Ga direct naar de content

Jrg. 23, editie 1149

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: januari 5 1938

5 JANUARI 1938

AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN.

Economisé h~Sta’tl*

stische

Beri*c

ht én

WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER

ORGAAN VOOR. DE MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART

UITGAVE VAN HET NEDERLANDSCH ECONOMISCH INSTITUUT

23E JAARGANG

WOENSDAG 5

COMMISSIE VN ItEDACT1E:

P.
•Lieftinck;
N. J. Polak; J. Tinbergen; F .2e Vries en

II. .11. El. A. van der Valk (Redacteur-Secretaris).

Th. van Luytelaer (waarnemend Re(lacteur-Secretaris).

/?edactie-adres: Pieter de Hoochweg 122, Rotterdam West.

Aanfjeteekende stukken: Bijkantoor Ruigeplaatweg.

Telefoon Nr. 35000. Postrekening 8408.

Advertenties voorpagina f 0,50 per regel. Andere pagi-

sta’s f 0,40 per regel. Plaatsing bij abonnement volgens

tarief. Administratie van abonnementen en advertenties:

Nijgh d van Ditmar N.V., Uilgevers, Rotterdam, Am-

sterdam, ‘s-Graven hoge. Postchèque- en giro.rekeninq

No. 145192.

Âbonnensentsprijs voor het weekblad franco p. p. in

Nederland f 16,—. Abonnements prijs Econo?nisch-Statis.

tisch. jl!aand bericht f 5,— per jaar. Beide organen samen

f 20,— per jaar. Buitenland en Koloniën resp. f 18—,

f 6,— en f 23,— per jaar. Losse nummers 50 cent. Dona-

Ivrs
en leden van het Ncderlandsch Economisch Instituut

ontvangen het weekblad en het Maandbericht gratis en

genieten een reductie
07)
de verdere publicaties.

INHOUD:

BIz.

REDE VAN DEN VOORZITTER VAN DE KAMER VAN Koor.
UANDEL EN FABRIEKEN VOOR AMSTERDAM ……….2

Rede van den Voorzitter van de Kamer van Koop-
handel en Fabrieken voor Rotterdam …………
5

Sociale verhoudingen in Scandinavië door
Mr. Ir. A. W.
Qsiisst

……………………………………6

De Boskoopsche booinkweekerij
dooi-
A.
Winsemius . .

8

Enige opmerkingen over het vraagstuk van over- en
onderwaardering van valuta door
J.
cle Blank …… 10

Nieuwe Oost-Indische Uoinpagnieën door
Dr. 0. Bakker 72

AAN’PEEKENIM:EN

De vooruitzichten voor den landbouw in de Ver-
eenigde Staten

…………………………
13

Een reorganisatieplan voor de katoenindustrie in
Lancaslsire

…………………………….
13

.I)e ontwikkeling van het vreemdelingeoverkeer in
Oostenijk……………………………….

14

?,IAANUOIJFEIIS:

0

Indexcijfers van Nederlandsche a-andeelen ……..
14

ONTVANGEN BOEKEN
……………………………
15

Statistieken:
Geldloersén-Wisselkoerscn-Rackslaten ………….
16, 17, 20
Ciroothandelsprijzen …………………………….
16, 18-19

ANUARI
1938

No. 1149

GELD-, KAPITAAL- EN WISSELMARKT.

In de laatste week van het jaar waren de omzetten
op de wisselmarkt wederom betrekkelijk gering, ter-

wijl ook de koersbeweging binnen enge grenzen bleef.
Nog steeds stond cle Fransche Franc onder druk,

want ook de opheffing van de staking in de Parijsche
gemeentebedrijven kon niet de overtuiging wekken,

dat de Regeering voet bij stuk had gehouden, en on-

der die omstandigheden was er van repatriatie van
kapitaal geen sprake. Zooals ook voorheen bleef de

invloed van deze stemming voor den. contanten Franc
gering, een lichte daling werd per saldo geregistreerd,
maar datzelfde gold ook voor het -Pond Sterling. De
termijnnoteering voor Francs bleef echter duidelijk
uiting geven aan een aanhoudend wantrouwen, het

disagio handhaafde zich vrijwel op het hoogste punt
ad circa 21 cts. Ook in het nieuwe jaar bleef de ter-
mijnfranc flauw gestemd. Zoolang de financieele si-
tuatie in dit land niet noemenswaarci verbetert en ook
de handelsbalans zoo zwak blijft, kan er van een be-
langrijke verbetering nauwelijks sprake zijn; ieder die
met den exporthandel te maken heeft en het zich per-

mitteeren kan, houdt de huitenlaiidsche valuta zoo
lang mogelijk aan en koopt slechts mondjesmaat
Francs aan.

Ook Ponden en Dollars waren in de verslagweek
flauwer. Aan het eind yan het oude jaar waren voor-
iiamëlijk Ponden gedrukt, terwijl het Egalisatiefonds
tegen dalende koersen dit materiaal uit de markt
nam. De operaties van het fonds blijven nog steeds op
Ponden gericht, maar de. k-oerszetting is toch veeleer
gebaseerd op den Dollar. Ook voor den Dollar was
welisuraar de koers wat lager, maar de fluctuatie bleef
toch binnen zeer enge grenzen. In het begin van het
nieuwe jaar echter was de Dollar te onzent.uitgespro-
ken flauw zulks in overeenstemming met de tendens
te Londen. Toen hield dus het Egalisatiefonds de
Pondenkoers ongeveer op peil en liet den Dollar dalen
in congruentie met het verloop in Londen.
De daling van den Dollarkoers was ietwat onver-
wacht. Wanneer men bedenkt, dat het aanbod van
Dollars in de laatste ijeken mede verband hield met
zilververkoopen aan de Vereenigde Staten, dan zou
men na de zilververklaring van President Roosevelt

eerder een herstel -verwacht hebben. . Weliswaar is in
die verklaring alleen gesproken over den prijs voor
de inheemsche zilveraankoopn, maar men, zou toch
parallel daarmee minder animo voor aankoopen in
het buitenland kunnen verwachten. Te dien aanzien
verkeert men overigen.s nog in onzekerheid. Waar de
werkelijke motieven voor de zilverpolitiek zoo weinig
duidelijk zijn, is het heel
moeilijk
zich aan voorspel-
lingen te wagen. –

De beleggingsmarkt blijft gunstig gestemd, laag-
eutende fondsen waren een klein igheid beter. De. con-
versi eheiveging
blijft
vdortgang vinden.

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

5 Janu ari 1938

REDE VAN DEN VOORZITTER VAN DE

KAMER VAN KOOPHANDEL EN

FABRIEKEN VOOR AMSTERDAM.

In
den aanvang van zijn nieuwjaarsrede gewaagt
de
Voorzitter
van de Kamer van Koophandel en Fa-

brieken voor Amsterdam van de verbetering en het

herstel van rendabiliteit, hoewel hij nog niet kan zeg-

gen, dat de gunstige factoren op het oogenhlik over-

heerschen. De heer Gottfr.
H.
Crone vervolgt zijn
rede met de volgende passages:

Daartoe bestaat er, zoowel op staatkundig als op econo-
misch gebied, te veel onzekerheid, waarbij ik geneigd hen
dan klemtoon op ihet staatkundige element te leggen. Een
blijkbaar te snel herstel in de eerste maanden van het jaar
stagneerde daarna en maakte zelfs plaats voor achteruit-
gang, telkens wanneer politieke factoren van uiteenloopen-
den oorsprong de economische ontwikkeliiig sohaadden.
1

Eet koloniale ‘vraagstuk, dat door de eisehen tot expansie
‘ai1 groote dictatoriaa.l geregeerde landen een bedenkelijke
actualiteit had gekregen, bleef acuut. Het ‘Volkenbonds-
overleg daaromtrent had geen positieve gevolgen. Bij cru-
sti:ge meeningsverschillen tussohen de staten over diep in-
grijpende onderwerpen bleef het niet. De latente spanning
tussohen China en Japan ontwikkelde zich sedert het be-
gin van Augustus tot een feitelijken oorlogstoestaind en op
Spaansch gebied sleept aic.h nog steeds een •gecamoufleerde
Europeesche oorlog voort. T-let secretariaat van den Vol-
kenbond raamde de bewapeningskosten van alle staten der
wereld tezamen over 1937
01)
7.100 inillioerr gouden Dollar,
vergeleken met 2.500 millioen iii 1913.
Van. prestie-herstel van den Volkenbojid
krikten
wij
verder dan ooit verwijderd. Italië onthield zich reeds lang
van iedere medewerking aan dan Bond en maakte op 11
December jl. zijn ‘besluit tot uittreding bekend, aldus het
voorbeeld volgend, dat onder meer dooi- Duitschla.nd en
Japan was gegeven. Evenmin als van politieke toenade-
t-ing tussohen de mogendheden kon in het thans verstre-
ken jaar worden gewag gemaakt van een opruiming van
handelspolitieke belemmeringen in eenigszins beteekenen-
de mate. l)e vrijhandel bleef het ideaal voor een verre toe-
komst, waarnaar een iedei zegt te streven, maar als regel
laat men het daarbij aan anderen over om met de prac-
tische toeI)assi.Ilg te beginnen, al zijn de schadelijke gevol-
gen van bescherming en autarkie voor een ieder nog zoo
voel- en tastbaar. Een door Minister Colijn ondernomen
initiatief leidde op 28 Mei 1937 tot de Overeenkomst tot
ontwikkeling van het handelsverkeei- tussehen België, De-
nemarken, Finland, Luxemburg, Noot-wegen,. Nederland en
Zweden. Partijen stelden daarbij voorop, .dat ge1eidelijIe
yei-pli nderi ag van handelsbelemmeringen dient te worden
pagesti-eefd, zulks in overeenstemming met de beginselen,
die in let Protocol van Oslo van 22 1)eceiuber 1930 waren
uitedrûkt. Het béwuste overleg moet wegens zijn alge-
mueetle strekking wom

den toegejuicht, al was de uitwerking
ervan in’ de pi-actijk nietgrot Jammer genoeg werd liet
ook. in Nederland gevolgd door handelspolitieke daden als
vet

scherping van de Tariefmaohtgingswet . en de Crisis-
i.nvoerwet, die kwalijk zijn te vereenigen met een begin
van toepassing van en een krachtig geloof in de Oslo-be-
gi.n.selen bij onze Regeering. Een ernstige hinderpaal voor bevrijdi.ng’van handelsbelemmeringen blijft helaas ook be-
lichaam’d in de Engelsohe handelspolitiek. – getuige’ het starre vasthouden door Engeland aan zijn stelsel van im-
periale voorkeur.

Het verzoek van de E-ngelsohe en Fra.nsehe Regeeri.ngen
aan den toenmaligen Belgischen Minister-Pi-esident Van Zeeland om een onderzoek in te .itelln naar de rnogeli,k-
heid tot het uit den weg ruimen vat hindem-nissen voor den
nternation’alen handel bleef nog zonder aanwijsbare ge-
vôlgen. Wellicht leiden echter de aanbevelingen, die de
heer Van Zeelaiid in zijn vet-slag gaf, tot vruohtb’aar eco-
nomisch overleg tusschen cle toonaangevende mogendheden.
En andere geheum-tenis, die mede mogelijkheden, inhield
voor de toenadering tusschen de volkeren en als zoodanig
‘alt te ‘wanrdeei’en, was het 9e congres van de Intem-miatio-
unie Kamer van Koophandel, dat van 28 ‘Jdni tot ‘3 Juli
• van verleden jaar te Berlijn werd gehouden.

– Met betrekking tot de internationale zijde van het
monetaire vraagstuk merkt de beer Gottfr. II. Crone

om, het volgende op:

Een haard ‘van onrust vormde, ondnks de monetaire
driehoeksovereenkomst, de verhouding tusschen Pond,
Frank en Dollar, waai’niee versohillende andere monetaire
vraagstukken siimemih’ingeii. Het is duidelijk, dat een be-
hengt-ijke wijziging in dc bewuste intervalutaire verhou-
ding ernetige consequenties voor den wcreldhandel zou mee-
brengen. En hetgaat niet alleen over de onderliflge ver-
houding van deze diie valuta’s, doch evenzeer over ieders
i atri nsiekc goudwaarde. J)eze v i-aagstukken oefenden daar-
vnibovcmm invloed uit op do bewegingen van de zwerfkapi-talen, clie bovendien door politieke en fiscale factore.n w’er-
den heen en weer gejaagd.

Aan de gevolgen van den bewapeningswedstrijd

voor Nederland zijn de volgende woorden gewijd:

Zelfs een vredelievende Regeering als dc Nederlandshe
zag zich, ondanks den moeilijken begi-ootimigs- en schulden-
toestand van het land, door de spanningen in de verhou-
ding tussohen de volken en het daarmee samenhangende
ge’vaa t’ voor intem’nationale vem-wikkeli ngen genoopt tot het
aanhangig maken vami voorstellen tot versterking van de
weet-macht. Voom- dit doel, zal in dc jaren van 1938 ,tot en
met 1941 een bedm’ag van
f
158 millioen noodig zijn. Het
ligt
voor
de hand, dat de sanear ing van de Rijksbegrooting
door dezen nieuwen factot-, voortspi-uitend uit de noodza-
kelijkheid om de landsvem’dedigisig op te voeren, ernstig
wom-dt vertraagd. De jongste Troonrede sprak ‘dan ook
duidelijk uit, dat ‘vele op zichzelf gewensoh.te of nuttige
maatregelen voorshands moeten blijven rusten. Het in het
N’ederlandsche bedrijfsleven gekoestem

de sterke en gerecht-
vaardigde verlangen naar verlaging van overheidslasten,
een maatregel welks noodzaak buiten twijfel staat, heeft
ouder deze omstandigheden niet veel kamis op een spoedige
verwezenlijking.

Over de vooruitzichten voor ‘het internationale be-

drijfsleven zegt de heer Crone:

De meeningen daaromtrent loopen ver uiteen, met dien
verstande, dat de Vessisnistische opvatting, die aanvanke-
lijk niet op den voorgrond trad, meer aanhangers vond
naar mate de val van goederen. cii fondsenprijzen aan-hield. Dank ‘zij een iets gunstiger beoordeeling van het
Aniem-ikaansche zakenleven begon zich sedert de laatste
week van November een flauwe stijging van het prijzen-
peil van gordem-en en ïo’ndseu door te zetten. Van dit
bescheiden ‘herstel ‘bleef nochtans slechts weinig over,
toen voom-al na dc Kerstdagen vem-seh,illende ongumtstige
berichten de stemming in de Vereenigde Staten w’ederom
deden kenteren. Dit wijst erop, dat de heersehende con junc-
tureele ‘verzwakking erustige kanten heeft en de toekom-
stige ontwikkeling van den bedi-ijfstoestand niet i’m-ij van
dreigende gevaren is. Doch aan den auderemi kant komt het
mij voor, dat men de inuem

lij’ke veerkm

aeht, died3 wereld-
huishouding op zichzelf bezit, ondem-schat, terwijl de erva-
ring van de laatste jaren heeft geleerd, datdestaatkundige spanningen in den regel niet die acute beteekenis en ver-
nietigende kracht ten opzichte van het bedrijfsleven ple-
gen te bezitten, als men dikwijls geneigd is eraan toe te
kennen. Er is ook geen sprake van, dat ons de economi-
sche fundamenten onder de voeten zijn weggeslagen, zoo-
als in 1929 het geval was. Voom’tbrenging, w’em”kgelegenheid
en handel bevinden zich. voom- zoover de gegevens strekken,
in weei-wil van dc inzinking nog altijd boven het peil van
eind 1936. Zoowel op he’t gebied van de ‘voortbrengi’ng vami
verbruiksgoederen als op dat der produetiemiddelen be-
• staan in verschillende landen nog uitbreidingsmogelijk-
heden enin het ‘bijzonder in de Vereenigde Staten, Boven-
dien zijn door de prijsdaling in het afgeloopen jaar speel-
labieve spanningen uit den economischemi toestand verwij-
derd.

Inzake de gevolgen van het loslaten vnu den gou-
den standaard voor het Nederlandsche bedrijfsleven

wordt opgemerkt:

Na de waardevermindering van den Gulden ontstond ccii
vei’dcm-e verbeterin.g.van de verhouding tusschen kosten en
“prijsen binnen ons bedrijfsleven, nadat door ‘de voom-afgaami-
de aanpassing en rationalisatie reeds een wijziging ten
goede was verkregen. – Overigens zou uiteraard ‘slechts uit
de kostprijsberekeningen van het bedrijfsleven • kunnen
blijken, of hier moet worden gesproken van een vem

bete-
ring, die te danken was aan de depreciatie van den Gul-
den, dan w’el aan na dat voorval doorzettende internatïo-
mmle prijsstijgingen. Vermoedelijk is zoowel ht een als het
mmdci’ geschied. Ik acht het van belang deze feiten naar
voren te brengen, aangezien overschaitbing van de beteeke-
miie, die de depi-eciatie van dec Gulden voor volks’hm,iishou-
ding en bedrijfsleven van Nederland heeft gehad, bij nieu-
we conjunctureele tegenslagen tot ongewenschte gevolg-
tm’ekkingei zou kunnap leiden. – •

5
Januari
1938

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

Bedrjfsioestand.

Gedurende de eerste niaancien van het jaar werd de con-
ju nctu rede verbetering van ons bed rijfsleveii bovendien
gunstig door de gewone seizoenbewaging bernvloed. De
meeste vorderingen maakte het herstel in verschillende f a-
brieken van voortbren.giiigsmiddelen en in een aantal en-
dernemingen op het gebied der uitvoernijverheid. Eefi be-
langrijke rol speelden daarbij verder de algemeene prijs-stijging en het terugkeeren van vertrouwen. Grossiers en
kleiniaudelaren gingen daardoor tot het aanleggen van
voorraden over, ook al zagen zij de vraag der eindverbrui-kers nog niet cladelijk in beteekenende mate stijgen. Wei-
nig verbeteri].Ig bestond echter ook iii die maanden reeds
voor de fabrieken, die voedings- en genotmiddelen voor de biniienlandsche markt vervaardigen, benevens voor die uit-
voerbcdrijveu, wier buitenlandsdie afzet door handelsbe-
leinme ii ugen werd gehi nclerd.
lii het tweede halfjaar kwam er meer en meer een ken-
tering in de ontwikkeling van den bedrijîstoestand. De al-
gemeend onzekerheid betreffetide cle ive relciconjunotuur be-
nadeelde een aantal takken van onze uitvoernijverheid. Daarnaast bleken the voorraden bij dcii tussehenhandel
grooter dan met de verbrniksmogelijkheden overeenstein-de. Verder vonden verbruikers zoowel als tussehenhaude-laren in de steeds scherper doorzettencle daling dei groot-
handeisprijzen aanleiding om bij hun inkoopen en af-
waohtcnde houding aan te nemen.

Werklooa/ieid.

Hoewel het verbeteren van den bedrijfstoestand met een
daling van te werkloosheid gepaard ging, bleef de toe-
stand in dit opzicht zorgelijk. Desn.iettemin remde gebrek
aan goed geschoolde werkkrachten de procluebie in bepaal-
de bedrijfstakken. Het gunstige verschil van het werkloo-
zental tijdens ihet afgeloopen jaar tei:i opzichte van het
daaraan voorafgaande beliep in Januari 9.473 en in Mei
81.271. In de volgende maand was dit verschil nog slechts
67.894. Nadien werd de verhouding niet beter, zoodat in
II)eceniber jI. maar 30.571 werkloozen minder dan in die
maand van 1936 werden geteld. Het totale aantal werk-
loozen, dat aan het eind van het afgeloopen jaar bij de
arbeldsbeu rica was ingeschreven, beliep 410.572, vergeleken
met achtereenvolgens 73.000 en 77.500 in December 1928
en 1929. Daar het aantal van de tot arbeiden geschikten
met den groei vais de bevolking is gestegen, mag men aan-
nemen. dat de werkloosheid verhoudingsgewijs iets meer is
gedaald dan uit te genoemde cijfers blijkt. Maar een ver-
schil van beteekenis maakt zulks niet.

Eii verder:

Van de onderwerpen, die bij het overwegen van midde-
tea tegen de gevreesde blijivende iverkloosheid op den voor-
grond traden, noem ik de verkorting van den arbeidsduur
(40-urige werkweek), de arbcidsspreiding (bijv. het 2-op-1-
stelsel en de verdecliug van dcii arbeid over seizoenen en conjuiictuurperioden), de scholing en herscholing van ar-
beiders, het beperken van kinderarbeid en dien van vrou-
iven, benevens het verlagen van de leeftijdsgrens, waarbij
arbeid mag worden verrioht. Een voorontwerp van ivet, houdeude beperkende bepalingen inzake arbeid van ge-
huwde vrouwen, is bij den Hoogen Raad van Arbeid aan-
hangig gemaakt.
Wegens het dwingend ingrijpen in dc bedrijfsvoering,
dat daaraan zou zijn verbendan, rijzen tegen bepaalde on-
dertheelen van ‘dit programma bedenkingen. In andere op-
zichten ‘bevat het maatregelen, die hier en daar eenige
verzaehting van den werkloosheidsnuod kunnen brengen.
lntusschen kan de Regeering een gunstigen invloed uit-
oefenen, •door haar beleid op liet scheppen van betere ren-
dabiliteits- en eoneurretievoorwaarden te richten en door
datgene na te laten, wa’t.tlen kositengrondslag van de be-
drijven aantast. Men kan niet zeggen, dat onze huidige al-
gemeene economische en hantelspolitiek aan deze doelein-
cten bevorderlijk is. Juist dezer dagen maakte de Regee-ring bij den Hoogen Rtad van Arbeid iveer een vooront-
werp van wet in zake verzekering van kinderbijslag aan-
hangig, dat de loonlasten in den lande vermoedelijk met
1 pCt. zal verhoogen.
Toch moeten wij naar een lager kos.tênpeil toe, ten einde de gelegenheid te krijgen om onze kansen op vermindering
van tie werkloösheid door levering aan het buitenland van
kwaliteitsprodueten en diensten te verhoogen. Inderdaad
schijnt geen andere oplossing van het nijpende vraagstuk,
hoe het groote werkloozental weer afce den gang te krij-
gen, aanwezig. Want men overwege, dat met de talrijke
millioenen ‘van het Werkfonds ternauwernood 1 pCt. van
de iverklooen weer aan den arbeid werd geholpen. Zulks
bewijst de finaneieele onmogelijkheid, dat door industriali-

satie zooveel vtirkgelege]ilieid wordt geschapen, dat binnen
ifzienba,ren tijd lijv. een 200.000 arbeiders aan den slag
kunnen gaan. Men zoekt vooralsnog tevergeefs naar pro-
clucten, die in Nederland nog op groote schaal en met ge-
bruik van veel sibeidskrac’ht kunnen ivorden vervaardigd cii die hier niet reeds worden vooi

tgebracht of van elders
gocdkooper kunnen ii’orden betrokken. Ter iville van ons
niededingend verinogeil tegenover liet buitenland moet
nani mijli rneening verder geen vervanging van maehina-1cr door handenarbeid plaats hebben. Niet alleen dat uien aldus duurder gaat produceeren, maar tevens veroorzaakt
men het onrendabel ivorden van de bestaande machinale be-
di

ijfsinstallaties, zoodat deze niet meer op peil kunnen
worden gehouden en onze nijverheid veroudert.
.

Handels politiek.

Men had niogen verwachten, dat. onze Regeering in de
gewijzigde economische omstandigheden aanleiding had ge-
i’o.iideii tot opheffing of althans inkrimping van de con-
ti ngenteeringen. Blijkens stappen, d ie de georganiseerde
iirvoerhantlelaren ondernamen, zijn de bezwaren van den
handel tegen de conti ngenteering allerminst verdwenen.
Je Regeering ging er bij liet in zicht komen van het einde
der desbetreffende wetsregeling echter toe over ons aan cle
bestendiging Crvau een belangrijke uitbreiding te verbi n-
‘den. De werkingsduur van de Crisisinvoerwet, die anders
met ingang van eergisteren zou zijii geëindigd, ss’ei-d dus
niet alleen tot eind 1940 verlengd, maar tevens werden
haar considerans en eenige vail haar bepalingen ingrijpend
‘ves-anderd, tengevolge waarvan zij welhaast als een fun-
damenteele wet onzer nieuwe actieve handehspolitiek mag
gelden. Met een aanzienlijke verruiming van de bevoegd-
hetd der Kroon op het stuk van de contingeiiteering ging
gepaard een aanmerkelijke uitbreiding van de bevoegd-heden van den Minister van Economische Zaken, waar-
dooi- deze onder andere vrijwel onbeperkt in staat werd ge-
steld om collectieve contingenten als onderwep van han-
delspolitieke onderhandelingen en handelspolitieke strijd-
middelen te gebruiken. De elementen van retorsie en reci-
proeitit, die onze crisisinvoerpolitiek in toenemende mate
ivaren gaan beheerschen, iverden met de woorden ,,verdedi-
ging en be’vorderin.g va]i den export” – zooals zij na wij-
ziging van het oorspronkelijke wetsvoorstel kwamen te
luiden – in de considerans ‘van de wet opgenomen.
De Amsterdamsohe Kamer van Koophandel protesteer-
de met grooten nadruk bij haar adres ‘van 8 Juni van ver-
leden jaar aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal
tegen het ontwerp-wijziging,swet.

