Conjunctuurbericht
centraal bureau voor de statistiek*
november 1985
Het volume van de industriele produktie daalde in September
ten opzichte van augustus; de orderontvangst bleef stabiel.
Zowel net volume van de invoer als van de uitvoer nam in
augustus licht toe in \ergelijking met dezelfde maand in 1984. Voor
September wijzen voorlopige cijfers op sterkere stijgingen.
De consumptie door gezinnen, gecorrigeerd voor prijsveranderingen, lag in September op een lager niveau dan in dezelfde maand
van 1984. Ondanks de doling in September was de gezinsconsumptie in het derde kwartaal hoger dan in het overeenkomstige kwartaal het jaar daarvoor.
Het prijsindexcijfer van de gezinsconsumptie van oktober steeg
licht ten opzichte van September. Ten opzichte van oktober 1984
kwam de prijsstijging onder de 2%. Dit is de kleinste toename
sinds het midden van de jaren zestig.
De dalende tendens van de stijgingspercentages van de in- en
uitvoerprijzen zette zich in September voort; de ruilvoet verbeterde.
Het voor seizoeninvloeden gecorrigeerde aantal werklozen
daalde in oktober voor de tweede achtereenvolgende maandfors.
Het aantal openstaande aanvragen nam af.
Een meer dan gemiddelde groei in de industrie werd in hel
derde kwarlaal gemelen in de grafische en papierinduslrie en in
de chemische induslrie. De lolale melaalinduslrie, de textielen kledingindustrie en de voedings- en genolmiddeleninduslrie
kenden eveneens een loename, hoewel geringer dan het gemiddelde van de induslrie als geheel. Een daling len opzichle
van het produktieniveau van hel derde kwarlaal van 1984 werd
geregistreerd in de basismetaalinduslrie en in de aardolieinduslrie.
In de bedrijfslakken delfstoffenwining en openbare nutsbedrijven, die niet tot de industrie behoren, lag de gemiddelde
dagproduktie in hel derde kwarlaal onder die van de overeenkomslige periode hel jaar daarvoor (-6% resp. -4%).
Voor de nijverheid (exclusief de bouwnijverheid) resulleerde
voor hel derde kwarlaal een produkliegroei van 1%.
Dit blijkt uit gegevens die media november 1985 beschikbaar
waren.
Het voor seizoeninvloeden gecorrigeerde volume van de
industriele produktie nam in September ten opzichte van augustus met bijna 3% af. Gemiddeld over de eerste drie kwartalen
van dit jaar was er, in vergelijking met het gemiddelde in de
overeenkomstige periode van 1984, echter sprake van een toename van 3%. Ten opzichte van het gemiddelde over het gehele
jaar 1984 werd vrijwel een zelfde groeipercentage geregistreerd.
Produktie Industrie (volume)
no ——————————————
(A)
100-
’16
. Het volume van de invoer van goederen lag in augustus op een
niveau dat 2% hoger was dan in de overeenkomstige maand van
Invoer totaal (volume)
X7
90 I
120
Indexcijfers 1980 = 100
(A) = voortschrijdend 12-maandsgemiddelde
(B) = seizoengecorrigeerde maandcijfers
In de Conjuncluurlesl over seplember gaven de ondernemers
aan dat de orderontvangst in de industrie ten opzichte van
auguslus vrijwel ongewijzigd is gebleven. Ook het indexcijfer
van de orderpositie bleef in September constanl len opzichle
van auguslus (zie label 2).
In de beoordeling van de lolale orderonlvangsl irad evenwel
een verbetering op. Deze kan vrijwel geheel aan het positievere
oordeel van de producenlen van grondsloffen en halffabrikalen
worden toegeschreven.
De bezettingsgraad\an de beschikbare induslriele produkliecapacileil lag in de laalste maand van het derde kwarlaal op helzelfde niveau als Iwaalf maanden daarvoor.
De ondernemers in de induslrie verwachllen voor hel
komend halfjaar een slabilisering van de werkgelegenheid. Voor
hel komend kwarlaal werd een flinke loename van de builenlandse afzel verwacht.
“”
no- (A)
Indexcijfers 1980 = 100
(A) = voortschrijdend 12-maandsgemiddelde
(B) =.procentuele kwartaalmutaties
t.o.v. voorgaand jaar
i I I i I
I
’80
’85
ms
100
(B)
80
’85
’80
’76
(B)
A S O
—
1—1—•—
De gemiddelde dagproduktie in de Industrie lag in September
nagenoeg op hetzelfde niveau als in de overeenkomstige
maand van 1984 (zie label 1).
