15 APRIL 1931
AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN.
Econo
‘
mi*sch~Stati*sti*sche
Berichten
ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER
ORGAAN VOOR
DE MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE
VOOR DE RIJN VAART
UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN
16E JAARGANG
WOENSDAG 15 APRIL 1931
No. 798
INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN.
Algemeen Secretaris:
Prof.
Mr. Dr. G. M. Verr’ijn Stuart.
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN.
COMMISSIE VAN ADVIES:
Prof. Mr. D. van Blom; J. van Hasselt; Jhr. Mr. L. E. van
Lennep; Mr. K. P. van der Mandele; Prof. Dr. N. J.
Polak; Mr. Dr. L. F. H. Regout; Dr. E. van Welderen
1.3aron Rengers; Prof. Mr. H. R. Ribbius; Jan Schilthuis;
Mr. Q. J. Terpstra; Prof. Mr. F. de Vries.
Gedelegeerd lid: Prof. Mr. Dr. G. M. Verrijn Stuart.
Redacteur-Secretaris: H. M. H. A. van der Valic.
Secretariaat: Pieter da Hoochweg 122, Rotterdam.
Telefoon Nr. 35000. Postrekening 8408.
Abonnementsprijs voor het’ weekblad franco P. P.
in
Nederland’ f20,—. Buitenland en Kolor&iën f 23,— per
jaar. Losse nummers 50 cents. Leden en donateurs van het Instituut ontvangen, het weekblad gratis.
De verdere publicaties van het Instituut uitgaande ont-
vangen de abonné’s, leden en donateurs kosteloos, voor zoo-
ver daaromtrent niet anders wordt beslist.
Aan geteekende stukken: Bijkantoor Rui geplaat weg.
Advertenties f 0,50 per regel. Plaatsing bij abonnement
volgens tarief. Adm,inistratie van abonnementen en adver-
tenties: Nijgh & van Ditma’r’s Uitgevers-Maatschappij, Rot-
terdam, Amsterdam, ‘s-Gravenhage. Postchèque- en giro-
rekening No. 145192.
14 APRIL 1931.
De lichte aarzeling op den eersten werkdag der af-
•geloopen week was op de volgende ‘dagen ‘geheel ver-
dwenen en de gewone “grootere •geldvraag voor den
Mei-termijn begon goed voelbaar te worden. Particu-
lier disconto steeg daardoor vrij snel van 1
3
/io pOt.
tot
1./16
pOt.; terwijl gisteren ook wel 1J pOt. moest
worden toegestaan. Ook caligeld was weder sterker
gevraagd en ‘vrijwel onveranderlijk tot 2 pOt. te
plaatsen; de prolorigatiererute noteerde meestal 13′
pOt.; Zaterdag werd 1% pOt, genoteerd.
* *
*
Op den weekstaat van De Nederlandsche Bank
geeft de post binruenlandsche wissels een stijging
van
‘f 1,5 millioen te zien. De ‘beleeningen blijken met
f
33,1 millioen te zijn afgenomen. Het tegoed, van het
rijk, !dat de vorige weekstaat had aan tewijzen,
heeft plaats ‘gemaakt, voor een debetsaldo van ‘de
schatkist ten bedrage van
f
400.000.—.
De goudvôorraad ‘der Bank bleef vrijwel onveran-
derd. De zilvervoorraad vermeerderde met’
f 1
mil-
lioen. Derpost papier op ‘het buitenland en ‘de diverse
rekeningen op de actiefzijde van de balans stegen
respectievelijk met
f
150.000.— en
f
7,2 millioen.
De biljettericirculatie vertoont een teruggang van
f
15,3 millioen. De rekening-courant-saldi van an-
deren blijken met
f
1,9 millioen te ‘zijn afgenomen.
[-let beschikbaai-‘ metaalsaldo klom met
f
10,2 mii-
lioen. Het dekkingspercentage ‘bedraagt ruim 56.
.* *
*
De afgeloopen week heeft zich gekenmerkt door een
ruim aanbod van wissels, die hier daardoor zeer flauw
lagen; ‘de Gulden was internationaal vast.
Het duurdere geld, en winstnemingen op vroeger,
voor geld-belegging “buitenslands, gekochte Ponden
hebben ‘den koers, vooral op den laatsten •dag, een
heel ei:nd omlaag gebracht; van 12.11/io kwam de
noteeiing op l2.O9
7
/’,
op welken prijs De Nederland-
sche Bank iets uit de markt nam. Dollars hadden
eveneens een aanzienlijken ‘koersteruggan’g te boeken,
nl. van 2.4943 tot 2.4003. Dollars in Londen veran-
derden slechts weinig; van 4.8589 liepen zij eerst
terug op 4.8506 om weder op 4.8586 te sluiten. Mar-
ken kwamen van 59.38i op 59.30 (Dollars tegen
Marken 4.2002 34). Fransche Francs 9.75 %-9.7434.
(Ponden tegen Francs 124.2134). Belga’s 34.68-
34.62l. (Pon’den tegen Belga’s 34.9534). De overige
deviezen ‘zijn natuurlijk alle, in overeenstemming
met de le:iden’de wissels, lager: Zwitsersche Francs
47.9834′, Lires 13.04, Shillingeru 35.0234′, Kopep]iagen
66.64, Oslo 66.66, Stockholm 66.68. Peseta’s, die zich
cle geheele week hebben kunnen handhaven en zelfs
van 27.50 tot 27.70 konden verbeteren, zijn na het
bekend worden van de voor de Spaansche regeering
zoo ongunstige verkiezings-uitslagen, tot 25.90 ge-
daald. Braziliaansche Milreis handhaafden zich op
ca. 1834, doch ‘de Argentijnsche Peso daalde van 86/8
op 86’%. Uruguay Pesos lager op 1.74. Mexicaansche
$ 1.19. Canada $
2.58fio.
De termijnmarkt had een geheel eenzijdig karak-
ter; algemeen waren contante wissels aangeboden,
waartegen dan natuurlijk termijn gezocht werd; het
was vaak heel moeilijk contant onder te ‘brengen,
wijl biedingen geheel ontbroken. De slotnoteeringen
voor 1- en 3-maands waren: voor Ponden:
7
/8 resp.
voor Dollars: 13 resp. 27 en voor Marken: 634
resp. 19 punten, alles disagio.
LONDEN, 13 APIUL 1931.
Zooals verleden week was te voorzien, is het de
markt op Dinsdag niet ‘gelukt om de schuld aan de
Bank van Engeland geheel af te ‘betalen, maar moest
een deel voor ede week worden vernieuwd. De defi-
nitieve afbetaling zal dus morgen moeten plaats
hebben. Met liet terugvloeien van het voor ‘de Paasch-
dagen ,onttrokken ‘geld is de positie nu echter ge-
makkelijker.
Disconto ‘bleef vast gestemd, terwijl de noteering
zich op 2% pOt. ‘handhaafde. De •goudvoorraad van
de Bank van Engeland nam weder aanzienlijk toe;
men ‘hoopt, dat de Bank zal kunnen voortgaan in .de eerstvolgende weken een groot deel van het ‘goud in
de open markt tot zich te trekken, ofschoon een kleine
verlag ing in de dollarnoteering een mogelijkheid
,van concurrentie voor A’merikaansche rekening doet
ontstaan.
356
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
15 April 1931
DE VOORBEREIDENDE CONFERENTIE
–
TOT DE TWEEDE TARWECONFERENTIE.
1.
Van 26 Maart tot 2 April is te Rome onder dc
leiding van het Internationaal Landbouwinstituut
de
bijeenkomst
gehouden, die aangekbndigd was als
de Voorbereidende Conferentie tot de Tweede Tarwc-
conferentie. De eerste tarweconferentie is te Rome
reeds gehouden in 1927 in een tijd, toen gedacht
werd aan de mogelijkheid van schaarschtc aan tarwe.
ilet plan om in 1932 het tarwevraagstuk weder te
Rome in een internationale bijeenkomst in behande-
ling te nemen :is gerijpt i:n dozen
t.ijd,
waarin niet
schaarschte aan het voornaamste broodgraan dreigt,
doch ju:ist groote overvloed de prijzen heeft doen
dalen tot. ecu peil, dat alom aan den landbouw
groote.
verliezen
berokkent. In verband met den
grootee omvang en de veelzijdigheid va.n het vraag-
stuk werd het noodig geoordeeld, eerst een voorbe-
reiclen’de conferentie te houden, die dus nu heeft
plaats gehad, doch die tenslotte nauwelijks den in-
druk heeft gemaakt, en voorbereidend karakter te
bezitten.
Evenmin echter viel aan. deze conferentie veel
(lef.initiefs te constateereri, doch d.it schijnt nu con-
hiaal beschoren te zijn aan nile internationale
bijeenkomsten over de vraagstukken, die de land-
bo’uwcrisis betreffen. Telkens weder hebben zij zich
tot nog toe bepaald tot uitvoerige bespreking van de
moeilijkheden, clie cle nood van den landbouw aan
zeer veel landen berokkent en van •de noodzakelijk-
heid, om daartegen maatregelen te beramee.. Werke-lijk zijn ook reeds verschillende van zulke maatrege-
len ter sprake gekomen en door enkele landen of
groepen van staten met warmte verdedigd en aan-
bevolen. Van de mogelijkheid om een of meer van die
plannen tot ui.tvdering te brengen is tot nog toe
echter niet veel gebleken en :Ltome heeft daarin wei-
nig verd•dei.ing gebracht. :lDeii uitzon’dezing kan
liir, sieèhts worden gemaakt ten opzichte van het
internationaal landbouwcrediet, dat sedert eeuigeu
tijd te Genève behandeld wordt door de Commissie-
Ter Meulen
1)
die zich nu bezig houdt met het samen-
stellen van de details eener regeling. Misschien zal
op dit gebied dus binnenkort iets worden bereikt,
doch de wortel van het kwaad wordt door een crediet-
regeling eigenlijic niet aangetast. Werkelijke verbete-
ring van den voor den producent zoo zeer ongunstigcn
toestaod der .tarwernarkt is slechts mogelijk door een
herstel van liet evenwicht tusschen aanbod en vraag.
Ook te Rome is nog weder gerede’twist over de vraag,
of’ gesprolce.n moest worden van overproductie dan
vel tevens van onderconsumptie en in hoeverre cle
zich wericelijk inanifesteercnde vraag naar tarwo
slechts een deel vormde van de werkelijke behoefte,
die wegens de algemeene depressie slechts gedeeltelijk
irr’de v1aag ‘tot uiting komt. Veel tijd is echter aan
dit ondewerp en aan de oorzaken der crisis, die op
‘vorige éonfereiitjes (Genève, Parijs) reeds veel tijd
hbbe.n gevergd, ditmaal niet ten. Icoste gelegd en men
heef t zich vrijwel geheel bepaald tot bespreking van
‘maatregelen, die tot een herstel van het evenwicht
zouden kunnen leiden. Er waren daartoe te Rome
-vertegenwoordigér’s bijeengekomen van 48 landen en
steeds viel op te merken, hoe uitstekend degenen,
dièaah de bes ji±ekingen deelnamen, met de vele zijden
van ‘et. ‘vraagstuk op cle hoogte waren. ‘Er bestond
:dart o’ôli over den feitelijken toestand, zijn beteekenis
in cie groote
gevaren,
wélke hij voor vele landen in
zich bergt, nauwelijks eenig verschil van gevoelen.
:Dese meer echter was dat ‘het ‘geval ten aanzien van
de,’niiddelen, clie ter bestrijding der moeilijkheden
‘werden’ aanbevolen. Duidelijk waren daarbij vier
groepen van staten te herkennen, die gevormd wer-
den door:
1)
Zie
E.-S.
B. van
11
Maart ji.
–
,•
‘INHOUD.
‘
BIz.
Dc
VOORBEREIDENI).
064FidRcNTIE TOT
flTWSEDE
TARWECONFERENTIE
1
door
Jan Schilthsis ………356
De Nederlandsche ‘
,
latoenindustnie in
1930 II
(Slot)
door
Joan Gelcle.rvnan ……………………….358
Omvang en eenige oorzaken van de ,,merger”-beweging
in de Vereenigde Staten na den oorlog II (Slot)
door
Mr. P. Lief tinck……………………….360
BUnTENLANDSOHE MEoEwEnErNc
,
De houtindustrie en houtuitvoer v
,okjet:Ruiand
door
Prof. Boris Brutzkus ………………..362
Tien jaren van Palestijnsche staathüishoudkunde 1
door
Dr. ,A.lfred Bonné ……………………. 365
Enkele opmerkingen in verband met het Dûitsch-
Oostenrijksche douaneverdrag door
F. C. Baron
van Arssn Beyereii. …………………… 367
AANTEEKENINGEN:
“A!J. J’,
De goederenbeweging in de haven van Rotterdam
in
1930 ……………………….T.,…….,.
……368
Indecijfers van gèheepsvrachten.
… .’.
…’. .’.
. 38
lndexcijfers van
groot en kledh
rij
nde1spzen
.
in
NederlandschIndjë ‘ ……………. ..
369
Het prijsverloop ‘van groothandelsartikelen gedu-
rende’ heteersle kwartaal’van
193,1 III (Slot) . .ø
STATISTIEEEN
EN OVERZICHTEN
………….
•
.. 374..
378
Geldkoersen.
‘
Banksiaten. ‘
‘
Verkeerswezen.
WIsselkoersen.
1
Goederenhandel.
Ii. de Europcsche ‘expdrtbindeu welke mn ge-
woonlijlc aanduidde als de :Donmilan.deii, al behoort
ook Polen tot die groep;
2o. de overzeesche exportlanden Canada, Argenti-
nië en A.ustraliö. Tot deze groep béhoore.n eigenlijk ook cie Veree.uigde- Staten van Amerika, doch deze
hadden geen gedelegeerden gezon.cleii eii vekeeren
ook overigens om nader ‘te noemen redene’h eigenlijk
in een speciale positie;
3o. de Europeesche invoerlanden met belangrijken
eigen graanverbouw en hooge invoerrechten op graan,
waartoe vooral Du.itschland, Fraulcrjk, italië, doch
ook Oostenrijk en Tsjeclid-Slowakijê te rekenen vallen;
4o. de Europeesche landen met lage Of zonder in-
oer.rechten op graan, voornamelijk, Enelan’d,
•
Ne’-
de±lancl’, België, Denemarken:” .
Verder was te Rome nog Rusland ve’r’tegen’néor-
digd, dat moeilijk bij een dezer groepen valt onder te
brcngen, doch blijkens de uitingen zijner gedelegeer-
den. het dichtst stond hij de groep des overzeesche
exportianden.
* *
De belangen van deze groepen loopen sterk’ uiteen cii hetzelfde was het geval niet de meeningeni, welke
er worden uitgesproken over ‘dc ter ‘tafel gebraçhte
voorstellen ter bestrijding der crisis. :lleeds dac’eiijic
bleek het, dat over geen dier voorstellen eensgezind-
heid te bereiken zou zijn. Dit w’s trou.weis reedi aan
het licht getreden in de vergacleringën, welke ‘v6’r
den aanvang der Conferentie gehouden zijn door liet
Bcstunr van het instituut niet ‘graanhandelaren, be-
stuurderg van groote landbouworganisatiet en leiders
van meer of minder of fi.ciëele graanverkoop-bureaux
uit Engeland, Nederlandi, Frankrijk, Italië,Polen,
Zui d-Slavië, Rusland, Canada, 1e, Veree:nigdo Stiite.n
,van:’Amerika e:n Argentinië, die door het Instituut
als deskundigen waren uitge.uoodigd om de pui ten
van de agenda der conferentie eerst eens te . bespre-
ken en het terrein te verkennen. De daar verkondigde
opvattingen waren vrijwel dezelfde,. die latèr ‘ook
tijdens de •conferenti.e tot uiting kwamen, doch bij-
zondere vermelding verdient de tijdens de voorbe-
sprelciiigeii van Amerikaansche zijde gekomen mede-
deeling, dat na, de gebleken mislukking van de po-
gingen van den Federal Farm Board tot blijvande
opdrijving der tarweprijzen, ‘de tarweproduetie in de
.Vereenigde Staten in zoo sterke mate zou worden
ingekrompen, dat er van ecu surplus voor uityoer
geen spake meer zou zijn. Gedeeltelijk zou dat smen-
gaan met vermeerdering der productie van voergra-
nen en van den veestapel, ‘doch zoodra het gevaar zou
’15 April 1931
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
357
tuttaalTi voor ccii teveel aan maïs, gerst, haver,
vleeseh o:If zui.velproducten, zon mcii eenvoudig den
grönd ongebruikt laten, liever dan’ met verlies te
werken, waartoe een zeer groot aantal der Amen-
kaansche boeren na de venl:iezen der afgeloopen 2
jaren trouwens toch niet meer in staat zouden zijn.
O de eemgsz.ms oiigcloovi•ge gezichten der toehoor-
ders reageerde de Amerikaansche landbouw-deskun-
clige met de opmerking, dat het toch voordeeliger is
om 300 bushels tarwe te verbouwen, die verkocht
kunnen worden voor $ 2.— per bushel dan 600 busheis
van 50 cents, den prijs, dien de Amenikaansche boer
tegenwoordig voor zijn tarwe ongeveer kan icrijgen
en achter den ‘hoogen Amenikaanschen tariefmuur
zou bij kleinere productie een prijs van $ 2.— wel ‘te
bereiken zijn. Het vooruitzicht van deze sterke pro-
ductiebeperkung zou de reden zijn, waarom men zich
in Amerika voor de landhouwcrisis buiten zijn eigen
land
nauwelijks
meer interesseert. Vooralsnog lijkt eenige twijfel aan een spoedige uitvoering van dit
restrictie-plan niet misplaats’t, doch indien het daar-
mee ernst mocht worden, zou inderdaad de oplossing
• van het tarwe-vraagstuk veel naderbij zijn gebracht.
Een der oorzaken van de crisis is immers juist liet
steeds de markt bedreigende overschot der Vereenig
de Staten en indien in volgende jaren zulk een over-
..sehot nit meer zou bestaan, ware voor verbreking
van het evenwicht in de toekomst veel minder te
vreezen.
Productie-beperking als middel tot herstel van
liet evenwicht tusschen aanbod en vraag •heef t in
•Januari in de te Genève gehouden landbouw-con-
.ferentie reeds een der voornaamste punten van be-
spreking uirtgemaakt, en uien dacht toen nog aan dc
mogelijkheid van een door de overheid in alle pro-ductielanden te bewerkstelligen vermindering naar een voor allen gelijk percentage. De conferentie te
Rome ‘heeft met dit denkbeeld afgedaan, waarschijn’
lijk voor god. Interessant was op dit punt ‘de uiteen-
zetting van •den voorzitter der Russisehe delegatie
Prof. . Kr.itzrnan. Deze wees erop, dat Rusland ge-
,noodzaakt
is;
zijn graanproductie en dus ook die van
tarwe, steeds uit te breiden voor de voeding zijner
•eterk toenmende bevolking, temeer omdat een steeds
groeten gedeelte dier ‘bevolking in ‘de industrie werk-
zaam is. 1)e Russisehe regeering kan onmogelijk het
risico op zich nemen, dat door ongunstige weersom-
atandigheden de oogst onvoldoende zou zijn voor dc
binnenlandsche behoefte. Er zal dus meestal een over-
schbt voor uitvoer beschikbaar zijn en ook naar uit-
‘brei’ding van dat overschot zal men blijven streven,
omdat Rusland nu ‘eenmaal behoefte heeft aan uit-
voer ter betaling der lenoodigde machines en andere
‘gôederen voor de uitbreiding zijner industrie en an-
•’derszins. Prof. Knitzman vérklaarde wel, dat Rusland
bereid is om meé te werken tot bestrijding van de al-
gemeene akkerbouw-cnisis, doch bij het streven naar
‘verliooging ‘van de prijzen van lan’dbouwproducten
-steèds de belangen van de groote massa der verbruikers
iii’het oèg zal houden
Bij het verdere verloop ‘van de besprekingen op
deze eonferentie is overigens van die Russisehe be-
ridwilliheid tot
samen
rdrd
r
ki
ng
met’ de andere lan-
rd
eu
niet bijstér veel meer gebleken, maar evenmin
hdd de Ar’gentij’nsche gezant te Rome eigenlijk veel
-aanleiding tot zijn uitvâl tegen Rusland, waarmee
deze’ reeds op den eersten dag der algemeene ‘bespre’
..kingen eellige beroering verieekte. Evenals Canada
en Australië verklaarde hij eerst, dat in zijn ,land een
‘systematische vermindering van de tarweproductie
‘als uitgesloten moest worden beschouwd. Rij voegde daaraan ‘tde, dat ‘deze steeds weer van Europeeseh&
iijdej akn de overzeesche productielanden gestelde
eiêh volslagén engerechtvaardigd was, omdat im-
•jners’ enig-e-j aren geleddn, toen Europa een tekort
-aan tarve had, Argentinië, Canada eû Australië het
zn êweét; die.deiï toestand hebben gered. ‘Het paste
dus Europa’ niet, om nu procluetievermindening te
eisclien, doch dle Arg’cn tij osehe gezan t voegde daar
aan wijselijk niet toe, dat de o”erzeesche exportlan-
dn Europa indertijd voor die tarwe zeer duur heb-
ben laten betalen.
Verder verweet hij aan cie tot nog toe gehouden conferenties, dat die de tarwecnisis te veel hebben
beschouwd als een Europeesch vraagstuk, terwijl een
oplossing toch slechts mogelijk is door intdrnationale samenwerking, omdat de groote uitvoer-overschotten
immers juist buiten Europa worden verbouwd. Dit
verwijt was in het bijzonder gericht tot de Donau-
landen, die immers als een voor hen zeer belangrijk
middel ter bestrijding der crisis voor ‘hun tanwe pre-feren’tiëele douanebehandeling vragen aan die West-
en Centraal-Europeesche landen, die Donautanwe
plegen ‘te koopen en hooge invoerrechten heffen. Vrij
algemeen heerschte de meening, dat Oostenrijk,
Duitsehland en Tsjecho-Slowakije wel tot een tege-
moetkoming i:o ciie richting ‘bereid zijn. Vooral de
Roemeensehe nuinister Madgearü is liet geweest, die
op welsprekende en zelfs soms dramatische wijze te
Rome, on’der verwijzing naar de in zijn land en de
andere Donaulanden tengevolge der landbouw-crisis
heersehende ellende, het verzoek om preferentiëele
rechten heeft verdedigd. Hetzelfde deden Zuid-Sla-
vië, Hongarije en Polen, ‘doch geen van hen sprak
van de moeilijkheden, welke de West-Europeesche
landen bij eventueele stappen ter iiwilliging van het
verzoek zouden ondervinden van de omstandigheid,
dat hun handelsverdragen met de overzeesche uit-
voenlanden de meestbegunsti gi nigsclausule bevatten.
De Argentijnsche gezant te Rome was de eerste, die
diarop wees. Hij verzekerde niet den meesten ria-
druk, dat Argentinië onder geen beding zijn toe-
‘stemming tot die derogatie aan de meest-‘begunsti-
gings-clausule zal venleenen, zoolang die clausule be-
staat.
De verdedigers van het, verzoek der Donaulan-
den om preferentie hebben ‘herhaaldelijk verwezen
nian het rapport-Stueki, indertijd aanvaard door de
economische conferentie te Genève van November
1930. In dtt rapport worden de gedetailleerde be-
doelingen van het Oost-Europeesche verzoek om pre-
ferentie nauwkeurig uiteengezet. Ofschoon de Donau-
landen vooral bij monde van Minister Madgearu aan-
voerden, dat het verzoek om preferentie ,slechts ‘be-trekking had op tarwe en volgens het door hen aan-
‘aarde rapport-Stucki slechts een beperkte hoeveel-
heid betrof, overeenkomende bijvoorbeeld met het ge-
middelde van hun uitvoer der laatste 5 jaren en niet
meer dan 5 á 10 pOt. uitmakende van ‘den geheeln
tarwe-invoer der iii aaniherking komende West-Euro-
peesche staten, zoodat liet door de overeesche landen
gevreesde ncideel onbeduidend zou zijn, de Argen-
tijnsehe oppositie werd niet ojgegeven. Canada cii
‘Australiö sloten zich diarbij aan en ook Engehind,.
Nederland en sommige andere invoerhin’den Eebben
i
verklaard, niets vooi ‘de referenLie te gevoelen. Van,
Nederlandse’he zijde eid daarbij nog uiting gegeven
aan de ook elders gevoelde vrees’, dat de staten, elkc
aan de Donaulanden de preferentie zouden verlee
iien, in ruil daarvoor preferentie zouden krijgen voor
‘huh uitvoer-producten. Dacr zij zelf (Engeland, Ne-
derland, België, Denemarken) geen invoerrechten op tarwe hef f en ei) dus volgens het rapport-Stueki ook
niet van hen wordt gevraagd of verwacht, datzij aan
d’e tarwe der Don aulanden preferentie verleenen, zou
zulk een ruilsterke henadeeling beteekenen voor hun
export naar de i)onaulan’den. Er heeft zich toen het merkwaardige versèhijsel vborgedaan, dat er op dit
punt verschil van ‘meening bleek te bestaan in de
groep der Dönaulanden. Terwijl van Zuid-Slavische
.zijde onderhands verzekerd werd, dat van een ruil, als
zooev’en bedoeld, geen sprake zou zijn en men slechts
eenzijdige preférentie eisehte vooi cle tarwe zonder
eenige tegenprestatie en men het elfs ‘bij afwijzng
358
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
15 April 1931
van dien eisch op een taricvenoor1og zou laten aan-
komen, bleef ccii officïëele bevestiging daarvan uit.
Liet schijnt namelijk, dat Rom i
enë reeds met
Duitchland en Oosten rijk onderhandelingen be-
gonnen is, die wel degelijk op wederzijcische pref c-
rentie zijn gebaseerd. De -door Nederland te Rome
uitgesproken vrees schijnt -dus niet ongegrond, te
minder omdat de mogelijkheid van wederzijdsehe pre-
ferentie reeds in het rapport-Stucki. werd aangege-
ven Daarin leest men namelijk, dat wanneer de
staten, die aan -de Doniauian-den preferentie ver]ee-
non, daarvoor preferent-i öele behandeling
11
unner
uitvoerartikelen vënlangen, zij zulk een preferentie
slec]r;s kunnen verkrijgen, in dien cle landen, met
wie zij meestbegunstiging zijn overeengekomen, daar-
toe hun toestemming geven.
Er is tegen het denkbeeld der preferentie een zoo
sterke oppositie gerezen, dat er vooralsnog niet veel
kans schijnt te bestaan op een zoo algemeene instem-
ming met deze derogatie aan -de meestbegunstigings-
clausule, dat de voor het verieenen der preferentie in
aanmerking komende West- cii Centraal-Europeesche
landen deze kunnen verleene.ii. Iii de sub-commissie
over dit onderwerp, die evenals in November te Genè-
ve ook nu weder ge-presideerd werd door den Zwitser-
schen gedelegeerde Stucki, heeft men het zelfs niet
kunnen brengen tot het aanvaarden van Eet Geneef-
sche rapport-Stueki, dat toch eigenlijk tot niets bindt,
omdat het verklaart, dat de preferontie slechts kan
worden verleend met toestemming der landen, welke
meestbegunstiging genieten. Als reden voor hun wei-
gering om zich met het rapport-Stuek.i accoord te
verklaren koerden verschillende overzeescho produc-
tielanden en Rusland aan, dat zij de vroegere bespre-
kingen niet hadden meegemaakt en als eind-beslis-
sing op dit punt verklaarde dan ook de con.ferent.iu
slechts, dat de beschouwingen over de preferentiëeie
behandeling van de tarwe der Donaulan-den nu zoo-
ver gevorderd was als langs den weg van multilate-
rale besprekingen mogelijk was. Voor de Donaulan-
den dus een zeer poover resultaat. Dat Minister Mad-
gear ii. nog dreigde niet een ,,eeonom.isch Donaublok”
en tenslotte toch nog met de mogelijkheid, -dat de
Donaulanden en Polen in het vervolg -bij het afslui-ten van handeisverdra-gen als conditio sine qua non
voor hun graan preferentie zouden eischen met even
tueel in ruil preferentiëele ‘behandeling van hun in-
voer uit de
-aan dien eisch toegevende landen, alles
zonder de reserves van het plan-Stucki omtrent in-stemming der landen, die meeshegunstiging genie-
ten, .-heef t hun niet mogen baten.
