925 JULI 1934
AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN.
Economisch~Stati* stische
Beri*chten’
ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER
ORGAAN VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALECOMMISSIE VOOR DE RÏJNVAART
UITGAVE VAN HET NEDERLANDSCH ECONOMISCH INSTITUUT
19E
JAARGANG
WOENSDAG 2
NEDERLANDSCII ECONOMISCH INSTITUUT.
Curatoren: Mr. G. Vissering, Voorzitter; Ir. A. Plate,
Onder-Voorzitter; Mr. K. P. van der Mandele, Penning-
meester; Mr. P. Hofstede de Groot; Jhr. Mr. L. H. van
Lennep; L. E. Mansholt; Mr. R. Mees; E. D. van Walree;
Ch. J.
I. M.
Welter; C. .i. P. Zaalberg.
ECOXOj1! ISCH-STATISTISC IIE BERICHTEN.
COMMISSIE VAN ADVIES:
Prof. Mr. D. van Blom; Jhr. Mr. L. H. van Lennep;
Mr. K. P. van der Mandela;
Prof.
Dr. N. J. Polak;
Mr. Dr. L. F. H. Regout; Dr. E. van Welderen Baron
Rangers; Jan Schilthuis;
Prof.
Mr. F. de Vries.
Gedelegeerd lid: Prof. Mr. Dr. G. M. Verrijn Stuart.
Redacteur-Secretaris: Dr. 11.
M. H.
A. van der Volk.
Secretariaat: Pieter de lioochwcg 122, Rotterdam.
Telefoon Kr. 35000. Post rekening 8408.
Advertenties f 0,50 per regel. Pia atsig bij abonnemen)
volgens tarief. Administratie van abonnementen en adves
tenties: Nijgh van Ditmar N.V., Uitgevers, Rotterdam,
Amsterdam, ‘s Gravenhage. Post chèque. en giro- rekening No.
145192.
Abonneinentsprijs voor het weekblad franco p.
p.
in
iVederland f20,—. Buitenland en Koloniën f 23,— per
jaar. Losse nummers 50 cents. Economisch-Statistisch
Kwartaalbericht f 1.—. Leden en donateurs ontvangen
het weekblad en het Kwartaalbericht gratis en een reductie
op de verdere publicaties.
Aangeteekende stukken: Bijkantoor Ruigeplaatweg.
INHOUD
BIz.
WETTELIJKE REOELINO VAN HET AFBETALINOSSTELSEL
door
Mr. P. J. Rogaar ……………………..638
Oiitginiiingsncatschappijeii en werkvei’schaffing dooi
Meyar dc Vries ……………………………639
Export van boter naar Nederlandsch-Indië door
H. F
.
N. Nicuwenh’a,is …………………………..641
Toetreding van enkele outsiders tot het Internationale
Tirikartel door
Dr. H. M. II. A. van der Valk ….642
1)0
Rijksmiddelen over Juni
1934 ………………643
INGEZONDEN STUKKEN:
Nogmaals het nieuwe tariet van invoerrechten door
Mr. Dr. L: F. H. Regout
met Nasehi’ift door
Prof. Mr. Dr. G. Al. Varrijn Staart …………644
MAANDCIJFERS:
Productie der Steenkolen-, Bruunkolen. en Zout.
mijnen
.
…………………………………646
Overzicht van den stand der Rijksmiddelen ……..
646
STATISTIEIEN …………………………..
647—.648
Geidkoersen. – Wisselkoersen. – Bankstaten.
5 JULI
1934
.
No.
969
24 JULI 1934.
01) de geldmarkt bleef de situatie in de afgeloopen
week ongewijzigd Disconto en prolongatie onçlergin-
gen geen verandering en in langloopend papier ging.
zoo goed als niets om. Men neemt blijkbaar voor den
komendeti ultimo een afwachtende positie in.
* *
*
In de kleurlooshejd van cle. wisselmarkt scheen
tegen het midden der week plotseling verandering te
zullen komen. Gedurende de eerste dagen waren Pon-
dcii standvasig gebleven op een nieau vh
7.43
;
Dollars op 1.47%I en Fransche Franes op 9.74, en,
niet uitzondering van Marken, die – zij het dan zon
der veel affaire – van 56.50 tot 56.80 stegen, wees
niets op een hantering. Donderdagmorgen echtei5
schenen voldoende factoren aanwezig om de ban te
verbreken. Vooreerst de bedreiging van den godsvrede
in Frankrijk, waarbij de mogelijke gevolgen voor de
financiëele situatie aldaar niet te overzien varen;
clan het bekende, feit, dat ‘de Nationale Bank van
België ter handhaving der valuta reeds tot voort-
durende goudafgifte, verplicht was geweest, en ten-
slotte misschien het,benicht, ‘dat de 3Y2t pOt. conver-
sieleening Noord-Holland niet was geslaagd, – al
deze factoren tezamen dreigden een oogenblik het
labiele evenwicht tusclie,n de vah4ta’s ‘der gQu’dian-
den en het Pond Sterling ernstig te verstoren en de
schaal ten gunste van het laatste te doen overslaan.
Ponden openden te Parijs clan ook 20 punten hooger
en bereikten een koers van 76.60, terwijl drie-maan’ds
Ponden tot 13 centimes a’gio stegen. Londen mon-
teerde hier tot 7.45%, Parijs daarentegen opende
9.74 laten. Het bleek echter een storm in een glas
water. Op cle nieuw bereikte niveau’s trad wederom
spoedig een stilstand in en •de week verliep zonder
verdere schokken. Alleen Marken zetten ongestoord
haar stijging voort tot 58.10, waarna veer een reac-
tie plaats had tot 57.50.
Beiga’s trokken tegen het einde de.r week aan tot
34.50. Zwitsersche Francs fluctueercien tusschen
48.15 en 48.20. Argentijnsche Pesos wederom iets
vasten op 36%.
Op de termijnmarkt noteerden één-maand Pon’den
en Dollar pan, ‘drie-maand Ponden pan tot % ct.
agio, drie-maand Dollars
1
Y8 ct. clisagio tot pan. Mar-
ken sloten voor één-maand 60 h 40 ct. en voor drie-
maand 1.80 h 1.40 disagio.
Gouden baren noteerden 1.651%1.652 34. Gouden
munten waren ongewijzigd.
638
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
25 Juli 1934
WETTELIJKE REGELING VAN HET
AFBETALI NGSSTELSEL.
Het afbetalingsstelsel heeft gedurende een reeks
van jaren in uiteenloopende kringen belangstelling
gewekt en de stof geleverd voor diepgaande beschou-
wingen; het heeft in zijn toepassing eveneens de stof
geleverd voor zeer ernstige critiek. In sociaal opzicht
heeft men er op gewezen, hoe juist essentiëele he-
standdeelen van het stelsel gemakkelijk leiden tot mis-
standen en misbruiken van velerlei aard. In econo-
misch opzicht heeft men als bezwaar aangevoerd, dat
het stelsel de strekking kan hebben, stimuleerend te
werken op een opgaande conjunctuur door het samen-
trekken van de vraag, welke anders over jaren ver-
deeld zou zijn en door het afleiden van voor pro-
ductie bestemde gelden naar consumptieve doeleinden;
hoe het aldus een conjunctuuromsiag kan helpen ver-
scherpen. Evenwel hebben ook goede zijden van het
stelsel erkenning gevonden. Men heeft er de aandacht
op gericht, hoe het stelsel crediet brengt binnen het
bereik ook van hen, ‘die niet anders dan over periodie-
ke inkomsten uit arbeid kunnen ‘beschikken en hoe
het aldus ook den onbemiddelden de mogelijkheid
opent, zich goederen te verwerven, welke anders wel-
licht nimmer in zijn bezit zouden zijn gekomen.
Bij dit alles heeft de vraag, of het afhetalingsstelsel
wettelijke voorziening behoefde, herhaaldelijk overwe-
ging ‘gevonden. In 1930 werd een on’derzoek naar dit
vraagstuk opgedragen aan een Regeeringscommissie
onder voorzitterschap van Prof. Mr. E. J. J. van der
Heyden, welke reeds in 1932 een uitvoerig verslag,
vergezeld van twee ontwerpen van wet, aan den Mi-
nister kon aanbieden. Ongeveer te zelfder tij’d was
het vraagstuk in studie genomen door een commissie,
ingesteld door het Hoofdbestuur van ‘de Nederland-
sche Maatschappij voor Nijverheid en Handel. De
resultaten, waartoe de beide commissies bij haar on-
derzoek waren gekomen, stemden in zooverre overeen,
als zij leidden tot de erkenning, dat weliswaar het
afbetalingsstelsel in zijn toepassing dikwijls tot em-
stige misstanden aanleiding gaf, maar dat voçr een
principieele verwerping van het stelsel als zoodanig
geen goede gronden waren aan te voeren; de resul-
taten weken van elkaar af, waar het betrof het ant-
woord op de vraag, of wettelijke regeling wenscheljk
was. De commissie van de Nederlandsche Maatschap-
pij voor Nijverheid en Handel was gekomen tot de
opvatting, eenerzijds, dat in den hona-fide handel
aan speciale wettelijke voorzieningen geen groote be-
hoefte bestond, an’derzijds, dat ‘de euvelen, waartoe
het stelsel in zijn toepassing aanleiding gaf, zeer
moeilijk door wettelijke regelen zou’den zijn •te onder-
vangen. Deze commissie verwachtte voor de regulee-
ring van het afbetalingsbeclrijf en de verzachting der
misstanden méér van een georganiseerde samenwer-
king tusschen de betrokken handelaren, gepaard aan
een doeltreffende voorlichting van het publiek. De
commissie-v. d. Heyden daarentegen kwam tot den
slotsom, dat de meerderheid der bezwaren, welke haar
bij het onderzoek waren gebleken, zouden moeten – maar ook kunnen – worden bestreden door een wet-
telijke regeling. De Regeering heeft deze laatste op-
vatting tot de hare gemaakt en de ontwerpen van
wet, welke thans aan de Kamer zijn aangeboden, zijn
vrijwel identiek aan die, welke ‘door de commissie-
v. d. Heyden werden voorgesteld.
De voorgestelde bepalingen zijn verdeeld over twee
ontwerpen van wet: het eerste houdt in een regeling
van de afbetalingsovereenkomst, het tweede stelt
regels voor het afbetalingsbedrijf.
Het ontwerp sluit nauw aan
bij
bestaan’de wetten; voor een groot ‘deel bij ‘den titel van koop en verkoop
in het Burgerlijk Wetboek. De voorgestelde regeling
beperkt zich tot het op afbetaling koopen en verkoo-
pen van roerende goederen, met uitzondering van
schepen, waarvan inschrijving in het Scheepsregister
mogelijk is. Het afbetalingscontract wordt gecon-
strueerd als een bijzondere overeenkomst van koop
en verkoop en ‘het z.g. huurkoopcontract – het af-
betalingscontract met eigen’domsvoorbehoud – als
een gequalificeerde vorm daarvan. Het eenvoudige af-
betalingscontract is vormvrij. Voor hezwarende be-
dingen – boete, schadevergoeding e.d. – en voor een
contract van huurkoop wordt daarentegen een schrif-
telijke akte als gel’digheidsvereischte gesteld. In ‘de
akte moet het plan der betalingen ‘duidelijk zijn aan-
gegeven.
Verschillende ‘der voorgestelde bepalingen zijn er
op gericht, ,,overrompeling” van den kooper tegen te
gaan en de werking der algemeen gebruikelijke be-
dingen te verzachten. Op bedingen van boete, schade-
vergoeding, vervroegde opeischbaarheid, of bedingen
strekkende tot terugneming van een in huurkoop ge-
geven zaak, en ook op cessie van arbeidsloon kan pas
een beroep worden gedaan, wanneer de kooper, na in
gebreke •te zijn gesteld, nalatig
‘blijft
aan zijn ver-
plichtingen te voldoen. De k’ooper kan hij •de over-
eenkomst geen andere woonplaats kiezen •dan zijn
werkelijke, dus niet – zooals maar al te veel voor-kwam -, domicilie kiezen
•bij
den verkooper, waar-
door sommaties e.d. gemakkelijk te laat in zijn han-
den konden komen. De rechter zal een overeengeko-men of opgelegde straf kunnen matigen. In ‘geval van
huurkoop wordt •den nalatigen kooper het recht ge-
geven, de reeds teruggenomen zaak nog binnen veer-
tien dagen in te lossen, wanneer hij het niet tot ge-
rechtelijke tusschenkomst heeft laten komen. Zou
ontbinding der overeenkomst den verkooper een voor-
deel opleveren, ‘dan vin’dt verrekening plaats: men
denke aan de gevallen, waarin de tweeclehan’dsche
waarde der teruggenomen zaak het bedrag der nog af
te betalen termijnen overtreft. In ‘dit verband zij ook
nog vermeld de bepaling, volgens welke het beding
van vervroegde opeischhaarheid als straf voor na-
lati’gheid in ‘de betaling van termijnen, niet zal wer-
ken wanneer de achterstand slechts onbeteekenend is.
Verder valt nog te noemen ‘het artikel, volgens het-
welk cessie van loon en van andere periodieke inkom-
sten uit arbeid, behalve voor opeischbare verplich-
tingen, slechts mogelijk zal zijn voor betalingen, waar-
toe ‘de kooper ‘hij regelmatige nakomin’g zijner ver-
plichtingen volgens het afbetalingsplan, gehouden is; m.a.w. de cessie zal geen werking hebben ten aanzien
van boeten en schadevergoedingen, noch ten aanzien
van termijnen, opeischbaar geworden, krachtens een
clausule van vervroegde opeischbaarhei’d. Tot een ver-
bod van looncessie, z’ooals herhaaldelijk werd voorge-
staan, is de Regeering tèrecht niet overgegaan. Als
overweging heeft gegolden, dat •de looncessie een der weinige middelen is, waardoor de arbeider crediet kan krijgen. Tenslotte zij nog vermeld een bepaling, welke
aanstuurt op beraad tusscheu de echtgenooten en die
voor feministen een verrassing inhoudt. Met betrek-king tot huurkoop van huishoudelijke zaken, zal piet
alleen ‘de vrouw niet kunnen handelen zonder bij-
stand van den man, maar ook de man zal de mede-
werking behoeven van ‘de vrouw; een bepaling in het
belang van •het gezin tegen ondoordacht koopen door
den man, ‘die buitenshuis wordt ,;bewerkt”. De voor-
gestelde wetsbepalingen zijn van dwingend recht;
slechts op enkele punten is afwijking toegestaan.