En
verdei-:

Naast de geschetste volmacht op het stuk van de con-
tingenteering verschafte de Regeering zich een dergelijke
bevoegdheid ten aanzien van de invoerrechten ‘door dc her-
ziene Tariefinachtigingswet. Vol
g
ens de nieuwe bepalingen
is de uitvoerende macht gerechtigd tot eiken maati-egel op
tariefgebied, voor zooveel het de hoogte van te invoei-rech-
ten betreft, indien naar haar oordeel ,,hct economisch
landsbelang” zulks vereischt, waardoor de onderhavige be-
voegdheid practisoh onbegrensd is geivoi

den. ‘Bovendien
kunnen de bewuste tariefmaatregelen voortaan met een
wcrkingsduur van vijf jans- worden genomen, terwijl deze
voorheen tot dén jaar was beVerkt. Ook tegen het ontwerp,
dat deze wijzigingen behelsde, maakte de Amsterdamsehe
Kamer bij adres aan de Tweede Kamer. der Staten-Gene-
raal van 12 October 1937 haai- ernstige bezwaren bekend.
Door haar jongste verscherping levert de Tariefmaehti-
gingswet niet aUeen een grooter gevaar Oh) ioor liet ont-
staan van handelspolitieke verwikkelingen en het opvoe-
ren ‘der invoerrechten, maar tevens wordt, als en bezwaar
gevoeld het gebrek aan stabiliteit dezer.
. rechten. Inder-
daad vormde ons tai-ief ‘van injvoei-reohten tot dusver een
der weinige vrij constante elementen, waam-in ons bed rijfs-
leven in vei-schillende opzichten houvast kon vinden, juist
doordat de Tariefinachtigingsivet tot nu toe slechts in een
hoogst enkel geval was toegepast. Niet alleen hooge recih-ten, werken belemmet

end op het’internationale ruilver-
keer, maar ook veranderlijke. Zoowel hooge als snel ver-
anderende rechten zijn thans echter vrijwel zonder eenige
beperking mogelijk geivorden
Uit dit alles blijkt onomstootelijk, dat onze Regeering
onder de leuze van handelspolitieke wederkeerigheid en
weerbaarheid’ welbewust’ steeds verder den weg van het
Vrotéctionisme opgaat.’ Hoe langer hoe’ meer maakt men
onze volkshuishouding ongevoelig voor -de internationale
marktfactoren, waarmee het streven naar ordening op de
‘.binnenlandsche markt evenwijdig loopt. Hét kan’ mijns in-
ziens niet genoeg wei-den herhacld, dat men opdie ‘wijze een ‘volkomen kunstmatig milieu schept voor de beoogde

5Januari4938

industri1isaie”

Nd1aia? die’Ïs
1i’
de toekom&t het
belangrijkste hu1iiiidd teiS”de vëFki6osheidsnooden zal
nio$eh iituii1jk zeer ve1 denkbaar, dat
iizo&iMe 1atse1ijk eeii vrraimiig van onze ar-
beidsmarkt bbieikt, maar dit gaat ten koste van de ar-
beidsgelegenheid iii . andére liranches. Met een op hoogen
stand verstardprijzen.peil ivoidt onze’ positie als uïtvoer-
land van go&1€rn en diensten ‘in gnaar ‘ gciaoht, het-
gêetl tensIobte tot vermindering viii omzet en j)restatie
leidt. .

. Laiicibouwpolitiek.

.
De veiwaohtingcn, die liet uièt-1andbuweii’de gedeelte
van Nederland dii verband niet de prijsstijging van land-
bouwvooritbrengselen ten aanzi,en
Vn ii
de afwikkeli lig onzer
latidbouwçrisispolitek meende te mogen koesteren, gingen
slechts voor een gçripg deel in yervulling; Wel oordeelde
de Minister, van Economische Zaken in zijn toelichting tot
de begrooting 1938 vai
,
het. Land’bouv’cris4sfonds, dat de
finaucieele gevolgen v an het loslaten vin den gouden stan-
daard voor. dit fonds van niet
geringe
beteekenis waren
geweest,. terwijl de qrijsverhooge,nde werking van dezen
maatregel nog door prijsstijgingen op de wereldmarkt werd ondersteund. Doch de afschaffing van,stcunmaatregelen en
het ,i utrekken en verlagen ‘an monopol’iheflingen bleef
binnen bescheiden grenzen. Van een afbraak van het stel-
sel onzer landbouwerisispolitiek als zoodanig was nog geen
sprake; ook de reeds vermelde, wijziging en vereenvoudi-
ging van de steunverleening aan de meikveohouderij mag
niet als zoodanig gelden. ]3lijkens haar niemorie van ant-
woord betreffende de begrooting voorhetLandbouwcrisis-
fonds voor 1938 blijft de Regeéring zich’ tea doel stellen
om den landbouwers een hoogere opbrengst voor hun pro-
ducteii te verschaffen, zoolang het prijzenpeil van de land-
en tuinbouwvoo’rthrengselen geen bestaan’srnogelijk’heid voor
cle bedrijven schept. Daarbij ial dus gestreefd moeten wor

den naar aanpassing van de landbouwhu’ishouding bij de
huidige afzetmogelijkheden op de internationale markt,
,teii einde een ccQnomisoh oniia:tuurlijk peil van prijzen en
kosten zoo snel ‘mogelijk te beëindigen.
l3oveiidien hangt ons nog steeds een landbouwordeiiings-
wet boven het hoofd.
Ordeising.

De,. vooruitzichten van onze land.bouwcrisiswetgeviiig
worden eehtei niet alleen door cle landbouwpolitieke in-
eichten, van onze Regeering beheeracht. In niet mindere mate moet men daarbij met baar ordeningsstreven reke-
ning houden.. Want, de .Landboaw w
orisiset veranderde hoe
langer hoe neer in een ordeningswet, al bleef haar crisis-
aad formeel’behoudcn. Het besproken voorontwerp Land-
boiiwordeni ngswet, wa.trdoor da huidige Landbouwcrisisvet
zou wordn veivangen, stelde’ deze blijvende beteeken,i,s van
de laatstgenoemde wet duidelijk in ‘hit licht. In dat op-
‘aieht vod zij zelfs’ büiten het eigenlijke gebied harer ver-
king toefassing. Want geen groentevinkel, ventwijk of
anderen handel in tuinbou’wgewassen kan men zonder toe-
•stornniing ‘van de ‘N&lerlandsche Groenteit- en Fruitcen-
trale meer begintien. Geen bakker kon zich reeds te Am-
sterdam vestigen, nooh •hier iter stede eén broodwijk of
broodFiliaal overnemén, zonder vergunning van de Neder-
landihc Meelcenlirale, toen op 9 December jl. voor het ge-
heele land een tijdelijk vestigingsver.bod op grond van de
Vestigingswet Kleinbedrijf’ werd afgekondigd. Evenmin
staat het iemand nog vrij om zijn kansen in het melk-
slijtersbedrijf te beproeven, wanneer hij de daartoe ver-
eischte machtigihg niét’heèft gekregen Aldus dient de
LandbonworisiswCt,’ buiten haar inhoud en strekking om,
als iniddèl tot vôoiloopige ,,ordening”, in ‘af’waohting van
regelingen, die ‘op een’ on’dérdel van de eigenlijke orde-‘
ningswetgevi]i’g zullen berusten. ‘
Men ‘gëè’ zich terdege rekenschap ‘ervan, dat’ die orde-
iiiiigswétgeiihg ‘kip het’ oogenblik het geheële bedrijfsleven
oliTvat.

e heer Cione geeft çl’sn een opsomming via de,

ongeicht de geuzeentelijke yeroideiainen.op dat ge-:
bied, bestaande Rijksregelingen van een ordenenden

.aardeiimerktdan oi:i»,
•’,’.’

Eèn’ drgelijke’ ‘opsomrning spreekt’ vor zichzelf. Dele’
“niaatregelen vornien de .gi’ndslagefr ‘vooreen gebondén-:
heid van ons badrijfsleven’irT het binnenland, evenalë die,,
welke onze handëispolitiek& Veteving voor de betrekkin-
gen’met het buitenland schiep. En ‘wij staan nog maar
aan het iegin. De warkingsduur van de ogcsonide wetten
was nog’këhts krt ‘en”du de ‘toepalsingieinig onwang-‘
•:’rijk. I’ntussdhdW is al iveer een wetsontwerp met b’etrek-
‘king
tot de rngeling vin’ den markt’ èn straathandel in
‘vorbeieiding. Naar. -niijir’iiièening
zal
onze Regeering

alleen met groote voorzichtigheid en terughoudendheid
deze, in zoo ruime iiate
hanteeieu. ,

‘.-

“Nederartdsc/v-Indië: in ‘.
1

Met betrekking tot de stijgi

“tn den in en uit

voer in Nederlandsch-Indi’6dt gezegd :

De belangrijke stijging vnn”liet gewicht van den uit-
voer uit Java was over een’ groot aantal producten vei
deeld. Behalve aan dc toegenomen vraag naar grondstof
feis van allerlei aard op de wereldmarkt is zij te danken
geweest aan de gunstige oogsten van bevolkingsgewassen
in de laatste jaren.
1.

Het gewicht van ‘den invoer in Java nam sterk toe.
Daar de ‘koopkracht van de Buitengewes’cen in grootere
mate dan die van Java steeg, stelt de ‘vermeerdering van
het ingevoerde gewicht in de Buitengewesten op het eerste
gezicht iteleur. In aanmerking moet echter worden geno-
men, dat de invoer van rijst uit het buitenland ongeveer
75.000 ton kleiner was dan in 1936. ])e invder ter aan-vulling van dit tekort werd door Java geleverd, terw’ijl
‘vandaar bovendien aanzienlijk meer manufacturen en nij-
‘erheidsvooetbren’gselen, afkomstig zoowel uit ‘het buiten-
land ‘als van de industrie op Java, werden ‘betrokken.
‘J)e totale waarde van den uitvoer en in sterkere mate
nog de gemiddelde waarde van ccii ton uitvoergoederen
stegen in de Buitengewesten meer dan op Java tengevolge
van de oveihecrsohende plaats, die aardolieproducten en
rubber in den uitvoer van de Bu’itengewesten innemen en
de sterke prijsstijging van deze producten. In de stijging
van de waarde van dcii invoer komen de gevolgen van de depreciatie van den Gulden en de prijsverheffingen op de
‘wereldmarkt tot uitdrukking. Deze laatste factor sprak
‘vooral sterk bij den invoer van metalen, machinerieën en
chemicaliën.
In de stijging van den uitvoer komt tot uitdrukking,
dat door rationalisatie en vorderingen op wetenschappelijk
‘gebied de ‘concurrentiekracht van het grootlandbouiv- ‘en
mijubedrijf en de product’ivite’it van den inlandschen land-
bouw in de depressiejaren is vergroot. Daarnaast deden
de uitbreidingen tijdens een vorige ivelvaartsperiode dc pro-
ductie-capaciteit van eenige belangrijke culte res nog steeds
stijgen. Voor de toekomst van Nederlandsch-Indië beteekeiit
de geringe kapitaalinvoer sedert 1929 echter een vertra-
ging van thet tenipo der economische ontwikkeling.
Deze overwegingen krijgen grootere beteekenis, omdat
in de naaste toekomst de voornaamste bron, waaruit de
kapitaalin’voer voortkomt,
te
w’eten cle netto-waarde van
den uitvoer, niet meer zoo rui,m zal vloeien als in 1937
het geval was. In feite daalt de opbrengst van den uit-
voer reeds ‘gedurende een aantal maanden en met nadruk
moet ik dus erop wijzen, dat hot hiervoor gegeven over-
zicht van in- en uitvoer niet als maatstaf vodr den toe-
stand ‘van dit oogenblik kan gelden. Eerder ziet het er
thans naar uit, dat het achter ons liggende jaar, na een
hevige depressie, een al te snelle opleving bracht, die in
een partieelen ‘terugval overging.

Economische Politiek in NecL-Indïë.
Wat betreft de algemeene economische politiek, maak
ik met instemming gewag van de uitlating van den Gou-
verneur-Generaal bij de opening der najaarszitting van
den Volksraad, dat ,,tenzij noodnaak of duidelijk aanwijs-
baar voordeel regelend optreden der overheid rechtvaar-
digt, zij het spel der spontane krachten verkiest’. lotus-
sehen is de Regeering ‘klaarblijkelijk .nog niet vaii mee-
nilig, dat haar bemoeienis met het bedrijfsleven kan wor-
‘den gemist. De bestaande contingenteeringen bleven niet’
meerendeels verhoogde quota van’ kracht. Bij de’ behande-
ling van. de ‘verlenging der Bedrjfsreglementeerings-Or-
donnantie 1934 gaf de Regeering dea wensch te kennen
de beperking van den werkingsduur uit de ordonnantie te
schrappen. De bedrjfsreglementeeiing werd uitgebreid tot”
rubberrookhuizen, die in de afgeloopeh jaren in grooten
gétale in de’bovoikingsrubberstreken zijn opgericht. ‘Nakr
het voorbeeld der Kapok-Gentrale tradcii bij het begin vicn
het nieuie jaar in ‘werking centrales vor aatherisohe
oliën, cassavprodueten, harsen en inlandsche tabak. Voor
,

zoover’ deze’ verbetering van de kwaliteit der uitgevoerde
producten’ ‘en bevordering van liet gebruik en d’ea’ afzet er-
van ten doel hebben, verdienen zij naar niijn meening in-:’
stemming. Het is echter te hopen dat de verdere doelstel-‘
liag, aan producenten en fabrikanten een redelijk aandeel in de opbrengsten te waarborgen, er niet zooals bij kapok’
toe zal leiden ‘dat de expor’tèurs ‘verplicht worden dèn.
producenten bepaalde prijzen te betalen, terwijl hun ‘zelf niet kan worden geiv’anrboi’gd, dat zij op basis ‘van deze;
prijzen in liet buitenland kunnen ‘varkoopen:’

5 Janari
1938

ECONQ-MiSH-SATISTISCHE BERICHTEN’

Industrie op ‘Java.

De”lnd’ustric op ‘Java ontwikkldè zich onder den in-
vloed van dc gestegen koopkracht sterk. Naar schatting
werken thans op Ja,’a ‘,tnee millioen arbeiders in de nu-
onheid. Daarvan werken niet meer dan 6 h 7 pOt. in f a-
brieken en het ovrige del werkt in midden- en kleine,
niet-machinale, bedrijven ‘beder Chineesche of inlandsohe
leiding, dan vel in huisindutrie. Gevreesd moet worden,
dat een deel dezer nijverheid, vooral op het gebied der
textielgoedereu, voor zoover zij haar snelle opkomst in de
depressiejaren aan de contingenteeringen dankte, dezen
steun in de toekomst bezwaarlijk zal kunnen ontberen.
Vermelding verdient nog, dat in klei cle opening van een
proef-textiefbedrjf te rr
ega
l plaats vond, waarmee het Ne-
derlandsche kapitaal in dc textielindustrie van Neder

landsch-Indië zijn intrede heeft gedaan.

Suriname.

])e economische toestand van Suriname werd, althans
aanvankelijk, gunstiger dan in 1936. De goede gang van
zaken in het bauxietbedrijf deed belangrijke bedragen aan
inkomstenbelasting, eonecssiereohten en belasting op het
product in de Gouvernementskas vloeien, zoodat de lands-
middelen meer dan in het vorige jaar opbraohten. De prijs-
stijging voor suiker en koffie opende voor deze cultures
het vooruitzicht, dat zij het zonder overheidssteun zouden
kunnen stellen. De uitvoer van rijst nam krachtig toe, ter

wijl de prijs voor balata blijkbaar voldoende loonend was
om de inzameling hiervan
te
doen stijgen; het houtbedrijf
vertoonde echter geen noemenswaardige verbetering. De
kleine landbouw ging vooruit.
Een ernntige slag trof Suriname door ht besluit van de
13razil.iaansche Regeering, dat een radicale wijziging
bracht in de tot dusver gevolgde koffie-valorisatie. De prijs
van de koffie daalde dientengevolge beneden het peil,
waarop de cultuur ervan in Suriname loonend is. Mooh-
ten dc vooruitzichten voor de koffie niet spoedig ‘belang-
rijk beter worden, dan zullen de meeste plantages moeten
sluiten. Intusschen tracht men met verlichting en gelde-lijken steun van het Gouvernement de ci’tr.uscul.tuur te
ontwikkelen en wordt de mogelijkheid van hot ‘weder in
het leven roepen van de bacovencultuur onderzocht. Dc
goudwinning verminderde; de machinale bedrijven konden
hun voortbrenging nog niet uitbreiden.

Curaçao.

Voor zoover de gegevens op het oogenblik strekken, nam
de waarde van den in- en uitvoer van het Gebiedsdeel Cu-
raçao ton opzichte van 1936 ‘toe. Deze ‘stijging kwam in
het bijzonder voor rekening van den invoer van ruwe aard-
olie en den uItvoer van olieproduoten. De belangrijke voor-
uitgang van den doorvoer moet worden verklaard in ver-band met de omstandigheid, dat daaronder zijn begrepen
goederen als petroleum, •gasoline, alsmede een hoeveelheid
gasolie, die op Aruba werden aangevoerd om, na aldaar te
zijn vermengd, weder te worden uitgevoerd en voor de
handelssta’bistiek als doorvoer worden aangemerkt.

REDE VAN DEN VOORZITTER VAN DE KAMER VAN

KOOPHANDEL EN FABRIEKEN VOOR ROTTERDAM.

Op 30 December 1937 heeft in een openbare ver-
gadering van de Kamer van Koophandel en Fabrie-
ken voor Rotterdam onder vele blijken van belang-stelling en waardeei-ing de heer W. A. Engeibrecht
afscheid genomen als voorzitter en daarbij zijn laatste
Nieuwjaarsrede uitgesproken waaraan het volgende
is ontleend:

Tiandelsbewe.giny.

De algemeene opleving van handel en nijverheid in 1936
zette zich ook gedurende de eerste maanden van dit jaar
voort, doch werd daarna •tot staan gebracht door prijs-
dalingen op goederen- en effectenmarkten, waarvan het
verloop verder van zeer verscheiden aard is geweest met’
uiteeuloopende gevolgen in verschillende landen.
Dat de invloed van deze reactie in het voorjaar op het’
internationaal handelsverkeer niet kon uitblijven, blijkt uit
de sedert bekend geworden statistische cijfers.
Voor Nederland kunnen wij, ‘wat de waarde der uit-
voeren betreft, na September een zidh voortzettende
lichte daling vaststellen, terwijl de invoeren na October
zich eveneens niet op hetzelfde peil handhaafden.
Over de eerste 11 maanden tezamen is de invoer in’
gewicht 16,8 pOt., in waarde 57,8 pCt. toegenomen, verge-
leken met Jietzelf de tijdvak vais het vorig jaar. Voor den

uitvoer geven dezp ,çjfej’s, ee,vrxpeerdering aan in ge-
wiøht van 20,3 pCt. en in’,waarcI vu 57,6 pOt.


Voot

‘Nederlandsoh-Indië, dat’.iii belangeijke p%e .grond
stoffen voor ‘de wereldmarkt levert, zal het vei-dç. verloop
van prijzen van zeer groot gewicht zijn. Bij vergelijking
der in- en uitvoeren gedurende de eerste. 9 maanden van
1937 en’ 1936, kan op een vermeerdering gewezen worden
vaii 23,5 pOt, in gewicht met 82,7 pCt. in waarde voor den
invoer, respectievelijk van 22,8 pOt. met 79,4 pOt. voor den
uitvoer.
Voor Suriname was de uitvoer in waarde in de eeiste
6 maanden van 1937 ongeveer 30 pCt. hooger dan in dat
tijdvak van het vorig jaar, terwijl de invoer, waarvan
alleen nog cijfers over het eerste kwartaal bekend zijn,
vermoedelijk weinig verschillen ziJ met dien van 1936.
Curaçao kan, wat de’ in-, uit- en doorvoer over de eer-
ste helft van het jaar betreft, vergeleken bij het overeen-
komstig ‘tijdvak van 1936, ‘nog op belangrijke ‘toeneming
wijzen. Over ihet derde kwartaal ontbreken de noodige ge-
gevens om een vergelijking te kunnen treffen.
Het )3ulletin mensuel de Statistiquc; uitgegeven door
dn Volkenbond, geeft een overzicht van den wereldhandel
van 75 landen, waaruit volgt,’ dat deze op basis van 1929
= 100, naar de goudwaarde gerekénd, in de eerste 9
maanden van dit jaar 45,6 bedroeg tegen 36,1 in het over-
cenkomstige tijdvak van 1936 en 33,4 in dat van 1935. Bij
deze becijfering ‘is geen rekening gehouden met ‘Spanje, wel met Italië en eveneens met Japan.

Werkloosheid.

De werkloosheid in Nederland nam vaji Januari tot
Juli regelmatig af, met inachtneming ook van correcties
voor seizoensinvloeden, ‘waarna tot eind November stijging
plaats had. Te Rotterdam nam de werkloosheid van Juni
af weder toe. In Januari bedroeg de werkloosheid te Rot-
terdam ruim 11 ‘pOt. van die in Nederland, October wijt
op een percentage ‘van ruim 14 pOt.
Volgens gegevens van ‘het Institut far Konjunkturfor-
schung nam, voor zoover de cijfers bekend zijn, tot October
in Duitschland, Engeland en Frankrijk ‘de werkloosheid geregeld af. In België en Noorwegen is dit tot Augustus
het geval geweest, welke maand weder op een stijging
wijst. Na een daling tot Juni blijft ‘het cijfer in Zwitser-
land vrijwel stationnair, terwijl ook in Denemarken het
laagtepunt in deze maand werd bereikt; in dit laatste
land breidde ‘de werkloosheid zich daarna echter weder uit.

Algemeene economische toestand.

De opleving, die in 1936 intrad, had zich door de steeds
toenemende vraag naar grondstoffen en voortbrengselen
van de nijverheid zeer krachtig uitgebreid, toen in het
voorjaar de voorteekenen van een omslag in de conjunctuur
zich merkbaar maakten. Hier en daar waren zelfs reeds
de grenzen der pi-odncticcapaciteit bereikt. In vele landen,
vooral in die, welke ‘grondstoffen voortbrengen, werd ge-
brek aan arbeidskrachten gemeld. Verschillende restrictie-
maatregelen
01)
de voortbrenging van landbouwproducten
en grondstoffen werden opgeheven, terwijl het aan den an-
deren kant reeds in verschillende landen noodzakelijk ge-
acht werd door maatregelen op het gébied van erediet- en
geldwezen de hausse-beweging binnen perken te houden.
Een open vraag blijft het of de reactie, die volgde en
die in sommige landen den omvang van een depressie
heeft aangenomen, tot een inzinking zal voeren, zooals
dit in de eerste drie jaren na 1930 het geval is geweest.
Door de onvoldoende overzichtelijkheid van de voor-
i’eden in handen van den handel, zoowel wat grondstoffen
als fabrikaten (vooral ijzer en staal) betreft, bleken deze
in den zomer van dit jaar grooter •te zijn dan tevoren
bekend was, zoodait ontegenzeggelijk de vraag naar die’
goederen is overschat. Voor een belangrijk deel wordt hier-
aan de omslag ‘in de conjunctuur toegeschreven. Indien
andere factoren, als verscherping van internationale togen-
stellingen, diep ingrijpende maati-egelen van overheids- –
wege tot belziersching van ‘de cnji,ïnctuur op eigen ter-
rein, achterwege zouden blijven, behoeft een verbetering
niet lang op zich te laten wachten. Veel kan ‘hierbij af-
hangen van het beleid, dat door de Vereenigde Staten van
Amerika gevoerd zal worden. J)e afgeloopen zeven ‘jaren
hebben doen zien, hoe de conjunctuur op de ‘internatio-
nale ha’ndelspolitiek terngwerkt en ‘hoe weinig nog de
volksgcmeenschappen als zoodanig sociologisch en econo-
misch geschoold zijn.
Niettemin zijn thans de algemeene omstandigheden gun-
stiger om een nieuwe inzinking af te wenden. Alle landen
zijn beter voorbereid om een sterken tcrugs]ag op te van-
gen; dc ai’geloopen jaren hebben veel geleerd en vooral de

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

5
Januari 1938

afhankelijkheid .doeii ‘gevoelen van een, ieder in rnicerder
of minder mate van aI1ci. M&t Qtrkkiiig tot een Anerikaanseh-EiigeIsch haiidels-
verdrag, dat in ‘liet voorjaar van 1938 gereed kan zijn,
Iiebbeii Cordeil Huil cii NviI1e Chamberlain zieJ1 ci over
uitgelaten, dat het bopaIiigeii zou bevatteii (iii verband
met meestbegunstigiag), die de snogelijkheid van verriii-
ming van het wereidverkeer zouden bevorderen’.
Om Engeland hierbij tegemoet te komen zullen de Ver-
een’igde Staten gelijktijdig de mogelijkheid van uitbreiding
hunner handelsbetrekkingen mt de i)ominions (bijv. Ca-
nada), wederzijds moeten scheppen. Dit zou dan weer een
begin zijn van veelhoekshanclei, waarmee in het algemeen
de velvart het ‘best gediend is, maar die verder alleen
bevorderd kan worden door internationale stabiliteit van
betali ugamiddel.

Nederland.

Dat de stagnatie, die dezen zomer in dcii wereldha.ndel
intrad, zich ook in ons land, dat voor zijn economisch
leven zoo zeer va.n de internationale conjunctuur afhan-
kelijk is, nierkbaar zon maken, laat zich begrijpen. Toch
behoeft gelukkig niet van sterkeis achteruitgang gesproken
te worden. Er heerscht nog groote bedrijvigheid, al doet de werkloosheid zich sterker gevoelen in dc industrieën
van procluctiemiddelen en ‘bij het vervoerswezen. Onze
havens toonen een levencig beeld. Factoren, die op een
interne economische crisis wijzen, ver.toonen zich itiet. De
onderbreking van de opwaartsche lijn in ons land wordt
veroorzaakt door de werking van buitenlandschen invloed.
VÔÔr 1936 kon in ‘vele gevallen van de toch reeds zoo
zeer beperkte mogelijkheid ‘van afzet in ‘het buitenland
zelfs n’iet volledig gebruik gemaakt worden Sindsdien was
dit bij verruiming van die mogelijkheid wèl liet geval. De
algemeene terughoudendheid, die zich thans zoo sterk doet
gevoelen, kan echter verdere vermindering van den bui-
tenlandschen handelsomzet ‘tengevolge hebben.
Van ‘groote ‘beteckenis voor de ontwikkeling van handel
en nijverheid ‘van ons land acht ik den zoo voortreffelijk
voor ‘zijn taa.k ‘berekenden Economischen Voorlichtings-
dienst in Den Haag, die zich een plaats als centrale in-
stantie van voorlichting van het bedrijfsleven heeft ver-
overd.
Het organisch en organisatorisch karakter der samen-
leting ontwikkelt zich in ons land in een streven der
Overheid naa i’ contrôle op het bedrijfsleven. Verschillende
maatregelen zullen echter naar de inzichten der Rc’geering
zooveel mogelijk door belanghebbenden moeten worden
uitgevoerd, voortgezet of opgebouwd. Het bedrijfsleven zal
er zich derhalve rekenschap ‘van moeten geven, in hoe-
verre het zèlf met de algemeene belangen des lands reke-
.niug wil houden.

Rotterdam.