Intussehen mag hier nogmaals worden gewezen op
een passage van cle inhoudrijke rede van -den Argen-
tijnschen gedelegeerde. Nadat deze had opgemerkt,
dat het verzoek om preferentie niet thuis hoort op
deze conferentie, welke bijeengeroepen was voor het
ontwerpen op economische ‘basis van maatregelen tot
bestrijding -der tarwecrisis, doch eerder op een daar-
toe speciaal te beleggen ‘bijeenkomst voor het ver
leenen van sociale en fina-nciëele hulp aan de Donau-
landen, en nadat hij uitdrukkelijk gewezen had op
Argentinië’s vasthouden aan de meestbegunstigings-
clausule, volgde
zijn
aanval op Rusland, waarop ik
reeds heb -ge’zinspeeld. Hij was namelijk van meening,
dat de wijze, waarop Rusland den uitvoer van graan
organiseert, die in sterke mate tot de crisi-s heeft
bij-gedragen, de gedachte -doet opkomen, of niet een
georganiseerde -bestrijding van den Russischen uit-
voer geboden is en of in verband -daarmede niet -de
meest-begunstigings-elausule als verouderd moet wor-
den aangemerkt en in de han-deisverdragen plaats
moet. maken voor andere ‘bepalingen, •die differen-
tiëele behandeling van den uitvoer uit de verschil-
lende exportian-den mogelijk maakt. De Russische
delegatie, die reeds evenals de andere groote uitvoer-
landen had verklaard, gekant te zijn tegen iedere
preferentiëel e behandeling van welk ander uitvoer-
land -dan. ook, vatte op clie verklaring natuurlijk vuur
en reageerde daarop op weinig vriendelijke wijze. Be-
halve Argentinië heeft echter te Rome geen enkele delegatie zich tot verwijten aan het adres van Rus-
land laten verleiden en van het prijsgeven van de
toepassing der jueestbegunstigings-clausule. is verder
niet meer gerept.
JAN
Scl-uLTHuIs.
(Slot volgt).
DE NEDERLANDSCHE KATOENINDUSTRIE IN 1930.
II
(Slot.)
Ttt
Neder1andsch-indië betreft, moet mcii in aan-
merking nemen, -dat de coneurreu.ti.e van de Japansehe
industrie op die markt in -liet afgeloopen jaar belang-
rijk is re±seherpt. Voor den invoer op Java en Ma-
doom komen wij -voor de voornaamste invoerlanden
tot de volgende cij:fers:
Jaar
1928
1.929
1930
Totale
invoer
f
133 milliocuj
f
129 ni-illioen
f92
millioea
Nederland
. .
27.05 pCt.
28.60 pOt.
29.57 pCt.
Engehuuti …..26.73 ,,
23.77 ,,
Japan ……..-26.56
31.05 ,,
36.05
.I)e totale invoer ui.t Nederland :is dus wei relatief
iets toegenome:n, doch blijft, zoowel wat waarde als
hoeveelheid. -betreft, nog belangrijk beneden den in-
voer van de vorige jaren, terwijl -de Japansche invoer
relatief steeds toeneemt en thans belangrijk gruoter
i.s clan -den invoer uit Nederland en En-geland, welke
beide landen in 1913 samen nog ruim 90 pOt. van den
totalen invoer aan manufactu.ren leverden. Was in de
vorige jaren de invoer van gëbleektc manufacturen
uit Japan nog onbeteekene.u:id, in 1930 :is deze invoer
vrij belangrijk toegenomen en men zal er op moeten rekenen, dat Japan ook in de toekomst een geduchte
concurrent in -geblöekte .goderen zal worden. De
totaalinvoer uit Japan aan -gebieekte stoffen bedroeg
gedurende 1930 1,5 millioen ICG: ter waarde van
j
2,8
millioen, tegeii 545.000 KG. ter waarde van
.f
1,4 mil-
lioen in 1929 en waar deze hoeveelhei.d in hoofdzaak
slechts uit en.lcele soorten eambrics bestond, was in die speciale soorten de concurrentie bijzonder hevig
en heeft men er mede bereikt, dat het prijsniveau voor –
alle soorte.n Europeesche cambrics geweldig is -ge-
ciaald en de marktpositie voor dit hoof-dproduct van de
groote Twentsche exportweverijen bijzonder onbevre-
digend .is geworden. Over liet algemeen -heef t de Java-
markt in -het afgeloopen jaar aan fabrikanten groote
teleurstellingen gebracht. Gedeeltelijk is zulks het
gevolg -geweest van de groote prijsdaling va:n ruwe
katoen, waardoor de voorraden, die tegen het einde
van 1929 zeer groot waren, belangrijk in waarde ach-
teruit liepen, terwijl verder -de prijsdaling van alle
koloniale uitvoerproducten de koopkradht op Java
sterk deed verminderen en daardoor de afname der
‘oorraige
– -goederen steeds onbevredigend bleef. Het
spreekt vanzelf, dat -deze ongunstige factoren, ge-
paard aan een dran.g bij importeurs om de aankomen-
de goederen zoo spoedig mogelijk in consumptie te
brengen, een ruïnousen invloed op de verkoopprijzen
lied en het behoeft -dan ook niet te verwonderen, dat
deze spoedig een niveau bereikten, -dat voor -de Euro-
peesche fabrikanten sterk verliesgevend was. Voor de
Jaansche fabrikanten schijnt zulks nog niet in de-
zelfde mate liet -geval te zijn geweest, want hoewel
ook daar te lande gedurende 1930 tot productie-be-
perking wer-d over-gegaan, zijn de uitvoeren naar Java
relatief verder toegenomen en was speciaal in -de
laatste maanden nog nietjs te bespeuren van een min-der hevig aan-bod uit Japan.
In Engelseh-Indië -heeft men niet alleen te kampen
gehad met de boycot-beweging tegen Europeesche
goederen, doch ook met -de protectioni-stische maat-
regelen van de Britsch-In-dische Regeering, die op dit
gebied nog gedreven wordt door den sterken politie-
ken invloed van velen, die bij de katoenindustrie daar
te lande zijn, betrokken. De invoerredhten dp katoe-
nen manufactu ren; die in Maart 1930 -van 11 pOt. zijn
15 April 1931
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
359′
verhoogd
Op
.15 pOt. voor Britsche manufacturen en 20 pOt. voor niet-Britsche goederen, zijn in Februari
1931 om fiscale redenen opnieuw 5 pOt, verhoogd,
zoodat thans de Nederlandshe manafacturen in En-
gel’sch-In’dië met oen invoerrecht van 25 pOt. zijn be-
last, een recht, dat in vele gevallen geheel prohibitief
werkt. Het behoeft dan ook geen verwondering te
wekken, dat de Britsch-Indische fabrieken, die tot nu
toe meestal uitsluitend voor hun grovere manufactu-
ren Oost-Indische katoen verwerkten, geleidelijk tot
de betere soorten zijn overgegaan en vooral de laatste
maanden heeft deze beweging verderen voortgang ge-
maakt. Volgens een opgave uit particuliere bron be-
droegen de invoeren in. Engelsch-Indië gedurende de
maanden September/Februari in:
1929f’30 1930/’31
balen
balen
Amerikaansche katoen …………….
6.300
50.000
Egyptische katoen ………………..
1.800
75.000
Afrikaatische katoen ………………
31.000
25.000
Vooral van de eerste beide soorten is de toename
zeer belangrijk en blijkt daaruit dus wel, dat men ook
in Engelsch-Indië zal trachten zich geleidelijk min-
der afhankelijk te maken van ‘den invoer van de fijnere E uropeeshe goederen.
Voor dat gedeelte van de Europeesche katoenin-
clustrie, dat zich tot nu toe hoofdzakelijk op den
export naar de overzeesche markten had toegelegd,
zijn de vooruitzichten dusverre van gunstig.
Ook voor :d
e
verwachting, dat China op •den ‘duur, bij intreding van meer normale politieke omstandig-
heden daar te lande, nog een belangrijk afzetgebied
voor de Europeesche katoenindustrie zal worden,
schijnt weinig reden te zijn. In de eerste plaats moet
men rekening houden met ‘het feit, dat in China zelf
na den oorlog een zeer belangrijke katoenindustrie is
ontstaan, die in vele gevallen nog goedkooper schijnt
te werken dan çle Japan.sche industrie. Bovendien
wordt van den invoer aan manufacturen in China
c.irca 80 pOt. ‘door Japan geleverd, zoodat bij een ver-
betering van cie vraag waarschijnlijk de Japansche
industri.e in de eerste plaats zou profiteeren, die bo-
endien nog het groote voordeel heeft van den gerin-
geren afstand. Het aantal Europeesche importeurs,
dat zich zoowel te Hongkong als te Shanghai bezig
‘hield met den import van Europeesche manufacturen,
is dan ook in de laatste jaren sterk verminderd en
vele groote huizen, die meerdere generaties hebben
bestaan, zijn of geliquideerd, of hebben ‘hun zaken met
die van anderen gecombineerd. Op dit gebied heb-
ben zich ook in het Verre Oosten groote veranderin-
gen voltrokken en de Europeesche invloed op handels-
gebied is daar in de laatste jaren sterk verminderd.
De uitvoeren van. ‘katoenen maniifacturen uit Lan.-
cashire zijn dan ook in de laatste maanden zeer sterk
verminderd en hoewel de toestand in Japan volgens verschillende berichten minder bevredigend was en
in de meeste fabrieken ‘daar ook korter werd gewerkt,
is de achteruitgang daar heel wat minder geweest
dan in Eneland. De totale uitvoercijfers hebben al.
‘in millioen’square yards bedragen:
Engeland Japan
4e kwartaal
1929
…………
823.4
450.1
ie
‘
1930
…………
894.-
464.6
1930
…………….
8
351.3
3e
.,
1930
…………
508.1
366.9
4e
..,
1930
………….
410.8
389.-
1
–
Lieruit zou men dus afleiden, dat ‘de bedrijvigheid
in Japan in de laatste maanden weer eenigszins is
toegenomen en de berichten, die ons uit andere ‘bron-
nen van dit land bereiken, wijzen daar eveneens op.
Men zal ‘dus in Europa rekenin’g moeten houden
met het feit, dat een groot gedeeltq van het afzetge-
bied in Oost-Azië duurzaam voor de Europeesche in-
clustrie is verloren en het ‘zal zeker nie’t eenvoudig
zijn, dit verloren terrein op andere
wijze
te vervangen. Men moet vooral niet vergeten, dat de ‘douane-politiek
van vele landen er na den oorlog op gericht is ge-
weest om zich meer ,,self-supporting” te maken, zoo-
wel wat landbouw- als industrie-producten betreft en
dat juist deze ‘hooge tariefmuren niet alleen den in-
voer belemmeren, maar ‘dikwijls ook ‘den prijs der
manufacturen zoodanig verhoogen, dat ‘de consument
niet voldoende van de goedkoopere prijzen profiteert
en dus ‘het verbruik heel wat minder toeneemt dan
anders bij lagere
prijzen
wel het geval zou zijn. In
vroegere jaren nam men mestal het ‘erschij’nsel
waar, dat bij een daling van ‘katoenprijzen de vraag
naar manufacturen ook toenam, zoodat een grootere
katoenoogst ‘dan ook meestal bij lage prijzen vlot aan
de industrie verkocht kon worden. In het afgeloopen
jaar is van een grooter verbruik bij lagere prijzen geen
sprake geweest, wel van het tegendeel. Volgens de
cijfers van de International Cotton Federation heeft
het katoenverbruik in de industrie in 1930 (1 Febr.
1930-31 Jan. 1931) 23.2 millioen ‘halen bedragen
tegen 26.2 millioen balen in dezelfde periode van
1929, dus een vermindering van ruim 3 millioen
balen, terwijl bij de vorige periode van ‘goedkoope
prijzen, in 1927, ‘het verbruik van ruwe katoen wel
zeer belangrijk grooter was dan in het daaraan voor-
afgaande jaar.
Hieruit ‘blijkt dus wel, dat de werelderisis met de daaruit gevolgde vermindering van koopkracht wel
degelijk een zeer onguristigen invloed heeft geha’d op
de katoenin’dustri.e en zulks wordt ook wel bevestigd
door de berichten, ‘die ons uit de verschillende landen
bereiken.
In Engeland speciaal is de toestand al bijzonder
ongunstig en ‘hoewel daar allerlei pogingen tot com-
binatie en rationalisatie ivorden aangewend, houdt
men thans ook wel rekening met ‘de groote waarschijn-
lijkheid, dat een groot gedeelte van de ‘beschikbare
machinerie wel nooit meer aan de productie zal kun-
nen deelnemen. Godeeltelijk is zulks het gevolg van
verouderde fabricatiemethoden, terwijl ook aan de
commercieele organisatie nog wel wat ontbreekt en
het systeem van horizontale combinaties, dat men
daar steeds gevolgd heeft voor de ‘katoenindustrie,
waarin zooveel verschillende fa’hricatie- en afwerkings-
processen vooi’komen, al heel ongeschikt blijkt te zijn
geweest. Ook de vakvereenigingen hebben in Lan-
cashire nooit aan een moderniseering ‘der productie-
methoden medegewerkt en de staking, die in Dec.! Jan. ji. nog in de veverij’en in Burnley ‘heeft plaats
gevonden, heeft aan velen in Manchester wel de over– tuiging geschonken. dat een ‘behoorlijke rationalisatie
niet mogelijk zal zijn. voordat de vakvereenigingen op
dit gebied hun onverzettelijlce houding grondig wij-
zi’gen. Of hierop kans zal bestaan is thans moeilijk te
zeggen, doch in het belan’g van de Engeische indus-
trie mag men ook wei hopen, dat hier tenslotte hot
gezond verttand, dat altijd een typisch En’gelsche
eigenschap is ‘geweest. zal zegevieren.
* *
*
Ook voor onze vaderlandsche katoenindustrie zijn
de vooruitzichten, voor zoover men deze thans kan, beoordeelen, verre van schitterend. Volgens de pro-
ductiestatistiek bedroeg ‘de gemiddelde productie aan
katoen’en manufacturen in de jaren 1927/’9
f 177
mil-
lioen per jaar, waarvan
f
77 miljoen per jaar met
binnenlandsche’ bestemming werd verkocht en voor
f 100
millioen per jaar werd uitgevoerd. Volgens deze
zelfde cijfers wordt 75 pOt. van de hier te lande ge-
bruikte ‘hoeveelheid aan katoenen manufacturen door
de binnenlan’dsche fabrieken geleverd, een percentage,
dat misschien wel iets, maar zeker niet zeer sterk kan
worden opgevoerd, omdat er steeds soorten zullen blij-
ven, die men uit het buitenland zal moeten ‘betrek-
ken. Het is dus duidelijk, ‘dat men hij een groote ver-
mindering van de exportmogelj’kheden van de hin-
nenlandsche markt slechts zeer kleine compensaties kan verwachten en dat men dus zal moeten trachten
andere buitenlandsche afzetgebieden te veroveren, of den bestaan’den afzet, speciaal in Oost-Azië, te hand-
–
,..
360
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
15 April 1931
haven door zoo mogelijk tot lagere kostprijzen .te
komen.
Wat de andere afzetgebieden betreft, wezen wij
er reeds op, hoe groot de moeilijkheden thans in
landen als Engelscia-:[ndië en Ohina zijn. Van Europa
kn men al heel weinig verwachten, daar niet alleen
de bestaande tariefmuren zulks beletten, doch ‘boven-
dien de productiekosten in ons land dikwijls hooger
zijn dan in de meeste Europeesche landen. Ook de
andere overzeesche landen bieden op dit moment al heel weinig perspectief. In Afrika sukkelt men bijna
overal met lage opbrengsten voor cle uitvoerproduc-
ten, gevolgd •door financiëele moeilijkheden in den
handel, zoodat ook daar groote voorzichtigheid gebo-
den is. Wel is de totale uitvoer uit Twente naar
Oost- en West-Afrika niet onbelangrijk, doch groote
uitbreiding lijkt daar niet waarschijnlijk, terwijl in
Oost-Afrika in de laatste jaren de Japansche concur-
rentie ook steeds sterker is geworden.
Wat Zuid-Amerika betreft, moet men ook ter dege
rekening houden met het feit van de zeer vermin-
derde koopkracht, terwijl ook de zeer hooge invoer-
rechten helemmerend werken en het wel waarschijn-
lijk is, dat hierdoor de oprichting van nieuwe fabrie-
ken in verschillende Zuid-Amerikaansche republie-
ken bevorderd zal worden.
Als dus de expôrtmogelijkheden niet veel perspec-
tief bieden, zal men wel moeten trachten de positie op
de bestaande afzetgebieden zoo goed mogelijk te hand-
haven en dit zal waarschijnlijk alleen mogelijk zijn,
als men hier te lande tot een verdere verlaging der
productiekosten zal kunnen komen. Hiervoor komen
verschillende factoren in aanmerking, doch in elk ge-
val zal men ook moeten onderzoeken, of een verdere
doorvoering der rationalisatie of een verlaging der
bonen of misschien een combinatie van beide mid-
delen tot besparing zal kunnen voeren. Of deze ver-
laging van kostprijzen in voldoende mate mogelijk
zal zijn, is moeilijk vooruit te zeggen, doch voor zoo-
ver men de toestand thans kan beoordeele
–
n
i
ziet het
er wel naar uit, alsof op dit gebied vrij ingrijpende
maatregelen noodig zullen zijn. Het is zeker voor
allen, die hij de Twentsche industrie betrokken zijn,
te hopen, dat op dit gebied de noodige medewerking
verkregen kan worden en dat in hetJelarig der ge-
heele industrie met beleid eninzièht gewerkt zal
worden om de bestaande moeilijkheden te overwinnen.
J. G.
OMVANG EN EENIGE OORZAKEN VAN DE
,,MERGER”-BEWEGING IN DE VEREENIGDE STATEN
NA DEN OORLOG.
II (Slot).
Toch. – en hiermede komen wij tot den tweeden f ee-
tor, die in het laatste tiental jaren algemeen
01)
den
voorgrond treedt -, openen zich op het gdbied der
interne organisatie, een aan tal nieuwe gezichtspunten,
die de sterke tendens tot aaneei sluiting mede helpen verklaren. Naar mate eenerzijds de bedrijven grooter
werden en de productie meer werd geperfcctionneerd,
anderzijds het afzetprobieern in een critiek stadium
geraakte en de plaats van de onderneming Ir het
algemeen indu.striëel en. maatscha.ppelijk verband een
onderwerp werd van voortd ti rende aandacht, tracl in
plaats van het opportunisme :i.n do bedrijfsleiding,
waartoe de vroegere omstandigheden aanleiding had-
den gegeven, het streven om de problemen van het
zakenleven wetenschappelijk te ‘benaderen, tea einde
zich succes te verzekeren door de factoren van al-
gemeenen en bijzonderen aard, waarvan het lot
der ondernemingen afhangt, beter te loeren ken-
nen en te boheerscheri. Zoo groeide een nieuwe toch-niek van ondern.emingsbeheer. De daarvoor nood ige
werktuigen.: markt-analyse, prod uctie-itandaards,
budget-ontwerpen, kostprijs-berekeningen, en een breed
opgevatte samenwerking tnnssclien leiding en perso-
neel, werden belichaamd in een aantal vaste ‘bureau-
afdeelinigen (,,overhead departments”), deels bezet
door wetenschappelijk on.dorbegde krachten, waar de
technische, coinmercieele, financiëebe en a’dn1inistra-
tieve ondernemi’ngsfu..ricties, onder verschillende con-
trôle-systemen en de opperste leiding van dikwijls
l’ioog ‘gequalificeerdie dl recteuren, w’orden uitgeoefend.
Een dergelijke organisatie, mits niet vervuilend in
bu reaucratie, leen het on der:nemi ngsopti mum, da t
oud tijds, behoudens enkele geniale uitzonderingen,
reeds spoedig zijn grens vond in den limiteerendeti
factor : pers000lijke beidersbekwaamheid, aanzienlijk
naar b0en verschuiven.
Bovendien vraagt een dergelijk kostbaar werktuig
een hooge belastingcoëfficiënt, in.a.w. de proportiona-
liteit en het kostenevenwicht raken i:u gevaar, wan-
neer de stoffelijke productiefactoren en de omvang der voortbrengi’ng, waarover de organisatie-kosten
kunnen worden oingesiagen, niet :in evenred igheid
staan. :Daar zij uit vele vaste en. ondeelbare elementen :is samengesteld, leent de harmonisch opgebouwde or-
ganisatie zich harerzijds moeilijk ‘tot aanpassing aan
de grootte dier bedrijven en aan de mate van ‘bedrijvig-heidi, zoociat er van deze organisatie een belangrijk ar-
gument uit kan gaan tot het verbreeden van de schaal
van. exploita’ti.e en beheer, waartoe samensmeltingen
en verkrijgingen alsdan de aangewezen weg zijn. Op
deze wijze schijnt het inderdaad mogelijk tal van be-
zui n iglugen te verwezenli;jkeri en wel in tweeërlei zin,
al. door een meer economisch gebruik der bestaande
organen en daarnaast door het overbodig maken van
dubbele afdeelingen.
De veel vernomen klacht, dat fusies in den laatsten
tijd vaak tot afvloeiiug hebben geleid van overcom-
pleet personeel en hebben
bijgedragen
‘tot vermoorde-
ring dier werkloosheid, is hiervan een bevestiging.
Naast deze directe bezuinigingen staan echter nog an-
dere voordeelen, nl. liet brengen van een grooter deel
der maatschappelijke voortbreuging onder u niform be-
heer, wat leiden kan tot een ‘betere co-ordivatie van de
door arboidsverdeeling gesplitste bedrijven, het op een ijder terrein ‘toepassen van cie ieuwste v,i ndl i ngen,
het voorzichtiger uit-balanceeren va ii de productie op grond van een zorgvuid.ige studie dier afzetmogeli,ik-
heden en ccii actiever pogen ‘tot vermeerdiering der
i un ustrieele stabiliteit. Slechts indien aan deze
eischcn inderdaad voldaan wordt, – waartoe de
scherpste selectie der leiders noodig is -, zal de groo-
te bedrijfscombinatie aan haar doel beantwoorden.
De derde factor van algerneenen aard, clie een. ver-
klaringsgrond inhoudt voor de aaneensluiting in de
Amcrikaansche industrie, is cle anti-trust wetgeving,
die, zooals men het heeft uitgedrukt, aan sanienge-
stelde ondernemingen toestaat, wat zij aan onafhanke-
lijke ondernemingen. vejbiedt. Zonder in den breede
op de wettelijke bepalingen in te gaan, willen wij en-
kele pi.rnton aansti.ppen, die ‘liet verband tussehen cle
vet en de coro’bi.natie-bewegi ng clii idelijk kunnen ma-
ken. t i tclrukkelijk worden door de Olayton Act ver-
boden alle overeen komsten tusschcn zeifstan d ige on-
der’nemi ogen tot het vaststellen van prijzen, het be-
perken van den omvang der voortbrengi og en het ver-
doelen van de rnnt.rlct,
zijnde
juist cle drie hoofd,vormcn
van concurren’ti e-beperki:ng, clie hijv. in Dui’tschian cl
aan hel; kartel-begrip verbonden zijn. De eenige weg,
clie in beginsel open staat om te ontkomen aan de na-
doelen van ongebreidelde mededinging, is de volle-
dige fusie, waarbij alle acti.va overgedragen worden
in een enkele maatschappij, terwijl man upulaties met
aandeelen ook in pri.ucipe vrij staan, ‘evenals u itv.is-
seling van corumissariaten. Ons beperkend tot de
fusies, kan men het standpunt, dat cle jurisprudentie
dien aangaande tot op heden ingenomen heeft, samen-
vatten int een -‘tab grondbeginselen, waaromtrent
vrijwel eenstemni igheid schijnt te bestaan:
n
1. waneer cie aaneensluiting beteekent het bren-
gen onder centraal beheer van ondernemingen, die
werkzaam zijn op verschillend gebied of in niet-con-
15 April 1931
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
381
curreerende- bedrijven, is de fusie geoorloofd, zelfs
in geval enkele der samenstellen-de deden, bij’. krach-
tens patentbezi t, feitelijk den omvang der voortbren-
ging kunnen control-eeren. Vertikale en laterale in-
tegratie is dus niet verboden
wanneer deaaneensluiting betrekking heeft
01)
voorheen concurreerencie ondernemingen, is de fusie
in beginsel eveneens -geoorloofd, zelfs in ge-val zij
een voldoende aantal onciernemi ngen omvat om haar
een overheerschende positie in een bepaalde bedrijfs-
tak te geven. Ook horizontale samensmel tin-gen en
verkrijgi ngen worden. dus in ruime mate toelaatbaar
geacht;
wanneer -echter het gevaar bestaat, dat -de aan-
ee.n.slu itin-g van vroeger concurreerende ondernemin-
gen zal leiden tot een onredelike beperking van het
hanclelsverkeer en op grond -hiervan een preventief
onderzoek i ogestelci wordt, geldt in den regel het
enkele feit van de veel- of alomvattendheid der
voorgenomen combinatie als een wettelijk vmmoeden,
(lat het oogmerk monopolistisch en derhalve ongeoor-
loofd is. Wordt evenwel het bewijs geleverd, dat con-
centratie
OP
de voorgenomen schaal het eenige mid-
dcl is om zuiver economische voordeelen te verwer-
kelijken of zich te verweren tegen buitenlandsche
concurrentie, dan kan deze praesumptie terzijde wor-
den gesteld
wanneer de aaneensluiting van voorheen con-
cur.reeren-cle ondernemingen het resultaat is van een
geleidelijk ontwik-kelingsproces, dat reeds geruimen
tijd voortgang heeft gehad, alvorens de vraag der
tielaatbaarheid opgeworpen wordt, geldt daarentegen
het enkele feit van veel- of alomvattendheid n.iet als
een
wettelijk
vermoeden, dat het karakter der com-
bi natie tot onwettige handelingen leiden ial en moet
het lowijs van dergelijke handelingen worden ge-
leverd door de vervolgen-de instantie;
• 5. elke machtige groot-onderneming, onverschillig
of zij tot stand is gekomen langs den weg van. aaneen-
shi i ting of op andere wijze, staat practisch onder cle
verantwoordelijkheid zorgvuldig alle handelingen, te
vermijden, die zoïi-den kunnen worden- geïnterpreteerd
als pogingen om mecled i ngers uit het veld te weren.
– Overziet men het standpunt, dat wet en jurispru-
dentie hebben ingenomen tegenover het streven naar
zei freguleeri ng en wi nsthescherrning, dat, evenals
elders, in de Arnerikaansche industrie met kracht
zich baan brekt tegen -den adhtergron-d van de mo-
derne verhouding tusschen- productief en consumptief
vermogen en de tallooze remmen, -die het tot stand
komen van een (dynamisch) evenwicht -daart.usschen
in (ten weg staan, -dan behoeft het niet te verwonderen,
dat, kartelleering uitgesloten zijnde, •het middel van
bi ijven de aan eenslu i ti n-g, -binnen de grenzen daaraan
gesteld, in ruime mate toepassing heeft gevonden. De
tendens tot verwijding dier grenzen in de laatste
15 jaren is daartoe een sterke aansporing geweest.
