79