De ‘werkloosheid in onze stad verbeterde. betrekkelijk
weinig, waarop hiervoor reeds gewezen werd, terwijl zich
‘in de twede ‘helft van het jaar aoh.teruitgaag deed gevoe-
•len. Voor een belangrijk deel is de ontwikkeling der me-
ch’aniseering gedurende de laatste jaren in de ‘hier geves-
tigde aijverheidsondernemi.ngen en invenbedrijven hierop
van invloed ‘geweest.
In de genoemde bedrijfstakken doet huitenlandsche me-
dedinging zich zeer sterk gevoelen, waardoor de toepas-
sing van technische verbetering niet aa.l kunnen uitblij-
ven, wil men de werkloosheid niet ver’grooten, doordat het
werk zich naar •het sbtritenland verplaatst. Ook hieruit
volgt, dat de lasten der werkloosheid in onze stad niet al-
leen door haar moeten worden gedragen daar ‘de ontwik-
kel’ing der genoemde bedrijfstakken niet alleen van •locaal,
maar in hooge mate ook van nationaal belang is.
Voortdurend wordt zorg aan de moreele belangen van
oude en jonge werkloozen gewijd. De tentoonstelling ,,Ont-
dek ‘Uw stad”, met de hulp van weakloozen tot stand ge-
bracht en ingericht, toont wel hoe velen hunner in ons
stadsleven in al zijn uitingen medegevoolen.
Dat ‘de detailhandel van de algemeene opleving der be-
drijvigheid slechts wéiig voordeel ‘kon trekken, vindt
vooral een oorzaa.k in het groot aantal werkloozen.
Eefi goede toepassing van de ,,Vestigingswet Kleinbe-
drijf”, clie in April van dit jaar in werking trad, kan door saneering van den detailihanel zoowel tot een welvaren-
den middenstand als ‘tot ‘goedkooper en doelmatiger clistri-
butie leiden.
De havenbeweging bleef in den ioop van het jaar in zijn
geheel bevredigend, ‘hoewel het stukgoederenverkeer be-
trekkelijk weinig verbeterde. De doorvoer van en naar het
achterland, hoofdzakelijk van massalading, was zeer be-
langrijk.
In de eerste 9 maanden van ‘het jaar werd door de

binnengekomen schepen aan. algemeene ‘ha.’ven.kos’ten (loods-
en ‘havengelden kadehuur, sleeploon, laden en/of lossen,
approviandeering, commissie, ena.) ongeveer
f
26.700.000
betaald tegenover
f
20.609.000 gedurende de eerste 9
maanden van het jaar 1936, (vôSi’ de Gulden van het goud
werd losgemaakt), waarbij in aanmerking genomen moet
worden, dat van 14 Juni 1936 al de gemeentelijke tarieven
‘verlaagd werden. Over het geheele jaar 1936 was de op-
brengst der scheepsrekeningcn
f
28.400.000.
Aan bunkerkolen en -olie w’ei»den naar schatting de vol-
gende ‘bedragen besteed:

geheel 1936 ………………
f
12.600.000
eerste 9 maanden 1936 ……….. 8.900.000
eerste 9 maanden 1937 …….. ,, .15.000.000
De hoeveelheid ingenomen bunkerkoleri is in de eerste
9 maanden van 1937 met bijna 22 pOt. toegenomen ten op-
zichte van het overeenkomst’ige tijdvak van 1936, terwijl
de hoeveelheid ingenomen ‘bunker’olie met ongeveer 5 pCt.
steeg.
Behoud en ont.vikkeling van het doorvoerverkeer over
dan Rijn van en naar ons achterland vereischten alle
aandacht .der Kamer. Alleen door nauwe samenwerking
van het Rijk, van onze gemeente en van het bedrijfsleven
zal Rotterdam zijn positie als internationale haven kun-
nen handhaven en in staat gesteld kunnen worden met
vaardeeririg
van wederzijdschebtlan’gcn cii ontwikkelings-
mogelijkheid samenwerking te zoeken met meded.iugende
buiteulandsche zeehavens.
In verband met nieuwe bepalingen iii het verdrag over
het Duiitsoh-Nederlandsch betalingsverkeer zullen van
Januari a.s. af alle kosten, die met het doorvoerverkeer
naar en van he’t Duitsche achterland verband houden, over
het. Nederlandsc’h Clean ng Instituut verrekend worden.
lien gevolg hiervan zal zijn, dat Duitsehland in de gele-
genheid gesteld wordt tegenover deze bedragen meer goe-
deren naar Nederland uit te voeren dan tot dusverre.
De Duitscihe export heeft ei- meer belang bij gekregen
voor het doorvoerverkeer van de Nederlandsche havens ge-
bru’ik te maken, wat voor Rotterdam in verband met het
belangrijke Rijnvcrvoer zeer gewichtig is.

SOCIALE VERHOUDINGEN IN SCANDINAVIË.

Organisatie.

Wje
gelegenheid heeft ter plaatse kennis te nemen
van de organisatorische verhoudingen in de indus-

trie der Noordelijke landen, in het bijzonder wat

betreft de vaststelling der arbeidsvoorwaardn, komt
reeds spoedig tot de ontdekking, dat in bepaalde op-

zichten met de toestanden hier te lande g:roote ver-

schillen bestaan. Het meest spreekt dit wel bij de
sterke centralisatie, die zoowel van werkgevers- als van’ werknemerskant te constateeren, valt. De cen-
trale werkgeversvereenigingen in Denemarken, Zwe-

den en Nooi

vegen omvatten via de aangesloten orga-
nisaties op enkele uitzonderingen na, alle takken
van het bedrijfsleven. Aan werkneinerszijde geldt
uiteraard hetzelfde. Niet alleen, dat een confessio-
neele splitsing ontbreekt, doch bovendien omvat de
we.rkgeerscentrale meestentijds ook m,iddenstandsbe-
drijven (niet in Zweden). Om een voorbeeld te noe-
men telt het .Dansk Arhejdsgiverforening 13.700
leden, waarvan pim. 10.000 behooren tot de am-
hachtspatroons (schilders, timmerlieden, enz.).
Naast deze centralisatie is een tweede kenmerk,
dat vrijwel alle
bedrijfstakken
zoowel van werkgevers
als van werknemerszijde
representatieve
vakorganisa-

ties bezitten en dus ,,doorgeorganiseerd” zijn. Histo-
risch bezien valt dit feit te verklaren uit de sterke
eenheid der arbeiderskiasse, welke in Scandinavië
voor een zeer groot deel sociaal-democratisch georiën-
teerd is en de hierop steunende vakbeweging van de-

zelfde kleur. De werkgevers hadden er dus overwe-
gend belang hij, om ook hunnerzijds krachtige orga-nisaties hiertegenover te stellen en men ziet dan ook
in de verschillende staten, dat de stichting en ont-
wikkeling der landelijke werkgeversverbonden die van
de vakcentrales op de voet volgt. Al moet hierbij ge-
zegd wdr’den, dat de centralisatie aan i’erkgeverszijde
langzamer in haar werk ging dan bij de wederpai-tij.
Zoo is men in Denemarken in 1896 begonnen met
een patroonsorganisatie, die niet meer omvatte dan
de bouwpatroons en

die uit aanverwante vakken te

5 Januari 193$

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

Kopenhagen
1);
in 1897 voegde zich de metaalindus-
trie hierbij, in 1898 een groot aantal patroonsgroepen

van het ambachtsleven. Eerst in 1919 was (le eind-

formatie bereikt in de Dansk Arbejdgiverforening ).
In Zweden is men tusschen 1890 en 1900 begonnen

met de oprichting van werkgeversorganisaties in be-
paalde vakken, zooals die voor de machine-industrie

in 1896. Eerst in 1902 kwam men tot een centrale

werkgeversorganisatie, die in den aanvang slechts
een klein aantal groote ondernemingen omvatte; in

1903 ontstond echter een tweede werk-geverscentrale,
die speciaal het bouwbedrijf en verwante takken

alsmede het transportbedrijf omvatte. Ook hier was

pas in 1918 de volledige centralisatie bereikt in de

Svenska Arbetsgivareföreningens
3)•
De eerste vakvereenigingen dateeren in Scandina-

vië van omstreeks 1870, en vallen samen met het
begin der politieke activiteit van de sociaal-democi’a-

tie. In Denemarken begon aan die zijde de centra-

lisatie in 1886 door de vorming van regionale fede-
raties. Op een in 1897 te Stockholm gehouden con-
gres werd besloten tot de stichting van nationale
vakeentralen. Die in. Denemarken en Zweden kwamen

in 1898 tot stand; eerstgenoemde omvatte
alle
vak-
vereenigingen. In Zweden was in 1899 nog een neu-
trale vakcentrale gevormd, welke tot 1909 bestaan

heeft. Wei bestaat sinds 1910 nog een syndicalistische
vakcentrale, welke de directe actie propageert, doch
(leze heteekent numeriek zeer weinig.
Om enkele
cijfers
te noemen, omvat het Deensche
werkgevers verbond als gezegd 13.700 leden, het ar-
beidersverbond 380.000 leden
(/8
van alle georgani-
seerde arbeiders). De Zweedsche werkgeverscentrale
heeft 4000 leden (met 325.500 arbeiders), het Zweed-
sche vakverbond pl.m. 750.000 leden.

Collectieve contracten.
Het is een logisch gevolg van de sterke organisa-

ties, welke men in vrijwel alle bedrijfstakken aan
weerszijden aantreft, dat het reeds vroeg tot het af-
sluiten van collectieve contracten gekomen is en dat
deze figuur geleidelijk tot de normale wijze van
regeling der arbeidsvoorwaarden is geworden. Zoo
telt men in Denemarken pl.m. 12000 O.A.O.en. Op-vallend is, dat de voornaamste taak der werkgevers-
centrales juist bestaat in bemoeiing t.a.v. de afslui-
ting van O.A.O.en. In 80 5. 90 pOt. der gevallen, dat
over O.A.O.en onderhandeld wordt, geschiedt zulks
door de werkgeverscentrales, zij het dat vertegen-
woordigers der betreffende bedrijfstak aan de bespre-

kingen deelnemen. Aan arheiclerszijde is de situatie
dezelfde. Slechts t.a.v. de kleinere bedrijven beperkt

zich het overleg tot de wederzijdsche vakorganisaties.
Al spelen bij de loononderhandelingen de centrales
dus een overwegende rol, toch worden zij meest-
al geen contractant bij de C.A.O. De onderteekening
geschiedt ie. wederzijds door de vakorganisatie, zij
het, dat in Noorwegen de werkgeverseentrale als regel
medeteekent.

De consequenties van het hier in het kort aange-
duide systeem van onderhandelen liggen voor de
hand. Tengevolge van de ook hier toegepaste sterke centralisatie wordt practisch in het geheele land één
uniforme loonpolitiek gevoerd
4)•
Dit wordt nog in
de hand gewerkt door het meestentijds gelijktijdig af-
loopen der O.A.O.en, hetgeen buy, in Denemarken
nog door een wettelijke regeling van 1936 in de

Van 1885 dateert reeds de patroonsorganisatie in de
ijze ri adustrie, een zuivere vakorganisatie.
De economische belangen worden meer speciaal be-
hai-tigd door Industri raadet.
De economische belangen der industrie worden meer
speciaal behartigd door de Export Association en de f a-
brikantenorganisaties in verschillende industrieën.
Merkwaardig is, dat bepaalde industrieën zich juist
van
de centrale werkgeversorganisaties hebben losge-
maakt, om een eigen loonpolitiek te kunnen voeren, bijw.
in Noorwegen de papierindustrie (export), in Zweden het
coneern-Kempen (hout) en Billerud A.B. (eellulose).

hand gewerkt is, volgens welke alle O.A.O.en, afge-

sloten tusschen de centrale organisaties, op 1 Maart

moeten expireeren. Aldus verkrijgt men als regel voor
een reeks
bedrijven
gelijktijdig naar voren gebrachte
looneischen en daartegenover voor die zelfde bedrij-

ven een identiek Patroonsstandpunt. Gelukt het niet
hiertusschen een brug te slaan, dan heeft men over

dgeheele linie een conflict, d.w.z. staking of uit-

sluiting. M.i. zal dit systeem moeten meebrengen de

onmogelijkheid om bijv. voor een bepaald bedrijf een

concessie te doen, aangezien dat automatisch de
andere bedrijven voor dezelfde consequentie stelt. Dat

hier een verstarring in den loonstrijd optreedt, is
mi. niet voor ontkenning vatbaar.

Het valt in dit licht niet te verwonderen, dat in

deze Noordelijke landen de overheidsinterventie bij

arbeidsgeschillen een belangrijke rol speelt. Er moge
in dit verband nog worden gewezen op een tweetal
algemeene conveuties, welke in Denemarken en Zwe-

den resp. in 1899 en 1906 zijn afgesloten tusschen

de werkgevers- en werknemerscentrales en die een
soort ,,Oarta di Laoro” vormen.
De eerste is de z.g.
September-conventie,
welke in
zekeren zin de basis voor het Deensche arbeidsrecht
is. Zij regelt in de eerste plaats den 8-urigen werk-
dag en verder de termijnen
bij
staking of uitsluiting
in acht te nemen (14 dagen na te voren mededee-

ling van het voorstel, minstens 7 dagen van te voren
mededeeling van het definitieve besluit); verder
eischt het voor het nemen van een dergelijk besluit
een % meerderheid en stelt de minimum opzeggings-
termijn voor C.A.O.eu op 3 maanden.
Ook wordt den werkgevers de leiding en de ver-
deeling van het werk toegekend, alsmede het recht
ougeorganiseercie arbeiders aan te stellen. Tegenover
dit alles wordt aan de arbeiders het
recht van Orga-nisatie
toegekend.

Beide laatste zinsneden maken ook den inhoud uit
van c.q. gemeenschappelijke verklaring van 1906 tus-

schen de Zweedsche centrale organisaties, welke ver-klaring sindsdien in alle C.A.O.en is opgenomen.

Bemiddeling en arbitrage ‘).

In het bovenstaande werd reeds erop gewezen, dat tengevolge van de eigenaardige structuur der weder-
zijdsche organisaties loonconflicten van helangrjken
omvang te verwachten zijn. Het is dan ook geen won-

der, dat in deze landen de Overheid reed3 betrekkelijk
vroeg tot het bemiddelen c.q. beslissen van arbeids-
conflicten geroepen werd. De staatsinterventie op dit
terrein is door partijen volledig geaccepteerd, zooals
dat trouwens ook in Nederland het geval is en werkt
over het algemeen zeer bevredigend. Al bestaan er
tusschen de 3 staten belangrijke nuances, zoo kan men
toch in het algemeen de regelingen typeereu als ge-
baseerd op het vrijwilligheidsbeginsel. Hierop is één
uitzondering nl. Noorwegen, waar ook na de afschaf-
fing der verplichte arbitrage in dezen zin een ge-dwongen regeling is blijven bestaan, dat partijen
gebonden zijn minstens 4 dagen van te voren den
bemiddelaar op de hoogte te stellen, waarna deze een
staking resp. uitsluiting kan verbieden in afwachting
van zijn tusschenkomst. (Het verbod moet binnen
2 dagen uitgevaardigd worden). Een dergelijk verbod
heeft geen langere werking dan 2 weken. Een be-
langrijke uitbreiding verkreeg in dat land de wet-
geving op arheidsgeschillen in 1933, door het instel-len van de mogelijkheid van bemiddeling in boycot-
zaken en het eventueel onderwerpen van rechtsge-
schillen over boycot aan een speciaal gerechtshof voor

hoycotzaken. Tot nu toe hebben deze bepalingen nog
weinig toepassing gevonden
2),

‘) Vergelijk
0. Ekblom
– Staatliche Verordnuagen zur
beilegung von Arbeitsstreitigkeirten in den Nordisohen
Liindern. (Schriften des Vereins für Sozialpolitik 1930
l,lz. 127).
2)
Vergelijk voor deze regeling 1’aal Berg – La législa-
tion sur les eonflits du travail en Noivège (Revue
In-
teruajtionale du Travail 1933
blz.
816).

ECONOISTTISiSë’E BER1C}Î
1
ï’EN

5 Jaiiuri 1938

In D’en’emarkn ‘bbr1t zich çlè: bemiddeling tot de

cnflicten, war iet al*Mei’hIk in beteekenen-
de mt hij bé+,lk1″i’âl stalat de ‘beoordeeling

hierai âih deibemiddelaars; dat zijn dus als regel
d conflictén hij den afloop der groote O.A.O.en. De

publieke opinie wil zooveel mogelijk overlaten aan

het overleg van partijen zeIf met name va:ii werk-.

geverszijde is men zeei tegen inmenging bij klehwre

cönflicten gekant.
Intusschen heeft in Denemarken de ernst van de

heerscheude arbeidsconflicten de laatste jaren ge-
dwongen oplossingen meegebracht, verkregen door in-

schakeling van den wetgever
1)

In de jaren 1933, 1934, 1936 en 1937 kon tusschen

partijen geen bvereenstemrning worden bereikt. In
1933 werden alle stakingen: en uitsluitingen gèdu-

rende één jaar verboden; in 1934 werd de wijze van

stemming in d’e vakvereenigingen gewijxigd (met de

bedoeling,dat de s’temrnCn van de gezamenlijke vak-
organisaties werden: opgeteld, zoodat niet een der or-

ganisatiés de oplossing van een conflict kon tegen-

houden). In 1936 werd na het door de werkgevers
verwerpen van een hemiddelingsvoorstel van den off i-

cieelen bemiddelaar en het daardoor dreigen van een

omvangrijk conflict,

,
het bewuste voorstel
bij
een spe-

ciale wet voor partijen bindend verklaard, terwijl
gedurende één jaar alle geschillen aan verplichte ar-

bitrage onderworpen werden (het oorspronkelijk wets-

ontwerp voorzag slechts in verplichte bemiddeling,

doch de conservatieven in het Parlement wisten ver-
plichte arbitrage door te zetten).
In het voorjaar van 1937 dreigden wederom om-

vangrijke conflicten; een bemiddelingsvoorstel werd

door beide partijen
verworpen. Het inmiddels ondèr
sociaal-democratische leiding. gekomen kabinet heeft

toengeen verplichte arbitrage voorgesteld, doch heeft het geheele bemiddelingsvoorstel in een speciale wet
aan partijen opgelegd. Opvallend is dat in deze he-
slissin de ongeschoolden zijn bevoordeeld boven de

geschoolden
2).
Gjessing
2)
merkt op, dat dit zeer ver-

gaanda
ingrijpen
van de Overheid,
bij
partijen, spe-

ciaal de ‘werknemers, het streven om in onderling

overleg overeenstmming”tè bereiken, heeft vermin-
derd. De politieke factoren gaan bij deze procdure

meer en meer een rol spelen.
In Zweden werken de hemiddelingsorganen zeer in-

tensief. Hoewel de wet den bemiddelaar slechts tot
tusschenkomst verplicht bij geschillen, waar grootere
belangen mee gemoeid zijn, heeft in de practijk de
bemiddelaar ook hij kleinere conflicten zijn tusschen-

komst verleend. Daainaast roepen partijen veelvuldig
zijn medewerking in hij het afsluiten van contracten ter voorkoming van geschillen (vergelijk ons art. 51
der Arbeidsgeschillenwet, dat wellicht nog te weinig

door belanghebbenden wordt toegepast).
Wat de sartenstelling der organen betreft, zij ver-
meld, dat in Denemarken ‘3 bemiddelaars
3)
zijn be-

noemd, zonder een bepaalde verdeeling van arbeids-
gebied. In zeer belangrijke gevallen treden ze geza-
menlijk als bemiddelingscommissie op.

In
Nôorwégen heeft men naast een aantél districts-

hémiddelaars één” Rijksbemiddelaar
4),
die de lande-

lijke gèsc)iillen behandelt en veHer hetalgemeen toe,

zicht heèft:
In’ Zweden tenslotte teft men 7 distrietsbemidde-
lâars, als hoedani o.a. gbuverneur en burgemèestér
optreden. V’ooi groote en’ ingewikkelde conflicten
‘êidèn hier i:thsschen berniddelingscômmissies ge-
“orrnd, dikwijls o’nclr leiding van een oud-bemidde-
laai-. Deze comrhissis treden zeer diep i’ de ‘detail.
Zoo heeft men bij het bekende metselaarsconflict’ in
het voorjaar van’ 1937′ in overleg met’ partijen de ge-

3.)
Vergelijk Gjessing – Industria.1 Refations

iii ‘Den-

mark (Monthly Labor Review
1937 ‘blz. 569).

Veagelijk Gjessing
1.c.
Een’, ervan is het iofd der Arbeidsinspectie Eric
.Dreijer.

……,,
De advocaat GIausen.

h’eie O.K;O: ii’et ‘alle tarieven vastgesteld,’waaraan de

Cömmissie50 dag gewerkt heeft!
2)

Slotopmerking,.

Mijn indruk was, dat tervijl”uin)Deflemarken. én

Noorwegen juist de laatste jaren nog zeer belang-

rijke arbeidsconflicten voorkwamen, in Zweden de
sociale
strijd
in deze jain belangrijk is verminderd,

hetgeen blijkt uit de dalende cijfers van het’ aantal

verloren arbeidsdagen (hetzelfde geldt voor Neder-

land!). De periode daarvoor beschreef men als de
,,strijdperiode”, ni: die, waarin de C.A.O.en werden

opgebouwd.

Wellicht is dit verschijnsel ten deele toe te’
sc
h
r

von- aan de geprononceerde hoogconjunctuur, die in

Zweden heerscht en de betrekkelijke’ coulance der

werk’gevers wat ‘betreft loonsverhooging
2).
Echter ineen ik ook de gunstige sociale verhoudin-

gen op het credit te mogen schrijven van het Kabi-
net-I-Tansson, welks gematigheid mij in verschillende

kringen werd bevestigd, o.a. door het Zweedsche
Werkgeversverbond. In Noorwegen liggen de verhou-

dingen moeilijker, gelet ook op cle geste van het zeer
links georiënteerde vakverbond. Het loonpeil is hier

ook hooger dan in Zweden.

In Denemarken tenslotte is de economische positie

belangrijk ongunstiger te noemen dan in de beide
andere staten (eenzijdige agrarische samenstelling
van den export tegenover den belan,grjken uitvoer van industrieele grondstoffen in Zweden en Noor-

wegen). Ook de sociale verhoudingen leken mij min-

der gestabiliseerd dan in Zweden. Zij nog vermeld, dat de Organisatie der landarbei-

ders in de 3 staten veel minder krachtig is dan die

in de industrie. Dit brengt mee eell sterke tegenstel-
ling tusschen steden en platteland, met name wat
betreft het loonpeil. C.A.O.en in den landbouw komen
slechts sporadisch voor. In Zweden zal een minimum

loonwet voor den landbouw worden ingediend, ter-

wijl een nieuwe landhouwarheidswet ingaande 1 No-
vember 1937 den maximum werkdag vaststelt op 9 â

10 uur, terwijl als maximum werkweek zal gelden:
zomers 54 uur per week; ‘s winters 41 uur per
week
3)
A.
W. Qumtvr.

‘) Mij persoonlijk meegedeeld door den heer Ekbiom, den
bemiddelaar voor Stockholm, •die ook lid dezer commissie

Vlg.,,ller.zien.iug van collectieve contracten (Zwe-
dcii)” – N.R.C.
10
Sept.
1937.
dgl. ,,Nieuwe’sooiale vetteu in Zweedsohen landbouw”
– Telegraaf 31 Juli 1937.
In verband ‘met het heersohen-
de tekort aan arbeidskrachten in den landbouw mag men
met belangstelling de werking dezer wet án de practijk
afwachten.

DE BOSKOOPSCHE BOOMKWEEKERJJ.

De bloemententoonstelling, welke in de tweede
helft van April in het monumentale tentoonstelli.ngs-
gcbouw in Boskoop zal worden gehouden, vestigt
weer eens de aandacht op een tak van onze agrari-
sche productic, waaraan Nederland voor een bélang-
rijk deel zijn internationalen naam als leverancier

van sierteeltproducten heeft te danken.
Wanneer Boskoop over eenigen tijd aan de tallooze
bezoekers hare producten zal vertoon.en, ,zal z9o%sel
leek als vakman zijn hart kunnen ophalen aan een
keür van: bloeide, boome’n ak rhododendrons, aza-

lea’s, rozen, gouden regen, magnolia’s, enz.
Het centrum Boskoop (Boskoop en omliggende ge-
h’ieenten) neemt. in de boomkweekerij een oerlieer-

schende positie in. Was vroeger Naarden-Bussern een
ander- centrum van de z.g. intensieve cultuur,. door

veikoop

van kweekerijland voor bouwterrein neemt

de belangrijkheid hiervan ‘steeds ,meer af en concen-
treert de boomkweekerij zich ‘langzamerhand geheel
op Boskoop. Hoewel de niet-intensieve cultuur, wat
oppervlakte aangaat ongeveer het dubbele wan de in-
tensieve teelt bedraagt, (in 1936 resp. 1722 en 819

5’ffanuari.1$38

ECON9jIISCH ATiISTISCHE, BERICHTEN

ha) is de productie per hain Boskoop, ongeveerjlet

drievoudige van di der. niet-.iiitensieve bedrijven,
welke over het geheele land verspreid liggen. Ook de handel in hoornkweekcrijproducten is voornmeIijk in
Boskoop gecoipentreëiçl.

Productie .en iFIandt

liet karakter van deze productie brengt met zjch

mede dat mechanische hulpmiddelen vrijwel niet te
gebruiken zijn; de bezoeker zal zelfs tevergeefs uit-

zien naar het traditiorieele paard. Wie verwacht
‘s winters leeg land in Boskoop te zien komt bedro-
gen uit; het overgroote deel der gekweekte produc-

ten is ni. meerjarig, met een kweekduur van twee of
meer jaar en blijft dus gedurende den winter op de

kweekerij staan. De ploeg is een onbekend werktuig

in Boskoop; het woord ,,wieden” komt niet in het
woordenboek van den kweeker voor. De Boskooper
heeft Jet over ,,vuil rapen”: het onkruid wordt in-
derdaad met de hand uit den groiicl getrokken, in een emmer verzameld en verbrand.
Daar eenerzijds het gekweekte product zeer bewer-
kelijk is, anderzijds vrijwel alle werk op de kweeke-
rijen handwerk is, zien we in de Boskoopsche boom-
kweekerij een typisch agrarisch kleinbedrijf. In 1935
was de gemiddelde bedrijfsgrootte ruim 74 are.

Het afzetapparaat, wat vrijwel de geheele bewoon-
de wereld bestrijkt, nadert de perfectie. De expor-

teur, die in den regel zelf de teelt ook beoefent en op
(leze
wijze
technisch door-en-door met het vak op de
hoogte is, bereist persoonlijk of door middel van ver-
tegenwoordigers het buitenland. De geboekte orders

worden dikwijls door den ,,reiziger-boomenz&eker”
zelf bij de kweekers ingekocht. Dat dit persoonlijke
contact – tusschen kweeker-aan-land en buitenland-

schen klant staat dikwijls slechts één persoon: de rel-
ziger-boomenzoeker – een hechte relatie vormt en
het buitenland een groote mate van service biedt,
behoeft geen betoog.

