AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN
0
~h tatisti~~
—
~~ e
El
C
–
onomisch
1
*
7%
:.i:
–
Be
‘
rlcnten.
ALGEMEEN WEEKBLAD
‘
VOOR HANDEL, NIJVERHEID
.
,- FINANCIEN’ EN eVERKEER
UITGAVE VAN’ HET NEIiERLANDSCH ECONÔMISdH IN’STITJU+.’
1′
32E
JAARGANG
WOENSDAG’
16
APRIL 1947
.
No.
1562
1
‘COMwLW’E ‘vAN
REDACTIE:
H. W. Lambers;’ N. J. Polale; J. Tinbergen;
H. M. H. A: van der Valk; F. dè Vres;’
J. H. Lubbers (Redacteur-Secretaris).
–
Assistent-Redacteur:: A. de
–
Wit.
.
Administratie: Pieter de Hoochstraat 5, Rotterdam (W.).
Telefoon: .Redactie 38040, Administratie 38340. Giro 8408.
BE1II6T:,
.
In verband met zijn benoeming tot gewoon hoogleeraar
aan de Nederlandsche Ecoiomische iloogeschool heeft
Prof. ii. W. Lambers zijn ierkzaamheden als secretris
van het Nederlandsch Economich Instituut neergelegd.
Prbf. Lamhers is, met ingang van 1 Maart ji., in het direc-
torium van het Instituut opgenomen, terwijl met ingang
van denzeifden datum Drs Khouw Bian Tie ‘met het
secretariaat is belast.
INHOUD:
.
B1z
De
artikelen
van
deze
ek
. …….
3Ö3
Uit’
–
hu’itelancische
bron
……….
303
De do6ane-6vereenkornst met België-Luxemburg’dcii”
Mr
Dr
J.
van der Poel
……………………
304
De Jaarbeurs als markt voor industrieele producten
door
Dr F
.
L. v
an Muiswinkel
……………
.
308
Een en ander over de ‘economische politiek in de Rus-
sische bezettingszône door
C. A. A. van LutterQelt
..
310
Ingezônden
stukken:
De bctëekenis’.van ‘dë salark-_.en loonsverhoogingen voor
de
door
UL Textor
e-IrofDT
pensioenfondsen
J. Goudriaan
met
naschrift
î’P.Tf. Smils …….
312
A a n t
0
e k e n i n g:
De Nederlandsche invoer in
,
194,
313
.13oekbespreking:
.’
Nederlands Bcori’omiscli Herstel, samengesteld onder lei-
ding
van
Al.
Weisgtas,
bespr. door
J. ii. Lubbers
. . . .
313
‘Internationale
n6tities:
Export uit da yeroonigdo
Staten
………………….
314
VertragIng
-In
do
roconvorsie
van
don Amerlkaansolien
landbouw
………………………………….
314
herlevIng
van
den’
handel tu5clien
Malakka en Japan
. . .
314
Spaansch.Engelscho
inoisetalre
overeenkomst
……….
313
‘Geld-
oh ‘kapitaalrKarkt …………….
. ………
315
Statistieken:
–
ilan,kstaten
………………………………….
31
SpecIfIcatie van
den
Invoer in Nederland
…………….
317
Stand
van
‘s
Rijks
Kas
…………………………
317
318
Maandcijfers
von do groote banken in Nederland …………
Ooudproductio
…………………………………
.
318
lijken vast te roesten, onder het motto uit Milton’s Para:
dise Lost: ,,,With thee conversing 1 forget
al!
time”.
Ook in den Amèrikaanschen’ senaat- heeft hèt ,,tijd
is geld” tijdelijk zijn gelding verloren; men debatteert
er in extenso over den steun aan Griekenland en Turkije.
Hoèl, vlgens’Vandénberg, niet meer vrij om Truman’s
actie te verwerpen, laat de Senaat zich de vrijheid van
het woord niet ontnemen. De door den President ge-
1 noemde datum vah 31 Maart wordt daardoor aanzienlijk
overschreden;’ de Griéksche Regeering is haarvoorjaars-
offensief. alvast maar begonnen.
Eén besluit heeft de Senaat met betrekking tot Tru-
man’s program inmiddels genon’en de Vereenigde Naties
zullen niet als vijfde rad aan den wagen worden beschouwd.
Als zoodanig ziet men eerder Henry Wallace, die, profeet
in eigen land, zijn ,,one world” thans in Europa p’ropa-
geert. ‘Als bij. de Gaülle: olie opde göi.ren of olie op het vuijr? Directer spi’eekt.Wallace’s 666ndmis’ch program:
$ 50. milliard voor .hetop
–
gang ‘brengen van”s werelds’
door den oorlog getroffen prodïctie’a’pparaat.
Indrdaad dreigeii door’ gebrek aan smering verschil-
lende Europeesche landen economisch warm te loopen.
Is dit- in Roemenië reeds een feit
–
de ‘Regeering kan er
de inflatie, niet meer remmen
-,
in It
5
ali6 blijft het bij
luidruchtige frictieverschijnselen.
Nederland draait op wat kalmer toerental. In afwach-ting van de nota ‘van Minister Lieftinck wordt op eigen
kracht, met behulp van een 3 pCt. Staatsleening van
5 100 millioen en goud uit den, Nieuwen Waterweg, het
valutareservoir aangevuld; de uitvoer steeg van f97,1
millioen in Februari tot f 138,3 millioen in Maart. Neder-
landsch intellect blijft, getuige onze hulp bij de Engelsche
overstroomingen, internationaal ‘een waardevol actief.
De koersontwikkeling ter beurze waarschuwt inmiddels
ook ten onzent voor infiationairé slipgevaren. Een ge-rucht omtrent devaluatievoornemens
–
loslippigheid
dan wel ,,slip of the pen” van een bepaalde redactie
–
vond echter prompt officieuzen tegenspraak.
Zelfs de Amerikanen moeten aan de rem gaan, denken.
In een speciale kabinetszitting bracht Truman de prijs-situatie ter sprake; velen achten deze ernstig. Iie Presi-
dent, volgens onderzoekingen van het Gallup-instituut kort na de opheffing van de
.
OPA slechts hij 30 pCt.,
thans hij 60 pCt. van het’Amerikaansche volk in de gratie,
bleef beminnelijk; hij’ verzdcht vriendelijk om prijs-
verlaging. Krasser zei het Earl Bunting, voorzitter van
de National Association of Manufacturers: ,,If the con-stant upward winding of the spiral continues, you’ll see
one of the most terrible .bursts this country ever had”.
–
Dit is de spil, waarom de te Genève begonnen inter-
nationale handëlsconferentie draait. Zal daarom ook deze,
naar de’ woorden van Omar’ Khayyam, blijven steken
tusschen’ ‘,,unborn To-morrow and dead Yesterday”?
België/Luxemburg en
–
Nederland hebben
–
er inmiddels
iets corficreets te ‘bieden; hun gemeenschappelijk douane-
tarief vormt, in alle bescheidenheid, een voorbeeld van
een .geruischlooze eerste versnelling.
DEZER DAGEN’
loopt de motor hoorbaar stroef. Gemis aan syhchronisatie
der deden vertraagt het tempo van het geheel. School-
voorbeeld is de conferentie te Moskou, waar men het
ten hoogste paarsgewijze even ens’wordt. Zoo blijft het,
thans ook wat .het probleem van Duitschland’s grenzen
hétreft, voorloopig op de plaats rust. De besprtkingen
WilIe’,iiSniit..&. .’Cö’s
rransMt6flfa6rîek
N.
gevestigd te NIJMEGEN.
UITGIFTE
j625.QOO.-
AandeeIen
in stukken van f1OOO. aan toonder,
voor de helft deelende in-de winst’ve’ het boekjaar 146/47
Oadergeteekende bericnt, dat de ‘inschri]ving’,’.
uitsluitend voor aandeelhouders,
op bovengenoemde –
uitgifte zal zijn opengesteld op.:
.,
•
Maandag.21 April 1947
tot des namiddags 4 uur,
bij hare kantoren te AMSTERDAM, ROTTERDAM,
‘sGRAVENHAGE en NIJMEGEN, –
tot den koers van
150 pCt.
op de voorwaarden van het prospectus dd. Ii dezer,
waarvan exernplaren,alsmed e inschrijvingsformulieren –
bij bovenvermelde kantoren verkrijgbaar zijn.
INCASSO-BANK N.V.
AMSTERDAM, 11 April 1947.
•’
– .
t
–
:
.t
,•*._
,
,.
.Gaarrie geven wij advies
•
ter zake van planpen om-
nt
•
•
tiev kapitaal- .çn pensioen-
verzekeringen.
R:MEES & ZÖONEN
–
– ASSURANTIE.MAKELAI1S
AMS1ERDM1′.
ROTTERDAM • ‘
S.CRAVENPIACE
–
DELFT • SCIIIEDAM • VLAARDINGEN
AMSTERDAMSCHE.
BANK N.V.
KAPITAAL t
31010.000. RESERVES t
le
EERSTE NEDERLANDSCHE
Verzekerino Mij. op het Leven en tegen Invaliditeit N.V.
Gevestigd te’s-Gravenhage
AOMIHISTRATIEKAIITOOR DORDRECHT
DELLEVUESTRAAT 2, TELEFOON 5346
Personeels-Pensioenverzekerin
g
verschaft directe fiscale besparing – aîschrij,’ing van
toekomstige lasten – blijvende sociale voldoening
Vraagt U eens welgedocumenteerd advies aan ons
BUREAU VOOR COLLECTIEVE CONTRACTEN
• ,,HOLLAN DIA”
HOLLÂNDSCHE FABRIEK VAN MELK-
PRODUCTEN EN VOEDINGSMIDDELEN N.V
HOOFDKANTOOR TE
VLAARDINGEN
N.V. KONINKLIJKE
N E D E R L A N D S CH
E
ZOOTINDUSTRIE
Boekelo Hengilo
ZOUTZIEDERIJ
Fabriek van: –
zoutz uur, (alle kwaliteiten)
vloeibaar chloor
chloorbleekloog
natronloog, caustic soda.
gispen
culemborg
amsterdam
rotterdam,
Koninklijke
Nederl8ndsche
Boekdrukkerij
H.
A. M. Boelants
Sihiediim’
–
–
–
met papier geïsoleerde kabels
voör zwakstroom en sterksiroom
koperdraad en koperdraadkabel
kabelgarnituren, vulmassa en olie
ABELFABRIEI(
DELFT
16 April 1947
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
303
/
DE ARTIKELEN VAN DEZE WEEK,
Mr DrJ. van.der Poel,
De douane-overeenkomst met België-
Luxemburg.
Een schets van de voorgeschiedenis ‘en de directe b’e-
teekenis van de douane-overeenkomst met de Belgisch-
Luxemburgsche Unie
–
die thans aan
–
de Tweede Kamer
is voorgelegd’ Schr. geeft een o’erzicht ‘van de moeilijk-
heden, die aan de uitwerking van het in oorlogstijd te
Londen tot stand gekomen tarief waren verbonden, en
beschrijft hoe en waarom uiteindelijk een’ gemeenschap-
pelijk tarief ig vastgesteld, dat hooger is dan ‘het tegen-
voordige Nederlandsche.
De beteekenis van de overeenkomst wordt ‘vervolgens
op verschillendn punten• toegelicht;
zoo
wordt bjv.,
wat de zichtbare gevolgen in het grensverkeer betreft,
opgemerkt, dat auto’s aan visitatie blijven onderworpen
omdat de accijnzen en de omzetbelasting nog niet gelijk-
geschakeld zijn. Met betrekking tot de ‘details van het
nieuwe ‘tarief wordt o.a. ingegaan op de bezwaren ‘die
t.a.v. de verhooging van het invoerrecht op’ ruwe tabak
naar voren zijn gebrachtY ‘
Schr.’ acht ‘het resultaat van de onderhandelingen be-
‘redigend en verwacht van het verdwijnen ‘der invoer-
rechten aan de onderlinge ‘grenzen’ een verruiming van
afzetgebied -voor alle drie partners.
f1
Dr F. L.
van Muiswinkel,
De’ faaibeurs als’ markt voor
industrieele producten.
I:[et jaarbeurswézen ontvangt een stimulans in tijden
warin ‘het normale binnen- en bpitenlandsche haidels-
verkeer is yèrstoord; bijna alle Europeéschejaarbeurzen
zijn iir meerdere of mindere mat& D
oorlogsproducten. e
oorzaak ligt -in de noodzaak tot heroriënteering, ‘die
dergelijke tijden – met zich, brengen.
Dit verklaart,
‘a’arom de indusrieele producent,
hoewel hij in het algemeen aan’ eèn markt geen behoefte
heft, thans – een’ groote belangstelling voor •de Jaar-
beurs toont; zoolang de schaarschte domineert, laat hij
op deze wijze van zijn bestaan blijken, terwijl hij zich
dodr het j.aarbeurscontact tevens een indruk’ vormt van
omvang en intensiteit van de toekomstige vraag.
Voor dën handelaar-standhouder gelden dezelfde mo-
tieven. De handelâren-bezoeker ‘ivillen hun gesloiiken
voorraden in omvang qn samenstelling veigrooten.
Er bestaat geen noodzaak, de Jaarbeurs continue te houden. Wel verdient het overwging, om tusch’en’ de
Voorjaars- en Najaarsbeurzen in een, aantal gspecili-
seerde ,,beurzen” voor bpaalde branèhes te organiseren
C.
A.
A.
van Luttervol,
Een e, ander ooérde econoniische
politiek’ in ‘de Russisce bezettingszône. -.
De wederopbouw in de -Russische zône van Duitsch-
land is, aldus een Russisch zegsman, van onder op ter
haid genomen. Als economische cel is de ,,Kreis” te be-
schouwen; landsregeeringen en bezettingsautoriteiten ‘heb-
ben slechts eei coördineerende en ,controleerefide taak. 1-let, particulier initiatief wordt als krachtige motor be-
schouwd.
Voor den landbouw geldt, dat particuliere ‘bedrijven
grooter dan 100 ha niet zijn toegestaan; het coöperatie-wezen wordt. krachtig bevorderd. Wat de. industrie be-
treft: alle bedrijven, ook de genationaliseerde, blijven
voorloopig werken volgens het kapitalistische rentabiliteits-
principe. ‘ ‘ -”.’- -.
De Russen hebben. tQegezegd, dat de industrieele pro-ductiecapaciteit minstens twëemaal zoo groot’ zal zijn dis
aanvankelijk
voorzien
in.het industrieplan van den In-
ternationalen Contrôleraad. De productie zal worden
gericht op hoogwaardige ei, arbeidsintensieve goederen.
-UIT: BUITENLNDSCHE BRON.-
De crcdietaacvrtigen bij. ‘le ‘Internationale Bank be-
liepen, volgens ,,L’Economie” van 10 April, per 25 Maart
ji. voor: Polen ‘$ 600 millioen, ‘Nederland $ 500 millioen,
Frankrijk $ 500 millioen, Tsjechoslo’wakijé $ 350 millioen,
Ir’ai $ 250 millioen, Denemarkeh $ 50 millioén, Chili
$40’millioen en Luxemburg
S
20 millioen.
De
OXl)Ort
van Engelscho texticlgoedëren biacht in
1946 minder op dan eigenlijk, volgens de Engelschen,
mogelijk was: ,,The Financial Times” van 10 April ji.
becijferde -de gederfde meeropbrengst in den katoen- en –
kunstzijdesector op £ 5 million. Reden: ‘de Engelsche
importeurs hebben de ,,sellers’ market” onvoldoende benut
door in vergelijking met Nederland; België, Italië en Zwit-
serland te lage prijzen te noteeren.
Nieuwe emissies in Engeland -‘ co’nversie’s niet .mee-
gerekend bedroegen volgens een staistiek – van. de –
,,Midland Bank Limited”,:
‘
1939,. £ – 66.294.000
–
1943 £
8.583.000
1940
.. 4.096.000
‘
1944 .
. 7.576.000
1941
2.326.006
-1945
, 20.468.000
1942
3.885.000
:
1946 ; 130.77
1
0.000
-.
De luclitvaartljnén ‘in. dc Vreenide Staten
boekteii, -.
volgens ,,Time” van’31’ Maart jl., in 1946 een verlies an –
$ 10 milliôen. Overexpansié scheen daarvan de oozaal
– te zijn. ‘De ,,Civil Aeronautic Board” heeft eeh prijsver-
hooging voor’ pssagiersvervoer niet 10 pCt. toegestaan,
vaardooi de vracht van $ 4,68 per mijl op circa $ 5 komt.,
Wannèer deze tariefverhooging geen’ ”erminde?i’ng ‘van
het passngiersvervoer ten gerolge zal hebben, v’erwaht
men aldus een inkomstenveirneerdering van’$ 25 millioen.
De bouwbedrjvighcid in de Vcrecnigde Staten -had- in
1946 een kapitaalbehoefte van $ 10,1 milliard.
–
Dit is’
slechts 25 pCt. beneden het cijfer van 1942, dat’ een top-
jaar was. De bouw van woonhuizen beef echter beneden
het opgestelde programma. Er werden,- aldus de ,,Suivey
–
of Current Business” van Februari 1947, in totaal slechts
671,000 woningen gebouwd, terwijl liet oorsponkelijke’en
laterF gewijzigj programma voorzag in den bouw van –
,
resp. 900.000 en- 838.000 woningen.
De inflatie in Roemenie zal, nar de ,,Neue Zürcher
–
Zeitung” van 10 April jl. meldt, niet meer dooi’ -de Re-
geering worden bestreden. Men schijnt. de volkomen
waardeloosheid van de Lei te willen afwaphten, alvorens
tot saneering over te gaan. Op 7 April bedroeg de prijs.
van maismeel 3.000 Lei, op 8, April 20.000 Lei.,De bonen
zijn in vergelijking met Maart jl. vertienvoudigd. Per,1
April jl. werd de inkomstenbelasting met 500 ‘pCt. verhoogd.
Credieten dôor de Vercônigde Staten, aan” het ‘b’ute’n’:’
land verleend’, bedroegen eind 1946 volgens een, ‘e’de-
deëling Van het ,,Department of Comni’ierce”y’aii dn
29sten Maart, in tdtaal $ 9.280 millioeni, Dé’ credieten
werden ve’rleénd ‘aan, 58 landen: EneIand en Frankrijk
hadden het gFootste aandeel, t.w. tezamen $ ‘6.595 ruuil-
kneu of 71 pCt. Enkele andere landen: de Zuid-Amerikaan-‘
– sche republieken $ 577 millioen, Nederlând $’363’milIin,
Rusland
‘S
242 ii’iillïöen, Italië’ $ 205 millioên, Iridoiesie
$ 200 millioen China
S
200 rn’iillioen Belgie $ 147 milhoen
De -economische beteekeiis van verkoudheid ‘ blijkt iit
de ‘volgende gegevens, vermeld- door William A. Lydgate
an het Gallup-instituut-in zijn boekje ,,Wha-t Our people
think”. In de .Vereenigde Staten-gingen, in de twee weken
– vOOr Pearl Flarboi’ en de
–
twee weken daarna, in de oorlogs-
‘industrie ‘3,200,000 mandagen.als gevolg’van ziekte ver-
– bron; de helft daarvan’ was aan kouvatten te wijten.
It de aldus verloren’ gegane dagen zouden kunnen ziji1
geproduceerd een zware kruiser, 224 middeigroote bom-
n’ienweipers of 1.800 lichte•tanks.
304
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
16 ApriL1947
DE DOUANE-OVEREENKOMST MET
BELGIË-LUXEMBURG.
De op 5 September 1944 te Londen tusschen België en
Nederland gesloten conventie was bedoeld, om dadelijk
in w’erking te treden na de bevrijding, die men zich voor
beide landen op hetzelfde tijdstip had gedacht. Tot stand
gekomen in oorlogstijd en gekleed, in den vorm eener
eenvoudige overeenkomst, had zij daarom noch der tus-
schenkomst der Staten-Generaal noch ratificatie behoefd.
