ii .JANUAL’I J92$
AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN
Economi*sc
–
h~
`
Stati*sti*sche
Beri*chten
ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER
ORGAAN VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART
UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN
13EJAARGANG
WOENSDÂG
11
JNUARI 1928
No. 628
INHOUD.
Blz.
BELASTING VAN NEDERLANDERS IN DEN VREEMDE
door
Mr. W. Roosegaardc Bisschop ………………..22
De Keramische Industrie door
C.
Verneij ………….24
Reorganisatie van het Volksbankwezen in Ned.-Inciië
door
Prof. G. Gonggrjp ……………………..25
De Cliectieve Arbeidsovereenkomsten op
T
Juni
1927
door
ir. R. Bölqer …….. ……………………29
l’rijzen op Java doo’r
H. E. Schol ………………31
BUITENLANUSOHE MEDEWERKING:
De
Valutastabilisatie in Italië en Griekenland door
J)r. R. Kerschaql …………………………
33
AANTEEKENINGEN:
Emissies in
3927…………………………..34
Indexcijfers van groothandeisprijzen …………..
35
BOE IÇAANKONDICING:
50
Jahre Rhein-Verkehrs-Politik bespr. door
Jau
Schilthuis
…………………………….37
MAANDCIJFERS: Giro-omzet bij De
Nederlandsche Bank ………….
38
S’I’ATISTIEKEN EN OvERzIowrEN ….. . ………… .
38-44
Geld koersen.
Ban kstaten.
1
Goederen la adel.
Wisselkoersen.
Effecte nbe u rzen.
1
Verkeersw
eze
iNS’i’iTUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIF’i’EN.
Algemeen Seeretaris: Mr. Q. J. Terpstra.
ECONOMISC 11-STATISTISCHE BERICHTEN.
COMMISSIE VAN ADVIES: Prof. Mr. D. van Blom; J. van Rasselt; Jhr. Mr. L. H. van
[.cnnep; Mr. K. P. van der lilandele; Prof. Dr. E. Moresco;
Mr. Dr. L. F. H. Regout; Dr. E. van Welderen Baron
Rangers; Prof. Mr. H. R. Ribbius; Jan Sch.ilthuis; Mr.
Q. J. Terpstra; Prof. Mr. F. de Vries.
Gedelegeerd lid: Prof. Mr. lr. 0. M. Verrijn Stuart.
Redacteur-Secretaris:
S.
Posthuma.
Secretariaat: Pieter de iioochweg 122, Rotterdam.
‘i’elefoon Nr. 3000. Postrekening 8408.
A.boniscnentsprjs voor het weekblai franco p. p. in
Nederland f20,—. Buitenland en Koloniën f23,— per
jaar. Losse nummers 50 cents. Leden en donateurs van het
Instituut ontvangen het weekblad gratis.
De verdere publicaties van het Instituut uitgaande Ont-
vangen de abonnd’s, leden en donateurs kosteloos, voor zoo-
ver daaromtrent niet anders wordt beslist.
A.angeteekende stukken: Bijkantoor Ruigeplaatweg.
Advertenties f 0,50 per regel. Plaatsing bij abonnement
volgens tarief. Administratie van abonnementen en adver.
tenties: Nijgh G van Ditmar’s Uitgevers-Maatschappij, 1ot-
terdam, Amsterdam, ‘s-Gravenhage. Postchèque- en giro-
rekening No. 6729.
10
JANUARI
1928
De stemming op cle geklmarkt was deze week veel
gemakkelijker. Het aanbod van geld, zoowel voor pro-
longatie als voor wisse]s, was belangrijk grooter. De
prolongatierente liep geleide]ijk terug van 5 tot. 4 pOt.
en de rente van particulier disconto daalde van 4°/zo
tot 4% h
3
/i-j
pOt. Cali geld was voor 4 h 4’% pOt. ver-
krijgbaar, maar bleef op deze hoogte vrij sterk ge-
vraagd door koopers van wissels in verband met
do
verwachting van een spoedige verlaging van de barie-
ven van de Nederiandsche Bank.
* *
*
Na de vrij belangrijke stijging, die de dizconteei
–
in-
gen en beloeningeii ‘van De Nederlandsche Bank ver-
leden week in verband met de maandswisseling te zien
gaven, valt thans een niet onaanziënlijke teruggang
van •de binnenlancIsche uiitzettingen der centrale ere-
chetir.stelling waar te nemen. Blijkens den heden ver-
schenen weelcstaat is de post binnenlandsche wissels
met
f
16 millioen verminderd, terwijl de beleeningen
een daling van
f
17 rnillioen vertoonen.
Do goudvoorraa’d der bank klom, blijkbaar als gevolg
van vercieren aanvoer uit de Vereenigde Staten, op-
nieuw met een kleine f 10
millioen. 1-lot zilver ver-
minderde met
f
150.000. De post papier op het bui-
tenland steeg met
f
2,6 millioen. Aangezien dccli verse
rekeningen op de actiefzijde der balans tegelijkertijd
met
f
20,5 millioen afnamen, moet de bank in de af-
geloopen week vrij belangrijke bedragen aan buiten –
landsche valuta hebben afgegeven.
De hiljettencirculaitie verminderde met
f
32,1 nijl-
lioen. Het tegoed van het Rijk noteert
f
3,8 millioen
lager dan verleden week. De rekening-courantsaldi
van anderen geven een daling van
f
13,2 millioen te
zien. liet beschikbaar metaalsaldo klom met
f 19,9
millioen. liet dekkingspereeri
–
tage bedraagt 49.
* *
*
De wisselmarkt was deze week iets levendigor. Dc
stemming was aanvankelijk vast voor alle wissels. Later
bleef de, vraag naar Dollars aanhouden, maar waren
Bonden en vooral Marken lager aangeboden: 2,47 i-
2,48; l2,Ø8l2,O9i/g_l2,09; 59,05-59,14-59,04. Ma-
Jrid zette de stijging van
ds
vorige week voort. De
koers liep op tot 43,10, maar daarna trad een kleine
reactie in. Destemming bleef echter vrij vast.
LONl)E-N,
9
JANUARI
1928.
Onder den invloed van ‘het einde December van de
Bank van Engeland geleende geld plus de uit Coupons
in de markt vloeiende bedragen was de positie de ge-
heele week zeer ruim.
De laatste terugbetalin gen zullen morgen plaats heb-
ben en eerst dan zal de markt den werkelijken toestand
kannen overzien.
Toch zal geld ook deze week nog wel ruim blijven,
daar de inn ing der belastingen, die gedurende de eerst-
volgende 10 weken betaald moeten worden, niet v66r
de tweede helft van deze maand in ernst begint.
Disconto was bij de groote geldruimte flauw ge-
stemd en noteert niet beter •dan 4% voor 3-maands
prima bankaccepten .Verschillende zaken werden ech-
–
ter afgesloten
h
4
3
/io
in wissels met specialen verval-
datum.
Dollars waren zeer vast en sluiten op
4,81°Iio.
Men
is echter geneigd aan te nemen, dat dit slechts van
tijdelijken aard zal zijn en waarschijnlijk in verband
zal staan met cle afwikkeling van de katoenaankoopen
van Europa, welke tijdelijk in New York gefinancierd
waren.
22
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
ii Januari 1928
BELASTING VAN NEDERLANDERS IN
DEN VREEMDE.
Mr . van Gijn ‘doet in het nummer van 16 Novembor
1927 een juichtoon hooren naar aanleiding van cle
wij’zigin’g, die het Ontwerp voor belasting door clan
Nederlandschen Staat van zijn burgers in den vreen-
de heeft ondergaan en van ‘de gedachtenwiseli,ng, die
tusscheu ‘de Vaste Commissie voor de Belastingen en
den Minister heeft plaats gehad, waardoor het O’rrt-
worp van een geiegen’heid:swet tot een poging van
prin cipicelen wetgevenden aibei’d word t verheven.
heil het land, ‘dat nich aan ‘de spi’ts stelt ten eind’e
ci zake belastingen een ‘billijke verdeeling van ‘s lands
lasten over alle burgers te verkrijgen waar ‘deze zich
ook mogen bevinden!
.H&t is niet mijn doel met Mr. van Gijn een lans te
breken over het principe van aanslag in de belastin-
gen naar nationaliteit. Ieder land ‘moet voor zichzelf
weten, hoe het aijn burgers laat betalen voor ‘de kosten
der s’taatshuihou’ding, hoe het zijn belastingen heft
cii hoe het ontevredernen ‘dwingt nich aan de nationale
lasten aan te passen.
Theoretisch moge het nationaliteitsbeginsel als
grondslag voor bela s’tingheffen zeer aantrekkelijk
klinken, het ideaal van een
gelijke
erdeeling van las-
ten wordt er niet ‘door verkregen. Dergelijk ideaal
heeft anderen belastingheffers ‘voor oogen gestaan, die
zich bepaalden tot nationalen. ‘bod en die faalden
in hun opzet. In het huidige wetsontwerp begeeft zich
cle Nederlaii’dsche I(egeering op internationaal gebied,
dat voor haar onbekend terrein is, zonder dat daarbij
‘door haar vooraf ‘de diensten van andere Regeeriugeri
zijn ingeroepen of •de materie van ‘het standpunt van
de wetgeving van andere landen Ibehoorlijk is voorbe-
reid: Reeds daaruit alleen zou twijfel rijzen, of het
voorgestelde ideaal ernstig gemeend is. Wat billijk
moge schijnen voor de inwonenden is niet altijd ‘billijk
voor ‘de uitwonenden. Voor hen leveren de kaleidosco-
pische schakeeringen van het economische leven in
de verschillende landen hunner inwoning ‘omstandig-
‘heden op, waarin het mede aanslaan in een Nederland-
sche belasting financieele gevolgen met zich brengt,
‘die – met gepasten eerbied gesproken – door ‘de Né-
‘derlartdische Regeeri ng niet zijn noch kunnen worden
overzien of naar waarde geschat.
Mij interesseert het internationale vraagstuk, dat
door ‘het wetsontwerp is iii het leven geroepen en dat
mi. ‘door de voorstanders van ‘het wetsontwerp wel
wat, stiefmoederlijîk is lbehandeld.
T:Tet belasten van burgers, ‘die niet in Nederland
verblijf ‘houden, ‘hoûdt in zich het aanslaan ‘van per-
sonen buiten ‘s lands grenzen, ‘hetgeen tot nu toe werd
geacht in strijd te nijn met het beginsel der ataatsson-
vereiniteit,. Daarenboven geeft hest aanleiding ‘tot een
dubbelen aanslag van die personen in ‘de belastingen
van meer dan één land, het land ‘hunner nationaliteit
zoowel als het land ‘hunner inwoning en daarenboven
menigmaal ‘het land hunner activiteit.
Jarenlang is er gestreden teneinde internationale
overeenstemming ‘te verkrijgen op belastinggelbied ter
voorkoming van de z.g. ‘dubbele en driedubbele belas-
ting van een en ‘clenzelf’den persoon. Er is ten slotte een overeenkomst getroffen in Genève tuisschen cle
leden van internationale commissies van theoretici en
belastingexperts, waarbij als internationale grondslag
is aangenomen, dat ieder land iic’h in irincipe be-
palen zal tot het heffen van ‘belastingen van inwo-
nen’den ‘binnen ‘s lands grenzen. Het ‘belasten van in-
wonenden werd de rationeele grondslag geacht voor
belastingheffing, die ‘deze beperkt tot ‘de grenzen van
de staatss ouverein itei’t. Iedere afivijking van ‘dezen
regel – voorzoover die zich niet bepaalt tot het tref-
fen van enkele excep’tioneele voorzieningen met en-
‘derlinge internationale samenwerking – doet afbreuk
aan het beginsel eener uniforme internationale rege-
ling en ‘bemoeilijkt het tot stand komen ‘daarvan.
De ‘dringend verlangde internationale regeling is
echter uitsluitend in liet belang van ‘de belastingbe-
talenrien en bezit voor de belastingheffers mindere
aantrekkelijkheid. Ik kan mij’ daarom zeer goed voor-
stellen, dat ‘het pleiten
–
voor een vermi.jcling van ver-
-dere internationale complicaties op ‘dit ‘gebied hij de
voorstanders van het wetsontwerp weinig ingang vindt
‘daar zij een standpunt innemen, d’at zuiver nationaal
egoï’stisch is.
Zij vergeten daarbij, ‘dat in ‘de practische ‘toepassing
van tegen de practijk md ‘ui’schen’de maatregelen zich
steeds verschijnselen voordoen, ‘die n ivelleereud
werken.
Eé’n dier ‘verschijnselen – ‘hoewel geenszins het
eenige – zal zijn, dat een aantal Nederlanders, wien
‘de nieuwe belasting niet past, zich zal laten natu-
raliseeren in het land hunner inwoning. Nu moge
men zulks afkeuren ‘van een i’deëel standpunt en de
overheid moge zich weinig aantrekken van het verlies
van ,,lauwe” ‘staatsbui-‘gers, -die hun ‘geboorterecht voor
eenige schamele
1
belastingpenningen v’erkoopen, wij
moeten het feit van ‘die nat’uralisatie uit een practisch
oogpunt beschouwen. Met iedere ‘na’tui-alisatie gaat
een belastingobject- verloren en ‘houdt het nieuwe ont-
werp op ‘doel te treffen. Aldus nivelleert de prac’tijk
wat aan de practij’k ondoelmatig voorkomt.
Het naturalisatieprobleem, d.w.z. het zich ‘definitief
onttrekken aan het mededragen van Nederland’s las-
ten, maalct op ‘de voorstanders van het wetsontwerp
weinig in-druk. Zij zijn er zich van bewt,tst, dat voor
een aantal burgers de naturalisatie in ‘den vreemde
onmogelijk zal zijn en ‘die zullen i’n ieder geval beta-
len voor hun gedwongen loyaliteit. Daargelaten, dat
zulks reeds afbreuk ‘doet aan het ibeginsel, dat
bij
dit
nieuw wetsontwerp op den voorgrond i’s gesiel’d, ni.
een gelijk-en druk van ‘a lands lasten te leggen op
‘s lands burgers, zijn in ‘de jongste wijziging ‘van het
wetsontwerp een aantal uitzonderingen ‘opgenomen,
teneinde tegemoet te komen aan de bezwaren, ‘die ‘dooi’
in den -vreemde wonende Nederlanders zijn geopperd,
omdat- de wet – die bedoeld was de lasten gelijkelijk
te verdeelen – zonder ‘die uitzonderingen al te onge
lijk zou ‘drukken en ‘te groote on’billijlc-heden ‘zou schep-
pen voor een aan-tal nitwonenden.
Is ‘daarmede het ‘beginsel van een ‘billijke verdeeling
niet reeds veroordeeld? Ligt niet opgesloten in het
feit, ‘dat bij; het samenstellen van een nationale wet
onniogelij’]c voorziening kan worden getroffen in ver-
ho ii ding -tot de verschil] oude levensomstandigheden
van Nederlanders, die ‘buiten Nederland wonen, dat
het beginsel van ‘de wet eenzijdig zou iverken en
groote onb’il]ijkheden in -haar strikte toepassing met
zich zou ‘brengen?
Ligt’ niet in de ‘voorgestelde remedie, nl. ‘de niet
strikte toepassing ‘van ‘het beginsel en het rekening
‘houden met die schakeeringen van ‘het leven – hetzij
al of niet ‘onder supervisie aan een Raad van Beroep
– zoowel een erkenning van de onpractisc’he zijde
van het wetsontwerp als een gevaar voor a’dminist.ra
tieve willekeur?
Wijzen al de voorgestelde uitzon’deringsmaa’tregele’n
er ‘niet op, dat het in ‘het wetsontwerp neergelegde
‘beginsel tot -dubbele belasting zou voeren, zoo die uit-
zonderingen niet werd-en getroffen en onherroepelijk tot dubbele ‘belasting moet leiden ingeval ‘de voorge-
stelde ui-tzonderin-gsmaatregelen niet ‘doel-treffend
mochten zijn? Houdt ‘het feit, dat de Nederlander valt
in den hoogsten aanslag – zij ‘die -dan van Nederland
of van den staat waarin hij woont – niet ‘op ‘zichzelf
een ‘dubbelen aanslag in, op de wijze van -de opcenten
oene;r gemeenteibelaisting? Schuilt daarin niet een pal
liatief, dat het kwaad van een dubbele belasting ver-
goelijict, maar geenszins wegneemt?
Mr. van
Gijn
gaat verder. Hij ziet in ‘het wetsont-
werp een eerste schi’ede op de
n
weg eener interna-
ti’onale erkenning van het ‘beginsel van belastinghef-
fing naar nationaliteit. Voorzoover ‘daarin ligt opge-
sloten de uitbreiding van staatasouvereiniteit -buiten
‘s lands grenzen, iis er alle -kans, ‘dat ‘de wenschen van
II Januari 1928
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
23
den voormaligen Minister van Financiën in ‘vevu1-
ling zullen geraken. In Engeland hebben cle ‘belasting-
autoriteiten meermalen getracht hun machtssfeer uit
te breiden buiten de grnz.en van Engeland door te
trachten in den aanslag voor inkomstenbelasting en
successierecht in Engeland personen te betrekken, die buiten Engeland wonen. De proefneming van Neder-
land zal ongetwijfeld met aandacht worden gevolgd,
al ware het alleen maar ter wille van de nieuwe ge-
zichtspunten, die deze kan opleveren voor ‘de uitbrei-
ding van de grondslagen der utaa4sinkomsten.
Zonder nu juist •de ‘belastingplicht van nationalen
op ‘den voorgrond te stellen, zou het aanslaan in de
belasting van buiten ‘s lands wonenden met adminis-
trat,ieve sanotie voor wanibetalenden wel eens ‘het aan-
trekkelijke voorbeeld kunnen vormen, dat tot navol-
ging leidt door de Regeeringen van andere landen
dan Nederland. In dat geval ‘zou ‘de nieuwe basis ‘van
helastiugheffen – waarvan Nederland dan aan de
spits zal staan – wel eens als een ‘boome’rang op on-
aangename wijze op de hoofden van de in Nederland
wonende Nederlanders ‘kunnen terugsiaan.
* *
*
Het meest bedenkelijke gedeelte van het nieuwe
belas’tingontwefl) ligt echter in de voorgestelde hef-
fing van successie’recht over nalatenschappen van bui-
ten Nederland gestorven Nederlan’dsehe burgers. Bij
de versc.h iii eude wijzen waarop success i e’recht gehe-
ven wordt in verschillende landen komt mij een dub-
‘belo heffing van deze belasting over hetzelfde ‘vermo-
geoisbes’tanddeel in vele gevallen onvermijdelijk voor.
Na de hervorming van ‘de successiebelasting in En-
geland in de negentiger jaren ouder den toenmaligen
Minister van Financiën Sir William Harcourt, waar-
bij een matige progressie werd ingevoerd, heeft zich
‘die progres’sie niet alleen vrienden verworven buiten
Engeland, doch het p rogreissie-idee bij deze belastiri g
is het troetelki nd geworden van opolgen’de Ministers
van Financiën (Chanceliors of the Exchequer) onaf-
hankelijk van ‘de politieke kleur der partij, waartoe zij
behoorden. Langzaimeehand is in Engeland ‘de pro-
gress’ie gestegen van een maximum van 8 pOt. tot 40
pct. voor de grootste ‘vermogens. In werkelijkheid ‘is
het successiereelict een ,,capita’l levy” geworden op de
naiatenschappen van binnen het Rijk gedomi.cilieerde
ersonen. Ik heb nimmer begrepen, waarom door de
scialisten op deze voor hen door ‘de andere poli’t.ieke
partijen met groote zorg voorbereide basis’ nooit is
voortgebouw’d ter realisatie van hun geliefkoosde leer
eener ‘kapi’taalhelasting ‘voor de delging ‘van de staats-
schuld. Aan de hand van ccii zuiver wiskunstige bere-
kenirig, gegroncl op den gemiiddelden men scheljken
levensduur, zou het jarenaan.tal kunnen worden be-
paal.d, waar ‘binnen het totale volksvermogen kan ge-
rekend worden aan sncce’ssier’ech’t tol te hebben be-taald. Daarmede zou in ieder geval ‘het ware karakter
van ‘deze belasting niet zijn ‘verloochend en niet ieder
jaar een gedeelte ‘van ‘het volksverniogen in ‘den smelt-
kroes van jaarlijksche uitgaven verdwijnen.
In Engeland wordt het successierec’ht geheven vir
het nagelaten vermogen. Iedere nalatenschap wordt
beschouwd als een hereditas jacenis, ‘die een beheerder
behoeft. Die beheerder wordt aangestel’d door of ria-
mens den rechter, ‘doch de aanstelling geschiedt niet
voordat het ‘verschul’digde suucessierecht is voldaan.
Aan ieder anderen persoon dan dec aldus aangestel-‘den beheerder iis ‘het met poenale sanctie verboden
over eenig ‘deel van ‘de nalatenschap ‘te ‘beschikken. Op
deze wijze wordt het ontduiken van het betalen van
successierecht vrijwel ‘voorkomen en ‘dit wordt aldus
op veel doelmatiger, eenvoudiger en ‘goodkooper wijze
verkregen ‘dan in Nederland door ‘de bepalingen van
het nieuwe wetsontwerp ooit het geval zal zijn.
Terwijl aldus in Engeland het nagelaten vermogiiit
briast wordt en ‘slechts de aan te stellen beheerder vei-
aiit”voordelijk is voor het v&’doen van cle aan de iala-
fenschap kleveii’cle lasten stelt ‘cle Rcgeerin’g iii Nedcr-
land vooi niet het vermogen te treffen van ‘den buiten
Nederland gestorven Nederlander – hetgeen trouwens
voor toepassing in ‘de l)rac’tij’k vrijwel onmogelijk zou
blijken, aangezien dooclen geen administratieve hulp ieer van noode hebben – doc’h de individuen, ‘die uit
de nalatenschap een legaat of eifgecleelte zullen genie-
ten en ‘die over het beheer ‘van de nalatenschap iii
Engeland in een groet aantal gevallen geen zegging-
schap hebben.
Ligt daarin niet opgesloten, dat over ‘dat gedeelte
waarop Ned en and successierecht ‘heft tweemaal suc-
cessierocht zal worden ‘betaald, althans voorzoover het
nalatenschappen betreft, ‘die in Engeland zijn open-
gevallen?
‘De Minister van Financiën beroemt er zich op, dat
het ‘betalen van dubbele belasting in ‘deze categorie
ondervangen is. De waarheid ‘dezer bewering is door
een eenvoudig voorbeeld ui’t’ ‘de practijk ‘duidelijk en
gemakkelijk te toetsen.
Een in Engeland gedomicilieerd Nederlander sterft
aldaar. Rij laat na een vermogen, ‘dat ‘deels in Engel-
schei fondsen is belegd (hetzij’ staa’ts- of gemeentef’o’nd-
sen of aandeelen in Engelsc’he maatschappijen) ‘deels
in Zui’d-Afrikaansc’he goudmijnen.
Allereerst dient opgemerkt te worden, ‘dat Engeland
geen rekening ‘houdt met nationaliteit, doch ‘de domi-
cilieleer is toegedaan. Het ‘door ‘dien Nederlander na-
gelaten vermogen valt ‘dus in zijn geheel onder dè
E’n gel schei successiebelasting, waarover een rech t
wordt geheven, dat evenredig is aan de grootte van
het vermogen, doch onafhankelijk van eenigen graad
van verwantschap der bij testament of bij
de
wet tot de
nalatenschap geroepen personen.
Sterft ‘deze Nederlander aldus gedo’mi:cilieerd na ‘de
invoering van liet nieuwe wetsontwerp, dan zal –
voorzoover ik zulks kan berekenen – dit
geheele
‘or-
mogen voor het volle bedrag ook in ‘de Nederlan’dsche
successiebelasting vallen zonder aftrek van eenige
som in Engeland betaald. Er staat toch in het nieuwe
Artikel 4 van het
gewijzigd
wetsontwerp, dat de Ne-
‘derlan’dsche successiebelasting alleen dan zal ‘worden
verminderd met het bedrag, ‘dat ter zale van een ge-
lijksoortige belasting aan een ‘vreemden Staat ver-
sehulcligd is geworden, van neer clie versc’huld igdhei’d
‘te wijten is aan hot ‘wonen in ‘dien vreemden Staat en
niet wanneer zulk een belasting door dien vreemden
Staa’t ‘toch van do nalatenschap geheven zou worden,
indien de gestorven Nederlander in Nederland zelf
gecl’omicilieerd ware geweest.
Weinu, Engeland heft successierecht van het ver-
mogen en niet van een persoon. Engeland beschouwt
als in Engeland gedomicili’eerd vermogen – of ho-
stand’deel van een vermogen – gelden en fondsen,
die ten name van personen staan ingeschreven in een
Engelsch register, onverschillig waar de gestorven
eigenaar op ht oogenhiilc van zijn overlijden gedomi-
cilieer’d was of tot ‘welke nationaliteit hij bdhoorde.
Voordat ‘dergelijke fondsen ton name ‘van de nieuwe
verkrjgers kunnen worden ov’ergeschreven, is het
noodzalelijic, dat over ‘dat in Engeland opengevallen
gedeelte van de nalatenschap een beheerder wordt aan-
gesteld en ‘voordat zulk een beheerder wordt aange-
steld, moet successierech’t worden betaald zonder af-
trek van eenige sommen, ‘die elders reeds op dat ver-
mogensgedeelte mochten zijn betaald.
Dit geldt ook voor zulke Zuid-Afrikaansche fonci-
sea, waarvoor in Engeland liansport- of overclrachts-
lcan’toren bestaan. Ten ‘dozen opzichte is de toestand
nog erger. Ten gevolge van een tot nu toe niet te over-
bruggen meenings’versch’il tussehen Engeland en cle
linie van Zuid-Afrika wordt in Engeland gerekend,
dat dergelijke fondsen in Engeland gedomicilieerd
zijn, terwijl te Z.-A. Unie meent, ‘dat voor zulk ‘domi-
cilie het bedrijf beslissend is. Zoolang tc]I ‘deze geen
vi’o:ie is gesloten, belast de Z.-A. Unie eveneens der-
gelijke fondsen, onafhardceiij’k van het in Engeland
loor ,Eiigeiand geheven suceessiciecirt. De traicsporl-
kantoren dei’ Z.-A. goudmijnen en andere NV. wei-
24
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
11 Januari 1928
geren overdracht zonder toestemming van den Hoogen
Commissaris voor -de Z.-A. Unie en deze geeft geen
toestemming voordat – op Engelsche manier
,
– een
beheerder is aangesteld en successierecht- is betaald.
Ook dit
Z.-A.
successierecht word-t geheven van het
vermogen, onafharikelij!k van het domicilie of de na-
tionaliteit van ‘den person- -des erfiat-ers. Als men daarbij
,
rekent, dat de progressie in Neder-
land zoowel als in Zuid-Afrika rekening houdt met de
(bloed)verwantsc’hap tusschen de begunstigden en den
er-flate.r, dan zal men inzien, dat -bij -de
thans reéds
best aancie
d.riedubbele belsting voor -den Nederlan-de’r,
-die
binnen
het Nederlandsche Koninkrijk sterft en
een vermogen nalaat, dat rbelegd is zooals boven ge-
schetst, door het nieuwe Ontwerp nog eens uit’dru’k-
kelij!k gevoegd wordt de Nederlanler, die in Engeland
godornicilieer-d is en aldaar sterft en een
-beschieven vermogen n aiaa-t.
1–let zal mij interesseeren nader te vernemen dp
welke wijze het nieuwe Ontwerp dezeclriedubbele be-
lasting ondervarigt. Naar mijyi bescheiden – doch op
ervaring.gegronde – ineening voegt ‘het Ontwerp aan
-de reeds bestaande en terecht ten zeerste gelaakte,
-dubbele belasting er nog een flinlé toe.
Men kan het boven aangehaalde voorbeeld -varieeren
zooals -men wil en aan het
–
vermogen Scho-tsche, Ier-
mEe, (Cana-deesche) beleggingen toevoegen -of -een ige
verrnogensbestand-deeien, clie hun
–
basis hebben in een.
der Engelsche Dominions of Koloniën. Overal geldt
hetzelfde beginsel. ni. dat successiereoh-t geheven
woid-t van het nagelaten vermogen. De te dezer zake
onfvoliomen Engelsc-hn wetgeviiig en de -treurige stand
van n-ternationale samenwerking maakt het noodza-
kelijk -in ieder dier onderd-eelen van het Rijk of Corn-
-monwea.ith opnieuw beheerders aan -te vragen, terwijl
voor ieder ge-dt -de heffing zon-der aanzien des per-
non na. –
Nederland zou, naar mijn overtuiging, beter .werk
doen wanneer -het bij het heffen van belastingen en
het vinden van een nieuwe helastingbasis n-it alleen
rekening hield met eigen toestanden en na’tional-itei’ts-principes, -doch zich -tegelijkertijd rekenschap gaf van
de internationale verhoudingen, waarbij het in-grijpen
in ‘voor Nederland vreemde stelsels ongewenschte ge-
volgen kan -hebben. – –
Ik gevoel groote sympathie voor de Regeering, die
belastingvlucht, tracht -te voorkomen, ‘vooral waar deze
zijn grondslag vind-t in belastingontduiking, -doch ik
gevoel evenzeer sympathie voor -de’ngene, die om
fi.nancieele redenen zich vestigt ter plaatse waar voor
hm het leven de minst -geldelijke zorgen met zich
brengt.