In het derde kwartaal van dit jaar lag de bedrijvigheid gemiddeld 2% hoger dan in hetzelfde kwartaal van 1984. In het
eerste en tweede kwartaal werden hogere groeipercentages
gemeten (4% resp. 3%).
ESB 20-11-1985
r
=i r
h
-5
IV
1981
I
II III IV
1982
I
II III
1983
IV
n
I
II III IV
1984
I
II III
1985
Verbeterde .cijfers worden niel als zodanig gekenmerkl.
* Samengesleld door de hoofdafdeling Nalionale rekeningen
van het CBS.
1173
1984. Dit geringe stijgingspercentage is de resultante van een
daling bij grondstoffen en halffabrikaten en bij consumptiegoederen (resp. -1% en -2%) en een stijging bij investeringsgoederen (4%). De groei van de invoer van investeringsgoederen
was duidelijk geringer dan in de voorgaande maanden. Met
uitzondering van de maand februari heeft dit groeipercentage
in 1985 tot nu toe steeds ruim boven de 10% gelegen.
Het meest recente cijfer van het volume van de totale invoer,
dat over de maand September, laat een forse stijging zien (9%).
Hiermee komt het groeipercentage voor het derde kwartaal van
1985 op ruim 7%.
Bij
De voor prijsveranderingen gecorrigeerde uitvoer van goederen nam in augustus met 2% toe ten opzichte van dezelfde
maand van 1984. Het uitvoervolume van fabrikaten, die het
grootste deel van de export uitmaken, steeg met 4%. Bij de
fabrikaten is vooral de forse toename van de export van
chemische produkten opvallend; daarentegen daalde de uitvoer
van aardolieprodukten sterk.
De uitvoer van delfstoffen en onbewerkte agrarische produkten lag op een lager niveau dan in augustus 1984 (resp. -13% en
-6%). De uitvoer van onbewerkte agrarische produkten kende
het laatste jaar hoge maandelijkse groeipercentages.
Van het totale uitvoervolume is ook het cijfer over de maand
September bekend: een stijging van 7% ten opzichte van September 1984. Het groeicijfer van het derde kwartaal komt hiermee eveneens op 7%. Op kwartaalbasis is dit het grootste accres
van dit jaar.
Consumptie doorgezinnen (volume)
110
cbs
13652.4
Indexcijfers 1980 – 100
(A) = voortschrijdend 12-maandsgemiddelde
(B) = procentuele kwartaalmutaties
t.o.v. voorgaand jaar
(A)
10090-
’76
’85
’80
-4
I
IV
II III IV
1982
1981
I
II III IV
1983
I
II III IV
1984
I
11 III
1985
Het prijsindexcijfer van de gezinsconsumptie van oktober is
ten opzichte van September met 0,2% gestegen. Ten opzichte
van oktober 1984 was er sprake van een stijging van 1,9%. In ons
land is een dergelijke geringe prijsstijging sinds het midden van
de jaren zestig niet meer waargenomen.
In alle van de in tabel 4 opgenomen landen neemt het tempo
van de prijsstijging af, waarbij de overeenkomst tussen Neder-
land en de Bondsrepubliek Duitsland opvallend is.
Prijsindex gezinsconsumptie
Procentuele maandmutaties t.o.v. voorgaand jaar
(A) = voortschrijdend 12-maandsgemiddelde
(B) = maandmutaties
Uitvoer totaal (volume)
120
Indexcijrers 1980 = 100
(A)
(A) = voortschrijdend 12*maandsgemiddeide
(B) = procentuele kwartaalmutaties
t.o.v. voorgaand jaar
n
I
I
I
’76
I
I
I
’80
I
I
I
I
I
’85
100-
on
I
I
I
I
’76
I
I
I
I
I
’80
I
I
’85
TfTTTTTTHr
\
N D J F M A M J J A S O N D J F M A M J J ASO
1984
I
1985
1983
IV
1981
I
II III IV
1982
I
11 III IV
1983
I
II III IV
1984
I
II III
1985
De consumptie doorgezinnen, gecorrigeerd voor prijsveranderingen, lag in September op een niveau dat 2% lager was dan in
de overeenkomstige maand van 1984. Een verschil in koopdagen (September had in 1985 een zaterdag minder en een maandag meer dan in 1984) heeft het consumptiecijfer ongetwijfeld
negatief be’fnvloed.
In September werden minder voedings- en genotmiddelen
gekocht (-4%). Ook de uitgaven aan duurzame consumptiegoederen kwamen op een lager niveau (-5%). Binnen deze categorie werd voor de personenauto’s echter een stijging geregistreerd.
