Ga direct naar de content

Jrg. 20, editie 1024

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: augustus 14 1935

14 AUGUSTUS 1935

AUTgURSRECHT VOORBEHOUDEN.

EC

0 n
‘omisch~St

atistische

Beri
*
chten

ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, Nu VERHEID, FINANCIËN
EN VERKEER

ORGAAN VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART

UITGAVE VAN HET NEDERLANDSCH ECONOMISCH INSTITUUT

20E, J’AARGANG .

WOENSDAG 14

1

COMMiSSIE VAN REDACTIE:

P. Lief tinck; N. J. Polak; J. Tinbergen; F. de Vries en

H.
M.
H. A. van der Valk (Redacteur-Secretaris).

,kedactie-adres: Pieter de kloochweg 122, Rotterdam.

Aangeteekende stukken: Bijkantoor Ruigeplaatweg.

Telefoon Nr. 35000. Postrekening 8408.

Advertenties f 0,50 per regel. Plaatsing hij abonnement

volgens tarief. Administratie van abonnementen en adver-

tenties: Nijglv & van Ditinar N.V., Uitgevers, Rotterdam,

Amsterdam, ‘s-Gravenhage. Postchèque- en giro-rekening No.

145192.

Abonnementsprijs voor het weekblad franco p. p. in
Nederland f 20,—. Buitenland en Keliiiën f 23;— per

jaar. Losse nummers 50 cents. Economisch-Statistisch

Kwartaalbericht f 1.—. Leden en donateurs ontvangen

het weekblad en liet Kwartaalbericht gratis en een reductie

op
de ierdere publicaties.

INHOUD.

BIz.

Mededeelingen van de Centrale Commissie voor de Rijn.

vaart

……………………………………
712

BRANDSCHADE EN CONJUNCTUUR
door
Dr. P. D. Pestnian
712

De rubberpositie na één jaar restrictie door
J. F.

Hacco(r

………………………………….
713

Beschouwing over ordening van liet verkeerswezen II

(Slot) door
M. Zwalf ……………………….
715

1)e positie van den crediteur in een periode van ge-

daald, prijspeil door
Is.
Vorst …………………
717

BUITENLANDSCHE MEDEWERKING:

De voltooiing van het werk der noodverordeningen

door,
Dr. E. Weichmann ………………….
718

AANTEEKENINGEN:

Ordening, coördinatie en prijsbeïnvloeding in den

landbou
w ………………………………
720

‘Dalende werkloosheid in Engeland ……………
721

De zichtbare suikervoorraden in de wereld ……..
722

BOEKAANKONDIGINGEN:

J. H. Huizinga: Gold points a mor’al …………
722

ONTVANGENBOEKEN
…………………………….
722

STATISrIEKEN
…………………………
723-726
Geidkoersen.

Wisselkoersen.

Bankstaten.

JJG1JSTUS 1935 ,

No. 1024

13
AUGUSTUS
1935.

Het aantrekken ‘van de geidkoersen doet
zien, ‘dat

thet -zoo ‘gewenschte ‘vertrouwen in onze monetaire

positie nog lang niet algemeen ‘is. Waar het sdhort, is

moeilijk te zeggen, er worden tal van gissi’nigen ge-

maakt, ‘dodh het blijft bij -veronderstellingen. De

grootste onrust schijnt echter thans wel uit de pro-

vincie te ‘komen. De noteering ‘voor privaat-disconto
is van 4V8 pOt. tot 5 pOt. opgeloopen, zonder ‘da.t er

steeds ‘geld voor het aangeboden ‘materiaal te vinden

was. Oall-gel’den bleven gezocht te’gen 5 pCt. Prolon-

gatie ‘kwam van 4 op 4% pOt.

*

Ook op de wisselmarkt viel duidelijk te onderken-

nen, dat men de nalbije’ -toekomst nog steeds niet met

onverdeeld vertroüwen tegemoet ziet. De wisselkoer-

sen trokken aan; de Fransche Franc kwam zelfs op

het peil, dat weder goud-remises naar Parijs werden

gezonden, terwijl ook de Dollar weder zeer ‘be’denke-

lijk het gôudpunt van uitvoer ‘begint te naderen.

Ponden kwamen van 7.30 op 7.34%, Dollars van

1
.
47
1
% op 1.47/8. De $/f noteerin’g werd op onge-

veer 4.96%’ gehouden. Zooals gezegd, w’aren Fransche’

Francs gezodht; van ‘9.763”. steeg ‘de koers tot 9.79%

en ‘h1eef,-ondanks het aanbod afkomstig van.de goud-

remi’ses, op ‘9.79 hangen. De’f/Frs. noteering’ 74.90-
75.—,. ]el’ga’s ca. 24.95. Markec kwamen ,:aii 59.40

op 59.70. ‘Voor Registermarken was eenige vraag,

waardooi de koers kon
1
‘verbeteren. Ook Credit-,

Sperr- en effectenmarken ,waren ‘gezocht; doch niet-

tegen’staande de vraag liepen de koersen ‘achteruit.

Zwitsersche Francs ca. 48.7%. Roemeensdh’ Lei ca.

1.20. T. T. Indië ‘noteert thans 100/1e.

Zooals te verwachten, waren termijnen thans weder

flink gezocht; het agio voor Ponden op een- en drie-

maands levering was tenslotte 6 en 18 c.’ Voor Dol-

lars bedroeg dit 1% cii 5% c. Ook Marken op drie-

maands levering ‘doen thans a’gio, men sprak van

30 tot 50 P.

Op de goud’markt ging ‘niet ‘veel om; de prijzen

konden’ zich niet alleen ‘handhaven, maar – zidh ook

verbeteren. Zoo nloteerden haren levering Amsterdam

tenslotte
f
1.657,50, levering ‘Lon’den
f
1.657. Eagles

2.51, So’verei’gns 12.30 en ‘Goiiden Tientjes’ 10.40.

Marken bankpapiei’ waren -aanvankelijk sterk aange-

boden; de
prijs
liep tot 48.60 achteruit, waarop een

herstel t,t 49.— volgde. – ‘

712

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

14 Augustus 1935

MEDEDEEL1NGEN VAN DE CENTRALE COMMISS!E

VOOR DE RIJNVAART.

VERSLAG VAN i)E JUNI-JIJLI ZITTING 1935.

De Centrale Commissie voor de Rijnvaa.rt ieef’t te
Straatsburg een zitting gehouden van 25 Juni tot 13 Juli
1935 onder voorrit’terschap van den heer Jean Gout, bui-
te n’gewoo u gezant.
Gedurende deze zitting zijn de werkzaamheden van de
11cr7ienid1g van het Verdrag van Mannheini, welke in een
in Maart in San Remo gehouden zitting weder opgeno-
men ‘waren, voortgezet; voorts heeft de Commissie in hare
hoedanigheid als rechtbank voor hooger beroep zes von-Irissen in ‘burgerlijke zaken betreffende aanvaringen 01)
‘den Rijn gewezen.
])e Commtssie ‘heeft nota genomen
van het aantal in 1934 verstrekte sch’ipperspatenteu, ni. 602 in Du’ltsc’hla.nd, 47 iii België, 28 in Frankrijk en 525
in Nederland,
van 62 toegestane afwijkingen op de voorsuhriften be-treffende de rninimuin-‘bemanning vati Rij’nsehëpen, nl.
27. in Duitschiand en 35 ‘in Frankrijk,
en van de erkenning door België, Nederland en Zwit-
serland van de ,,Registro Itailiano Nava.le cd Aeronautico”
in Rome, in verband met de toepassing van artikel 9b van
het reglem9nt betreffende het onderzoek van Rijaschepen.
IDe Conirnissie heeft de uituoodiging van de Belgische
Regeeriii.g aangenomen om ‘zich
01)
het Xvie congres in
Brussel, georganiseerd door de ,,Assoeiation Internationale
Permanente des Congres de Navigat’io?r”, in September
1935 te laten vertegenwoordigen. –
De aanvang van de volgende zttin’g is op i)insdag
12 November 1935 vastgesteld.

BRANDSCHADE EN CONJUNCTUUR.

De Vereeniging van ter Amsterdamsohe Beurze

Vertegenwoordigde Brand-Assuradeuren geeft een
statistiek uit, die in Nederland eenig ‘in ‘haar soort
is, nl. betreffende ‘de in Nederland plaats ‘hebbende
aantallen ‘branden, die elk een schade van
f 300
of
meer. opleveren.. Deze statistiek, •die sedert
.1900
wordt
‘bijgehouden, kan op een vrij groote,. volledigheid
bogen. Het is Ihieraan, dat ik de gegevens ‘voor het
navolgende opstel ontleende. Genoemde statistiek
geeft over ‘het tijdvak
1900-1934 de volgende aan-
tallen ibrandschaden van
f 300
of meer.

Jaar

aantal

Jaar

aantal

Jaar , aantal

branden

branden

branden

1900.
..
. 1710

1912…. 2053

1924…. 2216

1901.
..
. 1511

1913…. 1936

1925…. 2037

1902…. 1305

1914.

1723

1926.
..
. 2217

1903.
..
. 1454

1915.,..

1223

1927…. 1883

1904.:. . 1564

1916…..975

1928. – .. 1944

1905…. 1601

1917…. 1081

1929.. – 2198

1906…. 1708

1918.
..
. 1057

1930… . 2420

1907.
..
. 1681

1919…. 1544

1931.
..
. 2519

1908.
..
. 1805

1920.
..
. 1230

1932.
..
. 2722

1909…. 1733

1921…. 1911

1933…. 2178

1910.
..
. 1549

1922

1835

1934…. 2150

1911…. 2726

1923

2282

Deze cijfers geven een ‘beeld van de scha’defrequen-
tie in de laatste’
35
jaren. Nauwkeurig is dit beeld
echter niet, daar ‘geen rekening is ‘gehouden met den
aanwas van ‘de bevolking. Een juister inzidht ver-
schaft de volgende tabel, ‘die de gemiddelde aantal-
len berekend per 10.000 inwoners, aangeeft.

Gemid-

Jaar

Geinid-

Jaar Gemid-
Jaar

delde

delde
1

delde

1913..::
3.14
1925…
2.77
1914.
.. .
2.75
.

1926 2.97
1915.
.. .
1.91
1927…
2.49
1916.
.. .
1.50
1928
2.53
1917….
1.62 1929
2.82
1918….
1.57
1930…
3.07
1919….
2.29
1931.

3.15
1920….
1.80
1932 3.35
1921.
.. .
2.76
1933
2.65
1922….
2.61 1934 2.58
1923.
..
. 3.19
het tijdvak 1900-1934: 2.73

Het aantal branden in de laatste jaren is herhaal-

delijk a’bnormaal ‘hoog en onrustbarend genoemd en
van onderscheidene zijden is er op aangedrongen, dat

aan de bran’dstichtjn’gen, hetzij ‘door ‘den verzkerde
zelf, ‘hetzij door derden, paal en peik zou worden

gesteld. Bovenstaande cijfers ‘leeren nu tweeërlei, in
de eerste plaats, ‘dat de gemiddel’den over de perioden
1930-1932
inderdaad ‘aan den h’oogen kant zijn, maar
daarom nog geen recordcijfers o’pleveren (vergelijk
de jaren
1900, 1908, 1912, 1913, 1923
en
1924,
alle
op vrijwel (het niveau van
1930-1932,
en niet te ver-
geten ‘het recordjaar
1911!).
In ‘de tweede plaats wijst
de plotselinge daling in
1933
en
1934
er op, ‘dat ‘de
verscherping van het over’heidstoezidht op brandstic’h

tingen, ‘die sedert kort plaats vindt, een zeer gun-

sti’gen iiivloed op het aantal brandsohadegeva’llen
heeft.

Den besohouwer van ‘de statistiek treffen verder in

het Ibijzonder ‘de groote contrasten tussehen ‘de diverse
jaren;
1911
met een gemiddelde van
4.56
en
1916
met een cijfer van
1.50
‘verschillen ruim
200
pOt.! Dit
ontbreken ‘van elke regelmatigheid in ‘het aantal ‘bi-an-
den is uit meer ‘dan één ‘oogpunt ongewensoht. Voor
den ‘hrahdverzekeraar,. die zijn premie nu eenmaal

om, op ‘door ervaring verkregen gegevens baseert, is
het in ‘de eerste ‘plaats bedenkelijk, ‘dat op ‘de bran-

deufrequentie ‘zelf’s in de ‘allernaaste toekomst ‘blijk

haar geen ‘peil valt te trekken. Doch ook uit een
rnaatsdhappelij’k oogpunt is het van belang te weten,
in welke mate de tot het volksvermo’gen behooren’de
goederen aan ‘gevaar voor vernietiging ‘door brand

onderhevig ‘zijn. Het is ‘dus van belang, de oorzaken
van dit schijnbaar zoo onregelmatige scha’dever’loop op te sporen.

In ‘de eerste plaats moet ei- na’gegaan worden, ‘of
de ‘gesignaleerde onregelmatigheid wellicht te wijten
fiá
aan een abnormaal ‘hoog aantal schaden in een
bèpaalde ‘bevolkingsgroep. De Vereeni’ging van ter

Amsterdamsche Beurze Vertegenwoordigde Brand-Assuradeuren verdeelt ‘haar cijfers in
5
‘groepen, te
weten Particulieren, Groothandel, Bedrijven, Indus-

trie cii Landbouw’). De scha’den in de rubrieken
Groothandel en Industrie
‘blijken
numeriek weinig te
‘beteekenen te he’ben; meestal bedragen ‘zij gezamen-
lijk niet meer dan 10 pOt. van het totaal. Van de
overblijvende groepen levert de categorie Land’bouw
voortdurend ‘de meeste scha’den op en vervolgens ‘de
rubriek Particulieren. De uitkomsten in ‘deze ‘drie
groepen blijken ‘zich vrijwel ‘parallel te ibewegen, ge
tui’ge ‘de jaren, met ‘de sterkste contrasten, in de tota-
len,
1911
en
1916.
Het percentage branden van ‘het
totaal, dat elke groep opleverde, .bedraa’gt in:

1911
1916
Particulieren

……….
37 pCt.
30 pOt.
Groothandel

………..
2

,.
3
Bedrijven

………….
22

,,
22
Industrie

……………
5

,,

1.1
Landbouw-

………….
34

,,
34

Hieruit ‘blijkt, ‘dat het in het algemeen niet juist
is ‘het onregelmatige sohadever’loop ‘in het bijzonder
aan één van de vijf groepen te wijten. Zoo is oo’k ‘het odium van abnormale brandenfrequentie, dat de land-
bouw de laatste jaren op zich geladen heeft, niet ge-
heel’ verdiend. In
1932
(waarin ‘het ‘hoogtepunt van
cle laatste jaren bereikt werd) is het percentage land-
bouw-branden toch niet meer dan
40 pOt.
hetgeen
hoog, maar ‘in vergelijking met andere jaren niet
a’hnor.maal is. Blijkbaar ‘zijn de rubrieken Particulie-
ren, Bedrijven en Landbouw elk in nagenoeg gelijke

1)
Panden, die uitsluitend als woning gebruikt worden,
benevens kerken en scholen, worden ‘tot de particuliere
risico’s ‘gerekend. Tot de ‘bedrijven en de industrie worden
alle ‘perceelen gerekend, waarin een’ig bedrijf (behalve land-
bouwbedrijf)’ wordt uitgeoefend, terwijl al ‘ industrieele
risico’s slechts die bedrijven w’orden ‘ibeschouwd, waarin op
een’i’ge schaal i net rnech’a n i seh’e kracht wordt gewerkt. Tot
de. landbouw-risico’s w’orden, behalve de boerderijen ook
bosch, ‘heide en veen gerekend.

1901….. 2.89
1902…. 2.46
1903.
..:
2.70
‘1904…. 2.86
1905… 2.89
1906…. 3.03
1907…. 2.94
1908… 3.12
1909 ….2.96
1910.
..
. 2.62
1911…. 4.56
Gemiddelde over

14 Augustus 1935

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

713

mate debet altu de sterke contrasten in de onder-
scheidene schadetotalen.
De natuurlijke oorzaken (droge seizoenen, onweers-

rijke zomers, langdurige regenperiodes), die op
zichzelf van veel invloed kunnen zijn, blijken voorts

slechts enkele afwijkingen van •de rechte lijn op haar

geweten té hebben. Slèchts van het recordjaar 1911
en de jaren 1921 en 1929 isilhet bekend, dat zij* regen-

arm en bijgevoig ‘brandenrijk waren. Bij de afwijkin-

gen ‘in de andere jaren hebben geen atmosferisdhe n-

vloeden een rol van heteekenis kunnen spelen. Waar

is de oorzaak dan wel te zoeken?
Bij de heoordeeling van de risico’s, die het accep-
teeren van een bepaalde verzekering voor hem mede-

brengt, onderscheidt de ibrandverzekeraar ‘de objec-
tieve en de subjectieve risicofactoren. De objectieve
zijn dan die factoren, die verband houden met de te
verzekeren lichamelijke zaak ,houwconstructie, wijze
van verwarming en verlichting, aard van in .het pand
opgeslagen goederen, aard van uitgeoefende bedrijven

enz.). De subjectieve risicofactoren hebben betrekking
op den verzekerde; ‘zij geven aanleiding tot vragen
als: Is de verzekerde een eerlijk mail, beheert hij zijn

zaken als ‘de uit het Burgerlijk Recht bekende ,,’goede huisvader”, is hij ‘solva’bel, ed.?
Daar de •objectieve risicofactoren over geheel Ne-
derland genomen geen neiging tot groote variaties

met ‘het verloopen van de jaren vertoonen, dringt zich
cle vraag op, of de subjectieve factoren •dan wellicht
het schadeverloop heheerschen. Hierbij moet men in
het oog houden, dat weinig scrupuleuze en weinig

zorgvuldige verzekerden bij neergaande conjunctuur
meer neiging tot brandstichting, resp. tot onzorgvul-
diheid zullen gevoelen dan bij een opgaande. Econo-
‘mische depressie pleegt produceeren immers minder
loonend te maken. Het onaangetaste behoud van de
.productiemi’ddelen weegt ‘dan minder zwaar dan ih
tijden van groote ‘bedrijvigheid. Voorts is het een feit,
dat de verzekerde sommen ‘zidh ‘sledhts met moeite ‘bij
een dalende markt aanpassen. Hoe ‘grooter het ver-
sc’hil dan tusschen verze’kerde som en werkelijke waar-
de is, ‘des te grooter is ook de verleiding voor den
verzekerde, om zich ten koste van den brandverze’ke-

raar
opzettelijk
te verrjken, althans om te
bever-

cl
eren,
dat er een brand uitbreekt, die hem aan assu-
rantiepenningen meer opbrengt, dan ‘hij schade heeft
geleden. Prijsdaling moet de hrandenfrequentie ‘bij-
gevolg stimuleeren, prijsstijging omgekeerd remmen.
Het is nu nog slechts ‘de vraag, hoe sterk deze invloed
is en hoe groot de bevolkin’gslaag is, waarbij hij’ aan-
we-Lig is. Het antwoord •hierop vindt men door de

brandsdha’denaantallen te
vergelijken
met ‘de index-

cijfers der goederenprijzen en dan komt men tot een
verrassend resultaat.
In de nevenstaande grafische voorstelling is zoo-
vel ‘het verloop van de gemiddelde aantallen brand-
schaden per 10.000 inwoners als ‘dat van de index-
cijfers der groothandeisprjzen (sedert 1910, het jaar,
dat deze cijfers voor het eerst beschikbaar waren)
d’oor een curve uitgedrukt. De grondslagen, volgens
welke deze lijnen -Lijn ‘geconstrueerd, ‘zijn aan elkaar
tegengesteid. De curve van de groothandeisprijzen is
ons gekeerd
geteekend, zoodat een stijging (daling)
van de groothandelsprijzen in de grafiek als een
daling (stijging) is weergegeven.
De grafiek ‘laat zien, ‘dat beide curven vrijwel even-
wijdig aan elkaar loopen, m.a.w., dat een stijging
van de groothandelsprijen vrijwel steeds gepaard
gaat met een (vaa’k nagenoeg even groote) daling
van het gemiddelde aantal ibrandschaden. Ten duide-
lijkste
‘blijkt
het verband tusshen beide verséhij nse
len in ‘de jaren 1913 tot 1919; de daarop volgende
jaren geven een iets minder frappant beeld, maar
elke wijziging in het prijsniveau weerspiegelt zih
oo’k dan in de brandenfrequentie.
Dit resultaat is verrassend en ontmoedigend tevens.
Verrassend, omdat ‘de conjunctuur als schadefactor
een veel grootere rol blijkt te spelen dan velen ooit

AWTPtIIN PR

‘ IND[CIiF[RS
JPN
10030 INV0NRS

cOoTsAsDaSpuzu

200

200

400
500

kg

2 3 4 5 6
1 6 6
ID II 11 Ii II IS Ii 1118 2121002
4
‘05021?)
22 10 ZO
50 31 3033 Y

Gemiddelde aantallen brancischaden van
f
300
of
meer, voorgevallen in Nederland ni het tijd-
vak
1900-1934,
berekend per
10.000
inwoners.
Omgekeerde 1001) van de indexcijfers van groot-
han’delsprijzen
(1901-1910
=
100).

zullen hebben ‘vermoed, ontmoedigend, omdat de nei-

ging om zich ten koste van zijn medemensch te ver-

rijken, blijkbaar niet beperkt
°
is tot enkele a-sociale

individuën, maar kennelijk in ‘breede lagen van de
bevolking aanwezig is.
ilet eeni’ge lichtpunt in deze zaak, ‘die den zeden

van onze maatschappij niet tot eer strekt, is, ‘dat het
kwaad niet onhertel’baar is. De laatste jaren begint
het politioneele en justitieele toezicht op de brand-
schaden belangrijk scherper te worden (v.g.. de recen-
te zuivering van Oss) en het is ‘wel ierkwaardig,
dat ‘het verband tussdhen conjunctuur en branden-
frequentie in 1932 voor het eerst, maar ‘dan ook

grondig, verbroken b’lj’kt te zijn.
Op ‘het ‘ge’bied van sôhade-contrôle is ‘blijkbaar veel
te doen. De overheid kan nutt’ig
repressief
werk doen,

ni. door brandstichters nauwgezet op te sporen en
streng te straffen (‘het resultaat daarvan blijkt reeds). Het is aan ‘de brandassuradeuren, om
preventief
toe-

richt uit te oefenen, nl. om toe te zien, dat de ver-
zekerde sommen op geen enkel tijdstip van de ver-
zekering ten opzihte van de werkelijke waarde van

de verzekerde ‘zaak een marge tea voordeele van ‘den
verzekerde openlaten. Langs deze twee wegen kan een
normaal niveau, normaal in den zin van: ‘zooals dat
behoort te zijn, ‘bereikt worden.
Dr. P. D.
PESTMAN.

