Ga direct naar de content

Jrg. 17, editie 852

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: april 27 1932

27 A1’RIL 1032

AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN.

ic

1

fl-iJtatistiscne
IlconomlsC

Be’ri ‘htea

ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIÈN EN VERKEER

ORGAAN VOOR
DE MEDEDEELINGEN VAN
DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJN VAART

UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN

17E
JAARGANG

WOENSDAG 27 APRIL 1932

No. 852

INSTiTUUT VOOR ECONOMISCHE GESCRRIF’TEN.
Algemeen Secretaris:
Prof.
Mr. Dr. G. M. Verrijn Stuart.
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN.
COMMISSiE VAN ADVIES: Prof. Mr. D. van Blom; J. van Hasselt; Jhr. Mr. L H. van
Le.nnep; Mr. K. P. van der Mandele; Prof. Dr. N. J.
Polak; Mr. Dr. L. F. II. Regout; Dr. E. van Welderen
Baron Rengers;
Prof.
Mr. H. R. Ribbiu8; Jan Böhilthuis;
Mr. Q. J. Terpstra; Prof. Mr. P. de Vries.
Gedelegeerd lid: Prof. )lIr. Dr. G. M. Verrijn Stuart.
Redacteur-Secretaris: H. M. H. A. van der ,Valk.
Secretariaat: Pieter de ioochweg 122, Rottirdam.
‘ide! aan Nr. 35000. Postrekening 8408.

Advertenties f 0,50 per regel. Plaatsing bij abonnement
volgens tarief. Administratie van abonnementen en adver-
tenties: iV’ijgh G van Ditm,ar N.V., Uitgevers, Rotterdam,
Antstc-rdunb, ‘s-Gra.vcnhage. i’ostchqae- en giro-rekening No.
145192.

26 APRIL 1932.

De iets vastere stemming, die aan het einde der

vorige week intrad voor particulier disconto, was deze
week, door de onverwachte verlaging van de tarieven
van De Nederlan.dsclie Bank, weder geheel verdwe-

nen. Ook de uitkomst van de inschrijving op het

schatkistpapier droeg er veel toe bij om de rente weder
snel te doen dalen. Geopend op 1110 pOt., was er al

spoedig weder voor 1 püt. geld verkrijgbaar, terwijl
ria de inschrijving voor
%
pOt. werd afgedaan. De
cailrente. en de prolongatierente bleven onveranderd,
resp. %’ en 1 POt.

Bij de inschrijving op het scliatkistpapier werd in
totaal ingenihreven voor
f
233.299.000. Toegewezen
werden
j
32.030.000 driemaands biljetten
k
jf
997.82′
of na.
132
pOt.;
f
30.040.000 zesmaands ‘biljetten &

j
993.60 of na. 1’% pOt. en
f
67.341.000 jaarbiljetten
â
f
1.011.45 of ca. 2% pOt.
* *
*
01) den weekstaat van De Nederlandsche Bank
Iii.ijkt de post binnenlandsche wissels te zijn gedaald
met
f
023.000. Daarentegen namen de beleen’ingen
met
j’
3,6 millioen toe. Tegenover een daling van de
diverse rekeningen onder de activa der Bank met

J
4 millioen staat een stijging van den post papier

op het bui tenlancl van een ongeveer gelijk bedrag..
De goudvooi…aad is met
f
5,7 millioen vermeerderd
en cle zilvei’voorraad met
f
363000, zoodat de post
munt en muntmateraal in totaal met f6,1 millioen
toenam. 1

let gedeelte van den metaalvoorraacl in .het butenland gedeponeerd is
j•
1 million hooger ‘dan de
vorige week.

Onder de passiva der Bank blijkt de biljettencircu-
latie met
f
8,3 millioen te zijn uitgebreid. :De saldi
in rekening-courant bleven op nagenoeg gelijke hoog-

te, ‘doordat een daling van het saldo van ‘s Rijks schat-
kist met
f
15,5 millioen werd gecompenseerd door
een ongeveer even groote stijging van de saldi in
rekening-courant van anderen. Het beschikbaar me-
taalsaldo is met
.f
2,6 millioen toegenomen; het dek-
kingspercentage lbedraagt nagenoeg 80 pOt. tegen,
79’pOt; de vorige week.

Lint Pond Sterling dag gedurende de afgeloopen
week flauw in de markt; van 9.34 brokkelde de koers

af tot 9.24. Gisteren echter nam het aanbod zeer toe

en vooral tegen het sluiten van de markt •waren er

bijna geen koopers meer te vinden, tengevolge waar-

van de koers tot 9.07% daalde. Voor Dollars was er

‘aanvankelijk eenige vraag, zoodat ‘do koers van 2.4680

tot 2.4705 kon verbeteren; ook hier overtrof tenslotte

het aanbod de vraag, waardoor de slotnoteering weder

2.4680 werd. De markt was echter zeer beperkt. De

roorzaak voor de fluctuaties in Ponden en Dollars zal
wel gezocht moeten worden in Londen, waar de koers
‘an 3.78%
01)
3.68 kwam. Zou dit reeds een gevolg
!iijn van een ingrijpen van hooger hand, waarover al

nign tijd sprake is? Marken konden zich tenslotte

knog iets verbeteren: 58.56-58.63. Fransche Francs 4ager 9.13fs-9.12’%. Belga’s 34.57-34.60. ‘Zwitser-

sche Franes 47.06-47.92. Peseta’s han’dhaafden zich
:op ongeveer 19.30. Lires
ca.
12.70. Zweedsche Kronen
lijvefl zeer flauw: 46.— —44.90–45.25. Oslo evoneens

veel lager: 47.— —45.30. Kopenhagen met weinig va-
riatie 51.–50.25. FinscheMarken4.30-4.22%. Yen

79%. Rupees 6836′. Canadeesche Dollars 2.22.

Het Pond op één- en drie-maanden is wederom veel flauwer geworden, ni. resp. % en % c. onder den con-
tanten koers. Dollars
0
1) deze termijnen veranderden
uiteindelijk weinig, hoewel ook hier in het midden der week ‘de noteeringen lager varen. –

Eagles en Sovereigns worden hier nog steeds ge-
zocht. De köersen varieerden w’einig met die van de
voorgaande week.

L0N:DEN, 25 APRiL 1932.

Do geldmarkt blijft zeer ruim en het ziet er naar
uit, dat dit nog geruimen tijd kan aanhouden.

Discoto liep door cle verlaging van het officiëele
disconto nog ‘verder terug tot
i.’fio
t
2’/io, terwijl schatkistprornessen na ‘de toewijzing op
Vrijdag
tot
op
lhh/io_%
werden verhandeld. De spanning
tusschen particulier en officiëel disconto blijft dus
bijna even groot.

W’at •de vreemde wisselmarkt aangaat, hield de ho-
.grootingsrede zeer belarigwekkend nieuw in. De ge-
vraagde goedkeuring voor de schatkist om tot een
zeer ‘belangrijk bedrag fondsen te. mogen benen, om

het Pond binnen engere grenzen to kunnen hôuden
in verband met den wensch ‘van de regeering om de

waarde van het Pond niet te snel te laten stijgen,
dlaat den bodem’ in van ‘de’ buitenlandsche hausse-
‘speculatie. Vermoedelijk zal het aanbod van Sterling

tvan de haussespeculanten het Pond in cle eerstvolgen-

ide dagen nog ver’der doen’ dalen en zal het aange-
‘vraagde -fonds eerst beginnen ‘te werken nadat de

koersen, waarop de regeering een meer stwbiel niveau
wenscht, zijn bereikt.

New-York was hedenniiddag op flinke schaal af-

gever van Sterling, zoodat’ de koersen nu op 3.6736

voor Dollars en 9.08 voor Guldens zijn teruggeloopen.

330

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

27
April
1932
HET WETSVOORSTEL VAN DEN BERGH c.s.

Bij de Tweede Kamer is in behandeling hot door

liet lid dier Kamer van den Ber.gh en eenige anderdn

ingeci iende wetsvoorstel: houdende ‘bepalingen strek-,

,,kende om den rechter de gelegenheid te geven dade

,,lijke uitwinning te voorkomen naar aanleiding van

,,geldelïjke moeilijkheden tengevolge van de heer-

,,schende economische crisis.”

Onder dagteekening van 7 April is over dit mi-

ti stief-ontwerp het voorloopig verslag verschenei,

terwijl tevens de Kamers van Koophandel en Fabrie-

ken te Amsterdaim en Rotterdam reeds haar gevoelen

hebben kenbaar gemaakt omtrent maatregelen als het

wetsontwerp-van den Bergh bevat. De Minister van
Arbeid, Handel en Nijverheid had namelijk aan clie

en ook aan de andere Kamers gevraagd, of er naar

haar meening aanleiding •bestaat tot wettelijke maat-

regelen in dien geest. De Minister verwees bij het

stellen der vraag reeds naar ‘liet toen korteli.ngs in-

geci i end e wets voorstel-van den Bergh.

Beide Kamers hebben ‘s Ministers vraag ontken-

nenci beantwoord en de bezwaren, welke zij tegen het

wetsvoorstel hielcen te hebben, zijn grootendeels ook

in liet voorloopig verslag te vinden. Het wetsvoor-

stel bedoelt in het algemeen om aan alle schuldenaars;

die in verband met de crisis buiten staat zijn geraakt

hun schuld te voldoen, de gelegenheid te verschaf-

f en, daarvan opschorting te verkrijgen, onverschillig

of de schuld al of niet tegen ouclerpand is aange

gaan. Zij behoeven daartoe de toestemming van dèn

rechter, •die de opschorting voor ten hoogste 6 maan
den verleent, wanneer hem 1blijkt, dat de schuldenaar

.,uitsluitend of hoofdzakelijk tengevolge van de heer-

,,schendo economische crisis tijdelijk niet in staat is
-,,zijne verplichtingen na te komen.”

Zeker zijn er velen in Nederland, wien in meet of.

minder nauw verband met cle crisis het betalen hun

ner schulden moeilijic valt en die zelfs de vrees koes-

teren, dat hnn bedrijf in deze moeilijke tijden onder

den schuldenlast zal bezwijken of dat zij en hun gezin

op andere wijze in grooten nood zuIlen geraken, in
dien de schuldeischer van geen tegemoetkomenclheici

mocht willen weten. Zij gevoelen zich bedreigd door

faillissement, door executie der vaste of onroerende
goederen, die als oncierpancl der schuld hebben ge-
clienci .Uet wetsvoorstel-van den Bergh verschaft aan

de aldus bedreigden do kans
01)
een uitweg, indien

tenminste de rechter gunstig op het verzoek om uit.

stel ‘beschikt. –
Men mag zich nu in de eerste plaats afvragen, of
werkelijk cle vrees, waarvan zooeven spralce was, vol-

doende basis vindt in den feitelijken toestand. Uit het

aantal en den aard der in Nederland tot no toe uit-
gesproken faillissementen blijkt dat vooralsnog niet
en in tallooze gevallen worden de moeilijkheden i.n

der minne geregeld. Voor zoover de schuldeischers.
credietinstellingen als banken, ‘hypotheekbanicen enz.
zijn, is de ‘bedoelde basis volgens in deze crisistijden

opgedane ervaring evenmin aanwez.i g. Executie door

verkoop der verbonden vaste goederen en schepen
(vooral in kringen der ,,schipperij” bestaat hevige

vrees voor de executie van binnenschepen) op grond

van vertraging in de betaling der schulden lcomt tot
nog toe slechts hij hooge uitzondering voor. In liet

bijzonder ten aanzien der schepen is dat in niet ge-
ringe mate liet gevolg van het feit, dat wegens den
zeer slechten gang der scheepvaart de waarde van het
oncierpand ver beneden het bedrag der daarop geslo-,
ten leening is gezonken en de schuldeischer wel dient
te wachten tot betere tijden hervatting der aflossing

mogelijk maken. Zelfs zou bij eenigszins uitgebreid

aanbod de kans bestaan, dat de
schepen
practisch ge-

sproken onverlcoophaar waren. Van de ‘banken lcan
worden gezegd, dat zij oolc, wanneer roerende goede-
ren als onderpand hebben gediend, als regel haar recht

tot executie op milde wijze toepassen en ernstig relce-

ning houden met het belang van den schuldenaar en

‘ani zijn bedrijf. Vooral is dat het geval, wanneer een

redelijke ‘lcans ‘bestaat, dat met eeni.g uitstel ‘een herstel

van de financiëele positie van den schuldenaar ver-

kregen kan worden. Niet zelden echter is dat laatste

niet het geval en zijn zelfs aani’ijzingen vooihanden,

velke idi den tot het vermoeden, dat gedurence een
uitstel cle reeds ongunstige toestand van den schul-

denaar nog zal.”erergeren [ii zulkeeA geval verdient

in het ‘belang zoowel van crediteur als van debiteur

executie de voorkeur. Inderdaad zijn de gevallen niet

zeldzaam, waarin na overleg deze weg w’ordt bewan-
deld, hetgeen’ dan gewoonlijk voor de credietgevende

instelling niet een verlies gepaard gaat. Ook in liet

geval van niet door onderpand gedekte schulden komt

liet dikwijls voor, dat liet ‘voor debiteur en crediteur

beiden beter te achten is, dat een einde wordt ge-

maakt aan de deprimeerende noodlijdende positie van

den schuldenaar. Wie immers zal in zeer vele geval-

len in deze uitermate onberekenbare en telkens weer

nieuwe onaangename verrassingen ‘brengende tijden
weten te zeggen, of de onmacht van don schuldenaar

om zijn schulden te betalen slechts tijdelijk zal zijn?

en of niet zijn toestand binnenkort nog ongunstiger

zal zijn geworden? En juist die tijdelijkheid moet

volgens liet wetsvoorstel-van den Bergh aan den

rechter gebleken zijn, ‘vôôr hij opschorting van de

voldoening der schuld mag toestaan. Inderdaad wor-

den, hem ‘bij zijn besluit, of in het verzoek mag wor-
den toegestemd, wel zeer hooge eischen gesteld. Wat

Art. 1 daarover in de eerste plaats zegt, heb ik reeds

vermeld. Er moet dus blijken, dat het uitsluitend of
hoofdzakeli;jk de crisis is, die den schuldenaar in

moeilijkheden heeft gebracht. Ook dat is uitermate

moeilijk vast te stellen. Dikwijls zal de crisis slechts

den achteruitgang eener verkeerd geleide of om an-

dere redenen niet rendeerende onderneming hebben

versneld en zouden zoowel de ondernemer als zijn

crediteuren er ‘hij gebaat ‘zijn als er aan den voor

allen zeer onbevredigend en toestand een ei ode kwam

en geen uitstel werd verleend.

Nog moeilijker zal het voor den rechter zijn om

recht te doen wedervaren aan de volgende alinea’ van

Art. 1. Deze alinea luidt:
Is de vei’plidht’ing aangegaan
voor
ccii tijdstip, waarop ,,de gedaagde redelijkerwijze reeds reketung bad behooreti
te houden met den i itvloed, we]ken dc crisis
0
cle mb-
gelij’khe’id van nakoumimig clej’ verplichting zou kunnen uit.
,,oefenen, dan wijst ‘de rechter ‘het verzoek af, tenzij sedert
,,dat tijdstip de betaliugsc’apaeiteit van den gedaagde dooi’
,,eene verscherping der crisis ongunstig ‘is beïnvloed in eene
,,niate, als hij bij het aangaan der verplichting reclelijkcm’,
,,u iet ibad kunnen voorzien.”

Al wie in het bedrijfsleven de crisis tot nog toe

heeft meegemaakt, weet, dat er zeer weinig gevallen
denkbaar zijn, waarin niet evengoed argumenten zijn
bijeen te garen, die volgens deze alinea den rechter

zouden moeten doen besluiten oiïi opschorting toe te
staan als niet minder steekhoudende redenen ‘voor

een tegenovergestelde beslissing. De vrees,, dat beslis-
singen, waarvan het latere ‘verloop der zaak de On-

juistheid bewijst, aan cle orde van den dag zullen zijn,

getuigt allerminst van gebrek aan vertrouwen in cle
kundigheden van den Nederlandschen rëchter. Zmj

wordt slechts ingegeven door de overtuiging, dat geen
rechter in staat zul zijn ‘ten aanzien van een onder-

neming, waarvan hij voor den eersten keer kennis
krijgt, de vragen op te lossen, die Art. 1 ‘van het

wetsontwerp hem stelt. Of cle voorwaarde der tijde-
lijkheid ‘van des schitidenaars moeilijkheden vervuld

is, zou hij slechts kunnen beoorcleelen wanneer hij
het toekomstig verloop, der crisis vermocht te door-
zien en ook op de vraag of de andere in de aange-
haalde alinea’s van Art. 1. vermelde criteria aanwezig

ft

I
27 April 1932

ECONOMISCH-STATISTfSCHE
BERICHTEN

33t
IT

zijn, is een a,ritwoord, dat een redelijke kans

jnisthêid biedt, niet te geven. Mee kans, dat in het

belang zoowel van crecl iteur als van clei)i:teu r gehan-

delci wordt, biedt nog het instituut der surseance van

betaling, dat tevens nog het voordeel geeft, dat alle

schulden en baten van den schuldenaar als geheel

worden beoordeeld en niet slechts een enkele schuld
in behandeling komt. Zonde ii jet cle schuldei sober,

voor wiens vordering uitstel is toegestaan, het geheel

willekeurig en onverdiend alleen aan hem opgelegde

iisico loopen, dat anderen wel worden betaald en hij
voorloopig het nakijken leeft en later, als cie schuld
weer opvorcierbaar wordt, misschien. voorgoed zijn
vdrdering mag afschrijven ? Vermeerderi ig van het

gebruik van liet instituut der surseance zou incier-

(laad in deze tijden aanbeveling verdienen.

Men schijnt verder bij de heoordeeling vai:i deze ge-
heele materie wel eens te ‘veel uit het oog te verli.e-
ren, dat het uitstellen van schulden dikwijls zeer

funeste gevolgen kan hebben voor den sch uicleischer.

Misschien is cla,t liet gevolg van de omstand.i ghei d,

dat men zijn gedachten te veel bepaalt tot schulden
aan, groote credietinstellingen, terwijl toch zoowel in

het bedrijfsleven als daarbuiten de particuliere ere-

dietgevin.g een veel g’rootere rol speelt, zoowe1 wat

de ougedekte creclietcn als creclieten tegen onder-

pand betreft. Talloeze vr litga’.’ers zullen in hun

bestaan worden bed regd na
t
eer hun door opschor-
ti ng van den betali.ngsplicht de gelden onthouden

worclen clie zij voor levensonderhoud of voor het
voortzetten hu nner zaken benoodige. Vooral het

kleinbedrijf zou u:it (lezen hoofde door het veh’v oor-
stel allerminst gect i end worden en zelfs de kans loo-

pen, daardoor in nog grooter moeilijkheden te gera-
ken. T-let innen zijner talloore vorderingen zon nog

bezwaarlijker worden, wanneer een beroep op onver-
wachte uit cle crisis voortspruitende oorzalcen reects

tot betalingsuitstel ka ii leiden, zelfs indien slechts
aannemelijk Icarn ‘vorclen gemaakt. dat clie oorzaken

hoofdzakelijk de reden vormden (zie Art. 1. van liet
wetsvoors tel).

Weliswaar kan hi er niet van een moratori u iii in

den eigenlijken zi n worden gesproken, doch ‘een voor-
waarclelijk morator.i n ii brengt het wetsvoorstel toch

zeker. Het doet dat alleen voor hen, clie om opschor-

ting verzoeken. Het, stelt dus, zoolang cle crisis voort-

duurt en telkens nieuwe ‘verrassingen ‘brengt, een
premie op het luchthartig aangaan van ech iden.
1-let verhoogt de onzekerheid in liet geheele becirijfe-

leven en vooral bestaat degroote kans, dat liet zal
leiden tot verdere inkrimping der credieten. De ere-

dietgever immers zal zich nog langer clan reeds nu
hct geval :is, ‘bedenken, v66r hij tot liet verleenen, van
ccii. creci iet overgaat, daar. hij intmors cle kans loopt,
dat bij nieuwe wenci ingen iii ‘liet verloop der crisis cie

‘orderi lig niet meer op liet overeengekomen tijdstip opvorcierhaar zal zijn, en hij niet meer zelf te beoor-

deden zal hebben of voor uitstel der terughetaling
gereenie aanleiding bestaat. Dat ook voor schulden
tegen on derpanci van ‘roerende goederen de mogelijk-

i.

INHOUD.

131z.
HET WETSVOORTEL,
VAN
DEN
Brcou
C.S.
door
Jan ehi1t-
‘7buis ……………………………………..330
Het rapport van de commissie.De Vries door S.
A. Reus.
ma…………………………………….332
Loonen en koopkracht door
Mr. A. J. R. Mavritz 333
D.’conomische toestand van Nederlandsch.Indië in
1931
door Mr. D. J. flnlshoff Pot Jr…………………335
De nieuwe invöerrechten op thee in Engeland door
Mr.
F. W. A. de Kook van Leenwen ……………….. .37
Bisse-campagnes door
H. M. H. A. van der Valk …. 337
BUITENLANDSOHE MEDEWERKING:
De financiëele moeilijkheden van de eleetriciteits-
industriein de Vereenigde Staten door
A. Friedrich 338
A’ANTEEKENINÇjEN:
Het bankwezen in de verschillende landen
van de
wereld
………………………………..
340
O
NTVANGEN BOEKEN
…………………………
342
MAANDCIJFERS: Postchèque-
en
Girodienst .. … .. .. .. .

342
Overzicht der opbrengsten van het Staatsbedrijf
der P.T.T…..
342
STArISTIEKEN EN OVERZICHTEN
…………….
343-348
Geldkoersen. – Wisselkoersen. – Bankstaten. – Ooederenhandcl.

heid van opschorting geschapen wordt en dus ook oji

dit gebied de lust om credieten te verleenen nog zal

afnemen, vormt een zeer ernstige bedreiging voor
den geheelen groot- en kleinhanciel. Deze immers is

‘oor een zeer groot gedeelte op zulke credieten geba-
seerdi en hun iiikriniping om de zooeven genoemde
redenen zou de moeilijkheden, clie het geheele he-

drijfsleven reeds wegens de crisis ondervindt, nog
aamnerkelijk doen toenemen en aan vele bedrijven

zelfs cie voortzetting hunner zaken onmogelijk maken.

a in hooge niate is de heerschende crisis een ver-
trouwens- en cred’ietcrisis. Alle verergering van cii t

karakter der crisis is uit dien booze en reeds dlaa.iom
i’alt cie i ni ier lig van dit wetsvoorstel te ‘betreuren. liet zou, wet gew’orchen, cie verwarring nog slechts

doen toenemen. Zijn ci itw’erking zou ii iet tot het hin-
nenlanclsche credlietwezen beperkt blijven, daar ook

i’order i ngen van ‘buitenlanders op Ned erlan cische
ciehiteuren onder dle wet zouden ‘vallen. Het ligt “oor

cie hand, dat liet vertrouwen in Nederland van den
liu i tenlancischen handelaar en credietgever een ge-

duchten k:nak zou. lcrijg’en, met als gevolg verdere he-
moeiii;jk.ing van ons geheele bedrijfsleven.
Too
r
cle bestrijding dier crisis vormt dus het wets-

voorstel-van den Bergh een zeer slecht middel. Wan-
neer ‘hediijfstalcken of bevolkingsgroepen als gevolg
der crisis in zoo groote moeilijkheden lcomen
r
dat zij
buiten staat geraken aan ‘haar financiëele verplich-
ti ngen te volcioe.n en hulp behoeven, dan zal dienen

te worden voortgegaan niet speciale regelingen te

haren behoeve, doch aanleiding om ‘voor alle Neder-
laoclsche schol denaars, zij liet voorwaarciel ij k. cle ge-‘
legenheici tot u.i tstei van voldoeni tig hun ier sc:lilcieii

te openen, bestaat er tot nog toe gelukkig niet, ter-
wijl zulk een maatregel hovenci ieu, ongetwijfelni .i n
strijd met de bedoelingen van d.e voorstellers, de uit-
werking der crisis hier tiog zou versclierpen.

JAN
SouIL’rHws.

HET RAPPORT VAN DE COMMISSIE-DE VRIES.

Den 4en Maart i ¶)32 verscheen het eerste stulc van

het ,,Verslag van dc Coinmissic van oncierzoeic ‘he-
ti.effende de huidige goeclerentarieven der Neder-
lii idlsclie S poorweg’en, in liet ‘bijzonder omtren t ciie

‘oor den uitvoer van land- en tu i n’bouvprod ucten”.
kortweg naar den Voorztter te noemen liet Verslag

der Connni issie-cle Vries. Dit rapport, cia t raar den
zin van vele critici veel te lang ôp zich heeft laten

wach ten, beva ttencle 204 bladzijden en een groot aan-
tal gra:fieken, bestaat
di
t een Inleiding, een alge-
nicen cii een bijzotïder gedeelte.

