Ga direct naar de content

Jrg. 18, editie 925

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: september 20 1933

20 SEPTEMBER 1983

AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN.

E c
*onomisch”statistische
Berichte
‘n

ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, ‘NIJ VERHELD, FINANCIËN. EN VERKEER

ORGAAN VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART

UITGAVE VAN HET NEDERLANDCH ECONOMISCH INSTITUUT

18E JAARGANG

VOENSDAG 20 SEPTEMBER
1933

No.
925

NEDERLANDSCII ECONOMISCH iNSTITUUT.
Curatoren: Mr.
G.
Vissering, Voorzitter; Ir. A. Plate, Onder-
Voorzitter; C. H. van der Leeuw, Penningmeester; Mr. W.
M. van Lanschot; Mr. L. J. A. Trip; E. D. van Walree.
Directeuren: Prof. Mr. F. de Vries;
Prof.
Dr. N. J. Polak;
Prof. Mr. Dr. G. M. Verrijn Stuart, Directeur-Secretaris.

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN.
– COMMISSIE VAN ADVIES:

Prof. Mr. D. van Blom; J. van Hasselt; Jhr. Mr. L. H. van
Lennep; Mr. K. P. van der Mandele;
Prof.
Dr. N. J.
Polak; Mr. Dr. L. F. E. Regout; Dr. E. van Welderen
Baron Rengers; Prof. Mr. H. R. Ribbius; Jan Schilthuis;
Prof. Mr. F. de Vries.
Gedelegeerd lid: Prof. Mr. Dr.
G.
M. Ve’rrijn Stuart.
Redacteur-Secretaris: Dr. H. M. H. A. van der Valk.
Secretariaat: Pieter de Roochweg 122, Rotterdam.
Telefoon Nr. 35000. Postrekening 8408.

Advertenties f 0,50 per regel. Plaatsing bij abonnement
volgens tarief. Administratie van abonnementen en adver.
tenties: Nijgh d van Ditmar N.V., Uitgevers, Rotterdam,
Amsterdam, ‘s-Gravenhage. Postchèque- en giro-rekening No.
145192.

Abonnementsprijs Door het weekblad franco P. P. in Nederland f 20,—. Buitenland en Koloniën f 23,— per
jaar. Losse nummers 50 cents. Economisch-Statistisch
Kwartaalbericht f 1.—. Leden en donateurs ontvangen
het weekblad en het Kwartaalbericht gratis en een reductie
op de verdere publicaties. Aan geteekende stukken: Bijkantoor Ruigeplaatweg.

19 SEPTEMBER 1933

Het aanbod van geld was deze week weder zeer

groot. Caligeld was bijna niet meer te plaatsen en

werd voor 36 Ct. afgedaan. De rente voor particu-

lier discônto liep tot
fie
pCt. terug, terwijl de pro-

longatierente weder onveranderlijk 1 pCt. noteerde.

Geheel in aansluiting met deze geidruimte en on-

danks hernieuwde opmerkingen in .Engelsche finan-

ciëele bladen, die, evenals bij vorige sterke dalingen

van Dollar en Pond, wederom de theorie verkon’di-

gen, dat nu de overige goudvaluta’s ook wel van het

goud zullen moeten afgaan, heeft De Nederlandsche

Bank gisteren opnieuw hare tarieven met een half

percent verlaagd en daarmede het disconto voor wis-

sels met drie handteekeningen op
236
pCt. gebracht.

De Minister van Financiën stelt de inschrijving

open op schatkistpapier op Vrijdag
22
September a.s.

Aangeboden worden drie- en zes-maandspromessen

en jaarbiljetten á
336
pOt. tot een bedrag van ten

hoogste
f
60 millioen.

Blijkens den weekstaat van De Nederlandsche Bank

nam de- post binnenlandsche wissels met
f
231.000

af. In de posten papier op het buitenland en belee-

ningen kwam nagenoeg geen verandering; de divers,e

rekeningen •onder de activa daalden met
•f
505.000.

De goudvoorraad blijkt met
f
1.9
millioen te zijn

vermeerderd, terwijl de voorraad zilver met
f
1,6

millioen steeg.

Onder de passiva der Bank kromp de biljettencir-
culatie met
f
9,9
inillioen in. Het tegoed van het

Rijk is met
.f
436
millioen gestegen; de saldi in

rekening-courant van anderen namen met
f
8,1
mii-

lioen toe. Het beschikbaar metaalsaldo bedraagt
f
2,4

millioen meer dan de vorige week. Het dekkingsper-

centage is van
81
pCt. gestegen op nagenoeg
82
pCt.

* *
*

Het terugloopen der koersen van den Dôllar en

1
van het Pond Sterling heeft deze week weder- aller

aandacht gehad. De steeds maar aanhoudende infia-

tiegeruchten zijn wel in hoofdzaak de oorzaak van de

daling, van den koers, die van
1.77 op 1.60
36 is ge-

komen: De Ponden zijn van
8.06
tot
7.75
ingezakt.

9
ok de $/f noteering is sterk achteruitgeloopen:
4.57

—4.80.
Marken bleven gezocht en stegen van
á9.12

tot
59.22,
slot
59.18.
Fransche Francs veranderden.

maar weinig:
9.70’%.
Belga’s onveranderd tusschen

de
34.5734
en
34.60.
Zwitserland was wat meer, ge-

zocht
47.9236i-48.—.
Lires
13.05
en Peseta’s
20.7236.

Het Noorden lager met de Ponden: Kopenhagen

34.60,
Oslo
38.90
en Stockholm
39.90.
Canadeesche

Dollars 1.59.

4
Termijnponden veranderden weinig; één- en drie-

maands deden
s
f16
c. resp.
2
9
1I6
c. agio. Dollars op toe-

komstige levering waren uit den aard der zaak meer

1aangeboden; het cisagio was tenslotte V/s en
2% c.

Op de goudmarkt ging meer om; baren werden

hier voor
f
1.647.50
gedaan. Sovereigns
12.15,
Eagles

ca.
2.50. –

– LONDEI, 18 SEPTEMBER 1933.

De ruimte op de geldmarkt houdt nog steeds aan.

Namiddaggeld á ‘4 pCt. behoort reeds lang niet meer

tot de uitzonderingen, maar wordt regel. Het cijfer

der deposito’s. bij de Bank van Engeland (ruim
150

millioen Pond) is daarvoor eeu voldoende verklaring.

Disconto is dientengevolge ook zwak, waarbij nog
komt, dat de wissels, die nu gecreëerd worden, in de

tweede helft van December vervallen en daaro

gretig door de banken worden genomen. Drie-maands

hankaccepten noteeren % pCt.; worden echter tegen
5/16_….h1132
verhandeld.

Op de deviezenmarkt zijn Dollars zeer zwak (heden

4.82),
terwijl Ponden eveneens daaronder lijden De
notéeringen voor •Francs en Guldens waren heden-

middag
79″/lc.
en
7.76.

734

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

20 September
1933

FEITEN OVER DEVALUATIEPOLITIEK EN

EXPORTMOGELIJKHEDEN.

Duidelijker dan door het mislukken der Londen-
sche wereldconferentie kon wel niet gedemonstreerd
worden, welke diepgaande meeningsverschillen er be-

staan op het terrein der monetaire politiek. Zoolang
de U.S.A. de goudbasis van den Dollar vasthield,

kende de internationale monetaire politiek twee

standpunten, die
zij
voor dTscussie vatbaar achtte:

to. Het laten doorwerken van de algemeene de-

flatje.

2o. Verruiming van de geldcirculatie met hand-

having van de bestaande goudbasis.
Door het loslaten van de goudbasis van den Dol-
lar en de weigering van de U.S.A. den Dollar te sta-
biliseeren, werd ,,reflation within gold” buiten dis-
cussie gesteld en kwam, als alternatief van het een-
voudig latén doorwerken der algemeene deflatie,

devaluatie naar voren.

Bovendien klinken steeds luider de stemmen van
hen, die een fundamenteele verandering van het
geldstelsel bepleiten. Wij wijzen slechts op de, den

lezers van dit tijdschrift ongetwijfeld bekende, stel-
lingen van Prof. W. C. Mees en op het systeem der

grondstoffenvaluta van Prof.
T.
Goudriaan; deze

laatste, uitgaande van een geheel nieuw principe,
vindt ook in het buitenland aanhangers.
Ons tot de devaluatie heperkend, komt de vraag

naar voren, welken
zichtbctren
steun de export van de

landen, die de devaluatiepolitiek accepteerden, daar-
van ondervond. Een vraag, die des te begrijpelijker
wordt, omdat het Nederlandsche bedrijfsleven dient
te weten of devaluatiepolitiek, wat den export betreft,

aantoonbare
resultaten heeft opgeleverd.
Doel van ons onderzoek is door middel van statis-
tische analyse na te gaan of hiervan gesproken kan
worden en zoo ja in welke mate. ,,Facts and f acts

only!”

Het cijfermateriaal, dat hiertoe wordt gebruikt, .is

ontleend aan de ,,Monthly Bulletin of Statistics”
1933, Nr. 8, het Augustusnummer van de bekende
publicatie van den Volkenbond. Daar vindt men op
blz. 302 en volgende, cijfers betrekking hebbeud op
den export van de voornaamste landen. De cijfers
betreffen den goederenexport van de jaren 1922-
1932. De uitvoer van goud, zilver e.d. is buiten be-
schouwing gelaten. Per jaar wordt weergegeven in
de landsvaluta (echter niet omgerekend in goud-

waarde) de waarde van den gemiddelden maand-
export, terwijl bovendien vodr de jaren1932 en 1933
de export in de afzonderlijke maanden vermeld is.
Op grond van dit materiaal dient men zich voor ons

doel tee vragen te stellen.
lo. Hoe groot is voor verschillende landen de maxi-

mum druk geweest, dien de crisis den export deed on-

dergaan?
Voor het beantwoorden van deze vraag berekuden
wij een gemiddelde uit de jaren 1927, 1928 en 1929
en relateerden de cijfers van 1932 daaraan.

Formule is:

Export
1932

Export
(1927 ± 1928 + 1929)

Na te gaan is nu in hoeverre de gevolgde mone-
taire politiek in de onderscheiden landen veerspie-

geld wordt in de exportcijfers.

2o. Hoe heeft de export zich ontwikkeld in de
crisisperiode, waarin herstelfactoren beginnen op te

tréden?
Nemen wij aan, dat in 1933 hiervan gesproken kan
worden, dan is te beïekenen voor 1932 en 1933 de
gemiddelde maandexport op basis- van de eerste zes
maanden. Daarna wordt de onderlinge verhouding

bepaald.

lNHOUD

BIz.

FEITEN OVER
OE
ALUATIEI»OLITIEK
EN EXPORTMOCELIJK-
HEDEN
door
Dr. J

G. Stridiron

………………
734

Het internationale tinkartel en zijn outsiders door
Dr.
H. M. H. Â. van der Valk

……………………
736

Rondom een Nederlandsche Industriebank doorMr.
Dr. B. K.
Spanjaard
met Naschrift door
Prof. Mr. Dr. G. M.
Verrijn Stuart

…………………………….
738

De Millioenennota…………………………….
739

AANTEEKENINGEN:


De economische politiek van de nieuwe regeering ..
747

STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN …………….748-752

Geldkoersen.

Wisselkoersen.

Bankstaten.

Goederenhandel.

Formule is:

Export 1933 (Eerste 6 maanden)
Export 1932 (Eerste 6 maanden)

Na te gaan is weer in hoeverre monetaire -invloed in de exportcijfers uitdrukking -vindt.
Wanneer men de eerste periode nader analyseert,
dan dient men de landen te groepeeren en wel in een
groep landen met gedeprecieerde valuta en in een
groep ,,goudlanden”. Tot de eerstgenoemde categorie
behoort in de eerste plaats de ,,Sterling Club”. -De
Engelsche valuta deprecieert in-de tweede helft vasi
1931; in hetzelfde tijdvak ook de valuta’s van verschil-lende Engelsche koloniën en dominions. Als voorbeeld
worden genoemd Britsch-Indië, Australië en Nieuw-
Zeeland. Zuid-Afrika vormt hier een uitzondering,
depreciatie vindt daar eerst plaats begin 1933. Tot
de ,,Sterling Club” zijn eveneens te rekenen de Scan-
dinavische landen, t.w. Zweden, Noorwegen, Dene-
marken en Finland, die een overeenkomstige politiek
voerden en Portugal, dat ook in monetair opzicht
contact met Engeland gezocht heeft.
Naast de ,,Sterling Club” kent een groep Zuid-
en Midden-Amen kaansche staten devaluatiepoliti ek.
Als kenmerkend kunnen gelden Argentinië, Brazilië
en Mexico. Bovendien is de Japanche Yen eind 1931
—begin 1932 aanzienlijk gevallen, – – –

Tabel 1.

– Expprtcijfers in duizenden (in lands valuta).

Landen met (in goud)
I197
Situatie
+1928-l-1929
1
Situatie
1932
gedeprecieerde .?aluta

1
0
. Engeland ……..

60.056

100

30.428

50.7 Britsch-Indië.

269.907

100

112.736

51._

Australië ………

10.221

100

7.841


7 6.7
Nieuw-Zeeland

4.343

100

2.915

67.1

Zweden ……….

138.988

100

78.950

56.8

Noorwegen ……..

58.017

100

46.744

80.6

Denemarken ……
127.977

100

90.095

70.4

Finland ……….

527.761

100

385.903

73.1

Portugal ……….

78.478

100

65.982

84…. –

2
0
.
Argentinië ……..

83.822100

47.219

56.3

Brazilië ……….

318.747

100

211.394

66.3 –

Mexico ………..

50.466

– 100

25.391

50.3

3
0
. Japan

164.494

100

113.484

69.
7

Rekenkundig geniid-
delde der indexcijfers

Sub-groep 1 ………….
100

66.8

Sub-groep
2 ………..

100

57.6
Sub-groep
3

100

69._
Totaal-groep

100

64.7

Uit tabel 1 is te constateeren een- ernstige terug-
gang in den export. Een indruk geven daaryan de
rekenkundig gemiddelden der indexcijfers. De totale
teruggang is pl.m. 35 pCt. De ,,Sterling Club” en
Japan gaan minder terug; de Zuid- en Midden-Ae-
rikaansche staten, met bijna uitsluitend grondstof-
fenexport, meer. –

mim

20 September 1933

ECONOMISCH-STATISi’ISCHE BERICHTEN

735

Tabel II.
Exportcijfers in duizenden (in lands valuta).

Situatie
Dudianden

1927+1928+ 1929
1
Situat.

Tabel III.
Exportcijfers in duizenden (in lands valuta).

Landen met (in goud)

Q1I.UL1e

niivaiie

gedepeei

valuta

1932
Jan. t/m

1933
(Jan. t,’m
Juni)

Junil

België …………
i)uitschland ……
Frankrijk ……..
Italië …………
Nederland ……..
N.-O. Indië……..
Polen …………
Roemenië ……..
Tsjecho-Slowakije.
Zwitserland

U. S. A………..
Zuid-Afrika ……

duo-groep
1

oo

43…
Sub-groep
2

100

35.7
Totaalgroep ……….
100

41.7

Hoe gedroegen zich in deze periode de ,,goudlan-
den”, die trouw aan den ,,goudstandaard” hadden ge-
zworen en van ,,deserteeren” niet weten wilden?
Daaroj geeft tabel II een antwoord. Hier ziet men
eveneens een ernstigen teruggang in den export, maar
deze is veel grooter dan in de landen, die devaluatie
hebben toegepast. De eerste sub-groep zijn de ,,ge-
trouwen tot in den dood”. Men zie hierin niet zui-
ver beeldspraak, want de vraag zal beantwoord die-
nen te worden of de monetaire politiek der ,,goud-
landen” niet leidt tot ineenschrompeling en corn-
rnerciëele afsterving van den export. De teruggang
in sub-groep 1 bedraagt niet minder dan pl.m. 57 pCt. Een aanzienlijk slechter beeld dan de export
der landen met gedeprecieerde valuta. Daar bedroeg
de teruggang immers ,,slechts” pim. 35 pOt. –
Als tweede sub-groep is opgenomen de U.S.A. en
Zuid-Afrika, die in deze periode eveneens tot de
,,goudlanden” zijn te rekenen, en die hun export tot
pl.m.
Y
3
zien ineenschrompelen. Een feit, dat niet
weinig tot hun latere koersverandering heeft bijge-
dragen. Ook Nederlandsch-Indië gaat in export pim..
65 pOt. terug en Nederland met pim. 57 pOt. Of de
betoonde standvastigheid onzen export ten goede zal
komen, zal later blijken.

*
Gaan wij nu over tot de analyse van de ontwik-
keling van den export in de’ tweede periode. Gekozen
werd het eerste halfjaar van 1933, waarvan aangeno-
men kan worden, dat herstelfactoren in bescheiden
mate werkzaam waren’. Gekozen werden dezelfde landen
als in tabel 1; bovendien werd Zuid-Afrika daarbij
gevoegd, daar een ,,font-verandering” had plaats
gevonden. Tabel III geeft een inzicht in de ontwik-
keling van den export.
Op grond van deze
cijfers
kan gezegd worden, dat
in de landen der ,,Sterling Club” de teruggang in
den export geheel tot stilstand kwam, ja, dat er reèds
een kleine vooruitgang is te constateeren. Bijna alle
landen gaan vooruit, een enkele vertoont een prac-
tisch weinig beteekenden teruggang. ,.Tapan vertoont
een opvallend sterken vooruitgang van pl.m 55
pOt.
Alleen de tweede sub-groep, de grondstoffen expor-
teerende landen bij uitnemendheid, blijven een terug-
gang vertoonen.

Hoe geheel anders, men kan zeggen, hoe absoluut
tegengesteld is de beweging van den export van de
,,goudlanden”; Hoe veelzeggend is dit verschijnsel en
welk een sterk pleidooi vormt het voor het wijs be-
leid in de monetaire politiek van die landen, die nog
tijdig van richting wisten te veranderen, t.w. de
U.S.A. en Zuid-Afrika. Maar laten de nuchtere cij-
fers spreken.
Duidelijker dan door tabel IV, waaruit blijkt dat,
terwijl de landen met gedeprecieerde valuta in 1933

Engeland ……..
Britsch-Inclië
Australië ……..
Nieuw Zeeland
Zuid-Afrika ……
Zweden ……….
Noorwegen……..
Denemarkn ……
Finland ……….
Portugal……….

20.
Argentinië……..
J3razilië ……….
Mexico ………..

Tabel IV.
Exportcijfers in duizenden (in lands valuta).

België

…………..
Duitschland ……….
Frankrijk …………
Italië…………….
Nederland ……….
Ned.-O. Indië ……..
Polen…………….
Roemenië …………
Tsjecbo-Slowakije
Zwitserland ……….

1ekenkunct1g gemict-
delde der indexcijfers

ten opzichte van 1932 voor het meerendeel reeds een
accres in hun export vertoonen, practisch alle goud-landen nog een flinken achteruitgang opleveren van
gemiddeld pl.m. 15 pOt., kan toch wel niet gedemon-
streerd worden, hoe beleidvol de regeeringen van
U.S.A. ‘en Zuid-Afrika hebben gehandeld. Wegge-
vlucht zijn zij uit de club der’ ,,goudlanden” en zij
hebben aansluiting gezocht met de ,,Sterling Club”.
Dit zeker tot heil en tot behoud van hun export.
Noodzakelijkerwijs leidt dit tot vermindering der
werkloosheid en het vormt ongetwijfeld een gezond
en krachtig wapen öm dezen kanker te bestrijden.
* *
*
Drie punten dienen nog onder het oog gezien te
worden:

lo. De positie van de U.S.A. in het eerste halfjaar
van 1933. Deze blijft teruggaand en wel met onge-
veer 20 pCt. Dit kan echter aan bovenstaand betoog
niet worden tegengeworpen, daar het een bekend feit
is, dat de U.S.A. eerst in April 1933 van koers zijn
veranderd en de. resultaten dezer politi’ek zich nog niet in den Amerikaanschen export hebben kunnen
demonstieeren. Integendeel, het is als erfenis te be-
schouwen ‘van het tijdvak, dat de U.S.A. nog een
,,goudland” te nôemen was. Wanneer men dit in het
oog vat, strekt het iiiet tot verzwakking, maar tot
versterking van het geleverde betoog.
2o. Er zou gevraagd kunnen worden of de boven-staande vergelijkingen wel geheel opgaan. Dit
niet
omdat de export in het eene jaar gemeten is in goud-
valuta en in het andere jaar in gedeprecieerde valu-
ta. Voor den Engelschen exporteur blijft een Pond een Pond. Alleen in zooverre niet als door de dva

736

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

20 September 1933

laatje een stijgende tendens in het binnenlandsche
prijsniveau werkzaam zou gemaakt worden. De vraag
komt dus hier op neer of de extra-winsten, ontstaan
voor de exporthedrijven door devaluatie in ernstige
mate, door een dergelijke tendens worden aangetast.
Naar onze meening gaan de winsten, die de export-bedrijven voor zichzelf en voor hun land behaalden
slechts voor een zeer gering deel verloren door boven-
genoemde tendens. Dit kan blijken uit een eenvoudig
voorbeeld, dat ieder exporteur voor het eigen bedrijf
kan nacalculeeren.
Veronderstelle:n wij eens, dat de Nederlandschc
regeering de hetoonde ,,Nibelungen” trouw aan de
,,goudcluh” moede werd en ,,majesteitsschenuis” aan
den gouden standaard beging. De veronderstelling is
houd, daarvan is de schrijver dezes zich hewust, maar
niet onmogelijk, zooals de monetaire geschiedenis van
den laatsten tijd ons leert. Stellen wij deze devalua-
tie op hijv. 30 pCt., wat is daarvan het gevolg?
Bezien wij eerst de prijsstijgingstendeis. Volgens
een zeer recente berekening van het Centraal Bureau voor de Statistiek (,,Onderzoek naar den invloed van
het arbeidsloon
01)
den kostprijs der producten”) is
de waarde der geïmporteerde materialen in Neder-
land in 1929 te stellen op pl.m. 33 pCt. van de totaal-
waarde der Nederlandsche jaarproductie. Voor de
volgende depressiejaren zal de waarde van dezen post
meer gedaald zijn, dan die van den zeer belangrijken
loonpost. Immers de prijsdaling heeft wel in de eerste
plaats de waarde der geïmporteerde grondstoffen aangetast. Voor het jaar 1932 cv. is de genoemde
33 pOt. eenige procenten lager te stellen en wordt
door deskundige statistici met pl.rn. 28 püt. be-
naderd.

Indien de kosten van de geïmporteerde goederen in
Guldens door devaluatie stijgen, dan stijgen zij mei
30

..
= 43 pOt. Het prijsniveau in Nederland stijgt
70
dan met 0,28 X 43 pOt. = 12 pOt.

Voor de bedrijven beteekent dit een zeer kleine
kostprijsverhooging door prijsverhooging der grond-
stoffen en wellicht een op den duur noodzakelijke
loonsverhooging. De invloed van genoemde tendens
is dus zeker niet te verwaarloozen, maar beteekent slechts het prijsgeven van een fractie der meerdere
winst, ontstaan door verruiming der exportmogelijk-
heid.
Deze meerdere winst bestaat uit 43 pOt. van de
totaalremises naar Nederland, die uit den export
ontstaan. Deze remises omvatten den totaalkostprijs
der zendingen van Nederland naar het buitenland,
mcl. de dekking van alle kosten in Nederlandsche
munt betaald, benevens de winst op den buitenland-
schen verkoop. Voor iederen exporteur zal deze winst
uit een eenvoudige calculatie kunnen blijken en.
tevens het feit, dat hiervan slechts zeer weinig door
kostprijsverhooging verloren gaat. Daarnaast ont-
staan nog z.g. eenmaal optredende winsten door
waardestijging, gemeten in de ‘gedeprecieerde lands
valuta, van de handelsdehiteuren luidende in buiten-
landsche valuta en gelijksoortige posten.
Voor het geheele economische en sociale leven van een land vormt de door devaluatie veroorzaakte prijs-
stijgingstendens stellig geen offer van eenige hetee-
kenis, wanneer daarmede èn de werkloosheid èn de
credietsi.tuatie in betere banen worden geleid.
3o. De heer Gelderman heeft in zijn rede voor het
Verbond van Nederlandsche Werkgevers (N.R.Crt.
1.5.9.’33, Avonciblad) op grond van
cijfers
de vermin-
dering van den internationalen handel besproken. Hij
rangschikt daarin Nederland in 1932 tusschen alle
landen der wereld op de zesde plaats en in 1929 op
de negende en komt zoodoende tot de conclusie, dat
Nederland zich zoo slecht nog niet heeft gehouden.
De heer Geiderman kan tot deze verwarring-wekken-
de uitspraak alleen gekomen zijn (zie onze tabel
1
en II), wanneer hij de oorspronkelijke cijfers een
bewerking deed ondergaan, nl. de uitvoercijfers van

de landen der ,,Sterling Club” op goudbasis heeft
doen herleiden. Dit laatste in dit verband volkomen
ten onrechte.

