Ga direct naar de content

Jrg. 16, editie 788

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: februari 4 1931

4 FEBRUARI 1931

AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN.

Economisch~Statistische

Berichten

ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER

ORGAAN VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJN VAART

UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN

16 JAARGANG

WOENSDAG 4 FEBRUARI 1931

No. 788

t

INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESChRIFTEN.
Algemeen Secretaris:
Prof.
Mr. Dr.
G. M.
Verrjn Stuart
ECONOMISCII-STATJSTISCIIE BERICHTEN.
COMMISSIE
VAN ADVIES:
Prof. Mr. D. van Blom; J. van Hasselt; Jhr. Mr. L. II. van
Lennep; Mr. K. P. van der Mandele; Prof. Dr. N. J
Potak; Mr. Dr. L. F. H. Regout; Dr. E, van Wetderen
Baron Ren gers; Prof. Mr. Ii. R. Ribbius; Jan SchiUhuis;
Mr. Q. J. Terpstra; Prof. Mr. F. de Vries.
Gedelegeerd lid:
Prof.
Mr. Dr.
G.
Al. Verrijn Stuart. Redacteur-Secretaris: II. Al. H. A. van der Volk. Secretariaat: Pieter de I.Ioochweg 122, Rotterdam.
Telefoon Nr. 35000. Postrekening 8408.

Aboanementsprijs voor het weekblad franco p. p. in
Nederland f 20,—. Buitenland en Jiotoniën f 23,— per
jaar. Losse nummers 50 cents. Leden en donateur8 van het
Instituut ontvangen het weekblad gratis.

Advertenties f.0,50 per regel. Plaatsing bij abonnement
volgens tarief. Administratie van abonnementen en adver-
tenties: Nijgh van Ditmar’s Uitgevers-Maatschappij, Rot-
terdam, Anstcrdans, ‘s-Gravenhage. Poschèque- en giro-
rekening No. 145192.
3 FEBRUARI 1931

Ook deze week kwam er in den toestand van de geld-
markt geen verandering en ook de gewone geldvraag
voor de maandswisseling bracht geen wijziging van
beteekenis. De noteering voor particulier disconto liep
zelfs nog i.ets terug en kwam op 1
3
/io á 1% pCt.; ter-
wijl de prolongatierente tusschen 1 en 1% pOt. scliom-
meicle. Alleen caligeld was, zooals steeds bij de
maandswisseling, meer gevraagd en kon van
Y2
pOt.
tot 1% k 13
1
:!
pOt. stijgen. Het aanbod was echter ruim
opgewassen tegen de slechts uiterst kleine vermeer-
dering van de vraag; zoodat er, wat op den ultimo
wel zeer weinig zal voorkomen, tenslotte nog eeuig
aanbod bleef bestaan, dat geen plaatsing kon vinden.

Op den weekstaat van De Nederlandsche Bank blijkt,
dat de ultimo-eischen geen invloed hebben gehad
or
den post ‘hinnènlandsche wissels, welke met ruim
j’ 0,4 millioen blijkt te zijn teruggeloopen. De post
heleeningen daarentegen steeg met ruim f4 millioen.
Belangrijker
is
de wijziging in de rekening van het
Rijk, wellce op den vorigen weekstaat nog een saldo
in rekening-courant aanwees van bijna
f
31 millioen,
dat thans plaats gemaakt heeft voor een renteloos
voorschot van ruim
f
1,2 millioen
De post papier op het buitenland zoowel als de
diverse rekeningen onder het actief zijn gedaald en
wel de eerste met
f
0,3 millioen, de laatste met ruim

.f
4 millioen. De metaalvoorraad der Bank nam af
met ruim
f
0,4 millioen, voornamelijk uit hoofde van
afgifte van zilveren munt.
Ook de rekening-courant-saldi van anderen zijn
teruggeloopen en wei met bijna f10 millioen. De
toename van de bankbiljetten in omloöp bedraagt
bijna f40,5 millioen. Het beschikbaar metaalsaldo
daalde met ruim
f
250.000. Het dekkingspercentage
is 53%.
* *
*

:De afgeloopen week heeft zich door een algemeene
vastheid der wisselkoersen gekenmerkt. De niaands-
wisseling heeft bijna geen invloed uitgeoefend; het
ruime geld stimuleerde de hausse. Er ging veel om. Ponden stegen van i2.06/s tot 12.08
°
/
io,
Dollars van
2.4859 tot 2.4815. Dollars in Londen liepen van 4.8550
tot 4.8560 terug. Ook Marken konden zich verder ver-
beteren, nu aan de tijdelijke onzekerheid van den koers,
veroorzaakt door de groote Russi.sche valuta-aankno-
pen in Berlijn – valideerende tegen de goudzendin-
gen – een einde schijnt te zijn gekomen. Van 59.08
kwam de koers op 59.1.5. (Dollars tegen Marken
4.9070). Fransche Francs honger: 9.73%-9.75%
(Ponden tegen Francs 123.90). Ook Belga’s waren zeer
gezocht en stegen van 34.65 tot 34.70. (Ponden tegen
Belga’s 34.83Y4). Zwitsersche Francs waren daaren-tegen lager;
zij
kwamen van 48.10 op 48.08. Ponden

stegen in Zwitserland van 25.09% tot 25.14 Skandina-
vische deviezen alle honger: Kopenhagen 66.55, Oslo
66.54, Stockholm 66.64. Peseta’s onzeker met een
lagere tendens: 25.85-25.35. Zloty’s 27.87%. Rupees
hooger: 89%. Het Australische Pond is verder gede-
precieerd; het doet thans 23.30 pOt. disagi.o. Rio wa.s
aanvankelijk flauw en liep tot 21% terug; de laatste
dagen kon de koers zich wederom verbeteren en kwam
op 22%; slot 21%. Argentijnsehe Pesos onveranderd:
75%. Uruguay Dollars 1.67%. Mexicaansche Dollars
1.14. Canada: 2.4850.

Ook op de termijnmarkt vielen flinke omzetten
waar te nemen. Er is nog steeds vraag naar contant
voor beleggingsdoeleinden. De slotnoteeringen waren:
voor 1- en 3-maands Ponden
11/i6_%
én
17/s_13/io,
voor
Dollars 9-7 en 22-20 en voor Marken 7-6% en
19-18, alles onder den kassa-prijs.

LONDEN, 2 FEBRUARI 1931.

De speciale visselaanbiedingen, waarvan wij in ons
vorig bericht reeds met een enkel woord melding
maakten, werden verleden week regelmatig voortgezet
tegen een prijs van 2/16 pOt. Er werd daarmede een
belangrijk ‘bedrag uit cle markt genomen, zoodat de
geldkoers niet beneden ongeveer 2 á 2% pOt. noteerde.
iTu
het blijkt, dat het met dezen maatregel ernst is,
heeft de discontomarkt ook aan de noteering van 2/i
—%
pOt. vastgehouden. En deze wisselprijs heeft wer-
kelijk ook het gevolg gehad van aankoopen voor bui-
tenlandsche rekening en de daarmede verband hou-
clende verbetering in enkele der wisselkoersen. Toch
is deze verbetering nog niet afdoende, want op 123.90
—92 en. 4.85% zijn Francs ën Dollars toch nog te
dicht. bij het gouduitvoerpunt om van een rustige
stemming te dien opzichte te kunnen sprei.en. Wij
zouden dan ook liever een noteering van 2% zien, daar
cle noteer.ing van strling dan ongetwijfeld eene aan-
merkel ijke verbetering zou. ondergaan.
De guldenldoers is feitelijk de eenige valuta, welker
noteering flink gereageerd heeft op de discontover-
laging van de centrale bankinstelling aldaar. Dc reac-
tie van Francs en Dollars op de verlaging van het
hanlcdisconto te Parijs en New-York is nog steeds
niet voldoende.

124

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

4/Februari 1931

EEN GEORGANISEERDE TERMIJNMARKT

VOOR SUIKER OP JAVA.

In cle door de ,,Oanxbridge Economie Service” on-
langs uitgegeven monografie over suiker van J. W.
F. Rowe worden, na een uitvoerige beschrijving van
cle geschiedenis en de werking van de V.J.S.P., als
de voornaamste verdier sten van cle verkoop-organisa-

tie der Java-su.ikerplanters aangemerkt:
to. het voorkomen van onderlinge concurrentie van
de fabrieken in een ,,koopers-markt”
2o. het voorkomen van verl:iezen, clie het gevolg zou-
den kunnen zijn van het niet nakomen door koopers
van cle gesloten koopovereeukomsten

Het
lijdt
geen twijfel, dat ten tijde van de oprich-

ting van de verkooporganisatie het sub. lo. genoemde
voordeel van de aaneensluiting in ruime mate aan-
wezig was. Toen toch ontbrak, als gevolg van cle zeer
bijzondere tijdsomstandigheden, de gelegenheid om
het product af te schepen. Dientengevolge verdrongen
zich de verkoopers in de letterlijke heteekenis des
woords om de koopers en waren zij bereid ‘zich van
hun product te ontdoen tegen prijzen, clie do kosten
bij lange na niet goed maakten. De aaneensluiting
van de fabrikanten maakte een eind aan deze wilde

verkoopen, die ongetwijfeld werden gestimuleerd door
een depressie-psychose, waarvan wij de deniorai.isce-
rende werking op velerlei geb.ied in het juist afgeloo-
pen jaar ook nog weer eens duidelijk hebben kunnen
waarnemen .flet geloof, dat door de oprichting van
de verkooporganisatie de prijs zou worden opgehoti-

den, gaf den fabrikanten, maar vooral ook hun finan-
ciers moed. Zoodra de onverkochte voorraden waren
,,ingebracht”, zooals men dat noemt, bij de V.J.S.P.,
voelde men’ zich veilig. Men voelde ze niet meer als
een drukkende en dreigende last en begon ze weer te
beschouwen als een waardevol actief tegenover cle
passiva der ondernemingen.
Dat de aaneenslui’ting alléén, een afdoende maat-
regel zou zijn geweest schijnt hoogst twijfelachtig;
immers, ware er niet vraag gekomen van een ‘zijde,
clie toen de beschikking had over cle noodige scheeps-
ruimte, dan had ook de V.J.S.P. n jet veel kunnen uit-
richten. Die vraag kwam tenslotte van de ‘zijde van dc
British Royal Sugar Commission, met dat gevolg, dat
einde 1918, op een betrekkelijke kleinigheid na, de
geheele oogst van 1.918 was verkocht. Die vraag zou
stellig ook zijn gekomen, indien de V.J.S.P. niet
hadde bestaan. In dat geval zouden de speculanten,
die meer vertrouwen in de toekofrist hadden getoond
te bezitten dan de niet-verbonden planters, enorme
winsten hebben behaald. Zooals de zaken nu evenwel
zijn geloope.n hebben de planters di.e winsten kunnen
boeken. Wat den niet aaneengesloten planters ont-

brak, ni. een. gezond vertrouwen in de toekomst, is
van het begin af aan het hezi.t geweest van de V.J.S.P.
Wat cle enkeli.ngen niet durfden, of uit hoofde van

hun financiëele verplichtingen misschien niet konden,
al. het aanhouden onder die buitengewone omstan-
digheden van hunne voorraden, heeft de V.J.S.P. vèl
gedurfd en zij heeft daarbij gewonnen. T-let was dit
vertrouwen in een wending ten gunste méér dan de
machtspositie van de organisatie, die tenslotte tot het
doel, ni. bevredigende suikerprijzen, heeft gevoerd.
Dat onder normale omstandigheden, dus hij vrijen
han cl cl en toereiken de afseheepgelegenheid, een ver-
kooporganisatie de prijzen zou kunnen opvoeren, of
den val daarvan, indien die logisch voort zon rnoete:n
vloeien uit de wereldpositie van het product, ‘zou kun-
nen tegenhouden, moet evenwel ernstig worden be-

twijfeld.
Dit eerste door Rowe als voornaamste voordeel aan-gemerkte punt, hoezeer het ook een der essentialia van
de V.J.S.P. hij haai geboorte was, mag dus thans niet

te zeer meer gelden.
Anders staat het met het tweede punt. De V.J.S.1′.
heeft direct leering getrokicen uit de harde lessen van
het verleden, speciaal die van 1911, en dies nam zij

INHOUD

BIz.

EeN CE0IOANISmSR0E TERMIJNMARKT VOOR SUJ1dER OP
JAVA
door
G.
A. P. Weyer
………………….
124
De Duitsche handelskiassen-wet door
A. Ronv Colihoif 125 Loonsdaling en daling der kleinbandeisprijzen door
Dr. R. vcen Oeneohtn
……………………….
127
Wat hebben wij Nederlandsche exporteur8 het meeste
noodig? door
G. 0. Lirn.borgh Meijer
…………..
128
De wettelijk verplichte gezinavergoedingen in België
door
F. Breedve.lt

…………………………
129
BIJITENLANDSCHE MEDEWERKING:
De financiëele toestand van Frankrijk door
Prof.
B
. Nogaro

…………………………….
131

a de conferentie door
Prof. Dr. P. GeyZ
……..
132
AANTEEEENINGEN:
De geidmarkt in .aiivari
………………….
133

Wereldsuikeroogst .

……………………..
134

I3OEKAANKONDIGINGEN:
J. Hostie: Le statut international do Rhin, bespr.
door
Mr. J. Zaamjer
……………………..
135
tm/IAANDOIJFEItS:
Rijkepostapaarbank
……………………….
135

Productie der Steenkolen-, Bruinkolen- en Zoutmijnen
135

Postchèque. en Girodienst
…………

. ……..
135

giro-omzet
hij
De Nederlandache Bank
…………
136

Posterijen, Telegrafie en Telefonie..
… …………
136

STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN
…………….
136-142
Geldkoer8en.

Bankstaten.

1
Verkeerawezen.
Wisselkoersen.

1
Goederenhsndel.

in haar vericoopvoorwaarden de bepaling op, dat bij
het aangaan van een niet-prompte koopovereenkomst
een behoorlijke eaiitie moest worden gesteld. Daar-mede is een eind gemaakt aan het systeem, dat door
Icoopers op den rug van cle fabrikanten in het product
werd gespeculeerd, zoo goed als zij in tweede en ver-
dere hands-transacties op elkaars rug speculeerden.
De warwinlce], die aan het licht kwam toen in 1917 de
posities van in deconfiture geraakte Chineesche han-
delaars werden gelicu..icleerd, had dlu.idehjk aange-
toond, dat het zoo niet langer door lcon gaan.
Hoe begrijpelijk en niet genoeg te waardeeren het
nu oolc is, dat de V.J.S.P., althans wat de zaken in
de eerste hand betref t, daar radicaal een eind aan
maakte, moeten wij hierin, naar het mij voorkomt,
toch niet zi.en een natuurlijk gunstig resultaat van de
verlcooporganisatie als zoodanig. Immers, door het op-
nemen van de bedoelde cautie-bepaling in haar con-tracten deed de V.J.S.P. niets anders, dan het corn-
geeren van den op dat punt hoogst pnimitieven en
gebrekkig geoutilleerden Indischen handel, die er tot
zoover genoegen mee had genomen, dat de transacties
tot stand kwamen op eenvoudig maicciaarscontract,
zonder rcgistrati.e en zonder cautie, eenvoudig in
blind, en helaas dikwijls misplaatst, onderling ver-
trouwen. De Indische handel miste het apparaat, dat
voor een veilig handelsverkeer op termijn een abso-
lute noodzalcelijlcheid is, nl. een liquidatie-kas of der-
gelijlc instituut; het was dus volicomen logisch, dat cle
V.3.S.P. i.n die leemte, voor zoover het hare eigen
transacties betrof, zij het op eenzijdige wijze, direct
voorzag. Maar juist dooi-dat
zij
voor een groote groep

van belanghebbenden het in het leven roepen van een
betere marictoutillage niet meer direct noodzakelijk
deed zijn, is ook de grootste stimulans weggenomen

om tot dit
op den duur
toch absoluut noodzakelijke

apparaat te geraken. Juist omdat de V.J.S.P. alle
zorgen van den verkoop overnam van hen, die bij een
gezonde vervolmaking van het handelsmechanisrne

desniettegertstaande toch een zeer groot belang blijven
houden, met name de suikerfahrikanten en de hen
vertegenwoordigende lichamen op Java, is er hij die
groep een zeldere mate van onversehilligheid voor dit
uiterst belangrijke punt ontstaan. Dit mag nôch aan
de V.J.S.P. nôch aan die belanghebbenden worden verweten. Fabrikanten en hun vertegenwoordigers
habben met den eigenlijken handel niets meer te
maken; het aantal leidende personen, die den ouden
tijd nog hebben meegemaakt en de dessons en de peri-
kelen van den handel uit eigen harde ervaring heb-
ben leeren kennen, is langzamerhand uiterst gering

4 Februari 1931

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

125

gewörde.n. Het ware dus onbillijk hun dit gebrek aan
belangstelling te verwijten. Maar het lijkt een niet
te gewaagde stel] ng dat, indien de suikerfabrikanten
individueel nog in even nauw contact met de markt

stonden als vroeger het geval was, zij reeds lang ge-
dwongen ouden zijn geweest het initiatief te nemen
tot een reorganisatie van de Indische producten-
rnarkte.n die op dit groote punt nog even primitief zijn als ten tijde van de oprichting van de V.J.S.P.,
en dan zou wellicht de vastberadenheid en het door-
zettingsvermogen, dat de suikermenschen bij zoo on-derscheidene gelegenheden en op zon velerlei gebied
getoond hebben in ruime mate te bezitten, ook de
vertegeiiwoorclgers van andere branches van den in-
(Ilschen handel over de streep hebben getrokken.

* *
*

• Dat dit alsnog geschiede, en wel zoo spoedig moge-
lijk, schijnt mij een l:elang van de eerste orde, en
zeker niet het minst voor de suiker, hoezeer die zich
ook tot op zekere hoogte veilig moge voelen met de cauie-hepalingen van de V.J.S.P. Immers, de laatste
jaren hebben voldoende bewezen, dat het monopolie
van de Javasuiker in het Oosten ni.et zoo hecht en
oriaantastbaar meer is als het placht te zijn. Java zal
dus zon geoutilleerd moeten zijn, dat het alle consump-
tiemarkten paraat kan bedienen, en dit schijnt alleen
mogelijk als zich op Java vestigt een uitmuntend ge-organiseerde, veilige termijnmarkt, waar ieder koop-
man, waar ook gevestigd, mits hij zich onderwerpt aan
de bepalingen, die voor het verkeer op alle termijn-
beurzen wôrden gesteld, zijn transacties in suiker kan
doen. De Javarnarkt wordt dan toegnkeljk voor de
geheele, bij suiker belanghebbende wereld, en niet
slechts, als thans, voor een betrekkelijk kleine groep
van plaatse] ijke ingewijden.
Ik meen, dat Java voldoet aan alle eischen, die aan
een termijnmarkt moeten worden gesteld: het heeft
een enorm productie-apparaat, ligt uiterst gunstig in
het groote consumtiegbied van het Oosten, heeft een
gezond, stabiel muntwezen en een uitmuntend wer-
kencl,’ internationaal georiënteerd bankwezen en, wat
het belangrijkste is, de markt wordt niet beïnvloed
door de handelspolitiek van het land zelf. Er zijn geen
beschermende of preferentieele rechten noch uitvoer-
premies of -ibelemmeringen. De Javamarkt zal dus
kunnen zijn een getrouwe, immers zonder hinderpalen
tot stand gekomen, afspiegeling van vraag en aanbod
op de wereldmarkt, en diensvolgens zullen suikerkoop-
lieden en raffinadeurs van de geheele wereld op de
Javamarkt terecht kunnen, hetzij voor hun effectieve
aanknopen, hetzij voor hunne termijnzaken, mits zij
slechts de waarborgen geven en krijgen, die voor het
dôen van deze zaken nu eenmaal noodzakelijk zijn. Het
tot standkomen van een behoorlijk georganiseerde ter-
mijnmarkt voor Jaasuiker op Java zal dus de afzet-
mogelijkheden van het Java-product op den duur stel-
lig veigrooten. De georganiseerde markt zal Java in
contact brengen met de geheele suiker verwerkende en
suiker consumeerende wereld, op gelijke wijze als de
termijnrnarkten van bijv. Londen en New-York, met
alle gunstige gevolgen van dien. Op den duur, dit
blijkt den laatsten tijd overduidelijk, zuiln de pro-
ducenten op Java zich toch niet kunnen blijven con-
tenteeren met de Oostersche isolatie, zoowel omdat de productie het absorptievermogen van het Oosten over-
treft, alswel omdat andere producenten trachten de
markt in het Oosten voor zich te winnen.

Het mag beked worden verondersteld, van welk
groot nut de termijnmarkt te Nèw-York steeds voor
de Oubaansche producenten is geweest. Dr toch
kunnen zij op elk oogenblik hun tôekomstig product

op veilige wijze op termijn verkoopen, waarmee zij
zich, lang voordat het oogsten aanvangt, van een be-
paalden prijs kunnen verzekeren. Slagen zij er daar-
na in, hun product op betere voorwaarden voor andere
verscheping te verkoopen, dan kunnen zij ieder mo-
ment den oorspronkèljken termijnverkoop door een

aankoop op denzeifden
termijn
te niet doen. Doch
blijft New-York als bestemming convenieeren, dan is
hun su.iker op het gesloten termijncontract in elk ge-

val leverbaar. De Cubaansche fabrikanten behoeven
dus niet te wachten tot reflectanten op hun product
komen bieden, maar zij kunnen op elk door hen zelf te kiezen moment het initiatief tot verkoop nemen.

Afgescheiden van de noodzakelijkheid om deze
kwestie ook voor Java onder oogen te zien lijkt de
kans op welslagen thans daarom zoo gunstig, wijl het
er naar uit gaat zien, dat de termijnmarkt van New-
York langzamerhand onbruikbaar gaat worden voor
den wereld-termijnhandel, gélijk dat waarschijnlijk ook
het geval is met de graanmarkt te Chicago. Op die
markten toch vormt de handelspolitiek van Amerika

een onberekenbare factor; outsiders kunnen den in-
vloed daarvan niet schatten en trekken zich dus van
die markten voor hun termijnzaken terug. Een niet-
gernanipuleerde markt zal dus waarschijnlijk een goede

kans hebben.
Ik meen, dat een dergelijke georganiseerde termijn-
markt, compleet met liquidatiekas e.d., een logische
completeering zou zijn van de suikerorganisatie en
geloof te mogen voorspellen, dat de andere producten
dan spoedig zullen volgen. Dit zou voor den Indischen
handel nieuwe aspecten openen, waaraan zij maar al

te zeer behoefte heeft.
Tenslotte de opmerking, dat ik mij zeer wel bewust
hen, dat het denkbeeld geenszins nieuw is. Met name
heeft dé heer Th. G. H. Stibbe ook in dit tijdschrift
reeds jaren geleden ) getracht belangstelling te vin-
den voor de oprichting van liquidatie-kassen op Java,

terwijl de heer Tin Poo Tjiang in zijn dissertatie ,,De
Suikerhandel van Java” in 1923 reeds hetzelfde heeft bepleit. Tot dusver was de Indische handel voor deze raadgevingen nog niet voldoende gevoelig. Moge het

initiatief thans van ,,de suiker” komen.

G. A. P. WEYER.

DE DUITSCHE HANDELSKLASSEN-WET.

