6 JUNI 1934
AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN.
Economischl’.S ‘ t
‘
atistische
“”’:’
‘
Berichtën
ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL NIJVERHEID, FINANCIËN
EN VERKEER
ORGAAN VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART
UITGAVE VAN HET NEDERLANDSCH ECONOMISCH INSTITUUT
19E JAARGANG
WOENSDAG 6 JUNI 134
‘No. 962
NEDERLARDSCH ECONOMISCH iNSTITUUT.
Curatoren: Mr. G. Vissering, Voorzitter; Ir. A. Plate,
Onder-Voorzitter; Mr. K. P. van der Mandele, Penning- meester; Mr. P.
Hofstede
de Groot; Jhr. Mr. L. H. van
Lennep; L. H. Mansholt; Mr. R. Mees; E. D. van Walree
Ch. J. I. M. Welter; 0. ,i. P. Zaalberg.
ECONOMISCH-S’I’ATISTISCHE BERICHTEN.
COMMISSIE VAN ADVIES:
Prof. Mr. D. van Blom
;
Jhr. Mr. L. 11. van Lennep;
Mr. K. P. van der ZlIa?zdele;
Prof.
Dr. N. J. Polak;
Mr. Dr. L. F. 11. Ilegout; Dr. E. van Welderen Baron
ïengcrs; Prof. Mr. H. R. Ribbius; Jan Schilthuis; Prof.
Mr. F. de Vries.
Gedelegeerd lid: Prof.
)l[r. Dr. 0. Al. Verrijn Stuart.
lledacteur-$ecretaris: Dr. H. M. H. A. van der Valk.
Secretariaat: Pieter de Iloochweg 122, Rotterdam.
Telefoon Nr. 35000. Pcsstrekening 8408.
Advertenties f 0,50 per regel. Plaatsing bij abonnernen
volgens tarief. Administratie van abonnementen en ad’ves
tenties: Nijgh & van Ditmar N.V., Uitgevers, Rotterdam,
Amsterdam, ‘s-Gravenhage. Postchèque- en giro-rekening No
145192.
Abonnementsprijs voor het weekblad franco ja p. in
Nederland f 20,—. Buitenland en Koloniën f 23,— per
jaar. Losse nummers 50 cents. Economisch-Statistisch
Kwartaalbericht f 1.—. Leden en donateurs ontvangen
het weekblad en het Kwartaalbericht gratis en een reductie
op de verdere publicaties.
Aan gcteekende stukken: Bijkantoor Ruigeplaatweg.
INHOUD.
Blz.
BIEDT NEDERLANDSCH.INDIE VOLDOENDE KANSEN AAN
DII NEDERLANDSCHE INDUSTRIE?
door
R. F. N. Nien-
wenhuis ………………………………….500
Huurverlaging en hare consequenties door
Dr. H. M. H.
A
. van der Valk …………………………..501
i)e Duitsche conversieleening
1934
door
H1G. Rienvens.. 502
BUITENLANDSOHE MEDE WNRIiNO:
De Duitsche grootbanken in
1933
door
Dr. H. C.
Strohmayer …………………………….503
• Statistiek betreffende de wereldproductie, het wereld-
verbruik en de» wereldin- en -uitvoer van suiker
door
Dr.
G.
Mikusch ……………………..505
De Oostenrijksche murithervorming door
Prof. Dr.
Richard Kerschagl ……………………….506
AANTEEKENINGEN:
De Amerikaansche oorlogsschulden ……………..
507
De positie van de kleine bedrijven onder de indu-
striëele codes in de Vereenigde Staten ………..
508
Zichtbare suikervoorraden
………………….
509
Quota’s voor het suikerverbruik in de Vereenigde
Staten
………………………………..
510
MAANDCIJFERS:
Indexcijfers van Nederlandsche aandeelen……….
509
Emissies in April
1934 ……………………..
510
Hypotheekrente in Nederland ………………..
510
Productie
der
Steenkolen-, Bruinkolen-
en
Zout.
mijnen
………………………………..
510
STATISTIEKEN
……………………………
511-514
Geidkoersen. – Wisselkoersen. – Bankstaten.
5 JUNI 1934.
Van de geidmarkt geen nieuws, dus onveranderd
ruim. Voor prima Hollandsche bankaccepten was er
geld op % pCt. Prolongatie noteerde nog steeds 1 pOt.
Call voor zoover te plaatsen % pOt.
* *
*
Gedurende bijna de geheele achter ons liggende
.berichtsweek zijn cle koersen van Pond cii Dollar ta-
inelijk wel ‘onveranderd gebleven. Gisterennamiddag
• edhter, ongeveer op den tijd, dat de eerste Amerikaan-
che koersen bekend worden, was er plotseling een
groot aanbod van Poncleu, waardoor de koers, clie
de laatste ‘dagen toch al van een eeuigszins zwakkere
houding had blijk gegeven, tot op
7.45
terugliep. Het
slot wits weder iets beter
7.45 %-7.46.
Dollis zijn
/çleze week wat meer gezocht geweest; de koers is dan
ok van
1.47i’
op
1.47’fie
gekomien. De
$f
koers is
‘an
5.08%
op
5.04%
gekomen. Marken
blijven
steeds
‘aangeboden, wat niet te verwonderen valt; van
57.70
is de koers tot op
57.40
teruggegaan. Van de ver-
schillende soorten ‘Sperrmarken zijn vooral de effec-
-ten- Sperimarken aangeboden. Fransche Francs zak-
ten voocbijgaancl van
9.731′
tot
9.72%.
in, doch sloten
weder op
9:73%.
De vastheicl van
de$/1
koers heeft
umituurlijk’ haar ‘invloed op den Frs.f koers gehad,
:doch de contrôle heeft aanviinkelijk een te snel opioo-
pen van den Frailschen Franc in Londen, .resp. ccii
te groote daling’ van het Pond in Parijs kunnen be-
letten
(77.07 34-76.90).
Gisteren, laat in ‘den namid-
‘dag, is het Pond echter tot
76.42%
teruggeloopen.
Dollars zijn in Frankrijk op ongeveer het gouduit-
voerpunt gekomen –
15.1834.
Belga’s veranderden
weinig,
34.49.
De Lire, die de laatste tijden zeer aan:
geboden is geweest, is door steun sterk gestegen:
12.55′
—12.80.
Spanje rond, de
20.17%
De Scandinavische
wissels hebben natuurlijk den invloed van het flauwe
Pond te verduren. Argentijnsche Pesos meer gezochi
35-35%
Braziliaansche Milreis ca.
9.—,
Yen
45,
Rupees
56.50.’
Op de termijnmarkt zijn geen veranderingen van
beteekenis.
Op de goudmarkt was eenige vraag naar ‘baren te
bespeuren; er ‘ging echter maar veinig om. Baren,
levering Amsterdam en Londen, noteerden’ ca.
f
1651.50.
Sovereigns
12.07,
Eagles
2.47%.
en Gou-
den Tientjes 10.11. ‘
500
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
6 Juni 1934
BIEDT NEDERLANDSCH-INDIE VOLDOENDE KANSEN
AAN DE NEDERLANDSCHE INDUSTRIE?
Als men bedenkt, dat ons land in 1913 niet min-
der dan
33,2 pCt.
van de waarde van den Indischen particulieren import ad
f
437 millioen
tot zich trok,
om via: 23,6 pOt. over
f
1116 millioen in 1920, en
dooréén 17,8 pCt. over
f
970 millioen in 1927f’29,
geleidelijk terug te loopen tot amper
10 pOt.
over het
schrale totaal van
f
320 millioen
in 1933 – terwijl
het loopende jaar wellich’t een nog droevi’ger netto-
resultaat zal opleveren -, dan behoeft het niet te
verwonderen, dat men zich in bepaalde kringen (van
industrie en scheepvaart b.v.) nogal ongerust maakt
over het toekomstige goederenverkeer van Nederland
naar Indië.
Het is dan ook, mede in het lich’t van de aange-
nomen handelspolitiek van onze Regeering ten aan-
ziek der beide gebiedsdeelen en •hun beider economi-
sche betrekkingen, nuttig en noodig om de huidige
situatie van het Indische gewest als afzetgebied en
arheidsveld eens te belichten en de aanwezige kansen
of de vooruitzichten voor het Nederlandsche product
te toetsen.
Dat de hausse-periode van 1923 tot 1929 voorloo
pig niet meer zal terugkomen, behoeft zeker geen be-.
toog. Verstandiger is het om voor de komende tijden
geen hooger invoertotaal aan te nemen dan tusschen
de
f
300 en f 400
millioen ‘s jaars en dan maar te
trachten daarvan een zoo groot
mogelijke
portie voor
het moederland te secureeren. Waaraan echter direct’
moet worden toegevoegd, dat dit aandeel vermoede-
lijk wel aan den lagen kant zal blijven, tenzij gind
aan het Hollandsche product een betere kans wordt
geboden en aan den import en verkoop daarvan meer
werk wordt besteed. Want laat zulks op het moment
wel eens niet wat te wenschen ‘over en kan het im-‘
portapparaat in zijn huidige constellatie daarin wel
voldoende voorzien?
* *
*
De heerschende stemming in den Archipel b.v. ten’
opzichte van Nederland (en zijn fabrikaat) kan
naar met leedwezen moet worden geconstateerd
heusch niet onverdeeld gunstig worden genoemd.
Sinds de Nederlandsche regeerin.g met betrekking tot
het ,,riet-biet”-probleem geen oplossing ‘ten gerieve
van de Indische suiker heeft gebracht. . .. – welke
quaestie hier buiten beschouwing kan blijven -, is de
overzeesche belangstelling voor het Nederlandsch
fabrikaat er zeker niet •op vooruitgegaan. En terwijl
men er de buitenlandsche concerns prijst om hun durf
en inzicht en voortvarendheid, o.a. in verband met de
Indische in’dustrialisatie, en ook de vorderingen der
Japansche industrieën worden geroemd, is het geen
uitzondering als de ,,faits et gestes” der Nederland-
sche industrie-bedrijven als schuchter, kortzichtig en
laks daartegenover worden gesteld. Gold reeds in
vroegere jaren hij sommigen als axioma het: ,,Neder-
land is tèch te duur!”, dan wel: ,,De Nederlandsche
fabrikant kan tôch niet mee of geeft zich geen moeite
voor de Indische markt!”, – zéér ‘zeker dient men nu nog aan te nemen, dat de capaciteiten van den
Neclerlandschen leverancier ginds over het algemeen
nog weinig •hooger worden aangeslagen en dat de
speurzin van den Indischen importeur allicht nog
meer dan voorheen uitgaat naar het product van den
,
huitenlandschen concurrent.
Dezerzijds moge nu echter ook terecht de vraag
worden gesteld of en in ‘hoeverre de Indische import-
handel, zooals die than’s reilt en ‘zeilt, eigenlijk wel
in staat of bij machte is om aan de ‘diverse producten van onze inheemsche industrie een behoorlijke plaats
op ‘de overzeesche markt te bezorgen? En dan denke
men niet enkel aan ‘het feit, dat onze in’dustriëele be-
drijven zich voortdurend uitbreiden, en dat vele f a-
brieken die tot dusverre een redelijken afzet in het
Westen vonden, zich nu meer naar hel Oosten wen
den, – doch in de allerérste plaats aan de sterk ge-
wijzigde toestanden bij het Overzeesch importbedrijf
zelve.
Er kan nl. niet worden ontkend, dat de Indische
import het de laatste jaren moeilijk heeft gehad en
min of meer zware financiëele zorgen geldend ‘heeft.
Enkele bedrijven hebben er dan •ook het bijltje bij
neergelegd, andere zijn ingekrompen of besnoeid en
welbeschouwd zijn er feitelijk nog maar ‘n paar groote
firma’s overgebleven, ‘die zich ‘heden ten dage op een
hechte en goed vertakte organisatie kunnen ‘beroepen.
Men mag niet vergeten, dat de introductie en voort-
bewerking van een of meerdere (nieuwe) artikelen
een financiëel offer vraagt van den importeur, die
de ‘betreffende goederen veelal in voorraad moet hou-
den en daarvoor minstens enkele maanden crediet aan
den tusscheuhandel moet verleenen. Hoe weinig In-
dische importhuizen zijn daartoe op het moment nog bekwaam of bereid en zoo ja, welke winstmarge zul-
len ‘deze laatsten dan voor ‘hun intermediair (moe-
ten) verlangen? En schuilt juist daarin niet vaak de
oorzaak, waarom zoovele goede en tropen-‘geschikte
Nederlan’dsche producten tevergeefs hebben getracht
om in Indië vasten voet te krijgen?
Bovendien komt er thans nog
bij,
dat de concur-
rentie op de Indische markt in de toekomst nog
scherper vormen zal gaan aannemen dan ooit te voren.
Want niet alleen speelt het Oostersche -, met name
het Japansche en straks waarschijnlijk oo’k het Ohi-
neesche fabrikaat – er reeds een voorname (im-
port-)rol, doch ook de Westersche concurrent van
Nederland zal er zijn plaats meer opeischen en die
ten deele ook verzekerd zien.
Dank zij nl. de ,,wede’rkeerigheicls”-verdragen, die
door onze Regeerinig thans – min of meer noodzake-
lijk – met diverse landen zijn of worden aangegaan
en waarbij de belangen van het Indische rjksgebied,
– het meest gediend door ccii vlotten afzet van zijn
grondproducten, – zeker niet minder ‘dan die van
het Moederland in het ‘geding komen. En wie het
goed niet Indië en zijn bevolking meënt, zal er zich
dan ook in verheugen, dat ‘de Nederlandsche regee-
ring iedere gelegenheid ‘benut om – gelijk
Z.Ex.
Mi-
nister Dr. Colijn het onlangs nog mededeelde – ,,aan
Ned. Indië waardevolle onderhan.delings-ohjecten te
bezorgen.”
Zoowel met betrekking tot Duitschland als ten aan-
zien van Frankrijk en Italië – ‘n drietal leidende
Europesche industriestaten – kan daarvan gespro-
ken worden en ‘de veronderstelling mag worden geuit,
‘dat binnenkort ook Engeland zich daarbij zal aan
sluiten. Tegelijkertijd is clan ,00k . iiog de Indische
regeering ‘doende om niet Japan, Australië en Britsch-
Indi tot een z.g. ,,ruil”-verbintenis te komen. Indien nu al die landen er toe overgaan om tot een bepaald
‘bedrag aan Indische producten af te nemen en daar-
tegenover een zeker ‘kw.ntuin ‘himum’ier eigen lands-
voortbrengselen aan Ned.-Indië mogen leveren, dan
rijst onmiddellijk ‘de vraag ôf en wannee.t en in welke
mate de Nederlandsche industrie in onze kolouiën
aan bod ‘zal, resp. ‘kan komen?
En een tweede vraag ‘is ‘daû wie ginds de kansen
voor onze ‘onderscheidene fabrikaten zal scheppen en
bevorderen, indien, toch het aanwezige (reeds geha-vende) importapparaat zich al of niet onvermijdelijk
zal hebben te occupeeren met de verhandeling der
voren’geuoernde Westesche fabrikaten? Afgezien dus
nog van ‘den import uit de Oostersche landen en van
de verwerking der in Insulin’de, zelf geproduceerde
goederen (bier, hiscuits, sigaren, zeep, cement, verf,
ete.), waarbij meer speciaal de grootereimporthuizen
nauw betrokken zijn.
Het waarschijnlijk ‘gevolg zal dan ook zijn, dat de
Indische verkoop’mrganisaties reed.s bij een gedeelte-
lijken terugkeer van de vroegere overzeesche welvaart
overbelast zullen zijn of worden, en zij, bij ‘de voort-
schrjden’de, cultureele ontwikkeling ,yan, land en volk
in den Archipel niet of bezwaarlijk voor de ‘belangen
6 Juni 1934
ECONOMISCH-STATISTÏSCHE BERICHTEN
501
van eenig bepaald land of van een bepaalden leveran-
cier een uitzonderlijke positie kunnen innemen.
* *
*
Onder zulke omstandigheden nu mag allicht ook
worden gevreesd, dat de Nederlan.dsche industriepro-
ducten er min of meer in het gedrang zullen komen
en zich tenslotte niet dan moeilijk of onbevredigend
zullen kunnen handhaven. Doch tevens dringt daar
mede de noodzakelijkheid naar voren om er tijdig,
d.w.z. reeds nl, voor te zorgen, dat de nog aanwezige
kansen voor onze industrie worden verstevigd en nieu-
we mogelijkheden in het leven worden geroepen.
Ook van regeeringswege schijnt naar een passende
oplossing in deze voor Nederland en Indië beiden zoo
uiterst belangrijke materie te worden gestreefd, ge-
tuige de reeds
iii
September 1932 samengestelde
,,Com’missie van Advies nopens de bevordering der
,,economische samenwerking tussehen Nederland en
,,Ned.-Indië” (de z.g. commissie-Bruins), weiker rap-
port onlangs is uitgebracht en van een goed inzicht
getuigt.
In het bijzonder geldt dit wel voor de daarin ver-
vatte conclusie, dat het aanbeveling verdient om te
komen tot ,,de oprichting van een organisatie die
,,zich
op practische WijZe
de bevordering van het
,,handelsverkeer tusschen Nederland en Ned.-Indië
ton doel stelt.” Een o.i. zéér goede en uitvoerbare
propositie, welke tot inderdaad practische resultaten
voor de Nederlaudsche industrie (en ook scheepvaart)
zal kunnen leiden.
Een nadere omschrijving of toelichting betreffende
de gedachte Organisatie wordt door de voornoemde
commissie weliswaar niet gegeven, doch vermoedelijk
zal wel zijn gedacht aan de vorming van een
p’rac-
tisch-w erkend
handelsorgaan, een consortium of syn-
dicaat van personen en/of lichamen uit het particu-
liere bedrijfsleven (bankiers, reeders, assuradeuren,
industriëelen etc.), •die belang hebben of betrokken
zijn bij i.et economisch verband tusschen Nederland
en zijn koloniën. Met als taak het scheppen of doen
scheppen van meerdere firma’s, die zich b.v.
uitslui-
tend
bezighouden met den export van Nederlandsche
goederen, naar en de distributie •daarvan in Ned.-
Indië. Want juist dit vraagstuk zal o.i. het zwaarte-
punt onzer toekomstige economische verbindingen met Insulinde vormen. Immers, voor den Indischen
producten-export worden op het moment reeds de be-
sproken ,,reciprociteits”-tractaten gesloten, terwijl overigens Indië zijnerzijds ‘dien afzet nog zoekt te
verzekeren door het detacheeren van bekwame han-
deiswaarnemers naar de ‘diverse landen, waarmede het
in nauwer contact venscht te komen.
De aandacht dient derhalve in hoofdzaak te worden
geconcentreerd op den Nederlcmdsch-industriëelen
uitvoer
en op de wijze, waarop die in den meest prac-
tischen en doeltreffenden zin kan worden gesteund.
Meerdere wegen staan daartoe open, doch één belang-
rijk punt moge tot slot nog worden belicht.
* *
*
Ter versterking van den economischen band tus-
schen Nederland en Ned.-Indië diene dan wel in eer-
ste instantie, dat onze producenten het overzeesche
gebied en zijn behoeften beter leeren kennen, dat zij
vertrouwd raken met •de daar geldende handels-
usances en dat zij in nauwere connectie komen te
staan tot den Indischen handelaar. En in dit verband
moge het alweer worden toegejuicht, dat het meerge-
noemde rapport-Bruins ook aan deze tekortkomingen
heeft herinnerd en een modus tot verbetering van
dien ongewenschten toestand heeft voorgelegd.
De Commissie acht het nl. urgent, dat hier te lande
een
onpartijdig en deskundig instituut
worde ge-
creëerd, hetwelk op actueelen grondslag den fabrikant
zoo volledig en nauwkeurig mogelijk kan inlichten
omtrent de wijze, waarop zijne producten het best
aan de Indische markt kunnen worden gebracht en
verhandeld. Welke adviezen temeer van belang zul,
len zijn, daar het bedoelde instituut 66k over een over-
zeeschen voorlichtingsdienst, eveneens met een onpar-
tijdig en deskundig karakter, zou komen te beschikken.