DE RUBBERPOSITIE NA ÉÉN JAAR RESTRICTIE.

Nu de heperkingsrege1iig voor de rubber een vol
jaar van kracht is geweest, is het mittig en interes-
sant zich aan de hand der cijfers, welke ontleend -Lijn
aan de ,,Bulletins” van ‘het International Rubber

Regulation Committee een beeld van de positie van het artikel te vormen.
Daarbij moet •dan allereerst niet vergeten worden, dat de ‘beperking slechts zeer geleidelijk werd inge-
voerd en zoodoende over de laatste 7 maanden van
1934 gemiddeld niet meer dan
12’/7
pOt., over de eer-

ste 5 maanden van 1935 27 pOt. en derhalve over het
eerste restrictie-jaar (1 Juni 1934/31 Mei 1935) ge-
middeld 18% bedroeg. Er is dus van een zeer geringe
beperking, speciaal• tengevolge vitu het lage gemid-
delde van 1934, sprake ‘geweest en cle laatste 7 maan-
den van dit jaar zullen dan ook met een gemiddelde
van
340/7
pCt. een ingrjpender invloed oefenen, on-
danks de ‘hoogere quota, welke aan ‘de deelnemers voor
1935 werden toegekend.

Coissansptie.

In een markt, waarin de ‘mogelijkheid tot manipu-

latie bestaat, interesseert ons vanzelfsprekend aller-
eerst die zijde, welke vrij gebleven is, in dit geval
dus de consumptie.
Volgens de cijfers van het Comité (Juli-bericht)
wordt deze aangenomen te hebben bedragen:

r

J

T.c2

714

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

14 Augustus 1935
buiten het restrictiegobied:
Juni/December 1934 …………rood 515.000 long toits
Januari/Mei 1935 …………….40S.000
binnen het restrictiegebied:
Juni 1934/Mei 1935 …………..1.000

924.000 long tons

Op grond van de verschepingen en de mutaties in
cle voorraden komen wij op ongeveer
931.000
tons,
wodat het verbruik in de twaalf maanden 1 Juni
1934/31
Mei
1935
met een ‘hoevee1heid van
925
930.000
long tons juist moet zijn aangegeven.

Is een dergelijke consumptie op zichzelf niet onbe-

vredigend, het verdient toch de aandacht, dat xii zich
gedurende de eerste
5
maanden van
1935
niet op het
niveau van dezelfde periode van
1934
heeft kunnen handhaven; het verbruik, of juister de opneming van

ruwe ru’h’ber door de verwerkende industrieön bedroeg
gedurende Januari/Mei
1934
rond
424.000
ton tegen
in de eerste
5
maanden van
1935
rond
408.000
ton,
hetgeen derhalve een vermindering met rond
16.000
ton ‘heteekent. Wij mogen hierbij niet uit het oog ver-
liezen, dat in het
cijfer
1934
vermoedelijk tevens, in verband met de toen verwachte restrictie, vergrootin-

gen. van de voorraden der fabrikanten zijn begrepen,
waardoor de vergelijking niet geheel juist is; ‘dat het verbruik van ruwe rubber evenwel gedurende de pe-
riode
1935
beneden dat van
1934
is gebleven, kan als
vaststaand worden aangenomen.

De consumptie vm reclaimed rubber in Amerika
daarentegen is, over het geheele jaar
1934
reeds met
bijna
16.000
tons tot bijna 101.000 tons tegenover
85.000
tons in
1933
gestegen, ook in de eerste
5
maan-
den van
1935
wederom toegenomen. Tegenover bijna
44.000
tons over de maanden Januari/Mei
1934
staat
in dezelfde periode van dit jaar een verbruik van
ruim
51.000
tons. Ook in andere landen, speciaal in
Duitschland, geniet het regeneraat wederom toene-
ineude ‘belangstelling. Zijn daar’bij voor Duitschland

speciale oorzaken (deviezen-vraagstuk) aan te geven, voor Amerika is de grootere handenfabrikatie verkla-
ringsmoment, doch liet ‘blijft opvallend, dat met den
hoogeren prijs voor het ruwe product ‘dadelijk ‘het
reclaimed product verhoogde belangstelling geniet.
De auto-productie ontwikkelt zich, met rond
1.901.000
wagens in de eerste
5
maanden van
1935
tegen rond
1.408.000
in dezelfde periode van
1934,
niet on’hevredigend, doch geeft
anderzijds
niet
een ‘buitengewone ontwikkeling te iien; de vervan-
gingen, welke in
1935
moesten plaats hebben, over-
treffen die van
1934
en ‘hierin vindt de grootere pro-cluctie haar verklaring. De productie van autobanden
in Amerika is , eveneens toegenomen, dooh ook de
voorraden zijn, behoudens van massieve handen, ge-
stegen, zoodat de vergroote productie ten deele een
voorui tloopen op toekomstige vraag is gewees t.

Productie.

Bij de productie zijn weinig opwekkende
cijfers
te
registreeren.

De uietto-exporten ged urende Juni/December
1934 bedroegen rond. ………………… 520.000 tons
De ne’tto-exporten gedurende Januari/Mei
1035 bedroegen rond ………………..356.000
De consumptie in productie-gebieden wordt
getaxeeed op rond …………………..1.000
Toeneming der voorraden in aan restrictie
deelnemende gebieden geraamd op circa

33.000

Productie periode
1
Juni 1934/31 Mei
1935 dus rond ………………….910.000 tons

Van deze cijfers interesseeren ons ‘dan allereerst
die van de aan de beperkingsregeling deelnemende
gebieden; deze mochten in de hier ‘beschouwde periode
tezamen
825.000
tons exporteeren, doch netto werd
niet meer dan rond
812.000
ton uitgevoerd, zoodat zij
in totaal
13.000
tons beneden •de toegestane hoeveel-
‘heden bleven. De voornaamste verschillen leveren
Malakka,
mcl.
Brunei en Laboean met een tekort van
rond
20.700,
‘de Nederlandsdh-Indische onderne-

mingsrubber met rond 17.900 en Oeylon met
2.300

tons; de Indische ‘bevolkingsrubber daarentegen over-
schreed ‘haar aandeel met rond
28.600
tons, waarvan
alleen op de eerste
5
maanden van
1935
rond
20.200
tons komen (in een periode van ‘dalende prijzen!, zij

het dan ook Ibij een tijdelijke verlaging van het uit-

voerrecht). Wij mogen daaibij echter ock niet uit
‘het oog verliezen, ‘dat van deze
20.200
tons rond
10.900
tons komen voor rekening van een afneming

der voorraden, ‘dus eigenlijk nog op rekening van
1934,
een feit, dat weliswaar aan het totale beeld
niets verandert, doch op de positie voor
1935
een
ander ‘licht werpt.

Met dat al is deze toestand toch ‘buitengewoon

moeilijk, want een eenvoudige berekening toont aan,
dat de ‘hevolkin’gsrubber voor de resteerende maanden
van
1935,
aangenomen dat de overschrijding
1934
te
haren laste
blijft
en ‘het quotum
1935
met ‘het maxi-
mum, dus
5
pOt., overschreden wordt, niet meer dan
rond
41.100
tons zal kunnen bedragen, waarvan in
Juni reeds rond
14.300
ton werd gebruikt! (waardoor
het contingent wederom met
4.500
tons werd over-schreden). Hoe het Gouvernement de vraag zal op-

lossen, ‘hoe, met inachtneming van de internationale
bepalingen inzake de voorraden, de ‘bevolking met een
export van
26.800
tons gedurende
6
maanden te be-
vredigen, mag met ‘belangstelling tegemoet gezien

worden! Misschien ‘door opkoop en vernietiging met ‘behulp van de baten van het uitvoerrec’bt?

Een ander ‘belangwekkend verschijnsel is de toene-
ming van ‘de productie der outsiders! Deze ‘hebben in
de ruibbermarkt slechts een zeer geringe ‘beteelcenis.

Met Siam xijn indertijd de onderhandelingen gestuit
door Siams eisdhen, terwijl Fransch-Indo-Ohina wel-
iswaar tot de internationale overeenkomst is toege-
treden, doch zich desondanks voorloopig nog voor
een productiebeperking heeft ‘gevrijwaard. De pro-
ductie van Siam, Fransch-Iu,do-Ohina en ‘de outsiders
‘bedroeg in ‘de ‘hier beschouwde periode rond
64.000
tons, hetgeen weliswaar neg weinig is op de totale
werel’dproductie, doch toch reeds 1beteekenis ‘krijgt, vooral indien wij de ontwikkeling in
1935
vergelijken
met die in
1934:

Export

Jan./Mei 1934 Jan/Mei 1935
Siam ………………rond 5.400 tons rond 11.400 tons
Fianseh Indo-Ohina

,,

6.700

10.700
Ou’tsider.s …………….5.300 ,, 8.700

Totaal ……ond 17.400 ton’s rond 30.800’tons

Tenslotte moeten wij, alvorens van de productie
af te stappen, een woord wijden aan de voorraden

binnen de productie-gebieden. Door de betreffende
voorschriften is het mogelijk geworden ook ‘hierom-
trent
cijfers
te verzamelen. En nu doet xich het feit
voor, dat deze voorraden ‘tot ult. Januari
1935
ge-
leidelijk
zijn
‘gestegen om daarna te ‘dalen; ten op-
zichte van uit. Mei
1934
zijn de binnenlandsche voor-
raden op Malakka per uit. Mei jl. met rond
28.800
tons gestegen. Kunnen wij ult. Mei
1934,
‘in verband
niet de op 1 Juni d.a.v. ingevoerde restrictie-wetge-
ving, ‘moeilijk als een normale ‘basis nemen, feit is
toch, ‘dat tegenover een ,,onder-uitvoer” ten opzichte
van het quotum ad
20.700
tons een vergrooting der
voorraden met
28.800
tons staat, ‘hetgeen de facto
‘heteekent, dat
Ma.la.lclra,
(mcl.
Brunei en Laboean)
het
productie-contingent
met ruim 8.000 tons
heeft over-
schreden.
Ook ten opzidhte van ult. Juni
1934
toonen
de voorraden op Malakka per ult. Mei
1935
een toe-
neming, zij ‘het met rond
14.600
tons.

Samenvatting.

Dat ‘hij een productie van naar raming
910.000
en
een consumptie van rond
925
c
930.000
tons er wei-
hig aanleiding tot optimisme ‘bestaat behoeft geen

‘betoog en ‘het prijsverloop geeft dan ook vrij juist het
beeld weer. Nadat ‘de prijs in
1934
geleidelijk tot on-
•geveer
25
ets. tegen het einde van ‘het derde kwartaal
was opgeloopen
;
is sedertdien het avans weer ver-

14 Augustus 1935

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

715

loren gegaan en het tegenwoordige niveau be-

vindt zich ongeveer op dat, ‘hetwelk kort v6ér de

invoering der restrictie bestond. En dat is tenslotte

ook begrijpelijk: néch in de positie der voorraden (per

uit. Mei 1935 circa 727.000 tons) nèdh in de verhou-
ding consumptieprocluctiemoge1jkheid is veel ver-

betering gekomen. Integendeel, gebaseerd op de con-
sumptie der eerste 5 maanden •doet 1935 velfs een
lager verbruik verwadhten dan 1934, hoewel •het ‘ver-

schil niet zeer groot zal zijn. Doch ter verbetering van

de werkelijke positie •der markt is allereerst noodig
een toeneming der consumptie en zelfs, wil zij met de
voorthrengingsmogelijk’heid in ‘harmonie komen, een
progressieve toeneming. Wel kunnen ‘de outsi’ders,

Siam en Fransch Indo-Ohina geen s’pei.brekers wor-
den, doch qoolang een evenwicht tussohen voorbbren-
ging en verbruik nitsluitend en alleen verkregen kan
worden door een ‘geforceerd ingrijpen bij de productie

zijn wij nog ver verwijderd ‘van een gezonden toestand

en wordt door opschroeving van ‘het prijsniveau alleen
maar het ‘zoeken naar surrogaten en andere winnings-
mogelijkheden, en ‘daarmede op ‘den ‘duur een vererge-

ring van den toestand in de ‘hand gewerkt.
In de positie der voorraden is in het per uit. Mei
1935 geëindigde jaar wel een kleine verbetering ten

goede ingetreden, doch deze is, ‘door de afueming der
consumptie, beneden verwachting gchleven.

In ‘de ‘komende maanden kan evenwel een verdere
verlaging der voorraden, zelfs indien de consumptie
ook in de overige 7 maanden evenredig lager is, wor-
den verwadht, ‘zoodat ‘dan per uit. 1935 de voorraden
ten opzichte van het jaar ‘daarvoor met ruim 50.000
ton zouden zijn verminderd. Wei wordt zoodoende

een eerste stap naar een –
lcunstma.tige
– verbete-

ring gezet, doch indien men bedenkt, welke offers
deze schrede reeds van producenten vergt, vraagt

men zich nog steeds af, of ‘deze gedwongen ‘beperking
nu wel economisch ‘gemotiveerd is. Temeer omdat
elke. volgende sohrede, indien ‘de consumptie niet me-

dewerkt, nieuwe en grootere offers zal vragen.
Wij denken nu niet alleen aan de ‘bevolkingsrubber,
en het hoofdbreken, dat zij in Batavia vergt, dodh
oo’k aan de ondernerningsru’bber. 1935 brengt haar,
indien de onder-uitvoer 1934 ‘haar in 1935 extra
wordt toegewezen, een gedwongen beperking van
ruim 38 en zonder die extra-toewijzing één van ruim 40 pOt. Wel is het basis-quotum voor 1936 wederom
hooger, doch ‘het vermoeden is ‘zeker niet ongegrond,

ditt de werkelijke productie-mogelijkheid sterker toe-
neemt dan dit basis-quotum, hetgeen ‘dus tot een ver-
scherping der beperking leidt.
J. F.11.

BESCHOUWINGEN OVER ORDENING VAN HET

VERKEERS WEZEN.

II
(Slot).

De verkeersbehoeften uiten zich in vraag naar ver-
keersdi.ensten, die zich materialiseert in aanbod van
vervoer. In drieërlei hoedanigheid moet het verkeers-

wezen deze verkeersbehoeften, naar gelang van hun
herkomst, bevredigen, t.w. in de hoedanigheid van
verlengstuk van het productie-apparaat, van distri-

butiemiddel van de consumptiesfeer en van commu-
nicatiemiddel tusschen, en vervoermiddel van dc men-

schen. De verkeersarbeid brengt in deze hoedanig-
heden geen producten voort; het verkeerswezen ver-

richt diensten, min of meer volmaakt overeenkomstig de vervoertechnische uitrusting en de organisatie van

het verkeersapparaat. De functie van het verkeers-

wezen is dus een dienende.
Zoo gezien is het wel duidelijk, dat het ver1eers-

apparaat met heel zijn wijze van functionneeren moet
zijn aangepast bij de ‘vraa’g naar verkeersdiensten.
Het heeft het aanbod van vervoer, waarin deze vraag
is belichaamd, te verwerken. Spreekt men nu van het brengen van ordening in het verkeerswezen, dan kan
het daarvoor te hanteeren middel, de verkeerspolitiek,

slechts betrekking hebben op de vervoertechnische
uitrusting en de organisatie van het verkeersappa-
raat in verband met zijn taak om in de onderschei-

dene verkeersbehoeften te voorzien. Het vervoeraan-
bod zelf immers is een gegeven grootheid, waarop de

verkeersdiensten en -verrichtingen zich hebben in te

stellen. Het ligt echter buiten de directe invloeds-

sfeer van de verkeerspolitie’k.

Zoowel de grondslag van den verkeersarbeid, di.

het vervoeraanbod, als het functionneercu van het

verkeersapparaat, d.w.z. de wijze, waarop het ver-

voeraanbod wordt verwerkt, zijn debet aan den ver-

keerschaos. Gesteld, dat men erin zou slagen om, de

wijze, waarop het vervoeraanbod wordt verwerkt, door
een weloverwogen verkeerspolitiek tot een min of

meer harmonische te maken (waarbij de mate van de
te bereiken harmonie wordt bepaald door het aan ver-
keersvoorzieningen voorhandene!), dan is aan het

verschijnsel verkeerschaos daarom nog geen einde ge-

maakt, omdat het vervoeraanbod zich als de andere

oorzaak van dit verschijnsel
blijft
doen gelden. Be-

zien wij ‘de beteekenis .’daarvan voor een ‘verkeers-

politiek, die ordening in het verkeerswezen beoogt,

daarom wat nader.

De verkeerschaos veroorzakende invloed, uitgaande
van het vervoeraanbod, is inhaerent aan de wijze,

waarop dit aanbod tot stand komt. De behoeftevoor-

ziening in het algemeen geschiedt via de productie voor en den handel met de markt op den grondslag
van de concrete of geanticipeerde koopkrachtige vraag. Het hieruit voortvloeiende vervoeraanbod
wordt, wat omvang en samenstelling betreft, bepaald

door de schommelingen, waaraan een zoodanig func-
tionneerende behoeftevoorziening onderhevig is. Be-
halve die, ontleend aan de ervaring, is er geen maat-

staf voor de vervoercapaciteit, noodig om een op deze wijze tot stand gekomen vervoeraanbod te verwerken.

Daar komt als den verkeerschaos bevorderende factor
van de zijde van het vervoeraanbod nog bij, dat het
dit aanbôd, voor zoover althans de voorhanden ver-
keersvoorzieningen daartoe gelegenheid bieden, vrij staat van de verkeersdiensten van het eene of het an-
dere verkeersmiddel gebruik te maken. Dientenge-volge kan de benoodigde vervoercapaciteit van elk

verkeersmiddel afzonderlijk min of meer groote
schommelingen vertoonen. Het motief, waarop men
het aanbod van vervoer aan het eene of het andere
verkeersmiddel doet, wordt vaak niet ontleend aan de waardeerirmg van tot de vervoerprestatie behoorende
factoren, zooals de snelheid, de veiligheid, het gemak
enz. In aanmerking komt meestal dat verkeersmiddel,
dat in de gegeven omstandigheden het ‘vervoer ‘op de
aannemelijkste voorwaarden verricht. De wijze, waar-
op het vervoeraanbod zich over de voorhanden ver-
keersmiddelen verdeelt, houdt dus geen verband met
sociaal-economische en vaak ook niet met vervoer-

technische gezichtspunten.

Een indirecten invloed op dit gedrag van het ver-
voeraanbod ten opzichte van de aanwezige verkeers-
middelen kan een ordening beoogende verkeerspoli-
tiek op tweeërlei wijze uitoefenen. In de eerste plaats
kan zij bij bepaalde verkeersvoorzieningen in verband
met omvang en samenstelling van het vervoeraanbod regelend ingrijpen ten aanzien van het deelnemen der
verschillende verkeersmiddelen aan de vervoertaak.
Zooals reeds bij herhaling opgemerkt, beslist hier
echter het voorhandene aan verkeersmiddelen in het
daarbij betrokken geheel van verkeersvoorzieningen
dermate, dat aan dit ‘ingrijpen wel heel enge grenzen
zijn gesteld. Bovendien beschikt men niet – waarop
in het voorafgaande ook reeds is gewezen – over be-
trouwbare verkeerseconomische maatstaven, aat
t
de

hand waarvan een zoodanige verkeersdeeling zou zijn
toe te passen. Tenslotte zouden, om een zoo ingrijpen-
de verkeerspolitiek te kunnen doorvoeren, alle ver-
keersmiddelen zich in handen van de overheid moe-
ten bevinden. Zulk een verkeerspolitiek komt immers

716

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

14 Augustus 1935

neer op niet m{nder dan opheffihg vtn elke bedrijfs-

vrijheid :in het verkeer met over.heidsverkeersmono-
polie als eenig houdbare toestand.

