Ga direct naar de content

Jrg. 21, editie 1056

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: maart 25 1936

5 MAART 1936

AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN.

Econom
—i*sch~Statistische

Beri*chten

ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER

ORGAAN VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJN VAART

UITGAVE VAN HET NEDERLANDSCH ECONOMISCH INSTITUUT

WOENSDAG 25 MAART 1936

Lief tinck; N. J. Polak; J. Tinbergen; F. de Vries en

U. M. 11. A. van der Valk (Redacteur-Secretaris).

Redactie-adres: Pieter de Hoochweg. 122, Rc tterda.m.

Aangeteekende stukken. Bijkantoor Ruigeplautweg.

Telefoon Nr. 35000. Postrekening 8408.

Advertenties voorpagina f 0,50 per regel. Andere pagi-

na’s f 0,40 per regel. Plaatsing bij abonnement volgens

tarief. Administratie van abonnementen en advertenties:

Nijgh & van Ditmar N.V., Uitgevers, Rotterdam, Am-

sterdam, ‘s-Gravenhage. Pos tchè qua. en giro-rekening

No. 145192.

Abonnementsprijs voor het weekblad franco p. p. in

Nederland f 16,—. Abonnementsprijs Economisch-St aus-

tisch Maandbericht f 5,— per jaar. Beide organen samen

f 20,— per jaar. Buitenland en Koloniën resp. f 18,—,

•f 6,— en f 23,— per jaar. Losse nummers 50 cent. Dona-

teurs en leden van het Nederlandsch Economisch Instituut

onivangen het weekblad en het Maandbericht gratis en

genieten een reductie op de verdere publicaties.

INHOUD.

Blz.
DE GEMEENTEN EN DE VERLAGING VAN DE VASTE LASTEN
door Mr. M. Rooy Jr………………………..212

ILet vaste lasten-ontwerp en de huiseigenaren door
A.
W. Jlermse ………………………………..213

De nieuwe wettelijke regelingvan den Economischen Raad
in Frankrijk door Prof. Mr. C. W. de Vries ……..216

Mag liet Oosten Europa concurrentie aandoen? door
Th. Ligthart ………………………………216

De balans van Rotterdam over
1935
dooi
Mr. W. F.
– Lichtenaver ………………………………217

De Nederlandsch.Duitsche clearing door
C. A. Klaasse 219

AANTEEKENINGEN:
Wet inzake het Conseil National Ecouoinique

INGEZONDEN STUKKEN:

]3eperkingvan de melkproductie en rationaliseering
van het melkveehoudersbedrijf door
P. Krediet
met
Naschrift door
Dr. D. Hoek………………..223

?dAANDGIJFER5:

Overzicht van den stand der Rijksmiddelen ……..
225

Emissies in Februari
1936 ………………….226

STATISTIEKEN

……… ……………………227-230
Geidkoersen.

Wisselkoersen.

Bankstaten.

25
MAART
1936.

Bij een rustiger beschouwing van den internationa-
len toestand schijnt meer algemeen de meenrng te
hebben Post gevat, dat hoogstwaarschijnlijk interna-
tionale verwikkelingen vermeden zullen iunnen wor-
den. Uit dien hoofde was er een grooter aanbod van
geld waar te nemen, terwijl ook de vermeerdering van
den gou’dvoorraad van onze circulatiebank tot een
verruiming van onz geidmarkt heeft ‘bij’gedrage. De rente voor drie-maands ‘bankaccepten is dan ook tot
1 pOt. teruggeloopen, op weiken prijs er nog altijd
meer geld dan wisselmateriaal is. Jaarspapier doet
i
r
/s k 2 pOt. Oall blijft op X pOt. nauwelijks te plaat-
sen. De rente voor gelden op prolongatie liep tot
1Y2 püt. terug. De heden plaats ‘gehad he’bhende in-
sdhrijving op 40 millioen Gulden schatki’sbpapier,
waarvoor aan de ‘gel’d’markt geen middelen uullen
worden onttrokken, heeft het volgende reultaat ‘gehad.

(In miii. Gid.)
ingesohr. toegew. prijs

rendement
3-maands . . 27

19

997.77
7
/8
%
6-

,, .. 11

37

993.65 14 %
3 % 1-jaars 12.4

7.9 1008.75 21116 % disc. basis
2% % rend.
3Y2% 5-jaars 9.3

8.1 1000

35/54 % disc. basis
3l4 % rend.

Hoewel een meer optimistishe beschouwing van
het verloop ‘der Europeesche moeilijkheden ook •de
wisselmarkt ‘ten goede moest komen, is van eenige
opleving ‘der zaken nog geen sprake geweest. De om-
zetten blijven nog steeds
bei5erkt.
Over het geheel is
een kleine ‘stijginig der koersen waar te nemen. Zoo
zijn Ponden van 7.26X op 7.274 ‘gekomen, terwijl
Dollars van 1.46 tot 1.46
11
/ia
opliepen. Do
£J$
koers is
een winig ‘gedaald 4.95i4 (tegen ‘voorgaande week
4.97Y2). De Fransche Franc bleef zich de geheele weëk
op ongeveer 9.70 bewegen. £fFr. Frs. hooger: 74.97. Belga’s waren wat meer gezocht en stegen tot 24.84.
Zwitsersche Francs onveranderd rond de 48. De han-
del in Marken, die toch al niet vlot gaat, was deze
week heel moeilijk. Dooreengenomen had de markt
een eenzijdig kara’kter, waardoor de koersen nu eens
alleen bieden’d, dan weer alleen latend waren; slot
59.15. Dè verschillende soorten Sperrmarken bleven
eerder aangeboden. Canadeesehe Dollars onder New-
York, 1.464.

Zooals te verwadhten was, zijn de marges op de
termijnmarkt eerder teruggeloopen. Z’oo doen tenslotte
1- en 3-maan’ds Ponden i4 en 4¼ c. boven contant,
Dollars ¼ en 1¼ c. Termijn Francs blijven tamelijk
wel ongewijuigd eerder aangeboden met een di’sagio
van 7 resp. 25 p. Driemaands Marken 1.50 déport.

Op de goudmarkt eveneens een terugloopen der
pr]zen; baren
f
1.647,25, Eagies 2.4914, Sovereign’s
12.25, Gouden Tientjes 10.15. Marken hank’papier
38.75, Marken vilver 43. Nieuwe maatregelen van de
Spaansche Regeerin’g inzake het uitvoeren en het
weder opzenden van Spaansch bankpapier – voor het remitteeren naar Spanje bestonden toch al beperken-
cle bepalingen – hebben de koers voor Peseta-biljet-
ten doen terisgioopen. De laatstgenoemde prijzen lig-
gen tusschen de -17 en18 c.

212

ECONOMISCH-STATISTISCHE
BERICHTEN

25 Maart 1936

DE GEMEENTEN EN DE VERLAGING

VAN DE VASTE LASTEN.

De lapg verbeide ‘Memorie van An’twoo’rd aan çle
Tweede Karnr, inzake het. Vaste-Lastenontwerp bevat
ook een en ander over de paragraaf van dt yoorstel,
getiteld: ;,Van verlaging van uit wettelijke voor-
schriften voortvloeende lasten, we].ke drukken op de
exploitatie van onroerende goederen.” Aan dit onder-
deel van he’t ontwerp hebben wij in ‘het nummer van 17 Juli 1935 eenige beschouwingen gewijd, die aller-
minst van optimisme over het effect van de voorge-
nomen maatregelen getuigden. Zij vinden thans in de
Memorie van Antwoord en de daaribij gevoegde Nota
van Wijzigingen haar bevestiging. De Regeering
is ni. tot de conclusie gekomen, dat tal van ge-
meenten, waar verlaging van lasten uitermate wen-schelijk is, financieel niet hij machte zijn deze ver-
mindering toe te. passen, aangezien zij aan het uiter-ste van haar hudgetaire krachten zijn gekomen. Ten-
einde nu deze ge’meenteu toch in staat te stellen al-
thans de op de exploitatie van onroerend goed druk-
kende lasten te verlagen, wil de Regeering, voor deze
gemeenten en slechts tot dit doel, de bron van de op-
centen op de gemeeutefondsbelastin’g ruimer doen
vloeien. Een
verschuiving
van lasten derhaJve.
Alvorens eenige kantteekeningen op de Memorie
en op ‘het gewijzigde voorstel
1)
te maken, mogen wij
nogmaals den inhoud van de voorgestelde wetsbe-
palingen en van onze Ibesohouwingen van verleden jaar ttr zake samenvatten.
De Regeezing beoogde met haar voorstel in de’ eer-
ste plaats alle op de exploitatie van onroerend goed
betrekking hebbende verordeningen van, door de
Kroon aan te wijzen, gemeenten aan een herziening
te doen onderwerpen. Daarmede zou dus ‘voor de be-
trokken gemeenten de plicht worden geschapen, zich
van de lasteh en dervelver druk rekenschap te ge’vnn. Voorts wenschte de Regeering de wettelijke priori-teit van ‘heffing van opcenten op de Gron’dbelas’ting,
véér die van opcenten op de Personeele Belasting en
op de Gemeentefondsbelasting, af te schaffen. Hier-
door zou het mogelijk worden, ter compensatie van
een
verlaging
van de G’rondbelasting, de Personeele
Belasting en/of de Gemeentefondsbelasting te
ver-

hoo gen.

Onze bedenkingen richtten zich indertijd tegen deze
verschuiving van lasten,
voor zoover althans de gemeen-
telijke budgetten deze nog zouden toelaten. Versdhed-
dene gemeenten.zijn immers reeds aan het ,,redeljke”
maximum aantal opcenten op de Personeele Belasting
en aan ‘het ‘wettelijk maximum van de Gemeentefonds-
belasting toe, zoodat zij daarin geen compensatie’s
kunnen vinden. Wij drukten dan ook ons scepticisme
uit met betrekking tot het te verwachten practische
effect van de maatregelen. De beoogde verlaging is, zoo schreven wij, in vele gemeenten – en vermoede-
lijk juist de grootste – niet te venvezenlijken, zon-
der de financiën te ontwridhten. Men heeft nooit kunnen zeggen, dat de Regeering
de mogelijkheid van verlaging van
gemeentelijke
las-
ten te luchthartig heeft opgevat. De Memorie van
Toelichting reeds was doorspekt met restricties, aan
den financieelen toestand van de gemeenten ontleend.
Met het doel van ‘het ontwerp zou voorts ,,zooveel
mogelijk” rekening moeten worden gehouden
bij
de
herziening ‘van de gemeentelijke ibelastingver’ordeni’n-
gen. Doch
hij
‘deze algemeenheden bleef het.
Bij nadere beschouwing schijnt de Reigeering thans
tot de overtuiging te zijn gekomen, dat er een groep
gemeenten ‘is, ,,welke in aantal ‘toeneemt en die
geen
enkele
mogelijkheid om het doel van ‘het wetsontwerp
te ‘bevorderen, meer bezit”.
Zij
wil ‘het bestaan daar-

1)
Tolledigheidshalve vermelden
‘wil,
dat de betrokken §,
welke in het aanvankelijke ontwerp
§ 4
was, thans
§ 3 is
genummerd. De oorspronkelijke artt. 8, 9 en 10 zijn nu
samengevat in de nieuwe artt. 6 en
7,
terwijl art. 8 (nieuw)
de vorenbedoeide opcentenverhoogiag mogelijk maakt.

van althans niet ontkennen. Wij constateerden de aan-
wezigheid van deze groep reeds maanden geleden.
Hoe deze groep gemeenten nu te helpen ‘aan de
middelen om de -vaste lasten op onroerend goed te
verlagen? De Regeering
wijst
allereerst op den steun,
welken ‘deze gemeenten uit ‘het We’rkloosheidssubs’i-
diofonds en van het Rijk ‘genieten. Bij de bepaling
van de ‘grootte ‘van ‘dezen steun wil ide Regeering zo’o-
veel
mogelijk
rekening houden met het belang ‘der
verlaging van ‘de vaste’ lasten”. Daar deze alinea ech-
ter eln’di’gt met een zeker niet misplaatste jeremiade
over den hudgetairen toestand van ‘genoemd fonds en
van het Rijk, zouden de Gemeenten, die op dit soort
extra-steun wilden rekenen, ‘zich met een doode musch
blij maken.
Van hulp op deze wijze is, blijkbaar ook naa-r het
inzicht van de Regeering zelve, voo goed als niets te
verwachten. In één adem wijst zij nl. een andere mid-
delenbron aan. Zij acht het, wegens het primaire be-
lang van erlsging van vaste lasten op onroerend
goed, verantwoord ‘de mogelijkheid om daartoe te ge-
raken voor ‘de Gemeentebesturen te vergro’oten en wel
doo
r
‘hun toe te staan 10 opcen’ben ‘op ‘de Gemeente-fondbelastin’g meer te iheffen ‘dan waartoe thans hun bevoegdheid reikt. Slechts ‘de uitdrukkelijk aangewe-
zen gemeenten ‘zullen ervan kunnen profiteeren en
dan nog maar voor telkens een jaar. Het ,,’doel” van deze verhoogde heffing – compenseering van elders
gederfde inkomsten – wordt in ‘artikel 8 vastge-
nageld. Zal het ‘op den duur echter voo eenvoudig
zijn de juiste evenredighei’d tusshen inkomstender-
ving en nieuwe ‘heffing te bewaren?
Op
belastingop-
brengsten werken ‘z’oovele factoren, dat ‘de invloed van
een ‘bepaalden maatregel daaruit ‘steeds
moeilijker
‘is
te abstraheeren. Wij vreezen dan ook, dat dit nieuwe
artikel tenslotte een gewone verhooging van het op-
eenteuplafond voor de betrokken gemeenten zal blij-
ken te zijn. Dit echter ‘daargelaten, moet worden geconstateerd,
dat de Regeeriu’g, ondanks haar plechtige ‘beloften
van: ,,Tot ‘hier en niet verder”, ‘thans weer naar de
,,ultima ra’bio”, ‘de bela’stingverho’og’ing, heeft ‘gegre-
pen. Dit is op zichzelf al bedenkelijk genoeg, doch nu
komt zij de verschuiving van lasten nog met een
zeker aureool van rechtvaardige belastiugpolitiek om
geven. In het
bijzonder
met betrekking tot de ge-
meenten, die nog binnen de huidige grenzen omhoog
kunnen met haar opcentenheffingen, verdedigt de
regeering zulk een verschuiving van lasten als volgt:
,,Uit de algemeen gedeelde opvatting, dat de vaste
lasten op de exploitatie van onroerende goederen te zwaar drukken, vloeit logisch voort, dat deze lasten
in verhouding tot de lasten, welke naar andere maat-
staven geheven worden,
onevenredig zwaar zijn. Een
verschuiving kan dus slechts strekken om de juiste
verhouding tusschen de onderscheidene heffingen
meer te benaderen.”
De Regee’ring is met deze vondst
blijkbaar
voo in-
genomen, dat zij de hier gecursive’erde woorden zelf
zee ostentatief in de Memorie heeft doen drukken.
Wij moeten deze verdediging echter als niet ter zake
dienende beschouwen, omdat het spraakgebruik nu
eenmaal ‘den ‘druk ‘der vaste lasten in ‘betrekking ‘brengt
met de”
explôitatie-opbrengsten,
waaruit zij gekweten
moeten worden, en dezen
niet
stelt tegenover de op-
brengst van andere
heffingen,
De Regeering leze
slechts het jôngste jaarverslag van haar hoofdambte-
naar van de Volkshuisvesting, ir. Van der Kaa, nog
eens na en zij zal zien, dat haar ldgica op valsche basis
steunt. Voor een enkele gemeente mag wellicht te
bewijzen zijn wat de Regeering stelt, doch daarmee is
een verschuiving van lasten,
waar
verlaging
noodig

is, in het algemeen nooit goed te praten. Wij kunnen
‘de Regeerin’g met ‘haar ,,trouvaille” niet geluk-
wensohen.

Welk effect zal het onderhavige ‘gewijzigde onder-

25 Maart
1936

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

213

deel van het ontwerp hebben? Het valt nie’t te ont-
kennen, dat de nieuw-voorgestelde ,,verruiming” van
het gemeentelijke belastinggebied verscheidene ge-
meenten in de gelegenheid zal stellen voor de exploi-
tanten van onroerend goed eenige verlaging vast te
stellen, doch het is de vraag, of zij dusdoende het
paard niet achter den wagen spannen. Een hernieuw-
de verhooging van cle opcenten op de Gemeentefonds-
belasting zal immers de tendens hebben, de hoogst-
aangeslagenen7 uit deze gemeenten te verdrijven naar
de belastingvluchtheuvels. is dit het resultaat van de
te nemen maatregelen, dan zullen de moeilijkheden
niet opgelost, doch slechts verplaatst blijken. Wij
blijven dus sceptisch met betrekking tot het uiteinde-
lijk effect van deze ,,verlaging van uit wettelijke
voorschriften voortvloeiende lasten”.
Mr. M. RooY Jr.

HET VASTE LASTEN-ONTWERP EN DE
HUISEIGENAREN.

liet onbevredigende gevoel, dat een eerste kennis-

naald rig met het gewijzigde ontwerp van wet houdend
bijzondere maatregelen tot verkrijging van verlaging
van sommige vaste lasten en van huren, zooals dit
OP
7
Maart ji. aan de Kamer is overgelegd, op ons
maakte heeft, na nauwkeuriger kennismaking, geen
plaats kunnen maken voor optimisme, doch integen-
deel geleid tot diepe teleurstelling.
Wij hebben ons afgevraagd of de Regeering vel-
licht haar doelstelling – het tegemoet komen aan
clebiteuren ter zake van het nakomen van contracten,
welke onder gansch andere omstandigheden zijn tot
stand gekomen en waarvan het onverkort handhaven
der daarvan luidende bepalingen in strijd zou zijn
met de redelijkheid en de billijkheid – grootendeels
uit het oog heeft verloren.
liet zal de huiseigenaren wel uitermate moeilijk
vallen, zich aan te sluiten bij het door cle Regcer.ing
in de M. v. A. gestelde, ni. dat de door het wettelijk
ingrijpen getroffenen, geredelijk zullen inzien, dat in
dezen abnormalen
tijd
ook zij hun offer aan het
herstel hebben te brengen en zij te eerder tot dit in-zicht zullen komen, wanneer het wettelijk ingrijpen
binnen redelijke grenzen wordt gehouden en niet meer
dan •het onvermijdelijke van hen ‘wordt gevraagd.
Naar onze meening zal het resultaat van dit wat-
wrerp indien het onverhoopt tot wet mocht wor-
den verheven – zijn, dat de huiseigenaren practisch alle nadeelige gevolgen van dit ingrijpen hebben te
.dragen, waarmede o.i. op eenzijdige en onredeli,jkc
wijze één bepaalde bevolkingsgroep wordt overbelast.
En indien de Regeering in haar M. v. A. vermeldt,
dat de ontevredenheid zou
stijgen,
indien zij zich ten
deze geheel afzijdig zou houden en geen pogingen zou
doen de nadeelige gevolgen der crisis te temperen,
met inachtneming zooveel doenlijk van de belangen

ook van de crediteuren, dan moet onzerzijds worden
geconcludeerd, dat inderdaad in dit ontwerp met
velerlei belangen – ook met die van crediteuren –
is rekening gehouden, doch wel zeker in de laatste
plaats met die der debiteuren-huiseigenaren.
De Regeering meent nu een maximum hypotheek-
rente van 4% pOt. voor eerste hypotheken als
bui-
engewoon
(cursiveering van de Regeering) laag te
mogen beschouwen en concludeert, dat in ieder geval
de huiseigenaar in cle toekomst een niet loonencie
exploitatie van zijn bezit in geen geval zal kunnen
wijten aan een te hooge hypotheek-rente. Zij meent,
blijkens shet betoog op pag. 6 der M. v. A., dat als een
dehiteur ondanks eeti rente van slechts 4% pOt.
resp. 5% pOt., een periodieke aflossingsverplichting
van slechts 1 pOt. op de eerste hypotheek en ver-
mindering van overheidslasten, niet in staat zal zijn
aan zijn verplichtingen te voldoen, de fout in den regel wel hierin zal
zijn
gelegen, dat reeds bij de
totstandkoming der hypothecaire overeenkomst niet
voldoende overwaarde aanwezig was, m.a.w. dat een

dergelijke huiseigenaar met te weinig eigen kapitaal
den koop heeft gesloten.

De Regeering vervolgt, dat het onmogelijk is voir gevallen, waarin zoowel van de
zijde
van ‘den geld-
gever als van den geldnemer op ondoordachte wijze
is gehandeld, maatregelen te treffen en zij meent,

dat in de door haar gestelde normen blijkbaar de
grensbepaling van het begrip normale transactie is
gegeven.

Een oogenblik aannemend, dat het door de Regee-
ring als criterium toegepaste juist zou zijn, zou o.i.
op grond van de geformuleerde ondoordachte wijze
van handelen zoowel van geidgever als van geld-
neiner, in het systeem der wet mogen worden ver-
wacht, dat beide, bij de vroegere transacties betrok-
ken groepen – in evenredigheid met hun belangen
en risico’s op het tijdstip van liet aangaan der trans-
acties gegeven – in de gevolgen ervan thans zouden
moeten deelen. Ons bezwaar is echter, dat hiervan
in het ontwerp geen sprake is en dat alle financieele
consequenties der indertijd aangegane overeenkom-
sten ten volle op de huiseigenaren, met zooveel moge-
lijk uitsluiting van andere groepen, worden afgewen-
teld.

liet komt ons overigens voor dat liet, op basis van
de tegenwoordige verhoudingen, constateeren van oni-
cloordaclite handelwijze in een vroegere periode tot
onjuiste gevolgtrekkingen moet leiden. Afgezien ‘ ni.
van het feit, dat de Regeering zelve als reden tot
ingrijpen de bijzondere tijdsomstandighedcn aanvoert,
moet hier uitdrukkelijk worden vastgesteld, ‘dat de
toenmalige, thans gewraakte, transacties als regel
zijn aangegaan op basis van een deskundigen-raiport
en met inachtneming van een veiligheicismarge van
30 tot 35 pOt. voor eerste hypotheken. Verder, (lat
dit stelsel gedurende tientallen jaren zonder stoornis
heeft kunnen functionneeren en dat, dank zij dit stelsel, een financieel apparaat – liet hypotheek-
bankwezen – kon worden opgebouwd, hetwelk en.
1. milliard van ons volksvermogen beheert.

De houding der Regeering is op dit punt o.i. half-
.slachtig. Zij meent met het voorgestelde en de crisis-
Itypotheekaflossingswet te hebben gedaan wat iii redelijkheid van Raar mocht worden verwacht en
weigert zoowel aantasting van hoofdsonamen als cleva-
luatie. Zulks niettegenstaande het fe:it, dat de lie-
geering op pag. 5 van cle M. v. A. ook thans nog
erkent, dat door haar in zekeren zin wordt onder-
schreven, dat dc moeilijkheden hij de exploitatie van
liet onroerend goed veroorzaakt zijn, doordat in tal-
rijke gevallen een wanverhouding is ontstaan tus-
schen de waarde van het goed en de hoogte van de
daarop rustende hypotheek.’

De strekking van dit ontwerp blijft even beperkt
als die van zijn voorganger t.w., dat het zich slechts
ten doel stelt de exploitatie voorloopig zooveel mo-
gelijk gaande te houden, zonder tot rechtzetting van
cle scheef getrokken verhouding tussehen waarden en
schulden te voeren. En wij zijn beducht, dat het
door de- Regeering als uiterste grens van tegemoet-
koming gestelde onvoldoende zal blijken om de ex-
ploitaties gaande te houden, aangezien reeds bij de
thans bestaande toestand het opbrengen der als mi-
nimum gestelde 1 pOt. aflossing in vele gevallen on-
mogelijk is. Hier komt nog bij, dat dit ,,gaande hou-
den” der exploitaties zal geschieden vnl. op kosten
van de huiseigenaren omdat gesteld wordt, dat die
eigenaren, die op een bepaald tijdstip nog solvabel
zijn, zullen moeten voortgaan uit eigen inkomsten of

vermogen bij te passen, teneinde het uitstaande
hypothecaire bedrag aan te passen aan de verlaagde
waarde van het onderpand. Met behulp van deze gel-
den zullen de hypotheek-banken o.m. in staat worden
gesteld om de
tijdelijke
verlaging van aflossing harer
tnnder solvente debiteuren op te vangen. Indien dit
de ‘bedoeling is, worden echter de soivente debiten-
ren in versneld tempo financieel uitgeput en de

214

ECONOMISCH-,STATISTISCHE BERICHTEN

25 Maart 1936

positie vaii de huiseigenaren als economische groej
ci term ate verzwakt.
Hiermede komend tot een bespreking van de arti-
kelen bepaalt art. 1 van liet ontwerp een uniforme
rente van 4% pOt. voor eerste- en 5% pOt. voor
hypotheken van lageren rang. Vergeleken met het
vorige ontwerp komt deze bepaling dus neer op ‘er-
zwaring van den huiseigenaar. Voorts zondert liet
ontwerp clie debiteuren, die nog solvent zijn, van elke
tegemoetkoming uit; zij zullen tegen den rente-voet
van den dag hun leeningen moeten continueeren,
extra-aflossingen moeten verrichten en afs1uit-pro
visie betalen. De redenen, waarom de Regeering een
verlaging van 20 pOt. der rente naar het niveau van
1.931 verwerpt, lijken ons niet sterk. Zoo kunnen wij
niet inzien, waarom een wijziging in de verplichting
tot tusschentijdsche afloss.ing zou moeten voeren tot
derving van een grooter rente-percentage dan 20. En
wanneer cle Regeering onder aanhaling van hetgeen
i.n het voorloopig verslag op het eerste ontwerp te
dien aanzien is betoogd, een verlaging van hypotheek-
rente van 20 pOt. beneden het peil van 1931 prac-
tisch niet wel uitioerbaar acht, aangezien daartegen-
over een pandbriefrente-verlaging over de geheele
lijn eveneens van 20 pCt. zou moeten komen te staan,
dan ontgaat ons de bewijskracht van het verder ge-
stelde, nl. dat dit voor cle thans uitstaande 4 pOt.
pandbrieven dus zou neerkomen op een rente-typ
van 3,2 pOt., waardoor het crediet van den pandbrief
teveel zou worden aangetast. Het gaat toch in dit
verband niet om de 4 pOt. pandbrieven van nu, maar
bm het bedrag aan uitstaande pandbrieven en cle
daarvoor geldende rente-typen in 1931 en helaas heeft
ons den tijd ontbroken om na te gaan in hoever en
tot welicen omvang het 5 pOt. type toen in zwang was.
De door de Regeering geuite vrees, dat 4 pOt. ren:te
voor particuliere hypotheken wel eens tot gevolg zou
kunnen hebben, dat de particulieren in de toekomst
hun beleggingen elders clan in hypotheken zouden plaatsen, kunnen wij niet deden zoolang’ de staats-
leeningen zelf geen hooger rendement opleveren en
zoolang de pancibriefrente op geen hooger percentage
dan 4 wordt gesteld. En zo cle Regeering gelijk
hadde, zou het clan niet in cie denkrichting dezer Re-
geering moeten liggen om, gezien het min of meer
speculatieve, hetwelk zij krachtens haar uitlatingen meent te moeten toekennen aan het koopen van on-
roerende goederen, grootendeels met geleend geld.
juist maatregelen toe te juichen, waardoor dit ,,euvel”
wordt beperkt. Huiseigenaren zouden met het terug-
brengen der particuliere hypotheek-rente tot 4 pOt. be-
langrijk zijn ‘gebaat op grond waarvan, zoolan’g er ‘geen
klemmender argumenten tegen kunnen worden aan-
gevoerd, wij met klem moeten blijven aandringen
0
1
)

een maatregel van die strekking. Van moeilijkheden
t.a.v. bestaande hypotheken kan geen sprake zijn, aan-
gezien de debiteur zich daartoe op de crisis-hypotheek-
aflossingswet kan beroepen.

