Ga direct naar de content

Jrg. 15, editie 750

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: mei 14 1930

14 MEI 1930

AÜTEt7R8k20HT
VOO1?BEHOtJDËN.

Etonomisch-Statistische

Be*richten

ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER

ORGAAN VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART

UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN

1
5E
JAARGANG

WOENSDAC

INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN.
.41 gemeen Secretaris: Prof. Mr. Dr. G. M. Verrijn Stuart
ECONOMISCH-STATISTISCIJE BERICHTEN.
COMMISSIE VAN ADVIES:
Prof. Mr. D. van Blom; J. van Hasselt; Jhr. Mr. L. H. van
‘Lennep; Mr. K. P. van der Mandele; Prof. Dr. N. J.
Polale
j
Mr. Dr. L. F. H. Regout; Dr. E. van Welderen
Baron Rengers;
Prof.
Mr. H. R. Ribbius; Jan iSchilthuis;
Mr. Q. J. Terpstra;
Prof.
Mr. F. de Vries.
Gedelegeerd lid: Prof. Mr. Dr. G. M. Verrjn Stuart.
Assistent-Redacteur: H. M. H. A. van der Valk.
Secretariaat: Pieter de Hoochweg 122, Rotterdam.
Telefoon Nr. 35000. Postrekening 8408.

Abonnementsprijs voor het weekblad franco p. p. in
Nederland f 20,—. Buitenland en Koloniën f 23,— per
jaar. Losse nummers 50 cents. Laden en donateurs van het
1ntituut ontvangen het weekblad gratis.
De verdere publicaties van het Instituut uitgaande ont-
vangen de abonné’s, leden en donateurs kosteloos, voor sao-
ver daaromtrent niet anders wordt beslist.
Aangeteekende stukken: Bijleantoor I2uigeplaatweg.

Advertenties f 0,50 per regel. Plaatsing bij abonnement
volgens tarief. Administratie van abonnensenten en adver-
tenties: Nijgh d van Ditmar’s Uitgevers-Maatschappij, Rot-
terdam, Amsterdam, ‘s- Gravenhage. Postchèque- en giro-
rekening No. 6729.

13 MEI 1930.

De verruiming van de geldmarkt heef t ditmaal een

buitengewoon snel verloop gehad. De voor de maands-

wisseling opgenomen gelden vloeiden vrijwel direct

weder terug en het aanbod van geld nam iederen dag

toe, zoodat de rentetarieven dagelijks en zonder een

enkele onderbreking terugliepen. Particulier dicon-

to daalde van 2% pOt. tot 2110 pOt, en kon gisteren

zelfs voor 2Y4 pOt. vrij gemakkelijk plaatsing vinden.

Oallgeld opende op 3Y4
ii
33/ pOt. en was gisteren

voor 1% â 2 pOt. verkrijgbaar en de prolongatierente

daalde van 3 pOt. op 2X pOt.

* *
*

Op den weekstaat van De Nederlandsche Bank

geeft de post binnenlandsche wissels een stijging van

f
200.000 te zien. De beleeningen blijken met
f
32,9

millioen te zijn teruggeloopen.

De goucivoorraad der Bank bleef nagenoeg onver-

anderd. De zilvervoorraad daalde met
f
50.000. De

post papier op het buitenland geeft een vermeerde-

ring van
f
12,3 miljoen te zien, terwijl de diverse

rekeningen op de actiefzijde der balans met nagenoeg

f
1 millioen blijken te zijn verminderd.

De biljettencirculatie daalde met
f
30,4 millioen.

liet tegoed van het Rijk klom met
f
11,8 millioen.

De rekening-courant-saldi van anderen bedragen
f
2

14 MEI 1930

. No. 750

naillioen meer dan verleden week. Het beschikbaar

metaalsaldo steeg met
f
4,2 millioen. liet dekkings-

percentage is nagenoeg 53.

* *
*

De wisselkoersen ondervonden deze week den in-

vloed van de ruimere geidmarkt. Ponden konden van

12.07h tot 12.07
7
/ verbeteren. Waar de Dollarkoers
in Londen eveneens vaster werd en van 4.8603 op

4.8585 kwam, viel er hier voor den Dollar een flinke

stijging waar te nemen; de koers kwam dan ook van

2.4835 op 2.4857. Marken stegen van 59.284 tot

59.3134 (tegen Ponden onveranderd 20.36X). Fran-

sche Francs noteerden nog steeds en.
9.147/
s
(tegen

£ 123.86Y2). Zwitsersche Francs aanvankelijk aange-

boden; de koers daalde van 48.14 op 48.09, doch kon

zich daarna weder tot 48.12 herstellen (Ponden in

Zwitserland 25.1034 ha 25.0834). Skandinavische

koersen veranderden weinig; Noorsche Kronen no-

teeren een fractie boven Deensche Kronen; 66.50

tegen 66.49. Peseta’s nog steeds flauw: 30.2734. Rio

iets lager: 2934. Argentijnsehe Pesos heel onzeker:
9634-05Y4-9634-9534. Oanada wederom meer ge-

zocht op 2.48.

De marges op de termijnmarkt zijn tengevolge van

den gewijzigden toestand op de geldmarkt kleiner ge-

worden. De slotnoteeringen voor 1- en 3-maands Pon-

den en Dollars w’aren resp.
7
/ia-
9
fie,
1h,_11/ en 2-5

en 5-8 c. boven den contanten prijs. Marken noteer-

den vom- deze termijnen 234-134 en 534-434 c.

déport.

LONDEN, 12 MEI 1930.

De geidmarkt was ook verleden week weder zeer

ruim voorzien van beschikbare kassaldi. ,,Overnight”

geld werd dientengdvolge gedaan tot 134 en 2 pOt.

Deze week heeft de markt meer te betalen dan er aan

wissels vervalt, zoodat een eenigszins grootere vraag

zich waarschijnlijk zal doen gelden.

Disconto noteerde eerst 2Ys—jiu, maar verzwakte

naderhand tot 2/8 pOt. bij matigen omzet. De goud-

onttrekkingen voor Fransche rekening hebben nog
geen invloed uitgeoefend op de geldmarkt, daar de

goudpositie van de Bank of England zeer sterk

blijft, ondanks de vrij aanzienlijke bedragen, die ont-

trokken zijn.

.

438

ECONOMISCH-STATISTISCHE
BERICHTEN

14 Mei 1930

MEDEDEELIN GEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE

VOOR DE RIJNVAART.

VERSLAG VAN DE ZITTING IN APRIL 1930.

De Centrale Commissie voor de Rijuvaart heeft hare
voorjaarszitting onder voorzitterschap van den heer Jean
Gout, buitengewoon gezant, van 1 tot 9 April 1930 Ae
Straatsburg gehouden.
De Commissie iteef t als rechtbank voor hooger beroep
zitting gehouden an heeft twee vonnissen in strafrecht-
zaken, welke voor haar in hooger beroep waren gebracht,
uitgesproken.
]3ovendien zijn de volgende besluiten genomen:

Schipper spatente n op liet gedeelte
Straatsbur-]3azel.

Voor hen, die een patent wenschen te verkrijgen voor
het op het rivierva.k Bazel-Striiatsburg voeren van een
vaartuig van cle soort, die het kanaal van de Rliône naar
den Rijn bevaren, zal het in dcii loop van cle twee aan de
aanvraag van het patent voorafgaande jaren voibracht
hebben van vier en twintig stroomfwaartsche reizen op
dit riviervak worden geljkgesteld met den in het vorige
lid bedoelden yoorbereidingstijd.
Deze bepaling treedt in werking op 1 Juli 1930.
Aan de Commissarissen der Oeverstaten wordt verzocht
aan de Commissie mededeeling te doen van de officieele uitvaardiging, w’aardooi deze bepaling in hun land wordt
bekend gemaakt.

Opvijzeling der bruggen bij Straatsburg-
K eb 1.
Het verslag van het stroombevaringscomité 1929 had in
de Commissie de kwestie van de hoogte, tot welke de
bruggen bij Straatburg-Kehl zouden moeten worden opge-
vijzeld, ter sprake gebracht. De Commissie is van mee-
ning, dat deze hoogte kan worden vastgesteld op
7
M.
boven den waterstand, overeenkomende niet 3 M. aan de
tegenwoordige pijischaal te Bazel.
Zij neemt nota van de verplichting, welke Frankrijk op
zich neemt, om cle vaartuigen, welke w’egens hun hoogte
niet onder de opgevijzelde bruggen bij Straatsburg-Kehl
door kunnen varen, maar welker afmetingen het pas-
seeren der kunstwerken in de . haven toestaat, door de
haven van Straatsburg van de noordelijke voorhaven naar
de zuidelijke voorhaven of vice-versa te laten varen. Voor
de directe vaart door de haven genieten genoemde vaar-tuigen de voordeelen van het administratieve steltel van
het Canal d’A]sace, omschreven in de bepaling No. 11 van
het besluit van 29 April 1925. Het sleepen van genoemde
vaartuigen van de noordelijke naar de zuidelijke voor-
haven of omgekeerd geschiedt gratis door dcii Franschen
staat.

Stroombevaring 1924.

De Commissie neemt nota van de mededeeling der
Fransche Delegatie, betrekking hebbende op het wegnemen
der: ijsbrekers van de brug bij Rhinaii.

Douanerechten op scheepsbehoeften.

De Commissie stelt vast, dat de nieeningsverschillen
tussehen – de meerderheid der Delegaties en de i)uitsche
Delegatie betreffende de beginselen, waarop het op mi-
nerale oliën en andere scheepsbehoeften van ‘toepassing
zijnde douanestelsel moet zijn gebaseerd,. blijven voortbe-
staan.
Echter is de Commissie, terwijl zij zich de rechtskwestie
geheel en al voorbehoudt, voorloopig bevredigd door het
ontvangen van de verklaring van de Duitsche Delegatie,
dat de Duitsebe Regeering bereid is, onmiddellijk de noo-
dge instructies te geven, opdat scheepsbehoeften vrij van
douanerechten worden toegelaten:
a.
op sleepbooten, welke Duitschland doorvaren, zon-der dat aan haar sleeptreinen of aan cle ladingen van haar
sleeptreinen veranderingen worden aangebracht. en op
sleepsehepen ën goederenvrachtbooteri, welke Duitschland
doorvaren, zonder (lat aan hun ladingen veranderingen
worden aangebracht;
. op alle vaartuigen, welke niet onder
a.
vallen, in vol-
doende en ruim berekende hoeveelheden voor een normale
en werkelijke vaart van 48 uur.

Noot van het Secretariaat.
De ]3elgische en Fransche
Delegaties hebben tegen dit besluit gestemd; cle Engelsehe
Delegatie heeft zich van stemming onthouden.

Datum van de volgende zitting.

De herfstzitting van de Commissie zal plaats hebben van
4 November (4 uur) tot uiterlijk 15 November.

INHOUD.
Blz.
Mededeelingen van de Centr. Commissie voor de Rijnvaart
438
TOENEMENDE BETEESCENIS VAN lIET KERKELIJK OREDIET
HIER TE LANDE
door
Mr. L. W. M. Overes ……..
438
De Nederlandsche Katoenindustrie in 1929 II (Slot) door
Joan

Geldernean

……………………………
441
Wettelijke regeling van het Accountantswezen door
J.
Brancis………………………………….
443
BUITENLANDSOHE MEDEWERKING:
De Parjsche geldmarkt en

de belastingverlaging
door

Prof.

B.

lVogaro

……………………
446
AANTEEKENINGEN:
Statistiek van Handel, Nijverheid en Verkeer te
Rotterdam

…………………………….
447
Indexcijfers van scheepsvrachten

…………….
447
Indexcijfers van groot. en kleinhandeisprijzen in
Nederlandsch-Indiö

……………………..
448
BOEKAANKONDIGINGEN:
Dr. A. Houwink: Acceptcrediet, bespr. door W. C.
Posthwnvus

Meyjes ……………………….
449
Prof. Irving Fisher: The stock market crash

and
after, bespr. door H. M. H. A. van der Vafk
..
449
L. de Bree: Het Gedenkboek van De Javasche Bank
1828-24 Januari-1928, Tweede deel, bespr. door
Me-. J. Westerrnan Holstijn ………………….
450
OVERZICHT VAN TIJDSCHRIFTEN

.. .-. ..
. –
.-. .. .-

.
450
MAANDOIJFERS:
Emissies

in

April

1930

……………………
451
Statistisch overzicht van den economischen toestand
van Nederland…….. ……………………

STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN
…………….453-460
Oeldkoersen.

1
Bankstaten.

1
Verkeerswezen.
Wisselkoersen.

1 Goederenhandel.

TOENEMENDE BETEEKENIS VAN HET
KERKELIJK CREDIET HIER TE LANDE.

Het kerkelijk crediet; met nadruk op het woord
,,kerkelijk”, onderscheidde zich tot voor enkele jaren
voornamelijk hierin, dat degene, die dit crediet gaf of
daaraan op eenigerlei wijze deelnam, zulks meer deed
uit philanthropie, dan dat hij zich er ernstige reken-
schap van gaf, of de voor geldbelegging geldende nor-
men door hem in alle finesses werdn in acht geno-
men. De geidgever kende het nuttige doel der betref-
fende instelling, was op de hoogte van de bereikte
resultaten en had een vertrouwen in haar bestuur.
Deze factoren wiren hem gewoonlijk voldoende om
zonder verder onderzoek naar de financieele positie
der credietbehoevende instelling het crdiet te ver-
leenen, en wel op voorwaarden, welke, zoowel wat
rentepercentage als wat aflossing en zekerheid be-
trof, het charitatieve karakter der geldieening niet
verloochenden.

Het gevolg hiervvn was, dat, indien de geldleening
in den vorm eener obligati.eleening werd aangegaan,
de betreffende obligatiën later moeilijk konden wor-
den gewaardeerd en nog moeilijker verhandelbaar of
beleenbaar waren.

Deze bezwaren werden toen niet zoo gevoeld, om-
dat de vraag van kerkelijke zijde naar crediet gewoon-
lijk kon worden bevredigd door het aanbod van hen,
die, mede uit charitatieve overweging, deze gelden
disponibel stelden. De obligatiën kwamen gewoonlijk
in vaste handen en bleven daarin, totdat deze – in-
dien ze niet te voren bij de een of andere gelegen-
heid aan de betreffende instelling ten geschenke wa-
ren gegeven – door ui.tioting of anderszins werden
aflosbaar gesteld.
Op
deze wijze werd wel eenigszins geweld gedaa aan de zakelijke basis, waarop financieele transacties
in den regel moeten rusten. Het is echtei wel opval-
lend, dat niettegenstaande dit gemis aan zakelijkheid
bij het sluiten der leening, het zeer zelden is voorge-
komen, dat eene kerkelijke instelling hare verplich-
ting terzake betaling van rente en aflossing niet op
tijd is nagekomen. Een zoodanige stiptheid, zelfs
in de moeilijkste jaren van algemeene malaise, moge wel als be*ijs dienen voor de soliditeit en het verant-
woordelijkheidsgevoel dezer instellingen en tevens

14 Mei 1930

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

439

voor de huipvaardigheid van de zijde van derden,
ingeval die stiptheid een enkele maal in het gedrang
mocht zijn gekomen.
Het evenwicht tusschen vraag en aanbod, zooals
hierboven besproken, werd door den wereldoorlog van
1914 ernstig gestoord. De vraag toch van de zijde van
kerkelijke instellingen naar kapitaal steeg na den
oorlog zeer sterk, terwijl het aanbod van degenen, die
mede uit charitatieve overweging gelden disponibel

telden, belangrijk daalde. De verhouding tusschen
vraag en aanbod werkte dus omgekeerd evenredig.
Wat was hiervan de oorzaak? In de eerste plaats

hadden tal van kerkelijke instellingen door de depre-
ciatie van haar effeetenbezit — ik denk hierbij bijv.
aan de Russische en Oostenrijksche fondsen, welke
destijds voom deze instellingen een geliefd beleggings-
object vormden – belangrijke verliezen geleden, waar-
door zij moesten afzien van den bouw, de uitbreiding
en dikwijls zelfs van het noodzakelijk onderhoud van
kerken, scholen, kloosters, ziekenhuizen, enz. Deze
instellingen trachtten nu na den oorlog, vooral sedert
1922, den achterstand geleidelijk in te halen, hetgeen
dus de vraag naar crediet sterk deed toenemen.

BQveudien is ht arbeidsveld der kerkelijke instel-
lingen door de sociale nooden en den toenemenden
arbeid op opvoedkundig terrein, waarbij met de gods-
dienstige geaardheid der bevolking rekening moet
worden gehouden, sterk uitgebreid, hetgeen ook zijn
financieele eischen medebracht.

Is derhalve eenerzijds de vraag naar kapitaal sterk
toegenomen, anderzijds is de financieele positie van
velen, die vroeger door giften en philanthropisch ge-
tinte leeningen in de kapitaalbehoefte der kerkelijke
instellingen voorzagen, dusdanig veranderd, dat in
vele gevallen het charitatieve karakter heeft moeten
plaats maken voor het commercieele element, waar-
door de credieten geleidelijk aan de normale zakelijke
eischen moesten gaan voldoen. Hiermede werd een
nieuwe periode in de geschiedenis va:n het kerkelijk
crediet ingeluid, welke thans dusdanig is gevorderd,
dat gedurende de laatste jaren een steeds groeiende
belangstelling voor kerkelijke leeningen is ontstaan
ook bij hen, die uit zuiver zakelijke en commercieele
overwegingn aan de financiering willen deelnemen.
Het karakter der kerkelijke leeningen heeft der-
halve in den loop der laatste jaren ongetwijfeld een
• aanmerkelijke wijziging ondergaan.

Alvorens over te. gaan tot een nadere bespreking
van do toeneming van het kerkelijk crediet na den we-
reldoorlog, meer in het bijzonder na 1922, wil ik eerst
met enkele woorden trachten aan te geven wat onder
den naam ,,kerkelijke instellingen” moet worden ver-
staan.

Hiertoe, kunnen worden gerekend die instellingen,
welke een min of meer uitgesproken godsdieustig ka-
rakter dragen. Dit karakter kan zich natuurlijk op
verschillende wijzen uiten in verband met het doel en
den aard van de werkzaamheden der verschillende in-
stellingen., zoodat men deze als volgt zou kunnen ver-
deden:

Kerkgenootschappen en Ordegenootschappen.

Deze instellingen behartigen in hoofdzaak de gees-
telijke belangen der leden en staan onder leiding der
geestelijkheid.

Bijzondere scholen, inrichtingen tot verpleging

van ouden van dagen, weezen, blinden, doof-
stommen, enz.

Deze instellingen bewegen zich meer op sociaal ter-
rein. De leiding berust hetzij bij geestelijken, hetzij
hij leeken, hetzij hij geestelijken en leeken gezamen-
lijk. Deze leeken, alsmede degenen, die verpleegd wor-
den of aan wie onderwijs wordt gegeven, behooren
tot eenzelfde kerkgenootschap.

Ziekenhuizen e. d.

Wat leiding en aard van werkzaamheden dezer in-
stellingen betreft zie sub B. Degenen, die verpleegd

worden, kunnen hetzij tot hetzelfde kerkgenootschap,
hetzij tot een ander kerkgenootschap behooren.
Al is nu het doel der kerkelijke instellingen in min-
dere of meerdere mate van godsdienstigen aard en is
w.instbejag, tenzij tot instandhouding en eventueel
uitbreiding van den werkkring, uitgesloten, dit neemt
niet weg, dat de financieele basis, waarop het werk
der kerkelijke instellingen in al hare verscheidenheid
wordt opgetrokken, steeds alleszins sol:i.ed moet zijn.
Deze financieele basis kan m.i. miiet voldoende wor-
den beoordeeld, tenzij aan de hand van een behoor-

lijk ingerichte en bijgehouden boekhouding. Immers in de eerste plaats moet blijken, dat de verschillende
activa en passiva, zoowel op zich zelf genomen als in verhouding tot elkander, het gevraagde credietbedrag
toelaten en vervolgens dat de ,,earning-capacity” der
instelling van dien aard is, dat nakoming van alle uit
het crediet voortspruitende verplichtingen voldoende
verzekerd kan worden geacht.

Zonder aan do algemeene soliditeit der kerkelijke
instellingen tekort te willen doen, komt het mij voor,
dat hij verschillende instellingen deze boekhouding
wel eenige verbetering of aanvulling behoeft. Het
gaat hier toch gedurende de laatste jaren om zeer
groote bedragen – eene leening van een millioen gul-
den en hooger is geen uitzondering meer – zoodat
de credietgevers alleszins het recht hebben, zich om-
trent de financiëeje positie der betreffende instel-lingen een duidelijk beeld te kunnen vormen. Ge-
schiedt de credietverleening in den vorm ee eer obli-
gatieleening, dan moet het prospectus al datgene be-
vatten, wat ter beoordeeling van de credietwaardig-
heid der instelling noodig is.. Kon tot voor enkele
jaren worden volstaan met, behalve .de voorwaarden
der leening, enkele algemeenheden omtrent doel en
werkwijze der instelling in het prospectus op te ne-men – immers toen werd meer uit eene charitatieve
beweegreden aan de leening deelgenomen – zoo is

sedert den oorlog het philanthropische karakter bij
vele kerkelijke leeningen, vooral wanneer deze groote
bedragen betreffen, grootendeels verdrongen door het meer zakelijke en commercieele element (zie boven), zoodat de credietvragende instelling, wenscht zij suc-
ces te hebben met de uitgifte der leening, verplicht
is in het prospectus al datgene op te nemen, wat
noodig is om het inschrijvend publiek op geheel za-
kelijke
wijze
volledi.g in te lichten omtrent hare fi-
nancieele positie, zooals deze is gecontroleerd door
ter zake kundigen.

Wanneer men nu het prospectus betreffende ker-
kelijke leeningen, vooral van de laatste jaren, verge-
lijkt met die vaii vroeger, dan blijkt wel, dat de uit-voerigheid in het verstrekken van gegevens sterk is
toegenomen. Hier heb ik vooral het oog op die kerke-
lijke leeningen, waarvan de officieele noteering ter
beurze van Amsterdam was aangevraagd; om die no-
teering te verkrijgen, moest worden voldaan aan de
door de Vereeniging voor den Effectenhandl ge-
stelde eischen van zakelijkheid en volledigheid. Na-
tuurlijk kan in een prospectus slechts een résumé van
het veelzijdig ônderzoek worden opgenomen, doch dit
résumé gaf in vele gevallen alle reden om aan te ne-
men, dat het onderzoek naar de rechtspersoonlijk-
heid, het doel en den werkkring dei instelling, naar de
verhouding der bezittingen en schuldèn en de juiste waarde dezer bezittingen, naar den aard et de waar-

deering der hypothecaire dekking, en vooral ook naar
de liquiditeit, de rentabiliteit, de toekomstmogelijk-
heden, enz., grondig en volgens commercieele begin-
selen had plaats gehad.

Op deze wijze kunnen dan ook vele kerkelijke lee-
ningen zoowel wat betreft soliditeit als rendement
voor den geldgever, den toets van vergelijking met
de vele andére leeningen., welke dagelijks aan de

markt komen, met succes doorstaan. Bovendien heb-
ben de kerkelijke leeningen het voordeel, dat de be
treffende instellingen, meestal zeer langen tijd, soms
eeuwen lang bestaan en steeds hare werkzaamheden

440

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

14 Mei 1930

zonder bijzondere financiëele risico’s hebben verricht;
voorts dat de verhouding tusschen inkomsten en uit-

gaven in verband met de regelmaat in hare werk-
zaamheder, doorgaans dezelfde blijft en dat de winst,
welke vooral door het betrachten van zuinigheid in de
exploitatie gemaakt wordt, nimmer wordt uitge-
keerd, doch steeds wordt gebezigd tot vernieuwing
en uitbreiding harer bezittingen.
Wat nu betreft de verhandelbaarheid en de beleen-
baarheid der kerkelijke obligaties, deze worden be-vorderd door opname dezer stukken in de officieele
prijscourant, waardoor ongetwijfeld ook de ,,standing”
van het kerkelijk crediet wordt verhoogd. Uit den
aard der zaak zullen de kerkelijke leeningen, ook
wanneer deze in de officieele noteering ter beurze
zijn opgenomen, een beperkte markt houden en dus
zelden een open hoek op de beurs vormen, doch bij
hoeveel andere fondsen, welke ook officieel genoteerd
zijn, komt ditzelfde niet voor. Niet alle fondsen toch
hebben een markt als Philips, Koninklijke Petroleum,
enz. De vaste en geregelde noteeringen van tal van
kerkelijke, fondsen toonen echter voldoende aan, dat
deze stukken behoorlijk geclasseerd zijn, hetgeen
tiauw verband houdt met de intrensiek constante

waarde dezer stukken.
Er zijn emissiehuizen, die wegens ethische redenen
het juister oordeelen om kerkelijke leeningen aan de sfeer der commercialiteit te onttrekken. Dit lijkt den
schrijver van het artikel over ,,Kerkelijke Leeningen”,
opgenomen in ,,de Kroniek” d.d. 15 Januari
1930,

niet juist, omdat volgens hem de tegenwoordige be-
dragen daarvoor te groot zijn en men vermoedelijk
in de betrokken, vaak economisch goed georiënteerde

kringen terecht zulke belangrijke spaarkapitalen niet
geheel aan de inwerking der algemeen economische
verhoudingen zou willen onttrekken; met name niet
aan den wisselenden invloed van den rentestand en
aan de noodzakelijke verplaatsingstendens van het

kapitaal, die voor iederen belegger van belang is.
De meeste kerkelijke leeningen komen echter voor
beursnoteering niet in aanmerking en deelen der-
halve niet in de voordeelen aan beursnoteeririg ver-
bonden, omdat deze minder bedragen dan
f
500.000

nominaal, zijnde het minimum bedrag voor beursno-
teering. Hieraan is gedeeltelijk tegemoetgekomen door
enkele banken, die hare bemiddeling verleenen bij
eventueel aan- en verkoop dezer fondsen en daartoe
periodiek lijsten uitgeven, waarop de gevraagde en
aangeboden fondsen met de resp. bied- en laatkoersen,
alsmede de inmiddels tot stand gekomen transacties,
zijn vermeld. Wat de beleening dezer niet officieel
genoteerde obligatiën betreft, worden op Nederlandsche
kerkelijke fondsen voorschotten verstrekt door enkele
provinciale bankinstellingen, alsmede door dc N.V.
Maatschappij voor Kerkelijk Crediet, gevestigd te
Amsterdam. Deze Maatschappij, in
1926
opgericht

door enkele bekende bankinstellingen en commis-
sionai’rs in effecten, heeft ten doel het verstrekken
van crediet, hetzij op langen, hetzij op korten termijn aan kerken, kloosters, ziekenhuizen, scholen, enz. De
credieten op langen termijn worden verstrekt op een
gewone schulbekentenis en betreffen hoogstens be-

dragen van
f
50.000
â f 60.000, daar de emissiekos-

ten bij eveutueele iiitgif te eener obligatieleening tot
zulk een bedrag te zwaar drukken. Is echter het be-
drag van dien aard, dat wel eene obligatieleening kan
worden uitgegeven, dan verleenen daartoe de beken-
de banken en commissionairs hunne bemiddeling.
De credieten op korten termijn worden door genoem-
de Maatschappij verstrekt in rekening-courant en be-
treffen dan gewoonlijk voorschotten op te ontvangen subsidie-gelden, schoolgelden, ‘huren, enz. en voorts
in den vorm van bouwcredieten, welke worden opge-
nomen naar gelang de bouw vordert. Waren de ker,
kelijke instellingen vroeger verplicht bij den aanvang
van den bouw een obligatieleening te sluiten en
leden zij dientengevolge renteverlies, doordat de gel-
den, welke niet direct benoodigd waren, niet op den-

zelf den voet rendabel konden worden gemaakt, thans
maakt genoemde Maatschappij het den eredietnemers
mogelijk, een erediet tijdens den bouw op te nemen,
waardoor zij slechts rente behoeven te betalen over
de opgenomen bedragen en dientengevolge een be-langrijk bedrag aan rente besparen. Het opgenomen
houwerediet wordt bij beëindiging van den bouw
terugbetaald uit de opbrengst eener alsdan te sluiten
obligatieleening. Oredieten op korten termijn zijn niet
aan bovengenoemd maximum bedrag gebonden. Ook
kunnen bij de Maatschappij voor Kerkelijk Orediet
beleenin gen worden gesloten op Nederlandsche ker-
kelijke obligatiën, waardoor het vroegere bezwaar,
hierin bestaande, dat de beleggers in kerkelijke niet
officiëel genoteerde obligatiën deze fondsen niet tij-
delijk liquide konden maken, wordt ondervangen.
Teneinde de beschikking te
verkrijgen
over de mid-
delen, noodig voor bovenomschreven finantieringen,
heeft de Maatschappij uitgegeven en geplaatst:

2 X f
500.000.— 5 pOt. schuldbrieven aan toonder
1 X 500.000.-

welke alle in de officieele noteering ter beurze van
Amsterdam zijn opgenomen. Hierdooi worden de ver-
handelbaarheid en beleenbaarheid dezer stukken on-
getwijfeld bevorderd.
Deze schuldbrieven, welke feitelijk indirecte ker-
kelijke oblig’atiën vormen, hebben bovendien dit voor-
deel, dat het risico, aan eene afzonderlijke kerkelijke obligatie verbonden, bij deze schuldbrieven verdeeld
wordt, daar immers met de opbrengst van de schuld-
brieven tal van kerkelijke instellingn worden ge-
fin.neierd; verder kunnen het gestorte kapitaal en
de gevormde reserve nog als meerdere zekerheid wor-
dén aangemerkt.
Deze Maatschappij, welke een ndodzakelijke func-
tie in het kerkelijk credietwezen vervult, heeft zi3h
sedert hare oprichting krachtig kunnen ontwikkelen.