De vierde en laatste factor van algemeene bete-e-ken is ter verklaring van de fusies ligt
01)
het gebied
de.r fii:iancieriiig. T-Jet blijkt, zoo luidt de samenvat-
ting van de Oommittee on Recent Economie Ohanges.
dat -de moderne fusies snel worden gevolgd door
nieuwe financieringen, waaruit valt af te leidefi, da-t
liet verlangen naar kapitaalsuitbreiding een belang-
rijk motief is. Dit argument wordt bevestigd door
T. A. Murphy
(An Outline of Mergers, Sales Mana-
gement. Oct. 1927-1928), die vaststelt, -dat ,,joining
a consol.i-dation is the easiest way to finance the
expansion of a business”. Dit betreft echter de pas-
sieve
zijde
van -de onder nemin-gsfi nanci er ing, terwiji
vooral den laatsten tijd de nadruk schijnt te moeten
vallen op de actieve financiering en in het bijzonder
01)
den rol, -dien de promotor in dit opzicht speelt.
Murp/sy
vertelt, dat toen hij materiaal aan het ver-
zamelen was over dit onderwerp, een welbekend ban-
kier tot hem zei-de: ,-,You won ‘t get to the heart of
the subject of mergers until you realize that the
promotion of consoli-dations has become one of Ame-
rica’s most profita-ble -businesses.”
En
Thorp
deelde schrijver mede, dat -bij een derge-
lijk interview, op de vraag hoeveel fusies tegeowoor-
clig wel het resultaat waren van bankiers’ optredieo, het antwoord luidide: ,,Well, probaibly 90 per cent”.
De groote provisies aan promotors betaald, maken
dIt beroep zeer aanlokkelijk; -de gunstige voorwaar-den,
waarop rendeeren-de zaken door op expansie beluste
concerns worden overgenomen, verhoogen de bereid-
heidi to-t deelneming, daar het offer van verlies van
zelfstandigheid ruimschoots wordt vergoed. En ten – slotte toon-de -de markt zich vrijwel onverzadigbaar
voor nieuwe emissies, niet alleen op grond van de
verwachte dividenden, maar vooral -dank zij de alge-
meene koersstijging yan aandeelen, die zich :i.n de
hausse-periode als een. zelfstandige beweging ontwik-
kelde en spoedig het verband verloor met h-et duur-
zaam winstvermo-gen der ondernemingen. Ook
11
ierin
ligt een verklaring voor het -gelijken tred houden van
d6 fusiebeweging met de conjunctuur.
Het behoeft wel -geen betoog, -dat door promotors’
,,colportage” tot stand gebrachte aaneensluitingen
voor het nieerei deel op mi-slukkingen uitloopen, maar
dit neemt niet weg, -dat de structuur -der industrie
er -blijvend dooi kan worden beïnvloed. Eenmaal vol-
trokken fusies kunnen moeilijk weer ongedaan wor-
den gemaakt. Zijn zij niet rendabel, dan kan slechts
reorganisatie en een aanzienlijke kapitaalsreductie
haar voor een bankroet behoeden.
Ziet men af van den laatst besproken factor, die,
ondanks zijn groote -hetee-keni-s toch ‘te veel een paral-
lel
verschijnsel
is om te worden gerekend tot dc
diepere verlclarin’gsgronden van een uit het wezen der
moderne industrie voortkomende tendens, dan blijkt –
uit liet vorenstaande, naar wij meenen, -duidelijk het
groote vprschil in karakter tusschen. de na-oorlogsche
,,merger’ ‘-beweging (het woord ,,tru st” word t angst-
vallig vermeden en herkrjgt weer – -zijn- oude beten
ken is van: heleggingsmaatschappij) en de groote –
trust-bewegin-g, onistreelcs 1900. Toen beoogde men
beperking
-der productie om -de – prijzen, te hand-
haven, zoo niet
01)
te
drijven.
Thans is het uit-
gesproken doel uitbreiding van -den af-zet, –
onder den -drang van het geweldig massa-productie-
apparaat -, en hef, leveren van beter ,,service” aan
de consumenten. Het mi-dd ei: samen smelti n-gen en
verldrjgrngen en het plaatsen van •groote hedrijfs-
groepeeringeri onder uniform beheer kan eenerzij-ds
tot bezuinigingen aanleiding geven, anderzijds ver-
hoogt het de -win.stmogeljlcheclen en versterkt het de
positie, clie liet concern inneemt in het maatschap-
pelijk geheel. Of de groote samengestelde onderne-min-gen met lager kosten werken, is niet altijd me-t
zekeiheid te zeggen en hangt in hooge niateaf van cle
00
dernemersbekwaamhei-d. De kostenfactor is echter
niet de eenige, die over het succes beslist. Het is iii
laatste instantie de hevre(ligirig, -die den consumenten
wordt geboden tegen den
prijs,
die zij hereid zijn te
besteden, die -de -beslissing brengt.
Resumeerend stellen wij vast, dat sinds .1919 con
krachtige stroorning valt op te merken, over vrijwel
liet geheele -gebied -der maatschappelijke voort-bren-
ging, tot ‘bedrijfsaaneensluiting, langs den weg van –
samensmeltingen en verkrijgiiigen van voorheen, zelf-
stand ge ondernemi-gen, onder nnform beheer.
1.)
Als voornaamste oorzaken vonden wij: het op den
voorgrond treden van liet afzetprohleem, de verschui-
ving van het ondernemingsoptirnurn, den invloed der anti-trust wetgeving en een sterk specu.latieve firian-
cierings-pohitiek.
Mr.
P. LIEFPTNCK.
i)
Het zoo juist verschenen Suppiernent vati The Anieri.
eau Economie Review, March
1931,
geeft aanvullende cij-
fers voor de jaren
1929
en
1930.
The number of concerns
disappearing” als gevolg van de fusiebeweging bedroeg iii het eerstgenoemde jaar
1,24.5,
in het laatstgenoemde
747.
De parallel met cle conjunctuurgolf bleef dus ook
in de huidige depressieperiode -gehandhaafd!
382
ECONÔMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
15 April 1931
ri
BUITENLANDSCHE MEDEWERKING.
DE HOUTINDUSTRIE EN HOUTUITVOER VAN
SOWJET-RUSLAND.
Prof. Boris Brutzkus te Berlijn schrijft ons:
De Russisehe houtuitvoer is den laatsten tijd van
beslissende heteekenis geworden bij de bepaling van
de houtprijzen op de wereldmarkt ‘). Men ziet hierin
‘één van cle belangrijkste oorzaken van de sterke daling
van de houtprijzeu en van de algemeene onrust, die
op de houtmarkt heerscht. Dit feit vestigt de alge-
meene aandacht op den toestand van de Russische
houtindustrie.
1.
De natuurlij1e ba..sis van de R’ussische houtin-
dustrie.
Rusland behoort tot de landen, die door de
natuur het meest met wouden zijn gezegend. Volgens
de jongste berekening van het Bureau voor de Hout-
statistiek van het Vol’kscomrnissariaat van den Land-
bouw bedraagt de met bos’schen begroeide oppervlakte
61.8 niiil.i.oen H.A. De oppervlakte van de wouden in
Rusland is ongeveer 50 maal zoo groot als die van
Du itschiand.
Verreweg het grootste deel van de Russisclie wou-
den ligt in het Noorden en bestaat uit denneboomen.
In het Noordelijk gedeelte van het gebied van de
Zwarte Aarde vindt men veel eikenbosschen, terwijl
men waardevolle wonden met boomsoorten van een
subtropisch karakter aantreft in Trans-Kaukasië in
de laagvlakte, die aan de Zwarte Zee grenst.
De gemiddelde houtgroei van de wouden van de
R.S.F.S.R. (zonder de verbonden en zelfstandige
republieken) ‘bedraagt per jaar ‘slechts 1.2 M
3
. en wel
in het Europeesche ‘gedeelte 1.5 M
3
. en in het Aziati-
sche gedeelte 1.1 M. tegen 4.2
31
8
.
in Duitschiand.
2)
Deze geringe houtgroei is ‘hoofdzakelijk aan het ruwe
klimaat in het Europeesch-Aziatische gedeelte toe te
schrijven, ‘gedeeltelijk ook aan het slechte onderhoud
der wouden.
De geweldige woudoppervlakte van de Sowjet Unie
kan mn in tweeën .indeelen, ni. i.n de wonden van
Europeesch- en in die van Aziatisch-Rusiand. Deze
indeeling is niet slechts van geografisch, maar vooral
ook van economisch standpunt gerechtvaardigd. Tot
Enropeesch-Rusland hehooren 150 millioen 111.
d.w.z. bijna
Y4
gedeelte van de Russische wouden en
tot ,Aziatisch-Riislancl 468 iii illioen H.A.
Dc verdeeling van den ontzaggelijken ‘boschrijkdoni
van Rusland over de verschillende gebieden is uiterst
onregelmatig. In Noord-Rusland ongeveer hij de pool.-
cirkel beginnend, strekken zich naar het Zuiden on-
metelijke wouden. uit: daarentegen is het steppenge-
bied bijna geheel zonder bossehen.
Het geweldige Russische houtgebied, dat zich. in
liet Noorden, van het Euro
–
Peesch-Aziltiscliq continent
bevindt is uiterst dun ‘bevolkt, en, wordt slechts
door enkele spoorwegen doorsneden. De ontslui-
ting van de wouden van Europ.eesch-Rusiand wordt
echter door een dicht net van waterwegen ver
emakkeiij’krt:’ Twee groote rivieren, de Wolga en
Dn’jepr, dringen, met hu.n hovenloop en zijriv.ieren
diep in het woudgehied in, terwijl zij in hun beneden-
loop door het ‘hoonilooze en dichtbevolkte gebini van
de Zwarte Aarde gaan. Zij vormen daardoor den na-
tuurlijken weg, waarlangs ‘het hout uit het Noorden
naar de belangrijkste hinnenlandsche consumpti.ecen-
tra in het Zuiden komt. Het hout uit ‘de Noordelijke
en Noord-Westelijke gebieden kan naar dé ‘havens van
de IJszee, de Witte Zee er, de Finsche Golf, die alle
een grooter of kleiner deel van het jaar ijsvrij zijn,
gebracht en van ‘hieruit naar het buitenland vervoerd
worden. ‘Uit het woudgehied iii het Weste’n kan het
1)
Zie
voor cle daling van ae houtprijzen onze prijsstatis.
tiek, waarin sedert enkele weken
ook
‘het artikel hout is
opgenomen (Red.).
)
Deze
cijfers hebben betrekking op
1 H.A.
bosch.
hout ook per spoor naar het buitenland ‘worden ver-
zoncien.
In A,ziatisc}i-Rusland zijn de ‘verkeersverhou di n-
gen veel ongunstiger. In do eerste plaats i,s hier het
not van waterwegen betrekkelijk dun en verder is de
richting van de groote waterstroomen voor den afzet
van ‘hout zeer ongunstig. Er is hier geen waterver-
binding tu.sschen de wouden en de uitgestrekte stop-
pen. van Centraal-Azië. De groote rivieren in Siherië
stroom en naar het Noorden, maar, zooals bekend, ‘heeft
de Ijszee bij de ver naar het Noorden gelegen kust’
van Azië een geheel ander karakter als de Iszee aan
de kust van Europeesch-Rusland. De exploitatie van
de groote wonden van West-Siberië is daarvan afhan-
kelijk, of ‘het gelukken zal een regelmatig ve±keer te
ontwikkelen van het Westen naar de Kara Zee, waar
de beide groote stroomen van West-Siberië de Obj en
de Jennesei uitmonden.
De Sowjet Regeering neemt thans maatregelen om
dezen weg voor het verkeer te ontsluiten. Voor het
scheepvaartverkeer worden ijsbrekers gebruikt en ver-
der worden in de Poolstrelccn radiostations opgericht
om de schepen over den toestand van den waterweg
op de hoogte te stellen. Uitmuntend voldoet de syste-
matische waarneming van de Kara Zee vanuit vlieg-
tuigen, die voor de schepe.n een ijsvrijen weg moeten
vinden. In den afgeloopen zomer moet het 46 schepen
met houtiadingen gelukt zijn om te passeeren. Indien
men er in slaagt om dozen scheepvaartweg voor het
verkeer bruikbaar te maken, dan breekt voor het West-Siberische wondgehied een nieuwe periode van econo-
mische ontwikkeling aan.
Voorloopig is echter de beteekenis van de wouden van A’ziativch-Rusland voor ‘de Unie laat staan voor de wereld in verband met de ongunstige ligging zeer
gering.
2.
De ontwi1cl’elinq van de houtindustrie na de
revolutie.
Door de revolutie werden alle wou’den in de
Sowjet Unie genationaliseord. Na ‘de afkondiging van
de Nieuwe Economische Politiek zag de regeering
zich echter gedwongen de hoerenbevolking in dit op-
zicht bepaalde concessies te doen. Bij de wet van 7 Juli
1,923 werden de w.ouden van’ plaatselijke beteekenis aan het ‘beheer van de boerengemeenten overgelaten.
De oppervlakte van de aan de hoerengemeenten toe-
gewezen wonden bedraagt 26.1. mullioeii H.A., waar-
van 20.6 ‘millioen in het Europeesche en 5.5 millioen in het Aziatische gedeelte van de Sowjet Unie ligt. In
‘het Europeesche gedeelte bezitten de gemeenten 13.7
pOt. van de totale hosclioppervl.akte: in bepaalde
dichtbevolkte gebieden behoort zelf’s
‘4
van de bos-
sc’lien aan de gemeenten. De gemeenten moeten cle hosseben .gebruilcen vol-
gens ‘de plannen, uitgewerkt door het Voiksco’rnmis-sariaat van den Landbouw. Dat ‘behooren zij te doen,
maar zij doen ‘het niet en. zij onthosschen in snel
tempo haar gebied. Door iet afzdnderen van de
bosschn van plaatselijke beteekenis ‘hoopte de Sow-
jet-Regecring den wrevel van ‘ de hoeren te voor-
komen.
Het beheër van de staa’t’swouden werd in het begin
aan het Volksconimissa.riaat van den Landbouw toe-vertrouwd. Met ‘de viststelli.ng van het Vijfjarenplan
in zijn ,,optimaie”, d.w.z. .veel te hoog gespannen
iariant, welke op 28 Mei 1929 plaats had, is Sowjet-
Rusland een tweede revolutieperiode ingegaan, die
haar invloed ook .to’t de houtindustrie moest uitstrek-
ken.
Volgens ccii reeks van wetten en verordeningen
van. het einde van 1.929 en ht begin van 1,930 werd
het hoschbeheer van het Commissariaat van den Land-
bouw afgenomen en aan den hoogsten Ecoiiomischen
Raad, ‘de leidende instantie van de Staatsindustrie,
toevertrouwd. Deze overdracht beteekent, dat de be-
langen van de houtindustrie geheel ondergeschikt
15 April 1931
ECONOMISCH-STATISTISCHE ‘BERICHTEN
363
zuilen »orden gemaakt aan de overijide industriali-
seering, het hoofddoel van het Vijfjarenplan.
Men kan gelooven, dat bij de ontzaggelijke opper-
vlakte van de Russische bosschen de verzorging van
het land met hout op geen aanzienlijke moeilijkheden
zal stuiten. in absolute cijfers wordt de toeneming
van het houtquantum van de R.S.F.S.R., zonder de
verbonden en zelfstandige republieken, die 80 pOt. van de groote woudoppervlakte van de Unie uitma-
ken, op 436.6 millioen M
3
.
geschat, waarvan 195.6
millioen M. op het Europeesche gedeelte van de
R.S.F.S.R. vallen. Het houtverbruik in de v66r-oor-
logsche periode in het geheele tegenwoordige gebied
van de Sowjet-Unie wordt op 175 mill’ioen M
3
.
ge-
schat. De toeneming in de Europeesche gebieden
van de R.S.F.S.R., zonder ‘de verbonden en de zelf-
standige republieken, overtreft dus reeds in aan-
zienlijke mate de vdér-oorlo’gsche vraag van het
gansche gebied van de Sowjet-Unie. En ‘toch gaat de
ontwikkeling niet zoo, als men op grond van deze
cijfers zou gelooven. De vernieling van de bosschen
in de best toegankelijke streken vindt in Sowjet-Rus-
land in buitengewoon snel tempo plaats. Reeds na de
Octoberomwenteling hebben de bosschen buitenge-
woon sterk geleden, daar de boeren tot 1922 deze vol-
gens hun eigen inzichten gebruikten. De regeering
wedijverde met de boeren in de vernieling van de
bosschen, want zij zocht het gebrek aan aanvoer van
kolen en benzine voor de industrie en het transport-
wezen door brandhout te vervangen en zoo werden
waardevolle bosschen, die zeer gunstig voor het ver-
keer gelegen waren, vernietigd. Het boschbeheer
schatte hij het begin van 1926 de vernielde bosch-
oppervlakte, wier natuurlijke verjonging zeer be-
moeilijkt is, op 13.6 millioen H.A.
• Eerst nadat het Zuiden en het Noorden ‘weder
waren vereenigd en de houthonger was overwonnen,
kon men to’t het herstellen van ‘cle staatsbossc’hen
ov&rgaan. Maar ‘waar reeds v66r den oorlog de ver-
deeli’n’g van de plaatselijke ‘bosschen niet in overeen-
stemming was met den plaatselijken houtaangroei,
daar kon een dergelijke overeenstemming thans nog
minder worden bereikt.
*
De oorzaken van de voortschrijdende vernieling van
de bosscheri, die gunstig zijn gelegen, zijn ‘gedeeltelijk
van natuurlijken, gedeeltelijk van economischen aard.
De Russischo bosschen — wij hebben er reeds op ge-wezen – zijn buitengewoon ongelijkmatig verdeeld. In de dichtbevolkte gebieden van de Zwarte Aarde,
is de bebossching geheel ontoereikend. In het Noor-
den daarentegen, waar de groo’te wouden zich bevin-
den, zijn
de verkeerstoestanden vaak zeer ongunstig
en ontbreken ook de arbeidskrachten, die voor de
exploitatie noodig zijn. Zoo bedroeg in 1927/’28 de
intensief bewerkte bochoppervlakte slechts 48 mil-
lioen H.A., 99 millioen H.A. werden exteusief ge-
exploirteerd en meer dan % van alle Russische wou-
den -wordt voorloopig in het ‘geheel nog niet bewerkt,
waardoor de boomen op den stam verrotten.
De doorvoering van het vijfjarenplan stelde spoe-
dig zulke enorme eischen aan ‘de bosschen, dat van een
geregelde exploitatie geen sprake kon zijn. De ‘hout-
kwantiteiten, die uit de staartsbosschen verkregen
moeten worden, moeten van 142 millioén M
3
.
in
1927f’28 tot 258,1 millioen M
3
.
in 1932/’33, dus met
81,1 pOt. stijgen. Daarvan moet de hoeveelheid tim-
merhout met 105,6 pOt. “toenemen. Alle boomen, die
consumptierjp zijn,, worden onafhankelijk van de
plaats, waar zij zich bevinden, tot ,,mobilisatiereserve
van de reconstructieve periode” verklaard, d.w.z. zij
kunnen zonder met de plannen van de boschexploita-
tie rekening te houden, al naar gelang van de om
standi’gheden, gebruikt worden. De plaatsen, waar ge-
hakt wQrdt, worden in overeenstemming met de aan-
–
–
wezige verkeel-smiddelen en voor zoover mogelijk door
concentratie van de te hakken soort bepaald. Tegelij-
kertijd moeten echter ook aanzienlijke hedragen voor
de inrichting van het bosch, voor verbetering van de waterwegen, voor den aanleg van spoo±wegen in de
woudstreken worden besteed. Omdat deze werken
slechts geleidelijk kunnen plaats vinden, worden eerst
de wouden, die gunstig zijn gelegen, vernield.
In het jaar 1928/29, ‘het eerste van het vijfjaren-
plan, bereikte de productie van de s’taatwouden 181,4
millioen M
3
., hetgeen vergeleken met het daaraan-
voorafgaande jaar een stijging van ongeveer 20 pOt.
beteekende. De behoefte aan hout voor de bouwnijver-
heid stijgt echter in zoo’n snel tempo, dat de hout-
exploitatieplannen van •de volgende jaren de begroo-tingen van hei vijfjarenplan zelfs overtroffen hebben.
Voor ‘het jaar 1931 is het exploitatieplan reeds op
314 millioen W. vastgesteld. De uitwerking van ‘deze
plannen stuit echter op groote moeilijkheden wegens
gebrek aan arbeidskrachten in ‘het Noorden.
Ondanks de snelle ‘hou’texploitatie, is in het land zelf een dringend gebrek aan hout. ‘De overijlde in-
dustrialisatie en de massale collectiveering van de
hoerengemeenschappen, die ook veel nieuwbouw ver-
eischen, scheppen een ongewone ‘raag naar houtsoor-
ten voor bouwdoeleinden. Aan de vraag van de in-
dustrie wordt allereerst voldaan, de landbouw komt
er bij de verdeeling slecht af en ook met ‘de dekking
van de behoefte van de stedelijke bevolking aan brand-
hout is het buitengewoon ‘treurig gesteld. Zij ‘heeft
in ‘den afgeloopen winter wegens gebrek aan brand-
hout ontzettend geleden; dat had zelfs het opnieuw
uitbreken van een vlekt,yphusepidemie tengevolge.
Zooals gezegd, stuit de ui.twerking van de plannen
tot hou’texploita’tie op moeilijkheden wegens gebrek
aan arbeidskrachten. Men zou kunnen meenen, dat
het, tengevolge van de bestaande sterke overbevolking
van het platteland in het centraal gebied, niet on
;
mogelijk zou zijn de krachten van de plaatselijke be-volking in het woorden door arbeiders uit andere ge-
bieden aan te vullen. Dat zou echter slechts dan mo-
gelijk zijn, indien de houthakkers behoorlijk betaald werden en dat is juist niet ‘het geval. De houthakker
wordt zelfs naar den zeer bescheiden Russischen maat-
staf armzalig beloond.
De verwezenlijking van het vijfjarenplan heeft tot
een volledige ineenstorting van de valuta ‘geleid. Het
geld heeft zijn beteekenis tengevolge van de ‘buiten-
sporig hooge prijzen op de nog overgebleven vrije
markten verloren. Sedert het voorjaar. van 1929 was
men gedwongen tot algemeene rantsoeneering van de
consumptiegoederen en ‘tot verdeeling naar commu-
nistische grondbeginselen over te gaan. Deze rantsoe-
neering is überhaupt onvoldoende en ‘het sledhtst wor-
den daarbij de hou thaickers bedacht. Ook de .werktui-
gen, die zij kunnen
verkrijgen,
zijn van minderwaar-
d’ige kwaliteit. Daarbij komt dan nog het feit, dat’
door de aanzienlijke stijging van het aantal houthak-
kers de woningtoes’tanden zeer slecht zijn.
De Sowjet-regeering heëft uit deze moeilijkheden
een uitweg gevonden door de gedwongen Organisatie
van den arbeid. Volgens de in den afgeloopen winter
opgestelde arbeidsverordening van den Sowjetstaat
hebben de arheidsbureaux het recht over den persoon
van den arbeider zonder zijn toestemming te ‘beschik-
ken. In ‘het hoschhedrijf, waar çle arbeid ‘door de boe-
ren wordt ‘gedaan, ‘ging ‘men nog in den winter van
1929/30 tot de gedwongen organisatie van den arbeid
over. Men legde ‘den boerengemeenten heeren diensten
op, zooals ook reeds in den tijd van het oorlogscom-
munisme eenmaal had plaatsgevonden.
1)
* *
*
–
Een aangelegen’he.i.d
0.1)
zichzelf is ook de tragische
1)
Zie bijv. ,,Isvestija” van 17 Dec.
1930, 24
Jan.
1931,
ook
het tijdschrift Lesnoje chozjaistvo i lesnaja promy- –
schl’ennostj”, aH.
213,
pa.g. 7,
afl.
5, pag. 56 e.a.
364
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
15 April 1931
geschiedenis van de deportatie naar de woudgebie-
dcii van de z.g. ,,koelakken” uit de gebieden, ‘die ge-
heel gecollectiveerd zijn. In de wintermaanden van
1.930 werden de onteigende welgestelde boeren, cle
koelakken, uit de steppengebieden in grooten getale naar de wouden van het Noorden, van ‘den Oeral en
van Siberië gedeporteerd. Daarbij zijn tallooze man-
nen, vrouwen en kinderen aan vermoeienissen en
0fl-
menschelijke behandeling opgeofferd. In een voor-
ciracht, die de vroegere :Du’itsuhe agrarische expert
:in Moskou, Prof. Otto Auhagen, op 26 Jan. jl. in liet
Forschungsinstitut fuer Agrar- u uct Siedlungswesen
van Prof. Sering heeft gehouden, werd het getal van
de gedeporteerden op 500.000 geschat. Ook uit het reusachtige concentratiekamp van de politieke ver-
dachten werden in ‘het afgeloopen jaar velen naar de
wou dgeb.i.eden gezonden, waar zij onder toezicht van
gewapende beambten tot werken werden gedwongen.
De voorzitter van. den Raad van Voik.scommissarissen
Molotov schat hun aantal in zijn rede op den laatsten
Uniedag van de Sowjets
01)
60.000.
1)
De aanzienlijke
vlucht, die de houtexploitatie in de laatste jaren in
Sowjet-Rusland heeft genomen, is dus ‘hoofdzakelijk
aan dwangar’oeid te danken.
3. De Russisehe houfui voer.
De houtuitvoer van Rusland binnen de grenzen van
de tegenwoordige Sowjetunie bedroeg in 1913 1,7 mii-
lioen M
3
., wat 10 pOt. van de in het land geprodu-ceerde kwantiteiten timmerhout en 9 pOt. van het
in den internationalen handel van de Europeesche
landen verkochte hout vertegenwoordigde
2)
Déze
uitvoer was volstrekt niet groot; het tegenwoordige
Rusland voerde iets minder hout uitcian ‘Finland (8
uvillioen M
3
.) en iets meer dan Zweden (6,8 millioen
M
3
.).
In 1922 is de Sowjetunie weer met dan houtuitvoer
l?egonnen. Deze ontwikkelde zich in het begin slechts
langzaam, maar bedroeg in 1928 reeds 5,5 millioen
M
3
. Kort daarop brak de •groote wereldcrisis uit en
gedurende deze crisis heeft (te Russische houtuitvoer
bij dalende prijzen in liet jaar 1928/29 (vanaf 1 Oct.)
8,1 millioen M
3
. en in 1929/30
1-2iA,
millioen M
3
. be-
dragen. De uitvoer is thans ongeveer 20 pOt. grooter
•dan v66r den oorlog.
3)
:Deze snelle stijging van den
houtuitvoer ‘heeft zich voltrokken, ondadks het groote
gebrek aan timmer- en brandhout in het land.
Daarentegen hebben de vier
belangrijkste
concur-
ienten van Sowjet-Ruslan’d – Finland, Zweden, Po-
len en Tsjecho-Slowdkije – i.n 1921, 32,6 m.illioen M
3
.
uitgevoerd; ‘voor 1930 wordt hun houtuitvoer op 26l
millioen M
3
.
geschat, wat een daling van bijna 20 pOt.
beteekent.
Zooals bekend, is op het oogenblik de positie van
de producenten zeer slecht ‘en haar concurrenten he-
schuldigen de Sowjetregeering ervan, dat zij de hout-
prijzen op de wereldmarkt bederft, dat zij überhaupt
een onruststookster is. Dezen .prijsdruk moet men ccli-
ter niet als een npzettelijke daad van de Sowjet.regee-
ring beschouwen.
De belangrijke stijging van den nog voor eenige jaren geringen Russisc’hen uitvoer is..het gevolg van de ver-
wezenlijking van het vijfjarenplan. Deze e.ischt een
steeds stijgenden invoer van machines, halffabrikaten
en grondstoffen. Daar cle Sowjetregeering niet over
bespaarde kapitalen en slechts over geringe credi.e-
Isvestija van ii Maart
1930.