Tegen over -belastingontduiking staan -mi. andere
middelen open -dan -wettelijke bepalingen, die in hun
algemeen.heid al-s een blinde om zich slaan zon-der —
naar mijn bescheiden nieening – dengene -te treffen,
clie willens en wetens zich aan -het land zijner inwo–
n.ing en Ee
–
t -dragen ‘van zijn -deel van ‘s lands lasten
niet- unfa
–
ire -bedoelingen onttrekt, -doc-h -die aan cle
pogingen om -tot internationale regeling te komen ter
vermij!ding van -dubbele -belasting onberekenbare -schade
toebrengen. W. Roosenaon Bissoflop.
Lond-on, Tanuari 1928.
DE KERAMISCHE INDUSTRIE.
in verband met de eer-lang -te ‘verwachten -behande,
lin-g in -de Tweede Kamer der ‘Sta
–
ten-Generaal van
de aar-cIen’erk-noodwet- lij!kt liet gewenscht enkele be-
sc.h
–
ouwingen te wijd-en aan een aspect -der -zaak
–
wi-can-
aan tot -dusver weinig -of -geen aandach-t werd -geschoti-
‘ken en dat noch-tans blij’Icens de meenio-g. die iii de
kringen -van den handel vrijwel overheer-schend is, van
vol-doen-de belang lijkt om nader on-çler het oog te
roi.den gezien. –
Tij
-doelen op -de overeenkomst door de Lim-burgsehe
fabrieken met andere soortgelijke bedrijven in Duitsch-
land, België, Frankrijk en Italië aan-gegaan en ‘die ten
-do-el heeft -mini-mum-verkooppi-ijen voor -overeenkom-
s-tige kwaliteiten -en afmetingen vast ‘te stellen.
Van Liniburgsche zij
–
de word-t betoogd, -dat -de in-
heemsoho keramische i n-dustrie zon-der -een soortgelijke
-overeenkomst reeds- lang gedwongen ware geworden
-den s-t-rijd tegeii de ‘bui-tenlandsche producenten op te
geven en men
–
beroept zich iterstaving -dezer -bewering met na-me op de conccfrrentie, -die der inheemsche
eiS
–
ve.rhe-i-cl -door de Duitsche, Belgische, Fransche en Ita-
liaansche fabrieken -ten tijde -van de depreciatie der
betaaiifniddelen -dier landen zoi.i zijn aangedaa-n indien
een -der-gelijkeo-verc-cnkomst niet ware aan-gegaan.
Toorop zij- -gesteld, -dat niet alle fabrieken in -de ge-
noemde landen tot de bestaan-de overeenkomst zijn
toegetreden. Gold ‘het hier slechts een -enkele uitz-on-
-clering en had -deze laatste -dan nog betrekking op een.
-weinig krachtige fabriek met- -gering pr-oduc-tievermo-
gen, -dan ware deze ,,ui-tzoudering -op den regel” -geen
bezwaar en zou -de ‘door ons- geïncj:-imine’er-de over-en-
komst inderdaad beantwoorden aan het gestelde doel,
t.w. uniforme-handhaving ‘van -minimum-prijzen. Een
avereenkomis.
–
t met -het verbond ‘der Dui’tsche aarde-
w’erkfa-bri-eken – -om ons een oogenhlik -tot -de Duit-
sche keramische in-dust-rio ‘te bepale-:n -, die-derhalve
liet -meeren-deej -(br producenten zou binden, bestaat
echter niet. Inderdaad zijn ‘slechts enkele fabrieken
-tot het convenu toegetreden, zij h-et dan o-ok, dat het
belangrijke Tiileroy & Boch concern d-e overeenkomst
-mede on-d-er-tee’kende. Ook
in
-de overige landen ‘bleken
verschillende fabrieken
–
haar -onafhankelijkheid ‘te zeer
op prijs te stellen om -z-ic-h ‘tot-een uniforme prijs-poli-
-tiek te -binden. Wat -de gevol-gen -hiervan zijn voor de Li-rnhurgs-ehe industrie, met name -ten aanzien van een
weleer ‘lyelangrj;k afzetgebied als Ned.-In-dië, -zuilen
wij’ -straks nog nader -met cijfers aan’toonen. –
Voo-:i’a-f mogen -wij’ echter den -vinger leggen op
enkele zwakke p-unter in het ‘betoog. – pleidooi ware
wellicht juister – -der voorstanders -eener -overeen-
-kom-s-t-, -die -door -den
–
handel beschouwd wordt als een
na-deel voor de Vrije -ontwikkeling van het Limburg-
sc’he bedijf en–wij zou-den er dan allereerst- op willen
-wijzen, -dat het onjuist is — -zooals do voorstanders
hij vobi keur -doen — om -te spreken-van ide
Nederland-
sche
fabrieken. –
Men behoef t
waarlijk
-geen inisider te zijn om te
weten, -dat -ten aanzien -dezer -materie niet kan word-en
gesproken van
Nederlc&r&clsche
fabrieken en wel
OJ)
grond van het fe-it, dat -de Men-strichtsche industrie –
en -deze is toch in -hei- geding – een -geheel ander pro-
-duet vervaarcligt, ni. aardewerk v-oonameljlc voor
huis-ho-ndelijk gebruik, dan -de fchrieken te Delft en
clie in Gouda, welker productie meer in het bijczo±c-der
ui’t s-ier- en kunstaar-dew-erk -bestaat. De -laatste cate–
gori e van
-bedrijven,
-die bovendien -zonder regeeri ngs-
steun werkend- noch-tans bevredigende -resultaten op- –
leveren, is ‘derhalve
niet op
één lijn met -de Zui-d-Lirn-
burischo industrie -te -stellen en -d-é verzamelnaam
,,Nederlan-d-sche fabriekeii” is -derhalve ietwat mis-
leidend. Ook het depreciatieiargüm-ent heeft in 1.928 goed-deels afgedaan en met name -de stabilisatie van
het- Dui-tsche betaalmiddel, -die enkele jaren geleden –
haai bes-lag kreeg, -doet -de kracht
–
van het argument
ten aanzien. -der Duitse-ho concurrentie volkomen te-
i
–
i:iet. Zelfs indiii -de vaiu-ta-ch-ncurren’tje o-olc thans
nog -t-en aanzien van de -genoemde pi-oductielan-d-en on-
verminderd voort-duurde, is ‘het -duidelijk, dat de prijs- –
regeling, waartoe zich slechts een betiuickelij-k beperkt
bantal huitenlancdschè fahri-eken hebhèn -verbonden,
een
bedenkelijk
-experiment is, -daai eenej.
,
2ijidá de -tot
het eonvenu -toegetreden producenten aan bepaalde
minimum-prijzen -gebonden zijn en -de ,,owts-i-de-rs” -der-
halve vol
–
komen vrije hand – hebben bm -door -onder-
-bi.ecli n-g -cl ier mmmi um-prijzen hhn afzet-gebied ten
koste -der verbonden producenten uit te breiden. Dat
overigens een tijdelijke i’erhooging -der invoerrechten
niet in staat zal zijn de voordeele-n van een veel lage-
ren pro-duct-ieprijs teniet te -doen, behoeft evenmin he-
ii
JanuaTi 1928
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
25
toog en ool uit dezn loofde’is de thans voorgestelde
,,tijdoiijko” steunmaatregel dan ook een slag in de
lucht!
Een derde al e
en onjuist argument, dat nochtans
door cle voors’tan’ders-pieitbezorgers voor de meerge-
noemde overeenkomst wordt aangevoerd, is de volgens
hen onjuiste regeeringspolitiek, die in Ned.-In’dië ad
valorem rechten heft, waard oor – aldus •de voorstan-
ders – het Japansdhe aardewerk minder injvoerrecht
verschuldigd zou zijn ‘dan het Zuid-Limburgsche pro-
duct. Deze bewering is geheel onjuist. Nederlandsch-
indië toch hef t geen rechten op de waarde, maar be-
rekent het verschuldigd invoerrecht per dozijn stuks,
waardoor van een be’voorrechte positie van het Ja-
pansdh artikel geen sprche is.
liet buitenland, aldus ‘dezelfde voorstanders, gaat
niet, zooals ons land, gbukt onder zware lasten, resul-
teeren’d uit sociale wetgeving. In dit verband moge
eraan herinnerd worden, dat niet slechts een veer-
‘tiental jaren geleden door een uitgëbreid regeerings-
onderzoek is komen vast te staan, dat de ‘te Maastricht
betaalde loonen behoorden tot de laagste in ons land,
maar dat ook een in 1926 ‘door de Romsch-Katho-
1 ieke werknemersbnn’d in het Zuiden ingesteld onder-
zoek, weiks resultaten destijds tot misnoegen ‘der R.-K.
werkgevers door enkele persorganen ,,ont.ijdi
g
” gepu-
bliceerd werden, de juistheid der stelling, die van :Lim-
bui’gsche zijde zoo gaarne wordt geponeerd, niet be-
‘wijst. Het ware – ten einde een volkomen juist oordeel
mogelijk ‘te maken — ongetwijfeld gewensc’ht indien
alsnog van regeeringszijdc een onderzoek werd inge-
steld ten einde na te gaan, in hoeverre ‘de isocija.l.e wet-
geving inderdaad ‘te zware lasten aan de keramische
industrie oplegt. Hiermede zou gepaard kunnen gaan
een ‘enquête naar de bonen, die in het Zuiden des
lands en in de overige ,,Neder’lan’dsche” aardewerk-
fabrieken betaald worden.
Wanneer wij thans nog een oogenblik izien naar de
officieele cijfers ‘ten aanzien van ‘den invoer in Ned.-
Indië, clan blijkt ‘daaruit wel zeer ‘duidelijk de krach-
‘tige vooruitgang van ‘den invoer van ,,buitenian’d’sch” aardewerk met name ui’t de landen, die ‘geacht worded
deel ui’t te maken van den ,,pool” en de vrijwel niet-
onderbroken achteruitgang van het Nederlan’dsc}t
product:
Invoeren van aarde,’werk (ntet eitzondering van aarden
tegels) in Neci. Oost-Indië.
(in ‘duizencltallen guldens).
Land ‘van herkomst:
1920 1921 1922 1923 1924 1925
Nederland .,,,,,
1837 2222 1431 1222 1295 1171
Duitsch’land
t)
,,,,
341
612
784
537
784 1034
Frankrijk
1)
3
6
7
9
10
54
België’) ………..
56
55
18
18 ‘
82
217
Italië
1
)
………..
7
8
16
42
50
37
Singapore
1257 1010
811 1055 1159 1597
China .,,.,,,,,
297
718
449
377
260
288
Japan ………….3563 4171 3736 3393 4032 5871
11
‘landen, die geacht worden tot clan
«
pool” te
zijn
toe-
getreden.
Voegt men de totale irtvoercijfer’s der bij ‘den ,,pool”
aangesloten landen ‘te zamen clan krijgt ‘men het vol-
gend heel cl:
Lau.clvanherkomst:
1920 1921 1922 1923 1924 1925
Nederland
..,,
1837 2222 1431 1222 1295 1171
,,PooV’ ………….407
681
825
606
926 1392
Ui’t deze
cijfers
blijkt de stijging van den invoer uit
do z.g. ,,pool”-lan’de’n, t.w. Duitschland, Frankrijk,
België en Italië, ten koste van ons land wel zeer dui-
‘(lelijk. Bedroeg ‘de invoer-verhouding in 1920 van den
,,pool” tot Nederland 2 : 9, in 1925 waren ‘de rollen
reeds ‘omgedraaid en was ‘de verhouding 1 : 6. 1
–
lelaas
beschikken wij op di’t, oogenblik nog niet over ‘de offi-
cieele gegevens voor ‘de jaren 1926f’27, maar ons wordt
medegedeeld, dat ‘de stijging van den invoer uit de
,.pool”-lan’den gedurende de beide laatste jaren verde-
ren voortgang ‘heeft gemaakt: Het prijs-convenu is
dus niet bij machte geweest de concurrentie ‘der ,,klei-
nere en ‘minderwaardige” •outsiders-fabrieke’n teniet
te ‘doen, terwijl ‘het de inheemsche industrie evenmin
heeft ‘kunnen vrijwaren tegeii de gevreesde gevolgen
‘der valuta-concurrentie. Het tegendeel is waar: ‘blij-
kens ‘de cijfers ‘heeft ‘de ‘keramische indus’trie haar uit-
voer naar Nederiandsch-In’dië, ‘die in 1920 nog een
waarde van uim
f
1,8 millioen bedroeg, in het tijd-
vak
1920/25
met
bijna
zeshon’derd ‘duizend gulden
zien te±ugloopen, terwijl – ondanks de ‘valuta-depre-
ciatie – haar ,,’bondgenooten” een ‘vooruitgang van
circa één millien gulden. in ‘hetzelfde tijdvak’ konden
boeken! Men bedenke, dat deze cijfers één enkel af-
zetgebied betreffen, waar geen ‘hooge tolmuren, geen
kiinistmatige ‘handelsbelemmeringen ‘bestaan!
Ten aanzien van ‘den zeer krachtig gestegen Japan-
schen invoër moge er te ‘dezer plaatse nog’ eens op
wordn gewezen, dat deze stijging’niet alléén betrek-
king heeft op ‘de usantieele mindere Japansc’he kwa-
li’tei.ten, die Limburg niet of weinig levert, doch even-
•eens
op
‘de iets ‘betere soorten, die dus in concurrentie
met Maastricht worden ingevëerd!
Het is ons bekend, dat men ir ‘de ‘kringen der be-
langhebbenden ‘deze
‘moeilijk
te weerleggen ‘,,ziffer-
mëssig” aange’toonde feiten maar al te gaarne ‘verdoe-
zel’t. Men make zich toch vooral geen illuisies ten aan-
zien van ons Indië als afzetgebied voor de ,,Neder-
landac’he industrie” zoolang de bedrijfspolitiek der
Nederlëndsc’he en Ned.-Indische regeeringen’ ongewij-
zigd ‘blijft, aldus een o’pmedring, die ons dezer daken
uit het Zuiden naar aanleiding van ons standiiunt ter
zake van het ontwerp aar’dewerk-noodwet werd toe-
gevoegd.
Welke
bezwaren men in het Zuiden des lands,
afgezien dan ‘van ‘het
verwijt,
dat Nederland – hoe
lang nog – geen ,,actieve han’delspo’litick” voert, te
dezen
aanziën tegen het regeerings’belei’d kan opperen,
is onä niet duidelijk.
Dat echter geheel los van de zwaarwegende prin-
cipieele bedenldn gen, die in breed’e ‘kringen des lan ds
‘tegen het jongste wetsontwerp zijn gerezen, 66k de
commercieel-technische zijde van ‘het vraagstuk een
diepgaand onderzoek dringend ‘behoeft’, lijkt ons mede
in het’ licht der bovenstaande gegevens niet ‘twijfel-
achtig.
De wel zeer sobere merno’rie van toelichting behoeft
oo’k ten aanzien van deze zijde van het vraagstuk na-
‘deze ephel’d’ering, waarop ‘de Tweede Kamer
hij
de be-
‘handeling goed zal doen met kracht aan “te dringen.
willen de leden zich inderdaad een objectief oordeel
kunnen v6rmen!’ C.
VERMEY.
Rotterdam, Januari 1928.
–
REORGANISATIE VAN HET VOLKSBANKWEZEN
IN NED.-INDIË.
Het vol’kskredietwezen, en in ‘het hiezon’der de
voikabank, is in ‘de laatste tijd het onderwerp ge-
weest van een levenidige gedachtewisseling en veel
kritiëk. Vooral ‘de instelling. hij Goevernementshesluit
van 13 Augustus 1926 no. 36. van een kommissie, die
de Regering van advies had ‘te dienen ‘over de reorga-nisatie van ‘de volkshan:ken, gaf velen aanleiding hun mening over deze instellingen en het vol’kskr’edietwe-
zen
itt
‘t algemeen kenbaar te maken. Ik herinner aan
de artikelen van dr. H. M. Hirsc’hfeld
1)
en de heer
Th. Ligthart
2)
en aan de redevoeringen van de ‘heren Ostmeier en Wiranata Koesoe’ma in ‘de ‘voorjaarszit-
ting 1927 van de V’ob’ksraa’d. De meesten publiceerden
hun beschouwingen in het Blaadje voor het Vol’kscre-‘dietweze’rr, waaria ook alle kritiek van buitenstanders
werd afgedrukt met de zeer lerzenswaardige beant-
woordingen van de adviseur voor volkskredietwezen
en .koöpe’ratie, prof. Boeke.
Deze belangstelling is een. gelukkig verschijnsel,
want het volkskrdie’twezen is wel een ‘der belangrijk-
ste organen van indiese staatazorg voor het ekonomies
welzijn der geregeerden, ‘misschien ‘het belangrijkste.
In Koloniale Stu’d’ien,
Aug. 1926
en E.-S. B.,
1926 Ii
bI. 896
e.v.
Blaadje voor het Volkseredietwezen,
1926 no.
9.
Hier-
onder aangehaald als ,,Blaadje”.
26
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
11 Januari 1928
De pan’dhuizen verstrekken per jaar meer krediet en
bereiken een groter aantal geidbegerigen; naar d
maatstaf zouden ze dus belangrijker zijn dan ‘de volk?-
banken, desabanken en -loemboengs. Let men echter
op •de ontwikkelingsmogelikheden van het vollcskre-
‘dietwezen en op de draagwijdte van de problemen die
zich hierbij voordoen, dan ‘moet gezegd worden dt het een heel wat moeihiker afdeling van staatszorg
vormt dan de pandhuisdienst en Veel ruimer perspek-
tieven opent dan deze laatste. Volkskredietwezen en
pandhuisdienst, opgebouwd door dezelfde soort men-
sen, door ambtenaren van
gelijke
bekwaamheid, zijn
zowat even oud. Van de pandhuisdienst kan men in
zekere zin zeggen, dat liii af en geslaagd is. Niet, dat
het aantal pandhiuizen niet uitgebreid (of ingekroii-
pen) zou kunnen worden, maar dat is een eenvoudige
uitbreiding (positief of negatief) in de breedte. Niet
dat ‘do rentevoet der kleine panden niet verlaagd zou
kunnen worden, maar dat staat geheel in onze macht
en kan steeds geschieden als wij liet wenselik vin-
‘den enige millioenen staatsinkomsten voor dat doel
prijs te geven. Niet dat wij precies zouden weten
welke uitwerking liet pandkrediet in de desa heeft,
maar de wetenschap daarvan, hoe wensehik ook, zou
geen noemenswaardige verandering brengen in de op-
zet van liet bedrijf. De vorm voor het pandhuisbedrijf
is gevonden, die taak is af; – hoe weinig kan men
dat zeggen van het volkskredietwezen! Toch is het bij
beide een raak van krediet. Men kan zeggen, dat het
volkskredietwezen moeiliker moet zijn, omdat dit kre-
diet verschaft aan m en s en, en het pandhuis alleen
behoeft te vragen naar d i n gen, naar panden en hun
‘waarde. Zeker maakt dit alleen liet werk der volks-
kredietbanken reeds moeihiken riskanter, ingewikkel-
der. Maar ik geloof niet, dat dit ‘het enige is, en zelfs
niet het voornaamste. De dieper liggende reden, waar-
om cle vraagstukken bij liet volkskredietwezen zoveel moeiliker zijn, moet deze zijn, d a t •d e p a n d h u is-
dienst iets wil, wat de bevolking zelve
ook w ii: ‘dat er in hoofdzaak konsumptief krediet
verschaft woede, altans
1
krediet, ‘dat voor ‘t ogenblik
uit de nood heln€ en voor ‘t overige de zaken gaande
‘houdt in ‘t oude spoor; men, zou kunnen zeggen: in
hoofdzaak ‘konsumptief en staties kro-
d i et. Terwijl de organen van het volkslcredietweren,
altans de volksbanken, toch eigenlik 1 e t s and e rs
willen dan de bevolking wil. Velen ‘hebben
hun mening over het volkskredietwezen gezegd, en op
allerlei punten lopen de adviezen uiteen. Maar wen-
sen al’ die belangstellenden on ‘dit ene punt in hun
hart niet eigenlik allen hetzelfde: dat ‘de vollcsbanken
zoveel rnogelik dienstbaar gemaakt zullen worden aan de ekonomietse opvoeding der bevolking, ‘dat zij haar
in’ staat zullen stellen betere produktiemethoden toe
‘te passen en tot vernieuwd en ‘hoger ekonomies leven zullen brengen, in 66n woord, ‘dat de volksbanken zo-
veel mogelik zullen geven p r o’d u kt ie f en d y na-
mi es k rad jet? Zo blijkt ook op dit gebied de Wes.
terling, ‘de grote verwekker van Verandering, de
eigenlike sehenner van, zijn eigen moeilikheden. Want
zouden ‘deze, bij een ‘bevolking zo betrouwbaar bij de
nakoming van ‘haar schuldenaarspliehten, wel groet
zijn als wi,j er mee tevreden waren cle zaken in ‘t oude
spoor te laten voortgaan?
De moeihikheden, die ‘bij ‘de volksbanken overwon-
nen moeten worden,
zijn
velerlei. Maar de grootste betreffen natuurlik niet de samenstelling en de be-
voegdheden der besturen, of de verhouding van de
banken tot ‘de Centrale Kas, of welke aangelegeohc’id
‘ook, datgene betreffende wat men d e b o v e n h o
u w
“zou kunnen noemen. De echte moeilikheden liggen
natuurlikin de ‘desa, op het terrein van het buiten-
wefic ‘der banken. En déze moeilikheden zullen nooit
door een verandering in de bovenbouw te overwin-
nen zijn, maar alleen, langzamerhand, door een wel-
béwuste lenings- en opvoedingspoiitiek in ‘de desa,
die, omdat zij ook een element van opvoeding zal moe-
ten bevatten, haar resultaten niet in korte ‘tijd zal
kunnen verwachten. Onjuist lijkt het mij, ‘het geringe
succes dat tot’dusverre bereikt werd, toe te schrijven
aan ‘de steeds wisselende inzichten van een wel goed-
willend ,,doch steeds ondeskundig bankbestuur”, zoals
de heer T. J. Lekkerkerker ‘doet
1
). Hoe weinig heb-
ben die baukbesturen de gang van die zaken w a a r o p
h e t v o o r a 1 a a n k om t merkbaar beïnvloed! In
zake ui’tleenpolitiek is men ‘in ‘den regel te zeer aan-
gewezen op het vragen naar een zakelik onderpand yan voldoen’de waarde en naar inkomsten die hoog
genoeg geschat kunnen worden als voorwaarde van de
kredietverlening, is meil te zeer ‘onwetend omtrent ‘de
wijze waarop de verstrekte kredieten gebruikt worden
en tast men nog te veel in het duister orntrent ‘de ge-
volgen van het ‘krediet op de welvaart van de ‘desa,
dan ‘dat diepgaand konflikt, konfhikt van betekenis,
tussen ondeskundige ban’kbesturen en ‘deskundige an-
deren goed ‘denkbaar zou zijn. De banken zijn ‘tot’dus-
verre aangewezen geweest op het volgen van een uit-
leenpolitiek, ‘die a.h.w. passief zich rightte naar de
vraag uit de inheemse bevolking: waren het onder-
pand en ‘de geschatte inkomsten ‘voldoende, dan
kreeg de man in de meeste gevallen
zijn
geld. Het’
geven van groter invloed aan ‘de ,,’desku’ndige leiding”,
waarvan de heer Lekkerkerker zoveel schijnt ‘te ver-
‘wachten
2),
‘kan dan ‘ook alleen merkbare invloed heb-
ben op de bovenbouw van het volksbankwezen, doch
zeer weinig op wat het voornaamste is: de gang van
zaken in de ‘desa. Waarmee natuurlik niet ‘gezegd wil
zijn, ‘dat de tans voorgenomen reorganisatie niet veel
nut ‘zal kunnen hebben, als ‘de gewenste versterking van
bevoegdheden der ‘deskundige leiding tot stand komt.
Maar ‘dit ‘dienen bevoegdheden ‘te zijn op ‘t gebied,
waarop die leiding’werkelik ‘deskundig is: inrichting,
boekhouding en administratie der banken, bezoldiging
van administrateurs en personeel, aanstelling en over-
plaatsing van a’drninis’trateurs, bepaling van de rente
voor deposito’s en spaargelden e.’d. Dat b.v. verster-
king van de ‘bevoegdheden ‘der centrale leiding in
‘zake een punt als bezoldiging ‘der administrateurs ge-
wenst is, lijdt geen twijfel. Die centrale leiding kan
het aanbod van en de vraag naar geschikte krachten
veel ‘beter beoordelen dan een p’]aatselik bestuur; kan
beter vergehijkingen maken met de eisen van be-
kwaamheid en, de beloning in ‘goe’vernementdiensten
en partikuliere bedrijven, en kan vooral beter ‘dan de
plaatselike besturen waken tegen opdrijvin van irak-
tementen, zo bitter nodig om ‘de inlan’dse lener aan
goedkoop krediet te helpen.
Op het terrein van de desa en in zake uitléenpoli-
tiek
zijn
eigenlik allen, .’bankadministrateurs, ambte-
naren bij het binnenlands bestuur, landbouwkonsulen.
ten, rechters, fabrikanten, ondernemers, ambtenaren
bij liet volkskredietwezen, ondeskundig. Immers, zij
allen kunnen ‘door ervaring en studie een globaal
inzicht hebben verkregen in ‘desatoestanden, doch
waarlik ‘deskundig in zake ui’tleenpolitiek wordt men alleen ‘door onderzoek van individuele gevallen, v66r en nt de kredietverstrekking opzettelik ingesteld. Een andere ‘manier om er achter te ‘komen is er niet, want
wij hebben geen statistiek van de resultaten der toe-
gestane ‘kredieten’ en zelfs geen ‘betrouwbare van
rio
‘doeleinden waarvoor in werkehikhei’d geleend wordt.
Het schijnt niet geheel overbodig, hier terloops te
waarschuwen tegen de mening, dat ‘deskundigheid in
deze materie uit den aard der raak te vinden zou zijn
bij ‘de ambtenaren van ‘de landbouwvoorlichtings-
‘dienst. Deze dienst verheugt zich ‘momenteel in ‘de
iiympathie van velen, die het wèl menen met de inlan-
der. Men zou de ekonomiese lichtgelovighei’d van som-
mige lieden aldus kunnen formuleren: Java’s bevol-
king kan wel:varend worden door ‘de teelt van h a n-
d els g e w as’tsen.
3)
De n’odige voorlichting bij deze
2)
In zijn advies, opgenomen
in
het Blaadje,
1927
no.
2,
bi. 57.
T.a.p.
bi. 55 e.v.
Ik
denk er niet san te ontkennen, dat de teelt, ‘van
handelsgewasse’n wenselik is en bevorderd moet worden. Maar
Ii Januari 1928
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
27
agrariese hervorming, van de teelt van voedings- tot
die van handeisgewassen, moet de landbouwes gege-
ven worden – dat is klaar – door de landbouwvoor-
lichtingsdienst. Deze dienst is het – ook .dat is klaar
– die in het volksbankwezen .de deskundigheid kan
brengen, .die .daarin totdusver zo jammerlik ontbro.
ken heeft. – Wie deze mening toegedaan mocht zijn,
leze met aandacht het meergenoemde advies van de
heer Lekkerkerker. Het denkbeeld, .dat zijn beschou-
wingen beheerst, is: men brenge .de volksbanken onder
d es k u n d i g e leiding. ,,Wat on.der .deskundige
leiding wordt verstaan”, schrijft de heer L., ,,zal wel
duidelijk zijn; zij sluit in: het geven van een groote-
ren invloed op .de uitoefening van het credietbedrijf
aan de op .dat gebied deskundigen met een brengen
naar het tweede plan van den invloed van het ondes-
kundig bestuur en ledenvergadering.”
1)
De bedoeling
van deze petitio principii is intussen duidelik: des-
kundig op het gebied van landbouwkrediet b.v. is de
landbouwvoorlichtingsdienst. De meningen der land-
bouwkonsulenten, b.v. over .de
hoogte van de te eisen
rente, zijn echter aan verandering onderhevig. In 1925
heette het: Een’eerste vereischte is dus, dat het cre-
diet goedkoop moet
zijn;
het moet heel wat billijker
zijn dan op den grôndslag van het bestaande stelsel
mogelikis.”
2)
In 1927 wordt nadrukkelik bestreden,
.dat de landbouwkonsulenten goedkoop landbouwkre-
diet wensen en over het algemeen een rentevoet van
15 pOt. voor grond- en melioratiekrediet te hoog zou
worden geacht.
3)
Tans schijnt de heer L. te verwach-ten, dat men goede gevolgen moet kunnen bereiken,
als de ,,specifieke credietbehoefte” van ,,het betrokken
landbouwbedrijf” is vastgesteld, de verstrekking en
terugbetaling van de kredieten doelmatig is en bij le
te bedingen rente rekening gehouden wor.dt met het
speciale type en onderdeel van he.t bedrijf. Hij beseft
echter dat de behoeften en de draagkracht van één be-
drjfstype verschillend kunnen zijn in verschillenie
streken. ,,Crediet .dat b.y. voor omloopend bedrijfska-
pitaal in de eene streek voor een bepaalde soort bedrij-
ven niet te duur is, kan dit voor hetzelfde type bedrij-
ven in andere streken wel zijn”.
