Ga direct naar de content

Input/output

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: november 19 2014

.

ESB Input / output

Input //output
Academicustaks

ter zo groot dat toekomstige, profiterende generaties huidige generaties kunnen compenseren
en het systeem per saldo welvaartsverhogend
is. Daarnaast bestuderen de auteurs ook de effecten van een systeem waarbij onderwijs wordt
gefinancierd met een belasting op alle werknemers. Dit systeem zorgt er weliswaar voor dat
het aandeel hogeropgeleiden toeneemt, maar
het systeem is per saldo welvaartsverlagend.

Heijdra et al. onderzoeken de effecten van het
veranderen van de onderwijsfinanciering van
een leenstelsel naar een systeem waar onderwijs wordt gefinancierd uit een belasting voor
hogeropgeleiden. Uit een modelschatting met
gegevens voor de VS blijkt dat een academicusbelasting het aandeel hogeropgeleiden in de
samenleving niet verhoogt, maar mensen wel
meer onderwijs gaan volgen. Mensen die al werken als de academicusbelasting wordt ingevoerd
zijn slechter af omdat ze zowel hun eigen studieschuld als de belasting moeten opbrengen. De
toekomstige voordelen van het systeem zijn ech-

Onevenwichtigheden

In de aanloop van de eurocrisis ontstonden er in de
eurozone macro-economische onevenwichtigheden
die te zien waren in de grote tekorten op de handelsbalans van zuidelijke eurolanden en overschotten in
noordelijke landen. De grote groei van de binnenlandse vraag in zuidelijke eurolanden, gestuwd door
kapitaalstromen van Noord- naar Zuid-Europa, was
de belangrijkste oorzaak voor het ontstaan van deze
onevenwichtigheden. Dit concluderen Comunale
en Hessel aan de hand van empirisch onderzoek
met gegevens over zeventien eurolanden over de periode 1994–2012. Een verslechterende concurrentiepositie van zuidelijke eurolanden als gevolg van
hoge lonen is een minder belangrijke oorzaak van
de onevenwichtigheden. Volgens de auteurs corrigeren dit soort onevenwichtigheden zichzelf vaak,
doordat op de vraaghausse een crisis volgt waarin
huishoudens hun schulden moeten afbetalen, de
vraag daalt, importen afnemen en zo het tekort op
de handelsbalans afneemt.

Heijdra, B.J., F. Kindermann en L.S.M. Reijnders (2014)
Life in shackles? The quantitative implications of reforming the educational loan system. CESifo Working Paper,
5013.

Landsgrenzen

Eerlijk handelen

Nederlanders hebben er maar liefst
26 procent meer voor over om in
Nederland in plaats van Duitsland
te kunnen wonen. Dit concluderen Micheli et al. aan de hand van
gegevens over de huizenprijzen in
de grensstreken van Nederland en
Duitsland over de periode 1985–
2013. De prijs voor een identiek huis
is in Nederland zestien procent
hoger dan in Duitsland, maar ook
ligt de transactieprijs in Duitsland
verder onder de vraagprijs dan in
Nederland. De Nederlandse huizenprijzen waren relatief volatiel
en zijn gedurende de onderzochte
periode meer dan verdubbeld,
terwijl de prijzen in Duitsland constant bleven.

Uit onderzoek blijkt dat mensen soms egoïstisch
handelen maar vaak ook niet. Er is echter nog geen
theorie die de observaties uit experimenten volledig
kan verklaren, waarop Rezaei Khavas et al. dit proberen. In hun model handelen mensen bijna altijd
egoïstisch, maar ze wijken daarvan af wanneer de
kosten van eerlijk handelen voldoende klein zijn.
Mensen zijn dus altijd bezorgd over de eerlijkheid
van handelen, maar slechts marginaal. Het model
blijkt veel experimentele resultaten beter te kunnen
verklaren dan andere theorieën. In het bijzonder
blijkt dat mensen vaker eerlijk handelen in een situatie waarin de opbrengsten symmetrisch verdeeld
zijn, omdat de marginale opbrengsten van eerlijk
handelen dan groter zijn dan wanneer de opbrengsten asymmetrisch verdeeld zijn. Omdat veel experimenten juist symmetrisch zijn, is het mogelijk
dat de mate waarin mensen eerlijk handelen wordt
overschat.