Dit lange wachten – wat leven we toch snel, dat
een termijn van 14 maa:ncien voor de gronclige belian-

dcli ng van een zoo moeilijk ondlerwe.rp te lang wordt

geoordeeld – wordt ‘bij lezing van liet ‘Rapport ech-
ter wel rijkelijlc beloon di, want dle Commissie is cii tge-

gaan van een algemeene beschouwing ove.r spoorweg-

,oltiek in liet algemeen en over cle ‘beginselen, welice
niien’overeenkomstig aan dle bepaling van vrachttarie-

ven ten grondslag moeten liggen. Uitvoerig w’orci t
stilgestaan hij den aard van het spoorbeni rijf, ooic in

peri.odes van depressie, waarna cle behandeling van
liet huidige tarievenstelsel der Nederlandsche Spoor-

wegen aan een grondig onderzoek onderworpen wordt.

In ch t gedeelte heeft de commissie gelegenheid ge-
vonden oolc der leelc een volkomen duidelijk beeld van

332

ECONOMISCHSTATISTISCHE BERICHTEN

27 April 1032

cle spoorwegverkeers- en tari evenvraags tu kken voor

oogen te tooveren, daarbij de dikwijls geuite verkee’r-

cle denkbeelden van veroersclilettanten weerleggende

en tevens een-hecht fundament bouwencle voor de vdr

ciere beschouwingen en conciusiën ten opzichte der

speciale vervoeren.
Afgescheiden van de conclusi.ëii – waarop nader even

teruggekomen zal worden – ontleent dit. Verslag zijn

groote waarde reeds aan het fei.t, dat het het eerste

handboek is, dat dit speciale deel van de verkeers

economie in het Nederlandsch behandelt. Verkeers-

economie is nu eenmaal in ons vaderland een zeer

rn.isdeelde wetenschap, – ik wees daar vroeger reeds

heihaaldelijk
01).
Zij wordt, voor zoover mijbekend

is, aan geen enkele Neclerhndsche uuivei-siteit vol-

ledig en systematisch gedoceerd, handboeken – waai-

van het in Duitichland, Frankrijk, Engeland, de
Ver-

eenigde Staten wemelt – bestaan ten onzent niet
de geheele literatuur over vrachtgoederen tarieven

wordt gevormd door een tweetal artikelen, voorko-

mende in de
Economist
van ……………..1883,

welke geschreven werden door niemand minder dan

Ir. J. Th Gerlings en tot titel droegen:
de Grond
slagen der Spoorwegtarieven,
artikelen, welke on

danks hun vijftigjarigen ouderdom het lezen nog meer

clan

waard zijn. Maar -dit is ook alles; the rest

is silence! Dit alles maakt, dat in Nederland meer

clan waar ook, geliefhebberd wordt in verkeers-

economie en alles wat daarmede samenhangt en dat,

als de Minister van Waterstaat een bepaald onder-

deel moet toelichten of waan.denkbeelden moet be-

strijden, teruggegrepen moet worden op den arbeid

en de voorlichting van speciale commissies; ik noem

de Tramwegcommissie-van der Vegte, de Staatscom-

missie-Patijn en thans de Commissie-de Vries. En
het stemt tot verheugen:is – alweer afgescheiden van

cle conclusiën, waarover na-der – dat de Commissie-

cle Vries haar taak zoo grondig opvatte (daarbij het

bijzondere afleidende uit het algemeene) en daardoor

een standaardwerk schiep, dat voor lange tijden een

ve:ilige gids door de N ederlandsche tarievenpolitiek

zal blijven. T-Toe gunstig steekt -de vrucht van deren

commissie-arbeid af bij die van de Staatscommissie-

Patijn, welke cle werlcwijze van cle Commissie-de

Vries wel overwogen, maar niet gevolgd heeft mét

het noodlottige gevolg, dat een degelijke grondslag
aan de drie door haar gepubliceerde verslagen ont-
breekt en dit stukwerk maar zeer matige bewoncie-

ring kan afdwingen. – –
In tegenstelling met hen, clie hun spijt betuigen

over het naar hunne meeni.ng langzame werken der

commissie-de Vries, meen ik die commissie een woomd
van hulde te mdeten brengen voor het gedegen werk,

waarmede zij de spoorwegliteratuur verrijkt heeft.

Een. woord van critiek op den inhoud van het lijvige
rapport heb ik niet. En dat zal geen verwondering
baren, daar ik reeds v66r de instelling ‘der cod-

missie op dezelfde beginselen tot dezelfde con-
clusiën. kwam en claar’.’an in tal van tijdschrift-

artikelen deed blijken, roowel in het door mij geredi-

geerde tijdschrijft
Spoor- en Tramwe gen.
-als in dit

blad (zie de
Ecormomisch-Sta.tistische Berichten
van

1.1 Juni 1.930 blz. 520: ,,Spoorwegen en Crisismaat-
regelen”, van 2 Januari en 7 Januari 1931 hlz. 7 en

27: ,,’Spoorwegtarieven als hulp aan den tuinbouw”

en van 11 Fehruaii en 1.8 Februari 1.931 b1z. 144 en
110: ,,Richtlijnen bij het goederentariefwezen der
spoorwegen”). De Commissie-de Vr.ies heeft, wat ik
in. beknopten vorm en verspreid behandelde, in haar
rapport verwerlct tot een geheel, waarop door nie-

mand, die eenig vers-tand heeft van spoorwegpolitiek
en tariefwezen, critiek geleverd
kan
worden; deze
kan alleen vloeien uit de pen van hen, die zich op

speculatieven bodem wagen en zich niet met beide

i) Hoeveel gemakkelijker zou het voor de Commissie ge.
weest zijn als d.it wel het geval geweest ware, en hoeveel
sneller had -zij ‘clan kunnen werken.

voeten stellen
01)
den vasten grond van wat de ver-
‘voerswetenschap in het bui tenland – en thans ge-

lukkig ook in Nederland – leert. Dit laatste is echter

gevaarlijk en cle Regeering zal zich na kennisname

van dit rapport zeker niet wagen op een weg, welke

naar een financ.iëele débâcle zal voeren.

IIloe verleidelijk het is de Commissie in haar rede-
neer.ingen te volgen, zoo nioet hiervan worden afge-

zien met het oog op de beschikbare ruimte; de be-

langstellende lezer zal het prettig-leesbare en ook

voor çlen leek volkomen begrijpelijke rapport nioeten

doorwerken; het zal hem niet herouwen, een voor hem

geheel nieuw gebied van economie zal zich voor hem

ontsluiten.. Ik meen hier te kunnen volstaan -met •de

conciusiën over te nemen, waartoe de Commissie

komt, opdat ook hij, die geen tijd of lust heeft om het

geheele logisch opgbouwde betoog te volgen, zich een

denlchèeld kan vormen van cle vrucht van het diep-

gaande en volledige onderzoek. De commissie dan vat haar oordeel als volgt samen:

le. 7oowel het algemeen belang als de economische

beginselen eishe,n, -dat de spoorw’egen worden geleid

als een openbare onderneming, zoodat zij de:rhalve

hebben te streven.naar een volledige dekiin-g hunner

kosten u.it -do opbrengsten van het vervoer
2)

2e. de regels- -der prijsvorming moeten hij de hepa-

lin.g van de vrachttarieven als leiddraacl genomen

worden. Op grond van liet feit, dat de algemeene

kosten bij een spoorwegbedrijf in sterke mate het

overwicht heb

ben, moet dit leiden tot een stelsel van

2)
Onnuid-dellijk na het verschijnen van het Rapport
vroegen de agrarische Kamerleden Kampschocr en van cle
Bilt aan den – Minister van Waterstaat:
Is de Minister met de Commissie-de Vries van oordeel,
dat cle Spoorwegen volgens de beginselen van een onder-
nerning, zij liet dan een openbare, moeten worden beheerd
en alzoo niet als ccii bed rijf moeten -worden aangemerkt,
dat het karakter zou hebbei.i van een instelling van open-
baar nut? Is de Minister met dc Commissie-de
ries van
nieening, dat dc blijk-haar uit deze omschrijving voortvloei-
ende -politiek der Spoorwegen de juiste is ook niet het oog
op het algemeen belang? Is de Minister niet cle Commissie-
de Vries van oordeel, dat een algemeene verlaging der
tarieven’ niet ken ilaats hebben?
lEs de Minister niet van oordeel, dat cle bed-rijfspolitiek
der Spoorwegen ertoe zal leiden, dat steeds 1110cr en meer het vervoer zal worden overgenomen door de vrachtauto en
waarvan het gevolg zal zijn steeds niiuclere rentabiliteit
van het spoorwegbedrijf?
Is de Minister niet van oordeel, tint ivan neer niet
door
wijziging van de bestaande tarieven en de becirijispolitiek,
het vervoer door cle Spoorwegen wordt bevorderd, belang-
rijke sommen -door liet Rijk zullen nioeten worden bijge-
past om cle tckorten te dekken?
Wat stèlt de Minister zich voor te doen naar aanleiding
van het i ngedici.mde rapport der Commissie-de
Wat cle Miii ster hierop zal antwoorden is niet -bekend.
ZExc. zou echter wat de eerste ragei.i. -betreft kunnen s’cr-wijzen naar liet rapport van den grooten s’poorwegdes.kun-
ch-ge Sir Wilham Aeworth, die in tal van landen het zieke
spoorwegwezea saneer-de en in
1923
in opdracht van den
Volken-bond over de reorganisatie-van de Oosten rijksehe
Bonclsspoorwcgen rapporteerde. Op blz.
1.28
van den .Dtut-
seben tekst zegt Sir Acworth, dat zoowel staats- als par-
ticuliere spoorweg slechts naar één principe geëxploiteerd
kunnen worden, ni. dat zij huis eigen kosten minstens -dek.
.ken, want dat bij Staatsspoorwegen (en dat is ook bij de
Ned. Sp. liet geval) de -belastingbetaler de ‘tekorten moet
dekken.
.]in wat de laatste vragen betreft, zoo is het voor iederen
vervoersec0000ni duidelijk, dat bij -handhaving van het ge-
zonde door de commissie.cle ‘ricS aanbevolen exploitatie-
principe, geen -tekorten behoefden te wezen, wanneer er
door de financiëele en wettelijke bevoor-deeling van het
antovervoer geen teveel aan i’ervoermiddélcn ware ont-
staan, mais’. verkeersgebied zal verkrijgen, wanneer de auto de plaats
in hct verkeerswe-zen te land toegawezen krijgt, welke hem
als gevolg -van -zijn economische en technische voor- en na-
deden toekomt (Zie het artikel ,,Vcr.keerseconomie” in
Ecoii.-Stat. i3erichten
van
2
Maart
1932,
blz.
166 cv.).
Maar ook niet eerder. Noch op andere wijze!

27 April 1932

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1133

beginsel «er vervoerwaarcle de voornaamste bepali ngs-
grond moet zijn bij ‘het ‘opstellen van vrachttarieven,

hoewel daarnaast ook aan verschillende factoren, welke

de hoogte der kosten bepalen, invloed moet worden

toegekend;
3e. cle Nederlandsche Spoorwegen worden terecht

in overeenstemming met het su:b 1 genoemde beginsel

geleid;
4e. het goederentarief der Nederlan’dsche Spoor-

wegen van 1926 is als een systematisch opgezette en
goed cloordachte toepassing van het sub 2 genoemde

beginsel te beschouwen;

5e. er
bestaat op het oogenblik nog geen aanleiding

om tot een algemeene herziening van het göederen-

tarief over te gaan;
Ge. aan de tarieven ‘voor den ‘uitvoer van tuinbouw-
producten en aardappelen is in het goederentarief van 1926 een alleszins ‘bevredigende en gimstige

plaats ingeruimd;
7e. verlaging van deze tarieven is ook in vergelij-

king met die van andere naar Duitschlancl expor-

£eren’de landen niet gerechtvaardigd, daar noch ge-

bleken is, dat de Nederlandsche producten door die

an andere landen van cle Duitsche markten zouden

iorden verdreven, noch dat er hoogere vraclitkosten

de ederlandsche producten zouden drukken. In-

tegendeel verkeeren de Nederlandschd producten in
dit opzicht in de overgroote meerderheid der geval-

len in een gunstiger positie dan die der overige lan-

den;

– 8e. van een verlaging der tarieven is vooral in de

huidige ‘omstandigheden geen vermeerdering van den

Nederlandschen uitvoer te verwachten;

9e. verlaging der vraéhttari.even, teneinde in dezen

vorm den Nederlandschen tuin- en landbouw een ver-

kapte su’bsidie te doen toekomen, moet als een oncioel-

treffende, onbillijke en economisch bedenkelijke maat-

regel worden verworpen. Er bestaat geen enkele reden
om, wanneer ondersteuning ‘van land- of tuinbouw ge-

rechtvaardigd mocht worden geacht, deze steun niet

rechtstreelis, maar langs den omweg eener vrachver-

laging te bie’den. S.
A. REITSMA.

LOONEN EN KOOPKRACHT.

V66r deze crisispriode leerden de aanhangers der

z.g. koopkrachtt’heori e, dat opeenvolgende algemeene
loonsverhoogingen een waarborg vormden voor een
stabiele welvaartsontwikkeling. Onder den druk der

omstandigheden is deze stelling echter prijs gegeven

en
loonsverhooginge’n
worden thans in geen enkel

land mcci aanbevolen als middel om de afzetmoge-

lijkheden te vergrooten en langs dezen weg tot een

opleving van het ‘bedrijfsleven te komen.
De theorie veranderde dan ook van inhoud en de
nieuwe ged’acitengang, welke thans vooral in Neder-‘

land ‘door iakvereenigingslei clers wordt gevolgd, luidt:

loon- en inkomensverlagingen zijn op economische

gronden verwerpelijk, immers zij veroorzaken een
verminderde koopkracht. van de gezamenlijks consu-
menten en dus ‘is een verscherping van de afzetcrisis

en een vergrooting van cle werkloosheid het gevolg.
De theorie in haar oorspronkelijke vorm, dus pro-

loonsverhooging, vindt men duidelijk uiteengezet in

het enkele maanden geleden verschenei ,,Lohhpolitik
und Wirtschaftstheorie” van
Dr. Karl Ma.ssa.r (J’. 0.
B. Mohr, Tiibingen). Allereerst wordt hierin •het in

de Duitsche discussie gebruikelijke onderscheid ge-

maakt tusschen een ,,strukturelles Kaufkraftargu-

ment” en een,, konj unkturelles Kaufkraftargumen t”.

Eerstgenoemd argument heeft ‘betrekking op de door loonsverhoogingen veroorzaakte veranderingen in de
iamenstelling ‘van het totale verbruik, -terwijl in het
andere onderdeel van het betoog de nadruk wordt

gelegd op een door loonsverhoogingen te veroorzaken
verschuiving tusschen de vraag naar kapitaalgoecle-

ren en de vraag naar consumptiegoecleren.
Massar wijst er aanstonds op, dat het bij een z.g.
vergrooting ‘van de koopkracht door loonsverhoogin-

gen primair •steeds zal gaan om een
verschuivin.çj

van koopkracht, een ‘belangrijk uitgangspunt dat,
naar hij opmerkt, niet steeds door aanhangers van de
leer wer
,

d in acht genomen. Het economisch gunstig

effect nu ‘van deze verschuiving is te zoeken – dit
is dan het ,,srukturelle Argument” –
in het feit,
dat industriëele massa-productie plaats vindt met af-
nemende kosten, waardoor dus een consumptie, die

gericht wordt op grooter verbruik van massaproduc-
ten en een verminderde Srraag naar luxe-goederen,

uit een algemeen oogpunt bepaalde voordeelen moèt
bieden. Tegen dit ,,’strukturelle Argument”. is o.a.
het volgende aangevoerd: menheeft in het geheel

geen zekerheid, dat na de loonsverhoogingen de luxe-
consunptie, waarvan de beteekenis in het algemeen
woidt overschat, veel zal afnemen, eerder mdet als
gevolg met een geringere kapitaalvorming gerekend

worden; voorts zal een belangrijk deel der ruimer

toegekende loon.inkomens aangewend worden voor

uitgaven, -waarop de kosten-degressie niet ‘van toe-
passirig is (bioscoop’bezoek, uitstapjes, enz.), terwijl

tenslotte ook cle economische voordeelén van massa-

iroductie niet overdreven moeten worden – immers

voor elk bedrijf is een gréns, bij de overschrijding

waarvan de massaproductie geen voordeelen meer op-
levert. Stellig ‘is dan ook het uitgangspunt van dit

bede argument van meer gewicht dan zijn feitelijke
inhoud. Want duidelijic ligt aan de redeneering ten
grondslag het algemeene beginsel, waar in Europa

sociale hervormers en arbeidersleiders meer en meer

van door-drongen geraken: daf de arbeicisbelooning

alleeu clan kan toenemen, wanneer de opbrengst, dus
de productiviteit van den arbeid stijgt.
Bij de uiteenzetting van het
,,1ionun1cturell,e Ar-
gunsen.”
ziet Massar zich direct voor de noodzakelijk-

heid gesteld een reserve te maken. Het argument is

namelijk ,,ari den besoncleren Verhii,ltnissen ganz he-

stimmter Wirtschaftsiagen ori enti ert und infolge
dessen eill Argument, clessen Gültigkeit a priori auf
den Zei.traum dieser ‘besonderen ‘Wirtschaftszustïinde
bes’ohriinkt ist.” Bedoelde economische toestand blijkt

te zijn de periode eener opgaande conjunctuur en uit

het verdere exposé komt de verwantschap naar voren

i’an het ,,konjunkturelle Argument” met een bepaal-
de crisis-theorie en wel de z.-g. onderconsumptie-
theorie, welke in Duitschland vooral de laatste jaren
verd ccli gcl werd door den sociali sti schen hoogleeraar

E:mil Lederer. Aanhangers van deze theorie meenen,
,dat in een periode van hoogconjunctaur, van stijgen-
cle prijzen en stijgend product.ievermogen de bonen
en salarissen relatief achterb’ijven, waardoor -een

steeds grootere accumulatie in de hand wordt ge
werkt en een abnormale vergrooting van de produc-
tiemogelijkheden plaats vindt. Het economisch ‘pro-
ductie-apparaat ondergaat zoodoende van tijd tot tijd
‘een te groote uitbreiding, waardoor in verhouding
tot de in de volkshuis’houding voorhanden consump-

tieve koopkracht te veel wordt geproduceerd en niet
uit ‘kan ‘blijven een afzetcrisis, die slechts door een

ingrijpende aanpassing van het prijsniveau aan de
relatie:f te gering gebleven koopkracht kan worden

‘overwonnen.
Uiteraard ligt het gevaar van elke crisis-theorie
in een teveel generaliseeren en een te weinig feit

voor feit afzonderlijk wegen en elke historische si-
tuatie apart onderzoeken. Maar in concreto strandt
in ieder geval Lederer’s theorie op het verloop van
de feitelijke gebeurtenissen. Want een depressie

334

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

27 April 1932

neemt
niet
haar aanvang in den groep consumptie-

goedereninci ustrieën, zooclat een vergroote afzet vai

deze artikelen niet het geëigende middel kan zijn om
een te groote expansie van deprocluctieuiiddelenin-

ciustrieën te voorkomen. De aan. den omslag vooraÇ

gaande geregelde stijging van den rentevoet wijt

voorts niet op een aangroe.iende surplus, maar juist
op een toenemend tekort aan
getdkapitaal.
De extra-loonsverhoogingeri ter VbrrLIi.Ml.I1g der consumptie.

welke Lederer, niet voldoen cle onderscheid maken cl

tusschen geidkapitaal-vormi ug en goederenkap i taal-

proc! uctie, dan ook voor de hoogconjunctu u rperiocle

bepleit en die dus uit zouden moeten gaan
boven
de
reeds plaats vindende hausse-verhoogingen der geld-
bonen, zelfs wanneer deze de toenemende proclucti-
vi tei t geheel zouden weerspiegelen en gelijken tred

zouden houden met de algemeene stijging der prijzen

– welke laatste aanpassi n.g, het zij erk&id, in den

regel slechts in een vertraagd tempo plaats vindt -,

zulke loonsverhoogirigen zouden dan ook zeer waar-
scliijnlijk moeten neerkomen op een verm i nclercle ka-

ptaalvorming en een versneld intreden van den con-
j unctuur-omsiag.

Beschouwt men meer in het bijzonder het inter-

nationale vraagstuk van de loonsverhoogingen in de
periode na den wereidoörlog, dan treden alle proble-

men van ..normale conju tuur-heweging” en de

hiertegen aan te wenden middelen in ‘belangrijkheid

terug. in vergelijking met de vèr-strekkende ‘betee-

kenis van cle, zij liet door jaren. van betrekkelijke sta-

biliteit onderbroken. dalende internationale prijshd-

weging, waarvan de inzet al van het jaar 1.920 dateert.

Van actueeler beteekenis dan de zeer lubieuze

koopkrachtleer nier 1 oonsverhoogi ngen, welke clu s steu ode op twee argumenten, die volgens de aanhan-

gers alleen opgaan in rustiger, meer stabiele tijden,
is de meer reëeie aandrang, die zich thans richt
01)
afwerung van loons- en salarisverlagingen, onidat

met het behoud van . deze koopkracht rechtstreeks de

belangen van afzet en productie gediend zouden zijn.

Het instemmen met deze redeneering kan slechts ver-

klaard worden uit een gemis aan de noodige belang-

stelling voor de prijsheweging in het algemeen en

voor de marktfunctie van den prijs in het bijzonder.

De bezorgdheid dat, wanneer de bedrijven door alge-

mcciie boris- en saiarisveriagi ngen. weer in staat wor
den gesteld hij sterk verlaagde marktprijzen. opnieuw

rendabel te prnduceeren, de producten clan in de iiieu-
we situatie mogelijk wel eens niet meer voldoende

vraag” zouden kunnen ontmoeten, kan alleen’ ont-

staan, wanneer uit het oog. verloren wordt, dat in

laatste instantie slechts goederen en diensten tegen
goederen en diensten wo±clen geruild. Prijzen maken

de onderlinge waardeerung en cle ruil mogelijk en (le
koopkracht” is niet ander.s dan de som van alle

in het proddictieproces verdiende inkomens, waarvôor

alle producten van datzelfde prodntieproces weer

worden afgenomen. Men steile den ondernemer ‘slechts

ii staat tegen de geldende marktprijzen rendabel te
produceeren, voor zijn product zal dan ook precies de

koopkracht gevonden zijn, welke het noodig heeft om
zijn weg naar den consument af te leggen. Eet is

mogelijk •dat van bepaalde goederen tijdelijk relatief
teveel of te weinig wordt geproduceerd, ook kunnen l)epaalde prijzen door verschillende omstancliheden
korten of langeren tijd min of meer vau vrije markt-

irijzen afwijken, maar een ,,algemeen tekort aan koop-
kracht” zal zich .logischerw.ijze evenmin ooit kunnen

voordoen als een ,,algemeene overproductie”. Wel is

voor het ontstaan’ van deze beide in het spraakgebru ik
opgelcomen ben am i ngen ccci verklaring te vinden:

in’iniers juist de aldus aangeduide verschijnselen zul-
len zich steeds moeten voordoen in elke periode,

waan ii als gevolg van een, op de een of andere wijze
ontstaan, relatief tekort in de totale hoeveelheid ruil-
middelen een d ruk op alle marktprjzen wordt iii tge-

oofeucl.. . Slaagt men er dlan, niet in zulk een tekort

aaii geld- en crecbietmicldeleii te overwinnen, ciaii. zal’

ccii algemeene prijsdaling niet ldun.nen
1.1
itbl.ijven.
Treedt cdii algemeene j)rijsdliling hoe clan ook i ii,

clan zullen tevei:is cle looneii e.0 andere gelnlinkoineos

ils afgeleicle prijzen een claliiig moeten onclergaa.ii

en dit laatste is des te nooclzakelijkér, wanneer men
aan moet liemen dat de clti i og van liet algenieen p nijs-
n i eau tot
0
1) zelcere hoogte van blij venclen aard zal
zij ii . Zou, mei ii:. Neclerlaiicl thans cle nleflatie vollecl ig

aanvaarden en zich rich ten naa.r (Ie indexeijfers dier

groothancl.elspnijzen, welke van. 149 in 1:028 daalden

tot 82 in Maart 1932, clan, kwam cli t neer op een ver-

liii nctening van, alle gelcl’beclrage’n, dus ook van bonen

en salarissen met 45 pOt. Een herstelperiode zal

echter weer stijgende, prijzen ‘brengen en men zal ziel)
dus hebben af te vragen
0
1) welk niveau een nieuw
evenwicht verwacht mag worden. Ongetwijfeld is. in

de internationale lic[u i datie, welke cle laatste twee

jaar plaats vond van cle groote- na-oorlogsche crecl i et-

expansie. een argument gelegen om ten clezeaansiui-ti lig te zoeken ‘hij den pnijsstand van ]lêt jaar 1.914.