4)
De heer L. had nog
slechts één stap verder behoeven te gaan om tot het
inzicht te komen dat men
bij
elke kredietverstrekking,
met al de daaraan
–
te verbinden voorwaarden, rekening
moet kunnen houden met de omstandigheden van het
individuele geval, om gunstige gevolgen te kunnen
verwachten. Of .de lener, zonder er op achteruit te
gaan, 5, 10, 15 of meer percent zal kunnen betalen
over de geleende som, hangt niet alleen van bedrijfs-type en -onderdeel af, maar ook van de hoedanigheid
van de grond en het allermeest van het karakter, de
intelligentie, de gezondheid en werkkracht, kortom
van de gehele persoonlikheid, ‘van de lener. Zoals be-
kend is, lag het geheim van het succes der boerenleen-
banken o.a. in haar ver .doorgevoerde individualistiese
uitleenpolitiek. Werkelik deskundig op het terrein
der uitleenpolitiek kan men ook in Indië alleen wor-
•den door kennis van individuele gevallen.
5)
Iets dat bij ‘de lezing van de geschriften der land-
bouwkonsulenten treft, is .dat .dese – zoals trouwens
elke – speciale diensttak als het ware predisponeert
voor een zekere bewustzijnsverenging. (Vroeger, toen
van algemeen geestelik en politiek leven in Indië nau-
weliks een begin te bespeuren was, was dit verschijn-
sel nog veel opmerkeliker).
Bij
vele vertegenwoordi-
gers van deze dienst kan men •de neiging bespeuren,
de waarde van allerlei instellingen en delen van het
sociale leven te beoordelen uit het standpunt van
de verwachtingen, die velen daarvan blijkbaar koesteren
voor de weivaart van Java, kunnen onmogelik vervuld
worden.
Blaadje,
1927 No. 2, bi. 56.
T.a.p., bi.
59
en Blaadje,
1925 No. 10, bi. 180.
Blaadje,
1927 No. 2,
bi.
59
e.v.
Tap.,
bI.
54.
Vgl. het artikel van dr. C. L. ‘van Doorn, ,,Onderzoek
van de credietwaardigheid van leeners van Volkserediet-
banken”, Blaadje,
1926 No. 12, bl. 321.
niet eens de gehele inlandse landbouw, maar: – het
biezondere inlandse landbouwbedrijf dat het voorwerp
is van hun biezondere aandacht en studie. Deze nei-
ging komt ook even om de hoek kijken in de beschou-
wingen van de heer L. (bl. 59). De afdelingsbanken
zullen zo moeten werken en geleid worden, dat zij de
inlandse landbouwbedrijven, waarvan met behulp van de landbouwvoorlichtingsdienst iets behoorliks te ma-
ken is, goed bedienen. (Het spreekt vanzelf, -dat zij
daarvoor eigenlik bestemd zijn). En als door het vol-
doen aan deze eisen aan de andere kredietbehoeften
niet goed voldaan kan worden.. . . ,,dan is het dui-
délijk, dat andere organisaties gereed zullen moeten
zijn, om deze door de afdeelingsbanken ongewenschte
leeningen over te nemen.”
Het is van het grootste belang, dat de landbouw-
voorlichtingsdienst in de besturen der banken behoor-
lik vertegenwoordigd is. Het is van het grootste be-
lang, dat die besturen openstaan voor iedereen, die uit hoofde vn werkkring, kennis, belang of belang-
stelling voor ‘de banken van nut kunnen zijn. Perma-
nente samenwerking van verschillende diensttakken
is voor een doeltreffende welvaartspolitiek onontbeer-
lik. Als er echter één diensttak is, die van huis uit
gewend is met meer dan een belang rekening te hou-
den, verscheidenheid van belangen aan te voelen, uit-
eenlopende belangen af te wegen, dan is het die wrijf-
paal van belangen, het inlands en europees bestuur.
De ondeskundige bestuursambtenaren schuivo men in
de bankbesturen vooral niet naar de achtergrond. Zij
kunnen daarin, ook om redenen van bankbedrijf, zeer
nuttig zijn.
Is het waar, dat deskundigheid alleen mogelik is
in zaken de bovenbouw van de volksbanken betreffen-
de en niet t.a.v. het bedrijf in de desa, dan is hier-
mede tevens het beginsel voor de reorganisatie ge-
geven. Voor al datgene -wat tot die bovenbouw gere-
kend moet worden behoort het zwaartepunt van de
macht te berusten bij de centrale leiding van het
volkskredietwezen: dédr zijn in alle materies van fi-
nanciële en banktechniek te verwachten deskundig-
heid, goede informatie,
wijd
overzicht, ruime kennis
van personen en persoonlike eigenschappen, het ver-mogen om op tal van manieren te steunen, te helpen,
te waarschuwen. De centrale leiding zou echter haar
kennis en haar vermogen overschatten indien zij zich
ook tav. het
bedrijf
in -de Cesa deskundig achtte. Uit
te veel uitlatingen en bekentenissen van de mensen
van het bedrijf zelf, van hoog tot laag, blijkt, dat
waarlik deskundige en doeltreffende uiti eenpolitiek
alleen mogelik is door voortdurende, geduldige onder-
zoekingen in de desa, liefst van individuele gevallen. Deskundig in de desa kunnen alleen zijn, kunnen al-
leen worden, het plaatselike personeel en de plaatse-
like besturen der banken. Men zou het ook zo kunnen
formuleren: de centrale leiding – waartoe natuurlik
ook te rekenen zijn de inspekteurs en adjunkt-inspek-
tours
bij
het volkskredietwezen die hun standplaatsen
buiten Batavia hebben – is alleen in staat de
struktuur van de bovenbouw der banken ior te
schrijven en verder, in algemene zin, de f o r me 1 e
uitleenpolitiek aan te geven. Zij kan a.h.w. een duide-lik receptenboek voor die politiek samenstellen. Maar de materiële toepassing, de keuze tussen de verschil-lende recepten, zal t6ch altijd het werk der plaatselike
administrateurs en besturen moeten zijn.
Het spreekt van zelf, dat wat hier zo scherp tegen-
over elkaar gesteld is: het bedrijf ‘binnen de muren
van de banken en de overkapping van deze door de
Centrale Kas enerzijds, en ‘de werkzaamheid in de
desa anderzijds, in de practijk veelal in elkander
grijpt en niet
altijd
gemakkelik te scheiden is. Ook
wordt niet ontkend, dat een reorganisatie in de bo-
venbouw soms ingrijpende gevolgen zal kunnen heb-
ben voor het
bedrijf
in ‘de desa. Wanneer b.v. door
de aanhangige reorganisatie de administrateurs der
volksbanken personeel zullen worden van de Centrale Kas, een betere opleiding zullen verkrijgen en boven-
28
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
11 Januari 1928
al:: geen belang meer zullen hebben bij’ de grootte vn
de omzet en de gemaakte winst, ‘kan dit op den dujii
ingrijpende gevolgen hebben voor de nitleenpolitiek
Nog ‘te vaak wordt deze ‘beheerst door de wens van
de administrateur, leider te ‘zijn van een grote instel-
ling of ‘de inkomsten van zichzelf en zijn personeel tè
verhogen i), hetgeen leiden
in
oet tot het verstrekken
van ‘te veel en tb ‘h&ge :krèdjet.en Maar ondanks ‘het
feit dat het ‘bedrijf in ‘de desa en de stru:ktuur van de
bovenbduw n’oodzakelik ôp elkaar moeten inwerken,
zijn de twee bedoelde sferen toch duidelik van elkalsr
te onderscheiden. Het zwaartepunt van de macht e*n
‘cle v’erarit.woor’delikheid in zake de uitleenpoli’tlok niet
te leggen in handen van de plaatselike besturen, zou
dwars ingaan tegen de ontwikkeling, die vo’or de e-
hele in’diëse ‘bes’tuursvbering als noodzakelik is jd-
v’oeicl. Dat het volkskredietwezen een der ‘organen is
van ‘bestuurs’voéring in ‘ruimer zin, van de staat-ii-
beweging, wordt ‘door niemand ontkend; evenmin, dat
voor ‘de ei’geflhik gezegde europese en inlan’d’se b&
stuursambtenaren nog een
belangrijke
taak bij hét
volksk’rediebwezen is weggelegd, ‘hoe ook ‘de reorgani-
satie moge uitvallen. De Reg-erircg hoede zich in eik
geval voor een politiek, die in ‘haar gevolgen destruk-
tief zou zijn. Zij’ hoede zich er voor, d’e b’estuursamb-
tenaren alle werkelike macht en invloed, ook in de
plaatselike ui’tleenpolit.iek, ‘te ontnemen, en ‘hen prâk-
ties ,’to degraderen tot de stek achter de deur, tot hate-
like ‘boemannen, die alleen in aktie komen als er
grote achterstanden moeten worden geïnd. Maar wij
‘bhoevén niet te vrezen, .dat de meerderheid der kom-
missie, ‘die de Regering van advies gediend, heeft, deze
gevaren niet zou ‘hebbe ‘onderkend.
2)
Zoals gezegd., zijn eigenlik alle ‘kritici het er over
eens, dat de volks’ban’ken ‘vooral produktief krediet
‘zouden ‘behoren te geven. Men ‘kan ‘dit ‘geredelik toe-
stemmen; doch,zal moeten erkennen, dat deze els ge-
ninkkeliker te stellen is dan na te komen. In zijn he-
antw’oording van ‘di. I-Iirschfel’ds genoemd artikel
geeft ide ‘heer Boehe de volgende voorbeelden. Een in-
J aîi’der heeft zijn huf fel geslacht om een slametan te
vieren. Tegen de tijid van de grondibewerking gaat ‘hij
een lening aan voor ‘de aankoop van een ‘kar!bouw; de
lening is dan produktief. Ha’d ‘hij echter zijn veevta-
pel in takt gelaten en’ voor ‘het feest geleend, ‘dan zou
cle lening kwasurnpti’ef zijn. Een ander eet zij:n zaai-
padi, op en leent voor aankoop van bibirt: produktief
krediet. Had
hij
zijn zaaipadi gespaard en zou hij in
‘de ischrale tijd geld te leen vragen om te ‘eten te heb-
ben, ‘dan zou .dt als konsnrnptief kred’iet geweigerd
moeten worden.
3)
En;zvoort. ‘Steeds kan aan kon-
sumptie’f krediet een produktief uiterlijk gegeven
) Verslag van het Valkacredietwezan over
1926,
bi.
2.
2)
Een paar puiate’n, die bij de reorganisatie van liet volk’s-
bankwezen ter sprake gebracht zijn, zijn’ cie volgende
T.
de
kommissie had van raad te dienen betreffende d e
p0 5
i t i e
der volksbauken in verband met de hervor-
ming van het bestuurswezen. Het antwoord op
de vraag,
of
het volks’ban’kwezen met ‘cle nieuwe provin-
cies ‘verband heeft te houden, is in beginsel zeer gemakke-
lik te geven: het heeft daarmede niets te maken, er is
generlei reëel verband tussen het een en het ander (zoals
er nagenoeg geen reëel verband is tussen cie .aieuwe pro-
vincies en het gebeuren in de samenleving). Het is begrij-
peuk, dat men zich afvraagt, of men aan de nieuwe goe-
verneurs en provinciale raden ook niet enige bevoegdhe-
den in zake het volkskrecl.ietwezen moet geven, nu de pro-
vincies er eenmaal
zijn.
Doch
er zijn in ‘het voikskrecliet-
wezen, en zeker in het volksbankwezen, geen ten’dentics
of belangen te bespeuren, ‘die om provinciale regeling vra-
gen. In’ elk geval offere men de belangen van het volks-
kreclietwezen niet op, om de nieuwe provincies toch maar leven in te blazen.
2.
Dit
7oii
men zeker doen, als men
cl
e
(1ne Centrale Kas ging splitsen in vele pr’o-
vinciale Centrale Kassen. Zoiets zou onzinnige
ekonoiniese politiek, zijn! Gelukkig ‘heeft de Regering hier-van’ afgezien. Ten slotte aou niets en niemand, ook de nieu-
we provincies niet, gediend ‘zijn door ‘het ‘vol’k’skreclietwezen
te bederven.
– 3)
KoL Stndien,
1926 No. 5,
bi. 818.
worden ‘De-scherpe scheiding tussen ‘definniën van
het ‘bedrijf en ‘die’ van de ‘daarin werkzane personen,
in het moderne bedrijfsleven .duideli’k aanwezig, en t-
breekt in het leven van de ‘desaman.
1)
Altaus zou men ze in ‘de praktijk moeilik kunnen aanwij’zèn. Theore
ties wel: gezinsuitgaven voor voeding, lieding, wo
ruing van ‘de lan’d’bouwer ‘staan op één lij met er-
bei’d’slonen, in een fa’brieksbedrij.f betaald en zijfl pro-
‘du’1tief,’al’s ‘de ‘ho er ze gebruikt om te kunnen blijven
werken. Gebruikt hij echter ‘de ‘gelden niet om zijn
daarmede herstelde werkkr’acht in produkten om t’e
zetten, b.v. om’det er in zijn ‘bedrijf niets te doen valt,
dan staan ze op één lijn met’gel’d, aan werklozen uit-
gekeerd of in tijden van werkloosheld aan ‘t pand-
huis opgenomen en onproduktief verteerd. Maar hoe
deze
scheiding in ‘d’e p’raktijik te benutten zonder ken-nis van ‘het individuele geval?
De heer J. W. Meyer Ranneft, toegeven’de ‘dat het
kri’teriu’m produktief niet zo eenvoudig toe te passen is, oppert ‘het den’kbeeld, ‘dat men de eis zou kunnen
stellen, dat door de kredietverstrckkin’g ‘het
maat-
scha.ppelik
bezit of ‘het
rnaefschappelik
inkomen zou
moeten vermeerderen.
2) Dus b.v. wel krediet ‘om een
‘huis te ‘bouwen, ‘niet om er een te ‘kopen; wel om
een stuk .woes’te ‘gron’d ‘te ontginner, niet om een akker
in te lossen of te ‘kopen. Ook ‘dit ‘kriterium zou, zon-
der onderzoek van individuele gevallen, niet waar-
borgen wat ‘men er mede beoogt. De bouw van een
huis ‘kan maatsc’happelik nadelig ‘zijn, in ‘die zin, dat
‘de bestede offers groter zijn ‘dan ‘het verkregen nut.
De ‘ontginning van een stuk woeste .grond kan zowel
ruïneus zijn ‘voor ‘de individuele ontginner als onvoor-
deli’g uit maa’tscihappelik oogpunt: Aan ‘den anderen
kant kan ‘de i.nlossing van een ver’pan’de akker ‘zowel
‘de ekonomiese reddin’g van de’ individuele iersoon
zijn als een vermeerdering van het maatschappelik in-
komen. De ‘kon’klusie uit ‘dit alles kan niet anders zijn clan ‘deze, dat men zonder individueel onderzoek ‘van
‘de lenin’gsaanvragen niet
:
kan’ weten of het krediet
rodu’ktief gebruikt zal worden. E’en formule alleen
zou ‘hier geen waarborg kunnen geven.
Met het voreiastaande wil ik niet zeggen, ‘dat ik cle
eis, ‘da.t rio vol:ksban,lcen uitsluitend produktief ‘krëdiét
behoren te geven, in ‘deze stellige formulering zou wil-
len ‘ondersteunen. Hoewel ‘het alleszins redelik is,
dat ‘degenen, ‘van wie aannemeli’k ‘gemaakt is, ‘dat zij
het geleende geld produktief ‘zullen aanwenden, dé
voorkeur genieten boven anderen, “on’d’ersc’hrij’f ik
gaarne het ‘tegen mr. Trip gerichte ibetoog van de heer
Boeke,
3)
‘waar deze egt: laat ons een og’enbli’k ver-
on’ders’tellen ‘dat ‘het begrip ,,produktiëf ktediet” diii-deuk is vastgesteld,
d:at
‘de beheervôerders ‘der banken
in staat ‘blijken om overeën’komstig ‘dat beginsel ‘de
leningsaanvragèn te ‘beoordelen en •da’t ‘het resultaa t
van deze politiek is dateen ‘belangrijk ‘deel vn ie
aanv:ra.gen ‘wordt ‘geweigerd. ,,Het credi’ethedrij’f van
de banken ‘wordt ‘dan aanzienlijk ingekto’mpen; maar
niet de ,crediet’beli’oefte van de iriheem’sc’he ‘bevolking.
Die credietbehoefte is eu nu eèn maal, men kan dat
betreuren. ‘men kan er zijn afkeuring over uitspreken,
maar ‘daarede maakt men ‘clie behoefte niet, minder
reëel.” En in hetzelfde stuk zegt els advise’ur,voor’he’t
voi’kskrediet’wezen: Men zal moeten trachten ,,in die
credi’etbehoefte op zoodanige voorwaarden ‘te voor-
zien, dat de credietnemer ‘daarmede zoo min mogelijk
benadeeld wordt, dat hij zich, waar doelj’k uit ‘de
meest drukken’de credietkiui’sters loswringt en dat
hem liet ‘besef wordt bijgebracht van ‘de ‘verplic’ht,in-gen, de zelftuc’ht, ‘het ‘beleid die credietnemen vordert
en waardoor ‘dit tot een voordeel, tot een zegen kan
worden.” ,.Evenwei. indien ‘dit ‘het uitgangspunt is.
dan zei men niet ri,iiinere credietverleening en c,rediet-
verst.rekk i.ng voor niet-, ,prodüctieve’ behoeften ‘bij
voorbaat’ ‘hebben af te ‘keuren, maar dan zal ‘men zijn
oordeel hebben af te meten naarde v o o r w a a r d en,
Verslag van het Volkacredietwezen over
1926, bi. 1.
Blaadje,’
1926 No. 11, bl.
266. Blaadje,
1927 N9. 8, E. 244
11Januari 1928
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
29
‘1cdr6ndr .dat ëiddiet wördt verleend, naar de opvoe
clende strekking die aan die credietverleening wordt
gegeven.”
,,En wanneer men ophouwend werk in de crediet-
verstrekking ten behoeve van de inlandsche samen-
leving wil verrichten, dan zal men niet moeten be-
ginnen met een belangrijk deel van die crediethehoefte
te verloochenen, maar dan zal men de o r g a n i s a t i e
van •die credietverstrekking moeten trachten te ver-
beteren.”
Men kan dit alles onderschrijven, maar zal toch
moeten staande houden, dat ook de beste ,,organisatie”
ôén ding niet kan waarborgen: de k en n i s van het-
geen •er met de uitgeleende gelden gebeurt, van de
gevolgen van de verstrekte kredieten. Deze kennis
is onontbeerlik voor een goede funk’tionering van de voikabanken en van het volkskredietwezen in ‘t alge-
meen. Zij kan niet verkregen worden door ,,een” en-
derzoek, in de trant van de onlangs gehouden onder-
zoelcingen naar de belastingdruk en naar de ekono-
miese toestand van de inheemse bevolking, maar alleen
doordat de volkebankbeheerders stelselmatig onder-
zoek doen naar de uitwerking van de kredieten. Dit
zal alleen bij wijze van steekproeven kunnen ge-
schieden.
Het komt mij voor, dat een der grootste fouten,
die bij de opbouw van het volkskredietwerzen gemaakt
zijn, gelegen was in het niet opvolgen, door de rege-
ring in het moederland, van het advies ‘van De Wolff van Westerrode, o’m bij de uitbreiding van het aantal
banken vooral langzaam en voorzichtig te werk te
gaan. De kredietverstrekking heeft door de zeer snelle
uitbreiding, die in de eerste tien jaren aan het volks-
kredietwen op Java gegeven is, een massaal, in we-
zen onpersoonlik karakter gekregen. Van het kennen
van de gevolgen der kredietverstrekking kon geen
sprake zijn. Hoe nuttig zou het b.v. reeds geweest
zijn, indien men tot op de huidige dag op Java altans
enkele afdelingen zônder banken had gehad, waar-
door wij nu, door vergelijking van de toestand in
afdelingen met en zonder volkskredietwezen, zouden
wôten wat
de algemene gevolgen van het volkskrediet
zijn.
Deze kennis m6&ten wijs hebben. De gevolgen van
de te snelle uitbreiding
van het volkskredietwezen
kunnen niet geheel te niet gedaan worden. Behoorlike
kon trole op de gevolgen van a 11 e kredietiverstrek-
king zou veel te duur en te tijdrovend zijn. Maar wel zou het volgençle overweging verdienen. Zoals men
hij de landrentedienst met behulp van proefsnitvelden
onontbeerlike, stellige gegevens verzamelt omtrent de
produktiviteit van allerlei soorten van gronden, zo
zou het mogelik zijn, dat de volksba.nkbeheerders of
de ambtenaren bij het volkskredietwezen, of beiden in
samenwerking, bij’ wijze van permanente steekproef,
hun kontrolerende aandacht koucentreerden op enkele
desa’s of groepen van desa’s. Zijn •deze met zorg ge-kozen, dan kan men zo stellige gegevens verzamelen
omtrent de gevolgen van de kredietverstrekking in
die desa’s, en aldus een voldoende betrouwbaar ‘beeld
verkrijgen van de uitwerking van het volkakrediet.
Ik sprak van een ,,permanente” steekproef. Hier-
mede is natuurlik niet bedoeld, dat men de kontrote
op de gevolgen der kredietverstrekking ten eeuwigen
dage in dezelfde desa’s zou moeten verrichten en daar-
bij’ nooit een dorp door een ander ‘zou mogen ver-
vangen, maar dat de kontrole zich vooral niet tot de
gevolgen van één jaar kredietverstrekking mag bepa-
len, doch ‘zich minstens over een reeks van enige jaren
moet uitstrekken. Verder: zoals de naweging van le
padioogsten op de proefsnitvelden allèen waarde heeft als de bewerking van die velden geheel normaal is ge-
weest, zo zou de kredietverstrekking in deze proef-
dosa’s van de banken zoveel m&gelik normaal meten
zijn, en b.v. niet moeten plaats hebben op grond van
nauwkeuriger onderzoek der leningsaanvragen uit die
desa’s. Maar deze dingen spreken voo± een goed ver-
staander- van zelf.
G.
G0NGGRIJ1′,
DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMSTEN
OP 1 JUNI 1927.
Het Centraal Bureau voor de Statistiek •heeft we-derom het jaarlijksche overzicht van den omvang en
clan voornaamsten inhoud dr C.A.O. gepubliceerd.
De publicatie sluit zich vrijwel geheel aan bij die van
vroegere jaren, alleen is in verband met de resoluties,
die ten aanzien van de statistiek der O.A.O. door de
Derde Internationale Conferentie van Arbeidsstatis-
tici op 18-23 Oct. 1926 te Genève werden aangenomen,
de statistiek op eenige punten aangevuld en gewijzigd.
Daardoor zij’n enkele gegevens niet meer vergelijkbaar
met die van vorige jaren. Dit is natuurlijk te betreu-
ren en wanneer zooiets
dikwijls
zou voorkomen, zou er
zeker tegen geprotesteerd moeten worden. Conti nuï teit
is een van de hoofdbeginselen voor den vorm, waarin statistische gegevens verwerkt dienen te worden.
Aan den anderen kant is het ook van groote waarde,
dat de gegevens vergeleken kunnen worden met die
uit andere landen. En wanneer nu een speciaal daar-
toe bijeengekomen conferentie van deskundigen na
langdurige besprekingen tot bepaalde conclusies
komt’), dan moet men ter wille van de internationale
vergeljkbaarheid wel een zeker offer brengen. Een
offer, dat voor onze reeds zoo goed ingerichte statis-
tiek blijkens de thans voor ons liggende publicatie
niet zoo heel erg groot is geweest.
Men ‘zal daarbij dan echter de gegronde verwach-
ting mogen hebben, dat ook andere landen de conclu-
sies in hunne statistiek toepassen en als gevolg daar-
van binnenkort de resultaten mogen zien, in ‘dien zin,
dat ‘het Centraal Bureau voor de Statistiek in een der
volgende publicaties, voor zoover dit dan reeds moge-
lijk is, op de hoofdpunten vergelijkende cijfers met het
buitenland geeft. Want als dit op den duur niet mo-
gelijk zou blijken, zouden
wij
in Nederland, zooals dat
in zooveel dingen geschiedt, wederom de internationale
gedachte huldigen, terwijl de andere landen zich van
de zaak niets aantrekken. In elk geval kan het 0. B.
v. d. St. de aandacht der andere landen er op vestigen,
dat Nederland in deze reeds uitvoering aan de beslui-
ten heeft gegeven.
Wij zullen, evenals wij’ dat in E.-S. B. van 31 Maart
1926 en 11 Dec. 1926 deden voor de gegevens van
1925 en 1926, eerst weer eenige cijfers laten volgen
om aan
de hand daarvan nog enkele andere
uiteen-
zettingen en beschouwingen te geven.
Eenige
cijfers
omtrent den omvang der C.A.O. eu de
voornaamste bepalingen.
1
Jan.
1
Juni
1 Juni
1920
1
1926
1927
Aantal C.A.O.
…………….
984
793 857
ondernemingen bij C.A.O. ….
22.500
~
26
1
4.000
6.500
16.800
arbeiders
bij
,,
273.600
266.300
Aantal
arbeiders per
C.A.O.
Aantal
C.A.O.
0 t/m. 10 arb. per
C.A.O
227′ 274′
330 4328
320
2
350
224
3
138
3
146
31
4
32
11
,,
100
,,
,,
, ……
.
Geldigheidsduur
der
C.A.O.
101
,,
1000
,,
,,
,……
meer dan 1000
,……
434
616
666
766
21
33
1
jaar
of
korter
……………
1-2 jaar en 2 jaar ………….112
202
8
4
Meer dan 2 jaar
……………
Onbekend
…………………
36
1
70
1
54
Aantal C.A.O. afgesi. door een of
meer werkgeversorganis
345
183
178
ondernemingen waarvoor
15.552
15.784
deze gelden
………….21.615 betrokken
arb. daarbij
205.547
202.262
Aantal C.A.O. afgesi. door een of
meer werkgev. individueel
592
611
679
ondernemingen waarvoor
882 922
1.039
deze gelden…………….
arb. daarbij betrokken
25.649 58.422
64.021
‘) 0-10.
2)
10-100.
8)
100-1000.
4)
1000 en meer.
1)
Men
zie
daarvoor
het
artikel
van
den
Ned. gedele-
geerde E. W. v.
Dam v. Isselt
in E.-S. B. van 1 Dec. 1926.
:30
.
ECONOMISCH
–
STATISTISCHE BERICHTEN
11 Januari 1928
bepaliugen betreffendel
1
.
in
010
totaal
Aantal arbeiders
vierkelijke
cijfers
—
aantal
dersbjjC.A,O.
arbei-
het arbeidsreglementl
_
84.222
86.475
–
:
132
betrokken bij
staking of uitsi. tijdens
1
.
.
C.A.O. met:
Jan.
1
juni
1
Juni
°
cÇ’
°
c’1
z(‘1
den duur verboden.
.
184.545 180.730 175.229 68
69
68
1920 1926
1921
‘
arbeid voor derden ver-
T_
boden of beperkt
. .
129.910 157.718 152.623 47
60
57
centralecommissie voor
Verplicht lidmaatschap
verplichtvoor werkg.
43.919
26.176
19.132
16
10
7
aibeiders
49.635 29.357 23.047
18
11
8,5
mogelijkheid
tot
tus
C.A.O. all. toepasselijk
schent.
loonherzien. 89.328
1
65.432
63,203 33,525
24
voor de leden d. part.
47.237
115.920 110.460
17
44
42
toezicht
…………..-
38.729
15
15
aanleiding hiervoor de
C.A.O. ook toel)asselijk
stijg. kost. levenson d. 36.940
1
22.420
19.112 14
8,5 7,2
voor niet-leden
. . . .
171.661
124.898 131.526
i
63
47
49
bepalingén omtrent
1
kindertoeslag …….34.028
53.389
55.255112
20
21
Loonvorm
C.A.O. met stukloon ..
1.187
1.369
3.388 0,5
0,5
1,2
Uit de cijfers blijkt, dat sinds 1 Juni
1926
weinig
tijdloon
. .
161.570
167.584
163.094
59 64
61
verandering is gekomen. De vermeerdering van het
stuk-en tijll.
109.662
94.827
101.801
40
36 38
totaal aantal
C.A.O. is
in zekeren zin slechts schijn,
beb. geldloon ook nog
omdat in het heerenkleedingbedrijf
de
landelijke’)
andere vergoedingenl8.828
71.529 76.787
7
27
29
O.A.O. niet door de werkgeversorganisaties werd aan-
gegaan, doch door een aantal werkgevers afzonderEjk
Ooerwerktoestag
1
6.7011
3.I69
3
2,5
3
een O.A.O. werd gesloten. Daardoor waren in dit
ho-
geen toeslag
………8.798
met max. 25
o,
toeslag
81.85()
.
02.799
475201 45.877
30
18
17
clrjjf alleen reeds
30
C.A.O. meer clan het vorige jaar,
26 t/m
.