Zoo werd iij
1929
aan
68
kerkelijke instellingen ere-

diet verleend tot een bedrag van meer dan
2
millioen

gulden en bedroeg de netto-winst over het gestorte
kapitaal ad
f 100.000
in datzelfde jaar ruim
f42.000.

Deze netto-winst is aangewend voor afschrijving van
het geheele resteerende disagio op de drie genoemde
schuldbrief-uitgiften, elk met een looptijd van
40

jaar, en vervolgens voor uitkeering, na eene belang-
rijke dotatie aan het reervefonds, van
6
pOt. divi-,

dend aan de aandeelhouders.
Volledigheidshalve dient vermeld, dat in verband
met de toeneming der geplaatste schuldbrieven het ge-
storte kapitaal moet worden verhoogd en dientenge-
volge thans is opengesteld de inschrijving op
f
100.000

aandeelen dezer Maatschappij tot een koers van

103 pOt.
Op deze wijze zal de Maatschappij voorKerkelijk
Orediet het intermediair blijven tussehen die kerke-
lijke instellingen en particulieren, welke gelden be-
schikbaar hebben en die kerkelijke instellingen, welke
op langen of korten tèrmijn crediet behoeven. De gel-
den van eerstgenoemden zullen, tot een commercieel
fonds herleid, steeds aan courantheid winnen, terwijl
het crediet aan laatstgenoemden zich meer en meer
zal baseeren op gezonde zakelijkheid.
De sehuldbrieven der Maatschappij waren als volgt

ter beurze genoteerd:

1Mei1930

1929

1928

Lk.

h.k.

1.k.

h.k.

5
0
/0
schuldbrieven 1926 100

99

1001

991

101

5
0/0

,,

1927 100

99

100e

100

100e
4
0
1

,,

192819 96

97

97

De risico-verdeeling, welke de Maatschappij voor
Kerkelijk Orediet betracht, wordt wel eens vergele-
ken met die van een investment-trust. Dit is in zoo-
verre juist, dat voor beiden ongeveer eenzelfde maat-
staf voor risico-verdeeling kan worden aangelegd. De
heer Meyerink komt in een interessant artikel over
de Amerikaansche investment-trusts na de crisis, op-
genomen in Econ.-Stat. Berichten d.d.
2
April 1930,

14 Mei 1930

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

441

tot de conclusie, dat de investment-trusts_ met eene
ver-doorgevoerde en internationale risico-verdeeling
zich tijdens de crisis het beste hebben gehouden. Ook
de Maatschappij voor Kerkelijk Orediet, voorzoover
zij credieten aan het buitenland mag verleenen, ver-
deelt deze over verschillende landen.

Wat het risico zelf betreft, levert de effectenpor-
tefeuilie eener investrnent-trust echter veel meer
risico op dan

de uitstaande vorderingen der Maat-
schappij voor Kerkelijk Orediet. Deze vorderingen zijn
immers niet- onderhevig aan koersschommeling, noch
aan de kans van dividend-derving, welke gevaren wl
aan een effecten-portefeuille verbonden zijn.
Kwamen de in Nederland uitgegeven kerkelijke
leeningen v66r 1923 vrij sporadisch voor, na dit jaar
zijii deze emissies sterk toegenomen, hetgeen moge blijken uit de cijfers, ontleend aan een artikel in liet
tijdschrift ,,de Kroniek”, d.d. 15 Januari 1930.:

1929

1929

1927

1926

1,925
(In duizenden guldens) Duitschland

14.290 13.497

7.257

7.245 15.970
Nederland

9.456 10.851

9.017

9.675

4.555
België ……….
740

105

650


Polen ……….
2.300

605


Hongarije

925

770 4.105

800


Oostenrijk

225

300

560


Italië ……….-

825

198


Zuid-Amerika

– 2.100


Zuid-Afrika

700

27.936. 26.348 25192 17.720 20.55
Totaal in
5
jaren

f 117.820.000

Hieruit blijkt, dat, ofschoon het totaal bedrag van
alle in Nederland uitgegeven obligatieleeningen over’ 1929 (180 millioen gulden) aanmerkelijk minder was
dan over 1928 (334 millioen gulden), het totaal be-
drag . aan kerkelijke obligatieleeningen over 1929 in
vergelijking tot 1928 is gestegen.
Kwam ‘tot ‘voorenkele jaren vrijwel geen enkele
krkelijke leening in de noteering van de Officieele
Prijscourant der, Amsterdamsche beurs voor,’ zoo is
dit aantal gedurende de laatste 2Y ,jaar dusdanig
toegenomen, dat zelfs een afzonderlijke

rubriek in
de. Prijscourant het overzicht zeer ten goede zou
komen. De volgende kerkelijke leeningen, te zamen
vertegenwoordigende een bedrag van
f
18.605.000,
zijn thans in de offici.eele noteering ter beurze van
Amsterdam opgenomen:


lMéi
1929
Binnenland:
1930
L.K.
H.K.
‘5
o
D

Zusters van Liefde

…………
101k-
99
*
101*

Buitenland:

7
01

Abdij Nullius der Paters Benedict
1001
98*

101,
7
ol
o

Zusters Augustinessen ……….
98*

94
1

101
î
o
0

Bisdom

Trier ………………
101
99
1.03*
S
0/

St.

Jozefstichting …………..
103*
100
1
04
*
7
o/

Marianhiller

Miss… ……….
98 97
100
7
O/

Marie» Hosp. LOnen

……….
9 6*
95
98
7
o

Mathias

Spital

…………….
97t
971
98*
7
O/

Prosper Hospitaal…………..
971
97
1
0
1*
8
0
/o
Barm. Broeders van Trier ……
10l4
991
104
8
o/
o
Zusters’ Dominicanessen ……..
101
*
101*
7

Zusters H. Katharina …………
95
9
6*
7
o,’
o
R.K. Instell. Maatsch. Werk in
‘Duitschland (Caritas Verband).
90*

89
96*
8
o/,
Zusters Augustinessen ……….
101*


8
0
/0
Schulschwestern Speijer ……..i0l


8
0
/0
Marienstif t Ziekenverpl ……… 10 1 *

– .


8
0/
t
, Zusters 0. L. Vr ……………. 100*


7
°Io
Manen Hosp. Düsseldorf ……

971-


8
0
1 St. -Vincentius Stift …………

101

Al deze kerkelijke leeningen, welke in vrgeljking niet andere obligatieleeningen hoog zijn genoteerd,
luiden ni E[ollandsche gildens, behalve de 7 pOt.
R.-K. Instell. Maatsch. Werk in Du:itschland (Caritas
Verband), welke in dollars is gesloten.
Uit bovenstaande
cijfers
blijkt wel voldoende de
toenemende ‘beteeken,is van het kerkelijk crediet hier
te lande gedurende de laatste 5 jaar. Moge eene gron-
dige en zakelijke behandeling van dit crediet, vooral

wanneer door uitgifte van obligatiën een beroep”
wordt gedaan, op de openbare kapitaalmarkt, meer en
meer algemeen worden toegepast, dan zal daarmede
ongetwijfeld worden gediend èn liet belang van den
geldgever èo dat van den geldnemer.

Mr. L.
W. M.
OVERES.

DE ‘NEDERLANDSCHE KATOENINDUSTRIE IN 1929.

II (Slot).

Bij het overzicht over de Nederlandsche Katoenin-
dustrie in 1927 (Econ.-Stat. Ber., Jaargang 1928, pg.
338)
zijn
door schrijver dezes eenige beschouwingen
gewijd aan het gebruik van kunstzjde in de katoen-
industrie. Er waren toen nog geen gegevens beschik-
baar omtrent dit verbruik in Nederland, doch naar
aanleiding iran de cijfers uit andere landen werd den
maximum-verbruik van ca. 600.000 KG. per jaar niet
onwaarschijnlijk geacht. In werkelijkheid heeft dit
gebruik in cle katoenweverijen gedurende 1,928 vol-‘
gens de Statistiek van Voortbrenging en Verbruik
432.000 KG-. bedragen, welk
cijfer
eenigszins overeen-komt met de verhouding, die in andere landen tusschen
het gebruik van katoen en kunstzijde bestaat. –
In cli.tzelf de overzicht is toen door schrijver dezes
gezegd, dat het verbruik van kunstzijde in de textiel-
industrie ook in de komende jaren waarchijnlijk ge-
regeld zou toenemen, doch dit het de vraag was, of
deze toeneming groot genoeg zou zijn om steeds de sterk
toenemende productie van kunstaijde te kunnen absor-
heeren. 1-let is Ook werkelijk geble]cen., dat zulks thans
niet liet geval is en dat sedert eenigen tijd de produc-
tie van kunstzijde grooter is dan de consumptie, zoo-
dat zelfs tegen cle thans .vigeereude lagere prijzen deze
productie geen koopers vindt. Het is zeer waarschijn-
lijk, dat deze toestand slechts van tijdelijken aard is
en, datde pessimistische verwachtingen, die men thans
koestert omtrent de toekomst van de kunstzijde indu-
strie evenzoo overdreven zijn als de optimistische
stemming, die hieromtrent voor twee jaren nog
heerschte. Het blijft een niet te weerspreken feit, dat
zoowel de verbeteringen in de kwaliteit der kunstaijde,
alsook de prijsverlagingen een stimuleerenden invloed
op’ den afzet hebben en dat liet wereidverbruik nog steeds ‘toeneemt. De stijging der productie is echter
in de laatste jaren wei heel snel gegaan en het is niet
waarschijnlijk, dat de animo om thans nieuwe knnst-
zijdefabrieken op te richten of bestaande fabrieken
uit te breiden, groot zal zijn, zoodat deze productie
in de komende jaren wel veel minder snel zal stijgen’
en het evenwicht tusschen productie en consumptie
misschien reeds vroeger bereikt wordt dan thans alge-
meen wordt rerwacht: Dit zal natuurlijk ook veel af-
hangen van de conjunctuur in dp katoenindustrie
0fl
hoewel deze th,ans overal wel zeer ongunstig is, moet
menûiiet vergeten, dat de groote productiebeperking,
die in de meeste landen plaats vindt, niet alleen de
voorraden, doch ook het aanbod doet verminderen,
zoodat geleidelijk wel weer betere toestanden zullen
intrede». –
De uitvoer van katoenen stukgoederen, heeft, wat de
landen van bestemming betreft, bedragen:

Europa
Kg. netto gew.
.Ter warde v.
Groot-Brittannië ……….
1.687.000
f

5.779.000
Noorwegen

…………..
545.000
,,

1.489.000
Denemarken

…………..
796.000
1.917.000
Europeesch.Turkije ……..
343.000
811.000
België

………………..
185.000
765.000
Duitscbland

, ………..

41.000
98.000
Griekenland

…………..
82.000
,,

264.000
Bulgarije

…………….’
19.000
,,

59.000

Azië.
Ned.

Oost.Indië

……….
16.650.000
53.483.000
Engelsch.Indië

…………
2.346.000
8.194.000
Overig

Azië

…………..
2.050.000
6.980.000

Afrika

……………..
3.292.000
12.490.000
Â’n,p,oAko,,,l
,,
1031
000

3594000

Dze uitvorcjfers zijn nog vrij normaal en indien

442

.

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

14 Mei 1930

men deze oppervlakkig beschouwt, zou men licht tot
de conclusie kunnen komen, dat de algemeene toe-
stand in de katoenindustrie nog vrij bevredigend is.
Bij de beoordeeling van deze cijfers moet men echter
rekening houden met het feit, dat de vraag naar ka-
toënen manufactu ren gedurende de eerste helft van
1929 vrij bevredigend is geweest. In de herfstmaart-
den van het afgeloopen jaar is deze vraag plotseling
zeer sterk verminderd, doch waren toen nog verschil-
lende orders geboekt, die geleverd en verscheept
moesten worden, terwijl bij de uitvoeren naar Neder-
landsch-Indië, waar over het algemeen nog het con-
signatie-systeem heerscht, de ontvanger dikwijls wei-
nig invloed heeft op de hoeveelheid der hem in con-
signatie gezonden goederen, zoodat een wijziging in
den markttoestand daar dikwijls eerst veel later tot uitdrukking komt in de uitvoercijfers van het moe-
derland. Over het algemeen houdt deze verminderde
vraag naar manufacturen natuurlijk verband met de

groote prijsdaling van bijna alle landbouwproducteu.
Hierdoor is niet alleen de waarde van den uitvoer,
doch ook de koopkracht in groote overzeesche gebie-
den sterk verminderd, zoodat men wel gedwongen was
zijn inkoopen te beperken. De revolutionnaire woe-
lingen in China en de onbevredigende politieke toe-
stand in Engelsch-Indië hebben in die landen dit
proces verscherpt, terwijl men op Java nog te klagen
had over een zeer droog seizoen, waardoor in ver-
schillende districten de oogst mislukte en op andere
plaatsen de opbrengst ver beneden de normale bleef.
In geheel Oost-Azië is de positie van de Europee-
sche industrie in de laatste jaren steeds, slechter ge
worden. In Engelsch-Indië zijn vanaf 1. Maart 1930
de invoerrechten op katoenen manufacturen van 11
op 15 pOt. gebracht, terwijl de niet-Britsche manu-
facturen nog een extra invoerrecht van 5 pOt. moeten
betalen. Deze laatste maatregel is op aandrang der
Engeisch-Indische industrie genomen, om den steeds stijgenden invoer van Japansche manufacturen tegen
te gaan en heet van tijdelijken aard te zijn, zoodat
deze voorloopig alleen gedurende drie jaren zal gel-
den. Voor mariufacturen van niet Britschen oorsprong
is het minimum-invoerrecht bepaald op 3Y2
1
anna’s

per pond, waardoor de belasting op grove goederen,
die hoofdzakelijk uit Japan komen, relatief nog hoo-
ger is. Voor de andere Europeesche landen, di.e manu-
factu ren naar Engeisch-Indië exporteeren, is deze
])referêntie echter een ernstige factor, die zeker de
concurrentie-mogelijkheid zal bemoeilijken. Trouwens

ook voor Engeland is deze nieuwe regeling, d.ie een
grootere bescherming van de Engeisch-Indische indu-
strie beteekent, zeer ongunstig, daar bij een even-
tueele vermindering van de J’apansche invoeren deze
Indische fabrieken daarvan waarschijnlijk het meest
zullen profiteeren en de invoeren van andere Euro-peesche landen, speciaal Italië, Nederland en,Zwit
serland, niet zoo groot zijn, dat daarin veel terrein
te veroveren is. Als men in aanmerking neemt, dat
tot 1919 de invoerrechten op manufacturen in
Erigelsch-Iridië. slechts 3Y2 pOt. bedroegen, en deze
toen nog gecompenseerd werden door een accijns van
gelijk percentage op de in dat land gefahriceerd.e
manufacturen, is de toestand sedert dien tijd wel
sterW veranderd en treft deze tariefverhooging wel
dubbel ongelukkig in een periode nu. door gebrek aan
koopkracht de vraag toch al zoo gering is.
Ook de 3’apansche industrie blijft zich steeds verder
uitbreiden en hi.ar aandeel in den totaal-invoer van
manufacturen op Java is in 1929 opnieuw toege-
nomen, terwijl deze concurrentie op de kleinere mark-
ten in de Buitenbezittingen zeer verscherpt is. Wat Java en Madoera betreft, zijn de totale percentages
voor de invoeren van katoenen manufacturen van de drie grootste uitvoerlanden:

1913

1928

1929

Nederland . . .

45.07.

21.05

28.60

Engeland

4.01.

26.73

23.77

Japan

0.28

26.56

31.05

De Japansche invoer is dus relatief opnieuw sterk
toegenoieu en bij beschouwing van de gedetailleerde
cijfers blijkt, dat de industrie daar te lande zich ook,
wat de soorten der ingevoerde goederen betreft, steeds
blijft uitbreiden. In gebleekte ‘goederen bijv. waarin
voor enkele jaren de Japansche concurrenti.e nog van
zeer weinig beteekenis was, zijn in het afgeloopen
jaar de invoeren van daar bijna verdubbeld en is het

ook zeer waarschijnlijk, dat deze in de komende jaren,
verder zullen toenemen.

Op de Buitenbezittingen is trouwens ook door
Japan verdere voortgang gemaakt. De totaal-invoer
aan katoenen manufacturen bedroeg op de Buitenhe-
zittingen in de laatste jaren gemiddeld f40 millioen

tegen
f
130 millioen op. Java, zoodat het best te be-
gr.ijpen is, dat men begonnen is den invoer op Java,
waar de groote importcentra ook veel grootere hoe-
veelheden kunnen gebruiken, te pousseeren. Nu echter
een verdere uitbreiding van den Japanschen afzet op

Java steeds moeilijker wordt, heeft men zich meer in-
tensief
0])
de Buitenbezittingen geworpen en is het
aandeel van de Japansche invoeren op deze markten,
dat in 1928
. nog slechts 12.40 pOt. bedroeg, in 1.929
tot 17.33 pOt. gestegen. Ook deze vooruitgang is
hoofdzakelijk ten koste van de Engelsche invoeren
geschied, zoodat het dan ook niet te verwonderen is, dat volgens de Board of Trade Returns de totale uit-
voer van katoenen manufacturen uit Engeland naar
Dutch East Indies (dus Java met Buitebezittingen)
gedaald is van 143 millioen yards in 1928 tot 120 mil-

lioen yards in 1.929. Ook de eerste maanden van het
loopende jaar wijzen op ee verdere sterke vermin-
dering van de Engelsche invoeren en de toestand in
de Lancashire export-industrie is, speciaal wat sta-
pels betreft, dan ook wel heel slêcht geworden.

Aan dozen toestand heeft Dr. J. Wisselink in een
extra-nummer van de Nieuwe Rotterdammer Courant
van 2 en 3 Juli 1.929 zeer uitvoerige besçhouwingen
gewijd. Hij komt daarin tot zeer pessimistische con-clusies, tenzij ingrijpende veranderingen in systeem
en organisatie worden ingevoerd. Tot nu toe is de
toestand steeds slechter geworden en indien, men niet
spoedig andere maatregelen treft, zal het moeilijk
zijn een gedwongen liquidatie van vele groote hedrij-
ren te voorkomen.

lIet is niet eenvoudig thans veel te zeggen over de
vooruitzichten in de onmiddellijke toekomst. De mo-
mentecie toestand is absoluut onbevredigend, niet al-
leen hier te lande, doch vooral in Engeland en ook in
de andere Enropeesche landen, die katoenen manufac-
turen exporteeren. Zelfs uit Japan luiden de laatste
beîichten verre van gunstig; men heeft er de pro-
ductie reeds sedert vele maanden ingekrompen, ter-
wijl er thans gesproken wordt over een vrij ingrijpen-
de loonsverlaging.

Bij dc zeer sterk gedaalde prijzen van bijna alle
iandhouwproducten is de koopkracht van. de groote
gebieden, di.e katoenen, man ufacturen importeeren,
zeer sterk gedaald en zijn de iïitvoercijfers van deze
landen heel wat kleiner dan eenige jaren geleden. Ten-
gevolge hiervan moet de invoer wel in dezelfde ver-
houding dalen en zoolang de kostprijs van katoenen
manufacturen relatief hooger blijft dan de gemid-
delde ‘prijs van deze landhouwproducten, zal men reke-
ning moeten blijven houden met het feit, dat deze
landen slechts kleinere hoeveelheden van deze manu-
factoren zullen kunnen blijven invoeren, waaruit
dus een daling van het welvaartspeii ontstaat. i?idien
men aanneemt, dat deze lagere prijzen voor landbouw-
producten slechts van tijdelijken aard zijn, is dit niet
zon erg en zal t.z.t. een
prijsstijging
weer een groote-
ren afzet van manufacturen ten gevolge hebben.
Mocht echter blijken, dat deze
prijsdaling
van meer
duurzamon aard is, zoo is een spoedige verbetering
van den momenteelen onbevredigenden toestand ‘in

14 Mei 1930

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

443

de katoenindustrie niet waarschijnlijk, tenzij het mo-
gelijk zou zijn
dcii
kostprijs van manufacturen in de-
zelfde mate te verlagen. Zulks zal alleen mogelijk
zijn door een verdere daling van de prijzen van ruwe
katoen gepaard met een verlaging van de productie-
kosten, welke laatste verlaging alleen mogelijk is
door verbetering der bedrijfsmethoden of door loons-
verlaging, of door toepassing van beide middelen. In

de laatste jaren beiioort er eenige moed toe, om over de billijkheid van loonsverlagungen te spreken. Men
moet echter niet vergeten, dat door de groote daling van de index-cijfers de toestand wel veranderd is en
het argument van stijging in de kosten van levenson-
derhoud, dat in de jaren 1918/20 gebruikt werd om
e.isehen tot loonsverhooging in te dienen, thans nog
dezelfde waarde bezit en dus ook dienst kan doen om
eventueele loonsverlagingen te motiveeren, indien
werkelijk zoude blijken, dat de hier te lande betaalde
bonen te hoog zijn in verhouding tot de geleverde
arbeidsprestatie. Het is hier niet de plaats, om thans
uitvoerig op deze kwestie in te gaan, doch als de te-
genwoordige onbevredigende toestand van langen
duur zoude blijken te zijn, zou men alle productie-
verhoudingen tegenover het buitenland nauwkeurig
moeten onderzoeken en het zoude dan zeker van
.struisvogelpolitiek getuigen, al§ de boonfactor, die in
de katoenindustrie zoo belangrijk is, van te voren
werd uitgeschakeld.
Bij de groote conjunctuurveranderingen, die in de
laatste maanden hebben plaats gevonden, is het zeer
waarschijnlijk, dat t.z.t. de cijfers van productie en
uitvoer van de Nederlandsche katoenindustrie in het
loopende jaar groote verschillen bij vorige jaren zul-len aantoonen en dat
tijdelijk
een inzinking ontstaat,
Het is zeker te hopen, dat deze achteruitgang ten
slotte nog zal meevallen en slechts van tijdeljken aard
zal blijken te zijn, doch wat deze factoren betreft, zal
veel afhangen van de bekwaamheid van de bedrijfs-leiders en van. de bereidwilligheid van allen, die bij
(leze industrie zijn betrokken, om zich zoo noodig bij
veranderde omstandigheden aan te passen. Wat deze
heide factoren betreft, geeft ook de ervaring in het
verleden wel goede hoop voorde toekomst, zoodat ook
bij schrijver dezes de verwachtingen minder pessimis-tiscli zijn dan de tegenwoordige omstandigheden mis-schien wel zouden wettigen.
J. G.

WETTELIJKE REGELING VAN HET

ACCOUNTANTSWEZEN.

1.

In de laatste jaren der 19e eeuw deed ook in ons
land het accountantsberoep zijn intrede. Bij de ont-
wikkeling van dit beroep hier te lande heeft het
Nederlandsch Instituut van Accountants (N. 1. v. A.)
de leiding genomen. Deze vereeniging werd opgericht
in 1895. Daarbij diende het Engelsche Institute of
Ohartered Accountants, in 1880 reeds tot stand-
gekomen, tot mode]. In 1906 scheidde zich de Neder-
landsche Accountants Vereeniging (N.A.V.) van het
Instituut af; in 1918 kwam echter. de hereeniging
tot stand.
In 1902 werd als tweede vereeniging de Neder
landsche Bond van Accountants opgericht. Andere
vereenigingen volgden.
In 1917 had een fusie plaats tusschen twee ver-
eenigingen, waarbij de naam van een dezer, Neder-
landsche Broederschap van Accountants, bleef ge-
handhaafd. In 1922 ontstond de Nederlandsche Orga-
nisatie van Accountants door fusie van twee ver-
eenigungen.
Deze vakvereenigingen houden zich alle bezig met
de opleiding en het afnemen van examens. Sinds
1927 wordt door Instituut en Organisatie tezamen
een federatief examen afgenomen. Voorts zouden nog een tiental vereenigingen kun-
nen worden vermeld, welke zich, naar ik meen, niet

hebben toegelegd op de opleiding of op het afnemen
van examens.

Van deze vereenigingen
zijn
er vier opgericht
v66r
1918, zes na
dat jaar.

Er is dus geen gebrek aan vereenigingen! Geen
wonder dat uit de kringen der accountants, al sinds
ongeveer 1903, voortdurend klachten zijn opgerezen
over d& nadeelige gevolgen van vrijheid, van on-
gebondenheid zelfs, en dat alleen van een wettelijke
regeling heil wordt verwacht voor een gezonde ont-wikkeling van het accountantswezen. Ook bij andere

vrije beroepen stelt de Staat eischen ten aanzien van
bekwaamheid en regelt, indien noodig, het toezicht. Datzelfde geschiede, aldus wordt betoogd, met be-
trekking tot de uitoefening van het accountants-
beroep, dat hooge eischen stelt aan kennis en be-
kwaamheid, zoowel als aan verantwoordeljkheids-
gevoel. In het bijzonder het N.I.v.A. (met de N.A.V.)
is onvermoeid werkzaam geweest voor de ontwikke-
ling van het beroep. Het is stellig voor een zeer groot deel aan de activiteit van deze krachtige vereeniging,
en aan den onvermoeiden arbeid van hare voor-
aanstaande leden, te danken,. dat het accountants-
wezen in ons land zich zon spoedig een eigen plaats
heeft verworven, en dat het bovendien een eigen
karakter heeft verkregen. De stuwkracht van het
Instituut heeft steeds geweldig doorgewerkt.

Aan de opleiding is, terecht, voortdurend groote
waarde toegekend. Maar herhaaldelijk zijn er stem-
men op gegaan in de accountantswereld, erop wijzende
dat bij de vereenigingsopleiding wel de practische
zijde van het beroep ten volle tot haar recht komt;
dat daarentegen het theoretische, het wetenschappe-
lijke gedeelte der studié veel minder aanleiding kan
geven tot tevredenheid. Reeds vôôr 25 jaren werd de
verwachting uitgesproken, dat ten slotte de opleiding
voor accountant zou moeten worden ondergebracht,
bij het hooger onderwijs. Op den 2den Accountants-
dag sprak Dr. D. Bos: ,,Wanneer aan een handels-
hoogeschool te Amsterdam de verschillende onder-
deelen der accountancy werden onderwezen, examens werden afgénomen, hetzij door de hoogeschool, hetzij
door den Staat, dan zou van zelf een geslacht van
accountants opgroeien, dat naast de practische be-
kwaamheid ook de algemeene theoretische vorming
zou hebben. Daardoor zou de stand worden ver-
heven.”