Houdt men. daarbij rekening met cle vooraf.gegane,

ij constante prijsstijging sedert circa 1895 (die

plaats had ondanks het feit, dat in deze periode de

goeclerenproductie en handel zich in sterkere mate

outwiklcelclen dan cle stijging van het g’oud’v’olumen,

welk verschijnsel daarom veelal, gelijk bekend, in

verband wordt gebracht met nl,e toeiienieocle inteia-

ti onale ‘beteeken is van liet g’i .rale geld) cl in zou men,

mede als maatstaf nemend de in’clexcijfers van verelcl

productie en. -handel plak vbbr den hu icligen terug-

slag, wellicht niet een zekere mate va ii waarschijnlijk-

heinl kunnen komen tot een iets hooger gemiddeld
niveau, van grootha’nclelspnijzen cIa ii dat hetwelk v661-
den’ oorlog bestond.

Stelt men zich meerrecies bij’. als doèl het index-
cijfer 1.1.0, clan dient verder het

er op ger.ich t te zijn. door prijsverlaging ook cle totale

levensoricienliouclkosten zooveel mogelijk cli t cijfer te

doen naderen. Immers slaagt men hierin, niet, dan

zou de afstand tusschen heide cijfers een aanwijzing

vormen, dat in het algemeen cie prijzen v:i n eindpro-
nI ucten te hoog waren gebleven, waardoor de nu i lver-
houding tusschen grondsto:ffen en i nclustrieproclucten
blij ven’cl ongunstig zou worden. beïnvloed (groo than.-
nlelsinclexcijfei’s worden in den regel ‘sterk door cle
prijzen van grondstoffen beheerscht). ‘Men zou zich

cl us voor cle noodzakelijkhei cl gesteld zien een clefla-
tie- eii prijspolitiek te voeren, welke zich richt
01)
bijv. liet i nclexcijfer 120 voor cie kosten van levens

onderhoud. In 1.929 was dit .inclexcijfer voor Amster-
dani 1.68, h iertegenover stond toen een uit cle statis-

tiek van. cle R.V.B. afgeleid i ndexcijfe:r voor de dag-
Linnen groot 222. Uit heide cijfers kan men afleiden

een verlioogi rg van het goecleren.ioo’n sedert 1.914 inet
d2 pOt., waarbij nog afgezi’u ii van indirecte ver

beteningen door sociale wetgeving ed. Houdt men
“ast aan deze 32 pct. clan zou met een leven.sonder-
Iiouclinclexcijfer van 120 correspondeereni een dag

Iconipeil. van 158.
Onder handhaving
van het ‘in 1929
tereilete ievenspe’cl
der a.’rbeidersbevolkinq
beteekent

dit dus, dat ee:n gemiddelde verlaging der chigloonien
ecicrt 1929 mei
cci..
20 pOl.
noodzakelijk zou zijn (222

– 1.58 = 64, di. 29 pOt. van 222) bij een consequent
doorgevoerde cleflatie tot liet gestelde niveau. Een
voortgezette nlali ng in cie kosten, van levensonderhoud

zou, hiermee dus gepaard mbétei:i en kumnnen, gaan.
Reeds daalde het A mstercla msche totaal-cijfer ‘voor
;u.:rbeinlersgezinnen van 1.69.0 in. 3uoi 1.929 tot 1,41,1.
n ii:t jl., dat is
met
76,5 pOl.
Geen enkel koopk’rachtarg’unient, welke inhoud
men er ook aan wil geven, kan worden na ngevoercl
tegen cle
dci
ogende eisch om. zoo spoedig mogelijk in
Nederland in zake de loon- en. salarispolittek tot aan-
passiigsniaatregelen van cleze’n omvang te komen
Mr.
A.
T. R.
t!AURITZ.

27 April 1932

ECOtÖVIISCH-STATTSTICiE BERICHTEN

335

DE ECONOMISCHE TOESTAND VANNEDERLANDSCH-INDIË IN 1931.

Zooals bekend is, lijden koloniale landen als Ned.-
mci
iö zeer sterk onder de crisis, omdat
zij
hun wel-
vaart ontleeneu aan do productie van grondstoffen,
waarvan cle prijzen naar verhouding veel meer zijn

gedaald dan die der verbruiksartikolen, welke uit den

vreemde moeten worden betrokken. Deze omstandig-
heicl heeft tengevolge, dat dc handelsbalans – en

daardoor tevens cle betalingbalans – ernstig wordt
benadeeld, hetgeen weer de kwestie aan de orde stelt

of cie gou.dpariteit van den Indischen gulden in een

crisistijd als cie tegenwoorclige kan w’orden gehanci-

haafcl. De vraag of cie internationale ruilhanciel van

Necl.-Iiiclië in deze jaren ‘beter of slechter w’orcit, heeft
dus de voortdurende aandach t van belangstellenden.
Voorts is op cle vraag of cie muntcenheicl zich op de
goudwaarde kan handhaven weliswaar niet van di .rec-
ten, maar dan toch van indirecten invloed de ontwik-

keling van cie prijzen von.r goederen en diensten in

het binnenland, en wel’ in cie eerste pla;Lts cie detail-.
prijzen en, arbei d’slooneu.
Van cle ontwikkeling der . handelsbalans in 1.931

naar het gewicht geven cie ‘volgen cie cijfers een beeld
(in milii.oen KG.)

Tersclul
viii
1931
1930 1931 ten opzichtc van 1930
I’uvocr ……………2.820

2.1 9$


22 [CL.
Uitvoer …………..9.957

8.1.01

– :19

Uitvoersaldo ………7.137 5.903

– 17 iCt.

H.ieru:it blijkt, dat weliswaar cie invoer met een iets
grooter percentage is gedaald dan cle uitvoer, docl.i
da t, waar de uitvoer op zichzelf belangrijk veel groo-
ter is clan cle invoer, het saldo sterk is afgenomen. in
gewichtshoeveelheid is de handelsbalans dus zeer zelcer
veel slechter geworden.
Neemt men cle waardecijfers (in millioenen gul-
ilens), clan verkrijgt men het volgende overzicht:

Procent. ‘erscln1 van
1930

1931.

1931. t.o.v. 1930
Fiivocr ……………..
922

(lOS

– 34’pCt.
Uitvoer ……………….1.191

802

—33

Uitvocrsaldo …………
269
. 1.94

—28
pOt.
Invoer in pCt. van dcii


tutvoer …

……….75,7 pOt. 75,8 pCt.

Blijkens deze getallen zijn de waarden van in- en
u.i tvoer en. van het u i tvoersalcio belangrijk meer ge-
claald dan de.gewichtshoeveeiheclen: een cl u icl.elijk be-
wijs’i’ an den invloed, welke d.e prijsclalin.g o,p cle ban-
clelsibalans heeft uiigeoefenci. Ei et percentage van de
i n.voerwaarde op cle uitvoerwaarcie is ongeveer gelijk
gebleven.

T4et is ‘bekend, dat landen, welke in. normale tijden een belangrijk onzichtbaar uitvoersaiclo plegen te heb-
ben als gevolg van de inkomsten uit vrachten, reute.n, clivid.enclen en tariti.èrnes uit liet hu.i tenlanci, en dit
saldo door cle crisis belangrijic hebben z:ien vermin-.

deren of zelfs verdwijnen, er zeer veel belang lbij

hebben, dat de handelsbalans sterk verbetert, op-
dat het .geldwezen zijn goud

basis kan behouden. Dit
is ‘bij’. ‘liet geval met Nederland, dat zijn gewone
seheepsvrachten en kapitaalsopbren.gste.n uit den
vreemde (Ned.-Inc[iö incluis) thans grootencleels moet

missen. Geheel anders staat het echter met Neci.-Inclië,
dat geen crediteur- maar ee.n deb:iteurlanci is en der-
halve in gewone omstandigheden juist zeer veel geld
aan ren.tea, dividend.en, tantièmes, ,enz. ilioet overma-
ken naar liet buitenland.. :Dit gewest ondervi nclt dus
geen nadeel van cie crisis in den vorm van eeue ver-
m inciering der ,,onzi.cht’bare acti va”, omdat het deze posten practiscb. nau.welijics heeft, – doch integendeel een voordeel door eeno afnem ing zijner ,,onzichtbare”

passi va. Vandaar dat voor Ned..-Inci ië cle eisch van een
verbetering van cle handelsbalans rdet zoo ciri ogend
is; ‘liet mindere exportsalclo wordt voor een niet on-

belangrijk deel ‘gecompenseerd door het automatisch

achterwege blijven viii cli.viciencien en ta.ntièmes. Vare
dit niet liet geval, cla’fr zou, het er met indië kwaad

iii’zien.: weliswaar ‘heeft het percentage van cle in-
vôerwaarcle op cle u.i.tvoerwaarcle zich
01)
eenzelf cle peil
gchanclhaafcl, maar het absolute
cijfer
van het uit–
voersalcio in geld is sterk vernii nciercl, nl. vtn /’ 269
inillioen op
j’
194 millioen. Voor een ‘beoorcieeli.ng van
den stand van de betalingsbalans en dus van de pôsi tie

an den Necl.-lnd.ischen gulcie.n is dit absolute, cijfer
vaii heel w’at meer belang dan het eerder genoemde

percentage, wan t uit clt bedrag op cle handelsbalans

moeten tenslotte worden betaald cle aan het bui tenlancl
verschuld igcie o’bligatie-renteu, aflossi ogen, eventu.eël

in dezen crisistijd toch nog gedeclareerde diviciencien

en tantièmes en andlere onzichtbare verpl:ichtingen
aan dien vreemde.

De achteruitgahg van cle positie der handelsbalans
van Necl.-Inciië, hoezeer op zichzelf te beschouwen

als eet ongewen.scht verschijnsel, behoeft derhalve
riet, zooals i.n cred:iteurianden als Nederland, ‘Enge-
land, cle
Ter.
Staten van Amen ka, aanstonds tot
angst voor cie goncibasis van het geldwezen aanlei-

d,i ng te geven. Voorts moet worden ‘bedacht, dat deze

v6rmindening van de waarde van het exportsalclo
slechts in zooverre ongunstig is, als zij beschouwd

moet worden, als, een tijdelijk gevolg van cle crisis
voor zoover.re zij overeenstemt met cle blijvende clali ng
van liet prijsniveau, door de crisis veroorzaakt, is zij
niet anders clan, een natuurlijke en normale aanpas-

sing aan nieuwe economische onistand igheden.

.lntusschen blijft het te betreuren, dat cht export-
saldo voortdurend afneeuit. Het is nu niet alleen ‘be-
langrijk lager dan dat van, alle voorafgaande jaren
na cie vorige crisis 1921-22, doch ook -minder clan dat

van ‘liet (gedeeltelijke) cnisisjaar 1922. Daarentegen
is cle toestand nog heel wat gunstiger dan in liet
ci’isisjaar 1,921, toe.n de totale handelsbalans ‘van een

:tiefsaicl.o van bijna een illiard plotseling omsloeg

in een. i:)assiefsaldo. van j 48%1 milli.oen. De crisis van
).921-1 922 heef t een meer plotseli ngë en. vernieti-

gen cle uitwerking gehad op ‘den handelstoestanci clan

de tegenw’oordige, doch. daartegenover staat weer, da.t

zij veel korter clu.urde. De hnidi.ge crisis heeft liet
ernstige nadeel, dat zij n.0 bijzonder lang duurt en de
handelsbalans voortdu rond meer ondermijnt. Een en

ander moge u.i t cle volgende cijfers (in nii.iiioenen
guldens) blijken

1920

……
928
1926

…….
75
1921…….
4836 (iinportsaldo)
1927

…..
729
1922
.

……
366
1928

…….
560
1923

……
737
1929

…….
322
1924

……
854
1030

……
269


1925…….
950

.
1931…….
194

Deze cijfers mogen echter niet tot een al te sterk
pesim isille aanleiding geven. -Er heeft zich tot dus-
verre doorloopenci een zeer gunstig verschijnsel ‘oor-
geclaa o. De Javasclie Bauk is er namelijk zonder

nioeite in geslaagd, oni haar clekkingspercentage

ver ‘boven liet wettelijk voorgeschreven min alom, te
handhaven, zooals moge blijken uit cie volgende cijfers:

3 Januari 1931
.. ………….60 pot.
4 April

– .
……59
4
Juli

,.

……58
3 October…

……….. .. 63
2 Januari 1932 ………….62

liliernit blijkt dus wel afdoende, dat cle factoren,
welice ‘den ongunstigen in vloed va.n cen achteruitgang

van liet exportsaldo neutrali.seeren, groot geneg zijn
om cle waardevastheicl van con indischen gulden te
verzekeren.

Uit cie hiervoresi vermelde cijfers is reeds geblelceri,
tiat cie achtern.itgang ‘van cle hoeveelheid van den in-
‘oer in 1931. vergeleken ‘bij 1.930 iets meer is geweest
dan die van cleir.
uitvoer. Terwijl de invoerhoeveelheid

336

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

27 April 1932

1

in 1931 78 pOt. ‘bedroeg van die in 1930, ‘beliep het

exportquantum 81 pOt; Ten aanzien van de waarde

bleek, dat die van cled invoer 60 pOt. bedroeg en die

van den uitvoer 07 pOt. De geringe voorsprong van

den export ten aanzien van cle hoeveelheid is das

grootendeels ongedaan gemaakt met betrekking tot

cle wdarde, hetgeen al aanstonds leidt tot de cbn-

chisie, dat cle waardedaling van cle exportproduc-

ten iets, zij het ook niet veel, scherper is geweest

clan die van de invoerartikelen. Dit feit stemt over-

e j
en met de indexcijfers van de groothandelspri

zen der in- en uitvoergoederen, welke wij verderop

zullen laten volgen. Men kan dus zeggen, dat in

1931 cle ruilvoet met het ‘bui tenlanci wel eenigszins,

maar dan toch zeer weinig slechter is geworden. Dit is

een gunstige factor, omdat men tot dusverre de ervc-

ring had opgedaan, dat de achteruitgang van de prij-

zen der exportartikelen veel scherper
1is
geweest dan

die van de importgoederen. En ook nu nog is de ruil-

voet met het buitenland ongunstig voor Nederlandsch-

Indië, maar de ver’bljdende omstandigheid bestaat
hierin, dat de ruil’basis over 1931 practisch zeer weinig

achteruit is gegaan. Men vergelijke de volgende index-

cijfers:
Jan. Dec. Percentage Dec.
1931
1913 1926 1931 1931
van Jan.
1931
Invoer, …….
100 165 132 105

79,5 pOt.
Uitvoer …….
100 159

73

57

78,1

Er is vroeger al eens op de gunstige omstandigheid

gewezen, dat de detailprijzen van de zoo weinig koop-

krachtige inheemsche bevolking sterk gedaald zlijn,..in

tegenstelling met wat men van deze prijzen in de

Europeesche landen ziêt. Dit is een belangrijke factor

voor Nederlanclsch-Indië ter verzachting van de rnoei-

lijicheden van de crisis. Ook in het jaar 1931 heeft
deze prijsdaling voortgang gehad en wel op zeer
krachtige wijze: Een en ander blijlct uit de volgende
gegevens inzake de kosten van voeding van cle Inland-

sche bevolking op J’ava en Madoera (1913 = 100):

December

1930

…………
131
Januari

.
1931

…………
126
April

……………
107
‘Juli

.
…………..
95
October


…………
December

..

…………
88

Deze sterke prijsvermindering is, gelijk bekend, een

gevolg van de omstandigheid,’ dat in het economische
leven nier ioheemsche bevolking gèen plaats is voor
een uitgebreid, cle prijzen opdrijvend distri’hutiestel-
sel, zooals in Westersche landen voorkomt. De Inlancl-
sche consument betrekt zijn goederen namelijk .voor

het grootste deel rechtstreeks uit zijn naaste omge-

ving. Voorts dient te worden overwogen, dat de hier
vérmelde indexcijfers voor een belangrijk deel der

inheemsclL6 bevolking niet doorslaggevend zijn tr

beoorcleeling ‘van hare materieele positié. De reden

claarvan.is gelegen in het feit, dat bedoeld bevolkings-
deel zijn voedsel grootendeels zelf produceert en dus

in ‘zooverre geheel onafhanicelijk is van marktom-
stand i gheden. Voor cle lii erbecloelcie inheemschen
heeft de huidige crisis derhalve in zooverre niet de

minste beteekeni.s. Dit verschijnsel accentueert zich

voortdurend: in toenemende mate legt de bevolking

zich op eigen productie toe.
Natuurlijk kan niet worden ontkend, dat zeer vele

Inlanders als consumnten voor bepaalde artikelen

afhankelijk zijn van anderen dan van henzelf of per-
sonen uit hun naaste omgeving; dit is te meet het

geval al naarmate zij zich als producenten in grootere

mate hebben toegelegd op het verbouwen van handels-
gewassen en als arbeiders in dienst zijn getreddn bij
ondernemingen. Doch met het voortduren van de

crisis wordt het aantal van deze lieden steeds minder;

zij worden .namelijk, zooals reeds hiervoren is gezegd,
steeds meer gedreven in de richting van de produc-

tie van voedingsgewassen, welke zij zelf consumee-
ren, waardoor zij zich al meer en meer losmaken van

het wereldverkeer en chis van dencrisistoestand. Een

zeer ‘lielangwekkend symptoom va dit verschijnsel

is het steeds mer verdwijnen van het geld uit cle

desa’s. Gedwongen door de crisis keert de bevolking
in toenemende mate terug tot de natuurhuishoucling

en maakt zij zich dus voortdurend meer immuun

tegen cle wisselvalli gheden der wereldconj unctuur.

Wat cle speciale artikelen betreft, die zij in meer-
clere of mindere mate van elders moeten betrekken,

ican o.m. gew’ezen worden op het zout, verkrijgbaar
van cle Gouvernements-zoutregie. Daarvan is de prijs

het geheele jaar clezelf de gebleven, nl. 8 cts. per

briket. Practi sch geldt hetzelf cle voor J’apansche
lucifers, welke te Batavia in J’anuari 1931 j” 0,2214
per pak, en ‘van af Juni
f
0,22 Icosten. Petroleum

voor verlichting kostte terzelfder plaatse in Januari
1931
f
3,07 per blik, daalde in latere maanden eerst
tot
f
3,05 en
f
3,02, in December ‘plotseling tot

f
2,80, in Januari 1932 tot
f
2,77. Dit beteelcent dus
een niet onbelangrijke verlichtiiig van den economi-
schen toestand der bevolking. Nog in ‘veel sterker
‘mate geldt dit voor de prijze’n van katoenen goede-

ren, welke uit den aard der zaak een niet onbelang-
rijk deel vormen van het budget der bevolking. T-Iiei-
voor ont’brelcen opgaven van detailprijzen, doch zijn

wel gegevens van ‘de groothandeisprijzen aanwezig,

welice wel een vrij goed bruikbare aanwijzing vormen
van de ontuikke1ing nier detailprijzen, die de bevol-

Icing heeft moeten ‘besteden. Het .indexcijfer, dat

Nederlandsche, Engelsche en Japansche garens en

geweven goederen omvat, bedroeg in J’anuari 1931

143 en was in December gecimialci op 105. De •inheern-

sche bevolking zal in dit opzicht zeer zeker en aan-

merkelijke verlichting in haar toestand on dervinden.

De indexcijfers inzake het lvensonderhoud van
Europeanen is in 1931 ongetwijfeld eveneens belang-
rijk gedaald, zij het ook naar verhouding lang niet in
dezelfde ‘mate als de
cijfers
ten aanzien van het
levensonderhoud van Inlanders. Op zichzelf staat ‘het

prijsniveau ‘van de lcosten , van onderhoud. van een

Europeesch gezin reeds sinds jaren op een veel hoo-

ger niveau dan dat van cle kosten van voeding der
Inlanders en dit is natuurlijk gedurende het geheele

jaar 1931 wo gébleven. De aanpassing is hier veel

slechter dan bij de irnheemschen. Men zie cle volgende

ii’idexcijfers (1913 = 1,00):

December

1930
…………
155
Januari

193..

…………
156
April

…………..
150
Juli

,
………….
144
October

…………..
142
December

…………..
134
Januari

1932

…………
132

Het verschil met den levensstandaard der Ïnlan-
clers is wel enorm! De oorzaalc ligt, gelijk bekend,
deels in het feit, dat de Europeanen veel meer arti-
kelen uit het buitenland ‘betrekken, waarvan de prij-
zen door de hoog gebleven abe.ids1oonen in Europa,
de Vereenigde Staten, ena. en cle duurte ‘van ‘IJet
verre transport van over zee weinig hebben kunnen

dalen, deels in de omstandigheid dat ‘bepaalde uit het
binnenland betroicken goederen (‘bijv. ruclvleesch,

melk, vruchten) niet aan overproducti e onderhevig
zijn geweest. Deze relatief zeer groote duurte van den
Europeesc’hen levensstandaard is natuurlijk zeer dru Ic-
Icend voor vele Europeanen, die thans werkloos ziju
e.n een aanzienlijk verminderd inkomen genieten, doch
blijft voor het economische leven van Ned.-Indië als
geheel genomen ‘van betrekkelijk ondergeschikt be-
lang wegens het geringe aantal Westerlingen, dat iu
badoeld gewest leeft.
Uit ‘het vorenstaande lcan derhalve de conclusie
wordlen getrokken, dat, hoevele ernstige bezwaren en

moeiljicheden de crisis voor Ned.-Indië ook moge op-
leveren, er toch vele gunstige omstandighecl.en zijn,
welke daartegen een tegenwicht vormen.
IIULSIIOFF POL.,

27 April 1932

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

337

DE NIEUWE INVOERRECHT
t

in zijn begrootingsrede van Dinsdag ji. heeft de

Britsche Kanselier van cle Schatkist voor Groot-Brit-

tannië en Noord-Ierland de wecIer-iiïvoeing aange-

koucligd van rechten op thee, ni. 4 cl. per pound, ge-
paard met een preferentieel recht van 2 cl. per pound

voor thee van Britsche herkomst, dus uit Britsch-

Indië, Ceylon en Kenya (Afrika).

Uit deze beslissing blijkt, dat de propaganciisten

voor ,,Empire tea” het pleit gewonnen hejiben.

In hoeverre op deze beslissing de wensch, dat Ne-

cieriand zijn gouden standaard zal verlaten, mede van

invloed is geweest, kan met eenige zekerheid moei-

lijk in bevestigenden zin worden beantwoord. Wel is

zelcer, dat ook aan Engelsche zijde tot zeer kort voor

bevenbedoeicle uitspraak de ‘kans
01)
weder-invoering
van rechten op thee niet overal even hoog werd aan-

geslagen.

I:Iet is wel goed eraan to herinneren, dat in 1919
ht Engelsch recht van 5 d. werd gebracht op 12 cl.,

met een rabat voor Britsche thee van 1/6 = 2 d.

In 1922 werd het recht verlaagd op S d. en in 1924
op 4 cl., waarbij cle preferente van 1/6 bleef gehand-

haf cl.

Bij de gemiddelde theeprijzen in 1919 van ca. 79′

cts. per h.KG. speelde uiteraard een voorkeur van
2 d. per pouncl niet zulk een groote rol als thans, nu
de midderiprijzen voor de Nederiandsch-Iudische thee zijn gedaald tot beneden 30 ets, per h.KG. in entrepôt.

Ïmmcrs nu beteekent een dergelijke preferentie

een voorkeui van ruim 30 pOt. van de waarde en op
grond hiervan mag recielijkerwijze worden aangeno-

men, dat de invoer tot verbruik in Engeland van de

Nederlandsch-Indische thee, die ca. 16
it
18 pOt. van
het totale verbruik bedroeg, belangrijk zal verinin-

deren.
Het behoeft dus geen verwondering te wekken, dat

in ‘de Amsterciamsche veiling, die op 21 dezer plaats
had, de specifiek voor Engeland bestemde sorteerin-gen van klein-grn.izige thee (waarvan te Amsterdam
slechts zeer weinig ter markt komt) ca. 5
it
1
ets. in

prijs daalden. –
De theernarkt leverde in cie afgel’oope.n week twee

verrassingeli op: .1 ii de eerste plaats de vrij zvare

preferentie van thee van Britsche herkomst en ten
tweede cle prijshoud ende stemming, waarin overigens
cle A msterclamsche veiling verliep.

1-liermede werd in^ strijd met veler verwachting

duidelijk aangetoond, dat de Neclerlandsche markt een
veel grootere mate van zelfstandigheid bezit dan èn

in Nederland èn in Neclerlandsch-Indië zelf werd
aangenomen.

De kooplust in de jongste veiling in deafgeloopen
week, waarin te Londen met het oog• op ,,’budget-
day” geen thee-veilingen plaats vonden, was in het
algemeen goed verdeelcl; zoowel voor bin nenlancische
als buitenlandsche rekening bestond goede vraag.

