Ga direct naar de content

Toenemende risico’s bij Chinese banken

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: augustus 29 2013

Ondanks een hoog rendement en een kapitaalpositie die voldoet aan internationale normen, zijn er toenemende risico’s rond onroerend goed, schaduwbankieren en de kwaliteit van bancaire kredieten aan provincies en steden. 

ESB Financiële markten

FINANCIËLE MARKTEN

Toenemende risico’s bij
Chinese banken
De Chinese banken hebben een hoog rendement en hun kapitaalpositie voldoet cijfermatig aan internationale normen. Er zijn echter toenemende risico’s rond onroerend goed, schaduwbankieren
en de kwaliteit van bancaire kredieten aan provincies en steden.
Financiële problemen bij de Chinese banken leiden tot een lagere
economische groei in China, tasten de sociale en politieke stabiliteit aan en verminderen daarnaast de export van het Amerikaanse
en Europese bedrijfsleven.

Piet Buitelaar
Econoom bij De Nederlandsche Bank en
gastdocent aan de
Guangxi University,
Nanning, China

528
528

N

agenoeg het gehele bankwezen van China
is direct of indirect in handen van de centrale of de lokale overheid. De belangrijkste en grootste banken zijn de zogenoemde ‘big five’. Deze vertegenwoordigen
gezamenlijk bijna de helft van de bancaire activa van China
en behoren tot de grootste ter wereld (tabel 1). Daarnaast
zijn er middelgrote commerciële banken, zoals China Citic
Bank en China Merchants Bank. De enige private bank van
enige omvang is China Minsheng Banking Corporation. Toezichthouder op het Chinese bankwezen is de China Banking
Regulatory Commission (CBRC). Zowel de CBRC als de
Chinese banken vermelden in hun jaarverslagen dat zij de internationale IFRS-standaarden aanhouden.
Rond de eeuwwisseling waren de Chinese banken zeer
zwak vanwege een grote portefeuille slechte leningen. De
banken waren verplicht krediet te verlenen aan staatsbedrijven die vaak niet rendabel waren. Het Chinese bankwezen
was technisch failliet en 20 à 25 procent van de kredieten
bestond uit slechte leningen (CBRC, 2011). Binnen een de-

cennium werden de banken door middel van vermogensoverdrachten van de overheid geherkapitaliseerd en geherstructureerd, met als laatste de Agricultural Bank of China, waarvan
de herkapitalisatie in 2010 werd voltooid.
Tabel 1 toont enkele indicatoren betreffende de kapitaalpositie van de vijf banken. Met een return on equity (ROE)
van rond twintig procent is de winstgevendheid van de Chinese banken hoog. De Chinese overheid stelt de maximale
rente vast die banken mogen vergoeden op spaardeposito’s.
Tot in juli van dit jaar stelde de overheid ook de minimale
rente vast die banken voor kredieten aan bedrijven mochten
rekenen. Deze regulering maakt(e) het de banken mogelijk
een hoog rendement te behalen. Blijkens tabel 1 voldoen de
Chinese banken ruim aan de BIS-norm van een capital adequacy ratio (CAR) van minimaal acht procent. Op voorschrift
van de toezichthouder houden de banken hoge voorzieningen aan: twee- à driemaal het bedrag van de slechte leningen
(non-performing loans; NPL). De non-performing loans ratio (NPL-ratio) van circa één procent is internationaal laag
en is sterk verbeterd in vergelijking met enkele jaren geleden
(figuur 1). De daling van de ratio is toe te schrijven aan de
herstructurering van de banken, waardoor het bedrag van de
slechte leningen is gedaald, alsmede aan de sterke groei van de
kredietverlening (noemereffect). In de industrie is de NPLratio 1,5 procent, in de sector onroerend goed 1 procent, bij
de bouw 0,7 procent en bij woninghypotheken 0,3 procent.
De NPL-ratio van de Chinese banken is internationaal laag.
Bij de Nederlandse banken bedroeg de NPL-ratio 3,1 procent
ultimo 2012, in Spanje 6,0 procent (2011) en in Italië 11,7
procent (2011) (World Bank, 2013).
De centrale bank van China heeft per 20 juli 2013 bij
de banken de vloer op de uitleenrente opgeheven. Voordien
mochten de banken de uitleenrente niet lager stellen dan zeventig procent van de benchmark leenrente. De bovengrens
aan de rente op spaardeposito’s bij banken blijft gehandhaafd.
Nu deze vloer is vervallen zijn banken vrij in het vaststellen
van hun rente aan bedrijven, hoewel de vloer bij de hypo-

De auteur heeft verklaard dit artikel alleen te publiceren in ESB en niet elders
te publiceren in wat voor medium dan ook. Het is wel toegestaan om het artikel voor eigen gebruik
en voor publicatie op een intranet van de werkgever van de auteur aan te wenden.

