ii, SEPTEMBER 197
AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN.
.
Economiscs
hSttïsëhe
•
…
•
Bric
ehten:
”
ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL;’N!J VERHEID, FiNANCIËN EN VERKEER
ORGAAN VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN DÈCENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART
UITGAVE VAN HET INSTITUUT VÖOR”EcQN,I&CHE’GESCHRJFÏEN
..,
1.
•
12E JAARGANG
– – WOENSDAG 14 SEPTEMBER
..19.27 –
No. 611
INHOUD.
BIz.
DE VERDERE ONTWIEKELINO VAN HET INTERNATIONALE
RIJ WSTAALKARTEL
door G.
S. K. Blaauw ………. 808
Bevolkingsrubbercultuur in Nederlandsch-Indië door S.
0. Knappert ………………………………. 810
Cijfers omtrent het volksinkomen in de Vereenigde Sta ten en in Nederland, benevens eenige aanteekeningen
omtrent het nationaal vermogen in beide landen 1
door Th. C. Geudeker ……………………….813
AANTEEKENINGEN:
De Betalingsbalans van Zwitserland ……………
815
Indexcijfers van scheepsvrach.ten …………….
817
Indexcijfers van groot. en kleinhandeisprijzen in
Nederl.-Indië …………………………..
817
MAANDCIJFERS:
Emissies in Augustus
1927 …………………..818
Postchèque en Girodienst ……………………..
819
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN…………….
819-826
Geldkoersen.
1
Bankstaten.
Goederenhandel.
Wisselkoersen.
1
Effectenbeurzen. 1 Verkeerswezen.
INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN.
Algemeen Secretaris: Mr. Q. J. Ter pstra.
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN.
COMMISSIE VAN
ADVIES.
Prof. Mr. D. van Blom; J. van Hasselt; Jhr. Mr. L. Ii. van
Lennep; Mr. K. P. van der Mandele; Prof. Dr. E. Moresco;
Air. Dr. L. F. H. Regout; Dr. E. van
Weldeiren Baron
Rengers; Prof. Mr. H. R. Ribbius; Jan Schilthuis; Mr.
Q. J. Tcrpstra, Prof. Mr. F. de Vries.
Gedelegeerd lid: Prof. Mr. Dr. G. Af. Verrijn ,Stuart. Redacteur-Secretaris: S. Posthurna.
Secretariaat: Pieter de Hoochweg 122, Rotterdam.
Telefoon Nr. 3000. Postrekening 8408.
Abonnementsprijs voor het weekblad froinco p. p.
in
Nederland f20,—. Buitenland en Koloniën f 23,— per
jaar. Losse nummers 50 cents. Leden en donateurs van het Instituut ontvangen het weekblad gratis.
De verdere publicaties van het In8tituut uitgaande ont-
vangen de abonni’s, leden en donateurJ, kosteloos, voor zoo;
ver daaromtrent niet anders wordt beslist.
Aangeteekende stukken: Bijkantoor Ruigeplaatweg.
Advertenties f 0,50 per regel. Plaatsing bij abonnement
volgens tarief. Administratie van abonnementen en adver-.
tenties: Nijgh d van Ditmar’s Uitgevers-Maatschappij, Rot
–
terdam, Amsterdam, ‘s-Gravenhage. Postchèque- en giro-
rekening No. 6729.
T
–
13 SEPTEMBER
1927.
De geldvraag voor de maandswisseling bleef nog
lang aanhouden en aanvankelijk kromp het aanbod
nog verder in. Particulier disconto kon op”enkéle
dagen alleen voor
31j8
pOt. plaatsing vinden; voor
enkele posten moest zelfs 39′ pOt. worden toegestaan.
Ook callgeld blèef op 4 pOt. sterk gezocht. Eerst
aan het einde der week begon de vraag iets te ver-
minderen en konden de koersen wat teruglooperi eh
wel in het .bijzonder voor cailgeld, dat tot 3Y2 pOt.
daalde. De prolongatierente schommelde tusschen
3% en 4 pOt,
3ç
45i
,p,De. weekstaat,’ van-De ‘iNederladsche ,Bank geeft
,t
..I!I
r. ………
..wèinig -vèrandrihgehvn bteèkenis t nien De post
binnenlandsche wissels steeg met f 2,1 millioen. De
beleeningen oe
bleken met 2 8 millin te zijn afgenomen
,Iet ren’teloo voorcht aan het Rijk daalde van
f 12,3 millioen tot f 0,7 millioen.
–
Degoudvoorraad der Bank’bleef vrijwel op dezelfde
,..
ioogte. De zil-yer.voorraad.daalde met f 300.000,—.
•De post papier op het buitenland en de diverse
rekeningen ond Mt actief stegen respectievelijk
met °f 100.000,—en f 2,8 millioen.-
De biljettencfrculatie vertoont een teruggang van
f -11,7 millioen. De rekening-courantsaldi
blijken
met
& 1,7 mi1lioe t.’zijn getegen. Het beschikbaar me-
taalsaido klom ‘van f 244,6 millioen tot f 246,3 mii-
lioen. Het dekkingsjércentage bedraagt ruim 49.
* *
*
Op de wisselniarkt was deze week de rust weder
teruggekeerd. Dê’zaken krompen weder sterk in en
11
de meeste koersen kwam weinig of in hetgeheel geen
iverandering. Allëen .Oslo ‘-maakte een-uitzondering.
Aanvankelijk bleef de koers eenige dagen omstreeks
.j6545
schommelen..Daarna
werd de rijzijlg weder
voortgezet en ‘Donderd weid voor 6595 afgedaan.
t.Hierop ontstond weder een kleine reactie, maar
gisteren werd oprieui.v 6595 bereikt.
LÖNDN,
–
12
SEPTEMBER
1927.
‘
De iiet geld, veroorzakt door
bt
e
innen SeptdtnbM 1ividen’den, is slechts van korteij
rdü
ur geweest. Redds” begin .’erleden week was geld
minder ‘ruim:W-el- bëhoefde dk hulp van de Bank van
Engeland niet te worden ingeroepen, doch dit was
-alleen-te dankenaan
belangrijke aankoopen van schat-
kistwise1siiit d markt. Er werd vermoed, dat deze
aankoopen van.hoogerhand werden uitgevoerd, daar
de regeering dr belang
bij
heeft, ‘dat geld niet duur
r
wordt, .nu.zij. eerstdaags,
f
ha.re, conversieplannen. moet
ten uitvoer leggen,, voor de dit jaar en het volgende
«-jaar ‘vervallende- vr,oegere lêeningen. ‘ .
-Disconto behild de vaste
,
stemming van de laatste
weken, welke nog gesteund werd door het afvloeien
;
van verder. goud nar Ar.gentinië..D,e prijs voor prima
3 maands accepten bleef dus
4/4-/8
pOt. met zaken
op 45/. ».
»t
•
1
–
11″
* *
*
. ‘.
:•”’
)’
i
.
-,
.. .»r-“a-
–
–
•
1
808
1
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
14 September 1927
DE VERDERE ONTWIKKELING VAN HET
INTERNATIONÂLE RUWSTAALKARTEL.
Zooals te verwachten was gaat de ontwikkeling
van het Internationale Ruwstaalkartel in de richting
van de vorming van syndicaten voor haiffabrikaten
en waisproducten niet zeer snel. Hoewel de ijzer- en
staalindustrieën van Europa groote gemeenschappe-
lijke belangen hebben en er een sterke impuls zal
uitgaan van het vooruitzicht, dat samengaan bij
regeling van prijzen een einde zal kunnen maken aan
den strijd, welke thans tot schade van allen op de
markt wordt uitgevochten, dringen de particuliere
belangen zich nog te veel op. Allen willen, behalve
een loonenden, ook een zoo groot mogelijken afzet
en daarmede is bij het streven naar aaneensluiting
,,de
strijd
om de quota” geschapen. Het is zeker,
dat er op het oogenblik in de wereld meer productie-
capaciteit dan behoefte bestaat en komt het er op
aan gemeenschappelijk de behoefte te bevredigen, dan
zal noodzakelijkerwijs ieder van de producenten eenige
veeren moeten laten. Wat zich in de laatste maanden
heeft afgespeeld
wijst
er op, dat de geneigdheid
daartoe in het algemeen niet zeer groot is en zoo
komt het voor een deel, dat men, niettegenstaande
voortdurende onderhandelingen, er nog niet in ge-slaagd is veel verder te komen. Er
zijn
sedert
mijn
laatste artikel over het kartel in dit blad (E.-S. B.
van 2 Maart 1927) niet minder dan vier bijeenkom-
sten van den Raad van beheer gehouden, waar het
onderwerp der syndicaatsvorming ter sprake is ge-
weest, nl. op 4 Maart te Düsseldorf, op 24 Maart in
Brussel, op 3 Mei in Luxemburg en op 9 Juni even-
eens in Luxemburg. Op de laatste bespreking is een
commissie benoemd, die het onderwerp in studie
heeft genomen. Deze commissie heeft op 5 Augustus
in
Parijs
vergaderd. Een nieuwe
bijeenkomst
van den
Raad van beheer zal in September plaats vinden. Be-
halve de vaststelling der productiequota voor het 4e
kwartaal staat ook de syndicaatsvorming weer op de
agenda.
* *
*
Een feit, waarover in het nummer van 2 Maart
uitvoerig werd geschreven, nI. dat naar de opvattingen
van de Duitsche ijzer- en staalindustrie het aandeel,
dat zij heeft in het productietotaal van het kartel te laag is, werkt mee om de
moeilijkheden
t.a.v. syndi-
caatsvorming te vergrooten. De zaak is deze, dat, nu
het er om gaat het aandeel der deelnemers te bepalen
in de hoeveelheid halffabrikaten en walsproducten,
welke de markt kan opnemen, in den
afzet
dus,
het vraagstuk der aandeelen in de
productie
vanzelf
opnieuw aan de orde komt. Aanspraken met betrek-
king tot het aandeel in den afzet zullen worden ge-
baseerd op de daadwerkelijke productie indien deze
hooger is dan het productiequotum. Dit is voor
Duitschland het geval. Frankrijk daarentegen heeft
steeds minder dan
zijn
quotum geproduceerd en zal
zich thans op
zijn
productiequotum beroepen. De
oorzaak dezer tegenstelling ligt dus in het feit,
dat niet de werkelijke
afzet
naar een vaste maatstaf onder de deelnemers wordt verdeeld. De vaststelling
der quota elk kwartaal beteekent niets meer dan de
bepaling van een grondslag waarop de boeten resp.
de vergoedingen zullen worden berekend. Ieder is vrij te produceeren zooveel
hij
wil,
zij
het dan op straffe
van een boete
bij
overschrijding, doch onder het ge-
not van een vergoeding
bij
minder-productie. Duitsch-
land tracht zijn standpunt aannemelijk te maken
door te
wijzen
op
zijn
abnormaal lage productie van
het le kwartaal 1926 (basis voor de berekening der
productiequota),
Frankrijk
verklaart
zijn
minder-
productie door de deflatiecrisis en wenscht rekening
te zien gehouden met de uitbreiding van zijn capa-citeit, die nog op het programma staat. Ook België
betoogt, dat zijn quotum te laag is. De productie per kwartaal sedert 1924, alsmede
de verhouding van productie tot quotum na de op-
richting van het kartel, blijkt uit het volgende over-zicht (hoeveelheden x 1000 ton).
Duitsch- Frank- België Luxem- Saar-
Ruwstaalproductie
land
rijk
burg gebied
gemiddeld p. kw. in 1924 2459 1727
715 472
369
,, ,, ,, 1925 3048 1854
803
521
394
le kwartaal
1926
2557 2017 595 540 414
2e
2746 2044
883
541
412
3e
3308 2129
941
565 447
4e
,,
3734 2197
957
598
461
le
1927 3956 2005
94
583
475
2e
,,
3995 2084
921
619
Productie in
0
/0
van het quotum
4e kwartaal
1926 118,1 96,2 113,1 98,4 109,-
le
1927 134,7 91,3 113,4
99,7 112,5
2e
,,
126,4 90,4 108,9 101,8
Zooals bekend hebben de productiecijfers van het
le kwartaal 1926 als basis gediend voor de berekening
der quota, waarbij het als gevolg van staking bij-
zonder lage Belgische productiecijfer op 795.000 ton
werd gesteld.
De productie van Duitschland heeft in het 2e
halfjaar 1926 en in dit jaar een groote vlucht ge-
nomen; was in het le kwartaal 1926 zijn aandeel in
de totale productie der deelnemers ruim 40 pOt., in
het 2e kwartaal van dit jaar was het tot
bijna
50
pOt. gestegen.
* *
*
Dat JJuitschland als gevolg van de voortdurende
overschrijding van zijn quotum en de daarmede ge-
paard gaande boetebetaling een zoo ongunstige positie
inneemt, heeft tot merkwaardige gevolgen geleid.
Er is reden om te constateeren, dat het oorspronke-
lijke doeleinde van het kartel, nI. een beperking der
productie zooveel mogelijk in overeenstemming met
de vraag, geheel uit het oog verloren is, uitsluitend
om de moeilijkheden, welke zich reeds in het eerste
jaar van het bestaan van het kartel hebben voorge-
daan, te omzeilen. Toen ni. iedereen er van overtuigd
was, dat het kartel, de toestand van de markt in
aanmerking genomen,
zijn
produetiequota zou ver-
lagen, werd op de bijeenkomst van 4 Maart besloten
tot verhooging over te gaan. Verlaging zou, gezien
de hooge productie van de Duitsche ijzer- en staal-
industrie en de vooruitzichten, dat deze zich nog
eenigen
tijd
zou kunnen handhaven, geleid hebben
tot een toeneming der Duitsche overschrijding en
dus tot een hoogere boetebetaling. Duitschiand ver-
kreeg deze concessie door zich te binden tot beperking
bij den export. De Fransche ijzer- en staalindustrie
kon slechts met beide handen de bereidwilligheid van
Duitschiand tot export-beperking aanvaarden
bij
het
verminderde opnemingsvermogen van haar binnen-
landsche markt en het groote belang, dat
zij
bij den
export heeft. Dit laatste geldt in nog sterkere mate
voor België en Luxemburg. De gevolgen van deze
averechtsche politiek demonstreeren zich
duidelijk
in
het prijsverloop na Maart. Waren de staalprijzen half
Februari op de stellige verwachting van productie-
vermindering gaan stijgen, in den ioop van Maart
trad een daling in, die zich tot in Mei voortzette en
den prijs van
stafijzer
b.v. bracht beneden het laagste
punt van verleden jaar. Een niet zeer belangrijke
hausse in Mei werd in Juni weder door een daling
gevolgd.
Op de
bijeenkomst
van 9 Juni werden de productie-
quota onveranderd gelaten, daarnaast werd een nieuwe
concessie aan Duitschiand gedaan. Aangezien de zeer
hooge productie van de Duitsche ijzer- en staalin-
dustrie geheel te danken was aan de groote afzet-
mogelijkheid op de binuenlandsche markt, werd toe-
gestemd in een splitsing van het Duitsche quotum
in twee deelen, een quotum voor de binnenlandsche
markt (72 pOt.) en een idem voor den export (28
pOt.).
Bij
overschrijding van het aandeel voor de
binnenlandsche markt behoeft slechts de helft van de
oorspronkelijk vastgestelde boete, dus $ 2 betaald te
14 September 1927
ECONOMISCH-STATE
worden, bij overschrijding van het export-aandeel
blijft de gewone boete van kracht. Deze regeling is
1 April j.l. ingegaan en zij is tot stand gekomen
nadat Duitschland zich ook voor het 3e kwartaal
beperking van zijn export heeft opgelegd. Op welk
niveau de Duitsche staalexport zich verleden jaar en
in dit jaar bewogen heeft, blijkt uit onderstaande
cijfers (hoeveelheden x 1000 ton).
Staalexport gem.
p. maand in 1926 Jan. 27 Feb. Mrt. Apr. Mei Juni
350
432 310 321 297 287 265
in pOt. derruwstaalproductie
34.-
33.- 25.1 22.7 23.- 20.8 20.-
* *
*
Op de hierboven genoemde bijeenkomst van 9 Juni
werd, behalve de studiecommissie voor dé syndicaats-
vorming, nog een tweede commissie benoemd, ni.
een die tot taak heeft om het hachelijke vraagstuk
van de aansluiting van Polen bij het kartel tot een
oplossing te brengen. De herhaalde berichten, dat het
er nu
eindelijk
van zou komen, waren voorbarig,
Polen staat nog steeds buiten het kartel. Het zal
duidelijk zijn, dat de Poolsche ijzer- en staalindustrie
meer vraagt dan het kartel wenscht toe te staan.
Zooals voor d hand ligt, kwam in eerste instantie
voor de berekening van het quotum van Polen zijn
staalproductie van het eerste kwartaal 1926 in aan-
merking, doch door den export te forceeren heeft
men de productie dit jaar aanzienlijk weten op te
voeren
i),
tengevolge waarvan thans op een •hooger
quotum aanspraak wordt gemaakt. Het schijnt, dat
het kartel er nu maar van af gezien heeft om te
trachten het met Polen op basis van de productie
van het le kwartaal 1926 eens te worden, en dat de
oplossing in een andere richting, b.v. het binden van
den export aan een maximum-hoeveelheid, gezocht
zal worden.
Betreffende de aansluiting van Engeland heeft zich
geen enkel nieuw gezichtspunt voorgedaan. Onder één voorbehoud – waarover hieronder meer-
zijn er in de afgeloopen maanden dus niet veel vorde-
ringen gemaakt. Het kenmerkende van wat zich heeft
afgespeeld, is de verschuiving van den eindstrijd om
de quota,
mogelijk
gemaakt door enkele tegemoet-
komingen aan Duitschland, die op hun beurt niet
zonder meer mogelijk zouden
zijn
geweest, indien de
Duitsche ijzer- en staalindustrie zich niet had kunnen
verheugen in een zeer gunstige conjunctuur op de
binnenlandsche markt. Dat men het daarbij met de
principes van het kartel niet zon nauw heeft genomen,
kan worden toegeschreven aan de overweging, dat men
in elk geval op weg is naar nauwere aaneensluiting,
zonder welke het kartel het beoogde doel toch niet
kan verwezenlijken.
Het hierboven gemaakte voorbehoud heeft betrek-
king op het tot stand komen van het syndicaat voor
gewalst draad, waarover sedert Januari onderhande-
lingen tusschen de betrokken industrieën van Duitsch-
land, Frankrijk, België en Luxemburg
zijn
gevoerd.
Op 10 Juni, daags na de bijeenkomst van het staal-
kartel, werd in Luxemburg de overeenkomst gepara-
feerd. De deelnemers zijn aan productie en prijs
gebonden, doch zij zijn vrij hun productie op de bin-
nenlandsche dan wel op de exportmarkt te plaatsen,
naarmate de omstandigheden dit gewenscht doen
-zijn, natuurlijk met eerbiediging van elkaars nationale markt. Zij behouden hun zelfstandigheid voor wat den
verkoop op zichzelf betreft, zoodat de overeenkomst
feitelijk meer het karakter heeft van een prjskartel
op de basis van fixeering der productie, dan van een
syndicaat. De Fransche producenten
zijn
er echter
nog niet in geslaagd een orgaan te scheppen, dat het
aan
Frankrijk
toegewezen quotum onder hen zal ver-
deelen;
zijn
de berichten juist dan kan binnenkort
1)
Ruwstaalproductie gemiddeld per maand in
1926: 65.800
ton, gemiddeld per maand Jan-Mei
1927: 100.800
ton.
ISCHE BERICHTEN
809
j
te fundeering van een
dergelijk
lichaam worden
tegemoet gezien. Zoolang het syndicaat nog niet vol-
ledig functionneert, is er een ,,gentlemen’s agreement”
betreffende den
prijs,
die onmiddellijk na de bereikte
overeenstemming met sh 234 per ton werd verhoogd.
Over den vorm, waarin men de overeenkomsten voor
de andere producten denkt te gieten, is slechts weinig
bekend geworden. – Elk product brengt
zijn
eigen
moeilijkheden mede en het is dus niet gezegd, dat de
tvorm, die voor de overeenkomst betreffende valsdraad
•is gekozen, ook voor de andere producten toepassing
zal kunnen vinden, hoewel het wel zeker lijkt, dat de
absolute syndicaatsvorm niet in aanmerking komt.
De Fransche producenten, die in het algemeen nog al
moeilijk tot samenwerking zijn te brengen, zouden
‘reeds een goed eind op weg
zijn
met de vorming
van nationale bureaux.
Bij de verschillende besprekingen heeft Duitsch-
•land vaststelling van de quota der syndicaten onaf-
hankeljk van de van het Ruwstaalkartel
y
oorgestaan.
Dit beteekent dus het overboord gooien van de oor-spronkeljke verdeeling, van Duitschlauds standpunt
alleszins
begrijpelijk.
Verder zou Frankrijk toewijzing
van ongesplitste quota, dus één hoeveelheid voor
• binnenlandsche markt en export te zamen, hebben
voorgesteld. Hierdoor zou het mogelijk zijn, indien
de binnenlandsche markt slecht is, meer werk van
export te maken en omgekeerd. De andere deelnemers
zijn echter hiertegen gekant doch om uiteenloopende
redenen. Duitschland, dat een belangrijke binnen-
landsche markt heeft, betoogt dat toenemende vraag
vanwege het binnenland zou noodzaken tot (wellicht
ongewenschte) inkrimping van den export en België
en Luxemburg, die het grootste gedeelte van hun
productie exporteeren, doch wat de hoeveelheid hunner
productie betreft, verreweg in de minderheid zijn,
wijzen erop dat
bij
een slechte binnenlandsche markt
(in Duitschland en
Frankrijk)
een vebl te groote
druk op den exportmarkt zou ontstaan, waardoor zij voornamelijk zouden worden getroffen. Zon leggen
zoowel Duitschiand als België en Luxemburg het
zwaartepunt daar, waar hunne belangen het grootst
zijn en Frankrijk, wiens binnenlandsche afzet ongeveer
in evenwicht is met
zijn
export, wil zich dan ook de
vrijheid voorbehouden het zwaartepunt zoo noodig te
verleggen. De verdeeling nu reeds van het Duitsche
quotum in een deel voor de binnenlandsche markt
en een ander deel voor de exportmarkt – zij het dan
ook uitsluitend voor de berekening der verschuldigde
boetebetalingen -• heeft een precedent geschapen. Ter-
loops zij erop gewezen, dat er nog een ander prece-
dent in deze verdeeling ligt en wel een dat voor
Duitschland minder gunstig is, nI. dat van defixeering
der verhouding van de quota voor binnenlandsche
markt en export.
Mogen deze beschouwingen slechts relatieve waarde
hebben,
zij
kunnen er m.i. toe leiden, dat een inzicht
ontstaat in de grootte en de veelvuldigheid der moei-
lijkheden, waarmede de weg naar het gestelde doel
geplaveid is.
* *
*
Er hebben geruchten geloopen, dat Duitschland
op het punt stond zich uit het kartel terug te trekken.