Wat het buitenland betreft, gold dit vooral de

EN OP THEE IN ENGELAND.

raag van continentale zijde. Dit verschijnsel valt

gemakkelijk te verkhren en wel h:iercioor, omda’t, nu
‘de prijzen voor Java- en Sumatra thee
in
de Londen-

sehe veilingen zullen worden gedrukt door het ver-

schil in rechten (het is nog de vraag of deze druk

uit het volle verschil zal bestaan) deze theeën voor

andere lânlen clan Engeland, waaronder Centraal-

1uropa, Rusland, Ver. Staten, aan aantrekkelijkheid

zullen winnen. Immers evenals te Amsterdam wordt

thee in de Londensche veilingen verkocht in entre-

pôt, derhalve voordat eenig recht is geheven.

Indertijd toen Enge’and voor liet eerst tegen de

Neclerlancisch-laclische thee diserimineerde, is dit

evenzeer de beste reclame geweest voor het Neder-
lancisch-Indische product in alle andere landen bui-
ten. Engeland.

De Amsterdamsche veiling op Donderdag 1.1. heeft

bewezen, dat cle Ned erlan cisch-Indische producenten

nog geenszins ‘behoeven te wanhopen. Zelfs van En-
gelsche zijde werd de meening geuit dat, indien een
preferenti cel recht opnieuw zou worden ingevoerd,

cie Neclerlandsch-Indische thee is ,,bound to profit
on the long run”.

Voor de toelcomst bestaat er dus geenerlei reden

voor ongerustheid en voor het heden is liet nadeel,
dat cie Nederlandsch-Indische thee-cultuur van deze
i’echten ondervindt, zooais boven gezegd, geringer

ebleken ‘dan velen hadden verwacht.
,De prijzen voor m.icldensoort thee waren gemiddeld

lechts enkele centen lager clan in de vorige veiling,
terwijl de beste soorten in de meeste gevallen zelfs

Iioogere prijzen konden ‘hedingen, tengevolge waar-

an de middenprijs per h.KG. nog iets is gestegen,
e weten van 29 ets. op 29X
,
ets:

Te vermelden valt, dat Ierland buiten ‘de nieuwe
regel:ing ‘valt, tengevolge waarvan de afzet van Ne-

derlanclsch-Indische thee ook daarheen wel zal wor-
dien gestimuleerd ten koste van het Britsch-Indische

product. Het effect ‘van de Engelsche rechten zal
dus in hoofdzaak bestaan uit een verschuiving van

afzetgebieden, waarbij de kans niet is uitgesloten, dat
Amsterdam als distributie-centrum aan belang zal
winnen,

Van Engelsche zijde wordt door cle propagandisten
voor ,,buy British” gehoopt, dat op do a.s. Ottawa-

conferentie Austraiië ertoe overgehaald zal worden
om, evenals het Moeclerlanci, een preferentie aan

Britsche thee toe te kennen, doch uit recente mede-

‘deelingen van Professor Geyl te Londen in dit ‘blad
mag worden opgemaakt, dat de wensch hierbij de
vader van de
– gedachte is en dat het resultaat nog
geenszins zoo vaststaat als van Engelsche zijde schijnt
te worden aangenomen.

– De belangen van Australië ten opzichte van Neder-
landsch-Inclië spelen natuurlijk hierbij een rol van
beteelceni s.

D.
K. v. L.

BAISSE-CAMPAGNES.

De jongste heftige koersdaling van aaiideelen

Koninklijke in de afgeloopen weelc, die volgens pers-
berichten is uitgegaan van internationale baissiers,

heef t opnLeu.w cie aandacht gevestigd op cle beteekenis
van de baisse. Het spreekt vanzelf, dat ‘de voorstan-
ciers van de invoering van een verbod van baisse-
transacties opnieuw dit geval als ‘versterking van hun
argumenten zullen gebruikeii.

In hoeverre de jongste daling van de aandeelen
Koninklijke echter gemoti:veercl is, wagen wij niet te
beoorcleelen. ‘In dit vei’ban’d is het niet oninteressant
even te herinneren aan het feit, da’t in 1930 al tegen
de baisse in aandeelen Koninklijke werd geageei’d,

toen de koers zich nog tusschen de 300 en 350 be-

woog. Niemand zal thans willen ontkennen, dat de

baiss:iers toen volkomen gerechtvaardigd zijn opge-
treden. Zoo zou het zeer goed denkbaar Icunnen zijn,
dat over eenigen tijd de koers van de Koninklijke zich
omstreeks de 50 zou ‘bewegen, maar het is even goed
:
moge
ljk, dat – en wij hopen het van harte – de
Icoers bijv. na het verschijnen van het jaarverslag tot

150 of 200 zal stijgen. Wij willen hiermede alleen
eggen, dat, indien cle daling haar uitgangspunt bij

de baisse ‘vindt, welke daling achteraf gerechtvaar-‘digd blijkt te zijn, di.t niets verontrustencls behoeft
te zijn. Anders staat het geval, indien achteraf zou

338

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

27 April 1932

differentieele tarieven, hetgeen wil zeggen, dat het

blijken, dat deze daling volkomen ongemotiveerd was

en door de baissiers
ieenn.elijlc
in het leven was ge-

roepen om het publiek tot angstverkoopen aan te
sporen, juist op een tijdstip, dat de psychologische

omstan cl i:gheden, hangende de Kreuger- & Toil-‘

affaire, voor ee.n dergelijk optreden maar al te gun-

stig zijn.

Dit punt voert ons vanzelf naar het vraagstuk van

de economische functie van de baisse in tijden van

hoog- en langconjunctuur. t-let is overbodig op de.be-

langrijke functie van cle baisse nog nader in te gaan. ‘)

De heer Whitney, President van de New-Yorksche

beurs, heeft op 24 Februari voor een CommlSSi.e
Vai’I

het Huis van Afgevaardigden gewezen op het feit, dat
zonder het bestaan van haissetransacties de koersda-

ling op cie New-Yorksche beurs aan het einde va:n

1929 een catas’trophalen omvang zou hebben aange-

nomen.-) Destijds waren geweldige bedragen tegen

oriclerpancl van effecten op crediet gegeven. Behalve
een bedrag van $ 8V2 milliard, dat door de makelaars

was verleend, was ongeveer eenzelfde bedrag door

banken en particulieren op oncterpancI van effecten

voorgeschoten. Doordat de beurs geopend bleef en

effecten konden worden gekocht en verkocht, hoewel

tegen lagere koersen, konden deze geweldige bedragen,

aan crediet voor het grootste deel worden geliqui-

cieer.d.Waren baisse-transacties verboden geweest,

aldus de heer Whitney, clan zou cle beurs niet ge-

openci zijn gebleven, hetgeen op het geheele bankwezen

een ernstigen terugsiag zou hebben teweeggebracht.

Er zullen dan ook weinigen zijn, die, bekend met

den effecten- en goeclerenhandel, cle beteekeriis van

de baisse in twijfel zullen trekken. De nuttige func-

tie van cle basse is o.ï. echter,, vooral op cle effec-

tenmarkt, aan het einde van een hoogcônjunctuur
grooter clan aan het einde van een depressie en wel

om de volgende redenen.
Liet is een bekend verschijnsel, dat in de hausse

cle koersen op de effectenmarkt een hoogte Icunnen
hereilcen, waarbij het verband met cle rentabiliteit

van de betreffende ondernemingen geheel is verbro-
ken. Deze koersstijging stelt niet alleen de bestaande ondernemingen in staat kapitaal voor expansie-doel-

einden aan te trekken, maar leidt ook tot het oprich-

ten van nieuwe ondernemingen. Hoe hooger cle beurs-
koersen stijgen, hoe gemakicelijker het bedrijfsleven
kapitaal kan opnemen en hoe meer op deze wijze de

Scheltema heeft enkele weken geleden in dit
weekblad (zie 11.-S. J3. van 6 Api’il
1.)
weliswaar den na-
druk gelegd
01)
wettelijk ingrijpen, maar daarbij uit het
oog verloren, dat, zonder verbetering in (ten ecotioniisehem
toeitand in de wereld,
of in
bepaalde industrietakken, de
beurskoersen niet kunnen stijgenDe baissiers hinken (lezen
toestand iiiet erger, maar zij antieipeerei( juist
01)
de ver-
ivachting, dat cle depressie het diepste punt nog niet heeft
l.ereikt, waarin zij, helaas, tot dusverre maar al te
Zeer

gelijk hebben gelmacL
‘) Zie The Conimereial & Financial Chronicie van
5
Maart
1.
blz.
1677.

over.investeering in de hand wordt gewerkt. Al moge

(le biusse door haar verkoopen iii een periode van

speculateve beclrj vighei cl weinig kunnen uitrichten,

zij oefent in elk geval een druk op de koersstijging
uit en verhindert daardoor wellicht een anders mo-

gelijke kapitaalinvesteering in’ een bepaalde indus-
tr.ietak. Hoe krachtiger de baisse aan het einde van

een hoogconjunetunr werkt, hoe belangrijke haar

functie dan ook is:
De baisae houdt iii, de hoogcon-

junc 1uur in eiim; gevat een tendeeis in tegen overinves-

teering. –

Aan het einde van een cleprcssieperiocle is haar

functie echter geheel anders, indien cle haisse’ clan

een extradruk op het koerspeil uitoefent, waardoor de

koersen tijdeljic op een niv ean korneii, dat anders niet

mogelijk zou zijn, clan Ican cl it zelfs schadelijke gevol-

gen voor cle maatschappij opleveren. inmers; een deel

van de creclietverleening is gebaseerd op effecten en

hoe lager deze in kaers dalen, hoe voorzichtiger cie

crecli.etgevers vorclen. Wij willen er nogmaals uit-

druklcelijk op wijzen, dat wij in’• het geheel ii iets af

willen doen, aan cle nuttige functie van de baisse in

een depressieperiode, maar alleen het oog hebben op

het tijdstip, dat de ,,bottom” wordt herelct. Stel, dat

zonder baissetransacti es een willekeurig inclexcijfer

van aandeelen op 50a het laagste punt zou hebbn

hereilct, clan zal door de baisse het laagste punt
0

50a – x komen te liggen. :len zoo nuttige functie,

als wij voor het andere uiteincle van de conjunctuur-

cyclus hebben geconstateerd, oefent cle baisse hier

niet uit; liet :is zelfs mogelijk, dat zij naicleelig werkt,

hoewel zij ongetwijfeld selecteerenci zal werkhn. Wij

zon den daarom dezen algenieeneti regel kunnen op-

stellen, dat de baisse in het algemeen een puttige

functie verricht, maar dat deze functie in de hoog-

conjnnctu:ur zeer beiangr.ijlc is, omdat de baisse clan
een tendens tegen ovei-in.vesteering inhoudt, terwijl
zij op een bepaald moment in cle depressie nacleelig

kan werken.
t)

Liet is echter uiterst moeilijk, om op dit gebied in

te
grijpen,
omdat niemand weet, wanneer het laagste

uit van cle deprèssie is bereikt. Het eenige middel,

dat tegen een ongernotiveerden baisse-aanval te baat

kan worden genomen, is o.i. een
snelie,
uitvoerige en

gedocunienteercle berichtgeving van cle zijde vall de

betreffende onclernemngen.
2)

V.D.V.

‘) Een enkel voorbeeld knmi dit toelichten. Indien cle
baisse tegen het ein(e Van een clepressiejaar ongernotiveerd
kraclitie
,
zou optreden, dan zon daarvan cle balanswaardee-ring volgens beurskoersen den ongunstigen invloed kunnen
on clerv i nden, hetgeeim voor sommige inaatschappijemi even –
eens bepaalde gevolgen voor cle winst- en verliesrekening
ZOU
hebben. Of men denke eens aan dle gevolgen voor den
Neclerla nclschen Staat, indien ei mccle April begin Mei een
krachtige omigemoti veerde baisse-aan val zou plaats vinden.
‘) Op deze zijde van dit vraagstuk hebben de ‘bemmrsredac-
teuren van onze groote dagbladen reeds terecht gewezen.
(Zie Maasbode van
24
April, Nieuwe I{obterdarnsehe Cou-

rant van
23
April, Avômmdhlad en Telegraaf. van
23
April
eveneens Avon(lbladl).


BUITENLANDSCHE MEDEWERKING.

DE FINANCIEËLE MOEILIJKHEDEN VAN DE ELECTRI-
CITEITSINDUSTRIE IN DE VEREENIGDE STATEN,
Deheer A. Friedrich te Berl.ijn schrijft ons:

De faillissementsaanvrage van cle Ïnsnll IJtility

Inves tment Inc., de betali ngsmoei lijkheden van deze
en andere contrôle-maatschappijen in de electric.i-
tei tsinclustrie, de buitengewoon groote cffectenver-

liezen ‘van cleze’onclernemingen hdbben ver over cid
grenzen ‘van ‘de Vereenigde Staten opzien gebaard
en bij cle tallooze aandeelhouders va,n dergelijke
maatschappijen groote ongerusthei cl teweeggebracht.

Het gaat hierbij geenszi mis om een crisis van de Public Utility mnaatsch ippjjen op zichzelf, veel-

eer om een gevolg van het verschijnsel van on-

voldoen cle ii nancier:i ngsmaatregeien en van bui-
tensportge expansie. IDe Public tJtility maatschap-

pijen. zëlf bleken. over het algemeen goacl ‘bestand

tegen dc crisis. Weliswaar is ‘als gevolg ‘van de nog
steeds voortdurende uitbreiding van cle ‘bedrijven en
den teruggang van cle stroomafg.ifte de rentabiliteit
ietwat gedaald, doch de inkomsten van bijna alle

dis ti i buti cm aatsehappijen kon cl en tot den laatsten
tjcl toe op betrekkelijk hoog niveau worden gehand-
haafd en lieten dienovereenkomstig oolc de uitkee-

lig van vrij hooge cl i.vi ciencien toe. De mindere op-
brengsten uit den strooniverkoop aan ‘de industrie
werden in hoofdzaak cloo.r grooteren ‘afzet ‘van dec-

27 April 1932

ECONOMISCH-STATIS’ISCHE BËRICHTEN

339

trici teit aan de klein-afnemers, i nzonderheicl huis-
houcli ngcn, gen i velleerd.

inkonistet, van (le Ainerikaaiscljc eleetriciteitsittaat-
schappijeit itt tnilIioet,tt dollars.
r[‘Ota]e

i:I.nis-

.A
n:lere

(3
taal-
Jaar

iiikoiiistcii lionilinguti

klriite ifitOti(‘iS VurhiitlkCis
1927
. . . .

1.803

$24

482

519
1928
. . . .

1.942

572

520

550
929
. . .

2.106

619

5511

013
1930 . . .

2.151

064

576

591
1931
….

2.137

095

.509

554

Ook de zuivere contrôle-maatschappijen leveren

over het algemeen vrij gunstige resultaten op. Bij

het volgende overzicht van de bru to- en netto-winst

van eenige belangrijke ondernemingen van deze Soi).rt

zijn alleen bij cle eerste twee de winsten sterk ge-
daald hierb:j client echter rekening te wo den ge-.
houden met het feit, dat cle North Atnerican Co. een

deel
van haar deelnemingen aan clochtermaa tschap-

pijen heeft overgedragen en dat hij cle Electric Bond
and Share een groot gedeelte van cle inkomsten ii iet
uit Amerikaansche, doch u i.t bui tenlandsclie deel iw-

mingen stamt.

Winsten van Anierikaansche contt’ôleniaatschappijen
in de clectriciteitsiudustrie iii ittillioencu dollars.

Bruto.w in st

Netto-wit, st
Naam
der
onderneming:

1930 1931

1030 19:31

Electric Bond and Share Co

54,39

2,56

42,36 25.05
North American Co . …….
133.75 117,92

28,82 24.27
Coluinhia Gas and Electric
.

90,13 89,40

48,1 1 44,44
Contntonwealth and Southern
140,64 129,1.7

72,25 69,51
Public Service Corp. of
Ncw
Jersey

…. …………..
138,54 136,56

43,94

45,53
Anierican Power and Light .

87,09 83,21

45,50 43.69
A
niericati Water Works and
ElectrO’ ………………
54,07

49,13

26,37

24,80
Aisociated Gas and Electric
. 104,141.05,25

47.79 49,04
Electric Power and Light

75,05 80,05

37,57 41,17
National Power and Light .

80
1
38 77,43

36,35 30.34
Standard Gas and Electric
.

172
3
41. 159,07

76.10 74,09

in de beide laatste decennia zijn door fusie en op-

richting van speciale contrôlemaatschappijen eeni ge
‘buitengewoon machtige groepen in cle Ver. Staten

ontstaan, een concentratieproces, dat in den herfst

van 1.929 door de lbeurscrisis e.n de gevolgen van de

depressie voor .de eerste maal een gevoeligen terug-

slag heeft ondervonden. Een van ‘de groepen, clie ook

nog in 1931 haar expansie hebben voorgezet, was het
In suli-System, wiens leiders, cle gebroeders Samuel

en Mart.in J. :i.,ii, steeds weder in woord en daad
als verdedigers
.
…an het systeem van contrôlernaat-
schappijen optraden. Thans verkeert zooals bekend,

het lnsull-concer.n in buitengewoon groote finan-

ciëele moeilijkhede4i. liet gaat hierbij niet om een of

ander electriciteitsconcern vn de Ver. Staten, veel-

eer om een groep, die de geheele electriciteitsvoor-zi ening van het Midden
WTes
ten monopolisti sch be-
heerscht, m.illioenen menschen van eiectriciteit, gas
en water voorziet en jaarlijks 8-0 milliard KWU.
verkoop t.

Samuel .I:nsi.tll werkte in :1.881 samen mét Tho-

mas A. Kdison, vercl in – ].889 ‘ice-preident van

de .Edison General Electric Co. en deed i.n 1.892 zijn
intrede in den Raad van Beheer ‘an cle General
Electric Co. als vice-president. Kort daarna trok hij

zich uit de electro-technische industrie terug, ten-

einde zich aan de opwekkiug en distributie van dec-
triciteit te wijden. Hij werd president vat:, de Chicago
1dison Co., waaruit later door fusie de Common-

weaith E-dison Co., op twee na de grootste electrici-
teitsmaatschapp.ij van cle Ver. Staten ontstoncl.

De opwekking en het betrekken van stroom van deze
onderneming bedroeg in 1930 4.6 milliarcl KWU.
Thans hehooren tot het Insuil concern oolc nog

de Public Service Co. of Northern Illinois, de Midclie
Vest Utilities Co., de Western United Corp.*en cle

Peoples Gas, Light & Coke Co. .Deze ondernemingen
zijn slechts ten deele distributiemaatschappijen; daar-

naast ‘bovendien contrôlemaatschappijen, clie harer-

zijcls een groot aantal clistri’butiemaatschappijen con-
trOleerer(. Aau het hoof’cl van deze groep staan twee

‘con trôlemaa tschappijen, dle Corporation Secur i t i es
)
.Co. uf Chicago en de insuli U tility .Lnvestments inc.

De beclrijfsleidi ng van de talrijke dochtermaatschap-

pijen berustte over het algemeen bij cie insuli Son
Co. –

De expansie van deze groep eischte enorme kapi-

talen. Alleen in 1931. werd voor niet minder dan

$ 300 millioen aan nieuw kapitaal opgenomen. Bij de

Cornmonwealth Edison Co. moest bijv. een kap itaal-
behoefte van $ 105 millioen worden gedekt; waarvan
nauwelijks $ 52 millioen vbor converteeringsdoelein-

den werden gebezigd. $ 20 millioen ‘van het genoemde

bedrag kwaim voor rekening van goud-obligaties, die

einde Juli 1.932 ver vallen, liet totale bedrag van cle
niet gefundeerde verplichtingen van cie contrôle-

en dochtermaatschappijen bedraagt’. thans $ 650 mil-

lioen. Ook voor dit concern geldt echter, hetgeen reeds

in het begin werd gezegd: ‘de inkomsten en uitgaven

van het bedrijf van de eigenlijke Public Utilities
Companies vertoonen geenszins een ongunstig beeld.

Zoo daalde bijv.
– de bruto-winst van de Common-

wealth Edison Co. van 193001 van $ 84.00 tot 80:55

millioen, de netto-winst echter slechts van $ 16.40 tot

16.2 millioen. Ook in het afgeloopen jaar kon nog

een overschot, ten bedrage van $ 4.25 millioen, aan
het surplus worden toegevoegd.

Al zijn cle moeilijkheden bij het insuil concern ook

grooter dan bij eenige andere groep, zoo staat dit

concern ten opzichte van de effectenverliezen en de

noodzakelijkheid van een ingrijpende reorganisatie
geenszins alleen. Eenige van de ‘belangrijkste soortge-
lijke gevallen zij hier in het kort vermeld.

• De liydro-Electric Securities Corp., een Cana-

deesch-Amerikaansche contrôlemaatschappij, die aan-
vanlceiijk tot de Löwenstein groep behoorde, heeft

het erst een sterke kapitaalreductie in overeenstem-
ming met de waardevermindering van haar deelne-

niingen doorgevoerd en wel van $ 54.19 tot 17.64 inil-
– lioen. :De Electric Securities Corp., een contrôlemaat-

schappij, die ‘door de General Electric Co. wordt be-
heerscht, was genoodzaakt haar aancleelenkapitaal

van $ 42.50 tot 23.75 millioen te verlagen, nadat zij
ongeveer een jaar geleden haar kapitaal nog aanzien-

lijk had verhoogd. Bij cle Electric Bond and Share
Co., clie tot 1924 door cle General Electric werd ge-

controleerd en ook thans nog tot deze maatschappij

in nauwe relatie staat, daalde het balanstotaal in den
loop van het jaar 1931 van $ 1.002.67 tot 553.58 mil-
lioen, in hoofdzaak als gevolg van cle waardevermin-
cler.ing van de deelnemingen van $ 904.09 tot
5
462.71
millioen.
01)
cie passiefzijde van. cle balans daalde het
surplus van $ 708.62 tot $ 248.00 n]illioen. Het kapi-taal zal eerian.g in een nog niet bekende mate worden
gereduceerd. De Electric Bond and Share oefent in
cie eerste plaats contrôle uit over een reeks groote
Arnerikaansche electriciteitsmaatschappijen, in de
tweede plaats over de American and Foreign Pover

Co., een groot aantal ‘belangrijice electriciteitsmaat-
schappijen in Midden- en Zuid-Amerika, Bri tsch-
Indië, China en Roemenië. Ook de verliezen van cle
United Corp. op haar effecten.portefettille zijn bui-
tengewoon groot. Deze maatsch’appij werd in 1929
met medewerking van het ‘bankie.rskantoor J. P. i:,–
gan & Co. opgericht en bezit belangrijke cleelnemi.n-

gen in eenige electriciteitsconcerns in – het Noord-
Westen van de Ve. Staten. Terwijl de koopprijs van

de verworven aancleelen $592.8 milhioen bedraagt, is

de heurswaarde van deze pakketten einde 1931. tot
$ 269.4 en inmiddels tot een nog lager nivea,., ge-
claalci. Kortgeleden achtte cle grootste electriciteits-
maatschappij van cle Ver. S tatert, cle Niagara .1.1 ud-
SOli
Power Corp., clie zoowel clistrib,., tie- als contrôle-
maatschappij is, een groote kapitaalre’ducti.e nood-

340

ËCONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

27 April 1932

zakelijk. Bij deze maatschappij werden de tot dusverre

bestaande 27:77 millioen aandeelen h $ 10 dezer

(lagen in 9.26 millioen aandeelen h $ 15 veranderd,

hetgeen een kapitaalreductie van $ 271.11. . tot

$ 1.38.86 millioen betoekent.

De crisis, waarin thans talrijke Amerikaausc.he

con trôlemaatschappijen verkeeren, moet niet alleoh

aan de genoemde effectenverliezen worden toege-

schreven, maar veeleer daaraan, dat deze maatschap-

pijen in den laatsten tijd niet meer in staat waren,

die functies, die haar tot dusverre recht van bestaan

gaven, nog verder te verrichten. Naar buiten komt

de veranderde positie daarin tot uiting, dat grobte

fusieplannen, die twee jaren geleden werden voor-

bereid, tot dusverre onvoltooid zijn blijven liggen.
Voor een groot deel is ook de f.inanciering van de

electriciteitsmaatschappijen door middel van con-

trôlemaatschappijen tot staan gekomen. Dientenge-
volge werd in deVer. Staten reeds v66r het ‘bekend

worden ‘van de thans aan het licht getreden effecten-

verliezen de vraag geopperd, of de contrôlemaat-

schappijen on der ‘de thans gewijzigde omstan cli ghe-

den nog recht van bestaan bezitten. De Heer H. M.