De andere wijze, waarop de verkeerspolitiek iiich-

rect het vervoeiaanbod kan beïnvloeden, is door mici-
ctel van de vervoerprijspolitiek. Theoretisch gezien

ken langs dezen weg elk vervoer het verkeersmiddel

worden toegevoerd, dat men ervoor in aanmerking

wil doen komen. Wij zien hierbij af van de gevallen,
waarin zulk een vervoerprijspolitiek een doodelijk

middel zal blijken te zijn, doordat zij elk vervoer over-

bodig maakt, wijl het niet meer tegen den gen oteer-
den
prijs
wordt aangeboden. Overigens gelden ook
voor dit verkeerspolitieke middel de overwegingen,
die wij voor de toepassing van het eerstgènoemde

middel, gericht op indirecte beïnvloeding van het

vervoeraanbod, lieten gelden, t.w. de gebondenheid

aan de voorhanden verkeersvoorzieningen
;
het ontbre-
ken van verkeerseconomische maatstaven voor de

keuze van het verkeersmiddel, dat ‘an deze vervoer-

prjspolitiek zal profiteeren en tenslotte de noodzake-

lijkheid van een overheidsverkeersmonopolie.
De vervoerprijspolitiek is een zeer
bijzonder
hoofd-
stuk van de verkeerspolitiek. Er komen •hierbij vra-

gen van fundamenteele heteekenis niet alleen voor

de verkeersorganisatie maar ook voor de maatschap-
pelijke orgailisatiè en wijze van- funëtionüeeren van
de behoeftevoorziening aan de orde. Wellicht wordt

dit hoofdstuk juist daarom zoo verwaarloosd en laat

men een diepgaande behandeling daarvan achterwege.

Met de vaak geponeerde algemeene stelling, dat elk
verkeer zijn eigen kosten moet kunnen dekken, welke

stelling althans verband houdt met de vervoerprijs-

politiek, bereikt men in verkeersorganisatorisch op-
zicht niet veel. In de eerste plaats druischt zij in
tegen het beginsel, dat men het heele verkeer als een
eenheid moet beschouwen. Maar – en dat acht schrij-
ver dezes-belangrijker – zij houdt geheel geen reke-

ning metden factor verkeersdichtheid als het in een

gegeven verkeerssituatie beslissende over de rentabi-
liteit der in dit verkeer deelhebbende verkeersmidde-
len. Bovendien kan men bij een verkeersapparaat, dat

in tehnish opzïdht zich ibijkans in een toestand van
sprongsgewijze ontwikkeling bevindt, geen zelfkosten –
vergelijkingen – die
altijd
aanvechtbaar zijn – op-

stellen, die eenige waarde hebben zelfs voor de nabije
toekomst.
1
)

Hoe aantrekkelijk het middel van een vervoerprijs-
politiek op zichzelf ook is om den verkeerschaos ver-

oorzakenden invloed, uitgaande van het vervoeraan-
bod, te elimineeren, men zal •het toch onaangewend
moeten laten op straffe van desorganisatie van het
economisch leven. In het proces van de algemeene

prijsvorming beteekenen de vervoerprijzen een factor,
die niet zonder invloed is op de structuur van het
economisch leven. Zoo hangt bijv. dè standplaats der
industrieën er ten nauwste mee samen. Een vervoer-
prijspolitiek ten behoeve van ordening van het ver-

keerswezen gevoerd, zou erger blijken dan cle te be-
strijden kwaal van een den verkeerschaos bevorderen-
den invloed van het vervoeraanbod. Zij zou, met dit
oogmerk toegepast, de dienende functie van het ver-
keerswezen verwaarloozen en zichzelf verheffen tot

1)
Een enkel voovbeeld moge dit illustreeren. De heer
Marriage, voorzitter van den raad i’au beheer der Société
des Transports en comlilun te Pirijs, deelde onlangs in
een .voordradlit, voor de
Socidt
des Ingenieurs civ.ils o.a.
het volgende mede: ,,Depuis
1931,
les perfectionnements
de la -construction autornobile ont permis de mettre en
service des voitures de plus grande capacitd, plus rapides,
plus coufortables et montdes sur •pneumaticjues. :par suite
de l’augmentation de la durée de ces derniers, dont le
kilométrage est en nrnyenne de 70.000 kijométres et dépas.
se
qualquefois
120.000, la dépense correspondante par kilo-mètre-voiture est tomhée de
0
frs. 80 en
1924 t 0
fr. 15
en
1934.
L’autobui
a
acquis nettement toute supériorité
éc000mique; il est mdyifls coûteux que le tramway, grâce
surtout & con augmentation de vitesse.”

een economische kracht, die in haar werking in liet
algemeen onberekenbaar is. Alleen in het bijzondere
geval van een trausitoverkeer bevorderende handels-

politiek is een vervoerprijspolitiek als ecoaomische
kracht bruikbaar, waarbij evenwel niet de orde-

ning ‘van het verkeerswezen het doel van deze poli-

tiek is, doch het verkeerswezen via de vervoerprijs-
politiek tot het instrument van de handelspolitiek
wordt gemaakt.

Evenmin als men
zich
voor de organisatie en het
functionneeren van het verkeersapparaat ‘bij de te

nemen verkeerspolitieke maatregelen kah losmaken

van het voorhandene aan ‘verkeersvoorzieningen, kan
men dit in het algemeen van de vervoerprijzen, die
tot nog toe ‘hebben gegoiden. In dé verkeembehoëf-

ten, zich uitende in de vraag naar verkeersdiensten,

moet worden voorzien zonder dat in de vergoeding

voor deze diensten belangrijke veranderingen wrden

gebracht. Het eenige, wat’ een• verkeerspolitiëk, die

een zoo rationeel mogelijke’ verkeersorganisatie be-
oogt, op het punt van ‘de vervoerprijsvorming ver-
mag ‘te doen, is de onigeljke voor*aarden, die ‘daarbij

voor de verschillende verkeersmiddelen gelden, aoo-
veel mogelijk te nivelleeren. Daartoe is de overheid

hij machte, in zooverre de ongelijkheid dier voor-
waarden door Ihaar verlceerspolitiek in (het verleden

is bevorderd. Gedacht wordt hier aan de verschillen
in het aandeel in de kosten ‘ian den weg, in de voar-

schriften ten (behoeve van ‘de “veiligheid, in de be-
palingen omtrent de arbeidsvoorwaarden en rechts-
positie van het persoheel, in hsten van fiscalen aard,

in verplichtingen, de (bedrijfsvoerihg rakende, als de
vervoer- en exploitatieplïdht én’z. Het vraagstuk van

dé su’bsidieering van bepaalde verkeersmidde’len kan
hiermee tot op zekere hoogte in verband worden gé-
bracht. Dit ‘valt echter buiten ‘het bestek onzer ‘be-
schouwingen.

Het. ligt voor de hand, na wat in het voorafgaande
is gezegd over de fundamenteele ‘beteekenis Van het
vervoeraanbod voor de Organisatie en
wijzê
van func-
tionneeren van het verkeersvezen, dat de algemeene

economische ontwikkelin, welke met meer of minder
belangrijke veranderingen in de cchcrete verkeers-

behoeften gepaard gaat, een uiterst gewichtigen fac-
tor voor de verkeerspolitiek vormt. Bepaalde ver-
keers-voorzieningen kunnen daardoor in beteekenis

toe- bf afnemen en deze soms zelfs geheel verliezen.
De aanpassingsmogelijkheid der verschillende verkeers-
middelen bij veranderde omstandigheden loopt in
techn’isdh, organisatorisch en ‘hedrjfshuis’houdkundig
opzicht sterk uiteen. Bij
het
ingrijpen om tot ratio-
neele verkeersorganisatie te geraken, zal met het een en ‘het ander tin dier voege rekening moeten worden
gehouden, dat men zich althans van tenden’zen, waar-
uit wijzigingen in het economisch leven ‘kunnen voort-
vloeien, op de (hoogte stelt, wel:ke tendenzen zich ver
buiten eigen grenzen kunnen aankond’igen. (Men ‘ien-
ke aan een ten doode opgeschreven ‘industrie, waar-
voor kosdbare verkeersvoorzieningen in het leven zijn
geroepen, omdat het aanvankelijk den söhijn had, dat

aldus haar positie in den internationalen concurren-
tiestrijd kon worden versterkt).,
In het voorbijgaan zij hisr, gewezen op de alge-
meene tendens tot vermindering van het massagoede-
renvervoer, voortvloeiende uit de technische ontwik-

keling, ie1ke het economisch leven in zijn structuur
wijzigt, gaande in de richting van vervanging van

kolen ‘door electriciteit, grondstoffen door chemische
producten, ‘zware door lichte metalen enz. De voor
de oude verkeersmiddelen (spoorwegen en sdhee’p-
vaart) •bedrijfseconomi’sdh zoo gewichtige ‘basis van
het massagoederenvervoer wordt door deze ontik-
keliug versmald, wat ‘helan’grijk consequenties voor
‘de structuur van ‘het verkeersiveen met zich kn
brengen. Een andere voor de organisatie van het
verkeerswezen als ‘distribu’tiemiddel ‘van de consump-
tiesfeer ‘helangrij’ke tendens, ‘welke zich sinds het einde van den wereldoorlg doet gelden; ‘is die van

14 Augustus 1935

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

717

•het houden van kleine, uiterst gevarieerde voorraden.

Voor
de aanvulling van den voorraad komt slechts
vervoer van kleine hoeveelheden met groote snelheid

in aanmerking. Zoolang geen standaardisatie
0])
grOO-

te sdhaal ook voor
tenhevrediging
1)
als een van de voorname middelen

tot inperking van het ivelvaartstekort kan worden

toegepast, zal in het verkeerswezen een toenemende
specialisatie van den verkeersarbeid ontstaan, die een

groote belemmering voor een rationeele verkeersorga-

nisatie vormt.

Nu wij in onze ‘beschouwingen de sociaal- en ver-
keerseconomisc’he mogelijkheden, welke voor ‘het ‘bren-
gen van ordening in ‘het verkeerswezen ‘bestaan,

onder de oogen gezien en recht ‘beperkt ‘bevonden
hebben, meenen wij niet te mogen besluiten zonder
ook het streven naar zulk een ordening ‘te plaatsen

in ‘het raam van rijn tijd. De relativistisohe ‘beschou-wingswijze ontleent immers ‘haar beteekenis aan ‘het
l’idht, ‘dat zij vermag te werpen op het vergankelijke
van zoo menige in korten tijd
Qp’vatting in rake sociale quaesties.
De roep om ordening in het verkeerswezen is,
evenals voor de andere terreinen van economische

ver’k’aamheid, bijzonder. luid geworden onder ‘den
dru’k van de economische depressie. De verkeers-
chaos is, door de werking van deze depressie, wel
heel duidelijk in het oog ‘gesprongen. Zij heeft dien
chaos ‘buitengewoon verergerd door een ongekenden
teruggang ‘van het vervoeraan’bod. Het wegens de
depressie ontzaggelijk ‘verminderde en in ‘haar samen-

stelling sterk veranderde verkeersvolume, ‘gaf aan-
leiding tot ‘ingrijpende wijigin’gen in •de exploitatie
en technische uitrusting ‘der versdhillen’de verkeers-
middelen.
2)
De mate van gevoeligheid der afzonder-
lijke verkeers’rni’d’delen voor den invloed der conjunc-
tuur is door ‘de belangrijke verschillen in hun kos-
ten’structuur, gepaard aan hun wijze van deelnemen
aan ‘het te ‘verwerken verkeersaanbod, ‘zeer u’iteenloo-
pend. Onder deze omstandigheden nam èn door den
grooten overvloed aan vervoercapacitei’t in ‘het alge-
meen èn door ‘de, los van ‘dezen overvloed ‘bij de af-
zonderlijke verkeersm’id’delen, plaatsgrijpende nieuwe
verkeersdeeling ‘der verkeersmid’delen ouderling in
het sterk verminderde verkeersvolume, de verkeers-
chaos reusachtige afmetingen ,aan.
Uit deze ‘korte schets va’n ‘de verkeerssituatie als
gevolg van de ‘huidige economische depressie, welke
gepaard gaat met een sterke vermindering ‘van en
groote veran’derin’gen ‘in de verkeersbeJhoeften, ‘blijkt
wel, ‘d’at ‘de mogelijkheid van ordening van het ver-
keerswezen niet sledhts een verkeerspolitieke vraag
‘is. Zij wordt in groote mate ‘bepaald ‘door den stan’d
van de conjunctuur. De vraag, welke vooruitrichten
er aan een ordening beoogende verkeerspolitiek zijn
verbonden met ‘betrekking tot ‘den stand van de con-
unctuur en ‘de daarmede ‘samenhanfgende ‘verkeerssi –
tuatie, zou ‘de moeite van een afzonderlijk onderzoek
waat’d zijn. Men ‘zou ‘dan wellicht tot het poneeren
van de stelling kunnen komen, ‘dat de mate van doel-
treffendheid ‘der verkeerspolitiek eer bepaald wordt
door haar materieel uitgangspunt, ‘d.w.z. door de ge-

i) Het gevur, dat de mensoh’heid daai’door er nog on
gelukkiger aan toe zal zijn dan zij nu al is, moet dan
maar
01)
den koop toe worden genomen.
2)
Het prestatieverniogen der ondershe’idene verkeers-niidclelen is iii de depressiejareu
in
buitengewoon tempo
toegenomen. i’rof. Ic[ellerowics schrijft in dit verband in
de I)ublicatie van de ,,Prankfurter Zei’tun’g” over ,,Zusam-
nienai’beit ‘der Verkeh’rsmittel” (blz.
5)
het volgende:
,,Es ist eben ausseroi’deutlich zu bedauern, dass die
‘Vandlungen ‘im Verkehrswesen in einer so unruhigen,
wirtsehaftiich völlig anormalen Zeit vor sich gehen, dena
man, kanis unter diesen Umstnaden leicht zu Urteilen
kommen, die den wix’tseh’aftliohen Tatsachen nicht ent-
sprechen, und kann Lösungen anstreben, d’ie überhaupt
keine Lösungen, .am allarwenigsten ])auerlösungen eind.”

geven, conjunctureel bepaalde, verkeerssituatie, dan

omgekeerd door haar ideëel uitgangspunt, d.’w.z. het
verkeerspolitieJke beginsel. Want een belan’grijke verS

betering in de conjunctuur, die sterke uitzetting van
‘het verkeersvolume zal bewerkstelligen, heeft ten op-

zichte van de verkeerssituatie grooteren ‘ordenenden
invloed in den zin van vermindering van den ver-

keerschaos, dan welke ordening ‘beoo’gende verkeers-
politiek ook, toegepast in tijden van afnemend ver-

keersvolume.
Bij ‘den ihuidigen ‘stan’d der ontwikkeling van den

critisohen zin in maatschappelijke aangelegenheden is.

‘het zoo ‘gesteld, ‘dat wanneer de positie van elk ver-
keersm’iddel op ‘zichzelf een betrekkelijk gun’stig beeld
vertoont, wat van voortgezette conjunctuurveribete-

ring is te verwachten, men ‘geen aanleiding schijnt
te zien om een dringen’den roep naar ordening te
doen hooren. Men ‘zal, voor zoover men zich onder
deze omstandigheden ‘het ‘bestaan van een verkeers-

chaos nog realiseert, ten hoogste ‘den indruk hebben,
‘dat zij redelijke proporties heeft aangenomen en in

ieder ‘geval dragelijk kan worden genoemd. Dan val
de roep naar ordening verst’ommen – te meer naar
mate ‘het ‘begrip ordening vaag ‘is ‘gebleven.
M. ZWALF.

DE POSITIE VAN DEN CREDITEUR IN EEN PERIODE

VAN GEDAALD PRIJSPEIL.

De Heer Is. Vorst schrijft ons:

In een periode als ‘de huidige, waarin gedwongen
verlaging van rente en/of hoofdsommen zoo dikwijls
als alternatief ‘gesteld wordt tegenover vermeende
devaluatienoodzaak, wordt er uit den treure op ge-
wezen, dat de crediteur ‘door het verleenen van het
crecliet een belangrijk kleinere goederenhoeveelhei’d
ter ‘beschikking van den ‘dehiteur deed ‘komen, dan
thans overeensteint met het equivalent van ‘zijn geld-
vordering. Terecht. Ten onredhte is het mi. edhter,
indien men het, zooals onder velen Prof. N. J.
Polak in zijn artikel: ,,lluren, hypotheken en over-
heidslasten,”
1)
doet voorkomen alsof het feit, dat de
koopkracht, clie met de geidvordering kan worden
uitgeoefend, zooveel grooteï is dan ten tijde van de
credietverleening, niet in overeenstemming zonde
zijn met ‘de ‘bedoeling van f)rtijeu hij het aangaan
van de crediettransactie.
MTat ‘den
debiteur
betreft, dient men immers te
denken aan de omstandigheid, dat deze althans reke-
ning
behoorde
te houden met de mogelijkheid van
voor hem na’deelige verschuivingen van het alge-
meene (of bijzondere) prijspeil. Zoowel nienige pro-
‘ductie-on’derneming, die haar ‘kapitaalbehoefte in
groote mate door obligatie-emissies financierde, als vele huizen’bezitters, die, gelokt door oogen’blikke-
lijke rendementen, welke verre ‘boven ‘den toenmali’gen
algemeenen rentevoet lagen, een overvloedig gebruik van hypot’hecair crediet maakten, hebben op ‘dit punt
fouten gemaakt. Indien het al ‘de ,,hedoeiing” van
dezulken was, een even groote koederen’hoeveelheid
door rente- en aflossings’betaling ter beschikking te stellen als ten tijde van de geldopname met het no-
mninaal ‘bedrag der sdhuld overeenstemde, zoo was
deze ,,’hedoeling” al ‘heel slecht gefundeerd, omdat
men rekening behoorde te houden met schommelin-
gen in het (algemeene) prijspeil (al mag men toe-
geven dat een prijsdaling als thans ‘bereikt is van
grooteren ‘dan indertijd te vei-wadhten omvang is).
Zoowel bij de toepassing van, de bekende Schuld-
briefwet van Mei 1934, als bij pogingen tot verla-
ging van de lasten van huiseigenaren ‘dient men een
en ander te bedenken: liet is onjuist ziüh daarbij ih
te stellen op den de’biteur, die roekeloos of
irratio-

neel
gehandeld ‘heeft door zich te zeer in schulden te steken. Bescherming van resp. den aandeelhouder en
den huiseigenaar ten nadeele van den crerli-teur moet zeer zeker binnen de perken blijven.

1)
E.-S.B. van 17 Juli jl.

O&R/

-,

frv

e’t

(Al

718

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

14 Augustus 1935

Men kan dit principe voorop stellen zonder noh-

tans voor alle gevallen hardvochtigheid t.a.v. den

debiteur te bepleiten. Van zulke hardvochtigheid
ware vooral dikwijls t.a.v. den agrariër, wien

sociale factoren vaak tot het aangaan van landelijke

hypotheken dwongen, sprake.

Als men spreekt van de bedoeling van partijen,
dient men in de tweede plaats de
bedoeling van den
crediteur
te onderzoeken. Dan blijkt al spoedig, dat

‘het onjuist is te stellen alsof als regel verkrijging

van eenzelfde goedererihoeveelheid als ten tijde van

de credietverschaffing het equivalent was van de

geleende som, zijn doel was. In de meerderheid der
gevallen was het doel:
verkr’ijging van het bij cle
0v
ereenicomst bedongen jaarlijlcsche nominale rente-
bedrag en terugverkrijging van de nominale hoofd-

som.

Dit springt ‘duidelijk in het oog, indien men denkt
aan de crediteurencategorie: hypotheekbanken, levens-

verzekeringsmaatschappijen, spaarbanken en pen-

sioenfondsen. De functie van al deze instellingen be-
staat in een – zeer rationeele – tusschenshake1ing

tiissc’hen ‘bepaalde categorieën spaarders (pand’brief-

houders, verzekerden en ,,gewone” spaarders) en
credi etbehoevenden.

Al ‘deze crecliteurinstellingen
zijn
tevens debiteur
en een verlaging van te vorderen rente en hoofd-
sommen moet noodzakelijkerwijs gepaard gaan met

een verlaging van haar verplichtingen. Het is op-

merkelijk, dat het bekende wetsontwerp tot verla-

ging van vaste lasten en huren, wel de hypotheek-
‘banken (via gedwongen verlaging van de pandbrief-

rente) niet echter de andere categorieën te hulp
komt.

Gedwongen verlaging van rente of hoofdsommen
is principieel slechts aanvaardbaar,
indien zij tot den
uiteindelijken crediteur doorwerkt.