In 1917 werd voor het eerst het examen Rekening-
wetenschap aan de Nederlandsche Handels-Hooge-
school te Rotterdam afgenomen. De accountants,
die het diploma dier hoogeschool hebben verworven,
hebben de ,,Vereeniging van Academisch gevormde
Accountants” gesticht, welke zich uit den aard der
zaak niet met opleiding bezig houdt. Begin 1930 is
een aanvang gemaakt met de opleiding van accoun-
tants aan de Gemeentelijke Universiteit te Amster-
dam. Verwacht zal wel mogen worden, dat te ge-legener tijd ook de R.K. Handels-Hoogeschool te
Tilburg zich met de opleiding van accountants za]
gaan bezig houden.

Naâr mijn gevoelen zal de opleiding zich stellig
geleidelijk verplaatsen, althans voor het grootste deel,
naar het hooger onderwijs. De verançlerde economi-
sche structuur heeftde behoefté gebracht aan een
nieuwe functie. Voor een goede uitoefening moet
worden voldaan aan hooge eischen van bekwaamheid
en zelfstandigheid van oordeel. Het nieuwe beroep
krijgt een reputatie, trekt velen tot zich. Langzamer-
hand gaat, wanneer’ aan de ontwikkeling terecht
belangrijke eisehen worden gesteld, het hooger onder-
wijs zich met de opleiding bemoeien. Op den weg
naar het accountantsdiploma zal men op den duur
een doctoraal examen moeten passeeren.

Zou het echter geen onverantwoordelijke daad zijn,
daardoor velen den pas af te snijden, die tegenwoordig
het accountantsdiploma met behulp van particuliere
opleiding en avondstudie kunnen verwerven? Mag

444

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

14 Mei 1930

men zoovele ijverige, bekwame jongelieden dupeeren,
die de gelegenheid tot het volgen van het hooger

onderwijs missen?
Het is dan ook niet denkbaar, dat de vereenigings-

opleiding binnen korten tijd geheel zal verdwijnen. De toekomst zal wel leeren, of zij zich op den duur
zal kunnen handhaven, of dat zij alleen nog gedu-
rende een vrij lange overgangsperiode een taak heeft
te vervullen.
In 1918 nu was een en ander reeds zoover gevor-

derd, dat er een Staatscommissie werd ingesteld met
de opdracht, na te gaan; of, en zoo ja, op welke
wijze een wettelijke regeling van het accountants-
wezen behoort te worden getroffen. Het wetsontwerp,
opgesteld door deze Staatscommissie, berust op de
volgende grondslagen:
le. De uitoefening van het accountantsberoep is Vrij.

2e. Er zijn register-accountants, ingeschreven in
het vanwege den Staat gehouden accountants-regie-
ter, en beëedigd door de Arrondissements rechtbank.
3e. Het diploma voor register-accountant wordt ver-
kregen na het afleggen van een Staatsexameii, of het
moet worden behaald aan een ,handelshoogeschool of
universiteit, welker senaat de bevoegdheid is ver-
leend dit diploma uit te reiken. (behoudens over-
gangsbepalingen)
4e. Het toezicht over de register-accountants wordt
uitgeoefend door een Raad van Toezicht, benoemd
door den Minister van Justitie.
Een eenvoudige en logische regeling! Er wordt

verder gebouwd aan het in het maatschappelijk leven
reeds gegroeide.
De Memorie van Toelichting vermeldt, dat het
stelsel van het ontwerp in sommige opzichten over-
eenkomt met de bestaande regeling van het beroep
van advocaat. De vrijheid ten aanzien van de op-
leiding moet nog behouden
blijven;
in den over-
gangstijd, waarin het zwaartepunt der opleiding van
de particuliere cursussen geleidelijk naar het hooger
onderwijs wordt verlegd, mag er geen stagnatie ko-
men in de toestrooming van jonge krachten, die zich
tot ernstige studie willen zetten. Examen en studie
zullen in de juiste richting kunnen worden geleid
door het afnemen van het theoretisch gedeelte der
examens zooveel mogelijk toe te vertrouwen aan de
leerkrachten van het hooger handelsonderwijs en daar-
naast, evenals
bij
de arts-examens, een voldoend aan-
tal plaatsen van exaininatoren te doenhezetten door
wetenschappelijk gevormde practici, die
dagelijks
met
de practijk in aanraking komen.

II.

Het is verbazingwekkend, hoe weinig aandacht aan
dit in velerlei opzicht uitnemende ontwerp is gewijd
in vakkringen. Men zou zeggen: he

t is bijna onop-
gemerkt gebleven. Dat is toch ook weer niet vol te
houden; het heeft kennelijk zeer stimuleerend gewerkt
voor het oprichten van steeds nieuwe accountants-
vereenigngen!
De Staatscommissie heeft één punt over ‘t hoofd
gezien, ni. de kostenkwestie.. De Regeering heeft ver-
klaard dat aan het voorstel geen uitvoering kan
worden gegeven, wegens de daaraan voor het Rijk
verbonden kosten!
Zeker geen klemmend argument. Hoog zouden de
kosten toch stellig niet behoeven op te loopen, welke gemaakt zouden moeten worden voor Raad van Toe-
zicht en de examens. Deze kosten zouden gemakkelijk
kunnen worden gedekt uiteen inschrijvingsgeld, te

heffen van de register-accountants en uit examen-
gelden. Een ,,self-supporting”-regeling ware al zeer
gemakkelijk te verkrijgen, met behoud van het ont-
werp 1918.
De ontwikkeling gaat nu in vrijheid verder’. I)oor de
oorlogsomstandigheden, door den na-oorlogschen bloei
en de dan volgende heftige depressie is de beteekenis
van het accountantsberoep sterk geaccentueerd. Mis-
schien is in veel te snel tempo de beteekenis duidelijk

geworden. De groote welvaart in het beroep heeft
voorts natuurljkerwijze haar. magnetische aantrek-
kingskracht doen gevoelen.
Ongeorganiseerde beoefenaren van het beroep gaan
zich vereenigen, nu het wetsontwerp 1918 is blijven
rusten, en men niet weet, wat er te wachten is. De
groote vereenigingen werken rusteloos verder aan
de verhooging van het peil harer examens.
Daarnaast begint de academische opleiding een fac-
tor van beteekenis te worden. Waar zal het zoo heen
gaan?
In het jaarverslag van het N. T. v. A. (1922) is de
opvatting neergelegd, dat het Instituut het tot zijn
taak beschouwt, in
zijn
examen – het eenige middel
voor de leden der vakvereeniging, die voor het over-

groote deel geen tijd bebben voor publicatie hunner
ervaringen, om hun steeds zich door de ervaring wij-
zigende inzichten kenbaar te maken – den norm
aan te geven, ook voor hoogeschool en universiteit,

van de eischen, welke uit het gezichtpunt van den
vakman gesteld moeten worden. Bij het samenstellen
van het ontwerp 1918 is overigens voldoende betee-
kenig gehecht aan de eischen der practijk, zooals o.a.
blijkt uit de
verwijzing
naar de arts-examens!
Het steeds toenemend aantal vereenigingen maakt
den toestand toch wel heel verwarringwekkend en
onbehaaglijk. De drie groote vereenigingen kunnen
maar niet tot fusie komen; ten slotte gelukt het het
boven reeds vermelde federatief examen van Instituut
en Organisatie tot stand te brengen.
Bij beschikking van 2 Maart 1928 van den Minis-
ter van Arbeid, Handel en Nijverheid is opnieuw een

Staatscommissie ingesteld met de opdracht, van ad-
vies te dienen omtrent een regeling van het accoun-
tantswezen hier te lande. Deze commissie had zich
o.m. uit te spreken over een ontwerp, opgesteld door
Bond, Instituut en Organisatie.
Dit ontwerp is pas gepubliceerd als bijlage van het
Verslag der Staatscommissie 1928, in Maart 1930.
Het vormt een merkwaardig contrast met het ont-
werp 1918. Het staat er
lijnrecht
tegenover.
Beschouwde het ontwerp 1918 de taak der ver-
eenigingen voor opleiding en examens als feitelijk
afgeloopen, het vereenigingsontwerp stelt de geheele
regeling volledig in handen der vereenigingen.

Het register wordt gehouden door de vereeni-
gingen; alleen de leden der drie vereenigingen kunnen
worden ingeschreven.

Het accountantsdiploma wordt verkregen na het
afleggen van een federatief examen, af te nemen op
gezag der drie vereenigingen.

Het toezicht op de beroepsuitoefening wordt uit-
geoefend door organen der drie vereenigingen.

De Regeering is vertegenwoordigd (door een min-
derheid) in de uitvoerende organen.

Zij, die in verband met overgangsbepalingen kun-
nen toetreden, worden, naar tijdsvolgorde der aan-
vragen, over de drie vereenigingen gedistribueerd.
Nadrukkelijk wordt aldus een monopolie-positie
der drie vereenigingen geschapen, behoudens invloed
der Regeering.
Het register is onverbrekelijk vastgekoppeld aan
de organisaties.
Wat tot nu toe in hoofdzaak is tot stand gekomen
bij de particuliere vereenigingen wordt a.h.w. ge-
fixeerd, wordt voor alle
tijden
vastgelegd.
Niets meer van een ,,eisch, dat de accountants-
examens in hunne ontwikkeling verband blijven hou-
den met de evolutie van het hooger handelsonderwijs”;
niets van een ,,geleideljk verplaatsen van het zwaarte-
punt der opleiding van de particuliere cursussen
naar de hoogeschool- of universiteit-opleiding” (M.
v. T. 1918).

Integendeel, degenen die in het bezit van het
accountantsdiploma der Handelshoogeschool zijn, kun-
nen met behulp van de
Overgangsbepalingen
tot
een der vereenigingen worden toegelaten, indien zij

14 Mei 1930

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

445

,,het beroep van accountant hebben uitgeoefend, in
een omvang en op een wijze, welke voldoende vak-
kennis en bekwaamheid waarborgen.”
Er wordt in het ontwerp geen plaats ingeruimd
voor het academische accountantsexamen; dat te
Rotterdam moet vermoedelijk verdwijnen; aan de
mogelijkheid van het instellen van een accountants-
examen te Amsterdam of te Tilburg is geen aandacht
geschonken!

Het is interessant om na te gaan, met welk ant-
woord op de vragen, haar voorgelegd door den
Minister, de Staatscommissie 1928 ten slotte is ge-
komen. Deze vragen werden opgesteld naar aanleiding
van het vereenigingsontwerp, hetwelk de Commissie
allereerst moest bezighouden.
Het zal wel niet te boud zijn te veronderstellen,
dat er leden in deze Commissie zitting hadden, die
niet waren vergeten, dat er reeds een Staatscom-
missie 1918 was geweest. Echter had de Commissie
geen vrijheid, zich af te vragen in welke richting
principieel
de meest juiste oplossing zou moeten
worden gezocht. Zij had slechts van advies te dienen
omtrent de haar door den Minister voorgelegde
vragen.
Wat moet er nu komen: een regeling als bijandere
.vrije beroepen, als geldt voor advocaten, voor medici?
Of iets geheel nieuws, een regeling, nauw aan-
sluitend aan hetgeen door de vereenigingen tot nu toe tot stand is gebracht?

III.

Het Verslag der Staatscommissie-Acc.ountantswe-
zen 1928 is in Maart 1930 verschenen. De Commissie
had op eenige vragen antwoord te geven met betrek-
king tot een regeling als in het vereenigingsontwerp
was aangegeven, waarbij in het obg viel te houden,
,,dat er aanleiding bestaat, zoodanige regeling zooveel mogelijic te doen aansluiten aan het in het maatschap-
pelijk leven tot dusverre gegroeide, met behoud, voor zoover mogelijk, van de corporatieve zelfstandigheid
der in het maatschappelijk leven opgekomen organi-
saties.”
Voor de beantwoording der gestelde vragen moge
worden verwezen naar het Verslag (Versl. en Meded.
Afd. Handel en Nijverheid van het Dep. van Arb.,
H. en N., Jaarg. 1930 No. 2).
et ontwerp der Commissie wijkt belangrijk af van
het vereenigingsontwerp.
Allereerst doordat, in tegenstelling met het ont-
werp der vereenigingen, de te regelen materie in het
ontwerp •der Commissie zooveel mogelijk in de wet
zelve is opgenomen. De Commissie toch was van mee-
ning, dat een dergelijke regeling, welke een zoo groo-
te verantwoordelijkheid en bevoegdheid in handen van
het particuliere initiatief legt, niet •tot stand mag
komen zonder dat de Volksvertegenwoordiging zich
ten volle over de materie zal kunnen uitspreken. Een tweede belangrijk onderscheid is gelegen in de omstandigheid, dat het commissie-ontwerp veel meer
dan het vereenigingsontwerp, een publiekrechtelijk
karakter draagt. Bij het vereenigingsontwerp kan men
slechts via het vereenigingslidmaatschap inschrijving
verkrijgen. Het commissie-ontwerp gaat uit van de
gedachte, dat de instelling van het accountantsregis-
ter een daad van den wetgever zal zijn; voorzoover de
vereeniging als houdster van het accountantsregister
optreedt, vervult zij feitelijk geen andere rol dan die
van mandataris der Overheid. Zou de samenwerking
tusschen Overheid en vereeniging te eeniger tijd be-
e.indigd worden, dan zou dat voor het accountants-
register geen gevolgen hebben.- De Overheid zou er
dan iets anders op moeten vinden om het register te
doen voortzetten. De Commissie ziet in de organen,
bij de uitvoering betrokken, Overheidsorganen, welker
instélling en samenstelling in de wet zelve worden ge-
regeld. De kwestie van iamenwerking met het par-
ticulier initiatief is eenigszins op het tweede plan

gekomen. De Commissie voegt evenwel aan de be-
schouwingen bver deze aangelegenheden toe, dat ,,zon-
der het baanbrekend en volhardend werk der oude.
organisaties, een regeling als thans wordt aangeboden,
ten eenen male onmogelijk zou zijn geweest.”
Een derde verschilpunt betreft de omstandigheid,
dat de verplichte eedsa’flegging niet is overgenomen;
geen ,,beëedigde accountants”
doch
,,register-accoun-
tants”.

De verplichting tot geheimhouding in het beroep
wordt door de wet voorgeschreven.
Verder heeft, niet het oog op het gedwongen lid-
maatschap en op den werkkring- der op te richten ver-
eeniging, de Commissie het noodig geacht, in bepaal-
de gevallen besluiten aan het oordeel eener hoogere
instantie te onderwerpen. Onaantastbaarheid van be-
sluiten zou tot dpikkende meerderheidsbeslissingen
aanleiding kunnen geven, tegenover welke de min-
derheid machteloos zou staan.
In het ontwerp der vereenigingen was niet voor-
zien in een regeling van het civiel effect van de door
handelshoogescholen of -faculteiten afgenomen ac-
countantsexamens. Het commissie-ontwerp maakt in-
schrijving in liet register op grond van het bezit van
het accountantsdiploma, uitgereikt door instellingen
van hooger onderwijs mogelijk. Bij de betrokken exa-
mens moet de medewerking worden ingeroepen van
deskundigen buiten de faculteit of de hoogeschool,
met het oog op de eischen der practijk, te benoemen
door den Minister, bij voorkeur uit de leden van het
Bureau der Examens van de op te richten vereeniging.
In het kort komt de voorgestelde regeling op het
volgende neer:

1. Door de voorzitters van Instituut, Bond en Or-ganisatie wordt opgericht een vereeniging
,,Neder-
landsch Instituut van Registeraccountants”,
welke
het accountantsregiser houdt.
Aai.r egister-accountants is geheimhouding in het
beroep voorgeschreven.
91
Het is strafbaar zich registeraccountant te noe-
men zonder te zijn ingeschreven.
De organen van het Instituut zijn: Raad van Be-heer, Raad van Tucht, Raad van Beroep, Bureau der
Examens en een Curatorium. (Bij den Raad van Be-
heer worden 3 van de
7
leden door den Minister be-
noemd, bij den Raad van Beroep 4 van de
7
leden).
Om te worden ingeschreven moet men het examen
van .het Instituut van Register-accountants, of een
academisch accountantsexamen hebben afgelegd.
Het Instituut draagt alle kosten en is gerech-
tigd tot 111e baten die aan de uitvoering der wetzijn
verbonden. Van elk besluit, waarbij aan de leden een
geldelijke verplichting wordt opgelegd, moet kennis
worden gegeven aan den Raad van Beheer, die be-
voegd is, dit te vernietigen, waarna natuurlijk beroep
mogelijk is Overgangsbepalingen.

* *
*

Een mooi stuk werk, dit verslag. Onophoudelijk
krijgt men den indruk, dat het door een compromis
tot stand is gekomen. Aan den eenen kant trekken dc
aanhangers van het ontwerp der vereenigingen; aan
den anderen kant de voorstanders van een regeling in
den trant van het ontwerp 1918. Toch is een goed
slijitend geheel verkregen. Wanneer de voorstellen der Commissie 1928 inderdaad tot uitvoering komen, mag
men stellig spreken van een deugdelijke, wel overwo-
gen regeling. Er i.s dan zeker aansluiting verkregen
aan het
tot dusverre
in het maatschappelijk leven
gegroeide. Macr bovend:ien, en dat is nog belangrij-ker, er kan worden
voortgebouwd.
Er is ruimte voor
verderen, gezonden groei. Het is hier niet de plaats,
op het detailwerk in te gaan; de finesses der examen-
re’geling e.d. kunnen hier buiten beschouwing blijven.
Overgangsbepalingen zullen altijd, onder alle om-
standigheden, moeilijkheden opleveren. De nota van
het lid der Commissie J. H. Brandes houdt zich bezig

446

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

14
Mei 1930

e’t Jezwareu tegen de voorgestelde ov.ergangsbepa-
1n gen.
Het is der Commissie niet gelukt met een fraaien
naam voor den dag te komen!
Eegister-accoun.tant:

niet nieuw (zie onjwerp 1918) maar ook niet mooi!
Zal men weldra misschien ook van balie-advocaten
spreken? Het terecht ingenomen ruime standpunt:
het accountantsberoep is vrij, maakt de kwestie van
den naam wel moeilijk. Men wil nu niet den naam
accountant afnemen van hen die wel het beroep uit-
oQfenen, doch heen register-accountant zullen kun-
nen worden. ,,Staats-accountant” zou ook niet onbe-

r.ispelijk zijn.
Ingeschrevenen in het accountantsregister worden
van rechtswege lid van het Instituut, en uitsluitend registeraccountants kunnen leden van het Instituut
zijn. Deze organisatie-dwang meent de Commissie niet
te kunnen missen, omdat het Instituut van Register-
accountants de kosten moet dragen, en daarvoor de
financieele bijdragen der leden niet kan missen.
De kosten hebben het ontwerp 1918 doen vallen.
Toch lijkt het mij wel heel omslachtig, de tenslotte
ingewikkelde regeling 1928 in te voeren, omdat er
anders kosten ten laste van den Staat zouden komen!
Ook is de dekking der kosten weer niet volledig. Er
is gedacht aan de kosten van examens, van opleiding,
administratiekosten, enz. Maar hoe gaat het met de
kosten van de accountantsopleiding aan handelsf a-
culteten en -hoogescholen? Vallen die buiten de rege-
]ing, omdat ze zonder de wettelijke regeling van het
accountantswezen ook al gemaakt worden? Het is ken-
nelijk niet de bedoeling, d het Instituut van Re-
gister-accountants in subsidies voor dergelijke instel-
lingen zal bijdragen.
Nogmaals, een ,,sel f-supporting” -regeling ware
zeker gemakkelijk te
verkrijgen
zonder dat behoefde
te worden overgegaan tot een samenwerking tusschen
Overheid en particulier initiatief in een vorm, die
voor ons land feitelijk iets nieuws is, en waarvan de
consekwenties misschien niet zoo gemakkelijk zijn te
overzien.
Eenigc leden der Commissie hebben in het Ver-
slag doen opnemen dat zij ,,vooralsnog de voorkeur
geven aan het beginsel, waarop het ontwerp der
Staatscommissie 1918 was opgebouwd, boven de corpo-
ratieve gedachte, die, overeenkomstig de aan de Com-
missie gegeven opdracht, aan de aangeboden regeling
ten grondslag ligt”. Zij meeuen die voorkeur niet te
moeten motiveeren, en verklaren, zich overigens wel te kunnen vereenigen met het ontwerp.
Naar mijn meening moet inderdaad het Ontwerp
(lezer commissie aldus worden beoordeeld: De Com-
missie was niet vrij in het kiezen van het beginsel.
Op een principieel niet het meest te verkiezen grond-
slag ni is een stelsel opgebouwd, waarmede zoowel de
Overheid als het particulier initiatief gediend zijn en
aan het moeilijke vraagstuk der regeling van het
accountantswezen hier. te lande een oplossing wordt
gegeven, welke tenvolle hevrediging kan schenken,
de mogelijkheid van een gezonde, natuurlijke verdere
ontwikkeling open laat, en met alle belangen rekening
houdt.
Tegenstellingen, die zich nog mochten doen gevoe-
len, zullen wel spoedig afslijteu.
Laat ons hopen, dat al deze arbeid niet tevergeefs
zal zijn geweest, en de wettelijke regeling van hèt
accountants-wezen spoedig tot stand moge komen.
Rotterdam, 25 April 1930.

J.
BRANDS.

BUITENLANDSCHE MEDEWERKING.

DE PARIJSCHE GELDMARKT EN DE
BELASTINGVERLAGING.

Prof. B. Nogaro te Parijs schrijft ons: Op het oogenblik vorden er pogingen aangewend
om de Panische geidmarkt weder haar vroegere
plaats als een belangrijk internationaal financiëel
centrum te doen innemen en om tevens haar werk-

zaamheden in een nieuwe richting uit te breiden. In
den loop van de negentiende eeuw had de stad Parijs
als internationaal finianciëel centrum, vooral voor
het plaatsen van leeningen, een groot aanzien ver-
kregen, dat zij tot in 1914 had weten te behouden.
J)e Fransche kapitalen waren ruimschoots voldoende voor de emissies van buitenlandsche effecten, terwijl
daarentegen de transacties op korten termijn bijna
uitsluitend te Londen plaats vonden.
Na den oorlog scheen de Parijsche geldmarkt haar
internationale rol te moeten opgeven. De langdurige
instabiliteit van het Fransche ruilmiddel had haar
werkzaamheden gedurende langen tijd belemmerd en
zelfs na de stabilisatie was de Regeening door de al-
gemeene vrees voor een vlucht van het goud tenge-
volge van kapitaaluitvoer genoodzaakt, de gedurende
den oorlog genomen restrictiemaatregelen te hand-
haven. Door de verliezen, die vele bezitters van Rus-
sische en andere buitenlandsche fondsen hadden ge-
leden, was de sfeer voor hervatting van de uitgiften
van buitenlandsche leeningen niet gunstig, terwijl de
Fransche industrie door haar enorme vlucht en de
koloniën gemakkelijk de vrijgekomen kapitalen –
doordat de Staat niet meer behoefde te leenen – ab-
sorbeerden.

Intusschen beginnen de overvloedige geldmiddelen
den terugkeer tot de vroegere politiek te billijken.
De kapitaaluitvoer werd weder vrijgegeven, waardoor
de Fransche kapitalisten in staat waren met het oog
op de aanhoudende daling van den rentestand in

Frankrijk hun geld in het buitenland uit te zetten.
Tevens openbaarde zich in de financiëele kringen te
Parijs een streven om voor het overschot van de
Fransche spaarpenningen belegging te zoeken door
Parijs weder als internationaal financiëel centrum
te herstellen.

De betrouwbaarheid van het sindsdien officiëei
op goudbasi s gestabi liseerde Fransche ruilmi ddel ver-
schaft aan de Parjsche kapitaalmarkt bovendien
nieuwe faciliteiten, waardoor zij zich niet uitsluitend
aan transacties op langen, doch tevens aan die op
korten termijn kan wijden. De overvloedige goud-
voorraad van de Bank van Frankrijk stelt haar in
staat zonder risico de Londensche markt eenigszins
te verlichten.
* *
*
Voor een goed begrip van de draagwijdte van de
genomen maatregelen of van de plannen in voorbe-
reiding, is het van belang eerst in groote lijnen de
tegenwoordige organisatie van de Parijsche markt
aan te geven.

Flet is wel niet noodig te herinneren aan de be-
langrijke plaats, die de Parijsche beurs en daarop
weder de biiitenlandsche fondsen v66r den oorlog
innarnen. Zij vertegenwoordigden, volgens een alge-
meen aanvaarde schatting, een waarde van Frs. 40
45 milliard, terwijl do totale waarde der genoteer-
de effecten ongeveer Frs. 110 á 120 milliard be-
droeg. De jaarlijksche nieuwe besparingen werden
op nauwelijks meer dan Frs. 4 milliard geschat, waar-
bij evenwel de door conversie vrijgekomen bedragen
(ongeveer Frs. 1 milliard) kwamen. De inschrijvingen
op buitenlandsche leeningen beliepen Frs. 1 2
milliard van dit totaal bedrag.
Na den oorlog was het buitenlandsche effecten-
bezit sterk gedaald, doordat de dienst der Russische
leeningen (ruim een vierde van het geheel) was ge-
staakt ien een groot aantal fondsen tot dekking van de Fransche inkoopen in het buitenland waren ver-
lcocht. Na dien tijd deden de Fransche staat en de
industriëele ondernemingen van moederland en ko-loniën een beroep op de nieuwe besparingen. Even-wel möet men niet vergeten, dat de vlucht voor den
franc gedurende den inflatietijd aankoopen van bui-
tenlandsche effecten had uitgelokt en dat een groot
gedeelte hiervan, dank zij hun hooge koersen, nog
vrij lang na de stabilisatie werden behouden, terwijl
eenige nieuwe bui tenlandsche leeningen (Belgische,

14
Mei 1930

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEI’

447

Oostenrijksche, Roemeensche, Duitsche (Dawes-plan),
Poolsche, Bulgaarsche) werden uitgegeven.
Men schat cle buitenlandsche effectenportefeuille
in Frankrijk thans op slechts Frs. 120 milliard
(nauwelijks de helft van de vooroorlogsche waarde)
bij een op ongeveer Frs. 750 milliard becijferd roe-
rend vermogen. Mcci zi.et
dan ook het vraagstuk onder

de oogen om de Panische markt opnieuw voor bui-
tenlandsche effecten open te stellen.
* *
*
Maar men houdt zich echter vooral bezig met het
vraagstuk om de Parijsche markt voor credieten op
korten termijn tot ontwikkeling te brengen. De Ban-
que de France beschikt over een groote deviezenpor-
tefeuulle, d.w.z. zij bezit groote tegoeden in het bui-
tenland, die men gedeeltelijk wil terugbrengen, ten-
einde te Parijs belegging voor deze middelen te vin-
den. De ruime kapitaalmarkt te Parijs en het bui-
tengewoon lage disconto wettigen dit streven. De
groote credietinstellingen hebben van den opbloei van
het platteland gedurende de jaren na den oorlog ge-
profiteerd en zelfs in de kleinste dorpen agentschap-
pen opgericht (de vijf grootste credietinstellingen
beschikken over bijna 4000 agentschappen), waardoor
de Fransche spaarpenningen steeds meer worden. ge-
centraliseerd.
Op het oogenblik bedragen de eigen middelen (ka-
pitaal en reserves) der vijf grootste instellingen (So-
c.iété Générale, Crédit Lyonnais, Banque Nationale
de Crédit, Comptoir d’Escompte, Orédit Oommercial
de France) bijna Frs. 4 milliard en de deposito’s
Frs. 40 milliard (tegenover Frs. 2 milliard in 1900
en Frs. 6 milliard in 1913, hetgeen zelfs in oude
francs uitgedrukt een zekere vooruitgang beteekent).
De wisselportefeuille van deze instellingen bedraagt
Frs. 25 milliard.
Hierbij zij vooral vermeld, dat de acceptcredieten,
die vroeger bijna niet voorkwamen, in de laatste
jaren snel zijn gestegen: voor de vijf reeds genoemde
groote credietinstellingen namen
zij
van ongeveer
Frs. 300 millioen in 1.919 tot ongeveer Frs. 1600 mii-
lioen in 1929 toe. 1-lieruit blijkt wel het nieuwe stre-
ven van de Fransche markt als internationaal geld-
centrum.
In dit verband dient te worden gewezen op de
jongste schepping, de Banque des Acceptations. Deze
bank met een kapitaal van Frs. 100 millioen, waarvan
slechts een vierde is gestort, is ongetwijfeld beschei-
deia opgezet. Het belang van deze instelling ligt ech-
ter in de poging om iJs tusschenpersoon op te tre-
den tusschen acceptanten en disconto-nemers. Want
tot dusverre liet de inrichting van de Parijsche markt voor credieten op korten termijn niet toe, datgene tot
stand te brengen, wat te Londen door de werkver-
deeling der banken mogelijk was, ondanks de door de
Banque de France bij ïerdisconteering verleende
faciliteiten.
Men heeft ook getracht de prolongatie-transac-
ties te vergemakkelijken, die
01)
de beurs te Parijs
(officiëele beurs en coulissen) ongeveer Frs. 6 mii-
hard per jaar absorbeeren, tengevolge van het ver-
schil tusschen het aantal aankoopen op prolongatie
en het veel kleiner aantal blanco-verkoopn.
* *
*

De voortdurende zorg ten aanzien van de ontwik-
keling van de Fransche markt heeft zich in een poli-
tiek van geleidelijke belastingverlaging weerspiegeld.
De eerste maatregelen zijn tot stand gekomen bij
de wet van 31 Juli 1929, die de Fransche maatschap-
pijen op aandeelen vnijstelt van de belasting op in-
komsten, verkregen uit aandeelen van buitenlandsche
maatschappijen en die het stelsel van de registratie
der buitenlandsche waarden facultatief heeft gesteld.
-Voorts heeft de wet van 29 December 1929 het
zegelrecht voor effectenemissies tot op de helft ver-
laagd; zij heeft de belasting op wisseltransacties op-
geheven; zij heeft de jaanljkache belasting voor over-

ciracht van aandeelen aan toonder en op naam met
20 püt. verlaagd; zij heeft de overheids- en koloniale leeningen vrijgesteld van inkomstenbelasting.