Molotov wil het geweten
van de invoerlauden sussen en daarom verzekert hij, dat
de gevangenen thatis slechts bij den aanleg van wegen in
het Noorden en niet bij’ dc eigenlijke houtexploitatie werk-
zaam zijn.
Door Rusland volgens zijn oude grenzsn (echter
zon-
der Finland) werd vr den oorlog aanzienlijk meer hout,
nl. 13,3
ffiillioen M
3
., uitgevoerd, want cle afgescheiden ge-bieden hadden een aan,zienlijken houtuitvoer.
In de Sow jet-pers treft men vaak de bewering aan, dat
de Russische houtuitvoer in
1930
slechts het vooroorlogs-
peil bereikt heeft; deze bewering is echter onjuist.
ten beschikt, moet zij den invoer onmiddellijk door uitvoer dekken. :1e Russische uitvoer bestaat bijna
uitsluitend uit grondstoffen en voedingsmiddelen.
Onder de uit Rusland uitgevoerde goederen speelt
thans hout ‘cle eerste rol. J:let vertegenwoordigde
naar zij:n waarde in 1929/’30 17,6 pOt: van ‘den totalen
Ru.ssischei uitvoer.
Met cle ‘handelsbalans van do Sowjetun’ie is het zeer
t:reurig gesteld; zij sloot i.n 1929130 niet een tekort
vai. 06% mili.ioen goudroebel. De buitenlandsche be-
talingen zijn voor de ‘Sowjetregeering zoo moeilijk,
dat zij zich niet veroorloven kan de verkoopprijzen
opzettelijk te drukken. De handeisvertegenwoordi-gingen trachtten de beste prijzen te verkrijgen, wat
haar meestal ook gelukt. Maar het is zondler meer
duidelijk, dat, indien eu land in een periode van
groote depressie zijn uitvoer in een snel tempo nood-
gedwongen moet vergroo’ten, dit op de vormIng van
den niarktprijs buitengewoon ongunstig moet werken.
De gedwongen Russische uitvoer is een factor, die
bepaalde grondstofmarkten steeds weder opnieuw in
onrust brengt.
Zoo komen wij tenslotte tot de beslissende vraag:
Hoe ‘speelt Sowjet-Rusland het klaar zijn productie
bij zulke prijzen te ontwikkelen, die voor andere pro-
ducenten niet winstgevend zijn en hen dwingen hun
productie te beperken? Om dit feit te begrijpen moet men voor eens en voor altijd inzien, dat Sowjet-Rus-
land ‘niet slechts i.n politiek, maar ook in economisch opzicht een vreemd land onder de kapitalistische lan-
den is. 1-let is met hen niet te vergelijken. Wat
voor een lcapittali’stisch land geen zin heeft, dat kan
voor een communistisch lan.d nog wel zin hebben.
In een land, waar het geld zijn beteekenis heeft
verloren, en waar men tot een rantsoeneering van
goederen is overgegaan, is iedere redelijke ‘volkshuis-
houding uitgesloten.. De’handel met liet buitenland is voor de Sowjet-regeering een aangelegenheid op
zichzelf. Zon- en zooveel goederen moeten in het bui-
tenlanci worden gekocht en zij moeten met goederen,
die ongeveer dezelfde waarde in deviezen hebben,
worden gedekt. De opbrengst in deviezen voor de
uitgevoerde goederen is met de productiekosten van
die goederen niet te vergelijken.
Hoewel de kosten in Sowjet-Rusland niet in goud
kunnen worden uitgedrukt, spreekt het vanzelf, dat
zij in natura een zekere reëele waarde bezitten. Bi,j
den houtverkoop aan het buitenland behoeft cie Sow-
jetregeering zich evenwel in het minst geen zorgen
te maken over de kosten in natura. in dit land, waar
de arbeiders zoo’n gering loon ontvangen, worden de
houthakkers liet slechtst betaald. Drhiaive moest hier
juist consequenter clan in andere bedrijfstakken het
systeem van de heerendien’sten en don dwangarbeid
worden doorgevoerd.
Het ‘huidige overhaaste tempo in de ontwikkeling
van cle houtexploitatie leidt tot snelle vernieling van
de wouclen, die in gunstige .verkeerscentra liggeb.
Evenwel is een vermindering van den Russischen
houtuitvoer onder het in Sowjet-Ruslaod bestaande
economische ‘stelsel nauwelijks te verwachten. in cle
eerste plaats worden door den aanleg van landwegen
en spoorlijnen steeds weder nieuwe wouden ontslo-
ten. En in de tweede plaats zijn de Russische wouden
zoo enorm groot, idTt men er lang roofhouw mede kan
drijven.
Het Ndorden van Rusland met zijn onmetelijke wouclen vormt een gelukkige aanvulling voor het
Europeesche avondland. In alle belangrijke houtuit-
voerlan’den van Europa buiten Rusland is cle hout-aankap grooter dan de houtaanplant, en het zal niet lang meer duren, alvorens hun houtui’tvoer zal ver-
minderen, zooals reeds eenmaal met den houtuitvoer
van Noorwegen is geschied. Rusland is het eeni.ge
land, dat den dialenden hout,uitvoer van zijn buran
zou. kunnen aanvullen. Een geregelde houtexploitatie in den tegewoordigen omvang kan echter ook in Rus-
15 April 1931
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
365
lancl slechts met toenemende kapitaalinvesteeri ngen,
d.w.z. met stijgende kosten, waarbij spotprijzen zijn
uitgesloten, plaats vinden.
Zoo zou het zijn onder normale omstandigheden,
waarbij een exploitatierekening mogelijk en verplicht
zou zijn, waar voor kapitaal rente zou moeten worden
betaald, waar de prijzen op de binnen- en de buiten-
landsche markt met elkander vergeleken kunnen wor-
den en waarbij de arbeiders de vrije beschikking over hun eigen werkkracht hebben. Anders echter hij de in
Sowjet-Rusland heerschepde wijze van beheer,
waar-
bij deze voorwaarden niet zijn vervuld. Het corn-
munistisch stelsel is in zijn wezen irrationeel en
zijn harinonische inschakeling in de wereldhuishou-
ding is een onmogelijkheid. Den Sowjetstaat is het
beschoren, een onruststoker in de huidige wereldcon-
stellatig to zijn.
TIEN JAREN VAN PALESTIJNSCHE
STAATHUISHOUDKUNDE.
1.
Dr. Alfred BonuS te Jeruzalem schrijft ons:
In 1930 was het tien jaren geleden, dat met de
instelling van een burgerlijk bestuur in Palestina het
begin van een eigen Palestijnsche volkshu:ishouding samenviel. Slechts weinig landen in liet Oosten kun-
nen sindsdien op een zoo ingrijpende verandering
van cle sociale en economische omstandigheden bogen
als Palestina.
t
Als oorzaken van deze veranderig moten in de
eerste plaats worden genoemd •de ommekeer in de Po-
litieke structuur van het land en de •daaruit voort-
vloeiende gevolgen. De bezetting van Palestina door
het Engelsohe leger tijdens den oorlog en de overne-
ming vanhet bestuur door de als mandataris benoem-
de Engelsche regeering was een der voorwaarden voor
de ontsluiting van het land, welks economische ont-
wikkeling eeuwenlang onder het wanbeheer van den
Turksdhen despoot’ had te lijden gehad.
De enorme ontwikkeling van Palestina gedu,rende
de tien jaren na den oorlog moet echter niet alleen
aan het Engelsche bestuur, maar ook aan de activi-
teit van de Joodsclie immigratie worden toegeschre-
ven. Wanneer men inzonderheid van db economische
ontsluiting van •het land spreekt, dan waren de
pioniers en degenen, die hiertoe speciaal het initiatief
namen, de immigranten, die na den oorlog, vooral
uit Oost-Europa, naar Palestina stroomden.
Do volgende tabel toont de cijfers van immigratie
voor de verschillende jaren:
Jood.
Niet-Jod.
Jood.
Niet-J00:1.
Jaar
imni.igr.
imlmigr.
Jaar
immigr.
imnhigr.
1.920
7219
–
1925
33801
840
1921
8517
–
1926
13262
829
1922
7844
284
1927
2713
982 1923
7421
570
1928
2381
908
1924
1856
697
1929
5109
1317
De oorzaak van deze sterke immigratie, welke de
Joodsche bevolking in den loop van luttele jaren deed
verdubbelen en haar aandeel in .de totale bevolking
van het land van 55.000 = 9,2 pOt. in 1919 tot 178.000
= ca. 20 pOt. in 1930 deed toenemen, was de Balfour-
verklaring en de door den rnandatar.is ten behoeve van
de Joodsche immigranten in het Palestina-mandaat vastgelegde waarborg voor het scheppen van zulke
politieke, administratieve en ecönomische voorwaar-
den, dat de handhaving van de burgerlijke en gods-
dienstige rechten van alle inwoners van Palestina,
zonder onderscheid van ras en geloof, zou zijn ver-
zekerd (Art. 2 van liet Palestinamandaat)
1).
Het vertrouwen der nieuwe immigranten in de
Engelsche regeering in haar qualiteit van mandataris
was inderdaad zoo groot, dat zij in den loop van en-
J)
De door iiet
Zionisme
opgeworpen
politieke
vraagstuk-
ken werden door schrijver clezes uitvoerig behhauleld in
.,Archiv fOr Sozialwissenschaft”, Band
64, Heft
2,
(,,Na.
tionale urici politische Wandlungen in. Palï..stina”).
kele jaren ongewone energie ‘en pe1soonljke toewij-
‘ding ontw i kicelden en aanzienlijke geldmid delen in
den vaak zeer onvruchtbaren bodem van hun nieuwe
vaderland belegden. De schatting van een bedrag
van £ 35 millioen, door de Joodsche immigranten en
kolonisatie-instituten sedert het einde van den oor-
log tot op lieden in Palestina geïnvesteerd, is zeker
niet overdreven. Een zoo intensieve kapitaalbeleg-
ging in een klein land als Palestina moest wel zeer
merkbare gevolgen hebben.
13 ij een objectieve heoord eeli ng van de economische
ontwikkeling van Palestina moet men uitgaan van
de mogelijkheden, die liet land den kolonist in de
kolonisatieperiode véSr dcii oorlog heeft geboden. Uit
een vergelijking met de naburige landen, Egypte en
Syrië, blijken wel de geringe economische kansen, die
het land bood, aangezien de groote stroom van Euro-
peesche kolonisten zich gedurende tientallen jaren
v66i den oorlog in Egypte en ten dode ook in Syrië
vestigde, doch Palestina volkomen meed. Palestina,
destijds in politiek opzicht nog een deel van Syrië,
gold terecht als een steenachtig, in. hoofdzaak on-
vruchtbaiir land, dat bij gehrek aan natuurlijke voor-deden, bij gebrek aan eenigen bodemrijkdom en niet
het minst tengevolge vab een onbekwaam bestuur,
nauwelijks biii.nen den gezichtskring van de Euro-
peesche ondernemers kwam.
.[nclerdaad, het smalle strookje land tnsschen Jor-
daandal en Middellandsche Zee was slechts van ge-
ringe economische beteekenis. Van de ongeveer 26
millioen dunam (10 dui:iam = 1 H.A.), welice tegen-
woordig door de grenspalen van Palesti.na worden
afgebakend, zijn ruim 15 millioen onvruchtbaar,
omdat zij uit rotsachti gen .herggrond, of uit
moerassen of zandwoestijnen bestaan. Van de be-
bouwbare oppervlakte is zeker een derde bevloei-
baar, wanneer de noodzaldelijke technische voorzie-
ningen worden getroffen voor het gebruik van het
grondwater. Dit beteekent, zooals wij later nog zullen
zien, dat Palestina in den loop van den tijd een uit-
stekend productieland kan worden voor alle land-
bouwproducten, die voor hi:in groei het Middelland-
sche Zee klimaat en water behoéven. Thans is de
bodem echter, ook in de voor bebouwing geschikte ge-
bieden, door eeuwenlangen roofbouw van zijn voe-
dingsbestanddeelen beroofd en moet eerst door verbe-
teringen verrijkt worden . Hierbij komt, dat groote
gedeelten van de vruchtbare vlakten door den loop
van, het water daarin en de stroomen regen geduren-
de den winter geregeld moerassig werden, waardoor
zij niet alleen voor elke ontsluiting een bijna onover-
komenlijken technischen hinderpaal vormden, doch
tevens alle levende wezens in hun omgeving met ver-
tereude koortsen bedreigden.
In. het binnenland ontbraken vdSr den oorlog na-
tuurlijk ook alle verkeersmiddelen, die een ontwiklce-
ling hadden kunnen bevorderen. Behalve de aanvoer-
lijn van het I
–
Iedschasspoor, Haifa-Deraa (161 KM.)
waren cle kleinere spoorlijnen (smalspoor) in het bin-
nenland. vddr den oorlog niet aangesloten op het in-ternationale spoorwegnet, zoodat zij van den stroom
van het internationale goederenverkeer en den goede-
renruil verstoken bleven. Wat de.veiligheid betreft,
deze was gelijk aan die in het Nabije Oosten. Wie per
d ili.gence een grootere reis te land moest ondernemen,
had – afgezien van den vaak dagenlangen duurder
reis – rekening te houden met overvallen van op
roof bedachte Bedoeïnen, zoodat hij bij een reis van het Zuiden naar het Noorden of omgekeerd de voor-
Iceur gaf aan een bootreis van Jaffa naar Haifa,’ ten-einde de reis vandaar uit per spoor te vervolgen. Het
belastingstelsel was eveneens zeer primitief. De
belangrijkste belasting uas, e,enals in Turkije, de
Oscher, d.w’.z. een tiende van den landbouw, zoodat
de landbouwbevolking een belanrijk gedeelte van de
publieke uitgaven had te dragen. Landbouwcrediet op
hypotheek bestond niet, terwijl ook het bank- en ere-
366
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
15 April 1931
dietwezen in de steden nog in de kinderschoenen
stond. Industrie ontbrak geheel. Het zag er dan ook
naar uit, alsof de .i.nhecmche bevolking, welke streng
traditioneel bleef voortleven, nooit eenig initiatief in
die richting zou nemen.
De voornaamste invoerartikelen zijn voedingsmid-
delen (meel, suikër, rijst, koloniale waren), textielgoe-
deren, machines en ijzerwaren. Uitgevoerd worden in
hoofdzaak sinaasappelen,
wijn,
zeep, meloenen, tarwe
en gerst. In overeenstemming met dezen gang van
zaken, hebben zich ook de handelsbetrekkingen tus-
schen Nederland en Palestina ontwikkeld. Uit Neder-
land worden in de eerste plaats ingevoerd: oliën, ge-
condenseerde melk en chocolade, zooals de volgende
tabel aantoont:
Invoer uit Nederland naar Pftlesti]la.
a. ‘Bela tigrijkste invoerartikelen
1928
1929 in ponden
Rijst
…………………………
2.089
2.131
Parelgerst en haver …………….
2.410
1.754
Kaas …………………………
2.553
2.011
Chocolade
………………. ……
3.785 .
4.472
Gezouten’ visch ………………..
3.233
3.280
Gecondenseerde melk ……………
5.271
6.445
Lijnolie
………………………
3.491
3.255
Acici-olie ………………………
2.188
16.275
Chein. meststoffen ………………
1.352
1.848
b.
De ‘totale omvang van het handeisverkeer van
Nederland met Palestina
1924-1929.
Invoer uit ‘Uitvoer naar Weder-
Nederland
Nederland uitvoer
pond
pond
pond
1924 …………..71.142
2.173
34
1925
…………..101.066
2.947
683
1926 …………..88.397
4.063
430
1927
…………..74.646
9.751
285
1928 …………..79.765
11.444
805
1929 …………..83.136
34.284
791
Voor de scheepvaart is 3affa nog steeds de belang-
rijkste haven, hoewel Haifa geleidelijk het verkeer
tot zich trekt. Reeds thans leggen alle passagiersche-
pen in Haifa aan, dank zij de beschu’tte ligging. Na
de voltooiing van het ‘groote havenplan in Haifa
zal het Jaffa wel blijvend overvleugelen. Het totale
scheepvaartverkeer in de beide havens gaf voor 1929
een tonnenmaat van 2.773.000 ton te zien. liet ver-
keer per zeilschip is niet belangrijk en bedraagt
slechts een gering percentage van het totale scheep-
vaartverkeer. Van bijzondere beteekenis voor de economische ont-
sluiting van het land is de spoorweg van het schier-
eiland Sinai naar Palestina, welke in het Suezkanaal
(lij Kantara) begint en in de haven van Haifa ein-
digt. Deze spoorweg werd gedurende den oorlog door
de Engelschen voor militaire doeleinden aangelegd (1917) en bij de overdracht van het bestuur van het
land aan de Engelsche burgerlijke autoriteiten door
dezen overgenomen. Hij verbindt niet slechts Egypte
op gemakkelijke wijze met Palestina, doch brengt
tevens thans reeds een directe verbinding tot stand
tusschen Konstantinopel en Oaîro, zoodat het moge-
lijk is vanuit Europa per trein Palestina en Egypte
te bereiken.
De lengte van het Palestijnsche spoorwegnet be-
halve de Transjordaansche lijn en de zoogenaamde
sidings (zijlijnen) bedroeg op Bi. December 1929
721 EM.
1).
Op 10.000 inwoners komei ‘derhalve
9 EM. tegenover 3 in 1913, op 100 EM
2
. 3 EM. tegen-
over 0.8 in 1913, zoodat er een toeneming te registree-
ren valt van ruim 300 pOt.
Voor, den aanleg van wegen heeft de Engelsche
regeering zich veel moeite gegeven. Er bestaan thans
goede wegen over een lengte ,van ongeveer 700
EM.,
welke de goede straten van Europa evenaren; hierbij
komen nog 1350 KM. provinciewegen. In overeen-stemming hiermede is ook het autoverkeer tamelijk
groot, speciaal in de
nabijheid
der steden, hoewel de
auto eerst tijdens den oorlog haar intrede in het land
heeft gedaan. Terwijl er in 1913 nog maar é5n enkele
auto in het geheele land was ingeschreven, bedroeg
het aantal geregistreerde personenauto’s in 1928 1630,
dat van de autobussen en lastwagens
714
en dat der
motorrjwielen 214.
15 April 1931
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
367
Ook het post-, telefoon en telegraafverkeer onder-
ging een buitengewone verbetering door het open-
stellen van een reeks nieuwe en moderne postkan-toren en het leggen van kabelleidingen tusschnn de
belangrijkste punten van het land.
1921
1928
Aantal brieven …………….
5.900.000
11.600.000
Interlocale telefoongesprekken
314.000
551.000 Locale telefoongesprekken
–
10.550.000
Aantal telefoons …………..
1.046
3.232
Interloc. telefoonleidingen
(KM.)
11.179
12.397
Locale telefoonleidingen
(KM.).
1.656
8.780
Een van de grootste misstanden, waardoor in de
eerste plaats de landbouw zich niet regelmatig kon
ontwikkelen, was het gëmis aan een betrouwbaar
kadaster, dat ook maar eenigszins aan •de primitiefste
rechtseischen voldeed. De Palestijnsche regeering
laat thans, hoewel in een zeer langzaam tempo, het
geheele land systematisch opmeten, de vaak bijna
niet te ontwarren eigendomsverhoudingen definitief
vaststellen en een nieuw kadaster aanleggen.
Het belastingstelsel is, vat den aard der belastin-
gen betreft, in wezen hetzelfde gebleven als vroeger,
hoewel een aantal verbeteringen werd aangebracht.
Speciaal geldt dit voor de invoerrechten, die vroeger
uitsluitend naar de waarde werden beiekènd, doch
thans bijna voor het meerendeel als specifieke rechten
worden geheven, evenals de ‘grondbelasting (Werko)
in cle s-Leden, die van een belasting naar de waarde
werd gewijzigd in een belasting naar de opbrengst.
Ook de invoering van een nieuwe Palestijusche
munt in 1927, het Palestijnsche Pond, dat gelijk ge-
steld werd aan het Engelsche Pond, moet in dit ver-
band worden genoemd.
(Slot volgt).
ENKELE OPMERKINGEN IN VERBAND MET HET
DUITSCH-OOSTENRIJKSCHE DOUANEVERDRAG.
De Heer F. 0. Baron van Aerssen Beyeren te
Hamburg schrijft ons:
Het bekend worden der onderhandelingen tusschen
Duitschlanl en Oostenrijk over een •douaneverdrag
bracht een deel der Europeesche kanselarijen en van
de groote pers in rep en roer.
Dit is verklaarbaar, wanneer men in aanmerking
néemt, dat ‘de atmosfeer dermate geladen is, dat elke
niet voorziene gebeurtenisin staat is een paniekstem-
ming te veroorzaken. Vöorteekenen, dat er, iets in
den geest der bedoelde onderhandelingen op til was,
ontbrakeh anders niet. Als zoodan.ig mogen qa. ge-
noemd worden:
lo. de rede van Schober te Genè’e, waarbij ‘hij de
wenschelijkheid van regionale onderhandelingen be-
toogde;
2o. de door het Wjrtschaftsmjnisterium te Berlijn
einde 1930 uitgegeven ,,tTbersicht über den Stand
der wi rtschaftpolit ischen Bezi ehnngen Deu.tsch-
lands”. HiQrin wordt aandacht gevraagd voor een
nieuwe richting in de handelsverdra’gspolitiek, na-
inlijk het aansturen op regionale groepenvorming mét verschillende Europeesche, aan Dnitschlaod grenzen-
de staten;
3o. het referaat, dat de vroegere Oostenrijksche Mi-
nister Riedl einde Februari 1931. voor ‘de handels-
politieke af deeling van de Internationale Kamer van
Koophandel te Parijs hield.
Hij bepleitte de wenschelijkheid, kleinen Midden-
Europeeschen staten, welke door den oorlog ontston-den of nieuwe grenzen kregen, en die zich in een bij-
– zonder ongunstigen economischen toestand bevinden, de gelegenheid te geven, regionaal-economische groe-
ien te vormen.
Moeten dientengevolge voorbehouden gemaakt wor-
den ten aanzien van de mees’tbegunsti’gingsclau sule
in bestaande hande]sverdragen, dan beveelt hij aan,
dat de betreffende staten zich met een verzoek van
die strekking tot hun medecontractanten wenden
en dat deze zulk een vrzoek zullen inwilligen.
Op deze wijze meent hij, dat ‘groepen van staten
door engere economische aaneeniluiting hunne be-
langen gezamenlijk zullen kunnen organiseeren, pro-ductie en afzet regelen, enz.
In de moedeloosheid, welke de langdurige tegen-
woordige crisis kenmerkt, verwacht de Heer Riedi
van eene economische reorganisatie van Europa een
krachtige stimulans om de stagnatie te overwinnen.
Zulk een reorganisatie van geheel Europa acht hij
mogelijk via de kleinere, gemakkelijker te ‘bewerk-
stelligen aaneeiisluitingen in regionale groepen.
* *
*
Hoe nu te verklaren, dat al deze voorteekenen on-
opgemerkt ‘bleven?
Van de Geneefsche rede van Schober zullen scep-
tici misschien zeggen, dat het geen gebruik is, dat
politici datgene, wat zij te Genève beweren, thuisge-
komen in daden omzetten en dat dus de daad van
Schdber wel verrassend werken moest.
Zonder dit te onderschrijven, kan men echter wel
enkele omstandigheden opnoemen, die •de opwi.nding
verklaren.
Om te beginnen met Frankrijk. Men ‘behoeft geen
helderziende te zijn om te begrijpen, dat Briand over
de ID uitsch-Oostenrijksche economische toenadering
moeilijk kon juichen. Voor wie Frankrijk kent, is het toch duidelijk, •dat in ‘dat land deze gebeurtenis niet
zoo zeer naar ‘de mérites der ontworpen overeenkomst
beoordeeld zou worden, ‘doch dat het zuidelijke tem-perament zich, wel verre van zich voor zulk een stu-
die den tijd te gunnen, zich met allerlei gevoelsargu-
menten van de gebeurtenis zou meester maken, en de Minister van Buitenlandsche Zaken kon op zijn
vingers natellen, dat er door de nationalisten een
wapen tegen hem uit ‘gefatsoeneerd zou worden, ge-
lijk dan ook geschiedde. Dat hij verstoord zou zijn,
omdat hij een ander de primeur van deze economische
daad niet gunde, is tegenover den geestelijken vader
van economisch pan-Europa een al te onvriendelijke
‘gedachte.
in Engeland
beijverde
het Foreign Office zich
ju;ist om een vriendschappelijke toenadering tot stand
te brengen tusschen Frankrijk
en italië door bemid-
delend op te treden •bij het wegruimen der moeilijk
–
heden in zake het vlootaccoord, terwijl het Duitsch-
land door eene uitnoodiging aan den Rijkskanselier
en den Minister van Buitenlandsche Zaken tot een
bezoek’ aan Ohequers; ‘de hand toestak. Men kan zich
voorstellen, dat juist op dit oogenblik de bewuste
Duitsch-Oostenrijksche onderhandelingen met alle
nasleep van dien den Heer Henderson niet welgeval-
lig waren.
Was derhalve eenige verlegenhei’d in
Parijs
en
Londen wel begrijpelijk, overdreven is het verwijt dat de onderhandelaars al te geheimzinnig te werk
gingen en de wereld voor een voldongen feit stelden.
Hiertegenover toch kan aangevoerd worden, dat er
van een voldongen feit nog heelemaal geen sprake is,
zoolang – alles nog in het stadium van een ontwerp
verkert, verder dat men moeilijke diplomatieke on-
derhandelingen, wil men •de kans op succes niet van
tevoren verspelen, niet aan de groote klok pleegt te hangen; voorts dient hierbij een omstandigheid, die
voor de onderhandelaars van groot gewicht was, niet uit het oog verloren te worden, namelijk ‘dat een on-
tijd ige hekenciword ing van Oosten rjksche plannen
inzake een tolunie bijzonder ‘geschikt was om een
protest uit te lokken van ‘de zijde dier mogendheden,
d’ie de Volkenbondsieening aan dat land destijds had-
den gegarandeerd. Dwong deze overweging eenerzijds
tot een. omzichtig gebruik, ja tot camouflage van
het begrip tolunie, anderzijds scheen het juist noodig,
de tolunie als doel openlijk te proclameeren, daar op
deze wijze een exceptie op de meest’begunstigingsclau-
sule in bestaande han’delsverdragen mogelijk was.
Het ‘bovenstaande illustreert voor een enkel on-
368
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
15 April 1931
derdeel, welke groote moeilijkheden aan het ontwor-
pen verdrag vastzitten. Bij het uitspreken van een
oordeel is het zaak, dat men zich van alle oppervlak-
kigheid onthoudt. Voor ons land is een der voornaam-
ste vraagstukken dit, of het verdrag tegen de meest-
hegunstigi.ng, waaraan Nederland principiëel wenscht
vast te honden, iudruischt of niet. liet is te hopen,
dat ingeval er geen volledige overeenstemming tas-
schen beide systemen zal blijken te bestaan, men
deze door kleine wijzigingen in één of in beide, zal
weten tot stand te brengen. Niets zou toch ‘de !bevor
dering van het
vrijwel
unaniem als gewensdht erken-de doel: het verminderen der handelsbelemmeringen,
meer schaden, dan wanneer na het mislukken der
pogingen om te Genève tot een douane-overeenkomst
te geraken, ook deze, langs een goheel anderen weg
gezette schrede, tot mislukking zou gedoemd zijn of
tot nieuwen strijd aanleiding zou geven. Daarom
zijn de uitingen van onrust en igeprikkeldheid in de
buitenlandsche pers zeer te betreuren en men kan
slechts hopen, dat deze spoedig voor een zakelijk-
nuchtere bestudeering der aangelegenheid zullen
plaats maken.
