Ga direct naar de content

Input/ output

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: april 4 2013

.

196 Jaargang 98 (4657) 5 april 2013
ESB Input / output
Schoolkeuze
In Zuid-Holland hebben ouders de meeste keuze wat betreft
de basisschool. Daar bevinden zich gemiddeld veertig basisscholen
op een reisafstand van maximaal vijf kilometer. In
Zeeland zijn er echter gemiddeld maar negen scholen in de
nabije leefomgeving gevestigd. Uit de cijfers van het Centraal
Bureau voor de Statistiek over het jaar 2011 blijkt overigens
wel dat er in alle provincies ongeveer evenveel scholen
op maximaal een kilometer reisafstand gevestigd zijn.
CBS (2013) Een op de vijf scholen minder dan 100 leerlingen. CBS
Webmagazine,
26 maart.
Rigiditeit
Schram en Ule onderzoeken of de regulering van
monopolies rigide (voor lange termijn vastgelegd)
of juist flexibel moet zijn. In hun laboratoriumexperiment
moet de regering besluiten hoe streng
de prijs van de monopolist gereguleerd wordt.
Consumenten willen een strenge prijsregulering,
omdat zij het product dan tegen een lage prijs kunnen
kopen. De monopolist wil echter niet investeren
als de prijsregulering te streng is, omdat hij de
investering dan niet kan terugverdienen. Dit is op
de lange termijn ongunstig. Welk type regulering
optimaal is blijkt af te hangen van de neutraliteit
van de regering. Als de regering neutraal is, blijkt
de maatschappelijke welvaart het hoogst als de regulering
rigide is. De regering zal dan de belangen
van de monopolist en de consument allebei in acht
nemen. Als de regering echter belang heeft bij succes
van de monopolist, is het beter om de regulering
flexibel te houden. Dan kan een toekomstige regering
de invloed van de huidige, partijdige regering
namelijk weer ongedaan maken.
Schram, A. en A. Ule (2013) Democracy and regulation: the
effects of electoral competition on infrastructure investments.
Tinbergen Institute Discussion Paper, 046.
Terreinwaarde
Gespecialiseerde industrieterreinen,
waar alleen bedrijven gevestigd
zijn uit dezelfde sector, hebben
een hogere vastgoedwaarde dan
gemengde industrieterreinen. Dit
waardeverschil is minimaal 21 procent.
Dit blijkt uit de regressies die
Beekmans en Beckers toepassen op
data over Nederlandse industrieterreinen
gedurende 1997–2008.
Daarnaast blijkt de vastgoedwaarde
gemiddeld 12,2 procent hoger
als het terrein zichtbaar is vanaf de
snelweg. De urbanisatiegraad en de
afstand tot een stadscentrum hebben
daarentegen geen effect op de
terreinwaarde. Gemeentelijke overheden
die overwegen een nieuw
industrieterrein te plaatsen kunnen
deze resultaten gebruiken.
Beekmans, J. en P. Beckers (2013) A
hedonic price analysis of the value of
industrial sites. PBL Working Paper, 010.
Input // output
Pensioenakkoord
Als de pensioengerechtigde leeftijd verhoogd
wordt, verwachten werknemers ook op latere leeftijd
met pensioen te gaan. Deze conclusie volgt
uit econometrisch onderzoek naar de reactie van
werknemers op de bekendmaking van de inhoud
van het nieuwe pensioenakkoord. In juni 2010
werd bekend dat de pensioengerechtigde leeftijd
van werknemers geboren tussen 1954 en 1959 verhoogd
zou worden naar 66 jaar. De Grip et al. concluderen
dat deze hervorming de verwachte leeftijd
van pensionering van de getroffen werknemers gemiddeld
met 3,6 maanden verhoogd heeft. Tevens
werd bekendgemaakt dat werknemers geboren na
1959 te maken zouden krijgen met een verhoging
van de statutaire pensioenleeftijd met twee jaar.
Dit heeft er volgens de onderzoekers toe geleid dat
de verwachte pensioneringsleeftijd van deze mensen
met 10,8 maanden toenam. Ook al werkt men
dus minder extra jaren dan beoogd, toch heeft het
pensioenakkoord het arbeidsaanbod verlengd, met
name bij vrouwen en hoogopgeleiden.
Grip, A. de, D. Fouarge en R. Montizaan (2013) How sensitive