Krachtens het bepaalde bij art. 4 houdt cle Regee-
ring” vast aan een uniforme panclbrief-rente van
4 pOt. Met handhaving van hetgeen door ons hij cle
bespreking van art. 1. c.v. t.a.v. de grootte der pand-
briefrente is gesteld, moet liet worden betreurd, dat
de Regeering er toe medewerkt om op deze wijze
het verschil in qualiteit tussehen dc verschillende
pandbrieven te negeeren.
liet zou o.i. juister zijn geweest hier tot het sys-
teem der indiviclueele pandbriefrcnte te besluiten en
daaraan saneerings-maatregelen vast te koppelen
voor die hypotheek-banken, waarvan zou blijken, dat
zulks blijkens de door haar noodzakelijk te betalen
hoogere pandbriefrente noodig zou zijn. De Regee-ring weet dit verschil wel te leggen tusschen de en-
‘clérheidene eigenaren, en ‘de billijkiheid en redelijk-
‘heid zouden meebrengen, .dat ‘dan ook t.o.v. deze instel-
lingen eenzelfde gedragslijn zou worden ‘gevolgd.
De Regeering handhaaft de te groote marge van
% pOt. tusschen hyp.- en pandbrief-rente met de

motiveering, dat in tal van gevallen de werkelijke

marge lager is omdat er vele posten zijn, waarop
tegenwoordig aan hypotheekrente veel minder clan 4% pOt. wordt ‘ontvangen, al is cle bedongen rente
4%’ pOt. of hooger. Indien zulks op groote schaal en
voor normale gevallen juist zou zijn, hetgeen wij op
grond van onze practijk vooralsnog wagen te betwij-
felen, dan is dit systeem o.i. daarom onjuist, omdat
het, in de practijk leidt tot een toestand, waarbij de
nog solvente debiteuren der banken hebben bij te
dragen tot instandhouding der slechte posten. Het
risico dezer posten echter behoort door de aandeel-
houders der hypotheek-banken te worden gedragen
en daarvoor dienen eventueel de reserve’s dier in-
stellingen in de bres te springen. En al moge dan
tav. de dividenden, welke verschillende hypotheek-
banken ook thans nog plegen uit te keeren de op-
merking der Regeering juist zijn, dat het totaal op
deze wijze uitgekeerde bedrag minder groot is clan het dividend-percentage zou doen verwachten en al
bi ijven de aandeelhouders daartegenover bezwaard
met de verplichting tot volstorting hunner aandeelen,
dan ‘mag todh seker als eisch worden gesteld, dat
vSSr solvente dehiteuren hebben bij te dragen in de
risico’s van het hyp. bankbedrijf, dit bedrijf zelf haar
financieele middelen daartoe behoort aan te wenden.
Art. 5 bepaalt, dat indien het voor aflossing be-
schikbare bedrag minder bedraagt clan 1 pOt. ‘s-jaars van het op 31 Dec. 1.935 uitstaande bedrag aan obhi-
gatie-leeningen, waarop een verplichting tot aflos-
sing loopt, dan moet voorzoover zulks mogelijk is,
uit andere dan verplichte periodieke aflossingen het
verschil worden aangevuld. O.i. zou hier een positief
voorschrift tot verplichting tot volstorting der aan-
deelen op haar plaats zijn geweest en is er nu een
groote ‘onduidelijkheid t.a.i’. de vraag, wat met ,,an-
dere dan verplichte periodieke aflossingen” wordt
bedoeld. O.i. is de vrees gewettigd, waaraan wij hier
reeds eerder uiting gaven, dat de solvente debiteu-
ren in den vorm van extra-aflossingen voor een groot deel deze ‘middelen zullen moeten fourneeren.
De bevoorrechte positie, welke wij reeds in het oor-
spronkelijke ontwerp inzake de hypotheekbanken
meenden te moeten constateeren, blijkt ten volle te
zijn gehandhaafd. Waar cle Regeering op pag. 22 der
ItL. v. A. aanvoert, dat teveel uit het oog wordt ver-
loren dat degene, die vul, met vreemd geld een
huizenbezit exploiteert, niet mag worden vergeleken
met hem, die zulks uitsluitend met eigen geld doet,
dat de eerste het door hem geïnvesteerde kapitaal
geheel kan verliezen en dat zulks niet iets is inhae-
rCnt aan het huizenbezi.t, doch gevolg van liet feit,
dat de transactie groote.ndeels met vreemd geld
plaats vindt, doet het vreemd aan, dat een derge-
lijke redeneering t.a.v. het hypotheek-bankwezen niet
wordt toegepast. De ifegeering schijnt het een nor-
maal verschijnsel te vinden, dat de bedrïjfsrisico’s
dezer instellingen gebracht worden ten laste van
groepen, die daarvoor in het geheel niet of niet in
cle erste plaats zijn aangewezen. Terwijl voor den
huiseigenaar ,,ondoordachte handelwijze” wordt ge-
lionoreercl met volledig verlies van eigen kapitaal en
met de waarschijnlijkheid van het verlies ook van
toekomstig inkomen, bij de financiering eener trans-
actie met 65 â 70 pOt. aan vreemde middelen wordt
een instituut, dat op deskundigenrapporten geba-
seerd, met practisch 100 pOt. vreemde middelen trans-
acties afsloot, niet gedwongen tot liet aantasten van
haar reserve’s en het in de bres springen van haar
kapitaal. Eerder schijnt het de bedoeling te zijn deze
intact te houden en de verliezen uit haar ,,ondoor-
dachte handelwijze” voortspruitend af te wentelen op
haar mede-contractanten eenerzijds en haar schuld-
eisehers anderzijds. Het op deze wijze en op kosten
van derden versterken van de positie der hypotheek-
banken is o.i. niet redelijk en het brengen van cle
csequenties der bedrjfsrisico’s ten laste van de
hypotheekbanken zelve kan het alsnog mogelijk

25 Maart 1936

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

215

maken de marge van % pOt. ter(g te bi’engen tot een
lager cijfer.
Met veel voorbehouden meent cle Regeeriug voor
de toekomst een ige verlichting van overheidsiasten te
kunnen aankondigen, welke echter in vele gevallen
slechts
zal
kunnen plaats vinden door verhooging van
belastingen. Wij vermogen deze ,,verlagingén” wei-
nig anders te zien dan van symbolischen aard en
kunnen haar als verlichtende factoren van practische
beteekens o.i. goeddeels terzijde stellen. Aangezien
het va arschij nlijk is dat belasting-verlaging, voor-
zoover deze dan practisch een feit zal worden, op
een later tijdstip zal intreclen clan de huurverlaging,
zou het wensehelijk zijn in de w’et een bepaling
01)
te

nemen, waardoor restitutie van sinds den datum van inwerkingtreding der wet teveel betaalde overheids-
lasten mogelijk wordt. En indien de Regeering op-
merkt, dat uit het oog wordt verloren een warde-
vermeerdering van het onroerend goed uit hoofde
van lasten-verlaging moet dezerzijds worden gecou-
stateerci, dat van waardevermeerdering uit clezen
hoofde slechts dan sprake kan zijn, indien en voor-zoover deze lasten zuilen komen te liggen beneden 80 pCt. van het niveau van 1931 en zoover zijn wij
voorloopig nog niet.
liet huidige ontwerp kiest het stelsel van inclivi-
clueele huurverlaging. Een aanwijzing voor de rich-
ting, waarin deze zich zal bewegen, wordt gevonden
in cle omschrijving, dat de werking van de wet ge-
richt wordt op woningen, waaraan thans cle grootste
behoefte bestaat en waarvan de voorraad niet groot
genoeg is. Bedoeld worden hier dus vermoedelijk de
z.g. arbeiderswoningen en indien zulks het geval is,
dan kleven hieraan voor de huiseigenaren groote be-
zvaren. Het voornemen der Regeering toch om te
komen tot verlaging der steunnormen is niet onbe-
kend en het ligt voor de hand, dat öp deze wijze het
starre huurniveau in de lagere huurklassen – gevolg
van het feit, dat de betaling van de reproductie-
kosten van ‘behoorlijke woningen tegen een lager
huurpeil niet mogelijk is – kunstmatig naar ‘beneden
”or•dt gedrongen om daardoor een vermindering van
-den huuibijslag mogelijk te maken.
De eigenaren van deze woningen, aan wie de huur-
verlaging tot op heden nog gedeeltelijk was voorbij-
gegaan, worden hiermede in het huurverlagingspro-
ces betrokken. Dit nu is uitermate gevaarlijk en de
gevolgen van deze maatregel zouden ernstig zijn en o.i. het geheele financieele apparaat, hetwelk op het
partieuler eigendom van onroerend goed is opge-
bouwd, tot in zijn groncivesten aantasten. immers,
gezien de onmogelijicheid om tot productie van nieuwe
behoorlijke woningen op een lager huurpeil te komen,
vormde de huurbijslag een rem op cle huurdaling der z.g. goedkoopere woningen en werd hiermede tevens
dc hu urclaling in de hoogere huurklasseri, van welke
de i-te.geering zelf erkent, dat zich hierin veelal remls
cle gewenschte huurverlagingen hebben doorgezet,

geremd. Tordt
nu door de wellicht beoogde maat-
regel het rembiok van den huur-bijslag losgetrokken,
dan zullen zich onvermijdelijk ook in de hoogere
huurklassen verdere huurverlagingen voltrekken met
•het noo.dlottige gevolg, -dat de thans op groote
schaal nog met groote moeite en opofferingen over-
eind gehouden exploitaties nioeten ineenstorten.
De Regeering toch bindt zich in dit ontwerp, krach-
tens de M. v. A., tot het zich onthouden van elk
verder ingrijpen, terwijl het o.i. vaststaat, dat de
thans getrokken grenzen van
‘bemoeiing
in de toe-
komst geheel onvoldoende zullen blijken. De econo-
mische existentie van het grootste gedeelte der tegen-
woordige huiseigenaren zal hiermede worden af ge-
sneden en dan eerst zal duidelijk blijken, tot welk
een uitholling van dit deel van het economische or-
ganisme de weigering van de aanvaarding der con-
sequentie van gedaalde goederenwaarden bij gelijk-
blijvende schulden heeft geleid. Indien de Regeering
nu stelt, dat de huurverlaging van beperkten om-

vang zal ziji dan zijn wij het hiermede, op grond

van het bovenstaande, niet eens. Dit z.g. vaste lastcii
ontwerp draagt o.i. ccci specifiek huurverlagi igs-
karakter, hetwelk
blijkt
zoowel uit het aantal der
daaraan gewijde artikelen als uit den inhoud ei.van.
Omtrent cle samenstelling van de z.g. huurkame.r
blijft onduidelijk de wijze, waarop de Regeering zich
deze heeft gedacht. Met name moet hier worden ge-
vraagd of naar liet oordeel der Regeering aan de Or-
ganisaties een taak ten deze is toebedeeld. Verder
wordt gemist cle aanduiding van de tijdsperiocle welke
maximaal voor behandeling van een bij (le Ii udir-
kamer aanhangig gemaakte hu.urzaak is
ti
itgetrok-
ken. Een tijdvak van 2 k 3 weken behoeft o.i. niet te
worden overschreden.
Art. 16 maakt een beslissing van terugwerkende
kracht tot een door cle huurkamer te bepalen tijdstip
mogelijk. Aangezien de huurder zich te allen tijde ter
zake van huurverlaging tot de huurkamer kan ven-
den, is deze bepaling voor week- en maandwoningeit
– indien de
termijn
van behandeling tot enkele
weken wordt beperkt – voor de huurders van wei-
nig belang en is het daarom onnoodig een dergelijke,
ten ongunste van den eigenaar werkende bepaling,
op te nemen.
De beslissing van de huurkamer bindt den huis-
eigenaar voor tenminste een jaar. De huurder be-
houdt echter het recht om v66r het verstrijken van
dien termijn een goedkoopere woning te betrekken
en is dus niet verplicht een jaar onder de gestelde
voorwaarden te blijven wonen. Bij vermindering oF
afschaffing van den huur-bijslag ligt het dus vooj
de hand te verwachten, dat, tengevolge van liet gr )ot
woning-overschot .i n verschillende groote gemeen ten,
de huiseigenaren tegen lkander worden uitgespeeld.
Op deze wijze wordt, wegens liet practisch uitblijven
van verlichting van lasten en een vergroöting van d.i
f i nan ei eele spanning tengevolge dei ]iuurverlagi ug,
in de verhouding van huis-eigenaar contra – schuld-
eischer en huurder de positie van den eerste verder
uitgehold. En waar de huurder thans in cle econo-
niisdh sterkere positie •staa’t dan de verhuurder, zou
hiermede bij de redactie van de wettelijke voorSchrif-
ten op dit onderdeel meer rekening gehouden moeten
zijn dan thans het geval is.
Met betrekking tot de thans voorgestelde individu-
ccle canon-verlaging geldt hetzelfde, wat elders, t.a.v.
de onvoldoende beschermingsmaatregelen tegen cle
financieele gevolgen der huurverlaging in verband
met de reeds thans- bestaande exploitatie-moeilijk-
lieden, is opgemerkt. Ook hier vordt slechts voor de
thans reeds ,,noodlij dendc” huiseigenaar eenige mo-
gelijkheid tot verlichting geschapen, terwijl daar-
tegenover cle solvente erfpachter, n’en déplaise de
huurverlaging, ten volle aan alle oude verplichtingen
zal hebben te voldoen.
Wij kunnen, en hiermede zouden wij willen beslui-
ten, in dit ontwerp weinig zien, dat rekening houdt
met de gerechtvaardigde verlangens der huiseige-
naren. O.i. is dit ontwerp een middel, watrdoor ver-
dere huurverlagingen zullen worden bevorderd, waar-
bij tevens bepaalde crediteuren-groepen onredelijk
worden bevoordeeld en
anderzijds
gemaakte overheids-
fouten worden verdoezeld, alles op kosten van dc
huiseigenaren. Wij deelen geenszins de meening der
Regeering, dat de huurderving tengevolge van dit
ontwerp ‘van beperkten ‘omvang – zal zijn en meenen
integendeel, -dat ‘bij. totstandkomin.g van ‘dit ;’ets-ontwerp op lkorteg termijn een chaos op het gebied
van ‘de exploitatie van het onroerend goed, ‘hij overi-
gens gelijkblijvende oinstan’digheden, zal ontstaan.
– Het aanhangige ontwerp is, in vergelijking met liet
vorige, een groote stap achteruit en naar ons oordeel is het dan oolc, mede ‘in – het algemeen belang, voor
de huiseigenaren onaanvaardbaar, gezien de uitdruk-
kelijke verlclaring der Regeering, dat zij zich van
verdere stappen in deze materie zal onthouden.
A. W. BERMSE.

2i6

ECÔNbMIH.STATISTiSCHE BERICHTEN

25 Maart ‘1936

DE NIEUWE WETTELIJKE REGELING VAN DEN

ECONOMISCHEN RAAD IN ‘FRANKRIJK.

Autoritair en democratisch geregeerde Staten, beide
hch’ben consultatieve organen noodig om de ‘verbin-
ding tot stand te brengen tusschen het openbaar ,’be-s’uur en ‘de economische krachten van het land.
Italië ‘heeft,,tot dit, doel de corporaties. Op grond
van ‘de wet van 1934 zijn thans alle 22 corporaties
operidh’t. Hiermede heeft Mussolini een ‘groote ad-
des-instantie ‘verkre’gen, die bestemd, is de politieke Kamer te vervangen. Op 23 Maart 1936 kwamen alle
22 çorporaies voor het eerst te Rome bijeen. De
vergadering was bestemd om ,,ja” te zeggen.
Frakrijk was reeds elf jaar geleden overgegaan
tot lhet vormen ‘van den Conseil NationalEconomique,
‘ingest4d bij decreet van 16 Jan. 1925 (Herriot). De fin.ancieele basis werd verkregen door een wet van
29 April 1926. Twee wetsonbwerpen werden ingediend
(Poincaré; Paul Boncour) om aan den C.N.E. een
wettelijke basis ‘te geven, maar de wetgever zweeg
tot nu toe.

Thans is
01)
23 Maart 1936 een geheel nienwe ‘vet
in ‘het ,,Journal Officiel” opgenomen, regelen’de de
instelling, organisatie en bevoegdheid van ‘den nieu-
wen C.N.E.
1)

De overeenkomst tussohen de oude en de nieuwe
regeling is, dat het Italiaansche stelsel niet is ge-
voFgd. Uitdrukkelijk werd bij de debatten betoogd, dat
‘het in corporaties georganiseerde bedrijfsleven op den
duur wel moet komen in den greep ‘der Regeeriog.
Dit werd niet wensehelijk geacht.

liet verschil tusschen de oude cii de nieuwe rege-
ling in Frankrijk is zeer belangrijk.

De C.N.E. van 1925 was een economische raad,
werkzaam ten hchoeve van de regeeriugsorganen. Ad-
viezen werden uitgebracht niet alleen over de econo-
inische wetsontwerpen, welke aan den Raad werden
‘voorgelegd, maar oo’k ‘werden aan den Raad on’derzoe-

kin’gen opgedragen. Op 24 Maart 1927 verscheen een
groot rapport aan de Regeering over: ,,le problème
‘de ‘l’outillage nati’ona]”. ) Ecu groote enquête ‘werd
gehouden ,,sur la si’tuati’on •des principales branches
de l’économie nationale”.

Maar anderzijds werd de kLacht vernomen, dat de
Regeering den C.N.E. wel eens negeerde. In de mone-
taire kwestie ‘werd ‘het advies van den O.N.E. niet
gevraagd. De C.N.E. ‘geraakte in een hoek. De a’dvie-
zeil maakten geen ‘opgang.
Toen is, van de zijde van het Parlement, ‘de C.N.E.
tot een nieuw leven gewekt. Het re’geerin’gsontwerp-
Paul Boncour (Januari 1933) bleef liggen. Het Par-
lement z’oude zelf handelen.
In 1934 is zoowel in den Senaat als in ‘de Oham’bre
(les Députés een groote commissie ‘gevormd: Oom-
mi’ssi’on de la réforme (ie l’Etat.
De Ka’mer-conmrissie is verdeeld in 4 groepen.
een groep voor de reorganisatie van de uitvoe-
en’de’ macht; -‘
‘een groep voor ‘de reorganisatie van ‘de wetge-
vende macht;

‘c. een ‘groep ‘voor ‘de reorganisatie van ‘de rechter-
lij’ke’ macht;
d.
een groep ‘om de contacten te zoeken tusschen
het openbaar bestuur en cle economische, m’oreele, en
untellectueele krachten van het land.
• Deze ‘vi’erde, sous:cômmission (rapporteur Paul
Ramâ’dier) heeft in het bijvonder het nieuwe ontwerp
op ‘den C.N.E. voorbereid ten beh’oève van een ‘betere
werki’g van het parlementaire stelsel. Uit’gegitan is
van een hervorming van het Parlement. Geconstateerd
was, dat economische krachten in het land vertegen-
woordiging zochten in ‘het Parlement.. Hieraan, wil
de commissie een ein’de maken. Het Parlement moet
worden “teruggegeven ‘aan ‘den burger; ‘de Economi-

t)
De’ volledige tekst ‘is opgenomen op pagina
221.
2)
Dit rapport werd vervolgd o’p
15
Sept.
1927; 28
April
1928; 17
Jan.
1929
en
19
April
1931.

scihe Riad, zelfstandig van ‘de Regeerin’g, moet wor-den teruggegeven aan ‘den producent en aan den con:
sument.

De O.N.E., oök in ‘de nieuwe organisatie, ‘heeft
slechts adviseerende bevoegdheid. Regeerin’g en Par-
lement kunnen ihet advies inwinnen. Het eigenlijk nieuwe in ‘de werking ‘van den ONE. hangt echter
samen mOt ‘de practische werking van de groote
va’ste parlemen’taire commissies, ‘die ‘den ‘arbeid van
het ge’heele Parlement in, belangrijke mate hchben
‘overgenomen. Thans kumien ‘deze ‘parlementaire oom-
missies rechtstreeks met den, O.N.E. in contact komen.
Dit is ook ‘het eenige punt, waarop de Senaat nog een
amendement ‘heeft ingediend alvorens op 6 Maart de
vet aan te nenien. De Kamer aanvaardde ‘het amen-
dement op 10 Maart. Than’s s’taat de wet in het Jour-
nal Officiel.
Alleen ‘is in ‘den Senaat nog ibetoogd, (at ‘de Eco-nomische Raa’d het Parlement niet mag op zijde zet-
ten. De Kamer had ‘daar ‘geen an’gst voor. Het con-
tact Parlement-Economische Raa’d is verkregen. Beide
kunnen ‘zelfstandig optreden; heide kunnen toenade-
ring zoeken.
, C. W.
DE VRiES.

MAG HET OOSTEN EUROPA CONCURRENTIE

AANDOEN?

In 1868 werd Japan voor ‘het internationaal han-
‘delsverkeer ‘geopend. Vanaf 1602, ‘het jaar waarin de
T’okugawa S’hogun ‘de leiding in de Regeering nam,
was het land vrijwel hermetisch ‘gesloten geweest; ‘in
1852 forceerden ‘de Amerikanen de ‘grenzen met een
oorlogsvioot; in 1863 traden de En’gelsohen, Fran-
schen en Nederlanders gezamelijk op om handelsver-
dregen te verwerven en schoten hij die gelegen’hei’d Shimonoseki plat. Men w’ilde en kreeg een voor het
verkeer ontsloten Japan. J,ioezecr zijn de verlangen.’,
van het blanke ras sinds dien tij’d veranderd! Het
sia’ohtoffer van de krachbdadige actie heeft zich tot
een zeer belangrijk industrieland ontwikkeld en daar-
door is ‘de vreugde over het verwerven van een
nieuwe handelsrelatie geluwd; velen zouden haai
gaarne weer in ‘de ‘oude af’geslotenhei’d terugdringen,
omdat men op sommige terreinen la’sti’ge concurren-
tie ondervindt. Vrijhan’delslanden als Engeland’ en
Nederland keeren terug tot een ouderwetsche protec-
tie, koloniale preferentie voor de M’oederlanden ‘doet
‘haar intrede om land, dat in harden arbeid zich
omhoog tracht te werken ‘den weg tot wlvaart af te
snijden. Vrijhandel ‘heeft ‘blijkbaar alleen zin, als hij
gemakkelijk ‘en aangenaam is voor de Westersche
heersChers ‘dezer aarde. Mr, J. Bierens ‘de Haan drukt dit onomwonden uit ‘in ‘een artikel in ,,De Economist”
vau Januari 1936 op pag. 19:

,,Vrijhan’dei ‘bestaat niet meer – zelfs, in ‘de ‘ge-
wijzigde verhoudingen niet meer als ideaal. De vrij-handel’sgedachte staande uit den tijd, dat Europa uit
andere werel’d’deelen, ‘granen en grondstoffen invoer-
de, in, ruil voor fa’brikaten;
in die wereld was vrij-
handel het vanzelf sprekende Europeesche belang’s
(eursiveeriflg van mij).

Dat eenlan’d als Japan ‘geen granen en ‘groiidtof-
fen heeft aan te bieden, speelt geen rol. Kan ‘het
niet op
onze
wijze het Europeesche belang dienen
dan moet ‘het zijn volk maar laten crépeeren.
Is ‘het wonder, dat groote schrijvers bevangen ‘raken
‘door een angst voor ‘den ondergang van ‘de Wester-
sche beschaving, als zij ‘con’stateeren, dat’ velen zi,ch
op een ‘dergelijk eenzijdig standpunt plaatsen? Ge-
Fukki’g, er gaan ook andere stemmen op. Er ‘klinken
waarschuwingen aan het adres van onze economisohe
politici. Z’eo’n waarsdhuwin’g is vervat in een gedegen werk, ‘dat ‘onlangs is verschenen.
1)

Het boek telt bijna 400 bladzijden vol interessante

) 0. E.
Hubbard ,.Eastei’n industriai,ization and it
effec4 on the West”, uitgegeven
dooi
The Royal Insbitute
of
international Affairs te Oxford.

25 Maart 1936

ECONOMISCHSTATISTISCHE BERICHTEN

217

gegevens, zoodat het onmogelijk is in ‘het bestek van
dit tijdschrift een overzicht te geven van den in-
houd. Wat zou ‘dit trouwens voor zin hebben? Zij, die
belangstellen in het brandend probleem in het Oos-
ten, dat naar een .gewel’ddadige oplossing neig’t, zul-
len çlit werk willen en moeten lezen. Het is ‘het
beste, dat over dit vraagstuk verscheen, •het is vrij
vaii v’ooriugen’omeiïheid en het ‘grootste ‘deel wordt
in ‘beslag genomen door een neutrale zuiver weten-
schappelijke en historische beschrijving van -de in-
dustrieele ontwikkeling van Japan, Ohina en Britseh-
Indië. De schrijver stelt zich geen partij, hij corista-
teert feiten en doet dit vanuit een bepaalden ‘ge-
zidhtshoek, •dien van de concurrentie op de wereld-
markten. Prof. G’regory neemt daarna het woord en
trekt conclusies uit ‘den schat van beschouwingen,
die hem i voorgelegd.