Het is te hopen, dat de Regeerin.g het groote ge-
wicht dezer suggestie zal inzien en zoo spoedig moge-
lijk tot ‘de vorming vn de betreffende instelling(en)
zal overgaan. Het ware zéér zeker ongewenscht, in-
dien zulks nog zou worden uitgesteld, bv. in verband met de
blijkbaar
voorgenomen reorganisatie van den
Dienst van Economische Zaken. Want nui is het de tijd,
hèt moment, om onze fabrikanten, wat betreft Indië
en zijn markt, wegwijs te maken en hoe langer daar-
mede nu nog wordt gewacht, des te meer zal het Ne-
derlandsche product ginds terrein verliezen.
Vanzelfsprekend zijn er voor den fabrikant nog
andere wegen en middelen beschikbaar om het In-
dische land te benaderen en te leeren waardeeren.
Alvorens deze beschouwing te besluiten, moge nog
een enkel woord worden gewijd aan een verdere ge-
dachte van de Commissie-Bruins, met name waar zij
doelt op de wenscheljkheid van een tijdelijke tewerk-
stelling van de
beroepsconsuls
in Ned.-Indië, B.v. in
dan aanvang hunner carrière en ‘dan op de voornaam-
ste handelsplaatsen, opdat zij, later in ‘het buitenland
gestationneerd, de belangen van Ned.-Indië met eenige
kennis van zaken zullen kunnen behartigen en be-
pleiten.
Een juiste indice, waarbij dezerzijds nog worde ge-wezen op de noodzakelijkheid van een enquête onder
het corps van ,,honoraire consuls”, voor zoover betreft
derzelver kennis van en ‘belangstelling voor het Ne-
landsche of Indische product. Het is geen uitzonde-
ring, dat hier en daar op een belangrijke post onze
handelsbelangen worden bediend door een •honorairen
vertegenwoordiger, die noch Nederland noch Indië
kent. Zou het geen aanbeveling verdienen om in ieder
belangrijk overzeesch centrum den honorairen consul
te doen secondeeren door een iandsman-practicus,
ingewijd in den Indischen handel en vertrouwd met
het wezen en de capaciteit van de Nederlandsche in-dustrie in het algemeen?
H. F.
N. N1EUwENHUIS.
HUURVERLAGING EN HARE CONSEQUENTIES.
Sedert het optreden van het kahinet-Coljn, heeft
cle regeering aan het vraagstuk van de verlaging van
de huishuren groote aandacht besteed. De huurdaling,
die zich intusschen verder heeft voortgezet, is niet
een gevolg geweest van het ingrijpen van de Regee-
ring. Zij is een logisch uitvloeisel van de deflatie,
waarvan de oorzaken onlangs zeer •.juist geschetst zijn
door Prof. Dr. N. J. Polak in zijn rede voor de ver-
eeniging ,,llet Eigendom”.
1)
Precies een jaar na haar optreden heeft de Regee-
ring de eerste maatregel genomen om tot
verdere
ver
–
laging van de huishuren te geraken. ‘Wij doelen hier
op de verlaging van de rente tot 4 pOt. van de voor-
schotten van het Rijk
voor
woningbouw, te beginnen
met het annuïteitsjaar 1934/’35. Deze maatregel is
een direct gevolg van ‘het succes van de groote con-
ersietransactie. Hoewel deze verlaging noodzakelijk
was, verscherpt zij de tegenstellingen tusschen den
overheids- en den particulieren bouw. Immers, de
overhei’dsbouw geniet in zijn geheel van de verlaging
van den rentestand, de particuliere ondernemers tot
dusverre slechts in zeer geringe mate.
Doch dit punt is nog niet het belangrijkste. un-
mers de verlaging van de rente tot 4 pOt. zal niet
voldoende zijn om een aanzienlijke daling van de
huishuren teweeg te ‘brengen. Veel belangrijker is het
vraagstuk van de overige lasten, die op de woning-
exploitatie ‘drukken. Dit is dezer dagen nog eens uit-
voerig belicht door Ir. H. van der Kaa, Hoofdin-
specteur van de Volkshuisvesting, in zijn verslag
1)
Zie
N.R.C. (Ochtendblad) van 4 Mei j.l.
502
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
6 Juni 1934
over 1933. Wat de lasten en retributiën betreft, i.ldus
Ir. H. van der Kaa, bestaat in geen enkele gemeente
de geneigdheid om tot verlaging over te gaan. In-
tegendeel in verschillende gevallen werden de lasten
verhoogd.
1)
Het behoeft geen betoog, dat onder deze omstan-
digheden de huiseigenaren ‘danig in de knel komen,
doordat eenerzijds de inkomsten steeds nieer dalen
(huurdaling en leegstaan van woningen), anderzijds
dé vaste uitaven stijgen. De slechts weinig gedaalde
hypotheekrente levert een absoluut onvoldoende com-
pensatie.
De toestand is in vele gevallen reeds zoo, dat de
waarde van de huizen sterk de waarde van de hypo-
theek gaat benaderen. Deze tendens zal natuurlijk nog
versterkt worden ‘door een verdere daling van de
huren, die te verwachten is, mede als gevolg van den
nieuwbouw, die veel goedkooper dan vroeger ge-
schiedt en hier en daar (o.a. in Rotterdam) reeds tot
een overproductie leidt.
Daarom is het vraagstuk van de gemeente-
lijke overheidslasten op het oogenhlik zeer urgent.
Reeds vroeger hebben wij geschreven, dat de starheicl,
die zich hier openbaart, niet te vereenigen is met ‘de
consequenties van de regeeri.ngspolitiek. ) Want de
huurdaling kan thans geen groote afmetingen meer
aannemen, tenzij de overheidslastea verlaagd worden.
Gezien den financiëeleii toestand van verschillende
groote gemeenten, is hierop voorshands zeker niet te
rekenen. Daarom is thans ingrijpen van de Regeering
op dit gebied gewenscht.
En wel om twee redenen. In de eerste plaats zou
een verdere
aanzienlijke
h’uurdaling, als gevolg van
verlaging van de lasten, •hët vraagstuk van de verla-
ging van bonen en uitkeeningen aan werkloozen, dat
de Regeering moet oplossen,
gemakkelijker
maken.
Psychologisch zou het bovendien een veel betere uit-
werking hhhen, indien met de verlaging van de no-
minale steunuitkeeringen een eeni.gszins belangrijke
huurdalin’g gepaard zou gaan. Temeer, waar uit de
zeer schaars beschikbare statistieken blijkt, dat de
huren, die werkloozen betalen, in een wanverhouding
staan tot het steunbedrag.
Doch op zijn minst even belangrijk is, dat door een
verlaging van de lasten •de kans op een ontwrichting
van het credietverkeer kan worden verminderd. Dat
dit gevaar niet ‘denkbeeldig is, is duidelijk, wanneer
men bedenkt, ‘dat het vraagstuk van de hypothecaire
schulden ‘door de huurdaling en het leegstaan van
woningen een acuut stadium gaat naderen.
De Regeering overweegt reeds wettelijke maatrege-
len, als d%vangaccoord buiten faillissement en een
executieverbod. Wij meenen, dat het de aanbeveling
verdient, om alvorens tot soortgelijke maatregelen
(waarvan ‘de laatste weliswaar speciaal voor den
Landbouw is bedoeld) over te gaan, eerst te trachten
dit vraagstuk van den andéren kant op te lossen.
Moedwillig ingrijpen in het contractenverkeer leidt tot gevolgen, die men niet kan overzien. De Crisis-
pachtwet heeft zulks zeer duidelijk bewezen en al ‘kan
men op grond daarvan an’dere soortgelijke maatrege-
len verdedigen, dan lijkt ons dit toch een verkeerd
uitgangspunt.
Het is Vrij zeker, dat in verschillende gevallen een
verdere verhooging van de lasten ‘) (vooral in de groot-
ste gemeenten) te wachten staat. En aangezien de
Regeering alles zal beproeven om de huren verder ‘te
‘doen dalen, wordt als het ware het ‘hypotheekvrag-
stuk op het gebied van de huizenexploitatie naar een
1)
Wij verwijzen
in
dit verband ook naar de iisteres’
sante rede van Mr. J. Wilkei.is over het hypotheekbedrijt
in crisistijd.
) ‘Zie E.-S.B. van
15 Nov. 1933.
) Hieronder rekenen wij ook de personeele belasting,
die o.a. in Rotterdam onlangs weer Vrij aanzienlijk is ver-
hoogd.
acuut stadium gedrongen. Indien de huiseigenaren
zich eenmaal in een dergelijke wanhopige positie be-
vinden en er op groote schaal slachtoffers vallen,
zal de Regeering wel weer op de een of andere wijze
een middel vinden om het ergste tegen te houden.
Onder deze omstandigheden ‘dringt zich de vraag
naar voren, of de Regeering, alvorens het zoover te
laten komen, niet beter doet, reeds thans, zij het wel-
iswaar op andere wijze, in te grijpen. En wel in dien
zin, dat de gemeenten verboden wordt de lasten op de
huizenexploitatie te verhoogen en zoo men nog ver-
der wil gaan, op trapsgewijze verlaging aan te drin-gen. Dan maakt de Regeering haar eigen politiek in
alle opzichten effectiever. Een verlaging van de ka-
pitaalrente bijv. heeft de tendens de waarde van de
huizen te doen stijgen. Deze tendens zal echter in de
practijk niet tot uitwerking komen, zoolang men elk
oogeublik een stijging van ‘de lasten kan verwachten.
Dit feit geldt overal, maar het openbaart zich op het
gebied van de huizenexploitatie zeer sterk.
Voorkomen is beter dan genezen. Zulks gel’dt boven-
al op een zoo gevoelig terrein als dat van het crediet-
verkeer. En al willen wij niet zoo ver gaan door te
‘beweren, dat met een geringe verlaging der lasten het
hypotheekvraagstuk is opgelost, dan staat het vast, dat dit in elk geval een middel is om erger te voor-
komen of de gevolgen er van uit te stellen. Minister
Colijn heeft onlangs in de Tweede Kamer terecht ge.
zegd, dat men met de vernietiging van het vertrou-
ven, waarop het credietwezen gebaseerd is, aan het
bedrijfsleven en aan het maatschappelijk leven nim-mer een dienst bewijst. ‘Welnu, indien de Regeering
zelve ‘hiervan zoo overtuigd is, dan late Zij niet lij-
delijk toe, dat een ‘dergelijke ongewenschte toestand wellicht binnenkort gaat intreden.
v. ii. V.
DE DUITSCHE CONVERSIELEENING 1934.
De ‘nieuwe 4 pCt. leening, welke het Duitsche Rijk
wil uitgeven, teneinde ‘daarmede het restant van de
IÏilferding-leening en van ‘het z.g. ,,Nauhesitz” te con-
verteeren, vraagt om meer dan één ieden cle aan-
dacht. Vooreerst wijl het hier een lager rentetype
geldt dan tot dusverre voor Duitsche leeningen gold.
De Hilferding-leening, welke in 1920 uitgegeven
werd, droeg oorspronkelijk 7 pOt. interest, welk per-
cetitage door de ‘desbetreffende verordening van Bril-
ning later op 6 gebracht werd. Van de ruim 183 mil-
lioen R.M., die cle leening oorspronkelijk groot wa,
schijnt een deel niet meen in omloop te zijn. De
koers van de leening was v66r het bekend worden
van de conversie nagenoeg 100 pOt., zoodat van een
eenvoudige,
vrijwillige
conversie tegen een 4 pOt. lee-
ning zonder meer geen succes te verwachten zou
zijn. (1-loezeer ook 1e koers van de Hilferding-leeniug
door de per 1 Juli as. aangekondigde aflossing wei-
nig van de pariteit verwijderd kon zijn; ook het ren-
dement van de overige Duitsche staatsfondsen ligt
echter belangrijk ‘boven de 4 pOt.
1)
Een ‘gewone
4 pOt. leening geldt het dan ook niet, hoezeer men
den weusch koestert, ‘dit type voor toekomstige lee-
ningen ingang te ‘doen vinden. Allereerst is de emis-
siekoers slechts 95 pOt.; de 5 pOt. marge, die daar-door ligt tusschen den koers van aflossing der oude
leening en dien der nieuwe uitgifte, wordt den hou-
‘ders van fondsen, die aan de conversie deelnemen,
in haar geld uitbetaald. Wijl de ombooptijd van de
nieuwe leening kort gekozen is, tien jaar namelijk,’
ligt het werkelijk rendement dus reeds niet onbe-
langrijk hooger dan 4 pOt. De merkwaardi’gste bepa-
ling, die voor de nieuwe leening gemaakt wordt, is
i) Te Berlijn ter beurzegolden op
2
Juni ji. de volgende
koersen:
6
Schatzanw. Dt. Reichs
’23 72,00; 6
Dt. Reiehs
’29 99,70; 6
])t. Reichs
’27 98,10; 534′
Int, Ard. Dt. Reichs
92,75.
6 Juni 1934
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
503
echter wel deze, dat de amortisatie, welke gedurende
elk dezer tien jaren een tiende gedeelte van het be-
drag der leening zal beloopen, plaats zal hebben door
inkoop, indien de koers onder de nominale waarde blijft, terwijl dan op den eersten Tuli, tezamen met
de halfjaarlijksche rentebetaling, onder de bezitters
van het fonds de ,,koerswinst” verdeeld wordt, welke
door den Staat gemaakt is in het afgeloopen jaar.
Staat het stuk daarentegen boven de 100 pOt. – wat
voorshands niet aan te némen is – dan vindt de
amortisatie door loting en aflossing tot de nominale
waarde plaats.
Door deze bepaling wordt de berekening van het
– rendement door een onzekeren factor, dien der koers-
weging, doorkruist, en wel niet dien verstande, dat
het rendement grooter wordt naarmate de koers van
het fonds daalt, en naarmate het aantal in omloop
zijnde stukken geringer wordt. Staat b.v. de leening
in het negende jaar na de emissie op gemiddeld 95
pOt., dan wordt aan liet einde van dat jaar 5 pOt. van
het ingekochte tiende der leeniné verdeeld over de
houders van liet laatste tiende. Deze obligatihouders
zouden dus niet niinder dan 9 pOt. van de nominale
vaardeder leening ontvangen, waaruit onmiddellijk
volgt, dat ‘de ,,winstuitkeering” een stimuleerende
werking moet hebben op de koersen der obligaties.
Inderdaad wil men aldus den koers van de leening
binnen zeer enge grenzen vastleg.gen, en vooral groote
fluctuaties op de markt voor staatsobligaties tegen-
gaan. Het procédé is nieuw, waardoor het mogelijk
eenig meerder effect sorteert dan op zuiver reken-
kundige gronden verwacht mag worden. De jaarlijk-
sche extra-uitkeering is als het ware een onzekere
premie, die aan de obligatiehouders verleend wordt.
Een zeker kanselement schuilt er dus in deze leening.
Dit zal de aantrekkingskracht van het stuk iets of
wat vergrooten, tengevolge waarvan de koers kan
gaan stijgen, en het netto rendement voor den koo-
per der obligatie dan weer terugloopt. Naar wordt
verzekerd, is het doel van het procédé slechts om den
koers te steunèn en gelijkmatig te doen verloopen.
Dit doel zou echter op eenvoudiger wijze verkregen kunnen zijn door jaarlijks ongeacht den koers tegen
nominale waarde af te lossen. Financiëel zou deze
transactie op hetzelfde neerkomen, voor zoover het den staat betreft. De obligatiehouder zou dan 6f het
volle voordeel genieten van de aflossing, na loting,
tegen •de nominale waarde, en •dus het verschil tus-
schen emissiekoers of aankoopwaarde en nominale
waarde ontvangen. Nu komt het voordeel juist aan
den overgebleven obligatiehouder toe, dengene dus, die
niet zijn stuk in het afgeloopen jaar – of in de af-
geloopen jaren – verkocht heeft.
Het is, gezien den thans gelde.nden rentevoèt voor
Duitsche staatsfondsen, zeker te verwachten, dat d
nieuwe lening althans in •den eersten tijd onder pan
zal staan. Het effectieve rendement van de nieuwe leening bedraagt daardoor dan ook zeker meer dan
slechts 100195 X 4 pOt.; men schat het op ongeveer
5 pOt. Het percentage van 4 geeft dientengevolge,
wanneer de emissie slaagt, slechts in schijn den ren-
tevoet aan, waartegen in 1934 een Rijksleening van
Duitschiand geplaatst kan worden.
De nieuwe leening treedt tevens in de plaats van
het nog in omloop zijnde ,,Neubesitz”, het stuk, dat
gecreëerd is om aan degenen, die zich tijdens de in-
flatie oude Duitsche schuld verwierven, eenigerniate
een ,,Ersatz” te bezorgen voor hetgeen zij zich met
speculatieve doeleinden voor niet te veel goudgeid
gekocht hadden. Dit eigenaardige stuk was, niet aan
een vasten tijd voor aflossing of inkoop gebonden;
ook wierp het geen rente af. Het herinnert stérk aan
de z.g. uitgestelde schuld, die koning Willem 1 in
1814 instelde als schadeloosstelling van de ‘door de
tiërceering getroffen ho’uders van staatsfondsen. Evenals destijds in dat stuk had in de afgeloopen
jaren in het ,,Neubesitz” een groote speculatie plaats.
De koersbeweging was dientengevolge hoogst onregel-
matig, nog meer dan dat bij onze uitgestelde schuld,
die aan een vaste jaarljksche uitloting en aflossing
haar waarde kon ontieenen, het geval geweest is. In
totaal is in 1927 tot een nominale waarde van on-
geveer 750 millioen R.M. ,,Neu’besitz” uitgegeven. De
koers bedroeg bij de emissie 34; pOt., is sedertdien
met groote schommelingen gedaald tot op 2,55 pOt.
in Januari 1932, om daarna weer onregelmatig te
stijgen, tot op 24 pOt. in April jl. Véér de aankon-
di.ging van de conversie was de koers weer terugge-
vallen tot op 174 pOt. De koers, waartegen de ver-
wisseling thans plaats zal hebben, kan op 23,75 pOt.
becijferd worden; voor elke R.M. 300 ,,Neubesitz”
wordt, mits tegen bijbetaling van R.M. 23,75, R.M.
100 conversieleening-1934 verstrekt. Aldus krijgt de
staat over een groot extra geldbedrag de beschikking
(het in omloop zijnde bedrag aan ,,Neubesitz” wordt op
600 millioen R.M. geraamd), hoven de opbrengst, die
eventueel ontstaat, wanneer ook niet tot conversie
gerechtigden op de leening zullen inteekenen. De be-
taling in baar geld als voorwaarde tot het toetreden
,tot de conversie doet merkwaardig genoeg eveneens
aan de totstandkoming van de Nederlandsche iver-
kelijke en uitgestelde schuld denken: ook toen werd
van alle fondsenhouders, die in de conversie deelden,
een bijdrage in baar geld verlangd. Uit hetgeen thans
op deze wij-ze ontvangen wordt, pl.m. 45 millioen R.M.
indien alle ,,Neubesitz” geconverteerd wordt, zal in de
eerste plaats gefinancierd moeten worden, hetgeen aan
de houders der huidige Hulferding-leening, die aan
de comiversie deelnemen, moet worden uitbetaald, ni.
maximaal ruini 9 millioen. In dit geval komt aan de
Duitsche schatkist dus een bate toe van ongeveer 35
it
36 millioen. Deze bate wordt echter duur betaald:
de creatie van niet minder dan 200 millioen R.M.
4 pCt. conversieleening zal noodig zijn om het ,,Neu-
hesitz” op te ruimen. Niet alleen drukt er jaarlijks
rente op dit bedrag; ook moet telken jare voor 20
millioen ingekocht of afgelost vordn op dit deel der
leening. De korte tijd, die voor de amortisatie der
leening gesteld, wordt, belast de Duitsche begrooting
der eerstkomende jaren zeer zwaar. Gezien de hui-
dige financiëele positie van het Duitsche Rijk, en
vooral ook met het oog op de noodzakelijkheid, voor
welke men staat, om een zeer groote vlottende schuld
weldra te consolideeren, lijkt de thans gevoerde af-
lossingspolitiek – ook al gaat het oni voor Duitsch-
land betrekkelijk geringe bedragen – weinig wen-
schelijk.
Ook omdat Duitschiand ‘binnen afzienbaren tijd
een blijvenden vorm van financierin’g van de enorm
groote werkverschaffing zal moeten vinden, welke
vorm wel bij voorkeur in dien van een leening op lan-
gen termijn gezocht wordt, verdient de thans on’dr-
nomen poging tot verlaging van de rente voor Duit-
sche staatsfondsen alle aandacht. Haar welslagen zal
voor de verdere ontwikkeling der Duitsche staats-
financiën zeker groote heteekenis hehben
Uk.
RIEMENS.
