Ga direct naar de content

Jrg. 20, editie 1032

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: oktober 9 1935

9 OCTOBER 1935

AUTEURSRECHT VOORBEÎIOUDFJJ.

Economisch~Stati*stischie

Benchten

ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER

ORGAAN VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART

UITGAVE VAN HET NEDERLANDSCH ECONOMISCH INSTITUUT

20E
JAARGANG

WOENSDAG 9 OCTOBER 1935

No. 1032

COMMISSIE VAN REDACTIE:

P. Lief tinck; N. J. Polak; J. Tinbergen; F. de Vries en

H. M. E. A. van der Valk (Redacteur-Secretaris).

Redactie-adres: Pieter de lloochweg 122, Rotterdam.

A.angeteekende stukken: Bijkantoor Ruigeplaatweg.

Telefoon Nr. 35000. Postrekening 8408.

Advertenties
f
0,50 per regel. Plaatsing bij abonnement

volgens tarief. Administratie van abonnementen en adver-

tenties: Nijgh d van Ditmar NV., Uitgevers, Rotterdam,

Amsterdam, ‘s-Gravenhage. Postihè que- en giro-rekening No.

145192.

Abonnementsprijs voor het weekblad franco p. p.
in

Nederland
f
20,—. Buitenland en Koloniën f 23,— per

faa.r. Losse nummers 50 cents. Economisch-Statistisch

Kwartaalbericht f 1.—. Leden en donateurs ontvangen

het weekblad en het Kwartaalbericht gratis en een reductie

op
de verdere publicaties.

INHOUD.

Blz.

DE INDISCHE RECEERING EN DE JAVASUITCERINDUSTRIE

door
A. Volz ………………………………860

Sluiting van het Suezkanaal voor Italiaansche oorlogs-

en (of) transportschepen? dopr
E. Oh.
G.
J. van der

Masdere………………………………….867

Transport-economie en -lasten door
W
B. K. Verster. . 869

Verplje.hte verzekering van wettelijke aansprakelijk-

iteid door
Dr. P. D. Pestman ………………..872

Foutieve maatstaven voor de beoordeeling
van
de con-

junctuur door
E. Stargardt ………………….874

AANTEEKENINCEN:

Oorzaken van de gunstige conjunctuur in Zweden
875

De Italiaansche oorlogstinanciering …………..
875

Raining van de Europeesche bietsuikerproductie ….
876

Tijdsduur van reizen in
1848
en
1935…………876

ljitbreiding’van den werelclhandel in oorlogsmateriaal
877

De boterprijzen in invoer- en uitvoerlauden ……..
878

INGEZONDEN SrUKKEN:

1-let crediet der publieke lichamen en der hypotheek-

banken door
L. J. van ‘den ,S’teenhoven
met Na-

schrift door J.
J. Korndorffer …………….878

ONTVANGEN BOEKEN …………………………..
880

S
TATISTIEKEN …………………………
881-884

Geidkoersen. ‘- Wisselkoersen. – Bankstaten.

8
OCTOBER
1935.

De ‘gel.dm-arkt ‘behield deze week nog steeds cmi zeer

onzeker aanzien, waartoe de internationale toestand

dan ook alle aanleiding gaf. Dooreengenomen was

,kort papier aangeboden, waartegenover ririe-maands

wisséis .geiodht werden. Aanvankelijk ging de notee-

ring -voor drie-maandsbankaccepten door een klein

aanbod van geld adhteru’it; ‘op 5
3
/s pCt. werden er

kleine postjes afgesloten, daarna liep ‘de noteering op

tot 5
5
/s pOt. Gisteren bij ‘de opening van ‘de markt

wraren o.p 5
5
/s pOt. wisséls aangeboden, terwijl ten-

slotte op 5
1
/2
,
pOt. aceepten weder ‘gezocht werden. De

zaken zijn sleéhts van geringen omvang. Ondanks den

la’geren disconto-koers ‘blijf t geld toch nog schaars;

cailgelden, die 534′ pOt. doen, zijn niet voldoende te

krijgen, zoodat de meeste instellingen nog een beroep

op ‘de Bank moeten doen. Prolongatie noeerde 6 pCt.;

vele malen moest de noteerin’g weder gedwongen wor-

den ‘vastgesteld.
* *
*

• Ook op ‘de wisselmarkt is de internationale politiek

een beslissende factor geweest. Nog steeds gaan er
gelden naar Amerika, waardoor de koers voor •den

Dollar ueer vast ‘blijft – 1.48; voor goud remises is

de marge echter niet -loonend. $/f kwamen van 4.91

op 489Ys. In
Parijs
is de Dollar eveneens op het

gou’dpunt van uitvoer gebleven. Om een te sterke

daling van het Pond te voorkomen, is het Equilisation

Fun’d genoodzaakt geweest in te grijpen ‘door Fran-

sche Francs af te geven. Uitein,.ddljk is het Pond

, Sterling hier ‘dan ook weinig veranderd – 7.27; ‘de

stemming voor ‘het P,ond ‘blijft echter flauw,. Fransdhe

Francs ‘trokken •een weinig aan en sloten op 9.7534.

Belga’s bleyen ‘ziéh in de buurt van ‘de 25 bewegen.

Zwitserséhe Francs kwamen van 48.05 op 48.20. Lires

aangeboden op 12.02
V2
Marken vaster op 59.55. Re-
gistermarken lager. Oanadeesche Dollars de ‘geheele

week aangeboden, slot edhter vaster op 1.46 34′. Argen-

• tijnsehe Pesos ‘gezocht – en. 41 – in verband met

‘de ‘hoogere tarweprjzen.

De noteeringen voor Pon’den en Dollars op één-

maands en ‘drie-maands leverin’g’zijn in
vergelijk
met

‘de voorgaande week nog iets teruggeloopen, blijven
evenwel nog steeds te hoog. Ponden deden 534 resp.

171/2′ c-, Dollars
11%
resp.
41/4
c. a’gio.

De onrust “heeft ziéh natuurlijk ook weder in de

gou’dprij’zen afgeteeken.d. Baren, 1e-vering Amsterdam,

noteerden
f
1.654,50, levering Londen
f
1.654 per k’g

fijn. Eagles, 2.50
5
/s, worden ‘hier nog steeds voor ‘bui-

tenlandsche rekening uit de markt genomen. Sove-

reigns 12.33, Gouden Tieu’tjes 10.38. Marken bank-

papier wederom 42.

866

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

9 October 1935

DE INDISCHE REGEERING EN DE

JAVASUIKERINDUSTRIE.

Sedert begin van dit jaar is er veel gedacht, ge-
sproken en onderhandeld over toekomstige regelin-

gen betreffende de suikerindustrie op Java, aange-

zien einde Maart 1.936 het N.I.V.A.S. contract door

opzegging der leden beëindigd kan worden. Verschil-
lende producenteii hebben zich daarom verleden jaar

tot de Nederlandsch-Indische Regeering gewend met
liet verzoek het uiteenvallen der Nivas te willen b-
letten, terwijl de Regeering tevens een besluit moest

nemen betreffende de verbandsuikerordonriaritie, die
eveneens op 1 April 1936 afloopt.

Het uitvloeisel daarvan is geweest eene uitvoerige

m,ededeeling door den Directeur van het Departe-
ment van Economische Zaken, Mr. Hart, in de zit-
ting van den Vol.ksraad op 13 Fëbruari gedaan, waarin

de richtlijnen der Regeering voor hare suikerpolitiek

‘uiteengezet werden. Met volle waardeering van de
grondige studie, die de Re’geerirtg, naar uit deze be-

schouwingen blijkt, van het onderwerp gemaakt heeft
en van het werk, .dat daarmede gemoeid was, ka

men ten opzichte van de uitkomst van opinie vr-
schillen.

Kwam de Regeering tot de slotsom, dat eene Re-
geen ngscontrôle van de suikenindustrie, .zoowei wat
betreft den aanplant als obk den centralen verkoop

van het product, in afzienbaren tijd nog niet gemist

kan worden, op welk standpunt in het begin van di

jaar ook ongeveer de helft van de Java-suikerpro-
ducenten stond, zoo heeft, wat het producentenstan’d-
punt betreft, gaandeweg eene
wijziging
plaats gehad.

De meerderheid der producenten vraagt thans om
vrijheid van aanplant en vrijheid van verkoop. Door

de deels vrijwillige, deels gedwongen inkrimping van
den aanplant in de •laatste jaren is de toestand zoo-
dani:ig verbeterd, dat tot April 1937 eerder te weinig
dan .te veel Javasuiker voor verkoop beschikbaar za

zijn. Bij handhaving der tegenwoordige lage suiker-
prijzen zal niemand dat behoeven te betreuren, maar zoodra er eenige verbetering in de markt komt en de
prijs voor. ruwsuiker .in
Engeland weer een nivetu
herekt, waarop Java met Cuha en San 1)omingo in
Europa kan concurreeren, zonde het zeer ongelukkig
zijn, wanneer Java niet in staat was naast •de voor-

ziening van het afzetgebied in het Oosten ook suiker naar Europa aan te bieden.

Op het tijdstip, dat de aanplant op Java in den
grond gebracht moet worden, kan de Regeening even-min als iemand anders berekenen hoeveel de ve.rmoe-
‘dehke afzet van Javasuiker zal bedragen wanneer deze oogst over een jaar begint binnen te. komen.
Deze berekening van den ‘afzet zoude zich immers
moeten uitstrekken totdat ‘over twee jaren wederom
een nieuwe oogst begint. De afzet is echter afhanke-
lijk van geheel onberekenbare factoren, zooais nieuwe

protectionistische maatregelen of verzachti.ng
vkn

bestaande in andere landen, valutashommelin’gen,
uitval van suikeroogsten elders en de marktwaarde iii Engeland. Moet onder deze ‘omstandigheden de
Staat bepalen, hoeveel suiker op Java geplant mag

worden of moet dit overgelaten worden aan het par-
ticuliei initiatief cii het inzicht van de individuee]e
prdducenten?

Na” de reeds plaats gehad hebbende zifting van
zv’akke en krachtige bedrijven en waar op grond der
opgedane ervaringen de kans, dat op Java weer ab-
normale voorraden gevormd worden, ‘zeer gering is, dient, zooIang er geen internationale restrictie-over-
eenkomst bestaat; de bepaling der hoegrootheid van den aanplant aan de producenten, die overigens vrij
rzijn onderling overleg te plegen en met ter zake des-

kundigen te b,eï’aadslagen, te worden, overgelaten.
Buitendien heeft men nu uit ervaring ‘geleerd, dat
het goedkooper is ccxie fabriek tijdelijk, stop te zet-ten, dan suiker met verlies te produceeren.
Ook het besluit, of men zich nog langer bij een,

centraal verkoopbureau wil aansluiten, moet aan de

producenten worden overgelateni. De Regeening heeft
9 jaren geleden de oprichting van de Nivas doorge-

zet met het uitsluitend doel de groote onverkochte

voorraden met zoo weinig mogelijk schokken voor de
markt geleidelijk te realiseeren. Zoodra ‘hieraan vol-
daan was, ‘zouden ‘de producenten ‘hun,
vrijheid
van
‘verkoop weer terug krijgen, tenzij’
nij
er ‘zelf heil in

zien om bij een centraal verkoophureau aangesloten
te blijven .Dat de Regeering thans bevreesd is hare
hand van de Nivas terug te trekken en producenten
vrij te Iaten mag oorzaak vinden in het feit, dat

geen der tegenwoordige bewindsmannen den tijd v66r

1918 heeft meegemaakt, toen suikerfabnikanten vri.j
waren en ieder naar eigen ‘goeddunken kon verkôo-

pen. In 1918 werd de Visp opgericht, hetgeen toen
noodzakelijk was ten einde de bij gebrek aan scheeps-

ruimte op Java opgetapelde voorraden evenredig

over de beschikbare schepen te verdeelen. Maar het
bestaaiï der Visp heeft veel te lang geduurd en ‘de

door dit lichaam gevolgde verkooppoli’tiek is ten
slotte een ramp voor Java geworden. Vele fabrikan-
ten waren ‘het destijds niet eens met ‘deze verkooppo’li-

tiek, maar door hun Lidmaatschap w’aren z.i.j niet vrij
naar ei!gen inzic’ht ‘hun ‘product te verkoopen.
Op de V’isp ‘volgde ‘de Ni’vas, wa’ai4bij. ieder pro-
ducent aangesloten ,moest ‘Lijn, met het hierboven
omschreven doel nl. likwideerin’g ‘der groote voor-
raden. Waarom dan ‘den gedwongen centralen ver-

‘koop mi verdwijning der voorraden continueeren,

indien de ‘meerderheid der fabrikanten wederom ‘de

vrije besdhikking over het eigen product wil ‘heb-
hen? Als voordeel van een centraal verh-oopbtireau
wordt aangevoerd, ‘dat het ‘alleen ‘daardoor mogelijk

is voor ‘de versdhillen’de af’zetge[bieden verschillende
prijzen te fixeeren. Dit voordeel moge ‘in ‘het ‘begin
hebben bestaan ‘in ‘den laatsten tijd ‘zijn deze prijs-
versehillen tot een minimum gereduceerd. Buiten-
dien zijn aan
dergelijke
prijsfixeerin’gen ook na-
deden verbonden, ‘doordat berpepsspeculanten zich
niet gaarne ‘voor Jav’asuiker zullen interesseeren
wanneer zij aan afscheep naar bepaalde, havens ge-

bonden zijn. Alleen ten ‘opzichte van den verkoop
‘voor de consumptie ‘in Nedeniandsc’h-In’dië’bestaat
on’der ‘de producenten nog eene sterke stro’oming
voor ‘behoud’ van een centraal verkoop!hureau
;
ten
‘minste ‘zoo’lan’g de prj’zen van exportsuiker nog
zoo laag zijn als tegenwoordig. Zoodra hierin verbe-
tering gekomen zal zijn, ‘Lal men ook niet meer naar

een centralen verkoop voor, het binneulandsche ver-
bruik verlangen, maar meer heil zien in eenealge-

heel vrije sui.kermarkt op Java. Dan kan weer ee.ne’
krachtige tweede hand ontstaan, die het marktrisico
gideelteljk van de prod ucenten overxeemt. :

Al zijn de economische omstandigheden in de we-
reld nog zoo zeer
gewijzigd,
zoo gelden voor den ver-
koop van Javasuiker nog dezelfde stelregels als vô6r
1918.
Bij
een vrijén verkoop van Javasuiker zullen op
Java zelf steeds ‘de [beste prijzen te bed.ingen zijn. Daar-
voor nullen ‘de tweede ‘hand en ‘de onderlinge concur-
rentie der koopers nu evenals vroeger zorgen. De in-
cl’ividuee’l,e fabrikanten .daarentegen kunnen zelf het

moment ‘bepalen of en wanneer zij
hij
opkomende vraag
willen verkoopen.. Fouten met èrstrckkende nadee-
lige gevolgen voor de
geheele
suikenindustnie kunnen
dan niet meer gemaakt worden. Over ht gebrek aan
marktinlichtingen voor alleenstaande prod ucenten
maakt men zich onnoodig ongerust, want iedere pro-
ducèût kkn daarvoor aansluiting zoeken 1)ij bevriende
banken of exporteurs. Het tegenwoordige inlichtin-
gen-apparaat van de Nias verslindt noodeloos veel
geld van noodlijdende producenten.
Op het oogexiblik, onder den indruk van de malaise
der laatste jaren, ‘is het voor Regeeninigs’kringen
wellicht nog moeilijk zich om te stellen en te geloo-
ven, dat de tijd nabij is, dat de Javasuikerindustnie
het ‘best gediend ‘is, door •haar algeheele vrijheid van

handelen terug te geven. Maar de feiten zullen ten-

9 October 1935

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

867

slotte voldoende duidelijke taal spreken om de Regee-
ring te overtuigen, dat hier een gebied is, waar zij

tijdelijk
regelend heeft moeten optreden, maar dat
thans weer aan den particulieren onciernem ngsgeest

moet worden overgelaten.
A.

SLUITING VAN HET SUEZ KANAAL VOOR ITALIAAN. SCHE OORLOGS- EN (OF) TRANSPORTSCHEPEN?

De doorvaart door het kanaal van Suez is inter-
nationaal geregeld ‘door het Verdrag, dat, na lang-

durige voorbereiding, op 29 October 1888 te Oonstan-
tinopel werd gesloten tussehen Duitschiand, Frank-

rijk, Groot-Brittannië, Italië, Nederland, Oostenrijk-
hongarije, Rusland, Spanje en Turkije. Het heeft
1)5-

trekking op de doorvaart zoowel in oorlogs- als in

vredestijd, ioowel voor handels- als voor oorlogssdhe-
pen. Artikel 1 stelt ‘het ‘beginsel van de Vrije door-
vaart ruim door te verklaren, dat het kanaal ,,ten

allen tijde vrij en open zal zijn, zoowel in tijd van

oorlog als in tijd van vrede, voor elk handels- of oor-
logsseh.ip, zonder onderscheid van vlag”. De verdrag-
sluitende partijen kom en krachtens ditzelfde artikel
overeen, ‘dat zij in tijden van -oorlog zoowel als in

tijden van vrede op geenerlei wijze inbreuk op het
vrije gebruik van het kanaal zullen maken, en ‘daarop
nimmer het recht van blokkade -zullen toepassen. De geschiedenis bevestigt •de practische heteekenis
dezer ‘bepaling. Immers, nadat de Firman van den
Turkschea Sultan van 1866, krachtens welke ‘de 99-
jarige concessie aan de Sueakanaal-Maatsoh’appij werd
verleend, ‘de vrijheid van doorvaart v’oor alle ‘had,dels-
shepen had gewaarborgd, en de conclusies eener in-
ternationale commissie, door den Sultan in 1873 in-
gesteld, insgelijks hadden gedaan ‘ten aanzien van alle

oorlogsschepen, ‘bleef de vraag, wat ‘zou ‘geschieden, in-
dien Turkije, resp. Egypte zelf tot de oorl’ogvoeren’de
partijen zou ‘behooren. Dat geval deed vich met den
Russisch-Turksdhen oorlog in 1877 -voor; Engeland
heeft toen ‘te kennen ‘gegëven, dat het in een inbreuk
op de Vrije doorvaart ‘door ‘het kanaal een bedreiging
va:n zijn Indische ‘bezittingen zou moeten rzien, ‘die het
zou dwingen zijn neutraliteit prijs te ‘geven. In den
Spaansdh-Amerikaanzchen ‘oorlog ‘van 1898, nadat in-
middels Engeland ‘het Egyptisch ‘gchied, waardoor ‘het
kanaal gaat, had ‘bezet, ver-gewiste Amerika, ‘dat
niet

tot de onderteekenaars ‘van het Verdrag van Con-
stantinopel ‘behoort, zidh
‘hij
Engeland in hoeverre de
vrije -doorvaart ook ‘hem gold; heide
partijen
werden
op gelj ken voet ‘behandeld, en zelfs werden Spaan-
sche -schepen ‘gewaarschuwd, dat -zij slechts den noo’di-
‘gen
tijd
voor ‘herstellingen of aanvullingen van voor-raden – in ‘het kanaal rnoohten verblijven. Niettegen-
staande in 1904 Engeland ‘bondgenoot was van Japan,
Iegie het geen moeilijkheden in -den weg aan de door-
vaart

van ‘de Russisc

he Oostzeevloot, die zich ‘op weg
had begeven -om ‘de Japanners ‘te bestrijden. En toen
in 1911 Italië den oorlog ‘verklaarde aan Turkije, op
‘dat oogeniblik nog steeds ‘de suzerein van Egypte,
werd aan Italiaansche ‘oorlogsschepen ‘cle ‘doorvaart in
het minst n

iet bemoeilijkt.
‘Zelfs in -den ‘grooten oorlog is – formeel althans
– de figuur van ‘de Vrije doorvaart ‘bewaard ‘gebleven;
dat slechts oorlogsschepen der Geallieerden van deze
-d-öorvaart gebruik konden maken,’ wat gevolg van -het
feit, ‘dat -de – Geallieerden de zeeën ‘he-heersehten en
zoodoende oöilogsschepen van ‘dë tegenpartij het kanaal
n-iet konden :bereike,- dus ook ‘geeû -doorvaart van
noode hadden. Duitsbhe koopvaardijschepen,’ in -het
kanaal ‘gevlucht
‘bij
het uitbreken van -den oorlog,
werden -daar niet lastig ‘gevallen; wel edh’ter werd
‘hun, – nadat Engeland het protectoraat ‘over Egypte had
afgekondigd, te vers-taan gegeven, dat wel da vrije
doorvaart ‘door het kanaal is veroorloofd, -dooh dat
d’it -geen blijvende sdhui’lplaats kan bieden; ‘zij wer-
-den -‘dientengevolge gedwongen ‘het kanaal te verlaten
en, met inachtneming van de ‘drie zeemijlen grens bij

de ‘beide uitgangen, ‘door -geallieerde oorlogsschepen
buitgemaakt en opgebracht. Of intussehen, niet hetzij
iii cle kanaal-zône, ‘hetzij binnen ‘deze drie zeeinijlen

grens gedurende den -oorlog door En-geland han-delin-
gen 7ijn verricht, op zichzelf reeds in strijd met ‘het
volkenredht, doch ‘die zeker niet binnen deze ‘zône hadden mogen geschieden, is een andere vraag, die

‘voor ‘de vrije -doorvaart weinig ‘beteekenis heeft.
Bij de onder-handelingen, die voerden tot ‘het ‘Ter-

drag van Oonstantinopel, was Turkije aanwezig als
zijnde cle forineele suzerein van Egypte, dat ter con-

ferentie slechts een raa’dgeven’de stem had. In 1882

had Engeland, als gevolg van ‘den ui’bgdbroken op-
stand, Alexandrië gebombardeerd en Egypte bezet,

en ju-ist in verband met den fe’iteljken toestand,
-daardoor langs ‘de ‘oevers van ‘het kanaal ontstaan,

waren ‘de ‘hesrekin’gen te Con-stan-ti nopel uitgelokt. Ter vooraf-gaande conferentie te
Parijs
in 1885, die
resultaatloos uiteenging, ‘trachtte En-geland te voor-komen, dat een internationale overeenkomst zou lei-
den tot zoodanige neutraliseering van .het kanaal,

dat daarmede ‘de vrije ‘beweging zijner hezettiri-gstroe-

pen aan handen werd -gelegd; ten opzichte van de
overeenkomst van Constantinopel maakte Engeland
‘een ‘voor’be’houd, dat weliswaar niet het beginsel -der
vrije -doorvaart aantastte, doch ‘de practische t-oepas-s’i-ng ervan ‘van Engeland’s inzicht afhankelijk stelde.
Al voorzag -de overeenkomst dan ook in een jaarlijks
samenkomen van ‘de ‘diplomatieke a’genten ‘der ondertee-

kenaars te Caïro, onder voorzitterschap van den deken,
teneinde op ‘gezette tijden over -de ‘belangen van het
kanaal van -ge-dachten te wisselen, en schreef -zij zoo-
dani-ge bijeenkomst voor, ingeval zich omstandigheden –
zou-den voordoen, waarin Turkije resp. Egypte niet in staat z-ou ‘blijken ‘de vereischte maatregelen ter hand-
having van de
vrije
doorvaart te nemen, deze •heh-
‘hen nimmer plaats gehad. Doordat -in 1914, oninid-
‘dellijk na-dat Turkije ‘zich aan -de zijde van Duitsch-
land en Oostenrijk-Hongarije schaarde, Engeland het
protectoraat -over Egypte, -dat ‘het
feitelijk
reeds
sedert 1882 bezat, ook formeel afkondigde, trad
‘het, wat ‘de verplichtingen van Egypte ‘of Turkije
krachtens -de overeenkomst van Coristantinopel -be-
treft, -in de plaats van deze. Dit i-s voor den thans
‘bestaanden toestand van temeer ‘belang, omdat krach-
tens de Vredesver-dra’gen van 1919 -dit protectoraat
zoowel -door -de geallieerde als -door de centrale -o.n-
-derteekenaars is erkend, als -gevolg waarvan thans
llechts Amerika en Rus-land -geacht zouden kun-
nen worden de feitelijke positie van Engeland niet

te
-hdb’ben erkend. W’eliswaar is, krachtens overeenkomst met Egypte, -dit protector-aat in 1922 opgdheven, -doch
de opheffing is afhankelijk gesteld van een aa-ntal
voorwaar-den, waaronder die, dat Engeland toe-zicht
blijft uitoefenen op -den zeeweg naar Indië, c.q. ‘het

Suezkanaal, de eerste en voornaamste vormde. Aan-
gezien tot -dusver Egypte deze voorwaarden niet -heef-t
aanvaard, is, af-gescheiden nog van -het feit, -dat -de
regeling er eens is, -die Groot-Brittannië en Egypte
onderling ‘betreft, de toestand, wat het Suezkanaal
aangaat, onveranderd gebleven, in verband waarniede
Hen-derson als Mini-ster van Buitenlan-dsche Zaken in
‘het tweede ‘kabinet MacDonal-d in 1929 verklaarde, ‘dat voor wijziging van ‘de Suezkanaal-overeenkomst
geen reden -bestond.
Deze positie van Engeland is ‘hij de beantwoording
van de vraag of -de mogelijkheid ‘bestaat, -dat het
Suezkanaal, natuurlijk uitsluitend voor Italiaansdhe
-oorlo-gs- en transportschepen, en eventueel ook voor
Italiaan-sehe h’andelsschepen zal worden-gesloten, van
belang, omdat ‘liet Verdrag van Constantinopel op
Turk-je, resp. Egypte, rechten en verplichtingen legt, die:.’dan op Engeland zijn overgegaan. 1-let Verdrag
– erkent -uitdrukkelijk -het recht van Egypte, c.q. Enge-
.land om maatregelen te nemen, teneinde ‘het kanaal
te beschermen tegen eventuee’le aanvallen, -doch zelfs
in dat ‘geval mag -de vrije -doorvaart niet langer wor-
d-en gestremd dan in verband met deze afweermaat-
regelen noodzakelijk is. Oorlogs-dadeti mogen vanzelf-
– sprekend in het kanaal niet uor-den verricht; oorlogs-

‘868

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

9′
October 1935

schepen mogen in tijden van oorlog er slechts door-

varen en zijn aan de stricte toepassing van den
24-uren regel onderworpen; troepen mogen alleen in

geval ‘van uiterste noodzaak tijdelijk worden ont-

scheept of ingesoheept, en dan nog alleen in afclee-
lingen, •die niet meer ‘dan 1000 man omvatten.