Voor ons, die hebben nagegaan hoe het kartel en de
daarmede samenhangende verdragen betreffende de
levering van ijzer en staal door de Westelijke landen
aan Duitschiand, gegroeid
zijn
uit de nieuwe geo-
grafisch-economische verhoudingen van na den oorlog,
en hebben gezien welk een voorname rol de Duitsche
ijzer- en staalindustrie daarbij heeft gespeeld, zonder
zich door herhaalde tegenslagen te laten ontmoedigen,
was het
duidelijk,
dat deze geruchten met de noodige
voorzichtigheid dienden te worden beoordeeld. Zij
zijn
waarschijnlijk
ontstaan toen op 1 Juli het voor-
loopi Duitsch-Fransch handeisverdrag geëindigd was en er gedurende korten
tijd
geen regeling betreffende
het handelsverkeer tusschen beide landen bestond en
810
–
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
14 September 1927
hierdoor de aandacht gevestigd werd op het bepaalde
in art. 10 van het kartelverdrag: ,,Das vorliegende
Abkommen kanu im übrigen jederzeit vom 1. April
1927 ab mit dreimonatiger Frist gekündigt werden,
wenn die Regierung eines der Vertragsbeteiligten
sichihnen mit der Begründung wiedersetzt,
das man.-
gels eines ifandeisvertrages
eins dr anderen Lânder
der Gesanatheit der Erzeugnisse eine ungünstige
Behandlung angedeihen lësst.”
Men neme verder in aanmerking, dat het kartel
in zijn tegenwoordigen vorm niet aan het gestelde
doel beantwoordt; dit zal eerst het geval zijn wanneer
door syndicaatsvorming het prijsniveau, stabiel zal
worden en waarschijnlijk wat hooger dan thans. Een
reden te meer om niet halverwege te blijven staan,
vooral voor Duitschland, dat van het kartel als zoo-
danig nog geen voordeelen heeft gehad. Hieruit zou
volgen, dat, mocht er van de syndicaten niets komen,
voor Duitschiand althans, de bestaansredenen van het kartel zouden
zijn
verdwenen, doch dan zij er
nog eens op gewezen, dat aan het kartel de con-
tingentsverdragen gekoppeld
zijn.
Reeds in E.- S. B.
van 2 Maart had ik gelegenheid aan te toonen, dat
deze’ verdragen, waarbij de invoer van ijzer en staal
uit
Frankrijk
en Luxemburg geregeld wordt, voor de
Duitsche ijzer- en staalindustrie
belangrijke
voor-
deelen hebben afgeworpen en dat zij in dit opzicht
zeer groote belangen
bij
het voortbestaan van het
kartel heeft. Thans is de ‘binnenlandsche markt na-
genoeg geheel in handen der nationale industrie,
terwijl anders, vooral op de Zuid-Duitsche markt,
ernstig met den invoer uit het Westen gerekend zou
moeten worden. De vraag is zelfs of de door Duitsch-
land aan het kartel te betalen bedragen niet gecom-
penseerd zullen worden door de
belangrijke
voor-
deelen, die een gevolg zijn van de consolidatie der
binnenlandsche markt.
Doch niet alleen de Duitsche ijzer- en staalindustrie
zal zich rekenschap hebben gegeven van de’particu-
liere en gemeenschappelijke belangen, welke door
samenwerking gediend worden. Verbetering van het
prijsniveau op de wereldmarkt, sedert eenige jaren
urgent voor Duitschland, heeft, nu de inflatie-periode
in
Frankrijk, België en Luxemburg achter den rug is,
ook de belangstelling van deze landen. Verder zal de
buitengewone ontwikkeling, welke de Duitsche ijzer-
en staalproductie gedurende nu ongeveer een jaar
te zien geeft, de Fransche industrieelen wel tot ern-
stig nadenken stemmen.
Een fâctor van sanienbindende werking voor’de
Europeesche producenten wordt nog gevormd door
de ten eenen male veranderde omstandigheden op de.
wereldmarkt. Het afzetgebied wordt door toenemende
industrialisatie steeds kleiner, de concurrentiestrijd
daardoor heviger. Bovendien beginnen de Ver. Staten
van Noord-Amerika tegenwoordig meer aandacht
aan den export’ te besteden en het zijn vooral de
Zuid- en Midden-Amerikaansche markten, die voor Europa verloren dreigen te gaan. Daarnaast worden
den Europeeschen invoer in de Vereexiigde Staten zelf hoe langer hoe meer
moeilijkheden’
in den weg
gelegd; industrialisatie van het
Oostelijke
kustgebied
leidt tot vermindering van den Europeeschen afzet
en bijzondere maatregelen zijn genomen om den in-
voer tegen te gaan, zij het tot nu toe alleen tegen
Duitschland.
Zoo
zijn
het dus niet alleen de verhoudingen in
Europa zelf, die de ijzer- en staalindustrieelen aldaar
tot samenwerking brengen. Het
lijkt
dus ook niet
waarschijnlijk, dat Engeland zich op den duur buiten
het kartel en wat daar verder nog op volgen zal,
zal kunnen ‘houden. Ten .opzichte van het kartel in
zijn ‘huidigen vorm kan de Engelsche ijzer- en staal-
industrie géreserveerd blijven, omdat er voor haar
in de verhoudingen geen, verandering gekomen:, is.
Doch wanneer het tot stand’komen van’het.,wals-
draadsyndicaat strak’s door de vorming van meerdere
syndicaten gevolgd zal zijn, wordt de zaak anders en
zal Engeland niet langer kunnen volstaan met de
rol van toeschouwer te spelen. Voor Engeland gelden
ten slotte voor een groot deel op de wereldmarkt
dezelfde omstandigheden als voor de overige Euro-
peesche exportlanden, al heeft het dan ten opzichte
van zijn koloniën en de dominions een grooten voor-
sprong door traditie en preferentieele rechten. Nog
kan Engeland het overgroote deel van
zijn
ijzer- en
staalexport daarheen afzetten, doch het ziet er naar
uit, dat zijn positie in dit opzicht steeds zwakker zal
worden. In Britsch-Indië breidt de ijzer- en staal-
industrie zich gestadig uit en neemt de productie
elk jaar toe. Zuid-Afrika is bezig ‘een eigen industrie
te ontwikkelen. Van de Oanadeesche markt, eertijds
een van de belangrijkste voor den Engelschen export,
wordt Engeland langzaam maar zeker door de Ver-
eenigde Staten verdrongen.
Als de .voorteekenen’dus niet bedriegen en de toe-
naderingspogingen niet stranden o ‘de vraagstukken,
die nog op ‘de oplossing wachten, zullen wij op den
duur moeten rekenen met een hechtere aaneunsluiting
der ijzer- en staalindustrieën van Europa, dan die,
welke in het Internationale Ruwstaalkartel gegeven is.
–
G.S.K.B.
BEVOLKINGSRUBBERCIJLTUUR IN
NEDERLANDSCH-INDIË.
De oudste aa’ap]’an.tingen ‘der bevolking van ru’bbe.i’,
waaron’Fer te Yorstaan Hevea Bra’silinnsis, da’teereu
van ongeveer 1910; sporadisch kwamen ze voor en
van eenig belang konden ze niet’ worden genoemd.
Ï.angzarne.rh.ancl, na-dat het te behalen ineer
tot h’ert besef van den Inlandschen lan’d’bou’wer vis
doorgedrongen, werden ‘de ‘aanplan.’tinge’n uitgebrëid
en thans zijn zij van ‘groote betee.kenis geworden,
speciaal voor de gewesten Djamhi, Zui’der- eii Oorter-
.afdeel’i’ng van Borneo, Wes’teraf’d-eeling van Borneo
Palem’bang, Sumatra’s Oostkust en At.jdh, Rieuw en’
Onclerihooidghoden en Tapanoeli.
De gr.00te vlucht, die ‘de. uitvoer ‘van •bevolkings-
rubber in 1922 heeft genomen, toont duidelijk aan,
dat de I’nlands’che bevolking in ‘de genoemde •gewes-
ten langzamerhand zeer grdotie complexen -rubber
heeft aangeplant, waarvan de oudste sedert een ‘twee-
tal jaren in volle productie is gekomen. In, ‘de malaise-
jaren iis niet veel bijgepl’anit, doch ‘nadien is men wedr
begonnen, vooral in ‘de jaren 1925 en 1926 heef’t ‘die
uitbreiding gaoote proporties aan genomen. Vol gans
het eindrapport Luyjes kan reeds nu met vrij groo’te
zekerheid worden aangenomen, dat overal cle jonge
aanplantirrgen d
e
in tap ‘zijnde tuinen één- tot twee-
maal in oppervlakte overtreffen.
Toch moet men voornichtig zijn met de beoordee-
ling van ‘die uitbreiding dèr aan’plautingen, omdat
w
ë
arsc
hij
n
ljk in vele gevallen nieuwe aanplant slechts
een ‘vervanging is van reed’s ‘d’ood-getnprt materiaal.
Ter beoordeeli’ng van ‘de belangrijkheid van de be-
vol’kingsrubbercuituur volgt hieronder een staatje,
.aange’ven’de ‘den uitvoer naar het ‘buitenland gedu ren-
de ‘de jaren 1921’ .’t.m. 1925 in tonnen van 1000 KG.
(nat product):
1921 1922
1923
1924
1925
Djambi …………..
2915
9666 17389. 22997
30511
Riouw en Onderhoo-
righeden ……
600
1758
4009
5806
7863
Pa’lembang …..
83
893
4606
9238
17073
Sumatra’s Oostkust .,
– 1000 5000 13248 16648
Sumatra’s Westkust
. –
– . –
–
1921
West-Borneo ,,,,,,..
1800
4500
8500 14413
21133
Zuid-Oost-Borneo , .. , ‘
600 .7500 13000 16866
26209
Tapanoeli ……..
–
200
600
1963
3528
Benkoelen .,,..
–
–
–
277 , 953
Ban,ka en BiI’it,on , ..,
–
–
–
1200′
2303
Lampongsohe District.
– –
–
–
193
5998 2551753104 86008 1.28425
Hierbij: ‘mag echter niet uit het .00g worden verlo-
ren, dat de z.g. ‘bevolkingsrubber niet alleen een hoo-
14 September 1927
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
ger rwatergahalte heeft, doch bovendien veelal ver-mengd is met zand, s’teen’tjes eniz., zoodat, het uit-
voercijfer met ongeveer % moet worden verminderd.
Het Centraal Rubberstation te Buitenziorg heeft een
groot aantal monsters van voor uitvoer bestemde be-
volkingsrubber onderzocht en kwam tot genoemd re-
sultaat. Voor de vergelijking van het bev.olk’ingsrubberpro-
duct met de pl;anitagerubber en de wereidrubberpro-
‘ductie, die’ne het ‘velgen’de staatje:
(in tons van 100& KG.)
1
Wereld
waarvan Nederlandsch-Indië
_______________________________________
rubber-
–
Plantage
1
Bevolkingsrubber productie
rubber
nat
1
droog
1919
285.225
66.101
±
13.000
–
1920
304.816 67.802
± 10.000
–
1921
271.333
60.456
5.998
–
1922
354.980 72.163
25.517 20.000
1923
381.771 81.512
53.104
40.000
1924
391.607
90.291
86.008 56.000
1925
481.826
106.047
128.425
85.000
1926
576.955
122.799
128.000 85.000
Voor liet jaar 1927 wordt de uitvoer van bevoilcings-
rubber geraamd ‘op 80.000 ton (‘droog).
Cultuurmet hod en.
Zooals reeds werdr opgemerkt,
zijn de eerste bevolikingsaanplantin’gen niet ouder
dan 11 â 18 jaren. Ofschoon men in den aanvang om-
trent tap en bereiding nog volkomen in het duister
tas’bte, begonnen rzic’h toch destijds hier en daar In-
landers op de rubberteelt toe te leggen, hoofdzakelijk
uitgaande van ide meeni’n’g, dat er wel een goede reden
zou bestaan, waarom het Europeesche ‘kapitaal zon-
veel belang ‘begon te stellen in ‘do cultuur van dit
gewas. Vooral in de jaren 1010 tot 1914 werden zeep
g.roote ‘hoeveelheden zaad vanuit de S’traits Settle’-
meuts ingevoerd. Verschillende personen, waaronder
veel Ohineezen, legden zich toe op ‘het kweeken van
‘hibiit. Gewoonlijk werden de voorgekiem’de zaden uit-
gelegd in platte, hoogstens 8 cM. hooge kistjes, ge-
vuld met voch’tg zaagsel, somtijds vermengd met wat
aarde, om de aldus verkregen zaailingen na enkele
weken. ‘verder te verhandelen.
In den regel werden deze plantjes onmid’del]ij’k na
ontvangst op ‘het veld ‘ui’bgeplant. Hiertoe bezigde
men la’dangterrein, waarvan ‘de padi-oogst zeer kort
tevoren was binnengehaald.
Ook heden ten ‘dage wordt deze werkwijze nog wel
gevolgd, ofschoon – nu men overal bijna zonder kos-‘
ten zaaizaad kan verkrijgen – meer en meer gewone
kweekbed’den worden aangelegd. De aldus verkregen
bi’bit wordt nu op het pas ontbosc’hite terrein uitgo-
plant even vôér het uitzaaien van de ladan’gpadi, dan
wel, evenals vroeger, ‘direct na beëindiging van den
eersten rijstoogst.
Ook worden dan nog enkele tweede gewassen als
‘tu’ssch’engewas aangeplant, waarna op de goede gr’on-
‘den althans nog é,énm’aal rijst volgt. Is ook deze laat-
s’te oogst afgeloope’n, ‘dan is meestal van geregeld
‘onderhoud ‘weinig of geen ‘sprake meer. De rubber-
boompjes hebben zich ‘dan echter reeds voldoende ont,-
ivilekel’d om ‘een tijdelijke, gedeeltelijke verwaarlo’
zing te kunnen doorstaan. Zoodva ‘de boomen geacht
worden een vol’doenden stamom’trek te hebben om
met den tap te ‘kunnen beginnen, worden de tuinen
meer geregeld onderhouden.
Het is opmerkelijk, hoe snel
rziioh
‘de aanvankelijk
weinig verzorgde aanplant dan wees-herstelt. Van een
al fto weligen onkruidgrcei heeft men weldra geen
last meer, ‘daar het gewoonlijk nauwe plantve’rba.nd
voor een intensieve bescihaduwing van den grond zorg
‘draagt.
Vooral bij de allereerste aanplantiingen, toen men
met deze cultuur nog ‘onvoldoende ervaring ha’d opge-
‘daan, werd een veel te nauw plantverband gebezigd.
Zelden bedroeg ‘de afstand van stam tot stam meer
idan 3 meter. In ‘de jongere tuinen is echter ge-
woonlijk op afstanden van 4 bij 4 meter geplant, ter-
wijl men allengs is overgegaan tot nog ruimere plant-
afstanden.
Uitgestrektheid der aonsplain.ti’,vgen.
Uit cle wijze,
waarop ‘de Inlandsche rubberaanplantingen tot stand
komen, ‘kan ‘men reds ‘besluiten,’ dat in de meeste
ru’bbers’treke± de landbouwers over meer dan één aan-
plant beschikken.
In den ‘aanvang toch moest een 54a1 jaren op de
gewone wijze worden geladangd
j
alvorens tot tappen
van den eersten aanplant ‘kon worden overgegaan,.
De teelt van rijst, welk ‘product men uit den aard der
zaak in d’e allereerste plaats n’oodig had om aa voed-
sel te komen, bleef toen nog ‘hoofdzaak. De aanplaé’t
van rubber was meer bijzaak.
Werd aldus, bijv. ‘om ‘de 2 of 3 jaren, een nieuw
stuk boschgrond voor ‘den ‘aanplant van
rijst
bestemd
(op niet tot de slechtste soort behooren’de ladang-
gronden is dit inderdaad regel) ‘en werd’en later die
velden achtereenvolgens met r’ubber volgeplant, dan
kon men er ‘op rekenen, na verloop van 6 jaren in het
‘bezit te zijn gekomen van twee of dri’e ‘ruhbertu’inen,
elk ‘ter grootte van ongeveer één ‘bouw. Op slechtere
ladanggron’den, waar van een ‘bweeden rjstoogst wei-
nig of niets ‘kon worden verwacht, ontstonden dien-
tengevolge gewoonlijk meerdere tuinen, ‘d’ie het eigen-
‘dom waren van d’enrselfden eigenaar. Het spreekt
voorts vanzelf, dat nu en d:an enkele aanplantingen
‘door brand of verwaarlooscing geheel of gedeeltelijk
verloren gingen, ‘dan wel in handen kwamen van der-
den (‘wegens verkoop of an’deiu7iin’s), ‘doch uit het bo’-
venstaan’de zal niettemin voldoende zijn gebleken, dat
in ‘de meeste rubbercen”t,ra het aantal rubberboomen
van een enkelen ‘eigenaar ‘dikwijls 800 â 1000 bedraagt.
Er zijn er echter, die het tien-, twintig- en meer-
vou’dige van genoemd aantal tot hun eigendom kun-
n’en rekenen.
Overigens heeft in de rubbercen’t,ra, waar nog vol-doende gronden voorkomen voor den lan’dbouw, nog steeds verdere bijpianiting van rubber plaat’s.
Omtrent ‘de uitgestrektheid der aanplantingen zijn
geen nauwkemirige gogezen’s beschikbaar. Slechts is
in 1921, op last van dan Directeur van Landbouw,
door de gewestelijke ‘bestuurshoofdên eene schatting
gemaakt van het aantal door Inl’an’dcrs geplante rub.
berboomen, waarvan ‘on’derstaan’d staatje een over-
zicht geeft.
Gewest
1
Aantal boomen
1
Waarvan in
tap
Djambi ……………..
21.000.000
13.000.000
zo:
afd. van Borneo
12.000.000
10.000.000
Westerafd. van Borneo
3.700.000
onbekend
Palembang …………..
5.000.000
2.500.000
Sumatra’s Oostkust
2.440.000
onbekend
Atjeb en Onderh
50.000
onbekend
Riouw
en Onderh. ……
..
4.000.000
1.500.000
Tapanoeli …………….
1.800.000
800.000
Bengkoelen …………..
20.000
onbekend
50.010.000
Volgens het eindrapport Luytjos wordt het aantal
boomen, ‘dat in 1925 85.000 ton ‘droge rubber oplever-
‘de,, ‘op ruim 100 ‘millioen geschat.
Bereiding en Handel.
De wijze, waarop de Inland’er
uit de latex r’u.bber bereidt, is zeer eenvoudig en heel
wreinig ‘kostbaar.
In den ‘tuin wordt de in een pcbroleumblik ‘verza-
mel’de la’tex ‘doorgaans met een ‘overmaat van aluin
binnen 20 minuten tot stremming gebracht.
Deze gestremde rubber wordt ‘op een plank ‘met een
flesch gerold tot ‘dikke lappen, ‘die in ‘de zon ge-
‘droogd worden, waarna ‘deze naar de opkoopers wor-
‘den gebracht. De ‘groorte opkoopers verzenden ‘de par-
tijen rubber per ‘hekwiele’r of op andere wijze (per
bamboevlot) naar de hoofdplaal,sen. Van hieruit wordt
het product in hoofdzaak naar ‘Singapore geëxpor-
teerd, waar. het in speciale fabrieken een nabewer-
812
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
14 September 1927
king ondergaat ‘alvorens het bij de groote opkoopers-
consumenten aaniand’t.
Behalve, dat sedert ook in de productielanden der-
gelijke kleine fabri.ekjes zijn opgericht, werd in 1026
de koninklijke goedkeuring gehecht aan de acte van
oprichting der Nederl’andsche Rubber-Unie, die zich
ten doel stelt: het opkoopen ‘van bevolkingsrubber in
Nederlan’dsch-In’dië, het verwerken, ten uitvoer en
ten verkoop geschikt maken en het doen vervoeren
en ‘het verk’oopen van het aldus verkregen product.
Met ‘de ‘oprichting van fabrieken ter’ verwerking van
het opgekochte product ‘is reed’s’ begonnen; 6én der
fabrieken trad zelf’s reeds in werking. In aansluiting
hiermede kan melding wordengemaakt van de vast-
stelling eener ,,Rubberberei’dings-or’d’onnantie”, ‘be
schermings-maatregelen bevattende, wlke de strek-
king ‘hebben, dat gewaarborgd wordt, ‘dat alle fabri
kanten e’en voldoend kwantum ruwe grondstof zullen
‘hebben,
waarbij’•
het belang van de rubbe’rplan’tende
bevolking ‘tevens verzekerd is.
De omstandigheid, d’at blijkbaar met weinig kosten
minder goed berei’de Inlandsche rubber ‘bot een op cle
wereldmarkt gemakkek verh’an’delbaar ‘product kan
worden ‘omgezet, is oorzaak, dat de opkoopers’ voor
Inlandsche rubber zeer ‘goede prijzen ‘betalen.
Zijn de ubberprjzen aan het dalen en komen zij’
op zûlk een hoogte, dat weinig ‘of geen winst ge-
maakt wordt, ‘dan zullen de Inlandsche rubberplan-
ters, en vooral de grootere onder ‘hen, tot algeheele,
of gedeeltelijke stozetting van ‘den tap moeten be-
sluiten. Dit houdt verband met ‘het veelal gevoigd’c
ssrteem, dat ide tapper als loon de helft van het door,
hem gewonnen en berei’de product ontvangt, terwijl
de rest ‘het ‘eigendom ‘blijft van den eigenaar der
tuinen. Kan toch een tapper van oudere tuinen reke,-
non op een maande’lijksche opbrengst van minstens
een pikoel (‘in vele gevallen is die opbrengst 1 5’ 9
pi’koel, omdat ‘de boomen meestal, zij het ook tijde-
lijk, worden overtapt en ‘het product half nat wordt
verhandeld), d’an ban ‘hij nog een ‘behoorlijk loon
maken, indien de prjis om de
f 40,—
per pikoel
,
schommelt. Daalt echter de prijs tot
f
25,— of
f 30,—,
‘dan wordt de animo veel geringer om zich ‘al’s tapper
te verhuren, daar in de meeste streken ‘der buiten-
gewesten een loon van ‘pl.m.
f
15,— ‘s maand’s ‘beslist
onvoldoende wordt geacht.
Jongere, minder latox leverende tuinen, worden
‘het eerst van den tap uitgesloten,’ omdat geen lief-
hebbers moer voor ‘de exploitatie zijn to vinden. De
kleinere rubberplanters, ‘die met ‘hun gezin alle voor-
komende werkzaamheden zelf verrichten, ‘ku’nne’ti ech-
ter nog op een voldoende wi’nstmarge rekenen, al is
de prijs van het artikel ‘ook laag.
In’t’usschen is te verwachten, ‘dat
bij
lage prijzen
op den langen ‘duur de grootere bezitters wel zullen
overgaan tot uitkeering van’ nieer dan ‘de helft van
het ‘door hunne tappers gewonnen product, daar zij
anders geen voordeel zouden ‘trekken uit hunne ho-
zittingen. In de meeste r’ubbergebieden is het ver-
krijgen van tapkoelies ‘tth’aps reeds een der moeilijk-
st’e vraagstukken voor de groote Inla’n’dscho i-u’hber-
planters.
Voorts ‘moet wel in aanmerking genomen worden,
dat ‘de animo voor planten en vooral voor tappen
niet ‘slechts ‘afhankelijk is Sian den loop des- ‘markt-
prijzen, maar ook in ‘hooge mate van den meer of
minderen voorspoed in andere cultures.
