16 MEI 1984
AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN.
Economisch
~
Statistische
Ben
*
c
‘
ht
“
en
ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER
ORGAAN VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART
UITGAVE VAN HET NEDERLANDSCH ECONOMISCH INSTITUUT
19E JAARGANG
WOENSDAG
NEDERLANDSCH ECONOMISCH INSTITUUT.
Curatoren: Mr. G. Vissering, Voorzitter; Ir. A. Plate,
Onder-Voorzitter; Mr. K. P. van der Mandele, Penning.
meester;.
Mr.
P. Hofstede de Groot; Jhr.
Mr.
L. H.
van
Lennep; L. H. Mansholt;
Mr.
R. Mees; E. D. van Walree;
Ch. J. I. M. Walter; C.
d.
P. Zaalberg.
•
ECONOMISCR-STATJ,STISCJÏE BERICHTEN.
COMMISSIE VAN ADVIES:
Prof. Mr. D. van
Blo?n;
J. van Ilasselt; Jhr.
Mr.
L. H. va*
Lennep; Mr. K. P. van der Mandela;
Prof.
Dr. N. J
Polak; Mr. Dr.
t.
F. E. Rejout; Dr. E.
van
Welderen
Baron Rangers; Prof. Mr. H. R. Ribbius; Jan Schilthuis,
Prof.
Mr.
F. de Vries. Gedelegeerd lid: Prof. Mr. Dr. G. M. Verrijn Stuart.
Redacteur-Secretaris: Dr. 11. Al. 11. A. van der Val!:.
Sacratairiaat: Pieter de Floochweg 122, Rotterdam.
Telefoon Nr. 35000. Postrekening 8408.
• Adverte?ities
f
0,50 per regel. Plaatsing bij abonnemen
volgens tarief. Administratie van abonnementen en adves
tenties:
Nijgh
d van Ditmar N.V., Uitgevers, Rotterdam,
Amsterdam, ‘s Gravenhage. Postchèque. en giro-rekening No
145192.
Abonnementsprijs voor het weekblad franco p. p. in
Nederland
f
20,—. Buitenland en Koloniën
f
23,— per
Jaar. Losse nummers 50 cents. Economisch-Statistisch
Kwartaalbericht
f
1.—. Leden en donateurs ontvangen
het
weahblad en het Kwartaalbericht gratis en een reductie
op de verdere publicaties.
Aangeteekende stukken: Bijkantoor Ruige plaatweg.
INHOUD.
BIz.
Medecleelingen van de Centrale Commissie voor de
Rijn-
vaart……………………………………448
HET HYPOTHEEKVRAAGSTUK door
Mr. A. J. S. van Lier
448
Restrictie en synthese van rubber door
Dr. J. Rubinfeld
450
Een jaar actieve conjunctuurpolitiek in de Vereenigde
Staten door Dr. H. M. H. A. van der Valk……….
451
Stabilisatie-gemodder door
Dr. E. Verviers ……….
453
BUITENLANDSCHE MEDEWERKING:
De economische zijde van de nieuwe Oostenrijksche
grondwet door
Prof. Dr. Richard Kerschagl. .. .. .
455
AANTEEKENINCEN:
De invloed van de Braziliaansche koffieverdedigings-
politiek op de koffie-importen der hooI dconsumptie-
landen………………………………..455
Publicatie van het Nederlandsch Economisch Instituut 456
De toekomstige ontwikkeling van den rentestand
..
456
Zichtbare suikervoorraden …………………..457
Javasuiker-afschepingen …………………….457
INGEZONDEN STUKKEN:
Stopzetting van de afslachting van rundvee door
M.
Westerdijk
met Naschrift door
Ir. A. Baars
..
457
STATISTIEKEN …………………………..
459-462
Geldkoersen.
–
Wisselkoersen.
–
Bankstaten.
L6
MEI 1934
No. 959
71
BERICHT.
In verband met de a.s. feestdagen zal het volgend
nummer een dag later verschijnen.
15
MEI
1934.
De geldmarkt bleef ook deze week stil. De rente-
voet voor privaat-discorito is nog iets verder terug-
geloopen en van 1
3
/s pOt. op 1 pOt. gekomen. Ook
de
noteering voor caligelden is lager geworden:
34
pOt. Prolongatie gisteren
11%
pot., na
de
geheele
i’eek 1%! pOt. te zijn geweest. Er wordt verwacht, dat
de Minister van Financiën tegen het einde der maand
weder de gelegenheid zal openstellen om op schat-
kistpapier in te schrijven.
*. *
*
Van de wisselmarkt valt maar .weinig nieuws te
melden. De koersen veranderden maar weinig. Voor
Dollars was er in den loop, van de week
eenige
vraag,
waardoor de koers van 1.47½ tot een fractie boven
de 1.4734′ is opgeloopen. Toen de houding van, Roose-
velt tegenovet de zilverquaestie bekend werd en daar-
door de onzekerheid van het Atnerikaansche devies
nog eens opnieuw werd geaccentueerd, liep de koers
weder onder de 1.47 terug; slot 1.47% Ponden be-
wogen zich tusschen de 7.52 en 7.54, slot 7.52%. De
$ff
noteering veranderde uiteindelijk niet veel: 5.11%
—5.13 Y4-5.11%L De Markenkoers kon zich verbete-
ren en kwam van 58.12 op 58.30. Ook de verschillende
soorten Sperrmarken, die in den loop van de week
een inzinking hadden te verduren, waren tenslotte
weder meer gezocht. Fransche Francs lager: 9.74%-
9.73
v
/s.
Belga’s stabiel: ca. 34.47. Canada bleef iets
boven New-York noteeren: 1:47%. De Argentijnsche
Peso, die aanvan’keljk sterk teruggeloopen was
–
ca. 33341
–
is, waarschijnlijk door regeeringssteun
weder tot 34% opgeloopen.
• De marge voor Ponden op een- en drie-maanden
levering is ingekrompen; de slotprijzen waren resp.
glia
en 111.6 c. boven kassa. Ook Dollars op deze ter-
mijnen waren lager, ni:
/an
en •boven contant.
Op de goudmarkt ging weinig om; de prijzen ver-
anderden niet noemenswaard. Duitsch bankpapier no-
teerde ca. 57.60.
448
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
16
Mei
1934
MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE
VOOR DE RIJNVAART.
VERSLAG VAN J)E APRIL-ZITTING 1934.
De Centrale Commissie voor de Rijuvaart heeft van
17 tot 23 April 1934 te Straatsburg haar voorjaarszittiug
gehouden ouder voorzitterschap van deu heer Jean Gout,
buitengewoon gezant.
Zooals men zich zal herinneren, had de Centrale Coin-
missie voor de Rijnvaart, op initiatief van de Duitsche
Delegatie, een ontwerp-conventie ter bestrijding van de
crisis in de Rijnvaart opgesteld, op den grondslag van
een ontijkings-systeem volgens de voorstellen van de Duit-
sche en die van de Nederlandsche Delegatie.
Aan dit ontwerp is geen verder gevolg gegeven, daar
de Duitsche Delegatie te kennen had gegeven, dat de Duit-
sche Regeering het ontwerp niet had kunnen aanvaarden,
omdat, en zulks in tegenstelling met de meening der
andere. Delegaties, het haar toescheen, dat enkele bepa-lingen de strekking hadden de bevoegdheid van de Cen-trale Commissie uit te breiden, hetgeen de J)uitsche Re-
geering onaannemelijk achtte.
Een afzonderlijk gedeelte van het jaarverslag van de
werkzaamheden der Commissie, dat binnenkort gepubli-
ceerd zal worden, is aan deze vraag gewijd.
De Commissie heeft zitting gehouden als rechtbank voor
hooger beroep en vonnis gewezen in vier rechtsgedingen
betrekking hebbende op de Rijnvaart.
Voorts heeft de Commissie de volgende besluiten ge-
nomen:
Stroombevaring 1934.
De heeren Langen, Sehönfeld
cii
de l’Espinasse zijn aan-
gewezen als resp. voorzitter, ondervoârzitter en secretaris
van het Stroombevaringscomitd 1934.
Reglement betreffende het vervoer op
den Rijn van bijteude en giftige stoffen.
Artikel 2 I’ van het reglément betreffende het vervoer
op den Rijn van bijteude en giftige stoffen wordt als volgt
gewijzigd:
Artikel 2.
Verpakking en vervoer van giftige stoffen.
J)e hierocider genoemde giftige stoffen mogen op clen
Rijn slechts worden vervoerd, wanneer aan de volgende
voorwaardj.i voldaan is:
Io…….
ÏIo. -……
II]Io……..
iVo. .Ferro-siliciuiu cii. iiiacigaaii-siliciuni met een sili-
cium eialte van meer clan 30 pCt. en minder dan 90 pCt.
J3ovendieji cle verbindingen van ferro-siliciuin, welke hij-
voegiitgen van andere elenienten bevatten, waarvan het
totale gehalte met inbegrip van silieium (uitgezonderd
ijzer) meer is clan 30 pCt. en minder dan 90 pCt.
lo. i:l.et product moet verpakt zijn in sterke houten of
ittetalen verpakking.
2o. De verpakkingen irtoeten voorzien zijn vai,i duidelijk
leeibare en duurzame opschriften: ,,Ferro-siliciuni (of
iitanganri-siliciuin, of enz….). Vergif. Voor vocht te bewa-
ren.
Niet
kantelen.” Deze opschriften itioeten gesteld zijn
in cle talen van cle landen, waarin het schip vaart.
• 3d
liet product ‘mag niet vervoerd wordeLi door schepen,
welke een passagie rsd ie nst oncle rhouclen.
liet product en cle verpakking moeten, zooveel moge-
lijk, in cl rogen toestand geladen cii bewaard blijven.
De vaten iiiogeir slechts op .cle volgende wijze verstuurd
worden:
(1)
op liel dek
:
01)
een- cl roge plaats:
b)
in de ruimen van het seh ii>: in alle ruimen, indien
deze van de voonruimten gèschdiden zijn dooi een lucht-
dichte eofferdam;
bij het ontbrékeii vals’ een ,cofferdani, in de niet aan de
woonruimten grenzende ruimen, echter onder voorwaarde,
dat de ruimen van ‘de woonruimten gescheiden zijn door
dichte metalen schotten.
Alle ruimten en woonruimten moeten steeds zoo goed
mogelijk gelucht. worden.
6o. De’ schepen, welke stoffen genoemd onder IV ver-‘oeren moeten doeltreffende middelen aan boord hebben
om op eenvoudige wijze het indringen van phosphorwa-
terstof in de woonruiniten vast te stellen. Een gebruiks-
aanw’ijzing moet zich aan boord bevinden.
Deze bepalingen tredeis 1 Augustus 1934 in werking.
Deze bepalingen zullen na twee jaren opnieuw worden
onderzocht in het licht van de inmiddels verkregen er-
varing.
Vaststelling van een maximum toe te laten
diepgang van schepen tusschen ‘J3ingen
en St. Goai’.
Enkele belanghebbenden hadden de Commissie, verzocht
op het vak tusschen Bingen en St. Goar een niaxinium toe
te laten diepgang voor schepen vast te stellen. De Couj-
missie was van oordeel, dat er geen grond bestond om aan
dit verzoek gevolg te geven.
Rechtsgebiecl van de rechtbank te
‘S t r a a t s b u r g.
De Commissie heeft kennis genomen van de niededee-
ling door de Fransche Delegatie van de wet van 19 Maart
1934, welke het aantal Fransche Rijnvaartreehtbanken ver-
mindert, luidende als volgt:
Artikel 1. – Het Kantongerecht te Straatsburg wordt
aangewezen als Rijnvaartrechtbank met bevoegdheid over
het geheele gedeelte van den Rijn op Franseh grondgebied.
Artikel 2. – De Kantongerechten, welke vroeger als
Rijnvaartreehtbanken waren aangewezen, brengen de
Za-
ken, bedoeld bij artikel 34 van het Verdrag van Macin-
heim, welke bij de af koucliging van deze wet nog bij hen
aanhaisgig zijn, over naar het Kantongerecht te Straats-
burg.
Op deze overbrenging zijn van toepassing de door het
besluit van 25 September 1926 voorgeschreven bepalingen,
betreffende de overbrenging der door het besluit van
3 September 1926 ontbonden rechtbanken. Voor de toe-
passing van deze bepalingen wordt de datum van het in-
werkingtreden van het besluit van 3 September 1926 ver-
vangen door dien van het inwerkingtredeis van deze wet
en de termijn, voorzien bij artikel 5 van het besluit val.i
25 September 1926, zal geacht wo,-den slechts één maand na het inwerkingt.reden vali deze wet af te loopen.
Artikel 3. – De Rechtbank van eersten aanleg te
Straatsburg wordt aangewezen ‘als Rijnvtiartreuhtbai.i k voor
hooger beroep.
Artikel 4.
Alle met het voorgaande in strijd zijnde
bepalingen, w’aaroiider artikel 2 van cle wet van 21 April
1832 en artikel 8 van cle wet van 25 juli 1923 zijn ver-
i’allen.
Datum valt cle volge n cle z itting.
De dtttumit van cle volgende zittitig valt de Comuimissie is
vastgesteld op Dinsdag 6 November 1934 te 16.30 uur.
HET HYPOTHEEKVRAAGSTUK
Wanneer bepaalde onrechtmatige handelingen
maar in voldoend aantal en in de geheele wereld. wor-
den gepleegd –
zoo
leert de ervaring – verliest de
onrechtmatigheid veel van, haar kracht.” Aldu.s de
schrijver van ,,Schetsen van Geld- en ‘Foudsenmitrkt”
in de. Nieuwe Rotterdamsche Courant van 17 Miiart
1934; eene opmerking, welle zeker gegrond is.
Het
is
uit analoge overweging dat ik meen mij
te moeteu kanten tegen de wijze; waarop velen. eend
vergelij king maken tusschen’ pacht- en Iiypotheekboe-
ren en zelfs zijn gaan spreken of schrijven
–
over ,,het
pacht- en hypothekvragstuk in den landbouw”.
Men stelt. het voor, alsof de wetgever den hard zwoe-
genden
boer, –
die land ‘gepacht heeft, te hulp is ge-
16 Mei 1934
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
449
komen door hem vèrmindering van lasten (pacht) te
bezorgen (crisis-pachtwet) en dat ‘het nu vanzelf
spreekt, dat ook de ,,hypotheekboer” aan een bestaan
wordt geholpen ,,ddor vermindering van lasten”. Een-maal aldus redeneerende verwachtten sontmigen (o.a.
de heer Van Houten in de Tweede Kamer der Staten-
Generaal en de heer A. H. 0. van Arkel, toen hij
10 Maart 1934 voôr de radioluisteraars sprak) zelfs
zonder verder onderzoek heil van eene wet, welke de
hypotheekbanken zou
noodzaken hare rente te ver-
lagen.
Intusschen hbben de hypotheekbanken met de ge-
heele zaak niets te maken. Ik kom hierop hieronder
terug. Te voren acht ik het noodig op te merken, dat
er tusschen pacht en hypotheek geen vergelijking
mogelijk is op de wijze als men zich meent te mogen
veroorloven. Naar mijn inzicht kan men wel spreken
over boeren, die
ge:bukt
‘gaan onder te zware lasten;
maar niet zoomaar pacht en hypotheek op één lijn
stellen. Immers pacht is de huursom van een ander-
mans eigendom. Wanneer echter de eigenaar zelf
zich
in schulden steekt, zijn dit geheel persoonlijke schul-
den, die hem tot ,,last” zijn. Hieronder zijn er mis-
schien, welke ,,gedekt” heeten door borgtocht of door
hypotheek; en mogelijk blijken zoowel de borg als
het onroerend goed heel wat minder waard te zijn,
dan vroeger. Dit doet niet ter zake. Wil de boer, de
eigenaar, die ‘zich te diep in schulden heeft gesto-
ken, tot vermindering van de hem benauwende ,,las-
ten” komen, dan kan hij een accoord zien tot stand
te brengen, hetzij buiten, hetzij in faillissement, of
ook surséance van betaling vragen. In
alle
deze ge-
vallen laat onze wetgeving echter de hypotheek
on-
gemoeid.
Nu is het toch ‘zeker merkwaardig, dat zij, die den
,,liypotheekboer” willen helpen,
zonder eenige moti-
veering
de zaak doodeenvoudig op haar kop zetten,
en van de gewone schulden niet reppen, maar juist
de door hypotheek ,,verzekerde” schulden willen aan-
tasten.
Economisch bezien, zou een dergelijk optreden van
den wetgever uiterst
bedenkelijke
gevolgen he’bben.
‘Crediet wil zeggen: vertrouwen. Meii kan niet on’ge-‘
straft het hypothecair crediet een z66 geduchten schok
toebrengen, als door een dergelijk ingrijpen zou ge-
schieden. De naweeën hiervan zouden zeer vele jaren
later nog niet overwonnen zijn, daar het credietver-
keer uiterst gevoelig is.
Afgezien hiervan mag bovendien niet ‘verzuimd
worden na te gaan, wie van een dergelijke hulp aan
den schuldenaar de dupe zouden worden.
De hypotheekbanken zeker niet.
Deze hebben reeds lang getoond haar intermediair
bedrijf te kunnen aanpassen aan het rijzen en dalen van den rentevoet. De in den oorlogtijd uitgegeven
5V2
1
pOt. en 6 pOt. rentende pandbrieven zijn alle
reeds lang weder verdwenen en de eerst opgeloopen
hypotheekrente is dienovereenkomstig weer verlaagd.
Dit is alles betrekkelijk zeer vlug gegaan ondanks
groote onkosten. (Zegelrechten, enz.).
Voor den landbouw heeft ‘dit echter ‘geen enkel
belang, omdat deze geen kapitaal, opneemt bij hypo-
thekbanken. Dit kan o.a. blijken uit cle
nieuwe
in-‘
sôhrijvingen op landelijke eigendommen genomen,
welke in 1932 zijn verstrekt door:
hypotheekbanken …………….
f 2.885.000,-
andere instellingen ………….. ..
41.002.000,—
particul ieren ……………….. ..
42.925.000,—
tezamen. . .’.
f86.812.000,-
Deze cijfers leeren ons, dat een.e aantasting van de hypotheekrente merkbare economische gevolgen zou hebben voor spaaibanken, hoerenleenhanken en ver-
zekeringsinaatschappijen; en bovendien voor wedu-
sven, weezen en andere ,,particulieren”, die gewoon
zijn door tusschenkomst van notarissen kleine kapi-
taaltjes onder hypothecaire zekerheid uit te zetten.
Vele voogden volgen hier zelfs een wettelijk voor-
schrift.
Door een ingrijpen van den wetgever zouden deze
zoo rijk vloeiende bronnen van crediet voor onafzien-
baren tijd verstopt worden. De nieuwe inschrijvingen
.op landelijke eigendommen zijn reeds nu al aanmer-
kelijk achteruitgegaan,
gelijk
de volgende cijfers
leeren:
1928 ……………….f 157.788.000,-
1929 ……………… ..152.232.000,- 1930 ……………… ..136.650.000,-
1931 ……………… ..129.506.000,-.-
1932 ……………… .. 86.812.000,—
1)
De gevolgen zouden ‘bovendien hierom zeer beden-
kelijk zijn, omdat een aantasten van de hypothecaire
credieten voor een groot deel
zou
neerkomen op de
boeren zelf.
Immers zij betrekken credieten (ook hy-pothecaire) van de eigen coöperaties, de boerenleen-
banken, zoowel persoonlijk (eenig’e honderdduizenden)
als ten behoeve van hunne coöperatieve veilingen,
aan- en verkoopsvereenigingen, fabrieken, enz. enz.
In de Centrale Raiffeiinbank, te Utrecht, en de
Centrale Boerenleenbank, te Eindhoven, zijn tallooze
cööperatieve boerenorganisaties vereenigd, welke
sedert verscheidene jaren het crediet ten plattenlande
verzorgen. Deze organisaties zijn nog soliede en, dank
zij de regeerings-steun aan de boeren, vloeit haar
thans geld toe. De ‘boeren ,,sparen” bij de plaatselijke
banken, ‘zij ‘betalen geregeld hunue renten en de plaat-
selijke instellingen kunnen bij de centrale ‘bank op-
genomen kapitalen weer aflossen.