are individual retirement expectations to raising the
retirement age? ROA Research Memorandum, 006.
Spelbrekers
Het beboeten van kartels kan volgens een theoretisch
model van Bos et al. prijsafspraken juist in
de hand werken. Aangenomen is dat sommige bedrijven,
als zij deelnemen aan een kartel, zich niet
aan de gemaakte prijsafspraken zullen houden. Als
zo’n spelbreker inderdaad karteldeelnemer wordt,
kan het kartel dus uiteenvallen. Het is echter niet
mogelijk om spelbrekers van te voren te identificeren
en vervolgens uit te sluiten van karteldeelname.
Het beboeten van kartels zorgt ervoor dat de verwachte
kosten van het vormen van een kartel hoger
worden. Spelbrekers zullen dan niet meer deelnemen,
want voor hen zijn de baten van een kartel
niet groot, het valt immers snel weer uiteen als zij
deelnemen. Hierdoor zijn bedrijven die zich aan de
prijsafspraken willen houden de enige deelnemers
aan het kartel. De boete wordt dus door kartelbedrijven
gebruikt om geschikte bondgenoten te vinden,
wat de overlevingskans van kartels bevordert.
Hierdoor kan het optimaal zijn om de boete af te
schaffen.
Bos, I., W. Letterie en D. Vermeulen (2013) Antitrust as facilitating
factor for collusion. METEOR Research Memorandum,
011.
40 scholen in nabije
leefomgeving
De auteur heeft verklaard dit artikel alleen te publiceren in ESB en niet elders
te publiceren in wat voor medium dan ook. Het is wel toegestaan om het artikel voor eigen gebruik
en voor publicatie op een intranet van de werkgever van de auteur aan te wenden.
Jaargang 98 (4657) 5 april 2013 197
Input / output ESB
Afhankelijk
In 2012 lag de afhankelijkheidsratio van Nederland op
50,5 procent. Deze ratio toont de verhouding tussen het
aantal inwoners van jonger dan 15 of ouder dan 64 jaar
en het aantal inwoners van tussen de 15 en 64 jaar oud.
De ratio is volgens de cijfers van Eurostat sinds 1992 toegenomen
met ongeveer 5 procentpunt. Deze toename is
volledig toe te schrijven aan de vergrijzing, aangezien
het aandeel van jongeren in de bevolking af is genomen.
Eurostat (2013) In 2012, for every person aged 65 or older, there
were 4 people of working age in the EU27. Eurostat Nieuwsbericht,
26 maart.
Levensverwachting
Onderwijs verlengt de levensverwachting. Dit resultaat
volgt uit de data-analyse van Bijwaard et
al. De auteurs vergelijken Brabantse leerlingen geboren
rond 1940 die alleen de basisschool voltooiden
met leeftijdgenoten die doorstroomden naar
het middelbaar onderwijs. De levensverwachting
van kinderen die alleen de basisschool afmaakten
blijkt gemiddeld acht jaar korter te zijn dan die van
doorstromers. Uit het onderzoek blijkt dat onderwijs
de oorzaak is van de helft van dit verschil in levensverwachting.
De andere helft komt doordat de
leerlingen die doorstroomden een betere inherente
gezondheid hebben. Hieruit volgt dat het causale
effect van onderwijs op levensverwachting kan worden
geschat door het verschil in levensverwachting
tussen opleidingsniveaus door twee te delen.
Bijwaard, G., H. van Kippersluis en J. Veenman (2013) Education
and health: the role of cognitive ability. Tinbergen Institute
Discussion Paper, 044.
Padafhankelijk
Een accijns op het gebruik van fossiele brandstoffen
bevordert innovatie op het gebied van duurzame
energie. Dit komt onder andere doordat de accijns
nieuwe energieproducenten beweegt om op het gebied
van duurzame energie te innoveren in plaats van
op het gebied van fossiele energie. Dit blijkt uit econometrisch
onderzoek naar innovaties van Europese
bedrijven tussen 1978 en 2006. Het innovatiebeleid
van grote, al bestaande producenten verandert echter
niet door accijnzen. Dit blijkt te komen door
padafhankelijkheid: als er al veel kennis over fossiele
energie aanwezig is, is het winstgevend om daarin te
blijven investeren. Beleidsmakers moeten zich dan