Ter vereenvoudiging van de procedure en ter be-
vordering van het contact tusschen rechter en par-
tijen, zullen alle geschillen betreffende huurkoopover-
eenkomsten worden gebracht tot •de competentie van den Kantonrechter. De zaken kunnen aanhangig wor-
den gemaakt bij eenvoudig verzoekschrift. In het von-
nis, waarbij ‘de verplichting tot teruggave van een in
huurkoop overgedragen zaak wordt vastgesteld, kan
door ‘den kantonrechter een bevel tot ‘teruggave wor-
den opgenomen. Met ‘betrekking tot deze bevelen
wordt reëele executie mogelijk ‘gemaakt. Van groot
belang voor den verkooper is ‘ook, dat hij reeds v66r
25 Juli 1934
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
639
de procedure een bevel tot voorloopige teruggave zal
kunnen verkrijgen.
In verband met het conflict, dat kan ontstaan tus-
schen de rechten van derden en de rechten van den eigenaar van zaken in huurkoop, geeft het ontwerp
enkele regelen aangaande het recht van terughouding
en het wettelijk voorrecht van den verhuurder. Eau
retentierecht op een in huurkoop gegeven zaak zal
ook kunnen worden ingeroepen tegen den verkooper,
indien cle retentiegerechtigde bewijst, dat hij te goe-
der trouw den kooper als eigenaar mocht heschou-
ven. Met betrekking tot liet voorrecht van den ver-
huurder wordt voorgesteld, dat dit zich niet zal uit-
strekken over zaden en gereedschappen, welke in
huurkoop zijn gegeven, noch over andere zaken, in-
dien wordt bewezen, dat de verhuurder van den huur-
koop kennis droeg.
Behalve de hierboven in groote lijnen geschetste
civiele regeling van de afbetalingsovereenkomst is,
zooals reeds werd opgemerkt, een wetsontwerp inge-
diend tot regeling van het afhetalingsbedrijf. Dit
tweede ontwerp is van publiekrechtelijken aard. T-let
richt zich tegen de zeer ernstige euvelen, waartoe het
afbetalingsstelsel aanleiding heeft •gegeven en welke
liggen op een gebied, dat buiten het bereik valt van den civielen rechter. De ontwerpers hebben hierbij
het oog gehad op de woekerpraktijken, welke het af-
betalingsbedrjf tot voorwendsel dient en op de mis-
standen, waartoe het colportagestelsel aanleiding
geeft. Voor beide gevallen is een vergunningsstelsel
ontworpen. Het zal op straffe van hechtenis of geld-
boete verboden worden te colporteeren met zaken
op afbetaling zonder een speciale vergunning, te ver-
leenen door de Kamers van Koophandel en Fabrie-
ken. Het bewijs der vergunning zal elk jaar opnieuw
moeten worden aangevraagd en de afbetalingscolpor-
teur zal, als zoedanig optredende, op straffe van boete
verplicht zijn •dit bewijs bij zich te dragen. Het be-
oefenen van het bedrijf van kleinverkooper op af-
betaling zal eveneens aan een vergunning van de
Kamers van Koophandel en Fabrieken worden gebon-
den. Als kleinverkooper wordt beschouwd degene, die
voornamelijk zaken van
f 50,—
of minder op afbe-
taling verhandelt. Men heeft gemeend met het ver-
eischte eener vergunning voor deze groep van afbe-
talingshandelaren te kunnen volstaan, omdat de woe-
kerprak.tijken, welke men wil bestrijden, vrijwel uit-
sluitend bedreven worden met voorwerpen, waarvan de waarde onder
f 50,—
ligt; den bona-fide handel
wilde men niet meer belemmeren dan noodig was.
De vergunning kan door de Kamer van Koophan-
del worden geweigerd, indien op •grond van de per-
soonlijke eigenschappen of gedragingen van den aan-
vrager misbruiken ten nadeele van koopers zijn te
vreezen. Beroep staat open bij den Minister van Eco-
nomische Zaken. Het ontbreken der voorgeschreven
vergunning is geen beletsel voor de rechtsgeldigheid der gesloten overeenkomst; de verkooper. of de col-
porteur die zonder vergunning heeft gehandeld staat
echter bloot aan een strafvervolging.
De commissie-v. d. Heyden heeft bij het ontwerpen
der voorgestelde regeling als een van haar beginse-
len vooropgesteld, dat rekening diende te worden ge-
houden met het gerechtvaardigde belang van
beide
partijen. Zij is er o.i. uitmuntend in geslaagd dit be-
ginsel in toepassing te brengen. De ontworpen be-
palingen, welke direct of indirect zijn •gericht op de
bescherming van den kooper, bescherming zoowel
tegen eigen ondoordachtheid als tegen misbruik van
de zijde van den verkooper of diens colporteur, zijn
zoodanig gekozen, dat zij geen belemmering behoeven
te vormen voor den bona-fide handel; de middelen,
welke den verkooper ten dienste worden gesteld om
op te treden tegen een debiteur die in verzuim is,
bevatten waarborgen tegen onredelijke aanwending
tegen den bona-fide kooper.
In het algemeen kan men zeggen, dat het valt toe
te juichen, wanneer positieve regels worden gesteld
voor verhoudingen, omtrent de rechtsgevolgen waar-
van onzekerheid bestond; de onzekerheid immers leidt
tot het opnemen van onereuse contractsbepalingen,
welke eenmaal praktijk geworden, gemakkelijk tot on-
redelijke toepassing kunnen leiden.
Wat de voorgestelde regeling nopens het afbeta-
lingsbedrijf betreft, men zal moeten afwachten, of
zij in de praktijk tot het beoogde gevolg zal leiden.
De ontwerpers zelf erkennen, dat het moeilijk is,
door een vergunningsstelsel aan den afhetalingswoe-
ker paal en perk te stellen. Te moeilijker, naar het
ons voorkomt, daar – zooals in de Mernorie van Toe-
lichting wordt opgemerkt -, •deze woekèr wordt be-
dreven onder bedreiging met schandaal en met ver-
niijdin.g van tastbaar bewijs voor de transactie, waar-
op hij steunt. Dat lieden die op deze wijze te werk
gaan, hun praktijken na invoering van een vergun-
ningsstelsel zonder meer zullen opgeven, lijkt niet aannemelijk. Veel zal er o.i. van afhangen, hoe de
politie het haar geboden middel om den ,,kleinver-kooper zonder vergunning” te vervolgen, zal weten
te hanteeren.
Het kan voor de commissie-v. d. Heyden niet an-
ders dan een groote voldoening zijn, dat de Regee-
ring hare voorstellen vrijwel zonder wijziging heeft
overgenomen. Dat de Regeering hiertoe heeft beslo-
ten en reeds thans er toe is overgegaan, de onderha-
vige wetsontwerpen in te dienen, kan met insteni-
ming worden begroet; •de juridische regeling, die hoe-
wel van dwingend karakter, vrij is gebleven van
elementen, welke kunnen leiden tot starheid en te
diep ingrijpen in het vrije bedrijfsleven, houdt goede
beloften in voor de reguleering van een cred,ietsys-
teem, dat, zoo het al zijn bestaansrecht heeft kunnen
bewijzen, zich niet zijn eigen normen heeft weten te
stellen. Mr. P.
J. ROGAAR.
ONTGINNINGSMAATSCHAppIJEN EN WERKVER.
SCHAFFING.
Het klinkt thans als een, sprookje, maar er was, nu
een 17 â 18 jaar geleden, in ons land voedselgebrek.
Ontgin, vermeerder de landhouwproductie, aldus de
leus. En het was deze leus, die de toenmalige Regee-
ring ertoe bracht, de Onteigeningswet aan te vullen
met een Vilden titel, aan welken titel wij enkele
artikelen ontleenen.
Art. 122. ,,Zonder vooi
–
afgaande verklaring bij de wet,
,,dat het algemeen nut de onteigening vordert, kan in het ,,belang van de volkswelvaart onteigening Plaats vinden ,,tot het verhoogen van de opbrengst van gronden en ten
,,behoeve van daarmede in verband staande werken ter
,,verbetering van waterloozing en van watervoorziening
,,van gronden.”
Art.
123.
,,De onteigening heeft plaats ten name van:
,,a. het Rijk;
b.
de provincie of de gemeente, binnen welker gebied
,,ziju gelegen de te onteigenen perceelen, de perceelen, ten
,,laste waarvan de te onteigenen crfdienstbaarheden zijn
,,gevestigd, of de perceelen, welke met andere te onteigenen
,,zakelijke rechten zijn bezvaard;
het waterschap, het veenschap of de veenpolder, het-
,,welk of welke ten aanzien van perceelen, als bedoeld on-
,,der
b.
gezag kan doen gelden;
regtspersoonlijkheid hebbende vereenigingen, uitslui-
,,tend in het belang van dc verhooging van de opbrengst
,,van gronden werkzaam, mits zij door Ons, Gedeputeerde
,,Staten gehoord, toegelaten zijn.”
Ontgin, vermeerder de hoeveelheid bodemproducten,
deze leus schonk het leven aan de vereenigiugen be-
doeld in lid
d.
van het hiervoren aangehaalde wets-
artikel. Een niet minder sterke overweging was de
venschelijkheid om te beschikken over organisaties,
welke gecentraliseerd, de werkversehaffing zouden
leiden. De plaatselijke werkverschaffingen gaven tot
veel moeilijkheden aanleiding en het werd beter ge-oordeeld, de honderden, die geholpen moesten wor-
den, op enkele groote objecten te plaatsen.
Wij zien dan geleidelijk de volgende corporaties ge-
boren worden:
640
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
25 Juli 1934
N.V. Ontginningsrnaatschappij ,,Het Lantschap
Drenthe” te Assen, opgericht 19 November 1924.
N.V. Ontginniugsmaatschappij ,,De Drie Pro-
vinciën” te Dragten, opgericht 16 Dec. 1924.
N.V. Ontginningsmaatschappij ,,De Vereenigde
Groninger Gemeenten” te Hoogezand, opgericht 20
Augustus 1925.
N.V. Ontginningsmaatschappi.j ,,Overijssel” te
Zwolle; opgericht 31 Augustus 1926.
N.V. Ontginningsmaatschappij ,,Land van Vol-
lenhove” te Stad Vollenhove, opgericht 28 Juni 1927.
Vereeniging ,,De Biesbosch” Dordrecht.
N.V. Ontginningsmaatschappij ,,Noord-Hollan cl”.
N.V. Ontginningsmaatschappij ,,Gelderland”.
De maatschappij No 8 leidt slechts een formeel be-
staan; gewerkt heeft ze tot nu toe niet.
Het statutair doel van deze instellingen blijkt dui-
delijk uit artikel 1 van de statuten, waarvoor wij, ge-
heel willekeurig, die van No. 2 kozen. Behoudens en-
kele kleine onderdeelen, is het doel bij alle vennoot-
schappen gelijk omschreven.
Naam., zetel cn doel.
Art. 1. ,,1. De naamlooze vennootschap draagt den naam
,,Ontginningsmaatschappij” ,,De Drie Provinciën”, en is
.,gevestigd te Dragten.”
11
2
.
Zij heeft uitsluitend ten doel om, krachtens toelating,
,,als bedoeld in artikel
123, d.
der Onteigeningswet, werk-
,,zaam te zijn in het belang van de verhooging van cle op-
,,brengst van gronden in de provinciën Friesland, Gro-
,,ningen en Drentlie. Zij tracht dit doel te bereiken door
,,het in cultuur of in verhoogde cultuur brengen van
woeste gronden en andere in de genoemde provinciën
,,gelegen gronden en de exploitatie en verkoop daarvan.”
,,3.
Te dien einde zal zij den eigendom trachten te ver-,,krijgen van daarvoor in aanmerking komende gronden,
waar noodig op de wijze, als bedoeld in de Onteigenings-
wet, zooals deze is gewijzigd bij de wet van
6
Mei
1921,
,,Staatsblad No.
711,
of dergelijke gronden in erfpacht of
,,huur trachten te verwerven, voor zooverre van het be
,,paalde, dat de te verbeteren gronden in eigendom aan de
,,veiuiootschap zullen moeten toebehooren, door de Mi-
,,nisters van Waterstaat en van Binnenlandsche Zaken en
Landbouw ontheffing zal worden verleend. Vervreemdi ag
,,of bezwaring van onroerende goederen der vennootschap
,,zal niet anders kunnen geschieden dan met goedkeuring
,,van voornoemde Ministers.”
De invloed van de Regeering op de handelingen der
outginningsmaatschappijen is groot. Zoo geschiedt de benoeming van één of meer commissarissen door den
Minister van Binnenlandsche Zaken. Verder zijn in
alle statuten voorschriften opgenomen, dat voor:
het in eigendom verkrijgen en vervreemden van
onroerende zaken;
het aangaan van geldleeningen; het zakelijk of andere rechten bezwaren van de
eigendommen der vennootschap;
de goedkeuring vereischt is van de Ministers van
Waterstaat en van Binnenlandsche Zaken.