2)
Het zou volstrekt onverantwoord zijn, deze met
zooveel zorg gedurende vele jaren opgebouwde ere-
dietinstellingen plotseling te gaan treffen in hare
hypothecaire zekerheid. Een aantasting hiervan zou
vermoedelijk op een totale ineenstorting van het ge-
heele stelsel uitloopen. Ook dit, is eene
economische
zijde van het ‘vraagstuk (d.w.z. van het
hypotheek-
vraagstuk), waarmede landhuur of pacht
niets
uit-
staande heeft.
Ook wanneer wij de gevolgen van zulk een ingrij-
pen voor spaarbanken en verzekeringsmaatschappijen
(die met de boerenleenban’ken de eene helft der hy-
potheken verschaffen) en die voor weduwen, weezen
en kleine renteniers (ouden van dagen), die de an-
dere helft der hypothecaire vorderingen bezitten, ge-
heel buiten rekening laten, mogen wij wel vaststellen,
dat het vraagstuk der hypothecaire schulden niet be-
trekking tot landelijke eigendommen niet zé6 een-
zijdig mag worden bezien, als menigmaal geschiedt,
wanneer men, om een bijzonder doel te bereiken, ‘het
doet voorkomen, alsof het pachtvraagstuk analoog
zou zijn aan eenig hypotheekvraagstuk.
A. J. S. v. L.
In hoeverre de Crisispachtwct
01)
deze opmerkelijke
verinindering
viii i
itvloed is geweest is moeilijk na, te
gaan. Ook artikelen cii redevoeringen hebben inedege-
werkt het vertroui’en te ondennijiien; en zeker ook dc
algemeen slechte toestanden.
Zoo
verklaarde
01)
13
Maart
1934
cle voorzitter van
de Coöperatieve :Boei’enleeribank te Harineleit in zijn ope-
ningswoord valt de jaarvergadering, dat hij gelukkig een
optimistisch geluid kon laten hooren, gelet op de stijging
van het spaargeld met
f 8.000,—, een vermindering van
cle schuld bij cle Centrale ‘Bank niet
f25.000,—,
de ge-regelde betaling van rente en aflossing, euz
.,,Al
zijn deze
bedragen nog klein” – zeide hij – ,,toeh stemmen zij,
vergeleken hij het vooi’afgaande jaar, tot dankbaarheid en
vertrouwen.”
450
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
16 Mei 1934
RESTRICTIE EN SYNTHESE VAN RUBBER
In verband met de binnenkort door te voeren be-
perking van de rubberproductie in verschillende ge-
bieden, wordt thans vaak de vraag gesteld, in hoe-
verre de kunst’mati’ge vermindering van het aanbod
en de daarmede gepaard gaande prijsstijging van
hevea-rubber rechtstreeks tot een grootere produc-
tie van synthetische rubber zal bijdragen. Zooals be-
kend, heeft onlangs •de heer W. de K.rafft van de
U.S. Rubber Co. voor een opvoering van den gemid-
delden prij..boven 15 $ cent gewaarschuwd, er op
wijzende, dat, zoodra gedurende 6 maanden een zoo
hooge prijs wordt gehandhaafd, de productie van
geregenereerde en synthetische rubber tot een hoe-
veelheid van 450.000 long tons (d.i. de helft van de
wereldproductie van natuurlijke rubber) zou stijgen.
Daar de theoretische productiecapaciteit voor ge-
regenereerde rubber in de Ver. Staten reeds 307.000
ton bedraagt, heeft het verschil van 143.000 ton zoo-
wel op de geregenereerde als op de synthetische rub-her betrekking. Vermoedelijk zal het leeuwendeel op
de productie van geregenereerde rubber vallen en wel
om de volgende redenen. In de eerste plaats heeft de
buitengewone stijging van de productie van rubber-
banden, die sedert verleden jaar valt waar te nemen,
tengevolge, dat er veel meer oude banden komen, die voor regeneratie gebruikt kunnen worden. Bovendien
worden vele fabrieken van geregenereerde rubber, die
ook buiten de Ver. Staten stilstonden tengevolge van
den lagen rubberprijs, weder geopend.
Intusschen is het te verwachten, dat ook de syn-
thetische rubberproductie onder invloed van den door
producenten voorgestelden hevea-rubherprijs van 9
pence tot 1 sh. per 1h., snelle vorderingen zal maken.
Want de tijd van zuiver chemisch-technische expe-
rimenten bij de synthetische rubber is voorbij; het
is zeker, dat men met belangrijke toekomstmogelijk-
heden rekening moet houden, nadat sedert 2 jaren
de
comm.erciëele
beteekenis ïan de synthetische rub-her onverwachts in hooge mate op den voorgrond is
getreden.
Men herinnert zich nog wel, dat bij gebrek aan
natuurlijke rubber, de synthetische rubber, vooral in
Duitschland in 1917 en 1918 een groote rol heeft
gespeeld. Tengevolge van de blokkade ter zee hebben
de Elberfelder Farbwerke (thans I. G. Farbenindus-
trio) in enkele maanden een methode gevonden, om
uit Dimethylbutadieen W en geregenereerde rubber
een product te bereiden, waardoor een groot deel van
de oorlogs’behoefte aan ruhher kon worden gedekt.
Sedert het einde van, den oorlog heeft de chemische industrie in Duitschiand deze en andere synthetische
methoden laten rusten om haar in geval van een
acute behoefte aan grondstoffen
(wij zouden op het
oogenblilc kunnen zeggen: in geval van een dreigend
gebrek aan deviezen)
weder op te nemen.
1)
In de Ver. Staten heeft de bekende chemische trust Du Pont de Nemours evenals de Thiok-ol Corp. veel-;
belovende procédé’s uitgewerkt, die sedert 1932 steeds
meer toepassing hebben gevonden en ook in Enge-
land tot analoge onderzoekingen aanleiding hebben gegeven. De industriëele beteekenis van de Amen-
kaansche synthetische rubber bestaat hierin, dat de
in de laboratoria van Du Pont ontwikkelde en thans
in Deepwater Point (New Jersey) steeds grooter
wordende fabricatie van duprene (zoo heet het syn-
thetische product) uit acethyleen en chloor wordt ver-
kregen, dus uit grondstoffen, die in ‘groote hoeveel-
heden aanwezig zijn, zooals steenkolen, kalk enz.; en
verder verdningt duprene op velerlei gebied reeds het
natuurlijke product, omdat natuurlijke rubber –
in tegenstelling met duprene – geen ‘groot weer-
i) Dat met dit feit rekening moet worden gehouden,
blijkt hieruit, dat de Duitsche regeering de vorige week
rubber heeft geplaatst op de lijst van goederen, wier in-
voer gecontroleerd wordt.
standsvermogen bezit tegen petroleum en haar den-
vaten, tegen vetten en een groot aantal technische
chemicaliën.
Dit is in de
praktijk
van groot belang, omdat gum-
mi veel met de génoemde stoffen in aanraking komt.
Duprene vindt hijv. reeds toepassing in drukkerijen,
bij petroleumboringen, wegens zijn weerstandsvermo-
gen tegen helium en waterstof, ‘bij de Ihekleeding van
iuchtschepen en gasmaskers. Daar duprene ook in
fijnen en in ,,latex”-vorm kan worden gebruikt, dient
zij op het oogen’blik voor het van gummi voorzien
van papier, leer, linoleum, enz. Een van de belang-
rijkste eigenaardigheden, waardoor deze rubber de
natuurlijke riïbber vervangt, ligt hierin, dat zij be-
stand is tegen hitte en vuur en zelfs alleen door hitte
zonder zwavel gevulcaniseerd wordt.
Het is hier niet de plaats om op de interessante
technische bijzonderheden dieper in te gaan, waar-
door dit kunstproduct zich reeds vaak onmisbaar heeft gemaakt. Men heeft weliswaar gezegd, dat het binnen afzienbaren tijd geen concurrentiegevaar voor Hevea-
rubber met betrekking tot banden vormt, omdat het
nog veel te duur is.
Volgens de berichten in de dag-
bladen, heeft Dr. J. R. Katz, die synthetische febrie-
ken heeft bezocht, kortgeleden in den Chemischen
Kring te Amsterdam medegedeeld, dat de kostprijs
zoowel van duprene als van thiokol in de Ver. Staten
ongeveer één Dollar per KG. bedraagt.
Intusschen is de Dollar echter met 40 pOt. ge-
devalueerd, terwijl de Du Pont en cle Thiokol Corp.
door productie-expansie ter voorziening in de stijgen-
de behoefte ook in staat zijn goedkooper te leveren.
Bovendien werden reeds vroeger kortingen op den
prijs gegeven. De kostprijs zou reeds een jaar geleden
veel minder dan ongeveer 80 Dollarcents hebben be-
dragen.
Indien men dit alles voor oogen houdt, ziet men,
dat de. huidige prijs voor natuurlijke rubber te New-
York van ongeveer 35 cent of meer per KG. niet meer
in die mate als vroeger van den prijs voor kunstrub-
her afwijkt. Waarschijnlijk zou Du Pont Co. zelf den
prijs van haar product formeel verlagen, wanneer ‘zij
niet van plan was, dit voorloopig als merkartikel te
handhaven. Bovendien zijn de sterke finauciëele rela-ties met de General Motors Corp. en betrekkingen tot
andere Amerikaansche rubberverwerkende industrieën
bekend.
Zoolang de ruwe ru’bber op het huidig dragelijk prijspeil blijft, is het weliswaar niet aan te nemen,
dat kunstrubber voor de fabricatie van banden, waar-
voor bijna drievierden van het wereldrubberverbruik
benoodigd is, gebruikt zal worden. Wanneer de boog
evenwel door het thans gevormde Internationale Rub-
bercomité te sterk wordt gespannen, zal men er wel
met eenige zekerheid op kunnen rekenen, dat het
kunstproduct zich als gebruiksrubber zal doen gel-
den. Hetgeen hierboven werd gezegd, geldt overigens
ook voor Thiokol, dat door de inwerking van na-
tniumpolysulfide op dichlooretyl langs scheikundigen
weg wordt vervaardigd.
Wanneer de Amerikanen nu als gevolg van de ge-vormde enorme voorraden natuurlijke rubber bij het
maken van de rubber-synthese voornamelijk aan
tijden van ‘gebrek aan grondstof hebben gedacht, dan
is, ten deele met Amerikaansche hulp op technisch gebied, thans in
Rusland
een ontwikkeling van ‘be-
teekenis in zooverre ‘gaande, dat daar met succes
de ruime voorziening in eigen behoefte (ook voor
militaire doeleinden) langs synthetischen weg wordt
voorbereid.
De Russen zijn eerst van aethylalcohol uitgegaan, dat
o.a. door de spiritusbranderijen (uit aardappelen), de
celstoffabnicatie (sulfit-cellulose) e.d. wordt ge-
wonnen. De voorraad alcohol schijnt echter niet vol-
doende te zijn ‘geweest; zij zijn derhalve evenals de
Amerikanen tot acetyleen als grondstof voor ‘de ver-
vaardiging van ru’bber overgegaan. Tal van fa’brie-
16 Mej 1934
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
451
ken zijn reeds in bedrijf te 3aroslawl (Wolgagebied), te Woronesch (Midden-Rusland), Jefremowski, Ka-san, terwijl de twee fbrieken van Krasnodar en Kre-
mentschug juist voltooid worden.
Voor 1933 was in het kader van het Vijfjarenplan
een Russische productie van 40.000 ton synthetische
rubber (ge’bruiksrubber) aangenomen. Het schijnt
evenwel, dat dit
cijfer
niet werd bereikt; ook klaag-
den de overschoenen- en andere fabrieken te Lenin-
grad en Moskou over kwaliteitsgebreken van de syn-
thetische rtbber. Niettemin behoeft er niet aan te
worden getwijfeld, dat de uitvoering van het pro-
gramma van een belangrijke voorziening in eigen be-
hoefte door de synthese zich steeds meer verwezen-
lijkt en waarschijnlijk zal het niet lang meer duren,
alvorens Russische producten van synthetische rub-
bar zullen worden uitgevoerd. Het Russische voor-
beeld trekt zeer de aandacht in de wereld.
Een gebied, waarop de synthetische grondstof in
de toekomst gemakkelijk gebruikt zal kunnen worden,
is oogenschijnljk de bekleeding, zooals gummiman-
tels, badpakken en alles wat met water in aanraking
komt, omdat water niet alleen textielvezels doch ook
natuurlijke rubber doet opzwellen. Textielovertrek-
ken van rubber kunnen ook wel vanwege de betrek-
kelijk geringe kosten uit duprene-latex worden ver-
vaardigd.
Uit het bovenstaande blijkt reeds, dat het Int.
Rubber Regulation Comité goed zou doen, indien het
een ongerechtvaardigde overdrijving van de prijsont-
wikkeling in monopolistischen zin zou voorkomen,
omdat dit anders nog ten deele sluimerende concur-
reerende grondstoffen in het leven zou roepen. Wij
zeggen uitdrukkelijk: grondstoffen, omdat ook in
.Duitschland, dat, volgens uitlatingen van Schacht,
wellicht genoodzaaikt is, ,,surrogaten” wegens gebrek
aan deviezen te maken, allerlei plannen worden ge-
koesterd, om, ‘benevens vermeerderde geregenereerde
voortbrenging, ook de voorziening in eigen behoefte uit andere binnenlandsche ‘bronnen te completeeren.
Prof. Baur te Müncheberg stelde bv. eanigen tijd
geleden voor om het in Duitschiand op lichte gron-
den groeiend onkruid, dat rubber bevat, voor de
iubberwinning te gebruiken. Hij wees op overeen-
komstige teeltwerkzaamheden te Müncheberg.
Dr. J.
RUBINFELD.
EEN JAAR ACTIEVE CONJUNCTUURPOLITIEK IN DE
VEREENIGDE STATEN.
In tegenstelling met vroegere crises, is in de hui-
dige crisis de invloed van den Staat in het econo-
inisch leven van steeds grootere beteekenis geworden
al§ gevolg van het feit, dat het aanpassingsproces,
zooals zich dat in het verleden voltrok, in deze crisis
op onvoldoende wijze plaats vindt.
1-let sterkst heeft de staatsinterventie zich in den
laatsten tijd gemanifesteerd in de Vereenigde Staten,
waar met de intrede van President Roosevelt, ruim
een jaar geleden, een omwenteling in het economisch
en sociaal-politieke leven heeft plaats gevonden, die in vele opzichten een revolutionnair karakter draagt.
De geschiedenis zal moeten leeren, of het jaar 1933
inderdaad het einde beteekeut van de verdwijning van
het ‘bijna ongehinderde individualisme, dat sedert
meer dan 150 jaren in de Ver. Staten heeft bestaan
en waaraan dit land zonder twijfel het grootste deel
van zijn opkomst heeft te danken.
De ambtsaanvaarding van President Roosevelt heeft
een periode van proe±nemingen op economisch ge. bied ingeluid, waarvan de uiteindelijke gevolgen en
resultaten nog lang niet te ‘zien zijn. Niettemin is het
van belang om in ‘het kort een beschouwing te wij
–
den aan de voornaamste punten van zijn politiek, om-
dat dan tevens zal ‘blijken, dat er in het economisch
leven van de Ver. Staten een complex van krachten
aan het werk is, die niet alle in dezelfde richting
werken, hetgeen tot gevolg ‘heeft, dat het geheel nog
steeds zoo
moeilijk
te beoordeelen is. En ditzelfde bezwaar zal zich blijven voordoen, in-
dien de resultaten van het experiment na korter of
langer duur in gunstigen of ongunstigen zin uitval-
len. Dan zal het
moeilijk
zijn om duidelijk aan te
geven, aan welk onderdeel van zijn politiek het ver-
kregen resultaat zal zijn toe te
schrijven,
aan de va-
luta-politiek, aan de sociale politiek, of aan de orde-
ningsplannen in landbouw en industrie enz. of aan
de juiste combinatie van deze factoren.
Op het oogenblik stelt zich deze vraag ook reeds,
omdat de economische toestand in de Ver. Staten aan-
zienlijk beter is dan ruim een jaar geleden. Nu dient men wel te bedenken, dat, toen Roosevelt het presi-
dentschap aanvaardde, de toestand moeilijk nog
slechter kon worden. Het ‘bijzondere is echter, dat
President Roosevelt heeft ingegrepen op een wijze, die velen met verwondering heeft vervuld. Daarom
is ‘het zoo belangrijk, dat President Roosevelt voor de
tweede maal een boek heeft geschreven over zijn
denkbeelden. Dit boek, dat onder den titel ,,On Our
Way” de vorige week is verschenen
1),
bevat hoofd-
zakelijk een weergave van de door den President in
zijn eerste ambtsjaar genomen besluiten en redevoe-
ringen; slechts een klein deel is aan algemeene be-
schouwin’gen ‘gewijd. Desondanks zullen ook degenen,
die de Amerikaansche maatregelen van dichtbij heb-
ben ‘gevolgd, dit boek met genoegen lezen.
* *
Twee dingen Iebben ons bovenal getroffen. De
redevoeringen van den President heb’ben de groote
verdienste eenvoudig en daardoor ook vaak gemoe-
delijk te zijn. Hieraan zal zonder twijfel een deel van
zijn groote populariteit zijn te danken. In de tweede plaats voelt men in alles zeer sterk de persoon spre-
ken, die bovenal de sociale rechtvaardigheid lief heeft.
Dit feit vormt dan ook in laatste instantie den ach-
tergrond van al zijn maatregelen. Drie stappen waren,
aldus Pres. Roosevelt in het voorwoord van zijn nieu-
we boek, noodzakelijk: lo. door drastische maatrege-
len de speciale privileges op te ‘heffen •bij de con-
trôle van ‘de oude economische en sociale structuur
door een numeriek zeer klein, maar zeer machtige
groep personen, die hun gezag zoo lieten gelden, dat
zij in het bedrijfsleven, in het bankwezen en zelfs in
de regeering een overheerschende rol speelden; 2o.
den oorlog te verklaren aan de misdaad en de kne-
velarij en moreele waarden op te bouwen; 3o. trach-
ten de slinger van de volkswelvaart, die gedurende
drie generaties gezwaai.d is naar een toenemende
concentratie van rijkdom in ‘steeds minder handen,
terug te brengen naar zijn evenwichtstand door den
rijkdom en het bezit in meerdere mate over de massa
te verdeelen.
De meeste maatregelen, •die sedert een jaar in de
Ver. Staten zijn genomen, hebben een sociale strek-
king. Ook aan de eerste maatregel op het gebied van
de experimenteele conjunctuurpolitiek, de valuta-
depreciatie, lag zulks ten grondslag. In het voorjaar
van 1933 was de toestand zoo, dat in de Ver. Staten
de totale waarde van de activa geringer was dan de
totale waarde van de schulden. Twee wegen stonden
er open, aldus President Roosevelt; of de schulden, door
faillissementen en aantasting van de rechten van den
crediteur, omlaag te drukken tot een bedrag, waar-
door zij kleiner werden dan de waarde van roerende
en onroerende goederen of deze waarden zoodanig te verhoogen, dat zij grooter werden dan de schulden. De laatstgenoemde maatregel was de eenige wette-
lijke methode om den toestand te herstellen zonder
menscheljke
waarden te vernietigen. Het doel hier-
van was bovendien om een
eerlijker
Dollar te ver-
1)
Uitgegeven door The John Day Company, New-York.
(Prijs $2,50).
452
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
16 Mei 1934
krijgen dan gedurende de periode van voortdurende
en toenemende deflatie het geval was geweest.
t)
De deprediatie van den Dollar was voor een be-
langrijk deel bedoeld om de lasten van den Landbouw
te verlichten. De wanverhouding tusschen de prijzen van agrarische en die van industriëele producten was
in het begin van 1933 buitengewoon groot geworden.