ook volgens Noailly en Smeets afvragen hoe we deze
padafhankelijkheid
kunnen doorbreken.
Noailly, J. en R. Smeets (2012) Directing technical change
from fossil-fuel to renewable energy innovation: an empirical
application using firm-level patent data. CPB Discussion
Paper, 237.
Cultuur
De Castro Campos et al. onderzoeken
de relatie tussen culturele
waarden en spaargedrag. Hiertoe
gebruiken zij data over dertig
OESO-landen in de periode
1990–2010. De waarden zuinigheid
en vertrouwen blijken positief gerelateerd
te zijn aan besparingen,
terwijl godsdienstigheid juist samengaat
met minder besparingen.
Een land scoort hoog op een culturele
waarde als mensen aangeven
deze waarde belangrijk te vinden
om over te brengen op kinderen.
Castro Campos, M. de, C. Kool en J.
Muysken
(2013) Cross-country private
saving heterogeneity and culture. Tjalling
C. Koopmans Research Institute Discussion
Paper, 002.
Valutacrisis
De kans op een valutacrisis in een
land groeit als dit land de internationale
kapitaalstromen meer
inperkt. Deze conclusie, die met
name geldt voor ontwikkelde landen,
volgt uit het econometrische
model van Frost en Saiki. Uit hun
dataset die 46 landen in de periode
1975–2011 beslaat, blijkt verder dat
sterke binnenlandse kredietgroei,
een grote instroom van buitenlandse
beleggingsgelden en een
reële appreciatie van de valuta
voorbode zijn van een valutacrisis.
Deze resultaten gelden volgens de
auteurs ook voor de EMU.
Frost, J. en A. Saiki (2013) Early warning for
currency crises: what is the role of financial
openness? DNB Working Paper, 373.
Vrouwonvriendelijk
Door discriminatie moeten vrouwelijke ondernemers
meer moeite doen om een bank te vinden die
hun krediet wil verlenen dan hun mannelijke tegenpolen.
Vrouwen moeten daarom vaker vertrouwen
op andere soorten krediet. Dit resultaat vloeit voort
uit de instrumentele-variabele-analyse van Ongena
en Popov. Zij bestuderen kleine bedrijven en
familiebedrijven in zeventien Europese landen en
komen daarbij tot de conclusie dat de rente en het
kredietplafond voor mannen en vrouwen wel gelijk
zijn zodra zij een bank gevonden hebben. Ondanks
dat vrouwen meer moeite moeten doen om een
bank te vinden, groeien hun bedrijven niet minder
snel dan die van mannen, zelfs niet in de meest
vrouwonvriendelijke landen.
Ongena, S. en A. Popov (2013) ‘Take care of home and family,
honey, and let me take care of the money.’ Gender bias and
credit market barriers for female entrepreneurs. EBC Discussion
Paper, 002.
Uitkeringen
In sommige landen zijn de werkloosheidsuitkeringen
genereuzer dan in andere. Deze verschillen zijn
de laatste jaren echter afgenomen. De European
Employment Strategy (EES), die in 1997 door de
Europese Raad is geformuleerd met het doel om die
uitkeringen meer op één lijn te brengen, heeft hier
significant aan bijgedragen. Dit blijkt uit het empirische
onderzoek van Paetzold en Van Vliet naar
het arbeidsmarktbeleid van 22 OESO-landen tussen
1985 en 2009.
Een ander doel van
de EES is om de
arbeidsmarktverstorende
werkloosheidsuitkeringen
te vervangen door
beleid dat werklozen activeert om weer terug te keren
op de arbeidsmarkt. De Europese Raad geeft Europese
landen dan ook adviezen om dit te doen. Uit
het onderzoek blijkt dat deze adviezen, ook al zijn ze
niet bindend, worden opgevolgd.
Paetzold, J. en O. van Vliet (2012) Convergence without hard
criteria: does EU soft law affect domestic unemployment
protection schemes? Leiden Law School Department of Economics
Research Memorandum, 003.
50,5 %
afhankelijkheidsratio
De auteur heeft verklaard dit artikel alleen te publiceren in ESB en niet elders
te publiceren in wat voor medium dan ook. Het is wel toegestaan om het artikel voor eigen gebruik
en voor publicatie op een intranet van de werkgever van de auteur aan te wenden.

Auteur