Tenslotte heeft de jongste wet tot belastingverla-
ging de belastingen, die bovendien buitengewoon
zwaar op het roerend bezit en de beurstransacties druk-
ten, verlaagd: en wel de belasting op inkomen uit
roerend Frausch kapitaal van 18 op 16 pOt.; de be-
lasting op inkomen uit buitenlandsche effecten van 25 op 18 pOt.; de zegelrechten voor in de toekomst door de Fransche en buitenlandsche overheid uit te
geven emissies met 50 pOt.; de nieuwe verlaging van
de ,,taxe de transmission” tot 0.25 pOt.
Bij elkaar genomen, beteekenen deze nieuwe maat-
regelen een groot offer voor de begrooting – onge-
veer een milliard – indien men afgaat op de daling
van de opbrengst op basis der tegenwoordige trans-acties. Maar men hoopt, dat zij de ontwikkeling der
genoemde transacties zullen bevorderen.

AANTEEKENINGEN.

Statistiek van Handel, Nijverheid en Verkeer
te Rotterdam.

De.Kamer van Koophandel en Fabrieken te Rot-
terdam heeft met de uitgave van een driemaande-
lijksche publicatie, die een statistisch overzicht geeft
van handel, nijverheid en verkeer te Rotterdam, een
uitstekend werk verricht. Niet alleen omdat in deze
publicatie, waarvan thans de eerste aflevering is
verschenen, een samenvatting gegeven wordt van
cijfers, die anders slechts verspreid aanwezig waren,
maar tevens omdat men er gegevens in vindt, die
5f slechts moeilijk 5f in het geheel niet te verkrij

gen waren en men zoodoende een zeer volledig over-
zicht krijgt van den economischen toestand van Rot-
terdam.
Volgens de inleiding is deze uitgaaf opgezet als
een publicatie van zuiver statistischen aard naast
het jaarverslag der Kamer, zoodat de staten slechts
van toelichting voorzien zijn, voor zoover dit tot goed
begrip van de gegevens noodig is.
De statistiek vermeldt in de eerste plaats cijfers
omtrent Rofterdam en omgeving en de Kamer heeft
er zich van onthouden, om bij gebreke van bepaalde
gegevens met betrekking tot eenig symptoom van economisch leven te Rotterdam, in plaats daarvan
cijfers voor het geheele Rijk op te nemen. Zoodanige
gegevens zouden immers ,slechts bieden wat eerder
elders wordt gezocht, terwijl zij toch niets lèeren om-
trent Rotterdam en zijn welvaartsbronnen. Dit wil
intusschen niet zeggen, dat alle gegevens, die zich
over een ruimer terrein dan Rotterdam met omge-
ving uitstrekken, zijn geweerd.
Zij
zijn dan echter
uitsluitend beschouwd als middel tot vergelijking,
teneinde een maatstaf te bieden, waarnaar de cijfers
over Rotterdam zijn te beoordeelen. De Kamer heeft
zich in dit opzicht niet gebonden aan een vasten
stelregel, doch ten aanzien van elk onderwerp op
zichzelf gestreefd naar een oplossing, welke haar het
doelmatigst toescheen. Ten aanzien van het haven-
verkeer en den scheepsbouw heeft de Kamer, voor
zoover dat mogelijk was, aandacht geschonken aan het
geheele havengebied aan de monden van Rijn en
Maas, van Dordrecht tot de zee bij Hoek van Hol-
land, dat, zooals de Kamer reeds herhaaldelijk te ken-
nen heeft gegeven, naar haar meening als een econo-
mische eenheid moet worden beschouwd (vg. Jaar-
verslag 1929, blz. 25, 26, 30 e.v.). Bij de betrokken staten is dat in ieder bijzonder geval aangegeven.

indeicijfers van scheepsvrachten.
,,The Economist” schrijft: De vrachten in de wilde
vaart trokken gedurende de maand April iets aan,
hoewel de markttendens onregelmatig was. Ons index-
cijfer voor scheepsvrachten bedraagt 89.7, in verge-
lijking met 87.9 een maand geleden, hetgeen een stij-

445

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

14 Mei 1930

ging beteekent van 2.1. pOt.
Een
jaar geleden stond

ons indexcijfer op
115.3,
terwijl het overeenkomstige

cijfer voor April
1928 110.1
bedroeg. De. volgende

tabel toont de jongste bewegingen van de verschil-
lende groepen:

Datum

,)
.
.
.
i
.

N

u

>

Basis
(Gerniddeldev.
1898-1913)
100
100
100 100
100
100 100
(Oemidd.v.1913)
110,0
113,1
123,4
106,3
117,4
127,9
116,3
Febr.

1920
814,3
529,9
757,5
7448
587,0
712,2
691,0
Dec.

,,
268,9 277,2
244,1
256,8
286,7 347,2 280,1
Dec.

1921 160,1
164,1 163,7
144,4
141,3
166,5
156,7 Dec.

1922
137,1
135,2 129,2 122,6
136,1
159,3
136,6
Dec.

1923
134,0
132,7
120,1
124,4 125,1
144,2
130,1
Dec.

1924
1174
129,2
119,5
119,8 129,3
161,1
129,4
Dec.

1925
117,0 121,6 117,0
110,1
110,1
154,9
121,8 Dec.

1926 139,7
156,1
145,9
132,9 129,2
179,8
147,3
Dec.

1927
105,6 116,2
113,6 114,2 124,9
139,8
119,0
Dec.

1928
122,1
131,3
125,6
126,8 127,4
156,7
131,7
April

1929 117,7 120,5
118,4 106,3
114,7
113,9
115,3 Mei 119,6 115,6
122,6
109,0 112,6
99,7
113,2
Juni
124,6
106,4
118,2
104,0
101,0
89,0
107,2
Juli
131,1
100,2
121,5
106,3
104,7
97,9
110,3
Aug.
125,5
99,6 115,6
117,0 104,7
108,6
111,8
Sept.
129,7
99,9 112,3
115,3
100,4
107,7
110,9
Oct.
130,4 98,3
103,1
117,4
95,1 106,8
108,5
Nov.

.
124,9
96,9
97,6
110,7
91,6
94,4
102,7 Dec. 117,3
95,5
94,6 109,0
93,4
91,7
100,3
Januri 1930
104,2
94,2
95,1
99,8
85,2
88,1
94,4
Februari
98,1
92,6
95,5
93,4
78,9 75,7
89,0
Maart
96,3
87,7 91,9
94,2
77,8 79,2 87,9
April
94,4
91,2
95,9
94,8
76,3
85,5
89,7

De eenige verbetering van beteekenis gedurende
de afgeloopen maand was de belangrijke stijging van
de thuisvrachten van Zuid-Amerika. De bevrachtin-
gen namen niet veel in omvang toe, maar, tengevolge
van .de sterke terugtrekking van tonnage in den laat-
sten tijd, was het aanbod van losse booten te La Plata
iets minder. De graanvrachten van Noord-Amerika
en Australië waren eveneens iets vaster. De uitgaa1-
de klenvrachten gaven anderzijds voor de meeste
bestemmingen weder een daling te zien. De ver-
ânderingen gedurende. de afgeloopen maand van het
indexcijfer van elke groep en sub-groep blijken uit
de volgende tabel: het cfer 100 stelt telkens het
gemiddeld niveau gedurende de periode
1898

1913
voor:

Index-
cijfer
+
of

Golf
van
Biscaye; uitgaande vracht
102,7.

1,9

,,

,,

thuisvracht …….
121,0

4,8
Middel!. Zee; uitgaande vracht
94,3

1,0
94,9

2,1
,,

,,

thuisvracht ………….
91,2
+

35
Zuid-Amerika; uitgaande vracht
109,8

7,8

,,

,,

thuisvracht ……….
82,1

.

+
15,8

Noord-Amerika …………………..

Indië; uitgaande vracht ……..
109,5
,,

thuisvracht

……………….-
80,2

..

–.

1,3
Het verre Oosten, enz……………
76,3

1,5
Australiö ……………………..
.85,5
+

6,3

De laatste tabel toont de verhouding
van het index-

cijfer tot het gemiddelde van
1913:

(1913=100)

Maand
1927
1928
1929 1930

Januari

…….-
118,59 98,47
109,6
81,2
Februari ……..
120,54
94,33
106,7

.
76,5 118,58
93,17
102,6
75,5
111,06
94,59
99,1
77,1

….

111,41
9.3,79
97,3

Maart …………..
April ………………

106,54
91,29
92,1
Mei

…………….

101,61
93,73
94,8
.

105,51
98,17
96,1

Juni

…………..

September
.

…,
107,51
99,54
95,3

Juli

………………

October…… …..
105,78
103,93 93,3

Augustus……….

106,27
110,94 88,3
November

……….
December ……..
102,31

..

113,17
86,2
Jaari. gemiddeld
..109,64
98,8
96,8

Indexcijfers van groot- en kleinhandeisprijzen in Nederlandsch-Indjë.

De maandstatjstjek
1930 No. 1
van het Centraal

Kantoor voor de Statistiek te Weltevreden bevat o.m.
het volgende:
Invoer.
De serie van de invoerartikelen omvat 72 arti-
kelen, welke in vijf groepen zijn verdeeld.
Het indexcijfer van cle groep textiele goederen bleef on-
gewijzigd 170.
Van cle groep levensmiddelen was de prijs van Rangoon
rijst hooger en enkele andere artikelen een fractie lager.
liet indexeijfer bleef onveranderd 147.
Ook het indexeijfer van (Ie groep metalen ad 139 en dat
van cle groep chemicaliën en verf stoffen ad 140 behoefde niet
gewijzigd te worden.
Het indeccijfer van dc groep diversen daalde met een
punt tot 159. Enkele prijzen waren een fractie lager. Het
itidexcijfer van den geheelen invoer bleef ongewijzigd 153.

Uitvoer.
De serie uitvoerproducten omvatde prijzen van
20 producten. Niet 66n product is in Januari ten opzichte
van i)ecembcr in prijs gestegen. De indexcijfers van 4 pro-
ducten, iii. katjangolie, cacao, copra en koehuiden bleven
in Januari constant. De zestien overige producten zijn meer
of minder sterk in prijs gedaald.
De grootste prijsdalingen werden geconstateerd bij: citro-uclia-olie, waarvan het indexcijfer daalde van 76 in Decem-
ber tot 64 in Januari; het indexcijfer voor djarakpitten daalde in dezelfde maanden van 145 tot 132; dat voor
kapok van 131 tot 116 en mais (in dé tweede hand te Ba-
tavia) van 219 tot 185.
Het indexcijfer voor den geheelen uitvoer bedraagt 105
tegen 111 in December en 120 in November. De val van
het indexcijfer met 15 punten in twee maanden tijds is op-
merkelijk.
Het algemeen indexeijfer van in- en uitvoer tezamen
daalde van 144 tot 143.
1)11 algemeen indeneijf er
heeft
paars andere beteeleenis,
dan dat het het gemiddelde prijsverloop voorstelt van de
92 met name genoemde producten.

Indexcijfers van 72 invoer- en 20 uitvoerartikelen in den
groothandel te Batavia, Soerabaja en Seniarang.

Invoerartikelen.

bD
bh

1913.
100 100
100
100
100 100
100
100
1923.
207
163
174
170 169
180
150
173
1924.
213
164
167
160 168
178
155 173
1925.
208
161
160
150
165
172
146
166
1926.
185
157
151
153 169
165
137
159
1927.
174
148
149 149 173
160 130 154
1928.
172
149
141
144
162
155
127
149
Januari

1929.
171
150
143
143
166
156
126
150
Februari

,
172
151
140
143 166
156
127
150
Maart

.
172
149
144
143 166
156
130
151
April

.
172
148
142
140
166
155
124
148
Mei

,
172
148
142 145
164
156
127 150
Juni

.
172 148
142
145
162
156
123
149
Juli

.
172
149
142 145
162
156
127 149
Augustus

,,

.
172
148
142
142 163
155
124
148
September ,,

.
172
149
141
142 163
155
123
148
October

.
172
150 140
141
161
154
121 147
November

.
171
148
141
141
160
154
120
146
December

,,

.
170
147
139
140 160
153
111
144
Januari

1930.
170
147
139 140
159
153
105 143
1)
20 art.
2)
12 art.
2)
12 art.
4)
15 art.

5)
13 ait.

KlcnhancZels»-ijzon.
De serie isdcxcijfers van artikelen
van in- en uitheemschen oorsprong is zoo samengesteld,
dat de inheemsche en uitheemsche groep geheel parallel zijn.
liet indexeïjfer van de serie inbcemsche artikelen steeg met 3 punten tot 160 in Februari.
De prijzen van varkensvleesch waren hooger in verband
niët cle feesten, die op het Chineesche Nieuwjaar plegen te
volgen. De prijs van kippeneieren bedroeg
f
0.76 per 10
stuks tegen
f
0.66 in de vorige maand. De hoogere eieren-
prijs moet mede worden toegeschreven aan cle op komst
zijnde Lebaran (einde van den Mohammedaanschen vasten-
tijd 2 Maart).
Het indexcijfer van de serie uitheemsehe cirtikelen be-
droeg 145 tegen 146 in Januari.
Het ïndexcijfer van den geheelen kleiuhandel, in en uit-‘
heemsche artikelen tezamen, bedroeg 155 tegen 154 in de
vorige maand.

14 Mei 1930

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

449

Indexcijfers van kleinhandeisprijzen van verbruiksartikelen
van in- en uitheemschen oorsprong te Batavia.

In-
heemsch
1)

Uit-
heemach
1)

Totaal

1913114
100 100 100 100
1923
194
173 183 182
1924 .
.
182 158 170 170
1925
169 152
160
159
1926

169
148
159 156
1927 –
.
166 147 157 155
1928 ..
160 148
154
153
Februari

1929 .
165 145
155 153
Maart


166 145
155 154
April

. –
164
145 154 152
Mei

– .
161
145 153
151
Juni

. .
160
146 153
151
Juli

-.
158
145
152 149
AuguStus.

,,

. –
160 144
152 150
September

,,

. .
160 s144
152 150
October

-.
161
143
152
150
November

. .
162

144
153
151
December

..
163
145
154
153
Januari

1930 .

163 146 154 153
Februwri

,,

..
166
145 155
154
1)
20
artikelen…
2)
35
artikelen.

Pasarprijzen.
De prijzen van padi en beras zijn in
Januari
1930
ongeveer even hoog als in December
1929.
De meïsprijzen zijn aanzienlijk gedaald; bedroeg de prijs
ifi
December voor mais No. 1 nog
f
6.09
per picol, in
Januari daalde de prijs tot gemiddeld
f
5.53.
De prijzen van cassave, gaplek, batateu en katjang kede-
lee waren daarentegen in Januari hooger dan in December
daaraan voorafgaande. De prijs van cassave No. II bedroeg

f
1.55
per picol in Januari tegen
f
1.46
in December, bata-
ten No. II
f
1.54
per picol tegen
f
1.33 in de voorafgaande
maand.

BOEKAANKONDIGING.

Acceptcrediet,
door Dr. A. Houwink,
Amsterdam, N.V. H. van der Marck’s
Uitgevers Mij. – 1929.

Een vlot en serieus geschreven boek, dat een ac-
tueel, interessant onderwerp behandelt. Ziedaar, in
het kort, de indruk, dien men van bovenaangehaalde monografie na de lezing ervan behoudt.
Niemand echter, en ook niet de schrijver van dit
werk, is onfeilbaar. Zoo hier en daar vallen wel en-
kele critische marginalia te maken; had mn een svat
logischer gedachtengang, een iets uitvoeriger betoog
mogen verwachten. Mij viel bij voorbeeld op, dat
reeds dadelijk in het eerste hoofdstuk, pag. 11, bij de
groepsonderscheiding van het wisselmateriaal, in de
eerste plaats het credietpapier, in de tweede plaats
de goederenwissels worden genoemd. Deze rangorde
is onlogisch en onhistorisch; naar zijn oorsprong en
naar zijn
innerlijke
beteekenis was de wissel steeds
in de eerste plaats een goederenwissel; de financie-
ringswissel is in den grond der zaak niet anders dan
een wettig verklaarde bastaard, die, het zij hier on-
middellijk erkend, zich ondanks zijn vitium originis,
dat in sommige gevallen wel weer eens merkbaar
wordt, een belangrijke en eervolle plaats in de finan-
cieele wereld heeft weten te veroveren. Het ware m.i.
juister geweest, dit onderscheid
duidelijker
te doen
uitkomen; te eerder, omdat de schrijver zijn werk een
economische en
bankpolitielce
beschouwing noemt.
Welnu, in de baukpolitiek is het maken van dit prin-
cipieele onderscheid tusschen de beide soorten van
wissels meer dan elders noodig. Schrijver geeft
echter
blijk,
hiervoor gevoel te bezitten, wanneer hij
schrijft: ,,de seifliquidating-eigenschap, welke karak-
teristiek is voor den warenwissel, ontbreekt bij het
credietpapier te eenenmale . . .” In de regels, ge-
wijd aan het credietaccept ten bate van industrieele
ondernemingen, wordt dit.nogmaals aangetoond (pag.
66-67); Het is daarom te meer te betreuren, dat niet
van den aanvang af
wat meer nadruk is gelegd op

de, van financieel-econ)misch en banktechnisch stand-
punt althans, ontwijfelbare minderwaardigheid van het credietaccept in vergelijking met het goederen-
accept.

Een andere opmerking: op de pagina’s 184 en 136
wordt met een zéér kort woord gesproken over de
door De Nederlandsche Bank sinds 1926 aan enkele
huizen en instellingen verleende faciliteit van belee-
ning van wissels voor korte perioden. Deze faciliteit
was wel van een zeer bizondere beteekenis voor de
ontwikkeling van de Amsterdamsche accept- en dis-contomarkt; er had daarom, m.i., wat meer aandacht
aan geschonken kunnen worden, en
zij
had een niet-
onbelangrijke plaats kunnen innemen in Hoofdstuk
II, paragr. 3.
Op pag. 141 spreekt de schrijver de meening uit,
dat niet alleen de wisselmakelaars, maar ook de banken
en bankiers wat meer propaganda voor belegging in
wissels moesten maken
bij
de particuliere geldgevers;
hij geeft hierdoor blijk van een zeer groot, misschien
iets te optimistisch vertrouwen in de gedesinteresseerde
bedoelingen der bankiers; hun propaganda toch zou
er op neerkomen, dat een deel hunner deposito’s, aan
hun contrôle onttrokken, direct belegd wordt in dis-
conto’s. Hoe wenschelijk dit ook in sommige opzichten
moge zijn, hoe waar het ook is, dat de bankiers daar-
mede indirect, door een verruiming van de mogelijkheid
tot ontwikkeling van Amsterdam als accept- en
discontomarkt, hun eigen breedere belangen zouden
dienen, geloof ik toch, dat de schrijver zich – he-
laas – in de mentaliteit vergist.

Dit – en eene kleine aanmerking op germanismen
als ,,grondstukken” voor terrein of vast goed –
zijn echter slechts onbeduidende marginalia bij wat in
zijn doorwerktheid, practische bruikbaarheid, struc-
tuur en strekking een werkelijk
goed
boek is, dat
men gaarne in breederen kring dan alleen in die van
vakmenschen in bankwezen en geldmarkt zou willen
zien.

W. C. POSTHUMUS IVIEYJES.

Arnhem, 26 Maart 1930.

The ,S’tocic Marliet Crash – and Af-
ter by Prof. Irving Fisher.
(New-York
—London; The MacMillan Co. 1930.
Prijs 10/6).

Prof. Irving Fisher is ongetwijfeld een van de
eersten, zoo niet de eerste, die over de jongste beurs-
crisis in de Vereenigde Staten heeft geschreven,
want reeds op 15 December beëindigde hij zijn boek,
dat den bovenstaanden titel draagt. Een bezwaar zou
kannen zijn, dat de crisis op dat tijdstip nog te kort
tot het verleden behoorde om deze in haar geheel te
overzien, omdat slechts die bronnen konden worden
gebruikt, die op dat oogenblik beschikbaar waren.
Daarentegen is het volgens den schrijver een voordeel,
dat de indrukken en herinneringen nog verch in het geheugen liggen, hoewel het nog te vroeg is om tot
vaststaande conclusies te komen.
De voornaamste beteekenis van dit boek is dan ook,
dat het op een heldere
wijze
de voorgeschiedenis van
de Amerikaansche beurscrisis beschrijft. En deze is
niet zoo gemakkelijk te overzien, maar niettemin zeer
helangwekkend. Dat de aandeelenmarkt even v66r
de crisis een niveau bereikte, dat tweemaal zoo hoog
was als in 1926 en viermaal zoo hoog als in 1913,
typeert wel de sterke koersstijging in 1929. Maar
deze uiterlijke kenteekenen hadden hun oorzaak in
het economisch leven zelf. Prof. Fisher noemt vier
redenen, die een
stijging
van het koerspeil in de
laatste jaren rechtvaardigden.
In de eerste plaats is de politiek van de Amen-
kaansche ondernëmingen erop gericht om niet alle winsten uit te kceren, zoodat een groot gedeelte in
de onderneming blijft en daar accumuleert op sa-
mengestelde interest. Verder verwachtte men toe-
nemende winsten in verband met den technischen

450

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

14 Mei 1930

vooruitgang van de industrie. Voorts meende men,
dat aan deze winsten minder risico was verbonden
dan vroeger als een uitvloeisel van de onderzoekin-
gen naar, belegging in aandeelen en obligaties, die
ten voorcieele van de eersten waren uitgevallen. Ten-
slotte is de basis, waarop men het rendement van
aandeelen disconteert, verlaagd. Deze verlaging vloeit
voort uit de mogelijkheid om het risico over verschil-
lende fondsen te verdeelen, bijv. door deelneming
in een investnient trust, waarvan de schrijver, zich
een voorstander hetoont. Dientengevolge speelt de
risico-factor een veel geringere rol dan vroeger,
i’aardoor de aandeelen op een veel hooger niveau zijn gekomen. Volgens Prof. Fisher is dit ook een
reden, waarom het koersniveau niet meer zal dalen
tot dat van vroegere jaren, tenzij zich buitengewone
omstandigheden voordoen. Wat dit laatste betreft,
wordt op de goudschaarschte gewezen. De jaarlijksehe
toevoegingu aan den bestaanden goudvoorraad zijn
te gering om aan de vraag naar goud, voortvloeiende
uit een vergroote productie, •te voldoen. De mogelijk-
heid van een goudcrisis met als gevolg een depressie
is niet uitgesloten, maar dit gevaar kan afgewend

worden, indien bijtijds een verstandige bankpolitiek
en goudcontrôle wordt toegepast.
Wanneer de toestand in de Vereenigde Staten
nauwkeurig onderzocht wordt, zal blijken, dat alle
vier genoemde factoren aan het werk varen om de
koersen van de aandeelen in de jaren, voorafgaande
aan de crisis van 1929, te doen stijgen.
De factoren, die tot de crisis hebben geleid, vloei-
den dus niet voort uit een depressietoestand, maar
uit een ongeëvenaarden voorspoed. Juist de gewel-dige beleggingsmogelijkheden, mogelijkheden van
toekomstige dividenden en winsten, die niet illuso-
risch, maar reëel waren, veroorzaakten een ongewone begeerte om te beleggen, en het publiek trachtte meer
en meer effecten te koopen met geleend geld, waar-
d!OQr de makelaarsleeriingen abnormaal aangroeiden.
Op grond van de aanzienlijke stijging van de be-
drijfswinsten gedurende de hausse der laatste jaren, is
Prof. Fisher van meening, dat tusscheu % en X van
de stijging van de aandeelenkoersen in de periode van
1926 en Sept. 1929 gerechtvaardigd was.
De voornaamste schuld van de crisis lag echter bij
het eredietstelsel met name bij de geidpolitiek van
het Fed. Reserve stelsel. Na den oorlog heeft de Fed.
Reserve Board het disconto laag gehouden om de
aantrekking van goud uit Europa te verhinderen.
Ook toen in de periode van 1927-1929 de aandeelen-
koersen sterk stegen, heeft de Board deze politiek gehandhaafd, ten. deele om den bovengenoemden
réden, ten deele om het bedrijfsleven goedkoop geld
ter bcschikk.ing te stellen. Maar juist deze periode
heeft zich gekenmerkt door groote uitvindingen, die
nieuwe winstmogeljkheden openden. In zoo’n periode
lfehoort de rentevoet hoog te zijn, want indien er een
gro.ote marge bestaat tusschen het rendement, dat
de belegger kan verkrijgen van zijn aancieelen en de
rente, waartegen
hij
kan leenen, zal hij geneigd zijn
on steeds meer te leenen. Deze situatie deed zich in
de laatste jaren in de Vereenigde Staten voor, waar-
door de speculatie sterk werd aangemoedigd, ondanks
do pogingen van het Federal Reserve System om de
stijging van de makelaarsleeningen tegen te gaan.

Maar de
schrijver
erkent, dat het heel gemakkelijk
om achteraf critiek ‘te leveren, en wijst anderzijds
op het ‘verstandige beleid van den Federal Reserve
Board tijdens de crisis, waardoor de banken liquide
waren en geldschaarschte werd voorkomen.