Hoewel de depreciatie van den Dollar hierin een ver-
betering heeft gebracht, kan zij o.i. dit probleem, bij
inachtneming van de belangen van het overige be-
cirijfsieven, nooit oplosien, omdat de Landbouw en
speciaal de tarwe niet onder ccii conjuiictureele, maar
onder een structureele crisis lijdt. Dat de regeering
dit ook heeft ingezien, blijkt hieruit, dat het principe van de productiebeperking is ingevoerd door middel
van het betalen van premies voor Eet laten braak lig-
gen van den grond. Daarnaast bracht de hypotheek-
regeling een vermindering van den rentelast van de
hypotheekboeren (de hoofdpunten van de Agricultural
Adjustment Act).
Duidelijker komt de sociale strekking van de maat-
regelen van President Roosevelt tot uitin.g in een
aantal wetten op het gebied van het geldwezen. De
Federal Securities Act, die reeds 29 Maart 1933 aan
het Congres werd aângeboden, had kennelijk ten doel
de belangen van de beleggers te beschermen. In de-
zelfde richting werkt de onlangs ingediende en nog
niet aangenomen wet inzake de contrôle op de beurs,
die de speculatie aan banden wil leggen
2).
Ook de Pederal Deposit Insurance Act, volgens
welke de deposito’s van kleine spaarders bij banken,
die tot dit stelsel zijn toegetreden, voor 100 pOt. zijn
verzekerd, heeft een analoge strekking.
De belangrijkste wet op sociaal-politiek gobied is zonder twijfel de National Industrial Recovery Act.
Met de Agricultural Adjustment Act vormt zij het
fundament voor de herstelbeweging in de Ver. Staten.
Het doel van deze wet is tweeledig. Het eerste deel
omvat bepalingen omtrent de verkorting van de werk-week, de afschaffing van kinderarbeid, de vaststelling
van minimum bonen en het recht van Organisatie van
de arbeiders; het tweede gedeelte voorziet in de uit-
voering van openbare werken.
3)
Dit onderdeel van de
conjunctuurpolitiek is in November nog uitgebreid
door de oprichting van de Civil Works Administration.
Van 8 Juli 1933 tot 15 Febr. jl. zijn 4,6 millioen per-sonen door de Public Works Administration te werk
gesteld, waarvoor een bedrag van $ 3.3 milliard is
uitgegeven.
4)
Het is niet mogelijk hier alle maatregelen, die Pre-
sident Roosevelt genomen heeft, te bespreken. Wij
wijzen nog slechts op de actie tegen de bankiers en op de onlangs ingevoerde belastingpolitiek, maatregelen,
die men als uitvloeisel van de onder 1 en 3 genoemde
programpunten kan beschouwen.
Overziet men het geheele complex van maatrege-
Zie blz.
62
en 63.
In zijn boek ,,Looking Forward” heeft President Roo-
sevelt zich zeer kras uitgesproken over de speculatie, het.
geen moge blijken uit een citaat uit het hoofdstuk ovei
,,Banking and Speculation” (blz.
224): ,,I
believe that the
individual should have full liberty of action to make the
most of himself; biit 1 do not believe that in the name of
that sacred word, individualism, a few poverful interests
should be permitted to make inciustrial cannon-focicler
of
the lives of half the population of the United States. 1
believe in the sacredness of private property, which means
that 1 do not believe that it should be subjected to the
ruthless manipulation of professional gamblers in the stock
market and in the corporate systeem.” (Wij cursiveeren).
In Mei
1933
was de Federal Emergency Relief Ad-
ministration reeds opgericht, welke sedertdien ongeveer
$ 500 millioen voor werkverschaffing en ondersteuning
heeft uitgegeven.
) Volgens een rapport, dat Ickes aan den Senaat heeft
uitgebracht. In dit bedrag is begrepen
$400
millioeu voor
de
Civil
Works Administration en de uitgaven voor de
(Jiviliaic Conservation Corps (hierbij zijn reeds een jaar
geleden ongeveer 300.000
jonge menscheu te werk gesteld.
len, dan is het
moeilijk
het onder een bepaald be-
staand economisch of politiek stelsel onder te ‘bren-
gen. Het is, zooals de president in het voorwoord van
zijn nieuwe boek schrijft, geen Fascisme, omdat zijn
inspiratie meer voorkomt uit de massa van het volk
dan uit een bepaalde klasse of groep. Bovendien is
het ingevoerd zonder verandering te brengen in de
republikeinsche methoden. Het is ook geen Commu-nisme, hetgeen direct
begrijpelijk
is, indien nien be-
denkt, dat het stelsel van particulieren eigendom wordt
gehandhaafd. De New Deal, zooals het stelsel wordt
genoemd, is, aldus President Roosevelt, een conibina-
tie van de ,,Scjuare Deal” van Theodore Roosevelt
(een compagnonschap tusschen het bedrijfsleven en
de regeering) en de ,,New Freedom” van Woodrow
Wilson (het bedrijfsleven moet, door de macht van de
regeering, onderworpen worden aan drastische wette-
ljke beperking tegen misbruiken).
Dit beteekent de erkenning van het feit, dat in
sommige opzichten de regeering een compagnonschap
aangaat met het bedrijfsleven; in andere gevallen
beteekent het, dat zij van haar macht gebruikt maakt
om eerlijkheid en rechtvaardigheid te betrachten, zoo-
als dat moet bestaan tusschen de verschillende deden
van het economisch leven. Deze combinatie van rechts-
middelen is noodzakelijk geworden tengevolge van de
revolutionnaire veranderingen in de hedendaagsche
maatschappij. Onder deze omstandigheden is ook een
nieuwe opvatting van den taak van den leider ge-
wenscht. Als variant op de woorden van President
Cl’eveland, dat ,,public office is a public trust” komt
President Roosevelt tot deze uitspraak, dat
,,private
office is a public trust”
1).
* *
*
Het komt ons voor, dat President Roosevelt hij al
zijn maatregelen het accent teveel heeft gelegd op den
socialen kant en daardoor onvermijdelijk in botsing
moest komen met bepaalde economische principes. De
moeilijkheden van zijn regeeringsbeleid liggen o.i.
hierin, dat het niet goed mogelijk is de grens te trek-
ken tusschen sociale doeleinden, die op zichzelf bui-tengewoon belangrijk zijn en de economische moge-
lijkheden om deze te verwezelijken. Bij het lezen van
zijn tweede boek hebben wij ons nog sterker dan bij
zijn eerste boek, niet aan den indruk kunnen onttrek-
ken, dat zijn loontheorie geheel gebaseerd is op de
onderconsumptietheorie. Indien
alle
ondernemers in
een zelfde bedrijfstak dezelfde bonen betalen en den-zelfden arbeidstijd invoeren, dan zullen hoogere loo-
nen en kortere arbeidsweek geen schade aan den on-
dernemer brengen, aldus President Roosevelt. Dit is
juist, inzioovrre de rentabiliteit van het bedrijfsleven
wordt gehandhaafd; maar valt hiermede te rekenen?
President Roosevelt is zich er van bewust, dat loons-
verhoogingen leiden tot stijging van den kostprijs,
maar den ondernemers wordt op het hart gedrukt den
verkoopspri,js niet te verhoogen, want als de prijzen
even snel stijgen als de bonen, zal het geheele plan
(Nira) waardeloos worden. De reëele koopkracht van
de arbeiders moet worden verhoogd; rentabiliteit is
schijnbaar bijzaak.
Het behoeft geen betoog, dat het herstel van de
rentabiliteit noodig is om nieuw kapitaal aan te trek-
ken. Daarom is het voor ons zoo onbegrijpelijk, dat
het opnemen van nieuw kapitaal van twee kanten
wordt belemmerd, eenerzijds door de tendens tot ver-
mindering van de rentabiliteit, anderzijds door de ge-
volgen van de ‘bekende Federal Securities Act. Want
hetzelfde verschijnsel van het domineeren van be-
paalde sociale doeleinden komt ook
bij
deze wet tot
uiting. Het doel om voor alles de beleggers te be-
t)
,,After all, there is very little distinction, so far as
the effect on human beings is concerned, between the use
of the authority of an alderman or a superviser who rules
over a thousand eitizens, and that of the president of a
company who rules over a thousand einployees and stock-
holdeis” (,,On our Way”, blz.
250).
16 Mei 1934
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
453
schermen, heeft er toe geleid., dat op de emissiemarkt
voor particuliere leeningen niets te doen is.
Men moet de heteekenis van dezen factor niet
0fl-
derschatten. Volgens een recent onderzoek van de Na-
tional Industrial Conference Board is de geaccumu-
leerde vraag naar kapitaal voor nieuwe investeeringen
in de 3 jaren van 1931 tot 1933 opgeloopen tot $ 4.5 milliard. In genoemde periode heeft daarentegen •de
regeering $ 4.5 milliard opgenomen.
liet gevolg van een en ander is geweest, dat het
particulier initiatief op verschillende gebieden is ge-.
(lood en de Staat deze taak heeft overgenomen. Zulks wordt o.a. weerspiegeld in de bankbalansen. Het bezit
aan regeeringsobligaties van de berichtgevende ,,mem-
her banks” is ruim $ 1.5 milliard grooter dan een jaar
geleden; terwijl de leeningen $ 0.7 milliard kleiner
zijn. Daarentegen heeft de regeering onlangs 12
regionale banken opgericht, die de industrie zullen
financieren en allerlei voorrechten boven de particu-
liere banken genieten.
Aan den anderen kant is echter het uitvoeren van
överheidswerken door middel van de Civil Works Ad-
ministration er op gericht de werkloozen zoo spoedig
mogelijk naar het particuliere bedrijfsleven over te
hevelen. Hoe kan echter het bedrijfsleven weer op
gang worden gebracht, indien andere maatregelen, zoo-
als invoering van nieuwe belastingen, verhooging van
loohen zonder verhooging van den verkoopsprijs, de
rentabiliteitskansen sterk verminderen. Bovendien –
n dit is tenslotte het belangrijkste – kan de hulp
van de Overheid door middel van werkverschaffing
lechts tijdelijk zijn.
•
De financiering geschiedt im-
mers ui leeningsgelden, waardoor de openbare schuld
hnitengwoon’ sterk
stijgt.
En waar de Overheid zelf de plaâts inneèmt van het particulier initiatief (o.a. hij de iiidustriëele credietverleening) is het zeer de
vrhag, of zij dit beIer kan doen.
Dergelijke tegenstrijdigheden in de Amerikaansche
conjunctuuipolifiek, die met nog andere voorbeelden
te ijermeerderen iijii
1),
moeten wel een gevolg zijn van
het verleggen van het aècent naar den socialen kant.
Bij een conjunctuurpolitiek, die een principieel eco-
nomisch uitgangspunt heeft, behoeven
dergelijke
ver-
schijnselen zich niet voor te doen. Hoe meer echter
niet-economische motieven overvgen, hoe meer con-
flicten er ontstaan, die tot, soms zelfs ingrijpende,
wijzigingen tanleiding mbetn geven. Hieruit is ook
tê verklarên, dat, volgens President Roosevelt, ,,the
individual parts ‘in this planned program are hy no means infiexible or infallible. In some respects we
may have tô chae the method; in others, we may
not have gone fai enough. Time and experience will
teach us man,r things.”
Het is dus zeei-
arschijnljk, dat de Amerikaan-
sche cönjunctuurpolitiek nog allerlei verrassingen zal
brengei. De zilverquestie levert daarvan weer een
goedvoorbeeld. Belangrijker iechter, hetgeen op het
gebied van den goudén standaard en op dat van de
handelspolitiek zal geschieden. Zal President Roose-
telt hét lahdbouwvraagstuk trachten op te lossen door
eeh nog verder gaande depreciatie van den Dollar of
door een zwenking in de handelspolitiek? Het ware
te wenschen, dat op dit laatste gebied eens geëxperi-
menteerd werd in de richting van den vrijhandel. Wij
vermoeden, dat daardoor het vraagstuk van de ver-
houding tusschen Landbouw en industrie dichter tot
een oplossing zou worden gebracht dan door een nieu-
wé depreciatie van den Dollar. Dat een oplossing in
de richting van grooteren vrjhandel zal worden ge-
zocht, is niet geheel onwaarschijnlijk. In den laatsten
tijd hebben twee ministers, Wallace en Huli, zich in
dezen geest geuit. Vôorloopig tast men echter nog in
het duister, in welke richting de regeeringspolitiek
zich zal ontwikkelen. v. d. V.
1)
Wij hebben ons hier zeer moeten beperken, waardoor
wij niet alle belangrijke onderdeelen vail de Amerikaan-
sche conjunctuurpolitiek hebben kunnen behandelen.
STABILISATIE-GEMODDER.
Dr. E. Verviers schrijft ons:
Het is nu zoo langzamerhand
we]
– tot alle men-
schen met gezond verstand doorgedrongen, dat de
Lonciensche Wereldconferentie van het vorige jaar
op het vraagstuk der valuta-stabilisatie gestrand is.
Gevolg van cle hoogst ondeskundige opvattingen van
de monetaire materie, die daar toen hoogtij •gevierd
hebben; alsmede van de politieke actie der ,,goud-
landen”, wier politieke vertegenwoordigers er belang
hij hadden het economisch failliet van hun stelsel
niet openlijk te erkennen, resp. naar •later te zer-
schuiven. Wie over ‘den econornisohen en zedelijken
achtergrond van dat melodraina meer wil weten, zij
Jcortheidshalve verwezen naar mijn werkje ,,Stahili-
satie of Reflatie”.
1)
Om eenig nuttig resultaat te kunnen bereiken, had op de Lon.densche conferentie de valuta-stabilisatie
5f in het geheel niet, 5f eerst na accoord over allerlei
andere dingen in behandeling mogen komen. Nu
men tôch die kwestie in het middenpunt ‘geplaatst
hdeft, nidgen wij oias achteraf gelukkig ‘rjzen, dat
de conferentie zoo
deerlijk
mislukt is, en dat er, be-
halve doellooze en ergerlijke geldverspilling, niet nog
grootere onheilen zijn aangericht.
Tooh schijnen er in dezen tijd, nu voor geen enkel
nuttiig tilgèmeen economisch doel geld te ‘krijgen is,
nog altijd menscheii en instellingen te zijn, die tijd
en ge}d te veel hebben om nan nuttelooze doeleinden
te’ verkivistch. Want terwijl eene goed-gefundeerde
en goedgezinde bespreking van internationale belan-
gen nog in het geheel niet gehouden is, worden er
wel van tijd tot tijd kleinere conferenties in •den
geest van Londen gchouden, die dus geen uitzicht
bieden of. nut hebben.
Zo kwam onlangs de Internationale Kamer van
Koophandel voor den dag met eene waarschuwing
aan de landen met zwevende valuta, om zoo spoedig
mogelijk over te gaan tot wettelijke waarde-stabilisa-
tie hunner geld-eenheid; zulks naar aanleiding van
een aan haar uitgchracht rapport van een ,,comité
monetaire” van een dertiental deskundigen.
De premissen waarvan dat rapport uitgaat, zijn te
merkwaardig om er stilzwijgend aan voorbij te, gaan.
De pexiode van. valuta-depreciatie zoo wordt gezegd,
is voorloopig.geëindigd. Er is nu een zeker natuur-
lijk evenwicht ontstaan tussohen productiekosten en
verkoopprijzen, in de landen waarde verschillen het grootst. waren. De. verbetering van den buitenland-
schen handel in landen, die den gouden standaard los
lieten, kon yerkregen worden ‘dank zij ,,stilzwijgende
instemming” (?) van de landen die trouw bleven aan
den gouden standaard. Het handhaven van den gou-
den standaard in deze ,,goudlanden” is voor de lan-
den, ‘die den gouden standaard los lieten, van min-
stens even groot belang als voor de goudianden zelf.
Nu voelt ieder mensch . met gezond economisch
inzicht hier de volgende conclusie aankomen.: Wan-
neer inderdaad in de landen zonder gouden standaard
zeker evenwicht tusschen productie-kosten en ver-
koopprijzen ontstaan is, (want in de goudianden is
dit kennelijk niet het geval); wanneer inderdaad de
verbetering van den buitenlandschen handel in lan-
den zonder gouden standaard kon verkregen worden
dank zij de ,,stilzwijgen.de instemming’?, alias de dm heid, van landen die den gouden standaard handhaaf-
den; en wanneer de gouden standaard der goudlan-
den meer speciaal van belang ‘is voor de niet-goud-
landen;
dart moeten de goudianden zoodra mogelijk
van den gouden standaard zien af te komen, en door
middel van valuta-de preciatie dezelfde voordeelen zien te bereiken, die de, landen met gedeprecieerde
vqluta op hunne kosten reeds bereikt hebben..
De Intern. Kamer van Koophandel concludeert
i) Verschenen bij Uitgeverij ,,Oisterwijk” te Oisterwijk.
454
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
16 Mei 1934
echter precies het omgekeerde: De landen met ge-
deprecieerde valuta moeten zich haasten om de reeds
bereikte feitelijke stabilisatie wettelijk vast te leg-
gen, anders loopen zij gevaar hunne voordeelen te
verliezen doordat de nog resteerende goudianden den
gouden standaard gaan prijsgeven.
Het advies is wel buitengewoon vriendelijk voor
de landen met gedeprecieerd geld en getuigt wel van’
ernstige bezorgdheid, dat die landen hun door valu-
ta-depreciatie op andere landen bereikte voorsprong
blijvend
zullen behouden. Maar het is tevens eene.
doorz’ic,htige speculatie op de onnoozelheid der goud-
landen en op -den kwaden wil hunner regeerders, om
hardnekkig aan een vooroordeel vast te houden en
zich intusschen door andere landen de kaas van hun
brood te laten eten. Is de conclusie der Intern. Kamer van Koophandel
üit haar eigen premissen onlcgish, ook de premissen
zelf zijn niet -geheel juist, zoodat de conclusie ook
nog om andere redenen niet te aanvaarden is.
De voorsprong van landen met gedeprecieerde valu-
ta in den
buitenlandschen
handel is slechts betrek-
kelijk en tijdelijk. De depreciatie der geldeenheid
stimuleert den export hoofdzakelijk tijdens de dalende –
beweging,
doch verliest grooten-deels -hare kracht zoo-
dra een nieuw evenwichtspunt bereikt is. Het eigen-
lijke voordeel der valuta-depreciatie ligt in het
bin-
nenlandsch
bedrijfsleven, dat na vermindering der
-geidwaarde ontlast wordt van den -druk van oude
geldcontracten en bevrijd wordt van het algemeen
streven zich uit zaken terug te trekken, in de veilig
-gewaande geldvorderingen. Koopkracht en bedrijf
worden als het ware geactiveerd, zoodat -de toenemen-
de werkloosheid tot staan komt of vermindert.
Een land waar 100 pOt. der menschen werken en
een inkomen hebben, heeft natuurlijk meer behoefte
om van het buitenland te koopen en aan het buiten-•
land te verkoopen, -dan een land waar 25 pOt. der
menschen werkloos zijn en zonder inkomen zitten.
Slechts in zoover -de toevallige exportstimulans der
valuta-depreciat’ie, en vooral de overige kunstmatige
opwekkingsmiddelen (denk aan Roosevelt’s program),
leiden tot meerdere activiteit op de
binnenlandsche
markt en tot vermindering der werkloosheid, kan er’
sprake zijn van verbetering van den buitenlandschen’
handel.
Doch -deze vei’beterin-g van den buitenlandschen handel, wil ze van bljvenden aard zijn, heeft niet tot
voorwaarde, dat in andere landen de gouden stan-
daard gehandhaafd blijft, zooals in het bovenbedoeld,
rapport geheel te onrechte beweerd wordt. Doch heeft
juist omgekeerd tot noodzakelijke voorwaarde de
depreciatie ‘der valuta in een aantal andere landen,
die dan eveneens behoefte krijgen om meer van het buitenland te koopen en meer aan ‘het buitenland te
verkoopen. Eene oversohatte valuta werkt immers’ altijd isoleerend, precies als hooge tariefmuren en contin’genteeringsmaatragelen, doch op nog meer
eenzijdige of on-organische wijze dan tarieven doen.’ Dergelijke landen kunnen moeilijker aan het buiten- t
land verkoopen en moeten op den •duur vanzelf op-‘
hou-den van het ‘buitenland te koopen. Zij doen op
den duur niet meer mee aan den buitenlandschen
handel; en er kan toch geen enkel land belang heb-
ben, dat andere landen uitvallen.