Vooi een Engelschen exporteur beteekent £ 1000
in 1929, hetzelfde als £ 1000 in 1932. Dit zou het alleen niet doen als het Engelsche prijsniveau ge-
stegen is. Welke zeer beperkte nadeelen in dit op-
zicht verwacht kunnen worden, werd reeds onder
punt 2 besproken en de ervaring in Engeland en in andere landen met devaluatiepolitiek, is daarmede
volkomen in. overeenstemming. Noch het indexcijfer
van de groothandelsprijzen, noch dat van de klein-
hanclelsprijzen is er noemenswaard gestegen. De heer
Geldernian noemt Nederland een duurte-eiland,
waarvan het geheele bedrijfsleven de lasten onder-
vindt. Dat zal het zeker blijven, wanneer prominente
vertegenwoordigers van dat bedrijfsleven hun nuch-
teren kijk op de cijfers verliezen.
‘)
Wanneer Nederland de goudclub verlaat, verlaat het daarmede een klein gezelschap. Weet men, dat
het aandeel van de ,,goudlanden” in den totaal-
wereldhandel klein is te noemen? Slaat men op het
,,Statistical Yearhook of the League .of Nations”
1932f’33, blz. 169, dan blijkt, dat het aandeel van
de goudclub in den totalen wereldhandel, zelfs wan-
neer men den export op basis van gouden Dollars
omrekent, hetgeen, zooals hoven betoogd is, voor de
positie in
de landen geen juisten maatstaf. vormt,
32,38 pOt. bedraagt en in den export 31.84 pOt.
.Duitschlancl ……………
9.29 %

10.70 %
Frankrijk ……………..
7.31

6.08
Nederland

……………..
3.25

2.68
J3elgië

………………..
3.24

3.23
Italië

…………………
2.90

2.73
Zwitserland

……………
1.81

1.17
Tsjecho-Slowakije ……….
1.65 ,,

1.70 Ned.-Indië

……………..
1.47 .,

1.82
Polen …………………
0.82

0.95
Roemenië

……………..
0.64

0.78

32.38 %

31.84 %

Dat het Nederlandsche
bed.iffsleven
zii
en dat het dit doe op grond van feiten. Dan zal het
zeker tot andere conclusies komen dan de voorzitter van het Verbond van Nederlandsche Werkgevers en
dan zal ook het door dezen voorzitter opgemerkte
accres in het aantal voorstanders van devaluatie toe-
nemen.

Dr.
J. G. STRIDIRON.
1)
De heer Geldorman had niet de door hem gevolgde
methode tot nog verrassender conclusies kunnen komen,
indien hij de rangorde der landen, wat hun export be-
treft, vergeleken had onmiddellijk vOOr en onmiddellijk
na den val van het Engelsche Pond. IlSij zou dan onge-
twijfeld tot het resultaat zijn gekomen, dat de val van het
Pond Sterling de positie van den Nederlandschen export
krachtig heeft versterkt! Quod absurdum

HET INTERNATIONALE TINKARTEL EN ZIJN
OUTSIDERS.

Bij de plannen, op de Economische en Monetaire
Wereldconferentie ingediend, om tot een internatio-
nale productieheperking van verschillende goederen
te geraken, werd meerdere malen gewezen op de gun-
stige resultaten, die het Internationale Tinkartel
heeft bereikt door de voortbrenging van tin dras-
tisch te beperken. In het eindrapport van de Wereld-
conferentie wordt medegedeeld, dat het contrôle-
schema voor tin op een gezonde basis berust, dat het
schema in overeenstemming is met de principes, die
door deze Conferentie zijn opgesteld, dat het meer
dan twee jaren zonder wrijving heeft gefunction-
neerd en dat het bij de bereiking van het hoofddoel
in hooge mate is geslaagd.
Ook wij hebben reeds bijna een jaar geleden.
Oj)
de
gunstige werking van het Tinkartel gewezen
1),
vooral
indien men de positie van tin vergelijkt met die van andere metalen, zooals koper en lood. Intusschen is
de positie van dit metaal nog sterk verbeterd. De

1)
Zie ons artikel ,,Het Internationale Tinkartel” in
Econ.-Stat. Ber. van
30
November
1932.

ECONOMISCH-STATISTISCHE

voorraden zijn tengevolge van de drastische produc-
tieheperking gedaald van 60.500 ton in April 1932
(hoogste stand) tot 40.000 ton in Aug. 1933. De prij-
zen zijn thans weer gestegen tot een peil, dat voor
vele producenten een rendabele productie mogelijk
maakt.

In deze hooge prijzen ligt echter ook een gevaar
van het Tinkartel, waarop wij eveneens in het ge-
noemde artikel hebben gewezen. De langzamerhand
verbeterde prijssituatie op de tinmarkt heeft name-
lijk het gevaar van de ,,outsiders” sterk doen toene-
men. Toen het Tinkartel tot stand kwam, leverden de
vijf aangesloten landen ruim 90 pOt. van de wereld-
productie. Zij moesten daarop hun productie vermin-
deren, maar tengevolge van de zeer lage prijzen liep
de productie van de voornaamste ,,outsiders” in 1931
eveneens terug. Toen de prijzen in de tweede helft
van 1932 begonnen te stijgen, moesten de kartelleden
hun productie, met het oog op de nog steeds groote
voorraden, nog verder verminderen, terwijl de ,,out-
siders” de vrije hand hadden en hiervan dan ook goed
gebruik hebben gemaakt. Dit blijkt uit het volgende
overzicht, dat de productie van de verschillende lan-
den afzonderlijk weergeeft.

1928
1929 1930
1931
1932
Jan.-
Juni
1933

41.404 46.338 38.148
30.742
20.583
7.257
64.370
69.366
63.974 52.642
28.408
12.051
Nederlandsch-Indië


35.215
35.730 34.903 27.703
15.427
7.919
9.010
10.734
8.692 7.240
4.174
1.958
Siam
……………….
7.527
9.939
11.060 12.447
9.261
4.821
Tot. prod. van de bij het
kartel aangesi. landen
157.526
172.107
156.775 130.774
77.853
34.006

Bolivia

………………
Malakka
……………..

2.761
2.256
3.271
2.402
2.488 2.749 598 2.006
1.192
2.534
672
1.089

Nigeria
………………

China’)
…………….
1.898
4.006
4.276
3.772
4.992
3.071

Cornwall
…………….

1.359

..

1.155
535
810
854 384

Burma

………………

.
970 860
141
683
773
Australlë
……………

Zuid-Afrika ..

………
1.265
2.538

..

1.192
1.883
933 2.392 409 3.698
541
4.114
306
2.093

Congo ………………785

Overige landen
……….
Totale productie van de

..

niet aangesi. landen
12.862 14.879 14.233
1
171.008 11.434 14.910
8.388
Wereidproductie

…….
170.388 186.986 142.208
92.763
42.394

Teneinde van de verschuivingen een goed beeld te
geven, hebben wij de productie van het Kartel en
die van de ,,outsiders” afzonderlijk opgenomen. Ter-
wijl de productie van het Kartel, vergeleken met
1.930, met meer dan de helft is afgenomen, is die van
de outsiders toegenomen en wel zeer sterk in de eer-
ste helft van dit jaar. Zoo is hijv. de productie van
den Congo over de eerste zes maanden, van dit jaar
reeds grooter dan over het geheele jaar 1932. En bij
de overige outsiders is over 1932 en de eerste helft
van 1933 eenzelfde tendens op te merken.
Uit de tabel blijkt, dat door de productieverminde-
ring der aangesloten landen het percentage van de
outsiders, dat in 1928 slechts 7.6 pOt. bedroeg, in
het eerste halfjaar van 1933 reeds 19.8 püt. beliep;
in absolute cijfers steeg de totale productie van de
outsiders slechts van 12.862 ton in 1928 tot 14.910
ton in 1932, terwijl in de eerste zes maanden van dit jaar 8.380 ton werd geproduceerd. Wanneer het ver-
bruik, zooals in de laatste maanden het geval is,
blijft stijgen, dan zal de productie van de aangesloten
landen spoedig verhoogd kunnen worden; het is te
betwijfelen of de productievermeerdering van de
outsiders dan eenzelfde toename zal vertoonen. Im-
mers, wat is het geval. Het productie-apparaat van
de Icartelleden ligt als het ware gereed; verschillende landen werken slechts op 25 pOt. van hun capaciteit.
Willen. de outsiders daarentegen hun productie sterk opvoeren, dan zullen zij in enkele gevallen hun pro-
ductie-apparaat moeten uitbreiden. Indien dit op
eenigszins groote schaal het geval zou zijn, dan zou
hierdoor het voortbestaan van het Kartel zonder
twijfel in gevaar worden gebracht.
Wat dit zou beteekenen, is niet precies te zeggen,
maar het staat vast, dat, na het uiteenvallen van het
Kartel, het aanbod van tin zeer spoedig zou vermeer-

deren, hetgeen bij een gelijkblijvende of dalende con-
sumptie tot sterke prijsdalingen aanleiding zou
geven. 1-let Kartel heeft er daarom op de Wereldcon-
ferentie terecht op gewezen, dat ook de outsiders
groot belang hebben bij voortzetting van de overeen-
komst.

De bestaande overeenkomst loopt tot Augustus
1934. In de eventueel nieuwe overeenkomst, waar-
voor de kartelleden naar het schijnt veel voelen, zal
echter een bepaling worden opgenomen, dat, indien
de productie van de outsiders 25 pOt. of meer van
de wereldproductie gaat bedragen, de leden Vrij zijn
uit het Kartel te treden.
Deze bepaling kan ongetwijfeld van groot belang
worden. Zij is een openlijk dreigement tegen de out-
siders. Willen de outsiders deze waarschuwing ter
harte nemen, dan zullen zij zich 6f op bepaalde in
onderling overleg met het Internationale Tinkartel
vast te stellen voorwaarden moeten aansluiten, 6f
onderlinge afspraken moeten maken om te zorgen,
dat in geen geval die 25 pOt. worden overschreden. Intusscheu bleek op de Wereldconferentie, dat ver-
schillende outside-landen. in principe veel voor aan-
sluiting voelen. Het Tinkartel heeft zich schrifte-
lijk in verbinding gesteld met alle outside-landen.
Dat
alle
outsiders zich hij het Kartel zouden aan-
sluiten, achten wij niet zeer waarschijnlijk. De autar-
Icische neigingen in de wereld zullen zonder twijfel
die landen afzijdig doen staan tegenover een Kartel-
overeenkomst, waar het verbruik van tin nog grooter
is dan de productie (bijv. in Australië). Met een
beroep op het feit van een ongunstige handelsbalans
en dergelijke argumenten zullen zulke landen hun
binnenlandsche productie bij het verbruik trachten
aan te passen. Verder vormt de productie van China
een hoogst onzekere factor.
Mochten de ,,outsiders” het onderling eens kunnen
worden, teneinde het gevaar van een ontbinding van
het Kartel af te wenden, dan hebben zij in elk geval
op het Kartel een belangrijke zege behaald. Immers,
dan is hun aandeel in de wereldproductie, dat van
1928 tot 1931 ongeveer 8 pOt. bedroeg, tot bijna
25 pOt. gestegen! Indien dit gepaard is gegaan met
een uitbreiding van het productie-apparaat, dan is
hierdoor tevens de potentiëele productie, die op ruim
200.000 ton wordt geschat, weder toegenomen. Het
Kartel heeft dan wel een belangrijk offer moeten
brengen om tot een betere marktpositie te komen.
In dit verband rijst de vraag, of de prijspolitiek
van het Karte]. wel in alle opzichten juist is geweest.
Zooals bekend, heeft het Kartel direct na zijn tot-
standkoming een tinpool opgericht (12 Aug. 1931),
die ruim 20.000 ton bezit. Deze pool zou eerst mogen
verkoopen, indien de prijs een maand lang £ 150
(goudponden) had bedragen. Na de depreciatie van het Pond is deze limiet verhoogd tot £ 165, hetgeen
met ongeveer 110 goudponden correspondeerde, dus
een veel lageren
prijs
dan oorspronkelijk was vastge-
steld.
Bij.
het in werking treden van het Byrne-
plan (1 Juli 1932) is bepaald, dat eerst zou worden
verkocht, indien de productie tot op 40 pOt. was ver-
hoogd (thans 33y
3
pOt.). Hoewel het moeilijk te be-
oordeelen is, waarom men tot deze politiek is over-
gegaan – de mededeelingen over de tinpool
zijn
zeer
schaarsch – heeft het van de markt wegnemen van
deze hoeveelheid ongetwijfeld de prijsstijging bevor
derd en daarmede de toenemende productie van do
outsiders in de hand gewerkt. Volgens een mededee-
ling van den voorzitter van de London Tin Corpora-tion op 19 Mei ji.
1)
zou de Pool begin Juli een aan-
vang maken met het verkoopen van tin, zonder dat
hierdoor verstoringen op de markt zouden optreden.
Dit wekt, den indruk, dat het Kartel de prijzen zoo-
veel mogelijk wil handhaven, waardoor ook de pro-
ductie van de outsiders wordt gestimuleerd.
Indien de ,,outsiders” het niet. onder elkaar eens
kunnen worden – hetgeen wel het meest waarschijn-

i) Zie ,,The Economist” van 27 Mei, blz. 1157.

738

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

20 September 1933
lijke is met het oog op de vele tegengestelde belangen
dan is het nog mogelijk, dat zij de productie elk
voor zich zelf op een bepaald en wisselend niveau
houden en zoodoende gezamenlijk toch nog beneden
het door de kartelleden van tijd tot tijd vast te stel-
len percentage van de wereldproductie blijven.
Houden de outsiders met het Kartel in het geheel
geen rekening, dan kan men op de tinmarkt, die
thans zoo mooi op weg is naar gunstiger verhoudin-
gen, een hevigen strijd verwachten. Immers, het is
dan zeer waarschijnlijk, dat, om maar een voorbeeld
te nemen, Nederlandsch-Indië direct zal overgaan tot
een uitbreiding van de productie, ook al zouden de
tinprijzen nog aanzienlijk dalen. Daarom zou het
voor de outsiders zeker van belang zijn om niet het
onderste uit de kan te willen hebben, daar dan de
gevolgen ook minder aangenaam zouden kunnen zijn.
V. D.
V.

RONDOM EEN NEDERLANDSCHE INDUSTRIEBANK.

Mr. Dr. B. K. Spanjaard schrijft ons:

De beschouwingen, welke Prof. G. M. Verrjn
Stuart naar aanleiding van
mijn
in deze kolommen

verschenen artikelen over een industriebank in Ne-
derland aan dit onderwerp opnieuw heeft gewijd
(E.-S. B. van 14 Juni 1933), lokken vanzelfsprekend
mijnerzijds een wederwoord uit. Het lijkt
mij
het

beste, zijn betoog hierbij op den voet te volgen.
De monopolistische positie der industriebank.
Prof. Verrjn Stuart betoogt, dat deze constructie
onlogisch is, omdat bij de korte credieten en het
einissiebedrijf concurrentie blijft bestaan en z.i. juist
hier de gevaren schuilen. Ik vermag het on-logische
niet in te zien. Onlogisch is zulk een constructie reeds
hierom niet, omdat het een onoutgonnen terrein be-
treft waar, althans in Nederland, nagenoeg geen
precedenten bestaan. Bovendien is bij het gemengd
bankbedrijf een voldoende risicoverdeeling aanwezig,
welke het door Prof. Verrijn Stuart zoo hoog aange-
slagen concurrentiegevaar tot normale proporties
reduceert. Historie en ontwikkeling van het (ge-
mengd) bankwezen in Nederland brengen trouwens
allerminst aan het licht, dat concurrentie op dit ter-
rein zoo bijzonder gevaarlijk moet worden genoemd.
Ware dit wel het geval – hetgeen ik ontken – dan
zou een nog verder gaande bankeoncentratie de eeuig
mogelijke remedie zijn. En van hier naar een geso-
cialiseerd bankwezen – bête noire zoowel van Prof.
Verrijn Stuart als van mij – is slechts één pas. Ik
meen, dat het concurrentiegevaar hij een industrie-
bank grooter is, omdat het probleem eener behoorlijke
risicoverdeeling nijpender, en het bankbedrijf eener
industriebank qualitate qua veel eenzijdiger is.
Dat het monopolie der industriebank van anderen
aard is dan dat onzer centrale bankinstelling, geef ik
Prof. Verrijn Stuart gaarne toe; het tegendeel heb
ik trouwens ook niet beweerd. Dat een monopolisti-
sehe industriehank concurrentie volledig zal uitscha-
kelen, mag met hem worden betwijfeld; dat concur-
rentie tot een minimum zal worden teruggebracht,
staat vast, omdat deze van de zijde der groothanken
niet zal uitgaan. En wie in dezen tijd op minder
safen grondslag ,,concurreerende” tarieven aandurft,
doet geen hankzaken meer, doch speelt….met zijn
leven. Ik blijf dus nog steeds van meeniug, dat aan
de monopoliegedachte dient te worden vastgehouden.
Ook hebben de bezwaren, welke Prof. Verrijn Stuart tegen staatshulp aanvoert, mij van de onjuist-
heid van mijn betoog niet kunnen overtuigen. Aan-
gezien ook Prof. Verrju Stuart bij een bespreking
der door hem voorgestane ,,reflationistische” crediet-
politiek (E.-S. B. van S Februari. 1.933) overheidsga-
rantie onder bepaalde omstandigheden aanvaardbaar
acht, is hier mi. van een principiëele tegenstelling
geen sprake. De wijze, waarop staatsgarantie zou kun-

nen optreden (volgens Prof. Verrijn Stuart direct
via credietverleening, volgens mij indirect via in-
dustriebank) is van secundair belang, te meer, waar
zoowel Prof. Verrijn Stuart als ondergeteekende over-
heidsgarantie als een additioneel middel beschouwen.
Ofschoon ik in beginsel een reflationistische
credietpolitiek niet afkeur, dient n.m.m. niet uit het
oog worden verloren dat, gelijk zoo dikwijls, naast
mogelijkheden ook moeilijkheden bestaan:

De beantwoording der vraag, aard, plaats en
hoegrootheid van deflatieverliezen te bepalen, omdat alle crisisverliezen nog geen deflatieverliezen zijn en
men wel een theoretische, maar daarom nog geen
feitelijke (boekhoudkundige) afgrenzing kan maken.

De te verwachten prijsstijging. Het is mogelijk,
maar geenszins vaststaand, dat tengevolge eener refla-
tionistische credietpolitiek prijsstijging zal optreden.
Deze zal alleen dan optreden wanneer, quantiteits-
theoretisch gesproken, het product ter geidzijde snel-
ler toeneemt dan het product ter goederenzijde, het-
geen, in het licht der huidige voortbrengingstechniek
gezien, allerminst van tevoren zeker is. Bovendien
mag niet worden vergeten, dat koopkrachts- en pro-
ductieprikkeling op zichzelf niet voldoende zijn; van
even groot belang is, dat het gestoord distributie-
mechanisme weer op gang komt (continue afzet, voor-
raadvorming bij den tusschenhandel). Een zuiver
monetaire crisisbestrjding helpt ons nog niet van de
a-monetaire ziektekiemen af!

C.

Het crisisfinancieringsinstituut. Inderdaad,
een industriebank, welke onder omstandigheden als
de thans heerschende haar werk begint, is goeddeels
een crisisfinancieringsinstituut. Zij zal het echter
niet blijven. Onafhankelijk van elke depressie zullen
sommige ondernemingen ,,Erziehungskredite” behoe-
ven. Onafhankelijk van elke depressie zullen er nieu-
we productiemogelijkheden zijn, waarbij steun van een industriebank wenscheljk is. En ook een crisis-
financieringsinstituut heeft efficiënte waarborgen
van noode, opdat het geen stroppen-financieringsin-
stituut worde.

Het probleem der ,,lange” industriefinanciering is,
gelijk in een naschrift bij het artikel van Mr. West-strate in E.- S. B. 917 terecht wordt opgemerkt, een
rentabiliteitsprohleem, waarvan de oplosbaarheid af-
hankelijk is van de levensvatbaarheid der door de in-
dustriebank gefinaneierde ondernemingen. i)at ik
hierover
blijkbaar
optimistischer gestemd ben dan
het redactioneel naschrift – mits met inachtneming
van de werkwijze, door mij in E.-S. B. 906 uiteenge-
zet – is duidelijk, en van de onhoudbharheid van dit
optimisme heeft deze redactioneele notitie mij geens-
zins overtuigd.
Dat de credietzekerheid in het geval der Grond-
kapitaalbank heel wat grooter is dan hij de industrie-bank, valt m.i. uit het betoog van Mr. Weststrate niet
op, te maken. Persoonlijke zekerheden
zijn
ook bij een
industriebank mogelijk, en slechts casuïstiseh kan
worden nagegaan, welke zekerheden het meest ge-
wenscht zijn; dit vraagstuk heb ik in E.-S. B. 906
reeds besproken.

Beknoptheidshalve bljve onbesproken de vraag, of
inderdaad de landbouwindustrie minder conjunctuur-
gevoelig is dan de industrie van half- en eindfabri-
katen. In zijn algemeenheid is dit m.i. stellig niet
het geval.

Wie vertrouwen heeft in de industriëele toekomst
van ons land – zelfs in een
tijd,
waarin de chaoti-
sche politieke, economische en financiëele verhoudin-
gen nog menige explosie zullen moeten ondergaan,
wil men weer tot geregelde toestanden komen –
weet, dat het liquiditeits- èn reutabiliteitsprobleem
hij voorzichtig en doelbewust handelen niet onoplos-
baar is. Hij weet ook dat, tenzij wij tot materieele
barharij
cii
verval onzer bevolking verzinken, een
,,dynamisch industrialisme” levensvoorwaarde is ge-

20 September 1933

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

739

worden, en dat voor de veidere industriëele opbouw
van ons land een industriebank een machtig en on-
ontbeerlijk agens mag worden genoemd.