BUITENLANDSCHE MEDEWERKING.
DE DUITSCHE GROOTBANKEN IN 1933.
Dr. H. 0. Strohmayer te Berlijn schrijft ons:
Uit een algemeen overzicht van het bankjaar 1933
blijkt, dat de handel over het algemeen verder een
ten’dens vertoont zich weder normaal tegaan ontwik-
kelen, dat de gevolgen van de credietcrisis-van 1931
dus geleidelijk aan het verdwijnen zijn.
Het jaarverslag van de
Berliner Handels-Geseli-
schaft,
welke zonder filialen werkt, meldt;’ dat het
aantal cliënten, zooals men in goede jaren gewend
was, is toegenomen. De vermeerdering van het aantal
rekeningen had zoowel
Op
groote als ‘op kleine cliën-ten betrekking. Dat de oiiizet weder met R.M. 1 mii-
hard tot R.M. 8,5 milliard is gedaald is in dit ver.
504
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
6 luni 1934
band van weinig ‘belang, emdat een dergelijke ontwik-
keling in ht bankwezen géenszins dezelfde beteekenis
heeft als in een: idustriëele ondèrueming. Het ware
èveneens verkeerd, de vermindering van de crediteu-
ren met 50 millioen als een kenteeken voor een ver-dere iitkrimping van het zakenleven te beschouwen, want deze keer is alleen de post buitenlandsche cre-
diteuj-en gedaald, terwijl de binnenlandsche deposi-
to’s een lichte stijging te zien geven. De liquidatie
van het oude, vaak ongezonde en met buitenlandsche
gelden opgebouwde zakenleven heefjt voortgeduurd en
de opbouw van draagkrachtige en gezond gefinan-
cierde nieuwe zaken heeft een aanvang genomen.
Als gevolg van de daling van den omzet en de klei-
nere rentemarge is de rente-opbrengst gedaald, het-
geen echter door de .grootere inkomsten uit hoofde
van provisie als gevolg van een levendiger effecten-
handel meer dan vereffend werd. Alles tezamen geno-men, zouden voor- en achteruitgang ten •opzichte van
het vorige jaar op de winst- en verliesrekening onge-
veer stabiel zijn gebleven, indien de verbetering van
de credietzekerheid de •behoefte aan buitengewone af-
schrijvingen niet zeer belangrijk had verminderd. De dâling van den post crediteuren is voor de helft
aan de devaluatie van den Dollar en voor de overige
50 pOt. aan de omwisseling van in valuta’s luidende
crediëten in Registermarken toe ‘te schrijven, hetgeen
op grond van de ,,Stillhalte”-overeenkomst mogelijk
was. Onder de activa vormt de daling van de voor-
schotten op goederen den voornaamsten tegenpost
voor de daling van de crediteuren. De post wissels en
chèciues zijn sterk gedaald, terwijl de schatkistwissels
en schatkistbiljetten zijn gestegen. Uit deze ontwik-
keling
blijkt
duidelijk de liquiditeitspolitiek. Van het
standpunt van de opbrengst kan men begrijpen, dat
de investeeringen in eersteklas beleggingen rendabe-
ler zijn dan in wissels. Dit wil echter niet zeggen,
dat de cliëntentransacties door liquiditeitsoverwegin-
gen werden tekort gedaan, veeleer zijn de omzetten in
prima goederenwissels in de laatste jaren wegens de
toenemende schaarschte aan materiaal sterk gedaald.
Op de afueming van de voorschotten op verscheept en opgeslagen goederen drukt
duidelijk
het stempel
van de sterke daling van den buitenlandschen handel. Onder de effecten komen voor het eerst 7,78 millioen
rjksleeningen, rjksschatkistbiljetten en schatkist-
biljetten van de Posterijen van het Duitsche Rijk
voor. Daar deze in hoofdzaak in den loop van 1934
verval]en, beteekenen deze beleggingen een post van
eersteklasse liquiditeit.
Zooals men bij de overeenkomstige structuur van
het bedrijf verwachten mocht, vertoonen de balans en
winst- en verliesrekening van de
Reichs-KrecUt-Ge-
seilschaft
veel overeenkomst. Ook hier een, alhoewel
geringe, achteruitgang van de opbrengst uit hoofde
van rente, daarentegen een toeneming van de pro-
visies. De vermeerdering van het aantal cliënten van
7.807 tot 8.491 en van het aantal rekeningen van
10.874 tot 11.893 pleit evenals hij de B. H. voor den
voortgaanden opbouw van het
bedrijfsleven
in het
binnenland. De hierdoor evenals door den ingewikkel-
deren valutahandel veroorzaakte werkvermeerdering,
had een verhooging van de personeele uitgaven ten-
gevolge. Voorts moest meer worden afgeschreven, daar
cle bank elke vermeerdering van onroerend goed reeds
in het jaar van verkrjging geheel heeft afgeschreven.
Deze meerdere kosten waren bijna zoo groot als de
meerdere opbrengst, zoodat een bijna onveranderde
netto-winst overblijft.
Terwijl de crediteuren verleden jaar nog van 482
tot 513 millioen konden stijgen, zijn zij ditmaal door
de terughetaling van ibuitenlandsche credieten tot 438
millioen gedaald. Opmerkelijk is, dat de bank, welke
verleden jaar de stijging van den post crediteuren ten
deele voor de halveeriug van haar acceptenomloop
tot 10,8 millioen had benut, er in 1933 van heeft af-
gezien, den achteruitgang van ‘de crediteuren door een
vergrooting van den acceptenomloop te financieren.
Integendeel zij heeft dezen post verder verminderd.
Zij kon zulks doen, omdat de afneming van haar
uitstaande leeningen voor een groot deel automa-
tisch gelijken tred hield met den achteruitgang van
de crediteuren. De achteruitgang van de liquide mid-
delen kwam in totaal geheel overeen met de afne-
mirig van de crediteuren. Een opvallende verande-
ring, t.w. een stijging van 2,80 tot 9,60 millioen, ver
–
toont de post effecten. Deze vermeerdering is in
hoofdzaak toe te schrijven aan de ,,Umschuldungsan-
leihe”, die in verband met de verleden jaar door de
regeering voorbereide omwisseling van de gemeente-
lijke schulden uit een omwisseling van debiteuren in
effecten zijn ontstaan. Hoewel bij de
Dresdner Bank
de rentemarge van
gemiddeld 3,3 pOt. tusschen debet- en creditrente van
de bank ditmaal slechts bij een van 3.037 tot 2.684
millioen gedaald balanstotaal werkzaam was, heeft
BALANSEN (in millioenen R.M.)
Berliner
Handeisgeselischaf t
Reichs-Kredit
Geselischaft
Ded-Bank
Dresdner-Bank
Commerz-Bank
1932
1
1933
1932
1933
1932
1
1933
1932
1
1933
1932
1933
A.ctiva. Circulatiebank
7,73 7,48
41,37 34,40
106,58
116,27
70,48 67,99
26,95
27,40
Wissels, chèques,
schatkistbiljett
76,70
68,23
187,34
192,17
763,24 745,56 351,88
411,34
339,31
330,30
Nostro-tegoed bij
banken
32,73
26,97
32,47
23,55
78,55
57,93 46,07
44,43
59,15 36,10
Prolong. en bel
2,52 2,08 5,16
5,77
7,23 8,21
5,54
2,31
11,38
5,38
Voorsch. opgoed
69,16
40,74
93,20 50,35 288,63
181,11
311,15
183,97
201,35
126,51
Effecten
7,48
15,43
2,80
9,60
‘
44,97 44,36 69,58
55,52 87,83
83,26
Consortia
5,73 6,07
4,20
4,60
66,60
59,90
73,36
84,08
18,75 16,69
Deelnemingen
.
5,90 5,18
3,00 2,80
54,58 50,37
68,00
52,20
13,14
10,69
Debiteuren
.
..
110,53
97,81
217,22
186,95
1.742,05 1.684,17 1.549,13
1.389,48
762,61
706,01
3rondbezit
…
7,25
7,16
3,00
3,00
105,27
88,71
59,50 60,32 59,38 56,20
Passiva.
Aandeelenkapit 28,00
28,00
40,00 40,00
144,00
130,00
150,00
150,00 80,00 80,00
Reserves
10,00
10,00
20,00
20,00 25,20 25,20
15,00 15,00
30,00
12,00
Crediteuren …
253,30
203,95
513,14
438,07
.2.812,90
2.610,33
2.504,81
2.175,30
1.241,84
1.078,51
Accepten
32,32 32,50
10,85
8,98
225,12 230,54
346,35
320,80
154,69
172,61
Oblig. leeningen
–
–
–
44,39 35,85
–
–
84,00 50,40
VERLIES- EN WINSTREKENINGEN (in millioenen R.M.).
Rente
5,79
5,04 6,72
6,53
77,15 65,93
47,88
43,01
29,63 24,65
Provisie
2,75
3,24
‘
3,99 5,13
80,20 78,76 47,39 44,36
31,15
31,22
Andere inkomst
1,00 1,00
–
–
1,39 1,48
–
–
– –
Totale onkosten
6,73
6,45
7,81
8,44 133,10 110,88
85,39 74,79 52,94
45,34 Afschrijvingen.
1,50 1,00
0,65
0,92
26,38 25,05 94,88
11,03
–
–
Winst en transp.
2,09 2,53 3,64 3,70
29,16 26,86
85,00
1)
11,56
7,74
10,52
1)
Saneeringswinst.
6 Juni 1934
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
505
deze instelling een grootere netto-winst behaald. De
hij de onkosten verkregen besparingen van ruim 10
millioe.n noemt de bank teleurstellend, omdat zij oor-
spronkelijk met een onkostenraming van 68 millioen
inplaats van de verkregen 71,6 millioen had gerekend.
In ieder geval waren de besparingen voldoende om de
grootere afschrijvingen op onroerende en roerende
goederen, evenals de daling van de inkomsten uit
hoofde van rente en provisie te dekken en bovendien
de verhooging van de netto-winst met ruim 2 mil-
floeti te verzekeren.
De voornaamste verauderitigen: op cle balans moe-
teii aan cle vermindering van de crediteuren worden
toegeschreven. De in het ‘buitenland opgenomen ere-
clieten, welke een bedrag van ruim 900 millioen had-
den, bereikt, zijn thans tot ongeveer 40 pOt. hiervan
gedaald. Onder den post ,,overige crediteuren” is ook
de naar aanleiding van de saneering aangegane ver-
plichting bij de Akzept- und Garantiebank begrepen.
De liquide middelen van de bank zijn voldoende voor
(Ie onmiddellijke aflossing van deze verplichting in
haar geheel. De directie acht echter in overeenstem-
ming met de Rijksbank een geleidelijke liquidatie
raadzaam, teneinde liquide te blijven voor de vervul-
ling van haar taak, in verband met de werkverschaf-
fing. Van de teruggevloeide hinnenlandsche clebiteu-
ren werden voor 750 mill. nieuwe’ credieten verleend.
Ook de Deutsche Bank unci Disconto-Geselischaf t
keert in 1933 geen dividend uit. Wel bleef de winst
slechts weinig bij die van het vorige jaar ten ach-
ter, doch uit het overschot was weder 25 miljoen voor
afschrijvingen noodig. De buitenland sche schulden zijn verder van 570 tot 403 millioen •gedaald, nadat zij einde 1929 nog 1.823 millioen hadden bedragen.
De deihiteuren zijn met 58 millioen gedaald, hoewel
707 millioen nieuwe credieten werden verstrekt. Het verschil is ten deele verklaarbaar uit ‘de afschrijvin-
gen en reserveerin’gen en ten deele, uit de terugbe-
taling van bevroren credieten, als gevolg van het her-
stel. Opmerkelijk is, dat het aantal nieuw verleende
credieten met 118.000 bijna zeven maal zoo groot
was als het jaar tevoren en daarmede ook het totaal
van alle aan het einde van het jaar verstrekte cre-
dieten (83.000) verre overtrdf. Dit wil zeggen, dat de looptijd kort en de omloop snel is. Dit feit pleit
tevens voor een zekere saneering van, het bedrijf,
want het behoort tot het wezen van een crediebbank
om crediet met een korten omlooptijd te verstrekken.
Na zorgvuldige contrôle van alle activa werd bij de
Commerz- und Pr’ivatban/c
nogmaals op groote schaal
afgeschreven en gereserveerd. Omtrent de grootte
werden geen nauwkeurige gegevens verstrekt. Slechts
is bekend, dat de tot 10,5 millioen verhoogde hedrijfs-
winst en 20 miljoen uit de open reserves ervoor
werden gëbruikt. Bovendien wer.d nog een onbekend
gedeelte van de stille reserves gebruikt en de aan-zienlijke winst uit den terugkoop, van een deel der
eigen Dollarleeningen. Deze zijn op de balans van
84 tot 50 millioen gedaald, doch hebben, zooals van-
zelf spreekt, een veel kleinere winst opgeleverd dan
het verschil yan R.M. 33,6 millioen.
De twee jaren geleden door het Rijk als steun voor
de saneering ter beschikking gestelde 77 millioen’
schatkistbiljeten behoefde de Oominerzbank, even-
min als de andere met behulp van het Rijk gesaneer-
de grootban ken, tot dusverre terug te betalen, omdat
afbetaling slechts in geval van een winst ‘kan plaats
hebben. In tegenstelling niet het meerendeel van de
andere banken zijni ook ‘bij de Oommerzbank de bin-
nenlandsche deposito’s met ruim 60 millioen gedaald.
Het jaarverslag
schrijft
dit toe aan ‘de opleving van
het bedrijfsleven, waardoor de in bankdeposito’s be-
legde reserves door de ondernemingen werden opge-
vraagd. De ingevolge het werkverschaffingsprogram-
ma van den staat aan het bedrijfsleven toevloeiende
gelden zijn pas tegen het einde van het jaar ook aan
de banken ten ‘goede gekomen.
STATISTIEK BETREFFENDE DE WERELDPRODUCTIE, HET WERELDVERBRUIK EN DEN WERELDIN- EN
S-UITVOER VAN SUIKER.
Dr. Gustav Mikusch te Weenen zendt ons onder-
staande statistieken:
WERELDSUTIKERPRODTJCTIE.
1913/ 1931/ 1932/ 1933f34
’14
’32
’33 Raming
in 1.000 metrieke tons ruwsuikerwaarde.
Biezsuiker:
Europa:
Duitsehiand ………..
2.716
1.596
1.088
1.420
Tsjecllo-Slowakije
815
634
518
Oostenrijk ………….
1.680
‘
,
163 165
170
Hongarije ………….
,
J
125 103
135
Frankrijk …………..
797′
874
1.022
945
België……………..
230 205
‘265
247
Nederland ………….
231 172
240
290
Groot-Brittannië
4
‘
284
373
523
Polen ……………..
–
493
417
343
Sovjet-Rusland ……..
1.740
‘
1.689 796
1.000
Denemarken ………..
144
122 192
254
Zweden ……………
137′
‘
144 ,
235
305
Italië
………………
330′
363 ‘
‘319
296
Spanje …………….
188′
402
260
245
Joego-Slavië ………..
6
‘
‘
83 85
’74
Roemenië ………….
37
48
57
143
OverigEuropa ………
17
100
157
211
Totaal Europa ………
8.257
7.678 6.408 7.119
Amerika:
Vereenigde Staten, Cana-
da en Argentinië……
753
.1.230
1.435
1.712
Austra]ië:
Victoria …………….
1
6
.
6
6
Azië:
,
Japan, Korea, Manehoerije
Anatolië en Perzië ….
‘4
39
48
65
Totaal bietsuikerpro.
ductie……………9.015
8.953
7.897
‘ 8.902
Rietsuiker:
Europa:
‘
Spanje ……………..8
‘
21
19,.
19
Amerika:
‘
Louisiana, Texas en
Florida…………..283
166
240
226
Portorico en Maagden-
eilanden …….. ….
336
904
761
895
Hawaï …………….560
933
943
936
Cuba ……………..2.672
2.678
2.053
2.220
Britsch West-Indië en
Britsch Guyana …….143
.
289
331
. 337
Fransch West-Indië
81
91
, 96
‘ 89
Dom. Rep. en Haïtia)
107
437
. 391
397
Mexico …………….161
. 262
, , . 190
‘ 215
Midden-Amerika …….42
66
56
52
Pe
ru
b)
…………….179
409
420
410
Argentiriiëb) ………..278.
346
348
316
Brazilië ……………203
975
925
975
Overig Zuid.Amerikaa)152
247,
259
255
Totaal Amerika ……..5.197
7.823
7.013
, 7.323
Azië:
Britsch-Indjë ……….2.678
3.521
4.727
5.000
J
ava
a) …………….1.531 . 3.004 . 2.759 (*1.505
Japan …………….254
1.153
797
774
PhffippijnenC) ………233
.999
1.164,
1.310
Overig Azië ………….
323
263
270
270
Totaal Azië ………….5.019
8.940
. 9.717
8.859
Afrika:
Egypte…………….69
147
170
125
Mauritius…………..272
167 ‘
251
265
Unie van Zuid-Afrika
84
296
, 326
354
Overig Afrika ……….81
170206
235
Totaal Afrika ……….506
780
953
979
Australië:
Queensland en’ Nieuw.
‘ ………
Zuid-Wales ……….270
615
541
654
Fidji………………94
73
139
120
Totaal Australië ……..364
‘ 688
680
774
Totaalrietsuikerproductie 11.094
18.252
18.382
17.954
Wereidsuikerproductie .. 20.109 27.205 26.279 26.856
) De productie 1934 zal wellicht 670.000 ton ruwsuiker-
waarde bedragen; a) Excl. de in huisindustrie of in kleine niolens geproduceerde suiker; 14 Suiker tel quel; c) Excl.
de in het binnenland verbruikte Muscovadensuiker.
506
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
6
Juni
1934
WERELDVERBRUIK VAN SIJIKER.*)
1932/’33 1931/’32
Verbr.
Verbr. Verbr.
Verbr.
in
p. hoofd
in
p. hoofd
1000
derbe-
1000
derbe-
metr. t.
volking metr. t. volking
inK.G.
inK.G.
ruwsuikerwaarde
Europa:
Duitschland …………
1.503
23.1
1.497
23.1
Tsjecho-Slowakije …….
399
26.7
396-
26.7
Oostenrijk …………..
–
172-
25.4
200
29.6
Hongarije
…………..
88
-10.0
93
10.6
Zwitserland …………..
172-
-41.9
183
44.8
Frankrijk …… . ……..
1.052 –25.0–I.018
24.2
België ……………
…
22627.8-
232
28.7
Nederland ………….-
.
–
333
.
….
410
– –
325
40.5
Groot-Brittannië ……….
2.110
—
45.3 2.184
47.1
-Polen ………………
315
—
9.7
332
–
10.4
So.vjet.Riislandc) ………
960°)
……..
L500°)
9.2
Denemarken ………….
195
–
54.2
197
55.1
Zweden …………….
260
– –
42.1
–
265
43.0
Italië
………………
319
7.7
–
-336
–
8.1
–
Spanje ……………..-
296–•
12.-8…..
315
13.7
–
Overig Europac) ………
777
–
——-
806
9.8-
Totaal Europa ……….
.- 9.177-
16.4-. 9879
17.8
Azië
China en Hongkong’)) ….
670°)
1.5
605
.
1.4,
Britsch-Indië …………. 5.162a)..
1
14.2
4.229
11.7k
Japan’)) …………….948
13.3
96
.
9
13.8
— Java……………….399
–
–93d)
– 02
9.5d)
Overig Azië b)5)
……..
.544)
5.4
543
– 5.4
Totaal Azië ………….7.723 – – 7.5
6.748 –
6.6
-Afrika:
-.
Egypte……………..113
7.4
108
7.1
Unie van Zuid-Afrika….
168
18.2
173
— –
19.0
Mauritiusa) …………….
10
–
– 23.1 …… 10
– 23.41
Overig Afrika’)) ………368
2.9
380.
3.0
-Totaal Afrika ………..
659
–
-4.3—–671
4.5
Amerika:
Vereenigde Staten …….
6.008.
..47.8
5.935 47.5
Hawaï ……………..
20
48.5
20
49.8
–
Portorico en Maagden-
–
–
eilanden……………
50..
31.0
50
31.4
– –
Cuba’
)
)
…………….
152
40.0
–
150
–
40.4
–
Canada’))
…………..
419
40.5 –
.428
41.8
–
.New.Foundland°)
8. –
–
29.5
8
29.7
–
Britsch
West-Indië en
–
……….