Is er bijv. op J’ava overvloed van goed ‘betaald
werk in de Europeesche cu’ltures, ‘dan zal ‘de lust om
zich ‘d’e ontbering te getroosten ‘verbonden aan het
tappen in ver afgelegen,
‘dikwijls
weinig ‘toegankelijke
terreinen uit den ‘aard ‘der ‘zaa’k geringer zijn, ook ‘al
omdat hooge tapverdienstten nog volstrekt niet altijd
beteekenen, dat ‘de tapper op zijn loon een flink ‘be-
drag overhoudt. Immers ‘d’e onderv’inding heeft reeds geleerd, ‘dat in ‘de gewesten, waar Inlaniders zich met
‘de ru’bbercul’tuur bezig houden, alle ‘kosten van levens-
onderhoud vaak buitensporig hoog zijn.
Bemoeienis van den Landboscwvoorlichtingsdiens
met de Bevolkingsrubbercv2tuur.
Reed’s vele jaren heeft de ‘be’vo’lkin’gsrubbercultuur
de volle belangstelling van ‘den Landbouwvoorlich-
tin’gs’dienst. Verschillende pogingen werden aange-
wend om cultuur, ‘tap en ‘bereiding in betere banen
te leiden, tot verwezenlijking van welk ‘doel hier en
d’aar speciale ambtenaren werden ‘geplaatst. Vooral ‘in
de residentie Palembang heeft ‘het aan ernstige po-
gingen ter zake niet ‘ontbroken en ‘ook heden ten
dage worden die pogingen nog met ijver voortgezet.
Van de verschillende verrichtingen op het gebied
van de volksrubbercultuur kunnen worden genoemd
‘de gehou’den ‘demonstraties ten ‘aanzien van het meest
wenschelij’ke ‘tapsy’s’teem, de bereiding en ‘de bestrij-
ding van ziekten; verder ‘de uitgave van een in de
M’a.leische t’aal ‘gestelde handleiding voor’ Inlandsche
rubberpl:anters en de pogingen om te komen tot ver-
eenigi’ngen van rubberproducen’ten.
In de residentie Palembang wordt vanwege den
Land’bouwvoorlich’tingsdien’st al sedert eenige jaren
maandelijks een iandbouwblaadje ‘in ‘de lan’dsbaal uit-
gegeven, waarin voor ‘de Inl’an’dsche rubberp’lant ei’s belangrijke artikelen en mededeeiingen voorkomen.
Nabij Batoe Radja (Res’. P’al’emba’n’g) is ome ‘spe-
ciale rubberbedrijfsschool opgericht, waar aan zoons
van rubbertuinbezitters in ‘den ‘aan ‘de school behoo-
ronden rubbert’uin pvactiscth ‘wordt ‘geleerd, hoe een
rubbe’ra’anplant ‘op ‘de meest loonende
wije
moet wor-
den ‘aangelegd, onderhouden en geëxploiteerd, ter-
wijl hun eveneens de juiste, di. ‘de meest economische
bereidingswijze wordt ‘bijgebracht. Ook loeren ‘de a.’s. rubberplanters hier door een een-
voudige ‘boekhouding een nauwkeurig inzicht ver-
1
krijgen in de ‘bedrijfsresultaten, ‘d.w.’z. zij loeren de
.econom’jjsche boteekonis van do verschillende in hot
bedrijf genomen maatregelen beoordeelen en begrijpen.
Of
hij
dit onderwijs de noodige ‘aandacht geschon-
ken wordt aan ‘de bestrijding van ziekten is mij niet
1
bekend. Het gevaar toch, ‘dat, uit de Inlanclsche
rubbertuinen, waar uit ‘den aard der zaak van ziekte-
–
‘bestrijding wol geen sprake zal zijn, zich ziekten ver-
.sprei’don, die een wezenlijk ‘gevaar kunnen blijken voor
,de Europeesche cultures, is niet denkbeeldig. Ik denk
.hier vooral aan biadziekten, waarvan wellicht de nu
‘hier en ‘daar optredende m’eel’dauwziekte een voorloo-
,per kan zijn.
1
Toekomst ven de bevolkingsrubbercv,ltuur.
Hoewel over ‘de ‘toekomst van de bevolkin,gsr’ub-
bercultuur niets met zekerheid valt te zeggen, zoo
kan toch wel worden aangenomen, ‘dat deze cultuur
‘zich een blijvende plaats ‘heeft veroverd in de door
‘de Inlandsche bevolking ‘gedreven cultus-es.
Of ‘cie in het eindrapport Luytjes gedane voor’spel-
lin’g, ‘dat ‘do ‘hevolkin’gsrubbenproductie zal oploopen
‘tot 200.000 bon ‘droog product, uit zal ‘komen, ‘valt
vooralsnog te betwijfelen, voornamelijk omdat de voor
‘den tap benoodigde arbeiders, zoo zij] al te krijgen zijn,
slechts tegen hooge bonen zullen willen werken. De
productiekost,en zuilen daarmede voor ‘den Inlandschen
•rnbberplanter zoo hoog worden, dat het te bezien
‘staat, of hij zic’h met de dan resteeren’de veel kleinere
winst tevreden zal stellen.
Van de in de Wervingsordonnanbie gebrachte wij-ziging, waardoor arbeiders van Java vrij’ kunnen im-
;migreeren, zie ik ‘het groote voordeel voor de ln’lan’d-
sche rubberplanters nog niet in, ‘ten minste niet ‘voor
‘die gewesten, welke alleen met ‘betrekkelijk hooge
passage-kosten te bereiken ‘zijn. De Lampongsche Dis-
tricten maken hierop cene uitzondering. Waar toch
‘de ‘i’mmi’grant geen bestaanszekerheid ‘heeft – welke
hem bij’ het sluiten van een koelie-e’ontract wel is ge-
waarborgd -, ‘daar zal
hij’
zich wel tweemaal beden-
14 September 1927
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
813
ken v66r hij zich do uirtgaven van een overtocht ge-
troost, terwijl de Inlandsche rubberplanter er niet
spoedig toe zal overgaan die uitgaven voor te schieten.
S. C. KNAPPISRT.
CIJFERS OMTRENT HET VOLKSINKOMEN IN DE
VEREENIGDE STATEN EN IN NEDERLAND, BENEVENS
EENIGE AANTEEKENINGEN OMTRENT HET
NATIONAAL VERMOGEN IN BËIDE LANDEN.
Het “National Bureau of Economic Research” heeft
thans – in aansluiting op een vroeger verschenen
studie, die op de periode 1909-1921 betrekking had –
een berekening gepubliceerd van het Volksinkomen
in de Vereenigde Staten in de jaren 1922 tot 1926.
In verband met de groote aandacht, die in Nederland
en elders in den laatsten tijd gewijd wordt aan het
merkwaardige verschijnsel der opzienbarende mate-
rieele welvaart aan gindsche
zijde
van den Atlanti-
schen Oceaan, kan het van belang worden geacht,
de uitkomsten van het bedoelde Amerikaansche onder-
zoek hier mede te deelen, waaraan dan tevens eenige
vergelijkende cijfers voor Nederland kunnen worden
toegevoegd. Deze vergelijking is zeer gemakkelijk ge-
maakt, doordat het Amerikaansche onderzoek zich
bepaald heeft tot het zoogenaamde “current income”,
waaronder moet worden verstaan het inkomen uit de
opbrengst van: onroerend goed, roerend kapitaal,
onderneming, bedrijf, aiiibt of betrekking. Deze metho-
diek vindt dus, behoudens de nader te noemen reserve,
aansluiting bij de normale berekening van het Volks-
inkomen in Nederland, waarbij de kohieren der Rijks-
inkomstenbelasting als grondslag worden aangenomen
en de kohieren der zakelijke belastingen worden uitge-
schakeld. Echter bestaat tusschen de in den aanhef be-
doelde Amerikaansche inkomstenstatistiek en de Neder-
landsche inkomstenbelastingstatistiek in dier voege
verschil, dat de eerste een veel grooter gebied bestrijkt
dan de laatste.
Blijkens
de voikstelling 1920 waren
er in de Vereenigde Staten, op een totale bevolking
van 117.8 millioen, 42.289,969 inwoners (33 mili.
mannen en 8 mill. vrouwen) in een “gainful occu-
pation”, en die dus op grond daarvan in eigen on-
derhoud voorzagen. Volgens de laatst verschenen
Amerikaansche belastingstatistiek 1923 waren even-
wel slechts 7.698.321 personen in de “income tax”
aangeslagen. Niet meer dan ongeveer 7 pOt. der
bevolking betaalt dus in de Vereenigde Staten In-
komstenbelasting. In Nederland is 23 pOt. der be-
volking in die laatste aangeslagen.
Het behoeft geen bijzondere toelichting, dat, wil men
een overzicht tot stand brengen van het Volksinkomen
der Vereenigde Staten, men zich niet met een bere-
kening van het inkomen van 7 pOt. der bevolking
vergenoegen kan. Het “National Bureau of Economic
Research”, heeft derhalve als basis voor de verrichte
schattingen, ten aanzien van
allen,
die inkomen uit
arbeid hebben,
bij
elkaar opgeteld: le. bonen, sala-
rissen en pensioenen; 2e. winsten uit
bedrijf;
3e. di-
videnden, interesten en renten, genoten door indivi-
dueele personen; 4e. geschatte huurwaarden van huizen,
door eigenaren bewoond; 5e. interest op het in de
huishoudingen gestoken kapitaal (inboedel en garde-
robe); 6e. de waarde van voortbrengselen door gezinnen,
geproduceerd voor eigen verbruik.
Niet begrepen onder het aldus berekende “current
income” zijn derhalve “the savings of business
enterprise”.
In onderstaande tabel A wordt nu, op grond van
het door het in den aanhef genoemde Bureau ver-
richte onderzoek, een overzicht gegeven van het totale
inkomen der Amerikaansche bevolking en van het
inkomen per hoofd, een en ander berekend naar den
ruimen grondslag, welke hierboven is uiteengezet en
waarbij dus ook met andere welstandsvormen is re-
kening gehouden dan met het zuiver materieele gelde-
lijke inkomen, hetwelk de “income tax” als basis
aanneemt. Daarbij zijn voor ieder jaar de cijfers
gesplitst in de toen geldende nominale dollarwaarde
en daarnaast in ruilwaarde vergeleken met de koop-
kracht van den dollar in 1913.
Tabel A. Volksinkomen in de Vereenigde Staten.
Totaal inkomen
Inkomen per hoofd
Jaar
der bevolking
in millioenen
in Dollars
in millioenen
Doilars
Dollars
van
1913
in Dollars
van
1913
1909
27.100 28.200
299
312 1910
28.400 29.100
307 315
1911
29.000 29.300
309
312
1912
30.600 30.800
321
323
1913
32.000
32.000
329
329
1914
31.600 31.300
320 316
1915
32.700
32.000
326 319
1916
39.200 35.500
385
349
1917
48.500 37.300
470
361 1918
56.000
35.500
537
340
1919
67.254 37.600
640
358
1920
74.158
36.300
697
341 1921
62.736
36.200
579 334
1922
65.567
40.400
597
369 1923
76.769
46.900
689
421
1924
79.385
48.400
700
426′
1925
86.461
51.100
752 445
1926
89.682 52.900
770
455
Het ,,National Bureau of Economic Research”
heeft, teneinde tot de samenstelling van deze gegevens
te kunnen geraken, vele duizenden bewerkingen ver-
richt, die aan een tweetal verschillende methoden
zijn getoetst, welke in de totale uitkomsten slechts
kleine verschillen te zien gaven. Alle verschijnselen
van den Amerikaanschen levensstandaard
zijn
in be-
schouwing genomen en de daarop gebaseerde bewer-
kingen
zijn
met zooveel nauwkeurigheid ondernomen,
dat met nadruk
•
de overtuiging wordt uitgesproken,
dat de thans gepubliceerde uitkomsten de werkelijk-heid vrij goed zullen benaderen; slechts voor wat de
cijfers voor 1926 betreft, wordt een reserve gemaakt.
Men neemt hier een marge van 10 pOt. (echter als
uiterste grens) aan voor de al of niet juistheid der
cijfers.
Ter
vergelijking
laat ik hier thans volgen een aan
het ,,Statistical Abstract of the U.S. 1925″ ontleend
overzicht van de werking van de Amerikaansche In-
komstenbelasting, gedurende de jaren 191811923 (latere
cijfers zijn nog niet bekend). De uitkomsten over de
periode, aan 1918 voorafgaande, heb ik weggelaten, omdat tijdens den oorlog de aanslaggrens belangrijk
is gewijzigd
en achtereenvolgens van 3000 dollar eerst
op 2000 en toen praktisch op 1000 dollar is gebracht ‘).
1)
Het totale inkomen over
1923
bestond uit de volgende
bronnen van herkomst:
Inkomen uit persoonlijken arbeid en bedrijf
:
in duizenden
$
bonen en salarissen …………
14.230.209
=
48.53010
zaken
en
bedrijf.
…………….
4.733.033
= 16.14,,
deelhebberschap
…………….
1.681.984
=
5.74,,
winst op verkoop van onroerende
goederen en beleggingen ……
1.172.155
4.00,,
Inkomen uit kapitaalbezit:
renten en
royalties
…………
1.816.280
=
6.20,,
dividenden
………………..
3.126.503
= 10.66,,
interesten en inkomen uit
belegging
………………..
2.514.822
=
8.58,,
interest uit staatsleeningen
43.941
=
0.15,,
29.318.928
100.-
Het zal de aandacht trekken, dat het inkomen uit kapitaal
aanmerkelijk kleiner is dan het inkomen uit arbeid, terwijl
toch het kapitaalbezit in Amerika zijn wedergade elders
niet ontmoet. De verklaring hiervan ligt in het feit, dat de Amerikaansche Statistiek de bedragen, die zelfs de
multi.millionnairs, die aan het hoofd van groote bedrijven
staan, als gevolg hunner leiding jaarlijks uit die onder-
nemingen aan inkomsten trekken, als inkomen uit arbeid
classificeert.
814
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
14 September 1927
Tabel B. Overzicht van de Income Tax in de V. S.
Totaal
Netto
1
Aantal
Gemiddeld netto
_____________
aangesla-
inkomen
Jaar
genen
inkomen
(duizend-
per aan-
per
(millioenen $)
tallen)
geslagene
hoofd
1918
17.745 15.924
4425 3599
$
153
$
1919
22.437
19.859
5333 3724
187
1920
26,690 23.735
7260
3269
224
1921
23.328
19.577 6662 2939
,,
185
»
1922
24.871 21.336
6787 3143
195 ,,
1923
29.318
24.840
7698 3227
224
De beweging der cijfers verschilt niet veel van die,
welke tabel A voor de overeenkomstige jaren te zien
geeft.
In tabel 0 is een overzicht gegeven van het Volks-
inkomen in Nederland, volgens de uitkomsten der
inkomstenstatistiek over de jaren 1915/1926. Gegevens
omtrent vroegere dienstjaren zijn weggelaten, daar
bij de vigeerende wet, die 1 Mei 1915 werd ingevoerd,
van een . ander.e aanslagbasis wordt uitgegaan dan
bij de vôdr genoemd
tijdstip
geldende bedrijfsbe-
lasting.
Met betrekking tot hét belastbaar Volksinko’men
vôôr den oorlog,.heeft Minister De Geer op 24 Januari
1927 blijkens den op’ pag. 18 van haar verslag afge-
drukten brief aan de Bezuinigings-Oommissie-Pop,
medegedeeld, dat dit, met toepassing van het index-
cijfer, voor het jaar 1913 op f 366,— per hoofd der
bevolking moet worden vastgesteld.
Op 31 December van dat jaar omvatte de Neder-
landsche bevolking. 6.212.697 zielen; het totale be-
lastbarevolksjnkomen zou derhalve over 1913 f2273,-
millioen hebben bedragen, of, herleid tot de gelds-
waarde
1
) van ’13 f 1466 millioen.
Vermoedelijk is dit
cijfer
ten opzichte van de
overige
cijfers
in onderstaande tabel eenigszins aan den hoogen kant, omdat de Voorzitter van den Mi-
nisterraad,. in zijn boven aangeduiden brief, het be-
lastbaar inkomen per hoofd voor 1925 op f 527.-
per capita, vaststelt. Op 31 December 1925 bedroeg
de bevolking 7.416.418 zielen; het volksinkomen zou
voor dat jaar dus op f 3908 millioen moeten worden
gefixeerd, doch volgens de in de ,,Jaarcijfers” over-
genomen uitkomsten der belastingstatistiek, bedroeg het belastbare volksinkomen voor het dienstjaar ‘241
’25 f 3761 miljoen: een verschil van f 147 millioen
(3.9 pOt.).
Klaarblijkelijk
is de Minister bij de bedoelde
becijfering van een andere basis (vermoedelijk de
opbrengstcijfers der gewone middelen) uitgegaan dan
die, welke in onderstaande tabel 0 is aangenomen,
1)
Bij de in dit opstel uitgevoerde berekeningen is de
koopkracht van den gulden aangenomen volgens de index-
cijfers der groothandeisprijzen in. Nederland, die als ver-
gelijkingsbasis meer houvast geven dan de veel sterker
varieerende kleinhandeisprijzen, die voor de verschillende
deelen des lands uiteenloopen. Juister ware het, het
indexcijfer voor de kosten van het levensonderhoud als
vergelijkingsbasis aan te nemen, doch men komt dan voor de vraag, welk cijfer. men hierbij als richtsnoer moet aan-
nemen: dat voor de budgetten van ambtenaarsgezinnen in
den Haag of Amsterdam, dan wel arbeidersgezinnen, of de
budgetten der beter gesitueerden in Amsterdam. Om al
deze technische bezwaren te ontgaan, zijn de groothandels.
prijzen aangenomen.
Het Centraal Bureau voor de Statistiek heeft in zijn
,,Statistisch Zakboek .1926″ op pag.
101
een zeer illustra-
tieve, grafische voorstelling gegeven van de veranderingen
in de koopkracht, die de Nederlandsche gulden in de jaren
1913 tot
’25
heeft ondergaan. Ten opzichte der Amerikaansche cijfers blijkt niet, welke
basis men hier voor de waardeering der koopkracht van den dollar in 1913 had aanvaard. De toelichting: ,,index
numbers representing the averageprices of.goods purchased by consumers” is op zichzelf onvoldoende, waar het bekend
is, dat de prijzen in het Oosten en Westen, doch vooral in
het Noorden en Zuiden, zeer sterk uiteenloopen. Zelfs voor
de groothandeisprijzen heeft men de keuze uit 4, onderling vrij sterk uiteenloopende indices.
teneinde aansluiting te bekomen bij de geciteerde
Amerikaansche statistiek.
Tabel C. Volksinkomen in Nederland.
Totaal inkomen
Inkomen per hoofd der bevolking
Jaar
in millioe.
1
in mill.
nen guldens guldens in guldens in guldens
van
vanl9l3*)
.
l
*
1915116
1334
721
213
115 1916117
1724
690
270
108
1917118
2065
649
317
97 1918119
2140
629
322
95
1919120
2432
816
360
128
192021
3639
1536
535
225
1921122
4292
2509
624
364
1922123
4138
2652
595
380
1923124
3848
2500
550
360
1924125
3761
2419
514
330
1925126
3863
2662**)
520
358**)
*) Zie noot 1. **) Het Indexcijfer kleinhandels- en groothandeisprijzen
is voor 1926 nagenoeg gelijk, nI. 146 tegen 145.’
Het volksinkomen voor 1913/14 bedroeg volgens de aanslagcijfers der toen nog geldende Bedrijfsbe-
.lasting ‘van ’94: f 752 millioen, zijnde f 121,— per
hoofd en f1.343,— per aangeslagene. Het door Mi-
nister de Geer aangegeven, hierbovengenoemde cijfer
â f366,— per hoofd voor 1913, met toepassing van
het indexcijfer herleidende tot de waarde van ’13,
komt men tot een inkomen van f 236,— per hoofd
en, zooals reeds werd opgemerkt, van f 1466 millioen
voor de geheele bevolking. In aanmerking nemende,
dat deze cijfers ten opzichte van de in bovenstaande
label vervatte uitkomsten misschien iets te hoog zijn
(past men bij de herleiding het indexcijfer 1.7 =
kosten levensonderhoud, toe, dan komt men voor 1913
op een inkomen van f 215,—. per hoofd), illustreert
dit overzicht op treffende
wijze
de ellende, die in
het zoogenaamd ,,buiten den oorlog gebleven Neder-
land” geleden is. Het zich in den krijg geworpen
hebbende Amerika is blijkens de hiervoor geplaatste
tabel A van die finantieele misère, ook in. de kri-
tiekste periode van de wereidworsteling, volledig bevrijd
gebleven.
Leeren de cijfers voor Nederland, dat de oorlog
hier aanstonds een ontzaggelijke vermindering in de
inkomens teweeg brengt, die eerst na den vrede kan
worden overwonnen, de Amerikaansche
cijfers
ver-
toonen juist een, geheel ander beeld. Het normale
jaarljksche accrès in het volksinkomen handhaaft
zich in de V.S. ook na het uitbreken van den krijg;
het jaar 1917, waarin de V. S. aan Duitschiand den
oorlog verklaren, manifesteert zich finantieel in een
toename van het volksinkomen ad 7300 millioen dollar,
terwijl 1916 zich van 1915 reeds met een verbetering
d 6800 millioen dollars gunstig van zijn voorgangers
had onderscheiden, die het volksinkomeü reeds ge-
regeld jaarlijks ongeveer een millioen dollar hadden
opgevoerd.
Na het actief ingrijpen der V. S. in den oorlog
(nadat de diplomatieke betrekkingen 4 Februari 1917
‘aren afgebroken, werd aan Duitschland op 5 April
1917 de oorlog verklaard) loopt de
lijn
van het Ame-
rikaansche volksinkomen zeer snel op tot het jaar
1920. Dan volgt in de jaren 1921 en ’22 een inzinking,
die evenwel in 1923 reeds volledig is ingehaald en
400r een nieuwe stijging vervangen, die tot op het
huidige oogenblik geregeld aanhoudt.
t
De Commissie welke de Engelsche Regeering naar
Amerika afvaardigde, ter bestudeering van den eco-
siomischen toestand aldaar, zegt in haar onlangs ver-
schenen verslag: “Since 1922 the Uuited States has
dnjoyed an unusually high degree of prosperity except
for a short set-back in 1924″. Daarvan blijkt in ons
overzicht echter niets: integendeel, 1924 verbreekt in
deen enkel opzicht de steeds omhoog gaande ‘lijn,
behalve dan, dat het tempo der
stijging
in dat jaar
14 September 1927
ECONOMTSCH-STATISTISCHE BERICHTEN
815
belangrijk kleiner is dan in het exceptioneel gunstige
daaraan voorafgaande jaar. Het zoogenaamde on-
gunstige jaar 1924, bracht der bevolking in vergelij-
king met 1913 een inkomstenvermeerdering van 160
pOt., of, gerekend naar de geidswaarde van ’13, ad
50 pOt.
In Amerika zijn sedert 1921 de
prijzen
niet gestegen.
1)e cijfers leeren, dat in 1926 het volksinkomen 40
pOt. hooger was dan in 1921 en per hoofd 33 pOt.
meer bedroeg dan in dat jaar; dit cijfer vertegen-
woordigt dus ongeveer de winst, die voor den gemid-
dclden Amerikaan uit de ontwikkeling van den eco-
nomischen toestand is voortgevloeid.
Ook wanneer men uitsluitend beteekenis zou willen
toekennen aan de koopwaarde van den dollar in ver-
gelijking tot diens koopkracht in 1913, blijkt uit de
daarop berekende rubrieken in de hier voren ge-
plaatste tabel A slechts constant toenemende welvaart.