Tijdens ‘den ‘grooten oorlog stond ‘hèt kanaal van
Suez
bloo.t aan aanvallen, ‘die door Duitsche en Turk-

sche troepen daarop werden ‘gericht; teneinde deze
aanvallen te keeren, traden Engelsche troepen op en
werden versterkingen aangelegd, maar zelfs in ‘deze

dagen is de scheepvaart van ‘de weinige neutrale Mo-
•gen’d’hedeii, die nog waren overgebleven, niet volledig
stopgezet.

Gedurende cle voorafgaande’ maanden heeft En-
geland aan ‘de Ital’iaansche oorlogs- en transportsche-

pen, die het Suezkanaal ‘hehoefden om’zidh naar Oost-

Afrika te begeven, ‘geen enkele moeilijkheid in den

weg gelegd; integendeel de hooge rechten ‘geheven,
die ook aan de Engelsche schatkist ten goede komen,
wijl Engeland, korten tijd na ‘de totstandkoming van

het kanaal, den in ‘geldelj’ken nood verkeerenden
Egyptischen On’deiikoning zijn ruim 176.000 aandee

len afkocht, tengevolge waarvan •het niet alleen ‘de

grootste aandeelhouder is ‘geworden, ‘doeh cle belang-rijkste stemgerechtigde, wijl ‘de overi’ge ‘aan’deelen in
veel kleiner partijen zijn verdeeld

* *
*

Kan nu Engeland, ondanks de h
epa
li
ngen

van
Con-
stantinopel, tot sluiting.van het kanaal voor ‘de sche-

pen van een bepaald ‘land, overgaan? In rz.’g. normale

omstandigheden, in geval ‘bi.jv. van oorlog tusscheu
Engeland en Italië, zou dit niet kunnen, en mag ‘op
gron’d van ‘de precedenten’zelfs aangenomen worden,
‘dat ‘het niet zou ‘geschieden. Maar de mogelijkheden’,
wiarvoor wij thans staan, zijn niet in allen ‘deele ge-
woon; ‘de sancties tegen •den overtreder van ‘de voor-

sehrif’ten van het Grondver’drag van den Volkenbond,
gelijk art. 16 van ‘dit verdrag ze kent, staan voor een

eerste toepassing. Hoofdzaak is ‘dus allereerst, ‘dat ‘de
Raad van den Volkeu.’bond met algemeene stemmen

overtreding van deze voorsehriften van zoodanigen
aard constateert, dat toepassing der sancties niet kan
uitblijven. Indien ‘de Raad of Assemblée daartoe
overgaat, voorloopig slechts op economisch ‘gebied,
‘dan schept de toelichting, ‘die ‘de tweede Assemblée in
1921 op de uitvoering van art. 16 heeft aangenomen,
de mogelijkheid, dint wordt aanbevolen, dat de uitvoe-
ring van bijzondere maatregelen ‘door bêpaalde Staten
zal geschieden, ‘gelijk ook ‘bepaalde Staten ‘met ‘het odg
op’ de moeilijke omstandigheden, waarin zij veikeeren, van een ‘grooter ‘of ‘kleiner ‘deel van de ‘toepassing der
algemeene maatregelen kunnen worden ontheven.
Daartegen zou aan te voeren zijn, dat de sluiting

van ‘het Suezkanaal niet als een economisehe, veeleer
als en militaire sanctie is aan te zien. Nog afge-
seheiden van de vraa’g of niet d& betreffende bepaling
van toepassing is, ‘in elk ‘geval kan zijn op militaire

sadcties, indien Raad of Assemblée ‘het nood ig aeht
daartoe eed aanbeveling aan dé 1eden ïan ‘den Bond té
doen, mag worden opgemerkt, dat ‘het economisch ka-

ra’kter van zoodanigen ‘maalregel niet geheel uit’ges’lo-
‘tein lijkt. Immers, als ‘dwanTgmaatregel van economi-
shen aard wordt “.rjwel algemeën erkend het afsnij-

‘den van den toevoer van oologsbehoeften aan ‘het
land, dat in overtreding is, in ‘dit geval Italië. Indien
nu ‘het verhinderen van dezen toevoe’r a’an ‘het oorlog-
voerend land zelf een ecônomische – maatregel wordt
geacht, waarom -zou dan niet op economish terrein
liggen ‘het verhinderen van ‘dien toevoer naar ‘de ko’lo-
niën, die het oorlogstetrein vormed, en het ve±h’inde-
ren -van ‘het levend oorlogsmateriaal,’ in casu nieuwe
troepen, ‘die-moeten -dienen om ‘de reeds aanwezige te
versterken of te -vervangen?

Uiteraard zou er voor gewaakt moeten. worden, dat
niet het verhinderen van den toevoer van levensmid-
delen of •het eventueel afsluiten van den terugweg

voor schepen met zieken en ‘gewonden, aan zoodanige
maatregelen een onn’oodig hard en ‘daardoor ook meer
sprekend militair kara4eter zou geven, doch dit voor-

op ‘gesteld, is te vragen of niet op goede ‘gronden de
stelling zou kunnen worden verdedigd, ‘dat de slui-

ting van het Suezkanaal, niet slechts voor handels-,

doch ook en in het bijzonder voor oorlogs- en trans-
portschepen, een economische sanctie omvat. In hoe-

verre Italië een -zoodan-ige opvattin’g als de juiste zou
erkennen, is natuurlijk een an’dere vraag.

Het Grondverdrag van den Volkenbond bevat in
art. 20 een bepaling, die den leden verbiedt om over-
eenkomsten of afspraken aan te gaan, die in strijd

zijn met de beginselen van het Pact, en die hen ver-

plicht, hebben zij zoodanige voor de totstandkoming
van den Volkenbond gesloten, deze te verbreken. Dat

alleen op grond van ‘dit artikel- Engeland zon zijn
ontheven van de verplichtingen, die het krachtens

de overeenkomst van 1888 heeft aanvaard, lijkt niet
juist. De bedoeling van art. 20′ is een meer princi-
pieele; het heeft betrekking op verdragen van poli-

tieken aard, die met het stelsel van internationale
samenwerking en collectieve veiligheid, gelijk de
Volkenbond het verstaat, in
strijd
zijn.
Bovendien, men dient niet te vergeten, dat de Vre-
desverdragen, van welke het Grondverdrag van den
Volkenbond het eerste hoofdstnk uitmaakt, alle het
artikel bevatten, krachtens welke een reeks interna-

tionale overeenkomsten, en daaronder het Verdrag
-‘an Constantinopel, tegenover Duitschiand en zijn
bondgenooten opnieuw in werking worden gesteld,
zoodat reeds hieruit de gevolgtrekking zou zijn te
maken, dat ‘de Vredesverdragen zelf de ‘bepalingen

van 1888 niet met de verplichtingen, krachtens het

Grondverdrag van den Volkenbond aangegaan, in
strijd achten. En juist, wanneer men bedenkt, dat het
artikel der Vredesverdragen, volgende op het boven-

bedoelde, de internationale Post- en Telegraafover-

eeukomsten herstelt, ‘gevoelt men, dat -deze i-edenee-
ring niet kan opgaan, want -zou men haar analogisch

toepassen, dan zouden dus ook de verplichtingen, die
de onderteekenaars dezer verdragen jegens elkander op zih ‘hebben genomen, niet mogen worden aange-
tast, terwijl toch ongetwijfeld onder de economische
sancties zal, eventueel kan vallen, een stopzetting van

het normale verkeer langs postalen en telegrafischen weg met een Staat, op wien het wordt noodig geacht
dwangmaatregelen toe te passen. –
De grondslag, waarop aangenoitien kan, maar tege-
lijk moet worden. dat verplichtingen, gelijk deze wat
de vrije doorvaart van het kanaal van Suez betreft,
op Engeland zijn gelegd, ophouden te bestaan, is
daarin gelegen, dat het stelsel van den Volicenbond,
en als uitwerking daarvan de toepassing van santies, een geheel ni’euwen toestand heeft geschapen. Deze

brengt mccle, ‘dat economische betre1cicingen
1

net den
Staat, die overtreder is, ophouden; dat bij’. handels-
verdragen worden terzijde gesteld, hoewel deze toch
op zichzelf zelcer niet in strijd met de beginselen van
het Pact kunnen worden gerekend. Een rol van on-
den-geschikte beteekenis kan daarbij gespeeld worden
door de overweging, dat de -onderteekenaren van het
Suezkanaal-verdrag op dit oogenblilc, met uitzonde
ring -van Nederland, allen in den Raad van den Vol-
kenbond zitting hebben. Weliswaar oefent Duitsch-
land het recht van zijn Raadslidmaatschap niet uit;
bestaat Oostenrijk-Hongarije niet meer in den vorm
van 1888, doch misschien Nederland zou, zijnde
mede-onderteekenaar van Constantinopel, tegen een
besluit van den Raad, dat, met ter’zijdestelling van de bepalingen van 1888, Engeland een opdracht in -dien
zin zou – verleenen, bezwaar kunnen aanteekenen.
Maar of zoodanig – bezwaar meer dan gedeeltelijke
kracht zou hebben, aangezien de rechten op vrije
‘doorvaart van Nederland door een dergelijk ‘besluit
niet worden verkort, althans niet rechtstreeks, -is
weer iets anders.

Op grond van de Vredesverdragen lijkt de for-

9 October 1935

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

869

mccle positie, clie Engeland in Egypte en dus langs
dc beide oevers van het Suezkanaal inneemt, niet

wei tegen te spreken de door Engeland reeds ge-
voerde besprekingen met de Egyptische Regeering
vullen deze formeele positie aan. Gesteld, de Raad
acht sancties noodig; neemt vroeger of later de af-
sluiting van het Suezkanaal voor Italiaansche oor-
logs- en handelsschepen in deze dwangmaatregelen

op en verzoeict Engeland het noodige te doen ter uit-

voering, clan is niet wel in te zien op welken for-
meelen grond daartegen verzet zou kunnen worden

aangeteekend.
En gesteld, dat zoodanig verzet zou geschieden, in
het bijzonder door Italië, dan mag aangenomen wor-
den, dat het weinig zal baten. Het machtig wapen
van de sluiting van het Suezkanaal berust, men kan

het moeili.ih tegenspreken, geheel in Engeland’s han-
den. Het kanaal van Suez is over het grootste ge-
cieelte uitermate smal, slechts bevaarbaar door sche-

pen van cciie richting, en bevat uitwijkplaatsen, die door de schepen worden benut om elkander voorbij
ie varen. Zoodanig kanaal is een uitermate delicaat
instrument, dat maar al te gemakkelijk onbruikbaar

kan worden gemaakt..
Men heeft zelfs reeds het vermoeden geuit, dat
Engeland, gesteld het wilde niet formeel, doch wel
feitelijk liet kanaal sluiten, daartoe maar al te ge-
makkelij]c in staat zou zijn, doordat een enkele ,,on-
voorzichtigheid”, in een der smalle gedeelten van het
kanaal begaan, de doorvaart voor geruimen tijd zal
kunnen stopzetten. liet nadeel intusschen, dat in
zoodanige ,,oplossing” van het vraagstdk zou rijn ge-
legen, is dit, •dat daardoor aan de gehecle scheepvaart,
dus ook aan die van Engeland zelf een onoverkome-

lijke hinderpaal zou zijn in den weg gelegd.
Een andere vraag is deze of niet, wanneer Engeland
formeel 1hetkanaal voor Italiaansche schepen sluit, de

vreedzame koopvaardijvaarders vanzelf gedwongen
zullen worden om, althans in afwachting van de

dingen die komen zullen, het kanaal te mijden.
Zekeiheid, dat het in de omgeving van de monding
van het Suezkanaal in de Middellandsche Zee rustig

zal blijven, is dan moeilijk te geven, en op dien grond
zou welicht voor eenigen tijd de route van verschil-
lende lcoopvaardijschepen worden verlegd. Waarbij in-
tusschen te bedenken valt, dat Italië, zelfs al zou

liet een eventueele doorvaart met kracht van wape-
nen willen forceeren, een pogen onderneemt, dat niet
tot een resultaat kan leiden. Ongetwijfeld zou het
voor Italië, al dadelijk door de toepassing van het
luchtwapen, mogelijk zijn voor korter of langer tijd
het kanaal onbevaarbaar te maken, maar het afdwin-
gen van de doorvaart zou alleen dan kunnen geschie-
den, indien Italië zich van Egypte meester maakte
en de beide oevers van het kanaal, doch tegelijk Port

Said en Suez bezette.
En wanneer men bedenkt, welke maritieme macht
door Engeland te Alexandrië, dus in de onmidde].-
lijke omgeving is bijeengebracht, is dit tevoren uit-

gesloten.
Wellicht zou de sluiting van het Suezicanaal het
meest afdoende en liet minst kostbare ipiddel zijn om
aan het Aibessijnsche conflict een definitief einde te

maken. Maar juist, omdat het middel zoo afdoende
is, omdat het de Italiaansche verbindingslijn door-
knipt, moet deze dwangmaatregel, ook al wil men
het economisch karakter ervan verdedigen, gerang-
schikt worden onder die, tot welke vermoedelijk de
Volkenbond, gesteld de sancties worden stelselmatig
aangevat en doorgezet, slechts zal komen na uitput-

ting van alle andere mogelijkheden.
H. Ch. G. J.
VAN
J)ER MANOEBE.

TRANSPORT•ECONOMIE EN -LASTEN.

Er was eens een groote zeescheepvaartmaatschappij.
Haar vloot bestond deels uit ‘oude schepen, ‘deels uit
nieuwe, gebouwd ter geleidelijke vervanging van

verouderde eenheden en ter aanvulling van de be-

staande transportcapaciteit. De nieuwe schepen iver-
den met 5 püt. per jaar afgeschreven over een ter-

mijn van 20 jaren. Enkele oude schepen, hoewel

ouder ‘dan 20 jaar, en dus geheel afgeschreven, doch
goed onderhouden en nog bruikbaar, waren nog niet

uit de vloot afgevoerd. In de geregelde vaart tusschen

de havens X en Y was het oude schip A vervangen
door een nieuwe vrachtboot B van gelijke lading-

capaciteit.
Op
.de reisrekeningen werden tegenover de
vraohtontvangsteu de exploitatiekosten geboekt:

gages, brandstof en andere scheepsbehoeften, haven-geld enz. benevens de kapitaalslasten. Bij het nieuwe

technisch moderne schip B vormde die post: rente
en afschrijving over de boekwaarde, een zware last

op de reisrekening. Door een der reederij-directeuren
werd toen in ernst overwogen het nieuwe op zichzelf
economische schip uit de vaart te nemen en op te
leggen wegens de oogenscbijnlijk ongunstige reis-

exploitatie-uitkomsten van elke met de nieuwe boot
gemaakte reis, en het oude schip A weer in de vaart
te brengen, dat weliswaar duur was door hooge repa-
ratie- en onderhoudskosten en kolenverbruik, doch

waarvan de reisrekening ‘dan toch maar telkenmale
een bevredigende netto winst aantoonde. Op dat af-
geschreven oude schip A immers drukten geen ren-
te- en ‘afschrijvingslasten meer.

Dit is een ware geschiedenis, die zich eenige jaren
voor •de crisis afspeelde.
Deze directeur vergat, dat zijn ‘bedrijf een eenheid
vormt en dat iedere vastlegging van kapitaal in
nieuwe objecten natuurlijk nieuwe ‘lasten van rente
en afsdhrijving medebrengt, waarmede men van te
voren rekening moet houden. Eenmaal in de reederij-
vloot opgenomen, vormt ook het nieuwe schip echter
een onderdeel van de totale transportcapaciteit der
reederij en drukken op elke reis, resp. op elke ver-
voerde ton lading, •de gemiddelde kapitaalslasten van
rente en afsohrjvin’g der ‘geheele vloôt. Verliest men
dit uit ‘het oog, dan
krijgt
men een verwrongen
exploitatielbeeld en maakt men onjuiste conclusies
omtrent ‘de rentabiliteit van een bepaald vervoers-
traject. ‘Terkeerde maatregelen: ‘het uit ‘de vaart
nemen van een op riehzelf economische transport-
eenheid, zouden van ‘die onjuiste conclusies het ron-
‘derling resultaat zijn.

Er was eens een Zuider’zee en men bouwde een
afsluitdijk en over die afsluitdijk werd een verkeers-
weg gelegd, waarover rich alras een intensief vervoer
met vrachtauto’s en personenauto’s ontwikkelde.
De dijk was kostbaar, maar wanneer men ‘het ver-
keer zou willen belasten met de kosten van ‘den bouw
van ‘dit kunstwerk, zou geen auto over den afsluit-
dijk rijden en een belangrijke nieuwe verkeersmoge-
lijkheid verwaarloosd
rijn
gebleven.
Landaanwinnin’g door inpoldering en andere groote
‘belangen werden met deze IJsselmeer-afsluiting ge-
dien’d.

Het openen van een nieuwe verkeersgelegenheid
was een secundaire, zij het belangrijke nevenfunctie
van den dijk.
Het nieuwe verkeer over den
dijk
kon zijn func-
tie ten al’gemeenen nutte vervullen, omdat de dijk-
weg terecht onmiddellijk beschouwd werd als een

onderdeel van het ‘geheele nationale wegennet.

Er was eens een Twente-kanalen-plan: ‘groot op-
gezet en kostbaar.
De streek wenschte ‘de kanalen ter verbetering van
de afwatering van gedeelten van ‘den Gelderschen
Achterhoek en het zuiden van Twente, voorts ter
voorziening van de industrie van ‘het ‘ben•ocdi’gde wa-
ter, ‘dat een groot deel van Twente voorheen niet in
voldoende mate kon leveren, en tenslotte als nieuwe
verkeersweg in ‘de hoop daarmede goedkoop vervoer,
of juister gezegd la’ger vervoerstarieven te verkrijgen.
De scheepvaart heeft om die Twente-kanalen niet
gevraagd. Geen schip ‘zou ‘de gereedgekomen ‘kanalen

870

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

9 October 1935

‘he’arèn, wanneer men de scheepvaart zou willen be-

lasten met de kosten van rente en afschrijving van

de daarin vastgelegde millioenen of clie van bedie-
.ni.ng
en ‘onderhoud ‘der kunstwerken.

Een deel van dit kanalencomplex werd voltooid en

opengesteld en maakt thans deel uit van het net van

vaarwegen, spoorwegen en landwegen, dat als een

een’heid dient te worden 1beschouwd.

Er werd eens besloten tot •het bouwen van bruggen

over •de •groo’te rivieren. T-Jet algemeen belang eischte
een afdoende oplossin van het vraagstuk der rivier-
over’gan’gen.

Ter finanbiering van dien hr’uggen’houw werd over-

wogen het autoverkeer tolgeld te laten betalen. Tijdig
wei-d ingezien, dat uien aldus een verkeerden koers

zou opgaan en het betreffende wetsontwerp werd in-
getrokken.

Er werd eens een nieuwe verkeersweg Rotterdaiû-
Delft-Den Haag geiouw.d.
In de nalbijheid van Rotterdam bedroegen de bouw-
kosten
f
1.000.000 per 1cm. Op zidh’zelf zou dat stuk
nooit kunnen rendeeren. Als onderdeel van een groot

wegenplan kon ‘dit stuk echter niet gemist w’ord.
Niemand overwoo:g de auto’s
op
‘dit stuk met een
speciale heffing te belasten.

Er werd zelfs eens ccii nieuwe spoorweg Gouda-

Boskoop-A’lplien gebouwd, in een tijd, dat de verkeers-

tedhniek revolutionaire veranderingen doormaakte, zoodat ieder deskundige, vooreerst •de directie ‘der

Nederlandsche Spoorwegen zelve, protesteerde tegen

de voorgenomen kapitaaisverspilling en voorspelde,

dat ‘zelfs afgezien van de enorme. kapitaalslasten, op
een ‘dergelijk nieuw ‘traject nimmer een rendabel

spoorwegvervoer ontwikkeld zou ‘kunnen worden,

naast de bestaande ver:hindingen te water en over •de
l’andwegen.

De bouw werd toch dooi-gezet, en eenmaal gereed,
moet men dit nieuwe kostbare spoorlijntje ‘heso’hou-

wen als een odderdeel van ‘het •ge’heele net. De een-
maal gedane kapitaa’lsvastlegging kan niet meer on-

gedaan ‘gemaakt worden. Weiliht verdient het aan-
beveling ‘de spoordien’stexploitatie op •dit on’bedui-
dende traject te staken; wanneer de directe exploita-

tiekosten niet ‘door de vervoersoutvangsten worden
gedekt, ‘zulks als overtuigende illustratie’v an ‘het
ernstig streven ‘der Regeering de Spoorweg-te’korten

weg te werken ‘door opheffing ‘van ‘onrendabele
‘diensten.

Er was eens……..

Er was eens……een Yerkeersfonds, een Wet:
in dit geval voorloopig nog slechts een ledige huls.
De basis was een gezond principe: het verkeer
moet als een
eenheid
worden ‘beschouwd.
Op ‘de basis van dit princi’pe zal een systeem van
nieuwe wettelijlce regelingen ‘moeten worden ‘gebouwd

ter bevordering van een ‘goede coördinatie der ver-
schillende middelen ‘van vervoer. Hier ligt ‘de taak
der Centrale Commissie van Advies en Bijstand voor
het Y’erkeersfon’d’s.

Daarbij zal ‘gestreefd moeten worden naar een
econo’misdh juist ‘gebruik van ‘het nationale transport-
apparaat in ‘zijn versab’illen’de vormen, zoodani’g dat
elk. ,trans’portmi’ddel zooveel mogelijk. ‘dat ‘gedeelte van
‘het vervoer.
‘zal
verzorgen, waarvoor ‘het door zijn bij-
zondere e’i’gensehapen,’het incest ‘geëigend is, ruimte
latend voor ‘hetgeen de .voortschrij’den.de ontwikkeling

der techniek aan nieuwé mogelijkheden zal ‘bieden.
Zooa,ls :gçruimen tijd ‘geleden door ‘het Centraal
Comité vor Economisch Vrvoer namens vertegen-
woordigers ‘van verschillende takken van het ver-
voerswezen werd uitgesproken, zal de uit economch

oogpunt en in ‘het algemeen belang gewensohte na-
tuurlijke ‘t’aakverdeelinig tussohen ‘de vershilleude
‘takken van ‘het
‘zon
‘veelvormige vervoerswezen slechts
‘berikt kunnen worden, wanneer men zooveel moge-
‘lijk ‘evenwicht schept tusschen ‘de
lasten,
miaaron’der
de verschillende tran’sportmiddelen ‘geëxploiteerd
moeten worden.

Daarbij werd’ niet gedacht aan ‘de lasten der recht-
streeksche exploitatiekosten, ‘zooals bonen, onder-

‘houd, brandstof, en’z., rente, afscihrijving en onder-

houd van rijdend en varend transportmaterieel, ‘doch
aan ‘de ‘heffingen, welke opgebracht moeten worden,
‘door de Spoorwegen buy, in ‘den ‘vorm van ;huur van

rail’banen, ‘door •de auto als benzine- en ivegenbelas-
tin’g, ‘door ‘de binnenscheepvaart in den vorm van

haven- en kadegelden, ‘brug- en ‘sluisgelden, kanaal-
rechten, steigergelden, doorvaartrechten, enz.
Hoe echter kan dit beginsel van eenheid, van coör-‘dinatie en evenwicht ‘in de
lasten,,
toegepast worden?
Hoe kan men een ‘deu’gdelijken ‘grondslag vinden

voor vergelijking van voren’bedoel’de vaste spoorweg-

lasten met ‘ door het autoverkeer. ‘geleverde bijdragen
voor aanleg, ‘verbetering en onderhoud ‘van landwegen

en bruggen, en met ‘de door de hinnenscheep’vaart be-
taalde heffingen wegens het ‘gebruik van de speciaal

in ons land zon talrijke natuurlijke en kunstmati’ge
waterwegen, die menigmaal van overwegend belang

zijn voor afwatering, internationale Zee- en Rijn-
vaart en andere doeleinden?
Een eenvoudig
en
afdoend systeem zou
zijn: dat
de bestaande verkeersbanen: de ijzeren wegen, ‘de
lan’dwegen en
1
‘de waterwegen, tej- beschikking ‘gesteld
worden ‘van ‘de spoorwegen, autoverkeer en binnen-
scheepvaart,
zonder daarvoor eenige vergoeding te
vorderen!