Na de bevrijding van Nederland – lang na die van België
– lag de zaak heel anders, maar toch werd al spoedig
door verschillende instanties op realiseering van de con-
ventje aângedrongen.
Vooraf was echter gebleken, dat zij, zooals zij daar lag,
niet uitvoerbaar was. De tekst moest, zooals de preambule
van het protocol zegt, worden verduidelijkt en uitgelegd”.
FIet tarief, zonder eenig contact met de bedrijven en zonder
voldoende literatuur of andere gegevens door een toevallig
te Londen vërtoevend Inspecteur dei invoerrechteii en
een Belgisch collega vastgesteld, moest wel gebreken ver-
toonen. De thans afgetreden Belgische Directeur-Generaal
Crispiels had er reeds vele in een lange nota opgesomd.
Reeds in 1945 werd het eerste informeel contact tusschen
de betrokken Departementen te Brussel gelegd. Spoedig
volgde de officieele instelling der door de Conventie voor-
ziene Radea, die aanstonds hun werk begonnen; het ging
Minister Spaak nog niet snel genoeg; bij een tusschen de
drie Regeeringen op 17 en 18 April 1946 te ‘s-Gravenhage
gehouden bijeenkomst werden, eigenlijk zonder eenig
fundament, twee data genoemd, waarin de Raden met de
twee eerste étappes gereed moeteri zijn; de Raad van de
Douaneregelingen kreeg de opdracht, 1 Augustus 1946
met de douaneovereenkomst, 1 November met de princi-
pieele gelijkschakeling van accijnzen en omzetbelasting
klaar te zijn. Meer aan niet met de Unie verband houdende
parlementaire moeilijkheden in de drie landen dan aan den
Raad. van de Douaneregelingen is het toe te schrijven,
dat die eerste termijn, trots voortvarend werken, reeds
Vrij belangrijk is overschreden, terwijl de tweede zooveel
moeilijkheden biedt (vroeger achtte men die moeilijkheden
vrijwel onoverkomelijk), dat het reeds als een zeer guostig
resultaat is aan te merken, dat thans reeds over de meeste
problemen overeenstemming is bereikt.
De eerste étappe.
Over de eerste étappe, omvattende de onderwerpen,
thans aan de drie volksvertegenwoordigingen voorgelegd,
een meer concrete uiteenzetting.
Bij protocol is de aanpassing, noodig voor mogelijkheid
van uitvoering van de Londensche Conventie, verkregen.
1-let Tarief, dat bij de Conventie was gevoegd, was op-
gebouwd naar het systeem van de Volkenbondsnomen-
clatuur
1).
Deze waarborgt een systematisch geordend en
overzichtelijk tarief, medebrengend de mogelijkheid, dat
ook de statistiek op denzeifden wetenschappelijken grond-
slag wordt uitgebouwd.
•
Zoowel voor de Nederlandsche
ambtenaren .ls voor den handel zal dit eerst onwennig
zijn, doch aan haar logisch systeem zullen zij zich spoedig
en met genoegen gewennen, te meer, waar een door den
Belgischen dienst (die reeds lang met dit bijltje hakte)
voor te bereiden uitvoerige toelichting op de posten niet
alleen de wijze van belasten, doch ook de
technologie
der
belaste artikelen nader zal verklaren. liet alleen in het
Fransch geredïgeerde tarief was overigens
oneolledig..
De
gegevens van de Londensche samenstellers reikten niet
zoover, dat zij voor alle artikelen een bepaalde heffings-
basis konden invullen. Die artikelen, voor welke dat
niet
ging, waren met ,,suspendu” aangegeven; in het nieuwe Tarief zal men slechts een enkel artikel met die aandui-
ding vinden, en dan nog om geheel andere redenen; in
1)
Alen zie daarovcr mijn•
.,, Moderne Tarieven, Techniek en
PoIitiek’, Erven F. Bohn NV., Haarlem, hoofdstuk 1.
den regel, omdat men in geen ler drie landen nogtot hef
fing oer die artikelen wil overgaan, soms, omdat men
daarover nog niet tot overeenstemming is gekomen en er
tevens geen bezwaar was, om de hëffing op dat artikel
nog wafuit te stellen. Op het Tarief zelf kom ik aanstonds
uitvoeriger terug. Daarin zijn begrepen een aantal Inlei
;
dende bepalingen, analoog aan een aantal artikelen van
onze huidige Tariefwet. Mede ingediend is het statuut van
het – Secretariaat-Generaal der Raden van de N.B.L.-
douane-overeenkomst.
De op 5 Septenber 1944 te Londen gesloten Conventie
kent deze instelling niet. In den loop der ‘Iesprëkingen is
het echter noodig gebleken, een contactcentrum voor de
verschillende raden n hare bemoeiingen te hebben, een
,,adres”, waaraan men zich vooi’ Uniezaken kan richten,
en een centrum, dat documentatie verzamelt. Mr Dr
E. J. E. M. H. Jaspar is de Secretaris-Generaal, de Belg de Vleeschhouwere Adjunct Secretaris-Generaal.
Hoe is nu verder de procedure ten aanzien van deze
ingediende stukken? Men realiseere zich – en dit is één van de cardinale practische moeilijkheden, voor welke
Regeeringen, die eeb tolunie willen sluiten, zich steeds-.
zullen zien geplaatst – dat, wijl men in de drie landen
gelijke
bepalingen wil doen gelden, amendeering hier of
elders uitgesloten is, dat de overeenkomstis prendre.oû
6 laisser”. Dit is uiteraard met elk verdrag het geval,
doch .het spreekt hier wel zeer sterk, omdat het zulke
cardinale en omvangrijke concrete regelingen bevat en
onderwerpen behandelt, die volgens art. 175 der Grondwet
alleen krachtens wet mogen worden geregeld. Wie deze
besprekingen heeft meegemaakt en de honderden moeilijk-
heden gezien, waarmede telkens rekening moet woiden
gehouden, begrijpt, dat aldus moet worden gehandeld, 6f
van de heele zaak afgezien! Aan den vorm is voldaan,
zonder dat echter het geheele gamma der wetsprocedure
erop kan worden toegepast. Wie weet, wat er anders bij
het behandelen van een Tariefwet speelt – hoe schier
aan elk Kamerlid een wensch omtrent een bepaald artikel
wordt ingefluisterd – zal verstaan, dat andere wijze van behandeling onmogelijk is. Ging men in de drie landen
op de gewone wijze te werk, dan zou het
1
bijna onmogelijk
zijn, zelfs op langeren termijn, om tot een overeenkomst
te geraken; het zou immers een da capo uit den treure
worden.
Op een niet te vermijden omstajidiheid met een bij
zonder cachet tav. tolunies in het algemeen, dus ook
t.a.v. deze, moet worden gewezen: de concrete onderlinge
aanpassing in de rechten, die tot het tot stand komen
eener douane-unie noodig zijn,, kan, w’il er van,een zoo-
danige Unie in afzienbaren tijd, of ooit, iets kômen, alleen
;,en ‘petit comité” worden volbracht. –
Dit lijkt echter erger dan het is. Nadat het rr
ar
i
e
f is
vastgesteld en eenigen tijd heeft geloopen, kan in onderling
overleg tusschen de drie Regeeringen, de Raad van de
Docaneregelingen gehoord, een wijziging voor bepaalde
artikelen, ten aanzien waarvan dit noodig is gebleken, in
overweging worden genomen.
Art. 2, lid 1 ,
–
an het Wetsontwerp opent voorts de moge-
lijkheid, dat de Kroon om dringende, economische of poli-
tieke redenen wijzigingen en aanvullingen voorloopig
aanbrengt, .tot nadere goedkeuring bij Wet is verkregen,
art. 2, lid 2, om bepaalde rechten, met name die op eerste
levensbehoeften en goederen, benoodigd voor den weder-
opbouw, geheel of gedeeltelijk op te schorten. (Een on-
misbarë en logische.aanvulling in art. III van het Protocol
verbiedt ook het instellen van nieuwe niet-gemeenschap-pelijke rechten en heffingen op den invoer).
liet Nederlandsche Tarief 1924/’34 b6vat slechts 160,
alphabetisch (doch alleen op het
eeste
artikel in eIken post
genoemd!) vermelde posten. Die goederen, welke daar niet
onder vallen, zijn vrij (,,principle of
.
exemption”). Het
rgarief der B.L.-Unie belast alle goederen (,,principle of
inclusion”), tenzij uitdrukkelijk vrijgesteld. 1-let is syste-
16 April 147
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
dOS
matisch ingedeeld èn heeft eenige’ overèenkomst met de
nomenclatuur van den Volkenbond. Het Nederlandsche
Tarief heeft in hoofdzaak
ad 9aloreln fechten, het Belgische
specifieke;
het Nederlandsche stelsel wordt ten deze over-
gel3omen, behöudens wijziging van de,waardedefinitie,
waarover hierna.
Tijdens de onclerhandelingen’werden door middel van
,,bedrijfsgroepen” landbouw, handel en nijverheid, zij het
irr verband met den opgedragen spodd op korten termijn,
in de gelegenheid gesteld vÔér 15 Mei 1947 hun wenschen
•
ter kennis te brengen aan de hand van het Londensche
Tarief.
De reactie ook in dit staçlium w’as niet groot. In hoofd-
zaak kon de Raad zich aan dej reeds ingenomen gedragslijn
houden. Met het Londensche Tarief als basis werd nagegaan,
welke evidente fouten daarin voorkwamen; de openge-laten posten werden aangevuld; indien het niet mogelijk
was op andere manier tot overeenstemming te komen,
werd een tarief opgenomen, dat het midden hield tusschen
de twee desiderata.
Daar in het algemeen de Belgische tarieven hooger liggen
dan de. onze, laat het eindresultaat een tarief zien, dat
hooger is dan het tegenwoordig N’ederlandsch Tarief.
Gewoon als wij zijn aan een ,,vrijhandels”-instelling, zal
•dit niet nalaten een wenkbrauwfronsen bij den gemiddel-
den Nederlander te wekken. Men bedenke echter, dat er
in de maatschappij een en ander veranderd is.
Kort’enhorst (blz. 69, Verslag eerste conferéntie B.N.L.
Interparlementaire Unie) zegt: ,,Nu is er geen reden om
het vraagstuk protectie of vrijhandël op te werpen. De
prijs van de goederen speelt een geringe rol. Wij zoeken
allen zooveel mogelijk uit te voeren’, en omgekeerd moeten
wij ook veel invoeren”. I-letlaatste is bij mijn weten hooit
anders geweest, doch inderdaad heeft het ‘weinig zin,
het dilemma protectie of vrijhandel in den ouden vorm te stellen. ‘Wij moeten compensatie zoeken voor de 18 pCt.
van onzen (en 11 pCt. van den Belgischen) handel w’egge-
vallen connecties met Duitschland. Deviezen- en andere
schaarschteproblemen, die wij vroeger niet kenden,
spelen thans qen overheerschen’de rol. De veranderde
situatie dwint o
1
n, meer nog dan in de vooroorlogsche
jaren, om ons
oii
industrie toe te leggen.
Thans kom ik, meer algemeen, op de dirdcte gevolgen
die het aannemenvan de conventiezal hebben. De eerste
étappe betreft alleen dit, dat met ingang van de derde
maand na het tot stand komen der ratificatie – d.i. op zijn
vroegst mi: per 1 Aug. as. – in de drie landen dit tarief zal worden ingdvoerd, dat het aanvankelijk zal gelden tegen-
over alle andere landen, doch dat die invoerrechten niet
zullen worden geheven tusschen de drie landen onderling.
Certificaten en herkomst.
Gewone
invoerrechten worden tusschen de drie landen
-niet meer geheven,. voorzoover het betreft de goederen
herkomstig
uit één dier drie landen. In.een artikel in ,,De
Nederlandsche Werkgever” acht Prof. C. Westrate de
thans te sluiten Qnvolkomen tolunië verwerpelijk, in de
eerste plaats, omdat de interpretatie van het woord ,,her-komstig” moeilijkheden moet geven, in de tweede l)lat5,
omdat certificaten van oorsprong (met alle bezwaren van
‘rompslomp, vervalsching e.d.) zullen moeten worden ge-
eischt.
Ik wil beide bezwaren hier aanstonds tegelijkertijd be-
handelen. T-let woord ,,herkomstig” in deze douane-over-
eenkomst heeft een geheel andere beteekenis dan die
Westrate hij is niet de eenige, eerdere commentaren
gaan ook daarvan uit – zich daarvan veronderstellender-
wijze denkt en waarop hij zijn conclusie bouwt. De beoogde
vrijstelling geldt bij invoer van goederen welke uit het
gebied van den verdragspartner komen en
zich aldaar in
het Qrije eerkeer becinden,
d.i. buiten douaneverband.
De vraag, waar de goederen zijn vervaardigd of hun
voornaamste c.q. laatste – bewerking hebben ondërgaan,
speelt dus geen rol. Herkomstig uit België moet dus worden
gelezen als: komende uit het vrije verkeer in België. Iat
houdt dus in, dat goederen hier te lande opgeslagen in een
entrepôt voor buitenlandsche goederen (in al die gevallen,
waarin zij t.a.v. den, invoer als buitenlandsche goederen
moeten worden aangemerkt) en van daaruit naar België
of Luxemburg gezonden, niet kunnen geacht worden uit
Nederland herkomstig te zijn. Dat dit zoo is, maakt meteei
de bezwaren tegen af te geven certificaten aanmerkelijk
kleiner, maar het is niet eens noodig, dat door middel van
certificaten van oorsprong of herkomst de vereischte
gege’ens worden verkregen.
Eerder gegeven commentaren op de mogelijkheid van
het tot stand komen van tolunies gaan inderdaad steeds
uit vdn de noodzakelijkheid an overlegging van certifi-caten van oorsprong of herkomst, doch war het op aan-
komt is dit, dat de douane in het land van invoer in staat
moet zijn, de herkomst van de goederen zelfstandig te
beoordeelen. Die gegevens nu kunnen zij zich verschaffen:
a: van de betrokkenen (o.a. aan de hand van de certificaten
van herkomst), b. door raadpleging van de douane uit
het land van afzending. De Raad voor de Douaneregelingen
koos de laatste methode. In de eerste plaats wenschte hij, zoo eenigszins mogelijk, te voorkomen, dat de als verge-makkelijking bedoelde Unie nieuwe lasten
01)
het verkeer
zou leggen, terwijl bovendien die certificaten vaak een
bron van knoeierijen zijn, zoodat een onderzoek in het
andere land toch in vele gevallen niet achterwege zou
kunnen blijven.
Daarom is naar een regeling gezocht, volgens welke aan de importeurs, aan het publiek, geen nieuwe lasten worden
opgelegd; door samenwerking tusschen de beide douanes
wordt vastgesteld, welke uit het naburig land komende
goederen aldaar wèl (of niet) in het vrije verkeer waren.
Naar gemeend wordt, zal deze regeling zonder bez’aar
uitvoerbaar blijken. Zoo zij in de praktijk moeilijkheden
mocht ,opleveren, dan kan zij nog altijd worden’ herzien.
lii finesses terzake dezer regelingen kan ik ter wille van de
plaatsruimte niet treden; evenmin in de te verwachtenof
althans mogelijke economische gevolgen van deze gedeel-
telijke openstelling der grenzen.
Zichtbare gecolgen in het grensv.erkee:
AJleen dit mag ik er zeer kort van zeggen (en dat geldt
meteen voor alles wat omtrent de Tol- en Economische
Unie kan worden opgemerkt): Het staat vast, dat hier
niemand met eenige zekerheid zal kunnen zeggen, hoe een
en ander zich in de praktijk zal realiseeren. “Wèl staat in
abstracto vast, dat er bepaalde bedrijven zullen zijn,
zôowel hier als in de B.L.U., die er
schade,
naastandere,
waarschijiilijk méér, die er
coordeel
van zullen .hebben.
Wie eçhter in grooter verband ziet, wie het algemeen ,be- –
lang vooropstelt en bedenkt, dat alle drie landen in na-
oorlogsche positie op zichzelf staande een schamele kans
hébben, zich aan de ontzaglijke moeilijkheden van het lie-
den te ontworstelen, doch vereend, naar buiten, een veel
grootere nogelijkheid, die zal geneigd zijn, qezen grooten
stap te wagen. ,
Wie echter denkt, dat thans de ,,grens met de B.L.U.
open” komt, zal zich deerlijk teleurgesteld vinden. Aan
de grens zèlf zal men
niets
anders zien, dan wat men ge-
woon is. Een klein6 uitzondering is er; triptieken voor
auto’s zullen tusschen de landen niet meer w’orden geëischt,
maar dat beteekent niet, dat. de auto’s zonder meer
kunnen doorrijden; aan visitatie blijven zij onderworpen,.
evenals bij elke andere grenspasseering, en wel om dè
volgende redenen: de accijnzen en de omzetbelasting zijn
i nog niet gelijkge’schakeld – dat zal, indien geen onver-
wachte omstandigheden het beletten, over ongeveer een
jaar het geval zijil. .
De (binnenlandsche) – omzetbelasting – derhalve ook
de daaraan voor buitenlandsche goederen equivalente
306
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
. . 16 April 1947
bijzondere invoerbelasting -, het bijzondere invoerrecht
voor benzine, zullen nog blijven geheven. De overige in-
en,.uitvoerbeperkingen, de deviezenrestricties, blijven be-
staan. .Dat alles komt pas ter sprake in het stad.ium van
•
de bespreking der Economische Unie (volkomen tolunie).
De formaliteit van het .doen van aangiften, de. nood-
zakelijkheid, zijn goederen en zich zelf te onderwerpen
aan visitatie en zich d’e noodige in- en .uitvoervergunningen
te verschaffen, blijft dus’ eveneens. De statistiekvoor-
schriften •van elk land zullen zelfs na het voleinden
van de tweede étappe intact blijven.
En waar de visitatie naar deviezen veel bezwaarlijker
is dan naar goederen, zal de reiziger, behalve in zijn por-
temonnaie, van de veranderde situatie niet veel bemerken.
En zelfs dât, vergeleken bij den toestand vlak véér de
invoering, nog niet eens, want hij is al lang vergeten, dat
véôr den oorlog, behalve• de bijzondere inv.oerbelasting,
ook nog het (nu zwaarder te worden) invoerrecht moest
worden betaald. Alleen de reiziger, die beurtelings naar
Epgeland en België reist zal het ‘erschilbemerken. Wie
nu met ,,Herrijzend Nederland” van 1 April jl. om
deze
reden meent, dat ,,de berg een muis heeft gebaard”, is er
echter wel even naast. Geheel anders staat immers de zaak voor het grootgoederen verkeer. Daar zijn niet de forrnali
teiten, maar,de invoerrechten zélf hoofdzaak. Het
erdwij
–
nen
der invoerrechten aan de onderlinge grenzen beteekent
verruiming van afzetgebied voor alle drie de landen, liet
voortbestaan , .daarnaast van invoerrechtep op
andere
landen moet tengevolge hebben her.oriënteering van den
in- (en uit-) voer; de concurrentiemogelijkheid van Neder-
land (c.q. België en Luxemburg) wordt in de
twee
andere
landen grooter danvoorheen (en omgekeerd), omdat andere
importeerende landen daar wèl invoerrecht moeten betalen.
Van tal van omstandigheden (grootte der winstmarges,
drang naar export van derde landen etc.) zal mede afha-
gen, of zichdit aanstonds incijfers demonstreert; vroegere
ervaring leert, dat men over tariefmuren yrij lang heen
kan springen,
contingenteeringen
bleken in. dringende ge-
vallen noodig,’ om ongewenscht geachten in,voei’ ïnder,daad
doeltreffend te keeren. . . .
De conventie zwijgt over de verhouding tusscheri de
verdragspartners en hun koloniën, en overige, overzeesche
gebiedsdeelen. Tot nu toe werden goederen uit de Congo
en België vrij van iiivoérrechtcn toegelaten; in Nederland
bestaat zooiets niet. . . .