1)
Het aandeelenkapitaal •der vennootschappen be-
draagt:
Drenthe
f 100.000.—
geplaatst en volgestort
f 32.000.-
Friesland
,,
200.000.—
,,
,,
,,
149.500.-
Groningen
,,
300.000.—
,,
,,
,,
,,
284.000.-
Overijssel
15.000.—
,,
,,
,,
,, 11.000.-
Vollenhove
7.000.—
,,
,,
,,
,,
7.000.-
i3iesbosch
,, 10.000.—
,,
,, 10.000.-
Bij de eerstgenoemde drie vennootschappen zijn
alle geplaatste aandeelen genomen door gemeentebe-
sturen.
i) Wellicht zal het opvallen, dat hier niet sprake is
van Sociale Zaken, waaronder toch de werkloozenzorg res-
sorteert, maar van Biunenlandsche Zaken. ])e zaak is ech-
ter deze, dat toen de N.V.’n werden opgericht, de werk-
verschaffing bij laatstgenoemd Departement was en nu kan men het onderbrengen en heronderbrengen van af-
deelingen van het eene naar het andere Departement ge-
makkelijker voor elkaar krijgen, dan veranderingen in sta-tuten. De noodzakelijkheid om Waterstaat ingeschakeld te
houden, is nooit erg duidelijk geworden. Materieel toch
komt alle verantwoordelijkheid bij den Minister, die de
werkloozenzorg behartigt.
Bij de N.V. ,,Land van Vollenhove” is deelgenomen
door het Rijk voor 4 aandeelen, door de Provincie
Overijssel voor 2 aandeelen en door het Waterschap
Vollenhove voor 1 aandeel, elk van
f 1.000.—.
Bij Overijssel zijn 12 aandeelen â
f
500.— geno-
men door de provincie Overijssel, 4 á
f
500.— door
de Overijsselsche Landbouw Mij., 4 â
f
500.— door
den Aartsdjocesanen Boeren- en Tuindersboncl en 4
f
500.— door het Waterschap Hasselt en Zwart-
sluis.
De aandeelen van ,,De Bieshosch” bezit de gemeen-
te Dordrecht.
Wat deze instellingen al zon in den ioop der jaren
hebben gedaan, blijkt om. uit de volgende samen-
vatting (toestand medio 1933).
Totaal
Hiervan is
Grond in
IReeds ge.
Bosch-
•
bezit woeste
grond
bewer-
king
Icultiveer-
degrond
grond
2908
ha
486
ha
166
hit
2255
ha
Friesland
..
.
2906 ,,
913
197
,,
1796
Drenthe
…….
Groningen ….
1356 ,,
7
681
628
38
ha
Overijssel
….
794 ,,
81
435
278
Vollenhove. ..
.
1860 ,,
460
258
1042
Het bezit van de vereeniging ,,De BiesboscW’ is
ongeveer 900 ha groot en bijna geheel in cultuur.’)
Totdat de landbouwcrisis optrad, hoerden deze in-stellingen, die met groote subsidies van de Overheid in de bonen werken, niet slecht Toen de prijzen ech-
ter schrikbarend daalden en de gedwongen eigen ex-
ploitatie veel moeilijkheden veroorzaakte – verkoop
was practisch niet mogelijk – kwamen de verliezen.
Reeds thans beloopt het verlies bij alle corporaties
tegen de
f
500.000. Doch weet men betere
tijden
af
te wachten en worden er wegen gevonden om de vaste
lasten te verlagen, •dan is het perspectief niet al te
somber.
Prachtig werk is verricht, duizenden arbeiders zijn
nu al heel wat jaren geplaatst en konden een stuk
brood verdienen.
Het zou te veel plaatsruimte vergen om van alle
werkjaren en van alle vennootschappen uitvoerige
cijfers te geven.
Een enkele staat vindt hier een plaats omdat zij
beter dan uitvoerige toelichtingen, een kijk geeft op
den omvangrijken arbeid.
N.V. Ontginningsmaatschappij ,1)e Drie Provinciën”.
Totaal der voor de diverse ontginningen in het boekjaar
1932/1933
uitgegeven kosten benevens het ontvangen
subsidie.
Omschrijving
Totaal
Loonen ………… …………………..
f 502.965,27
Sociale Lasten ……………………….. ..
42.976,09
Toezicht Ned. Heide Mij. ……………….. ..
12.808,24
Schrijfloon, porti Ned. Heide Mij. ……….. ,,
842,06
Overige ontginningskosten ……………….
12.348,35
Afschrijving werktuigen en gereedschappen ..,,
11.504,77
Aandeel alg. renterekeiiing …………….. ..
5.733,59
Aandeel alg. kosten ………………….. ..
4.723,60
Kosten le gewas ………………………,
30.860,18
Totaal kosten ……………………….. ..
624.762,15
Subsidie ………………………. …..
f 469.036,57
Bij de N.V. ,,Land van Vollenhove”, waren in het
boekjaar 193211933 een groot aantal arbeiders tewerk-
gesteld uit gemeenten elders in ons land gelegen.
Deze arbeiders werden gehuisvest in speciaal daar-
voor ingerichte barakken. Het waren werkloozen uit
Vlaardingen, Schiedam, Haarlem, Zaandam, Sneek,
‘) De N.V. Ontginningsmaatschappij ,,Noord-Holland”,
die in
1931 is
gesticht, heeft een aandeelenkapitaal van
f 100.000.—,
w’aarvan
30
aandeelen
ic
f 1000.—
in het bezit
van de provincie zijn,
40
heeft de gemeente Amsterdam,
6
Haa,-lem en Zaandam eveneens
6.
i)e resteerende aan-
deelen bevinden aich nog in portefeuille.
1)e Non rd-Hollandsche Ontgin ningsmaatschappij legt
zich er speciaal op toe, werkverschaffingsobjecten van
het Provinciaal Bestuur uit te voeren, doch heeft zich
daarnaast ook op rechtstreeks ontginningsgebied bewogen.
25 Juli 1934
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
641
IJlst, Stavoren, IJsselmonde, Almelo, Harlingen,
Boisward.
Welk een omvang cle arbeid bij deze N.V. heeft
gekregen, vooral onder invloed van het feit, dat de
tijdsomstandigheden het onmogelijk maakten om het
aanvankelijk gestelde doel: verkoop van gronden, te
bereiken, moge blijken uit enkele cijfers van de ex-
ploitatie.
Ingezaai’d werd voor den oogst 1933: totaal 979 ha.
De gemiddelde opbrengst van den oogst 1932 was:
Inzaai
hl-opbiengst
ha
per ha
zwarte
haver
………….
200.97 51.8
witte
haver
……………
249.87
58.9
winterrogge
…………..
43.86
37.-
zomergerst
…………….
52.65
41.2
zomertarwe
……………
80.17 32.3
QQ Û1
4.1
Een der andere Vennootschappen, ni. ,,De Vereenig-
de Groninger Gemeenten” heeft in het boekjaar 1932/
1933 aan werkloozen een loonbedra’g uitgekeerd van
f
950.000.—. Het jaar daarvoor, toen de Vennoot-
schap over meer gronden te beschikken had, werd
zelfs ca.
f 1.100.000.—
verbond.
Een heel bijzonder karakter droeg het werk van de
N.V. ,,Overijssel”, welke onderneming door de bijzon-
dere ligging van cle ontgonnen objecten, nog steeds
in staat is in belangrijke mate terreinen te.verkoopen.
Ook bij deze N.V. zijn belangrijke bedragen verbond.
Met eenige
cijfers
moge dit worden toegelicht.
Op de ontginning bij Stap.horst, werd een löonbe-
4rag uitgekeerd van rond
f
215.000.— èn in het Stap-
horsterbosch, waar het werk nog niet zoo lang loopt,
een bedrag van pl.m.
f 10.000.—.
Op de terreinen onder Vriezenveen, de z.g. i,Teite
ïnanslanden, werd aan geplaatste werkloozen een be-drag uitgekeerd van
f
357.000.—, terwijl voor de ge-
wone exploitatie, welke niet als werkverschaffing is
opgezet, een boonbedrag noodig was van rond
f
70.000.
Van dat çomplex, groot ongeveer 500 ha, kon reeds
228 hectaren worden verkocht.
Tenslotte zij nog iets medegedeeld over de Ont-
ginnings Mij. in Drenthe, welke instelling eveneens honderden arbeiders kon tewerkstelien, hoewel ook
hier, evenals hij de andere ontginnings-maatschappij-
en, ouder den ‘druk van de tijden, de uitkomsten niet
mooi waren. Op de grootste ontginning van deze cor-
poratie, het Witteveen, een mooi staaltje van binnen-
lancische kolonisatie, werken arbeiders uit bijna 20
Drentsche gemeenten. Dagelijks komen honderden per
fiets naar dit werk, terwijl bij de bewoners van de
kolonie eveneens eenige honderden ‘gehuisvest zijn.
MEYER
DE VRIEs.
EXPORT VAN BOTER NAAR NEDERLANDSCH-INDIÊ.
De afzet van boter naar Ned.-In’dië laat ‘al sedert
jaren te wenschen en âl liet het zich ‘n paar maan-
den geleden nog aanzien, dat er met een afscheep
van
272 tans in het eerste kwartaal
wat meer uit-zicht scheen te komen, sedert •dien zijn de kansen
blijkbaar weer gekeerd, referte ‘de teruggang tot 345
tons voor den termijn Januari/Mei = 5 maanden,
en het lijkt er nog weinig op dat het ons zal geluk-
ken ‘dit jaar op
pim. 2000 tans
te komen, gelijk het
nog onlangs ‘door de
C.Z.C.
werd voorgesteld.
Dit eind-resultaat leek ons toen al aan den opti-
mistischen kant en een niaximum van circa 1200 tons
inderdaad meer waarschijnlijk, wetende dat ‘de In-
clische
omzet-vermeerdering
in hoofdzaak moest ko-
men van de activiteit van één enkel Java-importhuis,
dat zich véérdien weinig of niet met ‘den overzee-
schen boterhandel had geoccupeerd en daartoe eerst
was overgegaan sedert zijn contact met de medio
vorig jaar ingestelde Commissie ter Bevordering van
den Boterexport naar Ned.-In’dië.
Uit welk verschijnsel intusschen wel ‘de conclusie
mag worden getrokken, ‘dat de Höllandsche boter
ginds zeer zeker wel emplooi kan vinden, indien het importapparaat er zich maar véérspant. Doch daarin
nu schuilt o.i. een moeilijk te Sverkoinen bezwaar,
wijl de grootere firma’s – behoudens ‘n enkele uit-
zondering – nu reeds sedert jaar-en-dag met Austra-
lië geliëerd zijn en er dus weinig voor (zullen) voelen
om ‘die connecties op te geven, in ruil voor een méér
of min duurzame verbinding met Nederland. Want
men ma’g niet over •het hoofd zien, dat de Holland-
sche producenten zich al véér- en niet minder nâ de
oorlogsjaren vrijwel zèn’der slag of stoot door Austra-liö van ‘de éértij’ds vaste Indische markt ‘hebben laten
verdringen en er zich verder tot het vorige jaar –
sin’ds Leiden in last is! – weinig om hebben be-
komerd. –
Is er aldus van de zijde der ‘groot-importeurs (van
Australische merken) weinig of geen steun te ver-
wachten, evenmin behoeft men hier te rekenen of te
wachten op ‘de schakel •der kleinere Indische hui-
zen, daar die véélal nôch finantiëel en nôch qua
Organisatie in staat zijn om,
op eigen kracht, voor
het 1
–
lollandsche product met blijvend succes tegen
de Australische concurrentie te ageeren. Het betreft
ie. immers een massa-marktartikel, waarvan continu
en in èlk centrum een voldoende hoeveelheid aan-
wezig moet zijn en bovendien een daartoe geschikte
verkooporganisatie vereischt.
Willen onze producenten inderdaad binnen afzien-
baren tijd ginds weer een behoorlijk-groot –
o.i. on-
misbaar – debiet machtig worden en -houden, dan is
daartoe t’hans vrijwel de éénig-overgebleven keuze om ,,en bloc” of eventueel door het vormen van en-
kele combinaties van exportfabrieken – waarin ook
plaats is voor kaas en condens – één of méérdere
eigen-overzeesche verkoopbureaux aan het werk te
zetten.
Tenzij. . . . de Nederlandsche regeering, die nu toch
reed’s ‘geruirnen tijd – zij het noodgedwongen – het
agrarisch bestel op ‘dell economischen weg leidt en
beschermt, het ‘daarheen wil sturen, dat de Indische
importeurs van de Australische boter op zich nemen
om een goed deel van hun importen uit het moeder-
land te betrekken. Waarnevens natuurlijk ook ieder
an’der behoort vrij te blijven om •de Indische markt,
hetzij ter plaatse of van hieruit, te bedienen. Langs
dien weg, 5± an’ders middels de vorengezegde produ-
centen-organisatie(s), zal de Hollandsche boter in de
eigen koboniën weer een noemenswaard aan-deel van
het verbruik tot zich kunnen trekken en dat zulks
de moeite loont, blijkt uit ‘de volgende statistiekcij-
fers:
Invoer NecL.-Indië
(X
1000 br. kg).
Jan. /Mi’t.
1924 1929 1931 1933 1934
Uit Nederland …….
320 470 205 580 250
Uit Australië ……..
2850 4450 5035 5450 1590
We zijn dus wel op weg om van ‘den stijgen’den
omzet – wijzen’de op een mogelijk totaal van pl.m.
7 mill. kg
over 1934 – een -grootere portie te secu-
reeren, al loopen jammer genoeg onze verschepin-gen
nu weer terug.
Maar aan ènzen vraagprijs – ‘over Jan./Maart 1934
dooréén c.i.f.