Jaargang 98 (4667) 30 augustus 2013

28-8-2013 12:38:42

Financiële markten ESB

theekrente van kracht blijft. Het is een belangrijke stap voorwaarts in de liberalisatie van de rentevorming in China en
toont dat de autoriteiten serieus werk maken van het hervormen van het financiële stelsel. De rol voor de leenrente in de
allocatie van kapitaal voor investeringen wordt belangrijker.
Banken kunnen nu met elkaar gaan concurreren. Het afschaffen van de vloer op de bancaire rente is te interpreteren als een
eerste stap in de richting van het meer door de markt laten
bepalen van de wisselkoers van de renminbi en de opening
van de kapitaalmarkt.

De banken rapporteren lage NPL-ratio’s, een sterke kapitaalpositie en een hoog rendement. Maar het is niet uit te sluiten
dat er problemen aankomen. In 2009–2010 is de bancaire
kredietverlening zeer sterk gestegen, met name de hypothecaire kredietverlening (figuur 2). Meer specifiek zijn er drie
macroprudentiële risico’s voor het Chinese bankwezen.

Een eerste risico is de woningmarkt. In 2010 zijn de huizenprijzen sterk gestegen (figuur 3). Om dit af te remmen en om
speculatie te beteugelen heeft de CBRC bij hypothecair krediet voor een eerste huis de verplichte aanbetaling verhoogd
van twintig naar dertig procent, voor een tweede huis van
veertig naar zestig procent en voor hypothecaire financiering
van een derde huis een stop afgekondigd. Dit remde de stijging van de huizenprijzen geleidelijk af en begin 2012 ging
dit over in een prijsdaling. Vanaf het voorjaar van 2013 zijn
de huizenprijzen weer gaan stijgen (in juli 6,7 procent jaarop-jaar). De mogelijkheid van het bijsturen van de hypotheekvoorwaarden door de overheid, alsmede fundamentals
als een hoge inkomensgroei en urbanisatie, verminderen op
zich het risico van een forse prijsdaling op de woningmarkt
(Buitelaar, 2012). Dat neemt niet weg dat het risico van een
crisis aanwezig blijft, mede omdat er, afgaande op persberichten, aanzienlijke leegstand is die de prijzen onder neerwaartse
druk houdt. Een crisis in de woningmarkt met prijsdaling kan

Non-performing loans van
Chinese commerciële banken

Figuur 1

In procenten van totale leningen

6
5
4
3
2
1
2007

2008

2009

2010

2011

2012

Bron: China Banking Regulatory Commission, 2012

Jaargang 98 (4667) 30 augustus 2013

529

Internat.
ranking
(Tier 1
capital)

Industrial and
Commercial Bank
of China

23,0

13,7

22,0

14,3

1,0

271

5

Bank of China

18,1

13,6

1,0

236

9

Agricultural Bank
of China

20,7

12,6

1,3

326

10

Bank of
Communications

17,9

14,1

0,9

251

23

Alle commerciële
banken

20,4

12,7

1,0

278

0,9

296

1

Bron: The Banker, 2013; China Banking Regulatory Commission, 2012; jaarverslagen van de banken

Woningmarkt

0

NPL
NPL
coverage
ROE, in
CAR, in
ratio, in
ratio, in
procenten procenten procenten procenten

tabel 1

China Construc­
tion Bank

Macroprudentiële risico’s

7

Kapitaalpositie van de vijf grote commerciële
Chinese banken, ultimo 2012

leiden tot faillissementen en daardoor tot slechte leningen bij
de banken. Bij de vijf grootste banken van China heeft 30 à 45
procent van de kredieten een onderpand dat grotendeels uit
onroerend goed bestaat (IMF, 2011). Prijsdaling vermindert
de waarde van het onderpand en daarmee de kwaliteit van de
kredieten.
Schaduwbankieren