Een van de eerste maatregelen, die de Duitsche
regeering aan den nieuwen Rijksdag voorstelde, was
hët ontwerp-,,Handelsklassengesetz” van 7 October
1930, waarmede de vorige Rijksdag zich kort voor zijn
uiteengaan ook reeds had beziggehouden. Herhaalde
malen heeft de Duitsche regeering verklaard, dat zij in deze wet één der voornaamste bestanddeelen van
haar landbouwpolitiek ziet. Het behoeft daarom niet
te verwonderen, dat zij — niettegenstaande de ver-

schillende advies-instanties, zooals de von. Reichs-
wirtschaftsrat, nog over het wetsontwerp moesten
beraadslagen – deze regeling heeft opgenomen in de
noodverordening ,,zur Sicherung von Wirtschaf t und
Finanzen”, welke de rjkspresident d.d. 1 December
1930 op grond van art. 48 der Grondwet heeft uit-
gevaardigd. De bepalingen van het ontwerp-Handels-
klassengesetz zijn daarin opgenomen (deel 8, hoofd-
stuk V) onder den titel: ,,Vorschriften zur Verbes-
seruiig der Marktverhii.ltnisse für deutsche landwirt-
schaftliche Erzeugnisse”.

De bedoeling van de invoering der ban delskiassen
is het geven van een wettelijken grondslag aan het
streven naar stan daardiseening van landbouwproduc-
ten, de verhandelhaarheid van het Duitsche product
te verhoogen en het daardoor ook in den
strijd
tegen
de buitenlandsche concurrentie, te sXeunen.

De regeling, die thans van kracht is, komt hierop
neer, dat de regeering, met toestemming van den
Rijksraad, minimum-ei.schen kan stellen voor ver-
schillende klassen landbouwproducten, waaronder ook
begrepen worden die van tuin- en wijnbouw, van de
iemkenij en van de visscherj. Voorts vallen daaronder
ook alle door be- en verwerking verkregen levens- en
voedingsmiddelen. Welke waren in het
bijzonder
voor
de invoering van handeiskiassen geschikt zijn, zal van

l.) Zie E.-S. B. van
28
Nov. 1923
en
12 Dec. 1923.

126

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

4 Februari 1931

geval tot geval worden bepaald na overleg met des-
kundigen uit de betreffende kringen van het bedrijfs-
leven.

De verkooper zal alleen da:n aansprakelijk zijn, dat
zijn waren voldoen aan de minimum-eischen voor de
betreffende klasse, wanneer die waren als behoorende
tot een bepaalde klasse worden aangeboden. De ver-
plichtingen gaan dus niet z66 ver, dat indien bijv.
voor groenten-conserven han’delsklassen zijn vastge-
steld, alle groenten-conserven ook steeds in handels-
klassen moeten worden verhandeld, doch alleen, wan-
neer zij met aanduiding van een klasse te koop wor-
den aangeboden. Het geldt hier volgens de Regee-
ring geen novum in de wetgeving, want een soortge-
lijke bepaling kent par: 494 van het Bürg. Gesetz-
buch (koop op monster), terwijl ook verwezen wordt
naar par. 463, volgens welke bij het ontbreken van
een voorgespiegelde eigenschap van het goed, de koo-
per inplaats van ruiling of prijsvermindering ook schadevergoeding wegens van-prestatie kan ver-
langen.

Behalse voor het geven van wettelijke standaard-
klassen, heeft de regeering ook de bevoegdheid, met
toestemming van den Rijksraad, de regelmatige prijs

noteeringen van openbare beurzen, veilingen en an-dere markten verplichtend voor te
schrijven
voor de

verschillende handeiskiassen. Voorloopig is er nog
van afgezien voor te schrijven, dat de handelsklassen
zonder meer ook voor de beursnoteeringen als basis van vergelijking moeten worden genomen, doch het
wordt niet uitgesloten geacht, dat men hier nog eens
toe over zal gaan. De regeling, zooals zij nu luidt,
volstaat met de mogelijkheid om ‘de prijsnoteeringen
van de beurzen over te nemen en als algemeene norm
voor te schrijven. Ook voor andere waren, waarin niet
van een bepaalden beurshandel sprake is, doch waar-omtrent toch regelmatig noteeringen voorkomen, kan
de regeering die noteeringen, indien daaraan vol-
doende beteekenis kan worden gehecht, voor de han-
deisklassen voorschrijven.

Tenslotte kan

de regeering’ – weer met toestem-
ming van den Rijksraa’d – voorschriften geven om-
trent uniforme aanduiding en verpakking alsmede
omtrent uniforme maten en gewichten van verpakte
hoeveelheden, waarin de goederen van een bepaalde
klasse, zoowel in het groot als in het klein, uitsluitend

mogen worden verhandeld.

Teneinde de instelling van handeiskiassen het ge-
venscht’ resultaat te doen hebben, acht de Duitsche regeering het noodig nauwkeurig toe te zien, dat de
als ,,Klassenwareu” in het vrkeer gebrachte produc-
ten ook werkelijk aan de eischen hunner klasse be-
antwoorden. Uit overwegingen van practischen aard
zag men ervan af algemeen voor te schrijven, dat

waren slechts dan als ,,Klassenwaren” in het verkeer
mogen worden gebracht, wanneer zij als zoodanig
gekeurd (,,begutachtet”) zijn. Doch anderzijds n.ioest
de mogelijkheid van deskundige contrôle te allen tijde
gewaarborgd zijn. Daarom zullen in samenwerking met
de erkende vertegenwoordigende organisaties van
landbouv, handel en industrie contrôlestations in het
leven worden geroepen, waaraan particuliere contro-
leurs (,,Begutachter”) verbonden worden. Deze moe-

ten ook adviezen geven over de onderbrenging van
bepaalde artikelen in de daarvoor bestemde klassen.
In het bijzonder zal er naar gestreefd worden, dat de
beoordeelingen der controleurs over het geheele Rijk
zooveel mogelijk uniform zijn. De kosten, aan cle con-
trôle verbonden, zullen door speciale heffingen van

belanghebbenden gedekt worden.
Tot zoover de regeling zelve. Het is uiteraard op
dit moment nog niet mogelijk het resultaat, dat daar-
mede bereikt zal worden, te overzien, doch het schijnt
van belang op enkele speciale zijden van het vraag-stuk de aandacht te vestigen.

In Duitsche kringen, waar men sedert geruimen tijd
op
het aanvaarden van standaardkwaliteiten heeft

aangedrongen, verwacht men van de thans• door de
Handelsklassen-wet verkregn gedwongen standaardi-seering gunstige resultaten voor ‘den Duitschen land-
en tuinbouw. Naar de meening dezer voorstanders is
het juist de standaardiseering, zoowel in productie-
methoden als in marktorganisatie geweest, die den

buitenlan!dschen producenten zoo’n grooten voorsprong
heeft gegeven. Hooge invoerrechten ten spijt hebben
nog altijd de Hollandsche boter, kaas, eieren en groen-
ten, de Deensche boter en eieren, het Amerikaansche
fruit enz. een afzetgebied in Duitschland kunnen be-
houden, enkel en alleep door uniforme kwaliteit en
verpakking, waarop de koopers vertrouwen kunnen.
Wel hebben de Du.itschers geprobeerd dit na te vol-
gen – men denke o.a. aan de campagne voor het
,,Deutsche Frischei”, dat nog slechts een minimaal
klein deel van de productie vertegenwoordigt – doch
tot dusverre met weinig succes. Men hoopt nu door
de instelling van wettelijke kwaliteitsklassen iederen
producent een spoorslag te geven om zijn productie
zoodanig te verbeteren, dat zijn artikelen in de hoog-
ste klasse, waarvoor ook de ‘beste prijzen zullen gel-
den, ingedeeld worden en zoodoende ‘de normalisatie

te forceeren. De klassenindeeling net overeenkom-
stige prijsregeling brengt dus een premie op vervaar-
diging van goede kwaliteiten of, zooals het onlangs in een Duitsch artikel werd uitgedrukt: ,,Es entsteht
also eine Differentiarente für das bessere Produkt!’.
1-let spreekt intusschen vanzelf, dat ‘die ,,Differen-
ti.alrente” alleen optreedt, wanneer de eischen voor
de beste klasse ind’erdaad hoog genoeg gesteld wor-
den. Want gebeurt dat niet dan krijgen wij, inplaats
van een premie voor het ‘betere produkt, een egalisa-tie naar beneden, die alle energie om betere kwalitei-
ten te produceeren, zal doen verdwijnen.

Zoo zal ‘de Duitsche regeering, gelijk bij alle maat-
regelen, die diep in het maatschappelijke leven in-

grijpen, ook op dit terrein met de uiterste voorzich-
tigheid moeten voortgaan om het beoogde effect te
bereiken. Men behoeft bij het bepalen der grenzen
tusschen de verschillende klassen, vooral in verband
met den daarvoor gestelden prijs, maar even af te wij-ken van wat het koopen’d publiek aU billijk en econo-
misch gerechtvaardigd voelt, of het vertrouwen in ‘de
klassenindeeling verdwijnt en de Duitsche landbouw
raakt met zijn producten in vergelijking met de bui-
tenlandsche nog verder achterop.
Intusschen is nog niet recht duidelijk hoe de Duit-
sche regeering uitvoering zal geven aan de ‘bevoegd-
hei’d om het volgen van bepaalde beursnoteeririgen
verplichtend voor te schrijven voor den handel in
klassenwaren. Die noteeringen toch hebben alleen
beteekenis voor hen, die gewoon zijn op die beurzen te koopen of te verkoopen, maar wat belet ‘de opvol-
gende handelaar en tenslotte de winkelier, om voor
zijn tusschenkomst een andere winst op de goederen
te nemen dan zijn collega? Waar blijft bij de aan-raking met het koopend publiek dan ‘de uniforme
prijsnoteering? Het zal interessant zijn mettertijd na

te gaan, hoe de betreffende uitvoeringsmaatregelen
op deze vragen antwoord geven.
Bij het lezen van de Duitsche Handeiskiassen-wet
zal men wellicht op de gedachte komen, ‘dat wij in ons land iets dergelijks kennen in den vorm van de
maatregelen tot uitvoering der Warenwet. Op grond
daarvan kan inderdaad de overheid ook minimum-
eischen aan waren stellen, doch het ‘doel, dat daar-
mede beoogd wordt, is een geheel ander. Terwijl men
met het ,,Handelsklassengesetz” een bepaalden tak van
nationale voortbrenging op een hooger plan wil bren-
gen, teneinde hem tegen buitenlandsche concurrehtie
beter te wapenen, beoogt onze Warenwet in hoofdzaak
waarborgen tot bescherming van ‘de algemeene volks-
gezondheid te scheppen. Het is wel mogelijk, dat ‘in
verband daarmede ook, voorschriften tot bevordering van de eerlijkheid in den handel worden gegeven, die
wellicht in bepaalde gevallen tot normalisatie kun-
nen leiden, doch dan staat daarbij toch bijna
altijd
de

4 Februari 1931

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

– 127

bescherming van het publiek, dat niet voldoende bi.j
machte is het gekochte te controleeren, op den voor-
grond. Normalisatie zou in die gevallen in ons land
meer middel zijn om het publiek te beschermen, in
Duitschiand is normalisatie ten voordeele van de na-
tionale productie het doel. Dit verschil wordt ook
duidelijk geï1lustieerd door het feit, dat in ons land
de overheid de geheele kosten der keuringsdiensten
voor haar rekening neemt, terwijl volgens de Duitsche
wet de kosten der contrôle in den vorm van ,,Ge-
bühren” door de particuliere belanghebbenden gedra-
gen moeten worden.

Hoe de Handeiskiassen-wet tegenover de ingevoerde
buitenlandsche producten zal worden toegepast en
welken haar invloed zal zijn, kan nog niet nauwkeu-
rig worden overzien. Het antwoord, dat de Ministers
van Buiteniandsche Zaken en van Binneniandsche
Zaken en Landbouw d.d. 18 December 11. gegeven heb-
ben op de desbetreffende vragen van de Tweede Ka-
merleden Van de Bilt en Kampschöer geeft in dit
opzicht ook geenerlei zekerheid. Eenerzijds wordt ge-ruststelien’d gezegd, dat ,,de wet zelf geen bepalingen
bevat, welke ‘belemmerend zijn voor den Nederland-
schen uitvoer naar Duitschiand”, maar even verder
moeten de Ministers toch ook toegeven: ,,Het is ech-
ter mogelijk, dat in de uitvoeringsbepalingen, die op
grond van de wet zullen worden vastgesteld, voor-
schriften kunnen voorkomen, die den Nederlandschen
uitvoer naar Duitschiand kunnen bemoeilijken.” Dat
dit ook voor de Ministers geen ijdele vrees is, bewijst
wel het feit, dat het gezantschap te Berlijn reeds van instructies is voorzien om eventueele moeilijkheden,
die zich als gevolg van het ,,Handelsklassengesetz”
voor den Nederlandschen uitvoer mochten voordoep,
te trachten uit den weg te ruimen.

Ook wij gelooven, dat men, gezien de duidelijk uit-
gesproken bedoeling van de wet: ,,den Vorsprung,
den das Ausland auf diesem Gebiete v’ielfach hat, em-
zuholen und namentlich auch die auszerordentlich
hohen Einfuhren an landwirtschaftlichen Edeler-
zeugnissen allmahiich dadurch überflüssig zu machen,
dasz entsprechende.Mengen und Qualitiiten deutscher
Erzeugnisse an ihre Steile treten”, er vrijwel zeker
van kan zijn, dat wij deze wet mettertijd kunnen toe-
voegen aan de uitgebrei’de stalencollectie van a’dmi-
.nistratief protectionnisme, dat de laatste jaren in ver-
schillende landen hoogtij viert. Een Duitsche courant
schreef dezer dagen terecht: ,,Hier bieten sich für
eine künstliche Fernhaltung ausliindischer Produkte
reichliciae Möglichkeiten.”

Dat onze uitvoerhandel deze bedreiging ook gevoelt, bewijst het onlangs door de Rotterdamsche Kamer van
Koophandel tot de regeering gerichte adres, waarin
op de gevaren, voortspruiten’d uit de Duitsche Han-
delsklassen-wet, wordt gewezen. Men behoeft nog niet eens aan het ergste geval te denken, dat men bijv. kaas
alleen in achthoekige vormen in den handel toelaat,
waardoor de Hollandsche en Zwitsersche normaalvor-
men buitengesloten zouden worden. Ook het stellen
van zeer lage gewichtsgrenzen voor de verpakte een-
heden, bijv. voor groenten en fruit, zou voor onzen
export reeds zeer belemmerend werken, doordat de
vracht op het buitenlandsche product dan veel te
zwaar zou drukken.

Ook is de vrees geuit, dat de minimum-eischen der
verschillende handelsklasse’n zoo gesteld zouden wor-
den, dat de eerste klasse reeds ‘beneden de kwaliteit
der beste buitenlandsche goederen zou liggen, met
het gevolg, dat deze laatste, indien zij als ,,erstklas-

sig” worden aangeprezen, eventueel geljkgesteld wor-
den met Duitsche producten van minder kwaliteit;
de prijsregeling verhindert dan ook om een hoogeren
prijs te vragen. Gelijk boven uiteengezet, is de eenige
mogelijkheid om dit te voorkomen, het ingevoerde
artikel zonder eenige aanduiding van klassen te ver-‘handelen. Men valt dan buiten de veiplichtingen der
wet en heeft de kans om een
prijs
in overeenstemming

met de betere kwaliteit te kunnen bedingen. Het
blijft echter de vraag of en in hoeverre het Duitsche
publiek zulk een niet-geclasseerd artikel zal blijven
koopen.

Hoe het zij, uit een en ander blijkt wel, dat met
betrekking tot de maatregelen, die de Duitsche regee-
ring tot uitvoering van de Handelsklassen-wet zal
nemen, waakzaamheid van onzen kant dringend ge-
boden blijft.
A.
R0M COLTHOFF.

LOONSDALING EN DALING DER KLEINHANDELS.

PRIJZEN.

Het is bekend, dat één van de bezwaren, waarmede
veranderingen ‘in de waarde van het geld gepaard
gaan, daarin bestaat, dat de prijzen van verschillende
diensten en goederen zich niet in hetzelfde tempo wij-
zigen als dit met andere prijzen het geval is. Zoo is
één van de ‘bezwaren bij waardedaling van het geld,
dat de bonen o.a. langzamer
stijgen
dan de prijzen
van de producten en daarentegen ziet men hij waarde-
stijging van het geld het loonconservatisme zich tegen
loonsdaling. verzetten. Dit doet zich ook weer voor,
nu de tegenwoordige crisis gepaard gaat met een
sterke waardestijging van het geld, waardoor in Ne-
derland bijv. het indexcijfer gedaald is ‘an 146 in
Januari 1929 tot 119 in December 1930. Wat men
ook moge meenen omtrent de oorzaak van de economi-
sche crisis, iedereen zal het ermee eens zijn, dat de
ongeljktijdigheid in de verandering der prijzen, een wrijvingsversc’hijnsel is ‘bij de wegname waarvan – wanneer dit zonder andere belangen te schaden kan
gebeuren – iedereen belang heeft. Immers, de depres-sie is te omschrijven als een toestand, waar’bij de ge-
produceerde goederen geen afzet meer kunnen vin-
den tegen een
prijs,
die hun kosten goedmaakt. Wan-
neer, zooals nu, de prijzen van een zeer groot aantal
goederen in een verhouding gedaald zijn, die in het
algemeen niet zoo heel veel uit elkander loopt (men
zie ‘bijv. de percentages, die gegeven worden in het
statistisch overzicht van groothandelsprijzen, dat we-
kelijks in de E.-S. B. wordt opgenomen), dan is het duidelijk, dat de ruilverhouding van deze goederen
onderling ongeveer gelijk gebleven is en dat de moei-
lijkheid daarin haar uitdrukking vindt, dat de ruil-
verhouding tusschen deze goederen en de diensten, die
er noodig zijn om hen te verkrijgen, zich hebben ge-
wijzigd, omdat de prijzen van de diensten niet in
dezelfde mate gedaald zijn als de goederenprjzen. Een
daling van de geldloonen schijnt dus, van dit punt uit. beschouwd, de eenvoudigste oplossing van de crisis.
Men zal echter de redeneering, die hiertegen van
arbeidszijde wordt inge’bracht, moeten ‘billijken, dat
op deze
wijze
de arbeiders dreigen het slachtoffer te worden van de veranderingen in de waarde van het
geld, want dat het niet juist zou zijn te zeggen, dat
hun reëel loon gelijk blijft ‘bij daling van het geidboon,
omdat de prijzen van de producten eveneens gedaald
zijn. De arbeiders héb’ben immers te rekenen, ni.et met
groothandelsprijzen, maar met de kosten van hun
levensonderhoud, bepaald door kleinhandelsprijzen,
terwijl deze kosten van levensonderhoud weinig of
niet zijn gedaald. Zoo zijn de kosten van levensonder-
houd voor een arbeidersgezin gedaald, in Amsterdam
van 95.7 pOt. in Juni 1929 (October 1923 tot Sep-
tember 1924 = 100) tot 88,7 pOt. in December 1930,
terwijl in den Haag de verhouding nog ongunstiger
is en de kosten van levensonderhoud voor een arbei-
dersgezin gedaald zijn van 78,7 pOt. in Juni 1929
(1921 = 100) tot 75,9 pOt. in December 1930.
M.a.w. de kleinhandelsprijzen hbben de daling van de
groothandeisprjzen in geenen dele gevolgd en zoo-lang dit niet het geval is, beteekent elke daling van
het geldloon voor den arbeider ook een offer aan reëel
ikomen.
Dat het indercijfer van de kosten van levensonder-houd minder snel daalt dan het algemeen indexcijfer,

128

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

4 Februari 1931

ligt ongetwijfeld voor een deel aan de ‘erschillende
wijzen van samenstelling van deze twee cijfers en m.i.
is dan ook de wijze, waarop het algemeen indexcijfer
wordt berekend als een gemiddelde van groothandels-
prijzen, die min of meer willekeurig zijn gekozen en
zonder dat met hun relatieve belangrijkheid rekening wordt gehouden, terwijl daarenboven het gemiddelde
dat men kiest, ook weer willekeurig is, niet geheel
betrouwbaar. Ik voor mij geloof dat, wanneer het in-
dexcijfer in de toekomst de groote diensten zal moe-
ten bewijzen, die vele economen daarvan verwachten,
een minder mechanisch systeem van berekening zal
moeten worden toegepast en dat een oplossing, zooals
ik verdedigd heb in de Economist van Maart 1930,
waarin ik gronden aanvoer om de kosten van levens-
onderhoud van de arbeiders zelf tot een element te
maken hij de samenstelling der indexcijfers, een rede-
lijker maatstafvoor de waarde van het geld zou zijn.

Dit belet echter natuurlijk niet, dat de moeilijkheid
zelf zich zou blijven voordoen, en dat de oplossing er-
van, wanneer zij niet door overleg geschiedt steeds,
zooals de, meeste wrijvingsverschijnselen, met veel leed
gepaard zal gaan. Het is immers duidelijk dat, ivan-
neer niet werkloosheid enorme percentages van cle be-
volking zal treffen of ccii algemeene stijging van het
prijsniveau, weer intreedt, waarop – gezien het in-
ternationaal karakter van het verschijnsel en de voor
zoover al bekende dan althans niet ‘heheersehte oor-
zaken, die het veroorzaken – weinig kans bestaat,
zich tenslotte toch een loonsdaling ,zal moeten voor-
doen, terwijl de daling van de kleinhandel,sprijzen dan

nog niet voltrokken zâl zijn. De aibei.ders zullen dus

op deze wijze in den overgangstijd noodzakelijkerwijze
moeilijkheden ondervinden, die des te meer tot onte-
vredenheid aanleiding zullen geven, omdat hiertoe
geen noodzaak bestaat, daar immers de wereldproduc-
tie zeker de laatste jaren niet is afgenomen en er dus
niet direct een reden is, waarom de arbeiders een
kleiner aantal goederen tot hun beschikking zouden
nioeten krijgen. Integendeel, deze daling van de bonen
zal zelf op de productie op dat oogeublik een siechten
invloed uitoefenen.

Het is duidelijk, dat een oplossing van het wrij-
vingsverschijn.sei, waarbij de daling van de kleinhan-
delsprijzen voorafgaat aan de daling van de bonen,
wenschelijker is en meer in overeenstemming met
hetgeen wij als billijk beschouwen. Nu is echter het economisch bezwaar, dat hiertegen bestaat, dat niët
is in te zien,’ waardoor een daling van de kleinhan-
delsprijzen zou kunnen worden veroorzaakt, wanneer
niet eerst de bonen van de arbeiders dalen. Immers,
de arbeiders zijn voor de mee&te artikelen van dage-
lijksch gebruik grenskoopers en zoolang hun bereid-
willigheid om denzelfden prijs voor die goederen te
betalen niet vermindert, zullen de verkoopers van die
goederen niet spoedig aanleiding hebben, een derge-
lijke vermindering te verwezenlijken. Daling van de
kleinhandeisprijzen wordt dan vervangen door groote
winsten in den tusschenhandel, toename van het aan-
tal tusschenhandelaren, stijging van de prijzen van
ivinkelhuizeo. Vermindering van de bereidwilligheid

der arbeiders kan ozitstaan, doordat zij het loon dat
zij krijgen, gedeeltelijk opsparen, maar er is geen
aanleiding te veronderstellen, dat dit zal gebeuren,
omdat dit immers van hen een vrijwillige versninde-
ring van hun tegenwoordige behoeftenbevrediging zou
beteekenen, waar voor hen geen aanleiding toe bestaat.