De schrijver wijst erop, vat al “zoo vaak door ande-
ren zonder succes ‘is gedaan, dat Japan nog steeds
een passieve handelsbalans heêft, ‘de invoeren over-
treffen de uitvoeren. Naarmate men nu den export
‘l)enloeilijkt, zal het land zich als kooper moeten
terugtrekken, wat een verdere inkrimping van den
werel’dhandel, die men in theorie zoo gaarne wil uit-
breiden, ‘zou beteekenen. Nog steeds is ‘het aandeel
van Japan in •den werel’d’handel ‘gering; wat de in-
voeren betreft is het in de crisisjaren 1929/’34 van
2,8 pOt. tot 3,04 pOt. gestegen, wat ‘de uitvoeren
aangaat van 2,93 pOt. tot 3,5 pOt. Aanvankelijk
heeft Japan zich hoofd zakelijk op ‘den u’itvoer van
textieigoederen toegelegd en hier, stee’g zijn aandeel in ‘de wereidexporten van 1927 tot 1933 van 17 pOt.
tot 39 pOt. Dit is natuurlijk een zeer belangrijke
stijging, doch men mag niet over het hoofd ‘zien,
dat het land erin slaagde om door zijn goedkoope
leveringen het verbruik iii arme landen als ‘bi. Na-
derlandsch-In’dië op peil te ‘houden, ja, ‘dat het zlfs
in staat was zeer primitieve ‘gebieden in Afrika tot
consumptie van ‘katoenen goederen te prikkelen. Hier-
uit blijkt duidelijk welk een weldaad de J’apansohe
industrie aan een verarmde wereld bewees door laag-
geprijsde producten ter beschikking te stellen. Dit
punt wordt gemeenljk uit het oog verloren. Men
staart ‘zich ‘blind op ‘den terugsla’g, die de Oostersche
‘conöurrentie heeft op ‘de Westersche industrie, doch
denkt niet aan de armsten der armen, ‘die er profijt
van trekken. Een betreurenswaardig feit is, dat de
Japansche uitvoer in ‘de wereld meer en meer be-
lemineringen gaat ontmoeten, waardoor natuurlijk
‘het verbruik ern’sti’g wordt ‘geremd. Dit zal de’katoen
verbouwer tot zijn ‘schade ondervinden, en zeker
spreekt de funeste economische politiek een rol in
de prijsdaling, ‘die op de markt van ruwe katoen is
ingetreden. Het is ‘overbodig in dit tijdschrift den
vi’cieuzen cirkel verder uit te s

tippelen, iedere lezer
ziet ‘dien zonder twijfel voor zich.

Helder teekent de schrijver ‘de moeilijkheden, die
Japan door het autarkische ‘streven •der Westerscihe
landen worden opgelegd, en hoe de nood dwingt tot
het entameeren van andere industrieën, waarvoor
het land minder geschikt is. Hierdoor ontstaat een
uitbreiding over vele artikelen, waarop Japan zich
stellig niet ‘toeleggen zou, als men ‘zijn textielproduc-
ten in ‘betaling zou willen nemen voor de invoeren,
die ‘het behoeft, omdat ‘de wiustkansen voor die
nieuwe ‘bedrijven veel kleiner zijn, soms ‘zelfs, ont-
breken. Nood ‘breekt hier echter we-t, er moet uitvoer
‘zijn op ‘straffe van ondergang in armoe en. ellende.
Belangwekken’d is het ‘historische overzicht van de
Japansehe industrie, waan wordt uiteengezet, dat
de organisatie van ‘het Japansche bedrijfsleven anders
is en moet
zijn,
dan die van het Westersche. De Re-
geeringsinvioed is er veel •grooter, de samenwerking
in de verschillende branches intensiever. Er zit in
den ‘opbouw der nijverheid veel planmatigs. Geen
ordening, die feitelijk een verkapte bescherming van
de zwakken is en dus ‘de producten ‘duur maakt, maar
een ‘samenwerking, ‘die allereerst gericht is op de

levering, van ,gqedkoopç waren, w’aadoor qconur-
rentie-‘k.acht stijgt -ende, copsum,ptiç wordt ge-
animeerd. ‘ –

Het spreekt vanzelf, •d’at de industrieele ontwikke-
ling van Ohina en Britsch-Indië voor Japan een hin-
dernis v’onifrt, want dezé aftet,g’bieden’ stieven, ‘Wat
de ‘textiel betreft, naar zelfgen’oegzamhei’d. ‘Dabij
wordt naarstiglijk gbruik gemakt van invoerrech-
ten, ‘die het ethische bezwaar hebben, .dat
zij
gedragen
worden ‘door’ noodlijdende bevolkin’gén, om van

de
econorniscihe ‘bezwaren niet te spreken. Het past dn
I’Tollander niet over deze politiek ‘den staf te breken
2

want wij v9lgen ‘haar ook in Indië waar wij trachten
de naaktl’oopenij te bevorderen doôr de prijzen der
katoenen stoffen om’hoog te wenken.
Prof. Gregory wijst er ‘in zijn conclusies op, ‘dat
wij bij ‘de besdhouwin’g van ‘de industrieelé revlutie
in het Oosten vooral moeten ‘denken ‘aan ‘de lessen,
‘die de in’dustrieele revolutie in ‘het ‘Westen van iuim
ccii eeuw geleden ons geeft. Wij ondervonden, ‘dat ‘da
machine een gewekli’ge bevolkingsgroei en een ‘stij-
gend verbruik per ‘hoofd mogelijk maakte. Ditzelfde
resultaat zal zonder twijfel bereikt worden door ‘de
ontwikkeling in ihet Oosten, ‘die wij thans op alle

mogelijke manieren trachten te verhinderen; wij zul-
len. dus, als wij er niet ‘in ‘slagen de Oostersche volken
in armoede te ver.stikken, rekening moeten houden
met een stijgende vraag uit ‘die regionen naar kapi-
taal voor de uitbreiding der produetiemi’ddelen, naar
grondstoffen en voedingsmiddelen en naar al die
producten, waarvoor ‘het Westen’ beter is uitgerust
dan ‘het Oosten. Stijgende welvaart in Japan, Ohina
‘en Bri’tsch-In’dië, enz. ‘kan niet anders cai’i een ‘gun-
stigen invloed hebben
0
1
)
‘de welvaart van ‘de rest
van de wereld. –

Moge ‘dit blan’grijk’e boek ertoe mede, werken’ een

p
beter ‘begrip omtrent het Japansehe robleem in-
gang te ‘doen vinden en moge men terugkeeren van
cle dwaze opvatting, dat -het thans tijd wordt voor
de Europeesche volken om zidh op te sluiten in ver-schillen’de autarkische rijken, waarin men teren kan
op den rijkdom, dien men in ‘den ioop ‘der eeuwen
heeft verworven door uit te zwerven over ‘de wereld
(nog wel ongehinderd ‘door een reis’belasting) en in
het bijzonder in de laatste eeuw ‘door de ‘bevordering
van een uitgebreid ruilverkeer. Het Europeesche ‘be-
lang is geen ander ‘dan dat van de -geheele wereld,
‘het kan zioh niet stellen tegenover het streven naar
betere le’vensvoorwaarden in thans nog arme landen,
evenmin mag ‘het doh verzetten, tegen een ‘hernieuwd
streven naar vrijhan,del, om’dit het nog steeds voor
iede,r land en voor, ieder meusch voordeelig is te
koopén, ‘daar waar een ‘bepaald product het beste en
goedkoopste wordt geproduceerd.
– Deze les kan men putten uit het zeer belangrijk
boek, ‘dat aanleiding gaf tot het schrijven van dit
artikel. , Th. L.

DE BALANS VAN ROTTERDAM OVER 1935. –

Het jaar .1935 heeft voor Rotterdam betekend, dat
de nederwaarts gerichte
lijn
in de ontwikkeling van
de havenstad is doorgetrokken. Wij krijgen daarvan
een duidelijke indruk, wanneer wij het volgende civcr-,
zicht van de voornaamste op de arbeidsmarkt betreic-
king hebbende factoren bestuderen.

Aantal taken, verricht
Aantal arbeiders Aantal werkoze
in dienst van bij de
werkzaam in in-‘
ingeschrevenen Scheepvaartvereeniging
dustriële onder-
‘bij de arbeids-
Zuid” aangesloten
nemingen op 31
beurs op’31
werkgevers gedurende:
December:
December:
1929
4.947.910
65.800
9.957
1930
‘4.161.591

62.886
19.267′
1931
3.522.340

1
32.773
1932
2.745.479
47.614

46.924
1933
2.621.503
,

48.504


47.670
1934
,

2.607.168
46.616 51.289
1935
2.237.605
44.578


55.834
Nadat in
1933 de snelle val voorlopig
was gestuit,
,is dus een
korte
tijd

van betrekkelijke
standvastig-
heid, doch
met neiging ten kwade, gvolgd, waarna

218

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

25 Maart 1936

in.
‘1935 (te achteruitgang weder scherpere vormen
aannam.
Deze ongunstige ontwikkeling zal
wellicht
som-

migen
verbazen,
wanneer zij daarnaast
plaatsen
het

feit, dat de hoeveelheid ter zee aan- en afgevoerde

goederen
van 1934
op
1935 is gestegen
van
27.324.331.

op
28.191.430 ton. Ook hier geldt,
dat men cle stem-

men

ie. die,
welke
uit de
tabellen klinken

moet

wegen en niet tellen. Dit is slechts mogelijk bij ont-

leding
der
totaal-cijfers
en
beschouwing daarvan over

een niet te kort
tijdvak.
Wij komen dan tot de vol-

gede gegevens (in tons van
1000 kg)
omtrent
de

toeneming van de zeevervoeren over Rotterdam

sedert
het
voorlopige dieptepunt omstreeks 1.932.

1932 1933 1934
1)
19351)
Gianen …….
.
4.492.322 3.787.389 3.285.915 2.604.524
Meststoufen 340
,
3
2
2 426.983 424.316 497.398
:140ut ……….
572.724 1.238.871 1.527.958 1.335.563
Erts ………..2.096.276 2.709.707 4.422.937 5.204.268
Mineraje oliën
.
806.591 1.250.125 1.654.660 1.983.752
Steenkool ……6.482.476 7.419.272 9.282.725 10.421.580
Andere goederen 6.074:626 6.283.088 6.725.820 6.144.345
1)
Met inhegrip
van
Voisdelingenplaat
(geannexeerd
Per-
nis).

Hieruit zien wij, dat de grote massa-artikelen erts,
tenkool, hout en minerale oliën, waarvoor de Rot-
terdamse haven, in het bijzonder is
geoutilleerd
en

wiarvan, het
vervoer over de
Noordzeehavens
na cle

herleving
van de
bedrijv
igheici
in West-Duitsland
aan-

‘zienlijk
is
toegenomen, sedert
1932
voor Rotterdam

betere
cijfers
aanwijzen, al flatteert
de
annexatie
van

Pernis
het beeld. De algemene
arbeidsmarkt onder-
‘indt echter van deze gemechaniseerde vervoeren

weinig
steun, gelijk
de
bovenweergegev.en werkloos-

heidseijfers
ten
overvloede
nog eens
demonitreren.

Wanneer wij
het
voor Rotterdam
betrekkelijk
kleine

hrtikel meststoffen
nu buiten
beschouwing
laten, clan

zien wij daarnaast, dat het graanvervoer, waardoor

veel
arbeidsgelegenheid in de haven
wordt medege-

bricht,
bedroevend
is geslonken. Het loont de moeite

clee
cijfers
nog even te speci.ficeren voor het in-

komende vervoer.

{
d..r~~oe,.
invoer: 2.525.055 ‘ton
1932 (,raanaan-

1.774.146 ton
voer 4.299.201t.

waarvan Duits cloorvoergraan: 5
5
8.998 ton

(invoer: 1.482.198 ton
n-
1
l93oGraanaa
doorvoer: 1.001.951 ton
voer 2.484.149
t.i
waarvan Duits doorvoergraan: 388.847 ton

De ontwikkeling van de Nederlandse bodemcuituur
heeft dus de invoer van graan over
Rotterdam in vier
jaren tijds doen slinken van 2.500.000 tot .1.500.000
ton. De Duitse en Franse autarkie heeft de doorvoer
van niet-Duits graan over Rottetdam in diezelfde
tijd doen verminderen
van
1215.000 tot 613.000 ton.

Daarnaast blijkt
het
stukgoedvervoer
ovei
Rotter-

dam (de hierboven met ,,andere goederen” Lange-
duide rubriek) op ihet .noodpeil van 1932 te
zijn
‘blij-

ven staan.
Van
1932 tot 1934 zien wij. een stijging
met

ongeveer 10 pOt., daarna’..- het
jaar
der BelSisehc

devaluatie een.
bijna
even
groot
verlies. Ten aan-

zie van deze arbeidsintenieve vervoeren bij uit-
• nemendheid geldt dIls’ helaas niet de uitspraak
van

Minister Gelissen in dé zitting der Eerste Kamer
0])

11 Maart jl., dat ISderti 932
het
goederenverk’eer

weder vooruit is gegaan.
Hiermede is
de
inzinking der arbeidsgelegenheid
in de haven afdoende vérklaard. Volledigheidshave geef ik voorts de overeenlçom-
stige cijfers voor Antwerpen
(iii
tops van 1000kg):

1932

1933

•.
.1934

1935
Üi’.aned’ …….4.068.331

3.564.845
3.584.449
3.47.990
Meststolfen

550.724

701.832

894.188

927.441
Hout ……….
560.915

781.634

661.709

868.926
Erts ………..857.951

1.215.1251.550.704 2.061.990
Minërale oliën
. .

816.967

905.512 1.057.982 1.104.358
Steënkool
. …..
2.550.133 2.635.252 3.166.439 3.984.292
An4eregoedere
.8.021.345 9.148.697 10.021.326 10.814.751

• Wij zien
dus te Antwerpen voor de massa-vervoe-
ren,
welke
in
de Belgische haven nooit dezelfde over

heersende betekenis hadden als te Rotterdam, een vat
kleinere
vooruitgng, voor het graanvervoer een klei-
nere achteruitgang en voor het
stukgoed een
zeer

grote-
vooruItgang,
waardoor
de Scheldehaven een
besliste voorsprong op Rotterdam heeft verkregen. De
gestacligheid van deze
aanwas
is even imposant als
veelzeggend.
Het Antwerpse achterland valt niet geheel met hel
Itotterdamse samen. De
vergelijking
wordt daarom
leerzamer als wij in het
bijzonder
het Rijnvervoer
beschouwen.

Vervoer langs Lobitli Rijnopwaarts
(in .tons van 1000 kg).

Over Rotterdam
Over Aartwerpen
1932 1935
1932
1935
Uraneir

……..
1.479.147
898.965
1.226557
602.944
Mes’tstoffen

. . .
25.492
14.427
14.929
11.946
Hout

……….
371.657
1.064.220
21.855
85.155
llrts

……….
2.703.041 5.603.977
160.304
795.429
Minerale oliën
.
518.195 758.569
151.431
244.158
Steenkool
704.304
678.664
124.417 187.035
Andere goederen
1.921.422 1.848.320
515.553 606.678

Antwerpen lijdt dus als graanhaven ook sterk onder
de Duitse en Franse autarkie, doch
als wij
bedenken,

dat de graandoorvoer over Rotterdam voor een groot gedeelte passieve overlading
van
Duits graan voor
Duitse rekening uit en in Duitse schepen is gewor-
den, terwijl bovendien Rotterdam in 1932 al achter-
uit
was
gegaan, vergeleken bij 1929, terwijl Antwer-
pen op peil was gebleven (1929: Rotterdam 1.859.678
ton;
Antwerpen 1.183.886 ton), dan constateeren wij,
dat
Antwerpen zich als
internationale
graanmarkt

voor de Rijnlanden en
Zwitserland
beter heeft ge-
houden dan Rotterdam. Voor alle
andere
rubrieken
blijkt
reeds
in één
oogopslag, dat Antwerpen zich de
laatste jaren in het vervoer Rijnopwaarts naar ver-
houding beter heeft gehouden dan Rotterdam.

Vervoer langs Lobitih Rijnafwaarts
(In tans van 1000 kg).

Over
Rotterdam
Over Antwerpen

1932
1935
1932

19.35
Granen

……….
2.055
7.287 5.177

1.845
Meststoffen

——
129.151
242.048 243.836

580.912
hout

————
6.544
5.475 11.283

9.186
Ertsen

———-
2.539 5.938
13.090

3.688
Minerale oliën
.,

2.835
19.857
1.231

2.435
Steenkool



——-
5.865.062
9.624.956
1.029.689 1.681.007
A.ndei’egoedei-en
.

1.495.955
1.300.091
784.220 1.451.003
Alle goederen zonder
steenkool

——
1.639.079 1.580.696
1.058.837 2.049.069

Uit
deze staat
zien wij,
dat Rotterdam in
het ver-

voer
Rijnafwaarts
een steenkoolhaven
zonder
veel

meer is. Het zijdelings
gelegen
Antwerpen
laat ons

tegenwoordig voor de
gezamenlijke ,,andere
vervoe-

ren” stukken achter zich.
Het Duitse
stukgoed
vloeit

thans
in
meerderheid
naar de
zee over cle Belgische

haven.
De önderstaande speciale staten illustreren deze
ganj van zaken niet nog grotere duidelijkheid:

Ve
-voel- str’oomafwaaits van metaal
producten
1)

(in tons
van 1000 kg).

Nedérland
+
België
Rotterdam

Antwerpen

1929.. 2.921.710=100
ol
o
1.239.734=42,4
oj,,
828.323 =28
uh

1930.
.
2.272.794= 100

998.123=43,9

663.325=29,2

1931… 1.827.272=100

939.300=51,4

459.170=25,1

4932.,, 1j33.821100

651.417=57,5

260.384=23

1933. 1.144.239=100

484.546=42,3

362.690=31,7

19.3,4:. 1.425.970= 100

482.860=33,9

574.131=40,3

1935.
.
1.474.673=100

417.531=28,3

753.412=51
1)
O’cclei-
metaalproducten
te verstaan: ijzer en staal in
staven, bandijzer-, eniz.,
,
onderdelen voor bruiggenbouw en
clergêiijke constructies, platen
en blik uit ijzer en
staal,
rails
in
ijzer of staal
met
onderdelen, ijzeren
spoorweg-
clwarsliggers,
assen, radei-en, enz.
voor i-ollend spoorweg-
miiitei-ieel,
buizen en zuilen van
ijzer
of staal, ijzer

en
sta’aldraad in bossen, andere ijzer. en ‘s’taalwaren.

25 Maart
1936

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

219

Vervoer strooniopwaarts van ander stukgoed dan netaal-
ProduceI1 (in tons vail 1.000 leg).
1)

Nederland + ]3elgië Rotterdam

A ntove rpen

1929. . 2.468.652=1000/
0
1.400.873=56,8
°Io
401.242= 16,3
0/
1930.. 2.255.046= 100 ,, 1.238.833=54.9 ,, 327.918=14,5 1931. . 2.306.882=100 ,, 1.307.923=56,7 ,, 367.243=15,9 1932. . 2.388.600=100 ,, 1.331.240=55,7 ,, 436.351=18,3 1933. . 2.724.993=100 ,, 1.449.113=53,2 » 571.889=21
1934. . 3.153.512=100 ,, 1.677.970=53,2

673.309=21,3
1935.. 2.428.263100 ,, 1.268.670=52,3

508.834=21

Idem stroomafwaarts.

1929.. 2.806.432= 100 o,
o
1.151.594=41
0
/0
538.867= 19,2
0
/0
1930.. 2.958.622=100 ,, 1.066.759=36,1

503.969=17
1931.. 2.983.012=100 ,, 1.035.271=34,7

453.283=15,2 ,,
1932.. 2.219.099=100 ,,

758.513=34,2

379.671=17,1
1933. . 2.145.696=100 ,,

753.647=35,1

375.335=17,5
1934. . 2.110.421=100 ,,

734.794=34,8 ,, 466.827=22,1
1935.. 2.082.733=100 ,,

679.106=32,6

544.594=26,1
‘) Onder
stukgoederen
zij.n hier niet mede.gerekend de
massagoederen (granen, ertsen, steenkool, ruwe steen, ruw
ijzer en staal, ruw staal in staven, plantaardige oliën, mi-
nerale oliën, hout) en de massale stukgoederen (rijst,
mest, Peu1vru(htei, mout).

Ook voor deze goederen geldt dus zeker niet, dat
sedert 1932 voor Rotterdam vooruitgang is inge-
treden.

Dit zijn onweersprekelijke feiten; waarover men in en uit kan praten, doch die met dat al eenvoudig
voor ons staan. Het is natuurlijk waar, dat ook de.
Duitse afleidingspolitiek onze haven veel kwaad
heeft gedaan, maar daaronder lijdt Antwerpen even-
eens. Daarin ligt toch ook zeker geen reden, om onze
oude plaats in de Rijuvaart ten behoeve van een Bel-
gische zeehaven te ontruimen.
Bijzondere aandacht verdient ook de ontwikkeling van de Rotterdamse fruitmarkt.

Invoer
Doorvoer
(in tons van 1000 kg).

Zuid-
Andere
Zuid-
Andere
vruchten vruchten
v ruohten
vruøhten
1932
. .

100.000
35.000
103.000
29.000
1933
..

92.000
28.000 97.000 27.000
1934
. .

74.000
26.000
101.000
26.000
1935
..

90.000 20.000 96.000
10.000

De invoer van zuidvruchten is dus ten opzichte van
het zeer slechte jaar 1034 weder gestegen, waartoe on-getwijfeld zal hebben medegewerkt, dat de monopolie-
heffing hij de invoer van sinaasappelen krachtens het
handelsverdrag met Spanje in het seizoen is gehal-
veerd. De doorvoer van zuidvruchten is enigszins ge-
(laald. Opmerkelijker is echter nog de eenzijdigheid
van deze doorvoer. Terwijl van cle 90.000 ton geïm-
porteerde zuidvruchten 39.000 ton bananen zijn, vormt
deze vrucht van de 96.000 ton doorgevoerde zuid
vruchten een contingent van iliet minder dati
63.000 ton.

:De invoer van ander overzees fruit, voornamelijk
appelen, is sterk gedaald. liet feit, dat ditmaal, door
het slepende verloop van (Ie onderhandelingen met de
Verenigde Staten, de monopolieheffing niet is ver-
laagd, zal daaraan wel mede schuldig zijn. ])e door-
voer is hopeloos in de heer.
Ook voor deze artikelen
is
een vergelijking met
Antwerpen weder leerzaani:

Seizoen Rotterdam

Antwerpen Aanvoer van Spaan-
193334 613.500
kisten
889.000
kisten
sche sinaasappelen
193435 440.000

748.000

AauvoervanAmeri-
1933/34 1.915.000

1)
1.454.000
kaansclie appelen
193435 824.000

1)
921.000

‘)

vat, op diie kisten. omgerekend.

Van verder nfdalen in
bijzonderheden
mag ik mij
na het voorafgaande wel onthouden. Als treffénd al-
gemeen gegeven laat ik nog volgen een overzicht
van cle ontwikkeling van Rotterdam en Antwerpen in de crisisjaren:

Zeevervoer
Rijnvervoer
Rotte edani
Antwerpen
Rotterdam Antwerpen
1929
.
38.453.000
26212.000
32.666.000

5.633.000
1932
.
20.865.000
17.426.000
15.227.000

4.304.000
1935
.

28.191.000
1
)
23.241.000
22.073.000
1
)

6.263.000
1)
Na annexatie van Pernis
(Vondeiingeiiplaat).

Als Rotterdam dus deel heeft aan de toeneming van
het wereidverkeer na 1932, dan is het herstel van
onze zeehaven toch veel slomer dan van Antwerpen
en het ergste van alles is, dat Rotterdam juist in het
Rijnvervoer, ons oude leen, ongunstig bij Antwerpen
afsteekt. Bedroeg het verschil tussen zee- en Rijn-
vervoer in 1929 te Rotterdam en te Antwerpen onder-
scheidenlijk ongeveer 6.000.000 en 20.500.000 ton, in 1935 waren deze
cijfers
6.000.000 en 11.000.000 ton.
Het zwaartepunt van de Antwerpse bedrijvigheid ver-
legt zich dus in cle richting van de Rijn vaart.
Tenslotte volge hiei nog een overzicht van het ver-
schil tussen de inlagen en de ternghetalingen op cle
Rotterdamse spaarbanken:

1928 ……..+ fl.24O.000,-
1929 ……..+ ,, 2.150.000,-
1930 ……..+ ., 5.100.000,—
(Lvertrouwellscrisis)
1931 ……..+ ,,

80.000
2
— (
depreciatie £)
1932 ……..+ 2.400.000,-
1933 ……..+ ,, 400.000,—
(depreciatie $)
1934 …….. —,,1.000.000.–
1935 ………—,, 2.200.000—

(verarming)

Al. de gegeven
cijfers
zijn voor ieder verkrijgbaar;
bijna alle zijn zij ontleend aan de statistiek van dc
Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Rotterdam
over 1935.
Al de opgenoemde feiten kunneh aan iedereen be-
kend zijn.
Al de gegeven iommentaren betekenen herkauwing
van wat het Roterdamse bedrijfsleven duidelijk heeft
doen weten aan volk en Regering. Zij zijn geen uit-
rIoeisel van pessimisme of gebrek aan optimisme,
want feiten zijn feiten en geen gemoedsstemmingen.
Er is alle reden om te vertrouwen, dat Rotterdam
binnen het kader van de algemene toestand van de
wereldhandel en het wereldverkeer zijn oude plaats
al kunnen hernemen als alle Nederlanders met alle
Rotterdammers de handen ineenslaan tot herstel van
gezonder verhoudingen.
Er is geen reden om aan te nemen, dat daartoe in
ons land geen bereidheid zal worden gevonden. Het

afwachten is slechts, of de beraadslagingen ook thans
weder zullen worden gerekt tot Saguntum zal zijn
gevallen. En een groot gevaar is, dat de ongelovige
Thomas niet slechts een historische, doch ook een
hedendaagse figuur is.
Mr. W. F.
LICHTCNAUER

DE NEDERLANDSCH.DUITSCHE CLEARING.