Cameron, financiëel redacteur van de Electrical
lTo
r
icl, heeft onlangs de meening geuit, dat er een

tendens bestaat om het zwaartepunt van de leiding

weder van de ëontrôlemaatschappijen naar de dis-

tributiernaatschappijen terug te brengen. Volgens hem

worden echter niet alle groote trusts door deze ont-

wikkeling getroffen. Bij de meesten zal een zekere

decentralisatie doelmatig blijken te •zijn, doch zij zul-

len ongetwijfeld zonder groote veranderingen uit de

huidige crisis te voorschijn komen. Andere maat-

sëhappijen zullen waarschijnlijk uit contrôlemaa t-
schappijen in een soort heleggingsmiaatschappijen

overgaan, welke van de gewone beleggingsmaat-
schappijen slechts in zooverre zullen verschillen, dat

zij met de niaatschappijen, welker effecten zij houden,

in ietwat nauwere relatie staan. Voorts dient er

rekening mede te worden gehouden, dat de kapitaal-
behoefte in de eerstvolgende jaren nauwelijks bij die

van den laatsten tijd ten achter zal blijven (deze be-
droeg de laatste twee jaren rond $ 14 milliard per

jaar) ; ook in de toekomst zal de electriciteitsindus-

trie zich verder ontwikkelen., oudere ‘bedrijven zullen

door moderne, goedkooper werkende
bedrijven
moe-

ten worden vervangen, cii op vele belas.grijke gebie-
den, zooals buy. bij de electrificatie van de spoorwe-

gen, de aanwending van electriciteit in huishoudin-

gen enz. is nog buitengewoon veel te bereiken. De

contrôlemaatschappijen, die deze ontwikkeling in
voldoende mate kunnen doorvoeren, zullen niet alleen
haar tegenwoordi ge con trôlepositie behouden, doch

waarschijnlijk zelfs nog verder kunnen uitbreiden.

Op het oogenblik wordt in de Ver. Staten een diep-

gaand onderzoek ingesteld naar de expansie- en de f i-
nancieringsmethoden ‘van de ‘groote contrôlemaat-

schappijen. E’enige resultaten van deze onderzoekin-
gen hebben de ‘bij het, publiek reeds ‘heerschende
ongerustheid nog vergroot. Bij den toekomstigen gang

van zaken zal men ook rekening moeten houden niet
het feit, hoe de openbare meening op de resultaten

van de enquête reageert. Waarschijnlijk zal liet pu-

bliek in de toekomst ook bij de Public Utility maat-
schappijen en vooral ‘bij haar con trôlemaatschappijen grootere waarborgen eischen dan to,t dusverre het ge-

val was; het is mogelijk, dat met het oog op een der-

gelijke ontwikkeling ook de t’bt dusver verwaarloosde

junior securities evenals de mortgage bonds en de
clehentures op zulke goede onderp’anden zullen wor-
den ge’baseerd, dat zij cp het publiek weder een groo-

tere aantrekkingskracht rullen gaan uitoefenen.

Voor de naaste toekomst nioet zonder twijfel reke-

ning worden gehouden met een groote reorganisa-
tie van het systeem van contmilemaatschappijen in de
Amerikaansche electiciteitsindustrie. Het is echter

niet juist te veronderstellen, dat de concentratieten-

clens thans plaats zal maken voor een teruggaande

ontwikkeling op groote schaal; veeleer moet worden

aangenomen, dat het thans beginnende zu.iverings-

proces slechts ongezonde, slecht gefundeerde con-

structies zal oprui men.

AANTEEKENINGEN.

Het bankwezen in de verschillende landen

van de wereld.

Het ontbreken van een verznmelwerk, dat in één

enkel deel een gedetailleerde wetenschappelijke ver-

handeling van de ontwikkeling van de handelsbanken
dier geheele wereld gaf, was tot ‘dusverre een betreu-

renswaardige leemte in ‘de rnodernë financiëele litera-

tuur. Weliswaar is enkele jaren geleden een verza-

melwerk over het bankwezen in een groot aantal lan-
cl en verschenen (,,Foreign Banking Systems”, uitge-

geven door H. Parker Willis en B. H. Beckhart),

maai hierin zijn alleen de ‘ban’kstelsels als zoodanig

behindeld en is niet gestreefd naar een vergelijking

tusschen de verschillende bankstelsels. Hierin is

thans voorzien door •den econ om ischen voorlichtings-

dienst van den Volkenbond, die onlangs een ,,Memo-

rancium sur les Banques commerciales” het licht

heeft doen zien, dat een studie over een dertigtal

bankstelsels bevat.
i)
T-let werk zal worden aange-

vuld en regelmatig bijgehouden.

Sedert eenige jaren verschijnen de beschikbare ge-

gevens over cle deposito’s van de handelsbanken der
verschillende landen regelmatig in verschillende pu-

blicaties van den Volkenbond, inzonderheid in ‘de
,,Annuaire statistique”; voortaan zullen zij in liet

Bulletin Mensuel de Statistique worden opgenomen.

Intusschen zijn de
cijfers
van de volgende posten niet

minder belangrijk, de beleeningen en disconto’s, de

beleggingen, de kasreserves, het kapitaal, de vinsten

en verliezen, de ‘verdeeling van de winsten, enz.

Waar de samenstelling der balansen en winst- en
verliesrekeningen van de landen onderling verschilt,

ook vaak die van de banken van één en hetzelfde

land, zoowel wat ‘betreft den vorm als het aantal

posten, is iedere rechtstree’ksche vergelijking van de bankstatistieken, van de verschillende landen in haar
oorspronkelijken vorm ‘buitengewoon moeilijk. Ten

einde deze vergelijking te vergemakkelijken, is in de
genoemde studie een uniforme opstelling ‘voor een
balans en winst- en verliesrekening gemaakt en ge-
tracht aan de hand daarvan de statistieken van de

verschillencle landen zooveel mogelijk in het onder-

havige boek te bewerken.
Het boeic begint niet een algemeene inleiding, dat

een weergave bevat ‘van cie voornaamste lcenmerlcen

van de werkzaamleid der handelsbanken na den oor-

log tot den aanvang der huidige crisis. Waar moge-
lijk, weiden ter vergelijking cle gegevens over het

laatste jaar véér den oorlog bijgevoegd.
Na de inleiding volgt den reeks hoofdstukken, die

o.m. de geschiedku nd i ge ontwi kkeli ng, de organisatie

en de voornaamste kenmerken van het bankwezen in

elk land afzonderlijk behandelen. De belangrijkste
van kracht zijnde bepalingen van de bankwetgevin-gen zijn eveneens opgenomen. Dit onderdeel vormt

een buitengewoon nuttige bron voor ‘de gegevens om-

trent de werkzaamheid van het bankwezen in de ver-

schillende landen.
Volgens de cijfers van het actief en van de bank-
deposito’s per hoofd der bevolking (waaronder begre-
pen het actief en de inlagen bij de spaarbanken) was
de ontwikkeling van ‘liet bankwezen in Zwitserland,
de ‘Ver. Staten, Groot-Brittannië, de Dominions en

1)
Memorandum sur les Banques Cominerciales
1913-
1929.
(Genève,
1931. Société des Nations. Prijs Zw. Frs. 15).

27 April 1932

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

341

cle Scandinavische landen kwantitatief het grootst,
zooals uit cle volgende tabel blijkt:

Depositos
iIEanclel shanken

van
is
nilere Totale

Totale

creiliet-

cleposito’s
Landen

activa Deposito’s instellingen (b + c)

(a)

(b)

(c)

(cl)
Zwitserland. …….
800

– 530

134

714
Ver. Staten …….
495

351

87

438
Canada ………..
357

2291)

21

250
t)

Grôot-Brittannië:

Schotland ……..
310

250

533

299

Engeland en Wales
279 )

238
2)

f
Austraiië ………
270
4)

229)

204h)

433
5)

Ierland ………..
242

205

7
6)

2120)
Zweden ………..
236

153

139

292
Denemarken ……
222

152

161

313 Nieuw-Zeeland

221
4
)

196)

192

388
Argentinië …….
200

150

S

158
Zuid-Afrika:

blanke bevolking
. 186
4)

171
4)

35

206

totale bevolking
. 41
4)

38
4)

S .

46
Nederland ……..
177
7)

11.4
7)

61

175
7)

Noorwegen …….
167
8
)

1018)

212

313
113e]gië …………
1.31

102

30

132
Duitsohlancl …….
99 °)

62
t)

60

122
Hongarije ………
90

57

TO

67
Tsjecho-Slowakije .
83

53

81

134
Finland ………..
82

56

38

94
Frankrijk

……..
71
10)

60
IS)

30
Ii)

90
11)
Oostenrijk. ……..

64

57

38

95
Italië

…………
53

41

35

76
Chili

…………
(79)

37

15

52
Griekenland …….
43

26

2

28
i3razilië ………..
34

17

17
Roemenië ……..
29

18

1

19
Joego-Slavië ……
22

17

4

21
Peru ………….
17

11


Colunsbia ………
17

S

S
Polen …………
14
32)

5
12)

4

9
Mexico ………..
13

7

.

. –

7
2)
Uitgezonderd cle cleposito’s van buitenlandsche filialen.
Houdt men hiermede reken.iûg, dan worden de cijfers ond&r
(b) en (d) resp.
273
en
294.
7)
Ïncl. de particuliere ban-
ken; excl. de :I3ritsche overzeesche banken en de Engelsche
filialen van ,buiteulan.dsche banken.
3)
Disconto-huizen,
spaarbanken, inclusief clie van Noord-Ierland.
4)
Exel. de
balansposton van kantoren in het buitenland.
5)
mcl.
alle
deposito’s bij de ,,Commonwealth Bank”, die eigenlijk geen
circulatiebank is.
0)
mcl.
de spaarbanken in den Vrijstaat.
7)
Schatting, gebaseerd op de veronderstelling, dat de voor-
naaniste banken
60
pCt. van alle bankzaken doen.
8)
Excl.
de publiekrechtelijke banken of de banken in liquidatie.
) Schatting voor alle handelbanken (de ,,Staats-
1113(1
Landeebankeu” iiibegrepen) gebaseerd
01)
dQ laatste ofi-
ciëcle publicatie voor
1929.
10)
Schatting, gebaseerd op dc
veronderstelling, dat de vooi-naamste banken
75
pCt. van
alle bankzake]l doen.
34)
Alleen spaarbanken; cle ,,.banc1ues
d’affa.ires” zijn begrepen onder (is) en (b).
12)
Met uit-
zondering van de posten, die cle speciale crediettransaeties
van tw’ee banken, die aan clu Staat bahooren, ‘ertegen-
voorcligen.

In eenige andere landen, waar de kapitaalmarkt
buitengewoon ontwikkeld is, zooals Frankrijk, Neder-

land en België, zijfl de verach.illende wijzdn van geld-
belegging van invloed op den omvang van de bank-
clepôsito’s. –

De neiging tot concentratie door fusie van de han-
delsbanken, en door uitbreiding van het filialeste1-

sel, die men iri de meeste landen sedert den oorlog
opmerkt, wordt in bijzonderheden nagegaan. De mate

van concentratie is, gemeten naar de verhouding tas
schen het aantal inwoners en het aantal handelsban-
ken, in Groot-Brittannië en eenige Dominions het

grootst. De Ver. ‘Staten daarentegen, waar de wet-
gever voor de oprichting van bankfilialen beperken-
de bepalingen .heef t vastgesteld, bezitten meer han-

delsbanken dan eenig ander land, ten opzichte van het
aantal inwoners: De neiging tot fusie wordt evenwel
ook in de Ver. Staten in den laatsten tijd grooter.
De algemeene kenmerken van de. verschillende bankstelsels, vooral die va

de beide belangrijkste

vormen, d..w.z. clie van cle inclustr.iëele banken, die –

inzonderheid véér den oorlog op het Europeesche

vasteland liet meest gebruikelijk was en die van cle
depos i to-banken der Angel- S aksische landen, worden

in een afzonderlijk hoofdstuk van de inleiding be-

sprolcen. Men kwam tot de slotsom, dat de tegenstel-

ding tusschen deze twee voornaamste ban]cstelsels, wat

hun betrekkingen niet do industrie betreft, minder
scherp is dan vroeger als gevolg van de algemeene

economrsche en fin anciëele str uctuurveranderingen

‘in de verschillende landen na den oorlög cii als ge-

volg vrn cle ontw’ikkeling van de financierings-, be-

leggi.ngs- en holdingmaatschappijen, die den schakel

vormen tusachen de grootbanken en de industrie. De

buitengewoon snelle ontwikkeling en de groote be-

teekenis van de publiekrechtelijke ‘banken (d.w.z. van
cie credietinstellingen van of onder toezicht van den

Staat of van andere publiekrechtelijke instan ties),

die alle bankzaken van deposito-hanken en indus-
tnidele banicen verrichten, is wel één van de meest in
het oog vallende gebeurtenissen van het na-oorlogsch
bankbedrijf in verschillende landen van het Euro-

peesch vasteland en vooral in Duitschlan.d.

De belangrijkste verschillen in het bankwezen dr

verschillende landen en cle laatste daarin aangebrach-

te wijzigingen worden door statistieken in een gespe-

cificeerd overzicht van de samenstelling van de activa
en het passiva aangetoond. Op deze studië volgt een
vergelijking van de relatieve belangrijkheid van de

kap i.taalbronnen der verschillende stelsels. In meer

ciere landen is het kapitaal van de banken na den

oorlog tengevolge van de inflatie afgenomen, terwijl

alleen in België cle bankkapitalen in verhouding tot de
toeneming van de deposito’.s zijn. gestegen. Bij gevolg
is de gemiddelde verhouding tusschen het kapitaal en

de reserves van de banken en haar verplichtingen

sedert de vöéroorlogsche periode sterk gedaald; deze
verandering openbaarde zich het sterkst daar, waar
de banken zich véér den oorlog in hoofdzaak met ‘be-

leggingen en industriëele transacties bezighielden.

Uit het onderzoek van de beweging van de deposi-

to’s, de credieten’ en de beleggingen, evenals van cle

veranderingen in de samenstelling dezer posten zijn eenige algemeene tendenzen naar voren te brengen.

De deposito’s en de ci-edieten op langen termijn zijn
bijna overal veel sneller gestegen dan de cleposito’s

en de credieten op korten termijn, niet alleen sedert
cie onmiddellijk op den oorlog volgende inflatie, doch

ook sedert 1913. Op deze wijze heeft tegelijkertijd een
algemeene verschuiving van de deposito’s en cle ere-
dieten op korten termijn naar die op langeien ter-
mijn plaats gevonden. De daling van de verhouding

tusschen de direct opvraagbare deposito’s en de ter-

mijncieposi to’s gedurende de geheele na-oorlogsche
periode viel samen met de daling van de groothan-
delprijzen. Dit schijnt te wijzen op een verandering
in den aard der transacties van de hancielsbanken.

Aan de oorzaken van dit verschijnsel en zijn gevolgen
wordt een vrij uitvoerige beschouwing gewijd.

De samenstellers van deze interessante studie heb-ben eveneens de verhouding van de kasgelden tot de verplichtingen op korten termijn en tot de totale ver-
plichtingen voor de verschillende bankstelsels bestu-

deerd. Het blijkt, dat er aanzienlijke verschillen be-
staan bij de banken, wat de relatieve verhouding van de kasgelden tot dekking van de deposito’s op korten

termijn en de totale deposito’s betreft. De lcasgelcien
tot dekking van de deposito’s op korten termijn vis-
riëerden einde 1929 tusscheu 9 en 43 pOt., al naar ge-
lang van liet betreffende land, en die voor de totale

cleposi.to’s van 2 tot 24 pOt. Over het algemeen heb-
ben •de landen, waar eigenlijk geen centrale bankin-

stelling bestaat en het geldstelsel dus bijgevoig het
minst soepel is, naar verhouding de grootste Icas-
voorriiclen. De verhouding van de kasgelden tot de
verplichtingen is in de meeste landen sedert 1913

342

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

27 April 1932

ut sedert de eerste jaren na dn oorlog gedaald ..Deze

vermindering was inzonderheid bemerkbaar en alge-
nieen in den 1001) van de laatste aan de huidige cle-

pressie voorafgaande jaren.

Uit de veranderingen in de verhouding van de

onkosten en afschrijvingen ten opzichte van de ‘bruto-
winsten eeiierzijcls en die van cle bruto- en netto-wi ri

sten ten opzichte van het •bankkapitaal anderzijds zijn

enkele intereasnnte gevolgtrekkirigen af te leiden. in

alle landen, voor welke men. cle ‘beschikking heeft

over vergelijkbare cijfers van de vôôroorlogsjaren,

niet uitondering van dc Ver: Staten, is cle verhou-

ding van de onkosten ten opzichte van de gepnbli-

ceercie bruto-winsten in cle na-norlogsjaren aanzien-

lijk gestegen, terwijl die ‘van cle netto-winsten ten

opzichte van de bruto-winsten is gedaald. De stijging

van cle onkosten moet in hoofdzaak worden toege-

schreven aan cle verhooging van cie belastingen, ter
wijl het bruto-winstpercentage, dat door de salarissen

en de algemeene exploitatiekosten wordt geabsor-

heerd, eveneens in de meeste gevallen is gestegen.
Als gevolg van de waardevermindering van cle activa

werden er gedurende de depressiejaren zware verlie-

zen geleden. in sommige gevallen cii in sommige

jaren zijn de door de zwakstaancie banken geleden

verliezen zoo gestegen, dat zij cle totale netto-winsten

van het bankwezen van het betreffende land over

trof f en.

Over het algemeen ‘heeft de verhouding van cle on-

kosten ten opzichte van cle bruto- i n’sten in <1e vei-

schillencie landen: haar hoogtepunt bereikt in liet

ja ar, dat cle inflatie liet grootst was, of in het oom i cl-

dellijic daarop volgende jaar. Naarmate het geidwezen

meer in evenwich t kwam, vertoont cli t percen te ge ee.n

neiging om te dalen, als gevolg van de rationaiisatie

in de interne organisatie der hanlcen.
De snelle stijging van de onkosten sedert
191.3, mo-

wel ten opzichte van cle netto- als van cle bruto-win-

sten, heeft het rendement van liet ,bankkapitaal ccli-

ter diet aangetast. Dit vi nclt zijn verlclaring in cle
algemeene, enorme daling van cle eigen middelen,

van cle banken ten opzichte van hare verplichtingen,

een feit, waarop reeds werd gewezen. De ‘verhouding

van de bruto-winsten ten opzichte van ‘het geheele

kapitaal en de open reserves is niet alleen sedert de

vôôroorlogsclie periode in alle landen gestegen, doch
ook cle verhouding ‘van cie netto-wi.nsten ton opzichte
van dit totaal was in de meeste gevallen in den loop van de onmiddellijk aan cle huidige depressie voor-
afgaande jaren ‘eel groôter clan in.
1913.
In cle wei-

nige landen, die op dezen regel een uitzondering vor-
men, was cle relatieve daling van
de
netto-winsten in-

d erci aaci van geringe beteelceni s.

ONTVANGEN BOEKEN.

Theoretische beschouwingen betreffende de cred’iet-
en kapitaalvoorzie’ning door ban/een aan de indus-
trie
door Mr. B.
K.
Spanjaard. (Delft
1.931; NV.
Technische Boekhandel en Drukkerij J. Walt-
man Jr.).

Deze stticl ie geeft een theoretische analyse van de ver-
houding tussehen banken en industrie. ‘olgrns den schrij-
ver is niet hpt inslaan van nieuwe wegen., maar de verbete-
ring en uitbreiding van
cle
bestaande wenschelijk. De voor
uitzichten op moer effectieve samenwerking zijn goed te noemen, mits beide partijen zich bewiist blijven ‘ van het
verschil tusschen een niet of iiet meer levensvatbaar be-
drijf en een onvolnia.akte credietorganisatie.-

Het vraagstuk der .cjoud-clausbte in Nederland
door
Dr. l’h. B. :Libourel, notaris en advocaat te Delft. (Den Haag 1982; ‘N.V. Boekhandel en Uitgevers
Mij.
v/li.
W. P. van Stockum & Zoon).

Dc schrijver ‘bespreekt achtereenvolgens dc rechtsgeldig-
heid viui een got ole] en su le, de goud cia ii
en
le in verband iii et
het hypotheekrecht en de al of niet wensehelijkheid van
goudclausules, wee ivan hij ‘de .sehriclelijke gevolgen in het
licht stelt:

Geschiedenic van de haindelspolïtie1e betrek/ein gen

tu.sschcn. Nederland en ifjngeland in de negentien-

de eeuw
(1814-1872)
door Dr. Aug. de Vries.

Econoni isch- en Sociaal-Historische Onclerzoeki ii-
gen onder redactie van Prof. Mr. N.
W. Posthu-

mus, derde deel. (‘sG’ravenhage 1931.; Martinns

Nijhoff. Prijs
j”
4.80, gel).
f 6.-).

Een i teressa n te stu die ov’ef cle ban de] spoi itieke betrek-
kingen
vau’i
Nederland en Engelruid. Door de vereenigiuig met
Belgiii gedwongen, ging Ned’ei’la id in 1816 een meer lro-
teetionistisc-he politiek voeren, clie echter gunstig afstak hij
clie van andere landen Eerst iii 1,872 waren in beide landen
yrijhand elstaten geworden .,De schrijver bespreekt eveneens
uitvoerig de betrekkingen van Engeland met Ned.- liid iP.

De w’ereldnnalaise en het zilveren nooda.n/cer
door
11.

Dunlop. (Brummen
z.j.
; NV.
Electrische’ Druk-

kerij
W.
Somer
& Zoon.
Prijs
f
0.50).

Dc seluijver wil aantoumien, riet de huidige crisis
in
hoofd-
zaak, naast de overbekende a uidei

c oorzaken teweeggebracht
is door
de
heruiieumwde ontntuntiug van het zilver in Voor-
.1 mliii en hel: verkoopen van enorme hoeveelheden -untmuuit
xii Ier.

ilegel
door Ir.
W.
F. S’taargaa.rd. (Batavia z.j.; 0.
Kolfi
& Co.).

lIede gehouden in cle Rechtshoogesciioo] te Hate via liaor.
na mi] old lig van cle ii i OOste mi wed e rkee r
viii
.I’IIegel
s’
ster 1
lag
op 14 Nov. 1831.
De Metaalbond, werk geversva7cbnd -in- de sri etaaln.ij-

verheid
door Mr.
H.
A. de Bruyn Kops. (Amster

dam
1,931;
Metaalbond).
Schets van zij
mi
00
tsta ii n en zij ci werkzaa mii leid Maar-t
191 9-Septeniher 1931.

Verslag van de werkzaamheden der .Rijkscomsnissie

van advies voor de G’emeerttefinanciën over het
jcmr
1930.
(‘s-G’ravenihage
1931;
Algemeene Land’sclrukkerij).

MAANDCIJFERS.

POSTOHEQUE EN
GIRODIENST.
(In duizenden guideno).

Februari

1932

11
Februari 1931
Aantal
1
Bedrag
Aantal
lledrmmg

Nieuwe rekeningen.
2.042

1.833

Rekeningen op
uito.
188.389

170.735

Bijsèhrijvingen ….
2.660.998
497.323
2.313.744
401
222
a. Stortingen ……
1.033.362
105001
932.129
li’3.20 1

b.
Overschrijvingen.
I. van and.
.rek.l)
1.627.500
357.104
1.381.513
329.958
2.
van Ned. Bank.
136
35.163
182
28.0014
C.
And, onderwerpen
,

..

55

Oi
Afschrijvingen ….
1.793.152
496.252
1.538.001
468.5:12
82.229 314.375
75.735
e.
Cheques

……..338.093
b.
Overschrijvingen
..

op andere rek.S)
1.433.911
‘357.104 1.207.251
329.958
naar’Ned. Bank
959
56.859
950
6!.782
c. And, onderwerpen
20.189
60
15.435
57
Tegoed op ultO

147.226

109.(492
Beleggingen

102.724

87.913

Hierin begrepen overschrijvingen uit het buitenland
3.971 met f548 Febr. 1932 en 4.345 met
f
662 Febr. 1931.
Idem naar het buitenland 28.854 met
f
2.488 Febr. 1932
en 26.007 met
,f
2.676 Febr. 1931.

OVERZICHT DER OPBRENGSTEN VAN HET
STAATSBEDRIJF DER P.T.T. –
MAART 1932.

Onmsclirijving
Werkelijke
opbrengst
Meer orminder dan

Mrt. 1931
1
Begronting
Febr. 1932

f
3.222.679″

f
220
.
06
l

f
297.b2 1
Telegrafie

……
382.785

,.

90.e’O

,.

85.335
Posterijen

…….

Telefonie ……..
2.0 06.153
+

.

10.531
79,947
ostch6que- en

……

Girodienst

…….
285.159

5.705

34.711

Totalen ……
1
f


5.896.756

f312565
I
=
f497.O64

nog niet ontvangen.

Lissabon …. 6j
4
Apr.’32
Londen ……3
21 Apr.’32
Madrid ……
61

8Juli’31
N.-YorkF.R.11.3
25Febr.’32
Oslo

…..5
3 Mrt.’32
Parij.