Zoo zit men dus in een vicieuse cirkel die, wan-
neer men niet ingrijpt, slechts langs een tijd van
leed en onrust tenslotte veer tot een nieuw even-
wichtspunt kan leiden. Het is voldoende bekend, dat
de overheid in Italië heeft getracht hier een uitweg
te vinden door naast de loonsdaling een geforceerde
daling van de kleinhandeisprijzen te verwezenlijken.
Persoonlijk ben ik van meening, dat een verweze-
iijking van dit systeem, niet tot de onmogelijkheden
behoort. liet heeft op vele sociale maatregelen v66r,

dat het niet tegen de econom:isc’he wetma.tigheid in-
gaat, maar deze alleen wil bevorderen. Het is echter
natuurlijk alleen denkbaar in een land met een zeer
sterk cen.traal gezag en ik ontveins mij niet, dat liet
ook daar zeer vele bezwaren ontmoet en dikwijls tot
kleinere of grootere moeilijkheden en misbruiken aan-
leiding zal moeten geven. In elk geval is voor Neder-
land een dergelijk systeem reeds daarom uitgesloten,
omdat het zich niet laat rijmen met de hooge waar-
cleering, clie men bij ons volk voor de persoonlijke vrij-
heid ontmoet. Het is echter de moeite waard te wijzen
op enkele initiatieven, die in deze richting in België
in eenzelfde verband genomen zijn: Voorloopig op
een kleine schaal, maar die m.i. voor uitbreiding vat-
baar zijn. Bij Vlamingen en Walen staat de waar-
deering der persoonlijke vrijheid even hoog als in
Nederland, maar men heeft juist door overleg ge-
tracht een oplossing voor de moeilijkheid te vinden,
die zich ook daar voordoet en daarenboven nog ge-
compliceerd wordt door liet feit, dat vele boonsover-
eenkomsten cie hoogte van het loon mede vaststellen,
in verband met het indexcijfer van de kosten van
levensonderhoud, dat echter – naa.r iedereen orkent
– verschillende fouten toont, waarvan de belangrijk-ste is, dat het – wat voor het indexcijfer voor icosten
van levensonderhoud zeker niet te verdedigen valt
– geen rekening houdt met de relatieve belangrijk-
heid der verschillende producten. Dii noodzakelijk-
heid van loonsdaling heeft men ook daar overwogen.
Men heeft echter getracht verband te leggen tussëhen
de loonsdaling en de daling van dè détailprijzen. Het initiatief is daarbij uitgegaan van de ,,Oham’bre syn-
dicabe des entrepreneurs et founnisseurs de travaux
publics et civils du pays de Namur”. Deze heeft, toen
zij zich verplicht zag aan de arbeiders een loonsdaling
vani.0 pOt. aan te zeggen, daarbij tevens medege-
cieeld een lijst van winkels, die bereid waren tegen
vertoon van de door de Kamer afgegeven kaart, een
prijsverlaging van 10 pOt. op hun producten toe te
staan. De beweging is
1
in een eenigszius andere vorm,
die een meer platonisch karakter draagt, door de werk-
geversvereeniging van Mechelen en daarna door de
ondernemers van B,rugge overgenomen. Het ‘Naam-
sche initiatief lijkt mij inderdaad de mogelijkheid van
een oplossing, althans van een verzachting van. de moeilijkheid, in zich te sluiten. Ongetwijfeld heeft
liet, vooral wanneer het aantal der aangesloten Idem-
handelaren niet groot genoeg moest zijn, ook zekere
bezwaren, maar de moeilijkheid waarvoor men staat,
is groot genoeg om te overwegen of liet átelsel niet
op een ruimer schaal toepassing verdient. ik meen
daarom goed te doen er hier de aandacht op te ves-

ligen.
Dr. R.
VAN
GENJSOHTEN.

WAT HEBBEN WIJ NEDERLANDSCHE EXPORTEURS

HET MEESTE NOODIG?

Dëze vraag komt onmiddellijk bij ons op, zoodra ‘wij
over onzen export spreken, hooren of lezen. Telkens
voelt men de groote moeiljicheden, waarmee de export,
dus ‘de mogelijkheid onzen invoer te betalen, te kam-pen heef’t, hetzij door onkunde hij de exporteurs, het-
zij door onwil van ‘het buitenland, maar ook dikwijls
door eigen schuld of door misverstanden ontstaan.
Zoo heb ik thans voor mij liggen de maaudelijlcs’che
unededeelingen van de Nederlandsche Kamer van
Koophandel te Buenos Aires No. 2 van 31 Augustus
1930. Ik vraag
mij
af, of er nog wel één goede eigen-
schap bij den Nederlandschen exporteur aanwezig is!
Een ieder zal het appreciëeren, dat de fouten onzer
exporteurs worden blootgelegd, maar tooh geloof ik,
dat er grenzen
zijn
en indien werkelijk mocht bljiden,
(lat de betreffende mededeelinigen juist zijn, dan moet
toch de mogelijkheid geschapen worden deze, leveran-
ciers op de een of andere wijze te signaleeren! Of is
er van de zijde der betreffende Kamer wellicht over-
drjving in het spel?

4 Februari 1931

,
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

129

Dan heb ik nog voor mij een rapport over den
exporthandel met Amerika. De kwalificatie van den
Nederlandschen exporteur is hier nog strenger, nog
onaangenarner. ik begrijp eenvoudig niet, hoe het o-
gelijk is, dat er nog landen op de wereld zijn, die van
Nederlan clers durven koopen Eigenwijs, j aloersch,
achterdochtig, gierig, geflatteerde monsters, mij ciwikt,
daar kunnen wij het wel mee doen, vooral als we nog
in aanmerking nemen, dat het ontbreken dezer eigen-schappen uitzondering is.

Wij weten allen, hoe buitengewoon moeilijk de
tegenwoordige economische toestand in •binnen- en
buitenland is, welk een enorm moeilijke periode land-
bouw, handel en industrie doormaken, zeker de export-
industrie niet het minst.! In verhouding ‘tot de con-
curreerende landen zeer zware sociale lasten, in tegen-
stelling met meerdere landen zeer starre doorvoering
der 48-urige werkweek, onvoldoende inzicht in be-
vogde kringen van de noodzakelijkheid van economi-
sche voorlichting, en mede als gevolg hiervan, gebrek
aan het hoog noodige geld voor cle Nederlandsche
Kamers voor Koophandel in den vreemde, en voor de
propaganda aldaar, ernstige handelsbelemmeringen in
het buitenland door tariefmuren of door ,,ambtelijke
voorschriften” (‘teneinde de bestaande tariefverdragen
netjes te kunnen ontduiken), ziedaar zoovele moei-
lijkheden, waarmee exporteurs te kampen ‘hebben. En
dan nog de allertreurigste reputatie, die wij in het
buitenland schijnei te bezitten! Dit laatste is eigen-
lijk nog het ernstigste van alles! Tenminste indien
het waarheid bevat! En dat moeten wij toh voor een
gedeelte aannemen!

Ongeveer 25 jaren geleden werd mij op de school-
banken bij het handelsonderwijs geleerd, dat de Neder-
landsche exporteurs geen besten naam hadden in het
buitenland, maar dat hunne reputatie toch langzamer-
hand iets beter werd. Thans lees ik kwalificaties, die ik mij niet •had kunnen denken als ‘te zijn synoniem
met den Nederlandsehen exporteur.

Thans mijn vraag gesteld als titel boven dit stuk:
,,Wat
hebben wij Nederlandsche exporteurs het meeste
noodig?” En clan is het mijn vaste overtuiging, dat
het eerst noodige is het ophalen onzer reputatie! Niet
door de betreffende exporteurs te signaleeren, waar-
schijnlijk zullen dan de meesten onzer wel aan de
kaak gesteld moeten worden, maar door ontoelaatbare
handelingen aan een lichaam, hetzij het Verbond van
Werkgevers, hetzij aan de Kamer van Koophandel,
onder wier ressort de betreffende exporteur behoort,
of aan een ander lichaam, mee te deden, terwijl dan
dit lichaam den betreffenden exporteur den indruk
zijner handelingen in het buitenland duidelijk maakt.
ik ben ervan overtuigd, dat een dergelijk systeem zeer
zeker goede resultaten zal afwerpen, speciaal, indien
bij meermalen herhaalde gegronde klachten zekere
eischen omtrent kwaliteit of hoeveelheid gesteld zou-
den kunnen worden. De preventieve werking alleen zal
reeds groot zijn.

Waarschijnlijk zullen vele lezers onmiddellijk zeg-
gen, dat kan niet, het is te duur, de vrijheid wordt
belemmerd enz. De eerste hedenking is een oppervlaic-
kige hypothese zonder grondig onderzoek mag men
er zich niet op deze wijze van afmaken. De tweede be-
denki.ng is oogenschijnlijk waar, maar hier heeft m.i.
de regeering ervoor te zorgen, dat de betreffende
Kamers van Koophandel in den vreemde, misschien
nog beter de consuls, over voldoende fondsen beschik-
ken, opdat een grondig onderzoek naar ingebrachte
klachten mogelijk is en dat personeel gehouden kan worden om deze op te sporen. Zoolang de regeering
in dezen in gebreke blijft, zullen niet alle klachten
onderzocht kunnen worden, tenzij de betrokkenen ter-
wille van de reputatie van den Nederlandschen expor-
teur in het algemeen zich opofferingen getroosten.

Trouwens langzamerhand zal toch ook wel in regee-
ringskringen zijn doorgedrogen het inzicht, dat onze
export toch zeker een der voornaamste bronnen onzer

welvaart is, dat met bevorderen van den export ge-
paard gaat verlevendiging in geheel het economsc’iie
leven en dat het juist in tijden van groote depressie
ht moment is, dat men zich met alle kracht heeft te
werpen op opbouw en uitbouw.

De derde tegenwerping is waar, maar ik betwijfel
of ze veel waarde heeft, want de gevolgen van deze zoo
gewenschte vrijheid zien wij gesignaleerd in de rap-
porten, zooals hiervoren werden aangehaald.
Boven stelde ik de vraag ,,Tenminste indien het
waarheid bevat”, dit naar aanleiding der mededeelin-
gen, omtrent de reputatie der Nederlandsche expor-
teurs. Tevens gaf ik als mijn meening ,,dat moeten
wij toch voor een gedeelte aannemen”. Zeer zeker

zullen in de verkondigde meeningen overdrijvingen
en generalisaties zitten, welke niet geheel te verdedi-
gen zijn. Ik kan mij voorstellen, dat, indien een Kamer
veel klachten krijgt (indien er geen klachten zijn,
gaan de transacties veelal zonder dat men, en zeker ook de Kamer, er veel van hoort), zij onwillekeurig
geneigd is deze als waar en algemeen op te vatten,
speciaal waar de mededeelingen natuurlijk gewoonlijk
van den importeur ‘komen en deze vanzelfsprekend

van hooren zeggen meerdere soortgelijke gevallen kent.
Bovendien kan ik mij indenken in het geval, dat
terwijl men als Nederlander telkens en telkens weer
steken op zijn landgenooten moet aanhooren, en dan

van deze landgenooten bovendien nog meerdere malen
,,eigenwijze” opmerkingen ontvangt, men kribbelig
wordt en bij een goede gelegenheid dit eens duchtig uitspreekt, d.w.z. door overdrijven tracht het kwade
en verkeerde te verbeteren. Het is menschelijk; of het
goed is, is een tweede, waarover ik niet weesch te
spreken. Wel acht ik het verkeerd, dat deze uitingen
in haar algemeenheid, zooals die van de Kamer van
Koophandel te Buenos Aires, in de couranten komen.
Dat is beslist niet goed en te betreuren.
Wat de Nederlandsche exporteur het meeste noodig
heeft, is het ophouden der reputatie van soliede leve-
ranciers, waaraan onverbrekelijk verbonden het onder-
houden van een uitmuntenden voorlichtingsdienst in
den vreemde en in eigen land. Dit laatste kost geld
en is regeeringstaak. Wanneer zullen wij daar
01)
steun mogen rekenen? Hierover zal onder de expor-
teurs geen verschil van meening kunnen bestaan, hier-
ovei hebben wij geen twistpunteu als daar zijn bij de
hulp resp. steun aan de industrie, hier geen vrijhande-
laar contra protectionist, hier alleen de exporteur, die
de mogelijkheid vraagt om zijn taak naar behooren te
kunnen vervullen ten voordeele van handel en in-
dustrie, ter bestrijding der werkloosheid, ter verbete-
ring van den algeheelen ecoriomischen toestand.

G. C.
LIMB0ROH
Mxjza. –

DE WETTELIJK VERPLICHTE GEZINSVERGOE-

DINGEN IN BELGIË.

Sinds jaren wordt zoowel in de litteratuur als in de
practijk een strijd gevoerd tusschen de voor- en tegen-standers van het gezinsloon en van de daarmee samen-
hangende vraagstukken. Als nadeel van het gezins-
loon, van het loon naar behoefte, in plaats van naar
bekwaamheid, wordt dan door de tegenstanders vaak
gewezen op de gevolgen van het losmaken van de be-
boeing van den factor arbeidskracht van de waarde
van het arbeidsprodnct. In Nederland is reeds op ver-
schillen de wijzen tegemoetgekomen aan de wenschen
van de voorstanders van gezinsloon, ‘bijv. door kinder-
toeslag, doch niet in die mate, dat zij reeds bevredigd
zijn.

In verband met deren strijd is het interessant om
na te gaan, hoe in België, zonder ook maar iets van
het principe van loon naar ‘bekwaamheid prijs te ge-
ven, een wettelijke regeling ontstaan is, die tegemoet
komt aan dehelangen der groote gezinnen. Dit is be-
reikt door de wet van 4 Augustus 1930, die de wette-
lijk verplichte gezinsvergoeding uitbreidt tot alle per-
sonen in dienst van anderen. Deze nieuwe wet legt

130

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

4 Februari 1931

een last op een deel der Belgische industrie, terwijl
de Belgische Staat een last van 30 millioen frank per
jaar op zijn schouders neemt.
Het systeem van de gezinsvergoedingen, oospron-
kelijk een Fransch Îdee, is in de jaren na den oorlog
in België overgenomen. Eerst alleen door het particu-
lier initiatief aangemoedigd, droeg het meer een in-
cidenteel karakter om de verlaging van het reëele loon
door de daling van den frank, althans voor gezinshoof-
den eenigszins te compenseeren. De gezinsvergoedingen
misten echter elke wettelijke basis, waarom in 1924 de
volksvertegenwoordiger Carton de Wiart een wets-
voorstel indiende om bij het gunnen van werken Voor
rekening van den Staat aan die leveranciers de voor-
keur te geven, die aan hun personeel gezinsvergoe-
dingen geven, welk voorstel was gebaseerd op een
reeds in enkele steden, o.a. Luik, bestaand régime. D.i.t
ontwerp werd echter in 1925 door de Kamer ver-
worpen, waarop Carton de Wiart in 1926 een nieuw
ontwerp indiende, waarin aansluiting bij een z.g.
compensatiokas voor gezinsvergoedingen verplicht ge-
steld werd voor alle leveranciers aan overheidslicha-
men. Dit wetsontwerp werd gedurende de parlemen-
taire behandeling nog wel gewijzigd, doch vormt in
groote lijnen toch de basis van de op 14 April 1928
van kracht geworden wet, die voorschrijft, dat in de
bestekken voor rijkswerken een bepaling moet op-
genomen worden betreffende het toekennen van ge-
zinsvergoedingen.
Deze wet had dus geen algemeen karakter en betrof

lang niet alle ondernemingen.. Verplicht om zich aan
te sluiten
bij
een compensaiekas waren alleen de in-
dustrieëelen, die werken uitvoerden voor of leverden
aan Staat, provincies, gemeenten, aan bedrijven, die
een overheidsdienst in concessie hebben en aan open-
bare instellingen en instellingen van openbaar nut.
Deze verplichting werd
bij
de wet van 4 Augustus 1930
uitgebreid tot alle werkgevers in industrie, handel en
landbouw, ook al hebben zij slechts één (niet-inwonen-

den) werknemer in dienst.
Overigens zijn er tusschen de beide wetten geen groote verschillen; dit blijkt wel uit het feit, dat de
meeste compensatiekassen reeds nu haar statuten aan-gepast hebben aan den nieuwon toestand, die bedrijfs-
gewijze tusschen 1 Tanuari 1931 en 1 Juli 1932 in-

treedt.
Al dreigde tijdens de behandeling van het nieuwe
wetsontwerp het gevaar, dat de geheele uitvoering van de wet in handen zou komen van een overheidsorgaan,
de compensatiekassen bleven behouden.
Gehandhaafd blijft dus het systeem van verplichte
aansluiting van den werkgever bij een compensatie-
kas voor gezinsvergoedingen. Deze kassen, die meest-
al regionaal, in bepaalde gevallen als bijzondere kas
ook bedrijfsgewijze door de werkgevers opgericht ziju,
dienen om het zoo vaak tegen het beginsel van loon
naar behoefte aangehaalde bezwaar te ondervangen,
dat de werkgevers in de verleiding zouden komen om
werknemers met een groot gezin tea bate van onge-
huwde werknemers te ontslaan. Onverschillig of de
werknemer gehuwd of ongehuwd is en hoeveel kinde-
ren hij te zijnen laste heeft, betaalt de werkgever
voor hem een bedrag van 0.65 frank per dag gelever-den arbeid, (waaronder volgens interpretatie van den
Minister ook verstaan moeten worden Zon- en feest-
dagen, ja in sommige gevallen zelfs stakingsdagen.)
Voor vrouwen bedraagt de bijdrage 0.35 frank, waar-
is dus wel de tendenz zit om mannen zoo mogelijk
door vrouwen, doch niet om gehuwden door onge-
huwden te vervangen. Buiten deze premies moeten
de werkgevers nog bijdragen in de administratiekos-
ten en voor het reservefonds der kas.
De werkgevers zijn niet vrij om tot elke compensa-
tiekas toe te treden; deze moet bij Koninklijk Be-
sluit toegelaten worden. Om toegelaten te worden
moeten de kassen rechtspersoonlijkheid hebben als
vereeniging zonder winstgevend doel, overeenkomstig
de wet van 27 Juni 1921. Voorts moeten zij als uit-

sluitend doel hebben het uitkeeren van gezinsvergoe-
dingen en eventueel van andere daarmee verband
houdende uitkeeringen als bijv. geboortepremiën, ter-
wijl de statuten moeten vermelden het gebied, waar
binnen de betrokken werkgevers moeten wonen en eventueel het bedrijf, dat zij moeten uitoefenen om
toe te kunnen treden. Bij een kas moeten minstens 7
werkgevers met 1500 werknemers aangesloten zijn.
De mogelijkheid bestaat voorts, dat voor bepaalde be-
drijfstakken als bijv. havenwerken, de werkgevers ver-
plicht worden zich bij een
bijzondere
hedrjfskas aku
te sluiten. De uitvoering der vet berust voor die
werkgev9rs, welke zich niet aansluiten bij een corn-
pensatiekas of een bijzondere kas, bij een overheids-
orgaan, de hulp-compensatiekas; het overheidsorgaan
treedt dus eerst secundair op.
De vergoeding, welke aan alle werknemers gegeven
wordt, moet minstens per maand bedragen 15, 20, 40,
70 en 100 franken voor het eerste, respectievelijk,
tweede, derde, vierde en vijfde (en elk daarop vol-
gend) kind; zij wordt gegeven tot aan het einde van den schooiplichtigen leeftijd, doch minstens tot aan
het bereiken van den 14-jarigen leeftijd van het kind,
terwijl in sommige gevallen tot aan het 18e jaar van
de gezinsvergoeding genoten kan worden. Volgens het
traditioneel gebruik der compensatiekassen zijn de
vergoedingen steeds ‘bestemd voor de moeders, die het
recht hebben er zelfstandig ten bate van de kinderen
over te beschikken. De wet kent dan ook 3 soorten
personen, die van de wet profiteeren, nI. de attribu-
taire, dat is de werknemer, wiens dienstverband tot
het toekennen van de vergoeding aanleiding geeft, de
allocataire, dat is de persoon, die de vergoeding in
handen krijgt, dus de moeder en de bénéficiaire, dat
is het kind, wien de vergoeding ten goede komt.
Behalve gezinsvergoedingen kunnen de compensa-
tiekassen ook geboorteprernies e.d. geven, zuigelin
genconsultatieinrichtingen stichten, kinderen uit-
zenden naar vacantiekolonies, verpleegsters aanstel-
len, enz.

Conflicten, welke zouden ontstaan tusschen de kas-
sen en de rchthebbenden, worden opgelost door een
college van scheidsrechters, welks instelling in de sta-
tuten van’ de kas kan worden vastgelegd. Dit college
moet voor de helft uit afgevaardigden
afl
de bij dç
kas aangesloten werkgevers en voor de andere helft
uit belanghebbende arbeiders ‘bestaan; die door den
Minister van Arbeid benoenid worden op voordracht
van de bedienden- en arbeidersorganisaties. Voorzien
de statuten niet in de oprichting van een college van
scheidsrechters, dan komen de geschillen voor den
werkrechtersraad (een in België bestaande rechtbank
voor arbeidsaangelegenheden) of, indien deze ter.
plaatse niet bestaat, voor den vrederechter.
Geschiedt de compensatie dus in eerste instantie
door de kassen, de compensatieinstelling van den
tweeden graad is de Nationale Kas voor gezinsvergoe-
dingen, waarbij alle compensatiekassen van rechts-wege worden aangesloten; deze kas heeft voorts tot
taak het uitkeeren van gezinsvergoedingen, waarvan
de attributaire geen werknemer is in den zin van
deze wet, dus bijv. bij den werkgever inwoont, of geen
betrekking meer hoeft tengevolge van een arbeidson-
geval. De inkomsten van de Nationale Kas bestaan
uit de helft van de overschotten der goed gesitueerde
compensatiekassen, waarmee de noodlijdende kassen
worden gesteund en uit een jaarljksche bijdrage van
30 millioen franken van den Staat, die dient om bo-
vengenoemde vergoedingen te verleenen en voor het
overige verdeeld wordt over alle derde en volgende
kinderen, die ten laste zijn van de compensatiekas.
De andere helft van de eventueele winst der corn-
pensatiekassen moet gestort worden in het reserve-
fonds dier kas en wel tot dit fonds gelijk is aan het in twee maanden uit te betalen bedrag aan vergoe-dingen. De rest van het overschot kan dan door de
compensatiekas gebruikt worden om bijv. geboorte-
premiën te geven.

4 Februari 1931

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

131

Door reeds van te voren een bestemming te geven
aan eventueele overschotten komt er een einde aan
het oude systeem der terugbetalingen aan die werk-
gevers, die meer bijdragen betaalden dan aan de in
hun dienst zijnde rechthebbenden aan gezinsvergoe-
ding werd uitbetaald. Dit systeem, dat bovendien.
nog eens uitdrukkelijk verboden wordt, was onder
de oude wet mogelijk en had natuurlijk tot gevolg,
dat het in dienst nemen van gezinshoofden grootere
lasten voor den werkgever met zich bracht dan het
aannemen van ongehuwden.
Van de bepalingen der wet zijn er enkele van be-
lang voor buiteulandsche leveranciers en wel die
bepalingen, die handelen over aanbiedingen uit het
buitenland. Wanneer een der organen, die reeds vol-gens de wet van 1928 verplicht waren om in hun be-
stekken op te nemen de verplichting van den indu-strieel om aangesloten tb zijn bij een compensatie-
kas, zich er op beroept, dat een Belgische aanbieding
duurder is dan een buitenlandsche, zal nagegaan wor-
den of de buitenlandsche producent ôf handelaar ook een even hooge gezinsvergoeding verleent; is dit niet
het geval, dan zal voor de vergelijking der aanbie-
dingen, de bui.tenlandsche aanbieding verhoogd wor-
den met een door den Minister te bepalen pércen-
tage. Dit dient om zoo nauwkeurig mogelijk den last
door de wet op de Belgische productie gelegd, te ver-
lichten. Krijgt de buitenlandsche leverancier toch de
bestelling, dan is hij verplicht om een bedrag gelijk
aan de vastgestelde verhooging te storten in de Na-
tionale Kas.
Als algemeen college van advies voor de compen-
satiekassen dient de bij het Ministerie van Arbeid in-
gestelde commissie voor de gezinsvergoedingen, welke
bestaat uit 17 door den Koning te benoemen leden,
waaronder 5 werkgevers en 5 werknemers, voorgedra-
.gen door de betreffende organisaties en 2 afgevaar-
digden van den Bond van groote gezinnen.
De wet stelt uitdrukkelijk vast, dat gezinsvergoe-
dingen niet te beschouwen zijn als loon en dat zij
niet in aanmerking komen voor het berekenen van de
minimumloonen, die bij een wet of bij een besluit
van een openbaar bestuur voorgeschreven zijn, of voor
welke minimumloonen, de krachtens een accoord tus-
schen werkgevers en werknemers zijn vastgesteld:
Tevens bepaalt de wet nog, dat de vergoedingen,
evenals de bonen, niet overgedragen kunnen worden
en onaantastbaar zijn.
F. BREEDVELT.