De uitwerking van het Taiief, in hoofdzaak volbracht
o.l.v. den Belgischen Inspecteur-Generaal Pricken en het
Hoofd der afdeeling Invoerrechten, den Directeur Paymans,
omvatte: vaststelling der ,,opgeschorte” invoerrechten
(350 van de 991 basisp9sten deels niet ingevuld wegens ge-.
brek aan cijfermateriaal, deels omdat men levensmiddelen
– en overige reliefgoederen voorloopig wilde vrijstellen),
revisie .en aansluiting aan de gewijzigde .economische om-
standigheden van de te Londen reeds vastgestelde rechten en wegneming van de niet-verantwoorde onderdeelen yan
de rubriceering.
Voorts moest een regeling worden, getroffen over de
voorwaarden, onder welke geheele of gedeeltelijke vrijdom
kan worden gegeven voor verhuisboedels, huwelijksuit-
zetten, producten van grenslandérijen e.d.,. ten aanzien
waaryan – in overeenstemming met, het meer protectio-
nistische. karakter van het. Belgisch Tarief — de Belgische
bepalingen minder ruim waren; als, basis werden de Neder-
landsche regelingen (art. 15-25 Tarifwet 1934)_ genomen,.
met eenige tegemoetkoming aan ,de Belgische inzichten.
Tenslotte was een gémeenschappelijke regeling noodig
over de teruggaaf van invoerrechten.,
FVaarde-definities.
Van cardinaal belang is voorts de redactie, van, de
waarde-definities (en, zooals vanzelf spreekt, de uitvoering
daarvan). :
Waarde-definities zijn er over de gdheele wereld te kust
en te keur. Aan de meest uitgebreide ligt hetzij een protec-
tionistische tendens,’hetzij een zucht naar vérgaande ver-fijning .ten grondslag ).
De ‘Belgische definitie stamt aanvankelijk uit dezelfde
bron als de onze (âi’t. 120 der Alg. Wet van 1822), die, zoo
daar als hier, nog -.- hetzij dan met allerlei van elkaai’
afwijkende,, in den loop van
11/4
eeuw aangebrachte wiji-
gingen – het kerntuk van de wetgeving vormt.
Daar bleef men in hoofdzaak aan de A.’W., getrouw,
hier
w’erd
de definitie, toegevende aan allerlei van de zijde van
het bedrijfsleven geuite wenschen, al meer op vrijhandels-
leest geschoeid en in verband daarmede sterk gewijzigd..
De nieuwe definitie ziet er wat eenv.oudiger uit, doch
zij is nog te lang om ze hier op te nemen.
O.a. is vervallen de wel zeer edelmoedige factor in onze
waarde-definitie, die aan den,importeur de keus liet tus-
schen de loopende prijzen en bet factuurbedrag, d.w.z. het
voor hem mogelijk maakte, steeds op de goedkoopste wijze
aan te geven. Voorts beslist de plaats van v’rijmaking, die
de betrokkene zelf in handen heeft, en niet die van het eerste
grensstation.
– In de praktijk zal Qr niet zoo heel veel veranderen; met
de jurisprudentie op ons oude artikel zal men nog çlikwijls
zijn voordeel kunnen ‘doen, maar toch zullen hier te lande wel velen de verandering betreuren..
Ik behoor daaronder niet; al met al zijn dit kwesties van
prijscalculaties en alle ,,verfijningen” van dit soort leiden
tot meer werk en meer geschillen bij de uitvoering. Een
definitie, behoort m.i., zon eenigszins mogelijk, eenvoudig –
te. zijn.
Een ige bijzonderheden Qan het ‘nieuwe tarief.
Voor heC eerst zullen wij kennis maken met .de moge-
lijkheid van een dubbel tarief. Als algemeene bepaling
daarin is toch het volgende opgenomën:
De in dit tarief opgenomen invoerrechten zullen als
algemeen tarief’ worden geheven. Anders dan gewoonlijk
is ‘dus het
minimum-tarief
in beginsel’ van toepassing.
Daarnaast zal als maximum-tarief gelden:’
‘voor de in het tarief belaste goederen,, het dubbele
van het algemeen tarief, doch niet minder dan 10 ten
– ionderd van’ de waarde;
voor de in hef tarief vrijgestelde gderen een invoer-
recht van 10 ten honderd vaxi de waard.
Het niaximum-tarieî zal kunnen worden tdegepast ten
aanzien van goederen; van oorsprong of herkomst uit lan- –
den, welke Nederland of de B.L.U. Öngunstige’r
1
dan andere
landen behandelen, dan wel op een wijze, welke’in strijd is
te achten met de levensbelangen van Nederland of van de
B.L:U. De bedoeling is, dat het maximum-tarief niet de
gebruikelijke rol van onderhandelingstarief ‘zal. spelen, doch dat dit slechts in uitzonderingsgevallen a1 worden
gehanteerd als wapentegen landen; die tegenovër de Unié
een onwenschelijke houding aannemen. Deze formuleering
is in overeenstemming met het ontwerp-handvest van de
Internationale Flandelsorganisatie. van de Vereenigde
Naties.
In principe komt het systeem overeen met dat, .hetwelk
neergelegd is in onze retorsiewet.
.
In dit verband zij nog op een ander direct en reeds .vôér
de ratificatie.in werking tredend’voordeel van’de’ douane-
overeenkonst gewezen.
.. –
Bij de Londensche onderhandelingen over dit ontwerp
traden, de gelegenheid zich voordoende, Nederlandsche
afgevaardigden reeds mede voor de-Belgische op en om-gekeerd, terwijl op de 8 April ji. bégonnen Conferentie te
Genève betreffende handel en werkgelegenheid Nederland
en de B.L.U. zich beiden en tezamen op het onderhavige’
‘)
Zie
,,Moderne Tarieven’, blz. 45 e.v.
16 April1947
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
307
tarief zullen basee ren, waardoor hun onderhandelings-
positie veel sterker wordt:
In detail.bespreking van dit tarief zal ik mij niet be-
geven. Slechts een enkel artikel eischt, in verband met het
commentaar, .dat er van de zijde van de industrie aan -is
verbonden, nadere bespreking.
Volgens een bericht in de ,,N.R.Ct.” dd. 6 Februari jI.
hebben de vertegenwoordigers van de B.N.L.-tabaksver-
werkehde industrieën met’verbazing kennis genomen van
het feit, dat voorbereidingen zijn getroffen voor vaststelling
van nieuwe invoerrèchten op ruwe tabak, zonder dat de
helanghebbendôn waren geraadpleegd. Ook de Amster
cïamsche Burgemeester heeft blijkens de bladen geprotes-
teerd. Wat Nederlan,d betreft, vestig ik er de aandacht op,
dat
alle
belanghebbenden, dus ook de tabaksindustrieën,
in de gelegenheid zijn gesteld hun wenschen kenbaar te
maken. Dat zij overigens aanleiding hadden om betere
dingen te hopen, valt niet te ontkeniien; het Lbndensche
Tarief behield – blijkbaar omdat men zich van de ont-
wikkeling der Belgische toestanden niet bewust was –
het lage Tarief van 1934.
Toen de industrie, later, nog.véér de indiening van heï
rfal.ief bij de Kamers, bekend werd met het nieuwe bedrag
van f 25 ‘per 100 kg, wat, naar zij zeide, dicht ligt bij hdt
bestaande Belgische van frs.500 per 100 kg, kwam van meer
dan één zijde protest los. Niet gerekend werd daarbij echter
met het feit, dat gestripte tabak in België met frs. 900
was belast, welk recht thans is teruggebracht tot frs. 578.
Ook werd de (hoogere) Belgische overdrachttaxe (omzet-
belasting) in het geding gebracht, doch te dienaanzienis
nog niets vastgesteld, terwijl de heffingen in elk geval in
de drie landen gelijk zullen moeten worden, zoodat dit
punt verder buiten beschouwing moet blijven. Inderdaad
schijnt het echter op het eerste gezicht, alsof de Neder-
landsche concessies grooter zijn dan die van België. Ten-
einde – de opmerking geldt.m.m van allerlei andére arti-
kelen, zoovel t.a.v. de B.L.U.als van -Nederland echter
een inzicht te geven in de moeilijkheden, waarmee bij het
vaststellen van de verschillende tarieven was rekening
te houden, mogen hier in het kort de omstandigheden
worden uïteenet, die hij het doen van het voorstel
hebben meegeteld. Van Belgische zijde kon worden gewezen
0
1) de steeds belangrijker plaats, die daar de inlandsche ta-
bakscultuur inneemt in de landbou’positie. Op een jaarlijk
sche consumptie in normalen tijd van ongeveer 25 millioen
kg wordt.
1/3
daû’n geleverd door de inlandsche tabaks-
cultuur, die tal .van’Belgen eerf levensonderhoud verschaft.
Wil lit zooblijven, dan moet zij op een-behoorlijke pro-
tectie kun’nen rekenen. Zelfs bij
behoud
van de oude taxe
van frs. 5ö0, is er een aanmerkelijke vermindering in
protectie tot de 62 pCt., daar de gemiddelde waarde van,
de thans ii België ingevoerde tabakken vier maal zoo
hoog is als
1
die voor den oorlog.
Voor Nederland geldt dit geenszins, angezien onder nor
male omstandigheden de tabakscultuur een zeer kleinen
omvang heeft. De Nederlandsche belangen liggen zelfs in
tegengestelde richting. 1-lun eerste zorg moet zijn,- de
belangrijke. tabaksmarkt hier te lande te behouden en
weder tot ouden bloei te brengen en op .dien’ grond heeft
men bezwaren tegen een zoo merkbare verhooging -van het invoerrecht. Immers, een markt a)s deze kan, alleen bloeien
bij handhaving harer vrijheid. Bij groote verhooging der
rechten zou, meende men, debestaande zeer
vrijgeyige
en
weinig formaliteiten meebrengende mogelijkheid van opslag
in fictieve entrepôts en .vrije .circulatie van monsters niet
kunnen worden gehandhaafd. Gezien echter het feit, dat,
wilde men het tot stand komen der Unie zelf niet in gevaar
brengen, tot een oplossing moest worden gekomen: werd
tenslotte’ het bovenvermelde, geen’ der partijen volledig
bevredigend tarief aanvaard. Nadien het is immers een
maatregel, die autonoom kan worden genomen -.- heeft de Nederlandche administratie, zich rekenschap gevend
van de gevaren, welke de tabakmarkt konden bedreigen
;
besloten, desalniettemin het fictief ëntrepôt te behouden,
terwijl ook overigens al het .mogelijke zal worden gedaan,
om den handel zoo weinig mogelijk te belemmeren. Uiter-
aard zal scherp worden toegezien, of de betrokken bedrijfs-
-takken van deze faciliteiten thans gêen misbruik gaan
maken.
De verhooging van- het recht is hiernaast van geringer
belang; de afgeloopen jaren hebben voldoende doen zien,
dat een rooker bijna nog gemakkelijker zijn eten mist dan
zijn tabak, en dat hij bereid is voor goede, zoo noodig voor
slechte, tabak alles te betalen. De prijs van de verwerkte
tabak wordt ook
flu
nog niet aanmerkelijk hïnloed.
Geacht wordt, dat op 1.000 sigaren de kostprijs ongeveer f 2 zal stijgen.
Mag men een nog al gekleurd artikel Gouden dagen van
Belgische shag zijn geteld” in de ,,Volkskrant” van 26Maart
jl. gelooven, – dan neemt de geweldige smokkelmiitvoer van
Belgische. inlandsche shag langzamerhand een einde en
willen de sigaren- en sigarettenfabrikanten denoogst van
1946 niet eens meer bekijken”. Mocht dit juist zijn – het
schijnt mij niet aanvaardbaar, omdat zich onder de Bel-
gische inlandsche tabakken zeer bruikbare soorten bevin-
den – ‘dan is het voor de populariteit van de N.B.L.E.U.
goed, d’atdit zich reeds nu, véôr de verlaging der Belgische
invoerrechten, afspeelt:
Er-is één artikel, dat nog meer moeilijkheden oplevert
dan tabak: de suiker. Hoewel men een heffingsvoet daar-
van heeft vastgesteld, behoef ik daaraan geen beschou-
ving van fiscalen of economischen aard vast te knoopen: het daar, vermelde’ heeft alleen symbolische waarde. Aan suiker bestaat nog in beide landen gebrek; het invoerrecht
daarop zal in.beide landen worden opgeschort en intusschen
kan het vraaghtuk van alle kanten nader worden bezien.
Artmkel 4 der Conaentie.
Met de bespreking van art. 4 der Conventie zal ik
eindigen. In de Londensche Conventie was ingesteld een
Commissie -voor Douanegeschillen; de redactie, waarin het
artikel was vervat,doet er aan denken, dat hier sprake was van de instelling van een opperst Drielanden Gerechtshof
in ‘Tariefzaken. De rqdactie werd in dien zin verduidelijkt,
dat d6 commissie, uitsluitênd op verzoek van ae Neder-
landsche of B.L.-instanties, een bindend oordeel uitspreekt,
waariu zij algemeene richtlijnen geeft aangaande de toeiias-
sing van de .wettelijke,’en’ u’itvoerende,.bepalingen, voort-
vloeiende uit de douan&-overeénkont.
De
rechtspraak
blijft dus in ieder land zooals zij daar nu
is. 1-let schijnt të hoog gegrepen een hoogste internationale rechtspraak ter zake voor de drie landen te willen instellen.
Betreffen derhalve -de door. de Regeeringen aangebrachté moeilijkheden geschillen, die in hoogsten aanleg, door den
hoogsten rechter ad hoc door één der verdragspartners, zijn
beslist, dan zullen de Regeeringen na ontvangst van het –
,,bindend” advies van- de Commissie: a. zoo dit inhoudt
dat de goederen
lager
belast zijn, dienovereenkomstig aan-
wijzingen aan de douane-autoriteiten van de drie landen
moeten geven (immers, er is dan geen rechter, die zich daar-
tegen verzet), b. in het omgekeerde geval tot wijziging
(verduidelijking) van het betrekkelijk Conventie-onderdeel
moeten procedeeren. –
**
*
Er is voorheen vaak gezegd, dat het sluiten van een der-
gelijke Unie slechts mogelijk was, indien het geheele
vraagstukals één complex, dat alle te regelen onderwerpen
omvat, ter tafel komt Ik aarzel niet te verklaren, dat men
dan beter doet, maar niet met onderhandelingen erover te
beginnen. 1-let is trouwens nooit anders geweest dan dat
duurzame samenwerking en overeenkomst op internationaal
gebied alleen bijgeleidelijk en deugdelijk ,voortvaren, bij
werken in étappes, is verkregen. Wanneer men i.c. wachten
308
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
‘
16.April 1947
zou tot
alle
onderweipen volledig waren behandeld (en de
honderden moeilijkheden opgelost), dan zou een deel daar-
van op dat oogenblik reeds weer verouderd zijn. De geko- –
zen étappes zijn voorts niet willekeurig gekozen; zij
melden zich in natuurlijke volgorde als vanzelf aan. En
een niet te onderschatten voordeel acht ik nog dit, dat
aldus stap voor stap kan worden nagegaan, welke gevolgen
de genomen maatregelen hebben op de in- en uitwendige
econol
r
n
i
e
van de aangesloten landen; bij het nemen der
volgende kan men met de opgedane ervaring rekening
houden.
Op blz. 61 van- het Verslag van de eerste conferentie
van de B.N.L..Jnterparlementaire Unie plaatst Baron
Nothomb, Belgisch Senator, de opmerking: ,,Ik_ denk,
dat wij alleen dan waarlijk zullen slagen, als wij besloten
zijn om ons niet te laten wegzakken in ‘t moeras van de
opmerkingen van ambtenaren”. Ik zou op dit vriendelijk
‘oörd in alle bescheidenheid als volgt willen riposteeren:
liet is zeker niet in het minst aan de ambtenaren te danken,
dat dit wetsontwërp thans kon worden ingediend en dat de
Conventie thans in een uitvoerbaren vorm is gegoten. En
-dan inag, tenslotte, onder de goede auspiciën van het tot
stand komen van een nauwere samenverking tusschen
Noord en Zuid zeker die worden gerekend, dat deze be-
sprekingen tusschen Belgische, Luxemburgsche en Ne-
derlandsche autoriteiten steeds zijn gevoerd- in den geest
van den wil tot samenwerking tot het bereiken van het
resultaat, dat hun Regeeringen wenschen, en in onderling
vertrouwen; een vertrouwen, dat men gevoelde aan elkaar
te kunnen geven, in een sfeer, waartoe men zich moet
opvoeren, w’il het tot stand komen van een Economische
Unie mogelijk zijn, beziende de zaken waarom het gaat
-van uit het gezichtspunt dier gedachte Unie en niet uit
dat van het directe en incidenteele belang van één der
participeerende lanclën.
Het is als met Eisenhower’s beslissing over de invasie
– hij kon in de’gegeven – en het waren toen zeer
slechte
— omstandigheden onmogelijk zeggen, of hij slagen zou of
niet, maar hij besefte alleen dit, dat
niet
gaan,veel meer
kans op mislukking bood dan den stap te wagen.
VAN DER POEL.
.DE JAARBEURS ALS MARKT VOOR
INDUSTRIEELE PRODUCTEN.
Oorlogsinloeclen.
• De heropening van de Utrechtsche Jaarbeurs in 1946
heeft dit instituut bij vernieuwing in het middelpunt der
belangstelling geplaatst van producenten, exporteurs,
groothandelaren en detaillisten. Gebrék aan plaatsruimte,
uitbreidingsplannen, overstelpend bezoek, ziehier eenige
van de symptomen van deze belangstelling, die schijnen
te bevestigen, dat er een nieuwe periode van groote bloei
der Nedtrlandsche Jaarbeurs mag worden tegemoet ge-
zien. –
1-let kan intuschen nuttig zijn om enkele van deze
verschijnselen nader onder de loupe te nemen.
In de eerste plaats moge er dan de-aandacht op worden
gevestigd, dat het jaarbeurswezen, niet, alleen in ons land
niaar ook in het- buitenland, êenmerkwaardige stimulans
pleegt te ontvangen in tijden, waarin het normale binnen-
en buitenlandsche handelsverkeer is verstoord. Zulks
geldt i-n het bijzonder in oorlogstijd en in de daarop on-
middellijk volgende jaren. In dit verband zij bijv ge-
wezen op de jaren, waarin verschillende Europeesche
beurzen zijn ingesteld of op opvallende wijze zijn uitge-
breid. De Londensche Jaarbèurs begon in 1915, Lyon in
1916, Utrecht in 1917, Brussel in 1920; de Parijsche beurs
verd sterk vergroot in de jaren 1915, 1916 en 1917.
Met uitzondering van Leipzig kan derhalve worden
vastgesteld, dat bijna alle Eurdpeesche Jaarbeurzen in
mindere ofmeerdere mate oorlogsproducten zijn. Zoodra
het productie-apparaat ernstig in zijn werking wordt
belemmerd en het contact met binnen- en/of buitenland-
sche afnemers door den loop der gebeurtenissen wordt
aangetast, ontstaat er een drang, zoowel van de zijde der
producenten als van de zijde der afnemers, oin het verbro-
ken contact, zoo spoedig en zoo rationeel mogelijk, te
herstellen. –
In het .Novembernurnmer van ,,Commerial America”
(1939) wordt, met betrekking tot de Europeesche Jaar-
beurzen van dien tijd, o.a. het volgende opgemerkt:
,,Apparently a sample fair is of value wheh hindrances
prevail against an interchange of products and merchan-
dise. At a time when transportation is difficult, restnicted
and uncertain, even as regards samples and :models, or
papers, when advertising of all sorts is practically suppres-
sed, but when we are nevertheless obliged to continue
selling in order to potpone eventual ruin as long as pos-
sible; and, at all costs, obtain supplies, does it not beeome
apparent that
–
the system of periodically displaying
amples in immense show-rooms, in the presence of w’hole-
sale producers and buyers, is still the most economical,
efficient and almost the sole means of transacting business
that ig necessary but rendered extremely difficult ?”
In het voorwoord van de jaarbeurscatalogus (Utrecht,
najaar 1940) vindt men soortgelijke opmerkingen.