De bestedingen aan de overige goederen en diensten bleven
nagenoeg op hetzelfde niveau.
De gezinsconsumptie lag in het derde kwartaal, ondanks de
daling in September, op een niveau dat 1% hoger was dan in het
overeenkomstige kwartaal van 1984. De aankopen van duurzame goederen stegen in het derde kwartaal het meest, ruim 2%.
De consumptie van voedings- en genotmiddelen lag op hetzelfde niveau als in het derde kwartaal van 1984.
1174
De stijgingspercentages van de in- en uitvoerprijzen vertonen
beide een dalende tendens. De invoerprijzen waren zowel in
augustus als in September gelijk aan die van dezelfde maanden
van 1984. In het eerste halfjaar werd nog een gemiddelde
stijging van ongeveer 5,5% gemeten, terwijl de toename in juli
2% bedroeg. Het recente koersverloop van de dollar is op de
ontwikkeling van de invoerprijzen van invloed geweest.
In het eerste halfjaar stegen de invoerprijzen met 4%; in juli,
augustus en September bedroeg de stijging respectievelijk 3%,
3% en 2%.
Bijgevolg sloeg de ruilvoetverslechtering in de eerste maanden van 1985 om in een ruilvoetverbetering. In juni was de ruilvoetmutatie voor het eerst dit jaar niet negatief, terwijl juli
(1%), augustus (3%) en September (2%) positief waren. Dit
steeds vergeleken met de overeenkomstige periode het jaar
daarvoor.
De voor seizoeninvloeden gecorrigeerde werkloosheid nam
van eind September tot eind oktober met 6500 personen af. De
grootste daling deed zich voor onder de mannen (-5200); bij de
vrouwen nam de werkloosheid met 1300 af.
Het aantal openstaande aanvragen daalde in dezelfde periode
met ruim 1600. In September was er nog sprake van een toename van 2900.
Tabel 2.
Conjunctuurtest bij de Industrie
1983
1984
4e kw.
le kw.
2e kw.
3e kw.
4e kw.
le kw.
1985
2e kw.
3e kw.
1984
96
101
101
101
101
104
107
101
2
-2
-12
-20
–
juli
1985
aug.
sept.
101
101
aug.
sept.
107
juli
107
1984=100
Nederland
Indexcijfer orderpositie
93
107
saldi van de positieve en negatieve antwoorden (in %)
1
Orderontvangsten binnenland
Orderontvangsten buitenland 1
Stemmingsindicator 3
-2
5
Bezettingsgraad
4
-4
82
84
-2
-1
80
2
12
-3
-1
0
– 2
83
85
-4
-1
3
10
-1
83
2 -1
– 1
2
85
-3
-7
2
3
3
2
-1
–
-11
-10
1
1
-4
1
-1
– 1
4
6
84
saldi van de positieve en negatieve antwoorden (in %)
Europese Gemeenschap
Stemmingsindicator 2
-4
-4
-5
-2
-3
-4
-4
Bezettingsgraad
78
79
80
79
81
81
83
1
2
-3
-2
-4
De vraagstelling heeft betrekking op de ontwikkeling t.o.v. de voorgaande maand.
Dit is een gemiddelde van de antwoorden op de vragen: beoordeling van de voorraden eindprodukten en de bedrijvigheid in de komende maanden; seizoengecorrigeerde
gegevens (bron: Eurostat).
Tabel 3. Produktie nijverheid buitenland. Volume-ontwikkelingen
1983
1984
1984
cbs
1985
1985
2e kw. 3e kw. 4e kw. le kw. 2e kw. Jan.
febr.
maart
april
mei
juni
juli
4
6
2
5
2
5
1
2
2
14
2
3
4
7
2
7
aug.
sept.
8
1
2
2
3
2
-1
6
5
2
5
4
1
6
5
1
5
1
3
1
-1
% mutatie t.o.v. dezelfde periode een jaar daarvoor
Bondsrepubliek Duitsland
1
Frankrijk
Italie
Belgie
3
1
–
0
2
2
2
4
2
3
3
3
4
3
4
4
2
5
3
8
0
3
2
4
-3
3
3
1
2
3
3
1
1
0
0
8
2
5
3
Groot-Brittannie
Verenigde Staten
4
1
2
0
0
2
6
6
12
14
10
7
4
2
0
4
1
4
4
3
Japan
4
11
12
11
10
6
6
8
5
5
5
3
7
Buitenland (gewogen)’
1
3
2
4
3
2
5
1
3
3
4
3
7
4
Nederland
2
5
4
6
2
7
3
9
5
6
2
1
5
2
Bron: Eurostat
‘ Een gemiddelde van de 9 belangrijkste exportlanden, gewogen met hun aandelen in de Nederlandse export in 1980.
