Einde groei beroepsbevolking in de eu verwacht in 2012
Aute ur(s ):
CBS (auteur)
Dit artikel is samengesteld door de divisie sociale en ruimtelijke statistieken van het CBS
Ve rs che ne n in:
ESB, 86e jaargang, nr. 4301, pagina 279, 23 maart 2001 (datum)
Rubrie k :
Statistiek
Tre fw oord(e n):
arbeidsmarkt
De beroepsbevolking in de Europese Unie zal waarschijnlijk in 2012 haar maximale omvang bereiken. Daarna zal een geleidelijke
daling inzetten. In Frankrijk en Duitsland wordt in 2012 een eind aan de groei van de beroepsbevolking verwacht. In het Verenigd
Koninkrijk gebeurt dat in 2015 en in Nederland in 2016.
Dit is het basisscenario in een onlangs door Eurostat1 gepubliceerd rapport over de beroepsbevolking in de periode 1995-2050. Deze
scenario’s zijn, in opdracht van de Europese Commissie, opgesteld door het CBS. In het basisscenario wordt aangenomen dat de meeste
huidige trends, wat demografie en arbeidsparticipatie betreft, zich zullen voortzetten. Naast het basisscenario vermeldt het rapport een
hoog en een laag scenario, gebaseerd op uiteenlopende veronderstellingen over de arbeidsparticipatie en sociaal-economische
ontwikkelingen in de toekomst.
Volgens het basisscenario zal in de Europese Unie de zogenaamde afhankelijkheidsgraad (dependency ratio) op korte termijn blijven
dalen, maar na 2010 gaan stijgen. De afhankelijkheidsgraad geeft de verhouding weer tussen het aantal inactieve personen (voornamelijk
kinderen, studenten, bejaarden en huisvrouwen) en actieve personen. De daling op korte termijn heeft te maken met het dalend aandeel
van jongeren in de bevolking, de stijging op langere termijn met de vergrijzing. In Nederland ontwikkelt zich de afhankelijkheidsgraad
ongeveer hetzelfde als in de Europese Unie: een daling op korte termijn en vervolgens een stijging. Wel is het niveau in Nederland lager
dan in de Europese Unie, doordat Nederland minder vergrijst dan andere Europese landen.
De verwachting is dat het aandeel van vrouwen in de beroepsbevolking van de Europese Unie verder zal toenemen van bijna 42 procent
in 1995 tot 44 procent in 2025. In alle lidstaten, met uitzondering van Zweden, wordt een verdere stijging van de arbeidsparticipatie van
vrouwen verwacht. In 1995 was het aandeel van vrouwen in de beroepsbevolking het grootst in Zweden, Finland en het vroegere OostDuitsland. Nederland neemt wat dit betreft een middenpositie in.
Meer informatie over deze vooruitberekeningen is opgenomen in de Sociaal-economische maandstatistiek van het CBS, aflevering januari
2001.
Zie figuur 1, figuur 2
Figuur 1. Beroepsbevolking in de Europese Unie
Figuur 2. Afhankelijkheidsgraad in de Europese Unie en in Nederland
1
Eurostat, Regional labour force in the eu: recent patterns and future perspectives, Statistics in Focus, General Statistics, 02/2001.
Copyright © 2001 – 2003 Economisch Statistische Berichten (www.economie.nl)