‘
,Op
elk terrein van het bedrijfsleven zijn oude vegen onbegaan-
baar geworden, vroegere vrbindingen afgesneden, van
oudsher bestaan hebbende hande)srelaties verbroken,
leverantiemogelij kh eden vervallen, transportmoeilij khe-den gerezen. De oude omgeving met zijn vertrouwde ver-
bindingen is voor vele zakenmenschen een verwoest
terrein, een chaos geworden, waarin men geen weg meer
weet te vinden. Maar de Nederlandsche koopman heeft
onmiddellijk den reisstâf ter hand genomen en zich op
nieuwe wegen een nieuw doel voor oogen gesteld. 1-lerori6n-
teeren is het parool voor industrieel, handelaar en land-
bouwer.”
Deze noodzaak om zich te heroriënteeren verklaart
tèvens de opvallende belangstelling voor de Jaarbeurs in
het afgeloopen jaar en voor de komende Voorjaarsbeurs. liet feit, dat de catalogi.van de Voorjaars- en de Najaars-
beurs 1946 zulk een enorme oplage bereikten, wijst in de-
zelfde richting en toonde evenzeer aan, hoezeer er be-
hoefte bestond aan een adresboek van fabrikanten, groot-handelaren en importeurs, die met artikelen aan de markt-zijn. Al deze verschijnselen dragen een typischoorlogsch
en na-oorlogsch karakter, hetwelk men ter.doge in het
oog dient te houden, wanneer men de huidige situatie
poogt te beoordeelen.
Jaarbeurs en produent.
• Het beeld van de Jaarbeurs wordt sinds jaar en dag
heheerscht door den industrieelen producent. –De Jaar-
beurs is geworden tot een markt voor industrieele pro-
ducten. In de buitenlandsche benamingen ,,Mustermesse”
en ,,Sampie fair” komt dit marktkarakter van de Jaar-
beurs duidelijk tot uitdrukking.
Theoretisch gezien staan we hier eigenlijk voor een merk-
waardigheid. In dit vérband zij herinnerd aan-de bekende
rectorale rede van Prof. Polak, ,,De taak van den tusschen-
handel” (1924), waarin tusschen den afzet van industrieele
en agrarische producten terecbt een principieele tegen-
stelling wordt gecbnstateerd. De producent van het in-
dustriele product, d
–
at met toeneiiende meeropbrengst
wordt voortgebracht, heeft aan Ide markt geen behoefte.
1-Jij tracht niet ter markt een zoo hoog mogelijken prijs voor zijn product te bedingen, maar stelt zijn vraagprijs
onmiddellijk, op grond van zijn kostprijsberekening, zoo
laag mogelijk vast, bereid om, wanneer er tot dien prijs
meen-gevraagd wordt dân hij voorzag, zijn productie op te voeren en met de vraag in evenwicht te brengen.
16 April 1947
–
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
309
.1
Bij de agrarische producten liggen de verhoudingen
geheel anders. Meerdere productie brengt hier grootere
kosten met zich en wôrdt slechts ondernomen, als
de prijs van het artikel voldoende stijgt. Daar6m richten
deze producten zich naar de markt. Zulks geldt evenzeer
voor het industrieelo product, bij welks voortbrenging de
werking der toeneméide meeropbrengst w’ordt overtroffen
door die van de afnemende meeropbrengst der grond-
stof fenproductie.
De juistheid van deze theoretische waarnemingen geldt
ook thans nog. Vanwaar dan nu deze uitzonderlijk groote
interesse van de industrieele producenten voor de Jaar-
beurs?
Naar het mij voorkomt, geven de tijdsomstandigheden
hibrvoor een afdoende verklaring. De moeilijkheden bij het
verkrijgen van de benoodigde grondstoffen spelen een zoo
overheerschende rol, dat het , ,willekeurïg” opvoeren der,
productie volkomen is uitgesloten, liet is om deze reden
evenmin mogelijk om den kring, van afnemers door een
verlaging van den verkoopprijs uit te breiden en aldus tot het opnemen’ van een vruchtbaar zakelijk contact te ver-
leiden. De schaarschte domineert. Van een relatieve over-
vloed van industrieele producten ten opzichte van de
agrarische voortbrengselen is tlans geen sprake.
De industrieele producent tdijft er echter ook onder
deze omstandigheden op uit
•
om van zijn bestaan te doen
blijken. Flij moet ook .thans ,,acte de présence” geven, wil
hij de toekomstmogelijkheden straks ten volle kunnen
• benutten. 1
–
let contact met de afnemers – niet in het
minst met de buitenlandsche – moet bij vrnieuwing
worden opgenomen en de Jaarbeurs biedt, mede bij
gebrek aan een voldoende hoeveelheid leverbare producten,
daartoe een zeer bruikbare gelegenheid. Door dit jaar-
beurscontact kan de industrieele producent zich tevens
een indruk vormen van den omvang en de intensiteit van
de toekomstige vraag, en wel op een wijze, die bij de nog
steeds bestaande reisbelemmeringen in binnen- en buiten-
land moeilijk kan worden verbeterd.
liet in den aanhef van dit artikel geconstateerde feit,
dat het meerendeel der Europeesche Jaarbeurzen oorlogs-
producten zijn,vindt in het bovenstaande mede zijn
verklaring.
Jaarbeurs en handelaar.
Nie.t alleen dé”proçlucenten,. doch ook de groothancie-
laren en de detaillisten leggen een .g’roote interesse aan
den dag voor de heropening van dé Jaarbeurs. De detail-
listen vindt men alleen onder de jaarheursbezoekers; de
groothandlaren treft men zoowel aan•on’der de stand-
houders als onder de bezoekers. Opvallend groot is het aan tal standhouders-groothandelaren zelfs te noemen,
wanneer men de beurs rondwandelt of de catalogus raad-
pleegt.
De motieven van de handelaren:standhouders ‘voor
deelneming aan de Jaarbeurs zijn praktisch gelijk aan die
van de fabrikanten. ‘Men wenscht contacten tehernieuwen
en tracht zich tevens een voorstelling te maken, van de
toekomstige vraag en van de afzetmogelijkheden. Voor
het pousseeren van oude en/of nieuwe artikelen is de
Jaarbeurs als vanouds een dankbaar en gaarne benutte
gelegenheid.
Bij de handelaren-bezoekers, zoowel grossiers als detail-
listen, moet als voornaamste argument voor hun activiteit
worden genoemd het nagaan van de mogelijkheid om de
door den oorlog geslonken voorraad, zoowel in omvang
als in samenstelling, te vergrooten. In hethijzonder spreekt
de zucht naar liet vormen van een behoorlijk assortiment
een bekmgrijk woord mede. Men wenscht zich te oriën-
teeren met betrekking tot de voortbrengselen van eigen en.
van huitnlandsche industrie. Niet alleen de goederen-
schaarschte drijft hen naar de Jaarbeurs, maar ook de
omstandigheid, dat men na jaren weder in de gelegenheid
wordt gesteld om de resultaten van de voortgeschreden
techniek in oogenschouw te nemen. Bij de zelfstandige
detaillisten in het bijzonder bestaat niet alleen een intense
bélangstelling voor de in eigen branche te verhandelen
artikelen, doch bovendien voor alle vindingen en snufjes
op het terrein van de winkelinventaris, de étalageverzor-
ging, verpakkingsmateriaal, winkelmachines, enz. Laatst-
genoemd verschijnsel is tegenwoordig in nog sterkere mate –
aanwezig dan vroeger reeds het geval was. In de oorlogsj aren
is er namelijk onder de Nederlandsche winkeliers een op-
merkelijk streven gegroeid naar moderniseering van de
verkoopmethoden. Buitenlandsche en speciaal Amerikaan-
sche verkoopmethoden staan in het middelpunt der be-
langstelling; alles wat daarmede verband hoüdt in den
vorm van apparaten, vitrines ènz., vordt naarstig bestu-
deerd en zoo mogelijk aangekocht.
Speciaal met het oog op laatstgenoemde behoeften
bestaan er in de kringen der detaillisten bepaalde wenschen
inzake de inrichting van de jaarbeursgebouwen ‘en de
stands, die tot dusver’ niet werden vervuld. Op de conse-
quenties hiervan komen wij in het vervolg van dit artikel rader terug.
De Jaarbeurs periodiek
of
continue te houden?
De overweldigende belangstelling voor de Nederland-
sche Jaarbeurs heeft in sommige kringen de vraag doen rijzen, of met liet organiseeren van ‘een Voorjaarsbeurs ‘en een Najaarsbeurs kan worden volstaan om de desbe-
betreffende behoeften van producenten en handelaren te
bevredigen. Bij de in dezen na-oorlogstijd steeds wisselende
aspecten ‘van het zakenleven wordt het slechts tweemaal
per jaar houden van de Jaarbeurs als onbevredigend ge-
voeld. Men wil als hét ware vaker in de gelegenheid worden
gesteld om zich, te oriënteeren. Reeds bij voorbaat moge
in dit verband, worden opgemerkt, dat deze wensch uit
den aard der zaak zeer sterk wordt beïnvloed door de
omstandigheden van het oogenblik.
De behoefte van de massa der producenten en hande-.
laren aan een continue geboden gelegenheid om elkaar te
ontmoeten brengt ons als .ranzelf op het terrein van de
werking der zoogenaamde gelijkmatigheidstendens
1).
On-
getwijfeld vertoont deze behoefte jan de massa een groote
gelijkmatigheid. Of deze gelijkmatigheid intusschen van
vldoende beteekenis is om aan de organisatie van de
Jaarbeurs een continue karakter te geven, dient o.i. te
worden betwijfeld. Ook onder meer normale” omstan-
digheden vertoont de behoefte aan het houden van een
Jaarbeurs hij de massa een grootere gelijkmatigheid dan
die van dJn individueelen zakenman. Deze omstandigheid
is als zoodanig echtei niet doorslaggevend. lIet kosten-
vraagstuk speelt mede on’ rol; speciaal bij de standhouders.
I’let onderhouden van een voortdurend geopende beurs-
stand zou’ met het oog op de spreiding van het bezoek,
naar onze overtuiging, veel te hooge kosten veroorzaken,
temeer waar de praktische mogelijkheden tot het opvoeren
van.de productie te zeer zijn beperkt. Dezelfde oorzaken,
die den wensch naar een continue te houden ,,Jaarbeurs”
doen opkomen, maken de praktische verwerkelijking van
clezen wensch o.i. onmogelijk..
Toch schuilen er in deze aangelegenheid eenige elementen,
die nadere overweging verdienen.
–
Vooral bij de detaillisten bestaat ongetwijfeld behoefte
aan een plaats van samenkomst, waarheen men zich veel-vuldigei’ kan begeven dan zulks bij de Jaarbeurs het geval
is. De groote drukte op de Jaarbeurs en het feit, dat de
vei’schïllende stands, welke voor een bepaalde branche
van belang zijn, te zeer uiteen liggen op het jaarbeurs-
terrein, verhinderen bovendien het rustig en efficiënt
zaken doen. Vandaar, dat gedurende den laatsten tijd, los
van de Jaarbeurs, tal van zgn. contactbeurzen (schoenen)
en streekbetirzen (kruidenierswaren) in ons land worden
georganiseerd, die
branchegewijze
zijn opgezet en die zich
‘)
Zie:
Prof. Dr N. T. Polak, ,,De taak van den tusschenh.nde1″.
1-
310
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
..
16 ,April 1947
ten zeerste.in
. de belangstelling van,betrokkenen verheu-
gen. Ook de plannen tot het organiseeren van een groote
kruidenierstentoonstelling (,,U en Wij”) in het R.A.I.-
gebouw te Amsterdam wijzen in deze richting. Men heeft
aan de Jaarbeurs te Utrecht blijkbaar niet genoeg.
Soortgelijke symptomen vallen ook in Belgïëtè Oonstateeren.
Met het oog op een, en ander ware o.i. de vraag onder
het Qog’te zien, of de’jaarbeursgebouwen te Utrecht niel
aan deze behoeften der., detaillisten dienstbaar gemaakt
zouden kunnen, worden, en wel in dezen zin, dat, tusschen
de Voorjaars- en de Najaarsbeurzen in, een aantal gespe-
cialiseerde ,,beurzen” worden georganiseerd voor bepaalde
branches. Naast de steeds wissçlende producentenstands
voor de door de.detaillisten aan het publiek te verkoopen
artikelen, zouden min of meer permanente stands kunnen
worden ingericht met betrekking tot winkelinventaris,
winkelmachines, verpakkingsmateriaal, verlichtings- en
étalage-artikelen, vermenigvuldigingsapparaten voor druk-
werk, vervoermiddelen voor de bezorging, enz. Of zulks
technisch en organisatorisch mogelijk is, kan door ons niet
worden beoordeeld. Zoo neen, dan ware het bestemmen
van een vast gebouw voor deze speciale detaillisten-
beurzen zonder twijfel aan te bevelen.
Slotopnierkingen:
In het voorafgaande werd in het bijzoider aandacht
besteed aan eenige na-oorlogsehe aspecten van het jaar-burswezen. Sommigen zullen zich na lezing wellicht âf-
vragen, of ten onrechte niet te weinig is. gelet op de be-
teekenis van de Jaarbeurs in meer ,,normale’ jaren. V66r
het jaar 1940 was de Utrechtsche Jaarbeurs toch ook aan
eeh gestadige groei onderhevig?
Dit laatste, kan uiteraard niet worden, ontkend, doch
meilbedenke, dat ht tijdvak 1918-1940 werd gekenmerkt
door steeds toenemende handelsbelemmeringen Zulks
veroorzaakte het telkens afbreken van buitenlandsche rela-
ties en deed voor de industrieele producenten de noodzaak
ontstaan, om bij voortduring groote aandacht
te besteden
aan de binnenlandsche markt en aan nieuwe buitenland-
sche afzetgebieden, teneinde hier’cornpensatie te vinden,
zo6wel voor den afzét van oude als voor, den verkoop van
nïeuive artikelen. ‘
Naarmâte de handelsbelemmeringen grooter worden,
zhl de industrieele producent zich daarom in afwijking
van de gangbare theorie – meer wenden’ tot de Jaarbeurs
als markt yoor zijn producten. . Handelsbelenimeringer,
in vèlken vorm ook, doen immers de voo’rwaa’den teniet,
‘onder welke men zich de theoretische tendenties met be-
trekking tot de marktv,orming zal zien veiwezenlïjken.
‘Dr F. L.
1
JAN
MUISWINKEL.
EEN EN ANDER OVER DE ECONOMISCHE
,P0tITIEK IN
.
DÈ RUSSISCHE
1
t.”
r.BEZETTINGSZONE.
Sch’i’jver dezs, die deel uitmaakte van de groep Neder-
landers, welke voor het eerst na den oorlog de Leipziger
Messe bezochten, behoorde daardoor tevens tot de eersten, wien een blik achter het befaamde ,,gordijn” werd vergund.
De daaruit voortvloeiende gelegenheid, kennis. te nemen
van de hiidige situatie in de Russische bezettingszône
van Duitsèhland, verleende aan dit bezoek aan deze eer-
tijds zoobelangrijke jaarbeurs een bijzondere beteekenis. Dén en ander moge aanleiding zijn op deze plaats eenige
aandacht te
wijden
aa’n de. economische politiek van de
S.M.A. (Sovjet Militdr Administration), zooals deze tegen-
over den schrijver door een vooraanstaand functionaris
in een langdurig vraaggesprek werd ontyouwd. Aan het
woord komt dus een.orthodox Marxist, wiens – naar ons
bij herhaling werd verzekerd – niet met een bewust
propagandistischen opzet gegeven uiteenzetting terwille
van de duidelijkheid van het te teekenen beeld slechts
op ondergeschikte punten van eenig commentaar zal wor-
den voorzien.
Beneticie Jn inoentaris.
Niet alleen wat de bouwwerken of ‘de. bestuursorganen
betrof, maar ook op eonomisch gebied ‘stond op 8 Mei
1945 de toestand in de gebieden, welke thans. de Russische
zône vornien, met een ruïne gelijk. Dood was de Hitler-
staat, dood was ook het economisch leven. Hoe heeft
men de kolossale taak aangevat’ nieuw leven op deze
ruïnes te doen opbloeien? Het antwoord luidt kort en kern-
achtig – en in de beeldspraak blijvend volkomen logisch
van onder op. Aanvankelijk vormde ieder dorp’ en
iedere’ stad
ia
economisch opzicht welhaast een souvereine
staat. .Spoedig reeds’werd echter overgegaan tot. ,,Kreis”-
gewijze samenwerking’
s
daarna, ineen volgend stadium,
tot wat men zou kunnen noemen landeneconomie (,,Lander-
wirtschaft”). Eerst nadat economisch contact wa’s gelegd
tusschen deze landen en vroegerePruisische provincies
1),
kon het probleem.van het interzônaal oconomisch verkeer
wordbn geëntameerd: .Uitgangspunt, daarbij is, dat in de
visie der Russische bezettingsautoriteiten èn.der S.E.D.
2)
de. staatsrechtelijke erfgename van het gewezen Derde
Rijk’zal moeten zijn ,,ein und untrennbar”. Dit adagium,
onuitputtelijk thema voor beschouwingen in .pers en radio
tevens, bepaalt ook de econmische politiek.
,Kreisgebundene .Wirtschatt”
Als economische cellen zijn te beschouwen de stad en
– nog meer – de ,,Kreis’. Landsregeeringen en bezettings-
autoriteiten hebben economisch’ slechts een coördineerende
en controleerende taak, zooals het opstellen van globale
cöntingenten ‘en het ‘waken tegen ,,Kreis”-egoïsme.
Bij dit alles is van de gedachte uitgegaan, dat het par-
ticulier initiatief als krachtige motor voor den wederopbouw
niet kan worden gemist. Stelselmatig is dan ook ‘de eigen
krachtsontplooiing zooveel niogelijk ‘ingeschakeld, waar-
mede tevns een hypertrophie van het ambtelijke apparaat
zoo krachtig mogelijk werd bestred’en.’Zoo is bijv: stads-
of ,,Kreis”-gewijzé de groentevoorziening toevertrouwd
aan een bijzonder gemachtigde, doch aanvoer en verdeeling
zelve zijn – onder diens supervisie – aan den handel
overgelaten. Nogmaals chter: de cel van het economisch
organisme vormt de ,,Kreis”; ‘Logisch in dit’ systeem is,
dat iedere ,,Kreis” een ,,Kreis’ambt für Handel und,Wirt-
schaf t” heeft, waarbij als representant van het, (lands-)
Ministerie voor Handel en Voorziening een •,,Wirtschafts-
beauftragter” is . gedetacheerd. Ook• de. Kamers voor
Industrie’ en Handel ‘zijn ,;Kreis”-gewijze georganiseerd. Zij hebben eenerzijds een uitvoerende en administratieve (de zgn. ,,ônzelfstandige”) taak, anderzijds een toeziende
(het zgn. ,,Weisungsrecht”). De bevoegdheid, aanwijzingen
te geven, geldt echter niet tegenover lagere
organen,
doch.
uitsluitend tegenoverhet bedrijfsleveti rechtstreeks. Naast
déze Kamers, die evenzeer – en naar schrijver dezes met
stelligheid werd verzekerd, met groot succes – ,den strijd
tegen de Hitleriaansche bureaucratie voeren, zijn er
Kamers voor het Handwerk, terwijl ,,Bauernkammer”
nog in voorbereiding zijn.
De agrarische sector.
.
Sedert de inmiddels doorgevoerde ,,Bodenreform’ zijn
geen particuliere landbouwbedrijven ‘meer toegestaan van
meer dan 100 ha. Groote landgoederen werden ôf’verk-
veld if in staatsbeheer geëxploiteerd, ‘het laatsteechter met inachtneming van de nierkwaardige bepaling, ‘dat
per ,,Kieis” h’oogstens 500 ha staatsgrond in exploitatie
mag zijn. Het hiergezegde heeft uitsluitend betrekking
op akkergronden; voor boschbezit geldt een afzonderlijke•
1)
t.w.