De ‘vervoerstarieven ‘zouden ‘belangrijk dalen, om-
‘dat cle vra’chtontvan’gsten ‘dan uitsluitend zouden

moeten strekken tot ‘dekking van de directe exploi-

tatiekosten van elk middel van vervoer.

Een bi’uilchare vergelijking van ‘den kostprijs van

elken vorm van vervoer en een natuurlijke verdeeling

van het vervoer over de verschillende transportmi’d-
‘delen zouden aldus bevorderd worden.
Een ieder ‘zou particulier, evenals iedere fabriek

of ‘han’del’s’zaak, ‘het effect ‘van ‘die ‘daling ‘der ver-

voerstarieven ervaren, want een ieder zonder iiitzon-

clei-htg heeft rechtstreeks en ind’irect ‘dagelijks met
transport en met ‘de kosten van transport te maken.

Evenwel zouden dan ‘de aan instandhouding ‘of uit-

‘breiding van, ‘het net van s’pcor-, water- en landwegen
verbonden kosten, zij het langs anderen weg, toch
weer door ‘de gemeenschap moeten worden ‘gedragen.

Want men late ‘zich niet mislei’den door ‘den schijn!
Ook nu zijn ‘het uiteindelijk niet de trans’portbedrj-
ven, maas- ‘is het ‘thans evenzeer ‘die ‘gemeenschap, clie
per saldo al deze ‘lasten en heffingen ‘bekostigt, zij
‘het ook ‘thans indirect nl. in den vorm van ‘hoo’gere
vervoerstarjeven,
Aannemnende, dat men voorshands aan laatstbedoeld
thans geldend systeem zou willen vasthouden, dan
vordert de in het ‘belang eener “goede cabrdinatie

noodzakelijke eenheid in ‘het systeem ‘der heffingen,
dat ‘de tegenwoordi’ge’on’eljjke ‘heffin.gsmethoden los-

gelaten worden, om’ vervangen te worden ‘door een
ufliforme algemeene transportbei’asting. Thans betalen ‘de Spoorwegen ‘:bijna 6 millioen ‘gul-
den ‘s jaars aan uitkeeringen ‘wegens huur en ‘mede-

gebruik van ‘spoorwegen, stations, enz., voorts de las-ten van rente en afschrijvin’g ‘over de in eigen spoor-
‘hane,n en bij’behooren’de werken vastgelegde kapita-
,ien, ‘zoomede ‘de ko’sten van beveiliging en ‘onderhoud
‘der rail’banen., ,

Than’s betaalt het auto’mo’hielverkeer in ‘den ‘vorm
van benzine- en wegenbelasting voor aanleg, verhet,-

ii n’g en ‘ondePhoud van Jltn’dwe’gen en kruggen.
Thans betaalt ‘de ‘binnenscheepvénrt tientallen hef-
fingen van uiteenloopende. aard. voor het gebruik of
mede-gebruik van waterwegen, ‘die veelal evenzeer

onderhouden ‘zouden ‘moeten worden, wanneer geen
enkel .binnensoh’ip ‘daarop zou verkeeren.
Wat ‘de binnenscheepvaart betreft zijn die ‘heffin-
gen zoo talrijk,
zon
stelselloos en in vele gevallen
zon
‘hoog, dat het veel moeite kost om daarvan althans
een eeni’gs’z’ins”bruikhaai’ overzicht te ‘verkrijgen, ter-
-wijl niemand er ‘nôg in geslaagd is een beter en rede-

9 October 1935

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

871

lijk ander ‘systeem van meer uniforme binnenscheep-

vaartheffingen te ontwerpen. Een heffing pér, ton laadvermogen van elk binnen-

schip zou onaanvaardbare consequenties medebren-
gen, evenals een heffing per ton vervoerde lading,
terwijl •ook een ton/kilometer-systeem moet worden

verworpen.
Internatioflale tractaten maken het onmogelijk een
scheepvaartheffing voor de vaart op de Rijn, Schelde

en bijbehoorende stroornen in te stellen, en ook uit
dien hoofde zou de zoozeer gewenschte unifornüteit
voor een afzonderlijke hinnenscheepvaartheffing niet

‘bereikt kunnen worden.
Wil men de rail-, water- en land-wegen niet vrij

voor het verkeer beschikbaar stellen, dan moet dus
gezocht worden naar een transportbelastingsys’teem,
dat niet strijdig zou zijn met internationale overeen-
komsten, voorts niet de bezwaren medebrengt van
bestaande of te projecteeren ibinnenscheepvaartlasten,

en bovenal naar een systeem, dat een bruikfbaren en

gelijken grondslag ‘biedt vôor
alle
takken van het ver-

voerswezen.
Nu is voor alle vormen van transport energie noo-

dig en in den concurrentiestrijd tusschen de verschil-
lende transportmiddelen onderling wordt •de taakver-
deeling ‘beheerscht, eensdeels door de meer of minder economische wijze waarop cle gebezi’gde brandstof in
transportenergie wordt omgezet, anderdeels door de

transportsuelheid en neveneigensc’happen, welke elk
bepaald transportmiddel kenmerken.
Voor een rechtvaardige algemeene transportbelas-
ting zou daarom een heffing op de verbruikte trans-
portenergie resp. op de gehezigde ‘brandstof, vermoe-

delijk de ‘beste basis vormen.
Uitgaande van de gemiddelde calorisdhe waarden
van steenkolen, van dieselolie en van benzine, en van
het nuttig effect, resp. het aantal P.K. dat men per
kg. van elk dezer Ibrandstofsoorten met een goede

ketel- en stoommachine-installatie, ‘benzine- of olie-
motor kan verwekken, zal ongetwijfeld een bruikbare

formule gevonden kunnen worden voor de verhou-
ding, welke tusséhen de heffingen op elk dezer brand-
stofsoorten zal moeten gelden.
Met een invoerrecht op kolen bereikt men de
Spoorwegen en de Binnenscheepvaart ‘voor zoover zij
stoomwerktuigen ‘bezigen, en eveneens de Rijnvaart,
‘omdat men van de bij Lobith binnenkomende slepen
den bunkervoorraad der sleepbooten kan belasten.
Op de Lim’burgsohe kolen kan een heffing gelegd
worden, evenredig aan het invoerrecht op de Duit-
sche en Engelsdhe irnportkolen.
Een benzinbelastin’g bestaat reeds, doch zou vol-

keus •de hierbovenbedoelde formule in evenwicht ge-bracht moeten worden met de kolen- en oliehelasting.
Een heffing op de geïmporteerde dieselolie zou
niet alleen komen tea laste van het bedrijfsauto-
wezen, van de ‘binnenscheepvaart en in beperkter
matevan de Spoorwegen, doch ook de gebruikers van stationnaire motoren treffen, evenzeer als een heffing op de steenkolen mede voelbaar zou zijn waar het in-dustriekolen en huiehrand ‘betreft.
Langs •dezen weg zou de industrie en ieder partidu-
lier eventueel een uit den aard der zaak bescheiden
bijdrage leveren in de algemeene transportbelasting.
Gezien het feit, dat iedereen en elke zaak dagelijks
met transport en ‘transportkosten te maken ‘heeft,
‘zou deze consequentie niet bij voorbaat als onaan-

vaardbaar besChouwd behoeven te worden.
Mocht men evenwel strikt willen vasthouden aan
een transportbelasting, welke uitsluitend door alle
transportbedrijven rechtstreeks opgebracht ‘zou moe-
ten worden, dan zal het ongetwijfeld mogelijk blijken
een scheiding door te voeren, eventueel door een res-
titutie over de ‘door ‘zie industrie en voor ‘huirbrand
gebruikte kolen en over de voor stationnaire motoren

gebruikte dieselolie.
Tegen elk systeem van heffingen kunnen. bezwaren
worden geopperd, dodh hoofdzaak zal voor een’
ob-

jectieve beoordeeiing dezer materie toch zijn of het

systeem
beantwoordt
aan den eisch, •dat een gelijke

grondslag wordt gevonden voor een eenvoudige en
billijke algmneene ‘heffing, gericht op evenwicht in
exploitatielasten: een evenwicht dat ‘zal moeten ver-

hinderen, dat verschuivingen plaatsvinden in strijd
met de ‘beginselen eener rationeele verdeeling van ‘het

vervoer over de voor dit vervoer meest geëigende

transportnrid’delen.

Het ‘binnenlandsohe transportwezen is noodlijdend
en ziek, en aan de noodzakelijke saneerirug zal een

inventarisatie moeten voorafgaan, waarbij men zich
rekenschap ‘zal moeten geven van de kapitaalswaar.

•den, die aanwezig zijn en behouden ‘zullen worden in ‘den vorm ‘van spoorbanen, kanalen, landwegen, brug-

gen e.a. kunstwerken. –

Evénmin als t.a.z. van de beide vrachtschepen der
in, den aanhef van dit opstel bedoelde zeesoheepvaart-
maatschappij, ‘heeft het nut een onderscheid te ma-
ken tusschen oude en nieuwe onderdeelen, – al dan

niet geheel of gedeeltelijk afgeschreven -, van het

nationale verkeersapparaat.
‘Die vaste kapitaaiswaarden zijn nu eenmaal aan-
‘hzig en het algemeen ‘belang vordert, dat daarvan
een zoo nuttig mogelijk gebruik wordt gemaakt.
MTa
nn
e
er
het Rijk, een provincie, gemeente, water-
schap of ander lichaam nieuwe werkén wil doen hou-ven voor het verkeer, doch met de
feitelijke
bedoeling
de
plaatselijke
ontwikkeling van het bedrijfsleven te
bevorderen door nieuwe verkeersverbindingen mogelijk
te makén, dan zal geval voor geval onderzocht moe-
ten worden of de daartoe vereischte kapitaalsuit-
gaven gewettigd
‘zijn
in verband met het gestelde
doel, en mede, of een
‘bijdrage
van ‘het Rijk of van
andere zijde voor de totstandkoming gevraagd mag
worden, doch eeh ‘dergelijk werk dient dan toch weer
onmiddellijk na zijn voltooiing ‘beschouwd te wordén
als opgenomen te ‘zijn in het geheel, hetgeen dan ook
moet uitsluiten, dat éenige nieuwe heffing voor de
verdere instandhôuding van het verk ten laste van
eenigen verkeersdienst zal ‘worden ‘gevorderd.
Het hij een
dergelijk
werk ‘betrokken locaal of al-
gemeen ‘belang rechtvaardigt’ een financiering uit
de gewone middelen voor zoover niet de baten van
het Verkeersfonds, hoofdzakelijk verkregen uit een
algemeene transportbelâsting, volddende mochten blij-
ken, eensdeels voor afkoop van thans ‘beitaan’de
locale heffingen ten laste van het verkeer, rooals ‘bijv.
kanaalrechten, ‘sluisgelden enz., anderdeels voor de
financiering van de kosten van instandhouding of
verbetering van bestaande en eventueelen bouw van
nieuwe werken.

Bezwaren ‘zullen inderdaâd opgeworpen kunnen
worden, ‘ook tegen het hier aanbevolen systeem.
De nood van het transportwezen ‘is echter groot.
Door de belastingbetalers wordt ca.
f
100.000 per
dag opgebracht ter ‘dekking van de enorme spoonveg-
tekorten; de positie van de niet van
Rijkswege
ge-
subsidieerde transportbedrijven wordt door ‘de onge-

lijke concurrentie van de met Overheidssteun geëx-
ploiteerde spoor- en tramwegen ernstig bedreigd. Van
spoorwegzijde betoogt men, dat ook ‘de binnenscheep-
vaart gesubsidieerd wordt, omdat geen heffingen gel-
den’ ten laste van ‘de vaart op ‘de rivieren en Rijks-
kanalen, en dat ook het autoverkeer gesubsidieerd
wordt, omdat het niet volledig de kosten zou betalen,
welke de voor rekening van de gemeenschap aan-
gelegde verkeerswegen en ‘bruggen medebrengen.
Laten de verkeerseconomen en vervoersrivalen toch
niet langer die onvruchtbare gedachten met zich me-
desleepen, welke het ‘objectief overzicht vertroebelen
en verkeerde regelingen doen voortbestaan of ‘in het

leven roepen.
De jarenlange pennestrijd, over ‘dit onderwerp ge-
voe,d, ‘heeft geeii klaarheid t.a.’z. van dit vraagstuk
kunnen brengen en het schijnt nutteloos verder veel
tijd en arbeid er aan te
blijven
‘besteden. Niemand is
immers in staat de thans ‘op de verschillende takken

872

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

9 October 1935

van het ,rerv’oerswezen drukken’de lasten .te vergelij-

ken, omdat nog steeds ongelijke novmen gelclèn, welke
verhinderen, ‘dat van de eenmaal in spoorwegen,

waterwegen, lau’dwegen en kunaiwerken aanwezige
kapitaalswaar’de een zoo nuttig mogelijk gebruik ge-

maakt wordt door de verschillende vervoersvormen.
Het groote euvel ‘der ongelijkè ‘bchnndeling, – ‘be-

letsel voor een economisehe taakverdeelinig -‘ moet

weggeruimd worden, wil men ooit tot betere toestan-
Cln geraken.

De materie dezer ‘groep van vaste lasten ‘zal onver-

mijdelijk geregeld moeten worden om een’ klaar beeld
en’ een deugdelijke Ibasis te verkrijgen voor de nood-
zakelijke en veelbesproken coördinatie en •saneering
van het vervoerswezen.

Elk uitstel hesten.di’gt ‘den noodtoestand, ten na-
‘deé’le van ‘s Rijks Schatkist, ten nadeele van de be-

trokken vervoersbedrijven, en ten na’deele van het al:
gemeen ‘bélan’g.

De principieele beteekenis ‘der in dit opstel aanbe-
volen nieuwe ‘besohouwin’gswijze kan dan ‘ook gevoe-
gelijk erken’d worden.

De eritiek, welke tegen ‘het systeem kan worden

aangevoerd, zal wellidht leiden tot verbetering va!
•het aan’bevolen stelsel met handhaving der grond-
,gedachte.

Reeds de ‘geleidelijke afkoop van ‘bestaande heffin-
gen kan moeilijkheden van zakelij ken aard opleveren,
terwijl een ‘blijvende opheffing van ‘het recht ‘vah pro-

vincies, gemeenten en waterschappen, tot het instel-

len van ‘heffingen ten laste van verkeersondeinemin
gen, bezwaren van staatsreehtelijken aard zal mede-
‘brengen.

Deze tijd vergt echter, met het oog op ‘het aI’ge-

ineen ‘belang, dat van Regeerin.gswege het mes ‘gezet
wordt in bestaande rechten en in onhoudbare wtte-
lijke en andere regelingen.

Wanneer men zou teru’gdeinzen voor een radicale
koersveran’dering en voor ingrijpen, waar ‘dat onver-
mijdelijk ‘wordt, ‘zal in dit veelzijdige en gecotipli-

ceerde ‘vervoerswezen ‘de ‘zoozeer gewenschte coördi-
natie en saneerin’g niet ‘bereikt ‘kunnen worden.

Het schijnt dan ook wel zeer ‘g’ewenscht ‘het vraag-
stuk ‘der ‘heffingen ‘ten laste van ‘de vershi1len.de tak-
ken van ‘het vervoerswezen en ‘de mogelijkheid, hetzij
‘dzd geheel op te ‘heffen, ‘hetzij daarvoor een unifor-

me ‘basis te vinden, van Regeeringswege spoedig aan
een ‘ernstig on’derzoek te onderwerpen.

De schrifturen ‘dergenen, die ‘zich met ‘de kwestie der bestaande en toekomstige vaste lasten en ‘heffin-

gen ‘bezighouden, en die ‘beurtelings de onredelijkheid
der spoorweg-concurrentie aantoonen,. dan weer ‘be-

toogen dat ju’i’st de andere vervoersvormen ‘door de
Overheid begunstigd worden, •drei’gen •de gedachten
op een ‘doodloopen’d spoor te voeren.

Doel van dezé aanteekeningen is ‘het juiste spoor

terug te vinden ‘door ‘het lanceeren van enkele nieuwe
denkbeelden:

Het vaste verkeersapparaat ‘der spoor-, land- en
waterwegen is ‘gemeenschapshezit, ‘beschikbaar en be-

stedT voor een intensief en nuttig gchruik door het
veelzijdig o’penbaar-nuts-‘bedrijf der verkeersd iens-ten
in ‘hun verschillende vormen.

De gebruikswijze mag niet ‘beïnvloed worden ‘door
ongelijkheid in heffingen.
De gemeenschap wordt n’iet geschaad ‘d6or een vrij
en on’bezwaard gbru ik, dat immers tot verlaging der
vervoerstarievén ‘zal leideii.

Wil men echter voor het gebruik der rail-, water-
en lan’dwegen ‘het transportwezen téch belasten, dûs
de gemeensdhap’ die verkeerswerken •d’oen blijven
financieren middels hoogere vervoerstarieven, dan
kieze men een systeem van heffingen, dat voor alle
vormen van vervoer gefundeerd is ‘op gelijke basi’s.
W. B.
K.VERSTEL

VERPLICHTE VERZEKERING VAN WETTELIJKE

AANSPRAKELIJKHEID.

Naar de Regeering ‘heeft medegedeeld, is zij voor-
nemens, om binnenkort een wetsvoorstel tot verplichte
verzekering ‘tegen wettelijke aansprakelijkheid van
automobilisten in te dienen.

De wettelijke aansprakelijkheid, waarom het ‘hier
gaat, is ‘die van den eigenaar of gebruiker van een
motorrjtui.g ‘jegens ‘derden voor aan die ‘derden toe-

gebracht lichamelijk letsel, al dan niet den dood ten-

gevolge ‘hebbende, welk letsel voortvloeit uit of ver-

oor’zaakt wordt ‘door het. ‘gebruik ‘van ‘het motorrijtuig

op den openbaren weg. Indien de aansprakelijkheid
van ‘den automobilist ‘(zooals ik den eigenaar of ge-
bruiker van het ‘m’otorrijtui:g ‘hier ‘kort’heids’ha’lve zal
noemen) vast staat, ‘heeft de derde recht op een door

den rechter te ‘bepalen schadevergoeding. Het li’gt
echter voor ‘de ‘hand, dat ‘de derde aan ‘dit recht op
seha’dever.goeding weinig ‘heeft, indien ‘de veroordeel-

de autonio’bilist ‘geen middelen ‘heeft, om de schade-
vergoeding te ‘be’talén en hij ook niet een verzekering

heeft ‘loopen, die hem ‘daartoe in staat stelt. Om te
voorkomen, ‘dat de derde aldus ‘gedupeerd wordt, ‘is in
‘de’ laatste jaren in tal van landen op ‘middelen ‘ge-

zonnen, om ‘hem zekerheid te verschaffen nopens ‘de
ontvangst van de ‘hem toekomen’de schadevergoeding.

Daar kennisiieming van ‘de practische ervaring,
die mcii in ‘die landen met ‘de regelingen te ‘çlezer
zake ‘heeft opgedaan, ons ‘niet anders ‘dan van nut kan

zijn bij ‘het overwegen van het voor- en nadeel, ver-

bonden aan ‘de ‘invoering van ‘die maatregelen hier te
lande, zal ik die ‘huitenlan’dsehe regelingen ‘hier in
het -kort b
espie
k
en.

Onderscheiden naar ‘hun principieéle grondslagen
vindt men drie typen.

1. Het Massachusetts-stelsel.

1-let eerste stelsel, dat in 1928 in ‘den Amerikaan-

schen Staat, Masstchusetts en ‘sin’dsdien ook in Nieuw-
Zeeland is ingevoerd, is wel ‘het radicaalste. Het ver-
plicht den automobilist tot het aangaan van een ver-
zekering (zon’der de verleening van het rijbewijs van

de vervulling van ‘dien plicht ‘nochtans afhankelijk
te stellen), terwijl de assuradeur van zijn kant ge-
houden is elke ‘hem aan’geboden verzekering te accep-
teeren. Dit systeem heeft in de practijk ‘bewezen
velerlei na’deelen te ‘hebben en heeft ‘dan ook bijna
overal ter wereld onverdeelde afkeuring ontmoet. In
de eerste plaats is liet uiteraard ‘moeilijk te ecntro-
leeren, of wel elke automobilist aan ‘zijn plicht tot
verzekeren ‘heeft voldaan. Een uitgebreide overheids-

contrôle, idie uitermate hinderlijk voor ihet automo-
bielverkeer is, is daarvoor onvermijdelijk. Het is bo-

ven’d’ien niet voldoende, dat ‘de automobilist desge-
vraagd ‘zijn polis toont; de verzekering kan immers
opgezegd of, wegens wanbetaling van premie ge-
ein’di’gd zijn of wel ‘de assuradeur is ‘misschien van
zijn verplichtingen ontslagen, omdat ‘de verzekerde
zekere poliscon’dities niet is nagekomen. Evenmin kan

men steeds nagaan, of ‘de verzekerde som niet is ver-
minderd eu of de assuradeur wel solvabel is. Het
dreigen met strenge straffn bij niet-voldoening aan
den wettelj ken verzekeringplicht heeft verder slechts
tot ‘gevolg, ‘dat ‘het vervalschen van polissen wordt

bevorderd. Onoplos’bare moeilijkheden levert het
systeem voorts op bij ibuitenlaiidsche automobilisten,
die ‘het land bezoeken en strikt genomen, willen de
‘binuenlandsche weggebruikers althans ‘behoorlijk be-vei’li’gd worden, ‘ook onder de wettelijke regeling be-

grepen ‘dienen te worden, ‘hetgeen weinig ‘bevorderlijk
is voor ‘het vreem’delingenverkeer.
De onmogelijkheid van een afdoen’de contrôle maakt,
dat tal, van automobilisten onverzekerd ‘blijven rond-
rijden, waard’oör ‘het stelsel zijn doel, nl. het ver-
schaffen vaii zekerheid aan .den ‘derde, . dat deze zijn
schadevergoedingsvordering steeds ten volle zâl kun-

nen innen, niet bereikt, waarmede ‘het systeem reeds veroordeeld is.. Het stelsel
is
.
bovendien niet alleen

9 October
1935

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

873

nutteloos, maar ook gevaarlijk, omdat de te bescher-

men weggebruikers er ‘zich oriwillekeurig op verlaten (en ‘buy, hun verkeersongevallenverzekering beëmdi-

gen), een vertrouwen, dat te kwader ure mispiaatst

blijkt te zijn.
De gedwongen opneming in ‘de verzekering van
personen, die hij een Vrij contractsve.rkeer daartoe

niet zouden worden toegelaten, leidt noodzakelijk tot
een ‘daling van het peil van de verzekerden als groep
en tot een afstomping ‘van het verantwoordelijkhei’ds-

‘besef van weinig scrupuleuze automobilisten. Het is
dan ook ‘geen wonder, ‘dat zoowel “het aantal ongeval-

len als het ‘bedrag der gevorderde schadevergoedingen
in Massachusetts sin’ds 1928 hooger is ‘dan in eenigen

anderen Noord-Amerikaanschen Staat. Het systeem
leidt tot ‘het fin’geeren van schaden, het instellen van

te ‘hooge vorderingen,

tot vermeerdering van het aan-
tal processen en tot te royale toewijzing van schade-
vergoed ngsvorderingen door den rechter.

liet is duidelijk, ‘dat deze factoren in ‘het bijzonder

tot schade voor ‘de assurantiemaatschappijen voeren.
liet zijn deze ‘instellingen immers, die ‘de zoowel in
aantal als in grootte vermeerderde sc’hade-uitkeerin-
gen moeten verrichten. Daar ‘zij alle posten ‘zonder

uitzondering moeten accepteeren,
‘krijgen
zij geen
gelegenheid meer tot het sehiften, steunende op er-
varing en kennis, ‘van ‘de aangeboden risico’s. Ten-einde ‘den derde te beschermen, ontzegt ‘de wet den
assuradeur voorts ‘het -beroep op onderscheidene em-
stige contractschendingen, ‘gepleegd ‘door den ver-
zekerde, wat niet alleen ‘de ‘immoraliteit van de ver-
zekercien ‘bevordert, maar tevens de fun’damen,teele grondslagen van ‘het contractrecht aantast, met name
‘het ‘beginsel, ‘dat alle overeenkomsten te goeder trouw
moete’n worden uitgev’oér’d, een principe, -dat zoo mo-
gelijk nog sterker geldt voor de ‘scha’deverzekering
‘dan voor andere contracten.
De verzwaarde lasten, die op het assurantiebedrijf
komen te drukken, leiden tenslotte -tot aanmerkelijke
premievechoogingen, ‘die niet alleen door ‘de mala
fi’de, maar ook door de ‘bona fide automobilisten op-
gebracht moeten worden. Deze prem’ieverhoogin’gen
werden in Massachusetts reeds na verloop van twee
jaren noodzakelijk cii bedroegen in sommige gevallen
niet min-der dan 100 pOt.!

De ‘hierboven geformuleerde ‘bezwaren vin’den hun
‘bevestiging om: in ‘het rapport, uitgebracht door een
Califomnische parlementaire commissie, een onderzoek
in 1930 ingesteld ‘door de C’hristian Science Monitor
te Boston en onderscheidene publicaties van ‘het Co-
mité G’énéral des Assurances te Parijs.
2. Het Ontario’sche stelsel.