N a s c h r i f t. Na onze beschouwingen in Econ.-
Stat. Ber. van 14 Juni ji. kunnen wij volstaan met
enkele korte opmerkingen natr aanleiding van boven-

staand betoog van Dr. Spanjaard.
Vooreerst de questie van het aan eene eventueel te
stichten industriebank toe te kennen monopolie. Zulk
een monopolie heeft slechts dan zin, wanneer men
concurrentie-excessen vreest en wanneer men kans
ziet om het monopolie effectief te waarborgen. Noch
het een noch het ander is hier het geval. Excessen
op het gebied van het bankbedrijf zijn hier te lande
evenals elders vrijwel in elke hausse voorgekomen.
Om ons tot den na-oorlogstijd’ te bepalen, wijzen wij

oj3
de bekende bankmoeilijkheden in de depressie van
1921 en volgende jaren, moeilijkheden, die waarlijk
niet gering zijn gewèest. Thans is de toestand gun-
stiger, dan, in de vorige depressie, doch ook tijdens

de laatste conjunctuurgolf is een zekere overmaat
van credietverleening, ditmaal aan het buitenland,
niet te miskenen geweest. De excessen op het gebied
van het bankbedrijf lagen’ wel
degelijk
op het gebied

van de korte credietverleening en de emissies; voor-‘
al de eerste na-oorlogsdepressie is in dit opzicht leer-
zaam geweest, hetgeen Dr. S., naar het ons voor-
komt, geheel uit het oog verlist. Strengere contrôle
op de bovengenoemde onderdeelen van het bankbedrijf
is dan ook de overweging waard. Zulk een contrôle
‘kan, maar behoeft niet gepaard. te gaan met verdere
bankconcentratie; waniaeer de macht der centrale
bank tijdig en op de juiste wijze wordt vergroot en
wanneer aan deze laatste een effectief contrôlerecht
wordt toegekend op de andere bankinstellingen, zoo
vermogen wij niet in te zien, waarom langs dezen
weg naar socialisatie van het bankwezen gestevend
zou worden. Integendeel, wij vreezen, dat juist het
ongeregeld laten van bepaalde onderdeelen van het
bedrijfsleven, die regeling behoeven, op den duur den
aandrang tot socialisatie zal versterken en mogelijk
zelfs onweerstaanbaar zal maken.
Anders ligt de zaak bij de lange industriëele cre-
dietverleening. Dat is – Dr. S. merkt het zelf op –
een terrein, dat op ontginning door de banken wacht.
Concurrentie-excessen zijn daarbij voorshands zeker
niet te vreezen, eerder gebrek aan activiteit. Een
monopolie heeft daarom geen zin.
Dr. S. geeft toe, dat een monopolie in dit geval
niet geheel effectief zou kunnen zijn. Toegegeven
zij onzerzijds, dat de concurrentie er wel door beperkt
zou worden. Wanneer echter een industriëele onder-
neming buiten de banken om lang kapitaal zou willen
verkrijgen, zooals thans vele malen geschiedt, zoo zal
dat ook na een stichting van een monopolistische in-
dustriebank mogelijk blijven. Van een beheersching
der lange industriëele credietverleening door deze
laatste zal ‘dus geen srake zijn.
Punt 2 in het betoog van Dr. S. komt ons, na de
beiderzijdsche beschouwingen, voldoende belicht voor,
zoodat wij geen aanleiding kunnen vinden om thans1
aan ons artikel van 14 Juni nog iets toe te voegen.
Onder punt 3 wijst Dr. S. op de moeilijkheden,’
die aan een politiek van reflatie verbonden zou-
den zijn. Voor een deel kunnen wij de door den
schr.. gebezigde argumenten onzeriijds onderschrij-
ven. Dat het veelal lastig uit te maken valt, of”
een onderneming alleen van de deflatie te lijden
heeft, dan wel of eventueele moeilijkheden aan
andere oorzaken te wijten zijn, kunnen wij ge-
reedelijk toegeven. Er zijn nu eenmaal voor de ver-,
leening van ,,reflatiecredieten” aan reeds bestaande
ondernemingen geen ,,hard and fast rules” te stellen,
waaraan men zich eëns en vooral zou kunnen houden;
elk geval moet op zichzelf beoordeeld worden en dan
nog zullen er wel een aantal vergissingen worden
begaan. Dat reflatiepolitiek geen offers zou eischen,
ware een waandenkbeeld. De vraag is echter slechts,

of bij een met inzicht geleide ‘reflatiepolitiek deze
offers grooter zouden zijn, dan de ontzaggelijke
schade, die thans door het deflatieproces wordt aan-gericht; het antwoord op deze vraag, komt ons wei-
lig twijfelachtig voor en luidt zeer zeker ontkennend.
Dat de huidige depressie niet uitsluitend langs
monetairen weg kan worden genezen, is volkomen
juist; wij gevoelen echter deze opmerking niet als
ohjectie, aangezieh wij zelf bij herhaling hetzelfde
hebben betoogd. Zoo hebben wij gewezen op de nood,
zaak van inkrimping van de productie van een aantal
goederen met onelatische vraag, op het opruimen
van handelsbelemmëringen en op andere, niet-mone-
taire maatregelen tot herstel van het economisch
leven.
Tenslotte kunnen wij al weder gereedeljk toegeven,
dat ook na afloop van de huidige depressie nog dik-
wijls ,,Erzièhungskredite” noodig zullen zijn. De
vraag is echter, of daarvoor een monopolistische in.
dustriebank zou moeten worden gesticht. Het een
erkennen is nog niet het ander toegeven, en wij blij-
ven bij onze meening, dat de voorstellen, in dezen
door.
‘Dr. van
., der Valk gedaan en neerkomende op de
stichting van participatiemaatschappijen door elke
groothank afzonderlijk, meer kan& op succes bieden
dan het plan van Dr. S.
De vraag van de zekerheid der aan de industrie
te verleenen credieten kunnen’ wij, als zijnde in’ dit
verband niet van principiëele beteekenis, buiten be-
schouwing laten.
Het blijkt derhalve, dat wij een heel eind, maar
toch lang niet ten volle met Dr. S. kunnen meegaan.
Met den schr. sympathiseeren wij, waar hij een dyna-
misch industrialisme voor ons land onontbeerlijk
acht, doch wij meenen, dat dit proces in betere banen
kan worden geleid door een uitbouw van het be-
staande bankwezen naar Belgisch ‘ voorbeeld, dan
door het ,stichten van een monopolistish instituut
met staatssteun. ‘ G. M. V. S.

DE MILLIOENENNOTA.

De bij de Tweede Kamer ingediende ,,Nota, be-treffende den toestand van ‘s Rijks financiën”, be-helst de volgende beschouwingen over den finan-
ciëelen toestand van het land.

DIENSTJAAR 1930.

De definitieve cijfers van het dienstjaar 1930, zoo,
als deze zijn opgenomen in de ingevolge artikel 86,
2de lid, der Comptabiliteitswet
(Staatsblad
1927,
No. 259) samengestelde en door de Algemeene Reken-
kamer. goedgekeurde algemeene rekening, zijn als
volgt:

Titel
A

Titel B

Gewone dienst Kapitaaldieust

Totaal
Ontvangst.
1 636.330.079,92 1 68.669.325,58
5
1 704.999.405,50
5

Uitgaven..
608.387.093,50e 112.225.642,12 720.612.735,03

Tekort…. –
1 43.556.316,54 1 15.61T0T1
5

Overschot
f 27.942.986,41e

DIENSTJAAR’ 1931.

De cijfers, opgenomen in de ingevolge art. 86, 2de
lid, der Comptabiliteitswet
(Staatsbiad 1927, No. 259)
samengestelde, en ‘door de Algemeene Rekenkamer
goedgekeurde’ algemeene rekening van het dienstjaar
1931 zijn als volgt:

TitelA. Gewone dienst.

Uitgaven ……………
f
603.157.159,02
Middelen …….
……….:_” 557.557.492,02e
Nadeelig saldo . . ..
f
45.599.667,-

Titel B. Kapitaaldienst.

Uitgaven … …………..
f
235.692.523,44
Middelen ……………,,_144.496.986,71
e

Nadeelig saldo . . . .
f
91.195.536,72

740

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

20
September
1933

Het tekort op den
gewonen
dienst werd in de vorige
Nota gesteld op
f
49.581.649,90. Thans blijkt een tekort
aanwezig van
f 45.599.667,—.
Dit gunstig verschil is toe
te schrijven aan cciie wijziging zoowel in de cijfers der
uitgaven, als in die der ontvangsten. Ten vorigen jare
werd voor de uitgaven van den gewonen dienst een voor-
loopig totaa.lcijfer genoemd van
f
606469.642,60. Dit totaal
is thans nader vastgesteld
0
1
)
f
603.157.159,02, gevende
eene vermindering van
f
3.312.483,57, voornamelijk toe te
schrijven aan lagere totalen voor de hoofdstukken Onder-
w’ijs, Kunsten en Wetenschappen, Defensie, Waterstaat en Arbeid, Handel en Nijverheid.
De opbrengst der gewone middelen vertoont, in ver-
gelijking met liet bedrag, ten vorigen jare als voorloopige uitkomst vermeld, eene stijging van
f
669.499,32. De ge-
wone middelen werden ten vorige jare opgenomen met
een totaaleijfer van
f
556.887.992,70, tegen thans

f
557.557.492,02. Als voornaamste oorzaken kunnen ge-noemd worden: de hoogere opbrengst van de inkomsten-
belasting en de vermogensbelasting, en voorts hetgeen
meer werd ontvangen wegens het nijverheidsonderwijs en
wegens rente en aflossing ingevolge de Woningwet.

DIENSTJAAR 19.32.
De voorloopige gcgeven.s leveren de volgende uit-
komst 01):

Titel A. Gewone dienst.

Uitgaven ……………
f 593.141.693,70
Middelen ……………..,,
515836.981,71

Nadeelig saldo -.
.. f 77.304.711,99

Titel B. Kapitaaldienst.

Uitgaven ……………
f486.053.991,92
Middelen …………..
1
)

658.622.385,70

Voordeelig saldo
. . .. f 172.568.393,78

1)

Waaronder wegens opbrengst van leeningen

f
505.864.650,31.

Becijferd telcort op den gewonen dienst 1932
rnim f
77
neiflioen.
1-let voor het jaar 1932 op den gewonen dienst becijferd
nadeelig saldo bedraagt, blijkens vorenstaand overzicht,

f
77.304.711,99.
Blijkens de aanvankelijk toegestane begrootingen werd’
aan gewone uitgaven geraamd
f
588.072.941 en aan ge-
‘one middelen
f
544.268.092. Aanvankelijk w’erd dus een
nadeelig saldo verwacht van f43.804.849. Onder de uit-
gaven van Hoofdstuk V is een post opgenomen (art.
145ter) ad f96O.000, welke naar den Crisisdienst moet
worden overgebracht, waarmede het nadeelig saldo moet
worden verminderd tot
f
42.844.849.
1)it nadeelig saldo is te verhoogen met
f
20 inillioen,
waarmede de raming der middelen moest worden vermin-
deid. (Zie § 5 der Memorie van Antwoord op het Voor-
loopig Verslag van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
omtrent Hoofdstuk 1 der Rijksbegrooting voor het dienst-
jaar 1932). Hieidoor steeg het geraamde tekort tot rond

f
63 millioeu.

Dekkingsinaatregelen.
Ter dekking daarvan zijn de volgende maatregelen ge-
troffen:

Geraamde opbrengst.
Tijdelijke korting op de bezoldi-
ging van de burgerlijkç en mili-
taire Rijksambtenaren (Koninklijk
besluit van 29 December 1931,
,3taatsblad
556) ….. ………… rond
f
7 millioen

Tijdelijke
heffing van een bijzonder
invoerrecht op benzine (Wet van
19 December 1931,

S’taatsblad
527)

………………. ……

….15,5
Verhooging van het tarief van in-voerrechten (Wet van 19 ])eeem-
ber 1931,
Staatsbiad
530) …………ii
Tijdelijke korting op de uitkeerin-
gen aan provinciën en gemeenten
(Wet van 18 Maart 1932,.
(Staats-
blad

104)
.
………………………,

2

f
35,5 millioen
terwijl aan de middelen van den
gewonen dienst der Rijksbegrooting
voor het dienstjaar 1932 uit het reser-
vefonds, ingesteld bij de wet van 19
December 1931
(Staatsblad
529), toer
gevoegd is een bedrag van ……….,, 18 millioen

Tezamen….

f53,5 millioen

Van hetgeraamde tekort resteerde daai’na nog een som van pIm. 10 millioen, te dekken door in den loop van het
dienstjaar nader aan te brengen besparingen.
Inderdaad is deze nadere uitgavenbesparing meer dan
bereikt. Daartegenover stond echter, dat wegens de nood-
zakelijkheid een tweede renteloos voorschot te verleenen aar. de Carnegiestichting; voorts wegens een aanzienlijke
stijging der uitgaven dc.’or consolidatie van vlottende
schuld; vervolgens wegens een grooter spoorwegtekort dan
verwacht werd en eindelijk wegens een hooger nadeelig
saldo van het Gemeentefonds de uitgaven niet een zeer
belangrijk bedrag moesten worden overschreden.
Aan den anderen kant is de opbrengst der middelen,
ondanks de versterking, die deze ondervond met behuip
van de benziiiebelasting en de verhooging van het tarief
voor invoerrechten, aanzienlijk bij de reeds zoozeer ver-
laagde raming ten achter gebleven. Dit alles tezamen
heeft geleid tot een veel ongunstiger uitkomst van het
dienstjaar 1932 dan was verwacht.
Onderstaande staat geeft een overzicht van de thans in
de begrouting vermelde cijfers:

1932
Titel A. Aanvankelijk Voorloopig Verschil en oorzaak
Gewone
dienst toegestaan resultaat
Uitgaven . -.
f588.072.911 f593.141.693
f
5.068.752
meer uitgegeven
dan oorspronkelijk
toegestaan
Ontvangsten
,,544.268.092 ,,515.836.981 ,,28.431.110

lagereopbrengst
dan de raming
ongunstiger
uitkomst
Nadeel.saldo
f
43.804.849
f
77.304.711
f
33.499.862
dan aanvank.verw.

Oves-zicht van de uitgaven en ontvangsten.

Gelijk gebruikelijk is, moge thans wederom volgen een, gedeeltelijk samengevat, overzicht van de laatste
20
jaren, met splitsing van uitgaven en ontvangsten
in gewone en buitengewone (vanaf het dienstjaar
1929
in Titel
A
(Gewone dienst) en Titel B (Kapi-
taaidienst). Uit den aard der zaak is de afloop van
de.

diensten
1914
tot en met
1924
in dit overzicht opge-
nomen met de cijfet-s, gelijk die zijn na uitschakeling van de crisis-ontvangsten en uitgaven.

Voor- of na-

Voor- of na-

Voor- of na-
Dienst- deelige saldi

deelige saldi

deelige saldi
jaren.

van den
ge-

v. d.
buitenge-

van den
ge-

ivonen
dienst

wonen
dienst

heelen
dienst
1913 tin.

Glcl.

Gld.

Gld.
1922— 4.273.617,34 – 899.360.622,71
5
– 903.634.240,05
5

1923— 14.182.083,93 – 78.186.161,21 – 92.368.245,14
1924+ 2.674.020,25′ – 59.285.120,90 – 56.611.100,645
1925 + 44.280.128,08′ – 31.455.234,58 — 12.824.893,505
1926+ 66.374.409,62 – 26.064.646,68 + 40.309.762,94
1927 + 75.259.938,22 – 10.336.656,24′
+
64.923.281,98
1928 .j_ 57.196.298,36 – 178.092.766,76 – 120.896.468,40

Titel A

Titel B Gewone dienst

Kapitaaldienst
1929 + 58.207.904,82
1
) – 116.773.136,57 – 58.565.231,75

1
930+27.942.986,41
51
)_ 43.556.316,54 – 15.613.330,12′
1931-45.599.667,— – 91.195.536,72
5
– 136.795.203,72′
1932-59.304.711,99
±
172.568.393,78 + 113.263.681,79

) i3estenid voor het Reservefonds, ingesteld bij de wet
van 19 December 1931
(3taatsblad
No. 529).

In de saldi van den buitengewonen dienst en van
•den geheelen dienst van de jaren
1928
en
1929
zijn,
in tegenstelling met vorige opgaven, wat den dienst
1928
beti-ef t, onder de uitgaven medegerekend de gel-
den, besteed tot aflossing met gedeeltelijke conversie

van een tweetal
6
pOt. leeningen en onder de ont-
vangsten de N.U.M.-uitkeering, welke tot die aflos-
sing gedeeltelijk in staat stelde en wat den dienst
1929
betreft onder de uitgaven medegerekend de gel-
den, besteed tot aflossing met gedeeltelijke conversies
van een
6
pOt. leening ad
40
millioen dollar en onder
de middelen de gelden, verkregen uit een leening,
welke tot die aflossing gedeeltelijk in staat stelde.

1)IENSTJAAR 1933.

Wat het loopende dienstjaar
1933
betreft, zij aan-

geteekend, dat de begrooting, zooals zij oorspronkelijk
bij de wet is vastgesteld, het volgende beeld ver-
toonde: Titel A.
Gewone
dienst.

Uitgaven.
Totalen der titels
A
van de hoofdstuk-
ken der begrooti.ng van uitgaven – –
f 572.643.131

Middelen.
Totaal van den ramingstaat (titel A)

518.223.483

Nadeelig saldo….
f 54.420.254

20 September
1933

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

741

Titel B. Kapitaaldienst.
Uitgaven.
Totalen dci’ titels B van de hoofdstuk-
ken der begrooting van uitgaven.. f
69.375.230
Middelen.
Totaal van den rarningstaat (titel B). .22.603.093

Nacleelig saldo.
. . . f
46.772.137

Geraamd nadeelig saldo over 1938 ruim f 88 millioen.
In tegenstelling met hetgeen voor het clienstjaar
1932 was geschied, is voor het jaar 1.933 bij cle raming
der middelen reeds rekening gehouden met de op-
brengst der door de Regeering bij de iridiening der
begrooting aangekondigde nieuwe of versterkte lief.

fingen. Dientengevolge was in het gemelde cijfer van

f
518.223.483 reeds begrepen een bedrag van
f
26
millioen wegens heffing van opcenten op alle invoer-
rechten en den accijns op bier en een bedrag van
f
10
millioen voor de weeldeverteringsbelasting. Doordat,
iii verband met gedurende de behandeling in de
Tweede Kamer der Staten-Generaal in het desbetref-
f end ontwerp aangebrachte wijzigingen, eerstgemelcle
opcentenheffing niet voor het volle bedrag werd ver-
wezen lijkt en de weeldeverteringsbelasting tot dusver
niet tot stand is gekomen, moet het cijfer van

f
518.223.483 met
f
13.200.000 worden verminderd.
Ter dekking van een deel van het geraamd nadee-
lig saldo van
f
54.420.254 had de ambtsvoorganger
van den ondergeteekende aangekondigd een salaris-
verlaging van
f
14,5 millioen en eene tegoedschrijving
uit het Reservefonds van
f
18 millioen. Deze beide
maatregelen zouden het tekort moeten doen dalen tot

f
54.420.254 –
(f
14.500.000 +
f
18.000.000)
=

f
21.920.254. Aangezien de salariskorting ten slotte
tot
f
11,5 millioen werd beperkt, moet laatstgemeicl
saldo met 3 millioen worden verhoogd, hetgeen, ge-
voegd bij de hierboven vermelde mindere versterking
der middelen ad
f
13.200.000, levert een totale ver-
meerdering van het nadeelig saldo met
f
16.200.000.
01) grond van de begrootingscijfers, zooals zij in ver-band met het bovenstaande moeten worden gewijzigd,
bedraagt dus het geraamd nadeelig saldo over het
clienstjaar 1.933
f
21.920.254
+ f
16.200.000
=

f
38.120.254.

Opheffing van het Reserve fonds.

Omtrent de evengenoemde tegoedschrijving uit liet
Reservefonds van
f
18 millioen kan nog het volgende
worden medegedeeld.
Het Reservefonds is gevormd uit:
batig saldo gewonen dienst 1929
. . f
58.207.904,82
batig saldo gewonen dienst 1930 . .

27.942.986,41

in het Fonds was beschikbaar ……
f
86.150.891,23

Na aftrek van het geraamd nadeelig saldo van den
dienst 1931 was de verwachting, dat in dit Fonds een
batig saldo zou beschikbaar blijven van rond
f M
millioen, welk saldo in staat zou stellen daaruit een
bedrag van
f
18 millioen ten goede te doen komen
aan elk der diensten 1932, 1933 en 1934.

Deze verwachting is echter niet verwezenlijkt.
Het nadeelig saldo van het jaar 1931 heeft in wer-
kelijkheid bedragen
f
45.5C 9.667, zoodat na afboeking
van dit saldo nog slechts
f
40.551.224,23 in het Re-
servefonds beschikbaar blijft. Na aftrek van liet be-
drag van
f
36 millioen, dat ten goede moet worden
geschreven aan de diensten 1932 en 1933, is dus in
liet Pteservefonds nog een bedrag over van

f
4.551.224,23e. Aangezien de tekorten, die op de ge-
noemde diensten overblijven, na aftrek van de ge-
mdcie
f
36 millioen, belangrijk grooter zijn dan het
saldo in het Reservefonds zou het geen zin hebben
dit saldo aan den dienst 1934 ten goede te schrijven.
De ondergeteekende geeft er integendeel de voorkeur
aan, gelijk bij het daartôe strekkend wetsontwerp
nader wordt toegelicht, het Reservefonds op te heffen
en tot een andere wijze van afboeking der saldi over
te gaan.

1

I

..
to

t-
t.)
Q 0)

ee

,

0) CD
0

t
0)



-.


tO to

co

0)

t’)
C)


t–

03

cn
II
11
t.)
.

6


0)ee

10

0′)

0.40)

0)

0)
II

1

J’

td

t-.
J
CD

0)
ce

t.
w
c

Q
4))
to
to
.-103

ee

o
e-î
0
to

0)
t))
2
.
3.
03

0)
t)
o
ite
1

0
.!
to

ce
toto
‘4-

2
3

3LIIH-IIHIHIII
te

=
=
171
4,
0

dot

te-e

t.
j t-

c
c

0) te’

Ot. 0) t’) to
to

te

.’
te t)) to to to
totC’)t.
t))
It)


t.)
.
to to
to

0)400)40 to 0)4))
t)
to
It)
to to t.-to 0)

0) to
0′) te’ 0) e t- II)
coct

te©
t-
0) ee
Ir
Z
– –
-.
.

t.)

to

to to

ce
to

0′)

te’
0.)

t)
t–It)

4))

to
to

00
.O
,

tot


t.)
t–

to
t–.


to
III

I’

II

liii

H
to

00
0

030)
‘4-

3
t
t))
00
t)
to
ce
to
0) 1)) 0) 0) 4))
0′)
t’)
t)


to
03
te
o
te
to

t.- – co
t’)
0′) 1)) 0)

t,
ce
In
eetote’tote)tote40)03t-

4-te,
to
cl]
2
-ico
ee

LEL
C.!
oD

).
t.)
to
CI)

.10
It)
C.I 0′) 0) It)
to

to

CIrto
t
0
0) 0′)
t– to t– to
0) 0′)

t) te’
to
)
to
0.4
to

t’)
0


t) t- to
It) 0)
t.)

)
4))
to
0) t.-
t))
CI)
te’ t’)
4))
Ir)
t’)
ce to

to
t.-

t.)

,
to to ce to

to
0)
ee to t-. to

)
to to
ce
te’
to
1′
te’

0)
0)
It)
to
0)
0)
01

0)

)
t)
03

t
t’) 4))

Ir) 0′)
ee t’)
(0
to
t)) t) Q
0.1 t–:
—0
ee
0) 0)
to te’
0′) Ln
t’) t’)
to
tO)
o
0)
)

Oto

t’t.Ito
toto
t-.
t,
Z


to
to

to
t- t))
0′)
to

.2
0′)

.
t,
t’) t’) t-
to

to

-‘
0) (0
0

t4-
‘4.-.

1

II
zh

.
IlIIllllIIIIl
3
0
to

to
ce
t.)
ee
to
ee
to

0HIIIIIIIHIJ
II
t.)

0
rJ’
to
to
te
1
40 II)


t-
to
‘t) co
t)
0)

to

0)
t)tt

Oecet–

to
t
t.)
.4
0
t.-
I

to to
It) 0) t’)
to
.t,
0)

03

t,
It) to
t)
to

to
ee
0) t-
ce
ee
0)
to
-co

t-
to
-.
to-
te
te’
*1
Ir) 40 te’ to
0) 0) 00
te

CI)

It)
t’)
o
ee
to
to

5
to
0) Cl) 0)
te’
to

to to
– 0)
to
ce
to
ee
-0
.
to
0′)
t’)
(0
to
4))
to to
co It)
to te’

to
to

1
ct

o
te
00
c.

1
,n
t’)
t’)
Ir)
c


t.-

9
03

0)40
‘-1
t’)

.
to

— ‘-

c
1
3
to t’)

v t.-
t’) t.-
It) — 0)
te’ Ir)
*1
0.1 —
to
0)
tel
co t.- —
to
to
t’)


t.-


t)

o
4-

.te

——— .1+)
o
0
ce

ee
t.-
t

to to
0-1
ce

t.) t.)
teI
to
0)

t.)
00:
0
.1
‘t
te
t.)
.0

‘O
0 0

*

742

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

20 September 1933

DIENSTJAAR
1934.

Alvorens over te gaan tot eene bespreking van cie
cijfers van het dienstjaar 1934 meent cie ondergetee-
kende eene algemeene opmerking te moeten maken
over de inrichting (ier begrooting.