Zou men deze statistiek diagrammatisch willen schet-
sen, dan vertoont de daarbij verkregen, oploopende
grafische lijn slechts nu en dan een geringe afwijking,
die het algemeene aspect van de stijging echter niet
vermag te verstoren. Daarbij blijkt, dat de Amerikaan
thans nominaal
23-4
maal, en gerekend naar de dollar-
waarde van 1913, thans bijna 13-4 maal, het inkomen geniet van 1913.
Voor die zeldzame demonstratie van materieele
welvaart, blijkende uit tabel A, treden de Nederlandsche
cijfers (tabel 0) terug; toch
zijn
deze op zich zelf,
verre van onbevredigend. Neemt men het ten opzichte
zijner drie voorgangers ongunstige dienstjaar 1924/
25 in beschouwing, dan blijkt niettemin, dat de ge-
middelde Nederlander per capita 118 pOt. meer
inkomen heeft dan in 1913 en intrensiek over 40 pOt.,
in 1926 zelfs 50 pOt., meer koopkracht beschikt dan
in 1913, hetgeen volkomen in overeenstemming is
met de algemeene levensverschijnselen, die voor ieder
zichtbaar zijn.
Uit de gerelateerde cijfers blijkt tevens, dat het in
de jaren 1922—’24 met eenige stelselmatigheid op-
gehangen sombere beeld van de finantieele situatie
van het Nederlandsche Volk als geheel genomen, niet
geheel in overeenstemming is geweest met de toen aan-
wezige werkelijkheid
1).
Het nog niet afgesloten,
1)
Met hoe donkere verven destijds geschilderd werd, blijkt uit de geschiedenis der salarisveriagingen van het
Rijkspersoneel. Aanvankelijk was van de Regeeringstafel verklaard, dat de salarislast circa een half milliard beliep,
een cijfer, dat letterlijk kant noch wal raakte, maar in
middels een hoogst ongunstigen invloed uitoefende op de
publieke opinie. Minister Colijn berekende tenslotte den
salarislast op
210
millioen – waarop
23
miii. moest worden
bezuinigd, (later gereduceerd tot
21
millioen.). Buigende
voor de zwaarte van den aldus geteekenden salarislast,
ging de wetgevende macht, na eenig .tegenstribbelen, en
hoewel reeds een korting wegens peosioenpremiën ad 8X
0
/0
was opgelegd, met de voorgestelde salarisverlaging á 10
o/
accoord. Toen deze verlaging was doorgevoerd, deelde de
aftredende Minister van Financiën eenige dagen voor de
Kabinetswisseling terloops – alsof het de gewoonste zaak
ter wereld was – aan de Kamers mede, dat de salarislast ge-
bleken was
176
miliioen te bedragen en na aftrek der
10
0
/0
korting
154
millioen. M.a.w., de salarisiast was 134 maal
hooger voorgesteld dan de som, die men had willen be-
zuinigen; zelfs zonder de salariskorting was de werkelijke
salarislast nog
33
millioen gebleven beneden het cijfer, dat
als de werkelijke salarislast aan de Volksvertegenwoordiging
was voorgehouden! Het is kenschetsend voor de vigeerende
politieke zeden, dat niet alleen het eerste woord van protest
tegen dezen gang van zaken (die bedenkelijk veel gelijkt
op een machinatie) nog, in het Parlement moet opgaan,
doch ook de eerste stap nog moet worden ondernomen om
de slachtoffers de schadeloosstelling te geven, clie hun mo-
reel toekomt en dit te meer, waar talrijke categoriën op
een bestaansniveau zijn gebracht, lager dan hun levenspeil
in
1913.
Zooals uit dit opstel blijkt, is de gemiddelde
ederlander er juist aanmerkelijk beter aan toe dan in
1913.
Volledigheidahalve zij nog aan4eteekend, dat de Staatsin-
komsten, die de veilige positie van het ruilmiddel toch in
sterke mate beheerschten, destijds bij het ,, met kunst- en
vliegwerk” (Prof. v. Gijn in ,,De Economist”) in elkaar
bewogen
tijdsgewricht
in ons Vaderland, dat het trieste
aanschijn heeft gegeven aan de tragische categorie
,,des nouveaux pauvres”, deed hier te lande tege-
lijkertijd het getal vermogenden
stijgen
met ruim
70.000 en het gezamenlijk stamvermogen toenemen
met 53-4 milliard!
T. C. GEUDEKER.
(slot
volgt).
AANTEEKENINGEN.
De Betalingsbalans van Zwitserland.
In het jongste Monatsbericht van de Schweize-
rische Bankverein wordt een poging gedaan de be-
talingsbalans van Zwitserland samen te stellen.
1
) Voor
het opmaken van een
dergelijke
balans, welke voor
de beoordeeling van de positie van het desbetreffend
land van
wezenlijk
meer beteekenis is dan de enkele
cijfers van in- en uitvoer, is men voorloopig nog
grootendeels op zeer globale schattingen aangewezen.
Het Monatsbericht is zich hier dan ook van bewust
en geeft
zijn
resultaten met de noodige reserve.
Voor het opmaken van de betalingsbalans zijn in de eerste plaats de
cijfers
van de handelsbalans van
belang. De officieele
cijfers
van
in- en uitvoer (zon-
der gemunt edel metaal)
zijn als volgt:
1913
1924
1925
1926
(in millioenen francs)
Invoer ……….
1.979
2.504
2.633
2.414
Uitvoer ……..
1.376
2.070
2.039
1.836
Invoeroverschot. . —
503
—434
– 594
– 578
Ofschoon den cijfers van de goederenhandel het
nauwkeurigste gedeelte van de betalingsbalans uit-
maken,
zijn
deze
cijfers
toch nog verre van betrouw-
baar. Dit geldt vooral voor een land als Zwitserland,
met een betrekkelijk sterk protectionistisch tarief,
dat tot smokkelhandel aanleiding geeft. Het Monats-
bericht schat het saldo van den ongecontroleerden
goederenhandel voor de jaren 1924, ’25 en ’26 resp.
op 35, 40 en 20 millioen franc.
In de bovenstaande
cijfers
is wel het verkeer in
onbewerkte edele metalen, doch niet dat in munten
begrepen. Feitelijk is de toestand echter deze, dat
weliswaar een groot gedeelte van den invoer van
baar goud grondstof uitmaakt voor de horloge-
industrie en het goudsmidsbedrijf, doch dat de rest
aan het betalingsverkeer ten goede komt. Anderzijds
is het verkeer in gemunt metaal niet uitsluitend
betalingsverkeer, zoodat, zoowel aan de in- als aan
de uitvoerzijde der balans met een en ander rekening
moet worden gehouden. De cijfers van het verkeer
van
gemunt edel metaal
zijn
de volgende:
1913
1924
1925
1926
(in millioenen 1 rancs)
Uitvoer …………
34,4
69,5
198,2
55,2
Invoer…………..
58,7
10,2
26,4
1,7
Uitvoeroverschot ..
.
–
+
59,3
+ 171,8
Invoeroverschot ….
—24,3
–
–
–
Opvallend is, dat in de drie laatste jaren en in
het
bijzonder
in 1925 zeer groote bedragen aan gouden
munt uit Zwitserland werden uitgevoerd. I)e Schwei-zerische Nationalbank streef de ernaar haar voorraden
aan vreemde gouden munt door baar goud te ver-
vangen. Tegenover den uitvoer aan gouden munten
staat dus een overeenkomstige invoer van goudbaren.
Het beeld van de totale handelsbalans wordt door deze
goudtransacties derhalve niet wezenlijk gewijzigd.
Van toenemende beteekenis voor de Zwitsersche
handelsbalans is de uitvoer van elcctrischen stroom,
die van 1924125 van 13 tot 13,6 millioen en van
1925126 van 13 tot 17X millioen steeg, ondanks een
gezette bezuinigingsprogram, zöÔ laag waren geraamd, dat
de werkelijke inkomsten geregeld de raming verre over-
troffen. Alleen uit deze millioenenoverschotten had men de
salariskorling volledig ongedaan kunnen maken en toch
een sluitende begrooting behouden.
1)
Eenige kennelijke drukfouten in de cijfers voor
1913
werden zooveel mogelijk door ons verbeterd. [Red.]
816
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
14 September 1927
kleine vermindering van den stroomprijs. Deze stroom-‘
lëvering verhoogt echter niet alleen de actiefzijde
van de betalingsbalans, doch leidt eveneens tot een
aanzienlijke vermindering van de passiefzijdè, aan-.
gezien in 1926 nog slechts 2.665.134 ton kolen moesten
worden ingevoerd tegen 3.479.000 ton in 1913.
In de volgende tabel vindt men de verschillende
elementen van de
totale handelsbalans
gedurende de
laatste drie jaren, vergeleken met 1913.
invoer
1913
1924
en
1925
1926
(in. millioenen francs)
Goedereuinvoer . ..
1.979
2.504
2.634
2.414
Onzichtbare oî onge-
controleerde invoer.
10
15
20
15
Invoer van gemunt
edel metaal
58
10
26
2
Totaal ………….
2047
2.529
2.680
2.431
Uitvoer
(in millioenen francs)
1913
1924
1925
1926
Goederenuitvoer ….
1.376
2.070
2.039
1.836
Onzichtbare of onge-
controleerde uitv.
50
50
CO
35
Uitvoer van gemunt
edel metaal……
34
70
198
55
Uitvoer electi. ener-
gie …………..
–
13
14
18
Totaal …………
1.460
2.203
2.311
1.944
Het saldo bedroeg derhalve in:
1913
1924
1925
1926
Invoeroverschot
—587
—326
—369
—487
Een post op de betalingsbalans, die vooral voor
een land als Zwitserland van groot belang is, zijn
de
in1consten uit het vreemdelingenverkeer.
Men is
hier uiteraard op zeer globale schattingen aange-
wezen, waarbij hoogstens het aantal gasten in de
voornaamste toeristencentra eenige basis kan vormen.
De cijfers worden als volgt geschat:
1912113
1924
1925
19261
(in millioenen franc)
Zuivere inkomsten
uit het vreemdelin-
genverkeer ……….
265
205
270
260
Uitgai’en van Zwit-
sers in het buiten-
land ……………
_50
—55
—65
—60
Actief Saldo
+
21
5
-4-150
+205
+200.
De aan het buitenland bewezen diensten komen
voor het grootste gedeelte voor rekening van het
transitoveikeer en van het verzekeringswezen, waarbij
men uitsluitend rekening heeft gehouden met het
actiefsaldo van de in het buitenland gïnde. premiën,
na aftrek ‘van de premiën, die door Zwitsers aan
buitenlandsche maatschappijen betaald werden, beider-;
zijds rekening houdend met de kosten van beheer,
de geregelde uitkeeringen, de technische reserves enz.
Daarentegen is hieronder niet begrepen de rente op
de buitenlandsche beleggingen der Zwitsersche ver-
zekeringsmaatschappijen, welke zijn opgenomen in,
de balans der kapitaalopbrengsten.
Kleinere posten op de balans van de aan het bui-
tenland bewezen diensten
zijn:
commissies van bank-
zaken, expeditiefirma’s van internationaal karakter•
e.d; meer.
Samengevat ziet de
balans van dan het buitenland
bewezen diensten
er als volgt uit:
1913
1924
1925
1926,
(in millioenen francs)
Transitoverkeer……
40
50
30a35
50
Verzekeringen ……
1
20
20it25
90a25
Verschillende diensten
1
15520
30
35
Actief saldo ……..
?
1-85590 +8090 +105
Ten slotte dient men rekening te houden met de
balans der kapitaalopbrengsten. De vaststelling van
deze balans is uiterst lastig; reeds voor het bepalen
van de hoogte der in aanmerking komende kapitalen
ontbreken betrouwbare aanknoopingspunten, des te
moeilijker is het natuurlijk om de opbrengst te
schatten. Het gaat om het verschil tusschen de netto-
opbrengsten van de buitenlandsche waardepapieren
in Zwitsersch bezit, de buitenlandsche deelname aan Zwitsersche ondernemingen, filialen, dochtergezel-
schappen enz. en de opbrengst van zulke buiten-
landsche kapitaalbelangen in Zwitserland. Voor het
passieve land beteekent het een kapitaaluitvoer, voor
het actieve, zooals Zwitserland is, een kapitaalinvoer.
De balans der kapitaalopbrengsten is voor Zwit-
serland sedert tientallen Jaren actief. In 1913 werd
de zuivere opbrengst op 260 tot 315 millioen francs
geschat. De oorlogsjaren hebben de Zwitsersche
kapitaalbelangen in het buitenland enorme verliezen
toegebracht. In de laatste drie jaren is hierin echter
weer een aanzienlijke verbetering gekomen. Zwitser-
land was in staat nieuw kapitaal in het buitenlandS
te beleggen, terwijl
gelijktijdig
ook de opbrengsten
stabieler werden.
De
actief zijde
van de
balans der kapitaalopbreng-
sten
ziet er uit als volgt:
1913
1924
1925
1926
Inkcimen uit in het
(in milloenen francs)
buitenland belegde
bedragen v. Zwit-
sersche ondern.
• . 160 5200
125
200
200
Rente uit Zwitsersch
tegoed in het bui-
tenland (effecten en
zwevendeschuld),.
2105225
200
225
2405250
Tezamen ……..
370 It 425
325
425
440 S 450
De
passief zijde
omvat:
1913
1924
1925
1926
Inkomen van buiten-
landsche onderne-
mingen uit in
Zwitserland belegd
kapitaal … …..
50
50560
70
70
Rente op Zwitser-
sche schuld aan
het buitenland ..
60
60
50
50
Tezamen ……..
110
1105120
120
120
Het saldo van de balans voor kapitaalopbrengsten
be4roeg derhalve:
1913 .
1924
1925
1926
(in millioeneu francs)
Actief:
.. -4-2605315
+210
±305
+3205330
Samengevat toont de geheele betalingsbalans van
– Zwitserland voor de jaren 1913, 1924, 1925 en 1926
het volgende beeld:
Jaar . . ..
1913
•
1924
1925
1926
(in millioenen francs)
Handels-
–
balans.
—587
—326
—369
_487
Balans v/h
vreemde-
..lingen-
verkeer.
–
+
215
+150
+205 . +200
Balans der
diensten.
+1105150 +85ft90 +80590 +1055110
Balans der
kapitaal-
op-
brengsten
+150 S 165*) +210
+305
-f-320 S 330
Som Pas-
siefsaldo
—57 5-112
__
Som Actief-
saldo ..
– +
1205124 +2215231
.
+138
5
153
is passiefsaldo
+ is actiefsaldo
*)Waarschijnhijk te laag geschat.
Uit het bovenstaande volgt derhalve, dat terwijl
Zwitserland in het jaar, dat aan den oorlog vooraf-ging, waarschijnlijk voor een gering bedrag nieuw
kapitaal uit het buitenland opnam, Zwitserland in
De volgende tabel geeft de veranderingen weer, die
1
gedurende de afgel.00pen maand in het in.dexcijfer
van iedere groep en sub-groep hebben plaats gevon-
den, waarbij het cijfer 100 telkens het gemiddelde
niveau gedurende de periode
1898-1913
voorstelt:
Index-
cijfer
+°-
Golf van Biscaye; uitgaande vracht.
.
121,10
–
7,34
133,87
–
4,84
h
.
Zee; uitg
ddel
113,05
+
0,43
thuisvracht ………..
104,65
..f-
1,42
rik
122,15
+
8,95
tbuisvracht ……..
Zuid-Amerika; uitgaande vracht ..
94,10
–
4,36
lil
aande vracht …….
thuisvracht ……….
142,22
..
+
16,83
Noord-Amea
…………………
130,53
+
4,21
Indië;
uitgaande vracht ………….
112,32
.
+
7,10
thuisvracbt
………………
t
He
verre
Oosten, enz ……………
.121,84
4.
1,93
Australië ………………………
144,21
+
6,23
14 September 1927
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
817
de laatste drie jaren voor een niet onaanzienlijk be-
drag nieuw kapitaal in het buitenland belegde.
Dank zij de jaarlijksche bedragen aan rente en
aflossing, die daaruit voortvloeien, beteekent dit op
den duur een niet te onderschatten versterking van
den financieelen toestand van het land.
lndexcijfers van scheepsvrachten.
De ,,Economist” ‘schrijft:
In overeenstemming met de ‘verschillende verwach-
tingen, bereikten de sc’heepsvrachten voor volle la-
dingen, onder den invloed van seizoensveranderin-
gen, een keerpunt in den loop van de maand Augus-
tus, hetgeen tot uiting komt in het indexcijfer
122,15,
dat een vooruitgang aanwijst van
3,84
pOt..
1-Tot cijfer van Augustus
1925 was 111,54,
terwijl de
indexeijfers over ‘dezelfde maanden van
1924
en
1923
respectievelijk 121,29 en
116,53
bedroegen. De bewe-
gingen der verschillende groepen van het in’dexcijfer
worden door onderstaande tabel aangegeven:
,)
.x
a
=
–
-;.
2
Datum
P
Basis
1898—1913j
100
100
loo
100
100 100
100
(Gemidd.v.1913)
110,0
113,1
123,4
106,3
117,4
127,9
116,3
Febr.
1920
814,3
529,9
757,5 744,8
587,0
712,2
691,0
Dec.
,,
268,9 277,2
244,1
256,8
286,7
347,2
280,1
Dec.
1921 160,1
164,1
163,7
144,4 141,3 166,5
156,7
Dec.
1922
137,1
135,2 129,2 122,6
136,1
159,3 136,6
Dec.
1923 134,0
132,7
120,1
124,4
125,1
144,2
130,2
Dec.
1924
117,4
129,2
119,5
119,8
129,3
161,1
129,4
Dec.
1925
1 17,0
121,6
117,0
110,1 110,1
154,9
121,8
Aug.
1 26
‘
111,6
127,8
133,7 119,6
100,9
151,3
124,2
114,7
127,8 145,8
96,0
100,9
151,8
122,8
t
,,
f
ep
.
113,7
140,3
144,3
121,7
104,1
154,9 129,8
1271
140,3 167,1
100,2
104,1
154,9
131,3
o
t
,, J
128,1
214,6
175,1
141,7
144,4
170,9
162,5
c
‘,
197,6
214,6 228,6
140,3
144,4
170,9
182,7
N
°v
130,5
224,4
174,3
158,0 161,8 181,6
171,8
k,
212,3
224,4
227,1 172,9
161,8
181,6 196,7
December
139,7
156,1
145,9 132,9 129,2 179,8 147,3
Januari1927
126,4
136,5
139,1
122,7 136,7
166,5
138,0
Februari
125,0 132,6
140,1
130,4 145,2
168,2
140,2
Maart
123,8
131,1
136,2
132,1
143,5
161,1
138,0
April
,,
118,9
133,0 133,0
124,4 128,9
137,1
129,2
Mei
118,3 131,4 134,3
130,9
122,3
140,7 129,6
Juni
,,
114,0
118,1
121,6 126,2 121,4
142,4
124,0
Juli
,,
110,4
113,2
111,9 115,7
119,9 138,0 118,2
Aug.
,,
108,7
122,1 118,1
121,4
121,8
144,2
122,7
Ohartercoirtracten werden gedurende Augustus op
ruimer schaal afgesloten, vooral met betrekking tot
thu’isvrachten voor graan, en voor de meeste voor-
name routes stegen de v.rac’htprijzen. De ‘belang-
rijkste gebeurtenis van ‘deze maand was cle aanzien-
lijk grootere vraag naar graanverschepers van de
St. Lawrence, die ten gevolge had ‘dat een zeer om-
vangrijke tonnage werd opgenomen. De North Pa-
cific graanhavens vertoonden eveneens een sterk ver-
meei-derde activiteit en ehartercontracten van ‘de
La
Piata tegen vaste prijzen, hoofdzakelijk voorspoedige
verschepiug, waren weder zeer talrijk. Zuid-Afri-
kaan’sche rnaï’s-versche’pers sloten voor een mooi be-
‘drag aan tonnage af en er was een ‘verbeterde vraag
van ‘den kant van Indische havens en van havens van
het verre Oosten, In Austraiië ging echter nagenoeg
niets om. In de Europeesche wateren viel een toene-
mende .bevracht’ing van den Donau waar te nemen,
voor ertsbooten was meer vraag, terwijl vrachtprijzen
voor Britscho ‘steenkolen naar de Mi’ddellandsc’he Zee
over het ‘algeïneen hooger waren. De verhouding van
de in’dexcijfers tot het gemiddelde van
1913
wordt in
de volgende tabel getoond, waarin het jaar
1926 is
weggelaten in verband met de kolenstaking:
(1913 = 100)
Maand
1 1923 1
1924 1 1925 t 1927
Januari ……..
..114,05
117,11
114,49
118,59
Februari….. …
.112,73
123,78
115,96
120,54
Maart ………..115,23
122,09
106,63
118,58
April …………115,45
117,22
104,24
111,06
Mei ………….114,55
114,27
08,23
111,41
Juni ………..
n
.106,82
108,62
,74
106,54
Juli ………..
..103,39
103,75
94,90
101,61
;
Augustus …….
..100,16
104,43
95,87
105,51
September …….103,04
110,50
98,19
October. ……..
..107,86
115,55
99,49
November …….fl1,21
112,76
102,23
December ……..111,81
111,21
104,67
Jaar!. gemiddeld
106,69
113,44
102,22
Wat ‘de onmiddellijke toekomst van de ,,tramp-
vrachten” betreft, schijnen de vooruitzichten nogal
‘veelbel’ovend. Onder gewone omstandigheden kan men
verwachten, dat ‘de vraag naar graanschepen gedu-
rende September levendig is en overeenkomstig
vorige jaren zouden de vrachten normaliter eenige
verdere verbetering moeten vertoonen.
lndexcijfers van groot- en kleinhandeisprijzen
in Ned.-Indië.
De maandstatistiek 1927 No. .6 van het Centraal
Kantoor voor de Statistiek te Weltevreden bevat o.m.
het volgende:
Invoer.
De volledige serie omvat 72 artikelen en is ver-
.cleeld in vijf groepen. Het onderscheid tussohen de ,,lange”
en de ,,korte” serie is dit, dat van de 18 extra artikelen
der lange serie gedurende 1914-1920 prijzen ontbreken.
Gedurende ‘de laatste maanden ‘zijn .de indexcijfers van
de invoerartikelen, zoowel die van de groepen als het al-
gemeene Vrij stabiel. Sinds Maart jI. staat het algemeene
indexeijfer op 161.
Van de
tnztiele goederen
vertoont de prijs van
Calico’s,
ruwe supers
en
Gebi. shirtings
sinds Maart een geringe
stijging. Het indexcijfer van Calico’s steeg met 9 pCt. van
130 op 142, datvan ruwe supers met 12pCt. van 166 tot
187 in Mei, in Juni daalde het op 185.
Het in’dexcijfer van de groep is gedurende de laatste
vier maanden 172, 173, 174, 174.
Het prijsniveau van de groep
levensmiddelen
vertoont
sinds Januari jI. een daling, de indexcijfer.s voor de laat-
ste 6 maanden zijn 151, 151, 149, 148, 148, 147.
De
metalen
en
chemicaliën
blijven op hetzelfde ndveau
van 1926 staan.