Saksen Tliüringen, ‘,Iecklenburg-Voorpomrnern, Bran-
denburg en Saksen-Anhalt.
‘) Sozialistische. Einheitspartei Deutschlands:
16 April 1947 –
–
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
311
regeling. Daarbij o.a, Nederland ten voorbeeld nemende,
wordt in, den agrarischen sector het coöperatiewezen
krachtig bevor’derd; waarbij onze zegsman het gerucht,
als zou daarbij van eenigerlei dwang, sprake zijn, ten
stelligste weersprak.
Er zijn,.of komen, becirijfstaksgewijze en evenzeer.,vrij-
willige, doch tegelijkertijd krachtig bevorderde crediet-
coöperaties, onderscheidenlijk voor handel, .boeren en am-
–
bacht. Als beginkapitaal hebben zij de resteerede mid-
delen, voorzoover nog aanwezig, van de. inmiddels ge
sloten particuliere banken toegewezen gekregen.
OrnschakeUng en bedrijf wormen.
De overschakeling van oorlogs- op vredeseconomié, een
probleem,, dat. bij het hier weergegeven vraaggesprek
uiteraard niet buiten beschouwing kon blijven, is Vrij ge-
ruischloos verloopen. Nadat het meerendeel der vroegere
‘machthebbers
–
was gevlucht, hebben de arheiders.en hun
organisaties zicfrgenoopt gezien, de leiding zelf in hander
te nemen. De aldus geschapen situatie .is naderhand
wettelijk gesanctionneerd. Anders gezegd: de bedrijven in
kwestie waren eerst
de facto
volkseigendom geworden,
waarna de toestand
de. jure
is aangepast. De hierbespro-
ken zgn. ,,Landeseigene ,Betriebe’, zijn dus eigenijk’
,,Herrenlose Betriebe”, die door de arbeiders in het
algemeen belang zijn gered. Bij het inmiddels plaats gehad hebbende ,,Volksentscheid” ,heef t de overwegende meer-
derheid van het volk zich bij deze onteigening-zonder-
schadeloosstelling neergelegd. Een gelukkig medegevoig
van deze ontwikkeling is, dat, wanneer het volk de leiding
der bedrijven in handen neemt,
ook
geen oorlogsproductie
meer mogeïjk is. Op de Vraag, welke problemen van ,tech-
nischeri aard zich-bij de besproken omschakeling voordeden
en hoe deze te. boven ‘werden gekomen,
antwoordde
onze
zegsman, dat ook.dezealle met idealisme werden bezwo-.
-‘ ren, een reactie, welke eerder trof door bezieling dan door
overt.uigingskracht. . . ‘
Te onderscheiden van deze groep zijn de. bedrijven,
gesequestreerd op grond van het bevel van maarschalk
• Sjoekov, t.w. de bedrijven, welke v66r de ineenstorting
eigendom waren van .fervente partijleden.. .Hiervan zijn
echter alleen de sleutehindustrieën genationaliseerd. De
kleinere echter, waaronder practisch.. de geheele levens-
middelenindustrje, zijn, hetzij , ,Kreis’.’- of gemeente-
eigendom, geworden, hetzij , ,reprivatisiert”. De verkoop
dezer bedrijven wordt geregeld door het betrokken ,,Kreis”- of gemeentebestuur (,,Amt für wirtschaftliche Neuaufbau”)
en mag alleen plaatsvinden, aan anti-fascisten. 1-let laatste
beteekent echter niet, dat uitsluitend leden der S.E.D.
als, ko.opers in aanmerking kunnen komen, daar bijv.
léden der liberaal-democratische partij, indien.beter vak-
man dan een’ communistisch candidaat, worden geprefe
reerd. . , . .. ‘ . ,’ . .
Een derde groep vormen de zgn. ,,Beutebetriebe des
roten Armees”, overeenkomstig de besluiten van , den
Internationalen, Contrôleraad. Hiertoe behooren bijv. alle
fabrieken van, synthetische brandstoffen. Deze zijn of
worden niet gedemonteerd, fnaar âls Sowjeteigendorn ter
plaatse verder geëxploiteerd. Terloops komt tei sprake;
dat scherp verschil dient te worden gemaakt. tusschen
nationalisatie en socialisatie. De laatste ‘term is .,alleen
toepasselijk in. een volledig ‘socialistische maatschappij.
Het is belachelijk, aldus onze zegsman, bijv. in het burger-
lijke Engeland, waar de leidende klassen dezelfde zijn
‘gebleven, van socialisatie te spreken.
Alle bedrijven, ook de genationaliseerde, Jlijven voor-
hands werken met inachtneming van het kapitalistische
i’entabiliteitsprincipe, aangezien ook mde Russische zône
voorloopig nog een kapitalistische maatschappij -ordening
bestaat. In Saksen is de algemeen coördineerende super-
visie,
bedrijfstaksgeyijze
opgedragen aan eet_ ,,Industrie-
vervaltung”, welke het beste met een concernleiding kan
vbrde”erleken. De communittische strijd tegen kar-
,
tels, trusts en concerns beteekent uitsluitend een machts-
vraag, doch is niet gericht.tegen den organisatievorm als
zoodanig. Machtsdrager mag
nl
uitsluitend het volk zijn.
Hoogste.u’iacht in-den lande, ook op het gebied der econo-
mische Politiek, is de volksvertegenwoordiging, derhalve
niet de Regeering, welke slechts mandataris is. .De ,,Lan-
des.eigene l3etriebe” ontvangen geen, subsidies, maar
moeten zichzelf handhaven in een normalen concurrentie-
strijd. De leiders ontvangen als stimulans voor hun p’res-
taties,naast hun salaris een zeker winstaandeel.
Tenslotte., de zgn ontmantelcie. of wel gedemonteerde
berijven. Dat zijn din.bedrijven, welke op het contode
herstelbetalingen naar Rusland zijn of zullen worden ver-
plaatst. ,Toegegeven wordt, dat deze ontwikkeling voor
de. Duitscher.s pijnlijk is,. doe.h.de
goedwillenden zullen
haar als ,,Erfüllung” billijken. Uiteraard zal door deze
demontage de. pro.ductiecapaciteit voorshands worden beperkt, dôch, hierbij dient te worden. bedacht, dat ook
tijdens,het 1-litlerregime slechts ,een .beperkt gedeelte der
voortbrenging aan de voorziening der civielbevolking
ten goede kvam De demontage betreft uitsluitend machi-
nes en materiaal. Arbeiders plus goodwill plus terreinen
blijven voor de .Duitsche economie behouden .Toegegeven
wordt, dat aanvankelijk in eenige
gevallen
ook arbeiders
zijn afgevoerd, doch zulks’ vindt.thans niet meer plaats.
Demontage beteekent niet steeds, dat het bedrijf in kwestie
yoor goed van. de kaart verdwijnt. In de eerste plaats,
omdat de ontmanteling vaak slechts een gedeelte van het
bedrijf betreft, in de tweede plaats aangezien daarna de
mogelijkheid bestaat van zgn. ,,Maschi’nenausgleich”.
Dit beteekent, dat de gelegenheid wordt geboden de v6or
voortzetting der productie henoodigde machines en appa-
raten ter beschikking te krijgen van ‘plaatsen, waarop
daaraan een minder
,
dringende behoefte bestaat. Deze
uitwisseling is echter begrijpelijkerwijs ten eenenmale ver-
boden voor bedrijven, die een uitgesproken militair ka-
rakter hadden. Na de geheele of partieele demontage
resteeren, vat’
‘men! noemt;•. ,;Produktionskeimzelle”. In
die gevallen, waarin niet van een zuivereoorl,ogsindustrie
sprake was, wordt iet to’epassing van de zoojuist vei-meldc
,,Ausgleich” de gelegenheid geboden tot de’ zgn. ,,Wieder-
anlauf”. 1-liervoor worden, in daâroor in aanmerking ko-
mende -gevallen, van overheidswege credieten op han
gen termijn verleend; doch geen verdere privileges.Uiter-
aard beteekent .00k deze gang van zaken, dat de bedrijvcn
in kwestie, waaronder er zijn, ‘die voorheen belangrijke exporten. naar Nèderland hadden, voorshands melk een
veelal-, zeer beperkte capaciteit zullen draaien.
Productie en. uiWoer.
Van Russische zijde is de toézegging gedaan, dat-de
p’roductiecapaciteit in deze zône, vooroover zulks ter
eenzijdige beslissing van’ de Russen staat, min’stens twee-
maal zoo groot zal zijn als aanvankelijk voorzien in het
industrieplan van den T nternationalen’ Contrôleraad.
,,Deutschland kein Kartoffelackej’!”, aldus luidt het devies
der beettingsautoriteiten. De productie zâl daârbij zoo-
veel mogelijk moeten worden gericht op hoogwâardige en
arbeidsintensieve goederen. Het’ pi’edicaat ,,Duitsch” is
immers voorshdnds eerder een negatieve dan een positieve
reclame, vandaar dat de werkelijke aanbeveling in de
kwaliteit zal moeten
–
worden gezocht. Een en ander be-
teekent, dat het’ volk zich tot nader order in zijn’ voorzie-
ningen zeer zal moeten beperken, mede’daar het geheele
gebied’ in vele opzichten van grondstoffeninvoer afhanke-
lijk is.’ Tevens ‘zal stelselmatig het ‘reredelingsverkeer
worden bevorderd.
•Resumeerende kan dus worden gesprôken van, uitvoer-
noodzaak, uitvoei’wil, alsmede – gezien de vraag naar
vele producten op de wereldmarkt – vn uitvoermogelijk
heden. Daarbij wordt niet uit het oog verloren, dat het
buitenland zich bij het plaatsen van orders’ niet onmiddel-
lijk tot de hoogwaardige goederen zal kunnen ,beperken.
812
ECO
‘
NOMISCH-STATISTISCHE BERICHT
‘
EN
16 April 1947
De kwaliteit der exportproducten zou echter geleidelijk
aan kunnen worden opgevoerd. Vermeld zij nog, dat in
het reeds ter sprake gekomen industrieplan de productie
van machines, welke voor de bewapeningsindustrie van
belang kunnen zijn, ten eenen male is verboden. Het plan
bevat een zeer uitvoerig gespecificeerde opgave van alle
machines, werktuigen e.d., w’elke onder deze verbods-
bepaling vallen. –
In alle industrieele bedrijven zijn of komen werknemers-
raden, v’elke een medebeslissingsrecht hebben op het
opstelle6 der productieplannen. 1-liermede is bereikt, dat
de werknemers hun practische ervaringen in dienst van
het .algemeen belang stellen. Deze opzet zal nog worden
uitgewerkt in dien zin, dat de raad ook invloed krijgt
op de
voorberelding
der plannen. Ook wat deze plannen
betreft, geldt weer het boven in ander verband besproken
principe: initiatief van onder op. liet accent ligt ni. op
het. bedrijfsplan, terwijl de hoogere organen slechts een
controleerende, aanvullende en cordineerende taak heb-
ben. O.a. dienen zij te waken tegen relatieve overproductie.
Schr. dezes stelt er prijs op, zij het ook na het in den
aanvang opgemerkte strikt genomen ten overvloede, erop te wijzen, dat het voorafgegane uitsluitend een documen-
taire strekking heeft. Moge de lezer zich er evenzeer van
bewust zijn, dat het weergeven dezer beschouwingen in
geenen deele instemming daarmede beteekent, als onze
communistische zegsman dit met een beminnelijke open-
hartigheid verklaarde te doen.
Drs
C. A. A. VAN LUTTERVEL’L’
Literatuur.
Die lVirtschaft,
Onafhankelijk eti heschouwend maand blad,
ui
ge-
geven te Berlijn.
Handel und Versorgung,
Weekblad, bevat ten cle o verlieidsvoorschrif-
ten op het.gebied der economische politiek.
INGEZONDEN STUKKEN.
DE BETEEI{ENIS VAN DE SALARIS- EN LOONSVERH000JNOEN VOOR DE PENSIOENFONDSEN.
Prof Dr Ir J. Goudriaan schrijft ons:
Met eenige verw’ondering nam ik kennis van het artikel
van J. P. H. Smits over ,,De beteekenis van de salaris-
en loonsverhoogingen voor de pensioenfondsen”.’) De zaak
is immers, dat deze ,,heteekenis” alleen bestaat bij de
pensioenfondsen, welke op een verzekeringstechnisch on-
juiste’ basis berusten. 1-let bedrijfsleven heeft .na de
inflatieperiode van 1920 de les geleerd en over het
al-
gemeen zijn pensioenfondsen op gezonde basis gebracht;
het zijn hoofdzakelijk de overheidspensioenfondsen, het
Spoorwegpensioenfonds e.d., welke hierin ten achter zijn
gebleven. Zie o.a. de dissertatie van
Thierry,
Pensioen-
voorziening in het particulier bedrijf (Paris, 1980), en het
rapport van de
Commissie Beurner
voor saneering van
het Spoorwegpensioenfonds (Landsdrukkerij,. 1939).
1-let lijkt mij gewenscht, nog eens op deze, nu toch wel
algemeen bekende aspecten van het vraagstuk de aândacht
te vestigen, nu zij zoo apert door den heer Smits worden
genegeerd.
De heer J. H. Textor schrijh ons:
1-Jet artikel onder bovenstaanden titel geeft ons aan-
leiding tot het maken van enkele opmerkingen. liet is
zoo duidelijk geredigeerd, dat er, naar ons inzicht, weinig
aanleiding bestaai voor de veronderstelling, dat het
verkeerd zal worden begrepen; een verschil van meening
moet dis wel de principieele gedachten betreffen, die er
in iijn
,
neergelegd.
Wij zijn het met den schrijver eens, totdat hij de vraag
stelt: ,,Is dit een rechtvaardige oplossing?”,
1. In de derde alinea van de onder dit hoofd geplaatste
1)
Zie: ,;E.-S.B.” van
26
Februari ji., no.
1555.
paragraaf poneert hij de meening, dat pensioenpremiën
worden betaald uit de laatst toegevoegde ïnkomens-
deelen.
Zooals het daar staat, kunnen wij deze meening niet
onderschrijven. Wij kunnen ons namélijk zeer goed voor-
stellen, dat de ,,zorg voor den ouden dag” in het indivi-
dueele consumptieplan een vooraanstaande plaats inneemt.
Waar is het echter, dat de waarde van deze zo’g gelijk
is aan het nut vah de laatste behoefte, die nog in het
consumptieplan.is
opgenomen, ‘Loodat dit grensnut voor het individu met een hoog inkomen geringer is dan voor
iemand met• een laag inkomen.
Dit kan echter, alternatief, van alle andere, in het
consurnptieplan opgenomen uitgaven v,’orden gezegd.
Een consequente doorvoering van het principe, om
dergelijke .uitgaven progressief (of, van den anderen kant
bezien: degressief) te stellen, leidt er toe,, dat tenslotte
alle onderling in hoogte verschillende geldinkomens door
prijsdiscriminatie meer en meer worden herleid tot
een gelijk reëel inkomen. Des te meer de voorziening in
de behoeften van de menschheid van den individueelen naar
den collectieven (oveaheids)sector wordt overgebracht,
des te meer zal deze tendens doorwerken, indien de daan’-
aan verbonden lasten door middel van progressieve be-
lastingen worden gedekt. –
Of men in deze richting al of niet moet voortgaan is
een quaestie van economische en sociale politiek, welke,
al naar gelang’ van het uitgangspunt, verschillend kan
worden bezien.
Wij achten des schrijvers meening dan ook alleen aan-
vaardbaar, indien en voorzoover de zorg voor. den ouden
dag principieel tot de overheidstaak zou woi’den gerekend,
dus van overheidswege aan ieder een minimumpensioen
zou worden gegarandeerd. Of wil hij bij vrijwillige – al
of niet collectieve – ouderdomsverzekering zijn systeem
ook toepassen? Zoo ja, hoe? –
1-hoe denkt hij zich de oplossing, indien er nog andere
inkomensbronnen zijn, bijv. een belegd vermogen? Moet
niet de geheele draagkracht in aanmerking worden ge-
nomen? –
1n de vierde alinea constateert de schrijvei’, dat de
nutsopbrengst van het pensioen grooter is dan het nuts-
offer der premie, tenzij de verzekerde 100 pCt van zijn
loon als pensioen zou genieten. Naar onze
–
meening is dit in het algemeen niet juist.
Waarom toch is het pensioen bijna nimmer gelijk aan het
loon, doch minder? Omdat de gepensionneerde – over
het geheel genomen -: in andere omstandigheden verkeert
dan de loontrekker. De zorg voor het onderhoud en de
opvoedingvan de kinderen is afgeloopen; ook de instan-
houding van de woning en het meubilair eischt minder
voorzieningen. Zoo kunnen wij doorgaan.
Gelet op de noodzakelijke ,,gezins”uitgaven, is het de
vraag, of inderdaad de nutsopbrengst van het pensioen
per individu grooter is dan het nutsoffer van de premie.
In het feit, dat het pensioen lager wordt gesteld dan het
loon, zien wij juist een poging om het niveau der behoeften-
bevrediging (tweede wet van Gossen) op gelijke hoogte te houden. Naar onze meening verwart de schrijver hier
het inkomen per gezin met dat per individu.
Wellicht vindt de geachte schrijver in het bovenstaande ,
aanleiding zijn standpunt nader toe te lichten.
Naschrift.
Indien de redactie van de ,,E.-S.B.” ons daartoe in de
gelegenheid st’elt, zullen wij de opmerkingen van den heer
Textor gaarne beantwoorden.
Het systeem van premieheffing naar een vast percen-
tage van het loon is nog steeds in zwang, ook bij grootere
instellingen. Het was onze bedoeling aan te toonen, dat
de druk der premiën hierdoor onrechtvaardig is verdeeld.
Ter illustratie namen wij daarvoor een in dè practijk voor-
komend voobeeld. Prof. Goudriaan stelt een ander pro-
16 April 1947
–
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
313
bieem aan de orde, ni. dat van den verzekeringstechnisch
rationeelen grondslag. Maar ook bij verzekeringstechnisch
volmaakte pensioenfondsen zal een gelijk premiepercentage
een ongelijken druk geven – en daarop wilden wij de aan-
dacht vestigen. –
J. P. II. SMITS.
AANTEEKENING.
I)E NEI)EItLANI)S CIIE IN VOER IN
1946.
liet vraagstuk van den in- en uitvoer en de daarmede verband houdende deviezenpositie staan thans, zoowel
hier te lande als elders, in het centrum van de belang-
stelling.
Door exporthevordering, door het opnemen van bui-
tenlandsche crediëten en door het aanmoedigen van
vrijwillige liquidatie van buitenlandsche beleggingen (hijv.
door de thans aangekondigde binnenlandsche dollar:
leening) wordt ten onzent getraçht, voldoende valuta te
verkrijgen om den noodzakelijken . invoer te betalen.
1
,A’aaruit is deze invoer samengesteld? Bestaat zij groo-
tendeels uit-levensmiddelen of uit. productiemiddelen en
andere goederen voor den wederopbouw; welke is de
beteekenis -van den zoo vaak besproken import vau al
dan niet luxueuze automobielen?
Teneind hierin eenig inzicht te verschaffen, publi-
ceerden wij in ons nummer van 9 April jI. (blz. 299) eenige
statistieken over den invoer, verdeeld naar landen en
naar een aantal belangrijke soorten artïkelen Deze sta-
tistieken worden in dit nummer voortgezet (blz. 317)
hoewel de cijfers deels op schatting van het C.B.S. be-
rusten, is de nauwkeurigheid groot genoeg om er eenige
algemeene conclusies uit-te trekken.
Allereerst de
handelsbalans
van Nederland. Zooals be-
kend, .overtrof de waarde van den goedereninvoer ook
in het verleden steeds de waarde van den goed erenuitvoer.
Dit verschijnsel deed zich in 1946 in ongekend stdrke
mate voor.