Bij haast alle beschouwingen over het verban’d tus-
schen de valuta en het economisch leven, wordt over
het hoofd gezien, dat een land behalve buitenlandsche
handel ook nog een binnenlandsche handel heeft,
‘die vele malen grooter is en een noodzakelijke voor-
waarde voor -den buitenlan-dschen handel. En ook –
gaan bijna alle beschouwingen uit van de opvatting,
dat in het internationaal verkeer de een zijn -dood –
de ander zijn brood is; terwijl volgens de juiste, niet-
individualistische opvatting, ‘de gunstige toestand in
•
het eene land de noodzakelijke voorwaarde is tot een
-gunstigen toestand in het andere land.
Zoodra daarom in eenige landen de valuta gede-
precieerd is, wordt het voor alle landen,
dus zoowel
voor landen met ‘gedeprecieerde valuta als voor lan-
den met nog niet gedeprecieer-de valuta, -die overigens
in dezelfde omstandigheden verkeeren,
van belang,
dat ook die overige landen hunne valuta depre-
cieeren.
Want dit is voor de goudianden noodzakelijk
om uit hun isolement verlost te worden, en dit is
bijgevol-g voor alle landen noodzakelijk om met elkaar
weer normale handelsbetrekkingen te onderhouden.
Op ‘dit oogenblik heeft er dan ook geen enkel land
belang
bij,
dat -de valuta in de landen met -gedepre-
cieerd geld wettelijk wordt vastgelegd. Deze landen
zelf niet en ook de -goudianden niet; omdat de inter-
nationale toestand er niets door zou veranderen.
Wel hebben alle landen er ‘belang bij, -dat ook in de weinige nog overgebleven goudian-den eerst de valuta
deprecieert, of dat daar maatregelen genomen wor-
den, die hetzelfde effect hebben. Want afgezien van
de grootere binnenlan-dsche
moeilijkheden
der goud-
landen, tengevolge van -de geringere aanpassing van productiekosten en verkoopprijzen, is dit de weg om
internationaal weer tot elkander te komen. En daar
hebben alle landen belang bij, zoowel de ‘goudlanden als de niet-goudianden.
Het is hoogst eigenaardig, dat de aandrang tot
wettelijke stabilisatie, die geen enkel practisch effect
kan hebben, uitgaat van de goudlanden, welker be-nauwde positie daardoor wel niet erger wordt, maar
toch een soort wettelijke sanctie krijgt. En nog veel
eigenaardiger is het, ‘dat deze aandrang ook komt van de zijde van den handel, die er toch weinig belang bij
heeft om internationaal ‘gehandicapt te worden. Want ongeveer terzelfder tijd van boven-bedoelde
manifestatie .der Intern. Kamer van Koophandel, za-
ten ook in Lausanne andere afgevaardigden van
Kamers van Koophandel te modderen, om ,,toenade-
ring tusschen goudlanden” te bewerken. Wij kunnen
ons best voorstellen, dat die landen bij elkaar troost
zoeken in hunne ellende, maar wij kunnen ons niet
voorstellen, wat zij er aan hebben om in hunne ellen-
de te volharden. Deze Zwitsersche heeren peinzen op
gemeenschappelijke ‘defensie-maatregelen en eene ge-
lijktijd’ige, geconcerteerde actie in alle landen van het
goudbiok. Maatregelen waarop ze nog zeer lang zul-
len moeten peinzen, ‘omdat er voor hunne speciale
zie’kte nu eenmaal ‘geen kruid gewassen is.
Dat de politici van landen als Frankrijk en Bel-
gië, die nu al voor den tweeden keer kort achter
elkaar voor een ernstig bankroet van hun democra-
tisch ‘stelsel staan, er alle belang bij hebben om met
monetaire ‘drogredenen ‘den handel te suggereeren,
kunnen wij ‘best begrijpen. Maar welk belang kan onze
Nederlandsche
koophandel er bij hebben, om die bui-
tenlanders in de politieke kaart te spelen. Wij staan
toch pas voor den eersten keer voor een universeel
bankroet, en hoe eer wij door den zuuren appel bijten,
en hoe grondiger en
eerlijker
wij -dat afwikkelen, hoe
eer de handel weer kan opbloeien.
Suggesties ‘als die van de Kamer van Koophandel
zijn daarom zeer importuun te achten. Want juist
zij, die zich als min of meer officiëele vertegenwoor-
digers voor het bedrijfsleven opwerpen, dienen er
an’gstvallig voor te waken zich niet als spreektrompet
van -het politiek leekendom te laten -gebruiken. De
waarde hunner adviezen ligt vooral in de ervarings-
gronden waarop zij steunen. Daarom wordt terec’ht
groote waarde toegekend aan het door ervaring in-gegeven oordeel van een man als Sir Henry Deter-
ding, die toevallig tot eene vernietigende critiek op
de Nederlandsche goudpolitiek komt. Willen zij ook
wetenschappelijke of desnoods algemeene staatkundi-
ge gronden aanvoeren, ‘heel best. Maar dan zullen zij
toch met zwaarder -geschut voor dén dag moeten
komen.
16 Mei 1934
ECONOMISCH-STATISTISCHÉ BERICHTEN
455
BUITENLANDSCHE MEDEWERKING.
DE ECONOMISCHE ZIJDE VAN DE NIEUWE
OOSTENRIJKSCHE GRONDWET.
Prof. Dr. Richard Kerschagi te Weenen schrijft ons:
De nieuwe Oostenrijksehe grondwet is een stan-
dengrondwet; dit blijkt reeds uit de inleiding, welke
Oostenrijk tot een ,,christelijken, Duitschen Bonds-
staat op grondslag van standen” stempelt. Art. 2
geeft dan onmiddellijk te kennen, dat de bondsstaat
naar standen is geordend, terwijl artikel 32, 2e alinea
van de grondwet uitdrukkelijk bepaalt, dat ,,de be-
roepsstanden door de wet in staat worden gesteld
hun beroepsaangelegenheden onder toezicht van den
Staat zelfstandig te regelen”. Naast den Staat, de
landen en de gemeenten ontstaat dus een nieuw
lichaam van zeifbestuur, de standen. Artikel 48 van
de grondwet, hetwelk den Economischen Bondsraad
behandelt, noemt dan ook de standen. Deze zijn:
Land- en boschbouw.
Industrie en mijnbouw. Het ambacht.
Handel en verkeer.
Geld-, crediet- en verzekeringswezen.
De vrije beroepen.
De Overheidsdienst.
Het is dienstig hier eveneens de constructie van
de verschillende organen van de wetgeving te ver-
melden, waarvan juist de genoemde Economische
Bondsraad de standengedachte belichaamt. De in-
richting van de wetgevende lichamen is volgens de
grondwet zoodanig, dat er vier raadgevende instan-
ties bestaan, waaruit dan een wetgevend lichaam,
namelijk de Bondsdag, wordt samengesteld.
Tot de raadgevende instanties behoort in de eerste
plaats de
Staaisraad.
Deze wordt door den President
benoemd en bestaat uit ten hoogste 50, ten minste
40 leden, die staatsraden worden genoemd. De tweede
instelling is de
Cultureele Bondsraad.
Deze bestaat
uit 30 tot 40 leden, wier benoeming nog moet wor-
den geregeld. Hierin hebben in hoofdzaak zitting
vertegenwoordigers van de kerk, de godsdienstige
genootschappen, de kunst en de wetenschappen. De
derde instantie is de
Economische Bondsraad.
Deze.
bestaat uit 70-80 vertegenwoordigers van de ge-
noemde zeven beroepsstanden. De afvaardiging en
verdeeling zal nader worden geregeld. Het vierde
lichaam is de
Landenraad,
welke het karakter van
bondsstaat handhaaft. Elk land vaardigt den land-
voogd en den met de leiding van de financiën van
het land belaste landraad naar dit lichaam af.
Deze vier instanties zijn slechts raadgevende licha-
men. Bij wetsontwerpen van in hoofdzaak cultureele
beteekenis zal de Oultureele Bondsraad bijeenkomen,
bij wetsontwerpen van in hoofdzaak economischen
aard zal de Economische Bondsraad om advies wor-
den verzocht. De andere lichamen kunnen vrijwillig
ook ongevraagd advies uitbrengen. De Landenraad
moet in alle vraagstukken worden geraadpleegd,
welke de belangen van de landen raken.
Uit deze vier lichamen wordt de
Bondsdag
geko-
zen; de Bondsdag bestaat uit 20 afgevaardigden van
den Staatsraad, 10 afgevaardigden van den Oulturee-len Bondsraad, 20 afgevaardigden van den Economi-schen Bondsraad en 9 leden van den Landenraad. De
Bondsdag heeft over het algemeen slechts de hem
door de regeering voorgelegde wetten aan te nemen
of van de hand te wijzen. Slechts in uitzonderings-
gevallen, zooals vooral bij de begrootingswetgeving, is het aanbrengen van wijzigingen toegestaan.
Hiermede raken wij de tweede belangrijke groep
van economische bepalingen van de grondwet, nl.
het begrootingsrecht. Volgensartikel 69, alinea 2, is
de Bondsdag o.a. bevoegd tot de bondsbegrooting, tot
de opneming of converteering van bondsleeningen,
tot de beschikking over boudsvermogen. Volgens arti-
kel 63 van de grondwet heeft de Bondsdag, bij wijze
van uitzondering, niet slechts een recht van bloote
aanneming of afwijzing, doch het recht van de on-
beperkte beraadslaging, ook van algeheele wijziging
ten aanzien van de raining van de begrooting. Arti-kel 69 over een automatisch budget is zeer belang-wekkend; wanneer namelijk de Bondsdag niet bin-
nen zes weken over het budget heeft beslist, geldt
het budget automatisch als aangenomen. Indien de
begrooting echter niet wordt aangenomen, dan geldt
ook voor het budget •het noodrecht van de regeering,
d.w.z. volgens art. 147 kan de regeering, zelfs in
geval van afwijzing (zie § 3 van dit noodrecht) het
wetsvoorstel in werking stellen, wanneer de bonds-
president tegelijk de ontbinding van den Cultureelen Bondsraad en van den Economischen Bondsraad ge-
last. Het moet dan echter aan den .nieuw samenge-
stelden Bondsdag ter goedkeuring worden voorge-
legd, waarvan de nieuwe samenstelling binnen 100
dagen moet plaats hebben. Bovendien heeft de bonds-
president volgens art. 148 een noodrecht, dat hem
nog volgens punt 7 van dit artikel uitdrukkelijk
het recht geeft, door noodverordeningen maatregelen
tot herstel van de orde in de huishouding van het
land te nemen. De Landdag kan een dergelijke ver-
ordening zonder toestemming van de bondsregeering
niet eerder dan na verloop van een jaar buiten wer-
king stellen.
Tenslotte dient nog de financiëele grondwet te
worden genoemd. Artikel 38 van de nieuwe grondwet
bepaalt uitdrukkelijk, dat de bevoegdheid van den
Bond en de Landenp •het gebied van het belasting-
wezen door een financiëele grondwet dient te worden
geregeld. Op een na het laatste artikel van de grond-
wet,
namelijk
artikel 181, bepaalt dan, dat de oude
financiëele grondwet van 1931, althans voorloopig,
wordt overgenomen.
De nieuwe samenstelling van een financiëele
grondwet zal ongetwijfeld om dringende redenen zeer
spoedig noodzakelijk zijn, en wel om drie zuiver tech-
nische factoren. Door de nieuwe grondwet wordt
aan de standen een zware taak toevertrouwd. Zij zou-
den deze nauwelijks kunnen uitvoeren, wanneer men
hen niet
tegelijkertijd
een bepaald, niet alleen econo-
misch, rechteljk en sociaal, doch ook tot op zekere
hoogte financiëel zelfbestuur geeft. Derhalve zal in een
nieuwe financiëele grondwet ook de financiëel grond-
rechtelijke positie van de standen moeten worden
geregeld.
Voorts behandelt de oude financiëele grondwet nog
steeds Weenen als bondsland. Weenen heeft echter
volgens de nieuwe grondwet opgehouden een bonds-
land te zijn en zal derhalve nieuwe bevoegdheden moeten verkrijgen. Ten derde zijn in het eerste en
tweede hoofdstuk van de nieuwe grondwet een reeks
bepalingen opgenomen, met welke de financiëele
grondwet in overeenstemming moet worden gebracht,
omdat juist de financiëele grondwet geheel volgens
de hoofdlijnen van de nieuwe grondwet moet loopen.
• Dit alles en nog veel andere vragen zullen eerst in
verdere uitvoeringsverordeningen kunnen worden
geregeld.
AANTEEKENINGEN.
De invloed van de Braziliaansche koffieverdedi-
gings-politiek op de koffie-importen der hoofd-
consumptielanden.
Met het oog op de talrijke pogingen, die in de laat-
ste jaren zijn ondernomen om den afzet van agra-
rische en minerale producten door centralisatie van
verkoop en opslag te regelen en daardoor de prijs-
vorming te beïnvloeden, heeft het Nederlandsch Eco-
nomisch Instituut het wensdhelijk geoordeeld, een on-
deroek in te stellen naar de reacties van verbruikers
en van niet-aangesloten producenten op dergelijke maatregelen. De resultaten van een onderzoek met
betrekking tot het artikel koffie zijn neergelegd in een
456
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
16 Mei 1934
studie onder bovenstaanden titel van de hand van
Mej. Dr. Rosa Philips.
Dat voor dit onderzoek allereerst de koffie in aan-
merking kwam is toe te schrijven aan het feit, dat
voor dit artikel reeds sedert meer dan een kwart
eeuw valorisaties hebben plaats gevonden en men dus
mag aannemen, dat hier minder jeugdfouten worden
gemaakt dan bij andere goederen, waar dergelijke
maatregelen van veel jongeren datum
zijn.
Bovendien
leent kbffie. zich door verschillende biologische, geo-
grafische en economische omstandigheden bijzonder
goe& voor”arktbeheersching, zoodat de waar te ne-
men reacties vrijwel geheel aan de maatrègelen kun-
neil worden toegewezen.
Deze studie neemt, na een ‘korte schets van vroegere
valorisaties tot voorwerp van onderzoek de z.g. per-
manente verdedigingsmaatregelen van de Braziliaan-
sche regeeringen sedert 1924. Vooral de periode van
einde 1927 tot September 1929 is van groot belang.
In dat tijdvak wordt de maatregel van het Defensie
Instituut verscherpt, wordt de
prijs
door manipulaties
op de termijnbeurzen en door groote terughoudend-
heid bij de verkoopen omhooggedreven. Het zijn voor-
al de reacties op deze verscherpte maatregelen en op
de ineenstorting van de defesa tegen het einde van
1929, die ons zullen interesseeren.
Deze reacties zijn duidelijk waar te nemen. Zij
zijn verschillend in de onderscheiden productie- en
consumptielanden. De geografische ligging, uit- en
invoerrechten, de politieke, financiëele of cultureele
banden tusschen verschillende gebieden, de vracht-
tarieven, de welvaartsontwikkeling e.d. beïnvloeden
deze reacties. Maar vooral zijn daarbij van beteekenis
de smaak in de verbruiksianden, de kwaliteiten van
de koffiesoorten uit verschillende productiegebieden
en de onderlinge prijsverhoudingen tusschen de ver-
schillende soorten van koffie.
De productielanden hebben op de door de Brazi-
liaansche maatregelen omhooggedreven prijzen ge-
reageerd door uitbreiding van den aanplant en groote
zorg voor het product, zoodat zij vrijwel zonder uit-
zondering, afgezien van tegenvallende oogsten in
enkele jaren, grootere hoeveelheden ter markt kon-
den brengen. Brazilië zelf, waar ondanks de genomen
maatregelen en in tegenstelling met vorige valorisa-
ties het planten geheel vrij gelaten werd, vertoont een
aanzienlijke productievermeerdering. Ook in de an-
dere koffieproduceerende landen nemen de cijfers der
voorbrenging toe, zoowel daar, waar koffie van
hooge kwaliteit wordt voortgebracht (Columbia, Ve-
nezuela, Salvador, Guatemala, Costa Rica, Mexico)
als daar waar vooral mindere kwaliteiten worden ge-
oogst (Nicaragua, Ecuador, Britsch, Fransch en
Portugeesch Afrika) en voorts ook in landen, die
zoowel betere als mindere soorten leveren (Ned. -In-
dië, Britsch-Indië, Haïti). Vooral de productie van
Columbia, Venezuela, Salvador, Ned.-Indië, Ecuador
en verschillende Afrikaansche koloniën nam gewel-
dig toe.
De reacties van de consumptielanden zijn verschil-
lend geweest. De vergroote productie der koffielan-
den buiten Brazilië stelde de consumptielanden in
staat, het hooggeprijsde Braziliaansche product ten
deele door koffie van andere herkomst te vervangen.
De keuze van die vervangingsproducten geschiedde
echter in de verschillende importianden geheel ver-
schillend. Te dien aanzien kan men de importlanden,
al naar gelang van de
wijze
van reactie op de ver-
scherpte defesa in de volgende drie groepen onder-
scheiden:
Landen, die koffie van goede kwaliteit plegen
te verbruiken, t.v. de Vereenigde Staten van Ame-
rika, Zweden, Zwitserland, Duitschland. Zij vervin-
gen de te dure Braziliaansche koffie ten deele door
nog duurdere van
betere
kwaliteit.
Landen met verbruik van middelmatige kwa-
liteiten, nl. Nederland, Denemarken, Noorwegen, Ca-
nada en Spanje. Zij kochten tijdens de straffe valo-
risatie èn
fijnere
èn mindere koffie van andere her-
komst, zoodoende hun gemiddelde kwaliteit haiidha-
vend en toch de dure Braziliaansche koffie ten deele
vervangend. –
Landen, die vooral mindere kwaliteiten consu-
meeren vnl. Frankrijk, Italië, België en Luxemburg,
Zuid-Afrika, Argentinië, Algiers. Zij gingen hij de
duurte nog iets lager in kwaliteit, of wendden zich
in stemkere mate dan vroeger tot surrogaten
De elasticiteit van de vraag naar koffie bleek bij
overmatige prijsverhooging grooter te zijn dan meest-
al wordt aangenomen. Zoowel t.a.v. koffie in het
algemeen bleek deze elasticiteit als t.o.v. de bepaalde
soorten. Immers, het koffieverbruik vertoont in de jaren der prijsopdrjving een algemeene neiging tot
vermindering, en zoowel het product in en bepaald
land als een bepaalde kwaliteit bleek door goed van
andere herkomst en van andere hoedanigheden, ja
zelfs door surrogaten vervangbaar te zijn.
De geschiedenis van de Braziliaansche valorisatie-
maatregelen van 1928129 geeft juist in een tijd, waar-
in nationale en internationale pogingen tot stuiting
van prijsdalingen en tot regeling van prijzen en pro-
ductiegrootten veelvuldig worden ondernomen – en
vaak terecht – de waarschuwing om den boog niet te
strak te spannen, om niet te gaan buiten het gebied, waar de krachten nog zijn te overzien en de uitwer-
king der maatregelen nog te benaderen, om niet zoo-
ver te gaan, dat onverwachte reacties, zoowel uit
consumptie- als uit productiesfeer, den geheelen opzet
op losse schroeven stellen.
Publicatie van het Nederlandsch Economisch
Instituut.
Dezer dagen is publicatie No. 9 van het Neder-
landsch Economisch Instituut verschenen, getiteld:
,,De invloed van de Braziliaansche koffieverdedi-
gingspolitiek op de koffie-importen der hoofdcon-
sumptielanden” door Mej. Dr. Rosa Philips. Een
korte samenvatting van den inhoud van dit boek vindt
men hierboven opgenomen. Deze studie, die in
den handel zal worden gebracht voor den prijs van
f
2,—, zal, evenals de overige publicaties, met een
reductie van 25 pOt. (dus voor
f
1,50) beschikbaar
worden gesteld voor de leden en donateurs van het
Instituut voor Economische Geschriften. Bestellin-
gen gelieve men te richten aan het Secretariaat: Pie-
ter de Hoochweg 122, Rotterdam. Giro No. 8408.
De toekomstige ontwikkeling van den rentestand.