50 o/
toeslag.
.
175.839j174.393
38
67
66
terwijl het aantal ondei-nemingen daarbij slechts van
meer dan 50
°Io
,
..
22.624
940
1.077
374 op 376
steeg en het aantal arbeiders zelfs daalde
van
6269
tot
6238.
Toeslag voor aachtarbeia
.-_
164400 15425
145425
60
59
55
Dat verreweg de meeste
C.A.O.
slechts voor betrek-
50
oj
of minder …….
51
t m. 75
Of
………
7.890
2.830
889
3
1
0,3
kelijk weinig arbeiders gelden, blijkt uit •de cijfers van
meer dan 75
oj.
……
.22.573
6.4797.8718
het aantal arbeiders per
O.A.O.
Slechts
32 C.A.O.
gelden voor meer dan 1000 arbeiders, daarentegen
Toeslag voor arbeid op
…
Zon- en feestdagen
t
680
voor 100 of minder. Een vergelijking met vorige
14.150
8.912
9.652
5
3,513,6
jaren is door wijziging niet mogelijk (zie noot bij
dl
50
0
/0
of minder ………
51
t/rn.
75
io
………….
5l
8.414
6.089
–
3
2,3
tabel). Het aantal
C.A.O.,
afgesloten door een of meer
meer dan 75
0
/0
……
194.855
185.551
188.534
71
.
71
.
71
_
werkgevers individueel, is van 611 op
679,
dat afge-
sloten door een of meer werkgeversorganisaties van
Normale arbeidsduur
1
per week
1)
178
slechts op
183
gestegen. Een en ander is hoofdza-
30.930 37.167
15
11
14
icelijk het gevolg van de reeds genoemde wijziging in
niet geregeld
………40.588
45 uur of korter 45X t/m. 47X uur
166.336
35683
7.511
1.599
8.311
911
62
13
3
0,6
3
0,3
het heerenkleedingbedrijf, terwijl vea-der in hot meu-
48 uur..
…………
1.592
197.770
193.220
0,5
76
7-2
belbedrijf een aantal individueele werkgevers ge]j:k
48
t/m. 5/) uur
7.660
7.845
7.083
3 3
2,6
luidende C.A.O. afsioten als de landelijke C.A.O. voor
50
t/m. 55 uur
.
4.349
….
4.119 4.219
1,5
1,5
1,6
het meubelbedrijf.
langer dan 55 uur
186
14.195
15.208-
5
5,7
Wat deze landelijke C.A.O. betreft is in verband
vrije Zat.d.midd. gereg.
208.859
175.157 170.276
78 67 64
met de besluiten der Conferentie van Arbeidsstatis-tici een belangrijke wijziging in
het
overzicht
ge-
Vacantieregeling
151.107 153.921
156.981
55
58
59
bracht. Vroeger was een landelijke C.A.O. een
C.A.O.
1 t/in. 5 dagen per jaar
51.506 26.862
25.870
19
10
9,7
afgesloten door een
landelijke
werkgeversorganisatie
geen regeling ………
6 t m. 11
,,
,,
11
64.830
76.648
77.761
24
29
29
voor al hare leden. Thans worden eok als
zoodanig
I2enmeerdagenp.jaar
5344
6.238 5.305
2 2 2
beschouwd de C.A.O., afgesloten door landelijke werk-
vacantie
m.
beh.
v.
loon
117.490
102.284
98.273
43
39
37
geversorganisaties voor
bepaalde
leden
of
groepen
bijz. toelage
1.530
4.186
van leden, gevestigd in verschillende deelen van hot
land
(bierbrouwerijen)
,
benevens die, welke, hoewel
Scheidsgerecht voor geschillen
ze slechts in een bepaald gedeelte van het land gelden,
scheidsgerechtgeregeld
162.892
236.925
244.156
60
90
92
geacht kunnen worden deni geheelen bedrijfstak te om-
ged. de overeenk. perm.
100.811
205.492
202.047
3
7
79
.
…
vatten (mijnbedrjf, diamantindustrie).
Er is nu een indeeling in vier groepen gemaakt en
Ziekteregeling geen regeling bij ziekte
107.242
30.252
34.08039
11
13
het lijkt ons van belang de gegevens daaromtrent hier
vitk. max. 50
0
0
ged.
nog even te vermelden:
max. 13 weken p. j.
1.202
832
40 0,5
–
–
Werkelijke cijfers.
In
0/
van het totaal
idem
,,
26
,,
,,
,,
300
–
–
0
–
–
meerd26
,,
673 526
43
0
–
–
•
.
–
,
–
55
–
–
–
–
2.175
1.413
83
1
0,55
–
2
._
uitk. 51 t/m.
75
0
1
ged.
o
2
ç
E
2
li
max. 13wekenp.j.
76.717
126.710
120.924
28
48 45
–
C.A.O. uitsi. voor
idem
,,
26
,,
,,
»
567
8.584
9.184
0
onbepaald
………
totaal
………….
meerd.26
467
32.766 35.275
0 12 13
1
onderneming
..
638
609
22103
74
3,5
8
36
onbepaald
137
5.337
6.876
0
1,8
2,6
C.A.O. voor onder-
77.888
173.397
172.259
28
66
65
nemingen in de-
uitk.
75
t/la. 100
0
1
ged.
zelfde plaats
….
170
5028
31738
20
30
12
6,3
,,
totaal
…………
max.
13
weken p.j
13.658
10.157
14.639
5
4
C.A.O.
vooronder.
idem
•.
26
21.095
9.950
10.531
8
nerningeninhet.
meerd.26
2.015
23.038 21.122
1
9 8
zelfde district…
27
3223
26609
3
19
10
8,3
onbepaald …….8.031
7.485
5.921
3
3
2,2
C.A.O. voor onder-
totaal………..
45.749 50.630
52.21
3
17
19,5
19,6
nenhingeninver-
schillende
dis-
Diverse bepalingen
aantal leerl. b-perkt..
42.409
32.128 33.423
15 12
12,5
tricten resp. in
bepal.omtr.leerl.wezen
34.781
9.020
13
14,6
het geheele land
.
22
8039 187933
3
47,5
70
23,5
loonschalen voor leen.
113878
}
}
Uit
deze cijfers blijkt., dat, zooals
vrijwel
vanzelf
en jeugdige arbeider.
102.191
106.358
39
40
spreekt, verreweg de meeste
C.A.O.
uitsluitend
voor
personeelsvereen. in de ondern. geregeld
•.
26.489
1
44.869
44.125
10
17
16,5
1) Dit
woord
is
taalkundig geheel onjuist, maar het heeft
1) 1
Januari 1922.
.
nu eenmaal burgerrecht verkregen.
II Januari 1928
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
31
één onderneming gelden, daarentegen omvatten de
landelijke C.A.O., ook weer vanzelfsprekend, verreweg
de meeste arbeiders. Tot de ‘districts-C.A.O. behooren
o.a. die voor de Waalsteenindustrie, de Limburgsche
klei-industrie, de stroocartonindustrie in Groningen,
het bouw- en schildersbedrijf in Friesland, verschil-
lende veen- en lan’dbouw’districten, het ‘bloembollenbe-
drijf (is dit laatste niet een geheele tak van bedrijf
zooals •de diamantindustrie?).
Typisch zijn ook ‘de cijfers die wij er naast hebben
geplaatst, van het. ‘gemiddeld aantal arbeiders per
onderneming voor de 4 soorten van C.A.O.
Wat den duur der C.A.O. ‘betref t blijkt wederom een
tendenz naar O.A.O. met korten duur. De datum van
beëindiging der C.A.O. viel voor 51 pOt. der arbei-
ders in Februari, 22 pOt. in Maart en 5 pCt. in April,
dus bijna 80 pOt. in het voorjaar. Voor 22 pOt. der
C.A.O. met 9 pOt. der arbeiders was de opzegtermijn
6 weken of korter, voor 24 pOt. met 14 pOt. der arbei-
ders 2 maanden, voor 51,5 pOt. met 29,5 püt. der
arbeiders 3 maanden en voor 2,5 pOt. met 48 pOt. der
arbeiders langer dan 3 maanden. Dit laatste’ komt dus
voor bij de grootste C.A.O.
Een ander overzicht, dat vroeger niet werd ge-
maakt, doch dat thans ingevolge den wensch der In-
tern. Conferentie is opgenomen, geeft aan, dat 113
O.A.O., met 1581 ondernemingen en 13.103 arbeiders
(5 pCt. van het totaal) uitsluitend een regeling bevat
der individueele arbeidsvoorwaarden, terwijl 744
C.A.O. met 15.241 ondernemingen eá. 253.180 arbei-ders (95 pOt. van ‘het totaal) ook nog andere bepalin-
gen betreffende den arbeid bevatten (zooal’s arbitrage,
leerlingwezen, fabriekscommissies, etc.). Dit laatste is
dus vrijwel voor alle
belangrijke
C.A.O. het geval. Het
is jammer, dat omtrent deze aangelegenheid geen cijfers van vroegeren datum (al was het dan maar
bijv. van 1910 en 1920) bestaan, omdat daaruit onge-
twijfeld een belangrijk inzicht zou kunnen wor’dn
verkregen in ‘de ontwikkeling van den inhoud der
C.A.O.
Wat nu de andere gegevens betreft kunnen wij kort
zijn. en mogen wij naar de tabellen verwijzen. Sinds
1926 zijn geen veranderingen van beteekenis te onder-
scheiden. Het. verplichte lidmaatschap, dat toch al
weinig beteeken’de, is nog verder achteruitgegaan. De C.A.O., waarvan de arbeidsduur niet is geregel.d, zijn
hoofdzakelijk die in den landbouw, waar in verband
met het daglicht en het seizoenwerk een en ander
blijkbaar
moeilijk
te regelen is. Het aantal arbeiders,
van C.A.O. met langer dan 55 uur per week, komt
hoofdzakelijk voor rekening van de koopvaardij
(12.000). Bepalingen omtrent werktij’dverschuiving
krachtens art. 28 sub 7 Arbeidswet 1919, kwamen voor
in 111 C.A.O. met 694 (4 pCt. der) ondernemingen en
10.547 (4, pCt. der) arbeidérs. Een en ander kan
echter geen juisten indruk van ‘de beteekenis van art.
28 sub 7 geven, daar in verschillende
bedrijven
de
werktijdverschuiving is verleend, zooals bijv. in de
typografie, lithografi e, boekbindersbedrijf, euz., zon-
der dat daarover blijkbaar bepalingen in de C.A.O.
voorkwamen. Misschien kan ‘het C. B. v. •d. St. naast
do thans daarover gepubliceerde cijfers in een vol-
gend overzicht mededeelen voor hoeveel van de onder
C.A.O. werkende arbeiders in werkelijkheid de werk-
tij’dverschuiving was geregeld.
Wat den verkorten arbeidsduur op Zaterdag betreft,
doet het vreemd aan, dat daarbij niets is vermeld om-
trent den 6-urigen dienst der .on’dergrondsche mijn-
werkers op Zaterdag.
Een regeling omtrent ziekteuitkeering bestaat voor
87 lCt. der onder C.A.O. werkende arbeiders; uit de tabellen is de hoogte en de ‘duur van het ziekengel’l
te zien. De overige
cijfers
behoeven, na wat wij het
vorige jaar daarover schreven, geen verdere toelich-
ting, veel wijziging is er niet in gekomen. Behalve de hier genoemde cijfers geeft de publica-
tie nog een overzicht van de bij O.A.O. vastgestelde
bonen in 1914, 120, 1923 en 1927, en verder een zeer
uitvoerig overzicht van de loone’n op 1 Juni 1027 in
gemeenten met 10.000 en meer inwoners. Deze laat-
ste bonen zijn zonder meer ‘niet vergelijkbaar, omdat
in verschillende contracten meer in andere minder
het contractloon afwijkt van het werkelijk verdiende
loon. Evenals vorige jaar zijn ook opgenomen de loo-
nen, welke volgens verschillende, eenzijdig door de
werkgeversorganisaties vastgestelde regelingen gol-
den, zooals het geheel een belangrijk overzicht, vormt
van het loonpeil in ‘de verschillende plaatsen;
Ten slotte zij nog vermeld, dat vrijwel al ‘de in dit artikel genoemde gegevens in de publicatie zelf nog
uitvoerig zijn gc.specificeerd volgens de bedrijfstak-
ken, zoodat zij, die deze gegevens voor een bepaalden
bedrijfstak wenschen, ze daarin met betrekkelijk wei-
nig moeite zullen kunnen vinden.
Haarlem, 30 Dec. 1927.
Ir. B.
BÖLCER.
PRIJZEN OP JAVA.
Door het Centraal Kantoor voor de Statistiek te
Veltevreden werd onlangs als Mededeeling No. 46,
,,Prijzen, Indexcijfers en Wisselkoersen op Java 1013
—1026″ in een twintigtal tabellen wederom een over-
zicht gepubliceerd van het prijsverloop in de afge-
loopen jaren op Java.
Evenals in de vorige publicaties het geval was, vin-
den groot- en kleinhandel daarin een afzonderlijke
behandeling, terwijl ‘ook prijzen bij aanbestedingen
en op houtvenduties besteed, werden opgenomen.
Een uitvoerige inleiding bespreekt de herkomst
der gegevens, de samenstelling der uit de prijzen be-
rekende indexcijfers en de algemeene uitkomsten, die
verkregen werden. Van deze groote verscheidenheid
van materiaal vormen de gegevens, welke betrekking
hebben op het prijsverloop in den groothandel wel het
belangrijkste gedeelte.
Het algemeene indexcijfer van den groothandel be-
rust op een serie prijzen van invoer- en uitvocrarti-
kelen, ‘terwijl het jaar 1913 als uitgangspunt is ge-
bruikt.
Met do belangrijkheid der verschillende artikelen
kon bij het berekenen van dit indexcijfer nog geen
rekening gehouden worden, daar de gegevens omtrent
het verbruik en de productie van de diverse artikelen in ‘de laatste jaren véér den oorlog niet volledig zijn.
Bovendien blijkt uit eenige kleine in de inleiding
opgenomen tabellen, waarin naast elkaar geplaatst
zijn de waarde en hoeveelheid van 4 groepen van in-voerartikelen en eenige belangrijke exportproducten,
‘dat de iia-oorlogsperiode nog ‘te kort is en niet vol-
doende gestabiliseerd om belangrijkheidscoëfficiëntcn
voor de goederen op deze jaren gebaseerd, ‘te be-
rekenen.
Bij de serie invoerartikelen, die in 5 groepen is ver-
deeld, is echter wel ten deele met de belangrijkheid
der groepen rekening gehouden door het aantal arti-
‘kelen van iedere groep eenigszins in overeenstemming
met de grootte van ‘het aandeel, ‘dat de betrokken
groepen in ‘den totalen invoer hebben vast te stellen.
Zoo zijn in de le groep een ‘twintigtal textiel goede-
ren opgenomen, terwijl de overige groepen der levens-
middelen, metalen, chemicaliën en diversen uit 12-15 artikelen bestaan.
Ook bij ‘den uitvoer ‘zijn van ‘suiker noteeringen
van twee kwaliteiten opgenomen en in 1025 werd in verband ‘met de rubberhausse dit artikel bij ‘de bere-
kening van ‘het groepsindexcijfer dubbel geteld.
Do aard van de import- en exportartikelen is ver-
schillend; ‘de invoer toch bestaat voornamelijk uit
verbruiksartikelen en halffabrikaten, de uitvoer uit
gron’dstoffen. Bovendien zijn de factoren, die ‘de prij-zen van beide groepen van goederen beïnvloeden, niet
dezelfde. Hieruit moet het verschil in de hoogte van
het prijsniveau, dat tusschien ‘beide groepen in de
laatste jaren bestaat, verklaard worden.
Tijdens ‘den oorlog waren de afschccpmoilijkheden
oorzaak van de omstandigheid, dat de prijzen der cx-
iiiiii.im..uiIl•Ii
IiIHUJIUUIIlIIUUIP
I1Iii!lIUIIIF1IU
iiUhUIiflI!!VUP
IiilIIuIuIuiuIIuI
rijkste levensbehoeften vor
200
een Europeesch gezin ge-
’90
baseerd. Hierin zijn voor-
namelijk
de
kosten
voor
voeding begrepen en eenige
uitgaven aan licht, wasch
en brandstof.
Zeer goed komen de sei-
F’CO
zoenschommelingen in de
prijzen van de Inlandsche
’50
voedingsmiddelen
op
de
– –
passers, over heel Java en
Madoera versnreid, tot hun
d76
f6
16ô
32
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
11 Januari
1928
.portprod,ueten daalden, terwijl de imp’ortgoederen met
Het prijsverloop in den kleinhan:del volgt, na de
eprongen omhoog gingen. Wanneer in 1919 afvoer van zeer snelle stij’ging in ‘de eerste oorlogsjaren, in een de producten weer mogelijk ie, stijgen de prijzen snel langzamer tempo den groothandel; eveneens ‘heeft de
en het hoogtepunt valt voor -beide groepen, al is ht daling in de crisisjaren gelei-delijker plaats.
voor den export ‘op -een lager niveau, in 1920. Hierop
Overeenkomstig de herkomjsrt zijn de consumptie-
tra’d de reactie in. Zooals onderstaande grafiek aan- artikelen, •die ‘voornamelijk voor de Europeesche be-
toont, blijft het
prijsniveau
van -den uitvoer lager; volking van belang zijn, in twee series- -gesplitst, ni.
bovendien is •de invloed van het seizoen duidelijk in een reeks van in’heemsche en uiitiheemsche artikelen. merkbaar aan het ‘grillige verloop van hert indexcijfer. In ‘de eerstgenoemde reeks zijn de dirlijke voedings-
Van. belang is ook een
vergelijking tusschen het
indexcijfervan Neder-
h€z,zdel
landsch-Indië met dat van
een andere kolonie, nl.
‘
–
Britsch-Indië en verder met
Nederland, Engeland, de ‘
,
jvzOÇ
3fl”
fSO
leo
/70
‘cc
fl0
Ido
WIJ
f10
’00
van het niveau.
–
Decrisis,dieopdezehoog-
conjunctuur volgde, deed
de
prijzen
in alle landen da-
len, doch in de beide kolo-
nialelandenenAustraliëin
1822
YSU
J’824′
‘1825
182$
een langzamer tempo en
in Japan was de daling slechts zeer gering. In 1923 middelen ‘meer vertegenwoordigd •dan in de uitheem-
staan de in’dexcijfers van Nederland, Engeland en de sche serie. Deré levens-middelen staan nog steeds be-
Vereenigde Staten dan ook een- twintigtal punten be- langrijk boven hun basisprijs in 1913. Dit verschil in
neden het prijsniveau van de overige landEn. T-harts sanienstelling van de beide series -is oor-zaak, dt sinds
zijn ‘de afwijkingen tusschen ‘de prijsniveau’s van min- 1923 het .groeps’in’dexcijfer van de inheernjsche artike-
der beteekenis, ook in Japan is gedurende 1,926 een len ‘boven- dwt van de uitheemsche staat; terwijl het
belangrijke daling ingetreden (‘zie -tabel II, pag. 33). feit, dat in den groothandel de im’portarti’kelen op
‘
Yza/Ls/ciz.
Eaep,’zeej%oezza.
een hooger niveau staan
dan de exportartikelen,
juist het tegenovergestelde
verschijnsel deed verwach-
ten (zie tabel 1).
Op deze kleinhandelsprij-
zen is een indexcijfer van
de kosten van de belang-
‘(JO0’d/ZJ
f/aa/Aoj,
V
ereenigoe kjtaten, Austra-
lië
en Japan. Niettegen-
staande
het
verschil
in
samenstelling
en bereke-
ning van deze’indexcijfers, vertoont
het
prijsniveau
overal
met
uitzondering
van
Nederland
tot
1920
een zelfde opgaande lijn.
Voor Nederland bracht
1918
de
grootste stijging
1
,
3
Tabel I.
–
recht.Hetzeldeverschijn
sel is merkbaar in het ver-
–
loop vanhet indexcijfer van
.1822
182C1
1«921
J2i
1826
–
de kosten van het levens-
In- en Uitheemsche artikelen.
–
1922 1923 1924′
,
1925
‘
1926
°’•
Ee
S
‘ .
n
5
.
on
Ee
5
‘.
5
n
.n
0)
.i
le kwartaal..
215
223 219
200
179
189
191
161
1.78
172
153 163 169
150
160
2e
,,
..
212
215
214
199 172
186 186 159
-172
169
151
160
171
147
159
3e
,,
..
203
205
204
188
172
180
–
177
156
16.7
168
151
159
167
147
-157
4e
,,
..
–
190
193 192 189 169
–
179
174
156.
165.
–
168
151
159
170
146
.
158′
II. Januari 1928
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
33
Tabel II.
Indexcijfers van den Groothandel
Land
0.
Engeland
ajaPandiëDh
•0
0
Q
0
0.
‘
Bron
Co
o
0
‘3
CIDç,
2
”
()
=
co
Aant.
artikelenhi
48
11
150
1
45
11
404
11
92
11
56
11
75111
732
1913 gemiddeld
100
100 100
100
100 100
–
100
1914
Juli
100
98
1915 gemiddeld
–
46
127 101 – 47
97
– 17
112
110
1916
,,
224
160
127
138
128
141
1917
,,
276
206
177
153
148
147
178
1918
376
227
194
178
196
180
215
1919
304
———
242 206
169
240
198
248
1920
292
307
295 226 228 258 204 279
1921 182
197 182
147
174
201
181
191
1922
,,
160
159
154 149
–
–
–
–
–
—
162
196
180
170
1923
,,
151 159
152
154
179
199
176
173
1924
,,
156
166
165
150
173
206
177
173
1925
,,
155
160
159
159
169
202
159
166
1926
145
148
150
151
168
179
148
159
Januari
153
151
152 156 169
192
159
164
Februari
149
149
150 155 168
188
154
162
Maart
145
144
148
152
171
184
151
161
April
143
144
148
151
176
181
149 159
Mei
143
145
148 152
175
177
146
157
Juni
144
146
147 152
171
177
147 159
Juli
141
149 148
151
169
179
145
158
Augustus
139
149
149
149 170
177
147
158
September
140
151 151
150
166
175 146
158
October
143
152
154
150
162
174
144
157
November 147 152
154
148
162
171
146
157
December
147
146
146
147 162
170
146
156
Vanaf
1925
nieuwe serie.
Vanaf
1922
nieuwe serie –
92
artikelen.
onderhoud van de Inlan.dsche ‘bevolking. Daar deze
kosten eveneens als bij het Europeezch gezin hoofdza-
kelij!k beperkt zijn gebleven tot de voedingsmiddelen komit, zooals vorenistaande g-raiiek toont, regelmatig
– ]fs in de crisisjaren – de daling in ‘het eerste
hadfjaar, gevolgd door een stijging in het 3e kwartaal
terug.
H. E. SCHOL.
HET SPAARWEZEN IN SURINAME.
R e c t i f i c a t i e. In het bovengenoemde artikel in
ons blad No. 621 van 4 Jan. komt in het Overzicht 1
een fout, voor. Abusievelijk zijn ‘de
cijfei4o1omanen
5
en 6 (Aantal inleggers op 1000 zielen en Gemiddeld
tegoed op elk ‘boekje) verwisseld. In verband ‘hiermede
moet ook het begin van de laatste alinea, eerste kolom,
pag. 10 luiden
,,Het. blijkt dan, dat het aantal inleggers op 1000
zielen der hevolking (zonder Boschnegers en Indianen)
is achteruitgeloopen van 123,12 in 1911 tot 120,— in
1926. Het ‘hoogste cijfer gaf 1920 aan met 140,91. Ook
het gemiddeld bedrag van het tegoed op elk boekje
daalde van
f
84,49 in 1911 tot
f
11,50 in ‘het afgeloo-
pen jaar.”
BUITENLANDSCHE MEDEWERKING.
DE VALUTASTABILISATIE IN ITALIË
EN GRIEKENLAND.
Dr. R. Kersc.hagl te Wennen schrijft ons:
Van de geldpolitieke gebeurtenissen van dan laat-
sten tijd is de stabilisatie van de Italiaansche lire de
belangrijkste. De lire daalde sinds jaren voortdurend
‘totdat zij eind Juni 1925 nog slechts 11,3 pOt. van
haar. goudpariteit bezat. Van dat oogenbli’k af was
een langzame maar zekere stijging te bomer.ken, tot-
dat eindelijk in het midden van 1926 een kracht.ige
hausse-beweging inzette. De nieuwe srtabilisaitiekoars
brengt zonder
twijfel
eenige
.
verrassingen. In Septem-
ber 1925 scheen het, al’sof ‘de Italiaansche valuta op
een koers’ van 25 lire voor een dollar gestabiliseerd zou
,worden, en ook zekere leeningsoperaties op ‘het einde
van die snaand schenen op dit feit ‘te wijzen. Een
jaar later werd officieus bekend gemaakt, dat men
een koers ‘van 90 lire voor én pond op het oog had.
Ten slotte echter is men in tweeërlei opzicht hiervau
afgeweken. Men ‘heeft de lire ‘in een bepaalde verhou-
ding tot den dollar en niet tot ‘het pond ‘gestabiliseerd
en verder is men zoo verstandig geweest de lire niet
op den hoogst bereikten koeTs, maar op een iets lager
peil te stabiliseeren. Deze koers komt overigens nog
het meest overeen ‘met den in den laatsten tijd in Ame-rika genoteerden koers, die zich – zooals overigens ook
t.o.v. eenige andere Europeesche valuta’s het geval was
– iets onder de E’urop’eesche pariteit bewoog. De ge-
.middel’de maandkoersen van de lire waren gedurende
de laatste jaren als volgt:
Gemiddelde Maandkoersen
te New York Koers in pCt. te Weenen
v. d pariteit
Centesimi voor 1 £
$
Parit.
19,30
Parit.
137,125
31 Dccember
1924 ……..4.3019
22.29′
30.45
31
December
1925 ……..4.0312
‘20,89
28.58
31
December
1926 ……..4.4350
22.98
31.45
31 Maart
1927 ………..4.5059
23.53
32.035
30
Juni
1927 …………5.5819
28.92
39.735
31 Juli
1927 …………5.4488
28.23
38.735
31
Augustus 1927 ……..5.4396
28.18
38.6325
30
September
1927 ……5.4432
28.20
38.605
31
October
1927 ………5.4616
28.30
38.71
Ten einde de stabilisatie volkomen te verzdkeren,
heeft de Italiaansche minister van Financiën, graaf
Volpi, een aantal credieten opgenomen, ‘die zullen die-
non om een eventueele aanval op de lire te weerstaan.
Een deel van deze credieten werd ‘door een .groep van
16 centrale ‘banken verleend, ‘die onder leiding van de Engelsc’he Bank en de Federal Reserve Bank of New-
York staan. Dit ‘deel omvat een bedrag van 15.000.000
dollar. Ver’der heeft een groep Engel’sche en Amen-
kaansche ‘ba’n’ken onder leiding ‘van ‘d.e Aimerikaa.nsche
firma Morgan en de Engelsche firma Ro’hh.schild aan
de Banca d’Italia een crediet van 50.000.000 dollar
verleend, zoodat een totaal bedrag van 125.000.000 dol-
lar te ‘harer ‘beschikking staat..
De Koning ‘heeft op 21 December ‘het door ‘den Mi-
nisterraad genomen wetsbesluit onder.teekend en ‘daar-
mee is op 22 December de sta’biliseering van ‘de lire
een feit geworden. Deze stabilisatie had plaats’ in een
verhouding van 19 lire tot 1 dollar. De nieuwe pan-teit ‘bedraagt 1.919.052 gram fijn goud ‘v’oor iedere
100 lire. Dit komt ongeveer overeen met een ‘koers van
92,46 lire ‘voor 1 pon’d of een goudpariteit van 3.66
papier lire voor 1 oude gou’dlire. De nieuwe pari’teit
‘bedraagt 28 pOt, van de vooroorlogspanitei-t.
In verband met de stabilisatie zijn in het genoemde
wetsbes’luit ook een aantal ‘bepalingen gemaakt, die
de Banca d’Italia betreffen. Zij’ ijs van nu af aan ver-
plicht ‘haar bankbiljetten ‘bij ‘haar hoofdkantoor in
Rome naar haar ‘keus in ‘goud of gou’dwaardige ‘devie-
ren of valuta’s ‘in te wisselen. Verder is zij verplicht,
van het inwerking treden van hest besluit af, haar
biljettenomloop en ‘haar direct ‘opeischbare obligo’s
voor minstens 40 pOt. in goud of goudwaardige devie-
sea te dk’ken. Zij’ zal van nu af aan haar goudreserve
op grond van de nieuwe gou’dpa.riteit opnemen; de
groote agio-win’st, die ontstaat ‘door ‘de nieuwe waar-
deermng van des goudvoorraad ‘komt goheel ‘ten goede
aan den staat. Daardoor wordt de totale schuld van de
Italiaansc’he regeering bij ‘de Banca d’Italia gedeigd
en zal de schuld van den Staat op haar nieuwe bank-
staten dus niet meer voorkomen.