BUITENLANDSCHE MEDEWERKING.

DE ‘FINANCIËELE TOESTAND VAN FRANKRIJK.

Prof. B. Nogaro te Parijs schrijft ons:

De finaniëele toestand van den Franschen staat
gaf in het afgeloopen jaar een buitengewoon gunstig
beeld te zien. Niet alleen was de begrootiug kloppend,
doch tevens’ overtroffen de ontvangsten van de schat-
kist verre de ramingen en de overeenkomstige ont-
vangsten van het voorafgaande jaar. Voorts steeg het
tegoed van de schatkist tengevolge van overschotten
uit vroegere dienstjaren tot Frs. 19 milliard, terwijl
tenslotte de openbare schuld, die gedurende de laat-
ste jaren door de Amortisatiekas uitstekend was be-
heerd, zeer aanzienlijk begon terug te loopen. Sedert
1926 is het bedrag der door den Franschen staat op-
genomen leeningen met ongeveer Frs. 35 milliard
verminderd en het voor rente van de schuld bestemde
bedrag, datO in 1925 nog meer dan Frs. 15 milliard
bedroeg, komt thans nog slechts op de begrooting
onder de voorziene uitgaven voor met ruim Frs. 13
milliard. Men moet echter toegeven, dat de finan-
ciëele toestand van den Franschên staat zich begin
1931 veel minder gunstig laat aanzien dan bij het
begin van het vorige dienstjaar.
Weliswaar heeft men getracht het totaal der be-
grooting van ontvangsten en uitgaven op ongeveer

Fr. 50 milliard vast te stellen, in welk bedrag echter
de baten en lasten van de zelfstandige Amortisatie-
kas niet begrepen zijn. De uitgaven zijn evenwel meer
in schijn dan in wezen stabiel. Het was inderdaad
slechts mogelijk om door overdracht van den dienst der leeningen op langen termijn, (voor het komende
jaar een bedrag van 1.800 millioen) – waarin vroe-
ger door credeteu op de begrooting werd voorzien –
aan de zelfstandige Amortisatiekas, de voorziene uit-
gaven op de voor 1931 ontworpen begrooting tot het
voor het vorig jaar vastgestelde bedrag te beperken.

Men heeft voor 1930, zooals gewoonlijk, kunnen
vaststellen, dat er, ondanks de aan de samenstelling van de ontworpen ‘begrooting besteede zorg, steeds
onvoorziene uitgaven voorkomen, waarin zonder uit-
stel moet worden voorzien. Men kan de suppietoire
begrootingen thans op ongeveer Frs. 2 milliard
ramen, welke ‘behalve de uitgaven van het loopende
dienstjaar moesten worden of zullen moeten worden
gevoteerd. Daar de voordeelige saldi ten opzichte
van de geraamde ontvangsten door geleidelijke ver-
mindering hb’ben plaats gemaakt voor een nadeelig
saldo van ongeveer Frs. 40 millioen in de maand

December ji., zullen de suppietoire begrootingen van
den dienst 1930-1931 de voordeelige saldi der ont-
vangsten overtreffen en zal deze ‘begrooting onge-
twijfeld met een tekort van ongeveer Frs. 1 mil-
hard sluiten. Bovendien moet rekening worden ge-
houden met het tekort van de Fransche spoorweg-
maatschappijen, dat persaldo ten laste van den staat
komt en dat op de begrooting, ten minste indirect, zal drukken, omdat de staat de betaling van de uit
hoofde der door de maatschappijen gesloten leeningen
vervallen rente moet overnemen.

Terwijl dus de inkomsten en uitgaen zich in on-
guustigen zin wijzigden, verminderden de middelen van de schatkist eveneens geleidelijk. Dit vindt zijn
verklaring in de eerste plaats in het feit, dat een
gedeelte van de middeleja bestemd was voor aflossing
van de staatsschuld, en voorts in het feit, dat bepaal-
de eenmalige uitgaven buiten het budget om werden
gedaan en betaald worden uit het tegoed van de schat-
kist. Al is het overigens gemakkelijk om op een ge-
geven oogenblik den stand van ‘s Rijks kas te ken-
nen, zoo kan het, toch zeer moeilijk zijn om voor een toekomstig tijdstip, al is dit nog zoo nahij, de zuivere
middelen van de schatkist te ramen, omdat een ge-
deelte der thans tbeschikbare bedragen van nu af aan
een bestemming heeft, die voortvloei.t uit vroegere
verplichtingen.

De vorige regeering heeft evenwel beweerd, dat de
,,beschikbare middelen” van de schatkist nog grooter
waren dan Frs. 5 mihliard; zij heeft daarop besloten
5 milliard te bestemmen voor openbare werken, waar-
van de uitvoering over meerdere jaren moest plaats
vinden. De tegenwoordige regeering maakt echter, alhoewel zij dit programma van haar voorgangster
niet prijsgeeft, eenige reserve ten aanzien van de aan-
wending van het tegoed der schatkist en legt een
nieuw plan voor de uitvoering van openbare werken
aan het Parlement eoor. Hierbij wordt’ bepaald, dat,
indien de middelen van de schatkist – d.w.z. het
overschot van de laatste jaren – niet voldoende zijn,
men zijn toevlucht kan nemen tot een leening om de
uitvoering van dit programma te verwezenlijken. Deze
houding is ongetwijfeld vöorzichtiger, doch werpt een
niet minder moeilijk probleem op. Sedert 1926 had de
Fransche staat, dank zij herhaalde begrootingsover-
schotten en dank zij ‘de bekwame werking van de
Amortisatiekas, een geleidelijke vermindering van de
staatsschuld tot stand gobracht. Thans schijnt de
staat, terwijl de Amortisatiekas met haar werk kan
doorgaan, zich op nieuwe leeningen voor te bereiden.
Men mag anderzijds niet vergeten, dat de Fransche
staat thans de Amortisatiekas heeft belast met de
rente van de leeningen op langen termijn, terwijl zij
vroeger alleen het béheer van ‘de credieten op korten

132

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

4 Februari 1931

termijn en de amortisatie van de staatsschuld door
terugkoop op de beurs verzekerde. De regeering heeft
echter geen enkele nieuwe bron van inkomsten ge-
opend om haar in staat te stellen deze nieuwe ver-
plichting na te komen, welke thans een storting van
Frs. 1.8 milliard per jaar vertegenwoordigt en welke
over eenige jaren een bedrag van bijna Frs. 2 mii-
hard zal vereischen. Dit beteekent dus, dat de jaar-
lijks voor amortisatie bestemde bedragen van den
Franschen staat kleiner zullen worden en
dat af los-

sing in een langzamer tempo zal plaats vinden.
Eenige sedert den oorlog opgenomen leeningen
komen echter in 1931 voor conversie in aanmerking,
waardoor een aanzienlijke bezuiniging zal worden ver-

kregen. De Amortisatiekas heeft trouwens de nieu-
we verplichting, die haar door den Franschen staat
werd opgelegd, slechts aanvaard, op voorwaarde, dat de vanaf 1931 mogelijke conversies inderdaad zullen

plaatsvinden.
Men zal zich verwoni deren over de snelheid, waar-
mede de in 1930 zoo gunstige financiëele toestand
van den Franschen staat zich in 1931 heeft gewijzigd.
Toch zal men moeten toegeven, dat deze ontwikkeling
het onmiddellijk gevolg is van de door de regeering

en het Fransche parlement gevolgde politiek. Niet
zoodra werden er groote overschotten geconstateerd, of

de publieke opinie in Frankrijk heeft zich voor be-
lastingverlaging uitgesproken, waaraan de regeering en het parlement geen weerstand konden bieden. De
sedert het einde van 1929 tot het midden van 1930
ingevoerde verlagingen hebben een bedrag van bijna
Ers. 6 milliard bereikt en het is onder deze omstan-
digheden niet te verwonderen, dat de overschotten van de begrooting langzamerhand zijn verdwenen. Voorts begint Frankrijk, dat tot dusverre bijna niet
door de economische wereldcrisis was getroffen
1),

thans den invloed daarvan te ondervinden, hetgeen
zich in de ontvangsten van den fiscus weerspiegelt.
1-loewel de regeering er tenslotte moeite genoeg voor
heeft gedaan, bleek het niet mogelijk om de uitgaven
op de begrooting definitief te stabiliseeren en de
regeering zal ongetwijfeld verplicht zijn om elk jaar
een stijging van de staatsuitgaven onder oogen te zien.

Inderdaad is in de laatste jaren de gewoonte
gevolgd, om niet alleen geld uit te geven ter
voorziening in de onmiddellijko en onvermijdelijke
behoeften van den staat, doch ook met het doel om
het economisch leven te stimuleeren. Zoodoende wer-
den en worden aanzienlijke credieten opgenomen voor
de verbetering van wegen, kanalen, havens en voor
de bevordering van landelijke streken, waar tegen-
woordig groote eleetrificatiewerken (verlichting en
motorkracht), waterleidingen, touristenoorden, enz. worden aangelegd. Daar de staat mede in de kosten bijdraagt, besluiten de provincies en gemeenten om
werken tedoen uitvoeren, waarvoor zij anders zouden
terugdeinzen. Anderzijds heeft de uitvoering van dit
programma het dubbele effect, dat de levensstan-
daard van de landbouwbevolking wordt verbeterd en

belangrijke afzetgebieden worden verschaft aan be-
paalde industrieën. Het is dus bijzonder moeilijk om
de uitvoering van een dergelijk programma te staken
op het oogenbiik, dat de werkloosheid grootere af me-
tingen dreigt aan te nemen. Men komt zoodoende tot
de paradoxale conclusie, dat de Fransche staat ertoe
wordt gedreven zijn uitgaven te vermeerderen op het oogenblik, dat zijn bronnen van inkomsten gedeelte-
lijk zijn uitgeput.

* *
*

Resumeerend kan men dus zeggen, dat de finan-
ciëele toestand van den Franschen staat in het begin
van 1931, kort voor den aanvang van den dienst
1931/’2 op 1 April, het volgende beeld laat zien.
Het evenwicht in de begrooting, moeilijk verzekerd

1)
Zie E.-S. B. van
24
Dec. ji. ,,Franknijk en de wereld-

crisis”.

op papier, kan niet meer als volkomen verwezenlijkt
worden beschouwd, indien men rekening houdt met
de uitkomsten van den loopencien dienst. Hoewel an-
derzijds cie stnatsschuld thans geregeld en aanzienlijk
verminderd is, zoo is het tempo van aflossing niet
minder vertraagd en zal de toekomstige aflossing on-
getwijfeld, hoewel in mindere .t:nate, uit nieinve lee-
ningen worden vereffei’id. Wat de middelen van de
schatkist hetref t, die tengevolge van een reeks begroo-
tingsoverchotten buitengewoon overvloedig waren,
(leze Zijn thans tot een vrij bescheiden bedrag terug-
gebracht, dat ongetwijfeld n.iet voldoende zal zijn om
tegelijk voor cie uitvoering van het programma van
openbare werken en voor bepaalde voorziene of on-
voorziene buitengewone uitgaven te dienen. Deze
objectieve feiten zijn voldoende om de onvoorzichtig-
heici van een politiek tot verlaging van de belastingen
onder invloed van een slecht ingelichte publieke
opinie te kenschetsen. Toch moet men intusschen uit
deze opmericingen geen pessimistische gevolgtrekkin-
gen maken. Men moet inderdaad er]cennen, dat de
reeks overschotten der begrooti.ngen met als gevolg een belangrijk tegoed van cle schatkist ccii vericeljk

bui ton gewoon go nisti gen toestand beteekent. Voor de
noodzaicelijicheici om elk jaar het evenwicht der be-
grooting te handhaven, behoeft de Fransche staat slechts tot een normalen stand van zaken terug te

iceeren.

NA DE CONFERENTIE.

Prof. Dr. P. Geyl te Londen schrijft ons:

De Ronde-Tafel-Conferentie is dan gesloten, en wat
is nu het resultaat? De rede van den eerste-minister
op den laatsten dag heeft dat in algemeene lijnen aan-
gegeven. Ein voorzichtige rede: veel is bereikt, veel
staat nog te doen. En vooreerst moet het gedaan wor-
den door Indiërs. MacDonald heeft zich vel gewacht
om de waarborge:n, die de Mohammedanen verlangen,

op te leggen, nu
zij
het er met de Hindoes nog niet

over eens zijn icuni1n worden, en evenzeer om het be-
reikte resultaat als absoluut voor te stellen, nu die
overeenicomst nog niet tot stand gekomen is. Daarvan

blijft dus om te beginnen alles afhangen, en daar-
voor zullen de l:ndische gedelegeerden bij hun thuis-

komst in Indië allereerst moeten werken.

Afgezien daarvan is toch onloochenbaar de positieve
winst van deze Conferentie zeer groot. Als men den
toestand van eenige maanden her met dien van nu vergelijkt, springt het verschil in het oog. Het rap
port-Simon had tot zeifbestuur voor de provincies ge-
conclucieerd, maar tevens de tekortkomingen en tegen-
strijchgheden in Indië’s sociale en nationale structuur
breed uitgemeten en daar de onmogelijkheid om in af-
zienbareh tijd tot een al-Indisch zelfbestuur te gera-
ken, uit afgeleid. Dat rapport was-dan ook niet alleen
door de Congres-partij maar door cle meer gematigde nationalisten met één kreet van verontwaardiging ont-
vangen, maar in Engeland was het
vrij
algerneepe ge-

voelen: wij kunnen niet anders, centraal zelfbewind is
in Indië voorloopig, en lang nog, een droombeeld. Die
stemmig is door de Conferentie grondig veranderd.
De Engelsehe politieke opinie heeft het droombeeld
opeens als mogelijke werkelijkheid gezien, toen de vor-
sten bereid bleken om onverwijid tot een Indische
federatie toe te treden. liet resultaat is een verzoe-
ning van het gematigde, men zou kunnen zeggen het
realistische, nationalisme en de Engelshe politieke
opinie op dezen grondslag: zeifbestuur in de provin-
cies, onmiddellijke federatie van provincies en vor-sten-staten, begin van verantwoordelijkheid aan het

centrum.

‘t Is waar, een constitutie volgens die beginselen is
nog lang niet voliêdig ontworpen, laat staan inge-
voerd. Maar dat men haar in Engeland voor prac-
tisch uitvoerbaar is gaan houden, dat men is gaan ge-
boven in de mogelijkheid van een ontwikkeling in
dien geest zonder revolutionnaire omverwerpingen of

4 Februari 1931

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

133

verscheuringen, integendeel met behoud of liever met
herstel van een goede en vruchtbare samenwerking tussclien Engeland en Indië – dat is een ontzaglijke
verandering, want dat maakt van nu aan samenwer-
king tusschen Engeland en een groote groep van In-dische nationalisten mogelijk. Daaruit kan men zich
nu voorstellen, dat een vreèdzame ontbinding van
Engeland’s machtspositie i.n Indië en een ontwikke-
ling iii gemeen overleg tot een nieuwe vennootschap
zou voortkomen. Dat is het meeste wat men nu zeggen
kan. Er is een begin gemaakt, maar er moet nog lang
aan voortgewerkt worden v66r men vasten grond heeft,
en in al dien tusschentijd staat men, dat gevaar moet
vooral niet onderschat worden, aan tegenvallers bloot.
Twee groote vraagpunten rijzen, als men zich af-
vraagt wat de toekomst in haar schoot verbergt. In
hoever heeft MacDonald voor Engeland gesproken? en
in hoever vertegenwoordigen de gedelegeerden der nu
verdaagde Conferentie Indië?

Wat het eerste betreft, er is geen twijfel aan of er
bestaat onder de conservatieven veel tegenzin in den
nièuwen koers. Dat bleek – als men ‘t niet wist –
aanstonds uit allerlei pers-commentaar. De Daily Mail
en
Daily Express
verklaarden zich zonder omwegen tegen al die ,,sentimenteele malligheid” en voorspel-
den een bitter ontwaken tot het besef van de harde
werkelijkheclen van Indië. De
Evening Standard,
die
evenals de
Daily Express
aan Beaverbrook toebehoort,
deed een echo op die sombere geluiden hooren. De
Morning Post
stelde het voor, alsof MacDonald slechts
,,de socialistische politiek” verkondigd heeft. Daar-
entegen legde bijv. de
Times
er den nadruk op, dat
Lord Peel, uit naam van de conservatieven, ter con-
ferentie zich in den grond geheel bij de regeering aan-
gesloten heeft, en dat is ongetwijfeld waar ook, al
legde hij sommige accenten wat anders. In het sedert
gehouden dëbat in het Lagerhuis heeft Baidwin feite-
lijk nog duidelijker gesproken dan de conservatieve
afgevaardigden ter conferentie, toen hij verklaarde,
dat het de plicht van een conservatieve regeering zijn
zou om de besluiten der conferentie verder uit te voe-
ren. Het is algemeen bekend, dat Baldwin, onder den invloed haar men zegt van Lord Irwin, zijn vriend en
partijgenoot, dien hij indertijd zelf Onderkoning ge-
maakt heeft, tot een uiterst liberaal-Indische poli-
tiek geneigd is. Of hij daarin op den duur, moest hij

wezenlijk eens de verantwoordelijkheid voor het ver-
der bouwen op de nu gelegde grondslagen dragen
(en dat zal hoogstwaarschijnlijk w’el het geval worden,
want niet de uitwerking en invoering van een Indi-
sche constitutie zullen nog jaren gemoeid zijn), of
Baldwin dan zijn partij in haar geheel mee zal krij-gen, is steeds nog de vraag. Tot nog toe is Winston
Churchill de eenige, die openlijk in verzet gekomen
is, maar men rdag er zeker van zijn, dat veel van
Baldwin’s volgelingen in hun hart meer met den rebel
dan met hun leider instemden. Wat Churchill’s positie
als potentieel hoofdman van een conservatieve rebellie
verzwakt, is dat hij met zijn zin voor de krachtige
hand in Indië een blijkbaar onoverkomelijken afkeer
van de nieuwe protection.istische leuzen verbindt. De
conservatieven, die hem zouden willen toejuichen om
het eerste, worden afgeschrikt door het tweede. Naar
evenredigheid versterkt dat natuurlijk de positie van
Baldwin. Niettemin blijft er, als men de som tracht
op te maken, vecl onzekers. Aan den eenen kant it
het een ontzaglijke. overwinning voor MacDonald en
de gematigde Indische nationalisten, dat zij de con-servatieve leiders zoover geloodst hebben. Aan den
anderen kant zou ik er niet te veel op durven ver-
trouwen dat, als straks een conservatieve regeering
aan het roer komt, die niet op een Van de vele crisis-momenten, die not’ te verwachten zijn v66r het schip
in behouden haven aanlanden kan, onder pressie van haar volgelingen een koersverandering inzetten zal.
En het tweed? Het spreekt vanzelf, dat ik, van
Londen uit, daarover nog veel minder oordeelen durf.
Men zou zeggen, dat de Congres-mannen, tevree moes-

ten zijn met wat nu door hun toedoen bereikt is,
want het opent den weg tot de meest volledige ont-
wikkeling. Maar het extreme nationalisme is vaak
voor rede niel vatbaar. Dat is waarlijk niet alleen in

Indië zoo. Het moedigt een stemming aan, waarin
wantrouwen alle actie beheerschen gaat en waarin
‘onhandelhaarheid en bereidheid tot het martelaar-
schap voor de eenige deugden gelden. De terugkee-
rende gedelegeerden zullen een heelen toer hebben om
daartegenin te redeneeren. Als zij hun indruk weer-
geven, dat de Engelschen oprecht verlangend zijn om
tot een eervolle schikking mee te werken, zal men

hen op de ,,waarborgen” wijzen, men zal te verstaan
geven, dat zij in Londen aan het Indische standpunt ontrouw geworden zijn, men zal insinueeren, dat er
persoonlijke belangen achter schuilen.
De berichten over de houding van Ganddi en de
andere Congres-leiders, die op vrije voeten gesteld
zijn, zijn de laatste dagen niet geheel ontmoedigend.
Dat Gandhi het den Engelschen gemakkelijk maken
zou, kon niemand verwachten, maar hij en Nehru
schijnen althans niet ongezind om met de terugkee-
rende gedelegeerden ernstig in gesprek te treden. Ook
dan zal alles nog niet van een leien dakje gaan, te
meer omdat er steeds de moeilijkheid van de Hindoe-
Moslimsche tegenstelling nog is.

Maar in weerwil van al die onzekerheid, dat het
werk van de Ronde-Tafel-Conferentie niets opleveren
zou, kan ik niet gelooven. Het zou zeker voor Enge-
land, maar vooral voor Indië een somber vooruitzicht
zijn, als men aannemen moest, dat redelijkheid en
zin voor het bereikbare, voor werkelijkheid, het on-
vermijdelijk tegen doctrinarisme en hartstocht moes-
ten afleggen.

AANTEEKENINGEN.

De geidmarkt in Januari.

Als men de problemen van de geldmarkt bespreekt,
tien tegen één, dat men er de Fransche goudpolitik
in betrekt. Frankrijk zou schuldig zijn aan de goud-
onttrekkingen in Engeland, aan de credietopvragingen
in Duitschland, aan de. slechte verdeeling van den
goucivoorraad, daarmede aan de internationale depres-
sie, enz. Ook wij haalden Frankrijk eenige malen in
het geding.

Maar zooals iedere medaille twee zijden heeft en
meestal één daarvan minder geslaagd is, zoo is het
ook hier. Is Frankrijk alleen schuldig? In dezen vorm de vraag gesteld, zal niemand dit durven beamen.

Den laatsten tijd wordt vooral in Engeland en
Duitschiand veelal de mogelijkheid van afzet der pro-
ductie in het buitenland besproken. In beide landen
hebben de verhoudingen op de arbeidsmarkt toestan-den geschapen, welke veel critiek vinden. Het is hier
niet de plaats na te gaan, in hoeverre deze critiek
juist is en of door een krachtig ingrijpen van de Over-
heid aan den ongewenschten toestand een einde kan
worden gemaakt.

In Engeland is men in groote kringen van opinie,
dat, zoolang de schrikbarende werkloosheid niet aan-
zienlijk vermindert, de koers van het pofld sterling
niet blijvend zal verbeteren. M.a.w. de concurrentie-
mogelijkheid van het land moet hersteld worden,
waarmede men niet wil wachten tot de crisis ,,uitge-
ziekt” is, doch waarvoor men zoo spoedig mogelijk
loonsverlagirigen over de geheele linie, met daarnaast
rationalisatie der bedrijven, eischt.
Het is bekend, dat in Engeland de druk van de
,,Trade-Unions” op de ondernemingen zeer groot is en het baart dan ook geen wonder, dat sommigen een eng verband leggen tusschen de goudverschepingen en het aanblijven van de ,,Labour”-regeering.
Alhoewel men in Engeland – evenals elders – na-
tuurlijk bedacht moet zijn op een verlaging der pro-
ductiekosten, is het niet uitgesloten (zelfs waarschijn-
lijk), dat bij een stijging der prijzen van grondstof-
fen, de koopkracht van vele landen, welke thans het

134

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

4 Februari 1931
sterkst door de depressie worden getroffen, zal toe-
nemen en daarmede automatisch een verbetering van
het pond zal intreden.

Tot op zekere hoogte kan dat ook van Duitschiand
gezegd worden; hier spelen echter ook de bekende
politieke verhoudingen een woordje mee.