Dit stelsel werd voor de eerste maal in Ontario
toegepast en geldt thans in 18 ‘staten van de Ver-
eenigde Staten en Canada. Het verschilt in zoovem
in een gunstig opzicht van ‘het Massac’husetts-stelsel,
‘dat ‘het wèl verband legt tusschen ‘het verleenen
van ‘de rijvergunning en ‘het aangaan van de ver-
zekering en voorts, ‘dat ‘het geen rechtstreekschen
verzekerings’dwa.n’g kent, noch ten opzichte van den
assuradeur noch ten opzichte van den autom’cbi-
list. Indien ‘deze laatste
‘bij
rechterlijk vonnis aan een aanrijding schuldig word-t bevonden, wordt ‘zijn rij-
vergunning opgeschort tötdat ‘hij aan het vonnis ‘heeft
voldaan en voldoen-den waarborg ‘heeft gegeven, dat
‘hij ‘bij toekomstige ongevallen
zijn
geldelijke verplich-
tingen zal nakomen. Deze waarborg ‘bestaat, hetzij uit
het storten van een garantiesom, hetzij uit -het nemen
van een voldoende verzekering. Dit stelsel ‘beperkt
den inbreuk op de persoonlijke vrijheid van partijen
tot een -minimum en schijnt op ‘het eerste gezicht tot
een vermindering van het aantal ongevallen te moe-
ten leiden; de automobilist, die ‘zich rekenschap ‘geeft
van het nadeel en het ongerief, die opschortin’g van
‘de rjverguunin’g voor hem ‘beteekenen, en van ‘de
moeite, die het ‘hein vermoedelijk zal kosten, om een
verzekering af te sluiten in-dien hij eenmaal veroor-
deeld is, zal ‘immers onwillekeurig voorzichtiger wor-
den. Dat ‘dit voordeel echter niet veel meer dan schijn
is, blijkt uit een rapport, dat door de Standing Corn-

-mittee on Bills te Ontario in 1934 is uitgebracht met
‘betrekking tot een,. wetsontwerp, ‘strekkeude tot het

ontnemen ‘van het recht op schadevergoeding aan
passagiers. 1-let rapport constateert, dat ‘het aantal

gevallen, waarin niet-betalende passagiers de eige-
naars of bestuurders van motorrijtuigen om schadever-

-goeding aanspreken, in Canada verbazingwekkende
afmetingen ‘heeft aan’genomen. Terwijl het risico van

aansprakelijkheid jegens passagiers tot voor enkele

jaren ‘zonder extra-premie en later voor slechts $ 0.50
werd ingesloten (‘het risico wordt ‘door het standaard-
polisformulier uitgesloten en moet -dus ‘bijverzekerd

worden), moest deze extra-premie reeds itt 1934 tot
$ 2.— verhoogd worden, terwijl
‘het zich bij het uit-
brengen van ‘het rapport liet aanzien,, dat een ver-

hooging tot $ 6.— noodzakelijk was! De Commissie
overwoog vele remediën, maar ‘zag geen kans tot een
bevredigende en afdoende oplossing te geraken.
3. Het Britsôhe stelsel.

In Engeland is ‘het
verkrijgen
van een rjvergun-
rting afhankelijk van -het ‘gesloten ‘hebben van ee-it
verzekering, non-der dat de verzekeringsmaatschappijen

gedwongen worden eiken aangeboden post te accep-
teeren. Dit stelsel is een tusschenvorm tusschen de twee andere systemen. Het gaat in zooverre verder
dan ‘het Canadeesôhe ‘stelsel, ‘dat -de verplichting tot
het aan-gaan van een verzekering niet eerst ‘bestaat,
wanneer er een ongeliïk ‘heeft plaats gevonden, ter-
wijl ‘het ‘belangrijke verschil niet -het Massachusetts-
systeem is, -dat in het ‘gecompliceerde scha-deverzeke-
ringsbedrijf niet met ruwe ‘hand wordt ingegrepen.
Niettemin zijn ook de Britsdhe -resultaten met de
verplichte verze’kering niet ‘bemoedigend. In weerwil
van -den verzekeringsplicht, in weerwil vitn ‘het res-
pect voor ‘de wet, -dat -den Brit is aangeboren, in weer-
wil van het feit, ‘dat niet-voldoening aan ‘den wette-
lijken verzekerin-gsplidht ‘gestraft wordt met ‘boete,
hechtenis en intrekking van ‘de rijvergunnin,-g, waren er volgens -de Moniteur des Assurances in 1933 meer
-dan 18.000 ‘gevallen, waarin geconstateerd is, dat aan
den wettelijken plicht niet voldaan was. Volgens het-zelfde ‘blad ‘bedroeg dit aantal oertmedingen in 1934
meer ‘dan 20.000 en werd ‘het -gevaar voor de slacht-
offers, dat ‘zij verhaal moeten zoeken op een niet-
verzekerden automobilist, toe dreigend, -dat een be-
langrijk-e groep van Britsche verzekeraars in 1934 een
nieuwe soort van ‘verzekering lanceerde, uitsluitend
tot dekking van dit risico! Doc’h ook -in ‘de gevallen,
waarin de automobilist wèl verzekerd was, bleken -de
rechten van -den -derde in de practijk vaak nog niet
voldoende beveiligd te zijn, zoodat in 1934 een nieu-
we Road Traffic Act noodig was, waarbij -den ver-
zekeraar het ‘beroep op onderscheidene excepties, die
hij tegenover -den verzekerde -geldend zôu kunnen ma-
ken, jegens den der-de ontzegd werd. Al-dus ‘ging een
belangrijk voordeel van ‘het En’gelsche systeem, ni. mi-
nimale ingrijpin-g in -de contractsvrij’hei’d, ouder dan
ii rang der nood zakelijkheid weder teloor.

* *
*

Wie kennis heeft genomen van de erarin’gen, die
met de hierboven besproken stelsels zijn opgedaan, zal
zich er niet over veebazen, da-t -de Duitsche Minister
van Verkeerswezen, naar -de -Deutsche Versicherungs-
Zeitung mededeelt, voor de verplichte verzekering
weinig -gevoelt en ‘dat ‘in Frankrijk, waar een wets-
ontwerp tot regeling van -de verplichte verzekering
tegen wettelijke aansprakelijkheid reeds -enkele jaren
in ‘de maak is, zoowel het Comité Général des Assu-
rances en l’Association -des Sociétés -d’assurances con-
tre ‘les Accidents als la Fédération des Autorn-ohile-
Clubs de France ziCh met klem tegen -de invoering
van verplichte verzekering verzetten. Evenmin zal de
lezer zich ér over verwonderen, ‘dat wij -het aangekon-
ii i-gde wetsontwerp met bezorgdheid tegemoetz-ien.
Dr.
P. D. PESTMAN.

874

ECONOMISCH-STATISTISCHE ‘BERICHTEN

9 October 1935

FOUTIEVE MAATSTAVEN VOOR DE BEOORDEELING

VAN DE CONJUNCTUUR.

De. acer E. Stargardt schrijft ons:

De tactiek, om de crisis door een psychologische

beïnvloeding van de massa te bestrijden, wordt in de
Vereenigde Staten zoowel door de overheid als ook door toonaangevende kringen van ‘het bedrijfsleven

in sterke mate gevolgd. In hoeverre ‘hierbij de’hetrok-
ken instanties samenwérken, is natuurlijk moeilijk te

beoordeelen. Men kan alleen steedt constatëeren, dat,
ondanks het, ‘heersohende antagonisme, dat eih in

ander opzicht nog ‘geregeld voordoet, de Regeering

eenerzijds en banken, in’dustrie, landbouw en handel
anderzijds gelijktijdig voor het gerneensc’hnppelijk

‘doel werkzaam lijn: namelijk om ‘met alle mogelijke
middelen een opleving van ‘de geheele nationale en

voorts ook van de wereidhuishoud Ing te verkrijgen,

teneinde op deze wijze ‘de bestaande moeilijkheden te
overwinnen

Als ‘het beste middel geldt ‘thans aan ‘de overzijde
van den Oceaan voor alles ‘het overwinaen van de

vertrouwenscrisis. De wederzijdsche pessimistische be-
invloeding van de economen, alsmede vooral ‘ook van

de breede lagen der ‘bevolkiug, bestrijdt men •het

beste, indien, volkomen ‘doel’bewust en systematisch,
optimistische berighten, in staat om vertrouwen ‘te

wekken, ‘me’dedeelinigen over reeds verkregen resul-
ta’tell en teekenen van verbetering, voortdurend in het

puibliek worden gepompt. Deze methode ‘herkent men

ree’ds, ‘wanneer men ‘de dagelijksëhe ra’dioberichtéi
van ‘de Europeesche dagbladen uit de Vereenigde Sta-

ten aandachtig volgt:, hun keuze en saenst’el’iing ge-
sdhieden met een buitengewone handigheid en ‘met een

enorme kennis van zaken bijna uitsluitend met’ het
oogmerk, om
bij
den ilezer den indruk te wekken, ‘dat de verbetering van ‘den toestand ‘dagelijks voortgang
vindt en .’dat een al’ge’heele ommekeer van den econo-

mischen toestand in de Vereenigde Staten zich thans
reeds voltrekt. Indien het streven om in andere we-

rel’ddeelen invloed uit te oefenen reeds zoo dui-
delijk is, ‘dan kan men ‘zich gemakkelijk vöorstel’len, hoe intensief de openbare ‘meenin’g ‘in het eigen land
in ‘dezelfde richting wordt ‘bewevkt.

Dit geheele stelsel sluit natuurlijk nauw aan hij
de ‘gewoonten en usances, welke in ilormale tijds-
omstandigheden ‘ge’biuikeljk waren. In de eerste

plaats worden van ‘de ibasis’industrieën, de kolenmijn-

bouw en de ijzerwinning, de pro’du’ctiecijfers gepu-bliceerd, en wanneer een vergelijking met de cijfe’rs
van de vorige maand ‘of van ‘het’ vorige jaar ech toe:
neming te zien ‘geeft, kan men hiervan gemakkelijk in den aangegeven ‘zin •gdbiiik niaken. Ook de toe-

genomen productie van bepaalde lialffabrikaten en
ei’n’dproducten leeat zich in bepaalde omstafl’digheden
tot ‘gevol’gtrekkingen’ t.a.v. een opwaar’tséhe conjunc-

tuur’bewegin’g. Z’oo is men er reeds sedert langeren
tijd aan gewend, uit Amerika cijfers omtrent den’
omvang van ‘de fa’bricat’ie van katoenen ‘goederen, de
productie van automobielen, enz. eni. te krijgen.

Ongetwijfeld hebben ‘dergelijke cijfers ‘d’an ook dik-
wijls een overtuigende béwijskracht, ‘hetgeen reeds
daaruit ‘blijkt, dat ‘ook ,audere industrielanden vol-
gens dezelfde methode werkeli. Jilet ibehoèft dus geen
verwondering te wekken, dat men ‘dergelijke publi-
caties trah’t, uit te breiden, en in den laasten tij’d

omtrent, steeds meer producten derge’lijke beschou-
wingen ‘publiceert. De eerste vdorwaarde hierbij is

natuurlijk, ‘dat een stijgend productiecijfer ook in den
gewenschten
‘zin
propa’gandistisch ‘werk verricht. De
lezer moet er dan echter scherp ‘op letten, of “de be-
treffen’de ‘artikelen ook werkelijk ‘dezelfde of toch
ten minste een overeenkomstige ‘bewij’skraeht ‘bezit-
ten, als bij steenko’len, staafijzer, katoenen weefsels
of ‘ook automobielen het geval is. Een ‘dergelijke en-
tische fbeoordeèling van de ons”t’hajis uit Amerika
toegezonden cijfers schijnt de’s te noodia’kelijker, nu
men zich daar, misschien volgens den ouden regel:

het ‘doel ‘heiligt ‘de ‘mi’ddl’en – in ‘den laatsten tijd

bij de keu’ze geen al te groote beperkingen mcci
pleegt op te ‘leggen.

Zoo verscheen kort geleden van ‘den Amerikaan-
schen pers’dienst voor Nederland sc’he ‘dagbladen o.a. de volgende mededeeling:

,,De binnenlandsohe afzet aan den handel van
waschmac’h’ines voor huishoudelijk gebruik ‘gaf in

Augustus weder een nieuw ‘maandrecord te zien. Hij
bedroeg
144.283
stuks tegen 109.475 in Juli en
111.698 in Augustus van het vorige jaar. De,’cijfers voor ‘de eerste acht maanden ‘bedragen 950.070eè’
886.253.

De ‘binnenlandsehe afzet van electrische ijsmchines
bedroeg in de eerste acht’ ‘maanden van ‘dit jaar
1.246.000 tegen 1.264.000 in het
.ydheele
voorafgaande
jaar. Dit beteekent een nieuv record.”

Welke beteekeni.s ‘hebben ‘deze stijgen’de afzetcijfers
nu, voor ‘de pra’ctijk ‘van het, economisch leven? In

dè eerste plaats ‘zal von’der meer moeten worden toe-

‘gegeven, ‘dat ‘zoowel wasch- als ijsinachines niet tot
‘de noodzakelijke levensbehoeften be’h’ooren Hoewel de

mechanisatie in ‘de ‘huishou’dingen juist in ‘de Ver.
Staten snel toeneemt, en belangrijke takken van de
industrie van kleine machines ‘zich ‘daar ju’i’st op deze
‘behoefte hebben ‘gespecialiseerd, is ‘het toch anderzijds

wel ‘duidelijk, dat bij een dalende welvaart en een ver-
ininderende ‘koopkracht een toenemende afzet van ‘der-
‘gelijke reeds nauw aan luxe grenzende artikelen nau-
welijks ‘denkbaar is. Onder ‘deze ‘omstandigheden is
het ‘geoorloofd slechts in zekere mate uit ‘de gepu-

.hliceerde cijfers è evc1gtrekkingen te maken.
Bij dergelijke beschouwingen mag men echter een

factor niet over het hoofd zien: wasch- en ijsmachi-

fles behooren tot de categorie artikelen, welke in

normale omstandigheden slechts een geringe afzet-
mogelijkheid hebben. Deze neemt echter toe, naar-

mate de belanghebbenden, ‘dus de fabrikanten, pro-
paganda, in ‘de eerste plaats voor nieuwe con-

structies, gaan maken. Hoe beter en voor alles hoe
intensiever deze reclame wordt gevoerd, des te snel-
ler pleegt ook de omzet te stijgen. Men kan zelfs
zeggen, dat voor den afzet van dergelijke voorwerpen

niet zoozeer de behoefte, .als veeleer de intensiteit
van den verkoop en voor alles ook ‘de aan ‘de koopers toegestane betalingsvoorwaarden beslissend zijn. Men

denke slechts aan overeenkomstige gebeurtenissen op

ons vasteland, en men zal niet willen betwisten, dat hijv. de stofzuiger, zonder de mogelijkheid van ter-
mijnbetaiin’g, nauwelijks zijn ‘huidige populariteit
zou hebben verkregen.

Bij dergelijke overwegingen zal men dus tot de
]otsoui komen, dat een toeneming van den afzet van
Ongeveer 40.000 ijs- of waschmachines per maand in
een land met circa 100 rnilljoen inwoners op zichzelf
niet al te veel zegt. Indien de afzet door adverten-

tiën, verspreiding van prospectussen, bezoek van
agenten of zelfs door speciale gu:nstige tijdelijke aan-
biedingen wat prijzen en betalingsvoorwaarden be
treft wordt geforceerd, dan zou men zelfs van een
resultaat kunnen spreken, dat niet ‘bepaald impo.
rteert.
De vraag zelfs, of de gestegen afzet slechts
aan een grootere propaganda te danken is, of dat
hij, om zoo te zeggen, den gelukkigen fabrikanten
automatisch in, den schoot is geworpen, is hieruit
natuurlijk niet met volkomen zekerheid op te maken’,

alhoewel de plotseling ontstane voorliefde van 40.000 Amerikaansçhe huisvrouwen voor wasch- resp. ijsma-

c’h’ines, zonder oveneenkomsti’ge activiteit van den
verkoop, moeilijk is te verklaren.

In ieder geval staat vast, dat de afzet van derge-
lijke apparaten een “zeer oubetrouwbare maatstaf voor

de beoordeeling van de conjunctuur is. Des te op-
vallender schijnt de groote beteekenis, welke men in de Vereenigde Staten aan de toegenomen verkoopen
toekent, en welke rèeds hieruit blijkt, dat men de
verkregen cijfers niet schriftelijk, ‘doch zelfs langs den ko&tbaren’draad’l’oozen weg naar Europa doorgaf. Dit

9 ‘0 ctöber 1935

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

875

bewijst wel, ‘hozeer men aan vie overzijde geneigd is

de critische beschouwingen van de Arnerikaansche economische gebeurtenissen door Europa te onder-
schatten. Tegelijkertijd rai echter dit al te opzette-
lijk ten toon gespreide optimisme van de Amerikanen

ons wereiddeel ‘het inzicht moeten geven, – met alle

waar.deer.ing voor cle in Amerika aangewende .pogin-

gen, ‘de crisis eindelijk te overwinnen – ‘dat aan
details en bijkomstige verschijnselen in ‘het bedrijfs-

leven van de Vereenigde Staten ‘geen overdreven be-

teeken’is moet worden toegekend.

AANTEEKENINGEN.

Oorzaken van de gunstige conjunctuur in Zweden

In ‘het Economisch- Statistisch Kwartaal’be richt van
17 Juli jI.
(biz.
640/843) is een uitvoerige analyse
‘gegeven van de factoren, die tot het markante herstel
van de conjunctuur in Zweden hebben ‘geieil. Daar-

bij is er op ‘geweren, dat een samenvallen van ver-
schillende factoren tot den gunstigen economischen toestand hebben bijgedragen. Er is geen sprake van,
‘dat de st’erke opleving in Zweden uitsluitend te dan-

ken zou zijn aan de groote wapenleveranties aan het
buitenland. Deze ,,fabel” wordt door de feiten vol-komen weerlegd. In ‘dit verband is ‘het van belang
kennis te nemen van twee recente publicaties over
dit onderwerp.
Het Institut für Konjunkturforschung te Berlijn
vestigt er in zijn weekberidht van 25 Sept. j’l. :de aan-
dacht op, dat Zweden ‘het eerste groote industrielan’d
van Europa is, dat geen werkloosheid meer kent.
Terwijl in Januari 1933 het aantal werkloozen nog
189.000 ‘bedroeg, was dit aantal op 31 Juli 1935 ge-
slonken tot 43.000 (tegen 86.000 in Juli 1934), waar-
van er echter ongeveer 30.000 tewerkgesteld waren
bij ‘de werkverschaffing. Een eigenlijk werkloo’zen-
probleem bestaat er dan ‘ook vrijwel niet in Zweden.
De opleving is zelfs roo ‘groot gew’eest, dat ‘de stand
van de conjunctuur !hoo:ger is dan in 1929/’30. De
industrieele bezetting in het ‘tweede kwartaal van
1935 was niet alleen 61 pOt. •grooter ‘dan in het laag-
ste punt ‘der depressie (eerste kwartaal 1933), doch
ook 8 pOt. grooter ‘dan ‘het jaar’gemiddelde van 1929.
Bijna alle ‘bedrijfstakken hebben gelijkmatig van
de opleving geprofiteer.d. De industrieën, die werken
voor uitvoer en voor ‘het binnenland, zoowel a’ls de
industrieën van pro’ductiemiclde’len en verbruiksgoe-
deren, toonen
hetzelfde
beeld van opleving. De inves-
teering van kapitaal is, te oordeelen naar ‘het binnen-
landsc’h ijzer- en staalverbruik, zoowel als de bouw-
bedrijvigheid, grooter ‘dan gedurende ‘de laatste hoog-
conjunctuur. Opvallend is ook ‘de prcductievergroo-
ting van consumptie-artikelen.
Telisvaar
bleef ‘het nominale uurloon even hoog,
doch doordat er meer en ‘langer gewerkt wordt, is het ‘totale inkomen van de arbeiders sterk gestegen. Daar
de kosten van levensonderhoud niet zijn gestegen, is
een sterke verbetering van den levensstandaard ‘der
‘bevolking ingetre’den.
Dank zij ‘den ‘ovenheidssteun, is ook de landbouw
erin geslaagd, een groot deel der crisisverl’iezen in te halen, zoodat de totale waarde van den oogst slec’hts
weinig benedén ‘die van 1929 bleef. De kiein’handels-
omzetten, gemeten naar ‘de omzetten der verbruiks-
coöpera/ties, waren grooter ‘dan ooit, terwijl ‘de staats-inkomsten aanzienlijk boven ‘de rarning bleven.
Voor deze sterke opleving worden allerlei redenen
aangevoerd. Zoo wordt o.a. veelvuldig op de vergroo-
ting van ‘den export als voornaamste oorzaak ‘gewezen.
Volgens ,,De Nederlandsche Conjunctuur” is dit niet
geheel juist. Want uit een on’derzoek van het bestaan-
‘de cijfermateriaal voor de jaren 1925 tot 1933 blijkt,
‘dat met een stijg.ing van 5 punten in den uitvoer,
een stijging van ongeveer 2 punten van de productie
voor de binneniandsdhe markt overeenkomt. Gaat
men nu na, welke stijging sinds 1933 in de produc-

tie voor ‘d’hinnenlandsche markt ‘heeft plaats gevon-

den, ‘dan blijkt, dat deze verre uitgâat boven de met

der export overeenkomen’de ‘getallen. ,,De Nederland-

she Conjunctuur” concludeert ‘dan ook, dat er andere
oorzaken voor d’eze opleving moeten zijn naast de

vergrooting van den uitvoèr. Enkele van ‘deze oor-
zaken zijn de ‘werkverruimingspolitiek ‘der Zweedsche
Regee.ring, de landhouwsteun der overheid, en ver-
hoo’gde investeering vooral van lan’dhouwzijde.

Ook ‘het Berlijnsche Instituut vestigt ‘hier de aan-
dacht op, doch legt meer den nadruk op ‘den uitvoer als stimulans ‘der opleving. Deze is sterk uitgebreid

‘tengevolge van ‘de muntdepreciatie, ‘de expansieve
credietpo’litiek, en ‘de groote investeeringen in de
voornaamste afzetgebieden van Zveden (Engelan’d en

Duifschland). Door de snellere toeneming der pro-
‘ductie voor het ‘binnenland, is de invoer stérker ge-
stegen dan de uitvoer, waardoor het passiefsal’do
‘der handelsbalans van 28 miii Kr. tot 109 mill. Kr.
steeg.

‘De politiek ‘der Zweedsche Regeerin’g is erop ge-
richt om ‘de eenzijdige oriënteerin’g van ‘den export op Europa, ‘hetgeen men ‘gevaarlijk acht, te verbre-

*bn (h’andëlsverdragen met ‘de Vereenig’de Staten en
Au’stralië), terwijl ‘de productie voor ‘het binnenland
verder ‘gesteund zal worden ‘d’oor een expansieve
credietpolitiek.
A.

De Italiaansche oorlogsûnanciering.

Dd financieele en economische ontwikkeling van
Italië ondergaat op het oogenblik in sterke mate den
invloed van het conflict met Abessinië. In verband
‘hiermede is het van belang bij de financieele politiek
van Italië nader ‘stil té staan.

Ofschoon Italië in feite reeds lang den gouden
stan’daard verlaten ‘had, ‘geschiedde dit officieel in
April van dit jaar. Ondanks de officieele verzeke-ring, dat men zal trachten weer spoedig een goud-
‘dekking van 40 pOt. te bereiken, schijnt twijfel dien.
aangaande maar al te ‘zeer gerechtvaardigd. Er zijn
wat betreft Italië factoren, die een dergelijke poging
al zeer onwaarschijnlijk maken. Op 20 September ii.
bedroeg ‘de ‘gouddekking 29.46 pOt.

De financieele positie van het land is zeer zwalc.
ln ‘het voorjaar van 1935 gaven de Staatsuitgaven
cen enorme stijging te zien in verband met de miii-
taire uitgaven. De totale uitgaven voor de landsver-
(lediging bedroegen in Augustus 1935 ten minste
10 pOt. van het volksinkomen. De takken van indus-
trie, die groote opdrachten van de Regeering kregen,
llebbe]Ï sterk geprofiteerd van deze staatsuitgaven. Vrijwel de geheele industrie staat op het oogenbiik
iii dienst van den Staat.

Ondanks alle en ‘speciaal in ‘den laatsten tijd reer
verscherpte pogingen om den invoer te beperken,
vertoont de handelsbalans een steeds grooter wordend
passief. Men is er niet in geslaagd het invoersaldo in
Lelangrijke mate te verminderen. De eerste 6 maan-
den van dit jaar toonen nl. een irmvoer van Lire 3.8
nnilliard en een uitvoer van Lire 2.4 milliard, zoodat
een nadeelig saldo resteert van Lire 1380 millioen.
liet gevolg van de steeds toenemende behoefte aan
1,uieniandsche grondstoffen deed een groot tekort
aan deviezen ontstaan. Men heeft getracht bronnen
te vinden om dit tekort te dekken. Bij een decreet an 21 Mei werd bepaald, dat alle buitenlandsche
effecten en in het buitenland aangehouden Italiaan-
sche obligaties binnen 20 dagen aan de circulatiebank
moesten worden aangeboden. Tengevolge hiervan is
de deviezenvoorraad der Nationale Bank van begin
Juni tot 20 Juli toegenomen van Lire 54 millioen
tot Lire 361 millioen.
Hierop volgde de opheffing der dekkingsverplich-
ting en klaarblijkelijk is reeds een deel der metaal-
reserve aangewend tot betaling van buitenlandsche
schulden.