Inrichting van de begrooting.

Gelijk uit het bovenstaande blijkt, is over vroegere
dienstjaren niet altijd dezelfde regel gevolgd met betrek-
king tot hetgeen lij de indiening der begrooting reeds
in de cijfers daarvan moet worden verwerkt en hetgeen
moet worden opgenomen in het dekkingsplan. Zon zijn de
voornemens der Regeering tot vermindering der uitgaven
in den regel niet in de begrootingscijfers tot uitdrukking gebracht, terwijl ten aanzien van de voorstellen tot mid-
delenversterking nu eens de raming is opgemaakt, alsof
die middelenversterking reeds was tot stand gekomen
(1933),
dan weder zonder met de voorgenomen verster-king rekening te honden
(1932).
Het komt den onderge-
teekende gewenscht voor zoowel ten aanzien van de mid-
delenversterking als van de uitgavenverlaging een zelfde
systeem te volgen. J)aarbij acht hij het meest juist het
systeem, waarbij de begrooting wordt opgemaakt overeen-
komstig den toestand, die bestaat tén dage harer indie-
ning. Dit beteekent, dat met voorstellen tot middelen-
versterking, die nog niet tot wet zijn verheven, evenmin
rekening wordt gehouden als met voornemens tot ver-mindering van uitgaven, die nog wettelijke sanctie be-
hoeven. Van dergelijke voorstellen en voornemens en van
den invloed, dien zij
01)
de begrootingscijfers zullen

uit-
oefenen, behoort in het dekkingsplan melding te worden
gemaakt. –
Het opmaken van de begi-ooting volgens dit systeem
heeft voor het dienstjaar
1934
eene zeer bijzondere betee-
kenis, waarop de oudergeteekende, ter voorkoming van
misverstand, aanstonds de aandacht wenscht te vestigen.
Grootendeels met ingang van
1
Januari
1934
en voor een
klein gedeelte met ingang van 1 Mei
1934
vervallen een
aantal tijdelijke heffingen. Het zijn in de eerste plaats
de onderscheidene heffingen, die worden geheven ten bate
van het Leeningfonds
1914,
in de tweede plaats de alleen
voor het jaar
1933
toegestane heffingen van opcenten op
eenige invoerrechten en accijnzen, en in de derde plaats
de alleen voor het belastingjaar
1933/’34
toegestane hef-
fing van opcenten op de gemeentefondsbelasting en de vei-
mogensbelasting. Worden deze heffingen overeenkomstig de daartoe ingediende voorstellen verlengd, dan zullen zij,
gelijk op bladz.
16117
dezer nota nader wordt uiteenge-
zet, de geraamde opbrengst der middelen – het algemeen
budget en het gemeentefonds tezamen genomen – voor
1934
met
f
76.398.000
verhoogen. Wanneer het onderstaan-
‘de tekortcijfer dus wordt besçhouwd met het oog op den
bij de indiening der begrooting bestaanden belastingdruk,
kan het aanstonds met dit bedrag worden verminderd.
Niettemin behooren, daar een vast uitgangspunt nu een-
rnaa.l noodig is,. ook deze heffingen. bij het opmaken van
het totaal tekortcijfer, buiten beschouwing te blijven.
Zekerheid, dat zij alle zonder uitzondering zullen worden verlengd, bestaat immers niet.

De naar het gewijzigd systeem opgemaakte begroo-ting voor 1934 wijst nu aan:

Titel A. Gewone dienst.
in uitgaven ……………………
f
730.534.792

in inkomsten ………. . ………..
,, 463.446.818

zoodat een nadeelig saldo is geraamd van
f
267.087.974

Teneinde eene juiste vergelijking te verkrijgen met
de begrootingscijfers van, het vorig jaar, meent de
ondergeteekende op dit bedrag aanstonds in minde-
ring te moeten brengen het bovengemeld bedrag van

f
76.398.000 wegens de afloopende heffingen.
Bij handhaving van den bestaanden belastingdruk
zal dus het nadeelig saldo dp den dienst 1984 bedra-
gen f 190.689.974.
Dit
cijfer
is
f
136.269.720 hooger
dan het saldo van
f
54.420.254 der begrooting voor 1933, zooals deze oorspronkelijk bij de wet is vastge-
steld.

Nadeelig saldo van het Leningfonds. Steunmaat-
regelen van den landbouw worden gefinancierd
uit het
Landbouw-crisisfonds.
Overige
‘crisisuitgaven komen ten laste van
de gewone begrooting.
Dat dit het geval is, is wel in de eerste plaats een
gevolg van den loop van zaken met betrekking tot

het Leeningfonds 1914. Dit Fonds, aanvankelijk uit-
sluitend bestemd voor de financiering van de rente
en aflossing der in verband met,den oorlogstoestand
aangegae geldleeningen, dat gevoed werd door een

groot aantal bijzondere heffingen, is tot 31. December
1933 krachtens de wet van .1.5 Mei 1931
(Staatsblad
No. 189) mede bestemd voor de financiering der
tegeriwoordige crisisuitgaven. Er was ten dage van de
totstandkoming van deze wet een overschot in het
Fonds, terwijl voorts Zijne inkomsten werden ver-
sterkt door eenige nieuwe ci-isisheffingen. 1

liermede
werd bereikt dat de crisisuitgaven werden gehouden
buiten de gewone begrooting. Deze taak kan liet Lee-
ningfonds thans niet langer vervullen. Het in het
Fonds aanwezig batig saldo is door de geweldige stij-
ging der crisisuitgaven in een nadeelig saldo ver-
keerd. Dientengevolge is het noodzakelijk deze crisis-
uitgaven op andere wijze te financieren. Wat deze
andere wijze van financiering betreft, heeft de Re-
geering gemeend ‘een onderscheid te moeten maken
tusscheu de uitgaven ten bate van den steun aan den
landbouw en de overige crisisuitgaven, in hoofdzaak
strekkende tot bestrijding der werkloosheid. De steun-
maatregelen voor den landbouw zullen worden gefi-
nancierd met behulp van het krachtens de Landbouw-
crisiswet ingesteld Landbouwcrisisfonds, dat
zijne
in-
komsten zal verkrijgen uit spec:iale heffingen, krach-
tens die wet of vroegere Landbouwcrisiswetten inge-
voei-d of in te voeren. Tussehen deze heffingen en de
door het Fonds te bekostigen uitgaven zal evenwicht
moeten bestaan.
t)

Anders staat het met de overige crisisuitgaven,
waaronder die tot
bestrijding
van de gevolgen der
werkloosheid. Deze zullen moeten worden gebracht
ten laste van de gewone begrooting. Een andere poli-
tielc zou bij de bestaande volkomen onzekerheid om-
trent den duur en het verdere verloop der economi-sche crisis, nu het saldo ‘in het Leeningfonds is op-
geteord, niet te verantwoorden zijn. De Regeering zal,
in liet bijzonder door het wegnemen van langzamer-
hand ingeslopen misstanden, deze uitgaven aanmer-
kelijk kunnen beperken. De door haar genomen en
nog te nemen maatregelen zullen mede ten goede
komen aan de gemeentelijke budgetten. Niettegen-
staande deze beperking der uitgaven heeft een en
ander er toe geleid, dat de raming van Hoofdstuk
XA,
voor bovengenoemde doeleinden met
f
52.191.331
verhoogd moest worden.
Is het Leeningfonds blijkens het vorenstaande niet
meer in staat de crisisuitgaven te financieren, zijne
middelen zijn oolc ontoereikend voor het financieren
van de rente en de aflossing der ten laste van het
Fonds gebrachte leeningen. Bij bestendiging van alle
ten bate van het .Fonds geheven belastingen – die
voor den erisisdienst daaronder begrepen – zou het
voor het jaar 1934 nog een tekort opleveren van

f
1.5.990.718.

Uitgaven voor de ovérige steunmaatregelen.
Aanzienlijk hoogere eischen worden voorts aan het
budget gesteld door dat deel van den dienst der
Staatsschuld, dat niet tot het Leeningfondh behoort.
De zwaardere last daarvan, op het budget voor 1934
drukkend, bedraagt
f
23.800.000.
Een bedrag van
f
1.3.330.000 moest meer worden
uitgetrokken wegens verhooging van het spoorweg-
tekort.

1-let tekort in het Gemeentefonds zal, bij bestendi-
ging der
tijdelijke’
opcentenheffinig, niettemin

f
6.736.312 meer bedragen dan het vorig jaar. Hoogere ramingen, respectievelijk van
f
1.425.000
en
f
2.970.000
2),
vdrderen voorts de posten wegens
onderstand aan noodlijdende gemeenten en steun aan
behoeftige Nederlanders in het buitenland.
Tenslotte moesten de middelen, die zonder nadere
voorziening na 1 Januari, resp. 1 Mei 1934 kunnen

])e afzonderlijke begrooting van dit Fonds voor het
jaar
1934
zal nader worden ingediend.
Zie noot 1 volgende kolom.

.

IT

20 September 1933

ECONOMISCH-STATIS’i’ISCHE BERICHTEN

743

blijven geheven,
f
35.546.665 lager worden geraamd.
Samengevat bestaan dus met cle begrooting voor
1933 de navolgende nadeelige verschillen:

Werkloosheidsbestrijding’) ………..
f
52.191.331

Leeningfonds ………………….,,

15.990.718
Staatsschuld …………………..,,

23.800.000
Spoorwegtekort ………………..,,

13.330.000
Gemeentefonds …………………,,

6.136.312
Noocllijdende gemeenten ………….,,

1.425.000
Nederlanders in het buitenland
1) . . . . ,,

2.970.000
Lagere raming middelen … ……….

35.546.665

f
151.990.026
Het ‘erschil tusschen het nadeelig
saldo der begrooting voor 1933 en
dat der ontwerpbegrooting voor 1934,
bedraagt, gelijk h:ierboven uiteengezet ,, 136.269.720

f
15.720.306
1)
De uitgaven voor dit doel werden op de vorige be-
grooting als ‘crisisuitgaven aangemerkt.

Op laatstgemeld bedrag zijn de uitgaven in de ont-
werpbegrooting lager’ geraamd. Deze lagere raming
is mede het? gevolg van de met ingang van 1938 inge-
voerde salariskorting ten bedrage van
f 11
1
/
2
millioen.
Intusschen hebben de besparingen zich geenszins be-
perkt tot het verschil tusschen evengenoemde lagere
raming en de
in
1933 ingevoerde salariskorting. In-
tegendeel hebben reeds zeer aanmerkelijke bezuini-
gingen plaats gehad, die echter hebben gestrekt om
het zoogenaamde automktisch accres op de begrooting,
waarvoor men een bedrag van tenminste
f 10
mii-
lioen pleegt aan te nemen, op te vangen.

Middelen.
Grondbelasting.
Deze belasting is
f 233.000
hooçjer ge-
raamd dan voor
1933
in verband met eenige stijging van
de opbrengst in de laatste jaren.
Inkomstenbelasting.
Wegeus de nog steeds voortdurende
ecoiiomische depressie is de opbrengst dezer belasting
slechts op
f 45.300.000
gesteld, di.
f 4.700.000
lager dan
de rarning voor
1933.
Vermogensbelasting.
Volgens de laatstbekende gegevens
kan de opbrengst van deze belasting voor
1934
op rond
f 11.300.000
worden geraamd of
f 1.300.00
hooger
dan de
raming voor
1933.
Dividend- en tantitmebelasting.
De vooruitzichten in de
zakenwereld ‘zijn nog slecht, zoodat de raming veiligheids-
halve slechts op een bedrag van
f 9.000.000
kan worden
gesteld, d.i.
f 1.500.000
lager
‘dan voor
1933
was geraamd.
Rechten op den invoer.
Ook de opbrengst van dit mid-
dcl
is in sterke mate afhankelijk van den economischen
toestand. Derhalve is voor
1934 .f 6.500.000
minder
ge-
raamd dan voor
1933.
De daling van de opbrengst in de eerste zes maanden
van
1933
heeft het noodig gemaakt de navolgende midde-
len voor
1934
lager
te ramen:
Statistiekrecht

……………… . ………
f

300.000
Accijns op wijn …………………………1.100.000
Accijns op het gedistilleerd ……….
………..3.600.000
Accijns op bier

………………………….1.000.000
Accijns op tabak

…………………….. ..
7.000;000
]3elasting, op gouden en zilveren werken ……..
200.000
Rechten en boeten van successie van overgang
bij overlijden en van schenking …………..
5.600.000
Accijns, op geslacht.
De stijging in de opbrengst van dit
middel in de eerste zes maanden van
1933
doet een op-
brengst over
1934
verwachten van
,f 6.500.000.
Met het
oog hierop is voor 1934 f200.000
hooger
geraamd dan
voor
1933.
Accijns op suiker.
In verband met de opbrengst over
1932
cd ruim
f 52.000.000
en de opbrengst van de eerste
zes. maanden van
1933
kan de raming voor
1934 op
f 52.000.000
worden gesteld; dit is
f 1.000.000
minder
dan deraming voor
1933.

Kapitaaldierist.
De kapitaaldienst wijst voor
1934
een totaal in uitgaven
‘aan van …………………………..
f73.382.S26
en in ontvangsten van …………………..
22.475.622

zoodat het nadeelig’ saldo bedraagt….
f 50.906.904

voor 1933 is
geraamd:
uitgaven

……………………………
f 69.375.230
ontvangsten

…………………………..
22.603.093

Nadeelig saldo
1933

Tf6.772.137

Maatregelen tot dekking van, het tekort.

Bij de uiteenzetting der plannen. om
tot dekking
van het tekort te geraken, moge de ondergeteekende
weder vooropstellen het verschil, dat er bestaat tus-
schen het formeele tekort med als gevolg van het af-
loopen van een groot aantal tijdelijke heffingen en
het materieele tekort, dat overblijft, wanneer de ver-Jenging dezer heffingen als vaststaand wordt aange-
nomen. ‘
De volgende heffingen komen op 1 Januari respec-
tievelijk 1 Mei 1934 te vervallen:

A.
Geheven ten bate van de Algemeene Middelen.

Geraamde
opbrengst:’)
lo. Opcenten, op de invoerrechten ..
f
9.500.000
2o. 15 opcenten op den
iccijns op bier ……….
f
1.630.000
waarvan reeds opgeno-
men onder de middelen
voor 1934 …………..,,

400.000

*11

1.230.000
30. ’20 opcent’en op den
accijns op suiker ……..
f
10.200.000
waarvan reeds opgeno-
men onder de middelen
voor 1934 …………….1.700.000

11
8.500.000

Totaal ……
f
19.230.000

B.
Geheven ten bate kan den gewonen dienst

van het Leeningfon’ds 1914.

Geraamde
opbrengst:’)
4o. Opcenten op de aanslagen in de
grondbelasting wegens gebouwde eigen-
dommen

……………………….f
3.660.000
So. Verdedigingsbelasting 1:

van d
opbrengst

1934/35

zou

213

ten

goede
‘komen van den dienst 1934

.,
7.800.000
6o. 20 opcenten op de hoofdsoni der
inkomstenbelasting:

van, ‘de

opbrengst
1934135 zou 2/3 ten goede komen van
den

dienst

1934

………………….
6.040.000
‘To. 55 opcenten op de hoofdsom der
Vermogensbelasting:

van de opbrengst
1934135 zou 213 ten goede komen van
den

dienst

1934

………………..,,
4.143.000
80. 33 opcenten op de aanslagen in
de Dividend- en Tantièmebelasting, enz.
2.640.000
Oo. 20 opcenten op’den
accijns
op wijn
260.000
lOo. 10 opcenten op den gedistilleerd-
accijns

…………………………,,
3.000.000
ho. opcenten op het zeglrecht van
buitenlandsche effecten
. ‘

..
215.000

Totaal …..
.

f
27.758.000

0.
Geheven ten bate van den Crisisdienst

van het Leeningfonds.

Geraamde
opbrengst:
1
)
’12o. Invoerïechten op Zuidvruchten:
hoofdsom . . ………..
f
1.250.000
30 opcenten …………,,

315.000

f
1.625.000
13o. 60 opcenten op den
accijns
op wijn 180.000
14o. 10 opcenten op den
accijns
op
suiker ……
……………. …….. ,,

5.100.000
15o. 50 opcenten op den tabaksaccijus

0
1) sigaretten …………………..,,

5.000.000
46o. extra-opcenten op het zegelrecht
van buitenlandsche effecten ………. .,, ,

645.000

Totaal ……
f
13.150.000
1)
Deze opbrengsten kunnen worden verwacht, indien
deze heffingen worden verlengd.

744

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

20 September 1933

D.
Geheven ten bate van het Gemeentefonds.
t

Gerdamde
opbrengst
:1)

i;ci. 30-150 opcenten
op de hoofdsom der Ge-
rneentefondsbelasting . .. . j 21.000.000
180. 30 opcenten op de
hoofclsom dci Vermogens-
belastrng ……………. ,, 3.390.000

f 24.390.000

van de opbrengst van 1934135 zou 2/3
ten goede van 1934 komen, zijnde . . .
f
1.0.260.000

welk bedrag in het budget zou worden
verwerkt door cene vermindering van
uitgaven wegens tekort
01)
het Ge-
meentefonds (Hoofdstuk VIIB).

Totaal ……. f 16.260.000
1)
Zie noot 1. vorige kolom.

Liquidatie van het Leeningfonds; Verlenging van
de crisisopcenten ten bate van het Gemeentefonds.

Indien de heffing van deze belastingen inderdiad
werd beëindigd, zou derhalve het tekort op den dienst
1.934 worden vergroot met een bedrag van f19.230.000
+ f27.758.000 +
f
13.150.000 +
f
16.260.000

j 76.398.000 :1-let is derhalve, gelijk reeds eerder
werd betoogd, onvermijdelijk deze heffingen te ver-
lengen. De onciergeteekende meent echter tevens deze
gelegenheid te moeten aangrijpen om ettelijke der
bestaande heffingen samen te voegen. Tenei.nde dit
te bevorderen, wordt in de eerste plaats een wetsont-
werp ingediend tot liquidatie, met 1 Januari 1934,
van het Leeningfonds. Na het saldo van dit Fonds is
verdwenen en allé heffingen ten bate daarvan ver-
vallen, bestaat er geen voldoende aanleiding meer het
Fonds als eene zelfstandige admini,stratieve eenheid
te haidhaven. De tot dusver tea bate van liet Lee-
ningfonds geheven belastingen kunnen daardoor naar
den gewonen dienst worden overgeheveld, hetgeen
tevens de gelegenheid biedt de afzonderlijke opcen-
tenheffingen op den accijns op de suiker, den accijns
op den wijn en het zegelrecht van buitenlancische ef-
fecten in één heffing te vereenigen, terwijl de op-

centen op den
accijns
op sigaretten in de hoofdsom
zullen worden opgenomen. Voorts werd reeds mede-
gedeeld, dat het noodzakelijk is het sterk gestegen
nadëelig slot . van het Gemeentefonds, dat op het
Rijksbudget drukt, te verminderen door de ten bate
van dit Fonds over het jaar 1933/34 geheven crisis-
opcenten voor één jaar te verlengen. Ook hiertoe
wordt een wetsontwerp ingediend.
Tengevolge van een en ander wordt het tekort

teruggebracht tot
f
190.689.974, hetwelk, zooals reeds
op hlz. 9 werd becijferd, als het door nieuwe maat-
regelen te dekken tekort voor het dienstjaar 1934 is
te beschouwen.

Tekort niet in één jaar gedekt.

Het spreekt wel vanzelf, dat het volstrekt onmoge-
lijk zou zijn een zoo geweldig tekort in één enkel jaar
te overbr’uggen. De ondergeteekende is echter van
oordeel, dat een dergelijke eisch ook n:iet behoeft te
worden gesteld. Waar het in de .tegenwoordige om-
standigheden op aankomt is,. dat de middelen worden
aangewezen en aanvaard, waardoor het vast komt te
staan, dat binnen enkele jaren het begrootingseven-
wicht zal zijn verzekerd. Is eenmaal die zekerheid,
menschelijkerwijze gesproken, aanwezig, dan mogen
voor het overbruggingstijdperk niaatregelen worden
genomen, die op zichzelf geen vermindering van uit-
gaven of vermeerdering van inkomsten beteekenen,
doch die wel den gewooen dienst
tijdelijk
ontlasten.
Het nemen van dergelijke maatregelen maakt het
evenwel volstrekt noodzakelijk voorzieningen te tref-
f en om aan deze wijze van overbrugging zoo snel mo-
gelijk een einde te maken

A..
Versterking van de middelen.

Wetsontwerp tot heffing eener om-
zetbelasting, inmiddels door de Tweede
Kamer der Staten-Generaal aanvaard
f
85.000.000
Wetsontwerpen tot heffing eener
couponbelasting, tot, heffing eener be-
lasting op het vrmogen in de doode
hand, tot heffing eener crisisinkom-
stenhelasting, tot verhooging van den
tabaksaccijns, tot heffing van een ac-
cijns op gebrande koffie …………,, 20.000.000
Wetsontwerp tot wijziging van het
tarief der inkomstenbelasting, waarvan
(met inbegrip der heffing van 20 op-
centen) meer wordt verwacht ……….1.519.000
Totaal ……
f
1.06.519.000

B.
Vermindering van de uitgaven.

Naast een groot aantal kleinere besparingen op de
verschillende hoofdstukken, clie voor een belangrijk
deel reeds in de begroot.ingscijfers konden worden
verwerkt, omdat zij geen
bijzondere
wettelijke maat-
regelen vereischen, zullen zeer belangrijke wijzigingen
moeten worden aangebracht in de uitgaven van de
Departementen van Onderwijs, Kunsten en Weten-
schappen, van Defensie en van Waterstaat, terwijl
bijzondere maatregelen zullen moeten worden getrof-
fen met betrekking tot dle uitgaven ten laste van het
Gemeentefonds en de salarisregeling voor liet Rijks-
personeel. Deze maatregelen mogen hieronder eenige
toelichting vinden.

Bezuiniging op Oncler’wijsuit gaven van f 15.500.000.
‘De begrooting voor Hoofdstuk VI is door verschillende mogelijk gebleken besparingeil, welke geen nadere vette-lijke voorziening eischen, voor
1934
ruim
f 5.3
inillioen
lager geraamd dan in het voorafgaande jaar. Intusschen
zal dit Hoofdstuk noodzakelijkerwijs een grooter aandeel
in de vereischte besparing moeten leveren en de Minis-
ter van Onderwijs, J.Çunsten en Wetenschappen heeft dan
ook verschillende maatregelen in overweging, van welke
enkele bereids tot wet zijn verheven. Het totaal van de
hieruit voortvloeiende besparingen is te stellen op
f 15.500.000.

Bezuiniging op Defensie-uitgaven van f 12.000.000. Het aandeel, dat de begrooting van Hoofdstuk VIII in
dle dekking van het begrootingstekort zal moeten bijdra-
gen, is bepaald op
f 12
millioen. Aangezien ook Neder-
landsch-Indië niet meer in staat is het
01)
zijne begroo-ting voorkomend bedrag der defensie-uitgaven te dekken,
heeft de Rtgeering een Commissie ingesteld, welke haar
01)
korten termijn zal hebben te adviseeren over de vraag,
Op welke wijze met handhaving van de tegenwoordige doel-
stelling van de weermacht te land en ter zee in Neder-
land en in Nederlandsch-Indië aanzienlijke besparingen
zullen kunnen worden verkregen. De uit deze reorganisa-
tie voortvloeiende besparingen zullen voor de Rijksbe-
grooting ten minste het zooeven vermelde bedrag moeten
opleveren van
f 12.000.000.