Het wetsbeslui’t, dat o’p 22 December van ‘kracht
geworden is, ‘zal aan het Parlement tot omzetting in
een wet aangeboden worden. Het ‘mach’tigt de regee-
ring alle noodzakelijke stappen te doen om het be-
sluit met de bestaande wettelijke bepalingen, ‘betref-
fende de valuta en de circulatiebank, ‘in overeenstem-
ming ‘te ‘brengen, respectievelijk de thans geldende he-
pali n gen dienovereenkomsti’g te veranderen.
34
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
Ii Januari 1928
Tot
de geldpol,itieke gebeurtenissen van dezelfde
maand behoort ook het definitieve einde van de onder-
handelingen ovet de financieele saneering en de op-
richting van een nieuwe Nationalbank in Griekenland. Het Financieele Oomitô van ‘den Volkenbond heeft in
haar bericht van 7 December 1927 aan ‘den Raad me-
degedeeld, .dat de Grieksche regeering ‘op 10 Novem-
ber 1927 de conventie van 27 October -vaii dat jaar,
betreffende de oprichting van een nieuwe National-
bank en de nieuwe statuten van deze bank geratifi-
ceerd en ook andere maatregelen getroffen heeft, die
door het Financieele Oomit6 als voorwaarde voor het
verleenen van een stabilisatieleening aan Griekenland
gesteld waren. De Volkenbondsraad heeft in zijn zit-
ting van 7 December 1927
1)
van di’t bericht kennis
genomen en geconstateerd, dat onv.erwijld stappen tot
‘doorvoering van het door den Raad goedgekeurde plan
en tot opname van een leening ondernomen moesten
worden. De nieuwe Bank van Griekenland neemt den
metaalvoorraa’d van d e ou’de Grieksche Nationalbank
over benevens alle andere activa, voor zoover zij tot
dekking van den biljettenomloop, zoomede van ‘die ver-
plichtingen, welke in artikel 3 van de conventie ver-
vat zijn, in aanmerking komen. De nieuwe bank heeft
een aandeelenkapi.taal van 400 millioen ‘drachmen,
verdeeld in 80.000 aandeelen van ieder 5000 drachnïen.
De zaken, waartoe zij gerechtigd ‘is, zijn in artikel 55,
‘die, waartoe zij niet gerech’tigd is, in artikel 56 der
statuten met name genoemd. De bank heeft volgens
artikel 61 ‘der statuten een minimum dekking van 40 pOt, in gou’d ‘of ‘goudiswaardige deviezen voor haar
biljetten(>mloop en haar dadelijk op’vraagbare obligo’s
te houden. Volgens artikel 5 der statuten is de bank
verplicht, haar biljetten in goudswaardige deviezen,
welke in ‘het staatsbla’d bekend gemaakt zullen worden,
in te ‘wisselen, echter niet beneden een ‘bedrag van
10.000 drachmen. De s’tabiliseeringskoei-s ‘zal bij de-
creet openbaar gemaakt worden. Op grond van deze
gebeurtenissen bewoog de ‘drachme zich in Londen
gedurende ‘de geheele maand December, bij een koers
van 365-369 drachmen voor een Engeisch pond, on-
geveer op hetzelfde niveau. De Grieksche minister
van Financiën is in Londen aangekomen om ‘de onde’r-
handelingen over een leening van 614 millioen pond
binnenkort tot een ein’de te ‘brengen.
Hoe lang echter de Grieksche stabilisa’tie zal duren,
laat zich nog niet zeggen. De staatsbegrooting is eigen-
lj’k nog slechts op papier in evenwicht, wat blijkt iit
het feit, dat hef tekort over 1926-1927 niet minder
‘dan 1.35 milliard drachmen bedraagt. Naast ‘de in
Engeland op te nemen 614 millioen pond voor hoofd-zakelijk ‘geldpolitieke doeleinden, zou nog een vluch-
telingenleening van 214 millioen pond in Amerika uit-
gegeven worden. Of ‘deze toereikend zal zijn om het
vluehtelingen’vraagstuk voor goed op te lossen, is een
vraag, die slechts zeer moeilijk ‘te beantwoorden is.
Meer ‘dan anderhalf millioen, uit Klein-Azië verdreven
Grieken, ‘zijn voor het grootste deel nog werkloos en
leven in •de vreeselijkste omstandigheden. Hoewel zich
onder hen een aantal ‘zeer krachtige elemeniten be-
vinden, did voor het economisch leven ‘van Grieken-
land ontegenzeggelijk een aanwinst zijn, ‘blijft het toch
zeer twijfelachtig, of men binnen korten tijd voor al
‘deze menschen een arbeids- en bestaansmogelijkhéid
‘zal vinden, ‘die hen sedert jaren beloofd is. Het fêit,
dat een zoo groote hoeveelheid menschen, in ‘de ellen-
digste levens- en woningonistandigheden leven, en
hun tegenwoordigen toestand nauwelijks iets te ver-
liezen hebben, kan er toe leiden, dat iedere, anders,
geringe, sociale beweging ineens als een lawine aan-
groeit en het toch reeds politiek onrustige land nu-
welijks rneer tot rust zal laten komen.
1)
Zie voor het verslag van deze zitting
E.-S. B. No. 627
van
4
Jan.
1928.
AANTEEKENINGEN.
Emissies in 1927.
•
De aandeeleri, obligatiën enz., welke h. t. 1. ge-
durende 1927 ‘ bij openbare inschrijving zijn aange-
boden,
zijn
als volgt over de verschillende categorieën
geldnemers verdeeld (alles in duizenden guldens reëel):
Obligatiën
en andere
Jaartotaal Aandeelen vaste rente-
dragende
fondsen
Staatsleeningen
1
)69.382
–
69.382
Prov. en Gemeente!. leeningen
136,6622)
250 136.412
Bank- en Credietinstellingen
56.223
3
) 10.055
‘46.168
ilypotheekbanken ……….
16.634
533
16.101
Industrieele Ondernemingen
93.003
51.292
41.711
Elect-, Gas-, Tel.-, Telegr. en
Wateri. Mijen …………
18.829
–
‘18.829
flandelsondernemingen
4.509
3.532
977
Mijnbouwondernemingen
42.953
–
42.953
Rubber Maatschappijen
5.618
5.618
–
Scheepvaart-Maatschappijen
–
23.618
4
)
–
23.618
Suikerondernemingen …….
5M00
5.000
–
Tabuksondernemingen
310
310
–
Theeondernemingea
530
530
–
Div. Cuttuurondernemingen
6.183
6.183
–
Diversen
5
1 ……………..
12.845
4.446
8.399
Spoorweg-Maatschappijen
63,984
37.74(1
26.244
Tramweg-Maatschappijen
.
5.4106)
–
5.410
Totaal……..
561.693 125.489 436.204
I),
Excl. Scbatkistbilj. en -promessen, waarvan in
1927
f
28.810
(nom)’ meer werden uitgegeven dan afgelost;
2)
waarvan voor conversie non,.
[25.179;
3)
Id.
[1.900;
4)
Id.
fl4.333;
5)’
Exclusief R.K. Instellingen:
[24.875
(nom.);
6)
‘Id.
[2.300.
Deze emissies kunnen als volgt naar de landen van her-
komst worden gespecificeerd (in duizenden guldens reëel)
Obligatiën
en andere
Jaartotaal Aandeelen
vaste rente-
dragende fondsen
Nederla’ncl:
f f f
Prov. en Gemeentel. leeningen
86.683
–
86.683
Bank- en Crediet-Instellingea
11.876 2.530
9.346
Ilypotheekbanken ……….
1.680
‘
533
1.147
Industrieele Ondernemingen
–
30.123
27.887 2.236 Handelsondernemingen
1.277
.
300
977
ScheepvaarLltlaatschappijen
20.149
–
20.149
Diversen’)
…………….
3.530
2.147
1.383
Tramweg-Maatscbappijen
–
5.410
–
5410
Totaal……..
160.728
33.397
127.331
1) Ezel. R.K. Instellingen
7.592
(oom.).
NecL.-Indië:
Prov. ,en Gemeeutel. leeningen
6.435
–
6.435
Elect.-. Gas-, Telef.-, Telegr. en
Waterl..Mijen …………
2.970
–
2.970
I’Iande1sond-rnerningen ……
2.25
2.125
–
Rubber-Maatscbappijen 5.618
5618
–
Siikeronderneniiig’n
……
‘
5.000
5.000
–
Tabaksondernemingea
310 310
–
Thee-Ondernemingen
530 530
–
Div. Cultuurondernemingen
5.783
5.783
–
Diversen……………….
1.485
1.485
–
Totaal……..
30.256
20.851 9.405
Afrika:
I’Iypotheekbank
–
en ………..
980
–
980 Hundelsondernemingen
500
.
500
–
Div. Cultuurondernemingen
400
400
–
Totaal ……..
1.S0
900
9S0
Avstralië:
Staatsleeningen …………
6.073
–
6.073
België:
Prov. en Gemeentel. leeningen
.2.319
. 250
2.069
Bank- en Credietinstellingen.
12.408
7.525
4.883
Industrieele Onderneriiingen –
15.308
5.965
‘9.343
Elect.-, Gas-, Telef.-, Telegr. en
Waterl.-Mijen …………
2.644
–
2.644
Diversen……………….
1.666
–
1.666
Totaal……..
34.345
13.740
20.605
Danzig:
Sraatsleeningen …………
2.593
Diversen……………….
3.375
Totaal ……..
5.9ü8
–
2.593
–
3,375
–
11 Januari 1928
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
35
Denemarken:
Staatsleeningen …………
11.850
–
11.850
Dsiitschland:
Staatsleeningen …………
10.374
–
10.374
Prov. en Gemeentel. leeniogen
5.000
–
5.000
Bank. en Credietinstellingen
30.702
–
30.02
Hypotheekbanken………..
9.270
–
9.270
Industrieele Ondernemingen
11.370
–
11.370
Elect.., Gas-, Telef.-, Telegr. en
Waterl..Mijen …………
11.990
–
11.990
Mijabouwondernemingen
42.953
–
42.953
DiverBen ……………….
1.975
–
1.975
Totaal ……….
123.634
–
123.634
Engelanci:
Industrieele Ondernemingen
945
945
–
Diversen……………….
814 814
–
Totaal……..
1.759
1.759
–
Estiancf:
Staatsleeningen …………
2.316
–
2.316
Finland:
–
Hypotheekbanken ………..
4.704
–
4.704
Frankrijk:
Prov. en Gemeentel. leeningen
19.100
–
19.100
Industrieele Ondernemingen
14.043
–
14.043
Scheepvaart-Maatschappijen
3.469
–
3.469
Spoorweg-Maatschappijen
23.551
–
23 551
Totaal ……..
60.163
–
60.163
Hongarije:
Prov. en Gemeentel. leeningen
8.094
–
8.094
Bank
en Credietinstellingen
1.237
–
1.237
Handelsondernemingen
607
607
–
Totaal ……..
9.9.8
607
9.331
Italië:
Prov. en Gemeentel. leeningen
5.231
–
5.231
Industrieele ondernemingen
.
3.187
3.187
–
8.418
3.187
5.231
Oostenrijk:
Prov. en Gemeente!. leeningen
1.406
–
1.406
Polen:
Staatsleeningen …………
9.200
–
9.200
Vereenigcle ,S’taten:
Prov. en Gemeentel. leeningen
2.394
–
2.394
Industrieele Ondernemingen
.14.627
9.908 4.719
Elect.-, Gas-, Tel.-, Telegr. en
Water!. Mijen …………
1225
–
1.225
Spoorweg-Maatschappijen
37.740 37.740
–
Totaal ……..
55.9ti
47.68
8.33S
Zuid.A.rnerika:
Staatsleeningen …………
26.076
–
26.976
Zweden:
Industrieele Ondernemingen
3.400
3.400
–
Zwitserland:
Spoorweg-Maatschappijen
2.693
–
2.693
Indexcijfers van groothandeisprijzen.
Het jaar 1927 is een periode geweest van betrekke-
lijke stabiliteit van de verschillende prijsniveau’s,
schrijft ,,The Economist”. Aan het eind van 1027 was
het indexcijfer iets minder dan 1 pOt, lager dan ver-
leden jaar. Tusschen deze tijdstippen waren er schnm-melingen, hoofdzakelijk ten gevolge van de nawerkin-
gen van de groote kolenstaking in 1926, maar deze wa-
ren geringer, dan men verwacht had ten gevolge van
de werking van andere factoren. Het verschil tusschèn
‘het hoogste en laagste cijfer bedroeg slechte 150 pun-ten, terwijl dit verschil in 1925 een getal van 521 pun-
ten aanwees. De betrekkelijk geringe beweging van
het algemeene prijsniveau beteekent echter nog niet,
dat er geen groote veranderingen in de verschillenJe
soorten van handelsartikelen. hebben plaats gehad. Ecu
vrij aanzienlijke stijging van weefsfoffcn, hoofdzake-
]ijk van katoen, vond plaats en een sterke daling in
de groep delfstoffen, die ‘voornamelijk voor rekening
‘van de groep kolen en ijzer komt. Het algemeene prijs-
niveau bereikte het hoogste punt in Augustus en
sinds-dien heeft iedere maand een teruggang vertoond,
die echter in December geringer was dan in de vorige
maanden. De volgende tabel geeft het verloop van
de belangrijkste gebeurtenissen:
Data
8._n
L
cia
-‘-
.2
.
n
•..,.N
.
2
E’
Basis (gemidd.
190 1-5) …
500 300 500
400
500
2200
100,0
EindeJuli1914
579 352
6164
4644
553
2565
116,6 ,,
Nov.1918
1289
7824
1848
903 13894
6212
282,6
,,
Dec.1923
853
8154
13824
774
755
4580
208,2
,,
Dec.1924
992
7894
1452
8154
806
4855
220,7
11
Dec. 1925
9364
679
1120 733
7824
4251
193,2
,,
Dec.1926
875
7364
850
7735
731
395
180,7
Jan.1927
8674
734
8734
7344
7184
39:8
17,6
pp
Feb.
,,
8974
7405 904
742
728
4012
182,4
Mrt.
,,
8805
704
9095
725
725
3944
179,3
,
Apr.
,,
886 697
9174
7045
716
3921
178,2
Mei
,,
911 724
9614
6734
716
3086
181,2
Juni
,,
9114
716
1007
664
705
4004
182,0
Juli
,,
872 707
1068
6504
70
3
4
4002
181,9
Aug.
,,
883
731
1111
640
706
4071
185,0
Sept.
,,
8604
7484
10984
617
7134
4038
183,5
Oct.
,,
837
7314
1088
6205
719
3996
11,6
19
Nov.
820
732
105.0
6304
7245 3957
179,9
13
Dec.
,,
8154
71641
10294
1
6
2
041
733
3945
179,3
In December verminderde de voortdurende achter-
uitgang van •het hooge Augustuscijfer. In de eerste
groep overtroffen een aanzienlijke stijging van var-kensvleesch en geringere toename van schapen- en
rundvieesch, ingevoerde tarwe, haver en aardappelen
verreweg de kleine dalingen in meel, rijst en gerst.
Onder de andere voedingsmiddelen werd een daling
in boter en thee meer dan voldoende gecompenseerd
door den vooruit.gang in suiker. In de groep weefstf-
fen daalde de katoen nog voortdurend, maar de wol-prijzen bleven vast; en in de andere wecfstoffen wi-
selden -de bewegingen elkaar af, vlas en hennep blven
rustig, terwijl jute een weinig duurder werd. De voor-
naamste gebeurtenis in December bij de groep delf-
stoffen was de prijsverlaging van ruw ijzer en ijzeren
staven, na verscheidene maanden van vaste prijzen.
De gewone kolen daalden en •de veranderingen in de
onedele metalen waren gering en onregelmatig. Een
sterke stijging van de leerprijzen ‘was de voornaamste gebeurtenis in de groep diversen.
In aanmerking nemende, ‘dat 1927, vooral gedurende
de eerste maanden, onderhevig was aan abnormale in-
vloeden, ontstaan door de verwarringen in 1926, zijn
gedetailleerde cijfers van de maandelijksche bewegin-
gen van sommige belangrijke artikelen noodzaIe1ijk
voor het overzicht van het prijsverloop gedurende het
gelieele jaar. In de volgende tabel vindt men de no-
teeringen van de voornaamste ‘voedingsmiddelen en
ruwe weefs-toffen.
‘raiwe en meel sloten di.t jaar met lagere cijfers dan
die, vermeld aan ‘het eind van de drie voorgaande
jaren, ‘maar niet zoo laag als in December 1923. De
tarweprijs steeg tamelijk sterk in Mei, ten gevolge van
‘hevige regens, ‘die aan den in het voorjaar gezaaiden
oogst schade toebrachten en toenemende aankoopen
voor Europeesche rekening, terwijl in September de
berichten over een goeden oogst een aanzienlijke da-
ling veroorzaakten, die, daar de goede oogstverwach-
tirtgen bewaarheid werden (behalve in Engeland), in
November werd voortgezet. Aardappelen ondergingen hun gewonen loop van seizoenschommelingen, terwijl
run-dvleesch, na een vastere tendens in het midden
van het jaar te hebben getoon’d, zich in het laatste
kwartaal weer in dalende richting bewoog. De thee-
markt had een interessant verloop. Een geregelde stij-
ging, die eenige maanden in het midden van het jaar
onderbroken werd, bracht aan het eind van Septem-
ber prijzen, die de hoogste waren, welke de laatste
jaren bereikt zijn. Sedertdien had een reactie plaats,
maar het afgeloopen jaar mag beschouwd worden Je stijgen-de lijn in deze markt te hebben vervolgd, die
vijf jaar geleden begonnen is en buitengewonen voor-
spoed aan ‘de cultuurmaatschappijen heeft gebracht.
Koffieprijzen zijn, hoewel lager dan een jaar geleden,
hoofdzakelijk dezelfde als einde Juni. Suiker heeft iets
36
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
I
IJanuari
1928
Laatste der
Canad.
Tarwe
Meel
Aard-
appelen Rund-
vleesch
1
Thee
1
Suiker
(Riet)
Amerik.
katoën
IEnge1sehe
wol
Jute
Zijde
maand
Per Qr.
280 Lbs.
£
Prijs per
P’nce per
Per Cwt.
P’nce per
P’nce per
£
1
Per Lb.
per ton
S Lbs.
Lb.
Lb. Lb.
per ton
December
1923..
471-
361-
634
618
17
651-
21.28
28ij,
27%
3616
,,
1924..
7216
531-
91,
611
1934
321-
13.64
37
3971,
251-.
1925..
671-
51/-
634
5110
2034
241134
10.26
24
59
24-
1926k
.
591- 441-
634
4110
17%
3419
6.90
21
‘
3134
1816
Januari
1927..
601-
43/6
634
514
17′
341434
7.37
21
318%
17j-
Februari
..
6019
441-
634
6/-
1811
3311014
7.78
21
3034 18/434
Maart
..
60/6 431-
634
514
18’/
3016
7.82
21
31
18/4%
April
. .
601-
44
–
634
5/5
1834
2919
8.45
21
288%
1913
Mei
– –
651
–
461-
7
515
19
8
%
3213
9.04
2034
28%
‘,
1913
Juni
– –
62/6
451-
7
61-
1934
3213
9.04
22
3081
8
193
Juli
. .
6219
441-
5
5110
1911
8
321134
10.13
25 35
1716
Augustus
,,
. .
631- 451-
5
511
21%
3116
11.72
2634′ 367/,
17/3
September
,,
. .
601-
4216
5%
4110
2234
3116
11.83
2634
31
October
–
. .
6019
41/6
5%
413-
2034
31/6
11.80
27
29
8
18
17/6
November
. .
581-
4116
534
45
1981
8
3113
10.87
28′,,
3034
1616
December
– –
5816
411-
6
418
941
3119
10.04
2834
31%
1616
van de groote prijsstijging van 1926 verloren en of-
schoon de prijsdalin.g niet onregelmatig was geschied,
is er toch veel gesproken over overproductie, en heeft
mn een plan gemaakt voor ‘beperking van dec Ouba-
oogst rvoor het komende seizoen. Amerikaansche ka-
toenprijzen openden het jaar laag, onder den invloed
van ‘den abnorimaa.l grooten oogst ‘van 1926, maar in
den zomer veroorzaakten de gevolgen van de groote
overrstroomingen in de dalen van ‘de Mississippi en cle
verwoesting van een ui.tgestrekt katoengebied een
vastere markt. Deze invloed werd later versterkt door
onverwacht lage cijfers, ‘die de officie’eie oogs’bheric’h-
ten vermeldden, maar tegen het eind ‘van het
,
jaar
stegen de schattingen en ondergingen de mark’tprijzen
een reactie. De stijging der wolprijzen was aanzien-
lijk; ‘de vooi-naams’te oorzaak hiervan was de toene-
mende vraag uit Japan, de verhoogde consumptie van
den binnenlandschen en Europeeschen (vooral Duit-
schen) handel, en ‘de ‘verwachting van een tekort aan
Aus’tralische wol, als ‘gevolg van een sterken regenval
in belangrijke gebieden van de Commonwealth. De
ju’temarkt is zeer onregelmatig geweest. De toestand
was gedurende de eerste maanden eenigaziris raadsel-
ach’tig, want ‘ofschoon er een ‘groote voorraad ‘beschik-
baar was, ‘was het meerendeel van zeer slechte kwa-]i’teit. In het ‘voorjaar en in het begin van den zomer
waren goede kwaliteiten vezels schaarsch, en latere noteeringen waren ‘hooger op ‘berichten van hevige
regens, waaronder ‘de Indische oogst geleden had. Be-
tere oogstberichten brachten een ‘daling in dan herfst
met zich mee, maar het eind van het jaar gaf weer een
vaste tendens te zien, met een voldoende consumptie.
Zijde vervolgde haar ‘dalendel] loop en zooals de firma
Chabrière, Morel en Co. iii hun jaaroves-zicht vermel-
den, ‘moet ‘men meer ‘dan een tiental jaren teruggaan
om een lagere noteering dan de tegenwoordige te vin-
den. De maand Juni bracht nieurws over de vooruit-
zic’hten van overvloedige ‘oogsten en ofschoon Ameri-
kaansche aankoopen de markt voor een oogenblik op-
zetten, eindigde deze ‘dit. jaar flauw. Het goed’koope
en populaire gebruik van ‘kunstzijde is een factor, die
in beteekenis toeneemt en natuurlijk in aanmerking
‘client genomen ‘te worden.
De orde utaan’de tabel geeft een dergelijk verloop
voor steenkolen, ijzer en staal, onedele metalen en
eeuige producten uit de groep diversen.
I)o eerste kolom toont dui’deiijk den ‘toestand in de
s’teen’kolenindustrie, waarop wij van tijd ‘tot tijd reeds
gewezen hebben. Toen de mijnen op ‘h’oogere capaciteit
gingen werken was aan ‘de achterstallige vraag spoe-
‘dig ‘voldaan en werd er een toestand bereikt van over-
I)roductie met het onvermijdelijke gevolg van gere-
geld ac’hte.ruitl oopende prijzen.
Ruwijzer
ondervond
nog steeds den invloed van buitenlandsc.he concurren-
tie en de prijzen moesten sterk verlaagd worden om
‘den s’ti-ij’d
vol
te ‘houden. De betere positie van de
staalverwerkende industrieën, vooral die, welke
een groot aandeel nemen in den ‘export, getuigen van
de ‘bekwaamheid van de fabrikanten van stalen rails
(in deze .bedrijtven bestaat een internationale overeen-
komst) ‘de noteeringen steeds hoog te ‘houden ‘gedu-
rende het geheele jaar. Van de onedele ‘metalen hebben
lood en tin zich ‘in ‘dalende richting bewogen, ‘terwijl
de koperprijzen verbeterden. De atijging van de koper-
prijzen had voornamelijk in den ‘herfst ‘plaats, wat
hoofdzakelijk toe te schrijven is aan een verhoogde
binneniandsche en Duitsc’he vraag naar koper; de
A:merikaansche consumptie bleef op gelijke ‘hoogte. De
loocimarkt toonde een steike daling in het.’derde kwar-
taal, die hoofdzakelijk ‘te wijten was aan een vergi-oote
en buiten.sporige productie; vergezeld van een vermin-
‘clering in ‘de ‘behoefte. Tegen het einde van ‘het jaar
echter werd deze prijsdaling tot stilstand gebracht
door groote aankoopen voor Russische en Dui’tsche
Laatste der
maand
Stoom-
Kolen
..
Ruwijzer
Stalen
–
rails
Lood
Tin
Koper
Petro-
ieum
Oliezaden
Rubber
er ton
per ton
£
£
£
£
P’nce
l
per
£
P’nce
per ton per ton
per ton
per ton
8
Lbs.
per
ton
per Lb.
December
1923
301-
1001-
9
32
232o1,
60481
86
11
45
1234
11
1924
29
/
–
8116
9
45
267
6771,
6
13 51
1934
25/-
6616
8
3634
287%
5951,6
12
43
19
33
1926
2916 8716
834
30%
3008/,
5681
89
13
39
8
1
86
16%
1925
………
Januari
1927 251-
851-.
8%
28%
28781
2
54’11
12
,
3934
1634
Februari
,………
24/-
8216
834
29%
314/
561,,
13
4061,
16
Maart
241-
.
801-
8%
2834
307
7
1
8
5571,
13
38
7
/
8
1734
24
/-
801-
8
1
1,
27
294418
5419182
12
3934 17 Mei
,—–….
23/-.
701-
89
‘
25i,,
2931/,
5431
12
4034
1834
Juni
,
………
21/6
70
1-r
834
25
300
8
1,
53
17
/
82
12
1634
Juli
,………
21/-
701-
834
2534
289118
5525139
12
3834
15%
April,–
——-
–
–
Augustus
,.
……..
–
–
–
21/-
6716
8%,
23%
28781
542112
12
15%
September
,-……..
20/9
..
6716
836
21%
265′,
53
18
1
82
12
37%
144/
4
October
201-
..
..
6718
834
22
26234
56I
8
33
,
12
38’/8
1434
November
,.
……..
December
,,
‘
……..
—
20/-
6716
834
2334
268
59’1
1
12
3784
,
16%
.’
201-
..
651_
834_
–
23%
26581
8
80
29
1
32
12
37
17′
II Januari 1928
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
37
rekening en door gerucbiten, dat de productie in be-
paalde gebieden beperkt zou worden. De tinprijzen
toonden weer sterke fluctuaties, en •de tendens van
deze markt, om groote en plotselinge prijsbewegingen
te ‘veroorzaken, heeft de discussie herleveudigd over
de mogelijkheid van een prijsstabilisatieplan. In do
eerste maanden van het afgeloopen jaar herhaalde zich
het verloop van de ondervonden gebeurtenissen van
den zomer van 1926. De afgenomen voorraden en de
verminderde verschepingen schiepen een vaste markt.
Echter is haar positie op het eind van ‘het eerste kwar-
taal veranderd en daarna daalden de prijzen maan-
delijks door een voortdurende toeneming van de
Straits-verschepingen en vaste termijnverkoope’n. De
petroleumprijzen werden op het eind van ‘het eerste
kwartaal verlaagd wegens de aanhoudende everpro-
ductie in ‘de Vereenigde Staten. De rubberprijzen wa-
ren voor de planters weer een teleurstelling. Na een
stabielen prijs in het begin van het jaar, daalde hij in
het begin van den herfst oor een aanzienlijke toe-
rieming van ‘de voorraden, die echter tegen het einde
van ‘het jaar iets verminderen en dit feit te zamen met
de berichten over verhoogde consumptie veroorzaakte
oen prijsijerstelling in November en December.
De eind’tabel geeft ‘hot verloop in ieder van dc 5
groepen aan in ‘verhouding tot het niveau van eind,
Juli 1914, da’t op 100 is aangenomen.
Data
.2
Juli
1914
100 100 100 100 100 100
December
1918….
226
222
293
188
241
237,5
December
1923….
148
231
225
167
136
178,6
December
1924
171
224
235
175 146
189,3
December
1925….
162
193 182 158
141
165,8
December
1926….
151
209
139 167
132
155,0
Januari
1927….
150
209
142 158 130 153,1 155
210
146
160 132
156,4
152
200
147
156
131
153,8 April
,
…. …
153
198
149 152
130
152,9
157
206
156
145 130
155,4
158
204
163
143
127
156,1
Februari
,
……
Maart
,
……..
.
151
201
173
140
127
156,7
Mei
,
……..
Augustus
,
…. …
152
208
180 138 128 158,1
Juni
,
…….
Juli
,
…….
149
213
178 133
129
157,4
September
,
……..
.
144
208
176
134
130
155,8
October
,
…….
November
,…..
142
208
170
138
131
154,3
December
. .
.
146
204
167
133
1
132
1
153,8
Aan heb eind van 1921 was de toename van het alge-
meen prijsniveau in vergelijking met ‘dat van 1914,
53,8 pOt. tegen 55,0 pOt. op het eind van 1926. Verre-
weg de grootste toename (104 pOt.) toonen de levens-
middelen, ‘terwijl de groep ‘delfstoffen en diversen
‘slechts 33 pOt. en 32 pOt,. hooger zijn dan in Juli
1914. Wanneer men rekening houdt met. bepaalde ab-
normale feiten in 1927, vooral in verband met een
klein aantal belangrijke artikelen, toont het afgeloo-
pen jaar een grootere stabiliteit in het algemeen prijs-
niveau, dan men redelij’kerwijze had kunnen ver-
wachten.