876

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

9 October 1935

Alle pogingen om nieuwe credieten op te neme:n

in het buitenland zijn tot dusverre mislukt en de

financiering der Staatsbehoeften wordt dan ook hoe

langer hoé moeilijker.
Tengevolge van de officieele opheffing van den
gouden standaard onderging de koers van de Lire

een sterke daling. De hierdoor ontstane kapitaal-
vluht deed den financieelen toestand van Italië nog

verergeren.

De biljetten-circulatie werd sterk boven de nor-
male ulti mobehoeften uitgebreid, teneinde ‘cle noodi gé
middelen te verkrijgen m den eventueeleii strijd in

A’hesinië te kunnen financieren. De Bank kon aan

de credietbhoeften voldoen, maâr uit de’ verhôoging
van hét disconto blijkt, dat de crecIietvraag grooter

omvang aannam dan men verwacht had.
Door de steeds stijgende biljettenuitgifte steeg het

prijsniveau, waardoor weer de impôrt gestimuleerd

werd.
De Italiaansche financieele en valuta-omstandig-
heden werden in Londen met groeiende bezorgdheid

gadegeslagen. Men was in de Cit’ ten aanzien van

cle af te lossen Italiaansche schulden vrij sceptisch
gestemd, zoo’dat men er van -offlciéele ‘zijde ibij d’ë Engeische exporteurs op ‘heeft aangedrongen slechts

op contante ‘betalingsbasis’ naar Italië te leveren. In ver-band hiermede ‘hebben, enkele kolenexporteurs
reeds geweigerd verdere transacties met Italië af te

sluiten.

Ook wat betreft het verleenen van credieten aan
Italië volgden de Engelsche Banken, hoewel indivi-

clueel, dezelfde richtlijnen. De meeste banken hebben
ni. haar Ital’iaansdhe correspondenten instructië ge-

geve,n geen verdere accepten aan te nemen en de

loopende zaken af te wikkelen. Men heeft ér de aan-

dacht op gevestigd, dat’ het hiër niet een gemeen-schappelijke actie van de Oity betreft. Het gevolg
van deze houding zal zijn, dat de crediete.n in den

loop van de eerstvolgende 3 maanden geleidelijk aan

ziilleu worden verminderd en aan het einde van die

periode vrijwel zullen
zijn
afgeloopen.

– In Au-gustus werden een 4-tal wetsontwerpen inge-

d iend, van vèrstrekkenden f-inancieelen aard.
Deze wetsontwerpen behelzen ‘de volgende ‘hepa-

lingen:

Gedwongen overdracht van de buitenlandsche ef-

fecten en de chli-gaties van Italië’s buitenlandsche lee-
ningen aan de schatkist. De sdhatkist -geeft daarvoor
schatkistbiljet’ten uit met negen-jarigen, looptijd, die

5 pOt. rente ‘zullen dragen. De President van de Na-
tion-ale Bank van Italië noemde in zijn rapport van
30 Maart jl. een totaal ‘bedrag van Lire 6000 millioen
(bn’geveer £ 100.000.000) aan ‘beleggingen in het ‘bui-

tenlan’d tussehen 1928 en Mei 1934.
Tijdelijke verlaging der divi-denden van de ‘han-
d elsondernem’ingen.

– 3. Een belasting van 10 pOt. op -dividen-den, ren-
ten en inkomsten uit ‘toonderpapier. –

4. Verplicht verbruik van ersatzhran-ds toffen voor
âlle motorvoertuigen in openbare diensten en parti-

culiere ‘bedrijven.
Verder wordt wettelijk vastgesteld, datde -d:ivideu-

den der maatschappijen verlaagd moeten worden.
Voor den -duur van -drie jaar mag geen onderneming
van in’dustrieelen of commercieelen aard een dividend
van meet dan 6 pOt. ui’tkeeren. Het ‘bedrag van de
niet uitgekeerde winsten moet in Staatsfondsen wor-
den belegd en vormt een -aan de maatschappij behoo-

red speciaal reservefon-ds, waarover de maatschappij
ebter “binnen ‘de eerstkomende jaren niet ma-g ‘be-
schikke: De door den Ministerraad genomen scherpe
onoanIsche ‘maatregelen hebben op de beurs te
Mi’laan tot een -groote daling van -de koersen van
aandédlen geleid, terwijl de Staa-tsleeningen zich sterk

hersteldeii.

– Doör de gedwongen overdracht van alle ‘hniten-
lan’dsche credieten aan de schatkist, ‘zal de Staat ‘bin-

nenk-ort een -groot bedrag aan huitenIandshe devie
:

zen tot zijn beschikking krijgen, die de betaling in

het buitenland voor langen tijd vergemakkelijken.
In September -zijn weer een aantal maatregelen ge-
troffen om den
Abessijnschen
veldtocht te financieren.

De belangrijkste is wel de uitgifte van een 5 pOt.

ie’ening. Deze nieuwe St-aatsleeniug is in verschillen-
de opzichten afwijkend van normale leeningoperaties

van een Staat. Allereerst is het uit te geven bedrag
o
n
bepe
r
kt en ten tweede is inschrijving op afbetaling

mogelijk. Wel ‘zeer ‘belangwekkenrl is, dat hij deze

leenin-g een conversie in opwaartsehen zin zal kun-

nen plaats vinden. De Regeering biedt ‘hieibij aan de
bezitters van ‘de oude 5 pOt. geconsoli-deerde leening,
-clie ‘het vorige jaar in een 3Y2 pOt. leening werd ge-

converteerd, inwisseling aan in stukken van de nieu-

we ‘leening tegen 80 pOt., ‘hetgeen ongeveer 12 pOt.
boven -den ‘huidigen beurskoers is, mits ‘zij ‘het ven

schil ‘tuss-c’hen ‘de 80 pOt. en 95 pOt., den ‘koers

-van uitgifte van de nieuwe ieenin-g, in contanten
storten.

De Italiaansche Regeering spant alle krachten ‘in
om -zich contanten – en wei op wo kort mogelijk-en
termijn – te versdhaffen. In dit licht zal men ook

het bericht ‘hebben te ‘bezien, dat de Italiaansche Re-

geerin-g aan het Fransehe Gouvernement heeft mede-
gedeeld, dat ‘zij voornemens is de in haar ‘bezit zijnde
Fransdhe staatsfondsen van ‘de hand -te doen en tegen

goud in te wisselen. Al ‘deze maatregelen toonen dui-

‘deljk het precaire van den f’inancieelen toestand van
Italië aan. – C. R.

Raming van de Europeesche bietsuikerproductie.

F. 0. Licht publiceerde op 30 September zijn eerste
ramin-g van de
hietsuikeroogsten
in Europa,
welke
hieronder volgt:
1935/’36 1934/’35
1933/’34
ie Ram’ing
Opbrengst
Opbreiigst
tons
tom
tons
Du’i’tsohland

.,,,.,,.,,,
1.725.000 1.703.524
1.446.485
T-sjeho-S1owakije
575.000
628.951
511.927
Oostenrijk

.,,,,,,,,..,
190.000 223.159 170.458
Hongarije

….,.,.,..,,.,
110.000,
119.677
135.567
Frankrijk
950.000 1.217.073
937.587
België
245.000 269.877
247.017
Nederland

,,,,,,..,,.,,
235.000
246.117 293.698
])enernarken

,,,,,,.,.,,

225.000
90.340 254.000
Zweden

………………
285.000 271.744
304793
Polen

……………….
430.000
452.762
347.199
Italië

………………335.000
349.557
303.369 Spanje

………………
250.000 379.818 259.362
Groot-Brittannië en
Ierland

700.000
728.700
536.593
Overige

landen

………..
352.500
392.373
430.954

Europa zonder Rusland
..T607.500
7.073.672
6.179.009
Rusland

……………..
1.750.000
1.500.000
1.100.000

Europa mcl. Rusland
, . 8.357.500 8.573.672 7.279.009

Tijdsduur van reizen in 1848 en 1935.

• De Volkenbond publiceert in ,,Remarques sur l’Etat acttsel des relations economiques in

ternationales” van
September 1935 eenige voorbeelden, waaruit blijkt,
hoe gedurende de laatste eeuw de snelheid ‘van het verkeer in zeer sterke mate is toegenomen (waar
3
bij

men ‘zich ‘beperkt heeft tot weg- en railverkeer, dus
‘het luchtverkeer ‘bui

ten ‘beschouwing heeft gelaten).
Terwijl in 1848 een diligence vanuit
Parijs
ver-
trok en ‘het 60 uur -duurde voor het voertuig Bordeaux
bereik

te, legt thans de Pulhnann Express liet-zelfde
trajec’t af

in -minder dan 6 nur.
Wanneer nu op hasj

s van ‘de twee volgende ge-
gevens, nl.: 1848 Parij-s-Bordeaux in 60 uur, 1935
Parijs-Bordeaux in 6 uur, twee geografische kaar-ten op elkaar gelegd worden (‘zie navolgende gra-
fiek), blijkt, -dat men thans in evenveel tijd Europa
-doorreist als ‘destijds- Frankrijk. Natuurlijk ‘zijn er streken waar de communicatiemiddelen nog onvol-
doende zijn, -maar -bijna alle h’oofdsteden van Europa

9 October 1935

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

877

kuunefi per sneltrein binnen 60 uur worden •bereikt.
Ook voor goederen is de ‘duur van vervoer tanmer-
kelijk verminderd.

Het vervoer van goederen van Parijs naar Ber-
cleaux duurde in 1848 van 9 tot’16 dagen. Per trein
neemt het tegenwoordig in het algeen niet meer
tijd in beslag dan 5 dagen als vrachtrgoed en 3 dagen
aJs ijigoed (‘halen en afleveren inbegrepen). In spe-
ciale gevallen kan het ‘binnen de 24 uur, terwijl ba-gage in circa 7 uur kan rijn overge’braht.
Een vrachtauto doet over den afstand Pari,js—Bor-
deaux niet meer ‘dan 12 uur.
Tenslotte volgen hier de aantallen uren, waarin

Uitbreiding van den wereidhandel in oorlogs-
materiaal.

Nu het Italiaansch—Abessijnsch conflict in ‘het
m:idclelpunt der belangstelling staat, is het zeker in-
teressant om eens na te gaan,weiken invloed een ‘der-
gelijk conflict op den werel’dhandel in oorlogsmate-riaal heeft.

Met jongste weekbericht van het ,,Institut für Kon-
junkturforschung” te Berlijn, heeft aan dit onder-
zoek eenige beschouwingen gewijd.

Wereidhandel in oorlogamateriaal in ‘miii. R.M. Jaar Totaal

– waarvan:
Wapens en munitie Oorlogsschepen Vliegtuigen
1928 ‘ 398

211

111

76 1929

440

236

78

126 –
1930 ‘ 354

210

27

118
1931

229

137

1

91
132

228

125′

25

78
1.933

214

133

10

71
1934. 239

146

8

86
1915
1
) 304

155

23

126

‘) Schatting op grond van de cijîers der eerste zeven
iiiaaudeu van dit jaar.

i)uidelijker nog komt de groote bedrijvigheid in
den -wapenhandel aan den dâg, als men in plaats van
niet cle uitvoerwaiirde, met de uitgevoerde
hoeveel-
heden
rekent.

tegenwoordig d,e volgende plaatsen vanuit Parijs per
sneltrein kunnen worden bereikt.

Brussel . .. . in
3.—
uur

Boedapest. . in
25.25
uur
Londen

……
6.45
Lissabon

.. ,,
30.20 Amsterdam
7.35


Stockholm
. .
35.15
Bern

……
8.30
Belgrado

. .
37..—
Kopenhagen
13.—
Oslo

…….
38.45
Berlijn

.
..
.
13.20
Boekarest
. .
41.20
Praag……..
20.05
Sofia

……
44.40
Weenen
.
..
.
20.15

.
Moskou
.

45.50

,,
Madrid

…..,
20.30
Stamboel
. .
59.50
Rome

……..
2 1.05 -,,
Helsingfors
62.40
Warschau
. .
22.20
Athene

.

.; ,;
63.25

Volumen

van den

we reidha.n-del
in oo riogsmateriaa1.
(1929
=
100)

index van de ‘hoeveelheid
Jaar
uitgevoerd oor.log.smater.iaal
Jaar

.
Index
198
80 1932

……
57
1929
100
1933

……
62
930
93


1934

……
83
1931
.
68.

,


1935

…..
‘107

Hierin is niet begrepen de Engelsche uitvoer, om-
dat dit land de uitvoer van oorlogsmateriaal sedert

1,935 niet afzonderlijk meer opgeeft. De wapenhandel
ii dus binnen een jaar met ongeveer 29 pOt. gestegen.
Opmerkelijk is, dat de prijzen voor oorlogsbenoo-
cligdheden sedert 1934 ‘iets gedaald zijn, temeer daar
nog in 1933 ht prijsniveau van 1929 gehandhaafd
bleef. De daling van het prijsniveau voor oorlogsmate-
riaal bedroeg 1,4 pOt., terwijl het algemeene prijs-
niveau 57′ pOt. gedaald is.
De vooiiaanaste veranderingen van 1934 op 1935
:waren de volgende:
i. De uitvor van wapens en munitie daalde ‘oor
Frankrijk, cle Vereenigde Staten en Japaxl. Dêze da
ling werd echter overtroffen door dé stijging ,an
den uitvoer -van Engeland, Tsjecho-Slowakije en
België.
2. De bouw vân oorlogssdhepen voor vreemde’ reke-
ning door Engeland verdrievoudigde.

818

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

9 October 1935

3. De uitvoer van vliegtuigen nam in alle groote
exportstaten toe. Frankrijk hijv. verduhbeicle zijn

afzet van vliegtuigen.

Opmerkelijk is de toenemende beteekems van hei
vliegtuig voor oorlogsdoeleinden. Dit blijkt duidelijk

uit het volgende staatje:

Uitvoer van oorlogsniateriaal door de voornaamste landen.
(In
millioenen R.M.).

Engelasd

i’ereenigde Staten
Wapens Oorlogs- Vlieg-

Wapens Vlieg-
en munitie schepen tuigen

en munitie tui.gcu

1933

48.6

9.5

20.5

8.5

31.2.

1934

40.3

7.6

24.3

8.1

42.1

1935

46.6

22.9

38.4

6.9

554

Frankrijk

Tsjecho-Slowakijc

Wapens

Wapens

en munitie Vliegtuigen

en munitie Vliegtuigen

1933

35.2

11.9

13.4

0.6

1934

28.8

14.6

36.8

0.6

1935

21.4

28.2

44.2

0.2

België

Italië

Wapens en munitie

Wapens en munitie Vliegtuigen

1933

9.0

6.1

7.3

1934

11.1

66

4.2

1.935

2.6

6.3

3.8

Terwijl in 1929 vliegtuigen en vliegtuigoncierdee-
len ongeveer 20 püt. van de totale oorlogsuitrusting
uitmaakten, is dit nu reeds tot 43 pCt. gestegen.

Van ‘de groote exportstaten heeft alleen Italië in

1935 minder oorlogsrnateriaal uitgevoerd dan in 1934.
Terwijl in ‘iet eerste halfjaar van 1935 vooral de

oolog in de Gran-Ohaco een aanzienlijke vraag naar

oorlogsmateriaal deed ontstaan, is het nu vooral het
Itaiiaansh-AbessijnsCh conflict dat den wapenhandel
sterk doet toenemen. Dit blijkt duidelijk uit den in-

voer van oorlogsmateriaal door Italië.
Invoer van wapens, munitie en vliegtuigen door italië.

(In miii. Lire.)
1933 1934 1.935

Wapens en munitie ………………
2.90 6.13

14.79

Vliegtuigen en
v
liegtu.igonderdeeleii

5.48 4.97 10.64

Totaal …………
8.38 11.10

25.43

Ïtalië heeft dus den invoer van vliegtuigen en
vliegtuigonderdeeleil verdubbeld, terwijl .de invoer

van wapens en.mu’ni.tie 2
Y2
maal zoo groot.i.a geworden.

De,boterpriizen in invoer- en uitvoerlanden.

De ,,Revue de la S.ituation Economique Mondiale
1934–1935″, geeft ook dit jaar o.a. weer enkele be-
langrijke beschouwingen over de pogingen van aan-
passing in den landbouw en de resultaten daarvan,

waaraitn wij hier het volgende ontleenen:
In de eerste jaren van de crisis hadden de prijs

dalingen en de toeneming der voorraden van agra-

rische producten groote moeilijkheden veroorzaakt
in cle uitvoerlanden dier producten. Een overvloe-
dige graanoogst in 1928 werkte dit nog in de hand,
waardoor men zich, waar dit eenigszins mogelijk was,
ten koste van den graanbouw, in meerdere mate ging
toeleggen op de productie ‘van vleesch- en znivelpro-

ciricten, waarvan de prijzen tot in 1931 vrij goed ble-
ven. In 1931 trof echter deze producten hetzelfde
lot als bij granen ed. reeds eerder was ‘geschied. In
vele landen werd het nu noodzakelijk maatregelen

tetreffen op agrarisch gebied om aanpassing te ver-krijgen, ook liet loslaten van den gouden standaard in 1931 door vele exportlanden van agrarische pro-

ducten werkte in die richting.
In de vrije invoerlanden stimuleerden de lage prij-
zen eenigermate het verbruik, waardoor voor cie toe-
genomen productie. afzet kon worden gevonden.
Oni hun inkomsten en uitgaven met eikander in
evenwidht te brengen hebben ‘de boeren in de eerste
crisis-jaren •de zuivelproductie geregeld . uitgebreid,
waardoor de wereld productie snel steeg en de landen

die ‘den invoer vrij lieten en 1e grootere produc-

ti.e moe3ten opvangen, het gevaar liepen met buiten-

landsche producten te worden overstroomd flat ge-

volg was, dat ook de eertijds vrije invoerianden den
invoer gingen beperken, terwille van hun binnen-
landsche roducenten. Zoo raakte de geheele markt

gedesorgan:iseerd en nam de regeeringsinmenging

steeds grootere vormen aan. Op de kleine vrije markt
ontwikkelde zich een geweldige concurrentie, door-

dat men, om toch maar afzet te kunnen vinden, een

geforceerden export in het leven riep, door goedkoo-
per in het buitenland te leveren dan in het binnen-.

land.
Deze methode wordt ook in ons land gevolgd, met

het resultaat, dat de kleinhandelspri.js van boter in
ons land veel hooger is dan van dezelfde Nederland-

sehe boter in Engeland. Uit het onderstaande staatje

blijkt, dat cie Nederlandsche boterprijzen tot cle hoog-

sl;e van de uitvoerlanden behooren.

Detail-prijzen van boter in October
1934.
(In Zwitsersche Francs per kg).
Invoerlanden.

Uitvoerlanden.
Canada ………….
1,70
Estiand ………….
1,03

Ver. Koninkrijk ……
1,72
Nieuw-Zeeland …….
1,40

Ver. Staten ……….
2,24
Finland ………….
1,77

Tsjecho-Slowakije …..
2,27
Denemarken ………
1,79
België ……………
2,75
Polen ……………
1,80
Italië

……………
3,03

Yoego-Slavië ………
1,87
Frankrijk ………….
3,55

A.ustraIië

…………
1,90
Duitsohiand ……….
3,79

Letland …………..
1,93
Spanje

…………..
3,79

Zweden …………..
2,05
Zwitserland ……….
4,75
Hongarije ………….
2,10
Noorwegen ………..
2,20
Ierland …………..
2,34
Oostenrijk ………..
2,36
Nederland ………..
3,47

En wat geschiedt t.a.z. van boter geldt evenzeer,
vooral .in vele andere landen, behalve Nederland, voor
den uitvoer van suiker, spek, vleesch, eieren, kaas,

euz.

Wat een dergelijke vrijgevigheid voor de binnen-
landsche consumenten beteekent, is duidelijk, want
deze zijn ‘het ‘die tenslotte in een of anderen vorm de

premies moeten betalen.
Het belang van een dergelijken geforceerden uit-
voer i.s niet voor elk land even groot. In die landen

waar de uitvoer het grootste deel van de productie

vormt,
zijn
de producenten er niet veel bij gebaat,

wanneer zij vrijwel hun geheele productie voor af-
braakprijzen naar het buitenland verkoopen. Men
ziet dan ook, dat bijv. noch Nieuw-Zeeland, noch

.l)enemarken dit stelsel volgen.

INGEZONDEN STUKKEN.

HET CREDIET DER PUBLIEKE LICHAMEN EN DER
HYPOTHEEKBANKEN.

Dé ‘heer L.
J.
van den Steenhoven schrijft ons:
In ‘het nummer van 11 Sept. jl. verscheen een arti-
kel ‘van ‘de ‘hand van .den Heer J. J. Korndorffer over het crediet der hypotheekbanken. Mr. F. del
Oampo heeft ‘hierop een waardig wederwoord laten
hooren in het nummer verschenen 18 September.
De Heer Korndorffer sghrijft in ‘het ‘begin van zijn
artikel ,,nog niet lang geleden waren er menschen,
die de pretentie hadden pandbrieven gelijk te stellen
aan staatssdhuid”. Men mag uit het betoog van den

1

leer Korndorffer afleiden, dat de Heer Korndorffer
pretendeert, •dat staatssehu’ld veel •h’ooger ‘beleggings-
gehalte heeft dan ‘pandbrieven.
Deze pretentie venshen wij aan een onderzoek te

onderwerpen.
Voorop zij gesteld, dat het niet aangaat alleen van

staatsschuld

te spreken. Men kan het cred’iet van den
Staat niet losmaken van ‘dat der gemeenten, provin-
cies en andere publieke organen. Men kan ons staats-
bestel niet in zoovele stukjes
snijden
als er organen
zijn en ‘dan de credietvaardigheid van elk orgaan
gaan beoordeelen. Alle ‘deze organen vormen tezamen
het gemeene’best en alleen als alle organen in ere-

9 October 1935

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

879

dietwaardige conditie verkeeren, kan men
zeggen,

dat het ‘gemeenebest credietwaardig is. Het •gaat

hiermee als met den mensch. Iemand met sterke bee-
nen, maar met een ‘hartkwaal zendt men niet naar

een Marat’honloop. Een Staat ‘met een vernietigd ge-
nieentelijk of provinciaal ciediet is zelve als orgaan

niet meer credietwaardig.
Wil men een inzicht krijgen ‘in de credietwaardig-

heid van het Neder.landsche Gemeene’best, clan zal
men alle organen ‘van .dat Gemeene’best in ‘zijn ‘be-
schouwingen moeten -betrekken. Grofweg: Staat, Ge-

meenten, Provincies.
Laten wij hieronder eenig cijfermateriaal volgen:

(cijfers ontleend ,,jaarcijfers 1909 en 1934″, groe-
peering Dr. Verviers Nieuw-Nederland No. 1).

Schulden van Rijk, Gemeenten en Provincies
X f 1000.

(1.)

Rijk. gecons. Vlottend

Gein

Proi’.

Totaal

1929 .

2.585.756 251.837 2.122.317 197.449 5.157.359
1930
.

2.461.752 265.332 2.179.262 229.944 5.136.290

1931 .

2.387.798 294.931 2.319.456 240.419 5.242.604
1932 .

2.338.471. 528.553 2.392.452 259.717 5.519.193
1933 .

2.475.282 616.850 2.495.617 285.850 5.873.599
1934 ..2.722.844 648.604 2.509.950 280.143 6.161.541

1.907 . .

1.139.680

370.648

30.000 1.540.328

N.B. Het totaal bedrag der Provinciale schulden
in 1907 komt niet voor in de jaarcijfers 1909. Het
‘bedrag van 30.000 is gevonden uit het op blz. 307

gegeven bedrag
f 1.778.102
voor rente en aflossing.

Hiervoor is tezamen
6
püt. gerekend.

(2) Fiscaal volksvermogen
(3)
Fiscaal volksinkomen
Xfl.000
Xfl.000
1929′
15.841 654 4.284.893
1930f
19301
15.779.538 4.367.241
1931f
1931
}
14.883.340
4.434.616
1932
1932
14.000.000
schatting
1933}

3.918.977

1933
13.500.000
schatting
1.934}

3.463.940

1907
6.500.000
1.854.000

(4.)
Totaal van alle
gewone uitgaven van Rijk,
Gctn.
en
Prov. X
f
1000.
Rijk
,

Pro’.
Geni.
Totaal

1929

…….
598.252
143.984
645.872
1.388.1.08

1930

…….
608.387 177.249
620.183
1.405.819

1931
……..
603.157
158.266
697.169 1.458.592

1932
591.217
146.916
734.252
1.472.385

1933

…….
574.104
161.118 716.631 1.451.853

1934

…….
731.051
159.125 734.047
1.624.223.

1907
…….
177.976

9.068

168.480

355.524

N.B. Fiscaal volksinkomen is in jaarcijfers 1909
niet gegeven, het gegeven bedrag is gevonden ‘door
voor 1907 een zelfde -verhouding aan -te nemen tus-
schen -volksverrno’gen en volks’in’komen als er bestond
over de jaren 1929-1930, 1930-1931, 1931-1932.