Het is mi. zelfs onjuist te zeggen, ‘dat het de

,,’hedoeling” van den
uiteindelijken
crediteur is, een
goederenhoeveel’heid terug te ontvangen,, gelijk aan ‘hetgeen ten tijde van zijn investeering met het ‘geld-

bedrag gekocht ‘kon worden. Reeds omdat ook menige

particuliere crediteur bij zijn beleggingskeuze ‘zijn
(latere) geldsohulden in het oog hield, maar vooral
omdat – in ‘het bijzonder in het laatste decennium
– de spaarder zijn ‘belegging welbewust verdeeld
heeft tusschen ,,Sachwert” en ‘geidvordering. De er-
varing leerde, dat er perioden zijn van conjunctuur-
opgang, gepaard gaande met verheffing van ‘het
algemeene prijsniveau; bovendien leerde de ervaring
van den na-oorlogstijd wel ‘heel
duidelijk
‘hoe funest het voor den spaarder ware prijsstijgingen-door-mo-netaire-oorzaak te veronachtzamen. Door onroerend

goed en aandeelen (die in het algemeen in perioden
van prijsstijging een grooter •geldinkomen afwerpen,
en in belangrijke mate besdhermen tegen inflatiege-
varen) eenerzijds, geldvorderingen (obligatiën, ver-
zekeringspolissen, spaaiban.ksaldi) anderzijds in rede-
lijke onderlinge verhouding te verwerven, trachtte ‘de
spaarder zioh tegen conjunctuur- en monetaire
schommelingen te ‘beveiligen. De financieele experts
(‘bankinstellingen, cominissionairs in effecten, enz.)
die ‘hun taak wel begrepen, ‘hdbben éTeu dergelijke
risicoverdeeli ng -terech t aangemoedigd.
Als wij dan van een ,,’bedoeling” van den crediteur
mogen spreken, dan was ‘zij ‘deze:
,,in een
periode
van gedaold
prijspeil,
waarin waarde en opbrengst
van onroerend goed en aandeelen zijn afgenomen, een
compensatie te vinden in de hoogere koopkracht van
de doelbewust opgenomen ,,geldvorderingenb eleg-
ging”
(o’bligatiën, polissen, enz.).
Duidelijk ‘blijkt m.i., dat het niet juist is de ,,’be-doeling van partijen” als rec’htsbasis aan te voeren
voor gedwongen verlaging van renten of/en hoofd-
sommen. Dwingt de noodzaa’k tot zulk overheids-ingrijpen, dan ‘moet uit die noodzaak als ‘het ware
een redhtsgrond geconstrueerd worden.
Het wil mij voorkomen, ‘dat een zuivere onde.rsclhei-

ding •op dit gebied niet alleen van principieel juri-

‘disch belang is, maar dat zij ook van ‘beteekenis is
voor ‘de practische politiek. Radicaal overheids ingrij-

pen zal zeiden of nooit diverse groepen gelijkmatig
treffen. Ontbreekt het juiste inzic’ht aangaande de
‘bedoeling van ‘den crediteur ‘bij de credietverstrek-

king, ‘dan wordt ‘daaruit licht een te ‘groote bena-
deeling van de crediteurencategorie geboren.

Ook ‘direote invoering van een herlei’dingsstelsel
als ‘door Prof. Mees gepropageerd ‘), zou de bedoe-

ling van ‘den ‘huidigen crediteur ‘geweld aandoen en
tot diens ‘beua’deeling leiden. Zulk een herleidings-
stelsel zou echter lo. gelijkmatig tot ‘den uiteinde-

lijken credi’teur ‘doorwerken en 2o. voor de toekomst
aard en functie van ,,geldvorderingenbelegging” (dus
beleggingen in o’bligatiën, levensverzekeringen enz.)

‘duidelijk ‘bepalen. Fin ancieele adviseurs zouden met’
die gewijzigde omstandigheid voortaan ten volle reke-

nin’g kunnen houden.

Bij ‘devaluatie zou (althans indien ‘het door ‘de
meeste ‘devaluï’sten ‘beoogde doel – prijsstijging –
‘bereikt werd) eenmalige ,,onteigening” van den cre-

diteur plaats vinden. Indien ‘devaluatie op grond van

vermeend algemeen ‘belang werd doorgevoerd, warm

de rechtsgrond gemakkelijker aan te geven, dan bij

gedwongen verlaging van rente of hoof’dsommen, die
haar ‘basis in ‘de ,,bedoeling van
partijen”
zocht. Zulk
een devaluatie zou immers
gelijk
te stellen zijn met
de
buiten de leeningsovereenicomst liggende
facto-
ren (conjunctuuropgang, inflatie), waarmede de ver-

standige ‘belegger rekening ‘hield en waartegen hij
zidh ook ‘door Sachwerte-investeering min of meer

veilig stelde.
Bij het voeren van een geidpolitiek, die de ver-

krjging van ,,waardevast” ‘geld ‘beoogt, ‘zou de situa-
tie weer anders ‘liggen, omdat de goederenhoeveel-
heid die door het ‘geldbedrag wordt gerepresenteerd,

alsdan stabiel zou (moeten) zijn. Evenals bij ‘de ‘in-
voering van Prof. Mees’ herlei’dingsstelsel zou ‘de

positie van ‘den crediteur en daarmede ‘de functie van
belegging in obli’gatiën, polissen enz. daarmee voor
‘de toekomst principieel en grondig ‘gewijzigd zijn.
Dat noch Prof. Mees’ ,,Schulden-sli.ding-scale”,

noch devaluatie
alleen
op ‘gron’d van het ‘bovenstaan-
‘de ‘het pleit winnen kan, is een vanzelfsprekendheid,
die ik nochtans voor ‘de goede orde releveer.

1)
Zie o.a.
E.-S.B.
van 27 Dec. 1033, ‘blz. 1013.

BUITENLANDSCHE MEDEWERKING.

DE VOLTOOIING VAN HET WERK DER NOOD.

VERORDENINGEN.

Dr. H. Weichmann te
Parijs
‘schrijft ons:

Dertig decreten op 17 Juli en 83 decreten op
8 Augustus, ‘deflatie ‘in het bedrijfsleven en inflatie
in ‘de wetgeving, beide factoren zijn op ‘zichzelf niet

bijzonder geschikt om ‘door de publieke ‘opinie met
geestdrift te worden ontvangen. Het zijn de’ gdbruike-
lijke vormen, welke ‘de economische crises begelei-
den en over hun waarde of onwaarde. kan tenslotte
alleen ‘het resultaat beslissen. Kan men nu al-
thans zeggen, dat dc poging tot bestrijding van de
crisis in Frankrijk, m.a.w. het waagstuk van het
deflatie-experiment meer ‘kans van slagen ‘biedt dan
in andere landen, inzonderheid in Duitsc’hland, ‘waar
de druk van de ‘deflatie tenslotte tot een politieke
ontploffing leidde? De betreurenswaardige gebeurte-
nissen te Brest en te Toulon schijnen een gunsti’ge
prognose nu juist niet te steunen. Het ware echter
verkeerd, ‘deze gebeurtenissen reeds ‘symptomatisch
of als maatstaf te willen opvatten. Dat de loonsver-
inging, welke deze onrust heeft ‘opgewekt, niet zon,
der protest zou worden aanvaard en zeer ze’ker niet iii ‘de steden, waarin ‘de meerderheid van ‘de arbei-
ders werkzaam is in publieke ‘bedrijven en daardoor
tot de ‘getroffen categorieën behoort, was te ver-

14 Augustus 1935

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTËN

719

wachten. Beslissend voor het door de Regeering be-
eindigde noodverordeningenwerk is echter niet de

verlaging van de bonen en de salarissen, niet een of
ander punt, •doch juist alle maatregelen teiamen in
hun streven, de voor het evenwicht in ‘de begrooting

verlangde offers met maatregelen van actieve con-

junctuurpolitiek te verbinden. Na het eerste deel

van het noodverordeningenwerk, de decreten van 17
Juli, was het reeds duidelijk, dat het de bedoeling der

Regeering was, den schadelijken druk van de defla-

tiepolitiek te ondervangen. Wij hebben in dit ‘blad
reeds op de zeer verschillende en gunstigere verhou-

dingen gewezen, waaronder in Frankrijk met het

•deflatie-experiment wordt begonnen. Met het oog
op het nog niet verschenen tweede ‘deel was het
echter nog niet mogelijk den toestand volledig te
:beoordeelen. Thans ‘heeft de Regeering haar wet-
gevenden aibeid voltooid, welke, volgens haar wil, een uniform geheel voorstelt. Is het officieele opti-

misme in de algemeene beschouwing van het nood-
verordeningenwerk nu gerechtvaardigd en mag het

Fransche bedrijfsleven verwachten, dat het
zich,
dank

zij het initiatief van de Regeering, thans tegenover

een nieuw en beter uitgangspunt geplaatst ziet?
De rzoo juist gepubliceerde 41 decreten vormen on-
getwijfeld de organische voltooiing van het eerste

deel, doch vormen ook reeds zijn ac’htehoede. Tegen-
over het afgeronde werk van ‘de saneering der be-
grooting brengen zij ‘maatregelen van zeer verschil-
lenden aard tot uitvoering. Hierin mengen zich eco-
nomisch-politieke, financieele en sociaal-politieke ge-
zichtspunten, welke ten deele van zeer verschillende

draagwijdte zijn.
Een rechtstreeksoh vervolg op de in ‘het eerste deel
van het noodverordeningenwerk gevolgde politiek
vormen de maatregelen tot verlaging van de prijzen.
Zoowel ‘in het belang van de producenten als van
de consumenten moet de klein’handelsprjs worden
verlaagd. Hierbij wordt echter, in tegenstelling met
de verlaging van ‘den broodprijs, de verlaging van de
tarieven en van ‘de huren, van schematishe vermin-‘deringen afgezien. De Regeering waagt het veeleer in ‘drie decreten •gunsti’gere marktverhoudingen te
scheppen en wel in de eerste ‘plaats ‘door een recht-
streeksche opruiming van de groote voorraden tuber-
culeus vee, voorts ‘door een strenge jnarktcontrôle,
en tenslotte door verbetering van de technische voor-
waarden voor de vleeschmarkt ‘door het inrichten

van moderne slachthuizen. Men ziet zich hier tegen-
over een maatregel geplaatst, welke niet slechts den
dru’k van ‘de deflatie op de in haar koopkracht ver-zwakte bevolking wil verlichten, ‘doch welke tege-
lijkertijd een stuk actieve conjunctuurpolitiek voor
den landbouw ibeteekent. Voorts ‘zet de Regeering
haar werk voort tot verlaging van ‘cle kosten van
levensonderhoud op ‘het gebied van ‘de pacht in den landbouw, welke met 10 pOt. voor de vaste pachten
wordt verlaagd, bij een overeeukomstige verlaging
van ‘den rentevoet voor ‘hypotheken ten gunste van
den eigenaar. Men zal tot deze categorie tenslotte
ook de verordening voor een snellere ‘herziening van ‘cle verkoopsprijzert ‘moeten rekenen, daar juist deze
herziening den kleinhandel van ‘deze te hoog ‘gewor-
den ‘lasten moet bevrijden, welke tenslotte de consu-
ment in den vorm van te hooge ‘kleirthandelsprijzen

moet dragen.

Op
sociaal-politiek
gebied ‘moet ‘de aandacht wor-
den gevestigd op een reeks correcties, waardoor de
Regeering bepaalde onbillijkheden van ‘de Juli-decre-

ten tracht te verzachten. Hiertoe ibehoort een compen-
satie voor de renteniers ‘boven 65 jaar, welke ‘door de
verhoogin’g van de couponbelasting werden ‘getroffen
en men zal ‘in ‘deze zelfde categorie ook alle veror-
deningen moeten opnemen, welke er op gericht zijn, den last van de offers zoo algemeen mogelijk te ver-
deelen. In dezen geest behoort tot deze rubriek een
belasting van 10 pOt. op alle winsten uit de ‘met
publieke lichamen afgesloten transacties en de ver-

laging van ‘de ‘honoraria voor ‘de gerechtelijke liqui-

dateurs, curatoren in faillissementen en deskundi-
gen. Omgekeerd zal ‘de 10 pOt. boete op achterstand
voor directe ibelastingen worden ‘opgeheven, en het

tarief voor ‘belasting’boeten worden verlaagd. In ‘dezen

maatregel ‘komt wel tot uitdrukking, dat ‘de als ge-
volg van ‘de economische crisi’s voor enkele onderne-

mingen te ‘hoog ‘opgevoerde ‘belastingdruk niet nog

door belastingboeten moet worden verscherpt.
Het kernpunt van de Augustusdecreten vormen

ongetwijfeld ‘de maatregelen van de Regeering, welke
werkver’ruiming
ten ‘doel hebben. Zij zijn de uitdruk-

king van ‘die actieve conjunctuurpolitiek, welke de

Regeerin’g
tegelijkertijd
met haar deflatiepolitiek

aanhan’gt. 1-let plan-Marquet, dat, zooals bekend, in uitgaven van Frs. 10 milliard, verdeeld tot 1940
voorzag, zal reeds v66r 1938 worden uitgevoerd. Bo-vendien ‘zullen door ‘den staat en ‘door de gemeenten

verdere Frs. 2 milliar-d voor een gedecentraliseerde

werkverschaffin’g ter ‘beschikking worden gesteld.
Tenslotte ‘heeft de Regeering de haar ‘door het Par-
lement verstrekte volmachten oo’k gebruikt, om een

ge’heele reeks
afzonderlijke
maatregelen te nemen,
welke niet rechtstreeks een logische aanvulling van

de Juli-decreten vormen, ‘doch een reeks ‘hangende
vraagstukken en on’gerieven opruimen, waartegen-
over ‘het werk van den wetgever tot dusverre ontoe-
reikend ‘is geweest. Hieronder zijn ‘begrepen hervor-
mingen van den status van de naa’mlooze vennoot-
schappen, welke ‘dienen ter ‘bescherming van den
spaarder, maatregelen tegen bedrog en woeker, tegen
de onibehooi-lijke handelingen van commissionnairs
en tegen een reeks bezwaren in ‘de vennootschappen en ‘bij ‘de afwikkeling van faillissementen. Tenslotte
moet op handelspolitiek gebied oo’k de opheffing van

23 contingenten worden genoemd, welke weliswaar
slechts het begin van de noodzakelijke hervormingen
in de ‘handelspolitiek beteekent.
Indien ‘men thans de Juli- en Augustusdecreten in
hun ‘geheel beschouwt, dan is het meest essentieele
punt, dat door de verbinding van •deflatie en werk-
verschaffing ‘dat groote gevaar zal worden uitge-
‘scha’keid, ‘dat anders als gevolg van een ‘deflatiepoli-
tiek ‘gewoonlijk ontstaat, namelijk van een verdere
contractie van de binneulandsdhe markt. Het ter
beschikking stellen van verdere Frs. 2 milliard maakt
‘on’geveer ‘het verlies aan ‘koopkracht goed, dat ont-
staat als ge’olg van ‘de verlaging van de bonen.
Overigens ‘zal men echter ‘de Augustusdecreten t.o.v.
de Juli’decreten slechts als van secundairen aard kun-
nen beschouwen. Afgezien van de verlaging ‘der
vleeschprijzen, bevatten ‘zij nauwelijks nog besluiten
van essentieele conjunctuurpolitieke ieteekenis. De
nog af te kondigen verdere 42 decreten zullen, zoo-
als men verneemt, in nog sterkere mate van ‘bijkom-
stigen aard zijn. Onder ‘deze omstandigheden komt het thans voor ‘het slagen van het werk in den geest
van ‘het Regeeringsprogramma op •het volgende aan.
De Regeerin’g mag voortaan ‘geen verdere noodveror-
deningen meer uitvaardigen, omdat zij anders ‘de uit-
werking van de ‘genomen maatregelen hindert en het
bedrijfsleven onder ‘den aanhoudenden druk van
onzekerheid laat. De actie tot prijsverlaging moet
snel en slagvaardig worden doorgevoerd en v6ôr alles
worden ‘beëindigd. Zoolang ‘dit niet ‘het geval is, kan
zic’h als ‘gevolg van ‘de hierdoor ontstane terughou-
dendheid van de koopers geen economische opleving
ontwikkelen. Op de kapitaalmarkt moet, zoo noodig
door een juiste interventiepolitiek, een uiteinde-
lijke verlaging van den rentevoet en verhoogin’g van
de koersen worden teweeggebracht, om van hieruit
ook weder de voorwaarden voor een versterkte in-
vesteeringsbedrijvigheid te scheppen, welke aan ‘het
‘begin van elke conjunctuuropleving staat. Tenslotte
is op psychologisch gebied herstel van vertrouwen
noodzakelijk, ‘dat zijnerzijds de voorwaarde voor ‘het
ontdooien van de opgepotte gelden en voor sterkere
‘ontplooiing van ‘het zakelijk ‘initiatief beteekent.

720

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

14 Augustus 1935

AANTEEKENINGEN.’

Ordening, coördinatie en prijsbeinvloeding in den landbouw.

Z’ooals ‘gewoonlijk, laat ook ‘deze keer het Inter-

nationaal Landbouw Instituut te Ronie in
zijn
jaar-
lijksc’he publicatie
1),
een uitvoerige bespreking over
enkele urgente problemen, welke zich in het jaar

1933—’34 ihdhben voorgedaan, vooraiïgaan aan een af-

zonderlijke beschouwing van ‘den landihouw, wat de

verschillende producten en landen betreft. Ditmaal

zijn als onderwerpen daarvoor ‘gekozen ‘cle ordening

en •de wereldmarkt, de coördinatie en cle prijshe-
.invloedin’g. -.

Ordening.

Het is ‘bekend, hoe ‘door allerlei factoren van poli-
tiek
en
en financieelen aard, het aiïtarki’sch streven
na den oorlog ‘hoe langer ‘hoe sterker ‘is geworden.

Mede ‘door ‘de crisis vijn ‘daardoor ‘vele laudb’ou’wge-

bieden in ‘groote moeilijkheden ‘geraakt,
at
aanlei-
d’ing is geweest ‘tot ingrijpen ‘door ‘de overheid. Het
stelsel van ‘de vrije concurrentie, dat voornamelijk

centripetaal was, in ‘dien ‘zin, ‘dat ‘hoe vrijer ‘het werd

gelaten, ‘hoe meer cle verschillende ‘deelen van het
economisch ‘leven ‘de neiging tot integratie in ide alles

omvattende ‘w’erel’deconornie vertoonden, werd hoe lan-
ger hoe meer geliqui’deer’d, om plaats te ‘maken voor

‘het meer cen’trifugale ‘stelsel van tegenwoordig, waar-

bij het economisch ‘leven in ‘steeds ‘groo’tere mate ‘ge-
‘des’integreerd wordt in min of meer geïsoleerde een-
‘heden.

Op vic’Irzelf hean’twoor,d’de ‘in cle laatste decennia

he’t stelsel van ‘de vrije concurrentie reeds niet meer
volledig aan zijn functie van regu’lator van (het
economisch leven; de automatische aanpassing, waar-
door ‘voortdurend een n’ieuw evenwicht werd gevon-
den, bleef in zeer vele gevallen u’it. Wanneer ten tijde van de’beh.00rlijke functi’ônineering van het stelsel in

een ‘bepaald gebied ‘de cultuur van een of ‘ander pro-
duct onrendabel werd, ‘dan ‘werd ‘door uitschakeling
van den margina’len producent ‘het evenwidht weder-
om hersteld. Dan’k ‘zij ‘de mogelijkheid van expansie,

op haar beurt ‘beïnvloed door de ontwikkeling van
‘de tedhniek, enz., werd ‘de uitgeschakelde producent
n’orm’aliter wel weer in ‘de ‘gelegedheid gesteld, ‘zijn

arbeid en ‘kapitaal elders aan te wenden, waar wel
een rendabele productie mogelijk was.
Zoowel ‘door het ontbreken van expan’siemo.gelij’k-
heden in vele agrarische landen, wl’ke van nature
grondstoffen exp’or’teerden en ein’dproclucten impor-

teerden, doch iden laatsten tijd ‘deze afhankelijkheid
als te laibiel aanvoelen, als ‘door het sluiten van ‘de
grenzen voor fabricaten ‘door ‘de a’grarische landen, is
‘dit alles de ‘laatste jaren gheel anders geworden.
W’anneer hij ‘de ‘beoordeel’ing van ‘de rentabiliteit ‘de
wereldmarktprijzen als grondslag ‘zouden worden ‘ge-
nom’en, zouden practisch ‘vrjel alle producenten
van ‘lan’d’bouwproducten of ‘on’der ‘de marginale pro-
ducen’ten vallen •of ‘dexen reer idieli’t benaderen. In-
grijpen van iboven af ‘werd uit sociale en economische
overwegingen noodzakelijk geacht, op’dat een ‘systeem
weid ontworpen, naarbij ‘de rentabiliteit van ‘de ‘be-
drijven weer zou wordenhersteld. In de import’lan-
‘den komt ‘de te volgen politiek dan ‘gewoonlijk neer
op een zeer sterike proteetie van ‘de ‘binnenlan’dsche
produenten, terwijl ‘in ‘de exportlandén de export
wordt ‘gestimuleerd ‘door exportpremies ed. Zoowel
in het eene als ‘in ‘het andere geval is ‘het
na
t
uur
lijk

de consument, ‘die ‘het gela’g moet betalen en hoewel een dergelijke ‘politiek ‘als tijdelijke overganigsmaat-
regel ‘haar nut kan hebben, zeer ‘zeker i’s, d’at zij ‘op
den ‘duur een politiek ‘van zelfmoord heteekent. Op
den ‘langen ‘duur is het
toch
ten eenenmale onmo!ge-
lijk, ‘dat een bepaalde ‘bedrijfstak ‘iii het leven wordt
gehouden, ten ikos’te van anidere.
Men moet er daarom bij ‘ordening evenzeer op uit

1)
,,,Les Coiidi’tioas ‘de 1’A’gr’iculture Mondiale”

zijn, dat een bepaald evenwicht wordt bereikt tus-
shen de verschillende onderdeelen van het econo-
mish ‘leven, zoo’als de vrije concurrentie, ‘door mid-

del van ‘de vrije prijsvorming, daar vroeger voor
zorgde. M.a.w., ordening eischt coördinatie.