…..

.2

9Oct.’31
Praag

……
5
11Apr.’32
Pretoria

.
. .
.6

15Nov.’32
Rome……..
6
20 Mrt.’32
Stockholm
.. 5

3 Mrt.’32
Tokio

….
5.84
12 Mrt.
1
32
Weenen ……
7 17
M91232
Warschau ….
7j
3 Oct. ’30
Zwits.N,it.lk.2
22Jan.’31

27 April 1932

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

343

STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.

N.B.

heteekent: Cijfer

BANN DiSC’

Nd
(Di8c. Wissels.
219 Apr.’32
Bk 1l3inn.Eff. 3
19Apr.’32
,
Vrsch. in R.C. 3
19Apr.32
Athene ………..
li2OFebr.’32
Batavia ………..
410 Mrt.’30
Belgrado ……..
7/20 Jstli ’31
Berlijn ………. 5j
8Apr.’32
Boekarest……..7
3 Mrt.’32
Brussel ………..
313Jan.’32
Budapest ……..6
16 Apr.’
32
Calcutta ……..6
25P’ebr!32
Dantzig ……..5
24Nov.’31
Helsingfors ……
619 Apr.’32
Kopenhagen …. 5
11Mrt.’32

GELDKOERSEN.
OPEN MARKT.

1932
1931

11

1930
1914

23A pr.
18123
11116
4
1
9
20125
21126
11

20/24
Apr.
Apr. Apr.
Apr.
Apr.
juli

Amsterdam
‘a rllc.dlsc.
131,
1
3
/16″14
131
4
11
4

1
/e
1
1
/g
1
1J11j
2116-
7
/3
3118-116
‘rolong.
1
3
14-1
1
t
111
4
.2
31/01
4

211
4
3/
4

.onden
)ageId…
1
1
/-2
11/4.2112
I2
1
1
1
1
142
1
12
1112-2
1113
211
3

1
3
142
‘art,c.dlsc.
2
211
4

23116-’12

2316_1/

2
9
11e
2711-/1 4114.3/4
lerl(/n
)aggeld…
5
3
/8-6’/
5l4-6
1
2
5’/4-6′
j2
67
1
/3,
3
3
14-6
2112-5

llaandgeld
5)3-6
1
)3
5
1
126
1
12
S-‘Is
6112-7112



‘art. disc.
5 5
511
4

514/9
4518

4
3
8
2
1
/8-
11
lJa ren-
wechsel.
5_114
5.1/4
4j2
6114
471.51J4
45
/8-/4

Vew
York
)aggeld
2
1
/3-3;4
2ij,-
3
/4
21j,3/
4

21)23/
4

I
1
/3
7
/
4

31/
3
_3/
4

13/
4
2ij
3

‘artic.disc.
1
1
h14
1
1
14.2
2
1
14

11
13/8.
2
14

3
1
1,

1

Koers van 22 Apr. en daaraan voorafgaande weken t/m. Vrijdag

WISSELKOERSEN.

KOERSEN IN NEDERLAND.

Data
New
Londen
Berl
ij
n
Par
ij
s
Brussel
Batavia
York’)
•)
4)
8) 8)
1)

19 April 1932
2.4612/,,
9.36
58.60
9.731 34.60
993,,
20

1932
2.467,
9.31
58.61
9.731
34.571
992/,
21

,,

1932
2.467/
6

9.3034
58.621

9.74
34.60
998/,
22

1932
2.47i,
9.2534
58.65 9.731 34.60
993/,
23

,,

1932
2.471/
16

9.2434
58.671
9.73
34.65
99′
25

,,

1932
Laagsted.w.l)
2.467/,
2.46671
9.17
9.15
5.64
58.50
9.721 9.72
34.60
34.52k
9927
8

99
hoogste d.wi)
2.4720
9.3734
58.70
9.741 34.65
9981,
18 April 1932
2.46
13
I,
9.36
58.56 9.74
34.60
998f,
11
April 1932
2.467/,
9.36
58.50 9,74k
38.621
997/,
Muitpariteit
2.4878
12.1071
59.263
9.747
34.592
100

Da a
Ztsit-
&
ser
an
Weenen
Praag
Boeka-
Madrid
Milaan
8,)
1)
rest
1)
,)

19
April 1932
48.-
35.25
7.341
1.49
12.70
19.371
20

1932
48.-
35.25
7.30
1.49
12.691 19.25
21

1932
47.9734
35.25
7.34
1.48k 12.691
19.271
2′

.
1932
48.-
35.25
7.31
1.49
12.691
19.25
23

1932
47.95 35.25
7.31
1.48


25

1932
47.94 35.25
7.30
1.49
12.71
19.25
Laagsted.w.i)
47.90
34.90
7.27
1.45
12.62k
19.-
Hoogsted.w’)
48.-
35.25
7.35
1.52
12.75
39.50
18 April 1932
47.9734
35.25 7.30
1.49
12.68
19.20
11
April 1932
48.0734
35.25 7.33k
1.49
12.71
18.771
Muntpariteit
48.1214
35.007
7.3711
1.488
13.094 48.52

D
t
a
Stock-
holo,’)
Kopen-
hagen’)
Oslo’)
Hel- Beunos-
Aires’)
Mon-
treal’)

9 April 1932
45.50
51.25
45.50
4.321
66 2.2214
20

,,

1.932
45.75
51.-
45.-.
4.30

2.22
21

1932
46.10
51.-
45.75
4.31
65
2.2234
22

1932
45.60 50.75 45.75
4.31
65
2.2234
23

1932
45.95
50.95
45.-
4.30

2.23.
25

1932
45.-
50.50
45.50
4.22

2.22
Laagsted.w.1)
44.75
50.-
44.80
4.20
65
2.20
Eoogste d.w1)
46.25 51.25
46.-
4.35
66
2.25
18 April 1932
46.-
51.25
47.-
430

2.22
11
April 1932
48.30 51.25
48.50
4.32k
6434
2.2334
duntpariteit
66.671
66.671
66.671 6.266
9534
2.4878
1 Noteering te Amsterdam. “) Not, te Rotterdam. 11 Part, opgave.
in het eerste nummer van iedere maand komt een o’,rzie1it
v’or van een aantal niet wekelijks opgenomPn wistIkoersen

KOEHSN’1’E NEW YORK. (Cable,.

D
(1
a
Londen
(3
pers)

Parijs
(3
P.
lOOfr.,)

Berlijn

J.
Ansterdani
(3
p. 100 Mk.)
(3
p. 100 gid.)

19 April

1932
3,765f,
3,948/
8

23,76
40,53
20

1932
3,76%
3,948/,
23,76
40,53
21

,,

1932
3,75%
,5/16
.
23,75
40,50
22

1932
3,7434
3,937/,
23,77
40,47
23

1932
3,743/,
23,7734
40,50
25

1932
3,673,’,,
3,94 23,76
40,5134
27 April

1931
4,86
13
/
82

3,91
23,82
40,218/
8

Muntpariteit

1
4,86
,

3,905j 23.8134
405,,,

KOERSEN TE LON:DEN

Plaatsen en
Landen
NoteeringsJ
eenheden
9Apr.
1932
16Apr.
1932
1

18123
April
’32 1
23
Apr.
J
L,aagste
,
Hoogste

1932

Alexanclrië

Piast.
p. y,
9734
9734
9731,
14
7j8
14734
300
300

.
280
320 300
Bangkok

Sh.p.tical
2/5
2/5
2/5 2/5
215
Budapest

Pen.
p. £
2034.
2034
20
21
2034
Buenos Aires

d. p.$
3634
3634
36
363,
36’/, Calcutte
….

h.
p.
rup.
1;61j
16

1;61/,6
‘/32
1168/33

111501/4
Constantin

Piast.p.
780
775 770
775
770

Athene ……Dr.
p. Y,

Hongkong

Sh. p. $
1/3
1131i
8

1/234
1/334
113
3
1,,
1/9
1/934
1/834
1,9k
1,815/,,
Lissabon

Escu.p.
z
e
10934
1093%
10934
11034
110

Kobe

…….Sh.
p.
yen

Mexico

$ per Y,

..

11.50
11.25
ii.-
11.50
11.25
Montevideo

d.perX
29 29 28

30
29
Montreal

$perC
4.1934
4.19
4.1534
4:22
4.17
Riod. Janeiro d. per Mii.
41/,
414
41,’
8

48/,
434
Shanghai ..

Sh.
p.
taei
1/7
81
/
32

1/81,,
1/734
1/851,
1/8s,’
16

Singapore

.

id.
p.
$
2/3
5
3/
64

2/3is,’,,
2/35/,
2137/,
2/3si.
Valparaiso
‘)

$
per
£
31.50
1.3l.’55
31.55 31.55
3
1.55
Warschau •

ZI. p. £
33
338,
33
34
3334
1)
90 dg.

ZILVERPRIJS
GOUDPRIJS 8)
Londeni) N.Yorkl)
19 April1932..

16e,’,,

28
1
1
8

19 April1932
Londen
10913
20

1932..

1634
281,
20
1932..
110’_
21

1932..

16’s/,

288/,
21
1932..
.

.
10911
22

1932..

17
282/
8

22
.1932
….
110/6
23

1932..

167,,
28 ‘
23
1932
….
110/6 25

1932..

17
28
25
1932….
110/10
27

April 1931…

132/,
28%
27 April1931….
84/1034
27 Juli

1914..

4’5
59
27
Juli
1914….
84/11
1)
in pence p. oz.stand.
2)
Foreign silver in
$e. p. oz.
fine.
3
) in sh.
p. oz.
fine

STAND VAN ‘s RIJKS KAS.
Vorderingen.
1

15 April 1932
1

23 April1932

Saldo van ‘s Rijks Schatkist bij De Ne-
derlandsche

Bank…..

………..
.
f

43.475.195,41
f
50.999.203,25
Saldo b. d. Bank voor Ned. Gemeenten
192.811,81
,,

123.932,10
Voorschotten

op
ultimo. Maart 1932
a/d. gem. verstr.
op
aan haar uit te
keeren hoofds. der pers. bel., aand. in
de hoofds. der grondbel. en der gem.
fondsbel., alsmede
opc.
op die bela,-
tingen en
op
de vermog
ln
ensbelasting
,,
3.146.088,86
,,

3.146.088,86
Voorschotten aan Ned.-dil………
180.907.330,66
184.703.204,72
Id.

aan

Suriname …………………
11.614.196,39
,,

11.712.669,70
..
7.907.623,55
Kasvord. weg. credietverst. a’h. buiteni.
,,
110.391.061,48 110.050.868,69
Id. aan

Curaçao …………….
……..8.040.282,55

Daggeldleeningen tegen onderpand
..
Sald0 der

v.
Rijkscomptabelen
postrek.

….

….6.000.000,-
25.679.186,70
,,

6.000.000,-

Vord.ophetAlg.Burg.Pensioenfondsl)
,,

1.445.423,56
,.24.70l.l40,84
905.740,08
Id. op andere Staatsbedrijven
1)
21.758.541.14
..65.803.132,70
21.428.976,48
Kasgeldleeningen aan gemeenten….
66.689.632,70
Verplichtingen.

Sehatkistbilietten in omloop ………
fl81.186.000,-
1181.186.900,-
Sehatkistpromessen in Omloop
…….
.
262.820.000,
,,262.520.000,-
Zilverbons

in

omloop …….

……..
… …
1.872.592,50
,,

1.860.740,50
Schuld

op

ultinio

Maart

1932

aan
de gemeenten

wegens voor haar
door de Rijksadni. geheven gen,.ink.-
belast, en

opc. op
de

Rijksink.bel
,,

12.124.354,30
,,

12.124.354,30
Schuld
op
ultimo Maart 1932 aan de
gemeenten

weg.

aan

haar

uit

te
keeren hoofds.derpers. bel., aand. in
de hooids. der grondbel. endergem.
fondsbel., alsmede
opc. op
die belas- tingen en
op
de vermogensbelasting
Schuld a. h. Staatsbedrijf d.
P., T.

T. 1)
en


,,
Id. aan andere Staatsbedrijven’)
…………
63.359.334,98
,,
536.109,82
71.963.360,95
511.109,82
Id. aan

diverse

instellingen’)
….. ……
31.761.563 ,93
32.274.815,88
5)
In rekg.-crt. met
‘s
Rijks Schatki t

NEDERLANDSCH-INDISCHE
VLOTTENDE SCHULD.
16April 1932

1

23 April 1932
Vorderingen: Saldo bij de javasche Bank
– –
Verplichtingen:
Voorschot
‘s
Rijks kas e. a. Rijksinstell
fl80.924.000,-
/
184.703.000,-
I5.485.000,-
Schatkistbiljetten

……

…………
25.520.000,-
,,

25.520.000,-
Schatkistpromessen …………………13.285.000,-

Muntbiljetten in omloop

…………,
3.005.000,-.,,
2.994.000,-
Schuld aan het Ned.-lnd. Muntfonds

,,

6.894.000,-
,,

6.894.000,-
Idem aan de Ned.-lnd Postspaarbank.,,
1.105.000,-
,,

1.147.000,-
Voorschot van de Javasche Bank…….
20.02l.000,-
,,

16.412.000,-

344

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

27 April 1932

NEDERLANDSCHE ‘BANK.
Verkorte Balans op 25 April 1932.

Activa.
Binnenl.Wis-(Hfdbk. f 39,397.104,93
sels, Prom.,’ Bijbnk.

2.909.218,62
enz.in disc.Ag.sch. ,, 11.084.751,09
f

53.391.074,64
Papier o. h. Buitenl. idito ……

Idem eigen portef..
f
88.572.287,-
Af :Verkochtmaar voor
de bk.nognietafgel.

88.572:287,-
BeleeningenHîdbk.
f
31.139.833,18′
ncl. vrsch. Bijbnk.
,,

8.327.699,18
in rek..crt.


Ag.sch. , 62.156.082 69
op onderp.

f
101.623.615,05

Op Effecten ……
r
100.755.548,71
Op Goederen en Spec.
,,
868.066,34 101.623.61 5,05
Voorschotten a. h. Rijk …………….,,


Munt en Muutmateriaal
Munt, Goud ……f
100.691.015,-
Muntmat., Goud .. ,, 805.651.314,79

f 906.342.329,79
Munt, Zilver, enz..

25.137.634,61
Muntmat., Zilver..
,,


931.479.964,40
1
)
Belegging
1/
kapitaal, reserves en pen.
sioenfonds
…………………..
,,

21.409.385,83
Gebouwen en Meub. der Bank ……..,,

5.000.000,-
Diverse rekeningen ………………,,

30.688.108,30

P assiva.

f1.232.164.435,22
__________________
Kapitaal …………….. . ……….. .f

20.000.000,-
Reservefonds ……………………,,

7.563.205,59
Bijzondere reserve ………………. ,,

8.000.000
1

Pensioenfonds ………………….,,

7.781.319,-
Bankbiljetten in omloop ………….. ,,

982.044.135,-
Bankassignatiën in omloop ………. ..

72.469,49
Rek.-Cour.
j
Het Rijk f 44.454.311,10
saldo’s:
‘k
Anderen,,.151.769.087,91

196.487.182,15

Diverse rekeningen ………………,,

10.216.123,99

r
1.232.164.435,22

Beschikbaar metaalsaldo ………….
f
460.136.193,27
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop dan waartoe de Bank gerechtigd is.

1.150.340.480,-
1)
Waarvan in het buitenland f
104.686.052,18.
Voornaamste posten in duizenden guldens.

Goud

Andere Beschikb. Dik-
Data

– Circulatie opeischb. Metaal- kings
Munt
I
Muntmat.
schulden saldo
1) perc.

25 April’32 100691 805.651 982.044 196.560 460.136 80
18 ,, ’32 99.691 800.879 973.687 196.318 457.449 79
11 ’32 98.691 793.202 976.931 180.843 453.128 79
4 ,, ’32 97.691 788.071 996.022 163.686 446.440 78
28 Mrt. ’32 97.690 781.709 983.321 185.800 436.347 77
21 ,, ’32 97.690 778.463 966.922 192.766 437.428 78

27 April’31 88.482 361.494 838.150 33.211 136.480 55

25 Juli ’14 65.703 96.410 310.437 6.198 43.521

54

Totaal Schatkist- Belee

Papier

Diverse
Data

bedrag . promessen

op het

reke-

disconto’s rechtstreeks nin gen

buiten!. n,ngeni)

25 April 1932 53.391

101.624 88.572 30.688
18

1932 54.315

97,958 84.410 34.756
11

1932 .54.317

94.815 84.410 34.557
4 ,, 1932 58.828

96.678 84.410 35.893
28 Mrt. 1932 62.112

97.235 84.410 42.010
21 ,, 1932 63.113

94.642 84.349 36.778

27 April 1931 45.001

88.142 220.893 55.370,

25 Juli 19141 67.947

61.686 20.188

509
2)
Sedert den bankstaat van 4 Jan. ’29 weder op de baala van
2
16
metaaldekking.
2)
Sluitpost activa.

SURINAAMSCHE BANK.

Voornaamste posten in duizenden guldens.

Data
Metaal
…zrcu-

latie

Andere
opeischb.
schulden Discont.
Div. reke-
ningeni)

2 April 1932..
884 1.323
648
928
805
26 Mrt.

1932..
885
‘1.077
857
933
769
19

1932..
884
1.118
863
938
775
12

1932..
885 1.184 878 941
801

4 April 1931-
853
1.374
442 837
483

5 Juli

1914..
.645
1.100
560
735
396
1)
Sluitp. der activa.

JAVASCHE
BANK.
Voornaamste
posten in
duizenden
guldens. De samengetrok-
ken

cijfers

der laatste
weken
zijntelegrafisch
ontvangen.

Andere
Beschikb.
Data
Goud Zilver
Circulatie
opeischb.
metaal-
schulden
saldo

23 Apr.1932
148.700

,
223.000
30.700 47.220
16

,,

1932
149.400


227.100
30.900
46.200
9

,,

1932
151.500
230.400
32000
46.540

19 Mrt.1932
107.622
45.943
227.208
32.651 49.621
12

1932
107.624
47.249
231.053
33.770
48.944
5

1932
112.588 47.003
229.410
37.258.
:52.924
27 Feb.1932
112.438
46.156
225.395
34.472 54.645

25Apr.1931
114.749
47.586 242.065
40.901
49.148
26Apr.1930
138.952
30.350
269.381
52.207
40.667

25 Juli 1914
22.057
31.907 110.172
12.634
4.8,42

Wissels.
.
Dek-

Data
Dis-
buiten
Belee-
Dlv
:
rse

kings-
conto’s
N.-Ind.
ningen
,zi

enfl
g
percen-
____________ betaalb.
tage

23 Apr.1932
iösoo
59
16

,,

1932
108.500
•*
58
9

,,

1932
111.400
***
58

19 MrL.1932
8.706
297
41.115
23.274
59
12

,,

1932
8.864 27.990
45.422
23.897
58
5

,,

1932
8.969
27.456
45.871
21.908
60
27 Feb.1932
8.945
26.998
46.915
21.884
61

25 Apr.1931
8.971
28.880
37.737 28.527
57
26Apr.1930
8.916 36.647
55.249
29.552
53

25 Juli1914
7.259
6.395
75.541
2.228
44

t

SI tltt p.si
eT

v 1.

BANK
VAN
ENGELAND.
Voornaamste posten in duizenden ponden sterling.


Bankbilj.
Bankbilj.
Other Securities
Data
Metaal
in
in Bankingl
Disc.and
I
Securities
circulatie
Departm.
1
Advances

20 April1932
121.430 354.271
41.544
11.198
23.283
13

1932
121.449
356.753
39.055
11.267
34.834
6

1932
121.437
359.792
36.016
12.164 40.910
30 Mrt. 1932
121.432
360.529
35.278
11.725
51.087
23

1932
121.410
358.836
38.971 11.273
48.644
16

,,

1932 121.461
353.714
42.091′
11.380
38.797

22 April1931
146.740
348.444

57.420 5.982
26.500

22 Juli

1914
40.164 29.317
,

33.633

1
1
O
ther

Dek-
Data
Gov.
Sec.
Public

1
1

Depos.
Reservej
kings-
Ban kers
_

20 Apr.’32
57.606
9.149
72.840

34585
13

,,

’32
55.386
12.259
78.447

32.824
6

,,

.’32
51.111
9.993
79.542

33.644
30 Mrt.’32
35.696 27.231
54.566

34.381
23

’32
37.616
16.439
73-449

32.970
16

,,

’32
40.296
9.477
73.054

32.433

22 Apr.’31
30.950
13.865
54.78535.403
22Juli ’14
11.005 14.736
42.185
1)
Verhouding
tusschen
Reserve
en Deposits.

BANK VAN FRANKRIJK.
Voornaamste posten in millioenen francs.

Te goed
Wis-
Belee-
IRentelo
Data
Waarv.I
Goud

Zilver
in het
____
sels

I

op
het’
1
.
ntngen

voorschot
buitenl.1
buitenl.I
v.
d. Staat

15Apr.’32
77.065
1.070
4.408
11.837
‘8.144
2.808 3.200
8

,,

’32
76.909
1.059
4.230
12.175
8.170
2.807
3.200
1

’32
76.786
1.049
4.348
11.931
8.184
2.858
3.200
25 Mrt.’32
76.832
1.032

3.49
13.604
8.784 2.716 3.200

17 Apr.’31
56.098
774 6:905
24.932
19.399
2.885
3.200

23Juli’141
4.1:04
640

1.541

8
769

_-

Bons
v.
d.’

t
Diver-

1
t
1
Rekg. Courant
Data
zelfst.

senl)

C
irculatie
Staat
1
Zelfst.
Parti-
amort. k. amort.k.I
culieren

15Apr.’32
6.881
2.219
1

81.827
1

87
3.057
24.659
8

’32
6.881
2.047
1

82.524
203
1

3.230
23.669
1

’32
6.881
2.520
83.438
19
1

3.319 23.151
25 Mrt.’32
6.881
2.047
81.782
1

168
1

3.358 24.962

17Apr.’31
5.082 2.519
77.791
‘2.346
9.006
11.493

23Juli’14


5.912 4011

943
1)
Slultpo8t activa.

42.158 368/
22

39.696 3
23
/
32

i 36.646 29ii
e

35.903 30
29
/
32

37.574 32
3
1
32

42.747 378/ 32

58.295 56
29.297 52

4

27 April 1932

ECONoMISCH-STATISrISCHE BERICHTEN
D

.

345

DUITSCHE RIJKSBANK.
Voornaamste posten in millioeen Reichsmark.


Daarvan
Deviezen
Andere

Data
Goud
bij bui- als goud-
wissels
Belee-

tenl. circ.
dekking
en
ningen

banken
1)

geldende
cheques

15 Apr. 1932
786,3 73,5
128,0
3.022,6
99,1
7

,,

1932
878,7
92,9
141,7
3.172,7
100,4
31 Mrt. 1932
878,7 80,5 141,8
3.258,5 289,9
23

,,

1932
877,1
76,6
142,2
3.198,6
134,9
14

1932
876,9
77,6
141,7
3.264,3
200,2
15 Apr. 1931
2.344,8 207,6
114,2
1.550,9
148,5
30 Juli

1914
1.356,9


750,9
50,2

Data


Effec- Diverse
Circu-
Rekg.- Diverse ten
Activa’)
latie
Crt.
Passiva

15Apr. 1932
361,6
929,2
4.000,4
384,4

681,4
7

,,

1932
361,5
855,5 4.085,7
370,3 674,3
31 Mrt. 1932
361,8
902,6.
4.231,1
577,7
658,3
23

1932
361,8
824,5 4.005,9
491,5
711,4
14

1932
161,8
855,0
4.113,2
344,5
776,5
15 Apr. 1931
102,6
473,0
3.872,6
312,9
261,5
30 Juli

1914
330,8
200,4
1,890,9
944,_
40,0
1)
Onbelast.
2)
W.o. Rentenbankscheine 15, 7 Apr., 31, 23, 14 Mrt. ’32 en 15 Apr. ’31 resp. 25; 21; 16; 23; 19; 44
miii.

NATIONALE BANK VAN BELGIE.
Voornaamste posten in millioenen Belgas.

Data

Goud

42
W

i

.2

Rekg. Crt.

.’
1932
.5
0
-.

.,

‘O
i
-:-

21 Apr.
2521


935
58
288
3.645
26 201
14

,,
2521


946
63
288
3.671
31
185
7

,,
2520


956
64
288 3.680
70
144
31
Mrt.
2514


965
74
288
3.664
126
119
23

,,
2512


966
62
288
3.601
179
116
23 Apr.’
1445
900

735
31
292
3.201
21
194
) 1931.

VEREENIGDE STATEN VAN NOORD-AMERIKA.
PEDERAL RESERVE BANKS.
Voornaamste posten in millioenen doll
aIs
.