(5.)
Totale opbrengst van alle Rijks-, Gemeente- en Pro-
vinciebelastingen
X f 1000.
1929
……….
869.280

1932
……….
744.411

1930
……….
859.095

1933
……….
740.256
1931
……….
801.977

1934
……….
802.295

Samenvattin’gen:
De publieke søhuld steeg ‘van 1929-1934 met

rond 1 milliar’d.
Het Nationale vermogen daalde over 1930-1934

met rond 2 milliard.
De totale -gewone publieke uitgaven stegen met
rond 2)1 ‘honderd inilli’oen over 1929-1934.
Het Nationale inkomen daalde over 1930-1933

niet rond 800 millioen.
De ‘opbrengst van alle Rijks-, Gemeente- en Pro-
vinciebelastingen daalde met rond 65 millioen over

1929-1934.
Het Nationale inkomen ‘daalde 1932/33-1933/34

met rond 450 millioen. Er werd over dat tijdvak 62 –

millioen meer belasting -geheven.
Het gemeenehest ‘had in 1907 nog geen V5, in

1929 nog -geen

van het volk’sinkomen voor ‘haar

huishoudelijke uitgaven noodig in 1934 ‘de ‘helft.
(Men bedenke, ‘dat de ambtenarenkosten der crisis-

instellingen niet in tubel 4 zijn begrepen).
De ‘opbrengst van de belastingen dekt slechts

voor de ‘helft de gewone uitgaven van ‘het •gemeene-

best.
De andere helft moet worden ‘gevonden door baten

uit domeinen, ‘bedrijven ete.
Dat ‘de tarieven van de overheidsbedrijven kramp-

achtig op pijl gehouden worden weet ieder. Overi-

gens
blijkt,
dat van aanpassing niet zoo heel veel

terecht komt. Deze aanpassing kan alleen plaats vin-
den in ‘de ‘helft van het v’oik.sinkomen, die vadertje

Staat aan ‘zijn burgers laat.
Bovenstaande cijfer’s doen het vermoeden rijzen, dat

misschien wel de aanpassing (versobering) in de privé
helft door een uitbreiding in de ‘overhei’dsheift van

het nationale inkomen teniet wordt gedaan.
Conclusies trel&en is zeer gevaarlijk. Wij wenschen
ons daaraan ‘dan ook niet te buiten te gaan. Welk

waardepapier intrinsiek van beter gehalte is, ‘de
pan’d’brief of de publieke o’bli’gatie, de ‘historie der
komende jaren zal dit leeren. Slechts één vraag wil-
len wij stellen: •hoe kan een bedrijfsleven fl’oreeren,
hoe kunnen hypotheekhanke.n vertrouwen genieten,
hoe kan welke •debiteur ook ‘het vertrouwen van een
crediteur verkrijgen en ‘behouden in een Staat, waar
cle Overheid, mir nichts, ‘dir niohts, ‘de ‘helft van het
nationale inkomen van zijn burgers -vraagt voor. ‘zijn
huishoudelijke uitgaven en daarbij, o ‘bittere ironie,
den Va’derlau-der als gulden woorden de spreuk in
den .dagelijkschen strijd mee ‘geeft: ,,Gij zult u aan-
passen”.

N a s c Ii r i f t. Aan het bovenstaande, voor zoovcr
-bedoeld den ongunstigen toestand der overheidsfinari-
ciën in het lioht te stellen, zou nog vee’l zijn toe te
voegen ter versterking van de opvatting in deze van
((en Schrijver, maar daar gaat het niet om, dat zou
uilen dragen naar Athene zijn. Het gaat niet om
den ongunstigen toestand der Overheidsfinanciën op
zichzelf, maar om ‘het vergelijken van staatsschul’d

met pai’idbrieven.
De heer Van den Steenhoven stelt terecht in liet
licht de onderlinge afhankelijkheid van de financiën
van den Staat en die van ‘de gemeenten en de pro-
vinciëri, maar had verder kunnen gaan en vermelden,
dat uiteindelijk ook cle financiën van de Overheid
en die van particuliere lichamen en personen onder-
ling ‘afhankelijk ‘zijn, al ‘zijn bij een algemeene dé-
‘hâcle de consequenties niet dezelf’de voor de ver-
schillende soorten crediteuren. Ondenkbaar is, dat
insolventie van de Overheid op den duur zou ge-
paard ‘gaan met een solvabel bedrijfsleven, dus’ met een bevrcdigenden. financieelen toestand van de hy

potlieekbatiken, – het omgekeerde is uiteraard wèl
het geval.. De omstandigheden, die de solvabili.teit van den Staat aantasten, tasten op den duur ook die
der particuliere lichamen aan, zullen die veelal reeds
tevoren hebben aangetast, maar particuliere instel-

lingen zijn bovendien onderhevig aan tal van andere

ongunstige invloeden.
Bij liet beoordeelen van het onderwerp steile men
op den voorgrond liet permanent zijn, de continuïteit
van overheidslichamen, hun macht en hun plicht tot
belastinghef’fen, de onafgebroken contrôle van cie vertegenwoordigende organen en van de openbare
‘meening, ‘zoomede alle an’dere omstandigheden, ‘-die
verzekeren, dat in -de te’genwoordi’ge ‘maatschappij de
Overheid haar functies naar behooren ‘blijft vervul-
len. 1-let Rijk beschikt ver’der over ‘de ‘grootst mo-
gelijke verscheidenheid van bronnen van inkomsten,
legt beslag op de i rkornsten van alle 8 millioen in-
‘woners van ‘liet Land, is dus het ‘meest ‘gedifferen-

88
,
04

ECONOMISCH-STATISTfSCHE BERICHTEN

9 October 1935

tieerd in zijn inktrsten, geniet -claardoor een zeer
groote risicoverdeeling en bovendien beschikt het
Rijk over de’ uitgebreidste bevoegdheden tot het put-

ten uit eens anders beurs en, wtnneer die bevoegd-
heid op een gegeven oogenblik niet voldoende mocht

zijn, bezit het de macht zijn bevoegdheden uit te
breiden. En bescheiden is cle Staat
op
dit gebied niet,
gelijk ook de cijfers van den heer Van den Steenho-

ven in het licht stellen. Verder zijn geen lichamen
gemakkelijker te controleeren dan cle overheids1icha.

men, als gevolg van de openbaarheid van alles wat
de Overheid betreft.

Elke particuliere instelling heeft te maken met

hare speciale bedrjfsrisico’s, is afhankelijk rar be-

kwaamheid, ijver, eerlijkheid van hare bestuurders,

bovendien van de handelingen van derden en van

tal van andere omstandigheden buiten haar macht.
Verder staan particuliere instellingen hij de Over-

lieid achter in de mogelijkheid van contrôle, in de
verschei.denlheid van risico ën van bronnen ‘van in-

komsten, maar bovenhi in de mogelijkheid over eens
anders portemonnaie te ‘besChikken.

Toch is denkbaar, dat beleggingen ten laste vah°
particuliere instellingen, zelfs van die, welke groote
en onvoorziene risico’s loopen, voordeelen zouden be-
zitten boven staatsschuld, ul. wanneer een bepaald
gevaar op den voorgrond zou treden, en dan denkt
men in den tegen’woordigen tijd onriiiddellijk aan het
valutarisico. Niet ondenkbaar is, dat men’ door be-

legging in onroerend goed, aandeelen, edel metaal

of vreemde valuta zich tegen valutarisico dekt, of

denkt te dekken en daarom gaarne .in den koop toe-.
neemt andere en veel grootere risico’s, die zich niet

voordoen bij belegging in overheidsschuld. Maar ook
een
dergelijk
voordeel mist het beleggen in pand-
brieven, deze zijn evenzeer aan het teènwoördige
(mode)gevaar onderworpen als overheidsschuld.
De groote macht van den Staat veroorlooft dezen te beschikken over de hulpmiddelen, de inkomsten-
bronnen en zoo noodig zelfs over de kapitalen van alle
solvabel geblevn

particuliere instellingen en over
diezelfde middelen van alle 8 millioen inwoners van
ons Land. De Staat heeft daardoor een voorsprong

op alle particuliere instellingen hij het voldoen aan
zijn verplichtii

igen en hij zl van zijn niacht gebruik
maken,. zoolang het moreele peil van Regeering en
vertegenwoordigende lichamen nog niet gedaald zal-
zijn tot dat, hetwelk men in verscheidene andere lan-
deii aantreft.

Met het bovenstaande is niet gezegd, dat de pand-
brief van een goede hypotheekbank niet een eerste
klasse belegging zou zijn. Maar’ wel is ht steller

dezes nog steeds een raadsel, dat men-staatsschuld in
ernst op één lijn zou willen stellen met pandbrieven.
J.’ J. KORNDORFFER.

moeilijkheden zijn van dien aard, dat zelfs ‘bij Vrije prijs-
vornriu.g ‘het liquidatieproces
1
en het resorptiieproces niet
zoo ‘verloopen als de voorstanders vah het laisser faire mee-
nen. Daarbij voegen zich dan nog de particuliere concur-,
rentie’beperking en bot ‘interveii’tionisnie ‘atl de overheid,
die de verstarr.iigen nog vergrooten. De ordenin.g, die de
schrijver voorstaat,
IS
‘vau’geheel anderen hard dan staat’s-
initerveutie. –

De schrijver pleit vervolgens voor een acti&ve conjuac-
tuurpolit’iek, ‘in ‘de eerste plaats om cle oorzaken van de di,sconti’nuïteirt in het inves’teerings’proces te beperken,
verder om de overinvesteering du ‘de hausse te verminde
ren èn tenslotte om de noodzakelijke aanpassing ‘in de
depressie te bevorderen. –

Oedenkboek van het Nederlandsch Instituut van Ac-
countants
1895-1935. –

Dit ‘boek, uitgegeven ter gelegenheid van het veertig-
jarig bestaan van dit Insti.tiuit, bevat een geschiedkund-ig
over’ziht van Dr. Mr. A. S’ter’nheim en verder bijdragen
van verschillende autoriteiten.

Gedenkboek, uitgegeven ter gelegenheid van het

50-jarig bestaan van de Vereeniging van Inspec-

.teurs der Directe Belastingen, Invoerrechten en
Accijnzen.
(Amsterdam 1935. N. V. H. van der
,Marck’s Uitg. Mij.).

Het werk ‘bevat verschillende bijdragen van his’torisehen’
aard, terwijl ‘in een reeks artikelen zoowel onderwerpen
van algemeenen, ‘als van bijzonderen aard worden behan-
deld. Aan het doel, een beeld te geven van de beteekenis
van ‘het ambt en de taak van den inspecteur in heden en
verleden, beantwoordt dit jub’ileumverk volkomen.

Electrisch boekhouden met het. Hollerith systeem.

(Amsterdam/Brussel, M. C. Boas; New-York,
The International Business Machines Corpora-
tion).

i3rochure, waarin om. verwerkt verschillende, in de
• praktijk in toepassing zijnde, ‘systemen, waai-clooi’ de over-
zichtelijkheid veel wordt vergroot.

Voorloopige handleiding voor het Crediet bedrijf der

Al.ijemeene Volkscredietbank
‘door Mr.. T’h. A. Fruin. (Bata

via 1935; Uitgave van de Alg. Volks-
cre’d’iebank).

Deze handleiding is geschreven bij liet afscheid van dell
Directeur van het Volkscredietwezen om de verworven
ervaring en ‘inzichten vast te leggen, een ‘streven, dat zeer
is toe te juichen. Tevens is dit boek een eerste poging
om het geheele credietbedrijf te overzien en systematisch,
ci’i’tisch te behandelen.

Der Unternehmer als Verwalter von Volksvermögen
door Prof. Dr. Heinridh Sommerfeid, ord. Pro-
fessor ‘der Betriebswirtschaftslehre, Universitlit
Heidelberg. (Hamburg z.j.; Hanseâtisdhe Ver-
lagsans’talt).

Werkv erscha.ffing
(vervolg op ‘de rijkssteun’regeling voor werkloozen) ‘door S. C. ‘de Haas van Dors-
ser, directeur van Maatschappelijk Hulpbetoon
van Haarlem en A. Jonigbloed, oommies-ohef bij
denzelfden’dienst. (Arnhem z.j.; G. W. van der
Wiel en Oo.
Prijs geb.
f
3.40).

Jaarboek voor scheepvaart en scheepbouw 1936,
samengesteld met medewerking van ‘de Neder-
lan’d’sChe Reeders-Veredniging en, ‘de Hoofdin-
spetie , voor ‘de Scheepvaart. (‘s-Gravenhage
1935; Moorman’s peri&dieke pers ,N.V.).

ONTVANGEN BOEKEN.

Kan ordening der voortbrenging bijdragen tot in-
standhouding en vermeerdering der werk gelegen-
heid?
dooi Prof. Mr. P. Lieftinck. (De Accoun-tant No. 9 van 1935).
In deze inleiding voor den Accoun’tântsdag behandelt de schrijver allereerst de moeilijkheden, die het aanpas-
singsproces ondervindt ‘in cle moderne maatschappij. Deze

Artikelen

Rotterdam
Amsterdam

Totaal

29Sept.15 Oct,
Sedert
Overeenk.
29Sept.15 Oct.J
Sedert.
Overeenk.
1935


1Jan.
1935
tijdvak
1934
1935
1Jan. 1935
tijdvak
1934
.1935

1934

31.906.
710.452
1.042.231
534

14.876
29.205
731.328
1.071.436
Rogge

…………….
8.210 169.168
331.555


701
15.257′

169.869
346.812
440
‘15.759
17.699


..
‘15.759
17.699

Tarwe

………………

Boekweit ……………….
Maïs
……………….

..

611.407
701.023
3.308′
94.476
179.276
705.883

880.299
12.
.732
2.257
234.589
290.688

23.523.
41.980 258.112

332.668
5.417
115.478
98.901

1.660
3.195
117.138


102.096
1.172
140.472
166.244
804
276.087 189.242
416.559

355.486

Gerst

………………
Haver

……………..

1.150
37.280
56.161



25
37.280”
56.186

Lijnzaad

……………
Lijnkoek …………….
..
14.577
15.642
20
4.424
2.411
19.001

18.053
Tarwemeel

………….227
Andere meelsoorten
1.306
23,414

45.260
125
2.473
5.655
:25.887
50.915

9 October 1935

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

881

STATISTIEKEN.
BANKD1SCONTO’S.
Disc Wissels. 6
17Sept.’35
Lissabon

…. 5

13Dec.’34
ted
Bel.Binn.Eff.
1Vr8ch.
6
17Sept.’35
Londen ……
2

)
Juns’32
Bk
inR.C.65
178ept.’35
Madrid ……
5

9Juli ’35

Athene
……….
7

140ct.’33
N.-YorkF.R.B.
11
1
Feb.’34

Batavia………..
4

1 Juli’35
Oslo

……..
3422Mei’33
Belgrado

……..
5
1
Febr.
’35
Parijs

……
3
8Aug. ’35

Berlijn

……….
4
22Sept.
1
32
Praag

……
3425Jan.’
33

Boekarest……..
4
28Aug.’35
Pretoria

….
3415Mei
’33

Brussel ……….
2

16Mei’35
Rome……..
5
9Sept.’35

Budapest ……..
4
28Aug.’35
Stockholm
.. 24
1Dec.’33

Calcutta

……..
34
16Feb.’33
Tokio

•…
3.65

2 Juli’33

Dantzig

……..
6

1Mei
’35
Weenen ……
3410 Juli’35

flelsingfors ……
4

3 Dec.’34
Warschau….
5
26 Oct. ’33

Kopenhagen

….
34
22Aug.’35
Zwits. Nat. Bk. 24
3
Mei’35

OPEN MARKT.

1935

5 Oct

30Sept.11

9114

217
5 Oct.

Sept.

Sept.

1934

1
16
Oct.

1933

217
Oct.

1914

20124
Juli

Amsterdam
Partic.disc.
5
5
I8
3
1
5
3
i8-6
5314-6
43/4.5114

‘/21i6
812
3
1
18-/i8
Prolong.
6
6-14
514-612
41
/r5
1
14 1
I
214-14

Londen
DageId.
. .
1
13_
3
13-1
1121
112-1
i/_l
113-1
1
8
14-2
Parttc.disc.
5(s_1I116
61811116
81
116’18
3116.718
I8-14
4114..814

Berlijn
Daggeld…
3
1
1s
31I8-112
3_11
4

3-113
4-5
112
418-6
1
12

MaandeId
3.113
3
1
17
214-3
1
14
231
4
311
4

412-6
4
1
I2-6

Part, disc.
3
1
/s
3
1
Ia
3
3
3718
318
2
1
1a-
1
12
Warenw. ..
411
4.11
3

4_1/
3

411
3

4.11
3

4_11
3

New York
Daggeld
1)
I/
1
4

114
i
/
1
31
4

1
2
12
1
12
Partic.disc.
1
116
‘/e
5
116
6
116
118
113


1)
Koers van 4 Oct. en daaraan voorafgaan e weken t/m. Vrijdag

WISSELKOERSEN.
KOERSEN IN NEDERLAND.

Data
New
Londen
Berlijn
Parijs
Brussel Bafavia
York’)
‘)
)
5)
S)
1)

1 Oct.

1935
1.47
1

7.25%
59.45
9.74
24.96
100%

2

,,

1935
1.471%,
7.24%
59.424
9.73%
24.95
100%

3

,,

1935
1.48
7.24%
59.474
9.74%
24.974
100%

4

1935
1.48%
7.24% 59.55
9.75%
25.01 100%

5

1935
1.48%,
7.23%
59.524
9.74% 24.981
100%
7

1935
1.48%
7.25%
59.524
9.75%
25.-
100%,
Laagste d.w’)
1.47%
7.23
59.324
9.72%
24.90
99%
Uoogste d.wl)
1.48%
7.26
59.60
9.75%
25.024
300%
Muntpariteit
2.4878
12.1071
59.263
9.747
34.592 100

Data
s7lsnd
Weenen
Praag
Boeka-
Milaan
Madrid

1 Oct.

1935
48.10

6.125
1.20 12.05
20.19
2

1935
48.13

6.14
1.20
12.-
20.20
3

1935
48.13

6.14
1.20
11.95
20.20
4

1935
48.20

6.14
1.20
12.-
20.20
5

1935
48.18

6.14
1.20


7

,,

1935
48.19

6.15
1.20
12.05
20.20
Laagste d.w
1
)
48.02%

6.10
1.15
31.90
20.10
iloogste d.w’)
48.22%
28.-.
6.174
1.25
12.125
20.30
Muntpariteit
48.003
35.007
7.371 1.488
13.094
48.52

Data
Stock- Kopen-
Oslo
*
1t
Buenos-
Mon-
holm
‘)
hagen’)
fort”)
Airesi)
treal’)

1
Oct.

1935
37.45 32.40 36.45

40%
1.46%
2

,,

1935
37.35
32.324 36.375
3.20
40%
1.46%
3

,,

1935
37.40
32.374
36.425
3.20
40%
1.45%
4

,,

1935
37.40
32.374 36.424
3.20
40%
1.45%
5

,,

1935
37.324
32.324 36.374
3.20
40%
1.46%
7

,,

1935
37.40 32.40
36.45
3.20
40% 1.46%
Laagste d.wi)
37.15
32.15 36.20
3.175
40
1.45%
Hoogste d.w’)
37.60
32.55
36.60 3.224
1

41
1.46%
Muntpariteit
66.671
66.671
66.671
6.266
95%
2.4878
*3 Nôteerine te
Amsterdam.
Not, te
Rotterdam.
1

Part.
ooeave.
Ïn ‘t 1se of 2de No. van iedere maand komt een ov’zicht
voor van een aantal niet wekelijks opgenomen wisselkoersen.
KOERSEN TE NEW YORK. (Cable).

D a a
Londen
($
per
£)
Parijs
($ P.
IOOfr.)
Berlijn
($ p. 100
Mk.)
Amsterdam
(2 p. 100
gid.)

1
Oct.

1935
4,90%
6,59
40,26 67,72
2

,,

1935
4,89% 6,58%
46,22
67,66
3

,,

1935
4,89%
6,58%
40,20
67,57
4

,,

1935
4,88% 6,58% 40,21
67,53
5

,,

1935
4,89;
,58%
40,20
67,57
7

,,

1935
4,90%
6,59
40,25 67,56

8 Oct.

1934
4,90%
6,63%
40,51
68,21
Muntpariteit..
4,86
3,90% 23.81%
40%6

KOERSF)N TE LONDEN.

Plaatsen en
Landen

1

Noteerings-
eenheden
21
Sept.]
1935
28
Oct.
1935
30Sep.15 Oct.1935
LaagstelHoogstel
5
Oct.
1935

Alexandrië.
.
Piast.
p. £
97% 97%
97%
97%
97%

Athene

.
.. .
Dr.
p.£
517
516 513
516
513

Bangkok….
8h. p. tical
1110%
1/10%
1110% 1110%
111034

Budapest

..
Pen.
p. £
16%
16%
16% 16%
16%

BuenosAires’
p.pesop.
17.55
18.00
17.70 18.10 17.80

Calcutte .
. . .
Sh.
p.
rup.
11634
1/6%
1
1
63
1
32

1
1
65
1
32

1/6%

Constantin. .
Piast.p.
612
613
611
613
611

Hongkong ..
Sh. p. $
2
0%
2/0%
2/0%
2/1%
.

2 01%,

Sh. p. yen
1/2%
6

1
/
23
1
32

12
1/2%
1/2
1
/
33

Lissabon….
Escu.p..
110%
110%
109%
110%
110%
Kobe

…….

Mexico

….
$per
18
18
17%
18%
17%

Montevideo
2)

d. per £
20%
20%
20
21
20%

Montreal

..
$
per £
4.98%
4.96%
4.96
4.99% 4.97%

Riod.Janeiro
d. per Mii.
2% 2%
2%
2%
2%

Shanghai

. .
8h. p. $
1/6% 1/6%
1/6%
1/7
1/6

Singapore .
.
id. p. $
2
1
43
1
32

2/4%
214
2/4%
2/4%
Valparaiso’).
$per
119
118%
118 119 119

Warschau
. .
Zi. p. £
26% 26%
25%
26%
26

‘)Offic. not. 15 laten, gem. not., welke imp. hebben te bet., II Sept. 17.03;
27Sept. 17.02; 30Sept. 17.03; 1Oct. 17.02.
3
) Offic. not. 20Sept. 39
5
/8; 23Sept.
393/
4;
25Sept. 39116; 6 Sept. 39″/:s; 30Sept.
39314;
2 Oct.
391311e;
3Oct. 393/
4
;
5 Oct. ‘591131. 3) Id. II Mrt.
4)
90 dg. Vanaf 28 Aug. laatste ,export”
noteering.
ZILVERPRIJS GOUDPRIJS
8)

Londen’) N.York
3
)

Londen
1 Oct. 1935., 29%

65%

1 Oct. 1935…. 141
1
1
75
2 ,,

1935.. 29%

65%

2

1935…. 141110
3 ,,

1935.. 29,7
,
11,

65%

3 ,,

1935…. 141/104
4 ,,

1935.. 293.j’,

65%

4

1935…. 1411111
5 ,,

1935.. 29%

65%

5

1935…. 14212
7 ,,

1935.. 29%

65%

7

. 1935…. 142/_

8 Oct. 1934.. 22%

50%

8 Oct. 1934…. 1426

27 Juli 1914.. 2 4 %
r>
59

27 Juli 1914…. 84/10%

t) in pence p. oz. stand.
2)
Foreign silver in Sc. p. oz. line. 3) in sh. p. oz.fine

STAND VAN

8 RIJKS KAS.
Vorderingen.

1
ZJSept.
IYO
1

iuept.
i33

Saldo van
‘s
Rijks Schatkist bij De Ne-
f

11.659.812,67

Saldo b. d. Bank voor Ned. Gemeenten

/

1.084.267,22
derlandsche Bank
……………….

Voorschotten
op
ultimo Augustus 1935
ajd. gemeent. verstr.
op
a. haar uit te
keeren hoofds. der pers. bel., aand. in
de hootds. der grondbel. en der gem.
fondsbel., alsmede
opc. op
die belas-
tingen en
op
de vermogensbelasting
7.680.072,61
,,

7.680.072,61
,,
116.525.634,22
,,
114.141.512,48
,,

12.733.268,79
,,

12.743.477,09
Idem

aan Curaçao
….

……..

…..
,,

1.223.157,05

1.224.338,99

Voorschotten aan Ned.-lndië
……….
Idem

aan

Suriname……………….

Kasvord.weg. credietverst. a/h. buitenl
121.972.072,50
,,
123.924.552,78
Saldo der postrek.v.Rijkscomptabelen

.


,,

20.455.152,18
Vord.ophetAlg.Burg.Pensioenfonds’)
.

29.519.740,45

Vord.
op
andere Staatsbedrijven
1)
31.698.871,98

32.587.534,42
Verstr. ten laste der Rijksbegr. kasgeld-
leeningen aan gemeenten (saldo)
32.883.035,28
,,

33.101.035,28
Verplichtingen

Voorschot door De Ned. Bank ingev.
art.

16 van haar octrooi verstrekt

f

5.996.814,69
Schuld a. d. Bank
v.
Ned. Gein ….


f

187.197,21

Schatkistbiljetten in Omloop ………
386.795.uiJO,-
386.795.000.-
157.020.000,-
,,
157.020.000,-
w.v.
rechtstr. bij De Ned. Bank gepl
,,

10.000,000,-

10.000.000,-
Zilverbons in omloop

……..