• Twee oms’tandigheden hchben in den laatsten tijd
veer de aandacht van belangheb’benden gevestigd op
de olearing met Duitisdhlarvd en de daarin voor expor-
teurs vervatte risico’s: het stijgende tekort, en. de
onzekere internationale situatie. Het deficit in de
clearing, dat begin van dit jaar 35 millioen beliep,
is. inmiddels met rond 7 millioen gestegen, zoodat
in een tijdvak van juist anderhalf jaar een tekort
van 42 millioen is ontstaan. Het gebeurde met het
Sonderkonto, dat bij .de invoering der clearing een
ona±gewikkeld saldo van 50 millioen aanwees en
waarvan toen abrupt de liquidatie uit loopende im-
porten werd stopgezet om te worden vervangen door
een geleidelijke afwikkeling uit een daarvoor gereser-
veerde portie van de clearing, is natuurlijk nog niet
Vergeten.

Nu dit verloop samenvalt met een ver van rustige
internationale politieke situatie worden de risico’s
van, zulk een toestand vanzelf zwaarder geteld. En
wel omdat juist uit ‘dien politieken toestand acute
gevaren kunnen voortspruiten voor alles wat aange-
wezen is op een rustige eontinuatie van het inter-
nationale verkeer van goederen en ‘diensten. Een oor-

220

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

25 Maart 1936

log pleegt daaraan ‘plotseling een eind te maken.
Maar men behoeft niet, da’delijk aan oorlogsgevaai- te
denken. Het geval Italië heeft aangetoond, dat het
han’delsverkeer in één slag kan worden stilgelegd, ook
al is er van oorlog in Europa geen sprake. En wat
nu Duit’schlan.d bet-ref t, daar zou men •de casus kun-
nen construeeren, dat de militarisatie van het Rijn-
land sancties uitlokt. Uoe dit ook zij, men mag zich
niet verhelen, dat er mogelijkheden in den politieken
toestand schuilen, die liet harideisverkeer met Duitsoh-
land acuut zouden ‘kunnen stopzetten.
Wanneer nu in zulk een geval de vederzijdsche

goederen- en diens teubewegin’g in één slag zou worden
stopgezet, beteekent ‘zulks dan, dat de bestaande
toestand van de clearin’g bevriest en dat dus ‘het
tekort ‘op- het ‘huidige peil gefixeerd blijft? Zoo ja,
dan ware inderdaad ‘dit gevaar een ernstige bedrei-
ging van exporteurs. In dit verband moet echter één
factor in het Nederlandsch-Duitsohe Iiandelsverkeer
niet ‘over ‘het hoofd worden gezien, nl. het leveran-
cierscrediet en ‘de ‘termijn ‘daarvan. In den ‘handel
zoowel nationaal als internationaal wordt als regel
een zeker erediet aan afnemers verleend. Wat ‘het in-
ternationale verkeer betreft, pleegt de credietterinijn
steeds korter te woeden naarmate het .afnemersland
een ‘slechtere de’viezenpositie heeft, omdat aan dit
laatste een wachtteninijn tot het moment van werke-
lijke ‘transfereering ‘pleegt ‘vast te zitten, ‘die in de
plaats treedt van het crediet aan deibiteuren. Ook in
ons verkeer met Duitschiand is ‘dat ‘het geval; voor
nlearingvorderingen bestaat op het oogenblik een
wachttermijn van drie maanden. Het is dus begrij-
pelijk, ‘dat zioh vrijwel algemeen de usance heeft ‘ont-
wikkeld, ‘da’t voor verkoopen naar Duitschlaud de koo-
pers aldaar ‘onmiddellijk bij de Verrechnungskasse
storten. Meer dan dat: voor zoo’ver ‘de ‘deviezen’bepa-
lingen dat veroorloven voor ,,lebenswichtiige” goe-
deren – wordt zelfs door de afnemers voorui’tbetaal’d
en vindt de export eerst plaats wan.néer ‘de betrok-
ken post vo’or afwikkeling uit de elearing aan de
beurt is.

Omgekeerd echter is voor onzen import uit Duitsoh-
land de eredieterstrekking wel gehandhaafd. In de
eerste plaats is er voor ‘de Du’itsche leveranciers niet
het argument voor inperking, da
r
t voor onze expor-
teurs geldt. En ‘de internationale concurrentie, waar-
in de Duitsehe verkoopers toch reeds dikwijls achter-
liggen wat de prijzen betreft, maakt het noodig,
althans wat de betaliu’gscon’dities betreft, niet achter
te blijven, temeer nu de interne credietsituatie in
Duitsohiand het mogelijk maakt. Deze financierings-
verschillen in den handel naar en van Duitsdhland
zijn natuurlijk van het allergrootste belang voor ‘de
beoordeeling van de clearingsituatie in ‘geval van
eventueel abrupt afbreken van ‘het ‘handelsverkeer.
,’Wanneer men deze constellatie in cijfers wil uit.
drukken,, ‘dan moet men vanzelfsprekend met schat-tingen werken (al zou de Regeerin’g aan de hand der
,,d’ouaneclearin’gverklaringen” in vergelijking tot ‘de
stortingen een ‘heel ein’d in de richting van exacte
cijfers kunnen komen). Wanneer men nu den gemi’d-
‘delden leverancierscrediettermijn voor onze importen
uit Duitschlan’d – althans de termijn, waarmee deze
dien van onze exporten naar dat land overtreft –
aanneemt op rond 2 maanden, dn lijkt die taxatie
niet geflatteerd.. Dat ‘beteekent dan, dat ibij een, jaar-
invoer van ongeveer 200 millioen er rond 35 millioen uit’ çlezen hoofde nog gestort moeten worden, na een
even’tueele stopzetting van het ‘goederenverkeer. Bij
een ‘acute stopzetting van, ‘het ‘haud’elsverkeer zal ‘dus
toch nog ‘dit bedra’g in mindering van ‘het defioi’t
komen. Aan Duitshe
zijde
daarentegen zal in plaats
van’ ttorting teru’gbetaling moeten plaats vin’den
voor ‘zoover ‘bij v’ooruibbe’talingen importen zijn vol-
daan, waarvoor de goederenleverantie ‘van onze zijde
nog moest plaats vinden. Het zou heelemaal niet zoo
onwaarschijnlijk zijn, ‘dat het restant van het ‘deficit
na aftrek van den opgemelden factor, derhalve rond

7 millioen, op ‘deze wijze werd gedekt, in welk geval
dus ‘het ‘heele te’kort gedekt ‘zou zijn.
En ‘wat de long-run-positie ‘betreft, moet men er
rekening mee houden, dat over zeven 5. acht maanden
ceteris pari’bus de achterstallige vorderingenafgewik-
kel’d zullen zijn, hetgeen heteekent, dat het ‘daarvoor
nu uit de cleariiig geputte bedrag ad circa. 30 mil-
lioen per jaar vrijvalt en
bij
handhaving ‘der beta-

lingscontingenten ‘dus ‘geheel – in mindering van ‘het
deficit zou komen. Zoodat het huidige tekort ‘daar-
door ‘dan ‘in rond anderhalf jaar zou zijn gedekt.
Neemt men ‘daaihij dan in aanmerking, ‘dat volgens
bovenstaande uiteenzetting het bestaande deficit voor
een zeer belangrijk ‘gedeelte ‘berust op optisch be-
drog, omdat in de clearin’gcijfers de ,,schuldenbalans”
niet ‘is verwerkt, ‘dan is ‘de conclusie wel ‘gewettigd,
dat ‘de ‘huidige stand van de clearin’g met Duitsch-
land geenszins zoo alarineererud is als hij er o’ het
ecrste gezicht ui’tziet. Wat natuurlijk niet wegneemt,
‘(lat ‘de Regeering bij ‘den huid’igen stand ‘de noodi’ge
voorzichtigheid in acht moet nemen, verdere aanwas
van het tekort moet vermijden, door de betalings-
contingenten voortdurend aan te passen aan den sal-
‘dostan’d. Terwijl, wanneer straks de ou’de vor’derin-
gen vereffen’d zullen
‘zijn,
‘het ‘zeker gewensdht is een
flink deel van het ‘daardoor vrijvallende reserveper-
centa’ge voorl’oopig aan te wenden ‘tot vermindering
van het -deficit. Zooais ‘bekend, wordt erover
,
‘gedacht

om, indien de bekende tabakscompensa’tie, wat betreft
het vinden van ,,extra-importen”, minder vlot ver-loopt dan ‘gehoopt was, straks het vrjvallen’de be-‘drag voor ‘da’t ‘doel aan te wenden, zoodat dan de
clearin’gachterstand weer niet zou inloopen, hetgeen
te betreuren zou zijn.
Wanneer de Regeering aan de ‘hand van rde haar
bekende gegevens een schatting zou kunnen opstellen
van ‘den toestand met inbegrip vaii -de ‘schuldenbalans,
zou ‘d’at ze’ker nuttig
zijn.
Wanneer op het oogenblik
exporteurs ten, onrechte risico’s ‘zien en deze natuur-
lijk in de prijzen, die zij van Duitseihe afnemers vra-gen – voor zoover deze niet zijn ‘gefixeerd zooals bij
verschillende agrarische producten – calculeeren, be-
teekent zulks, ‘dat quantitatief ‘de uitvoer nog weer
kleiner wordt dan bij nnrmale prijzen met ‘minder

risicopremie-berekening mogelijk zou zijn. C. KI.

DE RIJKSMIDDELEN OVER FEBRUARI 1936.

Al was ‘de daling der middelen in de af’geloopen
maand niet ‘zoo algemeen als in de eerste maand ‘des
jaars en al ‘was Ide totale achteruitgang ook niet zoo
aanzienlijk, toch geeft liet in d’it nummer voorkomen-
de Mi’dde’leixoverzicht, althans voor wat de niet-direc-
te belastingen aangaat, een ‘treurigen indruk ‘omtrent
de inkomsten van ‘s Lands schatkist. De’ totale op-
brengst ‘der nie’t-kohierheffingen bedroeg ditmaal

f
27.465.400, tegen
f
29.220.900 in. Februari 1935,
hetgeen een teruggang beteekent van
f
1.755.500. De

gemiddelde maan.dra,miu’g werd evenmin bereikt (ont-
vangsten
f
3.495.000 minder). In vergelijking met de
overeenkomsti,ge maand van ‘het vorige jaar vertoonen
alleen ‘de dividend- en tantièmebelastin’g, de invoer-
rechten, het statistiekrecht, de
geslachtaccijns,
de ge-
d’istilleerdaecijns en de coupon’belasting een ‘h’ooger
op’brengstcijfer. Al de andere middelen brachten min-
der ‘op. Voorts werd de gemiddelde maandraming
alleen ‘gehaald
bij’
den ‘geslach-taccijns, de omzetbelas-
ting, de couponbelasting en ‘de loodsgelden.
Daar de.maand Januari jl., zooals gezegd, nog slech-
teiwas, behoeft ‘het niet te verwondereu, ‘dat ‘ook het
overzicht over ‘de reeds verstreken maanden van het
jaar een ver±e van roîoskleurig schouwspel ‘biedt. De
opbrengst der eerite twee maan’den beliep
f
55.209.000

tegen
f
60.420.400 in ‘hetzelfde tijdvak van 1935 en
hij een evenredige raming van
f
61.920.800. Slechts
vier nuiddelen (‘de dividend- -en tan’tièmebelastin’g, het
statis’tiekrecht, ‘de geslachtaccijus en ‘de ‘gedistilleerd-
accij’ns) brachten méér ‘op dan in 1935 (tezamen tot
een ‘bedra’g van
f
295.700). Wat Ide
.
raming betreft,

25 Maart
1936

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

221

deze werd- alleen overtroffen bij denigeslachtaccijus,
de couponhelasting en de l’ooldsgelden; de daardoor
verkregen vdorsprong bedraagt
f
504.900. Maar ove-
rigens is ‘het m’icl-delenoverzic.h’t ‘over de gaheele ‘linie,
zoowel wat de opbrengst -van het vorige jaar
a12
wat
c]e raming betreft, ‘bij 1935

in het nadee1.
De div i’deixd- en tan-bièmebelastin-g verraste ditmaal
door een niet onbelangrijke stijging (van
f
4,04.800
tot
f
791.900). De voorafgaande maanden zijn even–
wel voor dit middel ‘dermate ongunstig geweest, dat
aan deze ééne -ontvangst niet -te ‘veel heteekenis mag
worden gheoht.

De ‘invoerrechten gaven ‘ditmaal een surplus van

f
319.100; daarentegen bleven -zij
f
937.300 bij de
gemiddelde maan-drami-n’g ten achter. Bovendien was
de -ontvangst van Fdhruari 1935 zeer laag, zooda-t de vooruitgang van cle afgeloo pen -maand volstrekt niet
op een verbetering wijst. Integendeel, de opbrengst van
Feibruari jl. was lager -clan die van Januari en bedui-
de
n
d geringer ‘dan die van -de daaraan voorafgaande
maanden. Gerekend over twee maan-den kwam tot dus-
ver
f
1.497.800 ‘minder binnen dciv waar-op we-s ge-
rekenid. Het sta4isbiekredht ‘bracht iets -meer op dan
in Februari 1935 (toeneming
f
5.400); over de eerste
‘twee maanden bedraagt ‘bet accres
f
16.400. De ont-
vangsten ‘van ‘de eerste maanden van het vorige jaar
waren evenwel bijzonder laag, zoodat ook hier de
v’ooru’itgan,g niet veel te ‘heteekenen ‘heeft. De rainin-g
weid tot dus’ver -dan ook niet verkregen (nadeelig
verschil
f
11.200).

De accijnzen ‘gaven over het algemeen ongunsti-ge cijfers te zien. Aan zoutaccijns werd
f
28.600 minder
ontvangen; ook -op uichzelf beschouwd was ‘de op-
brengst po’over, -immers f 48.800 beneden ‘de ‘gemid-
del’de maan-d-ram’in’g. Misschien ‘is hier eenige ‘wissel-
werking te uien met de maand Januari ji., toen het
zout
f
185.300 aan accijns versdhafte. De geslacht-
accijns leverde een bedrag van
f
66.700 boven -de op-
b
reugs
t -van Februari 1935; bovendien werd ‘de maand-
raming met
f
66.000 -overtroffen. Vergeleken met het
dieptepunt van Januari jl. heteekent ‘deze inkomst
een vooruitgang van f83.600. De oorzaak is te -zoe-
ken in het toenemend -gebruik ‘van runclvleeseih als
‘gevolg v-an de schaarschte aan varkens. In het d-ecres
cd
f
25.500, -dat ‘de wijnaccijns vertoonde, komt de
verlaging van de opeenten ingevol’ge -de wet van
13 September 1935 (Staa-tblad No. 548) tot uitdruk-
king. De gd-istilleerdaccijn-s -gaf f 18.500 méér. Ook
bij dit middel was ‘de ontvangst van Februari 1935
evenwel ‘bijzon-der laag; op ziohzelf beschouwd valt
‘over ‘de opbrengst -der afgeloopen maand niet te roe-
men, ‘daar zij
f
231.600 ‘bij ‘de rarning ten achter blijft.
Het bier verseihafte, ‘door ‘het verminderd verbruik,
f 34.300 minder; ‘de ontvangst bedroeg niet meer ‘dan

f
459.200 hij een maandranving van f 583.300 en was
derhalve buitengewoon laag. Met ‘den suikeraceijns
staat ‘het -er o1i ‘het oogenblik ook minder ‘goed -bij. De
opbrengst van -de afgel-oopen maand bedroeg
f
441.700
minder ‘da.n ‘d-ie van Februari 1936 en bleef
f
235.400
beneden- de maand’rasu’ing. Vermoedelijk is dit een –

gevolg van den inslag van suiker in de laatste maan-
den van ‘het vorige jaar door fa’bri-lcanten van suiker
hou’dende

goederen, waarvoor op ‘grond van het Ko-
ninklijk Besluit van 13 Juni 1935 (Staats’blad No.
343) een -crediet van 2 tot 4 maande.n is toegestaan;
in ‘dit geval heeft men hier dus alleen te doen met
een v-ers-ehui

v’in-g van ‘den hetaalda’g -van ‘bedragen, die
alsnog -u1len ‘binnenkomen. Tenslotte de tabaksac-
eijns, ‘die me-t
f
215.400 -terug’liep, hoe’wcl -de – ont-
vangst van Februari 1935 volstrekt niet ‘hoog was.
De oorzaak moet -gezocht worden in -de ‘daling der
kleiniha.n’delsprjze.n. In ‘cle eers-te twee maanden werd
reed-s
f
207.500 minder -geboekt ‘dan waarop blijkens
de raming was gerekend. –
De belasting -op ‘goud-en en zilveren werken gaf ‘door
achteruitgang van–het verbruik f3.500 minder. De
opbrengst van -de omzetbelasting verschilde niet zoo-
veel van ‘die van Februari 1935 (‘ditmaal f33.200

min-der). De opbrengst overtrof ‘de maandram

in’g met
f22.000, -dooh idit cijfer is niet gunstig, -daarde mi-d
-de-late maand van het kwartaal de

– ruimste – on-tvang
sten geeft en de -overschrijding -dus veel -grooter ‘had’
moeten zijn. -Beter –staat ‘het

met de coup-on’belasting,.
die ‘ditmaal
f
344.400 verschafte, waardoor betna-dee-
lig saldo ‘over de reeds- verstreken maan-den slonk
-tot
f
122.800 en
2/12
der raming werd overschreden
met ,f 446.500. -,
De -z.’g. conjunctuur-heffingen maken -ook geen Soed
figuur. De zegelrechten gaven
f
175;600 minder, het-
ge

en niet – aan -een -tra-ger vloeien der beurs-belast-ing ‘is toe te schrijven, -daar ‘laatstgenoemde juist
f
215.600
meer opleverde. Er is ‘mi-n’der bedrijvigheid
in
dén
‘handel. T’odh zijn ‘de ze’gelrechten ‘bezig z’ioh – iets -te
‘herstellen en steekt de laatste m-aan’do-pbrengst gun-
stig af ‘bij de bedragen, -die in de twedde
helft
van
1935 -werden ontvangen. Bijzonder laag waren ditmaal
‘de registratie-rechten, ‘die niet meer dan
f
698.100 iii
‘de seihatkist ‘bradhten, of
f
338.500 minder -dan in
Februari 1935. Oorzaak: min-der -overdrachten van
onioeren’d goed. Gerekend ‘over twee maan’d-en hebben
de zegel- en iegistratierechten reeds resp.
f
409.900
en f 620.300 minder opgeleverd.

De successie-rechten vertoon-den nog grooter inzin-
king ‘dan -in de maand Januari jl. Er kwam ,f 1.397.000
-minder ‘binnen ‘dan in Februari 1935 en f855.500
minder ‘d-an 1/12 -der raming. Nu geldt ‘het -h’ier een
uiterst wisselvallig middel en ook moet ‘in aanmerking
word-en ‘genomen, ‘d’at ‘de ontvangsten in ‘de eerste
maanden van het vori’ge jaar zeer ‘hoog waren, ‘terwijl
‘de ram’ing v-oor 1936 f 7.800.000 ‘hooge” is gesteld in
verband sust de ‘opcenten, te ‘heffen in’gez’olge de wet van 20 December 1935 (Staatshla

d No. 725), waarvan
‘de invloed nog wel niet groot zal zijn. De ‘loodsgelden
leverden
.f
203.200 min-der op d-oor ‘de sterke verla-
ging van ‘het tarief. – –
De ‘directe belastingen van Afdee-ling Ie maken tot
-dusver -geen kwaide-n ‘in-druk. Voor -de -gron’dbelasting
‘bedroeg het zu’iver kohieéhedrag pet 29 Februari jl.

f
4.544300 of
f
2.818.500 meer idan op ‘hetzelfde tijd-
stip van 1935, doch ‘di

t is een -gevolg van het ‘tijdiger
gereedkomen van ‘cle kohieren voor 1936. Aan inkom-stenbelasting is thans een ‘bedrag van ,f 23.358.400
O
kohier ‘gebracht, hetgeen een toeneming -beteekent van

.f
4.570.000 bij d’en stand -van -den overeenkomstigen
dienst ‘op 28 Februari 1935, welk verschil louter is te
dan-ken aan -de verh’ooging der o’pcenten. Bij ‘de -ove-
ri’ge kohi-erbe-ffingen verschilt ‘de s-tand per ult’im-o
Februari niet veel van dien per 31 Januari ji. In ver-
gelijkin’g niet “hetzelfde tijdstip van 1935 vertoont de
verinogenshelas-t’in-g een vermeerdering van
f
448.800;
ook ‘hier is ‘de -opceutenver’boogin’g ‘cle aanwijsbare oorzaak van -dit gunstige resultaat. Daarentegen is-de
stand der Verdedi’gings’belas-ting 1 thans lager ‘terug-
gang f 110.900). De belasting van de -do’ode hand
staat te boek voor
f
866.300 (het vorige jaar nog
slechts voor
f
40.700).

A
ANTEEKENINGEN.

Wet inzake het Conseil National Economique. i)

In aansluiting op het artikel inzake -de -nieuwe
wettelijke regeling van den -Economi-téh-ei ‘Raad iii
Frankrijk (ie ‘hlz. 216) volgt hieronder -de tokst van
de nieuwe wet van 23 Maart 1936. – –


Article
Ier.

Le couseil n-ational (‘conomique, institué- per.
– la lot du
29 avril 1926, est charge d’Ctudier les- problènies interes-
sant l’dconomie nationale, d’Cmettre des avis sur les pro-
jet-s et ‘pro-pos-itions dc lol dont ii a été ssui-si per les poci-
vous publ-ics, ‘d’en -suivre clans les mCmes condition-s Pap-i>lication, -cle propo-ser les inesures de’ cnti’ôle’ et. d’organi.
sation -de la ‘procluctioci
st
des echanges. –
,,Il peut egalemen-t, ic la deinandc -des intéi-esséi, arbitrer
les c’cnflits Ceononsiques. –
..Son president eet le prCsident du cone-il -des min-istres,
qui peu-t se faire reisqlac-cr par un i

ni-nistre ou nu sons-
see-rétaire

) ]3ulletin -des – Lol-s

S PROFESSIONNELL]ilS

,,Article
2.

,,Le conseil natioua.I économique est divisé en vingt
seotions professionneiles.
,,Ln section professioniielie est eharge d’tijdier les
questio.n:s intoressant in ou les professions qu’eiie repr&
seute et de formuler des propositions en vue cle leur
solution.
,,Les propositions oct nctamment pour objet ie perfec-
tionnement de l’apprentissae, l’orgau.isation de ln pro-
duetion, des édha.nges et des services, in loynute et in
moraiité de in coneurreace et des éehnnges, i’oognnisa-
tion et
In
rémunr•ntion da travail, le règlement des
différends interessant
in
nu les professions.
,,Ces propositions sont sournises
a
in commission per-
manente, qui en snisit l’nssemblée générnle ‘il y a iieu.
Elles peuvent être transmises pnr
ie
secrétaite génc’rnl aux
associations professionneiles ou aux membres de in pro-
fessic’n.” –

Article
3.
,,La secliiou piofessionuelie comprend un nombre égal
de représeutants des chefs d’entreprises et de représentants
des trnvaiiieurs intelieetuels et mnnueis.
,,Toutefois, in représentation des nssociatious profes-
sioaneiles a.gricoies ne sera pas soumise è. in règle établie
par l’aiinéa ci-dessus ulinque fois que in représeatation
des intéréts divers de l’agi-ieulture se trouve nssurée nu
sein de ees associntions” –

,,Les sections professionnelies sout eonstituûes par décret
rendu après nvis du couseii national écoaouiique, en tenant
eoinpte du nombre des persoi.ines oocupdes et de l’irnpor-
tance de In profession pour l’écouoinie nationale. Le décret f ixe les professions que in seetion doit repré-
senter et le nenibre de ses rnembres.
,Le nombre total des inembres des sections iie peut
excéder deux cents.” –

Article
5.

,,Il sera procédc’, dans les trois mois de in pi-omulgation
de in présente bi et, dans ln suite, tous les trois aas, ii
uit recenserneut des assoeintioiis professiouiielbes et it leur
répartition en.tre ies sections professionnelies. Un décret
déterminera les niodalités de ce recensement et de cette
répnrti.tion.
,,Les associations ehargées de désigner les membres des
sections professionnelles 5oct déterminées par un décret
qui répnetit entre ces associntions les sièges è. pourvoir en
tenaut compte de tous les éléinents de nature á fixer leur
im poiance respective.
,,Les associations professionneiles intéressées peuvent,
dans .1e mois qui suit l’expiration du déiai d’un na nprès
in constitutiou da censeil, snisir in section da conten-
tieux du conseil d’E.tnt d’une requête teudant, soit
ti
leur
propre inseription, soit
fi.
in madintion d’autres associatiori.s,
soit It une répnrtition, différente des sièges. Cette requete
est clispensée des droits d’enmngistreinent. Ii est statud
clans les •deiix muis de son dcipôt” –

,,L’asseutblée gnéra1e dii (.onseil tintional é(oi

ioiniquc
est fornide par:
,io. Vingt cIéligués des sections professionuelles ngri-
colos; vingt déiégués des représcntaitts des chefs •d’entre-
piiSeS dans les autres sections professiotineiles; vingt
clélégués des raprésentants des travailleurs ijetefleetuels et
inanuels dans lesdites sections; ,,2o. J)ouze rep résentauts des o r.gauisntions ii atiotiales
écononiiques désignés suivant in procédure prévue par
1’artieie 5, •délégué.s pôur un tiers ir les organisatiotis
de ohefs d’eutreprises, podir Un tiers ipar les organisntions
de tiavailleurs, pour un tiers par les organisations ngri-
eole (dhefs d’entreprises ou tmnvniileums)
,,3o.
Vingt déiégués des oharnbres cle comninerce; vingt
délégnés des cliainbres d’agriculture; viugt délégués des
assoointiotis de tmavailleurs élus,
It
raison d’un délégué de
chaque categorie pour ehaeui.ie des vingtt régions écoiio-
mullues qui semont détemniinées par décret rendu sur nvis
clii conseil national économidlue, pa.r les chambres de cciii-
rneree, les chambres d’agrieulture et ies assoeiations de
travailieurs de in région;
to. Quatre traivailleurs intelleetuels déléguds par In
cotifédération des tmavailleurs intellectuels;
,,50.
Quatre délégués élus pam les eihambres de méticms;
,,6o. Quatre délégués des territoires d’outre-mer relevant

du ininistére des affaires étraaigères désignés Par le mi-
nistre, et huit délégués des territooires relevant du ininis
tére des colonies, désignés par Ie ministre, sam in préseu-
tation de in seetion éeonomique clii cotiseil supérieum des
colon.ies;
,,7o :Douze délégués des associations de eonsonimateurs
et des associnti.ons d’usagems, spécialement des sociétés
coopératives, des groupements cle consomniateurs, des asso-
eintions de maires, des fatirilles noinbmèuses, de toumisme
et de mutualité;
,,80. Un clélégué des associations de propriétnimes d’im-
meubies urbains; un délégué des assoeintions de porteums
de valours mobilièmes; un délégud des associations ouvrières
de Production et nu délégué des coopématives agrieeles;
,,9o. Citq pensonnalités désignées, en mnisoude Ium corn-
Pétence économique, par les autres délégués méunis en
assembiée générade.
,,Les délégués des associations désignées aux paraigrapies
7 et 8 sont ghoisis dans les coaditioris prévues par l’nrti-
cle 5.”
Artiele 7

,,Les niembres des sections professionnelies et de l’as-
sernblée générale sotit désignés pour trois aus. ,,L’assemblée génémale est convoquée par son président
nu moins une fois par au et obligntoirement quancl ii en
est requis, soit par l’une des Charnbres, soit pnm
in
corn-
missiou permanente pte’ue II. i’article 10 ei-après” –

Article
8.