De Jaren 195-1930.
Na 1924, toen Duitschland niet behulp van de
Dawesleenungen in staat werd gesteld op groote
schaal over te gaan tot stedenhouw, aanleg van plant-
soenen, sportparken en dergelijke objecten, waardoor
(Ic Nederlandsche export van boomkweekerijproduc-
ten sterk toenam, brak er een gouden tijd voor Bos-
koop aan. De top werd bereikt in de jaren 1928—’30
met een jaarljkschen uitvoer van ruim zes millioen
Gulden. In 1930 bedroeg de export
f
6.565.000, waar-
van Engeland en Duitschland resp.
f
2.815.000 en

f
1.039.000 afnamen. Van 1925 op 1928 stijgen de prij-
zen met meer dan de helft. Hoewel de totale uitvoer
tot 1930 nog stijgt, zien we echter reeds in 1927 hier
en daar teruggang. De belemmeringen in verband
met de verscherpte inspectie op ziekten iii Oosten-

rijk, Hongarije en Zweden, de vermindering van het
aantal ,,special permits” in de U.S.A. en de verhoo-
gingen der invoerrechten in diverse landen luiden
een teruggang in, welke in 1932 catastrofale afme-
tingen zal aannemen.

De Crisis.
Deze teruggang wordt het best gedemonstreerd
dôor een vergelijking van de exportwaarde in het
topjaar 1930 en het laagtepunt 1933.

Jaar

Totaal’)

Engeland

Duitschland
1930

6.565

2.815

1.039
1931

4.571

2.167

895

1932

2.265

844

127
1933

1.769

.892

105
1)
Waarde in duizend gulden.

Van 1930 op 1933 daalt het exportgewicht van
15.932 op 6.676 ton. liet effect van dezen verminder-
den uitvoer op areaal cii prijzen werd door een drie-
tal factoren buitengewoon versterkt.
Reeds eerder werd de aandacht gevestigd op de
meerjarige kweekduur van het overgroote deel der

1
bbomkweekerijproducten. Als gevolg hi.ervan zal een

uitbreiding’ vaihe areaal erst na verloop van

eenige jaren aanili.ng,vetot eenvermeqrdering
van het aanbod; de vergrooingn et pouctie-
apparaat gedurende de tojarn verooraaktç eêrst in

een periode van kleineren afzet een sterk vergroot
aanbod.

Bovendien brengt de duurzame aard van het voort-
gebrachte
product
met zich mede dt fluetuaties in

de vraag steeds een progressieve werking zulicu heb-
ben.

Een derde factor, welke voor een groot deel aan-

sprakelijk is voor de . moeilijkheden waarmede de

boornkweekerij nog steeds heeft te ampeïi, en waar-
door

ondanks crisismaatregelen en thans weer stij-

genden uitvoer, nog steeds van geen oonende teelt

sprake is, is de overgang van
ouderen nai, ioneren
boom.
. .

De volslagen boom met een kweekduur van 67
jaar, welke behalve zijn hoog. eigen gewicht uit tech-
nische overwegingen tevens een kluit aarde ter be-

scherming van het wortelstel noodig heeft, werd lang-

zamerhand aan steeds sterker drukkende invoerrech-
ten onderworpen. Teneinde hieraan te ontkomen nam het buitenland genoegen met een jonger product, het-
welk – althans vergeleken bij het vroeger uitge-

voerde – een halffabrikaat was.

Zeer duidelijk komt dit verschijnsel tot uiting hij
vergelijking van de naar Engeland geëxporteerde ge-
wichtshoeveelheid en het door de Engelsche invoer-
statistiek vermelde aantal boomen.

Aantal tonnen

Aantal stuks

Aantal
v. d. Nederl.

v. d. Engelsche

boonien
Jaar uitvoerstat.

invoerstat.
1)

per ton
1926
6.979

14.191.000

2.033
1927
7.684

16.344.000

2.127
1928
6.784

16.969.000

2.501
1929
6.216

20.412.000

3.284
1930
7.419

20.689.000

2.789
1931
7.156

22.906.000

3.201
1932
3.356

22.569.000

6.725
1933
2.659

23.812.000

8.955
1934
3.643

36.266.000

9.955
1)

Daar de classificatie
in deze twee statistieken niet
gelijk is,

en het
aan de

Nederlandsohe uitvoerstiutist,iek
ontleende gewicht
bruto is, dus incidsief kisten en ander
verpakkingsmateriaal,
moet het

erloop

van het aantal
boomen per ton
niet in absoluten zin worden opgevat,
maar dient deze
reeks beschouwd te wörden als indicaitor van den overgang va.n .grooten naar kleinen boom.

Teekenend is

het verloop van het ,,aantal boornen

per ton”, hetwelk zich behoudens. een vermindering
in 1930, welke vermoedelijk een gevolg is van den
strengen winter van 1929 waarin een groot aantal
grootere boomen door den vorst werd beschadigd,
regelmatig in stijgenden
lijn
bevindt.
Eveneens opmerkelijk i.s de sterke stijging van het
aantal per ton in. 1932, correspondeerend met de dras-

tische verhooging der invoerrechten welke dat jaar
werd ingevoerd. (Voor planten met kluit 10 Shil-
ling en voor . planten zonder , kluit 20 Shillung per
centerweight). • •, . .. , .
De kleinere vraag naar
.
.volsagen. boomen., en de
meerdere interesse voor het jongere goed heeft uiter-
aard het prijsverloop sterk. beïnvloed.
,
avolgende
grafiek toont dit verloop opgemaakt van een 18tal
groepen. boomen, gesplitst in die met een kweekduur
van meer dan drie jaar en. van die jaar en minder,
herleid tot indexcijfers met, als basis 1925
i).

Uit een vergelijki,ig blijkt, dt v66r 1930 e oudere
boom de sterkste prijsstijgipg vertoonde en na 1930
de grootste daling, terwijl de jongere.boomvoor ge-noemd jaar slechts
..einig iii prijs steeg, maar ih
na dit jaar, het beste handhaafde. Het omslagpunt in
1932 stemt weer overeen met de boven gememoreerde
sterke
stijging
van liet aantal bôomeii

per
,
ton in den
Engeischen export. . ‘. . • .
De hier, geschetste verandering in het karakter van den export heeft voor Boskoop groote moeilijkheden

met zich mede gebracht, moeilijkheden. welke., thans

ii

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

5 Januari 1938

Prijsverloop .boornkweeke rijproducten

200

180
160

140
120

100

80
60

40
20

1925 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37

= kweektijd 3 jaar en minder.
= kweektijd langer dan 5 jaar.

nog steeds om een oplossing vragen, immers zal, in-

dien de kweekduur der artikelen terugloopt van 1-8
op 2-3 jaar, éénzelfde areaal in een periode van
7 jaar driemaal zooveel boomen kunnen produceeren

clan voorheen het geval was. Bovendien werkt hier

een sterke cumulatie daar juist de boomen met lan-geren kweekduur de grootste oppervlakte in beslag

zullen nemen naarmate ze ouder worden. Een .voor-

zichtige raming van de productie geeft voor een ge-
lijke oppervlakte een negenvoudig aantal booiun ver-

geleken bij de jaren v66r ‘1930.

Hoewel di.t procs, gezien de regelmatige stijging
van liet aantal boomen per ton geleidelijk doorwerkt
en de aanpasing van het productie-apparaat aan den
gewijzigden alzet met sterke wrijving gepaard ging,

moest, indien cleexport van het aantal boomen niet
in gelijke mate toenam, het gevolg van een en ander

een groot surplus
zijn.

De Crisismaatregeten.

De bedoeling van de getroffen maatregelen (cre
dietverstrekking, indijking van het bedrijf en aflcoop

van surplus) was in eerste instantie de handhaving

van het productie-apparaat in afwachting van betere tijden. Ongetwijfeld is dit doel bereikt.
Tas

in 1934

de’ beteelde oppervlakte (intensief) 849 ha, volgens
de driemaandelijksche publicatie van liet Ministerie van Economische Zaken ,,De Landbouwcrisismaat-
regelen, hunne werking en uitvoering” no. XIV, was
het areaal van 1934 op 1936 slechts met 30 ha terug-
geloopen. De crisismaatregelen zijn echter niet in
staat geweest de, boomkweekerij weer
0
1) gezonde basis

te brengen.
De ten bedrage van bijna een millioen gulden ver-

strekte credieten werden aangewed tot dekking van
een bedrijfstekort of tot betaling van oude -schulden
en moeten volkomen bevroren worden geacht. Gere-
gelde rentebetaling komt slechts sporadisch voor.
De indijking van het bedrijf, waarbij de beteelde

oppervlakte .werd gefixecrcl op 1.00 pOt. van die per
1 Juni 1934, hield geen rekening niet den boven ge-
memoreerden overgang van grooten naar kleinen
boom, en beheerschte slechts de grootte van liet pro-

ductie-appa mat, niet den omvang van de productie. :De afkoop van surplus, waaraan sinds 1934—’35
een bedrag van ongeveer
f
900.000 werd. besteed, had

geen blijvende vermindering van het aanbod tenge-
volge en veroorzaakte geen noenienswaarde prijsstij-

ging.
Daar de credietverstrekking en de afkoop nog
steeds worden voortgezet, zal het, rekening houdend
met ‘de ervaringen gedurende de laatste jaren, em-

1)
Cijfers ontleend arn de inkoopboeken van een aantal
handelaren.

stig overweging verdienen of op dezen weg moet wor-

dell doorgegaan. Hoewel ccii inkrimping van het are-

al groote moeilijkheden met zich mede brengt, lijkt

dit naast meerderen uitvoer de eenige uitweg. Mis-
schien ware een bevredigende regeling te vinden
door jaarlijks een zekere oppervlakte braak te laten

liggen. Ook het technisch belang zou hiermede ge-
baat zijn..

De Vooruitzichten.

Hoewel de export zich de laatste jaren weer in

stijgende lijn bevindt (1933
f
1.169.000, 1936

f
2.594.000), liggen de prijzen ohdanks financieelen

steun der Regeering nog ver beneden produ.cti.ekos-

ten. Het laat zich aanzien dat de overgang van groo-

ten naar kleinen boom gedurende de eerstkomende

jaren een steeds grooter hoeveelheid booinen op de

markt zal brengen, waarmede zelfs een sterk verhoog-

de uitvoer geen gelijken tred zal kunnen houden.

Gevaarlijke punten
zijn
de voorraadvorming in het

buitenland en het zelf-kweeken door onze afnemers.

Van uiterst belang is in dit verband de boven ge-
schetste overgang naar liet jongere goed; hieruit
blijkt dat Bokoop in liet buitenland voor tal van pro-

ducten nog specifiek is en een eenigszi.ns monopolis-

ti.sche positie inneemt.
Het initiatief en de ondernemersgeest van de ex-
porteurs, vereenigd in den Bond van Plantenhande-

lazen, vormen in dezen een hechten grondslag, waar-
op de boornkweekerij zich weer tot een loon.end be-

drijf zal kunnen ‘omvormen.

Noodzakelijk
is
hiervoor echter dat het areaal het-

zij door een iîatu.urlijke inlcrimping of door éen ge-
dwongen beperking tot geringere afnietingen wordt

teruggebracht.
A. W1N5aM
los.

ENIGE OPMERKINGEN OVER HET VRAAGSTUK VAN
OvER- EN ONDERWAARDERING VAN VALUTA.

In tijden ‘van feitelijke of drei.gende fluctuaties
van wisselkoersen trekt dit vraagstuk regelmatig de
aandacht. In de zomer van 1936 kon men herhaalde-
lijk lezen, dat de goud-bloc-valuta’s .,,overgevaar-

deerd” w’aren. Enige weken na de aanpassing van de
gulden spraken enige vooraanstaande econmeh zich

uit voor een waardevermindering van de gulden niet
30 pOt.; daar de gulden met 20 pot. deprecieerde,
zou nien dus op grond van de aangeduide mening tot
het resultaat moeten kooien, dat de gulden overge-

waardeerd bleef. Mr. J.
W.
Beyen wijdde een ‘interes-

sant artikel aan het vraagstuk – dat
hij
noemde ,,het

vraagstuk van de natuurlijke pariteitsverhouding tus-
sen verschillende munteenlieden” — in E.-S.B. van 11 ‘Augustus 1.1. en beklaagde zich daarin over de
geringe vorderingen, die in ‘het verkrijgen van een
beter inzicht in dit vraagstuk zijn gemaakt. De –
Engelse -‘ Economist van. 18 September 1.1. b,evatte
een artikel over ,,The Falling Franc”,, waarin her-
haaldelijk de kwestie van over- en onderwaardering,
tegenover juiste waardering naar voren komt en wordt
besproken in verband met de waardeverhouding tus-

sen Franc, Pond en Dollar.
Het vraagstuk is dus weer actueel en het zal

actueel blijven, zo lang er geen de jure stabilisatie
is gekomen. Maar ook na zo’n stabilisatie zal liet
zijn belangrijkheid behouden – niet om periodieke
pariteitsveranderingen in te voeren
op
grond van

min of meer betrouwbare gegevens, zelfs .waneer die
een zuiverder oordeelvelling zouden toelaten dan
thans mogelijk is – maar omdat zulke gegevens een
aanwijzing zo’uden kunnen geven voor het bestaan
van spimningen in de binnenlandse voikshuishouding.
Het doel vah de ‘volgende’ opmerkingen is, te
trachten een bijdrage td levere’n tot een meer defi-

nitieve formulering van het vraagstuk, èn tevens een
aanduiding te geven van het’ karakter der voor oor-
deelvelling benodigde gegevens.
‘Dcie opmerkingen âan’ uit van ‘een conceptie

5
Januari 1938

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

11

van het begrip ,,over- en onderwaardering van valu-

ta’s, dat als volgt kan worden omschreven: ,,Een

,,over- waardering van een valuta is aanwezig, van-
,,onder-

,,neer haar koopkracht in het buitenland groter
kleiner

,,is dan in het binnenland”. Om derhalve te komen

tot een antwoord op de vraag, of een valuta over- of

ondergewaardeerd, dan wel juist gewaardeerd is, is
het nodig, haar koopkracht in binnen- en in buiten-

land afzonderlijk te meten. Wanneer de gegeven defi-

nitie wordt aanvaard, dan vervalt voor zulk meten

de bruikbaarheid van de beschikbare indices van

groothandelprijzen; deze geven ni. een aggregaat van
prijzen van geïmporteerde en van in het binnenland

geproduceerde goederen, afgezien nog van de afwij-
kingen in de w’ijzen van samenstelling dier indices van land tot land, in de mathematische methode, in
het aantal en de soorten der goederen, in de wijze,

w’aarop de indices gewogen zijn, enz.

Deze indices zijn bovendien gebaseerd op markt-

prijzen. Voor het gestelde doel is het nodig, gegevens
te verzamelen, die een aanwijzing geven omtrent de
koopkracht van een valuta in het productieproces –

de koopkracht dus, die betrekking heeft op aan-
schaffing van grondstoffen, op onderhoud en ver-
vanging van productieve goederen, op kosten van
arbeid en dergelijke.

liet onderzoek naar het al of niet aanwezig zijn
van over- of onderwaardering ener valuta bestaat in

het treffen van een vergelijking tussen de betref-
fende valuta en een andere valuta op hetzelfde tijd-

stip, of tussen de betreffende valuta op een zeker
tijdstip en diezelfde valuta op een vroeger tijdstip. De vergelijking is dus ôf geografisch ôf chronolo-
gisch. M.a.w., wij willen
0
1) een zeker tijdstip de
Gulden met het Pond vergelijken; wij willen ook de
Gulden van vandaag met die van verleden jaar of
tien jaar geleden vergelijken.

3. Wanneer men tracht, uit het voorafgaande tot
een aanduiding van de gegevens, die gewenst of
nodig
zijn,
te komen, dan is het resultaat van die
poging als volgt:

een groothandelprijsindex van geïmporteerde
grondstoffen;

een index van fluctuerende kosten, die drukken
op de productie, zoals lonen, vervoer; enz.;

een index van vaste lasten, die op de productie
drukken, zoals interest op lange termijn, huur en
dergelijke.

De voorgestelde index a. geeft een beeld van de
koopkracht van een valuta in het buitenland; indices
b.
en c. bepalen de koopkracht in het binnenland en
omvatten de kosten van grondstoffen, in het binnen-
land geproduceerd. Door index a. te beperken tot
grondstoffen (in hoofdzaak zouden dit zijn stapel-
producten met een wereldmarktprijs) wordt een sôort
universele basis verkregen
1)•
Onder index
b. zou
bijv. ook interest op korte termijn kunnen worden be-
grepen; de kosten van lonen zouden ,,labour efficien-
cy” dienen te weerspiegelen. Voor geografische ver-
gelijking zouden de induces in percentages – een
zeker jaar als 100 te nemen – moeten worden uitge-
drukt; voor chronologische vergelijking zouden de
b.
en c. indices gevoeglijker gebaseerd kunnen zijn

op productie-eenheden, waardoor ,,l ahour efficiency”
er vanzelf hij is inbegrepen.

4. Voor zover het mogelijk zou blijken, zulke in-
dices samen te stellen, zou dus het materiaal beschik-
baar komen, om afwijkingen vast te stellen, zowel in

cle buitenlandse als in de binnenlandse koopkracht
van een bepaalde valuta; daaruit zouden dan con-

clusies kunnen worden getrokken, die voor ht om-
schreven doel in ruimere mate betrouwbaar zouden

‘)
])eze
overweging is eigenlijk a]Ieen van toepassing op
industriële landen in Europa.

zijn dan de ïévolgtrekkingen, af te leiden uit het
thans beschikbare materiaal.
Stellen
wij
bijv., dat wij bij een chronologische ver-
gelijking der indices a.,
b.
en
c.
in een zeker land vin-
den, dat de koopkracht van een valuta, uitgedrukt in

index a., gedurende het te beschouwen tijdsverloop
veel groter was geworden, dan uitgedrukt in mdi-
ces
b.
en
c.,
dan lijkt de gevolgtrekking gereehtvaar-

digd, dat die valuta gedurende dat tijdsverloop zich
bewogen heeft in de richting van overwaardering.

Haar koopkracht in het buitenland is gestegen –
zich openharende in cel daling van geïmporteerde

grondstoffenprijzen – terwijl de koopkracht in het

eigen land veel minder is gestegen, d.w.z. de variabele
en vaste kosten zijn in veel geringer mate gedaald

dan de prijzen der ingevoerde grondstoffen.
Bij geografische vergelijking kunnen wij ons twee

wijzen van vergelijking voorstellen. De directe ver-
gelijking van de indices a.,
b.
en
c.
op een gegeven
tijdstip in twee verschillende valuta’s zou bijv. de

conclusie wettigen, dat valuta X is overgewaar-
deerd in vergelijking met valuta Y, indien wij zou-
den vinden, dat de koopkracht van valuta X, uitge-
drukt in index a., min of meer gelijk is aan die van
valuta Y, terwijl die koopkracht volgens indices
b.
en
c.
in valuta X aanzienlijk lager is dan in valuta Y.

Immers, hier vinden wij gelijke koopkracht voor va-
luta’s X en Y bij het aanschaffen van ingevoerde
grondstoffen, maar geringere koopkracht van valuta
X in het eigen land, dus hogere variabele en vaste
onkosten, in het land van valuta X dan in dat van

valuta Y. Hierbij dient in het oog te worden gehou-den, dat het nodig is de indexcijfers tot een gemene
noemer terug te brengen, wanreer tussen het basis-
jaar (100) en het tijdstip van vergelijking de wis-

selkoers tussen de valuta’s X en Y zich heeft ge-

wijzigd.
Aangezien echter in verschillende landen elk der
drie indices – maar voornamelijk indices
b.
en
c.

de invloed van zekere locale factoren niet kan ont-
gaan, zou een geografische vergelijking waarschijn-
lijk betere resultaten geven, wanneer die werd ge-
baseerd op twee chronologische vergelijkingen. Wan-

neer bijv. w’erd geconstateerd, dat gedurende een

zeker tijdsverloop de divergentie in de bewegingen
van de indices a.,
b.
en
c.
in valuta X aanzienlijk
zou verschillen van die gedurende hetzelfde tijdsver-
loop in valuta Y, dan zou daarin een aanwijzing
zijn verkregen van het verschil in graad van de he-
w’eging van elk der twee valuta’s naar onder- of over-
waardering gedurende het gekozen tijdsverloop.
Bij een geografische vergelijking dient voorts niet
over het hoofd te worden gezien, dat de betrekkelijke
onderlinge waarde der indices a.,
b.
en
c.
van land
tot land verschilt. Om een voorbeeld te geven: In een
land als Groot Brittauje, waarin geïmporteerde
grondstoffen, in vergelijking met de hinnenlandsche
nijverheid, een grotere rol spelen, dan in de Veree-.
uigde Staten, zal index a.. van relatief groter belang
zijn dan in het laatstgenoemde land.

5. Afgezien van de valuta-kwestie kunnen de aan-
geduide indices ook voor een beoordeling van de ont-
vikkeling der binnenlandse volkshuishouding van be-

lang zijn. Men zou bijv. kunnën komen tot het con-
stateren van een bepaalde verhouding tussen de drie
indices a., 5. en c. zoals die zou bestaan in een jaar
van normale voorspoed (een term, die zou zijn te
definiëren). Deze verhouding zou men met cle naam

van evenwichtsverhouding kunnen aanduiden. Deze evenwichtsverhouding op zichzelf is ook aan veran-
(lering onderhevig, maar op lange termijn en gesta-clig, en deze veranderingen zouden kunnen worden
vastgesteld. Afwijkingen van de evenwichtsverhou-

ding op korte termijn zouden een aanduiding geven
van de aanwezigheid van spanningen in de structuur van de volkshuishouding, en het constateren van die
afwijkingen zou helpen bij het zoeken van die fac-
toren, die deze spanningen teweegbrengen.

12

ECONOMISCH STATISTISCHE BFICH’EN

5 Januari 1938
‘S’

• Aansluitend op een artikel va4 zijn hand in het
(JU

nummer van Jult 136 van
(
de ,,levue de 1 Institut

International de Statistique”, publiceerde Professor

r. J
;
Lbergen ,i een speciaal suppiement tot de

‘Wekelijksche. Mededeelingen van ,,De Nederlandsche

Conjunctuur” van 1 Augustus 1936, enige grafieken,

die de fluctuaties van telkens twee als met, elkaar
verwant, te heschduwen economische gegevens doen

zien. In ,,De. Nederlandsche Conjunctuur” van Mei

1937 verscheen. een verder artikel, klaarblijkelijk

nede van de, hand van Prof. Tinbergen, waarin hij

deze ,,Spanningsbarometers” nader toelicht en o.a.

zegt, dat ,,bet doel van de Spanningsbarometers is

om vast te stellen, op welke tijdstippen het econo-

mische laven van een bepaald land de ,evenwichtspo-

sitie in de conjunctuurontwikkeling overschrijdt”. In

alle bescheidenheid zij hier de vraag in overweging

gegeven, of de idices, in bovenstaande opmerkingen

als, wense1ij1., aangeduid, misschien interessant mate-
riaal, zqudn,, kunnen opleveren voor zulke ,,Span-

ningsbarometers” op monetair gebied.

J. DE BLANK.

NIEUWE OOST-INDISCHE COMPAGNIEËN.

• ‘-‘De OostJndische Compagnie was in haar tijd

noodig, omdat’ het alleen met behulp van de wapenen

môgelijk wras ‘de handelsbetrekkingen uit te breiden
en tegôn concurrentie te beschermen. Ware bijv. de

handel ‘op de Oost aan de individueele kooplieden

overgelaten,’ wij zouden ongetwijfeld nimmer het
resultaat berMkt hebben, dat na enkele honderden

jaren nog van zooveel belang voor onze volkshuis-

houding is.
Ook thans meenen nog sommige staten, dat zij hun

economische relaties met geweld moeten uitbreiden

(Italië, Japan), -doch daar staat tegenover, dat in de
democratisch geregeerde landen de zienswijze heerscht,

dat het tijdperk van agressie afgesloten moet wor-

den. In ieder geval ‘kan voor ons land met stellig-

heid geconstateerd woiden, dat noch de macht noch
de lust aanwezig is om die oude paden opnieuw te

betreden. –
Niettemin moeten wij, tot behoud en bevordering
van onze welvaart, erop bedacht zijn onze economische

betrekkingen met andere landen te versterken en te
vermeerderen, en ik meen dat wij onze pogingen in
drjeërlei richtingen moeten aanwenden, t.w.:
op het gebied van den goederen-export;
op het gebied van den kapitaal-export;

op het gebied -van den export van ons kennen
en kunnen.

ad
ci.. Voor onzen – goederen-export moeten wij ons
werpen op markten, waarop onze nationale producten
tot nu toe weinig of’ niet verschenen. Immers, de
geheele of gedeeltelijke afsluiting van oude afzetge-
bieden stelt ons de dringende eisch, nieuwe débou-
chés voor onze exportgoederen te zoeken.

Ni. is het niet gemakkelijk nieuwe afzetgebieden
te verkrijgen. D.aaraan moet. ‘een uitgebreide oriën-
tee-ing .yôorafgaa-n’ (kwalitatievé en kwantitatieve
ii’tarJctaa1y,se);’ men moet liefst ,permanente vesti-
girigem.in; die vreemde landen hebben, om te zorgen
dat de tusschenhandel niet ieder oogenblik naar -an-
dereiniporteur gaat,,’om steeds op de hoogte te blij-
ven’:vmn dé .wisse,linen in mode en smaak en van de
eôQnomische-vrauderingen (coujunctureele- en struc-
ttmreele), die -z.idhindie landen-voltrekken. Men moet
voorts groote riico’s (crediet-, ‘alutarisiéo’s) kun-
nen loopen en voldoende kapitaal bezitten om voor-

raden en debiteuren te financieren.
Nu mogen groote concerns, zooals de Koninklijke,
Philips, de. Unilever, in staat zijn het bovengenoem-

de ,elieel – -elf,te doen, in de meeste takken van in-

mustrie; , d,i’e,
zich in ons land op den export toeleg-
gen, “ijn de afzondrlijke ondernemingen te klein om
in, çlen.vree,mde voldoende kracht te ontplooien. Maar

de geheelebediijfstalpn dat wel, wanneer de onder-

nemingen in die’ rtnclê èen eort-organisatie stich-
ten.’ Dâh zijn zij ambmîl4jk-iW

er op uit te trekken om nieuwe •aztgbiden “te

veroveren en tezamen zijn zij, ook krachtig genoeg
om de noodzakéljke risico’è .ragen

Deze export-organisatie, iju de Nieuwe Oost-In-

dische Compagnieën, dis” ons. de plaats ‘op de, vrije

wereidmarkten moeten gevèn, welke ons land, op

grond van onzé economische outillage, toebehoort.