…….
,,

1.212.653,-
,,

1.211.722,50
Schuld
op
ultimo Augustus 1935 aan de

..

Schatkistpromessen in omloop
………

gem. weg. a. h.uitte keeren hoofds. d.

pers. bel., aand.
i.
d. hoofds. d. grondb.
e. d. gem. fondsb. alsm.
opc. op die

..

bel, en
op
de vermogens belasting


Schuld aan het Alg. Burg. Pensioenf.’)
,

453.305,22
,,

644.027,83
Id. a. h. Staatsbedr. der
P.T.
en
T. 1)
.,,

56.948.161,19
,,

47.065.532,01
Id. aan andere Staatsbedrijven
t)


Id. aan diverse instellingen
1) … ……
..119.734.522,09
,,
119.761.710,65
1)
In rekg.-crt. met
‘s
Rijks Schatkist.

NEDERLANDSCH-INDISCHE
VLOTTENDE
SCHULD.

Vorderingen:


Saldo b. d. Postchèque- en Girodienst
/

992.000,-
/

2.588.000,-
Betaalmiddelen in
‘s
Lands kas


Verplichtingen:

Saldo Javasche Bank
.
………………….

Voorschot’s Rijks kas e. a. Rijksinstell.
,,
114.142.000,-
,,
127.837.000,-

-.
Schuld aan het Ned.-Ind. Muntfonds.
,,

226.000,-
,,

426.000,-
Schatkistpromessen
…………………

Idem aan de Ned.-lnd. Postspaarbank.
,,

504.000,-
,,

790.000,-
Voorschot van de Javasche Bank

661.000,-
,,

2.570.000,-
SURINAAMSCHE
BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens.

Data
Metaal
Circu-
latte
Andere
opeischb.
schulden
1
Discont
1

Dlv. reke-

7 Sept.

1935..
797
1.121
464
560
1.709
30 Aug.

1935..
803
1.185
395
559
1.720
24

1935..
814
1.128 435
571

1.719
17

,,

1935..
815
1.058
430
570
1.707
10

1935..
804
1.061
463 573
1.716

5 Juli

1914..
645
1.100
560 735 396
‘)Slultp. der actIva

882

ECONOMISCH.STATISTISCHE BERICHTEN

9 Qctob’er 1935

STATISTISCH OVERZICH

GRANEN EN ZADEN
TUINBOT.JWARTIKELEN
VLÉESCH

TARWE
80 K.Q. La
R000E
MAIS
OERST
64165 K.G.
LIJNZAAD
DRUI VEN
TOMATEN
BLOEM-
KOOL
RUND-
VLEESCH
VARKENS-
Plata loco
Rotterdam!
74 K.G. Bahia
Blanca loco
La Plata
loco
La Plata
L. Plata
loco
Black
Alicante
A
ie soort
(versch)
VLEESCH
(versch)
Amsterdam
R’dam/A’dam R’damiA’dam
loco Rotter-
dam/A’dam
R’dam/A’dam
per K.G.
per 100 K.G. P 100 St.
Gem.v.3kw.
per 100 K.G.
per 100 K.G.
per 100 K.G.
per 2000 K.G.
per 2000 K.G.
per 1960 K.G.
Westland Westland
Groote-
per 100 K.G.
Rotterdam
2)

S)
4)
broek

5)
Rotterdam

1925
f1
17,20
01
100,0
f1.
13,075
Ulo
100,0
f1.
231,50

100,0
f1.
236,00
01
100,0
f1.
462,50
100,0
f1.
1

0
10
1E
110

ii
.-.
f1.
010
1926
15,90
92,4
11,75
89,9
174,25
75,3
196,75
83,4
360,50
77,9

1
——————-


1927 14,75
85,8
12,47
5

95,4
176,00
760
237,00′
100,4
362,50
78,4

1


1


1928 1929
13,476
78,3
13,15 100,6
226,00 97,7
228,50
96,8
363,00
78,5
0,80
100,0
20,-
100,0,
14,80 100,0
93,-
100,-

77,50

100,-
1930 12,25
9.67
5

71,2 56,3
10,876
6.225
83,2 47,6
204,00
136,75
88,1 59,1
179,75
111,75
76,2 47,4
419,25 356,00
90,6
77,0
0,64
0,62 80,0
77,5
16,-
’20,-
80,0
17,23 116,4
96,40
103,7
93,125
120,2
1931
5,55
32,3
4,55 34,8
84,50
36.5
107,25
45,4
187,00
40,4
0,49
61,3
14,50
100,0
72,5
14,22
7,54
96,1
50,9
108,-
88,-
116,1
94,6
72,90
48,-
94,1
61,9
1932 1933
5,220
30,4
4,625
35,4 77,25
33,4
100,75
42,7
137,00
29,6
0,41
51,3
11,50
57,5
9,92 67,0
61,-
65,6
37,50
48,4
5,02
5

29,2 3,55
27,2
68,50

.
29,6
70,00
30,0
148,00
32,0
0,31
38,8
8,21
41,1
6,69
45,2
52,-
55,9 49,50
63,9
1934
3,67
5

21,4
3,32
5

25,4′
70,75
30,6
75,75
32,1
142,50
30,8 0,27
33,8 5,53
27,7
8,26 55,8 61,50
66,1
46,65
60,2
Jan.

1934
Febr.,,
4,75
3,40
27,6
19,8
3,10
2,775
23,7
21,2
65,25 65,25
28,2
28,2
58,00
58,50′
24,6 24,8
144,25 133,00
31,2
28,8
62,50
67,2
53,75
69,4
Maart

,,
3,25
18,9
2,725
20,8
70,75
30,6 58,75
24,9
132,00
28,5
63,-
61,75
67,7
66,4
53,50
50,50
69,0 65,2
April

,,
Mei

,,
3,20
3,32
5

18,6
19,2
2,70
2,875
20,7
21,9
70,50 62,00
30,5
‘26,8
56,75 63,00
24,0
26,7
136,50 154,50
29,5
33,4

———————

63,50
68,3
49,125 63,4
Juni
3,67
5

21,4
3,175
24,3
65,00
28,1
74,75
31,7
156,50
33,8
-.
65,75
63,25
70,7
68,0
47,50
43,75
61,3 56,5
,u11
Aug.
3,80
4,37
22,1
25,4
3,30
4,27
5

25,3
32,7
71,50 83,25 30,9 36,0
78,75
93,50
33,4 39,6
151,25 159,25
32,7
34,4

0,35
43,8
8,28 5,89
41,4 29,5
63.-
63,95
67,7
68,8
44,62
5

43,30
57,6
55,9
Sept.

,,
Oct.


4,-
3,50
23,3
20,3
4,15 3,70
31,7
28,3
77,25
69,50
33,4
‘30,0
93,25 93,50
39,5
.
39,6
145,50 135,25
31,5
29,2 0,25
0,21
.

31,3 26,3
2,02
5,92
10,1
29,6
11,21
75,7
63,55
68,3
42,62
5

55,0
Nov. Dec.
3,50 20,3
3,45
26,4
71,25
30,8 89,25′
37,8
127,75
27,6

—————–




—-

















6,19
7,37 41,8
49,8
60,70 53,75
65,3 57,8
42,125
44,50
54,4
57,4
3,45
20,1
3,55
27,2 76,25 32,9
91,00

38,5
134,00
29,0















—————–

53,15
57,2
44,65
57,6
Jan.

1935
ebr.

,,
3,30 3,20
19,2 18,6
3,525 3,376
27,0 25,8
74,25 68,00
32,1
29,4
89,25 71,25
37,8
30,2
137,25
124,25
29,7 26,9







—-




,
53,62
5

57,7
45,62′
58,9
Maart

,,
3,20
18,6
3,07
5

23,5
67,75
29,3
64,00
27,1
120,50
26,1

51,90
51,40
55,8
55,3 47,55 51,20
61,4
66,1
April
Mei
4,07
5

4,0523,5
23,7
2,95 2,90 22,6
22,2
70,75
59,90
30,6 25,9
66,75 67.25
28,0 28,5
125,00
125,50
27,1















51,925
55,8
50,25
64,8
juni
uh


4,02
3,92′
23,4
22,8
2,90 2,55
22,2
19,5
57,50 54,50
24,8 23,5
75,00 66,75
.
31,8 28,3
124,25
124,50
26,9 26,9

—————-

10,19

————–














50,9


48,-
50,8054,6.48,50
51,6
46,12′
62,6
59,5
Aug.

,,
4,25
24,7
2,626
20,1
55,25
23,9
64,50
“27,3
132,25
28,6
0,42

52,5

27,0 ——————
—————-

7,29 36,5


– –
48,-
44,80 51.6 48,2
47,375
52,55
611
67
:8
Sept.
4,75
27,6
3,-
22,9
55,75
24,1
64,50
27,3
139,50
30,2
0,27
33,8
4,45









—-

22,3 6,60
44,6
43,375
46,6
56,625
73,1
0

,,
7 Oct.
4,80
5,20
27,9
30,2
3,10 3,45
23,7
26,4
55,00
60,50
23,8
26,1
67,00
28,4
144.00
311
32
:
4
1
0,23
28,8
3,27
16,4
7,33 49,5 42,50
6

45.7
60,-6
77,4
72,00
30,5
150,00
44,-
7
1
47,3 64,50
1
.
83,2
‘ ivsen zie voor ae toellcntlng
Op
clezen staat de nos. van 8, IS Aug. 1928, 25 Febr. 1931 en 15 Febr. 1933.
2)
Tot Jan. 1931 Hard Winter No.2. van Jan. 1931 to
16Dec. 1929 tot 26Mei1930 74/5 K.G. Hongaarsche vanaf 26Mei1930 tot 23 Mei 1932 74 K.G. Zuid-Russische; van 23 Mei 1932 tot 2Oct. 1933 No. 2 Canada.’S) To
Canada. Van 19Sept. ’32 tot 24Juli ‘3362163 K.G Z.-Russ.
5)
De jaren 1928 en 1929 Broek
op
Langendijk.
6
)27 Sept.
7)
5 Oct.
8)
26 Sept.
9)3
Oct.
10)4
Oct.

Vervolg STATISTISCH OVERZICW

MINERALEN
,
TEXTIELGOEDEREN

.
DIVERSEN

STEENKOLEN
Westfaalsche!
PETROLEUM
BENZINE
KATOEN

WOL
WOL
Hollandsche
bunkerkoten,
Mid. Contin.
ru e
Gulf exp.
A:Te
gekamde
Australische,
‘KOE-
HUIDEN
KALK-
SALPETER
.

ongezeefd f.o.b.
m

,
64166
0

Scts. per
Middling locoprijzen
F.
0.
F.
Sakeiha-
G. F. No.
1
Merin’

A’v.

1

d?
or
d
CrossbredColo-
nial Carded,
Gaaf, open
kop
Old. per
100
K.G.
R’dam/A’dam
per
1000
K.G.

g.
per barrel
US.
gahlon
New-York
rides
uOmra
Liverpool
0

e Ib
P
r

.
Av.
loco
57-51 pnd.
netto
per lb.
Liverpool
Bradford per Ib.

1925
f1.
10,80
%
100,0
$
1.68
%
100,0
.$cts.
14,86
°Io
100,-
S
cts.
23,25

oo

100,0
pence
29,27
°/o
100,-
pence
9,35
0/
100,-
pence
55,00
°
/o
100,0
pence
29,50
1
100,0
34,70
0/
100,0
f1.
12,-
01
100,0
1926
17,90
165,7
1.89
112,5
13,65
91,9
17,55
75,5
16,24
55,5
6,30
67,4
47,25
85,9
24,75
83,9
28,45 82,0
11,61
96,8
1927
11,25
104,2
1.30
77,4
14,86
100,-
17,50
75,3
16,78
57,3
7,27
77,8
48,50
88,2
26,50
89,8 40,43
116,5 11,48
95,7
1928
10,10
93,5
1.20
71,4
9,98
67,2 20,00 86,0
19,21
65,6
7,51
80,4 51,50
93,6
30,50
103,4
47,58
137,1
11,48
95,7
1929
1930
11,40 11,35
105,6
105,1
1.23
1.12
73,2
66,7
10,-
8,77
67,3
59,0
19,15
13,55
82,4
17.05
12,-
58,2 6,59
70,5
39,-
70,9
25,25
85,6
‘32,25 92,9
10,60
88,3
1931
.

10,05
93,1
0.58
34,5 5,04 33,9
8,60
58,3 37,0
7,33
41;0
25,0
3.92 3,08 41.9 33,0 26,75 21,50
48,6
39,1
16,25 12,00
55,1

40,7
25,36
18,65
73,1
.
53,7
9,84
8,61
82,0 71,8
1932
1933
8,00
74,1
0.81
48,2
4,50
30,3
6,45
27,7
5,21 17,8 3.11
33,3
16,00
29,1
8,50
28,8
11,15
32,1
6,15
51,3
1934
7,00
6,20
64,8 57,4
0.45
0.63 26,8 37,5
3,61
2,88
24,3
19,4
6,75 7,35
29,0
31,6
5,13
5,32
17,5
18,2
2,78 2,68
29,7 28,7
.

19,25 19,25
35,0 35,0
9,50
10,25
32,2
34,7
13,26
12,07
.
38,2 34,8
6,18
6,11
51,5 50,9
Jan.

1933
7,05
65,3
0.53 31,5 4,16
28,0
6,15
26,5
5,13
17,5
2,95
31,6
15,75
28,6 8,25 28,0
11,50 33,1
6,30
52,6
Febr,,,
Maart

,,
7,20 7,25
66,7
67,1
0.38
0.38 22,6 22,6
3,97
3,87′
26,7
26,1
6,10
6,40 26,2 27,5
4,98
4,97
17,0 17,0
2,78
2,77 29,7
29,6
15,50 15,25
28,2
27,7
8,25 7,75
28,0 26,3
10,38 10,75
.29,9
31,0 6,40 53,3
April

,,
Mei
7,25
67,1
0.37 22,0
3,67 24,7
6,65
28,6
5,18
17,7
2,68 28,7
15,75
28,6
7,75
26,3
11,25
32,4 6,40
6,40
53,3 53,3
7,15
66,2 0.235

14,0
2,95
19,9
7,30 31,4 5,60
19,1
3,07
32,8
17,00
30,9
8,25
28,0
12,25
35,3
6,40
53,3
Juni
7,15
66,2
0.25′
15,2
3,02
20,3
7,85
33,8
5,85
20,0
3,25
34,8
18,50
33,6
9,00
30,5
15,75
45,4 6,40
53,3
Juli
Aug.
,,
7,05
6,95 65,3
64,4
.

0.41
0.37 24,4 22,0
3,33
3,37
22,4 22,7
7,60 6,90
32,7
5,76
19,7
3,20 34,2
20,75
37,7 9,75
33,1
16,-
46,1
6,40
53,3
Sept.

,,
6,85 63,4 0.52
31,0
3,50
23,6 6,60 29,7 28,4
5,39 4,70
18,4
16,1
2,91
2,54
31,1
27,2
20.75 21,50
37,7
39,1
9,75
10,50
33,1
35,6
14,75
15,13
42,5
44,1
5,80
5,85
48,3 48,8
Oct.


Nov.
6,60
6,75
61,1
62,5
0.66
0.66
39,3
4,04
27,2 6,40 27,5
4,55
15,5

2,48
26,5
20,75
37,7
10,75
36,4
14,50
41,8 5,90
49,2
,,
Dec.

,,
6,95 64,4
0.67
39,3 39,9 3,72 3,75
25,0
25,2
6,25
6,50
26,9 28,0
4,63
4,89
15,8 16,7
2,39 2,38
25,6 25,5
23,75 25,00
43,2 45,5
12,00
13,25
40,7
44,9
13,38 13,50
38,6 38,9
5,95
6,-
49,6
50,0
Jan.

1934.
6,65
61,6
0.66 39,3
3,74
25,2
7,10
30,5
5,47
18,7
2,59
27,7
27,00
49,1 14,75

50,0
13;-
37,5
6,15 51,3
Febr.

»
Maart
6,30
6,25
58,3
57,9
0.64
0.63
38,1
37,5
3,25

3,05
21,9 20,5
7,50 7,40
32,3 31,8
5,64 5,50
19,3 18,8
2,68 2,76 28,7
29,5
23,75
23,25
43,2 42,3

12,75 11.75
43,2
13,-
37.5
6,20
51,7
April
6,30
58,3
0.62
36,9
2,795
18,8
6,95
29,9
5,37
18,3
2,50
26,7 23,00′
41,8
11,50
39,8 39,0
12,30
12,
.

36,0 34,6 6,25
6,30
52,1
52,6
Mei
6,25
57,9
0.62
36,9
2,88
19,4
6,80 29,2
5,20
17,8
2,48 26,5
21,00
382
10,50
35,6
11,88
34,2 6,30 52.6
Juni
Juli
6.15
6,15 56,9
56,9 0.62
0.62 36,9 36,9
2,83 2,68
19,0 18,0
7,15
7,55
30,8 5,23
17,9
‘2,77
29,6
19,00
34,5
9,50 32,2
11,50
.33,1
6,30
52,6
Aug.

,,
6,15
56,9
0.62 36,9 2,68
18,0
7,85
32,5 34,0
5,22
5,32
17,8 18.2
2,83
2,85 30,3 30,5
17,00
16,00
30,9
29,1
9,00 8,50 30,5 28,8
11,50′
11,75 33,1
33,9
6,30 5,80
52,6 48,3
Sept.

,,
Oct.
6,00
6,00
55,6
0.62
0.62 36,9 2,74
18,4
‘7,70
33,! 5,06
17,3
2,71
29,0
15,00
27,3
8,50
28,8
h2,
34,6 5,85
48
,8
Nov.
6,10
55,6
56,5
062
36,9 36,9
2,60
2,53
17,5
17,0
7,40
31,8 4,93
16,8
2,57 27,5
15,00
27,3
8,50 28,8
12,50
36,0 5,90
49,2
Dec.
6,05 56,0 0.62 36,9 2,76
18,6
7,40 7,50
31,8
32,3 5,42 5,43
18,5
18,5
2,67 2,77 28,6
29,6
15,00
14,50
27,3 26,4
8,75
8,50
29.7
28,8
12,-
11,25
34,6 32,4 5,95 6,05
49,6
50,4
Jan.

1935
Febr.
6,05 56,0
0.625
37,2
2,975
20,0.
.

7,55
32,5 5,38
18,4
2,99
32,0
14,75
26,8
8,25 28,0
10,75
31,0 6,15
51,3
»
Maart

,,
6,05
5,90
56,0 54,6 0.62
5

0.62
37,2
36,9
2,75 2,74
18,5 18,4
7,50
6,80 32,3
29,2
5,24
4,85
17,9 16,6
3,-
2,79
32,1.
29,8
14,00 13,73
25,5 25,0
7,75
7,50. -26,3
10,50
30,3
6,20 51,7
April

,
6,00 55,6
0.63
37,5 2,99
.

20,1
7,05
30,3 4,89
16,7
2,89
30,9
14,75
26,8
8,00
25,4
27,1
10,25
‘10,75 29,5 31,0
6,25
6,30
52,1
52,6
Mei
6,05
6,05
56.0
0.62 0.62 36,9 2,97
5

20,0 7,30 31,4
4,96
16,9
3,07
32,8
16,00
29,1
8,50
28,8
11,75
33,9 6,30
52,6
j
uni
,,
uli
6,05
‘56,0
56,0
0.62
36,9
36,9

3,15 3,115
21,2
21,0
7,-
7,25
30,1
31,2
4,82 4,82
16,5
16,5
2,98
3,08 31,9
32,9
16,75
18.25
30,5
33.2
8,50 9,00
28,8
30,5
12,-
11,75
34,6 6,30
52,6
Aug.

»
Sept.
6,15
56,9
0.62
36,9 3,08
20,7
6,80 29,2
4,91
16,8
2,83
30,3
18,25
33,2
9,25
31,4
12,-
33,9
.
34,6
5,40 5,40 45,0 45,0
»

.
6,10
6.05
56,5
56,0
0.625
0.62 37.2 36.9 2,85
2802
19,2
18,8
6,40 6,35
27,5 27,3
4,95 5,03
4

16,9
17,2
2,63 2,68
4

28,1
28,7
18,25 17,75
6
)
33,6 32,3
8,75
29,7
14,50
41,8 5,50
45,8
t Oct.

6,05
56,0
0.63
37,5 2,703
18,2
6,85
29,5
5,155
17;6
2,835
30,3
17,757)
32,3
8,75
6
)
8,75
7
)
.29,7
29,7
14,50
8

41,8 5,50 5,55
45,8 46,3
Jaar

en maanugem. alger. op
1
18 pence. ) 28Sept.
3)
5Oct.
4)
25
Sept. 6)2 Oct.
6
)26 Sept. 7)3 Oct.
8)17
Sept.
5)
24 Sept.
10)
1 Oct. ’19 Sept.

9
October
1935

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

883

‘AN GROOTHANDELSPRIJZEN
1
)

ZUIVEL EN EIEREN
METALEN

BOTER
BOTER KAAS
Edammer
EIEREN
KOPER
LOOD
TIN
IJZER
Cleveland
GIETERIJ-
IJZER
ZINK
GOUD
ZILVER
cash
Aflcmaar
Fabrieks-
Gem. not.
Eiermijn
Standaard
LocOprijzen
Locoprijzen Londen

Locoprijzen Londen per
Foundry
No. 3 f.o.b.
(Lux III) p.
Locoprijzen
Londen
cash
Londen
Londen per
derComm.
Noteering

Crisis
kaas kI. m/merk
Roermond
p. 100 St.
Londen
per Eng. ton
per Eng. ton
Eng. ton Middlesb.
Eng. t. f.o.b.
Antwerpen
per
Eng.Ion
per ounce
fine
Standard
Ounce
per50 K.G.
per Eng.ton

0
0.
11
0.
01
£
0
10
£
0
10
010
Sh.
sh.
010
pence
0
10
1925
2,31
100,0

56,-
100,0
9,18
100,0 62.116
100,0
36.816
100,0
261.171-
100,0 731- 100,0
671-
100,-
36.316 100,-
85/6
100,-
32
1
/8
100,0

1926
1,98
85,7

43,15
77,1
8,15
88,8
58.11-
93,5
31.116
85,3
290.1716
111,1
8616
118,5
68,8
102,5
34.216
94,3
851-
99,5 28
11
116
89,3
1927
2,03
87,9

43,30
77,3
7,96
86,7
55.141-
89,7
24.41-
66,4
290.41-
110,8
731-
100,0
64(6
96,3
28.101-
78,8
851-
99,5
26
3
!4
83,3
1928
2,11
91,3

48,05
85,8
7,99
87,0
63.161-
102,8
21.11-
57,8
227.51-
86,8
661-
90,4
62/8
93,5
25.516
69,9
851-
99,5
26
1
/1
81,1

1929
2,05 88,7

45,40
81,1 8,11
88,3
75.14/-
121,9
23.51-
63,8
203.1516
77,8
7016
96,6
68/9
102,6 24.1716
68,8
85/-
,5
247I
18
17131
76,2
1930
1,66
71,9 38,45
68,7
6,72
73,2
54.131-
88,0
18.1(6
49,6
142.51-
54,3
671
91,8
59(6
88,8
16.171
46,6
851-
5
55,4
1931
1,34
58,0

31,30
56,9
5,35
58,3
36.51-
58,4
12.11- 33,1
110.11-
42,0
551-
75,3
47(6
70,9
11.1016
31,9
9216
108,2
1318
41,6

1932
0,94
40,7

22,70 40,5
4,14
45,1
22.171-
36,8
8.121-
23,6
97.2)-
37,1
421-
57,5
37-
55,2
9.161-
27,1
1181-
138,0
12
7
18
40,1

1933
0,61
26,4
0,96
20,20
36,1 3,71
40,4
22.216
35.6
7.1716
21,6
131.181-
50,4
411-
56,2
351-
52,2
10.1216
29,4
12417
3
14
145,8
12
3
1,
385
1934
0,45
19,5
I,
18,70
33,4
3,45
37,6
18.14/6
30,2
6.15/6
18,6
141.1916
54,2
40/-
54,8
33j7
50,1
8.9(
23,4
137/7
3
/,
161,0
13
1
/1
40,7

Jan.’34
0,50
21,6
1,-
20,40
36,4
5,05
55,0
21.71-
34,4
7.71-
20,2
148.31-
56,8
3916 54,1
361-
53,7
9121-
26,5
12916
151,5
12
3
14
39,7
Feb.