Een tweede risico is de opkomst van de financiële intermediatie buiten het reguliere bankwezen – het schaduwbankieren – en de vervlechting hiervan met het bankwezen. De off
balance-activiteit van de banken groeit nu sterk en had eind
2011 een omvang van 35 procent van de officiële bancaire
activa (People’s Bank of China, 2012). Een onderdeel hiervan vormen de zogenoemde Wealth Management Products
(WMP’s) die worden uitgegeven door banken, door off balance vehicles van banken en door trustmaatschappijen. De
looptijd van WMP’s is gemiddeld een half jaar en de rente
is een à twee procentpunt hoger dan op spaardeposito’s bij
banken. Medio 2012 werden deze producten geschat op een
bedrag van circa zestien procent bbp (IMF, 2012). Een derde
van de WMP’s is op de balans van de banken opgenomen,
waarbij de hoofdsom door de bank is gegarandeerd en een
kapitaalvoorziening wordt aangehouden (RBS, 2013). De
banken investeren de uit deze WMP’s verkregen middelen in
projecten met een laag risico. Daarentegen wordt twee derde
van de WMP’s uitgegeven door off balance vehicles van de
banken en door trustmaatschappijen. Deze verstrekken onvolledige informatie over de risico’s van de projecten waarin
zij de met WMP’s verkregen middelen investeren (Financial
Times, 2012). Het betreft voornamelijk investeringen in risicovolle onroerendgoedprojecten en in kleinere private bedrijven. Gaan deze failliet, dan dragen de beleggers in de WMP’s
het verlies, want de hoofdsom van dit type WMP’s is niet gegarandeerd. De People’s Bank of China (2012) en de CBRC
(2012) achten hier grote risico’s voor de banken aanwezig.

De auteur heeft verklaard dit artikel alleen te publiceren in ESB en niet elders
te publiceren in wat voor medium dan ook. Het is wel toegestaan om het artikel voor eigen gebruik
en voor publicatie op een intranet van de werkgever van de auteur aan te wenden.

529
28-8-2013 12:38:43

ESB Financiële markten

Procentuele jaarmutaties bancaire
kredietverlening en woninghypotheken

Figuur 2

40

60

35

50

30

40

25

30

20

20

15

10

10
jan-’09

0
jul-’09

jan-’10

jul-’10

jan-’11

Bancaire kredietverlening (linkeras)

jul-’11

jan-’12

jul-’12

jan-’13

jul-’13

Totaal uitstaand bedrag woninghypotheken (rechteras)

Bron: Thomson Financial

Trustmaatschappijen lenen aan bedrijven en instellingen
met een hoog risicoprofiel die moeilijk bij de grote staatsbanken terecht kunnen, onder meer ontwikkelaars van bouwprojecten, private mkb-bedrijven en Local Government Funding
Platforms. Zij betalen hiervoor een hogere rente dan bij de
staatsbanken. De trustmaatschappijen ontvangen geld van
banken, vermogende particulieren en staatsbedrijven. De

Huizenprijzen1 en woninghypotheken,
procentuele jaarmutaties

Figuur 3

60

15

50

12

40

9

30

6

20

3

10

0

0
2005

2006

2007

2008

2009

2010

Totaal uitstaand bedrag woninghypotheken(linkeras)
1

2011

2012

2013

–3

Woninghypotheken (rechteras)

Ongewogen gemiddelde van huizenprijzen op basis van 70 steden. Periode juli 2005 – mei 2006 gewogen prijs.

Bron: Thomson Financial

530
530

CBRC (2012) verscherpt het toezicht en heeft afgelopen
maart de banken voorgeschreven dat hun WMP’s maximaal
vier procent van hun totale activa mogen bedragen. Daarnaast moeten de banken de informatieverstrekking over de
risico’s van WMP’s verbeteren.
Infrastructurele projecten