Stichting van een Vcrkeersfoncls. Besparing
07)
spoor-
weguitgaven ven f 20 millioen. Gewijzigde financiering
brug gaaS ouw en taneporiseering wegenaanleg. Hoe gcre op-
‘brengst van heffingen ten bedrage van f9.000.000.
Eene belangrijke verlaging zal voorts gebracht moeten
worden in Hoofdstuk 1X, welk hoofdstuk te zwaar wordt
gedrukt door het voortdurend, stijgend spoorwegtekort.
Verimundering van dit tekort is slechts te verkrijgen door
een betere coördinatie der verschillende ve rkeersmiddelen,
welke budgetair alleen dan op de juiste wijze tot uitdruk-
king gebracht kan worden, wanneer met opheffing van
het Wegenfonds, wordt overgegaan tot de instelling van
een Verkeersfonds, dat alle uitgaven en inkomsten van
het’ verkeer omvat. .
])oor de enkele instelling van een dergelijk Fonds –
welks begrooting behalve de inkomsten en uitgaven van
het Wegenfonds, ook alle inkomsten en uitgaven van
Hoofdstuk IX, voor zoover deze laatste op het verkeer
betrekking hebben, zal bevatten – wordt natuurlijk het
telcort
01)
het Rijksbuclget niet verminderd. Immers, aan-
genomen dat de begrooting van het Wegenfonds sluit –
hetgeen inderdaad het geval is -, zal ‘de bogrooting van het Verkeersfonds een tekort aanwijzen, dat even groot
is als de netto-varkeersuitgaven van Hoofdstuk IX. In het

20 September
1933

ËCONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

.

745

Bijlage A

ALGEMEENE VERZAMELSTAAT DER RIJKSBEGROOTING VOOR HET DIENSTJAAR 1934.
TITEL
A.
GEWONE DIENST


__________
.
T
oeges
t
ane
uit-
Verschil tusschen de raming voor 1931
en de bedragen toegestaan (geraamd)
Vermoedelijk be-
loop der wtgaven
OMSCHRIJVING.
Geraamd voor 1934.
gaven en geraamde
voor 1933.
en vermoedelijke
Middel. voor l933.i
opbrengst der
Meer,
1

Minder. Middel. voor 1932

)

UITGAVEN
.

Totalen der titels A van de hoofdstukken
,.
der begrooting van uitgaven.

f

1.850.000,—
f

1.850.000,—
.
f

1.802.938,85
11

f[ooge Colleges van Staat
]Tfdst. 1

1-luis der Koningin …..

en Kabinet d
.]ï
onirigin
,,

1.932.089,—
,,

1.965.789,—
f

33.700,—
,,

1.921.698,82
III

i3uitenlandsclie Zaken.
.
,,

3.622.933,—
,,

3.829.259,—
206.326,—
,,

4.389.605,16
lv

Justitie

……………
,,

26.255.769,— ,,

27.102.424,—
846.655,—
,,

28.740.781,20
ï

Binnenlandsche Zalen
,,

13.186.504,—
,,

9.417.527,—
f

3.768.977,—..
,,

10.229.287,02

VI

Onderwijs, Kunsten en

.

.
.
154.31 0.930,—
,, 159.616.685,—
5.305.755,—
,,
16P.640.348,96
97.372.201,—
,,

77.737.550,—
19.634.651,— 83.210.478,32
143.075.705,—
,,

63.876.307,—
79.199.398,—
.
68.018.210,22

Wetenschappen

……..
‘IIÂ
Nationale Schuld ……..

viii
,,

87.887.483,—
,,

88.469.145,—
581.622,—
,,

93.425.739,_
VIIB
Financiën …………..

IX

Waterstaat

……….
75.341.751,—
,,

64.552.596,—
10.789.155,—
,,

5017047349
X

Econ.

Zaken ……….
,,

11.790,269,—
,,

13.095.261,—
1.304.992,—
,,

13.307.112;-
XA.

Sociale Zaken

……..
109.164740,—
,,

55.634.638,—
53.530.102,—
,,

69.749.458,_ XI

Koloniën

…………
4.714.418,—
,,

5.446.556,—
.
732.138,—
,,

6.125.906,-
Xii

OnvoorzieneUitgaven
,,

30.000,—
,,

50.000,—
20.000,—
,,

9.656,66

……………..

[730.534.792,—

..

f
572
.
643
.
737,
_
f
166
.
922
.
283,
_
f

9.031.228,—
[598.141.693,70

..
..

157.891.055,—
MIDDELEN.

..

Totaal van den ramingstaat (titel
A).
f463.446.818.—
[518.223.483,—
f

54.776.665,—
..
515.836.981,71




Voordeelig saldo ……………………..
Nadeelig saldo………………..
[267.08
.7.974,—
f

54.420.254,—
f

77.304.711,99

TITEL B. KAPITAALDIENST.

Toegestane uit-
Verschil tusschen de raming voor 1931
en de bedragen, toegestaan (geraamd)
Vermoedelijk be- loop der uitgaven
OMSCHRIJVING.
Geraamd voor 1931
gaven en geraamde
voor 1933.
en vermoedelijke
Middel, voor 1933.
i
opbrengst der
Meer.
Minder.
Middel. voor 1932.
2
)

UITGAVEN.

Totalen der titels B van de hoofd-
stukken der begrooting

van uitgaven.
t
Hïdst. V.

Binnenl. Zaken

……..
f
11.455.700,—
f

10.900.360,—

f

555.340,—

f

12.200.511,09
780.000

,,

780.000,—
– –
,,
300.252.000,_
VIIB

l’insncien
35732826,—
33070870—
2661 9a6,—

135 911 198 6
163 000,—
,,

251.000,—

f

88.000,—
,,

442.517,_
ater staat…………..
24.801.000,—
,,

24.073.000,— 728.000,—

,,

35.963.873,18

VIIA

Nationale Schuld ……..

X.

Econ.

Zaken

……….
450.000,—

..

,,

300.000,—
,,

150.000,—

1.283.892,_

Viii.

Defensie

…………….

f
73.382.526,—

f

69.375.230,—

f

4.095.29e,—

f

88.000,—
f486.053.991,9

MIDDELEN.

..


,,

4.007.296,-

.
Totaal van den ramingstaat (titel B)
,,

22.475.622,—
,,

22.603.093,—
127.471,—
,,
658.622.385,’0
‘oordeelig saldo ………………
…..
– ‘

f 172.568.393 78
Nadeelig saldo ………………..

.
f
50.906.904,—
f

46.772.137,—
0

GEHEELE DIENST.

S
A L D 1.
Geraamd voor 1934.
jt

Voordecljg saldo

titel A

Voordeelig saldo’

B

172.568.393,78

Nadeelig saldo

A
.
………..
[267.087.974,—

f

54.40.254,—

f

77iO4.711,99

Nadeelig sal(lo


……..

50.906.904,—

,,

46.772.137,—

Voordeelig saldo
Geheele dienst

,

f

95.263.681,79

..

Nadeelig saldo

,,

,
……
f317.994 878,—

f
101.192.391,-

Cijfers der vastgestelde begrooting
1933,
gegroepeerd volgens de tegenwoordi’g’ë departementale indeeling.
De in deze kolom vermelde bedragen zijn gegroepeerd volgens cle tegenwoordige departementale indeeling.

Rijksbudget

zou

dus

slechts

deze

veraudering

komen,
worden

door

eene

zeer

aanmerkelijke

besparing

op

de
dat de thans over verschillende artikelen van Hoofdstuk
spoorweguitgaven. De spoorweg, die lange jaren het mb-
IX verdeelde verkeersuitgaven ‘zoudeii worden

vervangen
nopolie

heeft

bezeten

van

het

snelverkeer,

is

ddor

de
dooi’ éOn post:

,,bijd rage aan het Verkeersfonds” tot een
ontwikkeling

van

de

auto

in

zijn

regelmatigen

groei
gelijk bedrag als het totaal dier uitgaven, verminderd met
gestuit en heeft thans een concurrentie te doorstaan ge-
het totaal der vei’keersontvangten. Het voordeel is echter,
kregen,

die de

Overheid

dwingt zijne

plaats

in

liet

ge-
dat door het bijeenbrengen vati al deze inkomsten en dit-
bede

verkeersorganisme

opnieuw

te

bepaleu.

Het

lijdt
gaven in het Verkeei’sfonds, een veel overzichtelijker beeld
geen

twijfel,

dat

daarbij

takken

van

dit

bedrijf

zullen
wordt verkregen van het geheel, hetgeen voor de aanwij-
moeten

worden afgesneden,

welke economischer aan

liet
zing der juiste dekkingsmiddelen van het tekort een on-
riiotorverkeer kunnen worden oveigelaten. Hetzelfde geldt
niisbare voorwaarde is.
in nog sterker mate voor een aantal tramwegen. Ander-
Deze dekking zal in de eerste plaats verkregen moeten
zijds zullen door meer gelijkrnaking van exploitatie-voor-

746

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

20
September
1933

waarden, de lasten, die op de verschillende verkeersmici-
delen drukken, in eene betere verhouding gebracht dienen
te worden, vooral wat betreft de bedragen, welke ieder ver-
keersmiddel moet betalen voor het gebruik van den weg.
De besparing, welke op de spoor- en traniwegen door de
hierboven in groote trekken aangeduide maatregelen als-mede door eene vermindering der persoueelsuitgaven zal
moeten worden verkregen, meent de Regeering 01) een be-
drag van
f
20 millioen te moeten stellen. Hierbij doet zich
de moeilijkheid voor, dat het spoorwegtekort steeds drukt
op de begrooting van het jaar, volgende op het boekjaar,
dat het tekort heeft opgeleverd. Dientengevolge zal het
tekort over 1933 tot uitdrukking komen op de begrooting
voor 1934, en zullen de in 1934 werkende maatregelen,
die het tekort over dat jaar verminderen, hun gunstigen
invloed eerst op het budget van 1935 doen gelden. De
Regeering heeft zich daarom genoodzaakt gezien voor het deel van het tekort over 1933, dat voor volgende jaren zal worden verminderd door besparingen op de spoorweguit-
gaven, een bijzonderen maatregel te nemen. Dit deel van
het tekort, dat op de genoemde
f
20 millioen wordt ge-
steld, zal voor
f
9.140.000 worden opgevangen door het
tijdelijk stopzetten van de betaling der anuuïteit aan het
spoorwegpensioenfonds, waarvoor een wetsontwerp wordt
ingediend, terwijl het dan nog resteerend bedrag van

f
10.860.000 tijdelijk ten laste van dan kapitaaldieust van
het Verkeerslonds zal worden gebracht. Laatstgemeld be-
drag zal zoo spoedig mogelijk moeten worden geamorti-
seerd. Die amortisatie zal worden verkregen door, nadat de besparing van
f
20 millioen zal zijn aangebracht, de
betaling der gemelde annuïteit ad
f
9.140.000 aan het
Spoorwegpensioenfonds nog gedurende korten tijd niet te
doen plaats hebben. liet behoeft wel geen betoog, dat dit
een maatregel is, die geen bezuiniging op de spoorwegen
beteekent en die alleen getroffen wordt om tijdelijk eenige
verlichting van directe uitgaven te verkrijgen, doch die
daarom dan ook zoo spoedig mogelijk weder zal worden
ongedaan gemaakt.
Het zal voorts noodzakelijk zijn het Verkeersfonds nog
verder te ontlasten. De Regeering stelt zich voor dit te
bereiken door den brnggenbouw op eene andere wijze te
financieren en den wegenaauleg eeuigszius te tempori-
seeren.
]iene betere verdeeling der door de verschillende ver-
keersmiddelen te dragen lasten zal voorts leiden tot eene
hoogere opbrengst der ten bate van het Wegenfonds ge-heven belastingen, die evenals alle andere inkomsten en
uitgaven van dat Fonds naar het Verkeersfonds zullen
worden overgebracht. Uit de toepassing dezer middelen
zullen de volgende bedragen worden verkregen:

Vermindering Spoorwegtekort ………..
f
20.000.000
Gewijzigde financiering bruggenbouw en
temporiseering wegenaanleg ……………3.500.000
Hoogere opbrengst van heffingen ……….9.000.000

Samen….
f
32.500.000

Vermindering op de uitkeering aan gemeenten tot
een bedrag van f 13.000.000. Intrekking van de ,,Kor-
tin gswet 1932″.
Het groote tekort in het Gemeentefonds, dat – ondanks
verlenging der crisisopcenten – nog ten laste van het
Rijksbudget moet worden gedekt, heeft door de daling van
de opbrengst dci- ten bate van het fonds komende belas-
tingen een omvang bereikt, welke eene voorziening onver-
mijdelijk maakt. Handhaving van den bestaanden toestand
zou trouwens evenmin in het belang der gemeenten zijn,
daar, indien nog langer de gemeenten ten laste van ‘s Rijks
kas tegen de daling der fondsheffingen werden beschermd,
de uitkeering uit het Gemeentefonds bij de eerstvolgende
nieuwe berekening in 1936f 37 eene plotselinge daling zou
ondergaan, welke nagenoeg alle gemeente-budgetten zou
ontwrichten. Daarom wordt in afwachting van iii volgende
jaren te treffen maatregelen een wetsontw’erp ingediend
tot afwijking van de wet op de financiëele verhouding van
deze strekking, dat voor het jaar 1934/1935 eene vermin-
dering op de uitkeeringen aan de gemeenten wordt toege-
past tot een bedrag van
f
13 millioen. In dit zelfde ‘ets-
ontwerp wordt evenwel voorgesteld de ,,Kortingswet 1932″
(Staatsblad
No. 104) niet ingang van 1 Mei 1934 te doen
vervallen. Deze intrekking verhoogt het tekort van het
Gemeentefonds met 4 ton. Het bovenbedoelde wetsontwerp
zal op het Rijksbudget dus eene besparing opleveren van

f
13 millioen – f
400
.
000
= f1.2,6 milliocn, waarvan
voor 1934 2/3 of
f
8.400.000.
Selarisvarlaging.
Eene vei-dere vermindering van den salarislast zal voorts
onvermijdelijk zijn. Wat dit aangaat, is de Regeering van
oordeel, dat het geen aanbeveling verdient het systeem

der tijdelijke kortingen te bestendigen. Het is immers
boven twijfel verheven, dat er geen sprake van is, dat de
thans geheven tijdelijke kortingen, die op 1 Maart 1935
zullen komen te vervallen, na dien datum kunnen worden
gemist. De Regeering acht het daarom noodzakelijk, dat
eene geheel nieuwe salarisregeling wordt vastgesteld, waar-
bij dan tevens fouten in het huidige stelsel kunnen wor-
den weggenomen. Daar het niet mogelijk is die vaststel-
ling zôS tijdig te doen geschieden, dat zij vOOr 1 Januari
1935 in werking zou kunuen treden, is het onontkoom-
baar voor den duur van het jaar 1.934 nogmaals eene
tijdelijke korting op te leggen. Aanvankelijk is de Regee-
ring van oordeel, dat dit zou kunnen geschieden in den
vorm van eene verhooging der bestaande korting met
5
percent van het salaris voor alle ambtenaren en eene
verhoogde korting voor de ongehuwde ambtenaren in
dezen zin, dat de thans toegepaste vermindering van
3 ten honderd na den 25-jarigen leeftijd mat 1 pCt. per
jaar wordt verhoogd tot 10 pCt. van 32-jarigen en oude-
en. Iii gen nsverband, 1cvede eenige kostwi nners zullen
daarbij niet gehuwden worden gelijkgesteld. Eene ontwerp-
kortingsregeling van deze strekking is bij de Centrale
Commissie voor Georganiseerd Overleg in Ambtenaren-
zaken aanhangig gemaakt.
Van deze tijdelijke korting is eene bate voor het Rijks-
budget te verwachten van
f
15.750.000.
i)e bovenstaande maatregelen geven voor het
budget 1934 eene verlichting tot een totaal-
bedrag van

……………………….
f
84.150.000
zoodat met inbegrip van de versterking der
middelen tea bedrage van …………….106.519.000

eene totale verbetering wordt verkregen van f190.669.000

Recapitulatie.

Ten einde de heteekenis van al deze maatregelen
– in het bijzonder wat de verhouding tusschen aan
te brengen besparingen en verhooging van lasten be-
treft – nader toe te lichten, merkt de Minister van
Financiën het volgende op:
Wanneer wordt aangenomen, dat de tijdelijke hef-
fingen zullen worden verlengd, bedraagt het tekort
op de begrooting ……………….
f
190.689.974
Dit moet echter verhoogd worden met
het bedrag van het automatisch accres, dat is opgevangen door reeds in de be-
grooting aangebrachte besparingen. Dit
accres is te stellen op ……………,, 10.000.000
Voorts moet er rekening mede wor-
den gehouden, dat tengevolge kan door
de Regeering genomen en nog te nemen
maatregelen eene aanmerkelijke be-
zuiniging zal worden aangebracht op
de crisisuitgaven. Deze uitgaven kwa-
men, voor zoover zij als abnormaal wer-
den aangemerkt, tot dusver niet in de
gewone begrooting . tot uitdrukking,
omdat zij werden gebracht, ten laste van
den crisisdienst van het Leeningfonds.
haar bedrag over
1933
staat nog niet
voldoende vast. Niettemin meent de Re-
geering veilig te kunnen aannemen, dat
voor
1934
op deze uitgaven een bedrag
zal kunnen worden bespaard van rond

f
25
millioen.
i)
Zonder deze lagere
raming zou dus het tekort hooger zijn
geweest ………………………. ,,
25000.000

Het totaal van het tekort zou derhal-
ve, indien niet reeds belangrijke be-
sparingen hadden plaats gehad, heb-

ben bedragen ———————–
f
225.689.974
Hiervan zal worden gedekt door
nieuwe heffingen:
Ten bate van het al-
gemeen budget ……….
106519.000
Ten bate van het
Verkeersfonds ………,,

9.000.000
Samen
– – . – f
115.519.000

Blijft voor besparing ……………
110.170.974
J)
De beschouwingen in deze alinea hebben uit den aard
geen betrekking op de crisisuitgaven van den landbouw.
Ii)eze zullen, gelijk op blz. 9 dezer Nota is vermeld, wor-
den gefinancierd buiten bezwaar der gewone begrooting.

20 September 1933

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

747

Van deze
f 110.170.974 zijn aanstonds
in de begrooting verwerkt:
De besparingen tot opvanging van
het automatisch aceres ..
f 10.000.000
De besparing op de cri
sisuitgaven…………..,,
25.000.00.0
f 35.000.000

Over het dienstjaar
1934
zullen ten

volle hare werking kunnen doen gevoe-
len de navolgende besparingen:
Verlaging uitkeering
Gemeentefonds ……….
f 8.400.000

Salariskorting

Rijks-
pérsoneel …………… ,;
15.750.000

Bruggenbouw en tem-
poriseering wegenaanleg . ,,
3.500.000
,,
27.650.000

De -besparingen op de
spoorweguitgaven en op
de begrootingen van On-
derwijs, Kunsten en We-tenschappen en Defensie
worden verkregen door
maatregelen, die eerst ge-
leidelijk het budget ont-
lasten en die dus voorloo-
pig langs anderen weg
moeten worden gefinan
cierd. Omtrent de finan-
ciering van het spoorweg-
tekort werd hierboven
reeds medegedeeld, dat
deze geschiedt op zooda-
nige wijze, dat het budget

1934
wordt ontlast met
. f 20.000.000
De op de hoofdstukken

Onderwijs, Kunsten ei
Wetenschappen en Defen-
sie aan te brengen bespa-ringen zullen in den loop
van
1934
en enkele daar-opvolgende jaren worden

geëffectueerd. In afwach-
ting daarvan zal de ge-
wone dienst van het bud-
get kunnen worden ont-last door de aflossingen
op de leeningen van hét
Leeningfonds tijdelijk tot
een bedrag, overeen.ko-
mende met de nog niet
in het budget verwerkte
besparingen op de hoofd-
stukken VI en VIII, te
brengen ten laste van den
kap.itaaldienst tot een
maximum-bedrag van .. ,,
27.500.000
,,
47.500.000

Totaal ……
f 110.150.000

De ondergeteekende acht in de tegenwoordigc
moeilijke tijden eenige vertraging in de regelmatige
aflossing van de leeningen van hët Leeningfoncls
verantwoord, nu op deze leeningen in het achter ons
liggende tijdvak van bijna
20
jaren in zeer sterke
mate is afgelost.
Na aftrek van bovengenoemd bedrag van
f 27.500.000
zal, afgezien van de normale aflossing
op de geconsolideerde Staatsschuld, welke ten be-
cirage van
f 21.431.145
ongewijzigd op Hoofdstuk
VIIA voorkomt, op de schuld van het Leeningfonds
nog worden afgelost ten laste van den gewonen dienst
van het Rijksbudget een bedrag van
f 7.135.000.
Ten overvloede wordt nog opgemerkt, dat in het
bovenstaande de belangrijkste bezuinigingsmaatrege-
len zijn vermeld, doch dat de iRegeering daarnaast
bedacht blijft op verdere besparingen door doelmati-ger organisatie en door besnoeiing van verschillende

diensten.

AANTEEKENINGEN.

De economische politiek van de nieuwe regeering.

Aan het slot van de Millioenennota wijdt de Mi-

‘nister van Financiën enkele beschouwingen aan de
regeeringspolitiek, welke er op gericht is, om, – door
een evenwLcht i.n de begrooting, den gouden stan-
daard te handhaven en de aanpassing bij een lager
levensnivean te bevorderen. Wij laten deze heschou-
v1ng hier onverkort volgen.

,,De ondergeteekende (de Minister van Financiën) is
er zich volkomen van bewust, dat cle hierboven uiteen-
gezette maatregelen zware offers van ons – volk zullen
vorderen. De Regeering heeft er met den meesten
ernst naar gestreef cl de lasten naar redelijkheid over

alle groepen te verdeelen. Wat de nieuwe verlaging
der belooning van het personeel in Rijksdienst he-
tref t,’ vertrouwt zij, dat dit personeel, wanneer het.

kennis zal hebben genomen van den uitérst moeilij-
ken toestand, waarin ‘s Rijks financiën verkeeren,

tot de erkenning zal kunnen komen, dat het offer
niet in onredelijke verhouding staat tot hetgeen van
cle natie in haar geheel wordt gevraagd ën dat het
ook niet uit het oog zal verliezen, hoeveel hij, die in
Overheidsdienst is, in dëze onzekere tijden

voor heeft

hij de velen, die als ondernemer of arbeider in het

particuliere bedrijf werkzaam zijn. –
Het groote probleem, waarvoor wij ons zien gesteld,
is, dat de economische omstandigheden, ons dwingen
tot aanpassing aan geheel gewijzigde toestanden. De

Regeeri.ng
is er van overtuigd, dat het noodzakelijk
is, dat de -waarde an onze munteenheid wordt ge-
handhaafd: Experimenten, als men hier en daar met
het ruilmiddel heeft zien ondernemen, verwerpt zij
met de meeste beslistheid. Die experimenten mogen
tijdelijk een schijn van succes opleveren, op den dwir.
leiden zij ér alleen toe, dat de moeilijkheden worden
vergroot. Handhaving van den gouden stand aard
maakt het echter aan den anderen kant dwingend
noodzakelijk, dat wij ons instellen op een lager ni-
-veau Gemakkelijk verloopt dit proces niet, doch het
zou verkeerd zijn de oogen te sluiten voor het feit,
dat, met name op het stuk der bonen,- reeds heel wat

is geschied.
Rechtstreekschen invloed op de bonen in het par-
ticuliere bedrijf kan en moet de Overheid niet oefe-
nen. Zij mag aah den anderen kant echter evenmin
een politiek voeren, die de economisch noodzakelijke
loondaling tegenhoudt. Het zou geheel onjuist zijn hieruit af te leiden, dat de Regeering zou gedreven
worden door den wensch de welvaart voor breede
groepen van het volk naar beneden te drukken. Zij aanvaardt slechts de onvermijdelijke consequentie
van de algemeen.e daling der waarden van de goede-
ren en diensten in het maatschappelijk verkeer. Die
daling veroorzaakt, dat wij allen ons leven moeten in-
richten op een meer bescheiden voet. Wanneer dit
tijdig wordt ingezien, zal de inkrimping binnen enger
grenzen beperkt kunnen blijven, dan wanneer men,
cle oogen sluitend voor de werkelijkheid, blijft voort-
ieen, als dreigde hier geen enkel gevaar, om dan te
laat te ontwaren, dat een toestand is ingetreden, die,
niet in cle laatste plaats voor hen, die het minst te ver-
liezen hebben, de ernstigste gevolgen met zich brengt.
Voor zoover. het in het vermogen der Regeering
ligt, zal deze zich met alle kracht beij veren om bij het
d.00rmaken van dit – aanpassingsproces onbiflujkheden
te-
vermijden:
Zij heeft daarvan reeds -blijk gegeven,
door haar aandacht te wijden aan de bezoldiging -van
het Overheidspersoneel, dat niet in dienst van het
Rijk is. Handhaving eener te hooge belooning van
een deel van dit personeel, wekt eenerzijds begrijpe-
– lijke ontevredenheid en heeft anderzijds een noodlot-
tigen invloed op de positie van het particuliere be-
drijfsleven. In het algemeen belang moet hiertegen
worden -opgetreden.
Dit is mede- noodzakelijk om met succes den strijd
te kunnen aanbinden tegen de werkloosheid. De plicht

748

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

20
September 1933

van de Overheid om het hare te doen ten bate van
hen, die gebukt gaan onder den stoffelijken en mo-
reden druk, dien de werkloosheid veroorzaakt, wordt
door de Regeering ten volle erkend. Zij geeft er
zich daarbij rekenschap van, dat de beste oplossing,
die aan dit vraagstuk kan worden gegeven, is het
verschaffen van werkgelegenheid in het normale be-
drijfsleven. 1-laar politiek zal er daarom vooral op
gericht zijn, dat normale bedrijfsleven weder in be-
weging te brengen. Daarnaast zal zij zelf door het
ondernemen van openbare werken de werkgelegen-
heid moeten. trachten te vergrooten. Om dit doel te
kunnen bereiken, zal een beroep op de kapitaalmarkt
moeten worden gedaan. :Dit beroep zal alleen kans
van slagen hebben, indien een volkomen vertrouwen bestaat in den ernst van Regeeri.ng en Volksvertege-
woordiging om een gezonden f.inanciëelen toestand
te herstellen en te handhaven. Daarom is het vol-
strekt noodzakelijk, dat het evenwicht in onze Staats-
financiën in den kortst mogelijken tijd wordt bereikt.
Daarbij komt nog iets anders.
Op
het gebied van
het internationaal economisch leven voltrekken zich
veranderingen van een omvang en eene beteekenis als
slechts het geval is, wanneer men zich op een keer-
punt in de wereldgeschiedenis bevindt. Niemand
onzer weet hoe deze verhoudingen zich in de toekomst
zullen ontwikkelen, doch ook nicmand onzer gelooft,
dat de oude toestanden zullen terugkeeren. Groote
veranderingen zullen daarom moeten worden ge-
bracht in de economische structuur van ons land, om
van de veranderingen in onze overzeesche gebieden
met haar groote gevolgen vopr de welvaart, ook in
Nederland, nog geheel te zwijgen. Het overgangstijd-
perk, dat wij daartoe zullen moeten doormaken, zal
ongetwijfeld nog zware eischen stellen. Aan die
eischen zal alleen dan kunnen worden voldaan, indien
te voren het evenwicht in de begrooti.ng
is hersteld.