–
Britsch Guyanaa)b)
.
44..
19.2
44
19.4
FranschWest-Indië)….
–
5
9.8
–
5
9.8
Dominikaansche Republiek
-.
–
en
Haïti.b) ……….-
28
–
9.5
28
7.3
Mexico ……………..
211
12.3
189
.11.2
–
Midden-Amerika°)’)
. –
..
52
7.3
–
–
53
7.5
Argentiidëf) …………
–
357
.
29.9
47
29.7
Brazi1i
…………….
875
20-6
875
20.9
– –
Peruf)
……. . ………
60°).
9.5
–
60
9.6
Overig Zuid-Amerika ….
–
–
23°)’)
9.2
—
229°)’)
9.2
TotaalAmerika ………
8.522
–
33.0
–
8.421
32.9
Australië:
–
–
Vasteland …………..
339-
50.7
333
50.5
Eilanden ……………
80–
21.0-
84
–
22.7
TotaalAustralië ………
419
– –
39.9
417
40.5
–
Wereld……………..
26.500
13.2
26.136
13.11
–
🙂
Exel.- de
donkere
su-ker
:
iirnitieve
molens
iii Azië en Amerika. a) Geraamd.
b)
Kalenderjaar
1933„
1932.
c)
mcl.
het Aziatisch
gebied vbn
Sovjet-Rusland en
Tuikije.
d) liet
wérkelijke
verbruik
per
hoofd
der
be-
volking op Java
–
is iets geringéi
omdat
in
het .bo.venver- inelde
verbruik, ook
de
hoeveelheid
suiker
‘-ja
begrepen,
-welke
in
Ned.
Oost-Jndië
buiten
Java
wordt
verbruikt.
c)
Ëxc-l.
de
op
cle
Philippijnen
verbruikte
Mnscovaden-
suiker,
f)
Tel.
ue1; kalenderjaar
1932, 1931.
1
–
WERELDIN- EN .UITVOER VAN SUIKER.
Invoer
Uitvoer
1932/ 1931/
1932/ 1931
’33
’32
’33
’32
–
in 1.000 metrieke tons ruwsuikerwaarde.
Europa:
Duitschland ………..22
20
14
119
Tsjecho-Slowakije
–
–
280
505
Oostenrijk ………….19
18
–
–
Hongarije ………….-
–
5
57
Zwitserland…………166
178
1
1
Frankrijk…………..402
387
302
307
België……………..121
71
139
58
Nederland ………….125
179
35
38
Groot-Brittannië …….2.226
2.223
380
281
Polen ……………..-
–
108
242
SovjetRuslandC) …….
8
46.
61
129
Denemarken ………..9
63 –
1-
1
Zweden ……………35
99
–
–
Italië ……………..5
5
8
–
9
Overig Europac) ……..448b)
537b)
14
21
Totaal Europa ………3.586
3.826
1.348
1.768
Azië:
China en Hongkong’))
440°) 383 – _
D.)
—
Britsch-Inclië ……….477
650
44)
43
Japan’)) ……………150
–
43
183
175
Java………………
–
–
1.405
1.629
Philippijnen ………..-
1
1.096
945
Overig Aziëb) ……….424°)
484
16°)
34
-Totaal Azië …………1.49]
1.561
2.744
2.826
Afrika:
Egypte………………1
– —
30
1
Unie van Zuid-Afrika
1
4
163
145
Mauritius …………..
–
–
240k)
155°)
Overig Afrikab) ………
334)
343)
177°)
148
TotaalAfrika ……….336 – 347
610 –
449
Amerika:
–
– –
Vereenigde Staten, Hawaf, –
–
Portorico en Maagden
–
eilanden…………..2.887
2.899
38
56
Cuba’
)
) …………….
2.477
2.681
‘Canada en New Found-
–
– –
land’))……………367
402
9
– 5
Britsch – West-Indië en
Britsch Guyanab)
3°)
5) 427
367
– Fransch West-Indlië’
)
)
–
–
88
92
Dominikaansche Repu-
–
bliek en Haïtib)……-
–
304
459
Mexico …………….-
–
90
15
Midden.Amerikaa)b)
1
1
10
14
Argentiuiëd) ………..1
–
4
1
–
4
– Brazilië’)) …………..-
–
25
40
Perud) …………….
–
—
320
362
Overig Zuid-Amerika’
)
)146°)
150°)
28
25
Totaal Amerika ……..3.405 – 3.461
3.817
4.120
Australië:
–
Vasteland’
)
) …………- –
–
260°-)
222
Eilandenb) …………- 76
80
117°)
136
Totaal Australië ……..76
80
377
358
Wereld…………….8.894
9.275
8.896
9.521
a) Geraamd;
b)
Kalenderjaar 1933, 1932;
C)
mcl.
het Azia.
tisch gebied van Sovjet-Rusland en Turkije;
d)
Suiker tel
quel; Kalenderjaar 1932, 1931.
DE OOSTENRIJKSCHE MUNTHERVORMING.
Prof. Dr. Richard Kerschagi te Weenen schrijft ons:
De Oostenrijksehe munthervorming van 1934 werd
door -de noodverordening 128 van 28 Februari 1934
ingeleid. Zij heeft opnieuw een hervorming op het
gebied van het muntwezen ten doel;
Na -den oorlog werden er reeds tijdens de inflatie
pogingen aangewend om op de
–
een of andere wijze
tot aanmunting over te gaan. In de eerste jaren na
den oorlog – werden zelfs munten uit goud -geslagen,
en wel tegen inlevering van baren goud. Dit waren munten van 25 ea 100 Kronen. Deze munten droe-gen min ofieer het- karakter van curiositeiten. Van
meer beteekenis was het slaan van pasmuut na de sta-
6 Juni 1934
ECONOMISCH-STATIS”i’ISCHE BERICHTEN
507
bilisatie van de Oostenrijksche Kroon in 1923; en
wel in koperbrons van 100 en 200 Kronen en in nik-kel van 1.000 Kronen.
Bijna tegelijkertijd werden de eerste Schillingmun-
ten geslagen. Deze hadden een vrij hoog gehalte van
80011000 fijn zilver, hetgeen overeenkwam met 10.000
papieren Kronen; het waren standpenningen, zooals
de oude zilveren Gulden, d.w.z. zij moesten op onbe-
perkte schaal in betaling worden aangenomen. Een
zeer groot gedeelte van deze munten werd trouwens
gehamsterd en verdween voor altijd uit de circulatie,
inzonderheid toen de zilverprjs steeg en de metaal-
waarde van de munten haar nominale waarde dreigde
te overtreffen; zij werden versmolten, tot sieraden
verwerkt of opgepot.
De groote Oostenrijksche munthervorming was een
uitvloeisel van de Schilling-Rekenwet van December
1924, op welke een reeks uitvoeringswetten en ver-
ordeningen verscheen. Deze wet voorzag in beginsel
in het slaan van drie soorten munten: In de eerste
plaats gouden munten of standaardmunten van 100 en 25 Schilling, voorts zilveren munten van 2, 1 en
/2
Schilling en tenslotte geldstukkeu uit onedele me-
talen. Hiervan werden munten in nikkeibrons van
10 en 5 Groschen – de laatste vrij laat, pas in 1931
– evenals munten in koperbrons van 2 en 1 Groschen
geslagen.
De gouden munten werden echter alleen voor reke-
ning van particulieren tegen inlevering van goud en
tegen betaling van speciale muutkosten geslagen; zij
waren practisch niet in omloop en werden met een
agio van eenige procenten verhandeld.
Aan de zilveren munten werd het karakter van
standpenningen ontnomen. Zij hebben geen onbeperk-
te betaalkracht meer, doch behoeven door particulie-
ren slechts bij betalingen tot 50 Schilling te worden
aangenomen. Voorts werd haar zilvergehalte verlaagd
en wel tot 640/1000 fijn. De munten tot
2
Schilling
waren vooral als geschiedkundige gedenkpenningen
bedoeld ‘) en bleven slechts voor een zeer klein ge-
deelte in het verkeer.
Intusschen had ook bij de bankbiljetten de wijzi-
ging in Schilling-biljetten plaats gevonden. Er wer-den verschillende soorten bankbiljetten in Schilling
uitgegeven en wel van 5, 10, 20, 50, 100 en 1.000
Schilling, waarvan die van 100 Schilling het eerst en
wel op 26 Maart 1925 in omloop werden gebracht.
* *
*
De munthervorming van 1934 valt in drie verschil-
lende deelen uiteen. Het eerste deel bevat de uitgifte
van een nieuwe vijf-Schilling munt. Deze vijf-Schil-
ling munten komen in de plaats van de bankbiljetten
van
vijf
Schilling, waarvan tot dusverre rond 40 mil-lioen Schilling in omloop waren. Deze vijf-Schilling-munten zullen iets grooter zijn dan de tegenwoordige
twee-Schilling-munten. Het gehalte ‘bedraagt 835/1000
fijn, hetgeen dus nog grooter is dan dat van de
eerste zilveren munten van 1924 en overeenkomt met
het gehalte van de oude Oostenrijksch-Hongaarsche
zilveren Kroon.
Het tweede deel van de hervorming behelst de in-trekking van de zilveren munten van Y2 en 1 Schil-
ling, welke tot dusverre in omloop waren. Deze mun-
ten zullen voor goed verdwijnen. In plaats daarvan
komen – dit bepaalt het derde gedeelte van de wet
– nieuwe munten van en 1 Schilling. Deze wor-
den uit nikkel geslagen, evenals de thans in omloop
zijnde 10 Groschen stukken.
Interessant is, •dat de twee-Schilling munten thans
niet zullen worden ingetrokken, doch verder het
1)
Zij werden dienovereeukomstig met verschillende
jaarlijks wisselende beeltenissen geslagen. In
1928
droegen
de
2
Schillingstukken de beeltenis van Schubert, in
1929
die van Billroth, in
1930
die van Waither von der Vogel-
weide, in
1931
die van Mozart en in
1933
die van Seipel.
karakter van historische gedenkpenninen zullen
dragen.
De hervorming van het muntwezen heeft een veel-
voudig doel. Zij betreft in de eerste plaats de aan-
passing van ‘den toestand van het Oostenrjksche
geldwezen aan dien van het buitenland. Munten met
een tegenwaarde van Y2 en 1 Schilling werden bijna
nergens uit edele metalen vervaardigd. Men slaat b.v.
in België zelfs munten tot een tegenwaarde van
5 Schilling (20 Belgische Francs), in Denemarken
tot een tegenwaarde van 2,50 Schilling (2 Deensche
Kronen), in Duitschland tot 2,13 Schilling (1 Mark)
èn in Frankrijk tot ruim 2 Schilling (5 Francs) uit
onedele metalen. Oostenrijk heeft in het geheel geen
reden om nobeler te zijn dan zijn rijke buren. Overi-
gens bestaan er in bijna geen enkel land ter wereld,
wellicht slechts met uitzondering van Tsjecho-Slowa-
kije en België, bankbiljetten met een zoo gering
nominale waarde als 5 Schilling.
Zooals reeds vermeld, was in Oostenrijk, ook tijdens
den vrede, het kleinste bankbiljet 10 Kronen, dat is
op de huidige goudpariteit bijna 19 Schilling. Voorts
zal het slaan van zilveren munten ongetwijfeld een
zekere muntwinst voor den Staat opleveren, omdat,
ondanks hoogwaardige munting, de pasmunt uit zil-
ver, zooals vanzelf spreekt, niet geheel volwaardig kan
worden geslagen, reeds met het oog op de mogelijk-
heid van een schommeling van de zilverprijzen. Deze
muntwinst zal volgens een nog te sluiten Overeen-
komst ten deele aan den Staat’ komen, ten deele tot
dekking van de schuld van den Staat bij •de circula-
tiebank dienen.
Het aanmun”ten zal sterk worden beperkt. Volgens
de nieuw uit te vaardigen wet mogen aan zilvermun-
ten in totaal uitstaan ten hoogste voor 12 Schilling
per hoofd ‘der bevolking, aan munten uit onedele
metalen ten hoogste voor 15 Schilling per hoofd der
bevolking, dus tezamen voor 27 Schilling, of rond
tweederden van de circulatie per hoofd der bevolking
in Duitschland, in België en Frankrijk.
De munthervorming zal
waarschijnlijk
eerst in den
ioop van de volgende maanden worden doorgevoerd,
totdat voldoende hoeveelheden van de nieuw geslagen
vijf-Schilling-munten beschikbaar zijn. Het zilver
voor het slaan van nieuwe vijf-Schilling-munten
wordt niet uit het buitenland betrokken, noch nieuw
in’gekocht, ‘doch eenvoudig uit de ontmunting van de
oude geldstukken van Y21 en 1 Schilling verkregen.
Ook de vijf-Schilling-munten zullen het karakter van
pasmunt hebben en de toestand van standpenningen
uit zilver, zooals vC’6r ‘den oorlog of zooals deze kor-
ten tijd bij ‘de zilveren Schillingen van 1924 bestond,
zal niet weder worden hersteld.
AANTEEKENINGEN.
De Amerikaansche oorlogsschulden.
Het vraagstuk van de betaling van de oorlogs-
schulden aan de Vereenigde Staten is in den laatsten
tijd weer op den voorgrond geplaatst. De Johnson
Bill, die begin Mei is aangenomen, vèrbiedV iedere
credietverleening van Amerikaansche officiëele of
particuliere credietinstellingen aan die landen, welke
hun verplichtingen tegenover de Vereenigde Staten
niet nakomen. Door een bijzonderen uitleg van het
Hooge Gerechtshof vallen Engeland, Tsjecho-Slowa-
kije, Letland en Lithauen, die in de laatste jaren ge-
deeltelijk betaald hebben, niet onder deze bepalingen.
Op ‘deze wet is de vorige week de boodschap van
President Roosevelt over de oorlogsschuldn ‘aan het
Congres gevolgd. Hierin deelt Roosevelt• mede, dat
tijdens de tegenwoordige zitting van het Congres
geenerlei wetgevende maatregel op dit gebied noodig
of weuscheljk is. Aan den anderen kant geeft hij echter duidelijk te kennen, dat de Ver. Staten op
nakoming van de verplichtingen blijven staan.
508
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
6 Juni 1934
In het jongste nummer van ,,Wirtschaft un’d Sta-
tistik” zijn bijzonderheden over den omvang van de
oorlogsschulden opgenomen. De bedragen, die 15 Juni
a.s. vervallen, bestaan uit de betalingen, die bij de
Fundeeringsovereenkomst geregeld zijn, uit de be-
talingen, uit hoofde van het Hoove.rm oratorium en
uit de rente voor achterstallige schulden. De Juni-
termijn bedraagt $ 174.7 millioen.
Vervallen verplichtingen.
Oorlogss’chulden
aan de Ver. Staten
Op basis van de
.
op 15 Juni 1934
fundeerings-
overeenkomst
‘
‘GO
…
Totaal
Q.n
$
1.000
:.
Aflossing! Rente
Debiteurenlanden
Groot-Britannië
–
75.390
9.721
560
85.671
0.6
36.692
19.154
3.047
107
59.000
40.9
12.600
1.238
896
8
14.742
40.9
4.300 2.315
484
–
7.159
40.9
Roemenië
1.200
–
49
–
1.249
40.9
België
…………..
oego.Slavië
300
– –
456
–
48
300
4.039
22.8
40.9
Frankrijk
………..
Italië
……………
Tsjecho-Slowakije
–
1.500
3.535
–
183
–
1.683
31.1
Estiand
. ……….
–
282
37
4
323
0.4
Finland
………..
–
148
19
–
167
–
10.3
P olen
……………
Letland
….. . …..
–
118
15
1
134
40.9
Lithauen
42
..
92
14
1 ‘)
149
40.9
Hongarije
–
..
..
33 4
_2)
371
16.1
56.634
102.364
14.925
730 174.652
1)
0,596.
2)
0,439.
Van den verstreken Decemhertermijn, die $ 153.1
millioen groot was, is slechts 8.9 millioen betaald
en het is de vraag, of de Vereenigde Staten thans
veel meer zullen krijgen. Engeland heeft reeds mede-
gedeeld, dat het de betaling van den Juni-termijn zal
opschorten en geen betaling meer zal doen, zoolang het vraagstuk van de oorlogsschuiden niet definitief
geregeld is.
Opmerkelijk is, dat verschillende landen, die in
het geheel niets betalen, groote voordeelen hebben ver-
kregen uit de depreciatie van den Dollar. In de
bovenstaande tabel zijn in de laatste kolom tevens de
besparingen (in procenten) opgenomen, die de ver-
schillende landen uit dien hoofde genieten. Het eeni-
ge land, dat hieruit geen voordeel put, Finland, is
de eenige ,,solide” debiteur van de Ver. Staten.
Dit land heeft onlangs een verlaging van de rente,
doch niet van de hoofdsom verkregen.
Over de verdeeling van de ooriogsschulden, die
thans nog bijna $ 12 milliard bedragen, geeft de on-
derstaande tabel uitsluitsel.
Oorlogsschulden
..0
.
a
,
0
.
8
.
aan de Ver. Staten
op 4Jan. 1934
1
)
.
“«0
,
n
,…E
in$1.000
E
n=
_.o
.
1
2
,
8
0*
3
0u0
b5
Debiteurenlanden
Landen, welke volledig
hebben betaald
298
–
–
j
8.727
Landen,
.
welke na het Hooverjaar ten
deele
hebben betaald.
Tsjecho-Slowakije
159.571
2.859
–
2.853
165.283,
Groot’Brittannië
4.308.000
152.037
–
176.120
4.636.157
Griekenland 1
3
)
19.400
196
560
43
20.199
Griekenland 11
4
)
10.202
846
–
1.336 12.384
Finland …………..8.429
1.980.400
14.016
–
13.687
2.008.103
6.750
239
37
286 7.313′
6.119
214
–
221
6.554
62.061
762
–
1.049
63.872
Italië
……………..
Letland
………….
Lithauen
………….
6.552.503
171.170
597 195.596
6.919.866
Landen,
welke na het Hooverjaar
niets
hebben betaald
Roemenië
…………
Totaal
……..
22.717
259
748
35 23.758 392.280
7.577
–
11.309
411.167
16.133
572
90
990
17.785
Oostenrijk
………..
3.830.809
47.655
–
82.305 3.960.772
België
…………….
Estland
…………..
Hongarije
………..
1.871
66
–
115
2.052
Frankrijk
………….
201.982
..
7.136
1.125 12.318
222.560
Polen
…………….
Joego Slavië
61.100
–
–
525
61.625
Totaal
4
.
526
.
892
1
63
.
265
1
1
‘.
963
1
107
.
600
1 4.699.719
Totaal generaal ….. .
11.087.824
!
234.732
1
2.560
1
303.1961 11.628.312
1) Voorzoover gefundeerd en zonder Duitschland.
2)
Hoofdsom en
rente mcl. de niet gedane extra-betalingen op grond van het Floover
–
moratorium. 3) Oorlogsschuld.
4)
Vluchtelingenleening.
De positie van de kleine bedrijven onder de in-
dustriëele codes in de Vereenigde Staten.
Verschillende klachten over de werking der in-
dustriëele codes, vooral wat •betreft bevoordeeling der
groote concerns en benadeeling van het kleinere ‘be-
drijf, hebben president Roosevelt ertoe gebracht een
commissie van onderzoek in te stellen, ‘de National
Recovery Review Board, onder voorzitterschap van
Clarence Darrow. De president verlangde spoedig een
rapport en, stelde een bepaalden datum vast, waarop
hij het resultaat van het onderzoek in zijn bezit
wenschte te hebben. De publieke meening in de Ver.
Staten is uiterst gevoelig voor de beschuldiging, dat
de codes monopolievorming in de hand zouden wer-
ken en daardoor
feitelijk
de anti-trustwetteu geheel
buiten werking zouden stellen.
De overhaasting heeft ‘geen goed effect gehad. De
Board publiceerde een rapport op termijn, ‘betref-
fende misbruiken bij 9 industriëele codes. De hearings over 18 codes waren reeds afgeloopen. In totaal waren
113 gevallen onderzocht, waarin klachten waren in
gediend, maar er waren 304 klachten betreffende 104
codes binnengekomen. Zelfs het voorbereidende werk
was dus lang niet ten einde, toen het eerste rapport
van den Boarci verscheen. Wanneer men nu weet, dat
er op het oogeublik ruim 390 codes in werking zijn,
blijkt wel duidelijk, hoe tenslotte slechts een klein
deel van het geheele terrein is onderzocht. 0p grond
daarvan kunnen toch moeilijk algemeene conclusies
worden getrokken.