Deze zeer ‘belangrijke vraag is onlangs door Keynes
beantwoord in dezen zin, dat hij vooi de komende
jaren in Engeland een rentevoet verwachtte, die voor
eerste klas obligaties niet boven de 2Y2 pOt. zou
komen, mogelijk zelfs aanzienlijk daaronder zou blij-
ven. Dé vaste houding van goudgerande papieren in
de laatste twee jaren is volgens hem veroorzaakt •door
sterke toéneming van de beleggingen door de banken
(f 176 millioen in 1932 en een verdere £ 93 millioen in 1933). Een herleving in de credietvraag zal alleen
dan tot verkoop van deze effecten, en daardoor tot
een stijging van het rendement leiden, indien de
Bank of England zich onthoudt van verdere verste-
viging van de credietbasis. En Keynes veronderstelt,
dat deze zoo zal handelen, aan’gezien zij niet meer
bezorgd ‘behoeft te zijn voor haar goudreserve, en de
belangen van de Schatkist ook in die richting gaan.
In de tweede plaats wijst K. op de verhouding tus-
schen vraag en aanbod van besparingen op de kapi-taalmaikt en spreekt hij, na erop gewezen te hebben,
dat het gemiddelde rendement van de Consols in de
40 jaren vôôr den oorlog onder de 3 püt. lag, de
verwachting uit, dat -het volumen van de besparingen
nu aanzienlijk grooter zal zijn dan in die periode. En
hij meent, dat daartegenover de kansen voor een vei
16 Mei 1934
ECONOMISCH-STÂTISTISCHE BERICHTEN
457
lige en voordeelige belegging belangrijk verminderd
zijn.
Deze voorspelling heeft Cassel verleid tot een arti-
kel in het Kwartaalbericht van de Skandinaviska
Kreditaktiebolaget, waarin hij Keynes bewering in
twijfel trekt en het vraagstuk ook meer algemeen
tracht te behandelen.
Als groot kapitaalexporteerend land, aldus Prof.
Cassel, is ‘het normaal in Engeland een lage rente-
voet op de binnenlandsche kapitaalmarkt te verwach-
ten. Aan dezen kapitaalexport is thans evenwel prac-
tisch een einde gekomen; afgezien van de s.trikte
reguleering van overheidswege, is het zeer onwaar-
schijnlij’k, dat door de zeer. deplorabele na-oorlogs-
ondervindin’gen op .dit gebied de kapitaalexport spoe-
dig weer een grooten omvang zal aannemen. Dit zou dus een lagen rentevoet voor •de komende jaren zeer
waarschijnlijk maken. Hiertegenover staat echter de
uitdrukkelijke verklaring op de Economische Wereld-
conferentie, vlak daarop in de Empire declaration
nog eens herhaald, dat het eerste doel van de Brit-
sche monetaire politiek moet zijn, het teweegbrengen
van een zoodianige stijging in het niveau der groot-
handeisprjzen, dat den producenten van grondstof-
fen, een
behoorlijke
opbrengst verzekerd, is en het
evenwicht tusschen prijzen en productiekosten her-
steld wordt. Daarna moeten dan . de noodige maat-
regelen genomen worden om de verkregen positie te stabiliseeren. Dit beteekent dan echter, dat de kunst-matig te laag gehouden bankrente aan de natuurlijke
rente zal moeten worden, aangepast.
Cassel verwacht,. t.a.v. de toekomstige kapitaal-
vraag, dat iedere verlaging van den rentestand de
vraag naar kapitaal voor technische verbeteringen aanzienlijk zal doen stijgen, aangezien deze vraag
ster,k is teruggehouden door .het voortdurend tekort
aan kapitaal. Hij wijst daarbij verder op den gesta-
digen vooruitgang van de technische wetenschap,
haar voortschrjdei over de aardbol en op de kunst-
matige kapitaalvra’ag, die gewekt wordt, doordat. het
autarkiestreven dwingt tot uitbreiding van ‘het na-
tionale productie-apparaat. Ook de bouwnijverheid
zou door een lagen rentestand een grooten stimulans krijgen, gezien de grodte vraag naar moderne huizen
en den groei van de bevolking. De enorme schaal,
waarop Staat en Gemeenten nu geld leenen wijst in
dezelfde richting.
En hoe zal nu tegenover deze toenemende vraag
naar kapitaal de ontwikkeling bij de besparingen zijn?
Een terugkeer tot de voor-oorlogs verhoudingen is
ook hier uiterst onwaarschijnlijk, en wel voornamelijk
door de groote inkomensverschuiving, die bezi’g is
zich te voltrekken onder den drang van de nivellee-
rende krachten van de huidige democratie. De. zeer
zware belasting op de groote inkomens moet den aanwas van nieuw kapitaal remmen, hetgeen niet
goedgemaakt kan worden door de toeneming in het
aantal kleine inkomens, aangezien ‘de- verbetering
hierin voor een aanzienlijk deel geabsorbeerd zal wor-
den door de stijging van den levensstandaard, die ven
wacht kan worden, naarmate arbeid voor de werk-
loozen gevonden kan worden. Een groote economische
vooruitgang zou ‘daarom kunnen resulteeren in een
vermindering van het kapitaalaanbod, terwijl ‘daar-
entegen ‘de vraa’g sterk zou kunnen toenemén. Om die
redenen is het moeilijk te zien, hoe een daling in den
evenwichts-rentestand verwacht kan worden. En men
moet vooral goed inzien, dat de tegenwoordige lage
rentestand voor een zeer belangrijk deel slechts het
resultaat is van een lamleggen van alle ondernernings-
geest -door de. crisis, speciaal veroorzaakt door de
voortdurende ‘daling van ‘het prijsniveau. Is deze een-
maal tot stilstand gekomen, dan mogen wij een be-
langrijk ‘grootere kapitaaivraag verwachten. En zelfs
bij een voortduren van de crisis moet de voorbdurende
vern’rin.dering van cle winsten van de inclustriëelu e
commerciëele bedrijven, gepttarcl met ‘de steeds zwaar-
der wordende belasting van ‘de groote inkomens tot
een kapitaalschaarschte leiden.
Voor Zweden meent Cassel dan ook de conclusie te
mogen trekken, dat ‘de ‘bestaande omstandigheden
geen recht ‘geven te veronderstellen, dat de rente
tand zal blijven dalen, zoodra de koopkracht van het
geld, na een
‘behoorlijke
stijging van de goederenprij-
zen, een normale stabiliteit ‘herkregen heeft.
Zooals men ziet, een zeer voorzichtige,, conclusie.
Ons lijkt het trouwens zeer moeilijk bovengenoemde,
vraag algemeen te beantwoorden, aangezien’ ,,de om-
stand’igheden welhaast voor ieder land ve’rhiUend
zijn en allerwege de kapitaalexport in stéecls, sterker
mate aan banden wordt gelegd. Voor landen âis Ne-
derlan’d’en Engeland zou men voor de allern’aaste toe-
komst met een betrekkelijk lagen rentestand rekening
mogen ‘houden: Het welslagen van de jongste groote
conversie-operaties in beide landen wijst in deze rich-
ting. Verder zou’den wij echter niet durven gaan. Het
groote meeningsverschil tusschen twee erkende econo-
men ‘bewijst wel, hoe moeilijk het is in deze materie
iets met zekerheid te voorspellen.
Zichtbare suikervoorraden.
‘De Zichtbare Voorraden per 1
April zijn volgens
Czarnikow:
1934
1933
1932
tons
tom
tons
Duitschland
…………..
954.000
1.015.000 1.431.000
Tsjecho-Slowakije
………
330.000 432.000
601.000
Frankrijk
……………
544.000 588.000
610.000
Nddérland
……………
331.000
250000
240.000
België
……………….
1’57M00
164.000
153.000
Hongarije
……………..
93.000
83.000
75.000
Polen
……………….
299.000
365.000 350.000
U.K.
Geïmp.
Suiker ……
455.000
350.000
163.000
–
Binneni.
‘,,
131.000 88.000 7.000
Europa ….
3.294.000 3.335.000
3.630.000 Ver. Staten alle havens
–
..
–
446.000 379.000
536.000
Cubaansche havens …….
535.000
949.000 1.375.000
Cuba binnenland (geraamd)
1.325.000 1.721.000 1.825.000
Java
………………..
2.446.000 2.533.000
1.632.000
Totaal……
8.046.000 8.917.000 8.998.000
waarvan geblokkeerd …..
1.655.000 3.257.000 1.944.000
Ja’vasuilier-afschepingen.
De suikerafshepingen van Java hebben gedurende
de drie eerste Chadbourne jaren van 1 April tot 31
Maart bedragen in metrieke tons: . –
1931f’32
1932f 33
1933/’34
Europa
……………..
134.994 334.046
138.927
Afrika
……………….
15.016
8.686
1.5.433
Britsch-Indië
…………
514.478 425.223
321.655
Siam
……………….
44.730
33.431
29.111
Singapore en Penang …..
,
94.851
76.488
75.269
iongk6ng
………………
355.228
199.580
184.309
China
……………….
182.745
106.591
83.182
Japan en Korea
……….
128.130 ‘94.924
183.017
Aziatisch Rusland
,
204
10.960
–
Australië en Nieuw-Zeeland
64.774
37.303
72.030
Ver. Staten Westkust
50
1.817
‘
912
Andere
landen
………..
8.092
‘
2.359
3.221
Totaal……
1.543.292 1.331.408 1.107.066
terwijl onder het Chad’bourne-plan toegestaan waren
resp.
2.300.000 2.400.000 2.500.000
INGEZONDEN STUKKEN.
STOPZETTING VAN DE AFSLACHTING VAN
RUND VEE.
De Heer M. Westerdijk schrijft ons:
Naar aanleiding van het artikel van den heer Baars
over stopzetting van de afslachting van rundyee in
hét nummer van. 2 Mei, ‘zij het mij veroorloofd een
opmerking te maken.
ilet artikel zelf had naar mijne meening beter in
458
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
18
Mei 1934
de pen kunnen blijven tot de regeering een uitvoe-
riger toelichting heeft gegeven van de redenen van haar besluit. Een ieder dient zich in deze moeilijke
tijden eenige beperking op te leggen in het uiten van
afbrekende kritiek en deze dient ten minste gebaseerd
te zijn op een grondige kennis van de materie. Dat
deze kennis bij den heer Baars, wat de landbouw-prac-
tijk betreft, nog wel eenige aanvulling verdient, voor-
dat hij gerechtigd is kritiek uit te oefenen op regee-
ringsmaatregelen in zake den landbouw, blijkt wel op
ontstellend overtuigende wijze uit het opgemelde
artikel.
De heer Baars acht het de moeite waard na te
gaan op welke manier de Nederlandsche veehouders
hebben gereageerd op de afsiachtingsmaatregelen en
brengt daartoe eenige ‘zaken omtrent veehouding on-
der de oogen van ,,uiet deskundige” lezers, die den
deskundigen bij de Crisis Rundvee Centrales natuur-
lijk volkomen bekend
zijn
en wel de volgende:
,,Voor de functioneering is het noodig, dat een
,,koe eenmaal in de twee jaar kaift. Na ‘het kalven
,,geeft een koe ruim een jaar lang volop melk, daar-
,,na vermindert de melkafgifte snel. Een drachtige
,,koe staat droog. Zoodoende geeft ongeveer de helft
,,van alle koeien in Nederland melk.”
Néén! Déze enormiteit’ zal den deskundigen bij de
Rundvee Centrale niet bekend zijn.
Wèl is bekend, dat een koe voor het eerst afkaift
op 2- tot 2 -jarigen leeftijd en elke boer er dan zoo-
veel mogelijk naar streeft haar elk jaar en niet zooals
de geachte
schrijver
meent elke tweé jaar af te laten
kalven. Een koe draa’gt negen maanden en staat nor-
maal alleen ‘gedurende de laatste 2 tot 23
,
5
maanden
dezer drachtigheids-periode droog :en niet gedurende
de geheele drachtigheids-periode.
De figuur is dus als volgt’: Afka’lven. Drie maanden na het kalven laten dek-
ken. Zeven maanden daarna droog ztten, dus een
lactatie-periode van pl.m. tien maanden. Twee maan-
den droog en dan weer een kalf. Dan •geeft een koe
ook niet een vol jaar volop melk om daarna snel af
te loopen.
De grootste hoeveelheid melk krijgt
men direct na
het kalven. In den regel ziet men reeds na eenige
maanden een geleidelijk terugloopen in de hoeveel-
heid melk. Een koe, die b.v. 20 L. melk geeft na het
afkalven, zal pl.m. 8-10 L. geven na 300 dagen en
dan worden drooggezet.
Niet de helft van het aantal melkkoeien staat dus
in Nederland gedurende een jaar op non-activiteit.
Indien dat het geval was •zou de veehouderij in Ne-
derland niet te redden zijn. Men kan aannemen, dat
de melkkoeien in Nederland gedurende 2-3 maanden
per jaar niet produceeren en dat slechts een klein
aantal koeien een langere niet-melkgevende periode
doormake’n, indien men ze niet op tijd drachtig heeft
kunnen krijgen, of ze om andere practische redenen
later wenscht te ‘doen afkalven, b.v. om jonge, edele,
hoog-productieve dieren iets meer tijd te geven voor
den opbouw van hun lichaam, of dieren, die laat in
het voorjaar hebben gekaifd den volgenden keer
vroeg in den herfst te laten kalven.
Ik iloop hiemede het onrecht het Ned. rund aan-
gedaan eenigermate te hebben rechtgezet.
N a s ch r i f t. Wij betreuren het ten zeerste, de
lezers van de E.-S. B. op één detailpunt betreffende
de techniek der veehouderij onjuist te hebben inge-
licht. Het is reeds geruimen tijd geleden, dat onder-
geteekende zelf koeien heeft gehouden en ons geheu-
gen heeft ons op dit punt blijkbaar parten ‘gespeeld.
Intusschen heeft de correctie slechts betrekking op de
door ons genoem’de termijnen, niet op de feiten zelf;
aan den inhoud van ons artikel noch aan de strek-
king behoeft ook maar iets te worden veranderd. In-
dien men in de gewraakte zinnen ‘de door den heer Westerdijk verbeterde cijfers in plaats van ‘de onze
zet kan al het andere zonder eenige wijziging blijven
staan. Déze zinnen moeten derhalve als volgt luiden: ,,Yoor de functioneering is het noodig, dat een koe
eenmaal per jaar
kaift. Na het kalven geeft ,,de
fabriek” ruim
zes maanden
lang volop melk, daarna
vermindert de melkafgif te echter snel. Een drachtige
koe staat 2 d
Ys
1
maand
droog. Zoodoende geeft on-
geveer
vier vi.jfden
van alle (volwassen) koeien in
Nederland melk, het andere
vijfde
niet. Dit proces
kan echter niet- onbeperkt worden herhaald. Na een
eker aantal jaren worden cle koeien minder produc-
tief, ook na het kalven, en de boer heeft te overwe-
gen, of een bepaalde koe nog voldoende melk geeft
om de kosten goed te maken haar
eenige maanden
droog te laten staan en te voederen. Is dit niet meer
het geval, dan wordt de koe vetgemest en ‘gaat zij den
weg naar het slachthuis op.”
De cursief gedrukte woorden zijn hierin verbeterde
cijfers omtrent den tijdsduur der verschillende pe-
rioden.
Van zeer geachte zijde vestigt men onze aandacht
erop, dat het plan van de afsiachting van rundvee
geen afneming van 140.000 runderen in de periode
van 1 Fe’br.-1 Mei had voorzien. Wij vermeidden dit
getal van 140.000 naar aanleiding van de desbetref-
fende mededeeling op blz. 54 van het driemaandelijk-
sche verslag aan de Staten-Generaal. Daar staat,
nadat er de aandacht op is gevestigd, dat de boeren
in den zomer weini’g neiging hebben om meikgevend
vee af te staan, dat met het oog daarop op 1 Februari
70.000 en op 1 Mei 140.000 runderen afgeleverd
dienden te worden. Waar deze getallen tezamen pre-
cies de 210.000 opleveren, die in totaal afgeslacht
moesten worden, heeft dit ons de betrokken zinsnede
zoo doen lezen, dat in de periode van 1 Februari-
1 Mei 140.000 runderen geleverd moesten worden.
Dit
blijkt
intusschen niet de bedoeling van het ge-
schrevene te
zijn
‘geweest. In totaal zouden er op
1 Mei 140.000 runderen ingeleverd moeten
zijn,
dus
in de periode 1 Februari-1 Mei 70.000, evenals in
de vorige
driemaandelijksche
periode.
Het aantal ingeleverde runderen bedroeg 27 Janu-
ari reeds 75.000, dus meer dan het programma van
de eerste drie maanden. Op 1 Mei zullen ongeveer 115.000 ingeleverd zijn geweest, dus in de tweede
driemaandelijksche periode zijn er ca. 40.000 geleverd
in plaats van de 70.000 volgens het programma.
A.B.
AÂNVOEBEN in tona van
1000 KO.
Art Ikelen
Rotterdam
1
Amsterdam
Totaal
7-12 Mei
Sedert
Overeenk.
7-12 Mei
Sedert
Overeenk.
1934 1933 1934
1Jan.
1934
tijdvak
1933
1934
1Jan.
1934
tijdvak
1933
Tarwe
……………..
10.772
474.665
417.187
–
19.009 11.870
493.674
429.057
11.103 184.155 167.023
–
12.757
1.571
.196.912
168.594
Rogge
……………..
–
8.464 10.266
– –
25
8.464
10.291
Boekweit ……………..
7.552
356.769
384.998
3.778
82.985 85.745
439.754
470.743
2.633
147.633
116.761 1.709
25.554
13.816 173.187
130.577
57.601
71.755
200
1.703
1.828
59.304
73.583
Maïs ……………….
Lijnzaad
…………..
100.927
107.342
3.120
108.940
135.821
209.867 243.163
Gerst
……………..
Haver
……………..1.192
Lijnkoek
…………..
825
39.394 26.006
–
25
–
39.419
26.006
4
..500
365
.
7.024
8.539
220
1.190
1137
8.214
11.676
Tarwemeel
………….
Andere meelsoorten
310 21.531
21.458
–
2.462
3.997
23.993 25.455
16
Mei
1934
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
459
STATISTIEKEN.
BANKDISCONTO’S.
Ned (issels.
24L9iSept.’33
Lissabon
….
54
8Dec.’33
3
19Sept.’33
Londen ……
2
30Juni’32
Vrsch. in R.C.
3
19Sept.’33
Madrid ……
6
26 Oct.’32
Athene ……….
7
14Oct.’33
N.-YorkF.R.B.
11
1 Feb.’34
Batavia ……….
4416Aug.’33
Oslo
……..
3422Mei’33
Belgrado
……..
7 9
Febr. ’34
Parijs
….
.
•.
3
8Feb.’34
Berlijn
……….
4
22Sept.’32
Praag
…..
.
3425 Jan.’33
Boekarest……..
6
5Apr.’33
Pretoria
….
3415 Mei’33
Brussel ……….
3
26Apr.’34
Rome……..
3
11Dec.’33
Budapest ……..
44 17 Oct.’32
Stockholm
..
24
1 Dec.’33
Calcutta
……..
34
16Feb.’33
Tokio
….
3.65
2Juli’33
Dantzig
……..
3
6
Mei ’33
Weenen……
5
23Mrt.’33
Helaingfors ……
4420 Dec.’33
Warschau….
5
26 Oct. ’33
Kopenhagen
….
24
1 Dec.’33
Zwits. Nat. Bk. 2
22Jan.
1
31
OPEN MARKT.
1934 1933 1932
1914
12M ei
17112
30April!
23
1
28
8/13
9
1
14
20/2
4
Mei
5 Mei
Apr.
Mei Mei
Juli
Amsterdam
Partic.dlsc.
1114
1
1
/43/8
I314’2114
2
1
1s-114
111223j4
111.71
31101
Prolong.
I
1
13
1
1
11
I
1
12-1314
1314-2
1i142
1
211
4
81
4
Londen
Daggeld.
.
.
1
1
2-1
1
1
3-1
3
1
4-1
3
1
4-1
1
1
4-1
1-2
1
3
14.2
Partic.dlac.