0,47 20,3
1,-
21,55
38,5
3,68
40,1
20.916
33,0
7.41-
19,8
140.131-
53,7
3916 54,1 3615
54,4
9.-16
24,9
13711
160,3
1211
2

38,9
Mrt.,
0,44
19,0
1,-
19,90
35,5
2,71
29,5
20.31-
32,5
7.316
19,7
144.1516
55,3
4016
55,5
3513
52,6
9.21-
25,2
13618
159,8
12
518
39,3
Apr.,
0,42
18,2
1,-
17,20
30,7 2,72
29,6
20.1416
33,4
7.416
19,8 150.1016
57,5
4116
56,8
3412
51,0
9.716 25,9
135114
158,0
12
7
!16
38,7
Mei,,
0,41
17,7
1,-
16,05
28,7
2,54
27,7
20.41-
32,5
6.1616
18,7
144.1916
55,4
4016
55,5
3219
48,9
9.21-
25,2
13613
159,4
121(16

37,5
Juni,
0,41
17,7
1,-
19,40
34,6
2,741
29,9
19.18/6
32,1
6.14/-
18,4
140.1!-
53,5
40/6
55,5
31(9
47,4
8.16/-
24,3
137/84
161,1 12
1
(4
38,1
Juli,
0,40
17,3
1,-
21,50
38,4
2,81
30,6
18.111-
29,9
6.1416
18,5 142.91-
54,0
4016
55,5
3214
48,2
8.61-
22,9
137(11
161,4
12
3
1
4

39,7
Aug..
0,43
18,6
1,-
20,90
37,3 3,32
5

36,2
17.61-
27,9
6.141-
18,4
139.716
53,2
40/-
54,8
3216
48,5
8.716
23,2
13816
162,0
13
40,5
Sept..
0,43
18,6
1,-
18,12
5

32,4
3,31 36,1
16.10/-
26,6
6.5/6
17,2
137.17/-
52,6
3916
54,1 3216
48,5
7.171-
21,7
141!-
164,9
1311,
40,9
Oct.,,
0,43
18,6
1,-
17,37
6

31,0 3,95
43,0
16.31-
26,0 6.61-
17,3 137.1916
.
52,7
3916
54,1 3216
48,5
7.7!-

20,3
141110
165,9
14
43,6
Nov.,
0,47 20,3
1,-
17,-
30,4
4,52
6

49,3
16.1116
26,7
6.81-
17,6
139.81-



53,2
401-
54,8
3216
48,5
7.716
20,4
139165
163,2
14
7
1
46,3
Dec.,
0,54
23,4
0,95
15,125
27,0
4,07
44,3
16.16/-
27,1
6.61-
17,3
137.816
52,5
3916
54,1
3411
50,9
7.416 20,0
140164
164,4
14
11
/1
45,7

Jan.’35
0,58
25,1
0,90
14,95
26,7
3,125
34,0
16.191-
27,3
6.51-
17,2
138.111-
52,9
3916
54,1
3416
51,5
7.616 20,4
1411104
165,9
14
8
14
45,9
Feb.
0,52 22,5
0,95
14,375
25,7
3,20
34,9
16.41-
26,1
6.41-

17,0 136.81-
52,1
3916
54,1
3416
51,5
7.316
19,8
14218
166,9
14
13
(io
46,1
,,
Mrt.
0,37
16,0
1,025
13,30
23,8
2,74
29,8
16.8!-
26,4
6.7/6
17,5
124.5/6 47,5
381-
52,1
33/9
50,4
7.-!-
19,4
14715
172,4
15
3
14
49,0
Apr..
0,37
16,0
1,08
11,50
20,5
2,31
5

25,2
18.81-
29,6
7.516
20,0
131-16
50,0
3816
12,7
3316
50,0
7.111-
20,9
14415
168,9
18
3
16
56,6
Mei
0,34
14,7 1,10
11,85
21,2
2,38
6

26,0
20.-!-
32,2
8.616
22,9
135.516
51,7
391-
53,4
3316
50,0
8.1516
24,3
142134
166,4
20
62,3
Juni
0,41 17,7
I,07
11,95
21,3
2,41
26,3
18.I6-
30,3
8.1116
23,5
136.5/6 52,0
3916
54,1
3316
50,0 8.111-
23,6
14116
165,5
1918
61,1
Juli
19,0
1,-
12,37
5

22,1
2,54
27,7
18.10/-
29,8
8.13!-
23,7
140.11/6
53,7
39,6
54,1
33/6 50,0 8.101-
23,5 140/10
164,7
l8
0
/i
57,0
Aug10,46
19,9
1-
15,10
27,0 3,316
36,1
119.15/-
31,8
9.11/-
26,2
135.1216
51,8
40!-
54,8
1 33/6
50,0
8.18/6
24,7
1140/4.
164,1
17
7
/8
55,6
Sep0,58
25,1
097
20,25 36,2 3,16
34,4
120.10/6
33,1
9.1416
26,7
135.4/6
51,6
39/6
54,1
1
33/6
50,0
9.8/-
26,0-1141/-
1649
I7
9
ii
54,7
30
,,
0,588
25,1
0,95
25,0
44,6 3,45
37,6
20.1916
33,8
10.6/6
28,3
139.10/-
53,3
39(6
54,1
/
33/6
50,0
9.15!-
27,0/141164
165,5
17
9
/
54,7
7 Oct.
0,58°
25,1
0,95
22,’°
39,3
2,60 28,3
/21.14/-
35,0
10.17/-
32,5
136.10(
52,1
39(6
54,1
!
33/6
50,0
10.101-
29,0
l42!
166,1
17
11
/16
55,1

6 Sept. 1932 79 K.G. La Plata; van 26 Sept. 1932 tot 5 Febr. 1934 Manitoba No. 2
5)
lot Jan. 192b Western; vanat Jan.
I908
rot io uec.
19Z28
American tNO. z, van
/an. 1928 Malting; van Jan. 1928 tot 9 Febr. 1931 American No. 2, van 9 Febr. 1931 tot 23 Mei 1937 6415 K.G. Zuid-Russische. Van 23 Mei-19 Sept. 1932 No. 3

lAN GROOTHANDELSPRIJZEN.

BOUWMATERIALEN
KOLONIALE RODUCTEN

VURENBOUT
S T E E N E N
CACAO
COPRA
KOFFIE
.
SUIKER
THEE
INDEXCIJFER

Kolo-
Zwedet(
binnenmuur

buitenmuur
G.F.Accra
Ned._Ind.
Lrzen
Ribbed Smoked
e
Finland

d
per

per
50 K.G. c.i.t.
per 100 K.G.
Rotterdam
i

c
t
ien

R’dam!A’dam
100 K.G.
Java- en Suma-
tratheep.1/2K.G.
OrOd
8t0
en
nlale

persanaar
per 1000 stuks per 1000 stuks Nederland Amsterdam
t!2K.G.
per per

.
per
d?en

1
°!o
1
10
sh.
0
!o
1
10
cts.
tja
Sh.
°!o
11.
°!o
ets.
°!o
1925
159,75
100
15,50
100,-
.19,-
100,-
4216
100,-
35,875
100,0
61,375
100,0 2111,625 100,0 18,75
100,0
84,5
100,0
100.0 100.0
1926
153,50
96,1
15,75 101,6 19,50 102,6
49)-
115,3
34,-
94,8 55,375
90,2
2/-
67,4
17,50
93,3
94,25
111,5
96.0
102.6
1927
160,50
100,5 14,50
93,5
18,50
97,4
681-
160,0
32,62
5

90,9
46,875
76,4
116,375
51,6
19,12
5

102,0
82,75
97,9
87.5
109.1
1928
151,50
94,8
12,-
77,4
18,50
97,4
5713
134,9
31,87
5

88,9
49,625
80,9
-110,75
30,2
150
84,5
75,25
89,1
84.6
97.4
1929
146,00
91,4
14,-
90,3 21,25
111,8
45110
107,9
27,37
8

76,3
50,75.
82,7
-110,25

28,8
13,-
69,3
69,25
82,0 81.9
85.5
1930
141,50
88,6
12,50
80,6
20,75
109,2
34111
82,2 22,625
63,1
32
52,1
-15,875
16,5
9,60
51,2
60,75
71,8
66.0
64.3
1931
110,75
69,3
10,25
66,1
20,25
106,6
2215
52,8
15,375
42,9 25
40,7
-13
8,4
8,-
42,7
42,50
50,3
46.8
46.6
1932
69,00
43,2
9,25
59,7
15,-
78,9
1916
45,9
13,-
36,2 24
39,1
-11,75
4,9
6,32
5

33,7 28,25 33,4
36.1
38.0
1933
73,50
46,0
10,-
64,5
12,75
67,1
1514
36,0
9,30
25,9
21,10
34,2
-12,25
6,3
5,525
29,5
32,75
38,7
35.2
34.1
1934
76,50
47,9 8,50
54,8
10,50
55,3
1316
•318
6,90

19,2
16,80
27,4
-/3,875
10,9
4,07
5

21,7
40 47,3
34.4
32.1

Jan.

’33
70,00
43,8
9,25
59,7
13,50 71,1
1616
38,8
11,50
32,1
24
39,1
-11,625
4,6
5,371
28,7
25
29,6
33.2
34.1
Febr.
,
70,00
43,8 9,25
59,7
13,-
68,4
1519
37,1
10,62
5

29,6
23,75
38,7
-11,5
4,2 5,60 29,9
26,75
31,7
32.1
34.4
Mrt.
,
70,00
43,8 9,50
61,3
12,25
64,5
1613
38,2
0,371

28,9 23,50
38,3

1
1
,5
4,2
6,-
32,0
26,25
31,1
32.4
34.9
Apr.
70,00
43,8 9,75
62,6
12,75
67,1
1515
36,3
9,50
26,5 23,50
38,3
-11,625
4,6
6,071
32,4
27,50
32,5
32.8
34.9
Mei

,,
70,00
43,8 9,50 61,3
12,50-
65,8
1616
38,8
:0,-
9,50 26,5
23 37,5
-12
5,6
6,026
32,1
26,50
31,4
34.2
35,0
Juni
72,50
45,4
10,-
64,5
13,-
68,4
1
81
1

42,6
27,9
22,50
36,6
-12,375
6,7
6,35
33,9
31
36,7
31.2 37.5
)u1i
75,00
46,9
10,25
66,1
13,-
68,4
1718
41,6
9,475
26,4
22,50
36,6
-12,625

7,4
5,925
31,6
33,50 39,6 38.2
37.4
Aug.

,,
75,00
46,9
10,50
67,7
13,-
68,4
1615
38,6
8,75
24,4
20,75
33,8
-12,625
7,4
5,275
28,1
35,25
41,7
36.5 35.6
Sept.
80,00
50,1
10,50
67,7
12,50
65,8
1415
33,9
8,25 23,0
19,75
32,2
-1
2
,5
7,0
5,375

28,7
36,75 43,5 36.7
.

34,6
Oct.

,,
80,00
50,1
10,50
67,7
12,50
65,8
1217
29,6
7,625
21,3
17,75
28,8
-12,625
7,4
4,90
26,1
42,25 50,0 36.5
33.4
Nov.,,
75,00
46,9
10,-
64,5
12,50
65,8
1216
29,4
8,-
22,3
16,25
26,5
-12,75
7,7
4,65
24,8
40,50 47,9
36.4 32.7
Dec.,,
75,00
46,9
10,75
69,4
12,50
65,8
1115
26,9 7,975 22,2
16
26,1
-12,875
8,1
4,75 25,3
41
48,5
31.1
31.3

Jan.’34
75,00
46,9
10,75
69,4
12,75
67,1
12110
30,2 7,45 20,8
16,50
26,9
-12,875
8,1
4,95
26,4
45,50 53,8
36.9 13.8
Feb.

80,00
50,1
10,50
67,7
12,50
65,8
1415
33,9 7,25 20,2
17,25 28,1
-13


8,4
4,975

26,5
46,75
55,3
35.9
35.9
Mrt..
80,00
50,1
9,75
62,6
12.-
63,2
1411
33,1
7,-
19,5 17,75
28,9

1
3,25
9,1
4,52
5

24,1
45,50
53,8
35.7
35.2
Apr.,
80,00
50,1
9,75
62.6
12,-
63,2
14
1
4 33,7
6,55
18,3 17,75
28,9
-13,625
10,2
4,25
22,7
44,25
52,4
35.6
34.5
Mei

80,00
50,1
9,25
59,7 11,25
59,2
1512
35,7
6,72
5

18,7
17
27,7
-14
11,2
4,15
22,1
42,75 50,6
35.1
34.3
Juni,,
77,50 48,5
8,-
51,6
10,-
52,6
15
1
4
36,1
7,-
19,5
17
27,7
-1
4

11,2
4,20
22,4
41,-
48,5
34.5 33.8
1uli,,
77,50
48,5 7,50
48,4
10,-
52,6
13
1
11
32,7
6,92
5

19,3
16,75
27,3
-/4,375
12,3
3,975

21,2
40,50 47,9
34.1
32.2
Aug.,
75,50
47,3 7,25 46,8
9,50
50,0
12/10
30,2 6,87
5

19,2 16,50
.
26,9

1
4,5
12,6
3,975

21,2
39,75 47,0
33.9 31.4
Sept,
73,50
46,0
7,-
45,2
8,75 46,!
1215
29,2 6,65
18,5
16,50
26,9
-14,5
12
9
6
3,725
19,9
33,50
39,6
33.1

29.5
Oct.,
73.00
45,7
7,-
45,2
8,75
46,1
11/7
27,3 6,70
18,7
16,50
26,9
.
-14,125
11,6
3,525
18,8
32,75
38,8
32.7
21.8
Nov.,
73,00
45,7
7,-
45,2 8,75
46,1
1213
28,8
6,62
5

18,5
16
26,1
-13,875
10,9
3,15
16,8
33
39,1
32.7
27.6
Dec.,
73,00
45,7
7,-
45,2 8,75
46,1
1218
29,8
7,175
20,0
16 26,1
-13,875
10,9
3,375

18,0
34,50
40,8
32.1
28.6

Jan.’35
66,00
41,3
7,25 46,8 8,50
44,7
1411
33,1
8,77
5

24,5
16
26,1
-13,875

10,9
3,50
18,7
33,75
39,9
32.9
29.5
Feb.
66,00
41,3
6,75
43,5
8,25 43,4
1412
33,3
9,376

26,1
J5,625
25,5
-13,75
10,5
3,45
18,4
32 37,9 32.4
28.9
Mrt.

59,00
36,9
7,-
45,2
8,25
43,4
1
313
31,2
8,57
5

23,9
14,625
23,8
-13,25
9,1
3,55
18,9
29
34,3
30.9
27.4
Apr.,
60,00 37,6
7,-
45,2 8,25 43,4
1316
31,8
9,15
25,6
14,50
23,6
-13,375
9,5 4,15
22,1
31,25
37,0
32.1
28.5
Mei
,,
57,50 36,0
7,-
45,2
8,25 43,4
1314
31,4 9,50
26,5
14,125
23,0

1
3,5
9,8
4,20
22,4
32,75
38,8
33.3 28.6
Juni
57,50 36,0
7,25 46,8

47,4
1313
31,2
9,075

25,3
13,875
22,6
-13,625
10,2
3,87
5

20,7
30,25
35,8
33.2

27.8
Juli
,
57,50
36,0 7,25 46,8 8,75
46,1
1312
31,0

22,3
13,50
22,0

1
3,5
9,8
3,576
19,1
30,75
36,4
33.4
27.1
Aug..
58,25
36,5
7,-
45,2
9,25
48,7
13/1
30,8
8,07
5

22,5
13,50
22,0
-/3,5

.
9,8
3,525
18,8
32,50


38,5
33.1 27.4
Sep.,
57,75 36,8
.
.
1315
31,6
8,47
5

23,6
13,50
22,0
-13,375
9,5 3,72
5

19,9
36
42,6 34.2
28.8
30

.
.
56,50
35,4
13/8
9

32,2
875
24.4
13,50
22,0


1
3,5 9,8
4,-
21,3
38,25
ii)

45,3
34.8
30.2
7 Oct.,.
56,50
354
1316
10

31,8
9,626
26,8
1

13,50
1

22,0
1

-13,5
1

9,8
1

4,25
22,7
35.7
30.5

I.B. Alle Pondennoteeringen vanaf 21 Sept.’31 zijn op goudbasis omgerekend; de Dollarnoteeringen vanaf 20 April
‘3 zijn
in verllOuning van ae aepreclasle
tien
den Dollar t.o.v. dan Gulden verlaagd.

BANK VAN ENGELAND.

Bankbilf.
1
Bankbilj.
1.

Other Securities
Data
Metaal in
in Bankingl
Disc.and Securit ies
1
circulatje
r
Deparfm.
1
Advances

2 Oct.

1935
194.434
402.033
1

51.609
1

17.252

11.597
25 Sept. 1935
194.360
398.164
55.408
12.411

12.191
22 Juli

1914
40.164 29.317
i

33.633

Data
Go,.
Sec.
Public
Depos.
Bankers

L’epU.lt5
1

Other
IAccountsl
1
Reservel
1

Dek-
kings-
1
perc.
1)

2 Oct. ’35

82.520

25.453

80.875

39.135

52.4011 36,0
25 Sept.’35

83
.
165
!

19.491

87.241

38.956156.196138,5
22 Juli ’14

11.005

14.738

42.185

1
29
.
2
97! 52
1)
Verhouding tiisschen Reserve en Deposits.
BANK VAN FRANKRIJK.

Data
Goud
Zilverl
Te goed
in het
1

Wis-

Waarv.I
op het
Belee-

Renteloos
oorschot
buiten,’.
sels
buitenl.l
ningen

d. Staat

27Sept.’35
71.952
1
706!
8
9
.
285
!
1.2251
4.499
1
3.200
20

,,

’35
71.879
1
715j
8
1

8.4121
1.2291
4.509
1
3.200
23 Juli’14
4.104
640
!

_1.541j
8!
769!

Bonsv.d.
Diver–
1
Rekg. Courant
Data
zelfst.
amort. k.
sen
1)
Circulatie
1
Staat
_________________________
ZeI/st.
1

Parti-
Iamort.k._culieren

278ept.’35
5.800
1

2.412
82.399

1
79
2.97
110.848
20

,,

’35
5.800 2.508
81.308
82

1

2.979
111.006
23Juli’14


5.912
401
1


943
1)
Sluitpost activa.
DUITSCHE_RIJKSBANK.
Daarvan
Deviezen
Andere
Data
Goud
bij bui-
als goud..
wissels Belee-
tenl. circ. dekking
en
ningen
banken
1
)
geldende
cheques

30
Sept. 1935
94,8
29,4
5,5
4.143,6
J

73,1
23

,,

1935
1
94,7 29,4
5,5
3.643,1
33
30
Juli

1914 11.356,9
– –
1

750,9

1

50,2

Data Effec-
1

Diverse
Circu-
1

Rekg.-
1

Diverse
ten
JActivas)
1

latie
Crt.
Passiva

30
Sept. 1935
1

345,9
1

644,6
4.143,4
1

773,9 258,2
23

,,

1935
1

344,2 697,7
3.754,8
1

754,6 244,5
30
Juli

1914
330,8
200,4
1.890,9
J

944,-
40,0
-,

-, vy .U. flCLLtÇlIUflhJJ%bÇLICIIJC
0V,
£3 oepi., resp. ii.
£2
mlii.
NATIONALEBANK
VANBELGIE(inBelga’s).

Goud
c

0
Rekg. Cr1.

°
Data
-c
.5
1935

0
0

3 Oct.
56
1
122 162
40
4.196
1
17
942
26 Sept.
13.4191
58
1
.
35011
4
162
40
4.140
37
957
LL5LKAL K1.SLKVE BANK.S.

Goudvoorraad
Wissels

Data
Other
ash”
2)
Totaal
1

Goud
In her-
disc, v. d.
1
In de
open
bedrag
1

certifi-
caten’)
member
1
markt
banks
1
gekocht

18Sept.’35
6.571,6
1

6.551,1
218,0
9,6

1
4,7
11,,’35
6.557,2
j6.536,0
218,0
11,2

_
4,7

Data
Belegd
in U. s.
1
F. R.
Notes
Totaal

Gestort
1
Goud-
1

Dek-
1
Algem.
1

Dek-
Gov.Sec.
1
incircu-


Kapitaal!
kings-
1
kings-
latie

1
1
perc.$)
1
perc.
4
)
___________
18Sept.’351 2.430,3
1
3.426,8 15.605,0
1
131,6
1

75,2
1


11.

‘1
2.430,2 13.4
22,8 15.601,8
1
134,0
1

75,1
1


Deze certificaten werden door de Schatkist aan de Reserve Banken
gegeven voor de overname van het goud, toen de $ op 31Jan.’34 van
lOO op 59.06 cents werd gedevalueerd.
,,Other Cash” does not include Federal Reserve Notes or a Bank’s
own Federal Reserve
bank
notes.
S) Verhouding totalen goudvoorraad tegenover opelschbare
schulden: F. R. Notes en netto deposito.
4)
Verhouding totalen
voorraad muntmateriaal en wettig betaalmiddel tegenover Idem.
PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HET FED. RES. STELSEL.

D
ata
Aantal
Dis-
conto’s
1 1

Beleg-
Iervel
de
1

Totaal
1
Waarvan
leening.
en
gingen
R.
depo

sito’s
1

time
1
deposits.
beleen.
1
banks
1
11Sept.’351

1

7.460
111.215
1
20.987
4.386

«
1

7.391
1
1
1.
22
6
14.163
4
.0
1
3

1
20.785
4.380
ue Dosten van De Ned. Bank, de Javasche Bank en de Bank of Eng.
land zijn in duizenden,
alle overige posten in miiiioenen
van de be.
treffende valuta.

884

ECONOMISÔH-STATISTISCHE BERICHTEN

9 October 1935

NEDERLANDSCHE BANK.

Verkorte Balans op 7 October 1935.

Activa.
Binnen!. Wis- (fffdbk.
f
48.943.699,68
sels, Prom.,.j Bijbnk.
,,

2.971.181,24
enz.in disc.(Ag.sch.
,,

4.477.295,03
f

56.392.175,95
Papier o. h. Buiten!, in disconto ……

Idem eigen portef.
f

1.074.500,-.
Af: Verkocht maar voor
de bk.nog niet afgel.

1.074.500,
Beleeningen

flfdbk•
f
116.800.625,891)
mci.
vrsch.J
in rek.-crt. Bijbnk.
,,

9.625.473,18

op
onderp,
Agsh1. ,, 44.144.555,93

f
170.570.655,-

Op Effecten ……
f
165.775.344,61
1
)
Op Goederen en Spec.
,,
4.795.310,39 1 7O.570.655,_’)
Voorschotten a. h. Rijk …………….
,,

15.000.000,_
Munt, Goud ……
f
132.096.935,-
4untmat., Goud ..

423.639.977,89

f
555.736.912,89
Munt, Zilver, enz.

20.327.506,15
Muntmat. Zilver..

Belegging van kapitaal, reserves en pen-

576.064.419,04)
. .
sioenfonds ……………………,,

39.591.084,58
Gebouwen en Meub. der Bank ……..,,

4.600.000,-

Diverse rekeningen ………………

4.097.900,37

Staatd. Nederl. (Wetv. 27/5/’32, S. No. 221)

15.486.148,55

f
882.876.883,49
Passiva.
Kapitaal ………………………..
f

20.000.000,-
Reservefonds ……………………,,

4.049.884,01
Bijzondere reserve ………………,,

5.675.000,-
Pensioenfonds ………………….,,

9.896.949,98
Bankbiljetten in omloop ………….. ,, 805.778.090,_
Bankassignatiën in omloop ……….,,

60.732,94
Rek.-Cour.
J
Het Rijk
f


saldo’s:

Anderen ,,34.028.965,99

34.028.965,99
Diverse rekeningen ……………… ,,3.387.260,57

f
882.876.883,49

Beschikbaar metaalsaldo …………
f
241.225.986,83
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop dan waartoe de Bank gerechtigd is ,, 603.064.967,-
Schatkistpapier, rechtstreeks bij de Bank
ondergebracht ………………..,,

10.000.000,-
Waarvan aan Nederlandsch-lndit
(Wet van 15 Maart 1933, Staatsbiad No. 90) ……../ 71.153.775,-
Waarvan in het buitenland ……………………. ..51.392.701,69
Voornaamste posten in duizenden guldens.

Goud

Andere Beschikb. Dek-
Data

Circulatie opeischb. Metaal- kings
Munt _Muntmat.

schulden saldo

perc.

7 Oct.’35 132097 423.640 805.778 .34.090 241.226 89
30 Sept. ’35 132097 403.984 819.317 42.294 213.636 65

25 Juli ’14 65.703 96.410 310.437 6.198 43.521 54.

Totaal Schatkist-

èel e-

Papier

Diverse
Data,

bedrag protnessen

. e

op het

reke-

discontn’.ç
rprht.trppkv
ning n

,..
_

7 Oct.

1935

56.392

10.000

170.57

1

1.074

…..
,”,,s’.’

4.098
30 Sept. 1935

65.411
10.000

212.591
1.074

2.593
25 Juli

1914
67.947

61.686 20.188
509
1)
Onder de
scilva.

JAVASCHE BANK.
Andere
Beschiki
Data
Goud
Zilver
Circulatie
opeischb.
metaal-
schulden
saldo

5Oct. ’35
2)
103.700 165.990
18.860
29.760
28 Sep. ’35’
103.480 163.220
19.840
30.256
7 Sep. 1935 85.017

1
23.80
169.257
21.342
32.617
31Aug.1935
85.017

1
23.752
165.281
23.523
33.247
25Juli1914
22.057
31.907 110.172
12.634
4.842

Data
Wissels.
buiten
Dis-

Belee-
Diverse
reke-

1
Dek-
kings-

______________
N.-Ind.
betaalb. conto’s
ningen
i

1
ningen
1)
percen-
tage

5Oct. ‘352)
2.500
80110
10.290
.56
28Sep. ‘352)
2.700 78.140
10.300
57

7Sep. 1935
2.041
11.085

1
60.324
10.734
57
31Aug.1935
2.295
11.285

1
58.186
10.622
58
25 Juli1914
6.395
7.259
75.541
2.228
44
t)
Sluitpost activa.

2)
Cijfers
telegrafisch ontvangen.

Auteur