Coördinatie.

Deze coördinatie ‘draagt ‘tweeërlei karakter, een na-
tionaal en een internationaal. Coördinatie op natio-

nale basis is noodzakelijk ‘om bovengenoemde rede-
nen. Internationale coördinatie, welke onmogelijk is

zonder een perfecte nationale reglemeuteering, is
evenwel eveneens noodzakelijk, indien het levensn’i-

‘eau en het cul’tuurpeil, ‘d’at liet stelsel van ‘de vrije
concurrentie, ‘dank zij ‘de ‘internationale arbeidsver-
deeling ons heeft verschaft, ooit weer ‘bereikt en ge-
hanjd!haaf
,
d zal kunnen worden.

Voor een bevredigende functionneering van ‘het
stelsel van de vrije concurrentie moet er in het

econom’ish ‘leven een ‘zekere ‘mate van spanning
heerschen tusscheu ‘de relatieve sOhaarschte van kapi-

taal en de producti cve a’anwen’dingsrnogeljk.heden,
terwijl evenzeer nood’i’g is een internationale geld-

en kapitaalmarkt, ‘gebaseerd op een internationa’len

munts’tan’da’ard, en een vrije kapi’taal’beweging tus-

sc’hen ‘de verschillende landen. Den laatsten tijd nu
zijn de omstandigheden ook ‘ii dit opzidht zeer ‘sterk
gewijzigd.

De industrie wordt ‘daarentegen nog steeds in be-
langrijke mate ‘be’heersdht ‘door krachtige f’inancieele
belangen, wat ‘de ontwikkeling van kartels voor ‘de
reglem’enteering en leiding van ‘de productie en van

den verkoop ‘in. ‘de voornaamste bedrijfstakken verge-cn.akke’ljkt. In ‘zekere mate zijn ‘de karte’ls er ‘dan ook
in geslaagd ‘de ‘depressie in ‘de georganiseerde indus-
trieën te verzadhten, ‘zij het dat ‘dit ‘dikwijls ten koste
van andere bedrijfstakken is gegaan, welke niet in

‘die mate waren ‘georganiseerd. In d’ie branches ‘is ‘de

‘depressie verergerd ‘door ‘de afleiding van koopkracht
tengevolge van ‘de quasi-rnonopolies, welke ‘in vele in-dustrieën ‘bestonden.

Deze toestand is onvermijdelijk, zoolang ‘de ‘kartels

vrij worden ‘gelaten in ‘het volgen van het onmiddel-
lijk eigen belang, ‘zonder dat er eeni’ge effectieve
contrôle op hun werkzaamheden wordt uitgeoefend.

Maar ‘het ‘i’s oo’k mogelijk, dat ‘dit anders wordt, ‘door-
dat ‘de kartel’s in ‘dienst worden gesteld van de coör-
‘dinat’ie. In Duitschl’an’d is reeds een ‘belangrijke stap
in ‘deze richting gedaan, met ‘het in wericing treden
van ‘de nieuwe kartelwet van 15 Juli 1934, welke ver-
plichte kar’telleering voorschrijft. Tav. de ge-

‘branches beperkt ‘de overheid s’inmenging
zich ‘gewoonlijk tot een ‘besdherrning van cle ‘binnen-
landsche markt voor ‘de ‘in ‘cle ‘kartel’s opgenomen be-
drijven, en een verzekering van ‘dec afzet in ‘liet bui-ten’lan’d door het sluiten van hnn’delsverdragen.

De reglementeering van ‘de a’grari’sdhe productie,
welke vrijwel niet georganiseerd is, werd tot op heden
in ‘het algemeen ‘bdhan’del’d als een afzonderlijk pro-bleem. In ‘de Vereenigde Staten werd ‘het ‘belang van
coördinatie ervan niet andere ‘bedrijfstakken wel er-
kend, ‘doch ‘de daarmede ‘in verband staande politiek
is ‘mislukt, voornamelijk wegens ‘gebrek aan een be-
hoorlijke organisatie.

Is ‘de k.artelleerin’g in de industrie in ‘de eerste
plaats een kostenpro’bieem, ‘in ‘den landbouw spelen

cle ‘kosten, ‘o.a. ‘door ‘den ‘wisselbouw, lang niet die rol.
Vandaar, ‘dat elke regle’menteerinig ‘in ‘den landbouw
moet geschieden van boven af, door ide overheid, ‘door
de onmogelijkheid van kartelleering. Biedt ‘deze op
zichzelf reeds groote moei’lij1heden, door de onbere-
kenbaarheid van ‘de na’tuurljike voorwaarden wordt
alles wel zeer ‘gecompliceerd. Anderzijds leert de er-
varing echter, dat partieele, niet gecoördineerde
maatregelen ‘geen ‘behoorlijke funct’ionueerin.g van het
gheel verzekeren en slechts ‘het wantrouwen ver-
ergerel1. –

Coördinatie kan op twee manieren gesohieden.
in

14 Augustus 1935

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

721

de eerste plaats kan. de revo’lutionnaire, en voorna-

melijk doctrinaire weg worden gevolgd, zooals tot

nu toe enkel in Rusland •is geschied. Hierbij wordt
uitgegaan van een a priori aangenomen economisch
evenwicht, op grond waarvan aan elk onderdeel van

het economisch leven een bepaalde taak wordt ‘toe-

bedeeld. Dit ‘stelsel, dat alle grondslagen van de kapi-
talistisohe maatschappij op zij sdhuift en dus ook de
goede grondslagen, is, met het oog op ‘het dynamisch

karakter van •het econom’isdh leven, zeer moeilijk te

verwevenlij’ken. Vandaar, dat de tweede methode, de
meer evolutionnaire en empirisohe nehode, meerdere
aanJbeveling verdient. Deze methode is in Duitsch-

land in de bovengenoemde wet en in Italië in ‘de wet
op de corporaties van 5 Februari 1934 tot uitdruk-

king gebracht.
Ook ‘zijn er voldoende verschijnselen waar te ne-
men, welke wijzen op een internationale coördinatie.

Zoo
heeft bijv. de mees’t-hegunstiging.sclausule veel

aan waarde verloren en wordt het aantal regionale,

imperia’le en andere preferenties steeds ‘grooter, ter-
wijl de toevlucht tot bilaterale overeenkomsten ook
nog voortduren’d ‘toeneemt. Een wezenlijk kenmerk van vele ‘dezer verdragen is het wederkeeriighei’ds-
beginsel. Ook nieuw ‘is het invoeren van clausules ‘in
de verdragen, welke voorzien ‘in het aanstellen van
gemengde commissies, welke moeten waken voor een
richtige n’akom’ing van ‘de verdragen en het weder-
zijdsdh ruilverkeer moeten bevorderen. Daarnaast
vindt het sluiten van compensatie-verdragen in steeds
grootere mate toepassing, waardoor ‘het ‘driehoeks-
verkeer al meer wordt verdrongen.

Prijsbemnv beding.

Ten aanzien van de prijzen bestond de reglemen-
teering er tot nu toe prac’tisc’h steed’s in, ‘dat ‘de prij-
‘zen waarvoor de producenten ‘hun producten van de
hand konden ‘doen, werden verhoogd. Was een be-
paal’d evenwicht tusseh’en de verschillende on’derdee
len van •het economisch leven het uiteindelijk ‘doel,
dan werd dit evenwicht beso
uw
d als een veron-
derstel’de ,,normale” verhouding •tussclïen ‘de prijzen van ‘de agrarische en indus’trieele producten. Van ‘di’t
principe ga’at bijv. de Ameri:kaansche ,,Agricultural
A’djustment Act” u’it.
De Duitsche opvatting over den ,,rechtv.aardigen”
prijs ‘berust meer op een ander principe; daar ‘staat
een prijs, welke ‘den boer nog eenige winst laat, op
den voorgrond, zonder ‘dat echter ‘het consumenten-belang daaibij uit het oog wordt verloren. Maar zoo-
we’l in de wet op de Reibsniihrstand ‘als in de nieu-we kartelwet, komt ‘het beginsel van coördinatie tot
uit’drukking. Elders viet men, zooals wij reeds op-
merkten, het agrarisch probleem als •een geïsoleerd
vraagstuk.
In het fbijzonder in de expoitlan’den tracht men
door het ‘doen ‘dru’kken ‘der kosten (igoed’koope cre-
dieten, vermindering van ‘de vaste lasten enz.) den boer een marge tusshen ‘de kosten en opbren’gst te
laten. Een ander middel van reglementeering in •deze
landen vormen de afspraken tusschen de producen-ten tot mikrimping van ‘de productie enz., op inter-
nationale basis.
Opdat een ‘bepaalde prjspo’litiek (behoorlijk kan
worden gevoerd, neemt men in vele gevallen 2ijn
toevlucht tot vrije of gedwongen kartelleering. Dit
is bijv. in Engeland, Duitschlan’d en Italië het ‘geval.
Maar het is gebleken, ‘dat ook in die gevallen over-
heidssanctie van ‘de ‘getroffen afspraken veelal nood-
zakelijk is.
Hoewel ‘de methodes, welke in ‘de ‘diverse landen
worden ‘gevolgd, belangrijk uiteenloopen, ‘hebben zij
wel alle gemeen, ‘dat ‘de binnenland’sdhe ‘markt tegen de ‘bu’itenl’an’dsdhe concurrentie wordt beschermd. Ja
zelfs wordt in verschillende landen de productie ge-
stimuleerd. Daar dit laatste echter niet mogelijk is
zonder ‘dat de prijzen ‘einnenslands stijgen, neemt
de ‘vraag ‘door ‘de verminderde ‘koopkracht in vele ge-

vallen af, zoodat ‘de eenmaal vastgestel’de prijzen niet
gehandhaafd kunnen worden. In Frankrijk lei’d’de dit
bijv. tot een van overheidswege voorgeschreven pro-
duct,iebeperking van tarwe.

H’oe groot de invloed van de rigoreuze protectie op
de prjzen is geweest, ‘blijkt bijv. uit het versdhi’l tus-

schen de tarweprijzen in ‘de export- en importlan’den.
Vielen deze in ‘de jaren
1925-1927
vrijwel samen, in

de laatste jaren waren de noteeringen te Berlijn,
Parijs en M’ilaan twee- tot driemaal zoo hoog als bij’v.

in Ohicago. ) Toch ‘zijn er ‘grenzen aan ‘de prijsop-
drjving gesteld, nl. door ‘de koopkracht, welke uit-

eindelijk beslist hoeveel, er geconsumeerd ‘zal worden.
Zoo
‘blijkt
bijv., ‘dat ‘de n’oteerin’gen, ‘zoowel te Ber-

lijn, Parijs als te Milaan, ondanks het feit, dat zij

nog zeer ‘hoog zijn, een tendens tot ‘dalen vertoonen. Zoo ‘draagt men ‘dus ook ‘daar •de ‘lasten van de af-
neming van ‘den internationalen handel, welke de
koopkracht en zoo ‘de prijzen en ‘de consumptie ‘bin-

nenslan’ds ‘beïnvloedt.

1)
Zie
in dit verband ook ‘de aauteeken’ing ,,De gevolgen
van den landbouwsteun in Europa” in E.-S.B. van
5 Juni 1935.

Dalende werkloosheid in Engeland.

In verband met het feit, ‘dat in Juli voor het
eerst ‘het werkloozencijfer beneden 2 millioen is ge-
‘daald, wordt in ,,’Ihe Economist” van 10 Aug. jl.
een ‘beschouwing gewijd aan •de economische voor-
uitzichten ‘in Engeland, in het ‘bijzonder van de bouw-
nijverheid. Daarbij
rijst
ook ‘de vraag of, nu er
reeds ‘zoo lang een opleving te constateeren valt, de
Regeering nog een stimuleerende taak ‘heeft, dan wel
beter ‘doet, zich afzijdig te houden.
De ‘daling van de werkloosheid beneden ‘het cijfer
van 2 millioen in de maand Juli is ‘daarom merk-
waardig, omdat in deze maand regelmatig eenige
toeneming te noteeren viel. Voor de volgende maand
zal ‘het cijfer minder gunstig ‘zijn in verband met de
toetreding van een ongewoon ‘groot aantal jeugdige
personen tot ‘de arbeidsmarkt na het ‘beëindigen van
‘den sdhooltijd.

Waar ‘het herstel van ‘het economisch leven reeds
zoo geruimen tijd ‘gaande is, wordt ‘de roep steeds
luider, dat ‘de Regeering wijs zou doen, het econo-
misch leven thans aan zijn lot over te laten. ,,T’he
Times” echter waarschuwt hiertegen. Volgens haar

zou ‘het ‘herstel in de allereerste plaats te danken zijn
aan de regeeringspolitiek, zoowel wat ‘betreft de fis-

cale politiek, als ‘de Ottawa-overeenkomsten, den, steun
aan’ den huizenbouw, ‘de landbouwpolitiek en ver-
schillende andere maatregelen, welke vooral ‘de ‘bin-
nenlan’dsche markt krachtig stimuleerden. Een stop-
zetting van •de maatregelen van Regeeringszijde zou
een bedreiging van ‘het economisch leven beteekenen.
Hoewel ,,The Economist” niet alle lof voor de Re-
geeringsdaden voor haar rekening zou willen nemen,
is zij het eens met de opvatting, ‘dat de Regeering
niet mag nalaten alles in het werk te
blijven
stellen,
‘het werkloozencijfer te brengen tot een ‘meer normaal
peil, ‘dan ‘waar het thans nog op staat.
Wat nu de ‘mogelijkheden ‘hiertoe ‘betreft, er gaan
in Engeland reeds stemmen op, ‘die ‘zelfs meenen, dat
het ein’de van het economisch ‘herstel reeds in zicht
is en, voorspellen, ‘dat ‘het verkloozencijfer niet ‘be-
neden 1Y4 mill’ioen zal komen. Zoo wees Robertson
op de minder groote ‘beteekenis, welke de kapitaal-
goederenindustrie in ‘de toe’komst in En’gelan’d zal
hebhen, terwijl toch de conjunctuur hier in hooge
mate van afhankelijk is. De omschakeling van het
economisch apparaat op ‘de voortbren’ging van con-
sumptiegoederen gaat niet snel in ‘het werk, terwijl
‘de a’bsorptie va’n arbeiders door den landbouw ook in
langzaam tempo plaats heeft en geen groote vermin-
‘dering van d’e werkloosheid tengevolge zal hebben.
,,The Economist” trekt het in twijfel, of de vraag

72á

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

14 Augustus 1935

naar kap itaalgoederen in het algemeen inderdaad zoo
sterk verminderd is of verminderen zal, terwijl bo-

vendien, indien deze visie inderdaad de juiste is, zij
een sterk pleidooi vormt voor een Regeeringspolitiek van publieke werken.

Dit klemt te meer, wanneer men bedenkt, dat de

,,’boom” in den huizenbouw binnen
uiterlijk
twee jaar
een noodzakelijk einde zal vinden, daar de onmiddel-

lijke vraag naar woonhuizen van het type, dat thans

vooral gebouwd wordt, vrijwel ‘bevredigd is. De niet
voor woningcl’oeleinden bestemde bouw is nog steeds

ver beneden het peil van 1929. Zou een einde komen

aan de bestaande conjunctuur in de bouwnijverheid,

dan zou het verkloozenc••fer ‘zeker met enkele ‘hou-
clerdduizenden stijgen,
hetgeen geen geringen terug-
slag zou hbben op het overige bedrijfsleven.

Een vrijwel on’beperkte vraag bestaat echter nog

naar woningen vodr hen, wier beurs het niet toelaat

belangstelling te toonen voor voorsteedsehe villa’s.

De bestaande programma’s voor krotopruiming en
opheffing van overbevolkte woningen trachten eenigs-

zins in de genoemde behoefte te voorzien en zouden

bij intredende depressie in de ‘bouwnijverheid uitge-
‘breid moeten worden. Een vrijwel onbeperkt veld van

activiteit voor de bouwnijverheid ziet ,,Phe Econ-omist” echter in de vervanging en verbetering van

het grootste gedeelte der oudere huizen in de Engel-
sche steden. 25 jaren lang is de vervanging van bui-

zen minimaal geweest en ook afgezien ‘hervan staan
•de Engelsc’he woningen wat vestiging, ruimte en
uitrusting betreft, ten achter hij ‘hijv. de Duitsche
en Amerikaansche woningen.

Het is nu zaak, met het opstellen van deze en der-

gelijke plannen, waartoe ook die voor publieke wer-

ken moeten worden gerekend, niet te wachten tot de
crisis in de ‘bouwnijverheid is ingetreden, doch ‘zoo-
dra zich de eerste teekenen van een dergelijke crisis
vertoonen, met kracht deze plannen door te voeren.

De zichtbare suikervoorraden in de wereld.

De zichtbare, voorraden per 1 Juli zijn volgens Czarnikow

1935
1934
1933
tons tons tons

Duitschland …………..
707.000 576.000
661.000
Tsjecho-Slowakije

……..
211.000
200.000
263.000
Frankrijk…………….
520.000
327.000
363.000
Nederland

…………..
220.000
257.000
1.77.000
België

………………
105.000
98.000 117.000
Hongarije…………….
48.000
54.000
61.000
Polen ………………..
190.000
181.000
257.000

U.K.
Geïmp. suiker

……
167.000
297.000 314.000
Binneni.

,…….
88.000 81.000
51.000

Europa… .. .. .
2.256.000
2.071.000 2.264.000
V.S. Alle havens

……..
571.000
660.000
553.000
Cubaansche havens
554.000 861.000 842.000
Cuba binnenland……….
1.360.000
1.530.000
1.640.000
Java …………………
1.429.000
2.309.000
2.532.000

Totaal……
6.170.000 7.431.000 7.831.000

BOEKAANKONDIGINGEN.

Gold points a Moral. Enquiry into
the Fa.ilure of the Interna.tional Gold

Standard and ijs Bearing upon the
Future
door
J.
H. Huizinga. (‘s-Gra-
venhage 1935,
N
.
V.
Mart. Nij’hoff. Prijs

f
2.40).

Deze interessante studie houdt zich bezig met het

falen van den gouden standaard als regelaar van het

internationale betalingsverkeer. De schrijver gaat de

oorzaken van dit falen na aan de hand van de jong-

ste monetaire geschiedenis van verschillende landen.

Hij is van meening, dat dit falen een noodzakelijk

gevolg is van de ,,organic changes of economie so-

ciety”. Het prevaleeren van nationale doeleinden

hoven. de internationale bij het opstellen van de eco-

nomische politiek (hetgeen een gevolg is van de star-

lieid van het moderne economische leven wat b.v. uit-
komt in de tariefpolitiek en in de toepassing van ere-

diet, contrôle en gold cxchange standard) hebben de

automatische werking op langen termijn, waardoor

de gouden standaard wordt gekenmerkt (de invloed

van de goudbewegingen op de handelsbalans) gedood.
Ook ‘de automatische werking van den gouden stan-

‘daard op korten termijn (de invloed van de goudbewe-

ging op de geldmarkt) heeft haar invloed verloren

door de bewegingen van het short ban fnnd, welke

bewegingen meer bepaald worden door de mate van
vertrouwen in een bepaalde valuta dan door het ver-
schil in intrest, ‘dat de eene geidmarkt op een mo-
ment heeft met de andere.