71_151
j
71_151
151161
1
13
9
1j
11/
8
_2
431
4
.81
4
Berlijn
Daggeld…
4_531
4
4.511
4
4114.5314
45318
4144_5315
514-613
–
MaandeId
411
3
_531
4
411
3
.531
4
411
3
.531
4
4113_51/4
413-6
5-7
–
Part, disc.
371s
371
8
37/
9
37/
8
371
8
471
8
2
1
/s-‘ !,
Warenw.
.
.
4-1
4..1/
4
4_
1
1
4_1
4
4_11
4
5.31
5
–
New York
DageId
1)
1
1
1
1
1
21/33(4
18J4_211
2
Partic.dlsc.
11
4
11
4
11
4
81
5
31
4
1.114
–
1)
Koers van 11Mei en daaraan voorafgaande weken t/m. Vrijdag.
WISSELKOERSEN.
KOERSEN IN NEDERLAND.
Data
New
Londen
1
Berlijn
Parijs
Brussel
Batasia
York
)
) ) ) )
1)
8 Mei
1934
1.4781,,
7.53
58.18 9.744
34.474
10011,
9
,,
1934
1.47
7.54
58.10 9.744
34.47
10081
8
10
,,
1934-
–
–
–
–
–
11
,,
1934
1.473136
7.53%
58.23
9.744 34.48
100
3
18
12
,,
1934
1.47′,
7.54
58.26 9.744
34.47
10011
8
14
,,
1934
1.4731
8
7.53k
58.28 9.744
34.474
100
1
18
Laagste
d.wl)
1.4684
7.52
58.074
9.734
34.424
100
Hoogste
d.-,v
1
)1
1.47
1
1,
7.54%(
58.35
9.744 34.50
lOOs/,
Muntpariteit
2.4878
12.1071
59.263
9.747
34.592
100
Data
ZWIt-
serlan
Weenen
Praail
Boeka-
Milaan
Madrid
•.
restl)
ee)
,)
8 Mei
1934
47.84
–
6.14
1.48
12.561
20.17
9
1934
47.85
–
6.14
1.48
12.56
20.174
10
1934
–
–
–
–
–
11
1934
47.87%
–
6.15
1.48
12.564
20.174
12
1934
47.87%
–
6.16
1.48
–
–
14
1934
47.89%
–
6.144
1.48
12.56
20.19
Laagste d.w
1
)
47.80
–
6.10
1.45
12.50
20.10
Hoogste d.wl)
47.92%
28.-
6.174
7.371
~
1.50
12.60
20.30
Muntpariteit
48.003
35.007
1.4881
13.094
48.52
D a
Stock- Kopen-
SO
o 1
*
l
liet
–
Buenos-
Mon- holm
S)
hagen*)
Aires’) 1
freal’)
8 Mei
1934
38.
9
0
‘
33.674
37.90
3.34
3351
8
1.47
818
9
,,
1934
38.90 33.70 37.90
3.33
34g
1.4734.
10
1934
–
–
–
–
–
–
11
,,
1934
38.95
33.70
37.90
3.324
34% 1.47%
12
1934
38.90
33.85
37.90 3.324
34%
1.47%
14
1934
38.90
33.65
37.85
3.34
35%
1.4731
3
Laagste d.wl)
38.55
33.40
37.574
3.274
33
1.47
Hoogste d.w1)1 39.10
34.-
38.10 3.374
35%
1.48%
Muntpariteit
1 66.671
66.671
66.671
6.266
95s,
2.4878
‘) Noteering te Amsterdam.
*5)
Not, te Rotterdam.
1)
Part. opgave.
In ‘t late of 2de No. van iedere maand komt een overzicht
voor van een aantal niet wekelijks opgenomen wisselkoersen.
KOERSEN TE NEW YORK. (Cable).
D a a
Londen
($ per 2,)
Parijs
($p.IOOfr.) Berlijn
($p.lOOMk.)
Amsterdam (‘$p.lOOgld.)
8 Mei
1934
5,127/
8
6,63%
39,56 68,06
9
,,
1934
5,12
6,62%
39,59 67,98
10
1934
5,1111
8
6,62
39,64 67,92
11
1934
5,11%
6,61%
39,65
67,90
‘
12
1934
5,11%
6,61
39,61
67,84
14
1934
5,109
6,61
39,60
67,85
15 Mei
1933
3,9518
4,59
8
12
26,95 46,97
Muntpariteit..
4,86
3,9051
8
23.81%
403,
KOERSEN TE LONDEN.
Plaatsen en
Landen
Noteerings-
eenheden
28Apr.
1934
5
Mei
1934
7/12
Mei’
34
LaagsfeHoogste
12Mei
1934
Alexandrië..
Piast. p.
97% 97%
9731
8
9
751
8
97%
Athene
….
Dr. p.
533
530
530
530 530
Bangkok….
Sh.p.tical
1110
8
1
8
111031
5
1/1031
8
11108/
8
111081
8
Budapest
..
Pen. p. £
17% 17%
17%
17% 17%
Buenos Aires d. p.$
25% 24%
2431
8
25%
25%
Calcutta
. . . .
Sh. p. rup.
116
3
1
33
1
1
63
/
32
116
1
1
32
11631
5
1
1
1
611,
6
Constantin..
Piast.p.
630 630
630
630 630
Hongkong
..
Sh. p.
$
115i
8
114%
1/4%
1/5%
11581,
6
Kobe
……
Sh. p. yen
1/231,
0
112%
11231,
6
11251,
0
1/2%
Lissabon
Escu.p.g
110
110
109% 110%
110
Mexico
.,..
$perc
18%
18%
18
19
18%
Montevideo
.
d.perg
20
18%
18
19%
19
Montreal
..
$
per £
5.12%
5.10%
5.08%
5.11%
5.1051
8
Rio d. Janeiro
Shanghai
d. per Mii.
Sh.
tael
‘ !,
48
13
2
4%
4%
..
p.
1./33/,
11381
8
113
114
1/3515
Singapore
..
id. p.
$
2
14
5
1
32
2
/
45
/
32
2/4i,,
21481
4
2/4
5
/
33
Valparaiso
‘).
$
per £
–
–
– –
–
Warschau
..
ZI.
p. £
27
27
263%
27%
27
,
u cig.
ZILVERPRIJS
COUDPRIJS
)
Londen’) N.Yorkl)
Londen
8 Mei 1934.. 191/,
43%
8 Mei 1934,… 136114
9
,,
1934.. 19881
16
4531
5
9
,,
1934…. 136114
10
,,
1934.. 1931,,
44%
10
,,
1934….
1361_
11
,,
1934.. 19%
44%
11
,,
1934,… 1361
12
,,
1934.. 1931
8
44
51,
12
,,
1934….
135110
14
,,
1934.. 19
4451,
14
,,
1934…. 1351114
15 Mei 1933.. 18y
4
3211
8
15 Mei 1933…. 12313
27 Juli 1914..
24181,
6
59
27 Juli 1914…. 84110%
1)
In pence p. oz.stand.
5)
Forelgn silver in $c. p.oz. line.
3)
In sh. p.oz.fine
STAND_VAN_’s_RIJKS_KAS
Vorderingen.
30April1934 1 7Mei1934
Saldo van’s Rijks Schatkist
bij
De Ne
derlandsche Bank……………….
f
13.367.982,49
f
8.639.934,17
Saldo b. d. Bank voor Ned. Gemeenten 1.307.271,56
,,
100.455,57
Voorschotten op ultimo Maart
1934
aan
de gem. verstrekt op aan haar uit te
keeren hoofds. der pers. bel., aand. in
de hoofds. der grondbel. endergem.
fondabel., alsmede opc. op dle belas-
tingen en op de vermogensbelasting
7.981.020,44
7.981.020,44
Voorschotten aan Ned.-lndlë
………
…271.638.535,02 ,,277.173.080,76
Id. aan Suriname
…………………
….11.467.535,81
,,
11.575.572,19
Id. aan Curaçao ………………….
….4.359.650,27
,,
4.374.662,57
Kasvord. weg. credietverst. a/h. buitenl
,,
106.353.053,73
,,
106.858.470,94
Saldo der postrek. v. Riikscomptabelen
,,
31.541.238,73
,,
39,241.953,39
Vord. op het Alg.Burg. Pensioenfonds’)
–
–
Vord. op andere Staatsbedrijven
1) ……..
12.899.391,14
,,
16.371.404,80
Verstr. t. laste der Rijksbegr. kasgeld-
leeningen aan gemeenten (saldo)……49.476.932,15
,.
49.476.932,15
VerplIchtIngen.
Voorschot door De Ned. Bank ingev.
art. 16 van haar octrooi verstrekt
–
–
Schatkistbiljetten In Omloop ………
..455.983.000,- /434.025.000,-
Schatklstpromessen in omloop ……. …37.370.000,-
,,
37.370.000.-
Zilverbona in omloop ………………..1.352.678,50
..
1.350.757,-
Schuld op ultimo Maart 1934 aan de
gem. weg. a. h. uit te keeren hoofds. d.
pers. bel., aand. i. d. hoofda. d. grondb.
e. d. gem. fondab. alam. opc. op die
bel, en op de verm. bel
…………..
……
–
–
Schuld aan het Alg. Burg. Pensloenf.l)
9.326.792,51
8.532.518,58
Id. a. h. Staatsbedr. der P.T. en T.’)
lO2.268.578,76 ,,107.321.412,17
Id. aan andere Staatsbedrijven
1)
–
–
Id. aan diverse instellingen’) ……..
..97.145.374,45
,,
6.389.736,11
‘) In rekg.-crt. met
‘5
Rijks Schatkist.
• NEDERLANDSCH-INDISCHE VLOTTENDE SCHULD.
1
Ç
Msi 1045 8
19 Mi 1085
Saldo Javasche Bank ………………..
–
Betaalmlddelen in ‘a Lands kas
–
–
waaronder Muntbiljetten
………..
…..
–
Verplichtingen: Voorschot ‘s Rijks kas e. a. Rijksinstell f277.173.000,-
Schatklstpron,essen ………………
….1.000.0
00
,-
Schatkistbiljetten
………………..
..10.705.000,-
Muntbiljetten In omloop ………….
.-I
…..
–
Schuld aan het Nednd. Muntfonds.,, 1.386.000,-
Idem aan de Ned.-lnd. Postspaarbank.
1.849.000,
–
Voorschot van de Javasche Bank……7.886.000,-
SURINAAMSCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens.
Data
Metaal
Ç
Andere
opelschb.
schulden
Discont.
7 April
1934..
733
1.103
553 579
2.511
31
Mrt.
1934.
734
1.186
468
577
2.511
24
1934..
737 978
493
577
2.473
1:7
1934..
728 1.042
521
576
2.474
10
1934..
726
1.063 509
577
2.460
5 Juli
1914,.
645
1.100 560
735
396
‘)Sluitp. der activa.
/277.599.000,-
1.000.000,-
10.705.000,-
1.386.000,-
2.100.000,-
3. 470.000,-
460
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
-16 Mei’ 1934
ii
STATISTISCH OVERZICH
GRANEN EN ZADEN
TUINBOUWARTIKELEN
VLEESCH
TARWE
80 K.G. La
R000E
MAIS
GERST
64165 K.G.
LIJNZAAD
(Loosduinen)
RUND-
VLEESCH VARKENS-
VLEESCH
Plata loco
74 K.G. Bahia
Blanca loco
La Plata
loco
La Plata
La Plata
loco
BLOEM-
KASKOM-
SALADE
(versch)
(versch)
Rotterdam! Amsterdam
R’damlA’dam R’damlA’dam
loco Rotter-
damIA’dam
R’damlA’dam
KOOL
KOMMERS
le soort
Ie soort
le soort
Gem.v.3kw.
per 100 KO.
per 100 KG.
per 100 K.G.
per 100 K.O.
per 2000 K.G. per2000 K.G.
per 1960 K.G.
p.lOOKrop
P. 100 st.
5)
P. 100 st. 5)
Rotterdam
Rotterdam
3)
f1.
1
%
fl
0
10
f1
0
IQ
n.
010
-Y
°/o
T
°h
T
0/s
–
Y
IQ
f
0
10
.1925.17,201100,0
13,07
5
100,0231,50100,0236,00100,0462,50100,0
–
–
1926
15,90
1
92,4
11,75
89,9
174,25
75,3
196,75
83,4
360,50 77,9
–
–
1927
:14,75
85,8
12,47
5
95,4
176,00
76,0
237.00
100,4
362,50
78,4
–
–
1928
13,47
5
78,3
13,15 100,6
226,00
97,7
228,50
96,8
363,00
78,3
26,47
100,0
23,08
100,0
5,83
100,0
93,-
100,-
77,50 100,-
1929
12,25
71,2
10,07
5
83,2
204,00
88,1
179,75
76,2 419,25
90,6
26,32
99,4
23,83
103,3
7,60
130,3
96,40
103,7
93,12
5
120,2
1930
9,67
56,3
6,22
5
47,6
136,75
59,1
111,75
47,4.
356,00
77,0
16,32
61,7
18,28
79,2
3,51
60,2
108,-
116,1
72,90
94,1
1931
5,55
32,3 4.55 34,8
84,50 36,5
107,25
45,4
187,00
40,4
18,49
69,9
16,89
73,2
4,33 74,3
88,-
94,6
48,-
61,9
1932
5,22
5
30,4 4,62
5
35,4
77,25
33,4
100,75
42,7
137,00
29,6
16,71
63,1 11,87
51,4
3,57
61,2
61,-
65,6
37,50 48,4
1933
5,01
5
29,2 3,54
27,1
68,50
29,6 70,00
30,0
148,00
32,0
14,47
54,7
9,96 43,2
1,86
31,9
52,-
55,9
49,50
63,9
lan.
1932
5,05
29,4
5,07
5
.38,8
71,25 30,8
114,00
48,3
142,50
30,8
70,-
75,3
40,-
51,6
lebr.
5,30
30,8
.5,975
38,8
74,00 32,0
108,50
46,0
142,25
30,8
68,-
73,1
34,
43,9
Maart
5,525
32,1
5,80
44,4
86,75
37,5
118,00
50,0
143,25
31,0
67,-
72,0
32,-
41,3
April
5,65
32,7
6,22
5
47,6
.88,75 38,3
124,50
52,8
135,25
29,2
20,38
77,0
15,06
65,3
5,27
90,4
63,-
67,7
28,-
36,1
Mei
5,60
32,6 5,30
40,5 78,00
33,7
116,00
49,2
130,25
28,2
13,03
49,2
14,78
64,0
3,71
63,6
67,7
26,-
33,5
luni
5,22
5
30,4 4,15 31,7
80,75
34,9
105,75
44,8
128,75
27,8
.-.
5,76
25,0
1,73
29,7
67,-
72,0
34,-
43,9
luL
4,90
28,5
4,-
30:6
78,75
34,0
100,25
42,5
129,75
28,1
68,8
35,50
45,8
Aug.
5,20
30,2 4,07
5
31,2 77,50
33,5
98,25
41,6
133,00
28,8
62,-
66,7
40,50
52,2
Sept.
5,475
31,8
4,20
32,1
–
78,50 33,9 88,50
37,5
150,75
32,6
55,-
59,1
42,50
54,8
Oct.,,
5,25
30,5 3,92
5
30,0 74,50 32,2
79,50
33,7
138,25
29,9
51,-
54,8
44,-
56,8
Nov.,,
4,90
28,5 3,90
29,8 71,25 30,8
79,00
33,5
135,25
29,2
—————————–
53,-
57,0
46,-
59,3
Dec.,,
4,72
5
27,5 3,80
29,1
66,25 28,6
75,25
31,9
135,00
29,2
.
—————————— ——————————
53,-
57,0
46,-
59,3
Jan.
1933
4,95
28,8
3,75
28,7
73,00
31,5 75,25
31,9
136,50
29,5
50,50 54,3 44,75
57,7
Febr.,,
4,775
27,8 3,70
28,3
71,00 30,7
74,75
31,7
130,25
28,2
49,25 53,0
58,1
Maart
5,05
29,4
3,825
29,3
73,50 31,7
76,25
32,3
130,50
28,2
—
–
—
–
—
–
—
—
—
–
–
—
–
–
46,50 50,0
59,3
April
5,15
29,9 3,75
28,7
72,75
31,4
71,25
30,2
129,50
28,0
14,62
55,2
13,59
—
–
–
—
–
—
–
—
—
–
–
–
–
—
–
–
—
–
–
—
–
—
–
—
—
–
–
–
–
—
–
–
58,9
3,27
56,1
49,50
53,2
48,25
62,3
Mei
,, 5,40
31,4
3,775
28,9 70,50 30,5 73,25
31,0
146,75
31,7
14,32
54,1
10,74
46,5
1,51
25,9
52,25 56,2
49,-
63,2
Juni
,,
5,25
30,5
3,55
27,2 66,00
28,5
75,75
32,1
163,25
35,3
5,56
–
–
–
–
–
—
–
–
—
–
—
—
—
–
–
—
–
–
24,1
0,81 13,9
51,25
55,1
48,-
61,9
Juli
5,82
5
33,9
3,85
29,4
64,25 27,8 78,00
33,1
176,25
38,1
–
–
—
—
–
–
—
–
—
—
—
–
–
—
–
–
–
–
–
–
–
—
–
–
—
–
—
—
—
–
–
—
–
–
49,25 53,0 48,50
62,6
Aug.
5,30
30,8 3,55
27,2
61,25 26,5 67,75
28,7
161,50
34,9
–
–
—
—
–
–
—
–
—
—
—
–
–
—
–
–
–
–
—
—
–
–
—
–
—
—
—
–
–
—-
49,-
52.7
49,25
63,5
Sept.
4,95
28,8
3,475
26,6
61,00
26,3
65,25
27,6
159,00
34,4
50,25 54,0
54,-
69,7
Oct.
4,40
25,6
3,-
22,9
60,25
26,0
63,50
27,0
141,25
30,5
–
–
—
—
–
–
—-
—
—
–
–
—
–
–
–
–
—
—
–
–
—-
—
—
–
–
—
–
–
—
56,25
60,5
54,25
70,0
Nov.
,,
4,55 26,5
2,95
22,6
74,50
32,2
60,00
25,4
147,25
31,8
59,50
64,0
54,375
70,2
Dec.
4,57 26,6
3,30
25,3
73,50
31,7
59,25
25,1
154,50
33,4
–
–
—
—
–
–
—
–
–
—
—
–
–
—-
60,75
65,3
53.50
69,0
lan.
1934
4,75
27,6
3,10
23,7
65,25
28,2
58,00
24,6
144,25
31,2
——————-
—
–
–
—
—
–
–
—
–
–
—
—
–
–
—-
–
–
—
—
–
–
—
–
–
–
—
–
–
—-
–
.
62,50
67,2
53,75 69,4
lebr.,,
3,40
19,8
2,775
21,2
65,25
28,2 58,50
24,8
133,00
28,8
–
–
—
—
–
–
—
—
–
–
—
–
–
—
–
–
63,-
67,7
53,50
69,0
Maart
3,25
18,9
2,72
5
20,8
70,75
30,6
58,75
24,9
132,00
28,5
–
–
—
—
–
–
—
—
–
–
—
–
–
—
–
–
61,75
66,4
50,50 65,2
April
3,20
18,6
2,70
20,7
70,50
30,5
.
56,75
24,0
136,50
29,5
17,03
64,3
12,20
–
–
—
—
–
–
—
—
—
–
–
—
–
–
52,9
4,61
79,1
63,50
68,3
49,12
5
63.4
7 Mei
3,20
18,6
2,80
21,4
67,50
29,2
62,00
26,3
150,50
32,5
14,25
53,8
16,83
–
–
—
—
–
—-
—
—
–
–
—
–
–
72,9
3,23
55,4
64,-
6
)
68,8
48,50
6
)
62,6
14
,,
,,
3,35
19,5
2,85
21,8
62.00 26,8
62,50
26,5
153,00
33,1
12,37′ 46,8
10,53
45,6
1,97
33,9
66,-)
71,0 48,50
7
)
62,6
1) Men zie voor de toelichting op dezen staat de nos. van 8, IS Aug. 1928, 25 Febr. 1931 en 15 Febr. 1933.