Tabel 4. Prijzen consumptie in het buitenland
Gemidd.
1983
1984
1978/1982
%
Bondsrepubliek Duitsland
Belgie
Frankrijk
Italie
Groot-Brittannie
Verenigde Staten
Japan
Nederland
ESB 20-11-1985
cbs
1985
maart
april
mei
juni
juli
aug.
sept.
okt.
1,7
4,0
% mutatie t.o.v. dezelfde periode een jaar daarvoor
8,8
2,7
5,3
6,5
8,8
2,3
5,1
6,4
8,7
2,3
5,1
6,1
8,7
2,1
4,7
5,6
8,6
2,2
4,6
5,3
8,3
6,1
3,7
1,6
6,9
3,7
1,9
7,0
3,7
1,6
7,0
3,7
2,2
6,9
3,6
2,4
6,2
3,4
2,3
5,9
3,2
1,7
2,4
2,5
2,6
2,5
2,3
2,3
2,3
4,8
3,0
2,2
2,5
2,5
6,4
11,7
6,4
9,6
6,3
7,3
5,7
6,4
5,5
6,5
16,8
15,0
10,6
8,6
12,2
9,7
4,6
4,7
4,0
1,9
5,3
3,4
2,3
5,9
2,8
3,3
1,9
1175
Tabel 1. Kerngegevens recente ontwikkelingen
1984
cbs
1984
Gemidd.
jaarmutatie
1983
%
% mutatie t.o .v. dezelfde periode het j;aar daarvoor
7 k
J^TO/lQCT
1. Hoeveelheidsgegevens
Gemiddelde dagproduktie
in de nijverheid
Nijverheid
Delfstoffenwinning
Industrie
Voedings- en genotm. ind.
Textiel-, kledingindustrie
Grafische en papierind.
Aardolie-industrie
Chemische Industrie
Rubber- en kunstst. ind.
Hout- en bouwmaterialenind.
Metaalindustrie
Basismetaalindustrie
Overige metaalindustrie
Openbare nutsbedrijven
Bouwnijverheid: aantallen
begonnen woningen
Buitenlandse handel
Invoer, totaal
Grondst. en halffabrikaten
Consumptiegoederen
Investeringsgoederen
Algemene goederen
Uitvoer, totaal
Onbewerkte agrar. prod.
Delfstoffen
Fabrikaten, totaal
voedings- en genotmidd.
textiel en kleding
aardolieprodukten
chemische produkten
metaalprodukten
overige fabrikaten
-1
-6
1
3
-4
1
-8
2
2
-5
1
0
1
1
2
8
0
1
-3
-1
8
8
5
-1
-2
1
-3
4
8
15
7
5
0
2
0
0
2
-2
4
4
1
8
7
2
6
-7
3
7
1985
5
6
2
4
4
-5
6
3
1
6
5
2
6
3
4 k
4
4
10
0
4
6
9
4
4
-11
6
0
-4
-12
-28
6
9
8
7
-13
8
6
4
14
18
6
12
9
4
-1
1
20
11
6
12
11
5
6
3
11
2
-5
-1
-17
7
11
6
11
3
4
-14
7
11
-1
19
-13
14
-15
6
5
-2
5
0
-11
juni
juli
aug.
1
2
2
1
-1
3
-8
-1
11
2
2
5
0
6
2
7
7
-15
2
11
8
9
2
-8
4
1
0
5
4
8
5
5
1
-10
4
-3
-4
11
-6
1
-8
3
1
-6
5
1
1
22
18
2
13
11
0
0
-4
2
-4
6
-1
5
-1
-3
28
36
11
9
4
13
29
12
23
-19
14
11
2
-1
-2
okt.
-1
-5
3
. april
sept.
-9
8
16
7
2
mei
6
3
1
6
-6
4
10
7
1
7
1
– .