Intusschen hebben in Engeland de goudverschepin-‘
gen aangehouden en tevens de noodige ongerustheid
gewekt. Ten einde de arbitrage meer houvast te
geven, werd met de Banque de France een overeen-
komst getroffen, waardoor de onnoodige raffinagekos-
ten voortaan komen te vervallen. Een ongehinderde
goudhandel wordt daardoor mogelijk. Door dozen maat-
regel werd het goudpunt gebracht op ca. 123,89. (Het
voôrbeeld van Frankrijk werd gevolgd door Duitsch-
land, Zwitserland en Nederland. In België zal een
wettelijke regeling noodig zijn. In de Ver. Staten
wordt al het ontvangen goud versmolten).

Behalve de franc, was de dollar in de afgeloopen
maand zeer vast, een verschijnsel in strijd met dat wat
men gewoonlijk in dezen tijd van het jaar ziet. Het
gouduitvoerpunt werd zelfs overschreden. Het schijnt,
dat New-York, niet gesteld op goudzendingen, inge-
grepen heeft door aankoop van pondenwissels. Ook de
Bank of England heeft steun verleend door den ver-
koop van wissels en daarmede een sterken invloed uit-
geoefend op de geldmarkt, waar het disconto’ steeg
tot 2
7
/16-Ys’
(tegen pl.m.
/32
aan het begin van de
maand) en call tot 2 pOt. De koers van het pond t.o.v.
van den dollar verbeterde, later ook t.o.v. den franc,
die op 92,5 kwam.

Uiteraard weerspiegelde zich één en ander in den
weekstaat van de Bank of England, volgens wolken de
bank op den 28en Januari ca. £ 13,5 milli.oen minder
wissels dan de week daarvoor bezat; de bankdeposito’s
namen met ongeveer hetzelfde bedrag af.

De goudvoorraad is thans gedaald tot ‘het zeer lage
bedrag van £ 139,5 millioen.

Alhoewel tevreden met de verbetering van den
pondenkoers, wordt gevreesd, dat de markt deze open-
markt-politiek niet lang zal kunnen volhouden en
uiteindelijk toch tot een discontoverhooging zal moe-
ten besluiten. Dat men zoolang mogêlijk met een der-
gelijken maatregel zal wachten is duidelijk.

Intusschen is ook de houding van
New-York
hier
van groote beteekenis. In New-York, waar aan het
eind van het vorige jaar ht officiëel disconto tot
2 pOt. werd verlaagd, is de geldmarkt zeer ruim ge-
bleven. Het disconto voor ‘bankaccepten werd wederom
met verlaagd, waardoor het ‘thans voor het z.g.
,,eligible-paper” 1
6.
pOt. ‘bedraagt. Een nieuwe dis-
contoverlaging, over eenigen tijd, zou niet verrassen.
Echter ook hier hebben politieke factoren eenige –
zij het geen groote – onrust gezaaid, zoo o.a. het voor-
stel om aan de oud-strijders een ,,bonus” uit te kee-
ren, voor welke liefdadigheid een leening van ca. 3 milliard noodig zou zijn. Alhoewel men van meening
is, dat Hoover over een dergelijke leening
zijn
veto
zal uitspreken, heeft zooveel financiëel onverstand ‘bij
Hoeren Senatoren een onaangenamen indruk gemaakt.

In
.Duischland
moest de Reichsbank in de afge1oo
pen maand een deel van haar buitenlandsche wissel-
portefeuille opofferen. Zelfs moest de bank 15 mil-
lioen mark van ‘haar Fransche gouddepôt afstaan.
Hiertegenover stond echter een Russische g’oudaan-voer van 43 millioen mark, zoodat de goudvoorraad
per saldo nog eenigszins toenam. De invloed op de
ge1dmarkt uitte zich in ccii verhooging van het par-
ticulier disconto tot 4/8

pOt. De ontspanning op de
geldmarkt is door een en ander in Januari minder
geweest, dan gewoonlijk in deze maand.
De buitenlandache credietverleening heeft nog lang
niet den ouden omvang aangenomen, dien deze voor de
Hitler-geschiedenis had. Aan den eenen kant hoort
men, dat de Fransche bankiers hun Duitsche collega’s verzoeken meer van de geboden acceptfaciliteiten g-bruik te maken (van welke gelegenheid de Duitschers

slechts in geringe mate gebruik wenschen te maken
– de reden daarvan is bekend), van andere zijden
hoort men wel, dat nog steeds buitenlandsche credie-ten niet meer worden geprolongeerd. Is het een won-
der, dat men met een zekere jaloezie ziet, ‘hoe landen
als Tsjecho-Slowakije en ook Oostenrijk tegen betrek-
kelijk gunstige voorwaarden van Frankrijk credieten

krijgen.
In de ,,E.-S. B.” van 28 Januari is reeds melding
gemaakt van.de discoitover1aging bij de Nederland-
sche Bank en terecht werd daaraan voôr onze geld-
markt geen groote beteekenis gehecht. De laatste
weekstaat toont, dat de invloed inderdaad ook gering
is geweest.
Wij willen tot slot nog even de discontoverlaging
tot 2 pOt. in Zwitserland in herinnering brengen.
Nauw met de discontoverlaging schijnt samen te han-
gen de wensch om binnenkort tot .conversie van staats-
leeningen over te gaan en een gunstige markt te
scheppen voor de emissie der z.g. ,,lettres de gage”.

V. D.
Ba.

Wereldsuikroogst.

Hieronder volgt de volledig gespecificeerde ramung
van de wereldsuikeroogsten 1930/’31 door Willett &
Gray, in vergelijking met de cijfers van 1929/30 en
1928/’29:
Raming
1930131
1929f 30 1928/’29
Rietsuiker
Tons Tons
Tons
Ver. Staten:
Louisiana

………..
175.000
178.223
117.905
Porto Rico

……….
750.000
773.310
530.116
E[awaiï eilanden
850.000 856.222
844.462
West-Indië:
Virginië eilanden
2.000
7.000
3.796
Cuba

……………
3.570.000 4.671.260
5.156.315
Britsch West-Indië:
Trinidad

………..
75.000
79.842
89.926
Barbados

………..
38.000
58.000
66.275
Jamaica

…………
60.000
64.697
58.450 Antigua

…………
17.000 18.550
10.945
St.

Kitts

………..
16.000
18.701
13.724
Overige eilanden
6.000
6.500
7.494
Fransch West-Indië:
Martinique

………
38.000
37.534 37.550
Guadeloupe

………
28.000
24.609
4.000
San Domingo

………
365.000
360.259
354.085
Haïti

……………..
19.000
18.907 12.497
Mexico

……………
200.000 209.730
179.124
Centr. Amerika:
Guatemala

……….
33.000
35.000
21.005
Overig Cen4. Amerika
50.000 58.000
52.179
Zuid-Amerika:
Demarara

………..
1.15.000
117.254 116.578 Suriname

………..
1.000
12.500
15.178
Venezuela

………..
20.000
22.000
19.643
Ecuador

…………
20.000
.1.9.196
22.400
Peru

……………
412.000
415.000
361.745
Argentinië

………
365.000
340.479
375.329
Brazilië

………….
525.000
600.000 737.822

Totaal in Amerika …..
7.761.000
9.002.773 9.209.133

Azië:
l3ritsch-Indië

…….
2.850.000
2.766.000
2.735.000
Java

……………
2.908.000
2.894.879
2.939.164
Formosa en Japan
025.000
926.255
903.632
Philippijnen

………
750.000 762.074 740.987

Totaal in Azië ……..
7.433.000
7.349.208 7.318.783

‘A.ustralië

………….
515.000
530.483
534.383
Fidji eilanden ………
90.000
87.860
98.683

Totaal, in

Australië

en
Polynesië

………..
605.000
618.163 633.066 Egypte

……………
90.000 90.000
98.057
Mauritius

………….
225.000 238.030
247.752
Réunion

…………..
50.000
51.020 37.699
Natal

…………….
335.000
266.638
264.285
Mozambique

………..
80.000
80.000 89.780

Totaal in Afrika ….
780.000 725.688
737573

Europa:
Spanje …………..
10.000
13.562 11.610

Totaal Rietsuiker ….
16.589.000
17.709.394
17.910.165

4 Februari 19,31

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

135

Bietsuiker.

Ver. Staten ……..
1.050:841

901.713

938.640

Canada ………….
39.000

27.869

28.857

1.089.841

929.582

967.497

Europa ………….
10.449.600

8.244.801

8.469.491

Tot aal Biet suiker. . . . 11.539.441

9.174.383

9.436.988

Totaal-Gen. Riet- en
Biet suiker
………
. 28.128.441 26.883.777 27.347.153

De Ouba-oogst, die hierbij nog met 3.750.000 tons
aangenomen is, moet bij in kracht’ treding der Ber-
lijnsche overeenkomst tot 3.305.000 tons gereduceerd
worden.

BOEKAANKONDIGING.

J.
Hostie: Le Stamt international du
Rhin.;
in Recueil des Cours de l’Acadé-
mie de Droit international 1929-111
blz. 105 vig.

Een knap en degelijk pleidooi. Inderdaad: een plei-
dooi. Hostie maakt zich van ouds verdienstelijk met
het bevorderen der Fransche wenschen op het stuk
van internationaal ivierenrecht
1)
Zijn conclusies
kent men dan ook al van te voren, maar de wijze waar-
op de juistheid ervan wordt aangedrongen is ‘hier
nieuw en belangwekkend.

Wij waren er nu juist aan gewend geraakt, dat het
Teener
rivierenrecht geheel verouderd was en dat het.
Verdrag van Versailles nieuwe en verheven perspec-
tieven had geopend. Dat blijkt nu evenwel weer niet
zoo te zijn: de ideeën van 1815 waren mooi en goed,
maar de Rijnoeverstaten zijn van het pad der deugd af-
geweken en moeten nu daartoe terugkeeren, desnoods
gedwongen door de Groote Mogendheden, tegenover
welke zij aan het Weener rivierenrecht strikt gebon-
den zijn.

Uit de Weensche tooverdoos haalt de schr. een stel-sel op, waarbij de Rijn, mondingsgebied en Tusschen-
wateren inbegrepen, als één geheel stâat onder één
bestuur, en waarvan de oeverstaten niet hadden mogen
afwijken. Het is niet mogelijk hier op dat betoog uit-
voerig in te gaan, maar gezegd dient te worden dat de schr. juist op het voornaamste punt te weinig èn te ‘veel bewijst. Te weinig, omdat hij ons laat zien,
hoe in 1815 één centraal gezag wèl werd gewenscht door Pruisen (toenmaals was dât de mogendheid die
daarin de hooge toon dacht ‘te voeren), maar niet
door de kleine oeverstaten die toen evengoed als nu
begrepen, welke gevolgen zooiets voor hen zou heb-
ben, waarbij ddze laatste hun wil hebben doorgezet
teveel, omdat indien het toen gevestigde stelsel wer
kelijk onvervankelijk was, de invoering van een een
traal gezag niet, zooals schr. meent, geboden, maar
juist verboden zou zijn.

Het doet vreemd aan dat voor deze in Augustus
1929 gehouden voordrachten gebruik is gemaakt van
protocollen der Centrale Rijnvaartcommissie, waarvan
het geheim pas krachtens commissiebesluit van No-
vember van dat jaar is opgeheven.

Men’ behoeft niet eens overal tusschen de regels.
door te lezen om te bemerken, dat het betoog in hoof d-
zaak tegen Nederland is gericht. In dezen anti-Ne-
derlandschen ijver verheft schr. zich niet steeds
boven het peil van eenvoudige insinuaties (zie met
name blz. 139). Men mag dit overigens beschouwen
als een verheugende aanwijzing, dat de Nederlandsche
regeering haar standpunt met kracht weet te hand-
haven.

J. ZAAIJER.

1)
Men brenge dit in verband met de indertijd door mi-
nister Van Karnebeek gedane mededeeling, dat H. ,,wegens
zijn verdiensten” tot secretaris-generaal van de Centrale
Rijnvaartcommissie was benoemd.

MAANDCIJFERS.

RIJ KSPOSTSPAARBA.NK.
NOVEMBER
1929
1

1929
1

1930

tnla
g
en
…_……..
11
.
174
.
719
f
11.559.265f
12.883.157 Terugbetalingen
.
..
,,

9.904.696
,,

11.054.596,,
10.1b5.231
Tegoed derinleggers
,,
332.150.259 342.509.734
363841.822
Nom. bedr. der uitst.
staataschuidboekjes
,,

42.157.650 43.020.000 42.414.350
Spaarbankboekjes:

op ultimo … … ….

op ultimo ………

gegeven
10.741
10.716
11.491
Aantal nieuw uit-

Aantal

geheel

af-
betaald
7.411
7.833
,
7.109
Aantal in omloop
op ultimo ……
.
2.073.948 2.106.442 2.147.106

PRODUCTIE DER STEENKOLEN-, BRUIN- KOLEN- EN ZOUTMIJNEN.
(Gegevens verstrekt door den Hoofdingenieur der mijnen.)
1. Gezamenlijke Steenkolenmijnen.

Novembe»
Jan./Nov. Jan./Nov.
1930
1930
1

1929

Prod. Steenkolen in tonnen

986.596
11.197.635
10.616.879 Aantal normale werkdagen

24
280
281

II. Bruinkolenmijn ,,Carisborg”.

1
November
i

Jan./Nov.
Jan./Nov.
1930
1930
1929

Netto-productie in tonnen. .
21.7751)
172.960
189.600,4
Aantal normale werkdagen
24
243 213

III. Zoutinijnen.
(Kon. Ned. Zoutin(lustrie te Boekelo.)

November
Jan.INov.1
JaniNov.
1930
1930

1
1929

Afgeleverd:
Geraif.

zout
.-. ……..
.(ton)
4.522
43.210 39.147
Industriezout

..

……(

)
67
7.52
711
Afvalzout -.
.
..
.. …(

)
39
1.773
2.143
Aantal normale werkdagen
25
281
284

Arbeiders.

Oezamen-

Bruin-
Aantal.

Steenkolen. ,, Carisborg”
lijke

kolenmijn

Zoutmijnen
mij
nen

10.,
1 December 1930 …… 130 141
.. { 26.4

9992
064)3

10.9012)

1 December 1929

………{ 26.5394)

151

182

1)
16.343
ton ruwe bruinkool en
5.432
ton bruinkool-
briketten.
2
bovengronds.
3)
mci. 1.715
arbeiders der nevenbedrijven.
4)
ondergronds.

POSTCHEQUE EN GIRODIENST.

(In duizenden guldens).

/

December
1930

December
1929

Aantal

Bedrag

Aantal

Bedrag

Nieuwe rekeningen.

1.811


Rekeningen op uit°.

167.517

151.297


Bijschrijvingen

..,
2.492.633

504.419

2.026.620

503.800
s. Stortingen …
. .

1.049.017

127.627

862.496

136.280
b.
Overschrijvingen.
1.van and, rek.1)
1.443.468

362.091

1.163.946

352.139
2.
van Ned. Bank.

148

14.605

179

15.334
. And, onderwerpen

,

96

47
Afschrijvingen ….
1.545.682

493.288

1.251.431

493.096

b.
Overschrijvingen
a.Chques ………..
256.210

66.691

209.663

64.372

op andere rek.
2
) 1.277.808

362.091

1.030.720

352.139
naar Ned. Bank

932

64.458

935

76.536
c. And, onderwerpen

10.732

4810.113

49
Tegoed op ulto

119.381

114.289
Beleggingen

86.123

81.791
1
1
Hierin begrenen

overschriivinaen uit het

uiteniand 4.631
met
f
814. –


2)
Idem naar het buitenland
30.590
met
f
3.150.

136

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

4 Febrifari 1931

GIRO-OMZET BIJ DE NEDERLANDSCHE BANK

December 1930 December 1929

Posten
1

Bedrag
Posten
Bedrag

Voor reke-
ninghouders
48.987
(2.962.614.000
50.830
f
3.102.281.000

waarvan door
de

11.-bank
plaatselijk
36.707
,,2613575.000
38.690
,,2.713.328.000

Ter voldoe-
ning van
Rijksbelast.
1.522
,,

11.626.000 2.109
,,

14.990.000

POSTERIJEN. TELEGRAFIE EN TELEFONIE.

Opbrengst

December 1930
1
December 1929

Posterijen ————

f
4.728139,__

f
4.477.880,-
Telegrafie ————
—,,

500.107,-

,,

570.228,-
Telefonie —————,, 1.922.185,-

,, 1.927.801,-

STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.

N.B ” heteekent: Cijfers nog niet ontvangen.

GELDKOERSEN.

OPEN MARKT.

1931
IL_!930
11

1929 j
1914

31 Jan.
25131
19124
12/17
27 Jan./
’28Jan.!
20124
Jan. Jan.
Jan.
1
Feb10

2 Febr.
Juli

Amsterdan,
II
Partic.diac.
1
3
/36
I3
I16-/16
1
5
hc-s
I
5
/j-
7
/j
211
116
13
116
4-
11
3
1
I8116
Prolong.
I14
1-1I1
111
3

1114-15

23/
4
31/,
4-
1
I2
2
1
j4-
8
4
Londen
Dageld…
Partic.disc.
2
2
7
/,e’Ja
13
4
21/
4

2116-1
2
11/
2
.2
2
3
/16-
5
116
11
123
2532-114
2
1
12-4
1

37/
g
_4
2-4
4
1
14_
3
/9
1
3
14-2
211
4
51
4

Berlijn
Daggeld…
6-712 3-7
1
12

3-7
4-8
1
12
3
1
12-8
Partic.di8c.
30-55 d…
4
8
44-18

45
1

6
5L15_118
56-90 d…
471
8

431
4
_1
5


434
6
51/251
Waren-
wechsei.
511
4

511

5114
618-12
6-14
Nea, York
DageId
t)

11
/1
3
14
1
1
12
3
14
1
1
12_314
11I
2
_
414
4_314
6-8114
Partic.diac.
1
5
8
ll/
P12 314
1
3
14-
7
/8
37I8_41I8
52/4
1)
Koers van 30 Jan. en daaraan voorafgaande
weken t!m Vi

WISSELKOERSEN.

KOERSEN IN NEDERLAND.

oa a
New
York)
Londen
)
Berlijn
)
Parijs
)
Brussel
)
Batavlo
1)

27 Jan. 1931
2.481’1
12.0721
8

59.095 9.745
34.664

997/
s

28

,,

1931
2.4811,
12.08
59.10
9.755
34
.68*
29

,,

1931
2.48t
1
,
12.071/
8

59.095
9.745
34.68

9944
30

,,

1031
2.48k
12.07+4
59.10* 9.745
34.68

9944
31

,,

1931 2.4871
12.08
7
116
59.15 9.755
34.70
2 Febr. 1931
2.48111
26

12.08e/
59.16
9.755
34.71

9944
Laagsted.w.l)
2.48s1
1

12.0671
8

59.07
9.735
34.64

9951.
Hoogste d.w
1
)
2.48i51
12.0871
8

59.17
9.76
34.71

99++
28 Jan.

1931
2.481/
s

12.06
7
/
59.084 9.744
34.65*

9944
19

,,

1931
2.48
9
/
12.08%
59.04
9.735
34.64
1100
Muntpariteit
2.489/„
12.10%
59.26
9.75 34.59
1
10
0

Da a
ZWIt-
serlan
Weenen
0)
Praag
1)
Boeka-
rest
1)
Milaan
)
Madrid
00)

27 Jan. 1931
48.1134
34.97)4
7.355
1.48
13.02
25.45
28

,,

1931
48.12
34.97)4
7.36
1.484
13.025
25.70
29

,,

1931
48.09
35.-
7.36
1.485
13.02
25.50
30

1931
48.09)4 34.97)4
7.38
1.48*

13.02
25.40
31

,,

1431
4809)4
35.-
7.36*
1.48*
– –
2 Febr. 1931
4808)4
35-
7.36* 1.484
13.03
2
5.37*
Laagsted.w.
2
)
48.05
34.90
7.35
1.47
2.99
25.10
Hoogsted.w
1
)
48.13
35.-
7.365
1.49*

13.04
26.-
26 Jan. 1931
48.10)4
34.97)4
7.355
1.475
13.011 26.05
19

,,

1931
48.10
34.97)4
7.355
1.48*

13.01
25.70
Muntpariteit
48.-
35.10
7.371
1.488
13.09
48.525
) Noteerfng te Amsterdam.
•)
Noteering te Rotterdam.
8) Particuliere opgave.
Data
i
Stock-
holm
*)hagen,t
fors1)

1
Kopen-i
stu
g

Buenos-
Aires’)
Mon-
treal
1)

27 Jan.

1931
66.575
66.4751
66.474
6.255
75%
2.48.20

28

1931
66.575
66.525 66.525
6.26
755/
s

2.4851
s

29

,,

1931
66.60 66.525 88.50
6.26
757/
5

2.48
1
1
30

1931
66.575
86.525
68.50
6.265
75ski
2.48)4

31

,,

1931
66.55
88.555
86.623 6.26
75%
2.48)4
2 Febr. 1931
66.65 66.55
65.55
6.265
759k,
2.48

Laagsted.w.’)
66.50 66.40
66.40
6.245
75
2.48

Hoogste d.w’)
66.675
66.575 68.625
6.27
76)4
2.48%
26 Jan. 1931
66.55
66.45 66.45
6.253
75%
2.481
a

19

,,

1931
66.525
66.40
66.425
6.25
75)4
2.48
4untpariteit
166.67
166.55 68.67 6.265
95%
2.48%

)
Noteering te Amateraam. •) NOt. te stotteraam. j rari. opgave.

Laatstbekende noteeringen te Amsterdam en Rotterdam op
2 Februari 1931 voor
teleorafiche
uitbetaling
op:

Gulden per
Pari
Koers
dconto

Europa.
.
6
10
Londen
‘)
£
12.105
12.08h
Mark
59.26 59.16
5
100
Franc
9.747
9.755.
2
Berlijn
‘) ———–100.

Belga
34.59 34.71
25
Parijs’)
………….

Franc
48.-
6.94
Zurich
*) …………
,,
48.-
48.085
2

Praag
………….100
Kronen
7.375
7.365
4

Weenen
‘) ………
Schilling
35.-
35.00
5

Boedapest

– .. — …
Pengö
43.51
43.46
54

Lei
1.4880
1.48
9
Leva
48.-
1.805
9
Dinar
4.379
4.39
55
Turkscb
£
10.93
1.175
(ibm.)
100
Drachme
3.23
3.225
9
100
Lira
13.09
13.03
54
100
Peseta
48.-
25.375
6

Lissabon
– – — – — — – 2.685
0.11165
74
Kopenhagen
‘)
100
Kronen
66.67
66.55
34
100

,,
66.67
66.55
4
100
66.67
66.65 34 100
IJsl.Kr.
68.67
54.67
Zioty
27.91
27.90
74

Brussel

)

………100
Luxemburg
……..100

Kovno (Litauen)
– –
100
Lita
24.88
24.85
6

Riga (Letland)

100
Lat

.100

100

48.-
47.90
6-7

Boekarest

——–

100
Sofia

…………..100

Reval (Estland). ..

100
Esti. Kr
66.67
66.275
7

Belgrado
………..100
Istanbul
………..

J3’innmrk.

.100

6.265
6.265
6

Athene………..

Tjerwonets
12.80

Milaan

………..

(10
Roebel)

Madrid

…………
E
-scudo

Gulden
48.42
48.275 5

Oslo ‘) ………….

Amerika.

Reickjavik
………
Warschau

………100

New-York’)
$
2.4878
2.4844
2
Canad.
$
2.4878
2.484
Mexico

——
Mex. Dollar
1.24
1.14

Stockholm
*) ……..

Helsingfors

…….100

Peso (papier)
1.0568
2

0.755

Danzig

…………lOO

La Paz (Bolivia)
4)

Boliviano
0.9080
0.894
Rio de Janeiro…
Milreis (pap.)
0.80752 0.22

Moskou

………..