De onderstaande, aan het bericht van ‘het Centraal
Bureau voor de Statistiek ‘ontieende opmerkingen heb-
ben betrekking op de Nederlandische indexcijfers over de maand November 1927 met basis 1913.
Bij beschouwing ‘der
cijfers
blijkt, dat in vergelij-
king ‘met de vorige maand ‘het algemeen indexcijfer
met
1
punt is gestegen; dat ‘der voedingsmiddelen
met 2 punten.
Tegenover een prijsstijging van
15
artikelen met in
totaal 131 pun’ten staat. een prijsdaling van 17 ar1tike-
len met
in
totaal 95 punten. Met 10 ‘of meer
,
punten stegen de artikelen koffie (10), eieren (57) en run-
•derhuiden (14). Een daling van 10 of meer punten
had plaats bij de artikelen vlas en hars (resp. 20 en
10 punten).
Voorts laten wij hier nog een overzicht volgen van
het prijsverloop in een aantal belangrijke landen:
6fl
•2
=
62.
1
N
.
Z
a
66
1913
..
100
6
100
100
100)
100
100
100
Novemb. 1918
..
358 438
… …
367
392
214
oogs
e
1
..
591
679
…
325 366
297 322
Mei) (Apr.)
(Apr.)
(Jan.)
(junl)
(Juli)
(Mrt.)
Decemb. 1923
1012
458 577
…
183
160
154 211
Decemb. 1924
98
2
507
640
137
3
171
168
160
214
Decemb. 1925
103
2
632
715
142
3
156
156
155
194
October
1926
..
753
655
136
145
148
143
174
November
,,
..
684
641
137
147
148
147
171
December,,
..
627 619
137
148
150
147
170
Januari
1927
..
623
603
136
146
146
145
170
Februari
..
632
601
136
145
146
146
171
Maart
..
642
593
135
147
145
144
171
April
,
..
637
565
135
146
143
143
170
Mei
94
629 536
137 147
145
145
171
Juni
94
623 509
138
147
146
149
173
Juli’
94
621
491
138
147
146
151
170
Augustus
95
619 485
138
147
146
149
167
September,
96
601
484
140
148
148
150
169
October
,,
97
588
484
1
140
‘
148
..
150
1)
Bureau of Labour.
2)
Stat. Reichsamt, nieuwe methode.
3)
Jaar-gemiddelde.
4)
Sedert 1922 gebaseerd op 48 artikelen in plaats van op
53.
5)
Sedert October 1923: Juli 1914
=
100.
6)
Midden 1914.
BOEKAANKONDIGING.
50
Jahre Rhein – Verkehrs-Politik:
Uitg.
van de ,,Rhein” Verlagsgesellschaft m.b.H.
Duisburg, 1927.
De ,,Rheintag”, de
feestelijke
samenkomst van be-
langhebbenden bij de Rijnvaart en vertegenwoordigers
van overheidslichameii uit Duitsch’land en naburige
landen, die op 6 en 7 October te Duisburg werd
gehouden ter gelegenheid van het 50-jarig bestaan
van den ,,Verein zur Wahrung der Rheinschiffahrts-
interessen”, is ter sprake gekomen in No. 618 van dit
weekblad. Als
blijvende
herinnering aan dit congres is
onder leiding van Dr. Walter Schmitz bij de ,,Rhein”
Verlagsgesellschaft m.b.H., te Duisburg, onder den titel: ,,50 Jabre Rhein-Verkehrs-Politik”, een kloek
boekdeel verschenen, hetwelk in een zevental afdeeliu-
gen een
beschrijving
geeft van den
Rijn
en de Rijn-
scheepvaart. Een aantal deskundigen heeft omtrent
de uiteenloopende onderwerpen, welke in dit boek be-handeld worden, ieder een der hoofdstukken voor zijn
rekening genomen en deze wijze van samenstelling
heeft tot het heugelijk resultaat geleid, dat een werk is ontstaan, waarin de vele vraagstukken, die met de
Rijnvaart in verband staan, grondig en met kennis
van zaken behandeld worden. De eerste twee hoofd-
stukken zijn
gewijd
aan den arbeid van vele jaren, die
noodig geweest is om de rivier bruikbaar te maken
voor het geweldige verkeer, dat zich over haar wateren
beweegt en geven een duidelijk beeld van de technische
moeilijkheden, die overwonnen moesten worden en
de groote veranderingen, welke het stroombed heeft
moeten ondergaan, vôôr een waterweg geschapen was, die aan
redelijke
eischen der scheepvaart voldeed. Met
waardeering wordt daarbij gewag gemaakt van het
werk, dat ook in Nederland op dit gebied is verricht.
Het boek bezit de groote verdienste, dat het historische
overzicht, waaruit elk zijner hoofdstukken bestaat,
zich niet bepaalt tot het verleden, doch ook groote
aandacht wijdt aan gebeurtenissen, vindingen en plan-
nen van den nieuwsten tijd. In het reeds genoemde
eerste gedeelte behoort daartoe het vraagstuk der
scheepvaart boven Straatsburg, waarvoor ook in ons
land zoo groote belangstelling bestaat. Nederlandsche
belangstelling verdient het boek ook wegens de uit-
voerige behandeling der verdragen, welke de Rijuvaart
hebben beheerscht sedert met de Fransche revolutie de leuze der vrije scheepvaart op de groote rivieren
haar intrede deed en welke geleid hebben tot de Rijn-
vaartacte van 1868. De invloed van Versailles op die
acte wordt
duidelijk
uiteengezet, evenals het tractaat van Barcelona en de wijziging, welke de ‘positie der
Rijnoeverstaten in den loop der jaren heeft ondergaan.
Ter verkrijging van een duidelijk inzicht omtrent de
plaats, welke Nederland op dit gebied inneemt, zal dit
hoofdstuk voor velen een welkomen
wegwijzer
vormen.
38
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
11
Januari
1928
Hoewel verschillende der hoofdstukken eigenlijk op
zichzelf een volledige studie vormen over het be-
handelde onderwerp en het geheel van bijna 650 blad
7
zijden dus in geenen deele het karakter bezit, dat
feestuitgaven zoo dikwijls aankleeft, zoo hebben toch
alle schrijvers der verschillende onderdeelen van dit
boek hun verhandeling weten te maken tot een ook
voor den leek gemakkelijk en aangenaam leesbaar
overzicht, waarin historie en heden ten volle tothun
recht komen. Behalve de reeds genoemde onderwerpen
bevat het boek hoofdstukken over de schepen, waarmee
de Rijn bevaren wordt, de
Rijnhavens
en haar uit-
rusting, den invloed; welken het verdrag van Ver-
sailles heeft gehad op de Rijovaart en de samenstelling
der Rhjnvloot, waarbij ook de Roerbezetting ter sprake
komt, en over het goederenverkeer op den Rijn. Een
afdeeling op zichzelf vormt verder de geschiedenis
van de vereeniging, welker jubileum aanleiding was
tot •de samenstelling van het werk. Zij geeft een aan-
trekkelijk beeld van den veelomvattenden en vrucht-
baren
–
arbeid, welken deze vereeniging van belang-
hebbenden bij de Rijnvaart vôôr, gedu rende en na den
oorlog heeft verricht en nog verricht
iii
het belang
van allen, die bij de vaart op deze niet slechts Duitsche,
doch ook Nederlandsche rivier geïnteresseerd zijn.
Hoewel deze beschrijving voor menig lezer niet hét
belangwekkendste gedeelte van het boek zal vormen, zoo
bevat
zij
toch ook voor ons Nederlanders wel interes-
sante bijzonderheden. Aan wie zich wenscht te oriën-
teeren omtrent de meeste der onderwerpen, die met
de Rijnscheepvaart en de daarmee samenhangende
technische, staatkund ige en sommige economische
problemen, in verband staan, biedt ,,50 Jahre Rhein-
Verkehrs-Politik” daartoe op gemakkelijke wijze de
gelegenheid..
JAN
SotliLTuuls.
ONTVANGEN:
De Gemeentelijke Inkomstenbelasting in, de belasting-
jaren 190-’21 en 1921-’22.
No. 82 van de
‘Sta-t. Mecled. uitg. -door het Bureau van Statistiek
der Gemeente Amsterdam. Amsterdam, 1927; J.
M. Meulenhoff.
Statistiek van het verzuim wegens ziekte en van de
ziekten va.n het gemeentepersoneel in het jaar
1925. -No. 10 v. d. Meded. v. h. Med. Stat. Bureau
v. •d. gem. geneesk.- en gezondh.-dienst. te Am-
sterdam. Amsterdam, 1927; Stads-drukkerij’.
Ra.pport der Commissie van Onderzoek naar den om-
vang en de feitelijke beteekenis der werkloosheid
te Amsterdam-. Amsterdam, 1927; Stadsdrukkerij. De Scheepvaart-weg van Arnste’rdarn naar den Boven-
–
rijn
door ,,De Geldersche Vallei”.
Uitg. door de
Kanaal vereeniging ,,De Geidersche Vallei”.
Amersfoort, 1927; S.
W.
Meichior.
Corn pa iiia Mercan til Argentina (Argentijnsche Han-
del-Maatschappij) in Liquidatie; ‘s-Gravenhae-
Buenos Aires. Verslag- der Oomm. v. Toezicht
op en den liquidateur belast met de liquidati.
Dordrecht, 1927; N
.
V. Geuze & Co.’s Drukkerij.
The British Commonwealth Nations
by A. Law
–
rence Lowell and H. Duncan Hall. World Peace
Foundation Pamphlets Vol.
X
No. 6. Bostôn,
1927.
MAANDCIJFERS.
GIRO-OMZET BIJ DE NEDERLANDSCHE BANK.
November 1927 November 1926
Posten
–
Bedrag
Posten
Bedrag
Voorreke-
–
‘1
ninghouders
54.585
(3.548.935.000
57.436
(3.421.193.000
waarvan door
de
11.-bank
plaatselijk
42.134
,,3.184.326.000
43.590
,,
3.034.823.000
Ter voldoe-
ninr van
–
Rijksbelast.
1.539
,,
9.800.000
1.585
,,
11.024.000
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.
N.B.
***
beteekent: Cijfers.nog niet ontvangen.
GELDKOERSEN.
BANKDISCONTOS.
Ned
~
Vrsch.inR.C.6
Disc.
Wissels.
413 Oct.
‘7 Zwits. Nat.Bk…322
Oct.’25
Bk Bel.Binn.Eff. 5
1.3 Oct.’27
N.Bk.v.Denem. 5
23Juni’27
13 Oct.’27
ZweedscbeRbk
331 Dec.’27
Javasch*Bank….4
14Juli’26
Bank v.Noorw. 5
1Nov.’27
Bank van Engeland
421 Apr.’27
Bk. v. Tsjecho.
Duitsche Rijksbank 7
5 Oct.’27
slowakije
..
5
8 Afrt. ’27
Bank v. Frankrijk.
4
29 Dec.’27
N.Bk.v.O’rijk.
624Avg.’27
Belgische Nat.Bnk.
416 Nov.’27
N. Bk. v. Hong. 6 25Aug.’26
Fed. Res.BankN.Y. 3/
4Aug.’27
Bank v. Italië. 7
17Juni’25
Bank van Spanje… 5
138
Mrt.’23
Z.-Afr.Res.bnk 6
10Sept.’27
O1?EN MARKT.
1928
1927
–
1927 1926
1914
Jan.
217
26131
19123
318
4/9
20/24
Jan.
Dec.
Dec.
Jan. Jan.
Juli
Am,le,dom
Partic.dlsc.
411I16
41I116
47
116
–
‘116
4Iit-
9
/,o
3I16-18
3511e-711t
31/8J116
Prolong.
4 4
–
1
5
–
14
4112-5
3_3j4
2
3
14-3’j2
2
1
14
3
14
Londen
Daggeld
..
2’13
1
1
2113_3113
2
1
13-3
1
13
34
1
14
24
3
1
144
1
3
14-2
Partic. disc.
41
145
116
4
14
-5
116
4
6
11e-I8
4
5
116-18
41
14’/16
4
0
116.
7
/8
2114_3/
4
Berlijn
Daggeld
..
311
31-8
4
1
12.10
5
1
12-8
112
2-8
6-9
–
Partic.disc.
30-55 d..
.
614
611
4
-31
4
6314-7
7
411
2
51
s
621
3
_81
4
–
56-90 d..
–
6114
6L)4-314 6314-7
7
4
12
–
18
6I8-
1
12
2
1
18-
1
13
Ware n-
wechsel.
61114_7
614-7318 7114_7314
7
/8
-1
/2
4713-5314
7
1
12-814
–
New York’)
Cail mo ney
41/
4
4_53
1
4
5
11
3_3/
4
–
4.51
1
4
4
1
1
45
1
1
4
45
1
1
4
13
1
421
1
9
Part lc.dlsc.
331
8
331
8
3
3
18
3
3
18
3713
3l8-
7
I8
–
I)
Call money-koers van 6 Jan. en daaraan voorafgaande weken t/m
Vrijdag.
WISSELKOERSEN.
KOERSEN IN NEDERLAND.
D
ata
New
Londen
Berlijn
Parijs
Brussel
Batavia
York)
)
)
S)
S)
1)
3
Jan.
1928 2.47
11
/,
8
12.08
7
18
59.09
9.75
34.64
100
1
/
8
4
,,
1928
2.47
11
e
12.08%
59.08
9.741
34.63
100′
5
,,
1928
2.47
,
51,
6
1.097
59.12
9.751
34.63k
100l/
6
,,
1928
2.4771
12.09j
59.05k
9.741
34.64
100.’/
7
,,
1928
–
12.09
59.04
9.75 34.61
10011
6
9
,,
1928
2.4881
86
12.09
T
9
V
59.05
9.751
34.621
10011
8
Laagsted.w.l)
2.47/.
12.08h
59.021
9.74
34.59
100
Hoogste d.w1)
2.48 Y
4
1
.2.09
1
18
59.14
9.76
34.66
100(
2 Jan. 1928
2.47
7
1t8
‘,2.08
T
8
W
59.04
9.741′
34.61
100’/
8
26 Dec.
1927
– –
– .
–
– –
Muntpariteit
248
12.10k
59.26
48.-
–
34.59
100
Data
Weenen
[
Praat
Boeka-
Milaan Madrid
3 Jan. 1928
47.82
35._
7.35
1.53
13.09
42.69
4
,,
1928
47.81
35.-
7.34
1.521
13.09
42.68
5
,,
1928
47.86
35.02k
7.5
1.52
13.101
42.75
6
,,
1928
4782
3 5.0 2
7.35
1.53
13.10
42.85
7
,,
1928
47.84
35.02X
7.35
1.53
–
–
9
,,
1928
47.82
35.05
7.35
1.521
13.124
42.81
Laagsted.w.1)
47.77t
34.95
7.32I
1.50
13.06
42.40
Hoogsted.w’)
47.87
,
W
35.15 7.371
1.56
13.14
43.10
2 Jan. 1928
47.79 34.97
7.34
1.521
13.08
42.28
26 Dec. 1927
–
–
–
–
–
–
Muutpariteit
48.- 35.-
2
)48._
48.-
48.-
D ata
Stock- holm
)
Kopen-
hagen’s)
o
1
*
)
Hel-
Çfj,
Buenos-
Aires’)
Mon-
treal’)
3 Jan. 1928
86.75
66.40 63.921 6.23k
105(
2.47w
4
,,
1928
66.771 66.40
65.90
6.231
106
2.473.
5
,,
1928
66.77k
68.45
–
65.911
6.24
1059/
4
2.47
8
/
6
1928
66.76
66.45
65.95 6.24
1058%
2.473.
7
1928
66.75
66.421
65.95
6.24
1058,(
2.478/
4
9
,,
1928
66.80 66.45
65.95
6.24
106
2 47(
Laagsted.w.1)
66.70 66.35
6585
‘6.22
10531
2.47
Hoogste d.wl)
66.85
66.471
66.-
6.271
10611
4
2.4734
2 Jan. 1928
66.75
68.371
6.5.90
6.24
105k
2.48
26 Dec.
1927
–
–
–
–
–
–
Muutpariteit
66.67
66.67
66.67 J
6.261
10581
5
2.488%
S)
Noteering te Amsterdam.
‘)
Noteering te
Rotterdam.
1
)’Particultere
opgâve.
–
2)
Wettelijk gestabiliseerd tusschen
7.534j5
en
7.21
1
12.
In het eerste nummer van iedere maand komt een overzicht voor van een aantal niet wekelijks opgenomen wisselkoersen.
11
Januari
1928
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
39
KOERSEN TE NEW YORK. (Cable).
D a a
Londen
(3 per £)
Parijs
(3 P. IOOfr.)
Berlijn
(3
p. 100
Mk.)
Amsterdam
(3
p. 100 gld.)
3. Jan.
1928
4,8811
8
3
.,9351
8
23,86
,
4
40,383.
4
,,
1928
4,877/
8
3,93
23,86
40,36
5
,,
1928
4,877/
t
3,93X
23,85
40,34
6
,,
1928
4,87
0
116
3,93w
23,82W
40,33
7
,,
1928
4,8761,
3,03
23,ROX
40,31
9
,,
1928
4,87
11
/
32
3,93
23,80
40,30
10 Jan.
19271
4,85(
3,96(
23,74k
40,00k
Muntpariteit..
1
4,8667
19,30
23,814
40s
1
KOEflSEN TE LONDEN.
Plaatsen en
Landen Noteerings-I
eenheden
24
Dec.
I31
1927
1
Dec.
1
1927
ILaagsleF’1oogstel
217
Jan.
1928
1
7
Jan.
1928
Alexandrië. .
Piast. p.0
97′,
97
971
1
979
1
97
Athene
..
.
‘
Dr. p.
£
366?4
3
6 6 y,
366
370 369
Bangkok …
Sh. p.ticat
11103jI
1110
1110
6
I10f4
11104
Budapest
.
..
Pen. p.
£
27.0
27.911
27.88
27.03 27.90
B. Aires’). ..
d. p.
$
47491,
47i
,
j,,
4734
47271
Sh. p. rup.
‘6?
l
164
1,6
7
/
64
”6′!
6
:4
1611
1 63!
:32
Constantin..
Piast.p..c
940
940
930 945 935
Hongkong ..
Sh.p.$
21071,
3
)
210h
2;Osl
s
211’1
15
2!0′
55
Calcutta ……
Kobe
.
…..
Sh.p.yen
s..,
110′
3111′
1/11
1
111
55
Lissabon
1)
. .
d. per Esc.
271
18
07/
–
IS
2′
3
!
:32
2″!
:32
27
1
16
Mexico …..
d.per$
..
24
24
23
25 24
Montevideo’)
d.per$
51
51
50
513.
5034
Montreal’)
..
…
$
per
£
4.88 4.89
4.88
‘1
89Ts
4.88
TIV
R.d.Janeiro’)
d. per Mii.
51
III
5251 32
5/
559
84
529132
Shanghai …
Sh. p. tael
2117k
3)
217’1
2:7
21811
0
”
0
:7
:18
Singapore. ..
id. p.
$
2147154
214,
7
214
2 471
3e
2/43132
Valparaiso
8).
$
p.
39.35
39.36
39.35
39.36
39.30
Warschau …
ZI. p.
£
4334
43.50
43;.
4334
4334
‘)Telegratisch translert.
3
190
cig. ) nom.
ZILVERPRIJS
GOUDPRIJS’)
Londenl) N.York’)
Londen
2 Jan.
1928.. 2671
–
2 Jan. 1928
84111
3
,,
1928..
266/
8
57
51
3
,,
1928
841’1034
4
,,
1928..
2671, 5734
4
,,
1928
84/11
5
,,
1928..
261t1
5771
t
5
,,
1928…’
8411134 6
,,
1928..
2651
5734
6
,,
1928
8411134
7
,,
1928..
26.1
57
7
,,
1928
841113
8 Jan. 1927.. 25
537/
8
8 Jan. 1927
8411134
20 Juli
1914.. 24-1
16
54
1
1
8
20 Juli
1914…..
84111
‘)ln pence p.oz.stand.
1)
Forelgnsllver In $c. p.oz.fine.
8)
insh.p.oz.fine
STAND VAN
‘s
RIJKS KAS.
Vorderingen.
1 29 Dec. 1927
7 Jan. 1928
Saldo bij de Nederlandsche Bank…../ 56336.673,66
f
38.276.150,11
Saldo b. d. Bank voor Ned. Gemeenten 156.256,35 ,, 308.883,54
Voorschotten op ultimo Nov. 1927 aan
de gem. op voor haar door de Rijks-
administratie te heffen gemeentelijke
Inkomstenbelasting en opcenten op
de Rijksinkomsten hellsting. …. …
..39225843,06 ,, 39.225.843,06
Voorschotten aan Suriname ……….
.,, 10.829.061,21
,, 10.423208,95
Voorschotten aan Curaçao
–
–
Kasvord. weg. ci’edietverst.a(h. buitenl
130611.845,62 ,,131.503.649,83
Daggeldleeningen tegen onderpand
van Staasschuldbrieven ………..
33.009.730,- ,, 39.274.140,-
Saldo der postrekeningen van Rijks-
comptabelen ……………………20.874.044,58
, 16.419.165,07
Vordering op het Staatsbedrijf der P.,
T
. en T.
‘
)…………………………..
–
–
Id. op andere Staatsbedrijven
2)
……..2.645.348,03 ,, 2.895.348,03
Ver
Pl
i c
h t ing en.
Voorschot door de Nederl. Bank
– –
Schatkistbiljetten in omloop’) ……..
/103.526.000,-
fl03.526.000,-
Schatkistpromessen in omloop
……
36.350.000,-
,,
28.890.000
1
–
Waarvan direct bij de Ned. Bank
.
,,
11.926.262,-
..
,,
12.026.575,-
Zilverbons in
omloop……………..
Schuld
a.
d. Bank
v.
Ned.Gemeenten
2)
– –
Id. aan
Ned.-lndit
……………….
,,
20.804.965,66
20.570.873.08
137.794,33
,,
279.191,83
Id. aan
Curaçao ………..
……………..
Id. a.
h.
Alg. tturg. Pensioenfonds’)
,,
3.144.315.10
22.116.807,70
Id.
s.
h. Staatsbedrijf d.
P., T.
en
T
2)..,,
28.607.894,38
,,
57.475 397,30
Id. aan andere Staatsbedrijven’) ……
…1,340.000,-
1.3I5.000,-.
Id. aan diverse instellingen
‘) ……..
..4.969.656,78
,,
5.263.932,66
‘)
Waarvan / 12.056.000 vervallende
op 1
Juli 1929.
2)
In rekg.-crt. met
‘s
Rijks Schatkist.
NEDERLANDSCH.INDISCHE VLOTTENDE SCHULD.
7 lan. 1927
Vorderingen: Saldo bij
‘s
Rijks kas
…………. …
f20.805.000,-
f 20.57 1.000,-
,,
20.143.000,-
,,13.285.000,-
Verplichtingen:
Voorschot uit
‘s
Rijks kas aan N.-Indië
.-
–
Saldo
bij
de Javasche Bank
………..
Voorschot Javasche Bank aan N.-lndië
– –
Schatkistpromessen in omloop …….
300.000,-
,
300.000,-
…..338.000,-
31
,30.949.000,-
1.082
000,-
Muntbiljetten in omloop
….
……….
Schuld aan het Ned.-lnd. Muntfonds..,,
Idem aan de Ned.-Ind. Postspaarbank.
713.000,–
,,
965.000,-
,,
,,
1.109.000,-
NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 9 Januari 1928.
Activa.
Binnenl.Wis.f’Ufdbk.
f
104.228.812,69
se1s,Prom., Bijbnk. ,,
4.817.754,46
enz. in cisc.
i
Ag.scn. ,, ii.: ‘J L.ai 1,8:
f
122.838.129,02
Papier
o.
h. Buiteni. in disconto
………
–
Idem eigen portef..
f
183.307,657,-
Af :Verkochtmaar voor
debk.nognietafgel.
-.
183 307 657-
Beleeningen
ufdbk.
f
47.717.223,…..
snel. vrsch…
. –
Bijbnk.
6.4:8.1236
1
07
in rek..crt.
Ag.sch.
66.565.763,82
op
onderp.
f
120.661.022,89
Op
Effecten..
. .-. ._
116.693.922,89
Op
Goederen en Spec.
3.978.000,-
120.661.922,89
Voorschotten a. h. Rijk
…
Munt en Muntmateriaal
Munt, Goud
….. . …
f
67.755.655,-
Muntmat., Goud
.. ,,
342.235.312,62
f
409.990.067762
Munt, Zilver, enz..
,,
27.517.341,06
Muntmat., Zilver..
,
–
11
437.508.308,68
Belegging
1
1
kapitaal, reserves en pen.
sioenfonds
……………………,,
23.759.003,77
Gebouwen en Meub. der Bank …
….. . ,,
5.000.000,-
Diverse rekeningen …
… . ………….
,,
,
51.667.584,25
Passiva.
f
944.742605,6r
Kapitaal …………………..
f
20.000.000,-
Reservefonds ……….. . ._. ….
,,
7.027.840,39
Bijzondere
reserve
…….
… …… ..
,,
8.000.000,
Pensioenfonds
……………………,
4.826.731,73
Bankbiljetten in omloop…………
,,
807.365.325,-
Banka8signatiën in omloop ………..
…
280.331,05
Rek.-Cour.
Het Rijk
f
43.470.062,88
saldo’s:
Anderen,,
40.545.440,51
,,
84.015.503,39
Diverse rekeningen
. .
………….
,,
13.226.874,05
f
944.742.605,61
Beschikbaar metaalsaldo
………..
f
258.718.267,99
Op de basi8 van
si,
metaaldekking….
,,
60.386.086,10
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop
dan waartoe de Bank gerechtigd
is. ,,
1.293.591.335,-
Vooruaamste posten in duizenden
guldens.
Goud
Andere
Beschikb.
Dek-
Data
Munt
1
Muntmatl
Circulatie
opeischb.
Metaal-
Ikings
schulden
saldo
perc.
9 Jan. ’28
67.756
342.235 807.365 84.296
258.718
49
2
,,
1
28
67.764
332.326
340 032
102.154
238.869
45
26Dec.
’27 67.789
332.202 796.784 99.163
248.288
48
19
’27
67.790
322.287 780.215 85.452
242.755
48
12
’27
67.804
322.287
802.511
75.397
242.045
48
5
1
27
67.820
322.286
823.454
63.280 239.416
47
10
Jan.
’27
60.737
353.738 831.090
46 291
266.453
50
25 Juli
’14
65.703
96.410
310.437
6.198 43.521
1
)
54
Totaal
Schatkist-
,
ee-
Papier
Diverse
Data
bedrag
discon to’s
promessen
rechtstreeks
•
e
“‘
op
het
buitenl.
reke-
ningen
2)
9 Jan.
1928
122.838
–
320.662
183.308
51.668
2
,,
1928
138.866
–
137.681
180748
81.140
26 Dec.
1927
115.144
–
132091
168.225
76.042
19
1927
120.676
_
127.186
158178
73.763
12
1927
136991
–
121.118
155.599
69.184
5
1927
150.299
–
127.582 144.690
66.756
10
Jan.
1927
81.795
–
131.209 194 945
59.500
25 Juli
1914
67.947
14.300
61.686 20.188
509
t) Op de basis van
2/
metaaldekking.
‘)
Sluitpost activa.
CURAÇAOSCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens.
Data
Metaal
Circu-
latie
Dis-
conto’s lsdiotten
1
aan de
1
kolonie
Diverse reke-
1
ningenl1ningen’
1
Diverse
reke-
1
Dec.
1927
2.263
3.151
80 27
2.024
792
1 Nov.
1927
2.217
2.762
82
24
L807
917
1
October
1927
2.144
2.702
195
30
1.839
1.056
1
September1927
2.066
2.625
149
66
1.859
1.061
1
Augustus 1927
1.996
2.605
153
42
1.919 1.075
1
Juli
1927
1.947
2.671
152
14
1.854
881
1
Dec.
19261
1.444
2.338
148
4995
1.752
46
luitpost Oer activa. ) Slultpost Oer passiva.
egoed van het Gouvern.
40
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
II Januari 1928
JAVASCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens. De samengetrok-
ken cijfers der laatste wken zijn telegrafisch ontvangen.
Andere Beschikb.
Data
Goud
Zilver
Circulatie opeischb. metaal-
schulden saldo
31Dec.1927
19300
319.800
55.400 121.260
24
1927
196.600
319.200
56.100 120.940
17
1927
195.900
323.600
51.300 120.920
3Dec. 1927 ‘178.604
17.665′ 318.023
63.838 120.230
26Nov.1927 178.687
17.376 316.660
66.288 119.769
19 ,, 1927 182.904
17.143 319.610
68.938 122.612
12
1927 182.737
17.109 323.676
70.253 121.362
1Jan. 1927 197.209
28.861 320.011
64.527 149.931
2Jan.1926 189.868
40.399 355.051
44.394 151.025
25Juli1914 22.057
31.907 110.172
12.634
4.842
2
)
Wissels,
.