,,Le conscil nationai éconornique peut êtme saisi soit par
le Gouvernement, soit pnr l’uue des Ghambmes, soit par
une commission i)amleluentaire, ou peut se saisir d’office
•de tout projet ou proposition de bi qui présente
Ufl
in-
térêt éeonomique nationni, ainsi que de i’étude de tout
I)Iobième économique
,,Les projets de bi et les propositions de bi présentant
nu intérét éeonomique national sont adressés, dès leur
di stribution, par le Gouvernement, nu co aseil aational
écouoniique
Le conseil national économique est saisi, pour avis,
des projets de réglerneat d’adrni nistration publique i nté-
messa.nt l’éeononiie nationale.
,,Ses avis et rapports sont toujours adressés nu Gou-
vennentent et aux clenx Ohainbres, ainsi qu’aux commis-
sions pamlementaires
(lui
Pont consulté.
,Ses recommandations semont toujoums admessées
nu
pré-
sident du conse’il qui feta connaître, dans ie déiai d’un
mois, Ja suite donnée, ou dennandema d’examiner It nou-
i’eau in question.”

,,La cominission parlementaire. saisie d’un pro jet de bi
cii d’utie proposition de bi, poumma dernandem
It
entendi-e
le président du conseil national écononiique on son
cbéiégué?’ –

,,Le conseil iiatioaal éconornic1ue dcsigne ciiie conirnissioii
permante chargée de reeueillir les desnancies et les vceux
des différents gt-ourpements éconorniques, de répartim et de
tooi-connem les tmavaux enti-e les secitions. d’assurem les
relations avec les pouvoirs pnbiic.s, de préparer les ses-
sions cle I’asseiiibbée, de prociidcr aiix étudns urgentes et cle cléiidem cle toute questioti slim laquelie l’assernbiée lui nu ra
iélégn st’s PO.t vo i rs.” –

Article
ii.
,,Les niinistres, le sous-secrétaires d’Etat et les corn-
iiiissnimes désigtiés pam cmx out leur entrée Iti’assemblée
génémale, ii. la
coniinissioti penianente et aux sections du
Cola eil natioiiai écononhiqiie 1 is doivent ôtme entendus
luand ils ie cleivancleiit” –

Article
12.
géné mal clu conseil nation al éeo noiuiqwi
décret, pmia sur le rapport da pr4sident
avis de In cottinrssion pernianente” –

étrticle
13

,,Le régienient intéiieui m clii conseul iiatio.iial éc:ononiique
mat arrêté pam l’asseibiée som le rapport de sa coinmis-sion peminanetite. ii fixe notaintiient in coinposition clu
bureau et ses attributions
,,Un réglement d’aclni inisti-ation publique déterm i nema
toutes les rnodalités d’application de in présente bi et
iiotatnrnent l’ongan’isaticn clu secrétariat général et de
ses senvioes.” –

25 Maa it 1936

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

223

Articic
14.

,,Jusqu’t la constitution du conseil national éconoinique
suivant les règles prévues par in prsente lol, ses attribu-
tions sont exercées p’ le conseil constituë confornn6ment
aux cFispositions dii d6ci’et du 16 jauvier 1925 modifi1.” –

INGEZONDEN STUKKEN.

BEPERKING VAN DE MELKPRODUCTIE EN RATIONA-
LISEERING VAN HET MELKVEEHOUDERSBEDRIJF.

De Heer P. Krediet schrijft ons:

Dr. Hoek heeft zijn betoog, hetwel’k versohenen is
in ,,Economisch-Statistishe Berichten” van 22
Januari ii., in zijn antwoord op een ingezonden stuk
van Dr. Ir. M. D. Dijt, in het No. van 5 Februari jL
‘van ‘hetzelfde blad, in een zestal stellingen samerige-
vat. Het komt ons doelmatig v’oor, onze opmerkingen te maken aan ‘de hand van deze ‘stellingen.

De meikveestapel is sincls 1930 met 136.000
melk- en kalf koeien uitgebreid.

Het in deze stel’ling genoemde cijfer is gebaseerd
op de veetellingen van 1930 en 1935. Nu is het een
bekend feit, dat ‘de wijze, waarop de veetellingeri vSSr
den crisistijd verden ‘gehouden, ‘den toets der crit’iek
niet goed ‘kunnen doorstaan en ‘de tendens in z’ih
dragen te laag zijn. ‘Wat betrouw’baardfeid ‘betreft
kunnen zij niet vergeleken worden met die van de
laatste. paar jaren. Met welk aantal het ‘genoemde
cijfer van 136.000 daji ook in, werkelijkheid vermin-
derd moet worden is niet bij benadering aan te ‘geven.

Voor deze beesten levert de Nederlandsche bo-

dem geen voedsel op.

Zij leven dientengevolge uitsluitend van geïm-

porteerd voer.

Het bewijs voor ‘deze twee stellingen is wel uiter-
mate sober en mvak. Als bewijsmateriaal is het vol-
gende aangevoerd:
In 1930 was geen ‘overschot van gras en hooi
aanwezig.
Het graslan’d-areaa’l is sindsdien niet of nauwe-
lijks uitgebreid.
Vruchtbaarder is. de ‘grond van 1930 tot 1935
niet ‘geworden.
Uit deze drie negatieve punten meent Dr. Hoek te
mogen conclu’deeren ‘dat 136.000 melk- en kalfk’oeien
(wij zullen gemakshalve dit
cijfer
‘maar aanhouden)
uitsluitend leven van geïmporteerd voer. Om uit
negatieve gegevens iets positiefs te bewijzen, moet al
eisch ‘gesteld worden, ‘dat ‘de zaak aan a’lle kanten
gepeild is en mag het zeker niet voorkomen, ‘dat be-
langrijke feiten ‘buiten ‘beschouwing ‘zijn gelaten, zoo-
al’s ‘hier maar al te zeer ‘het ‘geval ‘is ‘geweest.
Om sledhts een paar punten te noemen:
Buiten besoh’ouwing is ‘buy, gebleven, ‘dat er ‘in de
laatste paar jaren met behulp van ‘dec rijksvoorlich-
in’gsdienst een ‘levendi’ge propaganda gemaakt is
voor het volgens ‘de z.’g. zuurmebhode iiikuilen van
gras en ander voedermateriaal en ‘dat hierd’oor ‘de
verliezen aan veevoeder aanzienlijk worden beperkt.
Verder, ‘dat de toepassing van ‘de moderne bewei-
‘din’gstechniek meer en meer veld wint en ‘dat bij een goede uitvoering hiervan een meer-opbrengst van hel graslan’d van 15 á
20
pOt. kan worden verkregen.
Doch ook tegen ‘het bewijsmateriaal zelve hebben
wij erns’tige bedenkingen. In de eerste plaats kan er
op ‘worden gewezen, dat – ‘in tegenstelling met punt
b.
– volgens de Memorie van Toelichting op ‘de be-
‘grootin’g van het Land’bouwcri sisfon’ds 1936 alleen
in het jaar 1934 de ‘hoeveelheid ‘graslan’d met circa
30.000 ‘ha ‘is
verminderd.
Bovendien is ‘bekend, dat
in verban’d ne,t ‘het teeltplan voor akkerbouw-gewas-
sen er van gescheurd graslan’d gewoonlijk méér vee-
voeder wordt verkregen dan het gra’sland ‘opleverde:
Tenslobte had Dr. Hoek, die wel de statistieken
‘der veetellingen en ‘die der hoterproductie raadpleeg-
dë, zeker niet mogen verzuimen, na te gaan, hoe het
met de cijfers van ,het geïmporteerde krachtvoer

staat. Wanneer ‘zijn stelling 3 inderdaad juist zou
zijn geweest, ‘dan had de toeneming van dec vee-
stapel gepaard moeten gaan niet een toeneming van
het ‘geïmporteerde voer. Gaat men na ‘hoe ‘het hier-
mede gesteld is, zooals door den heer ilorring .is ge’
schied, dan krijgt men het tegengestelde feit te zien,
cd. dat de hoeveelheid geïmporteerd veevoeder en voe-
dergranen resp niet ongeveer 60 en 35 pOt. is ver-
minderd.
Weliswaar staat tegenover ‘den ve rm i n.cl erden i is-
voer van veevoeder (lijnkoeken, -nieel, enz.) een even-
redige ‘toeneming van de oliehoudende zaden en
vruchten. Deze laatste zijn echter in de eerste plaats
bestemd voor de olie’berei’d’in’g en leveren, als bijpro-duet een hinn’enlandsc’he veekoek, welke dan ook niet
meer tot ‘het geïmporteerde voer mag worden ge-
rekend. Dodh ook afgezien hiervan valt er uiteincie-
lijk een invoerverminderin’g aan te wijzen.
Gesteld evenwel, dat bovenbedoelde i nv’oercijfers
vrijwel ‘gelijk gebleven waren, ‘dan is Dr. Hoek ons
in ieder ‘geval nog een verklaring verschuldigd, waar-
van ‘die 136.000 koeien, welke er sin’ds 1930 ‘bij ‘ge-
komen zijn, nu een’s niet abstract gezien, maar in
werkelijkheid, geleefd hebben. Van ‘het ‘geïmporteerde
voer ‘kan niet, want dit werd in ‘dat jaar ree’ds cloor
de ‘toen ‘bestaande veestapel verbruikt, evengoed als
‘het onder cc. genoemde gras en hooi. Er moet ‘dus
sindsdien toch wel iets in het inelkvee’hou’ders’bedrijf
zijn gerationaliseerd.
Het feit, da’t de hoeveelheid ingevoerde kunstmest
in 1935 nog vrijwel ‘gelijk was aan de ‘hoeveelheid,
welke in 1930 werd ingevoerd, wijst er op, ‘dat ook
‘het ‘onder
c.
‘genoemde punt zonder nader ‘onderzoek
is neergeschreven. Op ‘gron’d van ‘het voorgaande meenen wij te mogen
conclu deeren, dat het ican’gevoerde ‘bewijsmateriaal
totaal onvol’doen’d is en ‘bovendien ‘gedeeltelijk in
strijd met ‘de
werkelijk
bekende ‘gegevens. Wij kunnen
derhalve de stellingen 2 en 3 niet als juis’t accep-
teeren.

Het voederen met iinportvoer (graan en vee-
koek) is duurder dan het voederen met binnen-
landsch voer (in hoofdzaak gras en hooi).

Het produceeren van melk (en dus van boter),
afkomstig van de boventallige beesten, brengt clan
ook hoogere uitgaven mee dan het produceeren van
melk, afkomstig van wel op binnenlaridsch voer levend
vee.

,,Men” bestrijdt, ‘schrijft Dr. Hoek in zijn artikel,
de beperking ‘der melkproductie aan ‘de hand van be-
cijferingen, waarbij de aanschafwaarde v.an alle ge-
be-zigde ‘krac’htvoer in ‘den ‘gemi’ddeid’en ‘kostprijs van
de totale ‘hoeveelheid ‘geproduceerde melk en middel-
lijk in ‘die van ‘de totale ‘hoeveelheid geproduceerde
‘boter wordt verdiscon’teerd. Dit is ‘z.i. ontoelaatbaar.
Naar zijn meen’ing behoort een groot deel van dit
krachtvoer te worden gealloceerd uitsluitend op de
melk, afkomstig vuil die koeien, ‘die ‘cle veehouder
te veel ‘heeft ‘in verband met het ‘beschikbare voedsel van ‘het ‘door hem gebruikte land.

Wij vestigen er •de aandacht op, dat de schr. hier
spreekt van ,,een groot ‘deel van dit kra’chtvoer”, en
cl’ephaive toegeeft, ‘dat er ook een ‘gedeelte wèl over
de gehee’le productie mag worden omgeslagen. Waar-
schijnlijk ‘heeft Dr. Hoek ‘hieraan te weinig aandacht
geschonken, anders zou hij’ niet de fout hebben ge-maakt, de geheele melkveehouderij van Nederland
al’s één bedrijf ‘te ‘beschouwen. Hij’ von ‘dan ‘de vee-
stapel a priori ‘gesplitst hebben in een veestapel,
‘welke wordt ‘gehouden in ‘het wettelijk aangewezen
consumptiemelk’gehied, waar hoogere melkprjzen gel-
‘den en ‘de veehouder door ‘het afsluiten van ‘z.’g. taxe-
contracten gedwongen wordt, ‘geforceerd te melken
en te voederen. En daarnaast een veestapel, ‘welke
wordt ‘gchou’cleiï ‘in ‘het gebied van ‘de industriemelk,
waa’ hoofdzakelijk ‘de boter en •de andere zuivel- en
‘melkp roducten ‘gem zakt worden, en waar •d’e veehou-

224

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

25 Maart 1936

der stelling 4 heel goed kent en dan ook uit finan-
cieele overwegingen er naar streeft om, zooveel als
zulks onder practische verhoudingen uitvoerbaar is,
ioo weinIg mogelijk voeder bij te koopen. Geheel en

al sal deze voeder’bijkoop nooit kunnen worden uitge-schakeld, want in het leven van iedere meikkoe komen
perioden voor (bijv. direct na het afkalven), waarin
het geven van wat ‘krachtvoer geheel op
zijn
plaats is.

Het zuivere vei’debedrijf zal dit steeds moeten [bij-
koopen, ook in die gevallen, waarbij het er om gaat,
son’der nog grootere schade den winter door te komen.
Dat Dr. Hoek een dergelijke splitsing vooraf niet
gemaakt heeft, is des te merkwaardiger, aangezien deze splitsing door hem wel gemaakt werd bij ‘het
geven ‘der cijfers voor de aantallen melk- en kalf-
koeien in de verschillende provinciën. Hij heeft daar-
bij gewezen oj de geringe toeneming van den melk-
veestapel in •de ‘provinciën Utrecht, Noord-Holland,
Zuid-Holland, Zeeland en Limburg, maar zich blijk-
har niet gerealiseerd, dat het eonsumptiemelkver-
brui’k in deze in verhouding tot den veestapel dioht-
[bevoikte streken vrij stabiel •is en uitbreiding van

den veestapel hier zou beteekenen het producee’ren
van overmeIk, welke op producten zou moeten wor-
den verwerkt en derhalve met den zooveel lageren
industriemelkprijs zou worden betaald.
Een berekening, qooals die voorkomt in het Offi-
cieel Orgaan van ‘den F.N.Z. No. 49 van
4
December

1935, waarbij voor wat de hier te lande ‘geprodu-
ceerde boter betreft, de waarde van ‘het geïmporteerde
voer wordt ‘omgeslagen over de totale hoeveelheid
geproduceerde melk, is ‘dan ook geheel verantwoord.
In tegenstelling met ‘de meenin’g van Dr. Hoek, ‘die
deze wijze van berekening (ofschoon niet aangegeven,

veronderstellen wij .dat
hij
deze ‘berekening in zijn
critiek op het oog zal hebben gehad) ontoelaatbaar
noernde, is zij zelfs aan den veiligen kant, omdat
daarin ook nog is verdi’sconteer’d. een ‘gedeelte van
‘het geïmporteerde voer, dat in het bedrijf der con-
sumptiemelkers wordt verbruikt.
Op ‘gron’d van ihet voorgaande zal het ‘duidelijk zijn,
dat ‘het -totaal ‘onjuist is geweest, stelling 5 ook van
toepassing -te verklaren op de ‘boter. De boventallige
‘beesten, waarvan ‘gesproken wordt, ‘bevinden zich ni. in ‘de [bedrijven der consumptiemelkers.

6. Het neerdrukken Van den veesta.pel tot op het
nivea.0 van den ,,,aangepasten veestapel’ drukt dus
tevens den kostprijs van de melk, en daarmede die
van de boter, omlaag.

Bij ‘deze stelling meenen wij te moeten opmerken,
dat men in woorden een toestand, welke men in
t’heorie wenschelijk acht, gemakkelijk kan va’stleggen:
een ,,aangepaste veestapel”, ‘d.w.z. een veestapel,
welke geheel met voedermi’ddelen,
in
het eigen be-

drijf geproduceerd, wordt ‘gevoed.

Een goede theorie ‘heeft zijn nut, maar de practij’k
is wel eens anders en stelt grenzen. Vooral in het
lan’dbouwbedrijf met zijn sterke afhankelijkheid van
de natuur is dit ‘dikwijls het geval. Overigens, voor
de industrie ‘kan men een ‘soortgelijke -theorie opzet-
ten: ,,’de grondstoffen-voorziening ‘in ei’gen ‘hand”,
doch hij hoe weinig industrieën is dit nog maar ver-

wezenlijkt?

Bovendien, men moet een theorie ook no’g goed
weten toe te passen. Door het geheele melkveehou-
dersbedrijf van Nederland ‘als één bedrijf te beschou-
ven is Dr. Hoek aan het generaliseeren gegaan, ter-
wijl, ‘blijken’s hetgeen met betrekking -tot stelling 5
gezegd is, de hier ‘bedoelde theorie in de eerste en
voornaamste plaats beteekenis heeft voor de con-
suinpt’iemelkbedrjven. De ‘doelstelling v.an Minister

Steenberghe heeft ‘blijkens de ‘bewoordingen in ‘het
begin van het artikel van Dr. Hoek [betrekking op
melk, waaruit boter ‘bereid wordt en derhalve op
industriemelk. Zoodoende meenen wij te kunnen. ver-
klaren ‘h’oe aan het slot van ‘het artikel op onjuiste
wijze’ van een ,,’duren ‘botertop” wordt gesproken.

Om te komen tot een lageren kostprijs van de melk
en de daaruit bereide pro’ducten ‘heeft •de ‘industrie-
melker zijn veestapel reeds meer ,,aa’n’gepast” ‘dan
Dr. ‘Hoek vermoedelijk weet. Dit is echter op een
andere manier ‘geschied ‘dan volgens’ de theorie van
wijlen Dr. C. Kooy, waarop het ‘betoog van Dr. Hoek
steun’t. De in’dustrienielker, die in zijn eigen ‘belang
reeds minimale hoeveelheden veevoeder bijkoopt,
heeft ‘het terecht veiliger geacht, niet ‘door ‘het ,,neèr-
drukken” van den veestapel (met vrijwel ‘zekere kans
op kostprjsverhooging) •de veestapel en ‘de beschik-
bare ‘hoeveelheid ,,binnenlan’dsch” voer ‘bij elkaar aan

te passen, maar dit -te d
o
e
n
‘door uitbreiding van ‘den
veestapel en rationeeler voedering en voederproduc-
tie. Door Dr. K’ooy c.s. wordt te veel uit het oog ver-
loren, dat men niet op één manier, maar dat men op
verschillende manieren kan aanpassen, nl. ,,vau heide kanten ieder
afzonderlijk”
en ,,van [beide kanten naar

elkaar toe”. De eenzijdige, voor ‘hem undeelige manier,
welke in ‘stelling 6 tot uitdrukking is gebracht, heeft
de in’dustriemelker ‘wijselijk niet toegepast. Boven-
dien voelt ‘hij er niets voor om ‘door beperking van
zijn productie-apparaat in ‘de kaart van de maigarine-
industrie te spelen, ondanks de ‘goede raa’dgevin’gën

van ‘die zijde.

N a s c h’r i f t. De juistheid van mijn standpunt
staat en valt met de juistheid van punt 1. en 2. Puil
3 volgt automatisch uit punt 2. Punt 4 wordt door
den heer Krediet aanvaard. Punt 5 en 6 zijn juist
voor wie punt 1 en 2 aanvaardt, onjuist voor wie ze

verwerpt.

Punt. 1. De veetellingen v66r den crisistijd kunnen
den toets der critiek niet. goed doorstaan.
Al is de wijze, waarop een telling geschiedt, niet
geheel accuraat, (in hoeverre dit voor de telling 1,930
het geval is geweest, laat ik in het midden), daarom
kan het resultaat ervan nog wel jui.st
zijn. Het bewijs
nu van de juistheid van dit resultaat is geleverd. in
,,De Land’bouwcri’sismaatregelen, ‘hunne Werkig en
Uitvoering”, Dl. 1, blz. 50751 leest men met betrek-king tot een bepaalde wijze van vaststelling van den
omvang van den veestapel, dat deze ,,heeft bestaan
in eene véôr de telling in 1933 uitgevoerde bereke-
ning omtrent den vermoedelijken omvang van den
veestapel in 1933, waarbij als vaste punten van uit-
gang zijn genomen de tellingen in 1921 en 1,930.
Welnu, deze berekening, uitgevoerd véér de telling
in 1933 gehouden werd, gaf vooi 1933 een totaal ‘aan van 2.900.000 stuks, welk
cijfer
minder dan 1 pOt.

verschilt van het later bij de telling werkelijk gevon-

den
cijfer….”
Het spreekt vanzelf, dat het tegenge-
stelde niet minder waar is. Wanneer men dus, uit-
gaand van de
wel
accurate cijfers van na de crisis,
terugrekenen zou om den omvang te vinden, die de
veestapel in 1930 gehad heeft, dan zou men merk-
waardigerwijze op ongeveer hetzelfde aantal
uitkomen, dat ook de telling aangeeft. Kan dus het juiste aantal van het aangegeven cijfer een
kléinig-

heid
verschillen, dit verschil is
niet noemenswaad.

Dat daarenboven de sterke toeneming van den
rundveestapel zich zeer speciaal in het boterproductie-
gebied heeft voorgedaan, blijkt met volkomen eker-
heid uit het in mijn oorspronkelijk artikel weerge-
geven staatje.

Punt 2
. Het uitgangspunt: de geweldige toenemiig
van den rundveestapel, valt dus niet te bestrijden.
Maar nu de veevoederproductie. Van 1921 tot 1930
had zich de melkveestapel al met 20 pOt. uitgebreid.
T-Iad nu de veevoederproductie met deze toeneming
geljken tred gehouden? Was deze werkelijk met niet
minder dan 20 pOt. van de oorspronkelijke opbrengst toegenomen? Dit den bodem te doen opbrengen vergt
heel wat meer inspanning,’ dan om een evenredig aan-
tal kalveren meer op te fokken. Geloove dus wie. het

gelooven kan. Ik neem echter voor een oogenblik aan,
dat de inspanning geschied is en het resultaat be-

25
Maart
‘1936

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

225

reikt. Meent men dan, dat dââr bovenop van
1930

tot
1935
.wéér eens 10 pOt. extra kon worden verkre-
gen? En dat door een levendige propaganda bij onze
oer-coitservatieve boerenbevolking voor werkelijk mo-
derne methoden? Dit is volslagen uitgesloten.
Alles dooreengenomen, kan er op veevoedergebied
wel iets zijn bereikt. Hoeveel? Daarover valt te dis-cussiëeren. Zooveel èchter staat vast, dat slechts een
klein deel van wat de Nederlandsche bodem méér op-
brengt voldoende is, om in de veevoederbehoefte van de méér aanwezige koeien te voorzien.
Onweerstaanbaar dringt zich de conclusie op:
de

rest
leeft
uitsluitend op geïmporteerd voer
ook en
zelfs zeer in het bijzonder in het boterproductiege-
bied. Zoo is dan het omslaan van de inkoopkosten van

de
totale
hoeveelhèid importvoer over de
totale
hoe-

veelheid melk
inderdaad
niet verantwoord en wordt
onze botertop
inderdaad
tot een extra hoogen kost-

prijs geproduceerd. . H.

MAANDCIJFERS.

OVERZiCHT VAN DEN STAND DER RIJKSMIDDELEN
Uit. Februari 1936. (in Guldens)

A.FDEELING la
Kohieren voor
den dienst
1936
1
)
Dir.
belastingen.

N
Bedragen,
.
welke zijn

Benaming der
terugge-
geven of
middelen
Totaal bedrag
andersdan
Zuiver
bedrag

0
;
a
o

wegens
betaling
0

0
opdekoh.
afgeschr.

Grondbelast. a)
4.544.275

4.544.275
1.725.755
lnkomat.bel. b)
23.733.760
375.409 23.358.351
18.788.324
Vermogensbel. c)
5.735.783
34.363
5.701.419 5.252.606
Verdedig.bel. 1
2.760.864
17.696
2.743.168
2.854.077
Bel.v.d.doodehd,
366.341

366.341 40.871

Totalen..
37.141.023 427.468 36.713.554
28.661.433
Y4
hoofdsom + 20 opcenten op de hoofdsom der ge-
bouwde eigendommen.
Hoofdsom + opcenten
3)
c) Hoofdsom + opcenten
4).