Van cle vijf invoergroepen is alleen het nlgemeene in-
dexcijfer van de groep
diversen
aanzienlijk gestegen sinds
Mei 1926. Door .de verhooging van de invoerreohten op
sigaretten’papier
steeg het indexcijfer van dit nrtikel in
Juni 1926 met 241 punten of 157 pCt. en het algemeene
indexeijfer van 157 tot 176, op welke hoogte het ongeveer
is blijven staan. Januari/Juni 1927 geven 173, 175, 175,
175, 175, 174.
Uitvoer.
Het gemiddelde prijsverloop van cle 20
uitvoer-
artikelen
wordt weergegeven door het algemeene index-cijfer van deze groep, •dat in de eerste vier maanden van
het jaar een ‘daling vertoonde van 136 in Januari tot 12$
in April, in Mei en Juni weer tot 131 en 132 is gestegen.
De daling in de eerste maanden van het jaar was in hoofd-
zaak een gevolg van het terugloopen der
suiker-
en
mais-
prijsen. Op
de suikermarkt is nog geen verandering inge-
treden, de suikerprijzen bleven dalen, zulks in verband met
818
ECONOMISCH-STATISTISC’HE BERICHTEN
14 September 1927
de omstandigheid, dat door•de fina.ncieele moeilijkheden in
Ji
Japai en et uitblijven van ‘vraag van Chineesche zijde;
de Javasuiker in hoofdzaak op de Britsch-Indische en Euro-
.peeshe markten is aangewezen. Het indexeijfer. van su-
.perieure hoofdsuiker
–
is-sinds Januari gedaald met
27
pCt.
van
178 op 131
en (lat van lioofdsujiket No.
16
en hooger
met
27
pCt. van
154
op 111..
Hoewel 1e suikerprjz-en in den -aanvang van het jaar
honger stonden dan in de overeenkomstige maanden van
1926,
thans zijn sij er beneden gedaald. Het laagste punt
bereikte superieur in Augustus
1926
met het, •indexcijfer
134
en hoofdsuiker No.
16
e.h. in Juli met liet indexcijfer
118.
Ten gevolge van den grooten aanvoer van maIs daaldeti
de prijzen van dit product van
220
in Januari op
130
in
Maart dus met. 40 pOt., om vervolgens in April weer met
24 püt. te stijgen. In Mei is het indexcijfer weer met
6
pOt.
gedaald tot
152
en ook Juni is hier op blijven staan.
De indexcijfers van
kapok
zakten in de eerste vier maan-
den van-
195
op
173
of 11 pOt.; de
2
laatste maanden is
een verbetering ingetreden zoodat –
–
het indexcijfer thans
n’eer op
191
staat. –
De gemiddelde prijzen van
thee
die sinds October
1926,
met het indexeijf er
200,
daalden, .zoodat December het in-
dexcijfer
185
en Januari jI.
162
gaf, vertoonden sindsdien
eenige verbetering. In April jI. is het indexcijfer tot
171
gestegen, in Mei en Juni tot
185
en
187.
In de laatste twee maanden zijn de prijzen van
peper
sterk gestegen, het indexcijfer steeg van
199
in April op
231
in Mei en
255
in Juni.
De stijging van het algemeene prijsniveau in de laatste
maand moet hieraan -in hoofdzaak worden toegeschreven.
Indexcijfers van
72
invoer- en
20
uitvoerartikelen in den groothandel te Batavia, Soerabaja en Semarang.
•
Invoerartikelen.
4).
—
4)
•0
n
–
o5
‘:
•’
–
00)
—c
z
5
‘-
—
°
bn
1913.
100
100 100
100
100
100 100
100
1922.
208
166 172
170
175
181
129
170
1923.
207
163
174
170
169
180
150
173
1924.
213
164
167
160
168 178
155
173
1925.
208
161
160
150
165 172
146
166
October
1926.
178
156 150
1&4
175
164
133
158
November
,,
.
177
151
151
153
175 163
135
157
December
,,
. 175
152
149
151
173 162
136
156
Januari
1927.
176
151
150
152
173 162
136
156
Februari
.
179
151
152
152
175
163 132
156
Maart
.
172 149
153
152
175
161
129
154
April
.,
.
173 148
151
152
175
161
128
154
Mei
.
174
148
152
152 175
161
131 155
Juni
174
147
152
152 174
161
132 155
1)
20
art.
2)
12
art.
8)
12
art:
4)
15
art.
5)
13 art.
Kleinhandels prijzen.
De serie indexcijfer.s voor artikelen
van in- en -uitheemschen oorsprong iszoo samengesteld, dat
cle -inhee
,
msche en de uitheemsche groep geheel parallel zijn.
De -kleinhandeisprj-zen der inheemsche
artikelen onder-
gaan geringe wijzigingen, zoodat het gemiddelde prijsver-
loop van deze serie op eenzelfde niveau is gebleven, nI.
ongeveer
70
percent boven het niveau van
1913. –
Indexeijfers van kleinhaudeisprijzen van verbruiksartikelen
van in- en uitheemschen oorsprong te Batavia.
In-
heemoch
1)
Uit-
i
heemsch
1)
Totaal
1Voeding
2
)
1913114
100
100
100 100
1923 ..
194
173
.
183 182
1924 .
.
182
158
170
170
1925 .
.
169.
152
160
158
Juli
– –
1926 ..
167
146 157
154
Augustus
,,
…
167
148
.
157
155
September
,,
. .
167
148
158
155
October
…
170
145 158
155
7ovember
..
168
145
157
154
December
. .
171-
147 159
157
-Januari,.
1927
. .
–
168.
145
.
158
.
155
Februari
..
172
143
157
.156
Itaart
–
–
. .
169 143
156
154
April
.,
,,
. .
–
168
145
156
155
{ei
..
166
.
149
–
158
156
Juni
. .
‘167
149
158
155
Juli
–
. .
167
149
–
158
156
1).
ZO
artikelen.
2)
15 artikelen.
In de afgelopen maanden geven de
rijstprijzen
de sei-zoendaling te -zien, ook de prijs van suiker is gedaald even-
als in den groothandel.
Ook de
nitheemnsche artikelen,
waarvan het gemiddélde
prijsverloop op een belangrijk lager niveau staat dan .dat
v.an de -inheemsche, hebben zich op eenzelfde hoogte ge-handhaafd gedurende de laatste maanden.
Passerprijzen. De voorloopige cijfers over Juni jI. geven
voor de landbonwgewassen een geringe stijging te zien,
waarmede dus vermoedelijk de daling van de afgeloopen
maanden ten gevolge van de a-fkomende oogsten ten eiji –
1 de is.
De prijs van
icleppers
vertoonde in de eerste maan-den
1 van dit jaar een stijging, de overige artikelen, w.o. eieren,
vleesch, gedvoogde visch en Javaansche suiker blijven
stabiel.
MAANDCIJFERS.
EMISSIES IN AUGUSTUS 1927.
Prov. en Gemeentelijke Leeningen.
f
9.586.875,-
zijnde:
Nederland
• Gemeente Amsterdam
/ 8.750.000 4
0
/0
oblig.
8
98
0
0
1
) …………/
8.596.875
Gem. Zwolle
fl.000.000
•
4
obi. 8
99
0/. …… /
990.000
Bank- en Oredietinstellingen……
–
zijnde:
België
Aandeelen
Bauque de Bruxelles B.Fr.
•
50.000.000
aandeelen 8
2150/
s
……………. f?.525.000
Dvitschland
Üoudpandbriei,en
Bayerische Hypotheken-
und Wechsel-Bank
G.M.
3.000.000 6X o/
•
hyp. goudpandbrieven 8
958
14
0
/……………
f1.723.500
Bayerische Vereinsbank
G.M.
3.000.000 6X o/
hyp. gudpandbrieven 2
95V
4
o
o
…………..
/1.723.500
Hypotheekbanken
zijnde:
Duitschiand
Goudpand brieven
Preussische Zentralstadt-
schaftG.M.
5.000.000 6o/
goudpandbrieven
296
O/
f 2.880.000
– Industrieele Ondernemingen …..
zijnde:
Nederland
o
bligatiën
Provinciaal en Gemeentel.
Utrechtsch Stroomleve-
ringsbedr.
/650.000 4 o,
obi.
2 99
0
/0 ……….
f
64.500
Electr.-, Gas-, Tel.-, Telegr.- en Wa-
terl. Maatschappijen ………..
zijnde:
Duitschland
Obligatiën
Rheinisch.Westfiilisches
Elektrizitiitswerk A.G.
$ 1.500.000 6
0
/0
hyp.
goud-obl. 2
9511 U/… . f 3.581.250
Mijnbouwondernemingen ……….
zijnde:
Duitsohiand
Obligatiën
0
Verein. Stahlwerke A.G. 4.750.000 6h
0/
goud-
iiblig.
á
98X
o/ ……
fl1.696.875
Verein. Stahiwerke A.G.
$1.000.000
6K
ol
o
goud-
öblig. 8
97
/2.437.500
Tabaksondernemingen …………
zijhde:
Nederlandsch-Jndië
–
– Aandeelen
-) .flolland Sumatra Tabak
Mij.
f
200.000
aandeelen
2 155 o/ …………..f 310.000
10.972.000,–
2.880.000,-
643.500,-
3.581.250,–
14.134.375,-
310.000,—
14 September 1927
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
819
Diversen ……… ……………
f
4.189.500,- zijnde:
Dantzig
Obligatiën
Havenbestuur v. Dantzig
$1.500.000 634
0
/0
goud-
obi. á 90
0/………..
f
3.375.000
Engeland
Aandeelen
Seifridge Provine. Stores
£ 75.000 cert. v. aand.
90x
0
10 .. . ………
f
814.500
Totaal….
f
46.297.500,-
Totaal der emissies in Januari….
f
35.079.000,-
Februari ..
48.089.825,-
Maart . . . . ,,
44.212.687,50
April . . . . ,,
30.640.692,50
Mei ……,,
73.681.545,-
Juni ……,,
65.618.045.-
Juli ……,,
45.078.750,-
Augustus . . ,,
46.297.500,-
Algemeen Totaa].
f
388.698.045,-
1)
Deze leening diende geheel voor conversie.
Bovendien werd in de afgeloopen maand hier te lande
de inschrijving opengesteld op een beperkt bedrag certifi.
caten van aandeelen zonder nom. waarde tegen den koers
van $ 9=9 per shares, een beperkt bedrag 7
0′ oblig.
a
91
3
o
en op de volgende obligatieleeningen:
Rente- Emissie-
llongaarsch Katholiek fonds voor Guldens voet
koers
den Eeredienst …………….1.420.000 7
o,
97
o,i
R.K. Kerkbestuur der Parochie van
den H. Jozef te Rotterdam……140.000 5 ol
o
100
0/,
R.K. Kerkbestuur der Parochie van
dell. Maria Magdalena te Lütgen.
dortmund ………………….180.000
7 °/0
100
‘/0
Parochie van den H. Bartholomeus
te Ahien ………………….300.000 7 ol
o
99
f°10
Congregatie der Zusters van Liefde
van Namen ………………..100.000 7 ol
o
99101
Congregatie der Eerw. Zusters van
den Allerheiligsten Verlosser (Neu-
markt) ……………………130.000
7
o/
100 ol.
R.K. Kerkbestuur van de Parochie
van den H. Jozef, Velsen Noord. . 125.000 5
0
/0
100
0/
Katholiek Studiehuis te Freiburg. . 350.000
Of
oj
97
°io
POSTOHEQUE
EN GIRODIENST.
(In duizenden guldens).
l-
Aug. 1927
PL
Aantal j Bedrag
Aug. 1926
Aantal
Bedrag
Aantal rekeningen
op ult°.
……..
125.984 116.992
Bijschrjvingen ….
1.231.945
365.544
985.641
380.828
wegens:
525.879 89.165 420.374
78.681
a.
Stortingen ……..
b.
Overschrijvingen.
van andere rek.
705.945
246.375
565.267 302.146
van Ned. Bank.
121
29.972
2) 2)
o. And, onderwerpen
31
Afschrijvingen
. . . .
842.187 366.960 692.918
359.671
wegens:
..
202.445
73.478
180.042
57.484
5. Overschrijvingen.
van ander, rek.
614.344 246.375
486.834
302.146
van Ned. Bank.
899
46.773
2) 2)
a. Chèques
………
c.
And. onderwerpen
24.499
34
26.042
41
Gezamenlijk tegoed
op ultO
93.131
88.700
Bedrag der beleg.
ging
1)
69.186
71.883
Het bedrag, dat vroeger tegen vergoeding van rente
aan de schatkist werd verstrekt, wordt tegenwoordig, voor
zoover het nog niet voor vaste belegging is aangewend, te
zonnen met andere bedragen in rekening-courant met het
Staatsbedrijf der posterijen en telegraf ie begrepen en is
daarom niet meer in het bedrag der belegging begrepen.
Sinds Juli 1926 overschrijvingen Ned. Bank afzon-
derlijk.
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.
N.B.
***
beteekent: Cijfers nog niet ontvangen.
GELDKOERSEN.
BANKDISCONTO’S.
N d
riscissels.3f S
Oct.’25
Zwits.Nat.Bk.3f
22 Oct.’25
Bk
‘
el.n. Eif. 4f
3Feb.’27
N.Bk.v.Denem.
5 24 Juni’26
rsch. inR.C. 51
3Feb.’27
ZweedscheRbk 4
21 Apr.’27
Javasche Bank…..4
14 Juli’26
Bank v.Noorw. 41
26 Oct. ’26
Bank van Engeland 412lApr.’27
Bk. v. Tsjecho.
Duitsche Rijksbank
6 10Juni’27
slowakije .. 5
8Mrt. ’27
Bank v. Frankrijk.5
14Apr.’27
N.Bk.v.Ø’rijk.
Gf
24Aug.’27
Belgische Nat.Bnk. 5
22Juni’27
N.Bk.v.Hong. 6
25Aug.’26
Fed. Res.BankN.Y. 3f
4Aug.’27
Bank v. Italië. 7
17Juni’25
Bank van Spanje.. 5
23Mrt.’23 Z.-Afr.Res.bnk Sf
OPEN MARKT.
1927 1926
11
1925
1914
os
ep
,
t
5110
129 Aug./
22127 61I1
7112 20124
Sept.
3Sept.
Aug.
Sept. Sept.
Juli
Am,terdam
Partic.disc.
311291i6
3i/_9/
3/i6’/2
331_11
2
13
116
3’/,o-/,o
3
1
/_
3
11,
Prolong.
3314
312-4
331
4
.4
3114_4
2
3
14-3
3
1
12
211
4
81
4
Londen
Daggeld ..
3_
1
11
3.411
4
3.4114
23
112
3_4114
2
1
123314
1814
2
Partic. disc.
4
116
4
116
45
/16
4
5
116-
8
19
41
12
–
116
314-18
211
4
.31
4
Berlijn
Dageld ..
4
1
1-6
4(12_8
413
4
_9
411
4
_5
4113.4.314
79
–
Partic.disc.
1
30.55 d..
.
5718
5
7
18
518-6
531
4
.71
5
471_5
711..31
–
56.90 d..
.
51
57/,
571
8
53j
4
_71
8
431
4
7.114
211-11
Waren-
wechsel.
6
1
18
6_01
4
6
1
18-6
3
18
6-
3
18
51
14_
1
13
811-9
–
New
York’)
Cali money
4.11
4
31/
3
.411
4
31/
3
_31
4
331
3
_31
4
5.11
4
4.5114
1314’2111
Partic. disc.
391
4
311
4
311
4
31/4.114
1
4
351
5
.31
4
–
1) Cali money-koers van 9 Sept. en daaraan voorafgaande weken t(m
Vrijdag.
WISSELKOERSEN.
KOERSEN IN NEDERLAND.
Data
New
Londen
Berlijn
Parijs
Brussel
Batavla
York”)
•)
0)
0) 0)
1)
6 Sept. 1927
2.499/,
12.12+
59.35
9.78
34,741
100
7
,,
1927
2.4991,,
12.13
59.351
9.78
34.741
100
8
,,
1927
2.499/,
19
.
13
‘
59.36*
9781
34.74
100
9
,,
1927
2.49%
12.13%
59.36
9,78
1
34.751
100
10
,,
1927
–
12.13o
59.35
9.78*
34.751
100
12
,,
1927
2.4991,,
12.13%
59,34
1
9.781
34.75
100
Laagsted.w.1)
2.49%
12.12i,
59.33 9.771
34.73
99
Hoogste d.wl)
2.491,
12.131
8
59.37
9.79 34.76
1Oo3.
5 Sept. 1927
2.4991,
12.13
59.351
9
.
78
*
34.741
LOO
29 Aug. 1927
2.49′
8
12.13T79
59.41
9.78f
34.75
100
Muntpariteit
2.48%
12.10
8
%
59.26
48.-
34.59
100
Data
Zwit
serlan
Weenen
Praag
Boeka-
Milaan
Madrid
rest’)
‘S
.)
)
6 Sept. 1927
48.12
35.20
7.40
1.55
13.53*
42.16
7
,,
1927
48.12%
35.20
7.40
1.55
13.56
42.15
S
,,
1927
48.12% 35.20
7.40
1.55
13.55*
42.09
9
,,
1927
48.13
35.20
7.40
1.53
13.5%
42.08
10
,,
1927
48.13
35.171
7.40
1
.52*
–
–
12
,,
1927
48.14
35.20
7.40
1.521
13.57
42.171
Laagited.w.1)
48.09
35.15
7.39 1.50
13.52
42.05
Hoogste d.wl)
48.15
35.25
7.41
1
.57*
13.59
42.20
S
Sept. 1927
48.12%
35.20
7.40
1.55
1
13.53
42.10
29 Aug. 1927
48.14
35.17f
7.40
1.50
13.501
42,011
Muntpariteit
48-
1
35.-
1
2
48.- 48.-
48.-
a a
D t
Stock- holm
)
Kopen-
hagen)
°
Hel-
iOf
Buenos-
Aires’)
Mon-
treali)
6 Sept. 1927
67.-
86.80
65.471
6.29 106%
2.4961
9
7
1927
67.-
66.80
65.721
6.29 106%
2.49%
8
,,
1927
67.021
66.80 65.85 6.29
106%
2.49%
9
,,
1927
67.05
66.80
65.721
6.29
106%
2.49%
10
,,
1927
67.05 66.80 65.75 6.29
10681
8
2.49%
12
1927
67.071
66.80
65.95
8.29
106%
2.49%
Laagated.w.1)
86.95 66.75
65.30
8.28
106%
2.4911
8
Hoogste d.wl)
67.08
66.85
66.-
6.31
106% 2.497
4
5 Sept. 1927
67.02f 66.82f
85.40
6.29
106%
29 Aug. 1927
67.02f
66.83*
64.85
6.30
10611
8
2.49%
Muntpariteit
86.67
1
66.67
64.67
8.26f
10581
5
2.48%
•) Noteering te Amsterdam. “) Noteering te Rotterdam.
8) Particuliere opgave.
2) Wettelijk gestabiliseerd tusschen
7.534j
en 7.21
1
1.
In het eerste nummer van iedere maand komt een overzicht
voor van een aantal niet wekelijks opgenomen wsselkoersen.
820
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
14
September
1927
KOERSEN TE NEW YORK. (Cable).
D
a a•
Londen
($ per £)
Parijs
($ P. 100 fr)
Berlijn
($ p. 100 Mk.)
Amsterdam
(3
p. 100 gid.)
6 Sept.
1927
4,861/
10
3,92
23,7834
40,07
7
,,
1927
4,86’i
3,92
23,78%
40,07
8
,,
1927
4,86%
3,92’1
23,79
40,68
9
,,
1927
4,8651,
3,92
1
18
23,79
40,07%
10
,,
1927
4,8631
1
3,92
1
1
8
23,78%
40,07
12
,,
1927
4,8631
16
3,92
1
18
23,78%
40,07%
13 Sept.
1926
4,859i,,
2,86
23,8111
40,10
Muntpariteit
.
4,8667 19,30 23,81%
40
KOERSEN TE LONDEN.
Plaatsen en
Landen
Noteerings-)
eenheden
27
Aug.
1927
1
3Sept.
1
1927
ILaagsteHoogstej
5110
Sept.
1927
10
Sept.
1927
Alexandrië. .
Piast. p.
979
974
9771,
97
8
188
97%
Athene
….
Dr. p.
£
371%
366%
364
369
366
Bangkok …
Sh. p. tical
1110%
11108
8
1110
T
5
118
11
10
r’s
1110
Tï
Budapest
.
..
Pen. p.
£
27.79
27.79
27.76
27.82 27.791
B. Aires’). ..
d. p. $
4771
8
47
18
116
47
1
51
J
4
48
47
31
1
32
Sh. p. rup.
115718
1j5
1/581/
16
I”
1c
s
1
s
1/581/32
Constantin..
Piast.p.c
967% 960 950
970
960
Hongkong
. .
Sh. p.
$
111118 f5
Pil”
1
52
1/11
8
/
8
2/0z/,
‘/”H
Kobe
.. …..
Sh.p.yen
111110
SV
111”
1
1111%
lii”
I
52
Pil”
I
T
Lissabon’)
. .
d. per Esc.
2
71
65
2s
2
5
18
27/
IS
2”
/82
Mexico …..
d.per$
..
24
24
23
25
24
Calcutta ……
Montevideo’)
d. per
$
49%
9
‘/8
9’18
49%
494
Montreal’) .
…
$
per
£
4.85
27
52
4 8
t
‘
“TV
4.8571
8
4.86*
86
T2
R.d.Janeiro’)
d. per Mii.
527?
132
565?
164
5271
32
Sij
5551
84
Shanghai ..
.
5h. p. tael
21571
8
2;571
8
2/5%
21651
8
65
0
-?
/16
Singapore. ..
id. p. $
213%
-1
‘)13481
/84
213151
33
2
;
318
i,
2/3
49
/64
Valparaiso
‘).
$ p.
39.81
39.80
39.75 39.80 39.75
Warschau
..
Zi. p. £
4334
43%
43
‘
433f
‘1
1
eiegranscn transtert. ‘j sv ag.
ZILVERPRIJS
COUDPRIJS 8)
Londen’)
N.York2)
Londen
5 Sept. 1927..
25′
–
5 Sept. 1927
84/1111
4
6
,,
1927..
2551
15
547/
6
,,
1927….
84/11%
7
,,
1927..
2551
8
55
7
,,
1927
8411134
8
,,
1927..
25%
55%
8
,,
192
….
84/11
1
4
9
,,
1927—
2591,
5518
9
,,
1927
84111%
10
,,
1927.. 25%
5534
10
,,
1927
84/11%
11
Sept. 1926..
287/,
8
61%
ii Sep.t. 1926
84/11%
20 Juli
1914.. 24
,
sl
ie
5411
5
20 Juli
1914
84/11
1)
in pence p. oz. stand.
1)
Foreign 8llver In tc. p..oz. fine.
8)
1fl
8h. p. oz. fine
STAND VAN ‘s RIJKS KAS.
De Minister van Financiën maakt bekend:
Vorderingen.
1
30Aug.1927
1
7Sept.1927
–
1
–
Saldo b. d. Bank voor Ned. Gemeenten
f
38.327,64
,,
129.418,43
Voorschotten
op
ultinio Juli 1927 aan
de gem.
op
voor haar door de Rijks-
administratie te heffen gemeentelijke
inkomstenbelasting en opcenten
op
de Rijksinkomsten belasting……….