De Staat kan daarbij helpend’ optreden dodr voor

een gbede buitenlandsche vodrlichting te zorgen, door

déze organisaties zoo mogelijk bepaalde (bijv. iriono-

polistische) voorrechten te geven en door misschien
op bescheiden schaal in haar kapitaal deel te’ nëmen,

teneinde ze door de eerste moeilijke tijdôh heen te
helpen. –

ad b.
Ook op het terrein van den kapitaal-export

zijn, naar mijn meening, ‘de Nieuwe Oost-Indische
Compagnieën noodzakelijk. Wel gaan er thans stem-
men op, om het nationale kapitaal uitsluitend of

bijna uitsluitend in eigen land te beleggen, maar ik

meen dat dan, althans in afzienbaren tijd, groote
kapitalen ongebruikt moeten blijven. En dat thans
een belangrijk deel van het kapitaal onzer volkshuis-

houding in ruste is, blijkt wel uit de goudopstape-

ling bij De Nederlapdsche Bank: daar ligt thans
pl.m.
f
1400 millioen, dat is, naar mijn taxatie, pim.
7 procent van ons nationaal vermogen, aan renteloos

goud, dat lang niet in zijn geheel noodig is voor de
handhaving van onze valuta.

De belegging in den vreemde brengt, dit leerde

ons het verleden, maar al te dikwijls groote risico’s
en van tijd tot
tijd
enorme verliezen mede:- Russische
en Oostenrijksche papieren, vorderingen op Duitsch-
land, obligaties van Zuid-Amerikaansche Staten.
Aangenomen, dat het van belang is een deel van

ons nationaal bezit in het buitenland (behalve in
onze overzeesche gewesten) rendabel aan te wenden,
zijn ook hier organisaties noodig, die als het ware
het beheer dier kapitalen in handen houden. Gedeel-

telijk geschiedt zulks al door de groote concerns, die

wij straks noemden; de op te richten export-organi-
saties zullen ook belangrijke kapitalen in het bui-
tenland moeten aanleggen, doch daarboven heeft

Nederland m.i. nog overtollig kapitaal genoeg om
meer rechtstreeksch emplooi ervoor in den vreemde
te zoeken.

In landen, die in opkomst zijn, die vroeger bijna
niet, nu wel in de wereldhuishouding zijn opgeno-
men, is steeds behoefte aan het stichten van allerlei
werken: havenwerken, spoor- en tramwegen, electri-
citeitsbedrijven, waarvoor het kapitaal in die landen
ontbreekt. Welnu, in die gevallen zou een Neder-
landsche maatschappij, voor dat doel opgericht, dat
kapitaal geheel of deels kunnen fourneeren, met dien
verstande, dat de exploitatie der gestichte objecten
ook in handen dier maatschappij blijft. Daarbij zou
dan moeten aansluiten, dat, voor zoover – voor- die
werken buitenlandsch materiaal en buitenlandsche

werkkrachten noodig zijn, deze zooveel mogelijk ‘uit
Nederland betrokken worden. . ‘ – -. • –

En hiermede komen wij aan
puntc.
Wantbeleg,
ging van ons kapitaal in den vreemde, op de’wijze
zooals hiervor is aangegeven,, brengt mede, dat dit
kapitaal vergezeld moet gaan, van Nederlanders, die
de leiding der voor da,t kapitaal uit te voeren yer-
ken op zjch moeten nemen en die naderhand als ‘lei-
ders van de exploitatie dier w’erken moeten optreden.
Zoo eeft deze kapitaal-expot dan tevens gelegen-
heid tot export van ons kennen en kunnen.
Dat de Nieuwe Qost-Indische Compagneën ons
land eenzelfde welvaartstoeneming mogen brengen
als haar groote voorgangster, doch thans zonder toe-
jassing van geweld en zonder het teweegbrengen van

leed.
0.
BAKKER.

5 Januari’ 1938

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

13
AANTEEKENINGEN.’

De voQrûitzichten oor dçn landbouw in de Ver-

eenigde Staten.

De binnen]aiidsché viaag naar agrarische producten

zal in 1938 waarschijnlijk lager zijn dan in het afge-
loöpen jaar, aldus iezenwij in een beschouwing van

het Amerikaansche ,,Bureau of Agricultural Econo-

mics”.

Deze binnenlandsche vraag naar landbouwvoort-

brengselen is afhankelijk van het nationale inkomen

en het prijsniveau, welke beide weer nauw samen-

hangen met de industrieele bedrijvigheid.

Het prijsniveau zal, naar de opvatting van het ge-

noemde Bureau ,in 1938 in de Vereenigde Staten
lager liggen dan in 1937, waartoe vooral de prijsda-
ling van een aantal grondstoffen en agrarische pro-
ducten bijdraagt. Deze prijsdaling, die reeds in April

1937 begon, vond mede haar oorzaak in de meer nor-
male productie van 1937 ten opzichte van het droog-
te-jaar 1936.

De vooruitzichten zijn voor de veehouders gunsti-
ger dan voor de landbouwers. De veevoeder-voorzie-

ning is overvloediger dan een jaar geleden, en de
vleesch- en zuivelprijzen houden zich vrij goed.

De katoenoogst is zoo overvloedig geweest, dat grôo-

te voorraden op de markt voor 1938 zullen drukken.
De industrieele productie zal zich waarschijnlijk op
een lager niveau bewegen, daar de ongunstige facto-
ren, die de terugslag sinds het najaar van 1937 ver-
oorzaakten, in de eerste helft van dit jaar zullen over-
vegen.

Het Bureau of Agricultural Economics verwacht
in 1938, althans zeer zeker in de eerste helft, een
lagere bedrijvigheid dan in 1937 in de staal-, textiel-
en automobielindustrie.

De opwaartsche beweging, die de bouwindustrie
de laatste jaren vertoonde, zette zich niet door in de

tweede helft van 1937. De verwachting is, dat het
totaal volume in 1938 iets grooter zal zijn dan in
1937. Deze toeneming zal zich voordoen hij den wo-
ningbouw, die wellicht een stimulans zal krijgen in

de waarschijnlijkheid van een kleine daling der bouw-
kosten en een stijging der huren.
Voor den huitenlandschen afzet van Amerikaansche

agrarische producten zijn de vooruitzichten gunstiger
dan zij in jaren geweest zijn.

Bij een grooten oogst in de Vereenigde Staten is,
behalve voor katoen, de oogst in het buitenland van
cle het meest voor export uit de Vereenigde Staten in
aanmerking komende producten, kleiner geweest dan
de laatste jaren het geval was. De voor export be-
schikbare hoeveelheden in de Vereenigde Staten zijn
daarentegen grooter dan de laatste jaren.

Het conflict tusschen China en Japan is evenwel
een zeer onzeker element in de huitenlandsche vraag
naar Ainerikaansche agrarische producten. De export
naar China van katoen en tabak is reeds aanzienlijk
gedaald, de katoenexport naar Japan is in 1937 zeer
groot geweest, maar voor 1938 moet men toch reke-
ning houden met een flinke daling.
In 1937 werd het nationale inkomen van de Ver-
eenigde Staten geraamd op 67 billioen Dollar. De
schatting voor 1938 zal aanzienlijk lager moeten zijn.

Ook het agrarisch inkomen zal waarschijnlijk dalen.
De lagere prijzen zullen echter aanvankelijk nog ge-

compenseerd worden door de groote oogsten en de
toegenomen omvang van den veestapel.

Toch moet rekening worden gehouden met een da-
ling van het uit agrarische activiteit verkregen deel
van het inkomen. Weliswaar staat hier tegenover dat,
bij de bestaande wetgeving, het deel van het inkomen,
dat gevormd wordt door uitkeeringen van de over-
heid, grooter zal zijn. Het totaalinkomen van de agra-
rische bevolking der Vereenigde Staten zal naar alle
waarschijnlijkheid in 1938 echter geringer zijn dan in
het afgeloopen jaar.

Een reorganisatieplan vo r.de’katoenindustrie in

Lancashire.
‘ ..

Op 20 October jI. zag een nieuw reorganisatieplan voor de katoenindustrie in Lancashire onder den titel

,,Lancashire’s Remedy”, het licht.

De Engelsche katoenindustrie lijdt onder een aan-

zienlijke overcapaciteit van verouderde productie-

middelen. Dit heeft tot gevolg, dat iedere kleine prijs-
verbetering gebruikt wordt om stilgelegde machine-

rieën in gebruik te stellen, wat verbetering van den

toestand der industrie onmogelijk maakt.

Deze situatie wordt in de hand gewerkt door de
verdeeling der industrie in vier
duidelijk
van elkaar

gescheiden secties, nl. spinners, wevers, finishers en
,,merchants”.

Elke onderneming concurreert met de andere on-dernemingen in haar sectie. In de laatste jaren heeft
men in de spinnerij het een en ander bereikt met Vrij-
willige samenwerking. Hierdoor kon prijs-onderbie-

ding voorkomen worden, en eenig succes worden ge-
boekt bij het elimineeren van over-capaciteit.

Voor een duurzame verbetering is evenwel een
samenwerking tusschen de vier genoemde secties

dringend noodzakelijk. Het is dan ook in dit besef,
dat de Minister van Handel, Oliver Stanley, gewei-

gerd heeft de afzonderlijke reorganisatieplannen van wevers en drukkers goed te keuren. Hij was evenwel
wel genegen een plan voor de geheele industrie in
overweging te nemen, en het is hieraan dat het boven-
genoemde reorganisatieschema van het Joint Corn-

mittee of Cotton Trade Organisations zijn ontstaan
dankt.

De inhoud van dit reorganisatieplan komt in het
kort op het volgende neer:

Lancashire heeft behoefte aan een veel-omvattende
organisatie, dic alle ondernemingen in de industrie
omvat, en toch voldoende elastisch is om persoonlijke
activiteit aan te moedigen.

Men kan dit slechts bereikcn door de verschillende
secties te coördineeren, en cle krachten der geheele industrie aan te wenden voor ontwikkeling van den
export. Hiertoe is noodig betere organisatie en groo-
ter efficiëncy.

Men wenscht een methode, waarbij iedere sectie haar
eigen problemen behandelt, maar waarbij de aanvaar-

ding van de voorstellen der secties afhankelijk is van cle goedkeuring der geheele industrie. Men meent dit
te kunnen bereiken door een machtigingswet, waarbij
reorganisatieplannen, die door een sectie met ,,aan-
zienlijke meerderheid” zijn aangenomen, na goedkeu-
ring door twee nieuw in het leven te roepen instel-
lingen, de Cotton Industry Board en een Advisory
Committee en goedkeuring door dcii President van

de Board of Trade, bindend kunnen worden ver-
klaard door het Parlement.

Behalve dat de voorstellen door een belangrijke
meerderheid eener sectie moeten zijn goedgekeurd, mo-

gen zij niet in strijd zijn met de belangen der andere
secties en van het publiek. Bovendien wordt als eisch
gesteld, dat de plannen de exporthandel stimuleeren
moeten.

Een verdere taak van de Cotton Industry Board
zou gelegen zijn op het gebied van technische en
markt-research en reclame. Hiertoe werd voorgesteld
cle Board de bevoegdheid te geven, bijdragen van alle
ondernemingen te heffen, waarbij de Regeering een
even groot bedrag zou voegen.

De verschillende organisaties van de katoenindus-trie gingen in het algemeen accoord met dit schema.
Enkele bezwaren rezen evenwel, o.a. van de zijde der
Manchester Chamber of Comnierce.
Men wenscht meer waarborgen voor de bescher-

11

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

5 Januari 1938

ming yh de ..exporthelangen eb, tegen de mogeIijk

heid van het misbruiken van een monopoliepositie.

Als groot bezwaar werd gevoeld, dat in ,,Lancashire’s

Remecly” geen speciale voorstellen voorkwamen om

den ex.porthandel te stimuleeren. Het Joint Commit-
tee antwoordde hierop, dat het minder in de bedoe-

ling had gelegen een gedetailleerd reorganisatiesche-

ma te geven, dan wel een raani, waarbinnen de sec-
ties zelf de te nemen maatregelen kunnen uitwerken.

De bezwaren inzake monopolievorming werden door

het Committee van de hand gewezen. Men wees er
op, dat het voorstel juist een belangrijke waarborg

schiep, die thans niet bestaat. Zooals de toestand
nu is, kan iedere sectie die erin slaagt, voldoende on-

dernenuogen te concentreeren, haar wil opleggen aan
de secties, die van haar moeten koopen. In deze posi-

tie verkeert thans de spinning section. Volgens het

voorstel moet echter ieder schema, dat door een sec-

tie wordt uitgewerkt, door de Cotton Industry Boarci

en cle President van de Boarci of Trade worden goed-
gekeurd, terwijl tenslotte het Parlement over de
hindendverklaring beslist.

Hoewel de Regeering principieel sympathiek tegen-
over het voorstel staat, acht zij toch, volgens een me-
dedeeling van 21 December ji., meer specifieke voor-

stellen met betrekking tot bescherming van den uit-
voerhandel noodig, alvorens een wetsontwerp te kun-

nen indienen.
De ontwikkeling van het vreemdelingenverkeer

in Oostenrijk.

Het vreemdelingenverkeer vormt voor Oostenrijk

een belangrijke bron van’ inkomsten. Volgens de laat-

ste beschikbare gegevens (,,Balance des Paiements”
1935 van den Volkenhond) bedroeg de opbrengst van
het vreemdelingenverkeer in Oostenrijk van October
1934 tot October 1935 30.6 millioen gouddollar.

Ter illustratie’ van de iceiite ontwikkeling van

het vreemdelingenverkeer in Oostenrijk ontleenen wij

aan het artikel van Dr. Gustav Knoth; -,,Ausblick auf den Oesterreichischen Fremdenverkehr”, verschenen

in ,,Der Oesterreichischen Voikswir’t” van 6 Npv.
1937 het volgende.
Het vreemdelingenverkeer in Oostenrijk heeft de

laatste ‘jaren onder invloed van ‘enkele ongunstige

factoren gestaan.

Deze zijn: de 1000 M. Sperre, een maatregel van
de Duitsche overheid om aan de jaarlijksche trek van
Duitschers naar Oostenrijk belemmeringen in den

weg te leggen, en voorts de verhoogde concurrentie,

die ‘Oostenrijk van landen met gedeprecieerde valuta,
in het bijzonder Zwitserland, ondervindt.
Uit eell vergelijking tusschen de jaren 1932

dat
als representatief gemiddelde kan gelden – en 1936

blijkt, dat het aantal logeernachten in 1936 slechts
5.3 pOt.
hij
het cijfer van 1932 achterblijft..
Daar. de noodige gegevens ontbreken, is het niet

gemakkelijk na te gaan, of de opbrengst van het
vreemdelingenverkeer in overeenstemming is met
bovengenoemde frequentie.

De verhoogde binnen- en buitenlahdsche doncur-
rentie zal waarschijnlijk de prijzen, en opbrengsten
eerder ongunstig beïnvloed hebben. Deze concurrentie

nam ook in Oostenrijk steeds meer de vorm aan van

goedkoope arrangementen tegen een bepaald bedrag
(,,Pauschalpreis”), waarin behalve hotelkosten ook

reiskosten en verschillende faciliteiten begrepen zijn.

Duidelijk blijkt de toegenomen binnenlandsche con-

currentie uit de stijging van het totaal aantal bed-

den; het aantal logeernachten per bed is dan ook
niet onaanzienlijk gedaald (1932: 63, 1936: 53).

Verder blijkt uit de splitsing van buitenlandsche
gasten naar landen van herkomst een procentueele
toeneming van gasten uit landen met gemiddeld hoo-

gere levensstandaard, ni. Zwitserland, Scandinavië,

MAANDCIJFERS.

Indexcijfers van Nederlandscheaandeelen.
1)

Indeicijfers van
12
aandeelengroepen der Amsterdamsche effectenbeurs. Basis
2
Januari
1929 = 100.

De Bank voor Handel en Scheepvaart te Rotterdam zendt ons onderstaand overzicht:

1
oiaie
Kunst-
Industrie Electri .
1
Handels-

Banken

zijde

citeit

ondern. Mijnbouw

Olie

Rubber
Scheep-
Suiker

Tabak

Thee

beurs-
vaart

waarde

Gem.
’29
101.9
73.1
119.-
114.4′
95.6
88.6
99.1
100.2
95._
99.9 87.3 92.7
103.2
,,..

’30
.

94.2
34.1 90.1
100.4
71.0
63.9
93.1
52.1
71.-
76.2
65.5
74.5
84.3
’31
73.6 22.7
60.7
83._
52.2
45.9 52.3 48.2
47.1
46.3 45.5
46.3
55.1
.’32
48.3
13.6
45.6
70.7
38.4 33.4 34.1
17.6 29.3
27.-
25.8
30.8
37._
’33
.

51.5
10.7
48.7
80.7
41.- 40.-
41.-
26.7
28.2 27.4
25.4
39.5
40.5
’34
47.1
16.7
48.1
77.-
37.7
47.3 39… 40.6 22.2

23.2
2.2
50.2
39.4
’35
50.-
14.1
52.1
69.9
39.7
49.4
43.8
43.2
23.7
24.4
29.3
47.1
42._
’36
56.8
13.9
57.6 78.2
50.2
58.2
73.1
58.7
34.8 37.1
44.8 51.5
55.2
’37
73.3
26.2
77.8
108.5
78.-
77._
99.-
101.1
73.6
60.4

76.4
77.7

Jan.
’37
72.2
20.5
77.5
95.-
71.4 77.2
102.2
103.9
61.5
60.9 60.2
70.5

77.2
Febr:,,
77.1
26.4
79.5
105.4
78.5 80.3
107.6
110.8
64.3
62.2 64.9
80.5 81.3
Mrt.

,,
76.5
31._
79.8
103.5
81.4 87.4
106.1 129.3


73._ 65.9 65.5
86.3 82.7 April ,,
75.-
30.1 77.8
101.4
78.4 81.7
102.4
117.5
77.6 62.4 61.8 83.8
80.-
Mei

,,
72.6
28.4
76.9
101.6
77.6
76.8
102.1 110.1
74.4
61.3

76.8 78.6
Juni

,,
72.8
27.6
77.-
106.3
79.8
78._
103.8
1048
73.5
63.5 59.2
74.4 79.1
juli
74.4
28.9
78.8
115.1
83.3
80.5
102.3 106.3
78.8
64.5
60.9
78.4
80.2
‘Aug.
77.4 30.9
82.9
120.7
87.4
82.9
105._
110.5
87.9
67.7 63.5
82.4 93.8
Sept.
74.5


28.3
80.4
118.4
82.4
78.4
98.-
99.3
82.4
61.3 57.9
79.6 79.2
Oct.
69.-

22.5 74.5
109.6
72.7
66.7 88.5 76.4
71.7
52.7
51._
69.8 71.1
Nov.
.68.9

.
20.2
.
74.3 109.1
71.3
66.1
83.5
70.7 67.9
49.1
51.-
67.1 69.
Dec.
.

69:1 19.6
74.-
114.5
71.1
66.9 87.3
,
73.2 67.6
51.9
52.2
66.6
70.3
Indexcijfer der totale beurswaarde
4
Januari
1937
S 4278.942.000
=
100.

5
Mei
102.8
2
Juni
103.2

7
Juli

102.9
4
Aug.
107.3
1
Sept.
106.8
6
Oct:

96.5
‘.3 Nov.
92.7

1
Dec.
88.5
12
,;

101.-
9

,,
103.3 14
,,

103.8
11
108.9
8

,,

104.1
13

,,
91.3
10
88.5

8
,,
.90.3
.19
,,

101.2
l6

,,
102.1 21
,,

104.1
18
109.2
15

,,

103.-
20

,,
89.1
17
89.8 1.5
,,
91.3
26′
,,

102.8
23

,,
102.- 28
,,

105.5
25
109.2
22

,,

100.2
27

,,
91.7
24
86.422
,,
93.8
30

,,
102.6
29

,,
99.2
.

29
,,
91.3
1)
Men
zie vor de toelichting
op
dit &verzicht
het
numme
van E.-S.B. van

,

12
Febr.
,
1936,
hlz.

120.

Nadruk verboden.

5 Januari
1938

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

15

Engeland, Nederland en cle landen buiten Europa.

Weliswaar is hun aandeel in het totaal gering, doch
het is van
1933
tot
1930
gestegen van 4 pOt. tot
74
pCt. en biedt gunstige perspectieven voor de toe-

konistige ontwikkeling.

Het winterhalfjaar
1930/’37
was, althans wat de

buite.nlandsche gasten in Oostenrijk betreft, zeer gun-

stig en deze ontwikkeling zette zich in
stijgende
lijn

voort tot Juli, .waariia de procentueele toeneming

van het aantal vreemde gasten in Juli en Augustus,

vergeleken met de overeenkomstige maanden in
1936,

snel afnam. In September vond zelfs een daling,

vergeleken bij dezelfde maand in
1936,
•plaats.

Wij teekenen hierbij aan, dat Zwitserland, juist in

de maanden Juli en Augustus, een zeer sterke ver-
meerdering van het aantal buitenlandsche gasten te
zien gaf, welke voornamelijk gevolg was van het groo-
te succes van het bekende ,,Hotelplan”. Waarschijn-
lijk betreft het hier een groep ,,consumenteu” voor

welke een bezoek aan Oostenrijk nog te kostbaar is.
Ter illustratie laten wij eenige cijfers van Oosten-
rijk en Zwitserland volgen, ontleend resp. aan het

maaudhericht van het Oesterreichisches Institut für

Konjuukturforschung en het Zwitsersche Bondskan-
toor voor de Statistiek.

Aantal buitenlandsche gasten (in 1000).

Oostenrijk: (exclusief Weenen)

1936
:
1937
le kwartaal……
68
le

kwartaal ……
100
2e kwartaal……
86
2e kwartaal ……
121
Juli

…………
126
Juli

…………
154
Augustus ……..
163
Augustus ……..
179
September

……
70
September

……
66

Zwitserland:

1936:
1937:
le kwartaal……
144
le kwartaal……
231
2e kwartaal……
236
2e kwartaal……
313
Juli

…………
191
Juli

…………
303
Augustus ……..
289
Augustus ……..
410
September

……
139
September

……
160

Het is duidelijk, dat ook Oostenrijk alles tracht te
doen, om de buitenlanders aan te trekken. Daartoe
bestaan verschillende middelen, doch in hoeverre deze
voor een bepaald land effectief kunneu zijn, hangt
van verschillende andere, algemeen economische en
zelfs politieke factoren af.
Dr. Knoth verwacht in het reeds aangehaalde arti-

kel van het invoeren van een z.g. Reisschilling
of
he
bemoeilijken van het verkeer van Oostenrijkers naar
het buitenland, weinig nut.

Zou
een Reisschiliing worden ingevoerd, clan zou
dat een gedeeltelijk prijsgeven van de tot nu toe ge-

volgde monetaire pnlitiek heteekenen en, waar an-

dere bedrijven, (tooals de exportindustrie) eveneens

aanspraak zouden kunnen doen gelden op steun in
den vorm van monetaire maatregelen, zou men steeds

grooter kans loopen, dat devaluatie onvermijdelijk zou
worden.

Belangrijker acht de schrijver het vraagstuk van

de aanpassing aan de specifieke nationale gewoonten
en speciale wenschen van de buitenlandsche gasten.
Groote mogelijkheden bieden verder het verlagen

van de spoorwegtarieven, het veraangenamen van het
reizen per trein, terwijl ook aandacht besteed dient
te worden aan betere verkeerswegen.
Daar de binnenland gasten pl.m. Y4 deel uitmaken

zal ook vooral het reizen in eigen land verder be-

vorderd moeten worden. Men stuit hier echter op het
zooveel meer omvattende vraagstuk van het verhoo-

gen van de koopkracht der Oostenrijksche bevolking,
dat uiteraard op veel ruimer terrein ligt.

ONTVANGEN BOEKEN.

Hoofdlijnen der sociologie
door
Y.
J. von Schmid,
chargé de cours in de rechtsphilosophie aan de
Vrije Universiteit te Brussel, Privaat-docent in

cle Sociologie aan de Rijksuniversiteit te Leiden.
(Amsterdam
1937;
N.V. De Arbeiderspers. Prijs
i.ilg.
f1.90,
geb.
f 2.70).

1)eze studie, geschreven op uitnoodiging van de Nieuwe
internationale bibliotheek onder redaetie van Mr. S. Mok
en verschenen als deel XV, heeft ten doel in de groote
leemte te voorzien, welke in Nederland bestaat op het
gebied van de sociologie. Want al heeft dit land in Stein-
metz een socioloog met een vereldnaam voortgebracht van
wiens hand een zeer verdienstelijke ,,Inleiding” is ver-
schenen, een systematische en historische uiteenzetting van
de hoofdlijnen der sociologie bestond er nog niet.

Tabel der laagste en hoogste koersen
1937,
waarin op-
genomen de laagste en hoogste koersen over de
jaren
1927
t/in.
1937,
de clividenden uitgekeerd
in de jaren
1928
t/in.
1937
en de koersen van den
laatsten beursdag in
1937.
(Amsterdam; Couti-
nentale Handelsbank N.V.).

AANVOER VAN GRANEN.
(In tons van 1000 kg.)

Art ikelen

Rotterdam
Amsterdam
Totaal

26-31 Dec.
Sedert
Overeenk.
26-31 Dec.
Sedert
Overeenk.
1937
1936 1937
1Jan. 1937
tijdvak 1936
1937
1Jan. 1937
tijdvak 1936

5.071
1.472.173
1.008.341
252
27.685
10.291

F
1.499.858 1.018.632
7.217
.

1.599

279.483 264.756

4.145
1.976
283.628
266.732
Boekweit …………..
.2
21.100
24.367

. –
.

350
21.100
24.717

Tarwe

………………

Maïs………………
1.386.610
848.262
13.244
167.722
19.912
1.554.332 998.174

Rogge

………………
..128

11.011
398.490
325.548

15.015
29.363
413.505
354.911
Gerst

………………
12.689

.