54,2
tegen Australië
58,4 cent
per bruto
kg – ligt het thans zeker niet en ook vorig jaar no-teerde Nederland geregeld enkele procenten lager
dan zijn concurrent, terwijl we b.v. in de jaren 19281
1930, ‘di. véér ‘de Australische valuta-daling, dooréén
circa 13 cent per kg c.i.f. héé’ger uitkwamen. Nu ha’d
natuurlijk Nederland toentertijd bij een afzet evenredig
aan Australië allicht wel lager kunnen afgeven, doch
zelfs ‘het
gegeven
prijsverschil ware voor den consu-
ment in Indië in die jaren geen ononverkomelijk be-
zwaar geweest. Een ,,-détail”-méérprijs van een gul-den per kg was voor de schaars-aanwezige Holland-sche boter echter géén uitzondering en zelfs nu
L
nog
wordt, bij een lageren inkoopprijs aan de bron, voor
onze kwaliteit ginds een premie gevraagd en betaald.
642
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
25 Juli
1934
Aan de Nederlan-dsche ,,tropen”-kwaliteit, welke
-den laatsten
–
tijd nogal eens is besproken, ligt ‘het
dus blijkbaar evenmin. En waarom zou •ook ons pro-
duct ‘op het moment minder goed voldoen dan b.v.
30 jaar geleden, toen Indië nog geen Australische
boter kende? O.i. is een juist oordeel omtrent de
,,tropen-hou’dbaarhei’d” van onze boter niet te vellen,
zoolang dit product ginds niet èven vlot en véélvul-
dig wordt verhandeld als de best-geïntroduceerde
Australische merken.
Ook het afstandsverschil Nederland-Java en
Australië-Java wordt, in verband met vluggere be-
diening, weleens ten onzen nadeele aangevoerd. Maar
dit betoog is al evenmin steekhou’dend, want als bo-
vengezegd dient dit consumptie-artikel ten allen ‘tijde
en overal ter plaatse op aanvraag verkrijgbaar te
zijn; – tijdige stock-aanvulling is een quaestie van
goede organisatie.
En voor ‘het verschil in vrachtprijs is -bij de
schaarschte aan lading voor Ned.-Indië
desnoods
ook
wel een oplossing te vinden, al is deze factor o.i. niet van ‘overwegend belang, wijl een vrachtreductie van
zeg
f
10 per M
3
. den c.i.f.-prijs met ‘slechts pim. 2
cents per kg zou verminderen. Ware het wel te ver-
antwoorden om het reeds zoozeer geteisterde scheep-vaartbed rjf aldus te besnoeien?
Een quaestie van méér belang is de gewichtsin-
houd ‘der blikken. Dank zij -het ,,5 Eng. lbs. nominal-
wei’ght” per blik heeft -de Australische boter bij de
introductie terrein veroverd en een dusdanig blik
bevatte vorig jaar nog 1.70 kg
netto
aan boter en,
naar verluidt, op het moment zelfs niet meer dan
pl.m. 1.50 kg. Weshalve de inheemshe landbouw-
organisaties er reed’s op aan schijnen te -dringen dat
de Indische regeering spoedigst mogelijk overgaat tot’
het vôérschrijven van
netto-gewichtsinhoud op
iedere
verpakking. Het staat echter ‘te bezien of een -derge-
lijke bepaling wel – in Indië – voldoende waar-
borg schenkt in de
p.ractijk
om er zonder meer op
te ‘bouwen. Méér afdoende is wellicht de bepaling,
‘dat b.v. een 5 Eng. ibs.-blik niet minder dan
2Y
kg
boter mag inhouden.
Aandacht verdient vanzelfsprekend ook het feit
‘dat Aus’tralië een -goede afnemer is van -de Indische
hodemproducten, in het bijzonder van de Java-thee.
Doch ook Nederland laat zich – n’en déplaise de in-
voer- en verbruiksbelemmerende bepalingen – te
dien opzichte niet onbetuigd, reforte het -laatste jaar-
verslag der Ned. Handel
Mij.
waarin met betrekking
tot •de Java-verschepingen staat vermeld:
Tons van
1000
kg.
1933
1934
Naar Australië …………
14.260
12.373
Naar Nederland ………..
14.859
15.294
De vraag mag •dan ook worden gesteld of het wel-
licht niet
mogelijk
zou zijn, – ôf wei noodzakelijk
wordt, – om ten aanzien van den Indischen boter-
import met Australië tot een vergelijk te komen, in
-dien zin ‘dat Australië en Nederland elk de helft
van den totaalimport toe’gewezen krijgen.
Inmiddels ‘dienen belanghebbenden er o.i. nar te
streven of zèllf voor te zorgen, dat -de Hollandsche
boter -over een uitgebreid en passend distributie-ap-
paraat in Ned.-Indië ‘te beschikken heeft en – ,,last
not least” – dat er ginds een -doeltreffende propa-
ganda voor het product wordt gevoerd.
En wanneer men ‘dan zoodoende tot het inzicht
komt, dat -de Ned.-Indi’sche markt wei weer een goe-
den en geregelden afzet biedt, -dan beteekent zulks al-
licht een aansporing te inéér om ook andere over-
zeesche landen – men ‘denke b.v. aan China, Britsch-
Indië, Palestina en zeker ook aan West-Indië –
meer intensief te gaan of ‘te laten bewerken.
Aldus ‘bestaat er kans, dat de verscheidene overzee-
rayons aliengs een grooter of kleiner contingent zul-
len -toevoegen aan onzen zuivelexport, waarvan het
verschiet -thans te denken geeft.
H.
F.
N. NIEUWENHIJIS.
TOETREDING VAN ENKELE OUTSIDERS TOT HET
INTERNATIONALE TINKARTEL.
Het Internationale Tinkartel heeft bij haar oprich-
ting in 1931 een van de fouten •gemaakt, ‘die in ‘de
geschiedenis van ‘het kartelwezen reeds zoo vaak een
belangrijke rol hebben gespeeld, ni. de on.derschatting van de beteekenis van -de outsi’ders. Bij het begin van
-de restrictie leek de positie van het Kartel buiten-
gewoon sterk. Met Siam, ‘dat eerst later tot het sche-ma is toegetreden, bedroeg ‘de productie van ‘de kar-
telleden in de periode van 19281’31 ongeveer 92 pCt.
van de vereldproductie. Toen het Kart’Tel in het be-
gin de pro’ductie beperkte, ging zulks met het oog op ‘de nog steeds dalende
prijzen
gepaard met een pro-
‘ductieverminderin’g van de meeste outsiders. Het
vraagstuk werd echter actueel, toen -het Kartel steeds
groo
–
tere beperkingen toepas’te, waardoor de wereld-
productie beneden -het wereidverbruik ‘daalde, hetgeen
leidde tot een vermindering van de groote voorraden.
Productie en verbruik van tin in long tons.
Productie
‘Verbruik
1932 1933
1
1934
1932
1
1933
1934
9.266
7405
8.705
8.740
9.327
8.575
7.239
7.115
7.893
8.936
8.196
.9.148
10.743 6.707
8.296 9.119 9.306 10.373
M
aart
………
8.754 7.538
8.3421)
9.745 9.346 10.202
April
………
8.995 7.253
9.041
8.517
10.661
10.425
Mei
…………
7.302
6.405 8.135
11.558
Januari……..
Februari
……..
Juli
……….
5
.075
7.403
7.025
13.116
5.519
,.147
6.776 13.680
Juni
………..
September
…
7.647
6.061
7.965 11.968
..
7.906 7.822
11.756
Augustui ……..
.
7.106 8.382 9.496
October
………7.766
ovember
…….7.592
6.742 8.524 9.345
December
…….6.885
92.763 84.788 99.986
1
127755
1)
– voorloopig.
Toen ‘de prijzen in de tweede helft van 1932 iets
•stegen, ging dit gepaard met een vergrooting van de
productie van -de outsi’ders, een voorbeeld, da-t de
Kartelleden niet konden volgen, in-dien zij de markt
niet verder wilden desorganiseeren. De productiever-
mindering in 1933, ‘die uit bovenstaande tabel -blijkt, is dan ook nog •grooter geweest voor -de kartelleden, -daar ‘de outsi’ders hun productie -hebben opgevoerd.
De nevenstaan’de tabel ‘laat zulks duidelijk zien. Want
de productie van -de gezamenlijke outsiders was in 1932
t.o.v. 1931 reeds gestegen, terwijl die van het Kartel
toen reeds sterk gedaald was.
Het is een verdienste van het Kartel, -dat ‘het bij-tijds dit ‘gevaar -heeft onderkend en daartegen stel-
lin’g heeft -genomen door de bepaling ‘in de overeen-
komst op te nemen, dat ‘de leden vrij zijn -de over-
eenkomst op ‘te zeggen, zoodra de pro’ductie van de
outsi-ders meer -dan 25 pCt. van de werel’dproductie
zal bedra’gen. Deze bepaling heeft zon-der twijfel ‘de
toetreding van enkele an-dere outsi-ders gestimuleerd.
Vo’l’gens ‘het communiqué van het ‘Internationale Tin
Comité zijn ‘de Congo, In’do-China, Cornwall (‘de
drie ‘belangrijkste producenten) en Portugal tot het
Kartel ‘toegetreden. Daarbij is de productie van deze
landen voor de periode van 1934 t/m. 1935 als volgt
vastgesteld.
1934 1935
1936
Belg.
Congo
…………
4.500
6.000
7.000
I-ndo-China
………….
1.700
2.500
3.000
Cornwall
……………
1.700 1.700
1.700
R’çÛ RÇÛ
Mfl
De -bovengenoemde hoeveelheden stellen ‘de z.’g. flat
rates voor; zij zijn echter niet onveran’derlijk. Indien
ni. de quota van de oorspronkelijke kartelleden ver-
hoog’d wordt boven 65 pCt. van ‘de standaardtonnage,
dan zuilen -de quo
–
ta van -den Con’go en van In’do-Chi-
na verhoogd worden met 25 ton voor eik percentage
boven ‘de 65. Voor Cornwall en Portugal geldt een
eenigszins analoge regeling.
25 Juli 1934
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
643
Tinproductie.
1922 1929
1931
1932
1933
Cornwall
……….
370
3.271
598 1.192
v 1.368
Portugal en Spanje
147
748
461
442
528 Bolivia
……..(k)
27.685
46.338
30.742
20.583
14.725
n
n 763
782 338
Mexico
…………
]3urma
…………..
1.530
2.402 2.006 2.534
2.399
8.214
4.006 3.772
4.092
6.409
China
…………..
Malakka
……(k)
37.223
69.366
52.642
28.408
23.760
Ned.-Indië ……(k)
29.459 35.730
27.703
15.427
14.131 Siam
……….(k)
6.979 9.939
12.447
9.261
10.324
Overig Azië
650 750 1.882
1.887
1.871
1.420
..
1.155
810 854
946
567
970
141
683
2.225
Nigeria
……..(k)
5.568
10.734
7.240
4.174
3.651
Zuid-Afrika
367
1.192 409
541 539
Overig Afrika
n
385
190
316
578
Australië
……….
Congo
…………..
Kartel
…………
106.914
172.107
130.774 77,853 66.641
13.265 14.879
11.052 14.223
17.201
120.179
..
186.986 141.826
92.076
83.842
Outsiders
……….
Totaal
………….
n
n
382
687
946
Diversen …………..
Totaal Generaal
.
120.179
186.986
142.208
92.763
v84.788
n niet beschikbaar.
v_
voorloopig. k_ kartel.
Om de juiste beteekenis van de genoemde quota te
begrijpen, dient men ‘de productie van deze landen
sedert een reeks van jaren te volgen. De onderstaande
tabel geeft hiervan een indruk.
Bij vergelijking van de productie van den Congo in
vroegere jaren met de thans toegekende quota blijkt wel zeer duidelijk, welke belangrijke voordeelen de Belgische producenten hebben behaald. De grootste
Belgische bank, de Société Générale, die een contro-leerenden invloed op de tinmijnen (evenals op de ko-
permijnen) in den Congo bezit, heeft iïan haar sterke
positie wel heel ‘goed gebruik gemaakt, dank zij de
ruime ervaring, waarover zij op het ‘gebied van het
internationale kartelwezen beschikt.
(‘Wij
herinneren
in ‘dit verband aan de sterke positie van den Congo
in het vroegere internationale koperkartel).
Tengevolge van de toetreding van de genoemde
landen is de positie van het Tinkartel thans zeer sterk
geworden. Van een monopoliepositie op •de wereld-markt is echter nog geen sprake, daar enkele belang-
rijke productiegebied’en als C’hina en Birma nog bui-
t’rd ‘de overeenkomst staan. Het is te verwachten, dat
het Kartel pogingen in het werk zal stellen om ook
deze landen tot toetreding te bewegen. Of zij hiertoe
onmiddellijk bereid zullen zijn, staat te bezien. In elk
geval is het zeker, dat deze landen een groot quotum
zullen verlangen. De productie van China is in 1933
(zie bovenstaande tabel) reeds grooter geweest dan
in de laatste tien jaren.
Al is de politiek van het Internationale Tinkartel
nog niet goed te beoor’deelen, zooals wij onlangs schre-
ven
1,
dan
blijkt
echter uit de recente ontwikkeling
wel, dat de grootste producenten de offers voor een aan-
zienlijke prijsstijging hebben gebracht.
2)
De kleinere
producenten plukken niet alleen de vruchten van de sterk opgevoerde prijzen, maar zij kunnen thans tot
een productie-uitbreiding overgaan, waarvan zij en-
kele jaren geleden nog niet ha’dden kunnen ‘droomen.
De productie-uitbreiding van enkele landen betee-
kent, zooals vanzelfspreekt, daarom niet, dat zij met
den laa’gsten kostprijs werken; zij is zuiver een gevolg
van een goede tactiek.
Interessant is het echter, dat het Internationale
Tinkartel thans, voor zooverre ons bekend, een van
de meest hechte en meest omvattende (wat het aantal
aangesloten landen betreft) internationale organisa-
ties op het gebied van de productie van grondstof-
fen is. v. d. V.