AANTEEKENINGEN.
De goederenbeweging in de haven van
Rotterdam in 1930.
Aan het jongste jaarverslag van de Scheepvaart
Vereeniging Zuid ontleenen wij het volgende:
De zich aan het eind van 1929 ontwikkelende eco-
nomische depressie, welke zich in den loop van het
achter ons liggende jaar in een versneld tempo over
een aanzienlijk deel der voornaamste industriëele en
handeidrijv ende landen uitbreidde, heeft niet nage-
laten op zeer merkbare wijze haar invloed te doen
gelden op de goederen’beweging in onze haven.
De totale goederenbeweging is in het afgeloopen
jaar, hoofdzakelijk als gevolg van bovengenoemde oor-
zaak, met circa 9.8 pOt. teruggeloopen.
Uit onderstaand overzicht blijkt, dat de teruggang
in het stukgoedverkeer proeentsgewiji’e aanzienlijk
grooter is geweest dan. die vnn het massagoedverkeer;
is dit laatste met circa 9.5 pOt. verminderd, het totaal
stukgoedverkeer is circa 11 pOt. teruggeloopen.
De teruggang in het totaal massaverkeer is nog ge-
temperd door een vrij aanzienlijke vermeerdering
van de graanaan voeren, tengevolge van de vele ver-
scilepingen uit Rusland, waardoor hier ter stede een
noeveelheid graan werd opgeslagen, welke ver boven
het normale kwantum uitging.
Naast den niet te miskennen grooten invloed van
de ernstige wereldcrisis op hot stulgoedverkeer, werpt
evenwel een beschouwing van het haven- en goederen-
verkeer in de naburige, meer zeewaarts gelegen, ha-
vens aan den Nieuwen Waterweg een zeer bijzonder
licht op de gevolgen van de door de Overheid in Rot-
terdam gevoerde Politiek ten aanzien van de haven-
tarieven.
Wij hebben reeds herhaaldelijk met klem en met
alle ons ten dienste staande middelen gewezen op
de in het belang van de haven van Rotterdam te
nemen maatregelen ter voorkoming van stilstand of
mogelijken teruggang van het •goedere.nverkeer, spe-
ciaal van het stukgoedverkeer. Wij hebben ‘hierbij
meer in het bijzonder aangedrongen op spoedige en in-
grijpencie wijzigingen en verlagingen der gemeente-
lijke haven tarieven, weiker handhaving •de toeneming van het haveuverkeer ernstig belemmerde, en, di.t ver-
keer naar elders trok. Waren eenige jaren geleden
de bedoelde haventarieven ingrijpend herzien,, dan
zou, naar onze overtuiging, thans de teruggang in het
stukgoeciverkeer in het afgeloopen jaar niet dien om-
vang hdbben verkregen, welke de betr. cijfers ons
toonen.
Welke gunstige invloed bijv. de verlaging van
havengelden kan hebben, bewijst cle, ondanks de
economische inzinking, plaats gehad hebbende toene-ming der goederenbeweging in de naburige havens.
‘) Deze cijfers zijn ontleend aan de maa.nclstatistieken
van den In-, Uit- en Doorvoer, samengesteld door het
Centraal Bureau voor de Statistiek.
lndexcijfers van scheepsv’rachten.
,,The Economist”
schrijft:
In navolging van het
indexeijfer van groothandeisprijzen verloor ons in-
dexeijfer van seheepsvrachten gedurende de maand
Maart datgene, wat het in de voorafgaande maand
had gewonnen. Ons cijfer voor Maart was 0.7 pOt.
lager clan dat voor Februari, doch 1.6 pOt. •hooger
dan het overeenkomstige e••fer van een jaar geleden.
–
Datum
. .
.
•
1-
N
n
Basis
(Oernlddeldev. 100
100
100
100
100
100
100
1898-1913)
(Gemidd.v.1913) 110,0 113,1 123,4 106,3 117,4 127,9 116,3
Febr.
1920 814,3 529,9 757,5 744,8 587,0 712,2 691,0
Dec.
,,
268,9 277,2 244,1 256,8 286,7 347,2 280,1
Dec.
1921 160,1 164,1 163,7 144,4 141,3 166,5 156,7
Dec.
1922 137,1 135,2 129,2 122,6 136,1 159,3 136,6
Dec.
1923 134,0 132,7 120,1 124,4 125,1 144,2 130,1
Dec.
1924 117,4 129,2 119,5 119,8 129,3 161,1 129,4
Dec.
1925 117,0 121,6 117,0 110,1 110,1 154,9 121,8
Dec.
1926 139,7 156,1 145,9 132,9 129,2 179,8 147,3
Dec.
1927 105,6 116,2 113,6 114,2 124,9 139,8 119,0
Dec.
1928 122,1 131,3 125,6 126,8 127,4 156,7 131,7
Dec.
1929 117,3 95,5 94,6 109,0 93,4 91,7 100,3
Maart 1930 96,3 87,7 91,9 94,2 77,8 79,2
87,9
April
94,4 91,2 95,9 94,8 76,3 85,5
89,7
Mei
95,1 88,5 91,6 94,2 74,6 87,2
88,5
Juni
91,3 85,2 90,7 95,7 74,6 90,8
88,1
Juli
86,3 89,6 94,6 102,8 78,3 93,5
90,8
Aug.
86,7 91,2 99,7 104,5 84,7 106,8
96,1
Sept.
87,3 91,2
95,7 103,0 89,2 117,5
97,3
Oct.
91,1
85,6
93,3 101,3
85,2 113,9
95,1
Nov.
89,5 85,0 90,4 99,8 81,0 107,7
92,2 Dec.
89,7 86,9 93,8 103,8 85,2 109,5
94,8
Januari1931 88,0 90,1
90,1 101,3 88,8 108,6
94,5
Februari
87,1 93,4 94,6 96,9 90,9 108,6
95,2
Maart
86,5 94,0 90,5 99,2 91,9 105,0 94,5
Vergelijkend overzicht van het goederenverkeer, doorvoerverkcer inbegrepen, te Rotterdam bij in- en uitvoer
ter
ree
over cle jaren 1929 en 1930, uitgedrukt in cijfers vaji 1000 ton.
INKOMEND *)
1929
Massagoed:
10.366
Graan, zaden, enz……3.858
1.602
Erts
……………..
Kolen
……………..
1.122
Oliën ………………
Hout ………………
1.765
Totaal massagoed
18.711
Totaal stukgoed …….
4.236
Algemeen totaal ……..22.947
1
20.764
1
14.884
1 13
.36
4
1930
l Percentsgewijze
UITGAAND .)
I[
1929
percentagerr
1930
(Percentage Ivermeerdering
of
II
Totaal
1
van het
II
Totaal
t
van het 1 vermindering,
1929
1930
inkomend
totaal
II
inkomend
1
totaal
1
1930 bij 1929
hen uitgaand)
Jen uitgaandJ
J
vergeleken
4.218
96
8.698
11
1.375
10.479
1.151
245 1.544
26
16.988
10.857
3.778
4.027
207
3.952
10,45
4.425
14
10.377
27,43
8.712
9.360
12.081
31,93 10.735
181
1.367
3,61
1.332
28
1.791
4,74
1.572
9.790
T
29
–
.568
78,16
26.778
3.574
8.263
1
21,84
II
7.352
37.831
100,-
11
34.128
12,96
+ 11,97
25,53
– 16,05
31,45
– 11,14
3,90
– 2,56
4,61
– 12,23
78,45
– 9,44
21,55
– 11,03
100,-
– 9,79
15
April
1931
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
389
De eerste tabel toont de jongste schommelingen van
de zes groepen inclices en van het totaal.
De thuisvrachten u i.t liet Oosten hadden gedurende
Maart een betere tendens, ten dccle als een gevolg
van cle vermmciercle gereede tonnage en ten dccle
n verband met een goede vraag van cle rijsthavens;
Australië chartercle een aan tal schepen, hoewel cle
zaken in hoofclzaalc bestonden u.i t graan verschep ingen
voor het Te
rr
e Oosten, terwijl cle vrachten naar
Europa niet geheel kohden worden gehandhaafd.
Tegen het einde van de maand was de La Plata-markt weder flauwer, doordat cie berichten van den Federal
Farni I3oard betreffende den tarwe-oog.st 1931 een
ongunstigen invloed hadden.
OJ)
cle graanmarkt. Noord-
Amerika vertoonde vrijwel geen verandering. De uit-
gaande lcolenvrachten, met uitzondering van die met
bestemming naar Zuid-Europa, waren flauw. De af-
zoncle.rlijke fluctu ati es van cie groepen, waaruit ons
in•dexcijfer is samengesteld, blijken uit de volgende
tabel:
Index-
cijfer
+°-
Golf van Biscaye; uitgaande vracht
99,1
–
1,8
87,1
–
4,8
Middeli.
Zee;
uitgaande vracht
89,3
+
4,3
thuisvraclit ………
85,6
–
2,2
thuisvracht
………….
94,0
+
0,6
Zuid-Amerika; uitgaande vracht -.
–
73,0
–
1,9
,,
,,
tliuisvracht ……….
108,0
–
6,3
Noord-Amerika
….
……….
……..
Indië; uitgaande vracht …………
98,3
–
2,7
11
thuisvracht
……. ……….
100,2
.
+
7,5
Het verre Oosten, enz ………… …
91,9
..
.
..
—
1,0
Australië ………………………
10.5,0
–
3,6
De volgende tabel toont ons indexcijfer, herleid
tot
een percentage van 1.913
=
100:
(1913 = 100)
Maand
1928
1
.
1929
1930
1931
98,47 109,6
81,2 81,2
94,33
106,7
76,5
81,9 93,17
102,6
75,5
81,3
94,59
99,1
77,1
93,79
97,3
76,1
91,29
92,1
75,7
Januari
……….
Mei
…………..
93,73
94,8
78,1
Februari ……….
Maart .’ ………..
Juni
………….
98,17
96,1
82,6
April ………….
99,54
95,3
83,6
Juli
…………..
October ………
103,93
93,3 81,7
Augustus ………
September ……..
110,94
88,3
79,3
November
…….
113,17
.
86,2
81,5
December ……..
Jaarl.
gemiddelde
98,8
965
79,1
Indexcijfers van groot. en kleinhandeisprijzen
in Nederlandsch-tndië.
De maandtatistiek
1930
No. 11 van het Centraal
Kantoor voor de Statistiek bevat o.m. het volgende:
Invoer.
])e serie invoerartikelen omvat 72 artikelen,
welke in vijf groepen zijn verdeeld. In November daalde het indexeijfer van de groep
tentiele
goederen
met een punt tot 155.
.[n hoofdzaak door cle lagere 1riin voor Rangoon en
Saigon rijst, kedelec en Australisch meel liep het index-
cijfer van de groep
levensmiddelen
terug van 130 in October
tot 127 iii November.
Van de groep
metalen
is gietijzer in prijs gestegen, plaat.,
dak-, cii plafotidijzer, draadnagels, roocibladkoper en koper-
draad daarentegen iii prijs gedaald. Vooral de prijsdaling
van koprdraad is aanaienlijk. Noteerde geel koperdraaci in
October nog
f
121,43
5
in November was cle uoteeringf 87,43.
Het groepsinclexcijfer daalde niet 5 punten tot 121.
Het inciexeijfer van cle groeit
chemicaliën en oerfstoffen
geeft een teruggang te zien niet ddn punt tot 133, ‘terwijl
dat van cle groep
dnversen
011
veranderd 148 bleef.
Het indexcijfer van dcii gebeden invoer bedroeg in
November 140 ‘tegen 141 in October.
Uitvoer.
De senie uitvoerprodueten omvat cle prijzen van
20 producten.
liet in(lexcijfer valt clan exportproclucten bedroeg in No-
veinher 78 tegen 79 in dc voorafgaar cle maand. Rubber,
suiker snp., peper, kapok, copra, citronella olie, thee, ara-
chides, cacao en djarakpitteit varen iets vaster; tin, kof-
fie, koehuiden, katjang idjoe cii daxitar daarentegen lager
in prijs.
Het algemeen indexcijfer van den in- en uitvoer tezamen
liep met één punt tot 126 terug.
Dit
algemeen
indexeijf
er heeft geen andere beteelcenis
dan
(Lat het liet
gemiddelde
prijsverloop voorstelt
van
de
92
met name genoemde product en.
Indexcijfers van 72 invoer- en 20 uitvoerartikelen in den
groothandel te Batavia, Soerabaja en – Sernarang.
Invoerartikelen.
–
,
F1
1913.
100
100
100
100
100
100 100 100
1924.
213
164 167
160
168
178
155
173
1925.
208
161
160
150
165 172
146
166
1926.
185
157
151
153 169
165 137
159
1927.
174
148 149
149 173
160 130
154
1928.
172
149
141
144
162
155
125
149
1929.
172
149
142
142
163
155 123
148
November1929.
171
148
141 141
160
154 120
146
December
,,
.
170
147
139
140
160
153
111
144
Januari
1930.
170
147 139
140
159
153 105
143
Februari
.
170
145 139
139
159
152
100
.
141
Maart
169
144
138
139
151
150
98
139
April
.
167
144
137
138
152
149 95
138
Mei
.
162
142
136
138 156
148
94 136
Juni
,,
.
161
140 136
137
155
147
88
134
Juli
,,
.
161
139 133 136
155
146
82
132
Augustus
,,
.
159 138
131
136
152
145
81
131
September ,,
.
158
135
129
136 149
143
79
129
October
.
156
130
128 134 148
141
79
127
November
.
155
127
121
133
148
139 78
,1
126
1)
20 art.
2)
12 art.
8)
12 art.
4)
15 art.
-)
13 art.
Indexcijfers van kleinhandelsprijzen van verbruiksartikelen
van in- en uitheemschen oorsprong te Batavia.
In.
1
lieemech1)I.msch
Uit-
1)
Totaal
Voeding
2)
1913114
100
100
100 100
1924 .
.
182
158
170 170
1925 .
.
169
152
160
159
1926 ..
169
148
159
.
156
1927 .
.
166
147
.
157
155
1928 ..
160
148
154
153
1929 …
162
145
153
151
December 1929
. .
163
145
154 153
Januari
1930 ..
163
146
154
153
Februari
..
166
145
155
154
Maart
. .
161
145
153 153
April
. .
156
145
151
150
Mei
,,
. .
162 144
153
151
Juni
. .
157
144
151
149
Juli
..
156
144
150
148
Augustus
,,
..
152
142
147
144
September
,,
. .
153 140
146
144
October
..
151
140
145
143
November
. .
149 139
144
142
December
.,
..
147 139
143
141
1)
20 artikelen..
2)
35 artikelen.
(Vervolg op blz. 873.)
370
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN.
15 April 1931
Het Prijsverloop van Groothandelsartikelen
•
VURENHOUT.
gedurende het eerste kwartaal van 1931.
III
(Slot).
KOEHtJIDEN.
MIMMMMM
10
10
mHHHHH
LAN FEIQ. MT APQ. MEI. JUNI. JULI. AUG. 5EPT OCT NOV DEC
lANI.r.
MOT A.00 MFI JUÎsU JULI
AUG, 5EPT OCT. NCV DEC.
KALIiSALPETER.
•
11
,
I.
— ——-
—
[
..
M
aa
n
——
———–
RUBBER.
Tegen het einde van de versla-gperiode ‘bereikte de
rubberp-rijs op de internationale markten een laagte-
record, .dat men, ‘gezien de productiekosten der meeste
maatschappijen, tevoren nauwelijks mogelijk had ge-
acht. Te Londen liep de prijs ‘tot op
3
5
I16
•d. per lbs.
voor sheets loco terug, te Amsterdam voor hevea crêpe
tot 18’/4 ets. en voor idem sheets tot 1i’12 cts., terwijl
de noteering ‘te New-York tot 6/s-6% $ cts. daalde.
De oorzaak van deze zwakke houding der rubber-
markt moet worden gezocht in het feit, dat de jaren-
lange pogingen om door een regeling der productie tot
ecu stabilisatie der
prijzen
te geraken, hopeloos ge-
strhnd schijnen te zijn. Een door dë Ned.-In-dische re-
-gee-ring naar aanleiding van haar ,,suiker-ordonnan-
5H. PED
1.
PUBEI:I.l
1929
19S1
•
.- ‘.-..–..
0
–
— – – – – – –
JAN. FEBR. MRT. APR. MEI JUNI JULI AUG SEP OCT. NOV DEC.
tie” afgelegde verklaring, gaf te kennen, dat uit haar
houding in deze nog geen conclusies betreffende een
even gereede medewerking bij de pogingen tot stabili-
satie van -de rubberprijzen mochten worden verwacht.
Deze mededeeling had een verder uitstel .der kort te-voren opnieuw begonnen Nederlandsch-Britsdhe be-
spekingen tengevolge, en werd niet lang daarna ge-
STATISTISCH OVERZIC.
GRANEN EN ZADEN
ZUIVEL EN EIEREN
MINERALEN
TARWE
R000E
MAIS
OERST
LIJNZAAD
BOTER
KAAS
EIEREN
STEENKOLEN
–
Westiaalschel PETROLEU
•
HardWlnter No.2 loco
AmerlcanNo.2
0
)
La Plata
Amer.No.24)
loco
L. Plata
perK.O.
Edammer
Alkmaar
Gem. not. Hollandsche
Mid. Contir
Crude
Rotterdam!
loco
Rotterdam
loco
R’damjA’dam
Rotterdam
loco
R’damlA’dam
Leeuwar-
der Comni.
Fabrieks-
Eiermijn
Roermond
bunkerkolen,
ongezeefdf.o.b.
33 t!m 33.9
Amsterdam
100 K.O.
per
per 100 K.O.
per 2000 K.G.
2e0.
per 1960 K.O.
Noteering
kaas
ki. mjmerk
p. 100 st.
R’dam(A’dam
Bé
5.
g.
per barrel
2)
per 1000 K.G.
II.
0
10
f1.
1
010
f1.
1
01
II.
01
61.
01
f1.
Of
El.
010
f1.
01
61.
bio
$
01
1925
17,20 100,0
13,07
5
1100,0
23150
1100,0 236,00
100,0
462,50
100,0
2,31
100,0
56,-
100,0
9,18
100,0
10,80
100,0
1.68
100 1926
15,90
92,4
11,75
1
89,9
174,25
75,3
196,75
83,4
360,50 77,9
1,98
85,7
43,15
77,1
8,15
‘88,8
17,90
165,7
1.89
112
1927
14,75
85,8
12,470
1
95,4
176,00
76,0 237,00
100,4
362,50
78,4
2,03 87,9
43,30
77,3
7,96
86,7
11,25
104,2
1.30
77 1928
13,47
5
78,3
13,15
100.6
226,00
97,7
228,50 96,8 363,00
78,5
2,11
91,3
48,05
85,8
7,99
87,0
10,10
93,5
1.20
71
1929
12,25
71,2
10,87
5
83,2
204,00
88,1
179,75
76,2 419,25 90,6
2,05
88,7
45,40
81,1 8,11
88,3
11,40
105,6
1.23
73
1930
9,67
5
56,3
6,225
47,6
135,75
59,1
111,75
47,4
356,00
77,0
166
71,9 38,45
68,7
6,72
.
73,2
11,35
105,1
1.12
66
Jan.
1929
12,35
71,8
12,20
93,3
231,50
100,0
194,25
82,3
365,00 78,9
225
97,4 45,95
82,1
9,03
98,4
10,10
93,5
1.16
69
Febr.
,,
12,72
5
74,0
12,55
96,7
236,00
101,9 194,75
82,5
35725
77,2
2,29
99,1
45,40
81,1
9,19
100,1
12,90 119,4
1.11
66
Maart
,,
12,65
73,5
12,62
5
96,6 233,00
100,6 191,75
81,3
35900
77,6
1,95
84,4
44,60
–
79,6
8,56
93,2
12,00
111,1
1.11
66
Aprll1
,,
12,12
5
70,5
11,62
5
–
88,9
218,00
94,1
185,25
78,5
373,25
80,7
1,81
78,4
40,25 71,9
5,90
64,3
11,05
102,3
1.11
66
Mei
•
11,125
64,1
10,57
5
80,9
198,25
85,6
177,50
75,2
363,50 78,6
1,86
80,5
39,90
71,3
6,16
67,1
11,15
103,3
1.16
69
Juni
,;
10,87
5
63,2
10,20
78,0
193,50
83,6
171,25
72,6
355,25
76,8
1,87
81,0
78,6
6,41
69,8
11,25
104,2
1.30
77
Juli
,,
12,80
74,3
11,20
85,6
218,50
94,4
191,25
81,0
415,50
89,8
1,88 81,4
80,4
6,88′ 74,9
11,25
104,2
1.30
77
Aug.
13,125
76,3
10,75
82,2
202,50
87,5
182,75
77,4
452,50
97,8
1,93
835
46,15
82,4
7,l3
77,7
11,25
104,2
1.30 -77
Sept.,,
12,62
5
73,4
10,20
78,0
191,00
82,5
172,00
72,9
506,75
109,6
2,22
96,1
45,25 80,8
8,01
87,3
11,40
105,6
1.30
77
Oct.
12,10
70,4
9,87
5
75,6
185,00
79,9
168,00
71,2
516,50
111,7
2,28
98,7
50,25
89,7
9,53
103,8
11,25
104,2
1.30
77
Nov.
,,
11,775
68,5
9,20
70,4
174,00
75,2
164,75
69,8
483,25
104,5
2,20 95,2
50,70
90,5
10,60
115,5
11,35
105,1
1.30
77
Dec
*
12,625
73,4 9,35 71,5
166,00
71,7
163,75
69,4
482,00
104,4
2,06
89,2
47,50
84,8
9,97
108,6 11,75
108,8 1.30 77
Jan.
1930
12,67
5
73,7
9,35
71,5
149,25
64,5
151,25
64,1
433,75
93,8
2,00
86,6
43,95 78,5
7,55
82,2
11,75
108,8
1.21
7
Febr.
,
11,72
5
68,2
8,17
5
62,5
139,00
60,0
135,75
57,5
398,50
86,2
2.03
87,9
41,15
73,5
6,90
75,2
11,75
108,8
1.11
66
Maart
,,
10,90
63,4
7,15
54,7
143,50
62,0
125,00
53,0
390,00,
84,3
1,71
74,0
41,25
73,7
5,18 56,4
11,55
106,9
1.11
68
April
,,
11
1
17
65,0 7,62
5
58,3
180,25
77,8
129,75
55,0
431,00
93,2
1,50
64,9
36,50
65,2
5,16
56,2
11,35
.
105,1
1.165
69
Mei
,,
10,45
60,8
6,55
50,1
148,50
64,1
114,50
48,5
405,00
87,6
1,44
62,3
37,20
66,4
5,30
57,7
11,35
105,1
,
1.18
5
70
luni
10,05
58,4
5,17
5
39,6
145,50
62,9
103,75
44,0
385,50
83,4
1,54
66,7
37,-
66,1
5,09
55,4
11;35
105,1
1.18
5
70
juli
,,
9,55
55,5
5
:8
25
44,6
157,75
‘
68,1
108,00
45,8
345,75
74,8
1,72
74,5
39,90
71,3
5,99 65,3
11,35
105,1
1.18
5
70
Aug.
,,
9,45
54,9
6,30
48,2
146,00
63,1
116,25
49,3
365,00
78,9
1,58
68,4
40,20
71,8
6,03
65,7
11,35
105,1
1.185
70
Sept.
,,
8,40
48,8
5,25
40,2
127,50
55,1
99,00
41,9
318,75
68,9
1,64
71,0 37,55
67,1
7,23
78,8
11,35
105,1
1.18
5
70
Oct.
.
7,40
43,0
4,62
5
35,4
112,25
48,5
86,00
36,4
281,25
60,8
1,53
70,6
36,90
65,9
8,60
93,7
11,35
105,1
1.185
70
Nov.
,,
7,25 42,2 4;25
32,5
94,50
40,8
82,25
34,9
270,75
58,5
1,58
68,4
36,50
65,2
9,63
104,9 10,90
100,9,
0.85
50
Dec.
,,
7,07
5
41,1
4,30
32,9 96,00
41,5
91,00 38,6 247,75 53,6
1,55
67,1
33,50
59,8
7,97 86,8
10,85 100,5
0.85
50
Jan.
1931
6,52
5
37,9
1
4,-
30,6
84,50
36,5
86,25 36,5
207,50
44,9
1,61
69,7
32,25
57,6
6,63
72,2
1
10,30
95,4
1
0.85
50
Febr.
,
5,775
33,6
1
3,90
29,8 87,50
37,8
85,75 36,3
206,25
44,6
1,66
71,9
33,80
60,4
6,21
67,6
1
10,30
95,4
0.85
50
Maart
,,
5,625
32,7
1
4,20
32,1
103,00
44,5
Ï04,75
44,4
214,00 46,3
1,47
63,6
35,00
62,5
4,94
53,8
1
10,30
95,4
0.66
39
7 April
5,55
32,3
1
4,10
31,4
106,00
45,8
112,00
47,5
200,00 43,3
1,38
7
59,7
33,507 59,8
4,50
49,0
10,30
95,4
0.53
31
,,
13
,,
,,
5,75
33,4
1
4,25
•
32,5
115,00
49,7
116,00
49,2
197,50
42,7
1,358
58,4
33,_12
58,9
4,10
44,7
1
10,30
95,4
1
0.53
–
31
1)
Men zie voor de toelichting
op
dezen staat de nummers van
S
en ID Augustus I9 (No. bDS en S) pag. OöI) en ,ui. , #e ig. i..a 17laut. , –
ring van de huidige of fic. not.wljze (Jan. 1928);’Barley vanaf 212131; vanaf 912 6415 Z.-Russ.
15
April
1931
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
371.
volgd ‘door persberichten, volgens welke een aantal
van de voornaamste Nederlandsc’he producenten be-
sloten had, zijn mede’werking bij een restrictie te
staken, zulks, zooals verlui.dde, omdat door leden van
het rubber-comité voorstellen aan den Minister waren
gedaan waarmede deze producenten
zich
niet konden
er.eenigen, terwijl het feit, Iat deze voorstellen zon-
der ‘hun voorkennis waren gedaan, ook niet hun goed-
keuring kon wegdagen. Vier van de vijf leden van
genoemd comité deelden daarop mee, ‘dat zij zich bij
hun stappen aan de hun gegeven machtiging hadden
gehouden, het verwijt dus ongegrond was, en dat het
comité zijn streven, om toch nog door onderhandelin-
gen met de Engelsche producenten tot een stabilisatie
te komen, krachtig zal voortzetten. Waar echter door
de houding van een aantal voorname be1anghbben-den, die waarschijnlijk van regeerings-ingrjpen niet
veel moeten hebben, in •het Nederlandsche kamp ver-
deeldheid heerscht, kan men de kansen op een succes
van onderhandelingen met de Britsche ‘producenten
niet als zeer groot beschouwen, en zal vermoedelijk de
oplossing in het ,,uitzieken” moeten worden gevon-
den, een ietwat onderwetsche geneesmethode. De on-
clerhandelingen met de Britsche belanghebbenden
moeten op basis van het z.’g. Maxwell-plan gevoerd
zijn, dat als een soort zeer verbeterd, oo’k met het
vraagstuk van de bevolkingsrub’ber rekening houdend
Stevenson-schema kan worden gekarakteriseerd.