Dek-
,-,
Dis-
buiten
Belee-
,v,erse
kings-
a a
contos
N.-Ind.
ningen
re e-1
percen
hetaaib.
ningen
tage
31Dec.1927
16900
•**
52
24
1927
170.900
•*
52
17
1927
173.200
•*s
52
3Dec.1927 12.462 24.309 121.310
31.819
51
26Nov.1927 12.597 24.291 118.796
35.395
51
19 ,, 1927
12.197 23.631 123.414
33.447
51
12
1927 11.800 27.649 126.619
32.139
51
1Jan.1927 12.043 19.607
89.911
43.548
59
2Jan.1926 15.669 20.542
55.522
82.267
58
25Juli1914
7.259
6.395
47.934
2.228
44
‘)
Sluitpost activa. ) Basis
2
1
5
metaaidekking.
BANK VAN ENGELAND.
Voornaamste posten, onder bijvoeging der Currency Notes,
in duizenden ponden sterling.
Data
Metaal
Circulatie
Currency Notes
Bedrag
1
Bankbil/. Gov. Sec.
4 Jan. 1928
152.303
137.728
297.621
56.250
248.284
28 Dec.
1927
152.409
138.711
299.791 56.250
250.662
21
1927
150.381
138.779
300.798 56.250 251.230
14
1927
149.909
137.249
298.290
56.250
248.649
7
,,
1927
149.710 136.805
297.819 56.250 248.166
30 Nov. 1927
149.919 136.905
295.753
56.250 245.988
5 Jan. 1927
151.381
139.803
291.169
56.250
240.879
22 Juli
1914
40.164
l
29.317
–
–
–
Data
Gov.
Sec.
Other
Sec.
Public
Depos.
Other
Depos.
R
eserve
Dek-
k
pensl)
c.
4 Jan. ’28
48.294 91.716
13.618
142.730
34.325
21i8/,
28 Dec.’27
48.579
74.449
14.562
123.975
33.447
241/
8
21
’27
42.984
64.955
18.445
102.902
31.352
25′
8
/
14
’27 41.309
54.744
8.721
101.842 32.410
29
51
7
,,
’27
47.386
55.069 7.434
109.828
32.655
27
7
18
30 Nov. ’27
41.275
57.355 18.372
95.183
32.764
28
7
1
8
5 Jan. ’27
36.098 103.203
11.527
141.057
31.327
20
22 Juli ’14
11.005
33.633
13.736
42.185 29.297
52
1)
Verhouding
tusschen Reserve en Deposits.
BANK VAN FRANKRIJK.
Voornaamste posten in millioenen francs.
Waarvan
Tegoed
Wis-
1
Belee
Data
Goud
in het
Zilver
in het
sets
ningen
buiten!.’)
buitenl.l
IbuItenl.
5 Jan.’28
5.545
1-864
343
53
2.341
9
1.700
29Dec.’27
5.545
1.864
343
53
2.166
8
1.674
22
’27
5.545
1.864
343
51
1.241
8
1.719
15
,,
’27
5.545
1.864
343
50
1.396
7
1.737
8
’27
5.545
1.864
343
58
1.372
9
1.777
6 Jan.’27
5.549
1.864
341
84
5.128
16
2.071
23 Juli’141
4.104
–
640
–
1.541
8
769
Bult.gew.
1
Schat-
1
Diver-
1
Rekg. Courant
Data
voorsch.
1 kiSt bil- J
sen3)
Circulatie ajd._Staatljetten2)I
Staat
5 Jan.’28
23.900
5.884 27.739 58.639
9.929
43
29 Dec.’27
24.550
5.881
26.551
56.551
10.481
26
22
’27
24.550
5.880 25.793 55.806
10.460
32
15
’27
24.650
5.874
25.320
55.811
10.710
12 8
,,
’27
25.000 5.869
25.512
56.233
10.703
34
6 Jan.’27
35.000
5.581 5.931
54.305 5.680
21
23 Juli’14
– – –
5.912 943
401
1)
Waarvan beschikbaar 463 millioen.
1)
In disconto genomen wegens
voorsch. v. d. Staat aan buiteni. regeeringen.
8)
Siuitpost activa.
EFFECTENBEURZEN.
Amsterdam, 9 Januari 1928.
De toon van de internationale foncisenmaricten is in c1 achter ons liggende berichtsweek nogal uitecnloopend go-
‘eest. Te B e r 1 ij n hoeft afwisselend een opgewekte ci
een min of meet lustelooze stemming geheerscht, welke iii
het leven werden geroepen door de wisselende berichten
omtrent p]aiinen, welke zouden worden gelcoesterci om de
schadeloosstelling van het Duitsche Rijk op een .bepaiJde
basis vast te stellen. Hieromtrent Jiobben allerlei geruchten
cle ronde gedaan. O.a. werd beweerd, dat men ‘in Amerika
voorstellen son willen doen, teneinde een gr.00te iii-iia.
t.ionale leei.iing te sluiten, uit de opbrengst w’aarvail alle
internationale schulden betaald zouden kunnen wsrden,
terwijl 1e jaarlijksehe belasting voor Duitschlanci geringer
zou worden, dan
zij
op het oogenblik, krachtens cle Dawes-
voorschriften is. Weliswaar heeft cle beurs er niet op ge.
rekend, .dat dergelijke voorstellen ook dadelijk behandeld
en aanvaard zouden worden, doch zij heeft toch gereageerd op de commentaren, die in verband hierniecle zijn geleverd.
Te P a r ii s is de tendens voortdurend vast gebleven.
Meer en meer wint de overtuiging veld, dat de stabilisatie
van den franc zal kunnen plaats vinden kort na de aan-
staande verkiezingen. En verband hiermede worden allerlei
bespiegeliugen gehouden omtrent de ,,gou’dwaarde” van verschillende fondsen. In de eerste plaats werden staats-
fondsen en bankaandeelen uit cle markt genomen, omdat
men verwacht, dat deze in de eerste plaats van een sta-
bilisatie van het betaalmiddel zullen prof’iteeren. Doch ook
‘de overige markt was over ‘het algemeen zeer opgewekt.
Te Lo n d e n is de handel gaandewog afgenomen. Deisniet-
tegen’staaucle was ‘de stemming over het algemeen vast, voor-
al
VOOT
de .af.dee.l’ing van beleggingspapieren. Hoewel cle hoop
op een spoedige verlaging van den cliscontovoet wel is ge-
daald, heeft men de mogelijkheid hiervan toch niet geheel
uitgescloakeicl, zoodat de groote beleggers niet ongeneigd
bleken belangrijke posten uit de markt te nemen.
Te N e w Y o r k is de markt gedurende de bericlitspe-
node nogal verdeeld geweest en de stemming was over het
algemeen niet opgewekt. Het heeft eenige onrust gewekt,
dat de leeningen aan makelaars ter beurze opnieuw nIet
onbelangrijk zijn toegenomen en de vrees is gegroeid, dat
de finaucieele autoriteiten in verband hiermede beperkende
maatregelen zouden kunnen nemen. Intussehen heeft de
geidmarkt nog geen aanleiding tot pessimistisehe gedach-
ten gegeven.
Te ii o ii z en t is de markt over het algemeen kalm ge-
weest, hoewel er enkele fondsen of groepen van fondsen
waren, welke groote belangstelling hebben getrokken.
Zooals gewoonlijk is de gang
‘van
zaken in de
beleggings.
markt
rustig gebleven, hoewel een neiging tot verbetering
viel op te merken. Voor inheemsche fondsen ‘heeft dit in
verban.d gestaan met de ruimere geldmarkt, voor sommige
huitenlan.clsclie soorten, zooals Fra.nsche en Belgische – van de laatste dienen ‘de obligaties ten laste
vak
BelSiscIl
Congo te worden vermeld – heeft de stimulans van het
buitenland een rol van beteekenis gespeeld. 6 pCt. Nul.
Werk Schuld 1922: i057/, 106%, 105
5
/8;
43
1
2
pOt. Ned.
Werk. Schuld 1917: 100
5
/8,
100%, f00
1
1/
16
; 434 pCt. NecI.
Tnclië 1.926:
981/,
98, 97
15
1
io
; 5 pCt. – Mexico £ 100-1000
(Afg.); 9%, 95/s, 9% 5 pOt. Brazilië 191.3 £20-
1.00: 71%, 72. 7334; 8 pOt. .Sao Pau’lo: 106
15
f
1e
, 107%, 107%.
Groote aandacht is voorts op
andeelen in jndtastrjeejc
ondernenvingea
gevallen. Gedurende het grootste deel van de berichtsveek varen a.andeel.eu
Philips eenigszi.ns ver-
waarloosd en viel aanbod op te merken. Tegen het einhi ech-
ter ontstond plotseling weer ruime vraag, waartegenover
onvoldoende materiaal kon worden gesteld, met ‘het gevolg,
dat de koers sprongsgewijzo omhoog is geloopen. De overige
soorten ooit ‘cle hier besproken afdeeling waren veel rusti-
ger. In Jurgens en Margarine Unie zijn de variaties ge-
ring geweest. Ook voor kunstzijde is de ‘belangstelling ver-
mincierci; tegen liet slot viel alleen voor aandeelen Enka
eenige vraag op te merken. Aa.ndeelen Maekubee werden
na de emissie van ‘de nieuwe aandeelen in beperkte mate
verhandeld, niet slechts een klein verschil tusschen oude
en nieuwe aandeelen. Aa.ndeelen van Berkel liepen een’igs.
zins op. Centrale Suiker Mij.: 1047%, 103%,
101,
101%;
Hollancische Kunstzijde Industrie: 151%, 151, 152%; Jur-gens: 235%, 233%, 235%, 235; Maekotbee: 1157/
8
, 117
1
/
8
,
117%, 116?/
8
; Ned. Kuustzijdefabriek: 410, 409%, 405,
404%, 410%; Philips Gloeilampenfabrieken: 564%, 561,
552, 565, 577; weedsclie Lucifers Mij.: 370%, 3687/8, 360
(ex cliv.), 365, 370.
De markt voor
tabaksaancleelen
was onregelmatig. Ter-
oviji in den aanvang van de berichtsweek goede vraag be-
stond voor Javasoorten, waartegenover Sumatrasoorten
1 ii
Januari 1928
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
41
eenigszius aangeboden waren, veranderde dit beeld tegeit
iit einde. :l)c’ vraag voor Sumatra aancieelen heeft toen in
‘orband gestaan met geruchten, vgens w&ke de aan-
staande oogt goede partijen zandbiad en voetbiad zou
ijevatten, welke soorten .in de eerste phiats voor amerika
gveschikt worden geacht.
.t
r etidsbuirg: 6744, 674 6734,
u754 ; ]3esoeki•T ab;ik: 542, 544, 540; Deli Batavia: 575,
5
713, 561Ç, 574, 57
7
> ; Dcli Mij. : 47S%, 465%, 469; 47I;
Oostkust: 2774, 271V4, 2744, 278% ; Sanenibah: 517,
51O3,, 509, 5153/t ; Soekowoiio; 390 (ex div.), 389, 387, 385.
])e
rubbc’rmarkt
is vrijwel onbewogen gebleven. Wel zijn
Vrij groote koersvei’schïllen ‘voorgekomen in anndeeleu We-
der.lctnjdsch-]u,disclic Rubber- en i.Çoffie Cultuur Mij., doch
deze hebben ‘ie verband gestaan met berichten, dat een
gedeelte van de gronden dezer maatschappij waren ver-
kocht. Anisterdans Rubber: 323%, 324%, 321%, 3237/
s
;
Dcli l3at’avia Rubber: 256%, 258%, 253% ; Hessa Rubber:
425%, 421, 425; Iji4i’sche Rubber: 411
1
/2, 401, 406; Java
Caoutghouc: 219, 224%, 220%, 220%; Kali Telepak: 249%, 57, 251, 250; Ken’den’g Lemboe: 440%, 431 (ex div.), 426,
429%
1
426; Nd.-Iud. Rubber & Koffie: 339, 349%, 303, 354;
Oost Java Rubber: 402%1 400, 404% 406%; R’dam Tapa-
toeli: 172%, 170%, 171%, 170; Serbadjadi: 334%, 335, 332,
325%, 335; umatia Caoutchouc: 276
1
/2.,
274%, 272, 276%
Siunatra Rubber: 3017%, 304%, 301%, 302; Vereen’igde In-
•dische Cultuur Ondernemingen: 204%, 203%, 201, 202; In-
terconti,neut’al Rubber: 20?1, 20% (ex div.),
Snikera.o.ncieeten
zijn op den achtergrond getreden. Koop-
lust. bestond ‘vrijwel niet, zoodcit de aandeelen een lichte
tbrokkcling te zien hebben gegeven. Later is evenwel eenige
verbetering .ing’ctredeii. Cultuur Mij. der Vorstenlanden:
184, 185
3
182, 182% ; :F[andelsvcreen. .Amsterdam: 813%,
808%, 804, 80G%’
2
807; Javasche Cultuur Mij.: 425, 422,
417%, 416, 412; Kalibagor:
451%,
450,
44S%, 449; Moor-
iiauu: 428, 434%, 440; Ned.-Ind. Suiker Unie: 302, 301%,
304%, 308; Pagottan: 34,
310%,
304; Poerworedjo: 126,
129%, 128
1
/8, 127%; .Siu.d’auglaoet: 458 (ex div.), 458; Sui-
ker Cultuur, Mij.: 305, 309%., 306%, 305, 301; Tjepper: 823,
820, 810, 808; Watoetoelis Poppo’h: 863, 861, 850, 841.
De
petrolcurnafdseling
heeIt een eigeuaardig verloop ge-
had, in zooverre, dat aandeelen Koninklijke Petroleum
Maatschappij vrijwel niet werden verhandeld, doeh dat
h ei-tegenover goede belangstelling is ontstaan voor enkele
van de andere soorten. Tot deze moeten in 4e eerste plaats
an’deelen Steata Bomana worden gerekend, welke gevraagd
waren in ‘verband met cle verwachte stabilisatie ‘van
4e
Lan.
Voorts bleken an’deelen i’euclawa tot iets hoogere koersen
ijit de rnai-kt te woi-,den genollen. Doadtsche Petr. In.d.
ulij.: 333, 323%’ (ex
div.), 322%, 322; Gecousolideerde 1-Toil.
:Peti’. Cy.: 197%. 195%, 201, 205; Kon. Petr. Mij.: 357,
145% (ex cliv.), 347, 344% ; PerI-ak Petroleum: 75%, 74, 75,
74% ; Peuclaiwa: 16%, 17
1
/1,
18%, 19 Marlan’d 011: 35%,
15, 36
1
/s, 36
5
114.
Sc?/bcepvaartcucndeelen
varen weinig opgewekt en de keer
–
set zijn dientengevolge eenigszins achteruit geloopen: Hol-
land-Amerika Lijn: 87%’, 88%, 85%, 86; Java-China-Japan
Lijn: 132%, 131%; Kon. Wed. Stoomboot Mij.: 97%., 98%,
OS, 97; Wed. Scheepvaart Unie: 201/i, 1.99, 199% ; Stoom-
Mij. Ne:lerlau,d: 197%, 199%, 196%.
De afdeefi
ng voo1 eancleelen in nsijnondernem’vn.geiv
ii’as
stil, met uitzondering van ‘aa.adeelen Boeten, welke een be-
langrijke koerswinst konden behalen, in verband niet ge-
ruchten, ‘volgens ‘welke de maatschappij .groote bestellingen
op haar product zou hebben verkregen. Alg. Exploratie
Mij.: 62%, 61%, .62%, 61¼; Billiton le Rubriek: 910, 915,
912; Boeton Mijnbouw Mij.: 128%, 132%, 146%, 143%,
139%; Muller & Co.’s Mijnbouw Mij.: 78%, 77%, 77
1
/8;
Wed. Surinaamsehe Goud Mij.: 18, 167%, 16
3
/
8
; Redjang Le-
hong: 140, 144%; Singkep Tin Mij.: 451, 458,
450%,
446.
Bcsnkacndeelen
waren vast voor de vooraanstaande soor-ten. .Amsterdansche Bank: 181, 183%, 185%, 184%; Roll.
Bank voor Zuid-4meiika: 69%, 68%, 69; Incasso Bank:
127%, 128; Javasche Bank: 332; Koloniale Bank: 277,
278%, 274,
270%;
Wed-Lid. Handelsbank: 178, 178%’, 176;
Wed. Handel Mij. C. v. A.: 1767%, 1757%, 176%, 176; R’dam-
sule i3ankvereen.: 96, 99%, 97%; Twentsche bank: 144%.
De
Aiaerika’a’uscice saarkt
was eerder iets lager, in over-
eenstemsuing met de beurs ‘te New York. American Car &
Foun’d’ry: 112%’, 108% (ex div.) ; American Sme’lting & Re-
finirig Cy.: 1.81%, 182%, 177%, 179%; Anaconda Copper:
115u5/, 116
7
/, 11.2%, 115; Studebaker: 60
3
/8, 02
1
/
s
, 60
3
/8;
United States ‘Steel Corporation: 153%, 151%, 150% (ex
div.), 150
1
/
2
; Atehison Topeca: 193%, l89
3
/s, 193
5
/8-, Balti-
more
&
Oh’io: 110%, 1.18, 117%; Er.ie: 647%, 65%, 64
New York Ontario & Western: 31
7
1,
3211,
31%, 32;
St. Louis & San Fransisco: 110¼, 110%, 115%, 116; Union
Paeific: 192%,
193%,
190 (ex’cliv.), 190; Wnhasb Railway:
65%, 64%, 63
7
1,
65/1,
641
1
.
Januari 1928.
]teeds in ons vorige weekbericht ‘hebben wij voor de Engel-
sche ‘markt een toename der vraag naar t a r iv e kunnen
ra1)1)Orteeren, welke in de allereerste dagen van het nieuwe
jaar te consta’teeren ‘viel. Op het vasteland had echter die
verbetering van -den koopl’ust zich nog niet uitgebreid, doch
later is ook daar betere vraag ontstaan, zooclat naar
Duitsehlau.d, Nedei’laden België meer zaken werden af ge.
sloten. T,ii Engeland was het vooral Manitoba-tarwe, ivelke
iI:ruime mate weid gekocht, terwijl op het vasteland naast Ndord-Ameriknaischc sooi’teu ook meei- aandacht gewijd
n’ei-daari nieuwe Plata tarwe. De op 3 Januari in NQord-
Amerika tot stand gekomen in atige prijsverbetering li ie’ld
vei’band met de ves-beterde Europeesche vraag, alsmede met
het ongunstige iveder in de Vereenigde Staten voor de te
velde staaicle wiivtertarwe. Algemeen wordt nu bericht, ook
door het Ministerie te Wach’ington, ‘dat waarschijnlijk de zeer lage temperaturen, welke den ‘laatsten tijd in de Ver
–
ceuigcle Staten zijn ‘voorgekomen, schade aan ‘de ivintet
–
tarsve
hebben berokkend. Weliswaar is deze laatste periode van koud
w’der ‘vrij algemeen voorafgegaan door sneeuwval, doch er
zijn toch nog verschillende streken in het wintertarwe-ge-bied der Vereenigcl.e Staten, waar dit niet het geval is ge-
ss’eest, terwijl iii andere gebieden weder geklaagd wordt over
liet onvoldoende vochtgehalte van tien bodem. De prijsver-
hooging werd in Europa ‘betaald en had geen belenmierenden
invloed op cle toename van de omzet. Ook Argentinië was
isooger, doch in de tweede helft ‘der week was zoowel in de
Vereeirigde Staten en Canada als aan de Argentijnsohe ter-
mijnmarlcten de stemming wades- wat minder vast. Van groote
beteekeii’is is echter te daarmede gepaard gaande prijsverla-
ging niet geweest evenmin als ti
–
ousveis de prijsstijging van
het begin der week. Reeds geruimen tijd ondergaan de tarwe-
pi-ijzela weinig vei-anderi’ng, en gedeeltelijk schijnt dat het
gevolg te zijn van de standvaatige Isouding van ‘de Canatlee.
sc-he tarwe pool, welke bij afnemeaide Europeesche a
91
zich telkens verlet tegen prijsdaling, terwijl bij vaste mark-
ten gewoonlijk een kleine prijsstijging reeds voldoende is om
den kooplust in de invoerlanten te doen s.f nemen. Dat in de
tiveede heIl t der week ‘de tarsvemarkt in de uitvoerlanden
weder wat minder vast ‘werd, ‘ivat ten slotte ook ‘weder is
samengegaan met cenige vermindering van den omzet in
Engeland, heeft sameugehangen niet de nog steeds uitste-kende weerisoiistanirl’igleden waaronder in Argentinië de
tar’weoogst plaabs vi]ldt, zoo:lat men er reeds op rekent dat
de
opbi-engat nog grooter zal zijn dan de laatste .1-a.m.ïng van
30 millioen quarters, alsmede met het feit, dat de tempei’a-
tuur in cle Vereeuigde States eenige verhooging onderging.
De •wereldversèhepingen waren deze week weder kleili,
vooral wegens ges-inge af ladingen van Noord-Amerika, het-
geen wel verband zal houden met ten beperkten omvang der
Europeesche i’nkoopen in de laatste, weken van 1927. Aan-zienlijke toename ‘hebben de verschepingen van Argentinië
en Austi-alië ondergaan en blijkbaar beginnen de verschepin-
gen van nieuwe tarwe uit het Zuidelijk halfrond nu tot flinke
ontwikkeling te korten. Verdere ‘vermeerdering der wereld-versclepingen is clan ook voor de eerstvolgende weken wel
waai-.schijnlijk. Na de wat 1 lauwere houding der tarsveniarkt
gedurende de ‘laatste dagen ‘der week sloot Chicago op 9
Januari in vergelijking niet de markt van 31 December on-
vet-anderd tot iets lager. Te Winnipeg bedroeg de verlaging
per saldo ongeveer % dollarcent per 60 lbs. en aan de ter-
mijnmarkten te Rosario en Buenos Aires’S h 10 centavus
pet’ 100 KG.
Gedurende het kende weder, dat aan het einde vn 1927
en gedurende de eerste dagen van het nieuwe jaar in Europa
heeft gehee’rscht, was daar over het algemeen het te velde
staande wintergraan voldoende door sneeuw tegen de kou’de
heschut, ‘doch intussehen is bij de stijging der temperatuur
in de meeste landen de sneeuw weder verdwenen. Daarbij is
tot nog toe nergens in Centraal- of West-Europa gebleken,
dat het winterweder des stand ‘van het graan benadeeld
leef t, doch nu de sneeuw verdwenen is, is het te hopen,
clat,niet plotseling nieuwe kou’de intreedt. Uit Rusland blij-
ven over het algemeen de berichten nog steeds niet gunstig.
Voor r o g g e was deze ‘week in Duitsch’land en Neder-
land de vraag wat beter. De verschepingen uit Noord-Ame-
riki, zijn nu reeds gernimen ‘tijd klein en het ligt voor de
hand, da-t dientengevolge meer kooplust voor rogge gaat
ontstaan, ook al is het verschil tussehen de prijzen van
tarwe en rogge tegenwoordig zoo klein, dat daardoor de
vrakg naar rogge aanzienlijk wordt beperkt. In Noord-
Amerika is men echter ‘van meening, dat toch spoedig zal
blijken, ‘dat Europa behoefte heeft aan het overschot, dat
in Noord-Amerika nog,aanwezig is en dat, wegens de groote versehepingen in de eerste helft van het seizoen, ‘veel kleiner
42
ECONOMISCFf.sTÂTIsTIscHE BERICHTEN
Ii
Januari
1928
Noteeringen.
Chicago
Buenos
Aires
Data
Tarwe
Maïs
Haver
Tarwe
Maïs
Lljrszaad
Mei Mei
Mei
Febr.
Febr.
Febr.
7Jan.’28
130l/
1
)
87
1)
5371,1)
10,90
7,95
3
)
14,75
31Dec.’27
126
2)
8l3/
2
)
513
2)
10,85
7,85
3
)
14,45
7Jan.’27
138
79
4981
ii,-
5,60
14,20
7Jan.’26
176k
862,
45
14.85
7,85
16,10
7Jan.’25
179% 1287/
8
62
15,75
11,-
23,80
20Juli’14
82
5681
5
3614
9,40 5,38
13,70
1)
per Mrt.
2)
per Dec.
8)
per Jan
117
Jan.
Artikelen
1928
Locoprijzen te Rotterdam/Amsterdam.
Soorten
J
9Jan.
1 2Jan.
1
10Jan.
1928
1
1928
1
1927
Tarwe (Hardwinter II)
…3
13
Rogge (No. 2 Western)
..J
12,7C
Mais (La Plata)
……..
200,-
Gerst (48 lbs. malting)
. .
246,.-.
Haver (Canada 3) ………’
13,-
Lijnkoeken (Noord.Ameri-
ka van La Plata-zaad). J
.
13,61
Lijnzaad (La Plata) ….. 350,-
1)
per 100 KG.
5)
per 2000 KG.
13,40
15,40
1
12,50
12,20
•
200,-
164,-
–
250,-.
218,-
–
.
13,-
11,40
13,65
11,85
–
346,_
1
355,-
8)
per 1960
KG.
Totaal
1928
1
1927
AANVOEREN in tons van 1000 KG.
Rotterdam
Amsterdam
Sedert
Overeenk.
1(7
Jan.
‘Sedert
Oiereen/c.
1
Jan.
1928
tijdvak
1927
1928
1
Jan.
1928
tijdvak
1927
Tarwe ………………
55.572
55.572
49.405
Rogge ……………..268
268
10.003
Boekweit ……………….480
480
–
Mais ……………….20.468
20.468
58.953
Gerst ………………..5.083
5.083
9.550
Haver ……………..
..1.945
1.945
200
Lijnzaad ………………6.500
6.500
5.115
Lijnkoek ……………..7.360
7.360
2.239
Tarwemeel ………….5.757
5.757
2.330
Andere meelsoorten
427
427
380
is dan anders. De oggaprjzen aan de termijnmarkt te Chi-
cago handhaven zich dan ook goed en 1 luctueercien ook deze week weder zeer weinig.
M a 1 s is in den loop der week weder vester geloopen en
vooral in de eerste dagen van het jaar werden voor oude
Platamaïs in Engeland en ook in Nederland en België hoo-
gere prijzen betaald, nadat aan cle Engelsche markt de
vraag was toegenomen en ook in de andere genoemde landen
de kooplust voor spoedige Platamaïs levendig bleef, waarbij
in België de markt den steun ondervond van geregelde ver-koopen naar den Duitschen Boven-Rijn. In Noord-Duitsch-land bleven de zaken in spoedige maIs nog bemoeilijkt we-
gens de gesloten waterwegen, maar vermindering in . (le verschepingen van Argentinië was aanvankelijk nog een
voldoende tegenwicht tegen de ongunstige Hamburgsche markt. Ook was Argentinië vast met vooral Vrij wat hoo-
gere prijzen voor nieuwe Platamaïs. De iooruitz.ichten voor
den nieuwen oogst blijven echter uitstekend en de verhoog-
•de prijzen voor nieuwe PlataaIs werden in Europa slechts
bij uitzon.cleiiug betaald. Aan het einde der week is daar-
voor dan ook in Argentinië een vrij sterke reactie inge-
treden, waarvan ook oude maïs eenigazins den invloed on-
dervond. De grondtoon der markt voor oude mais blijft ech-
ter vast, omdat in Roemenië en Zuid-Afrika slechts zeer
weinig mais. ter verscheping komt en in Noord-Amerika de
exportzaken weder worden belemmerd door eenige prijs-
verhooging, die te Chicago plaats vond.
D@ zaken in v o e r g e r st ondergingen den laatsten tijd
sterk den invloed der hooge prijzen, waarioor de omzet
bijna overal zeer beperkt is. Daarbij heeft aan de termijn-
markten te Winnipeg de gerstprjs in den loop der week
een vrij sterke verlaging ondergaan, zoociat Amerikaansche
gerst geleidelijk lager te koop kwam. In Nederland had Idit
wel een vermeerdering der zaken ten gevolge, doch tot groo-
ten omzet kwam het niet, evenmin als in Duitsoliland. Ook in stoomende Donau-gerst zijn de zaken slepend. In verge-lijking met het einde van 1927 worden voor Argentijn.sche
gerst ter verscheping in de eerste maanden van het jaar
vrij wat Jioogere prijzen gevraagd, hetgeen tot vermindering
van den omzet heeft geleid.
In h a v e r worden •nog altijd weinig zaken gedaan. Uit
Argentinië nemen de verschepingen van nieuwe haver toe,
doch voor Argentijnsche haver zijn de vraagprijzen geste-
gen, hetgeen in Engeland de zaken bexiioeilijlcte. Op het
vasteland bestaat al evenmin veel belangstelling •voor bui.
tenlandsche haver en afgezien van enkele zaken in Plata-
haver, bepalen in Nederland de zaken zich grootendeels tot
Noord-Duitsche haver.
SUIKER.
Ook de afgelopen week stonden de groote markten over
het algemeen nog onder den •kalmeerenden invloed der af-
geloopen feestdagen.
In A m e r i k a toonden raffinadeurs en speculanten in
het mLdden der week plotseling belangstelling voor Cuba
– –
5.000
.
55.572 54.405
–
–
–
268
10.003
–
–
–
480
–
6.252
6.252
8.400
26.720 65.353
420
420
602
5.503
10.152
–
–
–
1.945
200
13.419
11419
–
19.919
5.115
–
.