Een derde risico betreft de financiering van infrastructurele
projecten van gemeenten en provincies. Het is hun niet toegestaan zelf leningen te plaatsen op de kapitaalmarkt. Daarom
hebben zij special purpose vehicles opgericht om hun bouwprojecten te financieren: Local Government Funding Platforms
(LGFP’s). Deze nemen krediet op bij de staatsbanken ter
financiering van projecten als wegen, vliegvelden en havens,
met aangekochte grond als onderpand. De zeer hoge kredietgroei in 2009–2010 was met name toe te schrijven aan de
financiering door de banken van het stimuleringspakket ter
waarde van 589 miljard Amerikaanse dollar (veertien procent
bbp) van de overheid. Dit stimuleringspakket is grotendeels
uitgevoerd door de provinciale en stedelijke overheden en betreft merendeels infrastructuur. Financiering vond voor dertig
procent plaats uit het budget van de centrale overheid. Voor
de financiering van het overige hebben de LGFP’s zeer hoge
leningen bij de banken afgesloten. Er is het risico dat een deel
van deze leningen niet wordt terugbetaald omdat deze projecten onvoldoende rendabel blijken, wat kan leiden tot slechte leningen bij de banken. Er zijn ruim 6000 LGFP’s, waarvan
één op de zes een zwak management en een tekortschietende
administratie heeft (National Audit Office, 2011).
De cijfermatige informatie over de schuld van de lagere
overheid en de LGFP’s is schaars en fragmentarisch. Volgens
een inventarisatie van de CBRC was er bij een vijfde van de
schuld van de LGFP’s bij de banken het risico van non-performing: 1540 miljard renminbi, overeenkomend met 230
miljard Amerikaanse dollar en vier procent bbp (World Bank,
2010; China Daily, 2010). In opdracht van de CBRC zien
banken scherper toe op de risico’s van de kredietverlening
aan LGFP’s en moeten zij zo nodig extra onderpand en meer
kapitaal aanhouden (CBRC, 2012). Recent heeft de CBRC
vermeld dat de Chinese banken eind 2012 9200 miljard renminbi (1400 miljard dollar) aan leningen aan LGFP’s hebben
uitstaan (Wall Street Journal, 28 januari 2013). Dat is veertien
procent van de totale uitstaande leningen van het bankwezen
en achttien procent bbp. Helaas werd niet bekendgemaakt
hoe groot bij deze schuld het risico van non-performing was.
De CBRC stelt dat de risico’s beheersbaar zijn, maar meldt
ook dat toezicht op deze vehicles nog steeds nodig is. Aan de
banken is opgedragen zeer terughoudend te zijn met het verstrekken van nieuwe leningen. Dit heeft er echter toe geleid
dat steden en provincies in toenemende mate schuld plaatsen
buiten het officiële bankwezen, zoals bij trustmaatschappijen,
waarmee de risico’s zich verder over de economie verspreiden.
In maart 2013 heeft president Zhou van de People’s Bank of
China verklaard dat een vijfde van de schuld van de LGFP’s
niet rendabel is en risicovol is (China Economic Net, 2013).
Risicovolle interacties

De hier geschetste risico’s betreffen sectoren die onderling
nauw zijn vervlochten: bouw & onroerend goed, banken en
lagere overheden. Daardoor heeft een probleem in één sector

De auteur heeft verklaard dit artikel alleen te publiceren in ESB en niet elders
te publiceren in wat voor medium dan ook. Het is wel toegestaan om het artikel voor eigen gebruik
en voor publicatie op een intranet van de werkgever van de auteur aan te wenden.

Jaargang 98 (4667) 30 augustus 2013

28-8-2013 12:38:44

Financiële markten ESB

direct gevolgen voor de andere sector. De banken verstrekken
off balance-kredieten – al dan niet via trustmaatschappijen –
aan particuliere bedrijven in het onroerend goed en de bouw,
en zijn daardoor kwetsbaar voor de ontwikkeling in deze
sectoren. Indien de LGFP’s een deel van hun schuld aan de
banken niet kunnen terugbetalen, leidt dit bij de banken tot
verliezen. Waarschijnlijk zou de centrale overheid in dit geval
bijspringen, wat het begrotingstekort vergroot. Daarnaast is
het van belang dat verkoop van onroerend goed een kwart tot
een derde van de inkomsten van de lagere overheden vormt.
Een daling van de prijzen van onroerend goed brengt hen in
financiële problemen, wat zijn weerslag op de banken heeft.
Met een vertraging manifesteren zich hier overigens de hoge
kosten en risico’s van het nationale stimuleringsplan dat grotendeels door de LGFP’s werd uitgevoerd en door de banken
werd gefinancierd. Tegenvallende exporten kunnen leiden tot
faillissementen van exporterende mkb-bedrijven en daarmee
tot verliezen bij de trustmaatschappijen die hen financieren,
waarin de banken via hun off balance-activiteit kunnen worden meegesleept.
Beleidsopties