H. M. H. A. AN 1)ER VALK.

Het Gedenlcboelc va’h De Javasche
Banic 188-4 Januari-198
door L.

cie Bree, Tweede Deel (0. Kolff & Co.,
Weltevreden).

In het nummer van dit weekblad van 13 Februari

1928 werd ‘het eerste deel van het gedenkboek van De
Javasche Bank aangekondigd, verschenen den 24sten
Januari van dat jaar, den dag waarop De Javasche
Bank haar 100-jarig bestaan herdacht.
Thans is het tweede, tevens laatste deel van dit
standaardwerk verschenen. De heer L. de Bree, die in
opdracht van President en Directeuren ook het eerste
deel schreef, behandelt thans in een viertal hoofd-
stukken (420 blz.) achtereenvolgens het 4e octrooi
(1860-1870), het 5e octrooi (1870-1881), het 6e
octrooi (1881-1891) en het le octrooi (1881-1906).
,,Hiermede”, zegt de schrijver, ,,is de’ ons gestelde
,,taak, liet schrijven van een geschiedenis van De
,,Javasche Bank, als afgeloopen te beschouwen. Met
,,het jaar 1906 vangt een nieuw tijdperk voor De
,,Javasche Bank aan, hetwelk voor eene volledige be-
,,schrijving met gebruikmaking van alle – ook in het
,,geheim archief berustende – stukken, nog niet in
,,aanmerking kan komen. Eene dergelijke beschrijving
,,dient derhalve aan de toekomst te worden overge-
laten”. En in een slotbeschouwing wordt dan nog een
beknopt overzicht gegeven van eenige belangrijke ge-
beurtenissen, van invloed op de verdere geschiedenis
vao de Bank, welk overzicht gebaseerd is op alge-
meen bekende gegevens.
Behalve de laatste 15 â 20 bladzijden dezer slotbe-
scliouwing, is dit tweede deel in opzet en inhoud du,
geheel gelijksoortig aan het eerste en evenzeer een
aanwinst voor ieder, die belangstelt in De Javasche
Bank, Nederlandsch-Indië en hunne geschiedenis.
Ook in uitvoering doet deze tweede band voor de
eerste niet onder.
De spoedige voltooiing van liet werk is zeker een
bijzonderen gelukwensch waard.

Mr. J. WESTERMAN HOLSTIJN.

OVERZICHT VAN TIJDSCHRIFTEN.

The American Journal of Interna-
t i o n a 1 L a w. – Ooncord,
N.hi[.,
Jan. 1930.

Ch. Ch. Hyde,
The interpretation of treaties by the
Permanent Court of International Justice;
M. 0.
Hudson,
The eighth year of the Permanent Court of International Justice;
J. S. Reeves,
The Hague Con-
ference on the codification of International Law;
J. B. Scott,
Nationality: Jus soli or Jus sanguinis;
R. W.
Hale,
Territorial waters as a test of codifica-
tion;
E. D. Dickinson,
The closure of ports in control
of insurgents;
E. G. Trimbie,
Violations’of maritime
law by the allied powers during the world war.

The Economie Journal. – Londen, Dec.
1929.

Prof. D. H. Mac gregor,
Joint stock companies and
the risk factor;
M. H. Dobb,
A sceptical view of the
theory of vages;
W. H. Clegg,
Central banking in South Africa;
J. Mortin,
Group administration in
the Wit%vatersrand;
M. Ginsberg,
Interchange between
social classes;
E. P. Wise,
The history of the Mi-
riistry of Food.

D e E c o n o m i s t. – Haarlem, Januari 1930.

Dr. Ir. L. Hamburger,
Een nieuwe weg voor con-
junctuur-onderzoek, een nieuwe richtlijn
voor con-
junctuur-politiek;
Mr. H. A. van Nierop,De
October-
crisis;
J. Smid,
De vaststelling der pacht van over-
hei dswege.

Journal des Économistes. – Parijs,
15 Jan. 1930.
E. Payen,
Les innovations financières de la fin de
1929;
P. Ccsuboue,
Du risque en matière de banque;
])r. L. J. D’iora’h.
La réforme monétaire en Tchéco-
slovaquie;
C. de K.,
La Pologne et la Convention sur
la suppression des restrictions á l’exportation et l’im-
portat.iori;
0. Pichot,
Revuede l’Académie des Scien-
ces morales et politiques;
B. D. L. L. E.,
La Ligue du
Libre-échange.

14-Mei 1930

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

451

The J o u r na 1 of P ol t i c al Ee on om y. –
Chicago, Iii., Dec. 1929.

C.
Gini,
The theoretical bases of economie policy;
W. T.
Ham,
The salaried men’s organizations in Ger-‘
many;
J.
M. Cassels,
Fruit distribution in the Cana-

clian West;
C.
B. Hoover,
Brokers’ loans and bank

deposits;
Ch. W. Cobb,
Some statistical relations
between wages and prices.

De Naamlooze Vennootschap. – Am-
sterdam, 15 December 1929. –
Prof. Mr. E.
J
J. v. d. Heyden,
Het lot hersteld;

A.
B. A. van Ketel,
Ueberfremdung;
Prof. 41r. G.

R’ussel,
Vrijwillige aangiften van ontdoken belasting

in Nederland en Engeland;
Mr C. vn Nispen lot

Sevenaer,
Artikel 1401 B.W. als bescherming der cre-
diteuren eener N.V. in het bijzonder der Eenmans-

‘ennootschap;
Drs. A. M. Groot,
Planborden;
G. M. –
J. van Roessel Jr.,
Het personeel eener Naamlooze
Vennootschap en de forensenbelasting.

1 d e m. – Amsterdam, 15 Januari 1930.
Mr. H. Schaapveld,
Borgstellingen voor Naamlooze
Vennotschappen; Mr. H. Mulderije,
De vrijstelling

van zegelrecht voor dffectenhandelaren;
M. J. H.
Smeets,
De beteekenis van de ramingen in den ram-ing-
staat en in het maandeli.jksch overzicht van de Rijks-
middelen;
Drs. A. M. Groot,
Research werk;
E. van

Hinte,
Moderne

concentratie;
G. M. J.. van Roessel

Jr.,
Wanneer moet een Naamlooze Vennootschap,
welke in het bezit is van eene Hinderwetsvergunnirig,
eene nieuwe vergunning aanvragen?

Political Science Quarter],y. – New-
York, December 1929.

V. G.
Simkhovitch,
Approaches to history. 1;
117. S.

Mason,
Blanqui and communism; G.
Bielschowsky,
War indemnities and business conditions
II; P. F.
l3rissenden
and
C. 0.
Swa.yzee,
The use of the labor injunction in the New-York needle trades 1;
E. P.’

(
1
hase,
Hous’ of Lords reform since 1911.

Revue d’1conomie Politique. — Parijs,
Nov.-Dec. 1929.
J. Dessirier,
Oscillations boursières, oscillations

économiques;
E. Antonelli,
La doctrine socialiste;
Bye,
L’oeuvre scientifique de quelques économistes
étrangers: 3e Arthur – Oecil Pigou;
R. Courtin,
Le

développement de la politi-que commerciale de la So-ciété des Nations;
M. Aucuy,
L’organisation scientif i-
que du travail d’un congrès It l’autre. –

De Socialistische Gids. – Amsterdam,
December 1929.
Bevat o.a.:
Dr.
J.
Tinbergen,
Kopen op afbetaling;
Dr. Ir. Th.
van der Waerden,
Technies-ekonomies overzicht,
XXXIX;
A. H. Gerhard,
3eugdzorg, jeugdbeweging,
jeugdorganisatie, II (slot);
Ad Interim,
De dertiende
internationale Arbeidskonferentie;
J. v.
d. Wijk,
De
lijn van Bonger;
W.
A. Bônger,
Mijn lijn.niet!
J. J.
de Roode,
Politieke krisis in België;
W. H. T
7
liegen,
De Socialistische Arbeiders Internationale.

Tijds’chrift voor Economische Geo-
g r a p h i e. – ‘s-Gravenhage, 15 Dec. 1929.
H. v. Veithoven,
De Coöperatieve Roermondsche
eiermijn;
G. Smits,
De mijnbouw in Zuid-Slavië;
Prof. Dr. H. Blink,
Ceylon als economisch gebied.

1 d e m. – ‘s-Gravenhage, 15 Jan. 1930. Prof. Dr. H. Blinic, Trans-Jordaan;
L. Bouma, Bo-
demgebruik en bevolkingsgroei in West-Friesland;
Dr. S. Gargas,
De handelsbetrekkingen tusschen Fin-land en. Nederland na den wereldoorlog.

MAANDCIJFERS.

EMISSIE.S IN APRIL 1930.

Prov. en Gemeentelijke Leeningen.
. f
4.324.835,-
zijnde: Nederland
Cern. Tilburg 12.500.000
4 % obl.
It
98 % …… / 2.468.750

Nederlcendsch-Indjë
Cern. Medan 11.372.000
5 % obi.
It
991/4 % …..
t
1.361.710
Gem. Medan 1500.00051%
obi.
It
98/ % ………. / 494.375

ank- en Credietinstellingen ……
f

2.842.000,-
zijnde:
Nederland

S

Aandeelen
Friesland-Holland Bank
/100.000 aand.
It
110%,1)
waarop gestort 20 %….
t
22.000
Duit.schland
Obligaiën
Landesbank der Rhein-
provinz G.M. 5.000.000
7 % goudpandbr.
It
94 % 12.820.000
Hypotheekbanken, tevens Bank- en
Oredietinstellingen ……………4.608.000,–.
zijnde: Duitschiand
Obligatiën
Preussische Landesrenten-
bank G. M. 8.000.0008 %
pandbrieven
It
96 %…. 14.608.000

Industrieele Ondernemingen ……,, 18.927.500,-
zijnde:
Nederland
Aandeeien
Fabriek v. Choc. en Suiker-
werken J. C. Klene
&
eo:

1250.000 aand.
It
160%.
t
400.000
N.V. Ver. Wed. Chamotte-
fabrieken 1450.000 gew.
aand.
It
11-5% ……… / 517.500
Olieraffinaderij Zuilen / 400.000 aand.
It
100 %) / 400.000
Obligatiën
N.V. Kon.. Wed. Grfsme-
derj 1500.0003) 5% ob].
It99% …………….
t
495.000
N.V. Ver. Wed. Chamotte-
fabrieken 1500.000 6 % in gew. aand. conv. obl.
It99f% …………… /.497.500
België
Obligatiën
S. A. d’Angleur-Athus 14.000.000 5- % obi.
It

95f % ……………./3.810.000
S. Métallurgique de Sam-
bre et Moselle S. A.
12.000.000
51%
obl.
It

95
1 % ……………./
1.905.000 –
Union Chimique Beige
13.500.000
5
1 %
obi.
It

95
1%
……………./3.342.500
Duitschiand

– –
Obliga-tiën
Wintershall A.G. 18.000.000
6- % obi. – 94 % …… /7.560.000

Electr.-, Gas-, Tel.-, Teiegr.- en Wa-
tprl. Maatschappijen ……….., 11.396.812.50
zijnde: Amerika
Aandeelen
United American Utiljties
25.000 aand. z. n. w. in
certif.
It
$20/ ………/1.304.687,50
Obligatiën


United American Utilities
$ 210.000 6 % 10-j. conv.


goudobl.It98% ……. / 517,125
België
Obligatiën
Comp. Gén. d’Entreprises
Electr. et Industr. (Elec-
trobel)
t
5.000.000 6 %
/4.912.500
Duitschland
Obligatiën
Rheinisch Westfhlisches
Elektrizittswerk


$2.000.000 6 %. gecons.
hyp. goud. -obl. met optie op aand.
It
93 % ……. /4.662.500

Zie vervolg op
pag. 453.

452

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICIITN

14 Mei 1930

STATISTISCh OVERZICHT VAN DEN EOONOMISCUEN. TOESTAND VAN NEDERLAND..
:

(Niet met
*
gemerkte gegevens ontleend aan het Maandschrift van het Centraal Bureau voor de Statistiek.)

1
1929

11

Januari/Dec.

Mei
Juni
Juli
Aug.
Sept.
Oct.
Nov.
Dec.
1928
1929

Arbeidsmarkt.
Bedrag der gehouden
aanbestedingen >< f
1000 ………..
26,67
188
15.62
0,44
15.27
0,39
16.46
0,68
11.37
0,74
14.12
10,60
1.10
025
14.28
0,06
160.18
6,79
178.06
8,12
waaronder voor fabrieksbou;v
X
f
1000 ……………..
Staats- en part. mijnen. Aantal arbeiders op len der maand ( Gemiddeld aantal taken p. week v.

Amsterdam
35.047
22,72
31.974
19,68
34.990
21,83
35.157
20,56 35.417 19,44
38.948
19,38
35.48
21,2.3
3(.823
20,36
34.420
14

22,3
21,7
Haven-
.

alle b. d. ,,Havenarbeids-Reserve”

(X
1000)
bedrijf

ingeschr.
losse
arbeiders te zamen .J Rotterdam
42,89
41,96
42,43
44,41
39,44
41,90
39,14
46,37
42,4
40,8

Indexcijfer der Werkloosheid.
2
,
4.
2
1
1
.
J
2,5
2,5
1
1

Arbeidsbemiddeling.
1)
.

e:J Overgebl.opheteindev. de mnd.{
41,8
41,t
41,7 43,7
46,352,8
63,8
24,1]]
(13,7
63,0

.

Arbeidsloonen.
T

Ondergrondsche arbeiders ……….

bij

de mijnen
f
f5,70

f5,70
f5,71
f.5,74
f5,77
f5,93
f
5,92
f
5,62
1
5)
Bovengrondsche

.

……….t.

(looil

per dienst)
• 4,07

,, 4,07
,, 4,06
,, 4,08 ,, 4,12 , 4 26
, 4,30
,

4,00
1
5)

Vaste

havenarbeiders

Amsterdam } weekinkomen . . . .{
i8S
f37

ouw e rijven
0,96

f0,06
599

fO,OS

,,0,99
f1,-
,, 1,-
f1,-
,,

0,9314)
..

( Metselaar
.
uurinkomen

……………..

ms er am.
0,91

,, 0,90
,, 0,90

,, 0,92

,, 0,91
,, 0,90
,, 0,90
,, 0,90
0,93
14
)
,

Tiininernian

,,

……………..
0,90

,, 0,88
,, 0,85

,, 0,8?

,, 0,87 ,, 0,92
,, 0,89
0,89
0,86
14
)
,,
Opperman

……………..

Metaalindustrie, uurinkomen van meerderj. geschoolde arb.
1
,0,71
2_1L
7
)

Voortbrenging en verbruik
Zee.

).
aanvoer

iii

Ned.

havens

2)

X

1000

K
.G.
4.801
§

1.459
7.138
1.897
§ 10.851
§

2.331
§ 13.500
3.007
§ 17.491.
§ 3.621
§
21.803
4.715
27.077
§ 5.152
§ 10.584
§
2.645
§
1.28.317
§ 23.436
130.432
§ 30.701
§

955
§

921
§ 1.024
§

88
§

958
§ 1.071
§ 1.002
§

988
§ 10.733 § 11.575
visscherlj.

)

opbrengst
X
f

1000

……………………..
5
Steenkoolproductie
X.
1000 ton
3)
……………………..
Voor binnenlandsch verbruik beschikbaar gekomen hoe-
veelheid
steenkolen
X

1000 ton
4
…………………….
§

i.19i3
§ 1.001
§

1.143
§ 1.203
1.047
§ 1.226
§ 1.208
§ 1.220
§ 11.660
§ 13.159
Beetwortelsuikerproducti

(ruwe

en

consumptiesuiker)

.
3,06
69.52
110.83
58.17
238.12
237.52
Consumptiesuiker: ttaIe productie fabrieken en raftinade-
29,09
30.63
30.81
10.51
11.75 54.65 83.74
53.54
468.85
383.9(1
18,54
18.40
20.31
18.23
19.45
19.37
19.47 18.71
208.47 228.63

x
1000 K.G………………….
…………………….

Electrzcitei(sfabrieken;
aan het net afgegeven stroom

Schepen
in
aanbouw

inhoud in bruto Registerton
7)

. . .
115
108
172 113 115
125 224
152
160
1117
232
1.411
18214)
1.605

Volkshuisvesting;
voltooide woningen in het Rijk (nieuw-
.

rijen

X

1000

1<0…………………………………….
In consumptie gebrachte
suikerS)
X 1000 K.G…………..

x

1.000.000

k. W. h………………………………….

Rijksvoorsch. aan

(ver-
gemeenten
4.238 4.313
3.561
4.732 4.954 5.522 4.993
4.398
15
)
36533
18
)

leend-ingetrokken)
f
1000
3.675
136
32.055)
0.240
16.728

bouw)

(aantal)………………………

1.t73
1.57
1.385
1.310
380 977 488
87
1.5.598
9.272
Aanbestedingen van woningbouwvereen.
X
f 1000 ……….
Indexcijfers prijzen landbouw- en veeteeltart.

basis
f
94
95
95
93
90
89
92,5
lndexcijfers productiekosten van den landbouwf 1910-141
.

Handel en Verkeer.
235
230 240
247
231
.258
238 214
2.684
2.753
.

(

Invoer …………
llandelsbewegin,g

zonder gouden

en 1
175
165 170 183 182
183
165
144 1.986
1.990
millioenen)

…………………….Uitv.v.fabrikaten
78,8
75,5
76,7
78,6
69,5
77,6
70,7
64,8
802,2
867,5
Ontvangsten der Spoorwegrnaatsch.
(in millioenen)
14,9
14,1
17,5
18,1
15,6
§

15,3
§

14,2
§ 13A
173,7
§ 179,9

zilveren munt en muntmateriaal (in ‘

Uitvoer

……….

Inklarin gen
(geladen zeeschepen)

N

T

f
Uit klaringen

,,

,,

t….
6,31
6,44
6,80
4,23 6,77
4,78
6,13 4,09
8,29
4,37
(3,02
4,26
6,38 3,95 73,60
60,31
72,21.
49,42
Inklaringen

(geladen rivierschepen in 1000 ton

.

f
Uitklaringenj
van

1000 K.G.) ……………………….
1

4,21
3,85 3,83

4,08 4,19 3,90
4,27 4,14
4,39 4,07 4,37
3,90
.

4.44 4,04
4,01

.
3,78
3,73 3,51
42,00 36,53 43,78
40,54
9ndexc. v. scheepsvrachten. (Volle ladingen ,,The Econom.”)
113,2
107,2 110,3
111,8 110,9 108,5
102,7
100,3 114,9
112,4

( Gelost bij invoer……………

(
0e erenverv

r,
2.474
2.497
2.612 2.744 2.433
2.394
2.270
2.104
25.118 25.732
Geladen hij uitvoer ……..
8ln

<
avens

Ofl
1.005
904 995 997
1.101
959
921
790
10.622
l0.32S
in

e

Doorgevoerd met overlading 3
3812
3.083 3.083
3.362
3.775
3.044
2.977
2.603
30.324
33.130

Prijzen, kosten van levensonderhoud.
9ndexcijfersdroothalsprijzen
}Algemeen cijfer
..
142 141
141
142
141
140
137 135 149
142

Kosten van
)
.
levens-

>Arb.gez. A’dam (1Oct. ’23-30 Sept.’24

100)…
.
03,7
94,4
94,8
95,1
14
)
onderhoud.)

Financiewezen.
Opbrengst
RiJksmiddelen
(totaal). .

t
*

Beursbelastin

……….
1

.

.

.

t
48,7
39,8
43,4
40,6
40,0
44,2
46,4
47,0
491,4 511,2

.(in millioenen)
.
0,69
0,57
0,60 0,82
0,95
1,17
0,55
0,29 7,46
8,53
*

invoerrechten

……….
•• 5,66
5,35
5,61
5,82
5,99
5,29 5,69 5,14
62,87 67,37
Statistiekrecht
……….
)

1
0,386
0,381
0,416 0,413 0,400
0,438
0,395
0,347
4,565 4,655
*Gegireerd
door den
Postch.
en
Girodienst
(in niillioenen)
650 540 600 552 548
614
635 629 6.386
5.981
3.021
3.236 3.757
3.416.
3.381
3.798
3.381
3.102
41.227 42.762
*Ope
re
ere
n
d kapitaal der Ned. Bank
10)
(in millioenen)
403 868 384 368 369
393
408
401 418
14
)
5
,
50

5,60
5,50
5,60
5,50 5,50
4,75
4,50
4,50
5,12
5,33 5,38 5,17 5,05
5,36
5,15
4,24 3,50
4,18
4,81

*Giro_o
m
zet bi/de Ned. Bank
(in millioenen) ……………

*
Wisseldisconto derNederl. Bank’

(……….

( Rijkspostspaarbank, inlagen . .. .’)
5,30 4,90 4,70
5,32 4,53
4,57 3,87
4,16 4,90
Prolongatie

)

1,………5,87
12,08
11,07 12,56 12,94 11,60 10,94
11,56
10,34 132,74 136,44
,

,,

,,

.

, terugbetal.

(ef 000
paar an en
12,42 10,65 12,16 10,93 10,48 12,33
11,05
10,22 129,80 134,30

•Parficuljer disconto

gemiddeld pCt.

………

L
4
,

40′ Part, spaarbanken, inlagen ………….13,14
11,35
12,62
11,56
10,97
11,19 12,08
18,12
143,22
143,19 1. 40

,,

,.

, terugbet. )
Indexcijfer van aandeelen
1921-5 = 100

………………18
12,38
0,70
117
11,46
1.19
9,69
117
9,86
117
11,61
113
11,32
100
10,22
100
123,67 100
19
)
127,51

Gemiddeld rendement van obligatiën

………………..
82
4,80 4,79
4,78 4,81
4,79 4,82
4,75
4,71
19
)
‘Emissies
(onder aftrek conversies U)(in milI.)
,0
j_
39,2
4,3 13.2
46,4

Aantal uitgesproken Faillissementen.
235
1

207 200
1

189
1

210
247
.

271
1

247 3.191
2.768

§Voorloopige cijfers.

uitvoer in den vorm van suikerhoudende goederen.
7]
Op dell laatste
R’dam.
91
A’dam.
1] 40 distr.- en 3 andere arb.beurzen en, voor zoover bekend, de cor-

van het kwartaal. Cijfers van Lloyds.

Te A’dam en te
respondentsch. der arb.bemiddeling.
2
1
Zoowel door Nederl. als buiteni.

R’dam, Vlissingen, Vlaardingen, Hoek van Holland, Ijmuiden en overige
schepen.
31
Kolenslik inbegrepen.
Ook
zijn inbegrepen de eigen con-

havens.
10]

Zonder voorschot aan

den Staat en schatkistpromessen
sumptie der mijnen en de

kolen, die aan de mijnwerkers gegeven

rechtstreeks; 3e

weekbalans v. d. maand.
111
Nominaal bedrag voor
worden

[z.g. ,,Deputatkohlen”].
41
Saldo invoer plus eigen productie.

Januari 10,9; Februari 3,5; Maart 4; Juli 0,4; Sept. 60,3; Nov. 2,0; Dec.
81 D.w.z. onder betaling van accijns in het vrije verkeer gebracht. Aan-

19,3; jan/Dec. ’28 44,0; jan/Dec. ’29 100,4.

12
1
Opgaven zijn vervallen.
genomen mag worden, dat deze suiker binnenkort de consumenten be-

13
1 Nieuwe reeks, begonnen Juli 1929.
14
1 Dec. ’28.

151
Nov. ’28.
161
4e
reikt.

61

D.w.z.

waarvoor

restitutie

van

accijns is verleend wegens

kwartaal.
171
juni 128.
18]
Nov. ’29.

191
Jan. ’30.

14 Mei 1930

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

453

Vervolg
van pap. 451.

Suikeronderuemingen ……….

1.940.000,-

zijnde:
Nederland
Obligatiën
Mij. t. Exp]. der Cult. .Ond.
v.
E. Moorniann & Co.
12.000.000 5% oh].

97 % ………………/
1
.
940
.
000

Diversen ……………………

8.502.000,-

zijnde:
Nederland
Aandeelen.
Assur. Mij .,,De Neder.
landen”, van 1845
/ 3.000.000 aand. k 80
%4)

waarop gestort 50
%…. t
1.200.000
Bouw., Handel, en ExpI.
Mij. ,,Haringkade”
(650.000 aand. k 200 % 11.300.000
Obligatiën
N.V. Dagblad en Drukkerij
De Tijd” 1500.000
.1.
178.000 voor conversie
5 % obi.
k
100% ……. t 422.000
Duitschland
Obligatiën
Ruhrverband
1
6.000.000
7 % 20-j. belast, vr. obi.
…………t5.880.000

Totaal.
.
..
f 52.841.147,50

Koers voor aandeelhouders, voor vrije inschrijvers 115
%.
Uitsluitend voor aandeelhouders.
Houders van resteerende / 126.000,- 4 % obl. 1898
hebben recht van voorkeur tegen inlevering dezer obligaties
90%.
Koers voor aandeelhouders, voor vrije inschrijvers 100
%.

Totaal der emissies in Januari ..
.
.
f 41.591.037,50
Februari
. .
54.087.375,

Maart

. . .
.
,,

72.415.737,50
April

.
. . .
,,

52.841.147,50

Algemeen Totaal …….
f 220.935.297,50

Bovendien:

f
8.040.000,-
3/in.
Schatkistpromessen ii
f
992,50
160.000,- 6/m.

,,

,, ,,

984,98 31.800.000
1

4
0
/0
Schatkistbiljetten

,, ,,
1.000,25

Voorts werd in de afgeloopen maand hier te lande de in-
schrijving opengesteld op een beperkt bedrag: 74% obi. Mecklenburg-Strelitz / 94.15/93.9% (introductie);-
8 % ,, Hannover k 934 % (introductie);
54% ,, Brussel á 994 % (introductie);
8 % ,, Pommeren á 931 % (introductie);
Certif: v. 10 gew. aand. A.z.n.w. General Gas & Electric Corp.
a $ 18 p. aand. (introductie);
Certif. v. 6 % cum. pref. aand. Republic Steel Corp. (
96 % (introductie);
Certif. v. 10 gew. aand. z.n.w. Republic Steel Corp á $ 78,50
p. aand. (introductie);
Certif. v. aand. A. E. G. è 175 % (introductie);
64% oh]. Hypotheekbank Vooruitzicht, Antwerpen 95%;
aand. The V. 0. C. Holding Comp. b 100 % (voor aan-
(leelhouders);
aand. Ned. IJzergieterj Vulcanus b 100 %;
en op de volgende obligatieleeningen:
Rente- Emissie-
Guldens voet

koers
R.K. Herstellingsoorden voor Long-
lijders en zwakke kinderen te Am-
sterdam…………………..
R.K. Kerkbest. v. d. Par. v. d. H.H.
Engelbewaarders te Lisse ……..
R.K. Kerkbest. d. Par. v. d. H.
Joseph, Wassenaar ………….
Klooster Mariënburg, ‘s-Hertogenb.
R.K. Ziekenverpl. St. Vineentius
Stift, Landau ………………
St. Joseph.Gesticht, Beverwijk
R.K. Ziekenverpl. ,,Rizzaheim”,
Koblenz…………………..

STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.

N.B.

beteekent: Cijfers nog niet ontvangen.

GELDKOERSEN..

BANKDISCONTO’S.

l’ed rBvrsch.inR.C.
4

isc.Wissels.3
25Mrt.’SO
Zwits.Nat.Bk.3
3Apr.’30
el.Binn.Eff.
4 7Mrt.’30
N.Bk.v.Denem.4
3Mei’30
7Mrt.’30
ZweedscheRbk 34
2Apr.’30
Javasche Bank…..
4410 Mrt. ’30
Bank v.Noorw.
4420 Mrt. ’30
Bank van Engeland 3 1 Mei ’30
Bie. v. Tsjecho-
Duitsche Rijksbank 5
24 Mrt.’30
slowakije .. 5
8Mrt. ’27
Bank
v.
Frankrijk. 24
1 Mei ’30
N.Bk.v.O’rijk. 6
2/ Mrt.’30
Belgische Nat. Bnk. 3
30Apr.’30
N. Bk. v. Hong. 6
28 Mrt.’SO Fed. Res. Bank N.Y. 3
1 Mei ’30
Bank v. Itali8.6
23Apr.’30
Bank van Spanje… 5419
Dec.’28
Z.-Afr.Res.bnk 6
17Aug.
1
29

OPEN MARKT.