Voor de belastingen naar inkomen en vermogen be-
staan de vermelde bedragen uit 2/3 gedeelte van het .belas-tingdienstjaar 1935/1936 en
3,
gedeelte van het belasting-
dienstjaar 1934/1935.
Voor de belastingen naar inkomen en vermogen be-
staan de vermelde bedragen uit % gedeelte van het be
lastingdienstjaar 193411935 en
3/
gedeelte van het be-
lastingdieustjaar 193311934.
Ten behoeve van het belastingdienstjaar 1934/1935
werden 20, ten behoeve van het belastingdienatjaar 19351 1936 worden 60-78 opcenten geheven.
Ten behoeve van het’ belastin.gdienstjaar 1934/1935
werden 55, tea behoeve van het -belastingdienstjaar 1935/
1936 worden 75 opceaten geheven.

AFDEELING 1h
Overige
middelen.

Febr.
1936
1936

fl;

periode
¶935
Benaming der middelen
Divid.- en tantiëmebel.
791.879
1.101.852
1.035.064
Rechten, op den invoer
6.062.743
12.502.165
12.547.040
255.486
239.066
344.888
420.992
Statistiekrecht

………..128.921
Accijns op zout

………..159.555
Accijns op geslacht

. . –
482.662
881.747
879.997
Accijns op wijn
37.840
84.287
110.736
Accijns op gedisti)l.

. .
2.122.605
4.686.343 4.475.593
..
984.568 1.105.319
4.181.236
8.430.726

9.247.220
Accijns op bier

………459.240
Accijns op suiker

……
2.494.639 5.625.814
6.031.983
Accijns op tabak

…….
Bel, op gouden en zilverw.

35.913 70.908
75.851
5.021.976 8.879.276
9.198.841
Omzetbelasting

………
Couponbelasting

……..
820.045
1.279.853 1.402.683
Recht. en boeten v. zegel
1
1.378.155
2
)

3.006.108
3.416.023
Recht, en boet. v. registr.’
698.088
1.564.545
2.184.847
Recht. en boet. v. succes-
Bie, v. overgang bij over-

lijden

en

v.

sch&nking
2.544.517
5.417.131
7.523.545
Opbrengst d. loodagelden
45.429
93.315
525.637

Totale,,….
27.465.443 55.209.012
60.420.437
1)
Hieronder -begrepen wegens zegelrecht van nota’s van
makelaars en commi-ssionnairs iii effecten, en,.
f
436.053
(Biursbe1.).
2)
id. f859914.

AFDEELING II. DIENSTJAAR 1935.

Zuivere op-
brengstover het
Benaming der middelen
Bedrag van de
J:n
met de maand
Febr. 1936

Grondbelasting.
(y
4
hoofdsom
+
20 opcenten
op de hoofdsom der gebouw-
de eigendommen.)
9.870.000 10.001.170
Inkomstenbelasting
(hooidsom
+
20 opcenten)
74.200.000 i)
66.172.580
Vermogensbelasting
(hoofdsom
+
55 opcenten)
19.015.000
1)
17.168.184
8.468.386
Belasting v. d. doode hand

.
3.000.000
1.943.556
Divid.- en tantiëmebelasting.
12.000.000 10.483.410
97.500.000
89.2.39.022
1.800.000 1.639.545
2.000.000
2.057.986
6.500.000
5.667.641

Statistiekrecht

…………….

2.400.000
2)
2.114.239
Accijns

op

zout

…………….
Accijns op geslacht

…………

Accijns op ‘t gedistilleerd


31.000.000 28.387.349
10.000.000
8.446.235

Verdedigingsbel.

1

………..9.200.000

50.000.000 53.825.376 34.000.000 33.963.304

Rechten op den invoer ……..

Belast, op gouden en zilverw.

550.000
497.041 81.500.000 60.943.375

Accijns op wijn

…………..

5.184.536
Accijns

op

bier

……………
Accijns op

suiker

…………

Rechten en boeten van zegel
.
6.000.000 16.109.670

Accijns op

tabak

………….

Rechten en boeten v. registr.

11.500.000
10.531.044

Omzetbelasting

…………..
Couponhelasting

………….5.000.000

Rechten en boeten v. succes-
sie, v. overgang bij overlij-
den en v. schenking
33.000.000
34.707.931
Opbrengst der loodsgelden

2.600.000
3)
2.612.053

Totalen,
.
.’.
512.635.000 470.163.635

‘) Nader gewijzigd ingevolge
de wet van
4 Maart 1935
(Stbl.

No.

70).

2)
Id. 13 September
1935 (Stbl.
No.

548).
3)
Id. 10 October 1935 (Stbl.
No. 601).

OVERZICHT VAN DE INKOMSTEN
TEN
BATE VAN

HET WERKLOOSHEIDSSUBSIDIEFONDS.

Zuiver bedrag
Dienst 193611937
bedrag van
kohieeoe

Febr. 1936.

Grond-belasting (veertig ten hon-
10.120.000
4.543.573
Personeele belasting (tachtig ten
honderd van de hoofdsom naar
den eersten, tweeden en derden
grondslag)

………………21.750.000
258.406
Qemeen.tefoadsbel-asting

(vijf

en

derd van de hoofdsom)

……..

twintig opcenten op de hoofd-

Vermogensbelasting (twintig op-
som)

……………………14.250.000

2.100.000
-centen op de hoofdsom) ……..
Enkomstenbelasting

(tien opcen- ten op de hoofdsom)

………4.600.000

Totaal …….
52.820.000
4.801.979

INKOMSTEN TEN BATE VAN HET GEMEENTEFONDS

Dienst 193511936
uiver bedrag der ko.
Zuiver bedrag der
kohieren tot en met
renvoorden dienst
34/35 tot en met de-
IJ
e

de maand Febr. 1935
elfde maand van 1935

Gemeente.f.belast..
.
.

58.557.312 53.057.859
Tijd. opc. o. d. gem.f.b.

20.073.997
Opc. verm. t.get. v.50
4.865.512
4.988.444
Tijd.opc.o.d.verm.b.

2.993.066

INKOMSTEN TEN BATE VAN HET VERKEERSFONDS.

Febr. ’36
1936

1935

Motorrijtuigenbelasting
1.240.5321
2.600.2501
2.826.827
Rijwielbelasting

. –
17.450
32.8401
32.332

Totaal

……….
1

1.257.982
2.633.0901
2.859.159

226

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

25 Maart 1936

EMISSIES
IN
FEBRUARI
1936.

Frov. en Gemeente!. Leeningen …….
f 157.000,-
zijnde:
iTeclerland
Hennaardetadeel
f
57.000
41/4
%
obi.
Êt
100 % ……………
f
57.000
Wymbritseradeel
f
100.000
41/4
% obi. it 100 % ……….,, 100.000
Polders, Watersoh. en Pubi. Reoht.
Licihamen …………………….,,
112.000,-
zijnde
1Tederla?d
Obligatiën:
Polder ,,Vierde en vijfde Veen-
district” (in dc voormalige ge-
meenten Acug’wirdeii en Scho-
terland, Haskerlaud en Op-
sterlaud)
f
112.000 4 % obi.
it 100% …………………1.12.000

Rubber-Maatsehappijen ……………,,
180.000,-
zijnde:

e
d
e?
.l
Cfl

itand.eelen:
Zuid-Sumatra Rubber Mij.

f
180.000 aand. it 100 % ‘) ..
f
180.000

Suiker-ondernemingen ……………,,
400.000,-
zijnde:
Nederland
.atandeeien:
Ci1tuur-Mij. Tjepper”
f
400.000
aand. fi 100
%
2)
f400.000

Totaal ….
f 849.000,-
.1)
Reoht v. voorkeur 1 aan. op 8 oude aand. Ned. Amer.
Rubber Plant-Mij.
2)
Reoht
v.
voorkeur 1. bew. v. 5 aand. 01) elk der 800
oude (tot
f
1.00 af te schrijven) aatid.

Bovendien
:

disc.
reudem. basis

f
3.600.000,-
3-rnnds.
Snhatk.bilj.
iif
997,74
7
/s %
7.000.000.- 6-

.,

,,

992,94 1%
9.650.000,- 3% 1-j.

.. prom.,,,, 1.009,02
2
1
/1
, 2’j32
3.883.000,-
3i’l % 5-j ., ,, ,, 1.000,- 34 ,, 3½
Voorts werd in de afgeloopeti maand de insdhrijving
opongeste1d op een beperkt bedrag
4
% obi. Koniukrijk
België (conversie).

Emassies in 1936.
(In Guldens.)
Nieuw kapitaal:

Conversies

Obligatiën Aandeelen

Totaal
ja”. 110.209.850,-

1

110.209.850,- 2.266.700,-
Febr.

269.000
2
– 580.000,-

849.000,-

110.478.850,- 580.000,- 111.058.850,- 2T2-

ONTVÂNGEN BOEKEN.

The Home Mo,rlcet.
A handbook of S’tatistics door
Major G. Harrison en F.
C.
Mitchell en
statistical staff of the London Press Exehange
Limited”. (Londen,. George Allen & Unwin Ltd.
PriSs geib.
10/6).
Wat iuioet de fabrikant, die voor de Engel’sohe markt
wil produceeren en op deze markt wil verkoopen, weten
om een zoo gunstig mogelijk resultaat te bereiken? Dit
boek geeft hierop een zeer duidelijk antwoord. Duidelijk,
omdat ‘vrijwel alle belangrijke gegevens zijn bijeengebracht
1211
mest er naast uitgebreide gegevens betreffende de
Engelsohe bevolking en de verdeeling over de lceftijd.s-

groc’pemi en geslaehti?mi en over de versuhilleisde deelen vast
ht mud ook gogevens in vindt omtrent gezinsvornsiug
vcrdeefi
nig
in sociale klasseû, koopk macht, werkloosheid,
w’erkgelcgenheid – in de verschillende bedrijt.itakkan en be
roepen, inkomens- en vem-inogensverdeeling, besteding van
liet nationale inkomen, wekelijksche verdienste in de :’00r
naamste takken van industrie, gezi nsbudgetten, eniz. euz. lDooh eveneens duidelijk, omdat de wijze, waarop al deze
gegevens den lezer worden voorgezet, geheel is die van
syimnbolen-stautistiek, met aantrekkelijke figuren en een hel-
dere toelichting. De bronneji zij.n steeds vermeld. Iii een
‘voorwoord noemt Fu-ank Piek het boek een hulpmiddel bij
advertecreut en de iii lIet laatste hoofdstuk vem-melde ge-
gevens betreffende de Engelsche pers (regionale verdee-
ling vaul de dagelijksohe pers, de Zondagsbladen, vet-dec-I’ing over de gezinnen, kosten’vergelijki.ng) toonen dit nog
eens duidelijk aan. In een Apendix wordt tav. een der-
tigtal belangrijke onderwerpen het .belangi-ijkste eerder
verschenen statistisch materiaal vermeld: -Ook voor markt-
onderzoek ‘in andere landen dan Engeland is dit boek van
belang, omdat de 19pigClleiis, waarop hierbij gelet moet wor
dèn, zijn aangeiveze ii.

Japan in Crisis.
An Eniglishman’s impressions, door

H. Vere Redman. (Londen
1935;
Geor,ge Allen &

Unwin Ltd.,
217
pag. Prijs geib.
6/-).
Sohrijver geeft in verschillende brieven, voor een deel
iii })ngelsdhe en Jsul)ansohe bladen gepubliceerd, een in-
zioht in de Japansehe verhoudingen, speciaal van En-
gelsch standpunt bekeken. Hij wijst er nadrukkelijk op,
dat Ilij strict onpartijdig is en als hm gevraagd werd of
hij pro of contra Japan is, zou hij die vraag niet kunnen
beantwoorden. Bij de enorme politieke expansie van Japan
is vooral Engeland geïnteresseerd. De crisis heeft Enge-
land de gevolgen van de Japansohe expom-.texpansie doen
ondervinden en stappen zijn genomen om lIet nadeel hier-
wtui te beperken en rtevens om de Inogelijkhedemt vast samen-
werking tussdben beide landen 01) te spot-en. Het is daar-
om noodig, dat het En.gelsohe volk meer weet betreffende
Japan dami de meer teh.uisohe besdhrijv.imigen van de meeste
:Engclsche en Amerikaansohe auteurs geven. Dit is de
reohtvaardigiag vati dit boekje. Het noemt veel recemute
boeken over Japan.
Antilia.
Een gids door de Caribische wereld door Mr.

W. J.
van Balen. (Amsterdam z.j.; Van Holke-

ma & Tarendorf

NV.).
Het boekje iiI een bescheiden metgezel
p
reis zijn, een
gids, die den . rëiziger tracht de noodige aasuduidingemu te
geven, hoe zijn tocht naar A,i,tilia in te richten. Een
aan:trekkeiijike beschrijving met veel wctenswaarclige ge-gevens en illustraties.
1 ervelende waarheden en bevrj
.
jdende oplossingen

door Huub Raaijinaakers. (Vught z.j.; Drukkerij
Jos.
M. Krijnen. Prijs
f 0.30).
Deze brochure schildert tekortkonuiugen, waaraan ook
kathoLieken z i h hebben schuldig gemaakt, imi zoove m-re
zij tot leiding werden geroepen bij de vemzom2giisg ‘aml
volkahuiahoud’iuug en staatahu ishoud ing. Soh rijver bepleit
wijzigingen in statuut cmi program der RK. Staatspartij.
Artificial restrictions
091
consumption, And how to
remove them. The repaym.erst of Ncstiona.l dept
door Hug’h Munro. (Dingwail
1935;
George
Souter. Prijs 1/-).
Deze b roou me basclhrij ft de voo ruaaittste
00
raakem i van
gebrek, te midden van overvloed en geeft een weg aan omiu
tot verbetering te komen door reguleering vati de beste-
ding van het nationaal inkomen. Tevemis wordt uiteenge-
tet hoe de nationale schuld kan worden afgelost zonder
eest economische inziusleing te veroomaakemi cmi op het be-
lang van een comistamst prijsnivean gewezemi.

Aanvoeren in tons van 1000 kg.

Rotterdam
Amsterdam
Totaal

Artikelen
15121
Maart
Sedert
Om,ereenk.
15/21
Maart
Sedert
Overeenk.
I

6
1935
1936
1jan.
1936
tijdvak
1935
1936
1jan.
1926
tijdvak
1
935

16.515
244.291
227.333

4.361
2.827
248.652
230.160
6.386
54.676 49.348

400
281
55.076 49.629
Tarwe

……………..
Rogge

……………..
648 4.159
6.290

100

4.259
6.290
Boekweit ……………..
Maïs ……………….
7.159
189.691
192.102
2.930
39.632 31.590
229.323
223.692
8.520
69.935 88.475
100
5.635 9.680
75.570
98155
2.331
12.998
30.562

20
1.460 13.018
32.022
Lijnzaad

…………..
3.770
42.474
18.703 5.973 66.971 145.818 109.445
164.521

Geret

……………..
Haver

……………..

2.188
21.225
4.050

175
. –
21.400
4050
Lijnkoek ……………
484
5.470 4.572
95
986
1.365
6.456
5,937
Tarwemeel

………….
Andere meelsoorten ….
677
7.124
8.431
17
593
882 7.707
9.313

25 Maart 1936

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

227

STATISTIEKEN.
BANKD1SCON’LO’S.

Ned
Disc.Wissels.
24Febr.’36
Lissabon
…. 5
13Dec.’34
13k ‘Bel.Binn.Eff.
1Vrsch.inR.C.
3′
4
Febr.’36
Londen ……
2 &)
Juni’32
3
4Febr.’36
Madrid ……
5

9Juli ’35
Athene ……….
7

14Oct.’33
N.-York F.R.B.
11
1
Feb.’34
Batavia……….
4

1
Juli’35
Oslo

………
22Mei’33
Belgrado

……..
5
lFebr. ’35
Parijs

……
3k
6Feb.’36
Berlijn

……….
4 22 Sept.’32
Praag

……
.
1 Jan.’36
Boekarest ……..
4

15Dec.’34
Pretoria
….
315 Mei’33
Brussel ……….
2

16Mei’35
Rome ……..
5 9 Sept.’35
Budapest ……..
4 28 Aug.’35
Stockholm
. .
21

1Dec.’33
Calcutta

……..
3 28Nov.’35
Tokio ….
.
1.65

2 Juli’33
Dantzig……….
5

21 Oct.’35
Weenen ……
.
10Juli’35
llelsingfors ……
4

3 Dec.’34
Warschau….
5
26Oct.’33
Kopenhagen

….
322 Aug.’35
Zwits.Nat.
Bk. 2

3Mei’35

OPEN MAJtKT.

1936 1935
1934 1914

21
16(21
9(14
2(7
18(23
19(24
20124
Maart
Maart Maart
Maart Maart Maart
Juli

Amjterdam
Partic. disc.
I_1/
1

1
/
I
1
/-/,
1
12-1
116
13J,-3/
311$_8/,4
Prolong.

1
‘(,-2
1314-2
1314
S
1
214-14
Londen
Daggd.
. .
IrI
‘/,-I
iji-1
‘I,-I
1
12
-1

814_1
18142
Partic. disc.
‘7/nJ,s
119j
16

ij.

17132-91,6
9
116
6
!8
7/8.
1
51,6
41(
4
.1(
4

Bert/in
Daggeld…
211
2
31
4

2
1
(2.3
1
(4
2112-33j8
21(
2
_31(
2

331
4
.4
411511

MaandeId
3.11
4

3.11
4

3.11
4

2314-3
3’14-’18
4
1
i4-5/4

Part, disc.
3
3
3 3
3
1
1s
318
2
1
1-
1
11
Warenw.
. .
4_11
4_
1
1
4.1
12
4_11
4_11
4

4_11

York
Dageld i)
31
4

314
3(,-1
314
S
1
1
3
/4..2
1
l,
Partic.d,sc.
3/18
‘/16

/,
6
118-/14
116
5116
11

1)
Koers van 20Maart en daaraan voorafgaande weken
tim.
Vrijdag

WISSELKOERSEN.
KOERSEN IN NEDERLAND.

D
a a
New
Londen
Berlijn
Parijs
Brussel
Bafavia
York*,)
9
9
5)
1)

17 Mrt. 1936
1.46
7.26%
59.10
9.70%
24.81 100%,
18

,,

1936
1.46%
7.26%
59.15 9.70%
24.81
100%,
19

,,

1936
1.46%’
7.26%’
59.19
9.70k
24.81
100%,
20

,,

1936
1.46%
7.27
59.20
9.70%
24.82
100%,
21

,,

1936
1.46%
7.27
59.20
9.70%
24.82k
100%,
23

,,

1936
1.46%,
7.27%
59.15
9.70%
24.83k
200%,
Laagste cl.wl)
1.45%
7.25%
59.021
9.69%
24.78
100%
Hoogste d.w1)
1.46%
7.27%’
59.221
9.70%
24.84
100%,
Muntpariteit
2.4878
12.1071
59.263
9.747
34.592
100

Data
s’,d
Weenen
Praag Bo:ka-
Milaan Madrid

17 Mrt. 1936
48.00

6.101
1.10

20.12
18

,,

1936
47.99

6.101
1.10

20.12
19

,,

1936
47.97

6.1%
1.10

20.14
20

,,

1936
47.99

6.10k
1.10

20.11
21

1936
47.99

6.10
1.10
– –
23

,,

1936
48.01

6.10
1.10

20.10
Laagste d.w’)
47.95
6.08
1.05
11.75
20.04
Hoogste d.w
1
)1
48.05 27.75
8.13
1.15
11.85
20.20
Muntpariteit
1
48.003
35.007
7.371 1.488
13.0941
48.52

D ata
Stock-
Kopen-

slo

)
He1
ung
Buenos-
Mon-
holm
9
hagen)
Aires’)
treal’)

17 Mrt. 1936
37.44
32.45
36.50
3.20 40%
1.4611
18

,,

1936
37.44
32.45
36.50 3.20 40%
1.46
19

,,

1936
37.44
32.45
36.44
3.20 40%
1.46
20

,,

1936
37.50
32•1
36.55
3.20 40%
1.46
1
4
21

,,

1936
37.44
32.50
36.55
3.20 40%
1.46%
23

,,

1936
37.521
32.50
36.54
3.20
40%
1.46%
Laagste d.w’)
37.321
32.30 36.35
3.14
39%
1.45%
Hoogste d.w1)
37.60
32.54
36.65 3.221 40%
1.46%
Muntpariteit
66.671
66.6711
66.671 6.266 95%
2.4878
5) Noteering te Amsterdam.
*5)
Not, te Rotterdam.
1)
Part, opgave.
In ‘t Iste of Zde No. van ieder maand komt een overzicht
voor van een aantal niet wekelijks opgenomen wisselkoersen.

KOERSEN TE NEW YORK. (Cable).

D a a
Londen
(3
per
£)
Parijs
(3 P. 100
Ir.) Berlijn
(S
p. 100 Mk.)
Amsterdam
(3 p. 100
gld.)

17 Mrt.

19361
4,97% 6,64%
40,50
1

68,48
18

1936
4,97%
6,64%
40,50
68,45
19

1936 4,97%’,
6,63% 40,50
68,37
20

1936
4,96%
6,62%
40,48 68,25
21

1936
4,96
6,61%
40,42%
68,23
23

1936
4,96
6,61%
40,39
68,21

25 Mrt.

1935
4,78%
6,59%
40,17 67,58
Muntpariteit..
4,86
3,90%
23.81%
3094′,

KOERSEN TE LÔNDEN.

Plaatsen en
Landen
1Noteerings-1
1eenheden

1
7
Mrt.
1936
1
14
Mrt.
1936
16121
Mrt.
’36
LaagsteHoogste
21
Mrt.
1936

Alexandrië..
Piast.
p.0

97%
97%
1 97%
97%
97%
Athene

.
.. .
Dr. p.£
517
517 517
517
517
Bangkok
….
Sh. p. tical
1110,
6
,
1110,
1110 A
1/10
6
,
1110
5

Budapest

..
Pen. p. £
16%
10%
16% 16%
16%
BuenosAires’
p.pesop.
18.04
18.05 18.00 18.10
18.05
Calcutta
. . . .
Sh.
p.
rup.
1163/
8

1/6%
1/631

116
5
1
2

1/6%
Constantin.
.
Piast.p.0
615
616 616 616 616
Hongkong
..
Sh.
p. $
1/3%
1/3%
1/3%
114
1/3%
Sh. p.
yen
1/2
111
31
1
82

111
1
%
6

112
111
31
1
32

Kobe

…….
Lissabon….
Escu. p. £
110% 110%
109%
110%
110%
Mexico

. .. .
$per
18
18
17%’
18%
18
Montevideo
2)

d. per
£
22%
23
22%
23% 22%
Montreal

..
$
per £
4.98%
4.96%
4.9634
4.98
4.97%
Riod.Janeir03
d. per Mii.
2% 2%
2%
2%
25
3

Shanghai

..
Sh. p. $
112%
11234
1/2%
1/2%
1
1
2%
Singapore
. .
id.
p. $
2/4% 2/4%
2
1
1
4
214%
214%
Valparaiso4).
$per
130
131
131
132
132
Warschau
.
Zi. p. £
26%,
26%,
26%
26% 26%
5)
Offic. not, 15 laten, gem. not,, welke importeurs hebben te betalen,
27 Febr. 17.02.

2)
Offic.

not. 7 Mrt. 3912;

17 Mrt. 39
9
/16;

20
Mrt. 39
1
12.
3) Id.
II
Mrt. ’35 4
1
1.
4
)90 dg. Vanaf 28 Aug. laatste .export”
noteering.
ZILVERPRIJS

GOUDPRIJS’)
Londen’)
N.Yorkl)
Londen
17
Mrt.

1936.,

19%
44%

17 Mrt. 1936,,,.
14110k
18

,,

1936.

19%
44%

18

,,

1936….
14111
19

,,

1936..

19%
44%

19

,,

1936…,
1411_
20

,,

1936,.

1918
16
44%

20

,,

1936,…
140111
21

,,

1936..

19%

21

,,

1936….
140111
23

,,

1936,,

19
1
3/„,
44%

23

,,

1936…,
140111
25 Mrt, 1935.. 27%
60

25 Mrt. 1935,,..
14514
27 Juli

1914,.

24
1
,
5

1

6

159

27

Juli

1914….
84110%
1)
in pence p.oz.stand.
2)
Foreign silver in
$c. p. oz.
line.
8)
in sh.
p.oz.
line
STAND VAN

s RIJKS KAS.
V o roeringe n.

(

7_Mrt._1936 1 14 Mrt. 1936
Saldo van ‘s Rijks Schatkist bij De Ne-
derlandsche Bank ……………….
1
55.487.875,67
f
57.971.828,55
Saldo b. d. Bank voor Ned. Gemeenten ,, 112.659,48 271.850,48
Voorschotten Op ultimo Februari 1936
a/d. gemeent. verstr. op a. haar uit te
keeren hoofds. der pers. bel., aand. in
de hoofds. der grondbel. en dergem.
fondsbel., alsmede opc. op die belas-

tingen en op devermogensbelasting

2.140803,24
Voorschotten aan Ned.-lndië ……….,, 135.921.265,98 ,, 136.463.02833
Idem aan Suriname ………………
.,, 14.114.934,73

,, 14.115.801,42
Idem aan Curaçao ………………….-


Kasvord.weg. credietverst. a/h. buitenl ,,
. .17.911.484,85 ,, 117.964.844,39
Daggeldieeningen tegen onderpand

4.000.000,- • 2.000.000,-
Saldo der postrek.v.Rijkscomptabelen , 34.740.171,24 ,, 28.811.431,12
Vord. op het Alg.Burg. Pensioenfonds’)


Vord. op andere Staatsbedrijven’)

28.520.518,12

26.102.532,27
Verstr, ten laste der Rijksbegr. kasgeld-
leeningen aan gemeenten (saldo)…36.773.396,24 ,,36.773.396,24
Verolichtineen

1
voorscnos aoor 5.2e INeci. óanK ingev.
art.

16 van haar ‘octrooi verstrekt
– –
Schatkistbiljetten in Omloop ………
f439.103.000,-
/
433.753,000.-
Schatkistpromessen in omloop
.. ….
106.190.000,- 104.990.000,-
w.v.
rechtstr. bij De Ned. Bank gepl..


Zilverbons in omloop
…………….

1.185.482,50
Schuld
op
uit. Februari 1936 aan de

..

gem. weg. a.
Ii.
uit te keeren hoofds. d.