Montreal

………

Peso (papier)
0.30
.
0.305
7-8

Bogota (Columbia)
‘)
Peso
2.42
2.40
Valparaiso
………

Quito (Ecuador)


Sucre
1.21
0.495
Lima (Peru)
8)
So1
8
)
0.925
0.715

Buenos Aires……..

Montevideo (Urug.)
Peso
2.5725
1.674
Caracas (Venezuela)
Bolivar
0.4795
0.44
Paramaribo

…….
Gulden
1.-
0.995
Willemstad (Curaç.)
Gulden
1.-
1.015
San José
(0.
Rica)
Colon
1.16
0.62
Guatemala
– -.
Quetzal
2.48%
2.49
Managua (Nicar.)
4)

(Jordoba
2.485
2.455
SanSalvador ‘).
-.
Colon
1.2440
1.23
Azië.
Calcutta
.

… .. . –
Rupee

.
0.91
0.895
7
Gulden
I.C.
1.-
0.99+4 44
Kobe………….Yen
1.24
1.23
5.11
Dollar
0.604
Shanghai

……..
Taël
0.794
Straits
DolI.
1.4125
1.395
Phil. Peso
1.214
1.224

Batavia

———–

Baht
1.10
1.125
Teheran (Perziö)

Kran
0.2522
.

0.205

Hong Kong

…….

Af rska.

.
Singapore

……….

Kaapstad
£
12.105
12.055
54

Manilla

………..
Bangkok
.
………..

Egypt.
£
12.42
12.394
Australië.
Alexandrië………

Melbourne, Sidney
en Brisbane


12.105
9.29
Nieuw Zeeland
£
12.105.
11.02
fl
ûoudneeo. 21 Milreis Goud.
1
Not,
te Adam.
0v.
not. oart.
ons.
5)
1
SOl. = t U.97’j2.
)
zicntkoers.

2
1
/8
1
/,

1
8
/4.2
1
/,

4 Februari
1931

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

137

‘OERSEN
LE NEW YORK. (Cablel.

a a Londen
($
per £)
Parijs
($
P.
JOOfr.)

Berlijn
($
p. 100 Mk.)
Amstrdam
($ p. WO gid.)

27 Jan.

1931
4,85
1
%
11

3,92
23,763
40,21
7
18
28

,,

1931
4,85
21
1
52

3,92
23,7571
8
40,20%
29

,,

1931
4,8561
s

3,91
7
1
8

23,764
40,21
30

,,

1931
4,855;
6

3,9171
8

23,768%
40,19k
31

,,

1931
4,8511
t

3,9171
s

23,76% 40,18%
2 Febr.

1931
4,8511/
16
3,92
23,77 40,18

3 Febr.

1P301
4,86s,
3,92s1
23,8811
8

40,13
Muutpariteit
.
4,8667
3,9011
8

23,813,
4011,

KOERSEN TE LONDEN.

Plaatsen en
Landen Noteerings_
eenheden
17 Jan.
1y31
24Jan.
1931
26131 Jan.’31
LaagstelHoogst41
31Jan.
1931

Alexandrjë..
Piast. p.
9711
97
118
979
97
p.0

375
375
3749/
4

3 7,5
v
4

375
Bangkok….
5h. p.tical
1/9
8
4
119
9
1
15

1/9
119
91
16

1/9
Budapest …
Pen.
p £
27.79
27.79
27.77
27.84
27.81
Buenos Aires
d. p.$
’82
341
34
34&i
s

3471

Athene ……Dr.

Calcutta
. . . .
Sh. p. rup.
115
8
51
89

1/5
25
/
32

1;59/,
1/5111
1
j
525
1
Constantin..
Piast.p.g
1.025 1.025 1.025
1.025
1.025
Hongkong ..
Sh. p.
$
1

d.
1/07/
16

1)

/8
10
11

d.
Kobe

…….
Sh. p. yen
21071
in

210
81
1
8
2
21’0
18
/
3

210
210
29
1
64

Lissabon ….
Escu. p.
£
108%
l08
1083′
108s1
1083.i
Mexico

….
$
per
£
10.50
10.45
l0.35
10.70
10.60
Montevideo
.
d.per.
3251
325f,
31
339.
33
Montreal

$
per
£
4.8(ifl
4.86j,
4.8571,
4.863f
4.8611
9

Riod.Janeiro
d. per Mii.
4
°i
428/84
4t1
4
11
1
Shanghai
..
.
5h. p. tael
1/37/
1/3
87
/
l,’3y
4

1/4
1133
Singapore ..
id.p.
$
2/3
8
%
1/38/
4

2/

i
3i
2/3191
16

2/35%
Valparaiso
1).
$
per
£
39.95
39.96
39.93
139.96
39.94
Warschau
. .
Zi. p.
£
4391
4391
43y,
1
43a1
8

4351,
1) 90 dg.

ZILVERPRIJS
GOUDPRIJS
5)

Londen’)
N.Vork
2
)
Londen
26 Jan.

1931.
.

13
19
1
16

29
8
,i
26 Jan.

1931

.
84111
27

,,

1931..

13i1
29
y,
27

,,

1931
84111
28

,,

1931…

1371
29K
28

,,

I931.
.
84111
29

,,

1931.

131s
287/
9

29

,,

1931
84111k
30

1931..

1391
16

28
1
<
30

,,

1931
….
84/1)3.t
31

,,

1931..

13s/g
2851
8

31

,,

1931

.
841l1
1
Febr. 1930.. 20’1
4334
1

Febr. 1930..
.
84111k
27

Juli

1914..

241s1
1
,
59′
27

Juli

1914…
84111
l) In pence p.oz.stand.
1)
Forelgn silver In
tc. p. oz.
line.
9)
in ah.
pos.
line

STAND VAN ‘.RIJKS KAS.

Vorderingen.
1

23 Jan.1931
1

31Jan. 1931

Saldo van’s Rijks Schatkist bij De Ne-
1
29.236.834,70
/

426.696,32
Saldo b. d. Bank voor Ned. Gemeenten
390.348,04
,,

108.473,48
Voorschot op uit. December 1930 aid.
gemeenten verstrekt
op
voor haar
door de Rijksadministratie te heffen
gemeentelijke

ink.bel.

en

opc.

op
de

Rijksink.bel………. ………..
.,,

30.363.965,38
30.363.965,38
Voorschotten aan Ned.-Indlë ………
99.478.742,87
,,
I00.102.854,f6

derlandsche

Bank……………….

Id.

aan

Surinanie …………………
13.107.288,87
,

13.111.469,53
Id.

aan

Curaçao ………………….
Kasvord. weg. credietverst. a/h. buitenl 5.263.28,l9
112.480.696,05

,,

5.e89.413.80
.
108.285.785,46
Daggeldieeningen tegen onderpand
…10.500.000,-
,,
21.600.000,-
,,
Saldo der postrekeningen van Rijks-

….
….

3.341.626,54
.

24.269.834,78
comptabelen

………..
……….. ….
Vord.ojh.Algem.Burg. Pensioenf.
1)


Vordering
op
andere Staatsbedrijven’)
13.609.539,75
13.653.279,83

Ver plicht i n g en.

Voorschot door Ned. Bank ingevolge
art. ]d van haar octrooi verstrekt


Voorsch. d.Ned. Bank verstrekt’)


Schatkistbiljetten in omloop
……….
t
161.845.000,-

1161.845.000,-
,,
69.440.000,-

69.440.000,-
Waarvan direct bij de Ned. Bank


Schatkistpromessen in omloop
…….

,

3.379.763,50
Daggeldleeningen
……………………
Zilverbons in omloop ……………….506.214,50
Schuld aan het Alg. Burg. Pensioenf.’)
Id. a. h. Staatsbedrijf d.
P., T.

T.’)..,
en
41.776.512,64

»

40.82/.(‘5;,37

Id. aan andere Staatsbedrijven
1)
…..

33.I28.295,i3

,,

39.569.355,’ 8
,,

847.059,112

807 059,62
Id. aan diverse instellingen
1)


..
25.700.665,91

,,

25.177.433,87
1) In rekg.-crt. met
‘a
Rijks Schatkist.

NEDERLANDSCH.INDISC}4E
VLOTTENDE SCHULD.

24 Jan. 1931
1

31Jan. 1931
Vorderingen:
Saldo bij ‘s Rijks kas …………….
Saldo bij de Javasche Bank……….
Verplichtingen:
Voorschot ‘s Rijks kas……………
Schatkistpromessen
Betaalmiddelen in ‘s Lands Kas …..
Waarvan Muntblljetten …………..
Muntbiljetten in omloop ………….
Schuld aan het Ned.-Ind. Muntfonds.
Idem aan de Ned..Ind. Postspaarbank.
Voorschot van de JavascheBank….

NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 2 Februari
1931.
Activa.
Binneol. Wis.(Hfdbk.
f

36.751.089,16
sels,Prom.,

Bijbnk.
,,

205.406,56
enz.in disc.Ag.sch. ,,

11.338.909,62

f
48.295.405,34
Papier
o.
h. Buitenl. in disconto

……

Idem eigen portef. .
f
250.372.72
1,-
Af :Verkocht maar voor
debk.nognietafgel.


250.372.721,-.
Beleenin
g
en
Hfdbk.f

28.800.574 86
mcl. vrsch.
in rek..crt.

Bijbnk. ,,

5.488.932 07
Ag.sch.
,,

52.783.282,45
op
onderp.

f

87.072.789,38

Op
Effecten
……

86.325.802,96
Op Goederen en Spec.
,,

746.986,42

,,.
87.072.789,38
Voorschotten a. h. Rijk
…………
.

1.224.418,87
Munt en Muntmateriaal
Munt, Goud ……
f

74.593.910,-
Muntmat., Goud
.. ,,
361.494.284,26

t

f
436.088.174,26
Munt, Zilver, enz..

26.800.146,98
Muntmat. Zilver..
,,


,,
462.888.321,24
1
)
Belegging
11

kapitaal, reserves en pen-
sioenfonds …………….. … …..

,,
.25.864.669,18
Gebouwen en Meub. der Bank
… ….. ,,
5.000.000,_
Diverse rekeningen
………………,,
36.827.691,77

Passiva.

f
917.546.016,78

Kapitaal
……………………….
f
20.000.000,-
Reservefonds
……………………
7.199.946,44
Bijzondere

reserve

………………,,
8.000.000,-
Pensioenfonds

………………….,,
6.764.883,60
Bankbiljetten in omloop…………..,,
841.529.550,-
Bankassignatiën in
omloop . . . . . . . . . .

..
280.367,68
Rek.-Cour.
5
Het Rijk
f


saldo’s:

‘, Anderen,, 23.342.218,14
23.342.218,74

Diverse rekeningen
………………,
10.429.050,32

f
917.546.016,78

Beschikbaar metaalsaldo
………….
f
116.440.263,81
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop
dan waartoe de Bank gerechtigd
is

,,
291.100.655,-
1
)
Waarvan In het buitenland
f
28.846.779,33.
Voornaamste posten in duizenden guldens.

Goud
Andere
Beschtkb.
Dek-
Data
Circulat!e
opeischb.
Metaal-
kin ga
Munt
1
Muntmat.
schulden
saldo
1)

perc.

2 Febr. ’31
74.594
361.494 841.530
23.623
116.440
534
26 Jan. ’31
74.60
361.494
801.129
64.468
118.693
54
19

,,

’31
64.616
361.494
814.891
39.030
109.179
534
12

,,

’31 64.633
361.494 832.642
25.443 106.560
524
5

,,

’31
64.848 361.494
861.191
28.274
94.743
51
29 Dec.

’30
64.670
361.494
842.974
30.700 100.475
514

3 Febr.’30
64.995
372.024
823.734
20.482
126.196
55
25
Juli

’14
65.703 96.410
310.437
l

6.198
43.521
1
54
Totaal
Schatkist-
B ee-

e
Papier
Diverse
Data
bedrag
promessen
nuthlge,1

op hel
reke-
discon to’s
rechtstreeks buiten!.
ningen
8)

2 Febr. 1931
48.295
.
87.073
250.373
36.828
26 Jan. 1931
48.707

83.031
250.671
41.142
19

1931
49.418

83.964 248.461
41.500
12

,,

1931
50.206

86.756
247.093
44.378
5

,,

1931
50.429

115.492
246.937
44.289
29 Dec.1930
49.501

98.550 246.821 47.065
3 Febr. 1930
52.204
.L_.
112.414
211.308
22.809
25 Juli

1914
67.947

61.686 20.188
509
1 Sedert den bankstaat van 14 Jan. ’29 weder op de basis van
2
18
metaaldekking.
2)
Sluitpost activa.

SURINAAMSCHE BANK.

Voornaamste posten in duizenden guldens.

Data
Meiaai

latje
Andere
opeischb.
schulden Discont.
Div. reke-
ningen’)

3 Jan.

1931-
830, 1.358
597
877
452
27 Dec.

1930-
810 1.274 506
.

889
5178
20

1930..
893
1.242
518
893
601
13

1930.
800
1.239
491
893
583
4 Jan.

1930-
6002 1.702
656
1.068
515

5
Juli

1914—
645
1

1.300
560 735 396
11 Slultp. der activa. 2) f100.000
bij
de Ned. Bank gedeponeerd en
f
9.500 goud gekocht.

t 99.529.000,- 1 / 100.403.000,-

12.414.000,- 1

12.333.000,-

3.170.000,-

3.170.000,-
759.000,- ,,

t81.000,-
6.392.000,- , 2.735.000,-

138

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

4 Februari 1931

JAVASCHE BANK.

Voornaamste posten in duizenden guldens.
be

saniengetrok.
ken cijfers der, laatste weken

zijntelegrafisch ontvangen.

Andere
IBeschlkb.
Data
Goud
.
Zilver
Circulatte
OpeisChb.
metaal-
schulden
saldo

31 Jan.1931
17i’0
243.500
43.000
56.760
24

19311
170.600
246.100
45500
53.960
17

193
179.200
251.300
47.000 59.880

3Jan.1930
138.550

40.501
253.659
45.593
59.350
27 Dec. 1930
138.540

40.146
252.467
47.140
58.843
20

1930
138.913

39.308
256012
42.763
58.711
13

,,

1930
138.608

38.674
260.590
39.553
57.225

1Feb.1930
139 288

30.532
277.202 39.924
42.969
2Feb. 1929
168.996

22.734
300.088
60.185
47.621

25 Juli
1914
22.057

3
,
1.907
110.172
12.634
4.842

a a


Dis-
Wissels,
buiten
Belee-
verse
bek-‘
kings-
conto’s
N.-Jnd.
ningen
g
percen-
-____________

betaalb.

,
lage

31 Jan.1931

/

104.200

60
24

1931

102.900

•••

59
17

1931

103.500

60

3Jan.1930

“14

32.425

40.666

41.943

80
27Dec.1930

8.761

31.349

40.664

48.250

80
20

1930

8.811

33.249

40.958

43.706

60
13

,,

1930

8.914

33.335

43.080

43.618

59

1 Feb. 1930

8.444

31.881

82.392

31.683

54
2Feb.1929

7.928

38.164

78.745

49.607

53

25 ,Julj 1914

7.259

6.395

75.541

2.228

44
‘) Sluitpoat activa,

BANK VAN ENGELAND.
Voornaamste posten in duizenden ponden sterling.

Bankbilf.
Bankbilf.
1

Other Securities
Data
Metaal
in
in Bankingi
1

Disc.and
Securittes
circulatle
Departm.Advances

28 Jan. 1931
140.141
346.824
52.682 9.748
21.823
21

1931
142.862
346.462 55.758
10.995
25.959
14

1931
145.150
349.943 54.600
8.358
22.955
7

,,

1931
146.558
363.505 42.412
14.358
22.912
31 Dec.

1930
148.271
368.802
38.824
48.982
23.690
24

,,

1930 148.821
379677
28.525
14.199
23.014

29 Jan. 1930
150.428
348.018
62.117 5.500
13.976

22 Juli

1914
40.164 29.317
33.633

Data
00v.
Sec.
Public
Depos.

Other Deposits
1

Other
Bankers Accountsi

1
1
Rêservel
t Dek-
kings-
1
perc.l)

28 Jan.’31
41.086 19.360 55.163 33.368
1
53.317
4913/

21

,,

’31
49.246
22.324
68.813 33.385
1
56.400
457/

14

’31
52026
22.377
64.711
33.413
155.207
45i/
7

’31
53.081
13.206
68.875 33.293
43.053
31 Dec.’30
81.021
6.581 132.449
‘36.159
39.470
29
J
24

1
30
«
51.736
10.285
56.217
33.888 29.145
29

29 Jan.’30
54.301 14.593
67.463
35.987 62.410
52is
1

22 Juli ’14
11.005
13.736
42.185
29.297
52
1)
Verhouding tusschen Reserve en Oeposits.

Ik

BANK VAN FRANKRIJK.’
Voornaamste posten in millioeuen trance.

1
Te goedl
1
Wis-
1
Waarv.
aeiee
Renteloos
Data
Goud
Zilverl
1
in hei
1
sels

1
op het
1
.

1
ningen
voorschot
buitenli
buifeni.
Ia.d.
Slaat

23 Jan.’31
55044
‘621
7.006
27.744
19.332
2.916 3.200
18

,,

’31
54.403
611
7.033
26.712
19.331
2.987 3.200
9

’31
54.109
801
7.124
27.162
19.332
2.982
3.200
2

,,

’31
53.737
588
7.226
26.819
‘19.389
3.115 3.200

24Jan.’30
42.831
234 6.996
26.237
18.721
2.467 3.200

23 Ju1i’14
4.104
640

1.541
8
1
769

Bons v. d.
Diver-
1
1
Rekg. Cour7T
Data
zelfSt.
amort. k.
sen
1)
Circulalie
1

1

2’eifs,.
Staat Iamort.k.Iculieren
1

Paril-

23 Jan.’31
5.252
15.3671

8.981
11.643
1

2.140
78.539
16

’31
5.252
2.241
76.992
1

4.6431

8.855
10.413
9

’31
5.304
2.148
77.734
1

4.508

8.625
10.192
2

’31
5.304
3.144
78.938
1

4.0451

8 110
10.548

24Jan.’30
5.453
1.546
68.375
7.115
1

3.433
8.819

23 Juli’14
‘ –

5.912
401


943 1)
Sluitpost activa.

DUITSCHE RLJKSBANK.
Voornaamste posten in millioenen Reichsmark.

Daarvan
Deviezen
Andere

a a
,
ou,,

[banken
bij bui-
als goud- ‘wissels
Belee-
teni. circ.
dekking
ei
ningen
1)

geldende
cheques

15 Jan. 1931
1.993,4
222,4
268,1
1.678,7
114,9
7

,,

1931
2.2’15,9
222,4
400,4
2.081,5
611,6
31 Dec.

1930
2.215,8
222,2
469,9
2.365,6
‘256,0
23

,,

1930
2.215,6
222,0
536,1
1.965,0 91,3
15

,,

1930
2.215,7
222,0
550,9
1.775,8
81,4
15 Jan. 1930
2.134,0
149,8 397,7
1.893,8 67,9
30 Juli

1914
1.356,9


750,9 50,2

D
a a
Effec-
Diverse

Circu-
Rekg.- Diverse
ten
Activaz)
latie
Crt.
Passiva

15 Jan. 1931
102,5 ‘514,3
3.962,3
322,8
– 323,2
7

,,

1931
102,5
495,3
4.325,8
422,5
309,6
31 Dec.

1930
102,5
496,7 4.778,3
651,8
326,6
23

,,

1930
102,5
479,5 4.275,3
451,3
381,3
15

,,

1930
102,5
470,5
4.256,1
301,3
379,7
15 Jan. 1930
92,6
578,5
4.187,0
543,4
299,7
30 Juli

1914
330,8
200,4
1.890,9
944,-
40,0
‘; unoelast.
‘)
W.O.
t’15,
7Jan.’31, 31,
23, 15
Dec.’30,
15 Jan. ’30, reap. 47; 41; 7; 50; 37; 40 mlii.

NATIONALE BANK VAN BELGIË.
Voornaamste posten in millioenen Be1as.

Data

Goud

‘n

o
Rekg. Cr1.

0
.-0
j

1931

,•,o,.,

0,5

t.’
.
o
t-

29 Jan.
1378
889

793
31
292 3.206
7
187
22
1373
890

796
30
292 3.199
13
189
15

,,
1373
932

829
33
292
3.236
48
199
8

,,
1373
953

848
33

3.257
10
236
31 Dec.1
1372 970

896
42

3.284
21
273,
30Jan.’
1177
542
45
816
41
322
2.768
45
93

VEREENIGDE STATEN VAN NOORD-AMERIKA.
FEDERAL RESERVE BANKS.
Voornaamste posten in mullioenen dollars.

Goudvoorraad
Wettig
Wissels

Data
betaal-
middel,
Zilver
Totaal
Dekking
F. R.
In her-
disc. v. d.
In de

open
bedrag
Notes
eic.
member
markt
banks
gekocht

14 Jan.’31
3.058.6
1.776,9
172,9
243,3
196,2
7

,,

’31
2.993,5
1.728,3
153,8

/
292,4
265,5
31 Dec.’30
2.941,2
1.765,4
140,3
251,4
363,8
24

,,

’30
2.922,1 1.739,9
115,5
448,3
259,8
17

,,

’30
2.958,9
1.699,0
132,2
331,3
251,6
10

,,

’30
3.005,0
1.684,3 136,5 257,1
243,7

15 Jan.’30
2.961,1
1

1.752,5
1

193,5
442,3 323,3

Data
Belegd In
u.
s.
F.
Notes
1
Totaal


I
Gestort
Dek-
Algem.
Dek-
Oov.Sec.
In circu-I
latte

1
Kapilaail
_I
kings-
perc.l)
kings-
perc.’)

14 Jan.’31
644,3
1.552,7
2.521,3
169,8
76,1
79,3
7

,,

’31
658,9′
1.824,9
2.499,7
169,7 72,6
76,3
31Dec.’30
729,5
1.683,5 2.517,1
169,6
70,3′
73,7
24

,,

’30
641,7 1.721,9
2.436,9
170,3 70,2
73,0
17

,,

’30
629,4
1.596,2
2.483,5
170,3 72,5
75,8
10

,,’30
617,0
1.475,7
2.489,7
170,3
75,7′
79,2

15 Jan.’30
479,1
1.782,4
2.403,9
1

171,1
i

70,7
75,4
9 veroouaing cotajen gouavoorraaa tegenover opelscnoare
schulden: F. R. Notes en netto deposito.
2)
Verbouding totalen
voorraad muntmaterlaal en wettig betaalmiddel tegenover Idem.

PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HET FED. RES. STELSEL.
Voornaamste posten in millioenen dollars.

Data
Aantal
banken

Dis-

en
[beleen.

conto’s
Beleg-
gingen

riTe
bij
de
F.
R.
banks

Totaal
dep?

sito
5

Waarvan
time
deposits

7 Jan.’31
126
16.084
6.712
1.827
21.012
7.043
31Dec.’30
89
10.263
6.693
1.878
21.273 7.070
24

’30
250 16.200
6.785
1.772
20.931
7.126
17

’30
160
18.258 6.827
1.854
21.199
7.180
10

‘3,9
106
16.426
8.816
1.849
21.269
7.355
7 Jan.’30
344
17.060
5.572
1.727
20.315
6.847
Aan net einu van letler kwartaal wordt een overgicilt
gegeven van enkele niet wekelijks opgenomen banketaten.

1

4 Februari 1931

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

139

GOEDERENHANDEL.