1)
Tot Jan. 1931 Hard Wintér No. 2. van Jan. 1931 to
16 Dec. 1929 tot 26 Mei 1930 7415 K.O. Hongaarsche vanaf 26Mei 1930 tot 23Mei1932 74 K.G. Zuld-Russische; van 23 Mei 1932 tot 2Oct. 1933 No. 2 Canada.
4)
Te
Canada. Van 19 Sept.’32 tot 24 Juli ’33 62163 K.G. Z.-Russ.
5)
De jaargemiddelden zijn berekend uit de gemiddelde prijzen van April, Mei en Juni van het betreffend
Vervolg STATISTISCH OVERZICH
MINERALEN
TEXTIELGOEDEREN
.
DIVERSEN
STEENKOLEN
Westfaalschel
PETROLEUM
BENZINE
KATOEN
WOL WOL
gekamde
KOE-
KALK-
Hollandsche
Mid. Contin.
Cr’ode
Gulf exp.
_____________ _________ __________
gekamde
Australische
Australische,
HUIDEN
SALPETER
Middling
1
locoprijzen
1
.
F.0. F.
Sakella-
0.
F. No.
1
bunkerkolen,
onezeefd f.o.b.
33 tjm 3390
64166
0
$cts. per
Merino, 64’s A’v.
CrossbredColo-
nial Carded,
Gaaf, open
kop
Old. per
100
KG.
R. damiA’dam
Bé
s.
g.
per barrel
U.S.
gallon
New-York
rides
Oomra Liverpool
loco
Bradford
per Ib.
50’s Av.
loco
57-61 pnd.
netto
per
1000
K.G.
per lb.
Liverpool
Bradford per Ib.
1
–
f].
0
10
$
$cts.
O/
$cts.
0
10
pence
0
10
pence
0
10
pence pence
fi
1925
10,80
100,0
1.68
100,0
14,86
100,-
23,25
100,0
29,27
100,-
9,35
100,-
55,00
100,0
29,50
100,0
34,70
100,0
12,-
100,0
1926
17,90
165,7
1.89 112,5 13,65
91,9
17,55
75,5
16,24
55,5
6,30
67,4 47,25 85,9
24,75
83,9
28,46
82,0
.11,61
96,8
1927
11,25
104,2
1.30
77,4
14,86
100,-
17,50
75,3
16,78
57,3
7,27
77,8
48,50
88,2 26,50
89,8
40,43
116,5
11,48
95,7
1928
10,10
93,5
1.20
71,4
9,98
67,2
20,00 86,0
19,21
65,6
7,51
80,4 51,50 93,6 30,50
103,4
47,58
137,1
11,48
95,7
1929
11,40 105,6 1.23
73,2
10,-,-
67,3
19,15
82,4
17,05
58,2
6,59
70,5
39,-
70,9 25,25
85,6
32,25
92,9
10,60
88,3
1930
11,35
105,1
.
1.12
66,7 8,77
59,0
13,55
58,3
12,-
41,0
3,92
41,9
26,75
48,6
16,25
55,1
25,36
73,1
9,84
82,0
1931
10,05
93,1
0.58
34,5
5,04
33,9
8,60
37,0
7,33
25,0
3,08 33,0 21,50
39,1
12,00
40,7
18,65
53,7
8,61
71,8
1932
8,00
74,1
0.81
48,2
4,50
30,3
6,45
27,7
5,21
17,8
3,11
33,3
16,00
29,1
.
8,50 28,8
11,15
32,1
6,15
51,3
1933
7,00
64,8
0.45
26,8
3,61
24,3
6,75
29,0
5,13
17,5
2,78 29,7
19,25
35,0
9,50
32,2
13,26
38,2
6,18
51,5
lan.
1932
.
8,25
76,3
0.71
42,3
5,25
35,3
6,65
28,6
5,09
17,4
3,38 36,2
16,50
30,0
9,00 30,5
11,63
33,5 7,10
59,2
febr.,,
8,25
76,3
0.71
42,3 4,925
33,1
6,90
29,7
5,31
18,1
3,51
37,6
16,25
29,5
9,00 30,5
11,75
33,9
7,25 60,4
Maart
,,
8,35
77,3
0.71
42,3
4,62
5
31,1
6,90
29,7
5,37
18,3
3,30 35,3
16,50
30,0
8,75
29,7
10,25
29,5
7,40
61,7
April
,,
8,65
80,1
0.86
51,2
4,34
29,2
6,25
26,9
5,08
17,4
3,08 33,0
16,50
30,0
9,00 30,5
9,25
26,7 7,40
.
61,7
Mei
8,30
76,9
036
51,2
4,25
28,6 5,80
24,9
4,57
15,6
2,76 29,5
15,75
28,6
8,25
280
8,88
25,6
7,40
61,7
luni
8,25
76,3
0.36
51,2
4,25 28,6 5,25
22,6
4,44
15,2
2,55 27,3
15,25
27,7
7,75
263
9,-
25,9
7,40
61,7
juli
8,10 75,0
0.86
51,2 4,25
28,6
5,80 24,9 4,97
17,0
2,77
29,6
16,00
29,1
8,50 28,8
9,75
28,1
–
–
Aug.,,
7,80 72,2
0.86
51,2
4,30 28,9 7,35 31,6
5,71
19,5
3,33 35,6
15,75
28,6
8,25 28,0
34,6 5,70 47,5
Sept.,,
7,75 71,8
0.86
51,2
4,375
29,4 7,75 33,3 6,37
21,8
3,64
38,9
16,75
30,5
8,75
29,7
13,75
39,6
5,90
49,2
Oct.,,
7,65
70,8
0.86
51,2
4,45
29,9
6,50 28,0
5,68
19,4
3,16 33,8
15,75
28,6
8,50 28,8
40,3
6,-
–
50,0
Nov.
7,40
68,5
0.86
51,2
4,60
31,0
6,15
26,5
5,16
17,6
3,-
32,1
15,25
27,7
8,25 28,0
34,6 6,10 50,8
Dec.
7,25
67,1
0.745
443
4,435
29,8
5,95 25,6
4,73
16,2
2,80 30,0
150
27,7
8,00
27,1
11,50 33,1
6,20 51,7
Jan.
1933
7,05
65,3
0.53
31,5 4,16
.
28,0
6,15
26,5
5,13
17,5
2,95 31,6
15,75
28,6
8,25 28,0
11,50
33,1
6,30
52,6
Febr.,,
7,20
66,7
0.38
22,6
3,97
26,7
6,10
26,2
4,98
17,0
2,78
29,7
15,50
28,2
8,25
28,0
10,38
29,9
6,40
53,3
Maart
,,
7,25
67,1
038
22,6
3,87′
26,1
6,40
27,5
4,97
.
17,0
2,77
29,6
15,25
27,7
7,75 26.3
10,75
31,0
6,40
53,3
April
,,
7,25
67,1
0.37
22,0
3,67
24,7
6.65
28,6
5,18
17,7
2,68
28,7
15,75
28,6
7,75
26,3
11,25
32,4
6,40
53,3
Mei
,,
7,15
66,2 0.23
0
14,0
2,95
19,9
7,30 31,4
5,60
19,1
3,07 32,8
17,00
30,9
8,25
28,0
12,25
35,3
6,40 53,3
Juni
7,15
66,2 0.25
0
15,2
302
‘
20,3
7,85
33,8 5,85 20,0
3,25 34,8
18,50
33,6
9,00 30,5
15,75
45,4
6,40
53,3
Juli
7,05
65,3
0.41
24,4 3,33 22,4
7,60
32,7
5,76
19,7
3,20 34,2
20,75
37,7
9,75
33,1
16,-
46,1
6,40 53,3
Aug.
6,95
64,4 0.37
22,0
3,37
22,7
6,90
29,7
5,39
18,4
2,91 31,1
20,75
37,7
9,75
33,1
14,75
42,5
5,80 48,3
Sept.
6,85
63,4
0.52
31,0
3,50
23,6
6,60
284
‘
4,70
16,1
2,54
27,2
21,50
39,1
10,50
35,6
15,13
44,1
5,85
48,8
Oct.
•
6,60
61,1
0.66 39,3 4,04
27,2
6,40
27,S
4,55
15,5
2,48
26,5
1
20,75 37,7
10,75
36,4
14,50
41,8
5,90
49,2
Nov.
6,75
62,5
0.66
39,3 3,72
25,0
6,25
26,9 4,63
15,8
2,39
25,6
1
23,75
43,2
12,00
40,7
13,38
38,6
5,95
49,6
Dec.
6,95
64,4
0.67
39,9
3,75
25,2
6,50
28,0
4,89
16,7
2,38
25,5 25,00
45,5
13,25
44,9
13,50
38,9
6,-
50,0
Jan.
1934
6,65
61,6
0.66
39,3 3,74
25,2
7,10
30,5
5,47
18,7
2,59
27,7
27,00
49,1
14,75
50,0
37,5
6,15 51,3
Febr.
6,30
58,3
0.64
38,1
3,25
21,9 7,50
32,3 5,64
19,3
2,68
28,7
23,75
43,2
12,75
43,2
37,5
6,20 51,7
Maart
6,25
57,9
0.63 37,5
3,05
20,5
7,40 31,8
5,50
18,8
2,76
29,5
23,25
42,3
1175
39,8
12,50
36,0
6,25
52.1
April
6,30
58,3
0.62
1
36,9 1
2,79
5
18,8
6,95 29,9 5,37
18,3
2,50
26,7
23,00
41,8
11,50
39,0
12,-
34,6
6,30
52,6
7 Mei
625
57,9 0.62
1
36,9
1
2,88
2
)
19,4
6,75
29,0
5,05
4
)
173
2,29
4
)
24,5
22,50
6
)
40,9
11,25
6
)
38,1
111,75
7
)
33,9
6,30
52,6
14
,,
.
,,
6,25
57,9
0.62
1
36,9
1
2,883)
19,4
6,75
29,0
5,26
5
)
18: 0
2,46
5
)
26,3
1
.
6,30
52,6
1) Jaar- en maandgem. afger. op ijs pence.
2)4
Mei.
3
)11 Mei.
4
)2 Mei.
6)9
Mei.
6)
3Mei.
7)
1 Mei.
16 Mi 1934
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN.
S
461
VANGROOTHANDELSPRIJZEN’)
•..
.
….
__________
ZIHVEL EN EIEREN
METALEN
BOTER
BOTER
p.K.G.
KAAS
Eier
EIEREN
.
KOPER
:
LOOD
•
TIN
IJZER
Cleveland
GIETËRIJ-
ZINK
GOUD
ZILVER
VI.,
per
.
.
Leeuwar-
Fleffin
maar
Fabrieks-
em. np
.
Elermijn
an aar
Locoprijzen
Loco rizen loco rizen
LonIer per
Foundr
I1zE
‘
•
(Lc III) p.
Locoprilzen
Londen
cash
Londen
cash
Londen per
er
ornm.
Crisis
Zuivel-
kaas
Roermond
Londen
Lodn
er En
ton
•
En
ton
No. 3 f.b.
Middlesb
Eng. t. f.o.b.
per
per ounce
Standard
Noteering
Centr.
:Inke
P 100 St.
per Eng. ton
.
perEng.ton
Antwerpen Eng.ton
fine
Ounce
f1.
Oj
f1.
f1.
lo
fi.
j
o
£
•
°lo
ole
£
0
10
Sh.
ole
sh.
0f
£
O/o
ah.
O/
pence
olo
1925
231
100,0
–
56,-
100,0
9,18
100,0 62.116 100,0
36.816
100,0
261.171-
100,0
731- 100,0
671-
100,-
36.316
100,-
8516
100,-
32’je
100,0
1926 1,98
85,7
–
43,15
77,1
8,15
88,8 58.11- 93,5
31.116
85,3
290.1716
111,1
8616
118,5
68/8
102,5
34.216
94,3
851-
99,5
28U116
89,3
1927
2,03
87,9
–
43,30
77,3 7,96
86,7
55.141-
89,7
24.41-
.
66,4
290.41-
110,8
731-
100,0
64/6
96,3
28.101-
78,8
851- 99,5.
2h
83,3
1928
2,11
91,3
–
48,05 85,8
7,99
87,0.
63.161-
102,8
21.11- 57,8
227.51- 86,8
561-
90,4
62/8
.
93,5
25.516
69,9
851-
99,5
26
11
e
81,1
1929
2,05 88,7
–
45,40
81,1 8,11
88,3 75.141-
121,9
23.51-
63,8
203.1516
77,8
7016
96,6
68/9
102,6
24.1716
68,8
851-
99,5
24
7
11e
76,2
1930
1,66
71,9
–
38,45
68,7
6,72 73,2 54.131-
88,0
18.116
49,6
142.51-
54,3
67(-
91,8
5916
.
88,8
16.171-
46,6
851-
99,5
17
13
j
55,4
1931
1,34
58,0
–
31,30
56,9
5,35 58,3
36.51-
58,4
12.11-
33,1
110.1!-
42,0
551-
75,3
4716
•
70,9
11.1016
31,9
9216
108,2
131
41,6
1932
0,94
40,7
–
22,70
40,5
4,14
45,1
22.17/-
36,8
8.12!-
23,6
97.2/-
37,1
42f-
57,5
37!-
55,2
9.16j-
27,1
118/-
138,0
1271
40,1 1933
0,61
26,4 0,96
20,20
36,1 3,71
40,4
22.216
35,6
7.17,6
21,6
131.181-
50,1
411-
56,2
351-
52,2
10.1216
29,4
124/7
3
14
145,8 1218
38,5
Jan.
32
1,16
50,2
–
25,75
46,0
4,71
51,3
27.1416
44,7
10.141-
29,4
98.181-
37,8
4116
56,8
421-
62,7
10.616
28,5
120/3
140,7
131
8
43,2
Febr. ,,
1,34
58,0
–
27,75
49,6 3,79
41,3
26.41-
42,2
10.51-
28,1
99.216
37,9
41,6
56,8
401-
59,7
10.-!-
27,6
11916
139,9
14
43,6
Mrt.
,,
0,98
42,4
–
23,65
42,2
3,425
37,3 24.
18!-
40,1
9.91- 25,9 96.61-
36,8
441-
60,3
401-
59,7
9.1 1
1-
26,4
1 14/-
133,5
13
3
14
42,8
Apr.
,
0,99 42,9
–
19,60
35,0
2,775
30,2 23.81-
37,7
8.1616
24,2
84.1516
32,4
451-
61,6
3716
56,0
9.21-
25,2
11013
129.0
13
1
1s
40,9
Mei
,,
0,82 35,5
–
19,65
35,1
2,88
31,4 21.61-
34,3
8.-!-
22,0
89.1316
34,2
441-
60,3
3716
56,0
991-
26,1
11219
132,0
1251
39,3
Juni
,
1,11
48,1
–
24,25 43,3
3,08 33,5
20.1216
33,2
7.51-
19,9
84.91-
32,3
441-
60,3
3716
56,0
8.131-
23,9
11316
132,7
12
5
18
39,3
Juli
,,
0,96 41,6
045
19,55
34,9
3,125
34,0
19.216
30,8
7.316
19,7
90.1716
34,7
4216
58,2
371-
55,2
8.616
23,0
1161-
135,7
12
3
J
38,5
Aug.
,,
0,76 32,9
0,58
17,90
32,0
3,72
40,6
22.416
35,8
7.1716
21,6
101.-!-
38,6
421-
57,5
3616
54,5
9.1316
26,7
11816
138,6
1211
39,9
Sept. ,,
0,84
36,4
0,65
19,70
35,2
4,64
50,5
25.8J-
40,9
9.1016
26,1
100.916
41,8
42J-
57,5
351-
52,2
11.21-
30,7
11819
138,8
13
40,5
Oct.
0,82
35,5
0,73
25,50
45,5
5,73 62,4
fl.516
35,9
8.71-
22,9
105.1316
40,4
411-
56,2
3416
51,5
10.816
28,8
121[6
142,1
12
1
1
38,9
Nov.
,,
0,81
35,1
0,78
26,50 47,3 6,65 72,4
21.191-
35,4
8.416
22,6
104.716
39,9
401-
54,8
3416
51,5
10.81
28,7
12519
147,2
12
5
11e
38,3
Dec.
,,
0,73
31,6
0,85
22,55 40,3
5,12
5
55,7
19.1216
31,6
7.916
20,5
100.1016
38,4
391-
53,4
3416
51,5
10.7/-
28,6
125(9
147,2 1112
35,8
Jan.
’33
0,73 31,6
0,89
21,75
38,8 4,27
46,7
19.171-
32,0
7.8/-
20,3
100.116
38,1 4016
55,5
3416
51,5
9.191- 27,5
122]8
143,5
IIUI16
36,4
Febr.
0,65
28,1 0,91
20,60 36,8
4,35
47,4
20.3/-
32,5 7.71- 20,2
104.716
39,9
431-
58.9
341-
50,7
9151-
27,0
12015
140,8
11161
1
37,2
Mii.
0,53 22,9
0,99
19,40
34,6
280
30,5
20.-16
32,3
7.101-
20,6
104.1813
40,1
431-
58,9
3417
51,6 10.71-
28,6
12015
140,8
12
7
11
38,7
Apr.
0,54
23,4
1,-
18,55
33,1
2,075
22,6
20.1116
33,1
7.1216
20,9
109.171- 42,0
431-
58,9
3516
53,0
10.816
28,8
12011
140,4
12
1
1)6
39,9
Mei
0,52
22,5
1,-
21,80
38,9
2,49
27,1
23.6/6
37,6
8.61-
22,9
128.1716
49,2
4116
56,8
3616
54,5 10.131-
29,4
12316
144,4
13
1
14
41,2
Juni
0,52 22,5
1,-
23,50
42,0
2,50
272
25.71-
40,8
9.41-
25,3 151.101- 57,9
421-
57,5
371-
55,2
11.1216 32,1
122134
143,0
1311
4
41,2
Juli
0,55
23,8
1,-
18,50
33,0
2,60
28,3
25.161-
41,6
921-
25,0
148.116
56,5
4116
56,8
351-
52,2
12.11-
33,3
123110* 144,9
12
7
116
38.7
Aug.
0,63
27,3
1,-
18,90
33,8
3,575
38,9
24.5/-
39,1
8.4/6
22,6 145.31- 55,4
411-
56,2
35/-
52,2
11.71-
31,4
125/10
147,2
12
37,4
Sept.
0,66
28,6
0,95
18,40
32,9
3,91
42,6
22.16(6
36,8
7.16/-
21,4
140.1716
53,8
3916
54,1 3416
51,5
10.1816
30,2
130111
153,1
11
1
51i
37,2
Oct.
,,
0,68
29,4
0,90
19,45
34,7
14,68
51,0
22.1-
35,5
7.141-
21,1
145.51-
55,5
3916 54,1
3416
51,5
10.131- 29,4
13111
153,3
11
7
j
37,0
Nov.
.
0,65
28,1
0,90
20,80
37,1
15,80
63,2
20.616
32,7
7.1316
21,1
150.916
57,5
401-
54,8
3416
51,5
9.1916
27,6
128154
150,1
12
1
/4
38,1
Dec.
0,60
26,0
1,-
20,40 36,4
5,475
59,6 21.11- 33,9
7.121-
20,9
153.81-
58,6
4016
55,5
361-
53,7
9.191-
27,5
126124
147.6
12
9
/j
39,1
Jan.’34
0,50
21,6
1,-
20,40
36,4
5,05
55,0
21.7!-
34,4
7.71- 20,2 148.31-
56,8
3916 54,1
361-
53,7
9.121-
26,5
12916
151,5
12
3
14
39,7
Feb.
0,47 20,3
1,-
21,55
38,5
3,68
40,1
20.916
33,0
741-
19,8
140.131-
53,7
3916 54,1 3615
54,4
9.-16
24,9
13711
160,3
1212
38,9
Mrt.,,
0,44
19,0
1,
19,90
35,5
2,71
29,5
20.31-
32,5
7.316
19,7
144.1516
55,3
40/6
55,5
3513
52,6
9.21-
25,2
13618
159,8
12
5
/
39,3
Apr.