Bedroeg het tekort op de handelsbalans in 1939 nI.
f550 millioen, in 1946 was dit cijfer f1.520 millioen, m.a.w.•
bijna f 1 milliard meer. Zooals vanzelf spreekt, moet
hierbij rekening worden gehouden met het sterk ge-
stegen prijsniveau; zoo bedroeg het indexci,jfer van groot-
handelsprijzen van het C.B.S. in 1946 250 tenovei’ 100
in 1938/’39. l)e vergrooting van liet tekort op de handels-
balans werd echter niet alleen veroorzaakt door de prijs-
stijging, maar ook door
,
het feit, dat Nederland minder
produceerde, dus meer moest. importeeren en minder kon exporteeren. Dit had tengévolge, dat de invoer in
1946 slechts voor 34 pCt. door uitvoer werd gedekt;
tegenover een correspondeerend cijfer van 64 pCt. in 1939.
Deze situatie is niet geheel en al een verrassing; reeds
in het voorjaar van 1946 verwachtte het Centraal Plan
Bureau voor 1946 een invoer van 12,8 milliard tegenover
een uitvoer van ‘f 1 milliard.
In de tweede jlaats verdient de w’i.jziging de aaidacht,
welke heeft plaatsgevonden in de volgorde van belang
–
rijkheid der importlanden. Zooals de tabel op hlz. 299
van ors vorige nummer aaneett, kwamen -in 1939 de
grootste invoeren uit Duitschland, België, de Vereenigde
Staten. Groot-Brittannië en Nederlandsch-Indië. In 1946
zijn Duitschland en Indonesië 1.an minder
•
belang
–
ge-
worden; de volgorde werd aldus: De Vereenigde Staten,
Groot-Brittannië, België, Zweden en Frankrijk.
Yei-volgens zij hier gewezen op. het karakter van de
ingevoerde goederen. Voor productierniddelen en gond-
stoffen i’oor de industrie,
zooals ijzer, staal en andere me-
talen, en werktuigen, machines en apparaten, blijken
België met.f 155 millioen en Groot-Brittannië met f 137
millioen belangrijker leveranciers voor ons te zijn geweest
dan de Vereenigde Staten, welke iaa4ste ons hier f76
millioen leverden. Voor hout is Zweden zeer belangrij
met 162 milhioen. –
In de groep
verkeer
traden vooral de Vereenigde Staten
en Engéland op den voorgrond. Wanneer wij alleen eerst-
genoemd land bezien, valt het op, dat de importwaarde
van- Amerikaansche auto’s (inclusief onderdeelen) nog
geen 7 pCt. van den totalen invoer uit de Vereenigde Sta-
ten uitmaakt: De import uit de Vereenigde Staten van
auto’s tezamen met d,ien van benzine, bedroeg in 1946
nog niet zooveel als het bedrag van den post tarwe- en
tai’wemeel. . .:
14
1
Onder de groep
cqnsumptie
speelt tav. Engand,
België en Frankrijk de groep textiel een belangrijke rol,
waarbij echter niet uit het oog mag worden verloren,
dat een deel hiervan na bewerking in ons land weer voor
export diende. – –
Het opvallendst is wel het groote bedrag aan con-
sumptiegoederen, dat uit de Vereenigde Staten werd ge-
importeerd. Van den tolalen import ad 1535 -millioen
werd 1233 millioen voor consumptieve doelëihden aan-
gewend, waarvan het grootste deel voor loopende con-
sumptie.
Daarentegen werden uit de bovengenoemde vier Euro-
peesche landen niet- alleen relatief, maar ook’ absoluut
meer goederen voor productieve doeleinden ingevoerd.
De door Nederland tot nu toe verbruikte dollars hebben
derhalve voor eeh aanmerkelijk gedeelte gediend omhet
Nederlandsche volk in het leven te houden.
u
BOEKBESPREKING.
Nederlands Economisch Herstel,
samengesteld onder leiding
van M. Weisglas. Elsevier, Amsterdam/Brussel 1946.
De bevrijding van ons land ligt reeds wepr
.
zoo ver
achter ons, dat het verlangen’ naar een samenvattend
overzicht van het economiséh herstel, dat sindsdien heeft
plaatsgevonden, – en van de problemen, die zich daarbij
voordoen,, begrijpelijk is. Een dergelijke terugblik is
nuttig, omdat met behulp daarvan een antwoord kan
worden gezocht op de vraag, welken weg Nederland in
economisch opzicht gaat en moet gaan. Vie terugziet
op onze recente economische geschiedenis, doet dat met
het’ oog op de toekomst. De moeilijkheid hij een dergelijk terugzien is, dat het
vraagstuk van ons economisch herstel zoo vele en geva-rieerde aspecten vertootit, zoodat het verkrijgen van een
duidelijk overzicht wordt bemoeilijkt. Een volledige
.bèschrijving van w’at er sinds de bevrijding op economisch
gebied- is voorgevallen, is daarom practisch onmogelijk.
1-liervan is ook de heet- .Weisglas zich, zooals uit zijn
voorwoord blijkt, hewust. –
Deze moeilijkheid is echter niet van veel belang. Feiten-
materiaal dient, om w’etenschappelijk te kunnen word6n
verw’erkt, nu eenmaal te worden geordend van een be-
paald gezichtspunt uit. Slechts op
–
deze wijze is het mo-
gelijk, de feiten te laten spi-eken en den samenhang in
de verschijnselen duidelijk te maken. Goed beschrijven
is oorzakelijk, of liever,, gezien de interdependentie der
economische. verschijnselen, in samenhang beschrijven.
Van welk gezichtspunt uit- moet men nu Nederlands economisch herstel bezien? In eersten aanleg
.:zijfl
ver-
schillende ant’oorden mogelijk, ‘maar bij nader inzien
dringt zich toch één grondgedachte naar voren”): het
wederophouwprocés is in wezen een vraagstuk van ka-
pitaalvorming. 1-Jet kernprohleem van het economisch
herstel ligt in de vraag, hoe en in welk tempo ide mid-
delen kunnen worden verkregen, waarmede liet productie-
apparaat, in al zijn geledingen, kan wordén hersteld en
vernieuwd. De bronnen, waatuit Nederland voor dit doel
kan putten, zijn: credieten van het buitenland, liquidatie
van beleggingen in het buitenland, besparingen binnens-
lands, herstelleveranties en recuperatie – van weggevoerd
bezit. Van de beide hatstgenoemde posten is, zooals de
‘)
VgI. Kenneth E. Boukling, The Econornies of Peace”.
II
–
314
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
16 April 1947
“.4
ervaring heeft geleerd, weinig te verwachten; de beleg-
gingen buitenslands gingen voor een groot gedeelte reeds
tijdensden oorlog verloren, terwijl een ander gedeelte
vastligt in de overzeesche gehiedsdeelén; buitenlandsche
credieten zijn tot nu. toe slecht in bescheiden mate ver-
kregen:”Vandaar de noodzaak tot het opvoeren der be-
sparingeï, of wel, toegespitst op Nederlandsche verhou-
dingen, productie voor den export, teneinde in ruil daar-
voor de ivoor den wederopbobw benoodigde materialen
te verki’ijgen. Vandaar ook, als binnenkort de wereld-
markt geen ,,sellers’ market” meer is, de beteekenis
van ons prijspeil, dat door verschillende omstandigheden,
zooals de nog lage arbeidsproductiviteit, de hooge import-
prijzen de devaluatie van den gulden en de begrootings.
tekorten, nog hoog wbrdt gehouden..
Ziehier. een mi. betrekkelijk eenvoudig schema voor
een duidelijke eji beknoptebeschrijving- van Nederlands
economisch herstel, waarin de vele aspecten van het
vraagstuk gemakkelijk hun plaats vindep
1-let bezwaar, dat ik tegen ,,Nederlands Economisch
Herstel” zou willen aanvoeren, is, dat het niet op een
dergelijkCentraa1 Plan” is gefundeerd. Men mist in drin
opzet niet alleen de. strakke lijfi, men mist de’.lijn als zoo-
danig; er is geen verband tusschen de bijdragen der verT
schillende auteurs: Het boek gaat in de breedte, niet iti
de diepte.’ . . . –
Ik zou dit een ernstig bezwaar willen noemen. Immers,
juist de niet deskundige lezers, tot wie dit boek zich richt,
voeleiï de , moeilijkheien van ons ecdnomisch herstel
dagelijks raan den lijve, zonder den samenhang in dé ver-
schijnselente doorgrbnden. En ook hier weer interdepen-
dentie:.het economisch herstel is er juist bij gebaat, dât
men hetbegrijpt. Een bundel, waarvan de titel dpn inhoud
niet dekt, brengt ons’in dit opzicht niet verder.
Wanneer men dit bezwaar heeft verwerkt,laat de inhoud
van dezen.bundel zich verder met genoegen lezen. Elk
der auteurs is deskundig op zijn gebied en verschaft
daarover waardevolle informatie.
J. H. L.
INTERNATIONALE NOTfl’IES.
EXPORT UITDE VEREENIODE STATEN.
Ten aanzien van ae financiering vaii den export ui
de Vereenigde Staten toont men zich in dit land, ondanks
den roep om dollars in Engeland, Frai’ikrijk, ‘Candda, niet
overmatig pessimistisch, althans voor het loopende jaar.
Men verwijst nâar de nog teeds bestaande dôllarleeningen,
naar de International& Bank en het Internationale Fonds.
Dit geluid kon men beluisteren in eei’i beschouwing’ van
het ,,Federal Reserve Bulletin” van December 1946 –
zie ,,E.-S.B.” “Van 19 Februari jl: —; in denzelfden trant
liet zich William Nic. Martin, president van de Export-
Import Bank in ,,The Commercial & Financial Chro-
nicle” van 13 Maart ji. uit;,…. the prospect”, aldu’
zeide hij, ,,is that & high level of’United States exports
can be financed during 1947 without any serious drain
on the existing gold and dollar resources of foreign
countries”.
Toch heeft de duurzame handhaving van een belang-rijken export uit de Vereenigde StateO aldaar de volstê
aandacht. De rede van President Truman bij zijn aan-
vaarding van het eeredoctoraat aan de universiteit vin
Waco liet aan duidelijkheid niets te wenschen over. Hij
wilde een 5’rijeï-en handel en een belangrijke verlaging an
de bestaande tariefmuren. Tegenover dit verlangen staat
de armoede van verschillende landen aan dollars, een ar-
moedè, die tot dusver gecompenseerd werd ddor lèeningen.
IIoe”èchter, als ‘deze leeningen ophouden?
Ook dan acht presidet William Martin van de Export-
Import Bank het gevaar nog niet acuut. Er bestaan immers
nog groote goud: en dollarreserves ih handen van buiten
landsche monetaire autoriteiten, die aangewend kunnen
worden voor de betaling ‘van Amerikaansche exporten
en van rente en aflossing aan de Vreenigde. Staten.
Deze reserves» schat’ hij op S 19 milliard aan het eind
van 1946, tegen $ 11,5•milliard eind 1941.
-Er zijn ook nog andere reserves, t.w. $ 4 mïlliard van
de Internationale Bank en het Internationale ronds, verder
de bevoegdheid van de Export Import Bankom nog
S
900
millioen uit te leenen
,per
eid,van dit jaar, de nog niet
verbruikte credieten ‘ân Engeldnd en de goudproductie
buiten de Vereenigde Staten’ tot” een bedragvan $ 700
millioen per jaar. .
Dit zijn de middelen, waarmee,
naast
de inkomsten
uit importen in de Vereenigde Staten, de exporten uit
dit land door de afnemers, ook in de jaren na 1947, kunnen
worden betaald.
ERTIIAGIN1 IN DE RECONVEESIE VAN DEN
AMER!I{AANSCHEN LANDBOUW.
Hoewel de reconvrsie in de Vereenigde Staten over het
algemeen vlot’ verliep, zijn er toch enkele sectoren, met
name op agrarisch gebied, waar dat niet het geval was.
De tareproductie vertoonde in 1946, aldus de ,Survey
of Curient Business” van Februari jI., een nieuwe stijging.
De verwachtingen voor 1947 zijn van.dien,aard, dat ,,a
new peak” tegemoet wi’rdt gezien’. Volgens ramingen
van het Departement van Landbouw zal de tarwe-oogst
dit jaar met 1.212 millioen bushels de grootste zijn van
alle tijden (1946: ,1.156.millioen). Deze productie is ,,far
beyond the prospective postwar markets ……. for Uni-
ted States wheat”. Zij vindt haar oorzaakin het graan-
tekort in de door den oorlog geteisterde landen in Europa.
Een ander product, dat eveneens nog niet binnen de
grenzen van een vredeseconomie teruggebracht kon
worden zijn ,oliehoudende zaden. .V66r den oorlog vond
aanvoer uit’het Verre Oosten plaats. Het uitblijven daar-
van noodzaakte do Vereenigde Staten tot’ uitbreiding
van de eigen productie, die thans nog niet kan worden
ingekrompen, omdat de politieke veiwarring in vele Azia-
tische landen daar de oorzaak is van een abnormaal
lage productie. ‘ . ‘ . ‘ ,
De vraag rijst’, welke gevolgen de te verwaôhten ver-
hoöging van de productie van graan en oliehoudende
zaden in Europaen Azië op den Amerikaanschen landbouw
zal hebben. . . . .
Een reconversievraagstuk, •dat tlansreeds betrekkelijk
acuut is, betreft de productie van- aardappelen, die ten
gevolge v,an het gebruik ‘van D.D.T. een dusdanigen om-
vang aannam, dt subsiçlies. noodig werden. Een tegen-
gesteld beeld geven de toestanden in de katoenproductie.
Deze kromp tijdens den oorlog zoodanig in, dat de’,,carry-
over” te klein bleek te zijn voor de huidige behoeften.
Uitbreiding van de productie is noodig, doch dit ont
moet moeilijkheden in verband met het tekort aan arbeids-
krachten, dat voorloopig niet kan worden geccmpen-
seerd door meerdere mechanisatie.
,Zoo 1ent de reconversie van den landbouw in de Ver-
eenigde ‘Staten ook haar moeilijkheden, al zijn zij niet zoo
groot als ria den eersten wereldoorlog, tben de aanpassing
veel trager verliep.
-‘ -HERLEVING VAN DEN HANDEL TUSSCIIEN MALAKKA
EN JAPAN.
Onder cfe landen, die véôr den. oorlog rubber uit Ma-
lakka importeerden, nam Japan de derde plaats in. Het
ziet er naar uit,’ zoozegt ,,The Times Review of Industry”
van ‘April 1947,, dat Japan deze positie spoedig ,wéér zal
innemen. In December 1946 verliet voor het eerst ‘een
lading rubber Singapore niet bestemming Japan; in Ja-
nuari en Februari 1947 bedroegen de -v.erschepingen resp.
1.675 en 2.400 ton. –
Nadat de Overheid da rubber van handelaars heeft
gekocht (tegen een vastgestelden prijs), vindt verscheping
plaats naar het ,,Supreme Command for the Allied P0:
$’
1
16 April 1947
ECONOMISGH-STATISTISCHE BERIçHTEN
315
vers”, dat vervolgens voor .verdeeling onder de Japan-
sche fabrikanten zorg draagt.
Wat de tegenprestaties van Japan betreft, de eerste
lading Japansche textielgoedei’en wordt binienkort in
Singapore verwacht. iIadelskringen.in
Singapore achten,
bij ‘de verwarde toestanden in China, de kanseti voor de
Japansche industrie gunstig en vragen iich al af, wanneer
het systeem van quoteering. van den invOer, zooals dat
tusschen de beide wereldoorlogen werd toegepast ter be-
scherming van Lancashire, weer zal w’orden ingevoerd.
Het spreekt vanzelf, dat çritiek op .deze -hervatting
van den handel met Japan niet is uitgebleven, maar van
overheidswege is erop gewezen, dat de Japansche industrie
op gang moet komen, w’il er sprake zijn van herstelbet.-
lingen. Eenigen indruk ian de bedragen, waar het ,hier
om gaat, geeft het feit, dat alleen al het bedrag, waarop
Singsipore aanspraak maakt, 700 millioen Straits dollars,
d. i. ongeveer £ 85 millioen, groot is. Doch, zoo zegt het
blad, ,,if credits from rubber are to be used to pay for piece-goods and other imports from Japan, this trade
.
appears hardly likely to yield much margin for repa-
rations”.
SPAÂNSCH-‘ENOE LSCHE MONETAIRE OVEREENKOMST
In de -rij van landen in West-Europa,’aarmede En-
gêland monetaire overeenkomsten heft gesloten, heeft
thans ook Spanje ‘een plaats gekregen. Beide landen
nemen op zich saldi van elkaars valuta aan te houden,
tegen een koers van 1 £ = 44 peseta’s, met de bedoeling
daarmede de wederzijdsche inkoopen te financiei’en.
In dit geval gaat heC pm
.
een bedrag van £ 2 millioen voor,
Spanje en, 88 millioen peseta’s voor Engeland. Bovendien
neemt Spanje verder op zich om bdven de overengeko-
men som nog een extra bedrag aan ponden aan te houden.
lIet verdrag trad in werking op 8 ‘April ji.
Bladen als ,,The Times” en ,,Thè Financial Times”
toonen zich in hun nummers van 5 April jl. zeer voldaan
ov’er dit verdrag. Ten
eerste is daar het feit, dat Engeland
in de gelegenheid is om een deel van zijn import te, be-
trekken van een land met een ,,sof t currency”. Uit Sanje
placht , Engeland te koopen sinaasappelen, tomaten,
bananen, gedrdogde vruchten, pulp, herry, wijnen, pot-
asch, ijzererts en pyriet. In 1946 bedroeg de invoer uit
Spanje £ 15 millioen, de uitvoer naar Spanje £ 8,5 millioen
(hoofdzakelijk industrieele artikelen). De invoer voor’
1947 wordt geschat-op £20 £ 25 millioen; het nadeelig saldo zal vermoedelijk ook grooter zijn. En hier ligt de
tweede reden van voldoening. Door Spanje’s bereidheid,
om boven de £ 2 millioen nçg een additioneel bedrag
aan ponden’ aan te houden, wordt het nadeelig saldo van
Engeland practisch door een .Spaansche leening aan
Engeland . gefinancierd. 1-let nadeel bij dit. crediet is,
dat het koi’t is en Engeland diis plaatst voor het probleem
van terugbetaling in de naaste toekomst. .Verder moet
ook rekening worden gehouden met de voorwaarde van
de Engelsch-Amerikaansche leening, die ‘inhoudt, dat
£-saldi in andere valuta geconverteei’d mogen worden.
Voor ’15 Juli a.s., aldus het voornemen,
,
zal over deze’
‘aangelegenheid een nadere beslissing worden genomen.
GELD- EN KAPITAALMARKT.
De geldmai’kt was’ in de afgeloopen week iets’ ruimer,
aoordat niet alle vervallend schatkisapier werd her-
belegd. De banken waren hierdoor in staat om opgenomen
credieten bij De Nederlandsche Bank af te lossen (de post
beleeningen vertoonde
‘p
den weekstaat per 8 April
jl. een daling met f 19 millioen) en hun tegoeden bij deze
instelling te vergrooten.
1-Jet iets grootere geldaanbod weerspiegèlde zich in een
dalingvan de callgeldrente. van If
,
pCt. tot 1 pCt.,en in
een vermindering van het disconto voor vier- en vijfmaands
schatkistpromessen met
1
/
16
pCt. t9t’ 1/ pCt. Voor
het overige was er w’el een tendens tot iets lagere markt-
disconto’s ‘dan de voorafgâande week, zonder dat een
daling zich algemeen in feite voordeed.
De Reering overweegt de uitgifte van een.’ binnen-
landsche doIlrleening van $ 100 millioen met een ioop-
tijd van 40 jaar en een rentetype van 3 pCt. Zij is be-
doeld voor hen, die dollarfondsen realiseeren of sedert
20 September £946 reeds hebben verkocht. aast het
verkrijgen van dollars• schijnt de Regeering.iihiermede
ook binnenlandsche koopkracht te willen binden, getuige
het feit, dat de leening ook open staat voor hen, die hun
Anierikaansche fondsen reeds hebben verkocht; al zit
hierbij misschien ook de wensch voor, om alle verkoopers
van Amerikaansche fondsen. een gelijke behandeling te
waarborgen. Het prospectus dezer leening schijnt spoedig
te zullen wor’den gepubliceerd, zoodat dan nadere hijzon-
derheden bekend zullen zijn en de .eventueêle mérites
dezer leening kunnen worden beoordeeld.