1930 1929
1928 1914

10 Mei
5110
28April(
21126
6/11
7112
20124
Mei 3 Mei
April
Mei
Mei
Juli

A,,,sterda,n

Partic.disc.
25/16

211
1
6.91
16

2j8-
7
18
2
9
11-
7
19
511
4
_31
8

4114
311s_3116
Prolong.
2
3
14
214-3112
331
4
.31
4

31(
4
.3(
4

5
3
14-6
41(8-‘(4
2114.3/4
Londen
Daggeld. .
.
11/
3
.2
1114
.2
1
.2
1
13
1112_2113
4.5113

2
3
144
1
12
131
4
-2
Partic.disc.
2
1
19
2
3
132′
5
132
21116_7196
2
7
/e-
9
1e
5
1
/i_
3
/io
3u(
16
_4
2
1
1
4
.31
4

Berlijn
Daggeld…
2-4
2_611
3

4-8
211
3
.5
8-10
1
12
581(3

Partic.disc.
30-55 d…
4
4
1
1
4’Ie’19
431
8

711
3

611
3
5/
5


56.90 d..
4
4-118
411.31
43/
s

7
1
12
6
1
12_
5
18
2
1
1″12
Ware n-

wechsel.
4
18
4
1
14.
1
12
41/
3
.31
4

45(
5
.3(
4

7
3
/4-8
3
/4
6
3
14-
7
18

We,,, York
Daggeid
1)
3.11
4

311
4

3.411
4

311
3
.3/
4

64411
4

51261/4

111
4
.211
3

Partic.disc.
2518 2215-314
2
3
14.3
1
/8
31
18
5
1
18.
3
14
4114

11

1) Koers van 9 Mei en daaraan voorafgaande weken t(m Vrijdag.

WISSELKOERSEN.

KOERSEN IN NEDERLAND.

Da
0
New
Londen
Berlijn
Parijs
Brussel
Batavia
York”)

6 Mei

1930
2.487/
12.07!-
59.30
9.754
34.674
100 i/
7

,,

1930 2.481/
8

12.071/
8

59.31
9.75
34.684 100
,
1
1
,

8

,,

1930
2.4834
12.0734
59.304
9.75
34.681
10011,

9

,,

1930
2.489/
12.07
T
9
9
59.30
9.75
34.684
100 t
10

,,

1930
2.4881
12.0734
59.31 9.75
34.684
100
1
/10
12

,,

1930
2.481/
8

12.077/
8

59.324
9.75
34.694
10011
10

Laagsted.w.1)
2.48%
12.07
59.274 9.744
34.64
99111
Hoogste d.wl)
2.48
11
1
12.08
59.33
9.754
34.70
100
1
/10
5 Mei

1930
2.483/
12.07
59.30
9.75
34.66
100 i/
28 April 1930
2.4834
12.07i
59.32
9.744
34.70
10011
Muntpariteit
2.4834
12.1034
59.26
9.75
34.59
100

Data
Zwit-
ser an
Weenen
Praat
Boeka-
Milaan
Madrid
rest
1)

6 Mei

1930
48.1334
35.05
7.354
1.49
13.024
30.424
7

,,

1930
48.151,
35.0734
7.364
1.49
13.034 30.524
8

,,

1930
48.15
35.0734
7.364
1.49
13.034
30.274
9

,,

1930
48.1434
35.0734
7.364
1.49 13.03
30.324
10

,,

1930
48.11
3 5.0 734
7.364
1.49


12

,,

1930
48.12
35.0734
7.364
1.49
13.03 30.31
Laagsted.w.l)
48.08
35.-
7.354
1.48
13.01
30.20
Hoogsted.wl)
48.16 35.09
7.37
1.50
13.044 30.60
5 Mei

1930
48.1434
35.05 7.354
1.49
13.02 30.69
28 April 1930
48.17 35.05
7.351
1

1.49
13.014 30.84
Muntpariteit
48.-
1
35.-
2
)118._
13.09
48.52

Data
Stock-
1

Kopen-
Oslo
•)
Hel-
Buenos-
Mon
holm ‘)
hagen”)
for
fi,
Aires
1)
treal
1)

6 Mei

1930
66.70
66.50
66.524
6.25.:
9534
2.475/
7

,,

1930
66.70 66.50
66.524
6.25
9634
2.4734
8

,,

1930
66.724
66.50
66.52k
6.25
9634
2.47%
9

1930
66.70
66.50 66.52
6.25
9634
2.4734
10

,,

1930
66.70 66.50
66.521
6.254
9534
2
.47+*
12

1930
66.70 66.50 66.50
6.254
9534
2.48
Laagsted.w.l)
66.65 66.45 66.45
6.244
95
2.4734
Hoogste d.w
1
)
66.724
66.524
66.55
6.26
97
2.4834
5 Mei

1930
86.724
66.50
66.524 6.254
9634
2.4734
28 April 1930
66.774
66.524
66.524
6.26
9634
2.4834
ltuntpariteit
66.67′
66.67 66.67
6.264
105%
2.48%
“) Noteering te Amsterdam. **) Noteering te Rotterdam.
Particuliere opgave.
Wettelijk gestabiliseerd tusseben
7•534

en 7.21
1
15.
in het eerste nummer van iedere maand komt een overzicht
voor van een aantal niet wekelijks opgenomen wisselkoersen.

400.000 5 % 98 %

250.000 5 % 994%

180.000 5 % 994%
150.000 5 % 100%

830.000 8 % 100 % 340.000 5 % 100 %

80.000 74% 99 %

454

1
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

14
Mei 1930

KOERSEN
TE NEW
YORK.
(Cable).

a a
D
t
Londen
($
per
£)
Parijs

Berl/jn

Amsterdam ($ p.
IOOfr.)
($
p. 100
Mk)
($
p. 100 gid,

6 Mei

1930
4,86
3,923
23,87

1
40,25
7

,,

1930
4,8571
8

3,92k
23,86
40,244′
8

,,

1930
4,8571
8

3,92k
23,86%
40,24k
9

,,

1930
4,85
27
1
32

3,92k
23,8611
8

40,2411
6

10

,,

1930
4,85
27
1
82

3,92k
23,86
40,24
12

1930
4,8571e
392
K
2386K
40,2534

13 Mei

1929
4,85
5
1
33

3,90k
23,713i
40,21
untpariteit.
4,8667
3,9021
8

23,813.(
40I1

TE LONDEN.
KOERSEN

Plaatsen en Landen
Noteerings-
eenheden
26Apr.
1
1930
3Mei
1
1930
5110
Mei
’30
LaagsteHoogst
1
10Mei
193(0

Alexandri.. Piast.
p.0

973
9734

9771,

9791,6
97
375

37434

37534
375
Bangkok…. Sh. p.tical

I/lO’/s

111051,

1I10TT

1/1034
1/1034
Budapest … Pen.
p £

27.84
27.80

27.78

27.82
27.80
Buenos Aires

d. p.$

43131
53

433.

43’1

4321
s

43
9
1
82

Calcutta
.
..
.
Sh. p. rup. 1j555164
11555/

1/517/
55

15
7
18
115
27
1
32

Constantin.. Piast.p.

1.025 3.025

1.025

1.025 1.025

Athene …….Dr. p.

375

Hongkong ..

Sh. p.
$

116
18
/52

1/68/
16

1/534

1!65/s

116
2/0si

2/0
11
/
32
21071,
210
25
/
64

Lissabon …. Escu. p.
£

10834
10834

108’1

1083/
10834
Mexico
1)
….

$
per
£

10.20 10.25

10.15

10.35
10.25

Kobe

…….Sh. p. yen

2
1
0
I1

Montevideo
.

d.per

4534 4534

453f

4634
4534
Montreal …

$
per
£

4.86U
4.863 4.87k 4.883.
4.87.
Rio d. Janeiro d. per Mii.

5
17
1
22

518

527135

5571
5651

Shanghai … Sh. p. tael 1
1
1
1134
1111
1r
3
g

110
T
s
w

111]
1/10,?
Singapore ..

id. p.
$

213
27
1
213
47
1
a
213
21
1
33
2/3
1
5155
213
47
1
Vaiparaiso
2)

$
per £

39.93
39.93

39.92

39.94
39.92
143.341
Warschau ..

Zi. p. £

1
4381

43.351

43.31

43.39
1)
In het vereolg worden de
Mcx.
$
niet meer In penc. doch
In
£
genoteerd.

2)
90 dg.

ZILVERPRIJS
GOUDPRIJS
5)

Londen’) N.York’)
Londen
5 Mei

1930..

1991,

423,
5 Mei

1930….
8411134
6

,,

1930..

1934

4234
6

,,

1930…..
8411134
7

,,

1930..

1971,,

42
7

,,

1930…
.
8411134
8

,,

1930..

1934

4234 8

,,

1930…..
8411134
9

,,

1930..

1931

4171
5

9

,,

1930….
8411111
8

10

,,

1930..

19
5
1,

4134
10

1930….
8411181
11
Mei

1929.. 2534

543/
11
Mei

1929….
8411134
27

Juli

1914..

24i5,,

59
27

Juli

1914…..
84111
9
In pence p.oz.8tand.
2)
Forelgn sliver
In
$c. p.oz.
line.
5)
In 8h.
p.oz.fine

STAND VAN ‘s
RIJKS KAS.

Vorderingen.
1

30April1930
1

7Mei 1930


/
13.562.982,39
Saldo b. d. Bank voor Ned. Gemeenten
/

37.237,78
,,

151.697,57
Voorschot
op
ultimo Mrt.’1930
aan
de
gem.
op
voor haar door de Rijks-
administratiete heffen gemeentelijke
inkomstenbelasting en
opc. op
de
Rijksinkomstenbelasting… ………
.,,

34.273.786,11

34.273.786,11

Saldo bij ‘de Ned. Bank
……….
……..

Voorschotten aan Ned.-lndig ………
.,,

42.119.344,62
,,

45.528.191,08
Id. aan

Suriname …………………
,,

11.241.797,27
Id.

aan

Curaçao ………………….
.,,

1.947.300,96
,,

1.947.240,96
Kasvord. weg. credietverst. ajh. buitenl

….11.273.869,89

117.958.331,94
113 179.339,11
Daggeldleeningen tegen onderp

»

13.000.000,-
Saldo der postrekeningen van Rijks-
comptabelen

…………………..
23.372.651,26
25.028.023.11
Vordering
op
het Algemeen Burgerlijk
..

– –
Pensioenfonds
1)

…………..
Vorderingopanderestaatsbedrijveni)
.,

14.580.133,16
,.

13.731.318,75

VerpIl_c h t
i
n_gen.

Voorschot door de Nederl. Bank ingee.
art. 16 van haar octrooi verstrekt.,
t

10.430.228,64

Voorschot door de Ned. Bank inrek.
courant verstrekt
………. . …….
– –
Schatkistbiljetten in omloop
………
.124.
,,

875.000,.-
/
132.698.000,-
Schatkistpromessen in
omloop ……
,,

62.240.000,-
56.430.000,-
Waarvan direct bij de Ned. Bank

….

.

Daggeldieeningen

……………………

Zilverbons in

omloop ……………
Schuld

het Alg. Burg. Pensioenf.’)
aan
.,,

6.987.884,-
136.372,87
6.633.355,50 232.916,67
Id. a.
h.
Staatsbedrijf d.
P., T.
en
T.’)..
,
,,

36.008.016,61
,, ,,

46.780.358,29
Id. aan andere Staatsbedrijven
1)
– .

Id. aan diverse instellingen’)
………..
8.423.766,65
,,

8.452.568,74
1)
In rekg.-crt. met
‘s
Rijks Schatkist.

NEDERLANDSCH.INDISCHE VLOTTENDE SCHULD

NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 12 Mei 1930.
Activa.

Binnenl.WisHfdbk.

f
38.998.819,41
sels,Prom., Bijbnk. ,,

885.832,17
enz.in
disc. Ag.sch. ,, 13.544.367,69

Papier o. h. Buiteni. iilisconto ……

Idem eigen portef. .
f
236.622.107,-
Af :Verkochtmaar voor
de bk.nognietafgel.

• 236.622.107,_

11.384.859.48
ci. vrsch. Bijbnk. ,,

Beleeningen { Hfdbk.

29.989.657,73
m
in rek.-crt.
op onderp. Ag.sch.,,55.651.383,94

f
97.025.901,15

Op
Effecten
……
f

95.107.890,60
Op
Goederen en Spec.,,1.918.010,55
97.025.901,15
Voorschotten
a.
h. Rijk
……………..

,,

Munt en Muntmateriaal
Munt, Goud
……
f

84.895.820,-
Muntmat., Goud ..,,367.023.308,64

f
431.919.128,64
Munt, Zilver, ènz..
,,

25.514.976,36
Muntmat., Zilver..


457.434. 105,_
1
)
Belegging
1
1

kapitaal, reserves en pen.
sioenfonds

……………………,,
25.696.090,39
Gebouwen en Meub. der Bank
……..,,
5.200.000,_
Diverse rekeningen
………………,,
44.165.899,38

Passiva.

f
919.573.122,19

Kapitaal
……………………….
f
20.000.000,-
Reservefonds
… …………………

,,
7.106.550,55
Bijzondere reserve

………………,,
8.000.000,-
Pensioenfonds

………………….,,
6.620.139,76
Bankbiljetten in
omloop …………..

,,
835.180.460,-
Bankassignatiën in
omloop ……….,,
276.920,99
Rek.-Cour.
5
Het Rijk
f
18.757.721,47
saldo’s:

‘1,
Anderen

14.261.505,46
33.019.226,93

Diverse rekeningen
……….. …….

,,
9.369.82396

f
919.573.122,19

Beschikbaar metaalsaldo
………….
f
109.628.866,61
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop
dan waartoe de Bank gerechtigd
is ,,
274.072. 165,-
‘)
Waarvan in het buitenland
/
23.890.447,18.
Voornaamste posten in duizenden
guldens.

Ooud
Andere
Beschikb.
Dek-
Data
Munt
1
Munfmaf. Circulatie
opeischb.
sShulden
Metaal-
saldo
1
)
kin
ga
perc.

12 Mei

’30
64.898 367.023
835.180
33.296
109.629
53
5

,,

’30
64.900 367.023 865.574
13.598
118.157
52
28April ’30
64.910
367.023
829.429
18.873
124.864
54
22

,,

’30
64.918
367.023
812.804
16.676 123.953
55
14

’30
64.921
367.023
815.200
1
8.040
125.308
55
7

’30
64.929
367.023
819.893
13.253
109.629
55

13 Mei

’29
06.221
370.817 826.672
16.047
119.835
54
25
Juli

’14
65.703 96.410
310.437
8.198
43.521
54

Totaal
Schatkist-
8
ee-
Papier
Diverse
Data
bedrag
promessen
1
e
n ngen op het
1

reke
disconto’s
rechtstreeks
bulteni.
ningen
1
)

12 Mei

1930
53.429

97.026
236.622
44.166
5

,,

‘1930
53.238

129.954
224.308
45.128
28April1930
52.105

93.169
213.210
47.368
22

1930
51.647

94.744
210.071
43.320
14

,,

1930
51.163

99.044
209.348 35.054
7

,,

1930
51.486

104.192
204.394
31.940

13 Mei

1929
131.959

110.170
137.329
37.455

25 Juli

1914
67.947

61.686 20.188
509
‘1 seaert oen Oankstaal van 14 Jan.

29 weaer op ae nasIs van
metaaldekking.
2)
Sluitpost activa.

SURINAAMSCHE BANK.

Voornaamste posten in duizenden guldens.

10 Mei 1930

Vorderingen:
Saldo

bij

‘s

Rijks kas
……..
……..


……


Saldo bij de Javasche Bank…………….
Verplichtingen:
Voorschot
‘s
Rijks kas
.
………….

f
43,651.000,-
/
47.975.000,-
Schatkistpromessen

……….


Betaalmiddelen in
‘s
Lands Kas


– –
Muntbiljetten In omloop
………….

.
,,
30.512.000,-
Waarvan Muntbiljetten
…………….

Schuld aan het Ned.-lnd. Muntfonds.,,
3.182
000,-
,,

3.261.000,-
Idem aan de Ned.-Ind. Postspaarbank.

.31.398.000,-

1.012.000,-
»

1.021.000.-
Voorschot van de Javasche Bank….

»
31,871000,-

»
32.968.000,-

Dato
Metaal
ci
,
s
Ç
,
“JoPeischb.
Andere
Discont.

Di

k

g
ni

i

29 Maart1930..
8102
1.478
700 1.035
381
22

,,

1930-
821
1

1.303
596
1.046
392
15

1930-
846
2

1.460
682
1.050
407
8

,,

1930..
880
2

1.515
628
1.042
397

30 Maart1929….
831.
1.664
662
1.031
345

5
Juli

1914…
045
1.100
660
736
396

1
)Slultp. der activa. 2)
f
100.000 bij de Ned. Bank gedep.

14 Mei 1930

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

455

JAVASCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens. be
samengetrOk-
ken cijfers der laatste weken zijn telegrafisch ontvangen.
Andere
IBeschikb.
Data
Goud
Zilver
Circulatie
opeischb.
metaal-
schulden
saldo

10 Mei 1930
168.100
278.400
48.200 37.460
3

,,

1930
168.700
272.500
49.100
40.060
26 Apr.1930
169.300
269.400
52.200 40.660

12Apr.1930 ‘13888
31.519 276.077
43.282
42.662
5

,,

1930
138.815

31.136
269.985
44.078 44.326
29Mrt.1930
139.153

29.976
270.248
38.913
45.464
22

,,

1930
139.162

28.316
273.080
36.952
43.466

11 Mei 1929
162.043

21.568
307.847
31.093
48.035
12 Mei 1928
174.261

18.411
306.290
38.528
124.043

25 Juli1914
22.057

31.907
110.172
1

12.634
4.842

Data
Dis-

1–betaalb.

Wissels,
buiten
Belee-
Diverse

bek-
kings-
conto’s N.-Jnd. _____________

ningen
n[ne’

g
percen-
lage

10Mei1930

150.700

51
3

,,

1930

148.300

•*S

52
26Apr.1930

147.600

.5′

53

12Apr.1930

9.041

35.357

55.409

32.216

53
5

,,

1930

8.699

30.870

52.948

40.155

54
29Mrt. 1930

8.780

31.004

53.621

31.844

55
22

,,

1930

8.979

32.672

57.674

34.073

54

ii Mei 1929

8.300

25.854

77.746

44.306

54
12 Mei 1928

13.487

18.193

63.180

63.787

56

25 Juli1914

7.259

8.395 1

47.934

2.228

44
1) Sluitpost activa.

2)
Basis
11

metaaldekking.

BANK VAN ENGELAND.
‘norna:imste posto in duizenden ponden sterling.

Bankbilj.
Bankbilj. Other Securities
Data
Metaal
in
in Banking
Disc, and
s

ii
circulatie
Departrn.
Advances

ecur

es

7 Mei

1930
164.502 358.491
65.082
6.555
9.609
30 April 1930
184.284
358.822
64.520
6.755
9.999
23

,,

1930
163.843
362.184
60.703
6.804
10.274
16

,,

1930
160.788
361.322
58.501
6.386
10.443

9

1930
160.781
359.250
60.579
6.288
11.063
2

1930
157.125 357.265 58.924
10.310
12.706

8 Mei

1929
160.880
362.794
57.419
11.607 15.706

22 Juli

1914
40.164 29.317
33.633

Data
00v.
Sec.
Public
Depos.

Other Deposits

1
Other
,

Ba,zkers Accountsl

1
Reserve1
Dek-
kings-
1
perc.’)

7 Mei ’30
56.363
16.211
68.534 36.034 66.012
54191t,

30Apr.’30
59.238
21.002
66.62
36.561
65.462
521
9
1
23

’30
58.053
17.314
66.011 35.779 61.659
51
23
1
32

16

,,

30
58.283
14.799
65.816
36.303
59.467
50151
15

9

’30
55.862
15.168
65.251 36.657
61.531
52’1
2

1
30
54.022
18.422
62.834
37.358
59.860
50131
22

8 Mei ’29
39.782
8.680
63.223
35.532
58.086
54

22 Juli ’14
11.005
13.736
42.185
29.297
52
1)
Verhöudlng tusschen Reserve en L)eposits.

BANK VAN FRANKRIJK.
Voornaamste posten in mihioenen francs.

1
Te goedl
Wis-
1
Waarv.
Belee-
Data
Goud’) ZiiverJ
in het
sels

op het
1
nin
g
en

]
Renteloos
voorschot
buitenl.1
buiteni.
a.d.Staat

2 Mei ’30
42.350
287
6.886
23.732
18.743
2.750
3.200
25Apr.’30
42.351
282
6.902
24.440
18.736
2.592
3.200
18

,,

’30
42.334 279
6.938
23.520
18.756
2.623
3.200
11

’30
42.325
274 6.898
23.447
18.750
2.652 3.200

3 Mei ’29
36.462
732
8.045
24.849
18.372
2.440
3.200

23 Juli’141
4.104 1
640

1.5411
81 769 11

Bonsv.d
1
1

Rekg, Courant
Data
zei/st.

Diver-
sen’)
Circulatte
1

2ift.

Parti-
stt
lamort.k.culieren
a
mort. k.

2 Mei ’30
1

5.395
1.887
72.373
3.553
2.041 6.776
25Apr.’30
5.395
1.701
70.770
3.723
2.831
8.007
18

,,

’30
5.395
1.627
70.900 3.378 2.923 7.050
11

,,

’30
5.395
1.742
71.245
3.516
3.006
6.739

3 Mei ’29
5.798
1.784
63.828
5.333 5.954
7.097

23Juli’14


5.912
1

401

943
2)
Bij
de stabilisatie is de goudvoorraad gewaardeerd volgens de
nieuwe waarde van den franc.
2)
Sluitpost activa.

DUITSCHE RUKSBANK.
Voornaamste posten in millioenen Reichsmark.

Daarvan

DeviezenAndere
Data

Goud

bij bui-

als goud-

wissels

Belee-
tenl. circ.

dekking

en ‘

ningen
banken 2)

geldende

cheques

7 Mei

1930

2.565,4

149,8

330,2

1.853,5

53,6
30 April 1930

2.565,5

149,8

327,4

1.939,1

135,5
23

,,

1930

2.557,1

149,8

354,9

1.630,5

55,4
15

,,

1930

2.550,1

149,8

357,4

1.765,7

67,4
1930

2.544,4

149,8

350,3

2.027,0

56,3
7 Mei

1929

1.765,6

59,9

53,6

2.783,5

208,7
30 Juli 1914

1.356,9

750,9

50,2

D

Effec-

Diverse

Circu-

Rekg.-

Diverse
a 0

ten

Activa2)

latie

Crt.

Passiva

7 Mei

1930

93,1

608,0

4.403,7

601,4

– 163,1 30 April 1930

93,1

580,7

4.664,2

536,5

162,0
23

,,

1930

93,1

627,7

4.109,9

732,5

158,8
15

,,

1930

93,1

606,6

4.308,7

638,3

160,3
7

,,

1930

93,1

511,6

4.567,4

519,4

159,5
7 Mei

1929

92,9

514,0

4.442,4

•584,8

294,8
30 Juli

1914

330,8

200,4

1.890,9

944,-

40,0
‘;unoeIast.
‘)
W.O. I0,2J,
Ib, 7 Îprii ’30,
7 Mei29, resp. 50; 18; 71;
58;
45; 43 miii.
NATIONALE BANK VAN BELGIE.
Voornaamste posten in millioenen Belgas.

Goud

.,j

Rekg. Crt.


5

0 Data

,
1930
00

8 Mei

1195

646

45

802

31

315

2.907

4

88
1

,,

1195

654

45

827

46

314

2.932

27

87
24 Apr.

1183

615

45

829

29

314

2.877

23

82
16

1183

635

45

841

41

314

2.896

40

88
10

,,

1182

613

45

829

40

314

2.902

19

70
8 Mei
1

962

455

44

733

41

342

2.470

10

58
‘) 192&.

VEREENIGDE STATEN VAN NOORD-AMERIKA.
FEDERAL RESERVE BANKS. Voornaamste posten in millioenen dollars.

Goudvoorraad

Wettig

Wissels
betaal-
Data

1
Dekking

middel,

In her-

In de
Totaal

1

F. R.

Zilver

disc.
V.
d.

open

bedrag

Notes

etc.

markt
member
banks

gekocht

16Apr.’30

3.031,5

1.729,3

177,4

213,8

302,4
9

,,

30

3.037,3

1.745,8

184,1

226,2

267,0
2

,,

’30

3.021,7

1.745,1

187,2

.

241,1

301,3
26 Mrt.’30

3.051,0

1.769,7

191,1

206,8

256,5
19

,,

’30

3.036,0

1.736,9

185,1

205,6

185,0
12
,,

’30

3.039,2

1.709,9

183,7

286,3

256.5

17Apr.’29

2.779,5

1.358,6

176,5

994
$

141,0

Data

in
u.
s.

Notes

i
totaal

Gestort

Dek-in circu-1

Kapitaal

kin ga-Oov.Sec.

latie

1

perc.l)

Belegd

Ti

ïZi

A
k
Ve
~

16Apr.’30

535,4

1.547,9

2.443,1

174,2

75,9

80,4
9

,,

1
30

527,3

1.558,3

2.395,5

174,2

76,8

81,5
2

,,

’30

530,4

1.576,1

2.443,0

174,2

75,1

79,8
26 Mrt.’30

529,0

1.572,9

2.388,5

174,3

77,0

81
5
8
19

,,

’30

561,4

1.583,7

2.319,5

172,2

77,7

82,5
12
,,

’30

514,1

1.609,0

2.381,4

172,2

76,2

80,8

17Apr.’29

161,4

1.653,2

2.379,8

155,1

68,9

1

73,3
)
vernouuing totasen gouavoorraaa tegenover
opeiscnoare
schulden: F. R. Notes en netto deposito.
3)
Verhouding totalen
voorraad muntmaterlaal en wettig betaalmiddel tegenover idem.

PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HET
FED. BES. STELSEL.
Voornaamste posten in milhioenen dollars.

Dis-

irvel

Data

Aantal

conto’s

Beleg-

bij de
1

Totaal

Waarvan
banken

en

gingen

F. R.

1

sito’s

t
deposits
beleen.

banks
t

depo-

1

time

9Apr.’30

75

16.829

5.731

1.714
1
20.483

7.102
2

,,

’30

82

16.918

5.721

1.739
1
20.838

7.088
26Mrt.’30

47

16.885

5.678

1.719
1
20.528

7.085
19

’30

51

16.847

5.667

1.653

20.331

6.975
12

’30

95

16.704

5.528

1.733 1 20.100

6.948

10Apr.’29

706

16.454

5.939

1.672

20.099

6.789
Aan bet
e,nd van ,ecler
kwartaal
worat een ovevz,cfl2
gegeven van enkele niet wekelijks opgenomen bankstaten.

456

.

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

14 Mei 1930

GOEDERENHANDEL

GRANEN.

13Mei 1930.