In het artikel ,,De beteekenis van de buffer-pool
voor de Tinmarkt” in E.-S. B. van
27
Juni jI.
Reeds vroeger ‘heeft Siam zich
01)
een basis van 10.000
ton bij het Kartel aangesloten, hetgeen voor dit land, met
het oog op de groote productiebeperking van Bolivia, Ned.-
Indië, Malakka en Nigeria, een groot voordeel beteekende.
DE RIJKSMIDDELEN OVER JUNI 1934.
Ook in •de afgeloopen maan’d zijn het weder de
omzetbelasting en de couponbelasting geweest, welke
hebben voorkomen, dat de onder Afdeeling II van
‘den mid’delenstaat verantwoorde ontvangsten zijn
gedaald beneden het bedrag, ‘dat in de overeenkom-stige maand van het ‘vorige jaar werd ontvangen. De
totaalontvangst van deze af’deeling toch ‘bedraagt
f
31.190.100 tegenover
f
26.239.400 over Juni 1933,
zoodat de toeneming
f
4.950.700 bedraagt. Worden
de beide bovenbedoelde belastingen, welke het vorige
jaar in Juni nog niet werden ‘geheven, buiten de
rekening gehou.den, ‘dan slaat •de ‘genoemde toene-ming om in een nadeelig verschil van
f
396.700. Het
totaalbedrag van deze afdeeling bleef
f
1.019.700 bij
de gemiddelde maandraming ten achter. Worden de twee nieuwe belastingen ook hier uitgezonderd, dan
blijkt ‘de ‘gemiddelde maan’draming der overblijvende
middelen met
f
958.000 te zijn overschreden.
Ditmaal vertoonen de ‘dividend- en tantièmebelas-ting, de wijn-, de bier- en de tabaksaccijns, ‘de regis-
tratierechten, ‘de successierechten en ‘de loodsgel’den
een hooger opbrengstcijfer; de overige heffingen van
deze af’deeling brachten alle minder op dan in de
correspon’deerende maand van ‘het vorige jaar.
De totale opbrengst over het eerste halfjaar 1934
beliep
f 162.222.000
tegen
f
150.092.200 in ‘dezelfde
maanden van 1933. De vooruitgang be’droeg derhalve
f
12.129.900. Wat ‘de raming betreft ontstond in de
eerste zes maanden van het loopen’de jaar een tekort
van
f
31.036.700. Deze achterstand bij de raming is
voor ruim
f
17.900.000 te wijten aan het achterblij-
ven van de omzetbelasting, ‘welke blijkbaar nog steeds
niet op gang is kunnen komen. Indien dit middel,
alsmede ‘de coupon’belasting, buiten ‘de vergelijking
worden gehouden,
blijkt,
dat •de overige middelen in
zes maanden
f
12.410.400 minder hebben opgeleverd
dan in het vorige jaar en dat het na’deelig verschil
tegenover de raming tot
f
11.626.900 ‘daalt.
Voor de dividend- en tantièmebelasting is Juni in
‘den regel de eerste maand van ‘de hoogere ontvang-sten. Ook ditmaal wordt op dezen regel geen uitzon-
dering gemaakt. Met een ontvangst van
f
1.789.500
geeft •dit middel een accres van
f
307.500 te zien. Hierdoor stijgt de in eenige der voorafgaan’de maan-den verkregen voorsprong tot
f
1.062.800. Indien de
opbrengst van ‘dit middel ‘op normale wijze verloopt,
moeten ‘de beste twee maanden nog komen. Het is
nog niet mogelijk na te ‘gaan, welken invloed betalin-
gen op voorloopig opgelegde aanslagen op ‘de tot ‘dus-
verre geboekte opbrengsten hebben ‘gehad, en in hoe-
verre andere toevallige factoren tot de ‘hoogere op-brengst hebben medegewerkt, doch men krijgt toch
wel ‘den indruk, ‘dat de divi’den’d- en tantièmebelastin’g
zich eenigszins begint te ‘herstellen.
De invoerrechten, welke in elk ‘der eerste vijf maan-
den van het jaar onder de opbrengsten van ‘het vorige
jaar zijn ‘gebleven, konden ook in Juni ‘de opbrengst
van 1933 niet halen, al is het nadeelig verschil van
f
78.400, het kleinste ‘dat dit jaar voorkwam, op zich-zelf van niet veel beteekenis. Overigens ‘dient te wor-
den opgemerkt, ‘dat ‘de opbrengt van dit middel in de
afgeloopen maand zeer bevredigend was, immers
f
955.300 boven de gemiddelde maan’draming en
f
2.919.600 boven de ontvangst van Februari ji., tot
nog toe ‘de slechtste maand van dit jaar. Hoewel dit
mi’ddel dus weer aardig op peil komt, zal er nog ‘heel
wat ‘dienen te gebeuren voor en aleer het bedrag van
f
6.593.000, dat ‘door de lage opbrengsten in het be-
gin des jaars in de eerste zes maanden minder in de
schatkist kwam ‘dan in het eerste halfjaar 1933, zal
zijn ingehaald. Het deficit ten opzichte van de ra-
ming bedraagt nog
f
2.665.300. Het statistiekrecht,
dat in elk der zes verloopen maanden beneden 1933 bleef (‘ditmaal met
f
2.200; over zes maanden met
f
63.600), weerspiegelt eveneens den slec’hten toe-
stand in onzen ‘buitenlandschen handel.
644
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
25 Juli 1934
Met ‘de accijnzen gaat het over het algemeen on-
bevredigend. Slechts die op wijn, op bier en op tabak
wezen tegenover de overeenkomstige maand een plus
aan; de andere ‘bleven er alle onder. De mindere
opbrengst bij het zout bedroeg
f
11.800, waardoor
de ‘daling over de verstreken maanden van het jaar
op
f
116.600 werd gebracht. De accijns op ‘het ge-
slacht leverde
f
84.300 minder op. Zonder den in-
vloed van •de geforceerde afsiachting voor de Crisis-
Rundvee-Centrale, welke in het begin van het jaar
‘de opbrengsten van dezen accijns in belangrijke mate
stimuleerde, zou het er met •dezen post al zeer slecht
voorstaan. Thans is in de eerste zes maanden nog
een voordeelig verschil van
f
106.200 ontstaan. De
wijnaccijns vertoont een iets gunstiger beeld; dit-
maal valt een toeneming te constateeren met
f
35.000
terwijl in de eerste zes maanden een surplus werd
verkregen van
f
107.900. Anders staat het met den
gedistilleerdaccijns; in ‘de afgeloopen maand kwam
f
483.100 minder binnen ‘d’an in Juni 1933, terwijl
gerekend over de eerste zes maanden
f
1.421.500
minder werd ontvangen. In dezen achteruitgang mag
ongetwijfeld een crisisverschijnsel worden gezien. De
hieraccijns, die mede tengevolge van ‘dezelfde oorzaak
in het eerste kwartaal van het jaar een sterke in-
zinking vertoonde, schijnt zich iets te herstellen. De afgeloopen maand gaf zelfs een ‘heogere opbrengst.
Het voordeelig verschil bedraagt
f
282.500. Gerekend
over zes maanden is het loopende jaar met
f
179.800
in het voordeel, doch hierbij valt te bedenken, dat de
opbrengsten in het tweede kwartaal van 1933 abnor-
maal laag zijn geweest. Hoewel dus het eerste half-
jaar 1933 werd overtroffen, is niettemin tegenover
6112 der raming een tekort ontstaan, dat
f
950.800
beloopt. De h’ooge heffingen op de suiker hebben
blijkbaar het verbruik van dit artikel gedrukt, waar-
door de teruggang in ‘de afgeloopen maand, welke
f
699.900 bedraagt, kan worden verklaard. Wellicht heeft •ook ‘de voorgenomen beëindiging van de hef-
fing van 20 opcenten op dezen
accijns
haar invloed
reeds doen gelden op de ontvangsten over Juni. Het
nadeelig verschil over de afgeloopen maanden van
het jaar bedraagt thans
f
6.087.300. Komt de beoogde
afschaffing ‘dezer 20 opcenten tot stand, dan zal de
opbrengst van ‘dezen accijns ook nog ongunstig wor-
den beïnvloed ‘door de teruggaaf van reeds betaalde
opcenteu. De tahaksaccijns gaf ‘ditmaal
f
198.200
méér; toch heeft ook deze heffing zeer te lijden on-
der de ongunsti.ge
tij’dsomst’andigheden, zoodat in
zes maanden
f
484.500 minder werd geboekt.
Van ‘de middelen, •die in meer rechtstreeksch ver-
band staan met het zakenleven, gaven de zegelrech-
ten
f
508.400 minder, waarvan
f
154.900 op rekening
van de beursbelasting komt. De registratierechten
leverden een surplus van
f
78.700. Bij beide laatst-
genoemde middelen werden zoowel de opbrengst over
het eerste halfjaar 1933 als de ramiug overtroffen.
De omzetbelasting is nog steeds niet behoorlijk op
gang; de opbrengst bedroeg ‘ditmaal
f
4.898.700 bij
een gemiddelde maan’draming van
f
6.791.700. Dit
heteekent alweer een teruggang tegenover Mei ji.,
toen een bedrag van
f
5.310.700 kon worden geboekt.
De middelenstaat vermeldt, dat het verschil tusschen opbren’gst en raming ten deele nog het gevolg is van
de vroeger medegedeelde oorzaken; ‘de vrees laat zich
echter niet onderdrukken, dat de omzetbelasting ook
hij de verwachting ten achter zal
blijven.
In het eerste
halfjaar is reeds
f
17.902.100 minder ontvangen dan
geraamd. De couponbelasting komt zachtaan op peil;
raming
f
533.300, opbrengst in de maand Juni
f
448.600. Daar de wet tot heffing van deze belas-
ting eerst op 25 Februari 1934 in werking is ge-
treden, terwijl de raming op een vol jaar ‘betrekking
had, is het niet te verwonderen, dat ‘de ontvangsten
over de ‘verstreken maanden van het jaar
f
1.507.700
hij de verwachting ten achter zijn gebleven.
Hoewel de successierechten
f
544.100 meer op-
brachten, werd toch de gemiddel’de maan’draming
niet gehaald. Niettemin werd in zes maanden
f
290.800 meer geïnd en werd de raming met
f
1.058.500 overtroffen. De loodsgelden gingen deze
maand
f
38.500 vooruit.
Wat tenslotte de directe belastingen van Afdeling
1 betreft, wijzen ‘de cijfers uit, ‘dat het belastingj aas
193411935 iets meer invloed begint uit te oefenen. Zoo was cle stand van het kohier der inkomstenbe-
lasting ultimo Mei
f
22.104.700 en thans
f
26.866.600,
zoodat de toeneming, na aftrek van het meerder be-
drag aan kwade posten,
f
4.762.000 bedraagt. Voor
het
verkrijgen
van een juist inzicht in den loop van
dit middel zal het intusschen noodig zijn, nog eenige maanden aan te zien.
Wat nu de vergelijking met het overeenkomstige
tijdstip van het vorige jaar aangaat, •deze is voor
het loopen’de jaar thans ongunstiger geworden. Al-
leen de grondbelasting houdt zich goed en toonde een
vermeerdering van
f
187.900. De overige belastingen
geven alle een teruggang te zien. De stan’d van de
inkomstenbelasting is
f
6.288.900 lager dan eind
Juni 1933, terwijl de vermogensbelasting en de ver-
dedigingsbelasting, ‘die aan het eind van de vorige
maand nog een accres te zien gaven, thans vermin-
deringen van on’dersohei’denlijk
f
134.100 en
f
137.800
aanwijzen.
INGEZONDEN STUKKEN.
NOGMAALS HET NIEUWE TARIEF VAN
INVOERRECHTEN.
Mr. Dr. L. F. H. Regout schrijft ons:
Het slot van Prof. Verrjn Stuarts naschrift op
mijne beschouwing over ‘de Tariefwet in het nummer
van 11 Juli, bevat de uitnoodiging, nader in te gaan
01) dat onderdeel van •de tariefwet, waarbij eene mij
niet onbekende industrietak betrokken is. Uiteraard ‘heb ik
mij
de vorige maal tot enkele op-merkingen van algemeene strekking beperkt, zonder
bijzonderheden van de nieuwe Tariefwet daarbij te
betrekken, ook niet eene op zichzelf interessante
kwestie als ‘de uitbreiding van de hier te lande zeer
schaarsch bekende specifieke rechten, tot keramische
en enkele andere artikelen.
Zooals ‘gezegd, deze kwestie is op zichzelf van de
grootste interesse. Wij gelooven dan ook, da’t in de
toekomst aan deze soort van heffing ruimer toepas-
sing zal worden gegeven, volstrekt niet uitsluitend
of zelfs niet op de eerste plaats terwille eener krach-
tiger beschermende uitwerking, maar omdat in niet weinig gevallen het zooveel redelijker is, deze hef-
fing en geen andere toe te passen.
In het kader der nieuw ontworpen Tariefwet speelt
echter de specifieke heffing nog slechts een onder-
geschikte rol. En of ‘deze rechten eigenlijk wel in
overeenstemming zijn te brengen met de toelichting
op het wetsvoorstel, waarin van eene technische her-
ziening van overwegend fiscale strekking sprake is,
schijnt van verschillende zijden te worden betwijfeld.
Dat binnen het kader eener technische herziening
ook het systeem der specifieke rechten zeer wel past,
lijkt ons onaanvechtbaar. De moeilijkheid zou dan ook
slechts kunnen gelegen zijn in de hoogte der voorge-
stelde specifieke rechten. Is deze laatste speciaal ten
aanzien der keramische artikelen van dien aard, dat
ze niet meer overwegend fiscaal zijn te noemen?