Micheli, M., J. Rouwendal en J. Dekkers

Rezaei Khavas, T., S. Rosenkranz, U. Weitzel en B. Westb-

Comunale, M. en J. Hessel (2014) Current account imbalan-

(2014) Border effects in house prices.

rock (2014) Fairness concerns revisited. Tjalling C. Koopmans

ces in the Euro area: competitiveness or financial cycle? DNB

Tinbergen Institute Discussion Paper, 140.

Research Institute Discussion Paper, 013.

Working Paper, 443.

Extra autogebruik

Tussen 2000 en 2012 nam het gebruik van het wegennet
met zestien procent toe. Hiervan was ongeveer twee
procentpunt het gevolg van autogebruik van mensen die
eerst niet met de auto reisden en dit nu wel doen. Door
uitbreiding van het wegennetwerk worden de capaciteit

706

2%

en betrouwbaarheid van het wegennetwerk verbeterd.
Deze baten doen mensen die eerst een ander reismiddel
gebruikten nu besluiten de auto te pakken.
KiM (2014) De latente vraag in het wegverkeer. Den Haag: Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid.
Jaargang 99 (4698) 20 november 2014

Input / output ESB

Basispakket

In een situatie van een publieke basisverzekering
en een private, vrijwillige aanvullende verzekering,
welke behandelingen moeten dan in het basispakket en welke niet? Het zouden de behandelingen
moeten zijn waarbij averechtse selectie voor verzekeraars het hoogst is, doordat er verschil is in de
risico’s van verzekerden, aldus Boone. In theoretisch
onderzoek concludeert hij dat moreel wangedrag
(doordat patiënten niet de volledige kosten van behandelingen dragen en daardoor overconsumeren)
geen rol speelt in de inrichting van het basispakket.
Daarnaast is ook de kosteneffectiviteit van behandelingen nauwelijks van belang. Behandelingen in
het basispakket moeten weliswaar kosteneffectief
zijn, maar kosteneffectievere behandelingen hoeven niet perse hogere prioriteit te hebben voor het
basispakket. Deze conclusie is opvallend, omdat
overheden juist vaak de kosteneffectiviteit van behandelingen als belangrijkste criterium voor het
basispakket nemen.

Voetbalcoach

Het gedurende een seizoen ontslaan van een voetbaltrainer heeft
geen significante invloed op de resultaten van het team. Dit blijkt uit
empirisch onderzoek van Van Ours
en Van Tuijl met gegevens over
veertien seizoenen van de Nederlandse Eredivisie. De auteurs berekenen op basis van de teamprestaties de kans op het ontslag van een
trainer. Na een ontslag verbeteren
de teamprestaties weliswaar, maar
de prestaties van een controlegroep met daarin teams die op basis van resultaten een even grote
kans hadden om hun trainer te ontslaan, verbeterden eveneens.

Schaliegas

Vollebergh en Drissen onderzoeken de gevolgen
van schaliegaswinning in de Verenigde Staten op de
Europese economie. Volgens de auteurs is het niet
waarschijnlijk dat op de korte termijn de gasprijzen
veel zullen veranderen omdat het onzeker is of in
Europa ook schaliegas gewonnen zal worden en
daarnaast verwachtingen al in de prijzen zijn inbegrepen. Op de lange termijn staat echter de concurrentiepositie van bepaalde sectoren onder druk. Dit
zijn sectoren die veel gas gebruiken, maar ook de
elektriciteitsintensieve industrie omdat schaliegas
de elektriciteitsprijzen in de VS verlaagt en industrie die gebruik maakt van bijproducten van schaliegaswinning, zoals ethyleen, propaan en butaan.
Vollebergh, H.R.J. en E. Drissen (2014) Unconventional gas
and the European Union: prospects and challenges for competitiveness. CESifo Working Paper, 5035.

Ours, J.C. van, en M.A. van Tuijl (2014)
In-season head-coach dismissals and

Boone, J. (2014) Basic versus supplementary health insu-

the performance of professional foot-

rance. CentER Discussion Paper, 059 en TILEC Discussion Pa-

ball teams. CentER Discussion Paper, 058.

per, 034.