Naar analogie van de ontwikkeling van het beta-

lingsverkeer binnen de nationale grenzen, waar nu
de centrale bank het toezicht uitoefent, stelt de sch rij-
ver als ideaal een internationaal instituut, dat het
betalingsverkeer tusschen de verschillende landen
controleert en beïnvloedt op dezelfde
wijze
als de cen-
trale bank dit doet binnen de grenzen van die lan-

den. Het is den lezer niet duidelijk, of de schrijver
meent, dat door de oprichting van een zoodanig in-
stituut met dergelijke functies het automatisme van

den gouden standaard geheel dan wel alleen op lan-
gen of alleen op korten termijn wordt hersteld. Het
tweede ligt het meest voor de band. Immers, wanneer

de verschillende staten zich in hun monetaire poli-
tiek aan een inter:nationaal instituut onderwerpen,
zal hun economische politiek wel weer op internatio-
nale doeleinden ingericht zijn. Dit is heden nog

utopie. Reëeler ware het wellicht geweest, wanneer
de schrijver gewezen had op de mogelijke beteekenis,
die de egalisatie fondsen in verschillende landen zou-

den kunnen hebben voor de neutraliseering van de
bewegingen van het short ban fund. J. R.

ONTVANGEN BOEKEN.
Saneering? Torpedeering!
Een stem uit ‘de steenin-
dustrie door Mr. L. Sillevis (Oulem:borg z.j.; A.
T. Versdhoor, v/h. Blom & Olivierse.
De makelaardij hier te lande
door Mr. J. de Jongh.
(Leid en; uitgave i’Iandelsweten sch appelijke Bi-
(hliotheek. Prijs [2.10 geb.).

Artikelen

Rotterdam
Amsterdam
Totaal

4
1
1
0
Aug.
Sedert
Overeenk.
4j10
Aug.
Sedert
Overeenk.
1934
1935
1Jan.
1935
tijdvak
1934
1935
1Jan.
1935
tijdvak
1934

.

618
540.152
833.573
2.595 12.492
21.433
552.644
855.006
Rogge

…………….
125.421
267.828

281
15.257
125.702
283.085
Tarwe

……………..19.305

364 13.297 13.775



13.297
13.775
M
aIs ………………
469.580
567.225

77.484
125.762
547.064 692.987

…..

7.936 181.856
239.744
1.457
22.373
35.296
204.229
275.040

Boekweit ……………….
10.3
.22
.

3.903
86.808
80.190

1.660
2.206
88.468
82.396
3.742
119.234
145.130
1.650
245.182
151.738
364.416
296.868

Gerst

……………..
Haver

……………..

29.093
54.094


25
29.093 54.119
Lijnzaad

……………
Lijnkoek ……………-
338
12.516
12.730
105
4.104
1.746
16.620 14.476
Tarwemeel

………….
Andere meelsoorten
541
16.879
36.197
23 1.971
3.791
18.850
39.988

14 Augustus 1935

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

723

STATISTIEKEN.
BANKD13CONTO’S.
Disc Wissels. 5
S Aug. ’35
Ned
Lissabon

•… 5
13 Dec.’34
2
30 Juni’32
13k

Bel. Binn.Eif 1Vrsch.
+
3Aug.’35
Londen ……
in R.C.
*
3Aug.’35
Madrid ……
’35
5

9
J’uli

Athene ……….
7

140ct.
1
33
N.-YorkF.R.B. 11
1
Feb.’34

Batavia……….
4

1 Juli’35
Oslo

……..
3*2
2
Mei’
33

Belgrado

……..
5
lFebr. ’35
Parijs

……
3
8Aug. ’35

Berlijn

……….
4
22Sept.’32
Praag

……
3*25Jat
1
’33

Boekarest ……. ..
+
15Dec.’34
Pretoria

….
3*15
Mei’33

Brussel ……….
2

16Mei’35
Rome ……..
q
12Aug.’35

Budapest ……..
*
17
Oct. ’32
Stockholm
.. 21
1 Dec.’33

Calcutta

……..
3j
16Feb.’33
Tokio

….
3.65

2 Juli’33
Dantzig

…..

6

1Mei ’35
Weenen ……
3*
1
0 Juli’35

Helsingfors ……
4

3 Dec.’34
Warschau….
5
26 Oct.’33

Kopenhagen
21

1 Dec.’33
Zwits. Nat.
Bk.
2
+
3 Mei’35

OPEN MARKT.

1935

10 A

5110

29Juli!

22!27
ug.

Aug.

3 Aug.

Juli

1934

6111
Aug.

1933

7/12
5Aug.

1914

20,24
Juli

Amsterdam
Partic.disc.
471
41j
$
_31
4

41

_5
1
/
I
7
I85I8
5
18-I4
l’/,-‘!
3I8-!16
Prolong.

4-12
3314_4314
1
12_5
1
1.11
4

2
1
1414
Londen
Dageld…
2
12_I 1
12-1
’12-1
1
121
‘121
1
181
1
8
1’2
Part,c. disc.
116

/
8
126’18
118/8
91
_51
I4I16
18I16
4
1
Ie
1
1
Berlijn
Daggeld…
3..
1
4
2
7
/3
3
1
3-
518
18-
1
I4
4_5
11
4
1
18-5
1
I

MaandeId
2314_3114
231
4
311
4

2
3
4-314
2
3
143
1
1
4

4!2-6
4l2-6

Part, disc.
3 3
3
3
33j
318
2
1
1
1
1,
Warenw.
. .
4_11
4.11
4

4…11
4

4.11
4

4_1/
4

4_11
3

New York
Dageld
1)
11
4

11
4

1
4

1
4

1
1
1
314-2
1
1,
Part,c.disc.
&/
116
1

311
3
1
3
11
‘/s

1)
Koers van 9Aug. en daaraan voorafgaande weken t(m. Vrijdag.

WISSELKOERSEN.
KOERSEN IN NEDERLAND.

D a a
New
Londen
Berlijn
Parijs
Brussel
Batacia
York”)
“)

6 Aug. 1935
1.47181
18

7.33
59.60
9.78
8
%
24.97
1008/
8

7

.1935
1.47,,,

7.333%
59.67+

9.783%
25.-
1008/
8

8

1935 1.47
1
81
1
,
7.33%
59.65
9.783%
24.96
10081
9

9

1935
1.47′
1
/,
7.33
59.65
9.7834
24.95
10031
8

10

1935
1.47
L1/
7.3434
59.70
9.79
24.99
100
7
1,
0

12

1935
1.471i,,
7.34
59.70
9.79
24.95
100
7
1
1
,
Laagste
d.w’)
1.47%
7.30
59.40
9.7634
24.90
100
Hoogste d.wl)
1.48
1
/
8

7.3434
59.75
9.79k
25.02k
100
7
1,,
Muntpariteit
2.4878
12.1071
59.263
9.747 34.592
100

t
Da a
Z1it_
ser an
Weenen
Praag
Boeka-
Milaan
Madrid
*)

rest
1)
**)
**)

6 Aug. 1935
48.38

6.13
1.20 12.15
20
.
27+
7

,,

1935
48.424

6.14
1.20
12.17
20.30
8

,,

1935
48.36

6.14
1.20
12.14
20.28
9

1935
48.35

6.14
1.20
12.05
20.25
10

1935
48.45

6.14
1.20
– –
12

1935
48.38

6.14
1.20
12.12+

20.29
Laagste
d.wl)
48.20

6.10
1.15
12.05
20.15
Hoogste
d.wl)
48.42
,
4

28.10
6.17.
7.371
1

1.25
12.20
20.35
Muntpariteit
48.003
35.007
1.4881
13.0941
48.52

a a
D
,
Stock- Kopen-
° *
Hel-
Buenos-
Mon-
holm *)
hagen”)
Aires’)
treal’)

6 Aug. 1935
37.80
32.77+

36.85
3.25
39
1.47
7

,,

1935
37.87+

32.80
36.90
3.25
3934 1.4734 8

1935
37.85
32.80
36.90
3.25
3934
1.4734
9

1935
37.85
32.80
36.90

39ij
1.47h
10

1935
37.90
32.82+

36.95
3.25
3934
1.48
12

1935
37.85
32.80
36.90
3.25
3934
1.4734
Laagste
d.w’)
37.50 32.50
36.50
3.20
39
1.47
Hoogste
d.w’)
38.15
33.10
37.20
3.30
40
1.4834
Muntpariteit
66.671
66.671
66.671
6.266
953%

2.4878
*

Noteerine te
Am,terdam.
“”1
Not, te
Rotterdam.
1)
Part.
onaave.
In ‘t lsEeof 2de No. van iedere maand komt een ovèrzicht
voor van een aantal niet
wekelijks
opgenomen wisselkoersen.

KOERSEN TE NEW YORK. (Cable).

D a a
Londen
($
per £)
Parijs
(3
P. IOOfr.)
Berlijn
($
p. 100 Mk.)
Amsterdam
(3
p. 100 gid.)

6 Aug.

1935
4,96
6,62k
40,34
1

67,77
7

,,

1935
4,9634
6,62’j,
40,36
67,71
8

,,

1,935
4,9634
6,62′;
8

40,40
67,75
9

,,

1935
4,9634
6,6211
8

40,41
67,73
10

1935
4,97
effly
4

40,40 67,72
12

1935
4,9734
6,63′
2

40,45
67,76

13 Aug.

1934
5,103%
6,6934
39,87
68,83
r4untpariteit..
4,86
3,90’/
23.8354
4011
15

KOE1I.SFJN TE LONDEN.

Plaatsen en
Landen
Not eerings-
eenheden
27Juli
1935
3
Aug.
1935
6110 Aug.1935
Laagstedoogsfe
10
Aug.
1935

Alexandrië..
Piast.
p.

9734
9734
978
18
97
5
8

9734

Athene
Dr.
p.0

518 516 515
517 517

Bangkok….
5h. p. tical
1110
5
3
7

1110
3

1110
1
1
1110,
9
w

1110
1
19
Budapest

..
Pen. p. J?
1651
8

1631
8

161
8

161,
1611
8

BuenosAires’
p.pesop..0
18.55 18.55
18.50
18.60
18.55
Calcutta
. . . .
Sh.
p.
rup.
1/6’1,
1/611,
1163132

116
5
1
s
,
1/6
ii,
Constantin..
Piast.p.c
613
613
613 613 613
Hongkong ,,
Sh. p. $
2/181
8

21181,,
2/03%
21111,
2/1
11,
Sh. p. yen
1/25182

112
6
1
82

11211
8

1
2s1
16

112
5
1
33

Lissabon….
Escu. p. £
11011,
hOl/
s

10971
8

11081,
1101/,
Kobe

…….

Mexico


$per,
173%
173%
1714
1814
18
Montevideo’)
d.perc
20 20
1914
20
1
18
20i1
8

Montreal

,.
$
per £
4.97
4.96′,
4.96 4.97
4.963%
Riod.Janeir03
d. per Mil.
251
8

291,,
234
2it,,
2
1
1
8

Shanghai

..
5h. p. tael
116″1,
6

116
1,5′,,
1/634
1571,
Singapore ..
id. p. $
2/3
29
1
32

2,3
29
/
92

21371,
2/4
2/3’s,,,
Valparaiso’).
$per
121
119 119
119
119
Warschau ..
Zl. p. £
2634
261/
8

26
26′,
2681,
6

1) Offic. not. 15 laten, gem. nat., welke importeurs hebben te betalen,
8 Juli 17.02.
2)
Offic. not. 23 Juli 39
1
12; 1 Aug. 39
5
/8; 6 Aug.
39111.
3)
Id.
II Mrt.
4114.4)
90 dg. Vanaf 28 Aug. laatste ,export” noteering.

ZILVERPRIJS

GOUDPRIJS’)
Londen’) N.Yorkl)

Londen
6 Aug. 1935,. 30′,, 673%

6 Aug. 1935…. 140,9+
7 ,,

1935., 30′,,

673%

7 ,,

1935,.., 140/5
8 ,,

1935., 30j,,

67%

8 ,,

1935,,.. 140,6
9 ,,

1935., 3681
1
,

673%

9 ,,

1935.,., 1
4
015+
10 ,,

1935.. 30′,,

67
8
%

10 ,,

1935.,.. 14015
12,,

1935,. 30′

673%

12 ,,

1935,.., 14015
13 Aug. 1934′. . 29s1,, 493%

13 Aug. 1934…. 138,3

27 Juli 1914., 24′.,, 59

27 Juli 1914.,,, 841103%
)
in pence p.oz.stand.
8)
Forelgn silver In $c. p.oz. line.
8)
In sh. p.oz.fine

STAND VAN ‘s RIJKS KAS.
Vorderingen.
1

31JuI,IY35
1

1Aug.1930
Saldo van
‘s
Rijks Schatkist bij De Ne-
f

4.386.333,66
1

2.397.459,07
Saldo b. d. Bank voor Ned. Gemeenten
,,

1.984.558,38
,,

145.565,72
Voorschotten

op

ultimo

Juni

1935
a/d. gemeent. verstr.
op
a. haar uit te
keeren hoofds. der pers. bel., aand. in
de hoofds. der grondbel. en der gem.
tondsbel., alsmede
opc. op
die belas-
derlandsche Bank
……………….

tingen en
op
de vermogensbelasting
10.410.638,03

10.410.638,03
,,
131.288.507,86
,,
133.593.647,88
,,

12.440.058,18
,,

12.444.871,18
Idem aan Curaçao
….

…………..
,,

2.005.533,02

1.088.812,55

Voorschotten aan Ned.-lndit
….
…….

Kasvord.weg. credietverst. ajh. buitenl

120.122.162,32

120.589.982,68

Idem

aan

Suriname ………….
……

Daggeldleeningen tegen onderpand
Saldo der

v.
Rijkscomptabelen postrek.

21.509.777,63

..


30.151.388,22
Vord.
op
het Alg.Burg. Pensioenfonds’)

,,

Vord.
op
andere Staatsbedrijven’)
34.388.065,67
,

34.460.383,33
Verstr. ten laste derRijksbegr. kasgeld-
leeningen aan gemeenten (saldo)
,,

39.289.870,39
38.589.100,03
Verplichtingen

Voorschot door De Ned. Bank ingev.
art.

16

van

haar octrooi verstrekt


Schatkistbiljetten in Omloop ………
f402.548.000.-
f400.608.000,-
,,
105.600.000,-
,,
129.820.000,-
Daggeldleeningen

……………….
– –
Zilverbons in Omloop

…………….
,,

1.223.724,-
,,

1.221.327,-

Schatkistpromessen in omloop
…….

Schuld

op

ultimo

Juni 1935 aan de
gem. weg. a. h. uit te keeren hoofds. d.
pers. bel., aand.
i.
d. hoofds. d. grondb.

.

.

e. d. gem. fondsb. alsm.
opc. op die

……

bel, en
op
de vermogens belasting
Schuld aan het Alg. Burg. Pensioenf.’)
-_
,,

26.211.389.40

,,

19.305.355,66
Id. a. h. Staatsbedr. der
P.T.
en
T.’)
,,

70.957.478.18
,,

968.719,48 79.997.777,90
,, ,,

888.698,71
Id. aan andere Staatsbedrijven
‘) ……
Id. aan diverse instellingen’) ………
..119.621.130,57
,,
119.593.79I,9
‘)
In rekg.-crt. met’s Rijks Schatkist.

NEDERLANDSCH-INDISCHE
VLOTTENDE
SCHULD.

1

3Aug.
1935

!

10Aug. 1935

Vorderingen:

f

297.000,-
Saldo b. d. Postchèque- en Girodienst
t

856.000,-
,

1.536.000,-
Betaalmiddelen in
‘s
Lands kas


Verplichtingen:

Saldo Javasche Bank
.
…………………

Voorschot’s Rijks kas e.a. Rijksinstell.
,
133.714.000,-

132.201.000,-


Schuld aan het Ned.-lnd. Muntfonds.,,
226.000,-
,

226.000,-
Schatkistpromessen
…………………

Idem aan de Ned.-lnd. Postspaarbank.
162.000.-
255.000,-
Voorschot van de Javasche Bank

342.000,-

CURAÇAOSCHE BANK.
Voornaamste posten In duIzenden guldens.

Clrcu-
Voor-
schotten
Dis-
D D
iverse
Data
Metaal
lat ie
aan de
conto’s
reke- reke-

kolonie
ningen
ningen’

1
Juli

1935
4.544
4.404
16
64
573
203
1
Juni

1935
4.541
4.387
115 64
510 253
1
Mei

1935
4.441
4.353
150
64
493
205
1
April

1935
4.480 4.480
198
81
555
244

1
Juli

1
9
34
1
4.535 4.622
146 96
550
116
Slultp. der activa.
1)
Slultp. der passlva.

724

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

14 Augutus 1985


STATISTISCH OVERZICW

GRANEN EN ZADEN
TUINBOIJWARTIKELEN VLEESCU

TARWE
80 K.Q. La
R000E
MAIS
GERST
64
1
65 K.G.
LIJNZAAD
DRUIVEN
TOMATEN
VROEGE
AARD-
RUND-
VLEESCH
VARKENS- Plata
74 K.G. Bahia
Blanca
La Plata
loco
La Plata
L. Plata
loco
Black
Alicante
A
APPELEN
(versch)
VLEESCH
(versch)
Rotterdam!
Amsterdam
R’dam;A’dam R’dam!A’dam
loco Rotter-
dam/A’dam
R’damfA’dam
per
K.G.
per
100
K.G.
P 100 K.G.
Gem.v.3kw.
per
100
K.G.
per
100 K.G.
per ‘100 K.G.
per
2000
K.G.
per2000K.G.
per
1960
K.G.
Westiand Westiand Groote-
per 100
K.G.

Rotterdam
5)
3)
4)
broek
Rotterdam

1925
11.
17.20
100,0
13,076
100,0
‘231,50
100,0
236,00
Io
100,0
fi.
462,50
lig
100,0
fi’
0
10
f1.
°h
°,o

010


192615,9092,4
11,75
89,9
174,25

75,3 196,75
83,4

360,50 77,9


I
.192714,7585,8
12,475
95,4
176,00

76,0
237,00
100,4

362,50
78,4


1928
13,475
78,3
13,15
100,6
226,00
97,7
228,50 96,8
363,00 78,5
0,80
100,0
20,-
100,0
4,93
100,0
93,-
100,-
77,50 100,-
1929
1930
12,25
9,675
71,2
56,3
10,87b
6.225
83,2 47,6
204,00
136,75
88,1
59,1
179,75 111,75
76,2 47,4
419,25
356,00
90,6
77,0 0,64
0,62 80,0 77,5
16,-
80,0
3,15
63,9
96,40
103,7
93,125
120,2
1931
5,55
32,3
4,55
34,8
84,50
36,5
107,25
45,4
187,00
40,4
0,49 61,3
20,-
14,50 100,0
72,5
4,12 4,95
83,6
100,4
108,-
88,-
116,1
94,6
72,90
48,-
94,1
61,9
1932
5,22 30,4
4,625
35,4
77,25
33,4
100,75
42,7
137,00
29,6
0,41
51,3
11,
50

57,5
1,69
34,3
61,-
65,6
37,50
48,4
1933
5,025
29,2 3,55
27,2 68,50
29,6
70,00
30,0
148,00
32,0
0,31
38,8
8,21 41,1
0,85
17,2
52,-
55,9
49,50
63,9
1934
3,67
5

21,4
3,325
25,4
70,75
30,6
75,75
32,1
142,50
30,8
0,27
33,8
5,53
27,7
3,23
65,5 61,50
66,1
46,65
60,2
an.

1934
4,75
27,6
3,10
23,7
65,25
28,2
58,00
24,6
144,25
31,2
62,50
67,2
53,75
.69,4
Maart

,,
3,40
3,25
19,8
18,9
2,775 2,72,
5

21,2
20,8
65,25 70,75
28,2
30,6 58,50
58,75
24,8
24,9
133,00
132,00
28,8
28,5

——————-
——————-

63,-
67,7
53,50
69,0
April

,,
3,20
18,6
2,70 20,7
70,50
30,5 56,75
24,0
136,50
29,5

61,75 63,50
66,4 68,3
50,50 49,126
65,2 63,4 Mei

1uni

3,32
5

3,676
19,2
21,4
2,876
3,175
21,9
24,3
62,00
65,00
26,8
28,1
63,00
74,75
26,7
31,7
154,50
156,50
33,4 33,8
-.
65,75
63,25
70,7
68,0
47,50
43,75
61,3
56,5
juli

Aug.
3.80
4,37
22,1
25,4
3,30
4,275
25,3
327
71,50
83,25
30,9
36,0
78,75
93,50
33.4
39,6
151,25
159,25
32,7
34,4
0,35
43,8
8,28 5,89
41,4 29,5
3,52
2,93
71,3
59,4
63,-
63,95
67,7
68,8
44,625
43,30
57,6
Sept.

4,-
23,3
4,15
31,7
77,25
33,4
93,25
39,5
145,50
31,5
0,25
31,3
2,02

—–















—-





—–

10,1
63,55
68,3
42,625
55,9
55,0
Oct.

,

Nov.

,,
3,50
3,50
1
20,3
20,3
3,70

3,45
28,3
26,4
69,50
71,25
30,0 30,8
93,50
89,25
39,6
37,8
135,25
127,75
29,2
27,6.
0,21
26,3
5,92

————-
————–

29,6
-.
-,
60,70
65,3
42,125
54,4
Dec.
3,45
520,
1

3,55
27,2
76,25
32,9 91,00
38,6
134,00
29,0–
53,75
53,15
57,8
57,
44,50
44,
65
.
57,4
57,6
Jan.