18.366.718,29
,,
18.366.718,29
l3.293736,49
,,
12.991.517,89
Saldo bij de Nederlandsche Bank………
Kasvord.we. credietverst.ajh. buiteni
,,
122.456.342,-
,,122.438.362,32
Daggeldleeningen
tegen onderpand
6.900.000,-
,,
4.000.000,-
Voorschotten aan de koloniën…………
Saldo der postrekeningen van Rijks-
van Staalsschuldbrieven
………..
18.683.819,57
,,
16.796.331,78
comptabelen
……………………
Vordering op het Staatsbedrijf der
P.,
–
–
T.
en
T.’)………………………….
Id.
op
andere Staatsbedrijven
2)
3.12.5.348,03
,,
3.125.348,03
V
er_pli_c
h
t
i
n_ge_n.
Voorschot door de Nederi. Bank
….
f
10.735.6/6,82
f
9.283.715,89
Schatkistbiljetten in omloop’) ……..
,,
58.720.000,-
,,
58.720000.-
Schatkistpromessen In omloop
……
17.270.000,-
,,
17.270.000,-
Waarvan direct bij de Ned. Bank..
–
–
Schuld a.d. Bank v. Ned. Gemeenten 2)..
–
–
..
…
Id. a. h. Alg. Burg. Pensioenfonds’)
..,,
2.574.021,08
,,
3271.633,01
Zilverbons in omloop
…………….,,
11.969.078,-
,,
12.128.679,-
Id. a. h. Staatsbedrijf d.
P., T.
en
T.
2)..,,
39.595.388,41
,,
33254.873,98
Id. aan andere Staat8bdrijven3)……..1.080.0(10,-
.,
1.080.000,-
Id. aan diverse instellingen
2)
.
..
5.294.773.86
,,
5.340.346,28
Waarvan
f
12.056.000 vervallende
op 1
Juli 1929.
In rekg.-crt. met
‘s
Rijks Schatkist.
NEDERLANDSCH.INDISCHE VLOTTENDE SCHULD.
1
3 Sept. 1927
1
10Sept.1927
Vorderingen:
Saldo bij ‘s
Rijks kas
…………….
–
–
Saldo bij de Javasche Bank
……….
.
f
3.558.000,-
/
3.494.000,-
Verplichtingen:
Voorschot uit
‘s
Rijks kas aan N.-Indië
,,
3.914.000,-
…
,,
2.822.000,-
Voorschot Javasche Bank aan N.-lndië
.
Schatkistpromessen in omloop …….
,,
400.000,-
,,
400.000.-
,29.717.000,-
.
,,
29 579.000,-
Muntbiljetten in omloop
…………..
Schuld aan het Ned.-Ind. Muntfonds..
,,
2.432.000,-
,,
2.432000,–
Idem aan de Ned.-lnd. Postspaarbank.
,,
1.393.000,-
•
1.379.000,-
NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans
op
12 September i927.
Activa.
Binnenl.Wis.(Hfdbk.
f
107.785.583,26
sels, Prom.,
Bijbnk.
17.933.854,86
enz.indisc.Ag.sch.
14.953.862,27
‘
140.673.300,39
Papier
o.
h. Buitenl. in disconto
–
Idem eigen portef..
f
131.828.563,-
Af :Verkochtmaar voor
debk.nognietafgel.
131.828.563,
Beleeningenllfdbk.
f
50.913.380,46
in rek -crt
Bijbnk.
,,
8.366.978,60
Ag.sch.
,,
72.118.689,98
op
onerp:
/
131.399.049,04
Op Effecten……../
123.898.849,04
Op Goederen en Spec.
,,
7.500.200,-
131.399.049,04
Voorschotten a. ii. Rijk
……………..
,
698.502,03
Munt en Muntmateriaal
Munt, Goud
……
f
67.933.905,-
Muntmat., Goud
..
318.274.399,36
/
386.208.304,36
Munt, Zilver, enz. • ,,
27.404.875,34
Muntmat., Zilver..
,
–
11
413.613.179 70
Belegging
1
1
6
kapitaal, reserves en pen.
sioenfonds
……………………,,
23.644.238,52
Gebouwen en Meub. der Bank
……..
5.000.000,-
Diverse rekeningen
………………
34.647.513,66
(8
Paselva
____81.504.346,3
Kapitaal ………-.
.-.. …. . .-.
……
f
20.000.000,-
Reservefonds …….
…………….,,
.
7.027.840,39
Bijzondere reserve …….
,,
8.000.000,-
Pensioenfonds
…………………..,,
4.710.419,49
Bankbiljetten in omloop…………..
,,
805.632.155,-.
Bankassignatiën in omloop ………..
,,
241.230,38
Rek.-Cour.
fi
Het Rijk
f
–
saldo’s:
k
Anderen,, 28.215.435,80
,,
28.215.435,80
Diverse rekeningen
…………… .. .
,,
7.677.265,28
f
881.504.346,34
Beschikbaar metaalsaldo ………….f
246.339.133,17
Op de basis van
21,
metaaldekking..
.
,,
79.521.368,88
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop
dan waartoe de Bank gerechtigdis.
,,
1.231.695.665,-
Voornaamste posten in duizenden guldens.
Goud
Andere
Beschikb.
Dek-
Data
Munt
1
Muntmat.
Circulatie
opeischb.
i
schulden
Metaal- Ikings
saldo
perc.
12 Sept. ’27
67.934
38.274
805.632
28457
246.339
49
5
,,
’27
67.990
318.276
817.361
26.857
244.650
49
29 Aug. ’27
68.006
318.276 802.977
22.358
249.146
50
22
’27
68.057
318.276
788.180
47.970
247.182
50
15
,,
’27
68.061
318.276
794.696 44.237
246.428
50
8
’27 68.053
313.276
804.356
40.625
245.011
48
13 Sept.’20
63.314
356.290 827.878
44.588 271.549
51
25
Juli
’14
65.703
96.410
310.437
6.198
43.5211)
54
Totaal
SchatKist-
B l
ee-
Papier
Diverse
Data
bedrag
disconto’s
promessen
1
rechtstreeks
ni
op
het
buitenl.
reke-
ningen
2)
12 Sept. 1927 140.673
–
131.399
131.821
34.648
5
,,
1927 138.585
–
134.180
131.728
31.856
29 Aug. 1927 134.119
–
131.812
131.651
31.275
22
1927 148.252
–
128.075
131 576
31.407
15
1927 153.323
–
126.657
128.974
33.201
8
,,
1927 161.105
–
128.790 126.726
31.436
13 Sept. 1926
51.340
–
133.336
218.207
48.554
25 Juli
1914
67.947
14.300
61.686
20.188
509
1)
Op de basis van
2
/1
metaaldekking.
2)
Sluitpost activa.
SURINAAMSCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens.
Data
Metaal
/Q
Andere
opeischb.
schulden
Discont.
1V.
re e-
n ng n
6 Aug.
1927—
1.000
1.615
572
965
590
30 Juli
1927..
1.010
1.613
557
963
565
23
,,
1927..
1.011
1.469 616
950
448
16
,,
1927…
1.010
1.486 529
945
446
9
,,
1927-
1.011
1.530 491
947
402
7 Aug.
1926..
1.069
1.591
716
888 388
5
juli
1914..
645
1.100
560
735
396
‘.1 08U’LUSL sier dCL,va.
14 September 1927
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
821
JAVASCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens. De samengetrok-
ken cijfers der laatste weken zijn telegrafisch ontvangen.
Andere Beschikb.
Data
Goud
Zilver
Circulatie opeischb. metaal-
schulden saldo
10Sept.1927
20
1
.801)
326.800
68.900 123.660
3 ,, 1927
203 600
325.300
74.800 123.580
27 Aug.1927
204.000
325.300
69.300 125.080
6Aug.1927 184.332
20.377 327 049
54.234 128.853
30Juli1927 184.674
21.301
326.241
57.015 129.845
23
1927i 184.731
21.395
324.377
58.953 129.870
16
1927 151.824
21.998 322.130
62.796 127.284
11Sept.1926 199.021
30.171 334.234
55.044 151.785
12Sept.1925 132.313
43.390 325.048
61.657 98.973
25Juli 1914 22.057
31.907
110.172
12.634
4.842k)
1
Dis-
Wissels,
Dek-
Data
1
1
buiten
Belee-
reke-
kin es-
conto’s
1
N.-Ind.
ningen
ningenl
Diverse
)
1
betaaib.
taae
10Sept.1927
171:500
51
3
,,
1927
172.400
51
–
27Aug.1927
169.800
*8* 52
6Aug.1927
ïT061
29.520
89.901
46.331
54
30Juli1927
14.091
30.585
86.153
48.976
54
23
,,
1927
14.265
30.468
83.805
16.086
54
16
1927
14.521
27.941
82.461
47.767
54
118ept.1926
12.235
24.224
83.164
43.686
59
12Sept.1925
17.752
29.008
102.290
58.870
46
25 Juli1914
7.259
6.395
47.934
2.228
44
‘)
Sluitpost activa.
2)
Basis
2
15 metaaldekking.
BANK VAN ENGELAND.
Voornaa.uiste posten, onder bijvoeging der Currency Notes,
in duizenden ponden sterling.
Data
Metaal
Circulatie Currency Notes
Bedrag
1
Bankbil;.
1
Gov. Sec.
7 Sept. 1927 151.880 137.026 297.921 56.250 248.403 31 Aug. 1927 151.240 137.449 295 900 56.250 246.273
24
1927 151.492 136.430 295.490 56.250 245.881
17
1927 151.949 136.887 297.017 56.250 247.438
10
1927 152.700 137.492 299.253 56.250 249.797
3 ,,
1927 152.269 138.342 300.885 56.250 252.169
8Sept. 1926 155.393 140.303
1
290.650 56.250 239.912
22 Juli 1914 40.164 29.317
–
–
–
1
Gov.
1
Other
Public
1
Other
Dek-
Reserve, kings-
Data
1
Sec.
1
Sec.
Depos.
Depos.
7 Sept.’27 57.438 42.142 21.178 94.745 34.604 2971
8
31Aug.’27 58.447 41.639 22.149 93.200 33.541 29
24 ,,
1
27 55.422 48.140 17.424 102.737 34.812 29
17
’27 49.957 51.588 17.794 100.458 34.862 29
10
’27 47.442
49.160 11.790 101.641 34.958 3071
s
.3 ,, ’27 52.077
44.741
9.522 102.840 33.677 30
8Sept.
1
26 31.993 70.605 13.005 106.161 34.840 29
22 Juli ’14 11.005
33.633 13.736 42.185 29.297 52
1)
Verhouding
tussclaen
Reserve
en Deposits.
BANK VAN FRANKRIJK.
Voornaamste posten in millioenen franes.
Waarvan1
Tegoed
Wis-
Belee-
Data
Goud
in het
JZilverI
in h t
5
1
sels
ningen
buitenl.’)
1.864
343
buite,il.
lbuttenl.
8Sept.’27
5.546
53
1
.3
2
51
7
1.680
1
,,
’27
5.546
1.864
343
57
1.968
6
1.618
25Aug.’27
5.546
1.864
343
53 1.727
5
1.631
18
’27 5.546
1.864
343
53
1.476
8
1.663
11
’27
5.546 1.864
343
52
1.382
7
1.693
9Sept.’26
5.549
1.864
339
79
5.061
17
2.236
23 Juli’14
4.104
–
640
–
1.541
8
769
Buit.gew.
1
Schat-
1
Diver-
Rekg. Courant
Data
voorsch.
lald.
StaatI
1 kistbil-
sen
3)
Circulatie
Parti-
1 Staat
2)1
letten
culierenl
8Sept.’271 24.500
5.794
24.302
54.117
10.882
74
1
,,
‘271
24.650
5.777
23.565
53266
10.698
93
25Aug.’27
25.050
5.775
23.965
.
52.672
12.445
79
18
’27
25.350
5.774
23.677 52.925
11.976
147
ii
’27
25.550
5.768
23.960
53.282
12.068
185
9Sept.’26
37.000
5.453
4 575
55.458
2.936
28
23 Juli’14
–
– –
5.912
943
401
1)
Waarvan
t,esChikoaar
4i
mtlI,oen. ‘) In aisconto
genomen
wegens
voorsch. v. d.
Staat aan buiteni. regeeringen.
3)
Sluitpost activa.
DUITSCHE RLJKSBANK.
Voornaamste posten in millioenen Reichemark.
Daarvan
Deviezen
Andere
Data
Goud
bij bui-
als goud-
ivissels
Belee-
ten!. circ.
dekking
en
ningen banken
1)
geldende
cheques.
7 Sept. 1927
1.852,6
66,5
157,2
2.498,5 27,4
31 Aug. 1927
1.852,7 66,5
157,3
2.661,6
67,1
23
1927
1.831,2 66,5
167,9
2.092,6 25,0
15
1927
1.831,2
66,5 168,6
2.193,9
46,4
7
1927
1.805,1
62,0
191,0
2.357,3
29,5
7 Sept. 1926
1.518,7
200,4
483,1
1.281,5
7,5
30 Juli
1914
1.356,9
–
–
750,9
50,2
Data
Effec-
Diverse
Circu-
Rekg.-
Diverse
ten
Activa
2
)
latie
Crt.
Passiva
7 Sept. 1927
92,3 510,5
3.800,0
685,6
380,1
31 Aug. 1927
92,3
479,5
3.934,7 723,8
375,3
23
,,
1927
92,3
532,5 3.406,9
711,3
381,2
15
,,
1927
92,3
505,4 3.592,5 597,0
394,4
3
,,
1927
92,3
493,5
3.769,8
568,2
366,6
7 Sept. 1926
91,4
666,0
3.101,7 573,4
140,8
30 Juli
1914
330,8
200,4
1.890,9
944,-
40,0
‘)
unoelast.
‘)
w.o. k(entenl3anksdneine
7
Sept.;
31, 2, 15, 7 Aug. 27
7 Sept. ’26, resp. 75 35; 113; 46; 63; 186 miii.
NATIONALE BANK VAN BELGIË.
Voornaamste posten in millioenen Belgas.
Data
Goud
1
0.
.
ZZ
.LR
Rekg. Crt.
0
1927
.
8 Sept.
659
462
1
41
491
36
400
1.973
12
74
1
,,
658 457
41
479
41
400
1.973
18
55
25 Aug.
658
445
41
471
1
38
400 1.926
18
79
18
658 445
41
465
1
42
400 1.929
15
77
11
.
655 449
41
472
1
38
400
1.947
6
74
‘) AaU cIC sdnatKist geceaeera.
VEREENIGDE STATEN VAN NOORD-AMERIKA.
FEDERAL RESERVE BANKS. Voornaaniste posten in millioenen dollars.
Goudvoorraad
Wettig
Wissels
Data
betaal-
middel,
Totaal
Dekking
In her-
1
disc.
v.
d.
1
In de
open
bedrag
F.
R.
Notes
Zilver
etc.
member
1
markt
banks
1
gekocht
24Aug.’27
3.009,8
1.656,0
147,7
414,2
178,8
17
,,
1
27
3.002,9 1.678,3
145,9
390,5
170,9
10
,,
’27
3.008,0
1.657,6
146,2
413,1
175,7
3
,,
’27
3.010,0
1.628,6 152,2
445,4
177,9
27Juli’27
3.023,5
1.700,0
15.7,3
398,1 169,4
20
,,
’27
3.011,7
1.704,9
159,3
403,3
185,4
25Aug.’26
2.840,6
1
1.498,1
137,3
1
570,6 254,6
Data
Belegd
in
u. s.
e
.
Notes
1
–
I
Gestort
1
Dek-
Algem.
Dek-
Gov.Sec.
in circu-1
sit’s
Kapitaall
kings-
kings-
1
latie
1
_I
perc.’)
perc.i)
24Aug.’27
444,8
1.670,8
2.353,9
130,7
74,8
78,5
17
,,
’27
441,5 1.664,5
2.347,0
130,4
74,9
78,4
10
,,
’27
420,3
1.668,5
2.354,1
130,1
74,8
78,5
3,,
’27
407,3 1.672,5
2.393,6
129,9
74,1
77,8
27Juli’27
385,0
1.662,0
2.330,0
129,8
75,8.
79,7
20
,,
’27
385,8
1.692,6 2.346,3
129,8
74,9 78,8
25Aug.’261
321,2
1.692,6
12.258,0
1
123,5
1
71,9 75,4
-,
verriuuuing Iotu,en guuuvourraau iegenover upeuscnoare scnuluen:
F. R. Notes en netto deposito.
2)
Verhouding totalen
voorraad
munt-
materiaal en wettig
betaalmiddel tegenover
idem.
PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BTJ HET
FED. BES. STELSEL.
Voornaamste posten in millioenen dollars.
Data
1
Aantal
banken
Dis-
conto’s
en
beleen.
14.621
Beleg-
gingen
________
Reserve
1
bij de
I
F.
R.
1
banks
11.668
depo-
Totaal
sifo’s
1
Waarvan
time
deposits
17 Aug.’27I
681
5.913
1
19.573
1
6.251
10
,,
‘271
661
14.628
5.943 1.714
1
19.850
1
6.253
3
,,
‘271
661
14.583
5.948
1.745
1
19.608 6.229
27Juli
‘271
662
14.488
5.992
1.677
1
19.506
6.210
20
,,
‘271
662
14.492
5.986
1.704
1
19.524
6.188
18Aug.’261
697
14.065
1
5.620
1.643
18.694
5.706
an net einj van ieuer Kwartaal wordt een overzicnt
gegeven van enkele niet wekelijks opgenomen bankstaten.
822
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
14 September 1927
EFFECTENBEURZEN.
Amsterdam, 12 September 1927.
De internationale fondsenmarkten hebben gedurende de
achter ons liggende ‘berichtsperiode over het a1geeen een
opgewekt aspect gehad. Te -B er Jij n is dit pas tegen het
einde van de beriehtsweek tot uiting gekomen. VOör (tien
tijd was de stemming doorgaans mat, doch geleidelijk is
hieHu een aanmerkelijke verbetering gekomen. Het -is niet
gemakkelijk de juiste factoren te noemen, waaraan deze
wijziging in de beur-ssteniming moet ‘worden toegeschreven.
In de eerste plaats kan de gang van zaken te
–
GenOve wor-
den aangeduid; over het algemeen beschouwt men deze te
Berlijn als van bevredigenden aard. Vervolgens heeft de
stand van de geidmarkt bijgedragen tot het ontstaan van grooter vertrouwen. Dit alles is gepaard gegaan -met tal van geruchten, o.a-. omtrent de uitbreiding van kapitaal
dodr •de I.G. Farbenindustrie. Hoewel door de directie van deze onderneming is tegengesproken, dat plannen dienaan-
gaande -worden overwogen, had men ter -beurze toch het ge-
voelen, dat ,,iets” verwacht moest worden. Juist het. vage
van -deze verwacltin-g heeft koopers in de markt gebracht,
waarvan de gansche beurs den gun.stïgen -invloed heeft on-
dervonden. Ten slotte heeft het bericht, dat de Deutsche
Bank in New York een leening ad 25.000.000 zou opnemen
-ten behoeve van kleinere industrieele ondernemingen een
bevruchtenden tinvdoe,d op de markt uitgeoefend, temeer,
omdat het gerucht liep, dat ook andere bankinstellin-gen
tot een dergelijke handelwijze zouden over-gaan.
De markt te Lo n d en heeft een bijzonder levendig ver-
loop gehad. Niet ten aanzien van -de beleggingsmarkt, want
het regeeringsaan-bod van een nieuwe convers-ie
–
leening heeft
eerder een drukkenden invloed uitgeoefend. Daarentegen
was er niet voldoende materiaal ter markt om de vraag
naar tal van industrieele aandeelen te bevredigen.
Ook te N e w Y o r k is de beurs vast geweest, terwijl
ruime omzetten plaats hebben gevonden. In tegenstelling
met Londen heeft te New York ook de beleggingsmarkt de
vruchten hiervan kannen plukken. Het aanbod van de re-
geering ad $ 250 millioen certificaten met een looptijd van
zes maanden en van een even groot bedrag 3-jarige 3%, pCt.
Notes heeft een goed onthaal gevonden. De verschillende
aandeelen werden grif uit de markt genomen, in verband
met de ruime geldmarkt en met de verwachting van een
uitbreiding van zaken in den aanstaanden herfst.
Ook te P a r ii s is een aanmerkelijke verandering ten
gunste ingetreden. Bijna voortdurend is de fondsenmarkt
hier opgewekt geweest, waartoe niet -alleen het Fransche
publiek, doch ook -de arbitrage heeft bijgedragen. Vrijwel
alle soorten aandeelen verclen tegen hoogere prijzen uit de
markt genomen, zoodat de stemming van de markt voort-
-durend vaster is geworden.
Te n o na e n t -heeft de markt een vrij sterk verdeeld
karakter -gehad. De
beleggingsafdeeling is
bijzonder rustig
geweest. Koersvera-nderingen van eenige beteekenis hebben
niet plaats gevonden en ook de omzetten waren van beschei-
den aard. 6 pCt. Ned. Werk. Schuld 1922: 105111, 1Q55/
,
–
105
9
116;
4%. ipCt. Ned. Werk. Schuld 1917: 100i,, 100’/
4
,
100
3
/8; 436 .pCt. Ned. Indië 1926: 98
5
15,
9836, 981ia; 5 pCt.
Braeiië 1903 £ 100: 83, 82%, 83
3
/
8
; 8 pCt. Sao Paulo 1921:
105
15
118,
105%, 105%.
Daarentegen heeft de af deeling voor industrieele fondsen
sterk de aandacht getrokken, wel-licht in overeenstemming
met de -stemming te Londen voor dergelijke papieren. Vooral
aandeelen Jurgens -en Zweedscko Lucif er Maatschappij kon-
den een belangrijke ‘koersstijging boeken. In den 1oop van de
berichtsweek zijn ook kuustzijdesoorten op den voorgrond getreden, -in overeenstemming zoowel met Berlijn als met
Londen voor de desbetreffende fondsen. Aandeelen Pbilips
daarentegen waren eerder ‘iets aangeboden. Gevraagd waren
ook aandeelen Heemaf, op berichten van een gunstigen
-gang van aaken. Centrale -Suiker Mij.: 126%, 125, ‘126;
Heeinaf: 105, 112, 108%, 109, 11034 ; Ho-ll. Kunstzijde-In-
-dustrie: 118%, 123%, 124, 123
5
/8; Jurgens:
19
3%
–
, 197%,
208%, 214%, 20-9
3
/
4
; Maakubee: 1093/
4
, 114%:, 113%, 114%;
Ned. Kuustzijdefabriek: 351%, 355, 369%, 364
1
/4,
369%;
Philips Gloei-lampenfabriek: 474%, 472, 479, 467%;
Zweed-
sche Ixucifers Mij.: 324%, 328, 337, 337
1
/
2
.
TabaJcsaandeelen ‘
waren opgewekt, zoowl voor Sumatra-
als voor Javasoorten. De nadering van de najaarsinchrj-
vingen en de berichten omtrent den aanstaanden o
–
ogst heb-
ben hier een stimuleerende uitwerking gehad. Arendaburg: 678, 670, 674, 675; Besoeki Tabak: 30, 5
–
29, 540, -548; Deli
Batav-ia: 549, 546%,
549%,
549; Deli Mij.: 477, 483%,
484%, 481; Ngoepit: 425, 427, 429, 432; Oostkust: 262%,
265%, 267%,
2-64; Senemba.h: 47934, 482
1
/
2
, 488, 491.
