Kinderdraagkrachtbeginsel
Aute ur(s ):
Reitsma, A. (auteur)
Redacteur ESB
Ve rs che ne n in:
ESB, 87e jaargang, nr. 4385, pagina 837, 22 november 2002 (datum)
Rubrie k :
Van de redactie
Tre fw oord(e n):
Toen mijn partner en ik onlangs een hypotheek aanvroegen, werd me gewaar hoeveel waarborgen de bank nodig heeft voordat het
geld verstrekt kan worden. Onze financiële draagkracht werd getoetst en een werkgeversverklaring werd gevraagd, onze levens en
onze arbeidsinkomens werden verzekerd om te waarborgen dat het huis ook nog betaald kan worden als een van ons iets overkomt,
en tenslotte diende het huis getaxeerd te worden. Dit om te verifiëren dat als we onverhoopt toch in gebreke mochten blijven, de
executiewaarde van het huis voldoende is om te zorgen dat de bank geen risico loopt. De geldschieter weet zich aldus langs drie
wegen verzekerd van blijvende betaling. Tegelijkertijd wordt de kans op een psychisch en financieel debacle voor onszelf
geminimaliseerd.
Hoe anders zou het zijn gegaan als we ons bij een huisarts hadden gemeld met de mededeling dat we een kind zouden willen krijgen!
Ondanks de niet geringe financiële last die aan het krijgen van kinderen kleeft, waren we waarschijnlijk slechts met een felicitatie en
een onderzoekje naar de medische geschiktheid naar huis gegaan. Naar de vooruitzichten omtrent onze financiële draagkracht en
zekerheden om die te waarborgen zou waarschijnlijk geen haan kraaien.
Dat lijkt in eerste aanleg niet zo gek. We zouden immers geen lening afsluiten om het kind te krijgen en er is geen bank in het spel die het
risico op dubieuze debiteuren moet minimaliseren. Echter, op het moment dat we – bijvoorbeeld doordat het krijgen van kinderen de
combinatie werk en zorg bemoeilijkt of doordat die combinatie onwenselijk werd geacht – het financieel niet meer zouden redden en een
beroep op een uitkering of in het uiterste geval bijstand zouden moeten doen, komt er wel een geldschieter in beeld. Deze geldschieter,
lees de uitkeringsverstrekker, heeft echter van te voren geen aanvullende waarborgen gevraagd. Natuurlijk betalen we premies volks- en
werknemersverzekeringen, maar deze worden niet gedifferentieerd naar het risico of aangevuld met additionele verzekeringen in het licht
van de zwaardere last. Ex ante heeft de geldschieter dus nauwelijks een waarborg dat wijzelf weer in de zwaardere financiële last kunnen
voorzien. Sterker, de regeling voor ouders met jonge kinderen in de bijstand accommodeert gedurende enige jaren een afhankelijke
positie.
Dat is curieus. De idee dat kinderen krijgen een zo fundamenteel recht is dat dit moet verlopen zonder financiële begeleiding of
waarborgen vooraf dat men zélf voor het kind kan zorgen, lijkt mij niet bij te dragen aan maximalisering van welzijn en welvaart 1.
Dat het krijgen van kinderen en het doen van een beroep op bijstand heel simpel met elkaar verbonden kunnen raken, maakte ik onlangs
van nabij mee. Een bekende wordt zwanger. Tot op heden was zij kostwinner. Gezien haar traditionele achtergrond zal zij echter, nadat het
kind is geboren, zeer waarschijnlijk niet meer in het arbeidsproces terugkeren. Haar man beheerst de Nederlandse taal nog niet en heeft
geen geweldige opleiding of werkervaring, waardoor het voor hem de eerstkomende jaren moeilijk wordt om in het inkomen te voorzien.
De kans is levensgroot dat deze mensen voor hun inkomsten de eerste jaren op een uitkering zijn aangewezen. Waren zij, én het kind,
niet beter af geweest als zij hun beslissing op een later moment hadden genomen, waarin hun eigen perspectief beter was?
Makkelijk gedacht natuurlijk, maar hoe wil ik dan bewerkstelligen dat mensen zich in dit soort gevallen meer door een financiële afweging
laten leiden? Ik wil toch niet beweren dat mensen die over hun financiële lot geen zekerheid kunnen geven, het ouderschap door Vader
Staat ontraden moet worden, naar analogie van de afwijzing die een bank zou sturen als hij vermoedt dat de maandelijkse betalingen op
het huis niet opgebracht kunnen worden? Nee, dat wil ik niet beweren.
Wel stel ik me voor dat het niet meer gek gevonden wordt om mensen meer bewust te maken van de eigen financiële lasten en
verantwoordelijkheid rond het krijgen van kinderen. Waarom zou, naast een huisarts, niet ook het Nibud worden ingeschakeld en een
schets geven van de lasten en de risico’s rond de inkomenspositie nadat het kind is geboren. Dat kan mensen helpen een reële
inschatting te maken of hun beslissing op een voor henzelf gunstig moment komt. Waarom zou er geen aanvullende verzekering voor
onvrijwillige werkloosheid kunnen worden gekocht of waarom zouden er geen prikkels en begeleiding kunnen worden gegeven om
vooraf de kans op uitkeringsberoep door de komst van een kind te minimaliseren 2?
Het zal duidelijk zijn dat de overheid op haar beurt dan ook een verantwoordelijkheid heeft te nemen, bijvoorbeeld inzake kinderopvang.
Om te voorkomen dat mensen die door een minder goede arbeidsmarktpositie grotere kans hebben om werkloos te raken, door genoemde
maatregelen geen kinderen meer kunnen nemen, moet verder een aanvullende fiscale maatregel worden getroffen om de hogere
premielast of de extra lasten van opvang te compenseren.
Hoe dan ook. Kinderdraagkracht waarborgen: dat lijkt me iets dat nadrukkelijker onderdeel van het economisch beleidsdomein mag gaan
uitmaken
1 Het is natuurlijk denkbaar dat de overheid de positieve externe effecten van het krijgen van kinderen zo groot acht, dat daaruit niet
alleen de kinderbijslag maar ook een eventueel uitkeringsberoep gemakkelijk betaald kunnen worden.
2 Toegegeven: een hieraan verwante prikkel heb ik eerder bepleit. Zie: A.M. Reitsma, Arbeidsplicht voor bijstandsmoeders , ESB, 8
oktober 1999, blz. 721.
Copyright © 2002 – 2003 Economisch Statistische Berichten (www.economie.nl)