De koersen. van binnenlandsche aandeelen vertoonden
over het algemee’n op 8 April ji. een stijging t.o.v. den
laatsten beursdag in de voorafgaande week, maas’ daarna
trad een zekere daling in voôr het meerendeel der fondsen,
onder leiding van aandeelen Koninklijke. Hoewel nog
niet bepaald van een reactie kan worden gesproken,
schijnt de beurshausse haar voorloopig hoogtepunt te
hebben bereikt. ..
De Indische fondsen waren in de afgeloopen week vrijwel
alle aanzienlijk lager in koers. Het schijnt, dat het nieuws
omtrent den toestand der betrokken ondernemingen,
dat geleidelijk birfnenkomt, niet zeer bpwekkend is.
Hoewel de koers der 3-3k pCt. 1947 weer iets aantrok,
nl van 99 tot
/16
pCt., is de toestand op delobligatie-markt toch nog zoodânig, dat de 3 pCt. conversieleening
Alkmaar met 20-jarigen looptijd mislukte. De markt
zal voorloopig voor 3 pCt. leeningen w’elnietzeer toe-gankelijk zijn. Een emissie van obligaties met 31 pCt. rente, ook al betreft het een industrieele leening, heeft
blijkens de recente ervaringen gereede kans van slagen,
omdat naar het schijn,t de institutioneele beleggers hier-voor groote belangstelling toonen. Uit. den aard der zaak
is de financiering van ondernemingen met geleend geld
fiscaal zeer voordeelig, maar toch vraagt men zich af,
of hierbij de noodige voorzichtigheid wel altijd in acht
STATISTIEKEN.
DE NEDERLANDSCHE BANK.
(Voornaamste posten in duizenden guldens)
e.
E
Z.
CIS
—
o
24Fe’br.’47
647,938
4.462.931
61.837
– –
151.317
3 Mrt ’47
467.548 4.468.251
101.264
1
155.150
10
,,
’47
521.753
39.953
69.072
4.
152.200
17
,,
47
521.794
41.339
87.494
,,
1
162.388
24
.,,
’47
521.847
45.126
79.671
1
170.433
31
,,
’47
521.929
56.645
52.510,
0.9
173.986
8April47
522,043
56.645 55.926
101
155.342
14
,,
’47
522.085 156.076
19.433
101
;152.047
Saldi
in
rekening-cosfrârit
–
‘O•
0
.
–
0′
00
–
0
.
o,…5
b
:
CO
24Febr.’47
2.694.844
1.159.861
1
54.194 41.191
618.475
3 Mrt ’45
2.740.095
903.63,9
1
60.012
1
46.052
,
,,697.858
10
,,
’47
2.722.424
708.454
1
47.085
1
43.147
‘680.047
17
,,
’47 2.708.881 741.917
31.027
,
42.705 697.306
24
’47
2.705.391
754.162
31.613
1
43.820
686.750
31
,,
47
2.765.891 680.418
1
31.739
1
41.844 688.649
8April’47
2.760.301 635.954
1
63.600
1
39.942
.698.458
14
,,
’47
2.719.259
687.124
.45.982
1
38.573
.763.908
77,
316
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
16
April
1947
wordt genomen.’ Vora1 conjunctuurgevolige onderne-
mingen dienen blijkens de ervaringen, met het aangaan
van vate rente- en aflossingsvbrplichtingen zeer voor-
zichtig te zijn. Zoolang de zekerheid niet bestaat, dat het
conjunctuurverschijnsel is uitgeschakeld, dient men bij
de finaiiciering van ondernemingen hiermede stellig re-
kening te houden.
3
April
11.
‘Aril
1947 1947
A.K.0.
…………………..
158f
169
v.
Berkel’s
Patent
…………
131
1311
Lever ]3ros. Unilever C.v.A.
,.
261
264e
Philij’Gb.v.A.
……………
‘
360 370
Kon.
Petroleum
……………
406 406
iI.A,L.
…………………….
179 179
N.S.0.
…….
……………..
i64
1631
FI.V.A…..
…………………..
219
.
200
Deli
Mij
C.v.A.
……………
..
139 128
.Amsterdam Rubber
…………
146e
1331
1)14
NEI)ERLÂNJ)SCIlE DANK.
Verkorte balans
0!)
8.April
1947.
Activa.,
Floofdbank T
–
‘)
ach ldbr’
Bijbank
,,
–
in disconto
Agentsch.,,
1
100.900
1)
Vissels, schatkistpapier en schuldbrieven, door
de Bank gekocht (art. II, le lid, sub 3 van de
iankwet 1937 j° art. 4 van het
Koninklijk
besluit vali
1
October 1945,
Staatsblacl No.
F206)
……………………….
..
….
.-
Schatkistpapier, door de Bank overgenomen van
den Staat.der Nederlanden ingevolge overeen-
komst van
26
Februari
‘1947
……………..
2)00.000.000,-
Beleeningen:
Hoofdlbank
T
‘143.110811;.4 0
t)
(mcl.
voor-
schotten in re-
Bijbank
280.172,36
kening-courant
.
op ondei’pand)
Agentseb.
,,
1 1.950.750,14
155.341.733,90
Op
effecten,
ens ………..
..155.016.202,37
t)
Op goederen en ceelen
..,,
325.531,53
155.341 ,733,99t)
Voorschotten aan het Rijk (art. 16 van de Bank-
–
wet
1937)
………………………….
Boekvordiering op den Staat der Nederlanden
ingevolge overeenkomstvan 26 Februari 1947 ,, 1.500.000.000,-
?dunt en muntmateriaal:
Gouden munt en gouden
muntmateriaal
……..f
520.379.864,63
Zilveren
munt,
enz…….1.662.664,87
522.042.529,50
Papier op het buitenland
. .
t
56.645.300,-
Tegoed hij coi’respondenten in
het
buitenland.
……..
..51.660.803,92
Buitenlanclsehe
betaal-
middelen ……. . ……..
..4.264.739,59
112.570.843,51
Belegging van
kapitaal,
reserves
en pensioen-
fonds
‘
……………………………
70.854.776,15
Gebouwen
en
inventaris
…………………..
3.000.000,-
Diverse
rekeningen
…………………….33.351.993,48
–
T
4.497.262.776,54
Pass
lve.
Kapitaal
…………………………….f
20.000.000,-
Reservefonds
……………………….
.. ..
12.377.4)2,28
J3ijzoncicre
reserves
……………………
..
23.774.634,92
,Pensioenfonds
……………………….
15.490.422,99
Bankbiljetten in omloop (oude uitgiften)
………
137.200)45,-
Jlankbiljetten in omloop (nieuwe, uitgiften)
……
2.760.301.385,-
Hankassignaties
in
omloop
………………
..
28.814,01′
Rekening-courant saldo’s:
‘5 B
ijks
Schatkist:
……t
635.953.525,47
C’rehlokktercle sal(1o’s
van
banken
……….
..63.600.137,45
Geblokkeercle
saldo’s
van
anderen
………….’.
, ,
39.942.453,14
Vrije
saldo’s
…………698.458.206,25
11
..
.437.954.322,31
Diverse
rekeningen
……………………
?0.1
35.640,03
f4.497.262.776,54
‘)
Waarvan schatkistpapier
recBtstreeks door de Bank in disconto ge-
nomen
……………………………
.
–
‘t)
Vaarvan .aan Nederlandseh-Indi0
(Wet van 15 Maart
1933,
Staatsblad no. 99)
42.165.200,-
Circulatie der door de Bank namens den Staat
in het ‘verkeer. gebrachte muntbiljetten
……
151.761.039,50
DE NJ6DERLANDSCHE BAN[.
Terkorte balans op 14 April
1947
Activa.
Wissels,pro-
Floofdbank
f-
1)
messen
er.
schuldbrieven
ij an
in disconto
gen sc
.,,
.•
o
900
–
Wissels, schatkistpapier en schuldbrieven, door
de Bank gekocht (art. II, 1e lid, sub 3 van de
Bankwet
1937
10
art.
6
van het
Koninklijk
besluit, van
1
October
1945,
Staatsbiad
No.
F204)
……………………………
–
Schatkistpapier, door de Bank overgenomen van
den Staat der Nederlanden ingevolge overeen-
komst
van
26
Februari
1947
…………….
2.100.000.000,-
Beleeningen:
Hoofdbank
t
(mcl, voor-
144.1 42.506,39 t
shotten in re-
Bijbank
,
411.706,33
kening-courant op onderpand)
Agentsch.,,
7.492.9.96,82
152.047.209,54
Op
effecten,
enz.
…………
151.791.084,01′)
Op goederen en ccelen
259.125,53 152.047.209,54
t)
Voorschot’en aan het Rijk (art. 16 van de Bank-
wet
1937)
………………
………..
–
i3oekvorclering
op
den
Staat
der Nederlanden
ingevolge overeenkomst van 26 Februari 1947.,
1.500.000.000,- Munt en muntinateriaal:
Gouden
munt
en
gouden
muntmateriaal
t
520.379.884,63′
Zilveren
munt,
enz…………
1.704.684,14
522.084.548,77
Papier op het buitenland
t
156.076.100,-
Tegoed hij correspondenten in
het
buitenland
…………
.15.002.487,81
l3uitenlandsche
betaalmid-
delen
…………………
4.430.787,96 175.509.375,77
Belegging van
kapitaal,
reserves
en
pensioen-
fonds
……………………………….
70.847.506,15
Gebouwen
en
inventaris
……………………
3.000.000,-
Diverse
rekeningen
……………………
..
29.488.197,92
T 4.553077.738,15
l’aslva.
Kapitaal …………………………….t
20.000.000,-
Reservefonds ……………………………12.377.412.28
Bijzondere reserves ……………………..23.774.634,92
Pensioenfonds …………………………..15.478.368,38
Bankhiljett8n in omloop (oude uitgiften) ……..137.) 77.530,–
Bankbi1jetten in omloop (nieuwe uitgiften) ……2,71 9.258.955,-
Bankassignaties in omloop ………………..54.057,95
Rekening-courant saldo’s:
‘s Rijks Schatkist:
……t
687.124.150,62
Geblokkeerde saldo’s van
–
banken ………………45.982.124.60
Geblokkeerde saldo’s van
anderen
……………38.572.579,15
–
Vrije saldo’s
………….’ 763.907.54 3,60′
–
,, 1.535.586.367,97 Diverse rekeningen
……. ………………
….89.370.411,65
4.553.077.738,15
i) Vaarvan schatkistpapier
rechtstreeks door de Bank in disconto ge-
nomen
… ……………………….. .-
) Waarvan aan Nederlandscb..Indiê
(‘Vet van 15 Maart 1933, Staatsblad no. 99) ,,
42.165.200,-
Circulatie der door de Bank namens den Staat
in het verkeer gebrachte muntbiljetten ……150.232.343,-
BANK VAN ENGELAND.
(Voornaamste posten in millioenen ponden).
05
,o
.2
_0
O
.2,
•
ô
19
Mrt.
’47
0,2 1.449,4 1.450
1.386,8
63,4
26 Mrt
’47
0,2
1.449,3
1.450
1.390,7
59,5
2April’47
0,2 1.449,3
1.450 1.400
50,3
9 April’47
0,2
1.449,2
1.450 1.402,9 47,4
Otlierseciirilies
Deposits
–
-‘-
ONB
o.
.
00
.
19 Mrt
‘4.7
0,7
–
333,5
11,4 18,7
409,3
10,2
307,7
26 Mrt
’47
0,6
322,0
11,1
16,8
391.4
10,6
286,4
2April ’47
0,7
330,2
17.3 17,9
397,9
12,0
.284,8
9April’47
07
335,9
18,2
16,8
401,3
9,5
290,0
Mr
–
‘
–
16 April 1947
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
317
NATIONALE BANIC VAN BELGIË.
(Voornaamste oosten In .millioenen franes).
•
.
°
–
a
eer:
Data
‘
1
,5
-r:o
P
:
co
•
–
.
..
27 Febr.
1947
6 Maart 17
13
1947
30.281
27.721
27.686
8.470 8.486 0.299
4.165 4.570
4.131
318
353 327
850
694
689
49.533 50.808 52.932
20
,,
1947
27.702
10.010 3.923
332
725
52.607
27
,;
1947
27.722
19.787
3.543
285
775
53.582
2 April
1947
27.727
9.879 4.258
363
772
53.452
10
,,
1947
27.736
10.331
4.305
370 793
52.812
Rekening-
courat
t saldi
—
Data
Id
–
0
0
0
cd cd
(/2
27 Febr. 1947
637
161.630
74.452
5
5.508
595
6 Maart 1947
637
163.351
75.348
2
6.270
590
13
,,
1967
637
163.215
75.142
3
6.406
588
20
1947
637
.162.396
74.733
3
6.011
587
27
1947 637
162.738
74.690
1
6.357
585
2 April
1947
637
163.492
75.823
3
6.019
584
10
,,
1947
‘
637
163.272 75.793
2
5.834
584
,’) Waarvan 10.493 millioen frcs. onbeschikbaar goudsaldo na
herwaardeering van den goudvoorraad (Besliiitwet no. 5 van
1-s-1944):
‘) Waaronder begrepen de post ,,Emissiebank te Brussel”, ten
bedrage van 64.597 millioen frcs.
) Deze post omvat: oude biljetten dver te boeken op tijdelijk
onbeschikbare of geblokkeerde rekeningen en niet aangegeven
oude biljetten.
SPECIFICATIE
VAN DEN INVOER IN
NEI)ERLANI)
UIT
GROOT
–
J9RITTANNIE, BELGII1 EN LUXEMBURG,
r/WEDEN
EN
FI1.ANKJIIJK IN
1946.
1)
Vaarcle x (1 millioen.
Groot-
Britt.
Belg.
&
Ltjx.
Zwe-
den
Frank-
rijk
l’rod uctlem iddeten en grond-
stoffen voor iiidiistrlc.
Ijzer, staal e. a. metalen
83
120
12
.7
Werktuigen, machines,
ap-
54
35
19
9
–
137-
155-
31-
16
Otond- en linipstoffen voor
lahl(Ibouw
en
veeteelt.
paraten
………….
Zaden en veevoer
‘
.4
3
–
4
2
13
–
10
–
6-
16
–
14
J)lver.se
grond-,
0fl
hill1)-
Stoffen.
Kolen
………………
1
Chemische producten
20
12
5
9
4
8
62
2
Steen, kalk, cement
4
20
5
Vensterglas e. a. glas
.’ t
12
–
30-
52-
72-.–
It
Verkeer.
2
KunstmeSt
……………..
Schepen;
baggermateriaal
4
‘
1
3
hout
…………………
Spoorwegniateriaal
‘
2
10
–
2
25
-t
9
Vliegtuigen
…………..
3
Motorrijwielen
………….
Rijwielen
(en onclerd.)
.
7
3
4
Banden en rubber
12
‘
1
2
Auto’s
(cii
onciercl.) ……..
Benzine en petroleum
.
3
.
.
3
–
56-
II-
13-
14
Cons itmptle.
voed ingsm 1(1(1 den
1 8
–
3
1
.
1 3
4
Thee …………………Tabak ……………….
Wijn Cn gedistilleerd
9
Zeep; geneesinidd.
……
.4
6
Katoen; wol; garens; klte
Schoenen;
Ieder.’…………
33
t
22
Papier, en drukwerk
6
ii
15
2
7
ding
……………..4/
–
9$-
54-
16–
34
Ïtaclio-artikelen
………..3
Niet ingedeeld
21
13
4
Totaal
……………..
348
301
136
9f
‘) Bewerkt uit de maandstatistieken van den in-, uit- en door-
voer in Nederland, C.B.S.
Zie verder E.-4. B:” van 9 April 1947,’ blz: 299.
DANK VAN FBAN1fRIJ'(C.
(Voornaamste nostn in millunp.np.n franes)
Voorschotten
aan den Staat
–
.
Bali
(-
O
C
6
j
;a.
V.
(/2
13 Maart 1947 20 Maart 1947 27 Maart 1947
3 April 1947
82.817
82.817 82.817 82.817
134.030 131.009 132.910 130.879
59.449 59.449 59.449
99.449
70.600
69.700
79.500
53.100
‘426.000
426.000 426.000
426.000
T
Bankbil-.
Deposito’s Data
jetten in
•
Totaal
‘
Staat
–
Diverscn
circulatie
13 Maart 1647
745.728
60.153
778
58.417
20 Maart 1947
740.635
58.534
779
56.611
27 Maart 1947
746.266 64.647
767
62.976
3 April
1947
764.622 61.652
818
–
59.791
NATIONALE BANK VAN ZWITSERLAND.
(Voornaamste oosten in inillioenen francs).
Data
/2 Q)O
–
.
.z.
•
‘-
•5)3
.
15 Mrt
1947
.4.984,8
163,0
•
70,1
52,8
3.794,6 1.294,3
22 Mrt
1947
4.972,2
159,7
72,4
52,8
3.794,8 1.269,3
31 Mrt
1047
4.959,9
158,0
77,0
52,4,
3.932,4
1.190,2
8April1947
5.038,7
152,8 73,7
52,4,,
3.882,4
1.226,6-
•
STAND VAN
‘S
RIJKS
KAS.
.,
V o r d e r i n g e n
31 Maart 1947 22 Maart 1947
Saldo van ‘s Rijks Schatkist
–
hij De Nederlandsche Bank
t
680.418.318,84
t
738.610.085,79
•
Saldo van ‘s Rijks SchatkiSt
hij
de
Bank voor Neder-
landsche Gemeenten …….
1.646.843,06
4.702.841,05
Kasvorderingen
wegens
ere.-
dietverstrekking
aan
het
1
–
•
‘t
–
Daggeldleening
tegen
onder-
…..
– –
Saldo der postrekeningen van
1tijkscomptabelen
………
346.798.811,82
,,
356.691.728,87
Voorschotten
op
ultimo,
Februari 1947 aan
de ge-
meenten wegens aan haar
1
buitenland
…………………
uit te keeren belastingen ..,,
82.230.820,24
82.230.820,24
Vordering in rek-courant op
pand
…………………..
Nederlandsch-Indie
……
…
650.728.779,1.1
621.674.649,67
36.372.809.89
,,
35.846.962,56 Curaçao
…………….
51.053,16
5.124.583,01
Het Algemeen Burgerlijk Pen-
sioenfonds
…………..
–
–
Suriname
………………
Het
staatsbedrijf der P., T.
……..
–
enT.
………………
…….
–
–
Andere staatsbedrijven en in-
…….
stellingen
………….
…
51 5.746.77,89
,,
51 3.800.059,p5
V e r
p
Ii c h t
i
n g e n
31
Maart 1947
22 Maan, 1947
•
Voorschot
clôor
De
Neder-
–
•
landsche Bank verstrek.t
. •
–
. –
‘oorschot
door17 e
N eder-
landsche
Bank
n
tekening-
i
–
courant verstrekt
–
.
–
•
Schuld
aan
de.
Bank
voor
•
i’/cderlandsche
Gemeenten
–
–
Scliathisthiljctlen
in
omloop
t
•
633.722.600,-
t’ 633.652.600,–
Scliall.i ;tpromesscn hij fleNe-
derlin-Ische Bank inzevolge
overeenkomst
i’,.is
26
Fe-
hriiiti
1917
.
2100.000.000,-
,,2100.000.000.-
•
Sclatkislpi’oinessen
in
oni-
loop
(rechtstreeks
hij
De
Nederlanilsehe
Bank is ge-
plalst
rit bil)
…………
6279.800.000,-
,,6273.200.000,-
Daggeldleeningen
……….
–
untbiljelten in omloop
•…,,
.
149.568.866,50
,,
148.500.496,-
Schuld
op
ultimo Februari
1947
aan
de
gemeenten
wegens
aanhaar
uit
te
…
keeren
helaslingen
……
•
– –
Schuld. in
rek-courant
aan:
Suriname
…………..