1
-6
2
2
-6
4
3
-3
4
4
4
7
-2
9
8
~
3
2
3
2
2
4
-12
6
I
7
3
0
4
10
6
8
0
0
4
I t ‘
1985
7
12
4
-7
6
4
4
7
-7
4
6
7
15
-13
8
10
15
8
10
0
-5
5
23
5
5
-4
7
2
3
2
4
1
1
-14
0
10
0
1
-17
4
1
2
-3
6
12
16
7
7
5
11
-12
6
16
1
4
2
5
24
1
7
4
6
8
2
2
9
4
10
0
0
2
0
1
0
2
1
2
2
5
0
1
4
3
1
-2
2,5
2,3
2,5
6
2,6
4
2,5
5
-1
3
-1
7
7
7
6
11
1
9
10
8
15
-10
13
10
13
6
3
3
6
0
8
12
3
5
3
7
7
6
11
10
1
1
-3
2
0
0
0
0
-1
-4
-2
1
-1
-5
-2
1
-2
-5
-3
0
-1
-3
-1
0
1
-1
-1
2
-3
-2
-6
7
1
1
15
-2
2
4
6
15
-6
-2
1
3
1
15
-16
5
-1
11
18
4
3
8
4
1
-9
15
5
-27
15
3
1
17
3,0
4
2,3
6
7
•2
6
2
4
-2
4
-1
2
7
-6
-13
4
-17
16
18
2,9
5
4
27
14
3
-19
-2
-16
0
-2
4
7
0
4
9
16
9
3
15
15
8
19
16
2
23
-9
9
6
9
2
1
5
1
2
3
8
1
-2
-4
-5
0
2,3
2
3
1
2,3
0
3
3
2,3
0
2
2
1,9
4
4
0
3
5
-5
9
13
7
Consumptieve bestedingen van
de Nederlandse bevolking
Totale consumptie
Voedings- en genotmidd.
Duurz. consumptiegoederen
Ov. goederen en diensten
-6
-2
0
Bruto invest, in vaste activa
Bedrijven
Nijverheid
Andere bedrijven
Woningexploitatie
Totaal bedrijven
Overheid
Totaal bedrijven en overheid
Naar type
Bouwwerken
Vervoermiddelen
Machines e.d.
-4
-3
-4
-3
-2
0
4
1
7
-4
-3
-3
-1
19
-1
5,9
8
8
0
2,8
1
-1
-1
3,3
6
8
2
3,7
7
10
3
afzet nijverh. (excl. bouw-)
Idem afzet land- en tuinbouw
Indexcijfers regelingslonen
8,0
3
5
0,4
2
1
5,5
2
0
6,4
5
0
5,8
2
0
4,6
-6
1
2,32
2,12
2,62
2,12
1,62
1,3′
1,02
2
2
2
2
2
2
2
3. Sociale indicatoren
Werkz. pers. in de delfst.w..
Industrie en openbaar nut
Produktie per werkende in de
nijverheid (excl. bouw-)
Uitgesproken faillissementen
-3
-4
-2
-2
-1
-1
0
0
2
22
6
-11
7
6
-24
8
-19
3
-14
7
-16
2
-9
-16
-1
-12
-14
4
-31
-17
-13
23
-3
3
_5
15
2. Prqzen
Prijsindex gezinsconsumptie,
reeks voor werkn. gezinnen
Invoer (unit value)
Uitvoer (unit value)
Ruilvoet
Producentenprijzen, binnenl.
-19
5
1
3
2
aantallen (x 1 000)
Openstaande aanvragen1
Geregistreerde werklozen ‘
27
9
801
lijke beroepsbevolking
14
839
16
821
18
791
21
781
23
768
27
760
22
774
773
24
756
26
763
26
763
28
753
746
17 1
Werklozen in % v.d. afhanke-
15
822
17.2
17,0
17,3
16,7
16,3
15,2
15,6
15,4
15,1
15,1
15,6
15,9
15,5
153
9
32
6
5
14
18
35
16
29
17
30
-4
37
22
-3
6
5
17
14
12
5
2
15
34
8
28
28
5
6
5
14
43
7
4
-4
-6
-14
6,9
7,4
6,1
7,0
6,8
7,6
7,1
7,4
6,8
6,6
7,1
6,0
6,9
5,7
6,9
5,9
7,0
% mutatie t.o. v. dezelfde periode het J£lar daarvoor
4. Geld- en kredietwezen
Consumptief krediet (verstr.)
ANP-CBS beursindex
Geldhoeveelheid
Spaartegoeden
Dollarkoers contante notering
Daggeld rente
Rendement op staatsobtigaties
1
2
Seizoengecorrigeerde cijfers.
Betreft alleen industrie.
1176
-3
0
4
-2
12
2
2
3
7
12
5,3
5,8
8,0
44
11
8,2
0
27
4
0
24
3
3
9
-6
6
16
4
4
25
5
4
5,7
8,3
11
-3
22
7
5
15
21
5,9
5,7
6,4
8,3
7,4
7,7
7,2
7