Daarentegen ibleek de
rubbermarict
eenige neiging tot
reactie te vertoonen. Vermoedelijk heeft dit in verband ge-
staati niet de verwachting van een nieuwe toeneming van
de voorraden te Londen, welke in de achter ons liggende
beri-chbsweek plaats heeft -gevonden. Amsterdam Rubber:
300%, 301%, 299%, 297; Deli Batavia Rubber: 244
1
/2;
24934, 242
1
/
4
; Hessa Rubber.: 450%, 446, 449, 446;
Indische Rubber: 337%, 335, 339, 337; Java Caoutchonc:
2
00%, 20634, 204, 205 ; Majanglan{len : 310, 314, 317 ; Ned.
mcl. Rubber & Koffie: 347, 339, 336, 335; R’dam Tapanoeli:
158, 160, 156
1
/, 154%; ‘Serbadjadi: 302%, 304%, 301%;
Sumatra Caoutchouc: 278, 277,
2
70%, 267; Sumatra Rub-
her: 294, 29636, 290%, 291%; Vereenigde md. Cultuur-
oud.: 199, 1-97
1
/
8
, 194%, 192%; Intercontinental Rubber:
12
9
/, 12%, 12%.
Swikeraandeelen
hebben evenmin hun opvaartsche be-
aveging weten voort te zetten. Na de krachtige koersver-lief fing van de vorige week hebben winstnemingen hun
invloed doen gelden,
–
zoodat het algemeene niveau iets
lager is geworden. Cultuur Mij. der Vorstenlauden: 193,
1
90%,
18
8%, 189%; Haadelsvereeniging Amsterdam:
81
0%, 807, 794%, 800; Javasche Cultuur Mij.: 436, 431%,
426, 423%, 431; Krian: 259, 260%, 256, 2587
2
; Moormann:
460, 461, 458, 456; Ned. Ind. Suiker Unie: 322, 317%,
3134 311, 315%; Pagottan: 331, 325, 320-; Poerwo-redjo:
138%, 135%, 135?/8; Sindanglaoet: 478, 476, 477%; Tjep-per: 820; Watoetoelis Poppoh: 935, 945, 925, 930.
Petrole1nrtee15ieleu
hebben wederom een -gunstiger hou-
ding aangenomen, -nadat bekend werd, -dat de strijd tus-
schen de Koninklijke Petroleum Maatschappij en dc Stan-dard Oil groepen een milderen -vorm had aangenomen en
dat -wellicht overeenstemming inzake de Russische olie ver-
kregen zou kunnen worden. Kenig optimisme is hiervan
het gevolg geweest, ‘waarmede vrij groote koop-orders voor
aandeelen Koninklijke Petroleum Maatschappij gepaard zijn
gegaan. Dordtsche Petr. Ind. Mij.: 323%, 331, 337%, 335,
333%; Kon. Ned. Petr. Mij.: 347, 355, 358,
356
/s, 357;
Perla,k Petroleum: 73%, 76%, 77%; Peu-dawa: 14, 13%;
Marland 011: 36%, -36%, 36j
ie
.
&heepvaart aandeel ee
waren nogal verdeeld. De berich-
ten omtrent een hooger indexcijfer voor vrachten, in de
achter ons liggen-de maand bereikt, hebben in hoofdzaak
invloed uitgeoefend op de aandeelen van de z.-g. ,,Wilde
vaart”. Voor het overige is,een lichte achteruitgang op -te
merken geweest, met uitzondering van de aandeelen in In-
dische lijnen. Holland Amerika Lijn: 90, 89, 87, 88%
Java China Japan Lijn:
1
30%; 132, 133Y; Kon. Ned.
Stoontb. Mij.: 10-5%, 104%, 104%; Ne-d. Scheepvaart Unie:
192%, 194, 1937/
s
,
19
3%; Nievelt Goudriaan: 138, 134%,
135%, 138% ; Stoomvaart Mij. Nederland: 194, 195%, 193.
– Aan-deelen in
thee-ondernemingen,
hebben de vooraan-
staande ‘plaats, welke zij korten tijd geleden hadden inge-
nomen, weer moeten afstaan, hetgeen gep-aard is gegaan
met niet onbelangrijke koersverliezen. Amsterdam Thee:
1-29
7
/8, 125, 123%, 124; Balapoelang: 442, 438, 432, 435;
(ioalpar-a: 638, 629, 610%, 616
1
/2,
630; Pasir Kananga:
283%, 278%, 272, 279%; Ringga Landbouw Mij.: 382, 375,
379; Sedep: 649, 538, 639, 639; Sin-dangsarie: 274, 272,
268, 270; Telaga Patengan: 505, 500%, 493, 494.
In
inijneen.deelen is
slechts sporadisch iets omgegaan. Een uitzondering dient te worden gemaakt voor aandeelen
Boeten, welke een deel van het tevoren geleden verlies kon-
den inhalen, hoewel de hoogst bereikte noteering niet kon
worden behouden. Al,-. Exploratie Mij.: 51%, 62, 62%;
Biliton le Rubriek: 950; Boeten Mijnbouw Mij.: 142, 143%,
149%, 148, 148%; Müller & Co.’s Mijnbouw Mij.: 75%,
77
1
/
4
, 75%, 76; Redjang Leboug: 1-50
1
/2,
152%, 150; Sing-
J.cnp Tin Mij.: 480, -478, 486, 478.
De afdeeling voor bankaandeelen
was vast, met uitzondering
van aandeelen in Indische creclietonderneminge-n, hetgeen in
verband moet worden gebracht met de minder gunstige stem-
ming voor suikeraandeelen. Amsterdamsche Bank: 180, 181, 180-36; Incasso Bank: 12936,129%, 129%; Koloniale Bank:
294%, 291%, 286, 284%, 288%; Ned. md. Handelsbank:
191%; 188, 187%, 190; Ned. Handel Mij. C. v. A.: 184
1
/
16
,
181%, 178, 181; R’damsche Bankvereeniging: 923/
8
, 91%,
9234; Twen.tsch Bank: 145%, 145%, 145.
De
.4.merikaansche
markt was zeer opgewekt, waarbij de
meeste koersen een omvangrijke verbetering hebben kun.
nen behalen. Anaconda Copper: 94, 93
1
/4,
93%; Studeba-
ker: 54, 55% (ex -div.), 58
5
/8, 62; United States Steel -Corp.:
148
5
/s, 151%,
1
55%, 157%; Atchison Topeca: 195 (ex div.),
193; Baltimore Ohio: 123 (ex div.),
124%,
1237/; Erin:
61%, 60%; Missouri Kansas Texas: 47%, 48
3
/8,
467/
8
,
4734; St. – Louis en San Francisco: 11534, 116%; Union
Pacif-ic: 189, 192%, 199,
1903/s;
Wabash Railway: 689/16,
70
°
/, 72f16, 7O116.
14 September 1927
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
823
GOEDERENHANDEL.
GRANEN.
13 September 1927.
I. 1 we: De oogstberichten zijn in de atgeloopen week,
wat woord-Amerika betreft, zeker niet minder gunstig
geweest dan in de voorafgaande week. De hoofdzaak is wel
-dat de gevreesde vorst in Canada -is uitgebleven, dat men
daar algemeen
bezig
is niet oogsten en dat de berichten over
cle opbrengst zeer gunstig luiden. Een groote Canadeesehe
tarweoogst is nu practisch verzekerd, de officieele raming
luidt niet minder dan 453 millioen bu. De gunstige weer-
berichtei.i hebben eveneens betrekking op het Noord-Westen
der Vereenigde Staten, zoodat de oogst van zomertar’we in
dat land eveneens zeer groot belooft te worden. Het oogst-
bericht van Washington van 9 September geeft reeds een
vermeerdering aan van 10 millioen bushels, vergeleken met
1 Augustus, terwijl meestal de schatting in de maand
Augustus teruglo-o.pt. Dit oogstbericht geeft den toestand op
1 September en men is geneigd te ge-boven -dat de gunstige weersomstandigheden sedert dien de opbrengst n-og grooter
zullen doen worden. Het is dan ook geen wonder dat de
markten over liet al-genie-en flauw geweest zijn. Toch zijn de
prijsverschillen bij een week -geleden nog niet zoo groot,
ivat voornamelijk daaraan toe te schrijven is, dat de markt
reeds tevoren een niet onbelangrijke daling had ondergaan.
Zoowel Chicago als Winnepeg to-onen verlagingeil van ca.
3 pCt.
In Europa heeft het weer nu niet veel -invloed meer,
aangezien cle oogsten wel binnen ‘zullen -zijn.
o
fschoon in
het algemeen ivel -bericht wordt dat er veel tarwe ‘in goeden
toestand geclorscht wordt, geven tot nog toe de -aanvoeren
geen fraaie kwaliteit te zien. De importbehoeften van Europa zullen dus niet -klein -zijn tenminste niet ivat
Engeland, Duitschland, ons land en Scandinavië betreft.
In Frankrijk geeft een officieel rapport aan dat de op-
brengst van den oogst es. 1 mill-ioen to-ns grooter zal
–
zijn -dan verleden jaar, zo
–
odat er sooveel min-der tarwe zal
moeten worden geimporteerci. In verband -hiermede is het
invoerrecht op tarwe in dat land aanmerkelijk verhoogd,
w’aarschijnlijk omdat anders de schatkist te- veel tekort Sou komen. Dit heeft natuurlijk ook de stemming op de
tarwemarkt -gedrukt en het -aantal zaken dat tot -stand is
gekomen, is abnormaal klein -geweest. Het is mogelijk dat
de Canadeesche -wheatpool ondershands belangrijke verkoo-
pen heeft gedaan aan de Engelsche fabrikanten, maar -waar-
schijnlijk i-s dit niet. Houders van stoo-mende ladingen tarwe
zijn niet in een benijdeuswaardige positie, aangezien er
bijna niet geboden wordt. Dientengevolge moesten vooral
-cle -prijzen van Australische tarwe het ontgelden. Van andere
soorten zijn de prijzen wel lager, maar in ver-hou-ding niet zooveel. De verschepingen van tar-we waren tamelijk ruim
en cle stoomen-cle hoeveelheid -is nog steeds aanzienlijk
grooter dan een jaar geleden.
Over het algemeen zijn ook cle weerberichten van het
Ziudelijk Half rond gunstig. In Australië, waar men vooral
in Nieuw-Zuid.Wales sterk naar regen verlangde, -is deze regen gevallen. In Argentinië zou men misschien nog wat
.meer regen kunnen gebruiken, dôch van droogte- kan men
toch evenmin spreken en in het algemeen staat de oogst
er goed voor. De vooruitzichten zijn toch wel alles bijeen
genomen, dat de exportlanden veel meer -tarwe beschikbaar
zullen hebben dan de- importlan-den -noo-dig hebben.
140 -g ge: Dit artikel heeft in -het algemeen den loop
der tarweprijzen -gevolgd, maar op 9 dezer werd de stem-ming te Berlijn plotseling zeer wiliig, voornamelijk in ver-
-band met de teleurstellende kwaliteit der eigen oogsten.
Dientengevolge -gingen ook -de Noord-Amerikaansche mark-
ten weder op, maar daarna ging bijna het geheele -avans
verloren, doch per saldo is- de ‘prijs niet veel veranderd
vergeleken bij een week terug. Onder invloed van de alge-
meene flauwe stemming in -de diverse graanmarkten, is
natuurlijk ook de kooplu-st voor dit artikel er niet op ver-
beter-d. –
M
af s: De maismarkten zetten hun flauwe stemming
van ‘de vorige week onveranderd voort. De hoofdoorzaken
–
hiervan waren ten eerste de wederom zeer groote versche-
piagen van Argentinië, die het recordcijfer naderden en ten
tweede -de zooveel gunstiger berichten uit Noord-Amerika,
waardoor die markt een aanzienlijke daling onderging. Het
officieele oogstbericht geelt weliswaar een lage-ren -stand voor
ma-ïs aan -dan een maan-d geleden, maar de schatting van
de opbrengst is toch grooter, terwijl over het algemeen
de particuliere ramingen nog hoogere cijfers aan-geven, zoo-
dat waarschijnlijk de oogst -niet nooveel ‘kleiner zal zijn
-clan die van een jaar geleden. In verband hiermede is het
prijsniveau te Chicago te boog en liet is dan ook niet te
verwonderen ‘dat gedurende de laatste week de prijzen ca. 7 pOt. zijn teruggeloopen. De hoeveelheden Argentijnsche
maIs die naar Noorcl.Anierika verscheept worden, zijn nog
steeds van -geen groote beteekenis- in vergelijking tot het totaal der verschepingen van da-t land en nu de prijzen in
Chicago terugloopen, zullen -ze waarschijnlijk nog verder -af-
nemen. Toch werden er wederom eenige -booten van La Plata
naar Canada bevr-acht, wat ‘waarschijnlijk ten gevolge ‘is
van nieuwe ‘zaken in mal-s.
De stemming in Argentinië is over liet algemeen fIuw
geweest, vooral -de laatste dagen. Het is begrijpelijk dat de
kooplust hierdoor niet verbeterd is. Zij die geloofd hebben
dat Argentinië zooveel van ‘haar oogst verscheept heeft, dat
men zeer spoedig’ belangrijk kleinere verschepiugen moet
tegemoet -zien, beginnen aan hun inzicht te twijfelen. Het
blijkt boven-dien moeilijk in de meeste markten om de aan-
voeren te abso-rbeeren en de prijzen van loco mais zijn
bijna overal gedrukt. Ofschoon ten on-zent de aanvoeren
aanmerkelijk minder waren dan gedurende den laatsten
tijd, heeft dit geen verbetering van den toestand met zich
gebracht, integendeel de prijzen zijn minstens evenveel ver-
laagd als de vorderingen van de afladers.
Ofschoon de berichten, van Roemenie over het algemeen
niet gunstiger zijn, zij-n er toch offertes van dat land, meer
–
Noteeringen.
Locoprijzen te Rotterdam/Amsterdam.
Chicago
Buenos Aires
Soorten
12Sept.
5Sept.
13Sept.
Data
1927
‘
1927 1926
Tarwe
Maïs
Haver
Tarwe
MaÏs
Lijnzaod
Tarwe (Hardwinter II) ….’
Rogge (No. 2 Western)
1
14,60
12,_
14,90
11,80 14,95
–
11,95
Sept.
Sept.
Sept.
Oct.
–
Oct.
Oct.
10 Spt.’27
130
7
1s
99
12,05
7,30
1195
-Mais (La Plata)
………_
2
179,-
181,-.
189,-
3
,,
’27
133)4
104
1
1
‘/8
12,20
1
)
7,20
1
)
15,301)
Gerst (48 lbs. malting)
. 230,-
236,- 204,-
10Spt.’26
131)4
793.
36
12,20
6
.
45
‘Haver
(Canada3) ………
1
13,-
13,25 10,30
10Spt.’25
15034
1
96
1
18
3851
12,90
1
9,05
20,70
1
1125
Lijnkoeken (Noord.Ameri-
10Spt.’24
1227I
1
119
4781
8
114,70
1
10,40 22,65
kavanLaPlata-zaad).-..’
12,55 12,60 11,90
20 Juli’1.4
82
5651
8
36)4
9,40
5,38 13,70
Lijnzaad (La Plata) …..
8
373,_
365,-
360,-
1) per September.
–
1) per 100 KG.
2)
per 2000
KG.
8)
per 1960
KG.
AANVOEREN in tons van 1000 KG.
Rotterdam
Amsterdam
Totaal
Artikelen
4(10 Sept.
Sedert
1
Overeenk.
1
4110 Sept.
1
Sèdert
Overeenk.
1927
–
1926
1927
1 Jan.
1927
tijdvak
1926 1927
J
1Jan.
1927
tijdvak
1926
Tarwe ………………
77.575
1.443.742
1.133.600
–
39.252
10.341
1.482.994
1.143.941
Rogge
……………..
.
4.537
24.234
1
189.231
–
493
1
1.411
264.727
190.642 940
14.437
15.868
–
67
1
1.060
14.504
16.926 17.559
1
997.584
1
615.493
7.893
160.218
75.323
1.157.802
690.8lii
Boekweit …………………
18.014
1
300.845
252.919
550
7.379
7.165
308.224
260.084
3.837
1
153.588
153.141
– –
2.728
2.165
156.314
155.306
Mais ………………..
Lijnzaad
………….
–
2.938
171677
1
174.464
–
163.847
159.482 335.524
333.946
Gerst
………………..
Haver………………….
2.235
1
131.802
1
179.517
–
–
–
131.802 179.517
Lijnkoek
……………..
t
73.137
1
61.174
–
25.289
12.204 98.426 73.378
Tarwemeel
………….20
Andere meelsoorten
105
7.822
10.537
–
–
–
–
7.822
10.537
824
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
14 Sepiember 1927
in het bijzonder van Besrabische maïs. Onder, invloed van
de algeweene flanwe stemniing hebben clie evenwel geen aanleiding tot zaken gegeven. Evenmin ging er iets om in
Zuid-Afrikaansche niaïs, aangezien 1e prijzen van dit ar-
tikel niet in verhouding verlaagd werden.
e i
–
s t: De •gerstmarkt is op het oogeublik in een zeer
ongunstigen toestand. Wegens gebrek aan loco goed werden steeds zeer hooge prijzen voor spoeclige levering betaald. Er
is in dell laatsten tijd evenwel teveel gerst a.fgeiaden, om cleze premie te kunnin handhaven. In hoofdzaak kwamen
deze groote hoeveelheden van den Donau en ofschoon het
niet waarschijnlijk is, dat de Donkulanden zullen kunnen
voortgaan op een dergelijke schaal gertt te verladen, is het
toch niet aan te nemen, dat er daarna wederom een periode
van sehaarschte ontstaat, aangezien Noord-Amerikg lang
–
zaam aan niet ‘het verschepen van zijn nieuwen oogst begint.
De vraag voor dit irtikel ‘is in verhouding bot het aanbod
over het algemeen zeer onvoldoende en dientengevolge
moesten er voor stoomende partijen Donaugerst aanzienlijk
lagere prijzen worden aangenomen dan men in het export-
land vraagt. De Amerikaansche prijzen werden ook bijna
regelmatig verlaagd, wat een allesbehalve stimuleerenden
invloed op de vraag ten gevolge had. Bovendien is gerst
het artikel, dat in Europa het minst van den regen geleden heeft. Duitschiand zal evenwel toch gro’ote hoeveelheden
gerst moeten importeeren en het is te verwachten, dat
binnen niet al te langen tijd de prijzen der import- en
expor.tlandeu zich zulleh aangepast hebben en dat er een
grootere omzet tot stand zal kunnen komen.
II
a ve r: Ook haver werd ‘meegesleept door de algemeene
flauwe’ stemming op de graanmarkten. In Noord-Amerika
zijn per saldo de markten niet lager dan een week geleden;
in Chicago zijn ze zelfs nog wat hooger. Ook de meeste
andere landen boden niet zeer dringend haver aan, alleen
toonde Argentinië meer neiging Januarip.?ebruari, dus af-
lading van den nieuwen oogst te verkoopen.
SUIKER.
Gedurende de eers’te hlf t der algelo’open week was de
stemming op de verschillende suikermarkten vast; daarna
trad eenige reactie in en liepen noteeringen ietwat terug.
Vooral in A m er 4 k a Liepen de prijzen aanvankelijk sterk
op en men hechtte aldaar blijkbaar veel waarde aan onder-
handelingen in Cuba ‘betreffende de rstrictie van den
ogst 1927128, welke gebaseerd zou zijn op de wereld-
suikerproduetie. Zelfs ‘schijnt men pogingen te willen aan-
wenden om tot een overeenkomst te geraken met
y
ij’f der
grootste nuikerprodueeerende landen, teneinde een contrôle
op de wereldsuikerproduetie te kunnen uitoefenen. De Cii-
baausche President heeft echter betreffende het cijfer der
restrictie nog geen definitief besluit genomen.
In N e w-Y o rk w’as de .prijsloop der .noteeringen als volgt:
• Sp. C. Sept.. Oct. Dec. Jan. Mrt.
Slot voorafg. week ……….4.77 2.92 2.93 3.03 3.- 2.91
Opening verslagweek ……4.77 2.98 2.99 3.08 3.07 2.97
Hoogstepuntverslagweek . . 4.83 3.02 3.(‘3 3.08 3.07 2.98
Slot verslagweek ……….4.83 – – 3.05 3.02 2.90
De ontvangsten in de AtI. havens der V.S. bedroegen deze
utek 4.1.000 tons, de’ versmeltingen 62.000′ tons tegen
51.000 tons verleden jaar en de voorraden 204.000 tons
tegen 247.000 tons.
Ruwe suiker ging in groote k’wantiteiten om tot 3 dc. en
3
1
/i(, de. c. & fr. New York, waarna verkoopers 31 d.c.
vroegen. Toen werd de markt kalmer.
De laatste Cli b a-‘statistiek is als volgt:
1927
1926
-1925
Tons
Tons
Tons
Ciibaansche productie 6 Sept 4.508.620 4.884.658 5.120.284
Weekontv. afscheephavens 35.389 50.637 33.214
Totaal sedert 1 Jan.-3 Sept 3.763.140 4.150.989 4.616.093
Weekexport …………….. 73.883 11 3378 82.980
Totale export sedert
111.3j9.
. 2.997.467 3.278.316 3.482.970
Voorraad afscheephavens . . 783:717 872.675 772.943
Voorraad Binnenland ……631.436 636 151 405.675
In En ge 1 au d sloot ‘de ‘markt ôok o’p ‘lagere prijzen en
waren de slotnoteeringen op de Londensehe termijnmarkt:
Sept. 1927 . . Sh. 15/7% Maart 1928 …. Sh. 1613k
October
.
15119 Mei
,…..,, 167%
Dec. .
, 14/7%
01) J a v a hebben de V.I.’S.P. hunne ultimo Juli taxatie
van ‘den 1927 oogst weer ‘met 37.000 tons ‘verhoogd en wei-
gerden biedingen van
f
16,50 voor Stip. op restantcndities,
terwijl een partij No. 16 & ‘hooger tot
f
15.50 verkocht
werd.
In de tweede hand bokkelden prijzen
f
118
á f
% af.
De afschepin.gen ‘van Java gedurende Augustus ‘bedroe-
gen 247.000 fons.
II
i e r te 1 a n d e ‘bleef de markt de afgeloopen ueek kalm
gestemd en ondergingen noteeringen ‘slechts weinig ver-
andering. De slotnoteeringe’n waren als volgt.: Sept.
f
183/s;
Dec.
f
18%; Maart
f
18
3
/8
en t[ei
f
18%, alles verkoopers.
De omzet bedroeg 4600 fons.
NOTEERINGEN.
Londen
–
Amsterdam
–
WhiteJava’sl
–
Cuba’s
New York
96°
Data
1
per
i
Tafes
f.o.b. per
96
0
c.i.f.
Centri-
Sept./Oct.
Cubes1
fugals
No. 1
Sept.IOct.
i
Sept.
b.
uh..
511.
$ets.
3316
141_
14/4%
4,76
34/_
141
7
–
14/41
‘
1)
3319
1511%
1217%
4.43
3413
13,9
1119
4,27
181-
–
‘t-
3,26
1) Het
verschil tusschen ruwsuiker 88
0
en
krist.suik.
990
is
aan te
nemen
opf3p.
100 KG.
KATOEN.
Noteering voor Loco-Katoen.
(Middling TJplands.)
9Sept.
2Sept.
1
26Aug.
1
9Sept.