Het tegenwoordig tijdsgewricht legt zware ver-
plichtingen op allen, die op eenigerlei wijze betrok-
ken zijn bij het bestuur van stad en land. Van vele
gemeentebesturen wordt het bijna onmogelijke ge-
vorderd om hun huishoudingen in orde te houden.
De Regeering kan het verklaren, dat deze besturen
dikwijls reikhalzend uitzien naar de hulp, die, naar
zij vermeenen, het Rijk zou kunnen bieden. De zorg-
wekkende toestand, waarin de Rijksfinanciën ver-keeren, maakt het echter volstrekt onmogelijk, dat
de bedragen, die door het Rijk ten bate van de ge-
meenten worden aangewend, worden verhoogd. In-
tegendeel is beperking daarvan onvermijdelijk. Bij die
beperking is de Regeering bereid te zoeken naar
wegen, waardoor de lasten zooveel mogelijk worden
verdeeld in verhouding tot de draagkracht. Bij geheel
dit vraagstuk houde men steeds voor oogen, dat hier
van een tegenstelling tusschen liet Rijk en de ge-
meenten geen sprake zal mogen zijn. Beide behartigen
tezamen liet algemeen belang. Gezonde gemeente-
financiën zijn voor het behoud eener gave volkshuis-houding even onmisbaar als gezonde Rijksfinanciën.
T-Jet is evenzeer in het belang der gemeenten, dat het
Rijk niet in financiëele moeilijkheden verkeert, als
het is in het belang van het Rijk, dat de gemeentef:i-
nanciën in orde zijn. 1-let is noodig de maatregelen,
met betrekking tot de gemeente-financiën voor te stellen, uit dit oogpunt te bezien, wil men ze naar
billijkheid beoordeelen.

De Regeering moge tenslotte als haar vaste ver-
trouwen uitspreken, dat de Staten-Generaal bereid
zullen zijn hun medewerking te verleenen, opdat de
in deze nota aangekondigde plannen zoo spoedig mo-
gelijk tot uitvoering zullen kunnen geraken. Boven
het belang der afzonderlijke groepen staat het belang
van ons geheele volk. Dit belang kan in dezen zwa-
ren tijd alleen dan op de juiste wijze worden behar-
tigcl, wanneer v66r alles de zoo noodzakelijke eenheid
wordt betracht. Het is de oprechte wensch der Re-
geering, dat haar roep om die eenheid ook buiten de
Volksvertegenwoordiging alom weerklank zal vinden.”

STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.
BANK DIS CONTO’S

Ncd

isc. Wissels. 24192ept.’33
Lissabon

….
6 13Mrt.’33
Bi- ‘el.]3inn.Eff
Prsch.
3 19Sept.’33
Londen ……
2
30Juni’32
‘•
in R.C.
3
19Sept ’33
Madrid ……
6
26 Oct.’32
Athene ……….
74
6Juni’33
N.-YorkF.R.B.
2425
Mei’33
Batavia ……….
44l6Aug.’33
Oslo

……..
3422Mei’33
Belgrado

……..
74
20Juli’31
Parijs

……
24
9Oct.’31
Berlijn

……….
4 22Sept.’32
Praag

……
3425 Jan.’33
Boekarest……..
7

3 Mrt. ’32
Pretoria

….
3415 Mei ’33
]3russel ……….
3413 Jan.’32
Rome ……..
34
4Sept.’33
]3udapest ……..
44
17Oct.’32
Stockholm
.. 3

1 Juni’33
Calcutta

……..
34
16Feb.’33
Tokio

….
3.65

2 Juli’33
Dantzig

……..
3

6Mei’33
Weenen……
5
23Mrt.’33
flelsingfors ……
5

4
Sept.’33
Warschau….
6
20 Oct. ’32
Kopenhagen

….
3
1Juni ’33
Zwits. Nat. Bk. 2
22Jan.’31

OPEN MARKT.

1933 1932
1931
1914

IS Se
11116
4/9
28 Aug.!
12117 14119
20124
Sept.
Sept.
2Sept.
Sept.
Sept.
Juli

Amsterdam
Partic.dlsc.
11
116
11
116_
3
14
11116_I
1
-12
1
1
14
1
12
uI
311_31
Prolong.
1 1
1 1
1
1-2
21(
4
3(
4

Londen
Daggeld…
14•1
4-I
14I
1
14.1
114-1
3
1
12.4
1
12
1
3
14-2
Partic.disc.
3
,8-
7
1i6
18-116
71
/16-12
5/
5
_31
4

411
4
_31
5

4
1
/4.
3
14
Berlijn
Daggeld…
4
3
18.5
1
/2
418512
3113_5914
4/p-6
5
5
5-614
8112-912

Maandeld
4I2-6
4j2-6
4
1
I-6
4I2-6
5-6
1
12


Part, disc.
3
7
18
37j
3
7
18
3
7
18
4113 7718
211_112
Warenw…
4-
1
12
4
1
13
4
1
12
4_119
5-
1
12
8

New York
Dageld
1)
91
4

314

314
3
14-1
2_11
4

1
1
13
3
14
1
3
142
1
/9
Partie.disc.1
1
12
1

1
12
113
112_I18
71
1

1)
Koers van 15 Sept. en daaraan voorafgaande weken tjm. Vrijdag.

WISSELKOERSEN.
KOERSEN IN NEDERLAND.

Data
New
Londen
Berlijn
Parijs
Brussel
Bot avia
York.)

12 Sept. 1933
1.74
7.97k
59.11
9.704
34.584
99%
13

1933
1.7271
9

7.92v
59.13
9.71
34.60
9971
8

14

1933
1.71k
7.90
59.174 9.704
34.59
9971, 15

1933
1.6791
4

7.83k
59.24
9.704
34.584
9971,
16

1933
1.67j.
7.84
59.20
9.704
34.59
9971, 18

1933
1.628/,
7.76g
59.20
9.704
3459
99v
8

Laagste d.wl)
1.61
7.75
59.10
9.694
34.55
99
Hoogste d.w’)
1.774
8.06
59.274
9.71
34.624
100
Muntpariteit
2.4878
12.1070 59.263
9.747
34.592
100

Data
sr’id
Weenen
Praag
Boeka-
Alilaan
Madrid
) )
reI)
)
)

12 Sept. 1933
47.94

7.36
1.49
13.074
20.724
13

,,

1933
47.97

7.36
1.49
13.06
20.724
14

,,

1933
47.98

7.36
1.49
13.06
20.73
15

1933
48.03

7.36
1.49
13.06
20.71
16

1933
48.02k

7.36
1.49
– –
18

1933
47.99

7.36
1.49
13.06
20.724
Laagste d.w1)
47.87)4

7.324
1.45
13.-
20.60
Hoogste d.wl)j
48.05
28.-
7.40
1.524
13.124
20.90
Muntpariteit
48.12)4
35.007
7.371
1.488
13.094
48.52

a a
D t
Stock- Kopen-
°
kleI-
Buenos-
Mon-
/iolm ‘)
hagen’)
joï;)
Aires’)
treal
1)

12 Sept. 1933
41.20
35.70
40.15
3.50
65
1.67)4
13

1.933
40.95
35.45
39.90
3.49
65
1.64
14

1933
40.85
35.40
39.80
3.50
65
1.65
15

,,

1933
40.45
35.-
39.40 3.474
65 1.61
16

,,

1933
40.50 35.10 39.50
3.474
65
1.60
18

,,

1933
40.10 34.75 39.10
3.46
65
1.59
Laagste d.w
1
)
39.75 34.40
38.75 3.40

1.57
Hoogste d.wl)
41.50
36.-
40.30
3.55
65
1.70
Muutpariteit
66.671
66.671
66.671 6.266
95)4
2.4878
‘) Noteering te Amsterdam. **) Not, te Rotterdam.
1)
Part. opgave.
In
‘t
Iste of 2de No. van iedere maand komt een overzicht
voor van een aantal niet wekelijks opgenomen wisselkoersen.

KOERSEN TE NEW YORK. (Cable).

D a a
Londen
($
per
£)
Parijs
($ p.
lOOfr.)
Berlijn
(2

P.
100
Mk.)
Amsterdam
(S p. 100
gld.)

12 Sept.

1933
4,57
Y
4

5,58
34,07
57,53
13

1933
4,5951
5

5,63i5,
34,32w
58,02)4
14

1933
4,63k
5,72)4
34,90
55,9234
15

1933
4,6634
5,80v
4

35,45 59,75
16

1933
4,72k
5,85w
36,75 60,35
18

1933
4,77
6,-
36,65
61,85

19 Sept.

1932
3,91ia,,
23,81
40,15
Muntpariteit..
4,86
3
,
905
1
23.81)4
4088

20 September 1933

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

749
11

NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 18 September 1933.

Activa.
Binnen!. Wis-t
Hfdbk.
f
26.728.680,36
sels, Prorn., Bijbnk.
,,

595.244,51
enz.in disc. Ag.sch.
,,

4.034.635,53
f

31.358.560,40
Papier o. h. Buiteni. in disconto ……,,


Idem eigen portef.
f

1.248.750,-
Af: Verkochtrnaar voor de bk.nog niet afgel.


Beleemn
g
en
Hfdbk.
f
101.024.733,56
1
)
ncl. vrsch. Bijbuk.
,,
3.958.137,88
in rek.-crt.
op onderp. Ag.sch. ,, 39.265.570,55

f
144.248.441,99

Op Effecten ……
f
143.114.090,41
1
)
OpGoederenenSpec.
,,

1.134.351,58

144.248.441,991)
Voorschotten a. h. Rijk ……..
……..,,


Munt, Goud ……
f
111.858.545,-
Muntmat., Goud .. ,, 717.109.788,20

f
828.968.333,20
Munt, Zilver, enz.

24.752.258,68
Muntmat.. Zilver. – ..


,.

,,
853.720.591,882)
Belegging
1
1

kapitaal, reserves en pen-
sioenfonds

……………………,,
21.540.798,38
Gebouwen en Meub: der Bank ……..,,
5.000.000,-
Diverse

rekeningen ………………,,
5.218.282,30
Staat d. Nederl. (Wetv. 27/5
;
’32, S. No. 221) ,,
18.331.195,17

f
1.080.666.620,12

Pa8siva.
Kapitaal
……………………….f
20.000.000,-
Reservefonds ……………………,,
3.749.272,82
Bijzondere

reserve

………………

..
5.000;000,-
Pensioenfonds

………………….,,
8.821.980,83
Bankbiljetten in omloop …………..

,,
902.590.665,_
Bankassignatiën in omloop

……….,,
36.491,58
Rek.-Cour. J Het Rijk
f

20.611.775,86
saldo’s:

Anderen,,118.282.998,60
138.894.774,46
Diverse

rekeningen ……………….,
1.573.435,43

f
1.080.666.620,12

Beschikbaar metaalsaldo

…………f
437.630.852,54
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
ioop dan waartoe de Bank gerechtigd is ,,
1.094.077.131,-
Waarvan aan Nederlandsch-Indië
(Wet van 15 Maart 1933, Staatsblad No. 99)
……..
f
76.424.425,-
Waarvan in

het buitenland

…… . ………………
..3.020.302,58

Voornaamste posten in duizenden guldens.

1
Goud

1 1
Andere
1 Beschikb. 1
Dek-
Data

1
lCirculatielopelschb.I
Metaal- Ikings
1
Munt _Muntrnat.I
schuldenl
saldo

1
perc.

18 Sept. ‘3311118591
717.110 902.591I138.931
1
437.631
82
11

«


33
1
111859
!
715.194
912.4801126.287
435.210
81

25,
Julj’
14
J
65
.
703
1
06
.
41
0
3
1
0.
4
371
6.198
1

43.521
54
1

Totaal
Schatkist-
Belee-
Papier
verse

Data

1
bedrag
1
promessen
ningen

het
b
°
u’tenl.
reke-
1
disconto’slrechtstrePksl ningen
1
)

18 Sept. 19331
31.359
I•


1144.248
1.249
5.218
11

,,

19331
31.590
I


1144.248
1.249
5.724,

25
Juli

19141

67.947
1


1

61.686 20.188
509
‘)Onder de activa.

JAVASCHE BANK.

Data
Goud
Zilver
Circulatie
opeischb.
metaal-
1
1
schulden
saldo

16 Spt. ‘332)
13600
195.030
26.150
50.128
9

1332)
140.100
198.420
27.420 49.764

19Aug.1933
99.924140.347
196.056
30.989
49.453
12

,,

1933
99.924
1

40.801
200.807
26.569 40.775

25
Juli
1914
22.057
1

31.907
110.172 12.634 4.842

Wissels.
Diverse
Dek-
Data
buiten
Dis-
Belee-
reke-
kings-
N.-ind.
conto’s
ningen ningen
1)
percen-
______________
betaalb.
tage

16 Spt. ‘332)
570
020
13.520
63
9

1332)
650
83.100
14.380
62

19 Aug.1933
491
19.652
62 ‘
9.506 159.934
12

,,

1933
346
9.558
I

59.922
18.584
62

25
Juli
1914
6.395 7.259

1

75.541
2.228
44
1)
Sluitpost activa.
2)
Cijfers
telegrafisch ontvangen.

GOEDERENHANDEL.

GRANEN.

io 5eJ)te11ber 1933.
In dcii 10012 der week zijn vcrdei’e schattingen valt dc opbrengsten der t a r w e-oogsten in verschillende ]anden
bekend gemaakt. i)c officiëele ranliug der ‘Fransche regee-
ring bedraagt 42.400.000 quartcrs waarbij het overschot
van den vorigen oogst van 5.450.000 quarters ioet worden gevoegd. i)oor uitvoer, deriatureereis cii het voorschrijven
rai1 een lager uitmalingspercentage hoopt de regeerilig
het nu aangcvangen seizoen te eindigen met een overschot
‘aIl 1.000.000 quarters. Particuliere ralilingeli van de op-
brengst zijn echter grooter dan die der regeeringeti gaan
tot 45.530.000 qua.rtcrs. liii Engeland wordt de opbrengst
van tarwe geschat op 7.280.000 quartet’s tegen 5.157.000
quarters in liet vorige jaar, in Oostenrijk op 1.730.000
quai’ters tegen 1.532.000 quarters. In Hongarije is een
groot exportsurplus en in Bulgarije verwacht men een
100.000 tons grootere tarw’c-opbrengst dan in het vorige
jaar. In Zweden schat men de opbrengst op 2.950.000
quartcrs tegen 2.700.000 in het vorige jaar, terwijl de nog
aanwezige oude voorraden 0]) 525.000 quarters worden ge-
schat. Dc tarwe-opbrengst in Europa buiten Rusland
wordt berekend 20.91.5.000 quarters grooter te zijn dan in
liet vorige jaar. Hoewel van de uitkomsten in Rusland
geen gegevens bestaan, mag wel met zekerheid worden
aangenomen, dat de opbrengst er grooter is dan in het
vorige jaar. De officiëele schatting van de opbrengst in
Canada bedraagt 282.771.000 bushels tegen 428.514.000
bushels in het vorige jaar. i’articuliere oogstramingen be-
droegen op 1 September 258 niillioen bushels. Men is met
het binnenhalen van dcii oogst in Canada flink gevorderd,
doch in de vorige week werden die werkzaamheden dooi
regen vertraagd, welke ook van nacleeligen invloed s’as

0
1
)
dc kwaliteit. Het totaal dier tarwe-opbrengsten in de
geheele wereld wordt door de slechte resultatet in Noord-
Amerika geschat op 545.480.000 quarters tegels 571.721.000
guarters in het vorige jaar. Bij de productie moeten ech-
ter de oude voorraden worden bpgeteld, welke in Noord-Amerika aanwezig zijn en op 73.000.000 quarters worden
geschat. Bovendien is in Europa nog tarwe van den von-
gen oogst overgebleven; De stemming aan de tarwernark-
ten was in de afgeloopcn week niet vast, behalve in de
Ver. Statei.s waar de prijzenloop onafhankelijk is van• de wereidsituatie. Te Chicago stegen de prijzen naar annie!-
ding van plannen der regeening om 35 millioen bushels
tarwe niet een groote exportpreniie naar het Verre Oosten
te verkoopen.
01)
dc wereldmarkt had dit bericht een
deprirneerende uitwerking. Het exporteeren van zulk een
groote hoeveelheid tarwe naar China, waar de oogst reeds
beter clan gemiddeld schijnt te zijn, vermindert natuur-
lijk den afzet daarheen van andere tarwesoorten. Chicago
was ook vast op verdere verlaging van dcii dollarkoers
en geruchten over nieuwe inflatieplanneu en het slot
kwam’ 7% dollarcents honger dan een week geleden. In
Winnipeg bleven in het begin der week de prijzen op het
vastgestelde nminirnum staan. Toen echter de minimum-
prijzen werden opgeheven, trad een scherpe daling in door
groote likwidatie-orders. Tot de lagere prijzen ontstond
meer vraag voor Manitoba-tarwe en de prijzen aan dc
termijnmarkt zijn in de tweede helft der week weder ge-
stegen. Het slot was te Winnipeg
1%’
dollarcents lager
dan een week geleden. In Argentinië waren de prijs-
schommelingen niet groot, het slot te i3ueimqs Aires was
7 eentavos hooger, te Rosario 5 centavos lager dan een
week geleden.
De r o g g e-mnarkt blijft gedrukt met dringend aanbod
van Duitsch/Poolsclie en ‘Hongaarsehe rogge, welke, tot
vrijwel gelijke prijzen worden aangeboden. Het voor uit-
voer in Hongarije beschikbare surplus wordt
01)
7 1800.000
tons geschat, waarvoor koopers worden gezocht. , In Ne-
derland is door de regeering opgehouden niet het’ denatu-reereii van buitenlandsche rogge vooi voeclerdoeleinden,
zoodat voor alle rogge voortaan het hoogere iiivocrrecht
moet worden betaald. Daardoor zijn dispoisibele geclena-
tureercle voorraden in plus gestegen, clo,Ii nieuwe cif-
zaken waren niet mogelijk.
In liet begin der week was cle stemming voor iii a ï 5
flauw, cloorda.t verschillende booten tegelijkertijd binnen-
kwamen en houders geneigd waren tot lage prijzen af te
geven. De consumptie nam het aanbod grif op en spoedig,
bleek, dat de aangeboden lioeveelhecleti niet’ te groot
waren. Een prijsherstel was daarvan het gevolg, mede in
de hand gewerkt door eeuige koersverbetening in Ai’gen-
tinie..Daarna zijn cle .t rgentijnsclme koersen weder ge-
claald, en was aangekoiiien mnaïs hier weder iets lager ‘te
koop. 1-Jet aanbod was echter alleugs beperkt geworden, terw’ijl ook in deze en de volgende week slechts beperkte

750

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

20 September 1933

STATISTISCH OVERZICHT

GRANEN EN ZADEN
TUINBOiJWARTIKELEN
VLEESCH

Manitoba

.
L!JNZAAD
.

DRUIVEN
M
RUND- VLEESCH
VARKENS
VLEESCH

0.

OCO
Notada
loco
Lta
loco
19
a

a a
L.

loco
Black Alt
TOMATEN
IKOOLt
e so
t
(versch)
RdarnfAdam

!ÇÇ’
1925
17,20

100,0
13,07
5

100,0
231,50
100,0
236,00
100,0
462,50
100,0


1926
15,9092,4
11,7589,9
174,25
75,3
196,75
83,4
360,50
779
.



1927
1475
85,8
12,47
5

95,4
176,00
76,0
237,00
100,4
362,50
78,4
– –
1928 1929
13,475
78,3
13,15 100.6
226,00
97,7
228,50
96,8
36300
78,5
0,80
100,0
20,-
100,0
1480
100,0
93,-
100,- 77,50 93,12
5

100,-
120,2
1930
12,25
9,575

71,2
56,3
lO$7
6,22
5

83,2
47,6
204,00
136,75
88,1 59,1
179,75 111,75
76,2
47,4 419,25 356,00
90,6 77,0
0,64
0,62
80,0
77,5
16,
20,-
80,0
100,0 17,23
14,22 116,4
96,1
96,40
108,
103,7
116,1
72,90
94,1
1931
5,55
32,3 4.55
34,8 84,50
36,5
107,25
45,4
187,00
40,4
0,49
61,3
14,50
72,5
7,54 50,9
88, 94,6
48,-
61,9
1932
5,22
5

30,4 4,62
5

35,4
77,25
33,4
100,75
42,7
137,00
29,6
0,41 •
51,3
11,50
57,5
9,92
67,0
61, 65,6

37,50
48,4
Jan.

1931
6,52
5

37,9
4,-
30,6 84,50 36,5 86,25
36,5
207,50
44,9
96,-
103,2
56,-
72,3
1ebr.,
5,77
5
33,6 3,90
29,8 87,50 37,8 85,75
36,3
206,25
44,6
91,-97,8

64,5
Maart

,,
5,625
32,7 4,20
32,1
103,00
44,5
104,75
44,4
214,00
46,3
90,-

96,8

65,8
April

,,
5,90
34,3
4,42
5

33,8
112,00
48,4
117,00
49,6
197,75
42,8
97,-
104,3
47,-
60,6
Mei

,
6,15
35,8
4,975
38,0 95,75
41,4
124,00
52,5
189,00
40,9
98,-
105,4
45,
58,1

Juni

,
5,75
33,4 5,05
38,6 86,75 37,5
116,30
49,4
191,50
41,4


101,-
108,6
41,-
52,9
juli
5,42
31,5
4,70
35,9 84,25 36,4
115,75
49,0
211,00
45,6

23,
115,0

95,-
102,2

49,-
63,2
Aug.