De vermeerdering der rubbervoorraden in ‘de be-
langrijkste centra ‘heeft zich ook in
1931
voortgezet;
immers luiden ‘de betreffende cijfers:
Rubbervoorraden (tons):
Einde
December Februari
1930
1930 Toeneming
Malakka ……………86.098
91.191
5.093
Groot-Brittannië …….118.515
126.874
8.359
Ver. Staten ………….202.246
212.834
10.588
Stoomenci naar de V. St
56.035
63.680
7.645
Totaal …. 462.894
494.579
31.685
Tegenover deze ‘vermeerdering en den nog steeds
hoogen uitvoer van de voornaamste productiegebieden
staat het feit, dat de lage rub’berprijzen tot een ver-
meerdering van het verbruik van ruwe rubber ver-geleken met dat van geregenereerde ru:bber hbben
aanleiding gegeven; het laatste beliep in ‘de Ver. Staten in Februari
1931 35.7
pOt. van het eerste, terwijl het in Februari
1930 44.5
pOt. was geweest.
De cijfers van het totale verbruik zijn belangrijk lager
dan in
1930;
men rekent met pl.m.
95.000
ton tegen
105.000
in het eerste kwartaal
1931
en
1930,
en ver-
wacht ook niet met zekerheid, dat in het tweede kwar-
taal het
cijfer
van de overeenkomsti’ge periode van
1930 (115.000
ton) wordt ‘bereikt.
SUIKER.
Het afgeloopen kwartaal kenmerkte zich door rus-
tige markten. Geen der door de producenten beraamde
maatregelen konden den handel stimuleeren zich op-
nieuw voor het artikel te interèsseeren. Wel heeft de
overeenstemming tusschen de producenten; welke in
de eerste helft ‘van Januari ‘te Berlijn omtrent het
Ohadbourne-plan bereikt werd, hoogere prijzen tot
gevolg gehad. Spoedig echter werd aan deze hera’de-
ming de kop ingedrukt door de verkoopen vn Rus-
sische kristalsuiker naar Britsch-In.dië tot prijzen ver
beneden wereidpariteit.
FIDlrDlrinv,
..,r
Dank zij echter de vasthoudendheid der bij het
plan Ohad’bourne betrokken autoriteiten hervond de
wereldmarkt alras weer den vasten ondertoon. De
President van de Oubaansche Republiek hield de
teugels strak, o.a. door verlenging van den staat van
l.N
GROOTHANDELSPRLJZEN
1
)
METALEN
‘fEXTIELG-OEDEREN
DIVERSEN
ZILVER
cash Londen
IJZER
KOPER
Standaard•
TIN
Cle
veland
LOOD
KATOEN
Middling
WOL
gekamde
WOL
gekamde
Australische,
KOE- HIJIDEN
KALK-
SALPETER
per
Foundry No. 3
Locoprijzen
locoprijzen
Londen per
Locoprijzen
Londen
locoprijzen
Australische,
Merino, 64’a Av.
CrosabredColo-
Oaaf,open
Gid. per
Standard
Ounce
Middeiough
Londen
per Eng. ton
Eng, ton
per Eng. ton
New York
per Ib. lOco Bradford
nial Carded,
50’s Av. loco
kop
57-61
pnd.
100 KG.
netto
per Eng, ton
per Ib.
Bradford per Ib.
pence
0
10
Sh.
0
10
0
10
0j
£
01
$
cts.
ho
pence
°Jo
pence
01
(1.
0
10
(1.
01
32
11
8
100,0
731- 100,0
62.116
100,0
261.171-
100,0
36.816
100,0
23,25
100,0
55,00
100,0
29,50
100,0
34,70
100,0
12,-
100,0
28
11
116
89,3
8616
118,5
58.11-
93,5
290.1716
111,1
31.116
85,3
17.55
75,5
47,25 85,9
24,75
83,9
28,46
1
82,0
11,61
96,8
26
3
14
83,3
731-
100,0 55.141-
89,7
290.41-
110,8
24.41-
66,4
17,50
75,3
48,50
88,2
26,50
89,8
40,43
116,5 11,48
95,7
26
1
11
81,1
661- 90,4
63.16j-
102,8
227.51- 86,8
21.11-
57,8
20,00
86,0
51,50
93,6 30,50
103,4
47,58
137,1
11,48
95,7
24
7
116
76,2
7016
96,6
75.141-
121,9
203.15/6
77,8
23.51-
63,8
19,15
82,4
39,-
70,9 25,25 85,6 32,25
92,9
10,60
88,3
1713/
19
55,4
‘671-
91,8
54.131-
88,0
142.51-
54,3
18.116
49,6
13,55
58,3
26,75 48,6
16,25
55,1
25,36
73,1
9,84 82.0
26
1
(4
81,8
66/-
90,4
75.1016
121,7
222.716
84,9
22.21- 60,7
20,20
‘
86,9
46,75 85,0 28,75 97,3
37,50
‘108,1
11,70
97,5
257/
8
80,7 66/6
91,1
78.-/6
125,7
222.11!-
85,0
23.216
63,5
20,10
86,5
44,25 80,5
27,75
94,1
34,50
99,4
11,70 97,5
26
81,0
671-
91,8
89.8/-‘
144,0
221.0/6
84,4
25.8/6
69,7
21,25 91,4 44,00
80,0 27,50 93,2
36,-
103,7
11,70
97,5
25
1
/
4
80,2
681-
93,2
82.1716 133,5
207.516
79,2
24.161-
68,0
‘
20,45
88,0
43,25
78,6
27,25 92,4
33,50
96,5
11,70
97,5
25
1
1,6
78,1
6916
95,2
75.416
121,2
197.516
75,3 23.191-
65,8
19,40
83,4 41,50
–
75,5
26,25
89,0
30,50
87,9
11,70
97,5
24
1
/4
75,6
711-
97,3
74.111-
120,1
200.51-
76,5
23.141-
65,1
18,75
80,6
40,00
72,7
25,75 87,3
34,50
99,4
11,70
97,5
24
1
1I
75,7
7216
99,3
72.1216 117,0
209.516
79,9
22.161-
62,6
18,65
80,2 38,75
70,5 24,75
83,9
32,25
92,9 9,18
76,5
24
1
/,
6
75,7
7216
99,3
73.171-
119,0
210.111-
80,4
23.31-
63,6
18,60
80,0 37,00 67,3
24,00
81,4 29,75 85,7
9,28
77,3
23
11
J,6
73,9
7216
99,3
74.191-
120,7
205.516
78,4
23.11j-
64,7
18,90
81,3 34,25 62,3
23,75
80,5
31,25
90,1
9,39
78,3
23’11
71,8
7216
99,3
72.161-
117,3
188.916
72,0
23.416
63,8
18,45
79,4
32,50
59,1
22,50
76,3
–
–
9,49
79,1
22
51
156
70,7
7216
99,3
70.51-
113,2
182.-/6
69,5 21.131-
59,4
17,50
75,3 34,25
62,3
23,00
78,0
27,25
78,5 9,70
80,8
22
1
1
4
69,3
7216
99,3
68.616
110,1
178.18/6 68,3
21.916
59,0
17,25
74,2
31,25 56,8 21,25 72,0
27,75
80,0
9,90
82,6
87/,6
65,3
7216
99,3
71.916
115,1
174.131- 66,7
21.111-
59,4
17,15
73,8
29,50 53,6
19,25
65,3
26,63
76,7
10,11
84,3
20118
62,6
7216
09,3
71.1216
115,4 174.41-
66,5
21.41-
58,2
15,45
66,4
28,50 51,8
17,75
60,2
2450
70,6
10,21
85,1
I0
1
1s
59,5
701-
95,9
68.1916
111,1
165.181-
63,4
18.161-
51,6
15,20
65,4
26,25
47,7
16,50
55,9
69,2
10,21
85,1
19
9
11
61,0
6716
92,5 61.31-
98,5
161.1716
61,8
18.616
50,3
16,45
70,8
27,25
49,5
17,25
58,5
24,13
69,5
10,21
85,1
18
1
5(1
59,0
6716
92,5
53.91-
86,1
145.-!-
55,4
17.161-
48,9
16,50
71,0
28,75
52,3
18,00
61,0
26,25
75,6
10,21
85,1
l6’Ja
50,0
6716
92,5
50.116
80,7
136.416
52,0
17.191-
49,3
14,50
62,4 27,75
50,5
17,50
59,3
26,63
76,7
10,21
85,1
16
49,9
6716
92,5
48.21-
77,5
134.1716
51,5
18.31-
49,8
13,10
56,3
27,00
49,1 16,75
56,8 24,25
69,9
9,18 76,5
1611g
51,0
651-
89,0
47.151-
76,9
135.516
51,7
18.61-
50,2
11,95
51,4
27,25
49,5
16,50
55,9
24,88
71,7
9,28 77,3
16
11
/
52,0
6316
87,1
46.61-
74,6 132.61-
50,5
17.181-
49,1
II,-
47,3
27,00
49,1
15,75
53,4
26,50
76,4
9,39
78,3
16
1
1
2
51,5
63165
87,1
43.-/-
69,3
117.13/-
44,9
15.151-
43,2
10,55
45,4
24,50
44,5
14,50
49,2 26,25 75,6
9,49
79,1
16
5
18
51,9
63166
87,1
46.816
74,8
113.16/-
43,5
15.1816
43,7
10,85
46,7
24,00
43,6
13,00
44,1
25,25
72,8
9,70
80,8
16519
51,9
63166
87,1
47.616
76,2
115.31-
44,0
15.516
41,9 9,95
42,8′
22,50
40,9
12,50
42,4
72,0
9,90 82,6
13
7
19
43,2
/
6016
82,9
45.716
73,1
116.8/-
44,4
1
14.-J6
38,5
10,30
44,3
21,25
38,6
12,00
40,7
24,63
71,0
10,11
86,3
12′!,
38,9
1
58/6
80,3
45.1/6
72,6
117.-/6
44,7
13.5/6
36,4
10,95
47,1
21,75
39,5
12,00
40,7 22,50
66,8
10,21
85,1
13
7
116
41,8
1
5816
80,3
45.116
72,6
122.1/-
46,6
1
13.316
36,2′
10,90
46,9
25,25
45,9
14,50
49,2
22,25
64,1
10,2
85.1
12
11
156
37,5
1
5816
80,3
42.1716
69,1
111.716
44,8
1
12.101-
34,3
10,55
0
45,4
25,00
10
45,5
15.00
19
50,9
10,21
85,1
13
40,0
1
5816
80,3
44.216
71,1
115.216
44,0
13.-!-
35,7
10,208
43,9
25,00
11
45,5
1
15,00
11
50,9
10,21
85,1
invoering van de huidige offici8ele not.’eringswijze (lan. 1928’i;vanaf 16 Dec.1929 7415 K.G. Hongaarsche; vanaf 26Mei1930 Z.-Russische.
4)
Malting vôSr de Invoe-
5) Noteering Schotland 5916.
6)
581-.
7)
3 April. 8)10 April.
9
)1 April. 10) 2 April.
11)
9 April.
12)
10 April.
372
–
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
15 April 1931
beleg, de voorstanders van het nieuwe schema onder
Javaproducenten wisten cle Neclerlandsche- en Ned.-
indische Regeeringen tot medewerk ing over te halen,
cii last not least heeft cle heer Chadhourne na zijn
terugkomst in Amerika de openbare opinie tot wat
meer optimisme aangespoord, terwi:jl hij ook achter ce
schermen zich niet onbetuigd liet, waarna hij weder
naar Parijs vertrok, alwaar thans de defiuit.iere over-eenkomst opgemaakt wordt. Tenslotte luidden ‘de be
richten over vermi ncl.ering van den bietujtzaai. iii
Europa eveneens bemoedigend.
0.1)
1 April maakte
F. 0. Licht zijne eerste raming van liet met bieten
te beplanten oppervlak bekend:
i[.A.
FLA.
voor Europa zonder Rusland
.. 1623.000
vorig jaar
1.906.000
Rusland ………………..
382,000
,,
1.044.000
Europa inclusief Ruslatid
.3.005.000
,.,
2.950.000
Voor Europa zonder Rusland zal de u.itzaai dus
14.8 pOt. minder bedragen en
mci.
Rusland 1.9 pOt.
meer dan yerleden jaar.
Op Java liet de V.I.S.P. hare limites van
f
8.25
voor Superieur en
f
7.25 voor No. 16 &/hooger ge-
durende de geheele verslagperiode on.gew’ij’zigd en kon
cle Trust hiertoe mondjesmaat verkoopen. Op 1 April,
op welken datum het plan Chaclbourne voor Java in
werking zou treden, waren nog ruim 600.000 tons
suiker onverkocht. De afzet naar Britsc’h-Indië en
China, alwaar de it:ivoerrechten op resp. .1 Maart en
1 Januari verhoogd werden, was zeer gering, aange-
zien deze landen v66r het inwerking treden der ver-hogingen belangrijke hoeveelheden in
..’ oerden.
in Nederland is in de Tweede Kamer een wetsont-
werp aangenomen tot steunverleen…n.g aan de bieten.-
teelers voor 80 pOt. van den aanstaanden oogst. De
details werden reeds eerder in dit blad bekend ge-
maakt.
KOFFIE.
In den loop van het eerste kwartaal liep loco Ro-
bu.sta van 29 ct. per > .K.G-. terug tot 25 ct., terwijl
loco Superior Santos daalde van 31 ct. op 27 ct. De
oorzaak van cle clali ug is u.i tsiu.iteud te zoeken in den
w’anhopigen toestand, waarin liet artikel gekomen is
tengevolge van de kunstmatige prijsophoucling, in
vorige jaren door Brazilië toegepast. 1-hierdoor is ten
slott3 een z66 geweictige overproductie ontstaan, dat
e overschotten, welke op liet oogen’blik in. Brazilië
aanwezig zijn, tezamen toet de loopende oogsten in
de verschilleticte produ.ctielanden een hoeveelheid
vormeu,groot genoeg voor minstens anderhalf jaar
weielciverbru.ik. Waar nu bovendien de ‘volgende Bra-
ziel-oogst (1931/32) wederom zeer groot wordt ge-
raamd en cle vooruitzichten voor den daarop volgen-
CTS PES ‘/2KG.
KOFFIE
35
1tz.n…L…..J_
1
1
lAM crlso MOT 500 MI
11151 .11111
Alid SEPT (XT.
den oogst ‘voorloopig ook buitengewoon gunstig zijn,
is dc opiossi lig’ van het raadsel, hoe terugkeer tot
normale oinsta ndigiiëdeu mogelijk is te maken, nog
i.ngewi kkelcle.r geworden dan zij aan het einde van
h.et vorig jaar reeds was. Weliswaar worden in Bra-
zilië telkens nieuwe plannen gemaakt, doch cle daling
van den wisselkoers aldaar te lande in cle afgeloopen
drie maanden van 4
‘
/
t.o
tot
353/35
d.. per Milrei.s geeft
een cl u i delijk beeld van den uiterst kritieken toe-
stand, w’aar.in liet grodte piocl uctieland, hoofdzakelijk
tengevolge van de koffiecrisis, is gekomen.
:De noteer.in•gen aan (le Rotterdamsche termijn-
markt liepen voor de loopende maand ongeveer 4’% ct.
e.n voor de verder i’erivijdei’de maanden ongeveer ½
â 2% ct. terug.
Vervolg
STATISTISCH OVERZICHT VAN GROOTHANDELSPRIJZEN.
DIVERSEN
KOLONIALE PRODUCTEN
‘
INDEXCIJFERS
Bruto-
Vurenhout
1)
RU BBER
Standaard SUIKER
Witte krlstal-
KOFFIE
Robusta
THEE
Aft. N.-I. theev.
COPRA
gewichtv. d.
buit. handel
o
1111
–
0
o
u 0
basis 7″ f.o.b.
Zweden/
Rlbbed Smoked
Sheets
suiker loco
Locoprijzen
A’dam gem. pr
.
Ned.-Ind. f.m.s.
per 100 K.G.
Nederland
‘
c’0
II
u
Finland
loco Londen
R’dam/A’dam.
per 100 K.Q.
Rotterdam
per
1/
K.G.
Java- en Suma-
tratheep.lj1KG.
.
Amsterdam
1925 =100
_________
In-
1
voer
1
Uit-
per Ib.
>
–
voer
f
°Io
Sh.
0/
o
fl.
01
cts.
01
cts.
01
/
0
10
1925
159,75
100 2111,625
100,0 18,75
100,0
61,375
100,0
84,5
100,0
35,815 100,0
100
100
100,0 100,0 1926
153,50
96,1
21-
67,4
17,50
93,3
55,375
90,2
94,25
111,5
34,-
94,8
112
128
93,2
92,9
1927
160,50
100,5
116,375
51,6
19,125
102,0
46,875 76,4
82,75 97,9
32,62
5
90,9
113
116
95,4 89,5
1928
151,50
94,8
–
1
1
0,75 30,2
15,85
84,5
49,625 80,9 75,25
89,1
31,87
1
88,9
118
128
96,4
97,6
1929
146,00
91,4
-110,25 28,8
13,-
69,3 50,75
82,7
69,25
82,0
27,37
5
76,3
122 132
91,6
82,6
1980
141,50
88,6
-15,875
16,5
9,60
51,2
32
52,1
60,75 71,8 22,62
1
63,1
124
135
75,5
69,4
Jan.
1929
152,50
95,5
-19,875
21.9
13,77
5
73,5
53,125 86,6 77,25 91,4
29,-
80,8
III
119
94,2
84,6
Febr.
150,00
93,9
1/-
33,7
13,37
0
71,3
54
88,0 74,25
87,9
28,62
5
79,8
75
83
94,2
.85,4
Maart
147,50
92,3
110,125
34,0 13,50
72,0
54
88,0
72,75
.
86,1
27,62
5
77,0
82
III
94,8
85,8
April
147,50
92,3
-110,5
29,5
13,37
5
71,3
54
88,0
74,25 87,9
26,75
74,6
110
142
92,9
83,9
Mei
145,00
90,8
-110,875
30,5
12,25
65,3
54
88,0
73,50 87,0
25,87
5
72,1
135
144
91,6 81,7
Juni
,,
147,50
92,3
-110,625
29,8
12,00
64,0
54
88,0
69,50
82,2
24,87
5
69,3
137
134
91,0
81,9
Juli
145,00
90,8
-111
30,9
13,425
71,6
54
88,0
68,50
81,1
27,50
76,7
144
147
91,0
83,7
Aug.
145,00
90,8
-110,5
29,5
13,00
69,3 53,50 87,2
64
75,6
27,25
76,0
151
149
91,6
83,6
Sept.
145,00
90,8
-110.125
28,4
13,47
5
71,9 51,75 84,3
64
75,6
28,25
78,7
135
144
91,0 82,0
Oct.
,,
142,50
89,2
-/9,625
27,0
13,30
70,9
48,50
79,0
66
78,1
27,50
76,7
137
146
90,3 80,5
Nov.
,,
142,50
89,2
-18,125
22,8
12,50
66,7
41,75
68,0
66,50
78,7
27,25
76,0
128
143
88,4 78,8
Dec.
,
142,50
89,2
,18
22,5
12,075
64,4
36,75
59,9
60,75
71,8
27,125
75,6
123
125
87,1
78,8
Jan.
1930
147,50
92,3
-17,375
20,7
11,67
5
62,3
35
57,0
60,50
71,6 26,87
5
74,9
128
136
.
84,5
76,9
Febr.
147,50
92,3
-18
22,5
11,40
60,8
35
57,0
58,25
68,9
26,37
5
73,5
112
126
81,3
75,2
Maart
147,50
92,3 -17,625
21,4
10,70
57,1
35
57,0
62,25
73,7
25,25
70,4
125
131
78,7 74,2
April
147,50
92,3
-17,375
20,7
10,55
56,3
35
57,0
59,50
70,4
26,12
5
72,8
115
127
78,7 72,8
Mei
145,00
90,8
-16,875
19,3
9,80
52,3
34,75
56,6 58 68,6
25,50
71,1
132 132
76,1
72,0
Juni
145,00
90,8
-16,125
17,2
9,775
52,1
33
53,8
58
68,6
22,87
5
63,8
131
133 76,1
70,4
Juli
142,50
89,2
-15,625
15,8
9,275
49,5 31,50 51,3
55,50
65,7
21,75
60,6
138
141
74,2 69,3
Aug.
,,
142,50
89,2
-/4,875
13,8
8,50 45,3
29,50
48,1
55,25 65,4
20,-
55,7
129 145
73,5 67,9
Sept.
,,
140,00
87,6
-14,125
11,6
7,975
42,5
28,25
46,0 59,50
70,4
19,25
53,7
122 126
72,3
65,4
Oct.
132,50
82,9
-14
11,2
8,62
5
46,0
29
47,3
66,50
78,7 18,75
52,3
128
152
71,6
64,6
Nov.
130,00
81,4 -14,375
12,3
8,75
46,7
29
47,3
68,25
80,8
19,37
5
54,0
121
139
71,0 63,3
Dec.
,,
130,00
81,4
-14,375
12,3
8,20
43,7
29
47,3
66,75
79,0
19,-
53,0
105
129
69,0
61,3
Jan.
1931
125,00
78,2
1
-1
4
,
2
5
11,9
8,20
43,7
28
45,6 66,25
78,4
18,25
50,9
121
132
67,7 59,2
Febr.
125,00
78,2
/
-/3,875
10,9
8,20
43,7
26,25
42,8 53 62,7
18,12
5
50,7
96
121
67,1
59,4
Maart
,,
125,00
78,2
t
-13,75
10,5
8,30
44,3
25,50
41,5,
45 53,3
18,625
51,9
59,1
7 April
,
125,00
78,2
t
-13,25
9,1
8,50 45,3
25
40,7
44,50
2
52,7
18,125
50,7
13
,,
125,00 78,2
1
-(3,3125
9,3
8,75
46,7
25
40,7
17,625
49,1
1)
Jaar- en maandgem. atger. op
5/
pence.
2)
2 April.
MMMMMMMMMMMM
•
WW.
WW.EMMMMM
ommmm
08″
CTÇ PEP
h
K.G
THEE
0,6
0,5
05
o
.
01
4’v:
FEBP. MET. APE.
pui.
JUNI JULI. P&. SEPT
OCT.
NOV. DEC.
15 April 1931
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
373
TH1E.
De ‘theemarkt gaf in ht eerste kwartaal vrijwel
voortdurend sterk dalende prijzen te zien.
Opende de Amsterdamsehe thee-veiling
01)
8
J’anuari nog met een midclenprijs van
67%
ets. per 34KG. in
entrepôt, voor de tweede veiling in Januari bedroeg
die
64%
ets., om in cle. veiling van
5
Februari te
dalen tot
56
ets. en in clie van
19
Februari tot
50
ets.
5
Maart daalde de prijs nog verder tot
44
ets.,
doch na het bekend worden van de opheffing der
oogstbeperking voor
1931.
zakten de prijzen niet ver-
der in en gaf de laatste veiling van het eerste kwa-
taal, gehouden op
1.9
Maart zelfs een stijging te zien
van den mid’denprijs tot
45%
ets. per 34KG. in entre-
pôt.
Daarom mag worden aangenomen, dat de sterke
daling in de theeprijzen van de
2
eerste maanden
van het eerste kwartaal veroorzaakt werden, doordat
cle markt aanwijzingen had, ‘dat de oogstbeperking
niet zou worden voortgezet. De Amster.damsehe prij-
zen vormden in deze een getrouwe afspiegeling van
de Londensche markt.
ulto. December ongeveer
68.500
lcn. beliepen, opge-
loopen tot ca.
86.500
kn. op ulto. Maart of met
18.000
kn. Tegenover aanvoeren in het eerste kwartaal van
99.500
kn. stonden afleveringen van
81.500
ku. Het
cijfer der voorraden op ulto. Maart is echter onge-
veer
22.000
lcn. lager dan een jaar geleden.
COPRA.
In het algemeen zijn cle prijsfluctuaties voor Oopra
niet van zoo groote heteekenis geweest als bij andere
oliehoudende zaden.
De laagste prijs werd bereikt op
f
11%, en de hoog-
ste op
f
191/s.
Het Oosten verkocht vrij regelmatig, doch was in
het algemeen niet zeer dringend aan de markt, voor-
al niet op het laagste punt.
1-let huidige prijsniveau, dat voor het oergroote
deel der onderemingen verl:iesgevend is, geeft alle
aanleiding om te verwachten, dat in plaats van de
georganiseerde restri eti e ecu n atuurlijke oogstbe-
perking zal plaats vinden, omdat een •grootere oogst
verkregen door grovere pluk hij het tegenwoordige
prijsniveau alleen kan leiden tot nog grooter verlies
voor de producenten. Het aanbod in de zes Amsterdamsehe veilingen van
het eerste lcwartaal beliep resp. 13.630, 13.221, 14.087,.
15.11.4, 14.286
en
17.760
kn. Ned.-Indische thee direc-
ten aanvoer.
Als gevolg van de boycottbeweging in Britseh-
indië is het bnnenl.andsehe verbruik van thee sterk
afgeuomen, waardoor cle uitvoer en daardoor ook de
aanvoer op de Londensehe markt zooveel grooter is geworden en de vermindering van den Britseh-Indi-
.schen oogst (die Icleine aanvoeren deed verwachten)
grootendeels teniet heeft gedaan.
De voorraden in cle Londensche pakhuizen gaven
clan ook op ulto. Januari en
Oj)
ulto. Februari in
plaats van verdere verminderingen toenemingen te
zieii ten opzichte van een jaar geleden. Alleen Maart
geeft een vrij sterke vermindering dier voorraden te
zien. Beliepen de voorraden op ulto. Febr,uari nog
ruim
270
millioen lbs. of
3
millioen lbs. meer dan een jaar geleden. Op ulto. Maart zijn die voorraden
teruggeloopen tot ruim
242
millioen lhs. of bijna
7
millioen lbs. minder dan een jaar geleden. Deze
vermindering is geenszins het gevolg van kleine aan-
voeren – die in Maart ruim
5
millioen ibs. hooger
waren dan in de overeenkomstige maanden van ver-
leden jaar – doch uitsluitend van sterk toegenomen
afleveringen in de Londensche pakhuizen
(55341
mil-
lioen lbs. tegenover
40
millioen lbs. in 1930).
Deze sterke vermeerdering •der afleveringen houdt
zeker verband met de vrees, dat bij de aanstaande
Engelsche begrooting weder een invoerrecht zou wor-
den ingesteld op thee, teneinde het evenwicht in de
begrooti.n.g van het Rijk te kunnen verkrijgen.
Blijkens de statistiek van het Thee Etablissement te Amsterdam zijn de voorraden in entrepôt, die op
JAN. TCDJ. MIJ!
API?. 1101. JUNI. JULI. AUO.
ULI.
NN.
UDI_.
Sinds half Maart was de vraag in het algemeen
zeer gering en was er weinig vraag van fabrieken.
Vooral met Marseille was er weinig te doen.
Amerika kocht in de afgeloopen periode weinig
copra. Dientengevolge kwam er eenig aanbod op de
Europeesche markt van Philippijnen Copra; tegen
liet slot toonde Amerika echter weer wat meer be-
langstelling en hield het bovengenoemde aanbod we-
derom op.
(Vervolg van pag. 869.)
Klein/umdetvprijzen.
De tabel kleinhandelsprijzen omvat
de prijzen van
40
verbritiksartikelen, verdeeld in een serie
inheemsche en een serie uitheemsche artikelen.
Het indexeijfer van de serie inheemsche artikelen daalde
in December met
2
punten tot
147,
tengevolge van den lage
ran prijs van melk, terwijl dat van de serie uitheemsehe
artikelen onveranderd
139
bleef.
lIet iiidexcijfer van cle ‘in. en uitbccmsche artikelen te-
ramen bedroeg in December
143
tegen
144
in November ji.
Pava.rprjzen.
Ondanks het seizoen, dat in het algemeen
stijgende prijzen te zien geeft, blijken cle prijzen in No-
veiiiler ji.
van bijna alle producten te zijn gedaald. Voor
padi, beras, Jnaïs, aardnoten en kedelee zijn de prijzen zeer
laag.
Onderstaand staatje geeft een overzicht van cle prijzen
in November 1928. 1929
en
1930
iI.1
guldens per picol.