Toch heeft cle Review Board een eerste rapport
gepubliceerd, dat buitengewoon fel is ten aanzien
van de National Recovery Aclmin’istration. Deze heeft
onmiddellijk op dit rapport geantwoord op zoo mo-
gelijk nog felier wijze, zoodat zich een ‘discussie heeft
ontwikkeld in een stijl, die wij ons in ons land niet
kunnen voorstellen als tusschen regeeringsorganen
hestaanhaar.
1)
John F. Sinclair, de vice-president van den Na-
tional Recovery Review Board, verzocht reeds voor-dat dit rapport werd uitgebracht om ontslag, en dien-
de een afzonderlijk rapport in. Hij wijst daarin op
de oppervlakkigheid en mogelijke eenzijdigheid van
het onderzoek door gebrek aan tijd en door het ont-
breken van deskundigen
bij
het onderzoek. In het al-
gemeen geeft ook
hij
evenwel toe, dat er verschillende
misbruiken bij de toepassing van de codes zijn ont-
staan, die vooral de kleinere zaken benadeelen. Vol-
gens hem waren de klachten te algemeen om in dit
opzicht twijfel te laten bestatn.
Het gevolg van dit conflict is geweest, dat de
levensduur van den National Recovery Review Board
na 1 Juni niet meer is verlengd, zoodat dit onder-
zoek niet verder zal worden voortgezet. Wij geven
hieronder thans eenige van de mededeelingen van den Review Board weer, benevens de weerlegging van. de
beschuldigingen door ‘de National Recovery Adminis-
tration, voor zoover deze weerlegging heeft plaats ge-
vonden. Een en ander is ontleend aan de Financial
and Commercial Chronicle van 26 Mei.
* *
*
Ten aanzien der electrotechnische industrie komt
de Board tot de conclusie, dat niet ‘de code oorzaak is van klachten, maar het feit, dat in dezen bedrijfs-
tak het bezit van patenten buitengewoon belangrijk is.
Bij de productie van rttbber schoeisel wordt de
aandacht erop gevestigd, dat de prijsvaststellin.g door
de code-autoriteiten reducties toestaat voor groote
leveranties van een omvang, die de kleinere fabrieken
niet kunnen uitvoeren. Op deze wijze worden de
groote bedrijven bevoordeeld. Niet waar, antwoordt de
1) De heer Darrow is in zooverre zijn ‘boekje te buiten
gegaan, dat hij er aan het slot van ‘zijn rapport op wijst,
dat volledige socialisatie de eenige uitkomst voor het Ame-
rikaanshe volk is.
6 Juni 1934
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
509
NRA. En bovendien, wie hebben zich als kleine pro-
ducenten aangediend? Om. de Goodyear Rubber Cy.,
die in deze branche van de rubberindustrie toevallig
geen •groote belangen heeft, in andere takken des te
meer.
Ten aanzien van de filmproductie is de klacht, dat
de kleine theaters gedwongen zijn ,,korte films” te
koopen, willen zij de •groote populaire films bemach-tigen. Zij krijgen van de groote maatschappijen vQor-
geschreven, op welke dagen zij de populaire films mo-
gen vertoonen, meestal niet op Zaterdag en Zondag,
en vaak nadat deze in de groote theaters reeds lang
zijn afgedraaid. Antwoord van de NRA, dat dit alles vroeger nog veel erger was, en dat de Board er niets
van weet.
Wat de Staalcode betreft onderschrijft de Board
geheel het reeds vroeger uitgebrachte rapport van de Federal Trade Oommission, waarbij op monopolisti-
sche tendenzen wordt gewezen. De NRA houdt ech-
ter vol, dat hierbij van monopolie geen sprake is, en
dat ook de groote maatschappijen lang geen over-
heerschen’de rol spelen in het Iron and Steel Insti-
tute, een instelling, die de uitvoering, van de code in
handen, heeft.
Bij de ijscode is geconstateerd, dat de kleine ijs-
verkoopers gedwongen zijn een verklaring te tee’ke-
non, dat zij geen ijs zullen verkoopen onder, $0,60
per 100 pounds, terwijl de groote bedrijven het ijs
voor $ 0,40 leveren.
Wat de koolcode ‘betreft, vraagt de Review Board,
dat de code-autoriteiten in W. Virginia en W. Pen-
sylvania afgezet zullen worden, en vervangen zullen
worden
CIOOL
anderen, die ,,have a higher conception
of social obligations than an impulse to seize every
opportunity for personal aggrandizement.” De tegen-
woordige autoriteiten zijn zonder uitzondering groo-
te mijneigenaars.
Geen sprake van, antwoordt de NRA, juist de coal
code heeft het voortbestaan van tallooze kleine mij-
nen mogelijk gemaakt. Zij heeft bovendien honger-bonen afgeschaft en soms een loonsverhooging van
100 pOt. cii meer gebracht. Natuurlijk moest dienten-gevolge ook de prijs van steenkool worden verhoogd,
anders was het juist niet
mogelijk
geweest deze ver-
Indexcijfers van Nederlandsche aandeelen.
‘beteringen in de arbeidsverhoudingen tot stand te
brengen.
Generaal Johnson vestigt er nog den nadruk op,
dat er ongetwijfeld hier en daar misbruiken zullen
bestaan bij de toepassing der codes, en dat daarôm
verschillende wijzigingen noodig zullen zijn, maar hij
ontkent, dat er ,,monopolistische codes” ‘bestaan, en
hij geeft de verzekering, dat ‘de NRA iedere klacht
grondig onderzoekt.
Het is voor ons natuurlijk ten eenenmale onmo-
gelijk een oordeel te vormen over de vraag,, wie van
beide
partijen
in dit zeer felle conflict
gelijk
heeft.
Het is echter zeer interessant te zien, welke felle
hartatochten er
bij
de bespreking van het code-stelsel
aan het licht komen. Dat de’ codes functioneeren zon-
der wrjving te veroörzaken is een bewering, die in
ieder geval niet kan worden volgehouden. Trouwens,
de allerwegen dreigende en uitgebroken stakingen
zijn ook geen bewijzen van rust.
Zichtbare suikervoorraden.’
De Zichtbare Voorraden per 1 Mei
zijn
volgens
Ozarnikow:
1934
1933
1932
tons
tons
tons
Duitschiand …………..
857.000
925.000 1.334.000
Tsjeoho-Slowakije ………..
283.000
376.000
526.000
Frankrijk …………….
472.000
506.000
523.000
Nederland ……………
307.000
232.000
224.000
België ……………….
139.000
156.000
131.000
Hongarije ……………
80.000
76.000
66.000
Polen……………….
271.000
336.000
320.000
U.K. Geïmp. Suiker ……
346.000
3702000
165.000 Binnenl.
109.000
73.000
5.000
Europa ….
2.864.000
3.050.000
–
3.294.000
‘er. Staten alle havens
584.000 465.000 661.000
Cubaansche havens …….
756.000
1.036.000
1.308.000
Cuba binnenland (geraamd)
1.634.000 1.822.000 1.902.000
Java
……………….
2.347.000 2.414.000
1.527.000
Totaal .:.:
8.185.000 8.787.000 8.692.000
vaarva1i geblokkeerd
351.000 2.100.000 3.247.000
De Bank voor Handel en Scheepvaart te Rotterdam zendt ons onderstaand overzicht:
Indexcijfers van
12
aandeelengroepen der Amsterdamsche effectenbeurs.
1)
Banken
Electri-
1
F1an1e
Industrie
Mijnbouw’
Olie
.
1
Rubber
Schep-
Suiker
Tabak
f
Thee
Gemiddelde
1929
158.3
337.5
168.0
432.7
243.0
268.7
402.0
233.5
125.0
398.4
487.3
443.2
1930 149.4
257.7
125.6
264.9
87.4
177.2
371.11
‘
110.7
82.6
292.9
361.3 357.2
1931 118.1
211.8
93.4
167.7
64.5
144.5
209.8
51.8 49.6
181.9
241.6
251.4
1932
76.4
178.3
.
67.1
115.6
37.6
106.4
137.5
27.0
24.9
.
.107.2
137.9
175.9
1933
84.0
201.8
79.3
137.8
27.8
143.4 164.5 42:8
23.1
112.9
135.9
211.3
Januari
1933
84.9
199.3
79.8
124.2
:31.4
120.6
155.3
33.8
26.3
108.2
147.2
196.3
Februari
,,
82.8
194.2
76.4
118.8
28.5
121.6 146.8
30.1 23.7
103.1
141.9
199.6
Maart
,,
82.-
190.3
74.6
118.2
28.3
124.5
142.6.
28.4
.
22.1
110.3
138.6
187.1
April
80.9
190.6
73.3
120.7
26.-
125.9
144.7
31.9
21.7
111.5 127.6
185.1
Mei
88.9
210.2
78.-
138.3
24.4
141.7
158.4
39.-
25.3
124.5
137.9
201._
Juni
90.4
220.9
84._
149.1
27.9
155.1
174.2
47.8 28.6
140.7
154.6
229.
Juli
91.8
219.6
88._
151.-
29.4
150.4
179.1
53.2
28.3
137.4 154.5
241.2
Augustus
89.4
212.2
84.9
150.-
24.6
151.9
172.4
54.6
‘
25.6
128.3
145.1
233.7
September
86.-
205.1 81.5
147.2
24._
155.5
178.4
50.2
22.1
109.2
132.4
212.5
October
79.2
197.3
77.8
138.8 23.2
156.2 170.7
.
48.1
18.7
97.4
119.9
219.9
November
75.6
191.2
73.2
144.6
31._
158._ 175.5
47.7
16.2
87.4
107.9
214.8
December
76.4
191.1
79.6
153.2
35.2
159.1
176.1
49.-
18.4 96.7
122.9
214.5
Januari
1934
79.2
190.1
85.1
159._
49.9
157.7
176.6
52.4
18.6
99.9
1309
229.6
Februari
80.6
187.4
88.5
158.7
50.9
15.7
178.1
53.3
19.-
106.6
136.2
‘240.4
Maart
80.2
187.4 87.3
156.9
60.2
L76.i
170.2
.54.8
–
20.1 104._
135.9
243.4
April
77._
190.5
85.1
157.9
59.1
172.9
158.1.
56.4
18.5
98._
137.5′
246.8
Mei
75.4
190.7
80.8
155.9
55.1
178.8
155.5
.68.1
,
17.4
‘
89
‘
144.8
‘
‘
252.8
Schommelingen in het aandeelen-indexcijfer.
t
2
Januari 1934 f.2.291.210:500 = 100.
2 Januari
100._
7 Februari 102.3
7 Maart
100.3
4 April
983
2 Mei
.
97.2
10
,,
99.3
14
,,
101.3
14
101.4
11
:
9,8.5
9
,,
,
98.1
17
,,
99.3
21
,,
101.3
21
,,
.
99._
18
,,
97.5
16
;,
96.7
,
24
.
100.8
28
99.9
28
97.8
25
.
94.7
1
23
96.5
………
AÂO
“fl
Qt1
–
1)
Men ie voor de toelichting op dit overzicht het nummer van E..S. B. van
15
Januari
1930,
blz.
64.
Nadrvk- verboden.
510
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
6
Juni 1934
Quota’s voor het suikerverbruik in de Vereenigde
Staten.
De Regeering van de Ver. Staten heeft dezer dagen
de volgende quota’s vastgesteld voor levering ten be-
hoeve van het suikerverbruik in dé Ver. Staten:
short tons
long tons (1016 kg)
Binnenlandschebietsuiker . 1.556.000 =
1.389.286
rietsuiker . 261.000 =
233.036
Cuba ………………..1.902.000 =
1.698.214
Portorico …………….803.000 =
716.964
Philippijnen …………..1.015.000 =
906.250
Sandwich Eilanden …….917.000 =
818.750
Maagdeneilanden ………5.000 =
4.464
Landen met vol invoerrecht
16.800 =
15.000
6.475.000 =
5.781:994
1-let verbruik in de Ver. Staten bedroeg volgens
Willett & Gray in
1933 5.667.065,
in
1932 5.606.410
en in
1931 5.887.100
long tons.
MAANDCIJFERS.
EMISSIES
IN
APRIL
1934.
Staatsleeningen
1)
Prov. en Gemeentel. Leeningen …..
f
9.875.000,-
zijnde:
Nederland
. .
Gem. Amsterdam
f
10.000.000 4% % obi. 8.
983/, %
……………f
9
.
875
.
000
–
-.
Bank- en Credietinstellingen
2
),,
1.031.625,-
zijnde:
Nederland
Obligatiën:
.
N.V. Bank voor Ned. Ge-
meenten f 1.050.000 3)
4 % obi.
8.
98% %. …… ..1.031.625
Thee-ondernemingen ……………,,
594.000,-
zijnde:
Ned-Indië
Obligatiën:
Cultuur Mij. Telaga Potten-
gan f600.000 in aand.
conv. 53′ % obi.
8.
99 % )
f
594.000
Totaal.
.. f
11.500.625.-
Conversie: f900.000.000 4 % obi. Ned. Staatsl. 1934
8.
100%.
Bovendien voor conversie Nat. Borg Mij. f 688.000,-
5 % obl. 8. 99% %.
Bovendien voor conversie: fl.950.000 1 98% %.
Recht van voorkeur: Ned. fSOO obl. op md. f2000
aand.
Emissies in 1934.
•
. Obligatiën
Aandeelen
Totaal
Januari f 5.985.000,-
–
f
5.985.000,-
Februari,, 1.935.375,-
–
1.935.375,-
Maart .,, 4.167.375,-
–
4.167.375,-
April . .
11.500.625,-
–
.
,, 11.500.625,-
•
f 23.588.375,-
–
f
23388.375,-
HYPOTHEEKRENTE IN NEDERLAND.
Maand
Am-
sterdam
Arnhem
Gro-
ningen
Haag
Volle
eigen.
u
doni
Middel-
burg
Rotter-
dam
–
Jan.
.
4.375
5
5.-
–
5
5.-
5
Febr.
5
5
4.84
–
5
4.79
51)
Mrt.
.
44
5
4.50
5
.
5
4.96
44
1)
April
44
2)
5
4.88
5
44_5
4.62
44_5
2)
Mei..
44
5
444)
5.
5
5
4.85
–
Juni
.
ij
5
5.-
.5
5
4.50
56)
juli..
44
5
4.96
5 5
4.50
5
Aug.
4.896)
5
5.-
–
5
4.75
–
Sept.
4.756)
5
5.-
5,09
5
4.75
–
Oct.
4
7)
w
2
44
5.-
5
5
.
4.70
5
Nov.
4.92
8
)
44
.
5.-
–
5
4.62
44_5
Dec.
.
4.75
5
5.-
5
5
4.50 44_5
1934
Jan.
.
44
9)
5
.
5.
5 5
4.50
44
Febr.
44
5
4.69
5 5
4.68
Mrt.
.
44
5
4.64
5 5
4.55
April
44
44
4.70
5 5
4.50
Mei..
44
44
5
4.50
Op landerijen werd bij dubbele overwaarcie byp. verstr.
tegen 44 en 44 o/
o
.
Ëén hypotheek op erfpacht It 5
Naar gelang van de waarde van het onderpand.
Bij de Nutsspaarbank 4W pCt.
4% – op zeer gunstige onderpanden.
Op erfpacht 5X
0/s.
Op erfpacht
8.
44
01
e
.
Op erfpacht gem. 54
5
1a•
Op erfpacht 44
0
/0.
Nadruk verboden.
PRODUCTIE DER STEENKOLEN-, BRUIN.
KOLEN- EN ZOUTMIJNEN
(Gegevens verstrekt door den Hoofdingenieur der mijnen.)
1. Gezamenlijke Steenkolenmijnen.
April
Jan.lApr.
Jan.IApr.
1934
1934
1933
Prod..Steenkolen in tonnen
.
958.167
4.072.959
4.176.789
Aantal normale werkdagen
.
24
1
)1
104
101
H. Bruinkolenmijn ,,(jarisborg”.
Netto.productie in tonnen..
18.331
2
)
54.810
39.425
Aantal normale werkdagen
24
74
100
III. Zoutmijnen. (Kon. Ned. Zoutindustrie. te Boekelo.)
Afgeleverd:
Geraif.
zout ……..(ton)
5.988
}17.319
Industriezout
……
Afvalzout ……….
Aantal normale werkdagen
–
26
101
Gezamenl.
Bruin-
Aantal arbeiders.
Steenkolen-
kolenmijn Zoutmijnen
mijnen
.Carisborg7
(
10.5576)4)
1. 133
5
)
79
–
1 Mei
1934
……………
1 Mei
1933
……………
f
10.9069)6)
k
24
0
2
3
5
)
88
185
1) Staatsmijnen Emma, Hendrik en Maurits;
23
Staatsmijn Wilhelmina;
20Julia;
19
Domaniale mijn en Willem-Sophia;
18
Oranje-Nassaumijn
III
en Laura, 17 Oranje-Nassaumijnen
1, II
en
IV.
2
)13.319
ton ruwe kool.
5.012 ton bruinkoolbriketten.
3)
Bovengronds.
4)
mci. 2.001 arbeiders in
de nevenbedrijven.
0)
Ondergronds.
6)
md. 2.050 arbeiders in de neven-
bedrijven.
AANVOEREN
in tojia
van 1000 KG.
Rotterdam
1
•-
Amsterdam
Totaal
Artikelen
27
Mei-2
Juni
Sedert
Overeenk.
27
Mei-2
Juni
Sedert
Overeenk.
1934
s
1933
1934
1Jan.
1934
tijdvak
1933
1934
1Jan. 1934
tijdvak
1933
48.817
570.486 557.700
–
20.409
11.870
590.895
569.570
9.553
212.771
190.817
2.500
15.257
2.609
228.028 193.426
200
10.131
11.120
– –
25
10.131 :11.145
8.564
.
410.782
447.821 810
98.868
93.345
509.650
541.166
7.708
167.862
134.478
–
26.237
16.526
194.099
15L004
Tarwe
………………..
Rogge
……………..
3.322 66.177
76.428
–
153
2.006
1.922
68.183
78.350
Bekweit ………………..
Mais ………………….
•
4.081 114.052
116.223
•
–
118.796 139.934
232.848
256.157
Gerst
………………..
Haver
………………..
–
2.000
42.757
28.910
–
25
–
42.782
28.910
Lijnzaad
……….
……
Lijnkoek
……………
Tarwemeel
…………
•
472 8.397
10.089
80
1.283
3.567 9.680
13.656
Andere meelsoorten
.
1.617
…
25.439
25.980
•.
210
2.867
–
7.063
28.306
30.562
6 Juni 1934
ECONOMISCH-&FATISTISCHE
BERICHTEN
511
STATISTIEKEN.
BANKDISCONTO’S.
N
d ‘Disc Wissels.
24195ept.’33
Lissabon
•… 54
8Dec.’33
2
30Juni’32
‘Bel.Binn.Eff.
Bk
3
19Sept.’33
Londen ……
Vrsch. in R.C.
3
19Sept.’33
Madrid ……
6
26 Oct.’32
Athéne ……….
7
140ct.’33
N.-York]3′.R.B.
14
1Feb.’34
Batavia …….
…
4416Aug.’33
Oslo
……..
3422Mei’33
Belgrado
……..
7 9
Febr. ’34
Parijs
……
2431 Mei’34
Berlijn
……….
4
22Sept.’32
Praag
……
3425
Jan.’33
Boekarest……..
6
5Apr.’33
Pretoria
….
3415Mei ’33
Brussel ……….
3
26Apr.’34
Rome……..
3
11Dec.’33
Budapest ……..
44
17Oct.
1
32
Stockholm
.. 24
1Dec.’33
Calcutta
……..
34
16Feb.’33
Tokio
….
3.65
2 Juli’33
Dantzig
……..
3
6 Mei ’33
Weenen……
5
23Mrt.’33
Helsingfors ……
44 20Dec.’33
Warschau….
5
26 Oct. ’33
Kopenhagen
24
1Dec.’33
Zwits. Nat. Bk. 2
22Jan.’31
OPEN MARKT.
1934 1933
1932
1914
2′
jUflI
28Mei!
22/26
14/19
29Mei!
30Mei!
20/24
2Juni
Mei
Mei
3 Juni
4Juni
Juli
Amsterdam
Partic.disc.
314
14116
1
11,61
1
/16
1119_114
1718-2114
3
5
31
4
311_31
Prolong.
