A
l decennialang spannen het Nederlandse bedrijfsleven
en de overheid zich in om door middel van scholing de
kwaliteit van de arbeid te verhogen. Volwasseneneducatie
en een leven lang leren moeten; ze verhogen niet alleen het maatschappelijke welzijn, maar leveren ook een bijdrage
aan het nationale inkomen. Als je de onderzoekers Suijker en
Van Opstal van het CPB moet geloven is dat allemaal voor niets
geweest. Waarom? Zij kunnen op grond van eigen analyse, daarbij
ondersteund door internationale studies, geen overtuigend bewijs
vinden van een effect van postinitieel onderwijs op de werkloosheid en kunnen evenmin externe effecten vinden van overheidsbeleid (Suijker en Van Opstal, 2007).
Louter drie pagina’s tekst in het gerenommeerde ESB halen alle
inspanningen van overheid en bedrijfsleven onderuit. Hierover
had de participatietop moeten gaan. Miljarden euro’s besteed aan
scholing zijn immers weggegooid. Het beleid moet om. Enorme besparingen kunnen worden gerealiseerd door het afschaffen van de
vele fiscale scholingsvoorzieningen. Ook het ministerie van OCW
kan fors besparen door zijn activiteiten voor het leerlingwezen
(bbl, beroepsbegeleidende leerweg) te staken. Weliswaar komen
deze activiteiten vooral ten goede van de jongeren tot 25 jaar en
nauwelijks van de werkenden van 25-64 jaar, de doelgroep van het
CPB-onderzoek, maar waarom zouden de conclusies ook niet van
toepassing zijn voor de jonge werkenden?
De analyse van Suijker en Van Opstal bewijst echter helemaal niet
dat scholing niet werkt. Ik begrijp dat ze graag willen weten wat de
bijdrage is van scholing aan het functioneren van de arbeidsmarkt.
Maar dat er sprake zou zijn van géén bijdrage, dat tonen ze niet aan,
en dat gelooft toch niemand. Natuurlijk heeft scholing zin. Is daarmee iedere scholingsmaatregel zinvol? Wel nee. Uit de vele evaluaties van scholingsactiviteiten blijkt dat scholing voor werkenden,
voor met werkloosheid bedreigden en voor werklozen lang niet altijd
succesvol is (Koning et al., 2004). Maar er zijn ook succesvolle
scholingsactiviteiten, vaak met ondersteuning van de overheid, en
de behoefte van bedrijven aan specifieke scholing is evident (Bekke,
2004; NEI, 1993; KPMG, 2002; Ecorys en SEO, 2007).
Suijker en Van Opstal vinden ook dat de overheid zich niet met
scholing moet bemoeien:
“privaat rendement van scholing is geen grond voor overheidsingrijpen†(sic!). Overheidsbemoeienis zou volgens hen tot overinvestering
leiden bij scholing. In eerste instantie is het uiteraard de verantwoordelijkheid van het bedrijfsleven om het kwalificatieniveau van werknemers op peil te houden. Iedereen weet echter dat, wil de Nederlandse
economie haar concurrentiekracht behouden en versterken, het kwalificatieniveau van de beroepsbevolking omhoog moet. Bovendien zal
de participatie van ouderen moeten groeien. Beide zullen pas slagen
als scholing niet stopt bij het verlaten van het beroepsonderwijs, maar
daarna doorgaat, gericht op de wensen van bedrijven en sectoren
en op de competenties van werknemers. Uit een recent onderzoek
dat de ROA voor de RWI maakte, blijkt zelfs dat veel sectoren eisen
reactie
Reactie op: Scholing van werknemers
vermindert werkloosheid niet
stellen die hoger gaan dan het niveau van startkwalificatie (Cörvers en
Lintjens, 2006). Het moet de kracht van de overheidsbemoeienis zijn
om met behulp van zowel gerichte als generieke ondersteuning het
bedrijfsleven tot meer scholing te stimuleren.
Wetenschappers als van het CPB zouden zich moeten inspannen
om de goede maatregelen te vinden en niet meteen het vingertje
moeten opsteken als een econometrische analyse niet het gewenste resultaat oplevert. Eerst denken en dan doen; en is dat
moeilijk, pas dan eerst het bewijs uit het ongerijmde toe, alvorens
de computer zijn werk te laten doen.
Literatuur
Bekke, H. (2004) Het einde van het Centrum Vakopleiding; een reconstructie 1945-2002.
Apeldoorn.
Cörvers, F. en E. Lintjens (2006) Het instroomniveau voor schoolverlaters op de
arbeidsmarkt. Maastricht: ROA.
Ecorys en SEO (2007) Evaluatie SVWW. Den Haag: RWI.
Koning, J. de, A. Gelderblom, K. Zandvliet en R. Blanken (2004) Werkt scholing
voor werklozen? Den Haag: SEOR.
KPMG (2002) Quick scan hoofdelijk versnelde scholing; onderzoek naar de
behoefte aan praktijkscholing en HVS in 2002-2005, SZW-werkdocument nr. 259.
Den Haag: SZW.
NEI (1993) Kosten en baten van het Centrum Vakopleiding, het CBB en de
Vrouwenvakschool. NEI: Rotterdam.
Suijker, F. en R. van Opstal (2007) Scholing van werknemers vermindert werkloosheid niet. ESB (92) 4513, 404-406.
Leen Hoffman
Voormalig hoofdredacteur ESB
ESB
13 juli 2007
445