PadiBeras Maïs Aardnoten Kedelee
boeloe No. t No. 1
gep:
zwarte
1930 …….4.05
10.83
3.86
10.25
7.89
1929 …….5.31
12.27
5.86
12.07
936
1928 …….5.09
11.80
4.48
12.10
9.01
De Novemberprijzen van klappers, kippencieren, goela
aren en goela teboe zijn eveneens laag.
Klappers Kippeneieren
goela
goela
P. st.
p. stuk
aren
teboc
p. kattie p. kattie
1930 ……..0.05
0.0334
0.1034
0.0834
1.929 ……..0.06
0.0434,
0.13Y2i
0.11
1928
0.06
0.04
0.1334
0.11
Alleen gaplek, cassave en bataten zijn nog iets hooger
in prijs dan in November
1928.
374
.
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
15 April1931
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.
N.B. ” heteekent: Cijfers nog niet ontvangen.
GELDKOERSEN.
BANKDISCONTO’S.
sc.Wissels. 2424
Jan.’81 N d
Lissabon
….
74 2Juni’30
Bk1B
rB,ia
3
24 Jan.’31
Londen …….
’30
1Mei
rsch. inR.C.
3
24Jan.’31
Madrid ……
6
19Juh ’30
Athene ……….
9
2 Dec.’28
N.-YorkF.R.B.
2
23 Dec.’30
Batavia ………..
4410 Mrt.’SO
Oslo
……..
4
8Nov.’30
Belgrado
……..
5428
Mei ’30
Parijs
……
2
2Jan.’31
Berlijn
……….
5
9
Oct. ’30
Praag
……
4
24Juni ‘0
Boekarest……..
8
1 Apr.’31.
Pretoria
. . . .5
12Mrt.’3i
Brussel ……….
2431 Juli’30
Rome……..
5519 Mei ’30
Budapest ……..
5428
Mei ’30
Stockholm
..3
6
Fel..’Sl
Calcutta
……..
7
15Jan.’31
Tokio
……
5.1 6 Oct.
’30
Dautzig
……..
5
10 Oct. ’30
Weenen……
5
9Sept.
1
30
Helsingfors ……
6
26Aug.’30
Warschau …
.
74 3
Oct.
’30
Kopen hagen
….
3512 Nov.’30
Zwits. Nat. Bk.
2 23
Jan.’31
OPEN MARKT.
1931
IIA
6111
I3OMrt.I
23128
pr.
April
4Apri1
Maart
1930
7/12
April
1929
8113
April
1914
204
.
Juli
Amsterdam
Partic.disc.
l/-
1
/
lh14_1j
3
13/16_h/4
1
‘/4-
3
jn
2
3
14-3
S
5
/n
1
/z
318
-1
118
Prolong.
1
3
14
1114_314
1
1
14
I_
1
14
2114-
8
18
5
1
-6
1
1
2
1
14-
8
1
4
Londen
Dageld…
112-2
I
1
13
1
12
1
1
124
1
1
12-3
1
5
1’/2
1
1,
331511
1
8
1
4
-2
Partic.disc.
2
19
/34-/9
2
19
In-
5
I
29
/lr,
-5
18
2
1
/14
2151
32
_01
16
5
1
I-
5
/n
2
1
14-11
Berlijn
Daggeld…
411-6
411711
5..7
11
3-6
2
1
1-5
6-8
–
Partic.dlsc.
30-55 d.. .
451
451
5
_31
4
481
4
4314
4
8
1
1
1
6
8
18-/2
56-90 d…
45//
418-14
431
4
4314
418
1
I2
61-
1
12
2
1
/4-
1
j,
Waren-
wechsel.
511
4
511
4
511
4
5l./,
431
4
_5
61514
–
NewYork
Dageld
4)
1
1
12
3
/
4
1
1
1214
1
1
142
1
14
111
2
211
4
311_411
7I0
1
14
1
8
/4-2
1
1,
Partic.disc.
1
3
14
1
3
/4
1
3
14
1
1
3
/4
11
3-‘I4
11
5
1
1_
5
1
11
–
1)
Koers van
10
April en daaraan voorafgaande weken tlm Vrijdag.
WISSELKOERSEN.
KOERSEN iN NEDERLAND.
Data
New
Londen
Berlijn
Parijs
Brussel
Batavia
York’s)
S)
0)
0) 0)
t)
7 April 1931
2.497/
12.11,
l8
50.38
9.754
34.674
8
,,
1931
2.4971
12.12
59.41
9.754
34.70
99111
44
9
,,
1931
2.49s1
12.115/
59.38
9.754 34.694
9114
10
,,
1931
2.49%
12.118/
46
59.335
9.744
34.66
99i5,,
11
,,
1931
2.495
12.115/,,
59.35 9.75 34.66
13
,,
1931
2.49i1
12.1061,
59.315 9.744
34.64
99tsj
Laagsted.w.1)
9.49
12.09%
59.28
9.734
1
34.61
99tsj,
Hoogste d.wl)
2.49%
12.12%
59.424
9.76 34.71
99
11
1,8
6 April 1931
–
–
–
–
–
–
30Maart1931
2.49s1
12.1171
t
59.43
9.754
34.68
99
1
5/
4
Muntpariteit
2.48%
12.10%
59.26
9.75 34.59
100
Data
Zwit-
sernd
Weenen
Praat
Boeka-
Milaan
Madrid
7 April 1931
48.00%
35.07%
7.384
1.484
13.06
27.50
8
,,
1931
48.03%
35.07% 7.384
1.484
13.064
27.46
9
,,
1931
48.04
35.07%
7.384
1.48k
13.06
27.45
10
,,
1931
47.99
35.07%
7.384
1.48
13.044
27.65
11
,,
1931
48.02
35.05
7.38k
1.484
–
–
13
,,
1931
47.99
35.05
7.384
1.484
13.04
26.50
Laagst.ed.w.i)
47.97
35.-
7.38
1.474
13.02
25.75
Lioogstn d.wl)
48.06
35.10
7.394
1.491,
13.074
27.80
6 April 1931
–
–
– –
–
–
30Maart1931
48.-
35.10
7.39 1.484
13.07
27.15
Muntpariteit
48.-
35.10
7.371
1.488
13.09
48.524
i
a a
Stock-
Kopen-
Oslo
Buenos-
Mon-
holrn
)/zagen’)
forf’)
Aires
1)
freal
4)
7 April 1931
68.774
66.7241
66.75
6.28
87 2.498/
8
,,
1931
66.80 66.724
66.75
6.28
8671
5
2.495/
9
,,
1931
68.774
66.721,
66.75 6.284
8611,
2.49
5
1
18
10
,,
1931
66.75
66.674 66.70
6.274
867/
8
2.49%
11
,,
1931
66.75
66.674
66.70
6.28
867
2.49%
13
,,
1931
66.70 66.65
66.774
6.274
86%
2.48461
45
Laagsted.w.’)
66.65 66.80
86.624
6.26
85%
2.48%
Hoogste d.w
1
)
66.824
66.75
68.80 6.29
87%
2.4951
8
6 April 1931
– –
–
–
–
–
30Maart1931
66.80
66.725
66.75
6.28
867/
s
Muntpariteit
66.67
66.55 66.67
6.265
9591
2.48%
)
Noteering te Amsterdam.
*0)
Not. te Rotterdam.
1)
Part, opgave.
In het eerste nummer van iedere maand komt een overzicht voor van een aantal niet wekelijks opgenomen wisselkoersen
KOERSEN fIi NEW YORK. Cablei
Data
–
1
Londen
($
per
4)
Parijs
($ p.
IOOfr.)
Berlijn
($ p. 100
Mk.)
Amsiërdam
($ p. 100
gld.)
7 April
1931
4,8529/
93
3,919,
23,81%
40,09
8
,,
1931
4,85
29
/
32
3,911/,
23,82
40,098e,
9
,,
1931
3,91i,,
23,81%
40,114/
11
10
,,
1931
4,85i5,
3,91
23,80% 40,12
11
,,
1931
4,8511,
3,9111
44
23,81
40,11%
13
,,
1931
4,85271
3,91’1 23,80%
40,15
14 April
1930
4,865/,
3,9111,
23,86% 40,19
1untpariteit ..
4,8667
3,9051
8
1
23,81%
4011
44
KOERSEN TE LONDEN
Plaatsen en
Landen
Noteerings-
eenheden
1
28
Mrt.
1931
1
4
Apr.
1931
1Laagste
l
Hoogstgl
6111
April
‘3h
11lApr.
1931
Alexandrië..
Piast. p.
973.
973<
9771
t6
9791
0
97%
Dr. p.,
375
375
374%
375k
375
Bangkok….
Sh.p.tical
1110
1/9%
1
i
9,
116
1
,
9
%
1
1
9
%
Budapest …
Pen. p £
27.88
27.874
27.84 27.89
27.875
Buenos Aires
d. p.$
391
39
1
1
384
39’j,
3818/
16
Athene …….
Sh. p. rup.
15
65
1
115
65
1
84
1/5
15
/14
l/S/s
115
27
1
32
Constantin..
Piast.p.c
1.025
1.025
1.025 1.025 1.026
Hongkong ..
Sh.p.$
1081
5
110
2
)
11%
1/05/
44
11
31
/
39
Kobe
…….
Sh. p. yen
2/0
13
/
32
21018/
2
/Os/s
2/0
7
/
210
15
1
52
Lissabon ._..
Escu. p. £
108%
108%
108
,
18
108m1,
108y
4
Mexico
….
$ per £
10.224
10.20 10.10 10.30
10.174
Calcutta …….
Montevideo .
d. per £
353f
35%
33%
35%
335
Montreal …
$ per £
4.8611,
4.86
4.85f B
4.86%
4.86
Rio d. Janeiro
d. per Mil.
3
23
152
3i1j
10
391
3%
31i
Shanghai . . .
Sh. p. tael
1/3
7
18
11311
2
112s1
1j371
1/3%
Singapore ..
id. p. $
213%
2/3%
213ti,
2131I
213%
Valparaiso 1).
$ per £
39.94
39.96
39.93
39.96
39.93
Warschau ..
ZI. p. £
43′,,
43t1
45
1I6
1l6
43816
1) 90 dg.
8)
Koers
van 2
April.
ZILVERPRIJS
GOUDPRIJS
8
1
Londen’)
N.York’)
Londen
6 April 1931.. –
27%
6 April 1931….
–
7
,,
1931..
121i
27%
7
,,
1931
…
84110%
8
,,
1931..
1251
27%
8
,,
1931….
8411011,
9
,,
1931..
12151
46
28i1
.
9
,,
1931….
84110%
10
,,
1931..
2811,
10
,,
1931….
84110%
11
,,
1931..
13
28%
11
,,
1931….
84110%
12 April 1930.. ,199i
42%
12 April 1930.. ..
84111%
27 Juli
1914..
24i’j,,
59
27 Juli
1914… .
84111
1) In pence p.oz.stand.
1)
Foreign silver In tc. p.oz. fine.
8)
In sh.
p.oz. fine
STAND VAN ‘.RIJKS KAS.
Vorderingen.
1
31 Maart 1931
1
7 April 1931
Saldo van’s Rijks Schatkist bij De Ne-
derlandsche
Bank ………………
-,
/
5.941.368,23
Saldo b. d. Bank voor Ned. Gemeenten
f
75.897,19
97.307,44
Voorschotten op uit. Februari 1931 a/d.
gemeenten verstrekt op voor haar
……
door de Rijksadministratie te heffen
gemeentelijke
ink.bel.
en
opc.
op
de
Rijksink.bel……………………
33.780.134,40
33.780.134,40
Voorschotten op uIt. Februari 1931 a/d.
gemeenten
verstrekt op aan haar
uit te keeren hoofdsom der perso-
neele belasting, aandeel in de hoofd-
som der grondbelasting, alsmede van
opcenten op die belastingen……….
,,
8.711.506,-
8.711.506,-
Voorschotten aan Ned.-lndIë ………
,,116.826.279,38
• 120.492.497,94
Id. aan
Suriname …………………
..13.747.89,1,62
.
,,
13.753.935,35
Id. aan
Curaçao….. ……. ………..
,,
5.894.569,48 5.899.865,57
Kasvord. weg. credietverst.a/h. buitenl.
103.793.50,37
105.801.484,56
Daggeldleeningen tegen onderpand..
Saldo der postrekeningen van Rijks
1.000.000,-
5.000.000,-
comptabelen
…………………..
,,
16.510.461,92
,.
22.544.355,35
Vordering op andere Staatsbedrijven’)
,,
16.408.926,60
,,
19.640.750,96
V e r
Pl
i cli t i n ge n.
Voorsch. door de-Ned. Bank ingevolge
art. 16 vn haar octrooi verstrekt
1
8.317.098,42
–
Schatkistbiljetten in omloop ………
173.933.000,-
fl80.689.000,-
Schatkistpromessen in Omloop ……..65.030.000,-
,, 68.210.000,-
Zilverbons In Omloop …………….,,
3.064.345,-
,,
3.045.432,50
Schuld aan het Alg. Burg. Pensloenf.i)
27.253.655,49
,,
30.365.421,79
Id. a. h. Staatsbedrijf d. P., T.
T.’)..
21.363.543,87
28.393.229,32
..
en
Id. aan andere Staatsbedrijven’) …..
,,
959.360,16
,,
989.360,16
Id. aan diverse Instellingen’) ……..
.,,
27.641.637,16
,,
32.034.637,16
.
1
1 In rekg.-crt. met ‘s Rijks Schatkist.
NEDERLANDSCH-INDISCHE VLOTTENDE SCHULD.
1
A
A,,.tl
1091
1
II
A…4I 41781
voroeringen:
–
Saldo bij de Javasche Bank
–
Betaalmiddelen In ‘s Lands Kas
–
Verplichtingen:
Voorschot ‘s Rijka kas ……….. . …
(120.646.000.-
Saldo bi) ‘s Rijks kas ………………..
Schatkistpromessen ………………
15.000.000,-
Schatkistbiljetten
……………….
.3
Muntbiljetten in omloop ………….
,,
.
..
. 2.890.000,-
Schuld aan het Ned.-Ind. Muntfonds.
…165.000,-
3.988.000,-
Idem aan de Ned.-Ind. Postspaarbank.
.
.
1.091.000,-
Voorschot van de Javasche Bank……
1a644.000,-
fl20.947.000,-
15.000.000,-
8.275.000,-
12.38 3.000,-
4.235.000,-
1.240.000,-20.575.000,-
15 April 1931
ECONOMISCH.STATISTISCHE BERICHTEN
375
NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 13 April 1931
kotiva.
Binnenl. Wis-f’Hfdbk.
f
37.051.146,63
sels,Prom., Bijbnk.
191.798,82
eue.1uu1se..ag.scn.
8.61.361,04
f
45.922.308,49
Papier o. h. Buitenl. in disconto
……
Idem eigen portef..
f
212.172.902,-
Af :Verkochtmaar voor
de bk. nog niet af gel.
–
,,
212.172.902,.._
Beleeningen
1
Hfdbk.
f
30.415.209 69
mcl. vrsch.!
in rek.-crt.1
Bijbnk. ,,
4.650.379 53
op onderp.
Ag.sch. ,,
51.993.863,63
f
87.059.452,85
Op Effecten
……f
85.507.237,50 Op Goederen en Spec. ,,
1.552.215,35
87.059.452,85
Voorschotten a. h. Rijk ……………..
406.155,-
Munt en Muntmateriaal
Munt, Goud
……f
84.483.560,-
Muntmat., Goud ..
361.494.561,67
f
445.978.121,67
Munt, Zilver, enz.
•
,,
35.133.829,93
Muntmat., Zilver..
,,
–
,,
Belegging
11
5
kapitaal, reserves en pen-
481.111.951,60′)
sioenfonds
……………………
..
25.884.634,07
Gebouwen en Meub. der Bank ……..,,
5.000.000,_
Diverse
rekeningen ……………….,
50.491.992,97
Paasiva
f
___________________
908.049.394,98
Kapitaal ……………………….
f
2
0.000.000,-
Reservefonds ……………………..,,
7.199.946,44
Bijzondere reserve
………………
..
8.000.000,-
Pensioenfonds
………………….,,
6.783.017,54
Bankbiljetten in omloop …………..
,,
837.142.750,-
Bankassignatiën in omloop ……….
..
389.111,03
Rek.-Cour. Ç Het Rijk
f
–
saldo’s:
Anderen,, 16.705.962,29
16.705.962,29
Diverse rekeningen ………………,,
11.828.607,68
f
908.049.394,98
Beschikbaar metaalsaldo ….. ……..
f
139.029.474,76
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop dan waartoe de Bank gerechtigdis ,, 347.573.687,-
1)
Waarvan in het buitenland
/
28.846.779,33.
Voornaamste posten in duizenden guldens.
Data
Goud
Ctrculatie
Andere
opelschb.
Beschikb.
Metaal-
Dek.
king,
Munt
1
Munimat.
schulden
saldo
1)
perc
13
Apr. ’31
84.484 361.495
837.143
17.095
139.029
56
7
,,
’31
84.484 361.495
852.402
24.812
128.833
55
30 Mrt. ’31
84.489 361.495
841.198
17.427 138.401
56 23
’31
84.505
361.495 804.834
40.518 141.709
56
16
,,
’31
84.516
361.495
817.401
28.825
140.005
564
9
,,
’31
84.529
361.495 824.345
24.166
137.909
56
14 Apr.’30
64.921
367.023
815.200
18.040
123.953
55
25 Juli
’14
65.7031
96.410 1310.4371
6.198
1
43.521
54
Totaal
Schatkist-
B 1 ee-
Papier
DtveiT
Data
bedrag
promessen
1
e
‘
neen
op het
reke-
1
–
–
disconto’s
rechtstreeks
buitenl.
ninRen
1)
13 Apr. 1931
45.922
–
87.059
212.173
50.492
7
,,
1931
44.385
–
120.186
212.019
43.266
30 Mrt. 1931
45.329
–
97.193
217.885
38.906
23
,,
1931
45.663
–
82.891
220.697
38.224
16
,,
1931
47.207
–
82.024
221.349
38.978
9
,,
1931
47.515
–
82.266
223.835
39.290
14 Apr. 1930
51.163
–
99.044
209.348
35.054
25 Juli
1914
67.947
1
–
61.6861
20.188
509
1)
Sedert den
bankstaat
van 14 Jan.
’29, weder
op de basis
van
2j
metaaldekking.
2)
Sluitpost
activa.
SURINAAMSCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens.
Data
Metaal
Circa-
1
op
Andere
elschb.
1
schulden
1
1
Discont.
Dlv. reke
ningen’)
7 Maart1931…
831
1.324
584
847
532
28 Febr.
1931…
830
1.438
571
857
526
21
,,
1931..
839 1.209 600 859
505
14
,,
1931-
838,
1.257 616
859
498
8 Maart1930..,.
880′
1.515
628
‘1.042
397
5Juli
1914…
645
1.100′
660
735 396 1) SluItp.deractIva
2
)f100.000.bli de Ned. Bank gedeponeerd.
JAVASCHE BANK.
1/oornaauiste posten in duizenden guldens. be samengetrok.
ken cijfers der laatste weken zijn telegrafisch ontvangen.
Andere Beschlkb.
Data
Goud
Zilver
C’rculafie opeischb. metaal-
schulden
saldo
-1lApr.1931
1610
247.200
37.000 52.420
4 ,, 1931
‘
166.300
242.100
40.600 53.220
28Mrt.1931
166.100
238.700
56.800 47.900
1411rt. 1931 ‘118.717 1 43.04
246.072
46.474 44.741
7 ,, 1931 118.711
44.839 ‘248.588
42188
47.2’41
28Feb. 1931 118.704
43.990 246.371
38.480 48.753
’21 ,, 1931 118.828
44.056 245.043
37.839 49.732
12Apr.1930 138.888
31.519 276.077
43.282 ‘42.662
13Apr. 1929 167.253
18.448 306.180
35.681 48.957
25 Jüli
1914
22.057
31.907
110.172
12.834
4.842
Data
Dis-
1
bgziten’
1
.Bel.’e-
Diverse
1
reke-
1
– conto’s
N.-Ind.
1
fin
gen
ningen’)
percen-
betaaib.
1
tage
11Apr.1931
ii’soo
.
•”
58
4
,,
1931
109.600
.
59
28Mrt.1931
120.700
56
14Mrt, 1931
‘
8.869
29.333
40.898
32.750
55
7
,,
1931.
9.035
29.680
40.693
33.389
56
28Feb.1931..
9.028
29.288
40.598
33.801
57
21
,,
1931
8.978
29.592
39.961
38.251
58
12Apr. 1930
9.041
35.357
55.409
32.216
53
13Apr.1929
7.912
28.113
73.354
52.123
54
25juli1914
7.259
6.395
75.541
.
2.228
44
‘) Sluitpost aCttva.
BANK VAN ENGELAND.
–
Voornaamste posten in duizenden ponden sterling.
Bankbilf.
1
Bankbilf.
Other Securities
Disc,
and
Sècurlfi
Data
Metaal
in
in Banklngl
circulatle
1
Departm.
1
Advances
8 Apr. 1931
147.023
358.885
47.237
10.890
28.609
1
,,
1931
145.387
357.057
47.409
24.629
25.685
25 Mrt. 1931
144.519
348.808
54.806
11.362
3 4.4
2
1
18
1931
142.827
347.287
54.670
8.021
29.348
11
1931
141.729
350.327
50.601
9.239 28.709
4
1931
141.762
350.722
50.204
10.639
30.039
9 Apr. 1930
160.781
359.250 60.579 6.288
11.063
22
Juli
1914
40.164 29.317
.
33.633
Data
00v.
Sec.
Public
Depos.
Other Deposits
1
Other
Bankers
Accountsl
1 1
Reserve
1
Dek-
1
kings-
rperç.’)
8Apr.’31
33.400 9.863
59.507
34.000
48.138
46M
1
,,
’31
30.350
17.243
58.788
34.693
48.330
4
.
3
19
1
5
,
25 Mrt. ’31
27.695
9.500
57.704
33.711
55.711
557/
32
18
,,
’31
28.905
10.500
59.796 33.228 55.540
5310
11
,,
’31 30.435
8.757
59.275 33.469 51.402
50
19
1,,
4
,,
’31
.
34.395
7.827
68.613 34.412 51.040
475/
j
9Apr.’30
55.862
15.168 65.251 36.657
81.5311
52
22Juli
’14 11.005
13.736
42.185″
29.297152
1) Verhouding tusschen ieserve en Deposits.
,
BANK VAN FRANKRIJK.
Voornaamste posten in millioenen trancs
1
Te goedl Belee-
),
Data
Wis-
t
Waarv.
Goud
Zilverl In
hèt
sels
1
op
het•)
.
hot
1
bultenl.1′
buitenl.
hle,
a:d.Staat
3 Apr.’31
56.097
739
6.941
25.364
19.372 2.941
3200
,
27 MrL’31
56.116
739
6.939 26.451
19.388
2.858 3.200
20
’31
56.103
726
6.912
25.447 19.364
2:882 3.200
.13
’31
56.095
714
6.947
25.559
19.363
2.902
3.200
4Apr.’30
42.358
269
6.913 23.868
18.758
2.697
3.200
23Juli’14
_.!±I
.!
1.541
8
769
–
Bons
”
d.
Diver-
‘
Rekg. Cou’re'”
Data
zelfst.
amort.
k:l
sen
1)
‘Circulatie
1
Zei/st.
1
Parti-
Staaf
lamort.k.Iculieren
3Apr.’31
1
5.082
2.631
79.465
2.420
8.884 10.612
27 Mrt,’31
‘5.082
2.280
77.864
2.399 9.374
12.51,7
20.
‘3.1
5.082
2.286 77.370
2.677
9.180 11.884
13
,,
’31
5.082
2.203
.
17.810
3.145
9.313
11.118
4Apr.’30
5.395.
‘1.823
.
11.576.
3.518
3.007.
6.798.
23 Juli’14
s-.-
-.
5.912
401
–
‘
‘943
1)
Sluitpost
activa.
.
376
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
:15 :Ari1 1931
GOEDERENHANDEL.
GRANEN.
14 April 1931
Dc t a r w c-iiiarlot heeft ook deze week geru.imen tijd
haar weifeletict karakter behouden en nog altijd speeldcu
de groote voorraden val., dcii Farm Board daarbij een
groote rol. Zij blijven de markt bedreigen, welke beclrei-
ging nog sterker werd gevoeld, uit de nieuwe oogst der
wintertarwe in de Vereenigde. Staten er blijkens de
laatste berichten zoo goed voorstond. Volgens het op
9 April te Washington gepubliceerde maandelijksebe oogst-
rapport wordt de opbrengst zelfs geschat
01)
644 millioen
bushels, terwijl die het vorige jaar 604 tuillioen liëeît be. dragen. VerddF clealt het Internationaal Landbouwinsti-
tuut te Rome etiede, dat in de 14 landen van het Noorde-
lijk halfrond, waarvan gegevens zijn binnengekomen, de
met w’intertarwe Ilezaaidc oppervlakte 129 millioen acres
bedraagt tegen 125 inillioen in 1930. Dit totaal bevat ook
de met wiutertarwe bezaaide oppervlakte in Oekrait:ie,
doch, zelfs wanneer die niet wordt meegerekend, valt er
slechts een vermindering van 500.000 acres te constatee-
ren. Het zal dus van groote beteekenis zijn, hoe de uitzaai
der zomertarwe iii Canada, de Vereenigde Staten en Rus-
land uitvalt. Ondanks de groote hoeveelheden tarwe, welke
er bij voortduring beschikbaar zijn en de zeer goede voor-
uitzîchten voor de
–
wintertarwe der VereenigdeStaten, is
tarwe deze week eigenlijk over het algemeen niet flauw ge-
weest en tenslotte is er zelfs een flinke prijsverhooging
ingetreden. Weliswaar namelijk is men zich voortdurend
bewust, dat verkoop voor export op cenigszins groete schaal van de tarwe van den Farni .Board, waartoe de
Board •toeh waarschijnlijk ,’el zal itloetee overgaan, vÔdr
de groote nieuwe oogst binnenkomt, tot nieuwe prijsdaling
zon moeten leiden, en dat ook binnenkort dc nog steeds
matige verschepingen uit Argentinië wel zullen toenemen,
hetgeen eveneens een nieuven druk op de markt met zich
zal brengen, doch vooralsnog zijn er verschillende oor-
zaken, die een vastere stemming met zich brengen. Daar-
toe behooren de matige versehepingen uit Argentinië en in
verband daarmede cle niet te groote omvang van dc naar
Europa onderweg zijnde hoeveelheid. Verder cle kleine
verschepingen uit Rusland, dat deze week zelfs zoo goed
als geen tarwe heeft afgeleden. ])at binnenkort weer meer tarwe uit Rusland zal worden verscheept, wordt wel alge-
meen aangenomen, doch voor het oogenblik althans steunt
de geringe omvang der Russisehe verschepingen de markt.
l)an zijn er de voor den ultzaai der zoinertarwe weinig
gunstige weersomstandigheden in de Vereenigde Staten en
de verwachting, dat die uitzaai in ieder geval kleiner zal
zijn dan in 1930 en het hier en daar lestaande vermoe-
den, dat cle Paren Board ondanks zijn verzekering van het
tegendeel, toch in het nieuwe seizoen wel door de om-
standigheden gedwongen zal zijn om op dc een of andere wijze de .tarweprijzcn te blijven steunen. Bovendien is er
nu, in Frankrijk ernstig sprake van, dat het veroorloofde
percentage buitenlandsche tarwe vai, 10 op 20 zal worden
verhoogd en de geruchten over cle kans op althans tijde.
lijke verlaging van het Duitsche invoerreclit op tarwc
oor de resteercude maanden van liet oogstjaar. Tn dat
vooruitzicht werd deze week in Duitschland reeds meer
Canadeesche tarwe gekocht en algemeen wordt op toe-
name der Duitsehe en Fratische inkoopen gerekend. Daar-
bij vindt vooral Australische tarwe nog geregeld koopers in China en ‘de groote verscbepingen naar niet-Europee-
sche destinaties blijven bij voortduring de markt steunen.