QRANEI”&

3 Februari 1931.
lDe t a r
w
e-markt verkeerde in het ‘begin van deze week
in iets betere stemming wegens voortgaande Britsch-Indi-
sohe vraag naar Australische tarwe, klachten uit de Ver-
eenigde Staten omtrent droogte, die in sommige staten
wel eens onguustige gevolgen zou kunnen hebben voor de
tarwe en berichten uit sommige Europeesche landen, voor-al Frankrijk, omtrent voortdurenden regen en zacht vecler, clie een ongunstigen invloed hebben op het te velde staan-cle graan. Ook in Argentinië bleef men klagen over te veel
regen, waardoor niet slechts het dorschen en de aanvoeren
van tarwe werden belemmerd, c1oh zelfs hier en daar tarwe
verloren zou zijn gegaan. Ondanks al deze klachten echter
bleef de vraag in Europa slecht en vooral in Engeland werd
zeer weinig tarwe gekocht, afgezien dan van de betere
vraag voor de in Engelsc’he havens opgeslagen Russische
tarwe. De kleine verbetering der markt ging dan ook al
spoedig weder verloren, vooral toen uit Argentinië beter weder gemeld werd. Later trad nogmaals een kleine ver-
betering in, als gevolg van omvangrijke zaken van Austra-
lische tarwe naar China, waarheen verscheiden afladingen werden verkocht op af lading van Februari tot Mei en om-
dat de voorraden van Russische tarwe in Engeland vrij
snel vermiudercien, terwijl het verdere Rassische aanbod
van tarwe klein blijft, evenals de verschepingen der laatste
weken. Ook ditmaal was de verbetering slechts van zeer
korten duur, want op 30 en 31 Januari was de markt alge-
meen weder flauw met verminderde vraag en vrij sterke
prijsverlaging aan de Argentijnsche termijumarkten. In de
Vereenigde Staten gaat de Farm Board nog steeds voort
cle tarveprijzen te steunen, maar het verzet tegen de prac-
tijken van den Farm Board neemt in Amerika sterk toe.
De toestand is daar dan ook wel zeer wonderlijk,’ nu, de Farm Board beweert zijn steunactie niet te zullen voort-
zetten in het nieuwe oogstjaar. Dientengevolge staat aan
cle termijnmarkt te Chicago de Juli-termijn 15 b, 16 cents
lager dan Mei, ‘zoodat houders van tarwe in de Vereenigde
Staten clie natuurlijk al, gedeeltelijk door verkoop in de
termijnmarkten, he’bten verkocht aan den Farm Board. Vrij-
vel het geheele overschot aan oude tarwe zal zich dus aan
het einde van Mei wel in handen van den Farm Board be-
vinden, die nu reeds over 130 millioen bushels beschikt. Wat
er dan met die enorme hoeveelheden moet geschieden is
vooralsnog een raadsel, maar, wanneer men ertoe overgaat
die te liquideeren, valt niet in te zien, hoe dat geschieden
kan zonder een nieuwe debacle op de tarwemarkt. Intus-schen laten de groote oogsten van het Zuidelijk halfrond
duidelijk hun druk op de markt gevoelen, al is dat ten aan-zien van Argentinië wegens ibet daar gedurende geruimen
tijd geheerscht hebbende regenachtige weder nog niet ten
volle het, geval. Australië echter is uit zijn record-oogst
voortdurend dringend met tarwe aan de markt en de groote
verkoopen der afgeloopen week naar China hebben daarin
geen verandering gebracht. Ondanks de belemmering door
het regenachtige weder van den aanvoer van tarwe in de
Argentijnsohe havens zijn dc Argentijnsche tarweversche-
pingn deze week vrij sterk toegenomen en de totale hoe-
veelheid, die naar Eiropa is afgeleden, was van, respecta-belen omvang. Dit ‘heeft ‘bijgedragen tot de flauwe stem-
ming aan het einde der weëk en het gebre’k aan onderne.
mingslust in Europa. Dat naar niet-Europeesche d,estina-
ties tegenwoordig zooveel tarwe verkocht en verscheept
wordt, heeft de markt slechts in geringe mate gesteund en
hieruit blijkt dan ook nogmaals, hoezeer de markt zich
bevindt onder den invloed der overvloedige voorraden. In
tegenstelling met de Vrij snelle vermindering der Russische
voorraden in Engeland, neemt ‘te Rotterdam die voorraad
slechts langzaam af en er ligt daar nog steeds zeer veel
Russische tarwe opgeslagen. Wat meer vraag dan tevoren

ontmoet Canada blijkbaar tegenwoordig voor zijn tarwe en
in tegenstelling met andere soorten is dan ook Canadeesche
tarwe den laatsten tijd wat in prijs gestegen. Behalve naar
Europa, waar Italië, Frankrijk en Engeland geregeld Cana-
deesche tarwe, koopen, als is dan ook de Fransche hoeveel-
heki tegenwoordig niet groot en al trad Engeland in de
afgeloopen week slechts in geringe mate als kooper op, verkoopt Canada tegenwoordig ook vrij geregeld tarwe
naar het verre Oosten. Een verhooging echter van betee-
kenis, die voor den Canadeeschen landbouwer een verbete-
ring zijner zeer ongunstige positie met zich zou brengen of
een verlossing van de Canadeesche regeering uit de moei-
lijkheden, welke ook voor haar de lage graanprijzen ‘betee-
kenen, was de kleine verbetering van den laatsten tijd
geenszins. Zulk een verbetering zou slechts kunnen worden
teweeggebracht door áterke vermindering der productie of
misoogst in een ‘belangrijk productieland en voorloopig is
van geen van beide sprake. De Farm Board tracht vel den
tiitzaai van Amerikaansche zomertarwe te beperken en ook in Canada ‘zal men daartoe wel pogingen aanwenden, doch
het staat te bezien, of men daarin beter zal slagen dan ten
aanzien van cle wintertarwe in de Vereenigde Staten, waar
de uitzaai vrijwel gelijk gebleven is aan dien van het
vorige jaar. Bovendien ‘bereidt Rusland zich er op voor, om
in het volgende jaar zijn uitvoer nog grooter te doen zijn
dan in het tegenwoordige eizoen. In den loop der week is tarwe aan cle termijnmarkten te Buenos Aires en Rosario
10 h 15 centarvos per 100 KG. in prijs gedaald, terwijl de
prjsverbetering te Winnipeg voor Mei en Juli ongeveer 13-,
voor October 2y
4
dollarcent per 60 lbs. bedroeg. Juli te
Chicago sloot tenslottc ongeveer 1 cent hooger.

Voor r ogge is de markt nog altijd ‘zeer ongunstig ge.
bleven. Verschepingen van beteekenis vinden uit Rusland
niet plaats, maar de vraag naar rogge is tegenwoordig in
Europa zeer beperkt. Voor de groote voorraden Russische rogge, die te Rotterdam liggen opgeslagen, bestaat aan de
Nederlandsche markt wel voortdurend vrij goede kooplust, doch de houders dier voorraden hebben in hun onderlingen
wedijver den laatsten tijd steeds hun prijzen verlaagd en
zijn daarmede in de afgeloopen week nog weder voortge-
gaan. De Russen zelf zijn niet ‘bereid tot deze lage prijzen
te ‘verkoopen en zagen zich genoodzaakt dezer dagen weder
in Europeesche wateren aangekomen ladingen rogge naar
Roterdam te dirigeeren. In Duitsohland hebben de pogingen
der regeering tot verhooging der roggeprijzen nog altijd zeer
weinig resultaat. De afzet ‘blijft daar onbevredigend’ en de
klachten der boeren omtrent de lage prijzen zijn niet ver-minderd. België, waar de invoer van Russisch graan ver-
boden is, deed dezer dagen enkele .inkoopen van Poolsche
roge en betaalde
;
daarvoor vrij wat meer dan de in Neder-
land voor Russische rogge geldende prijzen.
De m a ï s-markt verkeerde in het ‘begin der week nog
sterk onder den indruk van de groote verschepingen der voorafgegane week en zoowel in Engeland als in België en Nederland werden vooral stoomende en aangekomen
Platamais tot nogmaals gedaalde prijzen verkocht. De Ar-
gentijnsehe verschepers zagen zich ‘genoodzaakt, 4e dalende
prijsbeweging te volgen en naar Nederland werden tot zeer
lage prijzen eenige groote afgeladen partijen opgeruimd.
Daarna is echter omstreeks het midden der week een ver-
betering ingetreden, omdat te Hamburg, voornamelijk voor
overlading naar Denemarken, goede vraag naar spoedige
mais ontstond, cle aanvoeren in West-Europa tot half Fe-
bruari tengevolge van de kleine verschepingen van eenige
weken geleden klein beloofden te worden en verschillende
verschepers, die een gedeelte van hun stoomende mais had.
den opgeruimd, in Argentinië tot nieuwe aankoopen over-gingen. De prijzen in Europa ondergingen eenige verho’o-ging en een stoomende lading Russische maïs vond in Ne-
derland plaatsing. Zelfs werd op 30 Januari te Rotterdam
vrijwel geen aangekomen maïs aangeboden. Ook voor maïs

AANVOEREN in
tone van 1000 KU.

Rotterdam

Amsterdam
Totaal

Artikelen

.
25131 Jan.
Sedert
Overeenk.
25131 Jan.
Sedert
Overeenk.
1931
1930
1931
1 Jan. 1931
tijdva’k 1930

1931
1 Jan. 1931
tijdvak 1930

18.523
87.266
147.373

1.640
4.080
88.906
151.453
Tarwe

……………..
Rogge

……………..
9.960 23.082 20.154


457
23.062
20.611
170
2.115
1.253

95
307
2.210
1.560
Boekweit ………………
5.769 111.202 113.457
5.901
25.881
32.153 137.083
145.610
7.279
74.846 74.947

4.947
1.231
79.793 76.178
7.961
27.637
17.822


1.097
27.637
18.919

Male ………………..

1.369
8.851
8.084
8.546 34.065 16.832 42.916
24.916

Geret

………………
Haver

………………

753
3.078
20.140



3.078
20.140
Lijnzaad

…………….
Lijnkoek ……………..
2.581
11.765
8.498
554 5.055
2.730
16.820
11.228
Tarwemeel

………….
Andere meelsoorten
2.296
5.275
2.387
113
1.264

6.539
2.387

140

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

4 Februari 1931

echter heeft deze marktverbetering slechts zeer kort stand gehouden. De Argentijnsehe maïsverschepingen der afge-
loopen week bleken namelijk weder groot te zijn geweest
en bovendien verkeert de markt voortdurend meer ouder
den druk der buitengewoon goede vooruitzichten voor den
nieuwen Argentijnschen malsooget. Tengevolge van den
sterken regenval staat die er namelijk uitermate goed voor
en men meent, wanneer het weder nog eenigan tijd gunstig
blijft, op een record-oogst te kunnen rekenen. De kooplust
voor Platamaïs, ter levering in zomer en herfst, die eenigen
tijd geleden in Nederland Vrij levendig was, is dan ook sterk afgenomen en op
2
Februari werd nieuwe Platamais drin-
gend aangeboden. Ofschoon werkelijk v&Ôr
12
Februari geen
verdere aanvoer van Platamaïs in Nederland verwacht
wordt, is op
2
Februari de prijs van aangekomen partijen
daar weder aanmerkelijk gedaald, waarna die zich weder
vrijwel op hetzelfde niveau bevond als op den flauwsten dag
der afgeloopen week. Na
12
Fearuari
wordt te Rotterdam
zeer veel mais verw’acht. Dit alles is gedurende de laatste
weken gepaard gegaan met nieuwe prijsverlaging voor mais
aan de Argentijnsche termijnmarkten, die echter juist
wegens de groote verschepingen geen grooten omvang aan-
nam. Zij bedroeg te Buenos Aires
5 k 10,
te Rosario 10
it
15
centavos per
100 KG.
en de prijzen kwamen daarmee
iets beneden het laagste tot nog toe bereikte punt. Zee-
vrachten waren echter wat vast.er.

Uit Roemenië wordt nog altijd geen maTs geoffreerd,
evenmin als utt Zuid-Afrika. Flauw was maIs ook in Noord-
Amerika, waar na een iets vastere stemming van het begin
der week de prijzen weder zijn gedaald bene-len het laagste
punt, dat in dit seizoen tot nog toe was voorgekomen.
Op
2
Februari was deze markt echter wat vaster.

G
e r s t is deze week niet in zoo groote hoeveelheden uit
Roemenië en Rusland afgeladen als in de vorige, maar
ook nu was de afgeleden hoeveelheid grooter clan in de Voor-
afgaande weken het geval is geweest. Daar bovendien tegen-
woordig gerst duurder is dan maïs, hetgeen de vraag daar-
voor doet afnemen, hebben ook voor gerst de prijzen in den
loop der week een verlaging ondergaan. Dit geldt zoowel
voor Plata- als voor Russische en Donaugerst. Laatstge-
noemde soort wordt uit het exportland zelf niet aangebo-
den, doch wordt door wedervrkoopers voortdurend geof-
1 reerd. De Russen waren echter deze week weer met gerst
aan cle markt en verkochten tot cle gedaalde prijaen naar
Engeland en Nederland, ‘zoowel stoomende partijen als
Fcbruri aflading.

II
a v e r werd in deze week uit Rusland weder meer ver-
scheept, hetgeen er toe ‘heeft bijgedragen, dat de houders
van Russische haver te Rotterdam in den loop dezer week
hun prijzen weder hebben verlaagd, evenals voor rogge het geval is. De vraag in Nederland ‘blijft voor deze haversoort

vrij goed, doch blijkbaar niet voldoende om de verkoopers
te behoeden voor de noodzakelijkheid van prijsverlaging.
i’latahaver is eveneens weder goedkooper geivorden ‘met in
Engeland en elders slechts zeer beperkte vraag. In Duitsch. 1aid is nog steeds sprake van plannen tot het hervatten van
den uitvoer van ‘haver, doch over de uitvoering dier plan-
tien hoort men nog niets.

SUIKER.

De vers(iisilleude suikermarkten w’arcn ii.i de afgeloopen ‘eek over het• •lgemeen bom gestemd.
Nadat in A m e r ik a aanvankelijk eenige flinke posten
ruwsuiker tot ea. 1.40 d.c. basis Cubasuiker c. &. Ir. werden
verhandeld, trokken koopers zich terug en werd verder zoo
goed als niets meer gedaan.
De New-York termijnmarkt opende in vaste stemming om
naderhand weer af te ‘zwakken, zoodat de noteeringen aan
het slot ongeveer dezelfde waren als bij opening: Maart
1.27;
Mei
1.34;
Juli
1.41
en September
1.49,
terwijl de laat-
ste noteering voor Spot Centr.
3.35
was.
.I)e ontvangsten in de Atlantische havens (Ier
V. S.
be-
droegen deze week
29.000
tons, de versmeltingen
36.000
tons
tegen
61.900
tons verleden jaar en de voorraden
258.000
tons tegen
564.100
tons.
De laatste
C
u ‘b a-statistiek is als volgt:
1931

1.930

1929
tons

tons

tons
Productie ……………….-

400.000 885.000
Voorraad overgebracht per
111
1.418.000 321.000 193.000
Consumptie ……………..
9.186

2.246

2.738
Weekontv. afseheephavens . .

60.352

93.646 199.302
Totaal sedert 111 Nieuwe Oogst

22.866

68.496 508.810
Weekexport ……………..
18.517

43.034

83.326
Totale export sedert
1
1
1

76.025 111.697 157.775
Voorraâd afscheephavens

802.310 259.320 386.110
11

binnenland ………
529.579 330.323 375.453
Aantal werkende fabrieken ..

97

139

157
In E n ge 1 and werd voor ruwe rietsuiker Sh.
5f10Y2
betaald en kodbten Raffinadeurs kleine partijtjes bietsuiker
basis
88
pCt. tot Sh.
5/8. Op
•de Londensehe termijnmarkt
trad eveneens na een vast begin eene lustelooze stemming
in. ])e slotnoteeringen voor Ruwe Rietsuiker basis
96
0
c.i.f.
luidden:
Jan. …… 5h.
5193’G

Aug……5h.
6f4
Maart ……,
519
1
/2

Dec. ……

,,
6181/
Mei ………
6(1
Een groot kwantum R u s s i s c h e suiker werd naar
Britseh-Indië verkocht.
De J a v amarkt was uiterst rustig. De V.I.S.P. heeft
slechts
2500
tons Superieur en
300
tons No.
16
&/hooger tot
de laatste limites kunnen verkoopen.

‘STATISTISCH OVERZICF

TARWE
Hard Winter
No.2 loco
Rotterdam! Amsterdam
per 100 K.G.

R000E
AmericanNo.2
2
)
loco
Rotterdam
per 100 K.Q.

MAIS
La Plata
loco
R’dam!A’dam
per 2000K.G.
GERST
Amer.No.24)
loco
Rotterdam
e0

LIJNZAAD
La Plata
loco
R’damlA’dam
per 1960 K.O.

STEENKOLEN
Westfaalsche!
Hollandsche bunkerkolen
ongezeefdf.o.h.
R’damiA’dam
per 1000 K.O.
PETROLEUM
Mid. Contin.
Crude
33 tlm 33.90
Bé s. g.
per barrel

IJZER
Cleveland
Foundry No.3
l.o.b.
Middlesbro6gh
per Eng. ton

KOP ER
Standaard
Locoprijzen Londen
per Eng. ton

II.
Olo
II. 9
10
6.
tj
1,
1

ois
6.
°lo
11.
01
0

$
O
lo
Sh.
0
10
01
0

Janrgemidd. 1925
17.20
100,0
13,070
100,0
231,50
100,0
236,00
100,0
462,50
100,0
10,80
100,0
1.68
100,0
731-
100,0
62.116
100,1
1926
15,90
92,4
11,75
89,9
174,25
75.3
196,75
83,4
360,50 77,9
17,90
165.7
1.89
112,5
8616
118,5
58.11-
93,
1927
14,75
85,8
12,476
95,4
176,00
76,0
237,00
100,4
362,50 78,4
11,25
104,2 1.30
77,4
731-
100,0
55.141-
89,1
1928
13,475
78,3
13,15 100,6
226,00
97,7
2M.50
96,8 363,00
78,5
10,10
93,5
1.20
71,4
661-
90,4
63.16j-
102,1
1929
12,25
71,2
10.875
83,2 204,00
88,1
179,15
76.2 419.25
90,6
11,40 105,6
1.23
73,2
7016
96.6
75.141-
121,1
1930
sl,67&
56,3
6,226
47,6
136,75
59,1
111,75
47,4
356,00
77,0
11,35
105,1
1.12
66,7
67!-
91,8
54.131-
88,1
îan’1ari

1929 12,35
71,8
12,20
93,3
231,50
1000
194,25
82,3 365,00
78,9
10,10
93,5
1.16
69,0
661-
90,4
75.1016
121,1
lebruari

,,
12,72
5

74,0
12,65
96,7 236,00
101:9
194,75
82,5 357,25 77,2
12,90 119,4
1.11
66,1 6616
91,1
78.-j6
125,1
Maart
12,65
73,5
12,625
96,6
233,00
100,6 191,75
81,3 359,00
77,6
12,00
111,1
1.11
66,1
671-
91,8
89.81-
144,1
April
12,12°
70,5
11,625
88,9
218,00
94,1
185,25
78,5
373,25 80,7
11,05 102,3
1.11
66,1
681-
93,2
82.1716
133,
Mei


11,12° 64,1 10,57
6

80,9
198,25
85,6
177,50
75,2 363,50
78,6
11,15 103,3
1.16
69,0
6916
95,2
75.416
121,1
luni
10,875
63,2
10,20
78,0
193,50
83,6
171,25
72,6
355,25
76,8
11,25 104,2
1.30
77,4
711-
97,3
74.111-
120,1
Juli
12,80
74,3
11,20
85,6
218,50
94,4
191,25
81,0
415,50
89,8
11,25
104,2
1.30
77,4
7216
99,3
72.1216
117,1
Augustus
13,12
5

76,3
10,75
82,2
202,50
87,5
182,75
77,4 452,50
97,8
.

11,25 104,2
1.30
77,4
7216
99,3
73.171-
119,1
September
12,625
73,4
10,20
78,0
191,00
82,5
172,00
72.9
506,75
109,6
11,40

.
105,6
1.30
77,4
7216
99,3
74.191-
120,1
October
12,10
.10,4
9,875
75,6
185,00
79,9
168,00
71,2
516,50
111,7
11,25 104,2
1.30
77,4
7216
99,3
72.161-
117,
November ,,
11,775
68,5
9,20 70,4
174,00
75,2
64,75
69,8
483,25
104,5
11,35
105,1
1.30
77,4
7216
99,3
70.5!-
113,1
December
12.625
73,4
9,35
71,5
166,00 71,7
163,75
69,4
482,00
104,4
11,75 108,8
1.30
77,4
7216
99,3
68.616
110,1

k
nuari

190
12,67
5

73,7
9,35
71,5
149,25
64,5
151,25 64,1
433,75
.93,8
11.75 108,8
1.21
72,0
7216
99,3
71.916
115,1
bruarl
11,725
68,2
8,175
62,5
139,00
60,0
135,75
57,5 398,50
86,2
11,75
108,8
1.11
66,1 7216
99,3
71.1216
115,
Maart


10,9(1
63,4
7,15
54,7
143,50
62,0
125,00
53,0
390,00
84,3
11,55 106,9
1.11
66,1
701-
95,9
68.1916
111,1
April
1117
6

65,0
7,625
516,3
180,25
77,8
12975
55,0
431,00
93.2
11,35
105,1
1.165
69,3
6716
92.5
61.31-
98,
Mei

,,
10:45
60,8
6,55
50,1
148.50
64,1
114:50
48,5
405,07
87,6
11,35
105,1
1.185
70,5
6716
92,5
53.91-
86,1
juni
10,05
58,4
5,176
39.6
145,50
62,9
103,75
44,0
385,50
83,4
11.35
105,1
1.185
70.5
6716
92,5
50.116
80,
juli
9,55
55,5
5,82
5

44,6
157,75
68,1
108,00
45,8
345,75

74,8
11,35
105,1
1.18
5

70,5
6716
92,5
48.21-
77,
Augustus

:
54,9
6,31)
48,2
146,00
631
116,25
49,3
365,00 78.9
11,35
105,1
1.185
70.5
651-
89,0
47.151-
761
September
8,40
43,8
5,25 40,2
127,50
55,1
99,00 41,9
318,15
68,9
11,35
105,1
1.185
70,5
6316
87,1
46.61-
74,(
October


7,40
430
4,625
35,4
112,25
48,5
86,0fl
36,4
281,25
60.8
11.35
105,1
1.186
70,5
‘6316
6

87,1
43.-!

November
7,25
42,2 4.25
32.5
9450
40,8
82.25 34,9 270,75
58,5
1090
100,9
0.85 !’0.6
6316
7

87,1
46.816
74,1
December
7,075
41,1
4,30
32,9 06,00
41,5
91,00
38,6
247,75
53,6
10.85
100,5
0.85
50,6
63
1
6
7

87,1
47.616
76,1
Januari

1931
6,52
5

37,9
1

4,-
30,6
84,0
36.5
86,25 36,5
207,50
44,9
10,30
95,4
0.85 50,6
6016
82.9
45.716
73,1
2 Februari


5,50
32,0
1

3,90
29,8
80,-
34,6
82,-
31,7
200,-
43,3
1

10,30
95,4
0,85

50,6
1

5816
80,3
43.1216

1)
Men zIe voor de toelichting op dezen staat de nummers van 8 en 15 Augustus 19 (No. 658 en 659) pag. 689190 en 709.
2)
79 Kg. La Plata.
0)
= Western

4 Februari 1931

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

141

II i e r t e 1 a ii d e bestond de geheele week absoluut geen
ondcrneuiingslust, hetgeen blijkt uit den
omzet
op de Am-
sterciamsche termijnmarkt; (leze bedroeg slechts 11 contrac-
ten h 50 tons. De slotnoteeringen gaven het volgende beeld
te ziele: Maart f774; Mei f8i/
;
Aug. f 8
3
/8
en Dec.

f
87%, alles geboden, terwijl ‘vraagprijzen
f
% hooger lagen.