1935
ebr.
3,30
3,20
19,2
18,6
3,525
3,375
27,0
25,8
74,25 68,00
32,1
29,4
89,25
71,25
37,8
30,2
137,25 124,25
29,7
26.9
53,625
57,7
45,62′
58,9

Maart

,,
3,20
18,6
3,07
5

23,5
67,75
29,3
64,00
27,1
120,50
26,1
51,90 51,40
55,8
55,3
47,55
51,20
61,4 66,1
April
Mei

,
4,075
4,05
23,7 23,5
2,95
2,90
22,6
22,2 70,75
59,90

30,6
25,9
66,75
67,25
28,0 28,5
125,00 125,50
27,0
27,1







——-

51,925
55,8 50,25
64,8
4,02
23,4
2,90
22,2
57,50
24,8
75,00
‘31,8
124,25
26,9





———



——————-

50,80
48,-
54,6 51,6
48,50
46,12S
62,6 59,5
~
ni

li
5

ug.
3;92S
4,25
22,8
24,7
2,55
2,60
19,5
19,9
54,50
57,00
23,5
24,6
66,75
6
5,
0
01
28,3
27,5
124,50
132,00
26,9
28,5

0,48

60,0
10,19
10,50














——-









——-


50,9
52,5
4,24
2,07
86,0
42,0
48,-
45,_S)

51.6
48,4
47,376
52,-5)
611
67:1
12

4,15
24,1
2,60
19,9
55,50
24,0
65,
00
1
27,5
130,50
28,2
0,40
50,0
8,10
40,5
2,15
43,6
45,_6)I
48,4
52,75
6
)
68,1
‘i Men
zie voor ae toelichting op aezen staat de nos. van 8,
15
Aug.1928, 25 Febr. 1931 en 15 Febr.
1933.
)
Tot Jan.
1931 Hard Winter No.2. van Jan. 1931’tol
16 Dec. 1929 tot 26 Mei 19337415 K.G. Hongaarsche vanaf 26Mei1930 tot 23 Mei
1932
74 K.G. Zuid-Russische; van 23 Mei 1932 tot 2Oct.
1933
No. 2 Canada.
4)
Tol
Canada. Van 19Sept.’32 tot 24 Juli
‘3362/63
K.G. Z.-Russ. 5)2 Aug.
0)9
Aug. )1 Aug. )8 Aug.

Vervolg STATISTISCH OVERZICH1

MINERALEN


/
TEXTIELGOEDEREN

i
DIVERSEN
.
STEENKOLEN
Westfaalsche/
PETROLEUM

BENZiNE
KATOEN
WOL WOL –

Hollandsche
Mid. Contin.
Crude
Gulf exp.
gekarnde
gekamde
Australische,
KOE-
HUIDEN
KALK-
SALPETER
Middling
locoprijzen


F. 0. F.
Sakella-
0. F.
No. 1
.bunkerkolen,
ongezeefd f.o.b.
33 t/m
64/66°
Sets, per

u

ra
is
,

,

M


ering.
CrossbredColo-
nial Carded,
Gaaf, open
kop
Gid. per
100 K.G.
R’dam/A’dam
per

000
K.G.

8
8.
g.
per barrel
U.S. gallon
New-York
rides
pomia
Liverpool
do

oco
e
ra

r

P r

.
50’s Av. loco
57-61 pnd.
netto
per
Ib.
Liverpool
Bradford per Ib.

1925
f1.
10,80
%
100,0
$
1.68
0
/o
100,0
$ct2.
14,86
°Io
100,-
$
ets.
23,25
°o
100,0
pence
29,27
0
/9
100,-
pence
9,35
Ofo
100,-
pence
55,00
0j
100,0
pence
29,50
O
fo
100,0
f1.
34,70
O
lo
100,0
f1,
12,-
°/o
100,0
1926
17,90
165,7
1.89
112,5 13,65
91,9
17,55
75,5
16,24
55,5
6,30
67,4
47,25
85,9
24,75
83,9
28,46
82,0
11,61
96,8
1927
11,25 104,2
1.30
77,4
14,86
100,-
17,50
75,3
16,78
57,3
7,27
77,8
48,50 88,2
26,50
89,8
40,43
116,5
11,48
95,7
1928
10,10
93,5
1,20
71,4
9,98
67,2
20,00
86,0
19,21
65,6
7,51
80,4
51.50
93,6 30,50
103,4
47,58
137,1
11,48
95,7
1929 11,40 105,6
1.23
73,2
10,-
67,3
19,15
82,4
17,05
58,2
6,59
70,5
39,-
70,9
25,25
85,6 32,25
92,9
10,60
88,3
1930 11,35
105,1
1.12
66,7
8,77
59,0
13,55
58,3
12,-
41,0
392
41,9
26,75
48,6 16,25
55,1
25,36
73,1
9,84 82,0
1931
10,05 93,1
0.58 34,5 5,04 33,9
8,60
37,0
7,33
25,0
3,08 33,0
21,50
39,1 12,00
40,7
18,65
53,7
8,61
71,8
1932
8,00
74,1
0.81
48,2
4,50
30,3
6,45
27,7
5,21 17,8 3,11
33,3
16,00
29,1
8,50 28,8
11,15
32,1
6,15
51,3
1933
7,00 64,8
0.45
26,8
3,61
24,3 6,75 29,0
5,13
17,5
2,78
29,7
19,25
35,0
9,50 32,2
13,26
38,2
6,18
51,5

1934
6,20
57,4 0.63
37,5 2,88
19,4
7,35
31,6
5,32
18,2
2,68
28,7
19,25

35,0
10,25
34,7
12,07
34,8
6,11
50,9
Jan.

1933
7,05 65,3 0.53
31,5
4,16
28,0
6,15
26,5
5,13
17,5
2,95 31,6
15,75
28,6
8,25
28,0
11,50
33,1
6,30
52,6
Febr.,,
Maart

,,
7,20
7,25
– –
66,7
67,1
0.38
038
22,6
22,6
3,97
3,87′
26,7
26,1
6,10 6,40
26,2
27,5 4,98
4,97
17,0 17,0
2,78 2,77 29,7
29,6
15,50 15,25
28,2 27,7
8,25 7,75
28,0
26,3
10,38 10,75
29,9 31,0 6,40 6,40
53,3
53,3
April

,,
7,25
67,1
0.37 22,0 3,67
24,7
6,65 28,6

5,18
17,7
2,68 28,7
15,75
28,6
7,75
26,3
11,25
32,4 6,40
53,3
Mei
7,15
66,2
0,23
0

14,0
2,95
19,9
7,30

.
31,4
5,60
19,1
3,07 32,8
17,00
30,9
8,25
28,0
12,25
35,3 6,40
53.3

JunI
7,15
66,2 0.25
6

15,2
3,02
20,3
7,85
33,8
5,85
20,0
3,25
34,8
18,50
33,6
9,00
30,5
15,75
45,4

6,40
53,3
JulI

.,,
7,05 65,3
0.41
24,4
3,33
22,4
7,60
32,7
5,76
19,7
3,20
34,2 20,75
37,7
9,75
33,1
16,-
46,1
6,40
53,3
Aug.

6,95
64,4
0.37
22,0
3,37
22,7
6,90
29,7
5,39
18,4 2,91 31,1
20,75
37,7
9,75
33,1
14,75
42,5 5,80
48,3
Sept.
Oct.
6,85.
63,4
052
31,0
3,50
23,6
6,60
28,4
4,70
16,1
2,54
27,2
21,50
39,1
10,50
35,6
15,13 44,1
5,85
48,8

Nov.
6,60
6,75
61,1
0.66
39,3
4,04
27,2
6,40
27,5
4,55
15,5
2,48
26,5
20,75
37,7
10,75
36,4
14,50
41,8 5,90
49,2

Dec.
6,95 62,5 64,4
0.66
0.67
39,3
3,72
25,0
6,25
26,9
4,63
15,8
2,39
25,6 23,75
43,2
12,00
40,7
13,38
38,6
5,95
49,6 39,9
3,75
25,2 6,50
28,0
4,89
16,7
2,38
25,5
25,00
45,5
13,25
44,9
13,50
38,9
6,-
50,0
Jan.

1934
6,65
61,6
0.66
39,3
3,74
25,2
7,10
30,5
5,47
18,7
2,59
27,7 27,00
49,1
14,75
50,0
13,-
37,5 6,15
51,3
‘,,
Febr.
Maart

,,
6,30
6,25
58,3-
57,9
0.64 0.63
38,1
37,5 3,25
3,05
21,9 20,5
7,50
1,40
32,3 31,8 5,64 5,50
19,3
18,8
2,68
2,76
28,7
29,5
23,75
23,25
43,2
42,3
12,75 11.75
43,2
13,-
37,5
6,20
51,7
April

.,,
6,30
58,3 0.62
36,9 2,79
5

18,8
6,95
29,9
5,37
18,3
2,50
26,7
23,00
41,8
11,50
39,8 39,0
12,50
12,-
36,0
34,6
6,25 6,30
52,1
52,6
Mei

,,
6,25 57,9
0.62 36,9
2,88
19,4
6,80
29,2 5,20
17,8
2,48
26,5
21,00
382
10,50
35,6
11,88
34,2 6,30 52,6
Juni


6.15
56,9
0.62 36,9
2,83-
19,0
7,15
30,8 5,23
17,9
2,77
29,6
19,00
34,5
9,50
32,2
11,50
33,1
6,30 52.6
Juli
6,15
56,9′
0.62
36,9
2,68
18,0
7,55
32,5
5,22
17,8
2,83
30,3
17,00
30,9
9,00
30,5
11,50
33,1
6.30
52,6
Aug.
Sept.
6,15
56,9
0.62
36,9 2,68
18,0
7,85
34,0
5,32
18.2
2,85
30,5
16,00

29,1
8,50 28,8
11,75
33,9 5,80
48,3
Oct.
6,00
55,6
0.62 36,9
2,74
18,4

7,70

33,1
5,06
17,3
2,71
29,0
15,00
27,3
8,50
28,8
12,-
34,6
5,85
48,8

6,00
55,6
0.62
36,9
2,60
17,5
7,40
31,8
4,93
16,8
2,57
27,5
15,00
27,3
8,50 28,8
12,50
36,0
5,90
49,2
Nov.
6,10
56,5
0.62
36,9
2,53
17,0
7,40 31,8
5,42
18,5
2,67
28,6
15,00
27,3
,
8,75
29,7
12,
34,6 5,95
49,6
Dec.

.
6,05 56,0 0.62 36,9
2,76
18,6

7,50 32,3
5,43
18,5
2,77
29,6
14,50 26,4
8,50
28,8
11,25
32,4 6,05
50,4-
Mn.

1
935
6,05
56,0
0,626

37,2
2,97
6

20,0
7,55
32,5
5,38
18,4
2,99
32,0
14,75
26,8
8,25′

28,0
10,75
31,0
6,15
-51,3
br.
6,05
56,0
0.62
5

37,2 2,75
18,5
7,50
32,3
5,24
17,9
3,-
32,1
14,00
25,5
7,75
26,3
10,50
30,3
6,20
51,7
Maart

,
5,90 54,6
0.62
36,9
2,74′ 18,4
6,80.
29,2
4,85
16,6
2,79
29,8
13,75
25,0
7,50
25,4
10,25
29,5 6,25
52,1
April
6,00
55,6
0.63
37,5 2,99
20,1
7,05
30,3 4,89
16,7
2,89 30,9
14,75
26,8
8,00
27,1
10,75
31,0 6,30
52,6
Mei
.
6,05
56,0
0.62
36,9
2,97
0

20,0
7,30
31,4
4,t6
16,9
3,07
32,8
16,00
29,1
8,50 28,8
11,75
33,9
6,30.
52,6
Juni


6,05
56,0
0.62
36,9
3,15
21,2
7,-
30,1
4,82
16,5
2,98
31,9
16,75
30,5
8,50 28,8
12,-
34,6 6,30
52,6
Juli
6,05
56,0
0.62 36,9

3,115

21,0
7,25
.31,2
4,82
16,5
3,08
32,9
18,25
33,2
9,00
30,5
11,75
33,9 6,30
52,6
5 Aug.,,
6,10
56,5
0,62
36,9
3,10′)
20,9
7,-
‘.30,1
4,89
4
)
16,7
3,_4)

32,1
18,00
5
)
32,7
9,00
6
)
30,5
6,30
52,6
2
6,15
56,9
062
36,9
3,103)
20,9
6,80
29,2
jaar- en maanagem. atger. op 118 pence.
2
)3Aug.
3
)10 Aug.
4)7 Aug.
5
)1 Aug. 0)8 Aug.
)
6Aug. 8)2 Aug.

14 Augustus 1935

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

725

AN GROOTHANDELSPRIJZEN
1)

ZUIVEL EN EIEREN
METALEN

BOTER
BOTER

KAAS
Edammer
EIEREN
KOPER
LOOD
TIN
IJZER

1
Cleveland
GIETERIJ-
ZINK
GOUD
ZILVER
per K.G.
”g

Alkmaar
Gem. not.
Standaard
Locoprijzen Locoprijzen
Foundry

1
IJZER
Locoprijzen
cash cash
Leeuwar-
Crisis

Fabrieks-
Eiermijn
Locoprijzen
Londen Londen per
No. 3 f.o.b.
III)
p.

Londen Londen
Londen per
derComm.
Noteering
Zuivel-
kaas
kI. m(merk
Roermond
p. 100 st.
Londen per Eng. ton
per Eng. ton
Eng, ton
Middlesb.
Eng. t. f.o.b.
Antwerpen
per
Eng. ton
per ounce
fine
Standard
Ounce
Centr.

perSOK.G.
per Eng. toni

f1.
%
f1.
f1.
0
1ó’
f1.

1
%
ï
i
‘T”
0(0
£
0
10
sh.

1
0
/o
pence
D/o
1925
2,31
100,0

56,-
100,0
9,18

1100,0
62.116
100,0 36.816 100,0
261.171′.
100,0
731-
100,0
671-
100,-
36.316 100,-
8516

I100,-
32
1
1
100,0
1926
1,98
85,7

4315
77,1
8,15
.88,8
58.11′.
93,5
31.116
85,3
290.1716
111,1
866
118,5 6818
102,5
34.216
94,3
851-
99,5
2S
11
/i
89,3
1927
2,03
87,9

43,30 77,3
7,96
86,7
55.141- 89,7
24.41-
66,4
290.41

110,8
731-
100,0
6416
96,3
28101-
78,8
851-
99,5
263/4
83,3
1928
2,11
91,3

48,05
85,8
7,99
87,0 63.161-
102,8
21.11-
57,8
227.51-
86,8
661-
90,4
6218
93,5
25.516
69,9
851-
99,5
26
1
f6
81,1 1929
2,05
88,7

45,40
81,1 8,11
88,3
75.14!-
121,9
23.51-
63,8
203.1516
77,8
7016
96,6
6819
102,6 24.1716
68,8
851-
99.5.
24
7
1
76,2
1930
1931
1,66 1,34
71,9
58,0
– –
38,45 31,30
68,7
56,9
6,72
5,35
73,2
58,3
54131-
36.51-
88,0
58,4 18.1(6
12.11-
49,6
33,1
142.51- 110.11-
54,3
42,0
671-
551..
91,8
75,3
5916 4716
88,8
70,9
16.171-
11.1016
46,6 31,9
85/-
9216
95
108,2
17
13
(16
1311
55,4
41,6
1932
0,94 40,7

22,70
40,5
4,14
45,1
22.171-
36,8
8.121-
23,6
97.21-
37,1
42!-
57,5
371-
55,2 9.161-
27,1
1181- 138,0 12
7
j9
40,1
1933
0,61
26,4
0.96
20,20
36,1 3,71
40,4
22.216
35.6
7.1716
21,6
131.181-
50,1
41!-
56,2
351-
52,2
10.1216
29,4
124/714
145,8
12:
1
1
385
1934
0,45
19,5
1,-
18,70
33,4
3,45 37,6
18.1416
30,2
6.1516
18,6
141.1916
54,2
401-
54,8
33;7
50,1
8.91- 23,4
137(73(
4

161,0
13
1
116
40,7

Jan.’34
0,50
21

6
1,-
20,40
36,4 5,05 55,0
21.71-
34,4 7.71- 20,2 148.31-
56,8
3916.
54,1
361-
53,7 9.121-
26,5
12916
151,5
12
3(4
39,7
Feb.
0,47 20,3
1,-
21,55
38,5 3,68
40,1
20.916
33,0
7.41-
19,8
140.131-
53,7
3916
54,1
3615
54,4
9.-
1
6
24,9
13711
160,3
12
1
h
38,9
Mrt.,,
0,44
19,0
1,
19,90
35,5
2,71
29,5
20.31-
32,5
7.316 19,7 144.1516
55,3
4016
55,5
3513
52,6
9,21-
25,2
13618
159,8
12/
39,3
Apr.,,
0,42
18,2
1,-
17,20 30,7
2,72
29,6
20.1416
33,4
7.416 19,8
150.1016
57,5
4116
56,8
3412
51,0
9.716
25,9
135114
158,0
1211
1
6
38,7
0,41
17,7
1,-
16,05
28,7
2,54
27,7
20.41- 32,5
6.1616
18,7
144.1916
55,4
4016
55,5
3219
48,9
9.21-
25,2
13613
159,4
12
1
116
37,5
0,41
17,7
1,-
19,40
34,6
2,74
1

29,9
19.1816
32,1
6.141-
18,4
140.11-
53,5
4016
55,5
3119
47,4
8.161-
24,3
137184
161,1 12
6
14
38,1

j

uni,
uli
0,40
17,3
1,-
21,50
38,4
2,81
30,6
18.111-
29,9
6.1416
18,5
142.91- 54,0
4016
55,5
3214
48,2
8.61-
22,9
137111
161,4
12
3
14
39,7
ug..
0,43
18,6
1,-
20,90
37,3 3,32
5
36,2
17.61-
27,9
6.14/-
18,4
139.716.
53,2
401-
54,8
3216
48,5
8.716
23,2
13816
162,0
13
40,5
Sept..
0,43
18,6
1,-
18,126
32,4
3,31 36,1
16.10/-
26,6
6.516
17,2
137.171- 52,6
3916

54,1
3216
48,5
7.171-
21,7 1411-
164,9
13118

40,9
Oct.,
0,43
18,6
1,-
17,37
6

31,0
3,95
43,0
16.31-
26,0
6.61-
17,3
137.1916
52,1
3916
54,1
326
48,5
7.71-
20,3
141110
165,9
14
43,6
Nov..
0,47
20,3
1-
17,-
30,4
4,526
49,3
16.11/6
26,7
6.8!-
17,6
139.8/-
.

53,2
40!-
.
54,8
3216
48,5
7.7/6
20,4
139/6
163,2
14%
46,3
Dec.,
0,54
1
23,4
095
15,12
0

27,0
4,07
44,3
16.161-
27,1
6.61-
17,3
137.816
52,5
3916 54,1
341
50,9
7.416 20,0
140164
164,4
14116
45,7

Jan. 350,58
25,1
0,90
14,95
26,7
3,12
5
34,0 16.191- 27,3
6.5!-
17,2
138.111-
52,9
3916 54,1 3416
51,5
7.616
20,4
1411104

165,9
14
8
/4
45,9
Feb..
0,52
22,5 0,95
14,375
25,7
3,20
34,9 16.41-
26,1
6.41-
17,0
136.81-
52,1
39/6
54,1 3416
51,5
7.316
19,8
14218
166,9
14
1
j16
46,1
Mrt.,
0,37
16,0
1,021
13,30
23,8
2,74
29,8
16.81- 26,4
6.716 17,5
124.516
47,5
381-
52,1 3319
50,4
7.-/-
19,4
14715
172,4
15
3
14
49,0
Apr.,,
0,37
16,0
1,08
11,50
20,5
2,316
25,2 18.81- 29,6
7.516
20,0
131.-(6
50,0
3816
52,7
3316
50,0
7.111-
20,9
14415
168,9
18(56
56,6
Mei
,
0,34
14,7
1,10
11,85
21,2
2,38
5

26,0
20.-!-
32,2
8.616
22,9 135.5(6
51,7
39!-

53,4
3316
50,0
8.1516
24,3
142134
166,4
20
62,3
Juni,,
0,41 17,7 1,07
11,95
21,3
2,415
26,3
18.161-
30,3
8.11j6
23,5
136.5/6
52,0
3916 54,1 3316
50,0
8.111-
23,6
14116
165,5
l9f
61,1
luli
0,44
1

19,0
1,

12375
22,1
2,54
27,7
18.101- 29,8 8.131-
23,7
140.1116
53,7
39,6
54,1
3316
50,0
8.101-
23,5
140110
164,7
18
6
(16
57,0
5 Âug.
0,48
7
)j
20,81
1,-
I5,05)I
27,7
13,60 39,2
119.5(-5) 31,0
9.7j_5)

25,7
I140.21-
5
)
53,5
396
54,1
3316
50,0
8.131-
23,9 I1401I0
5
)
164,7
Il8′(sS)
56,4
12

,,

,,
0,46)f
19,91
1,-
14,_6)1
25,0
13,15
34,3
119.4/-
30,9
9.716
25,7
1134.21-
51,2
3916
54,1
3316
50,0
8.1316
24,0114015
164,2
j18′!i
56,2
26 Sept. 1932 79 K.G. La Plata; van 26 Sept. 1932 tot 5 Febr. 1934 Manitoba No. 2
3
).Tot Jan. 1928 Western; vanaf Jan. 1928 tot 16 Dec. 1929 American No. 2, van
Jan. 1928 Malting; van Jan.1928 tot 9 Febr. 1931 American No. 2, van 9 Febr. 1931 tot 23 Mei 1932 64/5 K.G. Zuid-Russische. Van 23 Mei-19 Sept. 1932 No. 3

VAN GROOTHANDELSPRIJZEN.