Goudvoorraad
Wettig
Wissels

Data
betaal-
middel
Totaal

Dekking
In her-
disc; v. d.
open
bedrag
F. R.
Notes
Zilver
etc.
member
markt
banks
gekocht’

13Apr.’32
3.08,3
2.234,8
214,7 628,6
51,8.
6,,


‘3Q
3.032,2
2.225,1 212,5
635,3
57,9
30 Mrt.’32
3.107,8
2.233,5
216,8
633,3
66,4
23

’32
3.007,5
2.241,0
210,9
665,6
81,7
16

’32
2.996,7
2.237,5 209,3
660,8
105,7
9

’32
2.959,4 2.146,2 207,9
748,0
137,6

15 A pr.’311
3.141,9
1

1.792,6
1

176,0
1

132,0

1
131,5

Data

Belegd
in
u. s.
F.R
Notes
Totaal

Gestort
Goud-
Dek-
Algem.
Dek

Gov.Sec.
in circu-
latie
Kapitaal
kings-
kings-
perc.’)
____________
13Apr.’32
985,0
2.537,1
2.124,0
155,5
64,7
69,4
6

,,

’32
885,0 2.561,6
2.020,2
155,6
66,1 70,8
30 Mrt.’32
871,6
2.546,3
2.018,6
155,6 66,1
70,9
23

’32
835,0 2.572,8
1.983,2 156,0
66,1
70,6
16

,

’32
842,2 2.601,3
1.977,8
156,3
65,4
70,0
9

,,

’32
785,1
2.617,4
1.989,2 156,4
64,2
68,8
15Apr.’31
598,6
1.515,7.
2.406,2
168,7
80,1
84,6
1)
Verhouding
totalen goudvoorraad tegenover opeischbare
schulden: F.
R. Notes en netto deposito.
2)
Verhouding totalen
voorraad muntmateriaal en wettig betaalmiddel tegenover
Adem.

PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HET
FEB. RES. STELSEL.
Voornaamste posten in millioenen dollars.

Data
Aantal
banken conto’s
en
beleen.

Beleg-
gingen

Reserve
bij de
F. R.
banks

1

Totaal
depo-
1

sito’s

Waarvan
time
deposits

6Apr.’32
313
12.060 7.113 1.475 16.912
5.656
30Mrt.’32
305 12.211
7.143
1.459
17.073
5680
23

’32
334
12.254
7.149
1.446
17.003
5.675
16

’32
328
12.388
7.200
1.452 17.226 5.687
9

’32
397
12.436
6.869 1.448 16.837
5.714

8Apr.’31
20
15.212 7.633 1.797
21.254
‘7.237
Aan het eind van iedei’ kwartaal wordt een overzicht
gegeven van enkele niet wekelijks opgenomen bankstaten.

GOEDERENHANDEL.

GRANEN.

26 April 1932.

De graanmarkten in de Vereen-igcle Staten, speciaal die
voor t a r v e en rogge, .verkeerden in cie afgeloopen week
weder sterk onder deli . invloed van dc flauwe fondsen.
markt en bijna dagelijks sloot de termijnmarkt te Chicago
lager. Expottaaken .in
tarwe waren in de Vereenigde Sta.
ten beperkt, omdat koopers zich hij het idoen Lunner inkoo-
pen bepaalden tot Argent ij nsche, ‘ Australische en in
ni.iiidere mate Manitoba tarwe. In de eerstgenoende soort
ziils -belangrijke zaken afgesloten voor II)uitschland, waar
200.000 ton tarwe voor ldppenvoer vrij van iiivoerreêht mo-
gen worden ingevoerd. Zoowel spoedig verwachte als la-
denide hooten werden gekocht eis voor d eerste posities
werd een premie betaald. Toen in dc eerste behoefte was
voorzien, is de vraag weder geluwd en zijn de prijzen iets
gedaald, in overeenstemming met cle koersen aan cle Argen-
tijusche markten, die eeuigszins lager liepen. Australië gaat
geregeld voort flinke hoeveelheden tarwe te vcrkoopen
naar het Verre Oosten en naar Europa; ook voor deze
soort zijn in cie tweede helft der week de prijzen matig ge-
claald. De berichten over de wintertarwe iii de Vereenigde
Staten luiden niet onverdeeld gunstig. Wel is regen geval-
len en zijn in verschillen-de streken cie vooruitzichten ver-
‘beter-d, doch lang niet overal en men spreekt zelfs over
onherstelbare schade, welke het gevolg zon zijn van vorst
en droogte. De vooruitzichten schijnen op het oogenblik
minder gunstig te zijn clan in het begin van April. Een
bekend oogst-expert gaf midden April een schatting van de
opbrengst van vinte-rtarwe van 440 milI-ioen bushels. Met
den uitzaai van zomertarwe is men in cle Vèreenigcic Sta-
ten druk bezig. In Canada is de uitzaai verlaat clobr het
lang aangehouden kou-de weder. In vele streken bestaat
behoefte aan regen -en in sommige gevallen wordt gespro-
ken van een bepaald tekort aan vocht -in den bodem. Einde
der afgelopen week is zo-owel iii Noord- als in Zuid-
Amerika cle stemming weder eenigsains verbeterd. Het slot
te Chicago was vergeleken bij een week geleden 1% dol-
1-arcents per 60 lbs. lager. Te Wiuuipeg, dat meestal de
stemming in de Ver. Staten volgde, was het slot % dollar-
cent lager. ]3aenos Aires sloot 6 eentavos, Rosai’io 10
centav-os lager per 100 KG. in -de vooruitzichten in
Europa is verbetering gekomen door het zachtere weder. Het
rapport van liet landboww’-bureau -te Rome van 20 April zegt,
dat cle w’intertarwe wel – achterlijk is in ontwikkeling
door koud, weder, doch dat de planten weinig schade heb-
ben geleddn. in Hongarije en Polen is clie schade volgens
het rapport het belaugrijkst, op den Balken slechts gering.
Voor r o g ge was de stemming in Noord-Amerika flauw
en -de prijzen zijn geregeld afgebrokkeicl. In overeenstem-
ming met de lagere koersen aan de termijnmarkten caal-den de prijzen van afladers, tot zij
01)
een peil zijn geko-
men waarop weer flinke vraag ontstond. Vooral cle laatste
dagen ‘zijn geregeld zaken gedaan in rogge van de Ver.
Staten en van Canada in spoedige posities en voor Mei-
af lading. Het slot te Chicago was 3% dollarccnts per 56 lbs.
lager dan een week geleden, te Winnipeg 3 dollarcents
lager. De prij-zed voor Argentijnsche
1

ogge zijn niet
7
7oo
veel gedaald als die voor .Amerikaansche en de omzetten
in .Platarogge zijn daardoor beperkt gebleven. De Duitsche
regeering is nog niet weder als kooper v’an rogge in de
markt gekomen.

Na het einde der voorafgaande week is het aanbod van
disponibele en aangekomen Plata-m a ï s sterk afgenomen en ondervonden houders van aangekomen partijen weinig
moeite hunne partijen tot verhoogde prijzen te verkoopen.
Vooral toen bleek, dat een boot, waarvan men meendc
da-t zij in April zou binnenkomen, te laat zal komen voor
April-levering, steeg de prijs voor in deze maand lever-
bare maïs nog Lenige Guldens per last. Voor latere posi-ties, welke begin Mei worden verwacht, bestaat veel be-langstelling tot lagere prijzen, doch de vraag daarvoor is
niet levendig. De consumptie geeft er de voorkeur aan
slechts direct of teer spoedig leverbaar goed te koopen.
Voor pas gestoomde partijen en mais op aflad-ing, waar-
voor minder geld wordt gevraagd, bestaat weinig -belang-
stelling, tengevolge van verwacht afnemend gebruik wan-
neer het weer zachter wordt en groote Argentijnsche ver-
schepingen -der laatste twee weken. De fluctnaties aan de
markten in Zuid-Amerika waren in de afgeloopen week
niet groot. Het slot te Buenos Aires was 6 centavos, te
Rosario 5 centavos per 100 KG. lager. De Argentijnsche
regeerilig heeft een oogstrapport gepubliceerd, dat voor
mais pessimistisch luidt. Voor de meeste provincies wordt

346

0
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

27 April 1932

AANVOEREN in tons van
100 KG.

Rotterdam
Amsierdani
‘Totaal

Artikelen
17123
April
Sedert
Overeenk.
17(23
April
Sedert
Overeenk.
1°32
1931
1932
1
Jan.
1932
tijdvak
1931
1932
1
Jan.
1932
tijdvak
1931

Tarwe

……………
37.882
397.592
346.399
698
3.648
9.515
391.240
355.914
130.744
128.848,

640
105
131.384
128.953
Rogge

………………8.126
9.379
7.361
-.

145
9.379
7.506
Boekweit
……………3.161
Maïs
……………….
22.205
419.456
335.121
2.295 110.463
80.384
529.919
415.505
123.393
197.375 269
6.851 17.693
130.244
215.068
.

5.613
73.657 103.066

1.292 1.073
74.949 104.139
Lijnzaad

…………..
105.903 75.073
7.267
151.241
196.615
257.144
271.688

G-erst

………………2.923
Haver

………………2.318

3.410
35.338
27.194

50
107
35.388
27.301
Lijnkoek

……………
275

..

8.529 30.126
609 4.110
12.343
12.639
42.469
Tarwemeel

…………..
Andere meelsoorten
250
16.425
16.983
352
5.458
5.981
21.883
22.964

het resultaat middelntatig tot slecht genoemd, terwijl iii
sommige streken gewacht moet worden, of cle ascitregetis
nadeelige gevolgen gehad hebben.
0
1
)
de markt heeft dit
rapport geest invloed gehad. De regeering iii Roemenië
schat de nog voor uitvoer ieschikbare hoeveelheid mais 01)
2 Ic
234
millioett ton, doch iii handelskringen wordt die
hoeveelheid op
134
nullioen ton geschat. Nog steeds komt
weinig Dona.uinaïs naar Ieclerland, daar de prijs hooger
is clan clie voor IPlataniaIs. Lii Zuid-Afrika blijft men een
grootere opbrengst verwachten clan in het vorige jaar. in Zuid-Rhodesia verwaebt men een goede opbrengst en in
Noord-Rhödesia meer dan een gemiddelde- opbrengst.

e r
S
t was in spoedige posities zeer vast en op enkele
dagen na werden cle volle prijzen betaald voor clispoiribele
en spoedig verwachte partijen
.111
hoofdzaak werd Cana-
deesche gerst gekocht, vals andere gerstsoorten is het aan-
bod schaarsch. Toeo in de tweede helft der week de koer-
sen anti dc terntijnmarkt te Winuipeg lager kwamen en
Amerikaansche afladers huis prijzen voor geladen en spoe-
dig te verschepen gerst verlaagden, ontstond flinke koop-
lust en zijn belangrijke zaken afgesloten. Daarna is dc
markt weder vaster geworden en zijn de prijzen gestegen.
Het slot te Win nipeg. was
Y
4
dollarcent per 48 lbs. hooger
clan een week geleden.
De onizetteti in h a v e r waren niet belangrijk De Ca-
nadeesche soorten worden hoog in prijs gehouden en cle
tc]lnijliiiiarldt te Winnipeg steeg verder.
.1-let slot was er

1
34
clollarcetits hooger clan een week geleden. Aan de ter-
ntijnmarkt te Buenos Aires was liet slot voor haver on-
veranderd.

-:

SUIKER.

(declurcnde de afgeloopen week was cle stemming up de
verschillende suikernia.rkteii onregelmatig.
Licht’s raming van cle toet bieten beplante oppervlakte
in Europa, welke een veruli nderiug van 7.9 pet. aantoont,
had eerder een ongunstigeti invloed
.01)
de markten.
Voora.l iii A mii e r i k a bleek titeis teleurgesteld over deze
ramitig. Nadat tegen het einde der voorafgaande week nog
versclmilleud uw
e scheepsladingen re suiker tot ca. 0.65 de.
basis Cubastuker c. & fr. geplaatst konden worden, was
cle k-ooplust deze week wat geluwd en kon tenslotte slechts
0.61 cle. bedongen worden.
Nadat cle noteeritigen op de N e
w-Y
0
rk sc Iie termijn-
markt hij opening en. 4 punten lager clan het vorige slot
waren, bleef de heide week zoo goed als zonder fluctuaties.
:0e slotnoteeritigeti luidden als volgt: Mei 0.60; Juli 0.69;
Sept. 0.76; Oct. 0.78 en ‘Dec. 0.84, terwijl cle laatste notee-
ring voor Spot Ceitr. 2.65 was.
De ontvangsten in cle Atlatitisclme havens der Ver. Stateim
he:lroegen deze week 56.000 tons, de versmimeltitigen 46.000
toiis tegen 55.000 tons . verleden jaar en cle voorraden
:144.000 tons tegen 333.400 tons.

STATISTISCH OVERZICH1

GRANEN EN ZADEN
ZUIVEL EN EIEREN
MINERALEN

TARWE
R000E
MAIS
GERST
LIJNZAAD
BOTER
KAAS
EIEREN
STEENKOLEN
Westfaalschej
PETROLEUM
79KG. La
Plata loco
Zuid-Russiscime
La Plata
Z.-Russische
(64/5 K.G.)

La Plata
per K.G.
Edamnier
Alkmaar
Gen,, not.
Hollandsche
Mid. Contin.
Crude
Rotterdam/
(74 K.G.) loco
Rotterdam
loco
R’dam/A’danm
loco Rotter-

loco
R’dam!A’dan,
Leeuwar-
der Comm.
Fabrieks-

Eiermiin Roermond
bunkerkolen
ongezeefd
t.o.b.
33 tint 33.90
Amsterdam
per 100 K.G.
per 100 K.G.
per 2000 K.G.
dam per
2000 K.G.
per 1960 K.G.
Noteering
kaas
Id. no/merk
100 St.
R’dam/A’dam
Bé s. g.
per barrel
2)

per 1000 K.G.

f1.
eb
f1.
0′
f1.
0
(0
t!.
0/
11.
00
11.
0/
f1.
0/
t!.
0
10
11.
0
10
$
0/
1925
17,20
100,0
13,07
5

100,0
231,50
100,0
236,00
100,0
462,50
100,0
2,31
100,0
56,-
100,0
9,18
100,0 10,80
100,0 1.68
100,0
1926
15,90
92,4
11,75
89,9
174,25
75,3
196,75
83,4
360,50
77,9
1,98
85,7
43,15
77,1
8,15 88,8
17,90
165,7
1.89
112,5
1927
14.75
85,8
12,475
95,4
176,00
76,0
237,00
100,4
362,50
78,4
2,03
87,9 43,30
77,3
7,96
86,7
11,25
104,2 1.30
77,4

1928
13,47
5

78,3
13,15
1006
226,00
97,7
228,50
96,8
36300
78,5
2,11
91,3 48,05 85,8
7,99 87,0
10,10
93,5
1.20
71,4
1929
12.25
71,2
10,87
5

83,2 204,00
88,1
179,75
76,2
419,25 90,6
2,05
88,7
45,40
81,1 8,11
88,3
11,40 105,6
1.23
73,2
1930
9,67
5

56,3
6,22
5

47,6
136,75
59,1
111,75
47,4
356,00 77,0
1,66
71,9
38,45
68,7 6,72
73,2
11,35
105,1
1.12
66,7
1931
5,55
32,3
4,55
34,8
84,50
36,5
107,25
45,4
187,00
40,4
1,34
58,0
31,30
56,9
5,35 58,3
10,05
93,1
0.58
34,5
Jaim.

1930
12.67
5

73,7
9,35
71,5
149,25
64,5
151,25
64,1
433,75
93,8
2,00
86,6
43,95
78,5
7,55
822
11,75
108,8
1.21
72,0
Febr.,,
11,72
5

68,2
8,175
62,5
139,00
60,0
135,75
57,5
398,50
86,2 2,03
87,9
41.15
73,5
6,90
75,2
11,75 108,8
1.11
66,1
Maart
10,90
63,4
7,15
54,7
143,50
62,0
125,00
53,0 390,00 84,3
1,71
74,0
41,25 73,7
5,18
56,4
11,55 106,9
1.11
66,1
April

,
11,17
5

65,0
7,62
5

58,3
180,25
77,8
129,75
55,0
431,00
93,2
1,50
64,9
36,50
65,2
5,16
56,2
11,35
105,1
1.16
5

69,3′
Mei
10,45
60,8
6,55
50,1
148,50
64,1
114,50
48,5
405,00 87,6
1,44
62,3
37,20
66,4 5,30 57.7
11,35
105,1
1.18
5

70,5
Juni

,
10,05
58,4
5,17
5

39,6
145,50
62,9
103,75
44,0
385,50 83,4
1,54
66,7
37,–
66,1
5,09
55,4
11,35
105,1
1.18
5

70,5
juli
9,55 55,5
5,82
5

44,6
157,75
68,1
108,00
45,8
345,75
74,8
1,72
74,5
39,90
71,3
5,99
65,3
11,35
105,1
1.185
70,5
Aug.

,
9,45 54,9
6,30
48,2
146,00
63,1
116,25
49,3 365,00 78,9
1,58
68,4 40,20 71,8
6,03
65,7
11,35
105,1
1.185
70,5
Sept.

,,
8,40 48,8
5,25
40,2
127,50
55,1
99,00
41,9 318,75
68,9
1,64
71,0 37,55
67,1
7,23 78,8
11,35
105,1
1.185
70,5
Oct.
7,40 43,0
4,62
1

35,4
112,25
48,5 86,00
36,4
281,25
60,8
1,63
70,6
36,90
65,9
8,60
93,7
11,35
105,1
1.185
70,5
Nov.

,,
7,25 42,2
4,25 32,5
94,50
40,8 82,25
34,9 270,75
58,5
1,58
68,4
36,50
65,2
9,63
104,9
10,90
100,9
0.85 50,6
Dec.

,,
7,07e
41,1
4,30
329
96,00 41,5 91,00
38,6
247,75
53,6
1,55
67,1
33,50
59,8
7,97
86,8
10,85
100,5
0.85
50,6
Jan.

1931
6,52
5

37,9
4,-
30,6
84,50 36,5 86,25
36,5 207,50
44,9
1,61
69,7
32,25
57,6
6,63
72,2
10,30
95,4
0.85
50,6
Febr.

,,
5,775
33,6
3,90
29,8
87,50 37,8 85,75
36,3 206,25
44,6
1,66
71,9
33,80
60,4
6,21
67,6
10,30
95,4
0.85
50,6
Maart
5,625
32,7
4,20
32,1
103,00
44,5
104,75
44,4 214,00
46,3
1,47
63,6
35,00
62,5
4,94
53,8
10,30
95,4,
0.66 39,3
April
5,90 34,3
4,42
5

33,8
112,00
48,4
117,00
49,6
197,75
42,8
1,35
58,4
31,60
56,4
4,20
45,8
10,15
94,0
0.53

31,5
Mei
6.15 35,8
4,975
38,0
95,75 41,4
124,00
52,5
189,00
40,9
1,26
54,5
30,85
55,1
4,075
44,4
10,00
92,6
0.53
31,5
Juni
5,75
33,4
5,05
38,6
86,75 37,5
116,50
49,4
191,50
41,4
1,29
55,8 33,50
59,8 4,30
46
0
8
10,00
92,6 0.345
20,5
Juli
5,425
31,5
4,70
35,9
84,25 36,4
115,75
49,0
211,00
45,6
1,32
571
37,75
67,4
4,40 47,9
10,00
92,6
0.24
14,3
Aug.
4,975
28,9
4,02)
30,8
1
74,50 32,2
119,50
50,6
185,50
40,1
1,30
56:3

36,00
64,3 4,98 54,2
10,00
92,6
0.43
5

25,9
Sept.
4,775
27,8
4,276
32,7
68,00
29,4
97,00
41,1
164,25
35,5
1,27
55,0
32,25
57,6
5,775

62,9
10,00
92,6 0.56
33,2
Oct.
5,-
29,1 4,475
34,2
68,50
29,6
94,75
40,1
160,25
34,6
1,24
53.7 26,25
46,9
6,275
68,4 9,90
91,7
0.56
33,2
Nov.

,
5,825
33,9
5,475
41,9
81,00 35,0
114,50
48,5
169,75
36,7
1,17
50,6 24,75
44,2
7.07 77,0
9,90
91,7 0.68
40,4
Dec.

,
4,925
28,6 4,95
37,9
69,25 29,9
111,25
47,1
145,75
31,5
1,18
511
21.40
38,2
5,325
58,0 9,90
91,7
9.71
42,3
Jan.

1932
5,05
29,4
5,07
38,8
71,25
30,8
114,00
48,3
142,50
31,0
1,16
50:2

25,75-
46,0
4,71
51,3 8,25
76,3
0.71
42,3
Febr.,
5,30 30,8
5,07
5

38,8
74,00 32,0
108,50
46,0
142,25
30,8
1,34
58,0
27,75
49,6
3,79
41.3
8,25
76,3
0.71
42,3
Maart
5,52
5

32,1
5,80
44,4
86,75 37,5
118,00
50,0
143,25
31,0
0,98
42,4
23,65 42,2 3,425 37,3
8,35
77,3
0.71
42,3
4 April

,
5,50 32,0
6,20
47,4
86,00
37,1
122,00
51,7
137,00
29,6 0,957
41,1
20,50
7

36,6
2,70
‘29,4
8,50
78,7
0.86 51,2
II

,


5,55 32,3
6,25
47,8 88,00
38,0
124,00
52,5
135,00
29,2
0,98
8

42,4
19,008
33,9
2,70
29,4 8.70
80,6
0.86 51,2
18


5,70
33,1
6.30
48.2
88,00
38,0
126,00
53,4
134,00
29,0
1,-9
43,3
20,509 36,6
2,80
30,5
8,70
80,6
0.86
51,2
25

,,

,,
5,80 33,7
6,15
47,0
93,00
1

40,2
126,00
53,4
135,50
29,3
1,-
0

43,3
20,_10,,
35,7
2,90
31,6 8,70
1

80,6
0.86
51,2
6) Men zie voor de toe!, op dezen staat de nos. van 8 en 15 Aug. 1928 (No. 658 en 659) pag. 689j90 en 709.
2)
Tot Jan. 1931 Hard Winter No. 2. ‘) Tot Jan. 1f
9 Febr. 1931 Anierican No. 2.

27 April. 1932

ECONOMISCH-STATI&tISCHE BERICHTEN

.

347

De ra.rning van
I’.

0.

L ie
h t van het niet bieten be-
plante areaal in Europa luidt als volgt:

Vermeerderiug of
eriuindering in

%
in vergelijking
1932/33
1931132
met 1931f32
H.A.

Duitschinud

……….

20.26
254.000 318.522
Tsjecho-Slowakije

20.17
141.000
176.612
Oostenrijk

…………
+

iii
44.000
43.490
Hongarije

………….

28.62
40.000
56.038
Frankrijk

…………
+

2.96
237.000 230.180
België

……………
+

7.94
55.000 50.952
Nederland.

…………
+
21.89
45.000
36.917
Denemarken

……….
+
23.28
36.000 29.200
Zweden

…………..
+

19.50
42.000
35.1.44
Polen

…………….

13.92
119.000
138.239
Italië

…………….

23.15
82.000
106.700
Spanje

……………

23.73
90.000
118.000
Dautzig

………….

25.-
6.000 8.000
Joego-Sla’vië
37.000
36.920
Roemenië

…………
+
33.33
20.000
15.000
i3ulgarije

………….

11.000
10.840
Zwitserland

…. ……

1.500
1.500
Engeland

………….
+

1.9.56
112.000 93.670
Ierland

…………..
+164.8
5.500
2.077
Vinland

………….
+
66.6
2.500
1.500
Letland

…………..
+
76.6
8.000 4.530
Lithauen

………….
+
66.6
5.000
3.000
Turkije

…………..
+
37.5
11.000
8.000

Europa ‘zonder Rusland

– 7.9

1.404.500 1.525.031
Rusland ………….+ 13.05

1.690.000

1.494.800

Europa mcl Rusland

+ 2.47

3.094.500 3.0 19.831

Wat R u s 1 a. ii d betreft. teekent Licht aan, (lat dit cijfer
Veder als niet betrouwbaar geacht kan worden. Het is
zelfs zeer te betwijfelen, of Rusland voldoende zaad heeft
mii liet enorme areaal van 1.690.000 H.A. te beplanten.
iii n ge 1 a n cl was de stemming bom. De belangrijk-
ste gebeurtenis daar te lande was de aankondiging van
het ,,Budget”, waarbij o.a. bepaald wordt, dat de preferen-
tie voor 13ritsche koloniale Suikers, geïmporteerd iii
UK.,
verhoogd wordt, terwijl de accijns op cle
,,T

T.onne-grown”
bietsniker verlaagd wordt.
Op
J a v a verkocht cle V.T..S.P. nog en. 3000 tons Supe-

rienr, 2000 tons No. 16 &/hooger en 4000 tons Melasse
Suiker.