156.758 116.129

3.180
4.081
159.938 120.210
Haver

……………..
Lijozaad

……………
2.500 213.566 279.094
4.107
220.507
181.389
434.073 460.483
Lijnkoek

……………..300
1.
150
70.137
55.168


375
70.137
55.543
Turwemeel

………….
42.238
37.918
650
10.450
10.243
52.688
48.161
Andere meelsoorten ..
. .
1.275
42.933 36.967
225
8.225
1.136
51.158 38.103

Noot
bij
groothandelsprijzen.
(Zie blz. 18119)
1)
Tarwe:
Tot Jan. 1931 Hard Winter No. 2; van Jan. 1931 tot 26 Sept. 1932 79 kg La Plata; van 26 Sept. 1932
tot 5 Febr. 1934 Manitoba No. 2; van 5 Febr. 1934 tot 6 Juli 1935 80 kg La Plata; van 6 Juli 1036 tot 30 Nov.
1936 Manitoba; van 30 Nov. 1936-2 Aug. 1937 Bahia Blanca; van 2 Aug.-16 Aug. 1937 La Plata; van 16-
23 Aug. 1937 Bahia Blanca.
Rogge:
Tot Jan. 1928 Western; vanaf Jan. 1928 tt 16 Dec. 1929 American No. 2; van
16 Dec. 1929 tot 26 Mei 1930 74/5 kg Hongaarsche; vanaf 26 Mei 1930 tot 23 Mei 1932 74 kg Zuid-Russische; van
23 Mei 1932 tot 2 Oct. 1933 No. 2 Canada; van 2 Oct. 1933-25 Oct. 1937 La Plata.
Gerst:
Tot Jan. 1928 Malting;
van Jan. 1928 tot 9 Febr. 1931 American No. 2; van 9 Febi. 1031 tot 23 Mei 1932 6415 kg Zuid-Russisehe; van
23 Mei-19 Sept. 1932 No. 3; van 19 Sept. 1932 tot 24 Juli 1933 62163 kg Zuid-Russische; van 24 Juli 1933-
7 Oct. 1935 64/65 kg La Plata; van 7 Oct. 1935-18 Mei 1936 62163 kg Zuid-Russisohe; van 18 Mei 1936-23 Aug. 1937 64/65 kg La Plata.
Lijnzaaci:
Vanaf 1 Jan. 1938 per 1000 kg, tevoren per 1960 kg. De vroegere prijzen ver-
dan hcrlcid op basis van 1000 kg.
Cement:
In bepaalde gevallen worden hierop rabaitten verleend.

10

ECONOMISCH-STATISTISHE BERIkCHTEN

5,Jâniiari 1938
Laagste en hoogtkdsC198W37,
30e jaargang.

(Amstei

Rottdn” ‘ii avenh’tge 1938,

Aro1d’lissen”iBank N.V.,.Bax’ Bank N.V.
.PrijsT1
0.50)

The Economists Handbook, i, ?flafluel of statistical

sources, supplement
door Gerlôf Verwey met
• medewerking van D
C.
Reûooy. (Amsterdam

19.37;
H.j.
Paris. Prijs
f
1.-).

,Steinkohle. Wandlungen in der internationalen Koh-
• lenwirtschaf t
door Dr. Ernst Georg Lange. Heft

4. Wandlungen in der Weltwirtschaft. (Leipzig

1936;. Bibliographisches Institut. A.G. Prijs
ingen.
R.M.
6.50).

Doel van deze studie is in diepgaande wijzigingen, welke
de cijfers van dé internatknale koleneconomie, en vooral
t.a:v. den internationalen kolenhandel vertoonen, voor
zoover betreft den tijdtijdens en na den wereldoorlog na
t&gaan, dé oorzaken en gevolgen va.st te stellen.
Uitgegaan woMt van het standpuiit van de steenkolen.
Bruinkolen worden alg concurreerende ,,Energietriigers”
behandeld. :

Het ,c’iltiiurïasidschap van West-Soembawa
door Dr.

• G. Kuperus.. (Groningen-Batavia 1937;
J.
B.

Wolters’ Uitgevers-Maatschappij
N.V.
Prijs
3.90).

De totaal-indruk, welke een gebied wekt, wordt in deze studie aanvaard als uitgangspunt voor geografisch onder-
zoek. Het geeft een physi&gnoniisohe indeeling van het gebied, een bespreking van de soc.-econ. verhoudingen.
Het optreden van de Westersahe invloeden in de 20e eeuw,
van de beteekenis van de verschillende bstaansmiddelen
voor de inheenasohe evolking. Aan het slot worden voor-
zichtige verwachtingen omtrent toekomstige andschaps-
veranderingen in dit gebied uitgesproken.

Versterking van den handel tussc hen Nederland en
Finland 11
door
J.
Moorman. (Den Haag 1935;
Moorman’s Periodieke Pers NV.).

Een beschouwing over den economischen toestand in
Finland in 1934, de u;ilvoervergrooting naar Finland van
andere landen, door. handelsmissis, de mogelijkheid van
vengrooting van Nederlands uitoer naar Finland, de
samenstelling van den Finschen invoer.

GROOTHANDELSPRIJZEN.
(Indexeijfers gebaseerd op 1928-1929

100).

.

TUINBOUWARTIKELEN
(‘s-Gravenhage)

BL EM-
ROODE
WITTE

KOOL
KOOL
UIEN
KOOL
le kwal.
gewoon
Ie kwal.
e

or

1-5 pond
per 100 kg
1-5 pond

t
per 100 kg
Broek op
per 100kg

brk’
Broek op Langendijk Broek op Langendijk Langendijk

1928 14,80
92,4
17,23
130,9 13,25
105,8
4,55 76,3
1929 17,23 107,6
9,10
69,1
11,78
94,2 7,38
123,7 1930 14,22
88,8
5,77
43,8 2,14
17,1
2,05
34,4
1931
7,54
47,1
6,96 52,9
1,94 15,5
3,06 51,3
1932
9,92
61,9
1,84 14,0
8,07 64,5
1,49
25,0
1933
6,69 41,8
2,60
19,7
2,30
18,4
0,82
13,7
1934
8,28
51,7 3,04
23,1 1,89
15,1
3,23
54,1
1935
8,85
55,2

5,25
39,9
2,58
20,6
2,21
37,0
1936
‘7,71
48,1
6,10 46,3
2,17
.17,3
3,45
57,8
1937
9,62 60,0 2,38
18,1
4,61
36,8
1,12 18,8

Jan.

1936
– –
.’
-.
6,41
48,7
2,26
18,1
4,47
74,9
Pebr.’

,,
-‘

7,43
56,4 2,59
20,7
4,50
75,4
– .
Mrt.

,,
•-

-.9,06
68,8
3,05
24,4 6,60
110,6

Sept.

,,


‘5,81
36,3

Oct.

,,
‘9,84
61,4
Nov.



.-
1,60
12,8
0,85
14,2
Dec.

,,


.i,48
11,2
1,36 10,9
0,84
14,1

Jan.

;c1937
r-‘.r
.i.

1,84
14,0
1,29.
10,3
,
1,05 17,6
2,15
16,3
1,13
9,0
1,03
17,1
r.

Mrt.,,


1,88
14,3
0,94
7,5
1,02
17,1

Aug
10,03:
62,6
.–


t




Sept.
10,78
.
67,3

t

– –
-.


Oct.

•.,,
,
8,30 51,9
-.

8,18
65,4
1,02
17,1
Nov.

,,
9,36
58,4
2,51′
19,1
7,77
62,1-
1,03
17,1
Dec.

,,


3,53 26,8
8,34
.
66,6
1,57
26,3
1-5

Dec.

:•,,.
– ,

.2,33
17,7
.8,03
64,2
1,20
20,1

6-14

,


3,06
3,81
23,2 28,9
8,23
8,31
65,8 66,4
1,29 1,43
21,6
24,0
14-23
23;31


.4,36
33,1
8,66 69,2
2,24
37,6

1)
De jaren 1928 en 1929 Broek op Langendijk.

De tin finsie in NedèilÔX4sch-IvIdië
door Ir.
A.
Groot-‘

höff. (‘s-Gfvenhige . 1937

artins.24Nijhoff
• NV.
Prijs
f0.80).

Doel iran dcze bi’oohue

ht
bij de tinfusie eigenlijk gaat, hiöe.’ naaii .voren te .hrengn.
Op grond van zijn ei-vrinennis schrijver tot de over-
tuigixig gekomen, dat de ti.nfusie beschbuwd moet’ worden
als de logisehe sluitsteen( v de conidatratiebeweging -bij
de Indische tinbedrjven, welke in feite mogelijk is gewor-
den door de stichting van het gemengd Bihhitoubedrijf in
1924 en ook geleid heeft tot de over.niming van Singkep
door dit gemengde bedrijf in 1933.

STATISTIÉKEN.
.

Laatstbekende noteeringen te Amsterdam en Rotterdam op
• 1 Jan. 1938 voor
telegrafi8che
uitbetaling op:

Gulden per
Pani Koers
do

Europa.

0
/0
Londen *)
£

8.98e
2
Berlijn *)
100 Mark
59.26e
72.28
4
Parijs *)
100 Franc

6.10
3
Brussel
*)
….
……..
100 Belga
24.90
6

30.48
2
100 Franc
6.22
6

7.62
Zürich *)
100

,,

41.541
4
100 Kronen
• –
6.31


3
Weenen *)
100 Schilling
35.01
34.-
3
100 Pengö
43.51
35.55
4
100 Lei
1.48
8

1.20
4
100 Leva

..

1.79
7

2.25


6
Belgrado ……….
100 Dinar

4.20
5
Turksch
£

1.45
100 Drachme

1.651
6

.
..
..
..

100 Lira

9.48
4

Luxemburg

………

Madrid
8)
100 -Peseta
48.-


5

Lissabon ……….
Escudo

8.15
4

Praag …………..

Kopenhagen *) ….
100 Kronen
– –
40.121
4

Boedapest

……….
Boekarest

……….
Sofia

…………..

100

,,

45.15
4
…..

Stockholm
*)……
100

,,

46;32
2

Athene

…………

100
IJsI. Kr.

..

..

..

..

100
Estl. Kr.


40.56
100
Zloty
27.90
9

34.15
4

Oslo *) …………..

Kovno (Litauen)
..

100
Lita
24.88 49.75
5

Reickjavick

……..

Riga (Letland)
….
100
Lat
48.-
35.80
5
Tallinn (Estland)
..

30.50
4
100
Finnmrk.

3.97

.
4
Tjerwonets

36.-
(100
Roebel)
100
Gulden
27M0°
34.15
4
Amerika.
New-York
*)
$
1.46
9

1.79k
1
Canad.
$

1.7ij

Istanbul …………

Mex. Dollar

0.50
Peso (papier)

0.521
31

Milaan

…………

Danzig

…………

La Paz (Bolivia)
8
)
Bohiviano

0.09

Helsingfors

……..

Rio de Janeiro….
Milreis (pap.)


0.09e

Montreal

……….

Peso (papier)
0.15
0.07
6
)
Bogota (Columbia)
8)

Peso

0.99

Warschau

……….

Quito (Ecuador)

..
Sucre

0.13
Bol

0.491
6

Moskou

…………

Montevideo (Urug.)
Peso

0.94
Caracas (Venezuela)
Bolivar

0.58
Gulden

1.001

Mexico

…………

San

José
(C.
Rica)
Colon

,

032

Buenos Aires……..

Quetzal

1.791

Valparaiso
……….

Willemstad (Curaç.)
Gulden

1.01
Managua (Nicar.)
8)

Cordoba

Lima (Peru)

……..

San Salvador
8)

Colon


0.72

Paramaribo

……..

Azië.
,


.

.
Calcutta ……..
….
Rupee



0.68
3
Batavia

…………
Gulden
I.G.

-.

1.001
3.
Yen
-.
0.521
3,28f
Dollar

0.56


Shanghai

………
Dollar
,

,
.0.53


-.

Guatemala
……….

Straits Doli.
141

‘Phil. Peso

,-
0.90
Teheran °)(Perzië)..
Pablavi

..

11.15


Bangkok
……
…..
Baht

Kobe

…………..
Hongkong
……….

Manilla

………….

Afrika.

,

Singapore
..
………..

Kaapstad
Alexandrië ……..
Egypt.
£

,
1,9.211
Au8traliê.

.


Melbourne, Sidney

.

.

en Brisbane ….
£

•7.18
Nieuw Zeeland….
£

7.24
1) 0ff. 0.36 vrije markt 0.09.
2)
Milreis Goud.
3
) Goudpeso.
4)
Muntèenheid =
Rail ( een Kran.) 5)Nom. •

‘)Not, te A’dam. 0v. not, part, opg.-

5
J’anuari’i
1938

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

17

BANKDISCONTO’S.

1

N d
isc.Wissels.
2

3Dec.’36
Lissabon
.
..
.411 Âvg.’37

Bk
Be1.Binn.Eff.
2*

3Dec.’36
Londen ……
2
30 JUfli’32

JVrsch.inR.C
2
* 3Dec.’36
Madrid ……5

9Juli’35
Athene ……….
6

4Jani37
N.-YorkF.R.B.l26Aug.’37
Batavia

……..
3
14Jas.$7
Oslo

……..
4

7Dec.’36
Belgrado ……..
5

1Febr.135
Parijs

……
312
Nov.’37
Berlijn ……….
4
222ept.’32
Praag

……
3

1Jan.’36
Boekarest ……..
*
15Dec.’34
Pretoria
. .
.3

15Mei’33
Brussel……….
2

16Mei’35
Rome ……..
..
18 Mei’36
Boedapest

……
4
28Aug.’35
Stockholm
.
.
2
*

1Dec.’33
Calcutta

……..
3
28Nov.’35
Tokio….
3.285
7Apr.’36
Dantzig

……..
4

2Jan.’37
Weenen ……
*
lOJnli’SS
Helsingfors ……
4

3Dec.’34
Warschau
…. 41
18 Dec.’37
Kopenhagen

….
4
19Nov.’36
Zwits. Nat. Bk.1*
25Nov.’36

OPEN MARKT.

1937

__J
31

27/31

20/24

13/18
Dec.

Dec.

Dec.

Dec.

l936/’37

28Dec.!
2Jan.

1935136

30Dec.!
4Jan.

1914

20124
Juli

Amsterdam
Partic. disc.
11
4

11
4

11
4

11
4

11_11/16
2
3
14_3
1
18
3
1
19-
3
11i
Prolong.
11
3

1
12
1
12
1
12
I114_112
231
4
_311
4

2114-3/4
(.onden
Daggeld.
122
3
18-2
1
13’I
1
131
1
/1.1
1
14″12
1314-2
Partic. disc.
°Iie-‘Is
9/16.11/16

18-116

h1/16_13/1

5
18
-3
!4
11614
4114_314

Berlijn
Daggeld..
3113_314

2113-3314

2
7
18-3’19
1
12_3
1
12
2

3_
3
1

MaandeId
2
3
14-3
2314-3

2
3
14-
7
15
2
3
14-3
1)
3

12

Part, disc.
2
1
1
2718

2
7
19
3 2)
3
2
1
/-
1
/,
Warenw. ..
4_11
4_
1
12

4,12
4_l1
3
3)
4_1/
4

New
York
Daggeld
1)
t
1 1
1
1
31
4

13/42112
Partic.disc.
1
12
1
12
1
12
112
1
14
/i

Koers van 31 Dec. en daaraan voorafgaande weken t/m. Vr jdag.
28/31 Dec.

WISSELKOERSEN.
KOERSEN IN NEDERLAND.

Data
New
Londen
Berlijn
Parijs
Brussel
Batavia
York
)
8) 8)
8)
1)

28 Dec.

1937
1.79%
8.98%
72.43
6.10%
30.51
100%
29

,,

1937
1.791%
8.98% 72.42 6.10%
30.50
100%
30

,,

1937
1.79%
8.98%
72.40
6.10%
30.48
100%
31

,,

1937
1.79%
8.98%
72.35
6.10 30.49
100%
1Jan.1938
– –




3

,,

1938
1.79%
8.98%
72.28
6 10
30.48
100%
Laagste d.wl)
1.79% 8.98
72.25
6.09%
30.46
100
Hoogste d.w’)
1.79%
8.98%
72.50
6.11
30.52
100%
Muntpariteit
1.469
12.1071
59.263
9.747
24.906
100

Data serland
Weenen
Praag
Boeka-
Milaan Madrid
)
1)
rest
1) )
*8)

28 Dec. 1937
41.60

6.32

9.46

29

1937
41.56

6.31

.
9.46

30

1937
41.56

6.31

9.46

31

1937
41.58

6.31

9.46

1Jan.1938

– –



3

,,

1938
41.54%
34…….
6.31 1.34
9.46

Laagste d.w1)
41.53

6.29

9.40

Hoogste d.w’)
41.60
34.-
6.34
1.34
9.50

Muntpariteit
48.003
35.007
7.371
1.488
13.094
48.52

Data
Stock-
Kopen-
Oslo
*
Hel-
Buenos-
Mon-
holm
8
)
hagen*)
/
forf’
Aires’)
treal’)

28 DecTT7
4
6.3
2
*
40.12*
45.15
3.97
52%
1.79%
29

,,

1937
46.32*
40.12* 45.17*
3.97 52%
1.79%
30

,,

1937
46.32*
40.12*
45.15
3.97
52%
1.799
31

,,

1937
46.32*
40.12*
45.15
3.97
52V,
1.79%
1Jan.1938






3

,,

1938
46.32*
4
0.12*
45.15
3.97 52%
1.79%
Laagste d.w’)
46.25
40.05
45.07*

3.95
52%
1.79k
Hoogste d.w’1
1
46.40
40.17*

45.20
4.-
53%
1.79%
Muntpariteit
66.671 66.671
66.671
6.266
95%
2.1878
8)
Noteering te Amsterdam.
*8)
Not, te Rotterdam.
1)
Part. opgave.
1i ‘t iste of Zde No. van iedere maand komt een overzicht
voor va
II
een aantal niet wekelijks opgenomen wisselkoersen.

KOERSEN TE NEW YORK. (Cable).

D
Londen
($ per £)
Parijs
($ p. 100 fr.
Berlijn
($
p. 100
Mk.)
Amsterdam
($ p. lOO gid.)

28 Dec.

1937
4,99%
3,39%
40,29
55,62′
29

,,

1937
4,99%
3,39%
40,29 55,64
30

,,

1937
4,99%
3,39%
40,29
55,64%
31

,,

1937
4,99% 3,39%
40,27 55,65
1 Jan.

1938




3

,,

1938
4,ggly
,
6

3,39% 40,30
55,60

4 Jan.

1937
4,91
5
/
33

4,67%
40,24 54,76
Muntpariteit..
4,86
3,90%
23,81%
40%

KOERSEN
TE L(INDEN;i’

Plaatsen en
Landen
Nofeerli4gs-
eenheden
18
L1eik1t24bè.i

1937

lf1937
27Decá711jan.’381
Laá&
é
IHoogstelt
1Jan.
1938

Alexandrië..
Piast.
p.

9734
9734
97%
97%L’1
97%
Athene

….
Dr.
p.0

547%
547%
540 555
547%
Bangkok….
Sh.p.tical
1110%
1110k
1110
1110,’
1110e,
Buda’Ïest

..
Pen.
p. £
25% 25%
24%
25%
2534
BuenosAires’
p.
pesop.£
17.05*

17,01
16.97 17.06
1
7.03*
Calcutta
. . . .
Sh.
p.
rup.
116%
1/6%
1183182

116
5
1
33

1/6%
Istanbul

.. Piast.p.
619 619 619 619 619
Hongkong
..
Sh.
p. $
113
113
1/2%
1/3%
1/3
Sh.
p.
yen
112 112
111811
53

112
1
/
82

112
Kobe

…….
Lissabon….
Escu. p. £
110
%
6

110%
110
110%
110K6
Mexico

….
$per
18 18
17J4
18%.
18
Montevideo
.
d.perg
26% 25%
24y
4

26,
25%
Montreal

..
$
per
£
499H
5.00
T
P
U

5.00 5.00%
5.00%
Rio
d. Janeiro
d. per
Mii.
2811
33

2% 2%
.2%
2
17
1
Shanghai

..
Sh. p. $
1
1
2
K8
112Ke
112
1/2%
112K6
Singapore
..
id.p.
$
214
8
1
32

2/4
5
/
33

2/4%

2/4%
2/4S/
Valparaiso
2).
$
per
£
125 125 125
125
125
Warschau
..
Zl. p.
£
1
26%
1
26%
1
26%
26% 26%
1)
0ff
ic.
not.

IS
laten, gem. not., welke imp. hebben te betalen
10
Dec. 1936 16.12.
2)
90 dg. Vanaf 13 Dec. 1937 laatste

export” noteering.

ZILVERPRIJS GOUDPRIJS
3)

Londen’)
N.Yorkl)

Londen’
28 Dec. 1937.. 18%
44%
28 Dec.

1037 …..139/7
29

,,

1937..

183.(
443%
29

,,

1937

13
91
6
*
30

,,

1937..

18Ke
44%
30

,,

1937

139/6
31

,,

1937..

19%
44%
31

,,

1937

13916
1
Jan.
1938.. –

1 Jan. 1938


3

,,

1938..

19% 44%
3

,,

1938

13915

4 Jan. 1937.. 21%
45
4 Jan. 1937

14118

27 Juli

1914.. 241%
59
27 Juli

1914

84110%
1) in
pence
p.
oz.stand.
2)
Foreign silver in
$c. p. oz.
fine.
3)
in sh. p.
oz.
fine

STAND VAN ‘t RIJKS KAS.
Vorderingen.

1
23Dec.1937
31 Deé. 1937
Saldo van
‘s
Rijks Schatkist bij De Ne-
fl07.463.626,71
/
164.768.734,30
Saldo b. d. Bank voor Ned. Gemeenten
,,

100.145,56
,,

2.618.627,98
Voorschotten
op
ulti
ino
November1937
a/d. gemeent. verstr.
op
a. haar uit te
keeren hootds. der pers. bel., aand. in
de hoofds. der grondbel. en der gem.
fondsbel., alsmede
opc. op
die belas-
derlandsche Bank
……………….

tingen en
op
de vermogensbelasting

33.728.412,69
,,

34.095.381,81
Idem aan Suriname ………………
12.283.139,10
,,

12.390.017,98
Kasvord.weg. credietverst. a/h. buitenl.
,,
102.687.922,18
,.
101.968.542,52

Voorschotten aan Ned.-lndlg
………….

Daggeldleeningen tegen onderpand..

…..


Saldo der postrek.v.Rijkscomptabelen
..
40.677.245,30
,,
.39.175.482,77
Vord.
op
het Alg. Burg. Pensioenf.’)…


Vord.
op
andere Staatsbedrijven’)
5.420.148,68
,,

5.152.499,18
Verplichtingen

Voorschot door De Ned. Bank ingev.
art.

16 van haar octrooi verstrekt
– –
Schatkistbiljetten in omloop ………
f237.055.000,-
f237.010.000,-
Schatkistpromessen in omloop
……
118.700.000,-
,118.700.000,-
Zilverbons in Omloop
…………….
1.099.820,-
..
.

,,

1.099.444,-
Schuld
op
ultin,o November 1937 a/d.
..

gem. weg. a. h. uit te keeren hoofds. d. pers. bel., aand.
1.
d. hoofds. d. grondb.
e. d. gem. fondsb. alsm.
opc. op
die
bel, en
op
de vermogensbetasting
,.

7.538.384,54
.

7338.384,54

Schuld aan het Alg. Burg. Pensloenf.
1) ,,

2.066.258,50

22.854.368,87
1.869.675,09
,,
95309.037,25
Id. a. h. Staatsbedr. der
P.T.
en
T. 1)
,,
156.473.222,38
,,
159.864.544,82

Schuld aan Curaçao’)
……………..

,,

17.500.000,-
,,

17.000.000,-
Id. aan andere Staatsbedrijven
1) ……
Id. aan diverse insteillnen’)
………
149.206.721,40 166.481.438,72
1)
In rekg.-crt. met
‘s
Rijks Schatkist.
..

NEDERLANDSCH-INDISCHE
VLOTTENDE
SCHULD.
1

25 Dec. 1937

1

1

lan. 1938



Saldo b. d. Postchèque- en Girodierist
/ ‘

177.000,-
f

343.000,-
Saldo Javasche Bank

……………..

Verplichtingen: Voorschot’s Rijks kas e.a. Rijksinstell

33.677.000,-

34.095.000,-
10.500.000,-
.,,

9.500.000,-
5.000.000,-
,,

5.000.000,-
Schuld aan het Ned.-lnd. Muntfonds

607.000,-
.

607.000,-

Schatkistpromessen in omloop………
Schatkistbiljetten in omloop
…………

Idem aan de Ned.-Ind. Postspaarbank
.

67.000,-
,,

38.000,-
Belegde kasmiddelen Zelfbesturen
,,

730.000,-
.

730.000,-
Voorschot van de Javasche Bank
,,

5.147.000,-
,,

8.096.000,-
1)
Betaalmiddelen in
‘s
Lands Kas
/
26.560.000,-.

SURINAAMSCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens.

Data
Metaal
1
Circu-
latie

1

Andere
opeischb.
schulden
Discont
Dlv; te-
igl)

27
Nov.

1937..
842
1.223
t

571
614 1.436
20

,,

1937..
840
1

1.078

1
613
.
618
1.427
13

1937..
841
1.132
582
615
1.418
6

,,

1937..
841
1.227 614 618 1.433
30 Oct.

1937..
843
1.273
583
821
1.462

1

Juli

1914..
645
1.100
560
735
‘396
) Sluitp. der activa.

18

GR00TÏ-ÎANDELSPRIJZEN VAN BELANGRIJKE VOEDINGS- EN GENO
OERST
6516kg

MAIS
Rotterdam per 2000 kg.
R000E
74kgRussi-

TARWE
Rotterdam per
100
kg.
BURMA RIJST
Loonzein
BOTER per kg.
KAAS
Edainmer
EIERE?
Gem.
ne
1
Leeuwar-
1
der Comm.

Heffing
Crisis
L)
Zie blz. 15
Russische
1
loco
schei) loco
Rotterdam
per cwt. f.o.b
RangoonjBassein
Alkmaar
Fabr.kaas
Eiermiji
Roerniot
Termijn-
La Plata
Termijn-
La Plata
i
van dii
nummer.
.

Rotterdam
per2000kg.
noteer. op
1
of 2 nind.
Locoprijs
per 100kg.
noteer. OP
1 012 mud.
Locoprijs
__

______________
Herl.Ned.Ct.I

Not.
1

Noteering
Zuivel-
Centr.
gang exp.

per
50kg.
P.