Prof. Verrjn Stuart meent ‘deze vraag ‘bevestigend
te moeten beantwoorden en hij verwijt de Regeering in deze gebrek aan
openhartigheid,
zich daarbij om.
beroepend op een artikel van ‘de Telegraaf van 1 Juli
ji.: ,,Protectionistisch of fiscaal”, •dat voor een be-
paald artikel tot eene
‘becijfering
komt, waarbij het
specifieke recht ruim 25 pOt. van de tegenwoordige
gemiddelde waarde zou beteekenen.
Prof. Verrijn Stuart schijnt hier op het eerste ge-
25 Juli 1934
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
645
zicht sterk ‘te staan en toch kan zijne aanhaling uit
de Telegraaf slechts een geheel onjuisten indruk wek-
ken, voor wat betreft de beteekenis •der onderschei-
done specifieke rechten van het wetsontwerp.
Wij moeten ons in deze kolommen ten zeerste be-
perken en willen slechts op eenige hoofdpunten
wijzen:
De cijfers van de •statistiek van in- en uitvoer,
met name cle waardecijfers van den invoer, waar het
hier om gaat, eigenen zich niet voor het trekken
eener conclusie, als in ‘de Telegraaf heeft plaats ge-
vonden. Zij eigenen zich niet voor de berekening
eener ‘gemiddelde waarde per ingevoerde ‘gewichts-
eenheid, immers hoe voortreffelijk onze statistiek ook
moge zijn ingericht, juist ten aanzien van de inge-
voerde waarde kan een meer diepgaand onderzoek tot geene andere gevoigtrekking leiden, dan dat de
betrouwbaarheid dier waardecijfers ernstig in het
gedrang komt. Wij behoeven hier nog niet te denken aan gevallen, waarin ‘het in te klaren bedrag met on-geoorioof.de middelen gedrukt wordt, veeleer spelen
hier een rol, dunkt ons, de zijdelin’gsche inkomsten,
in den vorm van ‘belangrijke exportpremies (scrips en
dgl.), welke den buitenlarcdschen fabrikant toevloeien,
zonder in het factuurbedrag tot uiting te komen.
In zooverre de Regeerin’g zich gebaseerd heeft
op ‘de ‘bekende gegevens van omstreeks een jaar ge-
leden, ten tijde van de voorbereiding van de nieuwe
Tariefwet, moet worden toegegeven, dat de inmiddels
nog verder voortgeschreden prijsdaling de toen gel-
clende verhoudingen weer heeft achterhaald. Ondanks
de afbraakprijzen, die voor een aantal keramische
artikelen reeds bestonden, is het sindsdien nog van
kwaad tot erger geworden. Wij willen er in dit ver-
band slechts op wijzen, .dat de exportdrang der zwaar
onder overproductie ‘gebukt gaande landen Duitsch-
land en Tsjecho-Slowakije, naast den uitgroei van
den Japanschen afzet op onze markt, voor bepaalde
keramische artikelen reeds in de voorafgaande jaren
alhier een strijd op leven en dood ontketend heeft,
die vermoedelijk hij geen ander artikel zijn weerga
heeft gevonden.
Wij aarzelen dan ook niet te zeggen, dat bij prijs-
noteeringen, welke heden ten ‘dage voor een aantal
dier artikelen gelde.n – en dan betreft het juist de
gevallen waarin de heffing van specifieke rechten
het meeste haar invloed doet gevoelen – geen fabriek
ter wereld, althans onder Europeesche verhoudingen,
kan bestaan.
Juist waar aan zulke prijzen verder elke reëele
maatstaf moet ontzegd worden, is hierin veeleer een
argument v66r, dan tegen de wenschelijkheid van
specifieke rechten gelegen, zij het dan dat daarmede
eene zoovoel zwaardere belasting, in waarde uitge-
drukt, verbonden is.
Nu is de toestand wel niet zoo, dat op het ‘geheele
terrein der keramische industrie zoodanige afbraak-piijzen voorkomen, maar ook op verwante artikelen
gaat van zoodani’ge prijzen een grooten invloed uit.
De vraag, of •de hier besproken specifieke rech-
ten bij de huidige prjsverhoudingen nog fiscaal te
noemen zijn, kan naar onze overtuiging met ‘gerust-
heid ‘bevestigend worden beantwoord. Tot staving
dezer meening zouden wij b.v. mogen verwijzen naar
het Belgische porseleintarief, geplaatst naast het
overeenkomstige Nederlandsche tarief.
T
oor
gedecoreerd porselein (invoer van wit porse-
lein speelt geen rol) bedraagt het Belgische recht
Frs. 250.-, zegge
f
17,50 per 100 k.g netto, tegen-
over’ het voorgestelde Nederlandsche recht van
f
12.-
per 100 kg netto. Ofschoon dus bijna 50 pOt. hooger,
bedroeg de Belgische porseleininvoer in 1933 ron’d
Ers. 14.500.000, zulks terwijl België zelf eene niet
onbelan’grij.ke keramische industrie van huishoudelijke
artikelen bezit.
Nu begrijpen wij wel, •dat uit zoodanig invoercijfer
nog •geene besliste aanwijzing omtrent het karakter van het Belgische tarief kan worden afgeleid. ‘Maar
zoodani.ge
voor België belangrijke invoer in dit arti-
kel, wijst er toch wel op, •dat ‘de ‘beschermende wer-
king, die uiteraard in het tarief aanwezig is, toch
van ondergeschikte beteekenis blijft en de fiscale wer-
king ‘daarmede meer op den voorgrond treedt. Als dit
voor het Belgische tarief ‘geldt, mag zulks a fortiori
worden aangenomen voor het zooveel lagere Neder-
lan’dsche tarief.
cl)
Ofschoon slechts zijdelings in verband staande met ‘de vraag, of de in de nieuwe Tariefwet opgeno-men specifieke rechten voor keramische artikelen in
strijd moeten worden ‘geacht met ‘de considerans van
het wetsvoorstel, toch nog een enkel woord over het
con’sumentenbelang. Is immers juist van de boven
gesignaleerde zwaardere belasting van ‘den goedkoop-
•sten ‘invoer, geene aantasting van de belangen van
cle minst draagkrachtige consumenten te vreezen? Het komt ons voor, dat zoo’danige invoer vermoe-
‘delijk groo’ter bate afwierp voor den betreffenden im-
porteur, dan uiteindelijk voor den consument, voor
wieji ook in andere opzichten, gelet op de kwaliteit,
‘deze invoer vaak twijfelachtig belang had. Wij zijn
dan ook van meening, dat van de consumenten als ge-
volg van de betreffende specifieke rechten, geen noe-
menswaardige offers zullen gevraa.gd
w’orden. Wel zal
als gevolg dier rechten de extra-winst, welke bij
boven •gesi’gnaleer•den invoer ‘den importeur toeviel,
thans veeleer aan den fiscus ten goede komen.
N a s c h r i f t. Wij zijn Mr. Regout erkentelijk
voor het gevolg, .dat
hij
wel heeft willen geven aan
‘den wenk, vervat in onze opmerking over ‘de be-
schermende werking van het nieuwe Tarief ten op-
zichte van de keramische industrie. Voldaan heeft
zijn betoog ons echter niet. Het zij ons veroorloofd
om nog enkele korte marginalia hij het betoog van
den geachten
schrijver
te plaatsen.
In de opmerkingen a) en
b)
wordt gewezen op de afbraakprjzen, ‘die, hetzij als ‘gevolg van openlijke of
verkapte subsidiepolitiek, hetzij ‘door niet gesuhsi-diëerde dumping der betrokken producenten, op de
vrije markten voor keramische artikelen gelden.
Tegen dergelijke verschijnselen achten wij een
duurzame consoli’datie van het Nederlandsche Tarief
op een verhoogd niveau een bedenkelijk middel.
Strijd tegen irrationeele prijsvorming in den in-
AANVOEREN in tons van 1000 KG.
Artikelen
Rotterdam
‘
Amsterdam
Totaal
15-21 Juli
Sedert
Overeenk.
15-21 Juli
Sedert
Om,ereenk.
1934
1934
1Jan. 1934
tijdvak 1933
1934
1Jan. 1934
tijdvak 1933
Tarwe
……………..
4.1.519
773.953 785.584
556
21.318
15.016 795.271
800.600
4.061
255.588 235.709
–
15.257
4.819
270.845
240.528
Rogge
………………
Boekweit
……………128
…
12.647
12.332
–
.
–
25
12.647 12.357
Mais ………………
14.753
497.284
609.943
–
118.867
115.739 616.151
725.682
9.210
216.202
191.588
1.896
.
30.325
18.411
246.527 209.999
75.358
91.871
–
2.206
2.771
77.564
94.642
3.912
.
135.902
136.961
1.717
139.461
175.585
275.363 312.546
Gerst
……………..
Haver
……………..1.264
1.678
53.563
45.565
–
25
–
53.588 45.565
Lijnzaad
……………
Lijnkoek
……………
26!
11.031
11.524
105
1.622
4.445
12.653
15.969
Tarwemeel
………….
Andere
meelsoorten ..
688
33.609
32.364
171
3.473
5.940 37.082 38.304
646
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
25 Juli 1934
ternationalen handel dient te geschieden met tij-
delijke afweermaatregelen. Deze moeten in hun soort
e{fecief zijn, maar zij moeten zich niet uitstrekken
over een langer tijdperk, dan waarvoor zij noodig zijn
in het verband met het doel, waartoe zij worden ge-troffen. Verliest men dit laatste uit het oog, •dan kan
een op zichzelf verdedi gbare anti-dumpi ng-politiek
al te gemakkelijk ontaarden in -doodgewone protec-
tie, waarvan de bezwaren, als wij Mr. Regout goed
hebben begrepen, ook door hem worden erkend. Van-
daar ons betoog
tegen
duurzame tariefsverhoogin-g en
voor
tijdelijke maatregelen, -daar, waar deze laatsten
in beginsel aanvaardbaar blijken
De heteekenis van de opmerking sub
c)
ontgaat
ons- en wij hebben -den indruk, dat Mr. Regout hier
zijn ei-gen betoog ook niet bijzonder sterk acht. Een
tarief kan toch zeer wel beschermend zijn, opk al
vindt onder de werking daarvan nog een min of meer
belangrijke invoer p1aats. Volgens de redeiieeri.ng
van Mr. Regout zouden eigenlijk alleen volkomen
proh ihitieve invoerrechten een heschermend karakter
dragen. De schrijver zal wel begrijpen, dat en waar-
om wij hem in dit betoog niet kunneu volgen.
Tenslotte het consumentenbelang. Mr. Regout
meent, dat -dit gering is en dat hier slechts sprake is
van importeursbelang. Daargelaten nu, dat ook im-
porteurs Nederlandsche belangen dienen, meenden wij
tot dusverre, dat op het gebied van den handel in
keramische artikelen hevige concurrentie heerschte en
dat deze zich hij voortduring uitte in goedkoope en
aantrekkelijke offertes in de groote magazijnen en in bijzonder lage prijzen in -de kleine zaakjes en in den
straathandel. Vermoedelijk zal -daaraan -door bescher-
ming wel een einde -gemaakt kunnen worden. Geen
nood, aldus Mr. Regout, deze invoer had voor den
consument slechts ecu ,,twijfelachtig belang”! Maar
waarom? Omdat hij goedkoop koopt? Deze redenee-
ring van den schrijver wil er bij ons nog niet in.
Stijgt de prijs van zijn i.ankoop, het zal ,,geen noe-
menswaardig offer” beteekenen! Wij vragen alweder:
waarom zal dit offer zoo gering zijn en waar ligt
de -grens, waarbij ook volgens Mr. Regout met de
offers van den consument rekening gehou-den zal
moeten worden?
G. M. V.S.
MAANDCIJFERS.
PRODUCTIE DER STEENKOLEN-, BRUIN-
KOLEN- EN
ZOUTMIJNEN
(Gegevens verstrekt door den Hoofdingenieur der mijnen.)
l. Gezamenlijke Steenkolenmijnen.
Mei
Jan.Mei
Jam/Mei
1934 1934
1933
Prod. Steenkolen in tonnen.
1.002.402
5075.361
5.265.647
Aantal normale werkdagen
.
24
1
)1
128
127
Bruinkolenmijn ,,Carisborg”.
Netto.productie in tonnen..
5.979
2
)
60.789
57.062
Aantal normale werkdagen
25
99
126
Zoutmijnen. (Kon. Ned. Zoutindustrie te Boeielo.)
Afgeleverd:
Geraff.
zout …….. (ton)
1
1
1
Industriezout
……(
,,
)
.
5.944 11.932
3
)
.21.775
Afvalzout
……….(
,,
)
) )
J
Aantal normale werkdagen
25
51
3
)
127
Gezameni.
Bruin-
Aantal arbeiders.
Steenkolen.
kolenmijn
Zoutmijnen
– mijnen
,,Carisborg”
1 Juni 1934
84
254
1 juni 1933
82
184
……………
‘)
staatsmijnen nnima, I-ienariK en Maurits; 2
3 S
taatsmijn wilnelmina
en Domaniale mijn; 21 Willem-Sophia; 20 Julia en Laura; 19 Oranje-
Nassaumijnen
t,
II, III
en IV.
2)
4.314 ton ruwe kool,
I.e65
ton bruinkool-briketten.
3)
Januari en Mei.
4)
Bovengronds.
5)
Inch 1.994 arbeiders in
de nevenbedrijven.
6)
Ondergronds.
7)
mci. 2.050 arbeiders in de neven-
bed rij ve n.
N.B. De prijsstatiatiek is in het ,,Economisch-Statistisch
Kwartaalbericht” opgenomen.
OVERZICHT VAN DEN STAND DER RIJKSMIDDELEN.
(In Guldens)
Afdeeling 1
Dir. belastingen.