1
9Sept.
1927
1
1927
1927
1926
1
1925
New York voor
Middling … 23,60e 22,70e 21,95e 18,60e
23,55 c
New Orleans
voor Middling 23,17e 22,15e 21,30e 17,56e
22,85e
Liverpool voor
Middling. .. 12,67 d 12,34 d 11,15 d 10,26 d
12,58 d
Ontvangsten in- en uitvoeren van Amerikaansche havens.
(In duizendtallen balen).
-1 Aug. ’27
Overeenkomstige
periodé
tot
2Sept.’27
1926
1
1925
Ontvangsten Gulf-Havens.
}
622
727
584
Atlant.Havens
Uitvoer naar Gr.Brittannië
54
72
64
‘t Vasteland ete
322
336
300
Japan
41
32
19
Voorraden.
(In dulzendtallen balen).
2 Sept. ’27
1
1
Overeenkomstig tiJdsttp
2Sept.’27 –
1926
1925
Amerik. havens ……….
.1077
596
353
Binnenland …………..337
487
349
New York …………..209
50
40
New Orleans ………….210
115
100
Liverpool ……………763
415
186
Marktbericht van de Heeren Sir Jacob Behretis & Sons. Manchester, d.d. 7 September 1927.
De Amerikaansche katoenmarkt heeft in de afgeloopen
week veel activiteit getoond en is nog steeds uiterst ge-
voelig voor de steeds wisselende weer- en oogstberichten.
Priv-oogstramingen zijn eveneens ten deele oorzaak ge-
weest van ‘de plaats gehad hebbende prijsschommelingen;
futures noteerden Vrijdag en ook gisteren een shulling, doch
heeft dit cijfer zich niet lang kunnen handhaven. .Volgens
enkelen is het Bureau-Rapport, dat morgen gepubliceerd
wordt, reeds in de huidige prijzen verdisconteerd en schijnt het wel, dat deze prijsfiuctuaties zullen blijven voortduren,
totdat ten slotte de’ definitieve cijfers over den oogst gepu-
bliceerd worden. Ook Egyptische soorten zijn in prijs ge-
stegen en een noteering voor Liverpool spot F.G.F. Sakel
van 20.70 op jI. Vrijdag hebben wij sinds midden Novem-
ber 1925 niet meer gezien. Ook voor loco-verkoopen te
Liverpool was de vorige week meer belangstelling en be-
droegen deze totaal 59.000 balen.
De Amerikaanscbe garenmarkt is kalm en prijzen zijn
honger in verband met de prij’sstijging van het ruwe mate-
riaal en schijnen er slechts kleine hoeveelheden voor prompte
levering verkocht te worden. De korte herfstvacantie in
enkele districten kan hiervan gedeeltelijk de oorzaak zijn,
doch de voornaamste reden is wel het op handen zijnde
Bureaurapport, dat de markt overschaduwt en aan zaken
vrijwel een einde heeft gemaakt. In verband met den alge-
kristalsuiker
basis
990
12Sept.’27
f
181110
5 ,, ’27 ,, 18%
19Sept.’26 ,,
51
8
12Sept.’25 ,, 1811
ruwsuiker basis 88°
4Juli’14 113112
basis
99°
f
14131321
1)
Geen noteering.
14 september 1927
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
825
meenën slechten toestand heeft de Federation van Master
Spinners gisteren spinners van Amerikaansche garens ge-
adviseerd de productie verder in te krimpen door ‘s Maan-
dags en ‘s Zaterdags stop te zetten tot eind October. De
ervaringen van Egyptische spinners zijn vrijwel gelijk aan
die van Amerikaansche, hoewel hier en daar toch wel enkele
flinke posten, zoowel ring als cop twist, verhandeld zijn.
In de. doekmarkt is practisch geen verandering in den
toestand gekomen. Prijzen zijn nog buitengewoon vast met
neiging tot stijgen, hoewel over het algemeen de prijsbasis
sedert de vorige week niet veel veranderd is. Van het Oos-
ten, speciaal mdie, komen biedingen binnen, doch niemand
Schijnt op de huidige prjsbasis zaken te willen doen. Er
gaat dan ook slechts zeer weinig om en de stemming in de
markt is lusteloos. Wanneer slechts de Bureaurapporten
de markt een periode van ongestoorde rust konden geven,
zou dit ongetwijfeld den handel gelegenheid geven zich te ontwikkelen en normale zaken spoedig terugkeeren.
Liverpoolnoteeringen
Oost. koersen. 30Aug. 6Sept.
31Aug. 7 Sept. T.T.opBr.-Indië
11571
8
115
F.G.F. Sakellaridis 19,70 20,40 T.T.opllongkong 1/1 l 111
if
G.F. No. 1 Oomra. 9,05 9,45 T.T. op Shanghai 2/5 2/5
KOFFIE.
Statistiek der firma G. Duuring
&
Zoon.
Zichtbare voorraad op 1 September
in duizenden balen.
1927
1926
1925 1924
1923
Voorraad in Europa..
1.781
1.458
1.602
1.421
1.637
StoomendfBrazilië ..
630
584
762
878.
792
n.Europa
Oost-Indië.
101
137
62
46
20
2.512
2.179
2.426
2.345 2.449
Voorraad Ver. Staten
825
832
859
991
771
432
596
490
203
616
3.769 3.607
3.775 3.539 3.836
Voorraad in Rio ….
222
293
261
307
810
,
Santos..
977
1.005
1.184
1.418
1.189
Bahia –
–
20
22
17
23
17
Victoria.
76
–
–
. –
–
Totaal …..•5.064 *4.927 *5.237 *5.287*5.852
Op 1 Augustus …… *4.842 *4.701 •5.214 *4.378 *5.550
Op 1 Juli ……….*4.720 *4.571 *5.085 *5.071 *5.340
1 Juli 1924 4.592.000 balen
1 Juli 1925 1.786.000
1Aug.1925 1.298.000
1 Sept.1925 1.892.000
*
Niet inbegrepen de binneni. 1 Juli 1926 2.833.000 ,, voorraden in Sao Paulo. – 1 Aug.1926 3.098.000 ,,
1Sept.1926 4.011.000
1 Juli 1927 3.312.000
1 Aug. 1927 5.289.000
15Aug.1927 6.157.000
De markt verkeerde in cle afgeloopen week in iets betere
stemming.
De reden hiervan moet voornamelijk gezocht
worden in de vaste houding van Brazilië, alwaar men alles
in het werk tracht te stellen om de aldaar opgeslagen voor-
raden zoo hoog mogelijk van de hand te doen. De offerten
voor l)ronpte verseheping op aflading uit dat productie-
land i’areu over het algemeen iets hooger. Veel zaken kwamen hierin echter niet tot stand, daar de afzet van
loco nog steeds onbevredigend is. Ook Nederlanclsch-Iiidië
gaf van eene iets vastere stemming blijk en de noteeringerk
voor prompte verseheping zijn ongeveer f
2
1 1 et. ihooger.
• Volgens een (lezer dagen uit Brazilië ontvangen telegram
bedroegen de voorraden, door het Instituut tot Permanente
Verdediging van cle Koffie van Sao Paul in de pakhuizen
en de spoorwegstations in het binnenland van Sao Paulo
en Minas Gernes teruggehouden, op 31 Augustus 7.750.000,
balen, hetgeen tegen 15 Augustus eeae vermeerdering be-
toekent van 1.593.000 balen.
Aan de termijnmarkt ondergingen de noteeringea eene
verhooging van fi % ot.
De prijaen van gewoon goed beschreven Superior Santos
Op
prompte verscheping sijn thans ongeveer 781- Ii. 801-
p(
ewt. en van dito Prime ongeveer 811- it
821-,
terwijl
zij van Rio type New-York 7 niet heschrijving, prompte
verscheping, bedragen .6016 k 611-.
Van Robusta op aflading van Nederlandsoh-Indië zijn
de prijzen in de eerste hand op het oogenblik:
Palembang ilobusta, SepteinberfOctober verscheping,
29 ct.; W.I.B. f.a.q. Robusta, September/Oetober versohe-
ping, 3734 et; alles per 3 KG., cii, uitgeleverd gewicht,
netito contant.
De ofiïciee]e loco-noteering bleef onveranderd 49 ot. per
3’4
KG. voor Superior Santos en werd voor Robusta ge-bracht van 45 op 44 ct.
De noteeringen aan de Rotterdamsche termijnmarkt waren
aan de ochtend-eau als volgt:
Santos-contract
Gemengd contract
basis Good
11
basis Santos Good
1
Sept.1 Dec.
1
Mrt.
1
Mei
11
Sept.I Dec.
1
Mrt.
1
Mei
13 Sept.
39K 38
3736
37K 363-t 35y,3434
6 ,,
3934 3734 3634
35’12
3734 35i1
8
3418
333
30Aug.
3934 3734 3634 3534 3734 35518
34’18
3354
23 ,,
3934 3734
36
3j 3534 38
35&1
8
34u1
De slot-noteeringen te New-York van het aldaar geldende
gemengd contract ba.sis Rio No. 7) waren:
Sept.
1
Dec.
1
Maart
1
Mei
$
12,45
$
11,97
$
11,74
$
11,57
,, 12,30
,,
11,65
,,
11,38
11,22
12
Sept……….
29 Aug.
……
,,
12,48
,,
11,85
11,64
11,45
22
,,
.,,
12,42
,,
11,60
11,22
,,
11,03
Rotterdam, 13 September 1927.
(Mededeeling van cle Vereeniging voor ‘den Goederenhandel
te Rotterdam.)
Noteeringen en voorraden in Brazilië.
te Rio
te Santos
I
Wisselkoers
Data
1
i
–
te Ro
i Voorraad 1 Prijs Voorraad 1 Prijs op Londen
1
(InBalen)
1
No.7′) 1(InBalen)
1
No.4′)
12 Sept. 1927
253.00021.650 1.087.000 24.500 5i51
1
5 ,,
19271 249.000 21.525 1.077.000 24.500
5151
29 Aug. 19271 259000 21.800 1.030.000 24.500 5
15
/
10
13 Sept. 19261 326.000 22.550 1.004.000 24.700
721
Ontvangsten uit het binnenland van Brazilië in Balen.
Data
te Rio
te San tos
Afgeloopen
Sedert Afgeloopen
Sedert
week
1 Juli
week
1Juli
10 Sept. 1927-
60.000
760 000
1
165.000 2.086.000
11 Sept. 1926..
94.000
986.000 131.000 1.625.000
1)
in
Reis.
THEE.
De theemarkt in de afgelooperi week vertoonde eenge
teekenen van reactie. Vast en hooger geopend voor de
Britseh-Inclisehe veiling, sloeg de stemming langzamerhand
om, om bij het einde van de week, bij de Java-theeveiling
vaak verlagingen te zien te geven van
34
tot
3/2
et., verge-
leken hij cle vorige week. Misschien is deze veranderde
stemming te wijten aan de offieieele, eerst thans bekend
géworden, oogstraming van de Noordel. Britsch-Indische
oogst tot ulto. Augustus. Inplaats van een verdere ver-
mindering in vergelijking met verleden jaar, een verminde-
ring, die op ulto. Juli bijna 1234 millioen lbs. bedroeg, is
er op eind Augustus nog slechts een achterstand van nog
geen 8 miljoen lbs. t.o.v. 1926 tot hetzelfde tijdstip. De
geruchten van een vermindering tot 17 millioe,n lbs. op
medio Augustus en tot ruim 20 millioen lbs. op het eind,
blijken dus ten eeuen male onjuist te zijn.
In Amstee-dam kwamen nog enkele opgehouden partijen
ex vorige veiling tot afdoening.
Amsterdam, 12 September.
STEENKOLEN.
De toestand van de kolenindustrie in Engeland ‘wordt als
weinig rooskleurig geteekend. Blijkens het laatste verslag
van de South Wales Coneiliation Board Agreement zou er
door de mijnen ongeveer 1/- op elke geleverde ton bijgelegd
worden en in andere districten zal het wel niet veel beter
zijn-
De productiekosten in het algemeen in Cardilf bedragen
van 5/6 tot
61-
per ton meer dan in 1913 en het zal moei-
lijk wezen daarin spoedig wijziging te brengen. Er is ‘wei-
Ilig vraag. De prijzen vertoonen weinig verandering.
Het wordt niet onwaarschijnlijk geacht dat in Amerika in September a.s. ook in de anthracietdistricten moeilijk-
heden zullen ontstaan.
De prijzen zijn a]s volgt:
Northumberland Oiigezeefde ………………..
f
10,25
Durham Ongezeefde ……………………….,, ii,-
Cardifi 213 la.rge 1/3 smalls ……………….. ,, 13,-
Stoomend
naar,Brazilië
Ver.Staten
t
826
–
–
ECONOMISCH:STATISTISCHEBERICHTEN
.
I4Sjnber 1927
Schotsche-Gezeefde
9 757
De .’raag naar toiiu ge voor, suiker van West JndiC’was
YorkshireGevasehen
. .
.
,, 12,50
‘kt1n
en erzijn piaetisch geëü definitieveorders aan de.
Westfaa1sèhc
Vtförder
……………………,, 13,40
markt naar het Continent.
,,
Vetstukken
…………………….. 15;–
.. De, N,rth Pacific was de afgeloopen week iets ka1mer
Smeenootjes
………………….
…14,50
.
In het begin Ier week toonden de vr.achten eenige stijging
Gasv1aför.1jer.;.
:.
:.
.
..-. ……
…..13,40
en erwerd een 6600 .tOuner bevracht van Por.tland[Puget
Oietookes
…. ……………
…….16,50
1
Soand
naar
U.I.fContinen.t per. September
tegen
341-
alles per fon van 1000 KG; lnaneo station-
Rtterdam!Am.1
Booten van,7000• .ton.s bedongen 35/. per ‘Oct./Nov. en Dec.
terdam.
.
naar U.K.fContinent.
.
Weatfaalsche
‘bunkerkolen
f.o.b.
Rotterdam/Aimsterdam
.
De niarkt van 4e La Plata werd fl.auwer en de vr.achten
f
10 90
$ –
Zijn
1f6
to
21
gezakt
De voornaamste oorzaak hiervan
ç Markt onzeker.
mot gezocht worden in het feit dat aan deze zijde sleohts.
13
;
Septber1927.
.
.;qÇ()
t
V
:’
.’
viniggraanverkocht vorIt. In.hetbeginder weekwerd
4
.-
2416 hetaaki van boven La Plata havens
,
naar 13 K /Gonti
.’
5
.
IJZER
nelit voor t”eede helft &ptember beading
tegen het
De prijeverlaging vpor C1eIid JJze
ieeft nog niet vol
emde was de vracht met hoogerdan Z2/6 Ook voor de
ledig de beooglè ‘gevoJgéiiéhiiut. Ïe vradg van de binnen-
latere posities zijn de vrachten lager geworden.
landsche consumptie is eenigszins toegeiromen’ doch voor- .-Ook dechiUsaipeter vrachtenanarkt was kalm. Voor volle
export worden slechts weinig zaken gedaan
Continentaal
laclingeu is alleen vraag per eind October en later en een
ijzer is nog vrij belangrijk goedkooper dan het Engelsehe
6000 tonner, wed ,bevracper 20
y. .tegen 29/6
materiail
fo
A1werpen sedeit nai Bordeaux/tH:ambuig range
optie Danzig 3216
Voor
de’vori’ge week iets flauwer geworden. D
oorzaak hiervan
Nov/Dec. u’ordt
29
1
–
‘in uitzicht gestelcl basis Bordeaux/
is naast dprijsdabng in Engelan
le onduidelijke toestand
ilambuig iange met opties Na%i iuimtc per hjnbooten is
en deonkerheid Tnè’t.betrekkiiig tot ‘het Fra
hBelgisch-
weinig.!vraag.
‘
Luxemburgsch gietetij-ijzerkartel, dat zooals bekend is
–
De markten van
:het
Oosten waren over het algemeen
zich tot nu toe uits1uitendet de prijzen inlie’t,’ doch waar-
kalm,
doch de vrachten blijven
vast en vertoonen
zelfs
van de ierkingilfeer .ok’itt de productif zou .wor•clen
.
uit-
eenige neiging tot stijgen tengevolge van het tekort aan
gebreid
1
hese.hikbaie
toiinagle
Van
Wladaivostock is
een
flinke
-_
:
……..:
______
-Noteerinain de
ieek
van
vraag naar tonnage met.volle opties voor de lossing per
.
.
Oct.[Nov.fDec.fJan.
doch bevrach.ters
idee
van
351-
naar
29Ag.14 S.
5!115ept.
6112 Sept.
Rotterdain/Haniburg en 3613 naarHul’l schijnt voor reeders
–
,.
.
..
,l927′
;1927
,:
1926
niet aantrekkelijk te zijn. De vraag naar ruimte voor rijst
van Saigön is weggevallen; een ipartij van 2000 tons werd
Ruwijzer:
-4′
geboekt naar Havre en/of Liverpool
per begin October
f.o. b. f’urnace
Sh. Sh. 5h.
tegen de lage vracht van 251. Ook Au.stralië was kalm.
•Cleveland Foundry;no.1
:70/-
701-
941-.
.
Voor nieuwen oogst rveid nog iiiet bevracht. Bevrachters
3
67
67 91/6
idee is 43/9 terwijl de reeders aan 4cf
blijven vasthouden
4
66i,
66
906
Van Bomibay werd een 7100 tonner bevracht per Oct./’Ncw.
.
‘j
,
/L.
nar IJ.K.(Coiitinent tegen
23/-.
Van
de Malabar
kust
,rnixed numbers
75!-
831_
wérd eeii 600 tdnner gedaan n.aar U.K.fContinent tegen
Wagon départ Longwy
.
28/-, basis van twee naar twee havens, eind September
(Lot haingen)
–
:
. –
Fts-‘
Frs.
1
Fra.
beladin.
Zuid-Afrika ivas iets
wakker. Van Kaapstad,’
Moulage P:L.no3
460,.4
460,—’
600,–
Durban rane werden October en November booten gedaan
–
Semi-phosphoeüse
‘495;.-
495,_
670,…
r
naar UK/Continent tegen 25/6. Een 4500 tonner werd be-
abWéRhint.Wsfalés
–
Mk.’ 1
lMk.
Mk.
vracht van Kaapstad nakr UK/Continent tegen
24/6:
per
Giesêreirohisen no: 1
88._
i88._
88.L-
ri
October.. Mautius was vaster
en
een groote ‘boot van
•
*Hematite East
1
Côast …
flamatit
”
78 93
86.—
11.250 tons heeft per ‘Oct./Ncv. naar Inden en/of Liver-
poel 271 één en 281 beide havens bedongeit
f o b Antwerpen
Sh
50
8h
93 50
Sh
De Donau was ‘iets minder levendig en
de vrachten
Gieterij ruwijzer no 3
,
601-621_
,
601-611–
711-
iijn eenigsz’ins teruggeloopen
De laatste af sluiting is een
Walsproducten
400 tonner per einde September tegen 16/3 naar het Con
b
h
Sh
8h
tiiient
optie Avonmou’th 1616
Van de Zwarte /ee werd
f o
4ntwerpen (vrtjbf)
,
i.
een flink aantal booten gedaan en de bevrachteis waren
Stafijzer
-.
.
–
94
93-9316
10216
wederom genood7aakt iets hoogere vrachten te betalen
nI
Plaatijzer 5 nM..
.
121-122,
121
11316_115-
1313 naar het Continent met opties.
126
123124
De ertsbevranh’ting van de Middellandsche Zee was leven-
i:
.2sb.,lager
oorSchotland,enexport. dig doch de vrachten bleven onveranderd Er ‘werd om.
betaald: La Goulette/Maryport
8173,
Rotterdam51-, B’ona/
-.
MET
.
ALEN.
L
..
Rotterdam 716, Melillaotterdam 513, Almeriaarrow 716
–
•.
en Hornillo Bay/Rotterdam 5/4.
Ook fosfaat. was :iets
– –
.-:•’:iL000-Noteeringente’Londen:
levendiger en van Sfa.x naar Antwerpen ‘werd 71- betiald,
Data
Kopér
Stan-
daard
Koper
1
EIectro-
lytisch
;.Tln
,
Lood
,..’
—
Zink
-.
–……..
.
12 Sejit[1927..
‘
.
•
5ç7I6T
.
‘
62.i/L’
288.-/-
21.2/6
27._/_
5
.,
1927.
.54.15/-.
82.2/6
2812/6
21:1716
27.12/6
29Aug:1927..
55.216
1622/64
.289.1216
22.151-
.27.1716
22
,,
1927—
.
55.51.
,62.7/6
289.101
22.151-
27.1716
13 Sept.1926..
58.1716 66.1716
369:151-
31.1.7,16
34.2/6.:;
20’Juli 1914…
61
/-6
”
‘..,
‘145 15/-
19-/-
21101-
Pernis 7/6 en Amsterdam 7(1034.
De uitgaande igelpohe -kolevraclteninarkt was -leven-
di’dn de v.dhten ‘zij itd ‘bete gewo’ren. De meeste
vraag is naar de Middellandsehe Zee. Van 7uid-Wles werd
– om. – betaald: Rouaan 319, Lissabon 816, Algiers 816,
Venetië .11f Alexandrië .11f3, .,Mon.treal 6/6, ..BuenosAires
131- en van de Oostkust: Gothenburg 61-, Sundsvall 616,
.;
Bo dtaux 411034, Veiietië .111
;
. . .’
., ..
RUN VAART.
VRACHTENMARKT.
‘ .–”
‘
Week.van4tfm. ]O September 1927.
])e Nooid Amerikaansche giaanvrachtenmarkt was de
De aanvoeren van eits waren matig da’Lrentegen die
‘tfgeloopen ueek kalm De meeste viaag ,was naar, Sep
van hout tamelijk levendig
tember verscheping ‘an ouden bogst. Vo1geis berichten zou
Soheepsruirnte voor erts was voldoende beschikbaar, -voor
de nieuwe. oogst
k
dit Jaarlaat.ziji
;
en fmefi verwacht dat :den Bovenriju sohaarscher.
niets tbeschikbaar zal ‘zijn v66r 10115 Oct6bér. De vrachten – ‘ De vraag naar scheepsruimte voor erts bleef matig, doch
zijn over het algemeen»]ager geworden. VaniMontreal werd ‘ûam in ‘het laatst der week toe. Scheepsrudmte voor’ den
per September tot.1534. cents hetaaIdped 100 lbs. naar Boveniiju hoöfdaakelijk voor ‘hout, bleef gezocht.
Antwerpe of Rotterdaiii, optie Hamburg ofl Bremen 1 cent
Dh ertsv’racht bedroeg f0,55/65 per last. Naar en Boven-
extra en nair Hamburg direct 16 centC Sept JOct betaalde ‘ rijn betaalde men gemiddeld
f
1 30 fi
f
1 40per last
15/. cents’ naar Antwerpen of Rottèrdam,
1634
cehts ‘ Het sleeploon liep geleidélijk terug van 55 èt tot 40 ct.
Ha.mburg/Bremen Naar de M.iddellandsche
1
Zee werd een tarief
boot gedaan tegen 18 4 cents 5Septmbêr, terwijl naar’
De vatèrs:taiid bleef ‘uûstik.
: – •
Griekenland :4/134 per qtr.is
betaa1d. Van de Northern
De algemeene toestand in de RuhrJiavens bleef onver-
range eii”de’ Golf van Mexico ging niets om.,………………..• ,.anderd.-