00
S

%
t
%
T
%
sh.
%
T
1927
237,-
110,2 171,50
89,3
176,-
87,1
12,475 102,5 13,82
5

110,1
14,75
109,3
6,83
104,5
1113
1
14
2,03
98,4

43,30 95,0
7,96

95
1928
228,50
106,2
208,50
108,6
226,-
111,9 13,15
108,1
12,575
100,1
13,47
5

99,9
6,43 98,4
10J73(

2,11
102,3

48,05
105,4
7,99
91
1929
179,75
‘83,6
196,-
102,1
204,-
101,0
10,875
89,4
11,275
89,8
12,25 90,8
6,34
97,0
1016
2,05
99,4

45,40
99,6
8,11
101
1930 111,75
52,0
118,50
61,7
136,75
67,7 6,22
5

51,2
8,27
5

65,9
9,67
5

71,7
5,09
77,9
8
1
5
1,66
80,5

38,45
84,4
6,72
8
1931
u.
107,25
49,9
78,25
40,8
84,50
41,8
4,55
37,4
4,65
37,0 5,55
41,1
3,09
47,3
516
1,34 64,9

31,30
68,7
5,35
61
1932
100,75
46,8
72,-
37,5
77,25
38,2
4,62
5

38,0
4,70
37,4
5,22
5

38,7 2,59
39,6
5111
1
12
0,94
45,6

22,70
49,8
4,14
51
1933
70,-
32,5
60,75
31,6
68,50
33,9
3,55
29,3
3,75 29,9
5,02
5

37,2
1,84
28,2

415
1
12
0,61
29,6
0,96
20,20
44,3
3,71
41
1934
75,75
35,2
64,75
33,7
70,75
35,0
3,32
5

27,3
3,25
25,9
3,67
5

27,3
1,74
26,6
473l
0,45 21,8
1,-
18,70
41,0 3,45
4
1935
68,-
31,6
56,-
.
29,2
61,25
30,3
3,07
5

25,3
3,87
5

30,9
4,125
30,6
2,07
31,7
5I8’f
0.49
23,7
0,99 14,85
32,6 3,20
31
1

1936
1-

86,-
40,0
74,50
38,8
74,-
36.6
4,27
5

35,1
5,75 45,8
6,27
5

46,5
2,19
33,5
517
1
f
0,58
28,1
0,885
17.55
38,5
3,50
4
1937
0
137,75
64,0
105,75
55,1
III,-
55,0 8,95
73,6 8,02
5

63,9
8,92
5

66,2
2,70
41,3
61-
0,78
37,9 0,67
19,75
43,3
3,96
4

Jan.

1937

61,4
99,75 52,0 97,50
48,3
7,975

65,5
8,07
5

64,3
8,40
62,3 2,74 41,9
6
11
1
/
0,66
32,0
0,85
17,075
37,5
3,45
4
129,-
60,0
102,-
53,1
100,50
49,8
8,72
5

71,7 7,92
5

Febr

11
63,1
8,25
611
2,62
40,1
5110
1
1
4
0,69
33,4
0,80
18,75
41,1
3,81
41
Maart

»

61,8
104,25
54,3
106,-
52,5
9,02
5

74,2
8,72
5

69,5 9,15
67:8
2,57 39,3
519
1
1
4

0,68
33,0
0,80
18,82
5

41,3
3,86
41
April

,,
M e i

,,
,
149,75
69,6
110,75
57,7.
115,-
56,9
10,-
82,2
9,40
74,9 10,175
75,4
2,72 41,6
61-14
0,69
33,4
0,80
16,45
36,1
3,05
31

144,50
67,2
107,-
55,7
110,-
54,5
10,-1
82,2
8,92
5

71.1
9,72
5

72,1
2,64 40,4
511012
0,71
34,5
0,72
5

17,32
5

38,0
2,89
31
Juni

,,
148,75
69,2
99,-
51,6
105,-
52,0
10,15
83,4 7,525
59,9
8,95
66,3
2,63
40,3
5/10ij4 0,74
35,9
0,70
19,82
5

43,5
2,98
1
Juli
E
149.25
69,4
108,25
56.4
III,-
55,0 9,85 81,0
8,57
5

68,3
9975

73.9
2,h8
41,0
SlIIlja

0.77 37,4
0.68
20,15
44.2
3,74
0
Aug.

»
uj
136,50
63,5
106.50
555
112,-
55,4
9,30 76,4
7,825 62,3
9,22
5

68,4 2,86
43,8
614
0,78
37,9 0.64 21,50
47,2
3,84
47
Sept.

»
0
129,50
60,2.
107,
_55,7
122,-
60.4.
..9,225
.75,8.
_7,55
.60,1
8,525
63,2.
2,96.
…45,3
.617
.0,85.
….41,3.
,0,52
5

21,-
46,1
4,69
51
Oct.

13625
63,3
109,-

56,8′
114,75
56,8
8,57
5

70,5
7,625
60,7
8,50 63,0 2,96
45,3
6J7ij’

1,-
48,5 0,42
23,
50,5 4,99
67
Nov.
»

133,50
62,1
106,25
55,3
116,-
57,4
7,225 59,4
7,10 56,5
8,125
60,2

2,53 38,7
5
1
71/
0,96 46,6
046
22,20
48,7 4,99
67
Dec.

..
11-28 Dec. ’37
13025
i3Tso
606
110,-
573
120,75
59,8
7,30 60,0 7,05
56,1
8,02
5
59,5

~60,0

2,43
37,2
5
0,84
4Q,8
0,fi0

2080
45,6 5,24
6
6i,ï.
115,15
60,2
f26,5062,6″7,42s
6I,0
7,I2
5

56,7
8,f5
C0,4
2,44’37,4 5j5’7T0,83′
40,2
o,6lr
302544,4
5,30
6(
18 Dec.-4 Jan.
133,50
62,1
116,25 60,5
132,-
65,4 7,42
5

61,0 7,25
57,7
8,10
2,41
36,9
5/4/2
0,83 40,3 0,60
20,50
45,0
5,15
61


JUTE
KATOEN
AUSTRALISCHE WOL
JAPAN. ZIJDE
RIJBBER
,,First Marks”
in olie gekamd;
loco
Bradford per Ib.
13(14 Dernier
Stand. Ribbed
Middling Upland
Super Fine
c..
c.i.f. Londen
per Eng. ton
loco
New York
perIb.
Oomra
Lerl.Ned.Ct.1
Liverpool
perlb.
wit
Gr. D. te
New York perlb.

Lerl.Ned.Ct.1

Smoked Sheet
loco Londen pJ
Crossbred Colonial
Carded 50’sAv.
.

,
Merino 64s
Av.
HerLNed.Ct. Not.
Herl.Ned.Ct.I
Not.
Not.
Herl.Ned.Ct.
Not.
HerI.Ned.Ct.
Not. Not.
H
Nc
t
%
. .
ets.
%
8cts.
cts.
%
pence
ets.
%
pence cts.
%
pence
f
%
$
cts.
%
per
1927
442,38
103,4
36.101-
43,8
93,1
17,60
36,7
102,1
7,27 133,8
96,8
26,50 244,9
104,8
48,50
13,55
105,8
5,44
93
140,2
18,:
1928
445,89
104.2
36.16111
49,8
105,8
20.-
37,9
105,5
7,51
153,8
111,2
30,50
259,7
111,1
51,50
12,60
98,4
5,07
54
81,4
10,
1929
gx
395.49
92,4
32.1413
47,6
101,1
19,10
33,2 92,4
6,59
127,2
92,0
25,25
196,5
84,1
39,-
12,28
95,9
4,93
52
78,4
10,:
1930
<
257,97
60,3
21.619
33,6
71,4
13,50
19,7
54,8
3,92
81,9
59,2
16,25 134,8
57,7
26,75
8,50
66,4
3,42
30
45,2
5,:
1931
192,15
44,9
17.117
21,1
44,8
8,50
20,1
55,9
4,28
60,9
44,0

109,0
46,6
23,25
5,97 46,6
2,40
15
.22,6
3,
1932 1933
Z
146,86
34,3 16.18
1

15,9
33,8 6,40
19,5
54,3
5,39
42,5
30,7
11,75
79,7
34,1
22,-
3,87 30,2
1,56
12
18,1
3,
128,63
30,1
15.1212
17,4
37,0
8,70
16,8
46,8
4,91
48,9
35,4
14,25
96,9
41,5
28,25
3,21
25,1
1,61
II
16,6
3
1934
çs
115,85
27,1
.15.919
18,3
38,9
12,30
13,6
37,8
.4,37
51,4
37,2
16,50
95,8
41,0
30,75
1,92 15,0
1,29
19
28,6′
6,
1935 1936
Ln
134,52
31,4
18.1118
17,6
37,4
11,90
17,7
49,3
5,87
42,2
30,5

84,5
36,2
28,-
2,41 18,8 1,63
18
27,1
6,

1931
142,11
33,3
18.618
19,0
40,4
12,10
18,2
50,7
5,60
54,3
39,3
16,75
108,6
46,5 33,50
2,71
21,2
1,73
25
37,7
7;
183,46
42,9
20.814
20,8
44,2
11,44
20,0
55,7
5,34
89,0 64,4
23,75
132,7
56,8 35,50 3,30
25,8
1,86
5

36
54,3
9,
0
Jan.

1937

166,88
39,0
18.1216
23,7
50,4
13,

22,0
61,2
5,88
88,2
63,8
23,75
141,9
60,7
38,-
3,92 30,6
2,145
38 57,3
l0,
Febr.
Z
169,23
39,5
18.18(2
24,0 51,0
13,15
21,8
60,7
5,85
85,6
61,9
23,-
133,6
57,2
35,75
3,53 27,6
1,93
.

40
60,3
lO,
Maart

,,
174,86
40,9
19.911
26,6
56,5
14,45
23,3
64,8
6,25
88,6
64,1
23,75
138,9
59,4
37,25
3,59
28,0
1,96
44
66,3
12,
April
189,96
44,4
21.313
26,0
55,2
14,35
23,1
643
6,16
96,5
69,8 25,75
144,9
62,0
38,75
3,56
27,8
1,95
44
66,3
11,
Mei

»
ii.
201,20
47,0 22.716
24,3
51,6
13,35
22,7 63,2
6,04 97,4
70,4
26,-
142,9
61,1
38,25
3,25
25,4
1,78
5

38 57,3
10,:
Juni

»
1
86,90
43,7
20.1617
22,9
48,6
12,60
22,3
62,1
5,96
95,6
69,1
25,50
140,2
60,0
37,50
3,28
25,6
1,805
36
54,3.
9,1
Juli
1
18987
444
21

l/3
224 476
1232
21,5
598
571
958 693
2550
1422
608
3775′
“342
267
»

1885
34
513
9
Aug.

188,67
18601
441
20.1716
18.8
39.9
10,35
19,6
54,5
5,19
98,9
71,5
26,25
145,0
62,0
38,50
3,30 25,8
1,82
33
49,7
8,1
Sept.
»
43,5
20.1413
16,3
34,6′
9,- 17,4
48,4
4,64
94,1
.68,1,
25,25_
,j31,3,.
_56,2
35,-
3,19
24,9
1,76
34
5l,3
9,
018816
Oct

7
140
20 19/8
152
323 842
“155
431
415
836
605
2250
1177
504
31,50
302
236
167
30
452
8
Nov.

»
Dec.
185,91
43,4
20.12110
14,4
30,6
7,99
15,2
42,3
,04

74,6
54,0
20,-
103,9
44,5 27,75
2,86 22,3
1,585
.27
40,7
7
»
.123,86.
4O,
19.7/,
.J4,9
3′,61….8,28,.. 15,6.
_43,4.
,16

H,25

69,5
50,3
18,50
110,1
47,1
29,50
2,71
212
1,50
5

28
42,2
7,
2′
28
De,.

37
17303
404
195/
151
321
842
159
442
25
712″‘515
19-
1124
“48v
30″269
“210
149527
407
7
28 Dec.-4 Jan.
167,23
39,1
18.12(6
15,1
32,1
8,38
15,9
44,2
71,1
51,4
19,-
112,3
48,1
30,-
2,69
21,0
1,49
5

26
39,2
6,1

.
. .
KOPER
Standaard
Loco Londen
per Eng. ton

LOOD
gem. prompt en
1ev. 3 maanden
Londen per Eng.ton

T N
L

d


er
o
Enon

g.

IJZER
Cleveland No. 3
franco Middlesb.
per Eng. ton

GIETERIJ-IJZER
(Lux
III)
per Eng. ton
f.o.b. Antwerpen

ZINK
gem. prompt en
1ev. 3 maanden
Londen p. Eng. ton

ZILVER
cash Londen
per Standard
Ounce
Herl.Ned.Ct.r
Not.
ltNet./iE
Herl.Ned.Ct./
Not.
Herl.Ned.Ct.I
Not.
Herl.Ned.Ct.I
Not.
Herl.Ned.Ct.I
Not.
lTï’Tt.

.
.,

t

.
%
t
%
£
‘t
%
£
t
%
5h.
t
%
Sh.
t
%
£
ets.
%
pen
1927
.
.
675,10
85,9
55.13111
295,75
106,5
24.811
3503,60
120,6
289.115
44,10
104,7
7219
39,10
98,9
6416
345,40
108,8
289111
132
101,5
26′
1928
771,20
98,1
63.1419
256,15 92,2
21.314
2749,50
94,6
227.418 39,85
94,6′
65110
37,90 95,9
6218
305,75
96,4
25.515
135
103,8
26
3

..

.

1929
912,55
116,1
75.917
281,10
101,2 23.4111
2465,65 84,8
203.18
1
10
42,45
100,8
7013
41,55
105,1
6819
300,80 94,8
24.1718
123
94,6
24
7

1930
661,10
84,1
54.1317
218,70
78,8
18.115
1716,20
59,1
141.1911
40,50
961
67/-
35,95 91,0
5916
203,55
64,1
16.1619
89 68,5 17′
1931
431,85,
54,9
38.719
146,60
52,8
13.-17
1332,55
45,9
118.911
33,-
78,3
5818
28,90
73,1 5115
140,05
44,1
12.8111
69
53,1
145,
1932
275,75
35,1
31.1418
104,60
37,7
12-19
1181,30
40,6
135.18110
25,40
60,3
5816
22,20 56,2
5111
118,95
37,5
13.13110
64 49,2
17′
1933
X

268,40
34,1
32.1114
97,25
35,0
11.1611
1603,50
55,2
194.11/11
25,55
60,6
621-
21,-
53,1
511- 129,80
40,9
15.14111
62
47,7
18
1
,
1934
<
226,80 28,8
30.615
82,65
29,8
11.1/-
1723,15
59,3
230.715
25,-
59,3
66/11
20,25
51,2
5411
103,05
32,5
13.1516
66 50,8
21
1
,
1935
<
230,95
29,4
31.1811
103,40
37,2
14.5(8
1634,25
56,2
225.14
1
5
24,70 58,6
68/2
20,25
51,2
56/-

,
102,65
32,3
14.3
1
6
87
66,9
263
1936
298,75
38,0
38.8/1
137,15

49,4
17.12/7
1592.-
54,8
204.12(8
28,40 67.4
73/-
22,40
56,7
5717
116,55
36,7
14.1917
65 50,0
20′.
1937
iii
488,55
62,1
54.8/3
208,95
75,3
23516
2176,70
74,9
242.7110
41,30 98,0
91111
47,10
119,2
10511
199,80
63,0
22.4/4
75
57,7
20′

Jan.

1936
253,-
32,2
34.14111
112,50
40,5
15.8111
1528,35
52,6
209.1819
25,50
60,5
701-
20,10
50,9
.
5512
106,30 33,5
14.1211
61
46,9
20
1
:
Pebr.

»
257,35
32,7
35.71- 117,05
42,2
1

16.118
150885
51,9
207.512
25,50
60,5
701-
20.10
50,9
5512
111,10
35,0
15.512
60
46,2
19
7

Maart

»
<
262,25
33,4
36.116
121,30
43,7 16.1319
1551,15
53,4
213.713
25,45
60,4
701-
20,10
50,9
5513
116,95
36,9
16.119
60 46,2
19′
.April

»
269,45
34,3
37.-13
117,70
42,4
16.314
1524,80
52,5
209.911
25,50
60,5
701-
20,10
50,9
5512
111,10 35,0
15.512
61
46,9
20′
Mei
.
269,95
34,3
36.1416
114,45
41,2
15.1114
1489,20
51,2
202.1212
25,75
61,1
701-
20,20
51,1
54111
107,75
34,0
14.1312
62
.
47,7
20
3
,
uni

»

269,80
34,3
36.7
1
2
112,90
40,7
15.4/3
1360,45
46,8
183.6(11
25,95 61,6
70
1

20,20
51,1
54
1
5
103,95
32,8
14.-(2
61
46,9 19′
J uli
274,90
35,0
37.511
116,95
42,1
15.1711
1374,30
47,3
186.415
27,70
65,7
751-
20,05
50,7
5414
100,20
31,6
13.1117
60
46,2
195
Aug.
»

283,40
36,0 38.5/11
124,10
44,7
16.1515
1360,70
46,8
183.1718
27,75
65,9
751-
20,05
50,7
5412
100,10
31,5
13.1017
60
46,2
19′
Sept.,,
Oct
.290,20
36590
.36,9.
465
38.19/-.
134,15
I685
.48,3.
.18-12,…
1451,85
.50,0
j94.1717
.27,95
.66,3.
,751
20,20.
_51,1.
..5413
103,65
32,7
13.1812
61
46,9
19
5

Nov.
397,95
40214
606
188
1
11
183645
632 2017
1
3
3420
812
751
2745
695
60
1
2
13270
418
14
11/1
75
‘577
19′
50,6
43.19
1
6
196,60
70,8 21.1416
2091,-
71,9
231.-/11
33,95
80,6
751-
29,35
74,3
64110
147,75
46,6
16.616
79
60,8
21
Dec.
413,45
52,6
45.1919
229,80
82,8
25.1112 2087,95
71,8
232.511
36,40
86,4
811-
32,75
82,9
72110 161,45
50,9
17.1912
80
61,5
21’/

Jan.

1937
461,70
58,7
51.1018
244,05
87,9
27.4110
2060,25
70,9
229.18(9 36,30
86,2
811-
34,20
86,5
7614
188,60 59,4
21.-/I1
78
60,0
20
7
/
Pebr.,,
.
o
522,10
66,4
58.7
1
2
248,-
89,3
27.14
1
4
2080,65
71,6
232.11
1
3
36,25
86,0 81
1

34,75
87,9
77
1
6
219,45
69,2
24.10
1
8
75
57,7
20′
Maart

,,
-.
638,40
81,2
71.9
1
6
292,95
105,5
32.16/-
2498,25
86,0
279.14
1

36,15
85,8
81/-
48,20
122,0
108
1
1
289,65
91,3
32.8
1
8
77
59,2
201
1

April

»
Mei

559,70
71,2
62.716
235,50
84,8
26.4110
2404,95 82,8
268.-/-
36,35 86,3
.81/-
54,25
137,3
120/11
238,65
75,2
26.6
1
5 78
60,0
20″
»
545,95 69,4
60.15/-
214,95
77,4
23.18(5
2256,45
776
251.2/-
36,40 86,4
81f-
59,65
150,9
132/9
209,35
66,0
23.5/11
76

58,5
20
5
/
Juni

»
0
]199,70 636
55.1315
205,40
74,0 22.1718
2245,10
77,3
250.216
36,35 86,3 81/-
60,60
153,3
135/-
194,55
61,3
21.1315
75
57,7
20
Juli
0
51010
649
561113
21370
770
2313111
236520
814
2625
4555
1081
101
5960
1508
13216′
20575
648
221316
75
577
20
Aug.
,,
517,55
65,8
57.6/-
205,25
73,9
22.14
1
6
2388,50
82,2
264.9
1

45,60
108.2
101
1

48,60
123,0
109/-

215,35
67,9
23.16
1
8
75
57,7
19
7
/
Sept.

»
,4j4,25
.60
)
3,
52.15
1
11
187,55
67,5
20.17
1
8,
2323,10
79,9
258.12/6
45,35
107,6
101/-
44(5
113,0
99
1
5
191,80
60,4
21,7
1
l
74
56,9
19
7
1

Oct
41315
52
461/11
16480
594
18718
203685
701
2275/
452o
1074
101/
4230
1070
9415
16205
511
18117 75
577
20
Nov.
357,50
45,5
39.13/9
150,10
54,1
16.13
1
3
1726,0
59,4
191.14
1

46,85
111,2
104
1

39,85
100,8
88
1
5
143,20
45,1
15.17
1
11
74
56,9
1917
Dec.

.
362,70
46,1.
40.7)2 144,90
52,2
16.2/6
1734,45
59,7
193-/-
49,-
116,3
1091

38,80
98.2
8614
139,-
43,8
15.915
70
53,8
1851
‘128 Dec

37
59l0
457
1
39.819
39 18/9
14105
508
1513/9
167460
576
18651
49-
1163
1091
3845
973
»’85(6
13655
430
153/9
’69’
531
18
7/
18 Dec.-4 Jan.
354,30
45,1
136,75
49,2
15.4/5
1628,30
56,0 181.51-
48,95
116,2 1091-
38,40
97,2
8516
131,40
41,4 14.12/6
72
55,4 1
191/

DDELEN EN GRONDSTOFFEN.
(Indexcijfers gebaseerd op 1927 t/m 1929 = 100).

19

GE-
SLACHTE
GE-
SLACHTE
DEENSCH
.
BACON
BEVROREN
ARG. RUND-

CACAO G.F. KOFFIE
Loco R’dam/A’dam
SUIKER
Witte krist.-
THEE
N.-lnd thee-

RUNDEREN
(versch) (versch)
VARKENS

middelgew. No. 1
VLEESCH

Accra per 50 kg
c.i.f. Nederland
per
1
12 kg.

suiker loco
Rotterdam!
veiling A’dam

Gem.Java- en

c

Robusta

Superior
per 100 kg

per 100kg
Londen per cwt.

Londen per 8 Ibs.
Amsterdam Suniatrathee


Hen. Ned.Ct.I
Not.
Hen. Ned.Ct.I

Not.
HerI. Ned.Ct.I
Not.
Rotterdam

Rotterdam
Santos

per 100kg.
per’l2kg.

‘7
%
sh.
f
%
sh.
ƒ
%
sh.
cts. cts. 7
%
ds.
%
1927


– –
65,15
97,8
1076
2,73 92,2
416
41,21
119,4
681-
46,87
5

95,5
54,10
91,4
19,12
5

119,6
82,75
109,2
101,3
1928
93,-
98,2
77,50
90,8
66,80
100,3
11015
3,03
102,4
5/-
34,64
100,4
5713
49,62
5

101,1
63,48
107,3
15,85
99,1
.75,25
99,3 102,2
1929
96,40
101,8
93,12
5

109,2 67,81
101,8
112/2 3,12
105,4
512
27,70
80,2
45/10
50,75
103,4
59,90
101,2
13,-
81,3
69,25
91,1
94,7
1930
108,-
114,0
72,90
85,5
57,19
.85,9
9417
2,97
100,3
4/11
21,04
61,0
34/11
32
65,2
38,10
64,4
9,60 60,0
60,75
80,2
72,1
1931
84,-
92,9
48,-
56,3
35,72
53,6
6316
2,44 82,4
414
13,84
40,1 2417
25
50,9 27,10
45,8
8,-
50,0
42,50
56,1
53,3
1932
61,–
64,4
37,50 44,0
25,46
38,2
58/1
1,70
57,4
3111
11,77
34,1
2711
24
48,9
30,04
50,8
6,32
5

39,6
28,25
37,3 43,0
1933
52,-
54,9 49,50 58,0 30,74 46,2
7417
1,54
52,0
319
9,30
26,9
2217
21,10
43,0
22,83
38,6 5,32
5

34,5
32,75
43,2 37,0
1934
61,50
64,9 46,65
54,7
32,94 49,5
8811
1,42
48,0
31912
8,15 23,6
21110
16,80
34,2
18,40
31,1
4,07
5

25,5
40
52,8 34,9
1935
48,12
5

50,8 51,625
60,5
32,-
48,1
8815 1,19
40,2
3131
8,15
23,6
2216
14,10
28,7
15,21
25,7 3,85
24,1
34,50 45,5
32,5
1936
53,425
56,4
48,60 57.0
36,37
54,6
9316 1,48
50,0
319
1
1
12,05
34,9
3014
‘3,62
5

27.8
16,87
5

28,5
4,02
5

25,2
40
52,8
.

39,2
1937
71,27
5

75,3
61,85 72,5 42,27
63,5
94/1
1,90
64,2
413
17,35
50,3
3818
16,62
5

33,9 22,37
37,8
6,22
5

38,9 53,50 70,6 53,6

au.

1937
64,60
68,2
52,75
61,8
41,22
61,9
921-
1,81
61,1
4/-
1
12
24,50
71,0
5418
16,75
34,1
22,12
5

37,4
5,575

34,9
50,50
66,7
52,0′
ebr.
64,175 67,8 53,32
5

62,5 38,49
57,8
861-
1,80
1

60,8
4/_1/4

21,09
61,1
4712
18,25
37,2
24
40,6
5,72
5

35,8
53,50
70,6
52,4
daart
66,15 69,9 54,82
5

64,3
39,83
59,8
8912 1,67
56,4
31814
23,-
66,7
5116
18
36,7
23,80
40,2
6,10
38,1
55
72,6
53,7
pnil
71,-
75,0
56,25
65,9
42,32
63,6
94/3
1,72
i

58,1
3/10
20,83
60,3
4615
17,87
5

36,4 23,37
5

39,5 6,12
5

38,3 54,25 71,6 54,4
%ei


73,32
5

77,4
56,75
66,5
42,71
64,1
951-
1,90
64,2
412
1
14
17,30
50,1
3816
17,50
.35,7
23
38,9
6,07
5

38,0
55
72,6
53.6
uni

,,
89,25
84,7
55,75
65,3
39,87
59,9
88110
2,04 68,9
4/6
1
(2
15,66
45,4
34/11 17,50
35,7
23
38,9 6,525
40,8
50,50
66,7
52,7
uh
78,45
82,8
60,85 71,3
42,63
64,0
9416
1,97
66,6
414
1
/
16,46
47,7
3616
17,50
35,7
23
38,9 6,57
5

41,1
55
72,6
55,1
ug.
77,87
5

82,2
67,87
5

79,6
46,32
69,6
10216
2,13 72,0
4(8li
17,61
51,0
391-
17
34,6
23
38,9
6,50 40,6
54,75
72,3
55,3
;ept.