Kohieren
voor den dienst
1934
1
)
Bedragen,
–
–
welke zijn
–
Benaming der
terugge-
geven of
Un
wE
u
.-
—
ie
middelen
Totaal bedrag anders dan
Zuiver
bedrag
.
0
0
0
Po-c
wegens be-
taling op de
kohierenaf-
geschreven
.0 0
Grondbelast. a)
9.678.274
–
9.678.274 9.490.376 tnkomst.bel. b)
27.892.122 1.025.486 26.366.636 33.155.516
‘ermogensbel. c)
7.955.863
80.583 7.875.280 8.009.424
Verdedig.bcl. 1
4.315.609
66.739 4.248.870 4.386.717
Totalen.. 49.841.868 1.172.808 48.G69.06055.042.033
X hoofdsom + 20 opcenten op de hoofdsom der ge-
nouwde eigendommen.
Hoofdsom + 20 opcenten. c) Hoofdsom + 55 opcenten.
1)
Voor de belastingen naar inkomen en vermogen be-
itaan de vermelde bedragen uit 213 gedeelte van het met
1 Mei 1934 aanvangende belastingdienstjaar 1934/1935 en 113 gedeelte van het belastingdienstjaar 193311934.
7)
Voor de belastingen naar inkomen en vermogen be-
taan de vermelde bedragen uit 2/3 gedeelte van het be-
lastingdienstjaar 193311934 en 113 gedeelte van het be-
lastingdienstjaar 193211933.
Ae.-i
ee1ing
Tr
Overige middelen
.
.
jurn
Sedert
1 januari
1934
Oeereen
komstige
periode
1933
‘Benaming der middelen
Divid.- en tantièmebel.
*)
1.789.524
5.647.171
4.584.338
Rechten op den invoer
)
7.210.479
34.865.943
41.458.899
163.438
882.120
945.677
132.239
956.993 1.073.553
Accijns op geslacht
. – .
433.735
3.330.311
3.224.128
Accijns op wijn
)
581.009 1.424.310 1.316.416
Accijns op zout
………..
Accijns op ‘t gedistill.
)
2.414.961 15.006.697 16.428.165
Statistiekrecht
…………
4.956.653
4.776.881
Accijns op suiker
)
. – –
4 .213.371
23.729.107
29.816.373
Accijns op tabak
)
– . – –
3.008.043 14.357.606 14.842.147
Accijns
op
bier
)……1.042.575
Bel, op gouden en zilverw.
40.222 261.678 312.612
4.898.704
22.847.930
f
–
Omzetbelasting
3)
——-
Couponbelasting
4)
.448.579
1.692.299
–
Recht, en boetenv.zegel)
6
1.126.229
6
8.314.528
8.096.167
Recht. en boet. v. registr.
898.852 5.794.533
5.534.619
Recht. en boet. v. succes-
sie, v. overgang bij over-
lijden
en
v.
schenking
2.469.052
16.258.521
15.967.721
Opbrengst d. loodsgelden
319.062 1.895.636 1.714.483
Totalen
– – – –
31.190.074
l62.222.0361
150.092.179
) Hoofdsom en opcenten, ook wat betreft de ontvang-sten over het vorige jaar, bedoeld in kolom 3.
Het verschil tusschen de raming en de opbrengst van
dit middel, is in hoofdzaak het gevolg van de in vorige
overzichten medegedeelde oorzaken.
Ofschoon de raming van dit middel over een vol jaar
is berekend, trad de wet tot heffing van deze belasting
eerst op 25 Februari 1934 in werking.
Hieronder begrepen wegens zegelrecht van nota’s van
makelaars en commissionnairs in effecten, enz.
f
237.556
(Beu rsbel.)
Id.
f
1.656.150.
INKOMSTEN TEN BATE VAN HET WEGENFONDS.
Wegenbelasting
874.3151 8.832.6421 8.47.509
Rijwielbelasting
10.8481
130.825
139.487
Totaal ………..885.163
8.963.467
8.611.996
INKOMSTEN TEN BATE VAN HET GEMEENTEFONDS
Dienst 193311934
Zuiver bedrag der ko
Zuiver bedrag der
hieren voor den dienst
kohieren tot en met
19321’33
tot en met de-
de maand Juni 1934
zelfde maand van 1933
Gènieente.f.belast..
.
60.293.418 70.141.058
Tijd. opc. o. d. gem.f.b.
22.859.385
–
Opc. verm. t. gat. v. 50 5.774.607 5.484.566
Tijd.opc.o.d.ver.b.
3.464.764
–
25 Juli 1934
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
647
EKEN.
)NTO’S.
Lissabon
….
54
8Dec.’33
Londen ……
23OJnni’32
Madrid ……
6
26 Oct.’32
N.-YorkF.R.B.
11
1
Feb.’34
Oslo
……..
3422Mei’33
Parijs
……
2431
Mei
1
34
Praag
……
3425 Jan.’33
Pretoria
…..
3415
Mei ’33
Rome……..
3
11Dec.
1
33
Stockholm
.. 24
1Dec.’33
Tokio
….
3.65
2 Juli’33
Weenen ……
4427Juni’34
Warschau….
5
26 Oct. ’33
Zwits. Nat. Bk. 2
22Jan.’31
STATISTI
BANKDISCI
ed
Pr
sch.
isc Wissels. 24
19Sept.’33
el.Binu.Eff.3
19Sept.’33
in R.C. 3
19Sept.’33
Athene ……….7
14Oct.’33
Batavia……….4
1 Jnli ’34
Belgrado ……..6
16Juli’34
Berlijn ……….4
22 Sept.’32
Boekarest……..6
5Apr.’33
Brussel ……….3
26Apr.34
Budapest ……..44
17Oct. ’32
Calcutta ……..34
16Feb.’33
Dantzig ……..3 6
Mei ’33
Helsingfors ……44
20 Dec.’33
Kopenhagen …. 24
1 Dec.’33
OPEN MARKT.
1934
1933
1932
1914
21
ul’
J
16/21
9114
2/7
17/22 18/23
2
01
24
Juli Juli
Juli
Juli Juli
Juli
Am,terdam Partic.disc.
–
5/8
11618
9
116
–
I8
3
1
18_
7
1i6
Iia-Iia
3
1
18.
3
116
Prolong.
–
1
1
1
211
4
11
7
1
2
1
14-
3
1
Londen
DageId. . .
3
j-1
3
14-1
3
14-1
1
121
1
!-1
l4-
1
1
3
14-2
Part,c.dlsc.
‘/16/s
“/16’/8
/8″/,6
7/s
1
h/l6
7
/16.
1
/2
31
4
_71
9
411
4
_31
4
Berlijn
Daggeld…
4.551
4
451/4
31s-5
1
1
4-5’12
41
18
.51
14
5-6
1
14
–
Maande1d
37j
g
.5
37/_5
371_5
318-5
4
1
I2-6
5-6
1
1
–
Part, disc.
3314
314
331
4
33/
4
371
8
4
1
12
3118-
1
1
Warenw. . .
411
4.11
3
4_1/
4.1/3
4_112
5_11
–
Ne,,, York
Dageld
1)
1
1
1 1
t
2-
1
J4
1
3
1-2
1
1
2
Partic.disc.
3116
31,6
311_5/
/16
314
71,
–
1)
Koers van 20 Juli en daaraan voorafgaande weken t/m. V ijdag.
WISSELKOERSEN.
KOERSEN IN NEDERLAND.
New
Londen
Berlijn
Parijs Brussel Batavia
Data
York’)
‘.1
‘)
)
‘)
1)
17 Juli
1934 1.47k
7.43
56.51
9.744 34.48
1007166
18
,,
1934
1.475/
7.4351
56.624
9.744 34.474 1007/ja
19
,,
1934 1.4734
7.457(
57.35
9.74
34.474 1007/
20
,,
1934 1.47″
7.453
57.45
•9.744 34.46
10071t0
21
,,
1934 1.47’5,,
7.46618
57.55
9.744 34.484 100k
23
,,
1934 1.47’5
7.451
57.55
9.744 34.50
100
Laagste d.w’) 1.47/4
7.43k
56.50
9.734 34.45
100
Hoogste d.wl) 1.48/4
7.46/4
58.30
9.75
34.51
100518
Muntpariteit
2.4878
12.1071
59.263
9.747 34.592 100
ZWIf_d
Weenen
Praag
Boeka- Milaan Madrid
Data
serlan
‘,)
5)
rest’)
“)
‘)
17 Juli
1934
48.17/4
–
6.13
1.48
12.68
20.18
18
1934
48.13812
–
6.13
1.48
12.67
20.20
19
1934
48.16
–
6.13
1.48
12.69
20.22
20
1934
48.16i
–
6.13
1.48
12.68
20.20
21
1934 48.20
–
6.14
1.48
–
–
23
1934
48.18/4
–
6.13
1.48
12.684 20.21
Laagste d.w1)
48.10
–
6.10
1.45
12.65
20.15
Hoogste d.w1)1 48.25
28.-
6.16
1.50
12.72
20.25
Muntpariteit 1 48.003
35.007
7.3711.488 13.094 48.52
Data
hoim’) hagen’)
S 0
fOr!1)
Aires’)
treal 1)
Stock-
Kopen-
,
111e1-
Buenos-
Mon-
17 Juli
1934 38.35
33.224 37.374
3.28
36 i/
1.49
18
.,
1934 38.35
33.221 37.374
3.28
36/4
1.49k
19
1934 38.474 33.324 37.50
3.30
36/4
1.49/4
20
1934 38.45
33.30
37.474
3.29
36/4
1.50
21
1934 38.50
33.35
37.524
3.29
364
1.50
23
1934 38.474 33.30
37.474
3.30
36/4
1.50
Laagste d.w1) 38.30
33.10
37.30
3.25
36
1.48/4
Hoogste d.wl) 38.55
33.45
37.60
3.32
37
1.50/4
Muntpariteit
66.671 66.67]
66.6711
6.266
9504
2.4878
‘1 Noteerine te Amsterdam. “‘ Not, te Rotterdam. fl Part. ongave.
In ‘t 1se of 2de No. vaniedere maand komt een ovzicht
voor van een aantal niet wekelijks opgenomen wisselkoersen.
KOERSEN TE NEW YORK. (Cable).
D
1.onden
Parijs
Berlijn
Amsterdam
a a
($ per 0)
(2
P.
IOOfr.) (S p. 10Mk.) (5 p. 100 gid.)
17 Juli
1934
5,04k
6,6051
8
38,36
67,82
18
1934
5.0371
8
6,6061
8
38,51
67,77/4
19
,,
1934
5,0411
8
6,59/4
39,21
67,74
20
1934
5,04/4
6,587/
8
39,04
67,65
21
1934
5,0411
s
6,59
39,05
67,65
23
,,
1934
5,04/4
6,5911
8
38,93
67,68
24 Juli
1933
4,67
5,46
33,32
56,28
Muntpariteit..
4,86
3,9051
8
23.81%
4031
KOERSEN TE LONDEN.
PlaaÇsen en
(Voteerings-
7Juli
14Juli
1621
Juli
1934
21Juli
Landen
eenheden
1934
1934
LaagsteF1oogste
1934
Alexandrig.. Piast. p.
97/4
97/4
97s1
8
9751
97
Athene
….
Dr. p.
525
525
525
525
525
Bangkok.,., Sh.p.tical
111011
8
111011
11101
6
1110
1
/
8
1110i,
Budapest
.. Pen. p.j
17/4
171(
17/4
17/4
17/4
BuenosAires’
d. p.$
26
267f,
26o/
27
2671
8
Calcutta . . . . Sh. p. rup.
116I1
1
1/611
1161/32
116
3
1
35
116u1,
Constantin.. Piast. p. £
620
620
620
620
620
Hongkong ..
Sh. p. $
116
115151
11531
1,6/4
11571
8
Lissabon …. Escu. p.
110
110
109/4
1103
1
11061
8
?1exico
…,
$per
18
18
17/4
18/4
18
Kobe
…….Sh. p. yen
1
11
2%
112%
11231
1
11251
1123„
Mont.evideo
2)
d.per,
183d
2
19
18/4
20
19
Montreal
..
$ per £
4.99y
4
.4.98/4
4.97
4.99%
4.97/4
Riod.Janeiro3 d. per Mii.
3
1
1
3
2
1
s1
1
3
,
l
ic
3
Shanghai
.. Sh. p. taei
114
11481
1
ï
3 bl
s
114/4
1/41
8
Singapore
..
id. p. $
2
1
45
13
2
214
5
1
33
214
6
1
ja
214/4
214
6
/
33
Valparaiso 4j. $ per £
–
–
–
–
–
Warschau
..
ZI.
p. £
2684
2651
2651
27
2684′
8) Officiëele noteering 4ti1l
laten
21 Id
van,,f 66 mli ’35 3Q,!
0 mii
38
11
/i, 10 Juli 38
3
14, vanaril Ji’li 38116,
I
Juli 38s.
3) Id. 4114,
)90 dg.
ZILVERPRIJS
GOUDPRIJS 8)
Londen’) N.Vork’)
Londen
17 Juli
1934..
2071
66
463/
17 Juli
1934 ….
..7/11
18
,,
1934,.
200/
46
11
8
18
,,
1934….
1381,.
19
,,
1934..
207/,
46
1
4
19
,,
1934….
137110
20
1934,.
20
7
/86
46420
,,
1934….
1371104
21
1934.,
205/
16
46/4
21
,,
1934….
137194
23
1934..
205
46
23
,,
1934….
1371104
24 Juli
1933..
1851
37o/
24 Juli
1933….
12364
27 Juli
1914..
24151,
59
27 Juli
1914.,..
841103V,
1) in pence p. oz.stand.
8)
Forelgn silver In $c. p.oz. fine.
3)
In ah. p.oz.fine
STAND VAN ‘s RIJKS KAS
Vorderingen.
/
7Juli 1934
1
IS Juli 1934
Saldo van’s Rijks Schatkist bij De Ne-
derlandsche Bank …….