..,,

1.186.139,-

pers. bel., aand.
t.
d. hoofds. d. grondb.
e. d. gem. fondsb. aism.
opc. op
dle
bel, en
op
de vermogensbelasting
..
1.006.961,84

,,

677.364,36
,,

792.348,33
Schuld aan Curaçao’)
……………..
Schuld aan het Alg. Burg. Pensioenf.’)
Id. a. h. Staatsbedr. der
P.T.
en
T.’) …
,,

187.242,85
,,

76.257.947,75
9.888,–

65.311.182,30
Id. aan diverse inste1linen
1)
………
..82.933.066,51
82.913.466,51
‘)
In rekg.-crt. met
‘s
Rijks Schatkist. NEDERLANDSCH.INDISCHE
VLOTTENDE
SCHULD.
/

14 Mrt. 1936
1

21 Mrt. 1936

Saldo Javasche Bank
.
…………….


Saldo b. d. Postchèque- en Girodienst
/

502.000,-
/
443.000,-
Verplichtingen:

……

Voorschot’s
Rijks
kas e. a. Rijksinstell.
,,
l36463.000,
,,
131.361.000,
Schatkistpromeasen in
omloop …….
..1.500.000,-
1.500.000,-
3.000.000,- 3.000.000,-
Schuld aan het Ned.-lnd. Muntfonds.
1.039.000,-
1.054.000,-
Schatkistbiljetten in Omloop
………..

Idem aan de Ned.-Ind. Postspaarbank.
1.569.000,-
,
1.314.000.-
Belegde kasmiddelen Zeifbesturen…..
680.000,-
680.000,-
Voorschot van de Javasche Bank

648.000,-
,
2.280.000,-
1
)
Betaalmiddelen in
‘s
Lands Kas
f
54.548.000,-
CURAÇAOSCHE BANK.
Voornaamste posten in duIzenden guldens.

Circa-
1

Voor-
1
schotten
Dis-
Diverse Diverse
Data
Metaal
latie
aan de
conto’s
reke-

1

reke-
_________________
1
kolonie
ningeni
ningen’

1
Februari

1936
4.600 4.308
97
46
643
82
1
januari

1936
4.622
4.331
170
46
585
95
1
December 1935
4.619
4.335
156 47
613
103
1Novemb.

1935
4.636 4.318
138
47
602
111

1
Februari

1935
4.503
4.583
156
77
613
176
) Sluitp. der activa. ‘)Sluitp. der passiva.

STATISTISCH OVERZICH

GRANEN EN ZADEN
TTJINBOUWARTIKELEN
VLEESCH

TARWE
g

a
R000E
MAIS
g
LIJNZAAD
WITTE
KOOL
UIEN ROODE
KOOL
A°KNS-
VLEESCH
a a
OCO
74 kg Bahia
Blanca loco
La Plata
loco
.flUSSISC
e
L. Plata
loco
le kwal.
1-5 pond
gewoon
per 100 kg
le kwal.
1-5 pond
(versch)
(versch)
Rollerda
A

od
R’damIA’dam
R’darn/A’dam
co
A?d

Rotter-
R’dam(A’dam
per 100kg
Broek op
per 100 kg
per 100 kg
per 100 kg
per
Io)
per 100 kg.
per 2000 kg.
per 1960 kg.
Broek
Langendijk

L!k
Rotterdam
Rotterdam
Lk

f1.
°Io
f1
01
f1
010
f1.
01
f1
0
10
f1
%
1)
01
f4
‘to
f1
01
f1
1925
17.20
100,0
13,075
100,0
231,50
100,0
236,00
100,0
462,50
100,0


1926
15,90
92,4
11,75
89,9
174,25
75,3
196,75
83,4
360,50



1927
14,75
85,8
12,475
95,4
176,00
76,0
237,00
100,4
362,50
78,4










1928
13,475
78,3
13,15 100,6
226,00 97,7
228,50
96,8
363,00
78,5 4,55
100,0
13,25
100,0
17,23 100,0
93,-
100,-
77,50
100,-
1929
12,25
71,2
10,87
5

83,2
204,00
88,1
179,75
76,2
419,25
90,6 7,38
162,4
11,78
88,9
9,10 52,8
96,40
103,7
93,12
5

120,2
1930
9,676
56,3
6,225
47,6
136,75
59,1
111,75
47,4
356,00
77,0
2,05
45,1
2,14
16,2
5,77
33,2
108,-
116,1
72,90
94,1
1931
5,55 32,3
4,55
34,8
84,50
36,5
107,25
45,4
187,00
40,4
3,06
67,3
1,94
14,6
6,96 40,4
88,-
.94,6
48,-
61,9
1932
5,225 30,4
4,62
5

35,4
77,25
33,4
100,75
42,7
137,00
29,6
1,49.
32,8 8,07
60,9
1,84
10,7
61,-
65,6 37,50
48,4
1933
5,02
5

29,2
3,55 27,2
68,50
29,6 70,00
30,0
148,00
32,0
0,82
18,0
2,30
17,4
2,60
15,1
52,-
55,9 49,50 63,9
1934
3,67
5

21,4
3,325
25,4
70,75
30,6
75,75
32,1
142,50
30,8
3,23
71,0
1.89
14,3
3,04
17,6
61,50
66,1
46,65
60,2
1935
4,125
24,0
3,075
23,5
61,25
26,5
68,00
28,8
131,75
28,5
2,21
48,6

77,9
——————–

2,58
19,5
5,25
30,5
48,12′
51,7
51,62
5

66,6

Jan.

1934
4,75
27,6
3,10
23,7
65,25
28,2
58,00
24,6
144,25
31,2 3,65 80,2
2,36)
17,4
3,08
17,9
62,50 67,2 53,75
69,4
Febr.,,
3,40
19,8
2,776
21,2
65,25
28,2
58,50
24,8
133,00
28,8
3,97
87,3
1,63 12,3
3,12
18,1
63,-
67,7
53,50
69,0
Maart

,,
3,25
18,9
2,72
5

20,8
70,75
30,6
58,75
24,9
132,00
28,5
5,99
131,6 1,23
9,3
4,24
24,6
61,75
66,4
50,50 65,2
April

,,
3,20
18,6
2,70
20,7
70,50
30,5
56,75 24,0
136,50
29,5
63,50 68,3 49,125
63,4
Mei
3,32
6

19,2
2,876
21,9
62,00
26,8
63,00
26,7
154,50
33,4
65,75

70,7
47,50 61,3
Juni

,,
3,676
21,4
3,175
24,3
65,00
28,1
74,75
31,7
156,50
33,8

————————–

63,25
68,0
43,75
56,5
juli
3,80
22,1
3,30
25,3
71,50
30,9
78,75
33,4
151,25
32,7
.
63,-
67,7
44,62
5

57,6
Aug.
4,37
25,4
4,275
32,7
83,25
36,0
93,50 39,6
159,25
34,4 63,95
68,8
43,30
55,9
Sept.
4,-
23,3 4,15
31,7
77,25
33,4
93,25
39,5
145,50
31,5 63,55 68,3 42,626
55,0
Oct.

,,
3,50
20,3 3,70
28,3 69,50
30,0
93,50 39,6
135,25
29,2
60,70 65,3 42,12
5

54,4
Nov.
3,50
20,3 3,45
26,4
71,25
30,8
89,25
37,8
127,75
27,6
1,28 28,1
2,25
17,0
53,75
57,8
44,50
57,4
Dec.

,,
3,45
20,1
3,55
27,2 76,25
32,9
91,00
38,6
134,00
29,0
1,26
27,7
2,03
15,3 1,73 10,0
53,15
57,2
44,65
57,6

Jan.

1935
3,30.
19,2
3,525
27,0
74,25
32,1
89,25
37,8
137,25
29,7
1,13
24,8
2,59
19,5
2,89
16,8
53,62
5

57,7
45,62′
58,9
Febr.
3,20
18,6
3,375
25,8
68,00
29,4
71,25
30,2
124,25
26.9
0,91
20,0 2,14
16,2
4,26
24,7
51,90 55,8
47,55
61,4
Maart
3,20
18,6
3,07
5

23,5
67.75 29,3 64,00
27,1
120,50
26,1
0,88
19,3
2,92 22,0
7,69
44,6
51,40
55,3
51,20
66,1
April


4,07
5

23,7
2,95 22,6
70,75
30,6
66,75
28,0
125,00
27,0
51,925
55,8
50,25
64,8
Mei
4,05
23,5 2,90 22,2
59,90
25,9
67,25
28,5
125,50
27,1















50,80
54,6
48,50
.
62,6
Juni


4,02
23,4 2,90 22,2
57,50
24,8
75,00
31,8
124,25
26,9

—————–



—-


—–


48,-
51,6
46,12
5

59,5
Juli
3,92′
22,8 2,55
19,5
54,50
23,5
66,75
28,3
124,50

———–


—-

—-




48,-.
51,6
47,376
61,1
Aug.
4,25
24,7
2,625
20,1
55,25
23,9
64,50
27,3
132,25







—-













—-




44,80
48,2
52,55
67,8
Sept.
4,75 27,6
3,-
22,9
55,75
24,1
64,50
27,3
139,50
43,37
S
46,6
56,62
6

73,1
Oct.
4,95 28,8 3,35 25,6
57,75
24,9 64,75
27,4
142,75
46,075
49,5
64,62
5

83,4
Nov.
4,65 27,0 3,20
24,5
55,00
23,8 59,75
25,3
137,75
29,8
3,83
84,2
2,65
20,0
42,75
46,0
56,85
73,4
Dec.
5,15 29,9 3,40
26,0
56,75
24,5
60,75
25,7
146,50
31,7 4,32
94,9
2,59














——


















19,5
6,17
35,8
44,75
48,1
52,25
67,4

Jan.

1936
5,45
31,7
3,525
27,0
56,00
24,2
63,50
27,0
153,50
33,1
4,47
98,2

26,9 ——








28,6 —-










30,2 —-








2,26
17,1
6,41
37,2
44,-
47,3
50,87
5

65,6
Febr.


5,220 30,4
3,40
26,0
55,25 23,9
64,50
27,3
152,50
33,0
4,50 .98,9

30,9 —–







2.59
19,5
7,43
43,1
43,775

47,1
48,25 62,3
2 Maart


5,20
30,2 3,45
26,4
55,50
24,0
67,50
28,6
151,50
32,8
5,52
121.3
2,74.
20,7
8,16
47,4
45,_5

48,4
48,-5)
61,9
9

,,
5,25
30,5 3,475
26,6
57,07 24,6 68,50
29,0
150,00
32,4
7,13
156,7
3,13 23,6
9,94
57,7
45,_6

48,4
47,25
6
)
61,0
[6

,

.
5,30
30,8
3,52
5

27,0
61,00
26,3
71,50
30,3
149,50
32,3
7,15
157,1
3,80
28,7
9,20 53,4
47,__7
50,5
46,-
7
)
59,2
5,20
30,2
3,50
26,8
61,00 26,3
71,00
30,1
149,00
32,2
‘)Men zie voor de toelichting op dezen staat de nos. van 8, 15 Aug. 1928, 25 Febr. 1931 en 15 Febr. 1933. ) Tot Jan. 1931 Hard Winter No.2. van Jan. 1931 tc
16 Dec. 1929 tot 26 Mei 1930 7415 kg Hongaarsche vanaf 26 Mei 1930 tot 23 Mei 1932 74 kg Zuid-Rusaische; van 23 Mei 1932 tot 2 Oct. 1933 No. 2 Canada.
4)
Tc
Van 19 Sept. ’32 tot 24Juli’33 62163kg Z.-Russ. Van 24Juli ’33-7 Oct. ‘3564/65 kg La Plata.
6)
7 Mrt.
0
)14 Mrt.
7
)21 Mrt.
8)
5 Mrt.
9
)12 Mrt.
10)
19 Mrt. 11)6 Mrt.
12)
13 Mr

Vervolg STATISTISCH OVERZICH

MINERALEN TEXTIELGOEDEREN

-__
DIVERSEN


STEENKOLEN
Westfaalschel
PETROLEyM
BENZINE KATOEN
WOL
WOL
gekamde
KOE-
KALK-
Hollandsche
Mid. Contin.
Crude
Gulf exp
.
__________
gekarn
0
Australische,
HUIDEN
SALPETER
Middling
locoprijzen
F. G. F.
Sakella-
G. F. No.
bunkerkolen,
onezeefd f.o.b.
33 t/m
64166
0

$cts. per
Me.?kv


1

rd’
CrossbredColo-
nial Carded,
Gaaf, open
kop
GId. per
100 kg
R dam(A’dam
per 1000 kg.
S.
g.
per barrel
U.S. gallon
New-York
rides
jOmra
Liverpool
e

1h °
J7

r

.
50’s Av. loco
Bradford
57-61 pnd.
netto
per Ib.
Liverpool
per Ib.

1925
f1.
10,80 0
10
100,0
$
1.68
0
/s
100,0
$cts.
14,86
‘s/s
100,-
$ cts.
23,25
Olo
100,0
pence
29,27
5/
100,-
pence
9,35
s/s
1100,-
pence
55,00
5
10
100,0
pence
29,50
5
10
100,0
fi.
34,70
0
10
100,0
f1.
12,-
°lo
100,0
1926
17,90
165,7
1.89
112,5 13,65
91,9
17,55
75,5
16,24
55,5 6,30
67,4 47,25
85,9
24,75 83,9
28,46
82,0
11,61
96,8
1927
11,25 104,2
1.30.
77,4
14,86
100,-
17,50
75,3
16,78
57,3
7,27
77,8 48,50
88,2
26,50
89,8
40,43
116,5
11,48
95,7
1928
10,10
93,5
1.20
71,4 9,98 67,2
20,00
86,0
19,21
65,6
7,51
80,4 51,50
93,6
30,50
103,4
47,58
137,1
11,48
95,7
1929
11,40 105,6 1.23
73,2
10,-
67,3
19,15
82,4
17,05
58,2
6,59
70,5
39,-
70,9
25,2
85,6
32,25
92,9
10,60
88,3
1930
11,35
105,1
1.12
66,7 8,77
59,0
13,55
58,3
12,-
41,0
3,92 41,9
26,75
48,6
16,25
55,1
25,36
73,1
9,84
82,0
1931
10,05
93,1
0.58 34,5
5,04
33,9
8,60
37,0 7,33 25,0
3,08
33,0 21,50
39,1
12,00
40,7
18,65
53,7
8,61
71,8
1932
8,00
74,1
0.81
48,2
4,50
30,3
6,45
27,7
5,21
17,8
3,11
33,3
16,00
29,1
8,50
28,8
11,15
32,1
6,15 51,3
1933
7,00
64,8
0.45 26,8
3,61
24,3
6,75 29,0
5,13
17,5
2,78
29,7
19,25
35,0
9,50
32,2
13,26
38,2
6,18
51,5
1934
6,20
57,4
0.63
37,5 2,88
19,4
7,35 31,6
5,32
18,2
2,68
28,7
19,25
35,0
10,25
34,7
12,07
34,8
6,11
50,9
1935
6,05
5,60
0.625.
37,2 3,02 20,3 7,05
30,3 5,16
17,6
2,96
31,7
16,75
30,5 8,50
28,8
12,54
36,1
5,89
49,1

Jan.

1934
6,65
61,6
0.66 39,3
3,74 25,2 7,10 30,5 5,47
18,7
2,59
27,7
27,00
49,1
1475
50,0
13,
37,5 6,15 51,3
Febr.
6,30
58,3
0.64.
38,1
3,25
21,9
7,50
32,3
5,64
19,3
2,68
28,7
23,75
43,2

12,75
43,2
13,-
37,5
6,20
51,7
Maart
6,25
57,9
0.63 37,5
3,05
20,5
7,40
31,8
5,50
18,8
2,76 29,5
23,25
42,3
11,75
39,8
12,50
36,0 6,25
52,1
April
6,30
58,3
0.62 36,9
2,79
6

18,8
6,95
29,9
5,37
18,3
2,50
26,7
23,00
41,8
11,50
39,0
12,-
34,6 6,30 52,6
Mei
6,25
57,9
0.62
36,9
2,88
19,4
6,80
29,2
5,20
17,8
2,48 26,5
21,00
38,2
10,50
35,6
11,88
34,2
6,30
52,6
Juni
6,15
56,9
0.62 36,9
2,83
19,0
7,15 30,8
5,23
17,9
2,77 29,6
19,00
34.5
9,50
32,2
11,50
33,1
6,30
52,6
Juli
6,15
56,9
0.62
36,9
2,68
18,0
7,55 32,5
5,22
17,8
2,83 30,3
17,00
30,9
9,00
30,5
11,50
33,1
6,30 52,6
Aug.

,,
6,15 56,9 0.62 36,9
2,68
18,0
7,85
34,0
5,32
. 18,2
2,85 30,5
16,00
29,1
8,50
28,8
11,75
33,9
5,80
48,3
Sept.
6,00
55,6
0.62
36,9
2,74
18,4
7,70
33,1
5,06
17,3 2,71
29,0
15,00
27,3
8,50
28,8
12,
• 34,6
5,85
48,8
Oct.


6,00
55,6
0.62
36,9
2,60
17,5
7,40
31,8
4,93
16,8
2,57 27,5
15,00
27,3
8,50
28,8
12,50
36,0
5,90
49,2
Nov.
6,10 56,5 0.62
36,9 2,53
17,0
7,40 31,8
5,42
18,5
2,67
28,6
15,00
27,3
8,75
29,7
12,
34,6
5,95
49,6
Dec.


6,05 56,0
.0.62
36,9 2,76
18,6
7,50
32,3 5,43
18,6
2,77
29,6
14,50
26,4
8,50
28,8
1 1, 25
32,4
6,05
50,4

Jan.

1935
6,05
56,0
0.626
. 37,2
2,975 20,0
7,55
32,5 5,38
18,4
2,99
32,0
14,75
26,8
8,25
28,0

1
0,75
31,0
6,15
51,3
Febr.

6,05
56,0
0.62
5

37,2
2,75
18,5
7,50
32,3
5,24
17,9
3,-
32,1
14,00
25,5 7,75 26,3
10,50
30,3
6,20
51,7
Maart
5,90
54,6
0.62
36,9
2,74
18,4
6,80
29,2
4,85
16,6
2,79 29,8
13,75
25,0 7,50
25,4
10,25
29,5 6,25
52,1
April

,,
6,00 55,6
0.63
37,5 2,99
20,1
7,05
30,3
4,89
16,7
2,89
30,9
14,75
26,8
.

8,00
27,1
10,75
31,0
6,30
52,6
Mei
6,05 56,0
0.62
36,9 2,97
5

20,0
7,30
31,4
4,96
16,9
3,07
32,8
16,00
29,1
8,50 28,8
11,75
33,9
6,30 52,6
Juni

6,05
56,0
0.62
36,9 3,15
21,2
7,-
30,1
4,82
16,5
2,98
31,9
16,75
30,5
8,50 28,8
12,-
34,6
6,30
52,6
Juli
6,05
56,0
0.62
36,9
3,115
21,0 7,25
31,2
4,82
16,5
3,08
32,9
18,25
33,2 9,00
30,5
11,75
33,9
5,40
45,0
Aug.

6,15
56,9
0.62
36,9
3,08
20,7
6,80
29,2
4,91
16,8
2,83
30,3
18,25
33,2 9,25
31,4
12,-
34,6 5,40
45,0
Sept.
6,10
56,5
0.626
37,2 2,85
19,2
6,40 27,5
4,95
16,9
2,63
28,1
18,25
33,2 8,75 29,7
14,50
41,8
5,50 45,8
Oct.

6,05
56,0 0.62
6

37,2
3.-
20,2
6,70 28,8
5,30
18,1
2,96
31,7
18,50
33,6 8,75
29,7
16,-
46.1
5,55 46,3
Nov.

»
6,05
56,0
0.62
36,9
3,17
21,3
7,05
30,3
5,90
20,2
3,16
33,8
18,75
34,1
9,00 30,5
16,-
46,1
5,60 46,7
Dec.
6,05
56,0 0.62 36,9 3,39
22,8
7,05
30,3
5,91
20,2
3,15
33,7
18,50
33,6
8,75
29,7
14,25
41,1
5,70
47,5

Jan.

1936
6,15
56,9
0.615
36,6 3,39
22,8
7,05
30,3 5,82
19,9 2,91 31,1
19,25
35,0
9,00
30,5
15,

43,2
5,80
48,3
Febr.


6,15
56,9
0.61
36,3
3,45
23,2
6,80
29,2 5,49
18,8
2,74
29,3
19,25
35,0
9,25
31,4
15,-
43,2
5,85
48,8
2 Maart

»
6,15 56,9 0.605
36,0
3,472)

23,4 6,55
28,2 5,40
5
)
18,4
2,71
5
)
29,0
19,75
8
)
35,9
950
8
)
32,2
14,25″
41,1
5,90
49,2
9

6,15
56,9
0.61
5

36,6
3473)

23,4
6,70
28,8
5,736)
19,6
2,850)
30,5
19,75
0
)
35,9

9,50
9
)
32,2 5,90 49,2
6

,,
6,15
56,9
0.61
6

36,6
3,474)

23,4
6,75

.
29,0
5,56
7
)
19,0
2,78
7
)
29,7
19,7510)
35,9
9,50
10
)
32,2 5,90 49,2
3

,,
6,15
56,9 0.616
36,6
6,75
29,0

5,90 49.2
1)
Jaar- en niaandgem. afger. op l/8 pence
2)
7 Mrt.
3
)14 Mrt.
4)
21 Mrt.
5)
4 Mrt. 0)11 Mrt.
7
)18 Mrt.
8)
5 Mrt.
0
)12 Mrt.
10)
19 Mrt.
11)
17 Mrt.
12)
10 Mrt.

‘AN CR0 OTHANDELSPRIJZEN
1)

ZUIVEL EN EIEREN
METALEN

BOTER
BOTER

p. kg

KAAS
Eorer
EIEREN KOPER
LOOD
TIN
IJZER
Cleveland
GIETERIJ-
ZINK
GOUD
ZILVER
per

g
Leeuwar-
Heffin g
maar
Fabrieks-
em. no .
Elermijn
an aar
Locoprijzen
ri

n
oodJe
1J3
ndr
I’ZE

IU

III) p.
Locoprijzen Londen cash Londen
cas
Londen per
derComm.
Crisi
ZuiveL kaas Roermond
Londen

0

e

per

g.

0
0

e

per
ng. on
?

.1dI
°•
h

es.
Eng. t.f.o.b.
per
per o
unce

Standard Noteering
Centr

kI. m/merk
p. 100 St.
per Eng. ton
E
p r

ng.
Antwerpen
Eng. ton
line
Ounce
persokg.

f1.
01
II.
f1.
%
f1.
0
10
£
Olo
£
°/o
£
010
Sh.
01
0

sh.
0
10
£
‘to
sh.
°Io
pence
0(
Q

1925
2,31
100,0

56,-
100,0
9,18
100,0 62.116
100,0
36.816
100,0
261.171-
100,0 731-
100,0
671-
100,-
36.316
100,-
85(6
100,-
32
1
/
8 100,0
1926
1,98
85,7

43,15
77,1
8,15
88,8
58.11-
93,5
31.116
85,3
290.1716
111,1
8616
118,5
6818
102,5 34.216
94,3
851-
99,5
28
11
/i
89,3
1927
2,03
87,9

43,30 77,3
7,96
86,7
55.141-
89,7 24.41-
66,4
290.4!-
110,8
731-
100,0
64(6
96,3
2810f-
78,8
851-
99,5
26
3
1
83,3
1928
2,11
91,3

48,05
85,8 7,99
87,0
63.161-
102,8
21.11-
57,8
227.51-
86,8
661-
90,4
62/8
93,5
1 02, 6
25.5/6
69,9
851-
99,5
26
0
1j
81,1
1929
2,05
88,7

45,40
81,1 8,11
88,3
75.14/-
121,9
23.51-
63,8
203.1516
77,8
7016
96,6
68/9
24.1716
68,8
851-
995
24
7
15
76,2
1930
1,66
71,9

38,45
68,7
6,72
73,2
54.131-
88,0
18.1(6
49,6
142.51-
54,3
671-
91,8
59/6
88,8
16171-
46,6
851-
95
17
13
/i
55,4
1931
1,34
58,0

31,30
56,9
5,35
58,3
36.51-
58,4
12.11- 33,1
110.11-
42,0
551-
75,3
47/6
70,9
11.1016
31,9
9216
108,2
13
3
19
41,6
1932
0,94
40,7

22,70 40,5
4,14
45,1
22.171-
36,8 8.121-
23,6
97.21-
37,1
421-
57,5
371-
55,2
9.16i-
27,1
29,4
118/-
138,0
127/s
40,1
1933
0,61
26,4
0,96
20,20
36,1
3,71
40,4
22.216
35.6
7.1716
21,6
131.181-
50,4
411-
56,2
351-
52,2
10.12/6
12417/4
145,8
12
3
18
385
1934
0,45
19,5
1,-
18,70
33,4
3,45
37,6
18.1416
30,2 6.1516
18,6 141.1916
54,2
401- 54,8
3317
50,11
8.91-
23,4
13717
3
1
4

161,0
1311
16

40,7
1935
0,49
21,2
0,99
14,85
26,5
3,20
34,9
19.116
30,7
8.1116
23,5
134.1616
51,5
3916
54,1
33(8
50,2
8.101- 23,5
14212
166,3
1711116
55,1

Jan.’34
0,50 21,6
1,-
20,40
36,4
5,05
55,0 21.71-
34,4
7.71-
20,2
148.31-
56,8
3916
54,1
361-
53,7
9.121-
26,5
12916
151,5
12
3
14
39,7
Feb. •
0,47
20,3
1,-
21,55
38,5
3,68
40,1
20.916
33,0
7.4!-
19,8
140.131-
53,7
3916
54,1
36/5
54,4
9.-16
24,9
137/1
160,3
12
0
/a
38,9
Mrt. ,,
0,44
19,0
1,-
19,90
35,5
2,71
29,5
20.31-
32,5
7.316
19,7
144.1516
55,3
4016
55,5
3513
52,6
9.21-
25,2
13618
159,8
12
5
8
39,3
Apr. ,,
0,42
.18,2
1,-
17,20
30,7
2,72
29,6
20.14/6
33,4
7.4/6
19,8
150.1016
57,5
4116
56,8
34/2
51,0
9.716
25,9
135114
158,0
12
7
16
38,7
Mei