0,42
18,2
1,-
17,20
30,7
2,72
29,6
20.14/6
33,4
7.416
19,8
150.1016
57,5
4116
56,8
3412
51,0
9.716
,9
13511
158,0
12
7
/1
38,7
7 Mei
0,418)
17,7
1,-
15,50
10
27,7
2,40
26,1
20-1-
32,2
6.181-
18,9
145.1816
55,7
4016
55,5
33/-
49,3
9.21-
,2
E,I
136/2
159,3
11
1
3116
36,8
14
,,
0,41
9
)
17,7
1,-
16.00″
28,6
2,45 26,7
20.91-
32,9 6.151-
18,5
144.12/6
55,2
4016
55,5
331-
49,3
9.116
l35J11
159,0
12
1
1
.
37,7
26 Sept. 1932
79 K.G.
La Plata;
van
26 Sept.
1932
tot 5
Febr. 1934
Manitoba
No. 2
3)
Tot Jan.
1928
Western;
vanaf
Jan.
1928
tot 16
Dec. 1929
American
No. 2. van
Jan. 1928
Malting;
van
Jan. 1928
tot
9 Febr.
1931
American
No.
2, van
9 Febr.
1931
tot 23
Mei 1932
6415
K.G. Zuid-Russische.
Van
23
Mei-19
Sept.
1932 No. 3
jaar.
6)5
Mei.
7)
12Mei.
8
)
3Mei.
9
)
9Mei.
10)
4Mei.
11
)
11
Mei.
VANGROOTHANDELSPRIJZEN.
BOUWMATERIALEN KOLONIALE PRODUCTEN
VURENHOUT
STEENEN
CACAO
COPRA
KOFFIE
RUBBER’)
Standaard’
SUIKER
THEE
NDEXCIJFER
Kolo-
basis 7″ to b
Zwedei/’
blnnenmuur
buitenmuur
G.F. Accra
Ned.-Ind.
Robusta
Ribbed Smoked
Witte kristal-
All. N.-I. theev..
Finland
per
per
per
50 K.i. c.i.f.
.m.s.
per 100 K.G.
Locoprilzen
Rotterdam
suiker loco
R’damlA’dam
dam gem. pr.
Java- en Suma-
ro
–
na e
er standaard
van 4.672 M
3
.
per 1000 stuks per 1000 stuks
Nederland Amsterdam
per ‘t, .K.G.
1
o
i
ien
oc per
.
per 100 K.G.
trathee
p.’J,
KG.
0
en
ducten
010
/
0/0
8h.
010
/
‘to
cts.
°lo
Sh.
0
10
f1.
OJ
cts.
o/
1925
159,75
100 15,50
100,-
19,-
100,-
4216
100,-
35,87′
100,0
61,375
100,0
2111,625
100,0 18,75 100,0
84,5
100,0
100.0
100.0
1926
153,50
96,1
15,75
101,6 19,50 102,6
491-
115,3
34,-
94,8
55,375 90,2
21-
67,4
17,50
93,3 94,25
111,5
96.0
102.6
1927
160,50 100,5 14,50
93,5
18,50
97,4
681-
160,0
32,62′
90,9
46,875
76,4
116,375
51,6
19,12′
102,0
82,75 97,9 87.5
109.1
1928
151,50
94,8
12,-
77,4
18,50
97,4
5713
134,9
31,87
5
88,9
-49,625
80,9 -110,75
30,2
15,85
84,5 75,25
89,1
84.6
97.4
1929
146,00
91,4
14,-
90,3
21,25
111,8
45110
107,9
27,371
76,3
50,75
82,7
-110,25
28,8
13,-
69,3 69,25 82,0
81.9 85.5
1930
141,50
88,6
12,50
80,6
20,75
109,2
34111
82,2
22,625
63,1
32
52,1
-15,875
16,5
9,60 51,2
60,75 71,8
66.0
64.3
1931
110,75
69,3
10,25
66,1
20,25
106,6
2215
52,8
15,37′
42,9
25
40,7
-3
8,4
8,-
42,7
42,50 50,3 46.8
46.6
1932
69,00
43,2
9,25
59,7
15,-
78,9
1916
45,9
13,-
36,2
24
39,1
-11,75
4,9
6,32′
33,7
28,25
33,4
36.1
38.0
1933
73,50
46,0
10,-
64,5
12,75
67,1
1514
36,0
9,30
25,9 21,10 34,2
-12,25
6,3
5,525
29,5
32,75
38,7
35.2 34.1
Jan.
’32
82,50
51,6
10,-
64,5
18,75
98,7
1719
41,8
13,12
5
36,6
23
37,5 -12,125 6,0 7,35
39,2
32
37,9
38.5
39.1
Febr.
•
82,50
51,6
10,-
64,5
18,75
98,7
1811
42,6
14,50
40,4
–
23
37,5
12
5,6
7,05
37,6
30
35,5
38.3
38.3
Mrt.
,,
70,00
43,8
9,75 62,6
18,-
94,7
2119
51,2
14,75
41,1
23
37,5
-11,625
4,6 6,25
33,3
31
36,7
37.0
39.7
Apr.
,,
70,00
43,8
9,75 62,6
18,-
94,7
2016
48,2
14,-
39,0
23
37,5
-/1,5
4,2
5,90
31,5 29,25
34,6
36.2 38.0
Mei
,,
70,00
43,8 8,50 54,8
15,-
78,9
2016
48,2
13,25
36,9
23,50
38,3 -11,5 4,2 5,62
5
30,0
30,25
35,7
35 2
38.1
Juni
,,
70,00
43,8
8,50 54,8
15,-
78,9
2016
48,2
12,37
5
34,5
24
39,1
-11,375 3,9
6,30
33,6 28,50
33.7
34.2
38.7
Juli
,,
67,50
42,3
8,50
54,8
15,-
78,9
2011
47,3
12,371
34,5
24
39,1
-11,375 3,9
6,70
35,7
23,75
28,1
34.3
37.6
Aug.
,,
63,00
39,4 8,50 54,8
15,-
78,9
2017
48,4
12,37
5
34,5
24
39,1
-/1,75
4,9
6,57
5
35,1
22,75
26,9
35.9 31.8
37.4 38.5
Sept.
,,
0ct.
,,
60,00
63,50
37,6
39,7
8,75
56,5
58,1
15,-
14,50
78,9
76,3
21/2
18/8 49,8
43,9
12,75 12,375
35,5 34,5 25,25 26,50
41,1
43,2
-/2,125
-11,75
6,0 4,9
6,521
6,32
5
34,8
33,7
23,75 28,50
28,1
33,7
36.2
38.7
Nov.
,,
63,50
39,7
9,50
61,3
14,25
75,0
1716
41,2
12,12/
33,8
24,50
39,9
-/1,75
4,9
5,87′
31,3 30,75
36,4
35.3
37.2
Dec.
,,
65,00
40,7
64,5
13,75
72,4
1714
.
40,8
11,75
32,8
24
39,1
-11,75
4,9 5,50
29,3 28,25
33,4
34.0 35.1
Jan.
’33
70,00
43,8
9,25
59,7
13,50
71,1
1616
38,8
11,50
32,1
24
39,1
-11,625 4,6
5,371
28,7
25 29,6
33.2
34.1
Febr.
,,
70,00
43,8
9,25
59,7
13,-
68,4
1519
37,1
10,625
29,6
23,75
38,7
-/1,5
4,2 5,60
29,9 26,75
31,7
32.1
34.4
Mrt.
70,00
43,8 9,50
61,3
12,25
64,5
1613
38,2
10,375
28,9
23,50
38,3
-11,5
4,2
6,-
32,0
26,25
31,1
32.4 34.9
Apr.
70,00
43,8
9,75
62,6
12,75
67,1
1515
36,3 9,50
26,5 23,50
38,3
-/1,625
4,6
6,07
5
32,4
27,50
32,5 32.8
34.9
Mei
70,00
43,8
9,50
61.3
12.50
65,8
16
1
6
38,8
9,50 26,5
23
37,5
–
1
2 5,6
6,02
5
32,1
26,50
31,4
34.2
35.0
Juni
,,
72,50
45.4
10,-
64,5
13,-
68,4
1811
42,6
10,-
27.9
22,50 36,6
-12,375
6,7 6,35
33,9
31
36,7
37.2
37.5
Juli
75,00
46,9
10,25
66,1
13,-
68,4 17/8
41,6
9,475
26,4
22,50
36,6
-‘2,625
7,4
5,92
5
31,6 33,50
39,6
38.2 37.4
Aug.
,,
75,00
46,9
10,50
67,7
13,-
68,4
16
1
5
33,6 8,75
24,4
20,75
33,8
-/2,625
7,4 5,27
5
28,1
35,25
41,7
36.5
35.6
Sept.
80,00
50,1
10,50
67,7
1
12,50
65,8
1415
33,9
1
8,25 23,0
19,75
32,2
-12,5 7,0
5,375
28,7
36,75
43,5
36.7
34.6
Oct.
,,
80,00
50,1
10,50
67,7
12,50
65,8
1217
29,6 1
7,62
5
21,3
17,75
28,8
-12,625 7,4
4,90
26,1
42,25
50,0 36.5 33.4
Nov.
75,00
46,9
10,-.
.64,5
1
12,50
65,8
1216
29,4 1
8,-
22,3
16,25
26,5
-12,75
7,7
4,65 24,8
40,50
47,9
36.4
32,7
Dec.
,,
75,00 46,9
10,75
69,4
12,50
65,8
1115
26,9
7,975
22,2
16
26,1
-12,875
8,1
4,75
25,3
41
48,5
31.1
31.3
Jan.’34
75,00
46,9
10,75
69,4
12,75
67,1
12/10
30,2
7,45 20,8
16,50
26,9
–
1
2,875
8,1
4,95 26,4
45,50
53,8
36.9 33.8
Feb.,,
80,00
50,1
10,50
67,7
12,50
65,8
1415
33,9
7,25 20,2
17,25
28,1
–
1
3
8,4
4,970
26,5
46,75
55,3
35.9
35.9
Mrt.
80,00
50,1
9,75
62,6
12,-
63,2
14
1
1
33,1
7,-
19,5
17,75
28,9
-13,25
9,1
4,525 24,1
45,50 53,8
35.7
35.2
Apr.,,
80,00
50,1
9,75
62,6
12,-
63,2
1414
33,7
6,55
18,3
17,75
28,9
–
13,625
10,2
4,25
22,7 44,25 52,4
35.6
34.5
7 Mei
80,00
50,1
.
–
15,
–
35,3
6,75
18,8
17
27,7
–
14,625
13,0
4,12e
220
44,25
6
)
52,4
35.4
34.4
14
,,
,,
80.00
50,1
6,75
18,8
17
27,7
-13,75
10,5
4,25
22,7
35.2
34.5
N.B. Alle Pondennoteeringen vanaf 21 Sept. 31 zijn op goudbasls omgerekend; de Dollarnoteeringen vanaf 20April ’33 zijn In verhouding van de depreclatie
van den Dollar t.o.v. den Gulden verlaagd.
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
NEDERLANDSCHE BANK.
• Verkorte Balans op 14 Mei 1934.
Activa.
Binnen!. Wis-t Hfdbk.
f
22.960.306,75
sels, Prom., Bijbnk.
,,
489.020,36
enz.in
disc. .Ag.sch.
,,
5.201.905,05
f
28
Papier o. h. Buiten!. in disconto ……
Idem eigen portef.
f
1.154.475,-
Af: Verkocht maar voor
de bk.nog niet afgel.
Beleeningen
{
f
101.522.526,661)
mcl.
vrsch.
in rek..crt. Bijbnk.
,,
5.359.441,74
op onderp. Ag.sch.
,,
45.422.355,44
f
iU..O’Jt.OAO,O’t
Op Effecten
……f
147.978.195,_s)
OpGoederenenSpec.
,,
4.326.128,84
152.304.323,841)
Voorschotten a. h. Rijk …………….
,,
–
Munt, Goud
……f
105.722.005,- Muntmat., Goud
..
,,
697.029.017,14
f
802.751.022,14
Munt, Zilver, enz.
23.455.611,92
Muntmat., Zilver..
–
826.206.634,06
2
)
Belegging
i/
kapitaal, reserves en pen-
sioenfonds
……………………
,,
21.375.014,04
Gebouwen en Meub. der Bank ……..
,,
5.000.000,-
Diverse
rekeningen ………………
,,
7.212.901,41
Staat d. Nederl. (Wet v. 27/5/’32, S. No. 221)
,,
18.331.195,17
f
1.060.235.775,68
Passiva.
Kapitaal ………………………•
f
20.000.000,-
Reservefonds ……………………
,,
3.749.272,82
Bijzondere
reserve
……………….
,,
s.000.000,-
Pensioenfonds
………………….
,,
8.786.078,17
Bankbiljetten in omloop …………..
,,
912.510.575,_
Bankassignatiën in omloop ……….
,,
231.855,32
Rek.-Cour.
i
Het Rijk
f
14.195.989,20
saldo’s:
1, Anderen
,,
90.460.705,14
104.656.694,34
Diverse rekeningen ………………
,,
5.301.300,03
T
i.VUV.Ûi).4
4
i),UO
Beschikbaar metaalsaldo …………
f
420.259.820,87
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop dan waartoe de Bank gerechtigd is
,,
1.050.649.550,-
Waarvan aan Nederiandsch-lndië
(Wet van 15 Maart 1933, Staatsbiad No. 99) ……..
f
76.424.425,-
Waarvan in het buitenland ………………….
…..6.567.252,47
Voornaamste posten in duizenden guldens.
Goud
Andere Beschikb. Dek-
Data
Circulatie opelschb. Metaal- ktngs
Munt
1
Muntmat.
schulden saldo
perc.
14 Mei’34 105722 697.029 912.511 104.889 420.260 81
7
,,
’34 106222 691.134 927.551 91.600 414.346 80
25 Juli ’14 65.703 96.410 310.437 6.198 43.521 54
1
Totaal
1 Schat kist-
Data
bedrag 1 promessen
Belee-
Papier
1 Diverse
—
–
——
–
–
——————-
4
—
op het
1
reke-
dlsconto’slrechtstreeksl
ningen
buit enl.
ningen i)
14 Mei
19341
28.651
1
–
152.304
1
1.154
7.213
7
,,
19341
28.658
–
1159.114
1
1.154
7.319
25 Juli
1914!
67.947
–
61.686
20.188
509
‘)Onder de activa.
JAVASCHE BANK.
12Mei ’34 2)
145.060
189.280
28.340 58.012
5
1342)
144.490
190.310
31.030 55.954
14Apr.1934 113.361
31.560 192.049
29.220 56.414
7
,,
1934 113.334
32.177
194.188
27.787
56.721
25 Juli1914 22.057
31.907
110.172
12.634
4.842
N.-Jnd.
conto’s
ningen
ntngen’)
betaalb.
12 Mei ‘342)
810
74450
10.810
5
‘342)
390
78.990
10.960
14Apr.1934
241
9.374
50115
10.725
7
,,
1934
295
9.298
49.749
10.996
25Juli1914
6.395
7.259
75.541
2.228
1)
Sluitpost activa.
2)
Cijfers telegrafisch ontvangen.
BANK VAN ENGELAND.
Bankbil
Ban kbilj.
Other Secu ritjes
Data
Metaal
Icirculatij
in
in Bankingj fflsc. and Securities
Departm.
Advances
9 Mei
1934
192.085
378.789
1
72.444
1
5.330
1
10.142
2
,,
1934
192.142
378.509
72.724
1
5.346
9.779
22 Juli
1914
40.164
29.317
33.633
Data
Goe.
1
1
Public
1
Other DepositsJ1
Dek-
OtherReserve1 kings-
Sec.
Depos.
Bankers Account
1
perc.’)
9 Mei ’34
81.458 1
7.480 1109.058 1 35.932 1 73.296! 48,0
2
’34 1 89.329 1
7.840 1116.211
36.297 1 73.633 45,9
22 Juli ’14
11.005
14.736
42.185
29.297j 52
ZWOCI VC CII IJCpW3IIC.
BANK VAN FRANKRIJK.
i op het 1
– I
R
voorschot
Data
Goud Zllverlenee/uI Wis-1
Waarvi
Beleeenteloos
buitenl.
1
sels
butenl.I
nin
g
en
v.d. Staat
4 Mei’34 76.177 1
5581
15 1 6.0321
1.0821 3.122 1
3.200
27Apr.’34 75.756 1
5631
14 1 6.7591
1.0531 3.016
3.200
23 Juli’14
4.104
64
0
–
1
.
541
!
8
7691
–
Bons v. d.
Rekg. Courant
Data
zelfst.
Diver-
Circulafie
Staat I:.ft
i
.
1
a
mort. k.
1
sen
1)
4 Mei ’34
5.973
2.469
81.698
371 1.803 13.757
27Apr.’34 5.973
2.299
81.502
308 1.716 14.199
23Juli’14. –
–
5.912
401 –
943
1) Sluitpost activa.
DIJITSCIIE RIJKSBANK.
Daarvan
Deviezen
Andere
Data
Goud
bij bul-
als goud-
wissels
Belee-
tenl. circ.
dekking
en
ningen
banken
1)
geldende
cheques
6 Mei
1934183,6
23,9
7,4
3.078,5
89,2
30 April 1934
205,0
39,3
6,8
3.139,6
139,6
30 Juli
1914
1.356,9
–
–
750,9
50,2
Data
Effec-
1
Diverse
Circu-
Rekg.-
Diverse
ten
Act iva
2
)
lat je
Crt.
Passiva
6 Mei
1934 1
316,7
527,5
1
3.521,9
1
488,0
146,8
30 April 1934
310,1
1
561,2
1
3.640,1
1
515,4
165,3
30 Juli
1914
330,8
200,
1.890,9
J
944,-
40,0
j unuelast. •j wo. ,çentenoansscneine 0 iviel, .30 Aprn Iujv, resp. 30,3.3 NATIONALE BANK VAN BELGIE.
.
.
,
.
Data
‘.,
‘
.
I
Goud
‘
Rekg.Crt.
c
en
1934
,2
n
o
‘
t
o
.0
.0
0
9 itlei
2.704
62
726
50
347
40
3.508
83
329
3
2.704
63
727
50
347
40
3.506
109
307
Goudvoorraad
•
Wissels
Data
1
Goud-
,,Other
in her-
1
In de
Totaal
1
certifi-
cash”
2)
disc.
v.
d.
1
open
bedrag
member 1
markt catenl)
banks
t
gekocht
25 Apr.’34
4.521,9
1
4.490,4
241,3
40,3
1
10,2
18
,,
’34
4.508,5
•
4.477,0
224,8
40,5
13,5
Belegd 1
Totaal
1 Goud-
1
Algem.
Data
in
u. s.
1
1
1
Dek-
1
Dek-
Gov.Sec.
1
latie
1
szros
1
perc.S)
1
perc.
4
)
incircu
apitaall kings-
1
kings-
25 Apr.’341
.430,2 1 3.030,23.928,5 1 146,4
1
68,4
1
–
18
,,
‘341 2.430,3
3.029,6
3.900,9 1
146,4
68,3
) LJCLC .CI LIIIL4ICII WCIUCII uuur UC OCIJOIKISI aan ue rçcscrve oa,Ine,I
gegeven voor de overname van het goud, toen de $ op 31Jan.’34 van’
iOO op 59.06 cents werd gedevalueerd.
,.Other Cash” does not include Federai Reserve Notes or a Bank’s
own Federal Reserve bank
notes.
Verhouding totalen goudvoorraad tegenover opeischbare
schulden:
F.
R. Notes en netto deposito.
4)
Verhouding totalen
voorraad muntmateriaal en wettig betaalmiddel tegenover idem.
PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HET FED. RES. STELSEL.
Dis-
1
IReservel
Data
1
Aantal!
conto’s
1
Beleg-
bil de
1
Totaal
Waarvan
•
Ileenin.
en
gingen
F’ R.
1
depo-
time
beleen.
banks
1
sifo’s
deposits
18 Apr.’341
6 1
8.203
1
9.310
12.698
17.880
4.443
11
‘
8.310
1
9.301
12.588 1
17.865
4.424
u puwr, van u nou, nana, ue ..avasçne nans 0fl 00 DflK o, anp-
land zijn In duizenden, alle overige posten In millioenen van de be-
treffende valuta.