,,
4,975
28,9
4,02
5

30,8
74,50
32,2
119,50
50,6
185,50
40,1
0,65
81,3
8,50 42,5

———————————

——————————–

94
f

101,1
54,-
69,7
Sept.


4,775
27,8
4,275
32,7
68,00
29,4
97,00
41,1
164,25
35,5
0,48
60,0 9,
45,0

——————————-

12,2l 82,5
84,-
90,3
.

50,-
64,5
Oct.

,
5,-
29,1
4,475
34,2 68,50
29,6
94,75
40,1
160,25
34,6
0,34
42,5
17,50
87,5
4,38
29,6
75,-
80,6
49,-
63,2
Nov.

,,
5,826
33,9
5,475
41,9 81,00 35,0
114,50
48,5
169,75
36,7
6,04
40,8
72,-
77,4
48,-
61,9
Dec.

,,
4,925
28,6 4,95
37,9
69,25
29,9
111,25
47,1
145,75
31,5

—-







—-

70,-
75,3
43, –
55,5
Jan.

1932
5,05
29,4
5,07
5

38,8 71,25
30,8
114,00
48,3
142,50
30,8
70,-
75,3
40,-
51,6
Pebr.
5,30
30,8
5,075
38,8 74,00
32,0
108,50
46,0
142,25
30,8
68,-
73,1

34,-
43,9
Maart

,,
5.52
5

32,1
5,80
44,4
86,75
37,5
118,00
50,0
143,25
31,0
67,-
72,0
32,-
41,3
April

,,
5,65
32,7
6,22
5

47,6
88,75
38,3
124,50
52,8
135,25
29,2
63,-
67,7
28,-
36,1
Mei

,,
5,60
32,6
5,30
40,5
78,00
33,7
116,00
49,2
130,25
28,2

67,7
26,-
33,5
Juni

,,
5,22
6

30,4 4,15
31,7
80,75
34,9
105,75
44,8
128,75
27,8
67,-
72,0
34,-
43,9
juli

,,
4,90
28,5
4,-
30,6 78,75
34,0
100,25
42,5
129,75
28,1
15,50

——————-


—-






77,5

68,8
35,50
45,8
Aug .
5,20
30,2
4,07
5

31,2 77,50
33,5
98,25 41,6
133,00
28,8
0,56
70,0
8,



—-



—-

40,0
62,-
66,7
40,50
52,2
Sept .,,
5,475 31,8 4,20
32,1
78,50
33,9
88,50
37,5
150,75
32,6
0,37
46,3
5,50 27,5
9,78
66,1
55,-
59,1
42,50
54,8
Oct .,,
5,25
30,5 3,92
6

30,0 74,50
32,2
79,50
33,7
138,25
29,9 0,30
37,5
l7,–
85,0
9,81
66,3
51,-
54,8

56,8
Nov.

.,,
4,90
28,5
3,90
29,8
71,25
30,8
79,00
33,5
133,25
29,2
10,18
68,8
53,-
57,0
46,-
59,3
Dec .,,
Jan.

1933
4,72527,5
4,95
28,8
3,60′
3,75
29,1
28,7
66,25 73,00
31,5
28,675,2531,9
75,25
31,9
135,00
136,50
29,2

























53,–
57,046,-
59,3
57,7
rebr.

.,,
4,775 27,8
3,70
28,3
71,00
30,7
74,75
31,7 130,25
29,5 28,2













—-










—-














50,50
49,25
54,3
53,0
44,75

58,1
:

Maart

,,
5,05
29,4
3,825
29,3
73,50
31,7
76,25 32,3
130,50
28,2
46,50
50,0

59,3
April

,,
5,15
29,9 3,75
28,7
72,75
31,4
71,25
30,2
129,50
28,0
49,50
53,2
48,25 62,3
Mei

,,
5,40 31,4
3,775

28,9 70,50
30,5
73,25
31,0
146,75
31,7

..














—-


52,25
56,2
49,-
63,2
Juni

,,
5,2530,5
3,55
27,2
66,00
28,575,7532,l
163,25
35,3



































5l,25
55,148,-
61,9
Juli

,,
5,82
5

33,9
3,85
29,4
64,25
27,8
78,00
33,1
l76,25
38,1


13,55
















67,8


















49,25
53,0
48,50
62,6
Aug.

,
5,30
30,8 3,55
27,2
61,25
26,5
67,75
28,7
161,50
34,9
0,41
51,3
8,-












40,0
– –
49,-
52,7
49,25 63,5
4 Sept.

,,
5,10
29,7
3,50
26.8
61,00
26,3
6400
27,1
.

167,50
36,2
0,32
40,0
2,64









—-






13,2
9,-
60,8
50,-.°
53,8
50-
6
)
64,5
11

,,

,,
5,10
29,7
3,50
26,8 59,00
25,5
62,50
26,5
160,00
34,6
0,25
31,3
2,40
12,0 10,92
73,8
5J,-7

54,8 53,50
7
)
69,0
18

,,
4,90
28,5 3,50 26,8
62,00
26,8
65,50
27,8
156,00
33,7
.,
50,-
8
,
53,8 55,50
8
)
71,6
1) Men zie voor
de toelichting
op dezen
staat de nos.
van
8, 15
Aug. 1928,
25 Febr.
1931
en 15
Febr.
1933.

)
Tot Jan.
1931
Hard
Winter
No.2.
van Jan.
l931 tot
vanaf 26 Mei
1930 tot 23 Mei
1932 74 K.G.
Zuid-Russische.
4)

Totjan.
1928Malting;
van
Jan.
1928 tot
9 Febr.
1931
American
No.
2, van
9 Febr.
1931
tot 23 Mei
1932
Langendijk.
6)
1 Sept.
7)
8
Sept.
5)
16
Sept.
9)

14 Sept.

MINERALEN
TEXTIELGOEDEREN
0

DIVERSEN

STEENKOLEN
Westfaalschej
PETROLEUM
BENZINE
KATOEN
WOL WOL

.
gekamde
KOE-
KALK-
Hollandsche
Mid. Contin.
Cr’ide Gulf exp.
.
_____________
gekarn e
u

ra IS
.
Australische,
HUIDEN
SALPETER Middling
locoprijzen
F. G. F.
Sakella-

_________
« F. No. 1
bunkerkolen,
onezeefd f.o.b.
tm

.
64166
0

$cts. per
erino,

j

J
.

CrossbredColo- nial Carded,
Gaaf, open
kop
Gld.per
lOO

G.
R damlA’dam
°

S’ g.
per barrel
gallon New-York
rides
omra
Liverpool
oco

rb
or
per

.
50’s Av. loco
57-61 pnd.
netto
per 1000 K.G.
per lb.
Liverpool
Bradford per ib.

Ii.
%
8
010
$cts.
O/o
8 cts.
°Io
pence
O(o

pence
O/
o

pence
°Io
pence
oo

8.
0
10
f1.
Io
1925
10,80 100,0 1.68 100,0 14,86
100,-
23,25
100,0
29,27

100,-
9,35
100,-
55,00
100,0
29,50
100,0
34,70
100,0
12,-
100,0
1926
17,90
165,7
1.89 112,5 13,65
91,9
17,55
75,5
16,24
55,5
6,30
67,4
47,25
85,9
24,75 83,9
28,46 82,0
11,61
96,8
1927
11,25 104,2 1.30
77,4
14,86
100,-
17,50
75,3
16,78
57,3
7,27
77,8 48,50
88,2
26,50
89,8
40,43116,5
11,48
95,7
1928
10,10
93,5
1.20
71,4
9,98
67,2
20,00
86,0
19,21
65,6
7,51
80,4 51,50
93,6
30,50
103,4
47,58
137,1
11,48
95,7
1929
11,40
105,6
1.23
73,2
10,-
67,3
19,15
82,4
17,05
58,2 6,59
70,5
39,-
70,9
25,25
85,6
32,25 92,9
10,60
88,3
1930
11,35
105,1
1.12
66,7 8,77
59,0
13,55
58,3
12,-
41,0
3,92
41,9
26,75
48,6
16,25
55,1
25,36
73,1
9,84 82,0
1931
10,05
93,1
0.58
34,5
5,04
33,9
8,60
37,0
7,33 25,0
3,08
33,0 21,50
39,1
12,00
40,7 18,65 53,7
8,61
71,8
1932
8,01)
74,1 0.81
48,2
4,50
30,3
6,45
27,7
5,21
17,8
3,11
33,3
16,00
29,1
8,50 28,8
11,15
32,1
6,15
51,3
Jan.

1931
10,30
95,4 0.85
50,6 6,08 40,9
10,30
44,3
8,31
28,4
3,09
33,1
21,25
38,6
12,00
40,7
24,63 71,0
10,11
84,3
Febr.,,
10,30
95,4 0.85
50,6 6,14 41,3
10,95
47,1
9,58
32,7
3,55
38,0 21,75
39,5
12,00
40,7
22,50 64,8
10,21
85,1
Maart

,,
10,30
95,4
0.66
39,3
6,07
40,9
10,90
46,9
9,70
33,1
3,56
38,1
25,25
45,9
14,50
49,2
22,25
64,1
10,21
85,1
April

,,
10,15
94,0
0.53
31,5
5,66
38,l
10,25
44,1
8,68
29,7
3,31
35,4
24,50
44,5
14,50
49,2
22,25
64,1
10,21
85,1
Mei
1 0,0
92,6
0.53
5

31,5
5,375

36,2
9,40
40,4
8,18
27,9
3,01
32,2 23,50
42,7
13,00
44,1
21,75
62,7
10,21
85,1
Juni
10,00
92,6
0.34 20,5
4,24
28,5
9,10
39,1
7,54
25,8
3,01
32,2
22,00
40,0
12,50
42,4
19,13
55,1
10,21
85,1
juli
10,00
92,6
0.24
6

14,3
3,40
5

22,9
9,25
39,8
7,73
26,4
3,35
35,8
22,25
40,5
12,50
42,4
20,25
58,4
8,26 68,8
Aug.,,
10,00
92,6
0.43 25,9
3,94
26,5
7,20 31,0
5,94
20,3
2,59
27,7
22,25
40,5
12,00
40,7
18,75
54,0
7,-
58,3
Sept.,,
10,00
92,6
0.56 33,2
5,50
37,0 6,55 28,2 5,77
19,7
2,59
27,7
20,00
36,4
11,00
37,3
18,-
51,9
6,50
54,2
Oct.
9,90
91,7
0.56
33,2
4,19 28,2
6,30
27,1
5,82
19,9
2,85 30,5
19,50
35,5
10,75
36,4
17,50
50,3
6,65
55,4
Nov.,,
9,90
91,7
0.68
40,4
4,62
31,1
6,40 27,5
5,72
19,5 3,11
33,3
19,00
34,5
10,75
36,4
16,75
48,3
6,80
56,7
Dec.,,
9,90
91,7
0.71
42,3
5,31
35,7
6,30
27,1
4,98
17,0
2,99
32,0
16,25
29,5
9,00
30,5


6,95
57,9
Jan.

1932
8,25 76,3
0.71
42,3
5,25 35,3
6,65 28,6
.5,09
17,4
3,38
36,2
16,50
30,0
9,00
30,5
11,63
33,5
7,10
59,2
Febr.,,
8,25 76,3
0.71
42,3
4,92
5

33,1
6,90
29,7
5,31
18,1
3,51
37,6
16,25
29,5
9,00
30,5
11,75
33,9
7,25
60,4.
Maart

,,
8,35 77,3
0.71
42,3
4,62
5

31,1
6,90
29,7
5,37
18,3
3,30
35,3
16,50
30,0
8,75
29,7
10,25
29,5 7,40 61,7
April

,,
8,65
80,1
0.86 51,2
4,34
29,2 6,25 26,9
5,08
17,4
3,08 33,0
16,50
30,0
9,00
30,5 9,25
26,7
7,40
61,7
Mei
8,30
76,9
0.86 51,2
4,25
28,6
5,80 24,9 4,57
15,6
2,76 29,5
15,75
28,6
8,25
28,0
8,88
25,6
7,40
61,7
Juni

,,
8,25
76,3
0.86
51,2
4,25
28,6
5,25 22,6
4,44

1
5,2.
2.55 27,3
15,25
27,7
7,75 26,3
9,
25,9 7,40 61,7
juli

,,
8,10
75,0
0.86 51,2
4,25
28,6
5,80
24,9 4,97
17,0
2,77
29,6
16,00
29,1
8,50
28,8
9,75
28,1


Aug.,,
7,80
72,2
0.86 51,2
4,30
28,9 7,35 31,6
5,71
19,5
3,33 35,6
15,75
28,6
8,25
28,0
12,-
34,6 5,70
47,5
Sept.,,
7,75
71,8
0.86
51,2
4,376

29,4
7,75
33,3
6,37
21,8
3,64 38,9
16,75
30,5
8,75
29,7
13,75
39,6
5,90
49,2
Oct.,,
7,65
70,8
0.86
51,2
4,45
29,9 6,50
28,0
568

.
19,4
3,
1
6
33,8
15,75
28,6
8.50
28,8
14,-
40,3
6,-
50,0
Nov.

,,
7,40
68,5
0.86
51,2
4,60
31,0 6,15
26,5
5,16
17,6
3,-
32,1

1
5,25
27,7
8,25
28,0
12,-
34,6
6,10
50,8
Dec.,,
7,25
67,1
0.74
5

44,3
4,435

29,8 5,95 25,6
4,73
16.2
2,80
30,0
15,25
27,7
.
8,00
27,
1
11
,50
33,1
6,20
51,7
Jan.

1933
7,05
65,3
0.53
31,5
4,16
28,0 6,15
26,5
5,13
17,5
2,95
31,6
15,75
28,6
8,25
28,0
11,50
33,1
6,30 52,6
Febr.,,
7,20
66,7 0.38 22,6
3,97
26,7
6,10
26,2
4,98
17,0
2,78 29,7
15,50
28,2
8,25
28,0
10,38
29,9
6,40 53,3
Maart

,,
7,25
67,1
0.38
22,6
3,975

26,1
6,40
27,5
4,97
17,0
2,77
29,6
15,25
21,7
7,75
26,3
10,75
31,0
6,40
53,3
April

,,
7,25
67,1
0.37
22,0
3,67
24,7
6,65
28,6
5,18
17,7
2,68 28,7
15,75
28,6
7,75
26,3

1
1,25
32,4
6,40 53,3
Mei

,,
7,15
66,2 0.23
5

14,0
2,95
19,9
7,30 31,4
5,60
19,1
3,07 32,8
1.7,00
30,9
8,25
28,0
12,25
35,3
6,40
53,3
Juni

,,
7,15
66,2
0.25
5

15,2
3,02
20,3
7,85
33,8
5,85
20,0
3,25 34,8
18,50
33,6
9,00
30,5
15,75
45,4
6,40 53,3
Juli

,,
7,05
65,3
0.41
24,4
3,33
22,4 7,50
32,3
5,76
19,7
3,20
34,2
20,75
37,7
9,75
33,
1

16,-
46,1
6,40 53,3
Aug.

,,
6,95 64,4
0.37
22,0
3,37 22,7
6,90
29,7
5,39
18,4
2,91
3
1
,
1

20,75
37,7
9,75
33,1
14,75
42,5 5,80
48,3
4 Sept.

,,
6,90
63,9 0.405
2)

24,1
3,372)

22,7
6,60
2
)
28,4
4,70f)
16,1
2,45
9
)
26,2
22,007)
40,0
10,007)
33,9
15,25
9
)
.43,9
5,85
48,8
11

,,

,,
6,90 63,9
0.58
34,5
3,46e)
23,3 6,35 27,3
4,69
6
)
16,0
2,49
6
)
26,6
22
,5
0
8
)
40,9
11,00
8
)
37,3
5,85
48,8
18

,,
6,90 63,9
0.54
32,1
3,48
4
)
23,4
6,60
28,4 5,85
48,8
1)
Jaar- en maandgem.
afger. op
‘Is
pence.
2)1
Sept.
3)
8Sept.
4
)15 Sept.
5
6 Sept.
6
)13 Sept.
7)
7
Sept.
8
)14
Sept.
9)5

Sept.

20 September 1933

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

751

AN GROOTHANDELSPRIJZEN’)

ZUIVEL EN EIEREN
METALEN

.

.

BOTER
per

.

.
BOTER
p-

.0.
KAAS
Edammer
EIEREN
em. no
.
KOPER
an aar
LOOD
TIN.
IJZER Cleveland
GIETERIJ-
I’
7
ER

ZINK

GOUD
ZILVER

.
Leeuwar-
der

onim.
Heffing Crisis
Alkmaar
Fabrieks-
Elermijn
Roermond Locoprijzen Londen
Locoprijzen
Londen
loco rijzen
Lonlen per
Foundry
No. 3 f.o.b.

(luix III)
P.

Locoprijzen
Londen

cash
Londen
cas
Londen per

0
eering
Zuivel-
Centr.
kaas
kI. mjmerk
1

S
.
per

ng.

0fl
per Eng. ton Eng. tôn
Middlesb.
Eng.ton
per
Eng, t. f.o.b.
Antwerpen
per
Eng.ton per ounce
line
Standard
uunCe

fi.
°Io
f1.
f1.
°Io
t!.
01
0

°lo
£
01
£
01
Sh.
01
sh.
01
0

£
0
/0
ah.
01
0

pence
0
1

1925
2,31
100,0

56,-
100,0
9,18
100,0
62.116
100,0
36.8
1
6
100,0
261.17
1

100,0
73
1

100,0
67
1

100,-
36.3
1
6
100,.
85/6
100,-
32’ls
100,0
1926
1,98
85,7

43,15
77,1
8,15 88,8
58.1!-
93,5
31.116
85,3
290.1716
111,1 8616
118,5
6818
102,5 34.216
94,3
851- 99,5
28
11
1s6
89,3
1927
2,03
87,9

43,30
77,3
7,96
86,7
55.14!-
89,7
24.41-
66,4
290.41-
110,8
7
31-
100,0
6416
96,3
28.101-
78,8
85/-
99,5
26
8
/4
83,3
1928
2,11
91,3

48,05 85,8
7,99 87,0
63.16!-
102,8
21.1!-
57,8
227.51-
86,8
66/-
90,4
62/8
93,5
25.5/6
69,9
85/-
99,5
26’Ji
81,1
1929
2,05 88,7

45,40
81,1
8,11
88,3
75.14!-
121,9
23.5J-
63,8
203.15(6
77,8
7016
96,6
6819
102,6
24.1716
68,8
851- 99,5
24
7
f1a
76,2
1930
1,66
71,9

38,45
68,7
6,72 73,2
54.13!-
88,0
18.1
1
6
49,6
142.5
1

54,3
67
1

91,8
59
1
6
88,8
16.171-
46,6
85
1

99,5

1
7
1
3
1

55,4
1931
1,34
58,0

31,30
56,9
5,35 58,3 36.51- 58,4
12.11- 33,1
110.1!-
42,0
551-
75,3
47/6
70,9
11.1016
31,9
92
1
6
108,2

1
3
1
e
41,6
1932
0,94
40,7

22,70 40,5
4,14
45,1
22.17
1

36,8
8.121-
23,6
972/-
37,1
42
1

57,5 37
1

55,2
9.16!-
27,1
118
1

138,0 12
7
J
40,1
’31
Jan.
1,61
69,7

32,25 57,6
6,63 72,2
45.7(6
73,1
14.-J6
38,5
116.8!-
44,4
60
1
6
82,9
51
1
6
76,9
12.18
1
6 35,7
85
1

99,5
13
7
(8
43,2
Febr.
,
1,66
71,9

33,80 60,4
6,21
67,6
45.116
72,6
13.516
36,4
117.Ç-f6
44,7
5816
80,3
5017
75,5
12.101-
34,6
851-
99,5
12
1
1
38,9
Mrt.

1,47
63,6

35,00
62,5 4,94
53,8
45.116
72,6
13.316
36,2
122.1!-
46,6
5816
80,3
48110
72,9
12.816
34,3
851- 99,5
13
7
/16
41,8
Apr.

1,35
58,4

31,60 56,4 4,20
45,8
42.15
1
6
68,9
12.10!-
34,3
113.4!-
43,2
586
80,3 49
1
6
73,9
11.12
1

32,1
85/-
99,5
13
11

40,9
Mei

,,
1,26
54,5

30,85
55,1
4,07e
44,4
39.616
63,4
11.1016
31,6
104.17/-
40,0
5816
80,3
481-
71,6
10.1316
29,5
851- 99,5
12
1
5/
40,3
Juni

1,29
55,8

33,50
59,8
4,30
46,8
36.6/6
58,5
11.11(6
31,8 106.2(6
40,5
58
1
6
80,3
47/
1

70,3
11.101-
31,8 85
1

99,5

1
2
7
(s
40,1
Juli

1,32 57,1

37,75
67,4
4,40
47,9
34.14
1

55,9
12.15
1
6
35,1
112.5
1
6
42,9
58(6
80,3 48
1
9
72,8
12.11/-
34,7
85
1

99,5
13
11

41,2
Aug.

1,30
56,3

36,00
64,3
4,98
54,2
32.15
1

52,8
11.1916
32,9
114.19
1
6
43,9
58
1
6
80,3
47
1
9
71,3
11.14
1
6
32,4
85/-
99,5
12
1
3
1
,
6

39,9
Sept.
,,
1,27
55,0

32,25
57,6
5,775

62,9 30.3
1
6
48,6
11.4!-
31,1
111.16
1

42,7
55
1
6
76,0
46/7
69,5
10.19!-
30,3
91
1
3
106,8
135(
1

41,4
Oct.

1,24
53,7

26,25
46,9
6,275
68,4
282/6
45,3
10.916
28,8
101.116
38,6
461-
63,0
44/8
66,7
10.7
1
6
28,7
106
1
3
124,3
13
13
1
16
43,0
Nov.

,
1,17
50,6

24,75
44,2
7,07 77,0 27.19
1
6
45,1
11.5
1

30,9
102.-!-
39,0
44
1
6
61,0
43
1
6
64,9
10.1516
29,6
11019
129,5 14
1
1,
45,1
Dec.

,,
1,18
51,1

21,40
38,2
5,32
5

58,0
27.616
44,2
10.161-
29,6
98.1716
37,8
4116
56,8
4313
64,6
10.216
28,0
12216
143,3
14
5
116
44,6
Jan.

’32
1,16
50,2

25,75
45,0
4,71
51,3
27.14/6
44,7
10.14!-
29,4
98.181-
37,8
4116
56,8
421-
62,7
10.616
28,5
12013
140,7
13
7
/9
43,2
Febr.
,,
1,34
58,0

27,75
49,6
3,79
41,3 26.41-
42,2
10.51-
28,1
99.216
37,9
4116
56,8 401-
59,7
10.-!-
27,6
119/6
139,9
14
43,6
Mrt.,,
0,98 42,4

23,65
42,2 3,42
5

37,3
24.18!-
40,1
9.91-
25,9
96.61-
.36,8
44
1

60,3
40
1

59,7
9.11!-
26,4
114/-
133,5
133
1
4

42,8
Apr.,,
0,99 42,9

19,60
35,0
2,77
5

30,2
23.8/-
37,7
8.16/6
24,2
84.15/6
.32,4
45/-
61,6
37/6
56,0
9.2/-
25,2
110/3
129.0
13
5
(8
.40,9
Mei

,,
0,82
35,5

19,65
35,1
2,88
31,4
21.6/-
34,3
8.-/-
22,0
89.13
1
6
34,2 441-
60,3
3716
56,0
9.91-
26,1
11219
132,0
12
5
!
39,3
Juni

,,
1,11
48,1

24,25
43,3
3,08
33,5
20.1216
33,2
7.51-
19,9
84.91- 32,3 441-
60,3
3716
56,0
8.131-
23,9
11316
132,7
12
5
1
39,3
Juli

»
0,96
41,6
0,45
19,55
34,9
3,125
34,0
19.216
30,8
7.316 19,7
90.1716
34,7
42(6
58,2
371-
55,2
8.616
23,0
1161- 135,7
12
3
/
38,5
Aug.

,,
0,76
32,9
0,58
17,90
32,0 3,72
40,6
22.416
35,8
7.1716
21,6
101.-!-
38,6
421- 57,5
3616
54,5
9.1316
26,7
11816
138,61213(
16

39,9
Sept.