,,
0,41
17,7
1,-
16,05
28,7
2,54
27,7
20.41-
32,5
6.1616
18,7
144.19/6
55,4
4016
55,5
3219
48,9
9.21-
25,2
13613
159,4
12
1
/i6
37,5
Juni
0,41 17,7
1,-
19,40
34,6
2,74′
29,9
19.18/6
32,1
6.141-
18,4
140.11-
53,5
40/6
55,5
3119
47,4 8.161-
24,3
13718*
161,1
12
114
38,1
)uIi

,
0,40
17,3
1,-
21,50
38,4
2,81
30,6
18.111-
29,9
6.1416
18,5
142.91-
54,0
4016
55,5
3214
48,2
8.61-
22,9
137111
161,4
12
314
39,7
Aug.,,
0,43
18,6
1,-
20,90
37,3
3,32
1

36,2
17.61-
27,9
6.14/-
18,4 139.716
53,2
401-
54,8
3216
48,5
8.716
23,2
13816
162,0
13
40,5
Sept..
0,43
18,6
1,-
18,12
6

32,4
3,31 36,1
16.101-
26,6
6.516
17,2
137.171-
52,6
3916 54,1 3216
48,5
7.17/-
21,7
1411-
164,9
131/8

40,9
Oct.
0,43
18,6
1,-
17,37
6

31,0 3,95
43,0
16.3/-
26,0
6.61-
17,3
137.19/6
52,7
39/6
54,1
32(6 48,5
7.7/-
20,3
141/10
165,9
14
43,6
Nov. •
0,47
20,3
1,-
17,-
30,4
4,526
49,3
16.1116
26,7
6.81-
17,6
139.81-
53,2
401-
54,8
3216
48,5
7.716 20,4
13916*
163,2
1471s

46,3
Dec. •
0,54 23,4 0,95
15,12
5

27,0 4,07
44,3
16.161-
27,1 6.61- 17,3
137.816
52,5
3916
54,1
3411
50,9
7.416
20,0
14016*
164,4
14116

45,7

Jan.’35
0,58
25,1
0,90
14,95
26,7
3,125
34,0
16.191-
27,3
6.5/-
17,2
138.11/- 52,9
39/6
54,1
3416
51,5
7.6(6
20,4
141/101 165,9
14
8
14
45,9
Feb. ,,
0,52
22,5
0,95
14,376
25,7 3,20 34,9
16.41-
26,1
6.41-
17,0 136.81-
52,1
3916
54,1
3416
51,5
7.316
19,8
14218
166,9
14(16
46,1
Mrt. ,,
0,37
16,0
1,025
13,30
23,8
2,74
29,8
16.81-
26,4
6.716 17,5
124.516
47,5
381-
52,1
3319
50,4
7.-!-
19,4
14715
172,4
15
3
14
49,0
Apr..
0,37
16,0 1,08 11,50
20,5
2,318
25,2
18.81-
29,6
7.516 20,0
131.-(6
50,0
3816
52,7
3316
50,0
7.111-
20,9
14415
168,9 181/16
56,6
Mei

,,
0,34
14,7
1,10 11,85
21,2 2,38
5

26,0
20.-!-
32,2
8.616
22,9
135.516
51,7
391-
53,4
3316
50,0
8.1516
24,3
142134
166,4
20
62,3
Juni

,,
0,41 17,7 1,07
5

11,95
21,3
2,416
26,3
18.16 –
30,3
8.1116
23,5
136.516
52,0
3916
54,1
3316
50,0
8.111-
23,6
14116
165,5
19
5
18
61,1
Juli

,,
0,44
19,0
1,.
12,375
22,1
2,54
27,7 18.101-
29,8
8.13/-
23,7
140.1116
53,7
3916 54,1
3316
50,0
8.101-
23,5
140110
164,7
18
6
(1
57,0
Aug.,,
0,46
19,9
1,-
15,10
27,0
3,31′
36,1
19.151-
31,8
9.11j-
26,2
135.1216
51,8
401-
54,8
33/6
50,0
8.1816
24,7
14014
164,1
177/9

55,6
Sept.,
0,58
25,1
0,97
20,25
36,2 3,16
34,4
20.10/6
33,1
9.1416
26,7
135.4j6
51,6
39/6
54;1
33/6
50,0 9.81-
26,0
1411-
164,9
17
9
1,
54,7
Oct. ,
0,65
28,1
0,89
19,87
5

35,5 3,95 43,0
21.3/6
34,1
11.31-
30,6
136.1716
52,3
3916
54,1
33/6
50,0
10-16
27,7
14118
165,7
1718

54,9
Nov.,
0,59
25,5
0,94
16,90
30,2
4,69
51,1 21.216
34,0
10.15/6
29,6
135.13/6 51,8
4016
55,5
3316
50,0
9.161-
27,1 141134
165,3
17
0
156
54,7
Dec.,
0,57 24,7
0,95
15,80
28,2
4,60
50,1
21.2
1
‘6
34,0
10.1-6
27,5 132.-16 50,4
411-
56,2
3316
50,0
9.2/-
25,2
14111
165,0
151,6

47,7

Jan.’36
0,57 24,7 0,95
16,80
30,0
4,04 44,0
20.16/6
33,5
9.61-
25,5
125.6/6
48,0
411-
56,2
33/6
50,0
8.1516
24,3
140111
164,8
12
37,4
Feb.,,
0 26,4
0,92
5

17,37
5

31,0
3,371

36,8
21.3/6
34,1
9.131-
26,5
123.816
47,1
411-
56,2
336
50,0
9.316
25,4
140/10
164,7
11
10
1
31,2
2 Mrt.,
0,52
8

22,5
0,95
17,25
11

30,8
3,20
34,9
21.6/-
34,3
9.16!-
26,9
125.81-
47,9
411-
56,2
3316
50,0
9.1116
26,5
141/14 165,!
Il”!i
36,4
9

,,
0,45
0

19,5
1,-
18,25
11

32,6
2,85
31,0
21.15-
35,0
10..!-
27,5
128.8/-
49,0
411-
56,2
3316
50,0
9.1516
27,0
14111
165,0
1113/
1
6
36,8
16

,,

,,
0,43
10

18,6 1,05
18,25
13

32,6
1
2,50
27,2
21.131- 34,9
10.216
27,8
129.121-
49,5
411-
56,2
3316
50,01
9.121-
26,5
141/1
165,0
11j1
36,8
23

,,

,,
1,10
2,476127,0
121.1316
34,9
10.11-
27,6
127.191-
48,9
411-
56,2
3316
50,01
9.1316 26,7
140111
164,8
11
7
18
31,0
6Sept.1932 79 K.G. La Plata; van 26 Sept. 1932 tot 5 Febr. 1934 Manitoba No. 2
3)
Tot Jan. 1928 Western; vanaf Jan. 1928 tot 16 Dec. 1929 American No. 2, van an. 1928 Malting; van Jan. 1928 tot 9 Febr. 1931 American No. 2, van 9 Febr. 1931 tot 23 Mei 1932 6415 K.G. Zuid-Russische. Van 23 Mei-19 Sept. 1932 No. 3
1) 20 Maart.

AN GROOTHANDELSPRIJZEN.

BOUWMATERIALEN
KOLONIALE PRODUCTEN

VURENHOUT
S T E E N E N
CACAO
.
COPRA
KOFFIE SUIKER
THEE
INDEXCIJFER

IColo-
Zweden/’
binnenmuur

buitenmuur G.F.Accra
Ned.-Ind.
Robusta
Standaard
Ribbed Smoked
iae
Orod-
niale
er standaard
per

per
50kg
c.i.f.
Nederland
per 100 kg
Amsterdam Rotterdam
per
11

kg.
loco I

le
3b

n
R’dam/A’dam
per 100 kg.
Java- en Suma-
trathee p.
1/s
kg.
eto en
‘an 4.672 M’.
per 1000 stuks per 1000 stuks per
den

f
0
1
/
0
10
f
Olo
8h.
01
/
‘to
ets.
%
Sh.
01
f1
°!o
cts.
o/
1925
159,75
100
15,50
100,-
19,-
100,-
4216
100,-
35,87
1

100,0
61,375
100,0
2111,625
100,0 18,75 100,0
84,5
100,0
100.0
100.0
1926
153,50
96,1
15,75 101,6 19,50 102,6
491-
115,3
34,-
94,8
55,315
90,2
21-
67,4
17,50
93,3 94,25
111,5
96.0
102.8
1927
160,50
100,5 14,50
93,5
18,50
97,4
681-
160,0
32,621
90,9
46,875
76,4
116,375
51,6
19,12
1

102,0
82,75 97,9 87.5
109.1
1928
151,50
94,8
12,-
77,4
18,50
97,4
5713
134,9
31,87
5

88,9
49,625
80,9
-110,75
30,2
15,85
84,5 75,25
89,1
84.6
97.4
1929
146,00
91,4
14,-
90,3
21,25
111,8
45110
107,9
21,37
6

76,3
50,75
82,7
-110,25
28,8
13,-
69,3 69,25 82,0
81.9
85.5
1930
141,50 88,6.
12,50
80,6
20,75
109,2
34111
82,2
22,625
63,1
32
52,1
-15,875
16,5
9,60
51,2
60,75 71,8
68.0
64.3
1931
110,75
69,3
10,25
66,1
20,25
106,6
2215
52,8
15,375
42,9
25
40,7
-13
8,4
8,-
42,7
42,50 50,3
46.8
46.8
1932
69,00
43,2
9,25 59,7
15,-
78,9
1916
45,9
13,-
36,2
24
39,1 -11,75
4,9
6,32
5

33,7
28,25 33,4
36.1
38.0
1933
73,50
46,0
10,-
64,5
12,75
67,1
1514
36,0
9,30 25,9
21,10
34,2
-12,25 6,3
5,52
5

29,5 32,75 38,7
85.2
34.7
1934
76,50 47,9
8,50 54,8
10,50
55,3
1316
31,8
6,90
19,2
16,80
27,4
-13,875
10,9
4,07
5

21,7
40
47,3
34.4
32.1
1935
59,50
37,2
7,25 46,8
8,75
46,1
1315
31,6
9,15 25,6
14,10
23,0
-13,625
10,2
3,85
20,5 34,50
40,8
33.6
29.6

Jan.’34
75,00
46,9
10,75
69,4
12,75
67,1
12110
30,2
7,45 20,8
16,50
26,9
-12,875
8,1
4,95
26,4
45,50
53,8
.

36.9 33.8
Feb. ,
80,00
50,1
10,50
67,7
12,50
65,8
1415
33,9
7,25 20,2
17,25
28,1
-13
8,4
4,975

26,5
46,75
55,3
35.9 35.9
Mrt. ,,
80,00
50,1
9,75 62,6
12,-
63,2
1411
33,1
7,-
19,5
17,75
28,9
-13,25
9,1
4,52
1

24,1
45,50
53,8
35.7 35.2
Apr.,.
80,00
50,1
9,75 62,6
12,-
63,2
14/4
33,7 6,25
18,3
17,75
28,9
-13,625
10,2
4,25 22,7
44,25
52,4
35.6 34.5
Mei

80,00
50,1
9,25
59,7
11,25
59,2
1512
35,7
6,721
18,7
17
27,7
-14
11,2
4,15
22,1
42,75
50,6
35.1
34.3
,
j
uni
77,50
435
.

8,-
51,6
10,-
52,6
15
1
4
36,
1

7,-
19,5
17
27,7
-/4
11,2
4,20
22,4
41
48,5
34.5
33.8
uli

,,
77,50
48,5
7,50
48,4
10,-
52,6
13111
32,7
6,921
19,3
16,75
27,3

14,375
12,3
3,975

21,2
40,50 47,9
34.1
32.2
Aug..
75,50
47,3
7,25.
46,8 9,50 50,0
12/10
30,2
6,87
6

19,2
16,50
26,9
-14,5
12,6
3,975

21,2
39,75 47,0
33.9
31.4
Sept..
73,50 46,0
7,-
45,2
8,75
46,1
12(5
29,2 6,65
18,5 16,50
26,9
-14,5
12,6.
3,72
5

19,9
33,50
39,6
33.1
29.5
Oct.
73,00
45,7
7,-
45,2 8,75
46,1
1117
27,3
6,70
18,7
16,50
26,9

14,125
11,6
3,525
18,8
32,75
38,8
32.7
27.8
Nov.
73,00
45,7
7,-
45,2 8,75
46,1
12
1
3
28,8
6,62
5

18,5
16
26,1

1
3,875
10,9
3,15
16,8
33
39,1
32.7 27.6
Dec.,
73,00
45,7
7,-
45,2
8,75
46,1
1218
29,8
7,17′
20,0
16
26,1
-13,875
10,9
3,376
18,0
34,50
40,8 32.7
28.6

Jan.’35
66,00
41,3
7,25 46,8 8,50
44,7
14/1 33,1
8,77
5

24,5
16
26,1

.
-13,875
10,9
3,50
18,7

33,75
39,9
32.9 29.5
Feb.
.
66,00 41,3
6,75
43,5 8,25
43,4
1412
33,3
9,371

26,1
15,625
25,5
-13,75
10,5
3,45
18,4
32
37,9
32.4
28.9 Mrt.

59,00
36,9
7,-
45,2
8,25
43,4
1313
31,2
8,57′
23,9
14,621
23,8

13,25
9,1
3,55
18,9
29
34,3
30.9 27.4
Apr.,.
60,00
31,6
7,-
45,2
8,25
43,4
1316
31,8 9,15
25,6
14,50
23,6

13,375
9,5
4,15
22,1
31,25
37,0
32.1
28.5
Mei
,
57,50
36,0
7,-
45,2
8,25 43,4
1314
31,4 9,50
26,5
14,125
23,0

1
3,5
9,8
4,20 22,4
32,75
38,8
33.3
28.6
.Jiini
,
57,50
36,0 7,25
46,8
9,-
47,4
13
1
3
31,2
9,07
5

25,3
13,87′
22,6

13,625
10,2
3,87
5

20,7
30,25
35,8
33.2 27.8 Juli

,’
57,50 36,0
7,25
46,8
8,75
46,1
13
1
2
31,0
8,-
22,3
13,50
22,0

1
3,5
9,8
3,575

19,1
30,75
36,4
33.4
27.1
Aug.,
58,25

36,5
7,-
45,2 9,25
48,7
13
1
1
30,8
8,07
5

22,5
13,50
22,0 –
1
3,5 9,8
3,52
5

18,8
32,50
38,5
33.7
27.4

Sept.,,’
57,75 36,2
7,-
45,2
9,.-
47,4
1315
31,6
8,47
5

23,6
13,50
22,0

13,375
9,5
3,728
19,9
.

36
42,6
34.2 28.8
Oct.
56,50
354
7,25
46,8 9,25
48,7
1315
31,6
9,915
27,8
13,50
22,0
-13,75
10,5
4,22
5

22,5
46,25
54,7
35.5
31.9
Nov.,

57,75
36,2
7,25
46,8 8,75
46,1
13j3
31,2
10,325
28,8
13,50
22,0
-13,75
10,5
4,10
21,9
39,50
46,7
35.8
35.4
31.1
30.4
Dec.,
58,00
363 750 484
950
50,0
1316
31,8
10,45
29,1
13
21,2

/3,875
10,9
4,20
22,4
39,50
46,7

Jan.’36
63,00
39,4 8,25
53,2
10,-
52,6
141-
32,9
11,12
5

31,0
13
21,2

1
4,125
11,6
4,32
5

23,1
39,50
46,7
35.5
30.9
Feb.,,
63,00
39,4
8,-
51,6 9,50
50,0
14
1
3
33,5
10,625
29,6
13
21,2 -14,375
12,3
4,125
21,3 38,50
45,5
35.6
30.8
2Mrt.,
63,00
39,4
14/_Is)
32,9
9,75 27,2
13
21,2
-14,4375
12,5
3,75
20,0
37
8)
43,8
35.6 30.2
9

,

,,
63,00
39.4 9,50
26,5
13
21,2
-14,4375

12,5
3,875
2Q,7
37,50
50
)
44,4
35.9
29.8
16

,

,
65,00
40,7 9,75
21,2
13
21,2
-14,5
12,6
4
21,3 35.9
29.8
23

,

,
65,00
40,7
9,87
5

27,5
13
21,2
-14,5
12,6
4 21,3
35.8
30.0
Alle Pondennoteor,ngen vanaf 21 Sept. ’31 zijn op goudbaals omgerekend; da Dollarnoteeringen vanaf 20 April ’33 zijn In verhouding van de depreclatle
den Dollar t.o.v. den Gulden verlaagd.

230

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

25 Maart 1936

NEDERLANDSCHE BANK.

Verkorte Balans op 23 Maart
1936.

Activa.
Binnenl.Wis-(Hfdbk.
f

21.091.857,48
sels,Prom… Bijbnk. ,,

441.162,94
enz.indisc.
,
Ag.sch. ,,

2.873.921,73

f
24.406.942,15
Papier o. h. Buitenl. in disconto

……,,

Idem eigen portef.

f

1.078.500,-
Aï:Verkochtmaar voor
debk.nognietafgel.
«


1.078.500,-
Beleeningen
mcl.
vrsch.

f

85.114.223,821)

in rek..crt.Agsch

IHfdbk.
Bijbnk. ,,

3.926.926,79

op onderp.
,,

35.142.728,73

f
124.183.879,34

Op Effecten ……
f
120.797.079,55
1
)
Op Goederen en Spec. ,,

3.386.799,79
124.183.879,341)
Voorschotten a. 5. Rijk

…………..,,

Munt, Goud ……
f
1.27.600.550,-
Muntmat., Goud .. ,, 577.691.780,81

f
705.292.330,81
Munt, Zilver, enz.

,,

19.858.947,52
Muntmat., Zilver

,,
Belegging van kapitaal, reserves en pen-
725.151.278,332)

sioenfonds

……………………,,
39.582.321,46
Gebouwen en Meub. der Bank

………
4.600.000,-
Diverse rekeningen ………………,,
11.589.122,23
Staatd. Nederi. (Wetv.
275
j’
32
, S. No. 221) ,,
15.486.148,55

f
946.078.192,06
Paasiva.
Kapitaal ……………………….
f
20.000.000,-
Reservefonds ……………………,,
4.049.884,01
Bijzondere

reserve

………………,,
5.675.000,-
Pensioenfonds

………………….

..
9.931.685,93
Bankbiljetten in omloop …………..

..
757.430.425,-
Bankassiguatiën in omloop

……….,,
13.961,51
Rek.-Cour.
f
Het Rijk
f

68.082.745,58
saldo’s:

Anderen,,73.317.880,32

,,
141.400.625,90
Diverse

rekeningen ………………

,,
7.576.609,71

f
946.078.192,06

Beschikbaar metaalsaldo

………….
f
366.668.936,02
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop dan waartoe de Bank gerechtigd is ,,
916.672.340,-
Schatkistpapier, rechtstreeks bij de Bank
ondergebracht

………………..,,

1)
Waarvan aan Nederlandsch-lndj
(Wet van 15Maart 1933, Staatsblad No. 99)………..
f
71.153.775,-
1)

Waarvan in het buitenland ……………………….
.,, 57.879.361,47

Voornaamste posten in duizenden
guldens.

Data
Goud
Circulatie
Andere
opeischb.
Beschikb.
Metaal-
Dek-
kings
Munt
1
Munt,nat.
schulden
saldo
perc.

23 Mrt. ’36 127601
577.692
757.430
141.415
366.669
80
16

,,

’36 127600
569.089 761.912
130.812
360.343
80
25 Juli

’14
65.703
96.410
310.437 6.198 43.521
54

Data
Totaal
bedrag
Schatkist-
promessen

e ee
B


Papier
op het
Diverse reke-
disconto’s rechtstreeks
n age
buiteal.
ningen
1
)
23 Mrt. 1936
24.407

124.184
1.079
11.589
16

,,

1936
24.557

126.685
1.079
11.566
25 Juli

1914
67.947

61.686 20.188
509
1)
Onder de sctiva.

JAVASCHE BANK.
Andere Beschiki
Data
Goud
Zilver
Circulatie
opeischb.
1

metaal-
schulden
saldo

21 Mrt.’36
2
)
105.530
155.310 23.880 33.854
14

,,

’36
2
)
105.550 157.890
23.780
32.882

22Feb. 1936
80.043
1

21.403 155.312
20.549
31.102
15

,,

1936
80.042

20.993
157.602
23.780
29.665

25 Juli1914
22.057

31.907
110.172
12.634
4.842

Wissels,
1
Diverse
Dek-
Data
buiten
Dis-
1

Belee-
reke-
kings- N.-Ind.
conto’s
1 ningen
ningen’)
percen-
______________
betaalb.
1
tage

21 Mrt.
1
36
2
)
1.670
7380
11.900
59
14

,,

1
362)
1.620
73.870
13.750
58

22Feb. 1938
1.953 10.751 58
‘1038

1
53.134′
15

,,

1936
2.040
10.428
56.052
12.546
57

25 Juli1914
6.395
7.259
75.541
2.228
44
1)
Sluitpost activa. 2)
Cijfers
telegrafisch
ontvangen.
BANK VAN ENGELAND.

1
Bankbilf.
OtherSecurities
Data
Metaal
1

in
1
Bankbilf.

__
in BankingDisc.andlSecurities
[
Advances
1
circulatie
1
Departm.

18Maart1936
1
201.365
1404.368 1

56.245
1

8.606

1

17.463
11

,,

1936
1 201.357
404.537

56.076
1

9.945

14.792
22 Juli

1914
40.164
29.3117
33.633

Gov.
Public
OtherDeposirs
1
1

Dek-
Bankers
1

Other
Data
Sec.
Depos.
1
Reservel
kings-
_Accoun tsl
1
perc.
1
)

18 Mrt. ’36
80.160
16.891
90.849

37.203
1 56.9971
39,3
11

,,

’36 78.580
.14.239
911570

36.064
1 56.8201
40,0

22 Juli ’14
11.005
14.736
42.185
2
9.2971
52
., vuuuwg iussinn rceserve en ueposles.
BANK VAN FRANKRIJK.

1

Te goed Wis

Waarv.I Belee IRenteloos

1 buitnl. sels

buitenl.j
ningen
1v. d. Staat
Data

Goud IZilverl in h t

– 1 op het 1

– voorschot

13 Mrt.’36
65.668 1
6951
8
111.1751
1.292)
5.460
1

3.200
6

,,

’36
65.946 1
6901
16
.4991
1.3001
5.296 1
3.200

23 Juli’14
4.104
1
840
1

1
.
541
1
8
1
769
1

Bonsv.d.
Diver-
Rekg.Courant Data
zelfst.
amort. k.
sen
1)
1
Circulatie
1
Staat
Zelfst.
Part
i-

__________

amort.k.)
culieren

13 Mrt.’36
5.708
2.462
1

82.07

5

1
88
1 2.863
17.775
6

,,

’36
5.708 2.399
1

80.998
83
1

2.793
1

8.243
23 Juli’14


1

5.912

1
401

1

1

943
1) Sluitpost activa.
DUITSCHE RIJKSBANK.
Daarvan
Deviezen
Andere
1
Data
Goud
bij bui-
als goud-
1
wissels

1

Belee-
tenl. circ.
dekking

1
en
1

ningen
banken
1
)
geldende
1
cheques

15Maart1936
71,7 1
20,3 5,4
3.757,9
47,3
7

,,

1936 71,7
20,3 5,4
3.851,5
38,8
30 Juli

1914
1.356,9
1
– –
1

750,9
50,2

Data
Effec-
Diverse
Circu-
Rekg.-
Diverse
ten
Activai)
latie
Crt.
Passiva

15 Maart1936
343,9 663,4
1

3.964,5
1

572,2
1

292,2
7

,,

1936
364,5
688,1
1

3.988,1
1

290,7
1

290,7

30 Juli

1914
330,8
200,4
1

1.890,9

1
1

40,0
/
JLlULLflOt.
) fl.U. flCIILCL

S
IUdIIKIÇIICIIIC IU, t IVLIL. Ftp. £1, £hWltJ.
NATIONALE BANK VAN BELGIE (in flelga’s).

Goud

Data


Rekg. Cr1.

1936

(J
.0

19 Mrt.
13.3151
65
11.1681
94
160
40
1 4.165
10
660
12

,,
1

64
1
.
1
8
4
1
95
160
40
1
4.147
16
711

FEDERAL RESERVE BANKS.

Goudvoorraad
Wissels

Data
,,Other
Goud-
In her-
In de Totaal
certifi-
cash”
2)
disc.
v.
d.
i
open
bedrag
caten’)
member
1
markt
banks
1
gekocht

4Mrt.’36
7.684,2
1

7.669,3
338,5
5,7

1
4,7
26Feb.’36
7.684,6
17.670,2
348,3
6,9 4,7

Data
Belegd
1
in
U. S.
1
Totaal
Gestort
1
Goud-
1

Dek-
1
Algem.
1

Dek-
Gov.Sec.
1
in circu-
Kapitaal
1
kings-
1

kings-
latie
1
i
1
perc.2)

1

perc.
4
)

4Mrt.’361
2.430,8 13.735,1
16.514,0
1

130,7

1
78,3
1


26 Feb.
‘361

2.430,2
3.677,1
6.594,3
1

130,7

1
78,2

1


-, ,.,ce ,.et I,,tcuLn,I weruen unor ue ncna(stst aan ue aeserve naneen
gegeven voor de overname van het goud, toen de $ op 31Jan.
1
34 van
1000 59.06 cents werd gedevalueerd.
,,Other Cash” does not inciude Federal Reserve Notes or a Bank’s
own Federal Reserve bank
notes.
Verhouding totalen goudvoorraad tegenover opetschbare schulden: F. R. Notes en netto deposito.
4)
Verhouding totalen
voorraad muntmaterlaal en wettig betaalmiddel tegenover Idem.
PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HET
EED. REj. STELSEL.
Dis-
I
Data
1
Totaal
1
Waarvan
Aantal
leening.
conto’s
en
1

Beleg-
1

gingen
de

R.
1

depo-
1

time
beleen.
1
banks
sito’s
1
1
deposits

26Feb.’361
3
1

7.959
113.047

1
4.788

1
25.557
1


19

,,

‘361
2
1

7.991
1
3.109

1
4.772

1
25.581

1

4.889
V0•

flhIfl, uoa.aaJ..0 a1,n CII UC flUflK U nflg.
land zijn In duizenden, alle overIge posten in mlllloenen van de be.
treffend. valuta.

Auteur