1 1
1 1
2
1
2
1
14-‘I4
Londen
Daggeld.
. .
31-I
3
14-1
3
14-1
‘121
’14-1
1
j2-1
/
I3
14-2
Partic.dlsc.
151
15/
7/_151
7115/
1
1
16
-11
2
1-118
411
4
_81
4
Bert//n
Daggeld…
411_51I
4118-5418
45114
4.514
2)
4
3
19-5
7
!8
5
1
12-7
–
Maandgeld
4
1
12..6
4
1
12-6
4
1
12-6
4
1
12_5
3
1
4
1
12-6
5-7
–
Part, disc.
331
4
331_7/
37j
371
2)
3718
5-
I
1
2
1
18-
1
12
Warenw. ..
4-4
11
4-4
1
12
4-4112
411
2)
4-
1
12
4
1
14..5
1
1
–
New
York
DageId
1)
1 1
1
3)
1
5/7/,
21/3-!4
4)
I
3
14-2
1
11
Part,c.dlsc.
‘/
1
1
14
ij4
1 1
–
Koers van 1Juni en daaraan voorafgaande weken
tlm.
Vrijdag.
Koers van 14[18 Mei.’) Koers van 21:25 Mei.
4)
Koers van 31 Mei14 Juni.
KOE1RSEN TE LONDEN.
Plaatsen en
Landen
Noteerings-
eenheden
19
Mei
1934
26Mei
1934
28
Mei12
Juni’34
LaagsteHoogste
2Juni
1934
Alexandrië,.
Piast.
p.
97)4
97)4
9781
5
975/
9
97)4
Athene
….
Dr.
p.
530
530 530
527
530
Bangkok….
Sh.p.tica]
111011
8
111011
8
111011
8
111011
8
111011
8
Budapest
..
Pen. p. ,i
17
17)4 17)4 17)4
17
Buenos Aires
d.
p.$
25
251/,
25
26,,
261/,,
Calcutta
….
8h.
p.
rup.
1161132
1161132
1/6
1168132
1/61132
Constantin..
Piast.p.0
630
625
.
625
625
625
Hongkong
..
Sh.
p. $
1/511
5
1/53,
11471
5
1/53,
1/581,
6
Sh. p. yen
1/23,
1/23,
11281,
6
1/251,
6
112
5
1
3
Lissabon,,..
Escu.p.0
110
110
1093,
1103,
110
Mexico
$per
18)4
183,
17)4
19
1811
4
Kobe
…….
Montevideo .
d.perC
19
19)4
183,
20
193,
Montreal
..
$
per £
5.093,
5.08
5.04
5.08
5.05
Rio d. Janeiro
d. per Mil.
4)4 4)4 4)4 4)4
4)4
Shanghai
..
Sh. p. tse]
1/33,
1/33,
1/3
1/3)4 1/33,
Singapore •.
id. p. $
2/4
6
/
32
214
5
1
82
2/4ij,,
2/43,
21451
5
, Valpraiso 1).
$
per £
–
–
– – –
Warschau ..
ZI. p. £
’27
27
268/,
273,
267/,
1)90 dg.
ZILVERPRIJS
GOUDPRIJS 8)
Londen’) N.York’)
Londen
29 Mei 1934.. 1991
1
, 45
29 Mei 1934 …. ..6/9
30 ,,
1934.. 1991
1
, –
30 ,,
1934..,. 1371_4
31 ,,
1934.. 19sf,,
447/
5
31 ,,
1934…. 1361114
1 Juni 1934.. 193,
446
8
1 Juni 1934…. 13714
2 ,,
1934.. 197/,, 44)4
2
1934…. 13712
4 ,,
1934.. 19,3,
4481
5
4
1934…. 13712
5 Juni 1933.. –
34)4
6 Juni 1933…. –
27 Juli 1914.. 241.1,
6
59
27 Juli 1914…. 84110(
1) in pence p. oz.stand.
2)
Foreign silver In $c. p.oz. line.
3)
in sh. p. oz. line
STAND VAN ‘s RIJKS KAS
WISSELKOERSEN.
KOERSEN IN NEDERLAND.
Data
New
Londen
Berlijn
Parijs
Brussel
Batavia
York’)
‘)
‘) ‘)
S)
1)
29 Mei
1934
1.47t’,,
7.50
57.70
9.734
34.51
1008
9
30
,,
1934
1.473,
7.493,
57.65
9.734
34.49
l00′
/
,
31
,,
1934
1.4771
8
7.49k
57.67
9.734
34.504
100’1,
1 Juni 1934
1.4771
8
7.493,
57.65 9.734
34.484
10081,
2
,,
1934
1.47
1
511,
7.491,
57.65
9.734
34.49
10081,
4
,,
1934
1.4771
9
7.473,
57.42k
9.731
34.494
1008,,
Laagste d.w’)
1.473, 7.473,
57.424 9.724
34.45
100
Hoogste d.w
1
)
1.483,
7.51
57.80
9.74
34.55 100’1,
Muntpariteit
2.4878
12.1071
59.263
9.747
34.592
100
t
a a
ZwIt_,
serlan
Weenen
Praag
Boeka-
Milaan
Mdrld
)
1)
rest
1)
.)
.)
29 Mei
1934
47.97
–
6.15
1.48
12.55
20.174
30
,,
1934
48.-
–
6.15
1.48
12.55
20.18
31
1934
47.983,
–
6.144
1.474 12.554 20.18
1 Juni 1934
48.-
–
6.144
1.48
12.62
20.16
2
,,
1934
48.-
–
6.144
1.474
–
–
4
,,
1934
47.973,
–
6.14
1.48
12.814
20.17
Laagste d.wi)
47.923,
–
6.10
1.45
12.474 20.05
Hoogste d.w’)
48.05
28.-
6.174
1.50
12.814 20.30
Muutpariteit
48.003
35.007
7.3711.488
13.094
48.52
a a
D t
Stock-
Kopen-
o s
l
Hel-
Buenos-
Mon-
holm’)
hagen’)
jof
Aires’)
treal’)
29 Mei
1934
38.80
33.55
37.70
3.33
343,
1.48
30
,,
1934
38.65 33.50
37.674
3.33
343,
1.48
31
,,
1934
38.65 33.50
37.674
3.324
3431
5
1.48
1 Juni 1934
38.65
33.474
37.674
3.324
35
1.483.(
2
,,
1934
38.674 33.55
37.674
3.324
35’1,
1.48′,’,
4
,,
1934
38.574
33.424
37.574
3.32
353,
1.4881
9
Laagste d.wl)
38.35
33.20 37.30
3.30
34
1.4734
Hoogste d.wl)
38.95 33.75 37.95 3.35
36
1.483,
Muntpariteit
66.671
66.671
66.671 6.266
95)4
2.4878
‘
Noteerine te
Amsterdam.
5*)
Not, te
Rotterdam.
1)
Part.
ocaave.
In ‘t isïe of 2de No. van’iedere maand ‘komt een ovejzicht
voor
van
een aantal niet wekelijks opgenomen wisselkoersen.
KOERSEN TE NEW YORK. (Cable).
Da a
t
Londen
($
per
)
1
Parijs
(8 p.
lOOfr.)
Berlijn
(8 p. 100 Mk.)
Amsterdam
(8
p. 100 gld.)
29 Mei
1934
5,079(
6,593,
39,11
67,71
30
,,
1934
–
– –
–
31
,,
1934
5,06’1,
6,589/
,
39,01
67,67
1
Juni
1934
5,0651,
6,58
39,04
67,65
2
1934
5,065,
6,59
39,04
67,67
4
1934
5.0381
5
6.583,
38,90
67,8
4 Juni
1933
4,01
4,6671
8
27,77
47,70
voraer,ngen
1
5MeI134
1Mel19i4
Saldo k’an ‘5 Rijks Schatkist bi) De Ne-
19.472.194,45
–
Saldo b. d. Bank voor Ned. Gemeenten
,,
738.797,14
f
423.836,09
Voorschotten op ultimo April 1934 aan
de gem. verstrekt
op
aan haar uit te
keeren hoofd,, der pers, bel., aand. in
de hoofds. der grondbel. en dergem.
fondsbel., alsmede
opc. op
die belas-
–
tingen en
op
de vermogensbelastlng
,,
3.443.955,07
,,
3.443.955,07
deriandsche Bank……………….
/
Voorschotten aan Ned.-lndië ………
275.l1l.966,12
,,273.651.345,17
Id. aan Suriname …………………
12.094.989,08
,,
12.099.118,08
Id. aan
Curaçao ………………….
2.564.930,78
,,
2.518.222,31
KasvoCd. weg. credletverst.ajh. bultenl.
,,
108.540.896,03
,,
108.455.181,83
Saldoderpostrek.v. Rijkscomptabelen
,,
..
….
33,511.750,59
,,
34.932.360,43
Vord. op het Alg.Burg. Pensioenfonds’)
….
4.489.433,16
,,
4.989.100,06
Vord.
op
andere Staatsbedrijven
1)
….
12.597.698,73
,,
14.383.785,17
….
Verstr. t. laste der Ri/ksbegr. kasgeld-
leeningen aan gemeenten (saldo)……
49.301.932,15
,,
49.303.932,15
Verplichtingen.
art. 16 van haar octrooi verstrekt
Schatkistblljetten In omloop………
,Schatkistpromessen In omloop…….
Zilverbons in omloop …………….
Schuld op ultimo April 1934 aan de
gem. weg. a. h. uit te keeren hoofds. d,
pers. bel., aand. 1. d. hoofds. d. grondb,
e. d. gem. fondsb. alsm. opc. op die
bel, en op de verm. bel……………
Schuld aan het Alg. Burg. Pensloenf.l)
Id. a. h. Staatsbedr. der P.T. en T. 1)
Id. aan andere Staatsbedrijven 1) …..
Id. aan diverse Instellingen 1) ……..
1) In rekg.-crt. met ‘s Rijks Schatkist.
NEDERLANDSCH.INDISCHE VLOTTENDE SCHULD.
1 26 Mei 10554 1 2 I,,ni 10554
Saldo Javasche Bank ……………..
–
Betaalmiddelen In
‘s
Lands kas
–
waaronder Muntbiljetten ………..
….
–
–
Verplichtingen:
‘Voorschot’s Rijks kas e. a. Rijksinsteil.
/275.957.000,-
Schatkistpromessen ………………
1.000.000,-
-Schatkistbiljetten ………………..
….
l0.705.000,-
Muntbiljetten in omloop ………….
….
–
Schuld aan het Ned.-lnd. Muntfonds.
..
1.385.000,-
.Idem aan de Ned.-lnd. Postspaarbank.,,
….
1.554.000,-
Voorschot van de Javasche Bank….
1.328.000,-
Data
Metaal
‘”
Andere
opelschb.
schulden
Discont.
5 Mei
1934.,
732
1.197
495
586
2.541
28 April
1934.,
732
1.124 509
590
2.513
21
1934,,
732
1.019 506
590
2.508
1934.,
734
1.049
512
588
2.504
7
,,
1934,.
733
1.103
553
579
2.511
5 Juli
1914,,
645
1.100
560
735
396
f
250.833,70
f
434.000.000,-
433.993.000,-
37.370.000,-
37.370.000,-
1.346.865,50
1.343.041,-
103.512.588,08
102.178.380,26
163.738,86
63.738,86
7.353.01I,05
7.566.400,89
f279.153.000,-
l.000.000,-.
10.705.000,-
1.385.000,-
1.468.000,-
4.338.000,-
SURINAAMSCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens.
isIunLparlr.ell..
‘9,00
O,2U’/8
‘9UIfje
1) Sluitp. der activa.
.
..
STATISTISCH OVERZICHT
–
GRANEN EN ZADEN
TUINBOUWARTIKELEN
VLEESCH
TARWE
80 K 0 La
–
64
1
65 K
G
.
J
(Loosduinen)
RUND-
VLEESCI! PIat
Ico
74
K.G. Bahia
La Plata
loc
La Plata
La Plata
BLOEM-
KASKOM-
SALADE
(versch)
(versch)
Rdam
eL
m
pio
°
!!
?Lrlt
1
9
2
5
17,20
100,0
13,07
5
100,0 ‘
231,50
100,0
236,00
IOOO
462,50
100,0
–
–
1926
15,90
92,4
11,75
•
89,9
174,2
75,3
196,75
83,4
360$
77,9
–
–
–
1921
14,75
85,8
12,47
6
95,4
176,00
76,0
237.00
100,4
362,50
784
– –
–
I28
13,475
78,3
13,15 100,6
226,00
• 97,7
228,50
96,8 363,00 78,5
26,47
100,0
23,08
100,0
5,83
IOOO
93,-
100,-
77,50 100,-
1929
12,25
71,2
10,87
5
83,2 204,00
881
179,75
76,2
419,25
90,6
26,32
99,4
23,83
103,3
7,60
130,3
06,40
103,7
93,12
5
120,2
1930
9,67
5
56,3
6,22
5
47,6
. 136,75
59,1
111,75
47,4 356,00
77,0
16,32
61,7
18,28
79,2
3,51
60,2
108,-
116,1
72,90
94,1
1931
.
5,55
32,3
4.55
: 34,8
84,50
36,5
107,25
454
187,00
40,4
18,49
69,9
16,89
73,2
4,33 74,3
88,-
94,6
48,-
61,9
,
1932
• 5,22
5
•204
4,62
6
35,4
•
77,25
33,4
100,75
42,7
.137,00
29,6
16,71
63,1
11,87
51,4
3,57 61,2
61,-
65,6
37,50 48,4
S
1933
5,01
5
29,2
3,54
27,1
68,50
29,6
70,00
30,0
14800
32,0
14,47
54,7
9,96
43,2
1,86
31,9
52,-
55,9 49,50
63,9
Jan.
1932
5,05
29,4
5,075
38,8
71,25
30,8
114,00
48,3
142,50
30,8
70,
75,3
40,
51,6
Febr.
•
5,30
30,8
5,07
5
38,8
74,00 32,0
108,50
46,0
142,25
30,8
68,-
73,1
34,-
43,9
Maart
5,526
32,1
5,80
44,4
86,75
7,5
118,00
50,0
143,25
31,0
67,
72,0
32,-
41,3
April
5,65
32,7
6,22
5
47,6
88,75
38,3
124,50
52,8
135,25
29,2
20,38
77,0
15,06
65,3 5,27
90,4
67,7
28,-
36,1
Mei
,,
5,60′
32,6
‘
5,30 40,5
7.8,00
33,7
116,00
49,2
130,25
28,2
13,03
49,2
14,78
64,0
3,71
63,6
63,–
67,7
26,-
33,5 5,225
•
30,4
4,15 31,7
80,75
34,9
105,75
44,8
128,75
27,8
5,76
25,0
1,73
29,7
67,-
72,0
34,-
43,9
)ul
4,90,
28,5
4,-
30,6
78,75 34,0
100,25
‘ 42,5
129,75
28,1
–
•
68,8 35,50 45,8
•
., Aug.
5,20
30,2
4,076
‘31,2
77,50
.33,5
98,25
41,6
133,00
28,8
62,-
66,7
40,50 52,2
Sept .
.5,475
31,8
4,20
32,1
78,50 33,9 88,50
37,5
150,75
32,6
—
–
–
—
–
–
——-
–
55,-
59,1
42,50 54,8
Oct .,,
5,25 30,5
3,92
5
30,0
74,50
32,2
79,50
33,7 138,25
29,9
51,-
54,8
44,-
56,8
Nov.
.
4,90 28,5
3,90
29,8
71,25
30,8 79,00
33,5
135,25
29,2
53,-
57,0
46,-
59,4
Dec . 4,72
5
27,5
3,80
29,1
66,25
28,6
75,25
31,9
135,00
29,2
53,-
57,0
46,-
59,4
1933
4,95
28,8
3,75
28,7
73,00
31,5 75,25
31,9
136,50
29,5
50,50
54,3
44,75
57,7
4,77527,8
3,70
28,371,00
30,7
74,75
31,7
130,25
28,2
49,2553,0 45,-
58,1
Maart
,,
5,05
29,4
3,82
5
29,3
73,50
31,7
76,25
32,3
130,50
28,2
46,50
50,0
46,–
59,4
April
,,
5,15
29,9.
3,75
28,7
72,75
31,4
71,25
30,2
l,50
28,0
14,62
55,2
13,59
—
–
—
–
——–
–
58,9
3,27
56,1
49,50
53,2
48,25 62,3
Mei
,,
5,40 31,4
3,775
28,9
70,50 30,5 73,25
31,0
148,75
31,7
14,32
54,1
10,74
—
—
–
—
——–
–
46,5
1,51
25,9
52,25
56,2
49,-
63,2
Juni
_
5,25 30,5
3,55
27,2
•
66,00 28,5 75,75
32,1
163,25
35,3
5,56
24,1 0,81
13,9
51,25
55,1
48,-
61,9
Juli
.
5,82 33,9
• 3,85
29,4
64,25
• 27,8
78,00
33,1
176,25
38,1
———–
49,25
53,0
48,50 62,6
Aug.,,.
5,3030,8.3,55
27,2
61,25
26,5
67,75
28,7
161,50
34,9
–
–
–
–
—
–
–
–
——
–
49,-
52,7
49,25 63,5
sept..
4,9528,8
3,476
26,6
61,00’26,365,2527,6
159,00
34,4
–
–
–
—
—
–
——–
–
–
–
–
—
—
–
——–
–
–
–
–
–
—
–
——-
–
–
5025
54,0
54,-
69,7
Oct.
,,
4,40
25,6
3,-
22,9
60,25 26,0 63,50
27,0
141,25
30,5
–
–
–
—
—
–
——–
–
—
56,25
60,5
54,25 70,0
Nov.
,,
4,55
26,5
2,95 .
22,6
74,50
32,2
60,00
25,4
147,25
31,8
59,50
64,0
54,375
70,2
Dec.
4,57
26,6
3,30
25,3 73,50
31,7
59,25
25,1
154,50
33,4
–
–
—-
–
——–
–
60,75
65,3
53,50
69,0
Jan.1934
4,7527,6
3,10
23,7
65,25
28,2
58,00
24,6
144,25
31,2
—
–
–
—-
–
—
–
—-
–
–
–
—-
–
–
–
–
–
–
–
—
–
62,5067,2
53,75
69,4
1ebr.
.
3,40
19,8
2,77
5
21,2
65,25
28,2
58,50
24,8
133,00
28,8
–
–
—-
–
—–
–
—
–
63,-
67,7
53,50 69,0
Maart
,;
3,25
18,9
2,72
5
20,8 70,75
30,6
58,75
24,9
132,00
28,5
–
–
—-
–
—
–
—-
–
–
–
—-
–
——–
–
61,75 66,4 50,50 65,2
April
3,20
18,6
2,70
20,7
70,50
30,5
56,75
24,0
136,50
29,5
17,03
64,3
12,20
52,9
4,61 79,1
63,50
68,3 49,12
5
63,4
Mei
3,32
5
19,2
2,87
5
21,9
• 62,00
26,8
63,00
26,7 154,50
33,4
12,77
48,2
11,20
–
–
—-
—
——-
–
–
–
—-
—
——-
–
48,5
2,09
35,8
65,75
70,7
47,50 61,3
28
,,
,,
3,40
19,8
2,90
22,2
60,00
25,9
65,50
27,8
159,50
34,5
10,97
41,4 7,76
33,6
1,47
25,2
68,_
6
)
73,1
46,_
6
)
59,4
:
4 Juni
3,65 1 21,2
3,10
23,7
63,00
27,2
69,00
29,2
15900
34,4
10,30
38,9
5,24
1
22,7
1,26
21,6
65,-
7
)
69,9
44,_7)
56,8
1) Men zie voor
16 Dec. 1929
de
tot 26 Mei
toelichting op dezen
1930 74j5 K.G.
staat
Hongaarsche
de nos.
van
vanaf
26
8, 15
Mei 1930. Aug. 1928,
tot
25 Febr.
23 Mei 1932
1931
74
K.G.
en 15
Zuld-Russische
Febr.
1933.
)
Tot Jan.
van 23
1931
Hard
Winter
No.2.
van Jan.
1931 tot
Canada.Van
19 Sept.’32
tot 24 Juli ’33
62163
K.G. Z.-Russ.
5)
De jaargemiddelden
zijn
berekend
uit
de gemiddelde
;
prijzen
Mei 1932
van
tot 2
April, Mei
Oct. 1933
enjuni
No.
van
2 Canada.
het betreffende
4)
Tot
Vervolg
STATISTISCH
OVERZICHT
MINERALEN
.j
TEXTIELGOEDEREN
DIVERSEN
STEENKOLEN
Westfaalschel
PETROLEUM
BENZINE
KATOEN
WOL WOL
gekamde
–
KOE-
KALK-
Hollandsche
Mid. Contin.