9l
….
–
–
lIet Algemeen Tiiirgerlijk Pen-
Nederlandsch-Indië
……….
…….-
sioenfonds
•………….,,
18.599.573,35
,,
32.437286,06
[let
taa1sbedrijf
der
P., T.
–
Curaçao
…………………..
323.285.233,51
,,
406.066.363,60
Andere staatsbedrijven
….,,
,
3.538.820,70
,,
3.549.943,66
en
T…………………….
Schuld aan dtverse insteflingen
in
rekening
met
‘s
Rijks
Schatkist.
…………..
.
..3238.623.136,78
3189.914.818,82
318
ECQNOMISCH-STATISTISCHE. ERICHTEN
16April
1947
..L?EDERAL RESERVE BANKS.
(Voornaamste oosten in millioerten dollars).
Metaalvoorraad
1
Data
Other.
1
U.S. Govt.
Totaal
Goudcer-
cash
1
securities
tificaten
12 Febi’. 1947
18.573
17.779
.1
332
23.803
19 Febr. 1947.
18.596
17803
1
338
23.918
27 Febr. 1947
19.085
.
18.290
1
338
24.044
5
Mrt
1947
19.163 18.370
j
333
•
23.242
1
Deposito’s
F.R.-bil –
__________
Data
1
jetten in
Member-
circulatie
Totaal
Gvt.
banks
12 Febr. 1947
1
24.405
‘18.642
1.711
15.994
19 Febr, 1947
24.332
18.777
2.358
15.7.70
27 Febr. 1947
.
1
24.310 19.372
2.372
15.781
5 Mrt
1947
24.338
18.445
1.407
15.930
Z%VEIIDSCHÈ IIIJICSI)ANK.
(Voornaamste oosten in millioenen kronen).
1ietail
Staatsfondsen
‘
:
Data
‘h
i
ii!;
H
:
otD
15Mrt
1947
610
,
386
1.676
381
259′
94
1
182
22Mrt
1947
610
386
1.605
381
225
194
182
31 Mrt
1947
.
585 370
1.735
380
213
94
182
3April 1947
541
343
1.761
387
235
94
182
Deposito
S
o
,
–
,
—
.
–
Direct opvraagbar’
,
,
5)
–
Data
.
..
–
.E-1
—
l5Mrt
1947
2.514
905
733
110
230
188
3
22 3Irt
1947
2.476
697
607.,
33
230 192
2
31 Mrl
1947
2.640
665
547
35
909
179
2
3April 1947
2.608
664 556
35
206
175
2
€*OUDPRODÏJCTIE
‘).
(in 1.000 dollars van circa $ 35 per ounce fijn).
Jaar
Zuül-
”
Afrika
Vereen
Staten’)
Canada
)
Austra-
hO ‘)
Totaal ge-
rappor
teerd
1939
–
.
448.753
196.391
178.303
56.182
1.020.297
1940
491.628
210.109
‘185.890
55.878 1.094.264
1941
‘
504.268′
209.175
187.081
‘
51.039
1.089.395
1942
494.439
130.963
169.446
42.525
966.132.
1943
448.1$3 48.808
127.796
28.560 760.527
1946
429.787 35.778 102.302
16.310
682.061
1945
‘
427.862
32.511
92.794
16.450
645.323
–
1946 J’a6.
35.892
3.984
‘8.346
1.470
55.758
–
–
Febr.
.32.971
3.283
8.013
1.330
‘
50.981
Maart,
30.871
3.639
8.677
‘1.400
–
50.656
Apil
34.793 3.226
8.338
1.435 53.900
Mei
36.740 3.158
8.412
1.610
–
55.857
Juni
35,732,
,
3.416
8.203
1.540 54.749
Juli
‘
36.657 3.993
8.384
1.785
57.193 Aug.
35.553
8.310
8.092
3.080
60.795
Sept.
.
34.509
6.798
8.047
1.925
‘Oct,
–
.
35.922
5.930
–
8.429
1.925
Nov.
33.823 4.900
.’) Ontleênd aan ,,Federal Reserve Bulletin” van Februari 1947.
) Exclusief .Sovjet Rualand.
‘
) Inclusief Philippijnen. Jaarcijfers’. ,.U.S. Mint”. De jaarcijfers
zijn schattingen van (le ,,U.S. Mint”; de maandcijfers schattingen
van liet ,,Ameridan Bureau of Metal Statistics”. Voor 1945 is het
totaal van de maandcijfers van het ,,American Bureah of Metal –
Statistics” gelijk gemaakt aan het jaarcijfer van de
,,u.s
Mmnt’
–
‘.
‘) Te beginnen met 1945 zijn de Cao. cijfers onderhevig aan
eventueele officieele revisie.
‘) Te beginnen met Dec., 1941′ werden’ de gegevens verschaft
door het ,,American Bureau of Metal Statistics”. Voor de periode
Dec. 1941-Dec. 1943 hebben de cijfers betrekking op Austraflë;
van Jan. 1944 af alleen op West-Australië. ,
MEi9EDEELING..
.
De ,,Economisch-Statïstische Berichten” ‘ zullen met
ingang van
1
Mia.s. ov,ershakelen op de nieuwe speling.
De redactie verzoekt haar auteurs’ vriendelijk, hiermede
rekening te houden. ‘Zij
is
bereid, die rnanuscripten, die
nog in oude spelling in portefeuille liggen of inmiddels
gereed, komen, zelf in de nieuwe over te brengen.
MAANDCIJFERS.
fECOMB1NEERDE MAANDSTAAT VAN DË VOELt NF.DEII-
LANDSCHEOEIOOTE 8ANIEN EN
VAN
HET NEI)Ett- LANDSCIJE BEDRIJF VAN IIE NEI)ERLANDSCIIE
IIANDEL-MAATSCJIAI’l’!J.
‘Noden.’
Nedeni;
Banken
–
.
Banken
en Ned.
–
Handel-Mij.
(In millio’enen guldens)
–
31
28
31
28
Jan.
Feb,.
J’ati.’
Febr.
1947
1947
,
1947 1947
Activa:
‘
Kas, kassiers en daggeldieeningen
Ned. schatkistpapier
………….
54
2185
71
2147
86
2617
80
2585
2239
2218 2703
2665
Visssls
………………….
.
24 24
4
10
.
9
49
6
,.
44
6
Ander overheidspapier
……….
Bankiers in binnen- en buitenland
103
184
159
Prolong. en voorsch. tegen effecten
45
41
,
57
.
53
182′
.4
172
295
262,
Debiteuren
…………………351
354
427
432
DeelnemIngen (mcl. voorschotten)
10
30
.
10
30
15
42
15
–
’42
‘
489
391
394 484
(+bouwen
………………….
12
12
16
16
-.
Diverse rekeningen
……………
Belegde bestemmingsreerven
1
–
1
1
1′
Effecten en syndicaten …………
2825 2797
3500
“3433
Passlva:
Crediteuren
………………
2360
2352
2917 2886
Wissels
………………….
Deposito’s op termijn
………
–
2
120
2
120
2
144
2
144
Kassiers
en genom
daggol’lleen
9
11
9
111
85
63
127
–
89
Bestemmingsreserven
1
..
t
.1
.,
1
2577
2549
3200
3133
Diverse rekeningen
…………..
‘
170
170
210
‘.
210
–
78
78 .
90
–
’90
Aandeelenkapitaal
…………..
Reserve
…………………….
2825
2797
3500
3433
Ook
voor Beschikba,c Kraclten is en anhionce in –
,,Economiscb.Statistische Berichten”. de aangewezen
weg. Annonces, waarvan de tekst ‘sMaan4ags in ons
bezit is, kunnen, plaatsruimte’ voorbehouden, ‘in het
nummer van dezelfde week worden opgenomen.
‘DE TWENTSCHE BANK
N.V.
MAANDSTAAT OP 31 MAART 1947
Kas,
Kassiers en Daggeldleeningen
……….
f.
14.695.582,77
Nederlandsch
Scliatkistpapjer
…..,………..,,
589.283.666,66
–
Ander Overheidspapier
………
,796.362,16,
‘Wissels
,……………………………..,,
‘
1.752.1 04,66
Bankiers in Binnen- en Buitenland
……..’..
29590.512,69 Effecten
en
Syndicaten…………………
. ,,
1.704.454,12
Prolongatien en Voorschbtten tegen Effecten
..,,
11.9
,
53.541,92
Debiteuren 79.325.310,55′
Deelnemingen
(mcl.
Voorschotten)
………….,,
8.531.566,89
Gebouwen
,,,,,,,,,,,,……,.,,,,……..,,
‘
3.500.000,,-
Belegde Reservd voor Verleende Pensioenen
..,,
1.042.419,40
f.
74.175.521,8
Kapitaal
…………………………..’..,f.
40.000.000,-
Reserve
…………..
…………………….
..11.200.000,-
Bouwreserve
….
:
…………………….
,,
2.000.000,-
Deposito’s
op
Termijn
.
………………..
..
55.874.788,83
Crediteuren
,,,,,..:
……………………
,,
621.577.892,78
Geaccepteerd door Derden
……….
191.294,34
Overloopende Saldi en Andere Rekeningen
..,,
‘10.289.126,47
Reserve voor Verleende Pensioenen
.,,,….,,
1.042.419,40
f
742.675.521,82
–
De Maatscflappij tOt financiering vgn he!
Nationaal HersteÏTNV,
11
gevestigd te ‘s-Gravenhage
‘g•
,
m pl
t
tfldf'( Ihou(krs op tot hiji oning an J le’.jaarlujksche alge’
imj’ne y u,adeun, m nndeeIhouder te Iiouden’op 26 Aprit
104 7,:ît(1 030 uit in’de ]tolzaal ‘(Binneihof) t’s.1rnvenhage.
lioedkeuring notulen det’-vorige
13. Jbarverslag van dc directie.
‘
Vasls(eiling van de balans.,en. verlies-..en winstrekening over
t
:Ct eerStc boekjaar.
–
Vaststelling dividend.
6,
Behandeling van cle verzoeken om ontslagvan-2 ‘leden van
den
cî
raa van toezicht.
–
7:
-Benoeming van .2 leden. van,den raad van to.icht in verband met cle onder 6 vermelde vacatures.
8. Rondvraag.
9: ‘Sluiting.
.
De-jaarstukken çn dc ‘voordracht van de nieuwte beioenien
,leden van den raad van toezicht liggets ter. inzage ten kantore
van dc Maatschappij, Kneuterdijk 6, te ‘s-Gravenhage.
houders van aandeelen aan,toonder en/of
recepissen, die ge-
noemde vergadering wènschen,bij te,wQnen, dienen hun aandeelen
en/of reeejdssen uiterlijk ‘op 22 April 1947 tegen recu, dat tévens
aIs ‘bewijs van toegang tot de vergadering zal dienen, te Isebbeti
gedeponeerd bij de volgende banken:
A MSTJ4RDAMS(I1IJ BANK N.V
.
DE TW’ENTSCI’JE BANK N.V.
INCASSO-BANK N.V.
LIPJ’MANN, ROSENTHAL & Co.
It. MrF4ES & ZOONEN.
NE DEItLANDSCIIE hANDEL-MAATSCHAPPIJ N.V.
NEDEItLA’NI)SClI INI)ISCIJE HANDELSBANK N.V.
PJERSON & Co.
ROTI’E1U)AIISCHE BANKVEREENIOING
N
.
V.
JIE,LDRING & PIEI/SON.
De President-Directeur,
Drs. J. F. POSTHUMA.
O
Orde van
Nederlundsche Raadgevende Ingenieurs
Onafhankelijke adviezen, ont-
werpen, foezjchf op uitvoering
Waarborg voor deskundigheid en integriteit
VAKGEBIEDEN:
Bouw-
en waterbouwkunde, verwarmingstech-
niek, electrotechnek, be.drijfsorganisatie, werk-
tuigkunde, scheepsbouw.
Vraagt ledenlijst aan hij
Secretariaat: Prinsessegracht 23, Den Haag
Accountantakantoor leden
toren in het Westen en het Noorden dA lânds’, i’agen
t
Ii
medewerker of,.
.i.
1Lj:i)Al
r3H
aanstaand medewerker,
voor hun kantoor in het Noorden des lands. Accountants-
diploma”of iergevorderde a’ec.-studic vereischt. Levens-
positie. Brieven onder no. 883 aan het Bureau van dit
blad, Postbus 42, Schiedam. . . ,
Bij :eenige, gedeeltelijk ‘in’ oprichting zijnde,
dochterondernemingen van eeti –
Industiieel concerfl op pharm’aeutisch gebied
vaceeren de volgende leveposities:
Leider der verkoop-maatschappij’
Voor deze tuncti komen inaanmerking verkoopleiders
van fabrieken of groothandelsbedrij’ven. welke zich in
hoofdzaak toeleggen op den verkoop van merk-artikelen
(bij voorkeur pharmaceutica). Speciale bekendheid mei sales-promotion en markt-analyses wordt vereischt.
Leider der inkoop-maatschappij’
In aanmerking komen uitsluitend inkoopers van phar-
inaceutische. resp. chemische grootbedriiven.
Beide functies openen, bij gebleken geschiktheid en na
inwerkperiode, de mogelijkheid uit een directeurspiaats.
Gegadigden dienen de leeftijd van 30 jaar te hebben
bereikt, middelbare schoolopleiding te hebben genoten.
vrij te zijn van militaire verplichtingen. de moderne
talen in woord en schrift te beheerschen, over grondige
ervaring op organisatorisch en administratief gebied
• te beschikken en in staai zijn leiding te geven.
Uitsluitend representatieve persoonlijkheden met uit
gesproken commercieele aanleg, ondernemingsgeest en
groote werkkracht, gelieven te solliciteeren.
Bedrijfsleider
eener pharmaceutische fabriek
Het bedrijt. dat in volle werking is, legt’ zich
O.M.
toe
op de vervaardiging van specialité’s. Gevraagd wordt
een ondernemende, stuwende krachi met grondige prac-
tische ervaring betr.bedrijfsorganisaiorische. en perso- –
neels.vraagstukken en, mei voorliefde voor liet Ont-
wikkelen en uitvoeren van niçuwe ideeën. Zij. die
voor vervulling van deze positie in aanmerking iven-
schen te komen, dienen in staat ie zijn op tactvolle
wijze leiding ie geven aan de fabricage.afdeeling en
samen te werken met het bedrijfs-bureau. Zit dienen te
besçhikken over meerjarige pract. ervaring op pharma.
ceutisch gebied. terwijl bijzondere belangstelling voor de
literatuur (o.m.’beschikbaar in den vorm van een groot
aantal abonnementen op vaktijdschriften) noodzakelijk
is. Bij gebleken geschiktheid uitstekend gehonoreerde
levenspositie.
Uitvoc’rige sollicita:i.’s me:
vermehling vun oplei
,
.i,it,
relervnt,a’s, vro’g.’re en
tegenwoordie,’ u’, ik
tint, le.’f
t.,
etc.
ond,’,
hijvoeeing van recent.’ foto. welk,’
ni
t
kun
word,’n
ter,’tournnerd
en
met
z’.’,u’ijzine
nam’
tO’
tioitie,,
naar welke nwn solliriteert,
onder No. ti Ru,
van
di:
blad,.
Dsc,,’ti.’ v,’rekerd Ons persn.’eI .s van ilej.
inhou,l ,
lezpr a,l,’,’rtvnti,’
of»
»1,
,
!.00gt.’.
Stichting, werkzaam
op
het terrein van de agrarische
handel en industrie, vraagt voor de functie van Adjunct-
Directeur een
Jongeman, 29 jaren oud, gehuwd, sinds vijf jaren werkzaam In het
buitenland bij den Buitenlandschcn I)ienst, biedt zich aan als
sociaal-econoom of
financieel-econoom
in Netlerlanil of buitenland. Opleiding: 5-j II.B.S., cand . economie,
3+ hankopleiding, bekend toet de grondslagen van liet arbeids-
recht. Speciale kennis van het’ inteinationale betalingsverkeer.
UitsI ekehde 1 aleiskennis, ‘beschaafde omgangsvormen. Bezit prima
referenties. Brieven onder no. 884, Bureau van dit blad, Post-
luis 42, Schiedain.
economisch doctorandus of
jurist met economische ervaring
Sollicitanten moeten beschikken over practische er-
varing in liet bedrijfsleven. Br. onder no. 889 aan het
Bureau van dit blad; Pstbus 42, Schiedam.
Annoncès, waarvan de tekst ‘s Maandags in ons bezit is, kunnen, plaatsruimte voorbehouden, in het nummer van
dezelfde week worden opgenomen,
Voor vervolg
rubriek
»»
Vacatures” zie blz. 320
Vaca
t
iti-es
+
. . .
De Roofddirectle
FINANCIEELE DIENSTEN VAN
HET STAATSBEDRIJFDER
PTT
vraagt eénige
–
energieke werkers
voor de
administratie,
efficiency,.
contro!e
Doçtoraal examen economie, lidmaatschap bij het MIVA
of de VAA strekt tot aanbeveling, maar Is. niet nood-
zakelijk, Sollicitaties te richten aan dri Hoofddlrecteu
Financieele Diensten, Kortenae’rkade 11, ‘s-Gravenhage
Zoojuist is verschenen
als 39e PubIicaie van het N.E.I.
Dr H; J. Witteveen
Loonshoogte
en werkgelegenheid
Prijs
f 6,-
(prijs voorleden, en donateurs van het
N.E.l. f 4.50)
Vetkrijgbaar in den boekhandel en bij de uitgevers
De Erven F. Bohn N.V. — Haarlem
• Uw toekomst is veilig
met een polis van de
Algem. Fries che Levensverzekering-Mij
of de
Groot-Noordhollandsche
LEEUWARDEN
van 1845
AMSTÉRDAM
Burmaniahuis
v. Brienenhuis
Iii
Sneller dan het vliegtuig
P T
T
leidt het Internationale postverkeer
altijd lange de snelste wegen naar de
plaats van bestemming, maar sneller dan het
snelste vliegtuig en veelal doeltreffender dan de
langste brief is een gesprek met Uw relatie per
radiotelefoon. – Het radjotelefonjeehe verkeer
met vrijwel alle Zuid-Amerikaansche Staten en,
ook met Curaçao en Suriname ie hersteld.
Verliesposten Voorkomend Systeem
bestaande uit 4 Diensten
liet V.V.S. is een onmisbaar hulpmiddel bij het
gezondhouden van uitstaande credieten. Aan-
vaard als onderdeel der debiteuren-administra-
tic, zal het van groote practische waarde blijken
•
te zijn.
Onze V.V.S.-brochure wordt op aanvrage kosteloos toegezonden
Yan der Graaf I Co’s boreaux vooî den handel H.Y.
Amstelstraat 14-18, Amsferdam-C, Telefoon’ 38631 (6 lijnen)
International Business Machines Corporation New York
kondigt ‘2 belangrijke nieuwe machines aan:
–
1. IBM Calculuting Pirnch, ‘Type 6e2,
2. 1811 ProOf Machine Type 801.
Vraagt nadere inlichtinen aan:.
Internationale Bedrijfsmuchine Mij N.V.
Frederiksplein 34, Amsterdam,.C., Tel. nrs. 33406, 33656, 31556
Nederlaodsch Indische ilandeishank, NIYS
Amsterdam – Rotterdam . ‘s-Gravenhago
AIIë Ban’k én Ëffectenzâke’n
VAN GEND &.LOOS
expedieert van huis lot huis
van dorp naar stad
–
van land naar land
LANKHORST
TOUWFABR1EKEN
SNEEK TEL. 3041 -3042
SPINNERIJ—TOUWSLAGERIJ
SEDERT 1803
.411e correspondentie beti
–
effende advertenties, gelieve U te richten aan Koninklijke 11ederlandsche .Boekdrukkerij H. A. M. Ro3lants,
Lange Haven 141, Schiedam (Tel. 69300 toestel 6)
Druk Roelants, Schiedam