Seculaire stagnatie

Eerder theoretisch onderzoek heeft laten zien dat
een langdurige lage reële rentevoet kan leiden tot
een afname van de natuurlijke rentevoet. Een lage
natuurlijke rentevoet kan op zijn beurt weer leiden
tot seculaire stagnatie. De reële rentevoet is de nominale rentevoet verminderd met de inflatie. De
natuurlijke rentevoet is de korte termijnsrentevoet
voor de hypothetische situatie van volledige werkgelegenheid. Van den End en Hoeberichts vinden
empirisch bewijs dat het theoretische causale verband van de reële rente en de natuurlijke rentevoet
bestaat in Japan en Duitsland. Voor de Verenigde
Staten wordt het verband niet gevonden. De resultaten suggereren dat monetair beleid minder
effectief is omdat een verlaging van de reële rentevoet ook tot een verlaging van de natuurlijke rente
leidt, waardoor het stimulerende effect wordt ondermijnd. Beleid moet er daarom op gericht zijn de
natuurlijke rente te verhogen, bijvoorbeeld door de
vraag te stimuleren.

IVF-behandeling

Het krijgen van een kind verlaagt
de arbeidsparticipatie van moeders. Dit causale verband is eerder
vastgesteld, maar Lundborg et al.
gebruiken een nieuwe empirische
methode om het effect te schatten. Ze gebruiken de exogene variatie van het krijgen van kinderen
en daardoor het arbeidsaanbod
die veroorzaakt wordt doordat een
IVF-behandeling lukt of mislukt.
Het blijkt dat na het krijgen van het
eerste kind moeders minder gaan
werken of helemaal stoppen met
werken. Dit effect blijft gedurende
het hele leven. Bij eventuele volgende kinderen is er ook sprake van
een negatief effect op de participatie, maar alleen op de korte termijn.

Collectief of individueel

Collectieve pensioenstelsels kunnen voor een maatschappij als geheel zowel welvaartsverhogend als
welvaartsverlagend zijn ten opzichte van individuele
pensioenstelsels, afhankelijk van de precieze invulling. Dit concluderen Westerhout et al. aan de hand
van een theoretisch model. De auteurs beschouwen
alleen intergenerationele risicodelingseffecten en
negeren andere effecten, zoals arbeidsmarktverstoringen of schaalvoordelen. Collectieve pensioenstelsels kunnen risico’s delen met toekomstige generaties door risico’s niet onmiddellijk op te vangen,
maar uit te smeren over de tijd, wat welvaartsverhogend werkt. De nadelen van collectieve stelsels
zijn echter dat premie- en indexatieregels voor alle
generaties gelijk zijn en er bij het investeren geen
onderscheid is tussen de verschillende leeftijdsgroepen, wat zorgt voor een suboptimale risicodeling.

Lundborg, P., E. Plug en A.W. RasmusEnd, J.W. van den, en M. Hoeberichts (2014) Low real rates

sen (2014) Fertility effects on female

Westerhout, E., J. Bonenkamp en P. Broer (2014) Collective

as driver of secular stagnation: empirical assessment. DNB

labor supply: IV evidence from IVF tre-

versus individual pension schemes: a welfare-theoretical

Working Paper, 444.

atments. IZA Discussion Paper, 8609.

perspective. Netspar Discussion Paper, 045.

Vakbondsleden

Het aantal vakbondsleden nam in 2013 met 30.000 af, zodat in maart 2014 1,7 miljoen mensen lid waren van een
vakbond. Het aantal jongeren tot 25 jaar dat lid is van een
vakbond nam echter, na jaren van afname, met 6000 toe.
In 1999 bedroeg het aantal jonge leden 117.000, in 2013
Jaargang 99 (4698) 20 november 2014

3,8%

waren dat er nog 61.000 en in 2014 67.000, zodat op dit
moment ongeveer 3,8 procent van alle vakbondsleden
jonger dan 25 jaar is.
CBS (2014) Opnieuw minder vakbondsleden, wel sinds lange tijd
meer jongeren lid. CBS Webmagazine, 31 oktober.

707

Auteur