Cr’ide
Gulf exp ‘
gekarn e
ustralische,
Australische.
HUIDEN
SALPETER Middling
locoprifzen
F.0. F.
Sakella-
0. F. No. 1
bunkerkolen,
onezeefd f.o.b.
33 t!iîi 33.9°
64/66°
$cts. per
M
‘°?’
J
.
CrossbredColo- nial Carded,
Gaaf, open
kop
Old. per
100 KO.
R damjA’dam
per i000
K.G.
S g.
per barrel
U.S. gallon
New-‘i’ork
rides
,Jomra
Liverpool oco e
1h or
P r
5
Av. loco
57-61 pnd.
netto
per lb.
Liverpool Bradford per Ib.
f1.
eb
$
010
$cts.
D/e
$ cts.
.jo
pence
0
10
pence
0
10
pence
0
10
pence %
11.
01
0
f1.
0
10
1925
10,80 100,0 1.68 100,0 14,86
100,- 23,25
100,0
29,27
100,-
9,35
100,-
55,00
100,0
29,50
100,0
34,70
100,0
12,-
100,0
1926
17,90
165,7
–
1.89 112,5 13,65
91,9
17,55
175,5
116,78
16,24
55,5 6,30
67,4
47,25 85,9 24,75 83,9 28,46
82,0
11,61
96,8
1927
11,25
104,2 1.30
77,4
14,86
100,-
17,50
f75,3 57,3
7,27
77,8
48,50 88,2 26,50 89,8
40,43
116,5 11,48
95,7
1928
10,10
93,5
1.20
71,4 9,98
67,2
20,00
86,0
19,21
65,6
7,51
80,4
51,50
93,6
30,50
103,4
47,58
137,1
11,48
95,7
1929
11,40
105,6
1.23
73,2
10,-
67,3
19,15
82,4
17,05
58,2 6,59
70,5
39,-
70,9
25,25 85,6 32,25
92,9
10,60
88,3
1930
11,35
105,1
1.12
66,7 8,77
59,0
13,55
‘58,3
12,-
41,0 3,92
41,9
26,75 48,6
16,25
55,1
25,36
73,1
9,84
82,0
1931
10,05
93,1
:0.58
34,5
5,04 33,9
8,60
(37,0
7,33
..25,0
3,08
33,0
21,50
39,1
12,00
40,7
18,65
53,7
8,61
71,8
1932
8,00
74,1 0.81
48,2
4,50 30,3
6,45
427,7
5,21
17,8
3,11
33,3
16,00
29,1
8,50
28,8
11,15
32,1
6.15
51,3
1933
7,00
64,8
0.45
26,8
3,61
24,3
6,75
29,0
5,13
17,5
2,78
29,7
19,25
35,0
9,50
32,2
13,26
38,2
6,18 51,5
Jan.
1932
8,25
76,3
0.71
42,3 5,25
35,3.
6,65
28,6
5,09
17,4
3,38
36,2
16,50
30,0
9,00
30,5
11,63
33,5
7,10
59,2
Pebr.,,
8,25
76,3
0.71
42,3 4,92
5
33,1
6,90
129,7
5,31
18,1
3,51
37,6
16,25
29,5
9,00
30,5
11,75
33,9
7,25 60,4
Maart
,,
8,35
77,3
0.71
42,3 4,62
5
31,1
6,90
.29,7
5,37
18,3
3,30 35,3
16,50
30,0
8,75
29,7
10,25
29,5
7,40
61,7
April
,,
8,65
80,1
0.86
51,2
4,34
29,2
6,25
26,9 5,08
17,4
3,08 33,0
16,50
30,0 9,00
30,5
9,25
26,7
7,40
61,7
Mei
8,30
76,9
0.86
51,2 4,25
28,6
5,80
24,9
4,57
15,6
2,76
29,5
15,75
28,6 8,25
28,0
8,88
25,6
7,40
61,7
Juni
8,25
76,3
0.86
51,2 4,25 28,6
5,25
22,6
4,44
15,2
2,55 27,3
15,25
27,7
7,75
26,3
9,-
25,9
7,40
61
9
7
juli
8,10
75,0
0.86
51,2
4,25
28,6
5,80
24,9
4,97
17,0
2,77
29,6
16,00
29,1
8,50
28,8
9,75
28,1
– –
Aug.,,
7,80
72,2
0.86 51,2 4,30
28,9 7,35
31,6
5,71 19,5
3,33 35,6
15,75
28,6
8,25
28,0
12,-
34,6
5,70
47,5
Sept.
7,75 71,8
0.86 51,2
4,370
29,4
7,75
33,3 6,37
21,8
3,64 38,9
16,75
30,5
8,75
29,7
13,75
39,6
5,90
49,2
Oct.
7,65
70,8
0.86 51,2
4,45 29,9
6,50
28,0
5,68
19,4
3,16
33,8
15,75
28,6
8,50
28,8
14,
–
40,3
6,-
50,0
Nov.
7,40
68,5.
0.86 51,2
4,60
31,0
6,15
26,5 5,16
17,6
3,-
32,1
15,25
27,7
8,25
28,0
34,6 6,10
.
50,8
Dec.
– ,,
7,25
67,1
0.740
44,3
4,430
29,8
5,95
425,6
4,73
16,2
2,80
30,0
15,25
27,7
8,00
27,1
11,50 33,1
6,20
51,7
Jan.
1933
7,05 65,3
0.53 31,5
4,16 28,0
6,15
26,5 5,13
17,5
2,95
31,6
15,75
28,6
8,25
28,0
11,50
33,1
6,30
52,6
ebr.,,
7,20
–
66,7
– 0.38
22,6
3,97
26,7
6,10
26,2
4,98
17,0
2,78 29,7
15,50
28,2
8,25
28,0
10,38
29,9 6,40
53,3
Maart
,,
7,25
67,1
0.38 22,6
3,870
26,1
6,40
27,5
4,97
17,0
2,77
29,6
15,25
27,7 7,75
26,3
10,75
31,0 6,40
53,3
April
,,
7,25
67,1
0.37
22,0 3,67
24,7
6,65
‘28,6
5,18
17,7
2,68
28,7
15,75
28,6
7,75
26,3
11,25
32,4
6,40
53,3
Mei
7,15
66,2
0.23
0
14,0
2,95
19,9
7,30
31,4 5,60
19,1 .
3,07 32,8
17,00
30,9
8,25
28,0
12,25
35,3
6,40
53,3
Juni
7,15
66,2
0.25
0
15,2
3,02
20,3
7,85
-33,8
5,85
20,0
3,25
34,8
18,50
33,6
9,00 –
-30,5
15,75
45,4 6,40
53,3
juli
,,
7,05
65,3
0.41
24,4
3,33
22,4
7,60
12,7
5,76
19,7
3,20
34,2
20,75
37,7
9,75
33,1
16,-
46,1
6,40 53,3
Aug.
,,
6,95
-64,4-
0.37
22,0
3,37 22,7
6,90
129,7
5,39
18,4 2,91 31,1
20,75
37,7
9,75
33,1
14,75
42,5
5,80 48,3
Sept.
,,
6,85
63,4.
0.52. 31,0 3,50
23,6
6,60.
‘28,4
4,70
16,1
2,54
27,2
21,50
39,1
10,50
35,6
15,13 44,1
5,85
48,8
Oct.
•
6,60
61,1
0.66
393
4,04
27,2
6,40
.27,5 4,55
15,5
2,48
26,5
20,75
37,7
10,75
36,4
14,50
41,8 5,90
49,2
Nov.
6,75
62,5
0.66
39,3 3,72
25,0
6,25
26,9 4,63
15,8
2,39
25,6
23,75 43,2
12,00
40,7
13,38
38,6 5,95 49,6
Dec.
,,
6,95
64,4
0.67
39,9
3,75
25,2
6,50
28,0
4,89
16,7
2,38
25,5
25,00
45,5
13,25
44,9
13,50
38,9
6,-
50,0
P
.
1934
6,65
61,6 0.66
39,3
3,74
25,2
7,10 30,5
5,47
18,7
2,59
27,7
27,00
49,1
14,75
50,0
37,5
6,15
51,3
br.,,
6,30 58,3
0.64.
38,1
3,25
21,9
7,50
32,3 5,64
19,3
2,68
28,7
23,75 43,2
12,75
43,2
13,-
37,5
6,20
51,7
Maart
,,
6,25 57,9
.
0.63 37,5
3,05
20,5
7,40
-31,8
5,50
18,8
2,76
29,5
23,25 42,3
11,75
39,8
12,50
36,0
6,25
52,1
April
6,30
.
58,3
0.62
.
36,9
2,79
0
18,8
6,95
‘29,9
5,37
18,3
2,50
26,7
23,00
41,8
11,50
39,0
12,-
34,6
6,30
52,6
Mei
6,25
57,9
0.62
.
36,9
2.88
19,4
6,80 29,2
5,20
17,8
2,48
26,5
21,00 38,2
10,50
35,6
11,88
34,2
6,30
52.6
28
,,
,
6,20 57,4
0.62
36,9
2,88
2
)
19,4
6,85
-29,5
5,27
4
)
18,0
2,67
4
)
28,6
19,755)
35,9
10,00
5
)
33,9
12,-
6
34,6
6,30
52,6
4 Juni
.
6,20
57,4 1
0.62
36,9
2,883) 19,4
7,00
30,1
1
6,30
52,6
1)
Jaar- en maandgem.
afger. op
‘Is
pence.
2)
25
Mei.
3
)1
Juni.
4)
30Mei.
6
)-31 Mei.
6)
22Mei.
7
)17 Mei.
VAN
CROOTHANDELSPRIJZEN’)
.
ZUIVEL EN EIEREN
METALEN
.
BOTER
BOTER
p.
KAAS
Ener
EIEREN
KOPER
LOOD
r
TIN
IJZER
Cleveland
GIETERIJ-
II7D
ZINK
GOUD
ZILVER
t’
per
.
.
.
.
1-leffin
maar
em. no
.
an aar
Loco rizen
loco rijzen
Foundr
‘
Locoprijzen
cash cas
Leeuwar-
derCornm. Crisis
•
Fabrieks-
kaas
Eiermijn Roermond Locoprijzen Londen
Lodn
LonLn er
No 3 t ib
(Lux III) p. Eng. t. f.o.b.
Londen
per
Londen
per ounce
•
Londen per
Standard Noteering
Zuivel-
Centr.
kI. rnitnerk
p. lOO st.
per Eng. ton
er En
ton
g.
En
ton
g.
Middlesb
perEng.ton
Antwerpen
Eng.ton
line
Ounce
fi.
Qj
fL
f1.
0
10
fi.
%
£
01
£
01
0
£
0
10
Sli.
Oj
s
sh.
£
Ofo
8h.
O/
pence
OJo
1925
231
100,0
–
56.-
100,0
9,18
100,0 62.116 100,0 36.816
100,0
261.171-
100,0
731-
100,0
671-
100,-
36.316 100,-
8516
100,-
32hI
100,0
1926
198
85,7
–
43,15
77,1
8,15
88,8
58.1!-
93,5
31.116
85,3
290.1716
111,1
8616
118,5
6818
102,5
34.216
94,3
851-
99,5
28’Jis
89,3
1927
203
87,9
. –
43,30 77,3
7,96
86,7 55.141- 89,7
24.4/-
66,4 290.41-
110,8
731-
100,0
64f6
96,3
28.10/-
78,8
85f-
99,5
261/
4
83,3
1928
2,11
91,3
–
48,05 85,8
7,99
87,0
63.161- 102,8 21.11-
57,8
227.51-
86,8
661-
90,4
6218
93,5
25.516
69,9
851-
99,5
26
1
116
81,1
1929
2,05
88,7
–
45,40
81,1
8,11
88,3
75.141-
121,9
23.51-
63,8
203.1516
77,8
7016
96,6
6819
102,6
24.1716
68,8
851-
99,5
2471,9
76,2
1930
1,66
71,9
–
38,45
68,7
6,72
73,2
54.131-
88,0
18.116
49,6
142.5
1
–
54,3
671-
91,8
5916
88,8
16.171-
46,6
851-
99,5
17
1
3116
55,4
1931
1,34
58,0
–
31,30
56,9
5,35
58,3
36.51-
58,4
12.1(-
33,1
II0.IJ-
42,0
551-
75,3
4716
70,9
11.1016
31,9
9216
108,2.
13
3
1
41,6
1932
0,94
40,7
–
22,70
40,5 4,14
45,1
22.17/-
36,8
8.12!-
23,6
97.2/-
37,1
421-
57,5
371-
55,2 9.161-
27,1
1181-
138,0
1271
40,1
1933
0,61.
26,4
0,96
20,20
36,1 3,71
40,4
22.216
35,6
7.1716
21,6
131.181-
50,1
411-
56,2
351-
52,2
10.1216
29,4
124j7(4 145,8
12
3
1
38,5
Jan.
’32
1,16
50,2
• –
25,75 46,0
4,71
51,3
27.1416
44,7
10.14!- 29,4
98.18!-
37,8
4116
56,8
421-
62,7
10.6/6
•
28,5
12013
140,7
I3’7(
43,2
Febr. ,,
1,34
58,0
–
27,75 49,6
3,79
41,3
26.41-
42,2
10.51-
28,1
99.2/6
37,9
41,6
56,8
40/-
59,7
10.-!-
27,6
11916
139,9
14
43,6
Mrt.
,,
0,98
42,4
–
23,65 42,2
3,42
5
37,3
24.181-
40,1
9.9!-
25,9
96.6!-
36,8
441-
60,3
401-
59,7
9111-
26,4
1141-
133,5
13
3
14
42,8
Apr.
,,
0,99 42,9
19,60
35,0
2,77
5
30,2
2
38f-
37,7
8.1616
24,2
84.1516
32,4
451-
61,6
3716
56,0
9.21-
25,2
11013
129.0
l3ijs
40,9
Mei
,,
0,82
35,5
–
19,65
35,1
2,88
31,4
21.6/-
34,3
8-J-
22,0
89.I3j6
34,2
44f-
60,3
3716
56,0
9.91-
26,1
11219
132,0
12&l
39,3
Juni
,,
1,11
48,1
–
24,25
43,3
3,08
33,5
20.1216
33,2
7.51-
19,9
84.91-
32,3
441-
60,3
3716
56,0
8131-
23,9
11316
132,7
12
5
1
39,3
)uli
,,
0,96
41,6
0.45
19,55
34,9 3,125
34,0
19.216
30,8
7.316
19,7
90.1716
) 34,7
4216
58,2
371-
55,2
8.616
23,0
1161-
135,7
12
3
18
38,5
Aug.
0,76
32,9
0,58
17,90
32,0
3,72
40,6
22.416
35,8
7.1716
21,6
101.-J-
38,6
421-
57,5
3616
54,5
9.1316
26,7
11816
138,6
12
15
11
39,9
Sept. ,,
0,84
36,4
0,65
19,70
35,2
4,64
50,5 25.81-
40,9
9.1016
26,1
109.916
41,8
421-
57,5
351-
52,2
11.2/-
30,7
11819
138,8
13
40,5
Oct.
0,82
35,5
0,73 25,50
45,5
5.73
62,4
22.516
35,9
8.7/
22,9
105.1316
40,4
411-
56,2
3416
51,5
10.816
28,8
12116
142,1
12
1
1
38,9
Nov.
,,
0,81
35,1
0,78 26,50
47,3
6,65
72,4 21.191- 35,4
8.416
22,6
104.716
39,9
40!-
54,8
3416
51,5
10.81-
28,7
12519
147,2
12
5
116
38,3
Dec.
,,
0,73
31,6
0,85
22,55
40,3
5,125
55,7
19.1216
31,6
7.916
20,5
100.10/6
38,4
391-
53,4
34/6
51,5
10.71-
28,6
12519
147,2
11
1
1
35,8
Jan.
’33
0,73
31,6
0,89
21,75 38,8
4,27
46,7
19.171-
32,0
7.81-
20,3 100.1/6
i
38,1
4016
55,5
3416
51,5
9.19/-
27,5
12218
143,5
1Ii16
36,4
Febr. ,,
0,65
28,1
0,91
20,60 36,8
4,35
47,4
20.31-
32,5
7.71-
20,2
104.716
39,9
431-
58,9
341-
50,7 9.151-
27,0
12015
140,8.
11
16
/16
37,2
Mrt.
,,
0,53
22,9
0.99
19,40
34,6
2,80
30,5
20-16
32,3
7.101-
20,6
104.1813
40,1
431-
58,9
3417
51,6
10.71-
28,6
12015
140,8
12
7
(18
38,7
Apr.
,,
0,54
23,4
1,-
18,55
33,1
2,07
5
22,6
20.1116
33,1
7.1216
20,9
109171-
42,0
431-
58,9
3516
53,0
10.816
28,8
12011
140,4
l2116
39,9
Mei
0,52
22,5
1,-
21,80 38,9
2,49
27,1
23.6/6
37,6
8.61-
22,9
128.1716
49,2
4116
56,8
3616
54,5
10.131-
29,4
12316
144,4
13
1
4
41,2
Juni
,,
0,52
22,5
1,-
23,50
42,0 2,50
272
25.7/-
40,8
9.4/-
25,3
151.10!-
57,9
42/-
57,5
37!-
55,2
11.1216
32,1
122/3
143,0
1314
41,2
juli
0,55
23,8
1,-
18,50
33,0 2,60
28,3
25.161-
41,6
9.21-
25,0
148.116
56,5
4116
56,8 351-
52,2
12.11-
33,3
1231104 144,9
12
1
11
38.7
Aug.
0,63
27,3
1,-
18,90
33,8
3,575
38,9
24.5
1
–
39,1
8.416
22,6
145.31-
55,4
411-
56,2
351-
52,2
1171-
31,4
125110
147,2
12
37,4
Sept.
.
0,66
28,6 0,95
18,40
32,9
3,91
42,6
22.16/6
36,8
7.161-
21,4
140.1716
53,8
3916
54,1 3416
51,5
10.1816
30,2
130111
153,1
11
16
116
37,2
Oct.
,,
0,68
29,4
0,90
19,45
34,7
4,68
51,0
22.lj-
35,5
7.l4f-
21,1
145.5(-
‘f55,5
3916
54,1
34/6 51,5
l0.13j-
29,4
131fl
153,3
11
7
18
37,0
Nov.
,,
0,65
28,1
0,90
20,80
37,1
5,80
63,2
20.616
32,7
7.1316
21,1
150.916
57,5
40!-
54,8
3416
51,5
9.196
27,6
128/54
150,1
12
1
/4
38,1
Dec.
,,
0,60 26,0
1,-
20,40
36,4
5,475
59,6
21.11-
33,9
7.121-
20.9
153.81-
58,6
4016
55,5
361-
53,7
9.19J-
27,5
126/2
147,6
12
9
/j
39,1
Jan.’34
0,50
21,6
1,-
20,40
36,4
5,05
55,0
21.71-
34,4
7.71- 20,2
140.31- 140.131-
1f56,8
453,7
3916
54,1
361-
53,7
9.121-
9.-16
26,5
12916
151,5
13711
160,3
12
3
14
39,7
12
1
12
38,9
Feb.,,
Mrt.,,
0,47
0,44
20,3
19,0
1,-
1,
21,55
19,90
38,5
35,5
3,68
40,1 2,71
29,5
20.916
20.31- 33,0
32,5
7.41-
7.316
19,8 19,7 144.1516 150.1016
‘
55,3
457,5
3916
4016
54,1
55,5
3615
3513
54,4
52,6
51,0
9.2J-
24,9
25,2 25,9
13618
159,8
135/1
158,0
1218
39,3
12
7
/
38,7
Apr.,,
Mei
0,42
0,41
18,2
17,7
.1,-
1,-
17,20 16,05
30,7 28,7
2,72
29.6
2,54
27.7
20.1416
20.41-
33,4 32,5
7.416
6.1616
19,8 18,7
144.19/6
g55,4
4116
40/6
56,8
55,5
3412
32/9
48,9
9.716
9.2/-
25,2
136/3
I59,4
1211
16
37,5
28
,,
0,418)
17,7
1,-
l6,25J
29,0
2.65
28,9
20.3/
.