..i,n).ow

1.onn.(oa
Aantal werkende fabrieken

53

50

118
II
i e r t e 1 a ii
cl
e richtte de markt zich weder geheel
naar cle buitenlanidsehe markten. Na een zeer flauwe
opening herstelde de A
111
s t e r d a m s ch e termijnmarkt
zich en sloot op hetzelfde niveau als bij opening niet de
volgende cijfers: Mei
f
5%; Aug. j’ 6.-; Dec.
f
6% en
Jan.
f
6% ; de omzet bedroeg 7700 tons.

KOFFIE.

De stemming in .l3ravilië bleef ook in de afgeloopen week
bij een verdere lichte stijging van den wisselkoers vast en
de kost- en vrachtaanbiedingen van de verschillende af-
scheephavens liepen nog % Êc et. per %
K.G.
op. Ook
Nederlaridsch.1.ni(i6 was met Robusta iets hooger, namelijk
Y
s
f1 % ct. voor de ongewa.sschen Sumatra-soorten en %’ ct.
voor gewassehein Ruhusta.
De in de afgeloopen week in Brazilii vernietigde hoeveel-
heid bleef wederom ver onder het reeds zoo lang geleden
in uitzicht gestelde cijfer. Volgens bericht van den Koffie-
Raad zijn niamelijk sedert de vorige opgave vernIetigd 85.000
balen Santos, 4.000 balen Rio en 9.000 balen Victoria., te-
zamen 98.000 balen. i)e kwantiteit, welke sedert 1 Juli ver-
iietigd is, moet dus thans worden aangenomen op ea. 3.465.000 balen Santos, ca. 844.000 halen, Rio en ea.
269.000 balen Victoria, tezamen 4.578.000 balen. Met in-
begrip van de 559.000 balen, welke vOôr 1 Juli 1931 zijn vernietigd, komt nu de geheele hoeveelheid op 5.137.000
balen.
In een dezet- dagen uit Brazilië ontvangen telegram wor

De laatste
C
ub a-statistiek is als volgt:
1932
1931
1930
tons tons
tons
TPr.odiictie

……………
2.475.000
3.000.000
4.000.000
,Voorr. overgebracht per 1/1
1.745.971
1.418.0D0
321.000
Consumptie

…………
26.000
39.000
23.784
Weekontv. afscheephavens
56.935
45.586
150.643
Totaal sedert 111 (N. Oogst)
966.773 1.205.685
2.076.464
Weekexport

………….
63.520
44.772
54.158
Totaal

sedert

1/1

……….
776.358
614.795
611.236
Voorraad afscheephavens
1.344.762
1.965.236 1.788.795
I

j
ull


j.
)
(V70 Qi
1
1

flflflfl

AN GROOTHANDELSPRIJZEN
1
) –

METALEN

TEXTIELGOEDEREN
DIVERSEN

ZILVER
east Londen
IJZER
Cleveland
KOPER
Standaard
TIN
LOOD
KATOEN
.

Middling
WOL
gekamde
WOL
gekamde
Australische,
KOE-
HUIDEN

KALK-
SALPETER
per Standard
FoundryNo.3
f,0,b
Locopriizen
locoprijzen
Londen per
Locoprmizen
Londen
lGcopriizen
Australische,
Merino,

AV.
CrossbredColo-
Gaaf, open
Old. per

Ounce
Middlesbrough
Londen
per Eng. ton
Eng. ton
per Eng. ton
N-rk
loco
Bradford
nial Carded,
SO’s
Av.
loco
kop
57-61 pnd.
100
KO.
netto
per Eng. ton
per Ib.
Bradford per Ib.

pence
0J
St.
°Io
£
0/
£
0/0
£
O/
o

$
ets.
0
/0
pence
0
10
pence
DIa
f1.
0
/0
f1.
0/
0

32
1
1
100,0
731-
100,0
62.116
100,0
261.171-
100,0
36.816
100,0
23,25
100,0
55,00
100,0
29,50
100,0
34,70
100,0
12,-
100,0
28
11
:
1
6
89,3
8616
118,5
58.11-
93,5
290.1716
111,1
31.116
85,3
17,55
75,5
47,25
85,9
24,75
83,9
28,46
82,0
11,61
96,8
26:3)
4

83,3
731-
100,0
55.141- 89,7
290.41-
110,8
24.4
‘-
66,4
17,50
75,3
48,50
88,2
26,50
89,8
40,43
116,5 11,48
95,7
26
1
1
81,1
661-
90,4
63.16/-
102,8
227.51- 86,8
21.11-
57,8
20,00
86,0 51,50
93,6
30,50
103,4
47,58
137,1
11,48
95,7
24
7
/16
76,2
7016
96,6
75.141 121,9
203.1516
77,8
23.51

.
63,8
19,15

r
82,4
39,-
70,9
25,25
85,6
32,25
92,9
10,60
88,3
1713116
55,4
67!-
91,8
54.13/-
88,0
142.5/-
54,3
18.116
49,6
13,55
58,3 26,75
48,6
16,25
55,1
25,36 73
11
9,84
82,0
13
3
/p
41,6
551-
75,3
36.51-
58,4
110.11-
42,0
12.1/-
33,1
8,60
37,0 21,50
39,1
12,00
40,7
18,65
53,7
8,61
71,8
2015
/16
65,3
7216
99,3
71.916
155,1
174.13/_
66,7 21.111-
59,4
17,15
73,8 29,50 53,6
19,25
65,3
26,63
76,7
10,11
84,3
20
1
/
62,6
7216
99,3
71.1216
115,4
174.41-
66,5
21.4/-
58,2
15,45
66,4
28,50 51,8
17,75
60,2
24,50 70,6
10,21
85,1
19
1
18
59,5
70/-
95,9
68.19/6
111,1
165.18/-
63,4 18.16)-
51,6
15,20

.
65,4
26,25
47,7
16,50
55,9

69,2
10,21
:85,1
19
7
/1
61,0 67/6 92,5
61.31-
98,5
161.17/6
61,8
18.6/6
50,3
16,45

7
70,8
27,25
49,5
17,25
58,5 24,13
69,5
10,21
85,1
18
15
/10
59,0
6716
92,5
53.91-
86,1
145.-1-
55,4
17.161-
48,9
16,50
71,0
28,75
52,3
18,00
61,0
26,25
75,6
10,21
.
85,!
16
1
/is
50,0
6716
92,5
50.1 6
80,7
136.416
52,0
17.191-
49,3
14,50
62,4
27,75
50,5
17,50
59,3 26,63
76,7
10,21
85,1 16
49,9
6716
92,5
48.21-
77,5
134.1716
51,5
18.31-
49,8
13,10
56,3
27,00
49,1
16,75
56,8 24,25
69,9
9,18
76,5
16
3
/
51,0
651-
89,0
47.15/-
76,9
135.5)6 51,7
18.61-
50,2
11,95
51,4 27,25
49,5
16,50
55,9
24,88
71,7
9,28
.77,3
16
11
116
52,0
6316
87,1
46.61- 74,6
132.61-
50,5
17.181-
49,1
11ç-
47,3
27,00
49,1
15,75
53,4
26,50
76,4
9,39
78,3
16
1
1,,
51,5
6316
5

87,1
43.-1-
69,3
117.131-
44,9
15.151-
43,2
10,55


45,4
24,50
44,5
14,50
49,2
26,25
75,6 9,49
79,1
16
5
/8
51,9-
6316
6

87,1
46.8/6
74,8
113.161-
43,5
15.1816
43,7
10,85
46,7
24,00
43,6
13,00
44,1
25,25 72,8
9,70 80,8
161
51,9
6316
6

87,1
47.616
76,2
115.3/-
44,0
15.5/6
41,9
9,95


42,8
22,50
40,9
12,50

.
42,4

72,0 9,90
82,6
13
7
/8
43,2
6016
82,9
45.716
73,1
116.8/-
44,4
14.-16
38,5
10,30
44,3
21,25
38,6
12,00
40,7
24,63 71,0
10,11
84,3
1211
2

38,9
586
80,3
45.116
72,6
1
17.-/6
44,7
13.56
36,4
.

10,95
47,1
21,75
39,5
12,00
40,7
22,50 64,8
10,21
85,1
13
7
/16
41,8
5816
80,3
45.116
72,6
122.11-
46,6
13.316
36,2
10,90
46,9
25,25
45,9
14,50
49,2
22,25
64,1
10,21
85,1
13
1
/8
40,9
58,6
80,3
42.1516
68,9
113.41-
43,2
12.10

34,3
10,25


44,1
24,50 44,5
14,50
49,2
22,25
64,1
10,21
85,1
12
15
/16
40,3
58/6
80,3
39.6:6
63,4
10417/-
40,0
11.1016
31,6 9,40

40,4
23,50
42,7
13,00
44,1
21,75
62,7
10,21
85,1
12
7
J
40,1
5816
80,3 36.6/6
58,5
106.2/6
40,5
11.11/6
31,8 9,10
39,1
22,00 40,0
12,50
42,4
19,13
55,1
10,21
85,1
1311
4

41,2
5816
80,3
34.141-
55,9
112.516
42,9
12.15/6
35,1
9,25
39,8
22,25
40,5
12,50
42,4
20,25
58,4
8,26
68,8
12’3/
1

39,9
58/6
80,3
32.151-
52,8
114.1916
43,9
11.19,6
32,9
7,20


31,0
22,25
40,5
12,00
40,7
18,75
54,0
7,-
58,3
13
5
/16
41,4
5516
76,0
30.316
48,6
111.16/-
42,7
11.41-
31,1
6,55

.
28,2
20,00
36,4
11,00
37,3
18,-
51,9
6,50
54,2
13
13
116
43,0
46′-
63,0
28.216
45,3
101.116
38,6
10.9 6
28,8
6,30
27,2
19,50
35,5
10,75
36,4
17,50
50,3
6,65
55,4
14
1
/
45,1
4416
61,0
27.1916
45,1
102.-/-
39,0
11.5/
30,9
6,40

:
27,5
19,00
34,5
10,75
36,4
16,75
48,3
6,80
56,7
14
1
/16
44,6 41)6
56,8
27.616
44,2
98.1716
37,8
10.16/
29,6
6,30

.
27,2
16,25
29,5
9,00
30,5


6,95 57,9

13
7
/
43,2
4116
56,8
27.1416
44,7 98.181-
37,8
10.14/- 29,4
6,65
28,6
16,50
30,0
9,00
30,5
11,63
33,5 7,10
59,2
14
43,6
4116
56,8
26.41-
42,2
99.216
37,9
10.51-
28,1
6,90
29,7
16,25
29,5
9,00
30,5
11,75
33,9
7’25
60,4
13
3
14
42,8
441-
60,3
24.181-
40,1
96.61-
36,8
9.91-
25,9
6,90 29,7
16,50
30,0
8,75
29,7
10,25
29,5
7,40
61,7
1331
8
41,6
45/-
61,6
23.81-
37,7
85.101- 32,7
8.1116
23,5
6,40
27,5
17,00
15

30,9 9,00
11

30,5 9,25
14

26,7
7,40
61,7
1331
41,1 4516
62,3
23.-1-
37,1
81.101-
31,1
8.1116
23,5
6,25
26,9
16,25
12
29,5
8,75
12

29,7

1

7,40
61,7
127/
40,1
45/- 61,6
23.1116
38,0
81.146
31,2
8.191-
24,6
6,15
26,5
16,50
1
:
1

30,0
9,00
13

30,5

7,40 61,7
13
40,5
45/-
61,6
23.11/6
38,0
90.716
34,5
9.31-
25,1
6,15


26,5
7,40
61,7
estern; vanaf Jan. 1928 tot 16 Dec. 1929 Anierjean No. 2, van 16 Dec. 1929 tot 26 Mei 1930 7415 K.G. Hongaarsche.
4)
Tot Jan. 1928 Malting; van Jan. 1928 tot
teering Schotland 5916.
6)
581-.
7)
1 April.
S)
8 April.
9)
15 April.
10)
22 April.
11)
7 April.
12)
14 April.
13)
21 April.
14)
19 April.

348

.

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

27 April 1932

den 1e in de biunenlandsche pakhtizen en in de spoorweg-
scheping
Op
ougeveer 26% it 27/ et., voor dito Prime San-

stations van Sao Paulo en Minas Geracs teruggehouden
tos op ongnveer 27’%

t 27

ct. en voor Rio type New-

voorraden op 31 Maart opgegeven als te hebben bedrageit
York 7 met beschrijving, prompte vei

scheping, op otigeveer

26.161.000 balen, waarvan 9.851.000 balen eigendom zoaden
21% A 22 et.
zijn van dcii Koffie-Raad. ])e -hoeveelheid, welke verleden
In N&.lerlandscli-Indië is de prijs van de goedkonpe

Stt-

maand opgegeven werd als eigeudçm van den Raad op
iutatra Robusta-soorten met Y8
1
A Y4

et- en van de betere

29 Februari was 8.737.000 balen, zooclat dus (leze voorraad
MandheHng met
Y
2
ct- gestegën, terwijl ook gewassehen

in Maart met zijn toegenomen met 1.114.000 balen.
Robusta

4

ct. hooger liep. De noteeringen in de eerste

Do geheele teruggehoudeil voorraad

van Sao Paulo en
hand zijn op het oogenb]ik
:
litias Ceraes bedroeg op 31 Maait ……26.161.000 ba.leii
Palembang Robusta, Meï-verselTepittg,

1634

et.
;

Berikoe-

op
29

Febrttari bedroeg hij

…………..

25.749.000

,,
len Robusta, Mei-vcrseheping,

1 7 ‘4

ct.
;

Tvrandheling

Ro-

in Maart is hij dus toegenomen niet …..

412.000 balen
busta, Mei-verscheping, 18yy et.
;
W.I.B. f.a.q. Robusta, Mei-

De toeneming in
JulilFebruari
was

……7.181.000

,,
verseheping, 23 ct., alles per

34 K.G., cif, uitgeleverd ge-

dus was de toeneming in J uli[Maart …
.

7.593000 balen
wicht,

netto contant.

Gewassohen Robusta Juni!JuIi

ver

seheping wordt op het oogeublik tot 21

et. per

J.G.
Aangeomen zijn te Santos uit het

innet.i-
k

•b
cif aangeboden.
land

in

Juli/Maart

………………10.450.000

,,
Aan de Rotterdamsche termijnmarkt liep de noteering
zoodat dus

n cle eerste negen maanden

,
00r i.t[ei
%
et. en voor September
1
y

ct. per

K.G. op,
van het loopencie oogstjaar in het bin-
doch (le verder verwijderde maanden bleven onveranderd.
nenlaud van Sao Paulo en Mines Geraes

Mei staat thans 21%, September 21% en alle verdere maan-
uit de plantages zijn aangevoerd

……18.043.000 balen,
dcii staan 21Y
4
et. per

K.G. genoteerd.
met welk cijfer de ram-ing van Medeïi

os van

16 millioen
De officieele loeo-noteering van Robusta bleef onveran-
balen

voor

het •geheele

oogstjaar

thans

reeds met ruim
derd 23 et. per

K
.
G., doch die van Superior Santos werd

2 millioeti balen is overschreden. Zooals reeds iii

liet vorig
verhoogd van 27 op 28 ct.
Overzicht bij de becijfering van den

Rio-oogst is ittedege-
Dc slot-noteeritigeti te New-York van het aldaar geldende
cleeld, is ilI{lertij(l bekend geiiiaakt, dat ook
i
n dit oogstjaai
gemengd eoiii;i

nct (basis Ro No. 7) waren
iie, 31 Maart geen verzendingen uit de plantages naar bt
N.ei

Sept.

Dec.

11F
. .rt.
bitinenlatid van ]3ra761i6 meer zullen worden toegelaten. Of
25 April

————

$
6.38

$
&27

$
62G

$
6.28

hieraan de hand zal worden gehouden, moet worden afge-
18

April

…………… 6.27

,, 6.18

,, 615

,, 6.15

wacht, doch iii elk geval itioet w’ordeii aangenomen, dat in
11,

April

…………,, 6.40

,, 6.27

,, 6.22

,, 6.23

de laatste drie maanden van het oogstjaar geen voldoende
4

April

…………

—.2S

,, 6.16

16.16

,, 616

betrouwbare cijfers meei

zullen beschikbaar komen out (Ie
•R
– otterdam, 26 April

1932.
juiste opbrengst vai{ den gebeden oogst te berekenen.
Betreffende den volgenden oogst luiden de laatst oiityatt-
THEE.

gen berichten gunstig en van verschillende zijden wordt de
De Anisterdaitisohe thee-veiling valt dcii 21steii

dwi.er leid

aanstaande Santosoogst thans geraamd
01)
12 tot 1.3 mii- een vlot verloop, hetgeen aanvankelijk niet werd verwacht

lioen

balen.

De

half-officieele

raming

van

Nedeiros -vowi
in verband met de w’eder-invoer-ing van rechten op thee in


ongeveer twee maanden geleden luidde

11 nullioen balen,
Engeland. in het begin was dc stemming wel eenigszins

doch daarbij werd toen ook reeds vermeld, dat liet weder
traag, doch werd spoedig veel beter.
gunstig was geweest en dat de bloei in het najaar en de
Stofthee en Fannings waren uiteraard weinig gevraagd.
vrucht7etting zoodanig waren verloopen, dat een oogst van
Zeer goede tbeeën konden eenige centen in prijs stijgen. De
zeer goede kwaliteit mocht worden verwacht,
overige sorteeringen ovaren 1-2 ets. lager dan iii de vorige
Dc kost- ets vrachtaanbiedingen van Santo., omgerekend
veiling.
in cents per
Y2
K.G., komen op het oogenblik uit: voor ge-
De gemiddel(le veilingprijs bedroeg 29% ets. per ]iKG. iii
woon goed beschreven Superier Santos op prompte ver-
entrepot, hetgeen
1%
ets. hooger is dan in de vorige veiling.

Vervolg STATISTISCH OVERZICHT VAN CR0 OTHANDELSPRJJZEN.

DIVERSEN

KOLONIALE PRODUCTEN
INDEXOIJFERS

VURENHOUT
basis
7″
f.o.b.
RUBBER’)
Standaard
SUIKER
Witte kristal-
KOFFIE
Robusta

THEE
All. N.-I. theev.
COPRA
Ned.-Ind. f.m.s.

Bruto-
gewichtv.d.
buit, handel

liii

0


Zweden!
Finland
Ribbed Smoked
Sheets
suiker loco
Locoprijzen
Rotterdam
A’dam gem. pr
.
Suma-
per
ioo
K.G.
Nederland
is= ioo
0


per standaard
van
4.672
M
3
.
loco Londen per Ib.
R’damlA’dam
per 100 K
.
G.
per
1
12
K.G.
Java- en
trathee

.

1<0.
Amsterdam

. –

In

Uit
1
voer

voer
1-

f
0
10
Sh.
0
10
fl.
0
10
Cts
0
10
cts.
0/
f
01

1925
159,75
100
2111,625 100,0
18,75
100,0
61,375
100,0
84,5
100,0
35,87
5

100,0
100
100
100,0
100,0
1926 153,50
96,1
21-
67,4
17,50
933
55,375
90,2
94,25
111,5
34,-
94,8
112
128
93,2
92,9
1927
160,50 100,5
116,375
51,6.
19,126
102,0
46,875
76,4
82,75
97,9
32,62
0

90,9
113
116
95,4
89,5
1928
151,50
94,8
-110,75 30,2
15,85
84,5
49,625
80,9
75,25
89,1
31,87
5

88,9
118 128
96,4
87,6
1929
146,00
91,4
-/10,25
28,8
13,-
69,3 50,75 82,7
69,25
82,0 27,37
5

76,3
122 132
91,6 82,6
1930
141,50
88,6 -15.875
16,5
9,60
51,2
32
52,1
60,75
71,8
22,62
5

63,1
124 135
75,5
69,4
1931
110,75
69,3
-13
8,4
8,-
42,7
25-
40,7
4250
50,3
15,37
5

42,9
117
136
62,6
57,9
Jan.

1930 147,50
93,9
-17,375
20,7
11,676
62,3
’35
57,0
60,50
71,6
26,87
5

74,9
128 136

84,5
76,9
Febr.
147,50
92,3
-18
22,5
11,40
600
35 57,0
58,25
68,9
26,37
5

73,5
112 126
81,3 75,2
Maart
147,50
92,3
-17,625 21,4
10,70
57,1
35 57,0
62,25
73,7 25,25
70,4
125
131
78,7
74,2
April
147,50
92,3 -17,375
20,7
10,55
56,3
35 57,0
59,50
70,4
26,126
72,8
115
127
78,7
72,8
Mei

,,
145,00
90,8
-16,875
19,3
9,80
52,3
34,75
56,6
58
68,6
25,50
71,1
132
.

132
76,11.
72,0
Juni
145,00
90,8
-/6,125
17,2
9,775
52,1
33
53,8
58
68,6
22,87′
63,8
131
133
76,1
70,4
Juli
142,50
89,2
-15,625
15,8
9,27
5

49,5
31,50
29,50
51,3
48,1
55,50 55,25
65,7
65,4
21,75
20
1

60,6
55,7
138
129
141
145
74,2 73,5 69,3 67,9
Aug.,,
Sept.
142,50 140,00
89,2
87,6
-14,875 -14,125
13,8
11,6
8,50
7,97′
45,3
42,5
28,25
46,0
59,50
70,4
19,25
53,7
122 126
72,3
65,4
Oct.
132,50
82,9
-14
11,2
8,62′
46,0
29
47,3
66,50
78,7
18,75
52,3
128
152
71,6 64,6
Nov.

,,
130,00.
81,4
-14,375
12,3
8.75
46,7
29
47,3
68,25
80,8
19,375
54,0
121
139
71,0
63,3
Dec.

,,
130,00
81,4
-14,375
12,3
8,20
43,7
29 47,3
66,75
79,0
19,-
53,0
105
129
69,0
61,3
Jan.

1931
125.00
78,2
-14,25
11,9
8,20
437
28
45.6
66,25
78,4
18,25
50,9
121
132
67,7
59,2
5
Febr.
125,00
78,2
-13,875
10,9
8,20
43,7
26,25
42,8
53
62,7
18,125
50,7
96
121
67,1
59,4
Maart
125,00
78,2
-13,75
10,5
8,301
8,576
44,3
45,7 25,50
41,5 40,3
45 43
53,3 50,9
18,62
5

17,50
51,9 48,8
107
110
140 138
66,5
65,8
59,1
58,4
April
Mei
125,00 125,00
78,2 78,2
-13,125 -13,125
8,8 8,8 8,50
45,3
24,75 25
40,7
40,25
47,6
15,37
5

42,9
114
141
65,8 56,8
,,
juni
110,00
68,9
-/3,125
8,8
8,57
5

45,7 25,75
42,0
39,50
46.7
14,120
39,4
127
133
64,5 56,8

Juli
,,
110,00
68,9 -13
8,4

8,77
5

48,6
27
44,0
38,25
45,3
15,-
41,8

138
153
62,6
55,8 Aug.

,,
100,00
62,6
-12,5 7,0
7,90
42,1
25,50
41,5
38,50
45,6
14,125
39,4
122 142
60,6
55,6
Sept.,,
100,00
62,6
-/2,375
6,7
7,525
40,1
23,75 38,7
37,50
44,4
13,37
5

37,3
125 146
58,7
58,1
Oct.

‘,
100,00
62,6
-/2,375
6,7
7,55 40,3 23 23 37,5
37,75
37
44,7 13,25
13,75
36,9 38,3
119 113
146 132
58,7 58,7
58,5
58,8
Nov. Dec.
100,00 82,50
62,6
51,6
-12,25
-12,25
6,3 6,3
7,15 6,75
38,1
36,0 23 37,5 37,5
35
43,8 41,4
12,75
35,5
115 114
54,8 58,8
lan.

1932
82,50
51,6
-12,125
6,0
7,35 39,2
23
37,5
32
37,9
13,125
36,6
103
86
107
111
54,2 53,5 58,4
59,8
loebr.
82,50 51,6
-/2
5,6
7,05 37,6
23
37,5
30
35,5
14,50
40,4

1
Maart

,
70,00
43,8
-11625
4,6
6,25 34,8 23 23 37,5 37,5
31
29
2
36,7
34,3
14,75
1412
41,1
39,4
87
116
52,9 58,3
4
April
II


70,00 70,00 43,8 43,8
-11,5
-11,5
4,2 4,2

6,25 5,75 34,8
30,7
23 23 37,5
29,25
3

34,6
13,75

.
14,125
38,3
39,4
– –
18
25

,,

,,
70,00
70,00
43,8 43,8
-/1,4375
-/1,5
4,0 4,2 5,75
5,87
5

30,7
31,4
23

37,5 37,5
14,-
39,0
t)
Jaar- en
maandgem.
afger.
op ‘Is
pence.
2)
7
Apr.
3
)
21

April.
N.B.
Alle Pondennoteeringen
vanaf 21
Sept.
zijn op
goudbasis
omgerekend

Auteur