BOUWMÂTERIALEN
.

.
KOLONIALE PRODUCTEN

VURENHOUT
STEENEN
CACAO
COPRA
KOFFIE
RUBBER
SUIKER
THEE
EXCUFER

Kolo-
basis 7

f.o.b.

Zweden/
binnenmuur

buitenmuur
G.F. Accra
Ned.-Ind.
Robusta
Standaard
Ribbed Smoked
Witte kristal-
All. N.-I. theev.

Finland
per

per
per
5ij K.G. c.i.f.
t.
m.
S.
per
100
K.G.
Locoprijzen
Rotterdam
Sheets
suiker
loco
R’dam/A’dam
A’dam gem. pr
.
Java- en Suma-
Orond
nlale
perstandaard
van 4.672 M
3
.
per
1000
stuks per
1000
stuks
Nederland Amsterdam
per
‘(

K.G.
loco
Londen
per Ib.
per 100.K.G.
tratheep.’/2K.G.
stoffen
pro-
ducten


ii;

f
0
1
f
01
sh.
cts.
Sh.
1
T”

0
10
ets.
0
10
1925
159,75
100
15,50
100,-
19,-
100,-
42,6
100,-
35,875

100,0
61,375
100,0
2111,625
100,0 1 18,75
100,0
84,5
100,0
100.0 100.0
1926
153,50
96,1
15,75 101,6
19,50
102,6
49!-
115,3
34,-
94,8 55,375
90,2
21-
67,4
1
17,50
93,3
94,25
111,5
96.0
102.6
1927
160,50
100,5 14,50
93,5
18,50
97,4
68/-
160,0
32,62
5
90,9 46,875
76,4
116,375
51,6
19,12
5

102,0
82,75
97,9 87.5
109.1 1928
151,50
94,8
12,-
77,4
18,50
97,4
57/3
134,9
31,87
6

88,9
49,625
.80,9
-110,75 30,2
1
15,85
84,5
75,25
89,1
84.6
91.4
1929
146,00
91,4
14,-
90,3
21,25
111,8
45/10
107,9
27,37′
76,3 50,75 82,7 -110,25
28,8
13,-
69,3
69,25
82,0
81.9
85.5
1930
141,50
88,6
12,50
80,6
20,75
109,2
34/11
82,2
22,621
,63,1
32
52,1
-15,875
16,5
9,60 51,2
60,75
71,8
66.0
64.3
1931
110,75
69,3
10,25
.
66,1
20,25
106,6
22(5
52,8
15,375
42,9
1
25
40,7
-13
8,4
8,-
42,7 42,50
50,3
46.8
46.6
1932
69,00 43,2
9,25
59,7
15,-
78,9 19,6
45,9
13,-
36,2
24
39,1
-/1,75
4,9
6,325
33,7
28,25
33,4
36.1
38.0
1933
73,50 46,0
10,-
64,5
12,75
67,1
1514
36,0 9,30
25,9 21,10 34,2
-12,25.
6,3 5,525
29,5
32,75
38,7
35.2
34.7
1934
76,50
47,9
8,50
54,8
10,50
55,3
1316
31,8 6,90
19,2
16,80
27,4
-13,875
10,9
4,075

21,7
40
47,3
34.4
32.1

lan.

33
70,00
43,8
9,25
59,7
13,50
71,1
1616
38,8
11,50
32,1
24
39,1
-11,625
4,6
5,371

28,7
25
29,6
33.2
34.1
lebr.
,,
70,00
43,8
9,25
59,7
13,-
68,4
1519
37,1
10,626
29,6
23,75
.
38,7 -11,5
4,2
5,60
29,9
26,75
31,7
32.1
34.4
Mrt.
70,00 43,8
9,50
61,3
12,25
64,5
16/3
38,2
10,37
1

28,9 23,50 38,3
-/1,5
4,2
6,-
32,0
26,25
31,1
32.4 34.9
Apr.
70,00
43,8
9,75
62:6

12,75
67,1
1515
36,3 9,50
26
1
5
23,50
38,3
-I
1,625
4,6
6,0fl
32,4
27,50 32,5 32.8

‘34.8
Mei

,
70,00
43,8
9,50
61,3
12,50
65,8.
1616
38,8
9,50
26,5
23
37,5
-12
5,6 6,02
5

32,1
26,50
31,4
34.2 85.0
Juni

,,
72,50
45,4
10,-
64,5
13,-
68,4
1811
42,6
10,-
27,9
22,50
36,6
-/2,375
6,7
6,35
33,9
31
36,7
37.2 37.5
Juli
75,00
45,9
10,25
66,1
13-
68,4
1718
41,6
9,475 26,4
22,50
36,6 -12,625
7,4
5,92
5

31,6
3350
39,6
38.2 37,4
Aug.
75,00
46,9
10,50
67,7
13:-
68,4 16/5
38,6
8,75
24,4
20,75
.33,8
-/2,625
7,4
5,27
5

28,1
35:
25

41,7
36.5
35.6
Sept.
,
80,00
50,1
10,50
67,7
12,50
65,8
1415
33,9
8,25 23.0
19,75
32,2 -12,5

.
7.0
5,376
28,7
35,75 43.5
86.1
34.6
Oct.

,
80,00
50,1
10,50
67,7
12,50
65,8
1217
29,6
7,62
5

21,3
17,75
28,8
-12,625
7,4
4,90
26,1
42,25
50,0
36.5 83.4
Nov.


75,00
46,9
10,-
64,5
12,50
65,8
1216
29,4
8,-
22,3
16,25
26,5
-12,75
7,7
4,65 24,8
40,50
47,9
86.4 32.7
Dec.

,
75,00 46,9
10,75
69,4
12,50
65,8
11(5
26.9
7,91
5

22,2
16
26,1
-12,875
8,1
4,75 25,3
41
48,5
31.1
31.3

Jan.’34
75,00
45,9
10,75
69,4
12,75
67,1
12110
30,2 7,45 20,8
16,50
26,9
-/2,875
8,1
4,95 26,4
45,50
53,8
36.9
83.8
Feb.,
80,00
50,1
10,50
67,7
12,50
65,8
14/5
33,9
7,25 20,2
17,25
28,1
-13
8,4
4,975

26,5
46
9
75
55,3
35.8 35.9
Mrt.,
80,00
50,1
9,75
62,6
12,-
63,2
1411
33,1
7,-
19,5
17,75
28,9
/3,25
9,1
4,52
5

24,1
45,50
53,8
35.1 35.2
Apr.,
80,00
50.1
9,75
62.6
12,-
63,2
1414
33,7
6,55
18,3
17,75
28,9
-13,625
10,2
4,25 22,7 44,25 52,4 35.6
34.5
Mei
80,00
50,1
9,25
59,7
11,25
59,2.
1512
35,7
6,72
5

18,7
17
27,7
-14
11,2
4,15
22,1
42,75
50,6
35.1
34.8
luni,
77,50
48,5
8,-
51,6
10,-
52,6 15/4
36,1
7,-
.19,5
17
27,7

1
4 11,2
4,20 22,4
41,-
48,5
34.5
33.8
luli,
77,50
48,5 7,50
48,4
10,-
52,6
13111
32,7 6,92
5

19,3
16,75
27,3
-14,375
12,3
3,97.6
21,2
40,50
47,9.
34.1
82.2
ku
7550
47,3 7,25 46,8
9,50
1
50,0
12110
30,2
1

6,87
5

19,2
16,50
26,9
-14,5
12,6
3,975

21,2
39,75
47,0
33.9 31.4
Sept.,
7350
45,0
7,-
45,2 8,75
1

46,1
1215
29,2
1

6,65
18,5
16,50
26,9
f

-14

5
12,6
3,726
19,9
33,50
39,6
33.1
29.5
Oct.,
700
45,7
7,-
45,2
8,75
1
46,1
1117
27
,
3
6,70
18,7
16,50
26,9
i

-14125
116
3,526
18,8
32,75
38,8
32.7 21.8
Nov..
73,00
45,7
7,-
45,2 8,75
1

46,1
1213
28,8
1

6,62e
18,5
16
26,1
1

-(3,875
io:9
3,15
16,8
33
39,1
32.1
21.6
Dec.,
73,00
45,7
7,-
45,2 8,75
146,1
1218
29,8
1

7,175
20,0
16
26,1
1

-13,875
10,9
3,375

18,0
34,50
40,8 32.7
28.6

Jan.’35
66,00
41,3 7,25
46,8 8,50
44,7
1411
33,1
8,775
24,5
16
26,1
-13,875

10,9
3,50
18,7
33,75
39,9
32.9 29.5
Feb.,
66,00 41,3
6,75 43,5 8,25
.
43,4
1412
33,3 9,375
26,1
15,625
.25,5
-13,75
10,5
3,45
18,4
32
37,9 32.4 28.9
Mrt.,
59,00
38,9
7,-
45,2 8,25 43,4
13(3
31,2
8,57
5

23,9
14,625
23,8
-13,25
9,1
3,55
18,9
29
34,3
30.9
27.4
Apr.,
60,00
37,6
7,-
45,2.
8,25 43,4
1316
31,8
9,15
25,6
14,50
23,6

1
3,375 9,5
4,15
22,1
31,25
37,0
32.1
28.5
Mei
,
57,50
36,0
7,-
45,2
1

8,25
43,4
13
1
4
31,4
9,50 26,5
14,125
23,0 -13,5

.
9,8
4,20
22,4
32,75
38,8
33.3
28.6
Juni,,
57,50
36,0
7,25
46,8
9,-
47,4
.

1
3
1
3 31,2 9,07
5

25,3
13,875
22,6
-(3,625
10,2
3,87
5

20,7
30,25
35,8
33.2
1

27.8
Juli
.
57,50
36,0 7,25 46,8
1

8,75
46,1
1312
31,0
8,-
22,3
13,50
22,0 -13,5

‘.1
9,8
3,576

19,1
30,75
36,4
33.4
1

21.1
5Aug.,
57,50
36,0
1
12
1
11
1

30,4 8,125
22,6
13,50
22,0
_
1
3,58)
1

9,8
3,375

18,0
32,50
6
) 38,5
337
26.9
12

,,

,,
58,50
36,6
1
8,-
22,3
13,50
22,0
-/3,5
1

9,8
3,50
18,7
33.5
I

27.4
Alle Pondennoteeringen vanaf 21Sept.
1
31 zijn op goudbasis omgerekend; de Dollarnoteeringen vanaf 20 April
1
33 zijn In verhouding van de depreciatle
den Dollar t.o.v. den Gulden verlaagd.

726

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

14
Augustus
1935

NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 12 Augustus 135

Activa.
Binnen!. Wis.g Hfdbk.
f
37.952.883,43
sels, Prorn., Bijbnk.
,,

1.802.661,48
ene. tu u1sc.(Jg.scn. ,,

.00i.o,y,,un

f
42.643.176,99
Papier o. h. Buiten!. in disconto

……

Idem eigen portef.

f

356.500,-
Af: Verkocht maar voor
de bk.nog niet afgel.


356.500,-
Beleeningen
in. vrach.
Hfdbk.
f
112.422.801,331)

in rek..crt.
Bijbnk. ,,

11.450.516,59

1
op onderp.
Ag.sch. ,,

37.524.175,71

f
161.397.493,63

Op Effecten

……
Op Goederen en Spec. ,,

7.999.658,73
161.397.493,631)
Voorschotten a. h. Rijk …………….,,

Munt, Goud
……f
124.095.390,-
Muntmat., Goud
..
,, 465.835.779,15

f

589.931.169,15
Munt, Zilver, enz.

,,

23.568.102,96
Muntmat., Zilver..
,,


,,
Belegging van kapitaal, reserves en pen-
613.499.272,11
2
)

sioenfonds

……………………,,
39.582.297,94
Gebouwen en Meub. der Bank ……..,,
4.600.000,-
Diverse rekeningen ………………,,
2.984.393,62
Staat d. Nederl. (Wet v. 27/5/’32, S. No. 221) ,,
15.486.148,55

f
880.549.282,84
Passiva.
Kapitaal
………………….
…… f

20.000.000,-
Reservefonds ……………… . ….. ,,

4.049.884,01
Bijzondere reserve ………………,,

5.675.000,-
Pensioenfonds ………………….,,

9.929.141,42
Bankbiljetten in omloop ………….. ,,

799.686.470,_
Bankassignatiën in omloop ……….,,

49.345,89
Rek.-Cour.
j
Het Rijk
f
4.949 990,44
saldo’s: k Anderen,, 33.592.130,38

38.542.120,82
Diverse rekeningen ………………,,

2.617.320,70

f
880.549.282,84

Beschikbaar metaalsaldo
…………f
278.979.079,82
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop dan waartoe de Bank gerechtigd is ,, 697.447.700,-
Schatkistpapier, rechtstreeks bij de Bank
ondergebracht ………………..,,


2)
Waarvan aan Nederlandsch-lndië
(Wet van 15 Maart 1933, Staatsbiad No. 99) ……../ 71.153.775,-
‘)
Waarvan in het buitenland ……………………. ..38.818.974,79
Voornaamste posten in duizenden guldens.

Goud

Andere Beschikb. Dek-
Data

Circulatie opelschb. Metaal- k ga

Munt
1
Muntmat.

schulden saldo

perc.

12 Aug. ’35 124095 465.836 799.686 38.591 278.979 73
5 ,, ’35 124094 458.660 818.799 37.399 263.532 70,5

25 Juli ’14 65.703 96,410 310.437 6.198 43.521 54

Totaal Schatkist-

e1ee

Papier

Diverse
Data

bedrag promessen

in e

op het

reke-

disconto’s rechtstreeks

buitenl. ningen 1)

12 Aug. 1935 42.643

161.397

356

2.984
5 ,, 1935 43.785

186.189

356

2.963
25 Juli 1914 67.947

61.686 20.188

509
‘)Onder de activa.
JAVASCHE BANK.

Data
1
Goud

Zilver
Circulatie
opeischb.
metaal-
1
1

schulden
saldo

10Aug.’35
2
)!
111.890 170.710
20.010
35.602
112.030
168.830
24.420 34.730

13Juli 1935!
97.995

1

22.497
173.097
26.896
40.495
6

,,

19351
99.977
1

23.538
174.616
31.868
40.921

25Juli 1914j
22.057

1

31.907 110.172
12.634
4.842

Data
Wissels.
buite., Dis-
1
Belee-

1
Diverse

1
reke-

1
bek-
kings- N.-lnd.
conto’s
ningen
1
ningen’)

1
percen-
hetaaib. tage

10Aug.’35
2
)
1.310
7710
11.390
59
3

,,

1352)
1.850
78.400
12.280
58

13Juli1935
2.787 12.642
60
11.875

1
54.300
6

,,

1935
2.885 12.000

1
57.235
12.566
60
25 Juli 1914
6.395
7.259

1
75.541
2.228
44
‘)
Sluitpost activa.
2)
Cijfers
telegrafisch
ontvangen.

BANK VAN ENGELAND.

1
Bankbilj.
1
Bankb jij.
1
Other Securities
Data

Metaal
1

in

in BankinIDisc.ands
ecur
jtj
es

1
circulafie
1
Departm. Advances

7 Aug. 1935 1193.344 411.836

40.939

14.078
t
13.115
31 Juli 1935 1193.362
1
408.262

44.513
1
10.842

13.359

22 Juli 1914 40.164

29.317

33.633

Other Deposits
1

1
Dek-
Data

1
00v.

Public
1

Other
1
Reservei kings-
____________
1
Sec.

Depos.
1
Bankers
lAccountsl

1
perc.
1)

7Aug.’35 87.201

17.240
1
82.662 37.846
1
41.508! 30,1
31 Juli’35 87.371 24.3601 75.680

38.500145.100132,5

22 Juli ’14 11.005 14.736

42.185

29.2971 52
1)
Verhouding tusschen Reserve en Deposits.
BANK VAN FRANKRIJK.

1
Te goed
1
Wis-
1
Waarv.I Belee-
I
Data

Goud Zilver!inhet
op het
1

ohot
buiteni. seis
1
buitenl.I
ningenv.
d. Staat

2Aug.’35
26Juli’35

23 Juli’14

71.630
1
71.277
1

4.104

712!
726!

6401

8
9

1

7.878!

8.5321

1

1.5411

1.2311
1.2311

8
1

5.361
5.061
1

769

3.200 3.200

Bons v. d.l
Diver-

Rekg. Courant
Data
zelfSt.
sen
1)
Circulatie
Zeifst.

Part t-
amort. k.
1
Staat jamort.k.l cuiieren

2Aug.’35
5.800
2.567
1

82.214
1

140
3.121
1

9.869
26Juli’35
5.805
1

2.4541
81.128
1

163)
3.078
11.090

23 Juli’14


5.912
1

401

943
‘)Sluitpost activa.
DUITSCHE_RIJKSBANK.____

Daarvan
1
Deviezen
r
Andere

Data
Goud
bij bui-

1
als goud-
1

wissels Belee-
tenl. circ.
I
dekking
1

en
ningen
banken
1) 1
geldende
1
cheques

7 Aug. 1935
104,6
1
30,2
5,3
1
3.640,4

1

38,5
31
Juli

1935
94,0
1
30,2
5,9
1
3.832,0
1

52,3

30 Juli

1914
1:356,9
1
– –
1

750,9

1

50,2

Data
Effec-
1

Diverse
Circu-
Rekg.-
Diverse
ten
1
Act ivo’)
latie
Crt.
Pass iva

7 Aug. 1935 3377
t

670,9
1

3.740,3
1

730,8
227,2
31 Juli

1935
1

336,9
1

651,6
1

3.877,8
1

742,9
224,0

30 Juli

1914
1

330,8

1

200,4
1.890,9
1

944,-
40,0
‘t
unue,ast.
) WO. rentenoanascneinc , mug., al Juli, reap. aa, t’s ml,,.
NATIONALE BANK
VAN BEL
GIE
(in
Belga’s).

Goud
is
,
Rekg.Crt.

Data

0
.z
uO
.
1935
isis

L
cj
0,
.0

8 Aug.13.5191
54 11.4151 118

1162

40
4.139
1

41

11.120
,,
56

1.426j 120

162

40
4.145

33

1
.
1
53
FEDERAL RESERVE BANKS.

Goudvoorraad
Wissels

Data
Other
1

Goud
In her-

1
In de
Totaal
1

certifi-
cash”
1)
disc. v. d.
1
open
bedrag
caten’)
inember

1
markt
banks

1
gekocht

24Juli ’35
6.247,8
1

6.226,0
265,5
6,1

1
4,7
17

,,

’35
6.247,7
6.226,2
251,8
6,7 4,7

Belegd
1
F. R.
Totaal
1
Goud-
1
1
Aluem_
IYek-
Data
.
.
•Notes
Depo-

Gestort
Dek-
Gov.Sec.
in circa-
sito’s

Kapitaal!
kings-
1

kings- latie
1

perc.i)
___________
24Juli
‘I
2.430,21
3.242,2 5.491,8
146,6
1

74,6
1


17

,,

‘I
2
.
430
,
2
1
3.258,4
5.477,3
146,6
1
1

‘, i.jeee çcr,,iica,en weruen ubor UC nenatKnst aan ue SÇCSC[VC Dailkeil
gegeven voor de overname van het goud, toen de
$
op 31Jan. ’34 van
lOO op 59.06 cents werd gedevalueerd.
,.Other Cash” does not include Federal Reserve Notes or a Bank’s
own Federal Reserve
bank
notes.
Verhouding totalen goudvoorraad tegenover opeiechbare
schulden: F. R. Notes en netto depoalto.
4)
VerhoudIng totalen
voorraad muntmaterlaal en wettig betaalmiddel tegenover Idem.
PARTICI LIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HET
EED. RES. STELSEL.

Aantal
Dis-
1

conto’s
1
Beleg-
Irvel
de
1

Totaal
Waarvan
Data
ieenin.
en
gingen
depo-
time
beleen.
1
banks
sito’s
1
deposits

17Juli ‘351
3
1

7.505
11.257

1
3.697

1
20.509
4.380
10

,,

’35(
1
7.454
1
0.9
6
0

1
3.842 20.313
4.396
o pus.an van i#a nou. Oafls, U5 .tnvascne Dans 5fl UC DUflK OT Eng-
land zijn In duizenden, alle overige
posten In millioenen
van de be.
treffende valuta.

Auteur