Tot de redenen voor de prijshoudende stemming aan de
tarwemarkt behoorde deze week niet meer het slechte
veder in Frankrijk. want de weersomstandigheden zijn
daar den laatsten tijd beter geweest en de vooruitzichten
voor de te ,vclde staande tarwe zijn daar veel verbeterd.
Later was het weder in Frankrijk weer slecht. De cijfers,
die deze week over het in Dni’tschland te velde staande
graan i7ijn gepubliceerd, wijzen op ecn vrij wat minder gun-
stigeii st,,nl dn éen jaar geleden. D& vraag in Engeland
ws eze week nu en dan lang niet onbevredigend en dat
na het bekend worden van cle hooge opbrengstraming voor
dè Amei’ikhansehe wintertarwc niet een prijsdaling, doch
aan de overzeesehe markten zelfs een verhooging is ge-
volgd en ook Eiropa zijn iets betere stemming bleef behou-
den, wijst duidelijk op den beteren grondtoon, dien de
±arkt tegenwoordig bezit, doch die doör velen slechts
als tijdelijk wordt beschouwd. Intussclien lijkt het wel, alsof de tegenstand der producenten tegen de zeer lage
tegdnwoprclige tarwprjzen’ sedert korten tijd is toegeno-
men. Op 13 April was de tarwemarkt zelfs zeer vast met
veel zaken naar Europa, vooral ook naar Engeland en de
Middellandsche Zee.
:I:ii dc exportianden w’as tarwe, vooral • in Argentinië,
iuinterke1ijk booger. Fet slot was ,t,tii de Argeutijusche
termijioiiarkteii 20 it 30 eentavos pci 100:KO . hooger dan
een week tevoren, rcadat iii liet begin der veek een ‘eila-
ging vii ii 5 5 15 ceutwos Itiuci plaats g evo,ideïi. Juli- cii
Septcml)er-tal’we kwasir te Chicago ongeveer 2 dollarceiit
per 60 lbs. honger dan op 6 April, terwijl de verlioogiiig te
Winnipeg eveneens 2 ccitt bedroeg. Aan deze beide niark-
-ten was de prijs in liet begin der week eerst t t 1% çeut
ged aald.
Voor ro g g c blijven iii :Diiitschlaiid cle betere juijzcii
zich goed liarulha ‘eii en ondler dien invloed der zeer vaste
markt voor voedergraiicn iii spoedige posities, kon ook
overigens de roggemarkt eenige verbetering ondergaan.
T[et schijnt, dat de bekende groote Rotterdamsche voor-
mdcii ilLissiscile rogge nu sterk zijis verniiiiclerd en ter-wijl de vraag, clie i
ii Nederland eenige weken slecht was
geweest, zich herstelde en ‘i’eder vrij grootc verkoopen
uit ctieit voorraad tot stand kwamen, vond tevens eeuige
prijsverhooging plaats. Uit Rusland werd weder mcr
roggc verscheept clan langen tijd het geval is geweest, doch
van verontrustendeii oniva ng was te hoeveelheid niet.
Roggc is bij de sterk gestegen prijzen van spoechige mafs
en gerst weer verreweg bet goedkoopste vocclergraan.
Voor in it Is valt een merkwaardig hooge premie voor
spoeclige posities te constateeren. Daar onlangs de ver-
schepingen van Argentinië gedurende eenige weken kleiu
zijn geweest en uit Roemenië eveneens zeer weinig mals
is afgeladen, terwijl bovendien het vertrek der booten – uit
de :Doiati1ivens met zeer -groote vertraging in zijn werk
gaat, is spocdige maIs in alle Europeesche invoerlanclen schaarsc-h. Het zachtere weder heeft wel in Engeland de
vraag doen afn enten, doch in Nederland en België bestaat
nog flinke kooplust en de aanvoeren zijn te klein om in
cle bcstaande vraag te voorzien. Spoedige tunis is da,, ook
deze wek weder sterk in prijs gestegen, ofschoon toch
in het begin der week vrij veel Platamaïs in Nederland is aangekomen. De uitermate vaste stemming voor spoedie
mais heeft geleidelijk ook pas gestoomde en ladende Pla-ta-
mais in prijs doen stijgen, temeer omdat ook daarvan het
aanbod niet -groot was. Op vesschillende dagen der week vonden daarom iii ilie posities levend ige zaken plaats tot
stijgende prijzeu naar Nederland en België, terwijl daar-voor nu en dan ook in Engeland goede kooplust bestond.
in verband met den zeer grooten Argentijnschenoogst wa-
ren de Argentijnsche terinijniiiarkten eerst itiet vast, maar
later is een vastere stemming ontstaan. Misschien hing
die samen met de overigens nog al ouwaarscliijnlijIe ge-ruchten omtrent plannen der Argentijusche regeering tot
stabilisatie van den maïsprijs, maar vermoedelijk zal cle
vaste stemming voor -spoedige mais wel de voornaamste
reden zijn geweest, terwijl de Argentijnsche landbonweis
zich wegens den lagen prijs bovendien niet haasten met
liet ter markt brengen vait hun mais. Tenslotte is dus ook Platainaïs op latere af lading duurder geworden, doch cle
ondernemingslust daarvoor is bij voortduring gering. Uit
Roemenië en Bulgarije is liet aanbod van mafs klein.
Slechts enkele afgeladen partijen werden deze week naar
Nederland verhandeld, doch voor verdere posities worden
in vergelijking met Platamaïs clie immers op aflading
veel goeclkooper te koop is dan -in spoedige posities, te
hooge prijzen gevraagd. Op 13 April was ook ma-Is zeer
vast en voor reeds afgeladen Platamais bestond groote
knoplust, vooral iii Nederland. Alle aanbod van vtsche-
pers werd tot stijgende prijzen grif opgenomen en aan-
gekomen partijen alsmede alle mais, die nog in April zal
arriveeren, konden eveneens verder in prijs verbeteren. In Engeland werden verscheiden ladingen voor spoedige be-
lading verhandeld en Argentinië reageerde op deze •groote
zaken met een aanmérkelijke prijsverhiooging. Hét slot
was aan cle Argentijnsche termijnmarkten 15 ii 30 centavos
per 100 EG. hooger clan een week tevoren. Naar Neder-
land werden weder eenige zaken gedaan in Neclerland-sch-
Indische mais.
Voor ge r s-t toont de markt veel overeenstemming met
die voor mais. Ook hier kleine verscirepiugen en hooge
prijzen voor spoedige partijen en weinig kooplust voor
latere verscheping. Werkelijk stoomende Donaugerst is
deze week naar Nederland tot stijgende prijzen verhan-
deld, al is cle premie boven latere verselieping claaivoor
lang niet zoo groot als voor mais (latamais op qmer-
aflading staat -te Rotterdam 20 pOt. benedak aangekomen
partijen), doch voor booten, die nog aan den Donaû vQr-
den opgehouden en voor latere veiseheping is de yjaag
eigenlijk niet levendig. Meer kooplust bestond er ôp af-
lading voor Ca.nadeesche gerst, waarin op April en Mei
aflading nu en – dan vrij omvangrijke – zaken werden ge-
15 April.
1931
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
37,7.
AANVOEREN in tons van 1000 KO.
Rotterdam
1
Amsterdam
Totaal
Artikelen
51
1
1 April
Sedert
Overeenk.
5111 April
Sedert
Overeenk.
1931
1930
1931
1 Jan. 1931
tijdvak 1930
1931
1Jan. 1931
tijdvak 1930
26.194
295.080
405.702
–
9.515 10.630
304.595
416.332
Tarwe
……………..
Rogge
……………..
9.049
111.382 125.329
–
105
17.807
111.487
143.136.
Boékweit ………………
192
6.416
4.115
–
145
889 6.561
5:4′
00
Maïs ………………
306.248
301.794
1.392
73.803
56.773
380.051
358.567
171.635 160.876
1.873
16.590
14.460
188.225
175.336
91.921
64.700
–
1.073
1.798
,
92.994
66.498
27.
.377
21.387
61.070
22.794
1
11.401
177.935
92.511
1
239.005
115.305
Gerst
…………….4.782
Haver
……………..2.418
5.775
25.416
50.531
–
107
–
25.523
50.531
Lijnzaad
……………
Lijnkoek
……………
2.541
28.110
25.584
759
12.018
9.135
40.128
34.719
Tarwemeel
………….
Andere
meelsoorten
15
15.922
5.501
–
4.608
–
20.530
5.501
daan, tot eenigsz’ins stijgende prijzen. Aan de termijn-
markt te Winnipeg kwam een prijsverhooging tot stand,
die van 6 tot 13 April 2/ dollarcent per 48 lbs. heeft
bedragen.’
‘II a. v c r is deze week, vooral wat spQedig beschikbare
partijen iangaat, eveneens Vrij wat vaster geloopen. ‘Uit
Rusiand werd geen, haver afgelade’a ee uit de .te Rotter-dam aanwezige voorraden Russische haver werd tot stij-
gende prijzen meer verkocht dan in ‘de ‘voorafgaande weken.
Ook Plataleavef vond bateren afzet eis naar Engeland
alsmede vooral naar België werden
01)
een wat hooger prijs.
peil meer zaken gedaan. De vaste stemming bad ook naar
Nederland nu en dan zaken in Ph,itahaver tengevolge.
SUIKER.
In de afgeloopen week waren de verschillende suiker.
markten aanvankelijk vast gestemd In de tweede helft
der week maakte zich hier en daar een kleine reactie voel-
baar. De besprekingen ‘te Paiijs hebben tot nu toe als
resultaat gehad, dat overeenstenimi
p
g werd bereikt om-
trent den maximum prijs, welke op 2.- d.e. f.o.b. Cuba
werd vastgesteld, op welk niveau een zeker gedeelte der
achtergehouden voorraden van de hand gedaan mag ivor-
den, ‘terwijl, zoodra de prijs op resp. de. en 23’ d.c.
zal zijn aangeland, verdere hoeveelheden mogen volgen. IE A m e r .i k a bestond goede koop’lust voor ruwsuiker
en werd ca. 1.35 dc. c. & f. bas’is Cnbasuiker betaald voor
cenige scheepslad i ngen. Naderhand verhoogden verkoopers
hun vraagprijzen op. 1.40 d.c.
Ock de New-York termijnmarkt was aanvankelijk nogal
actief en noteeringen trokken geleidelijk aan, om in de
helft der week echter weder af te brokkelen, zood’at het
slot op, dezelfde noteeringen kwam als de opening, met de
volgende cijfers: Mei 1.30; Juli 1.39; Sept. 1.46; Oct. 1.50
cii Dec. 1.55, iterwijl de laatste uoteer.ing voor ‘Spt.
Centr. 3.35 was.
De ontvangsten in de Atlantische havens der Ver. Sta-
ten bedroegen •deze week 49.000 tons, de versineltingen 52.000 tons tegen 74.000 ‘tons verleden jaar en de voor-
radeti 315.000 tons tegen 421.600 tons.
De ‘laatste C ii h a-statistiek luidt als volgt:
1931
1930
1929
‘bus
‘tons
tons
II?rductie ……………2.734.000
3.380.000
4.200.000
Voprr. overgebracht per 111. 1.418.000
32-1.000
193.000
Weekon’tv. afscheephavens
31.000
21.561
25.903
otaa1 sedert 1/1 N. Oogst 1.108.284 1.771.121 2.815.294
Weekexport ………….35.066
31.958
135.720
Totale export sedert 1/1
535.893
519.192 1.610.267
Voorraad afseheephavens
1.646.955 1.587.078 1.347.205
11
binrienlaucl
L93815Z 1.587.318 1.358.803
Aantal werkende fabrieken
76
1.48
1.41
Aangaande de in het vorig verslag opgenomen raming
s’ati, F. 0. L i cli t van .de niet bieten te beplan’ten opper-
vlakte, schrijft deze sta’tisticus in zijn inaancibericht over
het cijfer voor Ru s 1 and het volgende: Het cijfer van
1.382.000 H.A. werd door officiëele zijde gepubliceerd en
wijst
01)
een te verwachten vermeerdering van den u.itzaai
van 324 pOt. in vergelijking met den uitzaai van verleden
jaar. Indien men in aanmerking neemt, dat de Russische suikerinciustrie niet in staat was verleden jaar de bieten-
opbrengst te verwerken, blijft het meer dan twijfelachtig, om a.iet te zeggen onmogelijk, (lat cie opbrengst van den
zooveel grooteren u’i.tzaai verwerkt zal kunnen worden.
Licht twijfelt er zelfs aan, of de voor uitzaai bestemde
oppervlakte vel met bieten beplant zal worden.
In E iege 1 a n d was de stemming zeer rustig zoowel
op de ruwsuikermarkt als op de termijnmarkt. De notee-
ringen op de Lon’deische ‘termijnrnarkt luidden aan het
slot als volgt: Mei 5h. 616, Aug. Sh. 6/9V4, Dec. Sh. 711 en
Maart .Sh. 7J41% voor Ruwsui’ker basis 96 pCt. Riet, c.i.f.
C. Carnikow bericht, dat de F r a n s c lie suikerpro-
dueenten overeengekomen zijn 170.000 tons witte suiker
van Fransche origine en 2.0.000 tons uit de Koloniën te
blokkeeren, terwijl getracht zal worden den u’i’tzaa dus-
danig te beperken, dat de opbrengst niet hooger dan
800.000 ‘tons zal bedragen. Met dit laatste beoogt men een
spoed.ige ‘likwidatie van het geblokkeerde surplus, zoo
mogelijk binnen 2 jaar.
Op J a v a heeft de Y.I.S.P. slechts ca. 4500 tons tot de
oude prijzen kunnen verkoopen.
II
i e r t e 1 and e was de stemming vooral in navol-
ging van Hamburg prijshoudend. In de afgeloopen wekefl
werden 15 1.’ 20.000 tons Russ’ische Kristalsuiker voor
Nederlandsche rekening gekocht met liet doel deze op de
Amsterdamsche termijnmarkt te leveren. Dit .schijnt echter
niet mogelijk, aangezien de eniba’llage niet aan de in de
contracten voorgeschreven eischen voldoet. De noteeringen
op de Amsterdamsche termijnmarkt gaven aan het einde
der week de volgende cijfers ‘te zien: Mei
f
8%, Aug.
f9.-,
Dec.
f
9Y en Mrt.
f
9. De omzet bedroeg 2650
tons.
KATOEN.
Ontvangsten in- en uitvoeren
van .%merikaansche havens.
(In dulzendtallen balen).
1 Aug.’30
Overeenkomstige periode
tot 3Apr.’31
1929130
1
1928(29
Ontvangsten Gulf-Havens.
R
•.
7927
1
8836
Atlant.Havens
IJ
Uitvoe
‘
xnaarGr.Brittannië
1
1
1157
1
1667
‘t Vasteland etc.
1
1
3749
3970
het
Orient….
1
!
1033
i
1286
Voorraden.
(In dulzendtallen balen).
Overeenkomstig tijdstip
3Apr.’31
–
1930
‘
1929
Amerik. havens
1799 1632
Binnenland
1114
711-
New-York
94
144
New Orleans
430
301
Liverpool
……………
452
380
710
Marktber’icht van de Heeren Sir
Jacob Behrens & Sons.
Manchester, d.d.
8 April 1931.
Prijzen voor Anserikaansche katoen liepen Donderdag
7 punten terug en gisteren weer 3 punten. Gisterenavond
sloot New-York 15 tot 21 punten en ‘vandaag opent Liver-
Pool 6 tot 10 punten lager. De geschatte loco.verkoopen
bedroegen te Liverpool voor deze korte ‘week 27.000 balen,
waarvan ongeveer een derde Amerikaansche katoen, meer
dan 5.000 balen Zu’id-Anierikaa.nsche en bijna 8.000 balen
Egyptische en Soedaneesclie. Egyptische katoen is even-
eens lager en gisteren daalden, tengevolge van berichten
omtrent politieke complicaties in Egypte, te Alexandrië
Sakellaridis Mei futures 81. punten, wat ongeveer over-
eenkomt met 40 punten hier.
.I)e markt voor garens van Amerikaansche katoen toon-
de gisteren na de vacantie weinig levendigheid. Woensdag
en Donderdag jl. kwamen voor de Midiands enkele flinke
orders tot .stand in grove nunimers voor ‘tricotage-doelein-
den, doch in de meeste andere soorten werden weinig
zaken gedaan. Hoewel er zeer ‘veel prijsaanvragen waren
binnengekomen, bestond er gisteren weinig werkelijke be-langstelling voor twist of wel t. Sommige fabrikanten kon-den in ringbeams nog iets doen. Tengevolge van het terug-
loopen van Egyptisehe katoen in Alexandrië namen de
378
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
15 April1931
meeste koopers een afwachtende houding aan met als ge-
volg een zeer beperkte omzet. Over het algemeen kan men
zeggen, dat er veel offertes gemaakt werden, zonder
,
dat
het resultaat daarmede in overeenstemming was.
Wat de doekmarkt betreft, heeft de Paaschvacantie
geen meerdere orders gebracht. Prijsaanvragen zijn nog wel binneh’gekomeii, zonder echter tot orders te’ leiden. Prijzen
zijn tamelijk vast, doch tot nu toe zijn er geen voortee-
kenen; «die iemand, wat de ontwikkeling van zaken voor
de toekomst betreft, hoopvoller kunnen stemmen.
Liverpoolnoteeringen
Oost. koersen 31 Mrt. 7Apr.
IApr.8Apr. LT.opBr..Indië 11541 1154
F.G.F.Sakeilaridis 9,30 8,90 T.T.op Hongkong
110
1151
G.F. No. 1 Oomra. 3,41 3,22 T.Top Shanghai 1133 112′
KOFFIE.
‘Sedert het vorig overzicht was de markt oludgebrokei
kalm gestemd. De wisselkoers iii Braailië zakte na ecu
kleine fluetuatie weder in en kwanu
01)
3
41
/,4
d. per Mil.
reis, hetgeen de laagste stand ‘is, ooit bereikt. Daarna
steeg hij
‘/.
De kost. en vraehtaautbieclingen van ,Rraziliii
(laaiden in overeenstemming hieruuuede, zootvel voor Rio
als voor Saittos, bij de meeste afladers nog .16 á 1/.
per ewt.
Ook ditniaal valt niet over helunugrijk nieuws uit i3razi-
liii te berich’en. Een officieel bericht van (jeu NetLerlauud.
seheri Gezant te Rio de Janeiro geeft thans een vertaling
van het reeeriags.decreet van 11 Februari 1.1., en hoewel
verschillende paragrafen daarvan reeds vroeger bekend zijn
geworden out. te dezer plaatse medegedeeld, volgt hieronder
volledigb’eidshalve I.uog een kort uittreksel van den in-
houd. In de eerste plaats blijkt, dat de Federale Regeering
vait Brazilië deui aankoop gelast van dcii voorraad koffie, welke vermoedelijk op 30 J’n’ii as. nog teruggehouden zul
zijn, met uitzondering
.
va]:I den voorraad, gekocht door
dcii Staat Sao Paulo op grond van de bepalingen der lee.
uing van’ £ 20.000.000.—. De prijs zal niet hooger mogen
zijn dan 60 Milreis basis typi
5
Santos en de bedoelnig ‘is
cle koffie voorloopig van de markt te houden. De koffie, welke niet aan de Eegeering verkoolt wordt, zal iii eliro-
nologische volgorde worden vrijgemaakt tot een hoeveel. heid van jaarlijks ten iruiaste een tiende gedeelte van dcii
voorraad, welke op 30 Juni as. zal blijken te bestaan. Ook
wordt voor de eerste vijf jaren eelt belasting van Oduc M’il-
reis per struik iu.igevoerd op nieuwe a.anplantingen over
het geheele nationale grondgebied. Verder wordt bepaald
gelijk dit reeds was vastgesteld in de overeenkomst met
cle bankiers, welke cle hierbovengenoemde leening hebben
verstrekt, ‘dat vanaf 1. Juli 1931 de nieuwe oogsten vrij
naar de afseheephavens zullen worden vervoerd, met dien
verstande, dat maandelijks niet meer dan 1J24 van den
loopeuden en dcii gesehatten daarop volgenden oogst zei
worden aangevoerd. Teuc slotte vorc1t de reeds zoo vaak
besproken belasting in natura in het decreet vermeld, liet
heet, dat deze belasting zal worden geheven over de oog.
sten, uitgevoerd vanaf 1 Juli a.s. en dat zij over de oog-
sten 1931132 eu 1932/33 20 pCt. zal bedragen voor de
voïgende oogsten kan zij verhoogd of verlaagd worden in
overeenstemming met de eisehen van dc consumptie.
Wat van dit alles iii werkelijkheid uitvoerbaar zal zijn,
moet worden afgewacht, doch in elk geval zal nu op
1 Juli moeten blijken of het de :llraziliaausche Regeering
ernst ‘is ‘om den handel in koffie van de volgende oogsten
vrij •te laten. 0p grond vuil de ranuingeul der beide vol.
gende oogsten moet dan verwacht worden, dat zeer groote
dagelijksche aanvoeren naar de haven van Santos zullen
worden {loorgelaten vinmneer uitvoering wordt gegeven
aan de bepaling, dat maandelijks 1/24 van den loopenden
oogst en. van d m
e ruing van den Jaarop volgenden oogst
‘zal worden aangevoerd, zelfs indien men kans ziet de hef-
fing van een belasting van 20 pOt, in natura door te
voeren. Aan dit laatste echter wordt nog steeds door velen
getwijfeld, daar het feitelijk de grootste dwaasheid is om
koffie te produceerea, dan een ‘deel ervan te vernietigen
en te trachten (Ie consumenten daarvoor te laten betalen.
De voorraad, ‘in de lyinnerulandselue 1)akhuijzeii van Rio
de Janeiro teruggehouden, bedroeg volgens uit :Ilio ont-
vangen ‘telegram, op 31 ‘Maart 1.367.000 balen tegen
1.401.000 balen op 15 Maart, hetgeen een vermindering
beteekent valt 34.000 balen.
De limiet voor de dagelijksehe aanvoeren in de haveuu
van Rio is vastgesteld voor (le tweede helft van (le maand
April
op
23.245 balen tegen 17.162 balen voor de eerste:
helft.
Aan de Rotterdamsche termijnmarkt sluit de noteer.iug
van Mei % ct. lagez dan een week geleden, doch voor
de verder verwijderde maanden slechts % ct. lager.
De afzet ie loco bleef beperkt bij onveranderde officicele
noteeringen van 27 et. per , E. G. voor Stuperior Sauitos
en 25 et. voor Robusta.
De prijzen van gewoon goed beschreven Superior Santos
op prompte versclueping zijn ‘thans ongeveer 36/6 A 381- per
cwt. en van dito Pr.ime ongeveer 38/6 it 40/., terwijl zij
van Rio type New-York 7 met beschrijving, prompte ver-
scheping, bedragen 23/6 á 24/..
Nederlaiidsch-Indië bleef zoowel voor gvasschen al’s voor
de ongewasschen Robuusta-soorten zoo goed ‘als onveran-
derd. ])e noteeringen in de eerste hand zijn op het oogen.
blik: Palembang Robusta, Apri’l-verscheping,
151%
ct.; l3en-
koelen Robusta, April-verscheping,
161%
et.; Maudheling
Robusta, April-verselueping, 17%; w.I.B. f.a.q. Robus’ta,
April-versc)iepin’g, 23 et., alles per 1%: K.G., eif, u’itgele-
verd gewicht, uietto’contant.
De slot-noteeringen te New-Vork van liet aldaar gel-
dende gemengd couitu-act (basis Rio No. 7) ivaren
MeiSept.
:I)ec.
Mrt.
1.3 April ……
……… $ 4.52
$ 4.75
$ 4.86
$4
,
.92
7 April ……………
.4.62
,, 4.85
114.93
,, 5.03
30 Maart ……………..4.92
,, 5.07
,, 5.15
.,
5.213
23 Maart …………… .,5.&i
,,5.12
,,5.21
,Rottcu’tbuin, 14 Airil 1931.
1
l’lededeeliuug van de Vereeniging voor den Goederenhandel
te Rotterdam.)
Noteeringen en voorraden in Brazilië.
Ie Rio
te Santos
Wisselkoers
Data
—–
te Rio
Voorraad Prijs Voorraad Prijs o Londen
(In Balen) No.
71)
(In Balen)
1
No.4′)
13 Apr. 1931
281.000 12.250 1.112.000 17.700344 pence
6
,,
1931
264.000 12.525 1.029.000 17.700 344 pence
30 Mrt. 1931
236.000 12.675 1.093.000 17.500 344 pence
13 Apr. 1930
349.000 15.175 1.150.000 21.000 54l4penôe
1)
In Reis.
Ontvangsten uit het binnenland van Brazilië in Balen.
te Rio
te Santos
Data
Afgeloopen
Sedert Afgeloopen
Sedert
week
1Juli’
1
week
1
1Juli
11 Apr. 1931….
96.000 13.307.0ó01 220.000
1
8.982.000
11 Apr. 1930….
45.000 2.441.000 228.000 7.824.000
VRACHTENMARKT.
Graan veem, Noorci-A.nmerikn.
Van de St. Laurence was
cle stemming iets beter, in het bijzonder voor April ver-
scheping. J)e vrachteut zijn iets opgeloopen. In Montreal werd ccii boot in lading gelel voor Rotterdam, beginnen-
cle niet ccii partij vuum 20.000 qtrs. tegen $ 0.10 terwijl een
boot luit en. 30.000 qtrs. werd opgenomen naar Marseille
enfof Genua tegeut 0.13 naar é6ul en $ 0.133′ naar beide
havens, met de optie Middellandsche Zee tegeul een basis vracht van ‘$ 0.13v. naar 66n haven.
La Plata ‘Rivier. Deze markt was in cle afgeloopen week
iets beter, alhoewel de belangstelling van bevrach’ters
hoofdzakelijk uitging naar kleinere booten, waarvoor tot
1913 betaald werd voor April cii tot 1.9/- per Mei, van
met boven San Lorenzo naar “IJ.’K./Continent, in dén ge-
val met de optie ‘Middellandsehe Zee tegen 216 en Adriati-
sche ‘tegen 319 extra. Voor prompte booten van middel-
matige grootte werd 17/6 betaald van niet boven San Lo-
renzo naar Londen, RuIl, Antwerpen of Rotterdam en
naar U.K./Continent 18/6.
De Zwarte Zeemarkt was gedurende het grootste gedeel-
te van de vorige week flauw, doch werd tegen het einde
van de week lcvend’iger en verscheidene boeten van 5800
tot 8000 ton zijn opgenomen voor April laden tegen
10/3 tot 10/6, al naar gelang
van
de grootte, basis Con-
tinent.
Kolen van het Voreeni,$ Koninkrijk.
:De kolenniarkt was
nog buitengewoon flauw, natuurlijk niede tengevolge van
cle feestdagen, cii de zaken wareu’i iii alle richtingen bij-zonder sehaarsch. Van Zuid-Wales werd afgesloten naar:
Kopenliageu:i 416, Lissabon 6/3, Alicante 71., Carente. 7/-,
Genita
o1
Savona 6/3, Tripoli 916, Alexandriji 7141%. Da,kar
6/9, Las Palmas 6/9, Rio 8111, Villa Couistitution 10/-,
optie Rosario 1.016, Colori 12/. en beneden La Plata rivier
10/-; en van de Oostkust werd afgesloten naar: Elbe-
haven 3/41%,, Cent
2111%’,
Bordeaux 51-, Oran 6(9, Catania
8/6, West,Italïë 613, Ancona[Ravenna 7/9 één, 8/3 beide
havens, Piraeus/Zea/Syra 71- één, 716 beide havens, en
Buenos Aires 10/..