…………
f
54.352.323,71
r 76.976.779,41
Saldo b. d. Bank voor Ned. Gemeenten
544.016,56
,,
748.172,22
Voorschotten op ultimo Juni 1934 aan
de gem. verstrekt op aan haar uit te keerenhoofds.derpers.bel., aand. in
de hoofds. der grondbel. en dergem.
fondsbel., alsmede opc. op die belas-
tingen en op de vermogensbelasting
,,
2.806.754,47
,,
5.787.230,50
Voorschotten aan Ned.-Indit ………
…280.605.704,44
,,280.749.438,42
Id. aan Suriname …………………
….15.579.830,-
,,
12.641.360,96
Id. aan
Curaçao ………………….
…2.519.990,43
,,
2.531.787,75
Kaavord. weg. credietverst. a/h. bulteni.
,, 109.838.503,81
,, 110.782.399,23
Daggeldleeningen tegen onderpand ..,,
9.000.000,-
,
ll.500.000,.-.
Saldo der postrek. v. l4ijkscomptabelen
,,
28.932.953,65
•
31.486.505,85
Vord. op het Alg.Burg. Pensioenfonds’)
–
–
Vord. op andere Staatsbedrijven 1)
……18.835.639,19
,,
17.534.472,90
Verstr. t. laste der Rijksbegr. kasgeld-
leeningen aan gemeenten (saldo)……48.859.932,15
,,
48.855.432,15
V e r pil Ch t i n ge n.
Voorschot door De Ned. flank ingev.
art. 16 van haar octrooi
verstrekt
–
–
Schatklstbiljetten In omloop ………
.1445.761.000,-
f445.724.000,-
Schuld
op ultinio Juni
1934 aan
de
gem. weg. ah, uit te keeren hootds. d.
Schatkistpromessen in omloop …….
…70.280.000,-
,, 84.280.000,.-
pers. bel., aand. i. d. hoofds. d. grondb.
Zilverbons in omloop . ……………
…..1.334.801,-
,,
1.332004,-
e. d. gem. fondsb. alsm. opc. op die
Schuld aan het Alg. Burg. Pensioenf.’)
,,
555.455,19
,,
282.398,60
bel, en op de verm. bel…………………
–
–
Id. a. h. Staatsbedr. der P.T. en T.’) ..,, 108.158.494,29
,, 108.202.981,33
Id. aan andere Staatsbedrijven 1)
–
–
Id. aan diverse Instellingen’) …… …..32.400.187,33
33.633.852,44
1) In rekg.-crt. met ‘s Rijks Schatkist.
NEDERLANDSCH-INDISCHE VLOTTENDE SCHULD.
IS
1,11
7035
1
36
T,,li
8035
Betaalmiddelen in ‘s Lands kas
–
–
Saldo Javasche Bank
.
……………..
…-
–
Verplichtingen:
Voorschot’s Rijks kas e. a. Rijkslnstell. / 280.749.000,-
,273.475.000,-
waaronder Muntbiljetten ………..
…-
f
66.132.000,-
Schatkistpromessen ………………
….1.000.000,-
1.750.000,-
Schatkistbiljetten ………………..
..11.370.000,-
11.370.000,-
Muntbiljetten in omloop ………… ……-
–
Schuld aan het Ned.-lnd. Muntfonds.,,
1.746.000,-
1.746.000,-
Idem aan de Ned,-lnd. Postspaarbank.,,
2.105.000,-
2.101.000,-
Voorschot van de Javasche Bank……2.430.000,-
3.927.000,-
SURINAAMSCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens.
Data
Metaal
Circa,-
opeischb.
Discont. 1 Andere
latie
schulden
30 Juni
1934..
724
1.203
424
583
1.710
23
1934,.
709
971
449
582
1.681
16
1934.,
706
996
436
585
1.671
9
1934., 1.087
1.030
460
583
1.682
2
1934,, 1.105
1.141
478
591
1.674
S Juli
1914..
645
1.100
560
735
396
‘1 niumap. oer activa.
648
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
25 Juli 1934
NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 23 Juli 1934.
Activa.
Binnen!. Wis.f Hfdbk.
f
22.705.731,25
sels, Prom.,! Bijbnk. ,,
430.765,06
enz.indisc.Ag.sch. ,,
3.918.641,90
f
27.055.138,21
Papier o. h. Buiten!, in disconto
……,,
–
Idem eigen portef.
f
1.360.725,-
Af: Verkocht maar voor
de bknognietafgel.
,,
–
1.360.725,-
BeleeningenHfdbk.
f
100.776.749,201)
ncl.
vrsch.
Bijbnk.
5.334.895,83
in rek.-crt.
Ag.sch.
41.866.863,87
op onderp.
f
147.978.508,90
Op Effecten
……f
143.246.876,011)
Op Goederen en Spec.
4.731.632,89
,,
147.378.508,90
1
)
Voorschotten a. h. Rijk …………….
Munt, Goud
……f
102.173A80,- Muntmat., Goud
.. ,,
761.196.535,07
f
863.369.715,07
Munt, Zilver, enz.
,,
23.225.048,16
Muntmat. Zilver,,
–
11
886.594.763,23
2
)
Belegging
1
1,
kapitaal, reserves en pen-
sioenfonds
……………………,,
21.443.317,13
Gebouwen en Meub. der Bank ……..,,
4.970.000,-
Diverse rekeningen ………………,,
18.231.327,21
Staatd. Nederl. (Wetv. 27/5/’32, S.No. 221),,
16.996.491,37
j’ 1.124.630.271,05
Paasiva.
Kapitaal ……………………….
f
20.000.000,-
Reservefonds ……………………,,
3.807.914,92
Bijzondere reserve ………………,,
5M00.000,-
Pensioenfonds ………………….,,
9.257.288,58
Bankbiljetten in omloop ………….. ,, 887.018.445,_
Bankassignatiën in omloop ……….,, 55.585,01
Rek.-Cour.j Het Rijk
f
87.242.230,62
saldo’s:
1
Anderen,, 110.648.900,18 ,,
197.891.130,80
Diverse rekeningen ………………,,
1.599.906,74
f
1.124.630.271,05
Beschikbaar metaalsaldo …………
f
452.422.232,57
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop dan waartoe de Bank gerechtigd is ,, 1.131.055.580,-
1)
Waarvan aan Nederlandsch-Indjë
(Wet van 15 Maart 1933, Staatsbiad No. 99) ……..
f
73.789.100,-
2)
Waarvan in het buitenland ……………………. ..32.341.465,81
Voornaamste posten in duizenden guldens.
Goud
Andere Beschtkb. Dek-
Data
Circulatte
opelschb. Metaal- ktngs
Munt
–
1
Muntmat.
schulden
saldo
1
perc.
23 Juli ’34 102173 76L197 887.018 197.947 452.422 82
16 ,,
’34 102173 759.605 896.892 189.172 449.980 81
25 Juli ’14 65.703 96.410 310.437 6.198 43.521
54
Totaal Schat kist-
1
Papier
Dtverse
Data
bedrag proinessen
1
e ee-
op het
reke-
disconto’s
rechtstreeks
n ngen
buiteni. nin gen
1)
23 Juli 1934 27.055
–
147.97 9
1.361
18.231
16 ,,
1934 27.477
–
151.198
1.361
17.588
25 Juli 1914 67.947
–
61.686 20.188
509
1)
Onder de activa.
JAVASCHE BANK.
Data
Goud
1
Zilver
1
Circulafie
opeischb.
metaal-
schulden
saldo
21juli ’34
2
)
140.530 185.060
32.990 53.310
14
,,
1342)
141.050 189.000
27.940 54.274
23 juni1934
111.993
1
28.0
184.175
28.542
55.809
16
,,
1934
114.979
1
29.395
187.673
26.302
58.783
25 Juli 1914
22.057 31.907 110.172 12.634 4.842
Data
Wissels.
buiten
Dis-
Belee-
1
Diverse
1
reke
1
Dek-
kings-
_____________
N.-Ind.
betaalb.
conto’s
ningen
1
ntngen’)
percen-
21Juli’342)
1.280
7650
11.830
64
14
,,
’34
5
)
990
76.210
9.900
65
23Juni1934
1.336
1
0.326
66
9.606 1
49.81&
16
,,
1934
941
9.577
1
51.611
10.439
67
25 Juli1914
6.395 7.259
75.541
2.228
44
‘) Sluitpost activa.
2) Cijfers
telegrafisch ontvangen.
BANK VAN ENGELAND.
1
Bankbilf. Bankbilf.
L
Other
Securities
Data
Metaal
1
in
un
Bankingl
Disc, and Securitles
1
circula iie
1
Departm.
Advances
18 Juli
1934
192.179
383.889
t
67.691
1
7.46312.484
11
,,
1934
1192.155
1
384.626
66.898
1
7.832
1
10.958
22 Juli
1914
40.164
29.317 33.633
1
Gov.
Public
Other D
eposits
1
1
1
Dek-
Data
Sec.
Depos.
1
Other
Bankers
1
Reservei
kings-
Accountst
1
perc.’)
18 Juli’34
83.187
20.644
1
96.881
1
35.809
1
68.2901
44,5
11
”
82.647
i
17.433
1
97.285
36.178
07.5291
44,7
22 Juli ’14
11.005 14.736
42.185
1
29
.
2
971
52
12 Juli’34
6
,,
’34
23 Juli’14
79.738
79.653
1
4.104
6481 6361
6401
–
15
15
1
4.9761
1
5.004i
1.541
1.1411
1
.
141
1
81
4.638 4.668
769
1
3.200
1
3.200
–
Bons
i’.
d)
Diver-
1
1
1
Rekg.
Courant Data
zei/st. amort. k.
sen
Circulatie
1
Zei/st.
1
Parti-
1
Staat
amort.k.I culiere,
12 Juli’
34
5.918 2.246
81.482
387
1
3.025
15.133
6
‘341
5.929
2.305
81.892
2951 3.039 114.889
23 Juli’14J
–
–
5.912
401
1
–
943
‘)
Sluitpost activa.
DUITSCHE
RIJKSBANK.
Daarvan
Deviezen
Andere
Data
Goud
bij bal-
als goud-
wissels
Belee-
teni. circ.
dekking
en
ningen
banken
1)
geldende
cheques
14 Juli
1934
72,2
17,9
5,6
3.305,1 60,6
7
,,
1934
70,1 17,9
6,9
3.300,8
72,8
30 Juli
1914
1.358,9
–
–
750,9
50,2
Data
1
Effec-
1
Diverse
Circu-
Rekg.-
Diverse
ten
1
Activa’)
latie
Crt.
Passiva
14 Juli
1934
1
377,8
571,0
3.595,7-
605,6
163,5
7
,,
1934
1
370,7
579,8
3.631,9
557,8
165,5
30 Juli
1914
1
330,8
200,4
1.890,9
944,-
40,0
-,
,J,,,Jc,aøI.
-, IV t,. flClltCllUdiiK5ÇltCiiiC l’t, t JULI IY*, rtsp
ii, 13
miii.
NATIONALE BANK VAN BELGIE.
Data
Goud
nU
0
.
0
Rekg.Crt.
0,
1934
..
:
–
– .1
L
t
18 Juli12.6251
66
661
1 1
1
40
3.508
84 195
12
,,
1
66
662
1
48
1344
1
40
3.528
78
179
FEDERAL RESERVE
RANKS
Goudvoorraad
Wissels
Data
,,Oiher
cash
2)
‘:dtraa
1
Goud-
1
certifi-
In her-
1
disc.
v. d.
1
In de
open
member
1
markt
banks
1
gekocht
3Juli ‘341
4.807,9
1
4.782,7
211,6 29,0
1
27Juni’34
4.806,7
1
4.781,7
237,8
27,0
”
5,2
Data
Belegd
In
U.
1
F. R.
Notes
1
1
Totaal
1
Gestort
1
Goud-
1
Dek-
1
Algem.
1
Dek-
.
GovSec.
1
in circu-1
’17O
IKaPitaalI
kings-
1
kings-
____________
latle
1 1
perc.
3)
perc.
4)
3Juli ‘341
2.431,8
1
3A21,7
4J29,7
147,1
1
69,2
1
–
27
Juni’34
2.430,3
1
3.i156,0
14.196,0
147,1
69,6
–
-, ‘-
WCIUCII UUW UC OÇiIdtltIbL ddtl UC IVCSCIVC Odiliteli
gegeven voor de overname van het goud, toen de $ op 31Jan.’34 van
1000 59.06 cents werd gedevalueerd.
3) ,,Other Cash” does not include Federal Reserve Notes or a Bank’s
own Federal Reserve
bank
notes.
3) VerhoudIng totalen goudvoorraad tegenover opelsebbare
schulden: F. R. Notes en netto depoalto.
4)
Verhouding totalen
voorraad muntmateri-aaj en wettig betaalmiddel tegenover Idem.
PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HET FED. RES. STELSEL.
Data
1
Aantal
Dis-
1
conto’s
1
Beleg-
IReservei
1
bil
de
Totaal
1
Waarvan
ieening
en
gingen
1
F
R.
1
depo-
sito’s
1
time
1
deposits
beleen,
1
1
banks
1
27 Juni’34’
5
1
8014
1
9.723
12.901
1
18.382
1
4.501
20
‘4l
6
1
8.055
1
9.608
12.824
1
18.221
1
4.492 flank an ga 000k OT tng’
land zijn In duizenden, alle overIge posten In millioen envan de be-
treffende valuta.
– v iuvimng iusçlieii neserve en ueposlis.
BANK VAN FRANKRIJK.
1
Te goed
Wis
Waarv.1
1
Renteloos
1
voorschot
1
buit
e
e
nl.
sels
buitenl.l
ningen
1v.
d. Staat
Data
Goud Zilver1 in h t
–
op het Belee-