De regeering der Vereenigcle Staten heeft een bericht
gepubliceerd over den toestand, waarin de te velde staande
wintertarwe verkeerde op 1 Mei en een schatting van de
opbrengst. De bebouwde oppervlakte werd geschat op
38.676.000 acres tegen een oppervlakte, waarvan in liet
vorige jaar geoogst werd, van 40.162.000 acres. De gem]d-
delcie conditie wordt op 1 Mei geschat op 76,7 tegen 77,4
op 1 April en 83,6 op 1 Mei 1929. Uitgaande van deze
gegevens neemt het Amerikaansehe regeeringsbureau aan,
dat een opbrengst van ongeveer 13,6 bushel per acre mag worden verwacht, hetgeen een opbrengst zou beteekenen
van 525.070.000 bushels. De laatste schatting in het vorige
seizoen van de opbrengst was 578.336.000 bushcls. Deze of-
ficieele raming is lager clan waarop iarticu1iere experts
de opbrengst hadden geschat. Het gemiddelde, waartoe deze
kwamen, was 543.000.000 bushels. Hoewel het lage schat-
tingscijfer van de Amerikaansche regeering een hausse-
argument is, heeft de markt daarop lechts matig ge-
reageerd. Een der oorzaken van het lagerschatlingscijfer
was namelijk de in het wintertarvegebiecl heerschende
droogte en sedert 1 Mei is in dat gebied veel regen geval. len, welke aan de tarweplanten ten goede is gekomen. De
latere berichten melden dan ook een algemeene verbetering
in den toestand, behalve in sommige gedeelten van Kansas
en Oklahoma, waar nog over droogte wordt geklaagd. Voor-
al in het Westen van Kansas wordt weinig regen gemeld.
Behalve dat men dus in handelskririgen de meening is toe-
gedaan, dat de vooruitzichten op het oogenblik gunstiger
zijn dan door het regeeringsrapport wordt aangegeven,
lijken op het oogcnblik ook cle vooruitzichten in het zomer-
tarwegebied van de Vereenigcle Staten gunstig. Met den
uitzaai is men zoo goed als gereed gekomen. In dc vroege
districten komt de tarwe goed op en in de streken, waar
later gezaaid is, verwacht men, dat dat ook het geval zal
zijn als gevolg van onlangs gevallen overvloedigeii regen.
Ook in Canada waren de weersomstandigheden gunstig
voor den uitzaai van zomertarwe en in de i’rairie-Provin-
cies is nen met deze werkzaamheden grootendeels gereed
gekomen. De conditie wordt daar op het oogcnhlik op 92
pCt. geschat. Ook uit Argentinië en Australië komen op
het oogenblik gunstige berichten. In beide landen is men bezig met het ploegen en tengevolge van regen verwacht
men, dat de grond gunstig is voor den uitzaai. In Europa
hoort men over de te velde staande wintergranen weinig
klachten en in cle meeste landen ontwikkelen zij zich naar
wensch. Alleen iii Oostenrijk verlangt men naar regen,
hoewel de vooruitzichten ook daar op het oogenblik nog alle reden tot tevredenheid geven. In Duitschianci lijken
de vooruitzichten op het oogenblik beter dan in het vorige
jaar. Volgens een onlangs gepubliceerd regeeringsrapport wordt de toestand van wintertarwe aangegeven per 1 Mei
met 2,3, van winterroge met 2,4 en van wintergerst met
2,5. In het Duitsche systeem becluidt 2 goed en 3 geniid-deld. Op 1 Mei van het vorige jaar werd de toestand aan-
gegeven door 3 voor wintertarwe, 2,9 voor winterrogge en
3.5 voor wintergerst. De wereldverschepiugen van tarwc
zijn weder iets grooter geworden, doch vooral tengevolge
van de kleinere verschepingen uit Argentinië nog belang.
rijk kleiner dan in het vorige jaar. In dit seizoefl onder-
vinden Amerikaansche tarwesoorten lang niet die concur-
rentie n Plata-tarwe, welke er in het vorige seizoen be-

stond, tengevolge van den kicineren Argentijnschen oogst
en het lichtere natuurgewricht der tarwe. Vai deze omstan-
digheid maken houders van tarwe in dc Vereenigde Staten
en Canada gebruik om een grooter aandeel vail den ver-
koop naar Europa voor hun rekening te nemen. Geregeld
komen zaken in llardwinter en Man itoba’s tot stand, hoe-
wel van levendigeu haudel nog steeds niet gesproken kan worden. ])c voorraden tarwc in Englaud varen gedurende
langen tijd drukkend, doch zijn sedert aanmerkelijk ver-
minderd. Zij werden op 1 Mei geschat op 1.240.000 qnar-
ters tegen 1.630.000 quarters op 1 April en 1.200.000 quar-
ters op 1 7dci vai het vorige jaar. In ])uitschlancl zijn de
voorraden, mccle tengevolge van de bepaling, (lat 50 pOt.
inlandsche tarwe moet worden vermalen, sterk vermin-
dercl. Volgens een niet-officieele schatting bedroegen de
voorraden in handen der boeren op 15 April 2.200.000
quarters tarwe tegen 4 millioemi quarters op 15 Maart en 3 millioen quarters op 15 April 1929. :De vraag naar bui.
tenlandscho tarwe blijft in Europa klein en slechts matige
omzetten komen tot stand. Frankrijk is geregeld als
exporteur van tarwe aan de markt met belangrijke hoe-
veelheden, welke in de omliggende landen, ook in Neder-land, worden verkocht tot aanmerkelijk lagere prijzen dan
die, welke voor de Amerikaansche harde soorten moeten
worden betaald. Ook Australische tarwe vindt geregeld af-
trek in Engeland, alsook in Italië, waar de voorraden van
den ouden oogst beginnen te minderen en waar men goede
vraag blijft verwachten tot dc nieuwe oogst aan de markt
zal zijn. De termijnmarkt te Chicago bleef
01)
enkele dagen
na vrij stationnair, daarna trad n,% dc publicatie van de
Amerikaansche oogstraming eenige verhooging in. Verge-
leken bij een week geleden sloot de Mei-termijn te Chicago
3Y
4
dollarcents per 60 lbs. hooger, cle Juli-termijn 3Y
2
dol-
larcents hooger. Winnipeg was gisteren gesloten. Vergele
ken bij een week geleden was het slot voor Mei op Zater-
dag 1% dollarcents per 60 lbs. hooger, voor October 1
1
%
dollarcents per 60 lbs. hooger. Ook in Argentinië waren cle
fluctuaties aan de termijnmarktcn niet groot. Het slot was
te Buenos Aires 4 cents per 100 X.G. hooger en te Rosario
onveranderd.

Dc in ])uitscliland hij cle boeren op 15 April aanwezige
voorraad e o g ge werd geschat op 9.200.000 quarters tegen
11.500.000 quarters op 1.5 Maart en 8.300.000 quarters op
15 April van het vorige jaar. De Duitsche regeerig zettè
haa.r pogingen voort om de roggevoorradën te doen ver-
minderen en in omliggende landen te verkoopeim. Om dit
te bereiken zal tle waarde van de.,,Ausfuhrscheine” van
rogge verhoogd worden van 6 tot 9 Mark per 100 KO.,
waardoor men een vergrooting der omzetten hoopt te
verkrijgen. Ook zijn geregeld offertes aan cle markt van rogge ter verscheping in Juli, op welken termijn vrij be-
langrijke zaken tot stand zijn gekomen. De vooruitzichten
van den nieuwen oogst blijven op het continent gunstig.
Het Amerikaansche oogstbericlit schat cle opbrengst van
winterrogge op 46.831.000 bushels tegen 44.366.000 bushels
op 1 Mei van het vorige jaar en een definitieve schattiug
in het vorige jaar van 40.630.000 bushejs.
Voor m af s was vooral iii de eerste helft der afgeloo-
pen week de stemming flauw door gebrek aan vraag en
ruim aanbod van Donau-maïs. Hoewel de coiisumptievraag
op de meeste (lagen verre van lcvzndig was, verbeterde cle
toestand langzamerhand en kon voor Donau-mais in stoo-
mende posities en op aflading in cle tweede helft der afge-
loopeu week eenige guldens per last meer gemaakt worden.
])e aanvoeren van Donau-mais in de uitvoerhavens zijn

N.V.

INDUSTRIEELE DISCONTO MAATSCHAPPIJ

AMSTERDAM

LONDEN

BERLIJN

PARIJS

}(OPENHAGEN

Maatschappelijk Kapitaal
f
25.000.000.—

Volgestort geplaatst en reserves
f 13.400.000.-

De Maatschappij financiert de aanschaffing op termijnbetaling

van Industrie-machines, Landbouwmachines, Zuivel-

installaties, Kantoor- en Winkelmachines,

Bedrijfsautomobielen, enz. enz.

14 Mei 1930

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

457

AANVOEREN in tons
van 1000
KG.

Rotterdam
Amsterdam

.
Totaal

Artikelen
41
1
0 Mei
Sedert
Overeenk.
41I0 Mei
Sedert
Overeenk.
193
1 929
1930
1 Jan. 1930 tijdvak 1929
1930
1Jan. 1930 tijdvak 1929

20.053
475.061
596.114
500
11.930 50.373 486.991
846.487
Tarwe

……………..
Rogge

……………..
2.567
153.458 64.157
715
18.827

172.285 64.157
440
5.463
9.581
150
1.149
8.612
9.581
Boekweit ………………
MaIs ………………
375.457
264.772 2.418 66.200
83.633
441.657 348.405
6.014
187.328
154.138
157
16.494
1.521
203.822
155.859
3.145
80.008 82.387
:

450
2.602
2.029
82.610
84.416

23.
.056

24.310
54.540 7.940
108.116 133.666
1

132.426 188.206

Gerst

……………..
Haver

……………..
Lijnzaad

……………100
Lijnkoek …………..
..
1.796
64.549
84.304
– –
150
64.549
84.454
3.073
.
35.406
34.541

10.735 12.286
46.161 46.827
Tarwemeel

………….
Andere meelsoorten
840
7.994
7.314



7.994
7.314

op het oogenblik niet groot, omdat de boeren nog druk
bezig zijn met den arbeid te velde. Het aanbod van afladers
aan den Donau was in de afgeloopen week dan ook niet
dringend, doch over korten tijd wordt een ruimer aanbod
uit Roemenië verwacht. Tot de oploopende prijzen hebben
geregeld flinke omzetten in Donau.maïs plaats gevonden.
Ook de verkoop van eenige ladingen in Engeland heeft tot de verbeterde stemming medegewerkt. Verschepingen van
Plata-maïs van den nieuwen oogst worden door regen in
Argentinië vertraagd en blijven in omvang bij die van het
vorige jaar ten achter. De stoomende voorrad is dan ook
aanmerkelijk kleiner dan in het vorige jaar, doch de vraag
voor Plata-mals is verre van levendig, ook al tengevolge
van het feit, dat de prijzen voor Plata-maïs belangrijk hoo-
ger zijn dan die voor Donau-maIs. Wanneer de kwaliteit der
Donau-inaïs bij aankomst goed blijkt, zijn koopers meer
geneigd in hun maisbehoefte met Donau-maïs te voorzien
en gaan zij er niet meer zoo gemakkelijk toe over een groote
premie voor Plata-maïs te betalen. Ook voor stoomende
Plata-mals zijn de prijzen in den loop dezer week eenige
guldens per last verbeterd, ter verlading gedurende de
zomermaanden zijn ze vrijwel onveranderd gebleven. Het
is nog hoofdzakelijk de tweede hand, welke deze posities
het laagst. offreert. De Argentijnsehe regeering heeft een
schatting gepubliceerd van de opbrengst van mais van den
oogst, welke nu wordt binnengehaald. De bebouwde opper-
vlakte wordt geschat op 9.645.000 acres. In het vorige
seizoen werd van 8.690.000 aeres geoogst. De opbrengst wordt nu geschat op 29.582.000 quarters tegen de laatste
schatting van het vorige seizoen van 27.075.000 quarters.
Hierbij dient opgemerkt, dat de laatste schatting van het vorige seizoen te laag bleek te zijn en men is er dan ook
vrij algemeen in handelskringen van overtuigd, dat. zulks
ook het geval is met de nu geschatte opbrengst. De termijn-
markt voor mais te Buenos Aires is in het midden der
vorige week gestegen, doch sedert is weder eenige verla-
ging ingetreden. De Mei-termijn te Buenos ‘Aires sloot
15 cents hooger dan een week geleden en die te Rosario
10 cents.
In g e r s t zijn tot dalende prijzen belangrijke zaken tot
stand gekomen en toen voor mhïs eenige verbetering in.
trad, heeft deze voor gerst niet plaats gevonden. Plotseling
zijn de Russen weder met gerst aan de markt gekomen tot lage prijzen en dientengevolge kon van eenige prijsverbe-
tering geen sprake zijn. Gedurende de laatste dagen zijn
de prijzen voor gerst op het verlaagde niveau ongeveer
onveranderd gebelven en gaan de Russen voort daartoe ge-
regeld aanbiedingen te doen. Afladers aan den Donau heb-ben de verlaging der laatste dagen niet gevolgd en zijn niet
tot. de Russische prijzen aan de markt.
De prijzen voor Duitsche h a v e iS-soorten zijn in de af-
geloopen week geregeld verder gedaald, doch tegen het
einde der berichtsweek hebben zij weder eenige verhooging
ondergaan. In het begin waren de omzetten gering, doch
later is de vraag verbeterd en kwamen Vrij belangrijke om-
zetten tot stand. De voorraad haver in handen der boeren
werd op 15 April in Duitschiand geschat op 17.500.000
quarters tegen 23.500.000 quarters op 15 Maart en
17.500.000 quarters op 15 April van het vorige jaar.

SUIKER.

Aan de gstadige langzame daling der Suikerprijzen van den
laatsten tijd kon ook deze week nog geen weerstand geboden
worden, zoodat overal’ weder nieuwe laagte.records’ bereikt
werden.
In A m e r i k a begonnen enkele houders van ruwe suiker in een vasthoudende stemming doch moest men spoedig be.
zwijken voor den algemeenen druk. Met moeite was een prijs
van 1
1
/2
d.c. c. & fr. te bedingen. Koopers zijn nogterughoudend,
vooral voor latere termijnen.

De termijnnoteeringen in New-York brokkelden langzaam
af, en luidden aan het slot als volgt: Mei 1.39; Juli 1.44;
Sept. 1.53; Dec. 1.62 en Mrt. 1.71; terwijl de laatste noteering voor Spot Centr. 3.24 was.
De ontvangsten in de Atlantische havens der V. S. bedroegen’
90.000 tons, de versmeltingen 58.000 tons tegen 57.000 tons
verleden jaar en de voorraden 442.000 tons tegen 620.400 tons.
De laatste C u b a-statistiek luidt als volgt:

1930

1929

1928
Tons

Tons

Tons
Cubaproductie …………..4.250.000 5.000.000 3.965.000
Consumptie……………..24.630

51.000

51.000
Weekontv. afscheepbavens

136.495 164.461

93.552
Totaal sedert 1/1 …………2.361.370 3.545.671 2.731.472
Weekexport …………….157.210 135.927 71.141
Totale export sedert 1/1 ……768.446 2.150.120 1.395.290
Voorraad afscheephavens …..1.755.365 1.537.163 1.336.182
Voorraad binnenland ……..1.701.559 1.404.861 1.187.907
Aantal werkende fabrieken … 91 40 18

Voor de voornaamste landen van E u r o p a publiceert
C. Czarnikow de volgende cijfers voor de consumptie gedurende
de maanden October-Maart:

1929/30 1928/29 1927/28
Tom

Tons

Tons
Dnitsehland ……………..763.462

791.872

784.247
Tsjecho-Slowakije ………..192.014

196.882

197.110
Frankrijk ………………566.758

525.104

523.166
België …………………94.088

97.445

92.595
Nederland ………………125.779

123.200

118.797
Polen …………………..182.007

199.033

192.780
Engeland Geïmporteerd ……667.300 839.900 783.900

Binnenland ……..252.275 162.871

159.312

Totaal

2.843.683 2.936.277

2.851.907

Het verbruik is dus niettegenstaande de lage prijzen nog
teleurstellend.
De markt in E n g e 1 a n d was uiterst kalm. De noteerin-
gen op de Londensche termijnmarkt waren aan het einde der
week weer en. 3 d. lager dan het vorige slot.
Ja v a: Na de sporadische afdoeningen van de V.I.S.P.
in den laatsten tijd toIf 10,- voor witte suiker en / 9,- voor
No. 16 en hooger, werd thans het restant uit den ouden oogst
van ruim 40.000 tons witte suiker verkocht tot
t
9,- Met
belangstelling worden thans afdoeningen uit den nieuwen oogst,
waarvan slechts weinig verkocht is, tegemoet gezien. Intus-
sehen blijven koopers in het Oosten, vooral in Britsch-Jlndië nog
zeer terughoudend.
De markt h i e r t e 1 a n d e verkeerde in dezeilde weinig
hoopvolle stemming als al de andere. Den laatsten dag der
verslagweek trad echter een licht herstel in, mede tengevolge
van de prjshoudende stemming te Hamburg. De slotnotee-
ringen luidden als volgt: Mei
f
9
1
/
4
; Aug.
9/8;
Dec. / 10/
8
en
1′,frt / 10/
4
. De omzet bedroeg 4500 tons.

KATOEN.

l’larktbericht van de Heeren Sir Jacob Behrens & Sons.
Manchester, d.d. 7 Mei 1930.
De afgeloopen week in de Amerikaansche katoenmarkt is
merkwaardig geweest door het groote verschil in prijzen tus-
schen New-York en Liverpool. Van dezen kant is de voornaam-
ste invloed op het prijsniveau geweest de totale afwezigheid van zaken en over het algemeen zijn prijzen teruggeloopen.
In New-York zijn echter pogingen aangewend om noteeringen
op een hooger niveau te stabiliseeren, waardoor prijzen in
New-York overeenkomstig gestegen zijn. Doch deze poging
om prijzen op te zetten heeft alleen succes gehad voor de
nabije maanden en terwijl deze vaster zijn gewdrden, zijn de
latere oogstmaanden in prijs gedaald. Aan het eind van deze
week zijn wij dan ook tegenover het eigenaardige feit geplaatst,

453

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

14 Mei 1930

dat katoen in New-York duurder is dan katoen in Liverpool.
Egyptische katoen is gedurende de afgeloopen week gedaalde
speciaal voor Sakellaridis.
Er hangt nog een golf van depressie over de garenmarkt en
spinners zijn zeer om orders verlegen. In Amerikaansche
garens is voor directe behoefte wel wat omgegaan, zoowel voor
het Continent ads voor binnerilandsch gebruik en Indië blijft
aanvragen zenden en kleine hoeveelheden bundelgarens koopen,
zoowel ongebleekt als gebleekt. Door spinneis van Egyptische
garens zijn pogingen gedaan om prijzen op te zetten, daar
marges gedurende de laatste weken zeer ernstig gedaald zijn
en het blijft nog te bezibn in hoeverre deze poging succes zal
hebben. Tot nog toe zijn er slechts weinig zaken gedaah om
de markt te testen en alle spinners klagen er over, dat de zaken,
die nog gedaan zijn, slechts op kleine en zelfs oneconomische
hoeveelheden betrekking hebben.
In Manufacturen schijnt hier en daar wat gedaan te zijn en
het is werkelijk onmogelijk om iets definitiefs over den toestand
te schrijven. India zucht nog onder de boycotbeweging van
het Gouvernement en het is te hopen, dat de vastere politiek
yan de Regeering spoedig meer vertrouwen aan de handelaren
van dat land zal geven en zij niet door de actie der meer
extrême politici overvleugeld zullen worden. Er is nog geen
teeken, dat China met voorjaarsinkoopen begint. Wel komen
er enkele orders van Rangoon, de Straits en Java binnen. Over het algemeen is de toestand onveranderd en prijzen
kunnen zich vrij goed handhaven.

Liverpoolnoteeringen

Oost. koersen 2ij Apr. 6Mei
30Apr. 7Mei. T.T.opBr.-Indië 115
115
F:G.F. Sakellaridis 14,20 14,00 T.T.op Hongkong 1/
6
T

T
1
1
6
T

G.F. No. 1 Oomra 4,40 4,25 T.T. op Shanghai 1/11 1111b

Ontvangsten in- en uitvoeren van Amerikaansche havens.
(In dulzendtallen balen).

1
Aug.
’29
tot
2Mei’30

Overeen komstige periode

1928/29
1927128

Ontvangsten Gulf-Havens.
11

Atlant.Havens
}
8178

1

9080
7915

Uitvoer naar Gr.Brittannië
1226
1759
1244
,,’tVastelandetc.
3867
4170

1

4396
11

Japan ……
.1152
1374 880

Voorraijen.
(In dulzendtallen balen).

2Mei
1
30
Overeenkomstig tijdstip
—-‘
1929

1928

Amerik. havens ……….
1650 1334
1454
941
565
691 123

.

164
117
Binnenland

………….
New York

……………
421
251
349
New Orleans ………….
Liverpool

……………
354 658
591

KOFFIE.
In de afgeloopen week was de houding van de produc-
ticlauden in zeker opzicht in strijd met die van de termijn-
markten. Laatstbedoclde liepen onder den druk van ver-
koopen aanvankelijk een fractie terug, doch zij herstelden
zich spoedig en bij liet opmaken van dit Overzicht zijn de
noteeringen hooger (lan een week geleden (aan de Rotter-
damsclie termijnmarkt bedraagt dit verschil
Ys ii
% ct.
per i
K.G.).
Daarentegen liep Brazilië met de kost- en
vracht-aanbiedingen van Santos en grootendeels ook van
Rio dooreen ongeveer -16 5. 1/- per ewt. terug. Ook Ne-
derlaciclseh.jnclië is met cle cif-offertes van sommige Ro-busta-soorten iets lager. Gewasschen Robusta •is zelfs on-
geveer 1
3’i
ct. per
K.G.
gedaald en van de ongewasschen
sumatra-soorten is Palembang Robusta
Y
4
ct. lager; de
betere ongewasschen soorten bleven echter onveranderd.
Omtrent den toestand in Brazilië werd in cle laatste
(lagen geen nieuws vernomen. I)e leening van f20 millioen
van den Staat Sao Paulo is in de eerste dagen dezer
maand uitgegeven, doch het succes was niet groot. Hoe-
veel er door het publiek genomen is, werd niet officieel
bekend gemaakt, doch wel kan met zekerheid worden ge-
zegd, (lat een groot gedeelte ongeplaatst is gebleven en dus
nog in handen is van het Syndicaat. Niet alleen van den officieelen vertegenwoordiger van
cle Braziliaansche Regeeriog, doch ook van particuliere
zijde werd in de laatste dagen bericht, dat de volgende
Santos-oogst niet grooter zal zijn dan 6.500.000 balen.
Als oorzaak van dezen kleinen uitval wordt genoemd dc
droogte van verleden jaar en de kracht van dè daarna
te laat ingevallen regens. De boomen couden door een en
ander sterk geleden hebben. De volgende Rio-oogst wordt

STATISTISCH OVERZICW

TARWE
HardWinter
No. 2 loco
Rotterdam!
Arnsr
K
a1

ROGGE
AmericanNo.2
2
)
loco
Rotterdam
per 100 K.O.

MAIS
La Plata
loco
R’dam/A’dam
per 2000 K.G.

GERST Amer.No.2
.
loco
Rotterdam

200IG

LIJNZAAD
.
La Plata
loco
R’dam/A’dam
per 1960 K.G.

Hollandsche
bunkerkolen,
ongezeefd f.o.b.
R’dam/A’darn

PETROLEUM
Mid. Contin.
Crude
33 t/m 33.90
p

brI

IJZER
Cleveland Foundry No,
f.O.b.

KOPER
Standaard
Locoprijzen Londen
per Eng. ton

f1
0/
f1.
0
10
(t.
0(
f1.
0
1
0

f1.
01
0

f1.
01
$
01
Sh.
0
/s
ij
s

Jaargemidd. 1925
17,20
100,0 13,07
5

100,0
231,50
100,0
236,00
100,0
462,50
100,0
10,80
100,0
1.68
100,0
731- 100,0
62.116
100,0
1926
15,90
92,4
11,75
89,9
174,25
75,3
196,75
83,4
360,50 77,9
17,90
165,7 1.89 .112,5
8616
118,5
58.1/-
93,5
1927 14,75
85,8
12,47
5

95,4
176,00
76,0
237,00
100,4
362,50
78,4
11,25
,104,2
1.30
77,4
73/-
100,0
55.14-
89,7
April

1927 14,80
86,0
12,825
98,1
173,00
74,8 237,50
100,6
351,50 76,0
11,00
101,9
1.22
72,6
801-
109,6
55.216
88,8
Mei
15,75
91,6
13,575
103,8 172.75
74,6 258,25
109,4
373,75
80,8
10,95
101,4 1.22
72,6
74/-
101,4
54.141-
88,1
Juni

• 15,60
90,7
13,20
101,0 175,25
75,8 245,00
104,2
372,75
80,6
11,00
101,9 1.22
72,6
701-
95,9
54.216
87,2
)uli

15,10
87,8
12,05
92,2
171,50
14,1
235.75
99,9
367,75
79,5
11,10
102,8 1.22
72,6
701-
95,9
53.19j-
86,9
14,87
5

86,5
11,45
87,6
178,50
77,1
252,50 A
u
gustu
107,0
368,25 79,6
11,05
102,3 1.22
72,6
691-
94,5
55.516
89,0
September
14,70
85,5
12,15
92,9
179,50
77,5
233,25
98,8 369,50 79,9
10,90
100,9
1.22
72,6
65/-
89,0
54.131-
88,0
October

,,
13,72
5

79,8
11,45
87,6
178,75
77,2 230,50
97,7
359,00
77,6
10,90
100,9
1.22
72,6
65/-
89,0
55.51-
89,0
November
13,45
78,2
12,125
92,7
184,75
79,8
233,25
98,8 349,75 75,6
10,65
98,6
1.22
72,6
651-
89,0
59.11-
95,1
December
13,40
77,9
12,575
56,2
201,00
86,8
246,25 104,3
348,25
75.3
10,60
98,1
1.22
72,6
651-
89,0
60.21-
96,8
Januari

1928
13,50
78,5
12,70
97,1
207,50
89,6
247,75
105,0
361,00
‘78,0
10,30
95,4
1.22
72,6
651-
89,0
62.-/-
99,9
Pebruari

,,
13,80
80.2
12,875
98,5 226,50
97,8
243,75
103,3
361,00
78,0
10,00
92,6
1.21
72,0
651-
89,0
61.121-
99,2
Maart

,,
14,60
84,9
14,00
107,1
240,75
104,0
255,75
108,4
350,75 75,8 9,95
92,1
1.19
70,8
6516
89,7
61.316
98,6
April

,,
15,30
88,9
14,97
5

114,5
239,50
103,5
261,00
110,6
358,25
77,5
10,05
93,1
1.19
70,8
661-
90,4
61.1416
99,4
Mei

,,
15,30
88,9
15,47
5

118,4
238,50
103,0
260,75
110,5
372,00
80,4
10,60
98,1 1.19
70,8
661-
90,4
62.151-
101,1
Juni

,,
14,37
5

83,6
14,27
5

109,2
234,00
101,0
252,50
107,0
365,25
79,0
10,10
93,5
1.19
70,8
661-
90,4
63.171-
102,9
Juli

14,25
62,8
13,075
100,0
246,75
106,6
241,00
102,1
359,75 77,8
10,10
93,5
1.19
70,8
661-
90,4
62.181-
101,3
Augustus
12,00
69,8
12,620
96,6 214,75
92,8
226,75
96,1
350,75 75,8
10,05
93,1
1.21
72,0
661-
90,4
62.1016
100,7
September ,,
11,65
67,7
11,57
5

88,5
198,75
85,9
198,25
84,0
350,75
75,8
10,00
92,6
1.21
72,0
661-
90,4
63.8/-
102,1
October
12,27
5

71,4
12,27
93,8 218,50
94,4
189,50
80,3
366,00
79,1
9,95
92,1 1.19
70,8
661-
90,4
65.121-
105,7
November
12,325
71,7
12,07
5

92,4 227,25
98,2
185,50
78,6
386,25 83,5
10,20
94,4
1.18
70,2
661
90,4
67.181
109,4
December

,,
12,30
71,5
11,90
91,0 220,25
95,1
180,50
76,5
373,75 80,8
10,10
93,5
1.18
70,2
661–
90,4
70.3/-
113,0
Januari

1929
12,35
71,8
12,20
93,3
231,50
100,0 194,25
82,3
365,00 78,9
10,10
93,5
1.16
69,0
66/-
90,4
75.10/6
121,7
yebruari
12,725
74,0
12,65
96,7
236,00
101,9
194,75
82,5 357,25 77,2
12,90 119,4
1.11
66,1
66(6
91,1
78-16
125,7
Maart
12,65
73,5
12,62
5

96,6
233,00
100,6
191,75
81,3
359,00
77,6
12,00
111,1
1.11
66,1
671-
91,8
89.8/-
144,0
April
12,12
5

70,5
11,625
88,9
218,00
94,1
185,25
78,5
373,25
80,7
11,05
102,3
1.11
66,1
681-
93,2
82.1716 133,5
Mei


11,125 64,1
10,575
80,9
198,25
85,6
177,50
75,2
363,50
78,6
11,15
103,3
1.16
69,0
6916
95,2
75.4/6
121,2
juni
10,875
63,2
10,20
78,0
193,50
83,6
171,25
72,6
355,25
76,8
11,25
104,2
1.30
77,4
71/-
97,3
74.11/-
120,1
Juli

,,
12,80
74,3
11,20
85,6 218,50
94,4
191.25
81,0
415,50
89,8
11,25
104,2
1.30
77,4
7216
99,3 72.12(6
117,0
Augustus
13,125
76,3
10,75
82,2 202,50
87,5
182,75
77,4 452,50
97,8
11,25 104,2
1.30
77.4 72/6
99,3
73.17/-
119,0
September ,,
12,625
73,4
10,20
78,0
191,00
82,5
172,00
72,9
506,75
109,6
11,40
105,6
1.30
77,4
7216
99,3
74.191-
120,7
October

,,
November
12,10
11,775
70,4
68,5
9,875
9,20
75,6
185,00
79,9
168,00
71,2
516,50
111,7 11,25
104,2
3.30
77,4
7216
99,3
72.161-
117,3
,,
70,4
174,00
75,2
164,75
69,8
483,25
104,5 11,35
105,1
1.30
77,4
7216
99,3
70.51-
113,2
December

,,
12,625
73,4
9,35
71,5
166,00 71,7 163,75 69,4
482,00
104,4
11,75
108,8
1.30
77,4
7216
99,3
68.616
110,1
Januari

1930
12,675
73,7
9,35
71,5 149,25
64,5
151.25
64,1
433,75
93,8
11,75
108,8
1.21
72,0
7216
99,3
71.916
115,1.
Februari
11,725
68,2
8,17
5

62,5
139,00
60,0
135,75
57,5
398,50
86,2
11,75
108,8
111
66,1 7216
99,3
71.1216
115,4
Maart
10,90
63,4 7,15
54,7
143,50
62,0
125,00
53,0
390,00
84,3
11,55
106,9
III
66,1
701-
95,9
68.1916
111,1
ApriI
11,175
65,0
7,62
5

58,3
180,25
77,8
129,75
55,0′
431,00 93,2
11,35
105,1 1.165
69,3
6716

.
92,5
61.31-
98,5
5 Mei

,
10,30
59,9
7,20
-55,1
160,00
69.1
120,00
50,8
417,00
90.2
11,35
105,1
1.185
70,5
6716
92,5
49.1216
79,9
2

,.
10,40
60,5
6,60
50,5
148,00
63,9
114,00
48,3
400,00 86,5
11,35
105,1
1.185
70,5
6716

.
92,5
55.151-
89.8
Men
zie
voor de toelichting op dezen staat de nummers van 8 en 15 Augustus 1928 (No. 658 en 659) pag. 689190 en 709.
)
Western vôör de invoering van
1)
Manitoba
No.
3.
‘f
Zuid-Russische.