KATOEN.
Marktbericht van de Heeren Sjr Jacob Behrens & Sons.
Manchester, d.d. 28 Januari 1931.
Wij wezen er de vorige week reeds op, dat Amerikaan-
s’che katoen merkwaardig vast gebleven is, doch op ji.
Woensdag had er een stijging van 12 punten plaats en
sedert dien tijd zijn er verdere stijgingen gevolgd. Zoowel
Liverpool als de New-York markten sloten gisterenavond
hooger, terwijl Liverpool hedenmorgen eveneens 5 tot 6
punten hooger opent. Egyptische katoen is ook vaster in
prijs en F.G.F. Sakel spot noteerde gisteren 8.75 d. De
neiging voor vastere katoenprijzen tijdens arbeidersmoei-
lijkheclen en stilstand van machines is niet ongewoon,
doch er zijn natuurlijk andere afzetgebieden voor katoen
behalve Lancashire. Verkoopen in Liverpool waren on-
geveer gelijk aan de voorafgaande weken, nI. 23.180 balen,
doch het Amerikaansche totaal was minder clan 10.000
balen, terwijl Peru-katoen slechts 7.370 balen bedroeg.
Meer clan 3000 balen waren Egyptische en Soudan katoen,
terwijl, van indische en andere katoen 1780 balen vcrkocht
werden.
In de Amerikaansche garenmarkt valt weinig nieuws te
melden. Het stilzetten van de machines in enkele weef-
centra maakt het werk van verkoopers zeer moeilijk en voor
binnenlandsch gebruik is daarom de afname van de meeste
soorten garcns zeer gering. Gedurende de laatste dagen der
vorige weekbestoncl er echter een flinke Continentale handel
in Amerikaansche twist en weft, terwijl eergisteren ver-
dere biedingen in de markt waren, doch koopers zijn niet
geneigd cle stijging van het ruwe materiaal te volgen en
het is zeer moeilijk om zaken af te sluiten. Bijzonderheden
voor getwijnde garens komen beter binnen, doch verkoo-
pen zijn op het oogeni lik zeer beperkt. In Egyptische sooi-
ten gaat zoowel iii enkele als getwijnde bunclelgarens op
bescheiden schaal wat om, doch de vraag voor binnen
landsch gebruik is vrijwel te verwaarloozen, zoowel voor
cops als bundelgarens.
De doekmarkt toont neiging tot stijgen. Dit tegelijk met
de mogelijkheid om in de nabije toekomst niet in staat te
zijn zich van aanvoeren te voorzien, heeft heel wat dek-
kingsorders gebracht. Er worden echter geen hoeveelheden
van beteekenis afgesloten en de handel is nog van weinig
belang.
De industriëcic horizon is op het oogeublik nog niet

opgeklaard en er gaat vrijwel niets om tengevolge van het
resultaat van de stemming der werknemers. De regeering
schijnt echter geheel op de hoogte van de tegenwoordige
moeilijkheden te zijn en is wel geneigd te assisteeren. Men
zegt, dat er meer vraag van Indië komt, doch daar het nu
onmogelijk schijnt om zaken met gegarandeerde levering af
te sluiten, is het zeer moeilijk om tot fzaken te komen.

Liverpoolnoteeringen

Oost. koersen 20 Jan. 27Jan. 21 Jan. 28.Tan. T.T.opBr.-Indië
1/5s

1/5(
F.G.F. Sakellaridis 8,45 8,90 T.T. op Hongkong S 1

II
G.F. No. 1 Oomra. 3,11 3,25 T.T.op Shanghai 113i1 113%

KOFFIE.
Gedurende de afgeloopen berichtweek bleef de markt in
zeer kalme stemming verkeeren. De Braziliaansche wissel-koers liep nog
/84
4. terug, waardoor de stand van
4164
d.
bereikt werd. Als gevolg daarvan waren (le afladers in Bra-
zilië met de kost- en vrachtaanbuedingen gemakkelijker en
liepen de prijzen over het algemeen
21.
8. 216 terug voor
Santos en ca. 1/- voor Rio.
Volgens een van de Associated Press uit Rio de Janeiro
ontvangen bericht, heeft de Braziliaansche Regeering be-
sloten om dcii in de pakhuizen van Sao Paulo teruggehou-
den voorraad koffie op te koopen tegen betaling van 80
Milreis per baal basis Santos type 5, met de bedoeling om dezen voorraad uit de markt te nemen en verder de koffie
van den nieuwen oogst, aanvangende 1 Juli, izonder beper-
kende maatregelen te laten verhandelen. Ten einde verdere
uitbreiding ‘an de cultuur tegen te gaan, is besloten om
een belasting te heffen van 1 Milreis voor iederen boom,
die nieuw wordt geplant. Wat de» laatsten maatregel be-
treft, zoo komt deze tamelijk laat, want het is wel niet
aitn te nemen, dat bij den huidigen ongunstigen toestand van de planters en bij de tegenwoordige lage prijzen van
het artikel zelf, veel lust tot nieuwe aanplantingen zal
bestaan.
In Nederlandsch-Indië was de stemming voor de onge-
wassehen Robusta-soorten iets beter, terwijl die voor de
gewasschcn soort geen verandering onderging.
])e noteeringen aan de Rotterdamsche termijnmarkt ble-
ven de geheele week vrijwel onverancjerd en »’aren Dinsdag
3 dezer des voormiddags voor Februari 23, Maart 20%,
Mei 19%, September 18%, December 18
3
/s et.
Aan de loco-markt was de afzet onbevredigend, met on-
veranderde officieele noteeringen van 29 ct. per
7%
K.G.
voor Superior Santos en 27 ct. voor Rohusta.
De prijzen van gewoon goed beschreven Superior Santos
op prompte verscheping zijn thans ongeveer 40/6
8.
4213
.
per
cwt. en van dito Prime ongeveer
421-
8.
4313,
terwijl zij van
Rio type New-York 7 met beschrijving, prompte versche-
ping, bedragen 27/6
8.
28/-.

N GROOTHANDELSPRIJZEN’)

TIN
locoprijzen
Londen per
Eng. ton

KATOEN
Middling
locoprijzen
New York
per Ib.

WOL
gekamde
Australische,
Merino, 64’s Av.
loco Bradford
per Ib.

WOL
gekainde
Australische, CrossbredColo-
nial Carded,
SO’s Av. loco
Bradford per Ib.

RUBBERS)
Standaard
Ribbed Smoked
Sheets loco Londen
per II,.

SUIKER
Witte kristal- suiker loco
R’damfA’dam.
per 100 K.G.

KOFFIE
Robusta
Locoprijzen
Rotterdam per
ij
K.O.

THEE
Afi. N.-I. theev.
A’dam gem. pr
.
Java- en Suma-
tratlieep.’f1KO.

Indexcijfer
viti. Centr. B.
v. d. Staf., herleid
vanl9I3=l00
tot 1925= 100

Indexcijfer
van The
Economist,
herleid
1927=100
tot 1925=100

01
$
ets.
9
10
pence
0
10
pence
0
10
Sh.
% 6.
%
ctS.
0f’
ets.
oh
61.171-
100,0
23,25
100,0
55,00
100,0
29,50
100,0 2111,625 100,0
18,75 100,0
61,375
100,0
84,5
100,0
100,0 100,0
90.1716
111,1
17,55
75.5
47,25 85,9
24,75
83,9
21-
67,4
17,50
93,3
55,375
90,2 94,25
111.5
93,2
92,9
190.4!-
110,8
17,50
75,3
48,50
88,2
26,50
89.8
116,375
51,6
19,12
5

102,0
46,875
76,4
82.75 97,9 95,4
89,5
127.51-
86,8
20,00
86,0
51,50
93,6 30,50
103.4
-110,75
30,2
15,85
84,5
49,625
80.9 75,25
89.1
96,4
87,6
103.156
77,8
19,15
82,4
39,-
70,9 25,25
85.6
-110,25
28,8
13,-
69,3 50,75
82,7
64,25
82.0
91.6
82,6
[42.51-
54,3
13,55
58,3
26,75 48,6
16,25
55,1
-15,875
16,5
9,60
51,2
32
52,1
60,75 71,8 75,5 69,4
r22.7l6
84,9
20,20
86,9
46,75
85,0 28,75
97,3
-19,875
27.9
13,77
5

73,5
53,125
86,6
77,25 91,4
94,2
84,6
122.111-
85,0
20,10
86,5
44,25
80,5 27,75
94,1
1/-
33,7
13,37
0

71,3
54
88,0
74,25 87,9
94,2
85,4
121.0(6
84,4
21,25
91,4
44,00 80,0
27,50
93,2
110,125
34,0
13,50
72,0
54
88,0
72,75
86,1
94,8
85,8
107.516
79,2
20,45
88,0 43,25
78,6
27,25
92,4
-110,5
29,5
13,375
71,3
54
88,0 74,25 87,9 92,9
.

83,9
197.516
75,3
19,40
83,4
41,50
75,5
26,25
89,0
-110,875
30,5
12,25
65,3
54
88,0 73,50 87,0
91,6
81,7
100,5
1

76,5
18,75
80,6
40,00
72,7
25,75
87,3
-110625
29,8
12,00
64,0
54
88,0 69,50 82,2
91,0
81,9
109.516
79,9
18,65
80,2
38,75
70,5 24,75 83,9
-(II
30,9
13,425
71,6
54 88,0
68,50
81.1
91,0 83,7
110111-
80,4
18,60
80,0
37,00
67,3
24,00
81,4
-110,5
29,5
13.00
69,3 53,50
87,2 64
75,6
91,6
83,6
105.5(6
78,4
18,90
81,3
34,25
62,3
23,75 80,5
-110 125
28,4
13,47
71,9
51,75 84,3 64
75,6
91,0 82,0
188.916
72,0
18,45
79,4
32,50
59,1
22,50
76,3
-19,625
27,0
13,30
70,9
48,50 79,0

66
78,1
90,3 80,5
182.-16
69,5
17,50
75,3
34,25
62,3
23,00
78,0
-18,125
22,8
12,50
66,7
41,75 68,0 66,50
78,7
88,4
78,8
178.1816
68,3
17,25
74,2
31,25
56,8
21,25
72,0
-18 22,5
12,07
6

64,4
36,75
59,9
60,75
71,8
87,1
78,8
174.131-
66,7
17,15
73,8 29,50
53,6
19,25
65,3
-17,375 20,7
11,67
0

62,3
35
57,0
60,50
71,6 84,5
76.9
174.41-
66,5
15,45
66,4
28,50
51,8
17,75
60,2
-18
22,5
11,40
60,8
35
57,0
58,25
68,9
81,3
75,2
165,181-
63,4
15,20
65,4 26,25
47,7 16,50
55,9
-17,625 21,4
10,70
57,1
35
57,0
62,25
73,7
78,7
74,2
161.1716
61,8
16,45
70,8
27,25
49,5
17,25
58,5
-f7.375
20,7
10,55
56,3
35
57,0
59,50
70,4 78,7
72,8
145.-(-
55,4
16,50
71,0
28,75
52,3
18,00
61,0
-16,875
19,3
9.80
52,3
34,75
56,6 58
68,6
76,1
72,0
136.416
52,0
14,50
62,4
27,75
50,5
17,50
59,3
-16,125
17,2
9,775
52,1
33
53,8 58
68,6
76,1

.
704
134.1716
51,5
13,10
56,3
27,00
‘49.1 16,75
56,8
-15,625
15,8
9,27
5

49,5
31,50
51,3
55,50
65,7
74,2
69
:3
35.516
51.7
11,95
51,4 27,25
49,5
16,50
55.9
-14875
13,8
8.50 45,3
29,50
48,1
55,25
65,4
73.5
67,9
132.61-
50.5
II,-
47,3
27,00
49,1
15,75
53.4 -14,125
11,6
7,975
42,5
28,25
46,0 59.50
70,4 72,3
65,4
117.131-
44.9
10,55
45,4
24,50
44,5
14,50
49,2
-14 11,2
8,625
46,0
29
47,3
66,50
78,7
71,6
64,6
113,161- 43,5
10,85
46,7
24,00 43,6
13,00
44,1
-14,375
12,3
8,75
46,7
29
47.3
68.25 80,8
71,0
63,3
115 31-
44,0
9,95
42,8
22,50
40,9
12,50
42,4
-14375
12,3
8,20
43,7
29
47,3
66.75
79.0
69,0
61,3
116.81-
44,4 10,30
44,3
21,25
38,6
12,00
40,7
1

-14,25
11,9
8,20
43,7
28
456
66,25
78,4
113.716
43,3
1

-13,875
10,9
8,25
44,0
27
44,0
invoering van de huidige officivele noteeringowilze (Jan. 19281: vanaf 16Dec.1929 74(5 K.G. Hongaarsche; vanaf 26Mei1930 Z.-Russisclie.
4
) = Malting vÔôr de invoe-
ng van de huidige of Iie. not.wqze (Jan. 1928); Barley vanaf 212131.
5)
Jaar- en maandgem. atger. op lis pence.
6)
Noteering Schotland 596.
7)
581-.

.-‘–.—–

,

.-.,

¶_p



–r.7

..,.’
J-

., •- –

142

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

4’Februaii 1931

Van Robusta op aflading van Nederlanclsck-indië
zijn
de
prijzen in cle eerste hand op het oogenblik:
:Palembang Robusta, Februari-verschepiug, 10 ct.; Ben-
koelen Robusta, Februari-verscheping, 17y
4
ct.; Mandheli ug
Robusta, Februari-verscheping, 18 ct.; W.I.B. faq. Eo-
busta, Februari-vcrscheping, 254 ct., alles per
Y
S
liG.,
cif, uitgeleverd gewicht, netto contant. De slot-noteeringen te New-York van het aldaar geldende
gemengd contract (basis Rio No. 7) waren:

Mrt.

Mei

Sept.

Dec.
2 Februari …………. $ 5.82

$ 5.75

$ 5.59

$ 5.51
26 Januari ……………5.85

,, 5.79

,, 5.63

,, 5.55
19 Januari …………. ..5.95

,,5.80

,,5.61,, 5.52
12 januari ……………5.98

,, 5.86

,, 5.67

,, 5.55
Rotterdam, 3 Februari 1931.

(Mededeeling van de Vereeniging
voor den Goederenhandel
te Rotterdam.)

Noteeringen en voorraden in Brazilië.

te Rio

1

te Santos

Wisselkoers
Data


te Rio
– Voorraad Prijs Voorraad Prijsop Londen
fin Balen) No. 7
1
) (
In Balen) No.
4′)
1

iiT
2 Feb. 1931

198.000 12.125 1.020.000 ‘g
Q
4

pence
26 Jan. 1931

244.000 11.925 1.144.000

4′
pence
19

19 Jan. 1931

238.000 12.125 1.064.000

4

pence
2 Feb. 1930

324.000 16.475 1.001.000 2l.00

pence
1)
In ReIs.

Ontvangsten uit het binnenland
van Brazilië
in Balen.

te Rio

1

te Santos
Data


Lgeloopen

Sedert Afgeloopen

Sedert
week

1

1
Juli

i

week

1
1 Juli

31 Jan. 1931 …. 106.000 2.244.000 246.000
1
6.761.000
21 Jan. 1930….

58.000

1.865.000
1
240.000 5.665.000

THEE.
De theciaarkt had in de afgeloopen week een traag en
onregelmatig verloop. Er heerschte een gedrukte stemming
en •de prijzen liepen voor Britsoh-Indische- all Ceylon.
thee6n .resp. tot % en 2 cl. lager. Java- en Sumatra-thee0n
gingen meerendeels tot d. in prijs achteruit. Goede kwa-
liteiten Br.-Indische najaarsthee en Java G.O.P.’s met veel
geel waren prijshoudend.
De kwaliteit van de aangabodeu theeëu was achteruit.
gaande.
Volgens publicaties van de Vcreeuiging voor de Thee-
cultuur in Neclerlandsch-Ïndië te Amsterdam bedroeg de
thee-uitvoer van Japan in ])ecember 796.000 JiG. (v.j.
747.000 KG.). Gedurende Januari-December 1930 werden
uitgevoerd 9.216.000 liG, tegenover 10.731.000 liG, in 1929;
een vermindering voor 1930 van ca. 1 ‘f millioen liG.
De uitvoer van zwarte thee van Ceylon beliep in Decem-ber 16.602.000 lbs. tegenover 20.126.000 lbs. in December
1929. Gedurende Januari-December 1930 werden in totaal
uitgevoerd 239.111.000 lbs., een vermindering aantooneude
ten opzichte van het jaf’r 1929, dat een uitvoer te zien
gaf van 250.168.000 lbs., van ca. 11 millioen lbs.
De thee-invoer in Amerika geeft voor de periode Januari-
October 1930 aan cijfer te zien van 69.332.000 lbs., tegen-
over in 1929 71.606.000 lbs.
Amsterdam, 2 Februari 1931.

VERKEERS WEZEN.

VRACHTENMARKT.
Graan van Noord-Amerika.
In de vraag naar scheeps-
ruimte kwam een lichte verbetering tot stand, doch de
vrachten bleven onveranderd. Van New-York naar Bordeaux-
Antwerpen Range werd afgesloten op basis van $ 0.00voor
prompt laden, naar de Middellandsche Zee tegen $ 0.10>
en naar Griekenland tegen $ 0.12 per begin Februari. Op
deze basis worden verdere ladingen genoteerd.
Noord-Pacifie.
Van cle Noord-Pacif ie valt nog geen ver-
betering te constateeren. Van Vancouver naar U.K./Con.
tinent wordt nominaal 2216 genoteerd voor Februari/Maart
laden. Voor Portugal werd Maart-tonnage aangeboden tegen
241-; de genoteerde orders zijn echter nog niet definitief. La Plata.
In het begin van de vorige week was deze markt
kalm, waarna een geleidelijke verbetering intrad. Door de
betere weerbe,ichten uit het binnenland waren afladers
mee,- geneigd zaken te doen en de vrachten voor prompte
booten liepen op. Een handige prompte boot kreeg 181- van
niet boven Santa F6 naar het Continent direct, met 6 d. reductie voor Antwerpen of Rotterdam en de optie van

twee loshaveïis tegen 9 d. extra. Van Lorenzo range werd voor dezelfde positie en grootte 17/6 gebodeii l.laar (J.Ji./
Continent, 6
cl.
minder voor Antwerpen of Rotterdam en
voor een lading van 6000 ton, 10 pCt., naar UK/Continent,
met 1igagen 5 Februari, is 17/3 te krijgen. Naar Scandi-
naviO direct is 18/0 geaccepteerd voor een sf5 van 6100,
10 pCt., per 16/26 Februari. Van Bahia Blanca heeft een
8000 ton Ier 161. naar UK. /Continent gekregen, met opties
voor Portugal en de Micidellandsche Zee, terwijl naar de
Adriatische Zee direct een boot van 5300 toi.i, 10 pCt., 181-
geaccepteerd heeft van dezelfde laadhaven, beide met 15
Februari earicelliug. De vrachten bleven vast, doch de vacg
was aan het einde van de week niet groot.
Salpeter van Chili. Dc positie blijft nog onveranderd; er wordt geen enkele order genoteerd naar het Continent
of de Middellandsehe Zee, noch voor wilde booten, noch
voor lijnruimte. Naar cle Vereenigde Staten blijft de vracht
nominaal ce. $ 3.75 en ofschoon tegen dit cijfer geen ton-
iiage verkregen kan worden toonen bevrachters geen haast
0111,
af te sluiten.
Burmah.
De markt was kalm en cle vrachten gemakke
lijker. Februari/Maart tonnage van middelmatige grootte
was verkrijgbaar naar Antwerpen/Hamburg Range tegen
22/6 en een 6900 tonner werd afgesloten voor tweede helft
Maart laden naar Nederland direct tegen 21/6. Voor een
groote lading per Maart naar Oclynia wordt 231- genoteerd.
Donau en Zmoa’i

te Zee.
Vai.i den Donau is nog steeds geen
vraag. De Zwarte Zeemarkt was levendig en minstens 12
booten werden in de afgeloopen week afgesloten. De vrach-
ten waren iets gemakkelijker, ul. 11/- basis Continent met
volle opties.
.l!icldellandsche Zee.
De toestand op deze markt is thans
slechter dan ooit tevoren. Er is gebrek aan definitieve
orders, in het bijzonder voor de vroege posities, en er schijnt
absoluut geen kans te zijn, dat de vrachten binneulcort zul-
len stijgen. De volgende ertslaclingen werden afgesloten: Melilla/Rotterciam of Poortershaven 4/4 f., San Juan/Im-
mingham 8/3, Huelva/llottei-dani 416, Naotes 516, Ronaan
5/74, Sas van Gent 61-, Garston 7/6., en Kings Lynn
8f14. Voor phosphaat werd betaald: Casablanca/Abercieen
6/9, SfaxfCork 81-.
De fruitmarkt van Zuid-Spanje
bleef
lusteloos, daar de verschepingen nog worden opgehouden
tengevolge van den invloed van het slechte weer op den
oogst.
Noord-Spanje.
De toestand op deze markt blijft onver-
anderd en de vraag naar scheepsruimte is zeer gering. Er
kwmven geen afsluitingen tot stand, maar er is vraag naar
een prompte boot van Bilbao naar Rouaan tegen
419
en
voor midden-Februari ruimte van Bilbao naar Middlesbro
tegen 4/9. Van Santancler naar Rotterdam. wordt 4/9 ge-
iioteerd en van Salta. Cabello of Onton naar IJmuiden 416.
Kolen van Groot-llrittannië.
Daar er thans maer kolen
in Zuid-Wnles beschikbaar zijn, kwamen er meer orders aan
cle markt en gedurende de afgeloopen week werden vrij veel booten afgesloten. De vrachten waren vast met een
opwaartsche neiging, speciaal in de richting van Zuid-
Amerika, waarheen cle betere vracht van 10/6 toegestaan
werd naar Buenos Aires. Van Zuid-Wales werd o.m. afge-
sloten: Rouaan 313, Lissabon 616, Algiers 71-, Barcelona
719, Genna 613, Sulina 8/1
-f,
Haiffa 716, Alexaiidrië 7/-,
Dakar 619, Rio of Santos 913, Monte Video 91l04, Buenos
Aires 10/6, Ibiuy 12/3 (briketten), Rosario 1113 en Noord-
Amerika 71., en van de Oostkust: Brunsbuttel 3/3, Elbe
316,
Antwerpen 210, Rouaan 3/6, ,Oran 6/7, Marseille 7/-,
Genua 61-, Alexanclrië 6/9 en Buenos Aires 10/..

RUN VAART.
Week van
25 tin). 31 Januari 1931.

De aanvoeren van zeezijde waren gering. Scheepsruimte
bleef bij weinig vraag overvloeclig beschikbaar. De erts-
vracht bleef onveranderd genoteerd: naar
.
de Ruhrhavens:

f
0.40 met 3-4 losdagen,
f
0.50 met 0-8 losdagen; naar
Griniberg/Horl:
f
0.50 met 3-4 losdagen,
f 0.00
met 6-8
iosclagen. Voor den ]3ovenrijn was eveneeps weinig vraag.
Scheepsruimte bleef meer dan voldoende beschikbaar. Voor
ruwe producten naar Mannheim bedroeg de vracht
f
0.70
k

,f
0.80 per last met verkorten lostijd. Het sleeploon bedroeg
30 ets. tarief. Veel scheepsruimte sleepte wegens gebrek aan
emplooi op eigen risico ledig naar de Ruhrhavens. De va-
terstand bleef afwisselend vallend en vassend. Naar den
llovenrijn werd op ca. 2.40
M.
en naar den Benedenrijn
Op
vollen diepgang afgeladen.
In de Ruhrhavens ging weinig om. Tengevolge van de
groote aanbieding van ledige scheepsruimte liep de vracht
voor exportkolen naar Rotterdam wederom met 10 Pfg.
terug en bedroeg liJk. 0.80 per ton inclusief sleeploon.

Auteur