–
–
7.360
2.239
–
–
1.834
5.757 4.164
–
–
–
427
380
NOTEERINGEN.
Londen
New York
Am&terdam
White Java’s
Cuba’s
96°
Data
Møer
Tates
f.d.b. per
960 c.i.f.
Centri-
aart
Cubesl
.
fugals
No. i
i
Mei/Juni
Jan./Feb.
kristalsuiker
bh.
Sh. Sh.
$
ets.
basis 99°
9 Jan. ’28
f
17
18
/1
6
32/9
1319
-.
4,61
2 Jan. ’28
,,
17i
51
32;9
139
–
–
9Jan. ’27
,,
22111
3813
1S/-
1613
.
5.12
9Jan. ’26
,, 17.-
319
143
1116
4,11
ruwsuiker
basis 88°
4 Juli ’14
f11
13
/
32
181-
–
–
3,26
basis 99°
1
)1-let
verschil tusschen
ruwsuiker
889 en
141311
f
krist.suik.99u
is aan
te nemen opf3p.
100KG.
en andere koloniale – suiker
–
voor Januari afsoheep, zoodat
hierin vrij belangrijke zaken tot stand kwamen tot 27/
s
dc.
c. & fr. New York.
Op de termijnmarkt waren geen groote fluctuaties merk-
Ii ubr.
De ontvangsten in de Atlantische havens der V. S. be-
droegen deze week 39.090 tons, de versmeltingen 30.000
tons tegen 33.000 tons in 1927 en de voorraden 179.000 tons
tegen 181.000 tons.
De C u b a-statistiek was als volgt:
1927
1926
1925
Tons
Tons
Tons
Cubaansche tot uit . …….. 4.508.521 4.884.658 5.125.970
Weekontv. afscheephavens 10.200 9.684 6.456
Totaal sedert 1 Jan.-31 Dec.. 4.350.197 4.730.929 5.008.223
Weekexport …………….56.313 41.094 31.974
Totale export sedert 1/1-31/12 4.070.403 4.660.136 4.958.390
Voorraad Afscheephavens .. 212.314 69.741. 107.418
Voorraad Binnenland
76.000
–
107.415
In E ii g e 1 a n d ondergingen de termijsinoteeringen na-
genoeg geen verandering.
–
De Zichtbare voorraden waren volgens Czarnikow:
192728 1926127. 1925126
Tons
Tons
Tons
Duitschland 1 Dec. ……..
996.000 993.000 1.049.000
Tsjechoslowakije 1 Dec . ….
789.000 629.000 780.000
Frankrijk 1 Dec . ………..
450.000 399.000
379.000.
Nederland 1 Dec . ……….
199.000
212.000
173.000
België 1 Dec ……………
165.000
129.000
169.000
Polen 1 Dec . ……………
229.000
220.000
212.000
Engeland 1 Dec. geïmpt. suiker 178.000 354.000 305.000
Engel. 1 Dec. Binnenl. suiker
33.000
18.000
. –
Totaal Europa.. 3.039.000 2.954.000 3.067.000
V.S.Atlant.havens 4 Jan….170.000 181.000
76.000
Cuba 31 Dec.. …. .- …….
218.000
69.000 132.000
Totaal ………………..3.427.000 3.204.000 3.275.000
II Januari 1928
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
43
Op J a v a was de markt prjehoudend gestemd en kon-
den prijzen voor Superieur in •den loop der week met enge-
veer
f
% aantrekken.
De atscheep gedurende December bedroeg 185.500 tons.
liie r te 1 a n de had de markt de .afeloopen week 6en
kalm verloop en bleven prijzen vrijwel op hetzelfde niveau. Aan het slot was de stemming lusteloos en noteeringen wa-
ren als volgt: Januari
f
17%; Maart f18; Mei
f
18;
Augustus
f
18% en December
f
18%, alles aanbod met koo-
pers tot
f
t
f
% lager. De omzet bedroeg deze week
ongeveer 1300 tons.
KATOEN.
Marktbericht van de Heeren Sir Jacob Behrens & Sons.
Manchester, d.d. 4 Januari 1928.
Sinds de publicatie van ons laatste rapport veertien da-
gen geleden, is de Amerikaansche katoenmarkt vrij vast
gebleven. In deze periode steeg dc markt in Liverpool on-
geveer 20 punten, doch gisteren had er weer een daling
plaats, zoowel in New York als in Iiverpool, resp. van. 53/75
punten en 1922 punten. Egyptisohe soorten zijn eveneens
vaSter, daar
]i
.G.F. Sakel ,,spoi” gisteren 17.90 d. noteerde.
Gedurende de drie ‘dagen, (lat Li’verpool de vorige week ge-
opend was, zijn er flinke zaken gedaan en bedroegen loco-
verkoopeii 21.000 balen.
Gedurende de laatste dagen van het oude jaar was er
meer ‘vraag naar Ameriknansche garens. Er werden enkele
flinke hoeveelheden, zoowel in grovere nummers als in
d;hoo!ty garens afgesloten, doch of deze kwanti bestemd zijn
voor reeds geboekte orders of niet, ‘valt moeilijk te zeggen.
Voor Indië zijn in de vorige week flinke orders geplaatst,
zoowel in fijne mmle als in ring bundelgarens. Ook in ge-
twijnde garens voor de binnenlandsche markt werden enkele
flinke posten afgesloten en de vraag blijft nog voortduren.
Gisteren ging er echter niet veel om. Spinners hebben
hunne prijzen verhoogd en hoewel er voldoende vraag is,
loopt het prjsidee van koojers en verkoopers te veel uit-
een, zoodat dan ook slechts kleine hoeveelheden geboekt
werden. Ook het flauwer worden van katoenprijzen gedu-
rende het laatste uur in den namiddag, hield zaken tegen.
Men beweert, hoewel nog niet officieel, dat door de werk-
gevers aan •de vakvereenigingen zal worden voorgesteld een
verlaging der ‘bonen en een verlenging van den werktijd.
Wij zullen waarschijnlijk hierover binnenkort wel meer
vernemen.
Wat E.gyptisc•he garens betreft zijn verleden week enkele
flinke orders in diverse soorten cops geboekt, hoewel er
gisteren weinig omgin,g. Indië toont veel belangstelling voor
get’,vijnde garen’s, doch de limi’tes vandaar zijn over het al-gemeen te ‘laag om ‘tot zaken te leiden.
Het afgeloopen jaar sloot met vaste doekprijzen en de
toestand van de markt is gezond.. Er bestond een goeie
vraag, voornamelijk van Indië, terwijl er meer zaken
ge-
(laan zijn in dhooties en lichte gebleekte en bedrukte doek-
soorten. Hoewel de juiste style en soort van ‘deze transac-
ties niet altijd bekend is, blijkt wel uit de betere positie
‘van fabrikanten, dat er meer orders zijn afgesloten. Jn’dië
dringt algemeen op vlugge levering aan, hetgeen in over-
eenstemming is met de jongste resoluties van ‘de Marvarri
Chambei of Commerce in Calcutta. Tot gisteren,avond wa-
ren prijzen over het algemeen vast en men zal nu moeten
afwachten, ‘of de daling van prijzen van het ruwe materiaal
wederom een periode van onzekerheid ‘ten gevolge zal
hebben. Over het algemeen echter is men wel wat meer
optimistisch gestemd, ook ‘al doordat verschillende markten
moer ‘belangstelling beginnen te toonen, die echter nog niet
van voldoende kracht is om verkoopers in staat te stellen
hun marges te ve’rgrooten.
Liverpoolnoteeringen
Oost. koersen 20 Dec. 3Jan.
21 Dec. 4Jan. T.T. op Br.-Indië 116
1f6T’
F.G.F. Sakellaridis 17,25 17,65 T.T.opllongkong2loa,, 21031
G.F. No. 1 Oomra. 8,00 7,90 T.T.opShanghai2/7Vacantie
KOFFIE.
De stemming ‘bleef in de a.fgeloopen week onveranderd, (lat wil zeggen: prijshoudeud met beperkten omzet. In Bra
zilïë bleven (le prijzen van Santos koffie voor een groot
deel ongewijzigd, terwijl zij -in enkele gevallen en fra,etie
opliepen; die van Rio waren eveneens een fractie hooger.
:Palembang Robusta liep ‘bij beperkt aanbod ongeveer
Ya,ct.op.
Aan de termijnmarkt zakten de prijzen eerst iets in, om
zich daarna wederom eenigszins te heritellen, waardoor de
noteeringen bij het afsluiten van dit bericht slechte t
i/ et. lager stonden dan een week geleden.
Nieuws van beteeken’is werd niet ontvangen, behalve eene
particuliere raming van den volgenden Rio-oogst van
2.750.000 balen (van andere zijde was deze oogst aan het
einde van het vorig jaar geraamd op 2% millioen balen).
Tevens werden alhier per post nadere mededeelingen ont-
vangen betreffende het weder in het binnenland van Bra-
ailië tegen het einde van het vorig jaar. Tot nu toe stem-
men alle berichten ‘hierin overeen, dat zij het weder als
zeer ongunstig kenschetsen, daar na de zeer hevige regens
van eenigen tijd geleden een periode van te groote droogte
ingetreden is waardoor de ontwikkeling van het jonge bol
zeer veel te wenschen zou overlaten.
IDe dezer dagen verschenen Statistiek van de F’irma G.
Duuring & Zoon te Rotterdam geeft aan, dat in December
de aanvoer geweest is als volgt:
1927
1926
1925
bn.
bn.
bn.
in Europa ……………1.079.000
791.000
692.000
Ver. Staten v. Amerika 1.145.000 1.058.000 1.079.000
Totaal .. . . 2.224,.000 1.849.000 1.771.000
1)e Aanvoeren in Europa en in Amerika tezamen gedu-
rende het jaar 1927 bedroegen 21.530.000 balen tegen
20600.000′ balen in 1926 en 19.270.000 balen in 1925.
De Afleveringen in December warén:
1927
1926
1925
bn.
bn.
bn.
iii Europa ……………935.000
784.000
661.000
Ver. Staten
‘v.
Amerika 1.063.000
969.000
980.000
Totaal …. 1.998.000′ 1.753.000 1.641.000
De Afleveringen in Europa en in’ Amerika tezamen gedu-
‘rende het jaar 1927 waren 21.589.000 balen tegen 20.649.000
balen in 1926 en 18.969.000 balen in 1925.
Vanaf 1 Juli tot 31 December waren dc Aanvoeren iii
Europa en in Amerika tezamen 10.867.000 balen tegen
10.263.000 balen in 1926 en 10.220.000 balen in 1925, terwijl
de Afleveringen bedroegen 11.001.000 balen tegen 10.009.000
balen in 1926 en 10.097.000 balen in 1925. De zichtbare voorraad was op 31 December 1927 in Euro-
pa 1.648.000 balen tegen 1.504.000 balen op 1 December. In
Amerika bedroeg hij 768.000 balen tegen 686.000 balen op
1 December. In Europa en in Amerika tezamen was de
zichtbare voorraad dus op 31 December 1927 – 2.416.000
balen tegen 2.190.000 balen op 1 December. Hij bedroeg op
31 December 1926 – 2.475.000 balen en op 31 December
1925 – 2.524.000 balen.
De zichtbare verel’dvoorraad was op 31 ])ecember 1927
– 5.268.000 balen tegen 5.365.000 balen op 1 December en 4.911.000 ‘balen op 31 December 1926 (in deze cijfers zijn
niet begrepen de voorraden in het binnenland van Sao
Paulo, waarvan het cijfer van 31 December 1927 nog niet
bekend is, ‘doch die op 1 December 1927 bedroegen 12.271.000
balen en op 31 December 1926 5.990.000 balen).
])e prijzen van gewoon goed beschreven Superior Santos
op prompte verscheping zijn thans ongeveer 9516 t 97/- per
cw’t. en van dito Prime ongeveer 991- t 10016, terwijl zij van
Rio type New-York 7_ met beschrijving, prompte versche-
piug, bedragen 66/3 t 67/6.
Van Robusta op af lading van Nederlaadsch-I-ndië zijn de prijzen in ‘de eerste hand op het oogenblik:
Palensbang Robusta, Janua.ri-verscheping, 33% et.; Pa-
lembang Robusta, Februari-verscheping, 33% et., alles pex
% KG., elf., uitgeleverd gewicht, netto contant.
De of f’icieele boco-noteering b’lee. onveranderd 60 ct. per
34 KG. voor Supenior Sautos en 46 ct. voor Robus’ta.
De noteeringen aan de Rotterdamsche termijnmarkt waren
aan de ochtend-caIl als volgt:
Santos-contract
Gemengd contract
basis Good
11
basis Santos Good
Mrt.
1
Mei
1
Sept.1 Dec.
11
Mrt. i Mei
1
Sept.1 Dec.
10 Jan.
487/
8
47
46
–
42f. 414 4034
‘/8
3 ,,
487/
8
47
46
–
4271
8
41% 4034 39%
27 Dec.
4871
s
47
46
–
42
5
18 4134 40518 –
20 ,,
4871 47 46
– 41% 40% 39% –
De slot-noteeringen te New-York van het aldaar geldende
gemengd contract (basis Rio No. 7) waren:
1
Maart(
Mei-
1
Sept.
J
Dec.
$
13,38
$
13,32
$
13,13
$
13,05
30 Dec.
……
,,
13,45
,,
13,35
13,16 13,05
9
Jan………
27
,,
.
13,55
,,
13,40
13,25
13,13
19
,,
13,12
,,
13,07
,,
12,95
Rotterdam, 10 Januari 1928.
44
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
11 Januari 1928
OVERZICHT VAN DE KOFFIEMARKT IN 1927.
Wij ontleenen aan het over7Âcht van de koffiemarkt in
1927, door de Vereeniging voor den Goederen.hanclel te
Rotterdam opgesteld, de volgende gegevens:
Productie.
De wereld-opbrengst (onder aftrek van het in de
productielanden voor eigen verbruik benoodigde), herleid tot
balen van 60 K.G., wordt, aangenomen als volgt:
1925126
1926127
1927/28
Santos …….. lO.la 9.000 bn. 9.986 000 bn. 16.500000 bn.
Rio ……….3.955.000
3.599.000 ,,
5.250.000 ,,
Victorja ……913 000 .,
940.000
1.200.000 ,,
Overig Brazilië
464.000
771.000 ,,
900.000
Ned. Oust-Indië 1.174.000
1.339.000
1.301)000
Columbia …..2.375.0(10 ,,
1.850.000 ,,
2.500.000
Venezuela
9(12.000
923.000 ,,
900.000
Overige Milds
4.275.000
3.508000,,
4.000000
–
24.187.000 bn. 22.916.000 bn. 32.550.000 bn.
Afgaande op de beschikbare uitvoercijfers kan het wereld-
verbruik (met uitzondering Van wat de productielanden zelf gebruiken) voor 1927 geraamd worden op minstens
22.000.000 balen van 60 KG.
Zichtbare Wereidvoorraaci op 31 December:
1927
1926
1925
Balen
Balen
Balen
Voorraad volgens Statist.
5.268.000 4.911.000 5.164.000
Binneni. Sao Paulo •13 250.1100 6209.000 4.383.000
Totaal.. .
18.518.000 11 .lzO.000 9.547.000
* geraamd
Uit deze cijfers blijkt, dat zoowel de pi
–
oduetie als de
zichtbare voorraad ‘het afgeloopen jaar enorm is toegeno-
men. De vermeerdering van den zichtbaren wereldvoorraad
is alleen toe te schrijven aan de vermeerderde voorraden
in het binnenland van Sao Paulo. Indien cle geraamde
cijfers juist blijken te zijn, bedraagt de stijging met het
vorige jaar vergeleken meer dan 100 pCt. en vergeleken met 1926 meer dan 300 pCt. Deze groote voorraden zijn
het gevolg van de politiek van het Verdecligings-Instituut,
dat evenals het vorige jaar ook gedurende het afgeloopen jaar de dagelijksehe aanvoeren uit het binnenland naar de
haven van Santos beperkt heeft tot hoeveelheden, voldoende
om aan de vraag voor uitvoer en eigen gebruik te kunnen
tegemoetkomen en daarnaast een betrekkelijk kleinen voor-
raad in die haven te onderhouden. Het overschot van den oogst werd, evenals in cle laatste jaren, in het binnenland teruggehouden en hierop werden, uit de opbrengst van in
Engeland en in Amerika gesloten leen.ingen, aan cle plan-
ters voorschotten verstrekt. Ook de aanvoeren te Rio en
in de andere uitvoerhavens werden, voor zoover nooclig,
op dezelfde wijze gelimiteerd.
De koffiep’rijzen zelf zijn in den nazomer, vooral door de
samenwerking van het ,,lnstituut tot Permanente Verdedi-
ging van cle Koffie’ van Sao Paulo met de andere koffie
produceerende Staten van Brazilië en verder door de gi
–
oote
vraag uit Europa en Amerika, waar men steeds op lagere
prijzen had gehoopt, sterk o.pgeloopen.
De feitelijke stabilisatie van den Braziliaanschen w’.issel.
koers in Februari 1927, gevolgd door de wettelijke in het
afgeloopen najaar, is aan den handel zeer ten goede geko.
men.
e
Iavvoerc in Nederla-‘n4:
Herkomst
1927
1926
1925
bit
bn.
bn.
Nederlan,dsch Oost-Indië . –
477.500
511.600
417.100
Brazilië ………………956.700
979.609
916.600
Centr. Amerika en W.-Indië 641.200
631.600
688.200
Afrika ……………….49.800
43.200
76.700
Verschillende landen ……119.400
112.000
128.400
Teza.men – . . 2.244.009 2.278.000 2.227.000
.A.fleverin,gen in Nederland:
1927
1926
1925
bn.
bn.
bn.
Alle soorten ………….2.264.000 2.344.000 2.059.000
Voorraad is. Nederlawl op 31 December:
Herkomst
1927
1926
1925
bn.
bn.
ho.
Nederiancisch Oost-Indië …….
111.600
114.900
133.800
Brazilië
………………….
123.700
152.400
154.800
Centr. Amerika en West-Indië
–
75.700
64.800
106.300
Afrika
…………………..
6.300
4.100
5.500
Verschillende landen ………..
2.600
3.000
5.000
Tezamen …. 319.900 339.200 405.400
Omzet Term ijn-mnairkt:
Hei’koinst
1927
1926
1925
bn.
bn.
bn.
Rottej-dam —————783.500 1.240.000
977.500
Arissterdam ……………1.256.009 1.478.500 1.627.500
Totaal Nederland ………2.039.500 2.718.500 2.605.000
THEE.
Iii ‘de afgeloopen week werden cle Londensche theeveilin-
gen weder hervat. De markt opencia aarzelend met een cii-
zekere tendens. Het ‘vertrouwen bij cle koopers is blijkbaar
nog niet teruggekeerd. Er averd afgedaan op een niveau
dat Y2 h % d. lager was dan voor de vacantie.
Later in cle week werd de markt nog onregelmatiger en
gaf een verdere pfijsdaling te zien, die echter in vele ge-
vallen niet door verkoopers aanvaard werd, zoodat een groot
deel van het aanbod onverkocht bleef.
Op het eind ‘van de ‘week trok de markt iets aan, doch
cle Javatheeveili.ng sloot op een niveau, dat gemiddeld % tot
1 cl. lager was clan in December. Goede kwaliteiten waren
nagenoeg prijshoudend. Ordinair daarentegen vrijwel ver-
waarloosti.
De afleveringen van thee int entrepôt in Londen gedu-. rende December kleven oa. 5 millioen Iba. ten achter bij die van cle overeenkomstige maand van 1926, terwijl de
aanvoeren nog steeds die ‘van verleden jaar overtreffen,
zoodat ht geen twijfel laat, dat de voorraden nog verder
boven het peil i’ali liet vorige jaar zijn gesteg€in.
VRACHTENMARKT.
Door de vele vacanties ging op de vrachtenmarkten slechts
weinig om en de vrachten vertoonen nagenoeg geen ver-
andering sinds het vorige bericht.
Onderstaand staatje geeft een overzicht van de hoogste
en laagste vrachten welke gedurende het afgeloopen jaar
op de verschillende vrachtenmaj’kten werden betaald.
‘Engeland. (Wales).
Kolen.
Hoogste
laagste
vracht.
Rouaan………….
. ………….
5/-
313
Gibraltar
…………………….
9/-
66
West-Italië ……………………
12/-
71-
Port
Said …………………….
’14/-
819
Las
Palmas ……………………
[1/-
716
]3uen’os
Aires ………………….
15/-
1016
Noord-Amerika.
Kolen.
West-Italië ……………………
$
4.-
$
2.-
Beneden La Plata havens ……….
5.15
,,
3.15
Rio……………
.
……………
,,
5.-
,,
3.-
Graan.
(Northern range).
UK ……… . …………
3/6
p.qtr. 313
p.qtr.
‘Jontinent
…………….24 $c. p. 100
lbs.
10 $c. 100 lbs.
Middellandsche Zee
416
p.qtr. 416
p.qtr.
IJ.K./Continent
401-
2916
Z u
i
d-A me r ik a.
U.K./Continent (San Lorenzo)
35,-
18/6
Middeli. Zee
(
,,
,,
)
301-
231-
U.K.Continent (Buenos Ayres)
321-
181-
Middeil.
Zee
(
,,
,,
)
951
–
171-
Salpeter.
Continent …………………….
36/9
2716
Ver. Staten (Atlantische zijde)
$
5.50
$
5.10
Oosten.
Britsch-I,zciië.
Middell. Zee/U.K.!Cont
2913 d.w.
201-
Saigon.
,,
,,
/
,,
/
Burmah.
t.LK./Continent
3319
351
–
251-
2619
Wladiwostock.
,
/
,,
3716
251-
Australië.
(Zuid of Victoria) Middel.
Zee U.K.jContinent ………….
49/6
3613
Zuid-Afrika.
Durban/Singapore (kolen)
171-
10/- Mauritius.
U.K ………………..
35/6
2316
D on a u.
Graan.
Continent ………………
20/- 15/-
Zwarte Zee.
Graan.
Continent ………………
16/6
1116
Middellandsche
Zee.
Erts.
Melilla/Rotterdam …………
6/6
419
BonajRotterdam …………..
6/-
41_
ifornillo Bay/Middlesbro
816
7/4w
Fruit.
Spanje/U.K. …………….
25/- p. 100 c.v. 161-
Golf van Biscaye.
Erts.
Bilbao/Rotterdam …………
6/6
516
jCardiff ……………..
‘
71-
61-
ot
/Middlesoro
…………
7/6
816
1.1
Januari.
.928.
45
DE TWENTSCHE- BANK
Amsterdam -. Rotterdam – ‘s-Gravellhage – Ahlllo Dordrecht – Eusoliede – Heilgelo –
–
.Oldellaal -. Utrecht– Zaandam Zwolle
Maandstaat op 31 December 1927
-DEBET
Aandeelhouders nog te storten 90 pOt. op aandeelen B,
waarvoorwaarborg gedeponeerd …………………..
Deelneming in de firma
B. W. BLIJDENSTEIN & Co., te Londen …………
Deelneming in bevriende BankinteUingen …
f
9.406.125,01
waarvoor in geld gestort
.1
……………………….
waarvoor effecten gedeponeerd ……………………
f
2.324.700,-
Effecten van Aandeelhouders
gedeponeerd bij bevriende instellingen …………….,, 3.000.000,-
ten eigen gebruike …………………………….,, 32.273.500,-
Kassa, Wissels en Coupons …………………………
Nederl. Schatkistbilletten en promessen
Saldo’s bijBankiers
………………………………..
-Eigen -Effecten en Syndicaten ……………………….
S’aldo te leveren en te ontvangen fondsen …………….
Prolongatiën gegeven ……………………………….
Voorschotten tegën Onderpad of Borgtochten SaldiRek.-Ort f115.559.280,91
Af: loopende Promessen
……………………… . ……..
,, 11.230.000,-
f
1.168.200,-
7.020.000,
,
—.
,,.
7.081.425,01
37.598.200,-
46.007.383,33
51
4.509.534,07 23.967.760,18
8.834.345,18
1.985.129,15
18.358.490,-
104.329.280,91
Voorschotten
°r
Consignatiën ……………………….
,,
1.855.003,59
Gebouwen
……………………………………….
5.984.071,70
Totaal ……
–
_f
268.698.823,12
•
••
CREDIT
.
.
*itaal
………………………………………….
f
36.000.000,—
Reservefonds ……………………………………..
,,
9.265.825,78
Buitengewone
Reserve
……………………………..
.Oredietvereeniging………………………….
2.912.803,24
–
.
.
•.
f….
49.978.629,02
te
Aandeelhouders
voor
gedeponeerde
Effecn
als
waarborg
voor 90 pOt
S
storting
op
aandeelen
B
………………………….
f
1.168.200,-
in
Leen-Depot
…………………………………….
,, 36.430.000,-
1
,
37.598.200,-
Zieken-
en
Pensioenfonds …………………………….
,,
2.985.842,94
Deposito’s
…………………………………………
–
,,
54.114.381,05
Prolongatie-Deposito’s
………………………………
,,
10.274.800,-
Saldi
Rekeningen-Oourant………………………….
f
76.944.741,52
voor gelden in het Buitenland
,,
.
8.666.055,93 85.610.797,45
Daggeldleeningen………………………………………
.
,;
6.100.000,-
De
Nederlandsche Bank……………………………..
,,
2.553.987,91
Te
betalen
Wissels
………………………………….
,,
12.382.703,85
Geaccepteerd
door
derden……………………………
,,
.3.243.236,51
Diverse
Rekeningen ………………………………..
3.856.244,39
–
.
.
Totaal’ …….
f268.698.823,12
In verband met de jongste wijziging onzer
statuten zijn op
dezen maandstaat de posten, betrekking
hebbende op de af deeling ,,Credietvereeniging” gecombineerd met
andere overeenkomstige posten met uit- zondering van het ,,Reservefonds Credietvereeniging” over welke bestemming in de in April as. te houden
jaarlijksche algemeene vergadering van aandeelhouders eene beslissing
zal worden genomen..
Het ,,Waarborgfonds Credietvêreeniging” is inmiddels, door restitutie
aan de rechthebbenden, komen te vervallen.
‘II
11 JANUARI 1928
13E J4AROANG No. 68
NEDERLANDSCH INDISCHE HANDELSBANK
AMSTERDAM
‘S-GRAVENHAGE
ROTTERDAM
BATAVIA
AMOY,AMPENAN,BANDOENG,BOMBAY,CALUTTA, CHERIBON, GORONTALO,
HONGKONG, KOBE, MAKASSAR, MEDAN, MENADO, PALEMBANG, PEKALON-
-GAN, PROBOLINGGO, SEMARANG,. SHANGHAI, SINGAPORE, SOERABAVA,
SWATOW, TÉGAL, TJILATJAP, TOKIO, WELTEVREDEN, YOKOHAMA.
Een’co rrecte
uitvoering
Abonneert U op
De Spiegel van
Handel en Wandel
1 Ter vereenv. van Administr. en
Practisch EffectenboeK
ten gebruike v. d. vermogensbel.
f .1.50
Alom verkrijgbaar bij den Boekhandel en bij Nijgh &vanDitmar’s Uitg.-Mij, gotterdam
Waarom adverteeren in,
en ‘n exempi. koopén van
KELLY’S
DIRECTORY?
Omdat deze uitgave jaarlijks wordt gekocht en geraadpleegd door tien.
duizende groote firma’s •over de
geheele wereld, en U, wanneer Uw
naam daarin opvallend is gedrukt, voortdurend exportaanvragen zult
ontvangen.
Op Uw beurt vindt U er de adressen in van alle handelslich°amen, welke
in Uw artikel belang stellen, zoodat
de gelegenheid om het aantal Uwer relaties uit te breiden, voor het grij.
pen ligt.
Wanneer U
Exporteur, Importeur, Fabrikant
of
Groöt handelaar is,
moogt U niet nalaten zich ten minste
van de uitstekend bekend staande
ICelly’s Directory op de hoogte te
stellen. Vraagt kosteloos prospectus
of bezoek van een vertegenwoordi.
ger aan
NIJGH
&
VAN DITMAR’S
UITGEVERS MAATSCHAPPIJ
WIJNHAVEN 113
– ROTTERDAM
TELEFOONNUMMER 7843
Wijnhaven 113
Rotterdam
Telefoon 7841
(vier lijnen)
van Uw reclame-
drukwerk is eën
eerste vereischte
wil het zijn doel
bereiken.. Vraagt
NIJGH & VAN
DITMAR’S
Handelsdrukkerij
om modellen en
advies.
Een verzoek per
briefkaart of tele-.
foon brengt U een
vertegenwoordiger
Naamlooze Vennootschap.
Wilton’s Machinéfabriek en Scheepswerf
Rotterdam
Scheepsbôuw en Machinefabricage. Speciale inrichting
voor reparatiën van eiken omvang. Vijf droogdokken
met lichtvermogen tot 46000 ton.. Dwarshelling.
Drijvende kranen met een lichtvermoen tot 120 ton.
Telefoon:
6707, 6708, 7303
Telegramadres: ,,WILTON” Rotterdam
7304, 7305, 7325
NIJGH & VAN DITMAR’S BOEK. EN 1-IANDELSDRUKKERIJ. ROTTERDAM