0,84
36,4
0,65 19,70
35,2
4,64
50,5
25.8!-
40,9
9.10
1
6
26,1
109.9
1
6
41,8
42
1

57,5
35
1

52,2
11.2
1

30,7
118
1
9
138,8
13
40,5
Oct.

,,
0,82 35,5
0,73 25,50
45,5
5,73
62,4
22.516
35,9
8.71-
22,9
105.1316
40,4
41
1

56,2
34
1
6
51,5 10.8
1
6
28,8
121
1
6
142,1
12′!,
38,9
Nov.

0,81
35,1
0,78 26,50
47,3
6,65
72,4
21.19/-
35,4
8.4/6
22,6 104.7/6

.
39,9
40/-
54,8
34/6
51,5
10.8/-
28,7
125/9
147,2
12
5
/1i
38,3
Dec.

,,
0,73 31,6
0,85 22,55
40,3
5,125
55,7
19.1216
31,6
7.916
20,5
100.1016
38,4
39/-
53,4
34
1
6 51,5
10.7
1

28,6
125
1
9
147,2
11
1
13
.35,8
’33 Jan.
0,73 31,6
0,89 21,75
38,8
4,27 46,7
19.17
1

32,0
7.8
1

20,3
100.1
1
6
38,1
4016
55,5
3416
51,5
9,191-
27,5
12218
143,5
11
11
!16
36,4
Febr.
,,
0,65
28,1
0,91
20,60
36,8
4,35
47,4 20.31-
32,5
7.7
1

20,2
104.7
1
6
39,9
43
1

58,9
34/-
50,7
9.15
1

27,0
120
1
5
140,8
1115
1
1
6
37,2
Mrt.

,,
0,53 22,9
0,99
19,40
34,6
2;8
0

30,5
20.-f6
32,3
7.10!-
20,6
104.18/3
40,1
43
1

58,9
34
1
7
51,6
10.7/-
28,6
120(5
140,8
12
7
1
16
38,7
Apr.

,,
0,54 23,4
1,-
18,55
33,1
2,07
5

22,6
20.11/6
33,1
7.12(6
20,9
109.17/-
42,0
43!-
58,9
35(6
53,0
10.8/6
28,8
120/1
140,4
1218/16
39,9
0,52 22,5
1,-
21,80
38.9
2,49
27,1
23.616
37,6
8.6′

22,9
128.17(6 49,2
41/6
56,8
36(6
54,5
10.13/-
29
,4
123/6
144,4
13
1
/4
41,2
»
0,52
22,5
1,

23,50
42,0
2,50
272
25.7!

40,8
9.4/-
25,3
151.10!-
57,9
42/-
57,5
37!-
55,2
11.12(6
32,1
122134
143,0
131/4

41,2

~.

enii
li 0,55
23,8
1,-
18,50
33,0
2,60 28,3
25.16/-
41,6
9.2/

25,0
148.116
56,5
41/6
56,8
35/

52,2
12.1/-
33,3
123(104
144,9
l2
7
jio
38,7
»
0,63
27,3
1,-
18,90
33,8
3,574
38,9 24.5/

39,1
8.4/6
22,6
145.3/-
55,5
41/-
56,2
35f

52,2
11.7/-
31,4
125/10
147,2
12
37,4
Sept.
0,63
6
)
27,3
1,-
19,50
6
)
34,8
4.05
44,1
23.6/6
37,6
8.1/-
22,1
142.7
1

54,4
39(6
54,1
35
1

52,2
11.-f-
30,4
131
1

153,2
11
13
1
16
36,8
II

»
0,63
7
)
27,3
1,-
17,507)
31,2
3,85
41,9
23,5f-
37,5
7.15!-
21,3
141.13/-
54,1
40!-
54,8
35/-
52,2
11.1!-
30,5
128/94
150,8
121(
1
6
37,5
18

»
0,68e)
29,4
0,90 3,85
41,9
22.19!-
37,0 7.151-
21,3
141.9/-
54,0
39(6
54,1
34
1

50,7
II.-!-
30,4
131
1
9
154,1
12
37,4
6 Sept.
1932
79 K.G. La Plata.
3)
Tot Jan.
1928
Western; vanaf Jan.
1928
tot 16 Dec.
1929
American No. 2. van 16 Dec.
1929
tot 26 Mei
1930
7415
K.G. Mongaarsche
415
K.G.
Zuid-Russische.
Van 23
Mei-19
Sept. 1932
No. 3 Canada.
Van
19Sept. 1932 tot 24juli
1933 62/63
K.G. Zuid-Russische.
5)
De jaren
1928
en 1929 Boek op

BOUWMATERIALEN
. .

KOLONIALE PRODUCTEN

VURENI

JOUT
ST
EE
N
E
N
CACAO
COPRA
KOFFIE
SUIKER
THEE
INDEXCIJFER

Koto-
Zwedei!’

binnenmuur

buitenmuur
G.F. Accra
Ned,_lnd.
Lo’copr?zen
Ribbed Smoked

e
Finland rd
per

per
513
Krc.i.f.

per
100 t.G.
Rotterdam
lo Shet
R’damlA’dam
Java- en Suma-
Grond-
nlale
,a42i
3
.
per
1000
stuks per
1000
stuks
Nederland
Amsterdam
per ‘!

K.G.
CO
per
O
Ib

per
100
K.O.
tratheep.1j,KG.
stoffen
ducten

%
t
Of
f
01
ah.
O/
f
51
f

cts.
O/
Sh.
s!
o

f1.
51
cts.
O(
1925
159,75
lOO
15,50
100,-
19,-
100,-
4216
100,-
35,87′
100,0
61,375
100,0 2111,625
100,0
18,75
100,0
84,5
100,0
100.0
100.0
1926
153,50 96,1
15,75
101,6
19,50
102,6
49/-
115,3
34,-
94,8
55,375
90,2
2
1

67,4
17,50
93,3
94,25
111,5
96.0
102.6
1927
160,50
100,5
14,50
93,5
18,50
97,4
68/-
160,0
32,62′
90,9 46,875
76,4
1
1
6,375
51,6
19,12′
102,0
82,75
97,9
87.5
109.1 1928
151,50
94,8
12,-
77,4
18,50
97,4
57
1
3
134,9
31,875
88,9
49,625
80,9

1
10,75
30,2
15,85
84,5
75,25
89,1
84.6 97.4
1929
146,00
91,4
14,-
90,3
21,25
111,8
4
5
1
1
0
107,9
27,375
76,3
50,75
82,7
-1
1
0,25
28,8
13,-

.
69,3
69,25
82,0
81.9 85.5
1930 141,50
88,6
12,50
80,6 20,75
109,2
34(11
82,2
22,625
63,1
32
52,1
-j5.875
6,5
9,60
51,2
60,75
71,8
66.0
64.3
1931
110,75
69,3
10,25
.
66,1
20.25
106,6
22
1
5
52,8
15,
37

42,9
25
40,7

1
3
8,4
8,-
42,7
42,50
50,3
46.8 46.6
1932
69,00
43,2
9,25 59,7
15,-
78,9
19
1
6
45,9
13,-
36,2
24
39,1

1
1,75
4,9
:
1,9
6,32′
33,7
28,25
33,4
36.1
38.0
Jan.

’31
125.00
78,2
10,-
64,5
21,-
110,5
26
1
4
62,0
18,25
50,9
28
.45,6

1
4,25
8,20
43.7
66,25
78,4
53.9
.

57.4
Febr.
Mrt.
125,00
78,2
10,-
64,5
21,-
110,5
2212
52,2
18,125
50,7
26,25
42,8

13,875
10,9
8,20
43,7
53
62,7
53.3
50.4
»
125,00
78,2
10,-
64,5
21,-
110,5
2216
52,9
18,625
51,9
25,50
41,5
-13,75
10,5
8,30
44,3
45
53,3
52.9
48.0
Apr.

»
125,00
78,2
10,50
67,7
21,-
110,5
.22/7
53,1
17,50
48,8
24,75 40,3

3,125
8,8
8,57
5

45,7
43
50,9
50.7
47.5
Mei

»
125,00
78,2
10,50
67,7
21,-
110,5
2110
49;4
15,375
42,9
25
40,7

1
3,125
8,8
8,50 45,3
40,25 47,6
48.3
45.5
Juni

»
110,00
68,9
10,50
67,7
21,-
110,5
22
1
4
52,6
14,125
39,4 25,75
42,0
-13,
1
25
8,8
8,57
5

45,7
39,50


457
45.6
46.8
Juli

»
110,00
68,9
10,50
67,7
21,-
110,5
2615
62,2
15,-
41,8
27
44,0
-13
8,4
8,77
5

48,6
.

38,25 45,3
46.6
.
50.0
Aug.,,
Sept.
100,00
62,6
10,50
67,7
21,-
110,5
2418
58,0
14,12′
39,4
25,50 41,5
-12,5
7,0
7,90
42,1
38,50
45,6
44.7
46.8
»
100,00
62,6
10,50
67,7
19,-
100,-
22
1
7
53,1
13,375
37,3
23,75
38,7

/2,375
6,7
7,525
.40,1
37,50
44,4
43.3
44.1
Oct.,,
100,00
62,6
10,50
67,7
19,-
100,-
21/0
49,4
13,25
36,9
23
‘37,5″
‘-/2,375
6,7
7,55 40,3 37,75
44,7
41.9
43.0
Nov.
100,00
62,6
10,50
67,7
19,-
100,-
21
1
2
49,8
13,75
38,3
23
537,5

1
2,25 6,3
7,15
38,1
37
43,8
42.6
42.3
Dec.,,
82,50
51,6
10,-
64,5
18,50
97,4
18
1
3
42,9
12,75
35,5
23
37,5

1
2,25
6,3
6,75
35,0
35 41,4 40.0
39.5
Jan.

’32
82,50
51,6
10,-
64,5
18,75
98,7
1719
41,8
13,12
5

36,6 23
37,5

12,125
6,0
7,35 39,2
32
37,9
38.5
39.1
Febr,
»
82,50
51,6
10,-
64,5
18,75 98,7
1811
42,6
14,50
40,4
23
37,5
-12
5,6
7,05 37,6
30
35,5
38.3
38.3
Mrt.

»
70,00
43,8
9,75 62,6
18,-
94,7
2119
51,2
14,75
41,1
23
37,5

11,625
4,6
6,25
33,3
31
36,7
37.0
39.1
Apr.

,,
70,00 43,8
9,75
62,6
18,-
94,7
2016
48,2
14,-
39,0 .-
23
37,5
-!1,5
4,2 5,90
31,5 29,25
34,6
36.2 38.0
Mei

,,
70,00
43,8
8,50.
54,8
15,-
78,9
20/6
48,2
13,25
1
2,37
5

36,9 23,50
38,3
-/1,5
4,2
5,625
30,0
30,25
35,7
35.2
38.L
Juni

»
70,00
43,8 8,50
54,8
IS,-
78,9
20
1
6
48,2
34,5 24
39,1
-i1,375
3,9
6,30
33,6
28,50
33,7
34.2
38.7
Juli

»
67,50
42,3
8,50
54,8
,

15,-
78,9
20fl

47,3 12,375
34,5
24
39,1
-/1,375
3,9
6,70
35,7
23,75
28,1
34.3 37.6
Aug.
»
63,00
39,4 8,50
54,8
15,-
78,9
.2017
48,4
12,375
34,5
24
39,1
-/1,75
4,9
6,57
5

35,1
22,75
26,9
359
37.4
Sept.
»
60,00
37,6
8,75 56,5
15,-
78,9
21
1
2
49,8
12,75
35,5
25,25
41,1

/2,125
6,0
6,52
5

34,8 23,75
28,1
37.8
38.5
Oct.

»
63,50
39,7

58,1
14,50
76,3
1818
43,9
12,375
34,5
26,50
43,2
-11,75
4,9
6,32′
33,7
28,50
33,7
36.2 38.7
Nov.

»
63,50
39,7
9,50
61,3
14,25
75,0
1716
41,2
12,125
33,8
24,50
39,9
.11,75
4,9
5,87′
31,3
30,75
36,4
35.3 37.2
Dec.

»
65,00
40,7

64,5
13,75
72,4
1714
40,8
11,75
32,8
24
39,1
-11,75
4;9
5,50
29,3 28,25
33,4.
.34.0
35.7
’33
M
n
70,00 43,8
9,25
59,7
13,50
71,1
16
1
6
38,8
11,50
32,1
24
39,1

1
1,625
4,6
5,375
28,7
25
29,6
33.2
34.1
70,00
43,8
9,25
59,7
13,-
68,4
1519
37,1
10
1
625
29,6
23,75
38,7
-11,5
4,2
5,60
29,9
26,75
31,7
32.1
34.4
Mrt.

»
70,00 43,8 9,50 61,3
12,25
64,5
1613
38,2
10,375
28,9
23,50
38,3

1
1,5
4,2
6,-
32,0
26,25
.

31,1
32.4 34.9
Apr.

»
70,00
43,8 9,75 62,6
12,75
67,1
15
1
5
36,3 9,50 26,5
23,50
38,3
-11,625
4,6
6,07
5

32,4
27,50

32,5
32.8.
.
.34.9
Mei

»
70,00
43,8
9,50
61,3
12,50
65,8
1616
38,8 9,50 26,5
23
37,5
-12
5,6
6,02
5

32,1
26,50
.
31,4
34.2 35.0
Juni

,,
72,50
45,4
10,-
64,5
13,-
68,4
18
1
1
42,6
10,-
27.9
22,50
36,6

1
2,375 6,7
6,35 33,9
31,-
36,7
37:2
37.5.
Juli

»
75,00 46,9
10,25 66,1
13,-
68,4
1718
41,6
9,475
26,4
22,50
36,6
-/2,625
7,4
5,92
5

31,6 33,50 39,6
38.1
37.4
Aug.
75,00
46,9
10,50
67,7
13,-
68,4
16
1
5
38,6
8,75
24,4
-20,75
33,8
-/2,625
7,4 5,27
5

28,1
35,25
41,7

.36.5
35.6
4 Sept.
80,00
50,1
1419
34,7
8,37
1

23,3
.20
32,6

1
2,5 7,0
5,25 28,0
36,_7)
42,6 36.7
34.2
II

»
80,00
50,1
1419
347
8,25
23.0
20
32,6
-12,5
7,0
5,50
29,3

371
34.8.
18

»
80,00
50,1
146
34,1
8,25
23,0
19,50
31,8
-12,4375
6,8
5,50 29,3

36.9
34.5
N.B.
Alle Pondennoteering vanaf
21
Sept. ’31 zijn op oudbasis omgerekend; de Do..arnoteeringen vanaf 20April’33 zijn In verhoudin9 van de depreclatle
an den
Dollar t.o.v. den Gulden verlaagd.

.
11

752

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

20 September 1933

aanvoeren worden verwacht, en gistereii trad opnieuw
een prjsverbetering in. Voor maïs op aflading was zulks
nauwelijks het geval, zoowel Plata- als Donau-maïs ter
verlading in de volgende maanden waren tot weinig
schommelende prijzen te koop. Ï-Ïet slot der termijnmarkt
te Buenos Aires was 3 centavos lager, te Rosario 5 cen-
tavos lager dan een week geleden.
Handelaren in ge r s t werden eerst verrast door de
mededeeling, dat alle in te voeren voergerst voortaan moet
worden gedenatureerd en later door het bericht, dat de
invoer van alle Russische graan verboden zou zijn, welk
verbod echter later bleek niet te gelden voor Nederland-t
sche houders van Russisch graan. De stemming voor
Donaugerst, welke gedurende de geheele week flauw was
geweest en tot lagere prijzen was verkocht, verbeterde,
door de als invoerverbod opgevatte regeeringsmaatrege-.
len voor Russisch graan, en de prijzen voor Donaugerst
stegen gisteren eenigszins. Het aanbod van Argentijusche
gerst is den laatsten tijd sterk verminderd. Na inwer-
king treding der verordening,, dat voergerst gedenatu-
reerd moet worden, bestond vraag voor disponibele niet-
gedenatureerde zware gerst tot hoogeren prijzen.

SUIKER.
Na de nogal vaste stemming dej vorige weken, trad
deze week op de verschillende suikermarkten eene reactie
in, w’elke veroorzaakt werd door de onzekerheid omtrent
Cuba en den eersten flinken neerslag in vele bietenlanden.
In A me r i k a kon tengevolge van uiterste terughou-
dendheid van koopers slechts weinig ruwsuiker geplaatst
worden. Ook op de N e w-Y o r k s c h e termijnmarkt was de
stemming lusteloos. De noteeriugen brokkelden langzaam
af, om echter na het midden van de week wat aan te,.
trekken, hoofdzakelijk door winstnemingen. Het slot luidde
als volgt: Sept. 1.54, Oct. 1.54, Dec. 1.58, Jan. 1.60 en Mrt. 1.66, terwijl de laatste noteering voor Spot Centr.
3.60 bedroeg.
De ontvangsten in de Atlantische havens der Ver. Sta-
ten bedroegen deze week 44.000 tons, de versmeltingen
45.000 tons tegen 53.600 tons veileden jaar en de voor-
raden 286.000 tons tegen 238.000 tons.
De laatste 0 u b a-statistiek luidt als volgt (in tons)
1933 1932 1931
Productie ……(Raming) 1.994.528 2.602.864 3.122.186
Ontvangsten ………….9.378 12.200 17.189
Totaal sedert 1/1 ……..941.065 1.429.019 1.767.905
Verschepingen .’ ……….28.249 62.716 57.923
Voorraad

……………666.322

858.803

1.141.109
Volgens F. 0. L ie Ii t blijft men uit de meeste bietpro-
duceerende landen klachten hooren over den te velde
staanden oogst. De bijna overal gevallen neerslag heeft
nog weinig invloed op de bieten kunnen uitoefenen en
verdere regens zijn zeer gewenscht.
In E n ge 1 a n d was de belangstelling voor ruwe suiker
eveneens geluwd, zoodat de handel tot kleinere partijen
beperkt bleef. De loop der noteeringen op de L o n d e n-
s c h e termijnmarkt was ongeveer parallel met dien te New-
York. De slotnoteeringen varen Dec. Sh. 515, Mrt. Sh.
5/7%, Mei Sh. 519
3
/
4
en Aug. Sh. 6/1.
Hieronder volgen de gegevens van de U.K. Board of
Trade Statistiek over Augustus (in tons)
Augustus

Oct./Aug.
1933

1932 193233 1931/’32
Import Bietsuiker – -.

630

3.276

3.239 109.520
Rietsuiker

199.437 199.332 2.020.050 1.894.160

Totaal …. 200.067 202.608 2.052.289 2.003.680
Vrijgemaakt voor
Consumptie 194.916 200.386 1.886.676 1.917.238
Export Geraffineerd .. 32.989 38.771 303.575 230.690

Op Java verkocht de N.I.V.A.S. deze week ca. 25.000
tons Superieur en ca. 11.000 tons bruine suiker.
II i e r t e 1 a ii d e was ‘de markt uiterst lnsteloos. De
A in s te r d a m s c h e termijnnoteeringen waren aan het
slot
ƒV
s
lager dan bij opening en luidden: Sept.
f S.-,
Dcc.
f
5%, Mrt.
f
5% en Mei
f
5%, alles geboden.

KOFFIE.
Van de markt valt op het oogenblik niets anders te
vermelden dan dat dooi- de daling van den dollarkoers de
kost- en vrachtaanbiedingen van Brazilië, in Nederlandsch
geld omgerekend, wederom belangrijk lager uitkomen dan
een week geleden.
Uit de heden bekend gemaakte statistiek van Brazilië
is gebleken, dat in de vorige week van Santos naar Euro-pa verscheept zijn 54.000 balen tegen 55.000 balen in de
week daarvOOr en naar de Vereenigde Staten 142.000 balen
tegen 104.000 balen. Verscheept werden van Rio naar
Europa 36.000 balen tegen 26.000 balen en naar de Ver-
eenigde Staten 14.000 balen tegen 21.000 balen. Als ver-
kocht door Santos worden opgegeven naar Europa 87.000
balen tegen 59.000 balen en naar de Vereenigde Staten
125.000 balen tegen 86.000 balen.
Als vernietigd in de vorige week worden slechts op-
gegeven 23.000 balen te Santos.
.I)e kost- en vrachtaanbiedingen van Brazilië zijn op
het oogenblik, onder aftrek van het op en. 15 dollarcents
geschatte voordeel van de bijlevering der bekende bonus
van 10 %, voor gewoon goed beschreven Superior Santos 01) pronipte verscheping ongeveer $ 9.65 9. 9.90 per civt.
en voor dito Prime ongeveer $ 9.85
9.
10.10, terwijl zij voor
Rio type New-York 7, niet beschrijving, prompte ver-
scheping, bedragen $ 8.25
9.
8.35. Bij den dollarkoers van
heden staan deze aanbiedingen gelijk met onderstaande
prijzen in gpnddollars:
Santos Snperior – .$ 6.35
9.
6.55

Prime

– ,,

6.50
Ii
6.65..

Rio 7

– ,,

5.40 9. 5.45
wat, in vergelijking met een week geleden, 0.40
9.
0.55
gouddollar per cwt. lager is. i)e prijzen in de eei-ste hand in Nederlandsch-Indië zijn
gelijk aan die van een week geleden en aan te nemen op:
Palembang Robusta, September/October verscheping, 12
ct.; Benkoelen Robusta, SeptemberfOctober vei-scheping,
12% ct.; Mandheling Robusta, September/October ver-
scheping, 13% et.; W.I.B. f.a.q. Robusta, September/Octo-
ber verscheping, 16% ct., alles per %. K.G., cif, uitge-
leverd gewicht, netto contant. Aan de Rotterdamsche termijnmarkt zijn de noteeringen
nog ct. per K.G. gedaald. Zij bedragen thans voor
alle maanden 11
1
/
2
ct. per % K.G.
J)e vrees voor een door de Regeering in te stellen in-
voerrecht op koffie, waarover in den laatsten tijd druk
wordt gesproken, was aanleiding tot vrij belangrijke om-
zetten in loco. Verschillende houders echter trokken hun
aanbiedingen terug en andere verhoogden hun vraag-
p’jze. De officieele loco-noteeringen werden Donderdag
I.I. alhier verlaagd voor Superior Santos van 20% op
20 ct. en voor Robusta van 20 op 19
1
/
2
ct., alles per
%, K.G.
De slotnoteeringen te New-York waren:

Gemengd contract

Santos contract

(basis Rio No. 7)

(basis Santos No. 4)
Sept. Dec. Mrt. Mei Sept. Dec. Mrt. Mei 18 September $6.- 6.22 6.35 6.45 8.50 8.71 8.82 8.90

11 September ,, 5.65 5.94 6.05 6.13

8.16 8.36 8.45 8.55

,- 1 September ,, 5.69 5.97 6.13 6.22

8.14 8.42 8.55 8.65
28Augustus ,,5.49 5.77 5.94 6.04 7.89 8.17 8.35 8.45
Rotterdam, 18 September 1933.

AANVOEREN
in tons
van 1000
KG.

Rotterdam
Amsterdam
Totaal

Artikelen
10116Sept.
Sedert
Overeenk.
I0II6Sept.
Sedert
Overeenk.
1933 1932 1933
1Jan. 1933
tijdvak 1932
1933
1Jan. 1933
tijdvak 1932

46.400
1.038.165 991.847

20.381
7.800
1.058.546 999.647
&169
277.789 373.300

5.569
L743
283358
.
375.043
Tarwe

……………..
Rogge

………………

14.955
17.799

25


14.980 17.799
Boekweit ……………….
Mais ……………….
22.4 99
792.530 992.816

142.881
248.772
935.411
1.241.588
13.753
271.540
284.142
200
24.554
10050
296.094
294.192
2.111 105.266
137.198

3.306 3.241
108.572
140.439
Gerst

……………..

2.276
158.636
205.295

189.974
290.348
348.610
495.643
Haver

……………..

4.416 732.847
73.736

200
50
733.047 73.786
Lijnzaad

……………
Lijukoek

……………
13.118
16.714
31
5.251
9.829
18.369
26.543
Tarwemeel

………….41
Andere meelsoorten ….
345
35.189 29.106
370
7.444
9.168 42.633 38.274

Auteur