,,
72,425
76,5
69,20
81,1
46,17 69,3
102110
1,96
€6,2
4/4
1
.12
15,97
_46,3,

35;7_
16,75,
_34,I
23
_38,9.
.6,32
5

_39,6.
..56
…13,9…
_55,1,,
)ct.

,,
‘69,97
5

73,7 70,20
82,3′
‘43,70
(5,6′
9716
1,91
64,5′
413
12,55
36,4
281-
15,75
32,1
22,8
5

38,7
6,4ff’
40,0
55,25
72,9
55,0
’10v.
68,17
5

72,0
72,37
5

84,8
40,77
61,2
9016 1,95
65,9
414
12,18
35,3
2711,
13,50
27,5
20
33,8
6,42
5

40,2
53,75
71,0
52,2
)ec……..,,…..
_68,95
72,8
72,15
..,84,6
43,23
64,9
96
1
2 1,92..
.64,9
4
1
3
1
2
11,07
32,1
24(8
13
26,5
17,25′
29,2,
_6,40
.40,0
47,75._
,,,63,0
51))
28 Dec.’37
70,-
73,9
71,75
84,1
’36f
65,5
‘7
2,00
67,6
4T5
1
(
10,79
31,3
241-
13
26,5
16,50
27,9
6,37
5

39,9′
‘47,50
62,7 51,5
)ec.-4Jan.
68,-
71,8
72,-
84,4
44,92
67,5
100!-

1,87
63,2
412
10,90
31,6
24(3
13
26,5
16,50
27,9 6,37
5
1
39,9
47,50
62,7
51,4

GRENENHOUT
Zveedsch ongesor- VUREN- HOUT
KOE-
HUIDEN
COPRA
Ned.-Ind.
GRONDNOTEN•
Gepelde Coromandel,
LIJNZAAD
La Plata
GOUD
teerd 2
1
12
x
7
basis 7″ f.o.b.
Zweden/FinI.
Gaaf,openkop
57-61 pond
f m.s.
per hongton
loco
cash Londen per ounce line
pen standaard perstandaand
Veiling te
per 100kg
C.

Londen
Rotterdam
HerI. Ned.Ct.
“i’r’
Amsterdam
per 1000kg.’)
HenI.Ned.Ct.I

Not.

7’7’T
i7
ï7
/
%
sh.
1927
230,28
100,1
19.-/-
160,50
105,1
40,43
100,9
32,62
5

106,5
266,03
106,4
21.18/11
185,-
95,0 51,50
100,1
851-
105,3 104,4
124,1 1928
229,90
100,0
19.-/-
151,50
99,2
47,58
118,7
31,87
5

104,1
254,10
101,6
21../-
185,25
95,1
51,45
100,0
851-
102,0 100,2 94.6
1929
229,71
99,9
19.-/-
146,-
95,6
32,25
80,5 27,37
5

89,4
230,16
92,0
19.-19
214,-
109,9
51,40
99,9
851-
92,7
95,4
84,5
1930
218,43
95,0
18.112
141,50
92,7
25,36
63,3
22,625
73,9
175,55
70,2
14.1014
181,75
93,3
51,40
99,9
851-
69,6
75,3
60,0
1931
187,88
81,1
16.14/-
110,75
72,5
18,65
46,5
15,375
50,2
136,69
54,7
12.2111
95,50
49,0
52,-
101,1
9215
47,6 54,2
44,7
1932
136,14
59,2
15.1314
69,-
45,2
11,15
27,8
13,-
42,4
130,52
52,2
I5.-/4
70,-
35,9 51,25
99,6
1181-
35,1
43,0
38,4

2
33
136,48
59,3
16.1112
73,50
48,1
13,26
33,1
9,30
30,4 90,39
36,1
10.1914
75,50
38,8 51,35 99,8
12417
33,1
39,2
34,5
34
134,02
58,3
17.1814
76,50
50,1
12,07
30,1
6,90
22,5
71,90 28,7
9.1213
72,75 37,3
51,50
100,1 13718
31,6 37,4 36,5
935
127,91
55,6
17.1314
59,50′
39,0
12,54
31,3
9,15
29,9
104,26
41,7
14.81-
67,25
34,5
51,50
100,1 14212
32,2 37,3
34,8
1936
139,98
60,9
17.19110
78,25
51,3
15,40
38,4
11,90
38,9
113,49
45,4
14.1119
85,-
43,6
54,60
106,1 14014
39,0
42,3
40,7
1937
205,35
89,3
22.172
132,25
86,6
23,35
58,2
15,225
49,7
127,81
51,1
14.418
110,50
56,8 63,20
122,8
14019
53,4
57,9
56,3

Pan.

1937
181,-
78,7
20.41-
118,75
77,8
21,50
53,6 20,62
5

67,3
.145,04
58,0
16.319
102,75
52,8 63,45
123,3
14118
55,1
56,3
58,5
ebr.

,,
187,95
81,7
21.-/-
125,-
81,9 22,75
56,8
17,95
58,6
132,01
52,8
14.151-
99,25
51,0 63,60
123,6
142/1
54,1
57,1
59,5
t4aant

,
201,84
87,8 22.121-
135,-
88,4
25,-
62,4
18,05
58,9
137,54
55,0
15.8/-
106,75
54,8
63,60
123,6
14214

57,5 61,6 64,8
pniI
208,79
90,8
23.5/-
135,-
88,4 28,50
71,1
16,875
55,1
138,95
55,6
15.918
114,50
58.8
63,45
123,3
14115
59,3 60,5 63,6
IA
ei
211,29
91,9 23.101-
137,-
89,7 26,25 65,5
14,95
48,8
127,60
51,0
14.41- 112,50
57,8 63,15
122,7
14018
56,7 60,3 58,2
luni

,
tIj
21101
2Ï”‘922’
918
23.10/-
23.10(
37,50
136,25
90,1
89,5′
24,25
’24,-
60,5.,
59,9
14,32
5

14,52
5

46,8 47,4
130,85
137,65
52,3
55,0
14.11(7
15.5(4.
,,,II0,50,
113,-
56,7
“59,1
63,10 63,15
122,6
122,7
140174
140/-
54,8
55,2
59,l,
60,3
.56,1,,,
56,3
.ug.

,
212,40
92,4 23.101-
135,-
88,4
25,.-
62,4
13,95
45,6
126,66
50,6
14-16
115,-
59,1
63,05
122,5
13917
53,7 59,2
55,3
Sept.


211,08 91,8
23.101-,,
135,-
,88,4_
25,-,,.
_62,4_
_13,1542,9,
_120,84.
,,48,3,
13.911,
_115,25.
.59,2
.63,05
.122,5
14014
_52,3,
57,9
,.,.55,3.
Dcl.

,
210,65 91,6
23.10!-
135,-
88,4
23,-
57,4
13,50_
_
44,1
121,70
48,7
13.1117
116,75
59,9
63,-
122;4
14016
50,4 56,2
51,2
“10v.
209,46
20669
91,1
23.51-
132,50
86,8
18,-
4.4,9
12,50
40,8
109,57
43,8
12.313
110,50
56,7
63,10
122,6
140114
47,7
53,3 46,7
Dec.

..
899
‘9Öff
23-
125,-
81,9
17,-
424
“12’4”
12,37
5

40,4
105,31
42,1
11.14/5
‘lIlS!-
109,75
56,3
62,85
122,2
139110
44,9
453
51,9
46,3
20080″
28Dec.’37

I25,
81,9
‘I7,'”
12,50
40,8′ I05,62′ 42,2′
‘112,75’
57,9
62,75
122,0
139(74
‘52,1
45,3
)ec.-4Jan.
206,63 89,9
23:-!-
25,-
81,9
17,-
42,4
12,125
39,6
103,31
41,3
11.10/-
107,50
55,2 62,60
121,7
139,5
44,3
51,8
44,2

.
STEENKOLEN
Westf./Holl.
PETROLEUM BENZINE
KALK-

ZWAVELZURE
CEMENT
T E E N E N

buulkerk, ongez.
Mid, Contin, Crude
33 tim.
33,90
Bé s. g.
Gulf E.P. 64166
0

per
SALPETER
franco schip
AMMONIAK
levering bij
groote part.
af fabriek

binnenmuuribuitenmuur
per
per f.o.b. R’daml
A’dam per
te N,-York
p.barrel

LrI.Ned.Ct.1

U.S.
galJon
Ned,perl00kg
franco schip
Ned. perlOO kg
franco wal

1000 kg.
bruto
Ned.perton’)
1000 stuks
1

1000 stuks

.
HerI.Ned.Ct.I
Not.
Not,
,

“7”
“1”
jIs.
“7”
“7”
“7”
%
“7”
“T”
“7”
“T’ ‘T”
1927
11,25
103,1
3,21
103,6
1,28
37
128,0
14,84
11,48
102,6
11,44
102,5
18,-
99,1
14,50
107,4 18,50
95,3
105;1
105,2
1928
10,10
92,5 2,99
97,1 1,20
24,85 85,9
9,98
11,48 102,6
11,08
99,3
18,-
99,1
12,-
88,9
1850
95,3
96
,
5
99,0
1929
11,40 104,4
3,06
99,4
1,23
24,90
86,1
10
10,60
94,8
10,96
98,2
18,50
101,8
14,-
1(13,7
2125
109,4
98,4 95,8
1930
11,35 104,0
2,76
89,6
1,11
21,90
75,7
8,81
9,84
88,0
10,55
94,5
19,50
107,3 12,50
92,6 20,75
106,9
83,7
77,3
1931
10,05
92,1
1,42
46,1
0,57
12,38
42,8
4,98
8,61
77,0
.
7,73 69,3
14,-
77,1
10,25
75,9 20,25
104,3
60,7
54,7
1932

73,3
2,01
65,3
0,81
11,99
41,5 4,83
6,15
55,0 4,20 37,6
12,-
66,1
9,25
68,5
15,-
77,3
49,6
43,0
1933
7,-
64,1 1,14
37,0 0,57 9,24 32,0 4,63
6,18
55,2
4,63 41,5
12,-
66,1
10,-
74,1
12,75
65,7
46,8
40,6
1934
6,20
56,8
1,40
45,5 0,94
7,18
24,8
4,84
6,11


54,6 4,70
42,1
1
2,

66,1
8,50
63,0
10,50
-54,1
45,2
39,0
935
6,05 55,4
1,39 45,1
0,94
7,65
26,5
5,18 5,89 52,7
4,81 43,1
12,50
68,8
7,25
53,7 8,75
45,1 47,1
40,3
1936
6,60
€0,5
1,63
52,9
1,04
8,86
30,6 5,65
5,70
51,0
4,82
43,2
II,-
60,5
7,50
55,6
9,50
48,9
48,7
44,3
1937
8,80
80,6
2,09
67,7
1,15
11,08
39,3
6,10 5,75

.
51,4
4,95
44,4
11,80
65,0
8,25
61,1
9,50
48,9
66,6 60,6

Jan.

1936
‘6,15
56,3
1,48 48,1
1,01
8,51
29,4
5,80
5,80
51,8
4,85 43,5
II,-
60,5
8,25
61,1
10-
51,5
45,5
40,8
Febr.

,,
6,15
56,3
1,51
49,0
1,04
8,57
29,6
5,88
5,85
52,3
4,90 43,9
II,-
60,5
8,-
59,3
950
48,9 45,9
40,9
Maart

,,
6,15
56,3
1,52
49,4
1

1,04
8,60 29,7 5,88 5,90
52,7
4,95
44,4
II,-
60,5
8,
59,3
10,25
52,8
46,5
41,1
April
6,20
56,8
1,53
49,7
1,04
8,55 29,6
5,80
5,95
53,2
5,-
44,8
II,-
60,5
8,-
‘59,3
10,25
52,8
46,4
41,0
Mei
6,25
57,3
1,54
50,0
1,04 8,41 29,1
5,69
6,-
53,6
5,05 45,3
II,-
60,5
8,-
59,3
10,25
52,8
46,3
40,8
Juni
6,30
57,7
1,54
50,0
1,04
8,32
28,8
5,63
.
6,-
53,6
5,05 45,3

1
i,
60,5
7,75
57,4
l0,
51,5
45,7
40,6
Juli
6,25
57,3
1,53
49,7
1,04
8,08
27,9
5,50
6,-
53,6 5,05
45,3
II,-
60,5
7,-
51,9
9,25
47,6
45,6
41,2
Aug.
6,30
57,7
1,53
49,7
1,04
8,10 28,0 5,50
5,25

46,9
4,45
39,9
II,-
60,5
6,50
48,1
9,-
46,4
44,9
41,2,
Sept. 6,35_
58,2
,j
1
53
49,7
1,04
8,10,
28,0,,
5,49
5,35
47,8
4,55
40,8
II,-
60,5
7,-
51,9
9,-
46,4
45,9
42,0,
7,80
71,4
1,94:
‘63,0
I,04
10,16
35,I
5,46
5,40′
48,3′
4,60
41,2
II,-
60,5
7,25′
“53.7
“9,-
46,4
54,9
51,2
Nov.
7,70 70,5
1,93
62,7
1,04
,

10,28
35,6
5,55
5,45 48,7 4,65
41,7

1
I,-
60,5 7,25
.
53,7
9,25
47,6 57,9 53,9
Dec.

,,
7,85
71,9
1,91
62,0
1,04
10,32
35,7
5,63
5,55
49,6
4,75
42,6
II,-
60,5
7,50
55,6
9,-
46,4 60,4
57,2

lan.

1937
8,05
73,7
1,90
61,7
1,04
10,61
36,7
581
5,65 50,5
4,85
43,5
II,-
60,5
7,50
55,6
9,-
46,4
62,5
59,1
I’ebr.

,,
8,25 75,6
2,12
68,8
1,16
10,95
37,9
599
5,70 51,0 4,90
43,9
11,85

65,2
7,50 55,6
9,
46,4 65,0
60,1
Maart
8,30

76,0 2,12
.68,8
1,16
11,16
38,6
6,10 5,75 51,4
4,95
44,4
11,85
65,2
8.-
59,3
9,25
47,6
74,1
66,6
April
8,55
78,3 2,12 68,8
1,16
11,30
39,1
6,18
5,80
51,8
5,-
44,8
11,85
65,2 8,25
61,1
9,50 48,9
68,6
64,4
Mei

82,4
2,11
68,5
1,16
11,46
39,6
6,30
5,85
52,3
.
5,05 45,3
11,85
65,2 8,25
61,1
9,50
48,9
.

71,1
64,5
Juni
9,-
82,4
2,11
68,5
1,16
11,48
39,7
6,31
5,85
52,3 5,05
45,3
11,85
65,2
8,25
61,1
9,50
48,9
70,1
63,1
Juli

,.,…,,
9,


_82,4
2,11
68,5
1,16
11,58
40,0
6,38
5,60
50,1
4,80
43,0
11,85
65,2 8,50
63,0 9,75
50,2
70,5
63,5
Aug.
9,-
82,4′
“2,10′
“680′
“1,16′
11,57
“400
“6,38
‘5,70”
‘5l,0
“4,96”
43,9′
“11,85-
‘65,2-
8,50.
63,0.
_9,751
,.50,2
_68,4_
….,.61,1
Sept.

,,
9,

82,4..
.2,1!
_68,5
_1,16.
11,56,.
.,40,O,,
,6,38.
,,.,5,75_
51,4
,,,4,95_
44,4
11,85
,65,2,
_8,50,
,.63,0
,9,75,
50,2,
_65,8
,,.,…59.7_
Oct.

82,0
2,10′
68,0

1,16
11,25
38,9
6,22
5,80
51,8
5,-
44,8
h1,85
65,2
8,50
63,0′
9,75
‘50,2
62,4 56,9
Nov.

,.
9,

82,4
2,09 67,7
1,16
10,49
36,3
5,82 5,85
52,3 5,05 45,3
.

11,85
65,2 8,50
63,0
9,75 50,2
59,3
54,0
Dec.

.,
.9,35_
856
2,09
_67,7
1,16
9,60
33,2
5,34
5,95
53,2
.

5,15_
46,I_
_JI))5_
,,,.65,2
_8,50,
,,63,0_
,9,75,
.50,2.
_58,7,._,
52,4,.
.28 Dec.’37
9,70
889′
2,09′
67,7′
1,16
“9,55′
33,0′
“5,3!’
5,95
53,2′”5,l5
46,1
11,85
65,2′
8,50 63,0
9,75
50,2
58,5
52,5
Dec.-4Jan.
9,90 90,7 2,08
67,4
1,16
9,55-
33,0
5,31
1

6,05


54,1
5,25 47,0
11,85
65,2
8,50
63,0 9,75
50,2
58,5
.

52,0

20

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERIÇHTEN

6
Januari
1038

BANK VAN ENGELAND.

1
Bankbilf.
1
Bankbilf.
Other Securities Data
Metaal
in
in
Bankingl
Disc.and
Surities
i
circulatie
1

Departm.
1
Advances
29 Dec.

1937
1
327.233
1
505.317

1

41.089 9.205

20.867
22

,,

1937
1
327.303
509.316
j

37.091
7.486

21.501

22
Juli

1914
40.164 29.317 33.633

Ooc.
1

Public
Other Depostts
1
Dek-
Data
Sec.
Depos.
Bankers

Other
Reservel
kings-
Accounts
1
perc.
1)

29 Dec. 37
114.598 11.384
1120.641

36.567
41.916l
24,8
22

’37
96.458
10.7.72
98.216

36.497
1
37.988!
26,1

22Juli’14
1
11.005 14.736
42.185 29
.
29
.
7
1
52


vernouain
g
lusscoen iLieposits.

BANK VAN FRANKRIJK.

‘Te goed
1

Wis-
1
Waarv.I
Belee-

Rs
Data
Goud
Zilverl
in het
1

sets

1
ningen
vo orschot
Ienteloo

I buitenl:I
v.d. Staat

23 Dec.’37
58.933
1
3781
29
8901
4.2221
3.200
16

’37
,,
58.932
3891
21
9.549
932!
4.252′
3.20Ö
~10.1316~

23Juli’14
4.104
640!

1 5
41

8j
769

Bons v.d)
1
Diver
1
u
Rekg. Corant
Data zelfsl.

amort.
sea ‘)
Circulatie
Staat
j
Zelfst.
1
Parti-

….

amort.k.j culleren
23 Dec.’37l
5.637
1

3.012
1

91.263

1

32
1

2.391
1
16.58
16

’37J
5.6137
!

3.133
1

90.402
60
1
2.526
116.298

23 Juli’14!

.-
5.912
1

401
1


1

943 1
1 Z>IUIZPOSI
acuva.
DUITSCHE RIJKSBANK.

Daarvan
1
Deviezen
1
Andere
Data
Goud
bij bui-

1
als goud-
1
wissels
Belee-
teni. circ.
1
dekking

1
en
ningen
banken
1)
1
geldende
1
cheques

23 Dec.

1937 70,6
1
20,3
5,6
5.205,9
56,0
15

.

,,

1937
70,6!
20,3
5,4
5.207,6
56,7

30 Juli

1914
1.356,91


750

1

9
50,2

bata
Effec-
Diverse
Circu-
Rikg.-
Diverse
ten
Activas)
latie
Crt.
Passiva

23 Dec.

1937
105,1
811,7,
1

5.079,8
15

,,

1937
104,5
772,1
5.006,0
732,2
1

332,8

30 Juli

1914
330,8 200,4 1.890,9
944
1
40.0
9 Onbelast.’)
WO.
i
NATIONALE BANK
VAN BELGIE (in Belga’s).

Goud
.
rj
Rekg. Crt.

Data
SZ
to

937
..-

.

cc
..
.
e

…………..

29 Dec.
3.525
52
1.296
32
152
40
4.308
96
685
22

,,
:1.497
54
1.292
35
1
152
1

40
1
4.275

1

52
1

735

FEDERAL RESERVE BANKS.

Goudvoorraad
Wissels

Data
,,Other
1

Goud-.
In
her-
In de
Tolaal
1

certifi-
cash”
2)
disc. v. d.
1
open
bedrag
Ct

t)
niember

1
markt
banks

1
gekocht

13 1)ec. ’17
9.130,8
1

9.1219
313,2
15,8

1
2,8
S

,,

’37
9.131,6
9.121.9
311,3
17,4
2,8

Belegd j
F. R.
Notes
1
1
.1
Gestort
Goud-
1

Dek-
1
Algem.
1

Dek-
Data
iii
u. s.
1
Goe.Sec.
1
in circu-1
.

,
S

Kapitaall
kings- kings-
lat ie
1
.
1
perc.3)

1

perc.4)

15 Dec. ‘371
2.564,0
4.293,3
1
7.535,0
132,6

1
79,8
1


8

.,

”7l
2.564,0
4;294,9.l

7.523,8
132,5
j


)
LJcLe
ccl ui,,..aciu wc,uc,, uuul uc OLIldIKISt ddli UC nebe, ve OdilKeil
g
egeven voor
de overname
v,,n
het goud, toen de $ op 31 Jan. ’34 van
100
op
59.06
cents werd gedevalueerd.
?) Other Cash” does not inciude Federal Reserve Notes or a Bank’s
own Federal Reserve
bank
notes.
5)

Verhouding
totalen goudvoorraad tegenover opeiøcbbare echulden: F. R. Notes
en netto
deposito.
4)
Verhouding totalen oorraad muntmateriaai en wettig betaalmiddel tegenover Idem.

PARTICULIERE BANIEN AANGESLOTEN BIJ HET
EED. RES. STELSEL.

1
Aantal!
Dis-
1
Iervel
Totaal
Waarvan
Data
conto’s
en
1

Beleg-
de
l
depo-
1

time
Ileenine.l
beleen.
1

gingen
1
R.
banks
1
sUb’s
1
1
deposits

8Dec.
‘371

13
1

9.509

1
11.90

1
5.291

1
25.711
1

5.183
1

,,

‘371
6
9.441
11.9
4
0

1
5.374

1
25.740

1

5.234
110 posan van we nee, oan, ce .lav050ne flank
en
09 nam er r.ng
land zijn In duizenden, alle overige posten In miilioenen s’n de be-
treffende valuta.

NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 3Januari 1938

Activa.
Binnen!. Wis-( Hfdbk.
f

2.286,832,70
sels, Prom.,

Bijbnk.
,,

64.458,21
enz.in disc.A’g.sch.
,,

410.859,35

2.762.150,06
Papier o. h. Buitenl. in disconto

……

Idem eigen portef.

f.

5.145.000,-
Af:
Verkocht maar voor
de bk.nognietafgel.

. –

5.345.000..-.
,
Beleeningen

Hfdbk.
f
375.777.155 15′)
nc1.
vrsch. Bijbnk.

3.937.978,13
in rek.-crt .
Ag.sch.

31.106.122 82
op onderp.

f
210.821.256,10

Op Effecten ……
t
208;380.092,13
1
)
.,OpGoederenenSpec.

2.441.163,97

210.821.256,101)
Voorschotten a. h. Rijk …………….
,,

Munt, Goud ……
f

fl3.607.470,-
Muntinat., Goud
,
,,1.262.227.590,55

[1.375.835.060,55
Munt, Zilver, enz.

,,

16.145.729,91
Muntmat. Zilver


.

,,
1.391.980.790,46
2
)
Belegging van kapitaal, reserves en pen-
sioenfonds

……………………
,,
40.390.883,80
Gebouwen en
Meub.
der Bank ……..
,,
4.600.000,-
Diverse

rekeningen ………………
,,
8.649.057,78
Staatd. Nederl.(Wetv.27/5/’32,S.No.221)
,, -.

10.193.915,19

f
1.674.543.053,39
Passiva Eapitaal ……
………………….
f

20.000.000,-
Reservefonds ……………………


4.338.707,82
Bijzondere reserve

.. …………….

,,

6.600.000,-
Pensioenfonds

………………….
,,

11.133.351,25
Bankbiljetten in omloop ..
.
…………

,,

906.834.780,_
Bankassignatiën in omloop

……….

..

317.457,92
Rek.-Cour.
f
Het Rijk
[
137.261.423,21
saldo’s:

Anderen

584.776.147,79

,,
722.037.57 1,
Diverse

rekeningen ……………….
,

3.281.185,40

f

1.674.543.053,39

Beschikbaar

metaalsaldo

…………
.
f

740.655.485,67
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop dan waartoe de Bank gerechtigd is
1.851.638.715,-
Schatkistpapier, rechtstreeks bij de Bank
ondergebracht

………………….
.

Waarvan aan Nederiandsch-indjë
(Wet van 15 Maart 1933, Staatsbiad No. 9)) ……..
1
65.883.125,-
Waarvan

in

het buitenland . …………………….
..79.157.264,24

Voornaamste posteli in duizeudeu guldens.

Data
Goud

Munt Imuntmat.
1

Circulatie
Andere
opeischb.
Beschikb.
Metaal-
Dek-
kings

s
saldo
perc.

3 Jan. ’38
113607
.1.262.228
906 835 722.355
740.655
85
.27 Dec.

’37
113607
1.252.227
868.378
755.427
733.378
85

25 Juli

’14
65.703
96.410 310.437
6.198
43.521
54

Data
Totaal.
bedrag
Schatkist-
promessen


e ee
Papier
op het
Diverse reke-
discohto’s
rechtstreeks
ningen

buïtenl.
ningen
1)

3 Jan. 1938

2.762

.
210.821
5.145

8.649
27 Dec. 1937

23.438

194.852 5.145

8.158

25 Juli

1914

67.947

61.686
20.188

509
1)
Onder de acliva.

JAVASCHE BANK. Andere
Beschikb.
Data
Goud
Zilver
Circulatie
opeïschb.
metaal-
1

schulden
saldo

1 Jan.’38
1
)
13390
187.240
87.120
24.646
25 Dec.’37
2
)
133.410 184.780
84.06Ô
25.874

27 Nov.1937
116574
1

17.191
186.494
92.675 22.098
20

,,

1937
116.574
1

16.550
.
188.095
94.269
20.179

25 Juli 1914
22.057 1

31.907 .110.172 .12.634
4.842

1

Wissels,
1

1
t

Diverse

1
Dek-
Data
1

bulten
1

Dis-

1
Belee-

1
reke-

1
kings
I

N.-Ind.
I

contos
1

ningen
1
ningen
1
percen-
betaalb.

1
1
tage

1 Jan.’38
5
)
3.860
84040
66.630
49
25 Dec.’37
2
)
3.940
77.800 68.060
.

50

27 Nov.1937
2.845
80.810
48
10.235
1

53.151
20

,,

1937
3.155
10.339

1

53.826 85.559
47

25 Juli 1914
6.395
7.259

75.54i
2.228

44

t)
Sluitpost activa.
2)
Cijfers
telegrafisch ontvangen.

Auteur