.

.

.

.

14 Mei 1930

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

459

thans Vrij algemeen aangenomen op 2.500.000 balen en
clie van Vietoria op 1.500.000 balen.

Volgens uit Brazilië ontvangen telegram is de limiet der
dagelijksehe aanvoeren in de haven van Rio voor de
tweede helft van Mei vastgesteld op 7.862 balen tegen
10.397 balen voor de eerste helft der maand.

Uit Mexico wordt bericht, dat de loopende oogst onge-
veer 25
pCt.
kleiner zal zijn dan die van verledsn jaar.

Aan de loco-markt bleven de officieele noteeringen on-
veranderd 41 ct. per %
K.G.
voor Superior Sautos en 35 et.
voor Robusta.

Zooals reeds hierboven vermeld, zijn de noteeringen aan
de Rotterdamsche termijnmarkt bij het afsluiten van dit
bericht iets hooger clan een week geleden. Dinsdag 13 dezer
des voormiddags waren de verschillende noteeringen als
volgt: Mei 26
3
/8,
September 25, December 24
3
/8,
Maart 1931
– 237/
s
, Mei 1931 – 23%: ct.

De prijzen van gewoon goed beschreven Superior Santos
op prompte verseheping zIjn thans ongeveer 5916 . 6216
per cwt. en van dito Prime ongeveer 62/6 â 65/6, terwijl zij van Rio type New-York 7 met beschrijving, prompte
verscheping, bedragen 411- á 42/6.

Van Robusta op aflading van Nederlandsch-Indië zijn
de prijzen in de eerste hand op het oogenblik:

Palembang Robusta, Mei-verscheping,. 21% ct.; Benkoe-
len Robusta, Mei.verscheping, 21% ct.; Mandheling Ro-
busta, Mei-verscheping, 24 ct.; W.I.B. f.a.q., Mei-versche-
ping, 32 ct., alles per
%) K.G.,
cif, uitgeleverd gewicht, netto contant.

De slot-noteeringen te New-York van het aldaar gelden-
de gemengd contract (basis Rio No. 7) waren:

Mei
1

Sept.
1

Dec.
1

Maart

12

Mei
….. …
$

8,65
$

8,25
$

8,01
$

7,90
5

,.

……
,,

8,58
,,

8,21
,,

8,01
7,88
,,,

8,63
..
..

,,

8,33
,,

8,23
8,10
28 April

…….
22

,.

……
.,,

8,63
,,

8,3$
,,

8,18
8,07

Rotterdam, 13 Mei 1930.

(Mededeeling van de Vereeniging voor den Goederenhandet te Rotterdam.)

Noteeringen en voorraden in Brazilië.

te Rio
te San los

Wisselkoers
Data te Rio
op Londen
Voorraad
Prijs
Voorraad

Prijs
(In Balen)
No.7
1
)
(In Balen)

No.4
1
)
_________

12 Mei

1930

352.000

14.650 1.041.000

21.000

5
472
1
512
p.
5

,,

1930

314.000

14.650

986.000

21.000

5
472
1
51211

28 April 1930

336.000

14.850 1.006.000

21.000

5480/545,,

12 Mei

1929

343.000

26.900 1.103.000

33.500

5484111

t)
In Reis.

Ontvangsten uit het binnenland van Brazilië in Balen.

te Rio
te .Santos
Data

Afgeloopen
Sedert
Afgeloopen
Sedert
week
1Juli
week
1Juli
10 Mei

1930 ..
62.000 2.647.000
214.000
8.377.000
10 Mei

1929 ..
76.000
2.654.000
202.000
7.660.000

Statistiek der firma G. Duuring & Zoon.

Zichtbare voorraad op 1 April in duizenden balen.

1930 1929 1928 1927 1926
Voorraad in Europa.. 1.671 1.813 1.930 1.594 1.601
Stoomend ÇBrazilië ..

612

503

460

524

400

u. Europa kOost-Indië.

27

57

52

24

40

2.310
2.373
2.442
2.142
2.041
Voorraad Ver. Staten
875 822 873
765
743
Stoomend

Brazilië ..
476 349 536 573
515
naar)
i
Oost-Indie
1
7

– –

Ver.Staten;
3.662
3.551
3.851
3.480
3.299
Voorr. in Pernambuco
6
7

– –
Bahia

….
12
37
54
19
21
Victoria

..
101
44
69
19

RiodeJaneiro

319 225
253
157
155
Santos

…..
995 1.108
1.028 883 1.311
Paranagua.
172
8


Totaal
.-..

‘5.267
‘4.980
‘5.255
‘4.558 ‘4.786
Op 1 Maart ……..
‘5.326
‘4.997 ‘4.917
‘4621
‘4.788

‘AN GROOTHANDELSPRIJZEN’)

TIN
locoprëzen Londen per Eng. ton

KATOEN
lor Middling
locoprijzen
New’York
per ib.

WOL
gekamde
Australische,

Merino, 64’s Av.
loco Bradford
per Ib.

WOL
gekainde
Australische,
CrossbredColo-
nial Carded,
50’s Av. loco
Bradford per 1h.

RUBBER’)
Standaard
Ribbed Smoked
Sheets
loco Londen per Ib.

SUIKER
Witte kristal- suiker loco
R’dam(A’dam.
per 100 K.G.

KOFFIE
Robusta
Locoprijzen
Rotterdam
per 12 K.O.

THEE
All. N.-I. theev.
A’dam gem. pr
.
Java- en Suma-
trathee p. ‘/2K0.

Indexcijfer
vlh. Centr. B.
v. ci. Stat.,
herleid
van 1913= 100
tot

=
100

Indexcijfer
van The
Economist,
herleid
1927
=
100
tot 1925=100

°k
$
cts.
01
pence
°Io
pence

0
/o
Sh.
01
II.
0(
cts.
01
cts.
0
10
261.171-
100,0
23,25
100,0
55,00
100,0
29,50
100,0
2111,625
100,0
18,75
100,0
61,375
100,0
84,5
100,0
100,0
100,0 290.1716
111,1
17.55
75.5 47,25
85,9
24,75 83,9
21-
67,4
17,50
93,3
55,375 90,2 94,25
111,5
93,2
92,9
290.41-
110,8
17,50′
75,3 48,50
88,2
26,50
89,8
116,375
51,6
19,125
102,0
46,875
76,4
82,75
97,9
95,4
89,5
304.11-
116,1
14,75
63,4 47,50
86,4
26,25 89,0
1(7,875
55,8
20,25
108,0
48
78,2 72,25
85,5
92,3 88,7
295.121-
112,9
16,15
69,5 47,00
85,5
26,00
88,1
1/7,75
55,4
20,25
108,0
47
76,6
86,5
102,4
93,5
90,4
296.916
113,2
16,85
72,7
47,25
85,9
26,00
88,1
116
50,
18,37
5

98,0
47
76,6 81,25
96,2
96,1
89,6
289.15/6
110,7
17,90
77,0
48,50
88,2
26,50
89,8
1(4,75
47,0
18,62′ 99,3
47 76,6
84
99,4
97,4
92,2
292.46
111,5
19,70
84,7 48,50
88,2
26,50
89,8
115,25
40,8
18,50 98,7
45,375
73,9


96,1
90,2
287.12(6
109,8
22.05
94,4
.

50,00
90,9
26,50
89,8
114,25
45,6
17,875
95,3
44,25
72,1
94,5
111,8
96,8
89,1
254.216 100,9
20,65
88,8
50,25
91,4
26,75 90,7
1/4,375
46,0
16,87
5

90,0
45,25
73,7
93
110,1
96,8
88,6
264.416 100,9
20,25
87,1
52,25
95,0
28,50 96,6
116,5
51,9
17,25
92,0
46
74,9
96
113,6
97,4
88,9
266.1316
101,8
19,70
84,7
51,50
93,6
28,75 97,3
1(7,75
55,4
17,87
5
.
95,3
46
74,9 89,25
105,6
97,4
88,2 255.11- 97,4
.19,25
82,8
53,00
95,4
29,75
100,8
1(7,25
54,0
17,37′
92,7
46 74,9
84,5
100,0 98,7
87,9
233.10(6
89,2
18,35
78,9
54,75
99,5
31,75
107,6
1(3,75
44,2
16,75
89,3
46
74,9
79,5
94,1
96,8
87,9
233.17(6
89,3
19,35
83,2
55,00
100,0
33,25
112,5
1(0,75
35,8
16,87
5

90,0
4’r
76,6
79
93,5
98,1
89,2
234.61-
89,5
20,65
88,8
54,50
99,1
33,00
111,9
-19,375
26,3
16,87
5

90,0
47
76,6 74,25
87,9
98,7
90,5
230.131
88,1
21,55
92,7
54,25
98,6
32,25
109,3
-/9
25,3
16,62
5

.88,7
48,25
78,6
78,25
92,6
98,1
91,2
218.8(6
83,4
21,35
91,8
55,50

100,9
31,75
107,6
-(9,25
26,0
15,75
84,0 49
79,8
73,25
86,7 98,7
89,8
211.191- 80,9
21,75
93,5
53,00
96,4
31,25
.
105,9
-(9,25
26,0
15,50
82,7
49,875
81,3
71,25
84,3 95,5
.88,2
.211.181-
80,9
19,30
83,0

51,75
94,1
30,00
101,7
-(9,25
26,0
16,00
85.3 51,875
84,5 67,75
80,1
92,9
86,6
.214.716
81,9
18,55
79,8
47,00
85,5
29,00
98,3
-/8,5


23,9
15,875
84,7 52,75
86,0 70,25
83,1
93,5
85,4
221.191- 84,8
19,45
83,7 46,25
84,1
27,25
92,4
-(8,8
24,7
14,62
5

78,0 53
86,4
73
86,4
94,2
85,1
232.10(6
88,8
19,90
85,6 47,25 85,9
27,50
93,2
-(8,625
24,2
14,00
74,7
53 86,4
75,75 89,6
95,5
85,1
228.81- 87,2
20,45
88,0 45,25
84,1
28,00
94,9
-8,5
23,9
13,925
74,3 51,75
84,3
76,5
90,5
95,5
84,8
222.716
84,9
20,20 86,9
46,75
85,0
28,75 97,3
-19,875
27,9
13,775
73,5 53,125
86,6 77,25
91,4
94,.
84,6 222.111-
85,0
20,10
86,5

44,25
80,5
27,75
94,1
1/-
33,7
13,375
71,3 54
88,0 74,25
87,9 94,2
85,4
221.0/6
84,4
21,25
91,4 44,00
80,0
27,50 93,2
110,125
34,0
13,50
72,0 54
88,0
72,75
86,1
94,8
85,8
207.516
79,2
20,45
88,0
43,25
78,6
27,25
92,4
-110,5
29,5
13,375
71,3
54
88,0
74,25
87,9
92,9
83,9
197.516
75,3
19,40
83,4
41,50 75,5
26,25 89,0
-(10,875
30,5
12,25
65,3
54
88,0
73,50
87,0
91,6
81,7
200.51-
76,5
18,75.
80,6
40,00
72,7
25,75
87,3 -110,625
29,8
12,00
64,0
54
88,0 69,50 82,2
.

91,0
81,9
209.516
79,9
18,65
80,2
38,75
70,5
24,75
83,9
-111
30,9
13,425
71,6
54
88,0
68,50
811
/

91,0
83,7
210.111- 80,4
18,60
80,0
37,00
67,3
24,00 81,4
-110,5

29,5
13,00
69,3
53,50
87,2
64
.
7
5:6
1

91,6
83,6
205.516
78,4
.
18,90
81,3
34,25
62,3
23,75 80,5
-110,125 28,4
13,475
71,9
51,75
84,3
64
75,6 91,0
82,0
188.916
72,0
18,45
79,4
32,50
59,1
22,50
76,3
-19,625
27,0
13,30
70,9
48,50
79,0
66
78,1
90,3
.

80,5
182-16
69,5
17,50
75,3
35,25
62,3
23,00 78,0
-18,125
22,8
12.50
66,7
41,75
68,0
66,50
78,7
88,4
78,8
178.1816
68,3
17,25
74,2 31,25
56,8
21,25
72,0
-18
22,5
12,075
64,4
36,75
59,9
60,75
71,8
87,1
78,8
174.131- 66,7
17,15
73,8 29,50 53,6
19,25
65,3
-17,375
20,7
11,675
62,3
35
57,0
60,50
71,6
84,5
-76,9
174.41-
66,5
15,45
66,4
28,50
51,8
17,75
60,2
-18
22,5
11,40


60,8
35
57,0
58,25 68,9 81,3
75;2
165.181-
63,4
15,20
65,4
28,25
47,7
16,50
55,9 -17,625
21,4
10,70
57,1
35
57,0
62,25
73,7 78,7
74,2
161.1716
61,8
16,45
70,8
27,25
49,5
17,25
58,5
-17,375
20,7
10,55
56,3
35
57,0 59.50
70,4
78,7 72,8
148.1716
56,9
16,60
5

71,451
28,00
7

50,971

17,75
7

60,2
7

-16,875
19,3
10,00
53,3
35 57,0
56,75
7

67,2
7

145.101-
55,6
16,55
6

71,261
28,75
8

52,3
8
1
18,00
8
61,0
8

-17
19,6
9,75
52,0
35
57,0
.e huidige officieele noteeringswijze (jan. 1928); vanaf 16Dec.1929 7415 K.G. Hongaarsche.i) = Malting v&,r de invoering van de huidige oftic. noteeringswijze (jan. 1928)
Jaar- en mnandgemiddelden afgerond op
1
18
pence.
5)
2 Mei
6)
9 M e
i 7)
1 Mei
8)
8 Mei.

460

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

14 Mei 1930

1929 1928 1927 1926 1925

Op 1 Juli ……..-. .. ‘5.338
4
5.729 ‘4.720 ‘4.571 ‘5.085

• Niet inbegrepen de binnen!, voorraden in Brazilië.

De binnenlandsche voorraden te
Santos

Rio de Janeiro

1 Maart

1925 3.359.000 balen
1 Juli

1925 1.786.000
1 Maart
1926

4.214.000
1 April
1926

3.902.000
1 Juli
1926

2.833.000
1 Maart
1927

4.624.000
1 April
1927

3.888.000
1 Juli
1927

3.312.000
1 Maart
1928 13.211.000
1 April
1928 12.653.000
1 Juli
1928 11.672.000
1.180.000 balen
1 Maart
1929

11.522.000
.448.000
1 April
1929 10.403.000
320.000
1 Juli
1929

8.785.000
136.000
1 Maart
1930 19.666.000
..

1.756.000

THEE.

Dè theemarkt geeft nog geen blijken van sterke opleving, maar toch is de ondertoon belangrijk beter geworden, in het
bijzonder voor de gebroken sorteeringen.
Bladthee, clie, voor zoover het de Amsterdamsche en Lon-
densche veilingen betreft, voor het grootste deel voor export
is bestemd, vooral naar de Oostelijke landen, blijft nog steeds
gedrukt.
Britsch-Indische. en Ceylon.theeën zijn in kwaliteit achter-
uitgaande en daardoor, vooral wat de laatsten aangaat, in
prijs teruggeloopen. Daarentegen zijn Java- en Sumatra-
soorten vast en z.g. kleingruizige theeën behaalden hoogere
prijzen.
De raming voor den Noordelijk Britsch-Indisèhen oogst per u.ltixno April bedroeg volgens telegrafisch bericht uit
Calcutta voorloopig 15.000.000 lbs. hetgeen 2.000.000 minder
is dan verleden jaar.
Van belang zijn de cijfers der Londensche pakhuis-firma’s,
die geacht worden 90 % van den totalen aanvoer te behandelen
en medegedeeld door de Tea Brokers’ Association.
De aanvoer in April bedroeg 22.7 millioen lbs. tegenover
21.9miffioen een jaar geleden.
De afleveringen waren 36.9 millioen lbs. tegenover 38.4
millioen in April ’29, terwijl de voorraden per ulto. April 1.1
234.7 millioen lbs. beliepen tegenover 221.2 millioen in het
vorige jaar.
Deze laatste cijfers zijn nog niet bijzonder gunstig in ver-
gelijking met die van de vorige maand, omdat thans het exces
boven verleden jaar 13.5 millioen lbs. bedraagt, terwijl het
per ulto. Maart 11.2 millioen lbs. was. Hierbij valt echter op
te merken, dat het nog te vroeg is om de uitwerking der
restrictie reeds thans gereflecteerd te zien in de Londensche voorraad.cijfers. Niettemin hebben zij er toch toe geleid om
de markt minder gunstig te beïnvloeden dan anders het geval
zou zijn geweest door de afkondiging der definitieve oogst.
beperking.
Op Donderdag a.s. komen te Amsterdam ruim 19.000 kisten
in veiling, welke, naar mag worden verwacht, tot iets hoogere
prijzen zullen worden verkocht.
Volgens telegrafisch bericht aan de Vereeniging voor de
Theecultuur in Nederlandsch-Indië bedroeg de thee-uitvoer
van Java gedurende April 5.354.000 KG. hetgeen 500.000 KG.
minder is dan verleden jaar. Het exces van het eerste kwartaal
van dit jaar over 1929 begint dus af te nemen maar toch be-
droeg de uitvoer gedurende Januari.April met 22.288.000 KG.
nog een kleinigheid meer dan verleden jaar.

VERKEERS WEZEN.

VRACfHTENMARKT.

a-raan van Noord-Amerika.
Deze markt bleef zeer teleur-
stellend. De vraag was slechts gering en bevrachters toonden
nagenoeg geen belangste1lig voor schepen, welke op een volle
lading reflecteeren.
Van
Montreal
werd een Mei en ook een Juni lading naar de
Middellandsche Zee (niet ten Oosten van West-Italië, Spanje
en Noord-Afrika uitgesloten) op basis van $ 0,12 naar één
haven bevracht. Dit cijfer werd eveneens betaald voor een
pai-tij van 11000 qtrs. naar (lenua per begin Juni. Naar Con-
tinentale havens werden voor Mei verscheping partijen ge.
boekt tegen $ 0,08’/
2
. Naar U.K. werd buitendien een handige
boot van 20000 qtrs. afgesloten op basis van 2/. naar Cardi.ff
of Barry, met de optie Birkenhead tegen 2/4/
2
, Huli, Tyne of
Leith 2/1
1
/
2
of Londen 2/3 per qtr. voor 12/26 Mei laden.

Van de
Northern .Range
vonden geen afsluitingen plaats,
maar er is een order aan de markt voor een promjpte boot van
gemiddelde grootte van Norfollc of Newport News naar
Rotterdam tegen $ 0,08.
Van de
Gul/
werd een groote boot per einde Mei naar U.K.
afgesloten op basis van 2/. per qtr. met de optie Antwerpen
of Rotterdam tegen 1/9. Van de
Noord Paci/ic
waren geen definitieve graan-orders.
Er bestaat echter de mogelijkheid, dat een Mei/Juni lading
van Portland of Puget Sound naar U.K. of Continent aan de
markt komt.
La Plata.
In deze afdeeling was het wederom zeer flauw.
De vraag naar scheepsruimte was miniem en betrof slechts
prompte booten. De vrachten zijn 1/6 gedaald en er werd thans
afgesloten op basis van 12/- van de Bovenrivier naar
Continent, 3 d. minder naar Huil, Londen of Avonmouth,
en 6 d. minder naar Antwerpen of Rotterdam, terwijl een
6000-tonner van Buenos-Aires naar Griekenland 14/9, basis
1 loshaven, geaccepteerd heeft, met 6 d. extra voor iedere bij-
komende haven, met een maximum van 4 havens. De eenige
definitieve order van de Bovenrivier betreft een prornpte boot
naar Bergen/Stockholm range tegen 13/6. Van l3ahia Blanca
wordt naar Antwerpen of Rotterdam 10/- genoteerd. Er worden
vrij veel prompte booten aangeboden, waarvoor de toestand momenteel tamelijk hopeloos is. Voor andere, dan Mei-ver.
scheping is er niet de minste vraag.
Suiker van West.Indië.
De flauwere stemming, welke zich
tegen het eind der véôrlaatste week voelbaar maakte, heeft
zich verder uitgebreid. Nadat tonnage van 7500 ton lading
‘per Mei/Juni en Juni van Cuba naar UK/Continent tegen
13/9 opgenomen was, werd een 6000 tonner .in’eerstgenoemde
positie tegen hetzelfde cijfer afgesloten, terwijl een 8200 tonner
tegen het einde der week voor einde Mei/Juni laden 13/3 naar
één en 13/9 naar twee loshavens accepteerde. Voor kleinere booten toonden bevrachters weinig belangstelling. Een boot
van 34/3600 ton werd voor 20/26 Mei laden van één haven
San Domingo naar U.K./Continent tegen 14/. en’ een 4500
ton.ner per begin. Juni van één of twee havens San Domingo
naar dezelfde range tegen 14/- met twee loshavens gesloten.
Het wordt verwacht, dat de vrachten nog verder zullen
terugloopen. Salpeter van Chili.
Deze markt was zeer lustepos. Noch
voor het groote aantal lijnbooten, noch voor wilde booten was lading verkrijgbaar. In het geheel werden slechts 500 ton voor
prompte verscheping naar Londen geboekt tegen 17/6.
Van
Burrnah
werd een boot van 7/7700 ton voor 5/20 Mei
laden naar Nederland tegen 17/6 afgesloten. Verdere orders
zijn er momenteel niet.
Donau en Zwarte Zee.
De vraag van den Donau was betrekke-
lijk gering en de meeste ladingen waren naar U.K. bestemd. Een 4400-tonner werd tegen 16/- naar één en 17/- naar twee
havens afgesloten met de optie Ierland tegen 17/3. Van de
Zwarte Zee was de vraag iets beter voor Mei-tonnage. Er
werden tenminste 7 booten van ca. 6000 ton op basis van 10/6
naar het Continent, 11/. naar U.K., 11/6 naar Kiel, en 12/6
naar Scandinavië opgenomen. Op deze basis is er vraag naar
verdere booten.

Middellandsche Zee.
Ofschoon in deze afdeeling iets meer
afsluitingen plaats vonden, zijn de vrachten niet gestegen. Voor
Mei laden is de vraag zeer gering, zoodat de uitzichten voor
booten in deze positie niet erg bemoedigend zijn. Per Juni is
de vraag beter, maar tegen lage cijfers. O.m. vonden de vol. gende afsluitingen plaats. Almeria Pier/Rotterdam of Vlaar-
dingen 4/3, Bona/Rotterdam 4/1
1
/
2
, La Calera/Middlesbrough 6/6, Algiers/Grangemouth 5/6, Melilla/Rotterdam 4/3, Huelvaf
Ghent 7/10/
2
. Voor phosphaat werd betaald: 5/9 van Sfax
naar Rouaan, 8/3 voor een gedeeltelijke lading van Tunis naar
Danzig en 21/6 van Casablanca naar Autralië.
Noord-Spanje.
In deze afdeeling yonden geen afsluitingen
plaats. Er was alleen vraag naar een boot van Bilbao naar
IJmuiden tegen 4/9 per einde Mei en naar Rotterdam tegen
4/6 per begin Juni.
Kolen van U.K.
Over het algemeen is de toestand iets ver-
beterd. Ofschoon de vraag niet toegenomen is, waren de
reeders minder geneigd de lage cijfers te accepteeren. Naar de
Oostelijke Middellandsche Zee liepen de ,cijfers 3 d. op.
Naar Zuid-Amerikaansche havens is de markt tengevolge
van de sleyhte thuisv’rachten vast en ofschocn nog 14/6 naar
Buenos Au-es geaccepteerd werd, vragen de reeders thans
minstens 16/6 en het is best mogelijk, dat voor prompte ruimte
eerdaags 17/- betaald wordt.
Van Zuid-Wales werd afgesloten: naar Rouaan 3/6, Gi-
braltar 4/3 (met vrije lossing) Genua, 7/., Piraeus 7/10
1
/
2
,
Alexandrië: 8/1
1
/
21
Colombo 15/-, Buenos Aires 14/6 en van de Oostkust: Stockholm 4/3, Helsingfors 4/9, Hamburg 3/3,
Antwerpen 2/3, Rouaan 3/3 Marseïlles 7/6, Genua 6/9, Alexan-
drib 719 en Adelaïde of Melbourne 2 1/-.

Auteur