In de kern hangen de gesignaleerde macroprudentiële risico’s samen met de onderontwikkelde financiële sector en
de gereguleerde rente. Een eerste punt is dat het gebrek aan
voldoende beleggingsinstrumenten en de gereguleerde, lage
rente op spaardeposito’s gezinnen en bedrijven stimuleert te
beleggen in onroerend goed en in financiële activa buiten het
reguliere bankwezen. Chinezen uit de middenklasse en hoge
klassen hebben ter belegging twee of meer huizen naast hun
eigen woning. Ten tweede verlenen de grote staatsbanken
traditioneel voornamelijk krediet aan de (grote) staatsbedrijven en niet aan het particuliere mkb waarvan zij de risico’s
hoger inschatten. Dit leidt ertoe dat het mkb financiering
zoekt buiten het bankwezen, zoals de trustmaatschappijen
of het informele leencircuit. Ten derde hebben provincies en
steden een beperkt eigen belastinggebied en mogen zij geen
leningen plaatsen op de kapitaalmarkt. Dan resteert voor de
financiering van investeringen slechts bankkrediet en verkoop
van onroerend goed.
Vermindering van deze risico’s vereist een geleidelijke
liberalisatie van de rentevorming en een verdere ontwikkeling van de financiële sector. Een breder scala van beleggingsinstrumenten en een marktconforme hoogte van de rente
vormen een alternatief voor de onroerendgoedmarkt en het
schaduwbankwezen. Ook het mkb kan dan terecht bij de grote staatsbanken. Bij een ontwikkelde kapitaalmarkt kunnen
provincies en gemeenten kapitaal opnemen en zijn zij niet
meer aangewezen op bancair krediet. Implementatie van een
en ander vergt tijd, mede omdat het aanpassingen vereist in
de instituties. Op korte termijn zal het dan ook nodig zijn om
het toezicht op de LGFP’s en het schaduwbankwezen te versterken en speculatie in onroerend goed aan banden te leggen.

kwaliteit van de bancaire schuld van de lagere overheid. De
sectoren met risico’s zijn nauw vervlochten, waardoor financiële problemen in een sector zich snel over de hele economie
kunnen verspreiden. Daardoor zijn er meer risico’s in het Chinese bankwezen dan de gunstige financiële kengetallen doen
vermoeden. Om deze risico’s te verminderen zijn een geleide-

De sectoren met risico’s zijn nauw
vervlochten, waardoor financiële problemen in
een sector zich snel over de hele economie
kunnen verspreiden

lijke liberalisatie van de rentevorming en een verdere ontwikkeling van de financiële sector essentieel. Ernstige financiële
problemen bij Chinese banken verminderen de binnenlandse
kredietverlening aan het bedrijfsleven en de sector onroerend
goed. Dit zou de Chinese economie schaden en bovendien
de sociale en politieke stabiliteit in gevaar brengen. Een afzwakking van de economische groei in China zal de export
van Amerikaanse en Europese bedrijven belangrijk schaden
en de prijsvorming op de internationale grondstoffenmarkten
neerwaarts beïnvloeden.

Literatuur
Buitelaar, P. (2012) Zachte landing Chinese woningmarkt. ESB, 97(4639&4640), 448–451.
CBRC (2011) Annual Report 2010. Beijing: China Banking Regulatory Commission.
CBRC (2012) Annual Report 2011. Beijing: China Banking Regulatory Commission.
China Daily (2010) No ‘systemic risk’ for local borrowings. China Daily, 20 augustus.
China Economic Net (2013) Zhou Xiaochuan highlights local gov’t financing risks. Publicatie op
en.ce.cn.
Financial Times (2012) Uncertain foundations. FT, 3 december.
IMF (2011) People’s Republic of China: financial system stability assessment. IMF Country
Report, 11(321).
IMF (2012) Global Financial Stability Report. Washington: Internationaal Monetair Fonds.
National Audit Office (2011) Audit Findings on China’s Local Government Debts. No 35 of 2011,
General Serial No. 104. Beijing: National Audit Office of the People’s Republic of China.
People’s Bank of China (2012) China financial stability report. Beijing: China Financial Publishing House.
RBS (2013) Top View Asia. Emerging Markets Asia. 28 March, Hong Kong. Publicatie op www.

Conclusie

rbsm.com/strategy.

De kapitaalpositie van de Chinese banken voldoet cijfermatig
aan internationale normen. De NPL-ratio van één procent is
laag, en de rendementen en de kapitaalratio’s zijn hoog. De
macroprudentiële risico’s bij de banken zijn de onroerendgoedmarkt, de off balance-activiteiten van de banken en de

The Banker (2013) Top 1000 World Banks 2013. Londen: The Financial Times Limited.

Jaargang 98 (4667) 30 augustus 2013

531

World Bank (2010) Quarterly Update, November. Beijing: The World Bank, Office Beijing.
World Bank (2013) Bank nonperforming loans to total gross loans (procent). Gegevens op data.
worldbank.org.

De auteur heeft verklaard dit artikel alleen te publiceren in ESB en niet elders
te publiceren in wat voor medium dan ook. Het is wel toegestaan om het artikel voor eigen gebruik
en voor publicatie op een intranet van de werkgever van de auteur aan te wenden.

531
28-8-2013 12:38:44

Auteur