32,5
6.18/6
19,0
144.186
55,3
4016
55,5
3216
48,5
9.31-
25,3
136184
159,9
12
1
/i6
37,5
4 Juni.
•
1,-
18,50
7
)
33,0
2,70
29,4
20.0j-
32,2
6.I51-
18,5
141.19/6
?5&2
4016
55,5
321-
47,8
921-
25,2
13712
160,4
12
1
/1
37,5.
6 Sept. 1932
79 K.G.
La Plata;
van
26 Sept.
1932 tot 5
Febr. 1934
Manitoba
No. 2
3)
Tot Jan.
1928
Western;
vanaf
Jan.
1928
tot 16
Dec. 1929
American
No. 2, van
an. 1928
Malting:
van Jan. 1928
tot 9 Febr.
1931 American
No.
2, van
9 Febr.
1931
tot 23
Mei 1932
6415
K.G.
Zuid-Russische.
Van
23
Mei-19
Sept.
1932 No. 3
aar.
6)
26 Mei.
7)
1
Juni.
8)
31
Mei.
‘) 25
Mei.
S
•
.
lAN
GROOTHANDELSPRIJZEN.
.
BOUWMATERIALEN
KOLONIALE PRODUCTEN
VURErj1pU,T
S T E E N E N
CACAO
COPRA KOFFIE
a
E
d
)
SUIKER
THEE
INDEXCIJFER
1(010-
basis
Zwedei(
binnenmuur
buitenmuur
G.F. Accra
Ned.-Ind.
Robusta
Ribbed Smoked
Witte kristal-
AfI. N.-I. theev.
F
la d
per
per per
50 K.G. c.i.f.
f.m.8.
per 100 K.G.
Locoprijzen
Rotterdam
5h
t
suiker loco
R’damlA’dam
Adam gem. pr
.
Java- en Suma-
ro
ff
n
–
n a e
er tanaard
van
4.672 M
5
.
per 1000 stuks per 1000 stuks
Nederland
Amsterdam
per
1l
KG.
loco
n1en
per Ib.
per 100 K.G.
tratheep.’IsKG.
o en
dcten
f
0
10
f
ij
f
°Io
sh.
0/s
f
O
lo
cts.
0
10
Sh.
Dis
fi.
0
10
cts.
01
1925
159,75
100
15,50
100,-
19,-
100,-
4216
100,-
35,87′
100,0
61,375
100,0
2111,625
100,0
18,75
100,0
84,5
100,0
100.0 100.0
1926 153,50
96,1
15,75
101,6 19,50 102,6
491-
115,3
34,-
94,8
55,375
90,2
21-
67,4
17,50
93,3 94,25
111,5
96.0
102.6
1927
160,50
100,5 14,50
93,5
18,50
97,4
681-
160,0
32,62′
90,9
46,875
76,4
116,375
51,6
19,12′
102,0
82,75 97,9 87.5
109.1
1928
151,50
94,8
12,-
77,4
18,50
97,4
5713
134,9
31,87
5
88,9
49,625
80,9
-110,75
30,2
15,85
84,5
75,25
89,1
84.6 97.4
1929
146,00
91,4
14,-
90,3
21,25
111,8
45110
107,9
27,37
5
76,3
50,75
82,7
-110,25
26,8
13,-
69,3
69,25
82,0
81.9 85.5
1930
141,50
88,6
12,50
80,6
20,75
109,2
34/11
82,2
22,62
5
63,1
32
52,1
-15,875
16,5
9,60
51,2 60,75
71,8
66.0
64.3
1931
110,75
69,3
10,25 66,1
20,25
106,6
2215
52,8
15,375
42,9
25
40,7
-13
8,4
8,-
42,7
42,50
50,3
46.8 46.8
1932
69,00
43,2 9,25
59,7
15,-
78,9
1916
45,9
13,-
36,2
24
39,1
-11,75
4.9 6,32
5
33,7
28,25
33,4
36.1
38.0
1933
73,50
46,0
10,-
64,5
12,75 67,1
1514
36,0
9,30
25,9
21,10
34,2 -12,25 6,3 5,52
5
29,5 32,75
38,7
35.2
34.7
Jan.
’32
82,50
51,6
10,-
64,5
18,75
98,7
17/9
41,8
13,12
5
36,6 23
37,5
-12,125
6,0 7,35
39,2
32
.
37,9
36.5
39.1
Febr.
,,
82,50
51,6
10,-
64,5
18,75
98,7
1811
42,6
14,50
40,4
23
37,5
-12
5,6 7,05
37,6
30
35,5
38.3
38.3
Mrt.
70,00
43,8
9,75 62,6
18,-
94,7
2119
51,2
14,75
41,1
23
37,5
-11,625
4,6
625
33,3
31
36,7
37.0
39.7
Apr.
70,00
43,8
9,75 62,6
18,-
94,7
2016
48,2
14,-
39,0 23
37,5
-(1,5
4,2 5,90
31,5 29,25 34,6
36.2 38.0
Mei
,,
70,00
43,8
8,50 54,8
15,-
78,9
2016
48,2
13,25
36,9
23,50
38,3
-11,5
4,2 5,62
5
30,0 30,25
35,7
352
38.1
Juni
,,
70,00
43,8
8,50
54,8
15,-
78,9
2016
48,2
12,375
34,5
24
39,1
-11,375
3,9
6,30
33,6 28,50
33,7
34.2
38.1
Juli
67,50
42,3
8,50
54,8
15,-
78,9
2011
47,3
12,375
34,5
24.
39,1
-11,375
3,9
6,70 35,7
23,75
28,1
34.3
31.6
Aug.
,,
63,00
39,4 8,50
54,8
15,-
78,9
2017
48,4
12,37
5
34,5 24
39,1
-11,75
4,9
6,57
5
35,1
22,75 23,75 26,9
28,1
35.9
31.8 31.4 38.5
Sept.
,,
Oct.
,,
60,00
63,50
37,6
39,7
8,75
56,5
58,1
15,-
14,50
78,9
76,3
2112
1818
49,8 43,9
12,75
12,375
35,5 34,5
25,25 26,50
41,1
43,2
-/2,125
-11,75
6,0 4,9
6,52
5
6,32
5
34,8
33,7
28,50
33,7
36.2 38.1
Nov.
63,50
39,7
9,50
61,3
14,25
75,0
1716
41,2
12,125
33,8
24,50
39,9
-11,75
4,9
5,87′
31,3
30,75
36,4
35.3
37.2
Dec.
65,00
40,7
64,5
13,75
72,4
1714
40,8
11,75
32,8
24
39,1
-11,75
4,9 5,50
29,3
28,25
33,4
34.0 35.1
Jan.
’33
70,00
43,8
9,25
59,7
13,50
71,1
1616
38,8
11,50
32,1
24
39,1
-11,625
4,6
5,375
28,7
25
29,6
33.2
34.1
Febr.
,,
70,00
43,8
9,25
59,7
13,-
68,4
1519
37,1 10,62
5
29,6
23,75
38,7 -11,5
4,2
5,60
29,9
26,75
31,7
32.1
.
34.4
Mrt.
,,
70,00
43,8
9,50 61,3 .12,25 64,5
1613
38,2
10,37
5
28,9
23,50
38,3
-11,5
4,2
6.-
32,0 26,25
31,1
32.4
34.9
Apr.
70,00
43,8
9,75 62,6
12,75
67,1
15/5
36,3
9,50 26,5
23,50
38,3
-11,625
4,6 6,07
6
32,4
27,50
32,5
,
32.8
34.9
Mei
70,00
43,8
9,50 61,3
12,50
65,8
1616
38,8
9,50 26,5
23
37,5
-12
5,6
6,02
5
32,1
26,50
314
34.2
35.0
Juni
,,
72,50
45,4
10,-
64,5
13,-
68,4
18/1
42,6
10,-
27,9
22,50
36,6 -/2,375
6,7
6,35
33,9:
31
36,7.
37.2
37.5
Juli
75,00
46,9
10,25
66,1
13,-
68,4
1718
41,6
9,475
26,4
22,50
36,6
-‘2,625
7,4
5,92
5
31,6
33,50
39,6
38.2
37.4
Aug.
75,00
46,9
10,50
67,7
13.-
68,4
1615
38,6
8,75 24,4
20,75
33,8
-12,625
7,4
5,275
28,1
35,25
41,7
36.5
35.6
Sept.
,,
80,00
50,1
10,50,
67,7
12,50
65,8
1415
33,9
8,25 23,0
19,75
32,2
-12,5
7.0
5,375
28,7
36,75
43.5
36.1
34.6
Oct.
,,
80,00
50;1-
10,50
67,7
12,50
65,8
1217
29,6
7,62
5
21,3
17
1
75
28,8
-12,625
7,4
4,90
26,1
42,25
50,0 36.5
33.4
Nov.
,,
75,00
46,9
10,-
64,5
12,50
65,8
1216
29,4
8,-
22,3
16,25
26,5
.
-12,75
7,7
4,65
24.8 40,50
47,9 36.4
32.1
Dec.
,,
75,00 46,9
10,75
69,4
12,50
65,8
1115
26,9
7,975
22,2
16 26,1
-12,875
8,1
4,75
25,3
41
48,5
37.1
31.3
Jan.’34
75,00
46,9
10,75
69,4
12,75 67,1
12110
30,2 7,45
20,8
16,50
26,9
-/2,875
8,1
4,95
26,4
45,50
53,8
36.9 33.8
1
7
eb.,
80,00
50,1
10,50 67,7
12,50
65,8
1415
33,9 7,25 20,2
17,25
28.1
-13
8,4
4,975
26,5
46,75
55,3
35.9
.
35.9
Mrt.,
80,00
50,1
9,75
62,6
.12,-
63,2
1411
33,1
7,-
19,5
17,75
28,9
-13,25
9,1
4,52
5
24,1
45,50
53,8
35.7
35.2
Apr.,
80,00
50,1
9,75 62,6
12,-
63,2
1414
33,7
6,55
18,3 17,75
28,9
-13,625
10,2
4,25
22,7
44,25
52,4
35.6 34.5
Mei
,,
80,00
50,1
9,25
59,7
11,25
59,2
15
1
2
35,7 6,72
5
18,7
17
27,7
–
1
4 11,2
4,15
22,1
42,75
50,6
35.1
34.3
28
,,
,
80,00
50,1
.
15
1
7
36,7
6,62
5
1
18,5
17
27,7
–
1
3,625
10,2
4,
1
2
22,0
41,5)
48,5
35.0
34.3
4 Juni
,
80,00
50,1
6,7,
1
18,8
1
17
27,7
-13,875
10,9
4,12
5
2,0
34.8
33.7
O.B. Alle Pondennoteeringen
vanaf
21 Sept.’81
zijn op
goudbasis
omgerekend;
de Dollarnoteeringen
vanaf
20April
’33
zijn In
verhouding
van
de depreclati.
,en den Dollar
t.o.v.
den
Gulden
verlaagd.
514
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
6 Juni
1934
NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 4 Juni 1934.
Activa.
Binnen!. Wis-( Hfdbk.
f
23.553.006,22
se1s,Prom.,Bijbnk.
,,
671.533,49
enz.in disc. Ag.sch.
,,
4.747.325,08
f
28.971.864,79
Papier o. h. Buiten!, in disconto ……,,
–
Idem eigen portef.
f
1.360.725,-
Af: Verkochtmaar voor de bk.nog niet afgel.
–
1.360.725,-
Beleeningenllfdbk.
f
101.853.578,151)
iic1. vrsch.
Bijbnk. ,
6.015.426,52
in rek.-crt.
Ag.sch.
42.872.439,87
op onderp.
f
150.741.444,54
Op Effecten ……
f
146.357.001,12
1
)
Op Goederen en Spec:
,,
4.384.443,42 150.741.444,541)
Voorschotten a. h. Rijk …………….,,
–
Munt, Goud ……
f
103.621.640,-
Muntmat., Goud ,. ,, 715.643.153,98
f
819.264.793,98
Munt, Zilver, enz. ,, 23.777.425,14
Muntmat., Zilver.. – ,, 843.042.219,122)
Belegging
1
1
5
kapitaal, reserves en pen-
sioenfonds ……………………,,
21.379.374,33
Gebbuwen en Meub. der Bank ……..,,
5.000.000,-
Diverse rekeningen ………………,,
7.467.034,01
Staatd. Nederl. (Wetv. 27/5/’32, S. No 221),,
16.996.491,37
f
1.074.959.153,16 –
Passiva.
Kapitaal ……………………….
f
20.000.000,-
Reservefonds …………………….,,
3.749.272,82
Bijzondere reserve ………………,,
5.000.000,-
Pensioenfonds , …………………,,
8.807.536,81
Bankbiljetten in omloop ………….. ,,
917.797.445,-
Bankassignatiën in omloop ……….,,
46.491,36
Rek..Cour.
5
Het Rijk
f
28.312.767,32
saldo’s: ‘l Anderen ,, 87.769.290,19
116.082.057,51
Diverse rekeningen ………………
.
3.476.349,66
f
1.074.959.153,16
Beschikbaar metaalsaldo …………
f
430.484.413,30
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop dan waartoe de Bank gerechtigd is ,, 1.076.211.035,-
1)
Waarvan aan Nederlandsch-lndië
(Wet van 15 Maart 1933, Staatsblad No. 99) ……..
f
76.424.425,-
1)
Waarvan in het buitenland …….. ……………..
..6.567.252,47
Voornaamste posten in duizenden guldens.
Goud
.
Andere Beschikb. Dek-
Data
Circa latle opeischb. Metaal- kings
Munt
1
Muntmat.
schulden saldo
perc.
4 Juni’34 103622 715.643 917.797 116.129 430.484 81
28 Mei ’34 103622 705.893 901.070 121.828 425.821 81
25 Juli ’14 65.703 96.410 310.437 6.198 43.521 54
Totaal Schat ,dst- Belee
Papier Diverse
-Data
bedrag promessen nin e
op het
reke-
–
disconto’s rechtstreeks
g
buitenl. ningen
1)
4 Juni 1934 28.972
–
150.74 1
1.361
7.467
28 Mei 1934 28.209
–
149.749
1.361
7.188
25 Juli 1914 67.947
–
61.686 20.188
509
1)
Onder de activa,
JAVASCHE BANK.
Andere
Beschikb.
Data
Goud
Zilver
Circulatie
opeischb.
metaal-
schulden
saldo
p
2Juni’34
2
)
145.650
186.630
29.600
59,158E
26Mei ’34
3
)
147.060
185.400
29.540
61.084
5 Mei 1934 113.863 1
30.627
190.311
31.033 55.953
28Apr.1934
113.362
1
31.218
186.120 32.821 57.004
25Juli1914
22.057
1
31.907
110.172
12.634
4.842,
Data
Wissels.
bulten
Dis-
Belee-
Diverse
reke-
Dek-
kings
N.-Ind.
conto’s
ningen
ningen’)
percen-
betaalb.
lage
2Juni’34
2
)
790
72″110
10.410
87
26 Mei ’34
5
)
1.210
69.410
9.950
68
5 Ivlei 1934
388 10.957
65
9.410
52.282
28Apr.1934
276
9.328
51.646
10.636
66
25 Juli1914
6.395
7.259
75.541
2.228
44
)
Sluitpost activa.
1)
Cijfers
telegrafisch ontvangen.
BANK VAN ENGELAND.
Ban kbilj.
1 Bankbilj.
Other Securtties
Data
Metaal in
In Bankingl
Disc, and Securities
circulatie
Departm.
1
Advances
30 Mei
1934
192.089
378.111
73.222 5.649
1
10.755
23
,,
1934
192.130
379.641
j
71.692
5.257
10.512
22 Juli
1914
40.164 29.317
33.633
1
Gov.
Public
Other Deposits
1
1
Dek-
Data
Sec.
Depos.
Bankers
Other
Reserve1
kings-
Accounts
perc.
1,)
30 Mei ’34
76.895
1
14.015
1
99.408
1
36.069
1
73.9781
49,4
23
,,
’34
76.550
13.365
1
98.170
35.492
1
72.4891
49,3
22 Juli ’14
11.005
14.736
42.185
2
9.2971
52
‘VIII IJL4UIIJ5
LU53.IICfl
flCbCJ VC CII UCpUSIIS.
BANK VAN FRANKRIJK.
Data
Goud
1
Zilver!
Te
goed
in h
Wis-
Waarv.l
op
het
i
Belee-
.
1
Renteloos
voorschot
1
buit eentt.
1
sels
buitenl.I
ningen
Iv.
d.
Staat
25 Mei ‘34177.466
610
14
1
6.091
1.0801
4.596 3.200
18
,,
‘34177.086 589
13
1
5.743
1.081!
4.557
3.200
23 Juli_’141
4.104
640
–
1.541
8
1
769
–
Bons
v.
d.I
Diver-
Rekg. Courant
Data
zelfst.
1
sen
1)
Circulatie
t
Zeljst.
1
Partt-
Staat
amort. k.
Iamort.k.I culieren
25 Mei ‘341
5.950
1
2.296
79.992
536
1
2.459
115.681
18
‘341
5.950
1
2.324
80.392
517
1
2.261
114.819
23 Juli ‘
14
1
–
–
5.912
401
–
943
‘l 3IU(pQS1 acuva.
DUITSCHE RIJKSBANK.
Daarvan
Devlezen
Andere
Data
Goud
bij bui-
als goud-
wissels Belee-
tenl. circ.
dekking
en
ningen
banken
1)
geldende
cheques
31 Mei
19341
130,1
24,5
5,7
3.173,8
124,5
23
,,
1934
1
147,0
32,1
7,3
2.902,2
74,5
30 Juli
1914
1.356,9
–
–
750,9
50,2
Data
Effec-
Diverse
Circu-
t
Rekg.- Diverse
ten
Activa
2
)
latie
Crt.
Passiva
31 Mei
1934
320,3
626,7
1
3.635,4
1
537,7 155,0
23
,,
1934
322,5
1
568,9
1
3.363,5
1
521,9
162,8
30 Juli
1914
330,8 200,4
1.890,9
944,-
40,0
unoelast. ‘) wo. i(entenoanlescnelnc .51, zi mei
W34,
resp. 3, ne mlii.
NATIONALE BANK VAN BELGIE.
Data
Goud
..
.
Rekg. Cr1.
1934
.n
•ri:
31 Mei
2.609
64
717
46
347
40 3.517
108
278
24
,,
2
64
716
43
347
40 3.469
100
330
PtL?t.KAL Kr.KVL liAjNr.
Goudvoorraad
Wissels
Data
Other
1
Goud-
in her-
1
I.
de
Totaal
1
certifi-
cash’
2)
disc.
V.
d.
1
member
1
open
caten
1)
bedrag
markt
banks
1
gekocht
23 51ei ’34
4.663,5
1
4.633,6
238,1
34,3
1
5,3
16
,,
’34
4.614,0
1
4.583,8 236,5
34,4
5,5
Belegd
F.
R.
Notes
1
1
Gestort
Goud-
1
Dek-
1
Algem.
1
Dek-
Data in u. s.
Gov.Sec.
1
in circu-I
. –
Kapitaal1
1
kings-
1
kings-
latie
1
perc.3)
1
perc.
4)
___________
23 Mei ’34
2.430,2
1
3.038,3
4.061,0
1
146,5
1
69,0
1
–
16
,,
‘341
2.430,2
1
3.061,3
3.991,2
146,2
1
68,8
–
)
IJCCC I.CI IIIIL4tCII WCJUCII UUUI UC OcilatniSt aal, UC flCbCI VC UdlIl%ClI
gegeven voor de overname van het goud, toen de $ op 31Jan.’34 van
1000 59.06 cents werd gedevalueerd.
,.Other Cash” does not include Federal Reserve Notes or a Bank’s
own Federal Reserve
bank
notes.
Verhouding totalen goudvoorraad tegenover opelBchbaro
schulden: F. R. Notes en netto depoalto.
4)
Verhouding totalen
voorraad muntmatoriaal en wettig betaalmiddel tegenover Idem.
PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HET FED. RES. STELSEL.
Dis-
1
RerveI
Totaal
1
Waarvan
Data
Aantal
conto’s
1
Beleg-
R.
1
depo
1
time
leening.1
en
beleen.
1
gIngen
1
banks
stto’s
1
1
deposits
16 Mei ‘341
8.068
1
9.220
1
2.732
17.753
1
4,477
‘
6
8.121
9.207
2.693
1
17.707
1
4.470
leg pualen van leU nee, flank, ga .,avascna flank
en ce flflflk o, tng.
land zijn in duizenden, alle overige posten in millioenen van de be.
treffende valuta.